gemeente Eindhoven
Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Raadsbijlage nummer 247 Inboeknummer 99U003249 Beslisdatum BSW 2 november 1999 Dossiernummer 944.505
Raadsbijlage Voorstel tot tijdelijke uitbreiding van middelen ten behoeve van de integrale schuldhulpverlening in Eindhoven 1 Inleiding Op 21 december 1998 heeft uw raad ingestemd met uw voorstel tot aanpak van integrale schuldhulpverlening in Eindhoven. Begin juni 1999 is in dit kader het Stedelijk Steunpunt Schuldhulp van start gegaan waarin de dienst Sociale Zaken Werkgelegenheid, de Stadsbank en met Maatschappelijk Werk Eindhoven (MWE) samenwerken op het gebied van de schuldhulpverlening. Het Stedelijk Steunpunt Schuldhulp is een centraal rneldpunt waar Eindhovenaren terecht kunnen voor alle vragen op het gebied van schuldhulpverlening. Het Steunpunt heeft een einde gemaakt aan de verschillende loketten waar burgers terecht kwamen indien zij vragen hadden over schuldhulpverlening.
2 Probleemstelling Het Steunpunt blijkt vanaf de eerste dag al in een behoefte te voorzien. Het aantal hulpvragen is nagenoeg het dubbele van hetgeen is begroot. Door deze grote toeloop ontstaan (te) lange wachttijden. De integrale schuldhulpverlening dreigt zodoende als gevolg van het eigen succes qua doelstellingen te mislukken. Om dit probleem het hoofd te bieden is tijdelijke uitbreiding van personele bezetting, in afwachting van een evaluatie, noodzakelijk.
3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Op dit moment is na de melding om in aanmerking te komen voor schuldhulpverlening, een wachttijd voor een eerste intakegesprek ontstaan van 13 weken. Een van de uitgangspunten van het schuldhulpverleningsbeleid; de schuldenpreventie, komt door deze wachttijden in het geding. Door de lange wachttijden komt tevens de geloofwaardigheid van het Steunpunt als instituut waar snel en accuraat hulp geboden kan worden in het geding. Voor de burger die een beroep doet op het Stedelijk Steunpunt is het zaak dat zijn hulpvraag snel wordt behandeld om verdere problemen te voorkomen. Ook de schuldeisers zijn gebaat met een zo snel mogelijke aanpak van de schuldenproblematiek.
Raadsbij lage nummer 247
Het meetpunt voor succes is dat een hulpvraag sneller behandeld wordt. Een wachttijd van uiterlijk vier weken van datum melding tot het oppakken van de hulpvraag is hierbij het uitgangspunt.
4 Wijze van aanpak/oplossingsrichting In het voorstel tot aanpak van de integrale schuldhulpverlening in Eindhoven was op basis van het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening bij de Stadsbank een 1.000-tal schuldhulpvragen begroot (83 per maand). Hierbij was rekening gehouden met een aanzuigende werking van ruim 109o in verband met de inrichting van het centrale meldpunt. In de periode juni tot september (drie maanden) heeft het Steunpunt echter reeds 473 hulpvragen te verwerken gekregen. Daar het hier om een vakantieperiode gaat en de officiele opening met media-informatie nog moet plaatsvinden is een bijstelling van de instroom tot 2.000 hulpvragen op jaarbasis reeel te noemen. In hoeverre sprake is van een hype is op dit moment moeilijk in te schatten. De tot nu toe succesvolle integrale aanpak alsmede de invoering van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) kan een tijdelijk grote toeloop van tot nu toe latent gebleven aanvragen tot gevolg hebben. Uit diverse publicaties is inmiddels duidelijk geworden dat ook landelijk de schuldhulpverlening te maken heeft met een toename van hulpvragen. Enerzijds is dit te verklaren door de invoering van de WSNP, anderzijds komen de schuldhulpvragen, mede als gevolg van de armoedediscussie steeds, meer uit de taboesfeer.
Het bijgestelde aantal hulpaanvragen kan binnen de bestaande formatie niet op een adequate wijze worden verwerkt. Om te voorkomen dat de integrale schuldhulpverlening aan het eigen succes ten onder gaat, is het nodig om in de vorm van een inhaalslag, extra mensen voor het verwerken van het groot aantal onder handen hulpvragen in te zetten.
