1
December 2011
Nieuwsbrief Lectoraat Politiegeschiedenis
Jaargang 1
2
Het laatste nieuws en een vooruitblik Voor wat betreft de Nederlandse politiegeschiedenis waren oktober en november 2011 drukke maanden. In deze nieuwsbrief treft u een impressie van de activiteiten van het lectoraat, de laatste nieuwtjes en een aankondiging van wat er nog te gebeuren staat. Voor een gratis abonnement op de digitale versie per email kunt u zich aanmelden bij
[email protected].
Presentatie Marius Van Houten Op 28 oktober jl. vierde de Koninklijke Marechaussee haar 197ste verjaardag tijdens de druk bezochte Wapendag op het opleidingscentrum van de KMar, dat gevestigd is in de Willem III kazerne in Apeldoorn. Luitenant-generaal Dick van Putten opende de bijeenkomst waarna onderwerpen aan de orde kwamen zoals de toekomstige rol van de Koninklijke Marechaussee naast de civiele politie. Nadat enkele marechaussees waren onderscheiden voor uitzonderlijk en moedig gedrag, werd de biografie van kolonel der Koninklijke Marechaussee Marius van Houten gepresenteerd. In een gesprek met kolonel Vincent Egbers legde auteur Jos Smeets kort uit wat de redenen zijn geweest om tot deze levensbeschrijving te komen. Van Houten was een bijzonder markante officier en politieman, die een belangrijke rol heeft gespeeld bij het nieuw leven inblazen van de internationale politiesamenwerking na de Eerste Wereldoorlog. Dat lukte uiteindelijk in 1923 met de oprichting van de Internationale Kriminalpolizeiliche
Luitenant-generaal Van Putten biedt de biografie aan secretaris-generaal Ton Annink van Defensie aan. Bron: Audiovisuele Dienst Defensie.
Kommission in het Oostenrijkse Wenen. Samen met de Amsterdamse hoofdinspecteur van politie Karel Broekhoff en de Rotterdamse hoofdcommissaris Adriaan Sirks vormde Van Houten vele jaren de Nederlandse delegatie die de vergaderingen van deze politieorganisatie bijwoonde. In 1934 werd Van Houten vanwege zijn vele verdiensten zelfs erevicevoorzitter. Na de oorlog maakte hij zich sterk voor een nieuwe commissie die de naam Interpol zou gaan dragen. Zijn pogingen om de zetel van Interpol naar Den Haag te krijgen, mislukte echter. Naast deze belangrijke werkzaamheden was Van Houten verantwoordelijk voor de bewaking en beveiliging van de in 1918 naar Nederland gevluchte Duitse keizer. Ook nam hij in 1936 het initiatief tot de oprichting van het Marechausseemuseum. Van 1939 tot aan zijn dood in 1953 was hij bovendien directeur van het Legermuseum in Leiden. Vlak voor zijn overlijden richtte hij een stichting op die zijn naam zou gaan dragen. Het doel van de Stichting Van Houten was het helpen van marechaussees die buiten hun schuld in de problemen waren gekomen en het steunen van het Marechausseemuseum, zodat dit museum tot in lengte van dagen zijn deuren voor het publiek geopend zou kunnen houden. Van Houten was dus zondermeer een markante marechausseeofficier en politieman. Een biografie van hem is meer dan verdiend.
Jos Smeets geeft een presentatie in het Marechausseemuseum.
Kort na de presentatie stuurde prof. Cyrille Fijnaut het boek aan Ronald Noble, de huidige secretaris-generaal van Interpol. In bijgevoegde brief geeft Noble zijn commentaar.
