1
september 2012
Nieuwsbrief Lectoraat Criminaliteitsbeheersing & Recherchekunde
Jaargang 7
6
Lectorale rede Nicolien Kop, donderdag 21 juni 2012 Van opsporing naar criminaliteitsbeheersing
“Meer blauw op straat lost criminaliteit niet op”
Meer blauw op straat is geen effectieve manier om de criminaliteit in Nederland aan te pakken. Een stevige aanpak van criminaliteit vraagt vooral om betere samenwerking tussen politie, burgers, bestuur en bedrijven. Ook moeten deze partijen gezamenlijk meer aandacht besteden aan het voorkomen van criminaliteit. Dat betoogde Nicolien Kop, lector Criminaliteitsbeheersing & Recherchekunde aan de Politieacademie, op 21 juni in haar lectorale rede “Van opsporing naar Criminaliteitsbeheersing. Vijf strategische implicaties.” Kop: “Bij een misdrijf kijkt iedereen vaak alleen naar de politie en hoe zij de dader gaat opsporen. Dat is niet terecht en niet effectief. Burgers, bedrijven en bestuur kunnen gezamenlijk een hoop doen om misdrijven te voorkomen en om de politie te helpen bij de opsporing.” In haar lectorale rede haalt Kop het voorbeeld aan van een reeks brandstichtingen in een afgelegen, landelijk gebied. Kop: “Voor de politie is het moeilijk om die dader te vinden, omdat de brand bijna alle sporen vernietigt. Opsporing van de dader is echter ook maar een deel van de zaak. Strafrecht is niet het enige belang en instrument. Zo’n serie branden kan al snel dodelijke slachtoffers tot gevolg hebben en brengt een hoop onrust in een gemeente. Het is dan niet logisch dat de politie de regie krijgt over dit probleem. Het is veel effectiever gezamenlijk te kijken naar wat iedere partij vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid kan bijdragen om een volgende brand te voorkomen. Burgers kunnen alert zijn en de politie informatie verschaffen over verdachte dingen die ze zien. De gemeente kan camera’s plaatsen en burgers oproepen alert te zijn. En brandweer en verzekeraars kunnen adviseren over het gebruik van brandwerende materialen.”
Effecten Bij veel nieuwe vormen van criminaliteit is samenwerking en preventie effectiever dan het vergroten van de opsporingscapaciteit of meer blauw op straat. Kop: “De meeste criminelen zullen hun misdrijf niet plegen in het zicht van de wijkagent. Maar misdrijven zijn ook steeds minder plaatsgebonden. Denk aan fishing via internet. Door samen met banken, burgers en bestuur maatregelen te nemen die gericht zijn op het voorkomen van dit type misdrijven, krijgen we minder criminaliteit dan dat we op zoek gaan naar die anonieme dader achter een pc aan de andere kant van de wereld.” Er bestaan al een aantal succesvolle initiatieven gericht op samenwerking en het voorkomen van criminaliteit. Het lectoraat Criminaliteitsbeheersing & Recherchekunde ondersteunt deze initiatieven met kennis en onderzoek. Kop: “Structurele aandacht voor samenwerken en voorkomen zal effect hebben op de criminaliteit en de opsporingscijfers. Maar hoe meet je die effecten? Met kennis en onderzoek kunnen we die effecten in kaart brengen en mogelijke verbeteringen in de samenwerking en de strategieën benoemen. Daarmee levert het lectoraat een belangrijke bijdrage aan de uitvoering van de strategie aanpak criminaliteit 2015 van de politie.” De rede is beschikbaar in boekvorm bij Boom Lemma uitgevers en te downloaden via PKN of de Mediatheek van de Politieacademie. Dankwoord Ik wil via deze weg iedereen bedanken voor zijn /haar aanwezigheid bij de lectorale rede, de complimenten en de interesse. Het was een fantastische dag. Nicolien Kop
Onderzoeksnieuws Van opsporing naar fraudebestrijding Alan Kabki De kern van de lijn die ons lectoraat de komende jaren zal volgen is mooi samengevat in de titel van de rede van onze lector: Van opsporing naar criminaliteitsbeheersing. Ik durf te stellen dat als er één vorm van criminaliteit is die je maar beter kunt beheersen dan opsporen, dan is het fraude. Deze vorm van misdaad komt namelijk nooit tot stand als het slachtoffer, of liever gezegd de benadeelde, er niet aan meewerkt. Als men niet gelooft in iets dat te mooi is om waar te zijn en als men geen handtekening zet onder iets wat men niet begrijpt, dan komt fraude niet tot stand. Bij fraude krijgt men namelijk geen pistool