1
September 2012
Nieuwsbrief Lectoraat Politiegeschiedenis
Jaargang 2
4
Woord vooraf Sinds het verschijnen van de laatste nieuwsbrief, in april dit jaar, is er veel gebeurd. Na de lectorale rede van Guus Meershoek kort daarna vonden op 12 juni in Apeldoorn een bijeenkomst van de Kenniskring, gevolgd door een seminar in de avond, en op 5, 6 en 7 juli in Warnsveld het Polizeihistorisches Kolloquium plaats. Van al deze bijeenkomsten wordt in deze Nieuwsbrief kort verslag gedaan. Voorts berichten wij u over de voortgang van het onderzoek naar Nederlandse politieloopbanen tijdens de Tweede Wereldoorlog dat wij in opdracht van Politie en Wetenschap uitvoeren. Een andere opgave van het lectoraat, het politiegeschiedenis een volwaardige plaats in het Politieonderwijs geven, vergt onze volle aandacht. Ook daarover een kort bericht. Tenslotte vindt u in deze Nieuwsbrief ook de bekende attendering op nieuwe boeken op het vakgebied, de recensie en de agenda. Graag attenderen wij u ook op de komende bijeenkomst van de Kenniskring op vrijdagmiddag 11 november a.s., met een drietal boeiende thema’s: de ontwerpen van de nieuwe tentoonstellingen in het komende Nationaal Veiligheidsinstituut (voorheen Nederlands Politiemuseum) in Almere en in Villa Ten Hompel in Münster, een presentatie over vrouwen in de Oost- en West-Duitse politie en een thema uit de Marechausseegeschiedenis. Rest ons u te attenderen op de website van het lectoraat waar u onder meer verspreide publicaties van het lectoraat en een Canon van de Nederlandse politiegeschiedenis kunt vinden. https://www.politieacademie.nl/kennisenonderzoek/Lectoraten/LectoraatPolitiegeschiedenis/Pages/LectoraatPolitie geschiedenis.aspx
Politieloopbanen tijdens de Duitse bezetting Vorig jaar honoreerde Politie en Wetenschap een aanvraag van het lectoraat tot financiele ondersteuning van een onderzoek naar de diversiteit in Nederlandse politieloopbanen tijdens de Duitse bezetting. Sinds april van dit jaar doen Tommy van Es en Jos Smeets onderzoek ten behoeve van het schetsen van portretten van tien politiemannen in oorlogs- en bezettingstijd. Daartoe bezochten zij onder meer het Nationaal Archief, in het bijzonder het Centraal Archief voor de Bijzondere Rechtspleging. De werkzaamheden liggen op schema: momenteel zijn vier politiemannen beschreven: Bram Harrebomee, Tinus Osendarp, Chris de Gier en Engelhart Beekman. Begin september kwamen de onderzoekers samen met de begeleidingscommissie. Deze staat onder voorzitterschap van oud-hoofdcommissaris Jan Wiarda en telt als leden Janine Janssen, Bob-Joop van der Woude, Jan Swaan, Peter Romijn en Wout Buitelaar. Namens Politie en Wetenschap nemen Annemieke Venderbosch en Renske Emmelkamp aan de beraadslagingen deel. Voor de onderzoekers/schrijvers was dat een spannend moment: hoe zouden zij oordelen over de eerste resultaten? De commissie reageerde positief, de teksten waren met veel interesse gelezen en vervolgens ontspon zich een levendig en zeer vruchtbare discussie. Aan de onderzoekers de taak om in de komende maanden de resterende portretten te schrijven.