De samenkomst van de eerste kenniskring Op 11 november 2011 vond de eerste bijeenkomst van de kenniskring van het lectoraat Politiegeschiedenis plaats. Herbert Reinke, een der grondleggers van het Polizeihistorisches Kolloqium was voor de eerste kenniskring speciaal uit Berlijn naar Apeldoorn gekomen. Aanwezig waren voorts Paul Abels, Hidde de Blouw, Jos Breukers, Aart Broek, Pim Griffioen, Aukje Kramps. Paul Kroes, Guus Meershoek, Elwin van der Molen, Taco Pauka, Maurice Punch, Dolf van Raaij, Frank van Riet, Ben Schoenmaker, Wilma Smeenk, Jos Smeets, Ger Teitler, Ronald van der Wal en Jan Wiarda. Nadat Guus Meershoek de aanwezigen hartelijk welkom had geheten, gaf Herbert Reinke, een van de initiators van de moderne politiegeschiedschrijving in Duitsland en momenteel verbonden aan de universiteit van Wuppertal en de Humboldt Universiteit in Berlijn, een voordracht over de ontwikkeling van het Duitse onderzoek. Hij riep in herinnering dat tijdens het eerste Polizeihistorisches kolloquium in 1988 nog meer deelnemers op het podium zaten dan in de zaal en dat het volgende jaar al een iets groter gezelschap in Zwitserland bijeenkwam, maar dat toen nog wel de plaats van samenkomst, een psychiatrische inrichting, het doorzettingsvermogen danig op de proef stelde. Niettemin groeide in de volgende jaren het aantal deelnemers gestaag. Hij beschreef vervolgens de inhoudelijke ontwikkeling van de politiegeschiedschrijving aan de hand van de meest markante publicaties. Aanvankelijk ging veel aandacht uit naar de 19e eeuw (repressie van arbeidsonrust) en het nationaalsocialisme. In de loop van de jaren negentig trok het verleden van de Oost-Duitse politie veel belangstelling. Gaandeweg vonden de bijeenkomsten ook steeds meer weerklank in de politie. Recente opvallende projecten zijn de tentoonstelling Ordnung und Vernichting in het Deutsche Historische Museum te Berlijn en het onderzoek naar de geschiedenis van het Bundeskriminalamt waarvan de resultaten in december worden gepubliceerd. Vervolgens kwam het werkprogramma van het lectoraat ter sprake. Jan Wiarda prees de grote ambities. Niettemin vindt hij dat in het programma het accent nog te sterk op de organisatie van de politie ligt. Het bestuur, de politiek, de media en de publieke opinie blijven ten onrechte buiten beschouwing. De blik moet worden
verruimd. Voor de kenniskring zou daarom ook nadrukkelijk naar deelnemers uit de kring van het bestuur moeten worden gezocht. Guus Meershoek zegde dat laatste prompt toe. Aart Broek meent dat het lectoraat zich nu nog teveel lijkt te laten leiden door de behoeften van de politie. Daar mag wel rekening mee worden gehouden, maar er moet vooral een eigen lijn worden getrokken. Paul Abels stelde dat laatste nog scherper: laat je leiden door wat jij denkt dat de politie uit het verleden kan leren. Daar heeft iedereen het meeste aan. Aart Broek vroeg niet te vergeten dat er buiten de landsgrenzen Nederlandse politiegeschiedenis heeft plaatsgevonden en dat bijvoorbeeld op de Antillen zich een belangrijk deel van de drugsbestrijding heeft voltrokken. Jos Breukers wees op het gebrekkige historische bewustzijn van politievoorlichters en vindt dat eigenlijk ieder lectoraat historisch onderzoek zou moeten verrichten. Ook in het onderwijsprogramma constateert Jan Wiarda teveel aandacht voor de institutionele kant van de politie. Ook hier moet de blik worden verbreed en zou bovendien een verbindend thema moeten worden gekozen: wat hem betreft bij voorkeur legitimiteit. Bij het thema IRT-affaire stelde hij voor om verdekte opsporing centraal te stellen, want daar ging het eigenlijk om, getuige de rapporten van de commissie Wieringa. Hidde de Blouw vindt het een goed idee in het onderwijs studenten interviews te laten afnemen, maar waarschuwde voor interviewmoeheid bij de hoofdrolspelers. Maurice Punch wees op de mogelijkheid om een interviewdatabank aan te leggen, iets dat op de London School of Economics al goed functioneert. Na de pauze informeerde Ben Schoenmakers de aanwezigen over het project Marechausseegeschiedenis dat aan het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) momenteel wordt uitgevoerd. Het betreft de naoorlogse ontwikkeling en hierover zal in twee delen verslag worden gedaan. Een eerste deel tot het eind van de jaren tachtig waarin de militaire taken centraal staan; een tweede, daaropvolgend deel waarin de internationale operaties en de deelname aan vredesmissies in de spotlights komen. Daarnaast zal in 2014 ook een publieksboek over twee eeuwen Koninklijke Marechaussee verschijnen.
