Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
Vastgesteld door de Raad van Bestuur op 13 mei 2015 Goedgekeurd door de Raad van Commissarissen op 28 mei 2015
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
Inhoudsopgave 1.
Uitgangspunten van de verslaggeving
4
2.
Profiel van de organisatie
5
2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
5 5 6 6
3.
4.
Bestuur, toezicht en medezeggenschap
7
3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6.
7 7 7 7 8 8
6.
7.
Governance Raad van Bestuur Raad van Commissarissen Medische Staf Ondernemingsraad Cliëntenraad
Strategisch beleid, financiële informatie, voornaamste risico’s en onzekerheden 10 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5.
5.
Algemene identificatiegegevens Kernactiviteiten en werkgebied Structuur van de organisatie Toepassing van gedragscodes
Speerpunten (strategisch) beleid Financiële informatie Gang van zaken tijdens boekjaar Financiële instrumenten Voornaamste risico’s en onzekerheden
10 11 11 12 12
Zorg, Onderzoek en Opleiding
14
5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5.
14 14 18 20 21
Kenniscentrum Sophia Revalidatie Kwaliteit & Veiligheid Onderzoek Opleiden Innovaties
Maatschappelijke aspecten van revalidatiezorg
22
6.1. 6.2. 6.3. 6.4. 6.5. 6.6. 6.7.
22 22 23 24
Algemene maatschappelijke aspecten Medewerkers Duurzaamheidsbeleid Steunfondsen Kunst 24 Opening Nieuwbouw hoofdlocatie Vrederustlaan Den Haag Nieuwbouw Piramide en De Witte Vogel
24 25
Doelstellingen voor 2015
26
7.1. 7.2. 7.3.
26 26 26
Ontwikkelagenda 2015 Doelstellingen patiëntenzorg Doelstellingen personeel
2|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
7.4. 7.5.
Financiële doelstelling Doelstellingen Kenniscentrum
26 26
Bijlage 1 Verslag van de Raad van Commissarissen 2014Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bijlage 2 RvB en RvC op 31-12-2014
31
Bijlage 3 Adviesorganen en commissies 31-12-2014
33
3|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
1. Uitgangspunten van de verslaggeving Op grond van de regeling verslaglegging WTZi is Sophia Revalidatie verplicht om jaarlijks verantwoording af te leggen over de manier waarop de organisatie het geld uit de Zorgverzekeringswet heeft besteed. Via DigiMV wordt digitaal verantwoording afgelegd over bestuur, bedrijfsvoering, personeel, financiën en productie. Daarnaast dient een jaarrekening met een controleverklaring van de accountant te worden gedeponeerd. Met deze verantwoording, het zg. jaardocument wordt voldaan aan alle wettelijke verantwoordingsverplichtingen (o.a. ministerie VWS, Inspectie voor de gezondheidszorg). Hoewel wettelijk niet meer verplicht heeft Sophia Revalidatie, naast DigiMV, ook een maatschappelijk verslag opgesteld. Met dit jaarverslag wil Sophia Revalidatie ook aan andere belanghebbenden een beeld geven van de organisatie en verantwoording afleggen over het gevoerde beleid Daarmee wordt onder meer invulling gegeven aan de doelstelling om een transparante organisatie te zijn. Via het jaardocument, wordt verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid op het niveau van de organisatie als geheel. De afzonderlijke RvE’s en overige afdelingen hebben via eigen rapportages de realisatie van hun jaarplannen verantwoord. Deze rapportages zijn in ook in het voorliggende verslag niet meegenomen. Het jaardocument is openbaar en beschikbaar via www.jaarverslagenzorg.nl. en via de website van Sophia Revalidatie: www.sophiarevalidatie.nl
4|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
2. Profiel van de organisatie 2.1. Algemene identificatiegegevens Naam: Adres: Telefoon : E-mailadres: Internetpagina: Nummer Kamer van Koophandel :
Sophia Revalidatie Vrederustlaan 180 2543 SW Den Haag 070 - 3593593
[email protected] www.SophiaRevalidatie.nl 41156879
