gemeente Eindhoven
Bouwtoezicht, Beheer en Vergunningen
Raadsbijlage nummer z4o Inboeknummer ggNoooSzg Beslisdatum B&W z november rggg Dossiernummer g44.4ro
Raadsbijlage Voorstel tot asbezorging op de gemeentelij ke begraafplaatsen en het vaststellen van de Verordening op de gemeentelij ke begraafplaatsen 1 Inleiding De gemeente Eindhoven heeft het beheer over vier gemeentelijke begraafplaatsen, te weten: gemeentelijke begraafplaats Oude Toren; gemeentelijke wijkbegraafplaats Woensel; gemeentelijke begraafplaats Stratum; gemeentelijke begraafplaats Roostenhof. Door maatschappelijke veranderingen inzake de lijkbezorging is een aantal onderwerpen inzake het beheer van de begraafplaatsen voor verbetering vatbaar. Een van deze onderwerpen is de asbezorging.
2 Voorgeschiedenis Sinds enkele tientallen jaren worden steeds meer overledenen gecremeerd in plaats van begraven. Deze manier van lijkbezorging is nu algemeen geaccepteerd. Bij de inrichting van de gemeentelijke begraafplaatsen zijn geen voorzieningen getroffen ten behoeve van asbewaring, vanwege het simpele feit dat op het moment van inrichting weinig crematies voorkwamen, vooral in het roomskatholieke zuiden. Doordat er steeds meer wordt gecremeerd dienen ook voorzieningen te worden getroffen voor de asbewaring. Na de crematie wordt de as in het crematorium verzameld in een asbus. Hierna zijn de volgende bestemmingen voor de as mogelijk: de asbus wordt al dan niet in een sierurn bijgezet in een urnenmuur; de asbus wordt bijgezet in een (urnen)graf; de asbus wordt thuis bewaard.
3 Probleemstelling Op de gemeentelijke begraafplaatsen in Eindhoven kan de as van een overledene als volgt worden bewaard:
++
Raadsbij lage nummer 240
bijzetting in een normaal graf; bijzetting in een urnengraf op de begraafplaats Stratum. Verder kan de as volgens de nieuwe Wet op de lijkbezorging op een dierbare plaats worden uitgestrooid of thuis worden bewaard. Andere vormen van asbezorging zijn momenteel niet mogelijk, terwijl er wel een behoefte aan is.
4 Wijze van aanpak I oplossingsrichting Het verdient vanuit de maatschappelijke behoeften en de vraag naar de diverse vormen van het bewaren van as de aanbeveling om de ontbrekende mogelijkheden op de gemeentelijke begraafplaatsen in te richten.
A Oude Toren. Op deze begraafplaats is geen ruimte voor het treffen van voorzieningen voor asbezorging. Gezien de huidige gravencapaciteit, waarbij over enkele jaren geen ruimte meer beschikbaar is voor nieuwe begravingen, is het verstandiger om bij een eventueel nieuw te stichten begraafplaats in Eindhoven-Noord hiermee rekening te houden. B Wijkbegraafplaats Woensel. Op deze begraafplaats is eveneens geen ruimte voor asbezorging. Omdat op deze begraafplaats enkel nog bijzettingen plaatsvinden en geen nieuwe begravingen, kunnen urnen hier ook alleen worden bijgezet in normale graven. C Begraafplaats Roostenhof en Stratum. Op de begraafplaats Stratum kan een gedeelte in de noordwestelijke hoek worden ingericht voor asbezorging.
De urnengraven. Momenteel is een vak ingericht voor ongeveer 50 urnengraven. Een stuk gazon aansluitend op dit vak dient te worden gereserveerd voor nog eens 50 urnengraven. Door het plaatsen van een taxushaag op dit gazon wordt direct de rnogelijkheid geschapen om de graven voor islamieten verder uit te breiden.