Herbert Reinke opent samen met Guus Meershoek de eerste kenniskring.
Tot slot hield Maurice Punch, politieonderzoeker en hoogleraar aan de London School of Economics, een voordracht over zijn onderzoek naar politiecorruptie, in het bijzonder naar zijn ervaringen aan het Amsterdamse bureau Warmoesstraat eind jaren zeventig. Hij attendeerde de aanwezigen op het boek van Clive Emsley, The great British Bobby; a history of British policing from the 18th century. (Quercus 2009) waarin wordt uiteengezet dat die vriendelijke, ongewapende politieman zijn oorsprong heeft in de Ierse RUC. Hij plaatste zijn eigen bevindingen en ervaringen in de jaren zeventig in het perspectief van lange termijn ontwikkelingen waarin ook de IRT-affaire een plaats had. Daarop ontspon zich een levendige discussie. Tegen half vijf werd de bijeenkomst afgesloten. (GM)
Recensie Onlangs verscheen het boek “Jodenjacht” onder de redactie van Ad van Liempt. Op televisie werd aandacht besteed aan het boek. Voor Ronald van der Wal reden om het boek te lezen en voor deze nieuwsbrief te recenseren.
Jodenjacht. De onthutsende rol van de Nederlandse politie in de Tweede Wereldoorlog Ad van Liempt en Jan Kompagnie, Uitgeverij Balans 2011, 352 pag. Vanaf de zomer 1942 vertrekken iedere week met ijzeren regelmaat treinen vol met joodse Nederlanders richting Oost Europa. Systematisch worden de joden van huis opgehaald en vaak via Kamp Westerbork naar de werk- en vernietigingskampen in Polen getransporteerd. Naar schatting 25.000 joden weten zich aan die eerste deportaties te onttrekken door onder te duiken. Het opsporen van deze groep was een taak van de Nederlandse politie. Een groep fanatieke politiemannen maakt vervolgens jacht op de joodse onderduikers. Zes historici hebben onder leiding van televisieregisseur Ad van Liempt en archivaris Jan Kompagnie onderzoek gedaan naar deze groep politiemensen. Aan de hand van dossieronderzoek in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging hebben zij een reconstructie gemaakt van de methoden van zo’n 230 politiebeambten die zich met het opsporen van ondergedoken joden bezig hielden. Anders dan de titel van het boek doet vermoeden gaat het om een relatief kleine groep van fanatieke agenten die zich aan deze praktijken schuldig maakten. Zij werkten in speciale eenheden met namen als de Politieke Politie (Dordrecht, Gouda), Centrale Controle (Utrecht), Bureau Joodse Zaken (Amsterdam) en Groep X (Rotterdam), vaak gescheiden van hun collega-korpsleden. Een deel van de jodenjagers was pas tijdens de oorlog in dienst getreden of had de status van hulpagent. Het onderzoek levert een schokkend relaas op van agenten die alle geldende rechtsregels en ethische normen aan hun laars lapten. Slachtoffers werden bestolen, mishandeld en in sommige gevallen zelfs verkracht. Terecht schrijven de auteurs dat een deel van de politie soms trekken vertoonde van een criminele organisatie. Voor hun speurwerk werden de agenten vaak ‘beloond’ met premiegeld: een bedrag voor iedere opgebrachte jood. Om achter de onderduikadressen te komen maakte men gebruik van informanten. Sommige van deze informanten deden dit geheel uit eigen vrije wil, anderen moesten eerst onder druk worden gezet. De agenten legden een bijzonder fanatisme aan de dag. Zo wist de Haagse agent Maarten Spaans 362 joden op te sporen, van wie er zeker 260 in gevangenschap zijn omgekomen. Het merendeel van de agenten deed dit uit ideologische overwegingen. Zij waren lid van de NSB, de Germaanse SS of andere nationaalsocialistische organisaties. Dit boek is grotendeels