NIEUWSBRIEF LECTORAAT NIEUWE ENERGIE (januari 2011) ENERGIEKE GEDACHTEN (door Zeger Vroon) IMDEP: Veel Aandacht In Pers In de afgelopen twee weken zijn naar aanleiding van de start van het IMDEP-project artikelen verschenen in o.a. Trouw en Dagblad de Limburger en in de vakbladen Cobouw, Energiegids, Solar Business en Technisch Weekblad. Hieronder is het artikel weergegeven dat gepubliceerd is in de Energiegids. Wie vandaag voor zonne-energie kiest, legt op zijn dak photovoltaïsche panelen, die steeds vaker uit Azië komen. Zeger Vroon, bijzonder lector zonne-energie bij Hogeschool Zuyd, denkt dat dit anders kan en moet. “We moeten deze zonnecellen integreren in de gebouwschil.” Een consortium onder leiding van Hogeschool Zuyd krijgt 0,75 miljoen euro subsidie om de eerste demonstratieprojecten te realiseren. Tussen 2016 en 2018 zal de kostprijs van zonne-energie – zonder subsidie – net zo hoog zijn als elektriciteit uit fossiele brandstoffen. Twee jaar later zal zonne-energie goedkoper zijn. Ook in de Benelux zal daardoor de vraag naar zonnepanelen toenemen. Tegen die tijd moeten we echter een andere oplossing hebben gevonden dan het op het dak schroeven van de panelen. “We moeten naar geïntegreerde modules toe, bijvoorbeeld in het dak, maar denk ook aan gevels en het glas van ramen”, zegt Zeger Vroon. De onderzoeker, afkomstig van TNO Industrie Techniek, is als bijzonder lector verbonden aan het lectoraat Nieuwe Energie van Hogeschool Zuyd. Dat heeft samen met het lectoraat Gebouwde Omgeving en Regionale Ontwikkeling een consortium opgericht dat deze ambitie gaat waarmaken. Behalve Hogeschool Zuyd zitten in dit consortium Avans Hogeschool, de TU Eindhoven, Wageningen Universiteit, TNO, de bedrijven Bamboo Solutions, CaubergHuygen Raadgevende Ingenieurs en de drie Limburgse producenten van zonne-energie: Solland Solar, Scheuten Solar en Solar Modules Nederland. Samen krijgen ze de komende vier jaren 0,75 miljoen euro RAAK-subsidie. Het gaat niet alleen over de integratie van energieleverende producten in bouwmaterialen. “Een andere trend waar we op inspelen, is bouwmaterialen duurzamer maken”, legt Zeger Vroon uit. “Beton en baksteen, de materialen die we nu gebruiken, zijn niet zo duurzaam. Als we een zonnepaneel in het dak integreren, moet dat wel een duurzaam product zijn.” Bovendien moet de levensduur net zo lang zijn als die van een huidig dak. En daarna moet het gerecycled kunnen worden. Juist omdat bouwen regionaal bepaald is – grofweg een straal van zo‟n 500 kilometer – is dit RAAK Pro project zo belangrijk, voor Limburg en voor Nederland, zo zeggen de betrokkenen. Zeger Vroon: “Als we erin slagen om zonnecellen in het dak, gevel of het raam te integreren, kunnen we de productie van deze cellen in Nederland houden. Anders zul je dezelfde trend zien als in de halfgeleiderindustrie; die is weg uit Nederland omdat er te weinig toegevoegde waarde in zat.” Nu nog heeft Limburg drie fabrieken waar PV-zonnecellen worden gemaakt. Om die werkgelegenheid en kennis te behouden, is innovatie noodzakelijk.
