Zandvoorts Museum, meer dan een museum Deel twee: Bijlagen
Vastgesteld door de gemeenteraad van Zandvoort : d.d. 21 februari 2006 Gepubliceerd in De Zandvoorter : d.d. 9 maart 2006 Inwerkingtreding : d.d. 15 maart 2006 Registratienr: 2005/11923
Gemeente Zandvoort Telefoon: Fax: E-mail: Internet: Postadres:
Bankrekening:
023 574 01 00 023 571 37 24
[email protected] www.zandvoort.nl Postbus 2 2040 AA Zandvoort Swaluëstraat 2 Zandvoort BNG 28.50.10.034
Registratienr:
2005/11923
Bezoekadres:
INHOUDSOPGAVE 1
GESPREKSVERSLAG VRIJWILLIGERS MUSEUM .................................................................. 1
2
GESPREKSVERSLAG BOMSCHUIT BOUWCLUB .................................................................... 4
3
GESPREKSVERSLAG MET FOLKLOREVERENIGING DE WURF ....................................... 6
4
GESPREKSVERSLAG MET GENOOTSCHAP OUD ZANDVOORT ........................................ 8
5
GESPREKSVERSLAG MET JUTTERS MU-ZEE-UM............................................................... 10
6
GESPREKSVERSLAG DIRECTEUR VVV DHR. G.J.W. SIPS................................................. 11
7
GESPREKSVERSLAG ONDERNEMERSPLATFORM ZANDVOORT................................... 13
8
GESPREKSVERSLAG MUSEAAL HISTORISCH PERSPECTIEF ......................................... 15
9
GESPREK DUINCENTRUM DE ZANDWAAIER...................................................................... 17
10
TRENDS EN ONTWIKKELINGEN IN DE MUSEALE WERELD ........................................... 18
Schriftelijke reactie Bomschuiten Bouwclub Schriftelijke reactie Genootschap Oud Zandvoort Schriftelijke reactie Jutters mu-ZEE-um
Zandvoorts Museum, meer dan een museum Deel twee: Bijlagen
1
GESPREKSVERSLAG VRIJWILLIGERS MUSEUM Aanwezig: Anneke v.d. Berkt (medewerkster gemeente), Hans van Pelt, Lonneke Segaar, Anneke Feenstra, Jan van Beelen, Petra van Elst, Hans Gerke, Ria de Bakker Henk Esselink Els den Breejen Niet aanwezig vanwege vakantie: dhr. Roos Datum: 28 juli 2005 Onderwerp: visie op de toekomst van het Zandvoorts Museum De heer Esselink legt uit wat het doel is van het gesprek. De gemeente is bezig een visie te ontwikkelen over de toekomst van het Zandvoorts Museum voor de jaren 2005-2010. Niet alleen loopt de huidige beleidsnotitie over het museum af, ook voor het handhaven van de museumerkenning is het noodzakelijk een toekomstvisie te ontwikkelen. De gemeenteraad wil de visie bepalen aan de hand van een beleidsnota met mogelijke toekomstscenario’s. Welke mogelijkheden zijn er voor het gebouw, wat voor activiteiten kunnen er nog ontwikkeld worden om het aantal bezoekers te vergroten, zijn de stijlkamers goed en wat te doen met het fotoarchief. Om daarover een goed en duidelijk besluit te kunnen nemen wordt met diverse instanties en betrokkenen uit de Zandvoortse samenleving gesproken. Nadat de raad heeft besloten welke optie voor het museum in Zandvoort het meest gewenst wordt deze optie verder uitgewerkt. Anneke v.d. Berkt deelt mee dat het bezoekersaantal van het museum ten opzichte van vorig jaar flink zal stijgen. Tot nu toe zijn er 4130 bezoekers geregistreerd tegenover 4463 bezoekers over heel 2004. Wel heerst de mening dat er meer reclame gemaakt zou moeten worden voor het museum en er bijvoorbeeld een verwijzing zou moeten komen op het informatiebord aan het begin van de Zandvoortselaan. Het blijkt dat onder de vrijwilligers grote behoefte bestaat aan een beheerder. Niet alleen met betrekking tot beheerderstaken maar ook wat betreft coördinatie van werkzaamheden. Nieuwe ontwikkelingen stagneren en een aantal beheerstaken kunnen niet worden uitgevoerd. Gedurende het gesprek zijn een aantal praktische zaken naar voren gekomen die niet direct opgelost kunnen worden vanwege het ontbreken van een beheerder (bijvoorbeeld het opruimen van de zolder). Deze opmerkingen die niet expliciet bijdragen aan de toekomstvisie, maar betrekking hebben op het dagelijkse beheer, zijn niet in dit verslag opgenomen. Uitstraling museum en tuin De zijgevel zou meer open moeten zijn dan en minder saai. Wellicht is het mogelijk de entree in de zijgevel te situeren. Opgemerkt wordt dat het buitenschilderwerk slecht wordt. Een wens is om buiten, naast de ingang een bord op te hangen met de entreeprijzen (nu hangt deze informatie alleen binnen). Alle vrijwilligers zijn het er over eens dat de tuin (nu ernstig vervuild) meer betrokken zou moeten worden bij het museum. Dit kan door de tuin toegankelijk te maken, een zitje te creëren en beeldende kunst in de tuin te plaatsen. Aandachtspunt is dat er een oplossing gezocht wordt voor het ‘uitzicht’ van en naar het belendende pand.
2005/11923, d.d.