2.2. Kernactiviteiten en werkgebied Sophia Revalidatie biedt medisch specialistische revalidatie aan kinderen, jongeren en volwassenen. Het verzorgingsgebied van Sophia Revalidatie omvat de gemeenten Den Haag, Haaglanden, Zoetermeer, Delft, Westland, Oostland en Gouda. Op acht locaties wordt poliklinische revalidatiebehandeling gegeven. In het revalidatiecentrum in Den Haag vindt klinische revalidatiebehandeling plaats. Met de ziekenhuizen in Den Haag, Delft en Gouda bestaan intensieve samenwerkingsrelaties waar de specialistische revalidatie van Sophia Revalidatie wordt ingezet ten behoeve van de ziekenhuispatiënten die revalidatiebehandeling nodig hebben. Op het gebied van de geriatrische revalidatie bestaan samenwerkingsrelaties met meerdere organisaties voor verpleging en verzorging (VVT). Tevens wordt ondersteuning en consultatie geboden aan instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking (o.a. KDC’s). Op de mytyl‐ en tyltylscholen in Den Haag en Delft krijgen alle kinderen revalidatie dagbehandeling en therapie van een behandelteam van Sophia Revalidatie. Sophia Revalidatie is tevens opleidingsziekenhuis voor revalidatiegeneeskunde en gezondheidspsychologie. Daarnaast investeert Sophia Revalidatie in wetenschappelijk onderzoek en innovatie, gericht op het vergroten van de kwaliteit van revalidatiezorg. Hiervoor wordt samengewerkt met regionale partners op het gebied van revalidatiegeneeskunde, met hogescholen en universitaire centra. Figuur 1 Patiënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten (31-12-2014) Productie Aantal klinische verpleegdagen Aantal eerste consulten Aantal klinische patiëntgerichte uren Aantal poliklinische patiëntgerichte uren Aantal klinische opnamen (uitsluitend volwassenen) Aantal gestarte poliklinische patiënten volwassenen Aantal gestarte poliklinische patiënten kinderen Personeel Aantal personeelsleden in loondienst exclusief medisch specialisten Aantal medisch specialisten
26.731 1.950 56.800 177.813 420 1.889 459
Aantal
Fte
652 34
445,5 23,6
Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten
€ 41.303.626
-Omzet DBC’s -Opbrengst uit hoofde van de transitieregeling
€ 34.125.489 € 1.669.569
-Overige bedrijfsopbrengsten en subsidies
€ 5.508.568
5|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
2.3. Structuur van de organisatie Sophia Revalidatie (statutair genaamd Sophia Stichting), is statutair gevestigd te Den Haag (Zuid-Holland)en hanteert een Raad van Bestuur – Raad van Commissarismodel. Sophia Revalidatie heeft een besturingsmodel ingevoerd waarin sprake is van duaal management en de managementverantwoordelijkheden lager in de organisatie zijn belegd. Er zijn twee RVE’s gevormd, een RVE Volwassenen en RVE Kinderen. Het duaal management van de RVE’s bestaat uit een algemeen manager en twee resp. één medisch manager die gezamenlijk, integraal verantwoordelijk zijn voor zorg en bedrijfsvoering in hun RVE. In de loop van 2015 zal dit model ook op operationeel niveau zijn in ingevoerd. Tevens zijn de facilitaire, personeels- en administratieve afdelingen samengevoegd tot een Servicebedrijf en is een concerncontroller benoemd. Alle revalidatieartsen zijn aan Sophia Revalidatie verbonden via een arbeidsovereenkomst. Zij zijn verenigd in de Medische Staf. Sophia Revalidatie heeft een Ondernemingsraad en een Cliëntenraad (zie 3.5 en 3.6). Alle activiteiten op het gebied van onderzoek, opleiding, innovatie en kwaliteit & veiligheid zijn geconcentreerd in het Kenniscentrum en Smartlab. Figuur 2 Organisatieschema
2.4. Toepassing van gedragscodes Naast de Zorgbrede Governance Code hanteert Sophia Revalidatie de volgende gedragscodes: Gedragscode veilig omgaan met informatie; Privacyreglement; In de zeven cultuurwaarden is vastgelegd welk gedrag van medewerkers van Sophia Revalidatie wordt verwacht; Sophia Revalidatie beschikt over een klokkenluiderregeling.
