s
ie
ciale edit e p
ie
ciale edit pe
STERK
s
Samen Toewerken naar Eigen Regie en Kracht
Met STERK meer eigen regie De Twentse Zorgcentra staat aan de vooravond van een grote verandering: STERK, Samen Toewerken naar Eigen Regie en Kracht. Bestuurder Harry Finkenflügel: “Mensen dichtbij de cliënt weten het beste wat er nodig is.”
Wat hoopt De Twentse Zorgcentra te bereiken met STERK? “Dat ouders, verwanten en medewerkers meer verantwoordelijkheid nemen voor het reilen en zeilen op de woon- en dagbestedingsgroepen. Mensen die dichtbij de cliënt staan, weten het beste wat die cliënt nodig heeft en wat er moet worden gedaan.”
Waarom wil De Twentse Zorgcentra dat? “Wij willen graag dat cliënten, cliëntvertegenwoordigers en medewerkers samen de regie voeren. Die manier van werken, past ook in deze tijd. Mensen willen steeds meer zelf regelen. Ze willen zelf de regie voeren. Daar past geen hiërarchische structuur meer bij.
Wat zijn de belangrijkste veranderingen? “Budgetten, verantwoordelijkheden en bevoegdheden komen bij de teams te liggen. De teams bestaan uit cliënten, cliëntvertegenwoordigers en medewerkers. Zij gaan het samen bepalen. De consequentie is dat er minder managers nodig zijn. Als zaken via meerdere managers moeten lopen, duurt het vaak lang voordat er iets tot stand komt. Ik zeg: Als je zelf meubels wilt kopen, doe dat. Wil je een schilderijtje ophangen, doe het. Wil je zelf koken, doe het. Maak er samen afspraken over.”
Hoe gaat de organisatie er straks dan uitzien? “De functies teamleider en clustermanager verdwijnen - in totaal tachtig. Daarvoor komen 24 coaches en zes managers in de plaats. De coaches helpen de teams het zelf te organiseren en zelf de problemen op te lossen. 2
De managers zijn nodig om te zorgen dat bepaalde processen goed blijven lopen. Neem de roosters en het ziekteverzuim, dat zijn zaken waar we niet zomaar ineens van de klassieke procedures kunnen afwijken. Daar mogen geen gaten vallen.”
STERK betekent ook werken met minder regels. Hoe ziet u dat? “We hebben te maken met veel regels van de overheid, maar we hebben er jarenlang ook zelf een heleboel gemaakt. Dat moeten we afleren. Wat is echt nodig? Wat is vanzelfsprekend? Dat zijn belangrijke vragen. Als medewerkers met een te korte broek of een te laag truitje op hun werk verschijnen, dan zou het mooi zijn als collega’s elkaar daar op aanspreken. Het moet
niet nodig zijn om er een speciaal kledingvoorschrift of beleid aan te wijden.”
Cliënten, hun vertegenwoordigers en medewerkers krijgen meer eigen verantwoordelijkheid, mogen meer zelf bepalen. Maar hoe verhoudt zich dat met wettelijke regels waar de organisatie aan moet voldoen? Die veranderen niet. “Medewerkers moeten natuurlijk de wet- en regelgeving kennen en zich daar aan houden. Dat spreekt voor zich. Daar moet ook scholing op zijn. Belangrijker nog dan de regels kennen, is dat je je er ook bewust van bent in de dagelijkse praktijk. Maar je moet als organisatie ook af en toe het lef hebben om te zeggen: ‘Daar hebben wij geen
beleid voor.’ Formulieren en protocollen zeggen niets over de daadwerkelijke zorg. Het leven van een cliënt kan er op papier nog zo goed uitzien, wat telt is of het dat in werkelijkheid ook echt is. Je moet hier als cliënt een goed leven kunnen hebben.”
Hoe gaat de organisatie veranderen? “Volgens mij is het niet eens een echt grote verandering. Veel teams werken al heel zelfstandig, zij doen al veel op eigen kracht. Neem de woongroep Grasklokje in Nijverdal. Daar is al een tijdje geen teamleider meer. Ik denk dat het voor het management nog de grootste verandering is. Normaal gesproken wordt er gewerkt via ‘de lijn’: bestuur, regiomanagers, clustermanagers, teamleiders. Dat zal straks niet meer zo zijn.” Nieuws special STERK
3
STERK
worden in zeggenschap voor cliënten Om mensen met een beperking meer zeggenschap te kunnen geven, is een omslag nodig. Die vraagt een andere manier van kijken. Zo vinden ook Peter Molenkamp en Ine ten Tusscher van Bureau Zeggenschap.
De afgelopen jaren is er veel gebeurd binnen De Twentse Zorgcentra op het gebied van zeggenschap van, voor en door cliënten. Bij STERK speelt zeggenschap een heel belangrijke rol. Ieder mens heeft behoefte aan een waardevol leven. Zeggenschap betekent dat iedereen zich kan ontwikkelen in de richting die hij of zij wil en dat mensen de dingen kunnen doen waar ze blij van worden. Zeggenschap en eigen regie kunnen ook integriteit genoemd worden. Het geeft weer dat iemand ten diepste altijd de baas is over zijn of haar eigen leven. Lichamelijk, psychisch en sociaal. Integriteit is meer dan zelf mogen kiezen of beslissen. Maar zelf kiezen, is niet altijd mogelijk. Wanneer er expliciet gevaar dreigt voor iemand persoonlijk of voor anderen, dan is het van belang dat er een beslissing vóór iemand wordt genomen. Maar zelfs in zo’n situatie blijft het noodzakelijk steeds het gesprek aan te gaan en te kijken wat iemand op dat moment nodig heeft om zijn of haar eigen leven te kunnen leiden. Ook Bureau Zeggenschap benadrukt dat het recht op zeggenschap ook moet gelden voor iemand die misschien niet zo goed in staat is te verwoorden wat 4
hij of zij wil. Ook aan lichamelijke uitingen of gedrag valt veel af te lezen. Als de omgeving goed kijkt en luistert naar deze signalen en ze juist interpreteert en omzet, is ook dan zeggenschap en eigen regie mogelijk. Sociale omgeving Om mensen met een beperking daadwerkelijk meer zeggenschap te geven over hun eigen leven is een omslag nodig. Die omslag is niet eenvoudig, omdat het een andere manier van kijken vraagt dan we in onze cultuur gewend zijn. Het is niet iets wat alleen mensen met een beperking zelf en de medewerkers in de zorg aangaat, maar waarin ook hun vertegenwoordigers en de sociale omgeving een belangrijke rol spelen. Mensen komen namelijk tot ontplooiing als zij hun talenten maximaal kunnen inzetten. Iedereen heeft talenten. Met zeggenschap sluiten we aan bij de eigen keuzes van mensen en waar zij warm van worden. Mensen komen zo in beweging en gebruiken hun eigen kracht. En waar ze dat niet zelf kunnen, biedt Bureau Zeggenschap ze zorg en ondersteuning, zodat hun kracht tot volle bloei komt. Dat is waar STERK ook van uit gaat. Samen Toewerken naar Eigen Regie en Kracht, een verrijking in iemands leven.
