Ontslagboekje afdeling E2 / Neonatologie Samen naar huis
Ontslagboekje afdeling E2 / Neonatologie
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.
Ontslaggegevens Samen naar huis Informatie mee naar huis Kraamzorg De couveusenazorg Gehoorscreening Telefonische nazorg van de afdeling Voeding De temperatuur van uw kindje Verzorging van uw kindje Slaaphouding van uw kindje Huilen Rust en regelmaat voor uw kindje Buiten wandelen Onzekerheid of vragen over de gezondheid van uw kindje Adressen borstvoeding Andere eventueel nuttige adressen Contact gegevens van onze afdeling Contact gegevens van Groenekruis/Domicura
azM en UM werken samen onder de naam Maastricht UMC+
3 4 5 6 6 6 7 8 9 9 10 12 14 14 15 16 17 17
1. Ontslaggegevens Naam Geboortedatum Geboortegewicht Geboortelengte Ontslagdatum Ontslaggewicht Ontslaglengte Voeding: Soort voeding Hoeveelheid Medicatie: Naam medicijn Tijden Toedieningswijze
De hielprik screening (P.K.U./C.H.T.) is wel/niet gebeurd bij uw kindje. Datum geprikt: - Geen bericht is goed bericht! De ALGO-gehoorscreening is bij uw kindje wel/niet gebeurd en is hiervoor wel/niet geslaagd. Als uw kindje geen ALGO-gehoorscreening heeft gehad, wordt deze thuis gedaan. Heeft uw kindje wel een ALGO-gehoorscreening gehad maar is hiervoor niet geslaagd, dan krijgt u van de audiologische dienst een oproep voor een uitgebreider onderzoek. Als u nog vragen heeft kunt u altijd (dag en nacht) naar onze afdeling bellen op het telefoonnummer: 043-387 42 09. Veel geluk, De verpleegkundigen Afdeling Neonatologie.
2. Samen naar huis De tijd is aangebroken dat uw baby mee naar huis mag. De verpleegkundige bereidt u voor op dit ontslag en zorgt ervoor dat u uw baby zelfstandig kan verzorgen. Uw huisarts en de verpleegkundige van het consultatiebureau informeren wij schriftelijk over wat er met uw baby in
4
Ontslagboekje afdeling E2 / Neonatologie
het azM is gebeurd. De jeugd verpleegkundige van het consultatiebureau kan in de thuissituatie nog adviezen geven en vragen beantwoorden.
3. Informatie mee naar huis Als uw baby met ontslag gaat, krijgt u de volgende informatie mee: • Een afspraak (indien nodig) met de kinderarts bij de polikliniek. • Een recept (indien nodig) voor medicijnen voor uw kind. • Een voorlopige ontslagbrief voor uw huisarts. • Een envelop met een Patiëntentevredenheidsonderzoek over het verblijf op de afdeling Neonatologie.
Als uw baby met ontslag gaat, sturen wij per post de volgende informatie: • Een ontslagbrief van de kinderarts aan uw huisarts over de opname, het ziekteverloop en ontslag van uw kind. • Een ontslagformulier voor de verpleegkundige Jeugdgezondheidszorg (JGZ) (consultatiebureau) en/of de kraamzorg.
Als u bezwaar heeft tegen het verstrekken van gegevens van uw baby, geef dit dan door aan de verpleegkundige en de arts. De JGZ verpleegkundige neemt telefonisch contact met u op tussen de twee en vier dagen na ontslag.
4. Kraamzorg Als uw kraamzorg wilt ontvangen kunt u contact opnemen met uw kraamcentrum.
5
5. De couveusenazorg In bepaalde gevallen is het mogelijk dat u gebruik kunt maken van de couveuse nazorg. Dit betekent vier dagen kraamhulp van drie uur per dag of drie dagen vier uur per dag. De gespecialiseerde kraamverzorgende maakt u vertrouwd met de dagelijkse verzorging van uw baby en helpt u op weg tijdens de eerste dagen dat uw baby thuis is.
6. Gehoorscreening Uw baby krijgt ook een gehoorscreening aangeboden. Deze wordt meestal tussen de vierde en zevende dag na de geboorte door een screenster van de Jeugdgezondheidszorg bij u thuis verricht. Als uw baby direct na de geboorte in het ziekenhuis heeft gelegen, is het belangrijk dat de gehoorscreening alsnog wordt uitgevoerd (in sommige gevallen wordt de gehoorscreening in het ziekenhuis verricht). Als u nog vragen hebt hierover, dan kunt u deze bespreken met de screener die het gehoor komt testen.
