MEDISCH CONTACT lle
J a a r g a n g - 2 8 Juni 1 9 5 6
- No. 2 6
Officieel orgaan van de Koninkl,ike Nederlandsche Maotschappii tot bevordering der Geneeskunst REDACTIE
EN R E D A C T I E R A A D :
Redactie: G. C. Heringa, Hoofdred. - G. Dekker - L. A. Faber. Redactieraad: G. Dekker, L. A. Faber, M. Hartman, G. C. Heringa, J. J. van der Horst, A. M. J. van Susante; K. Vaandrager, Singel 23, Deventer, secretaris. REDACTIE
EN A D M I N I S T R A Y I E :
Keizersgracht 327 - Telefoon 3 3 3 0 0 - Postgiro 5 8 0 8 3 - Amsterdam V o o r h e t p l a a t s e n v a n a d v e r t e n t i / i n g e l i e v e m e n zich u i t s l u l t e n d t e richten t o t :
Bureau A D E X, Keizersgracht 158, A m s t e r d a m - C , Telefoon 42355 Advertenti~n in dit blad behoeven de goedkeuring der Redactie. A b o n n e m e n t voor niet-leden f 1 5 . - - - - Losse n u m m e r f 0 . 4 0 Van de Redaetie
INHOUD:
Nederlands Instituut voor Praeventieve Geneeskunde . Ledenvergadering der Landelijke Specialisten Vereniging Juli 1956
Mededelingen
op
9
blz. 372 375
en berichten v a n d e M a a t s c h a p p i ]
Van het Hoofdbestuur
Naar aanleiding van: Artsen en de alcoholbepaling in het bloed Herdenking Hector Treub . . . . Verslag over de bibliotheek van de Maatschappij in i955
376 380 380
Tarief voor huisartsenhulp aan ziekenfondsverzekerden buiten de woonplaats
383
Verslag van de eerste gewone ledenvergadering van de L.S.V. in het jaar 1956 op 9 Juni . De Specialist in de branding
384 385
Van het Centraal Bestuur der L.H.V. Van het Centraal Bestttur der L.S.V.
Landelijke A r t s e n Cursus Commissie
Vierde Artsencursus van de Vrije Universiteit .
393
Ingezonden stukken
De Dr. De Dr.
Artsen R. S. Artsen R. E.
en de bepaling van het alcoholgehalte in het bloed, door ten Cate . . . . . . en de bepaling van het alcoholgehalte in het bloed," door Wierenga
393 394
Adressen van de Maatschappii, haar organen, enz.
Keizersgraeht 327, Amsterdam-C. Bureau van het H.B., D.B., Boekhouding en Bureau voor Waarneming en Vestiging (9--18 uur Redaetie en Administratie van ,,iVlediseh CJ0ntact" Landelijke Huisartsen Vereniging Tel. Landelijke Speeialisten Vereniging . . . 33300 Landelijke Vereniging van Artsen in Dienstverband Speeialisten Registratie Commissie . . : Het bureau voor Waarneming en Vestiging is na 19 uur e n " s Zondags bereikbaar onder 972.21.40 Federatie van door Verzekerden en Medewerkers bestuurde Ziekenfondsen (,,V.M.Z.") De Bilt, Wilhelminalaan 3, tel. 28841 Ondersteuningsfonds voor beh. wed. en wezen, G i r o n u m m e r 111950, Eendrachtsweg 15, R'dam. Seer. Dr. A. C. M. Beukers, Prof. Dondersstraat, Tilburg.
Raad van Beroep, Secretaris H. J. J. Blauwkuip, Amsterdam, Willemsparkweg 139. Administratie der advertentiSn: Advertentiebureau ,,ADEX", Keizersgracht 158, A m s t e r d a m - C , telefoon 42355.
Spoed-kopij voor het eerstvolgend n u m m e r dient uiterlijk Zaterdag v66r 12 uur in het bezit te zijn van de redactie.
VAN DE REDACTIE
Nederlands Instituut voor Praeventieve Geneeskunde Niet zonder goede grond heeft het Nederlands Instituut voor Praeventieve Geneeskunde - - op de betekenis van het woord ,,Nederlands" als aanduiding dat dit oorspronkelijk Leids instituut zijn werkkring heeft uitgebreid, heeft Prof. Julius nadrukkelijk gewezen, - de ingebruikneming van zijn nieuwe gebouw aangegrepen en nog eens den volke kond te doen van zijn doelstelling en zijn werk. Gedurende twee dagen heeft her gasten uit verschillende kringen met offici~le en niet-officiSle belangstelling gastvrij ontvangen en hun een blik in zijn bedrijf gegund. De wijze op zichzelf, waarop voorlichting en demonstraties verliepen, gaf een hoge dunk van de didaetische en organisatorische krachten, die in de leiding van dit instituut aan het werk zijn. Aan her kleine maar keurige gebouw waar tot dusver her instituut zijn onderdak had is thans een aanmerkelijk groter pand aangebouwd. Den gasten, die tot de openingsplechtigheid waren uitgenodigd, werd in nauwkeurig in de tijd uitgemeten rondleiding aan de hand van een platte-: grond de geographie van bet gebouw getoond. Ook kregen de bezoekers groepsgewijs gelegenheid specimina van bet verrichte werk in praktijk "te zien. Een meer volledig overzicht werd gegeven in de tegelijk aangeboden literatuur: Her openingsmLmmer van her door het N.I.P.G. uitgegeven tijdschrift Mens en Onderneming bevat gebundeld een stel opstellen, die de plaats en de betekenis van ieder der takken van werk ~n wetenschappelijk ~n sociaal plaatst in her kader van deze tijd; ieder voor zieh een leerzaam en inspirerend stukje literatuur. Voor het volgende is in hoofdzaak dit boekje tot leidraad genomen. Het hoofd van de afdeling voor baeteriologie en experimentele pathologie. Prof. Verlinde geeft een indrukwekkend beeld van de moderne diagnostiek van de ziekteverwekkers, in het bijzonder van de virussen; van de betekenis, die epidemiologie en immunologie in haar moderne wetenschappelijke erl teehnische verfijning hebben voor de preventieve geneeskunde. De afdeling Arbeidsgeneeskuude, onder leiding van Dr. Bonier, draagt haar tegenwoordige naam eerst sinds 1953, toen zij voortkwam uit de in 1941 ingerichte afdeling voor hygiSne en arbeidsphysiologie. Haar wetenschappelijk onderzoek was oorspronkelijk gericht op de levensverrichtingen van d e mens tijdens de arbeid en op voedingsproblemen (Vitamine C) in verband met het prestatievermogen. Tegenwoordig is het arbeidsveld aanmerkelijk wijder uitgezet en gericht op:
1. omgevingsfactoren van chemische (loodintoxicatie b.v.) en physische (lawaai, trillingen, hilte, Iuchtbeweging, straling, e.d.) aard; 2. op de invloed, die bet werk zelf op de arbeider heeft: invloed van zware arbeid, verdeling van arbeids- en rusttijden, e.d. In deze afdeling moeten specialisten in verschillende medische basisvakken samenwerken: physioloog, anthropoloog, psycholoog; met elkaar maar ook met gespecialiseerden op niet-medisch gebied; genoemd worden als zodanig een tijd- en bewegingsstudiedeskundige en een machinebouwer. Dit alles met de bedoeling de beste omstandigheden voor het te verrichten werk te vinden, niet alleen voor gezonden maar ook voor personen, wier prestatievermogen door chronische ziekten b.v. hart- en vaatziekten beperkt is. Een interessant nieuw project is het onderzoek naar de consequenties van het werken in ploegendienst. Aan dit thema werken in het instituut een arts en een psycholoog samen in eo6rdinatie met instanties buiten her instituut, die speciaal de sociologische en technisch-eeonomische zijde van dit, voor de industrialisatie van ons land zo belangrijke vraagstuk, bestuderen. De afdeling gezondheidszorg is beschreven door Prof. De Haas in een artikel getiteld ,,Naar een nieuwe kinderhygi~ne". Wie diens visionnaire natuur kent, zal niet verbaasd zijn, ook hier het arbeidsveld van de afdeling breder te zien uitgemeten dan men uit haar naam zou vermoeden waarin natale en perinatale preventie, kleuterzorg en schoolgeneeskunde, met haar nog vele verwaarloosde onderdelen, ook puberteits- en adolescentieproblemen worden betrokken; dat daarbij naast de somatische ook de psychische, resp. psycho-sociale zijde aandacht krijgt, is, gegeven de gehele atmosfeer in het instituut, niet anders dan van-zelf-sprek~nd. De uiteenzetting van Prof. De Haas eindigt aldus: ,,De nieuwe kinderhygi~ne eist van haar beoefenaren een medisch biologische belangstelling, die meer op gezondheid dan op ziekte gericht is, waarbij een sociaal-hygii~nisehe visie en een verbeeldingskracht, die niet aehterblijft bij de stormachtige ontwikkeling die de maatschappij doormaakt, niet kunnen worden gemist. Geestelijke volksgezondheid is de volgende afdeling. Hier gaat Prof. Koekebakker voor bij bet streven de geneeskundige en de psychosoeiale wetenschappen met elkaar in wisselwerking te brengen. Moet men hier eigenlijk hog alleen van streven spreken? Is er niet veel eer al sprake van een reeds onweerstaanbaar in gang zijnde natuurlijke ontwikkeling? Mij
372
(Met toestemming van bet Nederlands lnstituut voor Praeventieve Geneeskunde overgenomen llit de geiTlustreerde uitgave, verschenen hij gelegenheid van de ingebrldkneming 'van het nieuwe gebouw).
dunkt, de juistheid van deze laatste veronderstelling komt uit de korte schets van Prof. goekebakker d[tidelijk naar voren: hoe de psychologie als empirische (experimentele) wetenschap uit de physiologie is voortgekomen en ten dele daarmede hog steeds methodologisch verbonden is; hoe daarnaast de psychologie eerst via de psychiatrie, dan ook via de psycho-somatische beschouwingswijze, nieuwe verbindingen met de geneeskunde kreeg; sociale problemen (kinderhygiEne, sociale paedagogie, medisch-opvoedkundige bureaux, problematiek van ziekteverzuim, van industrieel leiderschap) legden meerderlei banden tussen psychologie en preventieve geneeskunde, terwijl tenslotte de evidente band tussen hygiene - - o o k psychische hygiene - - en milieu even duidelijk verbinding maakt tussen geneeskunde en sociologie. N a zo de historische logica van samenwerking tussen preventieve geneeskunde en psycho-sociale wetenschappen te hebben aangegeven, komt Prof. Koekebakker op de moeilijkheden, die niettemin bij deze samenwerking worden ontmoet, voortkomend uit categorische en methodologische verschillen. Meet en meer blijkt, dat, wil men elkaar van weerskanten verstaan en begripsverwarring voorkomen, men in het onderling gesprek zich moet hoeden 373
voor al te ruim gangbaar geworden modewoorden als ,,complex", ,,binding", e.d. A1 te gemakkelijk ,,psychologeren" kan leiden tot miskenning van de eigen aard der psychologische vak-methodiek. ,,In de huidige psychologische en sociologische wetenschapspraktijk", aldus Prof. Koekebakker, ,zijn test en interview uitgegroeid tot uiterst subtiele ,,instrumenten". ,,Het is geen grootspraak wanneer hier beweerd wordt, dat de psycholoog bij een gelijke waardering voor de ,,klinische blik" de medicus voor is bij het toepassen van de zo juist genoemde technieken." Het veld, dat zieh bij uitstek leent tot de ontmoeting tussen preventieve geneeskunde en psycho-sociale wetenschappen is dat van de studie der levenswijzen, der werkmethoden en der werkverhoudingen. Vruchtbare samenwerking op dit gebied, waarbij individuele en groepsweerstanden moeten worden overwonnen, kan het uitbannen van veel menselijk leed mogelijk maken. Een afdeling van het N.I.P.G. is gewijd aan de statistische bewerking van over arbeidsverzuim verzamelde gegevens. Natuurlijk gaat bet hierbij niet om de cijfers van het verzuim zelf maar om de vraag in hoeverre uit die cijfers inzicht in de oorzaak ervan wordt ver-
kregen. De statistiek immers waarschuwt zodra in een bedrijf het verzuim hoger ligt da:~ andere daarmee vergelijkbare bedrijven. Als laatste, maar zeker niet minst belangrijke treffen we in de rij der afdelingen de cursus gezondheidszorg en preventieve geneeskunde. Terwijl alle andere afdelingen bezig zijn met wetenschappelijke arbeid, in vele gevallen direct praktischgerichte wetenschappelijke arbeid, is de cursus - - zoals genoegzaam bekend mag worden verondersteld - - gericht op de opleiding v a n artsen, die in de praktijk de vruchten van die wetenschap zullen uitdragen. Ze doet dit met succes, getuige de toenemende belangstelling voor die cursussen in binnen- en buitenland, en in het bijzouder gezien de waardering, die ze vindt in de kringen van de W.H.O. Terwijl de eerste cursus in 1951 maar twee daigen per week besloeg, loopt de thans in gang zijnde cursus ,,fulltime" over 9 maanden. Na een basisopleiding van 4 maanden kunnen de deelnemers kiezen uit versehillende vervolgcursussen: algemene gezondheidszorg, bedrijfsgeneeskunde (arbeidsgeneeskunde), kinderhygi~ne en tropenhygi~ne en -geneeskunde. Wat de onderwijsmethodiek betreft, is van belang, dat naar modern inzicht aan elk luisteruur een vrije discussie wordt aangekoppeld. In zijn rede besprak Prof. Julius o.a. de verhouding van de preventie tot de therapie en de verhouding van her N.I.P.G. tot de faculteiten. Hij wees op het onscheidbare verband dat tussen therapie en preventie bestaat, waarbij het de taak van laatstgenoemde is de clinici het werk te verlichten. Wat de verhouding instituut-faculteiten betreft, onloochenbaar is, dat met haar outillage her instituut wel schijnt de universiteiten voorbij te streven. Inderdaad heeft het de wens te werken op academisch peil. Maar onjuist zou het zijn, indien dit tot afgunst zou leiden, aangezien her ganse streven van het instituut op samenwerking met alle Nederlandse universiteiten is gericht. Om het nog eens te zeggen met de woorden van Buma, de waarnemend directeur: ,,Hygiea en Panakeia waren dochters van ~6n vader, Asklepios. Preventie en geneeskunde hebben 66n gemeenschappelijke basis: het onderzoek naar en het bezit aan kennis van gezondheid en ziekte. Aan her slot van zijn rede zei Buma: ,,Her is voor dit instituut niet genoeg, dat bet zelf al het mogelijke doet. Slechts als het zich verzekerd weet van uw atler hulp en samenwerking, kan ons werk vruchtdragen."
Van harte hebben we ons tot middelaar gemaakt om deze vraag aan de medici door te geven. Wie in aanraking komt met de leiders van deze toch nog - - vergeleken met de klassieke academische geneeskunde - - zo jonge instelling, ontkomt niet aan de betovering die uitgaat van het 61an, waarmede zij haar weg zoekt en baant. Niemand, en stellig ook de directie zelf, - - ook dit was in de openingsreden al of niet tussen de regels te beluisteren, - - ontveinst zich, d a t e r gevaren verbonden kunnen zijn aan bet zoeken van een nieuw arbeidsterrein in een zo intensief bewerkt gebied als dat der medische wetenschap en praktijk; gevaar misschien zelfs ook in de nauwe samenbinding der doelstelling aan de dynamische maatschappelijke ontwikkeling van deze tijd. (Buma). Zonder twijfel is hier een buitengewone veelzijdigheid van gaven vereist. Naast kennis van zaken, die in het verleden zijn gegroeid, behalve open oog voor de eisen van heden, moet de directie gevoel hebben voor wat er aan problemen in de toekomst kan opdagen en dan nog dit alles in goede proportie en zonder overijling tot zijn recht laten komen. Zo zou men zeggen dat niet in het gebouw experimenteel gewerkt wordt op het gebied der preventieve geneeskundige wetenschap, maar dat bet instituut als geheel een op hoog niveau staand preventief-sociaal-geneeskundig experiment is. De leiding van een dergelijk experiment aan zich toevertrouwd te zien is voor de directie een voorrecht. Gelukkig het instituut, dat in deze tijd van nieuwe dingen opgericht, zich ongehinderd door de verouderde vormen, zoekend en tastend, zich richtend naar de behoeften van het heden, zijn weg kan kiezen. Maar behalve voorrecht is het ook een ontzaglijk zware en verantwoordelijke taak. Wie de energie en zorg ziet waarmede bet instituut is tot stand gekomen en ingericht, concludeert, dat de directie zich van beide aspecten van de haar toevertrouwde taak bewust is. Dat zij moge slagen en het instituut onder haar leiding verder tot bloei mogen zien komen, dat zij haar uit naam der geneeskundigen van Nederland van harte toegewenst. H.
Aangeboden per I September:
SFREEK- en WACHTKAMER, incl. tel. en onderhoud. - Parterre - A'dam-Z.
Met deze oproep tot samenwerking en sympathie richt zich het Nederlands Instituut voor Praeventieve Geneeskunde tot gans de Nederlandse artsengemeenschap.
Brieven onder no. R 3 8 ,,Adex", Keizersgracht 1 5 8 , Amsterdam.
374
Voor de eerste maal geluid op 8 mm films N.V. HANDELIVlIJ. SETRAC Waldeck Pyrmontlaan 9, Amslerdam-Z. [Telefoon 7t8876] breng, U de
De geluidsfilm is nu eindelijk eveneens binnen het bereik van de 8 mm film enfhousiast. Uw EIGEN projector in combinatie met de PETERSON Magnetic Recorder stelf U in staat 8 mrn films van muziek en dialoog te idskwalileit daarvan zal U ,~ugen. N Magnetic Recorder beHe-problemen tot he! vereen 8 mm projector kan onnaire PETERSON Mag:wart-wit en kleurenfilms
c'ids|ilms :taartoe voorzien van een idslrook, waarop muziek :n vastgelegd. Hat uilwisJging van hat geluid kan ak men dit wenst.
Vraagf demonstrafie
bij Uw fofohandelaar
het
de
precisie-toestel
hoogste
van kwaliteit
Ledenvergadering der Landelijke Specialisten Vereniging op 9 Juli 1956 Van Nieuwenhuizen opende de vergadering met 't uitspreken van een redO) waarin hij ~een duidelijke uiteenzetting gaf van de verschillende problemen, die op dit ogenblik in de wereld der specialisten omgaan. Wellicht is de stemming van de vergaderende leden en het verloop der besprekingen in sterke mate door deze redevoering beinvloed. Hier zag men duidelijk uitgestippeld niet slechts de polymorphe problematiek, maar ook de richting die het centraal bestuur welbewust bij het oplossen van deze vraagstukken wenst in te slaan. Als zodanig was deze ouverture een meesterstuk, hoewel bet aantal getypte bladzijden wellicht lets groter was, dan menigeen snel verwerken kon. Maar duidelijk was tevens, dat de vergadering instemming had voor het afwijzen van de schotel linzen der sociale zekerheid, wanneer daarmee de vrijheid van de beroepsuitoefening in het gedrang zou komen. Met instemming kan men voorts het felt registreren, dat de voorzitter in navolging van Royaards, waarschuwde tegen de ,,massificatie" der geneeskunde. Vele antwoorden op onuitgesproken vragen der afgevaardigden werden in deze openingsrede gegeven, en wellicht is het daaraan te wijten of wil men: te danken - - dat de rest van de besprekingen verliep in een vlotte harmonie, waardoor men zich van tijd tot tijd nauwelijks kon indenken, een vergadering van de L.S.V. bij te wonen, waar het, door de enorme gedifferentiSerde problematiek waarvoor deze vereniging nu eenmaal gesteld is, sores bepaald roeriger pleegt toe te gaan, dan deze middag het geval was. Intussen heeft deze stemming natuurlijk tot gevolg gehad, dat de discussies vlot en heIder verliepen. Men wisselt met een verhit gemoed nu eenmaal niet gemakkelijk van mening!
