Naar Huis JAARVERSLAG 2014
22 april 2015
Algemene gegevens en colofon Gegevens Kamer van Koophandel Op 30 juni 2009 is de fusieakte verleden tussen Interstede en Progrez. De verkrijgende rechtspersoon was Stichting Interstede (dossiernummer 23006058) en de verdwijnende rechtspersoon Woningstichting Progrez (dossiernummer 23034318). De nieuwe naam is Stichting Trivire. Datum vestiging: 10 april 1913. De statuten van Stichting Trivire zijn herzien bij de juridische fusie met de Wilhelmina Stichting op 1 juli 2012, waarbij de laatste stichting is verdwenen en Trivire optrad als verkrijgende stichting. Contactgegevens Kantooradres: Stichting Trivire, Callistolaan 2, 3318 JA, Dordrecht Correspondentieadres: Stichting Trivire, Postbus 8008, 3301 CA, Dordrecht Telefoonnummers: 078 633 16 00 (algemeen nummer), 078 633 16 33 (reparatielijn). Faxnummer: 078 633 16 99 RSIN-nummer: 003062284 Website: www.trivire.nl E-mail:
[email protected] Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Trivire heeft de ANBI-status. De voor de ANBI-status verplichte informatie is te vinden op de website van de stichting. Ook dient melding gedaan te worden over het beloningsbeleid voor het personeel. Het beloningsbeleid voor het personeel is geheel conform de CAO voor personeel in dienst van woningcorporaties. Lidmaatschappen en deelnemingen Aedes Trivire is lid van Aedes Vereniging van woningcorporaties en heeft de Aedescode ondertekend. Ook past Trivire de principes van de door Aedes opgestelde Governancecode Woningcorporaties toe. Stichting Woonkeus Drechtsteden Voor de distributie van leegkomende woonruimte aan nieuwe huurders maakt Trivire gebruik van de diensten van Stichting Woonkeus. Trivire is medeoprichter en deelnemer in die stichting. CorpoData, WSW en CFV Voor de uitwisseling van de gegevens uit dit jaarverslag naar het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) maakt Trivire gebruik van het uitwisselingssysteem CorpoData. FSC-hout Trivire is sinds 2006 convenantpartner van FSC Nederland. Dat wil zeggen dat Trivire in alle renovatie- en nieuwbouwprojecten hout met het FSC-keurmerk gebruikt. Het onafhankelijke FSC-keurmerk geeft zekerheid: hout en houtproducten die het keurmerk dragen, komen uit verantwoord beheerde bossen. De FSC-standaard stelt eisen aan de bosbeheerders, op het gebied van milieu, sociale aanpak en economie. Fair Trade Sinds het najaar van 2010 is Dordrecht benoemd tot Fair Trade gemeente. Deze titel krijgt een stad als in lokale winkels, horeca en bedrijven duidelijk zichtbaar eerlijke producten worden gebruikt. Ook Trivire heeft bijgedragen aan het bereiken van dit keurmerk. Koopgarant® en Koopcomfort® Trivire is licentiehouder van Koopgarant® en Koopcomfort®. Deze producten worden gevoerd door de stichting Opmaat in Amersfoort en zijn bedoeld om een brug te slaan tussen de huur- en de koopmarkt. Stadsherstel Drechtsteden N.V. Trivire is aandeelhouder van Stadsherstel Drechtsteden, een naamloze vennootschap (alle aandelen zijn in handen van de regionale woningcorporaties), die zich richt op verwerving, herstel en exploitatie van rijksmonumenten en beeldbepalende gebouwen in de Drechtsteden. Stadsherstel Drechtsteden N.V. is in 2012 juridisch gefuseerd met haar 100%-dochter B.V. Voorstraat, waarbij deze laatste is opgehouden te bestaan. Pro-Net Projectontwikkeling B.V. Trivire is houder van alle aandelen van Pro-Net Projectontwikkeling B.V. Pro-Net Projectontwikkeling is als enige vennootschap overgebleven nadat in 2012 alle (7) (klein)dochtervennootschappen van Trivire zijn gefuseerd, waarbij bovendien al het vastgoed is overgedragen aan Trivire. De vennootschap richt zich op de ontwikkeling en het beheer van onroerende zaken. Deze activiteiten vinden plaats in het kader van de doelstellingen van Trivire. Samenwerking HVC In juni 2012 heeft Trivire een contract getekend met afvalverwerker HVC met betrekking tot het aansluiten van diverse complexen op het, nog aan te leggen, restwarmtenet. Deze restwarmte ontstaat bij de vuilverbanding in de HVC-installatie op de Staart te Dordrecht. In de eerste nieuwbouwprojecten, zoals De Prinsemarij, zijn voorzieningen getroffen om aan te sluiten, zodra het kan. In 2013 zijn de eerste complexen in de bestaande bouw hiervoor voorbereid.
Landelijk Hofjesberaad Op instignatie van de toenmalig wethouder van Dordrecht, de heer J.W. Spigt, is de Wilhelmina Stichting toegetreden tot het Landelijk Hofjesberaad. Dit beraad is een platform waarin de eigenaren/beheerders van hofjes elkaar ontmoeten, kennis delen en informatie uitwisselen. Met de fusie tussen de Wilhelmina Stichting en Trivire in 2012 – en het verdwijnen van de Wilhelmina Stichting - is het lidmaatschap overgegaan op Trivire. Erkend leerbedrijf Sinds 2012 is Trivire een erkend leerbedrijf voor de functie ‘middenkaderfunctionaris bouw’. Corporatie Starterslening (CSL) Trivire heeft geld voor de Corporatie Starterslening opzij gezet bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). De Corporatie Starterslening ondersteunt starters bij de aankoop van hun eerste woning. De lening overbrugt het verschil tussen het hypotheekbedrag dat starters bij de bank kunnen lenen volgens de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) en de totale verwervingskosten van de woning. De hoogte van de Corporatie Starterslening hangt af van inkomen en eigen vermogen van de starter op de koopwoningmarkt en de voorwaarden van Trivire. Naast huurders van Trivire komen alle starters op de koopwoningmarkt in aanmerking voor de Corporatie Starterslening van Trivire bij de aankoop van een woning van Trivire. Social media Trivire maakt voor haar communicatie – naast brieven, publicaties, telefoon, e-mail en website – ook gebruik van social media. Zo is Trivire te volgen via Twitter (@Trivire) en op FaceBook (Trivire wonen).
Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 1 1. Bestuursverantwoording ...................................................................................................................... 2 2. Volkshuisvestingsverslag .................................................................................................................... 6 2.1. Woongelegenheden ......................................................................................................................... 6 2.2. Leefbaarheid ..................................................................................................................................... 9 2.3. Wonen en zorg/bijzondere groepen ............................................................................................... 11 2.4. Toewijzen, verhuren en vervreemden ............................................................................................ 12 2.5. Betrekken bewoners en geschillenbeslechting .............................................................................. 13 2.6. Financieel beleid, beleggingen en (onrendabele) investeringen .................................................... 15 2.7. Overige activiteiten ......................................................................................................................... 24 2.8. Overleg gemeenten en regio .......................................................................................................... 25 2.9. Verbindingen .................................................................................................................................. 26 2.10. Doelen 2014 ................................................................................................................................. 28 2.11. Verantwoording Warmtewet ......................................................................................................... 29 3. Verslag Huurdersraad ....................................................................................................................... 30 4. Verslag Ondernemingsraad .............................................................................................................. 34 5. Verslag Raad van Commissarissen (RvC) ........................................................................................ 35 6. Jaarrekening ...................................................................................................................................... 45 6.1. Balans per 31-12-2014 (na resultaatbestemming) ......................................................................... 46 6.2. Winst- en verliesrekening over 2014 .............................................................................................. 48 6.3. Kasstroomoverzicht (directe methode)........................................................................................... 49 6.4. Algemene toelichting ...................................................................................................................... 50 6.5. Grondslagen voor waardering van activa & passiva ...................................................................... 51 6.6. Grondslagen voor de resultaatbepaling ......................................................................................... 61 6.7. Financiële instrumenten en risicobeheersing ................................................................................. 64 6.8. Kasstroomoverzicht ........................................................................................................................ 66 6.9. Toelichting op de balans ................................................................................................................ 67 6.10. Toelichting op de winst- en verliesrekening ................................................................................. 84 6.11. Toelichting op het kasstroomoverzicht ......................................................................................... 92 6.12. Overige informatie ........................................................................................................................ 93 6.13. Overige gegevens ........................................................................................................................ 96 6.14. Kengetallen ................................................................................................................................... 99
Inleiding Het jaar 2014 kan gerust omschreven worden als een jaar waarin de Nederlandse volkshuisvesting een keerpunt heeft bereikt. Dat werd in ieder geval gemarkeerd door de herziening van de Woningwet (met daarbij een Novelle en een aantal Nota’s van wijziging) waarover de stemming in de Tweede Kamer plaatsvond op 11 december van het verslagjaar en die vervolgens naar de Eerste Kamer werd gestuurd. Maar het meest in het oog springend in 2014 was de afronding van de parlementaire enquête Woningcorporaties. Als eerste met 56 openbare verhoren in het voorjaar en de zomer, gevolgd door een eindrapport dat op 30 oktober 2014 werd aangeboden aan de Tweede Kamer en dat als titel meekreeg Ver van huis. In het rapport onderzoekt de commissie 15 incidenten die zich in de afgelopen 20 jaar (sinds de brutering) hebben voorgedaan en gaat daarbij in op drie vragen. Wat ging er mis? Hoe heeft dat kunnen gebeuren? Wie is daarvoor verantwoordelijk? De commissie stelt onomwonden vast dat ‘woningcorporaties in de afgelopen twintig jaar essentiële bijdragen hebben geleverd aan de sociale volkshuisvesting in Nederland. Zij hebben er mede aan bijgedragen dat van omvangrijke gettovorming en verpauperde woonwijken in Nederland geen sprake is.[…] de kwaliteit van de Nederlandse sociale woningvoorraad van relatief hoog niveau’ (is) […] en ‘dat woningcorporaties in veel gevallen met grote inzet en bevlogenheid dagelijks hun 1 maatschappelijke opdracht uitvoeren.’ Toch heeft de commissie met de keuze voor de titel ‘Ver van huis’ proberen aan te geven dat corporaties te ver van hun oorspronkelijke opdracht zijn afgedreven. Zij presenteert een groot aantal aanbevelingen om corporaties weer naar die oorspronkelijke opdracht terug te bewegen. Trivire is niet betrokken geweest in de parlementaire enquête, noch was daar enige aanleiding toe. Ook in 2014 heeft Trivire zich toegelegd op de drie terreinen die benoemd zijn in haar ondernemingsvisie (Trivisie 2.0): huisvesten, samen wonen & samen leven, ontplooien & ontwikkelen. In dit jaarverslag legt zij met plezier verantwoording af over de intenties voor, inzet in, en de in 2014 bereikte resultaten. Intenties, inzet en resultaten die allemaal te maken hebben met datgene wat veel mensen aan het eind van iedere dag willen: naar huis. Naar de plek die zij ‘thuis’ noemen en waar zij zich ook ‘thuis’ kunnen voelen. Net als in het jaarverslag over 2013 proberen we, met minder woorden dan voorheen, meer te zeggen. Daarvoor gebruiken we tabellen, grafieken en afbeeldingen waar en wanneer die beter werken dan woorden. In aparte kaders staan we stil bij thema’s die dit jaar een bijzondere rol speelden. Dit verslag bevat uiteraard de onderdelen die volgens het Burgerlijk Wetboek en het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) verplicht zijn. Als eerste treft u aan de bestuursverantwoording, gevolgd door het volkshuisvestingsverslag, en de verslagen van de Huurdersraad, Ondernemingsraad en de Raad van Commissarissen (RvC). Afgesloten wordt met de jaarrekening.
1
Rapport parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties, blz. 4
Trivire jaarverslag 2014
1
1. Bestuursverantwoording Terugblik 2014 Een korte terugblik op het jaar 2014: Politiek Het onderzoek van de parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties is in december 2014 afgerond en door de Tweede Kamer aangenomen. Het rapport is hard over de incidenten en komt met vergaande aanbevelingen. Ook in december 2014 is de Novelle bij de Herzieningswet Woningwet door de Tweede Kamer unaniem aangenomen. De wet legt corporaties forse beperkingen op in werkterrein en eigen beleidskeuzes. Er volgt een nieuw Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting (BTIV2015). In 2014 was weer sprake van een inkomensafhankelijke huurverhoging. Door deze forse stijging neemt de betaalbaarheid van het wonen snel af. De verhuurdersheffing was in 2014 fors hoger dan in 2013. Landelijk bedroeg deze € 1,2 miljard tegen € 50 miljoen in 2013. Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) had in 2014 13 corporaties onder verscherpt toezicht, vaak vanwege de derivatenportefeuille. Het woningwaarderingstelsel wordt herzien: de waarde van de woning gaat deel uitmaken van de kwaliteit, die weer bepalend is voor de maximale huur. Het scheiden van wonen en zorg leidt bij veel zorginstellingen tot problemen: rendabele verhuur blijkt slecht mogelijk. De nieuwe Huisvestingswet maakt dat gemeenten zich nog slechts met woonruimteverdeling mogen bemoeien bij aantoonbare onrechtvaardige gevolgen van schaarste. De Algemene Rekenkamer omschrijft het toezicht van het rijk op de corporaties in de afgelopen 20 jaar als ‘afwachtend en onvolledig’. Sinds 2014 valt het toezicht op het volkshuisvestelijk presteren onder de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Minister Plasterk past de Wet verlaging Normering Topinkomens aan (WNT2) en loodst deze december 2014 door de Eerste Kamer. Zes hoogleraren presenteren een alternatief voor de Woningwet (Wonen 6.0). De toezichtbrief 2014 van het CFV over Trivire is goedkeurend. Economie/markt De bevolking groeit nog steeds licht, maar vrijwel alleen in de 30 grootste steden. Daarbuiten is sprake van krimp. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) adviseerde om geen nieuwe eengezinswoningen meer te bouwen. Die zullen op termijn leeg staan. De rente was ook in 2014 gezakt tot een historisch dieptepunt. Gevolg daarvan is dat bijna alle derivatenportefeuilles te maken hebben met een negatieve marktwaarde. Er was sprake van een voorzichtig economisch herstel. De woningmarkt kende een historisch laag niveau voor de hypotheekrente, waardoor ook daar herstel begon op te treden. Toch verlaagden de ratingbureaus de waardering van veel banken. Vestia liet een voortvarende aanpak zien van haar (financiële/derivaten)problematiek. Vooral verkoop helpt goed, maar door de lage prijzen is definitief herstel nog ver weg. Een vervolgheffing wordt niet uitgesloten. Ook bij corporaties is sprake van (verwachte) krimp. Door de noodzaak tot kostenbesparing worden kleinere organisaties verwacht met minder taken. In november 2014 zijn de onderhandelingen over een nieuwe CAO voor de corporatiesector door de werkgevers afgebroken. De verschillen bleken niet overbrugbaar. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) gaat sturen op (24) Business Risks en Financial Risks. Lokaal en regionaal Bij de gemeenteraadsverkiezingen op 19 maart 2014 bleken vooral de lokale partijen de grote winnaars. Koningin Maxima bezocht op 10 april 2014 Crabbehof en liet zich door bewoners en betrokken instellingen bijpraten over de aanpak van deze (voormalige) krachtwijk.
Trivire jaarverslag 2014
2
De gezamenlijke corporaties in Zuid-Holland Zuid lieten onderzoeken hoe de woonlasten in de regio zijn. Meer dan 8.200 huishoudens komen maandelijks geld tekort. Van hen woont het leeuwendeel (ruim 5.000 huishoudens) in de Drechtsteden. De corporaties in de Drechtsteden sloten een contract met de Dienst Gezondheid & Jeugd (DG&J, voorheen de GGD) voor de screening van urgenten en bijzondere begeleiding. De kosten daarvan vielen tegen. Collega corporatie Woonbron stopt met haar dochter Triant die veel VvE´s beheert, ook voor Trivire. Maatschappelijke opvanginstelling De Jordaan (een dochter van Stichting De Hoop) sluit haar deuren, waardoor extra druk ontstaat op de woningmarkt. De gezamenlijke woningcorporaties uit de Drechtsteden presenteren zich op 2 september 2014 aan het regiobestuur en aan de Drechtraadsleden. Zij presenteren daarbij ook hun regionale woonlastenonderzoek. De corporaties uit Zuid-Holland Zuid laten aan Aedes weten dat die vereniging zich te veel richt op het bedrijfsbelang van de corporaties en te weinig op de belangen van de klanten van de corporaties. Een gesprek met Aedes volgt. Een van Trivire’s belangrijke samenwerkingspartners, de DG&J slaagde er in 2014 niet in haar begroting op orde te krijgen en werd als gevolg daarvan onder toezicht van de provincie geplaatst.
Trivire De dalende rente legde in 2014 een steeds grotere claim op de beschikbare liquiditeitsbuffer, die ook steeds verder moest worden verhoogd om een rentedaling van 2% te kunnen opvangen. Begin december 2014 bleek de toen beschikbare buffer van € 77,9 miljoen toch nog te klein. In december 2014 zijn aanvullende maatregelen uitgevoerd waardoor Trivire per 31 december 2014 voldoet aan de 2% stresstest. We zien veranderende eisen en verwachtingen vanuit onze klanten, stakeholders en omgeving. Tegelijk is de financiële ruimte om daarop in te kunnen gaan beperkt. Dat vraagt om een aanpassing in de bedrijfsvoering, waardoor rendementen geoptimaliseerd kunnen worden. Vastgoedsturing is gekozen als leidend principe. De veranderende omgeving vraagt ook om nieuwe manieren van participatie. De uitwerking daarvan gebeurt samen met de Huurdersraad, ondersteund door de Woonbond. Tijdens het participatiecongres op 13 november 2014 bespreekt Trivire het idee van een participatieraad. In het jaar 2014 werd de Warmtewet van kracht. Sindsdien is Trivire in ruim 70 complexen warmteleverancier. In 2014 is ook een meerjarenafspraak uitonderhandeld voor de inkoop van (groene) energie tegen een voor de huurders gunstiger vast tarief. We werken op dit onderwerp samen met een professionele partner wat de efficiency in ons werkproces ten goede komt. In 2014 is door Deloitte Belastingadviseurs een notitie opgesteld waarin optimalisatiepunten voor de aangiftes vennootschapsbelasting worden aangegeven. Bij het voorbereiden van de aangiftes wordt gekeken welke van de genoemde maatregelen in welk jaar kunnen worden meegenomen. De maatregelen hebben effect c.q. kunnen worden genomen vanaf het belastingjaar 2012. Uitgangspunt is om binnen de wettelijke kaders betaling van vennootschapsbelasting zo lang mogelijk uit te stellen. In 2014 ontving Trivire een uitspraak op haar bezwaar tegen de verhuurdersheffing 2013. Het bezwaar is afgewezen. Toch is ook samen met enkele andere corporaties bezwaar aangetekend tegen de heffing 2014. Tijdens de jaarlijkse beleidsdag van de RvC op 15 oktober 2014 werd stilgestaan bij het thema Transitie en Transformatie. In de middag waren ook stakeholders van gemeenten en Huurdersraad uitgenodigd. Hoewel Trivire volledig te goeder trouw heeft gehandeld bij de ontwikkeling van het Filmtheater, bleek in 2014 dat de ILT van mening is dat Trivire een einde moet maken aan deze, door haar als onrechtmatig gekwalificeerde, activiteit. Trivire heeft de gemeente hierover geïnformeerd en is in overleg met de huurder over mogelijke koop. In 2014 heeft Aedes de eerste resultaten van haar nieuwe benchmarkcentrum gepubliceerd en wel op de onderdelen huurderstevredenheid en bedrijfslasten. Op deze gebieden scoort Trivire in de middengroep (B) respectievelijk in de staartgroep (C). Vanwege de bevindingen van de parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties omtrent de (soms bedenkelijke) rol van tussenpersonen bij het afsluiten van leningen en andere financiële producten, adviseerde het CFV om een onderzoek in te stellen naar de aan tussenpersonen
Trivire jaarverslag 2014
3
betaalde vergoedingen. Trivire is een dergelijk onderzoek gestart, dat – althans bij het sluiten van het boekjaar – geen bijzonderheden liet zien. Op 3 december 2014 presenteerden de twee in Dordrecht werkzame corporaties zich aan de Raadscommissie Fysieke Leefomgeving van de gemeente Dordrecht. Samen met Woonbron heeft Trivire de leden bijgepraat over lopende ontwikkelingen en toekomstige uitdagingen. In december 2014 had Trivire een (nieuw) kennismakingsgesprek met het WSW. Dat is gebruikt om de wederzijdse verwachtingen uit te spreken. Trivire kent twee externe, onafhankelijke vertrouwenspersonen: een voor zakelijke meldingen en een voor ongewenste omgangvormen. De afgelopen jaren kon steeds gerapporteerd worden dat geen van de vertrouwenspersonen een melding had ontvangen. In 2014 is bij de laatste vertrouwenspersoon één melding binnengekomen omtrent pesten op de werkvloer. Die kwestie is naar behoren afgehandeld.
Bijzondere projecten Naast deze ontwikkelingen en gebeurtenissen was in 2014 ook sprake van een flink aantal bijzondere projecten, waarvan een aantal hier met name genoemd mag worden. Als onderdeel van het nieuwe leefbaarheidsbeleid is gestart met het Trivire Tientje: een systeem waarmee bewonersinitiatieven gesteund kunnen worden. In totaal zijn in 2014 46 initiatieven gesteund voor een totaalbedrag van € 20.000. In 2014 heeft het project voor Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) aan de Nicolaasstraat flinke voortgang geboekt. Er gaan na de sloop zeven koopwoningen verrijzen die door de bewoners zelf worden vormgegeven. Aan de Brouwersdijk en Aagje Dekenstraat zijn in 2014 de eerste palen geslagen voor het nieuwbouwproject Crispijn van Outgaerden: een combinatie van koopwoningen, huurwoningen en zorgwoningen met bedrijfsruimte voor de zorgleverancier. In de nieuwe wijk Volgerlanden in Hendrik-Ido-Ambacht is de aanzet gegeven voor een project voor zogenoemde NOM-woningen. Dat zijn woningen die gegarandeerd geen energie afnemen (nul op de meter). Samen met de gemeente Dordrecht en Woonbron wordt gewerkt aan uitbreiding van het aantal studentenwoningen. Studentenhuisvesting kan de stad aantrekkelijker en levendiger maken. In 2014 zijn door Trivire zeven woningen aan de voorraad studentenwoningen toegevoegd. De vraag vanuit studenten is overigens beperkt. Eind 2013 is in Dordrecht aan de Brouwersdijk het Babyhuis van start gegaan. In 2014 is de moeder/kind-unit volledig bezet geraakt. Jaardoelen Trivire had zich voor 2014 11 concrete jaardoelen gesteld (zie ook hoofdstuk 11).Vijf daarvan waren op 31 december 2014 geheel en tijdig afgerond. Twee andere doelen zijn weliswaar afgerond, maar op een later tijdstip dan gepland. Vier doelen zijn in 2014 niet gehaald. Twee daarvan hadden betrekking op de werkorganisatie (terugdringen ziekteverzuim en opstellen Strategische Personeelsplanning (SPP)), een op duurzaamheidsmaatregelen (510 woningen twee labelstappen verbeteren) en een op het gebied van informatisering (compleet functionerend huurderportal). In control In 2014 is een Plan van Aanpak opgesteld voor het optimaal in control brengen van de organisatie. Dit gaat over sturing op processen en organisatiedoelstellingen via een managementcontrolsysteem. De sturing, meting en verantwoording, alsmede risicobeheersing, worden hiermee stevig verankerd in de organisatie. In 2015 en 2016 worden processen, systemen en personeel ingericht en aangepast op deze nieuwe sturende principes. Daarbij zijn vastgoedsturing op basis van financieel en maatschappelijk rendement, risicobeheersing en procesoptimalisatie de leidende thema’s. Daarnaast zullen we onze klantprocessen gaan inrichten met een Klant Informatie Centrum zodat onze dienstverlening nog klantgerichter wordt. Vastgoedsturing Het proces van vastgoedsturing zal leidend zijn voor de diverse processen in de organisatie. We werken volgens een beleidsachtbaan waarmee we de verschillende werkprocessen met elkaar in verbinding brengen. Meer dan voorheen gaat gezocht worden naar optimalisatie van het financieel en maatschappelijk rendement van de portefeuille. De organisatiedoelstellingen en de financiële continuïteit van de organisatie worden hiermee afgestemd op de vraag van onze doelgroep en de maatschappelijke opgave in onze regio. Trivire jaarverslag 2014
4
Met de nieuwe werkwijze kunnen we meer dan voorheen inzichtelijk maken wat het maatschappelijk rendement voor onze doelgroep is geweest, en met welke efficiency we hebben gewerkt aan deze doelstellingen. Bij het jaarverslag over 2013 kon Trivire vaststellen dat wat haar oprichters in 1913 beoogden, ruim behaald was. Bij dit jaarverslag over 2014 kan ook vastgesteld worden dat de doelen voor Trivire jaarlijks – en terecht – hoger komen te liggen. Voor Trivire was en blijft de opgave van het werken aan wonen en het van betekenis zijn voor mensen boeien en inspireren. Bestuursverklaring Het bestuur verklaart dat alle middelen uitsluitend zijn gebruikt in het belang van de volkshuisvesting. Er is geen sprake geweest van transacties waarbij tegenstrijdige belangen van het bestuur speelden. Dordrecht, 22 april 2015 Wim van der Linden bestuurder
Trivire jaarverslag 2014
5
2. Volkshuisvestingsverslag Dit deel van het jaarverslag bevat de verplichte uiteenzettingen en overzichten die (vooral vanuit het BBSH) aan corporaties worden voorgeschreven.
2.1. Woongelegenheden Onderstaande tabel laat zien hoe de woningvoorraad zich in 2014 heeft ontwikkeld. Ontwikkeling woningvoorraad Huurprijzen (subsidiabele huur): Voorraad per 1 januari 2014 Verkoop Nieuwbouw Fusie Wijziging bestemming Sloop Diverse Aankoop Huurverhoging Voorraad per 31 december 2014 In procenten:
<389,05 1.869
>389,05 <596,75 10.650 -139
-19
-6
-226 1.624 11,6%
-569 9.936 71,2%
>596,75 <699,48 1.402
>699,48
788 2.190 15,7%
7 204 1,5%
202 -5
Totaal 14.123 -144 -25 13.954 100,0%
Instandhouding en verbetering van woningen en bijbehorend vastgoed In juli 2014 was de nieuwe meerjarenonderhoudsbegroting (MJOB) gereed, deze is op basis van de conditiemeting (NEN2767) opgezet. Input hiervoor was het in 2013 vastgestelde onderhoudsbeleid en het strategisch voorraad beleid. Het resultaat van de nieuwe MJOB is dat de kwaliteit van de woningvoorraad in kaart is gebracht. De afgelopen jaren hebben we het onderhoudsbudget gebaseerd op een gemiddelde onderhoudsnorm, met de nieuwe MJOB is dit door middel van een gedifferentieerde onderhoudsnorm per complex. Het reguliere onderhoud bij Trivire is onderverdeeld in een tweetal soorten onderhoud: Onderhoud voor instandhouding van het vastgoed en onderhoud ten behoeve van een kwaliteitsverbetering van het vastgoed. De gewenste onderhoudsniveaus voor instandhouding en kwaliteitsverbetering zijn vastgelegd in het Strategisch Voorraad Beleid (SVB) en doorvertaald naar de MJOB. a. Instandhouding In het instandhoudingsonderhoud worden de belangrijkste bouwdelen onderhouden op het in het SVB aangegeven niveau. Binnen de instandhouding is nog een splitsing gemaakt tussen planmatig- en niet planmatig onderhoud. De uitgaven per onderhoudssoort over 2014: Planmatig onderhoud Niet planmatig onderhoud: - Klachtenonderhoud € 3.583.000 - Mutatieonderhoud € 3.864.000 - Contractonderhoud € 1.993.000 Onderhoud totaal
€ 10.548.000 € 9.440.000
€ 19.988.000
Hiervan is € 18.335.000 via de winst- en verliesrekening ten laste van het jaarresultaat 2014 gebracht. Het resterende deel is geactiveerd. b. Kwaliteitsverbeteringen Binnen de kwaliteitsbegroting kunnen we onderscheid maken in de volgende thema’s: veiligheid, duurzaamheid, comfort, toegankelijkheid en esthetische maatregelen. In 2014 is € 1.298.000 besteed aan deze thema’s. Trivire jaarverslag 2014
6
Veiligheid In 2014 zijn onderzoeken uitgevoerd naar de veiligheidsaspecten brandoverslag, open verbrandingstoestellen, houten vloeren van slechte kwaliteit, galerijvloeren, Kwaaitaalvloeren en asbest. De uitkomsten hiervan zijn verwerkt in de MJOB. De uitkomsten van de asbestinventarisatie zijn met de huurders gecommuniceerd. Daar waar nodig zijn acties ondernomen om direct over te gaan tot saneren. De rest van de saneringen is volgens het asbestbeleids- en beheersplan in de MJOB opgenomen. Projecten Het past om in een jaarverslag ook verslag te doen van de projecten die in het verslagjaar in uitvoering of voorbereiding zijn. Opleveringen hebben niet plaatsgevonden. Crispijn van Outgaerden huur Dordrecht
Aan de Brouwersdijk in Oud Krispijn in Dordrecht ontwikkelt Trivre 32 appartementen in de sociale huur. Gemiva-SVG Groep huurt 20 appartementen met algemene ruimten die worden aangepast voor mensen met een lichamelijke beperking. De bouw is gestart in juni 2014 en het complex wordt naar verwachting opgeleverd in juli 2015.
Crispijn van Outgaerden koop Dordrecht
Aan de Aagje Dekenstraat in Oud Krispijn in Dordrecht worden 21 eengezinswoningen gerealiseerd in de vrije sector koop. De gemiddelde vrij-op-naam prijs is € 170.000. De bouw start in februari 2015 en de oplevering vindt plaats in juli 2015.
Nicolaasstraat Dordrecht
In het kader van de PALT-afspraken (prestatieafspraken lange termijn) in de Drechtsteden heeft Trivire een project geïnitieerd dat wordt ontwikkeld onder CPO. Trivire sloopt hiervoor tien kleine verouderde woningen en verkoopt bouwrijpe kavels aan de kopers. Er worden zeven nieuwe eengezinswoningen teruggebouwd. In het najaar van 2015 worden de woningen opgeleverd.
