OPENBARE VERGADERING van de raad der gemeente Alblasserdam op maandag 8 en woensdag 10 november 2010 des avonds om respectievelijk 19.00 uur en 19.30 uur in het raadhuis Aanwezig de leden: de heer R. van Lavieren (PvdA), de heer L. Verwoert (PvdA), O. Yilmaz (PvdA), de heer Th. De Gelder (CDA)**, de heer J.H. Wesselius (CDA,), de heer A.C. van ’t Zelfde (CDA), de heer mr. A. Boele (SGP), de heer dr.ir H. Boersma (SGP), de heer B.W. de Leeuw (SGP), mevrouw C.E.J. Leeuwis (VVD), de heer F.C. de Gier (VVD)*, de heer H.F. Verweij (VVD), de heer A.J. Zwaan (ChristenUnie), de heer A.G. Clements (ChristenUnie), de heer J.R. Pardo Kruidenier (D’66) en de heer M. van der Plaat (D’66) Afwezig m.k.: Wethouders:
mevrouw M.J.H. Barra-Leenheer (PvdA) de heer A.L. Cardon (PvdA), de heer S.J. Veerman (CDA), de heer drs. P.J. Verheij RA (SGP)
Griffier:
mevrouw A.D. Zandvliet
Voorzitter:
de heer A.B. Blase
*afwezig m.k. vergadering 8 november **afwezig m.k. vergadering 10 november ***** Voorzitter: Kijk, dat is mooi als het vanzelf stil wordt. Welkom, allen, raadsleden, collegeleden, leden van de ambtelijke organisatie en uiteraard mensen op de publieke tribune. Ruim vertegenwoordigd de pers ook. Welkom. Wij openen of de vergadering van vanavond die uit twee delen gaat bestaan, namelijk vanavond en woensdagavond, en dat heeft te maken met de hoofdschotel van de agenda zijnde de algemene beschouwingen betreffende de begroting van 2011, maar ook het collegeprogramma wat in bespreking wordt gebracht en waar de samenleving de mogelijkheid heeft gekregen of alle partijen in de samenleving de mogelijkheid gekregen heeft op te reageren en dat ligt ook allemaal, ik zal maar zeggen, in documenten voor vanavond. Dus op beide documenten en beide stukken hebben wij afgesproken hebben wij afgesproken dat wij daar in één beschouwing op zullen gaan reageren en alle politieke fracties hebben zich daar ook toe voorbereid. Dat doen wij vanavond maar niet nadat ik even aangekondigd heb dat een enkel raadslid in de veronderstelling was dat wij pas om half acht zouden beginnen. Die is, die zijn of is nu onderweg. Wij wachten even af of er dus nog plekken gevuld worden, maar ik heb begrepen dat in ieder geval de heer De Gelder zich heeft afgemeld en dat wij, ja, ik zou haast zeggen, hopen dat Ria Barra ook vanavond rust neemt omdat zij gevallen is en volgens mij zelfs gebroken, haar arm gebroken heeft of de kom en dat wij in ieder geval het verstandig zouden vinden als zij niet komt en ik geloof ook dat zij daaraan gaat voldoen, hè. Maar wij wachten even af hoe precies over een half uur de samenstelling is. Maar dat weerhoudt ons er niet van om te beginnen. Ik wou eigenlijk voor de aardigheid vragen, want de wethouder heeft mij ingefluisterd dat hij u zou willen verrassen met een kleinigheid en ik vond het eigenlijk wel zo aardig dat ik u wil vragen of hij dat mag doen. Dan ga ik daarna overigens ruimte geven voor insprekers over het betreffende onderwerp. Dat lijkt mij even de goede volgorde. De wethouder. Wethouder Verheij: Ja, dat is natuurlijk een mooi en belangrijk moment in ons politieke jaar als wij de begroting bespreken en in dat kader heb ik gedacht, wij hebben niet alleen maar onze plannen maar wij leveren er ook het geld bij. Dus dat doe ik ook letterlijk vanavond. Dat zal zo dadelijk ook bij de koffie gepresenteerd
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
2
worden. Groot geld en klein geld om het maar zo te noemen. Maar weest er zuinig op, zou ik zeggen. Misschien heeft u het ook weer nodig. Als u denkt nou, het moet anders dan kom ik het ook graag weer ophalen. Dus weest er zuinig op. Misschien heeft u het woensdag ook nog nodig. Maar geniet er in ieder geval van. Voorzitter: Aldus deze korte boodschap van onze wethouder van Financiën en dat helpt ons, denk ik, alleen maar om het debat met nog meer gevoel voor zuinigheid maar ook voor financiën te voeren, hoewel het uiteraard over veel meer gaat dan alleen geld. Het gaat over het beleid wat wij verstandig achten in deze gemeente. Voorzitter stelt aan de orde AGENDAPUNT 2 – Spreekrecht burgers -----------------------------------------------------Aanwezige burgers kunnen het woord voeren over op de agenda voorkomende onderwerpen. Per spreker is maximaal vijf minuten beschikbaar en in totaal duurt dit punt hooguit 30 minuten. Het spreekrecht is van toepassing op de onderwerpen vanaf punt 5, tenzij • het een besluit betreft waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan; • het een benoeming, keuze, voordracht of aanbeveling van personen betreft; • er een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend. Voorzitter: Ik heb begrepen dat, alvorens wij ons, de algemene beschouwingen gaan doen, dat er een inspreker zich heeft gemeld. Dat ik naar Arie Valk kijk en ik kijk ook of er nog meer zijn. Nee? Als dat niet zo is, dan vraag ik Arie Valk, en welkom aan de heer Pardo, die nu ook zich aangemeld heeft, de heer Valk om naar de microfoon te komen. U weet dat de regels van het huis vertellen dat u maximaal vijf minuten ter beschikking heeft. U kunt daarnaar toegaan maar ik ken u als een man die ook binnen vijf minuten zijn boodschap kwijt kan, dus gaat uw gang. De heer Valk: Voorzitter, leden van de raad en wethouders, als woordvoerder van het bestuur van ons mooie sociaal culturele centrum Landvast sta ik hier omdat het bestuur zich zorgen maakt omtrent de kennis en het financiële inzicht van een deel van de bestuurders en werkers in dit huis omtrent het reilen en zeilen van Landvast. Vandaar dat wij als bestuur alle politieke partijen hebben uitgenodigd om daar bij ons in huis kennis van te nemen. Bijna alle partijen hebben wij mogen begroeten. Twee zullen op niet al te lange termijn aan de uitnodiging gehoor geven. Daar zijn wij overigens heel blij mee. Het is fijn om in een open discussie van gedachten te kunnen wisselen, zodat je dan eens even kan laten zien waar wij mee bezig zijn en hoe het zich financieel ontwikkelt. Zoals u weet heeft Landvast voor 2008 en 2009 in gemeenschappelijk overleg met de heren wethouders een totaal van € 132.000,teruggestort. Over 2010 lopen nog diverse onderhandelingen die nog steeds niet zijn afgerond. Bovendien is ons weerstandsvermogen zeer beperkt. Wij stonden dan ook raar te kijken toen in september ons, overigens mondeling, het verzoek bereikte om onderzoek te verrichten naar de mogelijkheid om de subsidieaanvraag van 2011 met € 17.000,-- structureel te verminderen. Het bestuur is zich zeer bewust van de financiële problematiek van onze gemeente en heeft bericht gestuurd daar voorlopig mee akkoord te gaan. Mocht er sprake zijn van een negatief exploitatieresultaat, tegenvallende bezoekersaantallen en de bioscoopzaalverhuur en dergelijke, dan staan wij weer toch bij u op de stoep. Wij vinden het dan ook wat voorbarig om de € 17.000,-- structureel in te boeken. Onze schrik was nog groter toen bleek dat voor de jaren vanaf 2013 een extra bezuiniging van Landvast wordt gevraagd van € 50.000,-- structureel. Dat is een daling van bijna 40% van het jaarbedrag aan exploitatiesubsidie. Dat bedrag moesten wij uit de begroting en meerjarenraming lezen. Dat betekent dus met die € 17.000,-- als dat structureel ingevuld wordt alweer € 67.000,-- per jaar. Ik wil u erop wijzen dat destijds bij de start van Landvast is afgesproken om vijf jaar te kijken hoe het zou functioneren. En dat is in 2013 en dan zouden wij evalueren. Dat wij tussentijds evalueren, is natuurlijk hartstikke logisch want dat blijkt ook. Het geld dat wij nu in overleg met hebben teruggestort dat is uit het resultaat van de eerste periode. Maar ook bij ons is de crisis nu aan de orde in de zin van dat je toch ziet dat het allemaal een neerwaartse lijn heeft. En dan, en dat is dan ook de reden dat wij ons daar erg bezorgd over maken of bezorgd zijn.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
3
Voorzitter, leden van de raad en de wethouders, het bestuur van Landvast gaat ervan uit, u en wij van het sociaal cultureel centrum Landvast een blijven succes moeten maken ten dienste van de bevolking. Dat succes dat zien wij, dat is tastbaar en wij wensen toch u wijsheid toe om de besluiten die u neemt, niet negatief uit te laten vallen voor ons wat wij vinden heel mooi, en u ook denk ik, ons hele mooie centrum. Dank u wel voor uw aandacht. Voorzitter: Dank u wel, mijnheer Valk. In uw laatste zin zei u en u ook denk ik, en die woorden denk ik die mag u schrappen, want u had gelijk. Dat vinden wij ook. Dat mag ik namens het gemeentebestuur best wel even zeggen, denk ik, zonder mij daarmee in de politieke debatten te mengen. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 3 - Actualiteiten ------------------------------------------De leden van de raad kunnen korte vragen stellen over zaken die de laatste twee dagen vóór de raadsvergadering actueel zijn geworden. Hierover kan een korte discussie worden gevoerd. Voorzitter: Punt 3, de actualiteiten. Mijnheer Van Lavieren. Nee? Dank u wel. Iemand anders. Ook niet? Dan hebben wij nu punt 3 gehad, maar nu hebben wij het tenminste echt gehad. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 4 – Vaststelling notulen openbare vergadering d.d. 14 oktober 2010 ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------Voorzitter: En punt 4. Mijnheer Van Lavieren? Ook niet. Iemand anders? Ook niet, dan hebben wij punt 4 nu ook gehad. Dank u wel. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 5 – Algemene beschouwingen Begroting 2011 en meerjarenperspectief 2012-2014 (2010-59) ––---------------------------------------------------------------------------------------------------------Portefeuillehouder: P.J. Verheij Voorstel college: 1. De begroting 2011 vast te stellen en kennis te nemen van het meerjarenperspectief 20122014; 2. In te stemmen met de voorgestelde maatregelen in hoofdstuk 2, teneinde de begroting 2011 en verder sluitend te maken; 3. De aangegeven invsteringskredieten met een * in het investeringsplan 2011-2014 (Bijlage 1) beschikbaar te stellen; 4. De tarieven voor de OZB met ingang van 2011 met 2,5% te verhogen; 5. De genoemde risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen te bevestigen; 6. In te stemmen met de vorming van een innovatiereserve, een bedrag van € 250.000,-beschikbaar te stellen uit de algemene reserve ter voeding van deze reserve, de doelstelling en de spelregels omtrent de inzet van deze reserve op te nemen in de nota reserves en voorzieningen; 7. De bijgevoegde 1e begrotingswijziging 2011 vast te stellen. Toelichting Voor u liggen de begroting 2011 en het meerjarenperspectief 2012-2014 ter vaststelling. Tegelijkertijd ontvangt u het collegeprogramma en de stand van zaken van het onderzoeksprogramma. De begroting 2011 en de meerjarenraming zijn gebaseerd op het bestaande beleid en de ambities vanuit het collegeprogramma. Deze begroting is een resultante van het afgesproken solide strakke financieel beleid dat in economisch onzekere tijden van groot belang is. De neergang van de algemene uitkering is van een dusdanig niveau dat dit om behoorlijke maatregelen vraagt.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
4
Hierbij te betrekken: Raadsinformatiebrief Stand van zaken raadsonderzoeksprogramma (Ingekomen stuk Raad 343) Raadsinformatiebrief Collegeprogramma Alblasserdam, sterk door verbinding, 2010-2014 (Ingekomen stuk Raad 342. Voorzitter: Wij gaan over tot de eerste termijn van de algemene beschouwingen en ik stel voor dat wij dat doen in de volgorde dat wij eerst het woord geven aan de grootste fractie die niet in het college vertegenwoordigd is en dat is de fractie van de VVD. Dus ik ga u vragen… De heer Van Lavieren MdV, wij hebben nog punt 3 en punt 4. Voorzitter: Ja, u heeft gelijk en de griffier zegt het ook niet. Ja. Gaan wij eerst doen. Goed zo, mijnheer Van Lavieren, dank u wel. En dan gaan wij nu toch maar beginnen met wat ik net van plan was te zeggen en geef ik het woord aan mevrouw Leeuwis voor haar algemene beschouwing. Mevrouw Leeuwis. Dank u wel, voorzitter. MdV, dit jaar geven wij in onze algemene beschouwing geen motto mee maar een oproep. Durf lef te tonen, durf te vertrouwen in de samenleving en durf reëel te zijn. Dames en heren, als wij proberen een positieve reactie op deze begroting te geven, kunnen wij constateren dat er een sluitende begroting 2011 wordt voorgesteld met een eveneens sluitend perspectief voor de jaren 2012-2014. Voor elk college een opgave. En wij moeten constateren: het college wil op de lange termijn inzetten op overwegend structurele maatregelen. Goed zo. Maar e 1 Er komt natuurlijk nog een korting aan op het gemeentefonds wardoor wij ongeveer € 2 miljoen extra per jaar vanaf 2012 moeten bezuinigen. Die is, zoals wij hebben afgesproken, nog niet verwerkt. Maar dat feit betekent wel dat enige bescheidenheid gepast is. e 2 het college maakt op een paar plaatsen in het huishoudboekje natuurlijk wel fundamenteel verkeerde keuzes. Kaalslag in de openbare ruimte, een kerntaak van de overheid, en belastingverhoging. In deze tijd! Ik kom daar nog op terug. Ja, het makkelijke is natuurlijk een voordeeltje in die onderhoudsvoorziening voor gebouwen, € 2 ton wordt nu gebruikt om minder te hoeven bezuinigen in 2011. De keus had ook kunnen zijn om schulden af te betalen. De verwachte opbrengsten en bezuinigingen in de regio zijn al ingeboekt maar nog lang niet zeker. Ook dar kom ik nog op terug. Tenslotte doet het echt pijn om te lezen dat het college voorstelt behaalde meevallers, incidentele meevallers van afgelopen jaren voor een gedeelte te gebruiken om maar niet te hard te hoeven bezuinigen in 2012-2014. Dat betekent dat dit college geld weggooit en de VVD meent dat dat geen verantwoord financieel beleid is. Immers de verantwoording wordt doorgeschoven aan het college dat er na 2014 zal zitten. Dit alles maakt dat de VVD niet zo enthousiast is als het college. Als je echt goed kijkt doet het college voor een fors bedrag aan struisvogelpolitiek. De VVD zou tegen het college willen zeggen: DURF LEF TE TONEN. Durf echt te bezuinigen zonder uw plicht te verzaken, voer verantwoord financieel beleid. Om terug te komen op de keuzes die gemaakt zijn. Uiteraard neemt de VVD ook hierin haar verantwoordelijkheid. Om een paar voorbeelden te noemn. - Stem in met het versneld toewerken naar kostendekkendheid van de begraafkosten. In deze tijd is dat uit te leggen. - Het derde. Wij honoreren de vraag om organisatieversterking/organisatieontwikkeling vanuit historisch besef en toekomstige noodzaak. Maar wel willen wij de voorgestelde sturing en terugverdieneffecten onderstrepen. Een principiële kanttekening: De VVD is voor een kleine overheid die zich richt op kerntaken. Minder beleid zorgt vanzelf voor minder ambtenaren. Het college heeft bepaald niet voor minder beleid gekozen, als zou het goed zijn om daar toch voor open te staan. Met de toekomstige bezuinigingen zult u zich hopelijk iets meer gedwongen voelen. Minder beleid, voorzitter, zou ook vanzelf moeten leiden tot minder wethouders. De VVD daagt u uit om over vier jaar
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
5
met elkaar 1 fte bezuinigd te hebben. Dat scheelt dan weer € 85.000,-- per jaar. Toevallig bijna net zoveel als u nu de belastingen wilt verhogen. Dan zijn er veel bezuinigingsvoorstellen die nu nog geen pijn doen, hetzij omdat er op budgetten bezuinigd wordt, waarbij de budgetten eigenlijk toch niet opgebruikt werden. Nou, prima. Hetzij omdat er taakstelling worden meegegeven in de regio die ervoor zorgen dat er nog geen bezuiniging in ons lokale programma verzonnen hoeven te worden. Die zijn nog boterzacht, die opbrengsten. Dat weten wij met z’n allen. Maar ook de VVD wil dat resultaat in de regio wel zien. Wij roepen daarom het college op nogmaals tot een uiterste inspanning om die resultaten wel te boeken. En mocht nu blijken dat er sprake is van ijzer dat wij niet met handen kunnen breken, zorg dan alstublieft tijdig voor een plan B en dat zou dan wel moeten zijn, meer bezuinigingen in eigen huis.\ Een verwacht maar toch onwenselijk voorstel is uiteraard de verhoging dan wel invoering van verschillende belastingen. Juist in deze tijd moeten wij burgers en bedrijven (die onze burgers wel van werk voorzien maar bij wie de belastingverhoging ook het meeste en het hardste aankomt) niet op kosten jagen. Al helemaal niet omdat er niks extra’s tegenover staat waar wij met z’n allen van kunnen profiteren. Nou ja, dit college heeft naast huizenbezitters wat extra melkkoeien gevonden; eigenaren van honden, winkeliers die reclame willen maken en werknemers die toevallig in hotels moeten overnachten, want in 2012 zijn de toeristische voorzieningen natuurlijk nog helemaal niet zo ver dat daar daadwerkelijk ook meer toeristische overnachtingen vandaan komen. En dan, het college koketteert wel fijn met de stelling dat de OZB alleen een inflatieverhoging inhoudt, maar gaat daarbij uit van 2,5%. Toch vreemd dat men bij het CPB en de banken 1,5% aanhoudt en toch vreemd dat ook in Hendrik Ido Ambacht en Sliedrecht met inflatieverhoging stijgt en men daar wel uitgaat van 1,5%. Met het vooruitzicht dat wij straks nog € 2 miljoen moeten bezuinigen, kan het college nu al voor € 100.000.—geen andere dekking vinden dan belastingverhoging. Wat belooft dat voor de toekomst? De VVD zal zo meteen laten zien dat het ook anders kan. Ja, voorzitter, een absoluut onverantwoorde keuze is natuurlijk het voorstel om fors te bezuinigen op wegen, pleinen en speeltuintjes. Het college stelt voor om de levensduur van wegen te verlengen van 30 naar 35 jaar, terwijl wij vorig jaar nog unaniem hebben vastgesteld dat die 30 jaar echt de maximale houdbaarheid is vanwege de zachte ondergrond. U, college, bent ook in de beantwoording van die technische vragen niet in staat gebleken deze keuze goed onderbouwd te motiveren. Terwijl wij het hier over een belangrijke kerntaak van de gemeente hebben! De VVD doet een dringend beroep op alle fracties, maar in het bijzonder op de SGP en het CDA, om toch niet weer dezelfde fout te maken als 20-30 jaar geleden. Enige ruimte mag er van ons best zitten in creativiteit en zuinigheid, zolang het aanzicht wel zo fraai blijft dat voor iedereen duidelijk is waarom wij eigenlijk belasting betalen en zolang wij ons dan maar wel als toeristisch dorp kunnen blijven “verkopen”. Beknibbelen op de kwaliteit kan echter niet! Goedkoop is uiteindelijk duurkoop, het is in het verleden al gebleken. Dat zeiden en zeggen wij niet alleen, dat hebben het CDA en de SGP hun coalitiepartner PvdA vorig jaar ook nog voorgehouden. De VVD is benieuwd wat die terechte woorden nu waard blijken te zijn. Wij zullen u straks laten zien dat wij wel degelijk op andere manieren kunnen bezuinigen, zonder onze overheidsplicht te verzaken. En tenslotte mist de VVD in deze begroting maar ook in het coalitieprogramma de echte kunst van het huishouden in crisistijd: schulden zo snel mogelijk afbetalen en terug naar de kerntaken! Wij moeten nog ruimt € 3 miljoen in de reserve Landvast storten om uiteindelijke de kapitaallasten van ons eigen gebouw te kunnen betalen. Doen! Wachten op opbrengsten van projecten in deze tijd, ach, dat is net zoiets als wachten tot het schip met gouden dubbeltjes langs komt varen en ik kan u verzekeren, dat kan nog wel even duren. Over een jaar of 4 à 5 is de reserve, die wij daarvoor nu hebben opgebouwd, toch echt op. MdV, als wij de belastingverhogingen en de bezuiniging in de buitenruimte ongedaan willen maken, moeten wij natuurlijk met ombuigingen komen van ongeveer € 400.000,-- structureel. En dat doen wij ook. Uiteraard niet op de kerntaken van de overheid: veiligheid, buitenruimte, dienstverlening (behalve dan daarin creativiteit en zuinigheid). Staand beleid en uiteraard wettelijke plicht willen wij daarin handhaven. Maar er is heus verantwoord zonder afbreuk te doen aan de samenleving, in die samenleving te bezuinigen. Aantal voorbeelden. Sport: Stimuleringsmaatregelen zoals BOS, BSI en Breedtesport, jeugdsubsidies, nou, die laatste net niet, zijn altijd tijdelijke subsidies van het rijk. Prima dat wij daaraan meegedaan hebben. De rijksoverheid treedt terug. Partijen hebben elkaar hier in Alblasserdam gevonden. Dan heb ik het over scholen, kinderdagopvang, sportverenigingen. En op het moment dat die rijksoverheid terugtreedt, zou die handschoen nu doorgegeven moeten worden. Resultaat zal zijn dat niet alle activiteiten blijven
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
6
bestaan zoals nu, maar de successen zullen best blijven en deelnemers zullen bereid zijn zelf een extra steentje bij te dragen. Ook de jeugdsubsidie zou weleens tegen het licht gehouden kunnen worden: het is ui te leggen dat wij niet meer bijdragen aan een tweede en soms zelfs derde sportclub van kindren. Daar is best een systeem voor de verzinnen. BOS-/BSI-besparing levert € 53.000,-- op. Nou, aanvullend kunnen wij best tot een taakstelling van € 100.000,-- komen. Op een totaal van € 1,5 miljoen programmakosten die direct te beïnvloeden zijn, is dat heus niet onredelijk. Schoolzwemmen: Welke ouder doet zijn kind tegenwoordig nou niet op zwemles? De tijden zijn veranderd. Toegevoegde waarde van het schoolzwemmen wordt door mening ouder en leerkracht betwist. Het vervoer in busjes van en naar het zwembad is duur en ook daar zijn nogal wat vraagtekens bij. Het afschaffen van schoolzwemmen zal echt niet worden betreurd. Bijkomend voordeel: meer tijd op school voor nuttige schoolvakken en inderdaad, dat mag van mij ook best gewoon gym zijn. Dan praat je over groep 3, 4, die passen ook nog gewoon in het lokaal van het Maasplein. Een besparing van € 50.000,-- is hier zeker reëel in te boeken.. Dan de Welzijnssubsidies: De VVD zegt het al enige tijd: laat het WMO-budget voor de WMO-taken en bijbehorende subsidies leidend zijn. Nu is die bijdrage € 1.780.000,--. Dat betekent dat wij alleen al aan direct beïnvloedbare programmakosten meer dan twee keer zoveel uitgeven dan de rijksbijdrage, al vraag ik me af of in die € 1,8 miljoen ook wel het geld zit dat naar de SCD gaat voor de hulpmiddelen en individuele voorzieningen. Maar dan nog, twee keer zoveel aan direct beïnvloedbare programmakosten. Wij geven daar € 3,8 miljoen aan uit. Uiteraard moet wettelijk beleid uitgevoerd worden, zodat wij mensen die op eigen kracht niet voldoende mee kunnen doen, daarin natuurlijk ondersteunen. Nou staat er in het raadsonderzoeksprogramma een heel nuchter voorstel om de subsidies met net zoveel procent te korten als wijzelf gekort worden op het gemeentefonds. Nou, dan kom je ongeveer uit op € 2,5 ton per jaar en dan is er ook al gekeken naar maatwerk bij de verschillende instelling. De VVD stuurt liever op doelstellingen, maar zoals wij al geconstateerd hebben met elkaar, er is nog niet uit deze begroting te halen hoeveel geld welke doelstelling kost. Dus wij dachten, laten wij aansluiten bij het radsonderzoeksprogramma. Het is ook bijvoorbeeld prima uit te leggen in deze tijd, dat je maar 1 fte aan opbouwwerk levert in plaats van de 2,5. Voorzitter, het college wil maar € 80.000,-- vanaf 2013 inboeken, terwijl er volgens het raadsonderzoeksprogramma € 2,5 ton zo direct te doen is. De VVD gaat daar vooralsnog voor. Dan het Zwembad: Wie nog steeds gelooft dat Alblasserdam financieel in staat is zelf een zwembad te bouwen, die gelooft echt in sprookjes Wie overigens denkt dat een nieuwe zwembad maar € 7,5 miljoen hoeft te kosten, gelooft eveneens in sprookjes. De visie zou moeten zijn: zoek zo snel mogelijk een exploitant om te kijken of die iets kan betekenen, eventueel samen met verenigingen. Als dat ook niet lukt, maar dan zijn wij jaren verder want wij kunnen heus wel langer dan vijf jaar doen met de afgelopen opknapbeurt, zijn er in de regio nog genoeg zwembaden waar ook zwemlesklanten en verenigingen onderdak kunnen vinden. In ieder geval zouden wij dus nu moeten stoppen met het vullen van de reserve zwembad en daarmee valt een incidenteel bedrag van in totaal over die jaren € 7,5 ton vrij. Op termijn scheelt deze oplossing aan structurele exploitatiekosten ongeveer € 5 ton per jaar. Dan kunst/cultuur: Daar zit vooral de bibliotheek bij. Het is uit te leggen dat in deze tijden er minder geld is voor alle leuke activiteiten zoals media-educatie, gametoernooien, sinterklaasvieringen en allerlei andere bijeenkomsten en activiteiten. Ouders en in elk geval scholen kunnen dit best zelf oppakken. Natuurlijk houden wij de laagdrempelige toegang tot boeken en informatie voor iedereen overeind. De rijksuitkering voor taalbeleid om achterstanden tegen te gaan die moet verder leiden zijn voor de samenwerking tussen bibliotheek en scholen. In plaats van een gratis lidmaatschap tot 18 jaar kan er best een kleine passende bijdrage gevraagd worden. Nou hoeven trouwens wij dit soort maatregelen met de bibliotheek helemaal niet in ons eentje te verzinnen. De bibliotheek is zelf zo vrij geweest om alle fracties zelf mooie folders te geven, waarin zij ook uitleggen begrip te hebben voor bezuinigingen in deze tijd. Zij vragen alleen of dat wel in overleg met hen kan. Ik zou het college willen meegeven, pak de handschoen op. Op € 6,5 ton programmakosten kunst en cultuur, waar met name de bibliotheek onder valt, is best € 1 ton te bezuinigen. Een paar kleine dingetjes. Een Duurzaamheidsplan: Ja, als je nou eens niet zelf het wiel gaat uitvinden en een nota gaat schrijven, maar gewoon gebruik maakt van de kennis die overal aanwezig is, dan scheelt dat weer een nota van € 40.000,-- in 2011. Beschermd dorpsgezicht:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
7
Hoe sympathiek ook, maar er zijn dingen in de crisistijd die belangrijker zijn. Het is een voornemen dat uitgesteld kan worden. Scheelt € 24.000,-- in 2011. Dan Gezondheidszorg: Nou,dingen als “beweegkriebels” en “fitness voor kinderen met overgewicht” dat zijn toch voorbeelden van activiteiten waar ouders een eigen verantwoordelijkheid in hebben. Die hoeven niet gesubsidieerd te worden. Taak van de overheid volgens de VVD is om ouders samen met deskundigen te voorzien van goede voorlichting over de gezonde opvoeding en de gezonde levensstijl. Op programmakosten van € 7,5 ton kan daar best € 1 ton aan activiteitensubsidie geschrapt worden. Wederom met als motto: minder overheid, meer eigen verantwoordelijkheid! Al met al biedt de VVD u structurele bezuinigingen van € 6 ton op korte termijn en ruim € 1 miljoen op lange termijn aan en daarnaast een incidenteel voordeel van € 8 ton. En dan hoeven wij tenminste ook niet op voorhand te beknibbelen op Luilakfeest vanaf 2013 en op eventueel een voordeeltje van de SUS-wachters van € 5.000,--. Dan kan dat, als het zover is, als eenmalig meevallertje ingeboekt worden. En zelfs als wij dat dan niet doen, dan hebben wij voor ieder van u nog wat te kiezen overgelaten. Want wij hoefden maar een pakket voor € 4 ton aan te leveren. Ik zei het al, het kan best anders. Voorzitter, zou het college nu bang moeten zijn met dit soort maatregelen voor het kapotmaken van de sociale infrastructuur? Welnee, voorzitter, welnee. Mensen blijven naast (hopelijk) werken gewoon zorgen, sporten, recreëren. Zij blijven heus wel lid van de verenigingen en blijven, nou, al die dingen doen die zij nu doen. Misschien minderen zij wel wat, dat kan best, en misschien worden zij juist creatiever om toch samen een aantal activiteiten in stand te houden, maar daardoor verdwijnen verenigingen niet, daardoor verdwijnen gewoon buurtcontacten niet en zeker niet massaal. Er zit heus voldoende veerkracht in de samenleving. De VVD daagt het college maar ook de coalitiefracties uit om aan te tonen dat met de door ons genoemde maatregelen die saamhorigheid in de samenleving uit elkaar valt. Daar ben ik dan echt benieuwd naar. Wij zouden u mee willen geven: DURF TE VERTROUWEN IN DE SAMENLEVING! MdV, er resten ons nog een paar kleine opmerkingen over voorstellen die nog uitgewerkt moeten worden. -Er komt nog een voorstel over de subsidie van Landvast. Wij hebben het net ook aan horen halen. Ons bezoek aan het bestuur en het inzicht in die financiën, ik mag het eerlijk toegeven, heb ik net al bij de heer Veerman zelf ook gedaan, hebben wel voor veel verhelderend inzicht gezorgd. Zorg alstublieft voor een goede maar ook een redelijke afspraak over de vervangings- dan wel onderhoudsreserve en de mogelijkheid om slechte bioscooptijden op te vangen. Het gebouw is van ons, dus nu tekort doen, betekent achteraf een rekening aan onszelf. - Dan het tweede. De risico’s uit de 2e Burap die zijn vanaf 2011 wel structureel ingeboekt, maar nog natuurlijk nog niet volledig, want wij zijn er net achter gekomen dat dat nog wel wat ophoging behoeft. Nou had de VVD al aangedrongen om ook in 2010 geld vrij te maken voor de risico’s die zich volgens ons zouden voordoen. Het college was het daar niet mee eens. Verschillende raadsfracties wel maar wilden toch niet zover gaan om maatregelen te nemen. Helaas, zeg ik er maar bij, hebben wij wel gelijk gekregen. In 2010 moet Alblasserdam € 4 ton extra uitgeven voornamelijk vanwege de bijstelling e van het bijstandbudget en de extra kosten voor de Milieudienst. Komt u nu in de 3 Burap alstublieft niet aan met een greep uit de reserve. Durf ook in 2011 en verder met gezond verstand risico’s onder ogen te zien en te kwantificeren. - Dan het laatste. De PM-posten in het coalitieprogramma… Voorzitter: Dat zegt u nu al een paar keer volgens mij, dus dit wordt dan echt de laatste. Goed? Mevrouw Leeuwis: Ja, ik had nog een paar laatste opmerkingen, maar dit wordt de laatste. Voorzitter: Ja, ja. Ik rond mijn zin af maar dat… Gaat uw gang. Mevrouw Leeuwis Klopt. Ik heb nog maar één minuutje, denk ik. De PM-posten in het coalitieprogramma die kunnen nog wel fors zijn maar zij zijn nog niet ingevuld. Bijzonder benieuwd zijn wij naar de binnensportaccommodaties, het woonwagencentrum en de oplossingen natuurlijk in het projectplan Dijk, last but not least. Het college zegt wel een sluitende begroting te presenteren maar ik wil hier maar op wijzen, deze PM-posten daar moet toch gedeeltelijk dekking voor gevonden worden.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
8
En MdV, de slotconclusie die de VVD in deze beschouwing dan wil meegeven is: DURF REËEL TE ZIJN! Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Van Lavieren, aan u het woord voor uw eerst termijn. De heer Van Lavieren: Ja, even bijkomen. Ja, MdV, ik dank u. Wij zijn als PvdA in ieder geval tevreden dat er een sluitende begroting is. Zeker het feit dat het u daarbij gelukt is om voor € 960.000,-- om te buigen en toch de sociale infrastructuur en de maatschappelijke verbindingen in stand te houden, vinden wij perfect. Zoals u weet, is dat voor de PvdA van groot belang. Hiermee volgt u het collegeprogramma en wij staan volledig achter u wanneer u stelt dat afbreken wat vervolgens weer moet worden opgebouwd in deze veel meer inspanning en veel meer geld kost. Tevens bent u erin geslaagd de financiële consequenties van het collegeprogramma onverkort op te nemen in de begroting. U stelt dat gezien de neergang van de algemene uitkering van dusdanig niveau is dat dit om behoorlijke maatregelen vraagt. Het meerjarig perspectief behoeft niet noodzakelijk sluitend te zijn om in aanmerking te komen voor repressief toezicht. De PvdA vindt het verheugd dat u toch voor 2012 en latere jaren het solide strakke financiële beleid onverkort handhaaft. Dat dit beleid strenger is dan de voorgeschreven norm vanuit de toezichthouder vinden wij positief en met de te verwachten kortingen een goede zaak. In het collegeprogramma is een aantal hoofddossiers benoemd die bepalend zijn voor het streefbeeld van de nieuwe gewenste bestuursstijl welke transparant, betrokken, herkenbaar en verbindend is. Wij spreken hierbij de hoop uit dat de nieuwe bestuursstijl resultaten zullen boeken in onze samenleving. De aankomende rijksbezuinigingen zijn nog niet in de begroting opgenomen en wel is een drietal scenario’s in het coalitieakkoord beschreven. Wel scenario zich ook zal voordoen, het moge wel duidelijk zijn dat de bezuinigingen een grote maatschappelijke impact zullen hebben. U zegt als college zich voor te bereiden op een ombuigingsoperatie en daarvoor wachten wij met spanning op uw procesvoorstel. Het opstellen van de perspectiefnota 2012 en de totstandkoming van de programmabegroting zal in onze ogen veel inzet van het college en raad vragen waarbij naar onze mening belangrijke besluiten voor de gemeenschap van Alblasserdam genomen zullen moeten worden. U stelt dat een randvoorwaarde voor deze begroting is dat de gemaakte bezuinigingsafspraken daadwerkelijk moeten worden gerealiseerd. Buiten dat dit een hele opgave zal zijn, zijn wij dit uiteraard volledig met u eens. Wij zullen het college hierin kritisch volgen. Hierbij noemt u de lokale onderzoeksprogramma’s en het regionaal innovatieprogramma Drechtsteden. Juist het regionale innovatieprogramma Drechtsteden baart ons grote zorgen. Dit is door ons in eerdere bijeenkomsten al aan de orde gesteld, daar de uitkomsten tot nu toe ver beneden de verwachtingen zijn. U stelt dat, wanneer de respectievelijke programma’s niet voldoende opleveren, u, aanvullend, de activiteiten van het collegeprogramma aan de orde wilt stellen. Gezien de realiteit van met name de uitkomsten van het IPD gaan wij ervan uit dat u reeds heeft nagedacht over de prioriteiten in uw collegeprogramma en daar reeds in deze vergadering een kleine inkijk in kan geven. Tot zover het algemene gedeelte. Nu over naar het financiële gedeelte. U geeft aan bij de aanpassing uitgangspunten perspectiefnota 2011 dat er gewerkt wordt aan een professionalisering van de organisatie. Dat op enkele plekken in de organisatie een disbalans is met wat nodig is om het huidige beleid voort te zetten en dat een formatieclaim van 3 fte nodig is om weer in balans te komen. Wij vinden dat je in een tijd van bezuinigen, bezuinigingen niet aan een uitbreiding van de organisatie zou moeten denken. Toch hebben wij begrip voor de noodzaak om de organisatie op peil te hebben en vinden de oplossing om 2 fte als incidentele claim te benoemen en slechts 1 fte als constant acceptabel. Ook willen wij daarbij opmerken dat wij zeer kritisch zullen zijn op de inzet van inhuurkrachten. Bij de niet gerealiseerde bezuinigingen geeft u aan dat doorontwikkeling van het IBD, ingenieursbureau Drechtsteden, anders verloopt dan door Alblasserdam is gewenst en ingeschat. Voor 2011 betekent dat een niet gehaalde bezuiniging van € 50.000,--. Vooralsnog hebt u de bezuiniging van € 75.000,-- voor 2012 structureel gehandhaafd op basis van regionale ontwikkelingen in het kader van innovatieprogramma Drechtsteden. MdV, wij hebben al
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
9
eerder aangegeven twijfels te hebben over de uitkomsten van dit programma en doet dit hierbij nogmaals. Voor de WMO geeft u aan € 138.900,-- minder aan uitkeringen te zullen ontvangen en dat deze korting in zijn geheel op het WMO-terrein wordt goedgemaakt. Wij vragen u toch enige ruimte te houden voor bijvoorbeeld de wijzigingen van de AWBZ. Voor wat betreft de OZB rekent u met een stijging gelijk aan de inflatie, te weten 2,5%. Wij willen als PvdA hierbij vast aangeven dat in de toekomst, om bijvoorbeeld de sociale infrastructuur in stand te houden, een verdere stijging tot de mogelijkheden dient te behoren. Dan de bezuinigingsvoorstellen. Met name bij punt 2 onderdeel Landvast willen wij u verzoeken om het bestuur de ruimte te geven om de zaak te runnen. Een aantal jaren aan te kijken hoe Landvast draait, waarbij wij de hoop uitspreken dat de goede resultaten zich voortzetten, en achteraf af te rekenen. Wij hebben vertrouwen in het college om door overleg tot een goede oplossing voor Landvast te komen. Bij het punt subsidies hebben wij al eerder aangegeven dat sociale infrastructuur voor ons van groot belang is, dus ook de subsidies die hiervoor benodigd zijn. In deze begroting wordt al bezuinigd op de subsidies door de prijscompensatie niet door te berekenen. Wij pleiten ervoor dat in de toekomst bij verdere bezuinigingen overleg plaatsvindt met de subsidieontvangers om hen de keuze te geven zelf aan te geven waar bezuinigingen mogelijk zijn. Wij verwachten dat het samengaan van de BSR, ROWA en SWOA niet alleen een bijdrage zal leveren aan de bezuinigingen maar ook een verhoging van de kwaliteit van de dienstverlening zal opleveren. Verder willen wij bij het punt meebewegen van de gemeenschappelijke regelingen aandringen op snelheid in het onderzoek naar de verdeelsystematiek van de Gemeenschappelijke Regeling Souburgh zodat dit voordeel reeds in 2011 kan worden gerealiseerd. Ontwikkelingen uit het coalitieakkoord. Punt D: Wegen, straten, pleinen en speelterreinen zijn wij voor een verlenging van de levensduur van 30 naar 35 jaar en ons te richten op de basis van kwaliteitsbepaling of het areaal aan vervanging toe is. En, MdV, nu komt hij. Ons dorp ziet er al fantastisch uit en het kan voor ons, in ruil voor instandhouding van het sociale, best een tandje minder. De PvdA vindt het belangrijk dat onze jeugd voldoende beweegt en dringt er daarom bij het college op aan om ervoor te zorgen dat er voldoende gymlokalen zijn. Het collegeprogramma. Het opschuiven van de structuurvisie en het uitstellen van de welstandsnota heeft onze voorkeuring. En dan organisatieontwikkelingen. Over de 3 formatieplaatsen hebben wij onze mening al gegeven. Strak sturen op personele kosten heeft duidelijk onze voorkeur, daarbij wel opgemerkt dat in het kader van het fuwatraject, het functiewaarderingstraject wij liever de term zien dat de functies op het juiste niveau worden ingeschaald. Niet alleen het opleiden van personeel maar ook het zoeken naar talenten onder het personeel zal een betere, zal tot een betere organisatie leiden waarbij inhuur tot een minimum kan worden beperkt. Wij wensen de organisatie hier veel succes in. De reservepositie. Door de bijschrijving van het resultaat en de opbrengst van Netwerk is de algemene reserve ruim boven de door ons vastgestelde norm voor het weerstandsvermogen. Gezien de te verwachten kortingen en het feit dat wij tot een nieuwe methode van de vaststelling van dit vermogen willen komen, vinden wij dit een prettig gegeven. De invoering van een innovatiereserve krijgt onze goedkeuring. Wel willen wij hierbij wel opmerken dat goed moet worden nagegaan dat de investeringen worden terugverdiend en dit geldt ook voor het project Zerobased Budgeting. De PvdA vindt een consistent rentebeleid van belang en zien dan ook de toegezegde Raadsinformatiebrief over dit onderwerp met belangstelling tegemoet. Programma Dienstverlening en Bestuur. Bij het thema veiligheid willen wij het volgende opmerken. Wij zijn van mening dt het project SUSwachters moet worden voortgezet. Het nut van dit project is volgens ons bewezen. Bij punt 3 Jeugd en Veiligheid moet u niet denken aan maatregelen maar overgaan tot het treffen van maatregelen voor met name intensivering handhaving leeftijdgrenzen, vervolging bij openbare dronkenschap en voor wat ons betreft kan daar ook openbaar alcoholgebruik en drugsgebruik in passen. Dus nogmaals, niet denken maar doen.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
10
Programma Ruimte Project Lint Vinkenpolderweg en met name woonwagenlocatie. Wij zijn van mening dat wij de morele verplichting hebben om een oplossing te zoeken voor het probleem van de bewoners van het woonwagencentrum Staalindustrieweg. Wij zijn ons ervan bewust dat dit financiële consequenties zal hebben voor de opbrengst van het project Lint. Wij zijn van mening dat de oplossing, zoals voorgesteld, een goede gelegenheid biedt om een deel van het probleem op te lossen en verzoeken het college in goed overleg met de bewoners op de ingeslagen weg door te gaan. En dan het Milieu. De wettelijke normen op het gebied van het geluid en de luchtkwaliteit worden ternauwernood gehaald en dan soms helaas alleen met een tijdelijke verhoging van de wettelijke eisen. Voor de PvdA is dit een punt van ernstige zorg. Wij verwachten in het Lokaal Milieu Uitvoerings Programma 2011-2016 in samenwerking met de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid en de Drechtsteden initiatieven die deze problematiek aanpakt en niet alleen zorg draagt voor het monitoren. De komst van het containertransferium vergroot onze milieuzorg. De aan- en afvoer over de weg, met daarbij haast onvermijdelijke verkeerscongesties, zal zeker niet bijdragen aan het oplossen van de milieuproblematiek in Alblasserdam. Wij nemen aan dat het college zich volledig blijft inzetten voor verbreding van de A15. De ontwikkelingen op en rond Haven-Zuid gaan redelijk voorspoedig. De verbetering van de toegang en de bouw van de brandweerkazerne liggen op schema. Veel hangt af van de invulling van de toeristische hoek. Als inderdaad een flink deel van auto- en busverkeer naar de molens kan worden afgevangen, heeft dit een positieve invloed op de leefbaarheid van het dorpscentrum en Dijklint. De aanleg van een fietspad op kroon van de dijk naar Nieuw-Lekkerland kan, na goed overleg met de omwonenden en betrokkenen, en dat zal best een moeilijk traject worden nog, zal de leefbaarheid en de veiligheid op dit traject verbeteren. Zoals hier is omgegaan met de problemen en de aanbevelingen van de omwonenden verdient een pluim. En dan hebben wij nog twee dingen. Begraven. De PvdA heeft in het verleden ingestemd met de noodzakelijke uitbreiding van de begraafplaats van Alblasserdam met daarbij een besluit om, over de toekomstige verhoging van het tarief voor kosten van begraven. De kosten van het begraven zijn gekoppeld aan de reserve Afkoopsom onderhoud graven van circa € 6 ton. Op dit moment zijn de begraafkosten niet kostendekkend en worden tekorten aangevuld vanuit de reserve. In de Programmabegroting 2011 is voorgesteld om versneld naar kostendekkendheid van begraven te komen. Hierdoor valt een deel van de reserve vrij, circa € 250.000,--. Het voorstel is om deze reserve gedurende vier jaar te laten vrijvallen. De PvdA gaat met dit voorstel akkoord. En dan de Rioolrechten. Het beleid van de gemeente is erop gericht te streven naar kostendekkendheid van de rioolrechten. De PvdA vindt dat de compensabele BTW meegenomen moet worden als kostencomponent voor de berekening van kostendekkende tarieven om de korting hiervan in de algemene uitkeringen te compenseren. Dit was het einde van mijn verhaal. Voorzitter: Dank u wel, mijnheer Van Lavieren. Ook keurig in de u toegemeten tijd. Ik had bij het begin van de vergadering beloofd dat ik na een halfuurtje even zou kijken of er meer plekken ingevuld waren inmiddels in de vergaderzaal en jawel, de heer Pardo is nog binnengekomen en de heer De Gier en de heer De Leeuw. Dat betekent dat wij nu met vijftien zijn en dat betekent dat mevrouw Barra en de heer De Gelder zoals wij in het begin al dachten, want die hadden zich ook afgemeld, dat zij er ook daadwerkelijk niet zijn. Wij gaan over naar de inbreng van de fractie van de ChristenUnie en ik denk dat de heer Zwaan dat voor zijn rekening gaat nemen. De heer Zwaan: Klopt. Voorzitter: Ik wou zeggen, doet uw best. De heer Zwaan: Dank u wel. Allereerst, MdV, willen wij het college danken voor de verschillende documenten die wij ontvangen hebben. De leesbaarheid van de stukken is steeds beter en wat betreft de inhoud zien wij verder herkenningspunten met ons eigen verkiezingprogramma, maar deze 15 minuten zijn voor ons,
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
11
voor de ChristenUnie om duidelijk te maken waar wij de ontwikkelingen in onze samenleving zien en hoe wij de plannen van dit college beoordelen om dienstbaar te zijn aan de samenleving. 15 minutes of fame. Dan wordt iets bijzonders verwacht wat indruk maakt. Alleen voor ons is de vraag of en waarmee wij nog indruk kunnen maken als u bijvoorbeeld ziet dan de publieke tribunen verdacht stil is met een bijzondere uitzondering voor de heer Valk en… (Noot notulist: onverstaanbare interruptie) Ja, ja, er zijn, maar Valk is voor mij even rondom Landvast, laat ik maar zo helder zetten en de rest zie ik gewoon een aantal bekende gezichten die ik toch duiden. Laat ik het zo zeggen. En ook als je weet dat steeds meer medeburgers geen krant meer lezen om de politiek. En als je het nieuws via de media echt goed op je in laat werken, dan zou je er ook niet echt blij van worden: werkeloosheid, massale bezuinigingen, onvrede op straat, het einde van de multiculturele samenleving en de opleving van stevige taal en angstretoriek binnen de politiek. Maar denk ook aan de afname van de biodiversiteit, natuurrampen door menselijk falen of winstmotieven en zo zouden wij door kunnen gaan. Maar gelukkig gebeuren er ook heel veel mooie dingen. Mensen die elkaar ontmoeten, mensen die elkaar vinden, mede wellicht omdat geld uiteindelijk toch niet gelukkig maakt. En wij hebben ook nog de seizoenen die elkaar blijven afwisselen wat af en toe soms een mooie wind oplevert om iets door te waaien en soms ook weer heel andere inzichten kan geven. Ons inspireert het om te weten dat wij, ook als gemeenteraad, positief actief mogen zijn en mogen bijdragen aan een leefbare samenleving. Niet vanuit het idee dat wij wel de ideale samenleving zullen creëren. Wij geloven dat de mens steeds opnieuw problemen zal veroorzaken. Maar wel om steeds kleine mooie bloempjes te zien bloeien. Wij geloven dat God de overheid geeft om mensen een gerust leven, er is om mensen een gerust leven te kunnen laten leiden. Daarin willen wij met de andere fractie naar op zoek. Onze tijd is een tijd van economische onzekerheid en ook onze regio is extra getroffen door het relatief grote deel industrie. En wij zien aan de andere kant dat veel mensen zelf nog geen gevolgen van de crisis hebben ondervonden. Het nieuwe kabinet ‘belooft’ ons dat wij er allemaal wat van gaan merken. Zeker ook bestuurlijk Nederland en de ambtenarij in het bijzonder. MdV, de vraag voor ons is waar wij als regio in de komende tijd ons geld mee moeten verdienen. Juist ook omdat er nog grote tekorten op de lopende zaken naar voren komen zowel bij de individuele gemeenten als in de gemeenschappelijke samenwerking. In deze spanning tussen goed beheer en geld verdienen moeten wij de juist keuzes maken. Een van de eerste is, wat de ChristenUnie betreft, dat de focus van de politiek de komende collegeperiode minder op de bedrijfsvoering moet liggen en meer op de doelen die wij willen realiseren. De vraag aan het college is of in 2011 een omslag mogelijk is en zo ja, hoe het college zich hieraan verbindt zodat deze bedrijfsvoeringdiscussie een keer voorbij is en in een iets andere bewoording komt deze vraag in onze bijdrage nog een keer terug. Om de vraagstukken rondom wonen, werken en recreëren aan te kunnen, hebben wij de regio en de maatschappelijke partners echt nodig. Zeker rondom toerisme hebben wij nog zeker onze twijfels over de haalbaarheid. Dat lossen wij hier vanavond niet even op. Voor gemeenteland heeft de crisis tot nog toe vooral een effect gehad op het grondbedrijf. Het automatisme van grote winsten op woningbouw lijkt toch wel voorbij. Wellicht trekt het wel weer wat aan, en laten wij daar zeker op hopen, maar er zijn toch ook wel een aantal zaken fundamenteel gewijzigd. Mensen (gelukkig) zijn voorzichtiger om te gaan lenen. En, ook nog niet zo breed gedragen, maar mensen beseffen dat oneindige groei en extra luxe, ondanks alle reclame, echt niet meer welbevinden met zich meebrengt. Maar dat alles heeft wel effect op de vraag. Wij moeten rekening houden met een zeer beperkte groei, of zelfs krimp. Het blijft voor ons een soort onbestemde werkelijkheid als wij kijken in onze doorvertaling naar onze gemeentebegroting. Op één of andere manier kunnen wij het nog steeds redden door de lucht er verder uit te duwen en door maximale creativiteit erin te stoppen. Maar de maatschappelijke vraagstukken zijn er niet minder of en ook niet minder van geworden en wie het financieel weet, mag het zeggen. MdV, de begroting zet in met het begrip duurzaamheid en daarin ook, ik citeer, deze begroting is een belangrijke stap op weg naar een duurzame toekomst. Uit de inleiding begrijpen wij dat dit voornamelijk financieel is bedoeld. Wij hebben gezocht en vonden de volgende aanduidingen voor het begrip duurzaamheid: bestendig, consistentie, hechtheid, soliditeit, stabiliteit. Het zou inderdaad mooi zijn als wij de begroting zo zouden kunnen beoordelen. Alleen, dat kunnen wij niet. De begroting sluit maar het houd toch wel alles bij elkaar en er wordt teveel afgeweken van de eerster vastgelegde beleidsafspraken en er moet op onderdelen een vrijval gebruikt worden om boekhoudkundige dekking te verzorgen. Wij betreuren eigenlijk deze trucjes van dit college.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
12
Enkele voorbeelden. Onderhoudsvoorzieningen gebouwen; in afwijking van de eerder gevoerde lijn wordt de storting verlaagd en een incidentele bedrag geboekt, het standaard te boeken bedrag aan rente wordt opeens verlaagd. De reserve begraafplaats valt in drie verschillende, drie willekeurige bedragen vrij en opeens gaan onze bloembakken en zitbankjes vijf jaar langer mee; Gevolg ook hier een vrijval die het saldo positief beïnvloedt. Laten wij ook vaststellen dat wij niet direct voor al deze forse bedragen een andere oplossing hebben. De VVD heeft een ander lijstje laten vallen, maar het had ons inziens wel gesierd al het begrip duurzame begroting dan niet zo prominent genoemd zou worden door het college. Het is een keuze om het op een andere manier via wat ons betreft, wij noemen het financiële trucjes rond te maken, in ieder geval deze toe te passen. Uw doel daarbij is de sociale infrastructuur en de maatschappelijke verbindingen in stand te houden. Dat is wat ons betreft een nobel streven wat wij van harte ondersteunen. Maar over het geheel gezien hebben wij toch gemengde gevoelens en ja, geeft dat ons ook wel zorg naar de toekomst. Na deze wat meer algemene opmerkingen willen wij inzoomen op enkele financieel opvallende zaken in de begroting. Het lijkt steeds toch lastig om ingeboekte bezuinigingen te realiseren. De voorgestelde extra uitgaven en alle reeds bekende kapitaallasten zijn wel werkelijkheid. In de raadscommissie is daarnaast al gesproken over het voorkomen van extra kosten vanuit de regio, die wij wel moeten bekostigen. Wij verwachten van het college dat er in de begroting van 2012 en verder geen enkele ruis is over de bijdrage van Alblasserdam in financiële zin. Noch in geld noch in inzet van personeel. Graag zouden wij hier ook de toezeggen van het college willen, zodat in 2011 de ruis, de bijna voortdurende ruis is weggenomen over de regiokosten en inzet. Het wordt nog een forse opdracht om alle gemeenschappelijke regelingen daadwerkelijk 10% te laten besparen. Zeker als wij de investeringsambities van de regio in stand willen laten. Juist overheden zoude in slechte tijden anticyclisch moeten investeren. Als regio willen wij aan onze slagkracht werken. Wel een spannende opdracht dat het college zichzelf ook stelt in deze begroting. Een ander element is dat u een groeimodel hanteert, want in 2011 laat u de begroting sluiten met incidentele middelen. Dat roept het beeld op dat de lastige keuzen zijn vooruitgeschoven. En al die eenmalige middelen halen ook alle rek uit de mogelijkheden. Maar ook iedere keer zijn wij verbaasd over de lucht dat gevonden wordt. Wij zijn voor 2012 en verder benieuwd naar de opbrengsten of de minderkosten die volgen uit het opnieuw kijken naar de opbouw van processen en de organisatie. Met een moeilijk woord, dat is die Zerobased Budgetting. Een van de lijnen van het college is de inkomsten te verhogen. U stelt voor een toeristenbelasting in te voeren. Wij worden niet echt warm van deze voorstellen. De administratieve lasten van burger, bedrijf en gemeente wegen absoluut niet op tegen een beperkte opbrengst van zo’n € 30.000,--. Dit wil niet zeggen dat wij de campers bij Landvast niet op één of andere wijze willen laten betalen. Maar naar ons idee moet het totaal echt op een andere manier en wij willen het college uitdagen om dat ook op te pakken. Een andere lijn van het onderzoek door het college levert een aantal maatregelen op waarvan de veranderende, de veranderde rentetoerekening op het grootste bedrag, waarop, waarvan de veranderde rentetoerekening het grootste bedrag oplevert. Ik moet het goed zeggen. Wij willen het college vragen een helder beleid op te stellen hoe hiermee om te gaan. Zeker nu u tot 2014 dit bedrag inboekt. Een vast bedrag maakt het juist mogelijk om door de jaren heen wat te middelen. Nu u bij een lage rente niet toerekent, hoe gaat het dan bij een hoge? Wij vinden het dus prematuur om in meerjarig perspectief dit bedrag in te boeken. Wij wilden eigenlijk een toezegging van het college vragen voor een beleidsstuk, en ik hoor net van de PvdA dat er een Raadsinformatiebrief zou zijn toegezegd, het college mag wat ons betreft het juiste antwoord geven, als wij maar uitgangspunten met elkaar kunnen vaststellen. Voorzitter: Mijnheer Zwaan. De heer Zwaan: Ja. Voorzitter: Mijnheer Zwaan, ik, wij hebben van u een papier gekregen van uw algemene beschouwingen en volgens mij bent u op 40% van uw betoog en op 90% van uw tijd. Wilt u daar een beetje rekening mee houden?
