MEERJARENPLAN ENERGIE-EFFICIENCY 2009-2012 MJA3 ICT-SECTOR ICT~OFFICE WOERDEN
30 juni 2011 075603046.0.3 - Concept B02012.000207.0120
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
Inhoud 1
Inleiding ____________________________________________________________________________________________ 5
2
Achtergronden & ontwikkelingen _____________________________________________________________ 6
3
2.1
Beschrijving van de sector ________________________________________________________________ 6
2.2
ICT-sector en de Meerjarenafspraak energie-efficiency _______________________________ 6
2.3
Omvang energiegebruik __________________________________________________________________ 7
2.4
Ontwikkelingen in de sector
2.5
Visie en ambitie op gebied van duurzaamheid
Overzicht geplande maatregelen
_____________________________________________________________
9
_______________________________________ 10
____________________________________________________________ 12
3.1
Gezamenlijk besparingspotentieel ______________________________________________________ 12
3.2
Procesmaatregelen________________________________________________________________________ 15
3.3
Ketenefficiency ____________________________________________________________________________ 16
3.4
Duurzame energie ________________________________________________________________________ 16
3.5
Potentieel lange termijn __________________________________________________________________ 17 ___________________________________________________________ 18
4
Doelstellingen periode 2009-2012
5
Monitoring ________________________________________________________________________________________ 20
6
5.1
Wijze MJA-monitoring ___________________________________________________________________ 20
5.2
Indicatoren energie-efficiency ___________________________________________________________ 21
5.3
Invloedsfactoren __________________________________________________________________________ 22
Focus branche-initiatieven ____________________________________________________________________ 23 6.1
Ketenefficiency & duurzame energie ___________________________________________________ 23
6.2
Mogelijk gezamenlijke aanpak __________________________________________________________ 23
6.3
Geplande acties zekere opties, invulling voorwaardelijke activiteiten & nader te bestuderen opties _________________________________________________________________________ 24
6.4
Rol- en taakverdeling
____________________________________________________________________ 26
6.5
Randvoorwaarden ________________________________________________________________________ 26
Bijlage 1
Deelnemers MJA ICT __________________________________________________________________ 27
Bijlage 2
Totaal overzicht besparingspotentieel EEP's ICT-sector___________________________ 28
Bijlage 3
Overzicht energiedragers met stookwaarde en CO2-emissiefactoren ____________ 30
Bijlage 4
Lijst met afkortingen en begrippen MJA ____________________________________________ 31
Colofon ________________________________________________________________________________________________ 33
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
3
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
4
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
HOOFDSTUK
1
Inleiding
Vanaf 1992 heeft de overheid in het kader van het energiebesparingsbeleid met een groot aantal sectoren een meerjarenafspraak (MJA) gemaakt over de verbetering van de energieefficiency. In 2000 is de eerste serie MJA's met succes afgesloten. Gemiddeld werd, over de periode 1989 – 2000, een efficiencyverbetering bereikt van 22,3%. De ICT sector, verenigd in ICT~Office, is in juli 2008 toegetreden tot de tweede Meerjarenafspraken energie-efficiency (MJA2). MJA3 is een intensivering, verlenging en verbreding van de MJA2. In de MJA3 is onder andere overeengekomen dat de ICT sector zijn doelstellingen betreffende energie-efficiencyverbetering, telkens voor vier jaar, vastlegt in een Meerjarenplan (MJP) energie-efficiencyverbetering. Het MJP vormt een onderdeel van de MJA en wordt opgesteld door de brancheorganisatie. Leeswijzer In dit meerjarenplan voor de ICT sector komen de volgende zaken aan de orde: Beschrijving van de achtergronden en ontwikkelingen rond de ICT-sector en energieaspecten (Hoofdstuk 2). De geplande maatregelen vanuit de energie-efficiencyplannen van de individuele bedrijven (hoofdstuk 3). De geplande doelen voor de periode 2009 – 2012 (hoofdstuk 4). De wijze waarop monitoring wordt uitgevoerd (hoofdstuk 5). De focus van de branche-initiatieven (hoofdstuk 6): − belangrijkste thema’s en activiteiten die ontplooid zullen worden; − de op te lossen knelpunten en vraagpunten; − de wijze van procesbewaking en bijsturing; − de gewenste ondersteuning vanuit de rijksoverheid, Agentschap NL en anderen. Dit meerjarenplan geeft dus weer op welke wijze de ICT bedrijven (vertegenwoordigd door ICT~Office) invulling beogen te geven aan de verplichtingen die zijn aangegaan bij de ondertekening van de MJA3. Het MJP is opgesteld aan de hand van de door Agentschap NL getoetste energie-efficiencyplannen (EEP’s) van 28 van de 36 toegetreden ICT bedrijven. Acht bedrijven zijn recent toegetreden en beschikken daarom nog niet over een EEP. De 28 bedrijven waarvan het EEP de basis voor dit MJP vormt, vertegenwoordigen 86% van de omvang van het energiegebruik van alle 36 toegetreden bedrijven.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
5
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
HOOFDSTUK
2.1
2
Achtergronden & ontwikkelingen
BESCHRIJVING VAN DE SECTOR De afgelopen vijftig jaar is het belang van ICT voor de maatschappij explosief toegenomen. ICT is doorgedrongen tot in de haarvaten van de huidige samenleving. Zonder ICT kan vandaag de dag geen overheid behoorlijk functioneren, geen ziekenhuis of fabriek doelmatig werken, loopt al het verkeer vast, kan geen mens meer telefoneren en geen loon worden uitbetaald. Het is evident dat ICT een sleutelrol speelt in de moderne samenleving. ICT kan en moet daarom een belangrijke bijdrage leveren in het oplossen van de verschillende, grote maatschappelijke uitdagingen om onze samenleving welvarend, internationaal concurrerend, gezond en veilig te maken en te houden1. De ICT-sector bestaat uit bedrijven uit de deelsectoren hardware, software, datacenters en telecommunicatie. Begin 2011 telde Nederland een kleine 30.000 ICT-bedrijven, met ongeveer 250.000 medewerkers. De ICT-sector is een belangrijke sector voor de Nederlandse economie, met een omzet van 29,4 miljard euro in 2010 (5% van het BBP). Daarnaast is ICT verantwoordelijk voor ruim 20% van de economische groei in Nederland en is 70 tot 80% van alle innovaties ICT-gerelateerd. De ICT-markt heeft zich goed hersteld van de economische crisis. Het zijn de opkomende economieën, voornamelijk de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China), die de vraag in de wereldwijde ICT-markt laten groeien. Op Europees gebied is ook weer groei zichtbaar, met name voor de landen die eerder uitgestelde ICT-uitbestedingen weer proberen in te halen. In Europa groeit de omzet uit cloud computing met twintig procent per jaar. In 2009 was de omzet uit dit segment nog 4 miljard euro, in 2012 zal dit toenemen tot 7 miljard 2.
2.2
ICT-SECTOR EN DE MEERJARENAFSPRAAK ENERGIE-EFFICIENCY In 2008 heeft de ICT-sector, vertegenwoordigd door ICT~Office, met de staatssecretaris van Economische Zaken afgesproken om toe te treden tot de Meerjarenafspraak energieefficiency. De MJA biedt mooie kansen voor het bereiken van energie-efficiency in de ICTbranche en levert een belangrijke bijdrage aan energiebesparing.