Johan Willem Frisostraat Dordrecht
In 2014 zijn 21 woningen aan de Johan Willem Frisostraat in Nieuw Krispijn in Dordrecht gesloopt. Er is een nieuw plan ontwikkeld om weer 21 eengezinswoningen in de sociale huur terug te bouwen op de locatie. De bouw start in het voorjaar van 2015 en de oplevering is te verwachten in het najaar van 2015.
Trivire jaarverslag 2014
7
Multi Functionele Accommodatie (MFA) Kort Ambacht Zuid Zwijndrecht
Aan de Karel Doormanlaan in Zwijndrecht ontwikkelt Trivire in nauwe samenwerking met de gemeente Zwijndrecht een MFA van 2 circa 2.500 m BVO. In het gebouw komen een openbare basisschool, een sporthal voor de wijk, een welzijnsinstelling en een wijkkantoor van Trivire. De bouw start in april 2015 en de oplevering wordt half december 2015 verwacht. Als ‘huiskamer’ van de wijk gaat deze MFA een bijdrage leveren aan het bevorderen van de leefbaarheid in de wijk Kort Ambacht Zuid. Volgerlanden oost cluster B1 Hendrik-Ido-Ambacht
In het oostelijk deel van de Vinex-locatie De Volgerlanden, gelegen tussen Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht worden 34 sociale huurwoningen en 10 vrije sector koopwoningen door Trivire ontwikkeld. Door de toepassing van warmte-koude opslag, een warmtepomp, goede isolatie, zuinige ventilatie en de opwekking van zonneenergie door middel van PV-panelen worden de woningen energieneutraal met een EPC=0.
Energieprojecten
In het kader van verduurzaming zijn voor ruim 360 bestaande woningen plannen ontwikkeld om een sprong te maken in het energielabel en energiezuiniger te maken. De meeste van deze woningen krijgen na de ingreep energielabel A. In het najaar van 2014 is de uitvoering gestart en de oplevering vindt plaats vóór 1 juni 2015. Vanaf 2015 bouwen we het programma voor verbetering van de energielabels verder uit. Daarbij streven we de doelstelling na in 2024 gemiddeld label B te hebben in ons woningbezit. Bij het opstellen van het verbeterprogramma zoeken we aansluiting bij het verbeteren van de veiligheidssituatie in de woningen. Daar waar we op korte termijn open verbrandingstoestellen vervangen, of waar we werken aan het beperken van het risico van brandoverslag tussen woningen, zullen de eerste energieprojecten uit het nieuwe programma plaatsvinden.
Trivire jaarverslag 2014
8
2.2. Leefbaarheid Het werken aan leefbaarheid kent twee kanten: Het voorkomen/afwenden van inbreuken op de leefbaarheid Het versterken van de weerbaarheid en zelfredzaamheid wanneer die inbreuken toch plaatsvinden Aan het eerste doel wordt gewerkt door onder meer het realiseren van aantrekkelijke woonbuurten: We letten op spreiding van middengroepen en juist meer kwetsbare groepen over de regio, stad en wijk. We doen dit door in iedere wijk een gevarieerd aanbod aan woningtypen te bieden Trivire investeert waar nodig in maatschappelijk vastgoed met buurt-, wijk- of stedelijke functie Meer aandacht voor voorzieningen voor de middengroepen (deze zijn ook aantrekkelijk voor andere groepen) We bieden een omgeving waarin talenten van mensen kunnen worden opgemerkt, aangesproken en ontwikkeld Het tweede doel richt zich vooral op de inwoners van de wijken en buurten: Wij kennen onze huurders, huurders kennen ons en buren kennen elkaar Onze klanten gedragen zich als een goed huurder. Wij spreken hen daar op aan als dit nodig is We stimuleren dat buren elkaar durven aanspreken op storend gedrag. `Trivire zal waar nodig sturen op het gedrag van mensen via woon- en leefregels en de handhaving daarvan We ondersteunen klanten die zelf op een goede manier actief zijn voor hun buurt, zowel voor de woonomgeving als voor het samenleven in de buurt Bijdragen aan de ontwikkeling van mensen We helpen mensen met een achterstand op weg We zorgen dat mensen zich snel thuis voelen in de buurt of wijk We zorgen dat mensen elkaar helpen We beschikken over een netwerk aan partners waar onze klanten welkom zijn en kansen krijgen Projecten leefbaarheid Ook in 2014 waren er fysieke projecten waarmee de leefbaarheid is verbeterd. Een selectie benoemen we hieronder: Pilot Wijkbeheer Trivire is een pilot gestart waarin de bewoners zelf kunnen aangeven aan welke mate van wijkbeheer zij behoefte hebben. Daarbij verzorgt Trivire een basisniveau van beheer en kan voor eigen rekening een plusniveau van wijkbeheer worden afgesproken. Dit bevordert de betrokkenheid van huurders bij het beheer en de leefbaarheid van hun complex en directe woonomgeving en stimuleert hen hierin ook zelf verantwoordelijkheid te nemen. Tweelingenstraat/Stierstraat In 2013 hebben wij onze bewoners van Tweelingenstraat/Stierstraat geïnformeerd over het voornemen van Trivire om de woningen tussen 2013 en 2018 te gaan slopen. Hiermee hebben wij de bewoners die al lange tijd in onzekerheid waren in de gelegenheid gesteld om te gaan verhuizen. Het gaat om in totaal 104 galerijwoningen aan de Tweelingenstraat/Stierstraat en 24 portiekwoningen aan de Tweelingenstraat. Inmiddels is ruim 60% van de bewoners verhuisd, voornamelijk in de wijk Sterrenburg zelf. De galerijwoningen die vrij zijn gekomen hebben wij tijdelijk verhuurd aan studenten via Livable. Deze tijdelijke bewoners bestaan uit maatschappelijk betrokken studenten die zich als studentvrijwilliger inzetten in verschillende wijken van Dordrecht. Een nieuw jasje voor de Eisingahof In 2013 zijn we begonnen met diverse onderhoudswerkzaamheden in het jongerencomplex Eisingahof. Het dak is vervangen en al het asbesthoudende materiaal is uit het gebouw verwijderd. De buitenkant is in zijn geheel opnieuw geschilderd in de kleur die door het merendeel van de bewoners is gekozen. Ook is in de hal van het complex een digitaal scherm geplaatst waarop Trivire berichten plaatst die relevant zijn voor de bewoners. We constateren dat het nieuws door bewoners beter wordt gelezen. Trivire jaarverslag 2014
9
Ter afronding van deze werkzaamheden hebben we in 2014 in samenwerking met de bewoners het groen rondom het complex aangepakt en heringericht. Zowel het privé-groen als het Trivire-groen. MFA KAZ: een centrale ontmoetingsplek in Kort Ambacht Zuid Trivire start samen met de gemeente Zwijndrecht in april 2015 met de bouw van een MFA in de wijk Kort Ambacht Zuid in Zwijndrecht. Gesitueerd aan de Karel Doormanlaan levert de MFA een bijdrage aan de leefbaarheid in de wijk. Het gebouw moet een belangrijke en centrale ontmoetingsplek worden die de samenhang in de wijk bevordert en de binding tussen mens en buurt vergroot. Basisschool De Dolfijn, Diverz, Trivire en de gemeente Zwijndrecht zijn de hoofdgebruikers. Het wijksteunpunt van Trivire, dat nu in de Kapitein Stamperiusflat 26 zit, verhuist naar de MFA. Begin 2016 zullen de werkzaamheden zijn afgerond.
Wijkactieplan Crabbehof De wijk Crabbehof is de enige van de veertig Vogelaarwijken waar Trivire bezit heeft. Crabbehof maakt deel uit van het postcodegebied 3317, dat in het kader van de wijkaanpak bekend staat als Wielwijk/Crabbehof. De eveneens tot dat gebied behorende wijk Zuidhoven en de woningen in de buurt Amstelwijck zijn uitgezonderd van de aanpak. Het nieuwe kabinet heeft – in navolging van het kabinet Rutte I – besloten door te gaan met de afbouw van de wijkaanpak. Het jaar 2013 was het laatste jaar waarin nog sprake was van een (door de andere Nederlandse woningcorporaties betaalde) rijksbijdrage aan de wijkaanpak. Het programma wordt toch voortgezet, zij het op een beperktere schaal. Opvallend daarin was de herhuisvesting van bewoners uit het Wiardi Beckmanplantsoen en de Van den Tempelstraat. In 2014 is Trivire gestart met de begeleiding van de herhuisvesting van de 52 huurders in het sloopgebied Wiardi Beckmanplantsoen en Van den Tempelstraat met 54 eengezinswoningen. De gemeente is voornemens deze woningen in Crabbehof in de tweede helft van 2015 te slopen. Op 31 december 2014 zijn 36 woningen in tijdelijk beheer van Villex Vastgoedbescherming. Op deze peildatum hebben in totaal 43 huurders een andere woning betrokken of een woning geaccepteerd in nog op te leveren nieuwbouwaanbod in Krispijn. In de top drie van vestigingswijken met vijf of meer huurders afkomstig uit het sloopgebied staan respectievelijk Krispijn, Sterrenburg I en Sterrenburg III. Daarnaast zijn zes huurders geherhuisvest buiten Dordrecht, naar Zwijndrecht, Papendrecht en Sliedrecht.
Trivire jaarverslag 2014
10
2.3. Wonen en zorg/bijzondere groepen Ouderen Een aanzienlijk deel van de woningportefeuille van Trivire is geschikt voor ouderen. In het verleden hebben we (te) veel van deze geschikte woningen gelabeld voor 55-plussers. Daarmee waren de woningen exclusief bedoeld voor deze leeftijdsgroep. Vanwege verhuurbaarheidsproblemen in het seniorensegment heeft Trivire in 2013 de eerste voorbereidingen getroffen om van ongeveer 1.000 seniorenwoningen het seniorenlabel te veranderen en deze woningen breder toegankelijk te maken voor alle leeftijden. Circa 2.000 woningen houden voorlopig het seniorenlabel. Implementatie van deze wijziging heeft plaatsgevonden in 2014. (Scheiden van) wonen en zorg In 2013 heeft Trivire naar aanleiding van het scheiden van wonen en zorg een risico-inventarisatie uitgevoerd op haar zorgvastgoed. Bijna 9% van de huurinkomsten van Trivire zijn afkomstig uit zorg gerelateerd vastgoed. Vervolgens hebben op bestuurlijk- en beleidsniveau met alle partners in de ouderenzorggesprekken plaatsgevonden over de gezamenlijke toekomstvisie. Het jaar 2014 is gebruikt om de daaruit voortkomende afspraken over beheer en verhuur uit te werken en te implementeren. Ook is in 2014 een risico-inventarisatie gemaakt op het zorgvastgoed dat wordt verhuurd aan zorgorganisaties uit de GGZ/VG sector. Eind 2014 is een totaal overzicht van de risico’s aangeleverd aan het CFV. Alle corporaties met tenminste 6% zorgvastgoed hebben een dergelijk overzicht aan CFV moeten aanleveren. Het CFV heeft op basis van de aangeleverde gegevens een aantal corporaties geselecteerd voor vervolgonderzoek. Dit betreft de corporaties waarvan het CFV verwacht dat het zorgvastgoed daadwerkelijk een potentieel risico kan vormen voor de continuïteit van de corporatie. Bij Trivire is daar geen sprake van en dus is een vervolgonderzoek van CFV niet aan de orde. Bijzondere contracten Trivire huisvest op jaarbasis meer dan honderd voorrangskandidaten. In 2014 waren dat er precies 101, waarvan 17 statushouders. Een deel van de voorrangskandidaten heeft alleen een huisvestingsvraag. Een toenemend aantal voorrangskandidaten heeft extra begeleiding nodig bij het zelfstandig wonen. Dat gaat in ieder geval om mensen die een instelling verlaten. De regio-corporaties hebben met de DG&J een aangepaste dienstverleningsovereenkomst voor 2014 afgesloten. In de loop van 2014 hebben de regionale corporaties op initiatief van Trivire met de DG&J invulling gegeven aan de nieuw afgesproken werkprocessen en rol- en taakverdeling. De DG&J leverde het afgelopen jaar een screening van alle voorrangskandidaten. De screening biedt inzicht in de begeleidingsbehoefte. Trivire heeft in 2014 negen voorrangskandidaten gehuisvest met een bijzonder contract, waar huisvesting en intensieve begeleiding gekoppeld zijn. De DG&J heeft verder een regietaak op deze bijzondere contracten. Ook voor een aantal zittende bewoners is een vergelijkbaar bijzonder contract afgesloten. Trivire heeft in 2014 de aangepaste werkprocessen van de bijzondere contracten en de kwaliteit van de regie daarop nauwlettend gevolgd en geëvalueerd. Met daarbij opgeteld de ingrijpende ontwikkelingen op de nieuwe lokale zorginfrastructuur, was dat aanleiding om eind 2014 opnieuw verbetervoorstellen te formuleren voor een nieuwe dienstverleningsovereenkomst over 2015.
Trivire jaarverslag 2014
11
2.4. Toewijzen, verhuren en vervreemden Toewijzen en verhuren Goedkope huurwoningen worden zoveel mogelijk verhuurd aan lagere inkomens en duurdere woningen aan midden- en hogere inkomens. Een uitzondering kan worden gemaakt voor huishoudens die urgent woonruimte nodig hebben. Onderstaande tabel laat zien hoe Trivire in 2014 haar leegkomende woningen verhuurd heeft. Verhuringen 2014 Totaal vrijgekomen voor verhuur Waarvan met huurprijs > € 699,48 Verhuurd ‘om niet’ Vrijgekomen DAEB Verhuurd huishoudens > € 34.678 Verhuurd huishoudens < € 34.678 Verhuurd huishoudens zonder inkomen Aantal huishoudens binnen DAEB Percentage verhuurd binnen DAEB (906/957)
Trivire eigen verhuur 943 4 2 937 51 831 55 886
Van Trivire via derden 20 20 20 20
Totaal 963 4 2 957 51 851 55 906 95%
Vervreemden Trivire heeft in totaal 144 woningen uit de bestaande voorraad verkocht waarvan drie woningen met specifieke voorwaarden (verkoop onder voorwaarden). Verkoop is aan de orde wanneer (delen van) het bezit niet (meer) (past) bij de bedrijfsdoelstellingen of bij de wenselijke woningportefeuille. Ook vindt verkoop plaats om financiële redenen. In de Meerjarenbegroting (MJB) is rekening gehouden met een structurele verkoop van gemiddeld 55 woningen per jaar. Verkoop vindt primair plaats aan huurders. Wanneer huurders niet willen kopen, vindt verkoop plaats bij mutatie. Incidenteel worden complexen in hun geheel verkocht aan derden. Dat laatste is in 2014 twee maal het geval geweest, namelijk met de complexen aan de Engelsetuin/Straatsburgsestraat en aan de Stadspolderring. Ontruimingen Helaas moet naast een groot aantal verhuringen over 2014 ook een aantal ontruimingen worden gemeld. De landelijke trend dat het aantal ontruimingen fors stijgt, is over 2014 ook bij Trivire zichtbaar. Het aantal ontruimingen ligt met 43 in 2014 19% hoger dan in 2013. Aantal ontruimingen Aangezegd Ontruimd
2014 130 43
2013 124 35
2012 101 34
2011 133 38
2010 129 49
2009 131 57
Ondanks deze relatief forse stijging blijft het aantal ontruimingen achter bij de landelijke cijfers. Dat is mede te danken aan de Samenwerkingsafspraken Preventie Huisuitzettingen Drechtsteden en de op preventie en persoonlijk contact gerichte incassoprocedure, inclusief onze instructies aan de voor ons werkende deurwaarders. In 2014 is de lokale en regionale samenwerking op het thema huisuitzettingen verder ontwikkeld, onder meer door de sociale wijkteams te betrekken in het preventietraject. Tussen gemeenten, corporaties, Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) en DG&J zijn scenario’s voor de samenwerking doorgesproken en getest.
Trivire jaarverslag 2014
12
2.5. Betrekken bewoners en geschillenbeslechting Huurdersraad Zowel het BBSH als de Wet op het overleg huurders verhuurder (WOHV) stelt het hebben van een huurdersvertegenwoordiging verplicht. Trivire heeft al sinds haar ontstaan een dergelijke huurdersvertegenwoordiging (Huurdersraad), die een zelfstandige rechtsvorm kent (stichting). Met de stichting is een samenwerkingsovereenkomst gesloten. De Huurdersraad publiceert een eigen jaarverslag dat wordt opgenomen in dit jaarverslag van Trivire. Kortheidshalve wordt daar op deze plaats naar verwezen. Huurderscommissies De Huurdersraad wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de diverse huurderscommissies die vaak op complexniveau actief zijn. Ook met deze individuele commissies vindt structureel overleg plaats. Gemeenschappelijk Overleg Huurdersraden Drechtsteden (GOHD) De Huurdersraad van Trivire is lid van het Gemeenschappelijk Overleg Huurdersraden Drechtsteden (GOHD). Daarin zijn de huurdersvertegenwoordigingen van vrijwel alle sociale verhuurders uit de regio vertegenwoordigd. Vernieuwing participatiestructuur In 2014 is gewerkt aan de opzet van een nieuwe participatieraad, met daarbij de mogelijkheid tot het raadplegen van klantpanels en bewonersadviesgroepen. Hiermee sluiten we beter aan op de toenemende complexiteit van beleid en kunnen we beter inspelen op de wensen van klanten ten aanzien van hun tijdsbesteding. We zien dat huurders best kortdurend willen participeren, maar dat ze niet langjarig vast willen zitten aan een vaste vergadercyclus. We bevragen huurders dan ook veel meer op onderwerpen die dicht bij hun woonsituatie liggen (complex-, buurt- of wijkgericht) of thema’s die daadwerkelijk hun interesse hebben. Participatie staat dus hoog op de agenda bij Trivire en in het bijzonder bij de afdeling Leefbaarheid. In 2014 heeft de Werkgroep Nieuwe Wegen in Participatie het nieuwe participatiebeleid binnen Trivire verder ontwikkeld en vormgegeven. We zien onze inzet op leefbaarheid verschuiven van ‘Zorgen voor’ naar ‘Zorgen dat’. Daarmee willen we de huurders meer ruimte geven zelf initiatieven te ontplooien en willen we meer gebruik maken van talenten en krachten in de wijken. Onze rol is meer dan voorheen volgend, faciliterend en ondersteunend daar waar we waardevolle initiatieven zien ontstaan. Bij het nieuwe participatiebeleid stonden twee concrete projecten centraal met bovenstaande uitgangspunten als leidraad: Het Trivire Tientje Het Participatiecongres Het project ‘Trivire Tientje’ Het Trivire Tientje is het nieuwe basismodel voor het beschikbaar stellen van budget voor wijk- en buurtinitiatieven. Bij dit model is het een vereiste dat aantoonbaar sprake is van draagvlak en wederkerigheid onder de huurders. Huurders kunnen een beroep doen op het Trivire Tientje voor financiële en praktische steun om hun initiatief gerealiseerd te krijgen. Voorwaarde is dat het initiatief ten goede komt aan buurt, complex of wijk. Voor elke deelnemer stelt Trivire maximaal € 10 beschikbaar. De bijbehorende procedure is laagdrempelig en uitnodigend. Trivire is minder de bedenker en trekker van activiteiten, maar opereert meer in de rol van ondersteuner. In 2014 zijn in totaal 52 aanvragen ingediend, waarvan 46 door Trivire zijn goedgekeurd. Daaraan is door Trivire € 20.000 besteed. Trivire jaarverslag 2014
13
Het Participatiecongres De tweede activiteit in het kader van het overbrengen van kennis over het nieuwe participatiegedachtegoed van Trivire was het Participatiecongres. Dit congres heeft 13 november 2014 plaatsgevonden. Het congres heeft de volgende doelstellingen waarbij verbinden en inspireren de belangrijkste achterliggende kaders zijn: De uitgangspunten van het beleid Nieuwe Wegen Participatie delen met collega’s (intern) en met externe partners Het meenemen in de visie van beide doelgroepen op interactieve wijze en in praktische zin handvatten meegeven om nieuwe wegen toe te passen in hun werkgebied. Onze externe partners uit te nodigen om samen met Trivire de verbindingen in de samenleving te blijven zoeken. Op het congres waren ongeveer 100 deelnemers aanwezig vanuit de organisaties waar Trivire mee samenwerkt. De bezoekers van het congres is gevraagd een algemeen oordeel te vellen over het congres. Met een gemiddeld cijfer van 7,9 en veelal positieve en enthousiaste reacties is het congres een geslaagd evenement geweest waar in 2015 nog een vervolg aan wordt gegeven met een terugkombijeenkomst. Met de organisatie van het congres was een bedrag gemoeid van € 18.345. Geschillencommissie Op grond van artikel 16 van het BBSH dient Trivire te beschikken over een onafhankelijke geschillencommissie. Al sinds ettelijke jaren wordt daarin voorzien door aansluiting bij de Geschillencommissie Wonen Zuid-Holland Zuid, waarin tien corporaties uit dat gebied samenwerken. In 2014 werden bij deze commissie 34 geschillen ingediend. In 27 gevallen werd uitspraak gedaan, waarbij zes geschillen gegrond en drie gedeeltelijk gegrond bleken. Op de ongeveer 90.000 woningen waar de commissie voor werkt is dat een laag aantal. Geschillen Trivire Voor Trivire zijn 11 geschillen ingediend waarvan er één is ingetrokken. In de overige tien zaken is uitspraak gedaan: Vochtprobleem in de woning: gegronde klacht Gaslek in verwarmingsinstallatie: gegronde klacht Geschil over aansprakelijkheid nota derden: gedeeltelijk gegrond Zeven klachten: ongegrond Aan het eind van het jaar waren er voor Trivire geen zaken die nog behandeld moesten worden. De Geschillencommissie Wonen Zuid-Holland Zuid is – mede op initiatief van Trivire – op 1 januari 2015 samengegaan met de Geschillencommissie Huursector (uit de regio Haaglanden) en heet sinds die datum Geschillencommissie Wonen Zuid-Holland.
Trivire jaarverslag 2014
14
2.6. Financieel beleid, beleggingen en (onrendabele) investeringen In deze paragraaf wordt ingegaan op het door Trivire gevoerde financiële beleid. Ook wordt verantwoording afgelegd over de beleggingen en investeringen. Belangrijke financiële opgaven in 2014 waren: het structureel voldoen aan artikel 8 van de beleidsregels derivaten (is gerealiseerd). Artikel 8 lid 1: Toegelaten instellingen die financiële derivaten gebruiken, dienen daarvoor een liquiditeitsbuffer aan te houden die, rekening houdend met voorzienbare claims op de liquiditeitsbuffer vanwege andere bedrijfsrisico’s, ten minste groot genoeg is om de uit de derivatenportefeuille voortvloeiende liquiditeitsverplichtingen ten gevolge van een daling van de vaste rente in de markt met 2%-punt te kunnen voldoen; het elimineren van toezicht belemmerende bepalingen in contracten bij drie banken zijnde BNG Bank (is gerealiseerd), Credit Suisse (is gerealiseerd) en BNP Paribas (geen medewerking bank) het realiseren van meerdere energieprojecten met een investeringsvolume van € 19 miljoen (de projecten zijn gestart maar schuiven door naar de eerste helft 2015); het aantrekken van roll-over leningen voor een volume van € 20 miljoen om daarmee twee derivaten contracten, die in 2014 zijn ingegaan bij Credit Suisse af te dekken (hedge accounting) (is gerealiseerd); het aantrekken van roll-over leningen voor een volume van € 10 miljoen om daarmee twee derivaten contracten, die in 2013/2014 ingegaan bij BNP Paribas af te dekken (hedge accounting) (is gerealiseerd). e
De volgende projecten zijn in de 2 helft 2014 gestart: e marktwaarde in verhuurde staat. Doelstelling is om begin 2 kwartaal 2015 te beschikken over een waarderingsprotocol, de marktwaarde in verhuurde staat van het gehele bezit en een proces actualisatie marktwaarde; procesoptimalisatie jaarrekening. Doelstelling is om binnen vier maanden het jaarverslag en de jaarrekening vast te stellen en te laten goedkeuren door de RvC. Management Control Systeem: Doelstelling is om in 2015 te beschikken over een Kwaliteit, Audit & Controle plan; Vastgoedsturing. Doelstelling is om in 2015 te beschikken over: o een geactualiseerd portefeuilleplan met een horizon van 15 jaar waarin de huidige en gewenste portefeuille wordt vastgelegd met het daarbij behorende transitieprogramma; o een financieel beleidskader gebaseerd op marktwaarde in verhuurde staat waarbij sturen op rendement centraal staat. 2.6.1 Waardering Trivire hanteert vanaf 2013 voor de waardering van het vastgoed twee verschillende waarderingsgrondslagen.
Het sociaal vastgoed wordt gewaardeerd op bedrijfswaarde. Per SVB cluster wordt op basis van de strategielabels en bijbehorende exploitatietermijn de bedrijfswaarde bepaald. Bij de introductie van de RJ645 is ook besloten met ingang van boekjaar 2012 de exploitatieperiode van het bezit te wijzigen van 50 naar 60 jaar. Jaarlijks vindt, waar nodig, actualisatie plaats van het te voeren SVB. Dit vindt plaats op het niveau van de SVB cluster. De SVB cluster is een hoeveelheid verhuureenheden met hetzelfde type en dezelfde strategie. Een complex kan bestaan uit meerdere SVB clusters.
Het commercieel vastgoed wordt gewaardeerd tegen marktwaarde in verhuurde staat. Trivire heeft in 2013 en 2014 steeds een derde deel van dit bezit laten taxeren door vijf makelaars. Waar mogelijk zijn referentieobjecten bepaald en getaxeerd.
In onderstaande grafiek is zichtbaar welke verschuivingen de afgelopen drie jaar hebben plaatsgevonden in de restant exploitatietermijnen van het totale bezit. Daarnaast is ook de originele exploitatieperiode op basis van 50 jaar weergegeven. Aanpassingen zijn gebaseerd op toevoeging van kwaliteit vanuit renovatieprojecten of op het voornemen de woningen te verkopen (in meergezinswoningen). Verder is een volledige check op de juistheid van de exploitatietermijnen uitgevoerd.
Trivire jaarverslag 2014
15
2.6.2 Resultaat en Algemene Bedrijfsreserve Resultaat Het resultaat over 2014 bedraagt -/- € 9,7 miljoen (2013; -/- € 1,9 miljoen). Voor 2014 was een resultaat van -/- € 11,7 miljoen begroot. De belangrijkste afwijkingen tussen begroot en werkelijk staan hieronder vermeld: Analyse Bedragen x € 1.000
● ● ● ● ● ● N B
Exploitatie Verkoop Waardeverandering activa Waarde verandering derivaten Vpb (Vennootschapsbelasting) Deelnemingen Totaal = =
B B B N B N B
1.189 1.263 4.842 12.656 7.553 236 1.955
nadelig batig
In het kort de toelichting op de grootste verschillen tussen begroting en werkelijkheid:
het verschil wordt veroorzaakt door lagere huuropbrengsten (lagere huurverhoging in het kader van betaalbaarheid en verkoop), hogere eenmalige overige opbrengsten, lagere onderhoudskosten en rentelasten; het verkoopresultaat is hoger door hogere verkoopaantallen als gevolg van complexgewijze verkoop en hogere verkoopprijzen dan begroot; het positieve effect op de waardeverandering activa betreft € 1,8 miljoen lagere afschrijving en € 3,0 miljoen niet gerealiseerde waardeverandering vastgoedportefeuille; in 2014 is de rente op de kapitaalmarkt fors gedaald. Dit heeft een negatief effect op de waardering van de 4 extendible leningen waar Trivire over beschikt. De waardevermindering over 2014 bedraagt € 12,6 miljoen; de fiscale optimalisatie van de Vpb levert over 2014 € 5,7 miljoen en over 2012/2013 € 1,4 miljoen op. Het effect in 2014 wordt veroorzaakt door de toename actieve belastinglatentie derivaten met € 4,0 miljoen, als gevolg van de waardeveranderingen derivaten en € 1,1 miljoen door toename actieve belastinglatentie verkopen; in Pro-Net hebben in 2014 geen activiteiten plaats gevonden. Het positieve resultaat is € 26.000. Het negatieve resultaat van Stadsherstel van € 262.000 wordt veroorzaakt door de afwaardering van het vastgoed.
Trivire jaarverslag 2014
16
Eigen vermogen Het eigen vermogen is in 2014 gestegen van € 316,5 tot € 323,4 miljoen. De toename wordt veroorzaakt door de volgende mutaties: Bedragen x € 1.000
Saldo 31 december 2013 Resultaat 2014 Herwaardering Totaal mutaties Saldo 31 december 2014 N = nadelig B = batig
316.482 N B B
9.764 16.725 6.961 323.443
Het resultaat in de winst & verliesrekening bedraagt -/- € 9.764. In de herwaardering is begrepen de verbouwingskosten van de begane grond van het Babyhuis aan de Brouwersdijk (€ 0,1 miljoen). 2.6.3 Voorziening onrendabele investeringen De voorziening onrendabele investeringen is in 2014 aangepast op basis van de ‘harde projecten’. Het saldo per 31 december 2014 bedraagt € 10,0 miljoen (2013; € 7,3 miljoen). De mutatie in 2014 van € 2,7 miljoen wordt vooral veroorzaakt door de toevoeging van nieuwe projecten voor een totaalbedrag van € 3,6 miljoen. Daartegenover bedraagt de afname door mutaties in lopende projecten € 0,9 miljoen. 2.6.4 Vennootschapsbelasting Vanaf 1 januari 2008 is Trivire integraal belastingplichtig geworden voor de vennootschapsbelasting. Corporaties zijn sindsdien verplicht over hun integrale activiteiten vennootschapsbelasting te betalen. Een en ander is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (VSO). In deze VSO zijn specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de waardering van posten op de fiscale openingsbalans en de wijze van resultaatneming. De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Ook wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. De Hoge Raad heeft op 13 januari 2012 ten aanzien van een andere woningcorporatie geoordeeld dat zij deze kwalificeert als ANBI, aangezien zij het algemeen nut beoogt en het algemeen belang feitelijk dient. Het praktijkbelang van dit arrest ligt bij de toepassing van de herbestedingsreserve, waardoor de acute vennootschapsbelastinglast over de jaren 2008 tot en met 2011 nihil wordt. Deze faciliteit houdt feitelijk in dat ten laste van de fiscale winst kan worden geïnvesteerd in nieuwbouw voor de verhuur en verbeteringsuitgaven die normaliter geactiveerd moeten worden. Nu Trivire (en haar rechtsvoorgangers) ten aanzien van de jaren 2006 tot en met 2011 binnen de voor de herbestedingsreserve geldende driejaarstermijn tenminste voor het bedrag van de fiscale winst heeft geïnvesteerd in nieuwbouw/verbetering, betekent dit dat de vennootschapsbelastingheffing over de jaren 2006 tot en met 2011 tot nihil is teruggebracht. De herbestedingsreserve kan als gevolg van een wetswijziging vanaf het jaar 2012 niet meer worden toegepast. De aanslagen vennootschapsbelasting zijn definitief vastgesteld tot en met het jaar 2011. In 2014 zijn de aangiftes 2010 en 2011, die al eerder bij de Belastingdienst waren ingediend met een fiscaal resultaat van € 0, nader onderbouwd. Deze onderbouwingen van de aangiftes zijn eind 2014 bij de Belastingdienst ingediend. De aangifte vennootschapsbelasting over 2012 is begin maart 2015 ingediend. Volgens deze aangifte bedraagt het belastbaar bedrag over 2012 € 2,5 miljoen positief.