tegen het hoofd om zijn of haar geld af te staan maar men wordt ertoe bewogen, als het ware gemanipuleerd maar nog altijd uit vrije wil, om dat te doen. Men had ‘NEE’ kunnen zeggen. Of de politie eraan toekomt of zelfs de ambitie heeft om alle fraude gevallen op te sporen, betwijfel ik ten zeerste. Los van de problemen als prioriteit en capaciteit, is het onmogelijk om fraude slechts door opsporing te lijf te gaan. Dat voorkomen beter is dan genezen, hadden onze voorouders al door. Voorkomen is niet alleen beter, maar is ook een stuk makkelijker. Dit is zeker het geval bij fraude. Sterker nog: bij fraude is zelden sprake van genezing omdat het buitgemaakte geld meestal daadwerkelijk “weg” is en dus niet wordt teruggevonden. En voorkomen van fraude doe je door enerzijds voorlichting te geven aan potentiële benadeelden en anderzijds door het nemen van voorzorgsmaatregelen door de betrokken organisaties. Voorlichting kan je aan iedereen geven omdat per slot van rekening in ieder mens een potentiële benadeelde schuilt. Voorlichting kunnen we overal geven; via de media, op het internet, op de sportschool, bij de voetbalvereniging, op het werk of bij de bank. Maar een goede voorlichting begint op school aan bijvoorbeeld de potentiële “geldezels”. Deze “geldezels”, meestal scholieren, stellen in ruil voor een paar tientjes de eigen bankrekening ter beschikking van criminelen om zo geld weg te sluizen en wit te wassen, met alle gevolgen van dien. Ik vraag me af of ze dat hadden gedaan als ze op school waren gewaarschuwd voor de gevolgen hiervan! Voorzorgsmaatregelen zijn er genoeg om de slagingskans voor de fraudeurs te verkleinen. Zo kunnen de banken veiligheidsmaatregelen niet ondergeschikt maken aan de commerciële belangen en minimale veiligheidseisen stellen aan hun betalingssystemen. Maar ook de toezichthouders kunnen over hun eigen schaduw heen stappen en ingrijpen als ze bijvoorbeeld een aan consumenten aangeboden financieel product niet begrijpen. Maar ook de notarissen, de Kamer van Koophandel en het lokaal en nationaal bestuur kan een steentje bijdragen. Zo zou de schade van 65 miljard dollar door de grootste beleggingsfraudeur ooit, aanzienlijk minder zijn als de benadeelden iets minder gefocust waren op de onmogelijk mooie rendementen van Madoff óf als de toezichthouders na sterke aanwijzingen van fraude hadden gedurfd in te grijpen. Als één van de twee was gebeurd, had de FBI veel minder werk om de fraude op te sporen, of liever gezegd om het puin op te ruimen. Waar dit stuk over fraude naartoe wil, is helemaal in lijn met de rede van onze lector. De politie kan en zal niet in haar eentje fraude opsporen en ook niet beheersen. Daarvoor heeft de politie haar, al dan niet private, partners én burgers meer dan ooit nodig.
Best & bad practices in woninginbraken Renate Klein Haneveld
Op het moment van schrijven is het onderzoek naar de best en bad practices in de aanpak van woninginbraken in volle gang. Er wordt in dit onderzoek gekeken naar voorbeelden van aanpakken die in onze buurlanden gebruikt worden bij woninginbraken. Vervolgens wordt er gekeken of deze aanpakken ook in Nederland toegepast kunnen worden en in hoeverre deze aanpakken succesvol zijn.
Voor zover er in deze fase van het onderzoek al conclusies getrokken kunnen worden, blijkt dat er twee succesfactoren duidelijk uitspringen, namelijk een gefocuste en integrale aanpak en zeer gerichte preventiecampagnes. In onze buurlanden blijken deze aanpakken hun vruchten af te werpen. Deze conclusies liggen ook in lijn met de huidige verschuiving van het idee dat de politie niet meer alle verantwoordelijkheid draagt met betrekking tot criminaliteitsbeheersing. Door het aanzienlijke vraagoverschot waar de politie mee te maken heeft, is het niet reëel om te denken dat ze alle criminaliteit kan aanpakken. Om de aanwezige criminaliteit (zoals woninginbraken) toch beheersbaar te houden, is het van belang dat ook de ketenpartners, bedrijven, het openbaar bestuur en zeker de burgers hun steentje bijdragen. Wanneer alle partijen samen werken en gezamenlijk werken aan een (integrale) aanpak, zijn betere resultaten mogelijk en zal dit zeer positief bijdragen aan de veiligheidsgevoelens van de burger.