Verkiezing van nieuwe bestuurleden bracht H a m m i n g a en Van Balen achter de lange tafel en de voorzitter schonk medelijdende woorden aan Dubois, die, hoewel een meerderheid van stemmen op zich verenigende, toch niet verkozen bleek te zijn. Wellicht is, bij de hoeveeIheid werk die het Centraal Bestuur pleegt te verzetten, een gelukwens aan de arme afgestemde hier beter op zijn plaats. Dat deze overstelpende hoeveelheid werk een nuttige differentiatie onder de bestuursleden ten gevolge heeft, bleek op verrassende wijze toen een enkele spreker bij het stellen van zijn vragen door drie verschillende bestuursleden - - Baart de la Faille, de Vink en de Laive, - - moest worden beantwoord. Maar d a n k b a a r moest de vergadering constateren, dat zij, als goede specialisten, ook hier zich meesters toonden in de gave ,,to know more and more about less and less." Veel begrip toonde de vergadering voor de complexiteit der problemen rond de onderhandelingen met de ziekenfondsen. Vandaar, dat zonder slag of stoot de voorstellen betreffende voortzetting der enqu~te en fournering van de benodigde gelden werden aanvaard. Moge het Sint Nicolaascadeautje dat het accountantskantoor in her vooruitzicht stelt, inderdaad op ,,strooiavond" arriveren! Tenslotte de rondvraag. Hier kwamen de nog hangende problemen rond de Hellingmanpoliklinieken even in de belangstelling, maar ook hier was geen sprake van enige stellingname tegenover her centraal bestuur. En als klap op de vuurpijl een betoog van Speleers over de jongste publicatie van de Redaetieraad van Medisch Contact. Met verhefting van stem vroeg Speleers zich af, of de Redactieraad zich niet buiten haar terrein - het redigeren - begaf in het terrein van het beleid, wanneer zij bepaalde artikelen weigert op te nemen, indien deze artikelen ,,zodanige critiek op de Maatschappij en haar organen bevatten, dat daardoor het aanzien en de kracht van de Maatschappij zouden kunnen worden gesehaad." De Voorzitter, die het betreffende artikel nog niet gelezen had, toonde zich ,,geschokt" en zegde een nader onderzoek toe. Het lijkt inderdaad gewenst, deze kwestie in het Hoofdbestuur nog eens nauwkeurig onder de loupe te nemen, opdat hier he gewenste standpunt nauwkeurig kan worden bepaald. In zoverre kan men zich erover verheugen, dat deze uitlating van de Redactieraad reeds zo spoedig openlijk in een der ledenvergaderingen werd besproken.
De neiging van vergaderenden om zich in d6tails te verdiepen, een neiging welke reeds vete voorzitters op aarde tot wanhoop moeht brengen, heeft zich ook deze middag o m de hoek van de glazen deuren van Esplanade laten zien, toen men in debat ging over een nieuw formulier voor R/Sntgen-verwijzingen. Tenslotte was Rethmeier gedwongen met de papieren in de hand spitsroeden te lopen door de zaal, uitleggende en verklarende over drievoudige doorslagen, ballpointpennen en carbonpapier. Na veel moeite gelukte bet" de vergadering aanvaardde het formulier zonder stemming en de L.S.V. mag zich gelukkig prijzen, een probleem minder te hebben. Hetgeen w~l nodig was. x) Zie pag. 385. 375
En zo sloot deze vergadering, nadat hog gebleken was, dat gedurende de bijeenkomst de zoon van ,,C.L.C." met goed gevolgd zijn eindexamen had afgelegd, hetgeen wederom reden was voor een warm applaus aan het adres van de Voorzitter. Men bleef nog enige tijd in gezellige kout
bijeen met een glas dubbelgebeide als viering van het tienjarig bestaan der L.S.V., zodat de rustige vergadering ook een rustig besluit had. Maar de problematiek, hoewel grotendeels achter de schemen blijvend, bleef voelbaar aanwezig. Er valt hog veel werk te verzetten! Frese.
AEDEDELINGEN EN BERICHTENVAN DE MAATSCHAPPI
VAN HET HOOFDBESTUUR Naar aanleiding van: Arfsen en de alcoholbepaling in her bloed Vele bladen hebben op een in het oog vallende plaats geciteerd uit het stuk ,,De artsen en de bepaling van her alcoholgehalte in het bloed" opgenomen in Medisch Contact No. 21 van 24 Mei 1956. De uitvoerige wijze waarop dit is gebeurd heeft zeker aan de meeste courantenlezers in ons land een indruk kunnen geven van de argumenten en feiten, die aan de houding van bet Hoofdbestuur ten grondslag liggen. Van de zijde van de dagbladen was er naast waarderende beoordeling, ook in 6~n blad de opmerking dat de artsen vergeten hadden te vermelden dat her afnemen van her bloed soms ook ontlastend kan zijn voor de patient. Ook uit de kring onzer leden kwamen hierover opmerkingen. Nu is het niet zo dat wij dit belangrijke facet bij onze beschouwingen over het hoofd gezien zouden hebben. Maar onze gehele argumentatie sloeg op de verplichte bloedafnanae. Dit moge blijken uit bet volgende citaat uit ons stuk (bladzijde 292 links boven): ,,Het grote verschil met thans is, dat bij de ,,huidige wetgeving wel duidelijk de betrokkene ,,vrij is in her al of niet laten uitvoeren van de ,,ingreep, afhankelijk van wat in zijn belang is; ,,maar bij de voorgenomen wetgeving moet de ,,arts een ingreep doen, waartoe de patient (in,,direct) wordt gedwongen en waarbij de medi,,sche indicatie tot ingreep totaal ontbreekt." In de huidige situatie kan de patient dus vrijwillig beslissen a]hankelijk van wat in zijn belang is. Bij een verplichting tot het laten afnemen van bloed wordt de patient dit recht ontnomen. Weigert hij dan is hij volgens de wet even schuldig als wanneer hij inderdaad een te hoog alcoholgehalte had. En indien de pati8nt overtuigd is dat het in zijn voordeel is, dan is een verplichting niet nodig. De verplichting kan dus niet zijn in het voordeel van de patiSnt. Pas als alle artsen van Nederland ook zouden weigeren om te voldoen aan een volkomen vrijwillig verzoek van de patient om mede te werken aan het onderzoek v a n zijn bloed op aleoholgehalte,
zouden wij in een aantal gevallen de patient de mogelijkheid ontnemen om zijn onschuld te bewijzen. Maar dit is zeker niet het standpunt van de Maatschappij. Dr. ten Cate brengt in zijn ingezonden stuk in dit nummer van Medisch Contact (blz. 393) de vrijwilligheid vanuit een ander gezichtspunt ter sprake met de opmerking dat ook wel in andere gevallen de eigen wens van de patient in positieve zin meespeelt bij de verrichtingen van de arts. Hij knoopt dit aan bij onze uitdrukking ,,medische reden". Toegegeven zij dat woorden maar een zwak middel zijn om zijn gedachten uit te drukken en dat men met hetzelfde woord verschillende dingen kan bedoelen. Bij de door de schrijver bedoelde gevallen bestaat de medische indicatie hierin dat de arts een ingreep toepast of aanraadt nadat hij het voordeel van de patient heeft afgewogen tegen her mogelijke risico. Als men een betrekking wenst en men aanvaardt daarbij vrijwillig de keuring, dan is dit voor de keurende arts een indicatie voor zijn onderzoek, waarbij hij ,,medisch" zal afwegen of er bezwaren aan verbonden zijn. Hij zal dan zeker terwille van de keuring geen grote ingrepen doen. Evenmin bij emigratie. Het medisch onderzoek is in dit geval volkomen vrijwillig door de patient ge_ vraagd of toegelaten, o m te verkrijgen wat hij wenst (aanstelling, emigratietoestemming). Het grote verschil is de vrijwilligheid of de verplichting. Want het ,,individueel belang" van de patient waarvan ook de medicus de waarde niet zal onderschatten, komt bij de vrijwilligheid tot zijn recht. Ook het Hoofdbestuur heeft in dit probleem gezien de moeilijkheid van bet afbakenen van her individueel belang en dat van de gemeensehap. Een interessant commentaar op ons artikel, waarbij ook de vrijwilligheid ter sprake kwam. vonden wij in ,,de Gelderlander" van Zaterdag 26 Mei, waarin uitvoerig werd geciteerd uit Medisch Contact, terwijl Prof. Mr. van Eck op diezelfde dag en in hetzelfde blad, alsmede op Dins376
dag 29 Mei onder de titel ,,De bloedproef en de medewerking van de Nederlandse artsen", een diepgaand commentaar geeft, dat kennelijk nog vervolgd zal worden. Nadat de sch~rijver in het 2e gedeelte gesteld heeft, dat - ook volgens het bloedproef-arrest van de Hoge Raad - de zedelijke toelaatbaarheid van de met vrije toestemming afgenomen bloedproef scheen vast te staan, vervolgt hij: ,,Na het lezen van de verklaring in Medisch Contact zijn wij echter gaan twijfelen aan de juistheid van de premisse, waarop ons oordeel omtrent de zedelijke toelaatbaarheid van de met vrije toestemming afgenomen bloedproef berustte. War is immers het geval? In deze verklaring wordt gesuggereerd, zo niet duidelijk gesteld, dat deze ingreep niet zo onschudig is als het lijkt. Er wordt daar gewezen op niet onbelangrijke medische risico's, al is de kans op die risico's dan wellicht percentsgewijze niet groot; en uit het felt van die risico's wordt geconcludeerd dat zulk een ingreep alleen toelaatbaar is als er voor deze ingreep een duidelijke medische indicatie aanwezig is. Wij hebben van deze mededeling eerlijk staan kijken. De zaak, waar het om gaat, is hoogst belangrijk en wij achten daarom hier volkomon duidelijkheid dringend gewenst. Is het werkelijk waar, dat het hier niet gaat om een onschuldige ingreep, doch om een ingreep met niet te verwaarlozen risico's, dan kan er niet alleen geen sprake van zijn dat de overheid zulk een ingreep verplichtend gaat stellen, doch heeft zij integendeel o.i. de plicht de bloedproef als bewijsmiddel voor de strafrechtspleging, voorzover die risico's aanwezig zijn, ontoelaatbaar te verklaren en te verbieden, ongeacht de al of niet bereidheid van de betrokkene om de bloedproef te ondergaan. Dat men bepaalde risico's neemt ten behoeve van de gezondheid, b.v. bij diverse vormen van inenting, is onder bepaalde voorwaarden en in bepaalde vormen te billijken. Doch hier gaat het om het belang van de strafrechtspleging. Een behoorlijk strafproces behoort geen bewijsmiddelen toe te laten, die verkregen zijn door een ingreep in het lichaam, die voor de gezondheid risico's van enige betekenis medebrengen, ook al is de proef met toestemming van de betrokkene toegepast. Wij geloven dan ook niet, dat de Hoge Raad het bloedproef-arrest zou hebben gewezen, indien de Raad zou hebben gemeend, hier te doen te hebben met een proefneming, die voor de gezondheid niet zonder risico's zou zijn. Het is ook zeker, dat de vrije toestemming tot de bloedproef, die in Nederland zeer veel wordt toegepast, alleen wordt gegeven in de veronderstelling d a t e r aan deze proef geen enkel risico voor de gezondheid verbonden is. W.ij menen daarom, dat de burger en de rechtspleging in Nederland
er recht op hebben van de beoefenaars der medische wetenschap een duidelijke en categorische uitspraak te verkrijgen, of wij hier met een voor de gezondheid volstrekt ongevaarlijke proef te doen hebben dan wel met een proef, die voor de gezondheid risico's medebrengt die men niet mag verwaarloen; en in het laatste geval dient duidelijk te worden aangegeven onder welke voorwaarden en waarborgen zulk een proef ook zooder medische indicatie niettemin medisch verantwoord mag heten. En wij zouden in dit verband ook wel duidelijk willen uitspreken, dat indien de medici hier werkelijk gevaren zouden zien en als zij werkelijk zouden menen, dat deze proef alleen bij een medische indicatie verantwoord is, zij oppositie hebben te voeren niet alleen tegen her eventueel in de toekomst verplicht stellen van de bloedproef, doch tegen de toelaatbaarheid van de bloedproef in het algemeen, ook dus wanneer de toestemming van de betrokkene aanwezig is. Voorzover deze proef vanuit medisch oogpunt niet zonder bedenken is, zou zij uit het gehele strafproces dienen te worden geweerd. Wij willen daarom ook uitdrukkelenk stellen, dat ons verder betoog alleen nog zin zal hebben, voorzover wij alsnog van de veronderstelling uitgaan, dat het hier, desnoods onder bepaalde te stellen waarborgen, gaat om een proef, die vanuit medisch oogpunt ongevaarlijk is." Wij hebben uitvoerig geciteerd om de argumentatie van de schrijver geheel tot z'n recht te doen komen. Voor een groot deel kunnen wij het hiermede ook eens zijn. lndien er duidelijke gevaren aanwezig zijn, zou de .arts ook de vrijwillige afname van bloed moeten weiseren. Nu is het zo, dat vele medische handelingen niet zonder gevaar zijn. Wij denken daarbij b.v. aan alle operatieve ingrepen. Telkens zal dan de arts zich hebben af te vragen, irLdien hij de indicatie tot een operatie stelt, of het duidelijk is dat de gevaren van het niet opereren groter zijn dan de gevaren van de operatieve ingreep; of althans, hij zal met overtuiging moeten kunnen stellen, dat het voor de patient te verwachten nut van de operatic groter is dan her gevaar dat de patient loopt. Nu zijn er vele medische handelingen, die zeer weinig gevaar inhouden en daarbij zal aan de bovengenoemde eis al gauw voldaan zijn. Maar zodra het nut voor de patient helemaal niet aan te wijzen is, dan zal reeds her geringste gevaar bij een ingreep de arts er van moeten weerhouden deze ingreep te adviseren. En dan zal de arts elke ingreep, waarin ook maar het geringste gevaar schuilt, moeten weigeren, als de patient daartoe verplieht wordt. Hier komt het grote verschil naar voren tussen de verplichte en de vrijwillige bloedproef. Bij de vrijwillige bloedproef kan het zeer kleine risico 377
van de ingreep worden afgewogen tegen het voordeel dat de betrokkene er van verwacht. Zo beoordeelt men b.v. ook de toelaatbaarheid van een sehoonheids-operatie. Indien een bij een ongeval betrokkene overtuigd is geen alcohol gebruikt te hebben en hij wordt daarvan door de politie toeh verdacht, dan zal hij vrijwillig dit onderzoek verlangen en dan bestaat de medische indicatie in het afwe, gen van het voordeel, dat de patient verwacht en her risico dat hij bij de ingreep loopt, lndien echter de betrokkene verplicht wordt tot de ingreep, dan moet de arts zich afvragen of hij, indien het voordeel voor de betrokkene geheel afwezig is, toch de ingreep mag doorvoeren. Hier is geen afwegen van risico's meet aanwezig. Hier heeft bet geringste gevaar van de ingreep reeds een negatieve indicatie. Pas als de ingreep absoluut en zonder enige restrictie zonder nadelen is, zou dit argument vervallen. Bij de vrijwillige bloedproef moet de arts zich dus m& de patient afvragen: Is het te verwachten voordeel groter dan het risico? Bij de vet. ptichte ingreep moet de arts zieh afvragen: Kan ik altijd en geheel verklaren, dat er aan de ingreep geen risico is? En dat laatste kan de arts nu net niet verklaren. Zoveel te kleiner het risico, zoveel te gauwer zal de arts vrijwillig de ingreep aanraden; maar pas als bet risico nul is, is hij in dit verband gerechtigd de ingreep te doen zonder de uitdrukkelijke vrijwillige toestemming van de patient. Wij meenden, dat dit ook in ons stuk in Mediseh Contact tot uitdrukking was gebracht, m a a r hopen dat deze uitvoerige uiteenzetting alle misverstand en ook alle verschil van mening zal wegnemen. Het is duidelijk, dat, toen wij verklaarden in het vorige stuk dat voor deze ingreep een duidelijke medisehe indieatie aanwezig moet zijn, dit een uitspraak was die voor een arts feitelijk geldt bij elke ingreep; en daarom is er hier geen reden voor Prof. Mr. van Eck om ,,er van te staan kijken." Wij eindigen met te constateren, hetgeen wij ook reeds in het begin stelden, dat de meeste bezwaren onzerzijds gaan tegen de verplichte ingreep en vervallen bij de vrljwillige bloedafname. Een vraag die ons bereikte was, of wij het juist achten, dat een aantal artsen ook nu weigeren op v e r z o e k van de politie bloed af te nemen van hun eigen patiEnten. Wij menen dat deze artsen inderdaad voor hun houding goede gronden hebben, maar verwijzen tevens naar de uitspraak die reeds in 1948 in Medisch Contact is gepubliceerd (M.C. No. 44, van 3 November 1948, blz. 886 en 887) en die we hier willen herhalen: 378
,,Er is geen enkel voorschrift of overweging van medische gedragsleer, dat de arts verbiedt de politie te dienen van voorlichting bij het opsporen van een misdaad.' Hij heeft daartoe zelfs de plicht, evengoed als ieder ander Staatsburger. Ook kan de Rechter-Commissaris en de Of ficier van Justitie een medicus als getuige-deskundige aanwijzen om behulpzaam te zijn bij het opsporen van een misdrijf. Hij kan dit ook delegeren aan een hulp-officier bij het vooronderzoek, in casu het hoofd van de politie. De enige, die hieraan geen gevolg behoeft te geven is de huisarts, die als het een zijner eigen patiEnten betreft zich op zijn verschoningsrecht beroepen kan. Het verrichten van een medisch-technische handeling i.c. het afnemen van t e n weinig bloed, is de medicus dus niet alleen geoorloofd, hij is er zelfs toe verplicht. De moeilijkheid ligt elders: Mag hij tot deze ingreep overgaan zonder toestemming van de verdachte? Als arts dient hij dit eerst te vragen. Zelfs een verdachte heeft een grote vrijheid. Hij behoeft niet te antwoorden, indien hij dit niet wil en de traditie in het procesrecht staat hem toe een onderzoek aan den lijve te weigeren, a f o r t i o r i zal dit met een ingreep het geval zijn. Stemt hij dus op een daartoe gestelde vraag in de kleine ingreep toe, dan is er voor de arts geen enkele reden deze niet te verrichten. Weigert hij, dan onthoude de arts zich en deelt aan de politie de reden mede, waarom hij aan de opdracht geen gevolg kan geven." Dat men niet het bloed wil afnernen bij eigen pati~nten op verzoek van de politie, berust op de overweging dat men dan bet gevaar loopt, indien de patient wordt veroordeeld, dat de vertrouwens-verhouding tussen arts en patient in her geding komt. Pas bij de verplichting of bij de indirecte verplichting zoals men die overweegt, komen de andere bezwaren die wij hebben ontwikkeld naar voren. Een apart en moeilijk probleem is in hoeverre de houding van de arts-ambtenaar of van een huisarts ten opzichte van niet tot zijn eigen praktijk behorende personen een andere kan zijn dan die van de huisarts ten opzichte van zijn eigen patiEnten. Deze vraag wordt ook door Dr. ten Cate en in het bijzonder door Dr. Wierenga in hun ingezonden stuk (dit n u m m e r blz. 393) gesteld. Het Hoofdbestuur heeft ook deze vraag ernstig in zijn overwegingen betrokken. Naar zijn mening - waarmede men het natuurlijk oneens kan zijn - is van medisch-ethisch gezichtspunt de casus voor wel- en niet-ambtenaar ten
SUNNY
HOME
voor de inrichting van Uw woning
CLASSIQUE Moderne vraagt geheel vrijblijvend ons advies Beethovenstraat I 0, Amsterdam-Zuid, tel. 720036 In onze zaak te Amsterdam verkopen wij Uw overtollige inboedel. U heelt geen kosten. U bepaait zelf de prijs. Evenmeel gedee|te|ijk geld vooruit. Geen veilingkosten.