Trivire jaarverslag 2014
17
De aangifte vennootschapsbelasting 2013 is nog niet ingediend. In het kader van de fiscale positie in de jaarrekening 2013 was het belastbaar bedrag becijferd op € 0,3 miljoen positief. In afwijking op deze fiscale winstberekening over het jaar 2013 zijn bij het opstellen van de fiscale positie ten behoeve van de jaarrekening 2014 een aantal aanvullende aftrekposten in aanmerking genomen, waarmee het belastbaar bedrag over het jaar 2013 € 13,5 miljoen negatief wordt. Dit belastbaar bedrag over het jaar 2013 is als uitgangspunt gehanteerd voor de fiscale positie in de jaarrekening 2014. Van het compensabele verlies uit het jaar 2013 zal een bedrag van € 2,5 miljoen worden terug gewenteld naar het jaar 2012 zodat het belastbaar bedrag over het jaar 2012 uiteindelijk nihil is. Het restant van het compensabele verlies bedraagt € 11,0 miljoen ultimo 2013. Dit kan gebruikt worden om het positieve fiscaal resultaat 2014 bijna volledig te verrekenen. Er resteert voor 2014 dan nog een belastbaar bedrag van circa € 9.000. Gezien de hoogte van dit bedrag is over 2014 geen rekening gehouden met een acute vennootschapsbelastinglast. 2.6.5 Bedrijfswaardeberekening De bedrijfswaarde van het totale bezit van Trivire bedraagt € 783 miljoen per 31 december 2014. Hiervan is € 732 miljoen toe te rekenen naar het sociaal vastgoed in exploitatie. De bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed in exploitatie bedraagt eind 2014 € 51 miljoen. Eind 2013 was de totale bedrijfswaarde € 795 miljoen. Hiervan was € 742 miljoen toegerekend naar het sociaal vastgoed in exploitatie en € 53 miljoen toegerekend naar het commercieel vastgoed. Het verschil in de totale bedrijfswaarde is € 12 miljoen en wordt veroorzaakt door: Bedragen x € 1 miljoen
● ● ● ● ● ● N B
Opschuiven van 2013 naar 2014 Effect nieuwe MJOB Aanpassing kosten Lagere huurverhoging 2014 Aanpassing aantallen Diverse Totaal = =
N B B N N N N
9 18 5 19 3 4 12
nadelig batig
De restant looptijd van de voorraad is door het opschuiven van boekjaar 2013 naar 2014 met één jaar verkort. Het effect hiervan is -/- € 9 miljoen. Door de lineaire afschrijving op de bedrijfswaarde per 31 december 2013 is in het resultaat van 2014 € 24,2 miljoen afschrijvingslast opgenomen. Via de herwaardering wordt het verschil tussen beide gecorrigeerd. Medio 2014 is de nieuwe MJOB, op basis van een conditiemeting van het gehele bezit, vastgesteld. De verwachte onderhoudskosten tot einde levensduur van elke SVB cluster zijn lager dan in voorgaande begrotingen. De gemiddelde onderhoudsnorm in 2014 bedraagt € 1.291 per woning. In 2013 was deze € 1.360. Het positieve effect op de bedrijfswaarde bedraagt € 18 miljoen. De afname van de apparaatkosten zorgen voor een positief verschil van € 5 miljoen. Trivire heeft in het kader van de betaalbaarheid de huurverhoging per 1 juli 2014 0,5 % lager vastgesteld dan in de begroting 2014 was opgenomen. Het negatieve effect op de bedrijfswaarde bedraagt € 19 miljoen. De aanpassing van aantallen wordt veroorzaakt door de verkoop van bestaand bezit. De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. De uitgangspunten waarmee bij de berekening van deze bedrijfswaarde is uitgegaan zijn vermeld in paragraaf 6.5 van de jaarrekening. 2.6.6 Verkoop Trivire heeft op basis van het SVB een verkoopprogramma geformuleerd. Door deze verkoopopbrengsten kunnen de herstructureringsopgave in Dordt West, de nieuwbouw van huurwoningen in de VINEX-locatie De Volgerlanden en de nieuwbouw op overige locaties worden gefinancierd. Bovendien draagt het verkoopprogramma bij aan de gewenste ontwikkeling van de vastgoedportefeuille. Zo verbetert de kwaliteit van de portefeuille op het gebied van technische kwaliteit, functionele kwaliteit en energetische kwaliteit. Dit komt de verhuurbaarheid ten goede en zorgt ervoor dat we beter kunnen bijdragen aan de opgave in de regio ten behoeve van onze primaire doelgroepen. Trivire jaarverslag 2014
18
Verkoop Woningen Aantal woningen Gemiddelde verkoopprijs Parkeervoorzieningen Aantal parkeervoorzieningen Gemiddelde verkoopprijs Netto kasstroom
Begroot 2014
Werkelijk 2014
Verschil 2014
57 € 109.000
141 € 70.400
84 -/-€ 38.600
4 € 13.000 € 4.300.000
36 € 13.800 € 10.420.000
32 € 800 € 6.120.000
Bovenstaande verkopen betreffen reguliere verkopen exclusief verkoop onder voorwaarden. Voor 2014 zijn 61 verkopen (57 woningen/appartementen en 4 parkeervoorzieningen) begroot met een netto kasstroom van € 4,3 miljoen. In werkelijkheid zijn 177 eenheden (141 woningen en 36 parkeervoorzieningen) verkocht met een netto kasstroomopbrengst van € 10,4 miljoen. Dit is fors hoger dan het begrote aantal. In 2014 zijn naast de reguliere losse verkoop drie complexen in zijn geheel verkocht met een netto kasstroomopbrengst van € 5,3 miljoen. Het betreft: Het Straatmancomplex (Parkeerterrein De Kuyper – 21 parkeerplaatsen) De Stadspolderring (58 appartementen) Engelsetuin/Straatsburgsestraat (35 appartementen) De werkelijke gemiddelde verkoopprijs bij complexgewijze verkoop is een stuk lager dan bij individuele verkopen. Hierdoor wijkt de begrote gemiddelde verkoopprijs af van de werkelijke. Dit betreft niet alleen de parkeerplaatsen in het Straatmancomplex (21 x € 15.000) maar ook de vele kleine, tweekamerappartementen in de Stadspolderring (58 appartementen x € 62.000) en de Engelsetuin en Straatsburgsestraat (35 x € 79.000). 2.6.7 Verkoop onder voorwaarden (v.o.v.) Trivire heeft in de afgelopen 16 jaar totaal 191 woningen verkocht met specifieke voorwaarden over de plicht tot terugkoop en winstdeling met de verkoper. De Richtlijn voor de Jaarverslaggeving schrijft voor dat deze v.o.v. op de balans moet worden weergegeven. Trivire heeft met ingang van 2010 ervoor gekozen om deze woningen tegen actuele waarde te waarderen. De actuele waarde wordt bepaald door de marktwaarde op moment van verkoop, jaarlijks te indexeren met het prijsindexcijfer van bestaande koopwoningen in de gemeente Dordrecht. In 2014 zijn negen woningen aangekocht en daarnaast zijn negen woningen verkocht onder voorwaarden. Daarnaast zijn er ook 3 woningen uit de bestaande verhuurvoorraad verkocht onder voorwaarden. De voorraad nog te verkopen woningen onder voorwaarden per 31 december 2014 was één woning in de wijk Oud Krispijn te Dordrecht. Per 1 januari 2014 bedroeg de actuele waarde € 22.425.000 en de terugkoopverplichting € 23.014.000. In 2014 zijn drie woningen toegevoegd. Het prijsindexcijfer ultimo 2014 bedraagt 87,90 (2010; 100) tegenover 86,5 ultimo 2013. De actuele waarde per 31 december 2014 bedraagt € 23.421.000 en de terugkoopverplichting € 23.903.000. Het positieve effect op de waardering van actuele waarde en terugkoopverplichting bedraagt per saldo € 60.000 en is ten gunste van het resultaat 2014 gebracht. 2.6.8 Risicomanagement Het jaar 2014 was voor wat betreft risicomanagement een overgangsjaar. Van de traditionele benaderingswijze van risico’s – zoals gerapporteerd in het jaarverslag over 2013 en dat vooral uitging van Imagoschade, Vastgoedveiligheid en Financiële continuïteit (IVF) – is afgestapt. Er is een nieuwe start gemaakt, waarbij aangesloten is bij het systeem van vastgoedsturing. Leidende principes daarbij zijn: Sturing op basis van risicoafweging en beheersmaatregelen bij ieder te realiseren doel (strategisch, tactisch en operationeel) en vertaling daarvan in toegestane toleranties (marges) op doelen en kaders voor de vastgoedsturing, financiële sturing en organisatiesturing Trivire jaarverslag 2014
19
Toepassing van een gematigde en beheerste risicobereidheid bij het bepalen en realiseren van de doelen binnen Trivire Basisprincipe is dat risico´s: o met een grote kans en een grote impact worden vermeden o met een kleine kans maar grote impact worden verlegd/uitbesteed (bijvoorbeeld verzekerd of contractueel afgeschermd) o met een hoge kans maar beperkte impact worden gereduceerd (door de kans dat zij optreden te beperken of het effect nog verder te reduceren) o met een beperkte kans en beperkte impact worden geaccepteerd, maar ook daar wordt gekeken hoe kans/impact verder kunnen worden beperkt Bij financieringsconstructies worden geen open eindproducten toegestaan Risicobeoordeling van de (toekomstige) vastgoedportefeuille geschiedt op basis van scenario’s voor algemeen bedrijfseconomische variabelen en de specifieke markt- en wetgevingsaspecten
De solvabiliteit ultimo 2014 bedraagt 37,57%. Het WSW hanteert een solvabiliteitsnorm van minimaal 20%. In 2015 zal het financiële beleidskader worden opgesteld en de marktwaarde in verhuurde staat voor het gehele bezit worden bepaald. Gelijktijdig zal ook het portefeuilleplan worden opgesteld waarin het transitieprogramma voor de komende 15 jaar nader wordt uitgewerkt. In het financiële beleidskader zullen onder andere de interne normen inzake solvabiliteit, ICR en Loanto-Value worden gedefinieerd. Leidraad hierbij is dat er voldoende ruimte moet zitten, zowel op de korte als lange termijn, tussen de eigen normen en die van het WSW/CFV om daarmee te beschikken over een risicobuffer die toereikend is en die tevens voldoende ruimte biedt voor nieuw beleid. De werkelijke solvabiliteit handhaaft zich op basis van de huidige inzichten en uitgangspunten langjarig boven 30%. Het CFV heeft ook over 2014 aan Trivire laten weten dat zij de solvabiliteit voldoende acht. De volgende onderwerpen worden nauwlettend in de gaten gehouden: wijzigende wet- en regelgeving, waaronder de nieuwe Woningwet (inclusief de Novelle) nieuwe (strengere) eisen van externe toezichthouders de definitieve vaststelling van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), die onder meer zorgt voor het risico dat het steeds moeilijker zal worden om een kwalitatief hoogwaardige bestuurder (en leden RvC) te vinden treasury waardering activa en asset management projectrisico’s Overigens mag duidelijk zijn dat ook voor Trivire en ook over 2015 blijft gelden wat andere corporaties vrijwel zonder uitzondering in hun risicomanagementrapportages melden: ‘het grootste risico voor de (continuïteit van de) bedrijfsvoering van woningcorporaties wordt gevormd door de sterk veranderende en onvoorspelbare centrale wet- en regelgeving’. Met scenarioberekeningen worden tussentijds zoveel als mogelijk de consequenties inzichtelijk gemaakt. 2.6.9 Treasury Begin 2014 heeft Trivire het geactualiseerde treasurystatuut vastgesteld. Het statuut is met name op het onderdeel administratieve organisatie, beleggingen en de beleidsregels derivaten verder aangescherpt. Trivire voldoet aan de normstelling van het WSW en heeft Trivire voor 2014 een borgingsplafond van € 553 miljoen verstrekt. In december 2014 is het WSW gestart met de beoordeling van Trivire aan de hand van de 24 business risk vragen. De resultaten hiervan worden in april 2015 verwacht. Trivire heeft bij het afsluiten van nieuwe leningen en/of nieuwe rentepercentages kunnen profiteren van de lage rentestand in 2014. Keerzijde is dat door deze lage rente de benodigde 2% liquiditeitsbuffer in het kader van de bestaande derivatenportefeuille in 2014 van € 45 miljoen is opgelopen naar € 77,9 miljoen.
Trivire jaarverslag 2014
20
Trivire heeft hiervoor in 2013 en 2014 een 7-tal EM flexleningen met een minimale opnameverplichting van 20% en een 48-uurs opnameclausule afgesloten. Begin december 2014 was zelfs deze buffer ontoereikend. Om te komen tot een structurele oplossing is in december 2014 alsnog overeenstemming bereikt met Credit Suisse over het maximeren van de margin call verplichting. Gelijktijdig is de optionele break omgezet naar een verplichte, zijn de toezichtbelemmerende bepalingen geëlimineerd en de breakmomenten opgeschoven van 2021 naar 2022/2023. Bij een 2% lagere marktrente zou de negatieve marktwaarde van de derivatenportefeuille per peildatum 31 december 2014 € 134,8 miljoen bedragen. Het bij te storten bedrag is dan € 69,4 miljoen. Trivire heeft per 31 december 2014 een totale buffer van € 77,9 miljoen ter beschikking. Op 31 december 2014 voldeed Trivire hierdoor aan artikel 8 van de beleidsregels derivaten. Begin januari 2015 is een gelijkwaardig traject opgestart met Deutsche Bank dat medio februari ook is geëffectueerd. Hierdoor is voor Trivire een structurele oplossing ontstaan ten aanzien van artikel 8 van de beleidsregels. Door de lage rente is de waarde van de extendibles per 31 december 2014 € 12,6 miljoen negatiever dan het jaar daarvoor. In 2012 heeft Trivire, na het bekend worden van de rol van tussenpersonen bij Vestia, al intern onderzoek gedaan naar de inzet van tussenpersonen, adviseurs en de integriteit van eigen medewerkers. Naar aanleiding van het verzoek van het Centraal Fonds Volkshuisvesting heeft Trivire in 2014 nogmaals onderzoek gedaan en ook aanvullende informatie opgevraagd bij adviseurs, tussenpersonen en geldverstrekkers. Het CFV is periodiek op de hoogte gesteld van de voortgang. Begin februari 2015 is de eindrapportage gedeeld met het Centraal Fonds. Er zijn geen onrechtmatige zaken geconstateerd. Trivire heeft in 2014 de volgende treasuryactiviteiten uitgevoerd: 1. De bestaande kredietfaciliteit bij de BNG Bank is per eind 2014 van € 20,0 naar € 10 miljoen teruggebracht. De tarifering voor deze vorm van korte financiering is in 2014 fors verhoogd. Alternatieven zijn voorhanden en goedkoper. De kredietfaciliteit wordt alleen gebruikt voor het opvangen van margin call verplichtingen van contracten bij de BNG Bank. 2. In 2014 zijn 2 derivatencontracten bij Credit Suisse, met een bedrag van € 20 miljoen ingegaan. Door aanpassing van een bestaande roll-overlening van € 20 miljoen bij de NWB zijn deze contracten gehedged. 3. In 2014 zijn twee roll-over leningen afgesloten voor een bedrag van ieder € 5,0 miljoen. Deze leningen zijn gekoppeld aan twee derivaten van BNP Paribas die in 2011 zijn afgesloten en in 2013 en 2014 zijn ingegaan. 4. Aantrekken van lening voor een bedrag van € 5,0 miljoen met een vaste rente van 2,39%. 5. Een lening met een restschuld van € 2,3 miljoen is vervroegd afgelost omdat het nieuw voorgestelde tarief niet marktconform was. Voor de andere lening van € 6,5 miljoen is een percentage overeengekomen van 2,55. 6. Voor twee basisrenteleningen van ieder € 10 miljoen is de spread aangepast. De nieuwe spread is gemiddeld 0,405% en geldt voor een periode van zes jaar. Derivatenportefeuille In de leningenportefeuille van Trivire zijn tot en met 2011 18 payer swaps afgesloten met een hoofdsom van € 127,5 miljoen. Eén contract bij de Deutsche Bank is zonder stortingsverplichting. Zes contracten zijn gebaseerd op een raamovereenkomst financiële derivaten waarvoor een bijstortingsplicht geldt. Voor de overige contracten is een CSA afgesloten (Credit Support Annex – een contractuele afspraak om het marktwaardeverschil tussentijds af te rekenen) of een NRL (Negatieve Rescontre Limiet – als de negatieve marktwaarde een bepaalde limiet overschrijdt, is de verplichting tot bijstorting aan de orde). De totale marktwaarde per 31 december 2014 is gebaseerd op de opgave van de banken per ultimo 2014 en bedraagt -/- € 54,6 miljoen. In 2015 starten twee derivaten met een totaalbedrag van € 20 miljoen bij Deutsche Bank.
Trivire jaarverslag 2014
21
Toezichtbelemmerende bepalingen In de contracten van BNG Bank, BNP Paribas en Credit Suisse was begin 2014 sprake van toezichtbelemmerende bepalingen. Trivire heeft hiervoor in februari 2014 een Plan van Aanpak opgesteld. Eind 2014 zijn de belemmerende bepalingen vervallen bij de contracten van BNG Bank en Credit Suisse. Er resteren per eind 2014 nog toezichtbelemmerende bepalingen in de twee contracten van BNP Paribas. Deze bank heeft tot nu toe aangegeven niet mee te werken om deze bepalingen te laten vervallen. Beleggingsbeleid Trivire hanteert een beleggingsbeleid waarbij de nadruk ligt op het voorkomen van risico’s. Het beleggingsbeleid is beschreven in het treasurystatuut. Hierbij komen de volgende beleggingscategorieën in aanmerking: Voor de korte termijn (tot één jaar): rekening-courant deposito’s of met deposito’s vergelijkbare beleggings- en spaarvormen callgeld Voor de lange termijn (vanaf één jaar) is beleggen alleen toegestaan na voorafgaande besluitvorming door de bestuurder en goedkeuring door de RvC. De volgende uitsluitend Nederlandse debiteuren met een hoofdvestiging in Nederland komen voor beleggingen in aanmerking: de Rijksoverheid, lagere overheden, banken mits sprake is van voldoende garanties of minimale rating van AA3/AA- door minimaal twee rating agencies. Trivire stuurt op haar kasstromen om te voorkomen dat er sprake is van overtollige reguliere middelen. Als dit optreedt, dient dit zo kort mogelijk te zijn. Uitzondering hierop zijn de liquide middelen waar Trivire over beschikt als liquiditeitsbuffer om te voldoen aan artikel 8 van de beleidsregels derivaten. De totale liquiditeitsbuffer bedraagt € 77,9 miljoen waarvan 20% daadwerkelijk is opgenomen. Dit bedrag wordt, zolang er geen sprake is van een stortingsverplichting van margin calls bij de bank(en), belegd conform de in het treasurystatuut genoemde criteria en opnamemogelijkheid binnen 48 uur. 2.6.10 Meerjarenbegroting (MJB) 2015 en later Op 10 december 2014 zijn de jaarplandoelen en de jaarbegroting 2015 vastgesteld en goedgekeurd. De MJB is gebaseerd op het voortzetten van het bestaande strategisch voorraadbeleid. De vertaling van deze naar concrete maatregelen zijn waar nodig geactualiseerd in tijd en geld evenals de bijbehorende parameters. De belangrijkste aanpassingen in de MJB zijn: het opvoeren van nieuwe energieprojecten van 2015 tot en met 2017. Het betreft hier circa 1.800 woningen; de voorgenomen nieuwbouw verkoopprojecten na 2016 zijn niet meer ingerekend in de kasstroomontwikkeling en het resultaat. Wel is gerekend met de grondopbrengst van de voorgenomen nieuwbouw verkoopprojecten waar het grond van Trivire betreft; de MJOB is opnieuw opgezet en doorgerekend. Hiervoor heeft in 2014 een conditiemeting van het volledige bezit plaatsgevonden. Aan de hand van deze gegevens en rekening houdend met de huidige strategie is per SVB-cluster zowel het planmatig als het niet-planmatig onderhoud tot einde levensduur bepaald; er is gerekend met een inflatievolgend huurbeleid van 2% per jaar; De verhuurdersheffing loopt voor Trivire op van € 7,2 miljoen in 2015 naar € 8,7 miljoen in 2019, totaal € 40 miljoen. Ook voor de jaren daarna is gerekend met deze heffing; De saneringssteun bedraagt voor 2015 € 1,7 miljoen. Voor de jaren 2015 tot en met 2019 houdt Trivire rekening met een totale heffing saneringssteun van € 5,8 miljoen. Ook voor de jaren daarna is gerekend met deze heffing. In 2015 zullen de energieprojecten na 2017 verder worden uitgewerkt en vertaald naar maatregelen, investeringen en opbrengsten. In de ondernemingsvisie is gesteld dat Trivire altijd financierbaar, borgbaar en solvabel moet zijn om daarmee de continuïteit van de organisatie te waarborgen. Dit is van essentieel belang om de juiste dingen goed te kunnen blijven doen.
Trivire jaarverslag 2014
22
Geconstateerd kan worden dat voor de eerstkomende tien jaar – en daarbinnen in ieder geval de eerste vijf jaar – aan de WSW-normen van solvabiliteit, ICR, DSCR, Loan-to-Value en DR wordt voldaan. In onderstaand overzicht het verloop van de solvabiliteit, ICR en DSCR.
Trivire jaarverslag 2014
23
2.7. Overige activiteiten Kwaliteit Het lidmaatschap van KWH is in 2013 opgezegd. Daarvoor in de plaats zijn enkele instrumenten gekomen die de kwaliteit van onze dienstverlening meten. We doen nog steeds continu telefonische bereikbaarheidsmetingen. Daarnaast hebben we de tevredenheidsmeting van de klant ten aanzien van ons Niet Planmatig Onderhoud (NPO) verder doorontwikkeld. We houden jaarlijks een huurdersenquête over onze producten en dienstverlening en meten hoe de klanten met ons in contact willen komen. Deze kennis nemen we op in de maandrapportage en vertalen we verder in ons op te stellen klantcontactbeleid. Sponsoring Conform het in 2011 vastgestelde beleid sponsort Trivire alleen activiteiten die vooral ten goede komen aan (de bewoners van) haar eigen wijken en buurten. In 2014 betrof het de volgende doelen: Doel Hospice De patio ANBO koerier Stichting Sport & Spel Stichting Noordparkfestival Bachfestival Kunstrondje Plus (Place d’Ary) Dordtse Rennersclub De Mol Stichting Illustre Docracum Dordrecht Marketing
Bedrag € 100 € 250 € 500 € 500 € 1.800 € 3.000 € 445 € 150 € 1.400
Er waren in 2014 geen andere activiteiten dan die waarover tot hier al verslag is c.q. waarover in de komende paragrafen nog verslag zal worden gedaan.
Trivire jaarverslag 2014
24
2.8. Overleg gemeenten en regio Regio Drechtsteden Trivire is actief in drie gemeenten in de regio Drechtsteden. De Drechtsteden bestaan uit Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Deze gemeenten vormen een zogenoemde WGR-regio (Wet Gemeenschappelijke Regelingen). De regio kent een Drechtstedenbestuur, waarin wethouders uit de verschillende gemeenten zitting hebben als portefeuillehouders, en een ‘Drechtraad’, samengesteld uit raadsleden uit de diverse fracties in de zes afzonderlijke gemeenteraden. De regio kent een goede samenwerking op diverse terreinen, waaronder ook wonen en ruimtelijke ordening. Trivire onderschrijft de visie die op deze terreinen is ontwikkeld en baseert daar haar eigen beleid op. Het is ook met de regio dat de prestatieafspraken voor de lange termijn (PALT) worden gemaakt. Gemeenten De drie gemeenten binnen de regio waar Trivire woningen bezit zijn Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht. Met ieder van deze gemeenten is, zowel op bestuurlijk als op uitvoerend niveau, overleg. Daarbij valt wel op dat de frequentie en intensiteit van het overleg ongeveer lijken samen te hangen met de omvang van het woningbezit. Zo is het overleg met de gemeente Dordrecht het meest frequent en intensief, gevolgd door dat met de gemeente Zwijndrecht. Daar het aantal woningen dat Trivire in Hendrik-Ido-Ambacht beheert relatief zeer klein is, is het overleg met die gemeente ook relatief beperkt. Waar nodig neemt onze collega-corporatie Rhiant het overleg met deze gemeente doorgaans voor ons waar. Per 31 december 2013 is onze deelneming Volgerlanden Ontwikkelings Combinatie v.o.f. (VOC), waarin Trivire voor 40% participeerde, beëindigd. Daarbij is afgesproken dat de resterende opgave voor de (door)ontwikkeling van de VINEX-locatie De Volgerlanden, goeddeels door Trivire zal worden gerealiseerd.
Trivire jaarverslag 2014
25
2.9. Verbindingen Het BBSH verlangt van corporaties dat zij zich verantwoorden over de verbindingen met andere rechtspersonen en vennootschappen die zij heeft c.q. waartoe zij in het verslagjaar hebben besloten. Ook moet aannemelijk worden gemaakt dat is voldaan aan artikel 11a, tweede lid. Dat wil zeggen dat de verbindingen nodig zijn om te kunnen voldoen aan de artikelen 12 t/m 22 van het BBSH. Daarin staan de prestatievelden van de corporaties genoemd. In onderstaande tabel worden alle deelnemingen en verbindingen, die Trivire in 2014 had, vermeld, inclusief de aard, de omvang en de reden ervan. Op 31 december 2013 is Volgerlanden Ontwikkelings Combinatie v.o.f., waarvan Trivire een van de vennoten was, opgeheven. Dit is de enige wijziging in de verbindingen in 2014 ten opzichte van 2013. Deelnemingen Trivire in 2014 Naam
Sinds
Stichting Woonkeus Drechtsteden Pro-Net Projectontwikkeling B.V.
1-1-2000 29-9-2012
Aard van de deelneming Jaarlijkse bijdrage in de kosten Enig aandeelhouder
Aandeel Trivire
100%
Oorspr:1995
WoningNet N.V.
1-7-2004
Aandeelhouder
<1%
Stadsherstel Drechtsteden N.V.
4-2-2009
Aandeelhouder
39%
Reden van deze verbinding Regionale marktgerichte verdeling voor verhuur vrijkomende woonruimte Ontwikkelen van projecten en/of verkrijgen van onroerend goed in nietDAEB segment Mede gebruik van het regionale systeem van woonruimteverdeling Verwerven, in stand houden, herstellen en beheren van monumentale panden in de regio Drechtsteden
Stichting Woonkeus Drechtsteden Trivire participeert samen met vier corporaties in de Stichting Woonkeus Drechtsteden. Jaarlijks wordt door Woonkeus een begroting ingediend. Na goedkeuring door de deelnemers is de jaarlijkse bijdrage per deelnemer bekend. Binnen Woonkeus wordt geen eigen vermogen gevormd. In de MJB is rekening gehouden met de jaarlijkse deelnamekosten. Er zijn geen bijzondere financiële risico’s met betrekking tot deze deelneming. Pro-Net Projectontwikkeling B.V. Op 29 september 2012 is Pro-Net Projectontwikkeling B.V. ontstaan als gevolg van de naamswijziging van Pro-Net Holding B.V. Enig aandeelhouder van Pro-Net Projectontwikkeling B.V. is Stichting Trivire. Pro-Net Projectontwikkeling B.V. is gevestigd op de Callistolaan 2, 3318 JA te Dordrecht. De doelstelling van Pro-Net Projectontwikkeling B.V. wordt in artikel 2 van de statuten als volgt omschreven: a. het voor eigen rekening of voor rekening van derden ontwikkelen, financieren en uitvoeren van (bouw)projecten; b. het voor eigen rekening of voor rekening van derden verkrijgen, vervreemden, bezwaren, exploiteren, huren en verhuren van onroerende zaken en andere registergoederen; c. het samenwerken met, het deelnemen in, het overnemen van en het voeren van bestuur over andere vennootschappen en ondernemingen; d. het (doen) financieren, ook door middel van het stellen van zekerheden, van andere vennootschappen en ondernemingen waarmee de vennootschap in een groep is verbonden; e. het verkrijgen, beheren en vervreemden van effecten en andere waardepapieren, het ter leen opnemen en ter leen verstrekken van gelden, het stellen van zekerheid ook voor schulden van derden; f. en het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Vorenstaande activiteiten dienen (hoofdzakelijk) niet gericht te zijn op activiteiten die in de regelgeving met betrekking tot woningcorporaties worden verstaan onder DAEB. Het resultaat over 2014 bedraagt € 25.562 batig. Het eigen vermogen ultimo 2014 bedraagt € 1.202.000.