Gelijkzijdig Met de komst van STERK gaan cliënten, hun verwanten en medewerkers samen de regie voeren. Dit wordt uitgedrukt met een gelijkzijdige driehoek waardoor de gelijkwaardige inbreng van betrokkenen wordt uitgedrukt. De cliënt heeft terecht de positie op de top. Om hem of haar draait het allemaal. De verwanten en begeleiders vormen samen de basis, die deze top dragen. Zij worden gezamenlijk verantwoordelijk en kunnen zo zorgen dat de zeggenschap van cliënten de basis is van waaruit de zorg en ondersteuning wordt georganiseerd. Om hierin succesvol te zijn, is het uiteraard belangrijk dat door de gehele organisatie heen dezelfde richting op wordt gedacht en dat er goed wordt samengewerkt. Zeggenschap is onderdeel van alle aspecten van het leven en zal in STERK dan ook een dergelijke positie krijgen. Zeggenschap komt in STERK in meerdere aspecten terug.
Ine ten Tusscher en Peter Molenkamp van Bureau Zeggenschap.
Wat vinden cliënten? • ‘ Ik vind het goed dat we meer op de groep kunnen regelen’ • ‘Ik wil zelf kiezen wie er bij mijn POP zit’ • ‘Door het huiskameroverleg en de bewonersraad luisteren de begeleiders veel beter naar ons’ • ‘Ik vind het niet leuk als ze alles over mij opschrijven’ • ‘Ik wil graag zelf koken’ • ‘Ik ben geen kind meer, ik wil zelf beslissen’ • ‘Mijn moeder is heel belangrijk voor mij, zij helpt mij de dingen bespreekbaar te maken waar ik tegenaan loop’ • ‘In de bewonersraad kan iedereen elkaar helpen’ • ‘Het is goed dat er een overleg is met cliënten’
Nieuws special STERK
5
Met STERK mogen cliëntvertegenwoordigers écht meepraten Vertegenwoordigers van de drie Regionale Cliëntenraden (RCR), ook allen lid van de Centrale Cliëntenraad (CCR), nemen zitting in de stuurgroep die STERK begeleidt. Hoe kijken zij tegen de verandering aan?
‘Je moet durven zeggen wat je wilt’ Yvon Bleijenberg, moeder van Mart en voorzitter van de RCR Almelo en omstreken, vindt STERK heel belangrijk. “Ik ben heel blij dat familieleden en andere cliëntvertegenwoordigers straks kunnen meepraten en meebeslissen. Wij zijn ervaringsdeskundig. Als familie weet je als geen ander wat je kind, broer of zus nodig heeft.” “Onze zoon woont in een groep waar de betrokkenheid van de familie groot is. Eigenlijk wordt al een beetje volgens STERK gewerkt. Nog niet zo lang geleden zijn er bijeenkomsten geweest voor cliëntvertegenwoordigers en medewerkers apart en daarna een gezamenlijke sessie. Wat bleek? Cliëntvertegenwoordigers hadden moeite met de rol van medewerkers als zij op bezoek kwamen. Medewerkers op hun beurt wisten niet goed wat de familie dan van hen verwachtte. In de gezamenlijke sessie is dat uitgesproken. Dat was een opluchting voor iedereen. Ik verwacht dat met STERK dit soort zaken sneller aan het licht komen. Je moet als cliëntvertegenwoordiger wel durven zeggen wat je wilt. Ik vind het daarom belangrijk dat wij er binnen de stuurgroep op letten dat cliëntvertegenwoordigers ook echt in staat worden gesteld hun rol goed te vervullen.” 6
‘Nu mogen we echt meepraten’ Sjaak Smit, vader van Kristel en voorzitter van de RCR Enschede en omstreken, ziet STERK als een ‘enorme kans’. “In het verleden zijn er veel projecten geweest waarbij het uitgangspunt was dat de cliënt centraal stond, maar als cliëntvertegenwoordigers stonden wij dan toch vaak aan de zijlijn. Managers en groepsleiders voerden het beleid uit; wij keken toe hoe dat werd gedaan en konden vaak pas achteraf reageren. Bij STERK mogen we echt meepraten. Over alles wat er op de groep gebeurt. STERK legt de regie bij de groep.” Sjaak benadrukt dat cliëntvertegenwoordigers mógen meepraten. “Dat is al een paar keer gezegd; je mag je ermee bemoeien, het hoeft niet. Dat is belangrijk. Sommige cliëntvertegenwoordiger zijn al wat ouder en/of wonen ver weg. Voor hen is dat dan lastiger. Ik hoop dat STERK leidt tot betere zorg, meer op maat. Het zou fijn zijn als we op deze manier er met elkaar voor kunnen zorgen dat cliënten een goed leven hebben.”
Johan Haverkate en zijn zus Adèle.
‘Alle neuzen dezelfde kant op’ Johan Haverkate, broer van Adèle en vice-voorzitter van de RCR Losser en omstreken, is positief over STERK. “We zien de richting van STERK zitten. De manier van werken legt de verantwoordelijkheid laag in de organisatie waardoor cliënt en cliëntvertegenwoordiger beter in beeld komen. Maar hoe pak je dat aan? Er zijn nog wel wat hobbels te nemen. Hoe schakel je verwanten in? Wat verwacht je van de verwanten? Hoe krijg je de verwachtingen en de wensen van cliënten goed op tafel? Dat zal bij de één gemakkelijker zijn dan bij de ander. De één is beter in staat te verwoorden wat-ie wil dan de ander. Zelf heb ik het idee dat vragen rond STERK al werkend naar boven zullen komen en ook al werkend kunnen worden opgelost. We moeten het zo zien te regelen dat de cliënt gelukkig kan zijn. Als de houding bij iedereen goed is, als alle neuzen dezelfde kant opstaan, dan kun je die stap maken. Daar wil ik mijn best voor doen.”
