Jaarverslag 2014
Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 1
INHOUDSTAFEL
1. Inleiding 2. Basiswerking (Nederlands Leren) 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Wervingskanalen en gesprekken Bereikte doelgroep Testen Advies en Oriëntatie Inschrijvingen
3. Taalpromotie / Nederlands Oefenen 4. Taalbeleid 5. NT2-trefdag 6. Bronnen
Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 2
1.
Inleiding
Met dit jaarverslag trachten we een zo volledig mogelijk beeld te geven van onze werking van het jaar 2014. Eerst geven we een overzicht van onze basiswerking (Nederlands leren), van intake tot inschrijving bij de centra. We nemen hierbij de deelaspecten apart onder de loep. De registratietool matrix laat ons toe om hiervoor ruimschoots gebruik te maken van cijfermateriaal. De cijfers van de KBI zijn dan ook onze voornaamste bron. Het juist interpreteren van het cijfermateriaal is van groot belang. Daarom trachten we, waar mogelijk, tussen de vele grafieken door een zo objectief mogelijke verklaring te geven. Naast de reguliere werking werkt HvN ook rond oefenkansen (Nederlands oefenen). Voor taalpromotie kregen we terug een projectsubsidie voor een 0,5 VTE. Een derde deel is nieuw. Sinds dit jaar ondersteunt HvN partners bij het opzetten van een taalbeleid. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met deSOM. Ook dit laatste luik is heel belangrijk want het is niet alleen de anderstalige die Nederlands moet leren en oefenen, organisaties en lokale overheden zouden een duidelijke visie moeten hebben van hoe men met een anderstalige communiceert. Zo’n visie kan via een taalbeleidsproces worden opgezet. Onderstaand beeld vat de 3 deelluiken van HvN nog eens samen.
Nederlands leren
Taalbeleid
Nederlands Oefenen
Kurt Debuyck Coördinator Huis van het Nederlands West-Vlaanderen vzw. Voor de realisatie van dit verslag wil ik het ganse team danken. Een bijzondere dank gaat uit naar onze stafmedewerker, Mohammed Rabhi, voor het aanleveren van de vele cijfers. Maart 2015 Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 3
Basiswerking (Nederlands Leren) 2.1 Wervingskanalen en gesprekken In dit deel rond de basiswerking houden we de chronologische volgorde van het oriëntatieproces aan. Daarom gaan we, vooraleer we het aantal contacten bekijken, eerst eens na welke organisaties anderstaligen naar ons toeleiden. Fig.1 geeft de spreiding onder de wervingskanalen weer. Om deze cijfers zo scherp mogelijk in beeld te krijgen wordt tijdens het intake-gesprek expliciet gevraagd of men door OCMW, Vdab, Inburgering of het Asielcentrum is doorverwezen.
Fig 1.
Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 4
Fig.2 toont ons het totaal aantal contacten verdeeld over de verschillende antennes en opgesplitst in nieuwe en oude contacten.
Fig 2 Op provincieniveau kunnen we spreken van een daling. Die trend was vorig jaar al ingezet. Opvallend is de significante daling van de antenne Oostende en Kortrijk en de stijging in de antennes Brugge en Roeselare. Fig. 3 toont de evolutie van het totaal aantal contacten voor de laatste 4 jaar.
Fig 3 Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 5
Fig. 4 geeft de nieuwe contacten weer in functie van de tijd.
Fig 4 Fig.5. toont de verdeling per antenne. Kortrijk blijft met voorsprong de grootste antenne. Let wel onder een antenne vallen ook loketten. Voor Kortrijk is dat, naast het loket Kortrijk zelf, ook nog het loket Waregem, Menen en Avelgem. Voor Antenne Brugge : Brugge, Blankenberge, Knokke en Torhout. Voor Antenne Roeselare : Roeselare, Tielt en asielcentrum Wingene Voor Antenne Oostende : Oostende en Middelkerke Voor Antenne Westhoek : Ieper, Koksijde, Diksmuide en Wervik
Fig 5 Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 6
Fig 6 geeft het aantal contacten per loket.