NIEUWSBRIEF LECTORAAT NIEUWE ENERGIE (januari 2011) De bijzonder lector is daarom blij dat alle drie de Limburgse bedrijven zich bij het consortium aansluiten. “Als dit slaagt, creëren we een nieuwe economie en worden we minder afhankelijk van het buitenland.” Hogeschool Zuyd is penvoerder van het project, dat onder de vlag van RiBuilT wordt uitgevoerd. Wageningen Universiteit gaat zich vooral op de duurzame materialen richten; de TU Eindhoven is erbij betrokken vanwege de belasting en verankering in daken. TNO heeft al ervaring met built in PV-installaties. Vanuit de beide hogescholen zullen in eerste instantie vooral studenten van de faculteiten Techniek en Life Sciences betrokken raken. Zeger Vroon schat dat jaarlijks tien studenten mee kunnen doen aan het project. “In eerste instantie zal de nadruk op de techniek liggen. Later gaat het ook om de procesinnovatie in de bouw. Dat zal nog voldoende uitdagingen opleveren.” De Wijk van Morgen in Heerlen is daar echter een ideale proeftuin voor. De Wijk van Morgen is een duurzame wijk die gebouwd wordt op het European Science and Business Park Avantis te Heerlen/Aken. Hier worden vier energiezuinige en slimme gebouwen ontwikkeld, gerealiseerd, geëxposeerd en geëxploiteerd. Naast deze gebouwen wordt ook een duurzame publieke ruimte ingericht. Het betreft een samenwerkingsverband tussen het VMBO/ MBO/ HBO onderwijs. Zeger Vroon hoopt hier over enkele jaren een gebouw met zo‟n nieuwe schil te realiseren. PID Smart Chain: 1e ronde goedgekeurd Op 12 januari 2011 hebben we het bericht gehad dat “Het Pieken in de Delta Voorstel Zuidoost Solar Module Value Chain for International BIPV Concepts (Smart Chain)” in de 1e ronde is goedgekeurd. Naast de Hogeschool Zuyd zijn in dit project Solar Modules Nederland, Rimas, TNO, ECN, Hogeschool Zuyd, Eurotech, XYZTEC, GTE, Oskomera Solconnex, Trespa, Chematronics, Al Industrial Systems actief. Het budget van de Hogeschool Zuyd is ca kEur 165, - en de verwachte looptijd medio 2011 tot 2014. De hoofdonderwerpen in dit project zijn: 1) De ontwikkeling van innovatieve, geïntegreerde productieprocessen voor PV modules, te realiseren in prototype module productie equipement. 2) De opzet van een esthetisch geaccepteerd PV moduleconcept voor grootschalige toepassing in de gebouwschil (dak en gevel), te realiseren in een demonstrator PV module concept. Meer weten: Zeger Vroon (
[email protected])
NIEUWE ENERGIE IN DE GEBOUWDE OMGEVING iiSBE: Komst Secretariaat Naar Avantis De komst van iiSBE International (international initiative for a Sustainable Built Environment) naar Avantis biedt zowel voor deze internationale organisatie als voor Hogeschool Zuyd kansen. Daar is Nils Larsson, directeur van iiSBE, van overtuigd. “We winnen hier beide bij.” Nils Larsson is al praktisch zijn hele architectenloopbaan bezig met concepten voor duurzaam gebouwde woningen en bedrijfspanden.