Sjaak Smit en zijn dochter Kristel.
Yvon Bleijenberg en haar zoon Mart.
Nieuws special STERK
7
OR intensief betrokken bij STERK
Open, brede blik Marc van Os, persoonlijk begeleider bij DAC De Blesgraven in Almelo, vindt het belangrijk dat hij als ‘onafhankelijk medewerker’ - hij is geen lid van de OR - namens de OR zijn geluid kan laten horen in de stuurgroep: “Met mijn ervaring op het gebied van wonen, bewegen en dagbesteding binnen De Twentse Zorgcentra heb ik een brede kijk op de situatie. Een open, brede blik is belangrijk. Die zorgt ervoor dat je niet vanzelf de weg volgt die wordt opgelegd, maar dat je verder kijkt. Hoe zit het? Wat zijn de consequenties? Het is ook leuk om te doen, denk ik. Ik heb er zin in. Verder kijken dan je eigen werkplek is altijd interessant.”
8
Nanda: “Daarop volgde een fase van beeldvorming: lezen over zelfsturing en ervaringen van andere organisaties en het afleggen van werkbezoeken. Vervolgens is de OR bij alle medewerkersbijeenkomsten geweest om de reacties op STERK te horen. Dat leverde goede input op voor het OR-advies.”
Nanda Boerkamp.
Omdat zowel OR als Centrale Cliëntenraad (CCR) vraagtekens hadden bij een organisatie zonder managers, volgde na constructief overleg het voorstel om zes managers toe te voegen. Daarmee was voor de OR de weg vrij om van start te gaan met STERK. Tijdens het adviestraject heeft de OR uiteraard ook oog gehad voor de gevolgen voor medewerkers. Nanda: “Er zijn afspraken gemaakt over de toepassing van het sociaal plan, het vrijhouden van vacatureruimte voor boventallige medewerkers en de sollicitatieprocedures voor de functies verSTERKer, coach en manager. Ook is juridisch advies gevraagd over de uitwisselbaarheid van de oude functies van clustermanager en teamleider en de nieuwe functie van coach.”
De ondernemingsraad (OR) houdt de vinger
De OR wilde dat de nieuwe functies zouden worden ingevuld door zittende medewerkers en heeft geadviseerd om niet alleen te focussen op geschiktheid op het moment van solliciteren, maar ook te kijken naar ontwikkelingsmogelijkheden. Om dat te kunnen toetsen, volgt de OR de procedure van dichtbij en neemt de raad vanuit een adviserende rol deel aan de gesprekken.
aan de pols bij de invoering van STERK. Nanda Boerkamp en Marc van Os nemen namens de OR zitting in de stuurgroep die STERK begeleidt. “Zo blijven wij intensief betrokken bij alle ontwikkelingen.” “Een goede voorbereiding is het halve werk”, vindt Nanda Boerkamp, voorzitter van de OR. Daarom heeft de OR al vóórdat de plannen voor STERK concreet waren met bestuurder Harry Finkenflügel gesproken over de gewenste koers; een organisatie waarin teams samen met de cliënt en cliëntvertegenwoordiger de regie voeren over het wonen en werken op hun locatie.
De werkwijze van STERK houdt in dat medewerkers in werkpakketten betrokken worden bij het uitwerken van vraagstukken waar zij gedurende het proces van verSTERKen tegenaan lopen. Nanda: “Dat past naadloos bij de visie van de OR op medezeggenschap, maar betekent ook dat de OR moet durven loslaten omdat niet op voorhand duidelijk is hoe alles eruit gaat zien. Om goed zicht te houden op het proces en de besluitvorming heeft de OR twee zetels in de stuurgroep. Want als OR willen wij vroeg meepraten over plannen, meedenken over de koers van de organisatie, actief op zoek gaan naar de mening van medewerkers en hun zoveel mogelijk betrekken bij de uitwerking van plannen.”
Nieuws special STERK
9
Lekkere spaghetti en een volle kast Terug naar het huiselijke. Zelf koken, wassen en strijken. Eikenlaan 4 in Enschede loopt vooruit op STERK.
10
Wat hoopt De Twentse Zorgcentra te bereiken met STERK? Het eten, en dan vooral de spaghetti, is véél lekkerder, de kledingkast is altijd vol. Wachten tot de lievelingskleren terugkomen van de wasserij, hoeft niet meer. Debby Witzel en haar vader Wouter zijn blij dat de groep (Eikenlaan 4 in Enschede) waar Debby woont sinds begin dit jaar selfsupporting is geworden. Hier doen medewerkers en cliënten voortaan zelf het huishouden. Ze wassen, koken en strijken en maken zelf schoon. STERK avant la lettre.
Vader Wouter vindt het belangrijk dat het geld wel ‘bij het team’ blijft. “Het mag niet zo zijn dat je het geld dat je eventueel overhoudt aan het einde van het jaar moet inleveren. Ik vind dat daar heel goede afspraken over moeten worden gemaakt. Je moet wat opzij kunnen leggen voor tegenvallers.”
Kracht Klara en Elena vinden het fijn om meer verantwoordelijkheid te hebben. Klara: “Dat geeft je de kracht en de wil om het te doen. Iedereen pakt aan. De taken zijn onderling verdeeld. We hebben ook gekeken naar zaken waar we ‘last’ van hebben. De POP (Persoonlijk OndersteuningsPlan) bijvoorbeeld levert veel papierwerk op. Het moet om de bewoners draaien, niet om de vraag of we met een POP de HKZ (kwaliteitsbeoordeling) zullen halen. We zijn van twaalf A4-tjes naar een POP van vier A4-tjes gegaan. Wat er toe doet, staat er nog steeds in.”
Ook de persoonlijk begeleiders Klara Oosting en Elena Grama zijn enthousiast. Ze hebben ‘de kunst’ van het selfsupporting werken afgekeken bij de buren, woongroep Eikenlaan 6. Die doet al langer zelf het huishouden, op initiatief van een vooruitstrevende teamleider. “Wij hadden zoiets van, dat willen wij ook. Terug naar het huiselijke”, zegt Klara. Alleen het bed- en badlinnen laten ze nog centraal wassen. Klara: “De rest doen we zelf.” Om zelf te kunnen wassen, moesten er een semiprofessionele wasmachine en -droger komen. Er waren ook een diepvrieskist, een grotere koelkast en meer en grotere pannen nodig. Maar dankzij deze investeringen wordt nu een heleboel geld bespaard, volgens de medewerkers.