Fig 6
2.2 : Bereikte doelgroep In dit hoofdstuk nemen we de bereikte publiek onder de loep. We kunnen dit vanuit verschillende invalshoeken doen. Wij kozen voor een opdeling per moedertaal, per nationaliteit, per herkomstland, per leeftijd, per scholingsgraad en per perspectief. We maken verschillende opdelingen zowel op provinciaal als op antenne-niveau en geven telkens de voornaamste trend aan t.o.v. vorig jaar. Opdeling o.b.v. moedertaal
Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 7
Fig 7 Spaans en Portugees worden meer en meer belangrijk. Opdeling o.b.v. nationaliteit
Fig 8 Ook dit is de zelfde top-5 als vorig jaar, alleen wisselden Afghanistan en Marokko van plaats. Opdeling o.b.v. herkomstland Hieronder richten we ons op het herkomstland en niet op de nationaliteit omdat we op die manier menen een juister beeld te bekomen van de doelgroep. Dit beeld ziet er enigszins anders uit als we dit per herkomstland bekijken, dan komt Polen bovenaan. T.o.v. vorig jaar wisselden België en Roemenië van plaats, voorts bleef de top-5 dezelfde.
Fig 9
Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 8
Onderstaande tabellen geven de opdeling per herkomstland per antenne. Opvallend hier is het aantal contacten uit India.
Fig 10 Ook in Kortrijk zijn er steeds meer contacten met Polen.
Fig 11
Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 9
In Oostende is de aanwezigheid van Irakezen en Indiërs opvallend.
Fig 12
Roeselare vertoont dan weer exact dezelfde top-5 (ook qua volgorde) als vorig jaar.
Fig 13
Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 10
Voor de Westhoek komen de contacten vooral uit België, Frankrijk en Polen.
Fig 14 Indeling o.b.v EU-burgerschap Fig. 15 geeft de verhouding EU/niet EU-burgers weer. In verhouding komen er steeds meer mensen uit de EU naar België en minder uit de nietEU-landen. Deze trend zette zich vorig jaar al door en is nog versterkt, in zoverre zelfs dat in bepaalde antennes het aantal EU-burgers meestal groter is dan het aantal niet-EU burgers (behalve in Oostende). Wellicht is dit te verklaren door het strengere asiel- en migratiebeleid maar ook door de economische crisis die de landen binnen de EU treft en een grotere intra-europese migratie teweeg brengt.
Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 11
Fig 15
Het aantal EU-burgers neemt zowel toe als af naargelang de antenne.
Fig 16
Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 12
Het aantal niet-EU-burgers is stabiel of neemt eerder af.
Fig 17
Indeling o.b.v. leeftijd 83% heeft een leeftijd tussen 18 en 45 jaar.
Fig.18 Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 13
Indeling o.b.v. scholing De tendens is dat ongeveer 40% van de kandidaat-cursisten minder dan 12j scholing (lager + secundair onderwijs) had, voor Kortrijk is dat zelfs bijna 50%.
Fig 19 Indeling o.b.v. perspectief Fig. 20 geeft het perspectief waarmee anderstaligen Nederlands willen studeren. Meestal is het perspectief een combinatie van meerdere perspectieven. Maar onze consulenten vragen steeds naar het meest uitgesproken perspectief. Deze verdeling is stabiel t.o.v. andere jaren.
Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 14
2.3 : Testen Hvn neemt verschillende soorten testen af : een overzicht. Covaartesten De covaartest is een objectieve, wetenschappelijk onderbouwde test die de leervaardigheid meet van de cursist en zo een sterk bepalende factor is bij de adviesbepaling. Het aantal covaartesten t.o.v. het totaal aantal nieuwe intakes ligt op 72,3% (3053 t.o.v. 4225 nieuwe intakes). Dit cijfer ligt zowat een 10% hoger dan voorgaande jaren. De reden hiervoor is de toepassing van het nieuwe oriëntatiekader voor adviesbepaling, die de Huizen samen ontwikkelden. Hierdoor legt iedereen die geen bachelordiploma behaalde een covaartest af, ongeacht het herkomstland. Lees –en schrijftesten Deze testen worden uitgevoerd bij twijfel over de alfabetiseringsgraad van de cursist. Na het afleggen van de lees-en schrijftest valt de cursist onder één van volgende categorieën : niet gealfabetiseerd, zwakgealfabetiseerd en gealfabetiseerd. In 2014 werden 346 dergelijke testen afgelegd. Instapniveaubepalingstesten HvN heeft de bevoegdheid om instapniveaubepalingstesten af te nemen t.e.m. instapniveau 4.2. Ook de centra zelf kunnen nog testen afnemen. Dit gebeurt soms nog wel in de piekperiode maar de meeste testen worden nu door HvN afgenomen. De consulenten werken hierbij vaak op afspraak. In de dalperiode worden ook testafnames gedaan op dagen van algemene permanentie. Er zijn afgelopen jaar amper heroriëntaties van niveaubepaling geweest. Hieronder vindt u de verdeling van de afgenomen testen per antenne
Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 15
Fig 21 788 niveautesten is een ongeveer hetzelfde cijfer als in 2013 (774).
