NAAR EEN MUSEUm VOOR MECHELEN
NAAR EEN MUSEUM VOOR MECHELEN Inleiding
7
Het ABC van de denkdag
11
Drie scenario’s
33
Wordt vervolgd
39
Op 17 april 2012 organiseerden de Erfgoedcel en de Stedelijke Musea Mechelen een denkdag over de toekomst van de Stedelijke Musea en over de toekomstige stadsmusea. Zowel het denkproces zelf als de uitkomsten van de denkdag zijn belangrijke stappen in de visievorming.
NAAR EEN MUSEUm VOOR MECHELEN De vernieuwing van de Mechelse stadsmusea Het traject en de denkdag van 17 april 2012
INLEIDING de denkdag in het museumtraject en E-land
Inleiding: de denkdag in het museumtraject en E-land
9
E-land E-land probeert manieren uit om vanuit lokale erfgoedprojecten structureel aan (internationale) netwerking en expertisedeling te doen. Het maakt daarbij gebruik van alle beschikbare instrumenten, met procesbeschrijving als belangrijk middel. E-land is een initiatief van de Erfgoedcel Mechelen met als trajectpartners FARO, Heemkunde Vlaanderen, Het Firmament en het Interuniversitair Instituut voor Publieksgeschiedenis. Mechelen hertekent de komende jaren grondig zijn museumas. De verbouwing van het Hof van Busleyden als (onderdeel van) een Mechels stadsmuseum, de ontsluiting van de historische kerken, de plannen voor het archeologische project ‘Mechelen ondergronds’ en de integratie van Kazerne Dossin in de stad... zijn al enkele belangrijke ankerpunten in de nieuwe ontwikkelingen. Maar er zijn ook overkoepelende vragen: hoe verhouden de museale collecties zich tot het stedelijke verhaal? Worden de stadsmusea de nieuwe centrale geheugenplek bij uitstek en wat betekent dat? Welke nieuwe vormen van publiekswerking kunnen de relatie tussen stad en musea verbeteren? Hoe integreren stadsmusea zich in het bredere erfgoedveld? Hoe bereiken ze een ruimer publiek? E-land kaart deze vragen vanuit de Mechelse praktijk aan. Alle mogelijke invalshoeken komen aan bod, er wordt een beroep gedaan op experts, theorievorming wordt niet geschuwd en binnen- en buitenlandse voorbeelden worden als mogelijke inspiratiebronnen benaderd. Het proces is net zo belangrijk als het product. E-land vult zo een lacune in het Vlaamse erfgoedlandschap, waar nog te weinig tijd en ruimte is voor theoretische reflectie en buitenlandse netwerking. Met het museumtraject wil E-land een geïntegreerde en integrale visie ontwikkelen voor een actuele invulling van de Mechelse stadsmusea.
Museumtraject De eerste fase van het traject focust op het verkennen van diverse visies, met de steun van experts en theoretici. Fase twee toetst de museale mogelijkheden bij diverse betrokken partijen en/of stakeholders af en daarnaast worden ook inhoudelijke verhaallijnen verkend, in samenwerking met onderzoeksbureau Het Geheugencollectief. In een derde fase krijgt een eerste tentoonstellingspresentatie vorm: in 2014 plant de projectgroep die het museumtraject begeleidt een compilatietentoonstelling in het Hof van Busleyden. Daarin zal worden geëxperimenteerd met de bevindingen uit de voorgaande fasen en kan het publiek kennismaken met de plannen. We willen mensen zo ruim mogelijk informeren over invalshoeken voor de nieuwe stadsmusea, verhaallijnen, Mechelse troeven, de collecties, de collectievorming... Het wordt een tweerichtingstentoonstelling waarin we ook intensief polsen naar meningen, voorkeuren, keuzes, toppers... Op die getrapte manier gaan we naar een voldragen en gedragen concept voor de vernieuwing van de musea.
10
NAAR EEN MUSEUM VOOR MECHELEN
Denkdag Een eerste actie binnen het museumtraject was de organisatie van een denkdag, waarvan dit document het verslag vormt. Doel was om samen met experts en theoretici uit de erfgoedsector en de academische wereld bouwstenen en mogelijke scenario’s aan te reiken voor wat de Mechelse stadsmusea moeten worden en betekenen. Met de denkdag wilde de projectgroep die het museumtraject trekt, zicht krijgen op te maken keuzes en hun consequenties. Stadsmusea zijn er in heel diverse gedaanten en met uiteenlopende visies en doelstellingen. De vraag die op de denkdag voorlag, was: wat kunnen stadsmusea in de Mechelse context zijn/worden? Het begrip ‘context’ wordt hier in ruime zin begrepen: de historische context, de actuele context, de erfgoedcontext. Het is een vraag naar visievorming en naar de koppeling van theoretische inzichten en de (Mechelse) praktijk.
Stadsmusea vs. stedelijke musea Terwijl het begrip ‘stedelijke musea’ doorgaans gebruikt wordt in de betekenis van ‘een museum dat beheerd wordt door een stad’ en dus niets zegt over de aard van de collectie en de werking, staat het woord ‘stadsmuseum’ eerder voor ‘een museum over de stad’. In het Mechelse geval spreken we in deze fase van ‘stadsmusea’ omdat we de veelheid willen honoreren.
Het abc van de denkdag
Het abc van de denkdag
Op de denkdag stonden eerst vijf stellingen op het programma die werden bekeken vanuit vier invalshoeken: collectie, locatie, doelgroepen en publiekswerking. Hiernaast citeren we vijf stellingen. In de gesprekken was het vooral de bedoeling bouwstenen aan te reiken voor het ontwikkelen van scenario’s/concepten, niet zozeer al op instrumenteel niveau plannen te maken. Een aantal van die bouwstenen wordt hieronder in beknopte vorm aangereikt in de vorm van een ‘van A tot Z’. Enkele gedachten keren meermaals terug; de herhaling is niet weggewerkt omdat ze op zichzelf veelbetekenend is. De bouwstenen werden na de denkdag aangevuld met Mechelse praktijkvoorbeelden.