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
13
De heer Zwaan: OK Laat ik een aantal aspecten dan eruit pakken, die wat ons betreft zeker van belang zijn, ook in de opstelling van de begroting. Dat heeft te maken met de verhoging van de begraaftarieven, die in deze vorm onze goedkeuring niet heeft. Wij hebben daarnet al iets over gezegd over het vrijvallen, maar wij zien ook duidelijk dat het groen meegenomen wordt op een manier die wij niet voorstaan. Wij hebben een motie voorbereid en wij roepen uw college dan ook op bij motie om een deel van het onderhoud wat te maken heeft met de groenstructuur van Alblasserdam uit de tarieven te halen. Naast deze meer financiële punten hebben wij ook een aantal beleidsmatige elementen en die hebben te maken met de duurzaamheid. Wij vinden dat de duurzaamheid karig naar voren komt in de begroting. Een van de elementen waar u aan wilt werken, is een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat. Naar ons idee zou een te sobere inrichting geen positieve invloed hebben op een woon- en vestigingsklimaat. Wij snappen als er keuzes gemaakt moeten worden. Toch pleiten wij ervoor om bij de invulling aantrekkelijkheid en duurzaamheid niet uit het oog te verliezen. Wij vinden dat het sociaal beleid en de harde kant niet tegen elkaar mogen worden uitgespeeld, zeker zoals dat nu doorklinkt in de begroting. En bij vestiging hoort ook mobiliteit en in die mobiliteit vinden wij ook dat er te weinig aandacht is voor het openbaar vervoer. Een goed route-informatiesysteem is wat ons betreft geen hoogwaardig openbaar vervoer in ons dorp. Wij vinden dat er meer aandacht moet zijn om zaken te onderzoeken, zeker ook als je de verbinding maakt naar de waterbus. Zo pleiten wij, als het al niet zo is, voor gratis parkeren bij de waterbus in de toekomst en wij zouden graag het college willen uitdagen om bijvoorbeeld duidelijk aan te geven wat het te bereiken effect is op het dijklint als men aangeeft dat dit rustiger, stiller en schoner zou moeten. Durft het college zich te verbinden aan de percentages en tijdspaden waarop dit effect bereikt dient te worden. Dan willen wij nog twee moties aankondigen waarbij wij meer aandacht en accent willen op het thema milieu en duurzaamheid. Allereerst willen wij een motie, waarbij bij de inrichting en het onderhoud meer ruimte is voor biodiversiteit en aantrekkelijkheid. Wij hebben dan ook een motie om bij de herinrichting en beheer in de woonwijken rekening te houden met een plan dat rekening houdt met een natuurlijk leven en biodiversiteit. Ook dus met nadruk binnen de woonwijken. Een ander voorbeeld wat wij, waar wij meer accent op willen leggen, is dat wat nu loopt rondom het gescheiden ophalen van het plastic. Wij staan voor duurzaamheid en hergebruik. Alleen de wijze waarop dit nu gebeurt, naar ons idee gaat de motivatie bij de burger er wel erg van af. Zeker als u hoort dat een groot deel niet zo wordt verwerkt als is toegezegd. Wellicht niet in Alblasserdam, maar dat zijn wel de geluiden die wij horen. Wij vinden dat wij eerder moeten reageren dan wellicht de plannen die er liggen en daarom hebben wij een motie voorbereid waarbij wij eigenlijk zeggen, stop met de huidige werkwijze en kijk naar de mogelijkheid om bijvoorbeeld bij supermarkten containers neer te zetten waar de burger hun plastic kwijt kan. En wij hebben hier dus ook een motie over voorbereid die wij zullen indienen. Ik kijk even naar de wethouder hoeveel seconden ik nog mag hebben. Naar MdV. Voorzitter: Nou, als u het aan mij vraagt, mag u gaan afronden. De heer Zwaan: Resumerend. Als wij kijken naar de begroting zien wij dus een duidelijke stap de goede richting op. Wij zien meer indicatoren, meer prestatieafspraken en dat is wat ons betreft een goede ontwikkeling. Alleen de formulering van een aantal maatschappelijke effecten zou van ons een tandje scherper mogen want nu zijn wel de beleidswoorden aanwezig maar de meetbare effecten nog niet. Onze conclusie wat deze begroting 2011 betreft, hebben wij een aantal opmerkingen gemaakt en wij zijn ook van mening naar de toekomst dat een aantal duidelijke beleidskeuzes nog ontbreken. Maar gezien de huidige opgave is het welhaast onmogelijk om nu nog fundamentele veranderingen aan te brengen. Het meerjarenperspectief biedt ons echter zoveel zorg en onzekerheid, zeker ook wat betreft de realiseerbaarheid, dat instemmen met het meerjarenperspectief voor de ChristenUnie op dit moment niet mogelijk lijkt. Wij zijn benieuwd naar de reactie van raad en college op onze bijdrage. Afsluitend, MdV, willen wij als ChristenUnie wel al het college en alle medewerkers, lokaal en in de regio, bij de uitvoering van de werkzaamheden de zegen toewensen van de Here God, de Schepper, Bestuurder en Onderhouder van deze wereld. Dank u voor uw aandacht. Voorzitter: Dank u wel. Ik heb u een paar keer horen zeggen dat u moties wilt gaan indienen. Wij, ik zou me kunnen voorstellen dat u die in tweede termijn indient. Het klinkt of u dat ook van plan was of u dat
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
14
De heer Zwaan; In mijn tekst stond, dat wij die nu gelijk zouden inleveren. Voor het gemak wel zo handig. Dus die wil ik bij dezen overhandigen. Voorzitter: U wilt dat bij dezen doen. Ik stel me voor dat wij in de vergaderorde, nou, ik neem aan dat zij voldoende ondertekend zijn, dat zij dan onderdeel gaan uitmaken van de vergadering, maar dat om het politieke debat wat wij graag met elkaar voeren ook recht te doen, dat het goed is dat het college straks in zijn eerste termijn in algemene zin op een aantal zaken ingaat en u ook de mogelijkheid geeft of van informatie voorziet om woensdag ook het politieke debat met elkaar te kunnen voeren. En dat u naar aanleiding daarvan ook beoordeelt of u moties indient, aanhoudt, toevoegt en dat geldt uiteraard voor amendementen ook. Dus als wij die orde voeren, dan betekent dat ook dat vanavond het college nog niet diepgravend op de moties zal ingaan om ook de kans te geven om het politieke debat daarover woensdag te voeren. Is dat een lijn die op uw instemming kan rekenen? Ja? Dan doen wij het zo en dan krijg ik even de moties van u, want dan gaan wij even die onderdeel laten uitmaken van onze beraadslagingen zoals dat heet. Dat is een drietal moties, waarbij ik de eerste, want ik ga even kijken of u nog een volgorde bedacht. Nee, dat maakt eigenlijk niet zoveel uit, hè. Ik zal de moties, die ik nu ga voorlezen motie 1 noemen. Die gaat over de begraafplaats, want u zegt “Overwegende dat de begraafplaats een belangrijke functie binnen de groenstructuur van ons dorp vormt dat onderhoud van groen een collectief belang dient, Dat is de tweede overweging, dat onderhoud van groen een collectief belang dient draagt het college op bij de bepaling van de tarieven van de begraafplaats een nader te bepalen deel van de aanleg en onderhoudskosten van het groen van de begraafplaats niet mee te rekenen, maar uit de algemene middelen te voldoen”. De toelichting zal ik nu niet voorlezen maar die maakt ook onderdeel van de beraadslaging. Dat is motie 1. Motie 2 betreft het gescheiden inzamelen van plastic, want u overweegt “dat gescheiden inzameling van plastic een goede zaak is voorts dat de huidige wijze van thuis verzamelen niet stimulerend is en ook dat de huidige wijze van ophalen een duur middel is en u draagt het college op te onderzoeken of er voldoende plek in de, op voldoende plekken in de gemeente inzamelpunten voor plastic afval kunnen komen om daarover in 2011 te rapporteren”. En dan motie 3 over natuurgebieden en die luidt “Overwegende dat een natuur in brede zin niet alleen in natuurgebieden gewenst is maar ook in de woonomgeving tweede overweging dat natuurlijk leven en biodiversiteit van groot belang zijn en de derde overweging dat dit een aantrekkelijke leefomgeving bevordert en daarbij draagt u het college op bij de aanleg, beheer en onderhoud van de buitenruimte hiermee daadwerkelijk rekening te houden en hierover in de jaarrekening te rapporteren”. Die drie moties gaan wij vermenigvuldigen en meenemen in onze beraadslagingen zoals ik dat net in mijn korte ordevoorstel heb gedaan. Dan geven wij nu het woord aan de heer Boele van de fractie van de SGP. De heer Boele: Dank u wel, voorzitter. De SGP-fractie vindt dat het college, het nieuwe college met deze begroting een overtuigende prestatie heeft geleverd. Er ligt een structureel sluitende begroting op onze tafel. Er is geen OZB-verhoging anders dan de trend. Dat is minstens vier jaar geleden maar mogelijk nog veel langer geleden. De financiële consequenties van collegeprogramma zijn alle vertaald in de voorliggende begroting. En, ook dat is van belang, voorzitter, de begroting heeft een vorm die de raad gelegenheid geeft om beter op de financiën te sturen omdat wij nu voor het eerst helder doelen hebben geformuleerd in het begin en daar ook prestatie-indicatoren aan te verbinden. Daardoor is het een stevig, een betrouwbaar en ook een transparant stuk geworden. Me dunkt, voorzitter, wij kunnen, menen wij, onze burgers met deze begroting onder ogen komen. De budgetten zijn uiterst scherp geraamd. Ik concludeerde voorlopig dat de rek er nu wel zo ongeveer helemaal uit is. Het college is, zo hebben wij uit de teksten begrepen, tot het uiterste gegaan om te zoeken naar besparingsmogelijkheden zonder de basis van het voorzieningenniveau in onze gemeente aan te tasten en het was een zware opgave. Misschien goed om daar even aan te refereren. Toen wij de perspectiefnota vaststelden in juni van dit jaar meenden wij nog dat wij een bedrag van structureel € 600.000,-- moesten ombuigen om te komen tot een sluitende meerjaren-
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
15
begroting. Het bleek in september om € 900.000,-- te gaan oplopend tot € 1,4 miljoen. Dat is een buitengewoon veelomvattende opgave geweest. En dat het college daarin geslaagd is, verdient een compliment. Ook dat zou een gezegd mogen worden in deze vergadering, zo meenden wij. Wij vinden het wel intrigerend dat, hoewel onze verwachting is dat de rek er nu helemaal uit is, het college toch nog weer nieuwe mogelijkheden ziet door met een systeem van Zero Budgetting aan de slag te gaan en vragen het college wat zij nu eigenlijk van dit systeem verwacht nu er al zo ontzettend scherp is geraamd. Voorzitter, in de begrotingsstukken is nog niet gerekend met de aankomende rijksbezuinigingen en wij hebben als fractie ons heel serieus de vraag gesteld of dat verstandig is. Uiteindelijk hebben wij met elkaar geconcludeerd dat dat in ieder geval op dit moment verantwoord is. Daar hebben wij een paar redenen voor. In de eerste plaats is, hoe je het ook wendt of keert, nog veel ongewis als het gaat om de omvang van de rijksbezuinigingen. Er is veel over gespeculeerd in de achterliggende maanden, er is nu stukje bij beetje wat van bekend geworden naar aanleiding van het regeerakkoord. Het lijkt er voorzichtig op dat de aanvankelijke, wel heel sombere scenario’s zich niet op die wijze gaan voltrekken. In ieder geval is duidelijk, er is nog veel ongewis. Wij verwachten dat, als de VNG namens onze gemeente een bestuursakkoord gaat sluiten met het rijk, ergens in december is de planning, dat wij dan beter kunnen inschatten om welk totaal bedrag het zal gaan, ook voor onze gemeente. Bovendien, voorzitter, vinden wij het verantwoord om nu op dat punt nog even pas op de plaats te maken omdat wij allen weten dat verdergaande bezuinigingen, ik zou willen zeggen nog verdergaande bezuinigingen, een hele grote impact hebben op de samenleving. Daar gaan wij niet voor uit de weg, maar het vergt wel een buitengewoon zorgvuldig proces. U zult het gesprek met de instellingen van de samenleving aan moeten gaan om uiteindelijk te komen tot een gemeenschappelijk gedragen gevoel van urgentie dat het met de gemeentelijke middelen anders zal moeten. Het college kiest ook voor die benadering en wij vinden dat een hele goede gedachte. In de derde plaats, voorzitter, wij hebben ons er rekenschap van gegeven dat het college zich terdege bewust is, trouwens dat gebeurde al bij de vorming van dit college, dat er behoorlijk verdergaand moet worden omgebogen. In het collegeprogramma, ook dat is vanavond bij deze beschouwingen aan de orde, worden verschillende scenario’s ontwikkeld, worden ook zoekrichtingen aangegeven en het gaat bij die scenario’s om bedragen tussen de € 1,1 en € 2,1 miljoen. Dus op dat punt hebben wij nog wat tegoed. En tenslotte, voorzitter, en dat is, denk ik, ook een belangrijk argument, op dit moment gelet op de huidige inzichten in de financiën van de gemeente hebben wij verdergaande maatregelen als die nu worden voorgesteld, ook niet nodig. Want er ligt een sluitende begroting en zelfs een sluitend meerjarenperspectief. In dat opzicht kunnen wij op dat punt nu ook eventjes tevreden zijn, denken wij. Dat als argumentatie om niet nu maar wel straks het debat te gaan voeren over nog verdergaande bezuinigingen. Van het grootste belang, voorzitter, is dat bezuinigingen die wel zijn doorgevoerd en die zijn substantieel en er is uiteindelijk op meerjarenbasis € 1,4 miljoen omgebogen, dat die bezuinigingen worden gerealiseerd. Het college spreekt zelf in haar begroting dat dat zelfs een harde randvoorwaarde is. Tegelijkertijd weten wij dat in het verleden heel regelmatig vaste voornemens om om te buigen niet zijn gerealiseerd. Ook daarvan geeft deze begroting een paar voorbeelden van en de laatste Burap trouwens eveneens. Overigens, er zijn natuurlijk daarnaast ook altijd nog onbeïnvloedbare kosten, die je niet kunt voorkomen. Wij hebben afgelopen woensdag gesproken over, of donderdag was het, over het Gladheidsbestrijdingsplan. Het kan natuurlijk zo maar zijn dat er een extreme winter aankomt die ons per definitie leidt tot kosten die je niet van tevoren zou kunnen voorzien. Wat wij aan het college wel vragen, als het college zich zelf nu zo bewust is van de besliste noodzaak om bezuinigingen te realiseren, dus die doelen te realiseren, wat doet het college nou om het bewustzijn van dat strakke budgetbeheer in alle geledingen, niet alleen van de bestuurlijke maar ook van de ambtelijke organisatie, te laten postvatten. Voorzitter, toen wij als raad verleden jaar, ook geloof ik in deze eerste week van november, de begroting 2010 vaststelden, toen hebben wij een krediet beschikbaar gesteld, ik meen van € 75.000,--, voor het Raadsonderzoeksprogramma en de verwachtingen van de raad bij dat programma waren toen hooggespannen, omdat wij toen werkelijk meenden dat dat programma ons, zeg maar, de informatie zou moeten aanleveren om tot fundamentele bezinning op de uitgaven van de gemeente te komen. Nu zijn wij een jaar verder en op dat punt, voorzitter, is nog niet zo heel veel zichtbaar geworden. Zullen wij zeggen, de creativiteit die nodig was om de begroting meerjarig sluitend te maken is niet in de eerste plaats ontleend aan dat Raadsonderzoeksprogramma. In uw eigen bewoordingen, voorzitter, het terugbrengen van de adviescommissies daar is nader overleg voor nodig, zegt u een jaar na het programma. Voor het uitbreiden van de Hondenbelasting is nader
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
16
onderzoek nodig. Voor het invoeren van de toeristenbelasting is nadere onderbouwing nodig. En zo gaan wij nog een poosje doorgaan. Per saldo heeft dit programma ons nog heel weinig opgeleverd om tot een sluitend meerjarenperspectief te komen. Het heeft, voor ons althans, de verwachtingen nog niet waargemaakt. Wel zijn wij hogelijk benieuwd wat straks dat hele grote thema van het programma, het centraliseren van het beheer van de gemeente-eigendommen gaat opleveren. Want zo door onze oogharen kijkend zou dat wel eens een behoorlijke nieuwe inkomstenpost kunnen betekenen. Voorzitter, steeds belangrijker, en het passeert in deze raad ondertussen wel iedere vergadering, wordt het functioneren van de gemeente Alblasserdam in de regio. Ook de begroting geeft op een aantal fronten blijk van dat besef. De GRD is eigenlijk voortdurend in discussie om uitgebreider te worden, meer voor de gemeente te betekenen. De veiligheidsregio gaat zich sterk maken. Per 1 januari 2013 gaat onze gemeentelijke brandweer, wordt dan ondergebracht bij de veiligheidsregio. Zuid-Holland Zuid krijgt een nieuwe gemeenschappelijke regeling, de Omgevingsdienst. Ik teken even tussen haakjes aan dat het ons een beetje verrast heeft, dat voor het instellen van een nieuwe gemeenschappelijke regeling, de Omgevingsdienst, er niet eens een besluit van de raad gevraagd is, blijkbaar ook niet nodig is. Ik verneem dat graag. Haakje sluiten. Maar de boodschap is, er gaat in de regio voortdurend heel veel voor onze gemeente gebeuren. En wij vinden dat nodig en wij vinden het nuttig en wij vinden het verantwoord, maar dan zal je wel mogen verwachten dat die gemeenschappelijke regelingen beheersmatig in orde zijn, zodat wij een goed regionaal fundament hebben waarop wij vervolgens ook verder zouden kunnen bouwen. En dat blijkt nogal eens tegen te vallen. Ook daar geven de begrotingsstukken een aantal voorbeelden van. Drechtsteden verrast ons met enige regelmaat onaangenaam met overschrijdingen. Ook nu weer in 2011 een nadeel van € 165.000,--. Zuid-Holland Zuid heeft nog nimmer een begroting voor 2011 ingediend, maar legt al wel vast een claim ook op onze gemeente, trouwens ook op alle andere gemeenten, van € 120.000,-- en de afstemming met de begroting van de Milieudienst betekent ook een niet voorzien nadeel van € 50.000,--, Het meest vervelende, voorzitter, vonden wij toen wij daar in de fractie met elkaar diepgaand over spraken, is dat wij niet de indruk hebben dat de raad grip heeft op deze ontwikkeling. En niet alleen de raad niet, maar mogelijk zelfs ook de algemeen besturen van die gemeenschappelijke regelingen niet, althans zo horen wij verluiden, ook uit de geluiden vanuit onze eigen fractie. Wij vinden daarom dat de gemeenschappelijke regelingen zich op dit punt echt heel erg fundamenteel moeten bezinnen om de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid ook in de richting van de raden van de deelnemende gemeenten te verbeteren. Zo, op deze manier zijn de gemeenschappelijke regelingen te vaak onderwerp van discussie en dat zou niet moeten en dat bevordert, denk ik, de regiogezindheid van onze gemeente niet. Dat klemt te meer, voorzitter, omdat het college in de begroting die nu voor ons ligt, opteert voor een generieke bezuiniging op de gemeenschappelijke regelingen vanaf 2012, oplopend tot 10%. Dat betekent in 2014 een ombuiging van € 300.000,--. Wij hebben in 2012 vergelijkbare voornemens gehad. Dat is nog helemaal niet zo lang geleden. En wij worden telkens desondanks geconfronteerd met onbeïnvloedbare tekorten waar wij als gemeente zelf niets aan kunnen doen. Wij vragen daarom ook wat is nou zo’n ingeboekte bezuiniging, bij elkaar € 3 ton, waard in het licht van de ervaringen die wij in de achterliggende maanden met elkaar hebben opgedaan. Het is, voorzitter, wel iets heel anders, de brandweer. Er gebeurt rondom de brandweer heel veel. Iets wat overigens onze warme instemming en ook warme belangstelling heeft. Er wordt een nieuwe kazerne in aanbouw genomen. Het is best aardig om te refereren dat daar, geloof ik, al een jaar of 15, misschien nog wel langer over gesproken wordt. Dat dat nu gebeurt, is echt iets waar wij buitengewoon trots op mogen zijn. Wij gaan de brandweer als alles naar wens verloopt, overhevelen naar de veiligheidsregio per 1 januari 2013 en er komt een regionaal kwaliteitsniveau. Het college gaat ervan uit dat de overdracht van al dat moois naar de veiligheidsregio budgettair neutraal verloopt, althans er zit niets in de begroting, zelfs geen frictiekosten, om die overdracht vlot te laten verlopen. Integendeel zelfs, een oude bezuiniging, en de heer Wesselius kijkt u daar vooral bij aan, van € 83.000,-- moet nog steeds worden gerealiseerd en ik vraag natuurlijk het college waar het college het optimisme op baseert dat de overgang ons geen geld hoeft te kosten. En ook, voorzitter, u bent nog beheerder van de brandweer, past u wel goed op voor de positie van onze vrijwilligers. Blijven die toch ook vooral ook in het nieuwe bestuurlijk gremium gewaarborgd. Over de buitenruimte, voorzitter, is inmiddels het nodige, ook van de kant van de collega’s, gezegd. Het credo sober en doelmatig dat spreekt ons wel aan. Om twee redenen. In de eerste plaats, de hoofdwegenstructuur van de gemeente ligt er heel erg goed bij. Kwaliteit en buitengewoon hoog niveau. Kom je niet in heel veel gemeenten op deze manier, en het gaat ook nog maar gewoon door. Maar in de tweede plaats, wij moeten wel ombuigen. Je ontkomt niet aan een behoorlijke bezinning op de budgetten. Dat is niet leuk, dat is wel onvermijdelijk. Maar, voorzitter, al heel veel jaren, ik geloof al zolang ik in de raad zit, melden de begrotingen dat er te weinig geld is voor de openbare ruimtel. Even
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
17
zovele jaren worden dan weer kunstgrepen toegepast waardoor wij weer een jaar verder kunnen komen. Dit college kiest nu voor een verlenging van de termijn van 30 naar 35 jaar en toen dachten wij als eerste reactie van ja, zo kun je elk probleem oplossen. Daarom vraag ik, voorzitter, is er nou ook nog een andere dan een financiële argumentatie onder deze verlenging van de investeringsduur te leggen. En ook, voorzitter, wij hebben destijds een kwaliteitsplan vastgesteld voor de buitenruimte, wat blijft nou over van de ambities van dat plan nu wij zo rigoureus lijken te gaan snijden in de budgetten. Iets over de organisatie, voorzitter, wij zien daar twee Voorzitter: Mijnheer Boele, u gaat ook over een minuut of twee zo’n beetje aan het eind van uw betoog zijn? De heer Boele: Ja. Voorzitter: Mooi. Dank u wel. De heer Boele: Ik ga mijn best daarvoor doen. Voorzitter: Dan wil ik u niet nader onderbreken. De heer Boele: Maar hebt u wel van mijn minuten afgetrokken die uitvoerige introductie op de moties van de CUfractie, voorzitter? Voorzitter: Wat denkt u? De heer Boele: Ik weet het niet. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat ik al langer dan 10 minuten bezig ben. Voorzitter: U bent een kwartiertje bezig nu. Goed. De heer Boele: Op de organisatie nog even een paar dingen. Je ziet twee dingen. Aan de ene kant zien wij een toename van het budget met 3 fte en wij zeggen hard nodig. Maar tegelijkertijd zie je dat er juist op de organisatie vergaande besparingen worden doorgevoerd. Vanaf 2012 € 75 oplopend tot € 175.000,--. Het is voor ons bijna niet meer te ontwarren waar nou precies in die kluwen van verschillende geldstromen, waar wij nu aan de ene kant geld vrijmaken voor meer formatie en aan de andere kant ook in de organisatie mogelijkheden zien om substantieel met ongeveer een gelijk bedrag terug te brengen. Ik had er meer dingen over willen zeggen, maar ik moet me korten, voorzitter. Ik wil u van harte complimenteren met uw ambities rondom een nieuwe bestuursstijl. Ik wil kort in herinnering roepen dat onze laatste algemene beschouwingen van 2010 vroegen om een herbezinning op de positie van het bestuur naar de burger toe. Nou, in het collegeprogramma is daar inmiddels het nodige van opgenomen. Het collegeprogramma is ook op die manier interactief gecommuniceerd. Dat gaat ook voor de volgende fase van bezuinigingen gebeuren en wij waarderen dat zeer. Zeker als het gericht is op het motto wij moeten als gemeentebestuur vertrouwen uitstralen. Laat ik nou de indruk hebben dat dat ook gaande is, dat op dit punt ook aanmerkelijke verbeteringen gerealiseerd zijn. Op het punt van de grondexploitaties had ik een verhaaltje voorbereid, maar ik wil nu alleen maar vragen hoe het college reageert op die markteconomisch slechte tijden, waardoor Mercon uit beeld lijkt te verdwijnen, waardoor Noord- en Landvast al maar uitblijft, waardoor de Alblasserwerf stagneert. Hoe reageert het college nou op dat soort dossiers in het licht van de dingen die gebeuren, voorzitter. En tenslotte, wij hebben met veel voldoening vastgesteld dat het nieuwe college met vaart aan de slag gegaan is en met bijna tomeloze energie, ik overdrijf echt niet daarom, ik ga nog niet reageren op de voorstellen van de VVD, maar bijna tomeloze energie hebben wethouders en burgemeester zich op hun nieuwe taken gestort. Ik wil dat graag ook gewoon eens een keer in deze raad uitgesproken
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
18
hebben. Er is nog veel te doen en onze fractie heeft zich daar terdege rekenschap van gegeven. Wij als fractie van de SGP willen met het oog op deze opgave de raad en het college bevelen in de handen van onze goede God. Laten wij als oproep van onze kant in afhankelijkheid van Hem ons werk doen, om Zijn hulp te bidden en die vervolgens ook van Hem verwachten. Graag wensen wij, voorzitter, alle bestuurders van onze mooie gemeente en allen die hen daarin terzijde staan de rijk makende zegen van God. Dank je wel. Voorzitter: Dank u wel. De volgende spreker is, ja, de heer Pardo, die zich mentaal heeft kunnen voorbereiden. Ja toch, u gaat toch uw eerste termijn nu voeren namens de fractie van D’66? Gaat uw gang. De teller gaat nu lopen. De heer Pardo: Mijnheer Cardon, ik verheug me op deze bijdrage. Beste voorzitter, binnen de raad hebben wij tot op de dag van vandaag geen debat gevoerd over het definitieve collegeprogramma van het in maart aangetreden nieuwe college en zoals de heer Boele ook terecht opmerkte, ook dat is onderwerk van deze bijdrage. In deze bijdrage maar zeker ook in het debat van aanstaande woensdag wil ik met name het collegeprogramma in de breedte betrekken, dus niet allen die aspecten waar nu een financiële vertaling wordt gemaakt van het akkoord in de begroting maar ook die aspecten die niet direct financieel vertaald worden in de begroting 2011 en in de meerjaren. Even als intro, als kanttekening bij mijn bijdrage. Het college heeft, ondersteund door gemeentelijke ambtenaren van Alblasserdam, werk gemaakt van de begroting voor 2011 en de meerjaren plannen voor 2012 tot en met 2014 en ergens werk van maken verdient op zich volgens onze fractie een compliment. De energie die het nieuwe college daarbij uitstraalt, dwingt bewondering af; wij waren in onze gemeente al gewend aan een wethouder die graag de krant haalt, maar ik moet zeggen dat ook de uitstraling van de overige bewindslieden naar de samenleving toe ons opvalt. Problemen benoemen, oplossingsrichtingen bedenken en daarbij zichtbaar zijn voor Alblasserdam zijn volgens onze fractie dan ook echt nodig om veranderingen voor de toekomst tot stand te brengen. Het gaat dan echter wel om het benoemen van de juiste problemen, de juiste richting aangeven en zichtbaar zijn met een doel, namelijk de samenleving enthousiast maken voor deze in te zetten veranderingen. Of het college op deze aspecten altijd de juiste dingen doet, vragen wij ons af, hoewel wij niet zover gaan te zeggen dat het college de weg kwijt is. Er zijn wel een behoorlijk aantal aspecten waar wij als D’66-fractie vraagtekens bij zetten of waar één en ander in ieder geval een nadere uitleg behoeft. Afhankelijk van die uitleg behouden wij ons natuurlijk ook het recht voor om aanstaande woensdag eventueel met moties of amendementen te komen. In het collegeakkoord wordt duurzaamheid als één van de kernwaarden benoemd en vervolgens wordt uitgelegd wat men er zoal onder verstaat, collega Zwaan maakte al een opsomming,… heel veel, zo niet alles bijna. Duurzame maatschappelijke verhoudingen, duurzame omgang met de leefomgeving, een duurzame interne organisatie en zelfs een financieel beleid wordt geschaard onder de noemer duurzaamheid. Het wordt zo algemeen gebruikt dat het bijna niets meer zegt. In combinatie met duurzaam wordt opvallend vaak de zinsnede “zoveel mogelijk” gebruikt, zowel voor het behoud van openbaar groen als het behoud van sociale infrastructuur en de maatschappelijke verbinden. Hoezo transparant en meetbaar? De drie P’s (People, Planet, Profit) worden wel gebruikt als kapstok om het gehele beleid aan op te hangen, zij worden echter niet ingezet om bijvoorbeeld het inkoopbeleid van de gemeente concreet duurzamer te maken op deze vlakken. D’66 wil dat aanbieders van openbaar werk moeten aantonen hoe zij voor onze gemeente aantoonbaar duurzamere diensten op people-, planet- en profitgebied kunnen uitvoeren. De gemeente moet hierbij aangeven wat wij op dit vlak verwachten. Wethouder, zie ik hier iets over het hoofd of is dit ook hetgeen u voor ogen staat? Laten wij eens verder stilstaan bij de stenen, zoals het wel benoemd wordt. Bij de ruimtelijke ontwikkeling als geheel zien wij veel projectplannen die stagneren. Inkomsten worden door het college naar de toekomst verschoven met de belofte dat zij wel ooit gerealiseerd gaan worden. Maar is dit wel zo? In het zojuist verschenen rapport van de Rabobank, genaamd “demografische krimp”, wordt onze regio benoemd als één van de regio’s waar in de toekomst niet meer maar juist minder woningen wellicht nodig zijn. Houdt het college rekening met deze scenario’s als zij spreekt van in totaal 873 woningen tot 2014 en nog eens de planning van 172 in de periode daarna. Aansluitend op datzelfde rapport blijken de problemen zich vooral voor te doen door wegrekkende jongeren voor wie deze regio gewoon minder te bieden gaat hebben. Zijn er vanuit dit college additionele inzichten die ons naar de toekomst toe gaan helpen dit proces te keren. Kunnen wij ook in het licht van ruimtelijke ontwikkeling ons woningbeleid afstemmen op deze groepen in de
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
19
samenleving, bijvoorbeeld starterwoningen als stimulans voor jongeren om juist hier te blijven. Ook deze vraag aan de wethouder. Wat nu met de vraag wie deze structuurvisie precies gaat maken. Als fractie zijn wij voor interactieve beleidsontwikkeling, het zal u niet verbazen. Het is belangrijk om “aan de voorkant” zoals onze burgemeester graag zegt, partijen te betrekken bij nieuwe visies die ontwikkeld worden. Het gaat wat ons echter te ver, het gaat wat ons betreft echter te ver om de verantwoordelijkheid van deze visieontwikkeling mede bij maatschappelijke partners te leggen. Van meebeslissen aan de voorkant kan, van meebeslissen aan de voorkant kan geen sprake zijn als niet alle relevante partijen inclusief burgers daarbij worden betrokken. De voornemens met Westwaard Wonen gaan wat onze fractie betreft dan ook te ver. Bij interactieve beleidsontwikkeling is het belangrijk de samenleving in de breedte te betrekken bij het meedenken en ver te blijven van structuren en samenwerkingen die wellicht door sommigen als cliëntelistisch benoemd worden. Voorafgaand aan de structuurvisie vindt het college dat er een onderzoek moet plaatsvinden naar de ontwikkeling van het gebied Bochanen/ATO. Onze fractie moedigt dit onderzoek aan maar waarschuwt ook hier voor het meebeslissen door maatschappelijke partners aan de voorkant. Na het debat over het coalitieakkoord in april vinden wij het onbegrijpelijk dat u deze ontwikkeling op voorhand nog steeds koppelt aan een mogelijk verzoek van kerkgenootschappen voor een nieuwe kerklocatie. Laat hier geen misverstand over bestaan, ook wij hebben begrip voor de huisvestingsproblemen van kerken, zoals meer verenigingen in Alblasserdam huisvestingsproblemen hebben. Wij verzoeken het college echter deze twee onderwerpen van elkaar, los van elkaar te beschouwen en te behandelen. Er zijn aan de voorkant wellicht meerdere partijen die over de bestemming van dit gebied willen meedenken. Als fractie zouden wij ons heel goed kunnen voorstellen dat er bijvoorbeeld een supermarktondernemer in Alblasserdam is die graag naar het genoemde gebied zijn winkel zou willen verplaatsen en hier het winkelgebied Dam/Plantage qua economische bedrijvigheid een positieve impuls zou kunnen geven. Door aan de voorkant enkel in de richting van kerkgenootschappen te kijken lijkt ons de zoektocht, dat lijkt ons een zoektocht in de verkeerde oplossingsrichting. Graag horen wij van de wethouder hoe dit onderzoek zal worden aangepakt en of het college bereid is de genoemde koppeling los te laten. Mede in dit verband hoort onze fractie ook graag hoe de dimensie cultuurhistorie voor het college een rol gaat spelen in dit dossier. Dan de plannen voor het dijklint. Uitermate teleurstellend vindt onze fractie het om in het college, sorry, in het collegeprogramma het kopje, onder het kopje “wat gaan wij ervoor doen” nog steeds de verkiezingsretoriek “er komt geen derde ontsluiting door het buitengebied” terug te vinden. Iets wat je niet gaat doen, zou toch niet horen onder een kopje “wat gaan wij ervoor doen”. Terecht wijst Belangengroep Dijk er dan ook op dat dit niet echt duidt op een oplossingsgerichte houding. Eerste vraag is dan ook gelijk, wat gaat u dan wel doen om de problemen van het dijklint op te lossen. Hoewel het college wel maatregelen benoemt, houden wij onze twijfels over de doelmatigheid van deze plannen. Voor onze fractie blijft in ieder geval gelden dat bij het zoeken naar een regionale oplossing met omliggende gemeenten en betrokkenen alle mogelijke opties bespreekbaar moeten zijn zonder op voorhand blokkades op te werpen. Uitdrukkelijk zeggen wij hierbij dat wij ook geen fan zijn van een derde ontsluiting, maar onderzoek naar alle mogelijke opties is bij de oplossing van deze problematiek, denken wij, wel noodzakelijk. Binnen de structuurvisie moeten wij zeker spreken over Haven-Zuid als nieuw gebied voor stimulering van toerisme. Meerdere malen heeft onze fractie gewezen op de omvang van dit ambitieuze plan in combinaties met de risico’s die hierdoor gelopen worden. Juist een project van deze omvang rechtvaardigt een intensieve regionale aanpak en het verleggen van risico’s naar een regionaal niveau, zelfs deze risico’s, zelf deze risico’s als gemeente dragen, zou wel eens een te zware last en een toekomstig bankroet voor onze gemeente kunnen betekenen. Wij roepen de wethouder dan ook op om alles in het werk te stellen om van Haven-Zuid een echt regionaal project te maken met de regionale ontwikkelingsmaatschappij ROM-D als (mede)risicodrager. Jammer is in dit verband wel dat onder het hoofdstuk Haven-Zuid ook gesproken wordt over het behoud van beeldbepalende historische panden, wetende dat één van de laatste industrieel historische loodsen het afgelopen jaar tegen de grond is gegaan. Vraag aan de wethouder of het industrieel erfgoed van Alblasserdam nog enig belang in zijn portefeuille krijgt en, indien dit het geval is, hoe hij hier invulling aan denkt te geven. Met Haven-Zuid kijkt onze fractie dus nadrukkelijk naar de regio maar niet alleen voor Haven-Zuid is bezinning op de regio van essentieel belang. Staan wij nog steeds met één been in het dorp en met één been in de regio zoals het college en deze raad heeft vastgelegd of zijn de regionale verhoudingen inm8iddels aan het verschuiven. Vanuit de rijksoverheid wordt gemeld dat het samenvoegen van gemeenten alléén van onderaf (met medewerking dus van gemeente zelf) gebeurt, dus het lijkt erop dat Alblasserdam niet direct hoeft te vrezen voor herindelen. Maar is het college
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
20
samen met onze ambtenaren in de praktijk al niet bezig deze herindeling vorm te geven? Ik kom zo dadelijk op deze boude stelling terug. Terecht ziet dit college de bezuinigingen die in rijksverband op ons afkomen als één van de grootste uitdagingen voor de komende periode. Voor onze fractie is het niet bevredigend dat er met de echte e rijksbezuinigingen pas in de 2 fase begonnen wordt. Ook al zijn zij nu nog niet bekend, rekening houden met een voorzichtig scenario was voor onze fractie ook al in begroting 2011, dus in fase 1, een mogelijkheid geweest. In ieder geval is het benoemen van de zes lijnen om deze bezuinigingen in te vullen een start. Het IPD (Innovatie Programma Drechtsteden) wordt naar voren geschoven als één van de bronnen voor bezuinigingen. In de begroting rekent het college zich op drie manieren al rijk met de bezuinigingen die het IPD gaat opleveren. Eerder benoemde bezuinigingen uit het verleden, de PvdA die benoemde het al, worden nu geschaard onder het IPD, eerste fase bezuinigingen in lijn 6 (organisatie) worden ingevuld door het IPD maar ook de benodigde bezuinigingen van fase 2, voor de benodigde bezuinigingen van fase 2 verwacht men veel van het IPD. Het Innovatie Programma Drechtsteden als Haarlemmerolie voor bezuinigingen in verleden, heden en toekomst. Maar wat is dit IPD nu precies. Wederom, de naam helpt ons hier ook niet veel verder. Bij innovatieprogramma denk je normaal gesproken toch aan iets anders dan bezuinigingen. Volgens de uitleg die wij tot nu toe ontvangen hebben, betreft het een groot aantal ambtelijke regionale onderzoeken waarbij men kijkt of er via verre, verder- en verregaande samenwerking dan tot nu toe efficiencyvoordelen te behalen zijn. Het betreft hier + 30 van deze werkgroepen waar ambtenaren op verschillende terreinen kijken naar efficiency door samenvoeging van werkzaamheden met overige gemeenten binnen de Drechtsteden. Van dit programma zegt het college dat zij het onverkort wil overnemen, zonder op voorhand de politieke consequenties van de onderdelen te bespreken. Onze fractie vreest hier het ergste. Onder het mom van efficiencywinsten geven wij als Alblasserdam de kritische massa uit handen om als zelfstandige gemeente te opereren en de uiteindelijk opbrengsten van deze programma’s zijn nog zeer onzeker. Als wij mogen uitgaan van de ervaringen tot zover met de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden, dan zijn de ingenomen bedragen in de begroting over het algemeen niet voldoende. In het verleden heeft de gemeente Alblasserdam meerdere malen de portemonnee moeten trekken om op GRD-onderdelen bij te springen en met deze IPD-wonderolie gaan de GRD-onderdelen dus efficiënter werken. Wij geloven het niet. Laat de GRD eerst aantonen dat zij efficiënt kan werken op de beleidsterreinen waar zij al verantwoordelijk voor zijn, door hierop bezuinigingen te realiseren zonder nog meer naar zich toe te willen trekken. Kortom, ziet dit college de GRD met ons de trap afgaan en zo ja, op welke terreinen. Met het onverkort aannemen van het IPD zal Alblasserdam zijn kritische massa om zelfstandig te opereren verliezen. Als wij dit willen, let wel het is niet onze, het heeft niet onze voorkeur, maar als wij dit willen da wel graag met open vizier en niet via de ambtelijke route, met andere woorden, eerst een politiek besluit , eerst een politiek debat voordat ook maar enig onderdeel van dit programma in werking wordt gesteld. Graag hoor ik van de wethouder of hij zich in deze procedure kan vinden. Na de stenen en de regio tot slot van mijn betoog aandacht voor de mensen In het kader van ons raads…, van ons eigen raadsonderzoeksprogramma is er gekeken naar de commissies die ondersteunend zijn aan het bestuur. De Culturele Raad wordt in dit rapport besproken als een club van pretentievolle kunstliefhebbers. Zelf verbazen wij ons over deze term in een onderzoeksrapport en wij horen graag van de wethouder van de lading van deze term is, pretentievolle kunstliefhebbers. Als het gaat om cultuurbeleid, zien wij graag dat activiteiten op dit vlak wel worden voortgezet. Sterker nog, er moet nu echt eens werk van worden gemaakt. Wij zien graag een onafhankelijke commissie die zich specifiek richt op vele culturele activiteiten in samenwerking natuurlijk met het sociaal cultureel centrum Landvast. Graag horen wij van de wethouder hoe hij tegenover dit initiatief staat en of hij bereid is om hier stappen in te zetten. Voorzitter: Mijnheer Pardo. De heer Pardo: Ja. Voorzitter: Ik weet niet hoever u al op uw lijst bent. De heer Pardo: Klein stukje nog.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
21
Ook Landvast wordt genoemd als mogelijke bron van bezuinigingen in het raadsonderzoeksprogramma. Onze fractie vindt dat de gemaakte afspraken met het bestuur moeten worden nagekomen. Dit betekent dus concreet een evaluatiemoment in 2013 en afrekenen achteraf. De plannen voor een beheersstichting voor de bestaande sportgebouwen lijkt mooi maar lost het probleem voor de sportverenigingen niet op. Ook in een beheersstichting kun je tenslotte niet sporten. Een langtermijnbeleid dat voldoet aan de behoefte aan sportaccommodaties en daarmee duidelijkheid voor de verenigingen is wat gevraagd wordt van dit college. Binnen deze context graag uitleg van het college over de opmerking in De Klaroen van 13 oktober 2010 waarin wethouder Verheij vertelt dat het tot de mogelijkheden van het college behoort geen nieuw zwembad te gaan bouwen. Staan de coalitiepartners achter deze uitspraak en zo ja, hoe sluit dit dan uiteindelijk aan bij de wil oude beloftes richting Alblasserdam op termijn wel na te komen. Dan het aantal mensen binnen dit gebouw. Het blijft onze fractie verbazen dat in een tijd dat iedereen moet inleveren, er binnen dit gemeentehuis gevraagd wordt om 3 extra fte voor onder meer communicatiebeleid. Als een mooie eerste stap voor de formulering van de tweede fase in de bezuinigingsronden lijkt me het schrappen van deze 3 fte een goede stap. Graag hoor ik van de wethouder of hij die visie deelt. Concluderend heeft het college met deze begroting een eerste stap gedaan in de inspanningen die nodig zullen zijn, zonder daarbij nog echt pijnlijke beslissingen te hoeven nemen. Als fractie zijn wij erg benieuwd naar de invulling van fase 2 en wij hopen daarbij dat gevonden oplossingen niet ten kosten zullen gaan van de zelfstandigheid van, maar ook de leefbaarheid en de vrijheden binnen deze gemeente. Voorzitter: Dank u wel, mijnheer Pardo. En als laatste spreker voor de pauze, zal ik maar zeggen, de heer Wesselius van de fractie van het CDA. Gaat uw gang. De heer Wesselius: Dank u wel, MdV. Het is toch wel bijzonder om als laatste te mogen spreken voor, in deze vergadering. Voorzitter: Maakt u er wat moois van zou ik willen zeggen. De heer Wesselius: Ja, ja, wij gaan ons best doen. Bij de voorbereiding van deze bijdrage hebben wij gekeken naar de manier waarop wij de woordvoering willen doen. Over een heleboel details praten of willen wij ons in eerste instantie beperken tot de hoofdlijn. Wij hebben gekozen om de hoofdlijn te doen plus een aantal kanttekeningen en wij willen beginnen met een aantal opmerkingen over ontwikkelingen die wij om ons heen zien waar het gaat om de algemene sfeer in ons land en de manier waarop wij met elkaar in het land in gesprek lijken te zijn. Het is groot feest als er iets misgaat in dit land, want dan heb je pas nieuws en als er een relletje dreigt, staan wij vooraan. Wij zijn één van de rijkste landen van de wereld en misschien wel het land waar de zaken het best geregeld zijn en toch verheffen wij mopperen en zeuren tot een hoge kunst. Dat wordt dan nog versterkt door de politiek die deze gevoelens mobiliseert en versterkt en door populistische insteek een ontwikkeling in het land tot stand brengt war je angstig van kunt worden. Politieke leiders schofferen de rechterlijke macht en politieke leiders zoeken en versterken verschillen. In een persconferentie van drie wijze heren werd verteld dat bruggen bouwen en verbinden een hobby is en daar lachten wij om. MdV, die ontwikkeling is zorglijk. Dat kunnen wij in dit land met elkaar niet hebben, zeker gezien de uitdagingen waar wij voor staan. Dat geldt ook voor de uitdagingen waar wij als dorp voor staan. Wij hebben ervoor gekozen om, over de in de hoofdlijnen over het document te praten, ook gezien de aard van het document en daar kom ik zelf zo meteen nog even op terug en op een aantal punten wat aanvullende opmerkingen te maken. MdV, de begroting geeft wat ons betreft een helder beeld en schetst een aantal scenario’s voor de komende jaren. Maar het is daarmee wel een, laat ik het maar noemen, een tussenbegroting. De echte discussie moet nog komen. Wij staan op een bijzonder moment, waarbij wij nog niet precies weten wat ons overkomt, waarbij wij wel een begroting vast gaan stellen. Wij houden onze adem in en wachten op de klap. Maar hoe hard de klap is, weten wij nog niet. Het is om een andere reden ook een bijzonder moment. Op een aantal punten zie je dat in het bedrijfsleven de derde kwartaalcijfers weer verbeteren en in een aantal sectoren heel sterk. In een aantal sectoren zie je daar ook de investeringen weer op gang komen. Bij de gemeente moet de klap
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
22