Sneltesten De sneltest is een korte, mondelinge test die we uitvoeren in het kader van de regie-opdracht van HvN voor het decreet Vlaamse Wooncode. Het is de bedoeling dat HvN dit werk in de toekomst delegeert naar de huisvestingsmaatschappijen. Hiervoor organiseert het HvN reeds vormingen. Er werden in 2014 354 dergelijke testen uitgevoerd. COC-testen Het HvN organiseert ook testen voor kandidaat-tolken. Dit is een opdracht die HvN uitvoert in regie van het COC (Centrale Ondersteuningcel voor sociaal tolken). Deze testen zijn zeer arbeidsintensief (duurt ongeveer 2 tot 3 uur per test) en vraagt heel wat organisatie maar zijn vergelijkbaar met de instaptesten bij CVO voor RG4. Tot voor kort werden de afnames van deze testen zoveel mogelijk op één dag geconcentreerd maar onlangs is vastgelegd om dit in 2 antennes te organiseren op heel regelmatige basis. Zo kan men voor deze test om de 3 weken aansluiten bij de afname van de instaptesten zowel in Brugge als Kortrijk. In 2014 werden 18 dergelijke testen afgenomen door HvN. Andere testen HvN wordt ook gevraagd om andere testen af te leggen voor uiteenlopende doeleinden. Een overzicht van waar we als HvN wel of niet een mandaat voor hebben vindt u als bijlage bij het provinciaal afsprakenkader (PAK).
2.4 : Advies en oriëntering Advies en doorverwijzing Ongeveer de helft van de kandidaat-cursisten krijgt een advies ‘CVO120’ en één vijfde advies ‘CBE’. De rest krijgt het advies ‘CVO80’ of ‘CVO180’. Dit betekent echter niet dat men ook effectief die doorverwijzing krijgt (zie hieronder). Naar het NT2-aanbod bij Vdab en Syntra wordt nauwelijks doorverwezen. Ons publiek zijn dan ook voornamelijk ‘starters’. Om in een Vdab of Syntra-traject in te stappen moet je minstens een aantal niveau’s hebben afgelegd. Uit onderstaande grafiek zou je kunnen concluderen dat er nood is aan CVO180 en CVO 80 (geringere doorverwijzing t.o.v. adviesbepaling). De ervaring leert echter dat de aantallen CVO180 in bepaalde regio’s gewoon te klein zijn om een groep op te starten. Wat betreft CVO80 is het zo dat cursisten ondanks deze adviesbepaling vaak om praktische redenen voor het minder intensieve CVO120 kiezen. In ieder geval worden deze cijfers permanent maar ook periodiek opgevolgd (in de NT2overleggen) i.h.k. van onze decretale opdracht ‘afstemmen van vraag en aanbod’.
Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 16
Fig.22 We maken dezelfde oefening voor alle antennes. We gaan de verhouding advies/doorverwijzing hieronder ook per antenne na. We vinden telkens hetzelfde patroon terug. Bij CBE en CVO120 zijn er steeds meer doorverwijzingen dan adviezen, bij CVO180 en CVO80 is dat net omgekeerd.
Fig. 23
Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 17
Fig. 24
Fig 25
Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 18
Fig. 26
Fig 27
Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 19
2.5 : Inschrijvingen Inschrijvingen per niveau Fig.28 toont de spreiding over de verschillende niveaus aan. 41% van alle inschrijvingen zijn ‘starters’ (alfa of 1.1). Voor 1.2 is dit 24% en voor 2.1 14 %. Let wel, één persoon kan hier meermaals in worden opgenomen. Iemand die bv. een verkort traject volgt schrijft zich om de paar weken in een nieuwe module in.