1
Zandvoorts Museum, meer dan een museum Deel twee: Bijlagen
Gebouw binnen Doordat veel vast materiaal en ‘decorstukken’ niet verplaatsbaar zijn kan er niet goed worden schoongemaakt en zorgt dit ook voor de nogal statische indeling van de ruimte en de uitgestalde collectie. Door de decorstukken verplaatsbaar te maken ontstaat er een betere benutting van de ruimte en kan flexibel worden ingespeeld op nieuwe activiteiten. Daarnaast is er veel behoefte aan een leesgelegenheid voor het publiek, voor het inzien van folders, boeken en wellicht fotomateriaal met daarbij een koffie-uitschenkpunt. Organisatie Er worden twee opties besproken: verzelfstandiging van het museum via een stichting (eventueel de beheerder in dienst van de gemeente) en de bestaande situatie van volledige zeggenschap bij de gemeente. Beide opties worden op voor- en nadelen doorgenomen. Belangrijkste punten daarbij zijn dat voorkomen moet worden dat er op enige manier belangverstrengeling ontstaat. Dit zou vooral kunnen gebeuren bij het oprichten van een stichting. Aan de andere kant zal een stichtingsbestuur dat bestaat uit vertegenwoordigers uit de Zandvoortse samenleving een grote betrokkenheid geven. De zeggenschap bij de gemeente te houden betekent meer neutraliteit en continuïteit maar de betrokkenheid zou minder kunnen zijn. De toekomstige beheerder moet deskundig zijn, een visie hebben, leiding kunnen geven aan vrijwilligers en personeel, zorgdragen voor nieuwe ontwikkelingen (al dan niet in samenwerking met anderen), en een goede gesprekspartner zijn voor gemeente en andere organisaties. Activiteiten en mogelijk nieuwe ontwikkelingen Besproken worden de stijlkamers, het fotoarchief, de wisselexposities en de mogelijkheid van nieuwe ontwikkelingen. Wat betreft de stijlkamers is de mening dat deze een grote toegevoegde waarde hebben voor het museum maar dat ze wel historisch vervolmaakt moeten worden. Men is enthousiast over de wisselexposities. De exposities dragen beduidend bij aan het verhogen van het bezoekersaantal. Het fotoarchief zou meer toegankelijk gemaakt kunnen worden, er is erg veel aanbod en daar mag Zandvoort trots op zijn. Wel moet worden voorkomen dat het museum verandert in een ‘fotomuseum’. Het museum moet ‘voor ieder wat wils’ bieden en de bestaande ‘oude’ sfeer moet blijven. Maar ook aan de meer recente geschiedenis zou aandacht geschonken moeten worden. Nogmaals wordt opgemerkt dat er behoefte is aan een passende ‘leesplek’ in het museum in combinatie met de mogelijkheid voor het verkrijgen van koffie/thee. Ten aanzien van het onderbrengen in het museum van een kunstuitleen van werk van Zandvoortse kunstenaars is men niet onverdeeld enthousiast. Het idee van een kunstuitleen wordt onderschreven maar vanwege ruimtegebrek kan dat naar mening van de vrijwilligers niet in het museum. Dit zou ten koste gaan van (nieuwe) museale activiteiten en ontwikkelingen. Themabijeenkomsten of lezingen en specifiek op het onderwijs gerichte activiteiten zouden meer ontwikkeld kunnen worden. Themabijeenkomsten zullen vooral de bewoners bereiken
2005/11923, d.d.
2
Zandvoorts Museum, meer dan een museum Deel twee: Bijlagen
want de verwachting is dat de toeristen niet specifiek naar dergelijke activiteiten komen. Bedacht wordt dat ook de Babbelwagen en het Genootschap Oud Zandvoort regelmatig themabijeenkomsten en lezingen houden. Een voorstel voor een multifunctioneel gebruik van het museum is het geven van tekenlessen en zoals op dit moment bijvoorbeeld gebeurt het tentoonstellen van de maquette van het nieuwe ontwerp Raadhuisplein. Tot slot krijgt Anneke v.d. Berkt van de vrijwilligers complimenten voor haar enthousiaste inzet na het vertrek van de beheerder. Zandvoort, 29 juli 2005
2005/11923, d.d.
3
Zandvoorts Museum, meer dan een museum Deel twee: Bijlagen
2
GESPREKSVERSLAG BOMSCHUIT BOUWCLUB Aanwezig namens de Bomschuitenclub: Mevrouw C.C.M. Kemp-v.d. Mije Dhr. R. Bossink Dhr. J.F. Bluijs Dhr. H. Esselink Mevrouw E. den Breejen. Datum: 2 juni 2005 Onderwerp: visie op de toekomst van het Zandvoorts Museum De heer Esselink legt uit wat het doel is van het gesprek. De gemeente is bezig een visie te ontwikkelen over de toekomst van het Zandvoorts Museum voor de jaren 2005-2010. De gemeenteraad wil de visie bepalen aan de hand van een verkennende beleidsnota met mogelijke toekomstscenario’s. Nadat de gemeenteraad heeft bepaald welke optie voor het museum in Zandvoort het meest gewenst is zal begonnen worden met het uitwerken daarvan. Voordat de beleidsnota wordt opgesteld worden de betrokken organisatie uit de Zandvoortse samenleving gevraagd hun mening over de toekomst van het museum aan te geven en ideeën te ventileren. De Bomschuitenclub heeft zijn visie over de toekomst van het museum in een bestuursvergadering besproken en op papier gezet. Deze visie wordt gebruikt als onderligger voor het gesprek en zal bij de stukken zal worden gevoegd. De visie gaat vooral in op mogelijke activiteiten en ontwikkelingen die bijdragen aan het vergroten van de betrokkenheid van de bevolking van Zandvoort en een toename op het bezoekersaantal. De Bomschuitenclub is van mening dat de bestaande bruikleenovereenkomst tussen de club en het museum gehandhaafd moet blijven. De relatie tussen de Bomschuitenclub en het museum is de laatste jaren goed geweest. Over het beheer van het museum is de mening dat de gemeente de beheersfunctie moet blijven uitoefenen maar dat er meer inspraak moet komen met de bij het museum nauw betrokken organisaties. Voorgesteld wordt een samenwerkingsverband/adviesraad in het leven te roepen met minimaal twee vertegenwoordigers van de diverse organisaties en verenigingen. De beheerder van het museum zal deskundig moeten zijn zonder dubbele agenda om belangenverstrengeling te voorkomen. De Bomschuitenclub is van mening dat het museum er niet alleen is voor de bewoners van Zandvoort maar dat het zich ook moet richten op de toeristen en tevens meer activiteiten moet ontplooien voor de kinderen van het basisonderwijs in Zandvoort, als belangrijke doelgroep. Er zal meer naar buiten gerichte informatie over het museum moeten komen: flyers bij alle hotels en pensions, bij scholen en meer publicaties over de activiteiten van het museum, gericht op zowel de bewoners als op de toeristen. Als voorbeelden voor (nieuwe) activiteiten worden onder andere genoemd: - wandelingen door het dorp - lezingen over specifieke thematische onderwerpen - een totaal ‘zomerprogramma’ opstellen - een samenwerkingsverband aangaan met onder andere de Waterleidingduinen.
2005/11923, d.d.