CEEN TI]DVERLIES. GEEN GELOOP AAN DE DEUR. Anderen kunnen gebruiken, wat U kunt m i . e n ! l
OMISC- HE deed. Dit is die toestand, waarbij U door ziekte of ongeval bliivend niet meer in staat bent Uw normale beroep uit te oefenen.
DE MODERNE BELASTINGPOLITII:K maakt een behoorlljke kapltaalvorming praktisch onmogelijk. De arbeldskracht fungeert daardoor overwegendals enige b r o n van i n k o m e n . En waar d b arbeidskracht door ziekte of ongeval zou kunnen wegvallen, dlent U dus - naast de gebruikeli ke dekklng - Uw arbe[dskracht a s het voornaamste te verzekeren object te beschouwen.
I
SIERSVerkoopcentrale OVERTOOM 5,5
Z)oe de m ~ ~rooIvJff~A~SEIIUU
~,Helderoord"
Helder
Hygi~nisch
Goedkoop
Zoete rode wijn f 1,55 p. fl, ~
Bourgogne C6te de Beaune f 3 , 2 5 p. fl. ALLE SOORTEN GEDISTILLEERD
SLIJTERIJ-WIJNHANDEL J. W. JONKER PRINSENGRACHT 5 9 8 A m s t e r d a m - T e l . 3 0 5 2 3 en 3 4 8 0 1
ngeevenaarae Artsenpolis Tevens verzekering van invaliditeitsrente (jaarinkomen) mogelijk De "Vita"-polis, volkomen aangepast aan de e i s e n van de m o d e r n e maatschappij, dekt op u n i e k e wljze het RISICO van de ECONOMISCHE DOOD.
Ook bij tijdelijke of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid is unieke dekkin~ mo~,eIijk.
LEVENSVERZEKERING MIJ. te ZORIC[~I Kant. v. Nederland: Alexanderstraat 21 's-Gravenhage - T e l . 01700 - 18.47.60"
9De "Vit a" biedt m e e t dan welke m a a u c h a p p l j o o L
'RAAG
INLICHTINGE
t~
Foto ,,SOLE" Cine voor:
Leica, Zeiss Ikon, Rollelflex, Kodak, Agfa enz. Deskundige voorlichfing.
Alle merken Folo-, fllmcamera's en projectoren steeds voorradig. 8 en 16 mm. geluidsfllm. Zwartwit- en kleurenfilms.
l e Constantijn
R per
I n d l e n g e w e n s t bezoeken w i j U g a a r n e a m o n z e uitgebreide c o l | e e r i e FILM- en FOTOTOESTELLEN te torten.
Huygensstraat 78 Amsterdam FOTO SOLi~ Speciale service voor folo. en fllmclubs.
E
C
E
P
T
op prima wlf houtvrij papier 10.000 stuks f 25.per 20.000 stuks f 45.-
Teief. 84608
E
N
franco huis
Speciaaldrukkerij A. Losekoot & Zn
Czaar Peterstraat 209
AMSTERDAM-O.
Telefoon 56463 (K 20)
A l t i j d een w e l k o m geschenk! Voor Verjaardag, Jubileum en andere feesteliike gelegenheden is een VULPEN een welkom geschenk. Dat geschenk dient met zorg gekozen te worden. D o o r o n z e u i t g e b r e i d e s o r t e r l n g kunnen wfi U e e n V U L P E N t o r t e n I N ELKE PRIJS e n V O O R ELKE H A N D . Uit de beroemde merken welke voorradlg hebben, noemen wli:
wij
PARKER - EVERSHARP SWAN - MONT BLANC
- PELIKAN
OSMIA
steeds
Ook zichtzendingen.
VULPEN-SPECIAALZAAK ,,VO N D E L"
AMSTELVEENSEWEG 206 - TEL. 724527
H. B. Blijdensteinlaan 20 - - ENSCHEDE Tel. 4006 (K 5420) DE ZAAK VAN STANDINO VOOR:
GELEGENHEIDSKLEDING zowel verhuur als levering
KLEDJNG NAAR MAAT MAATCONFECTIE Levering door geheel Oost-Nederland.
aanzien van de behandelde patient niet essentieel verschillend. Van arts-ambtenaarzijde verzekert men ons, en het Hoofdbestuur had daar begrip voor, dat ook voor vele arts-ambtenaren de verplichting een conflict zou medebrengen. Dr. ten Cate brengt ook de betrouwbaarheid van de bloedproef ter sprake. De door ons ontwikkelde bezwaren gaan niet in tegen de betrouwbaarheid als zodanig, want die schijnt onder deskundigen wel vast te staan, maar wel hebben wij attent gemaakt op het gevaar van af te moeten gaan op 66n laboratorium-onderzoek. Niet de betrouwbaarheid van de bloedproef maar de betrouwbaarheid van een laboratoriumonderzoek en de daarbij behorende administratie geven aanleiding tot een zekere reserve. Men moet de grenzen van zijn gegevens kennen en het is algemeen bekend en werd juist door de meeste deskundige laboratorium-al~tsen naar voren gebracht dat het laboratorium-onderzoek een grote marge van fouten medebrengt en dus pas grote waarde krijgt gecombineerd met andere gegevens. Een opmerking van gans andere aard, die ons ter ore kwam is, dat men bang is dat het standpunt van het H.B. ten opzichte van her afnemen van bloed voor het onderzoek van het alcoholgehalte, de indruk zal wekken alsof het helemaal niet inziet dat misbruik van alcohol een groot gevaar is en moet worden bestreden. Niets is minder waar. Dat alcohol-misbruik bij het snelverkeer mensenlevens kost, valt niet te ontkennen en elk weldenkend mens zal de noodzaak van bestraffing en van praeventieve maatregelen zien en daar gaarne aan medewerken. De vraag is maar of de voorgestelde middelen effectief zijn en toelaatbaar, en of de overwogen nieuwe wetgeving een verbetering is op de bestaande. Volgens de bestaande wet kan men immers duidelijke gevallen ook straffen (Art. 26). Van het begin af aan heeft het Hoofdbestuur der Maatschappij zich op het standpunt gesteld dat, indien de wetgever deze nieuwe maatregelen aangewezen zou achten, dan van artsenzijde, indien enigszins mogelijk, moet worden medegewerkt. Maar daarnaast heeft het Hoofdbestuur zijn eigen verantwoordelijkheid gevoeld voor de consequenties, voor zover die liggen op medisch en medisch-ethisch terrein. Het resultaat van dit alles is het nu, na rijp beraad, ingenomen standpunt. Als D r . ten Cate stelt, dat het Hoofdbestuur deze vraag bij zijn leden aan de orde moet stellen, dan trapt hij een open deur in. Reeds op 7 Juli komt dit in de Algemene Vergadering naar voren. En dan heeft elk lid der Maatschappij spreekrecht en kan hij het Hoofdbestuur ter verantwoording roepen. Maar het zou wel heel onjuist zijn als het Hoofdbestuur in dit spoedgeval niet de verantwoording had
willen nemen voor een gedocumenteerd en grondig bestudeerd stan,dpunt en zich had verscholen achter de Algemene Vergadering. Het Hoofdbestuur heeft zijn standpunt gekozen na langdurig en grondig overleg. Natuurlijk zijn er nu nog Nederlandse artsen die het - al of niet na grondige bestudering hiervan - anders zien. Dat is ook hun goed recht. Maar wat verstaat collega ten Cate onder ,,bet standpunt van de Nederlandse Artsen"? Als men het standpunt van de Nederlandse artsen wil weten dan vraagt men dit terech,t aan het Hoofdbestuur. Di,t geeft dan tenslotte een Hoofdbestuur-standpunt en als dit nodig is maakt het dat standpunt bekend. Daartoe heeft her van de Nederlandse artsen het recht gekregen en daartoe heeft het soms zelfs de plicht. Bij het vaststellen van het Hoofdbestuurstandpunt worden vele artsen gekend en her zijta niet de minst representatieve meningen die zo worden gepeild. Maar nogmaals, er zullen weI Nederlandse artsen zijn die er anders over denken. Als dat deze keer niet zo was dan moest er wel iets heel vreemds gebeurd zijn. Toch, als wij de reacties nagaan die ons tot nu toe bereikten, dan heeft het er alle schijn van dat het Hoofdbestuur-standpunt en her standpunt van de meeste Nederlandse artsen niet ver van elkander liggen. Als collega ten Cate vervolgens stelt ,,dat men naar zijn mening deze materie ook uit een ander gezichtshoek kan bekijken, dan dit door het Hoofdbestuur en aliens juridisch adviseur is geschied" dan impliceert dit dat col lega ten Cate meent dat het Hoofdbestuur dit vraagstuk vanuit een bepaalde gezichtshoek heeft bekeken. Maar waarop grondt hij deze veronderstelling? Het Hoofdbestuur heeft zeer serieus getraeht o m dit vraagstuk van alle kanten te bekijken. En het weet dat het zeer moeilijk is di.t objectief te doen. Maar waarom nu eenzijdigheid verondersteRt? En op grond waarvan? Mocht het op 7 Juli blijken dat de Algemene Vergadering een ander inzicht heeft dan het Hoofdbestuur dan zal daarna dit inzicht gelden als de opinie der Maatschappij. Maar absolute zekerheid krijgt men nooit, want uiteindelijk zal men in de afdelingen en zullen ook de individuele leden hog weer hun eigen beslissing kunnen nemen. Gelukkig laat de democra~tie ook in onze artsengemeenschap toe, dat het Hoofdbestuur een beslissing neemt onder goedkeuring achteraf van de Algemene Vergadering; dit is nodig o m t e kunnen werken. B ovendien blijkt her gelukkig telkens weer dat vele artsen de overtuiging hebben ,dat het beter is een advies te volgen van een Hoofdbestuur dat de zaak grondig heeft bekeken, dan af te gaan op indrukken of op losslaande argumenten. Een verder bewijs voor de democratie in ons land is dat de wetgever, alvorens de wet voor te 379
stellen, het advies heeft gevraagd, en gedocumenteerd heeft gekregem, van een groep die in dit opzicht meer of minder deskundig is. Dit advies was en is voor onze verantwoordelijkheid. De verder te nemen maatregelen in overeenstem-
ming met of tegen dit advies, zijn, zoals in een goede democratische samenleving past, voor verantwoording van de wetgever. G. Dekker, arts Secretaris-penningmeester.
Herdenking Hector Treub Woensdag 1 Augustus a.s. zal het honderd jaar geleden zijn dat Hector Treub, de grondlegger der gynaecologie in Nederland, werd geboren. Op die dag wordt in de UniversiteitsVrouwenkliniek te Amsterdam om 16 uur een herdenkingsbijeenkomst gehouden, die zal worden geopend door Prof. ten Berge, voorzitter der Nederlandsche Gynaecologische Vereeniging, waarna Dr. van Dongen, oud-assistent van Treub, een herdenkingsrede zal uitspreken. Deze wordt gevolgd door toespraken van Prof. van Bouwdijk Bastiaanse, een der opvolgers van Treub in Amsterdam en Dr. Delprat, voorzitter van bet Hector Treub-fonds. Tot deze
bijeenkomst worden alle belangstellenden uitgenodigd. 's Avonds zal een maaltijd plaats vinden, waaraan kan worden deelgenomen door de leden van de Nederlandsche Gynaecologische Vereeniging met dames en door de oud-leerlingen van Prof. Treub, zowel gynaecologen als andere artsen, met dames. Voor de deelname aan de maaltijd gelieve men zich op te geven bij Dr. J. A. van Dongen, Museumplein 9, Amsterdam. Ter gelegenheid van de eeuwherdenking tier geboorte van Prof. Treub is door Dr. van Dongen een gedenkboek geschreven, dat eind Juni zal verschijnen.
Verslag over de bibliotheek van de Maatschappij in 1955 Het is verblijdend, dat de bibliotheek van de Maatschappij in 1955 weer werd uitgebreid met 445 numrners, waarvan 205 proefschriften. De aanwinsten worden van tijd tot tijd vermeld in Medisch Contact; deze betreffen zowel oude als moderne uitgaven. Gaarne vestig ik met een paar woorden afzonderlijk de aandacht op enkele oude boeken, waarmee de boekerij werd verrijkt. In chronologische volgorde vermeld ik de hierna volgende aanwinsten. Het oudste boek, dat we dit jaar verwierven, is uit 1589: De neglecta stirpium cultura, atque earum cognitione libellus. Het is de vrije vertaling in het Latijn door Carolus Clusius van een Frans boekje door Petrus Bellonius: Les remonstrances sur le d6fault du labour et culture des plantes. Carolus Clusius (Charles de l'Esluse), geboren te Atrecht, was later na vele omzwervingen professor in de botanie te Leiden; onder zijn leiding werd de Leidse academietuin goed ingericht. Pierre Belon reisde in 1546--1549 in Griekenland, Egypte en bet Oosten, waarbij hij nauwkeurig de oude en moderne geneeskunde bestudeerde. Het genoemde werk, zijn laatste en beste, is niet alleen interessant omdat her een opsomming geeft van exotische bomen, waarvan de invoer voor Frankrijk nuttig zou zijn, doch ook een voorstel bevat aan het collegium medicum te Parijs 380
voor de stichting van een ,,Jardin d'Acclimatisation". Het boek wordt vermeld bij Hunger. Gualtherus Bruale (alias Brant), Doctor medicinae, schreef: Praxis medicinae theorica et empirica familiarissima, waarin de herkenning en de genezing der interne ziekten wordt behandeld. Een kleine honderd ziekten en ziekteverschijnselen worden beschreven en aangeraden worden ,,medicamenta nobilia saepius cum summa salute plurimorum aegrotorum a Gualthero Bru~le expecta". Deze Bru~le was een 16de eeuws medicus, over wiens levensloop weinig of niets bekend is. Hij publiceerde slechts 66n boek, dat zeer in de smaak v M en vele drukken en ook Engelse vertalingen beleefde. Het door ons verworven exemplaar is van 1612, uit de uitgeverij Plantijn--Raphelengius te Leiden, met het bekende drukkersmerk: de passer met het devies Labore et Constantia. Een belangrijke aanwinst was een bijzondere uitgave van het bekende werk van Johan van Beverwijck: Schat der Gesontheijt, n.1. die ,,Met verssen verciert door Heer Jacob Cats, Eerste Raedtpensionaris der Stadt Dordrecht ende Curateur der Universiteijt tot Leijden", verschenen in 1636. Volgens Dr. E. D. Baumann, de kenner van van Beverwijck, een der zeldzaamste uitgaven van v. B.'s Schat der Gesontheijt.
Hct boek is met alleen ,,met verssen verclert", doch ook met verscheidene gravures.
post curas posteriores novus, opgedragen aan de leden van de Parijse Koninklijke Academie van Wetenschappen, waarvan Ruysch ook lid was en tenslotte Thesaurus animalium primus, opgedragen aan Johan Willem, keurvorst van de Rijnpalts, bij wie de dochter van Ruysch hofschilderes was. Frederik Ruysch werd 92 jaar ('s-Gravenhage 23 Maart 1638--Amsterdam 22 Februari 1731). Hij was hoogleraar in de anatomie t e Amsterdam en verkreeg een grote vermaardheid door zijn methoden o m de fijne bloedvaten op te spuiten en om anatomische praeparaten te conserveren. Hij heeft veel gepubliceerd. Tussen 1701 en 1716 verscheen in 10 delen de Thesaurus anatomicus, later nog door andere stukken gevolgd. Ruysch had een prachtig anatomisch cabinet. Een gedeelte van zijn verzameling verkocht hij aan Czaar Peter de Grote en een ander deel aan Stanislaus, koning van Polen.
Verder werd de boekerij uitgebreid met een Duitse vertaling van een werk van Stephanus Blankaart: Collectanea medico-physica, oder holl~indisch Jahr-Register sonderbahrer Anmerckungen, die so wol in der Artznei-Kunst als Wissenschaft der Natur in gantz Europa vorgefallen. Theil I - - I I 1 (1680--1682). Zusammen getragen durch Steph. Blankaart. Aus dem Holl. in das Hoch-Teutsche tibers, durch Tob. Peucer. Leipzig 1690. Stephaan Blankaart (i650--1702) had een grote praktijk in Amsterdam. Zijn beste werk is Lexicon Medicum Graeco-latinum, waarvan meer dan 20 edities bestaan. De collectanea medico-physica is her laatste werk van Blankaart. Over het goud schreef in 1694 Johannes Ludovicus H a n n e m a n n een boek: Ovum Hermetico-Paracelsico-Trismegistum i.e. Commentarius philosophico-chemico-medicus in quandam epistolam Mezahab dictam de auro. Et historia philosophico-chemico-medica de eodem metallo nativo et artificiali. In quo et 108 quaestiones chemicae ab excellentissimo D.D. Morhofio propositae ab autore solvuntur. H a n n e m a n n is 25 October 1640 in Amsterdam geboren. Oorspronkelijk was hij bestemd voor de theologie, later werd hij medicus. Hij praktiseerde in Holstein en Hannover. In Kopenhagen behaalde hij de graad van Doctor en in 1675 werd hij professor in de physica te Kiel. Dit anabt bekleede hij 50 jaar.
Verder werd de boekerij uitgebreid met een tweetal dissertaties, in 1740 en 1741 verdedigd aan de Hoogeschool te Harderwijk. In 1740 verkreeg A b r a h a m Moorenvliet uit Medemblik de doctorstitel op een proefschrift: De spiritibus nervorum, en in 1741 Joachim van Oldenzee op zijn Disputatio medica inauguralis: De succo nervoso, tijdens her rectoraat van de geneeskundige Johannis de Gorter. Het hierna te noemen boek heeft voor onze bibliotheek alleen betekenis omdat bet in Amsterdam is uitgegeven: La Callip6die, ou la mani6re d'avoir de beaux enfans, po6me didaetique. Het is een vrije vertaling in Franse verzen van een Latijns gedicht door de medicus Claude Quillet (1602--1661). De vertaling uit het Latijn is van Lancelin de Laval; dit werk werd tot in de 19de eeuw uitgegeven, onze editie is van 1774. Het is knap een gedicht van een paar honderd bladzijden in Latijnse hexameters te schrijven over de manier om mooie kinderen te krijgen.