Fig 28 Startmomenten
Fig 29 Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 20
Fig 30
Fig 31
Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 21
Intensiteit
Fig 32
Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 22
3. Taalpromotie / Nederlands oefenen Context : Taalbeleid en taalpromotie is een opdracht die o.b.v. van het nieuwe decreet Inburgering en Integratie zal toekomen aan het Agentschap Integratie & Inburgering. Vooralsnog is dit decreet nog niet in werking en financiert de Overheid taalbeleid (in 5 provincies, niet in West-Vlaanderen) en taalpromotie via projectmiddelen. Opdracht en middelen: HvN kreeg voor 2014 van de Vlaamse Overheid 0,5 VTE toegewezen voor het opzetten van acties rond taalpromotie. 3.1. Taalpromotie Vormingen ‘duidelijk gesproken en geschreven taal’ Ook in 2014 werden weer heel wat vormingen gegeven, 18 vormingen in totaal. Deze werden gegeven aan de werkwinkels van de VDAB, al het personeel van deSOM, OCMW’s, ... De projectmedewerkster taalpromotie kan voor ondersteuning en opleiding beroep doen op de diensten van een gemeenschappelijke taalpromotiecoach die opereert vanuit HvN Brussel. Praattafels : expertise-uitwisseling HvN organiseerde voor het eerst een trefdag voor organisaties die praattafels organiseren met aandacht voor succesfactoren en valkuilen. Bedoeling is om dit platform in 2015 verder uit te bouwen. Ondersteuning steden en gemeenten I.h.k. van het project talenplan en taalpunt voor de Stad Kortrijk zit HvN mee in verschillende werkgroepen. Dit talenplan wordt in 2015 verder uitgewerkt. Vlaamse taalcampagne HvN werkte ook mee aan de Vlaamse taalcampagne ‘Nederlands oefenen ? Ik doe mee!’. Het HvN startte in 2014 de voorbereidingen van de expo Overal Taal in Brugge en Kortrijk samen met de randprogrammatie hiervan. 3.2 Oefenkansen Inleefstages Sinds 2008 organiseert HvN een oefenkans o.v.v. een taalstage bij een externe partner. De externe partners zijn CVO’s, bibliotheken, Sociale Huizen…waar men meestal een administratieve taak krijgt. Ondertussen zijn er een 10-tal structurele partners en wordt de lijst nog uitgebreid. Uiteraard wordt er gewaakt over een voldoende oefenkans Nederlands voor de stagiair. Let wel, dit is een oefenkans voor mensen die minimum een 2.2-certificaat hebben. In 2014 wil HvN ook oefenkansen uitwerken voor lagere niveaus. 4.
Taalbeleid
Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 23
Meer en meer vragen komen binnen rond het opzetten van een taalbeleid. Zoals gesteld gaat deze opdracht naar het AII. Maar de expertise voor het opzetten van dergelijk beleid zit vooral bij de Huizen van het Nederlands, vooral dan in Brussel en Antwerpen. In West-Vlaanderen heeft zowel deSOM als HvN slechts een klein team dat op dit thema werkt. Daarom werd, met de huidige context in het achterhoofd, beslist om de handen in elkaar te slaan en samen deze vragen te beantwoorden. De taakverdeling is duidelijk : deSOM trekt het taalbeleidsproces terwijl HvN heel specifiek wordt ingeschakeld voor de taalkundige aspecten. Zo is HvN momenteel aan de slag bij het OCMW in Menen en De Panne en zijn er nog meerdere aanvragen lopende. Er is een duidelijk kader en stappenplan uitgewerkt.
5.
NT2-trefdag
HvN organiseerde ook in 2014 de 3de NT2-trefdag waar we op 21 maart 142 NT2 docenten ontvingen in provinciehuis Boeverbos. De deelnemers hadden de keuze tussen 18 verschillende workshops, lezingen en masterclasses.
6.
Bronnen
Alle cijfermateriaal is afkomstig uit KBI.
Jaarverslag 2014 Huis van het Nederlands vzw
Pagina 24