nog komen. De prijs van de stimuleringsmaatregelen van de afgelopen jaren komt eigenlijk pas vanaf volgend jaar bij de gemeente terecht. De vraag is wat doe je dan. De SGP-fractie die sprak daar ook al even over. Wij hebben een heleboel ballen die wij in de lucht hebben met elkaar en eigenlijk, en die ballen zijn dan toch maar de voorzieningen en de manier waarop wij het dorp in hebben gericht, en eigenlijk zou je die ballen zo veel mogelijk in de lucht willen houden. Toch hebben wij de angst dat dat niet kan. Maar wij weten nog niet of het niet kan. Ga je nu dieper snijden, stop je alvast een aantal voorzieningen, leg je al ballen weg of bereid je je voor op een echte discussie daarover en neem je het besluit over het wegvallen of het wegleggen van die ballen later. MdV, het college kiest in deze begroting voor het tweede scenario, om zich schrap te zetten en zich voor te bereiden en niet te gaan liggen voordat je geslagen bent. Het college presenteert een aantal scenario’s en doet een procesvoorstel. Middels zerobased budgetting, ik geloof dat bijna iedereen het woord gebruikt heeft vanavond, op zoek gaan naar overbodige kosten in de organisatie en automatisme uitbannen. Dat lijkt ons verstandig. Het college heeft ruimte gevonden in de huidige begroting door verborgen reserves aan te spreken en op zoek te gaan naar verborgen vet in de organisatie. Potjes die door automatisme zijn gevormd, zijn gevonden, tegen het licht gehouden en daar is voldoende ruimte gevonden om in ieder geval voorlopig met een sluitend beeld te komen, waardoor wij nu ook op een stabiele basis staan in die zin, dat in ieder geval de begroting sluitend is op dit moment als voorbereiding op de discussies over de pijnlijkere klappen die gaan komen. Maar het vet lijkt er nu wel uit, MdV. Het college geeft met haar aanpak rondom zerobased budgetting het idee dat er nog meer ruimte is, dat er nog vet is. Wij hopen daar van harte op, maar wij zijn bang dat nu het vet weggesneden is en straks echt in het vlees gesneden moet gaan worden en dat dat pijn gaat doen. Zoals gezegd, moeten wij nu al dieper snijden. Wat de CDA-fractie betreft niet, want de omvang van de klap is nog niet duidelijk en het overzicht over wat er mogelijk is met het vet wat eventueel nog in de organisatie zit, is ook nog niet duidelijk. Nu consolideren en overleven door het vet weg te snijden en direct verder met het uitwerken van een overlevingsplan als duidelijk is hoe groot de klap gaat zijn. MdV, je zou kunnen zeggen, er is sprake van struisvogelpolitiek. Je zou kunnen zeggen, het college grijpt niet diep genoeg in. Wij zeggen, het college heeft de patiënt voorlopig gestabiliseerd en kan nu een verstandsbehandelplan opstellen en dat vinden wij een verstandige aanpak. In die zin, zoals ik al zei, het is een tussen begroting en de echt ingrijpende keuzes die gaan nog gemaakt moeten worden. MdV, de eerste neiging bij het lezen van de begroting, zeker ook in lijn waarop wij dat afgelopen jaren hebben gedaan, is op zoek te gaan naar de telfout en op zoek te gaan naar de kleine punten waar het anders of beter zou kunnen. Wij hebben dit keer met name gekeken naar het globale beeld omdat een deel van de pijnlijke discussie nog gaat komen. Wij zijn met het globale beeld buitengewoon tevreden en wij vinden het een gezonde basis waarop wij volgende maanden samen op zoek kunnen gaan naar oplossingen voor de problemen die zeker nog komen. Met de nadruk op samen. Dan bedoelen wij niet het college alleen maar college en raad samen, oppositie en coalitie samen en eigenlijk bedoelen wij ook raad samen met inwoners van het dorp. De tijden zijn te moeilijk om te polariseren en politieke spelletjes kunnen wij ons niet veroorloven. Er staat veel te veel op het spel. MdV, willen wij dan helemaal geen opmerkingen maken in kritische of aanvullende zin op de begroting? Ja, wel een aantal. In de categorie uitvoeringsgerichte opmerkingen, strikt genomen misschien niet onze verantwoordelijkheid. Als het college waarmaakt wat in het programma staat, is dat natuurlijk helemaal fantastisch, maar toch een aantal kanttekeningen daarbij. Een aantal bezuinigingen, dat is ook door anderen al opgemerkt, lijken niet heel erg hard. Dan denk je aan bijvoorbeeld de bezuiniging op de SUS-wachten, de uitbreiding van de formatie waar wordt aangetekend dat twee plaatsen incidenteel zijn maar wel incidenteel voor de rest van de collegeperiode, versobering van de bijstand als dat nodig is, terwijl dit in regioverband gerealiseerd moet worden en wij daar helemaal niet zo heel veel keuzevrijheid hebben als gemeente. Wij vragen ons af hoe reëel dit is en wij zien natuurlijk ook dat, ja, je kunt wel zeggen dat je op de SUS-wachten wilt gaan bezuinigen maar het mag natuurlijk niet leiden tot probleemsituaties in het centrum. En bezuinigen op de bijstand mag natuurlijk ook niet leiden tot, tot kaalslag op dat gebied. Daar ontbreekt overigens ook de concrete invulling. Daarom kunnen wij daar nu ook heel slecht een inhoudelijk debat over voeren met elkaar. Met betrekking tot de extra formatie voor communicatie wilden wij nog opmerken, in lijn met een advertentie die ik in de file regelmatig door de auto hoor schallen, communicatie is geen afdeling maar een mentaliteit en een instelling. Als je dieper door het programma heengaat, zijn er meer van dit soort punten te vinden waarbij je zegt van ja, de richting is wel duidelijk maar de invulling moet nog wel heel concreet gemaakt worden. Een hele bijzondere, die is ook door meerderen al genoemd, is de opbrengsten die wij inboeken voor bezuiniging op de gemeenschappelijke regelingen. Wij ondersteunen dat van harte maar de vraag is natuurlijk wel, hoe reëel is dit.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
23
Met betrekking tot de toeristenbelasting. Wij vragen ons af wat de integrale opbrengst daarvan is en wij wilden wel de kanttekening maken dat waar wij nu al jaren roepen dat de campers bij Landvast zouden moeten gaan betalen, het wat vreemd is om in het hotel toeristenbelasting te heffen maar mensen die een camper hebben dat die wel gratis mogen parkeren en nou ja, geen stageld betalen maar dan denk ik uiteraard ook geen toeristenbelasting. Als je dit wil gaan doen, dan zul je dit ook echt over de hele lijn moeten invullen en dus ook voor de campers en dat zou toch wel mooi zijn als dit nu eindelijk zou gaan gebeuren. In de categorie weten wij wel echt waaraan wij beginnen, MdV, kijk in naar het Innovatie Programma Drechtsteden. Voorlopig zijn de resultaten nog al teleurstellend en bovenal… Nee, nee, daarbij kun je ook vragen stellen bij de manier waarop het wordt uitgevoerd en wat eruit gaat komen. Dan bedoel ik niet eens in financiële zin maar wat het gaat betekenen voor onze positie als gemeente. Gaat een dergelijke schaalvergroting niet leiden tot uitholling van de individuele gemeente en is er geen gevaar voor schaalvergroting onder schaalvergroting of misschien wel schaalvergroting onder carrière van de betrokken bestuurders, MdV. Wij maken ons daar zorgen om en wij moeten ons daar als gemeente diep gaan bezinnen op onze toekomst. Want als je kijkt wat er allemaal op ons afkomt en als je kijkt naar de manier waarop naar oplossingen wordt gezocht, liggen er keuzes voor die, die ver gaan. Laten wij ook goed op dit punt met de bewoners van ons dorp communiceren over de wenselijkheid van de gekozen richting. MdV, in dat kader een opmerking die wij ook eerder hebben gemaakt. Je kunt dit soort schaalvergroting alleen maar insteken als de Drechtsteden, als de gemeenschappelijke regelingen in het algemeen hebben aangetoond dat zij hun zaakjes op orde hebben. Dat betekent dat financiële verrassingen veel minder moeten zijn dan dat wij gewend zijn en het zou hier ook verstandig zijn eerst te consolideren en te stabiliseren en dan pas weer over verdere groei na te gaan denken. Tenslotte nog één opmerking rondom een punt waarvan wij zeggen in de categorie, dit is misschien wat dunnetjes, het is ook door meerderen al aangehaald, op het punt van duurzaamheid. Wij zouden duurzaamheid graag breder willen definiëren dan alleen financiële duurzaamheid, met name kijken naar milieu en dat soort aspecten in de breedte. Er wordt nu aangegeven dat er een duurzaamheidplan gaat komen voor € 40.000,--. Wij zouden graag samen met het college na willen denken of wij tot een milieuplan kunnen komen wat breder is dan alleen een duurzaamheidplan. De vraag is, ziet het college daarvoor mogelijkheden. Mdv, een wijsgerig mens sprak enkele weken geleden dat je moet snoeien om te groeien en daar zijn wij het natuurlijk helemaal mee eens. Dat weet iedereen. Het betekent wel, als je gaat snoeien, moet je er wel een beetje verstand van hebben. En dat betekent eigenlijk dat je moet weten wat je wilt bereiken met dat snoeien. Wil je dat de boom gaat groeien, wil je vruchten, wil je bladgroei. Om te kunnen gaan snoeien, zul je ook een groeiplan moeten hebben, MdV, en dat plan moeten wij de komende maanden met elkaar gaan maken. Het ziet er nu naar uit dat de snoei, het snoeien wat wij de afgelopen, nee, wat wij nu in de begroting zien liggen, dat lijkt op dat wij niet vruchtdragende takken wat terugsnoeien en wij op een aantal plaatsen, en dat is dan het vet uit de organisatie, ook wat dood hout wegsnijden. In de volgende stap zullen wij het levende hout moeten gaan snijden, MdV, en dat zal pijn doen en het is van belang dat wij dan ook vooral samen dat traject ingaan. Samen keuzes maken, samen de richtingen dragen en samen ook de pijn dragen wanneer wij een levende tak hebben moeten wegsnoeien. MdV, voor het CDA Alblasserdam is het kernwoord in deze barre tijden samen, want wij willen samen leven in ons dorp, in ons land, in de wereld. Als wij nu niet samen en samenwerken, wacht ons een barre toekomst. MdV, samenleven doe je niet alleen. Dat doe je ook niet alleen met je vrienden en zelfs niet alleen met je geloofsgenoten of je partijgenoten. Nee, MdV, samenleven doe je met z’n allen. Samen zoeken naar kansen voor de toekomst en elkaar behouden voor fouten en steunen als er toch fouten gemaakt worden. Samen zoeken naar oplossingen. MdV, ik ga afsluiten. Ooit begon Jan-Peter Balkenende de discussie over waarden en normen. Ik moet u heel eerlijk bekennen dat ik toen dacht dat het ging om geen rommel op straat, opstaan in de bus voor ouderen, deur openhouden voor wie achter je komt en een oude dame helpen oversteken. De jonge woudlopers uit Duckstad. Wie nu om zich heen kijkt en de ontwikkelingen in ons land ziet, zou zich misschien kunnen realiseren dat het om meer gaat. Dat waarden waarop onze Nederlandse samenleving is gebouwd, worden verworpen of tenminste aan slijtage onderhevig zijn. Wat daarvoor in de plaats komt, zijn karikaturen van het liberalisme, angstig individualisme. Dat biedt, wat de CDAfractie betreft, geen basis voor een gezonde toekomst. Als iedereen in z’n eentje vooraan wil staan, staat iedereen uiteindelijk achteraan, MdV. En als iedereen gelijk wil krijgen, verdwijnt de dialoog. In een discussie ontstaan geen nieuwe ideeën. Discussie is geen goed model om problemen op te lossen. Oplossingen en nieuwe ideeën ontstaan in open dialogen. Gesprekken op basis van werkelijke interesse in de ander en dan met name luisteren en zoeken naar de verbindingen in plaats van zout zoeken voor de slakken. Dat geldt in de samenleving, dat geldt ook in deze gemeenteraad.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
24
MdV, wij hebben ons beperkt in onze lijst met op- en aanmerkingen. Wij zijn blij met de voorliggende begroting, een stabiele basis voor het moeilijke traject van de komende maanden. Maanden van zoeken naar grotere oplossingen voor grotere problemen. Wij zullen ons inzetten om samen met u allen deze weg in te gaan en wij wensen tenslotte het college veel zegen en wijsheid toe bij de uitvoering van het voorliggende programma. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel. Wij kijken naar de klok en zien dat het negen uur is. Ik zou willen voorstellen dat wij een korte schorsing inlassen zodat het college nog even kan bezien en met elkaar kan bespreken wie wat voor zijn rekening neemt in zijn reactie en mogelijk een enkel punt nog wat uitdiept. Dat zou volgens mij niet een half uur hoeven duren, maar zou misschien wel korter kunnen zijn dan dat, maar er moet wel een sigaretje gerookt kunnen worden, zie ik een enkeling zeggen. En u kunt een drankje drinken in de kantine. Ondertussen gaat het college even omhoog. Als wij eerder dan half tien terugzijn, dan lopen wij ook even langs de kantine om u op te halen. U bent daar ook welkom uiteraard. Dus ik schors even deze vergadering tot het moment dat wij terug zijn, uiterlijk half tien. SCHORSING Voorzitter: Dames en heren, ik heropen de vergadering en dat betekent dat ik aan de raadsleden vraag om hun plek weer in te nemen. Ik ben verheugd om te zien dat een groot deel van de publieke tribune zijn avond ook nog voor een deel wil doorbrengen in het luisteren naar de reactie van het college op de inbreng van de raad in eerste termijn. Ik heb halverwege, toen, ik meen, de moties werden ingediend van de ChristenUnie, ook al even kort een soort schets gegeven van de orde van de vergadering over twee dagen heen. Ik zag toen allemaal knikkende gezichten en dat betekent dat er instemming was met het idee dat het college nu in hoofdlijnen gaat reageren op een aantal zaken die u heeft ingebracht, maar niet, ik zal maar zeggen, het hele, de begroting en het collegeprogramma zoals het op papier staat nog een keer gaat voorlezen om een beetje te parafraseren of wat ik de heer Wesselius ooit eens heb horen zeggen, want dat is niet de bedoeling, om dat nog eens een keer uitgebreid te doen. Maar wel daar waar toelichtingen kunnen helpen om woensdag het debat in tweede termijn onderling goed te voeren, dat wij dat proberen te doen. Dat betekent natuurlijk daar waar u rechtstreeks het college heeft aangesproken in eerste termijn er ook nog wat reacties komen. Maar wij zullen proberen aan de wethouder van Financiën te vragen of hij ongeveer eenzelfde spreektijd in acht wil nemen als dat de fractievoorzitters dat gedaan hebben. En ik zal hem met dezelfde coulance daarop wijzen, zoals ik dat met u gedaan heb, als dat nodig is. En de andere portefeuillehouders, wij dachten dat als die ongeveer vijf minuten per persoon hebben, dan heeft u een beetje een richttijd en dat betekent dat wij het zo rond een uur of tien dit zouden kunnen gaan afronden. Leek ons heel netjes voor de maandagavond. Ik wil niet zeggen dat ik dat met een schaartje ga knippen, de tijd, maar dat lijkt me een goede richtlijn en ook inhoudelijk een goede manier van doen. Als ik dat zo heb toegelicht, denk ik dat ik dan inderdaad de wethouder van Financiën als eerste het woord geef, die zowel vanuit financiën als ook vanuit zijn bestuurlijke portefeuilles op de onderwerpen in zal gaan die hem regarderen. Wethouder Verheij: Ja, voorzitter, dank u wel. Wij hebben hier een begroting neergelegd waarvan ik als wethouder van Financiën, dat heeft u ook eerder kunnen merken, content ben dat wij daar een structureel sluitend perspectief hebben neergelegd, waarin wij inderdaad het sociale domein hebben ontzien. Ook een beperkte lastenstijging hebben kunnen doorvoeren en het collegeprogramma hebben kunnen verwerken. Daar ben ik erg content mee. Wij zijn niet de weg kwijt. Wij hebben een andere weg in geslagen. Zoveel is zeker duidelijk. Wij hebben geen trucjes toegepast alsof het niet om echt geld zou gaan. Wij hebben ons vergewist van reële ramingen ook in de voorzieningen en reserves. Dat is, kun je creatief noemen maar het is echt geld en dat is ook beschikbaar en verantwoord om het zo te doen. Ik wil daarbij nog kort iets zeggen over de lastenstijging. Wij hebben een loon- en prijscompensatie toegepast. Dat hebben wij ook bij de perspectiefnota onderbouwd, rekening houdend met het feit dat wij daar ook in de algemene uitkering niet voor worden gecompenseerd. En zo komen wij op die 2,5% die u aantreft op het gebied van de OZB. Andere heffingen overigens niet. Wij vinden dat een verantwoorde en beperkte lastenstijging waarvan wij ook in het coalitieakkoord hebben gezegd, dat wij loon- en prijscompensatie verantwoord vinden toe te passen en dat doen wij dan ook. Wat wij ook toen hebben ingezet, dat is een route om die tweede fase bezuinigingen zoals meerdere mensen dat ook noemen daartoe te komen. Ja, een weg waarbij wij met deze solide basis op een verantwoorde en
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
25
zorgvuldige manier samen met de samenleving, samen met u als gemeenteraad, samen met de organisatie willen komen tot die aanvullende € 2 miljoen waarbij wij een samenhangend beeld presenteren vanuit de gedragen visie en in die zin, ja, vond ik het zeer ondersteunend en aansprekend nou, hoe ook het CDA het thema samen invulde, dank daarvoor, en samen met de samenleving. In aanvulling op durf te vertrouwen op de samenleving, zou ik willen zeggen ook dat is samen met de samenleving. Niet over de schutting om het maar zo te noemen. Maar samen op en daar kunnen zeker voorstellen die ook van links en rechts worden aangedragen, daar kunt u ook nog geld vinden, aan de orde komen. Zoals de heer Pardo zegt een zwembad. Ik heb niet gezegd dat ik vind dat het zwembad dicht moet of zo. Ik heb gezegd het staat ter discussie. Natuurlijk. Dat kunt u ook lezen in het coalitieakkoord en ook in het collegeprogramma dat wij in 2011 een heroverweging en nader besluit zullen nemen. Ik sluit op voorhand, overigens ook dank, mevrouw Leeuwis, voor de suggesties die u doet, niet uit dat wij dit soort type maatregelen moeten nemen. Om met het thema van de heer Wesselius opnieuw te spreken als het gaat over snoeien om te groeien, waar u aan refereert, sommige bomen gaan ook gewoon dood als je ze snoeit. Daar moeten wij natuurlijk heel zorgvuldig mee omgaan, moeten wij zeker weten dat wij die bomen weg willen kappen. Daarvoor ook ons gedragen proces waar wij, als het gaat om het voorstel voor dat proces, heel ver mee zijn en daar zult u zeker op zeer korte termijn in de Raadsinformatiebrief van ons horen. Wij gaan na deze begroting niet stil zitten. Wij houden de vaart erin. Wij zullen snel dat proces verder vormgeven, oppakken. Geen huis gebouwd op zand om dan maar eens een andere beeldspraak te gebruiken, maar een stevig fundament die de storm van de rijksbezuinigingen kan doorstaan. Daar werken wij aan en daar maken wij ons sterk voor. Dat geldt ook voor de oproep die van diverse kanten wordt gedaan van ja, maak het nu ook waar, hè. Papier is geduldig, je kunt ze wel opschrijven maar ga hard aan de slag. Die oproep en die handschoen pakt het college graag op met de hele organisatie. Vele complimenten die links en rechts zijn uitgedeeld, geef ik ook graag door aan onze mensen in de organisatie die het ook mogelijk hebben gemaakt deze begroting te presenteren en waar ik het volste vertrouwen in heb dat die niet alleen die organisatieontwikkelingen waar gaan maken, maar zeker ook met ons in het proces richting 2012 al hun creativiteit opnieuw ter beschikking zullen stellen om met ons, met u tot die, dat samenhangende pakket van bezuinigingen te komen in 2012. Er is gesproken over bezuiniging gemeenschappelijke regelingen. Hoeveel grip hebben wij daar nu precies op en hoe weet je nu dat je dat waar gaat maken. Ik wil er daarbij op wijzen dat een aantal gemeenschappelijke regelingen ook daadwerkelijk de taakstelling zoals genoemd in onze begroting al in het Algemeen Bestuur als taakstelling op zich hebben genomen. Natuurlijk moet dat ook ingevuld worden, maar de urgentie van de financiële problematiek en de bereidheid die wij aantreffen onder de bestuurders om daar ook taken voor te laten en niet alleen maar een bedrag in te boeken en later te constateren, dat je het niet haalt, maakt dat wij daar vertrouwen in hebben en dat wij dat haalbare bezuinigingen vinden. Rond de Drechtsteden zal, zullen andere portefeuillehouders daar wat meer over zeggen. Er is een oproep gedaan, maak nou transparant hoe dat zit met die financiën. Ruis noemt de ChristenUnie dat. Ik wil daarbij even refereren aan mijn eerdere toezegging met de tweede Bestuursrapportage om steeds bij P&C-documenten om het maar zo uit te drukken vanuit de Drechtsteden snel bij te leveren, wat betekent dit voor Alblasserdam. En bij de tweede Marap van de Drechtsteden heeft u het eigenlijk zelf al kunnen ervaren. Je had direct dinsdag vorige week inzichtelijk dat het bij Alblasserdam om € 4 ton zou gaan. Nou, dat overzicht had er niet bijgezeten als wij daar natuurlijk ons niet voor hadden ingespannen om steeds de mutaties ten opzichte van het vorige document inzichtelijk te maken. Ik zeg u zeker toe dat wij daar op door zullen gaan om iedere ruis te vermijden als het gaat om bedragen die vanuit Drechtsteden op ons afkomen. Als dat steeds maar, ja, tegenvallers zijn, vermijdbaar, wil ik opmerken dat een groot deel ook wel in de sociale zekerheid zit, Sociale Dienst. Ik noem maar even de bijstand, hè. Het grootste deel van die € 4 ton, waar u aan refereerde, ook in de commissievergadering, zit in het sociale domein. De bijstand waar, ja, tot mijn ongenoegen minister Donner onverkort aan de letterlijke afspraken en wat minder in de geest van die afspraken met de gemeenten heeft vastgehouden. Natuurlijk gaan wij daar op bijsturen en dat zal zeker ook pijn doen en dat betekent ook dat wij daar bezig zijn een heel pakket maatregelen te treffen om rijkskortingen op te kunnen vangen. En ook daarover kan ik u toezeggen dat wij daar vanuit de regio, want het is een overgedragen taak aan de Drechtraad en Drechtstedenbestuur, ja, met voorstellen en informatie zullen komen, mee zullen nemen niet alleen deze raad maar alle raden en zeker natuurlijk de Drechtraad in dat gremium in de bezuinigingen die daar nodig zijn om rijkskortingen op te vangen. Het raadsonderzoeksprogramma is door de SGP aangegeven, ja, wij vinden dat tegenvallend, heeft nog niet, nog niet stond er gelukkig bij, opgeleverd wat het zou moeten zijn. Daarbij wil ik toch aangeven en onderstrepen dat wij zeker gelukkig zijn met wat voor onderzoeken wij nu allemaal hebben gedaan. Het inzicht wat u in de Raadsinformatiebrief hebt aangetroffen, ja, daar is heel hard
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
26
voor gewerkt. Dat heeft nog niet altijd tot de centen geleid maar ja, ook dat is een zorgvuldig proces waarbij wij degelijke onderbouwingen willen. Als het gaat om bijvoorbeeld vastgoed, waar de SGP hoge verwachtingen van heeft, ja, hebben wij er doelbewust niet voor gekozen, zover zijn wij gewoon nog niet, zo is het ook weer, om bedragen in te boeken maar er is veel voorwerk gedaan. Wij moeten daar nog stappen maken om, ja, tot meer financieel inzicht, dus ook financiële vertaling in de sfeer van bezuinigingen of bijdragen aan bezuinigingen, oplossingen, opbrengsten, hoe je het ook wilt noemen, te komen. Er is zeker veel werk gedaan en ja, daar komt ook zeker nog meer uit. Maar wij kunnen nu niet zeggen bij ieder van die onderzoeken hoeveel dat is. Ook daar zorgvuldigheid, gedragen oplossingen en goede onderbouwingen. Dan is het nodige gezegd over organisatieontwikkeling. Ik ben blij met de brede steun voor de 3 fte die ik hier aantref. Dat is ook een randvoorwaarde voor het succes. Randvoorwaarde voor het succes en dat ervaar ik ook. Is natuurlijk ook het commitment van de organisatie, de gemeentesecretaris, het managementteam, de drive die ik daar ervaar, dagelijks zou ik willen zeggen, dat maakt het dat wij erin geloven dat die organisatieontwikkeling doorgezet wordt, dat ook die besparingen in die verschillende bewegingen die tegelijkertijd worden ingezet ook haalbaar zijn en verantwoord zijn. Nee, het is geen trucje om dat een aantal jaren incidenteel te noemen, maar het is, het geeft een ambitie aan dat wij, ook de organisatie, zich eraan gecommitteerd heeft dat in een aantal jaren overbodig te maken, die toevoeging van die, twee van die drie fte. Daarom incidenteel. Dus wij gaan ook integraal op al die ontwikkelingen sturen en besturen, zodat niet links en rechts misschien, zoals u het nu soms typeert, allerlei bezuinigingen over de organisatie heenkomen in combinatie met wat een ambitieus traject, maar dat wij daar zorgvuldig en goed zicht op houden en dat ook waar kunnen maken en gaan maken. De concrete vraag van de heer Pardo, deelt u onze visie op dat punt, is mijn korte antwoord nee, die visie deel ik niet. Dit is echt nodig om die ontwikkeling mogelijk te maken. Hierbij wil ik ook gelijk even ingaan op het zerobased budgetting, zoals door bijna iedereen is uitgesproken en aan is gerefereerd. Het is niet simpel een benadering om alleen maar, zoals soms is gezegd, overbodig vet weg te snijden. Het is juist ook een benadering om inzicht te verschaffen in waar dat, die budgetten nou precies hoe die zijn opgebouwd, inzicht te krijgen op keuzeruimte. Dus niet alleen maar overbodig vet maar wel degelijk ook inzicht in welke precieze taken binnen zo’n budget vallen. Waar dus op te kiezen valt. En het moet zeker ook een bijdrage leveren aan verbetering van het budgetbeheer en procesverbetering in de organisatie. Daarom loop het ook gelijk op met organisatieontwikkeling. Het Innovatie Programma Drechtsteden, ook door velen genoemd, ook zorg over uitgesproken. Ik wil daarbij het ook graag als een oproep zien om daar heel actief op te sturen en daar ook snel met resultaten te komen. De raad ook mee te nemen in dat proces. Ja, dat zeggen wij u toe. Ook dat is overigens wel een proces wat wij in gezamenlijkheid met de zes Drechtsteden moeten doen. De urgentie is ons overduidelijk, ook vanuit het college overigens, om daar snel met resultaten te komen. Wij hebben eerder gezegd in het voorjaar 2011 moeten daadwerkelijk die voorstellen komen en nee, mijnheer Pardo wij gaan u niet stiekem via de achterdeur daar tot dingen laten verleiden zonder dat u daar doelbewust voor heeft gekozen. Open politiek proces, ja, open vizier. Zeker ook in de richting van het CDA op dit punt wil ik graag onderstrepen dat… Natuurlijk heeft het alles te maken met die kijk op de regionale samenwerking. Het kan ook niet anders als je daar veel intensievere stappen in wilt maken, als je die wilt maken in zo’n Innovatie Programma Drechtsteden. Ook dat is, moet een open proces, open discussie zijn, waar niet via de achterdeur van bedrijfsvoering allerlei stappen worden gezet die dan onomkeerbaar zouden zijn in de samenwerking of componenten eruit zouden trekken waarbij je zegt van ja, wat is nou eigenlijk nog de waarde van een eigen organisatie of de kritische massa of hoe het ook wordt genoemd door deze en gene. Open proces inderdaad. Dan, even kijken hoor. Ja, ik laat even de voorstellen zoals die door de VVD zijn gedaan aan het politieke debat. Geen onwil maar ik wil graag uit de raad dat in debat zoals de voorzitter ook heeft gezegd, dat open tegemoet treden waarbij het overigens wel zo is dat ook in het proces richting 2012 wat mij betreft er geen barrières zijn vooraf. Graag een open discussie daarin met de raad, met de samenleving, met de organisatie, waarbij wij vanuit de gedragen visie op hoe willen wij het anders, een fundamentele visie, komen tot voorstellen met concrete bedragen waarbij wij de perspectiefnota 2012 zoals in ieder geval onze insteek van die opdracht daadwerkelijk tot een pakket aan voorstellen komen, om en nabij de € 2 miljoen, waarmee wij het meerjarenperspectief zoals het op dat moment ons zal blijken over die meerdere jaren zullen kunnen oplossen. De VVD wijst nog op de PM-posten in het collegeprogramma. Natuurlijk zullen wij ook daar, als wij tot realisatie van die posten overgaan en het daadwerkelijk geld kost, dat is niet altijd het geval namelijk, een sluitende en structurele dekking bij leveren. Voor zover plannen mogelijk zijn onder dat geld meer uit te trekken, dan is dat natuurlijk niet aan de orde, maar mocht dat wel het geval zijn, kan ik u direct ook toezeggen dat er natuurlijk bij te leveren.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
27
Rondom het Dijklint wat ook door meerdere mensen is genoemd, zeg ik u toe op korte termijn met een Raadsinformatiebrief te komen, waarin wij aangeven wat is er tot nu toe gedaan, wat is de voortgang daarin en zal zeker ook daarin aandacht besteed worden oplossingsrichtingen. Ik zit donderdag bij de gedeputeerde overigens met de collega van Nieuw-Lekkerland om daar ook weer verdere stappen in te maken. Ja, wij zitten daar overigens op de koers dat wij liever gedragen richtingen en oplossingen presenteren dan precieze cijfers van x% minder op het dijklint, verkeer et cetera. Natuurlijk moet het een bijdrage leveren aan een rustiger en veiliger dijklint zoals het in ons coalitieakkoord staat. Het is geen verkiezingsretoriek maar een duidelijke richting die wij op willen en ook op gaan. In die Raadsinformatiebrief zal ik u daar meer over zeggen. Even kijken. De ChristenUnie heeft nog gevraagd om, rondom het rentebeleid consistent beleid. De Raadsinformatiebrief die daar inderdaad in de auditcommissie is toegezegd, dat heb ik daar al toegezegd. Zal ik nu herhalen inderdaad. Gaan wij doen. Overigens is het niet zo dat wij nu maar het percentage waarmee wij rekenen rondom rente helemaal onverantwoord laag maken. Ook dat zullen wij verder laten zien in die Raadsinformatiebrief. Kijken. Het dijklint heb ik gehad. Rondom openbaar vervoer zegt de ChristenUnie ja, gebeurt te weinig. Ik denk het niet. Nou, die richting- of route-informatie dat is het natuurlijk niet. Komend jaar, ook in begroting 2011, is dat genoemd, staat dat wij nog rondom Hoogendijk, bedrijventerrein Nieuwland openbaar vervoermaatregelen zullen treffen in het kader van hoogwaardig openbaar vervoer Drechtsteden. Het busstation aan de Rijnstraat zal in 2011 worden opgepakt. Ook dat is weer een hoog, of toevoeging aan hoogwaardig openbaar vervoer Drechtsteden en ook Waterhoven zal in 2011 worden aangesloten met een eigen bushalte op het openbaar vervoer. Ook dat is een bijdrage aan hoogwaardig openbaar vervoer in ons dorp. Even kijken. Volgens mij heb ik dingen in mijn portefeuille in ieder geval en het algemene beeld wel genoemd, anders neem ik het in tweede termijn wel. Nou, net iets over een kwartiertje. Voorzitter: Nou, dit was de marge die eenieder gegund was. Ik kijk naar wethouder Veerman. Wethouder Veerman: Dank u wel, voorzitter. Ik wilde graag vier thema’s even bespreken als aanvulling op de discussie die wij zo net gehoord hebben op de inbreng. Haven-Zuid als eerste. Dat is een ambitieus programma maar het is niet een risicovol programma in de zin van dat wij daar grote risico’s lopen. Daar bent u eerder over geïnformeerd, dat de risico’s in beeld zijn. Het gaat daar wel om vrije tijdseconomie. Ook dat is een regionaal thema, economie en arbeidsmarkt. Het gaat toch hier om kennisextensieve banen die wij hier willen creëren en wij willen combineren de sterke punten van Hollands glorie. Dus kortom, een echt regionaal programma waar de ROM-D ook in mee wil doen maar niet voorop wil lopen in de risico’s. Het zit ook niet in hun eerste portefeuille, maar zij zijn er wel bij betrokken. Dus op dit punt gaan wij aan alle kanten proberen de drie P’s, en misschien kunnen wij er nog wel meer van Pleasure en Passion nog bij doen, mijnheer Pardo, want het is natuurlijk wel een fantastische project. Dan het duurzaamheidplan om nog eens een mooi thema te noemen. Het CDA vroeg kan het milieu in de breedte worden ingevuld. Nou, dat is wel de bedoeling. Energiebesparing, woonlasten. Wij willen kijken naar biodiversiteit, naar ruimte, naar allerlei vormen van duurzaamheid die bij milieu horen maar die ook horen bij wat dit college wil nastreven om duurzaam mee bezig te zijn. Bijvoorbeeld ook de structuurvisie hoort daarbij. In de structuurvisie gaat het over hoe gaan wij samen met de samenleving nadenken over Alblasserdam in 2025. Dat is van groot belang om dat te doen. En dat niet alleen met de corporatie dan zoals genoemd is maar juist, en dat is ook de reden waarom wij daar extra budget voor hebben gevraagd, om dat samen met de samenleving te doen. En natuurlijk, als je misschien wel een derde deel van alle woningen hebt, is het een belangrijke partner om daarin mee te denken, maar het gaat verder. Het heeft ook alles te maken met hoe wij willen wonen in Alblasserdam. En dat is ook het bruggetje naar het woonklimaat. Daar is gezegd van ja, wat betekent dat nou, zo’n rapport van bijvoorbeeld de Rabobank. Dat is een hele goede bank. Heeft ook eigen verzamelaars van data. Maar als je nou kijkt naar het rapport, in 2030 wordt de krimp verwacht in onze regio. Als je dan ziet dat wij in een zeer druk bezette regio zitten, dan zou je je kunnen afvragen of nou de krimp bij ons het ergste is. Wij zijn soms wel een beetje een overdolgedraaid stukje van Nederland, terwijl, als je dat vergelijkt met Groningen, wat je volgens mij ten onrechte doet aan Limburg, ja, daar heb je nu al leegstanden, heb je nu al mensen die niet weten wat zij met hun panden moeten, en dat is in onze regio absoluut nog niet het geval. Wij zijn ook voornemens om met een woonvisie te komen. In de eerste helft 2011 kunt u daar ook van het college een voorstel voor verwachten. Er staat nu nog in de bestuurlijke planner dat dat eind van dit jaar zal zijn. Voor het eind van deze maand krijgt u daar een Raadsinformatiebrief over of een raadsmemo om nog eens uit te leggen wat met die woonvisie zou
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
28
moeten gebeuren volgens het college. Bij dat woonklimaat hoort natuurlijk ook de waterbus. Daar hoort ook bij het groen, de molens, de buitenruimte. Alles telt mee om te zeggen dat wij in Alblasserdam een mooi woonklimaat hebben en binnen de Drechtsteden wordt er ook met de zes portefeuillehouders woonruimte gesproken over de gevolgen van, ja, wat gaan wij nu doen met bouwen en moeten wij nog wel bouwen wat allemaal in de pipeline zit. Dan kom is op het vierde punt, markteconomische omstandigheden. Als u dan weet dat Alblasserwerf gaan wij op 2 december een eerste paal slaan voor de havenmeesters. Dat betekent 34 woningen worden toegevoegd. Hof en Singel hebben wij 18 november een extra avond voor alle omwonenden, omdat het bestemmingsplan ter inzage ligt en omdat de bouwaanvraag aanstaande is en omdat wij met de bouw volgend jaar willen beginnen. Waterhoven, op 7 december een voorlichtingsavond hebben wij. Dat zijn 23 woningen van de 90 die nu te koop zijn. Maar er zijn ongeveer 200 belangstellenden. Je zou denken van er wordt toch nog gekocht en er wordt toch gebouwd, En dan noemt u ook nog Noord- en Landzicht en Mercon en er zijn nog meer te noemen. Wij praten met alle bouwers en met alle ontwikkelaars en zeggen van wat betekent het nou dat er op het ogenblik in Nederland toch wat minder woningen verkocht worden en wat kunnen wij daaraan doen. En daar worden afspraken over gemaakt. Soms betekent het iets uitfaseren, soms betekent het dat wij zeggen van wij doen een fasering, dus bij Waterhoven geen 90 in één keer bouwen maar 23. Op die manier wordt geprobeerd rekening houdend met de markteconomische omstandigheden toch te kijken van wat kunnen wij doen. Op dat punt denk ik, voorzitter, dat wij toch nog een redelijke inspanning leveren om de woningmarkt in de Drechtsteden te voorzien van prima woningen ook in het segment wat wij graag wilden, ook in de prestatieafspraken lange termijn, de PALT, die binnenkort ook naar uw raad toekomt, waarin staat dat wij voor het iets duurdere segment ook woningen moeten hebben in deze regio en dan leveren wij als Alblasserdam onze bijdrage. Dan was er nog een hele concrete vraag van de SGP-fractie over de Omgevingsdienst, waarom is daar geen raadsvoorstel voor. Omdat het een gemeenschappelijke regeling tussen de gemeenschappelijke regeling Milieudienst Zuid-Holland Zuid en de provincie Zuid-Holland. Dat betekent dat het niet een regeling is waar wij als raad of als Alblasserdam een besluit voor hadden hoeven te nemen. Voorzitter, dat waren even een paar hoofdpunten zoals ik die graag met de raad wilde delen. (Noot notulist: interruptie zonder microfoon “nee”, dat mag u niet”) Voorzitter: Ja, dan mag nu wethouder Cardon. Hij heeft even geduld moeten betrachten maar nou mag hij vijf minuten. Wethouder Cardon: Ja. Ja. Ik zal de klok in de gaten houden. Ik zal het kort houden. Over die wegen daar heeft iedereen het over, die 30/35 jaar. Wat hebben wij hier nou voor grap uitgehaald. Zo kunnen wij doorgaan en na 50 jaar of wat dan ook. Dat is niet de bedoeling. Dit is gebaseerd op CROW, dat is een gerenommeerd instituut en die zegt voor veengrond 30 jaar en voor klei 35. En laten wij hier nou van beide hebben in Alblasserdam. Dan daarnaast is het zo dat daarboven hangt dat wij zeggen, het moet aan een bepaalde kwaliteit doen hier in Alblasserdam die wegen en dat zullen wij in de gaten houden. Alleen, bepaalde groepen zullen misschien zeggen laat het een 7 zijn, maar bij mij was ook een 6 voldoende. Dus het zou best kunnen zijn. Wij zullen het goed in de gaten houden. Ik hoor heel lovende woorden over hoe Alblasserdam eruit ziet en het is aan de politiek om… Nou ja, die is genoemd, hè, 13 jaar geleden dat wij er een, dat bepaalde politieke partij er een zooitje van gemaakt heeft. Ik geloof niet dat dat de bedoeling is nu. Maar dat moet dan de volgende raad maar uitmaken, want ik zeg nu, als het college ………………… die het gedaan hebben. Dan zijn er nogal wat subsidies die de VVD noemt, jeugdsubsidie, de subsidies in het algemeen, bibliotheek en de gezondheidszorg. Het college heeft heel duidelijk ingestoken om in individuele gesprekken met de verschillende organisaties te kijken van waar zou er bezuinigd kunnen worden. Wij hebben dus gevraagd aan die organisaties van kom eens met een voorstel. Vanmorgen heb ik dat nog gedaan met de bibliotheek. Van kaalslag, daar zouden wij niet aan mee willen werken, maar het is wel heel prettig dat mensen zelf zeggen, waar is er nou te bezuinigen en wat betekent dat als je daar bezuinigt. En daar zullen wij mee komen. WMO. De bedragen die daar genoemd worden dat verbaast me ten zeerste. Ik weet dat het grootste gedeelte van de WMO-gelden die wij van het rijk krijgen, en dat was in de vorige periode, toen had ik die portefeuille, want toen zat daar ook in namelijk wat vroeger WVG was en dat bedrag moeten wij bijna voor 79% inleveren of nog meer bij de Sociale Dienst. En er is een bepaald budget, niet al te
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
29
groot, en daar hebben wij een gedeelte van in deze begroting al ingeleverd. Ik hoop dat er wat ruimte blijft voor de WMO, maar dat is aan de politiek. Want door de PvdA is de AWBZ genoemd, wat daar allemaal ons boven het hoofd hangt en het zou me niet verbazen als het rijk zegt van nou, los dat als gemeente maar op. Maar er komt nogal wat op ons af, dus dat is aan u om daar verder over te praten. Beschermd dorpsgezicht. D’66 zegt, tenminste als ik het goed opgevangen heb en misschien is dat een bepaalde manier hoe ik luister, die heeft het gehad over beeldbepalende… Ja, zover ben ik nog niet allemaal gelezen. Maar beeldbepalende panden heb ik opgepikt uit uw verhaal. Maar als u het had over Haven-Zuid, dan… (Noot notulist: onverstaanbare interruptie heer Pardo, zonder microfoon) Ah, oh, u dacht aan het industrieel erfgoed. Ja, dat betreur ik ook dat wij dat in het verleden gesloopt hebben. Daar hadden wij een hal, hier op Alblasserwerf en er is toen uitgesproken, ja, dat die grond niet van ons is, niet van de gemeente dan, en dat degene die dat in handen heeft er een andere bedoeling mee heeft en ik kan u vertellen… Nee, dat ga ik niet doen. Nee, anders duurt het te lang. De Culturele Raad daar wil ik ook nog wel iets over zeggen. Het is zo dat de Culturele Raad door sommige mensen in ieder geval aangeduid is als een groep die zich vooral bezighoudt met kunstwerken. Ik heb hier eerder gezegd in deze vergadering, dat ik de Culturele Raad uit zal nodigen om het daarover te hebben, omdat ik op een fatsoenlijke manier met deze mensen het zou willen afronden. Die brief is uit. Wat u zegt, een Culturele Raad waarin veel meer zit dan alleen dat, dus in het verleden was hier ook een Muza, dat waren de muziekgezelschappen en de koren, en zo zijn er nog een aantal groeperingen. En het zou best kunnen zijn dat wij wellicht op termijn juist daarmee aan de slag gaan. Het plastic. Daar wil ik wel even wat over zeggen. De ChristenUnie heeft het gehad over plastic en het is ook een rommeltje. Als het flink waait, dan zie je die zakken hier door het dorp gaan en het is de bedoeling, het is de bedoeling en dat wordt al onderzocht om containers neer te zetten, want ik kan u verzekeren dat ik ook die een paar keer gefotografeerd heb om duidelijk te maken dat die er dus zijn. En daar wordt aan gewerkt. Dan het groen op de begraafplaats. Als de begraafplaats een park zou zijn, waar je zegt daar loop ik nou eens door, ik weet niet of u ooit op Zorgvlied geweest bent, maar dat is in Amsterdam, en daar heb ik wel eens rondgelopen, want ik heb een afwijking om begraafplaatsen te bezoeken, dat heb ik ook vorig jaar gedaan in Petersburg en ik moest zelfs betalen voor die begraafplaats, dat was een hele mooie, dus ik denk dat dit groen echt bij deze begraafplaats hoort en niet dat wij zeggen nou, dat is nu een park waar je van zegt dat moet je niet toerekenen aan die, aan die begraafplaatsen maar aan het dorp. Dus dat wou ik neerleggen en dan… En ik geloof dat ik hiermee moet stoppen. In ieder geval met Landvast, ja, want daar zijn wij mee begonnen, daar wou ik mee afsluiten, met Landvast zijn wij, dacht ik, in een goed gesprek over hoe zorgvuldig wij in ieder geval met dat kostbare juweel daar in het water willen omgaan. Wij hebben zelfs afgesproken om 1 december als totaal college met het bestuur van Landvast te discussiëren en te kijken van, ja, waar moeten wij Landvast nou precies zetten en waar moeten wij vooral niet aan gaan sleutelen. Aanvankelijk was het dus de bedoeling achteraf te zeggen van, OK, wat wordt er ingeleverd. In deze barre tijden proberen wij ook aan de voorkant te vragen, wilt u meedenken en kan het iets betekenen. Wij komen ongetwijfeld een keer in deze raad terug van hoe wij met Landvast omgaan als het gaat bijvoorbeeld over reservering en dat soort zaken. Dat was het, voorzitter. Voorzitter: Dank u wel. In mijn portefeuille is er een enkel woord ook nog gesproken over openbare orde en veiligheid en wat bestuurlijke ontwikkelingen. Daar wilde ik nog even wat aandacht aan besteden. Ik heb vanuit de mond van Rinus van Lavieren gehoord over zaken die wij in onze APV ook geregeld hebben over niet alleen de openbare dronkenschap, maar ook het alcoholgebruik. Eigenlijk zie ik het als een ondersteuning van de lijn die met de vorige, met de APV-wijzigingen door uw raad zijn ingezet ook mogelijk zijn en die ook nu tot de instructie van de politie behoren. Ik zie dat eigenlijk als een aanmoediging om daar nog eens een keer, hè, om daar extra op te blijven letten, niet zozeer als een beleidswijziging. Zo had u het volgens mij ook niet bedoeld, maar wel houd dat nou in de gaten. En volgens mij is dat ook wat wij echt proberen te doen en wat mensen die soms eens met de politie meerijden ook zien gebeuren, dat dan de politie, die pakt gewoon zo’n biertje af en hup, daar gaat het in de riolering. Dat vinden de jongelui die het betreft niet leuk, maar het is wel nuttig dat het gebeurt om ook even een goed voorbeeld te hebben dat je niet alcohol op straat hoort te gebruiken. Dat gebeurt consistent, in ieder geval voor zover dat mogelijk is en meldingen op dat punt zijn mij altijd welkom. Over de SUS-wachten, ik meen dat daar het CDA, ja. U vroeg daarover en dat is ook een andere partij die ik even niet paraat heb, over die bezuinigingen zijn die nou niet, de VVD, zijn die niet zacht, was
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
30
volgens mij uw opmerking en u zei, geloof ik, span het, hoe zeg je dat, het paard niet achter de wagen. Nee, wij zijn, wij hebben goed geanalyseerd op welke tijdstippen die SUS-wachten het meest effectief en efficiënt hun werk kunnen doen. Ik weet niet of ik nu precies de uren moet gaan noemen, want het is natuurlijk ook goed dat, dat, het dorp weet het op de Dam, dat die veiligheid goed, hoe zeg je dat, bewaakt wordt. Maar wij hebben geconstateerd dat met name op de vrijdag er minder reuring en dus ook behoefte is aan SUS-wachten en dat wij ook ons overheidsgeld niet uit willen geven op het moment dat het niet nodig is. Er komt binnenkort een nieuw convenant ook met de horeca over SUSwachten en volgens mij is de calculatie die wij nu gedaan hebben gewoon echt reëel om op de uren dat het nodig is SUS-wachten in te zetten, zelfs zo flexibel dat de burgemeester daar af en toe ook zelf toe kan beslissen om de uren nog even wat anders in te zetten dan oorspronkelijk geraamd. Dus ik denk dat het niet zo zacht is als dat de heer Wesselius vreesde en ik zal u daarover op de hoogte houden. En dan de brandweer, want dat was ook zo’n ingeboekte bezuiniging van € 83.000,--. De SGP heeft daar aandacht voor gevraagd. U zei, het heeft uw warme belangstelling. Vond ik eigenlijk wel een mooie woordspeling als het om de brandweer gaat, waarvoor mijn complimenten nog. De warme tak van onze openbare veiligheid, maar de, die… Ik ben in gesprek met de brandweer en ik kan u verklappen dat in ieder geval ik al dik halverwege ben op die bezuinigingen om ze met hen, dat die al hard zijn. Dat komt binnenkort ook naar u toe met een rapportage daarover, melding. Wij hebben ook afgesproken dat als dat leidt tot onaanvaardbare bezuinigingen in de ogen van het college, dat ik dan bij uw raad terugkom om ter discussie te stellen of wij de € 83.000,-- wel helemaal kunnen vullen. Maar ik heb er goede hoop op dat wij in ieder geval dicht bij dat bedrag komen. Dan over de bestuurlijke ontwikkelingen. D’66 die heeft in zijn bijdrage, de heer Pardo, iets gezegd over het college. Die zou misschien wel bezig zijn met een herindeling en de GRD zou taken naar zich willen toetrekken. Ik denk dat het goed is om ons, om te realiseren dat de raad hierin het primaat heeft. Dat is niet alleen een papieren primaat. Ik heb u al eerder gezegd, aan de voorkant betrekken van maatschappelijke organisaties, dat geldt bij dit soort processen natuurlijk ook voor de raad zelf. Kortom, het college heeft daar niet een eigen agenda in en zal zich laten leiden en sturen door wat de raad daarvan vindt en daarover zegt. Ik moet u er ook op wijzen dat u zelf een werkgroep bestuur, een werkgroep heeft ingesteld die nadenkt over de bestuurlijke toekomst van Alblasserdam en dat alle fracties daar ook in vertegenwoordigd zijn en dat dat ook gaat leiden tot een raadsbreed gesprek en, als ik de vertegenwoordigers in die werkgroep goed begrepen heb op een zeker moment ook een gesprek met de samenleving over wat die bestuurlijke toekomst, hoe die nou het beste geborgd is en waar die het beste in handen ligt. Volgens mij heeft u daarmee ook de regie over dat proces naar u toegetrokken en terecht, zeg ik er dan maar even achteraan. Dan zijn er verschillende fracties, SGP, ik denk ook D’66 en de ChristenUnie, die hebben gesproken over de gemeenschappelijke regelingen. Het CDA heeft daar eerder een punt van gemaakt van zorg nou dat het in control is. Ik heb toen ook al eens eerder gezegd, grip en control begint ook bij transparantie. Maak dingen zichtbaar die er zijn. Ook als zij niet leuk zijn. Want, en dat hebben wij ook in Alblasserdam de afgelopen jaren meegemaakt, soms moet je door een zure appel heen om daarmee wel op een bedrijfsvoering te komen waarmee sturing mogelijk is. Wij hebben dat de afgelopen jaren hier meegemaakt. Ik denk behoorlijk succesvol. Het kan altijd beter maar zo’n soort ontwikkeling maakt de GRD ook mee. Een snelle groei van de GRD die daaronder ligt, maar een solide ambtelijke organisatie en basis is nodig en die wordt op dit moment ook gelegd. En hij is niet alleen nodig om met terugwerkende kracht terug te kijken of de GRD in control was, maar vooral ook in het licht van nieuwe decentralisaties die vanuit het rijk komen. Wij kunnen ons niet eens permitteren om te zeggen pas op de plaats, want de jeugdzorg, als die gedecentraliseerd wordt, die zal ofwel naar de Drechtsteden ofwel naar Zuid-Holland Zuid, want dat is niet iets wat wij als gemeente zo maar even zelf erbij gaan doen. Die zal daar terecht moeten komen. Ik wil u ook nog wijzen op de opvatting van de VNG die na een consultatie van alle gemeenten tot de conclusie gekomen is dat samenwerking, intensieve samenwerking en differentiatie in het openbaar bestuur, dat dat de inzet wordt van VNG in de gesprekken met de regering over de bestuurlijke toekomst van Nederland. Dus wij kunnen niet zonder, ik zal maar zeggen, goed georganiseerde samenwerking en natuurlijk, grip en control hoort daarbij, maar ook natuurlijk ideeën over hoe je taken oppakt zowel efficiënt als nabij de burger. Ja, dan kan ik niet anders dan eindigen bij de nieuwe bestuursstijl die door Jacco Wesselius zo treffende verwoord is, ik zou haast zeggen als ware hij een burgemeester. Hij had het over carrièrepaden van bestuurders. Ik dacht hier toont er eentje voor hemzelf, want als burgemeester herhaal ik graag zijn woorden. Communicatie is geen afdeling maar een instelling, chapeau daarvoor, en verbinden is geen hobby. Dat ben ik met u eens. Gelukkig dat u dit zegt want ik probeer niks anders te doen dan dat. Maar u zegt terecht oppositie, coalitie. Ik trek me dat ook persoonlijk aan. Ik probeer hier ook die komende bezuinigingen door te maken. Wat is de aard van het opereren van onze