Van de Engelse vertaling van Boerhaave's Aphorismi de cognoscendis et curandis morbis verwierven wij de eerste uitgave, uit het jaar 1715: Boerhaave's Aphorisms concerning the Knowledge and Cure of Diseases. Het is een vertaling van de Latijnse editie ,,with useful observations and explanations, by J. Delacoste, M.D." Van deze Engelse vertaling bezat onze bibliotheek reeds de uitgaven van 1724, 1735 en 1742, doch nog niet de eerste van 1715. Behalve een voorwoord van de vertaler is er een voorwoord van Boerhaave zelf. Hij verontschuldigt de beknoptheid en de mogelijke onduidelijkheid en hij constateert nadrukkelijk, dat de aphorismi alleen bedoeld waren voor zijn leerlingen, o m te dienen als de text voor zijn jaarlijkse colleges.
In 1776 verscheen Bijbelsche Medicus, of Schriftuurlijke Geneeskundige; behelzende eene opheldering tier Heilige Schrift uit de geneeskundige wetenschappen. Het is een vertaling door Ernst Zeijdelaar van een Duits werk van Joh. Jac. Schmidt, predikant te Peest en Palow, oorspronkelijk verschenen in 1743. Het bestaat uit drie delen: Bijbelsche Physiologie, Bijbelsche pathologic of ziektekunde en Bijbelsche diaetetica en therapeutica of levensregeling en eigenlijke geneeskunde. Alles is ,,nauwkeurig, regelmatig en volledig beschreven, en tot beter verstand van de ziekten, in den Bijbel voorkomende, duidelijk verklaard, en, op vele plaatsen, bondig toegepast"~
Vervolgens drie uitgaven van de beroemde Frederik Ruysch in ~6n band. Wij verwierven Curae posteriores, seu Thesaurus anatomicus omnium praecedentium maximus, opgedragen aan Czaar Peter van Rusland, gevolgd door Curae renovatae, seu Thesaurus anatomicus, 381
Weer verwierven wij een andere druk van de Nederlandse vertaling van Cajus Plinius secundus: ,,C. Plini Secundi des wijdvermaarden Natuurkundigen vijf Boeken'. In 195I kwam in de boekerij de uitgave van 1733, in 1953 die van 1657 en thans de editie van 1776, verschenen te Amsteldam, bij de Erve H. van der Putte en B. Boekhout, Papier- en Boekverkopers op 't Water, in de Lootsman. Aan het begin van het boek is weer opgenomen een Nederlandse vertating van het bericht van Cajus Plinius bij zijn werk, dat dit een verkorting is van het grote werk van Aristoteles, gemaakt op bevel van den G1oten Alexander. En yerder een bericht van hem, die deze druk bewerkte: ,,Aen den naeuw-keurigen Leser. Dat Plinius, Aristoteles en meer andere oude Schrijvers (in desen Boek aangewesen) somtijds eenige misslagen (in 't beschrijven der natuurlijke dingen) gehadt hebben, bevinden wij door ervarenheyt, dat is geschiedt door onkundigheid der dingen, of door quaat bericht van andere aan haar gedaan, want wij bevinden door onse toffelijke Scheep vaarten, over de gantsche werelt, sommige dingen heel anders als sy schryven. Wij hebben dan in desen Druk het oude in sijn wesen gelaten, en van het gene wy anders bevonden hebben of onderricht zijn, als mede het geen daar de Oude niet van geweten hebben (gelijk het meestedeel van Oost-Indien en geheel West-lndien by haar noch onbekend was) dat hebben wy hier by gestelt, met de Autheuren die het beschryven, zynde met een andere letter gedrukt." Tenslotte verkregen we uit het Engels vertaald en te Amsterdam in 1824 uitgegeven: ,,Tafereelen der broosheid van het menselijk verstand of karaktrekken, anecdotes en bijzonderheden der krankzinnigen, die zich tegenwoordig bevinden in het Bethlehemhospitaal te L o n d e n ' . De namen van schrijver en vertaler worden niet vermeld. Meer dan 140 gevallen van krankzinnigheid worden uitvoerig beschreyen; opvallend is dat naam en toenaam, leeftijd en woonplaats der ongelukkigen volledig worden vermeld. Dwangbuis en boeien werden zoreel mogelijk vermeden. De aanwinsten werden deels door aankoop deels door schenking verworven. De namen der schenkers volgen hieronder: Algem. Ziekenfonds Ziekenzorg Amsterdam; Dr. J. L. Arndt; Prof. Dr. J. H. v. d. Berg; Dr. G. Th. v. Beusekom; Bibliotheek der R.K. Universiteit, Nijmegen; Dr. J. G. W. F. Bik; Dr. L. A. Boer6; Dr. P. Boeynaems; Dr. A. J. Bonne; Prof. Dr. Joh. Booy; Dr. J. F. L. van 382
Breemen; Dr. J. I . Buma; Dr. A. B. Bijnen; Dr. A. Cats; Dr. R. S. ten Cate; Dr. C. W. Christiaanse; Dr. J. F. Crul; W. F. Daems; F. F. M. Dingemans; Prof. Dr. J. E. Dinger; Dr. F. B. M. G. van Ditzhuyzen; Dr. H. Doorenbos; Prof. Dr. A. C. Drogendijk; Prof. Dr. J. A. M. J. Enneking; Dr. A. Evrard; Dr. J. S. Faber; Dr. J. F. Folkerts; Dr. G. P. Frets; Dr. H. H. van Gelderen; Dr. P. F. R. M. Ghysbrecht; Dr. J. Goslings; Prof. Dr. J. H. de Haas; Dr. Th. Hart de Ruyter; Prof. Dr. C. den Hartog; Dr. Mr. F. M. Havermans; Dr. K. Hazenberg; Prof. Dr. L. van der Horst; Dr. B. Hylkema; Dr. M. de Jong; Dr. G. H. Jonkers; Dr. C. K. J. Kaayk; J. H. J. van der Kamp; Mej. Dr. J. G. Kapsenberg; E. C. J. F. Kleiner; Dr. J. A. Klein Swormink; Dr. G. J. Kloosterman; Kon. Vlaamse Akademie voor Geneeskunde van BelgiE; Dr. R. Korteweg; Dr. T. Kralt; Dr. W. Kramer; Dr. R. J. H. Kruisinga; Dr. E. H. la Chapelle; Mevr. Dr. A. J. de Leeuw--Aalbers; Dr. H. A. van Leeuwen; Dr. Lie Khing "l-ing; Dr. Chr. H. W. Lceksma; Dr. E. S. J. van Lier; Prof. Dr. G. A. Lindeboom; Dr. G. J. Lubbers; Dr. A. G. Maathuis; Dr. A. Melchior; Fr. J. Mellink, arts; Prof. Dr. A. Th. L. M. Mertens; Dr. J. Meyer; Dr. H. W. B. Michgelsen; Dr. J. Nauta; Dr. F. A. Nelemans; Dr. H. R. wm Noort; A. C. H. M. de Nooyer, arts; B. Nout, arts; Dr. J. K. Pameyer; Dr. P. Peverelli; Physiol. Laboratorium, Utrecht; Dr. R. Pierloot; Dr. A. Poslavsky; Prof. Dr. J. J. G. Prick; Prof. Dr. A. Querido; Dr. J. Reepmaker; D r . C. R. Ritsema van Eck; Rijksmuseum voor de Geschiedenis der Natuurwetenschappen; Rijksverzekeringsbank, Medische Dienst, Amsterdam; Dr. L. Schaap; Dr. A. Schierbeek; C. J. Schmeink, arts; Dr. P. H. Schmidt; Dr. H. J. Sluiter; Dr. C. C. Sluyter; Dr. J. H. Sypkens Smit; Prof. Dr. H. A. Snellen; J. Steenhuis; Dr. F. A. Steensma: Dr. H. W. Stenvers; Stichting Nat. Luchtvaart-Geneesk. Centrum, Soesterberg; Prof. Dr. L. A. M. Stolte; Ned. Tijdschr. v. Geneeskunde; Dr. D. R. Ubbens; L. J. Vanderwiele; Prof. Dr. J. v. d. Veen; Prof. Dr. A. J. H. Vendrik; Vereen. v. Kathol. Ziekenhuizen, Den Haag; Dr. A. D. Verhagen; Prof. Dr. J. D. Verlinde; Dr. K. v. d. Vis; Prof. Dr. P. A. Vos; Dr. R. J. Warringa; Prof Dr. D. Wiersma; Mevr. Dr. G. A. Witkop--Oostenrijk; Dr. D. Wotvius; Dr. T. L. K. Zeldenrust. Aan hen zijn wij dank verschuldigd. Moge hun Voorbeeld aansporen tot navolging. De bibliotheek deelde in de moeilijkheden van de Universiteitsbibliotheek, waarin onze boekerij als bruikleen is opgenomen. Wanneer over enige jaren de Universiteitsbibliotheek beter gehuisvest zal zijn, zal zonder twijfel ook onze mooie
en grote boekerij, het kostelijke en kostbare bezit wm de Maatschappij, daarvan profijt trekken. lk wil eindigen met ccn woord wm dank voor zijn onvermoeide zorgen aan mijn mede-
werker de heer van der Linden, conservator van de Bibliotheek. J. A. van Dongen, Bibliotheearis.
VAN HET CENTRAAL BESTUUR DER LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING Tarief voor huisartsenhulp aan ziekenfondsverzekerden Algemeen Bij de inwerkingtreding van de nieuwe honorering voor geneeskundige hulp aan ziekenfondsverzekerden is tevens in werking getreden een verrichtingstarief voor genees- en artsenijbereidkundige hulp, verleend aan verzekerden, die tijdelijk buiten htm woonplaats vertoeven (zie M . C . d . d . 15 December 1955, no. 50, pag. 818 en 819). Aangezien dit tarief bij de toepassing in de praktijk nog een aantal vragen voor de ziekenfondsen heeft opgeworpen, is over dit onderwerp nog nader overleg gepleegd in de onderhandelingscommissie zieken fondsen/huisartsen, waarbij enige verfijning van die regeling tot stand is gebracht. Mede met het oog op het thans ingetreden vacantieseizoen wordt daarom deze gehele regeling hieronder in extenso weergegeven. Het Centraal Bestuur verzoekt de leden daarvan wel goede n o t a t e willen nemen.
buiten de woonplaats
afstandsvergoeding beperkt tot twee retourkilometer. c. Indien de huisarts tijdens 66n rit meerdere bezoeken, welke voor afstandsvergoeding in aanmerking komen, aflegt, berekent hij voor al deze bezoeken slechts de afstandsvergoeding, geldende voor het bezoek aan de verstaf verblijvende verzekerde. Deze afstandsvergoeding verrekent hij naar billijkheid met de door hem bezochte verzekerden. d. Indien bovenstaande regeling inzake afstandsvergoeding als gevolg van bijzondere praktijkomstandigheden voor een huisarts tot grove onbillijkheid leidt, kan deze huisarts daarvan afwijken. In zo'n geval geeft hij op de nota, welke hij aan de patient geeft, summier aan, waarom van de algemene regel is afgeweken.
3.
Tariet artsen(ibereidkundige hull)
a. Voor geneeskundige hnlp, verleend aan een verzekerde, die buiten zijn woonplaats vertoeft, declareert de huisarts aan die verzekerde: f 2 , 5 0 voor een bezoek van de verzekerde aan de arts; f 3 . - - voor een bezoek van de arts aan de verzekerde; b. De sub a genoemde bedragen worden verdubbeld voor bezoeken tussen 20 en 8 uur of op Zondag.
a. Voor artsenijbereidkundige hulp, verleend aan een verzekerde, die buiten zijn woonplaats vertoeft, declareert de apotheekhoudend huisarts aan de verzekerde (ongeacht of al dan niet geneesmiddelen zijn afgeleverd) een bedrag, overeenkomende met 2 5 % van de sub 1, onder a, aangegeven bedragen (de verdubbeling van deze bedragen als bedoeld sub 1, onder b, is ten deze irrelevant). Bij aflevering van geneesmiddelen, voorkomende op de lijst van bijzondere geneesmiddelen, welke de ziekenfondsen boven het abonnementshonorarium aan apotheekhoudende huisartsen vergoeden, worden deze middelen afzonderlijk aan de verzekerde berekend.
2.
N.B.
1.
TarieJ geneeskundige
hull)
Atstandsvergoeding
a. De sub 1 genoemde bedragen mogen voor wat betreft bezoeken van de arts aan de verzekerde worden verhoogd met f 0,50 per retourkilometer voor elke kilometer, welke de verzekerde verblijft buiten een cirkel met een straal van 4 kilometer, het dokterhuis tot middelpunt hebbende. b. Indien de verzekerde echter verblijft buiten een cirkel met een straal van 6 kilometer en de afstand van de verblijfplaats van de verzekerde tot de woning van een andere huisarts minder bedraagt dan 6 kilometer dan wordt voormelde 383
Het Centraal Bestuur vestigt echter vooral de aandacht op het felt, dat de honoraria en vergoedingen volgens bovenstaande regeling aan de verzekerden moeten worden gedeelareerd en mitsdien ook door deze verzekerden zelf moeten worden voldaan. De huisarts wake dus ervoor, dat zijn declaraties zoveel mogelijk ?z contant door deze verzekerden worden votdaan, althans voldaan zijn, alvorens zij terugkeren naar hun woonplaats. Dit kan de huisarts veel last en schade besparen. Aangezien de verzekerden onmiddellijk n a htm te-
rugkeer in hun woonplaats de door hen gemaakte dokterskosten volledig van hun ziekenfonds kunnen terugvorderen, behoeft de huisarts - - vooral wanneer hij de verzekerde op diens voormelde terugvorderingsrecht wijst - dus geen schroom te koesteren aanstonds tot inning van de door de verzekerde verschuldigde honoraria, als hierboven vermeld, over te gaan, tegen afgifte van gespecificeerde kwitantie. De huisarts late zieh derhalve niet ertoe verleiden o m zijn declaratie rechtstreeks aan het ziekenfonds, waarbij de verzekerde is aangesloten, toe te sturen. Dat ziekenfonds heeft
aan de huisarts niets te vergoeden; wel aan de verzekerde, tegen overlegging door laatstgenoemde van de gespecificeerde kwitantie, welke hij van de huisarts heeft ontvangen. Men houde derhalve steeds in gedachten, dat verzekerden buiten de woonplaats de declaraties zelf behoren te voldoen. C. Landheer, Arts, Voorzitter L.H.V. M. C. Polderman. Arts, Secretaris L H . V . Amsterdam. 18 Juni I956.
VAN HET CENTRAAL BESTUUR DER LANDELIJKE SPECIALISTEN VERENIGING Verslag van de eersfe gewone ledenvergadering van de Landelijke Specialisten Vereniging in her jaar 1956 op 9 Juni N a de openingsrede van de Voorzitter, collega van Nieuwenhuizen, die U elders in dit blad afgedrukt vindt, volgde het app~l nominaal, de goedkeuring van de notulen en van het jaarverslag van ondergetekende, de goedkeuring van het jaarverslag van de penningmeester en dgcharge van deze. Als nieuwe bestuursleden werden gekozen coll. van Balen uit Rotterdam en coll. Hamminga uit Zuidlaren, terwijl coll. Hoekstra met algemene stemmen werd herkozen. De scheidende bestuursleden, coll. van Leeuwen uit Maarn en coll. Rietema uit Groningon werden door de Voorzitter uit naam van de L.S.V. dank gebracht voor het vele, belangrijke werk dat door hen voor de L.S.V. werd gedaan. Coll. van Leeuwen heeft onder meer in het jaar 1955 het voorzitterschap waargenomen onder moeilijke omstandigbeden, terwijl coll. Rietema zeer deskundig de stem van bet Noorden vertolkte in het Centraal Bestuur. De L.S.V. is aan deze scheidende bestuursleden veel dank verschuldigd. Hierna werd aan de orde gesteld punt 12: Contr6te op de verwijzingen naar de R6ntgenoloog. Door de vergadering werd accoord gegaan met een eontrSle door de controlerend geneesheer van her ziekenfonds, achteraf, op de medische noodzaak der verwljzingen. Hiervoor zal een ander type verwijsformulier naar de R6ntgenoloog worden ingevoerd, waardoor deze contrSle mogelijk gemaakt wordt zonder de administratie van de verwijzende specialist te verzwaren. Accoord werd gegaan (ha enige diseussle) met een eontinuering van de bestaande honoreringsregeling met de ziekenfondsen over de tweede
helft van 1956. Voorts eveneens met een voorstel om ook in 1956 I0/00 in te houden van het ziekenfondsinkomen als bijdrage in de kosten van de economische enquire. Aangezien deze e,,.quSte pas in December geheel gereed komt. moet er rekening mee worden gehouden dat ook voor tenminste een deel van het jaar 1957 gewerkt zal moeten worden met een interimregeling. Met het voorstel, een onderzoek in te stellen naar het aantal bedden, beschikbaar per specialist. werd accoord gegaan. Vervolgens deelde de Voorzitter mede dat het Centraal Bestuur her na de uitslag van de stemming in de vorige ledenvergadering niet gewenst achtte over te gaan tot !nstelling van een kas voor bijzondere noden, gezien ook de administratieve bezwaren hieraan verbonden. Bij de rondvraag vestigde coll. Speleers (Maastricht) de aandacht op het jaarverslag van de Redactieraad van Medisch Contact. Her beleid hierin uitgestippeld zou z.i. tot ongewenste consequenties kunnen leiden. Ook het niet-plaatsen van enkele ingezonden stukken van spreker verwonderde hem ten zeerste. De Voorzitter zegde toe n a bestuderlng van bet betreffende jaarverslag dat juist op de morg e n d e r vergadering was verschenen, dit in het Dag. Bestuur van het H.B. aanhangig te maken. Vervolgens werd de dank voor de prettige vergadering en de uitstekende leiding ervan uitgesproken door de Voorzitter der Maatschappij en namens de vergadefing door coll. de Groot (R'dam). Met het aanbieden van een borrel in verband met her tweede lustrum der L.S.V. werd de vergadering besloten. 384
ALTENA-DIEETKAAS bereid met Natrium vrij dieetzout inplaats van keukenzout
ALTENA
- DIEETKAAS
Du~ M ~ vRovWTje. vooP.koPt~ ~,E~OEI:'r 0 WE~r~EN~ O~eo.usT oveR.
is:
een speciaal product, gewone Volvefle kaas, met of zonder komijn, kan geleverd worden in: Lunchkaasvorm van V2 en 1 kg en in Goudavorm van • 4V2 k 9
~t.k E E'N .... ~ / E l t4 t t~ Z o~t'r
9uS:
Vraagf inlichfingen bij: De enige fabrikant van
Pt /~t~T~ el ~ a g t~.t) Stilt
Ook excellent blj normaal gebruik
ALTENA.DIEETKAAS
Brinker's Margarinefabrieken N.V.