1
ICT Manifest 2010-2014, Nationale agenda voor de groei van Nederland, beschikbaar op
http://www.ictoffice.nl/Files/TER/ICT%20Manifest.pdf. 2
ICT~Marktmonitor 2011, ICT~Office
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
6
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
ICT-bedrijven die toetreden tot de MJA spannen zich gezamenlijk in om hun energieefficiency jaarlijks met gemiddeld twee procent te verbeteren. In 2020 dient er een verbetering van dertig procent ten opzicht van 2005 gerealiseerd te zijn. Bedrijven kunnen dit doel op twee manieren bereiken, namelijk door verbetering van hun eigen energie-efficiency en de inzet van innovatieve ICT-toepassingen in andere sectoren, zodat andere organisaties efficiënter kunnen omgaan met energie. Dit wordt ook wel greening of IT en greening by IT genoemd. Besparingen in de ICT-sector zelf liggen met name in maatregelen rondom procesefficiency en maatregelen op het gebied van duurzame energie, zoals de inkoop van groene stroom en het gebruik van eigen opgewekte duurzame energie. Doordat de grootste bedrijven zijn toegetreden tot de MJA3, is de ambitie met betrekking tot duurzaamheid duidelijk merkbaar. De 36 deelnemende bedrijven vertegenwoordigen ruim 80% procent van het energiegebruik3, maken meer dan tachtig procent van de omzet en bieden tachtig procent van de werkgelegenheid in de sector. De rol van ICT als middel om het energieverbruik in andere sectoren te verminderen staat nog relatief bescheiden in de aandacht. Het besparingspotentieel is echter enorm en er gebeurt al veel in de praktijk. ICT is dé groene motor voor duurzaamheid, innovatie en economie. Dankzij de innoverende kracht is ICT bij uitstek in staat om andere sectoren te verduurzamen. Het gaat dan over paradigma-shifts in de toepassing van ICT, zoals het leveren van diensten en functionaliteit vanuit de cloud; het digitaliseren, virtualiseren en vervangen van fysieke processen, et cetera. Gebaseerd op het Nederlands energieverbruik zijn de sectoren gebouwde omgeving, logistiek en dienstverlening geïdentificeerd als sectoren met het hoogste besparingspotentieel. EERST EIGEN HUIS Dit MJP voor de periode 2009-2012 richt zich in eerste instantie op de vermindering van het energieverbruik binnen de sector zelf en nog niet zozeer op energiebesparingen in de andere sectoren: “Eerst eigen huis op orde”. Vanwege de kansen en het potentieel is er wel veel aandacht voor besparingsmogelijkheden in andere sectoren (ketenefficiency). Kwantitatief zal dit zeker in de komende jaren tot uiting komen.
2.3
OMVANG ENERGIEGEBRUIK Het gebruik van ICT door consumenten en bedrijven neemt steeds meer toe. Dat heeft gevolgen voor het energieverbruik. Binnen de ICT-branche zijn bedrijven actief die relatief veel energie verbruiken, zoals datacenters. Ook wordt energieverbruik een steeds belangrijker onderdeel van de dienst zelf. Infrastructurele ICT-diensten zijn vaak 24 uur per dag en 7 dagen per week beschikbaar. Juist daarom is het van belang dat een leverancier van deze diensten gestructureerd bezig is met zijn energieverbruik.
3
Bron: Agentschap NL
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
7
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
Het energieverbruik van de tot de MJA toegetreden bedrijven bedroeg in 2010 ruim 15 PJ. Dit bestond grotendeels uit elektriciteit. In Figuur 1 is de verdeling van het energiegebruik over de verschillende energiedragers weergegeven. Figuur 1
Aardgas 3%
Aandeel van de
Warmte 1% Gas-/dieselolie 0,1%
verschillende energiedragers
Electriciteit 96%
De ICT-bedrijven zijn naar activiteit onder te verdelen in vier deelsectoren: hardware, software, datacenters en telecom. De groep hardware bedrijven die tot de MJA zijn toegetreden, produceren in Nederland nagenoeg geen hardware. Hun activiteiten zijn primair verkoop en consultancy. De aard van het energiegebruik binnen het eigen bedrijf in de deelsectoren hardware en software is identiek. In Figuur 2 is de verdeling van het totaal energiegebruik over de vier deelsectoren in het referentiejaar weergegeven. Hieruit blijkt dat ruim de helft van het energiegebruik gerelateerd is aan de vaste en mobiele netwerken van de telecommunicatie activiteiten (datatransport, telefonie, internet, etc.). Figuur 2
Hardware 2%
Aandeel van de deelsectoren in het totale energiegebruik
Datacenters 37%
Telecom 57%
Software 4%
Het aandeel van de ICT-sector in het totale Nederlandse elektriciteitsgebruik is twee procent. Huishoudens en kantoren gebruiken voor ICT-toepassingen nog eens vijf procent4.
4
ICT stroomt door, Tebodin, oktober 2007.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
8
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
Ten aanzien van de energiehuishouding van ICT-bedrijven geldt dat servers, PC’s en monitoren de meeste energie verbruiken5. In het kader van de MJA is het energiegebruik van een bedrijf gedefinieerd als het energiegebruik binnen de inrichting van het bedrijf. Voor veel ICT bedrijven, vooral de consultancy bedrijven, is het brandstofgebruik van het wagenpark een groot aandeel in de totale CO2 footprint. De inspanningen van de ICT-bedrijven op gebied van het wagenpark en de mobiliteit komen in de MJA tot uiting als ketenmaatregelen.
2.4
ONTWIKKELINGEN IN DE SECTOR Om een helder beeld te kunnen scheppen van verwachte kansen en bedreigingen in de toekomst is het belangrijk om inzicht te hebben in de huidige ontwikkelingen. Er zijn diverse trends te constateren die impact hebben op de ICT-sector zelf, als ook trends die impact hebben op de verschillende markten waarbinnen de sector opereert.
“Ryanair is an ICT application.
In de ICT-sector zijn een aantal branchespecifieke ontwikkelingen te benoemen die in snel
The only reason why they can
tempo opkomen en geabsorbeerd worden door de samenleving (online videostreaming via
fly so cheap is because of ICT.
YouTube bestaat nog maar vijf jaar, FaceBook sinds 2004) of na een snelle groei weer
It’s an e-workflow and some-
wegzakken (Second Life). Er is een enorme ontwikkeling aan technologieën, maar zelfs op
where in the middle they use
een termijn van tien jaar valt erg moeilijk vast te stellen wat de succesvolle dominante
airplanes.”
technologie zal zijn.
John Doyle, Sustainable
Buiten de technologie kunnen er wel een aantal trends worden gesignaleerd. In 2010
Development Policy Coordinator
publiceerde het Ministerie van Economische Zaken een scenariostudie. Binnen deze studie
of the European Commission.
werden een aantal ontwikkelingen gesignaleerd die impact hebben op de ICT-sector: Exponentiële groei in prijs-prestatie. Sterke groei cloud computing: genetwerkte, schaalbare intelligentie. Virtualisatie van datacenters zal de capaciteit doen toenemen, maar het energieverbruik doen dalen. Data-explosie, analytics en intelligente interfaces: hoe vind je de juiste informatie? Integratie van virtueel en werkelijkheid: sociale en virtuele netwerken. Sensoren en the internet of things. Sustainability, energie en green computing. Digital lifestyles, gaming ter lering en vermaak, consument wordt prosument. Mobiele, draagbare en implanteerbare computing. Er zijn ook diverse maatschappelijke ontwikkelingen te benoemen met een impact op de ICT-sector. Onze vergrijzende samenleving met daarbij een krimpende beroepsbevolking wordt één van de belangrijkste sociale en economische uitdagingen van de toekomst. Met de hulp van een goed opgeleide en e-vaardige beroepsbevolking leidt ICT tot productiviteitsverhoging en kan daarmee de economische kwesties rond de demografische veranderingen oplossen. ICT biedt ook oplossingen voor de sociale implicaties van het ouder worden. Met name op het gebied van het e-werken, e-leren, e-gezondheidszorg en e-overheid.