opgebouwd uit de verhalen die zijn gebaseerd op de individuele strafdossiers. Het precieze aantal bestudeerde dossiers wordt overigens nergens genoemd. De lezer kan zich aan de hand van deze verhalen een goed beeld vormen van de wandaden waaraan deze jodenjagers zich schuldig maakten. De auteurs laten de verhalen voor zich spreken. Dat is de kracht van het boek, maar tevens de zwakte. Er is weinig ruimte voor duiding. De geraadpleegde nationale en internationale literatuur telt amper twee pagina’s. Bij de context, de omgeving waar en het systeem waarin deze agenten werkten wordt slechts beperkt stilgestaan. Organisatie, opleiding en vorming komen nauwelijks aan de orde. Ook aan meer psychologische verklaringen zoals de invloed van het groepsproces wagen de auteurs zich niet. En dat is jammer omdat juist dergelijke aspecten vaak van grote invloed zijn op het gedrag van zowel individuen als groepen en laten zien hoe organisaties in veranderde tijden kunnen ontsporen. Niettemin levert dit boek een belangrijke bijdrage aan de geschiedenis van de Jodenvervolging en van de Nederlandse politie. (RvdW)
Kort nieuws Call 2011 van Politie en wetenschap Al geruime tijd liep Jos Smeets met het plan rond een boek te maken met daarin de persoonlijke ervaringen en wederwaardigheden van politiemannen in oorlogs- en bezettingstijd. De bedoeling is om collaboratie en verzet aan bod te laten komen, maar ook te schetsen hoe het leven er voor een doorsnee politieman uitzag die zich niet op het terrein van beide uitersten begaf. Dilemma’s en keuzes moesten voorop staan en de redenen waarom bepaalde keuzes werden gemaakt. Uitgeverij Boom had al eerder aangegeven in een dergelijk boek geïnteresseerd te zijn en het te willen uitgeven. Deze zomer werd een subsidieverzoek bij de Stichting Politie en Wetenschap ingediend. Op 1 november werden Guus en Jos gevraagd naar Amsterdam te komen om hun voorstel verder toe te lichten. Op 21 november deelde P&W mee dat zij akkoord ging met een financiering van dit project. Guus en Jos hopen studenten en/of docenten bij dit onderzoek te betrekken om zo ook een link naar het onderwijs te leggen. Voor het lectoraat is de honorering natuurlijk een mooie opsteker.
De verjaardag van het Marechausseemuseum Op 26 oktober bestond het Marechausseemuseum 75 jaar. Tijdens een grote receptie aangeboden door de Commandant der Koninklijke Marechaussee werd dit op 10 november in het Gelderse Buren feestelijk herdacht. Er was voor die dag gekozen omdat dit ook de geboortedag van zijn oprichter Marius van Houten was. Voor de gelegenheid had Jos Smeets een PowerPoint presentatie gemaakt waarin in het kort werd uitgelegd wat het belang van de man was geweest. Onder de genodigden bevond zich ook voormalig hoofdcommissaris Jan Wiarda en diens echtgenote.
Afscheid Bernard Welten Op 27 oktober nam de hoofdcommissaris van Amsterdam Bernard Welten afscheid van zijn korps. Dit afscheid vond plaats bij het Koninklijk Instituut voor de Tropen. Zijn afscheid stond in het teken van het naderende einde van de regionale politie. Voor die gelegenheid was eerder opdracht gegeven een boek te maken over de geschiedenis van de openbare ordehandhaving in Amsterdam vanaf de Middeleeuwen. Projectleider en eindredacteur van het boek is Piet de Rooij, emeritus hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Het boek draagt de titel: Waakzaam in Amsterdam. Hoofdstad en politie vanaf 1275 en is uitgegeven door uitgeverij Boom en. Naast De Rooij werkten Paul Knevel, Maarten Hell en lector Politiegeschiedenis Guus Meershoek mee aan het boek.