Z0ctcrmcer
Co6p. Zuivelfabriek ,,A L T E N A" NIEUWENDIJK (N.Br.) - - T e l e f . O 1834-303
Rotersept
met ~let nieuwe desznfectam chl00rhexidine
~,
Met Rotersept staat thans een praeparaat ter be. schikking waarmede de pathogene moud- en keelttora met succes bestreden kan wordcn. In hot pLysiologische milieu van mond- en keelhohc haudhaaft chloorhexidine volledig zijn onovertroffen antibacteri~le activiteit. Speeksdmonsters afgenomen na het zuigen van een Rotersept-tablet zljn in staat een cuhuur van b.v. vele millioehen ~-haemolytische streptococcen binnen enkele minuten te doden. Rotersept veroorzaakt geen resistentie, nbeh sensibilisatie. Rotersept is daarom bij uitstek geschikt voor de desinfectie van moud- eu keelhohe o.a. bij persistente bacillendragers, beginnende tonsillitiden, pharyngitiden, ocsophagitiden en prophylactisc]] bij gevaar voor besmetting. Rotersept hexidine
bevat per zuigtablet 2 mg chloor(bis-p-chlorophenyldiguanidohexaan)
Verpakklngen: 30 en 1000 tabletten. Monster en literatuur op aanvraag.
CI ~ - - ~ N H . C .
\
/
NH.C. NH(CHz)e NH.C NH.C N H . ~ / ~ N ~
N~
NH
NH
O
NH
pharmaceutische fabriek Roter Hilversum
Holland
LevensmiddelenbedrijfR. Bening Haaksbergerstraat 320 - Enschede Tel. 2954(K5420)
Fa. L. KERN & ZOON
Erkend Hauser-huls, ~evering dieet-kazen en andere
dieet artikelen volgens voorschrilten van de H. H. Medici.
O. S. W O U D A
- HENGELO [0.]
De WetstroaI 38--40 -
Telefoon 2536
Maat- en Orthop. sch0enmakeri j Erkend
Ziekenfondsleverancier.
Voor elk gezicht een passende BRIL
VAN GALEN OPTIEK Sarphatipark 46 - Amsterdam - Tel. 716960
GERESERVEERD voor de
FIRMA
J. V O G E L Z A N G
Weteringschans
2 21
Amsterdam Telefoon 3 8 4 3 1
Nieuwendiik 231
Tel. 46677
Hoofdweg 478
Tel. 122936
AMSTERDAM steunzolen volgens gipsmodellen elastieken kousen orthopaedische corsetten en apparaten
FIRMA F. W. H. HARMSEN Orthop. en M a a t w e r k - S c h o e n e n E e r s t e klas R e p a r a t i e - i n r i c h t i n g S t e u n z o l e n n a a r maat
(ook voor de Fondsen) P E R I K W E G 76-78 - TEL. 2997 (K 5420) ENSCHEDE
Assurantiekantoor I
/
/.
,,in[ermealalr
.
II
HYPOTHEKEN - - CREDIETEN FINANCIERING - - PRAKTIJKOVERNAME AUTOFINANCIERING Weth. Nijhuisstraat 43 - Enschede Telefoon 6 5 4 8
(K 5 4 2 0 )
ROOS& HIJDAH I ='~176176176
'~ vloer.n en vloerbeclekking STADHOUDERSKADE 155 - AMSTERDAM Telefoon K 20--714241m717618 V o o t het leveren en vakkundig leggen van:
RUBBER - PLASTIC -LINOLEUM -H O U T - EN K U R K P A R K E T C O L O R I T E - - C O L O V I N Y L - - V I L T T A P I J T - - MOQUETTE EH ZUUR-, LOOGEN O L I E B E S T E N D I G E VLOEREN EINDHOVEN
L, a rrosseri e fa I rJ e I H.H. MEDICI
Hoefkestraat 52 b Telefoon 2013 (na 6 uur Tel. 2376)
Modernsle Auto Moffel. en SpuJtcabine in N e d e r land
Een g o e d e s c h r i j f m a c h i n e is ook in Uwpraktijk onmisbaar. Mogen wij U g e h e e l v r i j b l i j v e n d U w e r z i j d s een portable op zicht zenden? Wij leveren a l l e m e r k e n , ook in standaard. Inruil - Reparatie - V e r z e n d i n g d o o r g e h e e l N e d e r l a n d .
KANTOORMACHINEHANDEL
.PRECISIA",
Prinsengracht 53 t - Amsterdam - Tel. (K20) 31427 (ne 6 uur 95633).
De Specialist in de branding*) lnleiding: Het kan belangrijk zijn van tijd tot tijd een balans op te maken van de vorderingen en de verliezen die een individu, of een groep van individuen, gemaakt of geleden heeft in het nooit stilstaande, steeds wisselende, en op het ogenblik zelve zo moeilijk te analyseren maatschappelijk tijdsbeeld. Ik hoop, dat ik in staat zal zijn in enkele wat ruwe lijnen voor U een schets te geven van de positie van de artsen, en in het bijzonder de specialisten, zoals ik die op dit ogenblik, dat wil dus zeggen medio 1956, zowel in maatschappelijk als in wetenschappelijk opzicht zie; en tevens, dat U na de voltooiing van deze onvolmaakte tekening ongeveer dezelfde indruk zult krijgen als bij het kijken naar de tekenaar op de Dam, die ook vaak met enkele details begint, terwijl men, wanneer hij zijn werk heeft be~indigd, moet zeggen: ,,Ik had toch niet gedacht, dat er hog zo'n aardig schilderijtje uit te voorschijn zou komen." Evenals bij alle intellectuele beroepen bevindt de arts, (en vanmiddag geven wij onze aandacht in het bijzonder aan de specialist,) zich in de branding van een tijdsgewricht, dat gekenmerkt is door een sterk versnelde technische ontwikketing, en de sociale verschuivingen die daarmee gepaard gaan en grotendeels daarvan het gevolg zijn. Deze versnelde technische ontwikkeling heeft niet nagelaten op het beroep van de specialist een grote invloed uit te oefenen. Laat ik U enkele factoren, die hun uitwerking hebben op de dagelijkse arbeid, noemen. In de eerste plaats dan de voor de verschillende specialismen zich steeds uitbreidende, steeds ingewikkelder wordende, maar hierbij ook steeds kostbaarder, technische apparatuur, die bet soms voor de vrij gevcstigde specialist onmogelijk maakt, zich deze voor eigen risico aan te schaffen, waardoor hij gedwongen wordt de apparatuur te gaan zoeken in grotere instellingen, die deze wel kunnen bekostigen. In de tweede plaats brengt de technische ontwikkeling mede, dat enkele onderdelen van bepaalde specialismen afgescheiden worden van het moederspecialisme, mede omdat de ingewikkelde apparatuur het economisch onverantwoord maakt, deze onbeperkt overal op te stellen. Bovendien maakt de snel voortgaande technische vooruitgang het noodzakelijk, dat de medici in verschillende onderdelen van hun beroep hulp vragen aan de beoefenaars van andere beroepen; ik noem U in de eerste plaats de physici en de chemici; waardoor een deel van hun werk wordt overgedragen aan andere academici. Dit betekent een verrijking van het spe-
cialisme, maar de uitoefening daarvan wordt daardoor gecompliceerder. Zonder twijfel zal zich deze procedure in de toekomst voortzetten. Op zich zelf brengt de technische ontwikkeling en verdieping mede, d a t e r enkele specialismen zijn bijgekomen. Ik noem U bijvoorbeeld de endocrinologie met het zeer uitgebreide laboratoriumwerk. Tenslotte, en dit is een geheel andere zijde, komt de specialist in contact met beoefenaren van beroepen, die de grenzen van het medisch beroep overlappen. Bijvoorbeeld de psychologie (de afbakening van de arbeidsgebieden is in dit opzicht nog allerminst voltooid), en de vele vormen van sociale wetenschappen. Evenals de arts krijgt de specialist immers bovendien in toenemende mate te maken met de ontwikkeling van de sociale geneeskunde, de bedrijfsgeneeskunde, en de praeventieve geneeskunde. Daarnaast brengt de veel ingewikkelder medische diagnostiek mede, dat contact moet worden gezocht met andere specialisten, waardoor de z.g. groepsvorming of het ,,teamverband" ontstaat, dat zonder twijfel een verrijking inhoudt van de medische kennis, maar dat aan de andere kant het gevaar in zich draagt v a n een depersonalisatie van de behandeling, omdat in dit geval het team de verantwoordelijkheid voor de behandeling draagt, en de patient dus in het onzekere kan zijn, wie in de laatste instantie voor hem de behandelend medicus is. U ziet aan de hand van deze voorbeelden reeds, dat maatschappelijke en wetenschappelijke factoren onafscheidelijk met elkaar verbonden zijn. De sociale verschuivingen, die gepaard gingen met de eerste technische revolutie in de tweede helft van de 19e eeuw brachten een groepering van de werknemers met zich mede, die (en ik geef toe dat dit een niet geheel juist beeld is) geleid heeft tot de organisatie van deze werknemers in verbanden, die ook hun uitdrukking vonden in het ziekenfondssysteem. Daardoor kwamen de artsen te staan tegenover georganiseerde groepen van potentiEle patiEnten, die zich in ziekenfondsen hadden verenigd. Terwijl vddr die tijd de arts vrij was, of althans in naam, en zijn beroep uitoefende zoals hem dit goed voorkwam (vele folkloristisch getinte verhalen Zijn hierover immers nog in oreloop) kreeg deze beoefenaar van een vrij beroep *) Rede van de Voorzitter van de L.S.V.. Dr. C. L. C. van Nieuwenhuizen, op de Algemene Ledenvergadering van de L.S.V. op 9 Juni 1956. 385
in de loop van de tijd te maken met een geor ganiseerd syteem, waarin vertegenwoordigers van de verzekerden onderhandelingen gingen voeren omtrent de wijze, waarop de geneeskunde in ziekenfondsverband moest worden georganiseerd. De positie van de arts in de huidige maatschappij kan men van drie~rlei standpunt uit bezien. In de eerste plaats is hij een academicus, laat ons ditmaal zeggen een intellectueel, die evenals alle andere intellectuelen zich teweer heeft te stellen tegen de grote massa, die het intellect niet altijd welgezind is, al moet men erkennen, dat men in de daarvoor verantwoordelijke kringen begrip vindt voor de moeilijkheden, aan de intellectuele beroepen verbouden. In de tweede plaats maakt de arts een deel uit van de middenstand, en is hij dus gebonden aan de verschuivingen, die deze groep door~ maakt in de loop van de laatste halve eeuw, terwijl hij in de derde plaats een beoefenaar is van de beperktere groep van intellectuele werkers, die een z.g. ,,vrij beroep" uitoefenen. Het is zonder twijfel een feit, dat de middenstand een moeilijke tijd doormaakt, al lijkt deze op 't ogenblik door de hoogconjunctuur wellicht war rooskleuriger dan deze in werkelijkheid is. Toch heeft de nivellering meegebracht, dat de afstand van de middenstand tot de arbeidersklasse belangrijk geringer is geworden, en dat niet alleen, zoals de brochure ,,Het vrije beroep van de Arts" meent, doordat de welstand van de arbeider is toegenomen, maar evenzeer doordat de koopkracht van de middenstand belangrijk is afgenomen. Wanneer deze brochure stelt, dat het toekomstig beeld zal zijn: ,,Stijgende welvaart voor de volksgemeenschap, en grotere absolute welvaart voor iedere groep, met geringere welvaartsverschillen dan voorheen" dan moet men vaststellen, dat deze constatering slechts zal opgaan, wanneer de middenstand en de intellectuele werkers, en die van de vrije beroepen in het bijzonder, zich daartegen niet teweer zullen stellen. W a a r o m een dergelijke denivellering noodzakelijk is, hoop ik U straks nog toe te lichten. Ik ben mij bewust, dat het een hachelijke zaak is hier enige woorden te zeggen over het vrije beroep. Er heerst over deze term een controverse. Voor een aantal schrijvers over dit onderwerp houdt de term ,,vrij beroep" slechts in de ,,vrijheid in het beoefenen van het beroep", en zij stellen deze vrijheid als essentieel, en wijzen op de gevaren, die een beperking van de vrijheid in het beoefenen van het beroep meebrengt, zoals tijdens de oorlog voor de Duitse artsen bijvoorbeeld is gebleken. Wanneer de hierboven genoemde brochure
~telt, dat beperking van de vrijheid van het beroep niet 66n pricipieel belangrijk ding is, waartegen de artsen te velde trekken, ,,maar een hoeveelheid grotere en kleinere veranderingen". dan kan ik het daarmee niet eens zijn. Ik meen, dat de kwestie van her vrije beroep een essentieel vraagstuk is in onze huidige maatschappij, en dat deze niet samenhangt met een groter of kleiner aantal beperkingen in her uitoefenen van hot beroep etc., maar dat de vrijheid van her beroep staat of valt met de definitie, die Mr. J. G. Kramer daaraan heeft gegeven: ,,Een vrij beroep is een beroep, waarvan de uitoefening in de eerste plaats gericht is op het verlenen van deskundige bijstand in geestelijke, lichamelijke of juridische hood, en voor de goede uitoefening waarvan in verband daarmee de geestelijke, juridische en economische vrijheid van de beoefenaar noodzakelijk is." Dit is dus een absolute maatstaf, die echter i-~ maatschappelijk verband aan beperkingen op juridisch en economisch gebied onderhevig is voor ons specialisten. Van der Mandele heeft vervolgens, zeer juist, gesteld, dat een essentieel deel van het vrije beroep bijv. gelegen is in het berekenen van het honorarium naar draagkracht. Dit is een wijze zelfbeperking, die well icht hog historische gronden heeft. Wanneer de brochure ,,Het Vrije Beroep van de Arts" op pagina 25 de noodzakelijke vrijheden opsomt zoals: de verhouding van vertrouwen tussen arts en patient, en de voile verantwoordelijkheid van de arts voor zijn beslissingen, dan zijn hierin enkele essentiEle vrijheden gegeven. Dat hiertegenover wordt gesteld dat van de zijde van de gemeenschap deze vrijheid haar grenzen heeft, en dat een contr61e op plichtsbetrachting, ,,die iets verder gaat dan het bestrijden van aperte misbruiken wenselijk is", is een aanvechtbaar standpunt, voor zover deze contr61e niet uitgeoefend wordt door de beroepsgenoten zelf. Dit genieten van vrijheid in geestelijk (en) economisch aspect is zo essentieel voor de beoefenaar van een waarlijk vrij beroep, dat deze daarom de sociale zekerheid niet zou aanvaarden, wanneer daarmee de vrijheid van beroep in ernstige mate beperkt zou worden. De beoefenaar van het vrije beroep zal geen afstand doen van dit geboorterecht voor de schotel linzen van de sociale zekerheid. Op die gronden hebben terecht de artsen vroeger een pensioenregeling, aangeboden van de zijde van de ziekenfondsen, afgewezen. Op diezelfde gronden is het onjuist het honorarium van de arts te bezien in het licht van de laatste loonronden. (Een ander vraagstuk is, of het honorarium niet rekening moet houden met bet indexcijfer van de kosten van het levensonderhoud, omdat in ieder honorarium een kosten-
386
factor en een werkelijk ereloon is verdisconteerd. In enkele andere landen, o.a. Denemarken, is het namelijk gebruikelijk, om her honorarium mede te bepalen naar aanleiding van het indexcijfer aan het eind van het jaar). Om diezelfde reden dan tenslotte voelen de Nederlandse huisartsen en specialisten niets voor een georganiseerd systeem v a n geneeskunde, zoals in Engeland, waar weliswaar de onmiddellijke vrijheid van het beroep is gewaarborgd, maar waar toch op den duur, en ook hier en daar reeds merkbaar, weerstand komt tegen de onvermijdelijke centrale contrfle, die op bepaalde punten zelfs tot zeer aanvechtbare toestanden kan leiden. Ik noem U als een enkel voorbeeld bet op dit ogenblik in Nieuw Zeeland verboden voorschrijven van ilocytine, anders in in bepaalde ziekenhuizen. Hier mengt de Overheid zich in een vraagstuk, dat door de arts, die met atle verantwoordelijkheid beladen is, of door zijn beroepsgenoten gezamenlijk, moet worden opgelost. In maatschappelijk opzicht verkeren de specialisten hog in de ongunstige positie, dat op het ogenblik hun opleidingstermijn is verlengd, daardoor de uitoefening van hun beroep in de bloeiperiode wordt beperkt, en dat bovendien in deze bloeiperiode de progressieve belastingen nog een deel van her op dat ogenblik verworven inkomen afromen. Zo ontstaat de figuur, dat een man, die belast is met een grote verantwoordelijkheid, de beoefenaar van een uitermate zwaar beroep, in onzekerheid verkeert omtrent de oude dag en de toekomst van zijn vrouw en kinderen wanneer hij voortijdig zou komen te vallen. Een man, die bij zware arbeid het risico van ziekte en invaliditeit nauwelijks onder ogen durft te zien. en die daardoor in een defensieve houding is gedrongen, die niet nalaat van tijd tot tijd deprimerend en ontmoedigend te werken op zijn geestelijke toestand, hetgeen op zich zelf weer van slechte invloed is op de behandeling van zijn pati~nten. Ieder onzer weet immers uit ervaring, dat in tijden van zorg het heel moeilijk is zich te verplaatsen in de zorgen en het lijden van anderen. Daarbij komt dan, dat de organisatie van het ziekenfondswezen er toe heeft geleid, dat de honorering per ziektegeval, gezien de ervaring, de verantwoordelijkheid en de uitgebreidheid van her onderzoek, voor de arts tot voor kort, en voor de specialist nu in het bijzonder, zeker laag moet worden geacht. Er vindt slechts compensatie plaats door het- aantal van de onderzoekingen, dat sterk is toegenornen. Deze, wat Royaards heeft genoemd: ,,massificatie van de geneeskunde", houdt grote gevaren in. In de eerste plaats al voor het onmid387
dellijk lichamelijk onderzoek en de daaraan verbonden behandeling, omdat de moderne arts gelijk moet worden gesteld met de simultaanschaakspeler, die aan vele borden tegelijk staat, en noodgedwongen enkele verliezen moet nemen. Daarnaast echter komt uit deze ,,massificatie" onmiddellijk het gevaar te voorschijn van het onvoldoende beoordelen van de psychosomatische relaties, orndat het op een polikliniek van 30 tot 50 mensen volslagen onmogelijk is, om ook maar bij enkelen daarvan dieper in te dringen in de psychische achtergronden van reel lichamelijke klachten. Zo worden dan de pati~nten van de ene specialist naar de andere gestuurd, ondergaan allerlei technische onderzoekingen, en slechts wanneer de specialist zo verstandig is primair in overleg te treden met de huisarts, zijn ze niet de speelbal geworden van meerdere onderzoekers, terwijl bet lijden v a n psyche en soma daarbij sleehts in fracties aan ieder onderzoeker bekend wordt. Het moet onmiddellijk worden erkend, dat een optossing voor deze zeer moeilijke situatie niet direct kan worden gegeven. De enige reifle oplossing zou immers zijn, dat de artsen reel minder patifinten te onderzoeken en te behandelen kregen, maar daarvoor dan ook veel beret betaald werden. Dit moet de financi~le draagkracht van de verzekerden verre te boven gaan. In plaats van ziekenfonds-spreekuren van 50 niet meer dan hoogstens 10 pati~nten voor de specialist, en in plaats van 60 bedden in her ziekenhuis niet meet dan 10. Dit zou slechts te verwezenlijken zijn bij een enorme uitbreiding van het aantal artsen, en bij een enorme stijging van de daaraan verbonden kosten. Dit zou onvermijdelijk met zich meebrengen een toename van de steun van de Overheid, en daarmede een ingrijpen in de beoefening van de Geneeskunde, wat ons minstens evenzeer onwelgevaUig is, als de wijze van beoefening van ons beroep ons vandaag aan de dag is. Tenslotte is het conflict tussen de drang tot helpen en de daaraan verbonden beloning inhaerent aan het vrije beroep, waartoe men bijvoorbeeld ook de kunsten kan rekenen. In dit laatste geval is de wanverhouding nog reel sterker dan bij onze door de Wet beschermde vrije beroepen. Hoe moet de toekomst nog niet veel moeilijker problemen scheppen dan wij thans reeds kennenI Wij staan aan de vooravond van een technische revolutie zonder weerga. Enkele naderende rommelingen van dit onweer in ons maatschappelijk bestel zijn reeds hoorbaar. Men leze slechts het verzet van de arbeiders tegen de ontwikkeling van de robot. We hebben dit verzet in het verleden ook gezien bij de technische revolutie van de vorige eeuw. Men kan
alleen maar hopen, dat de huidige revolutie zich ontwikkelt zonder onherstelbare lichamelijke en geestelijke schade aan te brengen aan alle lagen van de bevolking. In de verre toekomst zal her dan zo worden, dat iedere bevolkingsgroep de beloning krijgt waar hij recht op heeft, dat maatschappelijke kommer verbannen wordt, en dat ieder tevreden is met de plaats onder de zon, waarop hij gesteld is. Voor het echter zover is, hebben wij nog te maken met de moeilijkheden van de specialisten in '56. Moeilijkheden, die .ondanks de verbetering van het honorarium onverminderd voor grote groepen van specialisten voortduren. Daarover zal ik U in het volgende dan nog bet een en ander zeggen. Terwijl Leopold Siemens zo gaarne de volgende zinsnede van Shaw aanhaalde: ,,A poor doctor is a dangerous man", wil ik nog nader toelichten, dat dit niet alleen zo is, omdat artsen met een kleine praktijk gedreven worden tot verrichtingen, die niet onmiddellijk noodzakelijk zijn (men denke slechts aan een pas gevestigd chirurg, die na 4 weken een dubieuze appendix te onderzoeken krijgt), maar daarnaast oefent de maatschappelijke zorg, zoals ik reeds zojuist gezegd heb, een slechte invloed uit op de psychische weerstand van de arts, die deze toch zo hard nodig heeft om de vele mis~re: de zorgen en de lichamelijke ellende van zijn pati~nten dagelijks in zich op te nemen, te verwerken en te behandelen.