5
Gartner – IT Vendors, Service Providers and Users Can Lighten IT’s Environmental Footprint,
december 2007. 075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
9
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
Daarnaast is het belang van een duurzame samenleving inmiddels evident. Om tot een duurzame samenleving te komen, is het nodig om de uitstoot van milieubelastende stoffen, zoals CO2, te reduceren en het beslag op eindige voorraden van grondstoffen te verminderen. ICT is grootverbruiker van energie. Het energieverbruik van systemen moet omlaag om een realistische groei van het gebruik van ICT mogelijk te maken. ICT kan ook worden ingezet om energiebesparing te realiseren door bijvoorbeeld de flexibiliteit van energiesystemen te vergroten. Er is behoefte aan een smart grid waarin verschillende (lokale) bronnen en verbruikers van energie op een intelligente wijze worden gekoppeld, zodat een goede aansluiting tussen vraag en aanbod wordt gerealiseerd. Deze verschillende ontwikkelingen kunnen zowel een positieve als negatieve impact hebben op de Nederlandse ICT-sector. Desondanks geldt dat er terugkerende kansen en bedreigingen waarneembaar zijn. Dit biedt handvatten voor de sector om zich optimaal te kunnen voorbereiden op de toekomst, door gericht onderwerpen te formuleren waarop de sector wil en moet presteren. De kansen en bedreigingen zijn: Kansen Toename van het gebruik van ICT-toepassingen door alle lagen van de samenleving en de economie. ICT is een echte innovatie-as. Toenemende behoefte aan op maat gemaakte diensten voor het bedrijfsleven en de (oudere) consument. Toenemende mogelijkheden voor inzet van ICT-oplossingen ten aanzien van duurzaamheid en klimaatvraagstukken (vergroten transparantie, verbeteren energieefficiency, voorkomen CO2-uitstoot door slimme ICT-toepassingen). Bedreigingen Verschuiving van de Nederlandse concurrentiepositie op de wereldmarkt (in 2011 gezakt van de 9e naar de 11e plaats op de ranglijst van het World Economic Forum). Veiligheid en vertrouwen van ICT staat de introductie van bepaalde innovaties in de weg. Krapte op de arbeidsmarkt voor hoog gekwalificeerd personeel (toename concurrentie en vergrijzing).
2.5
VISIE EN AMBITIE OP GEBIED VAN DUURZAAMHEID De ICT-sector wil een pro-actieve, innovatieve houding ontwikkelen om de meest innovatieve sector van Nederland te blijven en de groene innovatiemotor te worden. Met betrekking tot een duurzame toekomst heeft de ICT-sector een visie op 2030 gevormd: In 2030 is de Nederlandse ICT-sector de groene, energie-efficiënte motor van de BV Nederland, met een duurzaam ingerichte bedrijfsvoering die haar ketenpartners innovatieve besparingsoplossingen biedt.
De visie geeft aan dat de sector zelf gaat verduurzamen, maar dat er ook kansen zijn in besparingsoplossingen voor de markt. Voor de ICT-sector zitten er verschillende elementen aan verduurzaming. Enerzijds is dat de maatschappelijk verantwoorde rol die een innovatieve sector als de ICT-sector speelt. Anderzijds is het ook een business-benadering.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
10
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
Ook daarin spelen twee aspecten. Ten eerste kostenreductie en ten tweede het verkopen van duurzame oplossingen in andere sectoren. Door zelf aan duurzame oplossingen te werken, kunnen de tools en technieken die daarbij worden ontwikkeld, ook in andere sectoren gebruikt worden.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
11
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
HOOFDSTUK
3.1
3
Overzicht geplande maatregelen
GEZAMENLIJK BESPARINGSPOTENTIEEL De ICT bedrijven hebben in hun individuele EEP’s de mogelijke energie-efficiency maatregelen voor de periode 2009 t/m 2012 weergegeven. In een EEP legt elk bedrijf zijn energie-efficiencydoelstelling vast, gekoppeld aan concrete maatregelen en een planning om deze uit te voeren. Verder geeft een EEP aan op welke wijze het bedrijf behaalde resultaten meet en hoe de rapportage daarvan plaatsvindt. De kwantitatieve doelstelling voor de verbetering van de energie-efficiency voor de periode 2009 t/m 2012 voor de sector is gebaseerd op de gesommeerde doelstellingen uit de EEP’s van de afzonderlijke bedrijven. In Tabel 1 is hiervan een samenvattend overzicht gegeven, waarbij de maatregelen zijn aangeduid naar het type zeker, voorwaardelijk, onzeker en de categorieën procesefficiency, ketenmaatregelen en duurzame energie.
Tabel 1 Energiebesparingpotentieel en vermeden CO2 uitstoot
Categorie
Voorwaardelijk (TJ)
Zeker (TJ)
naar type maatregel verdeeld over de (sub)categorieën
Procesmaatregelen
1.064
762
Processen
234
Utilities en gebouwen
422
Good housekeeping Strategische projecten Ketenefficiency Materiaalbesparing
Vermeden CO2 uitstoot (ton)
Onzeker (TJ) 270
155.328
412
5
48.176
252
93
56.858
58
90
1
11.064
350
8
171
39.230
112
2
248
22.684
0
0
51
3.826
Optimalisatie distributie
38
1
3
3.016
Samenwerking op locatie
57
0
2
155
0
0
189
14.099
18
0
4
1.587
1.694
1.399
4
230.855
Eigen opwek omgevingswarmte
0
7
3
674
Eigen opwek zonnestroom
0
0
0
47
Eigen opwek zonnewarmte
0
0
0
0
Vermindering energiegebruik tijdens productgebruik Optimalisatie functievervulling Duurzame energie
Eigen opwek windenergie Inkoop: duurzame elektriciteit Totaal
075603046:0.3 - Concept
0
3
0
204
1.694
1.389
0
229.930
2.871
2.162
522
408.867
ARCADIS
12
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
De besparingen zijn berekend ten opzichte van het productievolume en het primair energieverbruik van basisjaar 2008. In Bijlage 2 wordt een totaaloverzicht gegeven van de totale besparingen van de EEP maatregelen per categorie en type maatregel. Type maatregel
In het kader van de MJA3 is de doelstelling van een bedrijf gelijk aan het totaal van de
Onderscheid in zekere,
zekere en voorwaardelijke maatregelen zoals weergegeven in het EEP. Zekere maatregelen
voorwaardelijke en onzekere
zijn maatregelen die het bedrijf gaat uitvoeren in de planperiode. Bij voorwaardelijke
maatregelen
maatregelen is de uitvoering afhankelijk van een concrete voorwaarde waar aan voldoen moet worden. Deze voorwaarde kan een technische, organisatorische of bedrijfseconomische voorwaarde zijn. Onzekere maatregelen zijn maatregelen waarvoor nog nader onderzoek nodig is. Onzekere maatregelen zijn dermate onzeker, dat zij bij het vaststellen van de kwantitatieve doelstelling niet meegenomen worden. Uit Tabel 1 blijkt dat de meeste winst de komende jaren gehaald zal worden met procesmaatregelen en met (de inkoop van) duurzame energie. Maatregelen met een significant besparingspotentieel zijn: vervanging van bestaande apparatuur door nieuwe generatie apparatuur, ook wel aangeduid met ‘hardware refresh’; verhogen van bezettingsgraad van telefooncentrales, datacenters en servers; optimalisatie en/of vernieuwing koeling datacenters; besparing op gebied van mobiliteit door inzet van ICT; inkoop van groene stroom. In Figuur 3 wordt de verdeling van het totale besparingspotentieel over de (sub)categorieën grafisch weergegeven. Ketenmaatregelen 2%
Figuur 3 Verdeling van het besparingspotentieel over de categorieën
Energiezorg en good housekeeping 3% Processen 13%
Duurzame energie 62%
Procesefficiency 36%
Utilities en gebouwen 13%
Strategische projecten 7%
Zoals hiervoor is aangegeven is de doelstelling van dit MJP gebaseerd op de zekere en voorwaardelijke maatregelen. In Tabel 2 wordt de totale besparing, de efficiency verbetering en de vermeden CO2 van de zekere en voorwaardelijke maatregelen weergegeven.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
13
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
Tabel 2 Verdeling van de energiebesparingpotentieel over de
Energieefficiency verbetering (%)
Energie besparing (TJ)**
Categorie*
(sub)categorieën gebaseerd
1.826
14,1%
135.261
voorwaardelijke
Processen
646
5,0%
47.826
maatregelen in de EEP‟s
Utilities en gebouwen
673
5,2%
49.977
Good housekeeping
148
1,1%
10.984
Strategische projecten
358
2,8%
26.474
114
0,9%
4.178
0
0,0%
3
Optimalisatie distributie
39
0,3%
2.820
Samenwerking op locatie
57
0,4%
36
0
0,0%
0
18
0,1%
1.318
op de zekere en
Procesmaatregelen
Vermeden CO2 uitstoot (ton)
Ketenefficiency Materiaalbesparing
Vermindering energiegebruik tijdens productgebruik Optimalisatie functievervulling Duurzame energie
3.093
23,8%
230.586
Eigen opwek omgevingswarmte
7
0,1%
436
Eigen opwek zonnestroom
0
0,0%
15
Eigen opwek zonnewarmte
0
0,0%
0
Eigen opwek windenergie
3
0,02%
204
3.083
23,8%
229.930
5.033
38,8%
370.025
Inkoop: duurzame elektriciteit Totaal zekere en voorwaardelijke maatregelen
* Voor enkele subcategorieën zijn er geen besparende maatregelen bekend. Subcategorieën zonder bijdrage zijn niet vermeld in de tabel. ** Besparingen in de tabel zijn gebaseerd op gekwantificeerde gegevens. Er zijn tevens maatregelen bekend die niet gekwantificeerd zijn.