Trivire jaarverslag 2014
26
WoningNet N.V. Per 1 juli 2004 is het regionale systeem van woonruimteverdeling aangepast. Ook is besloten dat gebruik gemaakt gaat worden van het automatiseringssysteem van WoningNet N.V. Om voor vrijstelling van btw-heffing over een groot deel van deze dienstverlening in aanmerking te komen, is het in deze situatie noodzakelijk om aandeelhouder van deze onderneming te zijn. Het aandelenkapitaal van WoningNet N.V. bestaat uit 900.000 aandelen. Trivire heeft hiervan 300 aandelen verworven voor een bedrag van € 2.800. Stadsherstel Drechtsteden N.V. Mede op initiatief van Trivire hebben de woningcorporaties in de Drechtsteden (met uitzondering van Tablis) in 2008 besloten tot het oprichten van de naamloze vennootschap Stadsherstel Drechtsteden. Hoofddoel van deze vennootschap is het op een maatschappelijk en economisch verantwoorde wijze verwerven, in stand houden, herstellen, beheren en vervreemden van hoofdzakelijk (rijks)monumenten in de zin van de Monumentenwet 1988 en andere historische gebouwen in de regio Drechtsteden en omgeving. Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt € 17,7 miljoen, waarvan € 3.644 miljoen is geplaatst en gestort. Trivire bezit 38,5% van de aandelen. Het resultaat over 2014 bedraagt € 578.586 nadelig. Het eigen vermogen ultimo 2014 bedraagt € 2.276.000. Het aandeel van Trivire hierin bedraagt € 876.000.
Trivire jaarverslag 2014
27
2.10. Doelen 2014 Onze organisatie had zich voor 2014 11 hoofddoelen gesteld. In onderstaand overzicht worden die doelen weergegeven met een korte weergave van de mate waarin zij behaald zijn. Nr
Doel
Resultaat
1
Vanaf 1 januari is een maandrapportage beschikbaar voor de organisatiedoelstellingen en werkprocessen.
Maandrapportages waren het hele jaar tijdig beschikbaar. De MJOB is in de tweede helft van 2014 gereedgekomen.
3
Per 1 juli is een integrale meerjarenonderhoudsbegroting beschikbaar, gedifferentieerd naar complexen op basis van labels voor het SVB en conditiemetingen. Per 31 december zijn 510 woningen met twee energielabelstappen verhoogd.
4
Per 1 april ligt er een Strategische Personeelsplanning (SPP) op basis van de eerste contouren van het strategisch Plan 2015-2018.
Er heeft wel een talentenonderzoek plaatsgevonden, maar dat is (nog) niet vertaald in een Strategische Personeelsplanning.
Het ziekteverzuim daalt onder de 5%.
Het totale ziekteverzuim kwam voor 2014 op 5,74%.
6
Op 1 juli is de website met het eerste huurdersportaal beschikbaar voor reparatieverzoeken.
Het huurdersportaal is begin november gestart.
7
Op 31 december ook voor de klantprocessen Aan het eind van het jaar werd nog verhuur, incasso, onderhoud, persoonsgegevens en gewerkt aan de voorbereidingen voor enquêtes. deze uitbreiding.
2
5
Op 16 december is overeenstemming bereikt met de Huurdersraad over uitgangspunten nieuwe Participatieraad en het Plan van Aanpak voor de werving.
Op 31 december hebben we een Participatiecongres georganiseerd.
Het Participatiecongres is op 13 november gehouden. Het congres is prima verlopen en leverde veel enthousiaste reacties op.
Op 31 december hebben we twee nieuwe participatievormen geïntroduceerd: het Trivire Tientje en de pilot wijkbeheer.
Trivire Tientje en de pilot wijkbeheer zijn gelanceerd en worden uitgevoerd.
De effecten van participatie worden voor
Onderzoek is uitgevoerd en gepresenteerd.
9
10
11
De projectmatige aanpak van 383 woningen is in 2014 voorbereid.
Op 1 juli hebben we een vernieuwd huurdersplatform. 8
31 december gemeten via een reputatiemonitor.
Score
Legenda Doel volgens planning gehaald Doel later gehaald Doel niet gehaald
Net als in 2013 is te zien dat niet alle doelen (tijdig) gehaald zijn. Oorzaken daarvan zijn gelegen in: een te optimistische inschatting van de haalbaarheid van projecten uitval binnen de organisatie, vooral binnen de afdeling P&O het niet/te laat beschikbaar zijn van projectleiders voor (met name) de informatieprojecten Met deze constateringen is terdege rekening gehouden bij het opstellen van het jaarplan voor 2015.
Trivire jaarverslag 2014
28
2.11. Verantwoording Warmtewet Warmtelevering Op 1 januari 2014 is de Warmtewet van kracht geworden. Een van de gevolgen daarvan is dat verhuurders die eigenaar zijn van collectieve verwarmingsinstallaties, zoals blokverwarming, vanaf die datum kwalificeren als warmteleverancier. Tot en met 2013 werden de kosten van gaslevering, bemetering en dergelijke apart doorberekend aan alle huurders. De invoering van de Warmtewet heeft ertoe geleid dat de geleverde warmte aan de afnemers (huurders) moet worden gefactureerd. Trivire heeft zich in 2013 voorbereid op de komst van de Warmtewet, onder meer door het vaststellen van tarieven en het maken van overeenkomsten en reglementen, evenals door het voorbereiden van informatie aan huurders. Het jaar 2014 was het eerste jaar dat Trivire als warmteproducent en -leverancier optrad. Trivire is nog bezig met de overgang van ‘verhuurder’ (BW Besluit servicekosten) naar haar rol als warmteleverancier. Ook voor 2015 zal zij bezig zijn met de verdere implementatie van de Warmtewet in haar bedrijfsvoering.
Trivire jaarverslag 2014
29
3. Verslag Huurdersraad
JAARVERSLAG 2014
Trivire jaarverslag 2014
30
1. Inleiding De belangrijkste taak van de Huurdersraad is het gevraagd en ongevraagd geven van adviezen aan Trivire. Evenals voorgaande jaren is een aantal adviezen gegeven. Er hebben diverse overleggen plaatsgevonden over uiteenlopende onderwerpen, zoals servicekosten, huurprijs, verhuur- en verkoopbeleid. Onderstaand treft u de belangrijkste zaken aan, die in 2014 de revue zijn gepasseerd.
2. Samenstelling en organisatie van de Huurdersraad In januari 2014 heeft de heer B. Verhoeve te kennen gegeven per direct zijn werkzaamheden voor de Huurdersraad te willen beëindigen vanwege andere verplichtingen. Het ledenaantal van Stichting Huurdersraad Trivire telt derhalve gedurende 2014 20 leden. De heer P. Kool is voorzitter van de Huurdersraad. De Huurdersraad heeft een Dagelijks Bestuur, bestaande uit 3 personen. In de loop van 2014 heeft de heer Kool wegens ziekte tijdelijk een stapje terug moeten doen. De heer H. Kaptein maakt sinds die tijd deel uit van het DB en mevr. C. van Os heeft het voorzitterschap waargenomen. Naast het Dagelijks Bestuur zijn werkgroepen actief voor specifieke onderwerpen. Deze werkgroepen bestaan uit leden van de Huurdersraad. De navolgende werkgroepen zijn actief: Huurbeleid en servicekosten Welzijn, Leefbaarheid en Zorg Woningbeheer (sloop, nieuwbouw, onderhoud, koop en verkoop) en Financiën Het Dagelijks Bestuur voert regelmatig overleg met leden van het Managementteam van Trivire. Hier worden actuele zaken besproken (het functioneren van Trivire en de Huurdersraad, toekomstige participatiestructuur, komende adviezen e.d.). In 2014 is het Dagelijks Bestuur 23 keer bij elkaar geweest. Dit is vaker dan normaal om de mogelijkheden voor een nieuwe participatiestructuur te onderzoeken. Ook heeft het Dagelijks Bestuur tweemaal overleg gevoerd met de twee commissarissen binnen de RvC van Trivire, die door de Huurdersraad zijn afgevaardigd. Twee Huurdersraadleden hadden zitting in de Klankbordgroep ‘Woonruimteverdeling’ van Stichting Woonkeus. Deze Klankbordgroep is in de loop van het jaar opgeheven. Ook nemen twee leden van de Huurdersraad, op persoonlijke titel, deel aan de Klankbordgroep ‘Gebruikskwaliteit Nieuwbouwwoningen’. Hier wordt advies gegeven over praktische zaken m.b.t. het ontwerp van nieuw te bouwen woningen door Trivire. De voorzitter neemt deel aan het Gezamenlijk Overleg Huurdersraden Drechtsteden (GOHD). Alle corporaties (Rhiant, Woonkracht10, Woonbron, Trivire, met uitzondering van Tablis Wonen) zijn hierin vertegenwoordigd. Doel van het GOHD is om onderling informatie uit te wisselen over actuele zaken en waar mogelijk gezamenlijk actie te ondernemen. In 2014 heeft de voltallige Huurdersraad 15 vergaderingen belegd, waarbij er op verschillende overleggen medewerkers van Trivire aanwezig waren om de Huurdersraad over uiteenlopende zaken te informeren. De Huurdersraad is lid van de Woonbond, de belangenbehartigingsorganisatie van huurders in Nederland. Het bewonersblad ‘Vitrine’ is in de loop van 2014 opgeheven. Hierin had de Huurdersraad een pagina om de huurders op de hoogte te houden van lopende zaken. Wel is er een Huurdersraad-gedeelte op de website van Trivire. Het Dagelijks Bestuur is samen met Trivire en met ondersteuning van de Woonbond gedurende 2014 intensief bezig geweest met het ontwikkelen van een nieuwe vorm van participatie voor huurders. Op 15 januari 2014 is een oriëntatiebezoek gebracht aan Woningcorporatie Nijestee in Groningen, die al een dergelijke vorm van participatie heeft. Eind 2014 is er over de nieuwe participatievorm overeenstemming bereikt, wat verder uitgewerkt zal worden in de eerste helft van 2015. Trivire jaarverslag 2014
31
De Huurdersraad zal vervangen worden door een nieuwe participatieraad, bestaande uit 9 leden, waarvan maximaal 3 uit de huidige Huurdersraad. Het DB zal opgeheven worden. Voor bepaalde specifieke onderwerpen, waarop de participatieraad dieper in wil gaan, zullen er bewonersadviesgroepen bijeen geroepen worden, bestaande uit huurders, die gedurende 3 of 4 keer bij elkaar komen om een advies te formuleren. Als Trivire huurders bij elkaar roept met eenzelfde doel, heet dit een klantenpanel. Daarnaast zullen overleggen met Huurderscommissies behouden blijven en waar nodig verstevigd worden.
3. Werkgroep ‘Huurbeleid en Servicekosten’ De werkgroep bestaat uit drie leden van de Huurdersraad en heeft ondermeer gesproken over: Warmtewet De werkgroep heeft een instemmingsverzoek ontvangen van Trivire over de nieuwe warmtewet. In deze nieuwe wet wordt geregeld dat de corporaties leverancier van warmte worden voor hun huurders. De betaling zal geschieden op basis van warmte (GJ) i.p.v. gasverbruik (m³). Om te voldoen aan de eisen, die hieraan gesteld worden, dienen er GJ-meters geplaatst te worden, eerst op de ketels en later komt er (gedeeltelijk) individuele bemetering. Omdat dit een wettelijke regeling is, moet de werkgroep akkoord gaan. Over de prijzen van het vastrecht en de GJ-prijs wordt wel onderhandeld. Pilot schoonmaak Trivire had te maken met 8 schoonmaakbedrijven. Om hier meer structuur in te brengen en om de prijzen gelijk te schakelen, wordt dit teruggebracht naar 2 schoonmaakbedrijven te weten Klaarzicht en GOM. Bewoners kunnen kiezen uit verschillende pakketten, die duurder worden, naarmate er meer werkzaamheden worden verricht. Voor de pilot, welke gehouden zal worden in 10 complexen, wordt gewerkt volgens het basispakket. Als de huurders dit na de pilot onvoldoende vinden, kunnen zij ervoor kiezen het pakket uit te breiden, mits 70% van de huurders in het complex het hiermee eens is. Pilot wijkbeheer Bij de pilot wijkbeheer wordt uitgegaan van dezelfde methodiek als bij de schoonmaak. De bewoners kunnen kiezen uit 2 pakketten. Naarmate de werkzaamheden uitgebreid worden, worden de pakketten duurder. Ook hier moet 70% van de bewoners in een complex met een duurder pakket akkoord gaan. De huurders kunnen zelf kiezen volgens welk pakket gewerkt zal worden, gedurende de pilot. In alle gevallen hebben de bewoners gekozen voor het basispakket. De pilot zal gehouden worden voor 6 maanden, waarna er een evaluatie plaats zal vinden.
4. Werkgroep ‘Welzijn, Leefbaarheid en Zorg’ De werkgroep bestaat uit vier leden van de Huurdersraad. Besproken onderwerpen zijn onder meer: Vaststellen en uitwerken wijkvisies Scheiden wonen en zorg Alarmeringsvoorzieningen in seniorenwoningen Bespreking ontlabelling 55+-woningen
5. Werkgroep ‘Woningbeheer en Financiën’ De werkgroep bestaat uit vijf leden van de Huurdersraad. De volgende onderwerpen zijn o.a. aan de orde gekomen. Strategisch voorraadbeleid In het strategisch voorraadbeleid heeft Trivire een doelenportefeuille opgesteld om de voorraad in goede conditie te houden. Daarnaast wordt in het proces aandacht besteed aan de beleidsprogramma’s en de wijkvisies. Deze worden vertaald naar SVB-labels per complex.
Trivire jaarverslag 2014
32
Om een aantrekkelijke woningvoorraad te houden voor de huurder worden een aantal maatregelen genomen zoals: Afname van het aantal woningen met een verhuurrisico Bijdragen aan de huisvesting van middengroepen Aanbod koopwoningen voor lagere en middeninkomens Versterken van wijken en buurten Een aantal complexen wordt in 2014 te koop aangeboden, maar in principe geen eengezinswoningen. Energiebeleid Het is de bedoeling een aantal onzuinige woningen naar een hoger plan te brengen en met minimaal 2 energielabels te verbeteren met ten hoogste C-niveau. In een aantal complexen zijn maatregelen getroffen, die aansloten op planmatig onderhoud, bij andere complexen wordt alleen gekeken naar energielabelverbetering. Trivire heeft hierbij als uitgangspunt dat de huurverhoging niet meer mag zijn dan het energievoordeel (verbetering of in ieder geval gelijk). Novelle minister Blok De Novelle heeft gevolgen voor de corporaties: Terug naar de kerntaken (sociale woningvoorraad tot een bepaalde huurprijs voor mensen met een bepaalde inkomensgrens) Meer toezicht en administratieve lasten Scheiding DAEB (Diensten Algemeen Economisch Belang) en niet-DAEB Tegengaan van scheef wonen
6. Financiën Huurdersraad De Huurdersraad heeft in 2014 een eigen budget in beheer. De penningmeester betaalt alle declaraties en rekeningen. Achteraf wordt aan Trivire rekening en verantwoording afgelegd. In het financiële deel van het Trivire jaarverslag is een overzicht van de huurdersraaduitgaven gegeven.
7. Verklaring Huurdersraad Het bestuur van Stichting Huurdersraad Trivire verklaart, dat zij de jaarcijfers 2014 van Trivire heeft ontvangen en in de gelegenheid is gesteld om vragen met betrekking tot deze cijfers beantwoord te krijgen. De Huurdersraad onderschrijft en ziet toe op de verklaring van het bestuur van Trivire met betrekking tot de uitgangspunten zoals omschreven in artikel 11 van het Besluit Beheer Sociale Huursector, waarin wordt gesteld dat de Woningstichting werkzaam moet zijn in het belang van de volkshuisvesting. Stichting Huurdersraad Trivire blijft naar vermogen binnen haar verantwoordelijkheden en bevoegdheden en binnen het raam van de met Trivire overeengekomen ‘samenwerkingsovereenkomst’ alert op het gevoerde beleid. Het belang van de huurders staat hierbij steeds voorop. P. Kool Voorzitter Stichting Huurdersraad Trivire
Trivire jaarverslag 2014
33
4. Verslag Ondernemingsraad Verslag en verklaring ondernemingsraad 2014 De Ondernemingsraad van Stichting Trivire heeft per 31 december 2014 de volgende samenstelling: Esmeralda Bruin voorzitter William Giltay vicevoorzitter M. de Vleeschhouwer lid Paul Letterie lid Saliha el Bouchehati lid Arie van Duijn lid Jan van Es lid Dorethy Hiwat heeft er in 2014 voor gekozen de OR te verlaten. Jan van Es is na een verkiezing gekozen als nieuw OR lid. De belangrijkste onderwerpen in het jaar 2014 waren: Strategische Personeels Planning PROF en het beloningsbeleid Relatie met de vakbonden OR Drechtsteden Jaarplan en begroting 2015 Ontwikkelingen in de sector De taak van de Ondernemingsraad in het algemeen is het vertegenwoordigen van de werknemers in overleg met de bestuurder en controleren van het gevoerde beleid in relatie tot de beleidsplannen. De Ondernemingsraad is een volwaardige gesprekspartner voor de bestuurder en denkt mee over het beleid van de organisatie en probeert in een vroeg stadium daarop invloed uit te oefenen. De Ondernemingsraad van Stichting Trivire verklaart kennis te hebben genomen van het jaarverslag 2014 van Stichting Trivire. Geheel volgens de voorschriften in het ‘Besluit verstrekking financiële informatie aan de ondernemingsraden 1985’ hebben wij het jaarverslag op tijd ontvangen. De Ondernemingsraad heeft naast de mondelinge toelichting in voldoende mate de gelegenheid gehad tot het stellen van vragen. Op grond hiervan zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag een getrouw beeld geeft van de werkelijkheid en zien geen reden tot het plaatsen van kritische kanttekeningen. Vertrouwende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd, tekenen wij.
E. Bruin voorzitter
Trivire jaarverslag 2014
34
5. Verslag Raad van Commissarissen (RvC) Algemeen De Raad van Commissarissen (RvC) heeft tot taak toezicht te houden op het bestuur en op de algemene gang van zaken in de woningcorporatie en de met haar verbonden ondernemingen en staat tevens het bestuur met raad ter zijde. De RvC houdt onder andere toezicht op: realisatie van de doelstellingen van de corporatie realisering van de volkshuisvestelijke opgaven strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van de corporatie opzet en werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen kwaliteitsbeleid kwaliteit van de maatschappelijke verantwoording financieel verslaggevingsproces naleving van toepasselijke wet- en regelgeving Dit toezicht strekt zich tevens uit tot de met de corporatie verbonden ondernemingen. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de RvC zijn in de statuten van Trivire omschreven. Een en ander is verder uitgewerkt in het reglement voor de RvC dat op de website is geplaatst. In dit jaarverslag legt de RvC, als orgaan van een maatschappelijk ondernemende organisatie, publiekelijk verantwoording af over de wijze waarop hij invulling heeft gegeven aan de uitvoering van zijn taken in het afgelopen jaar. Als toezichtkader voor het uitoefenen van zijn taken hanteert de RvC onder meer: het BBSH 2 de Governancecode Woningcorporaties zoals die per 1 juli 2011 is geactualiseerd de door hem goedgekeurde ondernemingsvisie het strategisch plan het jaarplan de begroting: concrete (kwalitatieve) normen voor financiële continuïteit op langere termijn (ook de normen van het WSW en CFV vallen hieronder) afspraken met externe belanghebbenden (bijvoorbeeld: de prestatieafspraken lange termijn (PALT) met de gemeentelijke overheden) Dit toezichtkader wordt door de RvC gebruikt bij het nemen van besluiten, het beoordelen van het functioneren van het bestuur en het eigen functioneren van de RvC, bij het beoordelen van bestuursvoorstellen en bij de bewaking van de realisatie van de corporatiedoelstellingen. Taak en werkwijze Om de toezichthoudende taak goed te kunnen vervullen heeft de RvC zich regelmatig schriftelijk danwel mondeling door het bestuur laten informeren over de (financiële) resultaten in relatie tot de beoogde doelen, relevante externe ontwikkelingen en de wensen en behoeften van belanghebbenden. De RvC heeft in het afgelopen boekjaar het volgende ondernomen om zich op de hoogte te houden van wat er speelt in het speelveld van Trivire: beoordelen en bespreken jaar- en maandrapportages overleg met bestuur, staf en management overleg met externe accountant onderhouden van contacten met de Huurdersraad Trivire onderhouden van contacten met de Ondernemingsraad beleidsconferentie met bestuur, staf en management afleggen diverse werkbezoeken volgen van cursussen/bijeenkomsten/seminars kennisnemen van vaktijdschriften en literatuur overleg met CFV (voorzitter en bestuurder) op 8 oktober 2014 over het onderzoek naar de rol van tussenpersonen bij leningen en transacties 2
De Governancecode Woningcorporaties wordt op in 2015 opnieuw geactualiseerd en zal in dat jaar ook worden ingevoerd. Voor het toezicht over 2014 wordt de oude tekst gehanteerd.
Trivire jaarverslag 2014
35
De RvC is zich terdege bewust van de veranderde omstandigheden en zienswijze binnen het maatschappelijke speelveld waarin Trivire haar werk verricht. Ook de wens om zowel het externe als het interne toezicht en alle daarbij behorende taken en bevoegdheden scherper neer te zetten vindt zijn weg. De RvC zal op alle reeds ingezette als toekomstige veranderingen en regelgeving op een adequate wijze inspelen en toezicht houden. Zij zal daarbij op een proactieve wijze bevorderen dat deze gewenste wijzigingen worden doorgevoerd en toegepast. Ook is het zo dat in augustus 2014 de RvC kennis heeft genomen van het Plan van Aanpak dat door de bestuurder is opgesteld en dat de consequenties van de veranderde externe omstandigheden voor de richting en inrichting van de organisatie weergeeft. De RvC heeft met dit Plan van Aanpak ingestemd en monitoort de voortgang van dit plan door middel van frequente rapportages door de bestuurder aan de raad over de voortgang. Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW) Alle leden van de RvC zijn aangesloten bij de VTW. In 2014 hebben de afzonderlijke leden deelgenomen aan bijeenkomsten van de VTW over: nieuw overheidsbeleid en strategische keuzes toezicht op IT en Innovatie masterclass Projectontwikkeling en Vastgoedtransacties masterclass Zorgvastgoed Dag van Toezicht (toezicht op primair proces) themabijeenkomst VTW/VNG over de relatie tussen gemeenten en woningcorporaties en de rol van de RvC hierin een lid heeft deelgenomen aan de door de VTW georganiseerde inspiratiesessies legitimering en rol RvC in relatie tot bestuurder en belanghouders ledenbijeenkomst Herzieningswet en conclusies parlementaire enquête woningcorporaties Eveneens is deelgenomen aan de door VTW/WSW georganiseerde bijeenkomsten over risicostrategie en bijpassend beoordelingskader, door het CFV georganiseerde regiobijeenkomsten e over de rol van het intern toezicht en het 14 Nationaal Symposium Woningcorporaties van het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid. Eind 2014 heeft de Algemene Vergadering van de VTW ingestemd met een systeem voor permanente educatie (PE) voor leden van de VTW. Met ingang van 2015 zijn de leden verplicht jaarlijks een aantal PE-activiteiten te volgen om op een goede manier invulling te geven aan de PE-verplichting zodat leden zich op permanente basis ontwikkelen en verbeteren. Begin 2015 zal de RvC hierover nader afspraken maken en vanaf het jaarverslag over 2015 worden in het RvC-jaarverslag de gevolgde PEactiviteiten en behaalde PE-punten per commissaris opgenomen in het kader van de verantwoording aan belanghouders en maatschappij. Dit is in overeenstemming met de (nieuwe) Governancecode Woningcorporaties die in de loop van 2015 van kracht wordt. Vergaderingen De RvC is in het afgelopen jaar acht maal in een reguliere vergadering bijeen geweest. Daarnaast is een aparte dag besteed met bezoeken van diverse projecten en een bespreking over het eigen functioneren van de RvC. Naast de besloten bespreking over het eigen functioneren heeft de RvC een aantal maal in beslotenheid gesproken over de toekomst van Trivire. Het aanstaande vertrek en opvolging in de loop van 2016 van de bestuurder waren hierbij de thema’s. Ook de gewenste structuur en inrichting van de organisatie zijn onderwerp van gesprek geweest. In oktober 2014 heeft de jaarlijkse beleidsdag plaatsgevonden die dit jaar in het teken stond van verandering, transformatie en transitie. Veranderingen die in de samenleving plaatsvinden, veranderingen in de (maatschappelijk) toegevoegde rol van corporaties, veranderingen in toezicht, veranderingen in de nieuwe, strakkere regels en verandering in de inzet van middelen. Trivire heeft samen met haar belangrijkste stakeholders geconstateerd dat zij zich blijvend wil inzetten voor beschikbaarheid, betaalbaarheid, duurzaamheid en leefbaarheid. Conform de dienaangaande binnen de RvC vastgelegde afspraak wordt de interne evaluatie van de RvC eenmaal per drie jaar begeleid door een onafhankelijke adviseur. Trivire jaarverslag 2014
36
Omdat externe begeleiding in 2012 heeft plaatsgevonden, is in 2014 de evaluatie door de RvC zelf uitgevoerd. Twee leden van de RvC hebben dit door middel van het vooraf uitzetten van een vragenlijst voorbereid. In een besloten bijeenkomst is het eigen functioneren van de RvC besproken, evenals dat van de individuele leden. Tevens is ook het functioneren van het bestuur besproken. In een besloten vergadering buiten aanwezigheid van het bestuur heeft de RvC zijn eigen inrichting en functioneren als collectief en de bijdrage van de afzonderlijke leden geëvalueerd. De RvC heeft hierbij tevens de visie van het bestuur gevraagd en deze betrokken in de bespreking. De zelfevaluatie heeft plaatsgevonden op basis van: de Governancecode Woningcorporaties de profielschets van de RvC de vooraf gevraagde mening van het bestuur de uitkomsten van de door de RvC-leden zelf ingevulde vragenlijst de uitkomsten van bilaterale gesprekken tussen de voorzitter en afzonderlijke leden van de raad De tijdens deze evaluatie voorgestelde verbeteringen, zowel individueel als collectief, zijn doorgevoerd. Geen van de leden van de RvC is frequent afwezig geweest bij vergaderingen. Een afvaardiging van de RvC heeft in 2014 tweemaal een overlegvergadering met de Ondernemingsraad (OR) bijgewoond, waarna de bevindingen zijn teruggekoppeld aan de volledige RvC. De bijeenkomsten waren constructief en open van karakter waarbij de grote betrokkenheid van de OR bij de organisatie als positief is ervaren. Vanaf 2012 heeft geen formeel overleg met de Huurdersraad plaatsgevonden. Reden van het opschorten van het formele overleg is dat de Huurdersraad zich eerst intern wilde beraden over zijn toekomst en toekomstige rol in de participatiestructuur van Trivire. Wel is in 2014 een aantal keer overleg tussen het Dagelijks Bestuur van de Huurdersraad, de beide huurderscommissarissen en de bestuurder geweest met de intentie dit formele overleg, in afwachting van de op te richten nieuwe Participatieraad, opnieuw vorm te geven. De RvC heeft in het afgelopen boekjaar de volgende besluiten genomen: Goedkeuring projecten: o Crispijn van Outgaerden o Multifunctionele Accommodatie Kort Ambacht-Zuid (MFA-KAZ) o Herontwikkeling J.W. Frisostraat o Verbouwing begane grond Babyhuis Brouwersdijk o Volgerlanden Oost Goedkeuring verkopen: o Complexgewijze verkoop 58 woningen Stadspolderring o Complexgewijze verkoop 35 appartementen Engelsetuin en Straatsburgsestraat o Verkoop parkeerterrein (21 parkeerplaatsen) De Kuyper Goedkeuring aankopen: o Strook grond van 14 m2 voor realisatie entree De Sitterstraat Besluit opdracht aan PwC Accountants met een jaar te verlengen Goedkeuring: o Toepassing RJ 290 o Jaarverslag en jaarrekening 2013 o Jaarrekening Pro-Net Projectontwikkeling B.V. o Herzien treasurystatuut o Geactualiseerd treasuryjaarplan 2014 o Controleplan 2014 van PwC o Jaarplan, begroting en treasuryjaarplan 2015 Goedkeuring treasurytransacties: o Plan van Aanpak opbouw liquiditeitsbuffer o Afsluiten van leningen ter vergroting van de liquiditeitsbuffer (totaal € 32,9 miljoen) o Plan van Aanpak TBB’s (toezicht belemmerende bepalingen) o Reductie liquiditeitsexposure
Trivire jaarverslag 2014
37
De RvC heeft in het afgelopen boekjaar onder meer gesproken over de volgende onderwerpen: Kaders en besluitvorming projecten Discussie over (continuering van) derivaten De (financiële) toekomst van Trivire Plan van Aanpak terugdringen ziekteverzuim Voortgang besparingsvoorstellen Ontwikkeling en voortgang van de Tri-connectprojecten Ontwikkelen visie op relatie met stakeholders Onderhoudsbeleid en MJOB Opvolging huidige bestuurder in 2016 met het daarbij op te stellen Plan van Aanpak Organisatie van Trivire met als uitgangspunt het richten op de toekomstige veranderingen en taken Met name de discussie over (continuering van) derivaten en daarmee ook de (financiële) toekomst van Trivire zijn ook het afgelopen jaar aan de orde geweest en besproken. De RvC heeft zich uitvoerig laten adviseren door extern adviseurs Zanders Treasury en Finance Solutions, hier in retroperspectief naar beste weten in geacteerd en hier in goed overleg met de bestuurder de vereiste en structurele maatregelen in gang gezet. Onafhankelijkheid De leden van de RvC zijn onafhankelijk in de zin van de in de Governancecode Woningcorporaties bepaling III 2.2 aangeduide criteria. De onafhankelijkheid is in overeenstemming met de bepalingen van deze code. In 2014 is geen sprake geweest van (transacties met) tegenstrijdige belangen waarbij leden van de RvC en of het bestuur betrokken waren. Tevens vervult geen van de leden van de RvC of het bestuur een nevenfunctie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de RvC of het bestuur. Een overzicht van de nevenfuncties van de leden van de RvC en het bestuur is opgenomen in bijlage 1, respectievelijk bijlage 2. In 2010 is binnen de organisatie van Trivire besloten tot het instellen van een Klokkenluidersregeling. Daarvan is tot op heden geen gebruik gemaakt. Er zijn geen meldingen gedaan bij de externe vertrouwenspersonen (bedrijfs- respectievelijke persoonlijke zaken) of bij het Meldpunt integriteit woningcorporaties die onder de aandacht zijn gebracht van de RvC. Deskundigheid en samenstelling De RvC bestond in het verslagjaar uit zeven leden. In bijlage 1 is nadere informatie opgenomen over de samenstelling van de RvC, waaronder de nevenfuncties en het rooster van aftreden. De RvC werkt met een profielschets, gerelateerd aan zijn omvang, samenstelling en activiteiten, voor de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de RvC. Honorering De leden van de RvC ontvangen een honorering. In bijlage 3 is een overzicht gegeven van de honorering over 2014 en is de basis, waarop de honorering is gebaseerd, toegelicht. Werkgeversrol De RvC is verantwoordelijk voor een goed bestuur, onder meer door benoeming, schorsing, ontslag en jaarlijkse evaluatie van het bestuur. Sinds juli 2012 bestaat het bestuur uit één persoon. In 2014 is de samenstelling van het bestuur ongewijzigd. Met de bestuurder worden periodiek beoordelings- en voortgangsgesprekken gevoerd door de voorzitter en de vicevoorzitter van de RvC. De uitkomsten van deze gesprekken worden in beslotenheid met de voltallige RvC besproken. Ook zijn door de RvC met de bestuurder afspraken gemaakt over route en strategie voor zijn vertrek en opvolging in 2016. Beloningen bestuur In bijlage 3 is de honorering van het bestuur over 2014 weergegeven met als vergelijking de gegevens over 2013. Het bestuur ontvangt een vaste honorering; er zijn geen variabele beloningselementen (gratificaties, bonussen e.d.). Het arbeidscontract met het bestuur is aangegaan voor onbepaalde tijd. De RvC heeft hiervoor gekozen op arbeidsrechtelijke gronden en in het belang van continuïteit in de bedrijfsvoering. Trivire jaarverslag 2014
38
De honorering van de bestuurder is mede gebaseerd op afspraken inzake bevriezing van het salaris van de bestuurder vanaf januari 2012. Dit op verzoek van de bestuurder zelf. De RvC heeft buiten aanwezigheid van het bestuur het functioneren van het bestuur besproken, gevoed door de uitkomsten van de zelfevaluatie van het bestuur en de gehouden beoordelings- en voortgangsgesprekken. De RvC heeft vervolgens vastgesteld dat aan deze prestatiedoelstellingen hard is gewerkt en er voortgang is en wordt geboekt. De doelen die nog niet zijn gehaald en of nog inspanning van de organisatie vergen zijn besproken en worden bewaakt.