NIEUWSBRIEF LECTORAAT NIEUWE ENERGIE (januari 2011) Duurzaam in de betekenis die het woord ook in De Wijk van Morgen heeft: bouwen met hernieuwbare materialen die geen effect hebben op lucht, water en land. En gebouwen die geen energie verbruiken, liefst energie produceren. In de jaren negentig heeft Larsson in zijn thuisland Canada al concepten ontwikkeld voor commerciële gebouwen die de helft minder energie verbruikten dan de toenmalige standaard. “Zo ben ik in deze wereld gerold”, zegt hij, uitkijkend op De Wijk van Morgen. Hier is namelijk sinds kort het secretariaat van iiSBE gevestigd. Naast de kamers waarin Zuyd-studenten aan de nieuwe generatie gebouwen van De Wijk van Morgen werken. Larsson was in 2001 een van de oprichters van iiSBE. “In een pub in Oxford”, lacht hij. Het was de architecten, ingenieurs en wetenschappers menens. “We waren allemaal bezig met de duurzaam gebouwde omgeving, maar wisten niet van elkaar wat de ander deed. De onderlinge communicatie was niet goed.” Aanvankelijk bood de organisatie vooral een communicatieplatform. Inmiddels zijn meer dan 500 professionals van alle continenten actief binnen iiSBE. De helft zijn onderzoekers, de helft werkt als architect of ingenieur. De activiteiten van iiSBE reiken verder dan het informatieplatform, ofschoon dat nog steeds een belangrijke taak is. De organisatie heeft SB-Tool ontwikkeld, een instrument dat je eenvoudig kunt aanpassen aan lokale eisen en aan bepaalde gebouwtypen, om vervolgens inzicht te krijgen in hoe duurzaam je (bouw)plannen zijn. Onder andere de Italiaanse Piemonte-regio heeft hiermee positieve ervaring opgedaan. “De overheid heeft het gebruikt voor het beoordelen van subsidie-aanvragen. De kracht van SB-Tool is dat je het systeem kunt aanpassen aan lokale behoeften.” Een andere activiteit zijn de internationale werkgroepen, die theoretisch nieuwe concepten uitwerken, bijvoorbeeld voor een synergy grid, een wijkinfrastructuur voor zowel energie als water. En samen met de FIDIC in Genève (internationale organisatie van consulting-engineers) lanceert iiSBE in januari een wereldwijd forum, waarop het bedrijfsleven en overheden kunnen zien waaraan gewerkt wordt op het vlak van de duurzaam gebouwde omgeving. Na het succesvolle congres SB10 dat Hogeschool Zuyd afgelopen najaar organiseerde onder de vlag van iiSBE, zijn de contacten verstevigd. Dat leidt er nu toe dat de organisatie haar secretariaat vanuit Parijs naar Avantis verhuist. Nils Larsson: “Ook in Canada en de VS heb je sterke partijen op het vlak van groene gebouwen die daar goed werk doen. Maar ze zijn vooral georiënteerd op business. In Europa is men meer op kennis gericht, net als wij. Daarom is Europa voor ons de beste plek.” De keuze voor Avantis wordt ingegeven door zowel de centrale ligging van Zuid-Limburg, de nabijheid van De Wijk van Morgen, als de aanwezigheid van Hogeschool Zuyd. Onlangs hebben beide partijen een samenwerkingsovereenkomst getekend. Deze biedt de internationale organisatie voor het eerst de kans om voor twee dagen per week een betaalde kracht aan te stellen én om studenten in te zetten bij projecten. Zo heeft de afgelopen drie maanden al een Tsjechische student onder de hoede van Hogeschool Zuyd gewerkt aan de database met internationale artikelen die iiSBE beheert. “We hebben een strategie om onze informatie via het internet beter toegankelijk te maken, maar niet de mankracht. Die kans hebben we nu gekregen.”
NIEUWSBRIEF LECTORAAT NIEUWE ENERGIE (januari 2011) Ronald Rovers, lector Gebouwde Omgeving aan Hogeschool Zuyd, ziet de komst van iiSBE als een kans voor hogeschoolstudenten om internationale ervaring op te doen. “Daarnaast is dit voor ons de kans om De Wijk van Morgen internationaal nog verder uit te dragen. Laten we kijken of iiSBE ons concept kan adopteren en kan verspreiden over de wereld.” Zo‟n internationale uitrol van het De Wijk van Morgen concept zal wellicht nodig zijn. Want, zegt Nils Larsson, er moet nog veel gebeuren om overheden en marktpartijen te overtuigen van de noodzaak anders om te gaan met de gebouwde omgeving. “Ik geloof niet dat we succesvol bezig zijn met de klimaatverandering. Er gebeurt gewoon niks totdat een van de wereldsteden door een grote natuurramp getroffen wordt, ben ik bang. Daarom moeten we doorgaan ons thema op de agenda te blijven zetten.” De rol van iiSBE is hierbij vooral die van linking pin tussen de gebruikers en de bezitters van informatie, tussen onderzoekers en overheden c.q. marktpartijen. Daar kunnen de hogeschoolstudenten nu ook aan meewerken. Bron: De Wijk van Morgen