Het lectoraat en het onderwijs Het lectoraat heeft nadrukkelijk ook de opdracht om de in de afgelopen jaren verworven kennis van de politiegeschiedenis een plaats te geven in het politieonderwijs. Jos Smeets en Ronald van der Wal werden in het verleden al wel af en toe gevraagd over politiegeschiedenis les te geven. Guus Meershoek gaf in het afgelopen jaar les in de opleiding Master of Science in Policing en bij incidentele gelegenheden. Met diverse opleidingen zijn afspraken gemaakt om politieonderwijs te verzorgen en zijn de eerste nieuwe lessen al verzorgd. In de Tactisch Leidinggevenden Leergang verzorgen Ronald (tot Eerste Wereldoorlog), Jos (Interbellum), Guus en Tommy (Duitse bezetting en jaren zeventig, tachtig en negentig) samen vier dagdelen. Bij de School voor Hogere Politiekunde verzorgt Ronald in het eerste jaar een college Algemene Politiegeschiedenis en Guus in het derde jaar een vijftal lectorale colleges Sleutelfiguren in de Nederlandse politiegeschiedenis. In de opleiding Master of Science in Policing geeft Guus vier dagdelen college over de geschiedenis van politiestelsels in Europa. Ook zijn we in gesprek met de School voor Gevaarsbeheersing en de School voor Politiekunde over het leveren van een voor hen passende bijdrage. Het lectoraat stelt voor al deze cursussen lesmateriaal samen en verzamelt met hulp van Paul Kroes van de Mediatheek en Jos Breukers van het Politiemuseum ondersteunend audiovisueel materiaal. In de komende maanden hopen wij met de collega’s in het onderwijs onze bijdrage verder uit te bouwen en te borgen zodat politiegeschiedenis daar een vaste plek kan krijgen.
Lectorale rede Voorafgaand aan de lectorale rede vond in het hoofdbureau van politie te Den Haag een klein seminar plaats over de politie in de jaren zeventig, bezocht door een honderdtal geïnteresseerden. Prof.dr. James Kennedy sprak over Nederlandse bestuurders in naoorlogs Nederland en hun optreden in de roerige jaren zestig en zeventig. Daarna gaf prof.dr. Wim Willems, geboren en getogen in Den Haag, een fraaie schets van de jeugd in de hofstad in de jaren zeventig. Zijn betoog bevatte voor velen herkenbare beelden. Na beide lezingen volgde een korte discussie en een lunch in de foyer. Aan het begin van de middag konden de deelnemers in een zevental werkgroepen luisteren naar inleidingen over thema’s in de toenmalige politiezorg. In de namiddag was dan eindelijk Guus Meershoek aan de beurt. Hij sprak over de oud-hoofdcommissaris van Den Haag dr. C. Peijster. In zijn betoog, met als titel Kees Peijster en de herijking van de maatschappelijke politierol, benadrukte Guus het belang van Peijster als denker en vernieuwer van de Nederlandse politie. Als vooruitstrevende liberaal besefte hij aan het eind van de jaren zestig dat de politie nieuwe wegen moest inslaan, en moest aansluiten bij de grote veranderingen die in de maatschappij plaatsvonden. Zijns inziens kon de politie met een meer transparante werkwijze de publieke kritiek doorstaan. De politie moest bovendien een verdere democratisering van de samenleving bevorderen. Agenten moesten zich hiervan bewust worden en naar de nieuwe idealen handelen. Zo maakte Peijster ook werk van het aannemen van vrouwen bij de Haagse gemeentepolitie. Sommigen in de politie zagen hem als een nieuwlichter waarvan men niets wilde weten. Hoewel Peijster al kort na zijn terugtreden overleed, liet hij een belangrijke erfenis na. Hij baande de weg voor een nieuwe generatie politieofficieren die eind jaren zeventig het rapport Politie in Verandering het levenslicht deden zien. Bij het uitspreken van de rede waren Peijsters weduwe en kinderen aanwezig.
Guus Meershoek in gesprek met professor Pieter Tops.
Na de rede was er gelegenheid om tijdens een receptie van gedachten te wisselen en herinneringen op te halen. De dag was een succes en we hopen dat het lectoraat Politiegeschiedenis hiermee op de kaart is gezet binnen- en buiten de politieacademie. Van de rede is een gedrukte versie verschenen bij uitgeverij Boom-Lemma. Een digitale versie is vrij verkrijgbaar bij Aukje Kramps en te downloaden van de website van het lectoraat. De gehele rede is bovendien te zien op you tube.