Trivire jaarverslag 2014
39
VERKLARING VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN Wij hebben kennis genomen van het bestuursverslag en de aan ons voorgelegde jaarstukken over 2014 van Trivire alsmede van de daarbij afgegeven accountantsverklaring door PricewaterhouseCoopers Accountants. Deze verklaring is opgenomen bij hoofdstuk 6.13. Met deze jaarstukken kunnen wij ons verenigen.
Dordrecht, 22 april 2015
Trivire jaarverslag 2014
40
Bijlage 1 bij het verslag van de RvC
Samenstelling RvC Op 31 december 2014 was de RvC van Trivire als volgt samengesteld. de heer H.P. van der Vossen, 1949, voorzitter Beroep/functie: directeur bedrijf in vastgoedmanagement Deskundigheid: vastgoedontwikkeling en beheer, arbeidsverhoudingen/ personeelsbeleid Relevante nevenfunctie(s): lid directie ontwikkelmaatschappij BeVoBa B.V. directeur-eigenaar Piro Vast Holding B.V.
de heer D. ten Veen, 1946, vicevoorzitter Beroep/functie: zelfstandig adviseur/management coach Deskundigheid: algemeen bestuurlijk, financiën Relevante nevenfunctie(s): lid Raad van Toezicht Bedrijfsgerichte Kinderopvang Drechtsteden (BKD) lid Raad van Toezicht Regionaal Laboratorium Medische Microbiologie lid bestuur regionale televisie Dordrecht (RTV Dort)
mevrouw H.P.M. Braks-Langenkamp, 1968, lid op bindende voordracht van de Huurdersraad Beroep/functie: zelfstandig adviseur en interim-manager bij maatschappelijke ondernemingen Deskundigheid: volkshuisvesting, Personeel & Organisatie Relevante nevenfunctie(s): lid Raad van Toezicht woningstichting Volksbelang Made visitator Woningcorporaties bij Cognitum B.V.
de heer H.B.H.E. Koekkoek, 1947, lid Beroep/functie: voormalig hoofd van Dienst Inspectie Dordrecht, laatstelijk projectleider team grote Bouwprojecten Nederland (Belastingdienst) Deskundigheid: bestuurlijk, financiën, juridisch Relevante nevenfunctie(s): voorzitter Dordtse Vereniging Kunst- en Antiekhandelaren voorzitter Stichting Kunstrondje Plus - organisator Dordtse Boekenmarkt - organisator Kunstmanifestatie Place d’Ary
de heer E.G.J.M. Meijer, 1953, lid op bindende voordracht van de Huurdersraad Beroep/functie: directeur Johan van Oldenbarneveltstichting directeur PKLC (Pelikan Key Legal Consultancy) Deskundigheid: overheden ruimtelijke ordeningsvraagstukken (juridisch planologisch en bestuursrechtelijke vraagstukken) Relevante nevenfunctie(s): voorzitter bewonersvereniging Renaissance bestuurder PvdA Dordrecht voorzitter Culturele Stichting Interdias Den Haag
Trivire jaarverslag 2014
41
de heer A.C.N. van de Ven, 1964, lid Beroep/functie: hoogleraar bestuurlijke informatievoorziening, Tias School for Business and Society, Universiteit van Tilburg Deskundigheid: controlling, accounting, risicomanagement en financiering Relevante nevenfunctie(s): voorzitter Raad van Commissarissen Supermarktfonds.nl lid Raad van Advies Ilfa (treasury adviesbureau) lid Ledenraad Rabobank Drechtsteden lid curatorium Internal Auditing & IT-Auditing opleiding Erasmus Universiteit Rotterdam
de heer B. de Vries, 1958, lid Beroep/functie: Deskundigheid: Relevante nevenfunctie(s):
financieel consultant financiën en financiering lid Raad van Toezicht GGz Breburg lid van de Raad van Commissarissen van het Nederlands Beleggingsfonds voor Zeeschepen (NBZ) voorzitter Raad van Commissarissen Rabobank Krimpenerwaard
Leden van de RvC worden op grond van het reglement voor de RvC voor een periode van vier jaar benoemd. Herbenoeming is, conform de bepalingen van de Governancecode Woningcorporaties, één keer mogelijk voor een periode van vier jaar. Naam H.P. van der Vossen D. ten Veen Mw. H.P.M Braks-Langenkamp H.B.H.E. Koekkoek E.G.J.M. Meijer A.C.N. van de Ven B. de Vries
Benoemd per 2008 2008 2011 2004 2011 2012 2009
Herbenoemd per 2010 2010 2011
2013
Aftredend per 2016 2016 2015 2015 2015 2016 2017
In 2011 is de heer H.B.H.E. Koekkoek herbenoemd als lid van de RvC voor de periode 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2015 (dit betreft een derde periode, waartoe – in afwijking van de Governancecode Woningcorporaties – is besloten in verband met borging van de continuïteit in inbreng vanuit voormalig Interstede).
Trivire jaarverslag 2014
42
Bijlage 2 bij het verslag van de RvC
Nevenfuncties bestuur In het kader van zijn functie als bestuurder van Trivire vervult de heer W. van der Linden de volgende onbezoldigde nevenfuncties: -
Lid directeurencontact Aedes, vereniging van woningcorporaties Bestuurslid Vereniging Woningcorporaties Zuid-Holland Zuid Lid VSB (Vereniging voor Strategie en Beleid)
Daarnaast vervult de heer Van der Linden in privé de volgende (onbezoldigde) nevenfuncties: -
voorzitter stichting Vrienden van de Stichting Via Lumina lid comité van aanbevelingen Pictura lid comité van aanbeveling Kunstmin
Trivire jaarverslag 2014
43
Bijlage 3 bij het verslag van de RvC
Honorering bestuur en RvC Honorering bestuur Over 2014 heeft het bestuur de volgende beloning ontvangen: Bedragen in €
W. van der Linden (fulltime) Bruto loon plus belaste vergoedingen Overige (netto) vergoedingen (onbelast) Fiscale bijtelling auto Reguliere pensioenlasten ten laste van werkgever Premie vroegpensioen Verstrekte leningen/voorschotten/garanties Totaal
2014 160.000 2.000 8.000 31.000 5.000 206.000
2013 160.000 2.000 8.000 32.000 6.000 208.000
Honorering RvC De honorering van de RvC is gekoppeld aan de zwaarte van de functie van de afzonderlijke leden van de RvC en is gebaseerd op de Honoreringscode commissarissen van de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW). De honorering is niet gekoppeld aan de prestaties van Trivire. Over 2014 was de honorering (inclusief btw) als volgt: Bedragen in €
Naam
Functie
H.P. van der Vossen D. ten Veen H.P.M. Braks-Langenkamp H.B.H.E. Koekkoek LlLaLangenkamo E.G.J.M. Meijer A.C.N. van de Ven B. de Vries
voorzitter vicevoorzitter lid lid lid lid lid
Vergoeding 2014 13.552 11.616 9.680 8.000 9.680 9.680 9.680
Vergoeding 2013 13.552 11.616 9.680 8.840 9.680 9.680 9.680
De hoogte van de honorering was in 2014 voor de leden van de RvC ongewijzigd zoals die per de fusiedatum (1 juli 2009) werd vastgesteld, met dien verstande dat vanaf 2013 sprake is van een hogere last als gevolg van het besluit dat de vergoeding is verhoogd met de btw. De heer Koekkoek heeft een btw-vrijstelling bewerkstelligd bij de belastingdienst, waardoor de last voor Trivire lager is.
Trivire jaarverslag 2014
44
6. Jaarrekening
Trivire jaarverslag 2014
45
6.1. Balans per 31-12-2014 (na resultaatbestemming) (x € 1.000)
Ref.
31-12-2014 31-12-2013
ACTIVA
Vaste activa Materiële vaste activa - Sociaal vastgoed in exploitatie - Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie - Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Subtotaal
9.1
Vastgoedbeleggingen - Commercieel vastgoed in exploitatie - Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden - Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Subtotaal
9.2
Financiële vaste activa - Deelnemingen - Latente belastingvordering(en) - Leningen u/g - Te ontvangen BWS-subsidies - Geactiveerde optierente extendibles - Margin Calls Subtotaal
9.3
731.619 11.453 7.184 750.256
741.985 7.128 8.120 757.233
38.936 23.421 1.181 63.538
36.775 22.425 38 59.238
2.081 7.219 273 3.662 12.650 25.885
2.317 2.331 1.612 486 4.170 10.916
182
104
724 831 37 653 1.460 1.926 5.631
984 700 23 2.474 4.181
15.316
24.490
21.129
28.775
860.808
856.162
Vlottende activa Voorraden
9.4
Vorderingen - Huurdebiteuren - LeningenU/G collegacorporatie - Gemeenten - Overige debiteuren - Belastingen en premies sociale verzekeringen - Overlopende activa Subtotaal
9.5 9.5.1 9.5.2 9.5.3 9.5.4 9.5.5 9.5.6
Liquide middelen
9.6
Subtotaal
Totaal generaal
Trivire jaarverslag 2014
46
Ref.
31-12-2014 31-12-2013
PASSIVA
Eigen vermogen - Stichtingskapitaal - Algemene bedrijfsreserve Subtotaal
9.7
Voorzieningen - Glasfonds - Sterabonnement - Overige fondsen - Sloop projecten - Onrendabele investeringen Subtotaal
9.8
Schulden op lange termijn - Leningen overheid - Leningen kredietinstellingen - Lening collega corporatie - Leningen overig - Vrijval disagio leningen - Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden - Derivaten - Waarborgsommen Subtotaal
9.9 9.9.1 9.9.2 9.9.3 9.9.4 9.9.5 9.9.6 9.9.7 9.9.8
Schulden op korte termijn - Schulden overheid - Schulden aan kredietinstellingen - Lening O/G collega corporatie - Overige crediteuren - Belastingen en premies sociale verzekeringen - Overlopende passiva Subtotaal
9.10
Totaal generaal
Trivire jaarverslag 2014
1 323.443 323.444
1 316.482 316.483
370 1.169 52 1.837 9.973 13.401
306 1.070 25 2.360 7.307 11.068
12.408 410.942 1.002 100 23.903 22.131 100 470.586
15.571 421.492 832 1.001 100 23.014 9.475 81 471.566
868 33.729 832 2.738 680 14.530 53.377
37.334 4.898 1.011 13.802 57.045
860.808
856.162
47
6.2. Winst- en verliesrekening over 2014 (x € 1.000)
Ref.
2014
2013
10.1 10.2 10.3 10.4
86.445 6.356 1.263 -
83.270 6.713 1.073 12
10.5
3.177 97.241
2.322 93.390
10.6 10.7
25.840 -
27.110 -2.036
10.8 10.9 10.10 10.11 10.12 10.13 10.14 10.15
133 9.134 1.371 1.611 18.335 359 6.267 22.287 85.337
12 9.589 1.251 1.673 19.479 383 6.594 16.618 80.673
Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
10.16
3.045
1.988
-
10.17 10.18 10.19 10.20
-12.656 121 64 -18.334
1.833 155 275 -18.741
-15.856
-1.773
6.328 -236
192 -359
-9.764
-1.940
Bedrijfsopbrengsten - Huren - Opbrengsten servicecontracten - Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille - Wijzigingen in voorraad vastgoed bestemd voor de verkoop en onderhanden projecten - Overige bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten Bedrijfslasten - Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille - Overige waardeveranderingen immateriële vaste activa en vastgoedportefeuille - Erfpacht - Lonen en salarissen - Sociale lasten - Pensioenlasten - Lasten onderhoud - Leefbaarheid - Lasten servicekosten - Overige bedrijfslasten Totaal bedrijfslasten
Waardeverandering derivaten Rentebaten Opbrengsten financiële activa Rentelasten
Jaarresultaat voor belasting Vennootschapsbelasting Resultaat deelnemingen Jaarresultaat na belasting
Trivire jaarverslag 2014
10.21 10.22
48
6.3. Kasstroomoverzicht (directe methode) (x € 1.000)
Ref.
Kasstroom uit operationele activiteiten - Ontvangsten van huurders - Ontvangsten van subsidiegevers - Ontvangsten overige -
2014
94.323 212 851 95.386 -12.803 -21.154 -13.470 -11.861 -59.289
Betalingen aan werknemers Betalingen aan leveranciers onderhoud Betalingen uit hoofde van zakelijke lasten Betalingen overige
Kasstroom uit bedrijfsoperaties -
90.326 322 796 91.444 -13.274 -20.502 -7.726 -12.250 -53.752 36.098
Ontvangen rente Betaalde rente Ontvangen vennootschapsbelasting Betaalde vennootschapsbelasting
442 -18.634 -
37.692 184 -18.816 -133
-18.193 17.905
Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten - Investeringen in materiële vaste activa - Desinvesteringen in materiële vaste activa - Investeringen in financiële vaste activa - Desinvesteringen in financiële vaste activa
2013
11.1 11.1
-11.343 12.596 -15.520 3.637
-18.765 18.927
-23.438 10.753 -10.630
Kasstroom uit financieringsactiviteiten - Ontvangsten uit langlopende schulden (klim) 11.2 - Ontvangsten uit langlopende schulden (nieuwe11.2 leningen) - Aflossing langlopende schulden 11.2
13.600 43.580
Stand per 1-1 Liquide middelen Rekeningcourant
49.495
-73.627
Mutatie liquide middelen
-12.685
-34.062 -16.447
15.433
-9.172
21.675
24.490 -2
2.813 24.488
Stand per 31-12 Liquide middelen Rekening courant
Mutatie
Trivire jaarverslag 2014
15.318 -2
2.813
24.490 -2 15.316
24.488
-9.172
21.675
49
6.4. Algemene toelichting Algemeen Trivire is een stichting met de status van ‘toegelaten instelling volkshuisvesting’. Zij heeft woningbezit in de gemeenten Dordrecht, Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht en is werkzaam binnen de juridische wetgeving vanuit de Woningwet en het BBSH. De vestigingsplaats is Dordrecht. De activiteiten bestaan voornamelijk uit de exploitatie en ontwikkeling van woningen. Grondslagen voor consolidatie Er is geen sprake van een geconsolideerde jaarrekening. Weliswaar heeft Trivire een 100% deelneming in Pro-Net Projectontwikkeling B.V., maar deze is van te verwaarlozen betekenis. Derhalve is gebruik gemaakt van de consolidatievrijstelling, opgenomen in artikel BW2; 407, lid 1 sub a. De deelneming is gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. Schattingswijzigingen In het kader van de bepaling van de bedrijfswaarde van de materiële vaste activa in exploitatie zijn schattingswijzigingen doorgevoerd en uiteengezet in de toelichting mutatie bedrijfswaarde. Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt Trivire zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Als het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningpost.
Trivire jaarverslag 2014
50
6.5. Grondslagen voor waardering van activa & passiva Regelgeving De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van het BBSH, Titel 9 Boek 2 BW, Hoofdstuk 645 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en de stellige uitspraken van de overige hoofdstukken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Als geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de winst- en verliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Toelichtingen op posten in de balans, winst- en verliesrekening en kasstroomoverzicht worden in de jaarrekening genummerd. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van 2013. Verwerking verplichtingen In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen ook feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als 'intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd'. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en/of nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake als de formalisering van de fase definitief ontwerp en afgeleid het aanvragen van de bouwvergunning heeft plaatsgevonden. De aannames, gedaan bij de financiële impact van bovengenoemde feitelijke verplichtingen, kunnen afwijken bij daadwerkelijke realisatie van de projecten. Planvorming kan onder meer wijzigingen in de tijd ondergaan door bewegingen in het prijsniveau van leveranciers, wettelijke procedures en aanpassingen in de voorgenomen bouwproductie. Materiële vaste activa Algemene uitgangspunten Tenzij bij de afzonderlijke balansposten iets anders wordt vermeld, gelden voor alle materiële vaste activa de volgende algemene uitgangspunten: Verkrijgings- of vervaardigingsprijs De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald door de som van alle direct toe te rekenen uitgaven, eventueel vermeerderd met na-investeringen, onder aftrek van afschrijvingen tijdens de geschatte toekomstige gebruiksduur. Op grond wordt niet afgeschreven. Voor zover verkregen subsidies kwalificeren als investeringssubsidie, worden deze in mindering gebracht op de verkrijgingsof vervaardigingsprijs. Ook wordt hierbij de rente tijdens de bouw op vreemd vermogen en direct toerekenbare interne kosten evenals transactiekosten geactiveerd. Rente wordt uitsluitend toegerekend als voor te vervaardigen materiële vaste activa noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om deze gebruiksklaar te maken en vangt aan bij start van de bouw. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemd vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen die op de balansdatum worden verwacht. Als grond gekocht is met opstallen, met de intentie de opstallen te slopen of teniet te laten gaan en vervolgens op de grond nieuwbouw te realiseren, dan maken de eventuele boekwaarde van de opstallen en de gemaakte sloopkosten deel uit van de verkrijgingsprijs van de grond.
Trivire jaarverslag 2014
51
Sociaal vastgoed in exploitatie Typering Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijsniveau dat door de minister van BZK wordt vastgesteld. Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijn-, onderwijs- en culturele instellingen en dienstverleners en ook is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie van 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Kwalificatie Het beleid van Trivire is er primair op gericht de sociale vastgoedportefeuille aan te houden voor de doelgroep van beleid. Slechts voor een deel van het sociale vastgoed vindt optimalisatie van het financiële rendement plaats. Daarmee kwalificeert Trivire zich als vastgoedbeheerder en is de laagste van de vervangingswaarde of de bedrijfswaarde de basis voor de invulling van de actuele waarde. Waarderingsgrondslag Trivire waardeert haar vastgoed in exploitatie bij eerste verwerking tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Het sociale vastgoed (het DAEB bezit) wordt daarna gewaardeerd tegen de actuele waarde, zijnde de bedrijfswaarde, onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen. Na-investeringen Uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waardeverhoging van het actief worden aangemerkt als activeerbare kosten van vernieuwing. Uitgaven die betrekking hebben op toekomstige herstructureringen, waarvan de feitelijke verplichtingen dan wel de in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan, worden in de waardering betrokken. Herstructurering onderscheidt zich van renovatie doordat sprake is van een gebiedsgerichte aanpak. Onderhoud De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat geen sprake is van een waardevermeerdering van het actief. De lasten van onderhoud worden direct in het resultaat verantwoord. Componenten Binnen het vastgoed worden componenten onderkend met een verschillende levensduur. Naast de grond (geen afschrijving) en de opstal worden installaties (bijvoorbeeld c.v. en lift) en inventaris (bijvoorbeeld keuken en badkamer) onderkend. Van een afzonderlijke component is sprake als die component meer dan 10% uitmaakt van de waarde van het actief en/of als de afschrijvingslast (als gevolg van een afwijkende levensduur van de component ten opzichte van de opstal) meer dan 10% afwijkt van de situatie dat geen component zou zijn onderkend. Afschrijvingstermijnen Grond geen afschrijvingen Casco 60 jaar Inventaris 20 jaar Installatie 15 jaar Rayonindeling Als kasstroom generende eenheid kiest Trivire voor de indeling per rayon. Een rayon is gebaseerd op een geografisch gekozen gebiedsindeling die aansluit op het interne beleid en de bedrijfsvoering. Rayon 1 betreft Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht, rayon 2 Dordrecht West en Centrum en rayon 3 Dubbeldam, Stadspolders, Staart en Sterrenburg. De organisatorische aansturing vindt plaats door de rayonmanagers. Bepaling bedrijfswaarde De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. Trivire jaarverslag 2014
52
De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van het bestuur weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn tijdens de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2014 intern geformaliseerde MJB. De kosten van het totale (planmatig en niet planmatig) onderhoud is gebaseerd op een gemiddelde onderhoudsnorm per SVB cluster. Deze gemiddelde norm is op basis van een onderhoud technische inspectie en een strategische visie op de SVB clusters bepaald en verwerkt in de bedrijfswaarde. Er wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente evenals genormeerde lastenniveaus. In de berekening van deze bedrijfswaarde is uitgegaan van de volgende parameters: • een rekenrente van 5,25% (parameter 2013; 5,25%) voor WSW-geborgde woningen • een rekenrente van 5,25% (parameter 2013; 5,25%) voor niet-WSW-geborgde woningen, bedrijfsmatige en overige onroerende zaken • huurverhoging 2015 en later 2% (parameter 2013; 2%) • jaarlijkse huurderving van 1% (parameter 2013; 1%) • mutatiegraad van 3% en huurharmonisatie tot de maximale redelijke huur • jaarlijkse stijging vastgoed gerelateerde variabele lasten 3% (parameter 2013; 3%) • genormeerde variabele lasten (OZB en verzekering) van € 310 per verhuureenheid (parameter 2013; € 312) • werkelijke beheerkosten per jaar • jaarlijkse stijging onderhoudskosten 3% (parameter 2013; 3%) • restant levensduur met levensduurverlenging op moment van verbeterplan • genormeerde onderhoudskosten per SVB cluster • restwaarde grond op basis van de CFV-methodiek • geraamde verkoop voor de eerste vijf jaar ingerekend • voor de verhuurdersheffing is voor de jaren 2015 en later het wettelijke kader eind 2013 gereed gekomen. In de Wet Maatregelen Woningmarkt zijn de tarieven voor 2015 t/m 2017 opgenomen. Deze bedragen respectievelijk € 4,49, € 4,91 en € 5,36 per € 1.000 WOZ waarde voor alle woongelegenheden met een huurprijs onder de liberalisatiegrens. De verhuurdersheffing is voor de jaren 2015 tot en met 2017 ingerekend in de bedrijfswaarde op basis van genoemde bedragen. Voor de periode na 2017 is uitgegaan van een verder gelijkblijvend tarief. Voor de mutatie in de WOZ waarde is uitgegaan van de volgende ontwikkeling: 2015, 0% stijging, 2016 en verder 1% stijging • de heffingsbijdrage van het CFV en de te betalen vennootschapsbelasting maken geen onderdeel uit van de bedrijfswaarde De periode waarover contant gemaakt wordt, loopt parallel met de geschatte resterende levensduur van de complexen (variërend van 1 tot 60 jaar). De minimale levensduur is gesteld op 15 jaar tenzij vanuit planvorming een kortere levensduur gerechtvaardigd is. De verwachte opbrengstwaarde van woningen, aangewezen voor verkoop, wordt gedefinieerd als de contante waarde van het bedrag dat kan worden verkregen bij vrijwillige verkoop binnen een termijn van vijf jaar, onder aftrek van verkoopkosten die niet door de koper worden gedragen. Ter bepaling van dit bedrag worden WOZ waardes extern gecontroleerd, taxaties uitgevoerd door onafhankelijke externe deskundigen of worden vergelijkbare onroerende zaken als referentie gehanteerd. Gegeven het feit dat verkopen hoofdzakelijk worden verricht in het kader van de financiering van onrendabele investeringen in nieuwbouw, worden deze verkopen voor een periode van vijf jaar in de waardering betrokken. Daarmee wordt recht gedaan aan het voorwaardelijke karakter van de geoormerkte verkopen. Alle resterende woningen in een verkoopcomplex worden gewaardeerd tegen bedrijfswaarde. Aan de hand van de urenregistratie van 2,5 jaar zijn alle beheerskosten toebedeeld aan de belangrijkste processen binnen Trivire. Hierop zijn in mindering gebracht de opbrengsten die voortkomen uit deze processen. Vervolgens is per proces bepaald welk percentage aangemerkt wordt als exploitatie gerelateerde kosten.
Trivire jaarverslag 2014
53
De bepaling van de restwaarde van de grond opgenomen in de bedrijfswaarde vindt, voor zover nog geen herbestemming van de grond heeft plaatsgevonden, plaats op basis van de huidige vergelijkbare kavel- of vierkante meterprijs voor een sociale huurwoning. Deze kavelprijs wordt geïndexeerd naar het einde van de levensduur en verminderd met verwachte sloopkosten en kosten van uitplaatsing. Herwaardering Het per saldo positieve verschil tussen de bedrijfswaarde van een rayon enerzijds en de boekwaarde die dat rayon zou hebben gehad bij toepassing van waardering tegen historische kostprijs minus afschrijvingen anderzijds, wordt als ongerealiseerde herwaardering toegevoegd aan het eigen vermogen. Een per saldo negatief verschil komt ten laste van het resultaat. Positieve en negatieve verschillen op verschillende rayons worden hierbij niet gesaldeerd. Voor de invloed van belastingen op het vermogen en resultaat verwijzen we naar belastinglatentie vennootschapsbelasting. Mutaties in bedrijfswaarde Mutaties in de bedrijfswaarde van een rayon worden als volgt verwerkt: • Bij een waardestijging: als een ongerealiseerde waardestijging ten gunste van het eigen vermogen (herwaardering) als en voor zover de bedrijfswaarde hoger is dan de boekwaarde op dat moment zou zijn geweest bij toepassing van waardering tegen historische kostprijs minus afschrijvingen, en voor een eventueel resterende overige waardestijging als terugname van een bijzonder waardeverminderingsverlies. • Bij een waardedaling: als een negatieve herwaardering als en voor zover voor het rayon op dat moment nog sprake is van een ongerealiseerde waardestijging, en voor het overige als een bijzonder waardeverminderingsverlies. Het hiervoor genoemde bijzondere waardeverminderingsverlies (respectievelijk de terugname daarvan) worden ten laste (respectievelijk ten gunste) van de winst- en verliesrekening verantwoord onder de bedrijfslasten als overige waardeveranderingen immateriële vaste activa en vastgoedportefeuille. Afschrijvingen Vanaf 2012 is de bepaling van de afschrijving niet langer gebaseerd op de annuïtaire methode maar wordt per component lineair over de geschatte resterende levensduur afgeschreven over het verschil tussen de boekwaarde per 1 januari 2014 en de geschatte restwaarde van (de component van) het actief. Na verwerking van een mutatie in de bedrijfswaarde geldt de nieuwe bedrijfswaarde vanaf dat moment als basis voor de afschrijvingen in de toekomst. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Dit betreffen complexen in aanbouw of verbouw die worden gewaardeerd tegen uitgifteprijzen en toegerekende kosten van het werkapparaat wat betreft voorbereiding, toezicht en directievoering. Verder wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen een rentevoet van 2,5%. Voor 2014 is dit de rekenrente die is gebaseerd op de rente korte termijn. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Bijzondere waardeverminderingen Trivire beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Als de verwachte realiseerbare waarde lager is dan de verwachte totale geactiveerde kosten bij oplevering, is sprake van een onrendabele top. Bij de bepaling of de onrendabele top leidt tot een bijzondere waardevermindering worden de boekwaarde en de bedrijfswaarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe de onroerende zaken gaan behoren, betrokken. Als en voor zover de onrendabele top groter is dan het verschil tussen de bedrijfswaarde en de boekwaarde van de betreffende kasstroomgenererende eenheid, is sprake van een bijzondere waardevermindering van het vastgoed in ontwikkeling. Als en voor zover de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van het vastgoed in ontwikkeling, dan wordt het vastgoed in ontwikkeling op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen.
