1
Juni 2013
Nieuwsbrief Lectoraat Politiegeschiedenis
Jaargang 2
7
Woord vooraf De laatste nieuwsbrief was geheel gewijd aan het overlijden van oud-hoofdcommissaris Jan Wiarda. Hij is vanaf het begin nauw betrokken geweest bij het lectoraat. Guus Meershoek publiceerde onlangs in het Tijdschrift voor de Politie een uitvoerige schets van zijn loopbaan en betekenis voor de politie. In deze nieuwsbrief melden wij u de jongste ontwikkelingen rond het lectoraat en kondigen wij aan wat komen gaat. Op 2 september organiseert het lectoraat een klein seminar ter gelegenheid van het verschijnen van een bundel artikelen van Piet van Reenen, de eerste Nederlandse politieonderzoeker en later ook directeur van de Politieacademie, korpschef en hoogleraar Politie en Mensenrechten. Het seminar zal plaatsvinden voorafgaand aan de opening van het academisch jaar in de locatie Den Haag van de Politieacademie. U ontvangt daarvoor binnenkort nog een aparte aankondiging. Tot de belangrijke gebeurtenissen rond het lectoraat in de afgelopen maanden behoort het afscheid van Aukje Kramps en de komst van Dianne Menkhorst. Zoals u verder zult zien is het lectoraat op veel fronten actief. Uiteraard zal ook onze boekenrubriek niet ontbreken. Rest ons U tot slot nog een keer te attenderen op de website van het lectoraat. https://www.politieacademie.nl/kennisenonderzoek/Lectoraten/LectoraatPolitiegeschiedenis/Pages/LectoraatPolitie geschiedenis.aspx
Aukje Kramps met pensioen Op 9 april j.l. hebben wij Aukje Kramps, management-assistente van het lectoraat, uitgeluid. Aukje was vanaf het begin betrokken bij het lectoraat en voor velen het eerste aanspreekpunt. Op 18 april is haar en haar echtgenoot een lunch aangeboden in Hoog Soeren. Naast de leden van het lectoraat en de lector en programmamanager van het lectoraat Financial Crime die Aukje ook tot steun was, was ook onder meer oud-directeur van de politieacademie Piet van Reenen aanwezig. We hopen dat Aukje nog vele jaren van haar pensioen mag genieten en nog de de nodige verre reizen kan maken. Aukje wordt opgevolgd door Dianne Menkhorst.
Even voorstellen: Dianne Menkhorst
Aukje wordt opgevolgd door Dianne Menkhorst. Zij is in 1994 in dienst getreden van de politieregio Noord- en Oost-Gelderland. Na vijf jaar stapte zij over naar de Politieacademie. Naast haar werk bij het lectoraat Politiegeschiedenis ondersteunt zij ook het bestuur van de Tuin van Bezinning in Warnsveld waarvoor lectoraatsgenoot Jos Smeets een opdracht heeft uitgevoerd. In deze tuin, die zich naast Huis ten Velde in Warnsveld bevindt, worden de in dienst omgekomen politiemensen herdacht.
Even voorstellen: Kevin de Kuyper
Sinds kort is Kevin de Kuyper, afgestudeerd Ruslandkundige en historicus, voor een half jaar als stagiair aan het lectoraat verbonden. Hij zal in die tijd onder meer een voorstel voor een promotieonderzoek schrijven met als onderwerp De kroningsrellen van 1980 vanuit politieperspectief. Als Ruslandkundige verdiepte hij zich in de militaire geschiedenis. Voor zijn masterstudie geschiedenis aan de Universiteit Leiden schreef hij een scriptie over de rol van politie en ME bij de gijzelingen van De Punt en Bovensmilde. Hij heeft hiervoor toenmalige ME’ers geïnterviewd, waaronder zijn vader. Naast het voorbereidend onderzoek voor het voorstel bereidt Kevin enkele publicaties voor over de gijzelingen van 1977 en de rellen van 1980.