13
1. Stadsmusea vertolken ook de hedendaagse identiteit van een stad. In die hoedanigheid verwerven ze nieuwe hedendaagse collecties. Stadsmusea dragen bij aan (hedendaagse) identiteitsvorming en worden tegelijk mede gevormd door de stadsbewoners. Stadsmusea zijn zo een ontwikkelingstool voor alle inwoners van de stad: een plaats waar ze informatie vinden en uitwisselen en er zich nieuwe ideeën vormen. 2. Stadsmusea bouwen samen met de andere erfgoedinstellingen van de stad aan het stedelijke verhaal. De diversiteit aan erfgoedspelers, -collecties en -gemeenschappen vormt een belangrijk facet van de museumwerking. 3. Stadsmusea zijn een middel om een stad nationaal en internationaal op de kaart te zetten. Het stadsmuseum vertrekt van een lokaal verhaal, maar vertelt een transversaal verhaal. Zo zijn stadsmusea ook een vertrekpunt voor herkenning/identificatie (o.a. voor buitenlandse toeristen). 4. Stadsmusea hebben ook een nationale ‘waarde’. De opbouw van de stedelijke collecties moet bekeken worden binnen het globale (inter)nationale veld. Een stadsmuseum heeft, los van een functie op lokaal niveau, ook een functie binnen een Vlaams (internationale) museale context. Zijn er bepaalde stadsmusea nodig om het Vlaamse museumverhaal compleet te maken? 5. Stadsmusea vormen een onderdeel van en een instrument voor citymarketing. Zij brengen tal van wisselende tentoonstellingen en museale visies naar de stad en bieden telkens opnieuw een verrassend aanbod voor bezoekers van binnen en buiten de stad. Stadsmusea fungeren als ‘kunsthal’, zijn een lege doos met telkens wisselende inhouden.
bouwstenen
14
NAAR EEN MUSEUM VOOR MECHELEN
Het abc van de denkdag
15
16
NAAR EEN MUSEUM VOOR MECHELEN
Het abc van de denkdag
Collectiebeleid Behalve naar de bestaande collectie, haar sterke punten én haar eventueel aan te vullen lacunes – die vanuit de nieuwe missie goed moeten worden ingeschat – moet er in het collectiebeleid van een stadsmuseum volop aandacht gaan naar het ‘actuele erfgoed’: welke (strenge?) keuzes maakt een museum ter zake? Wat verzamelt het (niet)? Met het afbakenen van het collectiebeleid zijn twee essentiële vragen verbonden: wat is de huidige missie van het museum en welke verhalen wil het vertellen? Op welke facetten van de stad focust het? Los daarvan rijst de vraag naar de rollen die het museum in het erfgoedveld als geheel op zich wil nemen, ook in de domeinen waar het niet op focust: doorverwijzen, verantwoordelijkheid opnemen, educatie, discussieforum, knowhow delen, verzamelen, verhalenlokker zijn, beeldmateriaal verzamelen, digitaliseren en gebruiken zonder het te verwerven, dé plaats zijn voor erfgoedvragen van de bevolking, nieuwe groepen aanspreken...? Het is van belang dat een stadsmuseum erin slaagt zijn collectie en ook het immaterieel erfgoed te verbinden met de eigen tijd en de eigentijdse stadsbewoners.
Duurzaamheid
D
Van groot belang is de continuïteit in de museumwerking. Dit betekent onder meer dat in de budgettering niet alles wordt ingezet op de voorbereiding en de opening van het nieuwe museum. Er moet ook op middellange termijn worden gedacht. Bij elk concept en elk scenario moet er een voldoende grote kritische massa aan mensen en middelen zijn om ze waar te kunnen blijven maken. Duurzaamheid betekent ook een duurzame omgang met mensen die mee het draagvlak van het nieuwe museum uitmaken. Daar maakt het vrijwilligersbeleid deel van uit: samenwerken met vrijwilligers vergroot het draagvlak. Het vergt een intensieve personeelsinzet om dat ‘vrijwillige’ draagvlak te bestendigen.
Doelgroepen
Men kan ver gaan in een doelgroepenwerking, net zoals in het personaliseren van een museumbezoek. Duidelijk is dat hedendaagse (stads)musea verschillende verhaallijnen, vormen van beleving en sferen moeten aanreiken voor diverse soorten bezoekers. Het actief betrekken van doelgroepen/communities bij de museumwerking vergt aanzienlijke people skills bij medewerkers. Ook hier is de notie ‘duurzaamheid’ van tel: een volgehouden doelgroepenbeleid en het uitwerken van de bijbehorende werking vergt beleidscontinuïteit in het beleid en vereist de betrokkenheid van specialisten, bv. voor een kinder- en jongerenwerking.
praktijkvoorbeeld - Collectiebeleid
De hedendaagse stad in beeld De stad is onze collectie: deze boodschap is in stadsmusea vaker te horen. Maar hoe ‘verzamel’ je als museum de stad van vandaag, de hedendaagse samenleving? Dat kan bijvoorbeeld door een beroep te doen op haar bewoners en hen te laten participeren door zelf te creëren, inhoud aan te leveren enz. Actueel erfgoed is zeker in Mechelen ook het erfgoed van de nieuwe Mechelaars. Daarom ondersteunde de Mechelse erfgoedcel de release van de film ‘Niet zijn thuis 1 en 2’ van Saïd Aghassaiy, alias Pita. Hij vertelt het verhaal van zijn gezin van bij de aankomst van zijn vader in Mechelen in de vroege jaren zestig tot aan zijn eigen wonderjaren in de jaren tachtig en negentig. De film brengt een hedendaagse, persoonlijke visie op de stad door een van haar bewoners en is in die zin actueel erfgoed. praktijkvoorbeeld - Duurzaamheid
Op mensen gericht In Mechelen worden vrijwilligers onder meer ingezet voor facetten van de collectieregistratie (bv. van het roerend erfgoed in de Mechelse kerken). Dat is ontegensprekelijk een meerwaarde, al was het maar omdat instellingen hierdoor nieuwe methodieken en beleidsprincipes moeten hanteren: de gerichtheid op objecten wordt minstens aangevuld door een gerichtheid op mensen. praktijkvoorbeeld - Doelgroepen
Missie Misseur Voor het praktijktraject Jongeren, vrije tijd en erfgoed zetten diverse Mechelse erfgoedinstellingen samen met Erfgoedcel Mechelen, Tapisplein en Faro een erfgoedactiviteit voor jongeren op het getouw. Dertig jongeren ontpopten zich tot rasechte speurders en groeven diep in de geschiedenis van het 20ste-eeuwse Mechelen tijdens een erfgoed-nachtspel. Er werd voor deze proeftuin samengewerkt met Maks!, dat expertise heeft in het bereiken van jongeren. De opgedane kennis wordt via het E-landtraject gedeeld.
17
18
NAAR EEN MUSEUM VOOR MECHELEN
Het abc van de denkdag
Dynamiek Als het stadsmuseum kiest voor een ‘vast’ verhaal (chronologisch of thematisch), zal een waaier aan tijdelijke initiatieven mee moeten zorgen voor dynamiek en voor de blijvende betrokkenheid van het Mechelse erfgoedveld en de Mechelse bevolking bij haar stadsmuseum. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van de overvloed aan Mechelse collecties en zal ook het actuele erfgoed een plaats krijgen. Het ritme zal mee afhankelijk zijn van de personele mogelijkheden. Behalve om tijdelijke tentoonstellingen gaat het in zo’n dynamische werking ook om digitale projecten, een scholenwerking, evenementen, workshops enz. Dergelijke initiatieven hebben ook blijvende effecten en zetten op hun beurt andere initiatieven in gang. Er ontstaan hierdoor nieuwe samenwerkingsverbanden met andere sectoren en doelgroepen. Hierdoor worden de begrippen ‘geïntegreerde erfgoedwerking’ en ‘makelaars in erfgoed’ in de praktijk gebracht.