Wouter was meteen gecharmeerd van een zelfstandiger team. “Het team kwam direct met een compleet plaatje. Op alle vragen was een antwoord. Dat was bijzonder. Ik ben voor verandering, meer betrokkenheid. Deze manier van werken lijkt op de situatie van 25 jaar geleden, toen Debby hier kwam wonen. Toen had je een groepsoudste. Die was alles tegelijk: groepsleider, teamleider, clustermanager en financieel directeur. Alles werd op de groep beslist, niet via een reeks managers. Dat liep fantastisch. Ook nu zie ik dat cliënten er wel bij varen. Er is rust, harmonie en betrokkenheid.”
Ouder Wouter realiseert zich dat niet alle cliëntvertegen woordigers in staat zijn om zich in te zetten voor de groep. “Wij worden allemaal ouder. Zo lang ik het kan, wil ik het doen - de jaarlijkse schoonmaak, bijvoorbeeld - maar als het niet meer gaat, mag het niet zo zijn dat bepaalde dingen niet meer gebeuren. Ook dan moet de groep gewoon kunnen blijven functioneren. Als dat zonder de inzet van cliëntvertegenwoordigers niet lukt, dan zijn we wat mij betreft te ver gegaan.” Nieuws special STERK
11
Kan een team - cliënten, verwanten en professionals - SAMEN bepalen wat goed is voor een groep? Honderden cliëntvertegenwoordigers zijn in september gedurende negen bijeenkomsten geïnformeerd over STERK. Er is levendig gediscussieerd. Hier een greep uit de vele vragen die zijn gesteld. Waarom is STERK nodig? STERK is een andere manier van werken, het is de bedoeling dat de zorg eenvoudig, deskundig en dichtbij georganiseerd wordt. Door STERK krijgt de cliënt, de verwant en de professional meer regie. Hij of zij kan meer zelf bepalen en regelen waar mogelijk en ook verwanten kunnen hun bijdrage leveren. Cliënten hebben nu toch ook al zeggenschap? Dat is per groep verschillend en kan altijd meer! De Twentse Zorgcentra vindt dat ze nog te veel voorschrijft hoe het moet. We moeten dus het goede gesprek gaan voeren, ook met de cliënten op een manier die bij hen past! Hoe gaat de verandering naar STERK in zijn werk? STERK introduceert zelfstandig organiserende teams. Er worden 24 coaches geworven en zes managers. Zij zijn er om de teams te begeleiden en te ondersteunen. De teams bestaan uit medewerkers, cliënten en cliëntvertegenwoordigers. De huidige functie van teamleider en clustermanager verdwijnt. De medewerkers die nu in die functie werken kunnen hun belangstelling kenbaar maken voor de functie van coach. Een team is toch niet van de ene op de andere dag zelfstandig? In zestien weken maken de teams een start, maar ze doen dat niet allemaal tegelijk. Gedurende vier maanden worden er stappen gemaakt in verschillende bijeenkomsten. Daarbij worden ze begeleid door de verSTERKer en de coach. Een team krijgt hier ook uren voor. Uitgangspunt daarbij is dat cliënten, hun 12
vertegenwoordigers en medewerkers in gesprek met elkaar tot verbeteringen komen. Twaalf ‘koplopergroepen’ beginnen op 1 december. De andere groepen worden hierna ingepland in ‘golven’ van ongeveer 25 teams tegelijkertijd. We hopen voor 1 januari 2017 alle teams verSTERKt te hebben. Is dit een meerwaarde voor een team? Thuis is er ook geen manager. Wel kan het zijn dat mensen in het team taken gaan verdelen. De teams worden gecoacht en ondersteund. Problemen moeten zo dicht mogelijk bij de cliënt worden opgelost, niet op een hoger niveau. Een ieder heeft dus zijn eigen verantwoordelijkheid en kan van daaruit tot oplossingen komen. Daarnaast heeft een ieder verantwoordelijkheid vanuit zijn of haar functie. De bestuurder zal bijvoorbeeld altijd eindverantwoordelijk zijn. Mogen cliënten en cliëntvertegenwoordigers ook meepraten over het budget? Jazeker, het geld hoort op de groep. Het team beheert samen het budget binnen de daarvoor geldende afspraken. Betekent STERK dat cliëntvertegenwoordigers zorg moeten overnemen? Steeds meer cliëntvertegenwoordigers en/of verwanten zijn zelf al op leeftijd. Cliëntvertegenwoordigers hoeven niet mee te werken of zorg te verlenen. Ze mogen meedenken. Niets is verplicht en elke bijdrage is waardevol. Bij sommige groepen zullen veel vertegenwoordigers en/of verwanten betrokken willen worden, bij andere minder. Betrokkenheid kan op veel manieren vorm krijgen en dat zal gestimuleerd worden. Is STERK ook al bij andere organisaties ingevoerd? Meer organisaties zijn met soortgelijke bewegingen bezig, maar telkens onder een andere naam. VanBoeijen, Cordaan en ’s Heeren Loo hebben al langer een vergelijkbare organisatievorm. Het voeren van meer eigen regie is een ontwikkeling die je overal in de maatschappij ziet.
Nieuws special STERK
13
Ervaringen van een cliëntvertegenwoordiger bij een collega-zorgaanbieder: ‘Echt meedoen moet van onderaf komen’
14
“Echt meedoen, participatie, moet van onderaf komen”, zegt Wim de Visser, vader van de verstandelijk beperkte Marten (28 jaar). Marten woont bij ’s Heerenloo, een zorgaanbieder die verspreid over het hele land 10.000 kinderen en volwassen met een verstandelijke beperking zorg en ondersteuning biedt. Vader Wim is sinds vier jaar lid van de Regionale Cliëntenraad van de regio MiddenNederland. Betrokken Het streven naar meer participatie kreeg de afgelopen jaren in hun regio geleidelijk vorm. Wim: “Op de locatie waar mijn zoon sinds 5,5 jaar woont, werden wij betrokken bij allerlei zaken. Er was een regulier overleg met verwanten. Er werd naar ons geluisterd, maar toch hadden we het idee dat we niet écht konden meesturen. Het ‘klantvolgend werken’, dat drie jaar geleden bij ’s Heerenloo werd geïntroduceerd, was al een eind in de goede richting. Dat ging uit van de wensen en de identiteit van de cliënten, maar wij wilden meer. In het najaar van 2013 heeft de Cliëntenraad samen met rayonmanagers van Midden-Nederland een heidag gehad, waarop onze ideeën aan de orde zijn gekomen. Daar is de basis gelegd voor de nieuwe ontwikkeling. Snel daarna is besloten een keer te gaan kijken bij Vanboeijen in Drenthe.” Bij Vanboeijen streven ze al enkele jaren naar een minder hiërarchische organisatie en meer verantwoordelijkheid voor de teams. In dialoog gaan met cliënten, uitgaan van eigen kracht, minder verspillen, zijn daar de uitgangspunten. Ze moeten resulteren in een goed leven voor de cliënt, mooi werk voor de medewerkers en een financieel gezonde organisatie.