Activiteiten van het lectoraat De kenniskring Op vrijdagmiddag 24 mei kwam de kenniskring van het lectoraat bijeen, ditmaal niet in de concernlokatie in Apeldoorn maar in het Stedelijk Gymnasium aan de Thorbeckestraat in Arnhem. Er was voor die locatie gekozen vanwege het project over het Arnhemse Spijkerkwartier, dat onlangs van start is gegaan. De eerste spreker op deze samenkomst was Eleni Braat. Zij is historica en verbonden aan de AIVD. Haar thema was de omgang met informatie binnen de inlichtingendienst. Aan de hand van de principes ‘need to know’ en ‘need to share’ verklaarde zij waarom die uitwisseling binnen deze dienst soms moeizaam verliep. Verschillende afdelingen binnen de vroegere BVD waren niet scheutig met het aan elkaar verstrekken van informatie. De vrees was altijd dat er binnen de dienst een mol aanwezig was, die bij een dergelijke uitwisseling waardevolle info naar buitenlandse mogendheden kon doorspelen. De compartimentering zorgde voor veiligheid maar bevorderde niet altijd het efficiënt werken. Deze spagaat illustreerde zij met treffende voorbeelden die zeer herkenbaar waren voor oud-politiemannen in de zaal.
Eleni Braat tijdens haar voordracht in Arnhem.
Na Eleni Braat was het woord aan Jan Wilzing en enkele van zijn oud-collega’s die deel hadden uitgemaakt van de Groep Bijzondere Opdrachten. Zij werden publiekelijk geïnterviewd over hun optreden in de Spijkerbuurt in de afgelopen decennia. Deze gesprekken vormden de start van een nieuw onderzoek dat het lectoraat samen met het lectoraat Intelligence heeft opgezet en dat zich richt op de veranderingen in de omgang met informatie door Arnhemse politiemensen in de periode 1965-2005. In ruim anderhalf uur vertelden de oud-politiemensen over hun ervaringen. Opvallend was het sterke saamhorigheidsgevoel binnen de GBO. Uiteraard werd er tijdens hun verhalen ook menig keer gelachen. Gezien de ervaringen van deze mannen kan het haast niet anders dan dat het resultaat van dit onderzoek een zeer lezenswaardig en levendig resultaat zal opleveren.
Digitale Encyclopedie van politiebiografieën Onlangs heeft het lectoraat een begin gemaakt met de ontwikkeling van een digitale encyclopedie van Nederlands politiepersoneel. De bedoeling is dat op de website van de nieuwe Nationale Politie een pagina komt waar men toegang kan krijgen tot beknopte biografieën van Nederlandse politiemensen. Het begrip politie wordt daarbij ruim opgevat. Ook de Koninklijke Marechaussee, de Bijzondere Opsporingsdiensten en de particuliere politie worden ertoe gerekend. In deze encyclopedie zullen de portretten worden opgenomen van markante politiemensen. Ronald van der Wal die als gangmaker van dit project gaat optreden, heeft een format ontwikkeld en een auteursinstructie. De biografieën zullen dus volgens een vast stramien worden geschreven. Voor publicatie worden de lemma’s beoordeeld door professor Piet van Reenen en Hidde de Blouw. Samen met Ronald selecteren zij ook personen die voor een beschrijving in aanmerking komen. In eerste instantie start de encyclopedie op de website van de Politieacademie. Belangstellenden kunnen kontakt opnemen met Ronald van der Wal.
Stichting mr. P. Frima Lector Guus Meershoek is onlangs toegetreden tot het bestuur van de stichting mr. P. Frima. Deze stichting beheert onder meer de historische collectie van mr. Piet Frima, directeur van de vooroorlogse Modelpolitievakschool en eerste directeur van het Rijksinstituut tot Opleiding van Hogere Politieambtenaren. Zie voor meer informatie: http://www.collectiefrima.nl/
Verslag Parijs Jos Smeets nam van 13 tot en met 15 juni deel aan de conferentie ‘Gendarmeries dans le monde’ in Parijs. Deze conferentie was georganiseerd door de Universiteit Sorbonne en het patrimonium der Franse Gendarmerie en werd gehouden aan de Ecole Militaire. Ondanks stakingen bij de luchtverkeersleiders en de spoorwegen wisten de meeste deelnemers Parijs te bereiken. Ze kwamen uit alle delen van de wereld zoals de Verenigde Staten, China,
Japan en verschillende Afrikaanse landen. Voor België was Jonas Campion aanwezig. Hij gaf een lezing over de Rijkswacht. De eerste dag was gewijd aan de oorsprong en ontwikkeling van gendarmeriekorpsen in Europa. Jos hield een voordracht over de moeilijke jaren van de Koninklijke Marechaussee van 1830 tot 1850 met speciale aandacht voor het hertogdom Limburg. Gedurende de tweede dag kwamen de gendarmeriekorpsen in de koloniën aan bod. Voor deze voordrachten was veel aandacht van Afrikaanse gendarmen. De conferentie werd beëindigd met een concert door het orkest van de Gendarmerie in de Domes des Invalides op steenworp afstand van de tombe van Napoleon. Ondanks het zeer volle programma was er buiten de voordrachten nog tijd om met collega’s van gedachten te wisselen.