In de periode 2009 – 2012 is de verwachte totale energie efficiency verbetering vanuit de zekere en voorwaardelijke maatregelen gelijk aan 38,8% (Figuur 4). Hiermee ligt het in de verwachting dat de overall MJA-doelstelling van een 2% efficiency verbetering per jaar gehaald gaat worden. Figuur 4
45%
Ontwikkeling
40%
zeker voorwaardelijk
Besparingstempo
besparingstempo
35%
totaal v&z
30%
25% 20% 15% 10% 5%
0% 2009
075603046:0.3 - Concept
2010
2011
2012
ARCADIS
14
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
De genoemde EEP maatregelen gaan voornamelijk gerealiseerd worden in de periode 2009 – 2010. Bovendien zijn de meeste maatregelen zeker of voorwaardelijk. Onzekere maatregelen vormen een klein aandeel. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat er van onzekere maatregelen vaak geen inschatting wordt gemaakt omdat deze te ver in de toekomst liggen. Figuur 5 geeft een overzicht van de geplande besparing per jaar naar type maatregel. Figuur 5 2.500
Geplande besparing per jaar
onzeker
van invoering naar type
voorwaardelijk
maatregel
besparing (TJ)
2.000
zeker
1.500
1.000
500
0 2009
2010
2011
2012
In Figuur 6 is de totale besparing en het aantal maatregelen per categorie uitgezet. Het aantal maatregelen op het gebied van duurzame energie is relatief gering, echter de gemiddelde besparing per maatregel is weer groot. Bij ketenefficiency moet rekening worden gehouden met het feit dat de helft van de maatregelen zijn gekwantificeerd. Een nadere toespitsing per subcategorie vindt plaats in de paragrafen 3.2 tot en met 3.4. Figuur 6 Aantal maatregelen en de geplande besparing per categorie
3.500 3.093
Besparing (TJ)
3.000
Aantal maatregelen (stuks)
2.500 1.826
2.000 1.500 1.000
354
500
18
114
40
0 Procesmaatregelen
3.2
Duurzame energie
Ketenef f iciency
PROCESMAATREGELEN Van het totaal van 500 geïnventariseerde maatregelen valt het gros (416) in de categorie procesmaatregelen. In deze categorie zijn er plannen voor 2.096 TJ aan energiebesparing. In totaal zijn 124 maatregelen (30%) alleen in de EEP’s omschreven en niet gekwantificeerd.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
15
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
In Tabel 3 is een overzicht gegeven naar subcategorie. Concrete maatregelen die bijvoorbeeld in deze categorie vallen zijn: vervanging van oude telecom basisstations door nieuwe generatie basisstations; toerenregeling toepassen op ventilatie-units van de koeling; toepassing vrije koeling; optimalisatie regelingen gebouwinstallaties en koeling; flexconcept toepassen en vermindering kantooroppervlak; verdere invoering structurele energiezorg. Tabel 3 Verdeling van de energie-
Categorie
Voorwaardelijk
Onzeker
(aantal)
(TJ)
(aantal)
(TJ)
(aantal)
(TJ)
Processen
37
234
22
412
3
5
Utilities en gebouwen
158
422
36
252
38
93
Good housekeeping
82
58
6
90
19
1
Strategische projecten
12
350
1
8
2
171
Totaal procesmaatregelen
289
1.064
65
762
62
270
besparingpotentieel procesefficiency over het type
Zeker
maatregel
3.3
KETENEFFICIENCY Bij ketenefficiency gaat het erom meerdere schakels of een gehele keten zo energie-efficiënt en -effectief mogelijk (her) in te richten, organisatorisch en technologisch, met energie-, milieu- en materiaalbesparende maatregelen. Daarbij wordt over de grenzen van de afzonderlijke bedrijven gekeken. Van de 59 ketenmaatregelen in de EEP’s, zijn er 31 gekwantificeerd en hebben een besparingspotentieel van 362 TJ. Tweederde van dit potentieel is afkomstig van onzekere maatregelen. Tabel 4 geeft een overzicht van de maatregelen ten behoeve van ketenefficiency.
Tabel 4
Categorie
Voorwaardelijk
Onzeker
(aantal)
(TJ)
(aantal)
(TJ)
(aantal)
(TJ)
Materiaalbesparing
1
0
1
0
2
51
Optimalisatie distributie
19
38
5
1
8
3
Samenwerking op locatie
7
57
0
0
2
2
0
0
0
0
2
189
6
18
1
0
5
4
33
112
7
2
19
248
Verdeling van de energiebesparingpotentieel
Zeker
ketenefficiency over het type maatregel
Vermindering energiegebruik tijdens productgebruik Optimalisatie functievervulling Totaal ketenefficiency
3.4
DUURZAME ENERGIE Na procesmaatregelen zorgen voor duurzame energie maatregelen, met andere woorden: de verduurzaming van de energievoorziening, voor de grootste verwachtte CO2 reductie. De inkoop van groene energie levert veruit de meeste reductie op. In Tabel 5 is een overzicht gegeven van duurzame energie maatregelen per subcategorie. De reductie wordt uitgedrukt in de omvang van de inzet van duurzaam opgewekte energie (TJ) 075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
16
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
Tabel 5
Categorie
Voorwaardelijk
Onzeker
(TJ)
(aantal)
(TJ)
(aantal)
(TJ)
Eigen opwek omgevingswarmte
0
0
1
7
2
3
Eigen opwek zonnestroom
0
0
1
0
4
0
Eigen opwek zonnewarmte
0
0
0
0
1
0
Eigen opwek windenergie
1
0
1
3
0
0
Inkoop: duurzame elektriciteit
11
1.694
3
1.389
0
0
Totaal duurzame energie
12
1.694
6
1.399
7
4
Verdeling van de besparingpotentiëlen
Zeker (aantal)
duurzame energie over het type maatregel
3.5
POTENTIEEL LANGE TERMIJN Op de lange termijn is de verwachting dat het potentieel hoger ligt dan de gepresenteerde waarden. Onzekere maatregelen die veelal niet gekwantificeerd zijn zullen naar verwachting gedurende de MJA3 verder geconcretiseerd worden en mogelijk haalbaar blijken. Ook zal ketenefficiency (enabling) een grote rol gaan spelen. Het digitaliseren, virtualiseren en vervangen van fysieke processen resulteert in andere sectoren tot grote besparingen. Uit EU studies blijkt dat inzet van ICT kan leiden tot 15% reductie op het overall energiegebruik van een land.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
17
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
HOOFDSTUK
4
Doelstellingen periode 2009-2012
MJP doelstellingen In Tabel 6 wordt een overzicht gegeven van de doelstellingen van dit MJP. De doelstellingen zijn opgebouwd uit het besparingspotentieel vanuit zekere en voorwaardelijke maatregelen in de EEP’s van de bedrijven. Tabel 6
Categorie
(%)
1.826
14,1%
114
0,9%
Duurzame energie
3.093
23,8%
Totaal
5.033
38,8%
Doelstellingen MJP 2009-2012
Totale doelstelling (TJ)
Procesmaatregelen Ketenefficiency