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
31
gemeenteraad, ook weer samen met de samenleving. Dat zijn ook woorden van u en dat leek mij een mooie afsluiting om mijn eigen vijf minuten mee te volbrengen. Dan ga ik nu over naar de afsluiting van de vergadering zelf, maar ik wil u eerst vragen of u vindt dat op grote thema’s u aan informatie ontbeert om woensdag het debat verder met elkaar te kunnen voeren. De heer Boele: Mag ik daar nog even een vraag van orde over stellen, voorzitter? Voorzitter: Ja. De heer Boele: Wij hebben nog niet de beschikking over de bijdragen van de fracties. Hoe regelen wij nou precies dat wij daar wel vanaf heden de beschikking over krijgen. Het college hebben wij gehoord. Die heeft al wat geleverd. Voorzitter: Nou, de griffier die geeft mij wel een slimme suggestie, want die heeft namelijk vandaag al van een aantal van u hun inbreng ontvangen. Ik geloof alleen niet van het CDA, maar die hebben wij natuurlijk net in volle glorie gehoord of niet zo uitgebreid. Maar … De heer Wesselius: Ik heb de tekst, een kopie van de aantekening net aan de bode gegeven. Voorzitter: Nou, moeten wij kijken. Als wij nou eens vragen aan de griffier om dat wat in haar bezit is, om dat te verspreiden onder u allen. Dan kunt u dat ook nog eens even nakijken en nalezen. U heeft natuurlijk ook goed naar elkaar geluisterd en aantekeningen gemaakt. Dat heb ik ook gezien. Dus dat is even uw punt. Voldoende informatie om daar woensdag het debat over te voeren? Dan zeg ik zo nog iets over moties en amendementen. Mijnheer Pardo? De heer Pardo: Ja, even een vraag, Ik, ik, er zijn een aantal vragen die ik gesteld heb, die niet direct beantwoord zijn. Hoe gaan wij daarmee om? Is er dan woensdag wel de kans voor om die vragen alsnog een keer voor te leggen aan het college. Voorzitter: Als het gaat om informatie die u nodig heeft om dat debat te voeren, zou ik het liever nu nog even horen, zodat wij kunnen bezien of wij die informatie op wat voor manier ook voor woensdag bij u terecht kunnen laten komen, hetzij nu hetzij door even hier achteraf, want wat mij plezierig lijkt, is als wij de tweede termijn, als u allen uw tweede termijn kunt voeren in de zin van opvattingen over wat u van het college gehoord hebt maar wat vooral u van elkaar gehoord heeft en hoe u die opvattingen wilt verbinden, misschien ook wel tot meerderheiden te komen om, meerderheden te komen om, nou, uw opvattingen kracht bij te zetten. Dat dat de aard van de tweede termijn is. Daarna zal het college, misschien ook aan de hand van moties en amendementen die nog in die tweede termijn worden ingediend, wij hebben er een paar en de ChristenUnie zal vast wel zeggen of die worden gehandhaafd of niet naar aanleiding van de reactie van het college. Die tweede termijn van het college zal dan ook nog behelzen dat wij ingaan op die moties en amendementen om daar een advies over te formuleren of in ieder geval een, ja, zo heet dat geloof ik, een advies over te formuleren zodat daarna de stemmingen daarover kunnen plaatsvinden. Dat leek mij de orde voor woensdag en ik hoop, hoopte dat u daartoe gefaciliteerd was, maar op punten u nog niet. De heer Pardo: Ja, nou, in ieder geval één vraag die ik heb gesteld, waar ik, dat niet geadresseerd is voor zover ik weet, was de genoemde koppeling van het, van het gebied Bochanen en de wensen van eventuele partijen aan de voorkant. Voorzitter: Nog meer? Want hier gaat de wethouder zo op in. Was dit de belangrijkste uit uw…
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
32
(Noot notulist: onverstaanbaar antwoord heer Pardo) Voorzitter: Begrijp ik, ja. Want dit is volgens mij informatie die de wethouder over kan verstrekken, die van invloed kan zijn op uw tweede termijn. Wethouder Veerman: Het is zo dat, toen wij het collegeprogramma maakten en vaststelden dat wij een structuurvisie wilden maken, was er al een concreet verzoek voor de Bochanenlocatie. Toen kon je dus twee dingen doen, zeggen tegen dat concrete verzoek, nou ja, dat is voor de structuurvisie dus daar doen wij en dan telt het niet meer mee of je kan zeggen, ik wil nog eens even breder kijken naar de locatie, maar dan laten wij de aanvrage die al een concreet verzoek heeft, niet anderhalf jaar wachten. Want het budget moest dan beschikbaar gesteld worden en wij moesten nog de zaak starten, omdat wij als gemeente vinden dat er eerst een visie moet komen. Dus dat was een zeer concreet verzoek. De klantvriendelijkheid of de dienstbaarheid om toch dat niet in de ijskast te willen stoppen voor jaren, heeft ons ertoe gebracht om te zeggen, nou, dan willen wij daar eerst een afzonderlijke studie voor doen, want wij vinden wel dat ieder verzoek wat er komt en wat er is, moet breder worden afgewogen dan ja of nee. En het is zeker ook omdat wij geen eigenaar van de grond zijn. Dus vanuit de ruimtelijke visie hebben wij gezegd, wij willen zelf nog eens even een afweging maken en een concreet verzoek zullen wij niet anderhalf jaar laten liggen. Ik kan u melden dat wij hopelijk nog dit jaar iets vullen vinden van die ruimtelijke afweging. Voorzitter: Goed. Dan constateer ik dat daarmee aan de uitwisseling van vanavond een einde gekomen is om tien over tien en ga ik de vergadering schorsen, niet sluiten, want wij openen hem woensdag weer om half acht en ik hoop uiteraard dat eenieder hier aanwezig kan zijn. De voorzitter schorst om 22.10 uur de vergadering tot woensdag 11 november 2010, 19.30 uur Voorzitter: Dames en heren, wij heropenen de vergadering. Afgelopen maandag was het eerste deel van deze raadsvergadering, de begrotingsraadsvergadering. Vanavond het tweede deel. Dat betekent dat wij afgelopen maandag de algemene beschouwingen hebben gehoord van de fracties en ook de eerste reactie van het college daarop. Dat zullen wij vanavond vervolgen, maar wij hebben ook nog een paar andere agendapunten. Ik heet de raad welkom en constateer dat Theo de Gelder bij dit deel van de raad aanwezig is en Freek de Gier dan juist weer niet in afwijking van afgelopen maandag. Ik zie dat de publieke tribune nog voller is dan maandag. Dus ik heet u daarmee welkom, ik heet u welkom. Ik zie ook dat er pers 100% meer is dan vorige keer en ik heet ook de mensen achter mij welkom. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 6 – Beëdiging lid Rekenkamercommissie ----------------------------------------------------------------------------Op 26 januari 2006 heeft de raad de Rekenkamercommissie ingesteld. In de verordening is geregeld dat voordat een lid van de rekenkamer zijn functie kan uitoefenen de eed of verklaring en belofte wordt afgelegd. De heer Hindriks is per 1 augustus gestopt met zijn werkzaamheden voor de rekenkamer Dordrecht en de rekenkamercommissie Alblasserdam. De heer Massie is hem in Dordrecht opgevolgd als waarnemend directeur van de rekenkamer. Het presidium stelt de raad voor de heer D.V.J. Massie te benoemen tot waarnemend voorzitter en enig lid van de rekenkamercommissie Alblasserdam. Voorzitter: Voordat wij doorgaan met het vervolg van onze beschouwingen op de begroting is de griffier zo attent geweest om in de volgorde van de agenda het puntje 6, beëdiging van het lid Rekencommissie, ik zal maar zeggen tussen de eerste en tweede termijn in te plannen en dat is vooral ook een gebaar naar de heer Massie zelf, die in de zaal aanwezig is, zodat hij hoewel uitgenodigd is om natuurlijk de beschouwingen van ons allemaal te volgen tegelijkertijd ook de keuze kan maken of hij dat zal doen. En dat geldt ook voor zijn college de heer Schneider. Het is het volgende. Wij zullen eerst moeten
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
33
beslissen of wij de heer Massie benoemen. Ik denk dat het niet nodig is om daar een schriftelijke stemming voor te vragen en ik kijk even of u dat ook allemaal vindt. Dat vindt u allemaal, dat dat niet nodig is, dus dan hebben wij die benoeming bij acclamatie gedaan. Dat is dan het eerste besluit van vanavond. En dat betekent dat wij daarna nu de heer Massie naar voren vragen. De heer Massie die is de heer Hindriks opgevolgd als waarnemend directeur van de Rekenkamer en, ik lees het maar even voor, het presidium stelt nu de raad voor, heeft net de raad of heeft de heer Massie benoemd tot waarnemend voorzitter en enig lid van de rekenkamercommissie in Alblasserdam. Om dat goed te kunnen doen, mijnheer Massie, zult u ons de belofte afleggen en daar hebben wij een speciale procedure voor. De griffier komt met de microfoon naast me staan zodat iedereen kan volgen wat ik zeg en daarna u. Ik lees de belofte voor en u wordt geacht, als u dat wilt verklaren te zeggen dat verklaar en beloof ik. Ja? Dat doen wij als volgt. “Ik verklaar dat ik om tot lid van de rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of wel voorwendsel ook, enige gunst of gift heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen”. De heer Massie: Dat verklaar en beloof ik. Voorzitter: Helemaal goed. Dan ga ik u feliciteren met uw benoeming. Applaus valt u ten deel en wij zullen de vergadering nog even …………………………………….. na beluisteren en wij wensen u veel succes als enig lid van de rekenkamercommissie. Wij verwachten veel van u. De heer Massie: Bedankt. Voorzitter stelt aan de orde Vervolg AGENDAPUNT 5 – Besluitvorming Begroting 2011 en meerjarenperspectief 2012-2014 (2010-59) ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Daarbij te betrekken: Raadsonderzoeksprogramma, Collegeprogramma Voorzitter: Dan gaan wij na punt 6 terug naar het vervolg van agendapunt 5. Ik pak de draad weer even op waar wij gebleven zijn. Ik heb net gezegd, er is een eerste termijn geweest van alle fracties. Inmiddels zijn trouwens ook alle bijdragen van de fracties verspreid en ik meen ook op het internet geplaatst. Jawel. Dat betekent dat iedereen in de hele wereld maar in het bijzonder in Alblasserdam daar kennis van heeft kunnen nemen. Het college heeft in zijn eerste termijn ook gereageerd. Wij staan nu voor de tweede termijn van de raad. Zullen wij dat doen in dezelfde volgorde als dat wij dat maandag gedaan hebben? Het idee is dat in deze tweede termijn u kunt reageren op elkaars betoog, natuurlijk ook op de inbreng van het college in eerste termijn. Ik heb begrepen dat behalve de moties van, die de ChristenUnie in zijn eerste termijn al heeft ingediend, dat een aantal fracties ook voornemens is om in deze termijn een aantal amendementen en moties in te dienen. Ik denk dat het goed is dat ik richting de publieke tribune ook aangeef dat die moties en amendementen al verspreid zijn onder de fracties, zodat alle raadsleden al kennis hebben van de moties en amendementen die zullen worden ingediend. Dat is handig, want dat help ook om het debat daarover nog beter te kunnen voeren. Maar ik licht u dat ook even toe zodat, als u snel een reactie hoort van de één op de ander, dat u niet denkt van hé, hoe kan dat, kenden zij die moties en amendementen al? Ja, die kenden zij al want die zijn van tevoren verspreid. Nietwaar, mijnheer Wesselius? De heer Wesselius: Nou, niet heel ruim van tevoren voor mensen die niet permanent ……………………... Voorzitter:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
34
Ah, één kleine nuance, zegt de heer Wesselius, zij zijn niet zo ruim van tevoren verspreid, maar desalniettemin, zij zijn verspreid, dus…, maar door hem nog niet gelezen. Maar ik bedoelde dit slechts ter toelichtingen zodat, als u reacties hoort… Want ik wilde u ook aanmoedigen om in deze termijn, als u het gesprek wilt voeren over die moties en amendementen onderling als raad, dat u dit in die termijn ook doet. Natuurlijk kunt u ook nog toelichtende vragen formuleren bijvoorbeeld aan het college, als u graag wat zaken, nou, wat verder toegelicht wilt over de feitelijkheid rondom bepaalde moties oen amendementen of misschien wel opvattingen van het college daarover. Die zal het college uiteraard ook in de tweede termijn inbrengen. Maar het politieke debat vindt natuurlijk vooral aan dat deel van de tafel plaats en ik zal daar natuurlijk in de interrupties ook rekening mee houden, dat u daar met elkaar over in gesprek gaat. Ik denk dat ik daarmee ook de orde zodanig geschetst heb van de vergadering dat eenieder weet wat ongeveer de bedoeling is. In de tweede termijn van het college komen wij natuurlijk ook nog nader op die moties en amendementen in en daarna zullen wij tot stemming overgaan en wij zullen wel zien of er dan nog behoefte is aan een enkele stemverklaring of iets dergelijks op dat moment. Maar zo kunnen wij volgens mij agendapunt 5 dan tot een goed einde brengen. Is dit voor iedereen voldoende duidelijk, want dan, als dat zo is, dan gaan wij in de tweede termijn openen door het woord te geven aan mevrouw Leeuwis van de fractie van de VVD en successievelijk komen alle zes fracties aan het woord. Mevrouw Leeuwis, gaat uw gang. Mevrouw Leeuwis Dank u wel, voorzitter. Om deze avond eens filosofisch te beginnen, inhakend op de bijdrage van het CDA afgelopen maandag, fijn dat het CDA angstig individualisme een karikatuur van het liberalisme noemt. Dat is het namelijk ook. Vandaar, vertrouw op de veerkracht in de samenleving. Echte liberalen hebben daarbij niet alleen vrijheid maar ook verantwoordelijkheid, niet alleen de eigen verantwoordelijkheid maar ook naar de ander toe, verdraagzaamheid, sociale rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid van alle mensen hoog in het vaandel staan. Met vertrouwen in individuen, inderdaad niet met angst. Vanuit die visie hebben wij nou net onze alternatieve voorstellen gepresenteerd. Waarom zijn er alternatieve voorstellen nodig? Nou, ten eerste natuurlijk de bezuiniging in de Buitenruimte die werd voorgesteld. De wethouder doet levensduurverlenging af met een argument dat nog nooit in deze raad aan de orde is geweest, namelijk de mix van klei en veengrond. Nou, als wij daarmee tot een langere levensduur zouden kunnen komen, dan waren de deskundigen die ons vorig jaar nog hebben beoordeeld, nou niet ons, maar onze openbare ruimte, daar ook wel mee gekomen. Maar het is natuurlijk zo dat juist op dat deskundig en reëel oordeel er destijds een minimale ambitie is neergezet met inachtneming van die mix van klei, maar vooral veen om de huidige basiskwaliteit, soms een 8 na ook diverse inhaalinvesteringen, maar soms ook een 4, gemiddeld een 6½ te handhaven en over vier jaar, over de hele linie tot die 6½ te komen met een 7 in het centrum. Terugzakken naar dat 6je van de PvdA betekent een groot risico om onder een verantwoord niveau terecht te komen. Bovendien is de vervanging op termijn duurder. Zie dat raadsvoorstel Kwaliteitsplan openbare ruimte uit 2009. Van de PvdA hadden wij niet anders verwacht. Die zullen wij maar even in de lucht laten fietsen want de weg is met hun ideeën inderdaad weg. Maar het was wel schokkend om de PvdA-wethouder namens het college te horen zeggen dat een volgend college maar moet zien hoe zij eventuele problemen oplost. Hoe bestaat dat? (Noot notulist: onverstaanbare interruptie heer Verwoert) Nee, ik denk dat het ook letterlijk genotuleerd is. De heer Voerwoert: Dat hoop ik. Mevrouw Leeuwis: Vindt het college dat met die uitspraak nog wel sprake is van behoorlijk bestuur. En hoe zien de coalitiepartijen dat. Want wij gaan natuurlijk even terug naar de raad. De SGP heeft ten opzichte van vorig jaar een draai van 180° gemaakt. Van visitekaartje van het dorp, zorg om areaaluitbreidingen, ambitie en de onderstreping van de overheidsplicht wordt ineens het credo sober en doelmatig omarmd en loopt men de PvdA achterna. Voor de vorm wordt dan nog gevraagd of er een andere insteek mogelijk is, maar iedereen weet wat dat 6je van de PvdA betekent. Zie raadsvoorstel uit 2009. Wij besloten toen al tot de minimaalste ambitie die nog verantwoorde…, die nog verantwoord was. Mogen besturen, voorzitter, is prachtig en natuurlijk moet je in een coalitie tot compromissen komen. Maar toch niet tot elke prijs. Waar is de verantwoordelijkheid van de SGP gebleven? En dan vooral van de SGP-fractie natuurlijk. Dan het CDA. Ja, u gooit niet openlijk uw eerder geuite principes overboord, maar verschuilt zich laf achter de stelling dat er nog geen echt inhoudelijke voorstellen gedaan zijn, dus dat u daar geen debat
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
35
over kunt voeren. Kom op, zie raadsvoorstel 2009, waarin letterlijk staat wat dat 6je van de PvdA betekent. U was er vorig jaar bij, neem uw verantwoordelijkheid en draai er niet omheen, ook niet als u toch voor dat 6je van de PvdA kiest. Het kan anders. Daartoe hebben wij een amendement voorbereid. Ik kan hem nu indienen met handtekeningen, maar iedereen heeft hem. Ik ga nog een amendement indienen en een motie. Misschien is het handiger als ik dat pakketje in één keer straks aan u overhandig, voorzitter. Voorzitter: (Noot notulist: onverstaanbaar) Mevrouw Leeuwis: Dan nog een alternatief nodig vanwege de lastenverzwaring. Bezuinigingen zouden voor lastenverzwaring moeten gaan. Over de verschillende belastingen is maandag al één en ander beargumenteerd. Daarvan ziet u ook gedeeltes terug in ons amendement. En natuurlijk, ongelooflijk, dat jaar na jaar steeds weer een pakket maatregelen op tafel is gelegd waarvan men zei, dit zijn mogelijke bezuinigingen, meer is er niet, dus dan maar belastingverhoging en dat zich dan toch weer nieuwe mogelijkheden voordoen. De heer Boele refereerde er terecht aan dat dat een voorstel, dat voorstel van min of meer inflatieverhoging, ja, dat dat inderdaad meer vier jaar geleden was. Dat klopt. En uiteraard doet ook ons dat met terugwerkende kracht nog pijn, mijnheer Boele. Maar wij hebben als fractie altijd wel laten zien dat het niet nodig was. Het had, ook in onze periode, met compromissen in de coalitie te maken en mag ik u meegeven dat beide de verhoudingen binnen de coalitie en binnen het college wel anders waren, want wij waren één van de partijen, de kleinste partij die voor de meerderheid in de coalitie niet nodig was. Wij hadden te maken met voorstellen van de andere kant van 30%. Maar goed, alle verhogingen die geweest zijn, waren ons allemaal te veel, maar toch, om even verantwoording af te leggen. Het neemt niet weg dat er dus blijkbaar nog heel veel te bezuinigen is. Zonder de samenleving tekort te doen. En in die zin heel goed dat wij nu op programmaniveau eindelijk inzicht hebben in de beïnvloedbare en niet beïnvloedbare uitgaven. Het college heeft aangegeven dat onze voorstellen niet uitsluit, dat zij onze voorstellen niet uitsluit in de volgende bezuinigingsvoorstellen. Met andere woorden, zij zijn het eens met onze stelling dat wij de sociale infrastructuur niet om zeep helpen. Anders zou het college ze immers meteen van tafel hebben geveegd. Nu de fracties nog. Daarom hebben wij ook daarvoor een amendement opgesteld. Er is € 1 ton nodig, zowel de OZB-verhoging als de hondenpoepbelasting volgend jaar en uiteindelijk vanaf 2012 eventueel die toeristenbelasting als dat gehaald zou worden. Wij kunnen kiezen uit € 3 ton dekking, die na het amendement Buitenruimte overblijft, want wij hebben voor het gemak maar eigenlijk vooral voor het debat de dekking van € 6 ton zowel in het amendement Buitenruimte als in het amendement tegen lastenverzwaring opgesteld en dat betekent dat er voor € 4 ton, ja, dekking te zoeken is. Maar wij hebben de keuze uit € 6 ton. Ik hoor graag van de anderen waarin mee te gaan is en wat ons betreft, geven wij het college de taakstelling mee, zoek het in die € 6 ton. Dan de motie over de storting in de reserve kapitaallasten Landvast. De heer Pardo: Voorzitter, kunnen wij interrumperen? Voorzitter: Ja. Gaat uw gang. De heer Pardo; Ik wil even over de moties die u zojuist noemt, een vraag. Mevrouw Leeuwis: Amendementen. De heer Pardo: Sorry amendement. U geeft daarbij aan… Voorzitter: Misschien is het goed om even de strekking van het amendement duidelijk te maken. Dat gaat om het niet doorvoeren van een belastingverhoging en u heeft daar een zestal mogelijke besparingen tegenover gezet, die u in uw vorige termijn ook heeft toegelicht. Ja, gaat uw gang, mijnheer Pardo.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
36
De heer Pardo: Ja, juist in die eerste termijn, daar wilde ik even op terugkomen, want in de eerste termijn in de bijdrage werd met name gesteld dat die 2,5% door de fractie, werd met name gesteld dat die 2,5% in de ons omliggende gemeenten 1,5%. Ik wil dan met name even terugverwijzen naar, zeg maar, de belofte van sommige van de collegepartijen tijdens de verkiezing, die zeiden van… Ja, de vraag is uiteindelijk, nou ja goed, ik bedoel, sorry voor de introductie, maar uiteindelijk de vraag is dan in hoeverre zou u ook bereid zijn om in plaats van die 2,5% 1,5% te maken, wat meer in lijn ligt met het echte inflatiepercentage. Mevrouw Leeuwis: Zal ik maar even antwoorden, voorzitter? Wij zouden graag 2,5% gerealiseerd zien. Mocht er een meerderheid zijn voor 1,5% en niet voor 2,5%, dan zijn wij uiteraard bereid om ons amendement daartoe aan te passen. Ja, 2,5% alternatieve dekking dus 0% belastingverhoging, dat is ons doel. En als 1,5% voldoende is om iedereen mee te krijgen of in ieder geval een meerderheid, dan hebben wij daarmee in ieder geval een groot gedeelte bereikt. Dus eerst maar eens kijken of het 0 kan zijn en anders 1,5%. Voorzitter: Ja, mijnheer Pardo? De heer Pardo: Ja, dank u. Voorzitter: Mevrouw Leeuwis, gaat u door. Mevrouw Leeuwis: Eens even kijken. O ja, de motie met betrekking tot die storting in de reserve Landvast. Ik zei het al maandag, wij moeten nog ruim € 3 miljoen storten. Wij hebben nu een overschot in de algemene reserve van ruim € 2 miljoen, laten wij die dan ook storten in Landvast want het is incidenteel geld. Moet je goed besteden en niet weggooien door bezuinigingen uit te stellen. De argumenten van andere partijen over de verslechterde woningmarkt, de economische crisis en daarmee onzekere opbrengsten uit projecten, want let wel, die reserve waar wij Landvast van betalen, althans de hypotheek van Landvast van betalen is over een jaar of vier/vijf op, ja, die staan in de motie. Dus ik ben heel benieuwd wat daar de reactie van anderen op is. Ik zou erbij willen zeggen, durf lef te tonen. Voorzitter, zal ik eerst deze twee amendementen en de motie komen indienen? Voorzitter: U keek mij aan alsof ik lef moest tonen, maar dat bedoelde u niet. Mevrouw Leeuwis: Nee, nee. (noot notulist: gaat onverstaanbaar verder) Voorzitter: Ik denk dat wij dat moeten doen in de volgorde waarin u ze heeft aangekondigd en dat betekent dat ik even niet de toelichting ga voorlezen, maar wel even de strekking van amendement, dat laat ik maar even a noemen, want wij hadden gisteren allemaal moties, die wij nummerden. Dus dan doen wij de amendementen met, hoe noem je dat, cijfers. Griffier: Letters. Voorzitter: Ja, letters. Nou, goed. Dit amendement betekent, houdt in dat het stuks tekst over de Bezuinigingen op wegen, straten pleinen en speelterreinen op bladzijde 15 en 16 en de bijbehorende ingeboekte bezuiniging van € 300.000,--, om dat te wijzigen in: “ De voortzetting van het vastgesteld beleid om vanuit scenario 4, wat mevrouw Leeuwis heeft toegelicht, de huidige kwaliteit gemiddeld een 6.5 in het raadsvoorstel Kwaliteitsplan dagelijks beheer openbare ruimte over vier jaar te streven naar scenario 2, en dat is dan, tussen haakjes staat er dan 6,5 tot 7”.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
37
En om dat amendement te financieren staat er een alternatieve structurele dekking die gevonden kan worden in, en dan zijn er een aantal mogelijkheden geschetst door de VVD die in dit amendement optellen tot € 600.000,--, waarvan de eerste inhoudt het afzien van activiteitensubsidies en stimuleringsmaatregelen in het programma Sport en daar wordt een bedrag van € 100.000,-genoemd, het afschaffen van het schoolzwemmen voor een bedrag van € 50.000,--, het korten op welzijnssubsidies volgens het raadsonderzoeksprogramma en daar staat een bedrag van € 250.000--, het afzien van activiteiten in het programma Kunst en cultuur, onder meer bibliotheek, waarbij de basisvoorziening om boeken en informatie voor iedereen laagdrempelig toegankelijk te houden in stand blijft, € 100.000,--, afzien van activiteitensubsidies in de gezondheidszorg daar waar ouders en andere volwassenen een eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen voor € 100.000,--. Er is ook een toelichting aan toegevoegd. U krijgt dit zo meteen allemaal ook vermenigvuldigd en uitgedeeld. Ik zal vragen of dat ook voor de publieke tribune beschikbaar kan worden gesteld, dan kunt u het debat ook beter volgen. Dan gaan wij naar amendement b en daar staat als kern van de tekst om de voorstellen bij “inkomstenverhogingen”, bladzijde 11, te weten de hondenbelasting, de toeristenbelasting en precario en het voorstel om de OZB te verhogen met 2,5%, dat is dan bladzijde 16, en de bijbehorende ingeboekte extra inkomsten van € 109.500,-- in 2011 en € 141.500,-- vanaf 2012, om die tekst te wijzigen door: “geen inkomstenverhogende maatregelen te treffen”. En om het gemakkelijk te maken staat daar dezelfde mogelijkheden aan alternatieve structurele dekken en mevrouw Leeuwis heeft net toegelicht waarom zij dat op die manier gedaan heeft. Ik hoef dat, denk ik, niet nu nog een keer helemaal voor te lezen en ook de toelichting kunt u zo lezen en die heeft mevrouw Leeuwis net ook al voor een belangrijk deel gegeven. En dan zit er een motie bij en dat wordt dan nummer 4 en die motie die luidt dat, Constaterend dat de stand van de algemene reserve na vaststelling van de begroting 2011-2014, die dus nu voorligt, € 3.259.557,-- bedraagt, ruim € 2 miljoen boven de weerstandsnorm, Van mening zijnde dat met het huidige overschot in deze reserve zo spoedig mogelijk schulden moeten worden afbetaald Overwegende dat de opbrengsten uit projecten nog lang niet, nog lang op zich zullen laten wachten en de resultaten daarvan onzeker zijn Verzoekt het college een storting van € 2 miljoen te doen in de reserve Landvast ter dekking van de kapitaallasten. Dat is dus motie numero 4 en nu maken deze amendementen en deze motie onderdeel uit van de beraadslagingen. Mevrouw Leeuwis Dank u wel, voorzitter. De zorg die bij de VVD blijft hangen na maandag, gaat over het beeld dat er angst is om te bezuinigen. En omdat men nog niet weet wanneer de klap precies gaat vallen en uit welke hoek die komt, houdt men zich stil en zet men zich schrap. Als je in de boksring staat en je weet niet uit welke hoek de klap komt, dan kun je maar beter zorgen dat je dekking alvast in orde is. In plaats daarvan horen wij, wij hebben de patiënt gestabiliseerd en kunnen nu een behandelplan opstellen. Ja, zachte heelmeesters maken wel stinkende wonden natuurlijk. Wij gaan er eerste samen met de samenleving over praten en vragen hoeveel zij denken te kunnen bezuinigen. Nou, dit was een quote van het CDA. Ik vraag u, wat denkt u zelf dat het antwoord zal zijn. Terecht werd de opmerking van onze premier aangehaald, je moet snoeien om te groeien. Maar u gaat instellingen vragen om in levend vlees te snijden, dat van henzelf nog wel, en u wacht af hoever zij willen gaan. Het getuigt evenmin van daadkracht om te blijven hangen, zoals de ChristenUnie zei, in wij maken ons grote zorgen, maar wij hebben geen idee. Of, PvdA, wij betwijfelen sterk of het wel haalbaar is wat het college voorstelt, maar wij zullen het kritisch volgen. MdV, wij kwantificeren dat als struisvogelpolitiek. Verantwoordelijkheid nemen betekent in dit geval taakstellingen meegeven en natuurlijk ook daarna in gesprek gaan met betrokkenen over haalbare doelstellingen en ambities. Nou, die instelling, voorzitter, hebben wij gemist. Laten wij als oproep dan meegeven richting 2012 en verder, de VVD heeft in ieder geval aangetoond dat er nog voor minsten € 3,5 miljoen structureel rek in onze begroting zit en incidenteel een voordeel van € 8 ton. Los van het raadsonderzoeksprogramma. Er is breed gedeelde zorg, ook door de VVD, over de te behalen doelstellingen in de regio. En waar de heer Boele eerst nog bleef hangen in het prijzen van dit college vanwege een goede begroting en hij deze keer geen twijfel had over de hardheid van de vaste voornemens, moest hij later in zijn betoog toch ook erkennen dat hij zich zorgen maakt over de ingeboekte bezuinigingen in de regio en over harde voorwaarden, die op een aantal plekken in de begroting genoemd staan. Hij betwijfelde zelfs
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
38
hardop of deze voornemens van het college wel reëel zijn. Overigens stelde hij ook de communicatie met het dorp door de nieuwe bestuursstijl aantoonbaar is verbeterd. Ik vraag u, waar is dat aantoonbaar, want de 0-meter vindt pas plaats in 2011. Kijk, gevraagde extra uren voor communicatie zijn dit college mede door de VVD gegund. Wij weten hoe krap op dit moment de bezetting is als je proactief maar ook reactief wilt, moet communiceren. Wij zullen niet zeggen dat die uren altijd beschikbaar moeten blijven. Maar ook wij hebben ons vorige jaren inderdaad druk gemaakt over de communicatie tussen burgers, bedrijven en het gemeentehuis. Wij denken echter wel dat door die investering in de organisatie die uren op termijn weer aangepast kunnen worden. Wij delen verder met alle fracties dat er wel stevig ingezet moet worden op de taakstellingen in de regio. Ja, dat moeten wij overlaten aan onze bestuurders. Wij zitten zelf niet aan tafel, maar dat willen wij toch ook uitspreken, wij hebben wel vertrouwen in de intenties van het college en ook in het vermogen van de portefeuillehouders om daarbij stevig de discussie aan te gaan. Neemt niet weg dat er wel een plan B achter de hand moet zijn voor het geval dat. Je kunt namelijk in je eentje niet de besluitvorming van alle zes deelnemers bepalen. Wij zijn het eens met de ChristenUnie wat betreft de opmerking dat wij in Drechtstedenverband anticyclisch willen investeren om werkgelegenheid te behouden dan wel te creëren. Taakstelling in de regio is in dat verband inderdaad lastig, maar laten wij het Drechtstedenbestuur dan ook houden aan de opdracht om zich op die doelstelling te focussen en andere zaken te laten. Op de Drechtstedendinsdag in september hebben wij het Drechtstedenbestuur opgeroepen te komen tot een maximaal tienpuntenplan, dat mede gedragen en vormgegeven wordt door bedrijfsleven, onderwijs en andere overheden. Helaas moeten wij toch constateren dat dat stuk er twee maanden later nog niet was en ook dat de externe partners tijdens de presentatie van de begroting van 2011 en verder niet aanwezig waren. Dat lijkt ons nou eens een onderwerp waar wij in de Drechtraad niet alleen vanuit onze fracties maar ook vanuit Alblasserdam een unaniem standpunt over in zouden moeten kunnen nemen. D’66 zoomde nadrukkelijk in op het collegeprogramma. U heeft onze instemming als u zegt dat bij interactieve beleidsontwikkeling niet één externe partij als Westwaard Wonen een monopolistische positie zou moeten kunnen innemen. Concurrentie in ideeën en in financiën moet je inderdaad niet schuwen bij de invulling van je dorp en bij het uitgeven van belastinggeld. Kijk, als het college Westwaard Wonen toch gaat omarmen, wees alsjeblieft alert wat reëel is om af te spreken en hoe je afspraken dan hard maakt. Want het is echt zuur om achteraf te worden geconfronteerd met tegenvallers als een te kleine gymzaal of toch steeds die te zachte afspraken over de buitenruimte. Het nieuwste voorbeeld komt volgende maand alweer naar ons toe, waarbij wij als raad zelfs buiten spel gezet zijn. Voor de publieke tribune, ik heb het over Het Palet. Bij concurrentie in ideeën kom ik op uw motie die ik al wel had gelezen en de rest dat kwam echt binnen nadat dit af was, maar ik zal daar bij interruptie op ingaan, in concurrentie in ideeën, uw motie over de invulling van de locatie Bochanen. Eigenlijk een kwetsbare plek tussen de winkels en een woonwijk. Als er nu toch een nieuwe invulling kan komen, vinden wij ook, dan moet je overlast van bijvoorbeeld parkeren of andere drukte nu al zien te vermijden. Wat ons betreft, moet je grote winkels en kerken niet midden in het centrum willen hebben. Wij weten dat er in deze woonwijk een sterke vraag naar meer speelruimte is. Dat willen wij het college nou wel eens nadrukkelijk meegeven en hopelijk is het college daar gevoelig voor, want luisteren naar burgers is immers een vast voornemen. Misschien iets met een paar woningen, een groene uitstraling. Vooralsnog ligt er op die locatie een bedrijfsbestemming en alleen de raad kan die bestemming wijzigen. Dus richting D’66 wil ik wel meegeven, wij zijn nog niet zo bang dat er zomaar wat gaat gebeuren. Maar wat een andere invulling ook gaat worden, wij gaan wel met u mee om het college vast als kader mee te geven goed zelf na te denken over die invulling van dit gebied. Zoals gezegd, een kerkgebouw voor zo’n grote gemeente is nou niet ons idee voor dit prominent, kansrijk maar ook kwetsbaar stukje centrum. Misschien een tip voor kerkbesturen die minder vaak, o ja, zo was hij, er zijn ook kerkgebouwen die minder vaak dan wel minder bezet zijn dan de kerk die nu blijkbaar een verzoek heeft ingediend. Dus misschien is het een tip om eens bij elkaar in de keuken te kijken en te kijken of je daar wat creativiteit in kunt vinden, of solidariteit. De motie van de ChristenUnie over inzameling van plastic afval hadden wij gelezen, ja, en ik reageer daar maar alvast op. Op zich vonden wij het een sympathieke motie die volgens ons door het college al was overgenomen gister. Ik wil wel meegeven, kijk ook goed als je toch met voorbeelden aankomt naar de gebruikservaringen daarvan, want als in andere gemeenten al gebleken is dat het bij bewoners toch niet zo’n succeservaring is, dan moet je je ook afvragen of dat te doen is. De begraafplaats. U stelt voor, ja, het is een beetje raar om dat alvast te zeggen, maar als ik zo vrij mag zijn, u heeft het maandag ook al gezegd, om de groenkosten van de begraafplaats in de onderhoudsvoorziening voor de buitenruimte te parkeren, zodat de begraaftarieven wat naar beneden kunnen. Ja, op zich, de allereerste reactie was, ja, het is lood om oud ijzer, het groen moet toch onderhouden worden. Maar dit zijn wel echt kosten die specifiek aan de begraafplaats toe te rekenen
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
39
zijn. En een ander argument dat wij sinds deze begroting hebben, is stel je voor, zeg, dat dat naar die onderhoudsvoorziening groen gaat en wij halen het amendement niet dat wij toch het gehaalde kwaliteitsniveau willen behouden, dan zit die begraafplaats straks ook op een 6je. Dat maar liever niet. Maar goed, het college zal ook nog reageren, denk ik, en uzelf misschien. Natuurlijke woonomgeving, ook een motie van de ChristenUnie. Ging ook over natuurvriendelijke oevers. Ik vroeg me af, die hebben wij toch al. Wij hebben dat beleid toch al. En als het gaat over inheemse bloemen- en plantmengsels, kan ik me herinneren uit juist de woonwijken dat je dan vooral brandnetels hier ziet groeien en dat bewoners daar dan effe net niet blij mee waren. Ik ben heel benieuwd hoe het college daar op reageert. Ik wou het maar wel meegeven als signaal vanuit die woonwijken. Voorzitter, op de rest van de moties en amendementen, nou ja, wij hebben ons tekort kunnen voorbereiden om dat nu al te doen. Dat vind ik dan ook niet zo heel erg fair, dus daar spring ik dan wel weer op in. Wij hebben geen motie ingediend om onze oproep kracht bij te zetten met elkaar eens te kijken of u 1 fte aan wethouders kunt minderen over vier jaar. Wij zijn wel heel benieuwd hoe andere fracties dat zien in het licht van minder beleid vraagt minder ambtenaren maar ook minder wethouders. Dat was mijn eerste termijn, voorzitter. Voorzitter: Dank u wel. Het was uw tweede termijn maar wel de eerste van vanavond. Optellen. Ja. Mijnheer Van Lavieren, u mag uw tweede termijn voor de PvdA-fractie voeren. Gaat uw gang. De heer Van Lavieren: Ja, dank u wel, Mdv. Ten eerste willen wij het college bedanken voor de beantwoording in de eerste termijn. Wij zijn met de SGP van mening dat het college een overtuigende prestatie heeft geleverd. Gezien de omstandigheden geen gemakkelijke opgave en dat blijkt eens te meer als je naar de verschillende reacties luistert. De VVD is bang voor kaalslag, Partij van de Arbeid vindt dat een 6je ook goed is en de ChristenUnie vindt het soms te netjes geworden in ons dorp. En nu beperken wij ons maar tot de uitspraken van slechts drie partijen. Daaruit blijkt dat het geen gemakkelijke opgave is om het eenieder naar de zin te maken. De reactie op de VVD doen wij als laatste, want daar hebben wij wat meer over te zeggen dan over de inbreng van de andere partijen. Dat zult u misschien wel begrijpen. Dan beginnen wij met een reactie op de SGP en wij zijn evenals de SGP benieuwd naar de uitkomsten van het raadsonderzoeksprogramma. En zoals de SGP ook, de overige partijen hebben opgemerkt, is het vervelend dat wij zo weinig grip hebben op de gemeenschappelijke regelingen. Daar is een motie door de SGP over ingediend en die hebben wij na overleg met de SGP-fractie medeondertekend. Voorzitter: Hij zal door de SGP worden ingediend, maar u kondigt alvast aan dat u meedoet aan die motie. Prima. De heer Van Lavieren: Ja. Ook vinden wij dat onze vrijwillige brandweer niet in het gedrang moet komen. En dan D’66. De Partij van de Arbeid is geen voorstander van een derde ontsluiting. Dat hebben wij al meerdere keren gezegd. Deze kan alleen door het groene gebied en wij zijn met de provincie van mening dat dat geen goede zaak is. Oplossingen moeten gevonden, worden gezocht in het project Haven-Zuid en verbreding van de N-wegen en de N-wegen die lopen dus door de polder naar, vanaf de provinciale weg naar Nieuw-Lekkerland. De heer Pardo: Even voor de duidelijkheid, want u heeft onze bijdrage zelfs op schrift gehad. De heer Van Lavieren: Ja. De heer Pardo: Ook daarin, en daarin kunt u lezen dat een derde ontsluiting ook niet onze voorkeur is. Het ging ons puur om het feit van sluit je op voorhand in het zoeken naar oplossingen bepaalde mogelijkheden uit. Dat is hetgene wat wij met name bij het college hebben neergelegd. Dus u stelt als directe reactie op onze inbreng van D’66, wij zijn geen voorstander van… Daarmee impliciete dingen dat wij dat wel zouden zijn, wij zijn dat ook niet. Laten wij daar even duidelijk zijn.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
40
De heer Van Lavieren: Nee, nee, dat is wel duidelijk Voorzitter: Dit is nauwelijks een interruptie te noemen, maar een toelichting op uw eigen standpunt en volgens mij kan de heer Van Lavieren gewoon zijn betoog voeren. De heer Van Lavieren Ja, nee, maar dat is wel duidelijk maar, als u nu zegt barrières opwerpen, dat wel als er een ontsluiting door het groene gebied zou komen. Ja? Dat is dan misschien het kleine misverstandje wat er tussen ons is geweest, laat ik het zo maar zeggen. Voorzitter: Ook weer opgelost. De heer Van Lavieren: Ja. Het is de PvdA niet duidelijk welke grote risico’s er in het project Haven-Zuid, in het project HavenZuid lopen. De gemeentelijke investeringen zijn beperkt en misschien kan D’66 even aangeven welke, van welke omvang zij denken dat de risico’s zijn. Wij steunen het voorstel van de ChristenUnie om tot een betere inzameling van het plastic te komen. Ook wij zijn blij dat het weerstandvermogen op orde lijkt te zijn, maar een hernieuwde vaststelling is noodzakelijk eer wij de algemene reserves gaan verlagen. Met het CDA zijn wij van mening dat de campers zo snel als mogelijk is stageld moeten betalen. En over de ballen waar de heer Wesselius het over had, die in de lucht gehouden moesten worden, wij hopen dat het college erin slaagt de ballen nog lang in de lucht te houden. Dan onze reactie op de inbreng van de VVD. Deze beschouwingen riepen bij ons herinnering op aan een TV-serie en met name de familie Knots. De uitroepen van tante Til van een kloddertje roze hier, een kloddertje roze daar en die hebben wij dus vervangen door de uitspraken van tante Cat een tonnetje sociaal hier, een tonnetje sociaal daar. Wij roepen de VVD op om durf te tonen en in plaats van populaire gemeenplaatsen concrete zaken te benoemen waarop bezuinigd kan worden. Mevrouw Leeuwis: Ik wil daar meteen op ingaan, voorzitter. De heer Van Lavieren: Nee, wij gaan gewoon even door. Vul eens in, vul eens in… (noot notulist: mevrouw Leeuwis onverstaanbaar erdoorheen) maar vul eens in hoe jullie de kreet € 6,5 ton, op € 6,5 ton programmakosten Kunst en Cultuur, waaronder de bibliotheek is, best € 1 ton te bezuinigen denkt te kunnen waar te maken. Voorzitter: Ik geef mevrouw Leeuwis even de kans om even te reageren en dan mag u weer doorgaan. De heer Van Lavieren: Ja, ja. Mevrouw Leeuwis: Ja, het was niet een kloddertje hier en een kloddertje daar en roze was al helemaal niet mijn kleur. Maar goed, ……………………. die opmerkingen maar voor u. Wij hebben heel, wij hebben er heel, denk ik, en heel bewust gekeken naar wat was nou een aardige dekking om eens mee te geven zonder, waar u bang voor bent, de sociale infrastructuur kapot te maken. Als je het toch inderdaad hebt over programmakosten van die omvang die direct te beïnvloeden zijn omdat het, dat staat ook in de begroting, het zijn geen organisatiekosten, het gaat niet om personeel enzovoorts, dan gaat het daar dus om activiteiten die je bijvoorbeeld subsidieert. Wij hebben een aantal voorbeelden gegeven van de bibliotheek maar juist omdat de bibliotheek zelf ook de handschoen heeft opgeworpen van nou ja, wij willen in overleg, hebben wij wel de verantwoording genomen om daar een taakstelling bij te zetten en dat is nou net die enige die dan door de bibliotheek wel samen met het college ingevuld mag worden. Maar je kunt naar de bibliotheek en naar andere culturele instellingen, mensen die wij subsidiëren en zeggen, jongens, wij moeten € 1 ton halen en wij willen dat de bibliotheek laagdrempelig bereikbaar blijft voor iedereen om boeken en informatie toch zich te nemen en vertelt u
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
41
ons maar wat u dan nog voor de rest kunt doen. Dus ik denk dat wij juist heel, nou ja, heel gedegen gekozen hebben. Voorzitter: Uw punt is duidelijk volgens mij. De heer Van Lavieren: Het is goed dat u het heeft over de bibliotheek, want daar gaan wij dus nu even wat over zeggen. Dus u zegt dat op Kunst en Cultuur, waaronder de bibliotheek valt, best € 1 ton te bezuinigen is. In een ingekomen stuk 343, onderdeel subsidies, worden de kosten van de bibliotheek genoemd, onder andere € 55.000,-- voor huisvesting, € 240.000,-- voor personeel, € 90.000,-- voor collectie, € 112.000,-- kapitaallasten van het gebouw. Waarop wilt u dan nog € 1 ton bezuinigen? Misschien op de te heffen bijdrage voor, van kinderen of misschien op de € 4.800,-- voor projecten, want de ruimte is daarin heel erg krap. Mevrouw Leeuwis: Voorzitter, één opmerking hier nog. Ik heb gezegd onder andere de bibliotheek. Nou daar zijn, de heer Van Lavieren noemt gelukkig zelf al een aantal onderdelen en programmakosten zijn € 6,5 ton, daar mochten wij bij uitgaan bij de begroting en de programmakosten die direct beïnvloedbaar zijn, kun je best € 1 ton taakstelling meegeven. Dat is te durven kiezen. De heer Van Lavieren: Goed, ik ga verder. Voorzitter: U gaat verder. De heer Van Lavieren: Dan hebben wij het over de lastenstijging van de burgers. Volgens het voorstel gaat de OZB 2,5% inflatiestijging omhoog. Dat is voor een burger met een huis van gemiddelde waarde van € 2,5 ton € 6,50 per jaar. Ik wil hier toch wel bij opmerken dat in voorafgaande jaren de OZB beduidend forser is gestegen. De kostenstijgingen uit de voorstellen van de VVD zijn veel hoger en dan niet alleen voor huizenbezitters maar ook voor die burgers die zelf geen huis kunnen kopen. Door de VVD voorgestelde kostenstijgingen zijn onder andere eigen bijdrage bibliotheek voor kinderen, afschaffen schoolzwemmen, ouders kunnen dat best zelf regelen en als het aan de VVD ligt binnenkort te regelen in een andere gemeente, omdat het zwembad een sprookje is. Eigen bijdrage voor de BOS en de BSI. Jeugdsubsidie. Dan vragen wij ons dan af wat een tweede of een derde sportclub is en wat dan de eerste zou moeten zijn, welke keuze daarin gemaakt zou moeten worden. De bovengenoemde zaken gaan de € 6,50 ver te boven en dat voor gezinnen die het niet zo breed hebben. Ik kom het hier later, ik kom hier later nog even op terug want in het AD van vandaag hebben wij kunnen lezen, hoe slecht het is om bijvoorbeeld het schoolzwemmen af te schaffen. De heer Pardo: Mag ik een vraag stellen aan… Voorzitter: Dat mag, hè? De heer Pardo: Mijnheer Lavieren, u zegt en ik hoor dat, denk ik, enigszins cynisch richting VVD maar als ik het verkeerd begrijp, moet u me zeker verbeteren. U zegt omdat het zwembad een sprookje is. De heer Van Lavieren: Ja. De heer Pardo: Dat is niet uw eigen mening, neem ik aan, of wel?