In het eerdergenoemde raadsbesluit is een evaluatie van de integrale schuldhulpverlening voorzien per medio 2000. Pas dan kan een beter oordeel worden gevormd over de structurele werklast binnen het Steunpunt, de relatie naar de backofficetaken en de daaraan gekoppelde formatie. Teneinde de acute problemen tot het moment van evaluatie het hoofd te bieden is het nodig - als inhaalslag - tijdelijk personeel (oktober 1999 tim juni 2000; negen maanden) in te zetten. Hiervoor zouden de volgende middelen ter beschikking moeten worden gesteld.
Front-officetaken Back-officetaken
nu tijdelijke uitbreiding 3,5 forrnatieplaats 3,5 (2,5 SoZaWe+ 1 MWE)
5 formatieplaats 5 (4 SoZaWe+ 1 Sb)
Raadsbijlage nummer 247
Ten behoeve van de back-officetaken van het MWE zal in het kader van de inkooprelatie met het MWE nieuwe contacten worden gelegd. Doel hiervan is de rnogelijkheden van budgetbegeleiding te vergroten middels extra inkoop. Ten behoeve van de verdubbeling van het aantal hulpvragen is tot slot een uitbreiding van 0,5 formatieplaats toetscapaciteit nodig.
5 Financiele gevolgen en risico’ s De kosten van de benodigde capaciteitsuitbereiding als gevolg van de inhaalslag, kunnen indicatiefberekend worden op basis van salariering en werkplekkosten. Deze berekening komt echter niet overeen met de huidige realiteit. Groot probleem op dit moment is de overspannen arbeidsmarkt, ook voor bijstandsconsulenten. Schuldhulpverlening is daarbij nog een specialisme. Gezien de acute problemen moet snel (deskundig) personeel worden ingehuurd. De kosten hiervan liggen aanzienlijk hoger dan de kosten voor een reguliere forrnatieplaats.
Het inhuren van het benodigd aantal personeel gedurende negen maanden levert een kostenpost op van ongeveer f 1,6 miljoen. De dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid tracht om met (tijdelijke) overplaatsing van ervaren personeel (1,5 formatieplaats) de kosten te drukken. Voor deze formatieplaatsen kan gezien de aard van de werkzaamheden tijdelijk minder ervaren en dus minder duur personeel worden ingehuurd. Voor 1999 resteert in het kader van het armoedebeleid een budgetruirnte van f 1,2 miljoen. Wij u stellen dan ook voor om ten behoeve van de integrale schuldhulpverlening dit resterend bedrag ter beschikking te stellen. Een deel van dit bedrag wordt pas in 2000 gebruikt.
6 Overige gevolgen van de aanpak Niet van toepassing.
7 Resultaten van overleg I inspraak De problemen als gevolg van de grote toeloop bij het Steunpunt zijn besproken met de drie participanten; MWE, Stadsbank en de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ten behoeve van het openbreken van de inkooprelatie met het MWE heeft overleg plaatsgevonden binnen de afdeling Beleidsontwikkeling van de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid (verzorging van onderhandeling en inkoopcontracten met het Particulier Initiatief) teneinde een en ander te initieren.
8 Communicatie Indien tot extra inzet van middelen wordt besloten, zal zowel binnen de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid als de Stadsbank worden gecommuniceerd. Extern zullen de media via de gebruikelijke wijze op de hoogte worden gebracht.
Raadsbijlage nummer 247
9 Advisering raadscommissie(s) De commissies voor sociale en economische zaken en voor middelen, milieu en sport hebben wij over dit voorstel gehoord. Haar advies ligt voor u ter inzage. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
N. van der Spek, loco-burgemeester
C. Tetteroo, secretaris
Raadabijlage nummer 247
Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 november 1999, nr. 247; overwegende dat gezien het onvoorzien hoge aantal verzoeken om schuldhulpverlening het gewenst is om in afwachting van de evaluatie inzake de integrale schuldhulpverlening in Eindhoven extra middelen ter beschikking te stellen; gelet op de adviezen van de commissies voor sociale en economische zaken en voor middelen, milieu en sport;
besluit: 1 eenmalig f 1.267.000,ÃćâĆňâĂİ beschikbaar te stellen ten behoeve van de tijdelijke in-
huur van derden c.a. als gevolg van een inhaalslag ten behoeve van de uitvoering van de integrale schuldhulpverlening; 2 deze eenmalige kosten dekken uit de in 1999 resterende middelen voor arrnoedebestrijding; 3 in te stemmen met de begrotingswijziging 1999.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 november 1999.
R. Welschen, voorzitter
C. Tetteroo, secretaris
DO99001518.def