E
praktijkvoorbeeld - Dynamiek
De Ommegangsreuzen De Mechelse Ommegangsreuzen maken deel uit van de stedelijke museumcollecties. Ze zijn momenteel het voorwerp van een herwaarderings- en borgingsproject van de Mechelse erfgoedcel inzake immaterieel cultureel erfgoed. Daar worden allerlei andere actoren bij betrokken: het Arsenaal, een poppenmaker, een technische school, professionals... Een van de acties is het opzetten van een conservatie- en restauratiebehandeling. En een groep ‘wildbreiers’ heeft het peterschap op zich genomen van de reuzen. Zij breien voor hen een nieuwe outfit ter gelegenheid van Erfgoeddag 2013 met als thema ‘Stop de tijd’. Een volksfeest zal al deze inzet bekronen en versterken.
E-museum
Een stadsmuseum kan en moet veel meer zijn dan een fysieke plek, hoe dynamisch ook. Musea, en zeker stadsmusea, kunnen ook een second life leiden via het drempelloze net, waar ze in veel gevallen een deels nieuw publiek bereiken. Het pionierende Mechelse E-landtraject levert ter zake goed bruikbare inzichten en ervaringen op.
praktijkvoorbeeld - E-museum
Heldhaftig erfgoed via Facebook Uiteraard zijn de humanist Hiëronymus van Busleyden en de schilder Rik Wouters (lees: de Stedelijke Musea) lid van Facebook, zoals zoveel andere Mechelse erfgoedorganisaties. N.a.v. Erfgoeddag 2012 over het thema ‘Helden’ werden de Facebookpagina’s van het stadsarchief en de erfgoedcel ingezet bij het bekendmaken en ‘ontmaskeren’ van Mechelse helden.
Erfgoedpartners
Stadsmusea mogen, bij uitstek in een relatief kleine stad als Mechelen, andere erfgoedspelers niet overvleugelen en versmachten. Ze moeten hen integendeel meetrekken in het nieuw erfgoedelan dat zulke musea met zich mee kunnen brengen en waardoor nieuwe mensen en ‘publieken’ worden aangesproken. Dat veronderstelt zowel een ‘gecontroleerd participatieve aanpak’ die ernstig wordt genomen, als het uitzetten van de eigen museumlijn die ook verder kijkt dan de eigen stadsgrenzen. Of willen de stadsmusea in de eerste plaats hét platform/forum worden voor het Mechelse erfgoedveld? En heb je voor zo’n doel musea nodig? In dezelfde context: de professionele erfgoedsector moet bereid zijn om de verhouding tussen ‘professionalisme’ en ‘dynamiek’ kritisch te blijven onderzoeken: staat het eerste met al zijn tradities en wetmatigheden het tweede soms niet in de weg?
praktijkvoorbeeld - Erfgoedpartners
Labo Lamot Mechelen heeft een traditie in het samen- en netwerken met professionele en andere partners in het erfgoedveld, in de eerste plaats dankzij de werking van de erfgoedcel. Die heeft alvast gezorgd voor een rijke humuslaag. Ook Lamot hoort in deze sfeer thuis, als plaats waar erfgoedpartners de kans krijgen om zich voor te stellen aan het publiek, onder meer via de Erfgoedmobiel. Vaak zijn daar ook niet-erfgoedpartners bij betrokken en worden in dit labo nieuwe methodieken gebruikt.
19
20
NAAR EEN MUSEUM VOOR MECHELEN
Het abc van de denkdag
Evenwicht Er zijn de ‘klassieke’ stedelijke verhalen met de ‘klassieke’ topstukken waar stadsmusea niet omheen kunnen. Ze maken deel uit van het verwachtingspatroon van veel bezoekers. Tegelijk moeten zulke musea ook nieuwe verhalen brengen en nieuwe mensen en gemeenschappen bij hun werking proberen te betrekken en insluiten in de stadsgeschiedenis ‘nieuwe stijl’. Dat veronderstelt een evenwichtsoefening.
Fasering
F
Stadsmusea zijn een actor die kan maken dat het hele erfgoedveld van de betrokken stad zich heroriënteert, herprofileert en herorganiseert. De ervaring van bestaande stadsmusea leert dat het concipiëren van een nieuw stadsmuseum met de betrokkenheid van een groot aantal partners en het ontwikkelen van een voldragen visie die ook naar de middellange termijn kijkt, processen zijn die de nodige tijd en middelen vergen. Ze verlopen in diverse fasen. Ook de fase na de opstart moet van meet af in het proces worden betrokken: waar zal het museum het eerst op inzetten, wat zijn de vooruitzichten inzake collectiebeleid, behoud en beheer, onderzoek, ontsluiting? Hoe zullen deze functies zich tot elkaar verhouden, rekening houdend met de beschikbare middelen? De graad van realisme van de plannen is sterk afhankelijk van het beschikbare personeel en de beschikbare middelen. Een vergelijking met andere stadsmusea kan parameters aanreiken voor wat al dan niet haalbaar is.
Humus
H
De ‘humuslaag’ die er in Mechelen o.m. dankzij de werking van de erfgoedcel nu al is (het erfgoedveld, het netwerk van erfgoedspelers, collecties, het onroerend erfgoed...) is indrukwekkend en moet in het nieuwe stadsmuseum uiteraard worden aangewend. Er zijn al tal van vruchtbare verbindingen gelegd tussen heel diverse domeinen en actoren. Anderzijds moet het bestaande erfgoedveld ook worden ‘opengebroken’ om nieuwe doelgroepen aan te spreken. Zie ook onder ‘Makelaars in erfgoed’.