Trivire jaarverslag 2014
54
Afschrijvingen Op vastgoed in ontwikkeling wordt niet afgeschreven. Afschrijving vindt eerst plaats nadat de betreffende complexen in exploitatie zijn genomen. Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen tijdens de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. Als voor te vervaardigen materiële vaste activa noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om deze gebruiksklaar te maken, worden de rentekosten opgenomen in de vervaardigingsprijs. Jaarlijks wordt beoordeeld of sprake is van een bijzondere waardevermindering. Vastgoedbeleggingen Commercieel vastgoed in exploitatie Typering Het commercieel vastgoed in exploitatie omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commerciële vastgoed. Al het bedrijfsonroerend goed (ongeacht de aard van het gebruik) wordt samengebracht in het commerciële vastgoed. Waarderingsgrondslag Trivire waardeert haar commercieel vastgoed in exploitatie bij eerste verwerking tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs en daarna tegen marktwaarde in verhuurde staat. Aan de hand van taxaties door de makelaar en het toepassen van referentie objecten is de marktwaarde bepaald. Overige uitgangspunten De overige uitgangspunten van sociaal vastgoed in exploitatie zijn ook van toepassing op commercieel vastgoed in exploitatie, met uitzondering van het volgende: • Als invulling van de actuele waarde geldt niet de bedrijfswaarde, maar de reële waarde. Reële waarde De reële waarde is gebaseerd op de actuele marktsituatie en omstandigheden per balansdatum en geeft de meest waarschijnlijke prijs weer die redelijkerwijs op balansdatum had kunnen worden verkregen. De reële waarde wordt als volgt vastgesteld: 1. recente verkoopopbrengsten van vrijwel identiek vastgoed, of (als deze niet beschikbaar zijn) 2. recente verkoopopbrengsten van vergelijkbaar vastgoed met correcties voor verschillen in waardebepalende factoren van het te waarderen vastgoed en het vergelijkbare vastgoed, of (als deze niet beschikbaar zijn) 3. minder recente verkoopopbrengsten van vrijwel identiek vastgoed met aanpassingen die de veranderingen in de economische omstandigheden weergeven sinds de laatste transactiedata, of (als deze niet beschikbaar zijn) 4. contante waarde van verwachte toekomstige kasstromen Bovenstaande waardebepalingen zijn uitgevoerd door externe makelaars/taxateurs. Jaarlijks wordt 33 1/3% van het bezit getaxeerd, dat betekent dat elk bezit minimaal eens per drie jaar getaxeerd wordt. In alle gevallen wordt ook rekening gehouden met de contractuele verplichtingen van Trivire, zoals lopende huurcontracten. Voor de huurcomponent wordt er vanuit gegaan dat Trivire bij mutatie en voortgezette exploitatie de huur vaststelt op de marktconforme huur. De werkelijke huur bij mutatie kan op grond van beleidskeuzes van de corporatie lager uitvallen. De uitgaande kasstromen zijn gebaseerd op marktconforme parameters en kengetallen. Dit geldt zowel voor onderhouds- als beheerskosten. Deze kosten liggen over het algemeen lager dan de kosten zoals deze door de woningcorporatie worden gemaakt. Het verschil in kosten wordt veroorzaakt door beleidskeuzes die de corporatie maakt en een vastgoedbelegger niet zou maken.
Trivire jaarverslag 2014
55
Mutatie reële waarde Mutaties in de reële waarde van commercieel vastgoed in exploitatie worden in de winst- en verliesrekening verantwoord onder ‘niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’. Mutaties in de reële waarde worden binnen het eigen vermogen afzonderlijk als ‘niet-gerealiseerde herwaardering’ bijgehouden en in de toelichting op het eigen vermogen vermeld. Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Waardering tegen actuele waarde Onroerende zaken die in het kader van een regeling v.o.v. zijn overgedragen aan een derde en waarvoor Trivire een terugkoopplicht heeft, worden aangemerkt als financieringsconstructie. De betreffende onroerende zaken worden gewaardeerd tegen actuele waarde zijnde de met de koper overeengekomen contractprijs (eerste waardering) en daarna de marktwaarde op basis van v.o.v. Als de regeling voorziet in een terugkoopplicht tegen een significant lagere terugkoopprijs dan de reële waarde op het terugkoopmoment, dan is de verwerking overeenkomstig die terugkoopplicht. Voor de in de regeling overeengekomen overdrachtswaarde wordt aan de creditzijde van de balans een terugkoopverplichting opgenomen. Deze terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd en getoetst aan de bij overdracht ontstane verplichting, rekening houdend met de contractvoorwaarden. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting die mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Het betreffen: - 24 woningen Azobé, start verkoop 1997 - 33 woningen Blaauwweg, start verkoop 2000 - 16 woningen Goudestein, start verkoop 2005 - 90 woningen via Volgerlanden Ontwikkelings Combinatie (VOC), start verkoop 2008/2009 - 11 woningen Goeverneurbuurt Oud Krispijn, start verkoop 2011 - 17 woningen Zuiderpoort, start verkoop 2012 Financiële vaste activa Deelnemingen Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de netto vermogenswaardemethode. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij een aandeelhoudersbelang van meer dan 20%. De netto vermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening. Als de waardering van een deelneming volgens de netto vermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Als en voor zover Trivire in deze situatie geheel of deels instaat voor de schulden van de deelneming respectievelijk het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening getroffen. Deelnemingen waar geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of, als hiertoe aanleiding bestaat, een lagere waarde. De eerste waardering van gekochte deelnemingen is gebaseerd op de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva op het moment van acquisitie. Voor de vervolgwaardering worden de grondslagen toegepast die gelden voor deze jaarrekening, uitgaande van de waarden bij de eerste waardering. Trivire heeft een 100% deelneming in Pro-Net Projectontwikkeling B.V. met een maatschappelijk en gestort kapitaal van € 18.151. Deze deelneming is gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde.
Trivire jaarverslag 2014
56
Daarnaast heeft Trivire in 2004 300 aandelen WoningNet N.V. met een waarde van € 2.813 aangekocht. Ook heeft Trivire in 2008 en 2009 een aandelenkapitaal gestort van totaal € 1.402.000 in Stadsherstel Drechtsteden N.V. Leningen u.g. De leningen u/g worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde van het verstrekte bedrag, gewoonlijk de nominale waarde. Vervolgens vindt waardering plaats tegen geamortiseerde kostprijs waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele bijzondere waardevermindering. Te ontvangen subsidiebedragen Deze post bestaat uit te vorderen regiokopkosten-subsidies en BWS-subsidies voor een aantal complexen die gebouwd zijn onder het zogenaamde Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS). Waardering vindt plaats door aan de contante waarde van de subsidies, bij aanvang van de exploitatie jaarlijks rente toe te rekenen tegen het subsidierendement, onder aftrek van de jaarlijks ontvangen bijdrage. Geactiveerde optierente extendibles Deze post is onderdeel van de verwerking van contracten met embedded derivaten. Margin calls Margin calls worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde, en na eerste verwerking tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de margin calls is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden er op basis van de effectieve rente-inkomsten ten gunste van de winst- en verliesrekening gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Belastinglatentie vennootschapsbelasting Latente belastingvorderingen hebben betrekking op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en de fiscale boekwaarden van die posten. Latente belastingvorderingen worden berekend per fiscale eenheid, tegen de belastingtarieven vastgesteld op de balansdatum en gewaardeerd tegen contante waarde. De contante waarde van de latente belastingen is berekend uitgaande van een rekenrente na belasting (netto rente) van 2,94%. De nominale waarde van de actieve latenties bedraagt per balansdatum -/- € 2,0 miljoen. Voor het bepalen van de latentie zijn de materiële vaste activa in 4 categorieën ingedeeld: 1. Bezit bestemd voor doorexploitatie 2. Bezit bestemd voor sloop zonder herbouw 3. Bezit bestemd voor sloop met herbouw 4. Bezit bestemd voor verkoop zonder voorwaarden ad 1 Bij het bezit bestemd voor doorexploitatie is het onduidelijk op welk moment de latentie kan worden gerealiseerd. Om deze reden wordt de contante waarde van de latentie voor dit deel op nihil gewaardeerd. ad 2 Bij dit bezit is meestal niet helemaal duidelijk op welk moment de latentie kan worden gerealiseerd. Om deze reden wordt de contante waarde van de latentie voor dit deel op nihil gewaardeerd. ad 3 Bij het bezit bestemd voor sloop met herbouw is nog niet zeker wat teruggebouwd gaat worden en hiermee onzeker wat de verrekenbaarheid is van de actieve latentie in de toekomst. Om deze reden wordt de contante waarde van de latentie voor dit deel op nihil gewaardeerd. ad 4 De latentie met betrekking tot het bezit bestemd voor de verkoop zonder voorwaarden, is gebaseerd op het door het bestuur vastgestelde verkoopprogramma voor de komende vijf jaar.
Trivire jaarverslag 2014
57
Latentie voor de leningen en beleggingen De latentie die voortvloeit uit het verschil tussen de nominale waarde en de fiscale waarde van de opgenomen en uitstaande leningen, wordt gewaardeerd tegen de contante waarde over de resterende looptijd per lening. Hierbij is ervan uitgegaan dat amortisatie van het fiscale agio en disagio lineair plaatsvindt. Latentie voor de swaps De latentie die voortvloeit uit het verschil tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de swaps wordt gewaardeerd tegen de contante waarde over de resterende looptijd per swap. Hierbij is ervan uitgegaan dat amortisatie van het fiscale agio en disagio lineair plaatsvindt. Bijzondere waardeverminderingen van financiële vaste activa Ook voor financiële instrumenten beoordeelt Trivire op iedere balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van een financieel actief of een groep van financiële activa. Bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen bepaalt Trivire de omvang van het verlies uit hoofde van de bijzondere waardeverminderingen en verwerkt dit direct in de winst- en verliesrekening. Bij financiële activa die gewaardeerd zijn tegen geamortiseerde kostprijs wordt de omvang van de bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de effectieve rentevoet van het financiële actief zoals die is bepaald bij de eerste verwerking van het instrument. Een eventueel bijzonder waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen als de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking. De terugname wordt beperkt tot maximaal het bedrag dat nodig is om het actief te waarderen op de geamortiseerde kostprijs op het moment van de terugname, als geen sprake geweest zou zijn van een bijzondere waardevermindering. Het teruggenomen verlies wordt in de winst- en verliesrekening verwerkt. Vlottende activa Voorraden Verkoop Opgeleverd vastgoed, beschikbaar en bestemd voor de verkoop, wordt gewaardeerd op vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, evenals gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden. Daarnaast is voor een beperkt aantal woningen een terugkoopregeling van toepassing. In voorkomende gevallen worden teruggekochte woningen (tijdelijk) onder de voorraden verantwoord tegen verkrijgingsprijs. In principe worden de betreffende woningen zo spoedig mogelijk weer (door)verkocht. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop omvat nog niet opgeleverde en nog onverkochte woningen uit projectontwikkeling en wordt gewaardeerd op vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, verminderd met eventuele subsidies en overige opbrengsten. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden. Onderhanden projecten Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectopbrengsten (bestaande uit de gerealiseerde projectkosten en toegerekende winst). Indien van toepassing worden hierop de verwerkte verliezen en al gedeclareerde termijnen in mindering gebracht. Onderhanden projecten waarvan de gefactureerde termijnen hoger zijn dan de gerealiseerde projectopbrengsten worden gepresenteerd onder de kortlopende schulden.
Trivire jaarverslag 2014
58
Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, veelal gelijk aan de nominale waarde. De voorziening voor oninbaarheid is gebaseerd op een statische beoordeling en wordt per balansdatum in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan 12 maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Voorziening onrendabele investeringen Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Als en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen, wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband de investeringsuitgaven minus aan deze investering toe te rekenen (toekomstige) ontvangsten bedoeld. Overige voorzieningen Onder de overige voorzieningen zijn opgenomen de Voorziening Glasfonds, de Voorziening Sloop Projecten, de Voorziening Sterabonnement, het Ontstoppingsfonds en het Lampenfonds. De voorziening Glasfonds, de Voorziening Sterabonnement, het Ontstoppingsfonds en het Lampenfonds worden gewaardeerd tegen de van de huurders ontvangen bijdragen, verminderd met de ten laste van de voorziening gebrachte kosten. De Voorziening Sloop Projecten is gewaardeerd tegen de nominale waarde van de verwachte sloopkosten, kosten van bouwrijp maken en uitverhuisvergoedingen van woningcomplexen, waarvan het sloopbesluit in 2014 of eerder is genomen en waarvoor per einde boekjaar een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting bestaat. Voorziening pensioenen Trivire heeft één pensioenregeling. De belangrijkste kenmerken hiervan zijn: Pensioenregeling van het bedrijfstakpensioenfonds voor de Woningcorporaties. Trivire heeft voor bijna al haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers bouwen jaarlijks een pensioenrecht op over het loon van dat jaar (middelloonregeling). De verplichtingen welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). Trivire betaalt hiervoor premies waarvan de werkgever iets meer en de werknemer iets minder dan de helft betaalt. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van ultimo december 2014 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 114%. Op 31 december 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 117% te hebben. Het pensioenfonds verwacht hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten. Trivire heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij SPW, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Op de Nederlandse pensioenregelingen zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen betaald door Trivire. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Trivire jaarverslag 2014
59
Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen. Aangezien er geen bestaande verplichtingen (anders dan de te betalen premies) zijn jegens de pensioenuitvoerder en/of werknemers wordt hiervoor geen voorziening opgenomen. Schulden Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente tijdens de geschatte looptijd van de schulden in de winst- en verliesrekening als interestlast verwerkt. Voor extendible/tijdvakleningen wordt de effectieve rente bepaald op basis van de gemiddelde contractuele rente over de volledige looptijd van de lening, ervan uitgaande dat de vaste rente in het tweede tijdvak betaald moet worden. De aflossingsverplichting voor het komend jaar van de langlopende schulden is opgenomen onder de kortlopende schulden. Afgeleide financiële instrumenten (derivaten) Trivire maakt gebruik van rentederivaten en heeft embedded derivaten die zijn afgescheiden van het basiscontract. Derivaten worden bij de eerste opname in de balans opgenomen tegen reële waarde, de vervolgwaardering van de derivaten is de geamortiseerde kostprijs of lagere marktwaarde. De wijze van verwerking van waardeveranderingen van het afgeleide financiële instrument is afhankelijk van het feit of met het afgeleide financiële instrument hedge accounting wordt toegepast. Als geen kostprijs hedge accounting wordt toegepast, wordt door Trivire een schuld opgenomen voor een eventuele negatieve reële waarde van het derivaat. Trivire past waar mogelijk kostprijs hedge accounting toe. Op het moment van aangaan van een hedge relatie wordt dit door Trivire gedocumenteerd. Trivire stelt met een test periodiek de effectiviteit van de hedge relatie vast. Dit gebeurt door het vergelijken van de kritische kenmerken van het hedge instrument met die van de afgedekte positie, of door het vergelijken van de verandering in reële waarde van het hedge instrument en de afgedekte positie als de kritische kenmerken van het hedge instrument en die van de afgedekte positie niet aan elkaar gelijk zijn. Bij het toepassen van kostprijshedge accounting is de eerste waardering en de grondslag van verwerking in de balans en de resultaatbepaling van het hedge instrument afhankelijk van de afgedekte post. Dit betekent dat Trivire tegen kostprijs waardeert omdat de afgedekte leningen ook tegen kostprijs in de balans worden verwerkt. Het ineffectieve deel van de hedge relatie wordt direct in de winst- en verliesrekening verwerkt als het hedge instrument een negatieve reële waarde heeft. Terugkoopverplichting woningen v.o.v. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting die mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden, is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord.
Trivire jaarverslag 2014
60
6.6. Grondslagen voor de resultaatbepaling Algemeen Als baten worden die opbrengsten aangemerkt, die op de balansdatum geïnd of invorderbaar zijn; als lasten die kosten die op de balansdatum betaald of verschuldigd zijn c.q. waarvoor de verplichting is aangegaan. De waarderingsmethoden ter bepaling van het resultaat zijn gelijk aan die welke in de balans zijn toegepast. Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen al zodra zij voorzienbaar zijn. Bedrijfsopbrengsten Opbrengstverantwoording algemeen Opbrengsten uit de levering van goederen worden verwerkt zodra alle belangrijke rechten en risico’s met betrekking tot de eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper. Opbrengsten uit de levering van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Huren Bij aanvang van de exploitatie werden de huren door de overheid vastgesteld. Met ingang van 1 juli 1994 stelt de corporatie de huren zelf vast. De jaarlijkse huurverhoging wordt vastgesteld op basis van het meerjarenhuurbeleid, rekening houdend met de financiële positie en lokale, regionale en landelijke ontwikkelingen. Vergoedingen Dit betreft de naast de netto huur aan huurders in rekening te brengen vergoedingen voor stookkosten, huismeester, schoonmaakkosten, etc. De vergoeding is gebaseerd op de geraamde kosten. Jaarlijks vindt op basis van werkelijke kosten afrekening plaats. Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Onder deze rubriek worden de volgende verkoopresultaten opgenomen: • Boekresultaat van gerealiseerde verkopen van vastgoed in exploitatie • Boekresultaat van als gerealiseerde verkoop gekwalificeerde verkopen onder voorwaarden • Netto verkoopopbrengst bij levering van vastgoed bestemd voor de verkoop • Netto verkoop opbrengst bij levering van onderhanden projecten De boekwinst van gerealiseerde verkopen van vastgoed in exploitatie betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde. Resultaten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Eventuele verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. De opbrengst uit woningen verkocht onder voorwaarden wordt alleen als verkoopopbrengst verantwoord als alle belangrijke economische rechten zijn overgedragen aan de koper. Wijzigingen in voorraad vastgoed bestemd voor de verkoop en onderhanden projecten Onder deze post worden de wijzigingen opgenomen in de posten vastgoed bestemd voor de verkoop (opgenomen onder de voorraden) en onderhanden projecten. Bij realisatie van een verkoop wordt de boekwaarde direct voorafgaand aan de verkoop teruggenomen op deze regel. Voor onderhanden projecten waarvan het resultaat op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de projectopbrengsten en de projectkosten verwerkt als netto-omzet en kosten in de winst- en verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum (de ‘Percentage of Completion’methode, ofwel de PoC-methode). De voortgang van de verrichte prestaties wordt bepaald op basis van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten.
Trivire jaarverslag 2014
61
Als het resultaat (nog) niet op betrouwbare wijze kan worden ingeschat, dan worden de opbrengsten als netto-omzet verwerkt in de winst- en verliesrekening tot het bedrag van de gemaakte projectkosten, dat waarschijnlijk kan worden verhaald. De projectkosten worden dan verwerkt in de winst- en verliesrekening in de periode waarin ze zijn gemaakt. Zodra het resultaat wel op betrouwbare wijze kan worden bepaald, vindt opbrengstverantwoording plaats volgens de PoCmethode naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum. Het resultaat wordt bepaald door het verschil tussen de projectopbrengsten en projectkosten. Projectopbrengsten zijn de contractueel overeengekomen opbrengsten en opbrengsten uit hoofde van meer- en minderwerk, claims en vergoedingen als en voor zover het waarschijnlijk is dat deze worden gerealiseerd en ze betrouwbaar kunnen worden bepaald. Projectkosten zijn de direct op het project betrekking hebbende kosten, kosten die in het algemeen aan projectactiviteiten worden toegerekend en toegewezen kunnen worden aan het project en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend. Als het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten de totale projectopbrengsten overschrijden, dan worden de verwachte verliezen onmiddellijk in de winst- en verliesrekening verwerkt. Dit verlies wordt verwerkt in de kostprijs van de omzet. De voorziening voor het verlies maakt onderdeel uit van de post onderhanden projecten. Bedrijfslasten Afschrijvingen op (im)materiële activa De afschrijvingen op materiële vaste activa worden gebaseerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie worden gebaseerd op basis van de actuele waarde (vervangingswaarde of lagere bedrijfswaarde). Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de verwachte gebruiksduur. Over terreinen en vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven. Als een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De onder deze post verantwoorde bedragen hebben betrekking op afboekingen uit hoofde van bijzondere waardevermindering dan wel een terugneming daarvan. (Mutaties in) bijzondere waardeverminderingen ontstaan door een jaarlijkse toets van de bedrijfswaarde ten opzichte van de waarde gebaseerd op historische kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen. Erfpacht De onder deze post verantwoorde bedragen hebben betrekking op een 4-tal erfpachtcanons in de wijk Crabbehof. In 2001 zijn behoudens in Crabbehof, alle erfpachtcontracten in de gemeente Dordrecht afgekocht, en daarmee het grondeigendom overgegaan naar de corporatie. In het kader van de herstructurering Oud-Krispijn is in 2001 niet gekozen voor aankoop van de grond maar voor afkoop van de erfpacht voor een periode van 50 jaar. Bij tussentijdse sloop vindt verrekening plaats van de teveel betaalde canon. Lonen en salarissen en sociale lasten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst- en verliesrekening. Pensioenlasten Voor de pensioenregeling betaalt Trivire premies aan de Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Behalve de betaling van premies heeft Trivire geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregeling. Trivire heeft in geval van een tekort bij het fonds geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen anders dan hogere toekomstige premies. De premies worden verantwoord als personeelskosten als deze verschuldigd zijn.
Trivire jaarverslag 2014
62
Lasten onderhoud Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Het klachten- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst, evenals de kosten van het materiaalverbruik. In de winst- en verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen bij de kostensoort salarissen en sociale lasten. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat geen sprake is van een waardevermeerdering van het actief. Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille De niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille hebben betrekking op waardemutaties van op reële waarde geactiveerde activa. Waardeveranderingen derivaten Trivire heeft een viertal extendible leningen: leningscontracten waarbij de bank de optie heeft om na een aantal jaren de lening voor een additioneel aantal vooraf overeengekomen jaren tegen een vooraf vastgesteld vast rentepercentage te verlengen. Deze geschreven opties voldoen aan de criteria voor embedded derivaat en zijn per 2013 afgescheiden van het basiscontract en afzonderlijk in de balans verwerkt onder langlopende schulden. De reële waarde van de embedded derivaten bedroeg per 31 december 2014 -/- € 22,13 miljoen en per 31 december 2013 -/- € 9,47 miljoen. De waardevermindering in 2014 bedraagt -/- € 12,65 miljoen. De bij aangaan van de derivaten vooruit ontvangen premie bedroeg per 31 december 2014 € 3,66 miljoen en per 31 december 2013 € 4,17 miljoen. Belastingen Vanaf 1 januari 2008 is Trivire integraal belastingplichtig geworden voor de vennootschapsbelasting. Corporaties zijn sindsdien verplicht over hun integrale activiteiten vennootschapsbelasting te betalen. Een en ander is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (VSO). In deze VSO zijn specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de waardering van posten op de fiscale openingsbalans en de wijze van resultaatneming. Zoals vermeld in het jaarverslag wordt de belasting over het resultaat berekend over het resultaat vóór belastingen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Ook wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen.
Trivire jaarverslag 2014
63
6.7. Financiële instrumenten en risicobeheersing Binnen het treasurybeleid van Trivire dient het gebruik van financiële instrumenten ter beperking van inherente risico's. Op grond van het vigerende interne treasurystatuut is het gebruik van financiële instrumenten slechts toegestaan voor zover een materieel verband met het gefinancierde vermogen kan worden gelegd en de toepassing ervan tot een positie van de totale leningen- en beleggingsportefeuille leidt die vergelijkbaar is met een positie zonder gebruik te maken van deze instrumenten. Voor derivaten aangegaan na 5 september 2012 geldt dat Trivire zich volgens het treasurystatuut onverkort houdt aan de ‘Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting’. De derivatenportefeuille is gecontracteerd voor september 2012. Marktrisico Trivire loopt risico’s ten aanzien van de waardering van effecten, opgenomen onder financiële vaste activa en effecten, opgenomen onder vlottende activa. De onderneming beheerst het marktrisico door stratificatie aan te brengen in de portefeuille en limieten te stellen. Valutarisico Trivire is alleen werkzaam in Nederland en loopt geen valutarisico. Valutarisico is uitgesloten in het treasurystatuut. Prijsrisico Trivire loopt risico’s ten aanzien van de waardering van effecten, voor zover opgenomen onder financiële vaste activa. Daarnaast loopt Trivire prijsrisico ten aanzien van de waardeontwikkeling van de embedded derivaten voor zover deze waarde negatief is. Renterisico Trivire loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder financiële vaste activa, effecten en liquide middelen) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden (waaronder schulden aan kredietinstellingen). Voor vorderingen en schulden met variabele rente-afspraken loopt Trivire risico ten aanzien van toekomstige kasstromen. Met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt Trivire risico’s over de marktwaarde. Met betrekking tot de vorderingen worden geen financiële derivaten met betrekking tot renterisico gecontracteerd. Met betrekking tot bepaalde vastrentende schulden (schulden aan kredietinstellingen) heeft Trivire renteswaps gecontracteerd, zodat zij variabele rente ontvangt en vaste rente betaalt. Kredietrisico Trivire heeft geen significante concentraties van kredietrisico. Het saldo van de geplaatste margin calls bij banken bedraagt per eind 2014 € 12,65 miljoen. Liquiditeitsrisico Relevante indicatoren voor het liquiditeitsrisico voor Trivire zijn per balansdatum als volgt: Benodigde buffer in het kader van de ‘Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting’ € 69,4 miljoen Obligo inzake WSW € 18,2 miljoen Benodigde nieuwe financiering voor volgend jaar € 33,5 miljoen De effecten opgenomen onder de financiële vaste activa en de vlottende activa worden gewaardeerd tegen de reële waarde. Alle overige in de balans opgenomen financiële instrumenten zijn gewaardeerd tegen de (geamortiseerde) kostprijs. Dit is de nominale waarde tenzij anders vermeld. Trivire loopt liquiditeitsrisico uit hoofde van haar derivatenportefeuille. Trivire heeft met een aantal van haar derivaten tegenpartijen afspraken gemaakt over het uitwisselen van onderpand. Bij een daling van 2% van de marktrente per 31 december 2014 zou Trivire € 69,4 miljoen aan onderpand moeten storten.
Trivire jaarverslag 2014
64
Effecten regeringsbeleid Trivire wordt in haar bedrijfsvoering geconfronteerd met diverse regeringsmaatregelen voor de gereguleerde huursector. Deze maatregelen betreffen onder meer de Wet verhuurdersheffing en een verruiming van het huurbeleid. Daarnaast is de sector geconfronteerd met een door het CFV opgelegde extra heffing voor saneringssteun. De voorgenomen verhuurdersheffing naar de kennis van heden loopt voor Trivire op van € 6,0 miljoen in 2014 naar € 8,6 miljoen in 2018. Het aandeel in de saneringssteun bedraagt voor 2014 € 2,9 miljoen. Voor de jaren 2015 tot en met 2018 houdt Trivire rekening met een totale heffing saneringssteun van € 5,0 miljoen. Trivire heeft in haar projecties geen rekening gehouden met een verruiming van het huurbeleid in 2015 of later. Trivire verwacht blijvend te kunnen voldoen aan de indicatoren van het WSW (ICR, DSCR, Loan-toValue, solvabiliteitsrendement en dekkingsratio) en daarmee toegang te blijven houden tot de kapitaalmarkt.
Trivire jaarverslag 2014
65
6.8. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen onder aftrek van bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde interest (opgenomen onder operationele activiteiten). De investeringen in materiële vaste activa worden opgenomen onder aftrek van de onder overige schulden voorkomende verplichtingen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. De verkrijgingsprijs van de verworven groepsmaatschappij is opgenomen onder de kasstroom uit de investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden. De geldmiddelen die in de verworven groepsmaatschappij aanwezig zijn, zijn op de aankoopprijs in mindering gebracht. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder het afsluiten van financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële leasingcontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten.
Trivire jaarverslag 2014
66
6.9. Toelichting op de balans (x € 1.000)
9.1 Materiële vaste activa De mutaties in de materiële vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat: Sociaal Onroerende Onroerende vastgoed zaken in en roerende in ontwikkeling zaken ten exploitatie dienste van de exploitatie Saldo per 1 januari 2014 Aanschafwaarde 811.571 7.128 21.940 Herwaarderingen 199.245 Cumulatieve afschrijvingen -268.831 -13.820 Boekwaarde 741.985 7.128 8.120 Mutaties 2014 Investeringen Desinvesteringen (verkoop/sloop) Corr.afschr.desinvesteringen Afschrijvingen Realisatie door afschrijving Overboekingen Herclassificatie Herwaardering ultimo Afboekingen Totaal mutaties Saldo per 31 december 2014 Aanschafwaarde Herwaarderingen Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde
Totaal
840.639 199.245 -282.651 757.233
2.963 -8.647 1.808 -24.223 8.097 2.652 178 6.807 -10.365
7.597 -2.652 -255 -365 4.325
679 -1.615 -936
11.239 -8.647 1.808 -25.838 8.097 -77 6.807 -365 -6.976
808.717 206.052 -283.149 731.619
11.453 11.453
22.619 -15.435 7.184
842.789 206.052 -298.584 750.256
Trivire onderscheidt in het sociaal vastgoed in exploitatie de volgende componenten en afschrijvingstermijnen: Grond geen afschrijvingen Opstal lineair 60 jaar Garages lineair 60 jaar Installaties lineair 15 jaar Inventaris lineair 20 jaar Trivire heeft het WSW gevolmachtigd om, in voorkomende gevallen, een hypotheek te vestigen op het gehele bezit. Tot aan dagtekening jaarrekening heeft het WSW van deze volmacht geen gebruik gemaakt.
Trivire jaarverslag 2014
67
9.2 Vastgoedbeleggingen De mutaties in de materiële vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat: Commercieel Onroerende Onroerende vastgoed zaken zaken in in verkocht ontwikkeling exploitatie onder voorwaarden Saldo per 1 januari 2014 Aanschafwaarde 49.588 26.085 38 Ongerealiseerde waardeverandering -7.529 -3.660 Cumulatieve afschrijving -5.284 Boekwaarde 36.775 22.425 38
Totaal
75.711 -11.189 -5.284 59.238
Mutaties 2014 Investeringen Desinvesteringen Overboekingen Herclassificatie Corr cum afschr door desinvest Ongerealiseerde waardeverandering Afboekingen Totaal mutaties
4 -658 19 -178 -10 2.984 2.161
-1.063 1.689 370 996
1.014 -3 -19 255 -104 1.143
-45 1.028 77 -10 3.354 -104 4.300
Saldo 31 december 2014 Aanschafwaarde Ongerealiseerde waardeverandering Cumulatieve afschrijving Boekwaarde
48.775 -4.545 -5.294 38.936
26.711 -3.290 23.421
1.181 1.181
76.667 -7.835 -5.294 63.538
De totale materiële vaste activa zijn verzekerd tegen brand- en stormschade voor een bedrag van € 1,790 miljoen. De geschatte waarde van het sociaal vastgoed in exploitatie gebaseerd op de meest recente WOZ-beschikking bedraagt € 1,642 miljoen. Voor het commercieel vastgoed bedraagt deze waarde € 39 miljoen. De bedrijfswaarde van het totale bezit per 31 december 2014 bedraagt € 783 miljoen (2013; € 795 miljoen). De bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed per 31 december 2014 bedraagt € 51 miljoen (2013; € 53 miljoen). In 2014 zijn totaal 172 percelen geherclassificeerd waarvan 70 percelen van sociaal vastgoed naar commercieel vastgoed en 102 percelen van commercieel vastgoed naar sociaal vastgoed. Dit is veroorzaakt door mutaties van huurprijzen en door gewijzigde bestemming (maatschappelijke of commerciële gebruikers). Het aantal geplande verkopen in de periode 2015 tot en met 2019 is 251 woningen en 24 parkeerplaatsen. Het betreft diverse complexen. De opbrengst van deze verkopen is begroot op € 22,4 miljoen en de boekwaarde op € 13,4 miljoen. Voor deze toekomstige verkopen is een belastinglatentie gevormd. Naar verwachting zullen 48 woningen en 7 parkeerplaatsen binnen één jaar worden verkocht. De verwachte opbrengstwaarde van deze onroerende zaken bedraagt € 4,3 miljoen. De boekwaarde bedraagt ultimo het verslagjaar € 2,6 miljoen. In de post onroerende zaken verkocht onder voorwaarden zijn in totaal 191 verhuureenheden opgenomen. Deze zijn verkocht met een terugkoopplicht. Gebruik wordt gemaakt van contractvormen die de goedkeuring van de minister hebben. Alle contracten zijn gebaseerd op het ‘Koopgarant’ principe waarbij sprake is van een verleende korting op de marktwaarde tussen de 10% en 35%.