4
Zandvoorts Museum, meer dan een museum Deel twee: Bijlagen
Ten aanzien van de fysieke uitstraling van het museum is de mening dat de buitenkant en met name de kant aan het Gasthuisplein verbetering behoeft. Men is niet tegen een mogelijke vestiging van de VVV in het museum, zolang dat een toegevoegde waarde heeft en de betrokkenheid bij het museum en het aantal bezoekers vergroot. De Bomschuitenclub vindt dat het mogelijk zou moeten zijn het bezoekersaantal te vergroten. Dat zou een doelstelling voor de komende jaren moeten worden. Inzake de entreeprijs, die is ingesteld om het museum meer professionaliteit te geven is men de mening toegedaan dat wellicht flexibel zou kunnen zijn: bijvoorbeeld bij de grotere exposities een hogere entreeprijs rekenen. Een combinatie met bijvoorbeeld een kunstuitleen is mogelijk, ondanks dat een kunstuitleen vooral om moderne kunst gaat en het museum zich vooral richt op het verleden van Zandvoort. Het gebruiken van het museum voor andere zaken zoals vergaderingen en bijeenkomsten is alleen acceptabel onder verantwoordelijkheid van een beheerder. Met het uitlenen van materiaal (voornamelijk fotomateriaal) moet zeer behoudend worden omgegaan. Veel van het materiaal is uniek en kan en mag niet zomaar uitgeleend worden. Onder auspiciën van een deskundig beheerder zou het wellicht mogelijk zijn. De Bomschuitenclub heeft zijn visie over de toekomst van het museum op papier gezet dat wordt uitgereikt aan de gemeente. De visie gaat vooral in op mogelijke activiteiten en ontwikkelingen die bijdragen aan het vergroten van de betrokkenheid van de bevolking van Zandvoort en een toename op het bezoekersaantal.
NB; De Bomschuitenclub wil graag weer op de verzendlijst voor de exposities. Zandvoort, 15 juni 2005.
2005/11923, d.d.
5
Zandvoorts Museum, meer dan een museum Deel twee: Bijlagen
3
GESPREKSVERSLAG MET FOLKLOREVERENIGING DE WURF Aanwezig namens de Wurf: Mevrouw M. Hollander Dhr. H. Esselink Mevr.E. den Breejen. Datum: 2 juni 2005 Onderwerp: visie op de toekomst van het Zandvoorts Museum De heer Esselink legt uit wat het doel is van het gesprek. De gemeente is bezig een visie te ontwikkelen over de toekomst van het Zandvoorts Museum voor de jaren 2005-2010. De gemeenteraad wil de visie bepalen aan de hand van een verkennende beleidsnota met mogelijke toekomstscenario’s. Nadat de gemeenteraad heeft bepaald welke optie voor het museum in Zandvoort het meest gewenst is zal begonnen worden met het uitwerken daarvan. Voordat de beleidsnota wordt opgesteld worden de betrokken organisatie uit de Zandvoortse samenleving gevraagd hun mening over de toekomst van het museum aan te geven en ideeën te ventileren. Mevrouw Hollander spreekt namens het bestuur van de Wurf. De Wurf is van mening dat zowel de stijlkamers als ook de andere objecten in het museum vaker gewisseld of veranderd moeten worden om de bezoekers weer enthousiast te krijgen. De bewoners van Zandvoort kennen het museum zoals het er nu uitziet wel. Er is voldoende aan collectie en materiaal om dat mogelijk te maken. Er zou meer reclame voor het museum gemaakt moeten worden bij de VVV, hotels, scholen en op het web zou meer aandacht gegeven kunnen worden aan het museum en de andere organisaties die zich bezig houden met het verleden van Zandvoort. Van groot belang is dat er meer thematische onderwerpen worden behandeld zoals het vissersleven van Zandvoort, de aardappelteelt, de geschiedenis van stropers, de reddingsbrigade e.d. Hierop kunnen ook de wisselexposities worden aangepast. Als de gemeente besluit tot het oprichten van een stichting dan zullen alle betrokken organisaties zitting moeten krijgen in het bestuur. De voorzitter zal onafhankelijk moeten zijn dus bijvoorbeeld een wethouder en niet een voorzitter uit één van de verenigingen. De beheerstaken van het museum mogen niet in handen komen van een plaatselijke organisatie. De fysieke uitstraling van het museum is te gesloten. Het nodigt niet uit tot een bezoek. De Wurf betreurt het dat het hek bij de voorkant van het museum is verwijderd, de toegang is nu te open. De wisselexposities mogen een breed terrein beslaan zodat meerdere doelgroepen naar het museum gelokt worden. De Wurf is bereid een bijdrage te leveren aan het museum. Zij kunnen demonstraties verzorgen over bijvoorbeeld het kappen plooien en kunnen bijdragen aan het opmaken van de stijlkamers. Tevens zijn zij van harte bereid (in samenwerking met andere organisaties) scholen te bezoeken voor bijvoorbeeld kledingschouw. Op die wijze kan worden bijgedragen aan het enthousiast maken van de kinderen van Zandvoort voor het museum en kunnen de scholen worden gemotiveerd speciale projecten op te zetten en met de klassen naar het museum te komen.
2005/11923, d.d.
6
Zandvoorts Museum, meer dan een museum Deel twee: Bijlagen
De eventuele aanwezigheid van de VVV in het museum mag niet ten koste gaan de ruimte om de collectie te blijven exposeren. Als uitbreiding van activiteiten stelt de Wurf voor wandeltochten door het dorp, lezingen, thematisch gerichte activiteiten. De Wurf heeft geen behoefte aan gebruik van het museum voor haar vergaderingen. Zandvoort, 15 juni 2005.
2005/11923, d.d.