Identiteit
I
Elke identiteit is een constructie en identiteiten zijn een dynamisch gegeven. Musea kunnen zelf zo’n identiteitsconstructie aandragen of ze kunnen tonen hoe dergelijke constructies en hoe verschillende identiteiten tot stand komen: in hun eigen collectievorming, in de (pseudo)verhalen die worden verteld, in tentoonstellingen enz. Stadsmusea nieuwe stijl moeten voor de tweede optie gaan. Beweren ‘er is een stedelijke identiteit en die moet het museum tonen’ is een heilloze weg.
praktijkvoorbeeld - Evenwicht
Crossovers Crossovers tussen oud en nieuw, de bestaande collecties en monumenten en het hedendaagse ‘erfgoed’, zijn in Mechelen geen nieuw fenomeen: met name de grote stadsfestivals: Dames met klasse, De hemel in tegenlicht, Newtopia, … maakten en maken er volop gebruik van. Hieruit blijkt de sterkte van een behapbare stad met tal van monumenten, die de geschiedenis zichtbaar aanwezig stellen. De contrastwerking verleden/heden ligt in Mechelen als het ware voor het grijpen.
praktijkvoorbeeld - Identiteit
Mechelen en de Boerenkrijg Identiteitsopbouw ging en gaat vaak gepaard met mythevorming en ‘verzonnen tradities’, ook waar het om de stedelijke identiteit gaat. Het blootleggen van de mechanismen daarachter is een taak van stadsmusea. Speelde Mechelen een hoofdrol in de Boerenkrijg, zoals de vondst van een massagraf op het Sint-Romboutskerkhof in 2010-2011 kan laten uitschijnen? Verder onderzoek, bijvoorbeeld fysisch-antropologisch, zal het verhaal in een ruimer historisch-wetenschappelijk kader plaatsen en heeft een plek in een stadsmuseum. (In een tentoonstelling over dit thema in 1998 werd het concept van de beeldvorming over de opstand die nu ‘Boerenkrijg’ heet al aangepakt.) Dit is meteen ook een voorbeeld van een win-winsituatie en van samenwerking: academisch onderzoek dat niet door het museum zelf gebeurt, maar er wel een podium krijgt.
21
22
NAAR EEN MUSEUM VOOR MECHELEN
K M
Het abc van de denkdag
Kennisoverdracht
Het idee dat een museum vooral/alleen kennis moet overdragen aan de hand van objecten is achterhaald. Daar zijn andere plaatsen, kanalen en middelen voor. Bezoekers verwachten van een hedendaags museum meer en anders. Ook stadsmusea doen dan ook veel meer dan gevulgariseerde kennis aanbieden: ze nodigen uit, laten zien wat er was en is – een museum is een visueel instrument –, zorgen voor sfeer en beleving, prikkelen, laten mensen met elkaar interageren... Visualiteit (en dus de scenografie) heeft aan belang gewonnen. Wie in het stadsmuseum kennis wil opdoen, moet dat uiteraard óók kunnen. Of zoals het op de denkdag luidde: ‘Ik wil in zo’n stadsmuseum niets moeten.’.
Makelaars in erfgoed
Steeds meer maatschappelijke ‘spelers’ zijn actief betrokken bij projecten en vormen van samenwerking waarin cultureel erfgoed een rol speelt: welzijnsorganisaties, onderwijsinstellingen, sportclubs, kunstenaars, vrijwilligersverenigingen, kerkfabrieken, private erfgoedbeheerders enz. (Vertaald naar een stad kan het om de diverse stedelijke diensten gaan.) Die actieve betrokkenheid bewijst de diversiteit aan aspecten en perspectieven die het erfgoed biedt. Het samenbrengen van de verschillende perspectieven vergt agogische vaardigheden: dat heet ‘erfgoedmakelaardij’. Goede ‘makelaars’ maken ontmoetingen mogelijk en verbinden betrokkenen. Stadsmusea zijn daar bij uitstek geschikte actoren voor.
Mechelen
Een onbetwiste erfgoedtroef van de stad Mechelen is de veelheid aan bezienswaardigheden, monumenten, musea en grote en kleine erfgoedorganisaties op een relatief beperkte, bewandelbare oppervlakte. Niet alleen is er die zichtbare aanwezigheid, maar tussen alle actoren zijn er de jongste tijd ook netwerken tot stand gekomen en vormen van verbondenheid. (Zie o.m. ook onder ‘humus’.) De rijke ‘voorraad’ bestaand erfgoed mag de ogen niet doen sluiten voor de voortdurende nood aan actualisering: wat is het Mechelse erfgoed van morgen? Hoe betrekken we de huidige Mechelse bevolking daarbij? Wie verzamelt wat? Dat zijn bij uitstek vragen voor stadsmusea.
praktijkvoorbeeld - Kennisoverdracht
Mechelen rockt (1945 tot nu) Deze tentoonstelling in het Mechelse cultuurcentrum (2011, met o.m. de medewerking van de Erfgoedcel Mechelen) focuste vooral op sfeer en nostalgie, niet zozeer op kennisoverdracht. Ze bracht een sfeerbeeld van de Mechelse muziekscène met foto’s, krantenartikels, platenhoezen, affiches en memorabilia, en werd ondersteund door een ruim aanbod aan podiumactiviteiten. De bewustwording van het belang van (recent) erfgoed bij een bepaalde community was een hoofddoel. Dit voorbeeld is uitbreidbaar tot andere gemeenschappen en biedt kansen voor een nieuw stadsmuseum.
praktijkvoorbeeld - makelaars in erfgoed
Atelier Recyclee en de Stikbitchen Voor Erfgoeddag 2011 met als thema ‘Armoede’ zocht de erfgoedcel naar acties met als invalshoek ‘hergebruik als slimme armoedeoplossing’. Een geïnspireerde samenwerking kwam er met de Stikbitchen van H30, die onder de noemer Atelier Recyclee het publiek lieten kennismaken met hippe handwerktips om oude kledij te pimpen. Een traditionele techniek die opnieuw in de mode is, wordt op deze manier via een community van mensen verbonden met traditioneel erfgoed. Makelaars van dienst zijn erfgoedmensen die de stikbitchen en erfgoeddag met elkaar in contact brachten.
23
24
N P R
NAAR EEN MUSEUM VOOR MECHELEN
Het abc van de denkdag
Netwerken
De stadsmusea moeten zich inschakelen in diverse netwerken, op verschillende niveaus: de andere erfgoedspelers in de stad (professionelen en amateursvrijwilligers), andere stadsmusea (nationaal en internationaal), culturele actoren in de stad... Van groot belang is onder meer het lokaal-regionaal-Vlaamse erfgoednetwerk dat zowel informeel is als berust op structureel overleg. Onder meer dit facet is wat begrepen wordt onder ‘geïntegreerd werken’. De huidige Mechelse erfgoedontwikkelaars nemen intensief deel aan deze netwerken.