De historische politieconferentie in Praag In de zomer van dit jaar waren Guus Meershoek, Ronald van der Wal en Jos Smeets aanwezig bij het 22ste Polizeihistorisches Kolloqium in het Duitse Meiningen. Daar waren ook Tsjechische collega’s aanwezig die melding maakten van een conferentie over politiegeschiedenis die in november in Praag zou plaatsvinden. Kort na de conferentie in Meiningen kwam de Tsjechische uitnodiging binnen. Jos Smeets is namens het lectoraat naar Praag getrokken. Aangezien de biografie van Van Houten kort daarvoor verschenen was, lag het voor de hand daarover een presentatie te geven. De conferentie vond van 24 t/m 26 november plaats in het Tsjechische politiemuseum in Praag. Opvallend was de zeer fraaie collectie die zich in alle aspecten met de Nederlandse verzamelingen kan meten. Op een paar uitzonderingen na waren alle sprekers Tsjechen wat het er voor de buitenlanders niet gemakkelijker op maakte. Gelukkig waren er vertalers die goed Duits spraken waardoor de essentie van de meeste verhalen begrijpelijk werd. Tal van zaken de Tsjechische politie betreffende passeerden de revue. Zo was er het optreden, direct na de Tweede Wereldoorlog, tegen vermeende Duitse verzetsstrijders van de zogenaamde ondergrondse organisatie die Wehrwolf werd genoemd. Verder kwamen de reorganisatie van de TsjechoSlowaakse politie aan bod naar aanleiding van de val van het communisme in 1989 en de reorganisatie van 1991 na het uiteenvallen van Tsjecho-Slowakije. Ruime aandacht was er ook voor de periode tussen de twee wereldoorlogen en die van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie. Tijdens de conferentie werden nog twee musea bezocht waaronder het Douanemuseum in de ruim een uur rijden van Praag gelegen stad Pilsen of Plzen.
De voorzitter van de conferentie was kapitein der Tsjechische politie Radek Galaš. Hij verzorgde de opening en sluiting van de conferentie en hield zelf ook een presentatie. Jos Smeets gaf een Duitse presentatie over Van Houten waarbij extra aandacht werd besteed aan de relatie zoals die voor de oorlog tussen hem en zijn TsjechoSlowaakse collega’s heeft bestaan.
De geschiedenis van de politie in Suriname en de Nederlands-Caribische eilanden Op 9 december aanstaande zal de presentatie plaatsvinden van de twee laatste delen van De Geschiedenis van de Nederlandse Politie. Het gaat om De Geschiedenis van de Politie in Suriname (1863-1975), Van koloniale tot nationale ordehandhaving van de hand van Ellen Klinkers en De Geschiedenis van de Politie op de NederlandsCaribische eilanden (1839-2010), Geboeid door macht en onmacht van Aart Broek. Deze presentatie zal plaatsvinden in de Rolzaal aan het Binnenhof in Den Haag. De eerste boeken zullen worden aangeboden aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie Piet Hein Donner en aan staatssecretaris Fred Teeven van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Dit alles zal plaatsvinden na een welkomstwoord door Jan Wiarda - de initiatiefnemer van het grote project Geschiedenis van de Nederlandse Politie - en inleidingen door Gert Oostindie hoogleraar te Leiden en directeur van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde - en door Cyrille Fijnaut die als hoogleraar in Tilburg leiding gaf aan de eerste drie publicaties uit deze serie. Met deze presentatie komt een eind aan een uniek project dat ruim tien jaar heeft geduurd en waarmee de geschiedenis van de Nederlandse politie en die in de voormalige koloniën en overzeese gebieden wetenschappelijk geboekstaafd is.
De Encyclopedia of Criminology and Criminal Justice Gerben Bruinsma (NSCR) en Vrij Universiteit van Amsterdam) en David Weisburd (Hebrew University en George Mason University) hebben een initiatief genomen om te komen tot een Encyclopedia of Criminology and Criminal Justice. Deze zal zowel op het internet als in boekvorm verschijnen. Op internet zullen de auteurs van de bijdragen de lemma’s up to date houden. Springer Verlag zal de encyclopedie in boekvorm (zeven delen) publiceren. Lector Politiegeschiedenis Guus Meershoek treedt op als area editor voor het thema politiegeschiedenis.
