2014 Prov. Arrond. OCMW Code nummer
Provincie Limburg Arrondissement Maaseik OCMW
BREE
Postnummer 3960
Adres
Peerderbaan 37, 3960 Bree
Secretaris
Stefan Goclon
Financieel beheerder
Jean Gielen
Meerjarenplan 2014-2019 Prov. Arrond. OCMW
Code nummer
Exemplaar voor : Secretaris Financieel beheerder Agentschap Binnenlands Bestuur Universiteitslaan 1 3500 Hasselt
2014
Stadsbestuur Bree Vrijthof 10 3960 Bree
Inhoudstabel I. II.
Strategische nota meerjarenplan Financiële nota 1. Financieel doelstellingplan (M1) 2. Staat van het financieel evenwicht (M2) 3. Raming van het gecumuleerd budgettaire resultaat vorig jaar (2013)
III.
Toelichting 1. Omgevingsanalyse 2. Participatie en inspraak 3. Beschrijving van de financiële risico’s 4. Overzicht van de beleidsdoelstellingen 5. Interne organisatie van het bestuur - Schema TM1: Personeel - Organogram - Overzicht budgethouders - Overzicht van de beleidsvelden per beleidsdomein 6. Overzicht van de entiteiten opgenomen onder de financiële vaste activa 7. Overzicht van de financiële schulden - Schema TM2: De financiële schulden
OCMW Bree Peerderbaan 37 – 3960 Bree
Meerjarenplan 2014-2019
I Strategische nota meerjarenplan
Voorzitter: Bernadette Verslegers Secretaris: Stefan Goclon Financieel Beheerder: Jean Gielen NIS: 72004 Tel: 089/84.85.50 Fax: 089/84.85.59
[email protected] ocmw.bree.be
I Inleiding. De lokale besturen dienen vanaf de legislatuur 2013-2018 de principes van de beleids- en beheerscyclus (BBC) toe te passen en dit ten laatste vanaf 2014, dit ten gevolge van het besluit, d.d. 25 juni 2010, van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Het bevat een reeks regels voor het meerjarenplan (2014-2019), het budget, de boekhouding en de jaarrekening van lokale besturen. Naast financiële regels bevat BBC ook regels van beleidsvoering inzake inhoudelijke planning (beleidsdoelstellingen, actieplannen, acties) de uitvoering en de evaluatie. De vermindering van de plan- en rapporteringsverplichtingen (Omzendbrief BZ/2012/3) van de lokale besturen is een project van de Vlaamse regering dat past in de BBC. De Vlaamse regering stimuleert of verplicht de lokale besturen om in hun planning en rapportering uitwerking te geven aan welbepaalde Vlaamse beleidsprioriteiten, meestal gekoppeld aan een bepaalde subsidiëring, waarvan de timing en modaliteiten zijn opgenomen in het planlastendecreet. Volgens de BBC-richtlijnen hoort bij het meerjarenplan (2014-2019) een toelichting die samen met het meerjarenplan aan de raadsleden en aan het toezicht moet worden bezorgd. De beslissing door de raad slaat echter alleen op het meerjarenplan zelf. In de strategische nota, staan de prioritaire beleidsdoelstellingen beschreven.
II Competentiemanagement. Alvorens over te gaan naar het omschrijven van de prioritaire beleidsdoelstellingen staan we even stil bij het tot stand komen van de beleidsdomeinen, waarbinnen al de doelstellingen, ook niet-prioritaire, vervat zijn. Het vaststellen van de beleidsdomeinen voor stad en O.C.M.W. Bree kwam tot stand via het project ‘competentiemanagement’. In het voorjaar 2013 werd het project/traject ‘competentiemanagement’ afgerond. Dit traject werd extern begeleid door C-Mentor, het adviesbureau dat na het doorlopen van een overheidsopdracht via gemeenteraad en college van burgemeester en schepenen hiervoor de opdracht kreeg. Op regelmatige tijdstippen werden er workshops georganiseerd met de diensthoofden van stad en O.C.M.W. Bree en werd er vervolgens gerapporteerd aan het beleid. Specifiek naar de beleidsdomeinen toe heeft deze oefening geleid tot de volgende indeling:
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
1
Hieruit volgen 6 beleidsdomeinen:
0. domein 0: Algemene financiering 1. domein 1: Interne zaken, facilitaire diensten 2. domein 2: Omgeving 3. domein 3: Burger/inwoner 4. domein 4: Sociaal 5. Domein 5: Vrije tijd
III Strategisch management. Naast deze benadering hanteerde het OCMW sinds 2008 in haar beleidsvoering de principes van strategisch management door elk jaar een beleidvisie en plan te expliciteren als afgeleide van het lokaal sociaal beleidsplan 2008 - 2013 en rekening houdend met actuele inputs. Jaarlijks Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
2
wordt samen met de jaarrekening een kwalitatieve stand van zaken neer geschreven in een jaarverslag dat een belangrijke bron van info was voor de interne en externe analyse m.b.t. het domein Sociaal. Het strategisch management is een belangrijk item binnen de principes van het nieuw publiek management (new public management) en heeft betrekking op het werken met (lange termijn) doelstellingen en het zorgen dat die doelstellingen ook zo goed als mogelijk worden behaald. Strategisch management en strategische planning vertaalt zich in de beleids- en beheersrapporten binnen de geïntegreerde beleids- en beheerscyclus. Het is met andere woorden het proces dat ervoor zorgt dat elke inspanning binnen de organisatie gericht wordt op het realiseren van de strategie van de organisatie zodat de organisatie/gemeente/OCMW op lange termijn effectief is. Missie Elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Het OCMW streeft ernaar elke burger de toegang te garanderen tot de rechten, vastgelegd in artikel 23 en artikel 24, §3, van de Grondwet. Het OCMW verhoogt kansen op zelfredzaamheid, geluk en welzijn. Ze biedt groei- en ontplooiingsmogelijkheden en biedt zorg en dienst –en hulpverlening op maat. Bijzondere aandacht gaat uit naar diegenen die onvoldoende kansen op welzijn hebben ongeacht hun toestand of politieke, filosofische of godsdienstige overtuiging. Het OCMW wil hen een volwaardige deelname aan het maatschappelijk leven garanderen. Het OCMW wil de motor zijn bij het bepalen van een welzijnsbeleid waarbij armoedebestrijding centraal staat.
Visie Het OCMW wil een open en toegankelijk huis zijn voor iedereen en biedt een brede, laagdrempelige dienstverlening aan. De bevolking verwacht van het OCMW in dit kader kwaliteitsvolle en professionele dienstverlening, die zowel een preventief als probleemoplossend karakter heeft. Deze missie betekent voor het OCMW dat het zich permanent moet aanpassen aan veranderende en nieuwe maatschappelijke uitdagingen zoals de demografische evolutie met de toenemende vergrijzing van onze bevolking, de betaalbaarheid van ons sociaal model en zorg… De mensen kunnen zich bedreigd voelen in hun gevoel van welzijn op persoonlijk, relationeel , psycho – somatisch, maatschappelijk of materieel vlak door andere, nieuwe samenlevingsvormen te wijten aan maatschappelijke, demografische en culturele ontwikkelingen, door het mogelijk wegvallen van sociale netwerken én familiale solidariteit door echtscheidingen, door een steeds snellere en complexere samenleving, door ( dreigende ) werkloosheid, door het wegvallen van klassieke waardepatronen, door stress vanwege onzekerheid … Dit vraagt naast materiële en financiële ondersteuning ook sociale, juridische en psychologische begeleiding en zorg. Zorg refereert naar een aantal sleutelbegrippenwoorden zoals hulp- en dienstverlening, menswaardig … Vertrekbasis daarbij is enerzijds het referentiekader van de cliënt zelf. Dit wil zeggen, zorg aangepast aan haar/zijn tempo, aan haar/zijn groeimogelijkheden, aan
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
3
haar/zijn prioriteiten, aan haar/zijn eigenheid en waarbij gerekend wordt op de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt en de bereidheid om mee te werken aan het verbeteren van zijn situatie. Anderzijds dient deze zorg afgestemd te zijn op de mogelijkheden van onze organisatie: wat is wettelijk mogelijk, wat is realistisch, wat is haalbaar? … Omwille van financiële en economische crisis is het aantal leefloongerechtigden sterk gestegen. We merken dat er een groeiende kloof is tussen laag- en hooggeschoolden en tussen uitkeringsgerechtigden en werkenden. Bovendien verhoogt de huidige crisis het risico op armoede, waardoor ook hogergeschoolden worden geraakt en de nieuwe armoede ontstaat omwille van schulden en faillissementen. Armoede heeft veel gezichten . De grote gemeenschappelijke noemer is de financiële kwetsbaarheid van personen en gezinnen die door bepaalde omstandigheden in het armoedeweb verzeild zijn geraakt. Tegelijk zorgt het niet of onvoldoende hebben van financiële middelen, voor een neerwaartse spiraal op vlak van huisvesting, gezondheid, onderwijskansen, sociale en culturele participatie. Het OCMW wil als lokale overheid de motor zijn bij het uitstippelen van het lokale welzijnsbeleid. Immers zijn lokale besturen het best geplaatst om de regierol in het lokale sociale beleid op te nemen. In de gemeenten raken de verschillende beleidsdomeinen elkaar en spelen op mekaar in. Vraaggestuurde zorg, vermaatschappelijking van de zorg en samenwerking zijn daarbij sleutelbegrippen. Lokaal beleid moet de vinger aan de pols hebben om noden op te vangen en hulpverlening te mobiliseren, zowel naar professionele diensten als naar het middenveld en het vrijwilligerswerk. De ene keer is het lokaal bestuur actor, de andere keer werkt het samen met externe partners in een gemeenschappelijk project dat lokaal wordt uitgetekend en gedragen. Om de bestaande en de nieuwe initiatieven optimaal te kunnen aanpakken wordt gestreefd naar de zo hoogst mogelijke overheidsubsidiëring in de werkingkosten van de diverse diensten en subsidiëring van nieuwe initiatieven. Verder wordt de eigen werking geoptimaliseerd door een continu streven naar efficiëntie en effectiviteit.
Werken met doelstellingen Een belangrijke component binnen het strategisch management is dus werken met doelstellingen: - Strategische doelstellingen (wat wil het OCMW bereiken) zijn bedoeld om op het hoogste niveau van de organisatie een vertaling te maken vanuit de visie, de missie en de strategie van de organisatie, waar de visie een antwoord biedt op de vraag waar de organisatie naartoe wil. Strategische doelstellingen zijn niet veranderlijk op korte termijn. - Operationele doelstellingen beschrijven hoe het OCMW de strategische doelstellingen zal trachten te realiseren. Ze geven een zo breed mogelijk beeld van wat het bestuur op de verschillende deelaspecten wil bereiken, ze zijn heel concreet, ze vormen de basis van de budgetopmaak. - Uit de doestellingen volgen de actieplannen en acties, ze beschrijven concreet hoe het OCMW de strategische- en operationele doelstellingen wil realiseren. Acties kunnen gemeten worden om de haalbaarheid ervan, in het traject van de planning, te kunnen verifiëren, desnoods bij te sturen.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
4
Het overzicht van alle beleidsdoelstellingen (of waar ze raadpleegbaar zijn) is terug te vinden bij de verplichte toelichting bij het meerjarenplan. Uit al de operationele doelstellingen, die het bestuur opgesteld heeft, zijn 6 prioritaire doelstellingen behouden en opgenomen in deze strategische nota:
IV Prioritair Beleid BD 03 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid met aandacht voor gemeenschapsvorming 03 AP 03 Inzetten op vrijwilligers: betrokkenheid, deskundigheid krijgen / aanbieden,leerproces De vele, al dan niet georganiseerde vrijwilligers, die mee zorgen voor hun medeburgers, zijn onvervangbaar en dit moeten we blijven aanmoedigen en ondersteunen Actie 1: Het OCMW waardeert dit vrijwilligerswerk en blijft inzetten op de ondersteuning en stimulering ervan. Ook blijven we de samenwerking met verenigingen met een sociaal karakter intensifiëren (bv de voedselbank: samenwerking met de Sociale Dienst optimaliseren door elkaars dienstverlening beter op elkaar af te stemmen).
BD 04 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid met aandacht voor optimale participatie aan de samenleving door de burgers 04 AP 04 Bevorderen van de levenskwaliteit op een pro-actieve manier o.a. door levenslang leren en acties op vlak van gezondheidspreventie E
3.000,00 €
- Inzetten op gezondheidspreventie als de beste garantie om gezond te blijven. Uit onderzoek blijkt dat mensen met beperkte financiële middelen gezondheidsuitgaven uitstellen. - Bevorderen van een toegankelijk gezondheidszorgaanbod voor iedereen met extra impulsen en kansen voor kwetsbare groepen Actie 1 : kwetsbare groepen worden op geschikte wijze op de hoogte gebracht van het belang van een vaste huisarts en kennen ( en vragen naar) de derdebetalersregeling; Actie 2 : overleggen met huisartsen en andere zorgverstrekkers om de toegankelijkheid tot de eerstelijnsgezondheidszorg en ziekte preventie te vergroten, de nodige financiële middelen voorzien; Actie 3 : bekendmaken van het reguliere aanbod bij mensen met verminderde gezondheidskansen; Actie 4 : bereikbaarheid bewaken van de bestaande gezondheidsinstellingen gezien de afhankelijkheid van openbaar vervoer voor kansarmen; Actie 5 : promoten van het voorkeurtarief.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
5
- Lokaal invullen van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen nl. tabakspreventie, voeding en beweging, borstkankeropsporing, ongevallenpreventie, vaccinatie en infectieziekten, depressie, zelfdoding en met bijzondere aandacht voor orgaandonatie Actie 1 : realiseren van het project ‘ massaal op de schaal ‘ over gezonde voeding en gezond bewegen in samenwerking met de sportdienst.
• Bevorderen van het actief ouder worden Actie 1: het stimuleren en bewaken van de werking van de seniorenraad als gemeentelijk adviesorgaan naar het seniorenbeleid toe. De seniorenadviesraad krijgt nog meer de kans om op te treden als adviesraad voor het seniorenbeleid en wordt nog meer in deze adviesfunctie erkend. Bij vernieuwende beleidsbeslissingen die invloed hebben op senioren dient advies aan de Seniorenadviesraad gevraagd te worden; Actie 2 : elke Breese senior kan vanuit een inclusief beleid rekenen op inspraak bij deelname en bijdrage aan het maatschappelijk leven; Actie 3 : speciale aandacht schenken aan het belang van bewegings- en sportieve activiteiten voor senioren. Het nodige budget voorzien om te participeren aan de verschillende activiteiten; Actie 4 : bijdragen tot een positieve beeldvorming over en van de Breese senioren in al hun verscheidenheid; Er wordt voorbij gegaan aan het feit wat vele senioren voor de samenleving betekenen en kunnen betekenen. Ook worden de nefaste gevolgen van inactiviteit over het hoofd gezien. Regelmatige organisatie van een aantal uitwisselingsactiviteiten met aandacht voor intergenerationele ontmoetingen. Actie 5 : senioren moeten van het cultureel aanbod, met aandacht voor kwaliteit, toegankelijkheid ten volle kunnen gebruik maken en erin kunnen aan bod komen; Actie 6 : het goed informeren van de senioren via een laagdrempelige website, een stadsmagazine en seniorenkrant met eenvoudig, correct en begrijpbaar taalgebruik; Actie 7 : de rol van het seniorenloket evalueren en mogelijk optimaliseren als een laagdrempelig aanspreekpunt voor elke vraag naar info en in bijzonder zorgvragen; Actie 8 : stimuleren tot verdere actieve deelname in de samenleving, cultureel, sportief en vrije tijdsbeleving ter voorkoming van isolement. Aandacht moet gaan ook naar belangrijke randvoorwaarden zoals geschikt vervoer, positieve beeldvorming rond ouderen… . Hiervoor dienen de nodige budgetten te worden voorzien; Actie 9 : het voeren van een preventief beleid in de breedst mogelijke betekenis: er voor zorgen dat in elk maatschappelijk domein de facto rekening wordt gehouden met de oudere, of het nu gaat om wonen, mobiliteit, vrije tijd, cultuur of politieke en maatschappelijke participatie; actief bezig zijn voorkomt maatschappelijk isolement. Isolement tast de gezondheid aan en leidt tot afhankelijkheid die dikwijls gepaard gaat met gebrek aan hulp; Actie 10 : het voeren van een beleid rond toegankelijkheid. In de eerste plaats denken we hierbij aan de letterlijke toegankelijkheid (naast de financiële toegankelijkheid voor de diverse zorgvormen) van het openbaar domein en openbare gebouwen voor personen met een handicap, of mensen die slecht te been zijn; Actie 11 : actieve detectie van eenzame ouderen is noodzakelijk waarbij verenigingen en vrijwilligers een pro – actieve rol kunnen spelen; Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
6
Actie 12 : investeren in vormingsactiviteiten ( informatica, pensioenwetgeving, inbraakpreventie, sociale preventie in functie van de aangehaalde onveiligheidsgevoelens..) is dus geen maat voor niets, de nodige financiële middelen voorzien; Ook ouderen moeten mee kunnen met de tijd. Een nieuwe taal verwerven, nieuwe interessegebieden ontwikkelen, de nieuwe media leren gebruiken: dit alles opent mogelijkheden voor zinvolle activiteiten. Iedereen heeft, een leven lang, het recht om datgene te leren wat hij of zij nodig heeft om zich zelfstandig staande te houden in de samenleving en om te kunnen blijven bijdragen aan het functioneren ervan. Ook het stadsbestuur heeft de plicht dit te ondersteunen en het blijven leren te stimuleren. Actie 13 : uitnodigen en stimuleren van de actieve senior tot vrijwillig engagement op tal van domeinen; Actie 14 : het onderzoeken van de mogelijkheden tot oprichting van een dienstencentrum, waar ouderen die nog zelfstandig wonen of bij hun familie inwonen, voor huishoudelijke zorg, lichaamsverzorging, informatie, sociale dienstverlening en materiële hulp of gewoon voor gezelligheid en ontspanning op één plaats terecht kunnen; Actie 15 : oprichten van een sociaal restaurant dat op regelmatige basis al dan niet centraal in Bree een warme maaltijd aanbiedt. Onze doelstelling is om een laagdrempelige ruimte te creëren waar mensen een warm onthaal en een luisterend oor aan een gezellige tafel wacht. Hieraan gekoppeld sociale tewerkstelling, hiervoor dienen dan ook de nodige budgetten te worden voorzien. E
8000 €
I
8000 €
04 AP 05 Realiseren van optimale participatie door overleg met adviesraden - Realiseren inspraakmogelijkheden voor Breese personen met een beperking Actie 1 : het stads- en OCMW-bestuur engageert zich om de adviesraad systematisch in te lichten m.b.t. aangelegenheden die personen met een beperking aanbelangen; Actie 2 : de adviesraad voor personen met een beperking brengt meer pro-actief advies uit over beleidsdomeinen die personen met een beperking rechtstreeks aanbelangen, o.m. over mobiliteit, toegankelijkheid, gezondheidszorg en dienstverlening, sport en cultuur. - Dynamiseren van de werking van het Lokaal Overleg Kinderopvang ( zie verder ) - Dynamiseren van de werking van de seniorenraad.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
7
BD 05 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid met aandacht voor een divers, kwalitatief en laagdrempelig aanbod en dienstverlening met bijzondere aandacht voor vooraf bepaalde doelgroepen en kansengroepen. 05 AP 01 Kwalitatief aanbod Onze samenleving is voordurend in verandering. Onze burgers hebben daardoor ook andere noden en zorgvragen. Als kleine maar flexibele organisatie moet het Sociaal Huis vanuit haar motto ‘ cliëntgerichtheid en toegankelijkheid ‘ hierop anticiperen. We werken aan een goed bereikbare, efficiënte en klantvriendelijke dienstverlening voor alle Breese burgers en in het wegwerken van drempels waar die nog aanwezig zijn. We zorgen ervoor dat mensen op een actieve, begrijpbare manier over de informatie kunnen beschikken om aan hun hulpvraag te voldoen. - Streven naar een kwaliteitsvolle dienstverlening Actie 1 : uitbouwen en onderhouden van een netwerk van sociale actoren voor doorverwijzing zoals DAGG, CAW, Noolim…en het voorzien van de nodige financiële middelen. Actie 2 : streven naar verdieping of specialisatie om de variëteit van vragen van multi – problem gezinnen aan te kunnen en voorzien van de nodige financiële middelen. Het OCMW zal ernaar streven een duidelijke en heldere communicatie te voeren over haar activiteiten en initiatieven - Communicatie ten aanzien van derden Het OCMW zal een duidelijke informatie en communicatie voeren ten aanzien van derden Actie 1 : het OCMW zal optimaal gebruik maken van de mogelijkheden van het stedelijk infoblad ‘Stadsmagazine Bree’; Actie 2 : het OCMW zal een nieuwe brochure uitgeven met een overzicht van alle diensten die het OCMW aanbiedt aan de inwoners van Bree.
- Bevorderen van de interne communicatie Het OCMW zal ernaar streven een duidelijke communicatie te voeren ten aanzien van haar medewerkers Actie 1 : optimaal gebruik van e-mail verkeer voor snelle en duidelijke communicatie; Actie 2 : structureel overleg plegen met de medewerkers via het overleg van de sociale dienst, teamvergadering en vergaderingen van de personeelsleden van de verschillende diensten.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
8
05 AP 02 Laagdrempeligheid om de participatiemogelijkheden van elke Breese burger te bevorderen - Continu werken en bewaken van een toegankelijke dienstverlening Actie 1 : bewaken van laagdrempelige website; Actie 2 : onderhouden van een cliëntvriendelijke onthaalfunctie; Actie 3 : het gebruik van het Stadmagazine om onze diensten kenbaar te maken; Actie 4 : het organiseren van huisbezoeken met het oog op een proactieve en contactgerichte dienstverlening.
05 AP 03 Aanbod voor doelgroepen (gezinnen, jongeren, senioren...) - Uitbouw van de thuiszorg gezien de vergrijzing Bejaarden willen zo lang mogelijk thuis blijven in hun vertrouwde omgeving. Anderzijds is er de argumentering van financiële haalbaarheid omdat de financiële kosten van een goede omkadering van zorg op maat bij de bejaarde thuis vele malen lager ligt dan de financiële kosten voor de residentiële zorg. Actie 1 : uitbouwen van een voldoende groot aanbod voor gezinszorg via de aansluiting bij Welzijnregio Noord Limburg vanaf 1/1/2014 en de bestaande thuiszorg (poetsdienst, karweidienst, …) heroriënteren i.f.v. de optimale dienstverlening aan een zo laag mogelijke kostprijs voor het OCMW en voor de cliënt; Actie 2 : onderzoeken van samenwerkingsakkoorden met lokale privé partners in de thuiszorg ( gezinszorg, karweidienst centra voor kortverblijf ) om een voldoende kwantiteit aan thuiszorg te organiseren; Actie 3 : de haalbaarheid toetsen van een CADO als dagopvang, gericht op zorgbehoevende mensen die ook voor gezinszorg in aanmerking komen. waardoor de één op één relatie in de thuiszorg (zorg aan huis) wordt doorbroken en sociale isolatie wordt tegengegaan. De opvang gebeurt door verzorgenden uit de gezinszorg. Bedoeling is de één op één relatie in de thuiszorg te verlaten. Zorg wordt niet verleend in de privéwoning van de cliënt, maar in een aangepaste (rolstoeltoegankelijke) woning waar één verzorgende kan ingezet worden voor de zorg van 4 à 6 cliënten. Met minder personeel worden dus meer cliënten geholpen en tegelijkertijd wordt de sociale isolatie, waarin veel cliënten verkeren, doorbroken. Belangrijk is ook, dat door de kleinschalige werking, meer een ‘thuisgevoel’ dan een ‘instellingsgevoel’ wordt gecreëerd. Anders dan de dienstencentra, waar geen rechtstreekse zorg wordt versterkt, en de dagverzorgingscentra, die zich vooral op zwaar zorgbehoevenden richten, sluit CADO aan bij de bestaande thuisdiensten. Actie 4: het OCMW van de Bree heeft de intentie om de bestaande samenwerking met het woonzorgteam ‘Goed Wonen’ (aanpassingen aan de woningen) te evalueren en afhankelijk hiervan, een continuering van deze werking te bespreken in functie van de budgettaire ruimte en de doelgroep; Actie 5 : overwegen om mantelzorg financieel te ondersteunen. Naast de toenemende vragen van de ouderen zelf, vragen ook hun mantelzorgers om erkenning en behartiging. Het OCMW evalueert het bestaande aanbod en zal voorzien in een aanbod aan informatie en vorming op maat van de mantelzorgers en creëert de mogelijkheid tot het uitwisselen van ervaringen;
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
9
- Actie 6 : ondersteunen van de vrijwilligerswerking. De vrijwilligerswerking in de welzijnssector is van onschatbare waarde. De vele – al dan niet georganiseerde – vrijwilligers die mee zorgen voor hun medeburgers, zijn onvervangbaar. Zij werken dagdagelijks aan het sociale weefsel van onze samenleving. Een soort waarderingsbeleid voor vrijwilligers wordt uitgewerkt en blijft inzetten op de ondersteuningen stimulering ervan; - Actie 7: het evalueren van ‘praatcafé dementie’ in haar rol van advies naar mantelzorgers. - Actie 8: onderzoeken van de bouw van assistentiewoningen kleinschalig, gespreid en geïntegreerd,, al dan niet met externe partners, die bijdragen aan vertrouwd en aangenaam wonen op middelbare en hogere leeftijd. - Levenslang goed wonen m.a.w. zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen door zorg, preventie en aanpassingen aan de woning Actie 1 : - thuiszorgoverleg organiseren; Actie 2 : verhoogde aandacht nazorg; Actie 3 : aanpassingen aan de woning : klusjesdienst aan huis; Actie 4 : bereiken van alleenstaanden senioren en mindervaliden; Actie 5 : nood aan nacht- en avondopvang senioren; Actie 6 : oppasdienst als aanvulling van professioneel en mantelzorg.
05 AP 04 Aanbod voor kansengroepen (mensen met een handicap, kansarmen, allochtonen,...) - Voor personen met een beperking worden initiatieven genomen om een zo groot mogelijke mobiliteit en een maximale basistoegankelijkheid te garanderen Actie 1 : de adviesraad voor personen met een handicap van Bree wil initiatieven die de toegankelijkheid verhogen, belonen met een toegankelijkheidsprijs en zal hiervoor een oproep doen naar alle winkels, bedrijven, horecazaken en kmo’s; Actie 2 : er wordt toegezien dat er voldoende parkeerplaatsen voor personen met een beperking voorzien worden; Actie 3 : de adviesraad voor personen met een handicap brengt pro-actief advies uit over domeinen, die personen met een beperking rechtstreeks aanbelangen, o.m. over mobiliteit, toegankelijkheid, gezondheidszorg en dienstverlening, sport en cultuur.
- Voor personen met een beperking worden initiatieven genomen om een maximale basismobiliteit te garanderen Actie 1 : De toegankelijkheid van de busopstapplaatsen wordt onderzocht; Actie 2 : Het OCMW onderzoekt in samenspraak met de Minder-Mobielencentrale welke verdere initiatieven genomen kunnen worden rond aangepast vervoer voor rolstoelafhankelijke personen.
- Er wordt gewerkt aan een positieve beeldvorming over personen met een beperking
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
10
Actie 1 : nadruk op integratie van personen met een beperking: ondersteunen van de winkel Okee in Bree, positieve wisselwerking tussen Stad en Optima en Open Kans. - Iedere Breese persoon met een beperking ontvangt relevante informatie over het zorgen dienstverleningaanbod alsook een passend antwoord op zijn/haar vragen Actie 1 : Er wordt een laagdrempelig en toegankelijk Sociaal Huis uitgebouwd waar Breese personen met een beperking terecht kunnen met vragen van sociaal administratieve aard en waar indien nodig gericht wordt doorverwezen naar relevante dienst- en hulpverleners; Actie 2 : de website van Welzijnsregio Noord-Limburg met als titel 'Nieuw in de regio - De rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap' actief hanteren. - Het bestuur zorgt ervoor dat eigen initiatieven in de mate van het mogelijke openstaan voor haar burgers met een beperking en stimuleert hen tot deelname aan het maatschappelijke leven Actie 1 : bij alle grote stedelijke evenementen wordt in de mate van het mogelijke rekening gehouden met de doelgroep personen met een beperking door o.a. voorbehouden plaatsen, toegankelijke toiletten en voorbehouden parkeerplaatsen te voorzien; Actie 2 : elke Breese inwoner met een beperking die in een instelling of een semi-internaat verblijft, kan recht doen gelden op een tussenkomst van € 25,- per maand ( budget Stad Bree ) ten voordele van de instelling waar hij of zij verblijft; Actie 3 : in samenwerking met het Cultuurcentrum wordt onderzocht op welke manier het cultuuraanbod verder gepromoot kan worden naar personen met een beperking; Actie 4 : in samenwerking met het Sportcentrum wordt het huidige aanbod in zake sportmogelijkheden onderzocht of ze voldoende bekend is bij personen met een beperking.
- Wonen is een sleutelfunctie voor integratie. De stad moet de inclusie van het wonen bevorderen Dit kan zowel via een algemene politiek van toegankelijkheid als via de integratie van projecten in sociale woningbouw (convenant ). Actie 1 : convenant met het toegankelijkheidsbureau: bij nieuwbouw of verbouwingen van openbare gebouwen wordt het toegankelijkheidsbureau ingeschakeld, het convenant wordt vertaald in concrete afspraken waarbij de haalbaarheid en werkbaarheid bewaakt worden; Actie 2: de sociale huisvestingsmaatschappijen worden aangespoord om in hun planning aandacht te hebben voor de woonbehoeften van mensen met een beperking; Actie 3 : in het lokaal woonoverleg wordt aandacht besteed aan de bijzondere woonbehoeften van personen met een beperking, o.a. door het thema levenslang wonen op de agenda te plaatsen, door aandacht te besteden aan aanpasbaar bouwen en kangoeroewoningen, door rekening te houden met toegankelijkheid bij de aanvraag van stedenbouwkundige vergunningen voor openbare gebouwen.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
11
BD 06 Betaalbaar wonen voor iedereen (combineren wonen en zorg) 06 AP 02 Het maken van een Zorgstrategisch Plan om de vraag naar mogelijke nieuwe initiatieven, zoals kortverblijf, nachtoppas en nacht opvang, de nood aan verdere uitbreiding van residentiële zorg en thuiszorg te onderzoeken. - Het doen aan zorgplanning Een Zorgstrategisch Plan is noodzakelijk gezien: - de demografische evolutie (de toenemende veroudering van de Breese bevolking met de daaraan gekoppelde stijgende programmatiecijfers); - de evolutie in de zorgvraag (de ontschotting van de zorgsectoren met de verwachte verschuiving van residentiële zorg naar thuiszorg en thuisondersteunende zorg) - de gewijzigde wetgeving o.a. rond assistentiewoningen, de rol van sociale huisvestingsmaatschappijen… - de nood aan het uitwerken van een toekomstvisie voor Bree.
- Actie 1 : het maken van een geactualiseerde zorgstrategisch planning op niveau van Bree - Actie 2 : Onderzoek doen naar de complementariteit en nood aan mogelijke uitbreiding van het residentiële zorgaanbod en aanbod van thuiszorg; Verwijzend naar de omgevingsanalyse met betrekking tot de evolutie van de morbiditeit, en afhankelijkheid of beschikbaarheid van mantelzorgers zouden in de residentiële sector extra bedden voor ouderen moeten worden gecreëerd tegen 2025. De behoefte aan residentiële structuren zal nog acuter worden na 2025. Het is dus noodzakelijk om te anticiperen op deze ontwikkeling. • De stijging in de residentiële sector zal rekening moeten houden met de ongelijke groei van de oudste ouderen (85+) en het bestaande aanbod op lokaal niveau. • Als men het toenemende gebruik van residentiële structuren zou willen beperken, kan gedacht worden aan een beleid dat stimuleert om ouderen zo lang mogelijk thuis te laten blijven (strengere toelatingscriteria voor opname in residentiële instellingen, ontwikkeling van thuiszorg of andere vormen van beschut wonen voor ouderen, ...). Actie 3 : het onderzoeken van de haalbaarheid van het OCMW als een dienstenkruispunt of zorgcoördinator ( noden detecteren en zorgvrager verbinden met de zorg op maat ); Het gaat hier niet om het aanbieden van zorg maar een zorgbemiddelaar en deze coördineert vanuit een neutrale houding alle aanwezige thuiszorg en residentiële zorg. Dit is een opdracht voor het lokale bestuur, die op een zo efficiënt en effectief mogelijke manier de zorg rond de oudere coördineert. Het Sociaal Huis is de instantie om een dienstenkruispunt op te richten. Samenwerking tussen verschillende actoren over hun grenzen heen impliceert erkenning van alle zorgaanbieders in hun eigenheid en dit gebeurt het best niet door één van de actoren zelf maar door het lokale bestuur waarbij thuiszorg en residentiële zorg op voet van gelijkheid worden behandeld. Actie 4 : de mogelijkheid onderzoeken om ouderenwoningen (sociale assistentiewoningen) te realiseren in samenwerking met de huisvestingsmaatschappij waarbij bijvoorbeeld het OCMW de gronden en het zorgaanbod aanlevert en de sociale huisvestingsmaatschappij instaat voor de bouw en verhuring van de woningen; Actie 5 : het Sociaal Huis als gangmaker bij het ontwikkelen van een woonzorgzone ( zone waar zorg en wonen optimaal gecombineerd worden ) en bij het realiseren van een meer geïntegreerd beleid inzake wonen, zorg en welzijn; het stimuleren van kangoeroewoningen wordt in dit kader onderzocht;
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
12
Actie 6 : actief promoten van de opleiding tot ‘polyvalent verzorgende’ . Enerzijds krijgen mensen een tweede kans tot het volgen van een opleiding met toekomst, anderzijds creëert dit mogelijkheden naar rekrutering toe binnen onze eigen zorgvoorzieningen. Een gerichte communicatie naar potentiële doelgroepen wordt opgezet; Actie 7 : het garanderen van financiële toegankelijkheid voor iedere burger tot het woonzorgcentrum Gerkenberg; De VZW Welzijnscampus beschikt over een woon – en zorgcentrum, service – flats en een erkend dagverzorgingscentrum. Als partner van de vzw Welzijnscampus zal het OCMW deze residentiële setting blijven steunen in de uitbouw van haar dienstverlening. Het OCMW zal blijven ijveren vanuit haar missie voor de financiële toegankelijkheid van deze zorgverlening voor alle burgers van Bree. Het woonzorgcentrum vertegenwoordigt een belangrijke maatschappelijke opdracht. De inspanningen die in dit kader worden geleverd, moeten ingepast worden in een gezond financieel beheer van het woonzorgcentrum. Actie 8 : het steunen van de uitbreiding van residentiële bedden in het woonzorgcentrum Gerkenberg steunen gezien deze nood blijkt uit de strategische planning en een integrale visie : - Uitbreiding van het woonzorgcentrum met 63 bijkomende woongelegenheden: door de realisatie van dit project is er een uitbreiding van het bestaande aanbod en is men in staat zich meer te profileren als woonzorgzone en zo de voorziening verder open te stellen voor de buurt en ruimere regio. In kader van de samenwerking met de thuiszorg wordt het project ‘naadloze overgangszorg’ verder uitgewerkt en uitgebreid. Hierbij zal het aanbod van “ergo-advies” en “zorg-aan-huis” een zeer belangrijke rol spelen. - Realisatie en organisatie van de zorg van 7 woongelegenheden voor kortverblijf binnen het woonzorgcentrum. In de opvang voor kortverblijf wordt een antwoord geboden voor crisisopvang, tijdelijke ontlasting van familie of mantelzorg, of voor revalidatie na bijvoorbeeld een ziekenhuisopname met het oog op een reïntegratie in het thuismilieu of indien nodig een doorstroom naar een meer definitieve vorm van intramurale opvang. Actie 9 : om de zorg te kunnen aanbieden zijn er blijvende inspanningen nodig om gekwalificeerd personeel te hebben.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
13
BD 07 Kwaliteitsvol wonen voor iedereen
07 AP 01 Kwaliteitsvol wonen door actieve kwaliteitsbewaking en doelgroepen benadering in bouwprojecten - Het OCMW is als co - regisseur van het woonbeleid perfect geplaatst is om de sociale dimensie te bewaken en de woonnoden van mensen met een laag inkomen onder de aandacht te brengen; dit kan als deelnemer aan het lokaal woonoverleg en als mederegisseur van het lokaal sociaal beleid Actie 1 : het uitwerken van een toewijzingsreglement lokale binding en senioren voor 65-plussers in de gemeente Bree die geen eigenaar zijn van een woning en dus voor hun woonbehoefte aangewezen zijn op de huurmarkt; Actie 2 : inzet van woonzorgteams continueren. Via de woonzorgteams willen we de senioren helpen langer autonoom te wonen in hun eigen leefomgeving. Beperkte aanpassingswerken en het aanbrengen van aangepaste hulpmiddelen zijn vaak nodig om de veiligheid, het wooncomfort en de toegankelijkheid van de woning van de hulpbehoevende senior te garanderen. Het gaat dan vooral om kleine karweien, waarvoor de reguliere bouwaannemer vaak geen rendabele offerte kan maken; Actie 3 : projectontwikkelaars zullen aangemaand worden om demografische tendensen te vertalen in woonprojecten. Het stijgend aantal alleenwonenden, het stijgend aantal ouderen en het stijgend aantal alleenstaanden met kinderen vraagt om aangepaste woonvormen te creëren. Woningopsplitsing kan hierin een gedeeltelijke oplossing bieden; Actie 4 : mede door de vergrijzing is er een stijgende nood aan assistentiewoningen, zorgerven en andere woonzorginitiatieven. Er wordt een visie en een plan van aanpak uitgewerkt met betrekking tot zorgwonen.
Teneinde het bereiken van het BSO sociale huur versneld te realiseren en om het aanbod betaalbare, kwaliteitsvolle huurwoningen/-appartementen te verhogen, werd aangesloten bij het Sociaal Verhuurkantoor Noord Limburg Realiseren van een goed samenwerkingsverband. I
6.428,57 €
Actie 1 : het inhuren van woningen op de private huurmarkt met het oog op het verhuren van kwaliteitsvolle woningen aan woonbehoeftige gezinnen of alleenstaanden tegen een redelijke huurprijs, overeenkomstig het erkenningsbesluit SVK’s en het kaderbesluit Sociale Huur ; de bedoeling is om 1,5 woningen per 1000 inwoners in te huren; Actie 2 : basisbegeleiding bieden aan de huurder; het SVK heeft voor een gedeelte van de verhuringen te maken met moeilijke verhuringen. Problemen situeren zich op het vlak van overlast voor de omgeving, slecht onderhoud van de woning, niet betalen van de huurkosten en huurschade bij het afsluiten van het huurcontract. Het is de betrachting om met huurbegeleiding aangaande deze problemen preventief te werken, voorzien van de nodige financiële middelen; Actie 3 : begeleiding en ondersteuning bieden aan de verhuurders met oog op verbetering van de woonkwaliteit en energiezuinigheid ,gebruik maken van premieregelingen om eigenaars aan te moedigen om technische kwaliteit en energiezuinigheid van de woning te verbeteren; Actie 4 : overleggen en samenwerken met het lokale bestuur en woon- en welzijnsactoren;
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
14
Actie 5 : inschrijven van de kandidaat huurder gebeurt door de sociale dienst waarbij overlegd wordt met het SVK m.b.t. het financiële aspect maar ook rond het woongedrag en het onderhoud van de woning. Actie 6 : Realiseren van een goed samenwerkingsverband. - Het inhuren van woningen op de private huurmarkt met het oog op het verhuren van kwaliteitsvolle woningen aan woonbehoeftige gezinnen of alleenstaanden tegen een redelijke huurprijs, overeenkomstig het erkenningsbesluit SVK’s en het kaderbesluit Sociale Huur ; de bedoeling is om 1,5 woningen per 1000 inwoners in te huren; - Basisbegeleiding bieden aan de huurder; het SVK heeft voor een gedeelte van de verhuringen te maken met moeilijke verhuringen. Problemen situeren zich op het vlak van overlast voor de omgeving, slecht onderhoud van de woning, niet betalen van de huurkosten en huurschade bij het afsluiten van het huurcontract. Het is de betrachting om met huurbegeleiding aangaande deze problemen preventief te werken, voorzien van de nodige financiële middelen; - Begeleiding en ondersteuning bieden aan de verhuurders met oog op verbetering van de woonkwaliteit en energiezuinigheid ,gebruik maken van premieregelingen om eigenaars aan te moedigen om technische kwaliteit en energiezuinigheid van de woning te verbeteren; - Overleggen en samenwerken met het lokale bestuur en woon- en welzijnsactoren; - Inschrijven van de kandidaat huurder gebeurt door de sociale dienst waarbij overlegd wordt met het SVK m.b.t. het financiële aspect maar ook rond het woongedrag en het onderhoud van de woning. - Proactief optreden ter voorkoming van uithuiszettingen Actie 1 : Het OCMW zet zich in om uithuiszettingen te voorkomen. Enerzijds door meer toe te spitsen op preventie en sensibilisering, bijvoorbeeld door een georganiseerde gegevensuitwisseling met sociale en private verhuurders, gekoppeld aan proactieve huisbezoeken door het OCMW of andere woonbegeleidingsorganisaties. Dergelijke huisbezoeken kunnen bijvoorbeeld georganiseerd worden bij de eerste tekenen van huurachterstal. Het OCMW maakt gebruik van de mogelijkheid van omzetting van erkende LOI – plaatsen in bufferplaatsen, gelegen Peerderbaan 11. Deze locatie zal dienst doen voor tijdelijke opvang in noodsituaties. - Dynamiseren woonoverleg OCMW, ruimtelijke ordening, dienst wonen, samen met externe actoren.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
15
BD 09 Welzijn bevorderen van de Breese bevolking met aandacht voor specifieke doelgroepen 09 AP 01 Uitbouw van de kinderopvang • Actief meewerken aan het lanceren van ‘t Kanske dat opgezet wordt vanuit drie doelstellingen (1) kansarme kinderen kansrijker maken; (2) stimuleren van de betrokkenheid van ouders bij het opvoedingsproces; (3) hulpverleners laten kennis maken met de complexe realiteit van armoede Actie 1 : organisatie van groepswerk voor kansarme ouders en aanstaande ouders rond de opvoeding van en de zorg voor hun kind; Actie 2 : bekijken welke ondersteuning ze nodig hebben, toeleiden naar welzijnsdiensten, waaronder onze kinderopvang (aantrekken van kansarme gezinnen en opbouwen van een vertrouwensrelatie, speel-o-theekanimatie i.s.m. de kinderopvang, …); Actie 3 : organisatie van onthaal waar mensen terecht kunnen, zowel met hun verhaal als met allerlei vragen; Actie 4 : signalisatie naar beleidsmakers en verantwoordelijken. Dit betekent dat zij structurele knelpunten en/of tekorten op het terrein kunnen kenbaar maken waardoor gezinnen beknot worden in hun ontplooiingsmogelijkheden; Actie 5 : aanbieden van een ontwikkelingsstimulerend programma aan voor de kansarme kinderen van 0 tot 3 jaar waarbij wij onze kinderopvang ‘t Wiekernestje als uitvalbasis nemen; Actie 6 : acties ondernemen voor ons eigen kinderdagverblijf om drempelverlagend te werken naar deze doelgroep en onze hulpverleners handvaten aanbieden in hun relationele aanpak met aandacht voor kind én ouder; Actie 7 : ontwikkelen van een methodiek, het gekozen spoor van opvoedingsondersteuning, We willen een scenario aanreiken ( knelpunten én valkuilen ) voor implementatie in andere organisaties of domeinen. • Streven naar bedrijfseconomische gezonde kinderopvang voor 0 - 3 jarigen en de buitenschoolse kinderopvang Actie 1 : bewaken van een optimale bezetting in het kinderdagverblijf ‘t Wiekernestje (42 plaatsen)en het IBO door het terugdringen van wachtlijsten zodat zoveel mogelijk ouders kunnen genieten van dit opvangaanbod; Actie 2 : bewaken van de personeelbezetting volgens de personeelsnorm van Kind en Gezin; Actie 3 : de werking ( het aantal opgevangen kinderen ) en de personeelsbezetting voor de 0-3 jarigen op de 2 locaties optimaal op elkaar afstemmen zodat er een optimale verhouding is tussen aanwezig aantal kinderen en aanwezig aantal personeel en dit steeds binnen de vigerende regelgeving; Actie 4 : het nastreven van schaalvergroting door alert te anticiperen op eventuele mogelijkheden tot uitbreiding van het aantal gesubsidieerde plaatsen wat afhankelijk is van de budgettaire ruimte van de hogere overheid en de mate waarin Bree voldoet aan de toewijzingscriteria waarbij het criterium kansarmoede een belangrijk gewicht heeft; (zie actie 4 hierboven) - Streven naar een kwaliteitsvolle, toegankelijke, voldoende en betaalbare opvang in het kinderdagverblijf voor kinderen tussen 0-3 jaar en in de buitenschoolse kinderopvang inclusief de vakantieopvang
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
16
Actie1 : overeenkomstig het kwaliteitsdecreet het hanteren van het steeds geactualiseerd kwaliteitshandboek dat het resultaat is van continue kwaliteitsplanning , interne auditing, actieplannen op basis van inspectieverslagen, tevredenheidmetingen en opvolgen van beleidsaccenten; Actie 2 : bijscholen van het personeel dat voldoet aan de opgelegde kwalificatievereisten conform de regelgeving; binnen het kader van de te plannen opleidingen van ’t Wiekernestje wordt jaarlijks in overleg met het LOK een educatieve activiteit georganiseerd voor individuen en organisaties die in het groot Bree bezig zijn met opvang van kinderen. E
1500 €
Actie 3 : prioriteit voor kinderopvang voor kwetsbare doelgroepen die als ouder door een gebrek aan kinderopvang niet kunnen doorstromen naar een (reguliere) tewerkstelling. Actie 4: alles inzetten op uitbreiding kinderopvang 0 – 3 jarige met (15 plaatsen gesubsidieerd) + nodige financiële middelen voorzien voor bouw of verbouwing.
Actie 5 : nastreven van een goede planning; het nakomen van het aangegane engagement door de ouders is hierbij een belangrijke randvoorwaarde waarop betrokkene moeten kunnen aangesproken worden door vooraf duidelijke afspraken te maken tussen ouders en opvangvoorziening; Actie 6 : optimaal inspelen op de door het nieuwe decreet gewijzigde subsidiëring van de erkende kinderdagverblijven - Het dynamiseren van de vzw Breese Buitenschoolse Kinderopvang als een platform van overleg en samenwerking voor de buitenschoolse opvanginitiatieven van groot Bree - Voorzien in aangepaste infrastructuur voor de buitenschoolse kinderopvang Actie 1 : voldoende financiële middelen voor goed onderhoud van de bestaande infrastructuur; Actie 2 : afwegen van de behoefte aan infrastructuur voor de buitenschoolse kinderopvang en zich bezinnen over wat centraal moet gestuurd worden en/of georganiseerd en wat decentraal gestuurd en/of georganiseerd kan worden met als belangrijke parameters : kosten, bereikbaarheid voor de ouders en organisatorische haalbaarheid; Actie 3 : overwegen van bestaande, centraal gelegen infrastructuur te gebruiken vooraleer de stap wordt gezet naar nieuwbouw voor de vakantieopvang (Bree of Beek);
- De oprichting van een loket kinderopvang in Bree als een neutraal informatie- en ondersteuningspunt voor gezinnen met een vraag naar kinderopvang Actie 1 : het leren hanteren van de Kinderopvangzoeker als een instrument op de website van Kind en Gezin om kinderopvangvragen te registreren, te behandelen en in kaart te brengen; Actie 2 : coördineren van de registratie van de kinderopvangvragen en van de voorkeur van gezinnen voor kinderopvangplaatsen; Actie 3 : informeren van gezinnen binnen een redelijke termijn over beschikbare kinderopvangplaatsen en hen zo nodig in contact brengen met de kinderopvanglocaties, met aandacht voor maatschappelijk kwetsbare gezinnen; Actie 4 : samenwerken met alle kinderopvanglocaties binnen het werkingsgebied, met instanties die werken met gezinnen die kinderopvangvragen kunnen hebben;
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
17
Actie 5 : informeren van het lokaal bestuur of de lokale besturen, de organisatoren van kinderopvang en Kind en Gezin over de vragen naar kinderopvangplaatsen; Actie 6 : het OCMW van Bree onderzoekt de mogelijkheid om voor Bree en de onmiddellijke omgeving ( zorgregio ) te laten erkennen voor dit loket te organiseren; Actie 7 : aanvragen van de subsidie voor het organiseren van dit loket zoals vermeld in het decreet, maar zelf ook financiële middelen voorzien voor een opstartfase en werking. Het verder optimaliseren en realiseren van de doelstellingen, die inherent zijn aan de erkenning van ‘t Wiekernestje als gemandateerde voorziening voor flexibele en occasionele kinderopvang voor de zorgregio Meeuwen - Gruitrode, Bocholt en Bree Actie 1 : Coachen met een duidelijk geëxpliciteerd traject van 1.5 FTE personen uit de kansengroepen als verzorgende in de kinderopvang en dit met het oog op duurzame tewerkstelling; Actie 2 : Een kwalitatieve dienstverlening die een antwoord biedt op een niet ingevulde of onvoldoende ingevulde maatschappelijke behoefte nl flexibele en occasionele kinderopvang, voorzien van de nodige financiële middelen; Actie 3 : anticiperen op de wijzigende regelgeving en subsidiëring door in te spelen op het plan van aanpak van Kind en Gezin waarbij niet dezelfde denkpiste gevolgd wordt voor de voorschoolse en buitenschoolse kinderopvang.
09 AP 02 Versterken van sociale dienstverlening door aansluiting bij de Welzijnsregio Noord-Limburg Lokaal worden diensten aangeboden, die regionaal georganiseerd worden en waar de keuzes omtrent de aangeboden dienstverlening lokaal in het OCMW worden gemaakt. E
46.380,00 €
- Gezinszorg en aanvullende thuiszorg. Actie1 : m.b.t gezinszorg en aanvullende thuiszorg het presteren van het toegekende urencontingent gezinszorg – logistieke hulp en karweihulp, overeenkomstig de voorwaarden zoals vastgelegd in het Woonzorgdecreet; Actie 2 : opmaken van een duidelijk profiel dienst GZAT, zowel voor het geheel als voor de onderdelen gezinszorg, logistieke hulp en karweihulp; Actie 3 : borgen van de kwaliteit van de dienstverlening GZAT binnen een context van steeds complexer wordende thuiszorg en doelgroepen; Actie 4 : inzetten op innovatie en evolutie dienstverlening GZAT.
- Schuldbemiddeling. Actie 1 : optreden als schuldbemiddelaar in de collectieve schuldbemiddeling of het juridische gedeelte in de schuldbemiddeling opnemen wanneer het OCMW Bree is aangesteld als schuldbemiddelaar; Actie 2 : de sociale dienst en zijn cliënten juridisch en inhoudelijk ondersteunen in zijn opdracht rond schuldhulpverlening zoals juridisch advies op dossierniveau in kader van consumentenkrediet;
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
18
kennisdeling met vorming en informatieaanbod op vlak van schuldhulpverlening; preventiewerking met oog op ‘Bewust omgaan met budget’ ; versterkend werken met cliënten o.a. in groepswerking. - Rechtshulp. Actie 1 : juridische eerstelijnshulp bieden aan alle inwoners van Bree; Actie 2 : juridisch advies verstrekken aan de sociale dienst in de uitvoering van de opdracht van hulpverlening aan cliënten. Zowel advies aan de individuele maatschappelijk werker en gebonden aan een bepaald dossier, als kennisdeling met vorming en informatieaanbod in de brede zin.
- Tewerkstelling en opleiding. Actie 1 : uitvoeren van de arbeidsbegeleiding op maat van OCMW - cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en waarbij tewerkstelling een perspectief is; Actie 2 : ondersteunen van het OCMW van Bree in hun tewerkstellingsbeleid; Actie 3 : organiseren van projectmatige groepswerking ter ondersteuning van de beoogde arbeidsbegeleiding en gericht op de zwakkere doelgroepen; Actie 4 : uitbouwen van een netwerk van partners in de ondersteuning van de arbeidsbegeleiding zoals Welzijnsregio – Noord met het voorzien van de nodige financiële middelen; Actie 5 : organiseren van een kwaliteitsvolle dienstverlening ten behoeve van cliënt en OCMW.
09 AP 03 Strijd tegen kansarmoede E
4.000 €
I
50.000 €
- Invulling geven aan het project ’t Kanske vanuit een drievoudige doelstelling : (1) kansarme kinderen kansrijker maken; (2) stimuleren van de betrokkenheid van ouders bij het opvoedingsproces; (3) hulpverleners laten kennis maken met de complexe realiteit van armoede. Actie 1 : organisatie van groepswerk voor kansarme ouders en aanstaande ouders rond de opvoeding van en de zorg voor hun kind; Actie 2 : bekijken welke ondersteuning ze nodig hebben, toeleiden naar welzijnsdiensten, waaronder onze kinderopvang (aantrekken van kansarme gezinnen en opbouwen van een vertrouwensrelatie, speel-o-theekanimatie i.s.m. de kinderopvang, …); Actie 3 : organisatie van onthaal waar mensen terecht kunnen, zowel met hun verhaal als met allerlei vragen; Actie 4 : signalisatie naar beleidsmakers en verantwoordelijken. Dit betekent dat zij structurele knelpunten en/of tekorten op het terrein kunnen kenbaar maken waardoor gezinnen beknot worden in hun ontplooiingsmogelijkheden; Actie 5 : aanbieden van een ontwikkelingsstimulerend programma aan voor de kansarme kinderen van 0 tot 3 jaar waarbij wij onze kinderopvang ‘t Wiekernestje als uitvalbasis nemen;
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
19
Actie 6 : acties ondernemen voor ons eigen kinderdagverblijf om drempelverlagend te werken naar deze doelgroep en onze hulpverleners handvaten aanbieden in hun relationele aanpak met aandacht voor kind én ouder;
Actie 7 : ontwikkelen van een methodiek, het gekozen spoor van opvoedingsondersteuning, We willen een scenario aanreiken ( knelpunten én valkuilen ) voor implementatie in andere organisaties of domeinen. - Streven naar gelijke onderwijskansen voor alle kinderen Onderwijs is een van de belangrijkste mogelijkheden om te ontsnappen uit de kansarmoede en is een opstap naar tewerkstelling en maatschappelijke integratie. Actie 1: actie ter ondersteunen van Brede scholen binnen ons grondgebied; Actie 2 : werken aan een duurzame kleuterparticipatie via sensibiliseringsacties in samenwerking met Kind en Gezin, het OCMW,… o Gegevensuitwisseling met Kind en Gezin met het oog op niet-ingeschreven kleuters + opvolging via huisbezoeken, …; - Aanpak kinderarmoede De aanpak van kinderarmoede vormt een constant aandachtspunt binnen het lokaal sociaal beleid. Actie 1 : opmaak van een kinderarmoedeplan in samenwerking met alle armoedeorganisaties en andere stakeholders die op een structurele manier betrokken worden bij de uitvoering van het armoedebeleid; Actie 2 : voorzien in de oprichting van een lokaal netwerk kinderarmoede waarbinnen alle relevante sectoren en actoren betrokken zijn. Doel van dit netwerk is afstemming, overleg en afspraken; Actie 3 : om deze taak effectief te kunnen uitvoeren, voorzien in de nodige ondersteuning voor de verenigingen en organisaties die binnen de gemeente een bijdrage kunnen leveren aan de uitvoering van dit kinderarmoede beleid; Actie 4 : de implementatie van een armoedetoets die moet toelaten om binnen de gemeente constant de vinger aan de pols te houden met betrekking tot nieuwe regelgeving en andere nieuwe gemeentelijke initiatieven. De proactieve of mogelijks automatische toekenning van rechten wordt hier eveneens als aandachtspunt mee opgenomen; Actie 5 : in de strijd tegen armoede het LCO ( lokaal cliëntoverleg ) benutten als een instrument.
- Streven naar culturele en maatschappelijke inclusie Wij realiseren het recht op culturele en maatschappelijke inclusie met verhoogde aandacht voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren binnen onze stad. Dit recht biedt mogelijkheden voor verdere ontplooiing. Actie 1 : verenigingen ondersteunen die in het kader van cultuur willen werken met maatschappelijk kwetsbare jongeren; Actie 2 : aanbieden van een grabbelpas binnen onze stad; Actie 3 : optimaal benutten van het budget “ socio – culturele participatie “.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
20
- Garanderen van een menswaardig inkomen Wij realiseren het recht op een menswaardig inkomen voor alle gezinnen in maatschappelijk kwetsbare situaties met jonge kinderen. Actie 1 : regelmatig organiseren van vorming en opleiding voor onze maatschappelijke werkers opdat het sociaal onderzoek op een kwalitatieve manier kan ingevuld worden; Actie 2 : het hanteren in het kader van budgetbegeleiding en budgetbeheer van de budgetstandaard als instrument en voorzien hiervoor in de nodige vorming en opleiding voor de maatschappelijk werkers. - Uitbouwen van preventieve gezinsondersteuning E
6000 €
Wij realiseren een aanbod aan preventieve gezinsondersteuning, dat toegankelijk en laagdrempelig is. Actie 1 : samenwerken met het consultatiebureau van Kind en Gezin om op een laagdrempelige manier te werken rond preventieve gezinsondersteuning en opvoedingsondersteuning; Actie 2 : ondersteunen de armoede organisatie binnen onze stad bij het oprichten van een ontmoetingsruimte voor aanstaande en jonge ouders; Actie 3 : bij de realisatie van het aanbod aan preventieve gezinsondersteuning is er samenwerking enerzijds met de kleuterscholen met het oog op een vroege toeleiding naar het kleuteronderwijs en anderzijds met de Werkwinkel of VDAB en BDO met het oog op mogelijke activeringstrajecten voor de ouders.
- Het voeren van een coherent armoedebeleid Actie 1 : het maken van een globaal armoedeplan; Actie 2 : het betrekken van alle actoren die werken rond armoede; Actie 3 : het opzetten van een actieplan om de armoede te bestrijden gekoppeld aan continue opvolging en gestructureerd overleg. - In overleg met de Welzijnsregio de visie en aanpak rond schuldhulpverlening bijsturen op basis van vastgestelde valkuilen rond wachtlijst, terugval, afbouw… - Communicatie op maat van de cliënt aanbieden over rechten en plichten Het doel hiervan is om gericht te kunnen communiceren met de cliënten op basis van de wettelijk voorziene regelgeving, zoals de RMI-wet, activering, schuldhulpverlening - Evalueren van de financiële hulpverlening ( SVM ) Er zal over gewaakt worden dat er financiële stimuli blijven om andere inkomsten te verwerven, onder andere via werk, en zo niet langer afhankelijk te blijven van uitkeringen. Dit houdt enerzijds bijvoorbeeld in dat leefloon of bijstand slechts tijdelijke oplossingen mogen zijn voor cliënten die activeerbaar zijn (werkbereidheid), en anderzijds dat we moeten onderzoeken welke de drempels vormen om de stap naar activering te zetten. - Deelname aan het maatschappelijk leven Het OCMW zal ernaar streven eenieder te laten deelnemen aan het maatschappelijke, culturele en sportieve leven teneinde sociale uitsluiting te voorkomen.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
21
Actie 1 : het OCMW zal ernaar streven aan alle kansarme inwoners van Bree de kans te geven om deel te nemen aan sociale, sportieve of culturele activiteiten via het fonds voor sociale, sportieve en culturele participatie.
09 AP 04 Uitbouwen van LOK als een effectief adviesorgaan - Het lokaal bestuur richt de gemeentelijke adviesraad “ Lokaal Overleg Kinderopvang” op en geeft daarbij de opdracht een goed kwalitatief lokaal overleg binnen de gemeente uit te bouwen zodat elk kind vanaf 0 jaar tot het einde van de basisschool toegang krijgt tot kwalitatieve opvang. E
1500 €
- Het Lokaal Overleg Kinderopvang adviseert het lokaal bestuur over het aanbod kinderopvang zodat elke ouder binnen de gemeente kan rekenen op een kwaliteitsvol, toereikend, bereikbaar aanbod aan opvang voor zijn/haar kinderen. Het Lokaal Overleg Kinderopvang heeft daarbij aandacht voor nieuwe noden en tendensen. - Het Lokaal Overleg Kinderopvang adviseert het lokaal bestuur over initiatieven om de kwaliteit van opvang en de begeleiding in de kinderopvang te behouden en te verbeteren. - Het Lokaal Overleg Kinderopvang kan meer realiseren op vlak van opvang door effectieve samenwerking, met respect voor de eigenheid van iedere actor en met behoud van de verscheidenheid van ieders werking. - Ouders en kinderen, sleutelfiguren en intermediairen kunnen rekenen op een sectoroverschrijdende informatiedoorstroming. Elke ouder moet toegang hebben tot laagdrempelige en begrijpbare informatie over zaken die hen aanbelangen. - Het Lokaal Overleg Kinderopvang volgt de maatschappelijke ontwikkelingen op en adviseert het OCMW-bestuur hierin.
Over deze 6 prioritaire doelstellingen, met daarmee verbonden actieplannen en acties, volgt bij de BBC-budget- en meerjarenplanbespreking een inhoudelijke en financiële rapportering aan de OCMW – raad. Actieplannen en acties hebben al dan niet een financiële impact op één of meerdere beleidsdomeinen. Over de andere operationele doelstellingen, die als niet-prioritair worden beschouwd, zal als ‘overig beleid’ in belangrijke mate in algemene termen worden gerapporteerd. Het al dan niet prioritaire karakter zegt niet altijd iets over de mate van belangrijkheid van die doelstelling, het bestuur wil wel weergeven dat de prioritaire doelstellingen rapportering behoeven, een strategische focus hebben en ook dat ze resultaatsgebonden zijn.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
22
V Overig Beleid
BD 01 Gezond en efficiënt personeelsbeleid 01 AP 01 Modern personeelsbeleid Het OCMW voert een coherent personeelsbeleid waarin ‘human resources’ centraal staan. De kwaliteit van de dienstverlening staat of valt met de kwaliteit van de “menselijke bronnen” als belangrijkste werkingsmiddel. De organisatie is gebaat bij een personeelsbeleid dat deze menselijke bronnen maximaal weet aan te wenden en te ontwikkelen in functie van haar doelstellingen.
- Het voeren van een motiverend personeelsbeleid Het OCMW streeft ernaar haar medewerkers op een éénduidige en motiverende manier te begeleiden en te sturen. Loutere personeelsadministratie moet evolueren naar een actief “Human Resources Management” (HRM) Actie 1 : onderzoek en toepassing van nieuwe instrumenten die mogelijk worden bij de invoering van de nieuwe rechtspositieregeling; Actie 2 : optimaal hanteren van personeelsbeheerinstrumenten m.b.t. van aanwerving, coaching, opleiding en evaluatie; Actie 3 : uitwerken van een personeelsbehoeftenplan; Actie 4 : opzetten van functiebeschrijvingen en organogram Actie 4 : ontwikkelen van een preventief en duidelijk verzuimbeleid; Actie 5 : maximale doorstroming van personeelsgebonden informatie via de beschikbare kanalen (personeelsvergadering, teamoverleg, nota’s, ..); - Het opvolgen en onder controle houden van het personeelsbudget Actie 1 : de nodig voorzieningen treffen m.b.t. de pensioenkost; Actie 2 : aanwerving van personeel op basis van reële personeelsbehoeften. - Werk maken van organisatieontwikkeling nl de organisatie die mee evolueert met de veranderende zorgvragen en evoluties in de omgeving.
BD 10 Optimalisering van de sociale dienstverlening 10 AP 01 Verlenen van rechtshulp Het OCMW zal ernaar streven het recht op juridische informatie voor iedere inwoner te verzekeren, met als doel sociale uitsluiting te voorkomen. Actie1 : het aanbod aan eerstelijns rechtshulp georganiseerd door het OCMW wordt behouden;
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
23
Actie 2 : informeren van inwoners over hun rechten en plichten via de informatiekanalen die de lokale overheid ter beschikking heeft;
Actie 3: samenwerking met de rechtshulpdienst van de Welzijnsregio Noord-Limburg.
10 AP 02 Optimaliseren van de schuldbemiddeling - Optimaliseren van het proces van schuldbemiddeling Actie 1 : schuldbemiddeling kan niet losgezien worden van preventie van schuldenlast. Wij moeten op zoek gaan naar aangepaste methodieken en instrumenten voor preventie, vooral het direct contact met de doelgroep is belangrijk en hiervoor voldoende vorming en financiële middelen voorzien; Actie 2 : jongeren bewust leren omgaan met een budget, hen te sensibiliseren rond schuldhulpverlening en hen weerbaarder te maken tegen de overconsumptie; Actie 3 : de toenemende schuldenproblematiek vergt bijzondere aandacht. Professionele ondersteuning inzake schuldbemiddeling en schuldhulpverlening moet verder worden gezet. Een jaarlijks rapport zal worden opgemaakt met daarin trends en evoluties inzake de schuldproblematiek bij het cliënteel van het OCMW van Bree; Actie 4 : evenwicht nastreven bij het coachen van de medewerkers tussen kwaliteit versus hoeveelheid van dossiers; Actie 5 : zoeken naar een uniforme manier van intake en een soort van draaiboek of handelingsplan met beschrijving van de verschillende fasen van het hulpverleningsspel; Actie 6 : het bevorderen van de uitstroom of verantwoorde afbouw door het ontstaan van de grote restgroep van langlopende beheren en het ontstaan van wachtlijsten Onze focus moet meer liggen niet op het terug in handen nemen maar eerder op het in handen houden; het stimuleren van de mogelijkheden van de cliënt vanuit een ondersteunende positie leidt tot groei; in plaats van oplossingsgericht te werken namelijk afbouw van schulden moeten we ons focussen op het proces van de hulpverleningsrelatie en het proces van de cliënt om te komen tot oplossingen op maat van de cliënt en op die manier zelfs te komen tot afbouw; Actie 7 : het proberen terugval te vermijden door een vorm van nazorg te organiseren of op zoek gaan naar alternatieven, die stapsgewijs werken; Actie 8 : aanpak wachtlijst budgetbeheer : het hanteren van een wachtlijst dwingt tot een reflectie over de werking : voorstellen zijn werken met een voortraject waaruit kan blijken dat enkel begeleiding op korte termijn voldoende is, voorwaardenlijst opstellen, uitgebreid sociaal onderzoek, actualiseren wachtlijst; Actie 9 : bevorderen samenwerking externe diensten : het OCMW van Bree schrijft zich in voor een samenwerkingsproject met CAW; Actie 10 : de aanpak van de schuldenproblematiek en de organisatie van de schuldhulpverlening gebeurt door een laagdrempelige schuldhulplijn en het buddy- initiatief die ook een preventieve bedoeling hebben; Actie 11 : deskundigheidsbevordering van de schuldhulpverleners door het organiseren van vormingsmomenten en de LSO – werkgroep SHV als “lerend netwerk”.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
24
10 AP 03 Het voeren van een verantwoord en correct asielbeleid
- Het bestuur kiest voor een correcte en strikte toepassing van de bestaande wetgeving waarbij resultaatgericht gewerkt wordt op vlak van taalkennis, onderwijs van vooral de kinderen, opleiding en emancipatie van het individu met bijzondere aandacht voor de positie van vrouwen en deelname aan het Breese gemeenschapsleven. Actie1 : onthaalbureau Inburgering Limburg en OCMW Bree engageren zich tot de uitvoering van het ‘Model van samenwerkingsprotocol tussen het onthaalbureau, de VDAB en het OCMW betreffende de doorverwijzing van inburgeraars naar het onthaalbureau voor het volgen van een primair inburgeringstraject’ van 27 februari 2009 en de uitvoering van het afsprakenkader voor de toepassing van het ‘Model van samenwerkingsprotocol’ op Limburgs niveau. - Alert omgaan met de diverse vragen van de asielzoekers voldoende aantal huisbezoeken geeft een goed inzicht in de noden en versterkt de vertrouwensrelatie met de cliënt. - Aandacht voor de rechten en plichten van de asielzoekers conform het huishoudelijk reglement en dit vooral m.b.t. bewaken van de kwaliteit van de woningen • • • • • •
maandelijkse controlebezoeken blijven uitvoeren en het effectiever inspelen op de vaststellingen van de controlebezoeken het nemen van maatregelen bij overtredingen van het huishoudelijk reglement gerichter aanpakken bij het hanteren van het leefgeld ( koppelen aan het nakomen van afspraken ); verdere aanpassing toekenning sanitair pakket, linnen, … bij aankomst in het LOI; stappenplan optimaliseren en correcte dossieropvolging bij aankomst, verblijf en vertrek uit de woning; continu toezicht op de werking en toekenning medische kosten.
- Anticiperen op de reorganisatie van het opvangnetwerk binnen de Lokale Opvanginitiatieven Actie 1 : inspelen op de mogelijkheid van omzetting van erkende LOI -plaatsen in bufferplaatsen volgens de vigerende reglementering, herziening financiële impact.
10 AP 04 Ondersteuning van crisisopvang Een crisisopvang biedt residentiële opvang en begeleiding aan gezinnen in noodsituaties. • Het OCMW probeert hier een doorverwijzende rol te spelen naar bestaande initiatieven zoals centra voor daklozen, crisisopvangcentra, vluchthuizen.
10 AP 05 Activering en tewerkstelling als belangrijke hefbomen in de armoedebestrijding Tewerkstelling is de motor van het maatschappelijk leven: wie kan, kan een inkomen verwerven, kan een makkelijker menswaardig bestaan opbouwen en deelnemen aan het maatschappelijke leven in al zijn aspecten.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
25
- Het OCMW streeft ernaar de bestaande tewerkstellingsinitiatieven te behouden en nieuwe initiatieven te ontwikkelen ten behoeve van de zgn. kansengroepen die het moeilijk hebben om aan werk te geraken
Actie 1 : door aansluiting bij de Welzijnsregio Noord – Limburg beroep doen op de opgebouwde expertise rond arbeidsbegeleiding,tewerkstellingsbeleid, netwerkvorming en kwaliteitsvolle dienstverlening in al haar aspecten; Actie 2 : samenwerking uitbouwen met sociale economie-initiatieven (Welzijnsregio Noord-Limburg) en voldoende financiële middelen voorzien; Actie 3 : samenwerken met PWA en voldoende middelen voorzien; Actie 4 : optimaal beheren van toegekende contingent art. 60§7 verhoogde toelage sociale economie; Actie 5 : aanbieden van begeleidingstrajecten en arbeidsbemiddeling met het oog op duurzame tewerkstelling; Actie 6 : laaggeschoolden inschakelen in de sociale economie:; Actie 7 : ondersteunen en zoeken van opleidingen voor kwetsbare groepen en voor hen kansen scheppen op tewerkstelling. - Het aantal tewerkstellingsplaatsen voor tewerkstellingen art. 60 en de doorstroom naar reguliere tewerkstelling verhogen bij private ondernemers
- Het OCMW wil een voorloper zijn op vlak van werk-welzijn (W2) en maakt werk van werk- en welzijnstrajecten op maat om mensen uit de armoede te halen Actie 1 : in samenwerking met de Welzijnsregio Noord – Limburg werken aan het recht op (sociale) activering voor iedereen op beroepsactieve leeftijd die (nog) niet professioneel activeerbaar is. - De rol vervullen als case manager welzijn in overleg met casemanager werk zijnde de VDAB voor cliënten met een gecombineerde werk – welzijnsproblematiek ( overeenkomstig de conceptnota W2 ).
10 AP 06 Bestrijding energiearmoede om een menswaardig wonen te bevorderen - Deelnemen aan de gratis campagne Energiejacht Op Maat in de strijd tegen kansarmoede Actie 1 : uitvoeren van energiescans; Actie 2 : aanstellen van een van een energiemeester; Actie 3 : verspreiden van campagnemateriaal; Actie 4 : deelnemers uit de kansengroepen werven en begeleiden.
- Mensen ondersteunen en zuiniger laten omgaan met energie Actie 1 : het OCMW zal de samenwerking met Infrax en de haar toegewezen taak in de lokale advies commissies optimaal benutten om te voorkomen dat mensen afgesloten worden van aardgas en elektriciteit; Actie 2 : het OCMW heeft in haar kantoren een oplaadpunt voor budgetmeters gas en elektriciteit; Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
26
Actie 3 : het OCMW zal preventief optreden en vormingen inzake voorkomen van energiearmoede organiseren, in samenwerking met de energieleveranciers; Actie 4 : het OCMW zal de nodige inspanningen leveren om mensen te informeren inzake de middelen voorzien in het stookoliefonds; Actie 5 : onderzoeken van de mogelijkheden van samenaankoop – initiatieven.
- Mensen stimuleren om te kiezen voor de goedkoopste energieleveranciers Het OCMW begeleidt haar cliënten bij de zoektocht naar de goedkoopste energieleverancier, hetzij via de V-test van de VREG - Garanderen van minimumlevering van energie in de winterperiode.
BD 13 Werken aan de kwaliteit van de dienstverlening 13 AP 01 Dienstverlening • Zie BD 5 AP 01
16 Verder overig beleid
( zie cijfers in de meerjarenplanning )
16 AP 01 Het ontwikkelen van een informaticabeleid dat erop gericht is de werking van het OCMW op een efficiënte en gebruiksvriendelijke wijze te ondersteunen 2014000054 Informatica is niet meer weg te denken uit de werking van het OCMW. Bijgevolg zijn goedwerkende informaticatoepassingen een must voor het OCMW. - Gebruik en beheer van het informaticanetwerk Actie 1 : beschikbare apparatuur voldoende onderhouden en tijdig vervangen; Actie 2 : op basis van het veiligheidsplan waken over het voldoen aan de minimumveiligheidsnormen die werden opgelegd door de kruispuntbank van de sociale zekerheid; Actie 3 : de kwaliteit bewaken van de OCMW – website.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
27
16 AP 02 Doorgedreven samenwerking met de stad Binnen Bree hebben zowel de stad als OCMW hun taken en verantwoordelijkheden op vlak van welzijn. Zij zullen, teneinde deze taken te vervullen, intensief samen werken met respect voor de eigenheid van ieder bestuur. - Organiseren van overleg Samenwerken kan enkel mits goed overleg. Het OCMW zal ernaar streven met de stad te overleggen op een positieve en constructieve wijze Actie 1 : uitbouwen van overleg tussen ambtenaren van de stad en OCMW op vlak waar taken van respectievelijke besturen elkaar raken en aanvullen; Actie 2 : deelname van de secretaris van het OCMW en Stad aan beide managementteams.
16 AP 03 Beheren van patrimonium en goederen van het OCMW - Optimaal beheer van het patrimonium van het OCMW Het OCMW zal zijn goederen beheren als een zorgvuldig huisvader Actie 1 : het OCMW zal de verpachte en verhuurde landbouwgronden goed beheren;
Actie 2 : het OCMW zal de nodige aandacht hebben voor de energiehuishouding van de gebouwen van haar patrimonium; Actie 3 : het OCMW zal de nodige aandacht hebben voor brandveiligheid, inbraakbeveiliging; Actie 4 : mogelijkheden onderzoeken tot herschikking van het eigen patrimonium.
16 AP 04 Streven naar een gezond financieel beheer - Het voeren van een duurzaam en degelijk financieel beheer Actie 1 : : zich bezinnen over de vraag : de juiste dingen goed dingen wat kan leiden tot optimalisatie en organisatieontwikkeling; Actie 2 : oplossen van tijdelijke personeelsverminderingen; Actie 3 : realistisch begroten en houden van periodieke budgetcontroles; Actie 4 : efficiëntie verhogen door het werken met kritische succesfactoren; Actie 5 : beheersen van de kosten; Actie 6 : leren werken met doelen volgens de principes van strategisch management.
- Optimaliseren van de inkomsten Actie 1 : rationaliseren van de eigen tarieven; Actie 2 : benutten van subsidies. Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
28
- Implementeren van de beleids- en beheercyclus, een outputgerichte benadering met sterke koppeling tussen doelstellingen en financiële rapportage
- Ontwikkelen van het financieel bewustzijn. Naast het beheersen van de personeelskosten zal een algemene kostenbeheersing belangrijk zijn. Alle medewerkers moeten leren méér financieel bewust te werken: budgethouderschap wordt verder geïmplementeerd, personeelskosten moeten sterk opgevolgd worden,…. Het is noodzakelijk dat deze inspanningen opgevoerd worden teneinde het financieel bewustzijn nog meer in te bedden in de organisatie bij alle medewerkers. Actie 1 : maatschappelijk werkers moeten zich verantwoordelijk leren voelen voor het recupereren van middelen die invorderbaar zijn ingeschreven en alle vormen van voorschotten; Actie 2 : méér leren ondernemen en financiële verantwoordelijkheid dragen; Actie 3 : verder implementeren van budgethoudersschap. Actie 4 : de kosten beheersen in verband met het gebruik van de gebouwen (onderhoud, energie…); Actie 5 : drukken van de kantoorkosten; Actie 6 : verantwoorden van de reiskosten Actie 7 : volgen van opleidingen veronderstelt een transfer van het geleerde als meerwaarde voor de organisatie…;
- Streven naar een evenwichtig financieel beleid binnen de vastgelegde dotatie. Het nieuwe OCMW-bestuur start haar werkzaamheden, net zoals de OCMW’s in andere Vlaamse steden en gemeenten, in sterk gewijzigde omstandigheden gezien de financieel-economische crisis met een stijgende vraag naar sociale en financiële hulpverlening. Anderzijds wordt ook de budgettaire ruimte bij de steden en gemeenten, alsook bij de Vlaamse en federale overheid, beperkter, wat dan weer een weerslag heeft op de financiering van het OCMW zoals subsidiëring van projecten en het goedkeuren van nieuwe gesubsidieerde erkenningen o.a. in de kinderopvang. Het OCMW zal er naar streven de bestaande dienstverlening te bestendigen en zelfs te optimaliseren volgens het principe ‘méér met minder’.
- Financiële meerjarenplanning OCMW kaderen binnen stadsfinanciën.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Strategische nota meerjarenplan
OCMW Bree
29
SD
SD
2014000182
2014000183
Totale raming
Ontvangsten
Uitgaven
SD
2014000180
Zonder budget
0,00 €
0,00 € 0,00 € 0,00 €
Totaal uitgaven
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven en ontvangsten 0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
0,00 €
0,00 €
2015
0,00 €
0,00 €
2014
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2016
Meerjarenplan
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven
Werk maken van organisatieontwikkeling nl de organisatie die mee evolueert met de veranderende zorgvragen en evoluties in de omgeving.
Het opvolgen en onder controle houden van het personeelsbudget.
Voeren van een motiverend personeelsbeleid.
01 AP 01 Modern personeelsbeleid
Dienst / Beleid
BD 01 Gezond en efficiënt personeelsbeleid BD 01 Gezond en efficiënt personeelsbeleid
OCMW Bree
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2017
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2018
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2019
1
van
43
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2014000001
Totaal
2014000001
18-12-2013
Meerjarenplan
2014
2015
SD
Totale raming
Ontvangsten
Uitgaven
2014000179
Zonder budget
0,00 € 0,00 €
0,00 € 0,00 € 0,00 €
Totaal uitgaven
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven en ontvangsten 0,00 €
0,00 €
0,00 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven
De vele, al dan niet georganiseerde vrijwilligers, die mee zorgen voor hun medeburgers, zijn onvervangbaar en dit moeten we blijven aanmoedigen en ondersteunen.
03 AP 03 Inzetten op vrijwilligers: betrokkenheid, deskundigheid krijgen / aanbieden, leerproces.
Dienst / Beleid
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2016
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2017
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2018
BD 03 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid gemeenschapsvorming BD 03 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid met aandacht voor gemeenschapsvorming
OCMW Bree
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2019
2
van
43
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2014000010
Totaal
2014000003
18-12-2013
Meerjarenplan
18-12-2013
2014
KDV
KDV
2014000505
2014000506
0,00 € 0,00 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
0,00 €
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven
Dynamiseren van de werking van de seniorenraad
Dynamiseren van de werking van het Lokaal Overleg Kinderopvang
Wij realiseren inspraakmogelijkheden voor Breese personen met een beperking.