7. Telefonische nazorg van de afdeling Een aantal dagen na ontslag wordt u gebeld door een verpleegkundige van de afdeling om te informeren hoe het thuis gaat en of u nog vragen heeft omtrent de verzorging van uw baby. U kunt dan uw vragen stellen of uw ervaringen delen. Het is heel goed mogelijk dat u, vooral in het begin, thuis nog vragen heeft over uw baby. U kunt dan contact opnemen met de verloskundige, de huisarts, de verpleegkundige Jeugdgezondheidszorg of de couveuseafdeling van het ziekenhuis.
6
Ontslagboekje afdeling E2 / Neonatologie
8. Voeding Als uw baby naar huis gaat, krijgt hij/zij meestal zeven voedingen. Als u borstvoeding geeft streven wij naar minimaal acht voedingen om de borstvoeding in het begin goed op gang te krijgen. Bij ontslag wordt (in overleg met de kinderarts) met u besproken hoeveel voeding uw baby nodig heeft. Deze hoeveelheid geldt in ieder geval tot de eerstvolgende controle bij het consultatiebureau of de kinderarts. In het ziekenhuis is uw baby wellicht gewend geraakt aan de voedingstijden van het ziekenhuis. Thuis kunt u deze tijden handhaven of langzaam aanpassen aan uw eigen dagritme. Borstvoeding Krijgt uw baby borstvoeding dan mag hij/zij in principe drinken naar behoefte. Aan de tevredenheid van uw baby merkt u snel of uw baby voldoende voeding krijgt.Let er wel op dat uw baby ongeveer zes plasluiers per dag heeft. Een kind dat borstvoeding krijgt heeft meestal zachte ontlasting. Voor de eerste zes weken geldt: minimaal één tot twee vuile luiers per dag. Zo weet u zeker dat het kind voldoende voeding heeft binnen gekregen. Na ongeveer zes weken kan het aantal vuile luiers variëren van één in de zes dagen tot zeven luiers per dag. Zolang u uw baby borstvoeding geeft, moet u uw baby elke dag extra vitamine K en vitamine D geven. Dit is nodig omdat in borstvoeding de hoeveelheid van deze vitaminen te laag is. Vitamine D is goed voor de botontwikkeling van uw kind en vitamine K heeft het nodig voor de bloedstolling. Deze vitaminen zijn in druppelvorm verkrijgbaar. U geeft de vitaminen via een lepeltje of druppelt de vitamines rechtsreeks in het wangzakje van uw baby. Achteraan in dit boekje staan nog adressen met betrekking tot borstvoeding.
7
Flesvoeding Krijgt uw baby flesvoeding dan is het belangrijk de instructies op de verpakking te volgen. De voeding mag maximaal 24 uur van tevoren klaargemaakt worden en moet afgesloten bewaard worden in de koelkast. Uw kraamverzorgende geeft u het advies om de voeding per fles klaar te maken. Het opwarmen van de flessen kan met behulp van een flessenwarmer, magnetron of au-bain-marie. Controleer altijd of de voeding op de juiste temperatuur is door bijvoorbeeld een druppel voeding op de binnenkant van uw pols te laten vallen. Vanzelfsprekend moeten de fles en de speen na gebruik goed schoongemaakt worden. De fles en de speen moet u dagelijks met heet water en afwasmiddel reinigen. Dit is niet nodig als u de voeding per fles klaarmaakt.
9. De temperatuur van uw kindje Wij raden u aan om de temperatuur in de kamer maximaal tussen de 18°C en 20°C houden. Gebruik een omslagdoek om temperatuurschommelingen bij uw kind te voorkomen. Het is belangrijk dat u de eerste dagen thuis de temperatuur van uw kind in de gaten houdt. U kunt het beste de eerste twee dagen uw baby drie keer per dag temperaturen. Dit vanwege het temperatuurverschil van het ziekenhuis en thuis. Wanneer de temperatuur van uw kind aan de hoge kant is haalt u een dekentje weg of kleedt u uw kind minder warm. Als de temperatuur van uw kind aan de lage kant is kunt u bijvoorbeeld een kruik of een extra molton in bed leggen. Hoger dan 37,5°C: Uw baby heeft het te warm. Kleedt uw baby minder warm aan. Als de temperatuur van uw baby te hoog blijft, waarschuw dan uw huisarts. Tussen 36,5°C en 37,5°C: Dit is een goede lichaamstemperatuur.