De Kenniskring en avondseminar Op 12 juni vond de tweede Kenniskringbijeenkomst van het lectoraat plaats, in de avonduren gevolgd door een seminar. Op de eerste bijeenkomst stond het biografieënboek over politiemannen in oorlogstijd centraal. Geaffilieerd onderzoeker Tommy van Es schetste een beeld van de Amsterdamse inspecteur van gemeentepolitie Bram Harrebomee. De leden van de kenniskring toonden veel interesse en prompt kwam een zeer levendige discussie op gang. Vervolgens vertelde Jos Smeets over Chris de Gier die bij de Koninklijke Marechaussee en het korps Rijkspolitie heeft gediend. Ook op zijn uiteenzetting volgde talloze reacties. Historici stelden vragen over de toegepaste onderzoeksmethoden terwijl (oud-)politiemensen vooral geïnteresseerd bleken in de drijfveren van geschetste personen. Vragen werden beantwoordt, maar ook werden nieuwe indringende vragen opgeroepen. Het seminar in de avond had als thema de positie van de burgemeester in het politiebestel. Onder de aanwezigen bevonden zich ook enkele burgemeesters onder wie mevrouw M. Vos-van Gortel. Het spits werd afgebeten door de Nijmeegse historicus Harm Kaal die in 2008 promoveerde op een biografie van de vooroorlogse Amsterdamse burgemeester Willem de Vlugt. Hij schetste een beeld hoe deze burgemeester geconfronteerd werd met grootschalig oproer, politiek activisme en het begin van de Duitse bezetting. Hij wierp licht op de gecompliceerde gezagsverhoudingen waarmee deze burgemeester als hoofd van de politie te maken kreeg en op zijn relatie met
zijn zeer zelfbewuste korpschef. Vervolgens reageerde oud-burgemeester Ed d’Hondt op dit verhaal. Hij trok enkele lijnen door naar de huidige tijd en zo kwamen ook de nationale politie en de rol van de burgemeester in het komende politiebestel ter sprake. Na de pauze reageerde voormalig korpschef van regiopolitie Twente Martin Sitalsing. In heldere lijnen schetste hij welke problemen er in de toekomst op bestuurders en politiemensen afkomen. Een stevige discussie volgde waarin burgemeesters en (oud-)politiemensen zich niet onbetuigd lieten.
Mevr. M. Vos-van Gortel in gesprek met Guus Meershoek
Het 23ste Polizeihistorisches Kolloqium in Warnsveld Na enige voorbereiding ging op 5 juli jl. het alweer 23ste Polizeihistorisches Kolloqium van start, ditmaal in Warnsveld. Aanwezig waren een vijfentwintigtal onderzoekers uit Duitsland, Frankrijk, de Verenigde Staten en natuurlijk ons eigen land. Helaas moesten enkele Duitse en Tsjechische collega’s verstek laten gaan, waaronder de oprichter van het colloquium, prof.dr. Alf Lüdtke. Ondanks deze kleine tegenslag voldeed de internationale samenkomst aan alle verwachtingen. Het thema was dit jaar de recherche. Voor het lectoraat Politiegeschiedenis leverden Ronald van der Wal, Jos Smeets en Tommy van Es bijdragen. Ronald gaf een schets van de ontwikkeling van de recherche in de 19e en begin 20ste eeuw. Hij maakte duidelijk van hoever de recherche en de wetenschappelijke opsporingskunst feitelijk waren gekomen. Jos Smeets sprak over de internationale politiesamenwerking in het Interbellum, meer speciaal over de Nederlanders Marius van Houten, Karel Broekhoff en Ad Sirks. Dit driemanschap stond aan de wieg van de Internationale Kriminalpolizeiliche Kommission en
voorloper van Interpol. Tommy van Es presenteerde zijn onderzoek naar de Rotterdamse politieman Engelhart Beekman, met steun van de bezetter oprichter van de eerste Nederlandse rechercheschool. Ook lector forensische opsporing Christianne den Poot leverde een bijdrage. Zij schetste de ontwikkeling van het forensisch onderzoek en het belang van de rol in het politieonderwijs. Op vrijdagmiddag maakten de deelnemers een uitstapje naar het Marechausseemuseum in het Gelderse Buren. Medewerker Rijk Grisel verzorgde een rondleiding in het Duits. Uiteraard werd de deelnemers ook nog een kijkje achter de schermen gegund en een indruk gegeven van de aanwezige documentatie. In de dependance van het museum werden de voordrachten voortgezet. Wij danken, mede namens de deelnemers, de directie en het personeel van het museum voor de verleende gastvrijheid. Naar aanleiding van het seminar heeft Guus Meershoek een uitnodiging ontvangen van Cambridge University Press om op basis van een selectie van de gepresenteerde papers een bundel uit te geven.