Belangrijk is vast te stellen dat in de EEP’s en dit meerjarenplan de nadruk nog ligt op de maatregelen ‘in eigen huis’ bij de ICT-bedrijven. Dat wil zeggen de procesmaatregelen en de inzet van duurzame energie. Zodra dit vorm krijgt, kan de focus verschuiven naar de energiebesparingen die buiten het eigen bedrijf te bereiken zijn met ICT. Dit houdt in dat de doelen voor ketenefficiency (‘enabling van ICT’) na deze periode naar boven worden bijgesteld. Als gevolg van de focus op maatregelen in eigen huis is de omvang van het besparingspotentieel EEP’s voor ketenmaatregelen relatief klein: 0,9%. Ook het feit dat de helft van de ketenmaatregelen in de EEP’s alleen kwalitatief beschreven zijn, en (nog) niet zijn gekwantificeerd, draagt bij aan een relatief laag besparingspotentieel voor ketenefficiency. De rol van ICT als ‘groene motor’ in onze werk- en leefomgeving zal in de toekomst sterk bijdragen aan de realisatie van besparingen in andere sectoren. Dit besparingspotentieel is een veelvoud van de inzet van energie in ICT die benodigd is om het potentieel te verzilveren. Bij de interpretatie van de besparingen op gebied van ketenefficiency en de verduurzaming van de energievoorziening moet in acht worden genomen dat dit de intensivering betreft ten opzichte van het niveau het basisjaar 2008. DOELSTELLING MJA ICT SECTOR 2009-2012 1. Realisatie van energiebesparingsmaatregelen, zowel bij de eigen ICT-bedrijven als in de keten, met een omvang van 1.940 TJ. Dit is gelijk aan 15% van het totale energiegebruik in het basisjaar 2008. 2. Een intensivering van de verduurzaming van de energievoorziening van ICT-bedrijven met in totaal 3.093 TJ. Dit is gelijk aan 24% van het totale energiegebruik in het basisjaar 2008.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
18
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
Randvoorwaarden & indicatie mogelijke knelpunten Een randvoorwaarde die relevant is voor het behalen van de doelstellingen is het geven van uitvoering aan de Routekaart MJA – ICT. Hiermee kan nadrukkelijk de enabling kant naar voren worden gehaald en kunnen de kansen in kaart worden gebracht. Een andere randvoorwaarde daarbij is dat een eenduidige methodiek moet worden opgesteld voor de toerekening van energiebesparing naar de ICT-sector en de sector waar de besparing zelf concreet wordt gerealiseerd.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
19
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
HOOFDSTUK
5.1
5
Monitoring
WIJZE MJA-MONITORING De monitoring van de ontwikkeling van de energie-efficiency van de ICT bedrijven zal conform het ‘Monitoring Protocol MJA3’ en de ‘Handreiking Monitoring MJA3’ uitgevoerd worden. Het platform MJA3 heeft op 3 februari 2010 de nieuwe methodiek energie-efficiency vastgesteld. De uitgangspunten voor de nieuwe methodiek worden ontleend aan het convenant zelf. Primair doel van het convenant is energiebesparing. Omdat het convenant mede invulling geeft aan de landelijke besparingsdoelstellingen, wordt hier ook rekening mee gehouden. Belangrijke andere uitgangspunten voor de nieuwe methodiek zijn: het convenant is gebaseerd op drie pijlers: procesefficiëntie, ketenefficiëntie en duurzaamheid; de twee pijlers procesefficiëntie en ketenefficiëntie streven beide naar efficiëntieverbetering van het energieverbruik; efficiëntieverbetering wordt gebaseerd op uitgevoerde energiebesparende maatregelen en niet ook op andere factoren die het energieverbruik beïnvloeden; alle inspanningen van bedrijven gericht op energiebesparing in het productieproces en in de keten en de inzet van duurzame energie, worden gehonoreerd: zij worden in absolute omvang (Joule) gewaardeerd en gerapporteerd; in de vergelijking van de convenantresultaten met de landelijke besparingsdoelstelling telt alleen de energiebesparing in het productieproces en in de productieketen in Nederland mee als efficiëntieverbetering; de energie die de bedrijven nog nodig hebben, dient zo veel mogelijk duurzaam te zijn, waarbij deze duurzame energie bestaat uit opwekking en inkoop; inzet van duurzame energie wordt niet gepresenteerd als efficiëntieverbetering maar separaat als aandeel duurzame energie; op sectorniveau worden alle inspanningen van bedrijven in hun absolute omvang geaggregeerd. Rapportage vindt op dezelfde wijze plaats als bij bedrijven, met een uitdrukkelijke plaats voor cijfermatige onderbouwing en kwalitatieve toelichting van volume-effecten en omgevingsfactoren; de nieuwe methode moet vooral pragmatisch, goed uitvoerbaar en transparant zijn.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
20
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
5.2
INDICATOREN ENERGIE-EFFICIENCY De indicatoren voor energie-efficiency van de ICT bedrijven is afhankelijk van de betrokken deelsector. Onderstaand worden de indicatoren van de verschillende deelsectoren toegelicht6. Voor de bedrijven waar sprake is van een combinatie van activiteiten vanuit verschillende deelsectoren, zal voor de beoordeling van de energie-efficiency ook van een combinatie van indicatoren gebruik worden gemaakt. De ICT sector wenst de indicatoren voor energie-efficiency in de reguliere MJA-rapportages op te nemen. Deelsectoren Hardware en Software De activiteiten binnen de deelsectoren hardware en software hebben het karakter van kantooractiviteiten en zijn vergelijkbaar met andere sectoren in de zakelijke dienstverlening. Er vindt in Nederland geen productie van apparatuur plaats. De indicator voor energieefficiency is het energiegebruik per m2 vloeroppervlak (GJ/m2). Optioneel kan deze indicator worden aangevuld met het energiegebruik per fte (GJ/fte) of werkplek (GJ/werkplek). Een ontwikkeling zoals ‚het nieuwe werken‛ maakt het gebruik van deze indicatoren wenselijk. Deelsector Datacenters Een veel gebruikte indicator voor de energie-efficiency van een datacenter is de PUE (=Power Usage Effectiveness). De PUE wordt als volgt berekend: PUE
Ptotaal [MW ] PICT apparatuur [MW ]
PUE gaat uit van vermogen en is in principe een momentopname. Voor de beoordeling over een langere tijdsperiode moet uitgegaan worden van energieverbruik uitgedrukt in de factor EUE: Energy Usage Effectiveness. EUE
Etotaal [MWh] EICT apparatuur [MWh]
Een indicator (prestatiemaat) gebaseerd op de verhouding tussen het totaal energiegebruik van het datacenter en het ICT-gerelateerde energiegebruik is op dit moment de beste indicator die breed toepasbaar is voor de energie-efficiency van een datacenter in de MJA. Om een stap verder te gaan en de energie-efficiency van de IT-services zelf vast te stellen, is nu nog niet op een uniforme wijze haalbaar. Daar waar mogelijk (en de gegevens beschikbaar zijn) mag verfijning plaatsvinden middels een extra indicator gericht op de efficiency van de IT-services.
6
Bron: Prestatiematen binnen de ICT sector, Agentschap NL en ICT~Office, 11 maart 2010.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
21
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
Deelsector Telecom De beoordeling van de energie-efficiency van telecommunicatie bedrijven zijn drie indicatoren beschikbaar: Data getransporteerd [TB]. Klanten [aantal aansluitingen] of [aantal simcards]. Netwerkcapaciteit [GB/s] of [aantal antennes]. Op basis van berekeningen met de praktijkgegevens over de jaren 2005-2009 van telecommunicatie bedrijven blijkt dat op basis van deze drie indicatoren een representatieve weergave van de ontwikkeling energie-efficiency wordt verkregen. De toewijzing van het primair energiegebruik over de drie prestatiematen zal gedeeltelijk op basis van een verdeelsleutel moeten geschieden. Deze verdeelsleutel is maatwerk voor een bedrijf en dient door het bedrijf onderbouwd te worden.