Meer eigen verantwoordelijkheid maakt mensen met een verstandelijke beperking minder afhankelijk, vindt Wim de Visser.
Verbeterteams Wim: “Op de woonlocatie van mijn zoon zijn drie verbeterteams in het leven geroepen, die zich bezighouden met deelonderwerpen. Vanuit bewoners en verwanten is zo meer betrokkenheid gegroeid, die heeft geresulteerd in meer openheid. We hebben nu een Samen In Regieraad (SIR-raad) opgericht van bewoners, verwanten en medewerkers. We doen het met elkaar. Er is een heleboel positieve energie vrijgekomen. Ik denk dat de cliënt zo meer in the picture komt en dat alles wat minder is gericht op de organisatie zelf. De verzorgingsstaat heeft (ook) mensen met een verstandelijke beperking afhankelijk gemaakt. Dingen werden voor hen geregeld. Maar als er een groter appèl op de mensen zelf wordt gedaan, vergroot dat hun betrokkenheid en wordt hun afhankelijkheid minder.”
Nieuws special STERK
15
Razend enthousiast over STERK Bert ter Bekke en Anneke Morsink zijn vanuit het managementteam (MT) afgevaardigd in de stuurgroep die STERK begeleidt. Hoe zien zij de overgang naar STERK?
Razend enthousiast over STERK Anneke Morsink, regiomanager Enschede en omstreken, is als één van de kwartiermakers ‘vanzelfsprekend razend enthousiast’ over STERK. “Ik geloof dat mensen er hun vak door terugkrijgen en dat het verwanten de mogelijkheid geeft mee te beslissen. Als je samen oplossingen zoekt, heb je een gedragen, gezamenlijk verhaal. Nu zijn hiërarchie en protocol vaak leidend en werken managementprocessen vertragend.” “Uitgangspunt van STERK is dat we alles zo dicht mogelijk bij de cliënt willen organiseren. We willen een goed leven voor onze cliënten, mooi werk voor medewerkers en een financieel gezonde organisatie. We gaan met STERK terug naar de basis, waardoor cliënt, medewerker en cliëntvertegenwoordiger het voor het zeggen hebben op de groep. Het vakmanschap is op de werkvloer, niet bij managers die iets bedenken. Thuis kunnen medewerkers ook een huishouding voeren. Waarom zouden ze dat hier dan niet kunnen? Waarom zouden managers dat voor hen moeten doen?” Ze vervolgt: “De organisatie moet faciliterend worden, zodat de groepen het zelf kunnen. Ondersteuning moet meer worden gegeven vanuit een servicegedachte. Het is belangrijk dat ondersteunende diensten luisteren naar vragen in het veld, naar de behoefte die bestaat. Die kan anders zijn dan wat ze vanuit hun vakgebied de beste oplossing vinden.” 16
Anneke Morsink.
Bezig met digitaal huishoudboekje Bert ter Bekke - hij is als concerncontroller verantwoordelijk voor de financiële zaken, ICT en de afdeling Kwaliteit - verwacht dat door STERK interne en externe kwaliteitsaudits zoals die nu worden gehouden, op termijn zullen verdwijnen. “Maar wat ervoor in de plaats komt, weten we nog niet precies. Dat gaan we met elkaar ontwikkelen. We zullen natuurlijk wel verantwoording moeten blijven afleggen. Het zorgkantoor bijvoorbeeld eist van ons dat wij werken met een aantoonbaar kwaliteitssysteem.” Ook wat de financiën betreft, verandert er veel, volgens Bert. Groepen worden zelf verantwoordelijk voor het budget. “De financiële bewaking is nu nog heel hiërarchisch opgebouwd, maar als er straks geen teamleiders en clustermanagers meer zijn, ligt de verantwoordelijkheid bij de groepen zelf. Hoe houd je dan in de gaten hoe het financieel gaat met de hele organisatie? Ook dat zullen we gaandeweg ontdekken. De bestuurder wil toch weten of de organisatie financieel gezond is. We zijn bovendien verplicht een jaarrekening te maken.”
Bert ter Bekke.
“Tegelijkertijd geloof ik dat het simpeler wordt; nu zijn medewerkers zich soms nauwelijks bewust van de kosten. Als ze zelf verantwoordelijk zijn voor een budget zet dat misschien aan tot bewuster gedrag. Medewerkers zullen hun gezonde verstand gebruiken en vast en zeker de goede keuzes maken. Thuis voeren ze ook een huishouding. Om de groepen te helpen, zijn we bezig om digitale huishoudboekjes te maken.”
Nieuws special STERK
17
Hoe worden teams verSTERKt? Hoe worden de teams van De Twentse Zorgcentra de komende tijd verSTERKt? Programmamanager Margit Biemans legt uit: “Het is belangrijk om met elkaar tot verbeteringen te komen.”
Voorbereidingen voor een soepele overgang naar STERK zijn in volle gang. Maandag 1 december gaan de teams aan de slag zonder teamleider en clustermanager, maar met een coach en twee managers per regio. De komende twee jaar worden zij allemaal verSTERKt. Twaalf teams gaan voorop in het verSTERKingsproces; zij vormen een ‘koplopersgroep’. Gedurende zestien weken houden zij drie bijeenkomsten: een start-, een tussen- en een eindbijeenkomst. De teams worden dan behalve door een coach ook begeleid door een verSTERKer. Tijdens de eerste bijeenkomst stellen cliënten, hun vertegenwoordigers en medewerkers, eventueel aangevuld met andere betrokkenen, een kernteam samen. Dat team, bestaande uit medewerkers, cliëntvertegenwoordigers en eventueel cliënten, stelt ‘een diagnose’. Waar staan we nu? Hoe staat het met de cliëntzeggenschap, met de financiën, met de betrokkenheid? Wat willen we veranderen? Wat kan efficiënter? Programmamanager Margit Biemans: “Belangrijk uitgangspunt daarbij is dat cliënten, hun vertegenwoordigers en medewerkers met elkaar (in dialoog) tot verbeteringen komen.” In een tussenbijeenkomst presenteren zij de voorlopige resultaten. In die bijeenkomst bepalen alle betrokkenen gezamenlijk welke zaken prioriteit 18
Tegen die tijd zit het werk van de verSTERKer er op, de coach blijft. Een coach steunt vijf tot zes teams tegelijkertijd. Margit: “Na de eindbijeenkomst begint het pas echt. We verwachten dat de teams dan voldoende bagage hebben om op deze manier verder te werken, dat ze hebben geleerd hoe ze het gesprek met elkaar moeten voeren om samen verder te komen.”