Samenwerking en het KVDB Mariëtte van Kuik De centrale vraag in de rede van Nicolien is hoe criminaliteit tot aanvaardbare proporties kan worden teruggebracht. Om dit te kunnen doen, zo betoogt zij, moet opsporing worden omgebogen naar criminaliteitsbeheersing. Deze overgang heeft een aantal implicaties die allen draaien om samenwerking. Samenwerking is onder andere nodig omdat de huidige opsporing zich geconfronteerd ziet met een toename in complexiteit, mede veroorzaakt door technologische ontwikkelingen. Door deze technische ontwikkelingen digitaliseert het werkaanbod van de politie. Nieuwe vormen van criminaliteit ontstaan, bijvoorbeeld hacken en het verspreiden van virussen, en klassieke vormen van criminaliteit krijgen een nieuw jasje, bijvoorbeeld fraude via sites als marktplaats.nl en het leegroven van bankrekeningen via phishing. Het Kennisprogramma Veiligheid Digitaal Betalingsverkeer (KVDB) kwam in de rede al aan bod. Dit programma is een unieke samenwerking tussen publieke en private partijen en de wetenschap. Binnen dit programma wordt onder supervisie van begeleiders vanuit de Politieacademie, Open Universiteit en NHL Hogeschool door vier promotieonderzoekers gewerkt aan kennisontwikkeling omtrent de dreiging van georganiseerde vormen van cybercrime gericht tegen het digitale betalingsverkeer en de weerbaarheid van de samenleving hier tegen. Alle onderzoekers kijken vanuit een andere discipline naar dit fenomeen. Sanne Boes onderzoekt de kwaliteit van detectie, opsporing en vervolging van digitale fraude en de samenwerking tussen politie, justitie en banken hierbij. Haar focus ligt enerzijds op de wijze waarop deze samenwerking momenteel gestalte krijgt. Anderzijds onderzoekt zij welke ruimte private organisaties hebben binnen het publieke domein van opsporing en vervolging van dergelijke fraude.
Rutger Leukfeldt voert onderzoek uit naar georganiseerde cybercriminele netwerken . Doel daarvan is inzichtelijk te maken hoe deze criminele groepen in elkaar zitten (type daders, criminele carrières, levenscyclus van de groepen, etc) en wat overeenkomsten en verschillen zijn met de klassieke georganiseerde criminaliteit die we in Nederland kennen. Mariette van Kuik voert onderzoek uit naar de weerbaarheid van burgers en bedrijven. De focus bij dit onderzoek ligt op het vertrouwen van burgers en bedrijven in de veiligheid van het digitale betalingsverkeer. De centrale vraag is hierbij hoe dit vertrouwen in stand kan worden gehouden (of, indien nodig, kan worden hersteld) om de ondermijnende invloed van criminaliteit op dit gebied tegen te gaan en hoe banken, burgers en bedrijven samen aan dit vertrouwen kunnen werken. Tenslotte zal Sven Kiljan per 1 september van start gaan met onderzoek naar technische maatregelen. Het KVDB is bij uitstek een voorbeeld van hoe samenwerking sterker maakt. Zo wordt in het programma kennis samengebracht uit verschillende wetenschappelijke disciplines en wordt intensief samengewerkt met de Nederlandse banken en verschillende onderdelen van de Nederlandse politieorganisatie. Bovendien werken ook de onderzoekers intensief samen; ieder vanuit zijn of haar eigen discipline, maar in voortdurende verbinding met elkaar. Door dit multidisciplinaire karakter kan het KVDB bijdragen aan de veiligheid van en het vertrouwen in het digitale betalingsverkeer.