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
42
De heer Van Lavieren Nee, nee, sorry hoor, dat is door de VVD genoemd, het zwembad is een sprookje. Daar moeten wij niet in geloven. De heer Pardo: Ja, maar goed, u verwoordt hier… De heer Van Lavieren Ja, nee, maar ik geloof sowieso niet in sprookjes. Mevrouw Leeuwis: Voorzitter, mag ik wel even interrumperen op… De heer Van Lavieren: Ik wil nog even dat stukje van het AD afmaken. Mevrouw Leeuwis: Een stukje OZB. O, dan mag ik daarna. Voorzitter: Zullen wij dat zo doen? De heer Van Lavieren: Nee, want er is dus onderzoek gedaan naar het afschaffen van het schoolzwemmen en het staat hier dus als conclusie dat, als het schoolzwemmen af…, maar als ouders er zelf voor moeten gaan betalen, vallen er toch al zwakke groepen weer buiten de boot. Ik zou dat als een rode draad willen stellen voor de voorstellen die de VVD in heeft gebracht in de eerste ronde. Bij alle voorstellen kunnen wij dit dus als rode draad leiden. Ik zal het nog een keer zeggen, als ouders er zelf voor moeten gaan betalen, vallen de toch al zwarte groepen, zwakke groepen weer buiten de boot. Dat is bij alle voorstellen van de VVD aan de orde. Mevrouw Leeuwis: Voorzitter, mag ik even interrumperen? Voorzitter: Ja. Mevrouw Leeuwis. Mevrouw Leeuwis: Als het gaat over OZB-verhoging, dan heeft u gelijk dat daar verschillende percentages aan de orde zijn geweest de afgelopen jaren. Het gaat ons vanavond om het kale feit dat er niet eerst naar alternatieven is gekeken, voordat er weer belastingverhoging is voorgesteld. Die € 6,50 die u noemt op een gemiddelde woningprijs, dat zijn wel weer alleen dan de huizenbezitters die deze extra kosten moeten dragen en warempel, inderdaad, het is ook niet de eerste keer. Vergeet niet de bedrijven hierbij. Die voelen deze belastingverhoging nog veel zwaarder. Als het gaat over kwetsbare groepen, mijnheer Lavieren, ik heb toevallig vandaag met uw partijgenote mevrouw Barra daar ook nog over gesproken. Je moet eens weten wie er allemaal zelf zijn zwemles betaalt. Heel veel. Ook ouders van wie je denkt, waar halen zij het nog vandaan. Ja, die doen hun kinderen dan tegelijk met de voetbal, dat klopt. En als zij dat wel doen, dan hebben wij daar nog een bezuinigingsmogelijkheid. Maar voor die echt kostbare groepen die het echt niet kunnen betalen en dus onder het minimumloon zakken, want daar zit je, daar spreek je op een gegeven moment over, daar hebben wij regelingen voor in den lande. Dan is er een beroep op die bijzondere bijstand te doen en dan zijn er allerlei potjes. Dus ik maak me daar niet zoveel zorgen over, zeker niet als ik zie, omdat mijn eigen kinderen ook hier op zwemles hebben gezeten, hoeveel kinderen uit zoveel verschillende milieus allemaal op zwemles zitten. De heer Van Lavieren: Mevrouw Leeuwis, mensen die het echt niet meer kunnen halen en daar een bijdrage voor krijgen, die krijgen die bijdrage om de overleven en dat is het. Daar zit geen ruimte in voor andere dingen.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
43
Mevrouw Leeuwis: Nee, mijnheer Lavieren, daar is altijd als het daarom gaat, nog een extra potje aan te spreken en dat weet u ook. Ik denk alleen dat u ook moet realiseren dat die kosten maken niet in verhouding staat tot wat wij nu aan alle ouders uitgeven aan schoolzwemmen. De heer Van Lavieren: Mevrouw Leeuwis, u vergeet één ding. U noemt kerntaken van de gemeente en u vergeet één heel belangrijke kerntaak voor ons en dat is het in stand houden van het sociale leven in Alblasserdam. Dat is ook een kerntaak van de gemeente Alblasserdam. Als u daar zo makkelijk overheen stapt en als u vindt dat u met uw maatregelen dus de toch, de minderbedeelden in onze gemeente daar de dupe van wilt laten worden, dan is dat geheel voor uw mening. Maar als u dan zegt dat dat alternatieven zijn, voor ons is het buiten spel zetten van groepen die het minder hebben, geen alternatief. Het spijt me voor u. Daar zeg ik ook nog bij dat u met uw voorstellen het wegbezuinigen van tal van sociale activiteiten zoals bijvoorbeeld het schoolzwemmen onrust veroorzaakt in het dorp. Mevrouw Leeuwis: Ik vertrouw op die veerkracht… Voorzitter: Mevrouw Leeuwis. Mevrouw Leeuwis van de samenleving. De heer Van Lavieren: En daarom willen wij nog zeggen van, u heeft het overlegd dan, wij zeggen tegen de VVD toon lef en benoem concrete haalbare zaken en zorg ervoor dat wij dan de tante Til-methode vergeten. Ik dank u. Mevrouw Leeuwis: Voorzitter, dat was mijn derde bijdrage vanavond, geloof ik. Als het gaat om concrete haalbare zaken, dan zijn wij de enige partij die dat gedaan heeft vandaag. Dat wil ik dan wel even vaststellen. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Van Lavieren, dank u voor uw betoog en… De heer Van Lavieren: Ik wou eigenlijk nog een kleine anekedote erachteraan doen, want ik wilde eigenlijk nog zeggen… Voorzitter: Een anekedote, ja. Nou hup, als het een hele leuke is. De heer Van Lavieren: Ja, het is wel een aardige. Nee, maar als wij de lijn van de VVD blijven volgen, dan zou ik met Herman Finkers willen zeggen als wij dat zo doen als de VVD dat wil, dan is er in Alblasserdam nog steeds van alles te doen, want ik heb net naar buiten gekeken en soms springt het stoplicht op rood en soms springt het op groen. Mevrouw Leeuwis: Goed stoplicht, hè, mijnheer Van Lavieren. Voorzitter: Goed. Dank u wel voor uw betoog en wij gaan kijken naar de heer Zwaan van de ChristenUnie. De heer Zwaan: Ja, dank u wel, MdV. Ik wil graag een algemene reactie geven op de bijdragen van de andere partijen en het college. Daarna nog wat specifiek ingaan op de door ons ingediende moties en niet in de verhouding 40-60, ik zeg het maar alvast bij voorbaat. Na de bijdrage van de VVD waren wij benieuwd of dit ook zou leiden tot een aantal amendementen. Ja, dat is zo. U heeft daarin ook uw stevigheid doorgezet, laat ik het maar even zo zeggen. Alleen, u maakte al een opmerking over ons over het geen idee hebben. Volgens ons staat dat in het
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
44
perspectief wat ook door de VNG is neergezet, dat je op dit moment wel na moet blijven denken welke stappen je wilt zetten omdat een aantal zaken nu nog niet duidelijk is. Ik had ook iets voorbereid omdat u ons getriggerd had rondom de bibliotheek en de mogelijkheden, want goede ideeën zijn altijd welkom, maar ik denk dat in de reactie door de heer Van Lavieren wel een aantal terechte zaken zijn genoemd, waardoor het misschien toch net iets anders is, waardoor het ook gewoon heel lastig is om dan zo’n discussie zoals u die nu zou willen voeren, te kunnen voeren. Daarbij, wij kunnen nu proberen om een aantal bezuinigingen te realiseren, maar wij hebben, denk ik, en dan heb je ze op papier, maar wij hebben, denk ik, ook de afgelopen periode geleerd en moeten constateren dat een aantal bezuinigingsvoorstellen later gecorrigeerd moesten worden. Volgens mij moeten wij uit die frustratie en ook de mogelijke onrust die dat nu zou kunnen geven, niet willen. Laat onverlet dat wij een aantal opmerkingen ook hebben gehoord hoe wij naar de toekomst toe zeker keuzes moeten gaan maken. Wil ik zo meteen op terugkomen. Mevrouw Leeuwis: Voorzitter, daar wil ik toch eigenlijk wel op reageren. Wat ik zei, u had het, u zei gister, of maandagavond ja, wij maken ons grote zorgen, wij hebben geen idee. Dat juist triggerde ons om te zeggen ja, maar als je dan toch, want u maakt zich ook bijvoorbeeld zorgen over die buitenruimte en dat zien wij straks in de motie van u weer terug, als je dan toch vindt dat het anders moet, dan moet je zelf ook wel met ideeën durven komen om andere alternatieven aan te bieden. Dat was waar ik op doelde, voorzitter. Voorzitter: Mijnheer Zwaan. De heer Zwaan: Nou, ik denk dat zo meteen in de motie daar ook een antwoord op staat, omdat wij het proces ook anders moeten lopen dan wij het nu gelopen hebben en dat maakt ook dat wat u nu doet volgens mij niet passend is en daardoor ook weer keuzes gemaakt kunnen worden die je zelf, of zelf frustreert of dat je iets op je afroept wat je op dit moment misschien ook niet zou willen. Wij zijn het wel eens met de analyse van het CDA dat er sprake is van een tussenbegroting. Dat haakt ook in op onze opmerking in onze bijdrage, dat wij eigenlijk niet kunnen instemmen met het meerjarenperspectief. In de bijdrage van het CDA viel ons wel op dat er eerst gesproken werd over een gestabiliseerde basis en dat later in het betoog gesproken werd over een gezonde basis. Deze stap ging ons eigenlijk iets te snel. Verder kunnen wij ons echter ook herkennen in uw bijdrage, maar daarbij willen wij ook graag vasthouden aan wat u heeft gezegd, dat er onderbouwde keuzes moeten komen en dat die keuzes ook in de komende perspectiefnota behandeld moeten worden op een zodanige manier dat wij echt perspectief naar de toekomst gaan maken. De reactie op de PvdA. De PvdA is helder in haar mening bijvoorbeeld over de openbare ruimte. Ik noem het maar even de roodsocialistische draad die u ook daarnet heeft genoemd. Maar de beargumentering van de wethouder over de openbare ruimte en de verdeling tussen klei en veen, dat was ons inziens, en misschien mag deze woordspeling, bagger. Voor ons is het in ieder geval een reden om alsnog een motie in te dienen, die heeft u al gezien maar die zullen wij officieel zo meteen ook nog indienen. In het licht van de beantwoording willen wij ook nog, door het college willen wij ook nog de reactie van wethouder Verheij nog even noemen. Die had op ons toch wel lief geformuleerd woordje trucje de reactie van ja, maar het is echt geld. Ja, daar gaat het ons niet om. Volgens ons doet de wethouder zijn uiterste best om de begroting sluitend te maken en gebruikt daarvoor een maximale creativiteit. Op zich voorstelbaar, maar niet goed als het beleid wordt neergezet als afgesproken en onweerlegbaar. Er zijn gewoon een aantal gelegenheidsargumenten in geslopen om nu bepaalde keuzes te maken die in de begroting zijn opgenomen. En dan zeggen wij, ja, dat is een trucje, maar noem het dan ook zo, ga er op die manier dan ook open mee om en dat was onze reden om te zeggen van kunnen wij het nou stellen dat er een duurzame begroting is. Wat wij wel graag van de wethouder zouden willen horen dat, stel dat de betere tijden snel komen, dat wij ook teruggaan naar die afspraken waar wij van ook vinden dat die juist zijn en waar wij op kunnen gaan sturen. Eenduidig zonder bijbedoelingen. Dan, MdV, wil ik nog reageren op de moties die wij hebben ingediend. Mevrouw Leeuwis: Voorzitter, mag ik misschien nog interrumperen…
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
45
Voorzitter: Dat mag u. Mevrouw Leeuwis: op de motie die de heer Zwaan heeft aangekondigd van zijn hand over die buitenruimte? U draagt het e college op om met andere voorstellen te komen en dat te presenteren in de 1 Burap. Mag ik daaruit opmaken dat u straks wel in gaat stemmen met deze …………………. voorgestelde bezuiniging in de begroting van € 3 ton. De heer Zwaan: Op het moment dat wij dus een begrotingswijziging verwachten in de Burap, betekent dat ja. Dat is een logische consequentie dan, denk ik. Ik zou hem niet anders kunnen uitleggen. Mevrouw Leeuwis: Nou, ik vind het jammer, want dat is het vooruitschuiven van een probleem en niet een alternatief bieden. De heer Zwaan: Nee, maar daar… Het alternatief wat u biedt, heb ik, denk ik, op geantwoord, want u laat een open begroting na en die open begroting willen wij niet. Mevrouw Leeuwis: Maar u kwam ook niet met andere voorstellen om die begroting dan op een andere manier sluitend te maken, dan met onze voorstellen. De heer Zwaan: Sorry, dat laatste nog een keer. Mevrouw Leeuwis: Wij hebben een dekking die u niet aanstaat, maar u komt, u komt helemaal niet met een dekking en dat verwijt ik dan u. De heer Van Lavieren; Niet alleen (Noot notulist: rest onverstaanbaar) Voorzitter: Ho. Mijnheer Van Lavieren, u wilt interrumperen, geloof ik, hè. Gaat uw gang hoor, mijnheer Van Lavieren. Wat wou u zeggen? De heer Van Lavieren: Ik wilde zeggen dat mevrouw Leeuwis zegt dat zij dekkingen geeft, maar die zijn natuurlijk niet reëel en niet onderbouwd, dat ten eerste, en niet gedragen ook, dus ik bedoel… Voorzitter: OK. Goed. Mevrouw Leeuwis: Ja, reëel wel, maar ik blijf even bij mijn punt dat ik richting de ChristenUnie maakte. Zij komen in ieder geval helemaal niet met een dekking. Voorzitter: Nou, dan is de heer Zwaan nog aan het woord en dat hoeft hij niet meer, geloof ik, hoewel wou u nog? Ja? Dan even weer… De heer Zwaan: Sorry, ik was al even wegge……………. Ik wil graag onze duurzame focus even terugpakken, die wij ook hebben geprobeerd op te pakken met onze moties. Allereerst de reactie van de wethouder op onze ingediende motie van het plastic, laat ik het maar even zo noemen.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
46
Wethouder Cardon: Bagger, bagger, De heer Zwaan: Nee, dat is een heel andere substantie. Plastic is heel iets anders. Nou, dank dat u in feite de motie heeft overgenomen. Ik ben blij dat u niet stil zit. Voorzitter: Eerst luisteren. De heer Zwaan; Het is af en toe moeilijk, denk ik, om stil te blijven zitten. En wij zijn blij dat u zelfs foto’s heeft genomen om hier intern te laten te laten zien wat u bedoelt. Wethouder Cardon: Ja. De heer Zwaan: Ik denk dat dat een hele mooie beantwoording is op de motie die wij hebben ingediend. (Noot notulist: wethouder Cardon onverstaanbaar, zonder microfoon) Uw microfoon staat niet aan. Nee, maar nogmaals dank en dat betekent dat wij deze motie zullen intrekken. De … Voorzitter: Ik constateer, ik, want het is wel handig om even voor de orde vast te stellen, dat dat dus betreft die van het gescheiden inzamelen van het plastic en dat was motie nummer 2 en die is dus ingetrokken. De heer Zwaan: Klopt, klopt. Dan wil ik nog wel ingaan op motie 1, die wij hebben ingediend. Wat dat betreft, had de wethouder ook een hele heldere visie die hij gaf. Wij zijn geen Zorgvlied en wij zijn geen Sint Petersburg, alleen wij hebben, denk ik, iets anders geprobeerd aan te dragen. Ik heb begrepen dat een eerdere toezegging van u om duidelijk te maken hoe de tarieven in elkaar steken, dat u die weer even op het netvlies heeft moeten zetten, maar dat u die wilt leveren. Daarbij zijn wij er naar ons idee nog niet. Wat wij belangrijk vinden, is dat het vierkant, ik noem maar even het budget, voor ons ook ter discussie staat en als u die ruimte ook geeft in uw raadsinformatiebrief of in de discussie, dan kunnen wij kijken hoe wij deze motie moeten interpreteren. Anders laten wij deze motie staan. Ik hoop dat duidelijk is wat ik hiermee aangeef. Dan de motie rondom (noot notulist: onverstaanbare interruptie). Ja, het is u niet bekend, nou, de voorzitter wel hoor. Wethouder Cardon: Ik mag nu niets zeggen, dus……………………. Voorzitter: De wethouder zal straks daarop ingaan en duiden wat u gezegd heeft en dan kunt u concluderen of hij u begrepen heeft of niet. De heer Zwaan: Ja, ik heb u, voorzitter, aangekeken of dat het duidelijk was. Voorzitter: Ik dacht dat ik begreep wat u zei. Ja. Gaat u verder. De heer Zwaan; Dan de motie over de diversiteit. Laat ik alleen nog even aanvullend neerzetten, want ik denk dat het op zich duidelijk is, dat dit wat ons betreft juist extra mogelijkheden biedt en niet zozeer het zoeken naar de belemmeringen. Maar dat is even in reactie alvast op wat de VVD heeft ingebracht. Hiermee wil ik de bijdrage beëindigen.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
47
Voorzitter: Ja, en zegt de griffier, en de motie indienen. De heer Pardo: Mag ik nog een vraag aan de heer Zwaan stellen, voorzitter? Voorzitter: Ja, u zou nog even een motie indienen, mijnheer Zwaan. Ja, ik volg u maar ik wacht even de motie die naar mij toegebracht wordt. En u wilt interrumperen, mijnheer Pardo. Dan lees ik daarna de motie even voor. Gaat uw gang. De heer Pardo: Ja, even in de, de, de, sorry, de motie ten aanzien van de biodiversiteit. U draagt bij het college, of u draagt het college iets op. Heeft u daar in termen van financiering, want ik vind op zich, inhoudelijk kan ik me daar heel erg, nou ja, goed, vanuit onze fractie goed bij aansluiten, alleen, ja, ik kan me voorstellen een stuk dekking of u daar ook nog gedachten, gedachten bij gehad heeft of niet. De heer Zwaan: Naar ons idee is er een andersoortige invulling en is de extra dekking in die zin niet nodig. Het heeft toch veel meer te maken met een bepaalde bewustzijn hoe je een aantal dingen zou willen doen en wat je daarmee met elkaar zou willen bereiken. Voorzitter: Ja. En dan ga ik even naar de motie die nummer 5 krijgt en die motie die houdt in: Overwegende dat wethouder Cardon in de beantwoording op de vragen in eerste termijn volstrekt geen overtuigende argumenten overlegde om in te kunnen stemmen met een verlenging van de afschrijvingstermijn buitenruimte van 30 naar 35 jaar draagt het college op - om in de eerste Burap 2011, burap is bestuursrapportage die in de raad behandeld wordt, te komen met voorstellen om de termijn van 30 jaar te herstellen in de begroting van 2011 en - om in de perspectiefnota van 2012 te komen met structurele voorstellen om de termijn van 30 jaar te kunnen hanteren. De toelichting die kunt u zo meteen lezen als de motie verder verspreidt wordt, maar deze motie maakt nu ook onderdeel uit van onze beraadslagingen. Dank u wel, mijnheer Zwaan. En dan gaat uw buurman, de heer Boele, namens de fractie van de SGP het woord krijgen. De heer Boele: Dank u wel, voorzitter. Wij beginnen natuurlijk ook om het college te bedanken voor de korte, bondige maar toch voor ons toereikende beantwoording op vragen die gesteld zijn en wij bedanken dus nu ook de collega’s in de raad voor de wijze waarop wij tot nu toe met elkaar aan het beschouwen zijn over de begroting. Want wij worden steeds meer als raad een hoofdspeler in dit mooie spel, constateer ik met genoegen. Voorzitter, ik begin om mevrouw Leeuwis tegen te spreken. Mevrouw Leeuwis heeft in haar beschouwing gezegd, en zij heeft dat zojuist herhaald, dat het college aan struisvogelpolitiek doet en zij heeft delen van de raad ingewreven dat wij angst zouden hebben voor bezuinigingen. Ik denk dat het beide niet waar is. Ik roep daartoe het volgende in herinnering. Toen deze coalitie gevormd is tijdens de onderhandelingen in de maanden maart en een deel april, toen wij hebben wij zeer zorgvuldig in ogenschouw genomen welk financieel nadeel op onze gemeente zal afkomen. Het collegeprogramma, het coalitieakkoord moet ik zeggen, geeft daar rekenschap van. Geeft rekenschap van het feit dat wij wellicht naar een ombuiging tussen € 1,1 en € 2,1 miljoen zouden moeten gaan komen. Het college heeft dus helemaal geen, althans de coalitie geen struisvogelpolitiek bedreven. De coalitie heeft er wat bij gezegd. Wij willen komen tot uiteindelijk die mate van ombuigingen langs een proces, langs een zorgvuldig proces. Dat staat in het coalitieakkoord. Dat is herhaald in het collegeprogramma, ook vanavond aan de orde. Dat is bevestigd in de perspectiefnota van juli jl. en dat wordt nu uitgevoerd bij de begroting die voorligt. Een proces hierop neerkomend, wij gaan de begroting meerjarig op orde maken met de wetenschap die wij nu hebben, te beginnen bij het jaar 2011 en wij gaan vanaf de perspectiefnota 2012 zoeken naar de verder gelegen mogelijkheden, omdat wij dan ook weten hoe groot de financiële rampspoed echt zal blijken te zijn. Wat je dus nu
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
48
moet constateren is twee dingen. Wij geven ons rekenschap van de mate van de ombuigingen die nodig zijn en twee, wij hebben een proces afgesproken, is voor iedereen volkomen na te volgen, hoe wij gaan komen tot die ombuigingen en wij constateren vanavond dat het college op koers ligt. Mevrouw Leeuwis; Voorzitter, bij interruptie. Voorzitter: Ja, gaat uw gang. Mevrouw Leeuwis; De heer Boele heeft terecht heel veel woorden nodig om uit te leggen wat het college allemaal van plan is geweest en wij hebben ook bij het eerste, de eerste reactie op het coalitieakkoord gezegd dat daar een goede financiële paragraaf in zit. Alleen, het is zo jammer dat het dan bij die woorden blijft, want 2011 wordt vooral incidenteel opgelost en er worden in onze ogen zeer verkeerde keuzes gemaakt omdat het daar raakt aan de kerntaak van de overheid. Men is bang om te bezuinigen in de sociale infrastructuur. Dat hebben wij bedoeld, mijnheer Boele. De heer Verwoert: (noot notulist: zonder microfoon) Bang, wij doen het niet. Dat is het wat anders De heer Boele: Ik denk dat dat te ver is. Voorzitter: Mijnheer Verwoert, u wou interrumperen? De heer Verwoert: Heb ik al gedaan. Voorzitter: O, hebt u al gedaan. Mijnheer Boele. De heer Boele Er is een verschil tussen het verwijt, u steekt uw kop in het zand en het verwijt, u maakt de verkeerde keuze rondom bezuinigingen. U zei het eerste, u voegt er nu het tweede aan toe. Ik constateer, dit college steekt de kop niet in het zand voor de dingen die op de gemeente afgekomen zijn en nog gaan afkomen. Ik vind dit, ik heb dat ook in de eerste termijn gezegd, ik vind dat met de situatie van dit moment het college een overtuigende prestatie heeft neergezet. Beter, maar dat is voor mijn rekening, dan in de achterliggende vier, acht jaar gebeurd is. Maar laat dat voor wat het is, mevrouw Leeuwis… Mevrouw Leeuwis: Nee, nee. Ik wil hier graag op reageren, voorzitter. De heer Boele: Mijn boodschap is, mijn boodschap is, wij voeren geen struisvogelpolitiek. Mevrouw Leeuwis: Als dat zo was, voorzitter… Voorzitter: Mevrouw Leeuwis. Mevrouw Leeuwis: Als dat zo was, dan was ook de begroting 2011 met volledig structurele, structurele maatregelen vorm gegeven en hadden wij nog meer van de incidentele voordelen die wij hadden kunnen inboeken, prima, hadden wij in de reserve kunnen storten en nog meer naar Landvast kunnen boeken, voorzitter.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
49
De heer Boele: Nou, nu kom ik nog op het tweede punt, mevrouw Leeuwis. Er is sprake van een aanmerkelijk verschil tussen de benadering van het probleem door uw fractie, vooralsnog alleen uw fractie, en die van de rest van de raad. Wat u doet, en ik vind dat echt lef hebben, wat dat betreft maakt u uw slogan vanavond en verleden week, afgelopen maandag zeker waar, u stelt onmiddellijk ter discussie het zwembad, bibliotheek, subsidies, sportsubsidies en het gaat allemaal erg vlotjes en dat is nou tegelijkertijd het grote probleem wat mijn fractie heeft met deze manier van benaderen van het probleem. Waar wij naar zoeken, niet wegduikend voor die bezuinigingstaakstelling, maar zoeken naar een samenhangend integraal beleid om te gaan bezuinigen. Je zoekt een hechte basis om daarna hele fundamentele stappen te kunnen gaan zetten. Dat hebt u niet. Dat verwijt ik u niet. Heeft het college ook nog niet. Maar dat zou u nu eerst moeten hebben voordat je gaat komen tot het invullen van misschien wel hele pijnlijke keuzen. Het college geeft u wel aan… Mevrouw Leeuwis: Voorzitter… De heer Boele: Nee, ik moet nu even mijn betoog afmaken op dit punt. Het college geeft nu wel aan zelf ook te zoeken naar zo’n beleid en daar vervolgens het contact met de maatschappij over te gaan zoeken. U vroeg mij zojuist, SGP u bent wel erg complimenteus naar het college over de nieuwe communicatieve manier van opereren, maar ik vind het een verdienste dat de coalitie, het college zegt wij gaan over die zware maatregelen die wij wellicht moeten gaan nemen het debat met de samenleving aan. Dat vind ik winst. En dan kun je tot een veel, denken wij, een veel meer gedragen overtuigende invulling komen van die opgave die wij hebben dan nu net iets te gemakkelijke grote bedragen bij elkaar plukken en zeggen tegen de raad, kijk eens, wij hebben onze alternatieve dekkingen voorhanden. Er zit een fundamenteel verschil tussen de lijn die het college kiest en die mijn fractie graag ondersteunt en de wat toch een beetje hapsnapachtige manier van uw voorstellen. Mevrouw Leeuwis: MdV, dat laatste bestrijd ik echt ten zeerste. Wij hebben niet hapsnap gekeken. Wij hebben gekozen voor behoud van kerntaken van de overheid en daarin onze plicht niet te verzaken. En wij hebben ook gekeken met gezond verstand naar wat nou echt reëel is en wat haalbaar is. Het zwembad roepen wij dit jaar niet voor het eerste jaar, dat roepen wij al drie jaar achter elkaar omdat je met gezond verstand, en dat hoort ook bij verantwoording nemen als je deze gemeente mag besturen, dat je wel ook met gezond verstand aan de bevolking dient uit te leggen hoe wij ervoor staan en dat het allemaal leuk is om te sparen, maar dat het natuurlijk eigenlijk een beetje, ja, nou ja, gebrek aan lef hebben is, als je nog niet durft te zeggen, ja, wij weten toch eigenlijk allemaal wel dat wij het hier niet mee gaan redden. De heer Boele: Mevrouw Leeuwis, als, als wij nu zeggen dat wij het vraagstuk over een paar maanden fundamenteel onder ogen gaan zien, ons bewust zijn van de opgave waarvoor wij staan, welk gebrek aan lef tonen wij dan? Mevrouw Leeuwis: Als het over een paar maanden wel kan, dan zou ik zeggen het kon de afgelopen drie jaar ook en daarvoor ook. De heer Boele: Nee, daarvoor is nodig, heb ik u zojuist gezegd, een gedragen opvatting over hoe gaan wij bezuinigen en hoe gaan wij daar het debat met de samenleving over aan. Mijn kwestie in uw richting is, waarom slaat u de stappen nou over vanavond. Want dat is wat hier gebeurt. Het lukt u niet, ik moet het echt vaststellen, om daar ook maar enig enthousiasme in de rest van de raad over te krijgen. Want het gaat gewoon vanavond bij uw voorstellen net een paar stapjes te snel. Mevrouw Leeuwis: Mijnheer Boele, ik had niet namens het college het debat met de samenleving kunnen aangaan over voorstellen bij de begroting wan die zitten helaas niet aan de andere kant van de tafel.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
50
De heer Boele: Zeker. Mevrouw Leeuwis: Maar het college die had die verantwoording wel kunnen nemen in de achterliggende maanden. De heer Boele; Dat betwist ik, mevrouw Leeuwis. Het college heeft in de achterliggende maanden hard gewerkt. Dat hoef ik niet te herhalen. Heeft in die tussenliggende tijd wel haar collegeprogramma op die wijze communicatief, interactief met de samenleving gecommuniceerd. Dus wij moeten niet gaan overvragen. De volgende stap is het vraagstuk waar wij nu met elkaar voor staan. Dat brengt mij tot een volgend punt en ik zeg dat niet alleen tegen u, want wij zijn met elkaar in gesprek, de belastingverhoging. Mijn stelling is geweest in de algemene beschouwingen en ik herhaal die vanavond, dit, het college stelt geen OZB-belastingverhoging voor. De enige discussie is of dat de trend nou 2,5% is of 1,5% of 2%, want op het moment dat je verhoogt met de trend, verhoog je nominaal niets. Het college heeft aangegeven, ook in de beantwoording op vragen die gesteld zijn, dat je met gebruikmaking van de CPB-gegevens kunt volhouden dat de trend 2,5% voor het komende jaar is, met andere woorden als de OZB-verhoging, aanpassing noem ik dat liever, beperkt blijft tot die 2,5%, dan betekent dat dat het college één van de mooie doelstellingen van het coalitieakkoord, geen belastingverhoging, voor dit jaar realiseert. En dat vind ik veel meer kunst dan dat je nu zo verschrikkelijk moet gaan inzoomen op het feit, het kan eigenlijk wel 1,5% zijn of nog liever helemaal niets, maar wij ook eens tevreden zijn met het feit dat wij nu beperkte, ons beperken tot de trend zelf. Dat is mijn betoog in… Mevrouw Leeuwis: Voorzitter, inderdaad… Voorzitter: Mevrouw Leeuwis. Mevrouw Leeuwis: Wij hebben hier wel eens ………………………… laten wij inderdaad tevreden zijn dat wij meer mogen gaan betalen. Dat zit natuurlijk al in het woord inflatieverhoging. De heer Boele: Nee, nee, wij gaan niet meer betalen. Wij gaan niet meer betalen. Mevrouw Leeuwis: Ja, de OZB verhoogd met inflatieniveau. Kijk, voor mij hoeven wij de discussie niet te voeren over 1,5% of over 0% of over 2%. Het gaat om het principe dat je er ook voor kunt kiezen om de lasten niet te verzwaren. En inderdaad, De heer Boele: Gebeurt ook niet. Mevrouw Leeuwis: dan is dat in de gemeentebegroting een dekking die je dan vervolgens alternatief moet invullen, maar je ontziet wel burgers en bedrijven. Dat is het punt dat wij hebben willen maken en er was nog zoveel anders te kiezen. De heer Boele: Dat is zo goedkoop, mevrouw Leeuwis. Mevrouw Leeuwis; Nee. Dat is gewoon gezond verstand hebben en een visie hier uit proberen te leggen. De heer Boele: Als u nu bij herhaling zegt het gaat omhoog op het moment als je tarieven aanpast.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
51
Voorzitter: De heer Boele licht toe wat hij zegt. Ja? De heer Boele: Als je tarieven aanpast aan de geldontwaarding, betekent dat je geen belasting verhoogt. Dat is mijn stelling tegenover het betoog wat u bij herhaling nu ook houdt. De heer Pardo Mijnheer Boele, als ik… Ik wilde nog interrumperen, voorzitter. Voorzitter: Mijnheer Pardo. De heer Pardo: Ja, u zegt van of dat nu 2,5 of 1,5 is. Ik hecht wel aan een woord, een woord en een belofte en u zegt inderdaad bepaalde dingen zijn, is het overeind houden als je naar bepaalde cijfers kijkt van het CPB, dan kun je die 2,5% overeind houden. Hoe kijkt u dan aan tegen dat wat met dezelfde belofte in andere gemeenten om ons heen gebeurt en waar wel 1,5% wordt aangehouden? De heer Boele: Laten wij, laat ik duidelijk zijn, mijnheer Pardo. Ik vind dat je de argumenten hoe groot de trend is, hoe hoog de trend is, moet ontlenen aan officiële gegevens, bijvoorbeeld van een CPB, en die moet je niet ontlenen aan wat de toevallige gemeente Sliedrecht of Ambacht op dat punt doet. Daar heb ik eerlijk gezegd op dit punt weinig boodschap aan. De heer Pardo: Ja, 1,6 tot 2,1 geeft het CPB aan, maar goed. De heer Boele: Nee, het college heeft een andere beantwoording gegeven en ik heb tot nu toe geen aanleiding om aan te nemen dat die beantwoording niet juist is. Dan kom ik bij het zwembad, voorzitter. Ja, toch nog eventjes. Mevrouw Leeuwis, eigenlijk zet u dat plan wel erg snel overboord en u vindt zelfs dat, zoals wij nog tot nu toe gedaan hebben als raad, breed, het reserveren van middelen voor een nieuw zwembad vindt u ondertussen sprookjes. Dat gaat nou ook in de beleving van mijn fractie net weer een paar stapjes te snel. Ik roep in herinnering dat wij destijds als raad unaniem ons verbonden hebben aan een maximale inspanning om te zoeken naar mogelijkheden voor investeren in een nieuw zwembad. En de bewogen geschiedenis van dit dossier hoef ik niemand onder de aandacht te brengen, in herinnering te roepen. Om nu op dit moment zonder dat wij daar fundamenteel op teruggekomen zijn, ook niet bij de verkiezingen, te zeggen van het is een sprookje om daar nog langer in te geloven, nou, ik heb gezegd dat gaat me een paar stapjes te snel. Als u dan ook nog zegt van kijk eens, college, u hebt mogelijkheden om, nou, die € 8 ton en die reserveringen uit de begroting te halen, kijk eens wat voor een dekkingsmiddel u ter beschikking staat, ja me dunkt, maar dan maken wij dus wel een hele grote sprong die scherp in contrast staat met wat wij in het verleden hebben gedaan. Dat moeten wij ook geloofwaardig naar onze samenleving kunnen communiceren. Dat doe je niet op deze manier, menen wij. Mevrouw Leeuwis: MdV, het is ook niet voor niks dat er nu niet al in onze dekking het zwembad staat, want dat is ook niet haal…, reëel om te denken dat je dat bij hamerslag vanavond geregeld kunt hebben. Wij hebben dat heel uitdrukkelijk meegegeven als richting en als mogelijke keus daar waar het college nog niet stelt eigenlijk gezien voortschrijdend inzicht, want natuurlijk hebben wij daar een bewogen geschiedenis met elkaar achter de rug en natuurlijk hebben wij daar ons destijds aan verbonden. Maar voortschrijdend inzicht, want er zijn nogal wat jaren met jaarrekeningen en bezuinigingen achteraan gekomen, maakt wel dat je op een gegeven moment ook richting die samenleving daar eerlijk over moet zijn. Dat is, voorzitter, wat wij proberen te doen. De heer Boele: Dat waardeer ik zeer, mevrouw Leeuwis. Tegelijkertijd zeggen wij, laten wij dan als wij al ooit op onze schreden moeten terugkeren, dat in een uiterst zorgvuldige communicatie met al die mensen en instellingen doen met wie wij als raad het debat zo intensief hebben gevoerd. Dus het zou toch wel erg
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
52
goedkoop zijn als wij als raad vanavond zouden uitspreken wat u ons voorhoudt, het is een sprookje om nog langer te geloven in… Mevrouw Leeuwis Nou ik had ook niet verwacht dat dat vanavond… De heer Boele: ……………………………………, mevrouw Leeuwis. Ik verwacht eerder dat het alternatief dat wij een marktpartij zouden kunnen interesseren zonder gemeentelijke middelen om een zwembad over te nemen. Dat vind ik een sprookje. Maar goed, de toekomst zal blijken… Mevrouw Leeuwis: Nou, en als dat een sprookje zou zijn, dan zijn er weer andere alternatieven, maar, mijnheer Boele, en dat wil ik wel even gezegd hebben, MdV, natuurlijk vinden wij ook dat je dat met betrokkenen zorgvuldig moet communiceren. Dat blijft altijd overeind. De heer Boele: Dat is heel fijn. Nou, dat brengt me tot even nog een korte reactie op drie thema’s. Mevrouw Leeuwis, ik besteed veel aandacht aan u omdat ik vind dat u toch onderscheidend was in uw inbreng van alternatieven. Ik zou willen zeggen, durf lef te tonen maar word niet overmoedig. Durf te vertrouwen in de samenleving maar wordt niet naïef. En durf reëel te zijn maar schakel ook je idealisme niet te snel uit. Dat is het beeld wat ik tegenover uw overigens zeer gewaardeerde inbreng zou willen stellen. Tenslotte zegt u over de communicatie, u vroeg me dat persoonlijk, wat is er dan verbeterd. Ik ben daar, geloof ik, zojuist op ingegaan. Voorzitter… Mevrouw Leeuwis; MdV, ik vind, de heer Boele schetst ontwikkelingen die het huidige college en volgens mij ook het vorige college wel deed, in gesprek gaan met de samenleving en dat dat gaat gebeuren over de bezuinigingen, allemaal prima. Maar dat wil niet zeggen dat daarmee al aangetoond is dat nu de communicatie al verbeterd is. Ik vind het prima dat het college zichtbaar is in het dorp, daar wil ik ook helemaal niets aan afdoen. Je moet dan misschien af en toe wel kijken hoeveel energie er geleverd wordt inderdaad en al die dertig instellingen enzovoorts vragen wat vindt u ervan en dan zien dat er toch vrij weinig uiteindelijk is veranderd en dan ook zien dat onze eigen agendavoorraad wel heel erg opstroopt. Maar goed, dat is even een kleine kritische noot. Dat het contact gezocht wordt, dat men zichtbaar is in de samenleving, dat waarderen ook wij. De heer Boele: Wij zijn met elkaar helemaal over eens. Vervolgens de gemeenschappelijke regelingen. Ik heb geconstateerd dat in onze raad zo ongeveer raadsbreed leeft zorg over de, met name de financiële ontwikkelingen binnen de grote gemeenschappelijke regelingen. Ja, u bent, uw bordje is gevallen, mijnheer Pardo, niet van schrik zelf rechtop blijven zitten. Ja, het leidde me wel een beetje af maar ik zal me onmiddellijk herpakken. Onze fractie heeft in lijn met onze eigen inbreng en aansluitend bij de inbreng van de andere fracties de motie ingediend die ik graag straks aan het eind van mijn betoog aan de voorzitter zou willen overhandigen. Ik wil daar nog één ding aan toevoegen, voorzitter. U hebt in de korte beantwoording van het college gereageerd op onze inbreng rondom de beheersstructuur van de gemeenschappelijke regelingen Drechtsteden en Zuid-Holland Zuid en u hebt bij die gelegenheid een vergelijking gemaakt met de situatie zoals die in onze organisatie zich in 2007 voordeed. U weet dat ik daar nogal van stond te kijken en ik zou u graag willen uitnodigen, voorzitter, om nog eens in deze raad de bedoelingen, de portee van die vergelijking met ons te delen. Hopelijk dat dat kan leiden tot het wegnemen van wat zorgen die daardoor, althans bij onze fractie, zijn toegenomen. De D’66-fractie heeft visies ten beste gegeven over de toekomst van de gemeente, zelfs de veronderstelling uitgesproken dat mogelijk al bestuurders en ambtenaren bezig zijn de zelfstandigheid van deze gemeente weg te geven, zeg ik nu maar even met mijn woorden. Ik ben daar zelf wat minder ongerust op, mijnheer Pardo, omdat ik het wel een hele mooie ontwikkeling vind, dat de raad zelf het initiatief genomen heeft, het initiatief blijft houden in de discussie over de toekomst van deze mooie gemeente. Ik moet u wel eerlijk zeggen, dat ik altijd een beetje achterdochtig ben als het over dit onderwerp gaat en ik me de partij D’66 in herinnering roep, want ik weet dat D’66 een ambitie heeft
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
53
om desnoods van hogerhand de hele bestuurlijke organisatie van Nederland rigoureus te veranderen. Maar goed, ik vertrouw erop dat wij met elkaar op een goede manier debat over deze toekomstvisie kunnen voeren en kunnen volbrengen tot een mooi resultaat. De heer Pardo: Als u in staat bent geweest, mijnheer Boele, om ons amendement al te lezen, dan dekt dat eigenlijk de lading van onze zorg op dit gebied. Maar ik zal dat dadelijk in mijn bijdrage even toelichten. De heer Boele: Dank u wel. Ik heb dat nog niet gelezen, want ik moest ook vanavond afdrogen bij mijn vrouw. Voorzitter: Wilt u dat nog een keer herhalen? (Noot notulist: daar nemen wij graag, zegt iemand zonder microfoon en er worden nog meer opmerkingen gemaakt) De heer Boele: Vergadering of geen raadsvergadering Voorzitter: Vooral dat werkwoord moeten dat intrigeerde mij. De heer Boele: Laat ik dan zeggen dat het mocht. De heer Boersma: Deed die vaatwasmachine het dan al weer niet, MdV? De heer Boele: Die hebben wij niet eens. Is een kwestie van prioriteiten stellen en duurzaal willen zijn. De heer Pardo: Ja, alles heet duurzaam tegenwoordig. Voorzitter: Nou goed. Mijnheer Boele. De heer Boele: Voorzitter, ik probeer de ernst van mijn betoog weer te herpakken. Twee dingen nog. Landvast. Ik besteed er even aandacht aan omdat de voorzitter van het bestuur heeft ingesproken in de vergadering van maandag jl., het bestuur in contact treedt met alle fracties in de gemeenteraad, wat wij overigens zeer waarderen. Ik heb met erkentelijkheid kennisgenomen van het feit dat de communicatie met het bestuur ook van de kant van het college gaande is en dat in de maand december het voltallige college een gesprek zal voeren met het bestuur van Landvast. Laat ik nu volstaan met het vertrouwen uit te spreken, vertrouwen in de samenleving, mevrouw Leeuwis, dat uit die overleggen iets goed moet kunnen voortkomen, waarbij beide partijen, gemeente en Landvast, elkaar kunnen vinden. Overigens vanuit de overtuiging dat het welslagen van deze functie voor het belang van de gemeente Alblasserdam natuurlijk evident is. Helemaal tenslotte. Voorzitter, onze fractie is getroffen door het bewogen verhaal van onze CDAcollega’s. Wij hebben daar gisteravond diepgaand over doorgesproken met elkaar. Wij hoorden, dat is een opmerking die ik persoonlijk maak, wij hoorden toch met name in de woorden van de fractievoorzitter een stuk oprechte zorg, sowieso over de koers van zijn partij in de nieuwe regering die gevormd is, maar niet alleen dat, ook over de koers van onze samenleving. Waar gaan wij nu eigenlijk naartoe. Valt daar nog iets met enig vertrouwen over te zeggen. Het heeft ons getroffen dat het CDA de analyse maakt dat de waarden in onze samenleving, waarop onze samenleving gebaseerd zijn, dat die of worden verworpen of op zijn best aan slijtage onderhevig zijn. Woorden absoluut naar ons hart. Wij hebben ons afgevraagd wat wij nou met die constatering en die boodschap kunnen, ook een begrip van ons werk hier in de gemeente en ons werk hier in de gemeenteraad. Wij hebben ons gerealiseerd, voorzitter, dat het begrip samen waar de CDA-fractie zeer sterk op inzoomde, ook ons
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
54
begrip is. Maar daar tekenen wij onmiddellijk wel bij aan, dat samen niet hoeft te betekenen dat je het over alles met elkaar eens hoeft te zijn. Samen een open dialoog voeren met elkaar, ik vind dat wij daar vanavond ook een voorbeeld ten beste van geven, in plaats van voordelen hebben en vooroordelen koesteren. En ook respect hebben voor elkaar, ook in deze raad, in plaats van karikaturen scheppen. Naar elkaar luisteren, elkaar proberen te begrijpen, dat zouden in ieder geval dingen zijn die een bijdrage kunnen leveren aan het weer opnieuw hervinden van de waarden waar ook deze gemeente voor zou moeten staan. Voorzitter, de CDA-fractie sprak in haar betoog van barre tijden. Toen hebben wij in herinnering geroepen in ons gesprek in de fractie en ik maak u daar graag deelgenoot van, dat de belangrijke partijvergadering van het CDA, waarin het ging om de vraag of dat de partij zou moeten meedoen met de coalitie van VVD gesteund door PVV, werd geopend met een passage uit een preek van Augustinus. En Augustinus, dat is een kerkvader uit de 4e eeuw, die heeft zestienhonderd jaar geleden dingen gezegd die anno 2000 nog volop hun gelding hebben en wat ons toen zo trof in die openingstoespraak was dat Augustinus zei, wij moeten het eigenlijk niet hebben over slechte tijden, want wij zijn de tijden, wij zijn de tijden en laten wij er nou voor zorgen dat wij onszelf verbeteren. Augustinus zegt, laten wij de goede dingen gaan doen en als wij de goede dingen gaan doen, dan worden de tijden vanzelf ook goed. Dat vind ik een prachtige inspiratie, ook voor de komende tijd, voor het komende jaar. Laten wij met elkaar zoeken de goede dingen te doen, allemaal in ons eigen kleine invloedsfeer. Dank u wel. Voorzitter: Dank u wel, mijnheer Boele. Ik geeft het woord aan de heer Pardo, die inmiddels zijn bordje weer… De griffier wijst mij erop dat u mij eerst nog een motie wilt overhandigen voordat ik de heer Pardo het woord geef. De heer Boele: Dat is juist, voorzitter, die is overigens ingediend door de SGP- en PvdA-fractie. Alstublieft. Voorzitter: En die motie krijgt nummer 6 en die luidt Overwegende dat - de gemeente in het recente verleden bij meerdere gelegenheden is geconfronteerd met begrotingsoverschrijdingen bij de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden en de gemeenschappelijke regeling Zuid-Holland Zuid, die op dat moment onvermijdelijk waren; - dat deze overschrijdingen indicaties zijn, althans kunnen zijn, van een gebrekkig functionerende beheersstructuur van deze gemeenschappelijke regelingen:; - ondertussen de trend van verdergaande regionalisering zich voortzet, waarmee navenant het belang van deze gemeenschappelijke regelingen voor het functioneren van het gemeentelijk bestuur toeneemt: Spreekt uit 1. dat voor het geloofwaardig en vertouwen wekkend functioneren van de gemeenschappelijke regelingen van fundamenteel belang is dat: a. de bedrijfsvoering in control is en b. de bestuurlijke aansturing zodanig functioneert dat zowel het AB, het Algemeen Bestuur, van de gemeenschappelijke regelingen als – in het verlengde daarvan ‘het bestuur van de deelnemende gemeenten er daadwerkelijk grip op kunnen nemen en houden; en 2. dat toekomstige voorstellen over verdergaande regionale samenwerking zullen worden beoordeeld naar de mate waarin (ook) aan deze voorwaarden wordt voldaan; Verzoekt het college - deze uitspraak ter kennis te brengen van de besturen van de genoemde gemeenschappelijke regelingen en van de deelnemende gemeenten; En gaat over tot de orde van de dag. En deze motie nummer 6 die maakt deel uit van de beraadslagingen. Dan geef ik nu het woord aan de heer Pardo van de fractie van d’66. Gaat uw gang. De heer Pardo: Ja, dank u, voorzitter. Zoals de heer Boele stil werd van de woorden van de heer Wesselius, heb ik even moeite om na het laatste punt van de heer Boele de draad even op te pakken, omdat ook dat indruk op mij maakt. Hetzelfde congres van het CDA was voor mij een inspiratiebron om tijdens de
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
55
commissievergadering die daarop volgde die maandag ook mijn inbreng te doen en te spreken over bruggen bouwen. Vervolgens de handschoen opgenomen om via het presidium daar uiteindelijk een bepaalde invulling, invulling aan te gaan geven en juist daar ook, dan sluit ik helemaal aan bij de heer Boele, zoek ik die andere fracties en wil ik kijken van hoe kunnen wij inderdaad dat onderling begrip niet alleen tussen groepen in de samenleving maar met name ook tussen mensen die zich misschien niet geïdentificeerd voelen met groepen maar juist op een individueel niveau dat gevoel met de samenleving of met groepen in de samenleving kwijtraken, hoe kunnen wij dat nu vanuit dit, vanuit dit gezelschap, hoe kunnen wij dat terugvinden. Dus ik sluit me volledig aan bij uw laatste woorden, mijnheer Boele, daarin. Goed, even terug naar mijn eigen voorbereide verhaal. Afgelopen, laat ik beginnen om te zeggen dat ik afgelopen maandag als heel plezierig heb ervaren in de zin dat ik het een uitdaging voor mezelf en voor onze fractie vond om ook echt heel goed naar die verhalen van alle fracties te luisteren en nu eens te horen en te, of te herkennen waar nu die punten van overeenkomst en waar die punten van verschillen dan echt precies liggen, tot in de haarvaten. Zeg van waar kunnen wij nu misschien een soort politiek realisme inbrengen. Anders dan te zeggen van wij staan ergens voor en gaan wij dat nu heel sterk naar voren brengen. Ik wil eens kijken of wij via deze algemene beschouwingen ook wellicht een handreiking, een handreiking kunnen doen in ons eigen denken versus denken van anderen. Ik wil dat doen aan de hand, en ik daar heb ik met name in de voorbereiding van dit, ik wil dat doen aan de hand van punten die wij hebben ingebracht maar ook waar ik die herkenning heb denken te vinden, maar ik zoek daar ook een klein beetje de bevestiging van, bij de overige partijen. Dus daar kom ik eigenlijk ook bij die overige partijen terecht. Ik heb bijvoorbeeld het punt van duurzaamheid ingebracht en daar wij daar toch in het gebruik van het woord duurzaamheid toch wat moeite hadden en in de breedte, kun je nu uiteindelijk gaan betitelen als duurzaam en ……………………………. dan met dat stempel van duurzaamheid. Hoe ga je dan vervolgens dat operationeel maken. Ik meende daar bijvoorbeeld wel iets bij de ChristenUnie ook te herkennen, dat je zegt van goh, het college plakt daar het label duurzaamheid op dat financiële beleid en dan vind ik er ook wel wat moeite mee te zijn van ja, is dat dan de invulling van duurzaamheid. Wij hebben er geen motie of amendement voor gemaakt, want daar vonden wij het een beetje te moeilijk voor. Maar uiteindelijk wil ik toch wel in het luisteren naar wat onderen over duurzaamheid zeggen en hoe die invulling daar is, toch ook wel een oproep aan de wethouder om te zeggen van kunt u misschien ten overvloede, of misschien zegt u van misschien heb ik dat al gedaan, maar kunt u voor ons nou nog eens duidelijk uitleggen, wellicht via een raadsmemo, op welke vlakken die term duurzaamheid nu wel en niet gebruikt zou moeten worden en hoe dit uiteindelijk concreet voor onze gemeente gaat veranderen. Wij kwamen met het voorbeeld van inkoopbeleid. Je zou inkoopbeleid, je zou die drie P’s kunnen gebruiken om het inkoopbeleid van de gemeente echt scherp te maken richting die partijen die daaraan moeten voldoen. Is dat, dat is voor ons een invulling van het woord duurzaam, maar ja, ik ben, ik moet eerlijk toegeven, onze fractie is daar ook zoekend. Kijk, wij hebben er ook wat moeite mee als er duurzaam, dan een financieel beleid is duurzaam. Dan denk ik van ja, is dat gewoon niet goed rentemeesterschap en moet je daar dan ook het label duurzaamheid op plakken. Dus dan in ieder geval, daarin, ik herkende dat ook wel terug in wat ik hoorde. Waar ik ook verrast was en ik heb dat eerder deze week niet in, afgelopen maandag maar vorige week al bij de heer Lavieren gehoord en ik hoorde dat ook weer ook bij de ChristenUnie terug, die bezorgdheid over de ontwikkeling van de woningmarkt. Dus signalen van krimp, signalen van krimp en als ik dan de wethouder hoor zeggen van ja, jaartallen van, ja goed, 2030 of 2035, dat is niet direct waar wij mee bezig zijn, dan denk ik toch ja, misschien zou hij ons toch eens kunnen onderbouwen van die relevantie, en u heeft daar wel in uw eerste termijn op geantwoord, maar die relevantie van, van dat het, of het ontbreken van die relevantie momenteel. Wij hebben in ieder geval die signalen opgevangen en schijnbaar dus andere fracties ook wel, in datgene wat wij om ons heen lezen en dan toch de vraag, ja, die onderbouwing van die relevantie dat zouden wij toch weten. Op dit terrein, maar niet specifiek op die toekomstradius van woningmarkt maar wel in uw beantwoording neemt u ook mee, en ook dat valt onder de PALT-afspraken uiteindelijk, die woningbouw binnen onze gemeente en ja, wij hebben daar toch ook weer kijkend naar die toekomstscenario’s dachten wij toch aan die jongeren binnen onze gemeenschap en nou ja, in de beantwoording zegt u van nou goed, de woningen in het dure segment, die benoemt u ook concreet. De vraag van, het oproep eigenlijk aan het college van om binnen die PALT-afspraken die u binnen de regio maakt, om ook binnen Alblasserdam die speciale aandacht voor die toegankelijkheid voor de, voor starterwoningen. Dus starterwoningen binnen Alblasserdam. U zult, u kunt daar de motie over teruglezen. Ja, u, de VVD-fractie heeft al een reactie gegeven op onze, op onze motie ten aanzien van het Bochanen/ATO-terrein. Ik heb een bijdrage daarin geleverd afgelopen maandag. Ik heb op dat vlak geen overige bijdragen tijdens de …………………………………………. Misschien ook wellicht omdat