NIEUWE ENERGIE IN HET ONDERWIJS Stichting Limburg Elektrisch: Eén Miljoen Duurzame En Gezonde Woon-werk Kilometers
Dat elektrische mobiliteit een stevige bijdrage kan leveren aan onze klimaatdoelstellingen en het verbeteren van onze leefomgeving mag inmiddels als een gegeven beschouwd worden. Maar toch kiezen we nog niet voor elektrische vervoermiddelen zoals de Qwic, Floow, Drymer, Twike, Tazzari, Think, Leaf of Tesla. Heeft het te maken met onbekendheid, gewenning of weerstand tegen verandering? Dat zal zeker meespelen, we zijn het immers goed gewend met onze alleskunners van auto‟s die we dagelijks gebruiken. We zijn er verslaafd aan geraakt. We weten dat fietsen gezonder is maar bedenken allerlei smoezen om de fiets te laten staan, te ver, te zwaar, te vies weer, mijn pak! We staan liever in de file. De prijs is uiteraard ook een thema. Elektrisch vervoer staat aan het begin van de product life cycle. Ondanks de zeer lage operationele kosten is de aanschafprijs nog een drempel, nog los van het gemeende imagoverlies. Zonder wat stimulering kan de transitie en mind-switch naar lichtgewicht elektrische mobiliteit nog lang duren. En het is maar de vraag of we ons dat kunnen permitteren.
NIEUWSBRIEF LECTORAAT NIEUWE ENERGIE (januari 2011) De Stichting Limburg Elektrisch wil daar verandering in brengen. Door samen met ondernemers, overheid, media en de Hogeschool Zuyd een duurzaam mobiliteitscentrum op de kaart te zetten. Dit centrum wil met een mobiliteitsproject het gebruik en de ontwikkeling van duurzame mobiliteit stimuleren door mobiliteitsconcepten aan werknemers en werkgevers aan te bieden, zowel voor woon-werk, zakelijk als privé gebruik. Daarnaast gaat de stichting een platformfunctie vervullen. Een platform waar geïnteresseerden en belanghebbenden informatie en kennis uitwisselen over alternatieve vervoersconcepten. Het mobiliteitsproject is gebaseerd op drie pijlers: verlagen van mobiliteitskosten, verbetering van de leefomgeving en gezonder leven door meer beweging tijdens woon-werk verkeer. Het doel is om Limburgers in de komende twee jaar minimaal één miljoen duurzame en gezonde woon-werk kilometers te laten rijden, door zoveel mogelijk Limburgers kennis te laten maken met de verschillende types van elektrisch vervoer, actief (meetrappen) en passief (alleen “stroom” geven). Dit kan met demonstratiedagen, enkele maanden kennismaken, shortlease constructies (die niet meer kosten dan de kilometervergoeding) en (lease)koop. Doelstellingen Stichting Limburg Elektrisch: o o o
o
70 Deelnemende bedrijven en 700 medewerkers hebben gedurende een langere periode kennis gemaakt met elektrisch vervoer waarbij de ervaringsgegevens zijn geanalyseerd en gepubliceerd. Limburg is geïnformeerd via de media, publicaties en events over de mogelijkheden van elektrisch vervoer Een platform voor projecten, producten, diensten en kennis rondom duurzame en gezonde mobiliteit in Limburg. Het mobiliteitsproject realiseert een minimaal benodigd marktvolume elektrische voertuigen zodat een autonome groei kan ontstaan Een vliegwieleffect door de activiteiten van de stichting „Limburg elektrisch‟, de investeringen van externe partijen in elektrische mobiliteit is een veelvoud van de initiële investering in de Stichting Limburg Elektrisch.
En natuurlijk 1.000.000 duurzame en gezonde kilometers. Meer weten: Edward Bongers van Stichting Limburg Elektrisch (
[email protected]) of Willem Janssen (
[email protected])
Proefopstelling Waterstof: Standalone Energiecentrale In de nieuwsbrief van november werd al gemeld dat de nieuwe waterstofproefopstelling geleverd was en dat deze in het Energielab (A0.130) geplaatst zou worden. In diezelfde maand zijn alle onderdelen van de proefopstelling in elkaar gezet en het grootste deel ervan is direct getest. Daarbij zijn enkele kleine probleempjes geconstateerd, maar die konden ter plekke verholpen worden. Daarna was het geteste deel klaar voor gebruik. Maar nog niet alles kon direct geïnstalleerd worden.