6|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
3. Bestuur, toezicht en medezeggenschap 3.1. Governance Bestuur en Toezicht van Sophia Revalidatie is geregeld in de statuten en reglementen van Raad van Bestuur (hierna RvB) en Raad van Commissarissen (hierna RvC). Sophia Revalidatie onderschrijft de Zorgbrede Governance Code. Eind 2014 is het besluit genomen om de huidige statuten te toetsen aan nieuwe wet en regelgeving en aan de Governance Code. 3.2. Raad van Bestuur De RvB is eindverantwoordelijk voor het besturen van de organisatie: voor de realisatie van de doelstellingen, het beleid en de daaruit voortvloeiende resultaatontwikkeling. Sophia Revalidatie heeft sinds 2012 een éénhoofdige RvB. Informatie over de RvB is opgenomen in bijlage 2. Salariëring van de RvB is conform Wet-en regelgeving (zie jaarrekening). 3.3. Raad van Commissarissen De RvC houdt toezicht op het bestuur en op de algemene gang van zaken binnen Sophia Revalidatie als maatschappelijke onderneming. Daarnaast staat de RvC de RvB met advies en als klankbord terzijde. De RvC vervult ook de werkgeversrol naar de RvB en benoemt de externe accountant. De RvC leden ontvangen een honorarium dat is gebaseerd op de wettelijke regeling (zie jaarrekening). Het jaarverslag van de RvC is opgenomen in bijlage 1. Informatie over samenstelling en nevenfuncties van de Raad van Commissarissen is opgenomen in bijlage 2. 3.4. Medische Staf De Medische Staf (hierna MS) voert overleg met de RvB en adviseert over medisch inhoudelijke zaken, Kwaliteit & Veiligheid (hierna K&V) en andere beleidszaken die hen aangaan. Het Stafbestuur dat de vergaderingen van de MS voorbereidt, zorgt voor de uitvoering van besluiten en voor de afhandeling van reguliere taken van de MS. Het Stafbestuur bestaat op 31-12-2014 uit vijf personen. Zie bijlage 3 voor de samenstelling. In 2014 vergaderde de MS elf maal. Eenmaal per twee maanden (of vaker indien gewenst) is de RvB gedurende een deel van de vergadering aanwezig . Het Stafbestuur vergaderde maandelijks, waarvan een deel van de vergaderingen is gereserveerd voor overleg met de RvB. Sinds 2014 schuiven ook de medisch managers een korte tijd aan bij het overleg, hetgeen ten goede komt aan een goede afstemming en communicatie. In het voorjaar van 2014 sprak een delegatie van het Stafbestuur met de RvC over de algemene gang van zaken en er is input gegeven voor het jaargesprek met de RvB. In 2014 zijn de onderstaande onderwerpen besproken. Alle projecten uit de ontwikkelagenda 2014. De MS heeft positief geadviseerd over de invoering van het besturingsmodel, onder een aantal voorwaarden die door de RvB zijn gehonoreerd. Een daarvan is de oriëntatie op een medisch bestuurder in relatie tot de topstructuur. Daarnaast is de MS betrokken in de benoemingsprocedures van het RVEmanagement. De MS heeft ingestemd met het eindrapport Strategisch profiel fase 2. De gehele MS is actief betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe strategie. Begin 2015 is positief geadviseerd over de ‘Strategie 20152018’. Er is een positief advies gegeven inzake de visie op sport en bewegen. De MS heeft de RvB geadviseerd niet over te gaan tot heropening van de rookruimte in locatie Vrederustlaan.
7|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
In alle vergaderingen komt het onderwerp K&V prominent aan de orde. Besproken zijn onder meer de analyse en verbeterpunten naar aanleiding van de kwaliteitsvisitatie van de VRA, Inspectiebezoek, bespreking projectplan VMS en kwaliteitsrapportages. De voortgang binnen het Kenniscentrum, in het bijzonder het wetenschappelijk onderzoek. Medio 2014 heeft de RvB, op voordracht van de MS, een van de revalidatieartsen als nieuwe portefeuillehouder K&V benoemd. De MS is tevens akkoord gegaan met het besluit van de RvB tot het instellen van een portefeuillehouder onderzoek. Het scholingsbeleid medisch specialisten is vastgesteld en het Kaderbesluit (‘’Het nieuwe opleiden”) besproken. De werkdruk van de revalidatieartsen. Het Stafbestuur input gegeven voor het te ontwikkelen leiderschapsprogramma voor de MS. MS heeft positief geadviseerd inzake de benoeming van een nieuwe commissaris. Alle jaarstukken, kwartaalrapportages en directie-beoordeling zijn door de RvB onder de aandacht gebracht van de MS. Tevens is de MS door de RvB is geïnformeerd over het bezuinigingsprogramma 2014-2016. Het proces van de zorgverkoop.