De organisatie: Ongetwijfeld is er sinds 1946 veel veranderd. Het is de historische daad van Leopold Siemens geweest, dat hij in dat jaar inzag, dat bij de organisatie van de ziekenfondsen, waarbij toporganisaties ontstonden, het noodzakelijk was dat de specialisten en de huisartsen zich in landelijk verband organiseerden, en dat de besturen van de verenigingen die ontstonden, en daaruit ook weer de onderhandelingscommissies, met deze toporganisaties in contact konden treden. Daaruit ontstond de Landelijke Specialisten Vereniging, die dit jaar 10 jaar bestaat, welk feit wij ~ September gezamenlijk zullen vieren. Nu, n a 10 jaar, is de verhouding van de L.S.V. tot de L.H.V. voortreffelijk te noemen. Niet alleen, doordat de verhouding tussen hutsarts en specialisten in den lande over bet algemeen zeer gunstig is, en zeker beter dan in de tijd, dat controversen niet alleen binnen, m a a r ook buiten de eigen kring doorklonken. De toporganisaties van beide verenigingen staan in de welhaast ingeslapen maar binnenkort weer gewekte R.R.M.B.A. met de toporganisatie van de L.A.D. in nauw onderling verband. Daarnaast r0oet ik met dankbaarheid gewagen van de uitstekende verhouding, die tussen de beide voor-
zitters van deze verenigingen bestaat, zodat men, wanneer dit woord niet verkeerd zou kunnen worden geinterpreteerd, als van een ,,personele unie" zou kunnen spreken, waarbii dan echler in dit geval de beide presidenten vol begrip voor elkaars moeilijkheden en mogelijkheden voortdurend met elkaar in contact staan. De opbouw van de Maatschappij, die dus een eigenaardige constructie te zien geeft, waarbij de belangen-verenigingen overkoepeld worden door een Hoofdbestuur, waarin zij adviserende stem hebben, dat op zich zelf weer verantwoording verschuldigd is aan de Algemene Vergadering, is natuurlijk niet een volstrekte garantie voor het uitblijven van interne wrijvingen, m a a r men kan niet anders zeggen, dan dat deze tot het uiterste minimum beperkt zijn gebleven in deze 10 jaar. Daarmee in verband moet men toch de uiterste voorzichtigheid betrachten bij reorganisatieplannen, die voorbij zien aan deze hechte structuur, die vergeleken met beoefenaren van andere vrije beroepen gunstig afsteekt, en waarvan de betekenis en het gezag naar buiten ten onrechte wel eens wordt onderschat. De enige vlek op dit beeld wordt veroorzaakt door de nog steeds bestaande afsplitsing van de N.V.V.S. Men kan niet anders zeggen, dan dat de voortgezette splitsing nadelig moet zijn op onze onderhandelingspositie, nu de principi~le verschilpunten in het afgelopen jaar geleidelijk uit de weg zijn geruimd. Met voldoening gewaag ik hierbij van het contact, dat tussen de bestuurders van de N.V.V.S. en mij heeft plaatsgevonden, en waarin veel onderling begrip tot uiting kwam. Het spijt mij alleen, dat dit verbeterde begrip, dat op onderling vertrouwen dient gebaseerd te zijn, nog niet tot uiting is gekomen in de terugkeer van de specialisten uit het Zuiden binnen onze gelederen, dit blijkens een brief, die onlangs aan hen is toegezonden. Ik spreek van deze plaats de hoop uit, dat zo reel vertrouwen kan worden gesteld in het beleid, gevoerd door de L.S,V., dat binnen korte tijd de specialisten, die zich nu verenigd hebben in de N.V.V.S., gezamenlijk met ons zullen optrekken tot bet bereiken van een lotsverbetering. Binnen de organisatie van de L.S.V. hebben wij te maken met vele plaatselijke afdelingen. die een zekere mate van autonomie genieten. Het ligt in mijn bedoeling, om in de eerstvolgende tijd deze mogelijkheden van autonomie nader te bestuderen, omdat wij er van uit gaan, dat er zo veel plaatselijke verschitlen zijn in de organisatie van de specialistische geneeskunde, dat vele problemen her best plaatselijk behandeld kunnen worden. Hiervan zal ik U straks nog een enkel voorbeeld noemen. Deze plaatselijke autonomie dient echter zo geregeld te zijn
388
FiscaaI-EconomischeDienst voor de Artsenstand Afdeling van Accounlanlskanloor J. Fortuin, Belaslingconsulenten J. Fortuin - - Mr. A. P. J. Fortuin - - Drs. W. A. G. Lippits Koningslaan 62, UTRECHT Telefoon 0 3400--10333
~
Frankenslag 301, 's-@RAVENHAGE Telefoon 0 1700--552399
VERRICHTINGEN: 1. 2. 3. 4.
Behandeling belaslingzaken in abonnementstarief Boekhoud-centrale v o o r de medische b e r o e p e n Verzekerings-Advies-Dienst Prakfijk-overdracht, associatie en financiering
GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE Bij de Gemeenteziekenhuizen wordt veer spoedige indiensttreding gevraagd een
HULPGENEESHEER veer de afdeling Anaesthesiologie (Hoofd Dr. S. A. Klein). Erkende opleiding. Salaris f 5 4 3 0 , - - f 6000,- per iaar.
Sollic;tatles met uitvoerige inlichtingen en referentie-adressen uits[uitend schriftelijk te rlchten tot c]e Geneesheer-Directeur, Zuldwa| 83, 's-Gravenhage. Her Bestuur van het St. Elisabeth Ziekenhuis te Alkmaar brengt ter kennis aan belanghebbenden, dat over enkele maanden gelegenheid bestaat voor vestiging van
een R.K. INTERNIST te A l k m a a r
met een verbintenis aan genoemd ziekenhuis, 1430 bedden, wegens vertrek van de tegenwoordige Internist. Inlichtingen worden verstrekt door de Directeur-Geneesheer, van Everdingenstraat 18, Alkmaar.
RIJKS-UNIVERSITEIT TE GRONINGEN Per 1 september a.s. is aan het Anatomisch-Embryologisch Laboratorium, Oostersingel 59 te Groningen vacant de functie van:
PRO, S E C T O R Aanstelling geschiedt in de rang van Wetenschappelijk ambtenaar l e kl. Sollicitaties en nadere Dr. J. Arillns Kappers.
inlichtingen
bij
de
hoogleraar-directeur
Pref.
Wij bemiddelen artsenpolissen en belasten ons met praktijkoverdrachten en financieringen
J.A.M. V A N RENSCH te Horst (L.) Kantoor Horst (L.) Tel. 04709-393
Kantoor TiJburg Tel. 04250-24311
9
Op de tuberculoseafdeling van het ziekenhuis Coolsingel (hoofd: Dr. C. de Langen) kan een registrerend
LONGARTS worden geplaatst, die een volledige dagtaak zal hebben en derhalve geen particuliere praktijk zal mogen uitoefenen.
v,.
Inlichtingen worden verstrekt door het hoofd van de afdeling. Sollicitatiebrieven in te zenden aan het Hoofd van het bureau Personeelvoorziening, kamer 331, stadhuis, binnen 14 dagen na deze oproep onder no. 257.
j
Gemeente Vlaardingen
Bij de Gemeentelijke Geneeskundige Dienst te Vlaardingen vaceert de betrekking van
geneeskundige, in hoofdzaak belast met geneeskundig schooltoezicht Salarisgrenzen: [ 11.226,-- tot [ 12.618,-- per jaar. Het geneeskundig schooltoezicht, waarbij twee schoolartsen werkzaam zijn, strekt zich uit over 38 lagere scholen (14 openbare, 19 protestants-christelijke en 5 rooms-katholieke), 14 kleuterscholen, 2 nijverheidsscholen en 2 scholen voor V.H.M.O. Verplaatsingskosten komen volgens plaatselijke regeling voor vergoeding in aanmerking. Sollicitaties met uitvoerige inlichtingen te richten aan bet college van Burgemeester en Wethouders en in te zenden aan de afdeling onderwijs en personeelszaken der gemeente-secretarie binnen 14 dagen na het verschijnen van dit blad.
De Ned. H e r v o r m d e S t i c h t i n g v o o r G e e s t e l i j k e V o l k s g e z o n d heid (landelijk) z o e k t een
DIRECTEUR v o o r her g e v e n van l e i d i n g aan her w e r k der S t i c h t i n g . Inlichtingen
te
verkrijgen
hierover
bij
her
Secretariaaf,
Prins H e n d r i k s t r a a f 18, 's-Gravenhage. V e r e i s t is een academische o p l e i d i n g , i n z i c h t in k e r k e l i j k e en m a a t s c h a p p e l i j k e v e r h o u d i n g e n en organisatorische ervaring. Salaris in o v e r l e g .
J0 W. VAN PUTTEN Telefoon
I6906
BELASTCONS.ACCOUNTANT Kantooruren
van
9-1 e n
van
2-5
Telefoon na 6 uur 25925 - Klein Heiligland 90 - Haarlem
dat ze nooit in conflict komt met de belangen van de artsen in het algemeen, en met die van de specialisten in het bijzonder, zodat de autonomie aangepast zal moeten worden aan de algemeen geldende begrippen binnen L.S.V.-verband. Ik stel mij daarvoor een federatieve opbouw voo~ ogen, met niettemin een krachtige centrale leiding. Een organisatie, die wellicht beter ontwikkeld dient te worden, is die van de samenkomst van de districtsvoorzitters. Wil men een voortdurend contact onderhouden met de peripherie, dan zijn de actieve districtsvoorzitters daarbij van reel betekenis. Wij overwegen, om in de toekomst deze contacten frequenter te doen plaatsvinden. Omgekeerd dienen wij, door het tijdig indienen van de jaarverslagen aan het Centraal Bestuur, op de hoogte gebracht te worden met de activiteiten, de bereikte resultaten en de verlangens van de onderscheiden afdelingen. Een kwestie van meet organisatorisch dan maatschappelijk belang is de moeite die wij hebben met het bezetten van bestuursplaatsen. Het is binnen onze organisatie nu eenmaal zo, dat een aantal mensen zich moreel geroepen voelt het bestuurswerk te verrichten, dat zij van te voren weten daarvoor nauwelijks enige dank te zullen ontvangen, soms het tegendeeI, maar dat zij op gezette tijden toch wel afgelost willen worden, van deze naast hun werk zo zware taak. Het is teleurstellend te moeten zien, hoereel moeite nodig is voor bet verkrijgen van opvolgers. Dit is echter een vraagstuk, dat niet alleen de L.S.V. treft, maar de Maatschappij voor de Geneeskunst in het algemeen. Door mij is d a n het Hoofdbestuur voorgesteld, ter verbetering van deze moeilijkheid z.g. kadercursussen te geven, waarin aan jongere medici, die belangstelling hebben voor bestuurszaken, 66nof tweemaal per jaar een overzicht gegeven kan worden van de opbouw van de Maatschappij, de vraagstukken waarvoor de verschillende afdelingen geplaatst zijn, terwijl ook sprekers buiten Maatschappij-verband aan het woord zouden kunnen komen. Ik moge U nog eens van deze plaats opwekken, om binnen U w eigen kring actief te zoeken naar mensen, die voor bestuurswerk in aanmerking zouden kunnen komen. Wij hinken in onze Maatschappij altijd op twee gedachten: Aan de ene kant moet zeer veel werk worden verricht, maar aan de andere kant willen we het aantal full-timers niet te zeer opvoeren. Dit brengt met zich mee, dat niet anders dan via een compromis kan worden gewerkt, en een dergelijk compromis is niet onbeperkt houdbaar. Men moet dus voor een tijdig wisselen van de wacht zorgen. 389
Het honorarium: Wat nu de vraagstukken betreft die de specialist dit jaar in het bijzonder onder ogen heeft te zien, is daar natuurlijk in de eerste plaats de kwestie vim de honorering. Dit vraagstuk kan men splitsen in de vaststelling van her aandeel, dat de gestegen kosten meebrengen in de praktijkvoering, met daarnaast het vraagstuk, in hoeverre de beloning voor het medisch handelen als zodanig, hoger behoort te zijn. Wij hebben met vreugde geconstateerd dat de huisartsen onder hun voortreffelijke leiding een belangrijke stap in de goede richting hebben gedaan in het vorig jaar. Deze denivellering is echter evenzeer belangrijk voor de specialisten. Ik noemde U al de lange aanloop van hun studie, de korte bloei in de uitoefening van dit beroep, de zware last van de progressieve belastingen, zodat het begrijpelijk is dat de specialisten, met al hun maatschappelijke zorgen, met verlangen uitzien naar een lotsverbetering. De enqu~te: Als basis voor nieuwe onderhandelingen is in '55 de ,,enqu&e" ingesteld. Men dient wel te bedenken, dat deze enqu&e slechts bedoeld is voor het berekenen van de kosten in de praktijk, voor zover deze betrekking hebben op het werk, dat voor de ziekenfondspatifinten wordt gedaan. Deze enqu&e heeft ons tot dusverre veel geld gekost, doch is reeds van betekenis gebleken voor een juist inzicht in de praktijduitoefening. Uit het eerste rapport, de noodzakelijke ,,structurele enqu&e", is b.v. een inzicht verkregen in de vorm van vestiging specialisten, waaruit is gebleken, dat in de na-oorlogse jaren voor bepaalde specialismen in reel grotere mate dan v66r de oorlog, de vestiging is geschied door opneming in associatie. Voorts zijn uitvoerige overzichten verkregen (ten aanzien van degenen, die aan de enqu&e hebben meegewerkt), omtrent assistenten, werkzaam bij deze specialisten, die dan wel of geen opleidingsbevoegdheid hebben, en over de mate, waar~n de salari~ring van deze assistenten ten laste komt van de specialist, van her ziekenhuis, of van het ziekenhuis en de specialist tezamen. We kregen voorts overzichten over bet aantal specialisten die all-in en all-out zijn in ziekenhuizen, over de aard van de contractuele verbintenissen in deze ziekenhuizen, terwijl tegelijk gegevens werden vermeld over de faciliteiten welke per specialisme van de ziekenhuizen in all-out en all-in verhoudingen werden genoten. Zo is bijvoorbeeld gebleken, dat van de geenqu&eerde specialisten, die in ziekenhuizen polikliniek houden, 80% tegen vergoeding gebruik maakt van de polikliniek, terwijl 20% hiervoor geen vergoeding aan het ziekenhuis betaalt. Ook de door het ziekenhuis te verschaffen hulp van verplegend personeel en admini-
stratief personeel geeft grote verschillen te zien. Daar het anderzijds bekend is, dat de aan de ziekenhuizen gegeven vergoeding voor het gebruik van polikliniek zeer uiteen loopt, kan worden geconstateerd, dat gelijke tarieven in verband met de verschillende plaatselijke verhoudingen uiteindelijk voor verschillende specialisten verschillende uitkomsten zullen moeten opleveren. Her is aan de Commissie Bingen opgedragen te bezien, of deze verschillen aanleiding zouden kunnen zijn tot een zekere differentiatie in de tarieven. Persoonlijk verwacht ik een dergelijke mogelijkheid op korte termijn niet, omdat het uiterst moeilijk moet worden geacht maatstaven aan te geven, aan de hand waarvan specialistentarieven plaatselijk of regionaal zouden kunnen worden gedifferentieerd. Overigens hebben wij in maatschappelijk opzicht niet alleen te maken met de toenemende organisatie van de ziekenfondspati~nten, maar evenzeer met die van de ziekenhuizen, en het is niet ondenkbaar, dat deze organisatie er toe zal leiden, dat hoe langer hoe meer de feitelijke kosten van her gebruik van de polikliniek en nog vele kosten daarnaast, ten laste van de specialist zullen worden gebracht.
zeer nadrukkelijk onderstrepen, in hoeverre het honorarium los van deze kostenstijging, verbetering behoeft. Over de methodiek van deze honorariumbepaling heerst hog geen eenstemmigheid, en zeker niet tussen de onderhandelingspartners. Men kan een vergelijkingsmaatstaf trachten aan te leggen tussen de beoefenaren van verschillende academische beroepen, waarbij dan het vrije beroep van de arts vergeleken kan worden met andere vrije beroepen. Men kan echter wellicht veel gemakkelijker een vergelijkende maatstaf vinden in het honorarium van de huisarts, waarbij dan in het honorarium van de specialist de langere aanlooptijd, de kortere bloeiperiode, en de grotere verantwoordelijkheid tot uitdrukking dient te worden gebracht.