7
Zandvoorts Museum, meer dan een museum Deel twee: Bijlagen
4
GESPREKSVERSLAG MET GENOOTSCHAP OUD ZANDVOORT Aanwezig De heer G. Cense (voorzitter Genootschap Oud Zandvoort) Dhr. H. Esselink Mevrouw E. den Breejen. Datum: 15 juni 2005 Onderwerp: visie op de toekomst van het Zandvoorts Museum De heer Esselink legt uit wat het doel is van het gesprek. De gemeente is bezig een visie te ontwikkelen over de toekomst van het Zandvoorts Museum voor de jaren 2005-2010. De gemeenteraad wil de visie bepalen aan de hand van een verkennende beleidsnota. Nadat de gemeenteraad heeft bepaald welke optie voor het museum in Zandvoort het meest gewenst is zal begonnen worden met het uitwerken daarvan. Voordat de beleidsnota wordt opgesteld worden de betrokken organisatie uit de Zandvoortse samenleving gevraagd hun mening over de toekomst van het museum aan te geven en ideeën te ventileren. Hij refereert aan de eerdere gesprekken met het Genootschap over de toekomst van het museum. De heer Cense deelt eerst mee dat de heer Keur zich laat verontschuldigen. Hij overhandigt daarna een ‘eerste aanzet gespreksnotitie’ d.d. 15-06-05 aan de gemeente. In deze notitie staat de visie over de toekomst van het museum. De heer Cense wijst erop dat de gemeente de top down methode hanteert (visie eerst vaststellen en dan uitwerken). Het Genootschap geeft echter de voorkeur aan de bottom up methode. Ga eerst in gesprek met iedereen en bepaal samen de toekomstvisie. Het gaat hier om het behoud van cultureel erfgoed van Zandvoort. De doelstelling van het Genootschap is dus dezelfde als die van het museum en de laatste jaren is de samenwerking goed geweest. Qua activiteiten, gebruik van materiaal en dergelijke kunnen beide partijen echter nog meer voor elkaar gaan betekenen. Er zou moeten worden toegewerkt naar een totaal Zandvoorts archief door samenvoeging van het materiaal van het Genootschap en dat van het museum. De heer Cense vindt het lastig een duidelijke mening te ventileren over de toekomstige beheersvorm omdat niet alle mogelijkheden aan activiteiten ingezet worden. Er zou eerst een door alle partijen gezamenlijk opgesteld activiteitenprogramma moeten komen. Daaropvolgend kan vastgesteld worden welke beheersvorm het best passend is. De heer Cense is op dit moment niet enthousiast voor de stichtingsvorm. De beheersfunctie moet worden uitgeoefend door iemand die motiverend, enthousiasmerend en initiërend is, met hart voor Oud Zandvoort. Wel zou beter gebruik gemaakt kunnen worden van vrijwilligers zoals bij het museum van Katwijk dat zelfs helemaal gedraaid wordt door vele vrijwilligers. Vertegenwoordigers van alle organisaties en geledingen zouden mee moeten werken aan het ontwikkelen en uitvoeren van (nieuwe) activiteiten. Deze activiteiten zouden over de volle breedte, voor alle doelgroepen ook voor de toeristen moeten worden ontwikkeld. Wat ontbreekt bij de collectiestukken en materialen die geëxposeerd staan in het museum is de historische achtergronden daarvan en door wie materiaal en collectie ter beschikking is gesteld. De uitstraling van de stijlkamers is goed.
2005/11923, d.d.
8
Zandvoorts Museum, meer dan een museum Deel twee: Bijlagen
Hoe dynamischer het museum zich opstelt hoe beter het is, dus de wisselexposities moeten zeker gehandhaafd blijven. En tevens moet gedacht worden aan het geven van informatie over de ontwikkelingen van Zandvoort heden ten dage door maquettes een plaats te geven, zoals t.b.v. de Midden Boulevard. De activiteiten die worden ontwikkeld mogen echter nooit ten koste gaan van de missie van het museum om informatie te geven over Oud Zandvoort. De heer Cense wijst erop dat het aantal bewoners dat Zandvoort nog kent van voor de oorlog steeds kleiner wordt. Er zijn steeds minder mensen die de foto’s nog herkennen en zich het Zandvoort van toen herinneren. Door nieuwe technieken zou het verleden geïmplementeerd kunnen worden in het heden zodat een link ontstaat tussen Oud Zandvoort en het Zandvoort van nu. De heer Cense geeft aan dat het Genootschap vrijwilligers zou kunnen leveren die zich in willen zetten en hij is van mening dat daarvoor voldoende kennis en ervaring aanwezig is. Het is echter moeilijk een inschatting te maken over het aantal mensen dat zou kunnen worden ingezet en welke werkzaamheden gedaan zouden kunnen worden. Als de goede snaar geraakt wordt komen de vrijwilligers vanzelf. Hij denkt dat het onderbrengen van de VVV in het museum niet mogelijk is vanwege ruimtegebrek. Hij stelt voor de filmzaal beter onder te brengen zodat een groter aantal bezoekers mogelijk is. De fysieke uitstraling van het gebouw zou flink verbeterd kunnen worden. De heer Cense opteert voor een gezamenlijk gesprek met alle betrokken instanties voordat de visie wordt bepaald. Op die wijze kan bepaald worden waar de gemeenschappelijke factoren liggen, ontstaat zicht op de onderlinge verhouding en wordt zichtbaar wat de eigenheid van de organisaties en verenigingen is. De heer Esselink geeft aan dat het wellicht een optie is om tijdens de wettelijke inspraaktermijn een bijeenkomst te organiseren voor alle partijen om van gedachten te wisselen.
Zandvoort, 16 juni 2005.
2005/11923, d.d.