UITNODIGING Het lectoraat Criminaliteitsbeheersing & Recherchekunde organiseert op dinsdag 11 september 2012 het seminar ‘Cocreatie in de opsporing’ op de Concernlocatie van de Politieacademie. Een hot-case online plaatsen, waarbij politie en burgers gezamenlijk aan de slag gaan om de dader te achterhalen. Realistisch of onhaalbaar? De politie is voor de opsporing van daders van misdrijven vaak afhankelijk van de medewerking van de burger. Dat is eigenlijk nooit anders geweest. Burgerparticipatie bij het politiewerk is van alle tijden. Binnen de politie wordt voortdurend geëxperimenteerd met innovatieve manieren om de burger bij het oplossen van misdrijven te betrekken. Cocreatie is zo'n specifieke vorm van burgerparticipatie. Bij cocreatie werken politie en burgers gezamenlijk aan een oplossing die voor beide partijen waarde creëert. Hierachter zit het idee dat de burger de veiligheid krijgt die hij verdient en waaraan hij zelf meewerkt. Cocreatie kenmerkt zich door een vergaande vorm van samenwerking waarbij burgers steeds meer invloed hebben op de aanpak van criminaliteit. Maar hoe kun je dit bereiken? Het contact van de politie met burgers is traditioneel informerend en zendend van aard, dus eenrichtingsverkeer. Dit is anno 2012 achterhaald. De politie c.q. overheid moet een manier vinden om contact met burgers te krijgen om in dialoog te treden. Dit betekent geen een- maar tweerichtingsverkeer. In het seminar van het lectoraat Criminaliteitsbeheersing & Recherchekunde staan de mogelijkheden van cocreatie in de opsporing centraal. Het seminar vindt plaats op de Politieacademie, Concernlocatie, Arnhemseweg 348 in Apeldoorn. Deelname aan het buffet en het avondprogramma zijn geheel kosteloos. Programma 17.00 uur
Ontvangst en registratie deelnemers
17.30 uur
Dinerbuffet
18.30 uur
Welkom door avondvoorzitter Dr. Nicolien Kop, lector Criminaliteitsbeheersing & Recherchekunde
18.45 uur
Opening van het seminar door Prof. dr. Pieter Tops, lid van het College van Bestuur
19.00 uur
Gebruik van nieuwe media voor cocreatie in de opsporing: kansen en dilemma’s Dr. Albert Meijer, Universiteit Utrecht
19.30 uur
Cocreatie: de hefboom voor een effectievere aanpak van criminaliteit Martin van Bochove MPA, Centrum Versterking Opsporing
20.00 uur
Koffiepauze
20.30 uur
Burgeropsporing online: van crowdsourcing naar online cocreatie Arnout de Vries MSc, TNO
21.00 uur
Paneldiscussie onder leiding van Nicolien Kop
21.30 uur
Borrel en netwerken in het Atrium
22.00 uur
Einde
Aanmelden U kunt zich aanmelden via het digitale registratiesysteem van het Congres- en Evenementenbureau Politieacademie middels de volgende link wr.politieacademie.politie.nl Hier kunt u inloggen met uw inlognaam en wachtwoord van Politie Kennis Net; heeft u deze nog niet, dan kunt u zich hiervoor eerst registreren. Nadat u bent ingelogd, gaat u naar de pagina “Mijn Gegevens”. Wanneer u deze heeft ingevuld, kunt u zich inschrijven voor het seminar op de pagina “Congressen”. Voor vragen mail naar
[email protected] of bel met 055-5397497.
Mededelingen Willem Schutte nieuwe programmanager bij het lectoraat Willem Schutte is de nieuwe programmamanager bij het lectoraat Criminaliteitsbeheersing & Recherchekunde. Willem heeft tot 2007 als leidinggevende in het politiekorps Groningen gewerkt en is sindsdien werkzaam bij de Politieacademie. Hij was docent opsporing bij de School voor Politie Leiderschap en later programmamanager van de OLL-Recherche en de TLL-Recherche. Na een half jaar praktijkstage bij de Divisie Recherche Ondersteuning van het Shared Service Centre Noord Nederland, keert hij nu dus terug naar de Politieacademie als programmamanager van het lectoraat.
(foto gemaakt tijdens lectorale rede 21 juni 2012)
Hij heeft de bachelor Safety en Security gevolgd aan de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden en studeert binnenkort af met de scriptie getiteld ‘Samen Leven 3.0 voor Politieleiders’. Als programmamanager coördineert hij de interne en externe netwerken van het lectoraat en zorgt hij voor verbinding tussen de wetenschappelijke oriëntatie van de lector, het opsporingsonderwijs en de professionele behoeften in de opsporingpraktijk. Verder is hij aanspreekpunt voor de bedrijfsvoering van het lectoraat en initieert en onderhoudt hij contacten met publieke partijen, wetenschappelijke instellingen, bestuurlijke instanties en het bedrijfsleven. Wij heten Willem van harte welkom en zijn blij met een programmamanager die zijn wortels in de politiepraktijk en het onderwijs heeft.