8
Ontslagboekje afdeling E2 / Neonatologie
Lager dan 36,5°C: Zet uw baby een muts op en leg hem onder een extra deken. Zorg dat uw baby niet in de tocht ligt. Geef hem eventueel een kruikje (leg een kruik nooit rechtstreeks tegen uw baby aan, maar ingepakt op de deken en ongeveer een handbreedte van uw baby af met de dop naar beneden). Waarschuw bij aanhoudende lage temperatuur uw huisarts.
10. Verzorging van uw kindje Wassen met zeep is niet elke dag nodig, dit kan ook alleen met water. Bij een droge en schrale huid kan badolie of bodylotion worden gebruikt. Wanneer uw kind last heeft van luieruitslag (rode billen) kunt u het beste de plaats van de luieruitslag dun insmeren met babyzalf. Eventueel kunt u uw kind vaker verschonen.
11. Slaaphouding van uw kindje De couveuseafdeling van het ziekenhuis (en ook de kraamzorg) adviseert iedereen om thuis zijn of haar kindje op de rug te laten slapen. Draai het hoofdje afwisselend naar links of rechts.
9
12. Huilen Het is normaal dat uw baby wel eens huilt. Probeer in eerste instantie een oorzaak te vinden voor het huilen en neem, indien mogelijk, deze oorzaak weg. Verder worden baby’s door koesteren bijna altijd rustig. Praktische tips bij onrust en huilen. Oorzaken van het huilen kunnen zijn: • honger; • een vieze luier; • er zit een boertje dwars, na de voeding; • darmkrampjes. dan huilt uw kind hard en hardnekkig en maakt een gespannen indruk; • uw kind zoekt contact/aandacht; • door een of andere reden is uw kind uit zijn doen; • overgang naar een ander voedingsritme of regeldagen bij borstvoeding; • te hoge of te lage temperatuur.
Praktische tips bij overmatig huilen. Baby’s kunnen enkel door te huilen duidelijk maken dat ze zich niet lekker voelen of iets nodig hebben. Dit verklaart waarom baby’s normaal twee tot drie uur huilen (kan zowel overdag als ’s nachts). Wanneer u dan alle logische zaken nagegaan bent (honger, dorst, vieze luier, krampjes, ziekte,…) en hij blijft huilen probeer dan het volgende: • Knuffel uw baby. Vasthouden en knuffelen is zeker niet ‘verwennen’. • Wieg zachtjes het bedje, de kinderwagen of box. • Zing voor uw baby of laat muziek horen. • Loop met uw baby rond, bijvoorbeeld in een draagdoek.
10
Ontslagboekje afdeling E2 / Neonatologie
Tips voor uzelf: • Leg uw baby op een veilige plek, in het wiegje, de kinderwagen of de box. Ga even in een andere kamer zitten om tot rust te komen. • Pak uw baby niet op als u zelf geïrriteerd bent. • Probeer uw gedachten te verzetten. Ga terug naar uw baby als u zich gekalmeerd voelt. • Moet u uw baby verzorgen, drink dan zo min mogelijk alcohol. Alcohol zorgt er namelijk voor dat u uw remmingen sneller verliest en u makkelijker de fout ingaat. • Word niet boos op uw baby; dit zal het huilen erger maken. • Merkt u dat u het huilen van uw kind niet meer aankunt, schakel dan hulp in (van familieleden of vrienden bijvoorbeeld). • Wacht niet tot u radeloos wordt. U kunt op verschillende manieren geholpen worden. Bespreek dit met uw huisarts of consultatiebureau.
Wat zeker niet te doen bij overmatig huilen en onrust. Het kan voorkomen dat uw baby tijdens het huilen door heftige emoties zijn adem inhoudt. Hierbij kan uw baby ook wel eens blauw aanlopen. Raak niet in paniek, pak hem op of leg hem op de zij en prikkel de baby onder de voetzolen. Schud uw baby vooral niet door elkaar! Waarom is het gevaarlijk om uw baby door elkaar te schudden? • Het hoofd van een baby is groot en zwaar in verhouding tot de rest van het lichaam. Zonder steun valt het hoofdje achterover. De nekspieren zijn namelijk nog niet sterk genoeg om het hoofd recht te houden. • Als u uw baby door elkaar schudt, gaat zijn hoofd heel snel en met grote kracht heen en weer. De fijne adertjes in de hersenen kunnen dan scheuren en bloedingen veroorzaken. Dit heeft vaak ernstige gevolgen.