3.5. Ondernemingsraad De medezeggenschap van de medewerkers is georganiseerd in de wettelijk voorgeschreven Ondernemingsraad(hierna: OR). De OR bestaat op 31-12-2014 uit 11 leden. Zie bijlage 3 voor de samenstelling van de OR. Als bijdrage aan het bezuinigingsprogramma heeft de OR in 2014 besloten om het aantal leden gedurende de nieuwe zittingsperiode op 11 te handhaven. Het Dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de vergaderingen en zorgt voor uitvoering van de besluiten. Binnen de OR commissies ‘Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu’ en ‘Financiën’ worden onderwerpen inhoudelijk besproken en voorbereid voor bespreking in de ORen Overlegvergadering. In 2014 vergaderde de OR zeven maal met de RvB, in aanwezigheid van het hoofd P&O. Ook de OR heeft de jaarlijkse bespreking met de RvC commissie gehouden over de algemene gang van zaken en als input voor het jaargesprek van de RvB. In het verslagjaar heeft de OR de volgende adviesinstemmingsverzoek behandeld: Sociale paragraaf; Flexibele schil; Strategieontwikkeling Sophia Revalidatie; 13-weeks roosteren voor de kliniek, verpleging en verzorging; Invoering besturingsmodel Sophia Revalidatie (RVE); Benoemingsprocedure RVE; Strategie Sophia Revalidatie 2015-2018 (advies begin 2015); Benoeming commissaris. De OR heeft een initiatiefvoorstel ingediend t.a.v. de mogelijkheid van een 9 –urige werkdag (in 2015 gehonoreerd en omgezet in beleid). Daarnaast heeft OR met de RvB gesproken over de jaarstukken, de bezuinigingsmaatregelen, de directiebeoordeling en is de OR onder meer geïnformeerd over de voortgang van de Ontwikkelagenda 2014. De OR ontvangt de kwartaalrapportages en maandelijks de Balance Scorecard. 3.6. Cliëntenraad De Cliëntenraad (hierna: CR) is de bij wet voorgeschreven gesprekspartner van de RvB en geeft vanuit het patiëntenperspectief gevraagd en ongevraagd advies over onderwerpen als beleid, strategie en kwaliteit van zorg. De CR bestaat op 31-12-2014 uit
8|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
een onafhankelijk voorzitter en 10 leden waarvan een aantal zitting heeft op voordracht van verschillende patiëntenorganisaties. Zie bijlage 3 voor de samenstelling van de CR. De CR kwam in het verslagjaar zes maal bijeen in een reguliere vergadering, in aanwezigheid van de coördinator K&V. De RvB is aanwezig gedurende een deel van de vergadering . De portefeuillehouder Kwaliteit & Veiligheid is aanwezig bij zorginhoudelijke onderwerpen. Een delegatie van de CR heeft in het voorjaar gesproken met de RvC . In 2014 hebben de CR en de RvB het Instellingsbesluit aangepast. De CR heeft de volgende (gevraagde en ongevraagde) adviezen verstrekt aan de RvB: Invoering besturingsmodel (RVE en Duaal management): positief advies met diverse aanbevelingen; Strategie 2015-2018:actieve deelname aan totstandkoming van Strategie. Advies begin 2015; Benoeming lid RvC; Formatie geestelijke verzorging: advies om formatie zoveel mogelijk buiten de krimpmaatregelen te houden; Communicatie met patiënten: aanbevelingen m.b.t. kostenbesparing en schriftelijke patiënteninformatie; In het kader van het project Mantelzorg heeft de CR een inventarisatie gehouden onder het middenkader naar mantelzorgactiviteiten binnen Sophia Revalidatie. Een inventarisatie onder mantelzorgers volgt in 2015 waarna de CR een advies uit zal brengen; Op initiatief van de CR is een enquête afgenomen onder klinische patiënten over behandeling en verblijf in de kliniek. De uitkomsten zijn met de RvB gedeeld. Vervolg in 2015. De CR wordt door de RvB structureel geïnformeerd door de kwartaal- en halfjaarrapportages, de jaarstukken en de directiebeoordeling en heeft zich gedurende het jaar laten informeren over de Ontwikkelagenda en andere organisatiebrede activiteiten. N.a.v. de uitkomsten van de HKZ-audit is gesproken over het kwaliteitssysteem. Namens de CR hebben meerdere leden deelgenomen aan Sophia Revalidatie brede commissies ( patiëntenfeedback, testpanel, sportpromotie, You tube).