5.3
INVLOEDSFACTOREN De grootste invloedsfactor zijn de technische ontwikkelingen in de ICT-sector zelf. De afgelopen 40 jaar is de rekenkracht per kosteneenheid van computers elke 18-24 maanden verdubbeld. En het einde is nog niet in zicht. Datacommunicatie verdubbelt bijna jaarlijks. Zo wordt in de periode 2010-2015 verwacht dat het mobiel internetverkeer met een factor 26 groeit. Deze sterke veranderingen, in combinatie met het feit dat de productie omvang in de ICTsector niet eenvoudig te meten is, maakt het beoordelen van de verschillende invloeden op de energie-efficiency een complexe aangelegenheid. Datacenters Voor datacenters speelt de bezettingsgraad van de vloer of racks een significante rol. Nieuwe datacenters krijgen veelal te maken met een eerste periode waarin de bezetting van het datacenter relatief laag is: een ontsparend effect. Klimaatinvloed Het klimaat is een externe invloedsfactor op het energiegebruik voor ruimte koeling en verwarming. Voor een klimatologische vergelijking wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde graaddagenmethode, waarin rekening wordt gehouden met de buitentemperatuur. Hoe meer graaddagen in een jaar, hoe lager de gemiddelde buitentemperatuur is geweest; dus een kouder jaar. Voor het vaststellen van de invloed van klimaat op energiegebruik voor ruimtekoeling wordt gebruik gemaakt van koelgraaddagen. Voor kantoorgebouwen wordt, net als in andere dienstensectoren, gerekend met een referentietemperatuur van 18°C. De buitentemperatuur is ook van invloed op het energiegebruik voor koeling in datacenters. Echter een uniforme wijze voor het kwantitatief vaststellen van deze invloed is (nog) niet beschikbaar.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
22
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
HOOFDSTUK
6.1
6
Focus brancheinitiatieven
KETENEFFICIENCY & DUURZAME ENERGIE ICT speelt een grote rol in de innovatie van Nederland. De toepassing van ICT is niet altijd zichtbaar, maar zowel op de voor- als achtergrond speelt ICT een belangrijke rol in diverse sectoren. Een aantal voorbeelden van duurzame ICT-oplossingen staat hieronder weergegeven. Het geeft duidelijk aan dat de toepassing van ICT-oplossingen effect heeft op de energiehuishouding van een organisatie, maar tevens vele positieve neveneffecten veroorzaken, zoals vermindering van CO2-uitstoot. Enkele voorbeelden: Sensornetwerken die het vochtgehalte van een gewas meten en zorgen voor een optimaal gebruik (en dus besparing) van water. Volledig ICT-gestuurde kassen (klimaatbeheersing, gewasproces, energiegebruik, energietransitie). Elektronische vrachtbrieven zorgen voor grote efficiencywinst en enorme kostenbesparingen binnen de transportsector. Slimme software kan de beladingsgraad van vrachtwagens verhogen en de meest optimale route berekenen, dit bespaart brandstof en CO2-uitstoot. Het smart grid is essentieel voor nieuwe ontwikkelingen, zoals het elektrisch rijden. Het smart grid is een groot ICT-project met afrekensystemen en complexe rekenmodellen voor het efficiënt gebruik van het energienetwerk. Slimme software kan het energiebeheer in chemische (productie)processen optimaliseren. RFID kan helpen om zeldzame grondstoffen uit afgedankte spullen te lokaliseren en terug te winnen. ICT kan zorgen om de kwaliteit van het water effectief te meten en te filteren om zo een betere kwaliteit te bereiken. Serious gaming kan in opleidingen realistische leersituaties mogelijk maken. Zo kunnen de eerste rijlessen bijvoorbeeld in een simulator gegeven worden.
6.2
MOGELIJK GEZAMENLIJKE AANPAK ICT~Office heeft als brancheorganisatie een brede rol om alle aspecten die de ICT-bedrijven in Nederland raken mee te nemen in haar acties. Voor de komende jaren zijn de volgende drie prioriteiten gesteld: Mensen, Kennis en Business. Vanuit deze drie hoofdthema’s wordt een aantal kernprogramma’s uitgevoerd, gericht op het verbeteren van de relatie met de overheid, de wetenschap, het onderwijs, ICT-gebruikende sectoren en de duurzame relatie met de maatschappij.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
23
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
Vanuit het thema Business wordt duurzame groei met ICT gezien als één van de speerpunten van de sector. Duurzaamheid door zelf efficiënter en slimmer te werken (kostenreductie en productiviteitstijging) en duurzaamheid door in andere sectoren energie te besparen. Het is belangrijk voor de ICT-sector om na te blijven denken over het efficiënt gebruik van energie. Energiebesparing is niet slechts een idealistisch streven om het milieu voor volgende generaties te behouden, maar een noodzaak voor bedrijven om economisch mee te kunnen blijven doen. De steeds hogere energiekosten beginnen hun tol te eisen op de operationele kosten en energiezuinige apparatuur kan haar hogere aanschafprijs vaak ruimschoots compenseren. Daarbij is groene technologie een belangrijke onderscheidende factor geworden tussen leveranciers, business partners en dienstenaanbieders. Veel organisaties selecteren hun leveranciers op basis van hun groene status. De overstap naar duurzaamheid wordt dus niet alleen vanwege de lagere kosten van de concurrentie of vanwege ideologische en maatschappelijke redenen gedaan, maar ook en vooral vanwege de garantie op continuïteit. Een goede business case is hier onontbeerlijk.
6.3
GEPLANDE ACTIES ZEKERE OPTIES, INVULLING VOORWAARDELIJKE ACTIVITEITEN & NADER TE BESTUDEREN OPTIES Naast de activiteiten van individuele ICT-bedrijven zijn collectieve branche-initiatieven zeker zo belangrijk. Hieronder volgt een overzicht van (mogelijke) initiatieven door ICT~Office. ICT gaat voor groen Het digitale platform ICT gaat voor groen en streeft naar energie-efficiency met behulp van ICT, oftewel hoe we meer met minder kunnen doen. Het efficiënter gebruik maken van energie is de eerste stap op weg naar een duurzame maatschappij. In een besloten netwerk worden kennis en gegevens uitgewisseld, zijn er werkgroepen actief, vindt u blogs en achtergronddocumenten en kunt u vragen stellen aan leden van het platform. MJA-bedrijvendagen De MJA-bedrijvendagen zijn bedoeld voor deelnemers aan de Meerjarenafspraak energieefficiency en worden georganiseerd om het MJA-netwerk te versterken en de deelnemers te informeren over alle relevante ontwikkelingen. MJA-deelnemers krijgen tijdens deze bijeenkomst een gevarieerd programma voorgeschoteld, dat dient als food for thought wat betreft het vormgeven van de visie op het gebied van ICT en duurzaamheid. Bedrijven oefenen steeds meer zelf invloed op dit programma uit. ICT~Office treedt op als gastheer van de MJA-bedrijvendagen. Routekaart MJA In de meerjarenafspraak energie-efficiency hebben de Nederlandse overheid en het bedrijfsleven afgesproken te streven naar 30% energie-efficiencyverbetering in 2020 ten opzichte van 2005. Om verder te gaan dan 30% is optimaliseren niet genoeg, maar moeten grotere veranderingen plaatsvinden. Een belangrijk hulpmiddel bij het realiseren hiervan zijn de voorstudies en de routekaarten, waarin de MJA3-sectoren sectoraal onderzoeken hoe zij invulling kunnen geven aan de hypothese van 50% energie-efficiency in 2030.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
24
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
De ICT-sector heeft onlangs de voorstudie op de ontwikkeling van een routekaart afgerond en heeft groen licht gekregen voor het opzetten van een routekaart. De Routekaart geeft inhoud en richting aan de strategische sectorvisie en laat zien welke wegen bewandeld kunnen worden om de energie-efficiency in 2030 hypothetisch met vijftig procent te verbeteren ten opzichte van 2005. De Routekaart zorgt voor meer synergie in de ICT-sector en ondersteunt de branche als geheel in het creëren van een gemeenschappelijk toekomstbeeld. MJA-bureau ICT~Office heeft een MJA-bureau ingericht om leden en niet-leden te faciliteren als het gaat om activiteiten zoals de MJA-bedrijvendagen en het opstellen van tools op de website. Ook worden zo de MJA-deelnemers in de ICT sector bijgestaan met een helpdeskfunctie. Energie-efficiency calculatoren Door slim gebruik te maken van ICT kunnen ook andere sectoren energie besparen, bijvoorbeeld door steeds meer diensten in elektronische vorm te leveren. Om deze besparingen in kaart te brengen heeft ICT~Office in samenwerking met Agentschap NL een ketenhelpdesk ingericht. Deze helpdesk heeft als doel de ICT-effecten in de keten helder te maken door middel van concrete rekenvoorbeelden. Er zijn studies gedaan naar onder andere: e-factureren; datacenters; thuiswerken en leaseauto’s; gebruik van thin cliënts, desktops en laptops op kantoor en een inzamelsysteem voor afgedankte ICT-apparatuur. Gezamenlijke inkoop groene energie Onderzoek naar de mogelijkheden van gezamenlijke inkoop van groene energie. Ruimtetemperatuur datacenters Door de standaard ruimtetemperatuur in datacenters te verhogen kan een aanzienlijke hoeveelheid energie bespaard worden. Datacenters durven dit echter niet altijd aan of moeten hun klanten overtuigen dat het niet de levensduur of de werking van hun apparatuur beïnvloed. Wat kan de sector doen om de koeltemperatuur in datacenters te verhogen? Voorlichting? Communicatie? Standaarden Helpen opstellen van standaarden met betrekking tot smart grid en/of e-rijden zodat dit sneller en succesvoller geïmplementeerd kan worden. Infrastructuur Gezamenlijke afspraken maken. Lobby Lobby bij overheid en Tweede Kamer. Topsectoren Aanhaken bij topsectoren EL&I.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
25
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
6.4
ROL- EN TAAKVERDELING In de MJA3 tekst is de rol- en taakverdeling van de betrokken partijen in detail beschreven. Voor de bedrijven, ICT~Office en Agentschap NL is de rol- en taalverdeling in grote lijnen: Bedrijven De ICT bedrijven hebben zich met het ondertekenen van het MJA3 gebonden aan een inspanningsverplichting om tot een 2% energie-efficiency verbetering te komen per jaar. Hoe zij verwachten dit te bereiken is vastgelegd in het energie-efficiencyplan. ICT~Office ICT~Office overlegt met het Ministerie van EL&I, de vertegenwoordiger van het bevoegd gezag en Agentschap NL over de maatregelen die de sector neemt in het kader van de MJA Energie-efficiency. Dit gebeurt middels de formeel ingestelde overleggroep energie efficiency (OGE). In de OGE worden de verschillende deelsectoren door een bedrijf vertegenwoordigd. De rol van een brancheorganisatie als ICT~Office is overwegend coördinerend en stimulerend (zie ook hoofdstuk 6.3). Agentschap NL Het Agentschap NL biedt ondersteuning aan om de energie efficiency te verbeteren. Bijvoorbeeld met hulpmiddelen, waarmee (energie)besparing geïdentificeerd en gerealiseerd kan worden. Bovendien ziet Agentschap NL namens de overheid toe op de naleving van het MJA3.