11
Wat te doen als uw baby toch geschud is? In eerste instantie kan het lijken dat het allemaal wel meevalt, uw baby reageert niet wezenlijk anders. Maar u kunt niet in de hersenen kijken. Er kan toch een bloeding in de hersenen zijn ontstaan of een zwelling die door juist medisch ingrijpen kan worden gestopt. Daardoor kan schade vaak worden beperkt. Bent u getuige van het hevig schudden van uw baby of heeft u een vermoeden dat uw baby door elkaar geschud is, ga dan direct naar de Spoed Eisende Hulp van het dichtstbijzijnde ziekenhuis of bel 112. Ook als uzelf diegene bent die uw baby geschud heeft, dan kunt u het beste onmiddellijk met uw kind naar het ziekenhuis komen. Laat angst of schaamte u niet weerhouden. Snelle hulp en een snelle diagnose kunnen vaak zeer ernstige schade voorkomen! Vertel de arts eerlijk over wat u gezien of gedaan hebt. Schrik er niet voor terug uw baby te knuffelen en er mee te spelen. Hierdoor ontstaan nooit de verwondingen zoals die ontstaan kunnen ten gevolge van het schudden van baby’s!
13. Rust en regelmaat voor uw kindje Het is belangrijk om regelmaat te vinden van voedingsmomenten en een regelmatig ritme te hebben voor het slapen. Vermoeiende reizen, familiefeesten en andere activiteiten die het dag- en nachtritme verstoren, kunnen het best zo veel mogelijk vermeden worden. Een goede regelmaat (rekening houdend met de behoeften van uw kind) zullen de meeste huilbuien ’s nachts kunnen voorkomen. Een zuigeling zal de eerste weken vaak nog een nachtvoeding nodig hebben. Door vanaf het begin een goede regelmaat op te bouwen, zal uw baby geleidelijk aan de nacht doorslapen.
12
Ontslagboekje afdeling E2 / Neonatologie
Jonge baby’s doen enorm veel nieuwe indrukken op. Stel u maar eens voor wat ze plotseling allemaal horen, zien, voelen en meemaken. Sommige baby’s raken daarvan overprikkeld. Ze huilen meer en slapen slechter. In deze situatie is de eerste stap het uitbreiden van ‘rust en regelmaat’ voor uw baby: • Zorg voor vaste bed- en badrituelen. • Bij voorkeur uw baby zelf wakker laten worden, dan uw baby voeden en hierna nog even knuffelen / spelen en bij vermoeidheidsverschijnselen (wrijven in de oogjes/ huilen /onrust) terug in bedje leggen. • Leg uw baby wakker in bed, zodat hij kan leren om zelf in slaap te komen, vermijd oogcontact, want baby’s willen niets liever dan aandacht krijgen. • Stop uw baby lekker in, dat geeft een veilig en een geborgen gevoel. Bovendien heeft uw baby zo geen last van zijn eigen maaiende armpjes of andere onrust. • Een ‘inslaaphuiltje’ mag. Een kwartiertje is normaal. Sommige kinderen hebben een half uur nodig. Bent u ongerust, ga dan altijd even kijken. • Haal uw baby niet steeds uit bed als het eigenlijk slaaptijd is. Even een rustige stem, een kusje, aai over de bol of een speentje kunnen al voldoende zijn. Te vaak reageren en/of oppakken kan bijdragen tot het moeilijke slaapgedrag van uw baby. Dat bevordert namelijk de onrust. • Houd een eventuele nachtvoeding kort, en maak het niet te gezellig. Geef uw baby voeding terwijl hij slaapt (baby’s hebben een natuurlijk reflex om dit te kunnen). • Blijf kalm en rustig als u uw baby te slapen legt.
Inbakeren Als uw baby ondanks meer ‘rust en regelmaat’ toch onregelmatig blijft slapen, nog steeds onrustig en/of huilerig is (en hiervoor geen lichamelijke oorzaak te vinden is), dan kan ‘inbakeren’ in sommige gevallen uitkomst bieden. Bij inbakeren wordt de baby voor het slapengaan op een bepaalde manier in doeken gewikkeld. Inbakeren mag u alleen toepassen na overleg met het consultatiebureau.