Korte berichten; Artikel in SIAK-Journal Iets later dan verwacht verscheen in juni het in de vorige nieuwsbrief aangekondigde artikel van Jos Smeets over de geschiedenis van de politiegeschiedschrijving in Nederland, in het huisblad van het Oostenrijkse ministerie van Binnenlandse Zaken: SIAK-Journal. Een digitale versie van het artikel is verkrijgbaar bij Aukje Kramps. Het artikel in Oostenrijk goed ontvangen en Jos heeft al een uitnodiging ontvangen om meer bijdragen aan het blad te leveren. Gedenkboek Frima De bibliotheek van de vooroorlogse Modelpolitievakschool in Hilversum wordt beheerd door de stichting Frima, vernoemd naar de voormalige directeur van deze school. Deze bibliotheek bevindt zich in Huis ’t Velde in Warnsveld. In het vooruitzicht van haar tienjarig bestaan heeft de stichting het lectoraat gevraagd om een voorstel tot het schrijven van een gedenkboek. Het streven is een boek te produceren dat niet alleen een geschiedenis van de school bevat maar ook lijnen trekt naar de huidige discussies over de toekomst van het politieonderwijs. Jonas Campion voor drie maanden in Nederland Vanaf begin oktober zal de Belgische politiehistoricus Jonas Campion met een studiebeurs van de universiteit Leuven aan het lectoraat verbonden zijn om onderzoek te doen. Jonas promoveerde op een vergelijkende studie over de oorlogse en naoorlogse geschiedenis van de Gendarmerie National Belge (Rijkswacht), de Franse Gendarmerie en de Koninklijke Marechaussee. Voor dat doel verrichte hij onderzoek in ons land in het Nationaal Archief en het Marechausseemuseum te Buren. De komende drie maanden sluit hij als onderzoeker aan bij het lectoraat. Op de Kenniskringbijeenkomst zal hij een voordracht houden Gendarmeriecongres te Parijs Jos Smeets is uitgenodigd om volgende zomer op een internationaal symposium aan de Sorbonne in Parijs een paper te presenteren over een thema uit de Nederlandse Marechausseegeschiedenis. .
Publicaties van het lectoraat Piet van Reenen, Guus Meershoek, ‘Geweldbeheersing door de Nederlandse politie in een gewelddadige eeuw’ in: Cahiers Politiestudies, jrg. 2012, nr. 2, p. 159-175. Guus Meershoek, ‘Van schutterij tot Nationale Politie. Politiezorg in historisch perspectief’ in: Secondant, 2012, nr. 3-4, p. 32-35.