Strooiveld. De uiterste noordwestelijke hoek tegenover de huidige urnengraven kan worden ingericht als strooiveld en strooibos. Het veld wordt in vakken verdeeld. De vakken worden beplant met verschillende, laagblijvende struikjes en wordt verder wat verwilderd door middel van ingezaaide veldbloemen en een middelhoge grassoort. Door de bosschages langs het veld worden paden aangelegd, waarlangs ook verstrooid kan worden. Door de verschillende aanplant van het gebied ontstaat er voor de nabestaanden een vorm van herkenningspunt waar de as is verstrooid. Bij
+e
Raadsbij lage nummer aqo
elk vak wordt een bankje en een gedenktafel geplaatst. Op deze gedenktafel kunnen nabestaanden een keramisch of glazen gedenkplaatje laten plaatsen. Voor deze tafel dient een (kleine) verhoging van cobbelstones te worden aangelegd, waarop bloemen gelegd kunnen worden. Dit voorkomt dat mensen over het strooiveld gaan lopen. Voor het verstrooien dient een verstrooibus te worden aangeschaft.
De urnentuin. Gecombineerd in het strooigedeelte kunnen sierurnen boven de grond worden geplaatst in groepjes bij elkaar. In een urnentuin worden sierurnen (bijlage 1, ligt voor u ter inzage) boven de grond geplaatst en zodanig in de grond verankerd dat deze niet kunnen worden verplaatst. De kosten van de sierurn en het grondanker zullen voor rekening van de nabestaanden/rechthebbenden komen.
Columbarium ofwel urnenmuur. In het gedeelte naast de urnengraven kunnen enkele columbaria worden geplaatst door het inboeten van de begroei1ng. Het betreft hier ronde columbaria (bijlage 2, ligt voor u ter inzage). Een columbarium zoals in de bijlage is afgebeeld heeft als voordeel ten opzichte van een urnenmuur dat de nissen groter zijn waardoor nabestaanden bij de urn bloemen kunnen leggen. Voorts is het voordeel van het Kebon columbarium dat deze rond is en zodoende makkelijker geplaatst kan worden in een open gebied. De elementen kunnen naar wens worden voorzien van een afsluitplaat als gedenkteken.
Uitvoering. Het plaatsen van de asbus c.q. urn in een urnengraf, in het columbarium of in de urnentuin zal geschieden door de begraafplaatsbeheerder. Het verstrooien van de as dient te gebeuren namens de nabestaanden, in het bescheiden bijzijn van de begraafplaatsbeheerder. Hiertoe dient de beheerder wel gepast te zijn gekleed. Een eventueel gedenkplaatje dient door de beheerder aangebracht te worden op de gedenktafel. Financiele paragraaf. Voor de totale inrichting van een gedeelte van de begraafplaats Stratum voor asbezorging zijn de volgende kosten geraamd: aanleg vakken voor urnengraven, urnentuin en strooiveld bedragen volgens offerte Ergonbedrijven f 50.300,ÃćâĆňâĂİ, inclusief BTW (bijlage 4, ligt voor u ter
inzage);
het leveren en plaatsen van een Kebon columbarium met 24 elementen door CeKaBe ongeveer f 11.000,ÃćâĆňâĂİ ;
een verstrooibus ongeveer f 750,ÃćâĆňâĂİ ;
Raadsbijlage nummer 240
gedenktafels inclusief plaatsen ongeveer f 4.000,ÃćâĆňâĂİ.
De kosten van de asbestemming dienen te worden betaald door de rechthebbenden door middel van de te betalen rechten volgens de Verordening op de heffing en invordering van de rechten op het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen.
Voor de urnentuin en het columbarium zal een eerste termijn van uitgifte dienen te worden gesteld van 20 jaren. Na deze periode kan de termijn dan telkens met 10 jaren worden verlengd. Indien de rechten niet worden verlengd en de as wordt na de termijn niet begraven of thuis bewaard, kan deze worden uitgestrooid op het strooiveld.