9|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
4. Strategisch beleid, financiële informatie, voornaamste risico’s en onzekerheden 4.1. Speerpunten (strategisch) beleid Met het oog op diverse interne en externe ontwikkelingen is in 2013 een Sophia Revalidatiebrede Ontwikkelagenda opgesteld op basis van de visie ‘focussen, excelleren en profileren’. De Ontwikkelagenda 2014 (O’ 14) is hierop een logisch vervolg. De strategische projecten uit deze ontwikkelagenda hebben betrekking op de kwaliteit van zorg en op de versterking van de interne processen. Medio 2014 is gestart met de ontwikkeling van een nieuwe strategie voor 2015-2018. Ontwikkeling en implementatie Zorgpaden In vervolg op het project invoering zorgpaden 2013 zijn in 2014 de vier zorgpaden DCD, TPG (Kinderen) Oncologische Revalidatie en NAH/CVA verder ontwikkeld en geïmplementeerd in de organisatie. Bovendien is gestart met de ontwikkeling en implementatie van twee nieuwe zorgpaden MS en EMG. Het project is begin 2015 gerealiseerd. Doorontwikkeling (conform de PDCA cirkel) en implementatie vindt vervolgens plaats in ‘de lijn’. Strategisch profiel fase 2 In 2013 heeft Sophia Revalidatie het strategisch profiel op diagnosegroepen vastgesteld. Er wordt gefocust op vijf landelijke speerpunten (zie figuur 2) en zeven regionale expertiseteams. De tweede fase van het project omvat een plan van aanpak voor de uitvoering van het strategisch profiel op de verschillende locaties van Sophia Revalidatie. Belangrijke criteria voor de verdeling van de speerpunten over de locaties zijn de behandelkaders van de VRA en de speerpunten van de ziekenhuizen in de betreffende regio. Begin 2015 is dit project afgerond en overgedragen aan het RVE management. Invoering R-EPD Eind 2013 is het project R-EPD gestart met als doel om per 1april 2015 een instelling specifiek Revalidatie- EPD te hebben ingericht en geïmplementeerd in de gehele organisatie. Dit is een belangrijke investering in verbetering van kwaliteit en uniformiteit van informatie en verslaglegging. Op een paar locaties na zal dit project conform planning worden gerealiseerd. Organisatieontwikkeling Met het invoeringsbesluit is het project invoering RVE en Duaal management in de zomer van 2104 afgerond. De managementverantwoordelijkheden worden lager in de organisatie belegd met het doel sneller en flexibeler te kunnen reageren op externe ontwikkelingen die van invloed zijn op het primaire proces. De duale samenstelling van het management zorgt ervoor dat de betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid van de medisch specialisten voor het organisatiebeleid worden versterkt. Het nieuw benoemde RVE management is verantwoordelijk voor de inrichting van het operationele niveau. De inrichtingsfase wordt afgerond in 2015 met de benoeming van duaal management op operationeel niveau. Tevens zijn de voorbereidingen getroffen voor de ontwikkeling van een driejarig leiderschaps-programma voor MT leden, Stafbestuur, operationeel managers en MS om hen te kunnen ondersteunen in het ontwikkelingsproces. Tegelijkertijd met de vorming van de RVE’s zijn de centrale stafafdelingen samengevoegd in een Servicebedrijf onder leiding van de manager Servicebedrijf. Ook voor het Servicebedrijf wordt een inrichtingsplan opgesteld. Ontwikkeling Strategie 2015-2018 In september is gestart met de ontwikkeling van de Strategie voor de komende vier jaar. Begin 2015 is de Strategie 2015-2018 vastgesteld.