13
Het consultatiebureau bepaalt samen met u of inbakeren mogelijk een goede behandeling is voor uw kind. Zij kunnen u het inbakeren ook laten zien en eventueel met u oefenen.
14. Buiten wandelen U kunt met uw kind buiten wandelen. Ook als het kouder is kan dat prima. U kleedt uw kind normaal aan (rompertje, pakje, jasje en mutsje) en legt uw kind in een voorverwarmde kinderwagen. Bij vorst kunt u eventueel een extra deken in de wagen leggen. Let er wel op dat uw kind het niet te warm krijgt, want dat is ook niet goed. Als u binnenkomt, kunt u het beste wel de kleertjes weer uitdoen. Let er in de zomer op dat u uw kind beschermt tegen de zon denk hierbij aan een zonnehoedje, hoge factor (meer dan 40) zonnebrandcrème en een parasol.
15. Onzekerheid of vragen over de gezondheid van uw kindje Denkt u dat uw baby pijn heeft, abnormaal veel of hard huilt, of maakt het huilen u ongerust?Raadpleeg dan de huisarts of het consultatiebureau. Heeft u na het ontslag van uw kindje uit het ziekenhuis nog vragen, dan kunt u altijd contact opnemen met het consultatiebureau bij u in de buurt of met uw huisarts.
14
Ontslagboekje afdeling E2 / Neonatologie
In de eerste weken na het ontslag kunt u ook nog contact opnemen met de afdeling Neonatologie.
16. Adressen borstvoeding Voor al uw informatie en vragen rondom borstvoeding kunt u terecht bij: www.borstvoeding.nl En ook bij de vrijwilligersverenigingen: ‘Vereniging Borstvoeding Natuurlijk’ (VBN) en ‘La leche leage’ (LLL). VBN: Maastricht:
Selva Wilbers Tel: 043- 367 10 33 E-mail: s
[email protected]
Heythuyzen:
Esther Vijfvinkel Tel: 047- 549 48 33 E-mail:
[email protected]
Venlo-Blerick:
Charlotte Hofman Tel: 077- 352 34 02
LLL: Maastricht:
Roosje van Gorp Tel: 043- 361 66 03 (ook info-bijeenkomsten)
Stamproy:
Kirsten Aendekerk Tel: 049- 556 49 92
Weert:
Marijke Frings Tel: 06- 40865578
15
GKD
Donale Gielissen Karin Jansen Tel: 06-49879943
Maasmechelen:
Wendy Valijs (België) Tel: 0032-495 743 661
Maastricht
Groenekruisservice (ook infobijeenkomsten) Tel: 043-369 06 10
Adressen en telefoonnummers van lactatiekundigen bij u in de buurt kunt u vinden op de website: www.borstvoedinglimburg.nl
17. Andere eventueel nuttige adressen
16
Baby massage van José Hendrikx: (neonatologie verpleegkundige):
www.babymassagelimburg.nl
Lactatiekundig spreekuur
(iedere donderdagmiddag)
Postnatale gymnastiek Groenekruis/ Domicura
www.groenekruisdomicura.nl
afspraak maken:
Tel: 043- 369 0630
Borstvoedings-sites: Bevolkingsonderzoek:
www.borstvoedingnatuurlijk.nl www.borstvoedingverdienttijd.nl www.borstvoeding.com www.lalechelague.nl
www.rivm.nl/hielprik
Ontslagboekje afdeling E2 / Neonatologie
Voorlichting verloskunde:
www.nvog.nl
Werken / bevallingsverlof:
www.minszw.nl
18. Contact gegevens van onze afdeling Medium Care neonatologie:
043- 387 42 09
Intensive Care neonatologie: 043- 387 42 05 Faxnummer:
043- 387 42 17
Internet site:
www.azm.nl/zorgcentra/zorgcentra/ Neonatologie
19. Contact gegevens van Groenekruis/Domicura Groenekruis/Domicura kraamzorg telefoonnummer: 043- 369 06 30 Internet site: www.groenekruisdomicurakraamzorg.nl
17
Noteer hier uw aantekeningen en vragen
18
Ontslagboekje afdeling E2 / Neonatologie
Noteer hier uw aantekeningen en vragen
19
Bezoekadres: P. Debyelaan 25 6229 HX Maastricht Postadres: Postbus 5800 6202 AZ Maastricht T: 043-387 65 43 W: www.azm.nl E:
[email protected] Uitgave: oktober 2012
23872-1012