Afrikaanse gendarmen tijdens de conferentie
.
Komende gebeurtenissen Polizeigeschichtliches Kolloqium te Nienburg Van 4 tot 6 juli zal dit colloqium in het Duitse Nienburg plaatsvinden. Het thema is: wie of wat vormt vanuit de optiek van de politie een risico? Wat doet de politie om schade te voorkomen of schade te beperken? Hoe krijgt dit in de praktijk vorm? Jos Smeets zal namens het lectoraat aanwezig zijn.
Wenen Volgend jaar april vindt er in Wenen het tiende European Social Science History congres (ESSHC) plaats. Het ESSHC heeft als doel wetenschappers bijeen te brengen die historische fenomenen proberen te verklaren aan de hand van onderzoeksmethoden zoals die gangbaar zijn binnen de sociale wetenschappen. Op deze conferenties kwam geregeld het thema politiegeschiedenis voorbij. Leden van het lectoraat bezochten deze conferenties al eerder. De conferentie vindt zoals gewoonlijk plaats onder de auspiciën van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis dat in Amsterdam is gevestigd. Lector Guus Meershoek is een van de drie coordinatoren van het Criminal Justice Network. Jos Smeets, Ronald van der Wal en Tommy van Es hebben ook voorstellen voor papers ingediend. Op initiatief van Jonas Campion is een panel gevormd rond het thema informele internationale politiesamenwerking.
Boeken Recensie Jan Hopman, Zwijgen over de Euterpestraat. Op het hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst in Amsterdam gingen in 1944 verraad en verzet hand in hand. Zoetermeer 2012. In het kader van het onderzoek naar de politieloopbanen in de Tweede Wereldoorlog stootte ik op het recent verschenen boek van de journalist Jan Hopman. In dit boek komt de Amsterdamse politieman Arend Japin een paar keer aan de orde. Japin werd in het begin van 1942 vanuit het Amsterdamse korps naar de zogeheten Hausraterfassungsstelle gedetacheerd. Dit onderdeel van de Duitse Sicherheitspolizei had tot taak de inboedels van joden in kaart te brengen. Het uiteindelijke oogmerk was de bezittingen van de weggevoerde joden te roven. Hoewel de titel van Hopmans boek gewag maakt van verraad binnen de Sicherheitsdienst, een onderdeel van die Sicherheitspolizei, dekt de vlag in dit geval de lading niet helemaal. Zijn verhaal is vooral een in het reine komen met de eigen familiegeschiedenis. Aanleiding voor zijn zoektocht vormde de ongelukkige jeugd van zijn geliefde nichtje Marijke. Haar vroeg overleden moeder, Thea Hoogensteijn, was zwaar psychisch getekend door de gevolgen van de oorlog. Over de reden van dit alles hing in de familie een taboe. Jarenlang deden ooms en tantes er het zwijgen toe, met als gevolg dat de fascinatie van de schrijver groeide. Het boek geeft een indringende kijk op oorlog en bezetting vanuit het perspectief van deze familie. Uit Hopmans reconstructie blijkt dat zijn grootouders en hun kinderen vóór de oorlog jarenlang in Duitsland hadden gewoond. In die tijd waren zij in aanraking gekomen met het Duitse nationaalsocialisme en hadden zij deze ideologie met een zekere hartstocht omarmd. Vlak voor de oorlog keerde het gezin naar Nederland terug waar de economische crisis nog woedde en waarop de regering, in tegenstelling tot Hitler, geen antwoord scheen te hebben. Twee ooms van Hopman werden dan ook lid van de Nationaal-Socialistische Beweging. Na de Duitse inval collaboreerden zij volop met de bezetter en werden lid van de SS. Tante Thea Hoogesteijn was geen overtuigde nazi, maar solliciteerde bij de Duitse politie vanwege het aantrekkelijke salaris. In 1942 kwam zij bij de Sicherheitspolizei terecht als secretaresse. Een deel van haar werkzaamheden verrichte zij voor de later voor oorlogsmisdaden veroordeelde SS’er Willy Lages. Gaandeweg kreeg Thea steeds meer weerzin tegen wat de Duitsers in Nederland uitspookten en op eigen initiatief begon zij zaken te saboteren. Dit ontging Nederlandse verzetsmensen, waaronder de