De poliklinieken. Het is echter niet alleen het honorarium, dat bet Bestuur van de L.S.V. werk in de komende tijden zal brengen. Het is U allen welbekend, hoe het vraagstuk van de z.g. Hellingman-polikliniek de gemoederen zowel in de ,,Maatschappij" als in de L.S.V. in beweging heeft gebracht. Nadat een Commissie uit her Hoofdbestuur had uitgesproken, dat de deelneming aan een ,,particuliere polikliniek", zoals in Amsterdam gevestigd, medisch-ethisch niet verwerpelijk was, kwam daarna het vraagstuk naar voren, in hoeverre de verhouding van de specialisten tot een georganiseerd polikliniekbedrijf in organisatorisch opzicht voor de maatschappelijke situatie van de specialist van betekenis zou kunnen worden. Op grond daarvan heeft het Hoofdbestuur een commissie benoemd, onder mijn voorzitterschap, die reeds aangevangen is met de bestudering van de verhouding van de specialisten tot de poliklinieken in het algemeen, en van deze nieuwe organisatievorm van poliklinieken. De commissie heeft tot dusverre enkele malen vergaderd, en ik heb de indruk dat bier waardevolle arbeid kan worden geleverd.
Echter niet alleen de financi~le verhouding tussen specialist en ziekenhuis, maar ook de contractuele, is op het ogenblik onderhevig aan studie. Ook op dit punt bestaat er een begin van een te waarderen contact in de z.g. driehoekscommissies. De feitelijke situatie is dus zo, dat de uitkomsten van de financi~le enqu&e op het ogenblik in bewerking zijn bij het door ons gekozen accountantsbureau. De bewerking voor de chirurgen is voltooid, en in overeenstemming met de destijds aangegane verplichting, ter inzage gestuurd aan de deskundigen van de ziekenfondsen. Het is een gentleman agreement, dat, voordat over de opzet en uitweiding overeenstemming is bereikt, geen openbaarfieid aan dit rapport zal worden gegeven. Dit temeer niet, omdat de rapporten over de andere specialismen nog moeten worden verwacht. Het is ons gebleken dat het accountantsbureau meent, deze rapporten alle v66r December klaar te hebben. Dan zal voor bet Bestuur van de L.S.V., de Commissie Bingen, en de door deze aangetrokken deskundigen, een 0eriode van intensieve arbeid aanbreken, waarbij de Onderhandelingscommissie wel bet leeuwenaandeel zal hebben te verwerken. Uit deze enqu~te moet namelijk blijken, in hoeverre de gestegen kosten, en het aandeel van de kosten in het honorarium, aanleiding zijn tot een honorariumverbetering. Ope~ blijft dan echter de vraag, en ik wil dit
390
Open en gesloten ziekenhuizen: Vermoedelijk van veel grotere betekenis is het vraagstuk van de open en gesloten ziekenhuizen. N a het uitstekende artikel van collega De Groot in Medisch Contact, en na de daarop gevolgde aantekeningen en opmerkingen van enkele andere collegae, is dit vraagstuk opnieuw in het voile daglicht van de controverse geplaatst. Her vraagstuk van de open en gesloten ziekenhuizen heeft binnen de Maatschappij voor Geneeskunst reeds lange jaren de aandacht gehad. Er is een oud rapport van wijlen Planteydt, en er is een ,,nieuw" rapport van eollega Loyenga uit 53. Ondanks deze rapporten is de oplossing van deze moeilijkheden nog niet veel nader gekomen. Men kan gevoegelijk aanne-
men, dat bet aantal ziekenhuizen in de lande, waarin een specialist na vestiging ter plaatse zonder meer toegang krijgt, belangrijk is afgenomen, en d a t e r nog maar zeer weinig plaatsen zijn, waar een specialist zich vrij kan vestigen in die zin, dat hij automatisch de mogelijkheid krijgt klinisch werkzaam te zijn in de ziekenfondspraktijk. Als gevolg hiervan hebben vele specialisten van een vestiging in kleinere plaatsen afgezien, en hebben zich naar de grotere centra begeven, waar men hoopt behalve door her verkrijgen van een grote ziekenfondpolikliniekpraktijk, en een veel beperktere particuliere praktijk, daarnaast in een ambtelijke functie een bestaansbasis te vinden. Dit heeft geleid tot concentratie in de grote steden van specialisten, die geen toegang hebben tot een ziekenhuis of ziekenhuizen, en het is juist in deze randstand Holland, dat de moeilijkheden voor de betrokken specialisten zich hebben toegespitst. Deze moeilijkheden zijn aanleiding geweest tot her opnieuw instellen van een commissie, en vcel een ,,subcommissie uit de staatscommissie ziekenhuisvraagstukken", waarin van de zijde van de Maatschappij voor de Geneeskunst collega Loyenga en van den Burg zitting hebben. Deze Commissie is zeer actief, en tracht een ,oplossmg te vinden. Terwijl U zich vanmiddag bevindt in een stad, waarin de ziekenhuizen voor een groot deel hog open zijn, en waar op de laatste ledenvergadering van de Utrechtse specialisten met algemene stemmen werd vastgesteld, dat deze specialisten uit medisch-ethische motieven bezwaren hadden tegen een gesloten worden van de stad Utrecht voor zich te vestigen specialisten, houdt de realiteit toch in. dat elders niet meer dan gestreefd kan worden naar een tussenoplossing in de vorm van een uitbreiding van de vaste ziekenhuisstaven, waardoor veel meer mogelijkheden aan de plaatselijke specialisten zouden kunnen worden geboden. Dit is nu typisch een vraagstuk, waarvan getracht moet worden het primair plaatselijk op te lossen en waar de autonomic van de plaatselijke specialistenvereniging een belangrijk arbeidsterrein kan vinden. Het is immers noodzakelijk, dat nauw overleg plaatsvindt, ter plaatse, met alle betrokkenen. De ziekenhuizen zijn immers nog niet zodanig georganiseerd, dat landelijke afspraken met ziekenhuisorganisaties kunnen worden gemaakt, waaraan dan de afzonderlijke ziekenhuizen zich hebben te houden, terwijl daarnaast de bestaande verhoudingen in verschillende steden zo verschillend liggen, dat deze bovendien nog niet door algemene voorschriften van boven af zul|en kunnen worden doorbroken. Her ingewikkelde samenstel van feitelijke en 391
contractuelo verhoudingen zal dan ook niet zonder meet ongedaan kunnen worden gemaakt door een bindend besluit van de Maatschappij, waarbij het de specialisten wordt verboden een verbintenis met een gesloten ziekenhuis aan te gaan, zoals onlangs werd gesuggereerd. Gezien bovendien de toestand, dat de grote meerderheid van specialisten in de lande op 66n of andere wijze werkt in een gesloten ziekenhuis, zou een dergelijk besluit, indien hiervoor ooit in de L.S.V. een meerderheid zou kunnen worden verkregen, weinig nuttig effect hebben. Er kan niet anders dan worden uitgegaan van de gedachte, dat slechts een compromis-oplossing, in de eerste plaats door de medewerking van de Besturen der ziekenhuizen en de daaraan verbonden staven, denkbaar is. Degenen, die in de naoorlogse jaren in bet Bestuur van de Maatschappij en in de L.S.V. en in de verschillende commissies het probleem der open en gesloten ziekenhuizen hebben bestudeerd, is het wel duidelijk geworden, dat de hier gegroeide verhoudingen niet door een enkel machtswoord van Maatschappij of ziekenfondsen zijn te doorbreken, en dat slechts tussenoplossingen mogelijk zijn, die langs de weg van overleg met alle betrokken partijen zullen moeten worden nagestreefd. Dat neemt niet weg, dat het Bestuur van de L.S.V. een open oog heeft voor de moeilijke positie, waarin een aantal specialisten in de grote steden zijn geplaatst. Ze kunnen zich daarom van de sympathie en steun verzekerd achten van het Bestuur van de L.S.V., voor zover het betreft oplossingen te zoeken die binnen de bestaande mogelijkheden gerealiseerd kunnen worden. Het is immers een uitermate verwerpelijke toestand, dat vrij gevestigde specialisten door onvoldoende klinische bezigheden de ervaring en ook de manuele handigheid voor hun specialisme gaan verliezen, waardoor ze een voor zich zelf uitermate onbevredigend wetenschappelijk bestaan moeten voeren, en daarnaast een gevaar zouden kunnen worden voor de patiEnten, die zich aan hun zorgen toevertrouwen. Ik wil op dit ogenblik zeker niet ingaan op alle voor- en nadelen die verbonden zijn aan de gesloten, partieel geopende of geheel open ziekenhuizen. De ironic van het lot wil, dat ik zelf, in Utrecht opgegroeid zijnde, de voor een groot deel open ziekenhuizen als normaal heb leren beschouwen, en dat veel van de bezwaren, die aan de open ziekenhuizen worden toegeschreven, in feite bij een goede wil van alle betrokken partijen minder ernstig zijn dan ze op het eerste oog lijken. Dat in verband met bet opleidingsrecht en in verband met de wetenschappelijke arbeid, die noodzakelijk is voor bet handhaven van de kennis van de specialis-
RIJNGARAGE 9 Regelmatig grote sortering kleine en grote gebruikte auto's. 9 Onze specialiteit is practisch nieuwe auto's voor duizenden guldens onder de catalogus-prijs. 9 Bezoekt onze showroom - vele tevredenheidsbetuigingen van H.H. Doctoreu ter inzage. 9 Financieren .... Inruilen. Technische keuring wordt gaarne toegestaan 9 Onze wagens worden 3 maanden schriftelijk gegarandeerd. 9 Showroom dagelijks geopend tot 22 uur, Zondags 13 uur.
Rijngarage - Ceintuurbaan 223-225 FOTO
&
FILM
....
- Amsterdam - Telefoon 722204-719154
UW
HOBBY!!
Wij leveren alle benodigde apperatuur hlervoor, met de meest deskundige voorlichting en een uitstekende service, door het gehele land. Indien U geinteresseerd bent, bericht dan even, welke Foto-Bedriiven S. MICHIELEN eisen U aan Uw foto- en filmuitrusting stelt. In een perBILTHOVEN TELEF. 2077 soonlijk schrijven krijgt U volledige inlichtingen, zonder JULIANASTRAAT 49 enige verplichting Uwerzijds, of wij komen U bezoeken ter nadere bespreking. Alleen kwaliteitsfabrikaten van le merken, indien gewenst op zeer prettige voorwaarden.
Carrosseriebedrijf BOER
ASSEN . TELEF. 2 6 8 9 - PRIVE TEL. 3 5 6 8 (K 5920) Het aangewezen adres voor: U i t d e u k e n , s p u i t e n , l a s s e n e n b e k l e d e n v a n a u t o m o b i e l e n .
J. P. Tapperwijn
TIMMERMAN MAKELAAR
O
Administratie en 0nderhoud - TaxatiOn - Hypotheken en Assuranti~n Keizersgrachf
AIs ~n
390
her kon
-
Telefoon
39505
Kant. Oosterhamrikkade
verhuizingen - Emigratie
Woonh. Oostersingel
FIRMAJOS.ZANDERS
MEUBELFABRIEK
HOTEL-RESTAURANT
Amsferdam-C.
is her Zigtermon
J. ZIGTERMAN - GRONINGEN ) ~ r '~
-
ANNEX
102
-
Tel. K 5 9 0 0 - 2 2 5 9 8
124 b - Tel. K 5 9 0 0 - 2 2 2 3 3
WONINGINRICHTING
Kaldenkerkerweg 26
- Tel. 3505 - V e n l o
,,De Nieuwe Doelen"
LEEUWARDEN - TELEF. 3 0 6 5 - GIRO 1 4 0 4 2 9
Dir. A. H. Blankestiin
N.V.
UITGEVERS-
Gevestigd sedert t873
APARTEMENTEN
EN DRUKKERS MIJ. ~
Amslerdam.C.
~
VAN
M E T B A D EN T O I L E T
F. V A N
Laurierslraa! 246
m
ROSSEN Telefoon 45803
P. A .
BOON
TELEF. 8 1 3 8 9
ros
Fruit - Delicatessen - Primeurs Fruitmanden is een zaak van vertrouwen Fruit en Delicatessen voor Uw diners Alles wordt door ons vakkundig verzorgd.
* * ,
*
-
AMSTERDAM
meubelen deldenerstraat
-
OVERTOOM
278
voor exclusieve interieurs ook volgens tekening. uw spreek- en wachtkamerbetimmering, door ons uitgevoerd, wordy een volledig
10
hengelo telefoon 4 4 9 6 (K 5400)
SUCCeS.
IIMMER- ENMEUBELFABRIEKJ.WAVERIJN EMMER-COMPASCUUM
T E L E F O O N642 (K 5912)
Gespecialiseercl in het fabriceren van betimmeringen o.a. voor spreek-, wacht- en onderzoekkamers, apotheek-interieurs.
COV.A
s.v.
GRONINGEN - TEL. 32400 Coveren
en
technische naar
zolen van
autobanden.
rubberartikelen
monster
voor
Fabricage
van
ziekenhuizen
enz.
ot tekening.
DE BEAUFORT-VAN CALCAR voor b e m i d d e l i n g bij PRAKTIJKOVERNAME BEBOEPSFINANCIERING ASSURANTIEN
KEIZERSGRACHT 325 - AMSTERDAM
HEREWEG 3 - GRONINGEN
Caf~-Restaurant ,,d'Amstelhoek'" Amstelveenseweg 1156-1160 - Amsterdam-Zuid II ZALEN VOOR VERGADERINGEN, BRUILOFTEN ENZ. Telefoon 3453 (K 2964) Vrije parkeerruimte In rustige sfeer, aan de rand van de stad
A. G. M. O V E R M A R S HEILO0
KENNEMERSTRAAT215 TELEFC)ON K 2200.2225
ZIEKENVERVOER (h M B U L A N C E)
M U Z I E K l i A N D E L MONNI~E
STEINLAAN 31 - ZEIST - TEL. K 3404-5067
Muziekinstrumenten
H.H. Medici.
en-onderdelen
-
Bladmuziek
-
Reparatie-inrichting
Voor Vakbladenen Verenigingsorganen
Copieerbedrijf ,,A R T Y C 0 " KORSJESPOORTSTEEG
12
AMSTERDAM
TELEFOON 4 4 9 7 3
ten, het van groot belang kan zijn om in grote ziekenhuizen staven te formeren, die over een gegarandeerd aantal bedden kunnen beschikken, zal ik echter niet ontkennen. De n u m e r u s c/austts: Het vraagstuk van de onbevredigende situatie van een aantal specialisten moet echter, gegeven de bestaansmogelijkheden en de honoreringsmogelijkheden van dit ogenblik, ook gezocht worden in een mogelijk te grote aanwas van het aantal specialisten. Dit is een uitermate moeilijk vraagstuk, dat de numerus clausus of numerus fixus betreft. In enkele landen in Europa is dit gevaar tijdig onderkend, en heeft men een numerus clausus ingesteld, waardoor sociale moeilijkheden zijn voorkomen, maar die toch voor de beoefenaren van een vrij beroep een moeilijk te slikken pil betekenen, als therapie voor een maatschappelijke misstand. Voorlopig heeft onze Maatschappij voor Geneeskunst, en ik voor mij zeg: ,,Gelukkig", dit medicament nog niet uitgevonden. Dit neemt niet weg, dat om een juiste beoordeling mogelijk te maken van het vraagstuk van de onbeperkte aanwas van medici, het noodzakelijk zal zijn, daarvan een studie te maken. Door mij is aan het Hoofdbestuur voorgesteld, om het vraagstuk van de numerus clausus en zo men wil numerus fixus opnieuw tot onderwerp van een studiecommissie te maken. Enkele andere onderwerpen, die op het eerste oog van minder belang zijn, maar in de toekomst wellicht in belang toenemen, is her vraagstuk van de groepswerkzaarnheid van de medici, de z.g. teamvorming. Naast her wetenschappelijk voordeel, ik noemde U dit al, ligt hierin een gevaar voor de depersonificatie van de medische arbeid. Daarnaast brengt de teamvorruing ook financi~le problemen met zich mede, die nader bezien dienen te worden. S l o t w o o r d : Zeer geachte collegae, ik heb U getracht als bij het maken van een aquarel met enkele vegen van het penseel een kleine schets te geven van de situatie van de arts in het algemeen, en van de specialist in het bijzonder, op dit ogenblik. Ik ben mij er van bewust, dat dit overzicht onvolledig is, en wellicht op enkele punten aanvechtbaar. Ik heb U dit alleen willen geven om U duidelijk te maken, dat het Bestuur van de L.S.V. zich geplaatst ziet voor tal van vraagstukken, maar dat dit Bestuur zich bewust is van de betekenis van deze vraagstukken voor her maatschappelijk bestel van de arts en de specialist in het bijzonder. De status van de specialist heeft, evenals die van de huisarts, niet alleen betekenis voor hemzelf, maar ook voor de aan hem toevertrouwde pati~nten. Het is dus niet alleen een eng beroepsbelang, het is
392
een algemeen belang, wanneer de maatschappelijke toestand van de arts, en van de specialist in dit geval, onvoldoende zou worden bevonden. Ik heb mij er altijd over verheugd, dat van de zijde van de Besturen van de ziekenfondsen een ruim begrip bestond voor de wensen van de specialisten. Ik vlei mij ook met de hoop, dat in de toe'komst dit ruime begrip zal blijven bestaan, en dat gezamenlijk zal worden gezocht naar de oplossing van moeilijkheden op het gebied van de honorering en van de organisatie van het ziekenfondsbestel. Ik meen, dat her ziekenfondswezen in Nederland, en ik steun daarbij op een mededeling van Mr. Ledeboer, ook daarom bij dat van vele andere landen zo gunstig afsteekt, omdat de artsen van Nederland zich niet alleen hebben bekommerd om hun eigen bestaan, maar vaak in niet mindere mate, en sores wel meet nog, om bet ziekenfondswezen, en dus om de patient in de eerste plaats. De verantwoordelijkheid die de artsen dragen in tal van ziekenfondsen, heeft meegebracht, dat men geen onredelijke eisen heeft gesteld, en dat men steeds begrip heeft gehad voor de noden van de verzekerden. Dit heeft in '48 bij ons een zeer grote rol gespeeld, toen we bij het verkrijgen van een landelijk tarief, en later bij het loslaten van het z.g. plafond toch de betaling mogelijk hebben gemaakt door her aanvaarden van kortingen. Sindsdien is er echter veel veranderd, de maatschappelijke welstand is toegenomen. Het is niet onrechtvaardig te verwachten, dat de specialisten daarvan hun deel zullen krijgen zoals hen dat toekomt krachtens de beoefening van een zo zwaar en zo verantwoordelijk beroep. Het is van een algemeen belang, dat een krachtige artsenorganisatie op de bres blijft staan voor een economisch gezonde en zelfstandige artsenstand, en dat deze stand ook onder de maatschappelijke verschuivingen onbeperkt behouden blijft. Hiervoor is echter nodig een positieve instelling, een wil tot creatief werken, dat onderscheiden moet worden van de steriele critiek die men zo nu en dan, ook in onze eigen kringen, tegenkomt. Daarbij dienen slechts vergelijkingen met vroeger te worden getrokken, wanneer deze ontdaan kunnen worden van romantische gevoelens en geheugenvervalsingen, en op zakelijke feiten kunnen worden gebaseerd. Tenslotte, geachte collegae, znllen toch nooit een maatschappelijke achterstand of een nivellering, ons er van kunnen weerhouden ons met heel ons intellect en heel ons hart te geven aan dit zware, vaak uitputtende, niet zelden ondankbare, maar prachtige beroep, dat wij ons hebben gekozen, lk heb gezegd.