9
Zandvoorts Museum, meer dan een museum Deel twee: Bijlagen
5
GESPREKSVERSLAG MET JUTTERS MU-ZEE-UM Aanwezig: Dhr. Wim Kruiswijk Mevr. Els den Breejen Datum: 2 augustus 2005 Onderwerp: toekomst van het Zandvoorts Museum De gemeente is bezig een visie te ontwikkelen over de toekomst van het Zandvoorts Museum voor de jaren 2005-2010. Niet alleen loopt de huidige beleidsnotitie over het museum af, ook voor het handhaven van de museumerkenning is het noodzakelijk een toekomstvisie te ontwikkelen. De heer Kruiswijk heeft reeds schriftelijk gereageerd op een aantal zaken per brief van 19 juli 2005. Het gesprek van vandaag is alleen bedoeld om enige toelichting te geven over mogelijkheden die er zijn voor het gebouw, nieuwe activiteiten om het aantal bezoekers te vergroten, de stijlkamers en het fotoarchief. De heer Kruiswijk geeft aan dat de samenwerking tussen het Juttersmu-Zee-um en het Zandvoorts museum goed is, maar dat de samenwerking geïntensiveerd zou kunnen worden door gezamenlijke of op elkaar aansluitende activiteiten te organiseren. Het vertelt dat het Juttersmu-ZEE-um een stichtingsbestuur heeft dat zich niet inhoudelijk met het museum bezighoudt. Hijzelf beheert de collectie en zorgt voor de dagelijkse gang van zaken. Het blijkt in de praktijk een goede regeling maar deze organisatievorm is ook kwetsbaar. Op dit moment zijn twee bestuursleden afgetreden en het blijkt moeilijk nieuwe leden te vinden. Voor het Zandvoorts museum is een deskundig beheerder van groot belang die de leiding heeft over de vrijwilligers en een stimulator is voor nieuwe ontwikkelingen en ideeën. De collectie zou beheerd kunnen worden door een stichting c.q. vereniging. Wel moet daarbij de onpartijdigheid niet uit het oog worden verloren. De zijgevel van het gebouw zou aantrekkelijker gemaakt kunnen worden door een langs de hele gevel lopende vitrine waar, in miniatuur, bijvoorbeeld de boulevard zichtbaar is. Een aantrekkelijk perspectief voor zowel het museum als een toevoeging voor het Gasthuisplein. Om de aantrekkingskracht van het museum te vergroten zou het mogelijk zijn de schuur van Dorsman voor de Bomschuitenclub te gebruiken en deze via de ‘museumtuin’ met het museum te verbinden. Als ook het belendende pandje aangekocht zou kunnen worden voor bijvoorbeeld de stijlkamers ontstaat er een groot museaal aantrekkelijk complex. De wisselexposities hebben een toegevoegde waarde en ook een eventueel kunstuitleenpunt in het museum kan een goede combinatie zijn. Het fotoarchief zou meer toegankelijk gemaakt kunnen worden door bijvoorbeeld themagerichte videobanden in de videozaal te vertonen (strandleven, de duinen, oud Zandvoort). Ook is van groot belang dat er meer activiteiten voor de jeugd worden ontwikkeld. De heer Kruiswijk hoort soms dat de kinderen teleurgesteld zijn na een bezoek aan het museum omdat er voor hen niets te doen is. Zandvoort, 2 augustus 2005
2005/11923, d.d.
10
Zandvoorts Museum, meer dan een museum Deel twee: Bijlagen
6
GESPREKSVERSLAG DIRECTEUR VVV DHR. G.J.W. SIPS Aanwezig De heer G. Sips De heer H. Esselink Mevrouw E.den Breejen. Datum: 22 juli 2005 Onderwerp: toekomstvisie Zandvoorts Museum De heer Esselink legt in het kort uit wat het doel van het gesprek is. De gemeente is bezig een visie te ontwikkelen over de toekomst van het Zandvoorts Museum voor de jaren 20052010. De gemeenteraad wil de visie bepalen aan de hand van een verkennende beleidsnota met verschillende toekomstscenario’s. Voordat de beleidsnota wordt ontwikkeld worden de betrokken Zandvoortse organisaties gevraagd hun mening te geven over de toekomst van het museum. Zo wordt niet alleen gesproken met culturele verenigingen maar ook met bijvoorbeeld de ondernemers. De heer Sips vertelt dat zo’n 15 jaar geleden werd besloten tot oprichting van een regionale VVV maar dat er momenteel weer gedachten leven de VVV’s zelfstandig te laten functioneren. Samenwerking en huisvesting Op de vraag of hij een samenwerkingsmogelijkheid ziet tussen VVV en museum antwoordt de heer Sips dat samenwerken zeker tot de mogelijkheden behoort. De baliefunctie van het museum (openen/sluiten/verkoop artikelen en receptietaken) zou door de VVV overgenomen kunnen worden. Een voorbeeld voor een dergelijke combinatie noemt hij het Hilversumse Museum (voorheen Goois Museum). Daar is één centrale baliefunctie voor het museum en de VVV. De conservator functioneert zelfstandig en de VVV heeft de eigen backoffice functie behouden. Qua ruimte heeft het museum naast de balie ook een ontvangst, lees- en koffieruimte. Een praktische en economische combinatie die in Zandvoort waarschijnlijk ook zou kunnen werken. Een tweede mogelijkheid is dat de VVV ook de administratieve functies die bij het museum horen overneemt en dat alleen de functie van beheerder bij de gemeente blijft. Beide opties zouden de exploitatie van het gebouw en het museum wellicht ten goede komen. Qua ruimte is het huidige museum niet groot genoeg om de VVV bij het museum onder te brengen. Er zou gezocht moeten worden naar andere mogelijkheden (aankoop van het naastgelegen pand, aanbouw museum of museum en VVV elders onderbrengen). Bij dit laatste zou gedacht kunnen worden aan de Louis Davidscarré. Gebouw De Rotonde en de Midden Boulevard zijn minder geschikt (teveel strand en zeegericht). Noodzakelijk voor de VVV is echter wel om beschikking te hebben over een aantal ’10minuten’ parkeerplaatsen in de directe omgeving zijn waar VVV-bezoekers maximaal 10 minuten gratis kunnen parkeren. Museale functies De heer Sips meent dat er meer activiteiten ontwikkeld zouden moeten worden voor de jongeren.
2005/11923, d.d.
11
Zandvoorts Museum, meer dan een museum Deel twee: Bijlagen
Zowel via het basisonderwijs als ook met thema- en doelgroepgerichte activiteiten zou deze doelgroep meer betrokken kunnen worden bij culturele activiteiten door (meer) gebruik te maken van de huidige moderne digitale technieken en mogelijkheden. Ook de wisselexposities zouden zich meer kunnen richten op ouderen én hun kinderen waarbij de ligging van Zandvoort aan de zee en de kust intensief benut moet worden. De jongeren zouden aangezet moeten worden tot ‘zelfdoen’ zodat er bij deze doelgroep meer interesse ontstaat in de geschiedenis en het culturele leven. De heer Sips meent dat het onderbrengen van een kunstuitleen van werk van Zandvoortse kunstenaars, in het museum zeker tot de mogelijkheden behoort. Hij wijst erop dat er duidelijke pr-activiteiten ontwikkeld moeten worden om de betrokkenheid met het museum te vergroten maar ook een toename te krijgen van het aantal bezoekers. Organisatie De heer Sips is van mening dat de beheerderfunctie een gemeentelijke taak is (spreiden van de kosten door de gemeenschap). De overige museale taken zouden dan ondergebracht kunnen bij een stichting met vertegenwoordigers uit de samenleving. Hij is van mening dat met dit laatste wel zorgvuldig moet worden omgegaan om mogelijke belangenbehartiging te voorkomen. In het algemeen wil hij opmerken dat ondernemers en de horeca, naar zijn idee, te weinig aandacht hebben voor de verblijfstoeristen en dat men zich vooral richt op de dagtoeristen. Veel informatie wordt aangeboden in Nederlands en Engels terwijl het Duits ontbreekt. Maar juist de Duitsers vormen de grootste groep toeristen in Zandvoort. Als voorbeeld noemt hij de informatieborden naar het strand of bijvoorbeeld menukaarten. Het is een extra stukje service als die informatie drietalig beschikbaar zou zijn. Een ander idee is gebruik te maken van de Duitse media voor het promoten van Zandvoort, zeker nu het streven er op is gericht jaarrond activiteiten aan te bieden. Zandvoort, 25 juli 2005
2005/11923, d.d.