eerder genoemde politieman Japin niet en zij wisten Thea voor zich te winnen. Een levensgevaarlijk kat- en muisspel nam een aanvang. Lages verdacht haar op een zeker moment Duitse geheimen te verraden aan het verzet. In de laatste fase van oorlog en bezetting was Thea een uiterst waardevolle infiltrant bij de Sicherheitspolizei. Wanneer zij maar kon gaf zij de broodnodige informatie door aan het verzet. Dat kon met deze inlichtingen anticiperen op wat de Duitsers van plan waren en daarop gericht acteren. In deze groep bevonden zich na verloop van tijd echter ook lieden die in de eerste jaren van de bezetting een bedenkelijke reputatie hadden opgebouwd. Naarmate de Duitse nederlaag zich aftekende maakten zij meer en meer gemene zaak met het verzet. Een van de collega’s van Thea behoorde tot deze groep. Vandaar de door Hopman gekozen titel voor zijn boek. Deze vervlechting van verzetsmensen en ‘bekeerde’ collaborateurs werd een onontwarbaar kluwen. Na de oorlog zou dit Thea Hoogensteijn duur komen te staan. Direct na de Duitse capitulatie werd zij door eenheden van de Nederlandse Politieke Rechercheafdeling aangehouden op grond van haar werkzaamheden voor de Duitse politie. Voor deze jonge vrouw die jarenlang onder immense druk had gestaan, was dit een geweldige schok. Er volgden intense verhoren die haar labiele geestelijke toestand verergerden. Ondanks de inzet van haar voormalige verzetsvrienden kwam zij niet snel uit detentie vrij. Toen dat eenmaal wel een feit was, raakte zij in een zware depressie. Op kosten van het verzet werd zij opgenomen in een psychiatrische inrichting. Ondanks de medische inspanningen kon Thea haar draai in Nederland niet meer vinden. Zij brak met haar verleden en haar familie en emigreerde naar het buitenland. In 1956 stierf zij in een ziekenhuis in de Venezolaanse hoofdstad Caracas op 38 jarige leeftijd. Zij liet een echtgenoot en 6 jaar oude dochter achter. Hoewel Hopman in zijn boek wel verwarrende zijsprongen maakt en de lezer alert moet blijven op de familiebanden en persoonlijke relaties is dit boek een indringend en schrijnend relaas. Het beeld van ‘goed’ en ‘fout’ in de oorlog wordt er mee genuanceerd. Eens temeer wordt duidelijk dat simplificaties moeten worden
vermeden. Zich rekenschap geven van het verleden, ook op het niveau van een familie, vormt een rem op een al te snelle oordeelsvorming. Jos Smeets
Aanwinsten politiegeschiedenis bij de Mediatheek van de Politieacademie J. Lasley, Los Angeles police department meltdown : the fall of the professional-reform model of policing Boca Raton, FL [etc.] : CRC Press, cop. 2013 Once considered among the most respected police departments in the world, the LAPD suffered a devastating fall from grace following the 1991 police officer beating of Rodney King and the Los Angeles riots stemming from the officers’ acquittal in 1992. The present study presents what can be considered the first and only existing research document truly explaining the reasons behind the LAPD’s demise. It reveals a special inside study to investigate why the department had begun to disintegrate following the Rodney King incident, and how, if possible, it could be salvaged. The findings presented are based on first-hand written accounts of LAPD officer informants who describe their observations of the department’s meltdown as it occurred. These accounts explain why the crime-fighting enforcement style of the once highly regarded Professional-Reform Model of policing (coined at the LAPD) was abandoned in police departments across the nation in favor of the less aggressive community-based policing model. Tom Pfeil, Van tollenaar tot poortwachter : geschiedenis van de douane, de oudste rijksdienst van Nederland Rotterdam : Trichis, 2012 Het eerste hoofdstuk belicht onder meer de ontstaansgeschiedenis van de Dienst van de convooien en licenten, de voorloper van de Douane, en