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2015
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2016
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2017
SD
SD
2014000159
2014000169
Zonder budget
Bevorderen van het actief ouder worden.
Bevorderen van een toegankelijk gezondheidszorgaanbod voor iedereen met extra impulsen en kansen voor kwetsbare groepen.
04 AP 04 Bevorderen van de levenskwaliteit op een pro-actieve manier o.a. door levenslang leren en acties op vlak van gezondheidspreventie.
Ontvangsten
Uitgaven
SD
2014000118
Zonder budget
04 AP 05 Realiseren van optimale participatie door overleg met adviesraden
Dienst / Beleid
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2018
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2019
3
van
43
2014000018
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2014000017
Totaal
2014000004 BD 04 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid optimale participatie BD 04 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid met aandacht voor optimale participatie aan de samenleving door de burgers
OCMW Bree
Uitgaven
SD
Inzetten op gezondheidspreventie als de beste garantie om gezond te blijven.
SD
Lokaal invullen van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen nl. tabakspreventie, voeding en beweging, borstkankeropsporing, ongevallenpreventie, vaccinatie en infectie-ziekten, depressie, zelfdoding en met bijzondere aandacht voor orgaandonatie.
Totale raming
Ontvangsten
-3.039,00 €
0,00 €
-3.000,00 €
0,00 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
Totaal ontvangsten
-3.039,00 €
-3.000,00 €
Totaal uitgaven
-3.039,00 €
0,00 €
-3.039,00 €
-3.000,00 €
0,00 €
-3.000,00 €
-3.039,00 €
-3.039,00 €
-3.000,00 €
-3.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
-3.079,00 €
0,00 €
-3.079,00 €
-3.079,00 €
0,00 €
-3.079,00 €
-3.079,00 €
-3.079,00 €
0,00 €
0,00 €
Meerjarenplan
Totaal uitgaven en ontvangsten
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven
2014/6492000/DOM 4 /0900 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/Sociale bijstand
2014000161
2014/6492000/DOM 4 /0900 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/Sociale bijstand
2014000154
OCMW Bree
-3.119,00 €
0,00 €
-3.119,00 €
-3.119,00 €
0,00 €
-3.119,00 €
-3.119,00 €
-3.119,00 €
0,00 €
0,00 €
-3.160,00 €
0,00 €
-3.160,00 €
-3.160,00 €
0,00 €
-3.160,00 €
-3.160,00 €
-3.160,00 €
0,00 €
0,00 €
Pagina
-3.201,00 €
0,00 €
-3.201,00 €
-3.201,00 €
0,00 €
-3.201,00 €
-3.201,00 €
-3.201,00 €
0,00 €
0,00 €
4
van
43
-18.598,00 €
-18.598,00 €
0,00 €
-18.598,00 €
-18.598,00 €
0,00 €
-18.598,00 €
-18.598,00 €
-18.598,00 €
0,00 €
0,00 €
18-12-2013
Meerjarenplan
SD
SD
2014000072
2014000507
0,00 € 0,00 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
0,00 €
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven
Communicatie ten aanzien van derden
Bevorderen van de interne communicatie.
Streven naar een kwaliteitsvolle dienstverlening
2014
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2015
SD
0,00 € 0,00 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
0,00 €
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven
Continu werken en bewaken van een toegankelijke dienstverlening.
05 AP 03 Aanbod voor doelgroepen (gezinnen, jongeren, senioren...)
Ontvangsten
Uitgaven
2014000074
Zonder budget
0,00 €
0,00 €
0,00 €
05 AP 02 Laagdrempeligheid om de participatiemogelijkheden van elke Breese burger te bevorderen.
Ontvangsten
Uitgaven
SD
2014000070
Zonder budget
05 AP 01 Kwalitatief aanbod
Dienst / Beleid
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2016
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2017
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2018
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2019
5
van
BD 05 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid doelgroepen BD 05 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid met aandacht voor een divers, kwalitief en laagdrempelig aanbod en dienstverlening met bijzondere aandacht voor vooraf bepaalde doelgroepen en kansengroepen.
OCMW Bree
43
2014000020
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2014000019
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2014000016
Totaal
2014000005
18-12-2013
SD
2014000177
0,00 € 0,00 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
0,00 €
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven
Levenslang goed wonen m.a.w. zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen door zorg, preventie en aanpassingen aan de woning.
Uitbouw van de thuiszorg gezien de vergrijzing.
0,00 €
0,00 €
0,00 €
SD
SD
SD
SD
SD
2014000113
2014000114
2014000116
2014000119
2014000120
Uitgaven
SD
Zonder budget
2014000112
Totaal uitgaven
Wonen is een sleutelfunctie voor integratie. De stad moet de inclusie van het wonen bevorderen.
Het bestuur zorgt ervoor dat eigen initiatieven in de mate van het mogelijke openstaan voor haar burgers met een beperking en stimuleert hen tot deelname aan het maatschappelijke leven.
Iedere Breese persoon met een beperking ontvangt relevante informatie over het zorgen dienstverleningaanbod alsook een passend antwoord op zijn/haar vragen.
Wij dragen bij tot een positieve beeldvorming over personen met een beperking.
Voor personen met een beperking worden initiatieven genomen om een maximale basismobiliteit te garanderen.
Voor personen met een beperking worden initiatieven genomen om een zo groot mogelijke mobiliteit en een maximale basistoegankelijkheid te garanderen.
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Meerjarenplan
05 AP 04 Aanbod voor kansengroepen (mensen met een handicap, kansarmen, allochtonen,...)
Ontvangsten
Uitgaven
SD
Zonder budget
2014000176
OCMW Bree
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
6
van
43
0,00 €
2014000021
0,00 €
0,00 €
0,00 €
18-12-2013
Ontvangsten
Totale raming
OCMW Bree
0,00 €
0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
Totaal uitgaven
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven en ontvangsten 0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Totaal ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Meerjarenplan
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
7
van
43
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
18-12-2013
2014
2015
2016
Meerjarenplan
SD
2014000489
Teneinde het bereiken van het BSO sociale huur versneld te realiseren en om het aanbod betaalbare, kwaliteitsvolle huurwoningen/appartementen te verhogen, werd aangesloten bij het Sociaal Verhuurkantoor Noord Limburg.
Dynamiseren woonoverleg OCMW, ruimtelijke ordening, dienst wonen, samen met externe actoren
Proactief optreden ter voorkoming van uithuiszettingen.
Het OCMW is als co - regisseur van het woonbeleid perfect geplaatst is om de sociale dimensie te bewaken en de woonnoden van mensen met een laag inkomen onder de aandacht te brengen; dit kan als deelnemer aan het lokaal woonoverleg en als mederegisseur van het lokaal sociaal beleid.
Totale raming
Ontvangsten
Totaal uitgaven en ontvangsten
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven
Totaal uitgaven en ontvangsten
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven
2014/2840000/DOM 4 /0900 Andere aandelen - aanschaffingswaarde/ Sociale bijstand
2014000098
SD
SD
2014000100
Uitgaven
SD
2014000096
Zonder budget
-6.428,57 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
-6.428,57 € 0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
-6.428,57 €
0,00 €
-6.428,57 €
-6.428,57 €
-6.428,57 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
07 AP 01 Kwaliteitsvol wonen door actieve kwaliteitsbewaking en doelgroepen benadering in bouwprojecten
Dienst / Beleid
BD 07 Kwaliteitsvol wonen voor iedereen BD 07 Kwaliteitsvol wonen voor iedereen
OCMW Bree
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2017
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2018
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2019
8
van
43
-6.428,57 €
-6.428,57 €
0,00 €
-6.428,57 €
-6.428,57 €
0,00 €
-6.428,57 €
-6.428,57 €
-6.428,57 €
2014000024
Totaal
2014000007
18-12-2013
Meerjarenplan
KDV
KDV
KDV
KDV
KDV
KDV
2014000129
2014000133
2014000134
2014000136
2014000137
2014000140
Zonder budget
Het verder optimaliseren en realiseren van de doelstellingen, die inherent zijn aan de erkenning van ¿ t Wiekernestje als gemandateerde voorziening voor flexibele en occasionele kinderopvang voor de zorgregio Meeuwen ¿ Gruitrode, Bocholt en Bree.
De oprichting van een loket kinderopvang in Bree als een neutraal informatie- en ondersteuningspunt voor gezinnen met een vraag naar kinderopvang.
Voorzien in aangepaste infrastructuur voor de buitenschoolse kinderopvang.
Het dynamiseren van de vzw Breese Buitenschoolse Kinderopvang als een platform van overleg en samenwerking voor de buitenschoolse opvanginitiatieven van groot Bree.
Streven naar bedrijfseconomische gezonde kinderopvang voor 0 - 3 jarigen en de buitenschoolse kinderopvang.
Actief meewerken aan het lanceren van ¿t Kanske dat opgezet wordt vanuit drie doelstellingen (1) kansarme kinderen kansrijker maken; (2) stimuleren van de betrokkenheid van ouders bij het opvoedingsproces; (3) hulpverleners laten kennis maken met de complexe realiteit van armoede.
09 AP 01 Uitbouw van de kinderopvang
Dienst / Beleid
2014
2015
2016
2017
BD 09 Welzijn bevorderen van de Breese bevolking met aandacht voor specifieke doelgroepen BD 09 Welzijn bevorderen van de Breese bevolking met aandacht voor specifieke doelgroepen
OCMW Bree
2018
Pagina
2019
9
van
43
2014000030
Totaal
2014000009
18-12-2013
Uitgaven
KDV
Streven naar een kwaliteitsvolle, toegankelijke, voldoende en betaalbare opvang in het kinderdagverblijf voor kinderen tussen 0-3 jaar en in de buitenschoolse kinderopvang inclusief de vakantieopvang.
0,00 € 0,00 €
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven en ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Zonder budget
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Meerjarenplan
09 AP 02 Versterken van sociale dienstverlening door aansluiting bij de Welzijnsregio Noord-Limburg
Ontvangsten
Totaal uitgaven
2016/2210000/DOM 4 /0945 Gebouwen - gemeenschapsgoederen/ Kinderopvang
2014000127
OCMW Bree
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
10
van
43
2014000031
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
18-12-2013
Uitgaven
SD
Gezinszorg en aanvullende thuiszorg.
SD
Schuldbemiddeling.
SD
Karweihulp
SD
Administratieve kost
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven en ontvangsten
09 AP 03 Strijd tegen kansarmoede
Ontvangsten
Totaal uitgaven
2014/6492000/DOM 4 /0900 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/Sociale bijstand
2014000467
2014/6492000/DOM 4 /0900 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/Sociale bijstand
2014000093
-46.380,00 €
0,00 €
-46.380,00 €
-142.845,00 €
0,00 €
-142.845,00 €
-19.754,00 €
-19.754,00 €
-19.500,00 € -19.500,00 €
-7.715,00 €
-7.715,00 €
0,00 € 0,00 €
-6.086,00 €
-6.086,00 €
0,00 €
SD
2014/6492000/DOM 4 /0900 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/Sociale bijstand
2014000092 0,00 €
-29.598,00 €
0,00 €
Informatieveiligheid
-29.598,00 €
0,00 €
SD
Tewerkstelling en opleiding.
2014000090
2014/6492000/DOM 4 /0900 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/Sociale bijstand
-23.354,00 €
0,00 € -23.354,00 €
Rechtshulp.
-29.107,00 €
-29.107,00 €
0,00 € 0,00 €
-27.231,00 €
-27.231,00 €
-26.880,00 €
-26.880,00 €
-144.704,00 €
0,00 €
-144.704,00 €
-20.011,00 €
-20.011,00 €
-7.816,00 €
-7.816,00 €
-6.166,00 €
-6.166,00 €
-29.983,00 €
-29.983,00 €
-23.658,00 €
-23.658,00 €
-29.485,00 €
-29.485,00 €
-27.585,00 €
-27.585,00 €
Meerjarenplan
0,00 €
SD
2014/6492000/DOM 4 /0900 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/Sociale bijstand
2014000083
2014/6492000/DOM 4 /0900 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/Sociale bijstand
2014000080
2014/6492000/DOM 4 /0900 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/Sociale bijstand
2014000078
OCMW Bree
-146.583,00 €
0,00 €
-146.583,00 €
-20.271,00 €
-20.271,00 €
-7.917,00 €
-7.917,00 €
-6.246,00 €
-6.246,00 €
-30.373,00 €
-30.373,00 €
-23.965,00 €
-23.965,00 €
-29.868,00 €
-29.868,00 €
-27.943,00 €
-27.943,00 €
-148.487,00 €
0,00 €
-148.487,00 €
-20.534,00 €
-20.534,00 €
-8.020,00 €
-8.020,00 €
-6.327,00 €
-6.327,00 €
-30.768,00 €
-30.768,00 €
-24.276,00 €
-24.276,00 €
-30.256,00 €
-30.256,00 €
-28.306,00 €
-28.306,00 €
Pagina
-150.418,00 €
0,00 €
-150.418,00 €
-20.801,00 €
-20.801,00 €
-8.124,00 €
-8.124,00 €
-6.409,00 €
-6.409,00 €
-31.168,00 €
-31.168,00 €
-24.592,00 €
-24.592,00 €
-30.650,00 €
-30.650,00 €
-28.674,00 €
-28.674,00 €
11
van
43
2014000032
-779.417,00 €
0,00 €
-779.417,00 €
-120.871,00 €
-120.871,00 €
-39.592,00 €
-39.592,00 €
-31.234,00 €
-31.234,00 €
-151.890,00 €
-151.890,00 €
-119.845,00 €
-119.845,00 €
-149.366,00 €
-149.366,00 €
-166.619,00 €
-166.619,00 €
18-12-2013
SD
SD
SD
SD
SD
SD
SD
SD
2014000041
2014000043
2014000044
2014000049
2014000050
2014000051
2014000052
2014000053
Invulling geven aan het project t Kanske
Deelname aan het maatschappelijk leven
Evalueren van de financiële hulpverlening ( SVM )
Communicatie op maat van de cliënt aanbieden over rechten en plichten.
In overleg met de Welzijnsregio de visie en aanpak rond schuldhulpverlening bijsturen op basis van vastgestelde valkuilen rond wachtlijst, terugval, afbouw
Het voeren van een coherent armoedebeleid.
.
Garanderen van een menswaardig inkomen.
Streven naar culturele en maatschappelijke inclusie.
Aanpak kinderarmoede
Streven naar gelijke onderwijskansen voor alle kinderen
SD
Organisatie sociaal restaurant
SD
Uitbouw van preventie gezinsondersteuning
Totaal uitgaven
2014/6493000/DOM 4 /0900 Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen - toekenning via reglement/Sociale bijstand
2014000519
2014/6499999/DOM 4 /0900 Andere toegestane werkingssubsidies/ Sociale bijstand
2014000054
2014/6159999/DOM 4 /0900 Overige exploitatiekosten/Sociale bijstand
2014000035
SD
SD
2014000040
Uitgaven
SD
Zonder budget
2014000038
OCMW Bree
-18.000,00 €
-14.000,00 €
-6.000,00 €
-6.000,00 €
-6.000,00 € -6.000,00 €
-8.000,00 €
-8.000,00 €
0,00 €
-8.000,00 €
-4.000,00 €
0,00 €
-8.000,00 €
-4.000,00 €
-14.000,00 €
-6.000,00 €
-6.000,00 €
-8.000,00 €
-8.000,00 €
0,00 €
0,00 €
Meerjarenplan
-8.000,00 €
0,00 €
0,00 €
-8.000,00 €
-8.000,00 €
0,00 €
0,00 €
-8.000,00 €
0,00 €
0,00 €
-8.000,00 €
-8.000,00 €
0,00 €
0,00 €
Pagina
-8.000,00 €
0,00 €
0,00 €
-8.000,00 €
-8.000,00 €
0,00 €
0,00 €
12
van
43
-70.000,00 €
-18.000,00 €
-18.000,00 €
-48.000,00 €
-48.000,00 €
-4.000,00 €
-4.000,00 €
18-12-2013
Ontvangsten
SD
Invulling geven aan het project t Kanske
SD
Organisatie sociaal restaurant
40.000,00 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
09 AP 04 Uitbouwen van LOK als een effectief adviesorgaan
58.000,00 € -6.000,00 €
8.000,00 €
8.000,00 €
8.000,00 €
8.000,00 € 8.000,00 €
0,00 €
0,00 €
-6.000,00 €
8.000,00 €
8.000,00 €
8.000,00 €
0,00 €
0,00 €
Meerjarenplan
50.000,00 €
50.000,00 €
Totaal ontvangsten
2014/7020000/DOM 4 /0900 Opbrengsten uit prestaties/Sociale bijstand
2014000054
2014/7407001/DOM 4 /0900 Bijdragen voor de werkingsuitgaven van de hogere overheid/Sociale bijstand
2014000035
OCMW Bree
0,00 €
8.000,00 €
8.000,00 €
8.000,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
8.000,00 €
8.000,00 €
8.000,00 €
0,00 €
0,00 €
Pagina
0,00 €
8.000,00 €
8.000,00 €
8.000,00 €
0,00 €
0,00 €
13
van
43
2014000053
28.000,00 €
98.000,00 €
48.000,00 €
48.000,00 €
50.000,00 €
50.000,00 €
18-12-2013
KDV
KDV
KDV
KDV
KDV
2014000463
2014000464
2014000465
2014000466
Zonder budget
2014000462
OCMW Bree
Het Lokaal Overleg Kinderopvang volgt de maatschappelijke ontwikkelingen op en adviseert het OCMW-bestuur hierin.
Ouders en kinderen, sleutelfiguren en intermediairen kunnen rekenen op een sectoroverschrijdende informatiedoorstroming. Elke ouder moet toegang hebben tot laagdrempelige en begrijpbare informatie over zaken die hen aanbelangen.
Het Lokaal Overleg Kinderopvang kan meer realiseren op vlak van opvang door effectieve samenwerking, met respect voor de eigenheid van iedere actor en met behoud van de verscheidenheid van ieders werking.
Het Lokaal Overleg Kinderopvang adviseert het lokaal bestuur over initiatieven om de kwaliteit van opvang en de begeleiding in de kinderopvang te behouden en te verbeteren. Binnen het kader van 't Wiekernestje jaarlijks in overleg met het LOK het organiseren van een educatieve activiteit voor individuen en organisaties die in het groot Bree bezig zijn met opvang van kinderen.
Het Lokaal Overleg Kinderopvang adviseert het lokaal bestuur over het aanbod kinderopvang zodat elke ouder binnen de gemeente kan rekenen op een kwaliteitsvol, toereikend, bereikbaar aanbod aan opvang voor zijn/haar kinderen. Het Lokaal Overleg Kinderopvang heeft daarbij aandacht voor nieuwe noden en tendensen.
Meerjarenplan
Pagina
14
van
43
18-12-2013
Uitgaven
KDV
Het lokaal bestuur richt de gemeentelijke adviesraad Lokaal Overleg Kinderopvang op en geeft daarbij de opdracht een goed kwalitatief lokaal overleg binnen de gemeente uit te bouwen zodat elk kind vanaf 0 jaar tot het einde van de basisschool toegang krijgt tot kwalitatieve opvang.
KDV
Binnen het kader van 't Wiekernestje jaarlijks in overleg met het LOK het organiseren van een educatieve activiteit voor individuen en organisaties die in het groot Bree bezig zijn met opvang van kinderen.
Totale raming
Ontvangsten
8.000,00 €
58.000,00 € -9.380,00 €
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven en ontvangsten -151.845,00 €
-159.845,00 €
-67.380,00 €
Totaal uitgaven
-3.000,00 €
0,00 €
-3.000,00 €
-1.500,00 €
-3.000,00 €
0,00 €
-3.000,00 €
-1.500,00 €
-1.500,00 €
-1.500,00 €
-1.500,00 €
-1.500,00 €
-1.500,00 €
-1.500,00 €
-153.704,00 €
8.000,00 €
-161.704,00 €
-3.000,00 €
0,00 €
-3.000,00 €
-1.500,00 €
-1.500,00 €
-1.500,00 €
-1.500,00 €
Meerjarenplan
Totaal uitgaven en ontvangsten
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven
2014/6150010/DOM 4 /0945 Opleidingskosten/Kinderopvang
2014000525
2014/6159999/DOM 4 /0945 Overige exploitatiekosten/Kinderopvang
2014000461
OCMW Bree
-149.583,00 €
8.000,00 €
-157.583,00 €
-3.000,00 €
0,00 €
-3.000,00 €
-1.500,00 €
-1.500,00 €
-1.500,00 €
-1.500,00 €
-151.487,00 €
8.000,00 €
-159.487,00 €
-3.000,00 €
0,00 €
-3.000,00 €
-1.500,00 €
-1.500,00 €
-1.500,00 €
-1.500,00 €
Pagina
-153.418,00 €
8.000,00 €
-161.418,00 €
-3.000,00 €
0,00 €
-3.000,00 €
-1.500,00 €
-1.500,00 €
-1.500,00 €
-1.500,00 €
15
van
43
-769.417,00 €
-769.417,00 €
98.000,00 €
-867.417,00 €
-18.000,00 €
0,00 €
-18.000,00 €
-9.000,00 €
-9.000,00 €
-9.000,00 €
-9.000,00 €
18-12-2013
SD
0,00 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
Zonder budget
SD
0,00 € 0,00 €
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven en ontvangsten
Totaal uitgaven
Optimaliseren van het proces van schuldbemiddeling
10 AP 03 Het voeren van een verantwoord en correct asielbeleid
Ontvangsten
Uitgaven
2014000067
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2014
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven
Verlenen van rechtshulp.
10 AP 02 Optimaliseren van de schuldbemiddeling
Ontvangsten
Uitgaven
2014000069
Zonder budget
10 AP 01 Verlenen van rechtshulp
Dienst / Beleid
BD 10 Optimalisering van de sociale dienstverlening BD 10 Optimalisering van de sociale dienstverlening
OCMW Bree
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2015
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2016
Meerjarenplan
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2017
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2018
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2019
16
van
43
2014000035
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2014000034
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2014000033
Totaal
2014000010
18-12-2013
LOI
LOI
LOI
2014000105
2014000107
2014000109
0,00 € 0,00 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
0,00 €
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven
Anticiperen op de reorganisatie van het opvangnetwerk binnen de Lokale Opvang-initiatieven.
Aandacht voor de rechten en plichten van de asielzoekers conform het huishoudelijk reglement en dit vooral m.b.t. bewaken van de kwaliteit van de woningen.
Alert omgaan met de diverse vragen van de asielzoekers.
Het bestuur kiest voor een correcte en strikte toepassing van de bestaande wetgeving waarbij resultaatgericht gewerkt wordt op vlak van taalkennis, onderwijs van vooral de kinderen, opleiding en emancipatie van het individu met bijzondere aandacht voor de positie van vrouwen en deelname aan het Breese gemeenschapsleven.
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Zonder budget
Ontvangsten
Uitgaven
2014000103
LOI
0,00 € 0,00 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
0,00 €
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven
Het OCMW probeert hier een doorverwijzende rol te spelen naar bestaande initiatieven zoals centra voor daklozen, crisisopvangcentra, vluchthuizen.
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Meerjarenplan
Een crisisopvang biedt residentiële opvang en begeleiding aan gezinnen in noodsituaties.
10 AP 04 Ondersteuning van crisisopvang
Ontvangsten
Uitgaven
LOI
Zonder budget
2014000104
OCMW Bree
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
17
van
43
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2014000036
0,00 €
0,00 €
0,00 €
18-12-2013
SD
SD
SD
2014000058
2014000059
2014000060
0,00 € 0,00 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
0,00 €
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven
De rol vervullen als case manager welzijn in overleg met casemanager werk zijnde de VDAB voor cliënten met een gecombineerde werk welzijnsproblematiek ( overeenkomstig de conceptnota W2 ).
Het OCMW wil een voorloper zijn op vlak van werk-welzijn (W2) en maakt werk van werk- en welzijnstrajecten op maat om mensen uit de armoede te halen.
Het aantal tewerkstellingsplaatsen voor tewerkstellingen art. 60 en de doorstroom naar reguliere tewerkstelling verhogen bij private ondernemers.
Het OCMW streeft ernaar de bestaande tewerkstellingsinitiatieven te behouden en nieuwe initiatieven te ontwikkelen ten behoeve van de zgn. ¿kansengroepen¿ die het moeilijk hebben om aan werk te geraken.
10 AP 06 Bestrijding energiearmoede om een menswaardig wonen te bevorderen
Ontvangsten
Uitgaven
SD
Zonder budget
2014000057
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Meerjarenplan
10 AP 05 Activering en tewerkstelling als belangrijke hefbomen in de armoedebestrijding
OCMW Bree
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
18
van
43
2014000051
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2014000050
18-12-2013
SD
SD
SD
2014000064
2014000065
2014000066
Totale raming
Ontvangsten
Uitgaven
SD
Zonder budget
2014000063
OCMW Bree
0,00 €
0,00 € 0,00 € 0,00 €
Totaal uitgaven
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven en ontvangsten 0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven
Garanderen van minimumlevering van energie in de winterperiode.
Mensen stimuleren om te kiezen voor de goedkoopste energieleveranciers.
Mensen ondersteunen en zuiniger laten omgaan met energie.
Deelnemen aan de gratis campagne Energiejacht Op Maat in de strijd tegen kansarmoede.
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Meerjarenplan
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
19
van
43
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
18-12-2013
SD
Totale raming
Ontvangsten
Uitgaven
2014000508
Zonder budget
0,00 €
0,00 € 0,00 € 0,00 €
Totaal uitgaven
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven en ontvangsten 0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
Totaal uitgaven
2015
0,00 €
Zie BD 5 AP 01
2014
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2016
Meerjarenplan
Totaal ontvangsten
13 AP 01 Dienstverlening
Dienst / Beleid
BD 13 Werken aan de kwaliteit van de dienstverlening BD 13 Werken aan de kwaliteit van de dienstverlening
OCMW Bree
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2017
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2018
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2019
20
van
43
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2014000022
Totaal
2014000012
18-12-2013
2014
2015
2017
2018
2019
SD
Totale raming
Ontvangsten
Uitgaven
2014000174
Zonder budget
0,00 € 0,00 €
0,00 € 0,00 € 0,00 €
Totaal uitgaven
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven en ontvangsten 0,00 €
0,00 €
0,00 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven
Het doen aan zorgplanning.
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
06 AP 02 Het maken van een Zorgstrategisch Plan om de vraag naar mogelijke nieuwe initiatieven, zoals kortverblijf, nachtoppas en nacht opvang, de nood aan verdere uitbreiding van residentiële zorg en thuiszorg te onderzoeken.
Dienst / Beleid
2016
Meerjarenplan
BD 06 Betaalbaar wonen voor iedereen (combineren wonen en zorg) BD 06 Betaalbaar wonen voor iedereen (combineren wonen en zorg)
OCMW Bree
21
van
43
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2014000029
Totaal
2014000013
18-12-2013
Zonder budget
16 AP 01 Overig beleid
Dienst / Beleid
BD 16 Overig Beleid BD 16 Overig Beleid
OCMW Bree
2014
2015
2016
Meerjarenplan
2017
2018
Pagina
2019
22
van
43
2014000049
Totaal
2014000018
18-12-2013
Uitgaven
-161.072,00 € -1.938,00 € -1.492,00 € -8.709,00 € -21.814,00 €
2014/4233000/DOM 0/0040 Schulden aan kredietinstellingen aangegaan door het bestuur/Transacties in verband met de openbare schuld
2014/6000100/DOM 1/0119 Aankoop voedingswaren/Overige algemene diensten
2014/6000100/DOM 4 /0900 Aankoop voedingswaren/Sociale bijstand
2014/6000100/DOM 4 /0945 Aankoop voedingswaren/Kinderopvang
2014/6000100/DOM 4 /0945 Aankoop voedingswaren/Kinderopvang
-4.117,00 € -17.650,00 € -49.021,00 € -14.845,00 € -2.790,00 € -40.874,00 € -3.367,00 € -124,00 € -775,00 € -2.378,00 € -486,00 € -3.081,00 €
2014/6001000/DOM 4 /0945 Aankoop technisch materiaal/ Kinderopvang
2014/6100200/DOM 4 /0900 Huur en huurlasten van gehuurde onroerende goederen /Sociale bijstand
2014/6100200/DOM 4 /0903 Huur en huurlasten van gehuurde onroerende goederen /Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6100800/DOM 4 /0945 Huur en huurlasten van gehuurde onroerende goederen (lange termijn)/Kinderopvang
2014/6103001/DOM 4 /0900 Benodigdheden voor gebouwen/Sociale bijstand
2014/6103001/DOM 4 /0903 Benodigdheden voor gebouwen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6103001/DOM 4 /0945 Benodigdheden voor gebouwen/ Kinderopvang
2014/6103010/DOM 1/0119 Prestaties van derden voor onderhoud en herstelling gebouwen/Overige algemene diensten
2014/6103010/DOM 4 /0945 Prestaties van derden voor onderhoud en herstelling gebouwen/Kinderopvang
2014/6110000/DOM 1/0119 Elektriciteit/Overige algemene diensten
2014/6110000/DOM 4 /0900 Elektriciteit/Sociale bijstand
2014/6110000/DOM 4 /0945 Elektriciteit/Kinderopvang
-98,00 €
-47.372,00 €
2014/4233000/DOM 0/0040 Schulden aan kredietinstellingen aangegaan door het bestuur/Transacties in verband met de openbare schuld
2014/6001000/DOM 4 /0900 Aankoop technisch materiaal/Sociale bijstand
-11.330,00 €
2014/4233000/DOM 0/0040 Schulden aan kredietinstellingen aangegaan door het bestuur/Transacties in verband met de openbare schuld
-81,00 €
-86.049,00 €
2014/4233000/DOM 0/0040 Schulden aan kredietinstellingen aangegaan door het bestuur/Transacties in verband met de openbare schuld
2014/6001000/DOM 4 /0900 Aankoop technisch materiaal/Sociale bijstand
-15.380,00 €
2014/2840000/DOM 4 /0900 Andere aandelen - aanschaffingswaarde/ Sociale bijstand
-81,00 €
-59.420,00 €
2014/2840000/DOM 4 /0900 Andere aandelen - aanschaffingswaarde/ Sociale bijstand
2014/6001000/DOM 1/0119 Aankoop technisch materiaal/Overige algemene diensten
-30.000,00 €
2014/2100000/DOM 1/0119/01 Kosten van onderzoek en ontwikkeling/ Overige algemene diensten
0,00 €
-1.599.346,00 €
2014/1733000/DOM 4 /0945/01 Schulden aan kredietinstellingen ten laste van het bestuur/Kinderopvang/Kinderopvang
Overig beleid 0,00 €
FIN OCMW
2014/1733000/DOM 0/0040 Schulden aan kredietinstellingen ten laste van het bestuur/Transacties in verband met de openbare schuld
2014000201
OCMW Bree
-3.122,00 €
-493,00 €
-2.409,00 €
-786,00 €
-126,00 €
-3.411,00 €
-41.406,00 €
-2.827,00 €
-15.038,00 €
-49.659,00 €
-17.880,00 €
-4.171,00 €
-100,00 €
-83,00 €
-83,00 €
-22.098,00 €
-8.823,00 €
-1.512,00 €
-1.964,00 €
-164.647,00 €
-49.118,00 €
0,00 €
-89.741,00 €
0,00 €
-59.420,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
-1.533.343,00 €
-3.162,00 €
-499,00 €
-2.441,00 €
-796,00 €
-128,00 €
-3.456,00 €
-41.944,00 €
-2.864,00 €
-15.234,00 €
-50.304,00 €
-18.112,00 €
-4.225,00 €
-101,00 €
-84,00 €
-84,00 €
-22.385,00 €
-8.937,00 €
-1.532,00 €
-1.989,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
-430.266,24 €
-1.397.738,54 €
-2.796.646,78 €
Meerjarenplan
-3.203,00 €
-506,00 €
-2.472,00 €
-806,00 €
-129,00 €
-3.501,00 €
-42.489,00 €
-2.901,00 €
-15.432,00 €
-50.958,00 €
-18.348,00 €
-4.280,00 €
-102,00 €
-85,00 €
-85,00 €
-22.676,00 €
-9.054,00 €
-1.551,00 €
-2.015,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
-962.548,00 €
-3.245,00 €
-512,00 €
-2.505,00 €
-817,00 €
-131,00 €
-3.546,00 €
-43.042,00 €
-2.938,00 €
-15.633,00 €
-51.621,00 €
-18.586,00 €
-4.336,00 €
-104,00 €
-86,00 €
-86,00 €
-22.971,00 €
-9.171,00 €
-1.572,00 €
-2.041,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
-975.125,00 €
Pagina
-3.287,00 €
-519,00 €
-2.537,00 €
-827,00 €
-133,00 €
-3.592,00 €
-43.601,00 €
-2.977,00 €
-15.836,00 €
-52.292,00 €
-18.828,00 €
-4.392,00 €
-105,00 €
-87,00 €
-87,00 €
-23.270,00 €
-9.290,00 €
-1.592,00 €
-2.068,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
-987.877,00 €
23
van
43
-19.100,00 €
-3.015,00 €
-14.742,00 €
-4.807,00 €
-771,00 €
-20.873,00 €
-253.356,00 €
-17.297,00 €
-92.018,00 €
-303.855,00 €
-109.404,00 €
-25.521,00 €
-610,00 €
-506,00 €
-506,00 €
-135.214,00 €
-53.984,00 €
-9.251,00 €
-12.015,00 €
-325.719,00 €
-96.490,00 €
-11.330,00 €
-175.790,00 €
-15.380,00 €
-118.840,00 €
-30.000,00 €
-430.266,24 €
-1.397.738,54 €
-8.854.885,78 €
18-12-2013
OCMW Bree
-118,00 € -295,00 € -9,00 € -146,00 € -808,00 € -123,00 € -199,00 € -182,00 € -318,00 € -91,00 € -273,00 € -45,00 € -45,00 € -137,00 € -1.864,00 € -2.000,00 €
2014/6120150/DOM 4 /0903 Burgerlijke aansprakelijkheid/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6120150/DOM 4 /0943 Burgerlijke aansprakelijkheid/Gezinshulp
2014/6120150/DOM 4 /0943 Burgerlijke aansprakelijkheid/Gezinshulp
2014/6120150/DOM 4 /0945 Burgerlijke aansprakelijkheid/ Kinderopvang
2014/6120150/DOM 4 /0945 Burgerlijke aansprakelijkheid/ Kinderopvang
2014/6120150/DOM 4 /0947 Burgerlijke aansprakelijkheid/Klusjesdienst
2014/6120150/DOM 4 /0953 Burgerlijke aansprakelijkheid/Woon- en zorgcentra
2014/6120160/DOM 1/0119 Verzekering voertuigen/Overige algemene diensten
2014/6120160/DOM 4 /0900 Verzekering voertuigen/Sociale bijstand
2014/6120160/DOM 4 /0903 Verzekering voertuigen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6120160/DOM 4 /0943 Verzekering voertuigen/Gezinshulp
2014/6120160/DOM 4 /0943 Verzekering voertuigen/Gezinshulp
2014/6120160/DOM 4 /0945 Verzekering voertuigen/Kinderopvang
2014/6120160/DOM 4 /0945 Verzekering voertuigen/Kinderopvang
2014/6131002/DOM 1/0119 Erelonen en vergoedingen consultancy/ Overige algemene diensten
2014/6131002/DOM 4 /0900 Erelonen en vergoedingen consultancy/ Sociale bijstand
-603,00 € -9.000,00 € -9.000,00 € -3.009,00 €
2014/6135002/DOM 4 /0945 Uitgegegen was en linnen/Kinderopvang
2014/6141001/DOM 1/0119 Kantoorbenodigdheden/Overige algemene diensten
2014/6141001/DOM 4 /0900 Kantoorbenodigdheden/Sociale bijstand
2014/6141001/DOM 4 /0903 Kantoorbenodigdheden/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
-85,00 €
-498,00 €
2014/6120150/DOM 4 /0900 Burgerlijke aansprakelijkheid/Sociale bijstand
-649,00 €
-706,00 €
2014/6120150/DOM 1/0119 Burgerlijke aansprakelijkheid/Overige algemene diensten
2014/6135002/DOM 4 /0945 Uitgegegen was en linnen/Kinderopvang
-2.587,00 €
2014/6120100/DOM 4 /0950 Brandverzekering/Ouderenwoningen
2014/6135001/DOM 4 /0945 Uitgegeven keuken/Kinderopvang
-813,00 €
2014/6113000/DOM 4 /0945 Water/Kinderopvang
-350,00 €
-1.664,00 €
2014/6113000/DOM 4 /0900 Water/Sociale bijstand
2014/6120100/DOM 4 /0945 Brandverzekering/Kinderopvang
-70,00 €
2014/6113000/DOM 1/0119 Water/Overige algemene diensten
2014/6120100/DOM 4 /0900 Brandverzekering/Sociale bijstand
-293,00 €
2014/6111000/DOM 4 /0950 Gas/Ouderenwoningen
-63,00 €
-507,00 €
2014/6111000/DOM 4 /0945 Gas/Kinderopvang
-518,00 €
-8.052,00 €
2014/6111000/DOM 4 /0900 Gas/Sociale bijstand
2014/6120100/DOM 1/0119 Brandverzekering/Overige algemene diensten
-2.091,00 €
2014/6111000/DOM 1/0119 Gas/Overige algemene diensten
2014/6113000/DOM 4 /0950 Water/Ouderenwoningen
-9,00 € -6.968,00 €
2014/6110000/DOM 4 /0950 Elektriciteit/Ouderenwoningen
-3.049,00 €
-9.117,00 €
-9.117,00 €
-603,00 €
-649,00 €
-85,00 €
-2.026,00 €
-1.889,00 €
-139,00 €
-46,00 €
-46,00 €
-277,00 €
-93,00 €
-323,00 €
-185,00 €
-202,00 €
-125,00 €
-819,00 €
-148,00 €
-10,00 €
-299,00 €
-120,00 €
-505,00 €
-716,00 €
-2.621,00 €
-824,00 €
-355,00 €
-525,00 €
-64,00 €
-1.686,00 €
-71,00 €
-297,00 €
-514,00 €
-8.157,00 €
-2.119,00 €
-7.059,00 €
-10,00 €
-3.088,00 €
-9.236,00 €
-9.236,00 €
-603,00 €
-649,00 €
-85,00 €
-2.053,00 €
-1.913,00 €
-141,00 €
-47,00 €
-47,00 €
-281,00 €
-94,00 €
-327,00 €
-187,00 €
-205,00 €
-127,00 €
-830,00 €
-150,00 €
-10,00 €
-303,00 €
-122,00 €
-512,00 €
-725,00 €
-500,00 €
-835,00 €
-360,00 €
-532,00 €
-65,00 €
-1.708,00 €
-72,00 €
-301,00 €
-521,00 €
-8.263,00 €
-2.146,00 €
-7.151,00 €
-10,00 €
Meerjarenplan -10,00 €
-3.128,00 €
-9.356,00 €
-9.356,00 €
-603,00 €
-649,00 €
-85,00 €
-2.080,00 €
-1.938,00 €
-143,00 €
-47,00 €
-47,00 €
-284,00 €
-95,00 €
-331,00 €
-190,00 €
-207,00 €
-128,00 €
-840,00 €
-152,00 €
-10,00 €
-307,00 €
-123,00 €
-518,00 €
-734,00 €
-507,00 €
-846,00 €
-364,00 €
-539,00 €
-66,00 €
-1.730,00 €
-73,00 €
-305,00 €
-528,00 €
-8.371,00 €
-2.174,00 €
-7.244,00 €
-10,00 €
-3.169,00 €
-9.478,00 €
-9.478,00 €
-603,00 €
-649,00 €
-85,00 €
-2.107,00 €
-1.963,00 €
-145,00 €
-48,00 €
-48,00 €
-288,00 €
-96,00 €
-335,00 €
-192,00 €
-210,00 €
-130,00 €
-851,00 €
-154,00 €
-10,00 €
-311,00 €
-125,00 €
-525,00 €
-744,00 €
-514,00 €
-857,00 €
-369,00 €
-546,00 €
-67,00 €
-1.753,00 €
-74,00 €
-309,00 €
-534,00 €
-8.479,00 €
-2.202,00 €
-7.338,00 €
-10,00 €
Pagina
-3.210,00 €
-9.601,00 €
-9.601,00 €
-603,00 €
-649,00 €
-85,00 €
-2.134,00 €
-1.989,00 €
-147,00 €
-49,00 €
-49,00 €
-292,00 €
-98,00 €
-340,00 €
-195,00 €
-213,00 €
-132,00 €
-862,00 €
-156,00 €
-10,00 €
-315,00 €
-126,00 €
-532,00 €
-754,00 €
-521,00 €
-868,00 €
-374,00 €
-553,00 €
-68,00 €
-1.776,00 €
-75,00 €
-313,00 €
-541,00 €
-8.590,00 €
-2.231,00 €
-7.433,00 €
24
van
43
-18.653,00 €
-55.788,00 €
-55.788,00 €
-3.618,00 €
-3.894,00 €
-510,00 €
-12.400,00 €
-11.556,00 €
-852,00 €
-282,00 €
-282,00 €
-1.695,00 €
-567,00 €
-1.974,00 €
-1.131,00 €
-1.236,00 €
-765,00 €
-5.010,00 €
-906,00 €
-59,00 €
-1.830,00 €
-734,00 €
-3.090,00 €
-4.379,00 €
-7.250,00 €
-5.043,00 €
-2.172,00 €
-3.213,00 €
-393,00 €
-10.317,00 €
-435,00 €
-1.818,00 €
-3.145,00 €
-49.912,00 €
-12.963,00 €
-43.193,00 €
-59,00 €
18-12-2013
OCMW Bree
-956,00 € -1.205,00 € -42,00 €
2014/6141300/DOM 4 /0945 Onderhoud meubilair en bureaumateriaal/ Kinderopvang
2014/6143001/DOM 1/0119 Representatie- en receptiekosten & kosten onthaal/Overige algemene diensten
2014/6143001/DOM 4 /0900 Representatie- en receptiekosten & kosten onthaal/Sociale bijstand
-1.606,00 € -730,00 € 0,00 € -232,00 € -283,00 € -923,00 € -33,00 € -2.919,00 € -188,00 € -85,00 €
2014/6150300/DOM 4 /0945 Onderhoud en herstelling technisch materieel/Kinderopvang
2014/6159999/DOM 4 /0945 Overige exploitatiekosten/Kinderopvang
2014/6160799/DOM 1/0119/01 Overige diensten en diverse leveringen simulaties/Overige algemene diensten/Algemeen
2014/6230001/DOM 1/0100 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - vast benoemd personeel/Politieke organen
2014/6230001/DOM 1/0119 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - vast benoemd personeel/Overige algemene diensten
2014/6230001/DOM 4 /0900 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - vast benoemd personeel/Sociale bijstand
2014/6230001/DOM 4 /0943 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - vast benoemd personeel/Gezinshulp
2014/6230001/DOM 4 /0943 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - vast benoemd personeel/Gezinshulp
2014/6230001/DOM 4 /0945 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - vast benoemd personeel/Kinderopvang
2014/6230001/DOM 4 /0947 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - vast benoemd personeel/Klusjesdienst
-27,00 €
-777,00 €
2014/6141300/DOM 4 /0943 Onderhoud meubilair en bureaumateriaal/ Thuisdienst
2014/6150010/DOM 4 /0945 Opleidingskosten/Kinderopvang
-10.615,00 €
2014/6141300/DOM 4 /0903 Onderhoud meubilair en bureaumateriaal/ Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
-385,00 €
-18.615,00 €
2014/6141300/DOM 4 /0900 Onderhoud meubilair en bureaumateriaal/ Sociale bijstand
2014/6150010/DOM 4 /0943 Opleidingskosten/Gezinshulp
-21.754,00 €
2014/6141300/DOM 1/0119 Onderhoud meubilair en bureaumateriaal/ Overige algemene diensten
-395,00 €
-1.031,00 €
2014/6141007/DOM 1/0119 Administratieve kosten (mtc, 2e pijler, lonen, pb ?)/Overige algemene diensten
2014/6150010/DOM 4 /0900 Opleidingskosten/Sociale bijstand
-4.500,00 €
2014/6141002/DOM 4 /0943 Documentatie en abonnementen/ Thuisdienst
-640,00 €
-431,00 €
2014/6141002/DOM 4 /0943 Documentatie en abonnementen/ Thuisdienst
-518,00 €
-2.428,00 €
2014/6141002/DOM 4 /0900 Documentatie en abonnementen/Sociale bijstand
2014/6150010/DOM 1/0100 Opleidingskosten/Politieke organen
-846,00 €
2014/6141002/DOM 1/0119 Documentatie en abonnementen/Overige algemene diensten
2014/6150006/DOM 4 /0945 Lidmaatschappen/Kinderopvang
-1.023,00 €
2014/6141001/DOM 4 /0947 Kantoorbenodigdheden/Poetsdienst
-4.344,00 €
-2.262,00 €
2014/6141001/DOM 4 /0945 Kantoorbenodigdheden/Kinderopvang
2014/6150006/DOM 1/0119 Lidmaatschappen/Overige algemene diensten
-1.725,00 €
2014/6141001/DOM 4 /0943 Kantoorbenodigdheden/Thuisdiensten
-87,00 €
-191,00 €
-2.957,00 €
-34,00 €
-935,00 €
-287,00 €
-236,00 €
5.720,00 €
-740,00 €
-1.627,00 €
-28,00 €
-391,00 €
-401,00 €
-649,00 €
-525,00 €
-4.401,00 €
-43,00 €
-1.221,00 €
-969,00 €
-788,00 €
-10.753,00 €
-18.857,00 €
-22.037,00 €
-1.045,00 €
-4.559,00 €
-437,00 €
-2.460,00 €
-857,00 €
-1.037,00 €
-2.292,00 €
-1.748,00 €
-88,00 €
-193,00 €
-2.996,00 €
-34,00 €
-948,00 €
-291,00 €
-239,00 €
5.720,00 €
-750,00 €
-1.649,00 €
-28,00 €
-396,00 €
-406,00 €
-657,00 €
-532,00 €
-4.458,00 €
-44,00 €
-1.237,00 €
-982,00 €
-798,00 €
-10.893,00 €
-19.103,00 €
-22.324,00 €
-1.058,00 €
-4.618,00 €
-443,00 €
-2.492,00 €
-869,00 €
-1.050,00 €
-2.322,00 €
-1.771,00 €
Meerjarenplan
-89,00 €
-196,00 €
-3.035,00 €
-35,00 €
-960,00 €
-295,00 €
-242,00 €
5.720,00 €
-759,00 €
-1.670,00 €
-29,00 €
-401,00 €
-411,00 €
-666,00 €
-539,00 €
-4.516,00 €
-44,00 €
-1.253,00 €
-994,00 €
-808,00 €
-11.035,00 €
-19.351,00 €
-22.614,00 €
-1.072,00 €
-4.678,00 €
-449,00 €
-2.524,00 €
-880,00 €
-1.064,00 €
-2.352,00 €
-1.794,00 €
-90,00 €
-198,00 €
-3.074,00 €
-35,00 €
-972,00 €
-299,00 €
-245,00 €
5.720,00 €
-769,00 €
-1.692,00 €
-29,00 €
-406,00 €
-416,00 €
-674,00 €
-546,00 €
-4.575,00 €
-45,00 €
-1.269,00 €
-1.007,00 €
-819,00 €
-11.178,00 €
-19.603,00 €
-22.908,00 €
-1.086,00 €
-4.739,00 €
-454,00 €
-2.557,00 €
-891,00 €
-1.078,00 €
-2.382,00 €
-1.817,00 €
Pagina
-91,00 €
-201,00 €
-3.114,00 €
-36,00 €
-985,00 €
-302,00 €
-248,00 €
5.720,00 €
-779,00 €
-1.714,00 €
-29,00 €
-411,00 €
-422,00 €
-683,00 €
-553,00 €
-4.634,00 €
-45,00 €
-1.286,00 €
-1.020,00 €
-829,00 €
-11.324,00 €
-19.857,00 €
-23.206,00 €
-1.100,00 €
-4.801,00 €
-460,00 €
-2.590,00 €
-903,00 €
-1.092,00 €
-2.413,00 €
-1.841,00 €
25
van
43
-530,00 €
-1.167,00 €
-18.095,00 €
-207,00 €
-5.723,00 €
-1.757,00 €
-1.442,00 €
28.600,00 €
-4.527,00 €
-9.958,00 €
-170,00 €
-2.390,00 €
-2.451,00 €
-3.969,00 €
-3.213,00 €
-26.928,00 €
-263,00 €
-7.471,00 €
-5.928,00 €
-4.819,00 €
-65.798,00 €
-115.386,00 €
-134.843,00 €
-6.392,00 €
-27.895,00 €
-2.674,00 €
-15.051,00 €
-5.246,00 €
-6.344,00 €
-14.023,00 €
-10.696,00 €
18-12-2013
OCMW Bree
-18,00 € -29,00 € 0,00 €
2014/6400001/DOM 0/0030 Roerende voorheffing/Financiële aangelegenheden
2014/6409999/DOM 0/0030 Overige werkingsbelastingen/Financiële aangelegenheden
2014/6479998/DOM 1/0119/01 Diverse operationele kosten - simulaties/ Overige algemene diensten/Algemeen
-6.812,00 €
2014/6481080/DOM 4 /0900 Kosten socio-culturele participatie/Sociale bijstand
-58.088,00 € -21.335,00 €
2014/6482470/DOM 4 /0900 Toekenning van huurwaarborgen/Sociale bijstand
-16,00 €
2014/6482230/DOM 4 /0900 Kosten medische verzorging/Sociale bijstand
2014/6482460/DOM 4 /0903 Steun voor medische kosten aan toegewezen asielzoekers/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
-29.325,00 €
2014/6482110/DOM 4 /0900 Verblijfskosten bejaarden in andere rusthuizen/Sociale bijstand
-8.416,00 €
-4.224,00 €
2014/6481140/DOM 4 /0900 Tussenkomst begrafeniskosten/Sociale bijstand
2014/6482460/DOM 4 /0900 Steun voor medische kosten aan toegewezen asielzoekers/Sociale bijstand
-3.598,00 €
2014/6481120/DOM 4 /0900 Betaling voorschotten aan onderhoudsgerechtigden/Sociale bijstand
-51.644,00 €
-9.030,00 €
2014/6481120/DOM 4 /0900 Betaling voorschotten aan onderhoudsgerechtigden/Sociale bijstand
2014/6482320/DOM 4 /0903 Tegemoetkoming steunverlenend centrum tgv buitenlandse/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
-122,00 €
2014/6481120/DOM 4 /0900 Betaling voorschotten aan onderhoudsgerechtigden/Sociale bijstand
-76.128,00 €
-1.939,00 €
2014/6481120/DOM 4 /0900 Betaling voorschotten aan onderhoudsgerechtigden/Sociale bijstand
2014/6482320/DOM 4 /0900 Tegemoetkoming steunverlenend centrum tgv buitenlandse/Sociale bijstand
-6.976,00 €
2014/6481120/DOM 4 /0900 Betaling voorschotten aan onderhoudsgerechtigden/Sociale bijstand
-68,00 €
-2.675,00 €
2014/6481050/DOM 4 /0900 Tegemoetkoming in kosten energielevering/Sociale bijstand
2014/6481110/DOM 4 /0900 Voorschotten op lonen en dergelijke/ Sociale bijstand
-63.724,00 €
-454,00 €
2014/6481050/DOM 4 /0900 Tegemoetkoming in kosten energielevering/Sociale bijstand
2014/6481020/DOM 4 /0900 Kosten minimale levering aardgas/Sociale bijstand
-23.853,00 €
-461,00 €
2014/6400000/DOM 4 /0900 Onroerende voorheffing/Sociale bijstand
-170.659,00 €
-2.196,00 €
2014/6400000/DOM 0/0030 Onroerende voorheffing/Financiële aangelegenheden
2014/6481000/DOM 4 /0900 Toekenning dienstverlening in speciën/ Sociale bijstand
9.000,00 €
2014/6351000/DOM 1/0100 Voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen - besteding en terugneming (-)/Politieke organen
2014/6480000/DOM 4 /0900 Toekenning leefloon/Sociale bijstand
-9.000,00 €
2014/6350000/DOM 1/0100 Voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen - toevoeging/Politieke organen
-21.613,00 €
-58.844,00 €
-8.526,00 €
-52.316,00 €
-77.118,00 €
-17,00 €
-29.707,00 €
-4.279,00 €
-3.645,00 €
-9.148,00 €
-124,00 €
-1.965,00 €
-7.067,00 €
-69,00 €
-6.901,00 €
-2.710,00 €
-64.553,00 €
-460,00 €
-24.164,00 €
-172.878,00 €
18.008,00 €
-30,00 €
-19,00 €
-467,00 €
-2.225,00 €
9.117,00 €
-9.117,00 €
-21.894,00 €
-59.609,00 €
-8.637,00 €
-52.996,00 €
-78.121,00 €
-17,00 €
-30.093,00 €
-4.335,00 €
-3.693,00 €
-9.267,00 €
-126,00 €
-1.990,00 €
-7.159,00 €
-70,00 €
-6.991,00 €
-2.746,00 €
-65.392,00 €
-466,00 €
-24.478,00 €
-175.125,00 €
18.008,00 €
-30,00 €
-19,00 €
-474,00 €
-2.254,00 €
9.236,00 €
-9.236,00 €
Meerjarenplan
-22.178,00 €
-60.384,00 €
-8.749,00 €
-53.685,00 €
-79.136,00 €
-17,00 €
-30.484,00 €
-4.391,00 €
-3.741,00 €
-9.387,00 €
-127,00 €
-2.016,00 €
-7.252,00 €
-71,00 €
-7.082,00 €
-2.781,00 €
-66.242,00 €
-472,00 €
-24.796,00 €
-177.402,00 €
18.008,00 €
-31,00 €
-19,00 €
-480,00 €
-2.283,00 €
9.356,00 €
-9.356,00 €
-22.467,00 €
-61.168,00 €
-8.863,00 €
-54.383,00 €
-80.165,00 €
-17,00 €
-30.880,00 €
-4.448,00 €
-3.789,00 €
-9.509,00 €
-129,00 €
-2.042,00 €
-7.346,00 €
-72,00 €
-7.174,00 €
-2.817,00 €
-67.103,00 €
-479,00 €
-25.118,00 €
-179.708,00 €
18.008,00 €
-31,00 €
-19,00 €
-486,00 €
-2.313,00 €
9.478,00 €
-9.478,00 €
Pagina
-22.759,00 €
-61.964,00 €
-8.978,00 €
-55.090,00 €
-81.207,00 €
-18,00 €
-31.282,00 €
-4.506,00 €
-3.839,00 €
-9.633,00 €
-131,00 €
-2.069,00 €
-7.442,00 €
-73,00 €
-7.267,00 €
-2.854,00 €
-67.976,00 €
-485,00 €
-25.445,00 €
-182.045,00 €
18.008,00 €
-31,00 €
-20,00 €
-492,00 €
-2.343,00 €
9.601,00 €
-9.601,00 €
26
van
43
-132.246,00 €
-360.057,00 €
-52.169,00 €
-320.114,00 €
-471.875,00 €
-102,00 €
-181.771,00 €
-26.183,00 €
-22.305,00 €
-55.974,00 €
-759,00 €
-12.021,00 €
-43.242,00 €
-423,00 €
-42.227,00 €
-16.583,00 €
-394.990,00 €
-2.816,00 €
-147.854,00 €
-1.057.817,00 €
90.040,00 €
-182,00 €
-114,00 €
-2.860,00 €
-13.614,00 €
55.788,00 €
-55.788,00 €
18-12-2013
0,00 €
-1.775.779,00 €
0,00 €
-1.790.956,00 €
2014/6200000/DOM 1/0100 Wedden van de gemeentemandatarissen/ Politieke organen
-38.075,00 € -42.535,00 € -33.900,00 € -203.030,00 € -26.455,00 € -62.475,00 € -91.875,00 € -71.625,00 € -27.190,00 €
2014/6201000/DOM 1/0119/01 Bezoldigingen vastbenoemd personeel/ Overige algemene diensten/Stadswacht
2014/6201000/DOM 4 /0900 Bezoldigingen vastbenoemd personeel/ Sociale bijstand
2014/6201000/DOM 4 /0900 Bezoldigingen vastbenoemd personeel/ Sociale bijstand
2014/6201000/DOM 4 /0943 Bezoldigingen vastbenoemd personeel/ Gezinshulp
2014/6201000/DOM 4 /0943 Bezoldigingen vastbenoemd personeel/ Gezinshulp
2014/6201000/DOM 4 /0945/01 Bezoldigingen vastbenoemd personeel/ Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6201000/DOM 4 /0953 Bezoldigingen vastbenoemd personeel/ Woon- en zorgcentra
2014/6202000/DOM 4 /0900 Bezoldigingen gesubsidieerde contractuelen/Sociale bijstand
PER
2014/6200000/DOM 1/0119/01 Wedden van de gemeentemandatarissen/ Overige algemene diensten/Stadswacht
2014000520
personeel
0,00 €
0,00 €
Personeelskosten OCMW globaal per jaar
ADM
0,00 €
-27.190,00 €
-71.625,00 €
-91.875,00 €
-62.475,00 €
-26.455,00 €
-203.030,00 €
-33.900,00 €
-42.535,00 €
-38.075,00 €
-17,00 €
0,00 €
-2.734,00 €
-17.717,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2014/6500000/DOM 0/0040 Financiële kosten van leningen ten laste van het bestuur/Transacties in verband met de openbare schuld
-60.516,00 €
2014/6640000/DOM 4 /0943 Toegestane investeringssubsidies/ Gezinshulp
-64.592,00 €
2014/6500000/DOM 0/0040 Financiële kosten van leningen ten laste van het bestuur/Transacties in verband met de openbare schuld
0,00 €
-16,00 €
0,00 €
2014/6499999/DOM 4 /0900 Andere toegestane werkingssubsidies/ Sociale bijstand
-25.325,00 €
2014/6570004/DOM 1/0119/01 Levenslange rente/Overige algemene diensten
-25.000,00 €
2014/6499006/DOM 4 /0953 Samenwerkingsovereenkomsten WZC stuurgroep/Woon- en zorgcentra
-17.475,00 €
-228,00 €
-17.250,00 €
2014/6499003/DOM 4 /0953 Samenwerkingsovereenkomsten WZC dagprijs overgekomen bewoners/Woon- en zorgcentra
-19.009,00 €
2014/6500000/DOM 4 /0953 Financiële kosten van leningen ten laste van het bestuur/Woon- en zorgcentra
-18.765,00 €
2014/6499002/DOM 4 /0953 Samenwerkingsovereenkomsten WZC RIZIV/Woon- en zorgcentra
-22.286,00 €
-6.330,00 €
-22.000,00 €
2014/6499001/DOM 4 /0953 Samenwerkingsovereenkomsten WZC loonbarema/Woon- en zorgcentra
-7.300,00 €
2014/6500000/DOM 4 /0950 Financiële kosten van leningen ten laste van het bestuur/Ouderenwoningen
-7.300,00 €
2014/6493000/DOM 4 /0900 Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen - toekenning via reglement/Sociale bijstand
-149.448,00 €
-18.495,00 €
-147.530,00 €
2014/6492000/DOM 4 /0950 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/Ouderenwoningen
-10.000,00 €
-27.190,00 €
-71.625,00 €
-91.875,00 €
-62.475,00 €
-26.455,00 €
-203.030,00 €
-33.900,00 €
-42.535,00 €
-38.075,00 €
-1.775.779,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
-17,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
-18.500,00 €
0,00 €
0,00 €
-25.655,00 €
-17.702,00 €
-19.257,00 €
-22.576,00 €
-7.300,00 €
0,00 €
-10.000,00 €
Meerjarenplan
2014/6500000/DOM 4 /0945/01 Financiële kosten van leningen ten laste van het bestuur/Kinderopvang
-10.000,00 €
2014/6492000/DOM 4 /0900 Toegestane werkingssubsidies aan bedrijven/Sociale bijstand
2014000393
OCMW Bree
-27.190,00 €
-71.625,00 €
-91.875,00 €
-62.475,00 €
-26.455,00 €
-203.030,00 €
-33.900,00 €
-42.535,00 €
-38.075,00 €
-1.775.779,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
-17,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
-25.988,00 €
-17.932,00 €
-19.507,00 €
-22.870,00 €
-7.300,00 €
0,00 €
-10.000,00 €
-27.190,00 €
-71.625,00 €
-91.875,00 €
-62.475,00 €
-26.455,00 €
-203.030,00 €
-33.900,00 €
-42.535,00 €
-38.075,00 €
-1.775.779,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
-17,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
-26.326,00 €
-18.165,00 €
-19.760,00 €
-23.167,00 €
-7.300,00 €
0,00 €
-10.000,00 €
Pagina
-27.190,00 €
-71.625,00 €
-91.875,00 €
-62.475,00 €
-26.455,00 €
-203.030,00 €
-33.900,00 €
-42.535,00 €
-38.075,00 €
-1.775.779,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
-18,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
-26.668,00 €
-18.401,00 €
-20.017,00 €
-23.468,00 €
-7.300,00 €
0,00 €
-10.000,00 €
27
van
43
-163.140,00 €
-429.750,00 €
-551.250,00 €
-374.850,00 €
-158.730,00 €
-1.218.180,00 €
-203.400,00 €
-255.210,00 €
-228.450,00 €
-10.669.851,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
-102,00 €
-228,00 €
-9.064,00 €
-36.212,00 €
-18.500,00 €
-125.108,00 €
0,00 €
-154.962,00 €
-106.925,00 €
-116.315,00 €
-136.367,00 €
-43.800,00 €
-296.978,00 €
-60.000,00 €
18-12-2013
OCMW Bree
-51.420,00 € -148.705,00 € -15.250,00 € -20.765,00 € -107.995,00 € -41.210,00 € -92.345,00 € -43.425,00 € -26.625,00 € -196.465,00 € -5.990,00 €
-4.775,00 € -28.575,00 € -3.725,00 € -8.800,00 € -12.940,00 € -10.125,00 € -11.805,00 €
-9.415,00 € -56.340,00 € -7.345,00 € -17.350,00 € -25.510,00 €
-19.955,00 €
2014/6202000/DOM 4 /0945/02 Bezoldigingen gesubsidieerde contractuelen/Kinderopvang/Buitenschoolse Opvang
2014/6202000/DOM 4 /0947 Bezoldigingen gesubsidieerde contractuelen/Klusjesdienst
2014/6202000/DOM 4 /0953 Bezoldigingen gesubsidieerde contractuelen/Woon- en zorgcentra
2014/6203000/DOM 1/0119/01 Bezoldigingen contractueel personeel/ Overige algemene diensten/Stadswacht
2014/6203000/DOM 4 /0900 Bezoldigingen contractueel personeel/ Sociale bijstand
2014/6203000/DOM 4 /0900 Bezoldigingen contractueel personeel/ Sociale bijstand
2014/6203000/DOM 4 /0903 Bezoldigingen contractueel personeel/ Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6203000/DOM 4 /0945/01 Bezoldigingen contractueel personeel/ Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6203000/DOM 4 /0945/01 Bezoldigingen contractueel personeel/ Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6211000/DOM 1/0119/01 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - vast benoemd personeel/Overige algemene diensten/ Stadswacht
2014/6211000/DOM 4 /0900 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - vast benoemd personeel/Sociale bijstand
2014/6211000/DOM 4 /0900 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - vast benoemd personeel/Sociale bijstand
2014/6211000/DOM 4 /0943 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - vast benoemd personeel/Gezinshulp
2014/6211000/DOM 4 /0943 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - vast benoemd personeel/Gezinshulp
2014/6211000/DOM 4 /0945/01 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - vast benoemd personeel/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6211000/DOM 4 /0953 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - vast benoemd personeel/Woon- en zorgcentra
2014/6211001/DOM 1/0119/01 Werkgeversbijdragen aan de omslagkas voor gemeentelijke pensioenen - vastbenoemd personeel/Overige algemene diensten/Stadswacht
2014/6211001/DOM 4 /0900 Werkgeversbijdragen aan de omslagkas voor gemeentelijke pensioenen - vastbenoemd personeel/Sociale bijstand
2014/6211001/DOM 4 /0900 Werkgeversbijdragen aan de omslagkas voor gemeentelijke pensioenen - vastbenoemd personeel/Sociale bijstand
2014/6211001/DOM 4 /0943 Werkgeversbijdragen aan de omslagkas voor gemeentelijke pensioenen - vastbenoemd personeel/Gezinshulp
2014/6211001/DOM 4 /0943 Werkgeversbijdragen aan de omslagkas voor gemeentelijke pensioenen - vastbenoemd personeel/Gezinshulp
2014/6211001/DOM 4 /0945/01 Werkgeversbijdragen aan de omslagkas voor gemeentelijke pensioenen - vastbenoemd personeel/Kinderopvang/ Kinderopvang
2014/6211001/DOM 4 /0953 Werkgeversbijdragen aan de omslagkas voor gemeentelijke pensioenen - vastbenoemd personeel/Woon- en zorgcentra
0,00 €
2014/6202000/DOM 4 /0945/01 Bezoldigingen gesubsidieerde contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6202000/DOM 4 /0903 Bezoldigingen gesubsidieerde contractuelen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
-19.955,00 €
-25.510,00 €
-17.350,00 €
-7.345,00 €
-56.340,00 €
-9.415,00 €
-11.805,00 €
-10.125,00 €
-12.940,00 €
-8.800,00 €
-3.725,00 €
-28.575,00 €
-4.775,00 €
-5.990,00 €
-196.465,00 €
-26.625,00 €
-43.425,00 €
-92.345,00 €
-41.210,00 €
-107.995,00 €
-20.765,00 €
-15.250,00 €
-148.705,00 €
-51.420,00 €
-36.145,00 €
-19.955,00 €
-25.510,00 €
-17.350,00 €
-7.345,00 €
-56.340,00 €
-9.415,00 €
-11.805,00 €
-10.125,00 €
-12.940,00 €
-8.800,00 €
-3.725,00 €
-28.575,00 €
-4.775,00 €
-5.990,00 €
-196.465,00 €
-26.625,00 €
-43.425,00 €
-92.345,00 €
-41.210,00 €
-107.995,00 €
-20.765,00 €
-15.250,00 €
-148.705,00 €
-51.420,00 €
-36.145,00 €
Meerjarenplan
-19.955,00 €
-25.510,00 €
-17.350,00 €
-7.345,00 €
-56.340,00 €
-9.415,00 €
-11.805,00 €
-10.125,00 €
-12.940,00 €
-8.800,00 €
-3.725,00 €
-28.575,00 €
-4.775,00 €
-5.990,00 €
-196.465,00 €
-26.625,00 €
-43.425,00 €
-92.345,00 €
-41.210,00 €
-107.995,00 €
-20.765,00 €
-15.250,00 €
-148.705,00 €
-51.420,00 €
-36.145,00 €
-19.955,00 €
-25.510,00 €
-17.350,00 €
-7.345,00 €
-56.340,00 €
-9.415,00 €
-11.805,00 €
-10.125,00 €
-12.940,00 €
-8.800,00 €
-3.725,00 €
-28.575,00 €
-4.775,00 €
-5.990,00 €
-196.465,00 €
-26.625,00 €
-43.425,00 €
-92.345,00 €
-41.210,00 €
-107.995,00 €
-20.765,00 €
-15.250,00 €
-148.705,00 €
-51.420,00 €
-36.145,00 €
Pagina
-19.955,00 €
-25.510,00 €
-17.350,00 €
-7.345,00 €
-56.340,00 €
-9.415,00 €
-11.805,00 €
-10.125,00 €
-12.940,00 €
-8.800,00 €
-3.725,00 €
-28.575,00 €
-4.775,00 €
-5.990,00 €
-196.465,00 €
-26.625,00 €
-43.425,00 €
-92.345,00 €
-41.210,00 €
-107.995,00 €
-20.765,00 €
-15.250,00 €
-148.705,00 €
-51.420,00 €
-36.145,00 €
28
van
43
-119.730,00 €
-153.060,00 €
-104.100,00 €
-44.070,00 €
-338.040,00 €
-56.490,00 €
-70.830,00 €
-60.750,00 €
-77.640,00 €
-52.800,00 €
-22.350,00 €
-171.450,00 €
-28.650,00 €
-35.940,00 €
-1.178.790,00 €
-159.750,00 €
-260.550,00 €
-554.070,00 €
-247.260,00 €
-647.970,00 €
-124.590,00 €
-91.500,00 €
-892.230,00 €
-308.520,00 €
-180.725,00 €
18-12-2013
OCMW Bree
-1.420,00 € -1.885,00 €
-2.690,00 €
-7.815,00 €
-800,00 € -1.085,00 € -30.480,00 € -1.405,00 € -10.980,00 € -700,00 € -895,00 € -11.570,00 €
-705,00 €
-7.105,00 € -705,00 € -52.370,00 € -3.870,00 € -1.360,00 €
-1.810,00 €
-2.575,00 €
-6.110,00 €
-765,00 €
2014/6212000/DOM 4 /0900 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - gesubsidieeerde contractuelen/Sociale bijstand
2014/6212000/DOM 4 /0903 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - gesubsidieeerde contractuelen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6212000/DOM 4 /0945/01 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - gesubsidieeerde contractuelen/Kinderopvang/ Kinderopvang
2014/6212000/DOM 4 /0945/02 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - gesubsidieeerde contractuelen/Kinderopvang/ Buitenschoolse Opvang
2014/6212000/DOM 4 /0947 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - gesubsidieeerde contractuelen/Klusjesdienst
2014/6212000/DOM 4 /0953 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - gesubsidieeerde contractuelen/Woon- en zorgcentra
2014/6213000/DOM 1/0119/01 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/Overige algemene diensten/Stadswacht
2014/6213000/DOM 1/0119/01 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/Overige algemene diensten/Stadswacht
2014/6213000/DOM 4 /0900 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/Sociale bijstand
2014/6213000/DOM 4 /0900 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/Sociale bijstand
2014/6213000/DOM 4 /0900 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/Sociale bijstand
2014/6213000/DOM 4 /0903 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6213000/DOM 4 /0903 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6213000/DOM 4 /0945/01 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6213000/DOM 4 /0945/01 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6213000/DOM 4 /0945/01 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6213000/DOM 4 /0945/01 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen - contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6222000/DOM 4 /0900 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - gesubsidieerde contractuelen/Sociale bijstand
2014/6222000/DOM 4 /0903 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - gesubsidieerde contractuelen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6222000/DOM 4 /0945/01 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - gesubsidieerde contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6222000/DOM 4 /0945/02 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - gesubsidieerde contractuelen/Kinderopvang/Buitenschoolse Opvang
2014/6222000/DOM 4 /0947 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - gesubsidieerde contractuelen/Klusjesdienst
-765,00 €
-6.110,00 €
-2.575,00 €
-1.810,00 €
-1.360,00 €
-3.870,00 €
-52.370,00 €
-705,00 €
-7.105,00 €
-705,00 €
-11.570,00 €
-895,00 €
-700,00 €
-10.980,00 €
-1.405,00 €
-30.480,00 €
-1.085,00 €
-800,00 €
-7.815,00 €
-2.690,00 €
-1.885,00 €
-1.420,00 €
-765,00 €
-6.110,00 €
-2.575,00 €
-1.810,00 €
-1.360,00 €
-3.870,00 €
-52.370,00 €
-705,00 €
-7.105,00 €
-705,00 €
-11.570,00 €
-895,00 €
-700,00 €
-10.980,00 €
-1.405,00 €
-30.480,00 €
-1.085,00 €
-800,00 €
-7.815,00 €
-2.690,00 €
-1.885,00 €
-1.420,00 €
Meerjarenplan
-765,00 €
-6.110,00 €
-2.575,00 €
-1.810,00 €
-1.360,00 €
-3.870,00 €
-52.370,00 €
-705,00 €
-7.105,00 €
-705,00 €
-11.570,00 €
-895,00 €
-700,00 €
-10.980,00 €
-1.405,00 €
-30.480,00 €
-1.085,00 €
-800,00 €
-7.815,00 €
-2.690,00 €
-1.885,00 €
-1.420,00 €
-765,00 €
-6.110,00 €
-2.575,00 €
-1.810,00 €
-1.360,00 €
-3.870,00 €
-52.370,00 €
-705,00 €
-7.105,00 €
-705,00 €
-11.570,00 €
-895,00 €
-700,00 €
-10.980,00 €
-1.405,00 €
-30.480,00 €
-1.085,00 €
-800,00 €
-7.815,00 €
-2.690,00 €
-1.885,00 €
-1.420,00 €
Pagina
-765,00 €
-6.110,00 €
-2.575,00 €
-1.810,00 €
-1.360,00 €
-3.870,00 €
-52.370,00 €
-705,00 €
-7.105,00 €
-705,00 €
-11.570,00 €
-895,00 €
-700,00 €
-10.980,00 €
-1.405,00 €
-30.480,00 €
-1.085,00 €
-800,00 €
-7.815,00 €
-2.690,00 €
-1.885,00 €
-1.420,00 €
29
van
43
-4.590,00 €
-36.660,00 €
-15.450,00 €
-10.860,00 €
-8.160,00 €
-23.220,00 €
-314.220,00 €
-4.230,00 €
-42.630,00 €
-4.230,00 €
-69.420,00 €
-5.370,00 €
-4.200,00 €
-65.880,00 €
-8.430,00 €
-182.880,00 €
-6.510,00 €
-4.800,00 €
-46.890,00 €
-16.140,00 €
-11.310,00 €
-8.520,00 €
18-12-2013
OCMW Bree
-1.040,00 €
-3.560,00 €
-2.065,00 €
-2.175,00 €
-1.335,00 €
-9.825,00 €
-105,00 € -150,00 € -35,00 € -150,00 € -35,00 € -730,00 € -155,00 € -295,00 € -65,00 € -440,00 € -95,00 € -295,00 € -65,00 € -60,00 € -50,00 € -280,00 € -40,00 € -90,00 €
2014/6222000/DOM 4 /0953 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - gesubsidieerde contractuelen/Woon- en zorgcentra
2014/6223000/DOM 1/0119/01 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - contractuelen/ Overige algemene diensten/Stadswacht
2014/6223000/DOM 4 /0900 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - contractuelen/ Sociale bijstand
2014/6223000/DOM 4 /0903 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - contractuelen/ Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6223000/DOM 4 /0945/01 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - contractuelen/ Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6223000/DOM 4 /0945/01 Werkgeversbijdragen voor bovenwettelijke verzekeringen - 2e pijlerpensioen - contractuelen/ Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6230001/DOM 4 /0945/01 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - vast benoemd personeel/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6231000/DOM 1/0119/01 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/Overige algemene diensten/Stadswacht
2014/6231000/DOM 1/0119/01 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/Overige algemene diensten/Stadswacht
2014/6231000/DOM 4 /0900 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/Sociale bijstand
2014/6231000/DOM 4 /0900 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/Sociale bijstand
2014/6231000/DOM 4 /0900 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/Sociale bijstand
2014/6231000/DOM 4 /0900 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/Sociale bijstand
2014/6231000/DOM 4 /0943 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/Gezinshulp
2014/6231000/DOM 4 /0943 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/Gezinshulp
2014/6231000/DOM 4 /0945/01 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6231000/DOM 4 /0945/01 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6231000/DOM 4 /0953 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/Woon- en zorgcentra
2014/6231000/DOM 4 /0953 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - vast benoemd personeel/Woon- en zorgcentra
2014/6231001/DOM 1/0119/01 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - vast benoemd personeel/Overige algemene diensten/Stadswacht
2014/6231001/DOM 4 /0900 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - vast benoemd personeel/Sociale bijstand
2014/6231001/DOM 4 /0900 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - vast benoemd personeel/Sociale bijstand
2014/6231001/DOM 4 /0943 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - vast benoemd personeel/Gezinshulp
2014/6231001/DOM 4 /0943 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - vast benoemd personeel/Gezinshulp
-90,00 €
-40,00 €
-280,00 €
-50,00 €
-60,00 €
-65,00 €
-295,00 €
-95,00 €
-440,00 €
-65,00 €
-295,00 €
-155,00 €
-730,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-105,00 €
-9.825,00 €
-1.335,00 €
-2.175,00 €
-2.065,00 €
-3.560,00 €
-1.040,00 €
-90,00 €
-40,00 €
-280,00 €
-50,00 €
-60,00 €
-65,00 €
-295,00 €
-95,00 €
-440,00 €
-65,00 €
-295,00 €
-155,00 €
-730,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-105,00 €
-9.825,00 €
-1.335,00 €
-2.175,00 €
-2.065,00 €
-3.560,00 €
-1.040,00 €
Meerjarenplan
-90,00 €
-40,00 €
-280,00 €
-50,00 €
-60,00 €
-65,00 €
-295,00 €
-95,00 €
-440,00 €
-65,00 €
-295,00 €
-155,00 €
-730,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-105,00 €
-9.825,00 €
-1.335,00 €
-2.175,00 €
-2.065,00 €
-3.560,00 €
-1.040,00 €
-90,00 €
-40,00 €
-280,00 €
-50,00 €
-60,00 €
-65,00 €
-295,00 €
-95,00 €
-440,00 €
-65,00 €
-295,00 €
-155,00 €
-730,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-105,00 €
-9.825,00 €
-1.335,00 €
-2.175,00 €
-2.065,00 €
-3.560,00 €
-1.040,00 €
Pagina
-90,00 €
-40,00 €
-280,00 €
-50,00 €
-60,00 €
-65,00 €
-295,00 €
-95,00 €
-440,00 €
-65,00 €
-295,00 €
-155,00 €
-730,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-105,00 €
-9.825,00 €
-1.335,00 €
-2.175,00 €
-2.065,00 €
-3.560,00 €
-1.040,00 €
30
van
43
-540,00 €
-240,00 €
-1.680,00 €
-300,00 €
-360,00 €
-390,00 €
-1.770,00 €
-570,00 €
-2.640,00 €
-390,00 €
-1.770,00 €
-930,00 €
-4.380,00 €
-210,00 €
-900,00 €
-210,00 €
-900,00 €
-630,00 €
-58.950,00 €
-8.010,00 €
-13.050,00 €
-12.390,00 €
-21.360,00 €
-6.240,00 €
18-12-2013
OCMW Bree
-130,00 € -100,00 € -50,00 € -50,00 € -235,00 € -95,00 € -140,00 € -95,00 € -565,00 € -530,00 € -2.545,00 € -355,00 € -1.055,00 € -1.405,00 € -750,00 € -385,00 € -310,00 € -1.830,00 € -240,00 € -565,00 € -830,00 € -645,00 € -280,00 €
-280,00 € -1.780,00 € -555,00 €
2014/6231001/DOM 4 /0945/01 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - vast benoemd personeel/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6231001/DOM 4 /0953 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - vast benoemd personeel/Woon- en zorgcentra
2014/6231003/DOM 1/0119/01 Vakbondspremies - vast benoemd personeel/Overige algemene diensten/Stadswacht
2014/6231003/DOM 4 /0900 Vakbondspremies - vast benoemd personeel/Sociale bijstand
2014/6231003/DOM 4 /0900 Vakbondspremies - vast benoemd personeel/Sociale bijstand
2014/6231003/DOM 4 /0943 Vakbondspremies - vast benoemd personeel/Gezinshulp
2014/6231003/DOM 4 /0945/01 Vakbondspremies - vast benoemd personeel/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6231003/DOM 4 /0953 Vakbondspremies - vast benoemd personeel/Woon- en zorgcentra
2014/6231004/DOM 1/0119/01 Maaltijdcheques - vast benoemd personeel/Overige algemene diensten/Stadswacht
2014/6231004/DOM 4 /0900 Maaltijdcheques - vast benoemd personeel/ Sociale bijstand
2014/6231004/DOM 4 /0900 Maaltijdcheques - vast benoemd personeel/ Sociale bijstand
2014/6231004/DOM 4 /0943 Maaltijdcheques - vast benoemd personeel/ Gezinshulp
2014/6231004/DOM 4 /0943 Maaltijdcheques - vast benoemd personeel/ Gezinshulp
2014/6231004/DOM 4 /0945/01 Maaltijdcheques - vast benoemd personeel/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6231004/DOM 4 /0953 Maaltijdcheques - vast benoemd personeel/ Woon- en zorgcentra
2014/6231005/DOM 1/0119/01 Verzekering arbeidsongevallen - vast benoemd personeel/Overige algemene diensten/Stadswacht
2014/6231005/DOM 4 /0900 Verzekering arbeidsongevallen - vast benoemd personeel/Sociale bijstand
2014/6231005/DOM 4 /0900 Verzekering arbeidsongevallen - vast benoemd personeel/Sociale bijstand
2014/6231005/DOM 4 /0943 Verzekering arbeidsongevallen - vast benoemd personeel/Gezinshulp
2014/6231005/DOM 4 /0943 Verzekering arbeidsongevallen - vast benoemd personeel/Gezinshulp