NIEUWSBRIEF LECTORAAT NIEUWE ENERGIE (januari 2011) De complete proefopstelling is een standalone systeem waarin zonne-energie wordt opgevangen. Via omzetting naar waterstofgas wordt deze duurzame energie gebufferd in een opslagcilinder, waarna het waterstofgas later weer via een brandstofcelstack omgezet wordt naar elektriciteit. De gehele opstelling bestaat uit: Zonnepanelen, die gelijkstroom genereren. Twee accu‟s die de energie van de panelen kunnen opslaan. Een omvormer die de gelijkstroom omzet in 230 Volt wisselstroom (230 VAC) Een elektrolyseur (230 VAC) die uit demiwater waterstofgas maakt. Een metaalhydride opslagcilinder voor de waterstofopslag (energieopslag!). Een brandstofcel voor het omzetten van de gebufferde waterstof naar elektriciteit. Meetapparatuur om bijvoorbeeld de gasstroom te meten en stroom, spanning en temperatuur van de brandstofcelstack. De zonnepanelen van deze opstelling konden niet direct in gebruik genomen worden. We willen deze panelen het liefst plaatsen op een zonnige plek, dicht bij de rest van de proefopstelling. En dan graag ook nog op een opvallende plaats, zodat naar de buitenwereld toe zichtbaar gemaakt wordt waar we op de Hogeschool mee bezig zijn. Ons voorstel: bij de noodtrappen van de A-vleugel. Of het dit ook wordt hangt af van ons locatiemanagement, de architect en de welstandscommissie van de gemeente Heerlen. Het gedeelte van de proefopstelling dat nu operationeel is begint bij de elektrolyseur. Voorlopig steken we de stekker van de elektrolyseur in een gewoon stopcontact maar binnen niet al te lange tijd, moet de benodigde stroom opgewekt worden door onze zonnepanelen. De energie van de panelen wordt dan eerst opgeslagen in de twee accu‟s, zodat dag/nacht fluctuaties in het aanbod van zonne-energie opgevangen kunnen worden. Sinds 15 november worden er door studenten proeven uitgevoerd met deze opstelling en dat loopt uitstekend. De eerste groep studenten moest werken op basis van een concept van een practicumhandleiding. Naar aanleiding van de ervaringen van deze en volgende studenten is dat concept al diverse malen aangepast en verbeterd. De proefhandleiding is nu min of meer klaar. In de praktijk blijkt dat het aantal opdrachten, iets te groot is voor de beschikbare practicumtijd. Dat komt vooral door de groep experimenten die bij een stacktemperatuur van 30 oC of 40 oC uitgevoerd moeten worden. Het blijkt veel tijd te kosten om de gevraagde temperatuur stabiel in te regelen. Er moet dus in het aantal opdrachten nog een beetje gesnoeid worden, of de temperatuurregeling moet vereenvoudigd en versneld worden. In de loop van dit schooljaar zullen naar verwachting ook de zonnepanelen operationeel worden. Ook daar zal de handleiding op aangepast worden, zodat uiteindelijk het hele standalone proces onderzocht kan worden, los van de lichtnetaansluitingen: beginnend bij het genereren van duurzame elektriciteit uit zonnepanelen. Daarna maken we via elektrolyse waterstofgas en slaan we dat gas op in een metaalhydride cilinder.