Nieuwe boeken Sebastien Laurent (dir.), Politiques sous surveillance. Bordeaux, PUB 2011. [Een bundel historische studies naar twee eeuwen politiek inlichtingenwerk door Franse en Duitse en Amerikaanse politiediensten) Jonas Campion, Les gendarmes belges, francais et néerlandais à la sortie de la Seconde Guerre mondiale. Bruxelles, Versaille 2011. M. Anderson, In thrall to political change: police and gendarmerie in France. Oxford: Oxford University Press, 2011. E. Blanchard, La police parisienne et les Algériens (1944-1962). Paris : Nouveau Monde, 2011. J.-M. Berlière, Naissance de la police moderne. Paris : Perrin, 2011. V. Toorn, Dragers van waarheid : twintig jaar forensisch DNA-onderzoek in Nederland
Oproep: watersnoodramp 1953 Commissaris b.d. drs. Arie Kuijvenhoven doet onderzoek naar politieoptreden tijdens de watersnoodramp van 1953 en is op zoek naar (persoonlijke) bronnen die hier licht op kunnen werpen. Hij is bereikbaar op:
[email protected]
Aankondigingen De lectorale rede van de lector Politiegeschiedenis Guus Meershoek Op donderdag 5 april 2012 zal Guus Meershoek zijn lectorale rede uitspreken in Den Haag. Het onderwerp van de rede zal de oud-hoofdcommissaris van Den Haag dr. C. Peijster zijn. Het regiokorps Haaglanden biedt gastvrijheid. Volgens de voorlopige planning zal de dag er als volgt gaan uitzien:
Ontwerpprogramma Lectorale rede Donderdag 5 april 2012, hoofdbureau van politie Den Haag Informeel deel: Thema De Haagse politie en de woelige jaren zeventig Dagvoorzitter: programmamanager 09.30
Ontvangst
10.15
Welkom Henk van Essen, hoofdcommissaris van politie Den Haag
10.25
Film Haagse politie jaren zeventig
10.35
lezing Wim Willems, hoogleraar sociale geschiedenis (RUL): Den Haag in de jaren zeventig: een blik vanuit de dagelijkse ervaringen
11.10
lezing James Kennedy, hoogleraar Nederlandse geschiedenis sinds de Middeleeuwen (UVA): Nederlandse bestuurders en de doorwerking van de jaren zestig
11.45
vragen en discussie
12.15
lunch
13.15
werkgroepen eerste ronde 1. de rayonagent en de wijkteams 2. drugs en drugsbestrijding 3. de komst van vrouwen 4. politie en mensenrechten 5. bijstand van de Koninklijke Marechaussee 6. gijzeling en terrorisme 7. medezeggenschap 8. politie en wetenschap
14.15
werkgroepen tweede ronde
15.15 uur pauze
Formeel deel: Voorzitter: Erica de Heus (manager OKO, Politieacademie) 16.00 uur intro: Pieter Tops (CvB, Politieacademie) 16.15 uur lectorale rede Guus Meershoek: Kees Peijster en de herijking van de politierol 17.00 uur receptie
Het 23ste Polizeihistorisches Kolloqium Van 5 tot en met 7 juli 2012 zal alweer het 23ste Polizeihistorisches Kolloquium plaatsvinden. Het initiatief voor deze conferenties werd ooit genomen door de eerder genoemde hoogleraar Herbert Reinke en professor Alf Lüdtke. In de loop der jaren kreeg dit Duitse initiatief steeds meer internationale trekken door de deelname van historici uit verschillende landen. Deze ontwikkeling heeft zich doorgezet en zo kan men vandaag de dag eigenlijk spreken van een internationale conferentie op het gebied van de politiegeschiedenis. In 2001 werd de conferentie voor het eerst in Nederland gehouden. Guus Meershoek haalde toen de conferentie naar de universiteit van Twente in Enschede. Komend jaar is Nederland weer gastland. Naar alle waarschijnlijkheid zal de conferentie in Huis ’t Velde in Warnsveld plaatsvinden. Een ideale plek voor een groep van om en nabij de dertig personen. Het thema van de conferentie zal de recherche zijn. In elk geval zullen de Duitse onderzoekers van de binnenkort te publiceren geschiedenis van het Bundeskriminalamt een presentatie verzorgen.
Stages Voor studenten is het mogelijk in het kader van een studie elders stage te lopen bij het lectoraat Politiegeschiedenis. Zij krijgen dan gelegenheid om onderzoek voor een werkstuk te verrichten, worden daarbij begeleid en kunnen kennismaken met de politiepraktijk. Van hen zal worden gevraagd om in beperkte mate te participeren in het politieonderwijs. Belangstellenden kunnen zich aanmelden bij Aukje Kramps.