12
Zandvoorts Museum, meer dan een museum Deel twee: Bijlagen
7
GESPREKSVERSLAG ONDERNEMERSPLATFORM ZANDVOORT Aanwezig: Frans Walthaus Henk Esselink. Datum: 13 september 2005 Onderwerp: visie op de toekomst van het Zandvoorts Museum Frans Walthaus stelt zich voor als ondernemer (kantoormanager Rabobank), voorzitter Ondernemersplatform Zandvoort en vice-voorzitter Ondernemersvereniging Zandvoort. Henk Esselink introduceert met enige uitleg over de aanleiding en doelstelling van het gesprek: het gemeentebestuur wil een toekomstvisie voor het Zandvoorts Museum vaststellen voor de periode 2005-2010. Voordat zij hiertoe overgaat wil zij graag kennis nemen van de opvattingen die bij een aantal relevante personen en instellingen in Zandvoort hieromtrent leven. De verenigde Zandvoortse ondernemers maken daar ook deel van uit. Voor de Zandvoortse ondernemers geldt dat het Zandvoorts Museum wordt beschouwd als een mogelijkheid om voor de verblijfstoerist, met name buiten het hoogseizoen, in Zandvoort enig zinvol tijdverdrijf te bieden. Zandvoort heeft in dat opzicht geen overdadig aanbod en daar zou het museum niet in moeten wegvallen. De huidige opzet van het museum lijkt te kleinschalig om een werkelijk serieuze positie te kunnen innemen voor het jaarrondtoerisme; in overweging wordt daarom gegeven aan de gemeente om verschillende aanpalende functies te clusteren zodat er sprake zal zijn van een schaalgrootte waarop een interessant aanbod kan worden georganiseerd. Voorbeelden hiervan zijn clustering van het Zandvoorts Museum met de blijvende expositie van Zandvoortse kunstenaars in het Strandhotel, het Juttersmu-ZEE-um en de Bomschuitenclub (waarvan leden in het museum bijv. “live” kunnen tonen hoe ze hun hobby bedrijven). Als je die functies bijvoorbeeld in de Louis Davidscarré zou samenbrengen, dichtbij de brede school waarvan de openbare bibliotheek deel van uitmaakt, zou je een mooie voorziening kunnen creëren met voldoende aantrekkingskracht voor een grote groep verblijfstoeristen. Voor een dergelijk aanbod zou je ook prima toeristische promotie kunnen bedrijven – in de huidige situatie is grootschalige promotie niet verstandig gegeven de kleinschaligheid van het museum. De locatie van het huidige museum is niet gelukkig in het licht van de strategie om de driehoek tussen Raadhuisplein, Gasthuisplein en Kerkplein volledig voor de horeca te bestemmen. Het huidige pand zou prima aangewend kunnen worden voor een horecabestemming. Daarmee zou de bestaande blinde muur van het museum aan de zijde van het Gasthuisplein aanzienlijk verbeterd zou kunnen worden. Het museum zou buiten het directe centrum een nieuwe positie kunnen krijgen – te denken valt primair aan de Louis Davidscarré. De toekomst van het museum zou in een zo breed mogelijk perspectief bezien moeten worden. Zo zou bijvoorbeeld samengewerkt kunnen worden met het circuitpark – die hebben toch ook een rijke historie en kunnen daarvan heel wat laten zien. Een andere optie vormt het rijke verenigingsleven: overwogen zou kunnen worden om de sportverenigingen direct te betrekken bij het museum. Als voorwaarde voor subsidieverstrekking kan een bijdrage van sportverenigingen aan het museum worden gevraagd. Sportverenigingen hebben ook vaak een rijke historie.
2005/11923, d.d.
13
Zandvoorts Museum, meer dan een museum Deel twee: Bijlagen
Verzelfstandiging van het museum heeft geen meerwaarde waar het gaat om het vergroten van het maatschappelijk draagvlak. Het onderbrengen van het museum in een stichting zal enkele belangstellenden uit het dorp in het stichtingbestuur halen, maar de samenleving in algemene zin zal er niet sterker door bij het museum worden betrokken. Alles zou gericht moeten zijn op schaalvergroten, samenvoegen van bestaande functies, efficiënte inzet van beschikbare middelen om tegen aanvaardbare kosten, op een ambitieniveau dat strookt met de omvang van Zandvoort, een interessante voorziening voor de verblijfstoerist neer te zetten. Denk daarbij ook aan het inzetten van moderne technologie: via keuzemenu op een PC kan een bezoeker in het museum onderwerpen kiezen die hem/haar interesseren. Zandvoort, 13 september 2005
2005/11923, d.d.