NIEUWSBRIEF LECTORAAT NIEUWE ENERGIE (januari 2011) En uiteindelijk gebruiken we een brandstofcel om weer elektriciteit op te wekken vanuit het gebufferd waterstofgas. Het principe van de standalone energiecentrale met opwekking en opslag van Duurzame Energie is dan duidelijk gedemonstreerd en inhoudelijk onderzocht. Meer informatie: Ruud Boetes (
[email protected])
Project Streetscooter De samenwerking tussen RWTH, Nedcar en Hszuyd in het kader van het Streetscooterproject heeft een aantal resultaten opgeleverd. Een streetscooter is geen scooter, wat de naam zou suggereren, maar een elektrische auto. Een student van de opleiding HEAO Financieel Management heeft in een business case onderzocht op welke manier de streetscooter voor de Nederlandse Spoorwegen een extra toegevoegde waarde zou kunnen hebben. Studenten van de Faculteit Commercieel Management hebben een onderzoek in de Euregio uitgevoerd. Doel van het onderzoek was om te peilen wat de huidige mobiliteitsbehoefte bij de respondenten is, wat hun toekomstige mobiliteitsbehoefte is, en welk bedrag zij voor deze mobiliteitsbehoefte over hebben. Het laatste wat onderzocht is, is de vraag aan welke functionaliteiten zou een elektrische auto moeten voldoen, om interessant genoeg te zijn voor de consument. Student van de opleiding Technische Bedrijfskunde heeft als voorbereiding voor de opdracht van techniek studenten een onderzoek verricht. Dit onderzoek had betrekking op de methodieken die gebruikt zouden kunnen worden om warm en koude opslag voor een elektrische auto te optimaliseren. Op basis van dit onderzoek gaan studenten van de faculteit Techniek metingen verrichten onze elektrische auto, de Think. Ten slotte heeft een promovendus van het Lectoraat Life Science een literatuurstudie uitgevoerd naar zelfreinigende materialen. Poetsen van je auto zou dan tot het verleden kunnen behoren. Meer weten: Werner Eussen (
[email protected])
NIEUWSBRIEF LECTORAAT NIEUWE ENERGIE (januari 2011) NIEUWE ENERGIE IN DE REGIO Limburgse Dag Van De Nieuwe Energie: Stand Van Zaken
Op dinsdag 12 april aanstaande zal voor de derde keer de Limburgse Dag van de Nieuwe Energie plaatsvinden. Het programma richt zich deze editie met name op het transitieproces en de stappen die nodig zijn om te komen tot een duurzame energievoorziening in de regio. Aan de hand van een roadmap voor de regio die door het onderzoeksinstituut RiBuilT is opgesteld en aan de hand van een concreet, geslaagd voorbeeld van lokaal duurzaam energiebeleid wordt gekeken naar de mogelijkheden en kansen van de regio. In het plenaire gedeelte zijn er twee sprekers. Onze eerste keynote spreker is de heer Vadasz, burgemeester van de Oostenrijkse gemeente Güssing. Güssing is de eerste Europese stad die volledig zelfvoorzienend is op het gebied van energie. De heer Vadasz zal een presentatie zal geven over de bereikte resultaten in zijn gemeente. Jacques Kimman zal in zijn lezing de roadmap voor de regio bespreken en de strategische keuzes waar we voor staan toelichten, en ingaan op kansen en mogelijkheden. Naast het plenaire gedeelte zijn een viertal workshops gepland. Deelnemers kunnen kiezen uit vier workshops in drie parallelsessies. o o o o
Workshop Duurzame Bedrijventerreinen Workshop Duurzame Stadsontwikkeling Workshop transitieprojecten van het lectoraat nieuwe energie uitgezet in de roadmap matrix Workshop CHEMaterials Campus
Volgende week zal de website van de Limburgse Dag van de Nieuwe Energie in de lucht zijn en is het mogelijk zich aan te melden. Deelname is beperkt tot maximaal 120 personen. Meer informatie: Hella Wilmes (
[email protected])
Master Of Science In Energy Systems De Master of Science in Energy Systems (MSES) is een tweejarig masterprogramma in het Engels. De master is toegankelijk voor studenten uit Duitsland en andere landen. Het programma wordt aangeboden door de Fachhochschule Aachen in samenwerking met het Research Centrum Jülich (RCJ), een onderzoeksinstituut van wereldformaat met deskundigen op het gebied van Energy Engineering. Er is een wereldwijd tekort aan goed opgeleide energieingenieurs.