Recensie The killer of Little shepherds. A true crime story and the birth of forensic science. Douglas Starr Uitgeverij: Simon & Schuster, 2011
Foto moordenaar Joseph Vacher
Sommige historische gebeurtenissen behoeven geen opsmuk, maar stimuleren zo krachtig de verbeeldingskracht dat zij van begin tot eind een spannend verhaal opleveren. Een goed voorbeeld hiervan is het levensverhaal van de moordenaar Joseph Vacher (1869-1898), de Franse Jack the Ripper, die aan het einde van de negentiende eeuw het platteland onveilig maakte. Zijn verhaal is opgetekend door Douglas Starr in zijn boek The killer of little shepherds. Uitgebreid onderzoek in archieven, kranten en dagboeken heeft een boeiend relaas opgeleverd, dat niet alleen de misdadige praktijen van Vacher blootlegt, maar ook schetst hoe de ontwikkeling van de criminologie en opsporing aan het einde van die eeuw in een stroomversnelling raakte. De ex-militair Vacher begon zijn moorddadige carrière na een onbeantwoorde liefde en een vergeefse zelfmoordpoging. Na een korte tijd opgesloten te hebben gezeten in een krankzinnigengesticht werd hij wegens goed gedrag vrijgelaten. Vanaf dat moment leidde hij een zwervend bestaan en maakte hij vermoedelijk meer dan 25 slachtoffers. Uiteindelijk zou hij elf moorden bekennen. Zijn misdaden vertoonden vrijwel steeds eenzelfde patroon. In afgelegen streken vergreep hij zich aan jongens en meisjes, meestal schaapherders. Hij verkrachtte ze en sneed hen vervolgens met een fileermes de keel door. Daarna maakte hij zich zo snel mogelijk uit de voeten naar een ander arrondissement. Dit laatste was geen toeval, want Vacher wist dat de politie en justitie in de arrondissementen slecht samenwerkten en dat daardoor de opsporing naar zijn persoon werd bemoeilijkt. Soms legde hij tientallen kilometers in een nacht te voet af. De keren dat hij werd aangehouden door politie of gendarmerie wist hij zich er met een vlotte babbel en het vertoon van zijn militair paspoort vanaf te maken. Vacher was duidelijk herkenbaar. Hij droeg steevast een muts van konijnenbont. Zijn gezicht was verminkt door een pistoolschot waarmee hij zich destijds van zijn leven had willen beroven. Verscheidene getuigen die na elk van de moorden werden gehoord gaven steeds aan een man met een konijnenmuts en litteken in de omgeving van de moord te hebben gezien. Politie en justitie in de verschillende betrokken arrondissementen waren niet in staat om deze gegevens aan elkaar te koppelen. Zo kon Vacher ruim drie jaar lang zijn gang gaan.
Dat Vacher uiteindelijk werd aangehouden was mede te danken aan de inspanningen van de magistraat Emile Fourquet die het opsporingsonderzoek leidde. Hij slaagde er in een verband te leggen tussen de moorden en kwam wel tot een helder daderprofiel en signalement. Nadat Vacher in het voorjaar van 1879 na een ruzie met een boer in de Ardèche door twee gendarmes was aangehouden, werd al snel duidelijk dat hij gezocht werd voor moord. De tweede hoofdpersoon in dit boek is professor en criminoloog Alexandre Lacassagne (1843-1924). Deze professor aan de Faculté de médecine Légale van de universiteit van Lyon en redacteur van het toonaangevende criminologische tijdschrift Archives d’anthropologie criminelle, was een pionier in de forensische wetenschap en criminologie. Hij was expert op het gebied van de toxicologie en onderzoek van bloedsporen. Daarnaast had hij een grote interesse in sociologie en criminele psychologie. Lacassagne was ook een van de voormannen van de zogeheten Franse School die zich in het criminologische debat profileerde tegenover de Italiaanse School onder leiding van de beroemde Cesare Lombroso. In tegenstelling tot zijn opponent geloofde Lacasagne niet in de theorie van de geboren crimineel, maar vond hij dat vooral de sociale en omgevingsfactoren bepalend waren voor (crimineel) gedrag. Zijn wetenschappelijke bijdragen aan de criminele psychologie brachten Lacassagne in aanraking met Vacher. Hij onderzocht of Vacher toerekeningsvatbaar – in het toenmalige jargon: krankzinnig – was of niet. Mocht Vacher toerekeningsvatbaar worden verklaard, wat Lacassagne op grond van zijn onderzoek ook bepleitte, dan wachtte hem niets anders dan de doodstraf. Lacassagne’s betoog was overtuigend genoeg. In 1879 werd Vacher op de guillotine geëxecuteerd. Na zijn dood werd Vacher het middelpunt van een wetenschappelijke discussie tussen criminologen. Zijn schedel bleef namelijk bewaard voor hersenonderzoek, wat in die tijd bij meer misdadigers gebeurde. Naarstig ging men op zoek naar sporen van het ‘criminele brein’. Ook nu was het Lombroso die meende te kunnen bewijzen dat Vachers brein dergelijke kenmerken vertoonde, een aanname die door de Franse wetenschappers opnieuw werd bestreden. Starr weet de speurtocht naar Vacher en de wetenschappelijke ontwikkeling van de criminologie op een fascinerende manier te combineren. Het verhaal is spannend en leest als een roman. Dat laatste maakt The killer of little shepherds tot een boek dat je moeilijk loslaat.