Trivire jaarverslag 2014
68
31-12-2014
31-12-2013
2.081 7.219 273 3.662 12.650 25.885
2.317 2.331 1.612 486 4.170 10.916
9.3 Financiële vaste activa 1. Deelnemingen 2. Latente belastingvordering(en) 3. Leningen u.g. 4. Te ontvangen subsidiebijdragen 5. Geactiveerde optierente extendibles 6. Margin Calls Totaal
1.
Deelnemingen Stadsherstel
Pro-Net
Drechtsteden
Project-
WoningNet
Totaal
ontw ikkeling te Dordrecht
te Dordrecht
te Weesp
Aandeel in kapitaal
38,5%
100%
>1%
Saldo per 1 januari 2014
1.138
1.176
3
2.317
-262
26
-
-236
876
1.202
3
2.081
-
Resultaat
Saldo per 31 december 2014
2.
Latente belastingvordering(en) Actieve latentie Derivaten
Stand 1 januari 2014 Mutatie latentie door: Bij: Af: Af: Bij:
waarderingsverschil derivaten waarderingsverschil beleggingen leningen waarderingsverschil verkopen
Stand 31 december 2014 Nominale waarde Verwachte realisatie binnen 1 jaar
Beleggingen
Totaal Leningen
Verkopen
230
26
1.269
806
2.331
3.942 4.172
-13 13
-139 1.130
1.098 1.904
3.942 -13 -139 1.098 7.219
-4.305
13
1.100
2.119
-1.073
450
13
117
472
1.052
De actieve belasting latentie derivaten is door de negatieve waardeontwikkeling van de 4 extendible leningen per 31 december 2014 toegenomen met € 3.980. Op de stand per 1 januari 2014 is de reguliere waardevermindering € 38 toegepast. Per saldo een toename van € 3.942. Door toevoeging van twee nieuwe verkoopcomplexen neemt de actieve belastinglatentie verkoop toe met € 1.098. 3.
Leningen u.g.
Saldo per 1 januari Mutaties in het boekjaar Leningen u/g Overheveling naar vorderingen ivm < 1 jaar. Ontvangen aflossingen (inclusief extra aflossingen) Saldo Saldo per 31 december
Trivire jaarverslag 2014
1.612
2.425
-781 -831 -1.612
-813 -813
-
1.612
69
Dit betreft eind 2014 nog alleen een onderhandse lening aan Stichting Woonbron, waarvan de laatste aflossing plaatsvindt in 2015. Het saldo van de lening per eind 2014 bedraagt € 831 en is opgenomen onder de kortlopende vorderingen. De aflossing in 2015 bedraagt € 831. Het rentepercentage is 6,5. 4. Te ontvangen subsidiebedragen Saldo per 1 januari
486
802
Mutaties in het boekjaar Ontvangen bijdragen Rente Saldo
-235 22 -213
-352 36 -316
Saldo per 31 december
273
486
4.170
-
-508 -508
1.782 2.610 -222 4.170
3.662
4.170
-
-
12.650
-
De mutaties in 2015 bedragen ruim € 0,2 miljoen. 5.
Geactiveerde optierente extendibles
Saldo per 1 januari Mutaties in het boekjaar Mutatie waardering per 1-1-2013 Mutatie lopende jaar Afschrijving ten laste van rentelast Saldo Saldo per 31 december
De reële waarde van de extendibles benadert de boekwaarde. 6.
Margin calls
Saldo per 1 januari -
Mutatie lopende jaar
Saldo per 31 december
12.650
-
In tien derivatencontracten is de verplichting opgenomen, dat op het moment dat de marktwaarde van een derivaat negatief is er bijgestort moet worden. Deze verplichting ontstaat als de marktrente lager is dan de afgesproken rente in het derivaat. Het bijstorten vindt plaats nadat een bepaald drempelbedrag (threshold) wordt overschreden. In 2014 is bij drie banken in totaal € 12.650 gestort. 9.4 Voorraden 1. Voorraad materiaal 2. Voorraad vastgoed verkopen onder voorwaarden Totaal
Trivire jaarverslag 2014
31-12-2014 12 170 182
31-12-2013 104 104
70
1.
Voorraad materiaal
Saldo per 1 januari Mutaties in het boekjaar Inkoop Verbruik Afboeken Saldo Saldo per 31 december
2.
-
355
12 12 12
203 -191 -367 -355 -
104
112
1.325 -1.259 66
1.225 -1.233 -8
170
104
Voorraad vastgoed verkopen onder voorwaarden
Saldo per 1 januari Mutaties in het boekjaar Aankoop Verkoop Saldo Saldo per 31 december
Dit betreft de woning Theophile de Bockstraat 92. Deze is in december 2014 teruggekocht en per balansdatum nog niet verkocht. 9.5 Vorderingen 9.5.1 Huurdebiteuren 9.5.2 Lening u/g collega corporatie 9.5.3 Gemeenten 9.5.4 Overige debiteuren 9.5.5 Belastingen en premie sociale verzekeringen 9.5.6 Overlopende activa Totaal
31-12-2014
31-12-2013
724 831 37 653 1.460 1.926 5.631
984 700 23 2.497 4.204
In bovengenoemde vorderingen zijn geen bedragen opgenomen die een looptijd van een jaar of langer hebben. De reële waarde van de vorderingen benadert de boekwaarde, gegeven het kortlopende karakter ervan en het feit dat waar nodig voorzieningen voor oninbaar zijn gevormd. 9.5.1 Huurdebiteuren
31-12-2014
31-12-2013
Huurdebiteuren Af: afwaardering wegens oninbaarheid Totaal
1.045 -321 724
1.333 -349 984
-
806 239 1.045
1.027 306 1.333
831
-
Huidige huurders Voormalige huurders
De huurachterstand van de huidige huurders bedraagt 0,86% van de te ontvangen jaarhuur (2013: 1,12%) Inclusief de huurachterstand van vertrokken huurders bedraagt de totale huurachterstand 1,12% van de te ontvangen jaarhuur (2013: 1,46%). 9.5.2 Leningen u/g collega corporatie
Dit betreft een lening van Woonbron. In verband met een looptijd < 1 jaar is dit bedrag overgeheveld van financiële vaste activa naar vorderingen.
Trivire jaarverslag 2014
71
31-12-2014
31-12-2013
9.5.3 Gemeenten Gemeente Dordrecht Totaal
37 37
-
473 -164 272 72 653
514 -127 140 16 17 25 115 700
1.460 1.460
23 23
367 250 80 247 929 53 1.926
381 151 48 80 30 220 732 832 2.474
17 4.347 10.919 15 18 15.316
9 12.500 11.965 16 24.490
9.5.4 Overige debiteuren Overige vorderingen op huurders Af: afwaardering wegens oninbaarheid (zie huurdebiteuren) Nog te ontvangen Spectrum Zorg in beeld Nog te ontvangen SWK Facet B.V. Nog te ontvangen Volgerlanden Ontwikkelings Combinatie Nog te ontvangen Stadsherstel Drechtsteden NV Nog te ontvangen Woonbron Overige Totaal 9.5.5 Belastingen en premies sociale verzekeringen -
Vennootschapsbelasting
9.5.6 Overlopende activa Nog te ontvangen afrekening Crabbehof Nog te ontvangen verkoop Noorderkroonstraat Nog te ontvangen Thureborgh Teruggaaf WAO/WIA Voorschot Stimuleringsfonds Nog te ontvangen opbrengst materialen Nog te ontvangen btw Vooruitbetaalde kosten Vooruitontvangen facturen Diversen Totaal 9.6 Liquide middelen Direct opvraagbaar Kas RABO BNG ING ABN-AMRO Totaal
Trivire jaarverslag 2014
72
9.7 Eigen vermogen Stichtingskapitaal Algemene Bedrijfsreserve Saldo per 31 december 2013 Gevolgen stelselwijziging aanpassing waardering extendible leningen Gecorrigeerd saldo per 1 januari Mutaties in het boekjaar Uit resultaatbestemming Toevoeging bestemmingsreserve zonnepanelen Toevoeging bestemmingsreserve kunst Krispijn Toevoeging bestemmingsreserve Beter Wonen Herwaardering Saldo Saldo per 31 december
31-12-2014
31-12-2013
1
1
316.482
336.540
316.482
-6.916 329.624
-9.764 16.725 6.961
-1.996 438 10 169 -11.763 -13.142
323.443
316.482
In de Algemene Bedrijfsreserve zijn de bestemmingsreserves toegevoegd van de zonnepanelen, kunst Krispijn en Beter Wonen. Per 1 januari 2010 heeft Trivire de reservering van € 10.000 overgenomen van v.o.f. Krispijn Wonen om een kunstwerk te realiseren in de wijk Oud Krispijn. Op 11 oktober 2010 heeft het bestuur van Stichting Beter Wonen het besluit tot ontbinding genomen. Als vereffenaar is Trivire aangewezen. Het resterende vermogen is overgedragen aan Trivire. Het bedrag is gestort in de bestemmingsreserve Beter Wonen. Op Trivire rust de verplichting dit bedrag voor volkshuisvestelijke doelen te bestemmen conform de toetsingscriteria die door Stichting Beter Wonen werden toegepast. De onttrekking in 2014 betreft de verbouwingskosten van de begane grond van het Babyhuis aan de Brouwersdijk. Het vermogen wordt binnen de kaders van de Woningwet en afgeleid het BBSH besteed. Ultimo 2014 is in totaal € 205,9 miljoen aan ongerealiseerde herwaardering in de Algemene Bedrijfsreserve begrepen (2013; € 199,2 miljoen). Ongerealiseerde herwaardering Saldo per 1 januari Waardeverandering sociaal bezit Gerealiseerde herwaardering door afschrijving en desinvestering Herclassificatie sociaal en commercieel bezit Saldo per 31 december
Trivire jaarverslag 2014
199.245 16.725 -10.462 368 205.876
228.104 -11.763 -10.257 -6.839 199.245
73
9.8 Voorzieningen De mutaties in de voorzieningen zijn in het navolgende schema samengevat: Glasfonds
Ster-
Overige
Sloop
Onrendabele
abonnement
fondsen
projecten
Investeringen
Stand 1 januari 2014
306
1.070
Mutaties 2014 Toevoeging rente Overige toevoegingen
2 257
5 359
-195 -
-265 -
370
1.169
Onttrekkingen Vrijval Stand 31 december 2014
Totaal
25
2.360
7.307
11.068
222
328
3.589
7 4.755
-195
-726 -125
-923
-1.381 -1.048
52
1.837
9.973
13.401
Van de voorzieningen is een bedrag van € 4.128 als langlopend (langer dan een jaar) aan te merken. Glasfonds/Sterabonnement In samenspraak met de Huurdersraad is overeengekomen dat deze servicecomponenten niet worden afgerekend met huurders. Het saldo van elk jaar wordt ten gunste c.q. ten laste van het fonds gebracht. Bij negatieve ontwikkeling vindt aanpassing van de servicecomponent plaats. Overige fondsen Dit betreft het lampenfonds en ontstoppingsfonds. Sloopprojecten Project
Aantal
Saldo per
w oningen
1-jan-14
Storting
Onttrekking
Saldo per 31-dec-14
Zuiderpoort Patersweg Tweelingen/Stierstraat Nicolaasstraat Frisostraat Beckmanplantsoen
296 128 10 21 54
12 175 1.541 121 151 360
205 317 -
12 46 267 114 423 183
129 1.274 212 45 177
Totaal
509
2.360
522
1.045
1.837
Met ingang van 2011 is de administratieve verwerking van de financiële gevolgen van de sloop van bestaande woningen gewijzigd. In het jaar waarin het besluit tot sloop is genomen wordt voor de totale geraamde sloopkosten, uitverhuisvergoedingen, eventuele kosten van bouwrijp maken en overige kosten die verband houden met de sloop een Voorziening Sloop Projecten gevormd. Deze kosten worden dus niet meer toegevoegd aan de stichtingskosten van de nieuw te bouwen woningen. Vervolgens worden de werkelijke kosten met betrekking tot de sloop ten laste van deze voorziening gebracht. In 2014 zijn geen nieuwe sloopbesluiten genomen dus hoeft er geen storting in de voorziening plaats te vinden voor ‘nieuwe’ projecten. Wel is in 2014 de inbrengwaarde van de grond voor de nieuwbouw Frisostraat (€ 316.848) ten gunste van de voorziening gebracht. Ditzelfde geldt voor de nieuwbouw Nicolaasstraat (€ 204.987).
Trivire jaarverslag 2014
74
Onrendabele investeringen Project
Saldo per
Storting
Onttrekking
1-jan-14
Sitterstraat Kapiteinflats Zwijndrecht Volgerlanden Oost cluster B1 huurdeel Nieuwbouw J.W.Frisostraat Crispijn van Outgaerden Groen van Prinsterplantsoen Bilderdijkstraat e.o. Burg. Struijkstraat fase 1 Stierstraat Totaal
3.856 580 1.147 1.724 7.307
Saldo per 31-dec-14
13 1.264 18 760 894 149 491 3.589
580 343 923
3.869 1.264 804 1.742 760 894 149 491 9.973
Toekomstige nieuwbouw- en verbeteringsprojecten hebben op basis van voorcalculatorische parameters een gedeelte aan onrendabele investeringen. Voor dit bedrag is een voorziening onrendabele investeringen gevormd. 9.9 Schulden op lange termijn 31-12-2014 1. Leningen overheid 2. Leningen kredietinstellingen 3. Lening collega corporatie 4. Leningen overig 5. Vrijval disagio leningen Subtotaal 6. Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden 7. Derivaten 8. Waarborgsommen Totaal
12.408 410.942 1.002 100 424.452 23.903 22.131 100 470.586
31-12-2013 15.571 421.492 832 1.001 100 438.996 23.014 9.475 81 471.566
1 tot 5 Leningen overheid/Leningen kredietinstellingen/Leningen collega corporatie/ Leningen overig/ Vrijval disagio leningen Saldo per 1 januari
438.996
418.602
Mutaties in het boekjaar: Nieuwe leningen Aflossingen Vrijval disagio leningen Mutatie langlopend naar kortlopend Extra aflossingen Mutatie flexlening Saldo
43.580 -41.332 1.903 -22.295 3.600 -14.544
49.500 -35.331 -175 6.400 20.394
Saldo per 31 december
424.452
438.996
Trivire jaarverslag 2014
75
Schulden/leningen overheid Hieronder zijn opgenomen leningen die zijn verstrekt door de gemeente Dordrecht De schulden/leningen overheid hebben de volgende kenmerken: 31-12-2014 Vastrentende leningen Restschuld (inclusief kortlopend deel per balansdatum) Gemiddelde rente Gemiddelde looptijd Reële waarde
13.277 3,11 14,64 13.566
31-12-2013 17.307 4,07 14,00 15.686
Schulden/leningen k redietinstellingen Hieronder zijn begrepen leningen van verschillende kredietinstellingen. Deze leningen hebben de volgende kenmerken: 31-12-2014 Vastrentende leningen Restschuld (inclusief kortlopend deel) per balansdatum Gemiddelde rente Gemiddelde looptijd Reële waarde
324.423 3,87 26,38 329.525
31-12-2014 Leningen met variabele rente Restschuld (inclusief kortlopend deel) per balansdatum Gemiddelde rente Gemiddelde looptijd Reële waarde
Langlopende schulden
121.080 0,47 8,60 121.213
31-12-2013 350.363 3,98 26,00 379.798
31-12-2013 114.043 0,58 7,00 113.928
Saldo per
aflossings-
Resterende
Resterende
31-dec-14
verplichting 2015
looptijd >1 jaar
looptijd > 5 jaar
Schulden/leningen overheid Schulden/leningen kredietinstellingen Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen
12.408 410.942
868 34.561
11.540 376.381
11.540 365.023
1.002
-
1.002
-
Totaal
424.352
35.429
388.923
376.563
Aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na afloop van het boekjaar zoals hierboven toegelicht zijn opgenomen onder de schulden op korte termijn. Aflosbaar
Aflosbaar
Aflosbaar
Aflosbaar
over 2 jaar
over 3 jaar
over 4 jaar
over 5 jaar
Schulden/leningen overheid Schulden/leningen kredietinstellingen Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen Verplichtingen uit hoofde van
896 20.337
Totaal
21.233
Trivire jaarverslag 2014
-
924 4.470
953 13.610
1.002 -
6.396
984 14.431 -
14.563
15.415
76
Schulden/leningen overheid kredietinstellingen De mutaties in 2014 van de Schulden/leningen overheid en kredietinstellingen kunnen als volgt worden toegelicht: Schulden
Schulden /
leningen
leningen
overheid
kredietinstellingen
Stand per 1 januari Mutatie flex lening Nieuwe leningen Aflossingen Mutatie langlopend naar kortlopend Stand per 31 december
15.571 -3.492 329 12.408
421.492 3.600 43.580 -59.354 1.624 410.942
Totaal
437.063 3.600 43.580 -62.846 1.953 423.350
De te ontvangen variabele rente voor de swaps is drie en zes maanden Euribor. De reële waarde van de derivaten bedraagt per balansdatum € 54,6 miljoen negatief (2013; € 24,5 miljoen negatief) en is als volgt bepaald: rente
bank
5 6 7 8 9 10 11 12 108 109 201 202 305 301 302 306
303 304
notional
ingangsdatum
einddatum
value
swap
te betalen
marktw aarde
vaste rente
31-12-2014
ABN AMRO ABN AMRO Deutsche Bank BNG BNG BNG BNG ABN AMRO ABN AMRO ABN AMRO BNG BNG BNP Paribas Deutsche Bank Deutsche Bank BNP Paribas Totaal per 31-dec-14 Credit Suisse Credit Suisse
10.000 9.000 10.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 9.000 5.000 4.500 5.000 5.000 10.000 10.000 5.000 107.500
1-4-2007 2-6-2008 16-2-2009 1-2-2008 3-11-2008 18-8-2009 10-7-2008 30-12-2008 1-6-2011 1-7-2009 3-9-2008 3-7-2009 2-5-2013 1-4-2014 15-7-2014 2-5-2014
1-4-2016 2-6-2018 16-2-2019 1-2-2023 3-11-2023 18-8-2024 10-7-2023 30-12-2023 1-6-2020 1-7-2016 3-9-2023 3-7-2024 2-5-2046 1-4-2064 15-7-2065 2-5-2047
3,545 3,945 4,013 4,485 4,495 4,540 4,125 4,130 4,538 4,238 4,510 4,550 2,958 3,900 3,757 3,020
-509 -1.169 -1.666 -1.638 -1.698 -1.872 -1.553 -1.524 -2.257 -418 -1.544 -1.887 -2.074 -9.007 -8.385 -2.200 -39.401
10.000 10.000
7-4-2015 17-11-2015
7-4-2060 17-11-2060
3,770 3,690
-7.791 -7.370
Generaal totaal
127.500
-54.562
Per 31 december 2014 voldoet Trivire aan artikel 8 van de Beleidsregels Derivaten. Bij een 2% lagere marktrente zou de negatieve marktwaarde van de derivatenportefeuille per peildatum 31 december 2014 € 134,8 miljoen bedragen. Het bij te storten bedrag is dan € 69,4 miljoen. Trivire heeft per 31 december 2014 een totale buffer van € 77,9 miljoen ter beschikking. Het voldoen aan deze eis is vooral bereikt door het maximeren van de margin call-verplichting van de derivaten die afgesloten zijn bij Credit Suisse. Bij de derivaten van de Deutsche Bank is eveneens een plafond aangebracht in de margin call-verplichting medio februari 2015. In februari 2014 heeft Trivire een Plan van Aanpak opgesteld voor het elimineren van toezichtbelemmerende bepalingen. In de contracten van BNG Bank, Credit Suisse en BNP Paribas waren deze bepalingen opgenomen.
Trivire jaarverslag 2014
77
Eind 2014 zijn deze bepalingen in de contracten van Credit Suisse en BNG Bank vervallen. Er resteren per eind 2014 nog toezichtbelemmerende bepalingen in twee contracten van BNP Paribas. Deze bank heeft tot nu toe aangegeven niet mee te werken om deze bepalingen te laten vervallen. Voor de variabel rentende leningen is voor € 107,5 miljoen aan renteswaps aangegaan om het variabel renterisico op deze leningen af te dekken. Na het effect van swaps is de gemiddelde rente op de variabel rentende leningen 2,931% (2013; 3,306%). Op het onroerend goed is geen hypotheek gevestigd ten behoeve van zekerheidsstelling voor leningen. Ook is geen positieve of negatieve hypotheekverklaring afgegeven op het onroerend goed. Van de leningen overheid en kredietinstellingen is een totaalbedrag van € 459,8 miljoen opgenomen waarvoor WSW borging is verkregen. Onder de leningen is voor een bedrag van € 84,75 miljoen aan zogenaamde basisrenteleningen opgenomen. Op deze leningen wordt een vaste basisrente betaald van gemiddeld 3,31% (2013; 3,31%). De creditspread die op deze leningen wordt betaald, wordt periodiek herzien. Voor de huidige leningen is de gemiddelde spread 0,238%. Het vervalschema van de credit spread herzieningen is hieronder weergegeven. Overzicht basisrente leningen per 31 december 2014 Intern leningnr./ geldgever
720-999-517 720-999-518 720-999-519 720-999-520 720-999-521 720-999-522 720-999-523 720-999-524 720-999-533 720-999-536
BNG NWB NWB NWB BNG BNG NWB NWB BNG NWB
Totaal
bedrag
10.000 10.000 10.000 10.000 5.000 5.000 5.000 10.000 9.750 10.000
ingangsdatum
2-9-2010 15-10-2010 7-2-2011 30-11-2011 1-3-2012 2-7-2012 3-9-2012 15-10-2012 28-3-2013 17-1-2013
einddatum
2-9-2060 15-10-2060 7-2-2056 30-11-2056 1-3-2052 2-7-2054 3-9-2055 15-10-2058 28-3-2053 17-1-2063
eerste renteherziening opslag 2-9-2016 15-10-2014 9-2-2015 28-11-2014 2-3-2015 4-7-2016 5-9-2016 16-10-2017 28-3-2018 17-1-2019
basisrente
3,177% 3,180% 3,230% 3,290% 3,035% 3,070% 3,065% 3,075% 3,990% 3,650%
spread per 31 dec 2014 0,25% 0,40% 0,16% 0,41% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,42% 0,39%
84.750
De aflossingsverplichting in 2015 bedraagt € 35,4 miljoen. Het bedrag van leningen met een kortere restantlooptijd dan 1 jaar is € 35,4 miljoen. Het bedrag van leningen met een kortere restantlooptijd dan 5 jaar is € 47,8 miljoen. Het bedrag van leningen met een langere restantlooptijd dan 5 jaar is € 376,6 miljoen. De gemiddelde rente van de leningen bedroeg 3,93% (2013; 3,99%). Dit is inclusief rentelasten van de derivaten. Het schuldrestant van de leningen is te splitsen in leningen met een hoofdsom met vaste rente € 338,7 miljoen (2013; € 362,3 miljoen) en een hoofdsom met variabele rente € 121,1 miljoen (2013; € 118,9 miljoen). Voor de leningen zijn geen zekerheden verstrekt, uitgezonderd de onherroepelijke en onvoorwaardelijke volmacht verstrekt aan het WSW op 30 december 2013.
Trivire jaarverslag 2014
78
9.9.6 Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden 31-12-2014
31-12-2013
Saldo per 1 januari
23.014
18.862
Mutaties in het boekjaar Waardeverandering verplichting Nieuwe koopgarant woningen Aankopen Verkopen Saldo
310 280 1.409 -1.110 889
-936 4.884 1.255 -1.051 4.152
20.760 3.143 23.903
20.170 2.844 23.014
Saldo per 31 december Terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht Verminderingen/vermeerderingen
Trivire jaarverslag 2014
79
9.9.7 Derivaten Saldo per 1 januari
9.475
-
Mutaties in het boekjaar Mutatie waardering extendibles per 1-1-2013 Opwaardering Afwaardering Saldo
12.657 12.657
8.698 2.610 -1.833 9.475
Saldo per 31 december
22.132
9.475
Onder de leningen is voor een bedrag van € 45 miljoen aan zogenaamde extendibles/tijdvakleningen opgenomen. Bij deze leningen betaalt Trivire gedurende het eerste tijdvak een vaste rente, die lager is dan de marktrente, zoals op het moment van afsluiten gold. In ruil daarvoor heeft Trivire aan de tegenpartij het recht gegeven om bij het begin van het tweede tijdvak te bepalen of er een vaste rente wordt betaald of dat er een variabele rente wordt betaald. Dit recht van de tegenpartij is een embedded derivaat dat is afgescheiden van het basiscontract en afzonderlijk in de balans is verwerkt onder derivaten. De belangrijkste kenmerken van deze leningen, alsmede de reële waardes zijn hieronder weergegeven. Overzicht extendibles per 31 december 2014 Hoofd
ingangs-
num
som
datum
131 BNG
10.000
intern
Geldgever
2-5-2007
136 NWB
10.000
2-6-2008
720 NWB
15.000
30-6-2011
720 BNG
10.000
15-11-2013
Totaal
45.000
Trivire jaarverslag 2014
einddatum
rente
rente
rente
Marktw aarde
Marktw aarde
tijdvak 1
tijdvak 2
tijdvak 3
31 dec. 2013
31 dec. 2014
5-5-2042 2-5-2007 tot 30-4-2010 1 mnds Euribor zonder opslag met een max. van 4,04% 2-6-2048 2-6-2008 tot 2-6-2011 1 mnds Euribor zonder opslag met een max. van 4,3025% 30-6-2059 30-6-2011 tot 29-2-2021 rente van 2,89% op jaarbasis of rente van 3,50% per halfjaar 15-11-2062 15-11-2013 tot 15-11-2021 rente van 2,40%
30-4-2010 tot 4-5-2026 vaste rente van 4,04%
2-6-2011 tot 2-6-2028 vaste rente van 4,3025%
4-5-2026 tot 5-5-2042 vaste rente van 4,35% of 3-mnd Euribor zonder opslag 2-6-2028 tot 2-6-2048 vaste rente van 4,55% of 3-mnd Euribor zonder opslag n.v.t.
29-1-2021 tot 30-6-2059 rente van 3,50% met nader overeen te komen opslag 15-11-2021 tot n.v.t. 15-11-2062 rente van 4,00% met nader overeen te komen opslag of 6-mnd Euribor met nader overeen te komen opslag
-1.685
-3.537
-2.190
-4.392
-2.885
-7.642
-2.715
-6.561
-9.475
-22.132
80
9.9.8 Waarborgsommen Saldo per 1 januari
81
88
Mutaties in het boekjaar Ontvangen waarborgsommen Terugbetaalde waarborgsommen Saldo
19 19
31 -38 -7
100
81
Saldo per 31 december
9.10 Schulden op korte termijn 31-12-2014 1. Schulden overheid 2. Schulden aan kredietinstellingen 3. Lening o/g collega corporatie 4. Overige crediteuren 5. Belastingen en premies sociale verzekeringen 6. Overlopende passiva Totaal
868 33.729 832 2.738 680 14.530 53.377
31-12-2013 37.334 4.898 1.011 13.802 57.045
Alle kortlopende schulden hebben een resterende looptijd van korter dan een jaar. De reële waarde van de kortlopende schulden benadert de boekwaarde vanwege het kortlopende karakter van de schulden.
31-12-2014 1. 2.
Schulden overheid
4. 5.
868
-
33.729 33.729
2 37.332 37.334
832
-
2.738
4.898
6 174 500 680
2 1.009 1.011
Schulden aan kredietinstellingen
Rekening courant Bank Nederlandse Gemeenten Kortlopend deel (aflossingsverplichting) langlopende schulden Totaal 3.
31-12-2013
Lening O/G collega corporatie Voor deze lening is geen zekerheid verstrekt. De rente bedraagt 6,5% op jaarbasis. Deze lening loopt in december 2015 af.
Overige crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen
Loonbelasting/premies volksverzekeringen Pensioen/vut premies Btw en Ozb Totaal
Trivire jaarverslag 2014
81
6.
31-12-2014
31-12-2013
5.528 1.174 2.450 1.640 624 848 765 231 912 358 14.530
6.501 1.248 2.293 244 1.216 557 939 804 13.802
19.027
18.826
Overlopende passiva
Niet vervallen rente geldleningen Vooruit ontvangen huur Bijdragen verwarmingskosten (leveringen en diensten) Financiële afwikkeling VOC Te betalen rente (roll-over/swap) Niet opgenomen verlofuren Nog te ontvangen facturen Nog te betalen bruidschatten Subsidie Volgerlanden Nog te ontvangen facturen NPO Overige Totaal Niet in de balans opgenomen verplichtingen -
Obligo WSW
Dit betreft het totale obligo dat Trivire moet aanhouden met betrekking tot door het WSW geborgde schulden. Wanneer het WSW zich op verzoek van een deelnemer ten behoeve van diens geldgever heeft borg gesteld, is de deelnemer gehouden deel te nemen in het totale risico waartoe het WSW zich voor de deelnemers heeft borg gesteld. Daartoe is de deelnemer vanaf het moment waarop het WSW zich borg stelt tot aan het teniet gaan van de borgtocht aan het WSW verschuldigd een bedrag gelijk aan ten hoogste 3,85% van het nominale bedrag van de door die deelnemer aangegane lening waarvoor het WSW zich heeft borg gesteld. De verplichting, onderverdeeld naar obligo-percentage en bedrag, is als volgt: schuldrestant
Leningen met variabele hoofdsom Overige leningen
150.400 381.406 531.806
factor
75% 100%
obligo-perc.