5 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Het maatschappelijke effect van het inrichten van een gedeelte van de gemeentelijke begraafplaats Stratum ten behoeve van asbezorging is dat aan de wens vanuit de maatschappij om de as van een overledene dichterbij huis kan worden bewaard in de omgeving die wenselijker is dan bij het dichtstbijzijnde crematorium.
6 Gevolgen van de aanpak Een gevolg van de aanpak is dat er op de begraafplaats Stratum meer uitvaarten zullen zijn. De werkzaamheden van de beheerders op de begraafplaats zullen uitgebreider worden. Zij zullen zich meer moeten verdiepen in de materie van de asbestemming.
Voorts zal de begraafplaatsenadministratie moeten worden aangepast aan deze vorm van lijkbezorging. Nu wordt alleen nog geadministreerd in grafnummers. Het systeem moet worden aangepast aan het urnenveld, strooiveld en aan het columbarium.
De Verordening op de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Eindhoven en de Verordening op de heffing en invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Eindhoven dienen hiertoe te worden vastgesteld.
7 Resultaten van overleg / inspraak De indeling van het gedeelte voor de asbestemming is doorgesproken met de begraafplaatsbeheerders van de Ergonbedrijven. Zij staan positief tegenover een spoedige inrichting hiervan. De dienst Stadsontwikkeling en de dienst Openbare Werken hebben het voorstel bestudeerd. Zij gaan beiden akkoord met het voorstel.
8 Communicatie Uw besluit dient kenbaar te worden gemaakt aan alle belanghebbenden, dit zijn alle inwoners van Eindhoven. Dit dient te gebeuren middels een afkondiging in
Raadsbijlage nummer 240
het Eindhovens Dagblad en de gemeentelijke pagina in Groot Eindhoven en publicatie in het Gemeenteblad. Tevens kan door de afdeling Communicatie van de dienst Bestuursondersteuning een informatiefolder worden gemaakt. Voorts dienen de uitvaartverzorgers en steenhouwers schriftelijk op de hoogte te wo rde n gebracht.
9 Advisering raadscommissie(s) De commissies voor stadsontwikkeling en beheer en voor middelen, milieu en sport hebben wij over dit voorstel gehoord. Hun positieve adviezen liggen voor u ter inzage. Ten aanzien van het advies om de directeur van de dienst Bestuursondersteuning op te dragen de Verordening begraafplaatsrechten uit te breiden met rechten inzake het columbarium, de urnentuin en het strooiveld en het een en ander op te nemen in het dossier inzake het aanpassen van de tarieven van de gemeentelijke belastingen en rechten voor het jaar 2000, is door ons het besluit genomen deze opdracht aan de directeur van de dienst Bestuursondersteuning te verstrekken. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
N. van der Spek, loco-burgemeester.
C. Tetteroo, secretaris.
Raadsbijlage nummer apo
Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 november 1999, nr. 240;
gelet op de adviezen van de commissies stadsontwikkeling en beheer en voor middelen, milieu en sport; besluit:
I akkoord te gaan met het plaatsen van een columbarium, type Kebon, het opnieuw inrichten van het urnengravenveld, het aanleggen van een urnentuin en het aanleggen van een strooiveld op de gemeentelijke begraafplaats Stratum; II voor de kosten ad f 70,000,ÃćâĆňâĂİ een krediet beschikbaar te stellen, waarbij de
kapitaallasten conform begrotingswijziging voor de resterende periode 1999 (+ f 6.000,ÃćâĆňâĂİ ) alsmede voor 2000 (+ f 11.000,ÃćâĆňâĂİ ) worden gedekt met inkomsten
begraafplaatsrechten; III vast te stellen de Verordening op de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Eindhoven:
Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen. Artikel 1. Begripsomschrij vingen. Deze verordening verstaat onder: begraafplaats: elk in de gemeente als gemeentelijke begraafplaats aangewezen terrein; kindergraf: een graf waarin lijken van doodgeboren c.q. als levenloos aangegeven kinderen en van kinderen beneden 12 jaar worden begraven; bijzondere graf: een graf waarvan de situering zich onderscheidt van andere graven en waarbij tevens de mogelijkheid bestaat voor het aanbrengen van een grafkelder; urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; het doen verstrooien van as; urn:
een voorwerp ter berging van een of meer asbussen; asbus: een bus ter berging van as van een overledene; verstrooiingsplaats:
Raadsbijlage nummer apo
een plaats waarop as wordt verstrooid; columbarium:
bouwwerk waarin urnen in aparte elementen worden geplaatst; urnentuin: speciaal ingerichte tuin waarin urnen bovengronds worden geplaatst; grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf; gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken; beheerder: de ambtenaar die is belast met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt; rechthebbende:
de in de administratie ingeschrevene, aan wie het uitsluitend recht op een graf is verleend (of diens rechtverkrijger); ossuarium:
locatie op een begraafplaats waar restanten van overledenen en onvoldragen vruchten worden bijgezet. Artikel 2,
Op een begraafplaats worden slechts graven uitgegeven, waarop een recht als bedoeld is in artikel 28 van de Wet op de lijkbezorging is gevestigd.