hebben. “Zo’n bijeenkomst moet twee tot drie concrete verbeterpunten opleveren. Eenvoudige dingen kunnen natuurlijk meteen worden aangepakt”, zegt Margit. Per ‘verbeterpunt’ wordt een verbeterteam geformeerd, dat op zoek gaat naar een oplossing. Margit: “Prioriteiten zullen per team verschillen. Moet de tuin levendiger? Het avondeten gezelliger? Moet de continuïteit op de groep worden verbeterd of de diensten worden aangepast? Een verbeterteam neemt één punt onder de loep.” Tijdens de eindbijeenkomst presenteren de verbeterteams de uitkomsten.
De belangstelling om een koplopersgroep te mogen zijn, is groot. Margit ontving al tientallen aanmeldingen. “We zullen daaruit selecteren. Het mag niet zo zijn dat alleen de groepen die graag willen of misschien al heel zelfstandig werken als eerste aan bod komen. Ook groepen die minder enthousiast zijn, moeten bij de eerste koplopersfase worden betrokken. We willen immers zo veel mogelijk leren van de koplopers.” De andere groepen zullen daarna het verSTERKingsproces doorlopen. Voor 1 januari 2017 zullen alle teams STERK zijn. “Teams die in afwachting van de verSTERKing ondersteuning nodig hebben, krijgen die op maat geleverd”, zegt Margit. Nieuws special STERK
19
VerSTERKers: ‘Organisatie is toe aan verandering’ VerSTERKers staan klaar om de groepen te begeleiden op weg naar meer zelfstandigheid. “De organisatie is toe aan verandering.” Of ze er zin in hebben? Ja, klinkt het volmondig en eensgezind. Teamleiders Ilke Velthof en Hilde Hondorp en persoonlijk begeleider Blancefloer van der Tuijn gaan binnenkort aan de slag als verSTERKers. In totaal gaan twaalf verSTERKers teams begeleiden op weg naar meer zelfstandigheid. “Ik ben echt heel enthousiast over de veranderingen”, benadrukt Hilde, teamleider bij twee DAC’s in Almelo. “Ik kan niet wachten om te beginnen. Laat het maar gebeuren. Volgens mij is de organisatie er aan toe. Eindelijk meer zelfstandigheid voor de teams. In de loop der jaren hebben wij onszelf steeds meer regels opgelegd die ons eigenlijk belemmeren in ons dagelijks werk”, zegt ze. Blancefloer, persoonlijk begeleider op Eikenlaan 12-14 in Enschede: “Er is wet- en regelgeving van de overheid, maar daar bovenop hebben wij ook veel regels zelf vastgelegd. We hebben veel tot in detail willen regelen en daar vaak nog net een paar streepjes bovenop willen doen. Maar de vraag is of de cliënt er wat aan heeft.” Hilde: “Hoe komen we meer toe aan de dingen waar het echt om gaat?” Ilke, teamleider van een DAC en drie woningen in Hengelo: “De tijd is aangebroken om te veranderen.” Blancefloer: “Een regelarme organisatie? Ik word er heel blij van.”
Vertrouwen De verSTERKers hebben groot vertrouwen in de flexibiliteit en capaciteiten van medewerkers. Blancefloer: “Teams kunnen ontzettend veel, maar zijn nu soms verlamd door de regels. Straks worden ze weer aangesproken op hun verantwoordelijkheid.” Ilke: “Ik
20
merk wel dat mensen het spannend vinden. Ze vragen zich af, hoe gaan we dat allemaal doen? We moeten ervoor waken dat we niet (opnieuw) te veel willen vastleggen, anders beperken we onszelf weer zo. We moeten er met een open vizier in.” Blancefloer: “We gaan samen op weg. Ik denk dat mensen verrast zullen zijn over wat ze allemaal kunnen.” Hoe hun werk er inhoudelijk precies uit gaat zien, weten de verSTERKers nog niet. Voordat ze aan de slag gaan, krijgen ze scholing en bezoeken ze instellingen die al ervaring hebben met zelfstandige teams. Ilke: “Het is een pad waarvan de route nog niet is bepaald.” Blancefloer: “Ik hoop dat er veel positieve energie vrijkomt in de organisatie.” Hilde: “Ja, en dat er weer vertrouwen is in de medewerkers.” Ilke: “Ik zie het als een sneeuwbal die we eerst tegen de berg moeten oprollen. De vraag is wanneer-ie vanzelf gaat roetsjen.”
Open Blancefloer: “Belangrijk is ook dat de verbinding tussen cliënt, cliëntvertegenwoordiger en medewerker wordt gemaakt, dat er een klimaat wordt gecreëerd waarin mensen open met elkaar omgaan en naar elkaar luisteren.” Ilke: “Ik denk dat we straks in staat zijn sneller en beter vragen van cliënten te beantwoorden.” Hilde: “We gaan terug naar waar het om gaat: de cliënt, dat de dingen die voor hem of haar belangrijk zijn, worden opgepakt.” Na de aftrap voor STERK zullen de verSTERKers de eerste zestien weken elk een team begeleiden. Daarna zullen ze tot vier keer toe twee teams onder hun hoede nemen.
Ilke Velthof.
Blancefloer van der Tuijn.
Hilde Hondorp.
Nieuws special STERK
21
Rondweg 60 wil graag koploper zijn
Het team van Rondweg 60 wil graag als één van de eerste teams worden verSTERKt: “Veel zaken zoeken we al zelf uit.”
22
Cliënt Truus Olde Beverborg met leerling verpleegkundige Marije Bril.
Cliënt Berna van Dijk met begeleider Maaike Struik.
Uitdaging Linda ziet STERK als “een enorme uitdaging. Maar ik vind het tegelijkertijd ook heel spannend. Kom je wel uit met de tijd? Hoe moet het als er moet worden bezuinigd? Hoe wordt de rolverdeling? Straks komt de verantwoordelijkheid helemaal bij het team te liggen.”