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
56
wij erg vroeg zijn om dit binnen dit, binnen dit gezelschap al op tafel te leggen. Maar dat is inherent, denk ik, en dan komen wij meer op een principieel vraagstuk over wat is nu sturen aan de voorkant en welke rol neemt de raad daarin en welke rol nemen maatschappelijke partners daarin en dat staat even los van het Bochanen/ATO-verhaal, maar dat staat wel in de manier, en ik heb dat ook proberen aan te halen door middel, door over Westwaard Wonen te praten, van sturen aan de voorkant is in onze definitie niet het praten met één partij over wat mogelijke invullingen zijn voor een bepaald beleidsplan wat je hebt. Sturen aan de voorkant is inderdaad de maatschappij betrekken bij de betreffende… en op het moment dat je de maatschappij of in ieder geval dat gedeelte van de maatschappij dat betrokken is bij het betreffende beleidspunt, op het moment dat je die in de breedte in ieder geval als gemeenschap, als gemeente of als raad of als college, sorry, het gevoel hebt dat je die betrokken hebt, dan is die, dan wordt de rol van de raad, wordt bijna de rol die nu sommige, in sommige procedures, burgers hebben om daar in ieder geval, ja, er moet een avond gehouden worden, ja, ook als wij als raad moeten daar natuurlijk een klap op geven. Maar dan vanuit onze fractie, als wij dat gevoel hebben dat dat sturen aan de voorkant inderdaad in een brede zin opgepakt is, dan heb je daar misschien minder moeite mee als dat je op het moment dat daar met één partij inderdaad en dan ja, een label opgeplakt wordt, er wordt gestuurd aan de voorkant. Maar wat er feitelijk is gebeurt, er is met één partij gepraat over een mogelijke oplossing. In dat licht, in dat licht vond ik de beantwoording van de wethouder op mijn vraag over dat Bochanen/ATO-terrein vond ik juist heel onbevredigend. Want op dat moment had ik zoiets van ja, de wethouder geeft aan met het argument, ja, wij kunnen ze niet anderhalf jaar laten wachten, wij moeten wel, zij hebben dat verzoek bij ons neergelegd, dus daar moeten wij in ieder geval mee aan de slag. Je gaat tenslotte niet anderhalf jaar laten wachten. Op zich een sympathiek argument. En tegelijkertijd gaan wij een onderzoek doen wat er op dat terrein mogelijk is. Ik denk ja, als je al concreet met een aanvraag voor een invulling van een terrein bezig bent met één partij, voelt dat niet goed. Het voelt, dan heb ik zoiets van ja, of je zegt van, en vandaar dat onze tweede motie, of je zegt dat gebied is belangrijk voor ons, het heeft de potentie om een stuk van de problemen op economisch gebied van het, van de Plantageweg, het heeft een potentie om daar een rol te kunnen vervullen, om dat gebied aantrekkelijker te maken voor de winkeliers, dat er toch meer mensen komen. En daarbij denk ik ook wel aan parkeerproblemen. Natuurlijk, dat is iets wat juist in dat onderzoek ter sprake moet komen. Het heeft een cultuurhistorische waarde, dat gebied, dus daar moet je aan denken. En dan, dan is het op de eerste plaats belangrijk dat je met alle partijen die daarbij betrokken zijn, omwoners, winkeliers, eventueel ook een kerkgenootschap, ik sluit dat niet uit, maar dan moet je met al die partijen, moet je als gemeente het voortouw nemen om dat onderzoek te doen. Mevrouw Leeuwis: MdV De heer Pardo: En dan, als er dan al plannen ingediend worden, perfect of dat nu de winkeliersvereniging is die zegt wij willen dit of wij willen… Nee, dan zeggen wij, OK, uw verzoek leggen wij even terzijde, wij zijn met dat onderzoek bezig. Wij hebben alle dingen, alle dimensies gaan betrekken en op het moment dat wij dat afgerond hebben, kunnen wij dat in het kader stellen van uw wensen ook, die u eventueel met dat gebied heeft. Dat noem ik eerder sturen aan de voorkant, dan dat ik met één partij in ……………….. ga. Mevrouw Leeuwis: MdV. Mag ik hier een vraag over stellen, MdV. Voorzitter: Gaat uw gang. Mevrouw Leeuwis: Wat ik mij even afvroeg, is wat bedoelt u nu precies met wij gaan eerst met alle betrokkenen praten en daar na, nou ja, nemen wij een beslissing. Gaat u nu wel of niet al met een visie over invulling van dat stukje naar het dorp toe. Want het net alsof u nu voorstelt om visies op te gaan halen en ik dacht dat er ook wel een beetje verantwoording is om met een visie te gaan. De heer Pardo: Nee, nee. Ik zeg, de gemeente is aan zet, de gemeente is aan zet, de gemeente is aan zet met het onderzoek.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
57
Mevrouw Leeuwis: Dus u gaat al met een idee van wat daar, althans u roept het college op te gaan, nou, om alvast met wat mogelijk ideeën De heer Pardo: Interactieve beleidsvorming. Mevrouw Leeuwis: De boer op te gaan, de boer op te gaan. Voorzitter: Even om de beurt, zullen wij dat doen? Mevrouw Leeuwis: Ja. Ik doe ook mijn best, voorzitter. De heer Pardo: Ja, ik niet, excuus, excuus. Mevrouw Leeuwis; Maar, ja, wat mij net even wat tegenstaat in de formulering van uw motie is, draagt het college op om het verzoek van een partij naast zich neer te leggen. Volgens mij kan dat wettelijk ook helemaal niet. Dus dan zou ik zeggen, zou u misschien de motie anders zo aan kunnen passen dat u zegt, nou ja, neem het in ieder geval mee, maar bekijk en heb visie over andere invullingen van dat gebied. Maak dan, kom dan tot een integrale afweging. Zou dat iets zijn, waar u ook nog voor open staat? De heer Pardo: Ik zeg, ik… Voorzitter: Mijnheer Pardo, de heer Verwoert wilde ook nog even interrumperen. Dan kunt u dat tegelijk meenemen. De heer Verwoert: Ja, ik vind het allemaal wat voorbarig. De grond is niet van ons, die is nog steeds van de heer Bochanen en als hij besluit niet te verkopen, dan zitten wij allemaal dingen te doen waarvan ik me afvraag wat het nut is. Moeten wij niet eerst wachten tot bekend wordt wat de heer Bochanen met die grond doet. …………………. Of er een nieuwe eigenaar komt. De heer Pardo; Ja, ja, maar op dat moment zou er ook… De heer Voerwoert; Zolang wij nu niets doen, geldt nog steeds het huidige bestemmingsplan. De heer Pardo: Maar, daar ben ik het helemaal, wij zijn op zoek als gemeente, meen ik, in de verschillende discussies zijn wij op zoek naar wat betekent nu interactieve beleidsvorming en wat betekent nu sturen aan de voorkant. Dan hebben wij normale procedures, ben ik met u eens, mijnheer Verwoert, wij hebben normale gang van zaken. De heer Verwoert Dat betekent, dat betekent dus… Voorzitter: Nee, nee, de heer Pardo was even aan het woord, maakt even zijn zin af.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
58
De heer Pardo: Wij hebben de normale gang van zaken en u, ik ben het met u eens, wij zijn nog niet aan zet. Als u dat zegt, ben ik het helemaal met u eens. Alleen, op het moment dat je manier van beleidsvoering gaat veranderen en dat je gaat zeggen van ja maar, het formele is wel zo maar wij zijn al bezig met partijen te praten en wij zijn bezig aan interactieve beleidsvorming, dan krijg je als raad, ja, hoe proactief wil je daarmee zijn. Wij hebben hier inderdaad de keuze gemaakt omdat wij op de hoogte zijn van het feit dat de kerk met een rapport komt, hè, daar zijn wij van op de hoogte. De gemeente zou ook kunnen zeggen tegen de kerk van ja, gaat u maar weer naar huis want de heer Bochanen, wij weten nog helemaal niet of hij de grond wil verkopen. Dat zou ook kunnen Nochtans hoor ik de wethouder zeggen afgelopen maandag, daar gaan wij mee aan de slag. Nou, op dat moment vind ik het als raadslid heel, heel normaal dat ik zeg van ja, als de, als de, als het college zegt daar gaan wij mee aan de slag, wij kunnen die mensen niet anderhalf jaar laten wachten, zeg ik van OK, dan vind ik ook dat ik als raadslid daar een visie van kan neerleggen en zeggen van gemeente, college ik denk dat u de volgende procedure zou moeten volgen. Of dat nu een formele is of niet, ik neem die vrijheid in ieder geval. De heer Verwoert: Ik zou in ieder geval het advies kunnen geven zolang wij nog geen zeggenschap over het gebied hebben, hebben wij ook niet de behoefte om van het huidige bestemmingsplan af te gaan wijken. De heer Pardo: Ja, maar of het onderzoek, of het onderzoek zou moeten betekenen dat wij een bestemmingsplan maken, nee, geloof ik ook niet. Maar het onderzoek op zich, hè, en dat is dus interactieve beleidsvorming, interactieve beleidsvorming, is inderdaad burgers betrekken bij opinie, ja, een visie ontwikkelen. En natuurlijk ben ik met u eens, mevrouw Leeuwis, die visie moet uiteindelijk de visie van het college en gedragen door de raad zijn. Dat is hetgene waar wij uiteindelijk het liefst mee werken, maar ik vind de insteek zoals ik hem van de wethouder hoorde van, ja, er is een verzoek gedaan, dat kunnen wij niet zomaar laten liggen, daar moeten wij mee aan de slag, zeg ik nee, nee, dat is niet de visie en zo heb ik hem dus ook gehoord, naast zich neer te leggen tot het moment waarop het onderzoek naar inrichting voltooid is. Dus het is niet gewoon van dat leggen wij naast ons neer, nee, wij zeggen vriendelijk tegen de betreffende partij, u moet heel even wachten op uw beurt, wij zijn nog met het onderzoek bezig, zodra wij duidelijk… En in dit onderzoek gaan wij u ook betrekken of vragen wij om uw mening en zodra dat duidelijk is, doen wij de volgende stap. De heer Boele: Mijnheer Pardo, zullen wij nou eens algemeen beschouwend over de begroting gaan worden, want u houdt ons wel, u houdt ons wel erg op, hoor. De heer Pardo: Ja, ja, ja. Nee, er worden ook mij vragen gesteld, mijnheer Boele, dus die probeer ik alleen netjes te beantwoorden. Voorzitter: Maar u mag uw betoog vervolgen. Misschien met de microfoon aan ook. Met uw microfoon aan. De heer Pardo: Ja, ja. Er zijn meer partijen die wachten, dus ik zal voortmaken. Even ten aanzien van dijklint. Ook een vraag aan de inbreng van de wethouder. Hij zegt daarin duidelijk, en ik wil nog heel even het punt maken wat wij met name naar voren hebben gebracht, hij zegt daarin duidelijk binnenkort gaat er regionaal overleg plaatsvinden over, met omliggende partijen, gemeenten over de invulling of de problematiek rondom het dijklint. Dus dat, binnenkort praten wij met, ja, nou goed, dat heb ik hem, heb ik hem maandag horen zeggen, binnenkort praten wij in regionaal verband over de problematiek en de focus lag daarop niet om procentuele verminderingen maar juist om die, om die praktijkdingen van hoe gaan wij dingen nu precies aanpakken. Toch, mijn tweede vraag alsnog aan de heer, aan de wethouder van wat nu als die regionale partners inderdaad met opties op tafel komen waarvan u nu al zegt van het is uitgesloten dat wij dat gaan doen. Zegt u dan bij voorbaat op dat moment dat een, heel concreet Nieuw-Lekkerland met een optie op tafel komt, zegt u dan van daar valt niet over te praten, daar wil ik nog niet eens een reactie op geven of zegt u dan toch van ik ben bereid, best bereid om daar eens een keer met u van gedachten over te wisselen. Dat is precies de essentie van mijn bijdrage afgelopen maandag. Door ook in het collegeprogramma wederom de zinsnede op te nemen,
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
59
er komt geen derde ontsluiting door het buitengebied, die expliciete. Ik vraag mij af op het moment dat er een andere gemeente komt die wil praten over een ontsluiting op eigen, op eigen terrein van, van, van dat gebied, hè, dus zegt op het terrein van hetzij gemeente Graafstroom hetzij gemeente, gemeente Nieuw-Lekkerland, ja, in hoeverre bent u dan nog gesprekspartner of niet. Dat vraag ik me ……………………………… Voorzitter: De heer Van Lavieren wil even een interruptie. De heer Van Lavieren: Ja, ik wil daar kort op reageren. Wij hebben wel eens contact met personen die in de overheden zitten waar u net op doelt. Wij hebben daar het probleem aangegeven en die zijn met ons van mening, dat heb ik ook al, net al duidelijk gemaakt, dat een, de plannen waar een ontsluiting door het buitengebied aan de orde komt, dat die niet gehonoreerd gaan worden. Dus er wordt echt naar andere oplossingen gezocht. De heer Pardo: Ja. De heer Van Lavieren: En zeker wat ik dan zeg, de verbreding van de N-wegen en dat soort dingen. Dus als, ik kan me niet voorstellen dat gemeentes dan nog met andere plannen zullen kunnen komen. De heer Pardo: Nou ja, goed, het is een hypothetische vraag aan de wethouder. Ik zit normaal gesproken niet bij dat soort overleggen, overleg, maar gewoon, ja, die gewoon, ja, stel dat de gemeente Nieuw-Lekkerland met zo’n vraag komt, hoe stelt u zich als wethouder dan op als u dit in uw collegeprogramma opneemt. Daar ben ik gewoon nieuwsgierig naar. Innovatieprogramma IPD en trap-af-beleid van de gemeenschappelijke regelingen en de regiorol die wij als gemeente nemen. De burgemeester heeft mij met name ook daarop nog een antwoord gegeven in zijn termijn. Waar wij met name een punt van maken, dat is eigenlijk bladzijde 2 van de begroting waarin expliciet, zonder voorbehoud het woord onverkort, onverkort werd opgenomen en zonder daar… En ja, natuurlijk weet ik dat de normale procedure, en ik kijk ook weer even naar de heer Verwoert, de normale procedure is dat de raad natuurlijk altijd over alles beslist, maar het woordje onverkort is, dat heeft bij mij de lading van zoals het nu is, zo gaan wij het doen. En, en juist om die reden, om daar toch een goede, een goede, een goed gevoel bij te krijgen in ieder geval als fractie, hebben wij een amendement ingebracht waarbij wij die zinsnede “het onverkort overnemen van het IPD-programma teneinde die financiële, ik ken hem niet uit mijn hoofd, mensen, om in ieder geval, om dat over te nemen op een, toch op een andere manier te formuleren waarbij toch nog even expliciet wordt gezegd dat ook de raad daarbij in wordt gehoord en pas na besluitvorming het aangepaste programma en het woord onverkort daarin volledig te schrappen. Dat zou misschien ons het gevoel geven dat inderdaad die rol van de raad daar toch enigszins, iets meer in ………………….. De heer Van Lavieren: MdV, als ik… Voorzitter: Mijnheer Van Lavieren.. De heer Van lLavieren … even een kleine opmerking mag maken. Ik ben vrij kort van stof, maar tot maandag kan ik me nog redelijk herinneren en volgens mij heeft u het antwoord gegeven, waar de heer Pardo nu een motie over indient. De heer Pardo: Dan kan het amendement dus onverkort worden aangenomen, dus dat is geen probleem De heer Van Lavieren: Ja, of het zou ook overbodig kunnen zijn.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
60
Voorzitter: De heer Van Lavieren zei, het zou ook overbodig kunnen zijn en beide kan. De heer Pardo: Goed. Landvast. Landvast heb ik eigenlijk twee, twee dingen bij. Voorzitter: U gaat zo ook afronden, hè? De heer Pardo: Ja, ik ga zo… Ik heb nog een paar kleine punten. Ik wil mij heel even richten toch tot mijn, tot mijn rechter buurvrouw. Allerlei bijnamen die mij te binnen schieten, maar toch goed die zal ik niet noemen. Ja, onze argumentatie om aan te sluiten bij de inspreker van afgelopen maandag was met name van er zijn afspraken gemaakt en daar, daar, ja, daar mag je een college op aanspreken. Daar kunt u mij in volgen, neem ik aan. Ja, als ik dat in hetzelfde verband van het zwembad breng, dan geldt dat eigenlijk voor ons precies hetzelfde en daar heb ik dus een beetje problemen mee, bij, met uw bijdrage van afgelopen maandag, dat ik zeg van ja, als college ben je, ben je wat waard, ben je wat waard in de beloftes die je doet naar de maatschappij. Dat vind ik zowel naar Landvast gelden, waar je zegt van met u spreken wij af in 2013 gaan wij evalueren en er kan altijd achteraf afgerekend worden, dus daar… Maar ja, naar de maatschappij hebben wij het ook, hebben wij ook als raad uitspraken gedaan over het sparen voor een zwembad. En natuurlijk, het is heel logisch dat u zegt van ja, de broekriem moet aangetrokken worden en die ruimte is er niet en het kan niet en er moeten nu eenmaal harde keuzes gemaakt worden, maar zelfs in moeilijke tijden is een woord toch ook een woord en denk ik van ja, als wij ons als, als raad hebben uitgesproken dat wij daarvoor gaan sparen en dat wij gaan waar gaan maken voor de gemeenschap, vind ik, en dan moet ik me inderdaad wel aansluiten bij de heer Boele, vind ik het wel makkelijk om dan, ja, toch relatief snel die belofte dan toch bij enige tegenzin te laten, bij enige tegenwind te laten vallen. Mevrouw Leeuwis: Voorzitter, als ik mag reageren. Wij, makkelijk, dat woord heb ik in ieder geval niet gebruikt. Natuurlijk niet, dat zijn… Elke bezuiniging is moeilijk en vervelend en moet je uitleggen en nou, daar zal ook niet iedereen het mee eens zijn, maar ik vind wel dat de heer Pardo nu een vergelijking maakt die niet helemaal doel treft, want over de bezuinigingen op Landvast daar was nou juist het onduidelijke dat die afspraken niet helemaal helder waren. Dus ik vind dat net een andere situatie dan de situatie in Landvast en wat wij hebben beoogd met onze bijdrage afgelopen maandag is dat inderdaad het bestuur van de gemeente met het bestuur van Landvast in gesprek gaat om daarin tot een redelijke afspraak te komen. De heer Pardo: Ja, maar ik duid op de afspraak met Landvast en die geloof ik, ik bedoel dat heb ik verschillende keren gehoord, dat er aanvankelijk door het college is gezegd in 2013 gaan wij evalueren. Mevrouw Leeuwis: Ja, maar goed, het bestuur van Landvast heeft ook gewezen op wat er nu voor 2013 al aan de hand is en met het oog daarop zich zorgen gemaakt over de ingeboekte bezuinigingen vanaf 2013. Dus ik vind dat echt een andere vergelijking dan die rondom het zwembad, een ander situatie. De heer Pardo; Ja, dat is wat ik dus zeg van die oorspronkelijke……………………………………… Voorzitter: Volgens mij is uw dialoog over en weer duidelijk. Ja? De heer Pardo: Ja. Tot slot. Wij hebben het over de Culturele Raad gehad en dan kijk ik even naar mijn favoriete wethouder. (Noot notulist: onverstaanbare interruptie wethouder Cardon) Voorzitter: Nee, de favoriete, de favoriete wethouder.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
61
De heer Pardo Ik heb een vraag gesteld afgelopen maandag waar ik geen antwoord op heb gekregen. Ik wilde, ik wilde daar niet weer over doorzagen, maar het ging mij met name om het woordgebruik in dat rapport van die, van die, het raadsonderzoeksprogramma. Daar werd, daar werd de Culturele Raad als een, hè, ik ben het woord, in ben het woord kwijt, een pretentieuze, pretentieuze Voorzitter: Kunstliefhebbers. De heer Pardo: Kunstliefhebbers. Voorzitter: Pretentievol. De heer Pardo: Sorry, pretentievolle liefhebbers. En de lading van dat woord dat zat me, dat zit me gewoon niet lekker. Als ik dat in een ambtelijk rapport zie, denk ik van pretentievolle kunstliefhebbers is dat nu negatief. Hoe moet ik dat nu precies zien. Daar had ik wat moeite mee. Voorzitter: Dat wilt u graag van de wethouder weten. Ja. De heer Pardo: Ja goed, dus dat, die vraag wil ik u even weer in beeld brengen. En vervolgens hebben wij u met name geduid op de waarde van die, van die Culturele Raad en uiteindelijk, dat onafhankelijke oordeel over kunst, ik vind het heel moeilijk. Ik kan er al geen oordeel over vellen en ik, nou ja, goed, ik ken uw expertises niet, maar ik heb toch zoiets van, als je iets met cultuur wilt doen, dan is het goed als daar een, in ieder geval mensen, dus geen pretentievolle kunstliefhebbers wellicht of misschien wel, misschien is de lading een hele andere als dat het was, maar in ieder geval als je daar mensen… En wij vonden zelf die combinatie met het cultureel centrum Landvast, dat je zegt ja, het zijn prachtige ruimtes, daar hangen al prachtige dingen, daar hebben ook mensen over nagedacht van welke kunst hangen wij hier nu precies op. Goh, misschien kunnen diezelfde mensen wel eens gaan meedenken over wat wij nog meer op dat gebied binnen onze gemeente doen. Dus dat was eigenlijk de lading van onze motie die wij ook op dit vlak indienen, waarbij wij inderdaad oproepen… Voorzitter: Het lijkt me goed om dat nu te gaan doen. De heer Pardo: Ja, oproepen om dat inhoud te geven. Een paar kleine dingen. Haven-Zuid. Mevrouw Leeuwis: Voorzitter, mag ik nog even reageren op de motie? De heer Pardo: Er werd mij een directe vraag gesteld. Mevrouw Leeuwis: Ik wilde eigenlijk …………………………… Voorzitter: Ja, u wilde, een interruptie kan ik u niet ontzeggen. Gaat uw gang, mevrouw Leeuwis. Mevrouw Leeuwis: D’66 stelt voor om iets extra’s te doen aan cultuur. Nou zijn wij geen cultuurbarbaren maar in tijden van crisis zijn wij blij met alles wat al spontaan op gang komt en alles wat al behouden blijft, ook op eigen initiatief. U stelt voor in uw motie om een Cultuurnota voor te leggen. Nou weet ik dat daar
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
62
zomaar een bedrag van € 40.000,-- aangehangen kan worden. Had u ook dekking daarvoor in gedachten? De heer Pardo: Nou er is, er is momenteel in het budget, zit er momenteel nog ruimte in die cultuurraad, hè. Dat, in ieder geval nog € 5.000,-- op jaarbasis. Is daar in de huidige begroting nog ingenomen? Mevrouw Leeuwis: Zit die er nog in? (Noot notulist: onverstaanbare opmerking) De heer Pardo: Het overleg is nu ook nog, goed, ik weet, ik weet. Voorzitter: Nou, de wethouder gaat in zijn termijn uiteraard nog even zijn kijk op deze zaak geven. Mevrouw Leeuwis: Maar voor € 5.000,-- heb ik …………………………. Voorzitter: …………………………… mevrouw Leeuwis. Ja. De heer Pardo: Volgens mij heb ik in het onderzoeksprogramma gelezen dat dat nog wel zo is. Maar goed, dus dat, die ruimte, er is een bepaalde ruimte en ja, dan laat ik het graag. Het idee inderdaad om in ieder geval een bepaalde lading daarbij te zoeken. Dat dragen wij hierbij aan. Wij dachten die ruimte is er. Ik hoor graag van de wethouder of hij denkt dat die invulling gevonden kan worden of niet. En ja, als die niet wordt gevonden, ja, dan zullen wij inderdaad met ideeën moeten komen om die ruimte natuurlijk wel te vinden. In ieder geval zijn wij ervan uitgegaan dat die ruimte in de huidige begroting zit om daar die invulling aan te geven. Voorzitter: U bent aan het einde van uw termijn? De heer Pardo: Haven-Zuid. Er is mij nog gevraagd die risico’s, welke risico’s ziet u nu precies, door de PvdA. In ieder geval heeft de wethouder ons al beantwoord dat een risico € 500.000,--, die is benoemd, voor ons. Hebben wij in de schriftelijke beantwoording van de wethouder, hebben wij dat tegemoet gezien. Alleen, volgens mij die risico’s die de wethouder ons beantwoordt, zijn volgens mij met name de grondrisico’s die de gemeente loopt en ik vroeg me daarbij even af, hoe zit het dan met investeringen bijvoorbeeld aan die, aan de brug van € 800.000,--. Volgens mij drukt dat ook op het project, hè. Al die investeringen die nu gedaan worden, die ondergebracht worden in het project, komen die uiteindelijk, ja, als het allemaal niet doorgaat, ja, zal dat toch uiteindelijk ergens van betaald moeten worden. Dat is het soort risico’s wat ik daarbij benoem. Ik heb in ieder geval een bedrag van € 8 ton gehoord, wat de renovatie van de brug… Volgens mij drukt dat op hetzelfde project, maar ja, ik kijk naar de wethouder, corrigeer me als ik daarin verkeerd ben. Dus al die dingen van, die uiteindelijk op dat budget gaan drukken… De heer Verwoert: U houdt dan geen rekening met de subsidie… Voorzitter: Mijnheer Verwoert, wilt u even indrukken, dan kan iedereen u verstaan. De heer Verwoert: U houdt dan geen rekening met de toegezegde subsidies.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
63
De heer Pardo: Nou, ik hoor de uitleg van de wethouder daar graag, maar ja, vooralsnog denk ik dat het op het project drukt en dat dat geen subsidiedekking heeft. Nou eigenlijk tot zover de bijdrage dan. Voorzitter: Kijk. U heeft wat moties nog volgens mij. De heer Pardo (zonder microfoon): Ja, dat doet mijn… Voorzitter: Nou. Wat wou u zeggen? Mijn? Dat wordt motie nummer 7 als eerste en dat wordt dan de motie Overwegende dat - het terrein Bochanen/ATO van belangrijke waarde is voor de economische ontwikkeling van het gehele Dam-/Plantagebied en van cultuurhistorische waarde is voor het dorp is als geheel; Van mening dat - besluitvorming over de bestemming van dit gebied pas kan plaatsvinden na gedegen onderzoek door de gemeente naar de mogelijkheden van dit gebied en - binnen een dergelijk onderzoek alle betrokken partijen gehoord moeten worden; Draagt het college op - het verzoek van de kerkgemeenschap ten aanzien van het Bochanen-/ATO-gebied naast zich neer te leggen tot het moment waarop het onderzoek naar de inrichting van dit gebied voltooid is. Dat is inderdaad voldoende ondertekend, dus dat is motie 7 die deel uitmaakt van onze beraadslagingen. En dan kom ik bij 8, die luidt Overwegende dat - de verwachting is dat onze regio in de toekomst mogelijk minder aantrekkelijk voor jongeren zal worden; Overwegende dat - de focus van nieuwbouw momenteel niet op deze doelgroep gericht is; - regionale afspraken op dit gebied (PALT) geen invulling geven aan woningen voor jongeren in Alblasserdam. Van mening dat - jongeren in onze gemeenschap essentieel zijn voor de gebalanceerde demografische opbouw; - (hoog)opgeleide, en dat hoog staat tussen haakjes, dus ook opgeleide jonge Alblasserdammers de mogelijkheid wordt geboden zich voor langere tijd te vestigen in Alblasserdam, omdat zij een bijdrage kunnen leveren aan een beter ondernemingsklimaat, binding hebben met en een bijdrage kunnen leveren aan het verenigingsleven en kunnen zorgen voor groei in Alblasserdam. Draagt het college op - zich in te zetten om binnen de regionale afspraken voor onze gemeente zich tevens te richten op woningen die toegankelijk zijn voor starters. En die maakt ook onderdeel uit van onze beraadslagingen en dan gaan wij naar 9, dat is die over cultuurbeleid. Overwegende dat - cultuur beleid een belangrijk onderdeel is van het programma van de raad; - uitgangspunten, doelen en criteria vastgelegd moeten worden om tot een effectief cultuurbeleid te komen; Overwegende dat - met het opstappen van het bestuur van de huidige Culturele Raad niet langer beschikt, Alblasserdam niet langer beschikt over een actieve onafhankelijke commissie die cultuurbeleid beoordeelt; En voorts overwegende dat - de afgetreden Culturele Raad in samenspraak met de gemeenteraad onvoldoende heeft gezorgd voor cultuurbeleid. Van mening dat - cultuur een inhoudelijk oordeel behoeft van onafhankelijke personen; - cultureel centrum Landvast een bijdrage kan leveren aan het faciliteren van culturele activiteiten; - cultuurbeleid een bijdrage kan leveren aan en aansluiting kan zoeken bij onderwijs en verenigingen van culturele aard; - een raad voor cultuur een actieplan op moet stellen en uitvoeren;
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
64
- dat de wens om cultuurbeleid actief gestalte te geven zijn invulling krijgt in een cultuurnota en een nieuwe raad voor cultuur(beleid). - een raad voor cultuur naast een adviesfunctie tevens een uitvoerende functie zal kunnen vervullen. Verzoekt het college, - een voorstel aan de gemeenteraad voor te leggen om een Cultuurnota vast te stellen, tevens - een voorstel aan de gemeenteraad voor te leggen om een nieuwe commissie voor cultuurbeleid in te stellen. Dat is motie 9 en dan komen wij bij amendement en bij welke ben ik dan? Dat wordt c en die luidt: “Het lokale raadsonderzoeksprogramma en het regionale innovatieprogramma Drechtsteden zullen onverkort worden uitgevoerd om financiële ruimte te scheppen”. Die zin, die in de begroting staat op pagina 2, zou moeten worden gewijzigd volgens dit amendement in: “na inhoudelijke behandeling en goedkeuring door de raad zullen het lokale raadsonderzoeksprogramma en het regionale innovatieprogramma Drechtsteden worden uitgevoerd om financiële ruimte te scheppen”. En dit amendement maakt ook onderdeel uit nu van onze beraadslagingen. Nou heeft de griffier mij net nog ingefluisterd, en ik moet dat toch even herhalen, dat als het woord sparen wordt gebruikt bij het zwembad, dat dan mijn voorgangster terecht altijd zei, wij zijn niet aan het sparen voor een zwembad, wij zijn in de begroting ruimte aan het vrijmaken om structureel in de exploitatie een zwembad te kunnen financieren. En dat is toch, dat was een waar woord, wat zij zei, en een klein beetje sparen. Het is wel goed, denk ik, dat wij wat mijn voorgangster zo consistent steeds heeft verwoord, om dat niet zomaar te laten verdwijnen. Dus dat herhaal ik maar weer eventjes. En volgens mij, u knikt allemaal, dus u weet allemaal dat het zit zoals ik het net zei. Dat gezegd hebbende, mijnheer Wesselius, gaan wij naar de fractie van het CDA om uw tweede termijn te horen. De heer Wesselius; Dank u wel, MdV. Ik moet zeggen, het kost enige moeite om als laatste spreker zo’n kleine twee uur je moet dicht te houden. Ik wilde kort op een aantal partijen reageren en met name ook iets met de VVD bespreken. Daar heb ik de meeste aantekeningen gemaakt. Naar aanleiding van een aantal vragen die gesteld zijn over mijn tekst, de CU wijst erop dat ik spreek over een gestabiliseerde basis en een gezonde basis en dat ik dat, dat dat niet consequent is. Nou, ik heb de woorden op een schaaltje proberen te wegen, maar deze is mij ontgaan. U heeft helemaal gelijk. De basis is niet gezond maar is gestabiliseerd. Dat ben ik met u eens. Waar ik vragen bij had, is uw paragraaf over regiobeleid. U merkt daar op in de laatste zin, dat de focus van de politiek de komende collegeperiode minder op de bedrijfsvoering moet liggen, en dat gaat dan over het regionale traject, denk ik, en meer op de doelen die wij willen realiseren. Daar ben ik in algemeenheid het natuurlijk mee eens. Laten wij nu eens doelen gaan realiseren en minder intern focus hebben. Tegelijkertijd heb ik ook in de bijdrage aangegeven en ook in eerdere raadsvergaderingen, dat wij nogal eens verrast worden door, ja, tegenvallers uit de regio en dat je eigenlijk ook zou kunnen zeggen van voordat je nou heel veel hoge ambities hebt, zorg nou eerst dat je je bedrijfsvoering eens op orde hebt, want ja, nu nog groter groeien en nu nog hogere ambities, met de huidige kwaliteit van de bedrijfsvoering dat voelt wat eng, MdV. Ja, ik weet niet of de CU daaraan voorbij wil gaan of dat zij, wat zij daar precies mee bedoelen, maar wat ons betreft, kun je het één niet tegen het andere uitspelen en kun je niet zeggen, minder bedrijfsvoering, meer doelen realiseren. Dus als je daarop kan reageren, dan houd ik daarvoor graag mijn mond even. Voorzitter: Volgens mij ging de heer Zwaan dat doen. De heer Zwaan: Ik denk dat wij hetzelfde zeggen, maar dat wij in de volgorde vooral het weglekken van energie over bedrijfsvoeringvraagstukken, dat wij die een keer kwijt moeten en dan is wat mij betreft bijvoorbeeld de SCD een schitterend voorbeeld. De heer Wesselius: Nou, dan zijn wij het in ieder geval eens dat de discussies over de bedrijfsvoering aanzienlijk minder moeten worden, dat ook dar resultaten geleverd moeten worden en dat dat dan een basis is om ook op andere beleidsterreinen verder te kijken wat de grotere ambities kunnen zijn. Met betrekking tot de inbreng van de SGP. Ja, kijk, de SGP zegt dat ik mij hier heb uit zitten spreken over mijn twijfels over de koers van de landelijke partij en dat heb ik strikt genomen natuurlijk helemaal
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
65
niet gedaan. Dat is misschien wel eens het probleem als je buurman fractievoorzitter van de SGP is. Wat ik heb aangegeven is een algemene ontwikkeling en als je zegt, wat ik heb gezegd, is dat wij ontwikkelingen zien waar ik bang van word en waarvan ik denk, ons staan barre tijden te wachten als wij zo doorgaan, doelde ik er niet meteen op dat het CDA nou de partij is die dat aan het veroorzaken is. Dat ik persoonlijk daar een bepaalde visie op heb, hoe het landelijk loopt, dat lijdt geen twijfel. Het ging mij om de algemene ontwikkeling. De motie met betrekking tot de regio die steunen wij van harte. Dus dat kan ik alvast aangeven. Die echoot ook zaken die wij in het verleden ook hebben uitgesproken. Voordat ik de VVD doe, had ik nog een opmerking over D’66, en wel over het Bochanen-terrein. Ik wil helemaal nu niet inhoudelijk ingaan of daar een, wat daar precies allemaal moet gebeuren, maar u spreekt uit in uw argumentatie van dit Bochanen-terrein is een economisch en u zei zelfs cultuurhistorisch, nou dat laatste betwijfel ik, relevant waardevol gebied. Nou, laten wij met elkaar constateren dat het een mooie plek in het dorp is. Als je dan kijkt naar waar de kerk waar u aan refereert, nu staat, staat de kerk daar ook op een buitengewoon mooie cultuurhistorische plek. Dus je zou ook kunnen kijken van is het niet een vooruitgang voor de plannen in het centrum als je daar juist die plek kunt vrijmaken en een alternatief kunt realiseren op het Bochanen-terrein, wat volgens mij een minder waardevolle plek is. Ik heb niet de enorme behoefte om hier nu een discussie te hebben of daar wel of niet een kerk moet komen. Daar gaat het vandaag niet over. Maar ik zou zeggen, neem ook mee in uw overwegingen dat er nu ook een kerk is en dat die ook op een plek staat, aan de Kerkstraat, en dat daar misschien veel mooiere dingen te realiseren zijn die meer waarde hebben in het totale centrum dan wat er nu gerealiseerd is. De heer Pardo: Ja, heel, toch een kleine reactie. Voorzitter: Mijnheer Pardo. De heer Pardo: Ja. Ik ben het helemaal met u eens dat ik inderdaad niet in de inhoudelijke discussie wil treden. Wat onze motie ook duidelijk uitdrukt, is de procedure. Dus, als wij nou even gaan terugkijken over van willen wij op andere manieren gaan, ja, interactieve beleidsvorming doen, gaan doen, hoe zou je dat dan moeten doen en wie zou je daar dan bij moeten betrekken. Dat is met name ook onze motie van procedure zoals die nu gevolgd is, ………………………………. volgens ons niet de juiste. Dus dat is eigenlijk… En dan bedoel ik nog helemaal geen uitspraak over wat zou er dan moeten komen. De heer Wesselius: Dan heb ik u op dat punt misschien verkeerd begrepen. Naar aanleiding van de VVD. Daar had ik iets meer opgeschreven en ik, ik heb mijn krabbels van nummertjes voorzien om te kijken dat ik zelf de draad niet kwijt raak. De VVD geeft aan dat wij hebben gezegd dat wij op, dat wij nu geen inhoudelijke discussie willen, omdat de informatie er niet is en dat dat laf zou zijn. In concreto staat daar dat wij op het gebied van versobering van de bijstand nu geen inhoudelijke discussie willen hebben omdat daar geen inhoudelijk voorstel ligt. U doet het voorkomen alsof wij überhaupt geen inhoudelijke discussie willen hebben, nou, laat ik, als u dat al dacht, is dat in ieder geval een misverstand. Mevrouw Leeuwis; Voorzitter, sorry, dat is even een misverstand. Dat wil ik dan wel rechtzetten, want ik heb het zo gelezen dat het, dat die frase er dan op zijn minst ook stond bij de versobering in de buitenruimte, de kaalslag in de buitenruimte. U hebt daar overigens geen inhoudelijke voorstellen en discussies over willen aangaan. De heer Wesselius: Nee, die doelde ik specifiek. Nee, goed, je kunt dat breder maken maar daar was specifiek het andere punt bedoeld. Mevrouw Leeuwis: Maar, voorzitter, als de heer Wesselius mij daar dan ook antwoord op wil geven, want het ging nu eigenlijk over de openbare ruimte, althans daar refereert hij aan en dat was ook bij waar het over ging, dan ben ik wel heel erg benieuwd, hoe de heer Wesselius daar, hoe het CDA daar dan nu in staat en
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
66
of zij inderdaad € 3 ton zou willen bezuinigen. Ik heb eigenlijk de SGP daarover niet meer horen reageren, wel over de dekking maar niet over de bezuiniging. Dus ik ben wel heel benieuwd of zij inderdaad willen terugvallen in ambitie. De heer Wesselius: Nou, volgens mij heb ik daar in eerste termijn al antwoord op gegeven, toen wij uitspraken dat wij ons konden vinden in de voorstellen van het college op, in de begroting. Dus, ik weet niet wat daar… Mevrouw Leeuwis: Nou, dan neemt u dus bij dezen afstand van alles wat wij vorig jaar besloten hebben en neemt u het risico dat wij onder de norm zakken en uiteindelijk dus gewoon de overheidsplicht niet uitvoeren. Want dat staat met zoveel woorden in het rapport, waarom wij vorig jaar hebben gezegd nee, dat 6je dat moeten wij zeker niet doen, want dan zakken wij door het ijs. De heer Wesselius: MdV, wat ik heb gezegd en nu ga ik toch de nummertjes van mijn verhaal door elkaar halen, dat is dan weer sneu. Wat ik heb gezegd, is dat er een heleboel informatie ontbreekt om op dit moment drastische keuzes te maken. U zegt, durf lef te tonen, durf nu te bezuinigen, durf nu in te grijpen en dat is natuurlijk hartstikke prachtig als u zegt dat je geen lef hebt, als je het niet met u eens bent. Ik denk dat je ook kunt zeggen, durf nu lef te hebben en de tijd te nemen om verantwoorde keuzes te maken. Want natuurlijk kun je zeggen van wij gaan nu ingrijpen, wij gaan nu dingen afbreken, de voorstellen die u doet, en volgens mij breek je dan af wat je eigenlijk niet kwijt wilt. Tenminste, wat wij niet kwijt willen. Dan kan het natuurlijk zijn dat u van, met ons van mening verschilt of je die dingen kwijt zou moeten. Er zit natuurlijk een aantal elementen in uw voorstellen die niet helemaal alleen in deze context zijn geopperd, maar het is gewoon ook bij uw visie op de maatschappij passen. Dat mag en dat kan, het is prima, maar dat betekent dat u er nu voor kiest om een aantal zaken af te breken, waarvan u zegt van, nou, die wilden wij eigenlijk toch stiekem al een beetje kwijt en dat geldt niet voor alle elementen die in uw lijstje staan. Ik bedoel… Maar dat voor andere partijen het gevoelen is van ja, wij willen hier niet van af, wij zijn blij dat er ruimte is gevonden om voorlopig die discussie met elkaar te kunnen hebben. Inderdaad, het gesprek met de maatschappij aan te gaan, met de samenleving te overleggen over wat er mogelijk is, wat er wel en niet kan. Dan zegt u van ja, je gaat instellingen vragen om in eigen levend vlees te snijden en dan ken ik ook wel de uitdrukking dat je de kalkoenen niet moet vragen om voor de Kerst te stemmen en dat soort mooie uitspraken en zo. Dat is allemaal hartstikke mooi. Wat wij constateren, is dat je ook niet als iemand, noem eens wat, nou, ik zie onze voormalige fractievoorzitter zitten, als iemand bij de tandarts komt en klaagt dat hij pijn in zijn mond heeft, kun je ook al besluiten spontaan alle kiezen en tanden maar te gaan trekken, zo van dan weet je zeker dat er geen rotte kies meer in die mond zit. Daar kan je achteraf wel eens spijt van krijgen. En wat wij zeggen… Mevrouw Leeuwis: Voorzitter, als ik, als ik hier toch wel even op mag reageren en ook even op het voorgaande wat de heer Wesselius zegt. Het raakt namelijk wel precies aan, aan de oproep waarom wij stelden, wees nou eens niet zo bang om te bezuinigen. En wij hebben juist gesteld, kijk, bezuinigen moet en geen enkele bezuiniging is leuk, ook niet in de sociale infrastructuur, het programma Samenleving, wij zeggen niet van nou, doe dat eens, want daar gaan wij nog eens een feestje van bouwen. Helemaal niet. Alles is vervelend om uit te leggen. Maar wij hebben u verweten, en de coalitie, dat u alleen maar hebt gekeken in bezuinigingen in kernteken en naar wat incidentele oplossingen en niet hebt gedurfd om al bezuinigingen in het programma Samenleving in te boeken. Wij hebben geprobeerd aan te geven dat er een aantal dingen, u zei het zelf ook, in ieder geval een aantal dingen ook in uw visie als optie mogelijk zijn en wij hebben geprobeerd aan te geven en een oproep te doen, wees daar nou niet bang voor, u hoeft niet bang te zijn dat je de sociale infrastructuur hiermee om zeep helpt. Daar ging onze stelling over met durf echt te bezuinigen maar durf ook dan naar al die dingen te kijken. Voorzitter: OK. Mijnheer Wesselius was een betoog aan het houden. Dit is eigenlijk een interruptie, wordt wat lang, maar ik zie de heer Pardo ook kijken. Mevrouw Leeuwis: Maar even voor het goede begrip over waar…
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
67
Voorzitter: Ja. En de heer Van Lavieren wil ook nog. Mevrouw Leeuwis: … onze stelling over ging. Voorzitter: Wij doen het even het rijtje langs en dan geef ik de heer Wesselius weer het woord. De heer Pardo: Ja, het is toch uiteindelijk een indirecte, maar dan toch een vraag aan de VVD-fractie… Voorzitter: Ho. Ja. De heer Pardo: … Ja, ik zit daar eigenlijk, dat broeit toch een klein beetje. Ik moet dat toch op één of andere manier even kwijt. Dat is ook wel… Voorzitter: Als u hem dan puntig stelt. Zou dat kunnen? De heer Pardo: Ja. Uiteindelijk, de maatregelen die u voorstelt, zijn een reactie op dingen die u niet wil dat er in eigenlijk, laten wij het even fase1 noemen, gaan gebeuren. Dus onder andere de buitenruimte. Op het moment dat u deze kaarten verspilt, kunt u ze de volgende keer niet meer op tafel leggen natuurlijk. Mevrouw Leeuwis: Nee, voorzitter, maar ………………………………. Voorzitter: Ja, mijnheer Van Lavieren, mijnheer Van Lavieren heeft nu het woord. Nee, ik ging het rondje… Nee, ik zei ik tel even af. Mijnheer Van Lavieren. De heer Van Lavieren: Ja, ik zou toch aan mevrouw Leeuwis willen vragen om soms eens naar de antwoorden te luisteren zonder steeds maar haar eigen mening te geven, want volgens mij geeft de heer Wesselius een prima, acceptabel antwoord en dat daar dan steeds de mening van de VVD overheen rolt, ja, daar stoor ik me een beetje aan. Ik bedoel, wij zijn niet bang om te bezuinigen en angst heb ik mijn hele leven nog niet gehad, dat zal ik ook niet krijgen, maar het zal wel onderbouwd moeten zijn en gedragen moeten zijn voor wij dat soort dingen zouden moeten doen. (Noot notulist: onverstaanbare interruptie) Voorzitter: Via mevrouw Leeuwis gaan wij door naar de heer Wesselius. Mevrouw Leeuwis. Mevrouw Leeuwis: Ja, voorzitter, natuurlijk zijn wij het hier niet met zijn allen over eens en natuurlijk mag iedereen zijn eigen mening geven en mag je daarin van mening verschillen. Ik verwijt u ook niet dat u een andere mening heeft dan de VVD, ik verwijt u alleen, althans ik heb u geprobeerd over te halen om eens te reageren op de stelling dat een aantal maatregelen in het programma Samenleving helemaal niet ten koste gaan van die sociale infrastructuur. Immers, uw argument om daar niet in te kiezen. Dat is waar wij op gehamerd hebben. Voorzitter: Mijnheer Wesselius gaat nu weer. Ja? Mevrouw Leeuwis: Nou, nee, één zinnetje nog.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
68
Voorzitter: O, nog één zin. Ja. Mevrouw Leeuwis: Want de heer Van Lavieren verwijt mij van ja maar, nu heb je eigenlijk die dekking al weggegeven voor de rest. Welnee, wij hebben juist gezegd, wij hebben gezien dat er nog € 3,8 miljoen rek in onze begroting structureel zit. Voorzitter: Goed. Mijnheer Wesselius. De heer Wesselius: Ja, ja, Voorzitter: U was eigenlijk bezig, hoor. De heer Wesselius: Ja, ik dacht het ook, hè. Voorzitter: Met uw nummers toch, weet u wel. De heer Wesselius: Ik vind, ik ben dan altijd blij dat ik drie andere partijen de gelegenheid kan geven om hun onderlinge discussies nog een keer opnieuw te doen. Maar dat heeft mij de gelegenheid gegeven de nummertjes weer een beetje langs te lopen. Voorzitter: Ook belangrijk. De heer Wesselius: Ja, dat is ook… Wat de VVD aangeeft, is je moet niet meerjarig structureel zaken willen dekken, of incidenteel willen dekken. Ja, dat is natuurlijk, in zijn algemeenheid is dat ook een ware en waardevolle uitspraak. Als je een meerjarenperspectief presenteert, moet de dekking eigenlijk ook structureel OK zijn. De vraag is alleen in de context waarin wij nu zitten, verwachten wij nu ook dat wij te maken hebben met een langjarige structurele teruggang. Of verwacht je dat er sprake is van een financiële dip ten gevolge van de crisis. Constaterend dat in ieder geval in een aantal sectoren in het bedrijfsleven de investeringen weer aantrekken, de kwartaalcijfers beter worden, de economie weer op orde komt, zou je kunnen denken dat het over een aantal jaren voorbij is, dat wij over een aantal jaren weer terug zijn op een niveau, waarin wij wel met elkaar kunnen praten over ambities. Dan moet je je afvragen, wil je nu, op dit moment een aantal zaken die je in principe, als je een positief insteek hebt, kunt handhaven, wil je die op dit moment afbreken. Daar is onze keus misschien wel gewoon fundamenteel anders dan die van u. Dat betekent, ik zou zeggen, durf te vertrouwen op het herstel. Ik bedoel, u kunt een heleboel van dit soort durf te vertrouwen op dit en me dat zingen, zingen, in het midden gooien, nou, die van mij er dan ook bij, durf te vertrouwen op het economisch herstel. Durf dan ook de periode die nu voor ons ligt uit te zingen en durf erop te rekenen dat het weer goed komt met de economie in het land en dat dus de ambities in dit dorp ook gewoon gehandhaafd kunnen blijven worden. Dat is de reden waarom ik gewoon een ander keus maak dan de uwe en… Mevrouw Leeuwis: Mag ik daar een kleine, kort op reageren, voorzitter, want ja, het wordt toch tegen ons ook gezegd. Ik zou heel graag durven vertrouwen op het herstel van de economie. Hoe eerder hoe liever. Alleen, het realisme moet daar natuurlijk wel bij dat hoe, op het moment dat de economie zich herstelt enzovoort, dat dat nog niet betekent, dat de korting op het Gemeentefonds voorbij is. Want dat zijn ook nog herstelacties van de afgelopen periode. Dus wij hobbelen daar echt nog wel een tijdje achteraan. De heer Wesselius:
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
69
Ongetwijfeld. Maar dat wil niet zeggen dat je nu al weet hoe het er langjarig uitziet en dat een aantal zaken die je zou willen handhaven aan voorzieningen in het dorp, dat je die nu, bij de eerste discussie over een ingreep, meteen al moet wegbezuinigen. Zoals de voorzitter net al zei, wij sparen inderdaad niet voor het zwembad, wij willen op termijn ruimte vinden in de exploitatie. Dat betekent, daar is eigenlijk precies hetzelfde verhaal. Als het economische weer aantrekt en als er weer financiële ruimte ontstaat, als wij die periode kunnen overleven met elkaar in dit dorp, dan ontstaat er weer financiële ruimte op de begroting, dan kunnen wij binnen de exploitatie weer gaan zoeken en het is dan wat mij betreft ook spaarprematuur om nu al te zeggen, neem afscheid van het zwembad. Dat wil niet zeggen dat ik naïef wil zijn en als u mij nu gaat toevoegen dat ik realistisch moet zijn, dan ben ik het helemaal met u eens. Wij moeten met zijn allen realistisch zijn. Wij kunnen nu niet met zekerheid beloven dat er een zwembad komt. Dat hebben wij ook nooit met zoveel woorden gedaan. Maar voor ons staat nog steeds wel de ambitie om die ruimte straks in de exploitatie met elkaar te vinden. Mevrouw Leeuwis: Voorzitter, mag ik één korte opmerking maken? Ja? Voorzitter: Ja, volgens mij is er wel al veel uitgewisseld. Ja, nee, ik probeer even het gevoelen van… Mevrouw Leeuwis: Ja, maar het is weer een andere, een ander punt. Voorzitter: Maar u krijgt het woord. Mevrouw Leeuwis: Wij hebben nog geen afscheid genomen van het zwembad. Dat hebben wij ook overal uitgeroepen. Wij hopen alleen als eerste dat er via een marktpartij een andere weg ingeslagen kan worden. Dat betekent het voor de gemeente. Dus ik wil ook wel even dat beeld rechtzetten dat wij gelijk afscheid nemen en overal in snijden. Nee, wij kijken er op een andere manier tegenaan. De heer Wesselius: Ja, ik, ik. Als u het beeld weg wilt nemen, dat u het zwembad een sprookje hebt genoemd… Voorzitter: Mijnheer Van Lavieren, één zin. De heer Wesselius: Slaakt verzuchting De heer Van Lavieren: Nee, nee, er zijn… Voorzitter: Niet? Hoeft niet? Nee, want als Jacco dat soort verzuchtingen slaakt… Mijnheer Wesselius. De heer Wesselius: Nou ja, kijk, ik denk dat wij wel eens even moeten praten, want het is wel vrij vermoeiend om na iedere zin geïnterrumpeerd te worden. Dat vind ik niet echt handig. Maar goed, ik wou dus zeggen, als u het beeld wilt bestrijden wat ontstaat als u het zwembad een sprookje noemt, dan is dat u gegund. Ik denk dat je moet uitkijken voor paniekerige keuzes nu en dat heb ik eigenlijk al gezegd, maar nu raak ik in de war van mijn eigen nummertjes. Wat wij hebben gezegd, is durf die patiënt te stabiliseren en dat, en durf daar de tijd voor te nemen en dit, ja, dit heb ik ook al gezegd. Ja, sorry, maar door alle interrupties wordt het een beetje chaotisch. De VVD en de CU geven beide aan dat er anticyclisch geïnvesteerd moet worden, maar wel bezuinigd moet worden. Ik moet heel eerlijk zeggen, die begreep ik niet. Ik begrijp niet hoe die twee dingen samen kunnen gaan en nou ja, misschien is het mogelijk om dat punt dan toch nog iets, iets toe te lichten, want ja, ik bedoel, ja, maar het mag ook van mij in derde termijn, hoor. Het hoeft niet nu, maar…
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
70
Voorzitter: Nee, wij doen geen derde termijn. De heer Wesselius: Doen wij geen derde termijn. Nou ja, dan roep ik iets over me af, geloof ik. De heer Verwoert: In de pauze. Voorzitter: In de pauze hoor ik al. Ja. De heer Wesselius: Goed, laten wij dan constateren, ik hoef misschien niet precies te begrijpen nu wat u bedoelt, maar volgens mij gaan die twee dingen niet samen. Tenslotte geeft u aan dat u, bij uw voorstellen zegt u van ja, hoor eens, er staat ergens dat iets € 6 ton is en dat er dus best € 1 ton te vinden moet zijn en dan zegt u ja, dat zijn programmakosten dus die zijn beïnvloedbaar. Daar hebben wij met elkaar in de auditcommissie een discussie over gehad, wat betekent het nou dat er in de programmabegroting staat dat iets programmakosten zijn. Betekent dat ook per definitie dat het allemaal in de volle breedte beïnvloedbaar is. Toen heeft de wethouder omstandig uitgelegd dat dat niet het geval was. Toen hebben wij in de auditcommissie met elkaar afgesproken dat er meer inzicht moest komen in dat deel van de programmakosten waar al verplichtingen waren aangegaan, dat deel wat kapitaalkosten waren, waar je dus ook niet meer aan kon komen, en dat deel van de programmakosten die nog wel beïnvloedbaar waren. Dus ik denk dat u met het beoordelen van uw amendement met, daar ook enigszins rekening mee moet houden. Tenslotte met betrekking tot de OZB. Wij zijn van mening dat die 2,5% OZB-verhoging een verademing is in vergelijking met afgelopen jaren en als u zegt van kan het niet minder. Ja, dat kan natuurlijk minder. Dan moet je wel met goede dekking komen. Wij zeggen op dit moment, volg nou de inflatie, creëer de ruimte op je begroting om de komende maanden met de bevolking in gesprek te gaan op zoek naar maatregelen die dieper snijden als die nodig zijn en je kunt je ook afvragen bij de manier waarop de dekking nu gevonden is, en dat is op een aantal punten inderdaad door intern geld vrij te maken, reserves iets in te krimpen, wat met geld te schuiven, verder zoeken in de begroting en dergelijke, je zou je af kunnen vragen, in de afgelopen jaren waarin wij ook financieel niet heel sterk waren, waar wij continu op zoek zijn geweest naar geld, waarom is eigenlijk de begroting de afgelopen jaren niet al zo grondig doorgelicht als dat het college de afgelopen maanden heeft gedaan. Dat had een aantal discussie de afgelopen jaren ook eenvoudiger gemaakt. Daar wilde ik het in tweede termijn bij laten, nadat ik niet dan……………………… nog een motie had, die ik niet had ingediend van tevoren. Die gaat over onze opmerking over toeristenbelasting en stageld campers Landvast. Wat wij hebben aangegeven is, het kan natuurlijk niet zo zijn dat je in de hotels straks toeristenbelasting moet gaan betalen, maar dat je met de camper gratis bij Landvast kan staan. De strekking van de motie is dat je daar dus ook stageld zou moeten heffen en dat ook mensen die in een camper slapen toeristenbelasting zouden moeten betalen. Die motie wilde ik graag bij u indienen. Voorzitter: Dit wordt motie nummer 10. Motie nummer 10 en die luidt: Overwegende - dat het college voorstelt toeristenbelasting te gaan heffen; - al enkele jaren het voornemen bestaat om stageld te heffen voor de campers bij Landvast; - al enkele jaren door het college wordt aangegeven dit stageld ook daadwerkelijk te gaan heffen; Van oordeel dat - het niet correct is om in hotels toeristenbelasting te heffen terwijl campers gratis in ons dorp gebruik kunnen maken van de faciliteiten bij Landvast; Spreekt uit dat invoering van toeristenbelasting niet alleen voor de hotels kan gelden en dat invoering van toeristenbelasting vereist dat voor de campers bij Landvast ook stageld en toeristenbelasting geïnd gaat worden. En ook die maakt nu onderdeel uit van de beraadslagingen. En mijnheer Wesselius, volgens mij was u daarmee ook aan het eind van uw betoog, begreep ik goed? Het is ongeveer kwart voor tien. Het college zal even kort schorsen. Wij zullen proberen onze termijn niet al te uitgebreid in de beschouwingen te vervallen, maar vooral ook gericht op de besluitvorming te bezien of er nog wat
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
71
toegevoegd kan worden aan de opmerkingen over moties en amendementen. Wij zullen proberen dat beperkt en inhoudelijk te doen. Ik denk dat wij proberen. nou, ik zal maar zeggen… Ja. De heer Pardo: Dat laatste motie, mag ik daar de heer Wesselius nog een vraag over stellen? Mevrouw Leeuwis (zonder microfoon): Nee. Voorzitter: Ja. De heer Pardo: Wij hebben een keer een uitleg gekregen al en dat, dat, dat praktisch die motie niet uitvoerbaar zou zijn, omdat de kosten van het betreffende gebied, ja, eigenlijk de investeringen daarvoor te hoog zouden zijn om dat operationeel… Heeft u dat in de overweging van het indienen van de motie meegenomen of niet? De heer Wesselius: Wij waren ons bewust van die uitspraak en wij zijn ons ervan bewust dat het ook niet eenvoudig is allemaal. Wat wij constateren, is dat het niet zo kan zijn dat je tegen mensen die toevallig op een bed in een hotel slapen, zegt jij moet toeristenbelasting betalen en tegen mensen die evenzeer toerist zijn en ook een zeer toeristische uitdossing hebben, bij Landvast gaan staan met de camper, dat je daarvan zegt van en u niet. Dat zou heel vreemd zijn en volgens mij is het op allerlei andere plaatsen in de wereld vrij normaal dat je betaalt als je je camper parkeert. En ja, ik bedoel, ik heb dus ook niet daar heel stellige dingen in gezegd, in de motie. Het is een oproep aan het college en zegt van, jongens, wat ons betreft, ja, moet je dat regelen. Ja, ik bedoel, dan is het een uitvoeringskwestie om het te regelen. Dus ik wens het college daar zeer veel sterkte bij. De heer Pardo: Het gevoel van rechtvaardigheid siert u daarin, maar ik heb ………………………….. wat het oplevert. Voorzitter: Maar, mijnheer Pardo, heeft daar uw antwoord gekregen. Dat kunt u beoordelen bij uw opvattingen over de motie ook. Over, wij proberen een kwartier te schorsen, iets over tienen weer hier terug te zijn. U ziet ons snel weer terug. SCHORSING Voorzitter: Dames en heren, wij gaan de vergadering heropenen en een vergadering heropenen betekent dat iedereen weer op zijn plek gaat zitten. Dank u wel. Aan de orde is de tweede termijn van het college in deze algemene beschouwingen over de begroting 2011. Wij hebben bedacht dat wij vooral, ik zal maar zeggen, in willen gaan op informatie en opvattingen die misschien nog relevant zijn voor de besluitvorming over de moties en amendementen en dat op een enkel punt nog wat toelichtends gevraagd is aan het college en daar willen wij uiteraard dan ook onze rol in pakken. Maar wij zullen proberen dat in de tijd overzichtelijk te doen omdat wij ook het gevoel hebben dat op een aantal amendementen en moties er zoveel gesprek onderling in de raad al geweest is, dat daarmee ook, ik zal maar zeggen, de koers van de raad redelijk zichtbaar lijkt te zijn geworden. Dan hoeven wij niet als college dat nog eens dunnetjes, of dikketjes, over te doen. Dat was de, de insteek die wij dachten te nemen en dan beginnen wij gewoon weer aan mijn linkerzijde bij de wethouder Financiën, die ook vanuit zijn portefeuille Financiën maar ook de overige portefeuilles gaat reageren en dan gaan wij zo weer het rijtje langs en dan hopen wij daarna naar besluitvorming toe te komen. Wethouder Verheij. Wethouder Verheij: Ja, dank u wel, voorzitter. Ik heb al, maandag al gezegd dat ik blij ben dat ik in dit tijdsgewricht deze begroting kan neerleggen, omdat ik, zoals uitgelegd, een structureel sluitend verhaal neer kan leggen met de officiële cijfers van nu, met beperkte lastenmaatregelen, waarbij wij het …………………….. domein in tact houden en ook het collegeprogramma kunnen verwerken. En voor het proces daarna lopen wij ook nergens voor weg. Wij lopen zelfs hard, werkend aan een proces om tot voorstellen te
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
72
komen die, ja, een bedrag van € 2 miljoen bedragen. Maar wel langs een zorgvuldig en gedragen methode met u als gemeenteraad, met de samenleving, overwegende alle precieze cijfers die nodig zijn om doordachte en gedragen voorstellen te maken, met een visie en een filosofie waarvan uit wij in, nu kunnen werken en in 2015 nog steeds tegen elkaar zeggen dat is een goed doordacht proces en wij hebben daar een gemeente overgehouden, als je kijkt naar de begroting en taken, waar wij voluit achter staan en waar wij geen dingen weggesneden hebben omdat het nu eenmaal financieel gezien maar moest en wij het niet anders wisten, maar daar ook vol overtuiging voor gaan staan. Lopen wij niet voor weg. Dal zal ook het komende halfjaar moeten blijken en na vandaag is het dus gelijk weer de volgende opgave om in volle vaart dat proces op te pakken. Dat wil ik in algemene zin nog toevoegen aan wat in het debat onderling op dat punt al is gewisseld. Ik zal nu één en ander zeggen over de moties en amendementen en ik heb nog een specifieke vraag, die zal ik eerst even doen, van de heer Pardo op het gebied van het dijklint. U heeft gevraagd van ja, hoe ben je nu in overleg met en hoe gaat het dan. Ik kan u zeggen dat al langer maar zeker ook wat intensiever vorig jaar een klankbordgroep rondom dijklint is gevormd waarbij langs ook weer een zorgvuldig gedragen proces met de bedoeling om een gedeeld beeld van de problemen, om te komen tot een gedeeld beeld van de oplossingsrichtingen die haalbaar zijn te komen. En daar is vorig jaar al mee begonnen. Recent hebben wij daar weer met die hele klankbordgroep bij elkaar gezeten. Morgen zit ik met collega’s van de buurgemeenten bij de gedeputeerde aan tafel om daar weer een volgende stap in te zetten. Ja, het is voor ons volstrekt helder en ik onderschrijf wat de heer Van Lavieren zegt, dat een derde ontsluiting, dat in ieder geval niet als oplossingsrichting op tafel ligt en, als die door iemand anders, als iemand anders daar behoefte aan heeft die wel op tafel te leggen, ben ik volstrekt helder wat wij in het coalitieakkoord hebben geschreven. Dat is niet de oplossingsrichting waar wij het zoeken. Nu kunt u zeggen van ja, je blokkeert iets. Nou, wij zijn ook gewoon heel, heel duidelijk in die keus en zorgvuldigheid en bewaren van de groenstructuur, die je aantast als je wel die weg door de polder zou aanleggen. Dus, eigenlijk op de inhoud zijn wij het volgens mij helemaal niet oneens, want u heeft er zelf ook geen voorkeur voor het op die manier te doen. Is iets milder geformuleerd, maar volgens mij exact hetzelfde dat wij die kant niet op zouden moeten denken. Dat op de inhoud van die portefeuille Dijklint. Rondom amendementen en moties. Op het wijzigingsvoorstel van de VVD voor zover daar nog behoefte aan is, kennende het beeld dat in de raad zich daarop af heeft getekend, zou ik nog even willen verwijzen naar wat de heer Wesselius zei over programmakosten, zoals die zijn geformuleerd in de begroting. Het kan niet zo makkelijk aangegeven worden als daar staat, € 1 miljoen programmakosten dat je daarmee op 1 januari zou kunnen stoppen. Of zo maar € 1 ton, zoals u een aantal keren heeft geformuleerd, zou kunnen bezuinigen. Ik ga dat nu niet allemaal fileren tot op de laatste cent achter de komma, maar ik wil daar in ieder geval wel de kanttekening bij maken, dat je niet op die manier tot deze bedragen kan komen, waardoor alternatieve dekking zou ontstaan. Dat wil ik in ieder geval in technische zin nog toevoegen. Als het gaat over het amendement op inkomensverruimende maatregelen, wil ik nog de raad erop wijzen dat het een onderzoek is waar u zelf om heeft gevraagd, wij dat onderzoek hebben gedaan en vervolgens daar voorstellen uit hebben gegenereerd. Daarmee komen wij tot voorstellen op het domein inkomensverruimende maatregelen, waarvan de VVD zegt, nou, dat willen wij helemaal niet. Ik wil nog even herinneren aan het onderzoek, wat u zelf heeft ingesteld daarna. Even kijken, ik loop ze even langs. Reserve Landvast. Die discussie hebben wij ook al langer en eerder gevoerd. Wij hebben aangegeven, ook in de begroting weer maar ook bij de perspectiefnota, dat wij graag eerst het risicobeeld scherp willen hebben, het weerstandsvermogen daarmee op het goede peil willen zetten en voor die tijd geen grote uitnames in deze richting willen doen. Wij hebben nog steeds de richting dat wij reserve Landvast willen vullen uit resultaten van de grondexploitatie. Als u in de perspectiefnota terug heeft gekeken, ziet u dat daar wel degelijk nog bedragen in worden gestort ondanks sombere tijden op het gebied van woningbouwontwikkeling. Daarmee hebben wij dus de tijd om vervolgens ons risicobeeld helder te maken en zo nodig daarna alsnog uit te komen op zo’n soort oplossing. Daar is het nu te vroeg voor, zou ik willen zeggen op die motie. De motie, of het amendement van D’66 op het gebied van het raadsonderzoeksprogramma en het regionale innovatieprogramma en de betekenis van het woordje onverkort. Heb ik maandag gezegd en zeg ik nu weer, zijn beide onderzoeksprogramma’s. Het slaat natuurlijk op het onverkort uitvoeren van die onderzoeken en als u het wilt verhelderen, wat voor mij ook verhelderend is, geen enkel probleem met die amendement. Even kijken, dan was er een motie op het gebied van toeristenbelasting, stageld campers Landvast. Het college kan die redenering wel volgen met dien verstande dat wij bij toeristenbelasting aan hebben getekend dat wij natuurlijk nog even goed willen uitzoeken hoe wij ook, zeg maar, bij de hotels
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
73
dat willen toepassen. En datzelfde geldt voor de staplaatsen. Nou, u was in discussie al, dat daar ook al eens een keer eerder naar is gekeken. Daarmee is het niet onmogelijk, maar ook daar moeten wij dan weer even opnieuw naar kijken en die redenering kan het college ook volgen. Voorzitter: De heer Pardo wil hier nog een vraag over stellen, begrijp ik. De heer Pardo: Ja, de vraag is even, ik wil even proberen die discussie even terug te halen, met name om mijn stemgedrag dadelijk te bepalen. Was de conclusie toen dat het meer geld zou kosten dan het zou opbrengen of niet? Weet u dat nog? Wethouder Verheij: Nou, er waren toen investeringen nodig, het zou in ieder geval heeeeel lang duren voordat je het geld terug had verdiend. Uiteindelijk verdien je het altijd natuurlijk een keer terug, maar dat zou wel heel lang duren. Maar het kan ongetwijfeld ook op een andere manier en daar moeten wij gewoon nog weer verder naar kijken en daar waren wij ook naar aan het kijken. Dus dat voorstel werd het in ieder geval niet toen wij er eerder naar keken. Maar ja, dat sluit natuurlijk niet uit dat er andere mogelijkheden zijn en dat zullen wij meenemen in het onderzoek wat wij ook al moeten doen, hoe wij rondom onze hotels en kamers deze belasting willen invoeren. Dus in die zin is het niet zo dat, dat dat niet kan. Ik denk dat ik die op mijn portefeuille staan allemaal heb gehad, anders merk ik het wel als de raad behoefte heeft aan nadere toelichting op enig voorstel. Misschien mag ik een beetje vooruitlopen op de stemmingen, maar volgens mij heb ik al mijn geld nog. Ik weet niet hoe het met u staat, maar mijn geld is er nog volgens mij. Voorzitter: Ai. Wethouder Veerman. Wethouder Veerman: Ja, dank u, voorzitter. Ik zou nog graag iets over de structuurvisie willen zeggen, want daar heb ik afgelopen maandag ook over gesproken. De structuurvisie maken wij met heel het volk. Dus het is niet zo dat één partij die omarmt. Ik heb afgelopen maandag aangegeven, er is één partij die heeft wel 3.500 woningen, het is logisch dat die genoemd wordt, maar alle mensen worden betrokken bij de structuurvisie. Dat is ook de reden waarom die wat langer duurt, ……………………. geld kost. Maar wij hebben gezegd dat is het ons wel waard om met de burgers te spreken over de structuurvisie Alblasserdam 2025. Daarnaast hadden zij ook gesproken wat over die signalen van de krimp, over de woningbouw, over de relevante ruimtelijke inrichting, al die zaken van vergrijzing, van jongeren en dat zit daar allemaal in. Dus die structuurvisie die komt er, als u dat budget beschikbaar stelt, en wij gaan dan heel het dorp, heel het grondgebied bekijken en wij gaan dat met iedereen doen, met alle partijen. Die visie zal dus nog even op zich laten wachten want wil je dat goed doen, dan moet je dat ook goed voorbereiden, moet je dat ook deugdelijk doen en moet je daar meerdere rondes met de bevolking over spreken. Dat is de reden dat wij bij het terrein ATO toen daar twee jaar geleden brand was en daar een nieuwe ontwikkeling moest komen, met de eigenaar hebben gesproken. Wij zeiden van is het nou verstandig om in het centrum van het dorp weer industrie, zware bedrijvigheid mogelijk te maken of zou je iets anders moeten willen. Die discussie loopt. Toen wij een collegeprogramma wilden maken, een college-, coalitieakkoord, hebben wij gezegd het zou niet verstandig zijn om iemand die al lang bezig is met de procedure, waar ook al wensen zijn om iets te veranderen aan die bestemming bedrijvigheid, om dat te laten afwachten van een discussie die wij in 2012 afgerond hebben, want dat betekent dat zolang de kopers van de Cornelis Smitstraat, die nu in de verkoop staat, niet weten wat daar komt. Dat betekent dat de eigenaar die de grond heeft en misschien daar iets anders mee wil, moet wachten en dat geldt al die tijd als de grond daar renteloos ligt en niet verder opschiet. Er zijn daar meerdere partijen bij betrokken, ATO, en wij hebben gezegd het zou verstandig zijn om daar een integrale afweging te maken, maar die kan helaas niet wachten op die structuurvisie, omdat wij dat onverantwoord vinden. Wat wel gebeurt, is dat, wat ook in uw motie staat, je moet daar een goede afweging maken, daar hebben wij een prachtig instrument voor en dan kijken wij zowel naar flora en fauna, dan kijken wij naar archeologie, dan kijken wij naar monumenten, wij kijken naar verkeer, naar milieu, en dat is het bestemmingsplan. Dat zal uw raad worden aangeboden zodra er meer concretisering is van die plannen en dan zijn al die onderwerpen onderzocht en daarom kost een bestemmingsplan ook altijd veel geld. En dan kan het allemaal afgewogen worden. Hoe dat
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
74
precies gaat, is op dit moment nog niet te zeggen. Het enige wat het college heeft gezegd, moet je nou bedrijvigheid willen die eigenlijk niet in het centrum past. Wat het dan vervolgens wel wordt, dat zou een kerk kunnen zijn en dat kan woningbouw zijn, dat kan een andere functie zijn. Ook parkeren is genoemd, het groen is genoemd. Al die dingen zullen in het bestemmingsplan worden meegenomen. En wat dat betreft, ontraadt het college de motie waarin nu wordt gezegd van leg het verzoek naast je neer. Wij willen juist proberen in die afweging dit zo goed op te pakken. Wij komen daar bij u terug. De heer Pardo: Ja. U heeft in het collegeprogramma heeft u het ook over een onderzoek. Moet ik dat gelijk stellen aan wat u zegt. Wethouder Veerman; Ja. Het bestemmingsplan kent vele onderzoeken en dat, die onderzoeken zullen allemaal gebeuren voordat het bestemmingsplan hier bij u komt. Waarom wij met Bochanen contact hebben opgenomen, omdat wij dus de grond willen, een andere bestemming willen geven. Daar zijn wij over in gesprek. Bochanen heeft daar begrip voor. Inmiddels is ATO ook nog vrijgekomen. Dat betekent dat het terrein weer wat groter is geworden en dat wij naar dat totale terrein kijken. De heer Pardo: U wijst met name even op het gedeelte van onze motie waarin staat naast ons neer te leggen. Ik heb inmiddels tijdens de pauze dat stuk bij de griffier aangepast tekstueel en dat betekent dat dat hiermee ook overhandigd kan worden. Ik heb het aanpast in die zin dat ik daarvan heb gemaakt om de aanvraag inderdaad van de kerken maar ook eventuele overige aanvragen te betrekken in dat, in dat onderzoek. Dus dat is op die manier…, maar inderdaad met de nadruk op ook die overige onderzoeken die daar ………………. Voorzitter: Even voor de orde. Ik hoor de heer Pardo een wijzigingsvoorstel te doen op zijn eigen motie 7 en die gaat dan, die begint steeds hetzelfde tot bij dragen het college op en dan komt daar te staan - het verzoek van de kerkgemeenschap ten aanzien van het Bochanen-/ATO-gebied, even kijken, en verdere, wacht even hoor, even, en andere verzoeken mee te nemen in het onderzoek naar de inrichting van het gebied en niet separaat te behandelen. Dus ik ga het nog een keer zeggen. Dus - ten aanzien van het Bochanen-/ATO-gebied en andere onderzoeken, nee, verzoeken mee te nemen in het onderzoek naar de inrichting van het gebied en niet separaat te behandelen. Dat is de gewijzigde motie onder 7. Wethouder Veerman; Voorzitter, het is nooit de intentie geweest om andere verzoeken, als die er komen, om die tegen te gaan. Dus wat dat betreft, kan die motie geen enkel bezwaar… Want het is gewoon standaard procedure. Ieder die een wens heeft, moet bij de eigenaar zich melden en vervolgens vindt er een gesprek plaats over het bestemmingsplan. Dus als er morgen iemand zegt ik wil daar een spelotheek beginnen en hij kan het eens worden met de eigenaar, zou dat in principe een overweging zijn. Dus ik heb geen enkele moeite, het betekent deze zeer ruime formulering… De heer Pardo; Ja, er staat ook bij, en verzoeken niet separaat te behandelen. Dus dat wordt inderdaad geïntegreerd in één onderzoek. Wethouder Veerman; Laten wij het zo zeggen. Als iemand zich hier meldt, die zegt ik heb van Bochanen gekocht en ik wil dat realiseren, kunnen wij daar een bestemmingsplan voor maken, dan gaan wij niet zeggen van nou, dat weten wij niet, want wij willen nog eens kijken of er ook anderen misschien. Dus ieder die bij ons komt, die wordt meegenomen en die wordt afgewogen. Dus ik heb geen enkel bezwaar tegen deze tekst. Het lijk mij niet een probleem. De heer Wesselius(?): Nemen wij hem aan.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
75
Wethouder Veerman: Ja, dat is prima. Kunnen wij gerust doen. Voorzitter, de andere… Voorzitter: Dus de gewijzigde motie 7 nu aan de orde en daarvan zegt het college dat is eigenlijk staand beleid. Die zouden wij kunnen overnemen. Hij kan in stemming gebracht worden, hij kan ook worden ingetrokken. Dat zullen wij dan zo even bekijken. Maar in ieder geval is het advies van het college op deze gewijzigde tekst, dat die wat het college betreft niet haaks staat op het, op het staand beleid of op het voornemen dat het college heeft op dit gebied. De heer Boele: Maar, voorzitter, begrijp ik dan goed dat de bedoeling van de motie is om te onderstrepen dat datgene wat het college met dit type aanvragen doet, dat het college dat blijft doen? Voorzitter: Zo hebben, zo heeft de wethouder het net geïnterpreteerd en dit wordt niet tegengesproken door de heer Pardo. De heer Boele: Is dat, nou, maar ik stel via u de vraag. Voorzitter: Ja. De heer Boele; Dat is blijkbaar de bedoeling? Voorzitter: Ja. De heer Boele: Ja, u hebt die motie ingediend, heb ik begrepen. De heer Pardo (zonder microfoon) Ja, inderdaad, het was………… de wethouder ……………………….. De heer Boele Nee, maar als u nou zegt van dan kunt u hem steunen, toen dachten wij eraan zelf… De heer Pardo Ik heb de tekst aangepast inderdaad en dat is… De tekst van de motie heb ik zojuist in de pauze aangepast. Daarmee heb ik dus inderdaad gezegd van nou, goed, mijn interpretatie is dus dat alle verzoeken die gedaan worden inderdaad in één onderzoek geïntegreerd zouden moeten worden. De beantwoording van de wethouder afgelopen maandag gaf mij in ieder geval de indruk dat dat anders,hè, dat er een separate behandeling en dus, ja, dus als dat een gelijke interpretatie nu is, dan is dat inderdaad een ondersteuning van datgene wat wij doen, of wat er gedaan wordt. De heer Wesselius MdV, mag ik even vragen… De heer Boele: Dan geef ik u in overweging, dan geef ik u in overweging, mijnheer Pardo, om de motie, want het is voor ons niet meer te volgen, als u het nou met elkaar eens bent, hè, dan mogen wij dat blij constateren en dan geef ik u in overweging om die motie in te trekken, want het is voor mij, ik kan er geen soep meer van koken. De heer Pardo: Die vraag of ik dat wil overwegen, neem ik even in beraad.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
76
Voorzitter: Mijnheer Wesselius, u wilde ook nog iets zeggen of zag ik dat verkeerd? De heer Wesselius: Nee, nou ja, goed. De vraag is wat is de intentie van het indienen van de motie geweest. En als u zegt de intentie is overeenkomstig met wat de wethouder heeft uitgesproken. Dan is de intentie nu om niets te veranderen en dan ben ik het met de heer Boele eens. Ja, als wij niks willen veranderen, dan hoeven wij ook geen moties in stemming te brengen. Dus ik denk dat u een andere intentie had. Maar dat hoor ik dan graag van u. De heer Pardo: Uw vraag is of ik een andere intentie had. Daar ga ik, dat neem ik, die vraag neem ik ook in beraad en dan kom ik daar zo op terug. Voorzitter: Prima. Dat kan. Mijnheer, ja, wethouder Veerman. Wethouder Veerman: Haven-Zuid. Risico’s zijn genoemd en daar is het voorbeeld genoemd de brug, maar ik zou ook de steiger kunnen noemen. Daar hebben wij inderdaad subsidie voor gekregen, EFRO-subsidie, een Europese subsidie, dus bestemd voor Europa en dat geld hebben wij dus al op de bankrekening en wij kunnen dat betalen en de voorzieningen liggen er, of zijn er binnenkort. Dat is dus allemaal geregeld. Dus daar lopen wij geen risico’s.. Grondrisico’s lopen wij ook niet want wij hebben de grond en wij maken wel plannen en de grond zou meer waard kunnen worden of minder, maar dus… Ik heb afgelopen maandag ook gezegd, er zijn wat ons betreft geen grote risico’s. Natuurlijk, u heeft een bedrag genoemd, wat wij met elkaar hebben afgesproken om nu verder te investeren. Dat zijn voorinvesteringen of anticyclisch investeren. Dus dat, dat speelt, maar wij hebben verder geen grote risico’s. Dan was er de motie, of is er de motie over de jongeren en daar wordt ook de PALT bij genoemd. Nou is PALT een stuk waar het gaat over PrestatieAfspraken Lange Termijn en daar gaat het over wat voor soort woonmilieus maken wij nu in de regio. Dan kennen wij de niveaus centrum of levendig stedelijk of rustig stedelijk of suburbaan of rustig groen, dat soort woonmilieus. Daar staat dus niks in over het wel of niet bouwen van starterwoningen of bouwen van bepaalde woningen. Dus het gaat veel meer om die woonklimaten. Wat dat betreft, is, denk ik, de aanhaling van PALT niet zo gelukkig, ook al omdat wij aanstaande 19 november, dat is volgens mij volgende week of die week daarna, het PALTstuk gaan ondertekenen. En als u vraagt hoe zit het nou met de starters in Alblasserdam, dan is daarbij de opmerking te maken dat die eerder aan een woning komen dan mensen met een klein gezinnetje. Dus wat dat betreft, is het niet zo slecht gesteld met de starters en is ons beleid vooral gericht op het bouwen van woningen voor doorstroming, zodat gezinnen uit kleine woningen gaan en dat starters weer in kleine woningen komen. Wat dat betreft,is deze motie, denk ik, echt overbodig of wat het college betreft, kunnen wij die ontraden omdat, wij zijn bezig met het werken aan volkshuisvesting voor alle categorieën en starters komen daarbij meer dan gemiddeld aan bod en wat dat betreft, heeft het college de gedachte dat het niet handig is om deze motie aan te nemen. Voorzitter, dan is er nog even gevraagd over duurzaamheid. Heb ik afgelopen maandag ook al iets over gezegd. Duurzaamheid is breed. De heer Pardo noemde het voorbeeld van de inkoop. Nou, je zou ook aanbesteding daarbij kunnen noemen en tegenwoordig hebben wij daarbij ook de goede Nederlandse term van social return on investment, dus dat je voorschrijft in een bestek of in een aanbesteding dat mensen ook gebruik maken van mensen met een handicap of een beperking. Allerlei voorschriften om duurzaam te zijn, dus dat je meer doet dan alleen maar wat voor de hand ligt. Er komt een duurzaamheidplan en ik stel voor dat wij in de commissie nog eens even praten over de inhoud van dat duurzaamheidplan zodat wij daar ook nog eens wat de grenzen kunnen verkennen, want wij willen het graag breed trekken, maar misschien zegt u ook wel van het is weer te breed. Dus ik zeg graag toe dat wij daar nog eens een keer op terugkomen bij de voorbereiding van het duurzaamheidplan. Dat waren volgens mij, voorzitter, de vragen die op mijn terrein lagen. Voorzitter: En dan wethouder Cardon.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
77
Wethouder Cardon: Ja, ik begin maar met de eerste… O, dat ding aan. Dat gaat dan over de groenstructuur van de begraafplaats en ik denk dat het met name om de tarieven gaat. Hier staat in de toelichting een sobere groeninrichting van de begraafplaats wordt terecht in de tarieven verwerkt. Nou, wij willen alleen maar sober. Het is puur een begraafplaats en niet iets parkachtigs waar je van zegt nou, daar maken wij een heel iets van. Als er nou gezegd wordt over de monumentale, monumentale karakter, nou, daar gaan wij het nog over hebben. Er is toen gezegd dat de Monumentencommissie met een advies komt en dan gaat het met name, als u het hebt van onderhoud, ja, het onderhoud van de graven dat betalen die families daar, die bijzondere graven die daar zitten. Als het hebt over bomen, nou, wij hebben het feit meegemaakt dat er één het begeven heeft, nou, twee trouwens, en aan de voorkant heeft er een, is er een kunstwerk over de wortel heen gekomen. Dat hebben wij ook niet allemaal gefinancierd. En er is een boom gesneuveld verder op de begraafplaats, een grote en daar heeft de familie Smit nieuwe bomen aangeboden. Ook daar maken wij geen extra kosten. Dus over dat monumentale… Wij hebben ook een kerktoren daar en die wordt, die valt onder de Monumentenwet. Dus dan zeg ik van ja, als wij een sobere inrichting hebben en daar staat hier, dat mag wel in de tarieven, dan zeg ik ja, wat nu. Er is wel in de………………..vergadering gesproken over zou het mogelijk zijn, dat was een voorstel van een lid van de SGP-fractie, kunnen wij, en die heeft in het verleden discussie gevoerd hier toen wij het hadden over begraven en nou, ik wil wel toezeggen om eventueel terug te komen volgend jaar over de tarieven, om daar nog eens heel goed naar te kijken en die discussie te voeren. Maar ik heb begrepen in diezelfde wandelgangen dat de ChristenUnie zegt van ja, dat hoeft voor ons niet, want er kwamen dan allerlei andere dingen bij terwijl ik zeg, ja, dat is vandaag opgekomen dit en dat is niet uitgewerkt. Ik zeg, ik wil in principe terugkomen op de tarieven. Ja, als dat niet zo is, dat aanbod, nou ja, dan zeg dan handhaaf ik dat… Voorzitter: Ja maar, volgens mij, wij zijn even niet met de wandelgangen bezig. U hebt volgens mij gewoon nu gezegd, wat u zou willen doen, zou willen voorstellen en dan horen wij van de ChristenUnie of dat tegemoetkomt aan de motie hier. Wethouder Cardon; Ja, maar, de meesten hebben wellicht dit niet gehoord in deze… De heer Zwaan: Maar ja, ik wil wel graag reageren, want zoals u het nu voordoet, lijkt het wel of dat wij iets heel vreemds hebben gedaan wat niet te plaatsen is. Ik zal proberen heel eenvoudig neer te zetten. Op het moment dat de totale, de totale kosten 100 is, en dan gebruik je de tarieven om tot 100 te komen. Echter, wat wij zeggen, is van wij zien niet die 100, wij vragen de bereidheid van de wethouder, als wij met elkaar spreken over de tarieven, om ook te mogen spreken, mag dat ook 90 zijn, omdat wij over die 10 vinden dat die niet teruggeslagen zou mogen worden in de tarieven. Als er bij u geen bereidheid is om die ruimte te nemen om ook over het totale budget te kunnen spreken, dan handhaven wij onze motie, want daar is die op gericht en als wij een discussie hebben over tarieven, uitstekend, dat is uw toezegging. Wethouder Cardon: Nou, dan ben ik benieuwd waar dan die 10% vandaan zou moeten komen. Ik bedoel, er is sobere inrichting op die begraafplaats, dat mag in de tarieven zitten. Dan hebt u het over monumentaal en daar heb ik van gezegd nou, ik zou niet weten wat er naar dat monumentale gaat. Dus… Voorzitter: Ja? Voldoende? Ja. Gaat uw gang. Wethouder Cardon: Nou, de volgende die op mijn bord ligt, dat is de flora en fauna en dan met name dat wij zeggen van houd ook rekening met de biodiversiteit. Ik heb al een keer een gebied geopend waar dan vlinders zouden komen en allerlei planten en noem maar op. Het is wel duidelijk dat in een andere omgeving van Alblasserdam er mensen op de stoep stonden van of ik toch iets aan wilde doen wat daar allemaal groeide. Ik denk dat wij in overleg met bewoners moeten komen tot inrichting en ik sta positief ten opzichte van allerlei experimenten ook op dat, op dit gebied. U zegt, komt u daar terug in de jaarrekening, ik kan me voorstellen dat er een tekst in het jaarverslag zal staan van wat wij doen en
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
78
dat dat zeker meegenomen zal worden in de nota van mijn buurman, duurzaamheid, want ik geloof dat er daar heel veel onder te vatten is maar ook zeker dit. Wethouder Veerman: Ja, ja. Wethouder Cardon: En dan geloof ik dat ik nog iets moest zeggen over de, de cultuur. O, ja, dank je wel. Het moge u duidelijk zijn dat de cultuur mij ten zeerste ter harte gaat. Om, voor alle duidelijkheid er is een Culturele Raad of een culture adviescommissie en dat woord dat heb ik niet verzonnen en ik heb ook niet die tekst verzonnen, maar ik heb er natuurlijk wel mee gezorgd dat u het kreeg, als het gaat over de Culturele Raad. Het is duidelijk voor een aantal mensen, maar ik heb niet zoveel gecommuniceerd met die groep, maar dat die vooral gericht was op het realiseren van kunstwerken in de Van Eesterensingel. En er is er één, is er gerealiseerd. Dat is een beeld wat ik zelf heb mogen onthullen en dat staat daar ongeveer bij de SNS, waar de SNS-bank was. Zij hadden een ander beeld voor ogen, een nieuw, en daar hadden wij dus, zouden wij voor reserveren en daar is een misverstand over geweest, maar gelukkig zit er dan nu iets in die pot en die zou, wat mij betreft, nog gebruikt kunnen worden, dat heb ik eerder gezegd, als ik met deze groep toch op een fatsoenlijke manier de zaak kan afwikkelen. Dus dat is dat. Daarnaast ben ik ervan overtuigd dat er een adviesgroep, raad of hoe het ook mag heten, dat die er moet komen omdat het goed is om veel meer onder, daaronder te brengen. Nou,het was in het verleden ook, was er hier een MUZA en dat was een samenwerking tussen de muziekgezelschappen en de koren en zo kun je dus, en je kunt monumentenbeleid eronder brengen, je kunt tentoonstellingsbeleid eronder brengen, je kan cultuur. culturele educatie naar de scholen eronder brengen. Nou, ik ben ervan overtuigd en ik onderschrijf dat wij met zo’n nota moeten komen. Alleen, er is daarnet gezegd, waar is dat budget dan en u dacht wellicht dat dat die € 5.000,-- is die wij nu reserveren. Maar ook bij Landvast is er een budget voor, voor culturele activiteiten. Er is al door Landvast iemand gestuurd, of in ieder geval die is naar mij gekomen en die is ingeschakeld door Landvast om daar een tentoonstelling te organiseren en ik denk dat dat een begin is om met Landvast, waar wij veel mee praten en zeker in de toekomst nog meer over allerlei zaken die daar spelen en dat is 1 dus die reserve voor dit culturele gebeuren. Dus ik ben ervan overtuigd dat het een goede zaak is om op termijn te komen met een culturele nota. Alleen, in uw stuk staat dat die culturele commissie of raad of wat er ook moge zijn, dat die ook een uitvoerende taak moet hebben en daar ben ik het niet mee eens. Daarom lijkt het me goed dat wij in 2001 daar een discussie over hebben. Kijken 1 van hoe gaan wij dat aanpakken en 2 nou ja, wat gaat dat kosten om zoiets in het leven te roepen. Volgens mij was dat het, voorzitter. Voorzitter: Ja. De wethouder kijkt om zich heen. U zei 2001 en anderen dachten dat het over 2011 zou moeten gaan. Mijnheer Pardo. De heer Pardo: Begrijp ik uit uw woorden, wethouder, dat, even kijkend naar onze motie onder ons van mening datstuk, hebben wij inderdaad als vierde punt ingenomen “een raad voor cultuur een actieplan op moet stellen en uitvoeren “ dat u met name “en uitvoeren” dat u daar een probleem mee heeft. En in het puntje zes onder diezelfde meningsvorming van onze kant “een raad voor cultuur naast een adviesfunctie tevens een uitvoerende functie zou hebben”. Zijn dat met name de punten, waarop… Wethouder Cardon: Met name dat laatste. De heer Pardo Dat laatste met name, ja. Wethouder Cardon: Met name, ja. De heer Pardo: Ik heb in mijn uiteenzetting in de motie…
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
79
Voorzitter: Mijnheer Pardo. De heer Pardo: Ja. Voorzitter: Mijnheer Pardo. Misschien maar even een puntje van orde. In het college hebben wij erover gesproken dat u zou kunnen overwegen om deze motie bijvoorbeeld aan te houden tot het moment dat de wethouder ook met de door hem toegezegde zaken komt, zodat u dan kunt zien of die motie inderdaad afdoende, hè, is uitgevoerd en eventueel dan alsnog kunt inbrengen. De heer Pardo; Ja, of, ja, ik zat zelf te denken, als dit het grootste bezwaar is, want in mijn uiteenzetting over de motie heb ik het met name gehad over die adviesrol, die wij toch heel belangrijk vinden en uitvoerend, zeker in het licht van budget, beschikbare budgetten die u nu schetst, denk ik ja, ook aan die uitvoering, dat kost natuurlijk ook weer, dat kost ook geld. Ik bedoel dus dan… Op het moment dat u zegt van nou ja, goed, als dat geen onderdeel van deze motie uit zou maken, met name die uitvoerende rol, maar die adviesrol kan ik, kan ik, kan ik omarmen, dan zou ik de motie inderdaad op die manier dan toch graag, met die aanpassingen, in stemming willen brengen in plaats van hem nu aan te houden en wachten op de nota van de wethouder. Voorzitter: Dat betekent dat u hem nu aanpast en met name de uitvoerende functie schrapt uit… De heer Pardo: (zonder microfoon) Ja, dus met name punt 6 van de meningspunten. Voorzitter: Dan kijken wij even weer naar de motie… Mevrouw Leeuwis: Voorzitter, mag ik daar toch… Nou snap ik het niet meer. Voorzitter: Nee, maar. OK. Ja. Mevrouw Leeuwis: De vraag om een nota blijft wel staan. Alleen is er dan nog even onduidelijkheid over waar het van betaald moet worden. Voorzitter: Nou ja, en over de nota zal misschien de wethouder nog ook iets even zeggen, of dat, of u hem dan ontraadt of niet, als hij doorgaat, maar even, motie nummer 9. Het verzoek aan het college hoeft dan niet te veranderen, maar wel de zinnen daarvoor, de zin daarvoor “een raad voor cultuur naast een adviesfunctie, tevens een uitvoerende functie zou kunnen vervullen” die zin zou worden geschrapt. Ja? De heer Boele: Maar, voorzitter, de heer Pardo is nu allerlei bereidheid aan het tonen om zijn motie aan te passen naar aanleiding van het commentaar van het college, maar wij als raad mogen er ook nog wat over vinden. Ik zou zeggen, houdt u nog eventjes het verzoek van het college aan. Misschien dat u nog van ons allerlei andere raadgeving krijgt om uw motie aan te passen, want die overweging die de raad betreft, bovenaan, dat cultuurbeleid een belangrijk onderdeel in het programma van deze raad is, ik ken geen programma van deze raad. Laat staan… Voorzitter: Maar, als hij, als de motie wordt ingebracht, wordt hij ook in stemming gebracht en dan kunt u natuurlijk om allerlei legitieme redenen…
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
80
De heer Boele: Maar ik, ik anticipeer op de groot getoonde mate van bereidheid van de heer Pardo om zijn moties aan te passen. Nou, ik heb ook nog een paar, een paar wensen. Voorzitter: Wensen. Dus… U wilde nog wat voorstellen aan de heer Pardo doen. Zullen wij dan eerst even nu het advies van het college afronden. De heer Boele: Dat lijkt me verstandig, ja. Voorzitter: Ja? Want, wethouder, met deze gewijzigde motie die de heer Pardo niet gaat aanhouden maar toch wil gaan indienen, heeft u daar dan nog een advies over of die zou moeten worden aangenomen of niet wat u betreft. Wethouder Cardon: Als je me een beetje kent, zou ik het ten zeerste betreuren als om welke reden dan ook, maar dat horen wij dan direct, deze motie zou afgewezen worden. Voorzitter: OK. Goed. U bent klaar met uw betoog? Wethouder Cardon: Ja, ik vind dit ruim voldoende. Voorzitter: Goed. Dan ga ik even naar de portefeuille die bij mij belegd is, of althans onderdelen daarvan en ik heb gezien dat zowel de VVD- als de SGP-fractie nog eigenlijk wat vragenderwijs aan mij ook nog verwezen hebben. In ieder geval zei de VVD iets over aanwezigheid van externe partners in het avondprogramma van de Drechtsteden. Dat is weliswaar vooral in de Drechtsteden, in het Drechtstedenbestuur onder mijn hoede maar u begrijpt dat het avondprogramma natuurlijk met name is onder de hoede van de agendacommissie. Dus ik denk dat het ook goed is om het lid van de agendacommissie van deze raad erop te wijzen dat u ook graag in het avondprogramma externe partners aanwezig zou willen zijn. Overigens zal er binnenkort wel een projectvoorstel komen naar de Drechtraad om dat hele denken over externe allianties en strategische partners meer handen en voeten te geven. Ik denk ook dat het goed is als de discussie daarover in de Drechtraad gevoerd is of wordt, dat dat ook een punt als dat, hè, van de betrokkenheid bij de politieke besluitvorming en entourage, dat dat dan ook aan orde kan komen. Ik heb u misschien verkeerd begrepen, maar het concept regionaal meerjarenprogramma was afgelopen Drechtraad wel beschikbaar. Ik geloof dat de heer Clements daar een ………………. aan de kamer over heeft voorgezeten. Misschien was dat niet het document wat u bedoelde, maar dat was wel na die twee maanden beschikbaar die daartoe aangekondigd was. Mevrouw Leeuwis: Nou, voorzitter, ik ga u niet heel lang onderbreken, maar het stuk dat toen voorlag, was bepaald niet het stuk wat wij allemaal dachten te zien te krijgen. Voorzitter: Ja maar, dat is wat anders. Ik dacht dat u zei… Mevrouw Leeuwis: Ja, maar dat was wel…nee, daar maakt u zich er te gemakkelijk van af. Voorzitter: Ik dacht dat u zei… Nee, er was een regionaal meerjarenprogramma wat de voorzitter heeft beloofd en wat hij ook daar heeft gepresenteerd dat u… Pardon?