10|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
Figuur 3 Samenvatting van de strategie 2015-2018
Wat is het doel?
Hoe kan dit doel gerealiseerd worden?
Missie • Wij bieden de beste medisch specialistische revalidatie voor onze patiënten • Alles wat wij doen draagt bij aan toegevoegde waarde voor onze patiënten Visie • Wij ontwikkelen ons tot een topklinisch revalidatiecentrum voor medisch specialistische revalidatie • Door onderzoek en opleiding te combineren met onze behandeling en zorg
1. Wij focussen op vijf speerpunten • Hersenletsel (CVA/NAH), kinderrevalidatie, progressieve neurologische aandoeningen (MS/ALS), oncologische- en hartrevalidatie, complexe multitrauma 2. Wij verbeteren onze kwaliteit en veiligheid continu • Wij organiseren onze zorg in zorgpaden • Wij meten permanent de waarde van onze zorg • Wij passen innovaties en wetenschappelijke resultaten toe • Wij bieden optimale gastvrijheid • Wij werken samen om de waarde voor onze patiënten te vergroten 3. Wij zijn transparant en zichtbaar • Naar onze patiënten • Naar onze verwijzers • Naar onze samenwerkingspartners • Naar zorgverzekeraars en financiers • Naar toezichthouders en accountant • Naar andere stakeholders
Wat zijn benodigde voorwaarden? •
• • •
Blijvend ontwikkelen van talent en persoonlijk leiderschap van onze medewerkers Flexibiliteit van onze organisatie Financiële stabiliteit (marge van 1-2%) Kwalitatief hoogstaande ICT
4.2. Financiële informatie Op basis van de strategie worden de beleidsdoelstellingen en de begroting opgesteld. De begroting wordt getoetst aan de kaders van de verwachte productie en opbrengsten. Na eventuele bijstelling wordt deze begroting vastgesteld door de RvB, waarna deze geldt als toetsingskader voor de exploitatie. De realisatie wordt regelmatig getoetst aan de begroting door middel van kwartaalrapportages. Na afloop van het boekjaar wordt het jaarverslag opgesteld. Het belangrijkste risico is de realisatie van de productieafspraken met de verzekeraars onder de nieuwe productstructuur (prestatiebekostiging). 4.3.
Gang van zaken tijdens boekjaar Het resultaat bedraagt € 130.049 positief ten opzichte van een begroot resultaat van € 299.992 negatief. Het verschil tussen de begroting en de werkelijkheid is weergegeven in figuur 4.
11|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
Figuur 4 Afwijkingen en opzichte van de begroting
Hogere omzet incl. transitiebedrag dan verwacht Lagere doorberekende kosten aan derden Hogere personeelskosten Hogere kosten van voeding Lagere hotelmatige kosten Lagere algemene kosten Hogere terrein- en gebouwgebonden kosten Lagere kosten van afschrijving Lagere kosten van huur Mutaties in voorzieningen Hogere patiënt- c.q. bewonergebonden kosten Lagere financiële baten en lasten
€ € € € € € € € € € € €
380.945 -136.943 -18.482 -11.661 58.445 161.426 - 138.397 320.915 1.458 -243.931 -34.451 90.717
Begroot resultaat 2014
€ €
430.041 -299.992
Gerealiseerd resultaat 2014
€
130.049
De hogere omzet dan begroot is ontstaan door een hoger transitiebedrag dan waarmee in de begroting rekening was gehouden. De lager doorberekende kosten zijn veroorzaakt door het niet verwerken van een bedrag voor de garantieregeling kapitaallasten ad € 433.000 waarover nog discussie plaatsvindt met de NZA. De hogere terrein- en gebouw gebonden kosten zijn het gevolg van hogere onderhoudskosten en energiekosten van de gebouwen. In de begroting is voor de laatste maal uitgegaan van de kosten van afschrijving inventaris zoals ze in de rekenstaten van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA) zijn opgenomen. Deze lagere kosten zijn deels aangewend ter dekking van de hogere kosten van onderhoud van de gebouwen. De mutaties op voorzieningen hebben betrekking op de voorziening voor langdurig zieken en wachtgeld waarmee in de begroting geen rekening was gehouden. 4.4.