Begeleiders van de woongroep Rondweg 60 in Losser staan te popelen om te beginnen met STERK. Zij hebben zich aangemeld als koplopersgroep. “Wij zijn heel enthousiast”, vertelt persoonlijk begeleider Linda van Duren. “Ons team is jong, gemotiveerd en altijd al geïnteresseerd in nieuwe ontwikkelingen.” Haar collega Maaike Kroeze: “Toen de vraag kwam of we ons wilden aanmelden als koplopers, hebben we dat gedaan. We staan er open voor. Als we de omschakeling moeten maken, waarom dan niet als eerste?” Volgens Maaike en Linda functioneert hun team al heel zelfstandig. Linda: “We regelen veel onderling, we geven elkaar feedback en maken knelpunten bespreekbaar. Veel zaken zoeken we zelf uit, zonder hulp van de teamleider. Die stuurt al aan op zelfstandigheid.” Maaike: “Als er bijvoorbeeld gaten in het rooster vallen, denkt het hele team mee over een oplossing. Iedereen stelt zich flexibel op. We vullen elkaar goed aan. Als iemand het eventjes zwaar heeft, wordt dat gezien. Er is veel wederzijds respect.”
Zelf meer huishoudelijke taken verrichten, zoals schoonmaken, koken, wassen en strijken, is waarschijnlijk geen optie voor het team van Rondweg 60. Hier wonen vrouwen in de leeftijd van 29 tot en met 80 jaar die zeer intensieve zorg nodig hebben. Maaike: “Zelf koken is een mooi streven, maar ik weet niet of wij dat zullen gaan doen. Misschien dat we af en toe een bakactiviteit kunnen organiseren. De zorg moet voorop blijven staan. Als wij tijd over hebben, gaan we liever een wandeling maken - even naar buiten, een andere omgeving, de seizoenen meemaken. Dan zie je de bewoners genieten. Ze worden er alerter van.”
Betrokkenheid Een (nog) grotere participatie van cliëntvertegen woordigers zal niet altijd eenvoudig zijn, verwachten de begeleiders. “We proberen cliëntvertegenwoordigers nu al zo veel mogelijk te betrekken. Als ze op bezoek zijn, worden zaken besproken. Of we bellen. Voor klusjes kunnen we altijd een beroep doen op familieleden. Sinds kort hebben we op de gang een ideeënbus.” Linda: “De cliënt zelf hebben we hier altijd al scherp op ons netvlies gehad. Die staat echt voorop. Elke dag kijken we of iemand lekker in zijn vel zit.” Maaike: “We zijn heel alert. We gaan echt uit van de behoefte van de cliënt. We hopen dat we worden gekozen als koplopersgroep. Dit team zou een goed ijkpunt kunnen zijn voor groepen waar veel intensieve zorg (zzp8) nodig is.” Nieuws special STERK
23
“De zorg voor de cliënt blijft altijd het belangrijkste” De gevolgen van STERK zullen ook niet voorbij gaan aan de behandelaars van de Dienst Behandeling en Zorgondersteuning (DBZ). Aan het woord een gedragskundige, geestelijk verzorger en logopediste.
‘Meer ruimte voor maatwerk’ Marieke Droste, gedragskundige, vindt het in dit stadium lastig in te schatten wat STERK voor haar werk gaat betekenen. “Je ziet nu dat het op de groepen langzaam helder wordt wat de bedoeling is. Voor ons staat vast dat wij straks onder de regio’s gaan vallen, maar verder weten wij nog weinig. De zorg voor de cliënt is het belangrijkste. Daar moet alles op gericht zijn. Wij willen als gedragskundigen gevraagd en ongevraagd advies kunnen blijven geven. Het is onze taak samen met de teams zo goed mogelijk te bepalen wat de juiste behandeling is voor een cliënt. Om dat te kunnen doen, moet je betrokken zijn. Als je betrokken bent bij de cliënt en bij het team kun je de behoefte het beste signaleren. Dat is ons vak. Tegelijkertijd zullen we niet bij elk team heel dichtbij hoeven staan. Er komt meer ruimte voor maatwerk. Sommige teams zullen het zelfstandig werkend zeker fantastisch doen, maar ik vraag mij wel af hoe het moet met groepen met veel complexe cliënten. Die zullen misschien toch meer aansturing en begeleiding nodig hebben dan waarin nu is voorzien.”
24
Gedragskundige Marieke Droste.
‘Wij passen ons aan’
‘Oog hebben voor zingeving’
Diane in het Veld, logopediste, vindt het moeilijk te zeggen wat er voor haar en haar collega’s verandert door STERK. “Daar ben ik zelf ook heel benieuwd naar. Wij reageren nu op de hulpvraag van de cliënt en dat zal zo blijven, verwacht ik. De hulpvraag komt bij ons via een verwijzing van een arts of gedragskundige of via de groepen zelf.”
Anja Krechting, één van de drie geestelijk verzorgers bij De Twentse Zorgcentra, vindt het belangrijk dat er bij de invoering van STERK oog is voor de zingeving bij cliënten, cliëntvertegenwoordigers en medewerkers.
“Op de groepen zelf zal wel veel veranderen, en wij passen ons daar op aan. Teams krijgen straks hun eigen budget. Daar zit ook het geld bij voor behandelingen. Of het geld daar ook daadwerkelijk aan wordt uitgegeven, ligt aan de groep. Maar uitgangspunt is kwaliteit van leven voor cliënten, en daar hoort goede (para-)medische zorg bij.’’ Diane is één van de zes (parttime) logopedisten. Zij werkt nu hoofdzakelijk voor de locatie Enschede en zal dat blijven doen, verwacht ze. Ze is bezig met een opleiding autisme. Diane houdt er rekening mee dat daardoor straks ook andere regio’s een beroep zullen doen op haar expertise.
De zingevingsanalyses die zij (los van STERK) uitvoert, geven inzicht in de behoeftes van cliënten. Anja: “Met de cliënt en iedereen die bij de zorg voor hem of haar is betrokkenen, proberen we te komen tot een antwoord op de vragen wat een cliënt drijft en waar hij plezier in heeft. Wat is de zin van zijn/haar leven? Daardoor ga je anders kijken naar een cliënt. Vanmorgen nog hebben we ontdekt dat een cliënt het prettig vindt om meer ruimte te hebben om te kunnen verzitten. Hij wordt hierin beperkt doordat hij een tafelblad voor zich op zijn rolstoel heeft. Dat blad wordt voortaan weggehaald als het niet nodig is. Door de routine van de dag was die behoefte niet eerder ontdekt.” Ze vervolgt: “Ook medewerkers en familieleden hebben behoefte aan zingeving. Er wordt veel van hen gevraagd. Het is belangrijk dat zij ook aan zichzelf toekomen en voor zichzelf kunnen nagaan waarom zij graag bij De Twentse Zorgcentra werken en wat hun motiveert. Want ook dat is nodig om tot een goed leven voor cliënten, mooi werk en een gezonde organisatie te komen, de doelen van STERK.”