Hoofdstuk 2. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats. Artikel 3. Openstelling begraafplaats(en). 1 De begraafplaats(en) is/zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende de door burgemeester en wethouders bij nadere regels vast te stellen tijden. Zij maken deze tijden openbaar bekend. 2 Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats(en) kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten. 3 Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats(en) niet voor het publiek is/zijn geopend, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.
Artikel 4. Ordemaatregelen. 1 Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats(en) te verrichten.
Deze toestemming kan mondeling worden gegeven. 2 Het is verboden met rnotorrijtuigen op de begraafplaats(en) te rijden: a elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen anders dan voor een
Raadabij lage nummer 240
begrafenis of voor het vervoeren van materialen; b sneller dan 10 km per uur. 3 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van lid 2.
4 Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats(en) hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder. 5 Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen. Artikel 5.
1 Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden. 2 De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
Artikel 6. Opgravingen en ruimen. Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.
Hoofdstuk 3. Voorschriften voor lijkbezorging. Artikel 7. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf.
1 Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen strooien, geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan. 2 Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats. 3 Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op de aanwij-
Raadsbij lage nummer 240
zingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheer-
der geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 6. Gebouwen en muziekinstallatie. 1 Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula, alsmede van de muziekinstallatie moet uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder. 2 De ruimten en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager in overleg met de beheerder. Artikel 9. Over te leggen stukken. 1 Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de beheerder. 2 indien de begraving of de bezorging van as in een graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondergetekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.
3 Begraving of bijzetting in een graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn tenminste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 16, tweede lid. 4 De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren. 5 De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken. Artikel 10. Tijden van begraven en asbezorging. 1 De tijd van begraven en het bezorgen van as is van 08.00 uur tot 16.00 uur van maandag t/m zaterdag. 2 Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze dagen/tijden afwijken.
Raadebij lage nummer 240
+ f+ Hoofdstuk 4. indeling en uitgifte der graven, Artikel 11. Indeling der graven. 1 Op de begraafplaats(en) kunnen aanwezig zijn: A graven; B kindergraven; C bijzondere graven; D urnengraven; E verstrooiing s plaatsen; F urnentuin; 6 columbarium; H gedenkplaatsen.
2 De graven worden onderverdeeld in: graven/kindergraven/urnengravenbestemd voor het begraven van ten hoogste twee lijken, dan wel het plaatsen van twee asbussen met of zonder urnen, of het verstrooien van de as van twee overledenen. Het plaatsen van een extra asbus met of zonder urn of het verstrooien van de as van een overledene is toegestaan; bijzondere graven bestemd voor het begraven van ten hoogste twee lijken, dan wel het plaatsen van twee asbussen met of zonder urnen of het verstrooien van de as van twee overledenen. Het plaatsen van een extra asbus met of zonder urn of het verstrooien van de as van een oveledene is toegestaan.