2014/6231005/DOM 4 /0945/01 Verzekering arbeidsongevallen - vast benoemd personeel/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6231005/DOM 4 /0953 Verzekering arbeidsongevallen - vast benoemd personeel/Woon- en zorgcentra
2014/6231006/DOM 1/0119/01 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - vast benoemd personeel/Overige algemene diensten/ Stadswacht
2014/6231006/DOM 4 /0900 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - vast benoemd personeel/Sociale bijstand
2014/6231006/DOM 4 /0900 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - vast benoemd personeel/Sociale bijstand
2014/6231006/DOM 4 /0943 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - vast benoemd personeel/Gezinshulp
-555,00 €
-1.780,00 €
-280,00 €
-280,00 €
-645,00 €
-830,00 €
-565,00 €
-240,00 €
-1.830,00 €
-310,00 €
-385,00 €
-750,00 €
-1.405,00 €
-1.055,00 €
-355,00 €
-2.545,00 €
-530,00 €
-565,00 €
-95,00 €
-140,00 €
-95,00 €
-235,00 €
-50,00 €
-50,00 €
-100,00 €
-130,00 €
-555,00 €
-1.780,00 €
-280,00 €
-280,00 €
-645,00 €
-830,00 €
-565,00 €
-240,00 €
-1.830,00 €
-310,00 €
-385,00 €
-750,00 €
-1.405,00 €
-1.055,00 €
-355,00 €
-2.545,00 €
-530,00 €
-565,00 €
-95,00 €
-140,00 €
-95,00 €
-235,00 €
-50,00 €
-50,00 €
-100,00 €
-130,00 €
Meerjarenplan
-555,00 €
-1.780,00 €
-280,00 €
-280,00 €
-645,00 €
-830,00 €
-565,00 €
-240,00 €
-1.830,00 €
-310,00 €
-385,00 €
-750,00 €
-1.405,00 €
-1.055,00 €
-355,00 €
-2.545,00 €
-530,00 €
-565,00 €
-95,00 €
-140,00 €
-95,00 €
-235,00 €
-50,00 €
-50,00 €
-100,00 €
-130,00 €
-555,00 €
-1.780,00 €
-280,00 €
-280,00 €
-645,00 €
-830,00 €
-565,00 €
-240,00 €
-1.830,00 €
-310,00 €
-385,00 €
-750,00 €
-1.405,00 €
-1.055,00 €
-355,00 €
-2.545,00 €
-530,00 €
-565,00 €
-95,00 €
-140,00 €
-95,00 €
-235,00 €
-50,00 €
-50,00 €
-100,00 €
-130,00 €
Pagina
-555,00 €
-1.780,00 €
-280,00 €
-280,00 €
-645,00 €
-830,00 €
-565,00 €
-240,00 €
-1.830,00 €
-310,00 €
-385,00 €
-750,00 €
-1.405,00 €
-1.055,00 €
-355,00 €
-2.545,00 €
-530,00 €
-565,00 €
-95,00 €
-140,00 €
-95,00 €
-235,00 €
-50,00 €
-50,00 €
-100,00 €
-130,00 €
31
van
43
-3.330,00 €
-10.680,00 €
-1.680,00 €
-1.680,00 €
-3.870,00 €
-4.980,00 €
-3.390,00 €
-1.440,00 €
-10.980,00 €
-1.860,00 €
-2.310,00 €
-4.500,00 €
-8.430,00 €
-6.330,00 €
-2.130,00 €
-15.270,00 €
-3.180,00 €
-3.390,00 €
-570,00 €
-840,00 €
-570,00 €
-1.410,00 €
-300,00 €
-300,00 €
-600,00 €
-780,00 €
18-12-2013
OCMW Bree
-830,00 €
-555,00 € -170,00 € -145,00 € -295,00 € -65,00 € -150,00 € -35,00 € -585,00 € -125,00 € -150,00 € -35,00 € -440,00 € -95,00 € -1.455,00 € -305,00 € -100,00 € -60,00 € -130,00 € -60,00 € -40,00 € -270,00 € -95,00 € -50,00 € -190,00 € -50,00 € -140,00 €
2014/6231006/DOM 4 /0945/01 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - vast benoemd personeel/Kinderopvang/ Kinderopvang
2014/6231006/DOM 4 /0953 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - vast benoemd personeel/Woon- en zorgcentra
2014/6232001/DOM 4 /0903 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - contractuelen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6232001/DOM 4 /0945/01 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6233000/DOM 1/0119/01 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/Overige algemene diensten/Stadswacht
2014/6233000/DOM 1/0119/01 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/Overige algemene diensten/Stadswacht
2014/6233000/DOM 4 /0900 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/Sociale bijstand
2014/6233000/DOM 4 /0900 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/Sociale bijstand
2014/6233000/DOM 4 /0900 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/Sociale bijstand
2014/6233000/DOM 4 /0900 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/Sociale bijstand
2014/6233000/DOM 4 /0903 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6233000/DOM 4 /0903 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6233000/DOM 4 /0945/01 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6233000/DOM 4 /0945/01 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6233000/DOM 4 /0945/01 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6233000/DOM 4 /0945/01 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6233001/DOM 1/0119/01 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - contractuelen/Overige algemene diensten/Stadswacht
2014/6233001/DOM 4 /0900 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - contractuelen/Sociale bijstand
2014/6233001/DOM 4 /0900 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - contractuelen/Sociale bijstand
2014/6233001/DOM 4 /0903 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - contractuelen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6233001/DOM 4 /0945/01 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6233001/DOM 4 /0945/01 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6233003/DOM 1/0119/01 Vakbondspremies - contractuelen/ Overige algemene diensten/Stadswacht
2014/6233003/DOM 4 /0900 Vakbondspremies - contractuelen/Sociale bijstand
2014/6233003/DOM 4 /0900 Vakbondspremies - contractuelen/Sociale bijstand
2014/6233003/DOM 4 /0903 Vakbondspremies - contractuelen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6233003/DOM 4 /0945/01 Vakbondspremies - contractuelen/ Kinderopvang/Kinderopvang
-140,00 €
0,00 €
-190,00 €
-50,00 €
-95,00 €
-270,00 €
-40,00 €
-60,00 €
-130,00 €
-60,00 €
-100,00 €
-305,00 €
-1.455,00 €
-95,00 €
-440,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-125,00 €
-585,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-65,00 €
-295,00 €
-145,00 €
-170,00 €
-555,00 €
-830,00 €
-140,00 €
0,00 €
-190,00 €
-50,00 €
-95,00 €
-270,00 €
-40,00 €
-60,00 €
-130,00 €
-60,00 €
-100,00 €
-305,00 €
-1.455,00 €
-95,00 €
-440,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-125,00 €
-585,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-65,00 €
-295,00 €
-145,00 €
-170,00 €
-555,00 €
-830,00 €
Meerjarenplan
-140,00 €
0,00 €
-190,00 €
-50,00 €
-95,00 €
-270,00 €
-40,00 €
-60,00 €
-130,00 €
-60,00 €
-100,00 €
-305,00 €
-1.455,00 €
-95,00 €
-440,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-125,00 €
-585,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-65,00 €
-295,00 €
-145,00 €
-170,00 €
-555,00 €
-830,00 €
-140,00 €
0,00 €
-190,00 €
-50,00 €
-95,00 €
-270,00 €
-40,00 €
-60,00 €
-130,00 €
-60,00 €
-100,00 €
-305,00 €
-1.455,00 €
-95,00 €
-440,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-125,00 €
-585,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-65,00 €
-295,00 €
-145,00 €
-170,00 €
-555,00 €
-830,00 €
Pagina
-140,00 €
0,00 €
-190,00 €
-50,00 €
-95,00 €
-270,00 €
-40,00 €
-60,00 €
-130,00 €
-60,00 €
-100,00 €
-305,00 €
-1.455,00 €
-95,00 €
-440,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-125,00 €
-585,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-65,00 €
-295,00 €
-145,00 €
-170,00 €
-555,00 €
-830,00 €
32
van
43
-840,00 €
-50,00 €
-1.140,00 €
-300,00 €
-570,00 €
-1.620,00 €
-240,00 €
-360,00 €
-780,00 €
-360,00 €
-600,00 €
-1.830,00 €
-8.730,00 €
-570,00 €
-2.640,00 €
-210,00 €
-900,00 €
-750,00 €
-3.510,00 €
-210,00 €
-900,00 €
-390,00 €
-1.770,00 €
-870,00 €
-1.020,00 €
-3.330,00 €
-4.980,00 €
18-12-2013
OCMW Bree
-470,00 € -975,00 € -375,00 € -835,00 € -395,00 € -240,00 € -1.770,00 € -355,00 €
-180,00 € -180,00 €
-180,00 € -1.905,00 € -485,00 €
-460,00 € -150,00 € -35,00 € -150,00 €
-35,00 €
-585,00 € -125,00 € -730,00 €
-155,00 €
-585,00 € -125,00 €
2014/6233003/DOM 4 /0945/01 Vakbondspremies - contractuelen/ Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6233005/DOM 1/0119/01 Verzekering arbeidsongevallen contractuelen/Overige algemene diensten/Stadswacht
2014/6233005/DOM 4 /0900 Verzekering arbeidsongevallen contractuelen/Sociale bijstand
2014/6233005/DOM 4 /0900 Verzekering arbeidsongevallen contractuelen/Sociale bijstand
2014/6233005/DOM 4 /0903 Verzekering arbeidsongevallen contractuelen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6233005/DOM 4 /0945/01 Verzekering arbeidsongevallen contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6233005/DOM 4 /0945/01 Verzekering arbeidsongevallen contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6233006/DOM 1/0119/01 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - contractuelen/Overige algemene diensten/ Stadswacht
2014/6233006/DOM 4 /0900 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - contractuelen/Sociale bijstand
2014/6233006/DOM 4 /0903 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - contractuelen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6233006/DOM 4 /0945/01 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6233006/DOM 4 /0945/01 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6234001/DOM 4 /0945/02 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - gesubsidieerde contractuelen/Kinderopvang/Buitenschoolse Opvang
2014/6234001/DOM 4 /0947 Kosten voor verplaatsingen van en naar het werk - gesubsidieerde contractuelen/Klusjesdienst
2014/6235000/DOM 4 /0900 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/Sociale bijstand
2014/6235000/DOM 4 /0900 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/Sociale bijstand
2014/6235000/DOM 4 /0903 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6235000/DOM 4 /0903 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6235000/DOM 4 /0945/01 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6235000/DOM 4 /0945/01 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6235000/DOM 4 /0945/02 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/Kinderopvang/Buitenschoolse Opvang
2014/6235000/DOM 4 /0945/02 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/Kinderopvang/Buitenschoolse Opvang
2014/6235000/DOM 4 /0947 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/Klusjesdienst
2014/6235000/DOM 4 /0947 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/Klusjesdienst
-125,00 €
-585,00 €
-155,00 €
-730,00 €
-125,00 €
-585,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-460,00 €
-485,00 €
-1.905,00 €
-180,00 €
-180,00 €
-180,00 €
-355,00 €
-1.770,00 €
-240,00 €
-395,00 €
-835,00 €
-375,00 €
-975,00 €
-470,00 €
-125,00 €
-585,00 €
-155,00 €
-730,00 €
-125,00 €
-585,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-460,00 €
-485,00 €
-1.905,00 €
-180,00 €
-180,00 €
-180,00 €
-355,00 €
-1.770,00 €
-240,00 €
-395,00 €
-835,00 €
-375,00 €
-975,00 €
-470,00 €
Meerjarenplan
-125,00 €
-585,00 €
-155,00 €
-730,00 €
-125,00 €
-585,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-460,00 €
-485,00 €
-1.905,00 €
-180,00 €
-180,00 €
-180,00 €
-355,00 €
-1.770,00 €
-240,00 €
-395,00 €
-835,00 €
-375,00 €
-975,00 €
-470,00 €
-125,00 €
-585,00 €
-155,00 €
-730,00 €
-125,00 €
-585,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-460,00 €
-485,00 €
-1.905,00 €
-180,00 €
-180,00 €
-180,00 €
-355,00 €
-1.770,00 €
-240,00 €
-395,00 €
-835,00 €
-375,00 €
-975,00 €
-470,00 €
Pagina
-125,00 €
-585,00 €
-155,00 €
-730,00 €
-125,00 €
-585,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-460,00 €
-485,00 €
-1.905,00 €
-180,00 €
-180,00 €
-180,00 €
-355,00 €
-1.770,00 €
-240,00 €
-395,00 €
-835,00 €
-375,00 €
-975,00 €
-470,00 €
33
van
43
-750,00 €
-3.510,00 €
-930,00 €
-4.380,00 €
-750,00 €
-3.510,00 €
-210,00 €
-900,00 €
-210,00 €
-900,00 €
-2.760,00 €
-2.910,00 €
-11.430,00 €
-1.080,00 €
-1.080,00 €
-1.080,00 €
-2.130,00 €
-10.620,00 €
-1.440,00 €
-2.370,00 €
-5.010,00 €
-2.250,00 €
-5.850,00 €
-2.820,00 €
18-12-2013
OCMW Bree
-150,00 € -35,00 € -40,00 € -50,00 €
-75,00 € -170,00 €
-21,00 € -30,00 € -50,00 € -50,00 € -190,00 € -235,00 € -190,00 € -50,00 € -530,00 € -705,00 € -1.235,00 € -2.280,00 € -355,00 € -355,00 € -245,00 € -330,00 €
-465,00 € -1.100,00 € -140,00 € -190,00 €
2014/6235000/DOM 4 /0953 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/Woon- en zorgcentra
2014/6235000/DOM 4 /0953 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst - gesubsidieerde contractuelen/Woon- en zorgcentra
2014/6235001/DOM 4 /0900 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - gesubsidieerde contractuelen/Sociale bijstand
2014/6235001/DOM 4 /0903 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - gesubsidieerde contractuelen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6235001/DOM 4 /0945/01 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - gesubsidieerde contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6235001/DOM 4 /0945/02 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - gesubsidieerde contractuelen/Kinderopvang/Buitenschoolse Opvang
2014/6235001/DOM 4 /0947 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - gesubsidieerde contractuelen/Klusjesdienst
2014/6235001/DOM 4 /0953 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst - gesubsidieerde contractuelen/Woon- en zorgcentra
2014/6235003/DOM 4 /0900 Vakbondspremies - gesubsidieerde contractuelen/Sociale bijstand
2014/6235003/DOM 4 /0903 Vakbondspremies - gesubsidieerde contractuelen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6235003/DOM 4 /0945/01 Vakbondspremies - gesubsidieerde contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6235003/DOM 4 /0945/02 Vakbondspremies - gesubsidieerde contractuelen/Kinderopvang/Buitenschoolse Opvang
2014/6235003/DOM 4 /0947 Vakbondspremies - gesubsidieerde contractuelen/Klusjesdienst
2014/6235003/DOM 4 /0953 Vakbondspremies - gesubsidieerde contractuelen/Woon- en zorgcentra
2014/6235004/DOM 4 /0900 Maaltijdcheques - gesubsidieerde contractuelen/Sociale bijstand
2014/6235004/DOM 4 /0903 Maaltijdcheques - gesubsidieerde contractuelen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6235004/DOM 4 /0945/01 Maaltijdcheques - gesubsidieerde contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6235004/DOM 4 /0945/02 Maaltijdcheques - gesubsidieerde contractuelen/Kinderopvang/Buitenschoolse Opvang
2014/6235004/DOM 4 /0947 Maaltijdcheques - gesubsidieerde contractuelen/Klusjesdienst
2014/6235004/DOM 4 /0953 Maaltijdcheques - gesubsidieerde contractuelen/Woon- en zorgcentra
2014/6235005/DOM 4 /0900 Verzekering arbeidsongevallen gesubsidieerde contractuelen/Sociale bijstand
2014/6235005/DOM 4 /0903 Verzekering arbeidsongevallen gesubsidieerde contractuelen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014/6235005/DOM 4 /0945/01 Verzekering arbeidsongevallen gesubsidieerde contractuelen/Kinderopvang/Kinderopvang
2014/6235005/DOM 4 /0945/02 Verzekering arbeidsongevallen gesubsidieerde contractuelen/Kinderopvang/Buitenschoolse Opvang
2014/6235005/DOM 4 /0947 Verzekering arbeidsongevallen gesubsidieerde contractuelen/Klusjesdienst
2014/6235005/DOM 4 /0953 Verzekering arbeidsongevallen gesubsidieerde contractuelen/Woon- en zorgcentra
-190,00 €
-140,00 €
-1.100,00 €
-465,00 €
-330,00 €
-245,00 €
-355,00 €
-355,00 €
-2.280,00 €
-1.235,00 €
-705,00 €
-530,00 €
-50,00 €
-190,00 €
-235,00 €
-190,00 €
-50,00 €
-50,00 €
-30,00 €
-21,00 €
-170,00 €
-75,00 €
-50,00 €
-40,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-190,00 €
-140,00 €
-1.100,00 €
-465,00 €
-330,00 €
-245,00 €
-355,00 €
-355,00 €
-2.280,00 €
-1.235,00 €
-705,00 €
-530,00 €
-50,00 €
-190,00 €
-235,00 €
-190,00 €
-50,00 €
-50,00 €
-30,00 €
-21,00 €
-170,00 €
-75,00 €
-50,00 €
-40,00 €
-35,00 €
-150,00 €
Meerjarenplan
-190,00 €
-140,00 €
-1.100,00 €
-465,00 €
-330,00 €
-245,00 €
-355,00 €
-355,00 €
-2.280,00 €
-1.235,00 €
-705,00 €
-530,00 €
-50,00 €
-190,00 €
-235,00 €
-190,00 €
-50,00 €
-50,00 €
-30,00 €
-21,00 €
-170,00 €
-75,00 €
-50,00 €
-40,00 €
-35,00 €
-150,00 €
-190,00 €
-140,00 €
-1.100,00 €
-465,00 €
-330,00 €
-245,00 €
-355,00 €
-355,00 €
-2.280,00 €
-1.235,00 €
-705,00 €
-530,00 €
-50,00 €
-190,00 €
-235,00 €
-190,00 €
-50,00 €
-50,00 €
-30,00 €
-21,00 €
-170,00 €
-75,00 €
-50,00 €
-40,00 €
-35,00 €
-150,00 €
Pagina
-190,00 €
-140,00 €
-1.100,00 €
-465,00 €
-330,00 €
-245,00 €
-355,00 €
-355,00 €
-2.280,00 €
-1.235,00 €
-705,00 €
-530,00 €
-50,00 €
-190,00 €
-235,00 €
-190,00 €
-50,00 €
-50,00 €
-30,00 €
-21,00 €
-170,00 €
-75,00 €
-50,00 €
-40,00 €
-35,00 €
-150,00 €
34
van
43
-1.140,00 €
-840,00 €
-6.600,00 €
-2.790,00 €
-1.980,00 €
-1.470,00 €
-2.130,00 €
-2.130,00 €
-13.680,00 €
-7.410,00 €
-4.230,00 €
-3.180,00 €
-300,00 €
-1.140,00 €
-1.410,00 €
-1.140,00 €
-300,00 €
-300,00 €
-180,00 €
-126,00 €
-1.020,00 €
-450,00 €
-300,00 €
-240,00 €
-210,00 €
-900,00 €
18-12-2013
0,00 €
2014/6238999/DOM 1/0119/01 Andere personeelskosten - simulaties/ Overige algemene diensten/Algemeen
Responsabiliseringsbijdrage pensioenen
SD
Bijdrage aan woonzorgteams
SD
Bijdrage aan DAGG
Totaal uitgaven
2014/6493000/DOM 4 /0900 Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen - toekenning via reglement/Sociale bijstand
2014000527
2014/6493000/DOM 4 /0900 Toegestane werkingssubsidies aan verenigingen - toekenning via reglement/Sociale bijstand
2014000526
2014/6241000/DOM 1/0190 Pensioenen vastbenoemd personeel/Overig algemeen bestuur
ADM
51.272,00 €
-280,00 €
-3.951.802,00 €
-3.870.622,00 €
-10.000,00 €
-10.000,00 €
-10.000,00 € -10.000,00 €
-6.500,00 €
-6.500,00 €
-6.500,00 € -6.500,00 €
-545.000,00 €
-545.000,00 €
-545.000,00 €
-280,00 €
2014/6235006/DOM 4 /0953 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - gesubsidieerde contractuelen/Woon- en zorgcentra
-905,00 €
-545.000,00 €
-905,00 €
2014/6235006/DOM 4 /0947 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - gesubsidieerde contractuelen/Klusjesdienst
-555,00 €
-8.990,00 €
-555,00 €
2014/6235006/DOM 4 /0945/02 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - gesubsidieerde contractuelen/Kinderopvang/ Buitenschoolse Opvang
-630,00 €
-180,00 €
-5.133.925,78 €
-10.000,00 €
-10.000,00 €
-6.500,00 €
-6.500,00 €
-545.000,00 €
-545.000,00 €
-8.990,00 €
51.272,00 €
-280,00 €
-905,00 €
-555,00 €
-630,00 €
-180,00 €
Meerjarenplan
-8.990,00 €
-630,00 €
2014/6235006/DOM 4 /0945/01 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - gesubsidieerde contractuelen/Kinderopvang/ Kinderopvang
2014/6240000/DOM 1/0119/01 Pensioenen politiek personeel gepensioneerde schepenen en burgemeesters / voorzitters/Overige algemene diensten/Stadswacht
-180,00 €
2014/6235006/DOM 4 /0903 Verzekering hospitalisatie en verzorgingskosten - gesubsidieerde contractuelen/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
2014000523
OCMW Bree
-3.299.827,00 €
-10.000,00 €
-10.000,00 €
-6.500,00 €
-6.500,00 €
-545.000,00 €
-545.000,00 €
-8.990,00 €
51.272,00 €
-280,00 €
-905,00 €
-555,00 €
-630,00 €
-180,00 €
-3.312.404,00 €
-10.000,00 €
-10.000,00 €
-6.500,00 €
-6.500,00 €
-545.000,00 €
-545.000,00 €
-8.990,00 €
51.272,00 €
-280,00 €
-905,00 €
-555,00 €
-630,00 €
-180,00 €
Pagina
-3.325.156,00 €
-10.000,00 €
-10.000,00 €
-6.500,00 €
-6.500,00 €
-545.000,00 €
-545.000,00 €
-8.990,00 €
51.272,00 €
-280,00 €
-905,00 €
-555,00 €
-630,00 €
-180,00 €
35
van
43
-22.893.736,78 €
-60.000,00 €
-60.000,00 €
-39.000,00 €
-39.000,00 €
-3.270.000,00 €
-3.270.000,00 €
-53.940,00 €
256.360,00 €
-1.680,00 €
-5.430,00 €
-3.330,00 €
-3.780,00 €
-1.080,00 €
18-12-2013
Ontvangsten
FIN OCMW
Overig beleid
Vast Bureau
2014/7405002/DOM 4 /0947 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/Klusjesdienst
Vast Bureau
2014/7405002/DOM 4 /0945/02 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/Kinderopvang/Buitenschoolse Opvang
Vast Bureau
2014/7405002/DOM 0/0010 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus
Vast Bureau
2014/7405002/DOM 0/0010 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus
Vast Bureau
2014/7405002/DOM 0/0010 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus
Vast Bureau
2014/7401000/DOM 0/0010 Gemeentelijke bijdrage/Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus
Vast Bureau
2014/7400000/DOM 0/0010 Gemeentefonds/Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus
Vast Bureau
2014/7050003/DOM 0/0050 Opbrengsten uit verpachtingen/ Patrimonium zonder maatschappelijk doel
Vast Bureau
2014/7050002/DOM 4 /0900 Opbrengsten uit verhuur woningen en flats/ Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7050001/DOM 0/0050 Opbrengsten uit verhuur zalen en lokalen/ Patrimonium zonder maatschappelijk doel
Vast Bureau
2014/7020000/DOM 4 /0947 Opbrengsten uit prestaties/Klusjesdienst
Vast Bureau
2014/7020000/DOM 4 /0945 Opbrengsten uit prestaties/Kinderopvang
Vast Bureau
2014/7020000/DOM 4 /0943 Opbrengsten uit prestaties/Gezinshulp
Vast Bureau
2014/7020000/DOM 4 /0900 Opbrengsten uit prestaties/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7000002/DOM 1/0119 Verkoop van houthak/Overige algemene diensten
Vast Bureau
2014/2210000/DOM 4 /0950 Gebouwen - gemeenschapsgoederen/ Ouderenwoningen
2014000201
OCMW Bree
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
10.907,00 €
1.654.000,00 €
285.811,60 €
3.500,00 €
4.066,00 €
11.271,00 €
13.398,00 €
128.327,00 €
0,00 €
407,00 €
1.447,00 €
0,00 €
3.764.544,60 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
11.049,00 €
1.583.000,00 €
295.732,24 €
3.546,00 €
4.119,00 €
11.418,00 €
13.573,00 €
129.996,00 €
0,00 €
413,00 €
1.466,00 €
0,00 €
3.675.623,24 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
11.193,00 €
1.070.000,00 €
305.956,88 €
3.592,00 €
4.173,00 €
11.566,00 €
13.749,00 €
131.686,00 €
0,00 €
418,00 €
1.485,00 €
2.150.000,00 €
4.986.781,88 €
Meerjarenplan
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
11.338,00 €
1.296.000,00 €
316.665,52 €
3.639,00 €
4.227,00 €
11.717,00 €
13.928,00 €
133.398,00 €
0,00 €
424,00 €
1.505,00 €
0,00 €
3.091.547,52 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
11.486,00 €
1.290.000,00 €
327.748,88 €
3.686,00 €
4.282,00 €
11.869,00 €
14.109,00 €
135.132,00 €
0,00 €
429,00 €
1.524,00 €
0,00 €
3.114.920,88 €
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
11.635,00 €
1.269.000,00 €
339.220,16 €
3.734,00 €
4.338,00 €
12.023,00 €
14.292,00 €
136.888,00 €
0,00 €
435,00 €
1.544,00 €
0,00 €
3.123.918,16 €
36
van
43
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
67.608,00 €
8.162.000,00 €
1.871.135,28 €
21.697,00 €
25.205,00 €
69.864,00 €
83.049,00 €
795.427,00 €
0,00 €
2.526,00 €
8.971,00 €
2.150.000,00 €
21.757.336,28 €
18-12-2013
OCMW Bree
Vast Bureau
2014/7450000/DOM 4 /0950 Recuperaties van kosten/Ouderenwoningen
Vast Bureau
2014/7450000/DOM 4 /0947 Recuperaties van kosten/Klusjesdienst
Vast Bureau
2014/7450000/DOM 4 /0945 Recuperaties van kosten/Kinderopvang
Vast Bureau
2014/7450000/DOM 4 /0903 Recuperaties van kosten/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
Vast Bureau
2014/7450000/DOM 4 /0900 Recuperaties van kosten/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7450000/DOM 4 /0900 Recuperaties van kosten/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7440000/DOM 1/0100 Inhouding pensioen/Politieke organen
Vast Bureau
2014/7408999/DOM 4 /0950 Overige specifieke werkingssubsidies OCMW/Ouderenwoningen
Vast Bureau
2014/7408999/DOM 4 /0950 Overige specifieke werkingssubsidies OCMW/Ouderenwoningen
Vast Bureau
2014/7408999/DOM 4 /0945 Overige specifieke werkingssubsidies OCMW/Kinderopvang
Vast Bureau
2014/7408009/DOM 4 /0903 Toelagen federale overheid : toegewezen asielzoekers LOI/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
Vast Bureau
2014/7408008/DOM 4 /0900 Toelagen federale overheid : Wet 2 april 1965/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7408005/DOM 4 /0900 Toelagen federale overheid : verwarmingsfonds/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7408005/DOM 4 /0900 Toelagen federale overheid : verwarmingsfonds/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7408003/DOM 4 /0945 Toelagen RMI : personeelskost/ Kinderopvang
Vast Bureau
2014/7408001/DOM 4 /0904 Toelagen RMI : art 60.7 en sociaal economie initiatief/Activering van tewerkstelling
Vast Bureau
2014/7408000/DOM 4 /0900 Toelagen RMI : leefloon/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7407001/DOM 4 /0900 Bijdragen voor de werkingsuitgaven van de hogere overheid/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7406999/DOM 4 /0900 Overige specifieke projectsubsidies/ Sociale bijstand
181.684,00 €
0,00 €
65.000,00 €
7.500,00 €
0,00 €
25.996,00 €
2.893,00 €
90.578,00 €
77.084,00 €
357.900,00 €
240.919,00 €
72.171,00 €
58.158,00 €
32.556,00 €
72.000,00 €
64.175,00 €
152.365,00 €
0,00 €
10.751,00 €
184.046,00 €
0,00 €
65.845,00 €
7.598,00 €
0,00 €
26.334,00 €
2.931,00 €
91.756,00 €
78.087,00 €
362.553,00 €
244.051,00 €
73.110,00 €
58.915,00 €
32.980,00 €
72.000,00 €
65.010,00 €
154.346,00 €
0,00 €
10.891,00 €
0,00 €
0,00 €
66.701,00 €
7.697,00 €
0,00 €
26.677,00 €
2.969,00 €
0,00 €
0,00 €
367.266,00 €
247.224,00 €
74.060,00 €
59.680,00 €
33.408,00 €
72.000,00 €
65.855,00 €
156.353,00 €
0,00 €
11.033,00 €
Meerjarenplan
0,00 €
0,00 €
67.569,00 €
7.797,00 €
0,00 €
27.024,00 €
3.008,00 €
0,00 €
0,00 €
372.041,00 €
250.438,00 €
75.023,00 €
60.456,00 €
33.843,00 €
72.000,00 €
66.711,00 €
158.385,00 €
0,00 €
11.176,00 €
0,00 €
0,00 €
68.447,00 €
7.898,00 €
0,00 €
27.375,00 €
3.047,00 €
0,00 €
0,00 €
376.877,00 €
253.694,00 €
75.998,00 €
61.242,00 €
34.283,00 €
72.000,00 €
67.578,00 €
160.444,00 €
0,00 €
11.322,00 €
Pagina
0,00 €
0,00 €
69.337,00 €
8.001,00 €
0,00 €
27.731,00 €
3.086,00 €
0,00 €
0,00 €
381.777,00 €
256.992,00 €
76.986,00 €
62.038,00 €
34.728,00 €
72.000,00 €
68.457,00 €
162.530,00 €
0,00 €
11.469,00 €
37
van
43
365.730,00 €
0,00 €
402.899,00 €
46.491,00 €
0,00 €
161.137,00 €
17.934,00 €
182.334,00 €
155.171,00 €
2.218.414,00 €
1.493.318,00 €
447.348,00 €
360.489,00 €
201.798,00 €
432.000,00 €
397.786,00 €
944.423,00 €
0,00 €
66.642,00 €
18-12-2013
OCMW Bree
Vast Bureau
2014/7481020/DOM 4 /0900 Terugbetaling kosten minimale levering aardgas/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7481000/DOM 4 /0900 Terugbetaling van dienstverlening in speciën/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7480000/DOM 4 /0900 Terugbetaling leefloon bij begunstigden/ Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7479999/DOM 4 /0945 Overige diverse operationele kosten/ Kinderopvang
Vast Bureau
2014/7470000/DOM 4 /0953 Werknemersinhouding maaltijdcheques/ Woon- en zorgcentra
Vast Bureau
2014/7470000/DOM 4 /0947 Werknemersinhouding maaltijdcheques/ Klusjesdienst
Vast Bureau
2014/7470000/DOM 4 /0945 Werknemersinhouding maaltijdcheques/ Kinderopvang
Vast Bureau
2014/7470000/DOM 4 /0945 Werknemersinhouding maaltijdcheques/ Kinderopvang
Vast Bureau
2014/7470000/DOM 4 /0943 Werknemersinhouding maaltijdcheques/ Gezinshulp
Vast Bureau
2014/7470000/DOM 4 /0903 Werknemersinhouding maaltijdcheques/ Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
Vast Bureau
2014/7470000/DOM 4 /0900 Werknemersinhouding maaltijdcheques/ Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7470000/DOM 1/0110 Werknemersinhouding maaltijdcheques/ Secretariaat
Vast Bureau
2014/7450001/DOM 4 /0945 Schadevergoedingen/Kinderopvang
Vast Bureau
2014/7450001/DOM 4 /0943 Schadevergoedingen/Gezinshulp
Vast Bureau
2014/7450001/DOM 4 /0943 Schadevergoedingen/Gezinshulp
Vast Bureau
2014/7450001/DOM 1/0119 Schadevergoedingen/Overige algemene diensten
Vast Bureau
2014/7450001/DOM 1/0119 Schadevergoedingen/Overige algemene diensten
Vast Bureau
2014/7450000/DOM 4 /0953 Recuperaties van kosten/Woon- en zorgcentra
454,00 €
15.256,00 €
3.819,00 €
284,00 €
210,00 €
247,00 €
1.270,00 €
401,00 €
494,00 €
247,00 €
882,00 €
345,00 €
432,00 €
253,00 €
0,00 €
7.275,00 €
50.000,00 €
0,00 €
460,00 €
15.455,00 €
3.869,00 €
288,00 €
213,00 €
251,00 €
1.287,00 €
407,00 €
501,00 €
251,00 €
894,00 €
350,00 €
438,00 €
257,00 €
0,00 €
7.370,00 €
0,00 €
0,00 €
466,00 €
15.656,00 €
3.919,00 €
292,00 €
216,00 €
254,00 €
1.304,00 €
412,00 €
507,00 €
254,00 €
906,00 €
355,00 €
444,00 €
260,00 €
0,00 €
7.466,00 €
0,00 €
0,00 €
Meerjarenplan
472,00 €
15.859,00 €
3.970,00 €
296,00 €
219,00 €
257,00 €
1.321,00 €
417,00 €
514,00 €
257,00 €
917,00 €
359,00 €
450,00 €
263,00 €
0,00 €
7.563,00 €
0,00 €
0,00 €
479,00 €
16.065,00 €
4.022,00 €
300,00 €
222,00 €
261,00 €
1.338,00 €
423,00 €
521,00 €
261,00 €
929,00 €
364,00 €
455,00 €
267,00 €
0,00 €
7.661,00 €
0,00 €
0,00 €
Pagina
485,00 €
16.274,00 €
4.074,00 €
303,00 €
225,00 €
264,00 €
1.355,00 €
428,00 €
527,00 €
264,00 €
941,00 €
369,00 €
461,00 €
270,00 €
0,00 €
7.761,00 €
0,00 €
0,00 €
38
van
43
2.816,00 €
94.565,00 €
23.673,00 €
1.763,00 €
1.305,00 €
1.534,00 €
7.875,00 €
2.488,00 €
3.064,00 €
1.534,00 €
5.469,00 €
2.142,00 €
2.680,00 €
1.570,00 €
0,00 €
45.096,00 €
50.000,00 €
0,00 €
18-12-2013
Vast Bureau
personeel
Vast Bureau
2014/7405001/DOM 4 /0903 Bijdragen voor personeelsuitgaven van de hogere overheid/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
Vast Bureau
2014/7405001/DOM 4 /0900 Bijdragen voor personeelsuitgaven van de hogere overheid/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7405001/DOM 4 /0900 Bijdragen voor personeelsuitgaven van de hogere overheid/Sociale bijstand
PER
2014/7510000/DOM 0/0030 Creditintresten op rekening courant/ Financiële aangelegenheden
Vast Bureau
2014/7500000/DOM 0/0030 Opbrengsten uit financieel vaste activa (dividenden)/Financiële aangelegenheden
Vast Bureau
2014/7482490/DOM 4 /0900 Terugbetaling begrafeniskosten/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7482470/DOM 4 /0900 Terugbetaling huurwaarborgen/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7482460/DOM 4 /0900 Terugbetaling steun medische kosten toegewezen asielzoekers/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7482110/DOM 4 /0900 Terugbetaling verblijfskosten bejaarden in rusthuizen/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7482020/DOM 4 /0900 Terugbetaling mutualiteitsbijdragen ziekte en invaliditeit/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7481110/DOM 4 /0900 Terugbetaling van voorschotten/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7481110/DOM 4 /0900 Terugbetaling van voorschotten/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7481110/DOM 4 /0900 Terugbetaling van voorschotten/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7481110/DOM 4 /0900 Terugbetaling van voorschotten/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7481110/DOM 4 /0900 Terugbetaling van voorschotten/Sociale bijstand
Vast Bureau
2014/7481110/DOM 4 /0900 Terugbetaling van voorschotten/Sociale bijstand
2014000520
OCMW Bree
14.385,00 €
50.810,00 €
28.770,00 €
442.190,00 €
72,00 €
30,00 €
2.401,00 €
27.899,00 €
68,00 €
4.413,00 €
135,00 €
2.923,00 €
10.045,00 €
1.499,00 €
1.804,00 €
6.454,00 €
68,00 €
14.385,00 €
50.810,00 €
28.770,00 €
442.190,00 €
73,00 €
31,00 €
2.433,00 €
28.262,00 €
69,00 €
4.471,00 €
137,00 €
2.961,00 €
10.176,00 €
1.519,00 €
1.828,00 €
6.538,00 €
69,00 €
14.385,00 €
50.810,00 €
28.770,00 €
442.190,00 €
74,00 €
31,00 €
2.464,00 €
28.630,00 €
70,00 €
4.529,00 €
139,00 €
3.000,00 €
10.308,00 €
1.539,00 €
1.852,00 €
6.623,00 €
70,00 €
Meerjarenplan
14.385,00 €
50.810,00 €
28.770,00 €
442.190,00 €
75,00 €
32,00 €
2.496,00 €
29.002,00 €
71,00 €
4.588,00 €
141,00 €
3.039,00 €
10.442,00 €
1.559,00 €
1.876,00 €
6.709,00 €
71,00 €
14.385,00 €
50.810,00 €
28.770,00 €
442.190,00 €
76,00 €
32,00 €
2.529,00 €
29.379,00 €
72,00 €
4.647,00 €
143,00 €
3.078,00 €
10.578,00 €
1.579,00 €
1.900,00 €
6.797,00 €
72,00 €
Pagina
14.385,00 €
50.810,00 €
28.770,00 €
442.190,00 €
77,00 €
33,00 €
2.562,00 €
29.761,00 €
73,00 €
4.708,00 €
145,00 €
3.118,00 €
10.716,00 €
1.600,00 €
1.925,00 €
6.885,00 €
73,00 €
39
van
43
86.310,00 €
304.860,00 €
172.620,00 €
2.653.140,00 €
447,00 €
189,00 €
14.885,00 €
172.933,00 €
423,00 €
27.356,00 €
840,00 €
18.119,00 €
62.265,00 €
9.295,00 €
11.185,00 €
40.006,00 €
423,00 €
18-12-2013
Vast Bureau
4.206.734,60 € 254.932,60 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
91.675,00 €
82.490,00 €
18.755,00 €
16.615,00 €
5.455,00 €
42.440,00 €
19.235,00 €
5.455,00 €
10.910,00 €
8.185,00 €
18.245,00 €
28.765,00 €
Totaal ontvangsten
2014/7405006/DOM 4 /0953 Terugbetaling weddelast gedetacheerd personeel/Woon- en zorgcentra
Vast Bureau
2014/7405006/DOM 4 /0943 Terugbetaling weddelast gedetacheerd personeel/Gezinshulp
Vast Bureau
2014/7405006/DOM 4 /0943 Terugbetaling weddelast gedetacheerd personeel/Gezinshulp
College van Burgemeester en Schepenen
2014/7405002/DOM 0/0010 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus
Vast Bureau
2014/7405002/DOM 0/0010 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus
Vast Bureau
2014/7405002/DOM 0/0010 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus
Vast Bureau
2014/7405002/DOM 0/0010 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus
Vast Bureau
2014/7405002/DOM 0/0010 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus
Vast Bureau
2014/7405002/DOM 0/0010 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus
Vast Bureau
2014/7405002/DOM 0/0010 Bijdrage voor gesubsidieerde contractuelen van de hogere overheid/Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus
Vast Bureau
2014/7405001/DOM 4 /0945/01 Bijdragen voor personeelsuitgaven van de hogere overheid/Kinderopvang/Kinderopvang
College van Burgemeester en Schepenen
2014/7405001/DOM 4 /0903 Bijdragen voor personeelsuitgaven van de hogere overheid/Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
247.191,24 €
4.117.813,24 €
91.675,00 €
82.490,00 €
18.755,00 €
16.615,00 €
5.455,00 €
42.440,00 €
19.235,00 €
5.455,00 €
10.910,00 €
8.185,00 €
18.245,00 €
28.765,00 €
295.046,10 €
5.428.971,88 €
91.675,00 €
82.490,00 €
18.755,00 €
16.615,00 €
5.455,00 €
42.440,00 €
19.235,00 €
5.455,00 €
10.910,00 €
8.185,00 €
18.245,00 €
28.765,00 €
Meerjarenplan
233.910,52 €
3.533.737,52 €
91.675,00 €
82.490,00 €
18.755,00 €
16.615,00 €
5.455,00 €
42.440,00 €
19.235,00 €
5.455,00 €
10.910,00 €
8.185,00 €
18.245,00 €
28.765,00 €
244.706,88 €
3.557.110,88 €
91.675,00 €
82.490,00 €
18.755,00 €
16.615,00 €
5.455,00 €
42.440,00 €
19.235,00 €
5.455,00 €
10.910,00 €
8.185,00 €
18.245,00 €
28.765,00 €
16 AP 01 Het ontwikkelen van een informaticabeleid dat erop gericht is de werking van het OCMW op een efficiënte en gebruiksvriendelijke wijze te ondersteunen.
OCMW Bree
Pagina
240.952,16 €
3.566.108,16 €
91.675,00 €
82.490,00 €
18.755,00 €
16.615,00 €
5.455,00 €
42.440,00 €
19.235,00 €
5.455,00 €
10.910,00 €
8.185,00 €
18.245,00 €
28.765,00 €
40
van
43
2014000054
1.516.739,50 €
24.410.476,28 €
550.050,00 €
494.940,00 €
112.530,00 €
99.690,00 €
32.730,00 €
254.640,00 €
115.410,00 €
32.730,00 €
65.460,00 €
49.110,00 €
109.470,00 €
172.590,00 €
18-12-2013
Zonder budget
SD
0,00 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
Zonder budget
SD
0,00 € 0,00 €
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven en ontvangsten
Totaal uitgaven
Organiseren van overleg
SD
0,00 € 0,00 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
0,00 €
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven
Optimaal beheer van het patrimonium van het OCMW
16 AP 04 Streven naar een gezond financieel beheer
Ontvangsten
Uitgaven
2014000511
Zonder budget
16 AP 03 Beheren van patrimonium en goederen van het OCMW
Ontvangsten
Uitgaven
2014000510
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven
Gebruik en beheer van het informaticanetwerk
16 AP 02 Doorgedreven samenwerking met de stad
Ontvangsten
Uitgaven
2014000509
OCMW Bree
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Meerjarenplan
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
41
van
43
2014000057
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2014000056
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2014000055
0,00 €
0,00 €
0,00 €
18-12-2013
SD
SD
SD
SD
SD
2014000513
2014000514
2014000515
2014000516
2014000517
Totale raming
Ontvangsten
Uitgaven
SD
Zonder budget
2014000512
OCMW Bree
-3.870.622,00 €
-3.951.802,00 € 4.206.734,60 € 254.932,60 €
Totaal uitgaven
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven en ontvangsten 247.191,24 €
4.117.813,24 €
0,00 €
0,00 €
Totaal uitgaven en ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Totaal ontvangsten
Totaal uitgaven
Financiële meerjarenplanning OCMW kaderen binnen stadsfinanciën
Streven naar een evenwichtig financieel beleid binnen de vastgelegde dotatie
Ontwikkelen van het financieel bewustzijn
Implementeren van de beleids- en beheercyclus, een outputgerichte benadering met sterke koppeling tussen doelstellingen en financiële rapportage
Optimaliseren van de inkomsten
Het voeren van een duurzaam en degelijk financieel beheer
295.046,10 €
5.428.971,88 €
-5.133.925,78 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Meerjarenplan
233.910,52 €
3.533.737,52 €
-3.299.827,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
244.706,88 €
3.557.110,88 €
-3.312.404,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Pagina
240.952,16 €
3.566.108,16 €
-3.325.156,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
42
van
43
1.516.739,50 €
1.516.739,50 €
24.410.476,28 €
-22.893.736,78 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
18-12-2013
OCMW Bree
4.264.734,60 € 236.124,03 €
Totale uitgaven en ontvangsten
Totale uitgaven -4.028.610,57 €
2014
Totale ontvangsten
Totalen
92.307,24 €
4.125.813,24 €
-4.033.506,00 €
2015
138.263,10 €
5.436.971,88 €
-5.298.708,78 €
2016
Meerjarenplan
81.208,52 €
3.541.737,52 €
-3.460.529,00 €
2017
90.059,88 €
3.565.110,88 €
-3.475.051,00 €
2018
Pagina
84.333,16 €
3.574.108,16 €
43
-3.489.775,00 €
2019
van
43
722.295,93 €
24.508.476,28 €
-23.786.180,35 €
Totaal
18-12-2013
Secretaris Goclon Stefan
OCMW Bree Peerderbaan 37 3960 Bree NIS-code : 72004
Financieel Doelstellingenplan 2014 - 2019
Financieel beheerder Gielen Jean
Laatste budgettaire journaalnummer : 2014000430
PBDS
Domein 4 Sociaal
OCMW Bree
Totalen:
Overig
Domein 1 Interne Zaken / Facilitaire Diensten
Overig
Overig
Domein 0 Algemene Financiëring
30.000
6.429
I
-305.823
303.506
-303.506
-59.420
455.233
Pagina
1.828.005
305.823
59.420
A
4.125.813
2.508.115
161.704
780.082
1.397.739
20.803
3.470.704
-111.229
3.670.580
-59.420
-576.028
-151.845
-767.248
-303.506
1.950.354
Uitgaven
111.229
653.176
2.092.552
8.000
12.117
2.013.144
Saldo
3.611.559
59.420
2.668.580
159.845
779.365
303.506
62.790
2015 Ontvangsten
I
-74.800
-552.808
-6.429
-9.380
-30.000
-791.688
-305.823
2.007.052
Uitgaven
E 4.264.735
2.070.888
58.000
61.960
2.073.887
Saldo
430.266
74.800
I
2014 Ontvangsten
A
2.623.696
E
A
67.380
E
A
853.648
I
305.823
66.835
E
A
I
E
Uitgaven
M1 : Financieel Doelstellingenplan 2014 - 2019 2016
2
2.150.000
3.286.972
2.150.000
1.755.989
8.000
12.275
1.510.708
Ontvangsten
van
3
-1.828.005
2.150.000
-183.732
-430.266
2.150.000
-752.126
-153.704
-767.807
-1.397.739
1.489.905
Saldo
PBDS
Domein 4 Sociaal
OCMW Bree
Totalen:
Overig
Domein 1 Interne Zaken / Facilitaire Diensten
Overig
Overig
Domein 0 Algemene Financiëring
A
I
E
A
I
E
A
I
E
A
I
E
A
I
E
3.460.529
2.519.806
157.583
780.807
2.333
Uitgaven
3.541.738
1.773.541
8.000
12.435
1.747.762
Ontvangsten
2017
81.209
-746.265
-149.583
-768.372
1.745.429
Saldo
3.475.051
2.531.659
159.487
781.542
2.363
Uitgaven
3.565.111
1.791.322
8.000
12.596
1.753.193
Ontvangsten
2018
M1 : Financieel Doelstellingenplan 2014 - 2019
90.060
-740.337
-151.487
-768.946
1.750.830
Saldo
Pagina
3.489.775
2.543.675
161.418
782.288
2.394
Uitgaven
2019
3
3.574.108
1.809.331
8.000
12.760
1.744.017
Ontvangsten
van
3
84.333
-734.344
-153.418
-769.528
1.741.623
Saldo
Secretaris Goclon Stefan
OCMW Bree Peerderbaan 37 3960 Bree NIS-code : 72004
Jaar van : 2014 Jaar tot : 2019
DE STAAT VAN HET FINANCIËLE EVENWICHT
Financieel beheerder Gielen Jean
Laatste budgettaire journaalnummer : 2014000430
Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar
Overige
1.c
2.
1.b Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden
1.a Belastingen en boetes
Exploitatiebudget (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten
3.
-303.506 303.506
-305.823 305.823
Overige transacties
Bestuur : OCMW Bree
328.431
0 0
236.124 328.431 0 0 0 0 328.431
0 236.124 0 0 0 0 236.124
Meerjarenplan van jaar 2014 tot jaar 2019
466.694
0
0
466.694
138.263
92.307
236.124
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.828.005
0
1.828.005
1.828.005
-1.828.005
2.150.000
0
2.150.000
2.216.972
0
1.070.000
0
3.286.972
3.470.704
-183.732
2016
0
0
0
0
0
0 0
0
0
0
303.506
0
0
0
305.823
0
/
0
0
b. Niet-periodieke terugvorderingen
Terugvordering van aflossing van financiële schulden
2.
59.420
111.229
303.506
-59.420
305.823
2.542.813
-111.229
0
1.583.000
2.610.735
0
1.654.000
0
4.125.813
4.264.735 0
455.233 3.670.580
653.176
2015
3.611.559
2014
a. Periodieke terugvorderingen
Op te nemen leningen en leasings
1.
Budgettaire resultaat boekjaar (I + II + III) Gecumuleerd budgettaire resultaat vorig boekjaar Gecumuleerd budgettaire resultaat (IV + V) Bestemde gelden (toestand op 31 december) A. Bestemde gelden voor de exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI - VII)
IV. V. VI. VII.
Overige transacties
3.
B. Ontvangsten
Toegestane leningen
b. Niet-periodieke aflossingen
a. Periodieke aflossingen
Aflossing financiële schulden
2.
1.
Investeringsbudget (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten III. Andere (B-A) A. Uitgaven
II.
I.
RESULTAAT OP KASBASIS
Schema M2 : De staat van het financiële evenwicht
81.209
547.903
0
0
0
0
547.903
466.694
81.209
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.245.738
0
1.296.000
0
3.541.738
3.460.529
2017
Pagina
90.060
2
637.963
0
0
0
0
637.963
547.903
90.060
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.275.111
0
1.290.000
0
3.565.111
3.475.051
2018
van
3
722.296
0
0
0
0
722.296
637.963
84.333
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2.305.108
0
1.269.000
0
3.574.108
3.489.775
84.333
2019
I.
B. Exploitatie-uitgaven excl.de nettokosten van schulden (1-2)
Nettokosten van de schulden
2.
Terugvordering van periodieke aflossingen van schulden
2.
Terugvordering van de kosten van de schulden
2.
Bestuur : OCMW Bree
Kosten van de schulden
1.
B. Nettokosten van schulden
Periodieke aflossingen van schulden
1.
A. Netto-aflossingen van schulden
II. Netto periodieke leningsuitgaven (A + B)
b. Terugvordering van de kosten van de schulden
a. Kosten van de schulden
Exploitatie-uitgaven
1.
303.506
305.823
0
0
18.500
18.500
0
0
0
18.500
0
18.500
18.500
3.470.704
3.452.204
3.286.972
-165.232
-183.732
2016
Meerjarenplan van jaar 2014 tot jaar 2019
0
80.967
80.967
89.645 89.645
0
0
303.506
384.473
395.468
305.823
0
80.967
80.967
0
89.645
89.645
3.670.580
3.589.613
3.521.914
A. Exploitatieontvangsten 3.611.559
536.200 4.125.813
742.821
Financieel draagvlak (A-B) 4.264.735
/
151.727
2015
347.353
2014
Autofinancieringsmarge (I-II)
AUTOFINANCIERINGSMARGE
Schema M2 : De staat van het financiële evenwicht
81.209
81.209
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3.460.529
3.460.529
3.541.738
2017
Pagina
90.060
90.060
3
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3.475.051
3.475.051
3.565.111
2018
van
3
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3.489.775
3.489.775
3.574.108
84.333
84.333
2019
RAMING VAN HET GECUMULEERDE BUDGETTAIRE RESULTAAT VORIG JAAR (2013) OCMW Bree Balans 31/12/2012
Budget 2013
Mutatie
Liquide middelen Geldbeleggingen Vorderingen op korte termijn
0,00
400-407 Werkingsvorderingen 4101
Vervallen vorderingen wegens subsidies onder de vorm van een lening
411-415 Overige vorderingen 418
Borgtochten betaald in contanten
499
Wachtrekeningen actief
Schulden op korte termijn
0,00
43
Financiële schulden
44
Werkings- en handelsschulden
45
Belastingen, bezoldigingen, sociale lasten (zonder voorziening vakantiegeld)
460
Ontvangen voorschotten
488
Borgtochten ontvangen in contanten
489
Andere diverse schulden
499
Wachtrekeningen passief
Kasstroom uit werking en aflossingen in budget 2013
0,00
Berekende gemeentelijke bijdrage in de werking en de aflossingen in het budget (Schema 7-Tabel 2 C) Waardeverminderingen en voorraadwijzigingen Facultatief gefinancierde voorzieningen Toegekende gemeentelijke bijdrage in de werking en de aflossingen (Schema 7-Tabel 2 C+D) Kasstroom uit investeringen en desinvesteringen in budget 2013
0,00
Investeringen (-) Desinvesteringen Kasstroom uit financiering in budget 2013
0,00
Nieuwe leningen Kapitaalsubsidies andere dan van de gemeente Bijdrage van de gemeente in investeringen Niet vervallen gedeelte van vorderingen op meer dan één jaar *
290 291 292 4100
31/12/2012
31/12/2013
Werkingsvorderingen Overige vorderingen Vorderingen wegens subsidies Vorderingen wegens subsidies
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
* inclusief het niet vervallen gedeelte dat overgeboekt is naar korte termijn 4100
Niet vervallen gedeelte van de schulden op meer dan één jaar *
175 176 178 179 425 426 428 429
31/12/2012
31/12/2013
Werkings- en handelsschulden Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen Borgtochten ontvangen in contanten Overige schulden Werkingsschulden op meer dan één jaar die vervallen binnen het jaar Ontvangen vooruitbetalingen die vervallen binnen het jaar Borgtochten ontvangen in contacten die vervallen binnen het jaar Overige schulden op meer dan één jaar die vervallen binnen het jaar
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
* inclusief het niet vervallen gedeelte dat overgeboekt is naar korte termijn 425-429
Wat wordt er overeengekomen met betrekking tot het saldo van de GBWA * 13
Gecumuleerde overschotten (+) / tekorten (-) uit GBWA
* GBWA = gemeentelijke bijdrage in werking en aflossingen
Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig jaar
31/12/2012
31/12/2013 0,00
Te verrekenen saldo gemeentelijke bijdrage : Verworven overschotten :
0,00 0,00
OCMW Bree Peerderbaan 37 – 3960 Bree
Meerjarenplan 2014-2019
III Toelichting 1. Omgevingsanalyse
Voorzitter: Bernadette Verslegers Secretaris: Stefan Goclon Financieel Beheerder: Jean Gielen NIS: 72004 Tel: 089/84.85.50 Fax: 089/84.85.59
[email protected] ocmw.bree.be
INHOUDSOPGAVE OMGEVINGSANALYSE BREE 2013
Pag.
I
Inleiding
1
II
Competentiemanagement
2
III
Beleidsdomeinen
3
1. Domein omgeving.
3
1.1. Ruimtelijke Ordening. 1.1.1 Grondgebied-grondbeleid; 1.1.2 Wonen-woonbeleid; 1.1.2.1 Kopen; 1.1.2.2 Sociale woningen. 1.2 Leefmilieu. 1.2.1 Milieu-afval; 1.2.2 Milieu-riolering; 1.2.3 Milieu-bodemverontreiniging. 1.3 Ondernemingen en economie. 1.3.1 Ondernemingen. 1.3.1.1 BTW-plichtige natuurlijke personen; 1.3.1.2 BTW-plichtige rechtspersonen-handelsondernemingen. 1.3.2 Werkgelegenheid. 1.3.2.1 Jobratio; 1.3.2.2 Werkzaamheidsgraad; 1.3.2.3 Werkloosheidsgraad bij beroepsbevolking (20-64 jaar); 1.3.2.4 Zelfstandigen en helpers in hoofdberoep. 2. Domein burger / inwoner. 2.1. Demografische gegevens. 2.1.1 Loop van de bevolking en huishoudens. 2.2 Leeftijdsopbouw. 2.3 Belgen versus niet-Belgen. 2.4 Veiligheid en mobiliteit. 3. Domein Sociaal. 3.1 Welzijn en armoede. 3.1.1. Inkomen en aangiften. 3.1.2. Kansarmoede. 3.2 Seniorenhuisvesting. 3.3 Personen met een beperking. 3.3.1 Open Kans; 3.3.2 De Oase en de Horizon: een bescheiden antwoord op de vergrijzing. 3.4 Kinderopvang. 3.5 Gezondheid en zorg. 4. Domein vrije tijd en onderwijs. 4.1 Cultuur, jeugd en sport. 4.2 Onderwijs. 4.2.1 Scholengemeenschap: vrij secundair onderwijs. 4.2.2 Basisonderwijs. 4.2.3 Mobiliteit schoolgaande bevolking. 4.2.4 Kansarmoede.
3 3 5 5 6 7 7 7 8 8 8 8 9 10 10 12 16 26 28 28 28 58 84 85 88 88 88 90 100 102 102 102 103 112 113 113 120 120 121 121 121
IV
Interne analyse 1.1 Bestuurskracht gemeente-OCMW. 1.2 Interne werking van de stad. 1.3 Interne werking OCMW. 1.3.1 Inleiding. 1.3.2 Aanbod van het OCMW. 1.3.2.1 Het bestaande aanbod in Bree. 1.3.2.2 Analyse van de kwaliteit van dienstverlening van het OCMW. 1.3.2.3 Financiële hulpverlening. 1.3.2.4 Huisvesting. 1.3.2.5 Energiearmoede. 1.3.2.6 Asielbeleid. 1.3.2.7 Sociale en culturele participatie. 1.3.2.8 Minder mobiele centrale. 1.3.2.9 Schuldbeheer. 1.3.2.10 Kinderarmoede. 1.3.2.11 Senioren. 1.3.2.12 Personen met een beperking. 1.3.2.13 Thuiszorg. 1.3.2.14 Kinderopvang. 1.3.2.15 Tewerkstelling. Slotwoord.
123 123 129 136 136 137 137 139 140 146 148 151 151 152 153 155 155 160 161 164 170 171
OMGEVINGSANALYSE BREE 2013 I.
Inleiding.
De lokale besturen dienen vanaf de legislatuur 2013-2018 de principes van de beleids- en beheerscyclus (BBC) toe te passen en dit ten laatste vanaf 2014, dit ten gevolge van het besluit, d.d. 25 juni 2010, van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Het bevat een reeks regels voor het meerjarenplan (2014-2019), het budget, de boekhouding en de jaarrekening van lokale besturen. Naast financiële regels bevat BBC ook regels van beleidsvoering inzake inhoudelijke planning (beleidsdoelstellingen, actieplannen, acties) de uitvoering en de evaluatie. De vermindering van de plan- en rapporteringsverplichtingen (Omzendbrief BZ/2012/3) van de lokale besturen is een project van de Vlaamse regering dat past in de BBC. De Vlaamse regering stimuleert of verplicht de lokale besturen om in hun planning en rapportering uitwerking te geven aan welbepaalde Vlaamse beleidsprioriteiten, meestal gekoppeld aan een bepaalde subsidiëring, waarvan de timing en modaliteiten zijn opgenomen in het planlastendecreet. De omgevingsanalyse is een onderdeel van BBC, en vormt eigenlijk de basis voor de strategische meerjarenplanning, en brengt dus factoren in kaart waarmee rekening moet gehouden worden bij de opmaak van het strategisch meerjarenplan en zo kan het bestuur beter bepalen welke beleidsdoelstellingen prioritair zijn voor de legislatuur 2013-2018. De omgevingsanalyse is een synthese van onderzoek en strategische data, interpretatie en analyses voor Bree. Het is niet de bedoeling om in deze algemene omgevingsanalyse exhaustief te zijn maar wel om de belangrijkste elementen die een hoge invloed kunnen hebben op Bree in kaart te brengen. Deze afweging is het resultaat van een groepsproces waarbij meerdere actoren o.a. op vlak van sociaal beleid, woonbeleid en tewerkstelling aangeven, vanuit hun kennisveld, welke ontwikkelingen zij zien als een bedreiging of een kans. Wij baseren ons op recente cijfers en blikken voor deze omgevingselementen vooruit. Niets is perfect voorspelbaar. Met een zekere marge van onzekerheid moeten wij leren leven. Een omgevingsanalyse is nooit af omdat de omgeving die wij proberen te vatten voortdurend in beweging is. Zo moet er ook rekening worden gehouden met de ‘structurele’ gevolgen van de recente financiële crisis en de daarmee verbandhoudende budgettaire beperkingen. De hier voorliggende omgevingsanalyse geeft niettemin een zeer breed beeld van de externe omgeving en is ongetwijfeld een rijke bron van inspiratie voor al wie nieuw beleid wil uittekenen. De omgevingsanalyse bevat een externe- en een interne analyse. De externe analyse geeft in cijfers weer hoe Bree zich verhoudt tot andere vergelijkbare gemeenten, en tot het Limburgse gemiddelde en/of het gemiddelde op het niveau van het Vlaams gewest. De interne analyse is gebaseerd op cijfers en feiten uit de eigen diensten en voornamelijk op cijfers uit de gemeentelijke profielschets (Agentschap voor Binnenlands Bestuur). Bij de omgevingsanalyse wordt rekening gehouden met de indeling van de beleidsdomeinen die voorvloeiden uit het competentiemanagementtraject dat in het voorjaar 2013 werd afgerond.
Bree wordt, in de statistieken van gemeentelijke profielschets die voor elke gemeente in Vlaanderen wordt opgemaakt door de Vlaamse overheid, ingedeeld in een cluster van 20 vergelijkbare gemeenten onder de noemer “Landelijke en agrarische gemeenten met industriële activiteit.” Naast Bree zijn hierin vertegenwoordigd:
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
1
Alken, Anzegem, Dentergem, Dessel, Halen, Hamont-Achel, Hooglede, Kluisbergen, Kruishoutem, Laakdal, Lummen, Meerhout, Oostkamp, Oostrozebeke, Rijkevorsel, Wingene, Zedelgem, Zulte en Zwevegem In de omgevingsanalyse wordt gewag gemaakt van cijfers en data afkomstig van de volgende bronnen: www.lokalestatistieken.be www.statbel.fgov.be www.ersvlimburg.be www.limburg.be/socialeplanning http://aps.vlaanderen.be/lokaal/pdf/gemeente-2013/Bree.pdf lokaal sociaal beleidspan 2008 – 2013 -
II.
Competentiemanagement.
In het voorjaar 2013 werd het traject ‘competentiemanagement’ bij de stad Bree afgerond. Dit traject werd extern begeleid door C-Mentor, de heer Jan Van Vaerenbergh. Op regelmatige tijdstippen werden er workshops georganiseerd met de diensthoofden van stad en O.C.M.W. Bree en werd er vervolgens gerapporteerd aan het beleid. De opdracht bestond erin om: -
competentieaanpak en pragmatisch bruikbare instrumenten bij de diensten te implementeren; beleidsdomeinen en beleidsvelden (en taken) vast te leggen in overeenstemming met B.B.C.; het organogram actualiseren: visie-organigram met de gewenste organisatiestructuur met toekomstbeeld 2020; producten en diensten voor burgers identificeren en in het organogram positioneren; organisatie-competenties en individuele competenties afleiden die hiervoor nodig zijn het vastleggen van functiebeschrijvingen ifv. functioneringsgesprekken / evaluatiegesprekken;
Specifiek naar de beleidsdomeinen toe heeft deze oefening voor Bree geleid tot de volgende indeling:
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
2
We trachten de grote lijnen van deze structuur aan te houden in de hierna volgende omgevingsanalyse met 4 domeinen: 1. Omgeving 2. Burger/inwoner 3. Sociaal 4. Vrije tijd en onderwijs Naast deze benadering hanteerde het OCMW sinds 2008 in haar beleidsvoering de principes van strategisch management door elk jaar een beleidvisie en plan te expliciteren als afgeleide van het lokaal sociaal beleidsplan 2008 - 2013 en rekening houdend met actuele inputs. Jaarlijks wordt samen met de jaarrekening een kwalitatieve stand van zaken neer geschreven in een jaarverslag dat een belangrijke bron van info was voor de interne en externe analyse m.b.t. het domein sociaal.
III. Beleidsdomeinen. 1.
DOMEIN OMGEVING
1.1. Ruimtelijke ordening 1.1.1. Grondgebied-grondbeleid Bree heeft een oppervlakte van 6.496ha en een bevolkingsdichtheid van 237 inwoners/km² in 2012. Het gemiddelde van de cluster van vergelijkbare gemeenten is 299 inwoners/km² en 470 inwoners/km² voor het Vlaams gewest. De bevolkingsdichtheid nam in Bree met 9,7% toe sinds 2000, in de cluster van vergelijkbare gemeenten is dat +5,6% en voor het Vlaams gewest is dat +7%.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
3
Het totaal van de onbebouwde oppervlakte bedroeg in Bree 81,5% in 2012. Dit is een afname met -2,4% sinds 2000. In de vergelijkbare cluster bedraagt het totaal van de onbebouwde oppervlakte 77,4% in 2012. De afname sinds 2000 bedraagt -2,9%. Voor het Vlaams gewest is het totaal van de onbebouwde oppervlakte 74,4% en een afname van -3%.
Grondgebied Evolutie onbebouwde percelen (opp in ha) Bron: Kadaster, bewerking SVR Leeswijzer: Bodemgebruik Bree 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Totaal onbebouwde oppervlakte
5.424
5.413
5.408
5.397
5.385
5.377
5.369
5.360
5.346
5.334
5.320
5.313
5.296
Groei (2000=100)
100,0
99,8
99,7
99,5
99,3
99,1
99,0
98,8
98,6
98,3
98,1
98,0
97,6
BELFIUS.Landelijke en agrarische gemeenten met industriële activiteit (Cluster V4) 2000 Totaal onbebouwde oppervlakte
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
70.330
70.127
69.942
69.771
69.626
69.486
69.349
69.166
68.972
68.767
68.592
68.459
68.324
100,0
99,7
99,4
99,2
99,0
98,8
98,6
98,3
98,1
97,8
97,5
97,3
97,1
1.037.415
1.034.425
1.031.923
1.029.204
1.026.569
1.024.122
1.021.387
1.018.842
1.016.066
1.013.402
1.010.791
1.008.543
1.006.259
100,0
99,7
99,5
99,2
99,0
98,7
98,5
98,2
97,9
97,7
97,4
97,2
97,0
Groei (2000=100)
Vlaams Gewest 2000 Totaal onbebouwde oppervlakte
Groei (2000=100)
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Evolutie onbebouwde oppervlakte 100,5 100,0 99,5 99,0 98,5 Gemeente Belfius-indeling
98,0
Vlaams Gewest
97,5 97,0 96,5 96,0 95,5 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
De evolutie van de bebouwde percelen is als volgt weer te geven: 673ha in 2000 tot 791ha in 2012, een stijging met 17,6% in Bree. Voor de cluster bedraagt de stijging van de bebouwde percelen 14,2% en voor het Vlaams gewest 13%.
Vaststellingen: De bevolkingsdichtheid nam in Bree sinds 2000 meer toe dan in de cluster van vergelijkbare gemeenten en het Vlaams gewest, maar met 237 inw./ha is deze nog altijd veel lager dan de gemiddelden in de cluster of op niveau van het Vlaamse gewest. Dit vertaalt zich ook in een relatief hoog percentage onbebouwde percelen in Bree. De evolutie/stijging van het aantal bebouwde percelen sinds 2000 ligt in Bree iets hoger dan voor de cluster van vergelijkbare gemeenten en het gemiddelde van het Vlaams gewest.
Bronnen: http://statbel.fgov.be/nl/modules/publications/statistiques/environnement/downloadbare_bestanden/bo demgebruik.jsp http://aps.vlaanderen.be/lokaal/domeinen/ruimtelijke_ordening/kk_rapport_ro.html http://aps.vlaanderen.be/lokaal/pdf/gemeente-2013/Bree.pdf http://www.kadaster.be/Belgie/Limburg/Bree/Bodemgebruik
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
4
2012
1.1.2. Wonen-woonbeleid 1.1.2.1. Kopen De verkoopprijs per m² bouwgrond is in Bree gestegen van 54,7€ in 2000 tot gemiddeld 176,4€ in 2011, een stijging met een factor 3,22. Voor de cluster ging deze prijs van 46,3€ naar 130,9€ in 2011, een stijging met een factor 2,82. Voor het Vlaams gewest evolueerde de gemiddelde bouwgrondprijs van 55,1€ naar 156,8€, een stijging met een factor 2,85. De verkoopprijs van appartementen, flats en studio’s is in dezelfde periode met een factor 1,85 toegenomen in Bree. De gemiddelde prijs bedroeg 197.286€ in 2011. De verkoopprijs van appartementen, flats en studio’s is in dezelfde periode met een factor 2,2 toegenomen voor de cluster van gemeenten. De gemiddelde prijs bedroeg 179.774€ in 2011. Voor het Vlaams gewest is dit resp. 200.164€ en een factor 2,17. De verkoopprijs van gewone woonhuizen is van 2000 tot 2011 met een factor 2,20 toegenomen in Bree. De gemiddelde prijs bedroeg 182.944€ in 2011. De verkoopprijs van gewone woonhuizen is in dezelfde periode met een factor 2,08 toegenomen voor de cluster van gemeenten. De gemiddelde prijs bedroeg 187.352€ in 2011. Voor het Vlaams gewest is dit resp. 201.129€ en een factor 2,37. De verkoopprijs van villa’s, bungalows en landhuizen is van 2000 tot 2011 met een factor 1,52 toegenomen in Bree. De gemiddelde prijs bedroeg 266.085€ in 2011. De verkoopprijs van villa’s, bungalows en landhuizen is in dezelfde periode met een factor 1,37 toegenomen voor de cluster van gemeenten. De gemiddelde prijs bedroeg 289.730€ in 2011. Voor het Vlaams gewest is dit 351.841€ en een factor 1,34.
Vaststellingen: De prijs van bouwgrond is sinds 2000 in Bree meer gestegen dan het gemiddelde van de cluster of op het niveau van het Vlaams gewest. Ook de prijs per m² is in Bree hoger dan voornoemde gemiddelden. De verkoopprijs van appartementen, flats, studio’s ligt in Bree op het niveau van het Vlaams gemiddelde en hoger dan in de cluster van vergelijkbare gemeenten. Voor woonhuizen ligt de prijs in Bree op het niveau van de cluster van vergelijkbare gemeenten en iets lager dan het gemiddelde op het niveau van het Vlaams gewest.
Bronnen: http://aps.vlaanderen.be/lokaal/domeinen/wonen/kk_rapport_wonen.html http://bestat.economie.fgov.be/BeStat
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
5
1.1.2.2. Sociale woningen. •
Huurwoningen
Het aantal huurwoningen evolueerde in Bree van 140 in 2002 naar 194 in 2012, een stijging van 38,6%. Voor huurappartementen en duplexen was de evolutie van 64 in 2002 naar 117 in 2012, een stijging van 82,8%. Het totaal aantal sociale huurwoningen (woningen + appartementen + duplexen) evolueerde met 204 in 2002 tot 311 in 2012, een stijging van 52,45%. Het aantal sociale woningen t.o.v. aantal private huishoudens evolueerde in Bree van 3,8 in 2002 tot 4,97 in 2012 (2002 = 5386 huishoudens, 2012 = 6251 huishoudens). Het aantal sociale huurwoningen evolueerde in de cluster van 3.390 in 2002 tot 3.817 in 2011, een stijging van 12,6%. Voor sociale huurappartementen en duplexen was de evolutie van 636 in 2002 tot 979 in 2011, een stijging van 54%. Voor sociale woningen evolueerde het aantal van 4.026 in 2002 tot 4.796 in 2011, een stijging van 19%. Het aantal sociale woningen t.o.v. aantal private huishoudens evolueerde in de cluster van vergelijkbare gemeenten van 4,2 in 2002 tot 4,5 in 2009. Het aantal sociale huurwoningen evolueerde in het Vlaams gewest 66.680 in 2002 tot 70.133 in 2011. (+5,2%) Voor sociale huurappartementen en duplexen was de evolutie van 64.967 in 2002 tot 76.541 in 2011. (+17,8%) Voor sociale woningen evolueerde het aantal van 131.672 in 2002 tot 146.654 in 2011. (+11,4%). Het aantal sociale woningen t.o.v. aantal private huishoudens evolueerde in het Vlaams gewest van 5,4 in 2002 tot 5,5 in 2009. Enkele andere vaststellingen zijn : - Nog meer en nog kleinere huishoudens: het aantal huishoudens stijgt, de grootte ervan daalt en de samenstelling van de huishoudens verandert. In 2020 zal één op drie huishoudens bestaan uit één persoon. Die trends hebben een direct effect op de woningmarkt en het huisvestingsbeleid. - De belangrijkste oorzaken van die groei zijn het ontbinden van relaties en de vergrijzing. Ten gevolge van de hoge toename van het aantal (echt)scheidingen, wonen steeds meer mensen van middelbare leeftijd alleen. Doordat er steeds meerouderen zijn, zijn er ook meer alleenwonende ouderen. - Naast de demografische ontwikkelingen zijn er economische en culturele factoren die de aangroei van de groep alleenwonenden hebben gestimuleerd zoals een toename van de welvaart; de wijzigingen in het sociale zekerheidssysteem; een steeds verdergaande taakspecialisatie waardoor jongeren het ouderlijke huis moeten verlaten om een baan die bij een gespecialiseerde opleiding hoort, te krijgen; andere waarden en normen; de veranderde maatschappelijke positie van de vrouw; een verdwijnen van de discriminatie van alleenwonenden; een normatief - institutionele gelijkstelling met gehuwden en veranderingen in de woningmarkt. - Twee huishoudtypes vragen extra aandacht van de overheid omwille van de minder gunstige leefsituatie nl de alleenwonende personen en de alleenstaande ouders met afhankelijke kinderen. - In grote lijnen kunnen drie groepen alleenwonenden worden onderscheiden : * De eerste groep bestaat uit ongehuwde jongvolwassenen – meer mannen dan vrouwen – die na het verlaten van het ouderlijke huis enige tijd alleen wonen. Het is meestal een tijdelijke leefvorm vooraleer te gaan samenwonen met een partner. Een deel van hen heeft al een niet-gehuwde samenwoonrelatie achter de rug. * De tweede groep omvat mensen van middelbare leeftijd die vaak (tijdelijk) alleen wonen nadat hun relatie is ontbonden. Er zijn meer mannen dan vrouwen omdat de kinderen na een scheiding meestal
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
6
(officieel) bij de moeder blijven wonen zodat enkel de vader in het Rijksregister als een alleenwonende staat genoteerd. * Bij ouderen is de belangrijkste oorzaak van het alleen wonen het overlijden van de huwelijkspartner. In relatieve zin zal het aantal alleenwonende ouderen en vooral het aantal alleenwonende 80-plussers het sterkst toenemen. - Het is bekend dat alleenwonende personen minder gezond zijn, een minder gunstige arbeidsmarktpositie en een hoger armoederisico hebben, en dat hun sociale participatie geringer is. Alleenwonenden zijn zelden huiseigenaar; zij bewonen vaak (sociale) kleinere huurwoningen. Vooral oudere alleenwonenden lopen een hoger risico op sociale uitsluiting, armoede en vereenzaming. Bijzonder kwetsbaar zijn de alleenwonende (oudste) ouderen als zij zorgbehoevend zijn. Alternatieve woonvormen zoals groepswoningen, kangoeroewoningen en aanleunwoningen kunnen een oplossing bieden om langer zelfstandig te blijven wonen. - De voorspelde wijzigingen in de huishoudsamenstelling zijn niet zonder belang voor het beleid Deze gezinsverdunning zal enerzijds de behoefte aan externe ondersteuning doen toenemen en anderzijds het potentieel aan ondersteuning vanuit het eigen gezin doen afnemen (mantelzorger is vaak gezinslid). Het heeft eveneens gevolgen voor consumptiepatronen,woonvoorkeuren en woonbehoeften, sociale cohesie.
Bronnen: http://aps.vlaanderen.be/lokaal/domeinen/wonen/kk_rapport_wonen.html http://www.limburg.be/webfiles/limburg/loketdienst/cijfers/cijferkorf_wonen/gemeenten/22b_c_bree.pdf Lokaal woonbeleidsplan Bree met strategische en operationele doelstellingen
1.2. Leefmilieu 1.2.1. Milieu-afval Het totaal huishoudelijk afval evolueerde van 570,1kg per persoon in 2000 tot 410,8kg in 2010 in Bree. Een daling van 38,8%. 73% van dit afval (410,8kg) is geselecteerd, 27% is restafval. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten daalde het huishoudelijk afval van 591,2kg per persoon tot 509,3kg in dezelfde periode. Een daling van 16%. 26,7% van de afvalfractie is restafval, 73,3% is geselecteerd afval. Voor het Vlaams gewest daalde het huishoudelijk afval in dezelfde periode van 559,6kg per persoon tot 522,7kg in 2010. Een daling van 16,6%. De fractie bestaat uit 28,7% restafval en 71,3% geselecteerd afval. Vaststelling: Het aantal kg huishoudelijk afval per persoon is in Bree fors lager dan het gemiddelde van de cluster van vergelijkbare gemeenten en het gemiddelde op het niveau van het Vlaams gewest.
1.2.2. Milieu-riolering De uitvoeringsgraad van het rioleringsnet bedroeg 98,1% in 2000 en 99,9% in 2009 voor Bree. Voor de cluster van gemeenten was dit resp. 84% en 87,3%. Voor het Vlaams gewest was dit resp. 89,5% en 92,0%. De zuiveringsgraad bedroeg 86,1% in 2000 en 90,1% in 2009 voor Bree. Voor de cluster van gemeenten was dit resp. 39,6% en 37,6%. Voor het Vlaams gewest was dit resp. 51,1% in 2000 en 70,7% in 2009.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
7
Vaststelling: Zowel de rioleringsgraad als de zuiveringsgraad is in Bree fors hoger dan het gemiddelde van de cluster van vergelijkbare gemeenten en het gemiddelde op het niveau van het Vlaams gewest.
1.2.3. Milieu-bodemverontreiniging In 2003 was 0,08% van de totale oppervlakte gecatalogeerd als te saneren grond in Bree. In 2012 was dat 0,07%. In de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit 0,33% in 2003 en 0,82% in 2012. Voor het Vlaams gewest was dit 0,66% in 2003 en 1,15% in 2012. Het aandeel van de te saneren industriegrond t.o.v. de totale oppervlakte te saneren grond bedroeg in Bree 95,5% in 2003 en 66,0% in 2012. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit resp. 92,2% in 2003 en 41,9% in 2012. Voor het Vlaams gewest was dit 73,6% in 2003 en 65,8% in 2012.