Financiële instrumenten Eind 2013 is de nieuwbouw aan de Vrederustlaan Den Haag in gebruik genomen. De business case die hieraan ten grondslag ligt is voor Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) aanleiding geweest de leningen die nodig zijn voor deze nieuwbouw volledig te borgen. De recente herijking van de business case levert geen andere uitkomst op. Voor de financiering is gekozen voor een laag risico. Van de totale lening van € 38.000.000 staat € 24.700.000 dertig jaar vast tegen 4,28% en € 13.300.000 10 jaar vast tegen 3,85%. Van deze laatste lening staat de basisrente ook 30 jaar vast, maar wordt de opslag na 10 jaar herzien. Deze lening is opgenomen op 1 augustus 2013. De instelling heeft buiten deze lening nog een aantal andere relatief kleine leningen. Zie voor een specificatie hiervan de jaarrekening. De instelling maakt geen gebruik van financieringsinstrumenten, zoals rente swaps. Op basis van het meest recente liquiditeitsoverzicht mag er van worden uitgegaan dat de instelling ook in 2015 aan zijn verplichtingen kan voldoen.
4.5. Voornaamste risico’s en onzekerheden Als voornaamste risico’s voor Sophia Revalidatie worden genoemd: 1. Landelijk Hoofdlijnenakkoord Zorg; 2. Landelijke nieuwe prestatiebekostiging;
12|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
3. 4.
Toenemende concurrentie; Flexibiliteit en leiderschap.
4.6.
Landelijk Hoofdlijnenakkoord Zorg Als gevolg van het landelijke Hoofdlijnenakkoord Zorg is de productiegroei in de revalidatiesector gemaximeerd op 2,3%. De autonome groei van de zorgvraag binnen deze sector bedroeg de afgelopen jaren 6%. Dit betekent een forse beperking voor onze patiënten.
4.7.
Landelijke nieuwe prestatiebekostiging In 2012 is ook binnen de revalidatiesector de prestatiebekostiging ingevoerd. Dit is in 2012 gedaan met de productstructuur die in de revalidatie bekend staat als Spoor 1. In 2013 is overgegaan op een nieuwe productstructuur bekend als Spoor 2. Deze is meer op de inhoud gebaseerd dan de voorgaande productstructuur. De medisch specialist voorspelt het product aan de hand van een inhoudelijke vragenlijst. De afrekening geschiedt op basis van de uitvoering van het werkelijke product en niet op basis van het voorspelde product. In 2013 gaat deze invoering nog gepaard met een vangnet van 95 %. In 2014 is er nog een vangnet van 70 % gebaseerd op de realisatie van 2013. Vanaf 2014 is de volledige invoering van de prestatiebekostiging een feit. De uitkomst van 2014 heeft immers geen invloed op de hoogte van het vangnet; dit is gebaseerd op de uitkomst van 2013. Met ingang van 1 januari 2015 wordt de duur van een DBC beperkt tot maximaal 120 dagen. Sophia Revalidatie houdt er echter wel rekening mee dat invoering van een nieuw bekostigingssysteem per definitie transitierisico’s met zich meebrengt.
4.8.
Toenemende concurrentie In de markt van de revalidatiesector is sprake van toenemende concurrentie van nieuwe toetreders, gespecialiseerde 1e-lijnsaanbieders (zoals fysiotherapie), commerciële revalidatiepartijen en VVT-instellingen die geriatrische revalidatiezorg aanbieden. De overheveling van geriatrische revalidatiezorg naar de Zorgverzekeringswet biedt instellingen voor verpleging en verzorging de mogelijkheid om dit aanbod verder uit te breiden. Sophia Revalidatie versterkt haar profiel door een focusstrategie op speerpunten en heldere profilering richting verwijzers in ziekenhuizen en VVTinstellingen zorgverzekeraars.
4.9.
Flexibiliteit en Leiderschap Om goed te reageren op bovengenoemde externe ontwikkelingen worden eisen gesteld aan onze interne organisatie. Effectief leiderschap en flexibiliteit van medewerkers zijn hierbij cruciaal. Sophia Revalidatie investeert hierin met een leiderschapsprogramma dat aanvangt in 2015.