Plek
De ligging en de aard van de plek (nieuwbouw? Een gerenoveerd oud gebouw met een krachtige Mechelse historische inbedding?) bepalen in hoge mate de mogelijkheden. Men kan ook kiezen voor stadsmusea die zich over diverse locaties uitstrekken, zoals in Brugge, net als Mechelen een behapbare en bewandelbare stad. Het museum als stedelijke mozaïek. Toch kwam op de denkdag de bedenking vaak terug dat een centrale, goed zichtbare en symbolische plek belangrijk is. Als gebouw lijkt een historisch pand met een duidelijke en smaakvolle hedendaagse touch (en met hedendaagse museale mogelijkheden) op wandelafstand van de stadskern te verkiezen. Voor het betrekken van de bredere bevolking bij het museum zal de beschikbaarheid van ruimtes voor andere functies (verenigingen, ontvangstruimtes, ontmoetingsplekken) een grote troef zijn. Stadsmusea moeten levendigheid en sfeer uitstralen. Alleen zo word je een hot spot en een place to be.
Religieus erfgoed
Het lijkt voor Mechelen evident dat het religieuze erfgoed wordt gevaloriseerd. Dit is zonder twijfel een van de sterktes van de collecties, met een internationaal potentieel: er loopt bij manier van spreken een rechtstreekse lijn van Mechelen naar Rome, zoals in Nederland de stad Utrecht die ook heeft. Tegelijk moet men beseffen dat religieus erfgoed ook ‘uitsluitend’ kan werken, om diverse redenen: door uit te gaan van een vanzelfsprekende voorkennis of sfeer die er niet (meer) is, doordat nostalgie als basisgevoel andere groepen het idee geeft dat ze er niet bijhoren... Een welbegrepen en ruime actualisering dringt zich op.
praktijkvoorbeeld - Netwerken
Sinte-Mette afgestoft In Mechelen wordt de traditie van Sint-Maarten/ ‘Sinte-Mette’ levend gehouden door vele lokale verenigingen. Samen met de Erfgoedcel en Mechelen Kinderstad hebben zij een werkgroep opgestart om de festiviteiten een nieuw elan te bezorgen en te actualiseren. Er wordt ook samengewerkt met andere niet-erfgoedpartners in de stad, ook in de wijken en deelgemeenten. Via de Dienst Onderwijsondersteuning worden scholen benaderd. Dit is opnieuw een voorbeeld van makelaardij in erfgoed en van het creëren van ad-hocnetwerken met niet-erfgoedpartners. praktijkvoorbeeld - Religieus erfgoed
Ontsluiting Mechelse kerken Een expertengroep buigt zich momenteel over een meerlagig ontsluitingsplan voor het geheel van acht Mechelse kerken. De afdeling Erfgoedontwikkeling werkt samen met de diensten Monumentenzorg en Toerisme om de verschillende betekenissen en waarden van deze memorieplaatsen in kaart te brengen en te herwaarderen, voor zeer verschillende groepen van ‘gebruikers’. De ‘oplijsting’ moet keuzes helpen maken inzake het type ontsluiting en de te nemen concrete maatregelen per kerk.
25
26
NAAR EEN MUSEUM VOOR MECHELEN
Het abc van de denkdag
Rode draad Als stadsmuseum moet je recht doen aan verschillende verhalen, uiteenlopende collecties en invalshoeken valoriseren, en dynamisch omgaan met het ‘oude’ en ‘hedendaagse’ erfgoed. In een participatief museum creëren bezoekers hun eigen ‘verhaal’ uit wat hen wordt aangereikt en maken ze zelf mee de inhoud. Daarbovenop kies je het best tegelijk ook voor een goed herkenbare, duidelijk communiceerbare rode draad en een parcours dat in een bezoek van pakweg 1 uur te vatten is. Veronderstelt dit in het geval van een meerlocatiemuseum een centrale plek? Hoe ga je om met dat spanningsveld?
Schaal
S
Een belangrijk begrip in Mechelen is de ‘schaal’ van de stad. Die is bevattelijk en biedt grote voordelen om de binnenruimte van de stadsmusea in een nauw verband te brengen met de buitenruimte (de stad zelf). Alles is beloopbaar. Dit betekent uiteraard niet dat ‘de rand’ over het hoofd mag worden gezien. Dit is een probleem van veel stadsmusea: zonder rand geen centrum en omgekeerd. Het schaalvoordeel kan betekenen dat het stadsmuseum niet het hele verhaal hoeft te brengen, en dat het mensen uitnodigt c.q. de gelegenheid biedt, c.q. het raamwerk aanreikt om een netwerkje van andere plaatsen in de stad te verkennen: ‘Erfgoedshopping’ of -hopping, met medewerking van het Mechelse erfgoedveld en andere groepen. Of nog: het stadsmuseum als ‘gids’ voor een stadsverkenning. Dat is de fysische schaal. Daarnaast zijn er de diverse schalen waar Mechelen in de verschillende fasen van zijn geschiedenis en in zijn verschillende hoedanigheden toe behoorde: internationaal (als machtscentrum, als hoofdzetel van de lokale kerk), nationaal (spoorwegen, meubel- en ambachtenstad), regionaal (het lokale kunst- en cultuurleven)...
Spanningsveld Een museum kan uiteenlopende groepen mensen ‘bedienen’ en missies hebben. Toch moet men ook bedacht zijn op het spanningsveld tussen het lokale en het internationale. Kort door de bocht: tussen het erfgoeddenken (met ‘kleinere’ stadsverhalen; community heritage) en het toeristische discours (met ‘uitpakverhalen’ en topstukken; glamour heritage). Tussen een museum van de stad en een museum in de stad. Het is in een stad als Mechelen essentieel dat musea bij de lokale bevolking en bij de andere erfgoedspelers leven, dat men er zich bij betrokken voelt, dat zo veel mogelijk Mechelaars de stadsmusea als ‘hun’ museum zien... Een goed marketingverhaal en lokale betrokkenheid hoeven elkaar niet uit te sluiten en kunnen elkaar versterken en verrijken: een internationale focus en ambiance kan ook fierheid en betrokkenheid creëren. Mechelaars kunnen ambassadeurs van hun stad(smusea) worden.
praktijkvoorbeeld - Spanningsveld
Toeristen en Mechelaars Recent onderzoek over de recreatieve verblijfstoeristen in de kunststeden, in opdracht van Toerisme Vlaanderen en uitgevoerd door WES, wijst uit dat hun voornaamste activiteiten in Mechelen zijn: wandelen, het bezoeken van monumentale kerken en gastronomie. Mechelen scoort vooral goed voor het geheel van het patrimonium en de veelheid aan bezienswaardigheden. Zijn belangrijkste troeven lopen dus verrassend parallel met de bevindingen van de denkdag over de troeven voor het Mechelse museumconcept: de veelheid en rijkheid aan erfgoed en erfgoedspelers in Mechelen. Toch moet er ook aandacht zijn voor de draagkracht van een stad op toeristisch en erfgoedgebied, en moeten die twee verzoend worden: het stedelijke erfgoed is er, behalve voor toeristen, ook voor de Mechelaar. Een klein voorbeeld: het bezoek aan de muurschilderingen in de Sint-Janskerk verloopt gefaseerd omdat de ruimte en de kwetsbaarheid van de muurschilderingen geen grote groepen toeristen toelaten. Tegelijk moet ook de Mechelaar de kans krijgen om zich bij dit erfgoed betrokken te weten en het zich eigen te maken.