Uitzending gemist De afgelopen weken zijn er meerdere programma’s uitgezonden waarin de geschiedenis van de politie, direct dan wel indirect, aan bod kwam. Vooral in het programma Andere Tijden werd er meerdere malen aandacht gegeven aan de politie. Hieronder hebben wij een klein overzicht gegeven. Op de website van Andere Tijden kunt u deze programma’s terugzien: Goedkoop genaaid (15 oktober 2011) Deze aflevering gaat onder meer over de aanpak van illegale naaiateliers. De eerste van deze ateliers verschenen rond het midden van de jaren tachtig. Begin jaren '90 zijn er zo'n 1000, met zo'n 20.000 man personeel. De ateliers zaten in de Amsterdamse volkswijken als De Pijp, het Centrum, Oud-West en Oud-Zuid. Later breidde de bedrijvigheid zich uit naar de tuinsteden. Na een periode van gedogen, werd onder het derde kabinet-Lubbers vanaf 1993 een nieuwe koers ingezet. De bestrijding van fraude en illegaliteit kregen beleidsprioriteit. Het is in veel opzichten het begin van de ketenaanpak, waarbij de politie gezamenlijk met andere betrokken instanties optrekt: de Belastingdienst, de Vreemdelingendienst, het GAK, het Energiebedrijf en de Arbeidsinspectie in het Confectie Interventie Team (CIT). Alles onder het mom van bestrijding van fraude, illegaliteit en marktverstoring. In deze aflevering wordt een van deze acties in beeld gebracht. Misdaad in Oss (Uitzending 17 september 2011) In de jaren ‘20 en ’30 van de vorige eeuw was de Brabantse gemeente Oss het toneel van ernstige criminaliteit gepleegd door groepjes Ossenaren. Wat begon met kleine diefstallen, mondde uit in stelselmatige brandstichting, verzekeringsfraude en roofmoord. Volgens een schatting kwamen tussen 1924 en 1935 24 mensen op gewelddadige wijze om het leven door doodslag en moord. Er werden 1100 delicten gepleegd door zo’n 1500 daders. Oss raakte hierdoor landelijk bekend. Vanaf 1934 maakte de lokale Marechausseebrigade korte metten met deze praktijken. Het verhaal van ‘De bende van Oss‘ en de aanpak door de Marechaussee staat centraal in deze aflevering van Andere Tijden.
Rolling Stones in het Kurhaus (Uitzending 24 september 2011) Op 8 augustus 1964 gaven de Rolling Stones een concert in het Scheveningse Kurhaus. Het optreden moest worden afgebroken vanwege de enorme chaos die in de zaal uitbrak. De zaal werd door de politie ontruimd. Nederland reageerde onthutst. Ook de politie wist zich niet goed raad met dit gedrag, zoals in deze aflevering aan de hand van een interview met een Haagse politieman wordt getroond. 9/11 in Den Haag. Nederland in de ban van Terrorisme (Uitzending 10 september 2011) In deze bijzondere aflevering staat Andere Tijden stil bij de reactie van de Nederlandse regering op de aanslagen op de Twin Towers van 9 september 2001. Aan de hand van interviews met toenmalige bewindslieden laat deze aflevering zien hoe Nederland in de ban van het terrorisme raakte. Aandacht is er voor de onrust in het land, de groei van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (later AIVD) en de antiterreuracties op 27 september van datzelfde jaar toen eenheden van de KMAR, politie en Korps Mariniers vier drukke verkeerstunnels bij Rotterdam en Amsterdam afzetten vanwege een bommelding.
Agenda Donderdag 5-4-2012 09.30-17.30 uur lectorale rede Guus Meershoek, Hoofdbureau van Politie, Den Haag
Colofon Uitgegeven door het lectoraat Politiegeschiedenis
Redactie Jos Smeets, m.m.v. Guus Meershoek
Contactgegevens Aukje Kramps:
[email protected] Tel 055-5392347 Guus Meershoek:
[email protected] tel 06-207.27.276 // PA 11.87.04.54 Jos Smeets:
[email protected] Tel 06-101.699.08 Ronald van der Wal
[email protected] 06-516.64.329