Bron: http://aps.vlaanderen.be/lokaal/domeinen/milieu_natuur/kk_rapport_milieu.html
1.3. Ondernemingen en economie 1.3.1. Ondernemingen 1.3.1.1. BTW-plichtige natuurlijke personen In 2000 telde Bree 692 BTW-plichtige personen. In 2011 waren er dat 662, een daling van 4,3%. In de cluster van vergelijkbare gemeenten waren er in 2000 12.651 BTW-plichtige personen ten opzichte van 12.272 in 2011. Dit is 3% minder dan in 2000. In 2000 telde Bree 17 starters, BTW-plichtige natuurlijke personen. In 2011 waren dit er 46. Dit is een stijging met een factor 2,7. In 2000 telde de cluster van vergelijkbare gemeenten 573 starters. In 2011 waren dit er 786. Dit is een stijging met een factor 1,37. Het aantal stopzettingen bedroeg 28 in Bree in 2000. In 2011 waren dit er 58, dit is 107,1% meer. Voor de cluster bedroeg het aantal stopzettingen 639 in 2000 en 760 in 2011. Dit is 18,9% meer.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
8
Ondernemingen BTW-plichtige Natuurlijke Personen (= zelfstandigen) Bron: VKBO, bewerking CORVE-SVR Leeswijzer: ondernemingen Bree 2000 BTW-plichtige Natuurlijke Personen Starters BTW-plichtige Natuurlijke Personen (= zelfstandigen) Stopzettingen BTW-plichtige Natuurlijke Personen (= zelfstandigen)
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
692
680
662
677
668
676
684
690
674
667
679
662
17
30
49
30
37
47
39
44
44
42
57
46
28
43
32
21
31
30
42
53
57
42
62
58
2012 635
BELFIUS.Landelijke en agrarische gemeenten met industriële activiteit (Cluster V4) 2000 BTW-plichtige Natuurlijke Personen Starters BTW-plichtige Natuurlijke Personen (= zelfstandigen) Stopzettingen BTW-plichtige Natuurlijke Personen (= zelfstandigen)
2001
12.651
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
12.485 12.415 12.465 12.263 12.224 12.344 12.374 12.403 12.345 12.255 12.272 12.166
573
640
639
532
695
783
805
884
812
728
848
786
639
655
526
494
652
563
776
846
865
831
784
760
Groei (2000=100) Bree 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
BTW-plichtige Natuurlijke Personen
100,0
98,3
95,7
97,8
96,5
97,7
98,8
99,7
97,4
96,4
98,1
95,7
Starters BTW-plichtige Natuurlijke Personen (= zelfstandigen) Stopzettingen BTW-plichtige Natuurlijke Personen (= zelfstandigen)
100,0
176,5
288,2
176,5
217,6
276,5
229,4
258,8
258,8
247,1
335,3
270,6
100,0
153,6
114,3
75,0
110,7
107,1
150,0
189,3
203,6
150,0
221,4
207,1
2012 91,8
BELFIUS.Landelijke en agrarische gemeenten met industriële activiteit (Cluster V4) 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
BTW-plichtige Natuurlijke Personen
100,0
98,7
98,1
98,5
96,9
96,6
97,6
97,8
98,0
97,6
96,9
97,0
Starters BTW-plichtige Natuurlijke Personen (= zelfstandigen) Stopzettingen BTW-plichtige Natuurlijke Personen (= zelfstandigen)
100,0
111,7
111,5
92,8
121,3
136,6
140,5
154,3
141,7
127,1
148,0
137,2
100,0
102,5
82,3
77,3
102,0
88,1
121,4
132,4
135,4
130,0
122,7
118,9
Laatste update : 18-apr-2013
55
2012 96,2
Profielschets Gemeente Bree
1.3.1.2. BTW-plichtige rechtspersonen-handelsondernemingen In 2000 telde Bree 345 BTW-plichtige handelsondernemingen. In 2011 waren er dat 666, dit is 93% meer dan in 2000. In de cluster van vergelijkbare gemeenten waren er in 2000 6.290 BTW-plichtige handelsondernemingen ten opzichte van 10.246 in 2011. Dit is een stijging met een factor 1,63. In 2000 telde Bree 16 startende handelsondernemingen. In 2011 waren dit er 47. Dit is een stijging met een factor 2,94. In 2000 telde de cluster van vergelijkbare gemeenten 315 starters. In 2011 waren dit er 602. Dit is een stijging met een factor 1,91. Het aantal stopzettingen van handelsondernemingen bedroeg 2 in Bree in 2000. In 2011 waren dit er 16. Voor de cluster bedroeg het aantal stopzettingen 92 in 2000 en 157 in 2011. •
Oprichtingsratio
De oprichtingsratio is het aantal opgerichte ondernemingen ten opzichte van het aantal actieve ondernemingen. In 2000 bedroeg die, voor Bree, 3,2. In 2011 was dat 7,0. In 2000 bedroeg die voor de cluster van vergelijkbare gemeenten 4,7 en 6,2 in 2011. Voor het Vlaams gewest was dit resp. 5,3 in 2000 en 6,8 in 2011. •
Uittredingsratio
De uittredingsratio is het aantal verdwenen ondernemingen ten opzichte van het aantal actieve ondernemingen. In 2000 bedroeg die, voor Bree, 2,9. In 2011 was dat 5,6. In 2000 bedroeg die voor de cluster van vergelijkbare gemeenten 3,9 en 4,1 in 2011. Voor het Vlaams gewest was dit rep. 4,8 en 4,5.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
9
•
Nettogroeiratio
De nettogroeiratio is het verschil van het aantal opgerichte ondernemingen en het aantal verdwenen ondernemingen ten opzichte van het aantal actieve ondernemingen. In 2000 bedroeg die, voor Bree, 0,3 In 2011 was dat 1,4. In 2000 bedroeg die voor de cluster van vergelijkbare gemeenten 0,8 en 2,1 in 2011. Voor het Vlaams gewest was dit rep. 0,6 en 2,3.
Bronnen: http://aps.vlaanderen.be/lokaal/domeinen/economie/kant_en_klare_rapporten_eco.html http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/economie/ondernemingen/levensloop/oprich/beweging/
1.3.2. Werkgelegenheid 1.3.2.1. Jobratio De jobratio is het aantal jobs tov. de bevolking op beroepsactieve leeftijd (20-64 jaar). In 2006 telde Bree 7.444 jobs. In 2010 waren dit er 7.700. De bevolking op beroepsactieve leeftijd bedroeg voor Bree 8.891 in 2006 en 9.355 in 2010. De jobratio bedroeg 83,7 in 2006 en 82,3 in 2010. In 2006 telde de cluster van vergelijkbare gemeenten 95.758 jobs. In 2010 waren dit er 102.018. De bevolking op beroepsactieve leeftijd bedroeg in de cluster 153.771 in 2006 en 156.893 in 2010. De jobratio bedroeg 62,3 in 2006 en 65,0 in 2010. In 2006 telde het Vlaams gewest 2.626.984 jobs. In 2010 waren dit er 2.765.018. De bevolking op beroepsactieve leeftijd bedroeg voor het Vlaams gewest 3.660.988 in 2006 en 3.754.899 in 2010. De jobratio bedroeg 71,8 in 2006 en 73,6 in 2010. Voorstelling van de jobratio ( aantal jobs t.o.v. de bevolking op beroepsactieve leeftijd ( 15/18/20 – 64 jaar )
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
10
Vaststelling: De jobratio is in Bree fors hoger dan het gemiddelde van de cluster van vergelijkbare gemeenten en ook hoger dan het gemiddelde op het niveau van het Vlaams gewest en Limburg.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
11
Evolutie van de beroepsbevolking (15-64 jaar) 2003-2010 (jaargemiddelden) 2003
Noord-Limburg Bocholt Bree Hamont-Achel Hechtel-Eksel Lommel Meeuwen-Gruitrode Neerpelt Overpelt Peer
Midden-Limburg As Diepenbeek Genk Hasselt Houthalen-Helchteren Opglabbeek Zonhoven Zutendaal
West-Limburg Beringen Halen Ham Herk-de-Stad Heusden-Zolder Leopoldsburg Lummen Tessenderlo
Maasland Dilsen-Stokkem Kinrooi Lanaken Maaseik Maasmechelen
Zuid-Limburg Alken Bilzen Borgloon Gingelom Heers Herstappe Hoeselt Kortessem Nieuwerkerken Riemst Sint-Truiden Tongeren Voeren Wellen LIMBURG VLAANDEREN
2010
M
V
T
M
V
T
37.240 3.239 3.748 3.501 2.976 8.253 3.532 4.202 3.389 4.400 58.500 1.917 4.951 15.701 18.577 7.674 2.559 5.279 1.842 37.614 10.275 2.229 2.593 3.164 7.621 3.613 3.658 4.460 29.378 4.999 3.256 6.099 6.083 8.942 48.514 3.003 7.851 2.723 1.990 1.841 23 2.483 2.251 1.758 4.065 9.861 7.662 1.066 1.937 211.247 1.537.238
28.145 2.508 2.954 2.633 2.197 6.300 2.521 3.172 2.561 3.299 45.422 1.466 3.744 11.908 15.085 5.758 1.949 4.084 1.428 28.642 7.761 1.675 1.836 2.516 5.776 2.703 2.852 3.523 22.279 3.732 2.421 4.589 4.727 6.811 37.391 2.305 6.185 2.044 1.512 1.321 16 1.915 1.704 1.332 3.130 7.711 5.890 832 1.493 161.879 1.215.018
65.385 5.747 6.702 6.134 5.173 14.553 6.053 7.374 5.949 7.700 103.923 3.383 8.695 27.609 33.662 13.432 4.508 9.363 3.270 66.256 18.036 3.904 4.429 5.680 13.396 6.316 6.511 7.983 51.658 8.731 5.677 10.688 10.810 15.753 85.905 5.309 14.036 4.767 3.502 3.162 39 4.398 3.955 3.089 7.195 17.572 13.552 1.898 3.431 373.126 2.752.256
38.164 3.293 4.058 3.491 3.138 8.256 3.498 4.303 3.629 4.498 58.679 2.028 4.842 15.359 18.957 7.686 2.666 5.317 1.823 38.936 10.721 2.351 2.685 3.215 7.742 3.807 3.781 4.633 30.165 5.128 3.329 6.270 6.376 9.062 49.437 3.013 8.116 2.730 2.112 1.851 22 2.555 2.296 1.790 4.089 10.139 7.680 1.042 2.003 215.381 1.579.851
31.238 2.738 3.312 2.803 2.557 6.870 2.821 3.494 2.967 3.676 49.293 1.719 4.115 12.249 16.504 6.206 2.248 4.658 1.594 32.108 8.615 1.983 2.150 2.796 6.260 3.098 3.244 3.962 24.419 4.177 2.498 5.238 5.193 7.312 41.796 2.516 6.811 2.294 1.778 1.520 21 2.153 1.948 1.521 3.550 8.666 6.455 868 1.695 178.854 1.348.903
69.403 6.031 7.370 6.295 5.695 15.126 6.319 7.798 6.596 8.174 107.972 3.747 8.957 27.609 35.461 13.892 4.914 9.975 3.417 71.043 19.336 4.334 4.835 6.011 14.002 6.904 7.025 8.595 54.584 9.305 5.827 11.508 11.569 16.374 91.234 5.529 14.927 5.024 3.890 3.371 43 4.709 4.244 3.310 7.640 18.804 14.134 1.910 3.698 394.235 2.928.755
Evolutie 2003-2010 T M V Abs. 925 54 311 -9 162 3 -35 102 240 97 178 111 -110 -341 380 12 106 38 -19 1.322 447 122 92 51 121 193 123 173 787 129 73 171 293 120 923 10 265 7 121 10 -1 72 45 32 24 277 18 -24 66 4.134 42.614
3.094 4.018 230 284 358 668 170 161 360 522 570 573 300 265 322 424 406 646 377 474 3.871 4.049 253 364 372 262 341 0 1.419 1.798 447 460 299 406 574 612 166 147 3.466 4.787 853 1.300 308 430 314 406 280 331 484 606 395 588 391 514 439 612 2.139 2.926 445 575 77 151 649 820 466 760 501 621 4.405 5.328 210 220 626 891 250 257 266 388 199 210 4 3 238 311 243 289 189 221 420 445 954 1.232 564 582 37 12 202 268 16.975 21.109 133.885 176.499
% 6,1 4,9 10,0 2,6 10,1 3,9 4,4 5,8 10,9 6,2 3,9 10,8 3,0 0,0 5,3 3,4 9,0 6,5 4,5 7,2 7,2 11,0 9,2 5,8 4,5 9,3 7,9 7,7 5,7 6,6 2,7 7,7 7,0 3,9 6,2 4,2 6,4 5,4 11,1 6,6 8,6 7,1 7,3 7,2 6,2 7,0 4,3 0,6 7,8 5,7 6,4
1.3.2.2. Werkzaamheidsgraad Werk vormt ontegensprekelijk een belangrijke buffer tegen armoede. Het risico om in armoede terecht te komen, ligt bij personen met een job beduidend lager. Dat bleek al uit de armoederisicopercentages van werkenden en niet-werkenden. De Breese werkzaamheidsgraad schommelt in 2007 rond 65.9 %( Het aandeel werkende personen in de bevolking tussen 15/18/20 en 64 jaar ).
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
12
Werkzaamheidsgraad totaal [%], 2003-2010 - Gemeente Limburg: Bree Gemeente Limburg Bree
Limburg
Gewest Vlaams Gewest
2003
64,7
61,8
64,3
2004
65,1
61,5
64,7
2005
65,5
61,7
65,0
2006
65,7
62,1
65,1
2007
65,9
63,0
65,8
2008
67,1
64,0
66,5
2009
67,0
63,4
65,9
2010
67,6
63,8
66,0
Bron: Steunpunt WSE (Vlaamse Arbeidsrekening)
De werkzaamheidsgraad berekend als het aantal werkenden binnen de beroepsactieve leeftijd (20-64 jaar) tov. de totale bevolking vermenigvuldigd met 100 geeft uiteraard een andere voorstelling : Bij de mannen bedroeg die in Bree 77,69 in 2003 en 79,59 in 2010. Bij de vrouwen bedroeg die in Bree 59,09 in 2003 en 66,15 in 2010. In het totaal was dat 68,47 in 2003 en 72,98 in 2010.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
13
Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was de werkzaamheidsgraad bij de mannen 80,11 in 2003 en 80,69 in 2010. Bij de vrouwen was dit 62,09 in 2003 en 69,66 in 2010. In het totaal was dit 71,30 in 2003 en 75,29 in 2010. Voor het Vlaams gewest was de werkzaamheidsgraad bij de mannen 77,04 in 2003 en 76,46 in 2010. Bij de vrouwen was dit 60,33 in 2003 en 66,13 in 2010. In het totaal was dit 68,78 in 2003 en 71,35 in 2010.
Vaststelling: De werkzaamheidsgraad ligt in Bree op het niveau van de cluster van vergelijkbare gemeenten en het gemiddelde van het Vlaams gewest. In Bree zijn er relatief gezien iets minder werkende vrouwen binnen de beroepsactieve leeftijd. De activiteitsgraad kan worden berekend als het aandeel van de beroepsbevolking in de totale bevolking op arbeidsleeftijd (15-64 jaar) = (Niet-werkende werkzoekenden en werkenden) / potentiële actieve bevolking. Deze bedroeg in 2011 zelfs 72.1 % en was hoger dan het provinciaal gemiddelde van 69.5 %.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
14
Evolutie van de activiteitsgraad (jaargemiddelden 15-64 jaar) 2003-2010 (de beroepsbevolking/bevolking op arbeidsleeftijd)
2003 Noord-Limburg Bocholt Bree Hamont-Achel Hechtel-Eksel Lommel Meeuwen-Gruitrode Neerpelt Overpelt Peer
Midden-Limburg As Diepenbeek Genk Hasselt Houthalen-Helchteren Opglabbeek Zonhoven Zutendaal
West-Limburg Beringen Halen Ham Herk-de-Stad Heusden-Zolder Leopoldsburg Lummen Tessenderlo
Maasland Dilsen-Stokkem Kinrooi Lanaken Maaseik Maasmechelen
Zuid-Limburg Alken Bilzen Borgloon Gingelom Heers Herstappe Hoeselt Kortessem Nieuwerkerken Riemst Sint-Truiden Tongeren Voeren Wellen LIMBURG VLAANDEREN
2010
M
V
T
M
V
T
76,2 76,7 76,6 75,4 75,6 75,4 77,5 75,2 74,5 79,1 75,9 75,1 77,7 73,7 78,3 73,9 77,6 76,5 73,8 75,0 73,9 77,8 76,9 77,9 71,7 74,5 77,3 77,8 72,7 75,0 75,9 70,1 74,1 71,2 76,8 78,6 77,2 79,0 76,7 80,2 74,8 76,1 78,2 77,6 73,5 75,8 76,6 75,0 78,3 75,5 76,7
60,4 61,5 62,0 60,1 58,6 59,8 59,2 60,1 59,7 63,0 60,5 59,3 61,8 56,8 65,1 56,9 60,3 61,2 59,5 59,1 57,3 63,0 57,3 64,1 56,0 58,7 62,2 62,5 57,7 58,6 61,3 56,2 60,2 55,5 61,2 62,5 61,8 62,0 61,0 61,7 60,3 61,2 61,1 61,0 59,6 61,1 60,3 60,7 64,3 60,0 62,2
68,5 69,3 69,4 68,0 67,3 67,7 68,6 67,9 67,3 71,3 68,3 67,3 70,0 65,3 71,7 65,5 69,1 69,0 66,8 67,2 65,7 70,7 67,4 71,2 64,0 66,8 69,9 70,2 65,4 67,0 68,9 63,3 67,3 63,5 69,1 70,7 69,5 70,7 69,0 71,2 68,0 68,8 69,8 69,4 66,7 68,6 68,6 68,0 71,5 67,9 69,6
75,1 74,9 77,9 73,8 75,7 73,1 77,0 74,3 73,7 77,9 73,6 75,7 76,0 70,6 75,7 72,1 75,7 74,5 72,9 74,5 73,2 77,4 76,9 77,4 71,1 74,6 77,0 77,0 72,5 74,6 74,8 70,0 74,7 70,8 76,3 78,4 76,1 77,3 78,6 77,6 70,0 77,9 77,6 77,3 74,0 75,4 76,0 71,9 78,3 74,5 75,8
64,1 64,1 65,9 62,5 64,3 61,8 65,4 63,3 63,9 67,9 63,3 65,5 67,2 57,2 67,4 60,0 65,8 66,0 66,1 62,8 60,1 68,2 63,1 68,1 58,8 63,0 67,5 65,8 61,1 62,4 60,7 61,9 63,7 58,2 66,4 67,9 65,7 66,7 68,9 65,4 78,7 67,2 67,6 68,2 67,0 65,9 65,1 64,0 68,6 63,7 66,2
69,7 69,6 72,0 68,3 70,1 67,5 71,4 69,0 69,0 73,0 68,5 70,7 71,7 63,9 71,6 66,1 70,8 70,3 69,6 68,7 66,7 72,9 70,1 72,8 65,0 68,9 72,3 71,4 66,9 68,6 68,0 66,1 69,3 64,6 71,4 73,3 70,9 72,0 73,9 71,6 74,0 72,6 72,7 72,8 70,6 70,7 70,6 68,0 73,5 69,2 71,1
Evolutie 2003-2010 M V T -1,1 -1,9 1,3 -1,6 0,1 -2,3 -0,6 -0,9 -0,8 -1,2 -2,3 0,5 -1,7 -3,1 -2,5 -1,8 -1,9 -2,0 -0,9 -0,5 -0,8 -0,4 0,0 -0,5 -0,7 0,1 -0,3 -0,8 -0,2 -0,5 -1,0 -0,1 0,5 -0,4 -0,5 -0,2 -1,1 -1,8 1,9 -2,6 -4,7 1,9 -0,6 -0,3 0,5 -0,4 -0,6 -3,2 0,0 -1,0 -0,9
3,6 2,6 3,9 2,4 5,6 2,1 6,3 3,2 4,2 4,9 2,8 6,3 5,4 0,4 2,3 3,0 5,4 4,8 6,6 3,7 2,8 5,2 5,7 4,0 2,7 4,3 5,3 3,3 3,4 3,8 -0,6 5,7 3,5 2,7 5,2 5,4 3,9 4,6 7,9 3,7 18,4 6,0 6,6 7,2 7,4 4,8 4,7 3,3 4,3 3,7 4,0
1,2 0,3 2,6 0,3 2,8 -0,2 2,7 1,1 1,6 1,8 0,2 3,3 1,7 -1,4 -0,1 0,6 1,7 1,3 2,8 1,5 1,0 2,2 2,7 1,7 1,0 2,1 2,4 1,2 1,5 1,6 -0,9 2,7 2,0 1,1 2,3 2,6 1,4 1,3 4,8 0,3 5,9 3,8 2,9 3,4 3,9 2,1 2,0 0,1 2,0 1,3 1,5
Bron : Steunpunt WSE Verwerking: ERSV-Limburg
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
15
1.3.2.3. Werkloosheidsgraad bij de beroepsbevolking (20-64 jaar) De werkloosheidsgraad kan worden berekend als het aandeel niet-werkende werkzoekenden in de beroepsbevolking = Niet-werkende werkzoekenden / beroepsbevolking. Bree scoort wat betreft werkloosheid, werkloosheidsgraad, activiteitsgraad en werkzaamheidgraad beter dan de provincie. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten bedroeg de werkloosheidsgraad bij de mannen 3,54% in 2003 en 3,74% in 2010. Bij de vrouwen was dit 7,20% in 2003 en 5,53% in 2010. De totale werkloosheid in de cluster bedroeg 5,13% in 2003 en 4,56% in 2010. Werkenden 2003 – 2010 Bree
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
16
Werkloosheidsgraad totaal [%], 2003-2010 - Gemeente Limburg: Bree Gemeente Limburg Bree
Limburg
Gewest Vlaams Gewest
2003
6,7
8,9
7,6
2004
7,5
9,9
8,1
2005
8,1
10,2
8,3
2006
6,6
9,0
7,7
2007
5,1
7,2
6,3
2008
4,6
6,3
5,9
2009
5,9
7,8
7,0
2010
6,1
7,8
7,1
Bron: Steunpunt WSE (Vlaamse Arbeidsrekening)
In 2011 bedroeg de werkloosheidsgraad 5.2 % tegenover een provinciaal gemiddelde van 6.5 %. Positief is wel dat de huidige werkloosheidsgraad tegenover 2010 duidelijk is afgenomen. Toch blijven bepaalde groepen – vooral ouderen, niet-EU-burgers en personen met een handicap – moeilijk toegang vinden tot de arbeidsmarkt. De lage werkzaamheidsgraad bij ouderen blijft een probleem. De Vlaamse en ook Breese arbeidsmarkt wordt gekenmerkt door een specifiek leeftijdsgebonden arbeidspatroon. Een erg hoge arbeidsdeelname tussen 25 en 49 jaar zorgt in combinatie met een beperkte deelname bij jongeren en ouderen voor sterk samengedrukte loopbanen. De arbeidsdeelname van de 55- tot 64-jarigen is de voorbije jaren wel gestegen, waardoor nu bijna 4 op de 10 personen in deze groep aan het werk is. Ook de arbeidsdeelname van vrouwen gaat er gestaag op vooruit. Bij de laaggeschoolden is er eerder sprake van een afname. Uit de Europese vergelijking blijkt duidelijk dat de lage werkzaamheidsgraad bij ouderen en niet-EUburgers de voornaamste pijnpunten blijven op de Vlaamse arbeidsmarkt. De beperkte arbeidsdeelname van deze groepen vertaalt zich niet alleen in een lagere werkzaamheidsgraad, maar veelal ook in een hogere werkloosheidsgraad. De werkloosheidsgraad van jongeren tussen 15 en 24 jaar is in 2011 na een sterke stijging in 2009 en 2010 weer gedaald. Ook de werkzaamheidsgraad van deze groep is relatief laag maar dat hangt voornamelijk samen met de lange schoolloopbaan van de jonge Vlamingen en is dus niet echt problematisch. De werkloosheidsgraad van jongeren is dat wel. Gebrek aan werkervaring speelt de jongeren parten. Daarenboven worden ze vaker aangeworven met een tijdelijk contract of als uitzendkracht zodat ze geregeld weer in de werkloosheid terechtkomen. De ouderen die niet werken, zitten voornamelijk in de inactiviteit en dus minder in de werkloosheid. Daardoor ligt de werkloosheidsgraad bij de 55- tot 64-jarigen - ondanks hun beperkte arbeidsdeelname - niet hoger dan de totale werkloosheidsgraad.
Bron: steunpunt WSE ( Vlaamse Arbeidsrekening ) Aantal jobs 2007 – 2010 Bree
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
17
Steunpunt WSE (Vlaamse Arbeidsrekening)
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
18
Geslacht [aantal], 1999-2011 - Gemeente Limburg: Bree NWWZ - mannen
NWWZ - vrouwen
1999
117
254
2000
97
195
2001
93
193
2002
150
241
2003
182
263
2004
210
374
2005
195
341
2006
162
260
2007
114
200
2008
153
203
2009
203
242
2010
204
241
2011
173
224
Bron: VDAB Studiedienst - Arvastat
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
19
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
20
Bree gedraagt zich volgens het Limburgs gemiddelde. De administratieve gegevens van de VDAB over het aantal niet-werkende werkzoekenden (NWWZ) bevestigen grotendeels bovenstaande bevindingen. Onder invloed van de economische crisis liep het aantal NWWZ in 2009 en 2010 aanzienlijk op. In 2011 nam het aantal NWWZ weer af. Maar in 2012 is dat aantal toch weer iets gestegen. Net bij de gezinnen waar niet of slechts beperkt wordt gewerkt, worden de hoogste armoederisicopercentages gemeten. Tewerkstelling mag dan wel een belangrijke buffer vormen tegen armoede, toch is het geen sluitende bescherming. Dat blijkt uit het feit dat 3% van de werkende Vlamingen – ongeveer 80.000 personen – in 2011 moest rondkomen met een huishoudinkomen onder de armoederisicodrempel. Dat aandeel ligt in Europees opzicht wel laag. Het armoederisicopercentage ligt duidelijk hoger bij laaggeschoolde werkenden, bij werkenden met een tijdelijk contract, bij deeltijds werkenden (minder dan 30 uur per week) en bij zelfstandigen.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
21
Hoe hoger de scholing, hoe groter de kans op werk.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
22
Origine [aantal], 2007-2011 - Gemeente Limburg: Bree 2007
2008
2009
2010
2011
NWWZ België
uit 273
312
373
371
316
NWWZ Nederland
uit 19
15
33
34
32
NWWZ uit 2 Noord- en WestEuropa
1
1
5
4
NWWZ uit Zuid- 4 Europa
5
8
6
6
NWWZ uit Oost- 0 Europa (EU)
0
4
3
5
NWWZ uit Oost- 3 Europa (nietEU)
4
1
4
5
NWWZ uit 5 Maghreblanden
9
7
6
11
NWWZ Turkije
uit 3
5
11
8
8
NWWZ andere landen
uit 1 rijke
0
0
1
1
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
23
NWWZ uit 0 andere landen van Afrika
0
3
4
4
NWWZ uit 3 andere landen van Azië
2
3
3
3
NWWZ uit 1 Centraalen Zuid-Amerika
3
1
0
1
NWWZ onbepaalde landen
0
0
0
1
uit 0
Bron: VDAB Studiedienst - Arvastat
Opleiding speelt een belangrijke rol in de strijd tegen armoede. Dat bleek al herhaaldelijk uit de uiteenlopende scores van hoog- en laagopgeleiden op de verschillende armoede-indicatoren. Het is dan ook belangrijk de onderwijsprestaties van jongeren op te volgen. Onderzoek toont aan dat mannen beduidend minder goed scoren dan vrouwen als het gaat om het vroegtijdig verlaten van de schoolbanken.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
24
Limburg in cijfers op 31.12.2011 Gemeente Limburg: Bree Gemeente Limburg Bree
Limburg
Werkloze gezinshoofden [aantal]
50
3.870
Werkloze gezinshoofden [%]
0,5
0,7
Bron: Rijksdienst voor arbeidsvoorziening
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
25
1.3.2.4. Zelfstandigen en helpers in hoofdberoep Het aantal zelfstandigen en helpers in hoofdberoep ten opzichte van de bevolking op beroepsactieve leeftijd was voor Bree 12,4% in 2006 en 11,7% in 2010. Het aantal zelfstandigen en helpers in hoofdberoep ten opzichte van de bevolking op beroepsactieve leeftijd was voor de cluster van vergelijkbare gemeenten 12,8% in 2006 en 13,0% in 2010. Het aantal zelfstandigen en helpers in hoofdberoep ten opzichte van de bevolking op beroepsactieve leeftijd was voor het Vlaams gewest 10,9% in 2006 en 11,0% in 2010.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
26
Aantal zelfstandigen volgens sector en bezigheidsaard op 31 december 2010
Limburg Sectoren
Hoofdbezigheid Mannen Vrouwen Totaal
Actief na pensioen(leeftijd) Mannen Vrouwen Totaal
Totaal excl. nevenbezigheid Mannen Vrouwen Totaal
Nevenbezigheid Mannen Vrouwen Totaal
Totaal Mannen Vrouwen
Totaal
Landbouw
2.787
1.232
4.019
788
312
1.100
3.575
1.544
5.119
1.031
164
1.195
4.606
1.708
6.314
Industrie
1.468 4 1 72 405 116 249 5 0 310 109 6 191
541 0 0 35 184 97 103 1 0 30 15 0 76
2.009 4 1 107 589 213 352 6 0 340 124 6 267
199 0 0 7 46 27 34 2 0 34 22 0 27
51 0 0 3 14 15 10 0 0 0 2 0 7
250 0 0 10 60 42 44 2 0 34 24 0 34
1.667 4 1 79 451 143 283 7 0 344 131 6 218
592 0 0 38 198 112 113 1 0 30 17 0 83
2.259 4 1 117 649 255 396 8 0 374 148 6 301
365 0 0 13 44 28 72 0 0 122 16 0 70
110 0 0 5 17 21 35 0 0 12 5 0 15
475 0 0 18 61 49 107 0 0 134 21 0 85
2.032 4 1 92 495 171 355 7 0 466 147 6 288
702 0 0 43 215 133 148 1 0 42 22 0 98
2.734 4 1 135 710 304 503 8 0 508 169 6 386
-Delfstoffen -Electriciteit, gas, stoom en gekoelde lucht, cokesovens -Water-, afval en afvalwaterbeheer -Voedingsmiddelen, dranken en tabaksproducten -Textiel-, kleding- en leernijverheid -Hout- en papierindustrie, drukkerijen -Chemische producten -Farmaceutische grondstoffen en producten -Rubber, kunststof en overige niet-metaalh. minerale prod. -Metaalverwerking -Transportmiddelen -Overige industrie en reparatie
Bouwnijverheid
5.268
679
5.947
539
35
574
5.807
714
6.521
2.044
185
2.229
7.851
899
8.750
Tertiaire sector
21.839 8.515 3.038 871 116 522 5.507 178 1.476 8 1.608
15.226 4.721 2.170 293 51 200 2.669 204 1.453 12 3.453
37.065 13.236 5.208 1.164 167 722 8.176 382 2.929 20 5.061
2.578 1.146 223 111 19 90 582 42 161 2 202
861 364 149 15 3 35 115 22 21 1 136
3.439 1.510 372 126 22 125 697 64 182 3 338
24.417 9.661 3.261 982 135 612 6.089 220 1.637 10 1.810
16.087 5.085 2.319 308 54 235 2.784 226 1.474 13 3.589
40.504 14.746 5.580 1.290 189 847 8.873 446 3.111 23 5.399
8.944 3.324 973 329 75 213 2.516 332 180 0 1.002
5.122 1.140 471 101 45 50 1.206 238 257 1 1.613
14.066 4.464 1.444 430 120 263 3.722 570 437 1 2.615
33.361 12.985 4.234 1.311 210 825 8.605 552 1.817 10 2.812
21.209 6.225 2.790 409 99 285 3.990 464 1.731 14 5.202
54.570 19.210 7.024 1.720 309 1.110 12.595 1.016 3.548 24 8.014
501
416
917
75
11
86
576
427
1.003
540
367
907
1.116
794
1.910
31.863
18.094
49.957
4.179
1.270
5.449
36.042
19.364
55.406
12.924
5.948
18.872
48.966
25.312
74.278
-Groot- en detailhandel -Verschaffen van accommodatie en maaltijden -Vervoer, opslag -Uitgeverijen en audiovisuele bedr., telecomm., informatica -Financiële activiteiten en verzekeringen -Exploitatie van en handel in onroer. goed, diensten aan bedr. -Openbaar best. en defensie, verpl. sociale verzek., onderwijs -Menselijke gezondheidszorg -Maatschappelijke dienstverlening -Overige diensten
Niet gekend Totaal Bron : R.S.V.Z. Verwerking : ERSV-Limburg
Bronnen: http://www.ersvlimburg.be/content/content/record.php?ID=68&s_navID=36 http://arvastat.vdab.be/arvastat/index.html http://www.steunpuntwse.be/view/nl/18767
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
27
2.
DOMEIN BURGER/INWONER
2.1. Demografische gegevens 2.1.1. Loop van de bevolking en huishoudens Bree had in 2002 een bevolking van 14.150 inwoners. In 2012 zijn er dat 15.379.
In de cluster van vergelijkbare Vlaamse gemeenten was deze groei 5,5% en het gemiddelde voor het Vlaams gewest bedroeg +6,9%. Op 1 januari 2013 telde de bevolking van Bree 15.434 inwoners waarvan 14.415 met een Belgische nationaliteit en 1.019 (6,6%) met een niet-Belgische nationaliteit. Bij de Belgen telde Bree 7.170 mannelijke inwoners en 7.245 vrouwelijke inwoners. Bij de niet-Belgen telde Bree op 1/1/2013 526 mannen en 493 vrouwen. De bevolking in Bree steeg van 2000 tot 2012 met 9,8% (2000 =100). Inwoners totaal [index] 2000-2012 Gemeente Limburg: Bree Indexcijfers t.o.v. 2000 Gemeente Limburg Bree
Limburg
Gewest Vlaams Gewest
2000
100,0
100,0
100,0
2001
100,3
100,5
100,2
2002
101,1
100,9
100,5
2003
101,6
101,4
100,9
2004
102,1
101,8
101,3
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
28
2005
103,0
102,4
101,7
2006
103,6
103,0
102,3
2007
103,7
103,7
103,0
2008
105,5
104,5
103,7
2009
107,2
105,3
104,5
2010
108,4
106,0
105,2
2011
108,8
106,8
106,2
2012
109,8
107,4
106,9
Evolutie en verwachte evolutie van de totale bevolking [aantal] 1991-2030 Gemeente Limburg: Bree Sinds het jaar 2000 is het inwoners aantal van Bree boven de 14.000 inwoners gestegen, waar het vanaf de fusie in 1977 altijd tussen 13.500 en 13.750 is blijven schommelen. Van 2000 tot 2012 steeg het aantal inwoners met 1378 eenheden. . Aantal inwoners
Prognose aantal inwoners
1991
13.657
-
1992
13.689
-
1993
13.644
-
1994
13.626
-
1995
13.705
-
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
29
1996
13.688
-
1997
13.783
-
1998
13.831
-
1999
13.945
-
2000
14.001
-
2001
14.046
-
2002
14.150
-
2003
14.223
-
2004
14.289
-
2005
14.421
-
2006
14.503
-
2007
14.515
-
2008
14.774
-
2009
15.013
14.939
2010
15.173
15.045
2011
15.238
15.175
2012
15.379
15.324
2013
-
15.447
2014
-
15.556
2015
-
15.685
2016
-
15.786
2017
-
15.871
2018
-
15.956
2019
-
16.007
2020
-
16.066
2021
-
16.113
2022
-
16.145
2023
-
16.172
2024
-
16.189
2025
-
16.220
2026
-
16.215
2027
-
16.238
2028
-
16.246
2029
-
16.263
2030
-
16.271
Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
30
Studiedienst van de Vlaamse Regering - Bevolkingsprojecties
Wij dienen een onderscheid te maken tussen de natuurlijke aangroei en de migratiebewegingen. Uit onderzoek blijkt dat vooral medioren, 50-plussers, hun weg terugvinden naar Bree, meestal bemiddelde tweeverdieners Natuurlijk saldo [per 1.000 inwoners] 1991-2011 Bree (natuurlijk saldo : geboorten en sterftegevallen)
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
31
Bree
Limburg
Vlaams Gewest
1991
6,81
5,71
2,53
1992
5,70
5,29
2,39
1993
2,35
4,69
1,70
1994
4,55
3,78
1,48
1995
1,53
3,44
1,26
1996
2,56
3,43
1,26
1997
0,36
3,68
1,36
1998
4,12
2,88
1,01
1999
3,37
2,73
0,76
2000
1,21
2,36
0,74
2001
3,06
2,41
0,69
2002
1,70
1,81
0,30
2003
2,04
1,23
0,18
2004
1,82
2,21
1,03
2005
0,55
2,11
1,16
2006
0,69
2,49
1,56
2007
2,55
2,71
1,64
2008
4,60
2,82
1,97
2009
0,47
2,62
1,71
2010
2,31
2,63
1,84
2011
3,02
2,49
1,76
Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
32
Natuurlijk saldo mannen
Natuurlijk saldo vrouwen
Totaal
2000
10
7
17
2001
21
22
43
2002
4
20
24
2003
19
10
29
2004
2
24
26
2005
12
-4
8
2006
11
-1
10
2007
15
22
37
2008
34
34
68
2009
-4
11
7
Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
33
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
34
Naast het natuurlijk saldo wordt verder ingegaan op de migratiebewegingen.
Als wij de evolutie van de interne migratie voor de stad Bree bekijken, zien we dat globaal genomen het aantal interne migraties de afgelopen tien jaar is toegenomen: van 392 in de loop van 2000 tot 653 in de loop van 2011. Onder interne migraties verstaan we “het aantal personen die ingeschreven werden in de gemeenteregisters waar ze hun verblijfplaats wensen te vestigen en die voordien in een andere gemeente van het land verbleven (exclusief wachtregister).” ) Niet alleen de migratie van medioren vraagt op termijn aandacht voor zorg. Ook inwijking van jonge koppels en blijvers in de leeftijdsgroep 20 – 29 jarigen kan zorgen voor een bevolkingsaangroei en een stijging in het aantal geboorten. Uit de verschillende bovenstaande bevolkinganalyses zijn een aantal duidelijke trends af te leiden. Zo zal de Breese bevolking nog wel een tijdje blijven aangroeien, niet alleen door natuurlijke accres maar vooral door immigratie vanuit omliggende gemeenten, in het bijzonder Bocholt, MeeuwenGruitrode en Kinrooi. Een vaststelling die dit staaft is de “plattelandsvlucht”. In verhouding tot het aantal inwoners van de stad Bree klinkt dit misschien banaal , maar bijna of jong gepensioneerden die in de jaren 1970 – 1980 in min of meer residentiële wijken huizen gingen bouwen met bewoonbare oppervlakten groter dan 150 m2 en tuinen van 8 tot 15 aren, keren terug naar de stedelijke kern op zoek naar appartementen van ca. 100 m2 bewoonbare oppervlakte, liefst met een lift en een redelijk terras. In Bree wordt momenteel rijkelijk ingespeeld op die trend. Migratie is een belangrijke groeifactor in het bevolkingsaantal. Het zijn vooral medioren die naar Bree trekken, in mindere mate jonggehuwden waardoor een bijkomend effect zal optreden inzake de vergrijzing van de bevolking. Niet enkel de immigratie neemt toe, ook de emigraties (inwoners van Bree die uit Bree wegtrekken naar een andere (Belgische) gemeente, nam toe. Maar globaal gezien blijft het migratiesaldo de laatste jaren positief. In de loop van 2011 vestigden zich 66 personen meer in Bree dan er in datzelfde jaar wegtrokken. (zie onderstaande figuur )
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
35
Als wij de evolutie van het aantal interne inwijkingen per 1.000 inwoners in Bree bekijken, wordt de stijgende tendens van de afgelopen tien jaar duidelijk.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
36
Als we de stad Bree vergelijken met de omliggende gemeenten, blijkt duidelijk dat het aantal interne migraties per 1.000 inwoners in Bree hoger is dan de omliggende gemeenten. Bree oefent een aantrekkingskracht uit op de omliggende gemeenten. Er kan een duidelijke link gelegd worden tussen aanbod en aangroei: verhoogd aanbod van betaalbare bouwgrond, Graevenveld, Dreelveld, Keyartveld, heeft gezorgd voor bevolkingsaangroei.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
37
Onderstaande kaart maakt dit ook visueel duidelijk.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
38
En ook als we niet enkel naar 2011 kijken, maar ook de vorige jaren zien we dat Bree globaal gezien hoger scoort dan de omliggende gemeenten.
Ook als we kijken naar het totaal aantal inwijkingen per 1.000 inwoners (dus mensen die van andere gemeente in Bree komen wonen, vanuit het buitenland, verandering van register door erkend te worden als vluchteling, geregulariseerd, …) of heringeschreven te worden na schrapping) scoort Bree hoger dan de omliggende gemeenten.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
39
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
40
Enkel op vlak van de inwijkingen vanuit het buitenland per 1.000 inwoners, scoort Bree niet het hoogst van de omliggende gemeenten. In vergelijking met andere grensgemeenten is het aandeel Nederlanders nog beperkt in Bree. De externe migraties worden alsmaar belangrijker in omvang. De meeste Vlaamse gemeenten laten in recente jaren een positief saldo uit buitenlandse migratie optekenen. Hoge cijfers vinden we vooral in de Kempen en in Limburgse grensgemeenten met Nederland. Dergelijk verkleuren van de samenleving gaat gepaard met groeipijnen. In de komende decennia zal Vlaanderen verder verkleuren als gevolg van aanhoudende migratiebewegingen. Op lange termijn zal deze immigratie en de daarmee verbonden etnische diversiteit waarschijnlijk een aantal positieve effecten hebben. Maar op korte tot middellange termijn kunnen (recente) immigraties tot spanningen leiden. Etnische ongelijkheden plaatsen de maatschappij alleszins en vooral op het lokale niveau voor uitdagingen. Samenleven in diversiteit kan tot spanningen leiden maar kan echter ook verrijkend zijn Etnische diversiteit heeft ook een effect op het sociale kapitaal van de mensen: de sociale netwerken en het vertrouwen in de medemens. De analyse van Putnam maakt duidelijk dat het een zekere tijd en evolutie vergt om diversiteit als iets positief te ervaren. Deze evolutie veronderstelt dat er uit de diversiteit een nieuwe identiteit kan groeien. Vertaald naar de Vlaamse situatie: immigratie kan positieve effecten hebben voor het Vlaamse Gewest op langere termijn (grotere creativiteit, een sterkere economische groei en een gedeeltelijk ondervangen van de vergrijzing , maar de problematischere ervaringen spelen zich nu af in bepaalde wijken in de grootsteden. Het is ook lokaal dat de etnische ongelijkheden het best aangepakt kunnen worden. Dat bewijzen de VDAB-cijfers over de daling van het aantal allochtone niet-werkende werkzoekenden. Die daling is groter is indien gerichte acties ondernomen worden om de jeugdwerkloosheid aan te pakken dan in de
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
41
rest van Vlaanderen. De lokale aanpak van schoolse achterstand zoals die in Zweden gebeurt, zou eveneens succesvol zijn. Een diversiteitbeleid en een gelijke kansenbeleid hebben dus per definitie ook een lokale component.
Evolutie van het aantal inwoners per gemeente (incl. oppervlakte en bevolkingsdichtheid) 1/01/2004 M Noord-Limburg Bocholt Bree Hamont-Achel Hechtel-Eksel Lommel Meeuwen-Gruitrode Neerpelt Overpelt Peer Midden-Limburg As Diepenbeek Genk Hasselt Houthalen-Helchteren Opglabbeek Zonhoven Zutendaal West-Limburg Beringen Halen Ham Herk-de-Stad Heusden-Zolder Leopoldsburg Lummen Tessenderlo Maasland Dilsen-Stokkem Kinrooi Lanaken Maaseik Maasmechelen Zuid-Limburg Alken Bilzen Borgloon Gingelom Heers Herstappe Hoeselt Kortessem Nieuwerkerken Riemst Sint-Truiden Tongeren Voeren Wellen LIMBURG VLAANDEREN BELGIE
70.760 6.084 7.113 7.010 5.750 15.780 6.454 7.976 6.661 7.932 110.657 3.673 8.891 31.344 33.785 14.876 4.713 9.899 3.476 72.381 20.213 4.207 4.799 5.788 15.290 7.082 6.853 8.149 57.567 9.375 6.128 12.353 11.791 17.920 90.988 5.556 14.729 4.944 3.834 3.338 45 4.659 4.076 3.235 7.921 18.582 14.470 2.173 3.426 402.353 2.966.640 5.087.176
V
1/01/2012 T
M
69.398 140.158 6.102 12.186 7.176 14.289 6.745 13.755 5.595 11.345 15.656 31.436 6.074 12.528 7.903 15.879 6.472 13.133 7.675 15.607 112.463 223.120 3.662 7.335 8.762 17.653 32.206 63.550 35.342 69.127 14.731 29.607 4.617 9.330 9.750 19.649 3.393 6.869 72.363 144.744 20.183 40.396 4.200 8.407 4.775 9.574 5.809 11.597 15.251 30.541 7.068 14.150 6.798 13.651 8.279 16.428 57.020 114.587 9.330 18.705 5.800 11.928 12.065 24.418 11.713 23.504 18.112 36.032 92.189 183.177 5.480 11.036 14.917 29.646 5.071 10.015 3.883 7.717 3.323 6.661 42 87 4.612 9.271 3.993 8.069 3.281 6.516 7.889 15.810 19.140 37.722 15.061 29.531 2.138 4.311 3.359 6.785 403.433 805.786 3.049.384 6.016.024 5.309.245 10.396.421
74.509 6.353 7.656 7.222 6.055 16.760 6.625 8.350 7.282 8.206 116.177 4.018 9.231 32.197 36.528 15.179 5.114 10.360 3.550 77.529 21.812 4.652 5.199 6.101 15.951 7.598 7.234 8.982 60.144 9.982 6.269 12.930 12.413 18.550 95.028 5.686 15.541 5.244 4.128 3.531 48 4.787 4.211 3.336 8.130 19.579 15.005 2.109 3.693 423.387 3.135.552 5.413.801
V
Evolutie 2004-2012 T
M
V
73.413 147.922 6.376 12.729 7.723 15.379 7.003 14.225 5.885 11.940 16.649 33.409 6.335 12.960 8.336 16.686 7.118 14.400 7.988 16.194 118.535 234.712 3.986 8.004 9.146 18.377 33.067 65.264 38.060 74.588 15.177 30.356 5.048 10.162 10.527 20.887 3.524 7.074 77.833 155.362 21.849 43.661 4.700 9.352 5.194 10.393 6.215 12.316 16.052 32.003 7.574 15.172 7.124 14.358 9.125 18.107 59.851 119.995 9.965 19.947 5.983 12.252 12.669 25.599 12.415 24.828 18.819 37.369 96.385 191.413 5.629 11.315 15.817 31.358 5.251 10.495 4.117 8.245 3.572 7.103 39 87 4.801 9.588 4.189 8.400 3.355 6.691 8.135 16.265 20.168 39.747 15.552 30.557 2.048 4.157 3.712 7.405 426.017 849.404 3.215.213 6.350.765 5.622.147 11.035.948
3.749 269 543 212 305 980 171 374 621 274 5.520 345 340 853 2.743 303 401 461 74 5.148 1.599 445 400 313 661 516 381 833 2.577 607 141 577 622 630 4.040 130 812 300 294 193 3 128 135 101 209 997 535 -64 267 21.034 168.912 326.625
4.015 274 547 258 290 993 261 433 646 313 6.072 324 384 861 2.718 446 431 777 131 5.470 1.666 500 419 406 801 506 326 846 2.831 635 183 604 702 707 4.196 149 900 180 234 249 -3 189 196 74 246 1.028 491 -90 353 22.584 165.829 312.902
T Abs. 7.764 543 1.090 470 595 1.973 432 807 1.267 587 11.592 669 724 1.714 5.461 749 832 1.238 205 10.618 3.265 945 819 719 1.462 1.022 707 1.679 5.408 1.242 324 1.181 1.324 1.337 8.236 279 1.712 480 528 442 0 317 331 175 455 2.025 1.026 -154 620 43.618 334.741 639.527
% 5,5 4,5 7,6 3,4 5,2 6,3 3,4 5,1 9,6 3,8 5,2 9,1 4,1 2,7 7,9 2,5 8,9 6,3 3,0 7,3 8,1 11,2 8,6 6,2 4,8 7,2 5,2 10,2 4,7 6,6 2,7 4,8 5,6 3,7 4,5 2,5 5,8 4,8 6,8 6,6 0,0 3,4 4,1 2,7 2,9 5,4 3,5 -3,6 9,1 5,4 5,6 6,2
Opp. (ha) 60.887 5.934 6.496 4.366 7.670 10.237 9.126 4.278 4.085 8.695 42.800 2.207 4.119 8.785 10.224 7.827 2.498 3.934 3.207 37.057 7.830 3.629 3.269 4.283 5.323 2.249 5.338 5.135 33.256 6.561 5.476 5.900 7.691 7.628 68.214 2.814 7.590 5.112 5.649 5.307 135 3.002 3.390 2.246 5.788 10.690 8.756 5.063 2.672 242.214 1.352.225 3.052.792
Dichtheid (inw/km²) 1/01/2004 1/01/2012 230 205 220 315 148 307 137 371 322 179 521 332 429 723 676 378 374 499 214 391 516 232 293 271 574 629 256 320 345 285 218 414 306 472 269 392 391 196 137 126 64 309 238 290 273 353 337 85 254 333 445 341
243 215 237 326 156 326 142 390 353 186 548 363 446 743 730 388 407 531 221 419 558 258 318 288 601 675 269 353 361 304 224 434 323 490 281 402 413 205 146 134 64 319 248 298 281 372 349 82 277 351 470 362
Bron : FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Verwerking : ERSV-Limburg
Evolutie van de huishoudens. Het aantal ongehuwden stijgt en ook het aantal echtscheidingen stijgt. Ongehuwd
Gehuwd
Weduwstaat
Gescheiden
2000
5.560
7.167
812
462
2001
5.591
7.150
805
500
2002
5.647
7.132
815
556
2003
5.680
7.108
831
604
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
42
2004
5.709
7.123
819
638
2005
5.811
7.075
839
696
2006
5.850
7.060
855
738
2007
5.851
6.999
877
788
2008
5.969
7.079
889
837
2009
6.130
7.071
902
910
2010
6.221
7.054
929
969
2011
6.260
7.054
924
1.000
2012
6.364
7.064
930
1.021
Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie * gehuwd omvat eveneens wettelijk gescheiden van tafel en bed
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
43
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
44
Er vindt een evolutie plaats in de samenstelling van de huishoudens, zodat mensen in de toekomst in andere, meer diverse samenlevingsverbanden zullen wonen. De voorbije decennia nam het aantal particuliere huishoudens immers sterk toe, terwijl de huishoudensgrootte gestaag afnam. In 2020 zal het aantal huishoudens gestegen zijn 6.685.
Huishoudens naar grootte [aantal] op 01.01.2007-2012 Gemeente Limburg: Bree. 2007
2008
2009
2010
2011
2012
Alleenwonend 1.413 e
1.479
1.499
1.537
1.565
1.640
2 personen
1.947
2.030
2.054
2.110
2.166
2.191
3 personen
1.038
1.030
1.043
1.033
1.027
1.028
4 personen
912
927
971
997
981
983
5 personen
336
328
318
315
309
301
6 personen of 101 meer
101
103
92
96
105
Totaal
5.895
5.988
6.084
6.144
6.248
5.747
Bron: Rijksregister Deze trend zal zich verder doorzetten in de toekomst en heeft een direct effect op de woningmarkt en het huisvestingsbeleid, zowel naar omvang als naar woningtype. Meer alleenstaanden in de bevolking betekent een grotere vraag naar aangepaste woongelegenheden zoals kleinere appartementen, woonblokken of zogenaamde kangoeroewoningen. Bovendien heeft de toename van het aantal huishoudens ook een impact op het milieu (meer CO2 uitstoot, meer afval, enz) en het ruimtegebruik.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
45
Het aantal huishoudens stijgt, de grootte ervan daalt en de samenstelling van de huishoudens verandert. Nog meer en nog kleinere huishoudens De groei van het aantal huishoudens hangt samen met de voortgaande huishoudenverdunning ten gevolge van de daling van de vruchtbaarheid, de toename van (echt)scheiding en de vergrijzing van de bevolking. Een steeds groter aantal oudere paren en alleenstaande ouderen vormt een eigen huishouden. De daling in de gezinsgrootte is vooral het gevolg van een spectaculaire toename van de éénpersoonshuishoudens maar ook de gemiddelde omvang van de meerpersoonshuishoudens liep terug. In 2020 zal één op drie huishoudens bestaan uit één persoon. Die trends hebben een direct effect op de woningmarkt en het huisvestingsbeleid. Meer en kleinere huishoudens betekent ook een stijging van de consumptie (per huishouden een ijskast, koffiezet…) en meer mobiliteitsproblemen, voornamelijk een lagere bezettingsgraad van personenwagens. De toename van het aantal huishoudens heeft een negatieve impact op het milieu: een stijging van de emissie van broeikasgassen, van huishoudelijk afval, van de belasting van het oppervlaktewater, en van het waterenergie- en ruimtegebruik.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
46
Veranderende leefvormen: Het typemodel van samenwonen met een partner én met kinderen gaat sterk achteruit. Samenwonen met een partner zonder thuiswonende kinderen komt frequenter voor. Er wordt steeds minder op basis van een huwelijk samengewoond. Niet-gehuwd samenwonen met een partner wint aan belang. Globaal woont men steeds minder met kinderen samen. Men leeft wel vaker met kinderen én nietgehuwd met een partner en men is ook iets vaker een alleenstaande ouder. Voor de kinderen betekent dit dat zij vaker opgroeien in een niet-klassiek gezin. Huishoudens naar type [aantal] op 01.01.2007-2012 Gemeente Limburg: Bree. 2007
2008
2009
2010
2011
2012
1.412
1.478
1.497
1.536
1.565
1.639
Gehuwd paar 1.401 zonder thuiswonend kind
1.454
1.460
1.492
1.555
1.566
Gehuwd paar 1.936 met thuiswonend(e) kind(eren)
1.917
1.924
1.896
1.840
1.821
Niet gehuwd 230 samenwonend paar zonder thuiswonend(e) kind(eren)
263
268
278
257
282
Alleenwonend
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
47
Niet gehuwd 176 samenwonend paar met thuiswonend(e) kind(eren)
199
245
270
293
323
Eenoudergezin 479
459
459
479
480
475
Ander type 113 huishouden
125
135
133
154
142
Totaal
5.895
5.988
6.084
6.144
6.248
5.747
Bron: Rijksregister
Limburg in cijfers naar type [%] 2007-2012 Gemeente Limburg: Bree 2007
2008
2009
2010
2011
2012
24,6
25,1
25,0
25,2
25,5
26,2
Gehuwd paar zonder 24,4 thuiswonend kind
24,7
24,4
24,5
25,3
25,1
Gehuwd paar met 33,7 thuiswonend(e) kind(eren)
32,5
32,1
31,2
29,9
29,1
Niet gehuwd 4,0 samenwonend paar zonder thuiswonend(e) kind(eren)
4,5
4,5
4,6
4,2
4,5
Alleenwonend
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
48
Niet gehuwd 3,1 samenwonend paar met thuiswonend(e) kind(eren)
3,4
4,1
4,4
4,8
5,2
Eenoudergezin
8,3
7,8
7,7
7,9
7,8
7,6
type 2,0
2,1
2,3
2,2
2,5
2,3
Ander huishouden
Bron: Rijksregister
Positie in het huishouden [aantal] op 01.01.2007-2012 Gemeente Limburg: Bree 2007
2008
2009
2010
2011
2012
1.412
1.478
1.497
1.536
1.566
1.640
Gehuwd met 2.802 partner zonder thuiswonend(e) kind(eren)
2.908
2.920
2.983
3.110
3.131
Gehuwd met 3.872 partner - met thuiswonend(e) kind(eren)
3.834
3.848
3.792
3.680
3.642
Kind bij een 3.503 gehuwd paar
3.451
3.460
3.404
3.328
3.276
Niet-gehuwd - 460 samenwonend met partner zonder thuiswonend(e) kind(eren)
526
536
556
514
564
Niet-gehuwd - 352 samenwonend met partner met thuiswonend(e) kind(eren)
398
490
540
586
646
Kind bij niet- 264 gehuwd, samenwonend paar
313
378
429
467
521
Alleenstaande ouder
479
459
459
479
480
475
Kind bij een 745 alleenstaande ouder
713
714
735
729
714
Inwonende 265 andere persoon
286
282
256
257
266
245 Overige persoon (in ander type huishouden)
268
296
290
337
323
Alleenwonend
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
49
Lid van 114 collectief huishouden
140
131
168
176
176
Totaal
14.774
15.011
15.168
15.230
15.374
14.513
Bron: Rijksregister Méér alleenwonenden in nabije toekomst! Alleenwonend [%], 2007-2012 - Bree Bree
Limburg
2007
9,7
9,5
2008
10,0
9,6
2009
10,0
9,8
2010
10,1
10,0
2011
10,3
10,2
2012
10,7
10,4
Bron: Rijksregister De belangrijkste oorzaken van die groei zijn het ontbinden van relaties en de vergrijzing. Ten gevolge van de hoge toename van het aantal (echt)scheidingen wonen steeds meer mensen van middelbare leeftijd alleen. Doordat er steeds meerouderen zijn, zijn er ook meer alleenwonende ouderen. En dit ondanks het feit dat ten gevolge van een stijging van de levensverwachting mannen en vrouwen langer als paar door het leven gaan en dus verhoudingsgewijs minder alleen wonen dan in 1990.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
50
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
51
Aantal 60-plussers in Bree naar burgerlijke staat ongehuwd gehuwd weduwnaar/weduwe echtgescheiden scheiding van tafel en bed totaal
2007 196 2.158 765 93 3 3.215
2008 198 2.240 779 115 2 3.334
2009 193 2.261 802 137 2 3.395
2010 200 2.318 832 155 0 3.505
2011 205 2.396 819 169 0 3.589
2012 209 2.465 831 193 0 3.698
2007 684 1728 382 27
2008 710 1796 385 22
2009 733 1823 382 29
2010 747 1874 399 36
2011 760 1950 391 37
2012 804 2009 383 59
6 0 127 2 71 83 105 3215
7 0 120 3 75 85 131 3334
11 1 124 3 77 87 125 3395
11 0 125 3 70 87 153 3505
9 0 121 2 66 96 157 3589
9 0 122 3 68 84 157 3698
2007 506 12
2008 509 8
2009 2010 524 530 11 13
2011 530 10
2012 552 16
3 119 36 25 64 765
4 108 37 28 85 779
3 112 37 30 85 802
2 107 28 34 108 819
3 106 27 30 97 831
Aantal 60-plussers in Bree in het huishouden alleenwonend gehuwd partner zonder thuiswonend kind gehuwd partner met thuiswonend(e) kind(eren) niet gehuwd samenwonende partner zonder thuiswonend kind niet gehuwd samenwonende partner met thuiswonend(e) kind(eren) kind bij niet gehuwd samenwonend paar alleenstaande ouder kind bij een alleenstaande ouder inwonende andere persoon overige persoon (in ander type huishouden) lid van een collectief huishouden totaal
Aantal weduwe/weduwnaars 60 - plussers in Bree naar positie in het huishouden alleenwonend niet gehuwd samenwonende partner zonder thuiswonend kind niet gehuwd samenwonende partner met thuiswonend(e) kind(eren) alleenstaande ouder inwonende andere persoon overige persoon (in ander type huishouden) lid van een collectief huishouden totaal
2 114 33 30 110 832
Bron: Rijksregister Verwerking: provincie Limburg - Directie Mens - Steunpunt Sociale Planning
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
52
Aantal 35-50-jarigen in Bree naar burgerlijke staat ongehuwd gehuwd nietigverklaring van het huwelijk weduwnaar/weduwe echtgescheiden beëindiging van het partnerschap onbepaald totaal
2007 517 2.557 0 42 449 0 0 3.565
2008 543 2.514 0 34 472 1 0 3.564
2009 565 2.453 0 32 486 0 0 3.536
2010 604 2.428 0 32 500 0 0 3.564
2011 607 2.335 1 29 490 0 3 3.465
2012 637 2.304 1 27 482 0 5 3.456
2007 322 310 2.111 109 113
2008 328 291 2.083 115 113
2009 321 273 2.052 105 115
2010 336 282 2.026 113 122
2011 325 293 1.943 103 101
2012 330 294 1.919 92 108
177 3 224 86 37 71 2 3.565
207 4 216 83 48 73 3 3.564
246 4 221 87 38 72 2 3.536
264 4 221 84 31 76 5 3.564
282 4 213 81 30 82 8 3.465
287 4 205 79 30 99 9 3.456
2007 116 16 45
2008 128 19 47
2009 121 14 44
2010 117 17 53
2011 121 13 44
2012 122 12 42
87 0 142 13 4 26 449
96 0 145 14 5 18 472
112 1 153 18 4 19 486
125 0 150 15 5 18 500
132 0 143 12 2 23 490
127 0 143 12 1 23 482
Aantal 35-50-jarigen in Bree positie in het huishouden alleenwonend gehuwd partner zonder thuiswonend kind gehuwd partner met thuiswonend(e) kind(eren) kind bij een gehuwd paar niet gehuwd samenwonende partner zonder thuiswonend kind niet gehuwd samenwonende partner met thuiswonend(e) kind(eren) kind bij niet gehuwd samenwonend paar alleenstaande ouder kind bij een alleenstaande ouder inwonende andere persoon overige persoon (in ander type huishouden) lid van een collectief huishouden totaal Aantal gescheiden 35-50-jarigen in Bree positie in het huishouden alleenwonend kind bij een gehuwd paar niet gehuwd samenwonende partner zonder thuiswonend kind niet gehuwd samenwonende partner met thuiswonend(e) kind(eren) kind bij niet gehuwd samenwonend paar alleenstaande ouder kind bij een alleenstaande ouder inwonende andere persoon overige persoon (in ander type huishouden) totaal
Bron: Rijksregister Verwerking: provincie Limburg - Directie Mens - Steunpunt Sociale Planning
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
53
Aantal 18-24-jarigen in Bree naar burgerlijke staat ongehuwd gehuwd echtgescheiden onbepaald totaal
2007 1.276 51 1 0 1.328
2008 1.274 52 1 0 1.327
2009 1.292 46 2 0 1.340
2010 1.310 46 2 0 1.358
2011 1.300 35 0 0 1.335
2012 1.284 35 1 1 1.321
2007 38 18 13 874 78
2008 39 23 14 856 71
2009 43 18 15 884 60
2010 39 20 16 878 72
2011 31 13 13 845 66
2012 34 13 11 822 78
20 28 4 190 40 25 1.328
25 32 3 189 41 34 1.327
24 35 2 198 33 28 1.340
19 55 5 206 32 16 1.358
20 56 4 219 24 44 1.335
27 63 4 207 25 37 1.321
Aantal 18-24-jarigen in Bree positie in het huishouden alleenwonend gehuwd partner zonder thuiswonend kind gehuwd partner met thuiswonend(e) kind(eren) kind bij een gehuwd paar niet gehuwd samenwonende partner zonder thuiswonend kind niet gehuwd samenwonende partner met thuiswonend(e) kind(eren) kind bij niet gehuwd samenwonend paar alleenstaande ouder kind bij een alleenstaande ouder inwonende andere persoon overige persoon (in ander type huishouden) totaal
Aantal 18-24-jarigen in Bree ongehuwd en alleenwonend 2007 2008 2009 2010 2011 2012 36 39 40 38 30 33
ongehuwd en alleenwonend
Bron: Rijksregister Verwerking: provincie Limburg - Directie Mens - Steunpunt Sociale Planning Bree scoort hoger wat alleenstaanden betreft dan het gemiddelde van de provincie maar blijft onder het Vlaams gemiddelde. Naast de demografische ontwikkelingen zijn er economische en culturele factoren die de aangroei van de groep alleenwonenden hebben gestimuleerd zoals een toename van de welvaart; de wijzigingen in het sociale zekerheidssysteem; een steeds verdergaande taakspecialisatie waardoor jongeren het ouderlijke huis moeten verlaten om een baan die bij een gespecialiseerde opleiding hoort, te krijgen; een geliberaliseerde moraal; de veranderde maatschappelijke positie van de vrouw; een verdwijnen van de discriminatie van alleenwonenden; een normatief-institutionele gelijkstelling met gehuwden; en veranderingen in de woningmarkt. De moderne, vrijwel algemeen toegankelijke verkeer- en communicatie-infrastructuur stellen meer mensen in staat om, onafhankelijk van anderen, aan hun leven inhoud trachten te geven. Nieuwe technologische ontwikkelingen zoals elektronische bewaking kunnen het zelfstandig blijven wonen van ouderen positief beïnvloeden. Twee huishoudtypes vragen extra aandacht van de overheid omwille van de minder gunstige leefsituatie nl de alleenwonende personen en de alleenstaande ouders met afhankelijke kinderen. In 2020 zullen er bijna 1 miljoen alleenwonende personen zijn in Vlaanderen. Meer dan de helft van de alleenwonende personen zal dan minstens 60 jaar zijn, 17% zal zelfs ouder zijn dan 80 jaar. Vlaanderen zal in 2020 meer dan 100.000 alleenstaande ouders met afhankelijke kinderen tellen. Bijna één op vijfkinderen zal bij een alleenstaande ouder, hoofdzakelijk een alleenstaande moeder, wonen. Het aantal collectief wonende vijfentachtigplussers zal tegen 2020 bijna verdubbelen.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
54
In Bree stegen de alleenstaanden. De vrouwen vormen de grootste groep met daarin vooral de vrouwen met kinderen. Het aantal alleen wonende vrouwen is van 2000 tot 2009 gestegen van 640 naar 840 ; verwacht wordt dat er in 2020 1.046 alleenwonende vrouwen zijn in Bree. Het aantal alleen wonende mannen is van 2000 tot 2009 gestegen van 494 naar 700. Dit aantal zou in 2020 gestegen zijn naar 773. In zijn advies wijst de SERV op de verdere gezinsverdunning, wat in combinatie met de vergrijzing, een impact heeft op de woningmarkt. Meer specifiek zal de vraag naar aangepaste woningen voor alleenstaande ouderen, zoals aangepaste kleinere appartementen, woonblokken en zogenaamde kangoeroewoningen toenemen. Op basis van een constant aandeel van alleenwonenden en alleenstaanden wordt geschat dat er in Vlaanderen tegen 2020 een extra vraag zal zijn naar ongeveer 80.000 woongelegenheden die aangepast zijn voor alleenstaanden. Tegen 2050 kan dit geschat worden op 170.000 eenheden. Alleenwonende personen vormen een zeer heterogene groep. In grote lijnen kunnen drie groepen alleenwonenden worden onderscheiden. De eerste groep bestaat uit ongehuwde jongvolwassenen – meer mannen dan vrouwen – die na het verlaten van het ouderlijke huis enige tijd alleen wonen. Het is meestal een tijdelijke leefvorm vooraleer te gaan samenwonen met een partner. Een deel van hen heeft al een niet-gehuwde samenwoonrelatie achter de rug. De tweede groep omvat mensen van middelbare leeftijd die vaak (tijdelijk) alleen wonen nadat hun relatie is ontbonden. Er zijn meer mannen dan vrouwen omdat de kinderen na een scheiding meestal (officieel) bij de moeder blijven wonen zodat enkel de vader in het Rijksregister als een alleenwonende staat genoteerd. Bij ouderen is de belangrijkste oorzaak van het alleen wonen het overlijden van de huwelijkspartner. Het overwicht aan vrouwen heeft te maken met het feit dat mannen een kortere levensverwachting hebben en omdat mannen bovendien gemiddeld ouder zijn dan hun partner. Alleenwonende weduwen zijn dan ook een omvangrijke groep binnen de alleenwonenden. In relatieve zin zal het aantal alleenwonende ouderen en vooral het aantal alleenwonende 80-plussers het sterkst toenemen.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
55
In 2005 woont 21,06% van de Breese 60-plussers alleen. Van de leeftijdsgroep 80+ is dat 40,6%. In absolute cijfers stijgen de aantallen alleenstaanden op 5 jaar tijd van 651 naar 751, plus 100, wat gelijke tred houdt met de bevolkingsaangroei. Dit blijkt ook uit het procentpunt. Toch is er een relatief sterke daling van 3,85% in het aantal alleenstaanden in de leeftijdsgroep 80+ op 1/1/2010. Dit heeft alles te maken met het ondertussen in gebruik genomen rusthuis Gerkenberg waar 86 personen gehuisvest zijn in een “collectief huishouden”. Mocht het rusthuis niet bestaan,dan zou het aantal alleenstaande 80+ tussen 2008 en 2010 gestegen zijn van 40,84 naar 47,95 %. Enige nuance blijft noodzakelijk, waarschijnlijk zouden verschillende alleenstaande 80+ verhuisd geweest zijn naar rust- en verzorgingstehuizen in omliggende gemeenten Alleenwonend (80+) [%], 2007-2012 - Bree Bree
Limburg
2007
37,1
37,2
2008
37,2
37,2
2009
37,3
36,9
2010
35,4
37,1
2011
36,2
37,3
2012
37,8
37,4
Bron: Rijksregister
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
56
Dit betekent dat niet enkel het aantal alleenwonenden zal groeien maar dat terzelfder tijd de groep alleenwonenden zal verouderen. Het aantal alleenwonende oudere mannen zal het sterkst toenemen omdat de winst in levensverwachting voor hen groter is dan voor vrouwen, maar ook omdat echtgescheiden alleenwonende mannen de leeftijd van 80 zullen overschrijden. De echtgescheiden vrouwen komen uiteraard eveneens in die oudste leeftijdsgroep terecht maar vrouwen hadden altijd al, indien ze niet gescheiden waren, een grote kans om te verweduwen en alleenwonend te worden. In 2020 zal het aantal alleenwonende oudere vrouwen nog steeds in ruime mate het aantal alleenwonende oudere mannen overtreffen. Het is bekend dat alleenwonende personen minder gezond zijn, een minder gunstige arbeidsmarktpositie en een hoger armoederisico hebben, en dat hun sociale participatie geringer is. Alleenwonenden zijn zelden huiseigenaar; zij bewonen vaak (sociale) kleinere huurwoningen. Vooral oudere alleenwonenden lopen een hoger risico op sociale uitsluiting, armoede en vereenzaming. Bijzonder kwetsbaar zijn de alleenwonende (oudste) ouderen als zij zorgbehoevend zijn. Zij hebben meer nood aan externe hulp en zorg dan ouderen van wie de huisgenoten intensieve mantelzorg (kunnen) verlenen. Zij hebben ook een grotere kans om te verhuizen naar een residentiële voorziening dan ouderen die met minstens één andere persoon samenwonen. Gezien de verwachte grote toename van het aantal alleenwonende oudste ouderen zal de vraag naar formele hulp, zowel van commerciële als van niet-commerciële diensten, en de vraag naar residentiële zorg toenemen. Alternatieve woonvormen zoals groepswoningen, kangoeroewoningen en aanleunwoningen kunnen een oplossing bieden om langer zelfstandig te blijven wonen. Eén op vijf kinderen bij alleenstaande ouder. Vooral het aantal alleenstaande moeders groeide omdat na een (echt)scheiding de kinderen meestal (officieel) bij de moeder wonen. In de nabije toekomst zal het aantal alleenstaande ouders met thuiswonende afhankelijke kinderen, vooral moeders, dalen. Die daling zal niet het gevolg zijn van wijzigingen in het relationele gedrag – relatieontbindingen zullen blijven toenemen, hoewel minder sterk dan in de voorgaande periode – maar zal het gevolg zijn van een bevolkingskrimp van de 15- tot 49-jarigen en van het feit dat steeds minder mensen kinderen zullen krijgen. Eenoudergezinnen (vooral moeders) hebben vaker een lager gezinsinkomen dan tweeoudergezinnen en hebben een grotere kans om in de armoede terecht te komen. Voor velen valt een voltijdse baan moeilijk te combineren met de gezinstaken. Laagdrempelige, beschikbare en betaalbare kinderopvang en gezinsvriendelijke arbeidstijden zijn dan ook zeer belangrijk voor alleenstaande ouders. Er is een weerslag op de huisvestingsmarkt; de vraag naar goedkopere, niet noodzakelijk qua aantal kamers kleinere, woningen stijgt en omdat de huurprijzen op de private huurmarkt hoger liggen dan bij sociale huisvestingsmaatschappijen, stijgt daar de vraag naar huurwoningen. Overal in Vlaanderen krijgen de sociale huisvestingsmaatschappijen meer en meer te maken met deze gezinsvorm; éénoudergezinnen met kinderen. Alleenstaande ouders hebben een slechtere (geestelijke) gezondheid dan personen die samenwonen met kinderen en een partner. Zij lopen een groter risico op sociale deprivatie. Alleenstaande ouders lijken meer moeilijkheden te ondervinden bij de opvoeding van hun kinderen en wensen vaker opvoedingsondersteuning. Er zijn aanwijzingen dat kinderen uit éénouder- en stiefgezinnen het minder goed doen dan kinderen die bij hun beide ouders opgroeien. Onderzoeken naar effecten op korte en op lange termijn maken gewag van een lager psychisch welbevinden, een lagere graad van levenssatisfactie, meer gedragsproblemen, meer relationele problemen, slechtere schoolprestaties, minder goede beroepsloopbanen, meer gezondheidsproblemen en andere levenslopen. Kinderen uit éénoudergezinnen hebben een hoger risico op armoede dan kinderen uit een gezin met twee ouders. Zij nemen minder deel aan sociale, artistieke en sportieve activiteiten. De voorspelde wijzigingen in de huishoudsamenstelling zijn niet zonder belang voor de maatschappij. Deze gezinsverdunning zal enerzijds de behoefte aan externe ondersteuning doen toenemen en anderzijds het potentieel aan ondersteuning vanuit het eigen gezin doen afnemen (mantelzorger is vaak gezinslid). Het heeft eveneens gevolgen voor consumptiepatronen,woonvoorkeuren en woonbehoeften, sociale cohesie. Deze demografische evoluties gaan gepaard met een grotere verscheidenheid in samenleefvormen. Zo kan het fenomeen van nieuw samengestelde gezinnen een tegenovergestelde vraag en behoefte doen ontstaan, wat een marge van onzekerheid creëert ten aanzien van het beleid.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
57
2.2. Leeftijdsopbouw Veroudering van de bevolking is een onafwendbaar gevolg van de demografische transitie of overgang van een demografisch regime met hoge sterfte en hoge vruchtbaarheid naar een regime met lage sterfte en lage vruchtbaarheid. Dit is vooral het geval voor de West-Europese landen, waar nu al bijna 20 procent van de bevolking 65 jaar of ouder is. De levensverwachting zal blijven stijgen De ‘bevolkingsveroudering’ is een mondiaal en onontkoombaar gebeuren De 20ste eeuw is de eeuw van de ‘bevolkingsexplosie’. De 21ste eeuw wordt de eeuw van de ‘bevolkingsveroudering’. Het fenomeen van ‘bevolkingsveroudering’ zoals wij deze nu kennen in de Rijke landen is te verklaren door erg lage sterfte en hoge levensverwachting. Er kan tussen 2000 en 2050 nog een stijging worden verwacht van ruim 7 procent, van 78,5 naar 84,1 jaar (beide geslachten samen) en is bijna uitsluitend het gevolg is van een daling van de sterftecijfers na 60 jaar. In de West-Europese landen wordt voor de nakende stijging van het aantal 60-plussers voornamelijk gewezen op het feit dat de nakomelingen van de ‘baby-boomers’ van de jaren 1950-1960 vanaf 2010 de pensioenleeftijd zullen bereiken. Het is onmiskenbaar dat het aantal extra geboortes uit die naoorlogse periode de volgende jaren het aantal pensioengerechtigden zullen opdrijven. Maar men moet er zich wel van bewust zijn dat het hier over een tijdelijk effect gaat: vanaf 2030 zal de stijging van het aantal ouderen afzwakken. Daarenboven mag niet worden vergeten dat ook al in 1950 we een relatief lage vruchtbaarheid kenden, van minder dan 3 kinderen. In zoverre de hogere levensverwachting in ons land de échte ‘motor’ is van de bevolkingsveroudering en niet de lage vruchtbaarheid, kan een politiek met het oog op een hogere vruchtbaarheid geen instrument zijn tegen de ‘bevolkingsveroudering’. Dit wil helemaal niet betekenen dat het beleid geen oog moet hebben voor de erg lage vruchtbaarheid, integendeel. Onderzoek wijst uit dat vele vrouwen graag meer kinderen zouden hebben (Van Peer). Daarenboven blijkt dat een deel van het lage kindertal zou te wijten zijn aan het feit dat vrouwen op late leeftijd starten met het krijgen van kinderen. Het lage kindertal is dus ook een sociaal probleem. Voor die reden alleen al verdient het de aandacht van de overheid. De Breese bevolking kenmerkt zich ook door een toenemende vergrijzing.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
58
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
59
In de bevolkingspiramides stellen we een zelfde verloop vast met de rest van Limburg. De grootste groep situeert zich in de leeftijdscategorie 40-59 jaar. Refererend naar het vervangingscijfer ( verhouding oude actieven ( 40 – 59 jarigen) t.o.v.de jonge actieven ( 20 – 39 jarigen ), impliceert dit er onvoldoende jongere actieven zijn om de andere oudere actieven te vervangen. Uit een grondige demografische analyse van de Breese bevolking blijkt de groep 65-plussers steeds omvangrijker te worden, terwijl in verhouding de groep 20-64 jarigen licht en de groep 0 – 19 jarigen sterk blijken af te nemen. De 65-plussers, die geen eigenaar van een woning zijn, zijn een groep die, naarmate men ouder wordt, het financieel steeds moeilijker heeft door de stijging van de huurprijzen op de private huurmarkt en de groeiende behoefte aan zorg, die een steeds grotere impact krijgt op het beschikbare budget. Anderzijds is er de behoefte om zo lang mogelijk zelfstandig te wonen. Deels kan tegemoetgekomen worden aan de noden van de doelgroep door een aanbod van aangepaste woongelegenheden in de sociale huurmarkt. De vergrijzing slaat toe, langzaam maar zeker. De bevolking in Vlaanderen zal nog licht stijgen. De vergrijzing van de bevolking zal zich in Vlaanderen versterkt verder zetten; tegen 2050 is 1 op 4 Vlaming ouder dan 65 jaar. Het Vlaamse gewest wordt zelfs de meest vergrijsde regio in België. Vandaag al kan voorspeld worden dat dit zal leiden tot hogere sociale zekerheidsuitgaven, tegen 2050 wordt er zelfs een meerkost van 6% van het BBP voorspeld tegenover 2007. De geringe instroom van jong actieve ten overstaan van de uitstroom van oudere werknemers zal al op korte termijn leiden tot krapte op de arbeidsmarkt, zeker als de werkzaamheidgraad niet stijgt.