27
28
NAAR EEN MUSEUM VOOR MECHELEN
S
Het abc van de denkdag
Stad als ‘collectie’
Het is een gedachte die in meer en meer (stads)musea ingang vindt: de eigenlijke ‘collectie’ – ja, zelfs het enige ‘topstuk’ – is de stad zelf met haar buurten en gebouwen, mensen en verhalen, objecten en tradities. Stadsmusea moet hun bezoekers ‘goesting’ doen krijgen in de stad, een introductie bieden in de stad van gisteren en vandaag, hen mee laten discussiëren over de stad van morgen... Voor deze musea betekent dit dat ze geen eiland kunnen zijn. Ze moeten betrokken zijn bij de stad en haar bewoners, en keuzes maken, ook en vooral wat actueel erfgoed betreft.
Stadsontwikkeling
Veel stadsmusea brengen het verhaal van de historische ontwikkeling van de stad, doorgaans geconcentreerd op enkele thema’s: de bevolking, handel en nijverheid, de openbare ruimte, de machthebbers, de kunsten, oorlogen en strijd... In een stad worden op dezelfde plek steeds weer nieuwe verhalen geschreven, in steeds weer andere tijden, door steeds weer andere mensen. En toch is er ook een vorm van continuïteit. Een stad is per definitie veellagig. Dat besef reikt een boeiende leessleutel aan. Stadsmusea kunnen hiermee voortdurend nieuwe inhouden genereren.
Toetssteen
T
Een dubbele toetssteen voor het stadsmuseum wordt het antwoord op deze vragen: zullen Mechelaars van allerlei slag en soort over de vloer komen, zich betrokken weten, trots ervaren bij ‘hun’ museum? En zullen zij op hun beurt bezoekers en gasten meebrengen naar het stadsmuseum? Zullen Mechelaars de ambassadeurs worden van het nieuwe stadsmuseum?
Topstukken
Vaak komt de gedachte terug dat Mechelen kan en moet uitpakken met zijn topstukken, maar dan in een overkoepelend Mechels verhaal. Uitpakken met alleen maar historische highlights houdt het gevaar in dat je de band met de hedendaagse stad verliest, dat je jezelf reduceert tot een marketingverhaal en een Fremdkörper in je omgeving wordt.
praktijkvoorbeeld - Stadsontwikkeling
Erfgoedontwikkeling De stad Mechelen beschikt over een afdeling Erfgoedontwikkeling. Daar maken diverse diensten deel van uit: dienst archeologie, het stads-archief, de stedelijke musea, de erfgoedcel. De samenwerking, zeker als ze nog wordt uitgebreid, biedt volop kansen om de Mechelse veellagigheid uit te spelen. Zo werkt de erfgoedcel met deze diensten samen bij het zoeken naar nieuwe thema’s voor Soiree Lamot, een populaire lezingenreeks voor een breed publiek. Er wordt telkens gekozen voor een thema met een typisch Mechelse insteek dat op verschillende manieren ‘stadsbreed en –diep’ benaderd wordt. De reeks over Dossin in het najaar van 2012 bood inzichten over de site vanuit diverse perspectieven: historisch, archeologisch, bouwkundig…
praktijkvoorbeeld - Toetssteen
Peters van een skelet Bij de opgravingen van het Sint-Romboutskerkhof in 2009 experimenteerde de Dienst Archeologie met een nieuw concept om mensen te betrekken bij dit deel van de centrale stadsgeschiedenis. Het publiek kon voor een beperkt bedrag peter of meter worden van een skelet en ontving in ruil extra informatie over de opgravingen en een achter-de-schermen-rondleiding. Tot op heden werden er 365 peterschappen uitgeschreven.…
praktijkvoorbeeld - Topstukken
De meubels van Rik Wouters Voor de tentoonstelling Rik Wouters en co (2011, Lamot) werd volop gebruik gemaakt van de naam ‘Rik Wouters’ om ook een ander facet van Mechelen te belichten: de meubeltraditie, waar de kunstenaar uit stamde. Het ‘topstuk’ Wouters diende mee als kapstok voor kleinere ‘geschiedenissen’ in verband met ‘Mechelen meubelstad’. Via dat thema kan dan weer de band met de hedendaagse stad worden gelegd: migratie, referentiepunten in de stad i.v.m. de meubelnijverheid...
29
30
V
NAAR EEN MUSEUM VOOR MECHELEN
Vlaamse context
Er werden de jongste jaren in Vlaanderen een aantal stadsmusea vernieuwd en/ of nieuw opgericht, in grote en kleinere steden. De Mechelse stadsmusea zullen een eigen rol spelen in dat geheel/netwerk en een eigen verhaal brengen. Zonder dat er moet worden gestreefd naar een sluitend netwerk waarin elk museum een deel van een groot verhaal brengt, dringen overleg en netwerkvorming zich op.
Volgorde
De logica der museumdingen zegt dat je eerst bepaalt welk type museum je wil, welke rol het museum in de stad moet spelen en wat je missie is, welk verhaal je wil brengen, welk publiek je daarbij wil betrekken en hoe je dat gaat doen. Op basis van de antwoorden ga je vervolgens kijken naar de geschikte locatie, het soort gebouw, de ideale ligging, de collectie, het collectieplan... Stadsmusea bepalen eerst hun missie en gaan dan op zoek naar de collecties/instrumenten/ manieren om die waar te maken. Deze manier van werken veronderstelt een bereidheid tot collectiemobiliteit, minstens op stedelijk niveau. Onze historisch gegroeide stedelijke museumcollecties bevatten immers onvermijdelijk tal van lacunes. In een andere optie bekijkt men eerst de collectie en vraagt zich vervolgens af tot welke ‘stadsverhalen’ die zich leent.
W
Wij-werking
De stadsmusea moeten Mechelaars het gevoel geven dat ze ‘van hen’ zijn, dat ze ook hun verhaal vertellen, dat ze hen aanbelangen... Die ‘wij-werking’ veronderstelt musea die partnergericht werken, diverse verhalen vertellen vanuit diverse invalshoeken, rekening houden met wensen en de inbreng van de bevolking, hun werking opentrekken, ook buiten de museummuren. Dit veronderstelt ook aantrekkelijke, centrale plekken waar het aangenaam vertoeven is. Die betrokkenheid begint al bij de voorbereiding van de musea.