Nieuwe boeken Tom van de Broeck, Formalisering / informalisering van sociale controleprocessen: 20 jaar politie- en veiligheidsbeleid in perspectief Den Haag: Boom Lemma, 2012 Dit boek maakt een balans op van het Belgische politionele- en integrale veiligheidsbeleid van de afgelopen twee à drie decennia vanuit perspectief van sociale controle en de daarbij gewijzigde verhouding tussen formele en informele sociale controleprocessen. Daarbij staat de vraag centraal of de zogenaamde ‘gemeenschapsgerichte politiezorg’ en andere integrale veiligheidsinitiatieven die ook een verbetering van contact en afstemming met het publiek nastreefden al dan niet leidden tot herwaardering, ondersteuning en versterking van de informele sociale controle. Guus Meershoek, Kees Peijster en de herijking van de maatschappelijke politierol Den Haag: Boom Lemma, 2012 Kees Peijster was niet alleen korpschef in Vlaardingen (1959 - 1970) en hoofdcommissaris van de politie in Den Haag (1970 - 1982), maar ook een publicist die met een stroom van artikelen de door de culturele revolutie van de jaren zestig in het slop geraakte politie een uitweg uit de problemen wees. Onderhavige studie, een uitgebreidere versie van de rede waarmee de auteur in april 2012 aantrad als lector Politiegeschiedenis aan de Politieacademie, belicht hoe Peijster tot zijn opvattingen kwam en welke moeilijkheden hij als korpschef bij de verwezenlijking moest overwinnen. Bevat tevens enkele van Peijsters belangrijkste publicaties en zijn bibliografie. Guus Meershoek, Onzichtbaar, integer, weinig gerespecteerd: grondtrekken van de Nederlandse politietraditie Amsterdam: Reed Business, 2012 Wanneer ontstond er in de Nederlandse politie een zeker zelfbewustzijn en hoe ging die politie zich toen zien? Hoe veranderde in de loop der tijden de eigen opvatting van goed politiewerk? Hadden politiebeambten het idee over
gezag in de samenleving te beschikken? Onderhavig essay zoekt aan de hand van de begrippen identiteit, beroepsopvatting en gezag een antwoord op deze vragen. De studie baseert zich op een bonte verzameling historische bronnen. In de eeuwenlange traditie van politiewerk in Nederland blijken dan drie visies te kunnen worden onderscheiden die doorwerken tot op de dag van vandaag. Tim Weiner, Vijanden van de staat: De geschiedenis van de FBI Amsterdam: De Bezige Bij, 2012 Schetst een beeld van de Amerikaanse binnenlandse veiligheidsdienst, de FBI, de opsporingsdienst die de Amerikanen moet beschermen tegen verborgen vijanden binnen de landsgrenzen. Sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog heeft de FBI jacht gemaakt op communisten, radicalen en tegenwoordig op terroristen. Het boek wil aantonen hoe de dienst nu al bijna een eeuw lang ook loyale Amerikanen in zijn netten heeft gevangen. Het is geheel gebaseerd op met name genoemde bronnen, waaronder een opzienbarende verzameling dossiers van J. Edgar Hoover, en ruim 200 gesprekken met agenten die tijdens en na Hoovers 48-jarige staat van dienst als hoofd van de FBI hebben gediend. Franklin E. Zimring, The city that became safe: New York's lessons for urban crime and its control Oxford [etc.]: Oxford University Press, cop. 2012 A comprehensive investigation into New York’s falling crime rates. The usual understanding