3,85% 3,85%
obligo
4.343 14.684 19.027
Voorzieningen voor pensioenen Trivire heeft geen verplichting tot bijstorting bij tekorten in het bedrijfstakpensioenfonds. Derhalve is de pensioenregeling als een toegezegde bijdrageregeling verwerkt. De aan het fonds betaalde premies worden in de winst- en verliesrekening verwerkt en er wordt geen voorziening in de jaarrekening opgenomen. Een overschot of tekort kan invloed hebben op de te betalen premies. Het fonds heeft per balansdatum een dekkingsgraad van 114%. Liquiditeitsbuffer Trivire heeft de beschikking over € 77,9 miljoen flexleningen die intern door het bestuur is bestemd voor de liquiditeitsbuffer en waarvan contractueel 20% (€ 15,6 miljoen) is opgenomen. Hiervan is € 12,6 miljoen gebruikt voor de betaling van margin calls van derivaten. Aangegane verplichting Per 31 december 2014 was Trivire voor een bedrag van circa € 12,9 miljoen verplichtingen aangegaan voor diverse projecten. Dit betreft openstaande opdrachten voor de volgende projecten: Crispijn van Outgaerden huur € 3,3 miljoen Crispijn van Outgaerden koop € 1,8 miljoen Energieprojecten Bilderdijkstraat, Merelstraat, Karakietstraat, Stierstraat en Wega € 6,4 miljoen Vervangen geisers Sterrenbuurt Zwijndrecht € 0,7 miljoen Sitterstraat € 0,5 miljoen Overig € 0,2 miljoen Totaal € 12,9 miljoen Ook is voor een bedrag van circa € 0,9 miljoen verplichtingen aangegaan voor planmatig onderhoud. Trivire jaarverslag 2014
82
Verbonden partijen Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van Trivire en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Voor Trivire zijn de verbonden partijen: Stadsherstel Drechtsteden, Pro-Net Projectontwikkeling B.V. en WoningNet N.V. Met de deelnemingen Stadsherstel Drechtsteden en WoningNet N.V. heeft Trivire naast haar aandelenbelang ook een zakelijke relatie. Trivire levert aan Stadsherstel Drechtsteden diensten in de vorm van het uitlenen van personeel. Van WoningNet N.V. neemt Trivire diensten af. Deze transacties zijn steeds gebaseerd op gebruikelijke contractuele afspraken waarbij marktconforme condities zijn overeengekomen. Erfpachtverplichtingen Ten aanzien van onroerende zaken zijn er contractonderhandelingen gaande met de gemeente met betrekking tot de erfpachtverplichting. Vooruitlopend op de definitieve contracten zijn wij uitgegaan van € 0,1 miljoen per jaar tot het jaar 2025. 1 Miljoen heeft een looptijd van meer dan een jaar waarvan € 0,5 miljoen een looptijd van meer dan vijf jaar heeft.
Trivire jaarverslag 2014
83
6.10. Toelichting op de winst- en verliesrekening (x € 1.000)
2014
2013
83.286 4.017 87.303 -858 86.445
80.476 4.161 84.636 -1.366 83.270
428 430 858
936 430 1.366
De geografische onderverdeling van de netto huuropbrengsten kan als volgt worden weergegeven: • Gemeente Zwijndrecht • Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht • Gemeente Dordrecht Totaal
19.621 2.630 65.052 87.303
18.851 2.531 63.254 84.636
10.2 Opbrengsten servicecontracten 1. Te ontvangen vergoedingen overige zaken, leveringen en diensten 2. Af: Vergoedingsderving wegens leegstand Totaal
6.348 8 6.356
6.829 -116 6.713
11.144 -9.416 -465 1.263
3.574 -2.092 -409 1.073
BEDRIJFSOPBRENGSTEN 10.1 Huren 1. Te ontvangen netto huur a. Woningen en woongebouwen b. Onroerende zaken niet zijnde woningen Subtotaal 2. Af: Huurderving wegens leegstand Totaal De huurderving wegens leegstand is als volgt opgebouwd: 1. Woningen en woongebouwen (0,51% van de jaarhuur) 2. Onroerende zaken niet zijnde woningen (10,70% van de jaarhuur) Totaal Voor 2013 bedroegen de percentages respectievelijk 1,16 en 10,33. De hogere huuropbrengst ten opzichte van vorig boekjaar wordt als volgt verklaard: a. De algemene huurverhoging per 1 juli 2013 en 2014 b. Het in exploitatie nemen van nieuwe woningen c. Verkoop d. Sloop c. Overig (aanleg cv, verbetering van woningen, harmonisatie, etc.) d. Lagere huren bedrijfsruimten Totaal
10.3 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille 1. Opbrengst verkopen bestaand bezit 2. Boekwaarde 3. Kosten Totaal
3.264 78 -519 -219 477 -414 2.667
Resultaat verkoop bestaand bezit 2014 bestaat uit 144 woningen en 36 garages. In 2013 was dit 32 woningen en 9 garages.
Trivire jaarverslag 2014
84
10.4 Wijzigingen in vastgoed bestemd voor de verkoop en onderhanden projecten 2014 Prinsemarij 10.5 Overige bedrijfsopbrengsten Doorberekende uren projecten Verrichte diensten rechtspersonen Doorberekend onderhoud Bijzondere baten: Vergoeding HW Wonen 99 woningen Blaauwweg Vergoeding Thuisvester Polderwiel Zorg in beeld Inspectie-uren Administratiekosten SSK Vergoeding derving COKD BTW correctie 2011 BTW correctie 2012 BTW correctie 2013 Vrijval Swap Vrijval voorziening sloop Waarde Vissersdijk correctie Overige Totaal
Trivire jaarverslag 2014
2013
-
12
129 388 681
379 429 549
63 43 274 281 190 140 87 166 125 224 386 3.177
61 41 220 8 162 147 100 226 2.322
85
2014
2013
BEDRIJFSLASTEN 10.6 Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille a. Sociaal vastgoed zaken in exploitatie b. Activa ten dienste van de exploitatie Totaal
24.225 1.615 25.840
25.592 1.518 27.110
10.7 Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Restant reservering diverse projecten -
-2.036 -2.036
10.8 Erfpacht 10.9 Salarissen Salarissen Uitzendkrachten Af: Ziekengeld Totaal
Gemiddelde personeelsbezetting (fte's) Gemiddeld salaris (€)
2014 170,07 50.587
133
12
8.604 568 -38 9.134
8.642 985 -38 9.589
2013 173,19 49.899
10.10 Sociale lasten
1.371
1.251
10.11 Pensioenlasten
1.611
1.673
8.070 10.265 18.335
9.016 10.463 19.479
359
383
6.127 140 6.267
6.430 164 6.594
Sociale lasten en pensioenlasten is 34,7% van de salarissen (2013; 33,8%). 10.12 Lasten onderhoud Dagelijks onderhoud (niet-cyclisch) Planmatig onderhoud (cyclisch) Totaal 10.13 Leefbaarheid 10.14 Lasten servicekosten 1. Overige zaken, leveringen en diensten (servicekosten) 2. Niet in rekening te brengen service- en stookkosten
Trivire jaarverslag 2014
86
2014 10.15 Overige bedrijfslasten 1. Overige personeelskosten 2. Huisvestingskosten 3. Kosten Raad van Commissarissen 4. Algemene kosten 5. Belastingen 6. Verzekeringen 7. Contributie landelijke federatie 8. Derving service-/stookkosten en overige exploitatiekosten 9. Beheerbijdrage vve's 10. Lasten voorgaande jaren 11. Verhuurdersheffing 12. Diverse lasten: - Storting in voorziening dubieuze debiteuren - Heffing saneringssteun - Herwaardering voorraad materiaal - Afboeking projectkosten - Afwikkeling VOC - Sociaal programma Crabbehof - Kosten warmtewet - Overige exploitatielasten - Juridische kosten overlast - Diversen Totaal
2013
548 635 80 2.855 3.930 542 119 109 183 73 5.991
752 712 78 2.435 3.727 537 102 147 218 279 241
422 2.852 12 2.680 603 173 303 87 90 22.287
450 3.205 337 2.282 244 573 72 227 16.618
In het boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht:
-
Controle van de jaarrekening Andere controle werkzaamheden Fiscale advisering Andere niet controlediensten
2014
2013
81 76 84 9 250
75 9 19 2 105
Bovenstaande honoraria betreffen uitsluitend de werkzaamheden die bij Trivire zijn uitgevoerd door onafhankelijke accountants zoals bedoeld in art.1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties).
10.16 Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Waardeverandering commercieel vastgoed in exploitatie Waardeverandering onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Waardeverandering verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
10.17 Waardeverandering derivaten
2014
2013
2.985 370
2.216 -1.164
-310 3.045
936 1.988
-12.656
1.833
Trivire heeft een viertal extendible leningen: leningscontracten waarbij de bank de optie heeft om na een aantal jaren de lening voor een additioneel aantal vooraf overeengekomen jaren tegen een vooraf vastgesteld vast rentepercentage te verlengen. Trivire jaarverslag 2014
87
Deze geschreven opties voldoen aan de criteria voor embedded derivaat en zijn per 2013 afgescheiden van het basiscontract en afzonderlijk in de balans verwerkt onder langlopende schulden. De reële waarde van de embedded derivaten bedroeg per 31 december 2014 /- € 22.131 (2013 -/- € 9.475). De waardevermindering in 2014 bedraagt -/- € 12.656.
10.18 Rentebaten 10.19 Opbrengsten financiële vaste activa Hierin is opgenomen een bedrag van € 46 geactiveerde rente (2013: € 242). 10.20 Rentelasten Rente langlopende schulden Leningen overheid Leningen kredietinstellingen Overige leningen Vrijval disagio Afschrijving geactiveerde optierente Overige rentelasten
2014
2013
121
155
64
275
434 17.318 30 508 44 18.334
692 17.860 30 -175 222 112 18.741
1.366 75 4.887 6.328
474 -75 -207 192
Voor de geactiveerde rentelasten is een rentevoet gehanteerd van 2,5%. 10.21 Vennootschapsbelasting Jaarschijf 2012 Jaarschijf 2013 Mutatie actieve latentie Totaal
Trivire jaarverslag 2014
88
Toelichting vennootschapsbelasting
2014
Commercieel resultaat voor vennootschapsbelasting en deelnemingen Af: Correctie verkoopopbrengsten Fiscaal resultaat VOC Fiscale afschrijving op activa Fiscale afschrijving op agio leningen o/g en u/g Fiscale afschrijving op (dis)agio leningen u/g Fiscale afschrijving op (dis)agio swaps Correctie activeringen die kwalificeren als instandhouding Correctie vrijval projecten Correctie geactiveerde rente op projecten o.b.v. fiscale solvabiliteit Correctie waardeverandering DAEB Correctie waardeverandering commercieel vastgoed Correctie waardeverandering derivaten Correctie vrijval voorziening onrendabele investeringen Correctie vrijval voorziening sloopkosten Correctie onttrekkingen voorziening sloopkosten Bij: Correctie afschrijvingen Correctie resultaat saneringssteun Aftrekbeperking gemengde kosten Fiscale vrijval disagio leningen O/G Correctie vrijval geactiveerde optierente Correctie voorziening onrendabele investeringen Correctie waardeverandering derivaten Correctie onderhoudskosten die kwalificeren als verbetering Resultaat deelneming Pro-Net Projectontwikkeling B.V. Fiscaal resultaat (inclusief deelneming) Af:
Verliesverrekening
Belastbaar bedrag Vennootschapsbelasting: Eerste 200.000 Daarna over restant Totaal acute vennootschapsbelasting
20,00% 25,00%
2013
-15.856
-1.773
-1.263 -3.413 -715
-856 -1.987 -2.001 -1.153
-161 -8.468 -23 -3.045 -391 -487
-161 -5.876 -395 -155 -10.505 -2.216 -1.833 -1.641 -
25.839 2.852 32 508 2.666 12.656 261 25
27.110 3.205 32 324 222 -
11.017
341
-11.017
-
-
341
-
40 35 75
Algemeen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Sinds 1 januari 2008 vallen de corporaties integraal onder de vigerende belastingwetgeving. Eind 2008 is overeenstemming bereikt tussen Aedes en de belastingdienst betreffende de VSO 2. De VSO 1 is eenzijdig in 2008 door de belastingdienst opgezegd. Trivire heeft op basis van de uitgangspunten van VSO 1 en VSO 2 de fiscale positie ultimo 2014 en het fiscale resultaat 2014 bepaald.
Trivire jaarverslag 2014
89
Acute vennootschapsbelasting De aanslagen vennootschapsbelasting zijn definitief vastgesteld tot en met het jaar 2011. De aangifte vennootschapsbelasting over 2012 is begin maart 2015 ingediend. Volgens deze aangifte bedraagt het belastbaar bedrag over 2012 € 2.543.286 positief. De aangifte vennootschapsbelasting 2013 is nog niet ingediend.In het kader van de fiscale positie in de jaarrekening 2013 was het belastbaar bedrag becijferd op € 341.000 positief. In afwijking op deze fiscale winstberekening over het jaar 2013 zijn bij het opstellen van de fiscale positie ten behoeve van de jaarrekening 2014 een aantal aanvullende aftrekposten in aanmerking genomen, waarmee het belastbaar bedrag over het jaar 2013 € 13.568.383 negatief wordt. Dit belastbaar bedrag over het jaar 2013 is als uitgangspunt gehanteerd voor de fiscale positie in de jaarrekening 2014. Van het compensabele verlies uit het jaar 2013 zal een bedrag van € 2.543.286 worden teruggewenteld naar het jaar 2012 zodat het belastbaar bedrag over het jaar 2012 uiteindelijk nihil is. Het restant van het compensabele verlies bedraagt € 11.025.097 ultimo 2013. Dit kan gebruikt worden om het positieve fiscaal resultaat 2014 volledig te verrekenen. Er resteert dan nog een compensabel verlies uit 2013 van circa € 8.000. De effectieve belastingdruk over 2014 is, evenals over 2013, nihil en wordt veroorzaakt door het benutten van fiscale verliescompensatie. Het toepasselijke belastingtarief is overeenkomstig voorgaand jaar. In de jaarrekening 2013 was nog rekening gehouden met een effectieve belastingdruk over 2013 van € 75. Belastinglatenties Mutatie actieve latentie 2014 uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil de periode 2014 t/m 2037 met betrekking tot de leningportefeuille O/G Mutatie actieve latentie 2014 uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil de periode 2014 t/m 2016 met betrekking tot de leningportefeuille U/G Mutatie actieve latentie 2014 uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil de periode 2014 t/m 2024 met betrekking tot de derivatenportefeuille Mutatie actieve latentie 2014 uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil de periode 2015 t/m 2019 met betrekking tot de verkopen Mutatie actieve latentie
Trivire jaarverslag 2014
2014
2013
-140
-159
-13
-12
3.942
-33
1.098
-3
4.887
-207
over over over over
90
10.22 Resultaten deelnemingen Resultaat Pro-Net Resultaat VOC Resultaat Stadsherstel Totaal
Jaarresultaat na belasting
2014 26 -262 -236
-9.764
2013 5 -347 -17 -359
-1.940
Het jaarresultaat over 2014 is circa € 7,8 miljoen nadeliger dan in 2013. Als belangrijkste verschillen tussen beide jaren kan het volgende worden vermeld (bedragen in miljoen euro's, B=batig: N=nadelig): Hogere huren (met name huurverhogingen) B 3,2 Hoger resultaat verkopen B 0,2 Lagere lasten onderhoud B 1,1 Lagere afschrijvingen B 1,1 Hogere bedrijfsopbrengsten B 0,9 Lagere vergoedingen N 0,4 Hogere verhuurdersheffing en saneringssteun N 5,4 Lagere overige bedrijfslasten B 0,2 Lagere salarissen B 0,4 Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille B 1,1 Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille N 2,0 Waardeverandering derivaten N 14,8 Lagere rentelasten minus rentebaten B 0,4 Lager resultaat deelnemingen B 0,1 Lagere vennootschapsbelasting B 6,1 Totaal N -7,8
Trivire jaarverslag 2014
91
6.11. Toelichting op het kasstroomoverzicht (x € 1.000)
11.1 Financiële activa Investeringen in financiële vaste activa Margin calls Deutsche Bank Margin calls Credit Suisse Margin calls BNG Startersleningen Uitgaven verbindingen Uitgaven waarborgsommen
Desinvesteringen in financiële vaste activa Margin calls Deutsche Bank Margin calls Credit Suisse Margin calls BNG Ontvangsten beleggingen Ontvangsten verbindingen Ontvangsten waarborgsommen
2014
2013
-8.600 -5.600 -1.300 -19 -0 -0 -15.520
-
1.800 1.050 781 3 4 3.637
-
13.600
-
43.580 43.580
49.000 495 49.495
-62.824 -803 -10.000 -73.627
-33.329 -733 -34.062
-
-
11.2 Financieringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden (klim) Flexleningen tussentijdse opname (kortgeld) Ontvangsten uit langlopende schulden (nieuwe leningen) Nieuwe leningen te borgen door WSW Nieuwe ongeborgde leningen niet-DAEB
Aflossing langlopende schulden Aflossing leningen geborgd door WSW Aflossingen leningen niet geborgd WSW Aflossingen ongeborgde lening niet-DAEB Flex leningen tussentijdse aflossing (kortgeld)
Op de flexleningen kan naast de reguliere aflossing ook tussentijdse storting en aflossing plaatsvinden. Deze mutaties worden gezien als kortgeld mutaties.
Trivire jaarverslag 2014
92
6.12. Overige informatie (x € 1.000)
Werknemers Gedurende het jaar 2014 had de corporatie gemiddeld 170,3 werknemers in dienst tegen 173,2 in 2013. Dit aantal is gebaseerd op het aantal fulltime equivalenten. Evenals in 2013 is geen van de werknemers buiten Nederland werkzaam. Honorering Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen De kosten van beloning en pensioenen is als volgt: - bestuurder - commissarissen
2014 204.259 60.800
2013 203.773 60.800
De beloning van bestuurder omvat: - periodiek betaalde beloningen (salarissen, vakantiegeld, eindejaarsuitkering, bedrijfsauto) - beloningen betaalbaar op termijn (pensioen en VUT premie) Honorering Raad van Commissarissen De honorering van de RvC is gekoppeld aan de zwaarte van de functie van de afzonderlijke leden van de RvC en is gebaseerd op de Honoreringscode commissarissen van de Vereniging van Toezichthouders Woningcorporaties (VTW). De honorering is niet gekoppeld aan de prestaties van Trivire. De hoogte van de honorering was in 2014 ongewijzigd ten opzichte van 2013. WNT-verantwoording 2014 Stichting Trivire Per 1 januari 2013 is de WNT ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op Stichting Trivire van toepassing zijnde regelgeving: het WNT-maximum voor de woningcorporaties, klasse G. Het bezoldingsmaximum in 2014 voor Stichting Trivire is € 167.000. Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor de leden van de Raad van Commissarissen; dit bedraagt voor de voorzitter 7,5% en voor de overige leden 5% van het bezoldigingsmaximum. Bezoldiging topfunctionarissen Leidinggevende topfunctionarissen bedragen x € Functie(s) Duur dienstverband in 2014 Omvang dienstverband (in fte) Gewezen topfunctionaris (Fictieve) dienstbetrekking Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam? Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totale bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum Motivering indien overschrijding: zie
W. van der Linden 2014 2013 bestuurder bestuurder 01/01-31/12 01/01-31/12 1 1 Nee Nee Ja Ja Nvt Nvt 167.220 0 37.039 204.259 167.000 1)
166.737 0 37.036 203.773 213.000 1)
1) De bestuurder heeft een contract voor onbepaalde tijd. De RvC heeft hiervoor gekozen op arbeidsrechtelijke gronden en in het belang van de continuïteit in de bedrijfsvoering. In het verleden is het salaris getoetst op basis advies Haye Groep. Daarna alleen nog inflatoire ontwikkeling tot 2012. Vanaf 2012 ziet de bestuurder af van algemene inflatoire salarisontwikkelingen volgens de CAO Woningcorporaties. De bestuurder valt binnen de overgangstermijnregeling van de WNT.
Trivire jaarverslag 2014
93
Toezichthoudende topfunctionarissen Bedragen x € 1
H.P. van der Vossen
Functie(s) Duur dienstverband
2014 Voorzitter 1/1-31/12
Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum
Bedragen x € 1 Functie(s) Duur dienstverband Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum Bedragen x € 1 Functie(s) Duur dienstverband Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum
Bedragen x € 1 Functie(s) Duur dienstverband Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum
Trivire jaarverslag 2014
11.200 11.200 12.525
D. Ten Veen
2013 2014 2013 Voorzitter Vicevoorzitter Vicevoorzitter 1/1-31/12 1/1-31/12 1/1-31/12
11.200 11.200 12.525
H.P.M. Braks Langenkamp 2014 2013 Lid Lid 1/1-31/12 1/1-31/12
8.000 8.000 8.350
8.000 8.000 8.350
E.G.J.M. Meijer 2014 2013 Lid Lid 1/1-31/12 1/1-31/12
8.000 8.000 8.350
8.000 8.000 8.350
9.600 9.600 8.350
9.600 9.600 8.350
H.B.H.E. Koekkoek 2014 2013 Lid Lid 1/1-31/12 1/1-31/12
8.000 8.000 8.350
8.000 8.000 8.350
A.C.N. van de Ven 2014 2013 Lid Lid 1/1-31/12 1/1-31/12
8.000 8.000 8.350
8.000 8.000 8.350
B. de Vries 2014 2013 Lid Lid 1/1-31/12 1/1-31/12
8.000 8.000 8.350
8.000 8.000 8.350
94
Er is sprake van een overschrijding bij de vergoeding aan de vicevoorzitter. In de WNT wordt deze functie niet verbijzonderd. De toegestane hogere vergoeding voor de voorzitter is verdeeld over de voorzitter en vicevoorzitter. De vergoeding van de vicevoorzitter valt binnen de overgangsregeling van de WNT. Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen Er is geen sprake van uitkeringen wegens beëindiging dienstverband van topfunctionarissen. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2014 een bezoldiging boven het toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2014 geen ontslaguitkeringen aan overige functionarissen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.
Trivire jaarverslag 2014
95
6.13. Overige gegevens
Statutaire resultaatbestemming In de statuten zijn geen bepalingen opgenomen met betrekking tot de resultaatbestemming.
Voorstel resultaatbestemming Het negatieve resultaat van € -9.764 is vooruitlopend op en onder voorbehoud van de goedkeuring door de Raad van Commissarissen op 22 april 2015 reeds in de jaarrekening verwerkt. Het gehele resultaat is in mindering gebracht op de overige reserves.
Gebeurtenissen na balansdatum De Eerste Kamer stemde dinsdag 17 maart 2015 unaniem in met de herzieningswet Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. Dit wetsvoorstel beoogt het functioneren van woningcorporaties als ondernemingen met een maatschappelijke taak te verbeteren. Daartoe worden de Woningwet en een aantal andere wetten gewijzigd. Naast het effect op de relatie met de externe stakeholders zal de herzieningswet ook van invloed zijn op het te voeren beleid door Trivire. Vanuit de herzieningswet worden restricties gelegd op activiteiten en het te volgen huurbeleid. De mogelijke effecten doen zich voor bij het kunnen uitontwikkelen van de bestaande projectenportefeuille, de samenstelling en financiering van het niet-DAEB bezit, de wijze waarop woningtoewijzing dient plaats te vinden en de huurprijs die gevraagd kan worden. Dit kan zijn weerslag hebben op kasstromen en daarvan afgeleid de waardering van het vastgoed. Omdat op onderdelen Algemene Maatregelen van Bestuur nog moeten worden ingevuld en de uitwerking door Trivire van bovenstaande nog dient plaats te vinden is het op dit moment niet mogelijk om de financiële effecten te kwantificeren.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Op de volgende pagina`s treft u de controleverklaring van de onafhankelijke accountant aan.
Trivire jaarverslag 2014
96
Trivire jaarverslag 2014
97
Trivire jaarverslag 2014
98
6.14. Kengetallen (x € 1.000)
Boekjaar
2014
2013
2012
2011
2010
13.954 1.164 248 351 15.717
14.123 1.118 244 315 15.800
14.247 1.066 232 295 15.840
14.101 1.067 190 307 15.665
14.174 1.073 190 291 15.728
1.790.374
1.810.000
1.801.297
1.730.170
1.687.610
113.913
114.557
113.718
110.448
107.300
-144 -25 -
107 -32 -198 -1 -
129 2 -20 2 33
76 83 -38 -214 20 -
69 2 -45 -27 1.165 -
11,64 71,21 15,69 1,46
10,28 72,03 15,39 2,30
12,96 74,47 12,57 -
14,03 76,44 9,53 -
15,51 76,59 7,89 -
1,27 0,08
1,17 0,08
1,03 0,08
1,08 0,09
1,07 0,09
578 736 1314
638 741 1.379
810 524 1.334
721 834 1.555
666 591 1.257
131,21 500,04
130,48 483,65
127,13 458,55
125,25 444,89
124,93 434,72
Aantal verhuureenheden (VHE) 1. Woningen en woongebouwen 2. Garages 3. Bedrijfsruimten 4. Overige verhuureenheden Totaal
Totaal verzekerde waarde (x € 1.000) Gemiddeld verzekerde waarde per VHE
Mutaties in het woningbezit 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Aantal opgeleverd Aantal aangekocht Aantal verkocht Aantal gesloopt Aantal samengevoegd/gesplitst Overdracht v.o.f. Krispijn Wonen Fusie Wilhelminastichting
Aantal woningen naar huurprijsklasse (in een % van het totaal) 1. Goedkoop 3. Duur
<€ 389,05 <€ 596,75 <€ 699,48 >€ 699,48
Kwaliteit 1. Aantal reparatieverzoeken per woning 2. Aantal verhuizingen per woning 3. Kosten niet planmatig onderhoud per woning 4. Kosten planmatig onderhoud per woning 5. Totaal kosten onderhoud per woning
Prijs kwaliteitverhouding 1. Gemiddeld aantal punten WWS 2. Gemiddelde netto huurprijs
Trivire jaarverslag 2014
99
Boekjaar
2014
2013
2012
2011
2010
8,22 n.v.t. 1,12 0,98
8,37 21,02 1,46 1,61
7,55 21,65 1,22 0,86
8,57 22,78 1,14 0,72
9,39 24,45 1,21 0,89
37,57 0,40 -3,02 4,29 1,06 26.451 1.152 1,98 11,84 1,63
36,97 0,50 -0,61 4,23 1,96 25.194 1.782 1,99 10,84
39,26 0,16 -1,85 4,29 1,45 25.781 1.256 2,16 11,93
33,04 0,52 -1,44 4,07 2,01 21.016 1.397 1,69 13,98
20,21 0,79 7,79 4,26 4,82 9.336 1.542 1,80 8,94
23.179 960 6.969 3.152 1.314 3.203 -700
22.409 782 6.613 3.216 1.379 2.155 -137
23.661 1.253 6.299 2.884 1.334 2.519 -437
18.416 1.608 6.516 2.937 1.555 2.290 -266
8.975 43 6.425 2.182 1.257 2.286 700
12,19
12,26
12,26
12,77
12,45
Het verhuren van woningen 1. 2. 3. 4.
Verhuisgraad Percentage huurders IHS/Huurtoeslag Huurachterstand in % jaarhuur Huurderving in % jaarhuur
Financiële continuïteit 1. Solvabiliteit 2. Liquiditeit 3. Rentabiliteit eigen vermogen 4. Rentabiliteit vreemd vermogen 5. Rentabiliteit totaal vermogen 6. Interne financiering per woning 7. Cash-flow per woning 8. Interestdekkingsratio (ICR) 9. Duration 10.DSCR Balans en winst- en verliesrekening 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Eigen vermogen per woning Overige voorzieningen per woning Totaal opbrengst per woning Rente en afschrijving Kosten onderhoud per woning Overige bedrijfslasten per woning Jaarresultaat per woning
Personeelsbezetting Aantal formatieplaatsen per 1.000 woningen
1. Solvabiliteit De solvabiliteit geeft de mate aan waarin de onderneming in staat is op langere termijn aan haar verplichtingen te voldoen. De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen uit te drukken in een percentage van het balanstotaal. 2. Liquiditeit De liquiditeit geeft de mate aan waarin de onderneming in staat is op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen. De liquiditeitspositie geeft de toestand op 31 december weer; er is dus sprake van een momentopname. De liquiditeit wordt berekend door de vlottende activa te delen door de kortlopende schulden, exclusief aangegane verplichtingen inzake onroerende zaken. 3/4/5. Rentabiliteit eigen / vreemd / totaal vermogen De rentabiliteit geeft het rendement aan dat de onderneming met haar vermogen in het boekjaar heeft behaald. De rentabiliteit van het eigen vermogen wordt berekend door het resultaat na belasting uit te drukken in een percentage van het eigen vermogen.
Trivire jaarverslag 2014
100
De rentabiliteit van het vreemd vermogen wordt berekend door de rentelasten uit te drukken in een percentage van de som van de schulden lange termijn en rekening courant bij de bank. De rentabiliteit van het totale vermogen is het resultaat na belastingen vermeerderd met de rentelasten, uitgedrukt in een percentage van het balanstotaal. 6. Interne financiering (per woning) Hieronder wordt verstaan de materiële vaste activa vermeerderd met de financiële vaste activa verminderd met de schulden op lange termijn. 7. Cashflow (per woning) Hieronder wordt verstaan het netto resultaat na belastingen, vermeerderd met de afschrijvingen op materiële vaste activa inclusief waardeveranderingen materiële vaste activa. 8. Interestdekkingsratio (ICR) De interestdekkingsratio geeft aan in hoeverre de onderneming in staat is aan haar renteverplichtingen te voldoen. De ratio wordt berekend door de operationele kasstroom uit te drukken in een percentage van het saldo van de rentelasten. 9. Duration De duration is een gemiddeld gewogen restant looptijd van de leningen. Duration wordt berekend door de som van de contante waarde van de cashflow vermenigvuldigd met de fractie uit te drukken in een percentage van de som van de contante waarde van de cashflow. De fractie is de looptijd in jaren op basis van een bepaalde daycount (renteconventie). 10.Debt service coverage ratio (DSCR) De DSCR is de ICR verhoogd met een aflossingscomponent, bepaald aan de hand van de restant levensduur.
Trivire jaarverslag 2014
101