Het abc van de denkdag
praktijkvoorbeeld - Wij-werking
Trots en verbonden In Mechelen zijn er de jongste jaren mooie voorbeelden van erfgoedprojecten waar diverse particulieren bij betrokken zijn. Zo is er na vijf jaar werking dankzij de‘museumkampen’ een vaste kern van lagereschoolkinderen gevormd die de kampen als hun plek beschouwen en die deelnemen aan projecten van de musea. In het project ‘Gekoesterd Mechelen’ toonden Mechelaars hun favoriete (erfgoed) plekjes in de stad aan elkaar, via diverse media en uiteindelijk ook door op stap te gaan.
31
32
NAAR EEN MUSEUM VOOR MECHELEN
DRIE SCENARIO’S
34
NAAR EEN MUSEUM VOOR MECHELEN
DRIE SCENARIO’S
LEZEN VOOR GEBRUIK! Op de denkdag formuleerden de deelnemers drie mogelijke scenario’s voor het nieuwe Mechelse stadsmuseum. Het gaat niet over kant en klare te implementeren keuzes, maar om drie manieren om verschillende museale aspecten telkens vanuit een ander perspectief te bekijken. Sinds de denkdag zijn deze drie concepten, in verschillende discussiemomenten met verschillende stakeholders, steeds verder uitgepuurd en scherper gesteld. Dit bleek noodzakelijk om de typologieën duidelijker tegen elkaar af te zetten, de consequenties in te schatten en het gesprek met de stakeholders te kunnen faciliteren. In de beschrijving hieronder benadrukken we de contrasten. In de realiteit zal het onderscheid nooit zo sterk afgelijnd zijn. Het gaat niet om ‘zuivere’ museumconcepten die te nemen of te laten zijn. Onderlinge combinaties zijn mogelijk en waarschijnlijk wenselijk. De beschrijving is een denkoefening die de stakeholder dwingt om te reflecteren over de doelstellingen van het museum, de collectie, de museumruimte, de doelgroepen en de prioritaire werking.
1. HET NARRATIEVE MUSEUM Het narratieve museum is een verhalenmuseum dat een diversiteit aan stadsverhalen vertelt. Die mix van grote en kleine verhalen hangt vast aan een stevige rode (stads)draad, het hoofdthema van het museum. Het verhaal staat centraal en de objecten uit diverse collecties - ook topstukken waar de stad prat op gaat - of subverhalen met ‘tentoonstellingskwaliteit’ worden gekozen in functie van het centrale grote thema. Binnen dat thema wordt gewerkt in verschillende lagen. De keuze van het raamverhaal is samen met de wetenschappelijke onderbouwing van de verhalen essentieel voor dit museum. De gelaagdheid en diversiteit komt tot stand door de mix van kleine en grote verhalen, oude en nieuwe verhalen, persoonlijke verhalen en verhalen met een universeel karakter. Door die gelaagdheid slaagt het narratieve museum er in zeer uiteenlopende doelgroepen aan te spreken. Het museum prikkelt diverse soorten publiek, die het ook bij zijn verhaal betrekt. Het museum zoekt nieuwe verhalen en collecties en doet daarbij een beroep op wat er vandaag in de stad leeft. Het museum zelf is actief als filter, ‘selecteerder’ en vertaler-verteller en toetst de verhalen af aan het gekozen hoofdthema. Daarbij gaat het de contradicties in die (Mechelse) verhalen niet uit de weg. Het laat zien hoe de stad haar eigenheid vormgeeft en uitdraagt.
35
36
NAAR EEN MUSEUM VOOR MECHELEN
DRIE SCENARIO’S
2. HET HYBRIDE MUSEUM
3. HET STADSMUSEUM ALS SPIN OF POORT
Het hybride museum gaat uit van de idee dat het erfgoed in zijn geheel rijker wordt door voortdurend verbanden te leggen tussen objecten, collecties, thema’s, verhalen en mensen, en tussen soorten erfgoed en cultuur. Je moet plekken creëren, zowel fysiek als digitaal, waar ontmoeting, informatie, beleving en confrontaties mogelijk zijn en waarbij je zo veel mogelijk mensen betrekt. Het hybride museum wil die plek zijn.
Dit museum is als een spin in een web op alle mogelijke manieren verbonden met de buitenwereld. Een dergelijk museum is een platform dat gedragen en mee empowerd wordt door de mensen van en in de stad. Het uitgangspunt voor het museum is het blootleggen van verbanden tussen de complexe sociale processen van de hedendaagse stedelijke samenleving en de historische context van de stad. De collectie krijgt zo een symboolwaarde die ook verwijst naar de huidige maatschappij. Het museum treedt buiten zijn muren om samen met de bewoners van de stad vorm te geven aan de hedendaagse museale invulling. Tegelijk is het een toegangspoort tot de stad, een vertrek of herkenningspunt voor bezoekers om de stad te ontdekken. Dankzij de schaal van de stad is dat in Mechelen perfect mogelijk: alles is fysiek nabij, een niet te onderschatten voordeel.
Vertrekpunt is het object, de collectie van de stad. Objecten vormen de inspiratiebron bij uitstek waarrond een netwerk gecreëerd wordt met traditionele en minder traditionele partners. De erfgoedschotten en -eilanden verdwijnen en het object wordt de spil van een platform waar dans, debat, theater, wetenschappelijk onderzoek en andere reflecties op de samenleving tot stand komen. Verleden en heden ontmoeten elkaar en treden in dialoog. Het museum is een dynamisch erfgoed- en bezoekerscentrum en een ‘verwerkingsplek’ die nadrukkelijk haar rol opeist en een stem heeft in de stad van vandaag. Het hybride museum is met andere woorden veel meer dan een museum. Het hybride museum is de spil van het erfgoed/culturele leven in de stad en het verdiept mee de stedelijke debatten die vandaag plaatsvinden. Het hybride museum is een erfgoedlabo, het stimuleert het experiment en heeft zo een voorbeeldfunctie voor de ontwikkeling van de stad. Het daagt medewerkers en bezoekers uit om mee na te denken over de stad en hoe die vandaag ingevuld wordt in dialoog met het verleden en de geschiedenis. Het museum zoekt actief naar verbindingen en nodigt alle partners uit om mee vorm te geven aan het museum binnen de museummuren.
De gehele stad, en vooral wat er leeft bij de Mechelaars, vormt de collectie binnen dit museumconcept. Het is geen statische collectie, maar een die groeit vanuit een actieve wisselwerking tussen het museum en de gemeenschappen in de stad. Het is bij uitstek een dynamisch museum dat meegroeit op het ritme van de stad en dat de verbindingen tussen heden en verleden zichtbaar maakt.
37
38
NAAR EEN MUSEUM VOOR MECHELEN
wordt vervolgd
40
NAAR EEN MUSEUM VOOR MECHELEN
WORDT VERVOLGD
Wordt vervolgd
De voortzetting van het museumtraject.