Logopediste Diane in het Veld.
Geestelijk verzorger Anja Krechting.
Nieuws special STERK
25
Meedenken met teams De ondersteunende diensten maken zich op voor grote veranderingen door STERK. Wat betekent de nieuwe werkwijze voor het Facilitair Bedrijf, Financiën, Control en ICT en Personeel & Organisatie?
Facilitair Bedrijf Inkoop van onder meer meubels, het bereiden van maaltijden en het schoonmaken van de gebouwen zijn nu nog centraal geregeld, maar straks willen verSTERKte, zelfstandige teams misschien wel zelf koken, hun eigen was doen of zelf hun meubels aanschaffen. Annemarie Mertens, hoofd inkoop en services van het Facilitair Bedrijf: “De vraag is, wat doen we straks nog centraal en wat willen de groepen zelf doen? Die vraag is nog niet te beantwoorden. STERK moet nog beginnen. De impact op het Facilitair Bedrijf is afhankelijk van de keuzes die worden gemaakt.” Het Facilitair Bedrijf wil graag adviseren bij de keuzes, zodat teams die weloverwogen kunnen maken. Annemarie: “Wat betekent het als je zelf gaat koken of wassen? Wij hebben de mogelijkheden bijvoorbeeld om te bekijken hoeveel wasgoed een bepaalde groep heeft. Stel dat een groep veel wasgoed heeft, dan kun je niet volstaan met een gewone wasmachine. Groepen zouden er ook voor kunnen kiezen om beddengoed en handdoeken centraal te laten wassen en kleding zelf te doen. Ook voor het bereiden van maaltijden is dat soort keuzes mogelijk; bijvoorbeeld zelf koken in het weekeinde en op werkdagen maaltijden betrekken van de centrale keuken.” Het Facilitair Bedrijf houdt sinds kort spreekuren; elke maand gaan medewerkers in alle regio’s langs. Dan worden vragen beantwoord en wordt er meegedacht. “We gaan de uitdaging aan om antwoorden te vinden op nieuwe vragen.” CliëntServiceBureau “STERK is een prima uitgangspunt. Verantwoordelijkheden worden laag in de organisatie gelegd. Dat draagt naar mijn idee zeker bij aan een fijn leven voor cliënten en aan het plezier in het werk voor medewerkers”, zegt Carla Weersink, teamleider van het CliëntServiceBureau, onderdeel van FC&I en ICT. 26
“Je zult wel rekening moeten houden met financiële en wettelijke kaders. Cliënten of teams kunnen grote wensen hebben, maar een budget is niet oneindig. We willen zo veel mogelijk regelarm werken. Tegelijkertijd zullen we ons toch ook moeten houden aan wet- en regelgeving. Het zal niet altijd lukken om alle verantwoordelijkheden bij de teams neer te leggen, denk ik. Zaken die specifieke kennis vragen zoals het aanvragen van indicaties of het indienen van declaraties bij het zorgkantoor zullen centraal moeten worden geregeld.” Volgens Carla vraagt STERK een actievere rol van het CliëntServiceBureau. “Het contact met de teams zal directer worden, waardoor teams sneller en beter in de behoefte van de cliënt kunnen voorzien. Wij zullen de begeleiders meer ondersteunen dan nu het geval is. We zullen behulpzaam zijn bij onder meer productieregistratie, het aanvragen van indicaties, herindicaties en bijzondere financiering en het regelen van wettelijke vertegenwoordiging. In 2015 gaan wij zo veel mogelijk ‘de boer op’. We nodigen onszelf uit bij de teams om te vertellen wat wij voor hen kunnen betekenen.” Personeel & Organisatie “Meestal denken wij van tevoren uit hoe iets zou moeten, maar deze keer niet”, zegt Martine van Jaarsveld, adviseur P&O in de regio Almelo. “Nu is het aan cliënten, cliëntvertegenwoordigers en medewerkers om te laten horen wat zij willen en wat zij van de afdeling P&O nodig hebben. STERK betekent onder andere meer ruimte voor zorg en ondersteuning door regelarmer werken. Ook wij willen met de stofkam door de regels en procedures gaan die we met elkaar in de loop van de tijd hebben gemaakt. We zullen ons moeten afvragen welke procedures en werkafspraken nou echt bijdragen aan het goede leven van de cliënten.” Adviseurs van P&O hebben de afgelopen tijd hun licht opgestoken bij organisaties die al langer met zelfstandige
Annemarie Mertens.
teams werken. Op de vraag wat die bezoeken hebben geleerd, antwoordt Martine: “Dat we er vooral ook voor moeten waken om álle HR-taken aan teams over te laten. Teams willen niet bedolven worden onder allerlei ‘overhead’-taken. Wat draagt nou echt bij aan de doelstellingen van STERK: goed leven voor cliënten, mooi werk voor medewerkers en financieel op orde zijn? Er zijn zaken die stafdiensten zo kunnen regelen dat alle teams daar profijt van hebben, bijvoorbeeld rond ziekteverzuimbegeleiding.” Martine merkt dat daar veel vragen over zijn. “Medewerkers willen weten hoe dat straks moet. Je hebt te maken met privacy en gevoeligheden. Waar spreek je elkaar op aan? Wat moet je van elkaar weten? Kortdurend verzuim is vaak prima binnen het team te regelen, maar bij langdurig verzuim zie je toch dat er behoefte bestaat aan meer afstand en expertise. Wij willen in het kader van STERK ook zorgen dat nuttige informatie voor teams toegankelijk is, dat we makkelijk bereikbaar zijn voor allerhande vragen en dat we écht met de teams meedenken over eenvoudiger werken.”
Carla Weersink.
Martine van Jaarsveld.
Nieuws special STERK
27
Logo STERK We zijn nog op zoek naar een logo voor STERK. Heb je een idee? Mail naar
[email protected]. Voor het winnende idee hebben we een leuke prijs.
de twentse zorgcentra
Centraal telefoonnummer 088 430 4000 Postbus 2112 7500 CC Enschede
[email protected]
www.detwentsezorgcentra.nl