De leeftijdspiramide vertoont het typische profiel van een verouderde bevolking: een zware top en een smalle basis. Opvallend is ondanks het algemene fenomeen van ontgroening in Bree het aantal 0- 9 jarigen in 2020 tegenover 2011 zou stijgen. Verwacht wordt dat de algemene vergrijzing zich verder doorzetten (Federaal Planbureau en Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie). Binnen die prognose zakt op Vlaams niveau
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
60
het aandeel van de min-20-jarigen in de bevolking naar 20 procent tegen 2050 terwijl het aandeel van de 65-plussers gestaag stijgt naar 27 procent tegen 2050. De leeftijdspiramide krijgt alsmaar meer een zwaardere top. Lage vruchtbaarheidscijfers leiden ertoe dat de voet van de leeftijdspiramide smal blijft. De vergrijzing vloeit voornamelijk uit het opschuiven dan de babyboomgeneraties naar oudere leeftijden in de loop van de projectieperiode. Het volume ouderen en hun gewicht in de totale populatie neemt daardoor in sterke mate toe. Bovenop die volumewijziging gaat een bijkomend vergrijzingseffect uit van de daling van de sterftecijfers t.g.v. de stijging van de overlevingskansen en de daaruit voortvloeiende toename van de levensverwachting die in deze projecties voor de toekomst worden voorzien. M.a.w. niet enkel het volume neemt toe, ook het aantal jaren dat dit grotere volume mensen blijft leven, stijgt in de toekomst. Bovendien zal ook de diversiteit, zowel sociaal-economisch als sociaal-cultureel, binnen de groep ouderen toenemen. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de aanpak van de toenemende zorgvraag en woonvoorkeuren en stelt de vraag naar de combinatie van wonen en zorg. Ouderen zullen in de toekomst vaker zelfstandig (al dan niet met een partner) wonen en zullen minder vaak worden opgenomen in een tehuis/rusthuis. Dit hangt ondermeer samen met de toenemende gezondheid en de daardoor afnemende hulpbehoevendheid van de ouderen. De ouderen van de toekomst leven ook anders dan die van vroeger: ze leven vooral anders-actief (actief ouder zijn) dankzij de verruimde mogelijkheden op het gebied van vrije tijd. Ze nemen ook vaak een rol op bij de opvang van hun kleinkinderen en/of ouders. Ondanks het dalende aandeel 85-plussers dat collectief zal wonen, zal ten gevolge van de enorme toename van alleroudsten in de bevolking het absoluut aantal 85-plussers dat op één of andere manier zal samenwonen bijna verdubbelen. Alternatieve woonvormen zoals groepswoningen, kangoeroewoningen en aanleunwoningen kunnen een oplossing bieden om langer zelfstandig te blijven wonen, evenals aanpasbaar of levenslang wonen. De toenemende vergrijzing heeft een belangrijke ruimtelijke impact door enerzijds de vraag naar meer collectieve (zorg)voorzieningen die extra ruimte innemen en anderzijds door de vraag naar een uitgebreider en meer gedifferentieerd aanbod aan huisvesting voor ouderen. Aantal 65-plussers in de gemeente/totale bevolking
BREE
1991
1996
2001
2006
2011
2013
0-19j 20-64j 65+ TOTAAL 019J/TOTAAL 2064J/TOTAAL 65+/TOTAAL TOTAAL %
3608 8589 1460 13657
3459 8464 1765 13688
3309 8671 2066 14046
3175 8873 2455 14503
3177 9340 2709 15226
3143 9491 2813 15447
26,42%
25,27%
23,56%
21,89%
20,87%
20,35%
Meerjarenplan 2014 - 2019
62,89% 61,84% 61,73% 61,18% 61,34% 61,44% 10,69% 12,89% 14,71% 16,93% 17,79% 18,21% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
61
evolutie aandeel leeftijdscategorieën tov totale bevolking
70,00%
procentueel aandeel per leeftijdscategorie
60,00%
50,00%
40,00%
0 - 19j 20 - 64j 65+
30,00%
20,00%
10,00%
0,00% 1991
1996
2001
2006
2011
2013
jaar
De groep ouderen blijft aangroeien. Waar het aandeel personen van 60 jaar en ouder in de totale Vlaamse bevolking momenteel nog 24.5 % bedraagt, zal dit in 2050 opgelopen zijn tot 34,3 %. Ouderen 60-... jaar [%] 2000-2012 Bree Bree
Limburg
Vlaams Gewest
2000
20,4
19,1
22,2
2001
20,6
19,5
22,3
2002
20,7
19,6
22,3
2003
21,0
19,9
22,4
2004
21,2
20,2
22,5
2005
21,4
20,5
22,8
2006
21,8
20,8
23,0
2007
22,2
21,2
23,3
2008
22,6
21,6
23,6
2009
22,6
22,1
23,9
2010
23,1
22,5
24,1
2011
23,6
23,0
24,3
2012
24,0
23,4
24,5
Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie Momenteel is in Limburg 23,4 % 60-plussers, dus een iets lager aandeel dan het Vlaamse Gewest. Tegen 2050 zal deze groep 35,3 % van de populatie vertegenwoordigen, waarmee de achterstand is ingehaald. Ook de groep hoogbejaarden (80 +) zal sterk toenemen: van 4,2% in 2005 naar 11,4 % in 2050 op Vlaams niveau.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
62
Naast de vergrijzing is er het fenomeen van de vergrijzing binnen de vergrijzing nl. de stijging van de aantal 80 plussers. Verwacht wordt dat het Vlaamse Gewest ook op termijn de meest vergrijsde regio blijft van het land. Kijken we naar de 80-plussers, dan evolueert het aandeel van die bejaarde leeftijdsgroep in de Vlaamse bevolking van 4 à 5 procent nu naar 11 procent tegen 2050. Vooral tussen 2025 en 2050 accelereert die procentuele aangroei. Vlaanderen moet dan rekenen met zowat een half miljoen meer bejaarden van 80 jaar of ouder dan vandaag. Ouderen 80-... jaar [%] 2000-2012 Bree Bree
Limburg
Vlaams Gewest
2000
2,4
2,3
3,4
2001
2,5
2,5
3,6
2002
2,7
2,6
3,7
2003
2,9
2,8
3,9
2004
3,0
2,9
4,0
2005
3,3
3,1
4,2
2006
3,5
3,3
4,4
2007
3,7
3,4
4,5
2008
4,0
3,6
4,7
2009
4,1
3,8
4,8
2010
4,3
4,0
5,0
2011
4,6
4,2
5,2
2012 4,7 4,4 5,3 Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
63
Bovendien stijgt de groep ouderen op hoge leeftijd sterk. De Vlaamse bevolking telt momenteel 5,3 % personen ouder dan 80 jaar. Tegen 2050 zal het aandeel van deze groep stijgen tot 11,3 % van de totale bevolking (NIS, Bevolkingsvooruitzichten). Momenteel telt Limburg dus in verhouding tot de totale bevolking minder ouderen dan het Vlaamse Gewest. Maar hun aandeel groeit, waardoor in 2050 Limburg op hetzelfde niveau als Vlaanderen zal komen. Tegen dan zal één op drie Limburgers ouder zijn dan 60 jaar. Hierdoor en mede door de toename van de groep hoogbejaarden ( vergrijzing binnen de vergrijzing, die in Bree groter is dan het Limburgs gemiddelde ) zal de vraag naar voorzieningen voor wonen en zorg voor ouderen sterk toenemen.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
64
Het opmerkelijke is dat de omvang van de vergrijzing zodanige proporties zal aannemen in Bree en ook in Vlaanderen dat het een impact zal hebben op meerdere domeinen. Tegen 2050 zal immers 1 Vlaming op 4 ouder zijn dan 65 jaar. Vooral tussen 2025 en 2050 versnelt de aangroei van hoogbejaarden. Vlaanderen moet tegen 2050 rekening houden met een half miljoen meer bejaarden van 80 jaar of ouder dan vandaag. Vlaanderen wordt trouwens de meest vergrijsde regio in België. Het volgt tot 2035 het ritme van de EU, gelukkig zwakt de vergrijzingtendens in Vlaanderen dan wat af. Samen met de vergrijzing is er de ontgroening : Inwoners per leeftijdsklassen 20-jaar [aantal] 1997-2012 Gemeente Limburg: Bree 0-19 jaar
20-39 jaar
40-59 jaar
60-79 jaar
80-... jaar
1997
3.449
4.153
3.589
2.224
368
1998
3.421
4.113
3.616
2.333
348
1999
3.412
4.102
3.654
2.443
334
2000
3.374
4.061
3.704
2.522
340
2001
3.309
4.049
3.795
2.545
348
2002
3.241
4.056
3.920
2.551
382
2003
3.202
3.993
4.044
2.578
406
2004
3.178
3.964
4.122
2.592
433
2005
3.190
3.929
4.211
2.609
482
2006
3.175
3.887
4.283
2.647
511
2007
3.144
3.835
4.320
2.681
535
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
65
2008
3.148
3.904
4.387
2.740
595
2009
3.166
3.997
4.454
2.776
620
2010
3.151
3.973
4.542
2.851
656
2011
3.156
3.904
4.589
2.886
703
2012
3.153
3.920
4.608
2.972
726
Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie Vergrijzing hoeft a priori geen negatieve connotatie te krijgen. De toenemende levensverwachting is het resultaat van de vooruitgang in de geneeskunde en betere woon- en leefomstandigheden. Bij een stijgend aandeel hoogbejaarde ouderen zal de vraag naar functionele en instrumentele ondersteuning( zorg ) niettemin toenemen. Ouderen zijn niet enkel zorgvrager maar tot op de leeftijd van 75 à 80 jaar zijn ze ook vaak zorgverlener. Zij bieden ondersteuning aan kinderen, kleinkinderen, ouders/schoonouders en hebben een groot aandeel in het totaal van de informele zorg. Ook de financiële hulp gaat veelal in neerwaartse richting: van de ouders naar de kinderen en (in mindere mate) naar de kleinkinderen. Het is voor de overheid een uitdaging om die zorg in de toekomst te bestendigen in het licht van de te verwachten demografische en maatschappelijke ontwikkelingen. De overheid zal in de toekomst rekening moeten houden met de gevolgen van een aantal sociaal demografische ontwikkelingen. Zo kan het langer participeren aan de arbeidsmarkt, noodzakelijk in het kader van de vooropgestelde Lissabon doelstellingen, ten koste gaan van informele zorg. Tegelijk kan worden verwacht dat de vergrijzing zal resulteren in een toename van de zorgvraag vooral op hoge leeftijd, al zijn de meningen daarover verdeeld (compressie van morbiditeit op hogere leeftijd waardoor de periode van zorgbehoefte niet noodzakelijk toeneemt, mogelijks wel de intensiteit van de zorg). Ook echtscheiding op latere leeftijd en nieuwe relatievorming kunnen effecten hebben op de intergenerationele solidariteit (minder financiële hulp, minder informele ondersteuning). De uitdaging voor de overheid bestaat er in al deze ontwikkelingen met elkaar te verzoenen: jonge senioren aanzetten langer actief te blijven op de arbeidsmarkt en tegelijk voorzien in de nodige ruimte om zorg te kunnen verlenen. Het opnemen van zorg zou echter geen dwingend karakter mogen toegemeten krijgen; elke burger moet vrij kunnen kiezen. Familiale solidariteit is een keuze, geen normatieve verplichting. Waar vandaag in Vlaanderen 67 leden uit de niet-actieve leeftijdsgroepen in de bevolking staan tot 100 leden uit de (beroeps)actieve leeftijdsgroep, zal dit evolueren naar 91 tegen 2050. Tegen 2050 zou de meerkost voor de sociale zekerheid ten overstaan van de situatie in 2007 met 6,3% van het bbp stijgen. De vergrijzing zal ongetwijfeld ook invloed hebben op woonbehoeften (aangepaste woningen) en woonvoorkeuren (stedelijk versus landelijk milieu), op vrijetijdsbesteding maar ook op mobiliteit (meer verplaatsingen buiten klassieke spitsuren, voor vrije tijd). Een verregaande vergrijzing van de bevolking zal bovendien impact hebben op de economische groei. Enerzijds zal er een ander besteding- en consumptiepatroon ontstaan en anderzijds zal de sokkel waaruit de beroepsbevolking wordt gerekruteerd steeds kleiner worden waardoor arbeidsplaatsen niet meer ingevuld geraken en met andere woorden de economische productie dreigt te vertragen. Immers de groep jongeren die zich potentieel aandient op de arbeidsmarkt wordt gaandeweg kleiner in verhouding tot de leeftijdsgroep, die de pensioenleeftijd nadert. Bevolking op beroepsactieve leeftijd 18-64 jaar [%] 2000-2012 Bree Bree
Limburg
Vlaams Gewest
2000
64,5
65,0
62,7
2001
64,7
65,0
62,7
2002
64,6
64,9
62,6
2003
64,1
64,8
62,5
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
66
2004
63,8
64,7
62,4
2005
63,6
64,5
62,3
2006
63,6
64,5
62,3
2007
64,0
64,5
62,4
2008
64,1
64,5
62,4
2009
64,1
64,4
62,3
2010
64,2
64,3
62,2
2011
63,8
64,2
62,2
2012
63,5
64,0
61,9
Bron:FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie
Demografische coëfficiënten 2012 Bree Bree
Limburg
Vervangingscijfer
85,1
82,5
Doorstromingscoëfficiënt
80,6
79,5
Dependentiecoëfficiënt
80,3
80,7
Verouderingscoëfficiënt
117,3
110,3
Grijze druk
43,4
42,3
Groene druk
37,0
38,4
Familiale zorgindex
31,7
29,2
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
Laag
Hoog
OCMW Bree
67
Mantelzorgratio
10,4
11,2
Interne vergrijzing
19,6
18,8
Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie
Vervangingscijfer Dit is de verhouding van de jonge actieven (20-39 jaar) t.o.v. de oudere actieven (40-59 jaar) Indicator voor: de vraag of er binnen de bevolking op actieve leeftijd voldoende jonge actieven zijn om de oudere actieven op te volgen op de arbeidsmarkt als het vervangingscijfer gelijk is aan 100 zijn er net genoeg jonge werkkrachten om alle oudere werkkrachten te vervangen; is het vervangingscijfer kleiner dan 100 dan zijn er onvoldoende jonge werkkrachten om alle oudere werkkrachten te vervangen.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
68
Meer sociale zekerheidsuitgaven verwacht. Ook Vlaanderen moet rekenen met een toenemende krapte op de arbeidsmarkt als gevolg van de veroudering van haar bevolking. De uitdaging van de vergrijzing zit niet zozeer in de betaalbaarheid van de zorg, maar vooral in de gevolgen voor de arbeidsmarkt. Ook Vlaanderen moet rekenen met een toenemende krapte op de arbeidsmarkt als gevolg van de veroudering van haar bevolking. Bepalen we de doorstroming van de potentiële beroepsbevolking als de verhouding tussen potentiële instroom (15 tot 24-jarigen) en de potentiële uitstroom (55 tot 64-jarigen), dan is die ratio eind 2006 voor Vlaanderen gelijk aan 0,99. Begin de jaren 90 was de ratio nog 1,20. Volgens de bevolkingsprognose daalt de ratio voor Vlaanderen snel tot 0,77 in 2020, om nadien enigszins op te veren in afwijking van de voorspelde trend voor Europa als geheel. Meteen stelt zich een probleem van vervanging van arbeidskrachten indien het aantal werkende niet fors zou stijgen. Immers, de groep jongeren die zich potentieel aandient op de arbeidsmarkt wordt gaandeweg kleiner in verhouding tot de leeftijdsgroep, die de pensioenleeftijd nadert. Vooral in Vlaanderen, dat op dit vlak de meest markante daling van de ratio laat optekenen, kan dit snel uitgroeien tot een nijpend tekort op de arbeidsmarkt en stijgende vraag naar zorg. De groene druk, de grijze druk,de verouderingcoëfficiënt, de afhankelijkheidsgraad en de familiale zorgindex van Bree onderstrepen bovenstaande bezorgdheid.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
69
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
70
Draaglast en draagkracht steeds meer uit evenwicht De afhankelijkheidsratio is bepaald als de verhouding van de leeftijdsgroepen jonger dan twintig en de ouderen dan vijfenzestig tot de leeftijdsgroep daartussenin. De ratio geeft aan hoeveel (fracties van) personen in de bevolking staan tegenover één persoon op beroepsactieve leeftijd. Ze drukt daarmee a.h.w. de verhouding uit tussen potentiële draaglast en draagkracht in de bevolking. Afhankelijkheidsratio geeft de verhouding weer tussen het aantal 0- tot 19-jarigen én het aantal 60plussers enerzijds, en de actieve bevolking (20- tot 59-jarigen) anderzijds. Hier krijgen we dus een vergelijking tussen de groepen die doorgaans niet deelnemen aan het beroepsactieve leven en de groep die doorgaans wel deelneemt. Hoe hoger de afhankelijkheidsratio, hoe relatief kleiner de groep die de lasten van de gemeenschap op zich moet nemen. Afhankelijkheidsratio (bevolking 0-19 jaar en 60+ ten opzichte van de bevolking 20-59 jaar) 2002 0-19 jaar 3.241 60+ 2.933 20-59 jaar 7.976 77,41
2003 3.202 2.984 8.037 76,97
Meerjarenplan 2014 - 2019
2004 3.178 3.025 8.086 76,71
2005 3.190 3.091 8.140 77,16
2006 3.175 3.158 8.170 77,52
2007 3.144 3.216 8.155 78
2008 3.148 3.335 8.291 78,2
Omgevingsanalyse
2009 3.166 3.396 8.451 77,7
2010 3.151 3.507 8.515 78,2
2011 3.177 3.567 8.482 79,5
2012 3.166 3.686 8.529 80,3
OCMW Bree
2013 3.143 3.795 8.509 81,54
71
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
72
De afhankelijkheidsgraad geeft weer wat ook al uit andere gegevens bleek; de groep 0 – 19 jarigen neemt geleidelijk af, de groep 60 plussers neemt sneller toe waardoor de druk op de groep 20 – 59 jarigen van beide leeftijdsgroepen samen op de groep 20 – 59 jarigen geleidelijk stijgt. Het valt op dat in Bree die druk vrij constant blijft ten opzichte van de provincie en Vlaanderen. Een hogere afhankelijkheidsratio in Bree betekent normaliter een hogere financiële belasting voor de samenleving. In het publieke debat wordt daarbij voornamelijk ingezoomd op de kosten van de vergrijzing. Verouderingscoëfficiënt Dit is de verhouding van de ouderen (vanaf 60 jaar) t.o.v. de jongeren (0-19 jaar). Dit cijfer geeft de mate waarin de oudere bevolking weegt op de jongeren weer.
De verouderingscoëfficiënt geeft aan dat de Breese bevolking sneller veroudert dan in de rest van Vlaanderen.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
73
Grijze druk duidt het aantal inwoners van 65 jaar of ouder per 100 inwoners van 20 t/m 64 aan. Deze geeft de verhouding weer tussen de 60-plussers en de actuele beroepsbevolking (20-59 jaar). Hoe groter de grijze druk, hoe groter de groep ouderen t.o.v. de beroepsbevolking. Het is een indicator voor de mate waarin de niet-meer-actieve bevolking weegt op de bevolking op actieve leeftijd. Grijze druk (bevolking 60+ ten opzichte van de bevolking 20-59 jaar)
60 + 20-59 jaar
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2.933 2.984 3.025 3.091 3.158 3.216 3.335 3.396 3.507 3567 7.976 8.037 8.086 8.140 8.170 8.155 8.291 8.451 8.515 8482
Grijze druk
36,77 37,13 37,41 37,97 38,65 39,4
40,2
40,2
41,2
2012 3686 8529
2013 3795 8509
42,05 43,22 44,6
De Grijze Druk in Bree groeit en de verwachting is dat de groei zich steeds verder zal doorzetten aangezien de babyboomgeneratie (geboren 1950 – 1960) nu op pensioenleeftijd komt. Op langere termijn zal de vergrijzing zorgen voor nood aan extra opvangcapaciteit voor ouderen, extra nood aan zorg, zorgwonen, en zelfs nood aan aangepaste ontwikkelingen in bijvoorbeeld het culturele aanbod of het zogeheten zilvertoerisme (de toerist op seniorenleeftijd die zijn vrije tijd actief wil invullen). Sommige wijken / buurten zijn sterk aan het verouderen; de jeugd is vertrokken, de ouders zijn ondertussen gepensioneerd en langzaam maar zeker veroudert de wijk/buurt en neemt het aantal 1persoonhuishoudens toe vooral door overlijden van 1 van beide partners. Het aantal senioren dat zich aanmeldt bij de SHM’s voor een sociale woning neemt toe wat druk op de gemeente veroorzaakt om een gemeentelijk toewijzingsreglement aan de SHM’s op te leggen. De vergrijzing en daardoor de sterk stijgende behoefte aan zorg blijkt ook uit de gegevens over rechthebbenden op mantelzorg, thuiszorg en residentiële zorg.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
74
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
75
De Groene Druk geeft de verhouding weer tussen het aantal jongeren (0-19 jaar) en de actuele beroepsbevolking (20-59 jaar). Het geeft een beeld van de verhouding tussen de toekomstige en de huidige beroepsbevolking. Met andere woorden: “in welke mate zullen de 20 tot 59-jaren worden vervangen?”. Groene druk (bevolking 0-19 jaar ten opzichte van de bevolking 20-59 jaar)
0-19 jaar 20-59 jaar Groene druk
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 3.241 3.202 3.178 3.190 3.175 3.144 3.148 3.166 3.151 3177 7.976 8.037 8.086 8.140 8.170 8.155 8.291 8.451 8.515 8482 40,63 39,84 39,3
39,19 38,86 38,6
38
37,5
37
2012 3166 8529
2013 3143 8509
37,46 37,12 36,94
Ondanks de groeiende groep 0 – 5-jarigen blijft in Bree de Groene Druk dalen. Dit betekent op termijn een tekort aan arbeidskrachten zeker voor gemeenten zoals Bree die economische groeipolen willen zijn in de regio. Dat tekort zal zich enerzijds vertalen in dalende werkloosheidscijfers maar ook in een krimpend aantal arbeidskrachten.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
76
Ontgroening (relatieve afname van jongeren in de samenleving ( door dalend geboortecijfer en/ of emigratie ) Het aantal geboorten in het Vlaamse Gewest en in Bree neemt sinds 2003 opnieuw toe. Aantal geboorten 2002-2011
Dat betekent nog niet dat het demografische regime fundamenteel van karakter verandert. Het hoge aantal geboorten is te verklaren door een onverwacht sterke inhaalbeweging bij vrouwen in het segment van 28 tot 40 jaar in combinatie met het niet verder dalen van de geboortecijfers in het segment van de 24- tot 27-jarigen. Er is een gemiddelde van ongeveer 1,75 kinderen per vrouw op
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
77
vruchtbare leeftijd (dus onder het vervangingsniveau van 2,1 kinderen). Hiermee is vermoedelijk het minimumpeil voor Vlaanderen aangeven. De tijdelijke schommelingen in de geboortecijfers veroorzaken op korte termijn wel mogelijke capaciteitsproblemen op het gebied van kinderopvang. En ook in het onderwijssysteem zal men de doorstroming van deze geboortegolven voelen. Maar het zal niet door meer geboortes zijn dat het probleem van de vergrijzing zal worden opgelost. Dé motor van de vergrijzing is vooral de daling van de sterftecijfers, ook en gelukkig van vermijdbare sterfte. Dit wil helemaal niet zeggen dat men geen oog moet hebben voor de erg lage vruchtbaarheid, integendeel. Veel vrouwen zouden graag meer kinderen hebben; er is met andere woorden een onvervulde kinderwens en dit vergt vanuit welzijnsaspect aandacht. Jongeren 0-24 jaar [%] 2000-2012 Bree Bree
Limburg
Vlaams Gewest
2000
30,7
30,6
29,1
2001
30,4
30,4
29,0
2002
29,9
30,0
28,8
2003
29,7
29,6
28,6
2004
29,4
29,2
28,5
2005
29,1
28,8
28,3
2006
28,6
28,5
28,1
2007
28,2
28,1
28,0
2008
27,6
27,9
27,9
2009
27,5
27,7
27,9
2010
27,2
27,5
27,8
2011
27,1
27,4
27,9
2012
26,9
27,3
27,8
Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie Familiale zorgindex: het aantal 80-plussers ten opzichte van de bevolking van 50- tot 59-jarigen. Dit is een aanduiding van hoeveel hoogbejaarden er zijn in verhouding tot de bevolking die er normaliter de zorg moet voor nemen. Een lage familiale zorgindex houdt in theorie de belofte in dat de huishoudens (financieel) de zorgen voor oudere familieleden kunnen dragen. In de praktijk houdt deze belofte uiteraard niet zomaar stand. Een lage familiale zorgindex kan anderzijds ook wijzen op het ontbreken van rusthuizen in de gemeente of op een grote aanwezigheid van vijftigers. Vooral dat laatste speelt in kustgemeenten geen onbelangrijke rol. Concreet geeft het cijfer aan hoeveel 80-plussers er zijn per 100 inwoners van 50 tot 59 jaar Familiale zorgindex (bevolking 80+ ten opzichte van de bevolking 50-59 jaar) 2002 80 + 382 50-59 jaar 1.665 22,94
2003 406 1.756 23,12
Meerjarenplan 2014 - 2019
2004 433 1.828 23,69
2005 482 1.897 25,41
2006 511 1.956 26,12
2007 535 2.029 26,4
2008 595 2.117 28,1
Omgevingsanalyse
2009 620 2.168 28,6
2010 656 2.204 29,8
2011 687 2256 30,5
2012 720 2290 31,4
OCMW Bree
2013 743 2299 32,32
78
Bree heeft een relatief hoge familiale zorgindex. Deze is hoger dan in het arrondissement. Een lage index kan wijzen op een hoog aantal 50-plussers zodat de zorg van de 80-plussersgewaarborgd is. Ook dit bleek al uit eerdere tabellen; de groep 50 – 59 jarigen blijft qua aantal redelijk constant terwijl de groep 60-plussers stijgt waardoor de zorgindex stijgt. Ondanks de instroom, de bevolkingsaangroei die ook redelijk veel 50 – 59 jarigen omvat, blijft de zorgindex relatief hoog, zeker ten opzichte van de provincie Limburg en Vlaanderen.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
79
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
80
Interne vergrijzing: het aantal 80-plussers in verhouding tot het totaal aantal 60-plussers. De interne vergrijzing geeft weer hoeveel hoogbejaarden er zijn binnen de totale groep van de senioren. Een lage interne vergrijzing zal een indicatie zijn voor een potentieel stevig sociaal weefsel, een hoge interne vergrijzing kan anderzijds betekenen dat de sociale voorzieningen in de gemeente goed zijn uitgebouwd. Door de migratie naar Bree van vooral medioren zal de vergrijzing in Bree harder toeslaan dan elders; de interne vergrijzingsratio, verhouding aantal 80+ ten opzichte van het aantal 60+ was in 2000 nog 11.88. In 2012 is dit gestegen naar 19.53, bijna een verdubbeling. Het zorgaanbod is niet klaar om die evolutie op te vangen. Bree telt een snel toenemend aantal hoogbejaarden. De interne vergrijzing is hoog en de groep van de hoogbejaarden (80+) zal door de immigraties nog sneller toenemen dan nu het geval is. De groep hoogbejaarden is een groep die geconfronteerd wordt met een aantal specifieke noden. Vanaf de leeftijd van 75 jaar gaat de gezondheid achteruit, vanaf de leeftijd van 80 jaar gaat die zelfs sterk achteruit. Dit betekent dat regio’s waar een grote aangroei van 80-plussers zal plaatsvinden, nu al plannen moeten maken om dit op te vangen. Dit geldt zowel op het vlak van huisvesting en woningaanpassing, als op het vlak van zorg, residentiële opvang, uitbouw van de thuiszorgmogelijkheden, het ondersteunen van mantelzorg en de mantelzorgondersteunende initiatieven zoals dagcentra, kortopvang, nachtopvang, bejaardenoppas… Interne vergrijzing (bevolking 80+ ten opzichte van 60 +)
80 + 60 +
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 382 406 433 482 511 535 595 620 656 687 2.933 2.984 3.025 3.091 3.158 3.216 3.335 3.396 3.507 3567
Interne vergrijzing
13,02 13,61 14,31 15,59 16,18 16,6
Meerjarenplan 2014 - 2019
17,8
Omgevingsanalyse
18,3
18,7
2012 720 3686
2013 743 3795
19,26 19,53 19,58
OCMW Bree
81
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
82
De vergrijzing zal zich niet dubbel, maar driedubbel manifesteren; steeds meer mensen worden oud, de ouderen worden steeds ouder (dubbele of interne vergrijzing), de inwijkelingen zijn vooral ouderen of mensen die in Bree oud willen worden. Dit heeft uiteraard ook zijn weerslag op de instroom oftewel de “groene index”. Ondanks het feit dat Bree een zeer hoog tewerkstellingspercentage kent, meer arbeidsplaatsen op haar grondgebied aanbiedt dan het zelf aan actieve bevolking huisvest, zullen er op langere termijn steeds meer pendelaars nodig zijn om de arbeidsplaatsen in Bree op te vullen. Tenslotte zet de verdunning in het aantal personen per huishouden zich ook sneller door dan in de rest van de provincie en in het Vlaams Gewest. Door die tendensen ontstaan bijzondere, kwetsbare groepen. Groepen die extra aandacht vragen, die nood hebben aan andere leef- en woonvormen, die in andere omgevingen willen wonen. De vergrijzing binnen de vergrijzing of de interne vergrijzing is geen problematiek die opgelost wordt door alleen meer rusthuizen te bouwen, aangezien maar een kleine groep ouderen er gaat wonen. Op Vlaams niveau gaat het om 4,4% van de 60-plussers. Bij de 85 tot 90-jarigen loopt dit op tot 23%. De meeste ouderen blijven liefst zo lang mogelijk thuis in de eigen vertrouwde omgeving. Vooral in de meer landelijke woonkernen zoals Tongerlo, Opitter en Beek zullen de interne vergrijzing en de gevolgen hiervan zich sterk laten voelen. Hier vinden we meestal de slechtst aangepaste woningen en de minste basisvoorzieningen op het vlak van mobiliteit. Er is weinig openbaar vervoer en oudere weduwen hebben vaak geen rijbewijs. De uitbouw van de professionele thuiszorgmogelijkheden is dus een grote prioriteit. Hieraan gekoppeld zal de nood aan bijkomende ondersteuning groeien. Met name het aanbieden van technische ondersteuning in de aanpassing van woningen zal opgevoerd moeten worden. Veel woningen beantwoorden immers niet aan de kwaliteitseisen die anno 2009 gesteld worden aan woningen en zijn al helemaal niet aangepast aan ouderen en/of hulpbehoevende personen.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
83
2.3. Belgen versus niet-Belgen Het aantal vreemdelingen per 1.000 inwoners groeide van 2005-2011 van 42,5 naar 61,9 in Bree (+45,6%). In de cluster is dat aantal van 27,3 tot 37,6 gegroeid (+37,7%) en voor het Vlaams gewest van 49,2 tot 67,9 (+38%). In 1997 was het aandeel van de niet-Belgische inwoners met 474 inwoners van de 13.783 inwoners 3,4% van de Breese bevolking. De Nederlanders waren met 287 (60% van de niet-Belgen), vervolgens waren er 54 Marokkaanse, 35 Turkse, 24 Italiaanse en 21 Duitse inwoners in Bree. Op 1 januari 2013 telde de bevolking van Bree 15.434 inwoners waarvan 14.415 met een Belgische nationaliteit en 1.019 (6,6%) met een niet-Belgische nationaliteit. Bij de Belgen telde Bree 7.170 mannelijke inwoners en 7.245 vrouwelijke inwoners. Bij de niet-Belgen telde Bree op 1/1/2013 526 mannen en 493 vrouwen. Nederlanders zijn de grootste groep van niet-Belgische inwoners met 673 Nederlandse inwoners in Bree (66% van de niet-Belgen), gevolgd door Polen: 105, Marokkanen: 24, Turken: 18, Duitsers: 18 en 18 Bulgaren. Uit de lokale Inburgerings- en integratiemonitor editie 2012 (Studiedienst van de Vlaamse regering / Agentschap voor Binnenlands Bestuur) blijkt het volgende. Vreemdelingen: aantal en aandeel personen met een niet-Belgische nationaliteit in 2011: Voor Bree bedroeg dit aandeel 6,2% van het totaal aantal inwoners. Voor VRIND. kleinstedelijke provinciaal (*) bedroeg dit aandeel 7%. Voor het Vlaams Gewest was dit aandeel 6,8% van de bevolking. 4,3% van de bevolking in Bree waren Nederlanders, 0,3% Polen, 0,2% Marokkanen, 0,1% Duitsers, 0,1% Italianen en 0,1% inwoners met de nationaliteit van de Verenigde Staten van Amerika. Voor VRIND. kleinstedelijk provinciaal was het % t.o.v. het totaal aantal inwoners uit: Nederland: Italië: Frankrijk: Turkije: Marokko:
3,5% 0,6% 0,4% 0,3% 0,2%
Voor het Vlaams gewest in 2011 uit: Nederland: Marokko: Italië: Polen: Frankrijk:
1,9% 0,4% 0,4% 0,3% 0,3%
(*) De VRIND-indeling van gemeenten is gebaseerd op het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het Strategisch Plan Ruimtelijke Economie. Bree behoort tot de groep van 25 kleinstedelijke provinciale gemeenten. Vaststellingen: De bevolkingsgroei sinds 2002 en de prognose ervan tot 2020 ligt in Bree boven het gemiddelde van de cluster van vergelijkbare gemeenten en boven het gemiddelde van het Vlaams gewest. Voor de toename in het aantal huishoudens is de trend identiek. Het aandeel van de bevolking op beroepsactieve leeftijd ligt in Bree hoger dan het gemiddelde van de cluster van vergelijkbare gemeenten en boven het gemiddelde van het Vlaams gewest.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
84
Zowel voor aantal alleenwonende mannen als alleenwonende vrouwen kende Bree een significante hogere groei dan de cluster van vergelijkbare gemeenten en het Vlaams gewest en dezelfde trend zet zich, wel in mindere mate, door in de projecties tot 2020. De groep van 60-plussrs en de groei ervan in de totale bevolkingsgroep, sinds 1997, vertegenwoordigt in Bree een vergelijkbaar aandeel en trend dan op Limburgs provinciaal niveau. Het aandeel van het aantal vreemdelingen per 1.000 inwoners groeide relatief gezien sterker in Bree, vergeleken met het gemiddelde van de cluster van vergelijkbare gemeenten. Vergeleken met het Vlaams gemiddelde scoort Bree evenwaardig. Uit de recentste bevolkingsgegevens blijkt dat de Nederlanders 66% van de niet-Belgische inwoners in Bree vertegenwoordigen. De Polen volgen met 10,3%. De Marokkanen vertegenwoordigen 2,6%, Turken en al de andere in Bree wonende niet-Belgen vormen per nationaliteit fracties van 1,8% en minder, tov. het totaal aantal niet-Belgen woonachtig én gedomicilieerd in Bree.. Bronnen: http://aps.vlaanderen.be/lokaal/domeinen/demografie/kk_rapport_demo.html http://statbel.fgov.be/nl/modules/publications/statistiques/bevolking/bevolking__cijfers_bevolking_2010_-_2012.jsp
2.4. Veiligheid en mobiliteit Het aantal geregistreerde diefstallen en afpersingen per 1.000 inwoners bedroeg in Bree 22,1 in 2001 en 22,5 in 2011. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit 18,3 in 2001 en 15,6 in 2011. Op het niveau van het Vlaams gewest was dit 37,7 in 2001 en 32,7 in 2011. Het aantal geregistreerde misdrijven tegen de lichamelijke integriteit per 1.000 inwoners bedroeg in Bree 3,1 in 2001 en 4,5 in 2011. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit 2,7 in 2001 en 3,5 in 2011. Op het niveau van het Vlaams gewest was dit 5,0 in 2001 en 6,8 in 2011. Het aantal geregistreerde gewelddadige misdrijven tegen eigendom per 1.000 inwoners bedroeg in Bree 10,0 in 2001 en 8,8 in 2011. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit 6,0 in 2001 en 6,4 in 2011. Op het niveau van het Vlaams gewest was dit 9,3 in 2001 en 10,1 in 2011.
Bron: http://aps.vlaanderen.be/lokaal/domeinen/algemeen/kant_en_klare_rapporten_alg.html Het aantal verkeersongevallen nam in Bree toe van 55 in 2003 tot 73 in 2011 (+32,7%). Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was deze toename van 975 in 2003 tot 1.058 in 2011 (+8,5%). Voor het Vlaams gewest daalde dit aantal van 32.843 in 2003 tot 30.559 in 2011 (-7%). Het aantal verkeersongevallen met de fiets daalde in Bree toe van 22 in 2003 tot 20 in 2011 (-9,1%). Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was er een toename van 222 in 2003 tot 261 in 2011 (+17,6%). Voor het Vlaams gewest steeg dit aantal van 7.052 in 2003 tot 7.733 in 2011 (+9,7%).
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
85
Aantal verkeersongevallen met fietsers Bron: ADSEI Leeswijzer : ongevallen met fietsers Bree 2005 Aantal verkeersongevallen met fietsers
Groei (2005=100)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
22
12
23
31
23
26
20
100,0
54,5
104,5
140,9
104,5
118,2
90,9
BELFIUS.Landelijke en agrarische gemeenten met industriële activiteit (Cluster V4) 2005 Aantal verkeersongevallen met fietsers
Groei (2005=100)
2006
2007
2008
2009
2010
2011
222
211
283
245
256
264
261
100,0
95,0
127,5
110,4
115,3
118,9
117,6
Vlaams Gewest 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Aantal verkeersongevallen met fietsers
7.052
6.965
7.137
7.238
7.060
6.821
7.733
Groei (2005=100)
100,0
98,8
101,2
102,6
100,1
96,7
109,7
Evolutie ongevallen met fietsers (2005=100) 160, 140, 120, 100,
Gemeente
80,
Belfius-indeling Vlaams Gewest
60, 40, 20, 0, 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Bron: http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/verkeer_vervoer/verkeer/ongevallen_slachtoffers/
Bree telde 456 personenwagens per 1000 inwoners in 2000. In 2011 waren dat er 522. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten waren dit er 464 in 2000 en 515 in 2011. Voor het Vlaams gewest waren dit 465 personenwagens per 1.000 inwoners in 2000 en 511 in 2011. De procentuele stijging is iets hoger in Bree, maar vergelijkbaar met die van de cluster en met die van het Vlaams gewest.
Bronnen: http://statbel.fgov.be/nl/modules/publications/statistiques/verkeer_vervoer/evolution_du_parc_de_vehi cules_2011.jsp http://www.ersvlimburg.be/content/downloads/record.php?ID=1247 De pendelbewegingen zijn belangrijk naar verkeersinfrastructuur, mobiliteit en openbaar vervoer. Uit onderstaande tabel blijkt dat de uitgaande pendel, beroepsbevolking wonende maar niet werkende in Bree, licht gestegen is: van 66,5% in 2007 naar 69,3 in 2010. Dit is een algemene trend die ook in de omliggende gemeenten vastgesteld wordt. Hieruit kan onmiddellijk afgeleid worden dat het woon – werkverkeer tussen 2007 en 2010 gestegen is en dus, de verkeersdrukte neemt toe.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
86
GEMEENTELIJKE UITGAANDE PENDEL BIJ DE LOONTREKKENDE BEROEPSBEVOLKING uitgaande pendel (%)
niet-pendelaars aantal %
4674
79,8
943
20,2
3596
5411
66,5
1815
33,5
Hamont-Achel
3413
4699
72,6
1285
27,4
Kinrooi
3620
4540
79,7
919
20,3
Maaseik
6447
8859
72,8
2412
27,2
Meeuwen-Gruitrode
4105
4903
83,7
798
16,3
Peer
4742
6530
72,6
1788
27,4
Totaal Provincie Limburg
217043
302800
71,70%
85757
28,3
Totaal Vlaanderen
1610513
2249429
71,60%
638916
28,4
2010
pendel
totaal aantal bevolking
Bocholt
3857
Bree Hamont-Achel
2007
pendel
totaal aantal bevolking
Bocholt
3731
Bree
loontrekkende
niet-pendelaars
loontrekkende uitgaande pendel (%)
aantal
%
4804
80,3
947
19,7
3986
5754
69,3
1767
30,7
3695
4953
74,6
1258
25,4
Kinrooi
3723
4613
80,7
891
19,3
Maaseik
6710
9066
74,0
2357
26,0
Meeuwen-Gruitrode
4226
5052
83,7
826
16,3
Peer
4895
6646
73,7
1751
26,3
Totaal Provincie Limburg
225486
310359
72,7
84873
27,3
Totaal Vlaanderen
1661628
2294080
72,4
632452
27,6
Bron: http://www.steunpuntwse.be/view/nl/18767
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
87
3.
DOMEIN SOCIAAL
3.1. Welzijn en armoede Het federaal armoedebestrijdingsplan bevat een aantal belangrijkste punten (bron POD mi): • De sociale bescherming van de bevolking verzekeren. • Terugdringen van de kinderarmoede. • De toegang tot werk versterken door sociale en professionele activering. • Strijden tegen dakloosheid en slechte huisvesting • Het recht op gezondheid waarborgen. • Overheidsdiensten die voor iedereen toegankelijk zijn. Interfederale armoedebarometer Uit de voorstelling van de meest recente interfederale armoedebarometer blijkt volgend algemene onrustbarende tendens (persbericht dd 2 mei 2013 - bron POD-mi) : Het aantal uitkeringsgerechtigden van de OCMW’s neemt toe, vooral in gemeenten met een laag inkomen. Het lokaal sociaal beleid Het lokaal sociaal beleid is op Vlaams niveau richtinggevend en bepalend. Een omzendbrief verduidelijkt de Vlaamse beleidsdoelstellingen in het kader van lokaal sociaal beleid. Wij dienen invulling te geven aan de volgende elementen : • Vermaatschappelijking van de zorg • Een inclusief en integraal beleid tot bestrijding van (kinder)armoede • Preventief gezondheidsbeleid • Preventieve gezinsondersteuning en toegankelijke kinderopvang • Kwaliteitsvolle buitenschoolse opvang • Een divers en aangepast woonzorgaanbod • Beleid inzake de vergrijzing van de bevolking • Preventie en aanpak van problematische schuldenlast • Problematiek van de dak- en thuisloosheid • Samenwerking in het welzijnswerk op de eerste lijn Begin 2014 wordt het decreet omtrent opvoedingsondersteuning verwacht- waarin het zgn. ‘Huis van het Kind’ een voorname rol zal spelen. Er is nu reeds een ontwerpdecreet. Dit kan kaderen binnen lokaal sociaal beleid.
3.1.1. Inkomen en aangiften Het gemiddeld inkomen per inwoner was in Bree 13.399€ in 2005 en 15.689€ in 2010. Het gemiddeld inkomen per inwoner was in de cluster van vergelijkbare gemeenten 13.629€ in 2005 en 15.919€ in 2010. Voor het Vlaams gewest was het gemiddeld inkomen per inwoner 14.441€ in 2005 en 16.599€ in 2010. Het gemiddeld inkomen per aangifte was in Bree 23.916€ in 2005 en 27.362€ in 2010. Het gemiddeld inkomen per aangifte was in de cluster van vergelijkbare gemeenten 24.967€ in 2005 en 28.387€ in 2010. Voor het Vlaams gewest was het gemiddeld inkomen per aangifte 25.609€ in 2005 en 28.902€ in 2010. Aangiften kleiner dan 10.000€: Voor Bree was dit 19,4% in 2005 en 13,6% in 2010. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit 18,5% in 2005 en 14,2% in 2010. Voor het Vlaams gewest was dit 19,1% in 2005 en 15,1% in 2010.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
88
Gemiddeld netto fiscaal inkomen per inwoner per gemeente
Welvaartsindex Vlaanderen=100 2003 2010
Groei-%
2003
Absoluut in € 2010
Noord-Limburg
11.856
15.055
87,9
90,7
27,0
Bocholt
11.134
14.303
82,6
86,2
28,5
2003-2010
Bree
12.172
15.689
90,3
94,5
28,9
Hamont-Achel
11.293
14.168
83,7
85,4
25,5
Hechtel-Eksel
11.702
15.226
86,8
91,7
30,1
Lommel
12.090
15.183
89,7
91,5
25,6
Meeuwen-Gruitrode
11.566
14.922
85,8
89,9
29,0
Neerpelt
12.189
15.159
90,4
91,3
24,4
Overpelt
12.249
15.229
90,8
91,7
24,3
Peer
11.829
15.285
87,7
92,1
29,2
Midden-Limburg
12.895
15.689
95,6
94,5
21,7
As
12.824
15.738
95,1
94,8
22,7
Diepenbeek
13.641
16.604
101,2
100,0
21,7
Genk
11.580
13.943
85,9
84,0
20,4
Hasselt
14.549
17.558
107,9
105,8
20,7
Houthalen-Helchteren
11.458
14.006
85,0
84,4
22,2
Opglabbeek
12.447
15.116
92,3
91,1
21,4
Zonhoven
13.025
16.177
96,6
97,5
24,2
Zutendaal
12.986
16.415
96,3
98,9
26,4
West-Limburg
12.476
15.378
92,5
92,6
23,3
Beringen
11.841
14.702
87,8
88,6
24,2
Halen
13.125
16.029
97,3
96,6
22,1
Ham
12.984
15.644
96,3
94,2
20,5
Herk-de-Stad
13.256
16.458
98,3
99,2
24,2
Heusden-Zolder
11.623
14.586
86,2
87,9
25,5
Leopoldsburg
12.314
14.850
91,3
89,5
20,6
Lummen
13.154
16.590
97,5
99,9
26,1
Tessenderlo
14.022
16.663
104,0
100,4
18,8
Maasland
11.442
14.487
84,9
87,3
26,6
Dilsen-Stokkem
11.269
14.368
83,6
86,6
27,5
Kinrooi
10.856
14.204
80,5
85,6
30,8
Lanaken
12.434
15.693
92,2
94,5
26,2
Maaseik
12.020
15.257
89,1
91,9
26,9
Maasmechelen
10.680
13.304
79,2
80,1
24,6
Zuid-Limburg
12.782
15.865
94,8
95,6
24,1
Alken
13.623
16.703
101,0
100,6
22,6
Bilzen
12.544
15.395
93,0
92,7
22,7
Borgloon
13.116
15.870
97,3
95,6
21,0
Gingelom
13.035
16.060
96,7
96,8
23,2
Heers
12.304
15.267
91,2
92,0
24,1
Herstappe
13.336
17.601
98,9
106,0
32,0
Hoeselt
12.735
15.786
94,4
95,1
24,0
Kortessem
12.913
16.567
95,8
99,8
28,3
Nieuwerkerken
12.731
15.706
94,4
94,6
23,4
Riemst
12.103
15.252
89,8
91,9
26,0
Sint-Truiden
13.265
16.170
98,4
97,4
21,9
Tongeren
12.759
16.020
94,6
96,5
25,6
Voeren
10.485
15.005
77,8
90,4
43,1
Wellen
12.563
15.914
93,2
95,9
26,7
LIMBURG
12.407
15.391
92,0
92,7
24,1
VLAANDEREN
13.485
16.599
100,0
100,0
23,1
BELGIE
12.655
15.598
93,8
94,0
23,3
Bron : FOD Economie - Algemene Directie Statistiek, Financiële statistieken Verwerking : ERSV-Limburg
Bron: http://statbel.fgov.be/nl/modules/publications/statistiques/arbeidsmarkt_levensomstandigheden/Statisti que_fiscale_des_revenus.jsp
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
89
3.1.2. Kansarmoede Het procent geboorten in kansarme gezinnen is de kansarmoede-index. Voor Bree bedroeg die 5,7% in 2001 tov. 3,9% in 2011. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten bedroeg de kansarmoede-index 3,0 in 2001 en 4,7 in 2011. Voor het Vlaams gewest was dit 6,0% in 2001 en 9,7% in 2011. Kinderarmoede
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
90
Naast de klassieke sociale uitkeringen (pensioenen, werkloosheidsen arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, ziekte- en invaliditeitsuitkeringen en kinderbijslag), probeert de overheid via de sociale bijstandsuitkeringen de inkomenssituatie van de minst gegoede groepen te verbeteren. Het gaat in eerste instantie om het leefloon dat men ontvangt in het kader van het Recht op Maatschappelijke Integratie (RMI) en het equivalent leefloon in het kader van het Recht op Maatschappelijke Hulp (RMH). Het RMH is er voor mensen die niet in aanmerking komen voor het RMI omdat ze niet voldoen aan bepaalde voorwaarden betreffende leeftijd, nationaliteit en arbeidsbereidheid. In de praktijk gaat het vooral om kandidaat-vluchtelingen en vreemdelingen met een verblijfsvergunning die niet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister. Het OCMW staat in voor het toekennen van een aantal financiële tussenkomsten wanneer na inkomensonderzoek blijkt dat de burger zelf over geen of onvoldoende financiële middelen beschikt. Een aantal van deze tussenkomsten zijn bij wet vastgelegd: leefloon, stookoliepremie en installatiepremie. Het aantal leefloners in Bree bleef in 2011 in vergelijking met 2010 stabiel op 44. Het aantal leefloners steeg in 2010 en 2011 van 44 naar 52 in 2012 waarbij de leeftijdsgroep tot 35 jaar (inclusief de jongeren onder de 25 jaar ) vooral stijgt in vergelijking met het verleden. Alleenstaanden en vooral alleenstaande vrouwen met kinderen blijven ook in 2012 de meeste kwetsbare groep. Naast het (equivalent) leefloon kan het RMI en het RMH ook ingevuld worden via een tewerkstellingsmaatregel met tussenkomst van het OCMW. Het aantal leefloontrekkers ligt bij vrouwen iets hoger dan bij mannen. Het aantal 18-24-jarigen met een leefloon ligt niet veel lager dan het aantal leefloontrekkers bij de 45- tot 64-jarigen, ondanks het grote verschil in omvang van de 2 leeftijdsgroepen. Naar huishoudtype valt het grote aantal
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
91
alleenstaande leefloontrekkers op. Dat is ook het geval bij het equivalent leefloontrekkers. De cijfers bevestigen ten slotte dat het equivalent leefloon vooral toegekend wordt aan niet-EU-burgers. Slechts een beperkt aantal 65-plussers ontvangt een leefloon omdat zij aparte regelingen kennen: het Gewaarborgd Inkomen voor Bejaarden (GIB) dat sinds 2002 geleidelijk vervangen wordt door de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO). Het GIB daalde van 2001 tot 2010 van 105 naar 11. Meestal gaat het om een toeslag bovenop het pensioen,zodat men een bedrag bekomt dat vergelijkbaar is met het leefloon. Het wordt toegekend aan personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt maar die door omstandigheden geen of geen voldoende loopbaan hebben kunnen opbouwen. Het aantal IGO - gerechtigden steeg van 2002 tot 2010 van 74 naar 129 ( ten gevolge van de vergrijzing ). Het aantal IGO – gerechtigden t.o.v. 65+ steeg in 2002 tot 2010 van 3.4 naar 4.8.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
92
Personen met een handicap kunnen een beroep doen op een Inkomensvervangende Tegemoetkoming (IVT) indien zij geen arbeid kunnen verrichten, en/of een Integratietegemoetkoming (IT) indien zij bijkomende kosten te dragen hebben vanwege een vermindering van hun zelfredzaamheid. Het aantal personen met een IVT en/of IT neemt de laatste jaren toe. Factoren die hierin mogelijk een rol spelen zijn de vergrijzing van de bevolking, een betere bekendheid van het stelsel en een snellere behandeling van de aanvragen.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
93
Vanaf de leeftijd van 65 jaar kan een persoon met een handicap een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden krijgen. Deze tegemoetkoming vervangt de integratietegemoetkoming.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
94
Ouderen (65-...) met een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden [%], 2010-2012 – Bree
Bree
Limburg
Vlaams Gewest
2010
9,9
11,8
8,9
2011
10,0
12,1
9,1
2012
9,7
12,0
8,9
Bron: FOD Sociale Zekerheid - DG Personen met een handicap
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
95
Individuen die recht op voorkeurtarief in de ziekteverzekering opnemen [%] 2008-2012 Bree Bree
Limburg
Vlaams Gewest
2008
13,8
13,3
12,4
2009
12,5
12,6
11,8
2010
12,2
12,7
12,0
2011
13,0
13,3
12,7
2012
13,3
13,9
13,1
Bron: Studiedienst Vlaamse Regering op lokalestatistieken.vlaanderen.be In Bree steeg het aantal rechthebbenden van 2008 tot 2012 met 3 % ( 1452 ). Het aantal gerechtigden mantel- en thuiszorg steeg van 178 naar 390 in de periode van 2003 tot 2011. Limburg in cijfers [aantal] op 01.01.2012 Gemeente Limburg: Bree
Bree
Voorkeurtarief - mannen
Voorkeurtarief - vrouwen
Totaal
801
1.237
2.038
Bron: Studiedienst Vlaamse Regering op lokalestatistieken.vlaanderen.be
Zorgen voor een aanvaardbaar inkomen betekent echter meer dan het toekennen van leefloon en andere financiële tussenkomsten. Complexiteit in administratie, veelheid van wetten en regels, overkreditering en consumptiedruk kunnen bij personen, zelfs met een vast inkomen, ernstige
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
96
financiële en budgetteringsmoeilijkheden doen ontstaan. Het OCMW helpt deze personen op maat bij het beheer van hun inkomen en sanering van hun schuldenlast. Naargelang de situatie is rechtshulp, budgetbeheer, budgetbegeleiding of collectieve schuldenregeling aangewezen. Betalingsproblemen en schuldoverlast vormen vaak een belangrijk probleem voor mensen met een laag inkomen. Sinds 1999 bestaat de juridische procedure van collectieve schuldenregeling. Deze procedure werd in het leven geroepen om mensen die hun schulden niet meer de baas kunnen, de kans te geven om in de mate van het mogelijke hun schulden te betalen en tegelijk een menswaardig leven te leiden.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
97
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
98
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
99
3.2. Seniorenhuisvesting Het aantal erkende serviceflats en het aantal erkende plaatsen in woonzorgcentra per 1.000 65plussers: In 2003 had Bree geen erkende serviceflats. Vanaf 2008 waren dat er 5 en in 2012 waren dat er 21. Het aantal erkende plaatsen in de woonzorgcentra steeg van 72 in 2002 tot 161 in 2012. Het aantal 65-plussers was voor Bree 2.147 in 2002 en 2.792 in 2012. Het aantal plaatsen per 1.000 65-plussers was 33,5 in 2002 en 65,2 in 2012. In 2003 had de cluster van vergelijkbare gemeenten 368 erkende serviceflats. In 2012 waren dat er 600. Het aantal erkende plaatsen in de woonzorgcentra steeg van 2.369 in 2002 tot 2.709 in 2012. Het aantal 65-plussers was voor de cluster 39.856 in 2002 en 48.090 in 2012. Het aantal plaatsen per 1.000 65-plussers was 59,4 in 2002 en 68,8 in 2012. In 2003 had het Vlaams gewest 10.315 erkende serviceflats. In 2012 waren dat er 15.025. Het aantal erkende plaatsen in de woonzorgcentra steeg van 59.577 in 2002 tot 67.523 in 2012. Het aantal 65-plussers was voor het Vlaams gewest 1.024.653 in 2002 en 1.180.040 in 2012. Het aantal plaatsen per 1.000 65-plussers was 68,2 in 2002 en 70,0 in 2012. Wat de centra voor kortverblijf en dagverzorgingscentra betreft heeft Bree enkel een aanbod met 5 erkende plaatsen in dagverzorging. Het aantal gerechtigden mantel- en thuiszorg per 1.000 65-plussers was voor Bree 79,0 in 2003 en 142,9 in 2011. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit 68,5 in 2003 en 107,0 in 2011. Voor het Vlaams gewest was dit 59,0 in 2003 en 92,3 in 2011.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
100
Door de realisatie van het woon – en zorgcentrum Gerkenberg in 2006 dat 86 woongelegenheden biedt waarvan 58 erkend als RVT en 28 erkend als ROB – bed, wordt er een voorlopig antwoord geboden op de toenemende vergrijzing. Door in het RIZIV-budget méér middelen te voorzien voor residentiële bejaardenzorg, zal het aantal erkende RVT- bedden stapsgewijs toenemen wat de financiële middelen van het woon – en zorgcentrum ten goede zal komen. Tevens is er mogelijkheid voor dagopvang voor 10 personen waarvan 5 erkende plaatsen. Het huidig aantal service - flats bedraagt 23 plaatsen. Residentie Boneput biedt plaats voor 75 bewoners in definitief verblijf en 3 bewoners in kortverblijf. Uit de interpretatie van de demografische coëfficiënten blijkt : - De Grijze Druk in Bree groeit en de verwachting is dat de groei zich steeds verder zal doorzetten aangezien de babyboomgeneratie (geboren 1950 – 1960) nu op pensioenleeftijd komt. Op langere termijn zal de vergrijzing zorgen voor nood aan extra opvangcapaciteit voor ouderen, extra nood aan zorg, zorgwonen, en zelfs nood aan aangepaste ontwikkelingen in bijvoorbeeld het culturele aanbod Sommige wijken / buurten zijn sterk aan het verouderen; de jeugd is vertrokken, de ouders zijn ondertussen gepensioneerd en langzaam maar zeker veroudert de wijk/buurt en neemt het aantal 1persoonhuishoudens toe vooral door overlijden van 1 van beide partners. - De verouderingscoëfficiënt geeft aan dat de Breese bevolking sneller veroudert dan in de rest van Vlaanderen. - Bree telt een snel toenemend aantal hoogbejaarden. Stijgende interne vergrijzing en er is een stijging in de afhankelijkheidsratio terwijl er een gebrek is aan samenwerkingsverbanden met omliggende gemeenten wat betreft zorgaanbod en hulp. - Door de migratie naar Bree van vooral medioren zal de vergrijzing in Bree harder toeslaan dan elders. Het opmerkelijke is dat de omvang van de vergrijzing zodanige proporties zal aannemen in Bree en ook in Vlaanderen dat het een impact zal hebben op meerdere domeinen (wonen, tewerkstelling…) -De toenemende vergrijzing heeft een belangrijke ruimtelijke impact door enerzijds de vraag naar meer collectieve (zorg)voorzieningen die extra ruimte innemen en anderzijds door de vraag naar een uitgebreider en meer gedifferentieerd aanbod aan huisvesting voor ouderen. -Het aantal senioren dat zich aanmeldt bij de SHM’s voor een sociale woning neemt toe wat druk op de gemeente veroorzaakt om een gemeentelijk toewijzingsreglement aan de SHM’s op te leggen. De vergrijzing en daardoor de sterk stijgende behoefte aan zorg blijkt ook uit de gegevens over rechthebbenden op mantelzorg, thuiszorg en residentiële zorg. - De interne vergrijzingsratio, verhouding, aantal 80+ ten opzichte van het aantal 60+, was in 2000 nog 11.88. In 2012 is dit gestegen naar 19.53, bijna een verdubbeling. Het zorgaanbod is niet klaar om die evolutie op te vangen. De interne vergrijzing is hoog en de groep van de hoogbejaarden (80+) zal door de immigraties nog sneller toenemen dan nu het geval is. De groep hoogbejaarden is een groep die geconfronteerd wordt met een aantal specifieke noden. Vanaf de leeftijd van 75 jaar gaat de gezondheid achteruit, vanaf de leeftijd van 80 jaar gaat die zelfs sterk achteruit. Dit betekent dat regio’s waar een grote aangroei van 80-plussers zal plaatsvinden, nu al plannen moeten maken om dit op te vangen. Dit geldt zowel op het vlak van huisvesting en woningaanpassing, als op het vlak van zorg, residentiële opvang, uitbouw van de thuiszorgmogelijkheden, het ondersteunen van mantelzorg en de mantelzorgondersteunende initiatieven zoals dagcentra, kortopvang, nachtopvang, bejaardenoppas… - Vooral in de meer landelijke woonkernen zoals Tongerlo, Opitter en Beek zullen de interne vergrijzing en de gevolgen hiervan zich sterk laten voelen. Hier vinden we meestal de slechtst aangepaste woningen en de minste basisvoorzieningen op het vlak van mobiliteit. Er is weinig openbaar vervoer en oudere weduwen hebben vaak geen rijbewijs. De uitbouw van de professionele thuiszorgmogelijkheden is dus een aandachtspunt. Hieraan gekoppeld zal de nood aan bijkomende ondersteuning groeien. Met name het aanbieden van technische ondersteuning in de aanpassing van woningen zal opgevoerd moeten worden. Veel woningen beantwoorden immers niet aan de kwaliteitseisen die anno 2009 gesteld worden aan woningen en zijn al helemaal niet aangepast aan ouderen en/of hulpbehoevende personen. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg onderzocht de toekomstige behoefte aan residentiële ouderenzorg in België: projecties 2011-2025 (Publication - KCE Reports 167A - Health Services Research (HSR) – 2011 ). Zijn er alternatieven om de toegenomen vraag naar residentiële
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
101
zorg op te vangen? Een voor de hand liggende maatregel zou een toename van het aanbod van thuiszorg zijn. Een suggestieve bevinding is dat, als thuiszorg met 50 procent zou worden uitgebreid (bovenop de stijging die nodig is om de vergrijzing van de populatie bij te benen ) dan zal er nog nood zijn aan extra residentiële bedden. De verwachte vergrijzing van de bevolking zal niet alleen het gebruik van residentiële zorg doen toenemen, maar zal ook aanzienlijke toenemende druk veroorzaken op de vraag naar thuiszorg. Aan beide uitdagingen zal moeilijk het hoofd geboden kunnen worden, zelfs zonder de bijkomende druk afkomstig vanwege de beleidswens patiënten langer thuis te laten blijven. Op een gelijkaardige manier zou kunnen geargumenteerd worden dat de huidige residentiële bevolking die nauwelijks functionele beperkingen heeft een buffervoorraad van residentiële capaciteit vormt die in de toekomst beschikbaar zou kunnen worden gesteld voor patiënten die zeer sterk afhankelijk zijn. Ook dit kan alleen worden bereikt indien geschikte woonverblijven voor deze ouderen kunnen worden aangeboden, ofwel thuis, ofwel in andere semi-residentiële faciliteiten (service flats, assistentiewoningen).
3.3. Personen met een beperking 3.3.1. Open Kans Open Kans maakt deel uit van dienstencentrum Ter Engelen met hoofdzetel in Maaseik en is opgestart in 1983 door Breese vrijwilligers. Open Kans is geen stedelijk initiatief maar voor Bree een belangrijke actor op vlak van zorg voor personen met een beperking en kan hierbij op substantiële ondersteuning rekenen vanwege het stadsbestuur. Unit Open Kans biedt zorg en begeleiding aan volwassenen met een verstandelijke beperking in Bree. Typisch voor deze unit is de sterke verankering in de regio. Open kans ging in 1983 van start als een initiatief van plaatselijke vrijwilligers. Na enkele jaren zocht men aansluiting bij Ter Engelen. Open Kans omvat 6 tehuizen en een dagcentrum. In 2003 ging men van start met een winkel (OKee) in het centrum van Bree. Het pand wordt gehuurd door de stad en als dagcentrum en als winkelruimte gebruikt door de gasten. Open Kans biedt eveneens ambulante ondersteuning aan personen met een beperking. Ook Open Kans werkt samen met zorgboerderij De Taemhoeve. In het dagcentrum is er een aanbod voor mannen en vrouwen met een verstandelijke beperking, vanaf de leeftijd van 18 jaar, die niet in aanmerking komen om te werken in een officieel erkende beschutte werkplaats en die nood hebben aan een zinvolle dagbesteding. In totaal begeleidt deze voorziening meer dan 60 'gasten'. Via een aanbod op maat tracht deze werk te maken van emancipatie, inclusie en volwaardige participatie aan de lokale samenleving.
3.3.2. De Oase en de Horizon : een bescheiden antwoord op de vergrijzing De Oase (nursinggroep ) en De Horizon ( structuurgroep ) zijn 2 leefgroepen die gevestigd zijn op de welzijnscampus te Gerkenberg. In deze leefgroepen worden de gasten met de grootste zorgbehoefte worden opgevangen. Het gaat hierbij om gasten die momenteel in leefgroepen in Maaseik of Bree verblijven. Dit betekent - jammer genoeg - niet dat extra personen met een beperking kunnen opgenomen worden. Er wordt gestreefd naar een aangename woonomgeving met de nodige aandacht voor medische en paramedische begeleiding en verzorging. Daarnaast wordt voor de bewoners een dagaanbod uitgewerkt dat genieten en aangepaste activiteit weet te combineren. Open Kans vindt het belangrijk om op autonome wijze haar kernopdrachten te kunnen vervullen. Op die manier tracht deze voorziening haar rol waar te maken in de zorg voor personen met een beperking uit Bree en de andere gemeentes van de zorgregio. Ongetwijfeld is ook Stad Bree gebaat bij een initiatiefnemer die een gepast aanbod kan brengen voor deze doelgroep. Op die manier ziet ze haar centrumfunctie binnen de zorgregio voor een stuk behartigd. De lokale overheid kan voor een dergelijke initiatiefnemer belangrijke 'flankerende' bijdrages leveren.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
102
De aanwezigheid en complementariteit van een bejaardenvoorziening en een voorziening voor personen met een beperking op éénzelfde campus illustreert het belang van een meer inclusieve aanpak waarbij de muren tussen sectoren in de welzijn – en gezondheidssector worden gesloopt en nauwer met elkaar wordt samengewerkt.
3.4. Kinderopvang
Opvallend is het 192 geboorten in 2008. -
het aantal kinderen in de leeftijd van 0 – 4 jaar bleef tussen 2004 – 2008 onder de 700. Sinds 2010 stijgt het aantal inwoners in die leeftijdscategorie terug boven de 800. Het jaar 2009 heeft dit duidelijk aangetoond.
Aantal geboorten 2002-2011
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
103
Jongeren 0-24 jaar [aantal] op 01.01.1997-2012 Gemeente Limburg: Bree 0-2 jaar
3-5 jaar
6-11 jaar
12-17 jaar
18-24 jaar
Totaal
1997
431
476
1.036
1.141
1.272
4.356
1998
398
456
1.042
1.123
1.304
4.323
1999
419
446
1.031
1.111
1.334
4.341
2000
426
443
1.022
1.068
1.340
4.299
2001
420
425
990
1.058
1.378
4.271
2002
395
415
977
1.079
1.358
4.224
2003
401
423
951
1.082
1.367
4.224
2004
416
424
892
1.100
1.364
4.196
2005
409
420
896
1.104
1.370
4.199
2006
402
422
902
1.091
1.327
4.144
2007
416
416
877
1.052
1.329
4.090
2008
419
410
880
1.044
1.327
4.080
2009
482
402
883
1.022
1.339
4.128
2010
484
427
886
971
1.361
4.129
2011
499
434
873
979
1.337
4.122
2012
481
515
859
960
1.322
4.137
Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie De explosie van kinderen (192 geboorten in 2008 en een systematische stijging vanaf 2009 van de leeftijdscategorie 0 – 5 jarigen ) wijst duidelijk op inwijking en groei die nu merkbaar wordt in het kleuteronderwijs en de buitenschoolse kinderopvang. In die optiek is het dan ook belangrijk te weten waar die evoluties zich precies voordoen zodat ook doordacht en effectief kan ingespeeld worden op zeer plaatselijke (wijk/straatniveau) ontwikkelingen, misschien extra infrastructuur voor jeugd- en sportverenigingen, nood aan speelruimte etc. Worden de pieken van vandaag de constanten van morgen? Volgens de projecties is er al enkele jaren een geleidelijke stijging bezig van het aantal kinderen in de leeftijdsgroep 0 tot 5-jarigen. Deze demografische evolutie versterkt de nood aan kinderopvangmogelijkheden.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
104
Jongeren [aantal], 1997-2012 - Gemeente Limburg: Bree 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 0-2 jaar
431
398
419
426
420
395
401
416
409
402
416
419
482
484
499
481
3-5 jaar
476
456
446
443
425
415
423
424
420
422
416
410
402
427
434
515
6-11 1.03 1.04 1.03 1.02 990 jaar 6 2 1 2
977
951
892
896
902
877
880
883
886
873
859
Tota 1.94 1.89 1.89 1.89 1.83 1.78 1.77 1.73 1.72 1.72 1.70 1.70 1.76 1.79 1.80 1.85 al 3 6 6 1 5 7 5 2 5 6 9 9 7 7 6 5 Bron: FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie - Dienst Demografie
Jongeren [aantal], 2009-2030 - Gemeente Limburg: Bree 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 0-2 47 47 49 46 48 48 49 49 49 49 48 48 47 46 46 45 45 44 44 44 43 43 jaa 9 4 1 2 2 8 3 6 8 6 8 1 4 9 2 8 4 6 4 1 9 6 r 3-5 40 42 42 47 47 48 46 48 48 48 49 49 48 48 47 46 46 45 45 44 44 44 jaa 5 5 4 7 3 8 4 0 4 9 1 1 7 2 6 8 2 6 1 8 4 1 r 6- 88 88 86 86 88 87 91 92 93 95 95 96 94 95 95 95 94 93 92 91 90 89 11 6 5 5 8 0 4 6 5 5 0 6 7 7 7 7 2 7 5 5 3 5 5 jaa r Tot 1.7 1.7 1.7 1.8 1.8 1.8 1.8 1.9 1.9 1.9 1.9 1.9 1.9 1.9 1.8 1.8 1.8 1.8 1.8 1.8 1.7 1.7 aal 70 84 80 07 35 50 73 01 17 35 35 39 08 08 95 78 63 37 20 02 88 72 Bron: Studiedienst van de Vlaamse Regering - Bevolkingsprojecties Deze stijging van de groep 0-2 jarigen en 3-11 jaar wijst op de noodzaak aan voldoende infrastructuur aan kinderopvang.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
105
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
106
Voorschoolse opvang
Het aantal kindplaatsen voorschoolse opvang per 100 kinderen (0-2jaar) was in 2009 23,2% in Bree, 28,9% in Limburg en 35,7% in het Vlaams gewest. Aantal kindplaatsen voorschoolse opvang per 100 kinderen (0-2 jaar) [%] 2009-2012 Bree 2009
2010
2011
2012
Bree
23,2
27,4
26,6
25,3
Limburg
28,9
30,1
31,2
31,8
Vlaams Gewest
35,7
36,9
37,6
38,5
Bron: Kind & Gezin Bree scoort duidelijk lager wat het aantal plaatsen voorschoolse kindopvang per 100 kinderen Het aantal kindplaatsen voorschoolse opvang per 100 kinderen (0-2jaar) was in 2012 25,3% in Bree, 31,8% in Limburg en 38,5% in het Vlaams gewest. Opvanglocaties voorschoolse opvang [aantal] op 31.03.2009-2012 Gemeente Limburg: Bree 2009
2010
2011
2012
Dienst voor 25 onthaalouders
27
25
21
Kinderdagverblijf
2
2
2
1
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
107
Lokale dienst 0 buurtgerichte opvang
0
0
0
Zelfstandig kinderdagverblijf
0
0
0
0
Zelfstandig onthaalouder
0
0
0
0
Totaal
26
29
27
23
Bron: Kind & Gezin Het aantal kinderopvangplaatsen (voorschoolse kinderopvang) steeg in Bree van 112 in 2009 tot 122 in 2012 (+9%). Het aantal kinderopvangplaatsen (voorschoolse kinderopvang) steeg in de cluster van vergelijkbare gemeenten van 2.874 in 2009 tot 3.199 in 2012 (+11,3%). Het aantal kinderopvangplaatsen (voorschoolse kinderopvang) steeg in het Vlaams gewest van 73.215 in 2009 tot 81.495 in 2012 (+11,3%). Kindplaatsen voorschoolse opvang [aantal] op 31.03.2009-2012 Gemeente Limburg: Bree 2009
2010
2011
2012
Dienst voor 87 onthaalouders
94
91
80
Kinderdagverblijf
39
42
42
Lokale dienst 0 buurtgerichte opvang
0
0
0
Zelfstandig kinderdagverblijf
0
0
0
0
Zelfstandig onthaalouder
0
0
0
0
Totaal
112
133
133
122
25
Bron: Kind & Gezin
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
108
Buitenschoolse opvang
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
109
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
110
Aantal kindplaatsen buitenschoolse opvang per 100 kinderen (3-11 jaar) [%], 2009-2012 - Bree 2009
2010
2011
2012
Bree
14,2
16,9
17,7
18,0
Limburg
7,8
8,0
8,5
9,2
Vlaams Gewest
5,2
5,3
5,4
5,5
Bron: Kind & Gezin Opvanglocaties buitenschoolse opvang [aantal] op 31.03.2009-2012 Gemeente Limburg: Bree 2009
2010
2011
2012
Initiatief voor 0 buitenschoolse opvang
0
0
1
0 Buitenschoolse opvang verbonden aan een kinderdagverblijf
0
0
0
Lokale dienst 0 buurtgerichte opvang
0
0
0
Zelfstandig buitenschoolse opvangvoorziening
5
6
6
5
Totaal
5
6
6
6
Bron: Kind & Gezin Kindplaatsen buitenschoolse opvang [aantal] op 31.03.2009-2012 Gemeente Limburg: Bree 2009
2010
2011
2012
Initiatief voor 0 buitenschoolse opvang
0
0
28
Buitenschoolse 0 opvang verbonden aan een kinderdagverblijf
0
0
0
Lokale dienst 0 buurtgerichte opvang
0
0
0
Zelfstandig buitenschoolse opvangvoorziening
182
222
231
219
Totaal
182
222
231
247
Bron: Kind & Gezin
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
111
De uitdaging in de buitenschoolse kinderopvang is te streven naar méér gesubsidieerde plaatsen of uitbreiding IBO met erkende, gesubsidieerde plaatsen vermits de financiële tussenkomst in deze vorm van erkende opvang hoger is dan bij een attest van toezicht.
3.5. Gezondheid en zorg Dat de gezondheidssituatie verslechtert met de leeftijd lijkt voor de hand te liggen. Daaruit volgt ook een mindere score bij oudere koppels en gepensioneerden. De slechtere situatie van alleenstaanden houdt ten dele verband met leeftijd aangezien er in deze groep relatief veel ouderen zitten. Andere groepen die de eigen gezondheid als (zeer) slecht omschrijven, zijn niet-actieven, leden van gezinnen met een zeer lage werkintensiteit, laaggeschoolden, huurders en personen uit de laagste inkomensgroep. Het geeft aan dat de gezondheidssituatie van een individu samenhangt met diens sociaaleconomische situatie. Er bestaat voor een beperkt deel van de bevolking nog steeds een probleem van toegang tot de gezondheidszorg. In 2011 leefde 4% van de Vlamingen in een gezin dat in het voorbije jaar minstens 1 keer een bezoek aan de arts of tandarts heeft moeten uitstellen omwille van financiële redenen. Dat komt overeen met ongeveer 250.000 personen. Dat aandeel is tegenover de voorgaande jaren sterk gestegen. Ook hier scoren enkele groepen opvallend minder goed: leden van eenoudergezinnen, werklozen, leden van gezinnen met lage werkintensiteit,huurders en personen uit de laagste inkomensgroep
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
112
4.