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
81
De heer Clements: Er was inderdaad toen nog geen meerjarenprogramma, alleen een presentatie, maar een stuk was er niet. Voorzitter: O, zo bedoelt.. Het concept heeft u ook niet daar als onderliggend beschikbar gekregen. Mijnheer Veerman, ja. Wethouder Veerman; Ja, voorzitter, wij hebben ’s middags als portefeuillehouders, dus als eerste, alle wethouders en burgemeesters van de regio een eerste concept gezien en daar zijn de prioriteiten zoals u die had gevraagd, ik heb ze zelf voor mijn eigen beleidsterrein ook gegeven, en de vraag was vervolgens aan alle mensen van kunnen wij dit stuk doorleiden. Dat komt dus binnenkort naar u toe en dan komt er zelfs nog een kaart bij met de detailvragen van wat gaat het kosten, wie gaat het betalen en dat soort dingen. Dus het is in de maak en als u zegt, het was er afgelopen week niet, dan was het niet bij u, maar het was wel volop in wording. Voorzitter: OK. Maar dan is dat in ieder geval opgehelderd over hoe dat gezeten heeft. Wethouder, nee, de heer Boele vroeg die vergelijking die ik gemaakt heb tussen de GRD en Alblasserdam. Voordat ik op de motie inga, het is natuurlijk waar dat, als je dingen gaat vergelijken, dat er dan mankementen vertoond worden in die vergelijking. Ik heb er vooral naar gerefereerd dat op het moment dat je in een organisatie de bedrijfsvoering op orde wil gaan brengen, hè, de control, grip en control wilt organiseren dat dan een eerste fase altijd is transparantie brengen. Dat betekent vaak ook dat je zure appels te zien krijgt en daar dan ook een hap in moet zetten om er doorheen te bijten. Die vergelijking heb ik gemaakt in de zin van een vergelijkbaar proces. Ik zou niet willen dat de staat van de organisatie dat dan meteen automatisch ook in die vergelijking wordt betrokken. Dat wordt te ingewikkeld. Het ging mij om fases in het proces en wat ik wel constateer, is dat en dat is ook wel wat wij in Alblasserdam gezien hebben, dus ook weer even die andere soort vergelijking, dat een controlfunctie inrichten ook vraagt om kwantitatief en kwalitatief personeel in die controlfunctie. Dat hebben wij hier in Alblasserdam gezien dat dat noodzakelijk een verbetering behoefde en die constatering, die constatering heb ik in de GRD ook gedaan, dat op dat punt dat beter zou moeten worden. Dat leidt wat mij betreft ook tot het reageren op de motie, want ik denk dat inderdaad uw raad constateert dat die erg in lijn is met een aantal gesprekken en debatten, wat wij in deze raad ook gevoerd hebben. Dus in die zin kan het college zich daar ook in herkennen. Maar misschien toch nog wel even met, want u zei, mijnheer Boele, ook wij moeten ook ervoor waken niet in al te eenvoudige beeldvorming over elkaar terecht te komen en dat geldt eigenlijk ook wel over de GRD. Soms is een begrip van beheer op orde, kan een soort, ja, bijna mythische proportie nemen over, alsof het overal over gaat, terwijl je bij de gemeenschappelijke regelingen hebt gezien dat er vaak overschrijdingen zijn geconstateerd die niet direct ook weer naar onder één noemer van control en beheer op orde te scharen vallen. Zoals wij bijvoorbeeld hebben gezien dat het aantal werkplekken in deze gemeente oorspronkelijk verkeerd is ingeschat, ja, dat is eigenlijk nauwelijks aan de GRD te verwijten. Dus er zin wel wat nuances in die algemene opvatting. Ik denk ook even aan het afronden van met proces Mandenmaker wat wij nu doen, waarbij de provincie, in onze ogen in ieder geval en in de ogen van het Drechtstedenbestuur, een eerder toegezegde bijdrage ter discussie heeft gesteld. Daar moet je dan mee, nou, dealen, omgaan. Dat is niet dan noodzakelijkerwijze ook weer te verwijten aan de bedrijfsvoering de Drechtsteden. Overigens, dat gezegd hebbend, vind ik dat het, het beeld wat u schetst, ik denk dat dat goed is om, nou ja, ook als college over te nemen. Ik denk dat een aantal van ons zich aangesproken kunnen voelen. Ik kijk naar mijzelf als en de heer Veerman als lid van het Drechtstedenbestuur. Er zijn hier ook leden van de Drechtraad uiteraard, die ook onderdeel uitmaken van de sturing van in ieder geval de GR Drechtsteden. Wethouder Veerman is ook lid van het Algemeen Bestuur van Zuid-Holland Zuid. De wethouder van Financiën en Middelen is onderdeel van het portefeuillehouderoverleg die in beide gemeenschappelijke regelingen vanuit de middelenfunctie ook adviseert en wij hebben de heer Van ’t Zelfde als lid van de auditcommissie. Op dat punt vind ik het ook wel belangrijk om aan te geven dat het Drechtstedenbestuur in zeker zin constateringen gedaan heeft die ook in deze motie verwoord worden. Ik zit nog een beetje met het punt, als je dit nu zo rond gaat sturen zoals u het benoemt, doen wij dan wel voldoende recht aan de stappen die inmiddels gezet zijn. Bijvoorbeeld het benoemen van dat actieprogramma bedrijfsvoering wat door het Drechtstedenbestuur toegezegd is aan de Drechtraad en wat nu ontwikkeld wordt in samenwerking met diezelfde auditcommissie, waar vanuit de Drechtraad ook afvaardigingen zitten om dat te
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
82
bespreken. En volgens mij moet in die samenspraak het goede actieprogramma bedrijfsvoering worden opgetuigd. Wat het gaat waarborgen, dat aan die randvoorwaarden voldaan wordt, willen wij eventueel in de regionale samenwerking nog meer doen. Dus in, eigenlijk alles wat er staat, dat willen wij, maar op dit punt is er misschien nog even de moeite van het nadenken, als wij dit communiceren, hoe doen wij dat in relatie tot de stappen die gezet worden en waar wij volgens mij steun aan willen geven. Misschien kan dat wel even in de bijgevoegde brief. Dat zou kunnen. Maar dat is even nog een kleine overweging die… Wij zouden willen hem willen overnemen maar met, nou ja, met deze, in deze context, laat ik het zo maar zeggen. De heer Zwaan: Maar heeft u daar in feite dan niet… Voorzitter: Mijnheer Zwaan. Sorry. De heer Zwaan: Heeft u daar dan in feite niet het alternatief geboden door nu niet te zeggen deze uitspraak gaan wij versturen, maar wij gaan een brief opstellen waarbij wij die elementen meenemen die wij van belang vinden, want dan heeft dat bij mij in ieder geval ook de belemmering weggenomen om voluit hierop ja te zeggen. Voorzitter: Dat is misschien iets wat u in uw midden brengt. Dat zou kunnen dat naar aanleiding van deze motie een brief wordt opgesteld die iets meer dat perspectief ook geeft, wat wij zouden willen ondersteunen. Maar dat is natuurlijk ook even aan u of u dat een opvatting vindt en ook de indiener die wil daar wat van zeggen. De heer Boele: Ja. Voorzitter, u brengt een aantal nuances aan. Zo kennen wij u ook. Dat waarderen wij ook zeer. Ik heb bij het opstellen van de motie ook al iets geprobeerd van die nuances naar voren te brengen. Ik heb het over indicaties. Dit soort door ons geconstateerde overschrijdingen zouden indicaties kunnen zijn, althans, even nog voorzichtiger, hoe heb ik dat gezegd, althans zouden dat kunnen zijn. Voorzitter: Ja, in uw tweede overweging. Precies, precies. De heer Boele: Dus dat beoogt die nuancering die u zoekt, in ieder geval in te brengen. Waarom ik hecht aan een uitspraak van de raad ten opzichte van een brief van de raad, er is in de algemene beschouwingen bijna raadsbreed over dit thema diepgaand doorgesproken. Wij zijn in de achterliggende maanden heel regelmatig met dit verschijnsel geconfronteerd. Dat heeft bij meerderen in deze raad de, nou, gevoelens van ongemak opgeroepen. En ik heb gezegd in de algemene beschouwingen, dat zou ook onze regiogezindheid gewoon onder druk kunnen zetten. Dat moeten wij voorkomen. Laten wij nu als raad ik zou haast zeggen die gevoelens van ongemak nu concentreren in deze motie. Wij verwachten, ik hoorde de portefeuillehouder van Drechtsteden daar inmiddels al mooie dingen zeggen, u herkent zich erin, wij verwachten vervolgens dat er dingen gebeuren die nodig zijn en dan hebben wij weer eens een keer als raad een punt gemaakt. Als u zegt van nou, juist ook vanwege die nuance die wij in dit debat kunnen aanbrengen, is het misschien niet nodig om dit op deze manier ook, met deze bewoordingen ter kennis van al die besturen te brengen of doe dat anders in een begeleidende brief, dan heb ik daar best enig gevoel bij. Maar ik zal wel erg hechten, juist gegeven de discussie die wij bij herhaling over deze thematiek gevoerd hebben, dat de raad zich hierover op deze wijze uitspreekt. Voorzitter: De aanvulling die betracht was ook met name van dit te vertalen naar steun voor zo’n actieprogramma bedrijfsvoering, wat ook al in ontwikkeling is, dat het dus niet daar een soort van twijfel aan stelt, maar een bevestiging is dat die koers ook noodzakelijk is in onze ogen. Dat was eigenlijk de portee. De heer Pardo; Dus als ik het, als ik het goed begrijp ondersteuning van bestaand beleid.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
83
De heer Verwoert: Nou nog niet, hoor. Dat moet nog maar blijken. De heer Boele: Precies, dat moet nog blijken, er worden intenties uitgesproken, intenties die…Ja, ik zou haast zeggen, mijnheer Pardo, oordeelt u zelf deze motie met uw eigen inbreng van maandag. De heer Verwoert, Nee, maar, MdV Voorzitter: Ja. Mijnheer Verwoert. De heer Verwoert: Het wordt verhelderd in een begeleidende brief dan… Als je deze motie stuurt met een begeleidende brief, dat wij ondertussen vernomen hebben dat er een aanvang gemaakt is met een enzovoort, enzovoort. Voorzitter: Ja. Goed. Dan weten wij meteen hoe wij deze motie kunnen duiden en wat dan… Het college zegt ook van nou, volgens mij gewoon overnemen. Ja? Wethouder Cardon: Flink wat kantjes. Voorzitter: Flink wat kantjes, ja? Cardon gaat deze brief redigeren. Ja. Volgens mij is op alle punten nu ook van de kant van het college de inbreng aan het debat aan de orde geweest. Klopt dat? Ik kijk ook even naar u, naar u allen. De heer Pardo: Ja, er was mij nog een vraag gesteld, waar ik zei op een later moment terug te komen. Voorzitter: Ja, ja, dat is waar. De heer Pardo: Ik heb daar inmiddels heel even over kunnen nadenken. Wat ik nu precies… Over die betreffende motie over het terrein Bochanen/ATO. Ik heb heel even naar het collegeprogramma teruggekeken en daar, daar verwijst, of daar schrijft het college op, wij laten een ruimtelijk onderzoek verrichten vooruitlopend op de structuurvisie, hoe de locatie Bochanen/ATO ruimtelijk en stedenbouwkundig het beste kan worden ontwikkeld ter versterking van het centrum van Alblasserdam. Daarnaast zet men in de prestatieafspraak gebiedsvisie opstellen voor het terrein ATO en Bochanen, vooruitlopend op de structuurvisie, als punt 2. En als punt 3 beoordelen van de door het kerkbestuur in te dienen lijst van locaties voor de bouw van een nieuwe kerk en meenemen in de bovenstaande gebiedsvisie voor zover daarin gelegen. Ja? Dus daarmee beschrijft u in uw, in uw collegeprogramma datgene…, daar krijgt het een formele plaats. Wat hier in dit stuk geen plaats krijgt, want u begint het stuk met cultuurhistorische kwaliteit Dam/Cortgene veilig stellen. Wat wij in de motie wel hebben willen uitdrukken, is ten eerste, en dat is in de overweging, de economische ontwikkeling van het…, het belang van het gebied voor de economische ontwikkeling van Dam/Plantage. Wat u ook niet in uw programma tot uitdrukking brengt, is de wensen van overige partijen. Die twee dingen staan wel in de motie verwoord en ik vind het, even losstaan van het feit, mijnheer Boele, of dit dan bestaand beleid zou zijn of niet, ik vind het toch van belang dat mijn overweging en mijn mening in die fracties die mij in deze motie zouden kunnen volgen, hecht ik er ook waarde aan om hem juist in stemming te brengen om te kijken of de overweging, dat het betreffende gebied inderdaad voor belang is van de economische ontwikkeling van Dam/Plantage, mijn overweging daarin, en de mening dat het gebied inderdaad… Nee, sorry, en de opdracht aan de gemeente om ook, of aan het college om ook andere partijen daarin een gelijkwaardige positie als hier de kerk in het collegeakkoord krijgt. Om ook aan andere partijen… Die twee dingen heb ik met de motie tot uitdrukking willen brengen. Ik hoop dat de
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
84
duidelijkheid daarmee geschapen is in ieder geval. En ook naar de heer Wesselius toe, als daar enige onduidelijkheid in bestaat en hiermee wil ik hem toch aanhouden. Voorzitter: Daar zat ik op te wachten. U bedoelt, u wilt hem gewoon ter stemming brengen. De heer Pardo: Ik wil hem gewoon ter stemming brengen. Voorzitter: Ja. Met die wijziging die u net genoemd heeft. De heer Pardo Met de wijziging en inderdaad bedankt voor het compliment van flexibiliteit, maar inderdaad, ik heb in mijn betoog ook al even die, het politiek realisme naar voren proberen te brengen. Voorzitter: Dan ga ik… De heer Pardo: Het liefst zie ik die moties inderdaad het halen want uiteindelijk sta je anders aan de kant. Voorzitter: Ja, lijkt mij ook, ja. Volgens mij ga ik nu even, wij gaan over tot stemming, als u tenminste allemaal uw gedachten heeft kunnen opmaken over één en ander. En volgens mij gaan wij dat gewoon even doen, zoals dat gebruikelijk is, door eerst de amendementen in stemming te brengen, want die zouden het hoofdvoorstel kunnen wijzigen. Daar hebben wij er drie van en amendement a gaat over de bezuinigingen op wegen straten en pleinen, om die ongedaan te maken. Het amendement a van de VVD en wij gaan even kijken wie daar voor is. Dat is de fractie van de VVD. En wie is daar tegen? Dat zijn de overige fracties. Dan kunnen wij vaststellen dat amendement a verworpen is. Dan bij b gaat het over de voorstellen voor inkomstenverhoging. Wij gaan ook even kijken wie voor dat amendement is. Dat is de fractie van de VVD en de overige fracties dus tegen. Dan is b ook verworpen. Dan gaan wij naar c. Dat is het amendement, het tekstuele amendement op pagina 2, waarvan het college zei dat dat wat haar betreft of hem betreft, zou kunnen worden overgenomen. Wie is daar voor? Daar is iedereen voor. Dus dat wordt unaniem aangenomen. Griffier: (zonder microfoon) Het CDA is………………… Voorzitter: Excuus. Jullie, ik zal jullie over het hoofd? De heer Wesselius: Ja, u zag ons over het hoofd, maar dat geeft niet. Voorzitter: Nou, dat vind ik wel kwalijk maar… De heer Wesselius; Wij stemmen hier tegen omdat wij problemen hebben met het… Wij vinden ook het woord onverkort, maar de toelichten van de wethouder wat daar de intentie was, was duidelijk. Voorzitter: Ja. De heer Wesselius: En de tekst die als voorstel wordt ingediend die vinden wij dermate vaag dat wij denken, ja, daar staat helemaal niets meer. Dus dan hebben wij liever de toelichting van de wethouder op het woord onverkort, dan snappen wij waar het over ging. Het uitvoeren van de onderzoeken, daar doen wij
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
85
onverkort in mee en dan denk ik van ja, als dat duidelijk is en dat wij dat bedoelen met elkaar, dan voelen wij niet de motie, de behoefte om een vage tekst daarvoor in de plaats te zetten. Voorzitter: OK. Dan beschouwen wij dit even als een tekst, als een stemverklaring voor uw tegenstem voor dit amendement. Volgens mij zijn de intenties breed gedeeld. De heer Boele: De stemverklaring van mijn fractie bij dit amendement, voorzitter, is de constatering dat het college met de nuanceringen die aangebracht zijn precies hetzelfde bedoelt te zeggen als dat deze tekst van de motie aangeeft en dan hebben wij daar geen bezwaren meer tegen. Voorzitter: Ja? Volgens mij is het duidelijk dat de onderzoeken onverkort worden uitgevoerd maar niet worden geïmplementeerd, voordat er raadsbesluitvorming aan ten grondslag heeft gelegen. Dan gaan wij naar het voorstel van het college onder punt 5, de besluitvorming. Daar staan zeven punten ter besluitvorming. Nee, de moties doen wij na de besluitvorming. Toch? Ha, ha. (Noot notulist: worden wat onverstaanbare opmerkingen gemaakt) 1 t/m 7 het besluit over de begroting 2011 en het meerjarenperspectief. Ik denk dat het goed is dat ik even naar de fractie van de VVD kijk, of, hoe het feit dat de moties, de amendementen die ingediend zijn door de VVD niet zijn overgenomen, wat dat betekent voor het stemgedrag van de VVD. Dat kunt u, denk ik, zelf even toelichten. Mevrouw Leeuwis: Ja, dat denk ik wel. Dat betekent voor het stemgedrag van de VVD dat wij niet instemmen met de bezuinigingen op buitenruimte en de lastenverzwaring en verder akkoord gaan met de besluitvorming die hier voorgesteld wordt. Voorzitter: Dus u kunt instemmen met 1 t/m 7 met die twee kanttekeningen. Mevrouw Leeuwis: Ja, behalve 4 dus, en punt 4 ook niet zie ik. Want daar staat hij ook, zie ik. Voorzitter: Ja, punt 4 is dus, impliciet bent u tegen. Maar u zegt… Dus punt 4 bent u tegen. Voor het overige kunt u instemmen met uitzondering van de bezuiniging op buitenruimte. Mevrouw Leeuwis: Ja, dat is ook weer niet helemaal waar, omdat bij punt 4 alleen de OZB stond en er is ook iets gezegd over de andere belasting en de lastenverzwaring in het algemeen. Voorzitter: Ja, u heeft ook weer gelijk. U zei het nog eleganter dan ik. Ik ga dat zo even verwoorden. Hoe is dat, zijn er bij de andere fracties nog kanttekeningen over deze zeven besluiten? Want anders… Volgens mij luid het besluit dat de raad akkoord gaat met 1 t/m 7 waarbij de VVD aantekent tegen te stemmen bij alle zaken rondom belastingverhoging en bezuiniging buitenruimte. Ja? Hebben wij daarmee het besluit verwoord? Dan is daarmee het voorstel aangenomen en gaan wij naar de moties, een serie moties. De heer Pardo: MdV. Voorzitter: Jawel De heer Pardo: Loopt u ze successievelijk langs en dat de indiener ook nog een opmerking kan maken, zonodig?
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
86
Voorzitter: Lijkt me een goed idee. U kunt hem bijvoorbeeld intrekken,hè, dat soort dingen of…. aanhouden. Tekstuele wijzigingen, ja. Motie 1. Ik noem het maar even de motie begraafplaats, dan is dat voor iedereen duidelijk. En u wilt meteen daar even iets over zeggen. De heer Pardo: Ja. Wij hebben duidelijk gesteld hoe wij ten opzichte van deze motie staan. Alleen, wij willen hem aanhouden omdat wij willen voorkomen dat iets in de lucht blijft hangen. Wij gaan de raadsinformatiebrief van de wethouder met belangstelling afwachten. Wij gaan met elkaar dan de discussie aan en hopen dan eens en voor altijd de discussiegang voorbij te zijn. Voorzitter: Dan wordt die nu niet in de besluitvorming opgenomen, maar wordt die aangehouden. Punt 2. Ja, wethouder, u bent nog… Wethouder Cardon: Ja, ik zie het wel in het verslag. Voorzitter: Nou ja, is goed, is goed. Kan altijd. 2 was al geschrapt. 3, dat is de diversiteit en daarvan heb ik de wethouder horen zeggen, dat hij in de Jarap, jaarrekening daarover zou willen rapporteren. Klopt dat? Wij willen hem in stemming brengen? Wie is er voor die motie? Mevrouw Leeuwis; Ik wilde daar graag wel stem… Voor, behoudens dan dat ik er dan van uitga dat dat geen extra geld alsnog kost. Voorzitter: Ja. De heer Pardo: Daar is de intentie heel duidelijk ook op de vraag van D’66 beantwoord. Voorzitter: Uw stemverklaring is duidelijk en hij is, met algemene stemmen aangenomen. Dan komen wij bij punt 4. Dat is de reserve Landvast, als ik het zo maar even mag zeggen. Wie is voor die motie? De heer Zwaan: Ik wil daar graag eerst een opmerking over maken, maar misschien eerst de VVD. Voorzitter: Dat mag natuurlijk. Mevrouw Leeuwis: Ja, ik heb de wethouder wel gehoord, maar waar… Ja, het is de hoop die hij uitspreekt, denk ik, en niet zozeer zekerheid. Wij denken echt dat je die bezuiniging zoals het college voorstelt, niet moet gebruiken om alvast wat minder te hoeven bezuinigen op langere termijn, maar dat wij nu hard geld hebben incidenteel, dat Landvast absoluut nog gevoed moet worden, dus dat je dat geld wat je dan nu hebt maar beter kunt storten in die reserve Landvast. Dus ik hoop dat dat gebeurt, denk ik. Voorzitter: Ja, eigenlijk verwoordt u gewoon weer een keer wat in de motie staat. Maar u wilt dat graag in besluitvorming betrekken.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
87
Mevrouw Leeuwis: Ja, maar goed, de wethouder had daar natuurlijk een opmerking bij. Ik dacht bij dezen reageer ik daar dan maar op, dat hij zegt van nou, die ………………….. van projecten, dat gaan wij wel redden. Wij denken dat wij wel beter… Wethouder Veerman: Ho, ho, maar hier word ik verkeerd… Voorzitter: Ah. Wethouder Veerman: Geciteerd. Dat is jammer en dan corrigeer ik… Ik hoop eigenlijk dat dit gezegd… (noot notulist: wordt door elkaar gepraat, slecht te verstaan) Wij zijn met een zorgvuldig proces bezig om naar de risico’s te kijken en het weerstandsvermogen te herijken. Wij gaan geen grote bedragen uit de algemene reserve nemen, tenminste wat het college betreft, voordat wij dat afgerond hebben. En 2, voor de komende jaren is er wel degelijk ook los van alle… Met die nuance somberheid op de woningmarkt, zijn er wel degelijk. Kunt u ook zien in de perspectiefnota. Projecten die wij al afgesloten hebben, waar bedragen uitkomen of bijvoorbeeld de boerderij aan de Randweg, die wij verkocht hebben, waar een bedrag uitkomt, die linea recta deze reserve ingaat, waarbij wij rustig dat proces van overweging weerstandsvermogen kunnen afwachten voordat wij nu deze rigoureuze greep uit de algemene reserve die kant opsluizen. Dat heb ik gezegd. Voorzitter: OK. Voor de helderheid, maar wij gaan nu niet het hele inhoudelijke debat nog een keer doen. Mevrouw Leeuwis; Nee. Voorzitter: Wij hebben, volgens mij heeft de wethouder even mogen corrigeren wat hij zei. Is er behoefte om nog eens een stemverklaring of anderszins? Ja, mijnheer Zwaan. De heer Zwaan: Ja, omdat wij de gedachte erachter echt wel ondersteunen, in feite zegt de wethouder dat ook, dus wij waren heel sterk geneigd om ook gewoon akkoord te gaan met deze motie. Echter, de grootte van het bedrag ten opzichte van een aantal dingen die wij zien, maken dat wij nu niet meer akkoord gaan. Maar ik denk dat het heel goed is om aan de VVD mee te geven dat, wat wij hier zeggen, dat wij daar ook zeker achter staan. Mevrouw Leeuwis: Voorzitter, voorzitter, als ik toch even creatief mag zijn. Voorzitter: Dat kan ik u niet ontnemen natuurlijk. Mevrouw Leeuwis: Dan, nee, ja, wou ik eigenlijk de motie aanhouden tot het moment dat wij dan die discussie over die herijking hebben gehad en dan houden wij die …………………….. wel staan, maar dan doen wij het op die manier. Voorzitter: Ja, ja. Dan is 4 aangehouden en gaan wij over naar 5 en dat ging ook over, nee, dat ging over de e termijn van 30 naar 35 jaar en het voorstel om in de 1 Burap, ik zou haast zeggen dat te repareren. Zo heb ik hem even samengevat. Ik zie de heer Zwaan met zijn vinger bij de knop. De heer Zwaan; Ja, wij hebben geconstateerd dat de wethouder hier niet op ingegaan is, dus hij verwachtte geen discussie naar alle waarschijnlijkheid. Ik denk dat, er zit een ludieke kant in, maar zeker ook vanuit de
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
88
toelichting zitten er hele duidelijke bijdrage in, die wij nogmaals wel even bij de partij…………………. terugbrengen. Voorzitter: Dan brengen wij de motie in stemming. Mevrouw Leeuwis: Ja, voorzitter. Voorzitter: Oh. Mevrouw Leeuwis: Ik wou even meegeven. Wij gaan akkoord, stemmen in met de motie en natuurlijk met de kanttekening dat het jammer is dat er nog geen dekking bijstaat. Maar terug naar 30 jaar heeft altijd onze steun. Voorzitter: Wie stemt voor deze motie. Ho. Nog een stemverklaring. De heer Boele: Voorzitter, een …………………….. Wij steunen deze motie niet. Wij zijn het er ook niet mee eens dat er volstrekt geen overtuigende argumenten zijn gebruikt, zoals deze motie overweegt. Je kunt het oneens zijn met de argumenten, maar wij hebben van de kant van het college gehoord dat de termijn van 35 jaar is te herleiden tot CROW-normen. Ik heb tot nu toe niet overtuigend horen uitleggen dat het fout is en daarom vinden wij het onterecht over, om te spreken over een volstrekt niet overtuigende argumentatie en daarom kunnen wij deze motie niet steunen. Voorzitter: Ah, wij krijgen nog meer stemverklaringen. Mijnheer Wesselius. De heer Wesselius Ja, al wij dan toch allemaal gaan. Wij stemmen hier tegen omdat wij het niet consequent vinden om de termijn van 35 jaar in twijfel te trekken en vervolgens niet met een amendement te komen. Ik bedoel, nu iets vaststellen en aankondigen dat je het over drie maanden verandert, dan denk ik van ja. Voorzitter: En mijnheer Verwoert, u heeft ook nog een argumentatie. De heer Verwoert; Ja, wij stemmen uiteraard tegen. Maar vindt u de afschrijvingstermijnen een theoretisch gebeuren? Wat ons veel belangrijker, wat wij veel belangrijker vinden, is de argumentatie van de wethouder, als er dingen vervangen moeten worden, gaan wij ook daadwerkelijk vervangen. Ik denk dat dat van belang is. Of dat je dan 30 of 35 jaar afschrijft, ach, dat is nauwelijks… Voorzitter: Goed. Dan ga ik u vragen of u uw stemming wilt effectueren. Wie is voor deze motie? Dat zijn de fracties van D’66, VVD en ChristenUnie. Wie is ertegen? Dat zijn de drie overige fracties en dat betekent dat daarmee die motie is verworpen. Dat was motie 5 en dan gaan wij naar motie numero 6 en dat is die van de fractie van de SGP over de gemeenschappelijke regelingen. De heer Verwoert: En de PvdA. Voorzitter: En de PvdA. U heeft helemaal gelijk. Van de SGP en de PvdA over de gemeenschappelijke regelingen, waarvan wij net al uitgebreid over gesproken hebben en met die interpretatie brengen wij dit in stemming. Of in, zijn er nog stemverklaringen nodig? Nee, ik heb het gevoel dat die unaniem door de raad wordt omhelsd en aangenomen. Ja, dat is het geval. 6 wordt aangenomen.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
89
Dan gaan wij naar 7, Bochanen/ATO de gewijzigde versie, zeg ik dan maar eventjes, waarbij de laatste zin “draagt het college op” nu luidt: “het verzoek van de kerkgemeenschap ten aanzien van het Bochanen-/ATO-gebied en andere verzoeken mee te nemen in het onderzoek naar de inrichting van het gebied en niet separaat te behandelen”. Die motie die wil ik in stemming brengen. Zijn er nog, is er nog behoefte aan stemverklaringen of anderszins of brengen wij hem gewoon in stemming? Ja, dat doen wij. Wie is er voor deze motie? Dat zijn de fracties van de VVD en D’66. En wie zijn er tegen? Dat zijn de vier overige fracties. Dat betekent dat deze motie verworpen is. Dan gaan wij naar nummertje 8 en dat die over de PALT-afspraken voor de jongerenwoningbouw. Daar heeft wethouder Veerman zijn licht over laten schijnen. Betekent dat nog iets voor de indiener? De heer Van Lavieren; Ja, MdV, ik zou toch nog even aan de fractie van D’66 willen vragen of zij deze motie in willen trekken, want wij vinden hem eigenlijk overbodig. De heer Pardo: Wat is de argumentatie daarbij, mijnheer Van Lavieren? De heer Van Lavieren: Nou ja, wij hebben het antwoord van de, van de wethouder gehoord en die past precies binnen deze motie. Dus ja, je kan in een motie wat de wethouder al uitvoert, maar dat lijkt me een beetje overbodig, denk ik. Voorzitter: De indiener. De heer Pardo; Wij vragen in deze motie specifiek de aandacht voor die starterwoningen en wat ik hoor, wat ik volgens mij de wethouder heb horen zeggen dat daar plek voor is binnen het, binnen hetgene wat… Voorzitter: Wij gaan niet het debat herdoen. Volgens wij heeft de wethouder vrij duidelijk uitgesproken hoe hij… De heer Pardo; Ik, ja, ik, wij houden hem aan. Ik denk dat het toch… Voorzitter: U houdt hem aan. De heer Pardo: Ja. Voorzitter: U houdt hem aan. Dat betekent dat hij nu niet aan de orde meer is, maar dat hij aangehouden wordt, dus niet in stemming komt. De griffier noteert alles, dus… Dan komen wij bij punt 9, de motie om een Cultuurnota vast te stellen en een nieuwe commissie voor cultuurbeleid in te stellen. Maar die ene zin over die uitvoerende functie is geschrapt. Het was mij nog niet helemaal duidelijk, wethouder, of u nou zei, hem over wilde nemen of juist wilde afraden vanwege de verplichting voor de Cultuurnota. Wethouder Cardon; Ik heb bedoeld dat ik het zou betreuren als, als onmogelijk gemaakt wordt dat wij met een culturele nota komen. Alles wat er verder bij hangt, daar zou ik van zeggen en als dat direct weer aanleiding geeft tot nadere beschouwingen en weet ik wat allemaal met als resultaat dat het niet moet, zou ik ten zeerste betreuren. Misschien is dat een ingewikkelde zin… Voorzitter: Ja. Wethouder Cardon: Ja, dat dacht ik al.
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
90
Voorzitter: Maar volgens mij bent u voornemens om met een voorstel te komen naar de raad, waarin u en uw opvattingen over cultuurbeleid en over de commissie cultuurbeleid om dat aan de raad kenbaar te maken. Wethouder Cardon: Ja. En een discussie zou er wel eens toe kunnen leiden dat ik dat niet hoef. Voorzitter: Nou, ik zou het zo willen zeggen. Volgens mij is het voornemen in zekere zin in lijn met deze motie, maar is uw, is dat voornemen er al, dus dat zou de motie overbodig kunnen maken. Daarmee probeer ik een voorstel te doen wat u als raad zou kunnen omhelzen en dan ook weer het met elkaar eens zijn. Mevrouw Leeuwis en de heer Pardo willen daarop reageren. Mevrouw Leeuwis: Ja, voorzitter, de VVD kan hier niet in meegaan omdat juist de dekkingsvraag niet is beantwoord. Dus als de wethouder nu zegt van ja, ik ga toch met een nota komen, ik denk ja, dat kost ook geld. Dus dan vinden wij dat niet zuiver genoeg en bovendien vinden wij het ook niet gepast, zeker al gezien wat er is, om dat in deze tijd van bezuinigingen te doen. Voorzitter: Mijnheer Pardo. De heer Pardo: Ja, wij stellen iets voor en de wethouder zegt in zoveel woorden dat hij dat van plan is te gaan doen. Laat ik het zo zeggen, ik heb het nog niet gezien. Ik houd hem aan totdat dat is ingevuld. (Noot notulist: onverstaanbare interruptie mevrouw Leeuwis, zonder microfoon) Voorzitter: Ja, lijkt me een keurige oplossing, want dan gaat de wethouder gewoon doen wat hij heeft afgesproken. Ja? Dan brengen wij hem nu niet in stemming, wordt hij aangehouden en gaan wij naar motie numero 10, de toeristenbelasting ook voor de campers, waar wethouder Verheij zijn licht over heeft laten schijnen. De heer Zwaan wil daar iets van zeggen. De heer Zwaan: Ja, wij zullen tegenstemmen en dat heeft ermee te maken dat wij in eerste termijn al hebben aangegeven dat wij dit gewoon een beweging vinden die niet wenselijk is. Ja, op die toeristenbelasting. Voorzitter: Ik begrijp het. Dat betekent dat wij deze in stemming gaan brengen. Iedereen weet wat hij gaat stemmen, ja? Wie is er tegen? De fractie van de ChristenUnie. De andere fracties voor? Mevrouw Leeuwis, u bent. Mevrouw Leeuwis: Voor met een stemverklaring dat wij het idee wel volgen maar dat het één onbestaanbaar is zonder het ander en dat je, wij zeiden zelf al toeristenbelasting moet je in ieder geval niet doen zonder dat daar voorzieningen tegenover staan en die zijn er in 2012 zeker nog niet. Dus, als wij nu tegen de motie van het CDA zouden zijn, zijn wij ook eigenlijk tegen wat wij eerder zelf gezegd hebben, maar het is nog wel even een nuancering. Die verklaring… Voorzitter: Met die stemverklaring stemt u voor. Dat betekent dat alle fracties met uitzondering van de ChristenUnie voor stemmen en u heeft een stemverklaring afgegeven. En dat was motie nummer 10. Dan hebben wij volgens mij de hele besluitvorming rond deze begroting 2011 afgerond en denk ik dat ik toch wel in de positie ben om de wethouder van Financiën te feliciteren met zijn eerste keer begrotingsraad en toch met een volle bak, zak met duiten….
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
91
De heer Boele: Maar de wethouder van Financiën krijgt geen geld om het vervolgens niet uit te geven. Voorzitter: Zo is dat. De heer Boele: Want hij heeft het weggegeven opdat wij het zouden gebruiken. Voorzitter: Een bgroting is om uit te voeren. De heer Boele: Me dunkt. Wethouder Verheij: Ik zal niet bij de jaarrekening weer dit meenemen. Daar kan ik niet mee terugkomen. Voorzitter stelt aan de orde AGENDAPUNT 7 – Bestuurlijke uitgangspunten project Lint m.b.t. woonwagenstandplaatsen (Raad 2010-061) (Gewijzigd voorstel) -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Portefeuillehouder: S.J. Veerman Voorstel college 1. de volgende richtinggevende uitspraak van het college te bekrachtigen, te weten: a. het opnemen in het projectgebied van het project Lint Vinkenpolderweg (Souburgh) van zes à acht woonwagenwoningen.. Toelichting: In de vergadering van april 2009 van uw raad is een voorbereidingskrediet voor het project Lint Vinkenpolderweg-Souburgh vastgesteld. In de afgelopen maanden is door ons een richtinggevende uitspraak gedaan met betrekking tot een van de uitgangspunten van het project betreffende het reserveren van gronden voor woonwagenstandplaatsen bij dit project, die wij graag aan u ter instemming voorleggen. Voorzitter: Ik heb begrepen dat wij de keuze hebben om nu een korte pauze in te lassen, maar ,om nog een versnapering te hebben, maar ik dacht zelf dat het verstandig is om gewoon maar door te gaan met punt 7. Dat zal vast niet zo heel lang hoeven te duren en dan kunnen wij daarna onze versnapering in de kantine nuttigen. Ja? Zullen wij dat als ordevoorstel maar handhaven. Dat betekent dat wij impliciet bij punt 7 misschien ons kort en puntig kunnen uitdrukken, als wij daar nog het woord willen voeren. Ik ga naar de bespreking van de bestuurlijke uitgangspunten project Lint met betrekking tot woonwagenstandplaatsen. En ik kijk naar, ja, laat ik maar gewoon langs die kant beginnen. Mijnheer Verwoert. De heer Verwoert: Ja, heel kort, MdV. Wij zijn van mening dat de oplossing zoals voorgesteld een goede gelegenheid biedt om een deel van het project van de woonwagenbewoners op te lossen. Wij verzoeken het college om in goed overleg met de bewoners de ingeslagen weg voort te zeggen. Dat was… Voorzitter: Dank u wel. De fractie van D’66? De heer Pardo: Ja, dank u, voorzitter. Wij hebben een heel goede, goede discussie over dit punt al gehad, zowel in het openbaar als besloten. Alle argumenten zijn, hebben daar de revue gepasseerd. Ik heb ook goed geluisterd naar de bijdrage van de wethouder in die discussie en ik wil hem ook het vertrouwen geven om dit gewoon inderdaad verder op te pakken, inderdaad met het uitdrukkelijke verzoek om bij meer
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
92
duidelijkheid ons daar ook van op de hoogte te stellen. Want er zit nog wel een aantal aspecten in, dan ging het met name om wat willen de mensen nu uiteindelijk zelf, waar wij toch erg, als fractie in ieder geval, erg het gevoel hadden van wij zijn nog zo zoekend op dit dossier. Maar goed, de wethouder heeft duidelijk aangegeven welke richting hij op wil. Wij kunnen ons daar als fractie in vinden. In deze formulering ook, de aangepaste formulering, waarin wij ook duidelijk, duidelijkheid richting de potentiële bewoners geven, want het gaat om woonwagenwoningen. Dat is de keuze die u heeft. Dat, laten wij daar, laten wij dat als vertrekpunt nemen en inderdaad, wij worden graag op de hoogte gehouden van iedere……………………. Voorzitter: Mijnheer Verweij. De heer Verweij: Dank u wel, voorzitter. Wij hebben in de commissie ook al betoogd dat dit een uitvoering is van hetgeen wat wij al eerder met elkaar hebben vastgesteld. Goed om te constateren dat wij daar, na alle mitsen en maren zoals die in de commissie naar voren zijn gekomen, nu besluitvorming op kunnen hebben. Goed ook om te constateren dat het een richtinggevende uitspraak is, omdat uiteindelijk daar finale besluitvorming pas plaats kan vinden als alles op tafel ligt. Wij kunnen hier dan ook mee akkoord gaan op dit moment. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer De Leeuw. De heer De Leeuw: Ja, voorzitter, de raad is al jaren van plan om het, om de woonwagenbewoners van zestien woonwagens te verplaatsen. Dat hebben wij kracht bijgezet in 2009 toen wij een motie aannamen. Toen was de intentie om het heel serieus te bekijken. Wij wisten toen dat dat best lastig was. Nu hebben wij de eerste proeve, zeg maar, achter ons als deze besluitvorming genomen is, waarbij in eerste instantie toch wel bleek eigenlijk dat het de middelen van Alblasserdam te boven ging en nu in deze woonwagenwoningen, denk ik, dat wij een goede mix hebben kunnen vinden tussen aan de ene kant de wens van de bewoners, hopelijk dat die ook akkoord gaan daarmee, en met name ook van onze kant de middelen die daarvoor beschikbaar kunnen zijn. Want wij hebben in ieder geval wel die verplichting naar de bewoners toe. Het is onze overtuiging dat er inderdaad zes tot acht woningen zouden moeten geplaatst worden. Niet meer, omdat het een beperkte grootte van gebied is en wij geen woonwagenkamp willen maar een wijk of een wijkje met daarin ingepast woonwagenwoningen. Wij vragen de wethouder wel om voor de definitieve bouw van de woningen meer zekerheid te hebben over het aantal bewoners wat naar die nieuwe locatie definitief zou willen verhuizen, omdat wij niet voor leegstand willen gaan bouwen natuurlijk. De fractie is dan overtuigd dat wij hiermee binnen de mogelijkheden die wij in Alblasserdam hebben in ieder geval de helft van de belofte aan de woonwagenbewoners in gaan lossen. Ik dank u. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer Zwaan. De heer Zwaan: Ja, dank u wel, MdV. Laten wij vooropstellen dat ook wij achter de inzet staan om tot een oplossing te komen voor de locatie Staalindustrieweg. Wij vinden het een hele goede stap van het college om in de woonwagenwoningen te gaan denken en doen, laat ik het maar even zo zeggen. Wat dat betreft, zien wij het ook wel als een stevig aanbod aan de woonwagenbewoners en gaan er ook van uit dat op die manier ook met elkaar het gesprek gevoerd kan worden. In de commissie hebben wij daarnaast gepoogd om het college, de inzet van het college in ieder geval verder aan te scherpen. Daarbij hebben wij natuurlijk ook in overweging genomen datgene wat het ons als gemeente, zeg maar, minder oplevert in dat gebied. De financiële consequenties zouden wat ons betreft ook nog eens gewoon iedere keer stevig tegen het licht aangehouden moeten worden en wat dat betreft, denken wij dat er ook nog een opgave ligt. Wij hebben dat geprobeerd aan te duiden door maximaal te blijven kijken in de ruimtelijke inrichting aldaar. Wij hebben daarbij ook aangegeven dat niet alle plaatsen maar enkele plaatsen meer, wat ons betreft, zeker bespreekbaar zou zijn. Dus wat ons betreft, neem dat mee in uw planvorming. Ten tweede, dat met de inrichting er ook gewoon gekeken kan worden naar, ik zeg maar, de inrichting en het aantal, zo moet ik het zeggen. Die twee elementen maken wat ons betreft dat wij met elkaar scherp moeten zijn op het realiseren van de opgave die er gewoon ligt
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
93
voor de bewoners van de Staalindustrieweg. Wij hopen dat wij op deze manier met de middelen die wij hebben, in ruimte en geld gewoon heel veel gaan bereiken voor de zestien bewoners, die wij ook beloftes hebben gedaan. Wij zien met belangstelling de planvorming tegemoet en hopen daarin een goed vervolg te zien. Voorzitter: Dank u wel. Mijnheer, ja, Van ’t Zelfde. De heer Van ’t Zelfde: Dank u wel, MdV. Wij hebben hier uitvoerig over gesproken, over dit onderwerp, in de commissie en wij hebben daar een goed gesprek over gehad. De wethouder heeft nog een aantal toezeggingen gedaan. Mijn fractie is dan ook voornemens om in te stemmen met dit, met dit, zeg maar, besluit wat hier ligt. Wij verzoeken wel de wethouder om ook met de bewoners on speaking terms te blijven en daar een goede oplossing te vinden met elkaar. Dank u wel. Voorzitter: Wethouder, ik neem aan dat u zeker op dat punt van de bewonerscontacten ook nog wat wilt toelichten. Wethouder Veerman: Ja, voorzitter, ik wil de raad danken voor de instemming met het voorstel. Dat is een hele goede stap. Wij zullen als college daar ook met raad en met de bewoners heel nadrukkelijk verder blijven praten en kijken hoe wij de beste oplossing kunnen vinden. Wij zullen niet voor de leegstand bouwen, dus die toezegging is er ook. Wij gaan in goed overleg. Wij gaan proberen een voorziening te maken die ook de mensen plezierig vinden, waar zij ook gebruik van willen maken. Wij komen daarop terug. U weet, het eerstvolgende stuk is de GREX, de grondexploitatie. De heer Verweij zei terecht, er is een richtinggevende uitspraak. Wij kunnen nu verder rekenen. Ik wil proberen zo snel mogelijk na de Kerst, dus dat wordt de maand januari, weer bij u terug te komen met de GREX, zodat u ook ziet wat het betekent nu wij dit besluit hebben genomen. Wij gaan dan, hoop ik, in de loop van 2011 dit echt uitvoeren en dan hebben wij inderdaad een deel van de oplossing van een lang bestaand probleem opgelost. Ik ben de raad zeer erkentelijk dat dat vanavond kan gebeuren. Voorzitter: Dank u wel. Daarmee is het, denk ik, is het voorstel van het college, wordt dat unaniem aanvaardt en hebben wij dat besloten. Voorzitter stelt aan de orde AGENDAPUNT 8 – Akkoordstukken -----------------------------------------------Het presidium stelt de raad voor, gelet op het advies van de betreffende raadscommissie, met onderstaande voorstellen zonder verdere beraadslagingen akkoord te gaan: a. b. c.
Garantieverlening voetbalvereniging Alblasserdam (Raad 2010-062) Gladheidsbestrijdingsplan 2010/2011 (Raad 2010-060) Aanschaf Gladheidsmeetsysteem (voorstel volgt zo snel mogelijk)
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
94
Voorzitter: Gaan wij nar 8, naar de akkoordstukken. Ik noem ze op: - garantieverlening voetbalvereniging Alblasserdam. En ik zie dat daar nog wat diehards op de tribune zijn blijven zitten om dit hoogtepunt mee te maken. Bedankt voor uw aanwezigheid en uw belangstelling voor vanavond. Het is een akkoordstuk, dus wij gaan door naar punt b - de gladheidsbestrijdingsplan. Idem dito en 3 - de aanschaf van een gladheidsmeetsysteem. Daaraan verbonden is, meen ik, die begrotingswijziging die nagezonden is. Zeg ik dat goed. Dus die is daarmee ook vastgesteld. Dan komen wij aan het eind van deze vergaderig en feliciteer ik u met het vaststellen van uw begroting in deze vergadering. De voorzitter sluit de vergadering om 23.45 uur. Alblasserdam,
De griffier,
Dit verslag moet nog worden vastgesteld.
De voorzitter,