Fase 2
Fase 3
Fase twee van het museumtraject voorziet, behalve in een voortgezette verkenning van inhoudelijke verhaallijnen (i.s.m. het Geheugencollectief), ook in een verdere aftoetsing van de museale mogelijkheden bij diverse betrokken partijen en/of stakeholders. In eerste instantie wordt aan een aantal sleutelfiguren en opiniemakers – zowel nationaal als internationaal – gevraagd wat zij verwachten van stadsmusea. Zij worden gezocht in de wereld van het toerisme, onderwijs, media, cultuur, psychologie en creatieve industrie. Hun opinies worden in een interviewreeks verzameld die zo een impressie wil bieden van de huidige maatschappelijke trends en de verwachtingen die daaruit voortvloeien.
In een derde fase krijgt een eerste tentoonstellingspresentatie vorm. In 2014 vertaalt de projectgroep alle vergaarde kennis en voorstellen uit de verschillende stakeholdersgroepen en suggesties van het beoogde publiek in een grote ‘compilatie’tentoonstelling in het Hof van Busleyden in Mechelen. Daarin wordt geëxperimenteerd met alle bevindingen uit de voorgaande fasen. Op die manier hopen we te komen tot een gedragen en voldragen concept voor de stadsmusea Mechelen, en tot betrokkenheid. Het doel van de tentoonstelling zal tweeledig zijn: het publiek zo ruim mogelijk informeren over alle mogelijke invalshoeken voor het vernieuwde stadsmuseum, en datzelfde publiek polsen/opnieuw bevragen naar hun voorkeuren, ‘toppers’ en keuzes voor het nieuwe museum.
Vanuit een geïntegreerde museumvisie worden in deze fase ook de lokale belangengroepen en de erfgoedsector bevraagd. In focusgroepen met vertegenwoordigers uit de ruime museumomgeving, het erfgoedveld van Mechelen en de regio en verwante sectoren worden de gedragenheid van museale concepten en de mogelijkheden tot samenwerking afgetoetst. Die groepen worden samengesteld met ondermeer mensen uit collega-stadsdiensten, gidsen, vriendenverenigingen, onderwijs, lokale musea, de cultuurspelers uit de omliggende gemeenten en vertegenwoordigers van organisaties die actief zijn op het raakvlak met erfgoed. De informatie over de mogelijke ‘conceptuele’ bouwstenen voor het nieuwe museum uit de eerste fase, de interviews met sleutelfiguren en de input vanuit de sectorbevraging dienen als basis voor een uitgebreide communicatie met de Mechelse beleidsmakers. Zo krijgen zij een ruim beeld van het potentieel van stadsmusea en van de verwachtingen die bij diverse maatschappelijke sectoren leven. Tot slot wordt ook het Mechelse publiek bevraagd over zijn verwachtingen voor/ van de Mechelse musea. Hier kiezen we voor het experiment: we stappen actief op de verschillende doelgroepen af en peilen naar hun aspiraties. Dit participatief experiment maakt deel uit van een methodologisch traject waarbij verschillende steden (o.a. Antwerpen, Gent, Brugge, en ook Brussel, Hasselt en Leuven) samen met FARO (het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed) aan de slag gaan met het werk ‘The participatory museum’ van Nina Simon. Hun bevindingen delen ze - middels een online publicatie - met de erfgoedsecctor.
Fase 4 Het orgelpunt van dit ganse traject is de uiteindelijke vertaling van al onze bevindingen naar een werking voor de Stedelijke Musea Mechelen. De vierde fase van het museumtraject beoogt een concreet masterplan voor de musea. Op die manier koppelen we een ruim gedragen project aan een realistische fasering en budgettering, om zo te komen tot een “nieuw museum voor Mechelen”.
41
42
NAAR EEN MUSEUM VOOR MECHELEN
Overzicht deelnemers
Leen Beyers
43
Inhoudelijke Coördinatie
MAS - Antwerpen
Ward Bohé
Conservator
SteM - Sint-Niklaas
Sigrid Bosmans
Diensthoofd
Erfgoedcel Mechelen
Research Group DAAD
Universiteit Hasselt - PHL University College
Directie
STAM - Gent
Coördinator
Stadsmus - Hasselt
Adjunct-conservator
Bruggemuseum
Directeur
Faro - Brussel
Zaakvoerder
Madoc - Gent
Schepen
Stad Mechelen
Arnoud Odding
Zaakvoerder
O dubbel d | Strategic Advice for Museums - Den Haag
Alexandra Pauwels
Conservator
Stedelijke Musea Mechelen
Rebecca Schoeters
Museumconsulent
Provincie Vlaams-Brabant - Leuven
Bart Stroobants
Hoofdconservator
Stedelijke Musea Mechelen
Kristl Strubbe
Schepen
Stad Mechelen
Anouk Stulens
Afdelingshoofd
Erfgoedontwikkeling Mechelen
Paul Van de Laar
Hoofd collectie
Museum Rotterdam
Erfgoedcoördinator
Erfgoedcel Mechelen
Research
Tijdsbeeld & Pièce Montée nv - Gent
Roel De Ridder Christine De Weerdt Ann Delbeke Aleid Hemeryck Marc Jacobs Benny Kerkhof Frank Nobels
Eva Van Hoye Kristin Vandamme Hélène Verreyke Marijke Wienen
Kunst- en Cultuurwetenschappen Erasmus University Rotterdam Erfgoedcoördinator
Erfgoedcel Mechelen
Redactie Patrick De Rynck
Dank aan Leen Beyers, Ward Bohé, Sigrid Bosmans, Roel De Ridder, Christine De Weerdt, Ann Delbeke, Aleid Hemeryck, Marc Jacobs, Benny Kerkhof, Annelies Lieten, Ewoud Monbaillu, Frank Nobels, Arnoud Odding, Alexandra Pauwels, Rebecca Schoeters, Iris Steen, Bart Stroobants, Kristl Strubbe, Anouk Stulens, Paul Van de Laar, Eva Van Hoye, Olga Van Oost, Kristin Vandamme, Hélène Verreyke, Marijke Wienen
Verantwoordelijke uitgever Heidi De Nijn, Grote Markt 21, 2800 Mechelen
Een publicatie van Erfgoedcel Mechelen - coördinatie Sigrid Bosmans en Marijke Wienen Van Beethovenstraat 8-10 2800 Mechelen
E-land erfgoedland.be
[email protected]
Beeldmateriaal Stadsarchief Mechelen www.beeldbankmechelen.be Stedelijke Musea Mechelen
Vormgeving YELL! -
[email protected]
Druk www.swipri.be
Depotnummer D/2013/0797/029