de geschiedenis van het tolwezen. Het tweede hoofdstuk beschrijft de geschiedenis van de douanewetgeving na 1813, die in toenemende mate in het teken komt te staan van het bevorderen van vrijhandel. Het derde hoofdstuk gaat nader in op de organisatorische ontwikkeling van de Douane, die na 1945 onderdeel is geworden van een Europese familie van douanediensten. In het vierde hoofdstuk staan de douaniers centraal, en hun (controle)werk aan de grens, in de havens, op de wateren en rivieren en in de accijnsfabrieken. Daarbij passeren vele smokkelverhalen de revue, met bijzondere aandacht voor de methoden en middelen waarmee smokkel in heden en verleden wordt bestreden. In het laatste hoofdstuk komen personeelszaken aan bod, met onderwerpen als het naoorlogse vormingsonderwijs op de Douaneschool, de hiërarchische cultuur en het rangenonderscheid, de strijd om een hoger ambtenarenloon en de korpsgeest van de Douane. Ad van Liempt, De jacht op het verzet : het meedogenloze optreden van Sicherheitsdienst en Nederlandse politie tijdens de Tweede Wereldoorlog Amsterdam : Balans, 2013 Onderzoekt de gezamenlijke strijd van de Duitse bezetter en de Nederlandse politie tegen het verzet in Nederland. Jonathan Dunnage , Mussolini's policemen : behaviour, ideology and institutional culture in representation and practice Manchester [etc.] : Manchester University Press, cop. 2012 Examines Italy's regular police in the context of fascism's efforts to modernise and establish ideological control over the state. Considers the impact of the dictatorship on the Italian police and their personnel. Presenting an inside perspective on fascist repression, it focuses particularly on recruitment, training and professionalism in the Interior Ministry Police, as well as officers' ideological orientation, working conditions and quality of life.
Nieuws uit de museumwereld Het politiemuseum in Zaandam bestaat dit jaar 25 jaar. Het bestuur is er nog niet over uit hoe dit jubileum vorm te geven. Verder timmert het museum aan de weg en zoekt actief naar samenwerkingsverbanden met de andere politiemusea en het lectoraat. De eerste resultaten van deze inspanningen zijn reeds zichtbaar in het regelmatige bezoek van politiemensen in opleiding die in het kader van hun studie het museum aandoen. De Koninklijke Marechaussee herdenkt dit jaar dat haar opleidingscentrum honderd jaar geleden een feit werd. In 1913 kreeg de Marechaussee haar eigen opleiding in Apeldoorn. Het nog steeds in Apeldoorn gevestigde Landelijk Opleidings- en Kenniscentrum (LOKKMar) zal, met medewerking van het Marechausseemuseum, in september van dit jaar aandacht aan dit feit besteden. Een geschiedenis van het opleiden bij de Koninklijke Marechaussee is
beschreven in een museumbrochure (nr 23) die enige tijd geleden uitkwam en die bij het Marechausseemuseum te koop is. Zie ook het volgende bericht. .
Brochure van de Vrienden van het Marechausseemuseum De Stichting Vrienden van het Marechausseemuseum geeft periodiek brochures uit over een diversiteit aan onderwerpen rond de Koninklijke Marechaussee. In het najaar verschijnt een brochure die Jonas Campion heeft geschreven tijdens zijn verblijf bij het lectoraat. Onlangs verscheen in dezelfde reeks de brochure:
De Koninklijke Marechaussee in Unifil door Luitenant-kolonel b.d. Joop van der Hoogt In 1975 brak in Libanon een burgeroorlog uit. Omdat de Libanese regering geen gezag meer had werd een ‘Arabische, voornamelijk Syrische, Afschrikkingsmacht’ in Noord-Libanon gestationeerd. Israël wenste geen Syrische troepen in Zuid-Libanon, waardoor in dat gebied de onderlinge strijd en aanvallen op Israël doorgingen. Naar aanleiding van de Israëlische bezetting in 1978 van een deel van Zuid-Libanon stuurden de Verenigde Naties een vredesmacht naar dit gebied, de United Nations Interim Forces Lebanon (UNIFIL). De vredesmacht had de opdracht toe te