6.5
RANDVOORWAARDEN Een randvoorwaarde die relevant is voor het behalen van de doelstellingen is het geven van uitvoering aan de Routekaart MJA – ICT. Hiermee kan nadrukkelijk de enabling kant naar voren worden gehaald en de kansen voor andere sectoren in kaart worden gebracht. Daarnaast zullen toegezegde budgetten en regelgeving vanuit de overheid onveranderd moeten blijven om afspraken over een langere termijn te kunnen maken.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
26
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
BIJLAGE
1
Deelnemers MJA ICT
Tabel 7 Overzicht deelnemers MJA
Naam bedrijf
Plaats
ICT sector
AFAS Holding B.V.
Leusden
Atos Origin Nederland B.V.
Utrecht
BT Nederland N.V.
Amsterdam Z-O
Canon Nederland N.V.
Amstelveen
Capgemini Nederland B.V.
Utrecht
Centric Holding B.V.
Gouda
Cisco Systems International B.V.
Amsterdam
COLT Technology Services BV
Amsterdam
DataCenter Fryslân B.V.
Leeuwarden
The Datacenter Group Amsterdam BV (DCGA)*
Amsterdam
Dell B.V.
Amsterdam
Easynet Nederland B.V.*
Amsterdam
Equinix Netherlands B.V.*
Enschede
euNetworks B.V.
Amsterdam
EvoSwitch Netherlands B.V.
Haarlem
Fujitsu Technology Solutions B.V.
Maarssen
Global Switch Amsterdam B.V.*
Amsterdam
Gyro-DC holding b.v.*
Amsterdam
Hewlett-Packard Nederland B.V.
Amstelveen
IBM Nederland B.V.
Amsterdam
Imtech ICT Nederland BV
Capelle aan den IJssel
Intel International B.V.
Schiphol-Rijk
Interconnect Services B.V.*
„s-Hertogenbosch
Interxion Nederland B.V.
Schiphol-Rijk
Koninklijke KPN N.V.
Den Haag
Level 3 Communications B.V.
Amsterdam
Microsoft B.V.
Schiphol Rijk
Oracle Nederland B.V.
Utrecht
Ordina Consulting B.V.
Nieuwegein
SAP Nederland B.V.*
Den Bosch
Vancis B.V. (voorheen SARA)
Amsterdam
Sogeti Nederland B.V.
Vianen
Telehousing Exploitatie BV (TCN SIG)
Groningen
TelecityGroup Netherlands B.V.
Amsterdam
UPC Nederland B.V.*
Amsterdam
Vodafone Libertel B.V.
Maastricht
* Deze acht bedrijven zijn recent toegetreden en beschikte daarom ten tijde van het opstellen van het MJP nog niet over een EEP. In dit MJP zijn de maatregelen van deze bedrijven dus niet opgenomen.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
27
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
BIJLAGE
2
Totaal overzicht besparingspotentieel EEP's ICT-sector
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
28
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
Zeker Categorie
Voorw aardelijk
Onzeker
Totaal zeker en voorw aardelijk
Totaal zeker, voorw aardelijk en onzeker
EnergieEnergieEnergieEnergieEnergieEnergieEnergieEnergieEnergieEnergieefficiency- Aantal efficiency- Aantal efficiency- Aantal efficiency- Aantal efficiencybesparing besparing besparing besparing besparing verbeterin verbeterin verbeterin verbeterin verbeterin g g g g g (stuks) (TJ) (%) (stuks) (TJ) (%) (stuks) (TJ) (%) (stuks) (TJ) (%) (stuks) (TJ) (%) Aantal
Procesm aatregelen 37
234
1,8%
22
412
3,2%
3
5
0,0%
59
646
5,0%
62
651
5,0%
158
422
3,3%
36
252
1,9%
38
93
0,7%
194
673
5,2%
232
767
5,9%
Good housekeeping
82
58
0,4%
6
90
0,7%
19
1
0,0%
88
148
1,1%
107
149
1,1%
Strategische projecten
12
350
2,7%
1
8
0,1%
2
171
1,3%
13
358
2,8%
15
529
4,1%
289
1.064
8,2%
65
762
5,9%
62
270
2,1%
354
1.826
14,1%
416
2.096
16,2%
Processen Utilities en gebouw en
Subtotaal procesm aatregelen Duurzam e energie Eigen opw ek omgevingsw armte
1
7
0,1%
2
3
0,0%
1
7
0,1%
3
10
0,1%
Eigen opw ek zonnestroom
1
0,2
0,0%
4
0,4
0,0%
1
0,2
0,0%
5
1
0,0%
1
Eigen opw ek zonnew armte
1
1
0,04
0,0%
1
3
0,0%
2
3
0,0%
2
3
0,0%
Inkoop: duurzame elektriciteit
11
1.694
13,1%
3
1.389
10,7%
14
3.083
23,8%
14
3.083
23,8%
Subtotaal duurzam e energie
12
1.694
13,1%
6
1.399
10,8%
18
3.093
23,8%
25
3.096
23,9%
1
0,0%
Eigen opw ek w indenergie
7
4
0,0%
2
51
0,4%
2
0,05
0,0%
4
51
0,4%
8
3
0,0%
24
39
0,3%
32
42
0,3%
2
2
0,0%
7
57
0,4%
9
59
0,5%
2
189
1,5%
2
189
1,5% 0,2%
Ketenefficiency Materiaalbesparing Optimalisatie distributie Samenw erking op locatie Vermindering energiegebruik tijdens productgebruik Optimalisatie functievervulling Subtotaal ketenm aatregelen Totaal
075603046:0.3 - Concept
1
0,05
0,0%
1
19
38
0,3%
5
7
57
0,4%
6
18
0,1%
1
0,2
0,0%
5
4
0,0%
7
18
0,1%
12
21
33
112
0,9%
7
2
0,0%
19
248
1,9%
40
114
0,9%
59
362
2,8%
334
2.871
22,1%
78
2.162
16,7%
88
522
4,0%
412
5.033
38,8%
500
5.555
42,8%
ARCADIS
29
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
BIJLAGE
3
Tabel 8
Overzicht energiedragers met stookwaarde en CO2emissiefactoren
Energiedrager
Overzicht energiedragers (Overige bitumineuze) steenkool
Stookwaarde GJ/eenheid 24,5
Aardgas Aardgascondensaat Afval
0,03165 44 10
Antraciet Biomassa vast Biomassa vloeibaar
26,6 15,1 39,4
Biomassa gasvormig Bitumen Bitumineuze leisteen
Eenheid
0,0218 41,9 9,4
CO2-emissiefactor kg CO2/GJ
ton
kg CO2/eenheid
94,7
2.320
ton
Nm3 ton ton
56,6 63,1 105,7
1,79 2.776 1.057
Nm3 ton ton
ton ton ton
98,3 109,6 71,2
2.615 1.655 2.805
ton ton ton
Nm3 ton ton
90,8 80,7 106,7
1,98 3.381 1.003
Nm3 ton ton
Bruinkool Chemisch restgas Cokeskolen
20 45,2 28,7
ton GJ ton
101,2 66,7 94
2.024 3.015 2.698
ton GJ ton
Cokeskolen (basismetaal) Cokeskolen (cokeovens) Cokesoven/ gascokes
28,7 28,7 28,5
ton ton ton
89,8 95,4 111,9
2.577 2.738 3.189
ton ton ton
Cokesovengas Elektriciteit Ethaan Fosforovengas Gas-/dieselolie Hoogovengas Industrieel fermentatiegas Kerosine luchtvaart Koolmonoxide Leisteenolie LPG Methaan Motorbenzine Nafta's Orimulsion Overige oliën Oxystaalovengas Petroleum Petroleumcokes Primaire energie Raffinaderij grondstoffen