is that aggressive police created a zero-tolerance law enforcement regime that drove crime rates down. Is this political sound bite true? The study shows the numbers are correct. It argues that some combination of more cops, new tactics, and new management can take some credit for the decline. New York teaches that targeted harm reduction strategies can drastically cut down on drug related violence even if illegal drug use remains high. And New York has proven that epidemic levels of violent crime are not hard-wired into the populations or cultures of urban America. J.A. Blaauw, De Puttense moordzaak - dossier gesloten -: de volledige geschiedenis tot en met de veroordeling van de werkelijke dader Baarn: De Fontein, 2012 In dit boek belicht oud-hoofdcommissaris en recherchechef van de Rotterdamse politie de feitelijke situatie op de plaats delict, de moord en verkrachting van Christel Ambrosius in Putten. Via verklaringen van een aantal getuigen komt hij uit bij de vier verdachten. Deze legden tijdens de politieverhoren binnen een periode van ongeveer vier maanden gezamenlijk zo'n 240 verklaringen af. Vooral die verklaringen vormen de kern van dit boek. Pas in 2008 wordt door een exacte DNA-match de werkelijke dader Ron P. opgepakt, die in november 2011 wordt veroordeeld tot achttien jaar. D. Bruin, Onkruid vergaat niet: ontwikkeling van het Nederlandse coffeeshopbeleid en de samenwerking tussen strafrecht en bestuursrecht Uitgave [s.l.]: Organic Press, 2012 Het boek beschrijft de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke geschiedenis van het coffeeshopbeleid in Nederland, met extra aandacht voor de situatie in Rotterdam. Het is een overzicht van de huidige instrumenten van het beleid rond coffeeshops en haar ontstaansgeschiedenis.
Stages Voor studenten is het mogelijk in het kader van een studie elders stage te lopen bij het lectoraat Politiegeschiedenis. Zij krijgen dan gelegenheid om onderzoek voor een werkstuk te verrichten, worden daarbij begeleid en kunnen kennismaken met de politiepraktijk. Van hen zal worden gevraagd om in beperkte mate te participeren in het politieonderwijs. Belangstellenden kunnen zich aanmelden bij Aukje Kramps.
Agenda Vrijdag 12 oktober 2012, Concernlocatie Politieacademie Apeldoorn: lectorale rede prof.dr. Toine Spapens, lector Milieucriminaliteit, getiteld De complexiteit van milieucriminaliteit; de aard van het misdrijf, de opsporing en de samenwerkingsrelaties
Vrijdagmiddag 9 november, 13.00-17.00 uur, Concernlocatie Politieacademie Apeldoorn: Kenniskringbijeenkomst lectoraat Politiegeschiedenis. Nadere aankondiging volgt. Woensdag 12 en donderdag 13 december 2012, The Ceder, Deinze, België: conferentie:”Tides and currents in police theories” Meer informatie Politiestudiecentrum Universiteit Gent. Guus meershoek treedt op als coreferent.
Colofon Uitgegeven door het lectoraat Politiegeschiedenis
Redactie Jos Smeets, m.m.v. Paul Kroes en Guus Meershoek
Contactgegevens Tommy van Es
[email protected] 06 40 89 48 54 Aukje Kramps:
[email protected] Tel 055-5392347 Guus Meershoek:
[email protected] tel 06-207.27.276 // PA 11.87.04.54 Dolf van Raaij
[email protected] tel 06-22.89 03.91 Jos Smeets:
[email protected] Tel 06-101.699.08 Ronald van der Wal
[email protected] tel 06-516.64.329