DOMEIN VRIJE TIJD en ONDERWIJS
4.1. Cultuur, jeugd en sport BIBLIOTHEEK Algemeen De Breese bibliotheek gaat vanuit een sterke dynamiek op zoek verandering en verbetering. Onze bib staat voor informatie, samenwerking, ontmoeting en zinvolle invulling van de vrije tijd. Samen met het personeel, de vrijwilligers, onze gebruikers en onze scholen proberen we er een levendig huis van te maken: niet de cliché-bibliotheek waar stilte regeert, maar een plek waar altijd wat te beleven of te ontdekken valt van maandelijkse tentoonstellingen tot lezingen en workshops. Lokale verhalen of grote verhalen, maar altijd met een link naar de leefwereld van onze Breese bevolking. Onze uitgebreide collectie met aandacht voor digitale media is het startpunt voor de hele werking. We kiezen voor een actuele collectie met duidelijke klemtonen. Niet van alle onderwerpen iets hebben, maar van welgekozen onderwerpen een uitgebreide collectie aanbieden is onze missie. Communiceren met de gebruiker is erg belangrijk. Naast het traditionele drukwerk zoals flyers en affiches, betrekken we onze gebruikers via onze website, facebook en twitter . Mensen worden uitgenodigd om hun verhaal te doen. Want de bib is net de plek waar verhalen samenkomen en uitwaaieren naar anderen. Alleen kunnen we dit niet: we werken samen met tal van partners. Het CC en de cultuurdienst zijn de vaste partners. De academie Beeldende Kunst en de Jeugdmuziekschool, afdeling dictie zijn ons publiek, maar tevens mee de maker van onze content. We herscheppen het bovenlokale aanbod tot een aanbod op maat voor onze gebruikers en bezoekers ( jeugdboekenweek, verwendag, bibweek, voorleesweek, week van de smaak,… Samenwerking is de basis van onze werking, maar dit kan enkel door in te gaan op voorstellen van andere culturele partners of zelf actief partners te zoeken. Een open communicatielijn met scholen ligt aan de basis van onze uitgebreide scholenwerking zowel voor basisonderwijs, secundair onderwijs en deeltijds onderwijs. We beperken ons niet tot de traditionele rondleidingen, klasuitleen, auteurslezingen, maar zoeken samen met leerlingen en leerkrachten naar mogelijkheden om de bib in hun leefwereld in te passen. De bib is een open huis voor iedereen die wat heeft met literatuur, verhalen en informatie: dicht bij de mensen en voor de mensen. Cijfermatige gegevens over de bibliotheek zijn beschikbaar op www.bibliotheekstatistieken.be Het aantal leners bibliotheek tov. de totale bevolking bedroeg in Bree 29,1% in 2006 en 28,8% in 2011. Het aantal leners bibliotheek tov. de totale bevolking bedroeg in de cluster van vergelijkbare gemeenten 27,4% in 2006 en 22,2% in 2011. Het aantal leners bibliotheek tov. de totale bevolking bedroeg in het Vlaams gewest 25,8% in 2006 en 23,8% in 2011.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
113
Aantal leners bibliotheek t.o.v. de totale bevolking Bron : BIOS Leeswijzer : bibliotheken Bree 2006 Aantal leners bibliotheek Totale bevolking
Aantal leners bibliotheek t.o.v. de totale bevolking (in %)
2007
2008
2009
2010
2011
4.214
4.564
4.424
4.571
4.471
4.381
14.503
14.515
14.774
15.013
15.173
15.238
29,1
31,4
29,9
30,4
29,5
28,8
BELFIUS.Landelijke en agrarische gemeenten met industriële activiteit (Cluster V4) 2006 Aantal leners bibliotheek Totale bevolking
2007
2008
2009
2010
2011
69.739
71.272
64.494
61.855
61.901
58.332
254.146
255.807
257.758
259.976
261.333
262.690
27,4
27,9
25,0
23,8
23,7
22,2
Aantal leners bibliotheek t.o.v. de totale bevolking (in %)
Vlaams Gewest 2006
2007
2008
2009
2010
2011
Aantal leners bibliotheek
1.568.963
1.568.701
1.550.432
1.543.553
1.528.311
1.501.821
Totale bevolking
6.078.600
6.117.440
6.161.600
6.208.877
6.251.983
6.306.638
25,8
25,6
25,2
24,9
24,4
23,8
Aantal leners bibliotheek t.o.v. de totale bevolking (in %)
Aantal leners t.o.v. de totale bevolking (in %) 35, 30, 25, 20,
Gemeente
15,
Vlaams Gewest
Belfius-indeling
10, 5, 0, 2006
2007
2008
2009
2010
2011
Beheer. Bij aanvang van de nieuwe legislatuur werd geopteerd om de beheerraden van de Breese culturele instellingen samen te voegen toe één gemeenschappelijk beheersorgaan. De Raad van Beheer is samengesteld volgens de B-formule uit het Cultuurpact. De bevoegdheden en de werking van de Raad van Beheer staan beschreven in een organiek reglement met de mogelijkheid uitgebreid te worden met een huishoudelijk reglement. Infrastructuur. De bibliotheek is gevestigd in een gebouw daterend uit 1974. Bij de renovatie in 2006 koos de bib rigoureus voor één grote open ruimte waar alle leeftijdsgroepen een vaste plek kregen. Dit betekent dat senioren al eens last hebben van klasgroepen, maar kinderen leren dan weer respect hebben voor mensen die hun dagelijkse krant of wekelijks tijdschrift komen lezen in gedrukte vorm of op tablet. Samenleven is hier het kernwoord. Zelfscanbalies en inleverkasten betrekken de gebruiker bij het uitlenen en creëren voor het personeel tijd om met de gebruikers samen aan de slag te gaan. Personeel. De personeelsformatie van de bibliotheek bestaat uit de bibliothecaris (38u), 2 deskundigen (19u + 19u en 4 bibliotheekassistenten (19u, 19u, 19u en 10u). de bib doet beroep op een 14-tal gemotiveerde vrijwilligers die ingeschakeld worden voor voorlezen, activiteiten en het opruimen van de materialen Bron: http://aps.vlaanderen.be/lokaal/domeinen/cultuur/kk_rapport_cult.html
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
114
CULTUURCENTRUM Algemeen Cultuurcentrum de Breughel werd door het Agentschap Sociaal Cultureel Werk voor Volwassenen en Kinderen gecategoriseerd als C-centrum en wordt als dusdanig gesubsidieerd. Cultuurcentrum De Breughel wordt door de gemeente beheerd, met het oog op cultuurparticipatie, gemeenschapsvorming en cultuurspreiding ten behoeve van zowel de lokale als de regionale bevolking en dit met bijzondere aandacht voor de culturele diversiteit. Het cultuurcentrum verzorgt een breed eigen cultureel aanbod: een divers, kwaliteitsvol, nichevullend, evenwichtig aanbod aan theater, cabaret, zang, muziek, jeugd-, senioren- en familievoorstellingen, literaire voorstellingen, tentoonstellingen, cursussen en uitstappen. Bij het programmeren wordt uitgegaan van het principe: ‘het aanbod primeert op de aanbieder’, wat in de praktijk neerkomt op het niet beconcurreren, maar aanvullend of versterkend samenwerken met collega-diensten en andere regionale culturele actoren. Het werkingsjaar van het cultuurcentrum ontplooit zich van september tot mei. In de zomerperiode wordt de fakkel overgedragen aan de dienst toerisme. Naast de eigen programmering receptieve actoren: ruimten aan ondersteuning. Tevens biedt het meestal onder de vorm van een actoren en verenigingen.
begeleidt, ondersteunt en verleent het cultuurcentrum diensten aan verenigingvriendelijke prijzen, begeleiding, technische en logistieke cultuurcentrum ondersteuning aan derden binnen het culturele veld, samenwerkingsverband of een kruisbestuiving tussen professionele
Een ver doorgedreven publieksservice is een van de grondvesten van ons cultuurcentrum. De in het verleden gemaakte keuze om intensief aan publieksbegeleiding (presentatiedag, huisbezoeken, thematisch opgebouwde abonnementen, waar we de mogelijkheid bieden om alle voorstellingen binnen een bepaald genre aan te kopen aan een voordelige pakketprijs) te doen resulteerde in een gestage publieksopbouw en een ‘onervaren’ publiek dat zich steeds vaker openstelt voor ‘ongekende’ cultuur. Bovenal wil cultuurcentrum De Breughel een cultuurcentrum van, voor en door haar gebruikers zijn. Aan cultuur participeren dient een totaalbeleving te zijn, niet enkel de culturele beleving zelf, maar ook een sociaal gebeuren. Een goede voorstelling, maar ook een drankje, een babbel, een ontmoeting, ... Cultuurcentrum De Breughel wil een plek zijn om thuis te komen voor haar gebruikers. In het betrekken van ons publiek verliezen we hedendaagse technologieën niet uit het oog: naast onze website zijn we actief op diverse sociale media om de interactie met ons publiek te optimaliseren via interviews, foto’s, polls, wedstrijden en onze cultuurschrijvers die verslagen schrijven over bijgewoonde voorstellingen. Voor cijfermatige gegevens over het cultuurcentrum verwijzen we graag naar www.ccinc.be (cultuurcentra in cijfers - registratiemodule van het agentschap sociaal-cultureel werk). Beheer Bij aanvang van de nieuwe legislatuur werd geopteerd om de beheerraden van de Breese culturele instellingen samen te voegen toe één gemeenschappelijk beheersorgaan. De Raad van Beheer is samengesteld volgens de B-formule uit het Cultuurpact. De bevoegdheden en de werking van de Raad van Beheer staan beschreven in een organiek reglement met de mogelijkheid uitgebreid te worden met een huishoudelijk reglement. Infrastructuur In de jaren 80 werd geopteerd om de stedelijke culturele diensten onder te brengen in bestaande cultuurhistorische gebouwen. Dit verklaart de spreiding van de Breese culturele infrastructuur. Naast de Breughelzaal (theaterzaal) is het cultuurcentrum verantwoordelijk voor het Ontmoetingscentrum (administratieve zetel, vergader- en activiteitenruimten en kleine concertzaal), het Pensionaat (expositieruimte, vergader- en activiteitenruimten) en Parochiaal Tehuis Gerdingen
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
115
“De Barrier” (polyvalente zaal). Het ontmoetingscentrum biedt ook onderdak aan twee andere stadsdiensten, de cultuurdienst en de jeugddienst. Vanuit de gedachte “cultuur naar de mensen brengen” wordt er ook veelvuldig gebruik gemaakt van de openbare ruimte, ruimten in beheer van collega-diensten (bv. barokkapel van het Stadhuis voor klassieke concerten) en privé locaties (bv. Kaffee Lagossa, Kringwinkel, …). De infrastructuur van het cultuurcentrum wordt zowel gebruikt voor de eigen werking als verhuurd aan derden. De verhuring wordt geregeld via een, door de Raad van Beheer bekrachtigd, reglement. De tarifering van de verhuring is afhankelijk van het karakter van de huurder (erkende vereniging, nieterkende vereniging, privé-persoon, commerciële actor, …). Een stuurgroep, aangesteld door het beleid, heeft een masterplan geïnitieerd, waarin de zoektocht naar een locatie voor een nieuwe, grotere en modernere theaterzaal lopende is. De nieuwe infrastructuur zal immers de mogelijkheid bieden om een nog gevarieerder cultureel aanbod (bv. dans) te programmeren, gezien de scène, de coulissen en de laad- en losomgeving ruimer worden. Ook de publieksgedeeltes (de zittribunes en de foyer) worden onder handen genomen waardoor onze bezoekers elkaar in de nabije toekomst (voor het einde van deze legislatuur) kunnen ontmoeten in de beste omstandigheden. Personeel De personeelsformatie van het cultuurcentrum is opgebouwd uit drie programmatoren, twee technici, één administratieve en drie onderhoudsmedewerkers. Hiernaast wordt het cultuurcentrum versterkt door een team van een twintigtal gemotiveerde en geëngageerde vrijwilligers. Cultuurdienst De cultuurdienst wordt vertegenwoordigd door de cultuurbeleidscoördinator, die een coördinerende rol opneemt binnen het culturele veld. De cultuurbeleidscoördinator staat in contact met het verenigingsleven en de professionele organisaties binnen de stad. De cultuurbeleidscoördinator is het aanspreekpunt voor de sociaal-culturele verenigingen, wijk- en buurtcomités, amateurkunsten, vrijwilligers, deeltijdskunstonderwijs en organisaties die met armen werken (rond zinvolle vrijetijdsbesteding) en erfgoedorganisaties. Bij de cultuurdienst kan men terecht voor vragen rond ondersteuningsmogelijkheden van de stad. Zowel financiële, materiële als logistiek steun. Verenigingen, vrijwilligers en buurtcomités De sociaal-culturele verenigingen kunnen rekenen op financiële steun via het subsidiereglement voor erkende socio-culturele verenigingen en culturele projecten. In 2013 zijn er 78 erkende verenigingen waarvan er 57 jaarlijks subsidie aanvragen voor hun werking. Daarnaast worden er gemiddeld 5 aanvragen voor projectsubsidie per jaar goedgekeurd. 1 De 56 buurt- en wijkcomités kunnen rekenen op een jaarlijkse tegemoetkoming voor het organiseren van een buurt- of straatbarbecue. Erkende verenigingen kunnen ook gratis gebruik maken van materialen van de uitleendienst en genieten van een gunstig huurtarief van de stedelijke infrastructuur. Via de cultuurdienst kunnen organisaties die werken met vrijwilligers ook een aanvraag doen voor de gratis vrijwilligersverzekering van de Provincie Limburg. Amateurkunsten Van de erkende sociaal-culturele verenigingen zijn er 16 verenigingen bezig met amateurkunst. In samenwerking met enkele van deze verenigingen organiseert de cultuurdienst een driejaarlijks evenement waar amateurkunstenaars de kans krijgen om hun talenten te tonen een breed publiek.
1
Aantal gebaseerd op de aanvragen in 2012
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
116
Deeltijds Kunstonderwijs (DKO) In Bree is er een afdeling Beeldende Kunst van de Kunstacademie van Maasmechelen gehuisvest 2 met 163 leerlingen. Er zijn in totaal 10 klassen lagere graad waarvan er 4 georganiseerd worden in Opitter (Itterdal) en 5 in Bree (Ontmoetingscentrum). In Bree is er ook nog een 1 klas middelbare graad. Het totaal aantal leerlingen De lagere graad is volledig gesubsidieerd (officieel deeltijds kunstonderwijs) maar de klas van de middelbare graad bekostigd de stad Bree zelf. Er is geen afdeling muziek en woord van het deeltijds kunstonderwijs. Er is wel een Jeugdmuziekschool met 3 ongeveer 246leerlingen die volledig financieel ondersteund wordt door de stad. Het is geen officieel deeltijds kunstonderwijs en wordt dan ook niet gesubsidieerd. Kansengroepen De cultuurdienst werkt op regelmatig basis samen met de Breese Welzijnsschakel. De cultuurbeleidscoördinator is lid van de groep “vrije tijd” die maandelijks vergadert en werkt aan een zinvol en betaalbaar vrijetijdsaanbod voor kansarmen. De cultuurbeleidscoördinator zorgt ook voor de aanvragen bij het Fonds voor Vrijetijdsparticipatie. Voor senioren met een beperkte mobiliteit werkt de cultuurdienst samen met de Welzijnscampus Gerkenberg om voor deze doelgroep een aangepast aanbod op in hun woonsituatie te voorzien. Erfgoed De cultuurbeleidscoördinator is ook lid van de erfgoedraad en ondersteunt deze bij de praktische uitwerking van hun publieksactiviteiten. Er wordt vaak ingespeeld op lokale en regionale initiatieven zoals Open Monumentendag, Erfgoeddag, Open Kerkendag e.d. Daarbij probeert men de collectie en de werking van het stadsmuseum verder uit te bouwen. Inspraak De sociaal-culturele verenigingen, organisaties en buurtcomités zijn vertegenwoordigd in het Forum Cultuur. De groep wordt aangevuld met geïnteresseerden die niet een vereniging of comité zitten en deskundigen cultuur. Het nieuwe Forum Cultuur vervangt de vroegere cultuurraad en werd opgericht op 7 mei 2013. Bij de startvergadering werd uitgebreid gepolst naar de noden van de 70 aanwezigen en konden ze suggesties doen voor het nieuwe meerjarenplan. Aan de hand van de informatie van het Forum Cultuur werd een SWOT-analyse gemaakt ter voorbereiding van het meerjarenplan. Sterktes
Zwaktes
Subsidies voor verenigingen Subsidies voor buurtcomités Beschikbare materialen van de uitleendienst Gratis vrijwilligersverzekering Infrastructuur voor verenigingen in de verschillende deelkernen Promotie voor verenigingen via stadsmagazine en digitale borden Gerenoveerde zaal de Barrier/PTG Goede dienstverlening culturele diensten
Uitleendienst is niet beschikbaar voor buurtcomités Gebrek aan opbergruimte voor verenigingen Te hoge huurprijs van lokalen voor kleine verenigingen Niet alle gebouwen zijn goed toegankelijk Gebouwen worden niet altijd goed onderhouden Geen centraalpunt voor de uitleen van materialen / reservatie van lokalen Ontbreken van een polyvalente zaal in het centrum Geen mogelijkheid om te kopiëren bij de stad als vereniging Ontbreken van een afdeling muziek & woord van het DKO Bedreigingen
Kansen Verbouwingen Itterdal Bouw nieuwe Breughelzaal Bouw nieuwe gemeenschapszaal Beek Oog voor toegankelijkheid bij nieuwe gebouwen Nieuw Forum Cultuur Buurtcomités lid van Forum Cultuur Verenigingen promoten bij nieuwe inwoners Samenwerking tussen stad en verenigingen
2 3
Vergrijzing Gebrek aan gecoördineerde kalender van activiteiten Volle kalender van de Breughelzaal Procedure projectsubsidie Hoge waarborgen voor materiaal en lokalen Verminderde cultuurparticipatie van jongeren
Leerlingen aantal schooljaar 2012-2013 Leerlingen aantal schooljaar 2011-2012
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
117
JEUGD / ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Algemeen De jeugddienst vertrekt vanuit de wensen en behoeften van kinderen en jongeren. Zij moeten de kans krijgen om ongestoord samen te zijn, zichzelf te ontplooien en al dan niet deel te nemen aan activiteiten. Bovendien moeten kinderen en jongeren terecht kunnen “onder de kerktoren” om een duurzame, sociale, verbonden en veilige samenleving op te bouwen. Het is tevens belangrijk een differentieel beleid uit te werken ten behoeve van alle leeftijdsgroepen en subdoelgroepen. De stedelijke jeugddienst staat ten dienste van de jongeren in het algemeen. Zowel individuele jongeren als verenigingen kunnen er terecht met al hun vragen. Verenigingen en vrijwilligers Bree telt heel wat jeugdorganisaties. Zo zijn er 11 jeugdverenigingen actief in de verschillende deelkernen samen met nog andere jeugdwerkinitiatieven zoals de jeugdbrandweer, BOM (Brees Onderdak voor Muzikanten), Grabbelpas,…. De jeugdverenigingen kunnen rekenen op personele, logistieke en financiële ondersteuning van de stad. Tevens kunnen erkende verenigingen ook gratis gebruik maken van materialen van de uitleendienst en genieten van een gunstig huurtarief van de stedelijke infrastructuur. Infrastructuur De jeugddienst is een aparte stadsdienst en het stadsbestuur heeft heel wat infrastructuur ter beschikking waar de Breese kinderen en jongeren gebruik van kunnen maken. Maar liefst 7 jeugdverenigingen beschikken over een lokaal van de stad en tevens is het jeugdhuis ook ter beschikking van de Breese jongeren. Hier kunnen ze elkaar ontmoeten en zelf initiatief nemen om verschillende activiteiten en evenementen ter organiseren. Bovendien is er in elke deelkern ook ruimte voorzien voor speelterreinen. Inspraak De jeugdverenigingen en –organisaties zijn samen met individuele jongeren vertegenwoordigd in de jeugdraad. De jeugdraad adviseert het college van Burgemeester en schepenen en/of gemeenteraad aangaande aangelegenheden die verband houden met het jeugdbeleid en het welzijn van kinderen en jongeren in de stad al dan niet op vraag van het college van burgemeester en schepenen. De jeugdraad neemt ook initiatief om activiteiten met een vormende, opvoedende, sociale en culturele waarde te stimuleren, aan te moedigen en eventueel zelf te organiseren. Personeel De jeugddienst wordt vertegenwoordigd door een voltijdse jeugdconsulent (38u) en een halftijdse jongerenwerkster (19u). Daarnaast kan de jeugddienst ook beroep doen op een 20-tal gemotiveerde vrijwilligers die worden ingeschakeld bij allerhande activiteiten. Ontwikkelingssamenwerking Naast het jeugdbeleid is de jeugddienst ook verantwoordelijk voor het gegeven ontwikkelingssamenwerking. Het is belangrijk om een rol te spelen in een geëngageerd NoordZuidbeleid en men is ervan overtuigd dat een goed beleid de inwoners meer bewust maakt van de Noord-Zuidproblematiek. Zo ondersteunt de jeugddienst de GRIS (Gemeentelijke Raad voor Internationale Solidariteit) en de Breese Wereldwinkel. Beide organisaties bestaan uit verenigingen en vrijwilligers met een hart voor Noord-Zuid.
SPORT Sportdienst De sportdienst staat in voor het uitvoeren van het sportbeleid, sportpromotie en voor het beheer van de sportinfrastructuur zowel binnen als buiten. De sportdienst wenst zoveel mogelijk mensen actief te laten sporten of aan te zetten tot sport en dit in kwalitatieve omstandigheden.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
118
Met een ruim aanbod aan activiteiten zowel voor jongeren, senioren, volwassenen, particulieren, clubs als scholen wil de sportdienst zoveel en zo goed mogelijk sport bij de mensen brengen. Het ter beschikking stellen van betaalbare en kwaliteitsvolle infrastructuur voor particulieren en clubs moet hier eveneens toe bijdragen. Het hele jaar door worden er tal van activiteiten georganiseerd, waar ook vele vrijwilligers bij betrokken zijn. Naast deze onmisbare vrijwilligers en het personeel werken we geregeld samen met andere partners zoals Vlabus, de jeugddienst, collega buurtsportdiensten, de Breese sportverenigingen en de lokale scholen. Enkel door een nauwe samenwerking kunnen wij steeds weer op deze partners vertrouwen. Naast gewone openingsuren van de dienst worden er ook diverse communicatiemiddelen ingezet om de inwoners zoveel mogelijk aan het sporten te krijgen. Een actuele en goed informerende website is daarbij onmisbaar. Daarnaast wordt er ook via de social media extra aangedacht gevestigd op onze activiteiten. Uitermate belangrijk is ook het sociale aspect rond het hele sportgebeuren. De sportdienst wil vooral de mensen “samen” aan het sporten krijgen, een sportles is een ideale activiteit om mensen te ontmoeten, het is een plek waar zelfs vriendschappen ontstaan. Samen streven naar een gezondere levensstijl is iets waar we als sportdienst in 2014 ook extra aandacht aan willen besteden door met een nieuw project “massaal op de schaal” te starten. In samenwerking met de sociale dienst willen we hiermee het eet- en beweeggedrag van de mensen proberen te veranderen. Gedurende 10 weken is er wekelijks één sessie: de ene week een voedingssessie, de andere week een sportieve activiteit. Elke week wordt er ook een gezondheidswandeling aangeboden. Aan het begin en het einde van het project zal de groep gezamenlijk worden gewogen, doel is dus om “samen” te streven naar een gezondere levensstijl. Sportraad Een stedelijke sportraad heeft in het algemeen tot doel de sport, de lichamelijke opvoeding en de openluchtrecreatie te bevorderen bij alle inwoners van de gemeente. Zij doet dit onder andere door: a. Het geven van advies aan de stedelijke overheid, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek, voor alle aangelegenheden, zijnde de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven; b. Het geven van advies, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek, inzake planning en uitbouw van de sportinfrastructuur in de gemeente; c. Het tot stand brengen van overleg en samenwerking tussen de verenigingen, diensten, sportprojecten, instellingen, scholen en organisaties, zowel private als publieke, die betrokken zijn bij het bevorderen van de lichamelijke opvoeding, sport, openlucht leven, die hun sportieve activiteiten ontplooien op het grondgebied van de gemeente; d. Het voorstellen van op de behoeften afgestemde initiatieven op het gebied van sportbeoefening en kaderopleiding; e. De deelname aan het bestuur van de sportaccommodaties, overeenkomstig de terzake geldende wetgeving (Decreet 05/04/1995) f. Het verrichten van onderzoek, verzamelen van documentatie en informatie; g. De deelname aan het geregeld gezamenlijk overleg met andere bestaande raden voor culturele aangelegenheden en de onderlinge uitwisseling van informatie (Decreet Lokaal Cultuurbeleid Art. 57 § 1) Infrastructuur Langs de grote ring van Bree ligt de sporthal Olympia. Van hieruit worden alle activiteiten georganiseerd en fungeert de sportdienst als knooppunt van het hele sportgebeuren in Bree. Daarnaast hebben wij nog enkele sportaccommodaties ter beschikking voor de clubs en de individuele sportbeoefenaar. Deelgemeenten Opitter en Tongerlo beschikken elk over een eigen sporthal. De verhuur van de hal in Opitter wordt opgevolgd door de jeugddienst en die van Tongerlo gebeurt volledig in eigen beheer.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
119
Daarnaast beschikt de stad over een volledig gerenoveerd zwembad met als hoofddoelen school-, recreatie- en clubzwemmen. Vanaf 2014 zal de sportdienst, na de schooluren, ook beschikken over twee nieuwe sporthallen aan de lagere scholen in Beek en Bree. Zo zullen we de bewoners nog beter kunnen bereiken in hun eigen deelgemeenten. Personeel Het personeel wordt aangestuurd door een diensthoofd sport (sportfunctionaris) (38u). De personeelsformatie bestaat uit één sportpromotor (38u), één administratieve medewerker (38u), een hoofdredder (38u), 6 redders (152u) en vijf onderhoudsmedewerkers (97,5u). De sportdienst doet beroep op een 20-tal gemotiveerde vrijwilligers die ingeschakeld worden bij allerlei sportactiviteiten. Om de kwaliteit te garanderen van de accommodaties beschikt de dienst over een facility manager en technieker (19u).
4.2. Onderwijs 4.2.1. Scholengemeenschap: vrij secundair onderwijs. Bree heeft geen gemeentelijk onderwijs. Het vrij secundair onderwijs wordt in Bree aangeboden door drie scholen: Middenschool H. Hartinstituut Bree, Sint Augustinusinstituut Bree (SAB) en Technisch Instituut Sint Michiel Bree (TISM). De Middenschool H. Hart biedt enkel de eerste graad van het secundair onderwijs aan. Deze scholen maken deel uit van de scholengemeenschap Sint Michiel waarvan het Biotechnicum in Bocholt, Instituut Agnetendal in Peer en de Middenschool in Meeuwen-Gruitrode ook deel van uit maken. De Middenschool van Meeuwen en TISM werken samen in het technisch onderwijsaanbod. Het aandeel in het totaal aantal leerlingen bedroeg in het schooljaar 2012-2013: Middenschool H. Hart Instituut:
13,78%
456 leerlingen
Sint Augustinusinstituut:
31,91%
1.049 lln
TISM:
17,76%
572 lln
Biotechnicum:
12,33%
411 lln
Instituut Agnetendal:
20,57%
678 lln
Middenschool Meeuwen:
3,64%
121 lln
Totaal:
3.287 lln
Het schooljaar 2007-2008 was in het voorbije decennium het jaar met de meeste leerlingen in scholengemeenschap Sint Michiel. De verdeling was als volgt: Middenschool H. Hart Instituut:
12,50%
466 leerlingen
Sint Augustinusinstituut:
30,80%
1.147 lln
TISM:
19,30%
721 lln
Biotechnicum:
8,70%
325 lln
Instituut Agnetendal:
23,30%
867 lln
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
120
Middenschool Meeuwen:
5,40%
Totaal:
202 lln 3.728 lln
Het secundair gemeenschapsonderwijs (GO) telde in het schooljaar 2011-2012 in Bree 85 leerlingen.
4.2.2. Basisonderwijs Het gemeenschapsbasisonderwijs telde in Bree in het schooljaar 2011-2012 141 leerlingen, waarvan 73 jongens en 68 meisjes. In het kleuteronderwijs waren dit 46 leerlingen waarvan 25 jongens en 21 meisjes. In het lager onderwijs waren dit 95 leerlingen, waarvan 48 jongens en 47 meisjes. Het vrij basisonderwijs telde in Bree in het schooljaar 2011-2012 1.362 leerlingen, waarvan 717 jongens en 645 meisjes. In het kleuteronderwijs waren dit 539 leerlingen waarvan 281 jongens en 258 meisjes. In het lager onderwijs waren dit 823 leerlingen, waarvan 436 jongens en 387 meisjes. In het totaal telde het basisonderwijs 1.503 leerlingen in Bree in het schooljaar 2011-2012. Hiervan waren 585 kleuters en 918 leerlingen lager onderwijs. Van de kleuters waren er 306 jongens en 279 meisjes. In het lager onderwijs waren dat 484 jongens en 434 meisjes. Bron onderwijs alle leeftijden: http://aps.vlaanderen.be/lokaal/domeinen/onderwijs_vorming/kk_rapport_onderwijs.html
4.2.3. Mobiliteit schoolgaande bevolking. In het schooljaar 2011-2012 waren er in het secundair onderwijs 2.212 leerlingen die school liepen in Bree. Hiervan waren 702 kinderen woonachtig in Bree en 1.510 woonachtig buiten Bree. De instroomratio was 68,26%. De procentuele top 5 van instroomratio was Meeuwen-Gruitrode (17,54%), Opglabbeek (15,28%), Bocholt (12,3%), Maaseik (7,46%) en Peer (4,11%). 296 leerlingen, wonende in Bree, gingen naar een school buiten Bree. 998 (702 + 296) leerlingen secundair onderwijs woonden in Bree. De uitstroomratio was 29,66% De procentuele top 5 van uitstroomratio was: Peer (5,01%), Maaseik (4,81%), Bocholt (4,61%), Genk (4,11%) en Hasselt (3,61%). Nvdr. Met secundair onderwijs wordt bedoeld: voltijds gewoon secundair onderwijs, deeltijds beroeps secundair onderwijs, buitengewoon secundair onderwijs. In het schooljaar 2011-2012 waren 89,9% van de leerlingen van het basisonderwijs in (kleuter en lager, gewoon en buitengewoon onderwijs) die school liepen in Bree woonachtig in Bree. De procentuele top 3 van instroomratio was Bocholt (3,79%), Meeuwen-Gruitrode (3,46%), Maaseik (0,93%). 2,53% van de leerlingen, wonende in Bree, gingen naar een kleuter- of lagere school in Bocholt, 1,50%, in Maaseik, 1,30% in Peer en 1,03% in Bocholt. Bron: http://www.ond.vlaanderen.be/onderwijsstatistieken/Secundair_Mobiliteit_Geografie_VW_Soortonder wijs_10.pdf
4.2.4 Kansarmoede(onderwijs)indicator Onderwijs kansarmoede indicator (OKI) in het Nederlands gewoon kleuter- en lager onderwijs op registratiedatum 1 februari van het schooljaar.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
121
De OKI is samen gesteld uit 4 leerlingenkenmerken: - laag opleidingsniveau van de moeder - gezinstaal niet Nederlands - buurt met hoge mate van schoolse vertraging - schooltoelage De OKI wordt berekend als het aantal leerlingenkenmerken waarvoor de leerling aantikt en is bijgevolg een cijfer tussen 0 en 4. Een hoger cijfer wijst op een hogere indicatie van kansarmoede. OKI Bree 2010: 0,45
2011: 0,43
OKI cluster van vergelijkbare gemeenten 2010: 0,38 2011: 0,36 OKI Vlaams gewest 2010: 0,78 2011: 0,77
Bron: http://www.ond.vlaanderen.be/onderwijsstatistieken/2009/2010/rapporten/Basis_Secundair_Sociale_M ix_Geografie_W_Dexia_Net_Graad_Leerjaar_Onderwijsvorm_09.pdf
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
122
IV. Interne analyse 1.1 Bestuurskracht gemeente-O.C.M.W. Gemeente De ontvangsten in € per inwoner in de gewone dienst bedroegen in Bree in 2011 € 1.133. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit €1.081. Op het niveau van het Vlaams gewest was dit €1.456. De aanvullende personenbelasting bedraagt in 2013 in Bree 7,0% waarbij de waarde van 1% APB € 31 per inwoner bedraagt. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten is dat 7,3%. Waarbij de waarde van 1% APB €34 bedraagt. Voor het Vlaams gewest gemiddelde is dit 7,2% waarbij de waarde van 1% APB €37 bedraagt. De opcentiemen op de onroerende voorheffing bedragen in 2013 in Bree 1.150 waarbij de waarde van 100 opcentiemen €20 per inwoner bedraagt. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten is dat 1.339. Waarbij de waarde van 100 opcentiemen €19 per inwoner bedraagt. Voor het Vlaams gewest gemiddelde is dit 1.354 opcentiemen en €22 per inwoner voor 100 opcentiemen op de onroerende voorheffing. Uitgaven in de gewone dienst en buitengewone dienst, jaarrekening 2011. De schuld per inwoner bedroeg in 2000 €1.790 in Bree, in 2011 was dat €2.114 per inwoner. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit €978 in 2000 en €970 in 2011. Het gemiddelde in het Vlaams gewest was voor 2000 €1.330 per inwoner en voor 2011 €1.297 per inwoner. Bree telde in 2011 per inwoner 7,74 personeelsleden (in koppen geteld). Bij de deeltijdsen waren dat 0,72 contractuelen, 2,43 gesco’s en 0,53 vastbenoemden. Bij de voltijdsen waren dat 1,12 contractuelen, 1,58 gesco’s en 1,38 vastbenoemden. 32% van de voltijdsen zijn vrouwen, 68% mannen. 75% van de deeltijdsen zijn vrouwen, 25% mannen. Van de contractuelen zijn 50% mannen en 50% vrouwen. Van de gesco’s zijn 38% mannen en 62% vrouwen. Bij de vastbenoemden zijn er 66% mannen en 34% vrouwen. In de cluster van vergelijkbare gemeenten telde men in 2011 per inwoner 9,04 personeelsleden. Bij de deeltijdsen waren dat 1,57 contractuelen, 2,01 gesco’s en 0,80 vastbenoemden. Bij de voltijdsen waren dat 0,91 contractuelen, 1,89 gesco’s en 1,86 vastbenoemden. 33% van de voltijdsen zijn vrouwen, 67% mannen. 77% van de deeltijdsen zijn vrouwen, 23% mannen. Van de contractuelen zijn 33% mannen en 67% vrouwen. Van de gesco’s zijn 50% mannen en 50% vrouwen. Bij de vastbenoemden zijn er 53% mannen en 47% vrouwen. Voor het gemiddelde in het Vlaams gewest telde men in 2011 per inwoner 10,99 personeelsleden. Bij de deeltijdsen waren dat 2,09 contractuelen, 1,47 gesco’s en 1,52 vastbenoemden. Bij de voltijdsen waren dat 1,62 contractuelen, 1,61 gesco’s en 2,67 vastbenoemden. 35% van de voltijdsen zijn vrouwen, 65% mannen. 76% van de deeltijdsen zijn vrouwen, 24% mannen. Van de contractuelen zijn 35% mannen en 65% vrouwen. Van de gesco’s zijn 50% mannen en 50% vrouwen. Bij de vastbenoemden zijn er 53% mannen en 47% vrouwen.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
123
Personeelsaantallen in de gemeente (in koppen) Bron: RSZPPO, bewerking ABB Leeswijzer : toestand 2de kwartaal 2011 - personeel Aantal personeelsleden in koppen
Bree 2011 mannen
deeltijds
voltijds
vrouwen
totaal
contractueel
3
8
11
gesco
8
29
37
vastbenoemd
3
5
8
totaal
14
42
56
contractueel
11
6
17
gesco
15
9
24
vastbenoemd
16
5
21
totaal
42
20
62
56
62
118
totaal Aantal koppen per 1.000 inwoners naar geslacht
Bree 2011 mannen
deeltijds
voltijds
vrouwen
totaal
contractueel
0,39
1,05
0,72
gesco
1,05
3,80
2,43
vastbenoemd
0,39
0,65
0,53
totaal
1,84
5,50
3,68
contractueel
1,45
0,79
1,12
gesco
1,97
1,18
1,58
vastbenoemd
2,10
0,65
1,38
totaal
5,53
2,62
4,07
7,37
8,12
7,74
totaal
Man-vrouwverhouding naargelang Man-vrouwverhouding het naargelang het statuut prestatieregime
100% 80% 60% 40% 20% 0%
100% 20
80% 42
42 14
14
60%
vrouwen
40%
mannen 14
20%
10 38 vrouwen
19
mannen
23
0% voltijds
Laatste update : 2-mei-2013
deeltijds
contractueel
30
vastbenoemd
Profielschets Gemeente Bree
In VTE (voltijds equivalenten) telde Bree in het tweede kwartaal van 2008 per 1000 inwoners 6,41 personeelsleden. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit 6,24 personeelsleden per 1.000 inwoners. Voor alle Vlaamse gemeenten was dit gemiddeld 8,07 personeelsleden per 1.000 inwoners. In de man-vrouwverhouding naargelang het statuut zijn dit de verhoudingen:
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
124
Voor de vastbenoemden in Bree, 68% mannen en 32% vrouwen. Voor de gesco, 45% mannen en 55% vrouwen. Voor de contractuelen, 61% mannen en 39% vrouwen. Voor de vastbenoemden in de cluster van vergelijkbare gemeenten, 63% mannen en 37% vrouwen. Voor de gesco, 59% mannen en 415% vrouwen. Voor de contractuelen, 46% mannen en 54% vrouwen. Voor al de Vlaamse gemeenten, de vastbenoemden: 61% mannen en 39% vrouwen. Voor de gesco, 57% mannen en 43% vrouwen. Voor de contractuelen, 42% mannen en 58% vrouwen. In 2008 telde de stad Bree 94,65 personeelsleden in VTE geteld. Hiervan waren 54,01 mannen en 40,64 VTE vrouwen. 29,57 VTE (31%) zijn vast benoemd, 37,25 VTE (39%) zijn gesco en 27,83 VTE (30%) zijn contractueel. In de cluster van vergelijkbare gemeenten is van het VTE-personeelskorps 36% vastbenoemd, 45% heeft een gesco-contract en 19% is contractueel aangesteld in 2008. Voor alle Vlaamse gemeenten samen bekeken is 45% vast benoemd, 29% is gesco en 26% is contractueel aangesteld. De actuele stand van zaken, voor de stad Bree, van het aantal personeelsleden in koppen en in VTE is als volgt: STAD BREE Aantal personeelsleden in koppen Deeltijds
Voltijds
TOTAAL
Mannen 2 7 6 15 13 17 15 45 60
31/12/2012 Vr 6 28 6 40 10 11 4 25 65
Totaal 8 35 12 55 23 28 19 70 125
Mannen Contractueel 1,3 Gesco 5,0092 Vastbenoemd 4,7 Totaal 11,0092 Contractueel 13 Gesco 17 Vastbenoemd 15 Totaal 45 56,0092
31/12/2012 Vr 2,8947 15,2395 3,7711 21,9053 10 11 4 25 46,9053
Totaal 4,1947 20,2487 8,4711 32,9145 23 28 19 70 102,9145
Contractueel Gesco Vastbenoemd Totaal Contractueel Gesco Vastbenoemd Totaal
Aantal personeelsleden in VTE Deeltijds
Voltijds
TOTAAL
26,4% VTE zijn contractueel aangesteld, 46,9% VTE hebben een gesco-statuut en 26,7% VTE zijn vastbenoemd.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
125
O.C.M.W. De totale middelen aan het O.C.M.W. bestaat uit het aandeel uit het gemeentefonds en de gemeentelijke bijdrage. Voor 2000 bedroeg dit €92,8 per inwoner in Bree, voor 2011 was dat €96,4. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit €74,7 in 2000 en €98,1 in 2011.
Voor het Vlaams gewest was dit €118,2 in 2000 en €144,9 in 2011. Totale middelen OCMW uit het Gemeentefonds en uit de gemeentelijke bijdrage aan het OCMW Totale middelen uit het OCMW = definitief door het OCMW ontvangen aandeel uit het Gemeentefonds (op basis van de ministeriële verdelingsbesluiten) + gemeentelijke bijdrage aan het OCMW (op basis van de gemeentelijke budgetten) Bron: ABB Leeswijzer : financiën Bree 2004 Totale middelen aan het OCMW (in €)
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
1.326.634
676.314
563.593
1.478.913
1.438.089
1.426.494
1.592.140
1.469.243
92,8
46,9
38,9
101,9
97,3
95,0
104,9
96,4
Totale middelen aan het OCMW per inwoner (in €)
BELFIUS.Landelijke en agrarische gemeenten met industriële activiteit (Cluster V4) 2004 Totale middelen aan het OCMW (in €)
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
18.826.049
18.681.372
19.958.940
22.845.334
23.540.299
25.420.564
26.755.251
25.768.292
74,7
73,8
78,5
89,3
91,3
97,8
102,4
98,1
Totale middelen aan het OCMW per inwoner (in €)
Vlaams Gewest 2004 Totale middelen aan het OCMW (in €)
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
710.853.403
721.786.692
734.066.007
764.185.561
803.312.191
843.337.963
873.536.962
913.695.031
118,2
119,4
120,8
124,9
130,4
135,8
139,7
144,9
Totale middelen aan het OCMW per inwoner (in €)
Totale middelen aan het OCMW per inwoner (in €) 160, 140, 120, 100, 80, 60, 40, 20, 0,
Gemeente Belfius-indeling Vlaams Gewest
2004
2005
2006
2007
Laatste update : 2-mei-2013
2008
36
2009
2010
2011
Profielschets Gemeente Bree
De totale OCMW-schuld per inwoner bedroeg in 2003 €179 in Bree en in 2011 €229. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten was dit €146 in 2000 en €221 in 2011. Voor het Vlaams gewest was dit €251 in 2000 en €382 in 2011. Bree telde in 2011 per 1000 inwoners 3,81 O.C.M.W.- personeelsleden in koppen geteld. Bij de deeltijdsen waren dat 1,25 contractuelen, 0,59 gesco’s en 0,92 vastbenoemden. Bij de voltijdsen waren dat 0,66 contractuelen, 0,13 gesco’s en 0,26 vastbenoemden. 75% van de voltijdsen zijn vrouwen, 25% mannen. 98% van de deeltijdsen zijn vrouwen, 2% mannen. Van de contractuelen zijn 14% mannen en 86% vrouwen. Van de gesco’s zijn 100% vrouwen. Bij de vastbenoemden zijn er 6% mannen en 94% vrouwen. In VTE telde Bree in 2011 2,39 O.C.M.W.-personeelsleden per 1000 inwoners. Voor de cluster van vergelijkbare gemeenten telde men in 2011 per 1000 inwoners 7,35 O.C.M.W.personeelsleden in koppen geteld. Bij de deeltijdsen waren dat 3,43 contractuelen, 1,53 gesco’s en 0,53 vastbenoemden. Bij de voltijdsen waren dat 1,18 contractuelen, 0,27 gesco’s en 0,42 vastbenoemden. 70% van de voltijdsen zijn vrouwen, 30% mannen. 97% van de deeltijdsen zijn vrouwen, 3% mannen. Van de contractuelen zijn 9% mannen en 91% vrouwen. Van de gesco’s zijn 5% mannen en 95% vrouwen. Bij de vastbenoemden zijn er 25% mannen en 75% vrouwen. In VTE geteld waren dit voor de cluster 4,52 O.C.M.W.-personeelsleden per 1.000 inwoners. Voor het Vlaams gewest telde men in 2011 per 1000 inwoners 8,34 O.C.M.W.-personeelsleden in koppen geteld. Bij de deeltijdsen waren dat 2,60 contractuelen, 1,04 gesco’s en 1,30 vastbenoemden.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
126
Bij de voltijdsen waren dat 1,99 contractuelen, 0,31 gesco’s en 1,10 vastbenoemden. 66% van de voltijdsen zijn vrouwen, 34% mannen. 95% van de deeltijdsen zijn vrouwen, 5% mannen. Van de contractuelen zijn 18% mannen en 82% vrouwen. Van de gesco’s zijn 10% mannen en 90% vrouwen. Bij de vastbenoemden zijn er 19% mannen en 81% vrouwen. In VTE geteld waren dit voor het Vlaams gewest 5,89 O.C.M.W.-personeelsleden per 1.000 inwoners.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
127
Personeelsaantallen in OCMW (in koppen) Bron: RSZPPO, bewerking ABB Leeswijzer : toestand 2de kwartaal 2011 - personeel Aantal personeelsleden in koppen
Bree 2011 mannen
deeltijds
contractueel
vrouwen
totaal
18
19
1
gesco vastbenoemd voltijds
9
9
14
14
totaal
1
41
42
contractueel
3
7
10
2
2
gesco vastbenoemd
1
3
4
totaal
4
12
16
5
53
58
vrouwen
totaal
2,36
1,25
gesco
1,18
0,59
vastbenoemd
1,83
0,92
5,37
2,76
totaal
Aantal koppen per 1.000 inwoners naar geslacht
Bree 2011 mannen
deeltijds
contractueel
voltijds
0,13
totaal
0,13
contractueel
0,39
gesco
0,92
0,66
0,26
0,13
vastbenoemd
0,13
0,39
0,26
totaal
0,53
1,57
1,05
0,66
6,94
3,81
totaal
Man-vrouwverhouding naargelang Man-vrouwverhouding het naargelang het statuut prestatieregime
100% 80% 60% 40% 20% 0%
100% 80% 12 4 voltijds
Laatste update : 2-mei-2013
41
60%
25 vrouwen
40%
mannen
20%
1
0%
deeltijds
17
vrouwen mannen
0 contractueel
39
11
vastbenoem
Profielschets Gemeente Bree
De actuele stand van zaken, voor het O.C.M.W. Bree, van het aantal personeelsleden in koppen en in VTE is als volgt:
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
128
OCMW BREE Aantal personeelsleden in koppen Deeltijds
Voltijds
TOTAAL
Mannen Contractueel 2 Gesco 0 Vastbenoemd 0 Totaal 2 Contractueel 0 Gesco 0 Vastbenoemd 1 Totaal 1 3
31/12/2012 Vr 18 13 12 43 4 4 3 11 54
Totaal 20 13 12 45 4 4 4 12 57
Mannen 1 0 0 1 0 0 1 1 2
31/12/2012 Vr 9,7763 6,0263 8,3166 24,1192 4 4 3 11 35,1192
Totaal 10,7763 6,0263 8,3166 25,1192 4 4 4 12 37,1192
Aantal personeelsleden in VTE Deeltijds
Voltijds
Contractueel Gesco Vastbenoemd Totaal Contractueel Gesco Vastbenoemd Totaal
TOTAAL
39,8% VTE zijn contractueel aangesteld, 27% VTE hebben een gesco-statuut en 33,2% VTE zijn vastbenoemd.
1.2 Interne werking van de stad TOERISME BREE •
Bezoekers / Toeristen in Bree
Bezoekersaantallen aan de balie van Toerisme werden niet bijgehouden. Alleen de verkoopcijfers van de toeristische producten werden geregistreerd. Dit geeft evenwel toch een indicatie. Hierbij een overzicht: •
Verkoop bij Toerisme Bree
2010 Folders / kaarten / 4143,35 EUR … Cadeaubonnen 134.350 EUR
2011 3536,10 EUR
2012 3274,35 EUR
2013 (tot 16/10) 3157,97 EUR
136.495 EUR
150.800 EUR
74.690 EUR
De verkoop van cadeaubonnen stijgt jaar na jaar. In het startjaar (2001) werd er voor 450.000 BF oftewel 11.250 EUR verkocht. In 2012 steeg dit verkoopcijfer tot over de 150.000 EUR.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
129
De verkoop van kaarten daalde de laatste jaren lichtjes. Reden hiervoor is dat heel wat kaarten nu ook gedownload kunnen worden van de websites van o.a. Toerisme Limburg en het RLKM. Nochtans merken we ook dat, de verkoop van de fietsknooppuntenkaart en de ruiterkaart terug stijgt. Door de sterke verfijning van de routenetwerken, waardoor deze elk jaar veranderen, komen er elk jaar nieuwe kaarten uit. De prijzen van wandelkaarten (vanaf 1,50 EUR) en fietskaarten (9.50 EUR voor de kaart van Limburg) zijn zeer democratisch. De piekmaanden voor verkoop van toeristische kaarten zijn mei t.e.m. september met als absolute piekmaand augustus. (af te lezen uit de verkoopcijfers aan de balie) Voor de verkoop van cadeaubonnen ligt de concentratie in december en eerste helft van januari, maar de verkoop loopt het hele jaar door zeer goed. Pieken rond Moederdag, communiefeesten, einde schooljaar zijn goed te merken. Ook bedrijven van Bree bestellen de laatste jaren geschenkbonnen om als eindejaarsgeschenk aan de werknemers/medewerkers te geven. • Dagtrips: Jaarlijks doen heel wat verenigingen, organisatoren een beroep op Toerisme Bree om een leuk programma in elkaar te steken voor hun groep. Topper hierbij blijft een bezoek aan het stadhuis van Bree. Ook de koffiebranderij en het koetsenmuseum (dikwijls in combinatie) zijn nog steeds in trek. Helaas is mevr. Clijsters van ons heen gegaan, waardoor een bezoek aan de kruidentuin en het spelen van boerengolf wegviel uit ons aanbod. In 2011 werden 1.336 bezoekers ontvangen door onze vrijwillige gidsen of bij de toeristische partners. In 2012 waren dat 1.009 bezoekers. (Hierbij zijn de activiteiten met de Verkenners van het Kempen~Broek niet meegeteld. De boekingen en financiële afhandeling gebeuren bij het RLKM). •
Overnachtingen:
Logies in Bree: Aankomsten en overnachtingen 2010-2011 - 2012 (uit Toerisme Werkt – Provincie Limburg) BREE Aankomsten januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december TOTAAL
2010 137 743 578 926 1399 1131 2476 1288 1498 799 684 165 11824
Meerjarenplan 2014 - 2019
2011 109 826 646 1190 815 1062 1913 1369 1516 1033 683 277 11439
2012 209 480 962 1.133 1.571 1.288 2.451 1.746 1.717 798 425 290 13.070
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
130
Aankomsten in Bree 3000
2500
Totaal
2000 2010 2011
1500
2012 1000
500
Ju li Au gu st us Se pt em be r O kt ob er No ve m be De r ce m be r
Ju ni
ei M
Ap ril
aa rt M
Ja nu a
ri Fe br ua ri
0
Maand
Overnachtingen januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december TOTAAL
2010 428 1504 1130 2255 3780 2727 13409 7957 3345 1603 1349 418 39905
Meerjarenplan 2014 - 2019
2011 193 1765 1410 2758 1889 3058 10161 8048 3429 2261 1393 522 368 87
2012 665 1.338 2.102 3.464 4.389 2.894 14.215 9.917 4.888 2.005 802 684 47.352
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
131
Overnachtingen in Bree 16000 14000 12000
Totaal
10000 2010 2011
8000
2012 6000 4000 2000
Ju gu li Se stu s pt em b O er kt o No ber ve m De be ce r m be r Au
Ja nu ar Fe i br ua ri M aa rt Ap ril M ei Ju ni
0
Maand
2. Bree evenementenstad: Overzicht van de evenementen 2012: Datum 2012
Evenement
Organisatie
zo 8 jan - 11,00 u
nieuwjaarsreceptie inwoners
Org. Stadsbestuur
do 12 jan - 20,00 u
trekking eindejaarsactie
Org. Middenstand ism Info/toerisme Bree
17 januari
Sint-Antoniusviering
vr 17 feb - 13,33 u
carnavalsscholenoptocht
za 17 maart - 20,33 u
licht-halfvastenstoet
17-18 maart
lentekoopdagen
zo 18 maart - 15,00 u
opening toer. Seizoen + kelnerrace
Org. Middenstand ism Info/toerisme Bree Toerisme Bree
vr 6 apr
paashaas op de markt
Marktcommissie + info/toerisme
ma 9 apr
vlooien- en boekenmarkt
Toerisme Bree + Toer. Raad
zo 1 mei
Vri-jthof préve
Horeca + info/toerisme
5/mei
Bree-Geldern
Sportdienst + Toer. Raad
6/mei
bloemenmarkt
18/mei
Vospop prepared
20/mei
Bokkeri-je fietsen
23/mei
presentatiedag cultuur
2/jun
schietevent schutterij
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
Org. Stoepluipers ism Stadsbestuur
OCMW Bree
132
zo 10 jun
Bree kermis
za 23 en zo 24 jun
Braderie
zo 1 juli
opening NEC Mariahof
zo 8 jul
familiedag met de burgemeester
vr 3 aug
Bree Live
Horeca + info/toerisme
zo 5 aug
kids summer
16-20 aug
verzusteringen
Info/Toerisme Bree + Limburg Info/Toerisme + Eurocomité
zo 26 aug ?
vlooien- en boekenmarkt
Info/toerisme + toer. Raad
22-23 sep
herfstkoopdagen
Middenstand + inof/toerisme
zo 7 okt
Bree kermis
za 10 nov
intocht Sinterklaas
Info/toerisme + toeristische raad
za 1 dec
eindejaarsactie middenstand
Middenstand + Info/toerisme
wo 5 dec
Sinterklaasmarkt
Marktverantwoordelijken
vr 14 dec
schaatsbaan
vr 21 dec
kerstman op de markt
Sportdienst + promotie info/toerisme Info/toerisme + marktcommissie
22-23 dec
eindejaarsshoppen
Middenstand + info/toerisme
29-30 dec
eindejaarsshoppen
Middenstand + Info/toerisme
Provincie
via
Overzicht evenementen 2013: Januari 13 Nieuwjaarsdrink Inwoners Bree 13 Verkennerswandeling :Herbronnen 17
Sint-Antoniusviering Solt
26 27 27
Zitting Dorde jeugd Carnavalsjeugdhappening Verkennerswandeling : Speuren naar sporen
Februari 2 Gruute zitting 3 Optima carnavalszitting 8 Carnavalsscholenoptocht 9 Tempiêst fiêst 10 Verkennerswandeling : Herbronnen 24 Verkennerswandeling :Herbronnen
11.00 u Patio Stadhuis Bree 14.00 u – 16.00 u Bezoekersonthaal Pollismolen 10.00 u Solt Kapel Opitter Maaseikerbaan 66 14.11 u Barrier Gerdingen 14.11 u Itterdal Opitter 14.00 u – 16.00 u Mariahof, Einde Mariahofstraat
20.11 u 14.00 u 13.11 u 20.11 u 14.00 u – 16.00 u
Sporthal Bree Sporthal Bree Bree centrum Grote zaal Boneput Bezoekersonthaal Pollismolen 14.00 u – 16.00 u Mariahof, Einde Mariahofstraat
Maart 9 10
Lichthalfvastenstoet 20.33 u Verkennerswandeling : 14.00 u – 16.00 u Kempen~broek op je tong 23 & 24 Lentekoopdagen 24 Opening toeristisch seizoen, Namiddag kelnerrace, Hoge hakkenrace
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
Bree centrum Bezoekersonthaal Pollismolen Breese winkels Bree centrum
OCMW Bree
133
24 27 April 1 5 6 13 14
14 21 Mei 12 12
17 - 19 19 Juni 2 9 28 - 30 29 & 30 ? Juli 7 10 11 14
Beek kermis Buitenspeeldag
13.30 u
Vlooien- en boekenmarkt Back on stage the 70ties Back on stage the 80ties 3-landenloop Geldern-Bree Verkennerswandeling : De kracht van water
10.00 u – 17.00 u Bree centrum 20.30 u Sporthal Olympia 19.30 u Sporthal Olympia Boneput Bree 14.00 u – 16.00 u Mariahof, Einde Mariahofstraat 14.00 u – 16.00 u Bezoekersonthaal Pollismolen 10.00 u – 17.00 u Stadsmuseum
Verkennerswandeling : Kempen~broek in een notendop Erfgoeddag Gerdingen kermis Verkennerswandeling : Kempen~broek in een notendop
Gerdingen centrum 14.00 u – 16.00 u Mariahof, Einde Mariahofstraat Zie website KAJ lokalen Vostert Opitter centrum
Pinksterfeesten Opitter kermis Bree kermis Verkennerswandeling : De kracht van water Afro-Latino festival
Bree centrum 14.00 u – 16.00 u Bezoekersonthaal Pollismolen Zie website Festivalweide Opitter Breese winkels Sporthal Olympia
Braderie 3-valleientocht Tongerlo kermis ‘t Hasselt kermis 11-juliviering Verkennerswandeling :Herbronnen
Augustus 2 Bree Live
Beek centrum Sporthal Olympia
14.30 u
Tongerlo centrum Voormalige school
14.00 u – 16.00 u Mariahof, Einde Mariahofstraat
Deelnemende café’s 4 Kidsclub Bree : Water 14.00 u – 18.00 u Bree centrum 11 Verkennerswandeling : 14.00 u – 16.00 u Bezoekersonthaal Speuren naar sporen Pollismolen 23 - 25 Vostertfeesten Zie website Feestterrein Oudstukkenstraat 25 Vlooien- en boekenmarkt 10.00 u – 17.00 u Bree centrum September (*Maand van het GrensPark Kempen~broek) 1 * Antieke koetsentocht Bocholt – Bree 11.00 u Vrijthof Bree 1 Tongeler Ziepkisterees 13.00 u – 17.00 u Keyartstraat Tongerlo 8 * Ruiterevenement Vertrek 09.00 u – Mariahof Beek 10.00 u 8 Open Monumentendag 10.00 u – 17.00 u Stadsmuseum 8 Verkennerswandeling :Herbronnen 14.00 u – 16.00 u Bezoekersonthaal Pollismolen 15 * Fietstocht Bree – Weert – Bree Vertrek 10.30 u – Mariahof Beek 11.00 u 21 Groene 10 mijl van Bree 16.30 u Sportter. Sportlaan 6 22 * Picknick in het GrensPark ? Itterdal/Pollismolen
Meerjarenplan 2014 - 2019
20.00 u
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
134
28 & 29 Herfstkoopdagen & dag van de klant (zaterdag) Oktober 6 Bree kermis 7 Geitenmarkt 13 Verkennerswandeling : De kracht van water 26 & 27 Cultuurmarathon 27 Tongerlo kermis 27 Verkennerswandeling : Kempen~broek op je tong 31 *Halloweentocht Kempen~broek November 9 Sinterklaasintocht
Breese winkels
Bree centrum 07.30 u Nieuwstad 14.00 u – 16.00 u Bezoekersonthaal Pollismolen Tongerlo centrum 14.00 u – 16.00 u Bezoekersonthaal Pollismolen 18.30 u – 20.00 u Luysmolen Bocholt
14.00 u – 17.30 u Kanaalkom + Stadhuis 10 Sint-Maartensvuur Opitter + wandeling 19.30 u Achter kapel Opitter 10 Sint-Maartensvuur Beek 20.00 u Brug Beek 10 Verkennerswandeling : 14.00 u – 16.00 u Bezoekersonthaal Kempen~broek in een notendop Pollismolen 17 Beek kermis Beek centrum 24 Verkennerswandeling : 14.00 u – 16.00 u Mariahof, Kempen~broek op je tong Einde Mariahofstraat December 5 Sinterklaasmarkt 08.00 u – 18.00 u Bree centrum 21 & 22 Eindejaarsshoppen Breese winkels 28 & 29 Eindejaarsshoppen Breese winkels 29 Verkennerswandeling : 14.00 u – 16.00 u Bezoekersonthaal Kempen~broek in een notendop Pollismolen KEMPEN~BROEK: Bezoekersaantallen Kempen~Broek Uit onderzoek van het RLKM is gebleken dat het gehele GrensPark Kempen~Broek in de periode november 2011 t/m juli 2012 86.500 bezoekende wandelaars heeft gehad. Een tweede telling van augustus 2012 t/m mei 2013 gaf 101.320 bezoekende wandelaars aan. Dat betekent op een jaar tijd een stijging van bijna 15.000 bezoekers. De meeste bezoeken werden gebracht aan de hoofdentreepoorten IJzeren Man en de Pollismolen in Bree. Andere gebieden die ook veel bezocht werden zijn Smeetshof/Wijffelterbroek, Luysmolen in Bree, Goort in Molenbeersel en het Weerterbos. Naast de wandelaars zijn ook de fietsers onderzocht. In samenwerking met Toerisme Limburg stond er langs het kanaal bij Opitter een teller. De uitkomsten daarvan zijn opgeplust en aan de Belgische zijde van het Kempen~Broek zijn er 100.000 fietsers op een jaar geteld. Baliebezoekers 2012 – Infobalie toegangspoort Kempen~Broek Pollismolen Maand Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December TOTAAL
Meerjarenplan 2014 - 2019
Aantal bezoekers 124 162 164 227 172 113 291 266 200 422 82 121 2344
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
135
Meeste bezoekers komen op zondag. De rest van de week (van woensdag tot en met zaterdag zijn er geen grote verschillen). Toch blijkt de donderdag de zwakste dag te zijn. Bezoekers aan het Natuur Educatief Centrum Mariahof (gereserveerde groepsbezoeken) Maand 2013 Aantal bezoekers Januari 42 Februari 60 Maart 26 April 103 Mei 25 Juni 44 Juli Gesloten Augustus 37 September Oktober November December TOTAAL 337 (tot en met aug.) PARTNERS IN TOERISME: • •
RLKM: Kempen~Broek Toerisme Limburg Limburgse Kempen
1.3 Interne werking van het OCMW 1.3.1 Inleiding Armoede betekent niet enkel het hebben van een laag of het niet hebben van een inkomen, het heeft ook betrekking op andere levensdomeinen (gezondheid, huisvesting, opbouwen van een sociaal netwerk, vrijetijdsbesteding,…). Voor de aanpak is samenwerking belangrijk waarbij er niet enkel over deze mensen wordt gepraat maar mét deze mensen. Het OCMW is voor verenigingen, waar armen het woord ( welzijnsschakels ) nemen, een belangrijk aanspreekpunt. Het OCMW maakt daarmee immers haar opdracht waar om het welzijn in onze samenleving te bevorderen en in het bijzonder voor de kansarmen. Een expliciet beleidskeuze en het werken met ervaringsdeskundigen m.b.t. de aanpak van kansarmoede zijn noodzakelijk. Het OCMW is de reddingsboei voor mensen in armoede maar is dit haalbaar, gezien de budgettaire beperkingen? Het OCMW moet een centrale rol spelen in het uittekenen van het welzijnslandschap en moet netwerken en samenwerkingsverbanden opzetten. Er is de stagnerende financiële armslag maar toch moeten wij als OCMW onze verantwoordelijkheid blijven opnemen. De slagkracht ligt daarom bij de medewerkers met als sleutel “samenwerken” onderling, met andere OCMW’s, met andere welzijnsorganisaties en hulpverleners, brugfiguren...maar met aandacht voor praktische haalbaarheid van gemaakte plannen, vertaling naar de lokale situatie en geënt op reële noden en binnen de grenzen van de voorziene financiële middelen. Er wordt gestreefd naar het garanderen van een basisinkomen dat nodig is om een leven te leiden dat beantwoordt aan een menswaardig bestaan en ondersteuning bieden voor wie het moeilijk heeft dit inkomen te beheren. De gevolgen van de moeilijke socio-economische situatie van vandaag laten zich dus nog steeds voelen en tonen aan dat er verder moet ingezet worden op werk, huisvesting, welzijn en onderwijs. Wij moeten de strijd tegen armoede moeten blijven voortzetten vanuit alle beleidsniveaus en op alle beleidsdomeinen. Enkel via een integrale aanpak maken we kans op slagen. Het is en blijft een werk van lange adem maar we weigeren er ons bij neer te leggen en werken dus naarstig verder aan een structurele armoedebestrijding met respect voor de mensen in armoede zelf.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
136
Op inhoudelijk vlak wordt uitgegaan van de multi-aspectualiteit van de armoede-problematiek. Armoede is meer dan een tekort aan inkomen. Het verwijst naar een geheel van onderling verbonden vormen van uitsluiting op verschillende domeinen van het individuele en sociale leven. Financiële moeilijkheden zijn tegelijk vaak oorzaak en gevolg van achterstelling op het vlak van tewerkstelling, onderwijs, huisvesting, gezondheid en maatschappelijke participatie. We moeten alert zijn voor allerhande indicatoren. Het gaat om gegevens van de VREG over energiearmoede, van de Nationale Bank van België over betalingsachterstand, van de FOD Sociale Zekerheid en POD Maatschappelijke Integratie over sociale bijstandsuitkeringen, van de VDAB over niet-werkende werkzoekenden, van het Steunpunt Studie en Schoolloopbanen over ongekwalificeerde uitstroom en van Kind en Gezin over geboorten in kansarme gezinnen. Het OCMW heeft een belangrijke rol in de strijd tegen armoede. Zij wil de inkomenssituatie van de armste gezinnen verbeteren en ervoor zorgen dat alle burgers volwaardig aan alle domeinen van de samenleving kunnen participeren. We moeten aandacht hebben voor de inkomensarmoede, de materiële deprivatie en inkomensverdeling, de betalingsachterstand en de sociale bijstand. Daarna komt de sociale uitsluiting aan bod op het vlak van tewerkstelling, huisvesting, onderwijs, gezondheid en maatschappelijke participatie. Alleenstaanden, personen in eenoudergezinnen en oudere koppels lopen een hoger risico op armoede dan gemiddeld. Van de personen in eenoudergezinnen moet goed een vijfde zien rond te komen met een inkomen onder de armoederisicodrempel. Naar aantal vormen de oudere koppels de grootste groep bij de personen onder de armoederisicodrempel, kort gevolgd door de alleenstaanden. Werk vormt een belangrijke buffer tegen armoede. Het armoederisicopercentage ligt bij werkenden een pak lager dan bij werklozen, gepensioneerden en andere niet-actieven. Naast tewerkstelling beperkt ook scholing het armoederisico. Het armoederisicopercentage van personen met een diploma hoger onderwijs ligt veel lager dan dat van personen met hoogstens een diploma lager secundair onderwijs. Het armoederisicopercentage ligt bij huurders veel hoger dan bij eigenaars. Ten slotte ligt het armoederisico bij niet-EU-burgers (personen die niet over de Belgische nationaliteit of over de nationaliteit van één van de andere EU-lidstaten beschikken) hoger dan bij EU-burgers (inclusief Belgen). Groepen die minder goed scoren bij de objectieve armoederisicopercentages, doen dat ook op vlak van ernstige materiële deprivatie. Het gaat om alleenstaanden, leden van eenoudergezinnen en grote gezinnen, werklozen, gezinnen waar niet of slechts beperkt wordt gewerkt, huurders, de laagste inkomensgroepen en niet-EU-burgers.
1.3.2 Aanbod van het OCMW Het sociaal beleid van een stad is ruimer dan het beleidsplan van de sociale dienst van het OCMW. De doelgroep van het sociaal beleid betreft de ganse Breese bevolking en is daardoor groter dan de typische doelgroep van de sociale dienst. Gezien deze laatste vooral gericht is op de meest kwetsbaren, de kansarmen enerzijds en anderzijds een belangrijke motorfunctie te vervullen heeft in de uitbouw van het Sociaal Huis wordt de werking van de sociale dienst toegelicht.
1.3.2.1 Het bestaande aanbod in Bree Onze samenleving is voordurend in verandering. Onze burgers hebben daardoor ook andere noden en zorgvragen. Als kleine maar flexibele organisatie moet het Sociaal Huis vanuit haar motto ‘ cliëntgerichtheid en toegankelijkheid ‘ hierop anticiperen. Wij blijven gaan voor een kwaliteitsvolle en laagdrempelige dienstverlening. Dat betekent verder werken aan een aanwezige, goed bereikbare, efficiënte en klantvriendelijke dienstverlening voor alle Breese burgers en in het wegwerken van drempels waar die nog aanwezig zijn.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
137
Het OCMW, met haar klassieke financiële hulpverlening voor de financieel zwakkeren onder ons, is onder druk van demografische, economische, maatschappelijke en culturele ontwikkelingen geëvolueerd naar een Sociaal Huis op maat van alle Breese burgers. Vanuit een vraaggestuurde houding en op basis van reële noden zullen wij dit netwerk intern met de Stad en extern verder uitbouwen. Het Sociaal Huis is een dienstverleningshuis, waar uiteraard alle sociale problemen inclusief OCMW materie behandeld wordt in samenwerking met andere sociale actoren. Wij kunnen deze hulpverlening niet alleen verzorgen maar waken over een goede onthaalfunctie en doorverwijsfunctie. We hebben een netwerk uitgebouwd met andere actoren zoals CAW, DAGG… Sleutelbegrippen blijven : open huis voor iedereen, klantgericht, integrale aanpak van armoede, netwerkvorming, loketfunctie , gerichte informatie en ( eventuele ) doorverwijzing… Om tot een optimale dienstverlening te komen zorgen we ervoor dat mensen op een actieve, open en begrijpbare manier over de informatie kunnen beschikken om aan hun hulpvraag te voldoen rond financiële hulp, opvang voor de kinderen, geestelijke gezondheidszorg, pensioenen, ambulante of residentiële zorg voor senioren, thuiszorgdiensten, wonen, opvoedingsproblematiek, algemeen welzijnsproblemen.. Het Sociaal Huis werd opgezet als een toegankelijke en laagdrempelige opstap voor iedere burger en voor problemen, niet louter van financiële aard. In het Sociaal Huis is ook het OCMW ondergebracht. Je kunt er met al je vragen van sociale aard terecht en laten nagaan welke rechten je precies hebt. Belangrijkste activiteiten : - administratieve hulpverlening ( invullen van formulieren, helpen opstellen van brieven, telefonische contacten, aanvragen uitkeringen...; - juridische hulpverlening; - financiële hulpverlening : leefloon, installatiepremie, voorschotten , financiële steun...; - lokaal cliëntenoverleg; - psychosociale dienstverlening : eerste lijn hulp, doorverwijzing en samenwerking met gespecialiseerde diensten...; - tewerkstellingsprojecten; - pensioendienst; - asielbeleid; - schuldhulpverlening; - woonbeleid vanuit de hoek welzijn - ouderenzorg (seniorenloket - MMC - poetsdienst - gezinszorg ) - faciliterende rol in de welzijnscampus als OCMW - partner in deze publiek - private samenwerking; - kinderopvang voor kinderen van 0 tot 3 jaar, vakantieopvang en buitenschoolse kinderopvang; - flexibele kinderopvang… Het is echter niet de bedoeling dat het Sociaal Huis als enige toegangspoort voor de burger fungeert. Heel wat diensten nemen deze taak vandaag al op zich. Sociale dienst – OCMW , het seniorenloket, de ombudsdienst, … blijven een belangrijke rol spelen in het begeleiden van mensen naar sociale dienstverlening. Het Sociaal Huis richt zich in de eerste plaats naar de burgers, die niet altijd weten waar ze met hun vraag naartoe kunnen. Het OCMW stelt een maatschappelijk werker als overlegcoördinator thuisgezondheidszorg SIT (Samenwerkingsinitiatief Thuisgezondheidszorg) aan. Deze functie wordt uitgeoefend volgens de afspraken overeengekomen in de samenwerkingsovereenkomst met het OCMW van Bocholt, het OCMW van Meeuwen en Listel. De Sociale Dienst van het OCMW stelt een begeleidende ambtenaar ter beschikking ter ondersteuning van de volgende adviesraden: - Adviesraad voor personen met een handicap; - Seniorenraad. en ter ondersteuning voor volgende overlegorganen: - Lokaal overleg inzake kinderopvang LOK;
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
138
- Preventieraad Bree ( waar een afgevaardigde van LOGO( Lokaal gezondheidsoverleg) en CAD vertegenwoordigd is. ). Op advies van de seniorenraad werd een “seniorenloket” uitgebouwd op het stadhuis. Twee halve dagen per week wordt dit loket door een maatschappelijk werker bemand. Het OCMW heeft samenwerkingsinitiatieven met - VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding ) door de Werkwinkel; - CAD (Centrum voor Alcohol en andere Drugproblemen); - CAW ( crisisopvang ). Naast het aanbod van de hulpverlening aan personen met een verslavingsproblematiek wordt er ondersteuning geboden bij het samen ontwikkelen van preventieve acties. - DAGG ( dienst voor ambulante geestelijke gezondheidszorg) Extra laagdrempelig hulpverleningsaanbod voor personen met een sociaal- psychiatrische problematiek. -CAW - SPOC Een overlegorgaan waar de scholen, de politie, het OCMW en het CAD in zetelen. Linken met andere diensten: - kansarmoede : Welzijnsschakels; - Welzijnscampus Gerkenberg; - Interne samenwerking : culturele participatie ( Cultuur ). vreemdelingenbeleid ( Burgerzaken ). rondhangende jongeren ( Jeugddienst ). gezondheid en gezonde levenswijze ( LOGO ) - Kinderkribbe: opnamecapaciteit: 42 kinderen; - Buitenschoolse kinderopvang: het OCMW is partner in de vzw Breese Buitenschoolse Kinderopvang
1.3.2.2 Analyse van de kwaliteit van dienstverlening van het OCMW. De laatste jaren zijn kenschetsend voor deze huidige tijd van verandering. Het OCMW is immers sterk onderhevig aan de dagdagelijkse schommelingen van het maatschappelijk leven. Dit vergt van de medewerkers flexibiliteit, creativiteit en polyvalentie om te anticiperen op het steeds wisselend maatschappij beeld. Het vraagt om een voortdurende herbronning, telkens op zoek gaan naar nieuwe methoden en open staan voor bijkomende opdrachten waardoor de werkdruk stijgt. Dit geldt voor elke organisatie maar specifiek voor het OCMW is dat er gewerkt moet worden met mensen met steeds complexere problemen. Anderzijds moet het OCMW ijveren voor het welzijn van eenieder waarbij het een ruime actieradius heeft… Er zijn prioritaire doelgroepen van jong tot oud ( kinderopvang voor 0 – 3 jarigen, opvoedingsondersteuning, buitenschoolse opvang voor kinderen van het kleuter en lager onderwijs, gewijzigde gezinssituaties en nieuwe samenlevingsvormen, stijgende zorg voor senioren, problematiek van politiek vluchtelingen, generatiearmoede….). Zorg refereert naar een aantal sleutelbegrippenwoorden zoals hulp- en dienstverlening, menswaardigheid. We vertrekken daarbij enerzijds vanuit het referentiekader van de cliënt zelf. Dit wil zeggen, zorg aangepast aan haar/zijn tempo, aan haar/zijn groeimogelijkheden, aan haar/zijn prioriteiten, aan haar/zijn eigenheid en waarbij gerekend wordt op de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt en de bereidheid om mee te werken aan het verbeteren van zijn situatie. Anderzijds dient deze zorg afgestemd te zijn op de mogelijkheden van onze organisatie: wat is wettelijk mogelijk, wat is realistisch, wat is haalbaar? Er zijn steeds méér mensen met een hulpvraag, (soms met terugval na de begeleiding ) zodat medewerkers het gevoel krijgen of in dergelijke omstandigheden nog kwaliteit kan gegarandeerd worden. Er ontstaat een spanningsveld waardoor er twijfels ontstaan over de wijze van aanpak. De brede opdracht betekent voor het OCMW dat het zich permanent moet aanpassen aan veranderende en nieuwe maatschappelijke uitdagingen zoals de demografische evolutie met de toenemende vergrijzing van onze bevolking, de betaalbaarheid van ons sociaal model en zorg…
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
139
De mensen voelen zich bedreigd in hun gevoel van welzijn op persoonlijk, relationeel , psychosomatisch, maatschappelijk of materieel vlak door andere, nieuwe samenlevingsvormen te wijten aan maatschappelijke, demografische en culturele ontwikkelingen, het mogelijk wegvallen van sociale netwerken en familiale solidariteit door echtscheidingen, een steeds snellere en complexere samenleving, (dreigende ) werkloosheid, wegvallen van klassieke waardepatronen, stress door onzekerheid. Welzijn heeft vele gezichten (betrekking op huren, wonen, energie, gezondheid, digitale kloof,…). Er ontstaat opnieuw een spanningsveld door steeds méér bijkomende opdrachten ( en….én….én..). Er moet veel gebeuren maar er moet ook bespaard worden. Daarnaast wordt het OCMW ook geacht specialist te zijn in kansarmoedebestrijding. Het OCMW is voor verenigingen, waar armen het woord ( welzijnsschakels ) nemen, een belangrijk aanspreekpunt. Het OCMW maakt daarmee immers haar opdracht waar om het welzijn in onze samenleving te bevorderen en in het bijzonder voor de kansarmen. Dit betekent ook dat er een grotere deskundigheid van de maatschappelijk werker gevraagd wordt, grotere flexibiliteit en kennis. Er moet over gewaakt worden dat geen verkeerde keuzes gemaakt worden of dat een OCMW-cliënt in Bree niet benadeeld is, omdat de maatschappelijk werker niet over voldoende kennis beschikt. Vorming en intervisie zijn noodzakelijk en aansluiting bij de Welzijnsregio Noord – Limburg biedt verdere mogelijkheden.
1.3.2.3 Financiële hulpverlening. Omwille van financiële en economische crisis is het aantal leefloongerechtigden sterk gestegen. Hierdoor ontstaat een nieuwe sociale kwestie met groeiende kloof tussen laag- en hooggeschoolden en de kloof tussen uitkeringsgerechtigden en werkenden. Bovendien verruimt onder druk van de huidige crisis het risico op armoede, waardoor ook hooggeschoolden worden geraakt en de nieuwe armoede ontstaat omwille van schulden en faillissementen. Wij moeten erover waken onze opdracht niet te verengen tot het uitkeren van financiële bijstand maar begeleiding van de hulpvrager ( hulpverlening op vlak van schuldenbeheer of begeleiding van mensen naar werk ) is even belangrijk. Toekennen van het leefloon volgens leeftijd, volgens woon – en leefsituatie en de duur van de hulp : Leefloners in 2010 Aantal toekenningen : 44 Leefloners in 2011 Aantal toekenningen: 44 Leefloners in 2012 Aantal toekenningen: 52. Vervrouwelijking, verkleuring en verjonging is de tendens. Enige factoren die aan de grondslag liggen van de stijging op Recht op Maatschappelijke Integratie ( RMI ) : - de groeiende onzekerheid van risicogroepen - de overdracht naar de OCMW's van werkzoekenden die uitgesloten zijn door de RVA - het opduiken van nieuwe begunstigden op OCMW-steun ( Nederlanders, regulariseerden,…) - de transfer naar het leefloon van de begunstigden op een financiële steun na inschrijving in het bevolkingsregister - méér mensen van vreemde origine - verlenging van de beroepsinschakelingsperiode sinds 1 januari 2012 voor nieuwe werkzoekenden en het feit dat de beroepsinschakelingstijd beperkt is - de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen sinds 1 november 2012 - crisis van 2008 - meer studenten die steun komen vragen.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
140
Profiel op basis van de leeftijd 2010 jonger dan 25 jaar
25 - 35 jaar
36 - 45 jaar
46 jaar en ouder
9
13
7
15
jonger dan 25 jaar
25 - 35 jaar
36 - 45 jaar
46 jaar en ouder
13
8
6
17
jonger dan 25 jaar
25 - 35 jaar
36 - 45 jaar
46 jaar en ouder
15
13
7
17
2011
2012
Profiel op basis van de woon- en leefsituatie 2010 Alleenstaande
met partner + kind
zonder partner + kind
verblijf in instelling
14
5
24
1
Alleenstaande
met partner + kind
zonder partner + kind
verblijf in instelling
17
3
14
0
2011
-
verblijf bij de ouders 5
-
met partner zonder kind 5
2012 Alleenstaande
met partner + kind
zonder partner + kind
verblijf in instelling
20
3
15
1
-
samenwonenden met anderen : 8 met partner zonder kind : 5
Profiel op basis van de duur van de hulp 2010
1 maand
2-3 maanden
4-6 maanden
7-9 maanden
10-12 maanden
16
11
7
6
4
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
141
2011
1 maand
2-3 maanden
4-6 maanden
7-9 maanden
10-12 maanden
11
8
6
6
13
1 maand
2-3 maanden
4-6 maanden
7-9 maanden
10-12 maanden
13
12
13
5
9
2012
Het aantal leefloners steeg in 2010 en 2011 van 44 naar 52 in 2012 waarbij de leeftijdsgroep tot 35 jaar (inclusief de jongeren onder de 25 jaar ) vooral stijgt in vergelijking met het verleden. Alleenstaanden en vooral alleenstaande vrouwen met kinderen blijven ook in 2012 de meeste kwetsbare groep. Het sociaal – vitaal minimum Het leefloon als minimaal basisrecht is veelal ontoereikend om menswaardig te kunnen leven. Om de levenskwaliteit van personen in financiële steunverlening te verbeteren en de kloof met het “sociovitaal minimum*” te dichten, verleent het OCMW, hoofdzakelijk uit eigen middelen, op maat bijkomende financiële hulp aan de hand van onder meer overbruggingssteun, huurwaarborgen en energieforfait. Wij moeten ons blijven bezinnen over de rol van het SVM en de rol van deze steunverlening in het begeleidingstraject van cliënten. Zo kan een korter durende steunverlening ook wijzen op een werkwijze die gericht is op het ‘blussen van brandjes ‘ waarbij het uiteindelijke doel, namelijk het garanderen van een basisinkomen zodat mensen het sociaal vitaal minimum op langere termijn bereiken en zo in staat zijn te voorzien in hun basisbehoeften, in de verdrukking komt. 2010 SVM 1M 27
2–3M 9
4–6M 3
7 – 11 M 5
12 M 5
7 – 11 M 4
12 M 3
Totaal : 49 cliënten € 35.386,50 Een stijging van 31 dossiers in 2009 naar 49 in 2010 2011 1M 4
2–3M 4
4–6M 4
Totaal : 19 cliënten € 24.121,50 Een daling van 49 dossiers in 2010 naar 19 in 2011 maar deze daling wordt gecompenseerd door steun in speciën met 22. 2012 1M 6
2–3M 12
4–6M 3
7 – 11 M 5
12 M 4
Totaal : 27 cliënten € 32.263,49 Deze cijfers nodigen ons uit om na te denken over de rol van steunverlening in het begeleidingstraject van cliënten. Zo kan een korter durende steunverlening ook wijzen op een werkwijze die gericht is op
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
142
het ‘blussen van brandjes ‘ waarbij het uiteindelijke doel, namelijk het garanderen van een basisinkomen zodat mensen het sociaal vitaal minimum op langere termijn bereiken en zo in staat zijn te voorzien in hun basisbehoeften, in de verdrukking komt. Voorschotten op kinderbijslag en geboortepremies 2010 1M 1
2–3M 0
4–6M 2
7 – 11 M 1
12 M 0
4–6M 0
7 – 11 M 0
12 M 0
4–6M 0
7 – 11 M 0
12 M 0
4–6M 0
7 – 11 M 0
12 M 1
4–6M 1
7 – 11 M 1
12 M 0
4–6M 0
7 – 11 M 0
12 M 0
Totaal : 4 cliënten € 7400,31 2011 1M 1 Totaal : 1 cliënt
2–3M 0 € 672,26
2012 1M 1 Totaal : 1 cliënt
2–3M 0 € 90,28
Voorschotten op tegemoetkomingen gehandicapten 2010 1M 1
2–3M 1
Totaal : 3 cliënten € 5298,76 2011 1M 1
2–3M 0
Totaal : 3 cliënten € 3778,74 2012 1M 0 Totaal : 1 cliënt
2–3M 1 € 500
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
143
Voorschotten op werkloosheidsvergoedingen 2010 1M 5
2–3M 1
4–6M 1
7 – 11 M 0
12 M 0
Totaal : 7 cliënten
€ 5048,57
4–6M 0
7 – 11 M 0
12 M 0
4–6M 1
7 – 11 M 0
12 M 0
4–6M 0
7 – 11 M 0
12 M 0
2–3M 0
4–6M 0
7 – 11 M 0
12 M 0
1M 1
2–3M 0
4–6M 0
7 – 11 M 0
12 M 0
Totaal : 1 cliënt
€ 650
4–6M 4
7 – 11 M 0
12 M 0
4–6M 0
7 – 11 M 0
2011 1M 3
2–3M 1
Totaal : 4 cliënten
€ 1495,78
2012 1M 6
2–3M 2
Totaal : 9 cliënten
€ 8082,19
Voorschotten op loon 2010 1M 2 Totaal : 2 cliënten
2–3M 0 € 974,71
2011 1M 0 2012
Voorschotten op pensioen 2010 1M 1
2–3M 1
Totaal : 6 cliënten € 3910,34 2011 1M 0
2–3M 0
12 M 0
Geen vragen
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
144
2012 1M 1
2–3M 0
4–6M 1
7 – 11 M 0
12 M 0
4–6M 0
7 – 11 M 0
12 M 0
4–6M 0
7 – 11 M 0
12 M 0
4–6M 2
7 – 11 M 0
12 M 0
Totaal : 2 cliënten € 2923,74 Voorschotten ziekte- en invaliditeitsuitkeringen 2010 1M 1
2–3M 1
Totaal : 2 cliënten € 1544,16 2011 1M 0
2–3M 1
Totaal : 1 cliënt € 930 2012 1M 6
2–3M 0
Totaal : 8 cliënten
€ 8008,37
Plaatsingskosten in onthaaltehuizen 2010 : 6 cliënten 2011 : 5 cliënten 2012 : 2 cliënten
€ 5496,95 € 1946,94 € 1450,44
Residenten met een financiële tussenkomst van het OCMW: 2010 : 6 5 bewoners WZC Gerkenberg Bree 1 bewoner WZC Meeuwen 2011 : 3 2 bewoners van WZC Gerkenberg: 1 bewoner WZC Meeuwen: Voor 2011 werden er 37 borgstellingen aangevraagd en goedgekeurd: 24 vrouwen 13 mannen 13 aanvragers werden opgenomen in het WZC Gerkenberg. 2 aanvragers werden opgenomen in de serviceflats van WZC Gerkenberg. 4 aanvragers werden opgenomen in WZC De Boneput. 1 aanvrager werd opgenomen in het WZC te Maaseik.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
145
11 aanvragers werden nog niet opgenomen. 1 aanvrager werd niet opgenomen wegens opname OPZ. 3 aanvragers werden niet opgenomen wegens overlijden. 2 aanvragers werden niet opgenomen wegens annulatie. Voor 2011 werd 3 bevoegdheidsverklaringen opgemaakt voor het WZC Peer. 2012 : 12 9 personen van wie enkele met een eenmalige of kortstondige tussenkomst 3 van deze personen zijn inmiddels overleden. Voor 2012 werden er 35 borgstellingen afgeleverd : 22 vrouwen 13 mannen 15 aanvragers werden opgenomen in het WZC Gerkenberg. 4 aanvragers werden opgenomen in het WZC De Boneput. 1 aanvrager werd opgenomen in het WZC Maaseik. 8 aanvragers werden nog niet opgenomen. 7 zijn overleden voor opname. Voor 2012 werden 4 bevoegdheidsverklaringen afgeleverd voor het WZC Peer. Voor 2011 werd 3 bevoegdheidsverklaringen opgemaakt voor het WZC Peer. 2012 : 12 9 personen van wie enkele met een eenmalige of kortstondige tussenkomst 3 van deze personen zijn inmiddels overleden. Voor 2012 werden er 35 borgstellingen afgeleverd : 22 vrouwen 13 mannen 15 aanvragers werden opgenomen in het WZC Gerkenberg. 4 aanvragers werden opgenomen in het WZC De Boneput. 1 aanvrager werd opgenomen in het WZC Maaseik. 8 aanvragers werden nog niet opgenomen. 7 zijn overleden voor opname. Voor 2012 werden 4 bevoegdheidsverklaringen afgeleverd voor het WZC Peer. -- Rusthuisresidenten met een financiële tussenkomst van het OCMW kende een opvallende stijging van 3 in 2011 naar 12 in 2012.