NIEUWSBRIEF LECTORAAT NIEUWE ENERGIE (januari 2011) De MSES is bijzonder populair onder Oost-Europese studenten en studenten uit ontwikkelingslanden. In 2001 is de eerste course gegeven met 20 studenten uit 10 verschillende landen. Sindsdien beginnen elk jaar in maart ongeveer 30 studenten aan de tweejarige master. Het academische jaar is verdeeld in winter- en zomersemesters. De Master of Science in Energy Systems begint jaarlijks in maart en september. Inschrijven voor het programma van maart is mogelijk tot en met 15 november, voor de course in september geldt een deadline van 15 juni.
COURSE CONTENT
First Year: Same For Everyone Fundamentals of Engineering Basics of Energy Systems Mathematical Tools and Simulation Industrial Energy Technology Modelling of Systems and Processes Business Administration and Energy Economics and Policy Second Year: Selection Of Three Modules Energy Efficiency Renewable Energy Systems Fossil Energy Techniques Energy Applications Advanced Modelling Techniques Plant Engineering Transformation of Energy Sustainable Energy Systems and Energy Economics Materials in Energy Techniques Communication & Computer Skills Management Skills The program concludes with the Master‟s thesis
Een van de hoofddoelen van het programma is om buitenlandse studenten naar Duitsland te brengen door ze een Engelstalige Engineering Master te bieden, met als streven de internationale relaties te intensiveren. In sommige gevallen mogen studenten deelnemen aan uitwisselingprogramma‟s met partneruniversiteiten, onderzoek uitvoeren of werkervaring opdoen in andere landen dan Duitsland. Het hele onderwerp „energie‟ wordt in de breedste zin van het woord benaderd. Het onderzoek en de ontwikkeling op dit vlak, overlappen aanzienlijk met verschillende gebieden van natuurwetenschappen en engineering. Al deze gebieden zijn voorzien van expertise, komende van verscheidene instituten van RCJ en door de gespecialiseerde afdelingen van de Aachen University of Applied Sciences (Juelich Campus). Van brandstofcellen tot nucleaire technologie, van zonnecelbouw tot biologische energieprocessen, voor al deze specialisaties zijn er experts beschikbaar die bijdragen aan de educatieve ontwikkeling van geïnteresseerde jonge mensen van over de hele wereld.
Buiten de technische problemen van energievoorziening/transitie en energie-efficiëntie, zullen ook de algemene problemen van de wereldeconomieën zoals de productie van energie, de beschikbaarheid ervan, de relatie tussen energie en samenleving, en de duurzaamheid van energiesystemen, in deze master behandeld worden. Energie ingenieurs zijn nodig op het gebied van energievoorziening/transitie, distributie en verbruik/gebruik, inclusief de ontwikkeling van energiebesparing- en energievoorzieningmogelijkheden met hoge milieustandaards.
NIEUWSBRIEF LECTORAAT NIEUWE ENERGIE (januari 2011) Verder worden ingenieurs gevraagd die kundig zijn in brandstofcellen, biobrandstoffen, zonnepanelen, waterstoftechnologie, CO2-reductie technologie, en fossiele en nucleaire brandstoffen. Afgestudeerden vinden werk in de dienstplanning en directie (leidinggevende) van bedrijven en lokale overheden, in milieubeschermende agentschappen en afdelingen, net zoals in private consultancy en ingenieursbureaus. Meer informatie: Jacques Kimman (
[email protected])
Colofon De nieuwsbrief wordt uitgegeven door het Lectoraat Nieuwe Energie. Hebt u vragen en/of opmerkingen neem dan contact op met Jean-Paul Stienen:
[email protected]. De eindredactie wordt gedaan door Werner Eussen:
[email protected]. Bent u geïnteresseerd in de onderwerpen „nieuwe energie‟ en „duurzaam bouwen‟? Neemt u dan een kijkje op: http://www.ribuilt.eu/Onderzoeksgroepen/NieuweEnergie.aspx. Hier vindt u informatie over het Lectoraat Nieuwe Energie, onze projecten en activiteiten. Daarnaast vindt u hier interessante nieuwsberichten, publicaties en informatie over evenementen op het gebied van duurzaamheid en nieuwe energie.