Jan Struijs verbindt zich aan lectoraat als strategisch adviseur We zijn erg blij met het aanbod van Jan Struijs om als strategisch adviseur te fungeren en maken daar graag gebruik van. Hij kan van grote waarde zijn voor de weg die we zijn ingeslagen en die verwoord is in de lectorale rede van Nicolien Kop. Jan Struijs zegt daar zelf over: ‘De politie staat aan de vooravond van een aantal forse veranderingen met de komst van de Nationale Politie. Veel meer zal met partners op een creatieve en innovatieve manier moeten worden ingespeeld op de criminaliteit en zijn wisselende verschijningsvormen. Ik vind het lectoraat één van de belangrijke bronnen om een stevige bodem te leggen onder deze veranderingen. Ik ben al jaren onder de indruk van de resultaten van het lectoraat en de wijze waarop zij vanuit onderzoek een brug slaat naar de praktijk. Ik heb zelf twintig jaar in de opsporing gewerkt in diverse functies en zal vanuit mijn huidige functie met name ondersteunen bij het slaan van bruggen tussen het lectoraat, de landelijke ontwikkelingen en de diverse partners.
Jan, van harte welkom! We maken graag gebruik van jouw kwaliteiten.
Agenda
Seminar Cocreatie in de opsporing, 11 september 2012. Politieacademie, Concernlocatie in Apeldoorn Congres 'Leren van Alphen aan den Rijn', 21 september 2012. Politieacademie, Concernlocatie in Apeldoorn. Meer info en inschrijven: www.politieacademie.nl/ccpa12
Mediatheek Titel: De organisatie van de opsporing van cybercrime door de Nederlandse politie Auteur N. Struiksma ; C.N.J. de Vey Mestdagh ; H.B. Winter Link https://vubis.politieacademie.nl/pdf/86172.pdf De centrale onderzoeksvraag luidt als volgt. Hoe is de opsporing van cybercrime bij de Nederlandse politie georganiseerd, wat kan op basis van literatuurstudie worden gekenschetst als ideale organisatie hiervoor en in hoeverre komt de praktijk hiermee overeen? Het eerste deelonderzoek richt zich op de feitelijke organisatie van de opsporing van cybercrime. Dit leidt tot de volgende onderzoeksvragen: (1) Binnen welke context speelt de opsporing van cybercrime zich af? (2) Hoe is de opsporing van cybercrime door de Nederlandse politie georganiseerd? (3) Op welke wijze wordt inhoud gegeven aan de opsporing van cybercrime? Deelonderzoek 2 richt zich op inzichten die ontleend kunnen worden aan de organisatiekundige literatuur als het gaat om kennisintensieve organisaties. Daarbij komen de volgende onderzoeksvragen aan de orde: (4) Welke inzichten geeft de organisatiekundige literatuur over de organisatie van kennisintensieve organisaties? (5) Wat is op basis van de organisatiekunde aan te duiden als de voorkeursvariant voor de organisatie van de opsporing van cybercrime? (6) In welke mate voldoet de praktijk aan de voorkeursvariant? Tenslotte volgen conclusies en aanbevelingen. Titel Vlindermessen en djonko's : jeugdcriminaliteit, hangjongeren en een praktijkverhaal uit West Auteur Eric Bervoets ISBN 9789059318373 Gaat over jeugdcriminaliteit en dan met name criminaliteit en intimidatie door groepen jongeren. Gaat in op enkele (beleids)trends en belicht voorbeeld uit de praktijk rond een criminele jeugdgroep uit Amsterdam-West. De opkomst en ondergang van die groep wordt gereconstrueerd aan de hand van analyse van persoonsdossiers bij onder meer justitie en hulpverlening, aanvullende interviews met professionals die ooit met de groep te maken hadden en gesprekken met oudgedienden. Om de in de casus gevonden patronen breder te trekken wordt deze Poortmangroep vergeleken met bestaande onderzoeksliteratuur over jeugdgroepen, jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheidsbeleid.
Colofon Uitgegeven door Lectoraat Criminaliteitsbeheersing & Recherchekunde, Politieacademie www.politieacademie.nl/lectoraatcriminaliteitsbeheersing
Redactie Lectoraat Criminaliteitsbeheersing & Recherchekunde
Contactgegevens Nicolien Kop (lector),
[email protected] Willem Schutte (programmamanager),
[email protected] Jan Struijs (adviseur),
[email protected] Walter Hilhorst (projectleider),
[email protected] Ronald van der Wal (onderzoeker),
[email protected] Alan Kabki (promotie onderzoeker),
[email protected] Henk Sollie (promotie onderzoeker),
[email protected] Mariette van Kuik (promotie onderzoeker),
[email protected] Renate Klein Haneveld (junior onderzoeker),
[email protected] Monique Wiltink (managementassistente),
[email protected]
Mediatheek Concernlocatie Apeldoorn Arnhemseweg 348 7334 AC Apeldoorn T (055) 539 71 33 E
[email protected] www.politieacademie.nl/mediatheek Contactpersoon: Anouk Eimers-Nijland, Mediathecaris,
[email protected]