Artikel 12. Volgorde van uitgifte. De graven kunnen in overleg met de beheerder op de begraafplaats worden uitgezocht.
Artikel 13. Categorieen. Burgemeester en wethouders kunnen bij nader vast te stellen regels de graven onderverdelen in categorieen. Zij bepalen voor de verschillende categorieen de situering en oppervlakte. Artikel 14. Uitgiftetermij nen van graven. 1 Graven/kindergraven. Burgemeester en wethouders verlenen, voorzover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 20 jaar het recht op bovenvermelde graven. De termijn begint te lopen op de datum waarop bovenvermelde graven worden uitgegeven. 2 Columbarium/urnentuin/urnengraven. Burgemeester en wethouders verlenen, voorzover de daartoe bestemde ruimte
Raadsbij lage nummer apo
voor de begraafplaats(en) zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 20 jaar het recht op bovenvermelde plaatsen voor asbewaring. De termijn vangt aan op de datum waarop bovenvermelde plaatsen voor asbewaring worden uitgegeven. Bijzondere graven. Burgemeester en wethouders verlenen, voorzover de daartoe bestemde ruimte voor de begraafplaats(en) zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 30 jaar het recht op bovenvermelde graven. De termijn begint te lopen op de datum waarop bovenvermelde graven worden uitgegeven. Het in het eerste, tweede en derde lid van dit artikel bedoelde recht kan op verzoek van de rechthebbende voor telkens niet langer dan 10 jaren worden verlengd. Het in dit artikel bedoelde recht kan niet langer gelden dan tot het tijdstip, waarop het terrein feitelijk aan zijn bestemming als begraafplaats zal zijn onttrokken. Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan een rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 16, eerste lid.
Verlenging van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Artikel 15. Grafkelder. Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een bijzonder graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden. Artikel 16. Overschrijven van verleende rechten. Het recht op een graf kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan. Dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders. Na het overlijden van de rechthebbende kan het graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits het verzoek hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan. Dit ter beoordeling van burgemeester en wethouders. Indien na het overlijden van de rechthebbende het schriftelijk verzoek tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de
Raadsbij lage nummer 240
in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het graf te doen vervallen. 4 Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een graf dat inmiddels is geruimd. 5 Indien een recht op een graf door rechthebbende niet wordt verlengd, kunnen burgemeester en wethouders op schriftelijk verzoek van familieleden, of de voormalige levenspartner van de overledene een hunner als rechthebbende op het graf inschrijven.
Artikel 17. Afstand doen van graven. Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Hoofdstuk 5. Grafbedekkingen. Artikel 18, Vergunning grafbedekking. A Graven/kindergraven/urnengraven/bijzonderegraven. 1 Voor het hebben van een gedenkteken is een schriftelijke vergunning nodig van burgemeester en wethouders. 2 Omtrent de wijze van aanvrage van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kunnen burgemeester en wethouders nadere regels vaststellen. 3 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels. 4 Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren indien: a niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels; b de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats; c de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is; d de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is. B Columbarium.
1 Voor het hebben van een gedenkplaat op het columbarium is een vergunning nodig van burgemeester en wethouders. 2 De gedenkplaat mag niet groter zijn dan de daarvoor beschikbare ruimte in het columbarium.
3 De gedenkplaat dient te worden bevestigd door de begraafplaatsbeheerder;
4 Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning weigeren indien: a niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels; b de gedenkplaat afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;
Raadsbillage nummer apo
c de duurzaamheid van het materiaal onvoldoende is; d de constructie van de gedenkplaat ondeugdelijk is. C Verstrooiveld. 1 Voor het hebben van een gedenkplaat op de gedenktafel van het strooiveid is een vergunning nodig van burgemeester en wethouders. 2 De gedenkplaat moet voldoen aan de door burgemeester en wethouders vastgestelde nadere regels. 3 De gedenkplaat dient te worden bevestigd door de begraafplaatsbeheerder.