1.3.2.4 Huisvesting Op vlak van wonen zijn wij na 2012 er nog méér van overtuigd dat het OCMW, als co - regisseur van het woonbeleid, goed geplaatst is om de sociale dimensie van het wonen te bewaken en de woonnoden van mensen met een laag inkomen onder de aandacht te brengen. Er moet bijvoorbeeld verder overleg plaats vinden met de huisvestingsmaatschappijen over bemiddeling rond huurachterstal, preventieve woonbegeleiding… Het OCMW heeft als opdracht de dienstverlening te verzekeren die nodig is om eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. (Art. 1 van de organieke wet). Het niet hebben van een eigen thuis van waaruit men zijn persoonlijk en maatschappelijk leven kan organiseren, het ontbreken van minimale woonkwaliteit en wooncomfort, ...
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
146
doet afbreuk aan die waardigheid. Vanuit dit standpunt is wonen een zaak van het OCMW. Hier werd vooral gefocust op de rol die de OCMW’s spelen in het toeleiden van woonbehoeftigen naar een woning op de private en de sociale huurmarkt en de afspraken die het OCMW maakt met de sociale verhuurders. Daarnaast speelt het OCWM een informerende en dienstverlenende rol naar de totale bevolking toe. Het OCMW is als co-regisseur van het woonbeleid goed geplaatst is om de sociale dimensie te bewaken en de woonnoden van mensen met een laag inkomen onder de aandacht te brengen; dit kan als deelnemer aan het lokaal woonoverleg en als mederegisseur van het lokaal sociaal beleid; Wonen is een nog jong beleidsveld is, dat zijn plaats nog moet krijgen in het organogram; ‘wonen’ als beleidsveld is ook méér dan een facet van ruimtelijke ordening; de woonconsument met zijn/haar noden en wensen is ook belangrijk. Op dit ogenblik worden taken uit het beleidsveld ‘wonen‘ uitgevoerd vanuit verschillende beleidsdomeinen of diensten zoals ruimtelijke ordening, sociale zaken, burgerzaken wat om een goede afstemming en samenwerking vraagt tussen deze verschillende diensten van Stad en OCMW. Binnen de gemeentelijke werking is een stapsgewijze koerscorrectie nodig van een huisvestingsbeleid naar een voldoende geïntegreerd woonbeleid, waarbij naast het beleid inzake stedenbouw en ruimtelijke ordening (woning/aanbod) ook met het welzijnsbeleid (woonconsument /vraagzijde) wordt rekening gehouden. Vanaf 01/01/2014 wordt het OCMW aangesloten bij het Sociaal Verhuurkantoor Noord – Limburg. Bree was nog niet aangesloten is bij een Sociaal Verhuurkantoor wat nochtans een waarborg kan zijn voor betaalbaar en kwaliteitsvol wonen; een aansluiting kan immers een bijdrage leveren in het versneld behalen van het BSO - sociale huur en kan het aanbod betaalbare, kwaliteitsvolle huurwoningen/-appartementen verhogen. Het Sociaal Verhuurkantoor Noord – Limburg heeft als doel het verschaffen van betaalbare en comfortabele huisvesting in het werkingsgebied van de aangesloten leden aan personen en gezinnen die door hun maatschappelijke situatie geen of weinig kans hebben om op de bestaande huisvestingsmarkt aan bod te komen. De vereniging zal dit doen : - op de private huurmarkt binnen het werkingsgebied woningen te huren of in erfpacht te nemen om ze, zo nodig na renovatie-,verbeterings - of aanpassingswerkzaamheden en met aandacht voor het bieden van woonzekerheid, tegen een redelijke huurprijs te verhuren aan woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden; - de onderhuurders en huurders inspraak- en participatiemogelijkheden te bieden en hen te begeleiden om hen vertrouwd te maken met hun rechten en plichten als huurder; - samen te werken met lokale huisvestingsactoren of welzijnsactoren en in het bijzonder zelf het initiatief te nemen tot het opzetten van lokale samenwerkingverbanden met deze actoren; Het stads- en OCMW - bestuur van Bree heeft deze aansluiting vanaf 01/01/2014 goedgekeurd en is overtuigd van de méérwaarde van deze toetreding op diverse vlakken nl. - het SVK wenst een antwoord te bieden op het probleem om voor zwakke doelgroepen een betaalbare en kwaliteitsvolle woning te vinden op de private huurmarkt. Vaak fungeert deze aangeboden huisvesting ook als een overbrugging in de periode dat deze zwakke doelgroep op de wachtlijst staat voor de sociale huisvesting. De problematiek is tweeledig: enerzijds is er het financieel onvermogen om te kunnen huren en anderzijds zijn de eigenaars niet zo geneigd om te verhuren aan 'sociaal publiek'; - het SVK vormt als het ware een buffer tussen onderhuurder en eigenaar; lost huurdersproblemen op en neemt op deze manier de eigenaarsongerustheid en een pak kopzorgen weg, met name zorgt ervoor dat maandelijks huur betaald wordt en het SVK neemt de verantwoordelijkheid over de zorg voor de woning; - het financieel voordeel voor de huurder is dat deze in de meeste gevallen in aanmerking komt voor huursubsidie en er is tevens het voordeel van individuele huurbegeleiding; - het SVK krijgt door de collectieve inhuring ook impact op de private huurmarkt: het kan onderhandelen met eigenaars over huurprijs en woningkwaliteit, kan eigenaars stimuleren (ook via premieregeling) tot verbeteren van de woningkwaliteit, vooral op vlak van energiebesparende
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
147
maatregelen; eigenaars kunnen beroep doen op renovatiepremies waar andere verhuurders geen recht op hebben; - recent onderzoek van het Steunpunt Ruimte en Wonen toont trouwens aan dat de eigenaars zeer tevreden zijn over hun samenwerking met een SVK. De stipte en zekere betaling van de huurprijs, de opvolging van het onderhoud van de woning en eventuele ondersteuning bij renovatiewerken en de beperkte administratieve beheerslast worden genoemd als een troef. - voor de organisatie van het sociaal verhuurkantoor is er een Vlaamse subsidiëring; voorwaarde hiertoe is dat intergemeentelijk wordt samengewerkt, en dat er samenwerking is met andere woon- en welzijnsactoren (onder andere huisvestingsmaatschappij, CAW, opbouwwerk...). Subsidiëring wordt aangewend voor de organisatie van het kantoor (personeel en werking) met aandacht voor de huurbegeleiding. De acute problemen op de woningmarkt mogen blijken uit de grote tussenkomst voor de huurwaarborgen zowel wat het aantal dossiers ( 2011 : 20 en 2012 : 25 ) betreft als de financiële tussenkomst betreft ( 2011 : € 14488 en 2012 : € 22.000 ) en het aantal uithuiszettingen. Wanneer een gerechtelijk onderzoek tot uithuiszetting wordt opgestart bij het vredegerecht, dan wordt het OCMW, zoals de wetgeving dat vraagt, op de hoogte gebracht. Als het gaat om gekende cliënten zal de behandelende maatschappelijk assistent de cliënt contacteren om samen met hem of haar en de eigenaar naar een minnelijke oplossing te zoeken. Als het gaat om personen die niet gekend zijn bij het OCMW, dan biedt het OCMW schriftelijk haar dienstverlening aan. In 2009 dreigde voor 6 cliëntsituaties een uithuiszetting; in 2010 waren dat er 12 en in 2011 waren er 10 cliëntsituaties. Er waren 16 uithuiszettingen in 2012. Door Eurostat wordt de grens voor een te zware woonkost gelegd op 40% van het beschikbare huishoudinkomen. In 2011 leefde 7% van de Vlamingen in een huishouden met een te zware woonkost. Te zware woonkosten komen relatief vaker voor bij ouderen, alleenstaanden en leden van eenoudergezinnen, werklozen, leden van gezinnen met zeer lage werkintensiteit, laaggeschoolden, huurders, de laagste inkomensgroepen.
1.3.2.5 Energiearmoede Dat de woonkost behoorlijk kan doorwegen op het gezinsbudget blijkt ook uit het feit dat een aanzienlijke groep gezinnen problemen heeft met het betalen van de elektriciteits- of gasfactuur. Een klant die zijn energiekosten niet tijdig betaalt, krijgt een herinneringsbrief in de bus. Wie daarop binnen een bepaalde termijn niet reageert, krijgt een aangetekende ingebrekestelling. Reageert de klant ook hier niet op of komt hij de in een afbetalingsplan gemaakte afspraken niet na, dan mag de commerciële leverancier het contract met zijn klant opzeggen. Als de klant geen nieuwe commerciële leverancier vindt, dan neemt de netbeheerder in zijn rol van sociale leverancier de levering van elektriciteit en/of gas over. Bij wanbetaling bij de sociale leverancier plaatst de netbeheerder een budgetmeter die de klant verplicht om vooraf te betalen voor de levering van elektriciteit en/of gas. Indien de klant niet vooraf betaalt, valt de stroomlevering terug op een minimale levering van 10 ampère. Het wordt dan moeilijk om meerdere toestellen tegelijk te gebruiken. Bij gas wordt in het geval van niet betaling via de budgetmeter de levering helemaal afgesloten.
Aantal bezoeken budgetmeter 2011 jan 109
febr 129
mrt 151
april 102
mei 115
juni 103
juli 100
aug 135
sept 136
okt 150
nov 139
dec 198
Tot 1567
In vergelijking met 2011 bedroeg het aantal bezoeken in 2010 slechts 831.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
148
Totaal bedrag jan
feb
mrt
april
mei
juni
juli
aug
sept
6232
9957,99 8564,8 5978 6472 6469 5121 7033 8383
okt
nov
dec
Tot
9321
8204
13197
94932
In vergelijking met 2011 ging het in 2010 over een bedrag van € 49187. Aantal bezoeken 2012 jan 193
feb 185
maart 172
april mei 126 114
juni 97
juli 85
aug 93
sept 101
okt 99
nov 128
dec 126
Totaal 1519
Totaal bedrag jan feb maart 11710 13240 10490
april mei 7275 6905
juni 6376
juli aug 4257 5180
sept 6027
okt 6002
nov 8777,8
dec 9374,69
Totaal 95614,49
Het aantal budgetmeters voor elektriciteit lag in 2012 op hetzelfde niveau als in 2011. Dat aantal nam de voorbije jaren duidelijk toe. Er werd in 2011 88% méér beroep gedaan op de budgetmeter en het totaal verhandelde bedrag steeg met 93 % in vergelijking met 2010. Wat de budgetmeter betreft zijn er gelijkaardige cijfers in 2011 en 2012 zowel wat het aantal bezoeken betreft als het bedrag.
Bij blijvende wanbetaling kan een vraag tot volledige afsluiting voorgelegd worden aan de Lokale Adviescommissie (LAC) van de gemeente. In de wintermaanden worden in dergelijke situatie elektriciteit en gas niet afgesloten. - Het LAC kwam 3 maal samen in 2012 : 53 dossiers werden besproken: 13 personen waren aanwezig, met 1 persoon was er telefonisch contact en met 3 personen schriftelijk contact.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
149
- Er wordt geen betaalovereenkomst meer afgesloten i.v.m. de openstaande energierekeningen. De schuld wordt automatisch afbetaald met € 5/week ( dit bedrag wordt verhoogd indien het een zeer hoge schuld betreft ) via het opladen van de budgetmeter. - De OCMW - Raad keurde het systeem minimale levering aardgas goed. Er werd geen gebruik gemaakt van het systeem. Aantal budgetmeters Elektriciteit actief op 31/12/12 : 74 ( in 201: 69 ) Aantal budgetmeters Gas actief op 31/12/12 : 41 ( in 2011 : 30 ) Aantal afbetalingsplannen in budgetmeter Elektriciteit nog lopend op 31/12/12 : 43 Aantal afbetalingsplannen in budgetmeter Gas nog lopend op 31/12/12 : 48 Aantal klassieke betaalovereenkomsten, nog lopend op 31/12/12 : 10 ( in 2011 : 3 ) Aantal uitgevoerde afsluitingen in 2012 : 1 Het aandeel personen met huisvestingsproblemen neemt af met de leeftijd. Daarnaast zijn er meer problemen bij groepen die ook minder goed scoren op de andere indicatoren: de eenoudergezinnen, grote gezinnen en alleenstaanden, de werklozen en niet actieven (exclusief de gepensioneerden), de gezinnen waar slechts beperkt wordt gewerkt, de laaggeschoolden, de huurders, de laagste inkomensgroepen en de niet-EU-burgers. Wij moeten evenwel nog meer werken rond preventie van energieschulden en rond betere energieprestaties binnen de woningen. Instrumenten als energiescan en leningen bij het FRGE in functie van betere energieprestaties zijn onvoldoende ingeburgerd in de manier van denken. Tussenkomst energiekosten OCMW 2010 : 15 cliënten € 2588,72 2011 : 24 cliënten € 3258,17 2012 : 44 cliënten € 4710,30 Verwarmingstoelagen De federale overheid verleent toelagen bij de aankoop van brandstoffen voor verwarming van woningen. Doelgroepen zijn de mensen met lage inkomens. Van 01/01/2011 tot 31/12/2011 werden er 430 toelages toegekend voor een totaal bedrag van € 64 794,78. ( In 2009 werden er 247 toelages toegekend voor een totaal bedrag van €38 753,42 ) Zes verwarmingstoelages werden geweigerd. Redenen voor weigering: - inkomen te hoog - onvoldoende gegevens beschikbaar voor toekenning In totaal werden er 440 kantoorbezoeken geregistreerd en 1 huisbezoek. Van 01/01/2012 tot 31/12/2012 werden er 426 toelages toegekend voor een totaal bedrag van € 61 351,56. Vijf verwarmingstoelages werden geweigerd. Reden voor weigering is vooral dat er onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor toekenning omwille van inwonende kinderen met eigen inkomsten. In totaal werden er 442 kantoorbezoeken geregistreerd. In 2011 kreeg het Sociaal Huis bijna 75 % méér aanvragen voor verwarmingstoelagen te verwerken in vergelijking met 2009. In 2012 merken we dat het aantal aanvragen ongeveer gelijk gebleven is. Het totale bedrag van de toekenningen verwarmingstoelage is wel gedaald. De reden hiervoor is dat de mensen door de dure energieprijzen (die zwaar doorwegen op het budget van vele gezinnen), minder stookolie/bulkpropaangas laten leveren en ook in meerdere keren. Ze proberen te sparen door
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
150
minder ruimtes te verwarmen (vb. enkel woonkamer, keuken en badkamer) of combineren dit met verwarming via alternatieve bronnen (verwarmen op hout, gas…).
1.3.2.6 Asielbeleid Onthaalbureau Inburgering Limburg en OCMW Bree engageren zich tot de uitvoering van het ‘Model van samenwerkingsprotocol tussen het onthaalbureau, de VDAB en het OCMW betreffende de doorverwijzing van inburgeraars naar het onthaalbureau voor het volgen van een primair inburgeringstraject’ van 27 februari 2009 en de uitvoering van het afsprakenkader voor de toepassing van het ‘Model van samenwerkingsprotocol’ op Limburgs niveau. Het LOI bestaat, na de gerealiseerde uitbreiding in 2010, uit 25 plaatsen, gespreid over 6 woningen: • Meeuwerkiezel 1: 6 plaatsen ( 2 koppels en 2 alleenstaande mannen) • Peerderbaan 11: 5 plaatsen ( gezin) • Meinestraat 43: 5 plaatsen (gezin) • Opitterpoort 26: 4 plaatsen (gezin) • Velkuilenstraat 1 bus 1: 3 plaatsen (gezin) • Velkuilenstraat 1 bus 2: 2 plaatsen ( 2 alleenstaanden) Er trad een tariefwijziging (vermindering) op voor de begeleide minderjarige asielzoekers vanaf 1/08/2012 en dit bij toepassing van het koninklijk besluit van 24/07/2012 tot regeling van terugbetaling van kosten van de materiële hulp door de OCMW’s toegekend aan de begunstigden van een LOI. Van 01/04/2014 wordt Opitterpoort 26 gesloten en vanaf 01/01/2014 worden de LOI - plaatsen op de Peerderbaan 11 omgewisseld in bufferplaatsen, die bijvoorbeeld voor crisisopvang kunnen worden ingezet maar terug opgevraagd kunnen worden door Fedasil voor asielzoekers. Continue aandachtpunten zijn : • • • • • • • •
bewaken van de kwaliteit van de woningen; maandelijkse controlebezoeken blijven uitvoeren en het effectiever inspelen op de vaststellingen van de controlebezoeken bewaken van de toepassing van het huishoudelijk reglement en het nemen van maatregelen bij overtredingen; gerichter aanpakken bij het hanteren van het leefgeld ( koppelen aan het nakomen van afspraken ); verdere aanpassing toekenning sanitair pakket, linnen, … bij aankomst in het LOI; stappenplan optimaliseren en correcte dossieropvolging bij aankomst, verblijf en vertrek uit de woning; continu toezicht op de werking medische kosten, misbruiken proberen te vermijden; monitoring van de opvangcapaciteit van het bestaand LOI.
1.3.2.7 Sociale en culturele participatie Het OCMW van Bree maakt gebruik maken van de subsidie verleend in het kader van het te verschijnen KB houdende maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de OCMW. Armoede en bestaansonzekerheid gaan ten slotte ook gepaard met achterstelling op het vlak van maatschappelijke integratie en participatie. Zo participeren de meest kwetsbare groepen minder aan cultuur, aan sport en aan het verenigingsleven. In 2012 nam bijna een kwart van de volwassen Vlamingen niet deel aan culturele activiteiten. De niet participatie aan cultuur ligt beduidend hoger bij ouderen en gepensioneerden, werklozen, alleenstaanden, samenwonenden zonder kinderen, laaggeschoolden en personen uit de laagste inkomensgroepen.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
151
Een gelijkaardige situatie doet zich voor op het vlak van sportparticipatie. Ook daar zijn het vooral de ouderen en gepensioneerden, werklozen, alleenstaanden en alleenstaande ouders, laaggeschoolden en personen uit de laagste inkomensgroepen die minder participeren. Op het vlak van actieve deelname aan het verenigingsleven is er hetzelfde beeld: ouderen, werklozen, laagopgeleiden en personen uit de laagste inkomensgroepen zijn minder actief. In totaal blijkt iets minder dan de helft van de volwassen Vlamingen geen actief lid van 1 of meer verenigingen. De verschillen tussen groepen zijn minder uitgesproken - of lopen in een aantal gevallen zelfs in de andere richting - bij de intensiteit van sociale contacten met buren, familie en vrienden of kennissen. Het zijn niet de 65-plussers die het hoogste risico lopen op sociale isolatie, wel de 50- tot 64-jarigen. Er blijkt ook geen duidelijk verschil te zijn naar opleidings- en inkomensniveau. Bijna 11% van de volwassen Vlamingen had in 2012 minder dan wekelijks contact met buren, familie, vrienden of kennissen. Het aandeel Vlamingen dat risico loopt op sociale isolatie is sinds 2010 opvallend gestegen. Het aandeel Vlamingen dat geen of zeer zelden gebruik maakt van internet daalt de laatste jaren behoorlijk snel. Maar in 2012 gaat het toch nog om een kwart van de volwassen Vlamingen. Het verschil naar leeftijd is zeer groot. Bij de jongste groep gaat het om een te verwaarlozen aandeel, bij de oudste groep om 67%. Daarmee verbonden is ook de hoge score van gepensioneerden en alleenstaanden. Er zijn daarnaast duidelijke verschillen naar geslacht, opleiding en inkomensniveau. De niet-participatie ligt bij mannen lager dan bij vrouwen, bij hoogopgeleiden lager dan bij laagopgeleiden en bij de hogere inkomensgroepen lager dan bij de lagere inkomensgroepen.
1.3.2.8. Minder Mobiele Centrale De bedoeling is het aanbieden van vervoer voor bejaarden, personen met een handicap en mensen in een sociale noodsituatie met een beperkt inkomen en dit via het inzetten van vrijwillige chauffeurs. 2010 Aantal ritten: 1 667 Aantal km : 53 001 Aantal chauffeurs : 5 Het merendeel van de gebruikers is bejaard. De niet-bejaarden zijn vaak personen met een handicap en de gasten van het MPI Ter Engelen, die naar hun familie, hobbyclub en vakantiebestemming gebracht worden. 2011 Aantal ritten : 3 172 Aantal km : 80 271,52 Aantal chauffeurs : 6 Aantal gebruikers : 75 + 8 leden van Open Kans 2012 Aantal ritten : 3279 Aantal km : 75403,30 km Aantal chauffeurs : 7 Aantal gebruikers :71 en 15 leden van Open Kans Het profiel van de gebruiker is in 2012 hetzelfde als in 2011. Het merendeel van de gebruikers is bejaard. Niet-bejaarden zijn meestal personen met een handicap en de gasten van MPI Ter Engelen, die meestal naar hobby en familie gebracht worden.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
152
1.3.2.9 Schuldbeheer Statistische gegevens van 2012 het aantal dossiers budgethulpverlening zonder schulden in 2012 : 47 ( in 2011 : 25 en in 2010 : 19 ) - schuldbemiddeling an sich : 15 ( in 2011 : 31 en in 2010 : 12 ) - schuldbemiddeling en budgetbegeleiding : 29 ( in 2011 10 en in 2010 : 19 ) - schuldbemiddeling en budgetbeheer : 21 ( in 2011 : 31 en in 2010 : 26 ) -
collectieve schuldenregeling : enkel budgetbeheer / budgetbegeleiding bij externe aanstelling : 29 ( in 2011 : 18 en in 2010 : 24 ) aanvragers op de wachtlijst : 13 ( in 2011 : 7 en in 2010 : 16 )
- Op vlak van schuldenbeheer werd in 2011 de procedure ‘ budgetbeheer ‘ gestandaardiseerd en geoptimaliseerd in overleg met de maatschappelijk werkers. De wachtlijst werd afgebouwd en er werd een visie ontwikkeld over de kritische succesfactoren voor een duurzaam budgetmanagement. De OCMW’s en CAW’s moeten één front vormen voor aanpak van problemen in verband met schuldhulpverlening. In 2012 werd de erkenning van het OCMW van Bree als schuldbemiddelaar verlengd voor een periode van 6 jaar met ingang van 1/08/2013. Duurzaam budgetmanagement is het finale doel van iedere vorm van schuldhulpverlening (schuldbemiddeling, schuldpreventie, budgetbegeleiding, budgetbeheer,…). Cliënten moeten in staat zijn om, zonder schulden, duurzaam (volhoudbaar) greep te krijgen op hun budget. De sociale dienst tracht gezinnen en/of personen met financiële moeilijkheden zodanig te begeleiden dat zij zich op financieel gebied kunnen leren handhaven en uiteindelijk bekwaam zijn tot een zelfstandig financieel beheer. Meer specifiek richt het OCMW zich tot de personen met problemen ten gevolge van een schuldenlast die geheel of deels uit een of meerdere kredietovereenkomsten voortvloeit. Het doel van de overeenkomst bestaat erin genoemde personen te helpen hun financieel evenwicht te herstellen en hun schulden af te betalen op een menswaardige wijze. Knelpunten: - Het aantal vragen van cliënten met financiële problemen stijgt en de vragen worden steeds complexer. - De werkdruk stijgt enorm omdat de wachtlijst alsmaar dreigt aan te groeien en de uitstroom van cliënten is eerder beperkt - Opvallend is dat het aantal 30-ers toeneemt. - Cliënten worden mondiger maar ook agressiever en bedreigender; werken met doelgroep psychiatrische patiënten is niet evident. - Cliënten hebben het alsmaar moeilijker om hun vaste maandelijkse kosten te betalen. - Cliënten moeten sneller kunnen uitstromen, maar cliënten begeleiden naar uitstroom is ZEER TIJDSINTENSIEF waardoor het aantal cliënten dat effectief uitstroomt zeer beperkt is. Ook huisbezoeken zijn heel noodzakelijk. - Cliënten die uiteindelijk uitstromen, hebben behoefte aan nazorg. Maar door de stijgende vraag naar schuldhulpverlening en de stijgende werkdruk is deze nazorg eerder beperkt. De focus wordt gelegd op de nieuwe dossiers en de dossiers op de wachtlijst; deze cliënten krijgen voorrang op cliënten die nood hebben aan nazorg. - Wachtlijstbegeleiding: ieder maatschappelijk werker doet zowel begeleidingen als administratieve afhandeling van de budgetbeheren. Deze combinatie moet onderzocht worden. - Budgetbegeleiding is niet altijd haalbaar omdat er op maat van de cliënt gewerkt wordt en er veel van de cliënt zelf verwacht worden, het is heel intensief en vraagt veel gesprekken tussen maatschappelijk werker en cliënt. Ook hier zijn huisbezoeken noodzakelijk. Er is eveneens het risico dat de mogelijkheden van de cliënt overschat worden; sommige cliënten zijn immers niet vaardig genoeg om zelf voor hun financiën in te staan, met als gevolg dat de situatie enkel maar verergert naarmate de cliënt langer op de wachtlijst blijft staan. - Alert zijn voor uitstroom van de zogenaamde ‘restgroep’. Deze hebben een verhoogde kans om terug op de wachtlijst te komen, met als gevolg geen daling van aantal aanvragen op wachtlijst.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
153
Voorwaarden voor deelname: De betrokkenen dienen enerzijds te beschikken over voldoende inkomsten (ten minste een bedrag gelijk aan het socio-vitaal minimum) en anderzijds bereid zijn hun medewerking te verlenen. Profiel van de deelnemende gezinnen: Kenmerkend voor het cliënteel is de aanwezigheid van meestal verschillende van de hiernavolgende factoren: -
lage scholingsgraad, beperkt ontwikkelingsniveau;
-
sterke vertegenwoordiging van alleenstaanden : het is bekend dat alleenwonende personen minder gezond zijn, een minder gunstige arbeidmarkt positie en een hoger arbeidrisico hebben en dat hun sociale participatie geringer is. Alleenwonenden zijn zelden huiseigenaar, zij bewonen vaak ( sociale ) kleine huurwoningen. Vooral oudere alleenwonenden lopen een hoger risico op sociale uitsluiting, armoede en vereenzaming. Wanneer er behoefte is aan hulp, kunnen ze niet terugvallen op de mantelzorg van de huisgenoten;
-
alleenstaande moeders met kinderen is een kwetsbare groep : zij hebben een lager gezinsinkomen dan tweeoudergezinnen en hebben een grotere kans om in de armoede terecht te komen. Voor velen valt een voltijdse baan moeilijk te combineren met de gezinstaken. Laagdrempelige en beschikbare, betaalbare kinderopvang zijn voor de alleenstaande ouders zeer belangrijk. Alleenstaande ouders hebben een slechtere gezondheid dan personen die samenwonen met kinderen/partner. Zij lopen een groter risico op sociale deprivatie en lijken meer moeilijkheden te ondervinden bij de opvoeding van hun kinderen en wensen vaker opvoedingsondersteuning;
-
de leeftijdsgroep 46+ is sterk vertegenwoordigd ( een verhoogd armoederisico );
-
cliënten zijn vaak afkomstig uit sociaal zwakke milieus;
-
de vragen worden steeds complexer, wat een integrale aanpak vereist; het basisprobleem is overwegend een financieel probleem waarbij vooral de betaling van de stijgende vaste kosten een probleem vormt; naast financiële problemen dient er ook aandacht te gaan naar psychosociale, medische en andere problemen;
-
de belangrijkste oorzaken van schuldproblemen zijn moeilijkheden met beheer/overbesteding, inkomensproblemen en een tekort aan administratieve vaardigheden.
Tegen de achtergrond van ervaren knelpunten en rekening houdend met het profiel van de zorgvragers zijn dit aandachtspunten: - Uitstroom van cliënten waarvan geweten is dat ze, na verloop van tijd, zelf hun financiën zullen kunnen beheren - Nagaan in welke mate de ‘restgroep’ eventueel beroep kan doen op andere initiatieven (o.a. voorlopig bewindvoering…) - Preventie: initiatieven ontwikkelen o.a. naar de schoolgaande jeugd toe, maar ook naar kansarmen. - Cliënten zo spoedig mogelijk budget- en schuldhulpverlening kunnen aanbieden (wegwerken en vermijden van het opstellen van een wachtlijst). - Wachtlijstbegeleidingen met als visie “werken vanuit de eigen kracht van de cliënten”. - Samenwerkingsverbanden stimuleren tussen gemeenten en andere diensten.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
154
1.3.2.10 Kinderarmoede Het is een opdracht van het OCMW kinderarmoede aan te pakken en elk kind in kinderarmoede is er één teveel. Van bij aanvang streven we drie doelstellingen na: (1) kansarme kinderen kansrijker maken; (2) stimuleren van de betrokkenheid van ouders bij het opvoedingsproces; (3) hulpverleners laten kennis maken met de complexe realiteit van armoede. Na een grondig onderzoek van de reële lokale noden, wensen we onze actieradius uit te breiden naar de ruimere regio; bij het grondig onderzoek van de reële noden doen we beroep op talrijke actoren, experts en de doelgroep ( we streven naar een ruim draagvlak en samenwerking ). Leereffecten van dit project worden verwacht op vlak van opgezette methodiek. Belangrijk is het gekozen spoor van opvoedingsondersteuning, sturing van groepswerk, toeleiding, samenwerkingsverbanden opzetten met andere actoren, toetsen van het model van aanpak, opleiding van hulpverleners rond kansarmoede, drempelverlagend werken naar kinderdagverblijven, werken met ervaringsdeskundigen… Zonder exhaustief te zijn kan dit een belangrijke leerschool zijn naar ruimere toepasbaarheid, waarvoor wij inspanningen willen doen o.a. naar de ruimere regio. We willen een scenario aanreiken ( knelpunten én valkuilen ) voor implementatie in andere organisaties of domeinen. Belangrijk is ook het effect dat het geven van opvoedingsondersteuning in zo ’n project van kinderarmoede heeft op de competenties van de hulpverleners. Wij verwachten dat deelname aan het project zal leiden tot meer openheid en minder vooroordelen naar deze groep toe. Als dit bevestigd wordt, vergroot dit het preventieve belang van het project. Als toekomstige hulpverleners door deze ervaring gemakkelijker aansluiting kunnen vinden bij kansarme kinderen en hun ouders, kan dit helpen om de culturele kloof te dichten en uitsluiting te temperen. We willen drempelverlagend werken in onze eigen kinderopvang.
1.3.2.11 Senioren •
Het actief ouder worden.
Een modern seniorenbeleid streeft best naar een evenwicht na tussen behoud en versterking van de aanwezige persoonlijke autonomie waar mogelijk, en waar nodig, het bieden van de noodzakelijke zorg. Aandacht moet gaan naar geschikt vervoer, ondersteunen van het thuis wonen, promoten van het levenbestendig wonen, aanbod van geschikte woningen, positieve beeldvorming rond ouderen, toegankelijke en betaalbare welzijnsvoorzieningen Senioren zijn mondig en geëmancipeerd. Net als andere bevolkingsgroepen moeten we hen voluit kansen aanbieden tot participatie, onder meer via de seniorenraad, en hun verdere ontplooiing garanderen. Actief ouder worden en zijn is voor het lokale bestuur de centrale gedachte van waaruit een beleid moet worden opgebouwd dat sterk gericht is op het zo goed mogelijk behouden van autonomie en zelfredzaamheid. Dat betekent dus op de eerste plaats een preventief beleid in de breedst mogelijke betekenis: er voor zorgen dat in elk maatschappelijk domein de facto rekening wordt gehouden met de oudere, of het nu gaat om wonen, mobiliteit, vrije tijd, cultuur of politieke en maatschappelijke participatie. Een pro-actief en preventief beleid leidt tot minder afhankelijkheid en isolement van de oudere. En dat maakt middelen vrij voor betere zorg. We moeten immers vooruitblikken. Want ook al leven we steeds langer en steeds meer in goede gezondheid dank zij de stijging van de welvaart en de vooruitgang van de gezondheidszorg, toch zal het beroep op zorg drastisch toenemen. Zo zal bijvoorbeeld de groep van ouderen met de grootste kans om zorg te behoeven – de tachtigplussers – de komende tien jaar sterk toenemen.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
155
Rekening houden met alle burgers van Bree, betekent ook een integraal en geïntegreerd beleid rond toegankelijkheid. In de eerste plaats denken we hierbij aan de letterlijke toegankelijkheid van het openbaar domein en openbare gebouwen voor personen met een handicap, of mensen die slecht te been zijn. Onder meer de vergrijzing van de bevolking noopt ons tot een integraal beleid. Actief oud zijn betekent ook actief kunnen genieten van het maatschappelijk, cultureel, sport- en vrijetijdsleven en is een belangrijke vorm van maatschappelijke participatie. Maar het is ook een vorm van preventie: actief bezig zijn voorkomt maatschappelijk isolement. Isolement tast de gezondheid aan en leidt tot afhankelijkheid die dikwijls gepaard gaat met gebrek aan hulp. Ook ouderen moeten mee kunnen met de tijd. Een nieuwe taal verwerven, nieuwe interessegebieden ontwikkelen, de nieuwe media leren gebruiken: dit alles opent mogelijkheden voor zinvolle activiteiten. Investeren in vormingsactiviteiten is dus geen maat voor niets. Samengevat situeren de risico’s die gepaard gaan met de veroudering van de bevolking zich vooral in een relatieve verarming van de mensen die reeds langer gepensioneerd zijn en in het verlies aan zelfredzaamheid bij hoogbejaarden. Het antwoord van de actieve welvaartsstaat op deze uitdaging is op een verstandige manier inkomenszekerheid bieden, afhankelijkheid zo veel mogelijk voorkomen en er voor zorgen dat wanneer dan toch afhankelijkheid optreedt, men verzekerd is van de nodige diensten en zorg: zekerheid bieden op inkomen, diensten en zorg! Er is een mogelijkheid tot eventuele uitbouw van een volwaardig dienstencentrum waarin activiteiten van informatieve, vormende en recreatieve aard (conform het besluit betreffende de dienstencentra), kunnen georganiseerd worden voor alle senioren (ook niet-leden van verenigingen ). De vraag over de uitbouw van een volwaardig dienstencentrum dient helder te worden gevoerd, waarbij o.a. nagegaan wordt of er nood aan is of er geen alternatieve mogelijkheden zijn met dezelfde voordelen…Haalbaarheid op lokaal niveau, gepaste inbedding in het bestaande aanbod moet worden afgetoetst vooraleer tot mogelijke realisatie over te gaan. Volgens de geest van de wetgeving m.b.t. dienstencentra dient het dienstencentrum een spilfunctie te vervullen in de lokale gemeenschap van senioren. Gegeven een goede samenwerking en afspraken kan een dergelijk dienstencentrum een impuls geven om als senioren samen te communiceren, samen activiteiten te organiseren en ruimte ter beschikking te stellen. Het onderzoek naar het opzetten van een actief dienstencentrum is wenselijk: - omwille van haar rol in het verhogen van de zelfstandigheid van de gebruikers in hun Thuisomgeving; - omwille van haar rol in het verhogen van de algemene toegankelijkheid van de voorzieningen; - omwille van haar rol in de ondersteuning aan mantelzorgers; - het dienstencentrum kan ook meewerken aan de verhoging van de participatie van de bevolking aan gezondheidspreventie. Het dienstencentrum is een aanspreekpunt, (haal en brengfunctie) en werkt aan culturele en maatschappelijke ontplooiing. Samenwerking met de seniorenraad kan hier initiërend werken en de rol van andere instanties zoals scholen ( bijvoorbeeld :organiseren van informatica – lessen ) is een stap naar een integrale aanpak. Oud zijn werd lange tijd beschouwd als een periode van passiviteit: ‘op rust gaan’ heeft trouwens een beetje die bijbetekenis. Voor vele ouderen is hun nieuwe levensfase echter een periode van anders actief zijn. Leeftijdsgrenzen mogen er niet toe leiden dat een steeds groter groep van ouderen volledig uitgesloten wordt van participatie. Een positieve beeldvorming over ouderen is een belangrijke randvoorwaarde.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
156
•
Wonen en bejaarden
- Voldoende capaciteit voorzien voor zwaar zorgbehoevenden Kwantitatief zal er in de toekomst toch een probleem blijven. Het woon- en zorgcentrum zal op de toenemende vergrijzing een gedeeltelijk antwoord bieden. De zwaar zorgbehoevenden (door de regelgever aangeduid met categorie B en C) zouden ( door de manier van RIZIV – financiering ) voorrang kunnen krijgen om opgenomen te worden in de voorziening (RVT). ( Een ROB – patiënt kan toch niet in een RVT – bed liggen. ). Door het fenomeen van de toenemende vergrijzing zal ook het aantal zwaar hulpbehoevenden hoogbejaarden stijgen. Thuiszorg zal hier soelaas moeten brengen. Uit de analyse van de cijfers blijkt immers dat door het stijgende aantal 80 - plussers er in de toekomst meer kandidaten zwaar zorgbehoevenden op de wachtlijsten zullen staan en meer dan waarschijnlijk zal er op lange termijn zeker onvoldoende capaciteit zijn om aan deze stijgende vraag naar opname te voldoen. Zorgstrategische planning moet hierover uitsluitsel geven. - Vraag naar assistentiewoningen ( de vroegere serviceflats ) voor minder zware zorgbehoevenden In de rusthuissector krijgen de vragen tot opname van minder zwaar zorgbehoevenden in een RVT – rusthuis heel weinig kans. De analyse van de cijfers toont aan dat deze groep van minder zwaar zorgbehoevenden in de toekomst nog zal stijgen. Schaduwzijde van een beleid dat de voorkeur geeft aan de opnames van zwaar zorgbehoevenden, is dat de kandidaten die minder zorgen nodig hebben (door regelgever aangeduid met categorie O en A) weinig kans maken op een opname. Deze kandidaten komen in aanmerking voor een opname in een assistentiewoningen. Kleine projecten, geïntegreerd in de lokale gemeenschap en gespreid over de verschillende kerkdorpen is een optie. - Nood aan aangepaste woningen Wie gaat er voor mij zorgen als ik oud ben? Dit is een vraag die iedereen zich wel eens stelt. Maar eigenlijk moet eerst een andere vraag gesteld: nemen we wel voldoende voorzorg voor als we oud zullen zijn? Wanneer we een huis kopen of bouwen of wanneer architecten woningen ontwerpen wordt te weinig de vraag gesteld: is dit ook het huis waarin ik zal kunnen wonen als ik oud word? Houden we met andere woorden in de beslissingen die we vandaag nemen voldoende rekening met die grote verworvenheid van onze welvaart, namelijk onze hoge levensverwachting? Dit is geen onschuldige vraag, want wellicht geldt dat duurzaamheid van de woning op lange termijn rendeert. Immers wanneer je woning er niet op voorzien is dat je minder zelfredzaam bent, moet je beroep doen op hulp of misschien zelfs opgenomen worden in een rusthuis en dat gaat gepaard met aanzienlijke kosten. Om de noden correct in kaart te brengen zou er een rondvraag (vragenlijst, interview) kunnen gebeuren bij de aanvragers betreffende de aangepastheid van hun huidige woning en de reden waarom een aanvraag werd gedaan voor een bejaardenwoning. Er kunnen verschillende redenen zijn voor een dergelijke aanvraag : te weinig diensten aan huis, onaangepaste woning, geïsoleerd zijn, eenzaam, of nog andere. Met het oog op het vinden van de aangewezen oplossing voor deze verschillende problemen, is het belangrijk om ook in de analyse het onderscheid zo nauwkeurig mogelijk te maken. De beschikbaarheid van woningen aangepast aan zorgbehoevenden dient te vergroten. Voor ouderen is kwaliteit van het wonen heel belangrijker. Voor een ouder wordend echtpaar of senior is het een vereiste dat de woning weinig hindernissen en niveauverschillen vertoont en bovendien ook nog gebruiks- en onderhoudsvriendelijk is. ‘Levenslange woningen’ zijn zo gebouwd dat ze geschikt blijven doorheen de verschillende levensfasen van hun bewoners ( projecten Toegankelijkheidsbureau). Drie kenmerken zijn typerend voor levenslange woningen: - ze zijn toegankelijk: iedereen kan erin leven, ongeacht de leeftijd en lichamelijke beperkingen; - ze zijn veilig, de ruimten zijn goed gedimensioneerd; - ze zijn comfortabel.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
157
De kwaliteit van het bestaande woningpatrimonium op de gemeente kan onderzocht worden. Het niet hebben van centrale verwarming of een ingerichte, aangepaste badkamer en toilet kan voor de groep van bejaarden een extra moeilijkheid zijn om in de bestaande woning te blijven. Er zijn echter op heden geen gegevens over wie nu net in de kwalitatief minder goede woningen woont, of het huurof koopwoningen zijn en of de bewoners dit zelf als een probleem gaan ervaren. Het aanpassen van een woning om langer thuis te kunnen blijven wonen, brengt niet alleen administratief heel wat aspecten met zich mee (offertes vergelijken, aannemers aanspreken,…), maar betekent meteen ook een financiële inspanning. Daarnaast kennen niet alle bejaarden hun rechten aangaande premies/tussenkomsten en diensten die hen hieromtrent kunnen informeren. Ook hierop kan het lokale bestuur een antwoord bieden. Naast het kunnen aanpassen van een bestaande woning en de ondersteuning die de bejaarde hierbij krijgt, spelen ook het aspect van afstand tot de dorpskern,het isolement en de immobiliteit een grote rol. Dit zijn zaken die niet opgelost worden door de fysieke aanpassing van de woning. De opmaak van een toewijzingsreglement voor sociale huurwoningen voor ouderen is eveneens belangrijk. De doelgroep van dit toewijzingsreglement zijn de 65-plussers in de gemeente Bree die geen eigenaar zijn van een woning en dus voor hun woonbehoefte aangewezen zijn op de huurmarkt. Uit een grondige demografische analyse van de Breese bevolking blijkt de groep 65-plussers steeds omvangrijker te worden, terwijl in verhouding de groep 20-64 jarigen licht en de groep 0 – 19 jarigen sterk blijken af te nemen. De 65-plussers, die geen eigenaar van een woning zijn, zijn een groep die, naarmate men ouder wordt, het financieel steeds moeilijker heeft door de stijging van de huurprijzen op de private huurmarkt en de groeiende behoefte aan zorg, die een steeds grotere impact krijgt op het beschikbare budget. Anderzijds is er de behoefte om zo lang mogelijk zelfstandig te wonen. Deels kan tegemoetgekomen worden aan de noden van de doelgroep door een aanbod van aangepaste woongelegenheden in de sociale huurmarkt. - Er is stijgende behoefte aan dagverblijf en kortverblijf Momenteel zijn er nog geen bedden voor kortverblijf. Er is wel vraag naar kortverblijf. De thuiszorg is immers al sterk ontwikkeld om senioren zolang mogelijk thuis te houden met ondersteuning van de kinderen. Maar ook de mantelzorgers willen er ook wel eens tussenuit: op reis, op uitstap. Kortverblijf is een antwoord om aan deze vraag tegemoet te komen. Kortverblijf gecombineerd met mantelzorg kan een oplossing bieden in een aantal situaties. Op de welzijnscampus is er mogelijkheid tot dagverblijf ( 5 erkende plaatsen ). Dagopvang biedt soelaas voor degenen die dagelijks buitenshuis gaan werken en tegelijkertijd hun ouders na hun dagtaak verder willen opvangen. Gezien de tendens van verdere vergrijzing, zal ook de nood aan mantelzorgers toenemen en zal de behoefte aan kortverblijf en dagverblijf stijgen. •
Mobiliteit
Het staat zo goed als vast dat door het stijgende aantal bejaarden, de geografische uitgestrektheid van de gemeente (lintbebouwing) en het langer thuis willen/kunnen blijven wonen de vraag naar individueel en/of aangepast vervoer verder zal stijgen. Het OCMW beschikt over een mindermobielencentrale (MMC). Deze dienstverlening verloopt in samenwerking met het Centrum voor Positieve Aanwending (Taxistop) in Gent. Mensen met een matig inkomen (Verhoogde Tegemoetkoming), die omwille van een handicap of ouderdom een mobiliteitsprobleem hebben, kunnen beroep doen op de MMC. Ondanks het gratis openbaar vervoer voor 65- plussers en de diensten van de belbus, stijgt het aantal leden van de mindermobielencentrale ( MMC ). Het merendeel van de gebruikers is bejaard. De niet-bejaarden zijn vaak personen met een handicap en de gasten van het MPI Ter Engelen die naar hun familie, hobbyclub en vakantiebestemming gebracht worden. De mindermobielencentrale betekent voor vele bejaarden en gehandicapten een verlengstuk van hun mobiliteit, hun zelfstandigheid en hun sociale omgeving.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
158
Sinds de oprichting in 1988 is de mindermobielencentrale uitgegroeid tot een dienst die niet meer weg te denken is in het totale pakket van dienstverlening. In de toekomst dient eventueel verder onderzocht te worden om deze dienstverlening verder te optimaliseren. Ook het aanbod van andere diensten die vervoer verzorgen (ziekenfondsen, privé,…) moet verder worden onderzocht. Naast de MMC bestaat er ook de belbus. In de toekomst dient te worden onderzocht of de groep bejaarden hier frequent gebruik van maakt en voor welke doeleinden. - Organisatie van een dienstenkruispunt Thuiszorg en residentiële zorg moeten dichter bij elkaar gebracht worden. Daarom is een onderzoek aangewezen naar de haalbaarheid van een dienstenkruispunt, al of niet gecombineerd met het seniorenloket, Dit is geen zorgaanbieder maar een zorgbemiddelaar en deze coördineert vanuit een neutrale houding alle aanwezige thuiszorg en residentiële zorg. Dit is een opdracht voor het lokale bestuur, die op een zo efficiënt en effectief mogelijke manier de zorg rond de oudere coördineert. Het Sociaal Huis is de instantie om een dienstenkruispunt op te richten. Samenwerking tussen verschillende actoren over hun grenzen heen impliceert erkenning van alle zorgaanbieders in hun eigenheid en dit gebeurt het best niet door één van de actoren zelf maar door het lokale bestuur waarbij thuiszorg en residentiële zorg op voet van gelijkheid worden behandeld. •
Bree vertrekt op vlak van seniorenbeleid niet van nul.
Een aantal realisaties worden vermeld : - Een seniorenadviesraad die een verbindingsorgaan is tussen het stadsbestuur enerzijds en de seniorenverenigingen en de senioren in het algemeen. De seniorenadviesraad geeft adviezen ( op eigen initiatief of op vraag van het stadsbestuur) met als doel het welzijn, in zijn ruime zin, te bevorderen voor de senioren uit Bree. De seniorenadviesraad informeert de senioren over zaken die hun aanbelangen en stimuleert de seniorenwerking in Bree. - Het seniorenloket in het stadhuis waar ouderen met al hun mogelijke vragen terecht kunnen : aanvraag vergoeding n.a.v. vermindering zelfredzaamheid; sociale kortingen of voordelen naar aanleiding van vermindering zelfredzaamheid/handicap; hulp bij het in orde brengen van administratie en verstrekken van informatie; informatie omtrent huisvesting voor senioren; informatie omtrent sociale wetgeving; vragen omtrent thuishulp; vervoerproblemen; relatieproblemen/eenzaamheid/gewone babbel; financiële problemen….Problemen of vragen waarvoor een specifieke deskundigheid vereist is, worden doorverwezen. - De financiële ondersteuning van het seniorenkrantje dat wordt uitgegeven door de seniorenraad. - De organisatie van diverse opleidingen zoals initiatieven van het lokaal gezondheidspreventie rond algemene gezondheidsthema’s o.a. stevia… Conclusies De huidige en toekomstige tendens van verdere veroudering en interne vergrijzing maakt dat het aantal zwaar zorgbehoevenden zal toenemen. Gezien het nieuwe woon – en zorgcentrum wel aan de huidige kwantiteitseisen voldoet maar vermits de potentiële doelgroep zal stijgen, zal de capaciteit van het woon – en zorgcentrum in de toekomst onvoldoende zijn. Er zijn concrete uitbreidingsplannen in die zin. De rusthuisopname moet zo lang mogelijk uitgesteld worden. Gezien de kosten van capaciteitsuitbreiding zal men de vraag moeilijk kunnen volgen. Bovendien willen de mensen zelf ook de rusthuisopname zo lang mogelijk uitstellen. Dit kan alleen bij een sterk uitgebouwd aanbod van thuiszorg en mantelzorg. Gezien de algemene veroudering zal ook het aantal minder zwaar zorgbehoevenden in ieder geval toenemen. Er is daardoor een stijgende nood aan mantelzorgers en er is een toenemende behoefte aan kortverblijf en dagverblijf. De stijging van het aantal minder zwaar zorgbehoevenden zal ook de vraag naar assistentiewoningen en bejaardenwoningen doen toenemen. Gezien de kostprijs van dit aanbod zal ook hier moeten worden nagegaan (via een gedetailleerde inventarisatie van de noden van de aanvragers) of bepaalde
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
159
problemen ook niet kunnen opgelost via het aanpassen van de bestaande woning en de ondersteuning van de omkadering (mantel- en thuiszorg). Er moet aandacht blijven voor betaalbaarheid van opvang in het woonzorgcentrum. De communicatie over het zorgaanbod kan nog verbeterd worden via optimalisatie van het Sociaal Huis, continue aandacht voor een optimaal gebruik van de website en andere kanalen…
1.3.2.12 Personen met een beperking •
Beleid
Bree streeft in haar beleid naar de realisatie van een integrale toegankelijke leefomgeving voor personen met een beperking d.w.z. dat ze toegankelijkheid niet louter ziet als een geheel van specifieke aanpassingen voor bijzondere doelgroepen, maar pleit voor een integrale benadering van de problematiek. Hierbij tracht ze ieders noden op vlak van toegankelijkheid te integreren in de normale maatschappelijke voorzieningen als tewerkstelling, wonen… Uitgangpunten Inclusief beleid: vertrekken vanuit een algemeen beleid dat gelijke kansen biedt aan elke burger en dus rekening houdt met o.a. personen met een beperking; het gaat hier over het bestrijden van discriminatie, d.i. ontoegankelijkheid en uitsluiting die wordt gecreëerd op basis van verschillen tussen mensen. Acceptatie en attitude van de kant van de samenleving en participatie en responsabilisering van de kant van de personen met een beperking. Vanuit deze optiek, kunnen volgende accenten gelegd worden: - erkenning van de eigenheid en competenties van elk individu en ondersteuning van de diversiteit binnen de groep van personen met een beperking - uitdagen en stimuleren van personen met een beperking tot meer onafhankelijkheid, zelfontplooiing en maatschappelijk engagement (empowerment en responsabilisering) - verhogen van zowel de toegankelijkheid in de ruimste betekenis van het woord : de fysische toegankelijkheid van gebouwen,straten en pleinen,de mobiliteit doorheen stad en gebouwen, toegankelijkheid van informatie en communicatie, betaalbaarheid van voorzieningen,. Belangrijk in dit kader is ook de sociale toegankelijkheid of het deelnemen aan het leven in een stad door mensen met duidelijke verschillen. De stad kan deze sociale toegankelijkheid faciliteren door haar dienstverlening te screenen op sociale toegankelijkheid, een stimulerend beleid te voeren door een doelmatig gebruik van zijn subsidieregeling en ook kan het welzijnsbeleid van de stad sturend zijn in de ontwikkeling van een toegankelijkheidsbeleid. •
Adviesraad voor personen met een beperking: een brug naar een inclusief beleid
De Breese adviesraad voor personen met een beperking van de stad Bree is een advies- en overlegorgaan dat bevoegd is om adviezen te geven en voorstellen te doen over ieder onderwerp dat betrekking heeft op personen met een beperking. De adviesraad is er voor alle doelgroepen: personen met een fysieke, mentale, auditieve en visuele beperking en voor alle leeftijden. De adviesraad voor personen met een beperking kan op eigen initiatief of op vraag van de stad knelpunten signaleren, voorstellen formuleren en adviezen verstrekken inzake hulpverlening, vrijetijdsbesteding, cultuur, sociale integratie, sensibilisering en toegankelijkheid. Doelstellingen • Overleg, samenspraak en samenwerking tussen de belanghebbende partners te bevorderen. • Inventariseren van knelpunten en voorzieningen m.b.t. Breese inwoners met een beperking door het stadsbestuur i.s.m. de adviesraad. • Het bespreken en stimuleren van initiatieven die welzijnsbevorderend zijn met de nadruk op integratie. • Het stadsbestuur engageert zich om de adviesraad systematisch in te lichten m.b.t. aangelegenheden die personen met een beperking aanbelangen.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
160
Voorbeelden van realisaties ten voordele van personen met een beperking: • Bree centrum: inventarisatie toegankelijkheid door de leden van de adviesraad. • Meerdere parkeerplaatsen voor personen met een handicap werden gerealiseerd en ook breder gemaakt. • Een convenant met het toegankelijkheidsbureau werd afgesloten en het toegankelijkheidsbureau werd ingeschakeld i.v.m. de verbouwingen in de bibliotheek, het stadhuis, het Sociaal Huis… • Ondersteuning van organisaties die de integratie van personen met een beperking bevorderen • Een commercieel pand op de Markt wordt gehuurd door de stad en ter beschikking gesteld voor het winkeltje OKEE van Open Kans. • Een belangrijke financiële ondersteuning gaat naar het opgerichte nursingstehuis, van Ter Engelen. • Een financiële subsidie t.b.v. 25 € per persoon, per maand gaat naar instellingen waar Breese inwoners verblijven. • De bibliotheek kocht specifiek materiaal aan. Het stadsbestuur ondersteunt de adviesraad voor personen met een handicap.
1.3.2.13 Thuiszorg •
De vraag naar thuiszorg zal stijgen omwille van de vergrijzing.
Het inschatten van de behoefte aan thuiszorg in de toekomst is geen eenvoudige zaak : het aantal ouderen neemt toe bij een toenemende gezondheid maar met ook een toename van het aantal ouderen met chronische aandoeningen die een opvolging vergen en een sterke toename van het aantal hoogbejaarden met afnemende zelfredzaamheid. Aanbod in 2012 OCMW Bree
Bree
6.043,00
Familiehulp
Bree
25.927,25
Landelijke Thuiszorg
Bree
617,50
Onafhankelijke Thuiszorg Verenigingen
Bree
1.013,00
Solidariteit voor het Gezin
Bree
1.984,00
Thuishulp
Bree
3.138,00
Verpleging De Voorzorg
Bree
78,25
Wit-Gele Kruis van Vlaanderen - Beter Thuis
Bree
1.043,00
Naast vergrijzing spelen ook andere factoren een rol. Gezinsverdunning, het wonen op grotere afstand, verzwakking van sociale netwerken, echtscheiding, een langere periode waarin de oudere alleen komt te staan na het overlijden van de partner zijn allemaal factoren die mee gaan bepalen of een oudere meer aangewezen is op professionele hulp. Het is dus wel van belang om voorspellingen te doen naar het aantal ouderen dat alleen zal wonen, dat inwoont bij kinderen, het aantal kinderen en kleinkinderen, het aantal ouderen die op grote afstand wonen van diensten maar ook vooruitzichten te maken naar de ontwikkeling van de vraag inzake particuliere dienstverlening en van het aanbod van zelfredzaamheid ondersteunende woonvormen. In het kader van de vergrijzing van de bevolking is de thuiszorg dan ook van onschatbare waarde om de zelfredzaamheid en het gevoel van zelfstandigheid te verhogen. Het streefdoel van de thuiszorg moet zijn: voorwaarden scheppen om de bejaarde en/of hulpbehoevende zo lang mogelijk in zijn vertrouwde omgeving te laten. De bevolkingsprognose zal druk leggen op de thuiszorg. Vergrijzing leidt tot stijgende zorgbehoevendheid. Ook mede door het gangbare opnamebeleid in vele rust- en verzorgingstehuizen stijgt het aantal thuisblijvende zorgbehoevenden.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
161
In de thuiszorg spelen verschillende partners een rol. Centraal staan de zorgbehoevende persoon en zijn partner en/of zijn gezinsleden. Zij worden bijgestaan door de ‘mantelzorger(s)’, het georganiseerd vrijwilligerswerk en de professionele thuiszorgdiensten. Het streefdoel van de thuiszorg moet zijn : voorwaarden scheppen om de bejaarde en/of hulpbehoevende zo lang mogelijk in zijn vertrouwde omgeving te laten. Een voldoende groot aanbod aan gezinszorg en thuiszorg( poetsdienst, karweien…) is noodzakelijk. De bevolkingsprognose zal druk leggen op de thuiszorg. Vergrijzing leidt tot stijgende zorgbehoevendheid. In de thuiszorg spelen verschillende partners een rol. Centraal staan de zorgbehoevende persoon en zijn partner en/of zijn gezinsleden. Zij worden bijgestaan door de ‘mantelzorger(s)’, het georganiseerd vrijwilligerswerk en de professionele thuiszorgdiensten. Thuiszorg en residentiële zorg moeten dichter bij elkaar gebracht worden en elkaar aanvullen. Daarom is een onderzoek aangewezen naar de haalbaarheid van een dienstenkruispunt, al of niet gecombineerd met het seniorenloket. Dit is geen zorgaanbieder maar een zorgbemiddelaar en deze coördineert vanuit een neutrale houding alle aanwezige thuiszorg en residentiële zorg. Dit is een opdracht voor het lokale bestuur, die op een zo efficiënt en effectief mogelijke manier de zorg rond de oudere coördineert. Het Sociaal Huis is de instantie om een dienstenkruispunt op te richten. Samenwerking tussen verschillende actoren over hun grenzen heen impliceert erkenning van alle zorgaanbieders in hun eigenheid en dit gebeurt het best niet door één van de actoren zelf maar door het lokale bestuur waarbij thuiszorg en residentiële zorg op voet van gelijkheid worden behandeld. De vraag kan gesteld worden of het niet meer aangewezen is dat het OCMW een coördinatietaak op zich zou nemen voor de verschillende actoren ( Familiehulp, Landelijke Thuiszorg, Thuishulp…) en deze thuiszorg coördineert uitgaande van de vraagzijde. •
Aansluiting bij de Welzijnsregio Noord – Limburg
Binnen het woonzorgdecreet, dat vanaf 01/01/2010 in voege is getreden, is de belangrijkste wijziging voor de kleine diensten wel de schaalvergroting. De erkende diensten (erkend op 1/1/2010) die minder dan 10 voltijdse equivalenten verzorgenden in dienst hebben, krijgen immers tot 31 december 2015 de tijd om in orde te zijn met de regelgeving. Elke dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg moet dan o.a. effectief 10 voltijdse equivalenten verzorgend personeel in dienst hebben in 2015. Het Agentschap Zorg en Gezondheid controleert dit aan de gegevens van VESTA die de dienst zelf heeft ingegeven. OCMW-Bree telt 4,5 FTE medewerkers in de Gezinszorg, een uitbreiding tot 10 FTE is niet haalbaar. Daarom werd geopteerd voor een haalbare oplossing via externe verzelfstandiging en samenwerking zoals het OCMW – decreet van 19/12/2008 omschrijft voor de Verenigingen binnen titel VIII, hoofdstuk I. Het OCMW kan dus met andere OCMW’s of met andere rechtspersonen andere dan die welke winstoogmerk hebben, een vereniging oprichten : de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg van de Welzijnsregio Noord - Limburg zijn verenigingen naar analogie van dit decreet. Welzijnsregio Noord Limburg is een OCMW-vereniging. De Welzijnsregio Noord – Limburg is een OCMW – vereniging opgericht met een dubbele doelstelling nl overleg plegen tussen de OCMW’s en gezamenlijke diensten organiseren; deze gezamenlijke diensten zijn momenteel: gezinszorg en aanvullende thuiszorg, rechtshulp, schuldbemiddeling, tewerkstelling en opleiding, en het sociaal verhuurkantoor, via een aparte VZW. Naast deze diensten voor het publiek is er voor de OCMW's de ondersteunende interne dienst informatieveiligheid; Het devies van de Welzijnsregio Noord – Limburg als samenwerkingsverband van de OCMW’s is ‘ Lokaal aanbieden en regionaal organiseren’ waar de keuzes omtrent de aangeboden dienstverlening lokaal in het OCMW worden gemaakt. Het stads- en OCMW - bestuur van Bree hebben deze aansluiting in de loop van 2013 goedgekeurd, vanaf 1/1/2014 wordt die stapsgewijs ingevoerd en gefinaliseerd eind 2015. Wat de gezinszorg betreft is de aansluiting reeds operationeel vanaf 01/01/2014. Men erkent de meerwaarde van een toetreding tot de Welzijnsregio Noord – Limburg gezien de schaalvergrotingseffecten en/of om te voldoen aan vigerende reglementering. OCMW's in de regio stemmen de dienstverlening op mekaar af en versterken mekaar, anderzijds blijven de laagdrempeligheid en de cliëntgerichte aanpak van een lokale voorziening behouden, want de toegang tot de hulp en de opvolging blijven immers plaatselijk.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
162
De Welzijnsregio Noord-Limburg (9 OCMW-besturen met inbegrip van de stad Bree), werkt over een gebied met meer dan 148.000 inwoners en door het bundelen van de krachten kan een meer gerichte en kwalitatief onderbouwde dienstverlening worden geboden; Voordelen : - Men kan flexibeler omgaan met de invulling van de uren. Door op een groter gebied te werken is het gemakkelijker om het urencontingent gezinszorg volledig in te vullen. OCMW’s die momenteel geen uren bij krijgen vanwege de overschreden programmatie kunnen via schaalvergroting wel de mogelijkheid krijgen (groter gebied dus programmatie minder snel volledig ingevuld). - Zorgcontinuïteit kan beter gegarandeerd worden. Zieke verzorgenden kunnen gemakkelijker vervangen worden door bijvoorbeeld een poule ‘vliegende verzorgenden’. - Onregelmatige prestaties gemakkelijker te organiseren. - Slechts één kwaliteitshandboek. - Vlugger een volwaardige subsidiëring voor omkadering (begeleidend en leidinggevend personeel). - Gemakkelijker zorg kunnen bieden in crisissituaties. - Gezien de huidige eisen lijkt het niet denkbeeldig dat kleinere diensten er de brui aan geven of naar privatisering overstappen. Schaalvergroting kan een oplossing zijn om dit te vermijde •
Waardering voor mantelzorgers
Informele zorg is niet betaalde zorg, verleend door de omgeving van de oudere. In Vlaanderen spreekt men ook van mantelzorg. De belangrijkste mantelzorgers zijn de partner en de kinderen. Maar ook burenhulp en hulp vanwege minder dicht verwante familieleden komen regelmatig voor. Het belang van informele zorg wordt dikwijls onderschat. Er is nog steeds een grote bereidheid tot informele zorg. Het zijn vooral praktische omstandigheden die zullen bepalen of een oudere beroep kan doen op informele zorg, zoals het al dan niet alleen wonen, de nabijheid en de arbeidsactiviteit van kinderen, de sociale netwerken van de oudere. Informele zorg vormt een onderdeel van solidariteit op micro-vlak binnen en tussen generaties en dat is overigens geen éénrichtingsverkeer. Zo stelt men vast dat niet zelden ouders hun kinderen financieel bijspringen. Deze solidariteit in de feiten is een veruitwendiging van hechte sociale relaties. Zij is dus ontzettend belangrijk voor maatschappelijke insluiting van ouderen, maar evengoed zinvol voor de jongeren. Belangrijk is ook dat mantelzorgers gewaardeerd worden in hun rol, onder andere door de professionele zorg bij het nemen van beslissingen omtrent bijvoorbeeld het al dan niet plaatsen in een instelling. Ondersteuning van mantelzorg via vorming en via erkenning van hun organisaties kan daar toe bijdragen. Informele verzorgers hebben ook behoefte aan emotionele steun. Zij moeten er ook eens tussenuit kunnen. Ondersteuning vanuit de professionele zorg en het voorzien in formules van tijdelijke overname door de zorg dienen veel meer aandacht te krijgen. Het belang ligt daarentegen ook in het vermijden van voortijdig of onterecht beroep op professionele zorg, wat op zichzelf zorgafhankelijkheid in de hand werkt en ook het risico inhoudt dat meer zorgbehoevenden eventueel in de kou blijven. Meer waardering voor mantelzorg kan gegeven worden via sensibiliseren van de burgers door de lokale overheid (bv. artikels in stedelijk infoblad). De taken van een mantelzorger zijn niet alleen fysiek maar ook psychisch zwaar. Vaak staat men er alleen voor en kan men nergens terecht met zijn probleem bij iemand die hen begrijpt. Men ervaart een behoefte aan contact met lotgenoten, enerzijds om praktische informatie en tips door te geven, anderzijds om elkaar te ondersteunen. De mantelzorgers zouden kunnen ondersteund worden door hen regelmatig samen te brengen (een praatje maken, tips en trucs doorgeven, eens buiten zijn…). Duidelijke informatie op maat gebeurt voor elke senior-burger door het seniorenloket. Voldoende en duidelijke informatie rond financiële tegemoetkomingen ( vanuit Vlaams en federaal niveau ) is een eerste aandachtspunt. Iedereen kent wel een aantal financiële tegemoetkomingen, maar een algemene opmerking is dat je als mantelzorger zelf, voor je eigen situatie, op zoek moet gaan naar wat er bestaat.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
163
Niet alleen op financieel vlak is er mogelijk een informatiegebrek of onduidelijkheid, ook op materieel vlak zoals betreffende woonaanpassingen, aangepaste materialen enz.…. De eerste informatie komt soms vanuit de revalidatiecentra, soms komt er een ergotherapeut op huisbezoek om een aantal aanpassingen te bespreken. Een eerste bron van informatie is meestal de huisarts en/of het ziekenfonds. De aanpak vanuit de ziekenhuizen (het doorgeven van informatie bij ontslag van patiënten en terugkeer naar thuissituatie) lijkt niet overal even efficiënt te zijn. Het gehele aanbod aan thuisdiensten en de hieraan verbonden premies en tegemoetkomingen dient overzichtelijk en op het geschikte tijdstip gecommuniceerd te worden aan mantelzorgers en zorgbehoevenden. •
Noden voor vrijwilligers en nood aan vrijwilligers
De vrijwilliger is de natuurlijke persoon die, op vrijwillige basis en onbezoldigd en in een georganiseerd verband, zijn activiteiten uitvoert (definitie volgens het decreet thuiszorg). Het zijn niet alleen de mantelzorgers die wijzen op het belang van vrijwilligerswerk, ook de professionele hulpverleners worden geconfronteerd met vragen die misschien kunnen beantwoord worden via het vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk kan op verschillende terreinen: oppas, vervoer, sociaal contact, boodschappen doen, klusjesdienst… Voornamelijk de vraag naar ziekenoppas (en ook kortverblijf en dagverblijf) stijgt en zal blijven stijgen in de toekomst gezien de mantelzorgactiviteiten zullen toenemen. Verschillende plaatselijke organisaties hebben een vrijwilligerswerking, die veelal naast elkaar werken en waar er, binnen de organisatie, weinig doorstroming is. Belangrijk is de bestaande werkingen te ondersteunen en beter te structureren. De verschillende organisaties die werken met vrijwilligers, ervaren moeilijkheden om bijkomende vrijwilligers te werven. Elke organisatie organiseert die werving apart. Ook op dit vlak kan nagegaan worden of er niet gezamenlijk naar de bevolking kan gecommuniceerd worden welke vraag naar vrijwilligers er is of welk aanbod aan vrijwilligerswerk men kan bieden in de stad Bree. Dit neemt uiteraard niet weg dat elke dienst zijn eigen vrijwilligers kan behouden door te investeren in vorming en begeleiding. 1.3.2.14 Kinderopvang •
Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK).
Het lokaal bestuur (gemeente of OCMW): - bepaalt de lokale beleidsdoelstellingen voor kinderopvang. Deze worden vastgelegd in het strategisch meerjarenplan. - start het Lokaal Overleg Kinderopvang op en laat zich door het Lokaal Overleg adviseren. - informeert ouders en lokale actoren over: -het totale opvangaanbod in de gemeente: kinderdagverblijven, onthaalouders, opvang in scholen, grabbelpas, speelpleinwerking, ... - het lokaal beleid kinderopvang - informeert en adviseert Kind en Gezin over de uitbouw van opvangvoorzieningen. Het lokaal bestuur moet aan het Lokaal Overleg Kinderopvang advies vragen over haar beleidsdoelstellingen kinderopvang. Om rechtsgeldig te zijn, moeten de samenstelling en de interne werking van dit Lokaal Overleg Kinderopvang door de gemeenteraad of de raad van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn zijn vastgelegd, hetgeen in Bree in 2013 gebeurde. Dit lokaal netwerk rond kinderopvang brengt iedereen samen die met jonge kinderen bezig is: ouders, de opvang, scholen, jeugdwerk, het lokaal bestuur en andere belanghebbenden (bedrijven, ...). Ze geven advies aan het lokaal bestuur over haar beleid en de uitbouw van kinderopvang in de gemeente. Het lokaal bestuur is verplicht een Lokaal Overleg Kinderopvang op te starten en te organiseren.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
164
•
Kinderdagverblijf ‘t Wiekernestje
In het kinderdagverblijf wordt dagopvang georganiseerd met een professionele begeleiding voor een totaal van 42 kinderen van 0 tot 3 jaar verspreid over twee locaties. Wij garanderen een flexibele en individuele aanpak, anticiperend op de eigenheid en mogelijkheden van ieder kind. Locatie ‘t Wiekernestje heeft een capaciteit van 27 opvangplaatsen. ’t Wiekernestje werkt in een verticale structuur dit wil zeggen dat de kinderen in vaste leefgroepen worden opgevangen. Er is één leefgroep voor de baby’s van ongeveer 6 weken tot 10 maanden, één groep voor de kruipers van ongeveer 10 maanden tot 18 maanden en één groep van peuters van ongeveer 18 maanden tot 3 jaar. Locatie Gerkenberg heeft een capaciteit van 15 plaatsen. Locatie Gerkenberg werkt in een horizontale structuur dit wil zeggen dat de kinderen van 0 tot 3 jaar samen in één leefgroep worden opgevangen. De kinderen worden begeleid en opgevolgd door één team van drie gediplomeerde begeleidsters in de kinderopvang. Zij hebben in hun dagelijks werken met de kinderen permanent zicht op de ontwikkeling van ieder kind. Openingsdagen / uren Het kinderdagverblijf is geopend van maandag tem vrijdag van 7.00 uur tot 18.30 uur. Mits gemotiveerde aanvraag kunnen deze uren voor locatie Wiekernestje occasioneel uitgebreid worden naar 6u30 uur ’s morgens. We zijn gesloten op feestdagen, gedurende 2 weken in juli en augustus en tussen Kerstmis en Nieuwjaar. Eventuele bijkomende sluitingsdagen worden minstens één maand op voorhand doorgegeven. De missie: Kinderdagverblijf ‘t Wiekernestje biedt een flexibele en individuele aanpak in een stimulerende, gestructureerde, veilige en warme omgeving. Binnen een professioneel kader willen wij elk kind optimale opvoedings- en ontwikkelingskansen bieden. Ons gediplomeerd personeel zorgt voor een gezonde en evenwichtige voeding, een goede verzorging en rust- en ontspanningsmomenten voor de kinderen. Samen met de ouders streven we naar een wederzijds vertrouwen dat maximaal kansen biedt tot een goede samenwerking en een warme opvoeding voor hun kinderen. Opvangplan: Het opvangplan wordt in samenspraak opgesteld. Omwille van de gehechtheid en de aanpassing van het kind aan de groep en de omgeving is een opvangplan van minder dan 2 momenten (minimum halve dagen) per week niet mogelijk. 1. Opnamebeleid Het kinderdagverblijf werkt met een wachtlijst. Er komen geen verplichtingen voort uit een inschrijving op de wachtlijst. Op deze wachtlijst worden de ouders in volgorde van aanmelding genoteerd met volgende gegevens: - naam - adres - telefoonnummer - vermoedelijke opvangdatum - (vermoedelijke) geboortedatum Indien er meer aanvragen dan plaatsen zijn, wordt het voorrangsbeleid van ’t Wiekernestje, zoals beschreven in het kwaliteitshandboek, toegepast. - professionele situatie van de ouders - alleenstaande ouders - inkomen - sociale en/of pedagogische motieven - vrije plaatsen worden ingevuld op basis van de volgorde van de wachtlijst - broertje of zusje van een reeds aanwezig kindje - inwoners van Bree - dagdelen die vrijkomen en overeenkomen met een bepaalde opvangvraag (ifv van bezetting)
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
165
We vragen de ouders zelf aan te geven indien ze mogelijk tot een van de prioritaire categorieën behoren. Wanneer we de ouders op het moment van inschrijving op de inschrijvingslijst geen zekerheid kunnen geven over het al dan niet plaatsvinden van de opvang op de gewenste datum, laten we hen ten laatste één maand voor de gewenste opvangdatum weten of de opvang al dan niet kan worden toegezegd. Om de opvangvraag zo concreet mogelijk te maken, vragen we ouders ons te contacteren kort na de bevalling. De gegevens op de wachtlijst worden aangepast in functie van de meest actuele situatie. Een opvangvraag die niet kan worden beantwoord wordt niet automatisch doorgeschoven naar een volgend instapmoment. Een opvangvraag kan max. 2 instapmomenten op de inschrijvingslijst blijven staan en zal na deze periode automatisch komen te vervallen indien de ouders elders opvang hebben gevonden. 2. Ouderbijdrages De ouderbijdrages voor voeding en verzorging worden berekend op dagbasis (luiers en dieetvoeding zijn niet inbegrepen in de dagprijs). Dit dagbedrag wordt bepaald aan de hand van het netto belastbaar inkomen van het gezin, zoals vermeld op het aanslagbiljet, en wordt jaarlijks herzien. Voor gezinnen met meer dan 1 kind ten laste en gezinnen met een meerling is een vermindering mogelijk. De ouderbijdrage berekenen kan op http://www.kindengezin.be/toepassingen/prijs-voor-opvang.jsp De dagprijs varieert naargelang de duur van de opvang: - minder dan 3 uur → 40% van de dagprijs; warme maaltijd niet inbegrepen - tussen 3 en 5 uur → 60% van de dagprijs; maaltijden inbegrepen - volledige dag → dagprijs; 2 maaltijden inbegrepen 3. Kwaliteitsbewaking Het kinderdagverblijf is erkend door Kind en Gezin. Dit wil zeggen dat Kind en Gezin onze werking en zijn kwaliteit opvolgt en controleert. Het kinderdagverblijf heeft verder een kwaliteitshandboek waarin onze manier van werken staat beschreven. 4. Toegang tot ons kinderdagverblijf De ouders krijgen na betaling van € 20 borg een persoonlijke toegangsbadge en hebben vrije toegang tot alle vertrekken waar de kinderen verblijven. Dit rekening houdend met de rust en veiligheid van de andere kinderen. 5.
Jaarverslag 2012
a) Het kinderdagverblijf was in 2012 gedurende 234 dagen geopend. Sluitingsdagen: 09.04 16.04 30.04 01.05 17.05 18.05 28.05 23.07 - 03.08 15.08 09.10 01.11 02.11 24.12 - 31.12
paasmaandag personeelsuitstap brugdag feest van de Arbeid O.L.H.Hemelvaart brugdag pinkstermaandag collectief verlof OLV Hemelvaart vorming voor personeel Allerheiligen Allerzielen kerstverlof
b) Dagprijs De gemiddelde dagprijs in het kinderdagverblijf bedroeg €16,19 De minimum bijdrage € 1,54 werd voor 2 kinderen betaald. De maximum bijdrage van € 27,36 (zonder rekening te houden met vermindering voor gezinslast) werd voor 2 kinderen betaald.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
166
Het OCMW ontving de volgende bijdragen van de ouders : januari 11.423,54 € februari 10.497,10 € maart 12.448,75 € april 7.912,24 € mei 11.006,20 € juni 11.094,02 € juli 5.061,85 € augustus 7.116,57 € september 10.685,52 € oktober 11.183,44 € november 9.052,25 € december 6.915,13 € In het totaal ontving het OCMW 114.396,61 € via de ouderbijdragen. c) Kinderen uit de voorrangsgroep Er werden 6 kinderen van alleenstaande ouders opgevangen en 2 kinderen van ouders met een laag inkomen d) Geboortejaar van de kinderen Van de 86 kindjes die dit jaar minstens 1 dag aanwezig waren, zijn er: 19 kindjes geboren in 2009 26 kindjes geboren in 2010 25 kindjes geboren in 2011 16 kindjes geboren in 2012 e) Aanwezigheidsdagen en bezettingsgraad Vestiging ’t Wiekernestje Capaciteit: 27 plaatsen maand januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december
aantal aanwezigheidsdagen 527 493 545 390 480 490 219 304 463 495 394 301
gem. bezetting % 88,8 86,9 91,7 80,2 93,56 86,4 54 59,2 85,7 83,3 73 74,3
Op jaarbasis is dit: 5.101 aanwezigheidsdagen 21,79 kinderen gemiddeld per dag 80,7 % effectieve bezetting 85,87 % bezetting voor Kind en Gezin (houden rekening met 220 openingsdagen)
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
167
Vestiging de Gerkenberg Capaciteit: 15 plaatsen Maand aantal aanwezigheidsdagen Januari 240 Februari 223 Maart 284 April 194 Mei 238 Juni 254 Juli 119 Augustus 179 September 236 Oktober 254 November 212 December 160
gem. bezetting % 72,72 70,3 86,2 71,8 83,5 80,6 52,8 62,8 78,6 76,9 70,6 71,1
Op jaarbasis is dit: 2.593 aanwezigheidsdagen 11,08 kinderen gemiddeld per dag 73,8 % effectieve bezetting 78,57 % bezetting voor Kind en Gezin (houden rekening met 220 openingsdagen) Totalen bezettingsgraad kinderdagverblijf Capaciteit: 42 plaatsen Cijfers op jaarbasis: 7.694 aanwezigheidsdagen 32,8 kindjes gemiddeld per dag 77,3 % effectieve bezetting 83,3 % bezetting voor Kind en Gezin (houden rekening met 220 openingsdagen) f)
Woonplaats van de kinderen
Woonachtig in: Bree Bocholt Maaseik Meeuwen Kinrooi Opglabbeek
68 (= 79%) 2 4 6 4 2
Van de 18 kinderen die niet van Bree zijn, zijn er 4 die bij de aanvang van de opvang (of bij de opvang van het eerste kindje) wel in Bree woonachtig waren. g) Beroep van de ouders beroep zelfstandige arbeider/ster bediende onderwijs in opleiding zonder werk
vader 9 19 49 5 0 0
moeder 6 7 50 19 3 1
h) Duur van de plaatsingen -
18 voltijdse plaatsingen (5 dagen per week) 68 deeltijdse plaatsingen Uit 10 gezinnen werden er 2 kinderen gelijktijdig opgevangen
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
168
i)
Rangorde
Rangorde van het geplaatste kindje in het gezin: Eerste kindje Tweede kindje Derde kindje j)
45 36 5
Nieuw ingeschreven en uitgeschreven kinderen
In 2012 kwamen er 31 kinderen voor het eerst naar het kinderdagverblijf. 31 kindjes verlieten ons kinderdagverblijf omwille van volgende redenen: School 30 Verhuis 1 In 2012 lieten 84 ouders hun kinderen inschrijven in het kinderdagverblijf. Hiervan kregen er in 2013, 23 een plaats in ons kinderdagverblijf. k) Vorming 25.04: Autisme in kleine mate(n); Mia Simons 09.10: Creatieve stemspelletjes en zingen met peuters; alle personeelsleden : Deontologie; alle personeelsleden
•
l)
Georganiseerde oudercontacten
-
30.11: sintfeest met de ouders voor locatie de Gerkenberg 04.12: sintfeest met de ouders voor locatie t Wiekernestje Buitenschoolse kinderopvang.