14
Zandvoorts Museum, meer dan een museum Deel twee: Bijlagen
8
GESPREKSVERSLAG MUSEAAL HISTORISCH PERSPECTIEF Aanwezig: Marjelle van Hoorn Henk Esselink, Els den Breejen Datum: 22 september 2005 Onderwerp: visie op de toekomst van het Zandvoorts Museum De stichting Museaal Historisch Perspectief (MHP) is de provinciale organisatie die zich onder andere bezighoudt met ondersteuning aan musea. De stichting verleent, op verzoek, praktische ondersteuning (beheer collectie, klimaatbeheersing) maar kan ook adviseren in bedrijfsmatige aspecten zoals het formuleren van de doelgroepen, het vergroten van het museale draagvlak en biedt ondersteuning bij themagerichte of specifieke tentoonstellingen en activiteiten. De positie van een museum wordt bepaald aan de hand van de vraag hoe passend het is in de plaatselijke cultuur en in hoeverre de identiteit van het museum aansluit op de plaatselijke identiteit. (Dag)toeristen komen naar Zandvoort voor het strand (modern), het circuit (snelheid) en om te winkelen en het museum zou daar gericht op kunnen inspelen om meer recht doen aan wat Zandvoort is en wat bij Zandvoort hoort. Een goed voorbeeld is dat het museum gebruikt is als stembureau. In een andere gemeente zou dit niet mogelijk zijn maar in de Zandvoortse samenleving past dit wel. Ook de manier waarop de collectie tentoon wordt gesteld zou meer kunnen aansluiten bij de Zandvoortse ‘cultuur’. Het museum straalt iets uit van ‘pittoresk en schattig’ terwijl dit niet een bij Zandvoort passende karaktereigenschap is. Daarentegen zou de juist typische Zandvoortse ‘praat- en vertelcultuur’ gebruikt kunnen worden bij (ook op toeristen gerichte) activiteiten zoals dorpswandelingen onder leiding van een Zandvoortse gids. Voor de toekomst van het museum worden twee opties besproken: ‘op de winkel passen’ of de ambities naar boven bijstellen naar ‘meer dan een museum’. De optie ‘op de winkel passen’ betekent de huidige situatie in stand houden (beheer, registratie huidige collectie) en weinig tot geen uitbreiding van nieuwe ontwikkelingen en activiteiten. Het streven om meer toeristen naar het museum te trekken wordt losgelaten en het museum wordt een museum voor de Zandvoorters en de bewaarplek van de geschiedenis van het dorp. Als de ambitie wordt bijgesteld naar de optie ‘meer dan een museum’ zijn twee doelstellingen te onderscheiden. Het eerste streven dient gericht te zijn op het vergroten van het bezoek van toeristen. Het aanbod en de soort activiteiten dienen afgestemd te zijn op de behoefte van de toeristen waarbij het museum als uitvalbasis van de geschiedenis van Zandvoort wordt genomen. Activiteiten waaraan gedacht wordt: dorpswandelingen, gezamenlijke, themagerichte exposities (strand(leven)/circuit/racen) waarbij met de betrokken organisaties nauw wordt samengewerkt. Het tweede aspect bij de optie ‘meer dan een museum’ is het museum de rol geven van culturele ontmoetingsplaats (inlooplocatie) waar culturele activiteiten kunnen plaatsvinden en waar de geschiedenis van Zandvoort via boeken, foto’s, video’s en dia’s toegankelijk wordt gemaakt voor een zo breed mogelijk publiek. Een combinatie met VVV, bibliotheek en de brede school biedt daartoe veel perspectieven. Het huidige onderkomen is voor deze laatste optie niet geschikt maar overwogen kan worden het gebouw uit te breiden of het museum onder te brengen in een (multifunctioneel) gebouw elders in Zandvoort.
2005/11923, d.d.
15
Zandvoorts Museum, meer dan een museum Deel twee: Bijlagen
De samenwerking zal zich niet beperken tot culturele organisatie maar breed opgepakt worden met sportverenigingen, ondernemers, paviljoenhouders, sponsors e.d. Wat betreft de organisatievorm gaat de voorkeur van het MHP niet uit naar verzelfstandiging. Als de doelstelling van het museum is het vergroten van draagvlak, een toename van bezoekende toeristen en als het museum moet gaan bijdragen aan het jaarrondtoerisme is het van belang dat de gemeentelijke bemoeienis blijft. Door resultaatafspraken te maken met de beheerder/conservator die in gemeentelijke dienst is blijft gemeentelijke sturing mogelijk. Wel is het wenselijk voor de daadwerkelijke uitvoering van de resultaatafspraken staan een museumcommissie op te richten. Deze commissie werkt de resultaatafspraken uit in activiteiten, nieuwe ontwikkelingen en zoekt samenwerkingsvormen. De commissie zou moeten bestaan uit vertegenwoordigers van plaatselijke, bij het museum betrokken organisaties. In de beleidsnota over de toekomst van het museum zouden de resultaatafspraken al kunnen worden beschreven. Aan de hand van de resultaatafspraken kan dan tevens bepaald worden welke deskundigheid voor de functie van beheerder het meest gewenst is. Gesproken wordt over de mening van het MHP over het heffen van entreegelden. Het heffen van (symbolische) entree om te laten zien dat het museum professioneel is, is vanwege de kleinschaligheid van het museum niet noodzakelijk. Er zullen ook bezoekers zijn die vanwege de entreegelden het museum niet ingaan. In de praktijk blijkt dat een vrijwillige bijdrage meer inkomsten oplevert. Inkomsten moeten wel worden gegenereerd uit de bijdragen voor de activiteiten die worden georganiseerd. Een plek in het museum waar koffie/thee geschonken wordt, in combinatie met een leeshoek is zeer gewenst en draagt eraan bij dat bezoekers langer in het museum blijven. Uiteraard ontstaat tegelijk de mogelijkheid de geschiedenis van Zandvoort via boeken en folders aan te bieden. Het eigen fotoarchief moet toegankelijk gemaakt worden via internet, het ‘Geheugen van Nederland’ en de verkoop van afdrukken. De aan het museum in bruikleen gegeven fotocollectie mag alleen in het museum zelf getoond worden. Aangegeven wordt dat als het fotoarchief op orde is en volledig is gedocumenteerd en gedigitaliseerd het wellicht ondergebracht kan worden bij de archiefdienst Zuid Kennemerland. De kinderen van het basisonderwijs zijn in de museale wereld altijd een belangrijke doelgroep. Het museum zou op basis van de behoefte die onderwijsinstellingen en docenten aangeven, structureel activiteiten moeten aanbieden (opnemen in resultaatafspraken). De collectie op een meer interactieve manier aanbieden (door computerspellen e.d.) is niet noodzakelijk om het museum aantrekkelijker te maken. De digitale ontwikkelingen gaan zo snel dat men bijna altijd ‘achter de feiten’ aanloopt (te trage computers bijvoorbeeld). Het bereiken van de wat oudere jeugd lukt wel door in te spelen op hedendaagse ontwikkelingen en themagerichte projecten te organiseren. Het organiseren van de wisselexposities mag niet ten koste gaan van de energie, ruimte en tijd die nodig is voor de bestaande collectie. Een kunstuitleen onderbrengen bij het museum heeft zeker potentie omdat een nieuwe doelgroep het museum bezoekt. Zandvoort, 23 september 2005
2005/11923, d.d.