Artikel 19. Grafbeplanting. Niet-blijvende beplantingen, linten, siervazen en dergelijke voorwerpen op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. In het columbarium mogen bloemen en dergelijke uitsluitend worden geplaatst in de uitgegeven urnennis. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke die zijn verwelkt, en die geplaatst zijn buiten de uitgegeven urnennis, kunnen door de beheerder worden verwijderd. Artikel 20. Verwijdering grafbedekking. 1 De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door burgemeester en wethouders worden verwijderd. 2 Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt, indien het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is, gelijktijdig met de aanschrijving van verlenging kenbaar gemaakt. Indien het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders niet bekend is, maken burgemeester en wethouders dit bekend door middel van een publicatie in het plaatselijk dagblad. 3 De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien de grafbedekking niet binnen ddn maand na het verstrijken van de graftermijn door de rechthebbende is verwijderd.
Artikel 2f. Onderhoud door de rechthebbende.
1 De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen. 2 Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
Raadsbijlage nummer a4o
3 De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het graf als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Artikel 22. Onderhoud door de gemeente. Het onderhoud van de groenvoorziening, welke van gemeentewege op de begraafplaats is aangelegd, alsmede het schoonspuiten van het gedenkteken, geschiedt door burgemeester en wethouders. in bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders na verzakking, voorzien in het opnieuw stellen van het gedenkteken.
Hoofdstuk 6. Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen. Artikel 23. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as. 1 Gelijktijdig met de aanschrijving aan de rechthebbende met betrekking tot de verlenging van het grafrecht, wordt de rechthebbende medegedeeld dat bij niet-verlenging van het grafrecht burgemeester en wethouders het voornemen hebben om na 0kn jaar het graf te ruimen. Nabestaanden waarvan de adressen niet achterhaald kunnen worden, worden middels een advertentie in het plaatselijk dagblad, alsnog op de hoogte gebracht.
2 De bij de ruirning van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden in het ossuariurn bijgezet en de as wordt verstrooid op een van de daartoe afgesloten gedeelten van de begraafplaats(en).
Hoofdstuk 7. In stand houden historische graven en opvallende grafbedekking. Artikel 24. Lijst. 1 Surgemeester en wethouders houden een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.
2 Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op een lijst te worden bijgeschreven. 3 De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.
Hoofdstuk 8. Inrichting register. Artikel 25. Voorschriften.
1 Ten behoeve van elke begraafplaats houden burgemeester en wethouders een
Raadsbij lage nummer apo
register aan en stellen zij een plattegrondtekening vast. 2 In het register houden zij aantekening van de ingevolge deze verordening bestaande rechten op graven, alsmede van de namen van de overledenen, de namen en adressen van de rechthebbenden en voorts van al hetgeen voor een goed beheer van de begraafplaats nodig wordt geacht. 3 Op de plattegrondtekening wordt minimaal de indeling van de graven op de begraafplaats weergegeven.
Hoofdstuk 9. Mandatering. Artikel 26. Mandatering. Burgemeester en wethouders zijn gemachtigd mandaat te verlenen aan een daartoe aangewezen ambtenaar voor de uitvoering van de bepalingen van deze verordening.
Hoofdstuk 10. Slotbepalingen. Artikel 27. Overgangsbepaling. De rechten en verplichtingen met betrekking tot graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 29 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan. Artikel 28. Strafbepaling. 1 Hij die handelt in strijd met artikel 3, lid 3, artikel 4, leden 1, 2, 4 en 5, artikel 5, lid 2, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
Artikel 31. Inwerkingtreding. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt, met ingang van welke dag de bestaande Verordening Algemene begraafplaatsen 1999 vastgesteld bij raadsbesluit van, vervalt. Artikel 32. Citeertitel. Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening op de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Eindhoven 2000". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 november 1999.
R. Welschen, voorzitter.
C. Tetteroo, secretaris.
BG01 5606.99