1 9 45,2 0,0116 42,7 1 0,0233 43,5 0,0126 36 45,2 0,0359 44 44 27,5 40,2 1 43,1 35,2 1000 44,8
GJ MWh ton Nm3 ton GJ Nm3 ton Nm3 ton ton Nm3 ton ton ton ton GJ ton ton TJ ton
41,2 74,6 61,6 149,5 74,3 247,4 84,2 71,5 155,2 73,3 66,7 54,9 72 73,3 80,7 73,3 191,9 71,9 100,8 56,1 73,3
41,20 671 2.784 1,73 3.173 247 1,96 3.110 1,96 2.639 3.015 1,97 3.168 3.225 2.219 2.947 192 3.099 3.548 56.100 3.284
GJ MWh ton Nm3 ton GJ Nm3 ton Nm3 ton ton Nm3 ton ton ton ton GJ ton ton TJ ton
Raffinaderijgas Ruwe aardolie RWZI biogas Smeeroliën Steenkoolbriketten en bruinkoolbriketten Steenkoolcokes/cokes Stortgas Sub-bitumineuze kool Turf Warmte Waterstof Zware stookolie
45,2 42,7 0,0233 41,4
ton ton Nm3 ton
66,7 73,3 84,2 73,3
3.015 3.130 1,96 3.035
ton ton Nm3 ton
ton
94,6
2.223
ton
103 100,7 96,1 106 56,1 0 77,4
2.987 1,96 1.989 1.145 62.271 0,00 3.173
075603046:0.3 - Concept
23,5 29 0,0195 20,7 10,8 1110 0,0108 41
ton Nm3 ton ton TJ Nm3 ton
ton Nm3 ton ton TJ Nm3 ton
ARCADIS
30
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
BIJLAGE
4
Lijst met afkortingen en begrippen MJA BasisCheck Energiezorg Document waarmee een kwaliteitstoets van het energiezorgsysteem kan worden uitgevoerd. Daarmee is het een belangrijk instrument voor inrichtingen om Energiezorg te realiseren. Zie ook Referentie Energiezorg. DE (Duurzame Energie) Hieronder vallen toepassingen van energie die worden opgewekt uit duurzame bronnen, zoals zonne- en windenergie, waterkrachtcentrales en energie uit biomassa. De Nederlandse overheid wil dat in 2020 10% van alle energie wordt opgewekt uit duurzame energie. EEP (Energie-efficiencyplan) In een Energie-efficiencyplan (EEP) legt elk bedrijf zijn energie-efficiencydoelstelling vast, gekoppeld aan concrete maatregelen en een planning om deze uit te voeren. Verder geeft een EEP aan op welke wijze het bedrijf behaalde resultaten meet en hoe de rapportage daarvan plaatsvindt. Energiezorg Dit is op een structurele en economische wijze uitvoeren van organisatorische, technische en gedragsmaatregelen om het gebruik van energie –inclusief de energie die nodig is voor de productie en toepassing van grond- en hulpstoffen– te minimaliseren. Invloedsfactoren Invloedsfactoren zijn factoren binnen en buiten de inrichting die de ontwikkeling van het werkelijke energiegebruik van de inrichting beïnvloeden. MJA (Meerjarenafspraken) Vanaf 1992 zijn in het kader van het energiebesparingsbeleid met een groot aantal sectoren Meerjarenafspraken (MJA) gemaakt over de verbetering van de energie-efficiency. Deze MJA’s zijn vrijwillige afspraken tussen overheid en bedrijfsleven. De essentie van MJA is dat een sector zich verplicht een inspanning te leveren om binnen een vooraf vastgestelde termijn de energie-efficiency met een bepaald percentage te verbeteren. MJP (Meerjarenplan) In het Meerjarenplan leggen sectoren hun doelstellingen vast en wordt op hoofdlijnen aangegeven hoe deze doelstelling wordt gerealiseerd. Het is een optelsom van alle bedrijfsplannen uit een sector. Het MJP wordt opgesteld door de sector en naar Agentschap NL gestuurd. OGE (Overleggroep Energiebesparing) In het kader van de MJA is per sector een Overleggroep Energiebesparing (OGE) ingesteld met vertegenwoordigers van de partijen die de MJA hebben ondertekend. Een van de taken van de OGE is het jaarlijks vaststellen van de vorderingen van de MJA.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
31
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
Onzekere en voorwaardelijke maatregelen Van onzekere en voorwaardelijke maatregelen kan niet op voorhand worden bepaald of zij in het bedrijf kunnen worden uitgevoerd. Een bedrijf moet de haalbaarheid ervan onderzoeken. Voor deze maatregelen hebben de bedrijven een inspanningsverplichting. PJ (Peta Joules) Rekeneenheid voor energiegebruik: 1 PJ = 10 15 J. Protocol Monitoring en Energiezorg In dit protocol wordt beschreven hoe de monitoring van de resultaten van de ondernemingen in `MJA wordt uitgevoerd. Referentie Energiezorg Document dat het kader van een optimaal energiezorgsysteem aangeeft. Daarmee is het een belangrijk instrument voor inrichtingen om Energiezorg te realiseren. Zie ook BasisCheck Energiezorg. TJ (Tera Joules) Rekeneenheid voor energiegebruik: 1 TJ = 1012 J. Zekere maatregelen Dit zijn energie-efficiencymaatregelen die een positieve netto contante waarde hebben bij een interne rentevoet van 15%. Als alternatief kan een terugverdientijd van 5 jaar worden gehanteerd. Voor deze maatregelen hebben de bedrijven een resultaatsverplichting, dat wil zeggen dat ze in elk geval moeten worden uitgevoerd.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
32
Meerjarenplan energie-efficiency 2009-2012 MJA3 ICT-Sector
Colofon
MEERJARENPLAN ENERGIE-EFFICIENCY 20092012 MJA3 ICT-Sector OPDRACHTGEVER: ICT~Office Woerden
STATUS: Concept
AUTEUR: Rens Kolkhuis Tanke Edwin Zoontjes (ICT~Office)
30 juni 2011 075603046:0.3
ARCADIS NEDERLAND BV Utopialaan 40-48 Postbus 1018 5200 BA 's-Hertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl Handelsregister 9036504
©ARCADIS. Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitzonderingen door de wet gesteld, mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbenden niets uit dit document worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, digitale reproductie of anderszins.
075603046:0.3 - Concept
ARCADIS
33