16
Zandvoorts Museum, meer dan een museum Deel twee: Bijlagen
9
GESPREK DUINCENTRUM DE ZANDWAAIER Aanwezig: Mevrouw H. Mesters (beheerder duincentrum De Zandwaaier) Els den Breejen Datum: 31 augustus 2005 Na contact met de beheerder van de Zandwaaier over andere zaken is in het gesprek tevens gesproken over het Zandvoorts Museum en over mogelijke samenwerking tussen het Zandvoorts Museum en de Zandwaaier. De Zandwaaier is gevestigd in het oude pompgebouw van het voormalige Haarlemse waterleidingbedrijf en grenst aan het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. In het gebouw zijn aanwezig een winkel, een bibliotheek met informatie over natuurgerelateerde onderwerpen, een kinderhoek, het diorama. Daarnaast is er een vaste tentoonstelling en elke drie maanden een wisseltentoonstelling. Jaarlijks ontvangt de Zandwaaier zo’n 45.000 bezoekers waarbij een groot deel bezoekers een herhalingsbezoek brengt. Bij de activiteiten die de Zandwaaier aanbiedt komen natuur en cultuur samen. De Zandwaaier biedt zowel voor individuen als voor groepen diverse activiteiten zoals wandelingen met of zonder begeleiding, excursies, workshops, speurtochten, natuurfilms voor kinderen, fototochten en nog veel meer. Met de gemeente Bloemendaal heeft de Zandwaaier een project gedaan in de vorm van het tentoonstellen van foto’s en materiaal over “Leven in Bloemendaal 1940-1945” en met betrekking tot de Atlantikwal. Dit project is voor alle partijen zeer bevredigend verlopen. De beheerder van het duincentrum staat open voor diverse vormen van samenwerken met het Zandvoorts museum. Ondanks het verschil in doelstelling, het museum richt zich vooral op de geschiedenis van Zandvoort en de Zandwaaier richt zich vooral op natuur, zijn er voldoende creatieve mogelijkheden om samen of in aanvulling op elkaar projecten en themagerichte activiteiten te ontwikkelen. Na een bezoek aan het Zandvoorts museum wordt afgesproken dat de Zandwaaier t.z.t. benaderd wordt voor het ontwikkelingen van gezamenlijke activiteiten, die zich in eerste instantie met name zullen richten op de leerlingen van het basisonderwijs, maar ook gelegen kunnen zijn in themagerichte tentoonstellingen waarbij de beide partners elkaar aanvullen. Mevrouw Mesters zal zorgen dat het Zandvoorts Museum op de verzendlijst komt van de Zandwaaier zodat in het museum algemene informatie over de Zandwaaier en over de diverse losse activiteiten aanwezig is. Mevrouw Mesters wil graag op de hoogte gehouden worden van besluitvorming rond het museum.
Zandvoort, 2 september 2005.
2005/11923, d.d.
17
Zandvoorts Museum, meer dan een museum Deel twee: Bijlagen
10
TRENDS EN ONTWIKKELINGEN IN DE MUSEALE WERELD Voor een goede beeldvorming van de landelijke ontwikkelingen in het museale veld worden hieronder een aantal van die ontwikkelingen benoemd die, zowel nationaal als internationaal, betrekking hebben op het ‘museum van de toekomst’. Kwaliteitsverbetering Het is voor musea met hun doorgaans beperkte staf en beperkte fondsen niet altijd eenvoudig om te voldoen aan de toenemende kwaliteitseisen die de gemeenschap en de wet aan hen stelt. Landelijk bestaan er plannen tot komen tot een kwaliteitszorgsysteem op het gebied van dienstverlening, zoals reeds ingesteld is bij bibliotheken. Een kwaliteitszorgsysteem maakt de prestaties van musea onderling vergelijkbaar en het is de bedoeling dat het kwaliteitszorgproject gaat fungeren als een vervolgfase op de museumregistratie. Samenwerking Musea gaan steeds meer samenwerken met andere organisatie zoals erfgoedorganisaties, de toeristische sector, bibliotheken en organisaties voor onderwijs en bejaardenwerk omdat in toenemende mate de noodzaak ontstaat voor het vergroten van maatschappelijk draagvlak. Beleid gericht op samenwerking en incidentele subsidies voor samenwerkingsprojecten kunnen het museum daarbij helpen. In opkomst is eveneens samenwerking in fysiek opzicht waarbij het museum samen met andere organisaties als bibliotheek of VVV fysiek onder één dak wordt ondergebracht. Publieksbereik en concurrentie in vrijetijdsbesteding Niet alleen het bereiken van specifieke doelgroepen als jongeren of minderheden wordt nagestreefd, maar ook wordt getracht mensen te bereiken die om wat voor reden ook geen musea bezoeken. Gestimuleerd door de overheid en door hun eigen behoefte aan draagvlak is er door de musea de laatste jaren een veelheid aan initiatieven, al dan niet in samenwerking met partners. Musea moeten er voor zorgen dat zij hun aantrekkelijkheid behouden of versterken om te kunnen concurreren met een overvloed aan andere vrijetijdsbesteding. Verzelfstandiging De bevoegdheid voor het besturen van een gemeentelijk museum ligt sinds het dualisme bij het college. Hierdoor is tevens de rol van de gemeente gewijzigd van controlerend naar regisserend en is de afstand tussen museum en gemeente vergroot. Gemeentelijke musea zijn over het algemeen minder zelfstandig dan rijksmusea. Om toch tot bloei te kunnen komen en een eigen koers te kunnen varen heeft een gemeentelijk museum inhoudelijk en financieel speelruimte nodig. Door de instelling van provinciale museumconsulentschappen die ondersteuning bieden aan musea zijn deze laatste echter in toenemende mate in staat tot professionalisering, mits er voldoende eigen vermogen is om zich te kunnen bedruipen. Verzelfstandiging moet aan een aantal voorwaarden voldoen en mag niet tot een verkapte bezuinigingsoperatie verworden. De verzelfstandiging betekent dat de verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van beleid bij de musea zelf komt te liggen waarbij van belang is dat het museum zich moet kunnen profileren ten opzichte van andere musea en (culturele) instellingen. Een duidelijke positiebepaling, afstemming van gemeentelijke en museale belangen en een heldere taakverdeling tussen museum en bestuur c.q. gemeente is voor verzelfstandiging noodzakelijk.
2005/11923, d.d.
18