Onder impuls van het OCMW werd in het verleden een samenwerkingsverband opgezet tussen de verschillende opvanginitiatieven, het OCMW, de Stad en de BDO om in overleg een antwoord te bieden op de opvangproblemen van kinderen in Bree. Dit resulteerde in de vzw Breese Buitenschoolse Kinderopvang dat een overlegplatform is voor de buitenschoolse opvanginitiatieven van groot Bree. Het nieuwe bestuur streeft naar een verder dynamiseren van dit samenwerkingsverband van lokale aanbieders van buitenschoolse opvang, waarbij dit platform voldoende organisatorische en financiële draagkracht heeft. Dit samenwerkingsverband is geen opvangvoorziening. Het heeft niet de intentie een ‘harnas ‘ te zijn waarin de opvangvoorzieningen zich gedwongen voelen maar dit samenwerkingsverband organiseert zich volgens de lokale noden en waarbij bovenvermelde functies ( sociaal, economisch en educatief ) van kinderopvang verankerd zitten. Samen met het LOK kan ze meewerken aan een transparanter opnamebeleid en een betere afstemming van het aanbod op de lokale opvangbehoeften. Dit samenwerkingsverband biedt mogelijkheden op vlak van verbetering van toegankelijkheid, ( lokaal coördinatiesysteem voor opvangvragen ), versterking van de kwaliteit ( uitwisseling van knowhow, administratieve documenten kunnen in overleg ontwikkeld worden, gezamenlijke vorming, contracten met ouders…) .Alle knowhow inzake kwaliteit blijft niet alleen behouden maar de kennis en ervaring wordt uitgewisseld en uitgedragen. Er zijn tevens mogelijkheden op vlak van financiële leefbaarheid van de verschillende initiatieven. Begin 2010 deed het OCMW, na afstemming met de opvanginitiatieven, een aanvraag voor erkenning van een Initiatief Buitenschoolse Opvang (IBO) waarvoor Bree in oktober 2010 een goedkeuring kreeg. Dit betekent bijkomende financiële middelen voor de uitbouw van de buitenschoolse opvang. Aan het initiatief voor buitenschoolse opvang “Holder de Bolder” van de vzw Breese Buitenschoolse Kinderopvang, dat een verlenging van erkenning kreeg met ingang van 1 december 2012, werd een principieel akkoord en erkenning zonder subsidiëring toegekend met ingang van 1 februari 2013, voor een capaciteitsuitbreiding van het initiatief van 34,76 naar 48,24 equivalent volle plaatsen. Concreet
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
169
betreft het een uitbreiding van 28 naar 42 plaatsen voor en na de schooluren en op woensdagnamiddag, en van 42 naar 56 plaatsen op vakantiedagen. Het initiatief biedt opvang aan voor en na de schooluren, op woensdagnamiddag, schoolvrije en vakantiedagen. De erkenning loopt alvast tot 1 december 2017. Het IBO, dat de na- en voorschoolse opvang in Gerdingen en de vakantieopvang van groot Bree organiseert, wordt in 2013 verder op punt gezet. Belangrijkste uitdaging is verder verbeteren van de kwaliteit van de opvang en het verhogen van het aanbod voor de burger afhankelijk van de budgettaire ruimte van de hogere overheid. •
Gemandateerde voorziening.
In het kader van het actieplan flexibele en occasionele opvang werd beslist om in Vlaanderen een aantal kinderopvangvoorzieningen te mandateren om een informatie- en coördinatiefunctie op te nemen rond het aanbod aan flexibele en occasionele opvang in een bepaald gebied. Bree kreeg een erkenning voor de zorgregio Meeuwen – Gruitrode en Bree. De gemandateerde voorziening ‘t Wiekernesje voorziet bovendien in een eigen aanbod aan occasionele en flexibele opvang doordat ze een pool van doelgroepwerknemers ( 1.5 FTE ) toegewezen krijgen. Dit project heeft een dubbele doelstelling : - Een kwalitatieve dienstverlening die een antwoord biedt op een niet ingevulde of onvoldoende ingevulde maatschappelijke behoefte nl flexibele en occasionele kinderopvang - Duurzame tewerkstelling van personen uit de kansengroepen als verzorgende in de kinderopvang Vergelijkbaar met de voorbije jaren blijft in 2013 het aspect ‘ tewerkstelling ‘ van doelgroepwerknemers met de noodzaak van goede opvolging en coaching aanwezig; het blijft een zware investering voor de bestaande organisatie; een goede planning en organisatie zijn noodzakelijk voor het welslagen. Een begeleider in opleiding ondersteunen en opvolgen betekent immers dat meerdere medewerkers in de organisatie ruim tijd vrijmaken voor de betrokken medewerker. Naast extra omkadering is kennis, kunde en aandacht voor begeleiding en coaching van doelgroepmedewerkers essentieel voor een succesvol kwalificatietraject. Er wordt een grote flexibiliteit verwacht van de organisatie om deze trajecten te individualiseren. Wij hebben met dit project van occasionele en flexibele kinderopvang, wat het info en coördinatiepunt betreft, een eerste stap gezet op niveau van de regio, naar de uitbouw van een loket kinderopvang. In 2013 werd onze erkeninning als initiatiefnemer in de lokale diensteneconomie voor de begeleiding van doelgroepwerknemers verlengd.
1.3.2.15 Tewerkstelling. Het OCMW is ervan overtuigd dat een lokaal werkgelegenheidsbeleid wenselijk en mogelijk is. Werk is immers één van de belangrijkste integratiemiddelen. Bree wil een stad zijn en blijven, waar heel veel mensen uit de omgeving een job vinden, welvaart ondervinden en daardoor hun welzijn. Minder werklozen door meer werkgelegenheid resulteert in een betere stadseconomie. De welvaart verbeteren door een hoger inkomen betekent betere huisvesting, meer ontplooiing en verhoging van de sociale status. Tewerkstelling is de beste preventie tegen armoede en uitsluiting’ wat ook georganiseerde kinderopvang veronderstelt ( wet van 26 mei 2002 ); Het OCMW heeft hieromtrent een lokaal werkgelegenheidsbeleid ontwikkeld dat berust op het ondersteunen van het normale economische circuit via een voorwaardenscheppend beleid en de uitbouw van de sociale economie. De lokale overheid wil het probleem van de langdurige werkloosheid terugdringen; de kansen op reguliere tewerkstelling voor langdurig werklozen verhogen; de samenwerking tussen alle organisaties die actief zijn in het begeleiden, opleiden en bemiddelen van werkzoekenden bevorderen. De lokale overheid heeft op dit vlak een regiefunctie. Werk ís immers een grondrecht. Om dit recht op te nemen, is het belangrijk aandacht te hebben voor de randvoorwaarden die kansengroepen hinderen bij het zoeken naar werk.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
170
Het OCMW zal de ingeslagen weg verder zetten en nog meer investeren in begeleiding van het traject op weg naar werk : - leefloongerechtigden tewerkstellen conform art. 60,§7 van de organieke wet van 8 juli1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en/of voorzien in opleidingen op maat. Het OCMW biedt een begeleidingstraject aan, gericht op duurzame tewerkstelling en het aanbod van de zeer moeilijk plaatsbaren krijgt extra aandacht. Het OCMW hanteert verder de methoden van arbeidstrajectbegeleiding en arbeidsbemiddeling voor OCMW - cliënten die geïntegreerd kunnen worden op de arbeidsmarkt. ( ATB voor specifieke doelgroepen ); - in het kader van de maatregel artikel 60, § 7 - verhoogde Staatstoelage - Sociale Economie" worden de rechthebbenden op maatschappelijke integratie of op financiële maatschappelijke hulp aangeworven door hen vervolgens ter beschikking te stellen van een sociale-economie-initiatief. De personen verwerven beroepservaring en krijgen een opleiding, terwijl het OCMW een verhoogde Staatstoelage ontvangt met het oog op de betaling van een gedeelte of van het volledige loon van de rechthebbende. Doelgroepwerknemers of siné - werknemers inschakelen bij onze organisatie van flexibele en occasionele kinderopvang is een voorbeeld van inschakeling van laaggeschoolden waardoor dit project ook een tewerkstellingsproject is. Afhankelijk van de individuele situatie van de doelgroepmedewerkers kunnen zij na het behalen van de kwalificatie doorstromen naar de reguliere arbeidsmarkt. - bij de organisatie van de buitenschoolse kinderopvang onderzoekt het OCMW de mogelijkheid voor het inschakelen van laag geschoolden en zorgt via de VDAB voor een gepaste opleiding in 2012 conform de regelgeving van Kind en Gezin zodat betrokkenen beschikken over een attest van begeleider in de buitenschoolse kinderopvang.
SLOTWOORD. Deze omgevingsanalyse is mede de basis waarop het gemeente- en OCMW-bestuur hun beleidsdoelstellingen voor de komende jaren heeft uitgestippeld, binnen de richtlijnen van de Beheers- en Beleidscyclus, B.B.C. In de omgevingsanalyse gaat het voor een groot onderdeel over mensen en over de dienstverlening die de lokale overheid hiervoor aanbiedt. Optimale dienstverlening aanbieden in al de beleidsdomeinen, gaande van kinderopvang tot een administratief gegeven zoals een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning afhandelen, dat is ook de kerntaak van een lokaal bestuur. Een omgevingsanalyse is nooit af omdat de omgeving die wij proberen te vatten voortdurend in beweging is. Zo moet er ook rekening worden gehouden met de ‘structurele’ gevolgen van de recente financiële crisis en de daarmee verbandhoudende budgettaire beperkingen. De demografische trends en samenlevingsvormen waren in het recent verleden heel anders dan vandaag, en zijn binnen dit en 15 à 20 jaar weer anders. De maatschappij beweegt en verandert jaar na jaar, in Bree, Limburg, Vlaanderen, België, Europa en in de wereld. Deze omgevingsanalyse geeft niettemin een zeer breed beeld van de externe omgeving van en voor Bree en is ongetwijfeld een rijke bron van inspiratie voor al wie nieuw beleid wil uittekenen of die geïnteresseerd is in het maatschappelijk weefsel in Bree en de positionering tav. andere gemeenten. Het is, in een veranderende maatschappij, echter veelal een foto-momentopname over ‘Breevandaag’ en ze zal dus de basis vormen tot actualisering van cijfers, statistieken, behoeften, bedreigingen en kansen in de komende jaren.
Meerjarenplan 2014 - 2019
Omgevingsanalyse
OCMW Bree
171
OCMW Bree Peerderbaan 37 – 3960 Bree
Meerjarenplan 2014-2019
III Toelichting 2. Participatie en inspraak
Voorzitter: Bernadette Verslegers Secretaris: Stefan Goclon Financieel Beheerder: Jean Gielen NIS: 72004 Tel: 089/84.85.50 Fax: 089/84.85.59 [email protected] ocmw.bree.be
Overleg met adviesraden in de voorbereiding van het opstellen van het meerjarenplan Inzake beleidsvoorbereiding spelen de adviesraden een zeer belangrijke rol. Zij adviseren aan het beleid inzake kinderopvang ( het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) ), inzake de seniorenproblematiek (adviesraad voor senioren) en gehandicapten-problematiek (adviesraad voor mensen met een beperking).
I Participatie van het LOK in de meerjarenplanning
Samenstelling LOK
Voorzitter
Lisette Bergmans, Meeuwerkiezel 11, 3960 Bree
Secretaris
Yvonne Domen, Sociaal Huis, Peerderbaan 37, 3960 Bree
Voorzitter OCMW
Bernadette Verslegers, Peerderbaan 37, 3960 Bree
Scholen van BaO en BuO GO! De Regenboog, Regenboogstraat 5A, 3960 Bree De Boemerang, Gerdingerpoort 20, 3960 Bree De Kei, J. Vanhoofstraat 3, 3960 Beek De Vuurvogel , Grauwe Torenwal 16 en Gruitroderkiezel 104, 3960 Bree De Wissel, Opitterkiezel 240, 3960 Opitter Don Bosco, Schoolstraat 58, 3960 Gerdingen Kadee, Bosstraat 23, 3960 Tongerlo Kinderopvang voorzieningen Kinderdagverblijf ‘t Wiekersnestje, Sint-Jacobstraat z/n en Meeuwerkiezel 90a, 3960 Bree Landelijke kinderopvang, Nieuwstadspoort 39/02, 3960 Bree Buitenschoolse opvang Pinoccio vzw, Genastraat 2, 3960 Beek Initiatief Buitenschoolse opvang Holder de Bolder, Schoolstraat 69, 3960 Gerdingen Buitenschoolse opvang De Kangoeroe vzw – locatie Bree, Grauwe Torenwal 16, 3960 Bree Buitenschoolse opvang De Kangoeroe vzw – locatie Vostert, Gruitroderkiezel 204, 3960 Vostert Buitenschoolse opvang ’t Ittertuintje vzw, Opitterkiezel 240A, 3960 Opitter Buitenschoolse opvang Moepie, Bossstraat 23,3960 Tongerlo Opvoedingswinkel Noord-Limburg, Bermstraat 9 bus 2, 3910 Neerpelt CKG De Stap Zevenbonderstraat 78, 3600 Genk Speelpleinwerking, Boneputstraat z/n, 3960 Bree Voorzieningen voor kansarmoede bij kinderen ’t Kanske, Peerderbaan 37, 3960 Bree Wiebe, Graevenstraat 12, 3960 Bree Welzijnsschakel, Vaesstraat 4, 3960 Bree Gebruikers Gezinsbond, Ter Rivierenwal 1A, 3960 Bree Gemeentelijke adviesraad Jeugd, Kloosterstraat 13, 3960 Bree
Meerjarenplan 2014-2019
Participatie en inspraak
OCMW Bree
1
Inspraakronde 21 oktober 2013 Opdracht: Het LOK heeft als opdracht om voor het beleidsdomein Kinderopvang en vrijetijdsbesteding een schriftelijk voorstel in te dienen bij het OCMW - bestuur waarin de beleidsdoelstellingen omschreven staan betreffende de invulling van de kinderopvang en de vrijetijdsbesteding in Bree wat kan gebruikt worden als mogelijke input voor het meerjarenplan 2014 – 2019. De inspraakronde gebeurt aan de hand van een brainstorming of metaplan ( vorm van visueel vergaderen ). Werkwijze: - Bottom - up: de informatie verkregen van de basis (werkvloer) wordt als input gebruikt om beleidsdoelstellingen op te stellen; - Er worden 3 vragen (en 1 bijkomende vraag) gesteld; - Voor ieder vraag worden er minsten 2 ideeën (liefst 3) oplossingen gevraagd. Concrete afspraken over de terugkoppeling (en akkoord) van het voorstel aan de leden van het Lokaal Overleg Kinderopvang worden gemaakt met rapportering aan het lokaal bestuur. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Vraag 1. Wat vinden jullie dat er goed is in de invulling van de kinderopvang en vrijetijdsbesteding? Wat moet er zeker blijven? Clusters bij vraag 1. Wat vinden jullie dat er goed is in de invulling van de kinderopvang en vrijetijdsbesteding? Wat moet er zeker blijven? Aanbod Doorstroming aanbod ondersteuning gezamenlijke nascholingen. Een groot gevarieerd aanbod. Kwaliteitsvol aanbod. Voor- en naschoolse opvang nabij school (afstand). School dicht bij woonplaats kinderen. Ruim aanbod van sport, muziek en culturele activiteiten Ruim aanbod waar talenten, vaardigheden kunnen ontdekt en ontwikkeld worden. Kinderopvangdienst avond, tijdens de weekenden en vakanties. Voor- en naschoolse opvang kort bij de school. Sportactiviteiten en jeugdverenigingen tijdens de vakanties. Sportactiviteiten, culturele activiteiten en verschillende jeugdbewegingen met eigenheid en aanbod. Opvang kinderen 0 tot 3. Buitenschoolse opvang, nabijheid scholen. Kinderoppasdienst. Jeugdverenigingen. Kinderopvangdienst voor ouders die geen back-up van de grootouders hebben, weekenden en flexibele opvang. Aanvulling van de buitenschoolse op de voorschoolse opvang. Degelijke opvolging complementariteit. Aanbod jeugdvereniging. Kinderarmoede: Initiatieven die er zijn om mensen te ondersteunen als de kosten voor een jeugdvereniging, sportclub te hoog zijn.
Meerjarenplan 2014-2019
Participatie en inspraak
OCMW Bree
2
Samenwerking De samenwerking is positief. Grabbelpas. Integratie van iedere voor- en naschoolse opvang met behoud van eigenheid. Iedereen mag zijn eigen werking behouden. Samenwerking. Opvang tijdens schoolvakanties. Afstemming dagopvang (LKO – KDV). Onderlinge erkenning van de eigenheden van alle actoren (+ behoud van de verscheidenheid van ieders werking = rijkdom). Het LOK dat de mensen en ideeën samenbrengt en er toch een engagement is volgens de huidige opkomst. Netwerking Welzijnsoverleg waar partners elkaar ontmoeten en waar (vermoedelijk) kinderopvang en jeugd ook deel van uitmaakt (samenwerking). Opvoedingsondersteuning (hulpverlening) = netwerking. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Vraag 2. Welke tekorten zie je? Wat kan beter? Clusters bij Vraag 2. Welke tekorten zie je? Wat kan beter? Informatie Website kinderopvang mag verbeterd worden. Iedere ouder heeft een duidelijk overzicht van waar zij voor welke activiteiten tijdens de vakantie met hun kind(eren) terecht kunnen. Infrastructuur Infrastructuur, goed ingerichte lokalen. Nood aan (financiële) ondersteuning. Ruimte voor activiteiten. Personeel + vorming Geschikt personeel is moeilijk te vinden omwille van flexibele (moeilijke)werkuren. Samenwerking vorming. Vorming vrijwilligers: niet iedereen kan/mag kinderen opvangen of huiswerkbegeleiding doen. Expertise, kwalificeerde medewerkers kosten geld. Opleidingen, nascholing. Aanbod Opvang zieke kinderen, kansarme kinderen. Huiswerkbegeleiding voor allochtonen, ouder zonder ouder, werkende ouders. Occasionele- en flexibele opvang. Woensdagmiddagen 12.00 – 16.00: opvang 12 tot 14 jarigen. Flexibele opvang. Voorschoolse opvang. Flexibele opvang. Dringende opvang. Nachtopvang. Kansarmen gezinnen vinden moeilijk opvang. Vicieuze cirkel; eerst opvang daarna werk / eerst werk daarna opvang. Oplossing voor flexibele opvangvragen. Inclusief aanbod kansarmen o.a. huiswerkbegeleiding. Huiswerkbegeleiding voor kinderen van allochtonen en (voltijds) werkende ouders. Meerjarenplan 2014-2019
Participatie en inspraak
OCMW Bree
3
Flexibele opvang. Gemandateerde voorziening is slecht uitgebouwd. Rol speelpleinwerking is aan het verminderen; is heet een taak van de jeugddienst om dit over te nemen. Netwerking Netwerking kan altijd beter: geen eilandjes, 1 + 1 = 3, Eigen agenda’s durven loslaten. Bereik van maatschappelijk kwetsbare gezinnen. Netwerking. Andere actoren/instanties KOD bekendmaken ouders. Capaciteit Uitbreiding voorschoolse kinderopvang. Uitbreiden IBO naar deelgemeenten. Kwalificeerde medewerkers kosten geld. Uitbreiding IBO naar andere voorzieningen, meer gestructureerd, meer verankerd. Uitbreiding vakantieopvang naar deelgemeenten. Kwaliteit Uniformiteit in werking gezamenlijk vanuit stad Bree: uren, prijs, financiering, nascholing. Toeleiding Bereik van maatschappelijk kwetsbare gezinnen. Ondersteuning Ondersteunen en bekendmaken van vorming. Overleg rond opvang tieners. Bijvoorbeeld aanbod spelmateriaal. Uitwisseling ervaringen. Overlegmomenten medewerkers, reflectie, intervisie.
Vraag 3. Wat moet er gebeuren zodanig dat het beter kan worden? Hoe kan het beter? Clusters vraag 3. Wat moet er gebeuren zodanig dat het beter kan worden? Hoe kan het beter? Behoeften bevraging Onderzoeken hoe groot de noden zijn. Omgevingsanalyse, behoeften onderzoek. Registreren bevragingen. Verhouding tussen het LOK en het bestuur Stadbestuur moet rekening houden met de adviezen van het LOK. Samenwerking Geen overlappingen (warm water niet opnieuw uitvinden). Huiswerkbegeleiding kinderopvangdienst Bree (studenten). Geen concurrentie. Wat goed is, delen met elkaar. Ouderparticipatie en kinderparticipatie Structuur LOK + werking LOK Werkgroepen vormen die volgens thema worden samengesteld. Iedere werkgroep heeft een duidelijke opdracht, afgebakend in tijd en samenstelling, grensoverschrijdend (over de gemeente grens). Er worden uniforme afspraken gemaakt. Flexibele opvang. Meerjarenplan 2014-2019
Participatie en inspraak
OCMW Bree
4
Vorming Vorming. Inkomsten Waar vinden we de nodige financiële middelen (fondswerving). Begeleiders Werven vrijwilligers. Voorbeeld: grootouders die niet in de buurt van hun kleinkinderen wonen en toch iets willen betekenen voor andere kinderen. Menselijk kapitaal. Doorverwijzing Inclusief kansarmen: het warm water niet opnieuw uitvinden er bestaan al veel initiatieven. Partners samenbrengen op één adres (fysiek en/of digitaal) Voorbeeld: huis van het kind. Voorwaarde samenwerking Openheid naar elkaar toe, durven praten, open communicatie. Basishouding: vertrouwen, openheid, betrokkenheid, discretie. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Bijkomende vraag. Met welke concrete plannen zijn jullie bezig om jullie opvang te verbeteren? Op basis van deze gegevens werd een concepnota en de rol van het LOK bepaald. Deze gegevens werden gebruikt bij de formulering van actieplannen en acties.
Meerjarenplan 2014-2019
Participatie en inspraak
OCMW Bree
5
Conceptnota Inleiding. Uit de maatschappelijke evoluties en omgevingsanalyse kunnen we concluderen dat de gewijzigde tendensen in de samenleving tot gevolg hebben dat er een dringende nood is aan voorschoolse en buitenschoolse opvang en ruimer aan een meer afgestemd vrijetijdsaanbod voor kinderen. Door de maatschappelijke veranderingen wordt het voor ouders immers steeds moeilijker om werk en gezin te combineren. Opvanginitiatieven hebben een belangrijke maatschappelijke waarde. Zij hebben een kwaliteitsvol aanbod, gebaseerd op een pedagogische visie, met oog voor de economische, pedagogische en sociale functie van kinderopvang. Dagelijks zetten gekwalificeerde begeleiders en coördinatoren zich in om kwaliteitsvolle opvang aan te bieden, in partnerschap met ouders. Ze ondersteunen kinderen in hun ontwikkeling, bieden een ruim en divers spelaanbod aan en spelen in op noden en wensen van kinderen en hun gezinnen. Daarbij hebben ze bijzondere aandacht voor diversiteit, welbevinden en betrokkenheid en veiligheid.
Kinderopvang heeft (hoe langer hoe meer) een maatschappelijke opdracht en heeft de volgende doelstellingen : - Alle gezinnen met kinderen kunnen terecht in een doorzichtig georganiseerde, toegankelijke en betaalbare opvang. - Elk kind kan rekenen op een kwaliteitsvolle opvang. - Het aanbod dekt de lokale behoeften. - Opvang vervult naast zijn economische en pedagogische functie, ook expliciet een sociale functie. - Er is een gecoördineerd en transparant opnamebeleid dat de toegankelijkheid verbetert. Door de huidige maatschappelijke tendensen kan de verantwoordelijkheid niet meer alleen door de kinderopvang gedragen worden. Het is logisch dat elke betrokken sector zijn taak en verantwoordelijkheid heeft in het maximaal uitbouwen van een geïntegreerd vrijetijdsaanbod voor kinderen, waar opvang een belangrijke partner is. We zien een toekomst in een gedeelde verantwoordelijkheid over verschillende domeinen heen en stellen voor om een samenwerking tussen kinderopvang, onderwijs, de vrijetijdssector, cultuurdienst, sport en andere mogelijke partners uit te bouwen. Sleutelwoorden hierbij zijn gelijkwaardigheid, wederzijds respect en open dialoog. Het is evident dat de buitenschoolse kinderopvang blijvend een belangrijke rol zal/wil opnemen in de vrijetijdsbesteding van kinderen en een centrale plaats in de lokale samenwerkingsverbanden inneemt. Een gelijkwaardige samenwerking kan ervoor zorgen dat gezinnen ondersteund worden in de combinatie werk en gezin en dat kansen vergroot worden voor gezinnen uit kansengroepen. Het doel van die samenwerking is : - Een veilige omgeving creëren waar kinderen (zelf)vertrouwen vinden (een ‘nest’) - Kinderen een ruim aanbod aan vrijetijdsactiviteiten aanbieden (een “web”), waar zij hun talenten en vaardigheden kunnen ontdekken en ontwikkelen.
Beleidskader Op 24 mei 2013 keurde de Vlaamse Regering het besluit houdende het lokaal beleid kinderopvang goed. Het BVR treedt in werking vanaf 1 januari 2014. Het bestaande BVR van 2007 wordt op dat moment opgeheven.
Meerjarenplan 2014-2019
Participatie en inspraak
OCMW Bree
6
1. Het oprichten van het Lokaal Overleg Kinderopvang is een van de taken die het lokaal bestuur binnen het kader van het lokaal beleid kinderopvang moet opnemen. Voor wat betreft de samenstelling en de werking van het Lokaal Overleg Kinderopvang blijft het huidige besluit (besluit van 2007) van toepassing. Uiterlijk op 30 juni 2013 moeten de bepalingen rond de concrete samenstelling en de interne werking van het Lokaal Overleg Kinderopvang worden vastgelegd door de gemeenteraad. Vanaf 1 januari 2014 zal ook de raad van het OCMW de samenstelling en de interne werking van het LOK kunnen vastleggen. 2. Het besluit bepaalt dat de beleidsdoelstellingen kinderopvang worden opgenomen in de strategische meerjarenplanning van het lokaal bestuur. Het lokaal bestuur laat zich bij de opmaak van het lokaal beleid kinderopvang adviseren door het Lokaal Overleg Kinderopvang (artikel 5). Het advies van het Lokaal Overleg Kinderopvang moet worden toegevoegd aan de strategische meerjarenplanning. 3. Het lokaal bestuur heeft ook als taak Kind en Gezin te adviseren bij de uitbreiding van kinderopvang in de gemeente. Het advies moet gebaseerd zijn op de strategische meerjarenplanning, die alleen maar rechtsgeldig is als de beleidsdoelstellingen kinderopvang ook voor advies werden voorgelegd aan het Lokaal Overleg Kinderopvang. Bij uitbreiding van het kinderopvangaanbod zal Kind en Gezin advies vragen aan het lokaal bestuur. Dit advies moet uitgebracht worden op basis van de meerjarenplanning. 4. Het Decreet van 20 april 2012 (BS 15 juni 2012) houdende de organisatie van kinderopvang van baby’s en peuters (artikel 13) bepaalt verder nog dat er binnen de gemeente een lokaal loket kinderopvang moet zijn. (uitvoeringsbesluiten zijn nog niet beschikbaar). Het lokaal loket kinderopvang krijgt gestalte doordat er binnen het LOK een initiatiefnemer of structuur wordt georganiseerd om het lokaal loket kinderopvang te organiseren. De ministeriële omzendbrief over het lokaal loket wordt verwacht.
Proces 1. Het bestuur heeft op 1 juli 2013 de statuten van het Lokaal Overleg Kinderopvang en het huishoudelijk reglement goedgekeurd. 2. Het Lokaal Overleg Kinderopvang werd geïnstalleerd op 14 oktober 2013. Zie bijlage 1 voor de samenstelling. Het Lokaal Overleg Kinderopvang kreeg meteen de opdracht om een advies over de beleidsdoelstellingen kinderopvang te formuleren in het kader van de opmaak van de meerjarenplanning 2014-2019 . Het bestuur verwacht dit advies uiterlijk op 15 november 2013. De aanwezigen kregen een informatiepakket met achtergrondinformatie om zich voor te bereiden. 3. De voorzitter en de secretaris werden aangesteld. Zij organiseerden een brede inspraakronde op 21 oktober 2013 aan de hand van een metaplanoefening. Er waren 22 deelnemers uitgenodigd en 16 personen namen deel aan deze inspraakronde. Twee leden hebben zich verontschuldigd.
Meerjarenplan 2014-2019
Participatie en inspraak
OCMW Bree
7
4. De enorme hoeveelheid aan bottom-up voorstellen en suggesties werden volgens de techniek van de Beleids- en bestuurscyclus uitgeschreven en zijn terug te vinden in de beleidsdoelstellingen, samen met de beleidsdoelstellingen die voortvloeien uit de wettelijke opdrachten van het lokaal bestuur. 5. Het ontwerp van advies werd op 7 november 2013 digitaal bezorgd aan de leden. Zij hebben een week tijd gekregen om kennis te nemen van dit advies en om het afsluitend overleg van 14 november voor te bereiden. 6. Op 14 november werden de beleidsdoelstellingen kinderopvang 2014-2019 besproken. Door onvoorziene omstandigheden waren al de directies van het basisonderwijs verontschuldigd. Omwille van tijdsdruk werd gevraagd om een schriftelijk advies te formuleren over het ontwerp. Alle directies hebben het ontwerp positief geadviseerd zonder opmerkingen . Het advies werd met volledige eensgezindheid goedgekeurd. Zie bijlage 2 voor de lijst van deelnemers. 7. Op 15 november werd het schriftelijk advies van het Lokaal Overleg Kinderopvang over de beleidsdoelstellingen kinderopvang 2014-2019 officieel overgemaakt aan het lokaal bestuur.
Zes beleidsdoelstellingen Beleidsdoelstelling 1 Het lokaal bestuur richt de gemeentelijke adviesraad “ Lokaal Overleg Kinderopvang” op en geeft daarbij de opdracht een goed kwalitatief lokaal overleg binnen de gemeente uit te bouwen zodat elk kind vanaf 0 jaar tot het einde van de basisschool toegang krijgt tot kwalitatieve opvang. Beleidsdoelstelling 2 Het Lokaal Overleg Kinderopvang adviseert het lokaal bestuur over het aanbod kinderopvang zodat elke ouder binnen de gemeente kan rekenen op een kwaliteitsvol, toereikend, bereikbaar aanbod aan opvang voor zijn/haar kinderen. Het Lokaal Overleg Kinderopvang heeft daarbij aandacht voor nieuwe noden en tendensen Beleidsdoelstelling 3 Het Lokaal Overleg Kinderopvang adviseert het lokaal bestuur over initiatieven om de kwaliteit van opvang en de begeleiding in de kinderopvang te behouden en te verbeteren. Het Lokaal Overleg Kinderopvang stimuleert permanente vorming Beleidsdoelstelling 4 Het Lokaal Overleg Kinderopvang kan meer realiseren op vlak van opvang door effectieve samenwerking, met respect voor de eigenheid van iedere actor en met behoud van de verscheidenheid van ieders werking. Beleidsdoelstelling 5 Ouders en kinderen, sleutelfiguren en intermediairen kunnen rekenen op een sectoroverschrijdende informatiedoorstroming. Elke ouder moet toegang hebben tot laagdrempelige en begrijpbare informatie over zaken die hen aanbelangen. Beleidsdoelstelling 6 Het Lokaal Overleg Kinderopvang volgt de maatschappelijke ontwikkelingen op en stuurt zijn werking bij in functie van de vastgestelde behoeften.
Meerjarenplan 2014-2019
Participatie en inspraak
OCMW Bree
8
II Overleg met de Seniorenraad Overleg met de seniorenraad heeft geleid tot volgende visie en accenten die meegenomen worden in de formulering van de doelstellingen, actieplannen en acties.
Visie In haar seniorenbeleid streeft het lokale bestuur een evenwicht na tussen behoud en versterking van de aanwezige persoonlijke autonomie waar mogelijk, en waar nodig, het bieden van de noodzakelijke zorg. - Actief ouder worden en zijn is voor het lokale bestuur de centrale gedachte van waaruit een beleid moet worden opgebouwd dat sterk gericht is op het zo goed mogelijk behouden van autonomie en zelfredzaamheid. - Mensen zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen ondersteunen en helpen is anderzijds de uitdaging voor vandaag en in de toekomst. Vermaatschappelijking van de zorg en vraaggestuurde zorg zijn sleutelbegrippen geworden.
- Van een aanbodgestuurde naar een vraaggestuurde zorg. Door de grote toegankelijkheid van informatie en de stijgende individualisering in onze samenleving gaat de zorgvrager traditionele keuzes verlaten en eigen keuzes maken, er is ook een andere visie op zorg. De zorgvrager wil langer thuis blijven in de samenleving waardoor er een verschuiving optreedt van residentiële naar meer ambulante zorg.
- Er wordt gepleit voor een vermaatschappelijking van de zorg. Zorg dient ingebed te zijn in onze dagdagelijks maatschappij ( idee van de woonzorgzone ). Zorg moet geïntegreerd worden en niet langer aangeboden worden binnen de muren van een voorziening. Verder kan de zorgvrager langer blijven deelnemen aan de samenleving. Zorgen voor elkaar moet vanzelfsprekender worden. Concreet in de ouderenzorg betekent dit eerst zelfzorg, dan beroep doen op de omgeving en dan professionele zorg of eerst algemene zorg en dan intensievere zorg. Deze gedachtegang onderstreept het groeiend belang en inzetten op thuiszorg. Naast residentiële zorg groeit het belang van erkenning van de informele zorg, het belang van het sociaal weefsel, het versterken van het vrijwilligerswerk, het belang van een lokale diensteneconomie en assistentiewoningen… Mantelzorger, vrijwilliger… iedereen moet betrokken worden bij deze toenemende vergrijzing. Dit blijft echter een uitdaging in een samenleving waar het standaard gezinspatroon gewijzigd is en niet langer de belangrijkste zorgentiteit is. De gezinssamenstelling kent een grote diversiteit en combineren van werk en privé is niet vanzelfsprekend; anderzijds stijgt de vergrijzing met een toenemend risico van vereenzaming en isolement, de werkzaamheid van de vrouwen stijgt, de mantelzorg komt onder druk te staan en gezinnen verdunnen.
Meerjarenplan 2014-2019
Participatie en inspraak
OCMW Bree
9
Vermaatschappelijking van de zorg is budgettair noodzakelijk maar mag echter niet leiden tot verwaarlozing, vereenzaming. Het veronderstelt continuïteit van de zorg door samenwerking tussen verschillende diensten; de zorglast moet draaglijk blijven voor de mantelzorger die ook geïnformeerd en ondersteund moet worden. Er wordt een hoge flexibiliteit verwacht van de zorgverlener en een grote verantwoordelijkheid bij de cliënt in het maken van de juiste zorgkeuze. Met deze uitdagingen en randvoorwaarden als kader dient er gestreefd te worden naar een gezond evenwicht tussen ambulante en residentiële zorg op maat van de Breese noden.
Accent werd hier ook gelegd op acties rond Goed Wonen als woonzorgteam. Verder werd het belang van wonen en zorg onder de aandacht gebracht en de verdere uitbouw en integratie van de welzijnsregio Gerkenberg in de lokale leefgemeenschap o.a. door de organisatie van ontmoetings momenten met de verschillende ouderverenigingen.
Meerjarenplan 2014-2019
Participatie en inspraak
OCMW Bree
10
III Overleg met de adviesraad voor personen met een beperking. Overleg en samenwerking leidde tot volgende visietekst ; Bree streeft in haar beleid naar de realisatie van een integrale toegankelijke leefomgeving d.w.z. dat ze toegankelijkheid niet louter ziet als een geheel van specifieke aanpassingen voor bijzondere doelgroepen, maar pleit voor een integrale benadering van de problematiek. Hierbij tracht ze ieders noden op vlak van toegankelijkheid te integreren in de normale maatschappelijke voorzieningen als tewerkstelling, wonen… De sector van de gehandicaptenzorg is tot nog toe een centraal gestuurde, gereglementeerde en geïnstitutionaliseerde zorg met door de overheid opgerichte, erkende en betoelaagde initiatieven. Een effectief wettelijk kader en wettelijke normen voor het voeren van een lokaal gehandicaptenbeleid ontbreken. De beleidsruimte op het lokale terrein ligt eerder op het niveau van : - coördinatie, netwerksturing, afstemming, samenwerking met alle actoren die op het (lokale) terrein actief zijn, - het nemen van initiatieven die aanvullend of ondersteunend zijn en gericht op de leef- en omgevingskwaliteit van de personen met een handicap. Er is een bereidheid om, indien relevant, samen te werken met buurtgemeenten in belang van de doelgroep. Het hele beleidsplan werd opgehangen aan een vooraf uitgewerkte visie en vormt de rode draad doorheen de verschillende beleidsthema's.
Uitgangpunten Inclusief beleid: vertrekken vanuit een algemeen beleid dat gelijke kansen biedt aan elke burger en dus rekening houdt met o.a. personen met een beperking; het gaat hier over het bestrijden van discriminatie, d.i. ontoegankelijkheid en uitsluiting die wordt gecreëerd op basis van verschillen tussen mensen. De maatschappelijke aandacht voor mensen met een beperking is door de jaren heen grondig gewijzigd. Samenhangend met de bestaande beeldvorming evolueerde ook het beleid van een zorgmodel (met een heel stelsel van voorzieningen, instellingen, financiële regelingen…), over een integratiemodel ( met maatregelen om de gehandicapte te stimuleren deel te nemen aan de 'normale' buitenwereld ), naar een inclusiemodel. Een inclusief beleid vertrekt van een algemeen beleid dat op alle beleidsdomeinen rekening houdt met de diversiteit van alle burgers, met wat mensen gemeenschappelijk hebben, dat gelijke kansen en gelijke keuzevrijheden biedt. De veelzijdige facetten van een handicap echter maken dat aanvullende maatregelen, positieve en versterkende acties nodig zijn die de gevolgen van een bveperking kunnen compenseren, die de zelfredzaamheid en de onafhankelijkheid van het individu kunnen vergroten. Acceptatie en attitude van de kant van de samenleving en participatie en responsabilisering van de kant van de personen met een beperking.
Meerjarenplan 2014-2019
Participatie en inspraak
OCMW Bree
11
Onder beperking wordt dus verstaan: " elke langdurige en belangrijke beperking van de kansen tot sociale integratie van een persoon tengevolge van een aantasting van de mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke mogelijkheden". Stad en OCMW hebben duidelijk de richting bepaald waarin de komende jaren kan gewerkt worden en gekozen voor een model waarin een evenwichtig samenspel met alle betrokken actoren op het terrein nagestreefd wordt zodat personen met een beperking zich maximaal kunnen ontplooien. Het is immers de verantwoordelijkheid van een gemeenschap en van haar sociale organisatie om gunstige voorwaarden te scheppen voor deze ontplooiing en waarbij alle oorzaken worden vermeden of verwijderd die deze ontwikkeling hinderen of onmogelijk maken. In deze benadering van beperking wordt ook het humaniserende en transformerende effect benadrukt. De stad is, naast het gezin, een van de eerste milieus waarin dit humaniserende en transformerende effect kan plaatsvinden. Samenleven met mensen met een bveperking in een gezin of een stad is grensverleggend. De normativiteit wordt bevraagd. De aanwezigheid, functionaliteit, en participatie van mensen met een beperking in het dagdagelijkse leven van de stad is een verrijking van de diversiteit en de dynamiek van de stad. In zijn mogelijkheid om de stad te bevragen en te hervormen wordt het potentiële karakter van handicap benadrukt. Met andere woorden: beperking beschikt over de mogelijkheid om de grenzen te verleggen. Deze ideeën zijn instrumenteel in wat wordt genoemd een culturele benadering of model van beperking. In een dergelijke benadering wordt sterk afgeweken van een deficit model van beperking, waarin benadrukt wordt dat de aanwezigheid van mensen met een beperking alleen maar een belemmering kan zijn voor het leven in een stad. Integendeel, in deze tekst wordt handicap gezien als «een motor», «een gids», die de verdere ontwikkeling van de stad kan sturen. Vanuit deze visie is de beleidsaanpak bepaald : er zal gewerkt worden vanuit de vraag zelf en er wordt ruimte gemaakt voor participatie van personen met een beperking in alle sectoren van het maatschappelijke leven: personen met een beperking worden meer beschouwd als gebruikers, als deelnemers die autonoom bepalen en beroep doen op de voor hen meest geschikte voorziening. Deze aanpak legt grote verantwoordelijkheden bij alle betrokkenen, zowel bij het beleid, als bij de samenleving en niet in het minst bij de personen met een handicap zelf en hun omgeving. Vanuit deze optiek, kunnen volgende accenten gelegd worden: - erkenning van de eigenheid en competenties van elk individu en ondersteuning van de diversiteit binnen de groep van personen met een beperking - uitdagen en stimuleren van personen met een beperking tot meer onafhankelijkheid, zelfontplooiing en maatschappelijk engagement (empowerment en responsabilisering) - verhogen van zowel de toegankelijkheid in de ruimste betekenis van het woord : de fysische toegankelijkheid van gebouwen,straten en pleinen,de mobiliteit doorheen stad en gebouwen, toegankelijkheid van informatie en communicatie, betaalbaarheid van voorzieningen,. Belangrijk in dit kader is ook de sociale toegankelijkheid of het deelnemen aan het leven in een stad door mensen met duidelijke verschillen. De stad kan deze sociale toegankelijkheid faciliteren door haar dienstverlening te screenen op sociale toegankelijkheid, een stimulerend beleid te voeren door een doelmatig gebruik van zijn subsidieregeling en ook kan het welzijnsbeleid van de stad sturend zijn in de ontwikkeling van een toegankelijkheidsbeleid.
Meerjarenplan 2014-2019
Participatie en inspraak
OCMW Bree
12
Een toegankelijkheidsbeleid heeft ook een multiplicatoreffect nl. verbeteringen ten gunste van personen met een beperking komen altijd ook ten goede aan niet – gehandicapte personen. Vermits toegankelijkheid een zaak is van mensen die ontoegankelijkheid, gewild of ongewild creëren, vereist dit van deze een appèl tot grotere empathie, gevoeligheid en bedachtzaamheid. De concrete invulling van deze visie is uitgewerkt in doelstellingen op volgende beleidsvelden: 1. toegankelijkheid en mobiliteit 2. sensibilisering en beeldvorming 3. dienst- hulp- en zorgverlening 4. maatschappelijke participatie 5. tewerkstelling- opleiding en arbeidszorg 6. wonen 7. onderwijs en buitenschoolse kinderopvang
Vanuit een doorgedreven houding van motiveren, bemiddelen, optreden, ondersteunen, aanmoedigen, promoten… en vanuit een intensieve communicatie en samenwerking met de personen met een beperking zelf en alle betrokken actoren, zullen de lokale besturen hun schouders zetten onder deze visie. De uitdaging is om gezamenlijk de lange weg naar "inclusie" te gaan en te werken aan een samenleving waar mensen met een beperking " ingesloten en omringd" worden.
Meerjarenplan 2014-2019
Participatie en inspraak
OCMW Bree
13
OCMW Bree Peerderbaan 37 – 3960 Bree
Meerjarenplan 2014-2019
III Toelichting 3. Beschrijving van de financiële risico’s
Voorzitter: Bernadette Verslegers Secretaris: Stefan Goclon Financieel Beheerder: Jean Gielen NIS: 72004 Tel: 089/84.85.50 Fax: 089/84.85.59 [email protected] ocmw.bree.be
TM1: Overzicht van de financiële risico's In dit onderdeel wordt een overzicht gegeven van de financiële risico's die het OCMW Bree loopt. Tevens worden de middelen en mogelijkheden beschreven waarover het ocmw beschikt of kan beschikken om die risico's te dekken.
1. Pensioenen – responsabiliseringsbijdragen De financiering van het wettelijk pensioen (eerste pijler) van de vastbenoemde personeelsleden verloopt via een repartitiesysteem oftewel een herverdeling waarbij actuele pensioenbijdragen van de actieve in dienst zijnde personeelsleden aangewend worden voor de betaling van de pensioenen van de gepensioneerden op dat moment. Dit in tegenstelling tot het kapitalisatiesysteem, waarbij de pensioenbijdragen per individu gekapitaliseerd worden en pas aangewend worden vanaf pensionering van dat individu. Dit repartitiesysteem, beheerd door de RSZPPO, brengt met zich mee dat de pensioenbijdragevoeten van de actieven afhankelijk kunnen zijn van de pensioenkost van de gepensioneerden op dat moment. Eventuele reserves in de pensioenpool kunnen ingezet worden om korte termijnschommelingen op te vangen. Door allerhande factoren, waaronder de vergrijzing van de bevolking en de langere gemiddelde levensverwachting, blijkt dat de pensioenbijdragen fors zullen moeten stijgen om het bestaande pensioenstelsel betaalbaar te kunnen houden. De bijdragevoeten zijn de afgelopen jaren gestegen van 27,5% (1997 tot en met 2009) naar 30% in 2010 en naar 32% in 2011. Voor de periode 2012-2016 werd een stelselmatige stijging aangekondigd tot een niveau van 41,5%. Vanaf 2017 is het afwachten hoe de evolutie van de bijdragevoeten verder zal evolueren (ontvangstenzijde). Anderzijds is het ook nog niet bekend of de bestaande pensioenstelsels (uitgavenzijde) in de toekomst aangehouden zullen worden. Concreet betekent de toepassing van dit systeem dan ook dat het bestuur de financiering van de pensioenen eerste pijler niet in handen heeft. Andere overheden beslissen hierover. Er bestaat dan ook een risico dat de te betalen pensioenbijdragen sneller stijgen dan financieel draagbaar. Is de verhouding actieve personeelsleden kleiner dan het aantal gepensioneerden, dan kan het RSZPPO een responsabiliseringsbijdrage aan het bestuur opleggen. Immers op dat moment krijgt het RSZPPO te weinig middelen binnen om de pensioenen te betalen. In het meerjaren 2014-2019 werd rekening gehouden met enerzijds de stijgende bijdragevoeten tot 41,5% en anderzijds werd een jaarlijkse responsabiliseringsbijdrage van 120.475,- ingecalculeerd. Aangaande de responsabiliseringsbijdrage van het OCMW, met daarin vervat de bijdrage voor het vroegere en het huidige ziekenhuispersoneel werd deze voorzien in de dotatie aan het OCMW, die op haar beurt de betaling van de bijdrage dient te dragen. De vereffenaars verifiëren of het mogelijk is om een verdere bredere solidarisering te bekomen.
2. Betalingsverkeer, beleggingen en bankenrisico Om het bankenrisico in te dekken werkt het stadsbestuur samen met verschillende financiële instellingen. Er worden rekeningen aangehouden bij navolgende bankinstellingen: Belfius, BNP, ING, Bank van de Post. De diversificatie situeert zich voornamelijk op het vlak van het aangaan van leningen en desgevallend ook voor financiële beleggingen. De uitstaande beleggingen worden gespreid over verschillende banken, verschillende producten en termijnen. Kapitaalsgarantie is daarbij steeds een minimumvereiste.
3. Schuld Actief schuldbeheer wordt hier niet gevoerd. Feit is dat er voorzien wordt in 2016 de schulden vervroegd terug te betalen waardoor het OCMW vanaf dan schuldenvrij is.
4. Debiteurenrisico Het risico dat de rechten niet betaald worden, wordt zo goed mogelijk gedekt door een proactieve, accurate en snelle opvolging van de vorderingen. Daarnaast wordt de invorderingsprocedure zo uitgewerkt om een efficiënte en effectieve inningscyclus toe te laten. Dit uiteraard binnen de wettelijke mogelijkheden en met de nodige klantgerichtheid. De nieuwe BBC-software zal daartoe een geschikt instrument zijn.
Secretaris Goclon Stefan
OCMW Bree Peerderbaan 37 3960 Bree NIS-code : 72004
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
Financieel beheerder Gielen Jean
0,00 €
0,00 €
0,00 €
I
A
Totaal
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2015
2016
2017
2018
2019
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2016 Uitgaven Ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2017 Uitgaven Ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
I
A
Totaal
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2015 Uitgaven Ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2016 Uitgaven Ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2017 Uitgaven Ontvangsten
OCMW Bree
2014 X
2015
2016
2017
2018
2019
03 AP 03 Inzetten op vrijwilligers: betrokkenheid, deskundigheid krijgen / aanbieden, leerproces. 03 AP 03 Inzetten op vrijwilligers: betrokkenheid, deskundigheid krijgen / aanbieden, leerproces.
0,00 €
E
2014 Uitgaven Ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2018 Uitgaven Ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2018 Uitgaven Ontvangsten
BD 03 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid gemeenschapsvorming BD 03 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid met aandacht voor gemeenschapsvorming
2014 X
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2015 Uitgaven Ontvangsten
01 AP 01 Modern personeelsbeleid 01 AP 01 Modern personeelsbeleid
0,00 €
E
2014 Uitgaven Ontvangsten
BD 01 Gezond en efficiënt personeelsbeleid BD 01 Gezond en efficiënt personeelsbeleid
Bree
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
2014000003
2014000001
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2
van
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
9
2014000010
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2019 Uitgaven Ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2019 Uitgaven Ontvangsten
2014000001
0,00 €
A
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
3.039,00 €
0,00 €
0,00 €
3.039,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2015 Uitgaven Ontvangsten
3.079,00 €
0,00 €
0,00 €
3.079,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2016 Uitgaven Ontvangsten
3.119,00 €
2015
2016
2017
2018
2019
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
3.160,00 €
0,00 €
0,00 €
3.160,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2018 Uitgaven Ontvangsten
2015 X
2016 X
2017 X
2018 X
2019 X
0,00 €
0,00 €
0,00 €
I
A
Totaal
OCMW Bree
0,00 €
E
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2014 Uitgaven Ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2015 Uitgaven Ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2016 Uitgaven Ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2017 Uitgaven Ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2018 Uitgaven Ontvangsten
BD 05 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid doelgroepen BD 05 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid met aandacht voor een divers, kwalitief en laagdrempelig aanbod en dienstverlening met bijzondere aandacht voor vooraf bepaalde doelgroepen en kansengroepen.
2014 X
04 AP 04 Bevorderen van de levenskwaliteit op een pro-actieve manier o.a. door levenslang leren. 04 AP 04 Bevorderen van de levenskwaliteit op een pro-actieve manier o.a. door levenslang leren en acties op vlak van gezondheidspreventie.
2014 X
0,00 €
0,00 €
3.119,00 €
2017 Uitgaven Ontvangsten
04 AP 05 Realiseren van optimale participatie door overleg met adviesraden 04 AP 05 Realiseren van optimale participatie door overleg met adviesraden
3.000,00 €
0,00 €
I
Totaal
3.000,00 €
E
2014 Uitgaven Ontvangsten
BD 04 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid optimale participatie BD 04 Ontwikkelen van een integraal, kwalitatief en duurzaam beleid met aandacht voor optimale participatie aan de samenleving door de burgers
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
2014000005
2014000018
2014000017
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
3
van
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
9
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2019 Uitgaven Ontvangsten
3.201,00 €
0,00 €
0,00 €
3.201,00 €
2019 Uitgaven Ontvangsten
2014000004
2016
2017
2018
2019
2015
2016
2017
2018
2019
2015
2016
2017
2018
2019
2015
2016
2017
0,00 €
A
OCMW Bree
6.428,57 €
0,00 €
6.428,57 €
I
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2014 Uitgaven Ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2015 Uitgaven Ontvangsten
BD 07 Kwaliteitsvol wonen voor iedereen BD 07 Kwaliteitsvol wonen voor iedereen
2014 X
2019
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2016 Uitgaven Ontvangsten
2018
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2017 Uitgaven Ontvangsten
05 AP 04 Aanbod voor kansengroepen (mensen met een handicap, kansarmen, allochtonen,...) 05 AP 04 Aanbod voor kansengroepen (mensen met een handicap, kansarmen, allochtonen,...)
2014 X
05 AP 03 Aanbod voor doelgroepen (gezinnen, jongeren, senioren...) 05 AP 03 Aanbod voor doelgroepen (gezinnen, jongeren, senioren...)
2014 X
E
Totaal
2015
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2018 Uitgaven Ontvangsten
05 AP 02 Laagdrempeligheid om de participatiemogelijkheden van elke Breese burger te bevorderen. 05 AP 02 Laagdrempeligheid om de participatiemogelijkheden van elke Breese burger te bevorderen.
2014 X
05 AP 01 Kwalitatief aanbod 05 AP 01 Kwalitatief aanbod
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
4
van
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
9
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2019 Uitgaven Ontvangsten
2014000007
2014000021
2014000020
2014000019
2014000016
0,00 €
0,00 €
A
2016
2017
58.000,00 €
0,00 €
0,00 €
58.000,00 €
159.845,00 €
0,00 €
0,00 €
159.845,00 €
8.000,00 €
0,00 €
0,00 €
8.000,00 €
2015 Uitgaven Ontvangsten
2018
2019
2015
2016 X
2017 X
2018 X
2019 X
161.704,00 €
0,00 €
0,00 €
161.704,00 €
8.000,00 €
0,00 €
0,00 €
8.000,00 €
2016 Uitgaven Ontvangsten
157.583,00 €
0,00 €
0,00 €
157.583,00 €
8.000,00 €
0,00 €
0,00 €
8.000,00 €
2017 Uitgaven Ontvangsten
159.487,00 €
2015 X
2016 X
2017 X
OCMW Bree
2014 X
2015 X
2016 X
2017 X
09 AP 03 Strijd tegen kansarmoede 09 AP 03 Strijd tegen kansarmoede
2014 X
2018 X
2018 X
2019 X
2019 X
0,00 €
0,00 €
159.487,00 €
Pagina
8.000,00 €
0,00 €
0,00 €
8.000,00 €
2018 Uitgaven Ontvangsten
09 AP 02 Versterken van sociale dienstverlening door aansluiting bij de Welzijnsregio Noord-Limburg 09 AP 02 Versterken van sociale dienstverlening door aansluiting bij de Welzijnsregio Noord-Limburg
2014 X
09 AP 01 Uitbouw van de kinderopvang 09 AP 01 Uitbouw van de kinderopvang
67.380,00 €
67.380,00 €
I
2014 Uitgaven Ontvangsten
E
Totaal
2015
BD 09 Welzijn bevorderen van de Breese bevolking met aandacht voor specifieke doelgroepen BD 09 Welzijn bevorderen van de Breese bevolking met aandacht voor specifieke doelgroepen
2014 X
07 AP 01 Kwaliteitsvol wonen door actieve kwaliteitsbewaking en doelgroepen benadering 07 AP 01 Kwaliteitsvol wonen door actieve kwaliteitsbewaking en doelgroepen benadering in bouwprojecten
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
5
van
161.418,00 €
0,00 €
0,00 €
161.418,00 €
9
2014000032
2014000031
2014000030
8.000,00 €
0,00 €
0,00 €
8.000,00 €
2019 Uitgaven Ontvangsten
2014000009
2014000024
2015 X
2016 X
2017 X
2018 X
0,00 €
0,00 €
0,00 €
I
A
Totaal
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2015
2016
2017
2018
2015
2016
2017
2018
2019
2019
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
OCMW Bree
2014 X
2015
2016
2017
2018
2019
10 AP 03 Het voeren van een verantwoord en correct asielbeleid 10 AP 03 Het voeren van een verantwoord en correct asielbeleid
2014 X
2019 X
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2016 Uitgaven Ontvangsten
10 AP 02 Optimaliseren van de schuldbemiddeling 10 AP 02 Optimaliseren van de schuldbemiddeling
2014 X
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2015 Uitgaven Ontvangsten
10 AP 01 Verlenen van rechtshulp 10 AP 01 Verlenen van rechtshulp
0,00 €
E
2014 Uitgaven Ontvangsten
BD 10 Optimalisering van de sociale dienstverlening BD 10 Optimalisering van de sociale dienstverlening
2014 X
09 AP 04 Uitbouwen van LOK als een effectief adviesorgaan 09 AP 04 Uitbouwen van LOK als een effectief adviesorgaan
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2017 Uitgaven Ontvangsten
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2018 Uitgaven Ontvangsten
6
van
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
9
2014000035
2014000034
2014000033
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2019 Uitgaven Ontvangsten
2014000010
2014000053
2015
2016
2017
2018
2019
2015
2016
2017
2018
2019
2015
2016
2017
2018
0,00 €
0,00 €
0,00 €
I
A
Totaal
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
OCMW Bree
2014 X
2015
2016
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2017
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2015 Uitgaven Ontvangsten
13 AP 01 Dienstverlening 13 AP 01 Dienstverlening
0,00 €
E
2014 Uitgaven Ontvangsten
2019
2018
2019
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2016 Uitgaven Ontvangsten
BD 13 Werken aan de kwaliteit van de dienstverlening BD 13 Werken aan de kwaliteit van de dienstverlening
2014 X
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2017 Uitgaven Ontvangsten
10 AP 06 Bestrijding energiearmoede om een menswaardig wonen te bevorderen 10 AP 06 Bestrijding energiearmoede om een menswaardig wonen te bevorderen
2014 X
10 AP 05 Activering en tewerkstelling 10 AP 05 Activering en tewerkstelling als belangrijke hefbomen in de armoedebestrijding
2014 X
Een crisisopvang biedt residentiële opvang en begeleiding aan gezinnen in noodsituaties.
10 AP 04 Ondersteuning van crisisopvang 10 AP 04 Ondersteuning van crisisopvang
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Pagina
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2018 Uitgaven Ontvangsten
7
van
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
9
2014000022
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2019 Uitgaven Ontvangsten
2014000012
2014000051
2014000050
2014000036
0,00 €
0,00 €
0,00 €
I
A
Totaal
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2016 Uitgaven Ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2017 Uitgaven Ontvangsten
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2018 Uitgaven Ontvangsten
2018
2019
104.800,00 €
305.823,00 €
A
4.206.734,60 €
0,00 €
0,00 €
4.206.734,60 €
OCMW Bree
2014 X
2015 X
2016 X
3.870.622,00 €
303.506,00 €
59.420,00 €
3.507.696,00 €
16 AP 01 Overig beleid 16 AP 01 Overig beleid
3.951.802,00 €
3.541.179,00 €
I
2017 X
4.117.813,24 €
0,00 €
0,00 €
4.117.813,24 €
2015 Uitgaven Ontvangsten
2018 X
5.428.971,88 €
0,00 €
2.150.000,00 €
3.278.971,88 €
2019 X
5.133.925,78 €
1.828.004,78 €
0,00 €
3.305.921,00 €
2016 Uitgaven Ontvangsten
2017 Uitgaven Ontvangsten
2018 Uitgaven Ontvangsten
3.299.827,00 €
0,00 €
0,00 €
3.299.827,00 €
3.533.737,52 €
0,00 €
0,00 €
3.533.737,52 €
3.312.404,00 €
0,00 €
0,00 €
3.312.404,00 €
Pagina
3.557.110,88 €
0,00 €
0,00 €
3.557.110,88 €
8
van
3.325.156,00 €
0,00 €
0,00 €
3.325.156,00 €
9
2014000049
3.566.108,16 €
0,00 €
0,00 €
3.566.108,16 €
2019 Uitgaven Ontvangsten
2017
2014 Uitgaven Ontvangsten
2016
2014000029
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2014000018
2015
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2019 Uitgaven Ontvangsten
2014000013
BD 16 Overig Beleid BD 16 Overig Beleid
2014 X
E
Totaal
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
2015 Uitgaven Ontvangsten
06 AP 02 Een Zorgstrategisch Plan geeft inzicht in de nood aan thuiszorg en residentiële zorg 06 AP 02 Het maken van een Zorgstrategisch Plan om de vraag naar mogelijke nieuwe initiatieven, zoals kortverblijf, nachtoppas en nacht opvang, de nood aan verdere uitbreiding van residentiële zorg en thuiszorg te onderzoeken.
0,00 €
E
2014 Uitgaven Ontvangsten
BD 06 Betaalbaar wonen voor iedereen (combineren wonen en zorg) BD 06 Betaalbaar wonen voor iedereen (combineren wonen en zorg)
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
2015
2016
2017
2018
2015
2016
2017
2018
2019
2019
2015
2016
2017
2018
OCMW Bree
2014 X
2015
2016
2017
2018
16 AP 04 Streven naar een gezond financieel beheer 16 AP 04 Streven naar een gezond financieel beheer
2014 X
2019
2019
16 AP 03 Beheren van patrimonium en goederen van het OCMW 16 AP 03 Beheren van patrimonium en goederen van het OCMW
2014 X
16 AP 02 Doorgedreven samenwerking met de stad 16 AP 02 Doorgedreven samenwerking met de stad
2014 X
Pagina
16 AP 01 Het ontwikkelen van een informaticabeleid 16 AP 01 Het ontwikkelen van een informaticabeleid dat erop gericht is de werking van het OCMW op een efficiënte en gebruiksvriendelijke wijze te ondersteunen.
OVERZICHT BELEIDSDOELSTELLINGEN 2014 - 2019
9
van
9
2014000057
2014000056
2014000055
2014000054
OCMW Bree Peerderbaan 37 – 3960 Bree
Meerjarenplan 2014-2019
III Toelichting 5. Interne organisatie van het bestuur Schema TM1: Personeel
Voorzitter: Bernadette Verslegers Secretaris: Stefan Goclon Financieel Beheerder: Jean Gielen NIS: 72004 Tel: 089/84.85.50 Fax: 089/84.85.59 [email protected] ocmw.bree.be
Aantal voltijdse equivalenten (VTE) Vastbenoemd Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D Niveau E Contractueel(niet-gesco) Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D Niveau E Gesco Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D Niveau E TOTAAL Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D Niveau E
Meerjarenplan 2014 - 2019
2014 10,68 1,00 3,88 5,80 0,00 0,00 14,03 0,00 3,25 5,75 0,00 5,03 9,52 0,00 2,75 4,00 0,00 2,77 34,23 1,00 9,88 15,55 0,00 7,80
2015 9,68 1,00 3,88 4,80 0,00 0,00 14,03 0,00 3,25 5,75 0,00 5,03 7,52 0,00 2,75 4,00 0,00 0,77 31,23 1,00 9,88 14,55 0,00 5,80
2016 9,01 1,00 3,88 4,13 0,00 0,00 14,03 0,00 3,25 5,75 0,00 5,03 7,52 0,00 2,75 4,00 0,00 0,77 30,56 1,00 9,88 13,88 0,00 5,80
Schema TM1: Personeel
2017 9,01 1,00 3,88 4,13 0,00 0,00 14,03 0,00 3,25 5,75 0,00 5,03 6,52 0,00 2,75 3,00 0,00 0,77 29,56 1,00 9,88 12,88 0,00 5,80
2018 8,51 1,00 3,88 3,63 0,00 0,00 13,03 0,00 3,25 4,75 0,00 5,03 6,52 0,00 2,75 3,00 0,00 0,77 28,06 1,00 9,88 11,38 0,00 5,80
OCMW Bree
2019 8,01 1,00 3,88 3,13 0,00 0,00 12,23 0,00 3,25 3,95 0,00 5,03 6,52 0,00 2,75 3,00 0,00 0,77 26,76 1,00 9,88 10,08 0,00 5,80
1
Overzicht personeelsbestand OCMW De actuele stand van zaken, voor het OCMW Bree, van het aantal personeelsleden in koppen en in VTE is als volgt:
OCMW BREE Aantal personeelsleden in koppen Deeltijds
Voltijds
TOTAAL
Mannen Contractueel 0 Gesco 0 Vastbenoemd 0 Totaal 0 Contractueel 0 Gesco 0 Vastbenoemd 1 Totaal 1 1
31/12/2013 Vrouwen 17 12 10 39 4 3 3 10 49
Totaal 17 12 10 39 4 3 4 11 50
Mannen Contractueel 0 Gesco 0 Vastbenoemd 0 Totaal 0 Contractueel 0 Gesco 0 Vastbenoemd 1.00 Totaal 1.00 1.00
31/12/2013 Vrouwen 7.49 6.04 6.69 20.22 4.00 3.00 3.00 10.00 30.22
Totaal 7.49 6.04 6.69 20.22 4.00 3.00 4.00 11.00 31.22
Aantal personeelsleden in VTE Deeltijds
Voltijds
TOTAAL
36.80% VTE zijn contractueel aangesteld, 28.95% VTE hebben een gesco-statuut en 34.25% VTE zijn vastbenoemd. Noot: hierbij inbegrepen zijn nog 4 contactuelen (4 halftijdse functies, 2 VTE) die sinds 1/1/2014 in dienst zijn getreden bij de O.C.M.W.-vereniging Welzijnsregio Noord Limburg, waarbinnen de dienst Gezinszorg van het O.C.M.W. Bree vanaf 1/1/2014 werd ondergebracht.
OCMW Bree Peerderbaan 37 – 3960 Bree
Meerjarenplan 2014-2019
III Toelichting 5. Interne organisatie van het bestuur Organogram
Voorzitter: Bernadette Verslegers Secretaris: Stefan Goclon Financieel Beheerder: Jean Gielen NIS: 72004 Tel: 089/84.85.50 Fax: 089/84.85.59 [email protected] ocmw.bree.be
Organogram
ADMINISTRATIE
DESKUNDIGE B1-B3 1,00 FTE = 1 P
ADMINISTRATIEF MEDEWERKSTER C1-C3 1,00 FTE = 1 P
ADMINISTRATIE
DESKUNDIGE BELEID EN KWALITEIT A1A-A3A 1 FTE = 1 P
AMINISTRATIEF MEDEWERKSTER C4-C5 1,00 FTE = 1 P
PERSONEELSDIENST
STATUTAIR CONTRACTUELE GESCO
RVT
VERZORGENDE C1-C2 1,00 FTE = 1 P
VERZORGENDE C1-C2 2,00 FTE = 2 P
SECRETARIS FINANCIEEL BEHEERDER
MAATSCHAPPELIJK WERKSTER B1-B3 1,00 FTE = 1P
MAATSCHAPPELIJK WERKSTER B1-B3 1,00 FTE = 1 P
2014-2019
ONGESCHOOLDE E1-E3 1,26 FTE = 2 P
SINE E1-E3 1,50 FTE = 2 P
LOGOSTIEK E1-E3 0,53 FTE = 1 P
VERZORGENDE C1-C2 1,00 FTE = 1 P
ONGESCHOOLDE E1-E3 2,00 FTE = 4 P
POETSDIENST
VERZORGENDE C1-C2 2,00 FTE = 2 P
GEZINSHULP
MAATSCHAPPELIJK WERKSTER B1-B3 0,50 FTE = 1 P
THUISZORG
MAATSCHAPPELIJK WERKSTER B1-B3 1,00 FTE = 1 P
MAATSCHAPPELIJK WERKSTER B1-B3 3,50 FTE = 4 P
MAATSCHAPPELIJK WERKSTER
MAATSCHAPPELIJK WERKSTER B1-B3 0,50 FTE = 0 P
PALLIATIEVE
LOI
VERZORGENDE C1-C2 4,70 FTE = 8 P
VERZORGENDE C1-C2 2,00FTE = 2 P
BELEIDSMEDEWERKSTER B1-B3 0,25 FTE = 1 P
SOCIAAL VERPLEEGKUNDIGE BV1-BV3 1,00 FTE + 1 P
ADMINISTRATIEF MEDEWERKSTER C1-C3 1,00 FTE = 1 P
ADMINISTRATIE
DIENSTHOOFD B1-B3 1 FTE - 1 P
SOCIAAL HUIS
VOORZITTER
VAST BUREAU
OCMW RAAD
BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG
VERZORGENDE C1-C2 0,50 FTE = 1 P
VERZORGENDE C1-C2 (WEERWERK GESCO) 2,00 FTE = 3 P
BELEIDSMEDEWERKSTER B1-B3 0,75 FTE = 1 P
KINDERDAGVERBLIJF
OCMW Bree Peerderbaan 37 3960 Bree NIS code 72004
OCMW Bree Peerderbaan 37 – 3960 Bree
Meerjarenplan 2014-2019
III Toelichting 5. Interne organisatie van het bestuur Overzicht budgethouders
Voorzitter: Bernadette Verslegers Secretaris: Stefan Goclon Financieel Beheerder: Jean Gielen NIS: 72004 Tel: 089/84.85.50 Fax: 089/84.85.59 [email protected] ocmw.bree.be
Budgethouderschap: overzicht. Het budgethouderschap wordt in het O.C.M.W.-decreet als volgt gedefinieerd: de toegekende bevoegdheid tot beheer van een budget dat taakstellend is in die zin dat het een norm inhoudt waarvan de budgethouder de realisatie nastreeft. Op 24 juni 2013 keurde de OCMW-raad het budgethouderschap goed, met de aanstelling van de volgende budgethouders: -Hoofdbudgethouder, Stefan Goclon, Secretaris Gedelegeerde verantwoordelijkheden aan de volgende functiehouders/budgethouders: -Sociale dienst: diensthoofd André Van Mierlo -Kinderopvang: de twee dienstverantwoordelijken (Yvonne Doumen, Mia Simons) onder begeleiding van het M.A.T.. -Rusthuis: financieel beheerder Jean Gielen -Bejaardenhuisvesting (De Houborn): Joey Housen. De raad voor maatschappelijk welzijn is mbt. overheidsopdrachten bevoegd om de wijze van gunnen te kiezen en de voorwaarden ervan vast te stellen (artikel 52 van het OCMWdecreet). De raad kan in principe deze bevoegdheden niet overdragen aan een ander bestuursorgaan. De raad kan enkel hier van afwijken voor opdrachten die passen binnen het begrip dagelijks bestuur of voor opdrachten die nominatief in het vastgestelde budget zijn opgenomen (artikel 52, 12° OCMW-decreet). Het is de raad die op basis van artikel 52, 10° het begrip dagelijks bestuur zal omschrijven. In de raad van het O.C.M.W. op 16 december 2013 werd het begrip dagelijks bestuur, als onderdeel de overheidsopdrachten, leveringen, diensten, als volgt goedgekeurd: 1/ De inhoud van het begrip dagelijks bestuur zijn die daden van beheer, gewone leveringen en diensten, die geboekt worden op het exploitatiebudget of die in normale omstandigheden het bestuur voor niet langer dan één jaar binden en tevens beperkte investeringen voor zover ze binnen het zelfde financiële boekjaar gerealiseerd of geleverd worden in normale omstandigheden; 2/ Financiële verbintenissen bij daden van dagelijks bestuur mogen maximum € 8.500 exclusief B.T.W. bedragen. Aangelegenheden van dagelijks bestuur worden vrij gesteld van het verplichte voorafgaande visum van de financieel beheerder.
Meerjarenplan 2014-2019
Overzicht budgethouders
OCMW Bree
1
OCMW Bree Peerderbaan 37 3960 Bree NIS-code : 72004
Beleidsvelden per beleidsdomein 2014
Secretaris Goclon Stefan
Financieel beheerder Gielen Jean
Beleidsvelden per beleidsdomein 2014 Code BD Code BV Code BI
Omschrijving
DOM 0
Domein 0 Algemene Financiëring Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus Fiscale aangelegenheden Financiële aangelegenheden Transacties in verband met de openbare schuld Patrimonium zonder maatschappelijk doel Overige algmene financiering Elektriciteitsvoorziening Gasvoorziening
0010 0020 0030 0040 0050 0090 0640 0650 DOM 1
0190
Domein 1 Interne Zaken / Facilitaire Diensten Politieke organen Officieel ceremonieel Secretariaat Fiscale en financiële diensten Personeelsdienst en vorming Overige algemene diensten Stadswacht Onderhoud Stadhuis Rente Beroepsziekte Gepensioneerden Administratieve dienstverlening Centrale Balie Burgerzaken Overig algemeen bestuur
0200 0210 0220 0290 0300 0309 0310 0319 0320 0340 0349 0350 0390 0400 0410 0420 0470 0500 0510 0520 0521 0529
Domein 2 Omgeving Wegen Openbaar vervoer Parkeren Overige mobiliteit en verkeer Ophalen en verwerken van huishoudelijk afval Overig afval- en materialenbeheer Beheer van regen- en afvalwater Overig waterbeheer Sanering van bodemverontreiniging Aankoop, inrichting en beheer van natuur, groen en bos Overige bescherming van biodiversiteit, landschappen en bodem Klimaat en energie Overige milieubescherming Politiediensten Brandweer Dienst 100 Dierenbescherming Handel en middenstand Nijverheid Toerisme - Onthaal en promotie Toerisme - Sectorondersteuning Overige activiteiten inzake toerisme
0100 0101 0110 0111 0112 0119 01 02 03 0130 01 02 DOM 2
OCMW Bree
Pagina
2
van
4
Beleidsvelden per beleidsdomein 2014 Code BD Code BV Code BI
Omschrijving
DOM 2 0530 0600 0610 0620 0622 0630 0670 0680 0690 0810 0984
Domein 2 Omgeving Land-, tuin en bosbouw Ruimtelijke planning Gebiedsontwikkeling Grondbeleid voor wonen Woonwagenterreinen Watervoorziening Straatverlichting Groene ruimte Overige nutsvoorzieningen Gewoon secundair onderwijs Ontsmetting en openbare reiniging
0800 0820 0949 0990 0991
Domein 3 Burger / Inwoner Gewoon basisonderwijs Deeltijds kunstonderwijs Overige gezinshulp Begraafplaatsen Crematoria
DOM 3
DOM 4
0947 0950 0953 0983
Domein 4 Sociaal Hulp aan het buitenland Sociale bijstand Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers Activering van tewerkstelling Overige verrichtingen inzake sociaal beleid Diensten en voorzieningen voor personen met een handicap Overige activiteiten inzake ziekte- en invaliditeit Sociale huisvesting Gezinshulp Kinderopvang Kinderopvang Buitenschoolse Opvang Klusjesdienst Ouderenwoningen Woon- en zorgcentra Andere verpleeg- en verzorgingsinrichtingen
0522 0700 0701 0702 0703 0709 0710 0711 0712 0719
Domein 5 Vrije Tijd Toerisme - Infrastructuur Musea Cultuurcentrum Schouwburg, concertgebouw, opera Openbare bibliotheken Overige culturele instellingen Feesten en plechtigheden Openluchtrecreatie Festivals Overige evenementen
0160 0900 0903 0904 0909 0911 0919 0930 0943 0945 01 02
DOM 5
OCMW Bree
Pagina
3
van
4
Beleidsvelden per beleidsdomein 2014 Code BD Code BV Code BI
Omschrijving
DOM 5
0750 0790
Domein 5 Vrije Tijd Overig beleid inzake het erfgoed Overig kunst- en cultuurbeleid Sport Sporthal Zwembad Jeugd Erediensten
9999
Dummy Beleidsdomein Dummy Beleidsveld
0729 0739 0740 01 02
999
OCMW Bree
Pagina
4
van
4
OCMW Bree Peerderbaan 37 – 3960 Bree
Meerjarenplan 2014-2019
III Toelichting 6. Overzicht van de entiteiten opgenomen onder de financiële vaste activa
Voorzitter: Bernadette Verslegers Secretaris: Stefan Goclon Financieel Beheerder: Jean Gielen NIS: 72004 Tel: 089/84.85.50 Fax: 089/84.85.59 [email protected] ocmw.bree.be
OCMW lidmaatschap in verenigingen en organisaties - Cipal - Welzijnsregio Noord Limburg - Sociaal Verhuurkantoor Noord Limburg - VZW ziekenhuis Maas en Kempen - Welzijnscampus woon- en zorgcentrum Gerkenberg - Netwerk Palliatieve Zorg Limburg VZW - CAD Limburg - Ons Dak (sociale huisvesting) - Kempisch Tehuis (sociale huisvesting) - Landwaarts (sociale huisvesting) - vzw Breese Buitenschoolse Kinderopvang - BDO (Breese Diensten Onderneming onder de koepel van PWA) - DAGG - Open Kans (onder de koepel van Ter Engelen) - CAW - Goed Wonen - VVSG - Infrax - Adviesraad voor Personen met een Handicap - Seniorenraad - SPOC - LOGO - LOK - Welzijnsschakels - CKG De Stap - Kind en Gezin - Kind en Preventie - Noolim - Listel - LSO-Limburg - Voedselbank Sint Vincentius - vzw Wiebe - Landelijke kinderopvang Bree
Meerjarenplan 2014-2019
OCMW lidmaatschap in verenigingen en organisaties
OCMW Bree
1
OCMW Bree Peerderbaan 37 – 3960 Bree
Meerjarenplan 2014-2019
III Toelichting 7. Overzicht van de financiële schulden Schema TM2: De financiële schulden
Voorzitter: Bernadette Verslegers Secretaris: Stefan Goclon Financieel Beheerder: Jean Gielen NIS: 72004 Tel: 089/84.85.50 Fax: 089/84.85.59 [email protected] ocmw.bree.be
Schema TM2. De financiële schulden
0,00
0,00 0,00
F. Intresten G. Periodieke leningslasten (D+F) 0,00
0,00
2.015,00
303.505,14
2.131.509,92 0,00 303.505,14 0,00 1.828.004,78
2015
0,00
2.014,00
305.820,50
2.437.330,42 0,00 305.820,50 0,00 2.131.509,92
2014
A. Financiële schulden op 1 januari B. Nieuwe leningen C. Periodieke aflossingen D. Niet-periodieke aflossingen E. Financiële schulden op 31 december (A+B-C-D)
Financiële schulden ten laste van derden
F. Intresten G. Periodieke leningslasten (D+F)
A. Financiële schulden op 1 januari B. Nieuwe leningen C. Periodieke aflossingen D. Niet-periodieke aflossingen E. Financiële schulden op 31 december (A+B-C-D)
Financiële schulden ten laste van het bestuur
Inhoud!A1
0,00
0,00
0,00
2.016,00
1.828.004,78
1.828.004,78 0,00 1.828.004,78 0,00 0,00
2016
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
2.018,00
0,00
0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00
2018
0,00 0,00
2.017,00
2017
0,00
0,00 0,00
0,00 0,00
0,00
0,00
0,00
2.019,00
2019