zien op de terugtrekking van de Israëlische troepen, het herstel van de vrede en veiligheid en het leveren van bijstand aan het gezag door de Libanese regering in het gebied. Al spoedig bleek dat dit een loos mandaat was, waardoor UNIFIL wel werd gedoogd, maar niet veel invloed had. Dat laatste werd nog erger toen Israel in 1982 opnieuw Zuid-Libanon bezette. Van 1979 tot 1985 nam Nederland deel aan UNIFIL. Aanvankelijk met een infanteriebataljon met ondersteunende elementen en later met een infanteriecompagnie. Ook de Koninklijke Marechaussee leverde personeel voor zowel de Nederlandse VN-eenheid in Zuid-Libanon als voor de MP-compagnie op het hoofdkwartier van UNIFIL In Naqoura. Onder de Nederlandse militairen bevonden zich meer dan vijf honderd dienstplichtigen. De brochure beschrijft de historische en militaire ontwikkelingen in deze regio. Van alle inspanningen van West Europese landen, met name Frankrijk, om in dit deel van het Midden Oosten grote invloed te houden tot en met de burgeroorlog die in Libanon veelal langs religieuze lijnen verliep. Ook de Nederlandse maatschappelijke commotie en de nadrukkelijke parlementaire bemoeienis rond deze uitzending komen aan bod. In de brochure wordt natuurlijk veel plaats ingeruimd voor de Nederlandse bijdrage, de moeilijke omstandigheden waaronder de militairen hun werk moesten doen en uiteraard met name de bijdrage van de Koninklijke Marechaussee in dit gebied. Luitenant-kolonel b.d. Joop van der Hoogt, die in 1990 een half jaar heeft gediend bij het detachement Koninklijke Marechaussee in de Sinaï, schetst de historische ontwikkelingen en de rol van de Koninklijke Marechaussee in UNIFIL en probeert een antwoord te geven op de vraag of de VN met UNIFIL heeft bijgedragen aan vermindering van gewelddadigheden in dit deel van de wereld en wat de rol van de Koninklijke Marechaussee daarin is geweest. Deze brochures zijn - zolang de voorraad strekt - verkrijgbaar bij het Museum. De kosten van een brochure bedragen € 2.30. Bestellen bij het Marechausseemuseum, tel.0344 571256 of via de website van het museum.
Correctie Openingstijden Marechausseemuseum Het Marechausseemuseum in Buren (Gld.) is – tenzij op de eigen website anders aangegeven – het gehele jaar geopend van maandag t/m zondag en op feestdagen van 12.30 tot 16.30 uur. Buiten de openingstijden is het museum geopend voor groepen op afspraak.
Publicaties van het lectoraat Tommy van Es, Perrick. Een autoritaire Nijmeegse korpschef past zich aan in een nieuwe tijd, in: Het Tijdschrift voor de politie, jgr 75, nr. 4, 13, pp. 28-32. Guus Meershoek, ‘Een aangekondigde massamoord. Wat wisten Nederlanders van de jodenvervolging?’ in De Groene Amsterdammer, 2013, nr. 5, p. 30-33. http://www.groene.nl/2013/5/een-aangekondigde-massamoord Guus Meershoek, ‘Jan Wiarda: geëngageerd, dwars en loyaal’ in: het Tijdschrift voor de politie, jrg. 75, nr. 3, p. 2326. Guus Meershoek, ‘Een vernieuwing die vruchten afwierp, vastliep en ontspoorde’ in: Proces. Tijdschrift voor strafrechtpleging, 2013, nr. 3.
Agenda .2 september
Seminar Politiewetenschap, politieopleiding, politie, presentatie De draagbare Van Reenen en opening academisch jaar van de Politieacademie in Politieacademie, locatie Den Haag.
10 oktober
Presentatie brochure De Rijkswacht 1918-1957 van Jonas Campion in Marechausseemuseum, Buren (Gld)
10 december
Kenniskring lectoraat Politiegeschiedenis, Concernlokatie Seminar
Colofon Uitgegeven door het lectoraat Politiegeschiedenis
Redactie Jos Smeets, m.m.v. Paul Kroes en Guus Meershoek
Contactgegevens Tommy van Es
[email protected] 06 40 89 48 54 Guus Meershoek:
[email protected] tel 06-207.27.276 // PA 11.87.04.54 Dianne Menkhorst:
[email protected] Tel 055-5392181/ 06-22.80.94.48 Dolf van Raaij
[email protected] tel 06-22.89 03.91 Jos Smeets:
[email protected] Tel 06-101.699.08 Ronald van der Wal
[email protected] tel 06-516.64.329