,ANDELIJKE ARTSEN CURSUS COMMISSI VIERDE ARTSENCURSUS VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT
(Afdeling Inwendige Geneeskunde)
Deze is vastgesteld op 27 tot 29 Augustus 1956. Hij zal w o m e n gegeven in de Pieter van Foreestkliniek en in het Weesperpleinziekenhuis. Op her p r o g r a m m a staan o.a. de volgende onderwerpen: Kliniek van het Longcarcinoom. Voorui~tzichten van de Ha rtchirurgie. Psychosom~tiek van de maagzweer. Polyglobulie. Prednison. Beoordeling R6ntgenfoto's van de Thorax.
Docenten: G. A. C. Bosch, Hartarts; Prof. Dr. G. A. Lindeboom, Tj. E. Hoogendijk-van Dordt; C. van der Meer, Dr. P. J. Zuidema. Voorts: demonstratie van patiEnten, eventueel klinische rondgang. De kosten bedragen f 15.--, bij vooruitbetaling te voldoen, liefst door overschrijving op postgironummer 509612 van de Pieter van Foreestkliniek, Oosteir~de 16, Amsterdam-C. Aanmeldingen aan Prof. D r G. A. Lindeboom, Pieter van Foreestkliniek, Oosteinde 16, Amsterdam-C.
NGEZONDEN STUKKEI (Buiten verantwoordelijkheid det Redactm )
De Artsen en de bepaling van her alcoholgehalte in het bloed Het artikel van collega Dekker in nr. 21 van Medisch Coaatact is door de dagbladpers, welke dit artikel in meer of mindere verkorte vorm heeft overgenomen, onder ogen van geheel Nederland gekomen. Dat aan dit artikel op zo grote schaal aandacht is gewijd, doe t vermoeden dat de redaotie van Medisch Corttaet op enigerlei wijze deze publicatie in de dagbladpers heeft gestimuleerd, om zodoende de aandacht van het Nederlandse volk te vestigen op het standpunt van de Nederlandse artsen in deze materie. ,,Het" startdpunt? Collega Dekker deelt in zijn artikel mee, dat deze kwestie uitvoerig en grondig is bekeken door het Hoofdbestuur en o.a. door diens juridisch adviseur. Geeft dit artikel echter ook het standpunt van de Nederlandse artsen weer? En zou her niet mogelijk zijn dat een aantal artsen een andere mening is toegedaan? Naar mijn mening is het mogelijk deze materie ook uit een andere gezichtshoek te bekijken, dan dit door het Hoofdbestuur en diens juridisch adviseur is geschied en zou de mogelijkheid bestaala dat dit tot andere conclusies leidt dan in het artikel van collega Dekker zijn aangegeven. Ik mis in het artikel van collega Dekker een duidelijk onderscheid tussen de behandelendarts en de arts-ambtenaar of arts-semi-ambtenaar, die in dienst van een justitioneel orgaan een bloedproef verricht. Op blz. 291 schrijft collega Dekker: ,,Mag de behandelend-arts zich laten inschakelen in het opsporingsapparaat van de overheid?" Wanneer het hierom ging, zou dit zeker geen punt van
discussie behoeven uit te maken. Met collega Dekker kunnen we het dan eens zijn, dat de vertrouwensrelatie arts-patient, op welker waarde ik reeds vroeger gewezen heb, een dergelijk optreden niet zou gedogen en dat slechts in het uiterst zeldzame geval, da't de ,,verdachte" vrijwilllig een beroep op zijn arts doet om zijn onschuld door een bloedproef te bewijzen, de behandelend arts hieraan gevolg zou mogen geven. Wanneer hiex echter een verschilpunt ter discussie zou moeten worden gesteld, dan is dit, of een arts in permanente of tijdelijke diensl van de overheid, op een persoon, die niet zijn eigen patient is, op last van de overheid een bloedproef zou mogen toepassen. De ,,bezwaren van medische aard" zoals deze door collega Dekker naar voren zijn gebracht, ga ik stilzwijgend voorbij. Ik meen hier duidelijk te moeten stellen, dat een bloedproef slechts dan verantwoord is, wanneer deze lege artis wordt uitgevoerd. Wanneer bloed wordt afgenomen door met een scheermesje; dat met een watje sublimaat gedesinfecteerd is, de vingertop te openen (en het is mij bekend, dat deze en dergelijke methoden bij de bloedproef worden gebezigd), dan legt dit een zware verantwoordelijkheid op de arts, die zich hieraan schuldig maakt, maar dit mag de methode en de artsensta~,d als zodanig niet in discrediet brengen. Ik meen dat het te vet gezocht is, de gevolgen van een lege artis uitgevoerde venepunctie of punctie in de vingertop, te vergelijken met de gevolgen van een pokkenvaccinatie. Wanneer aan de ,,hoge eisen, te stellen aan de techniek van de sterilisatie van her instrumentarium" voldaan is (en dit is m.i. een conditio sine qua non), is bij de bloedproef geen gevaar te duchten dat met de encephalitus post vaccinalis te vergelijken is. 393
Inzake de betrouwbaarheid van het onderzoek acht ik mij niet zodanig deskundig, dat ik hier een oordeel over k,an uitspreken, maar wanneer aan deze betrouwbaarheid een redelijke twijfel bestaat, ligt het m.i. op de weg van de Maatschappij om, al of niet in samenwerking met de overheidsorganen, stappen te nemen om langs de weg van wetenschappelijk onderzoek tot een oordeel over de betrouwbaarheid van de methode te komen en zijn leden hierover in te lichten. Op pagina 290 somt collega Dekker een drietal richtlijnen op, waardoor de ,,behandelend arts" zich dien te latch leiden. Afgezien van het feit dat, zoals ik hiexboven reeds uiteenzette, de behandelend arts hier niet ter sprake dient te komen maar dat het hier de arts-ambtenaar betreft, vraag ik mij af, aan welke bron de schrijver deze richtlijnen heeft ontleend. Wat het eerste punt be~reft: ,,war is een duidelijk medische reden en wat is een medische reden?'" Wanneer iemand een levensverzekering wenst te sluiten en de verzekeringsmaatschappij eist een onderzoek naar de bezinkingssnelheid der erythrocytvn, is hier dan een medische reden tot de desbetreffende ingreep aanwezig? Wanneer men sollici,teert naar een betrekking e n de keurend arts acht de bepaling van bet haemoglobinegehalte noodzakelijk, kunnen wij d a n van een medische reden spreken? Iemand die wenst te emigreren dient zich over het algemeen te onderwerpen aan een pokkenvaccinatie e n immunisatie tegen cholera, typhus enz, Is ook hier een medische reden aanwezig? ,,Tot hell van de patient," zoals collega Dekker in deze alinea zegt, zijn deze ingrepen toch zeker niet bedoeld. Ook in deze gevallen onderwerpt de candidaatverzekerde, de candidam-werknemer of de candidaat-emigrant zich zeker niet ,,vrijwillig" aan deze ingrepen. Eigenerbeweging zou hij hiertoe nooit gekomen zijn, maar hij wordt hiertoe gedworLgen door de desbetreffende instantie, echter . . . . . . hij heeft hierbij zijn eigen indivMueel belang, op het oog. En dit is, voor zover ik deze materie kan overzien, her cardinale punt, waar alles bij de ,,bloedproef" om draait: ,,ln hoeverre dient de arts, die in dienst en in opdracht "van de overheid b~i een persoon, die niet zijn eigen patient is, bloed a[neemt ter bepaling van her alcoholgehalte, het algemeen belang te stellen boven het individuele belang van de betrokkene? Ik meen, dat het op de weg van het Hoofdbestuur ligt, om deze vraag bij zijn leden aan de orde te stellen. De mening van het Hoofdbestuur is duidelijk neergelegd in het artikel van collega Dekker. Hoe luidt echter de mening van de artsen in dienst van de overheid, die zich met de ,,bloedproef" moeten belasten? Hoe luidt de mening van de andere leden van de Kon. Neder_ landsche Maatschappij tot bevordering der
Geneeskunst? Verzaakt de arts in dienst van de overheid zijn medische plicht tegenover het individu, door met het afnemen van bloed ter bepaling van het alcoholgehalte de gemeenschap te vrijwaren voor groot en blijvend leed dat door het individu aan de gemeenschap toegebracht kan worden? Wanneer door deze gemeenschap, waartoe 66k de artsen en h u n gezinsleden behoren, op democratische wijze is vastgesteld, dat in bepaalde gevallen de bepaling van het alcoholgehalte in het bloed verplicht gesteld dient te worden, is dit naar mijn mening niet het geval en behoeft men nieX te vrezen, dat hierd~or waaNen, welke de arts in de samenleving dient te bewaken, in gevaar zullen komen. Dr. R. S. ten Cate. Naar aanleiding van de offici~le mededeling van het Hoofdbestuur aangaande deze kwestie zou ik gaarne enkele feiten en wensen ter overweging willen aanbieden. Allereerst het algemeen belang dat achter dit alles schuilt, de preventie van het v66rkomen van verkeersongevallen door alcoholgebruik. Niet fang geleden verscheen een artikel v a n collega Glaslra van Loon, waarin deze o.m. betoogde dat het aandeel van de alcohol bij het ontstaan van verkeersongevallen zo gering was, dat daarmede zeker niet in de eerste plaats rekening zou moeten worden gehouden. Hij somt allerlei andere oorzaken op vermoeidheid, zorgen, verdriet, geprikkeldheid) die veel belangrijker zouden zijn. In de eerste plaats wil ik wijzen op onlangs door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde cijfers, waaruit blijkt dat van totaal 79 gevallen van dood door schuld 8 of 10% en van 337 gevallen van zwaar lichamelijk letsel 39 of 11.5% aan alcoholinvloed moesten worden toegeschreven. Het betreft hier veroordelingen bij ernstige onge|ukken: ongetwijfeld kan worden aangenomen, gezien de huidige opvattingen terzake, dat het bier vrijwel uitsluitend beta'eft de gevallen van dronkenschap, die hotzij uit een bloedproef met een uitkomst van tenminste c.a. 1.5% is vastgesteld of uit overtuigende andere bewijsmiddelen. Zouden de opvattingen gemeengoed worden dat reeds reel eerder van een alcoholbelemmering sprake is dan bij notoire dronkenschap, dan stijgt vanzelfsprekend dit percentage. De alcoholin. Ouders van licht spastisch meisje, 161/2 jaar, blond, leuk uiterliik, intelligent, zoeken bemiddeling van arts op platteland, om in contact te komen met ouders van soortgelijk kind op buiten of grondbezit. Gaarne brieven ender nr. R. 39, Bureau Adex, Keizersgracht 158, Amsterdam.
394
vloed is dus niet zo gering als Dr Glastra van Loon meent aan te kunnen tonen en wat zo belangrijk is, deze had kumaen worden voorkomen, wat bij de oorzaken boven vermeld niet mogelijk z~I zijn. Het vraagstuk van het ,,onder invloed" zijn is dus wel degelijk zeer belangrijk en zal aan gewicht nog winnen bij de steeds toenemende verkeersfrequentie - wie houdt tegenwoordig niet vaak zijn h~lrt vast als hij op grote wegen bij inhalen maar al te vaak ,',gesneden" wordt? Waar het voor de Justitie uiterst moeilijk wordt om in alle gevallen tot een juiste strafbepaling te komen en waar het in het algemeen belang gewenst wordt dat hierbij hulp door de artsen wordt gegeven is het ,de vraag of hiertegen medische of medisch-ethische bezwaren kunnen worden aangevoevd. Veel wat hierover door het Hoofdbestuur wordt gezegd kan ik volkornen onderschrijven. Het is dus de vraag of hieraan kan worden tegemoetgekomen. Persoonlijk heb ik altijd bezwaren gevoeld tegen de venepunctie, waaruit inderdaad moeilijkheden voor de onderzochte kunnen voortvloeien. Is her daarom niet mogelijk tot de oorspronkelijke methode van Wivlmark terug te gaan, waarbij slechts een minimale hoeveelheid bloed behoeft te worden afgenomen verkregen uit een prikje in vingertop of oorlel? En nu de medewerking van de arts. Her is
Dr Chr. C. PETERS TOT 2 3 JULI AFWEZIG L. S I E M E N S 64, Amsterdam
Spreekuren aldaar 1.30 - 2.30 uur behalve Dinsdags en Zaterdags ZWANGERSCHAPSBEPALING v|jf dagen n a u i l b l J j v e n v a n slruatle
spermlatle-
volgens
men-
Bii de geneeskundige dienst wordt een
GEMEENTEARTS
Inlichtingen bii de directeur van de geneeskundige dienst, KI. Kromme Elleboog 7, Groningen. Schriffelijke soil. met roll. inl. blnnen 14 dagen aan burgemeester en wethouders.
Keel-, Neus-, Oorarts naar S t a d i o n w e g
Dr R. E. Wierenga.
in algemene dienst gevraagd, in de rang van gemeentearts of gemeentearts A. (afhankeliik van ervaring). Deze functionaris zal o.a. worden belast met bedrlifsgeneeskundige werkzaamheden en geneeskundig werk in de B.B. Salarisgrenzen f. 11.046,tot f. 13.611,-, resp. f. 11.712,- tot f. 14.430,-.
neus- keel- en oorarts
Verhuisd : Dr. B. W .
uitermate ongewenst dat de pati~nt het gevoe! zou krijgen dat hem ,,de das werd omgedaan" door de man aan wie hij zich toevertrouwt, zijn huisarts. We kunnen aan dit bezwaar tegemoet komen door in grotere plaatsen met een G.G. en G.D. een der ambtelijke artsen als politiearts aan te stellen, die natuurlijk geen binding hceft met een te onderzoeken persoon. Voor de vele klei~nere plaatsen is dit natuurlijk niet mogelijk, maar m.i. kunnen de bezwaren worden ondervangen als bij het afgeven van een rijbewijs uitdrukkelijk wordt vastgelegd dat de houder verplicht is bij voorkomende gevallen, ter beoordeling van de politie, bloedafneming toe te staan. Hij weet dan waar hij aan toe is, hij weet ook wat de gevolgen misschien eens kunnen zijn, en de verhouding arts-patient zal hierdoor toch niet zo gemakke,lijk worden verstoord. Aux grands maux les grands rem~des - het gebruik van alcohol bij bet steeds toenemend wegverkeer is een zeer groot kwaad _ krasse maatregelen zijn hier dringend noodzakelijk.
Minstens 20 cc urine in te zenden naar Kromme Nieuwe G r a c h t 10, Utrecht. Telefonlsche uitslag enkele uren na ontvangst. Verzendmateriaal gratis op aanvraag.
gecomblneerde B I O L O G I S C H - C H E M I S C H
en me|anophorenreactles
Her S T . J O S E P H
(o. wet. I. v. Dr. J. W . 5 1 u i t e r )
- ZIEKENHUIS
TE HEERLEN
-
LABORATORIUM
UTRECHT
-
T e L K 3400-10859
roept
sollicitanten op voor de f u n c f i e van
TWEEDE ANAESTHESIST U i t v o e r i g e sollicitafies m e t o p g a v e van referenties t e richten aan de G e n e e s h e e r - D i r e c f e u r . 395
Handelsdrukkerii H.
v. d.
PLASTIC-FORMA
Steeg
ENSCHEDE
ENSCHEDE
Hyacinthstraat 40b - Tel. 4766 (K 5420)
Hyacmthstraat 40b - Tel. 4766 (K 5420) S p e c i a a l a d r e s v. M e d i s c h d r u k w e r k recepten - dissertaties enz.
Importeurs v a n , , m i p o f o l i e " Cacheerplastlc: voor het cacheren van Uw kaarten, boeken, fotocopi~no legitimatlebewljzen enz.
W. LUBBERS
lemand een cadeautje geven, kost geld,
* .
Speciaal in OrthopaedischSchoeisel Prothesebouw en Steunzolen
ASSEN ROLDERSTRAAT 16 - TEL. 2291 (K 5920)
TUINDERIJ .WERKLUST"
FELEFOON 31566
teverancier van huisbrand 0 t I E en PETROLEUM voor Uw VERWARMING
Hengelo (O.), Woltersweg 98, Tel. 3620 Enschedeseslraat 145, Tel. 6667 V l o e l b a r e brandstoffen. Alle soorlen vaste brandstoffen.
Firm AdrianSlotboom ASSEN - OUDESTRAAT 22
al Uw sanitaire installaties, gashaarden, vaste wasta~els, badkamerinrichtingen
Meubelfabriek. Woninginrichting Ook meubelen voor spreek- en behandelkamer KERKSTRAAT 28a - ARNHEM - TEL. 21313
U bent goed gekleed, als Bremer Uw costuum aanmeet. DAMES-EN HEREN KLEERMAKERIJ
]OH. B R E M E R
Voor
Meppel, Maatkade 7, Tel. 467 (K 5220) Levering door geheel Nederland.
TI~,EFOON 3085 - K 5920
Speciaal adres voor SHERRY (van de beste huizen)
A. Re SANDERS Schildersbedrijf en
AutospuitinricMing Emmen, Schimmerweg 1, Tel. 852 (K 5910)
Brugstraat 6 - Tel. 2317 (K 5400) De k l e i n b e e l d s p e c i a l i s t v o o r T w e n t e Wij leveren U alie vooraanstaande merken projectie-apparaten, camera's, microscoop-apparaluur enz. Uitermate gespecialiseerd in technische- en interieuropnamen.
8 A N D A G E - ORTH O P A E D l f -
Sandeman Bobadilla Garvey's Juan, M. Diaz Williams en Humbert Whlsdom en Wartez Paloma Bolers bij afname van 12 flessen 10% korting
WIJNHANDEL
FOTOGRAFIEKREIJE,HENGELO(0.)
AIVl S TER D AH
J. J. B R I N K M A N
Hengelosestraa! 530 m Enschede Telefoon 7165 (K 5420). Aanleg en onderhoud. Speciaal villatuinen.
J. ZOLLINGER'S
BRANDSTOFFENHAHDEL
GEBR. SPRUKKELHORST
--
door ze portvrij op te zenden aan:
,,RODE KRUIS-TIJDSCHRIFTENDIENSTDEN HAAG"
N. W. LUBLINK'S KOLENHANDEL 155
N, ItEERENGRACHT AMSTERDAM
maar U kunl zieken Uw weekbladen sturen
-
G. J. DE ROO
-
Meppel
SLIJTERIJ
Tel. 9:26
BRANDSMA'S
LUXE A U T O - V E R H U U R - INRICHTING Garage Kerkstraat 10 Telefoon 2458 - Steenwiik
SPECIAALVOORZIEKENVERVOER H.H. MEDICI Uw adres voor her meest moderne werk vervaardigd op eigen ateliers Paskamers: Borssenburgplein 1 7 bel~t. T e l e f o o n 71 O 7 8 3 - K 2 9 0 0 Erkend leverancier van alle Ziekenfondsen