13|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
5. Zorg, Onderzoek en Opleiding 5.1. Kenniscentrum Sophia Revalidatie Het Kenniscentrum bundelt alle activiteiten gericht op Kwaliteit & Veiligheid, Innovatie, Onderzoek en Opleiding. Het adviseert gevraagd en ongevraagd het MT en de RvB en heeft een ondersteunende en faciliterende functie ten behoeve van de organisatie. In 2014 lag binnen het Kenniscentrum de focus op de volgende onderwerpen: Verdere ontwikkeling van de twee onderzoekslijnen Kinderrevalidatie en niet aangeboren hersenletsel; ontwikkeling en inrichting van het SmartLab, gericht op ontwikkeling van innovatieve ICT en e-health toepassingen in samenwerking onder meer met de Haagse Hogeschool en industrie ; ontwikkeling van een leermanagementsysteem en e-learning; verankeren van kwaliteit en veiligheid en het doorontwikkelen van de systemen voor borging. Daarnaast hebben zich diverse ontwikkelingen afgespeeld die in de volgende paragrafen zijn weergegeven. 5.2. Kwaliteit & Veiligheid De afdeling Kwaliteit & Veiligheid houdt zich bezig met behoud en ontwikkeling van de kwaliteit van zorg en de veiligheid voor patiënten en medewerkers binnen Sophia Revalidatie. In 2014 hebben de volgende thema’s centraal gestaan: Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ); Kwaliteitsvisitatie van de Vereniging van Revalidatieartsen (VRA); Veiligheidsmanagementsysteem (VMS). Daarnaast heeft de afdeling (mede)gewerkt aan diverse innovaties en begeleiding van strategische projecten. In deze paragraaf zijn tevens de uitkomsten van een aantal prestatie-indicatoren over 2014 opgenomen. HKZ Jaarlijks toetst een externe partij of Sophia Revalidatie voldoet aan de HKZ normen. Begin 2014 zijn zes tekortkomingen op het systeem vastgesteld. Medewerkers hebben ver volgens een groot kwaliteits- en veiligheidsbewustzijn laten zien en hebben veel energie gestoken in dossiervoering, SMART doelen stellen, de registratie van risicovolle medicatie, interne audits en privacy van patiëntendossiers. In de auditgesprekken is vervolgens geconstateerd dat de tekortkomingen zijn weggewerkt. Er is sprake van kwaliteits- en veiligheidsdenken en denken in oorzaken. Er is positieve roering, beweging in de organisatie, het centraliseren van zaken en ook het bottom-up denken. De patiënt staat centraal maar veel meer vanuit de kwaliteits- en veiligheidsgedachte. Er zijn naast sterke punten ook twee kleine verbeterpunten (tekortkomingen) geconstateerd. Deze zijn inmiddels opgepakt. Meetinstrumenten Sophia Revalidatie maakt gebruik patiënten- en medewerkersenquêtes, exitgesprekken, spiegelgesprekken en interne audits om haar kwaliteit te toetsen. In 2014 is het focusgesprek ingevoerd, een kwalitatieve onderzoeksmethode en vooral bruikbaar voor beleidsontwikkeling (doen we de juiste dingen), het evalueren van het aanbod enz. Tevredenheid In oktober 2013 is gestart met de afname van de zogenaamde ‘ervaringsindicatoren’ . De ervaringsindicatoren worden aan het eind van de behandeling digitaal afgenomen. Bij de kinderen en geselecteerde doelgroepen bij de volwassenen vindt tevens één keer per jaar een grote uitvraag plaats.
14|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
Resultaten Sophia Revalidatie Sophia Revalidatie scoort op 4 van de 11 onderdelen hoger dan het gemiddelde van de revalidatiecentra: privacy bij lichamelijke verzorging; fysieke toegankelijkheid van de instelling (significant hoger dan gemiddelde); bij aanvang van de behandeling behandelplan van een behandelaar gekregen; 95,7% van patiënten beveelt Sophia Revalidatie aan bij vrienden of familie. Figuur 5 Ervaringsindicatoren Sophia Revalidatie
Specificatie Kinderen Sophia Revalidatie scoort op 4 van de 11 onderdelen hoger dan het gemiddelde van de revalidatiecentra: fysieke toegankelijkheid van de instelling (significant hoger dan gemiddelde); bij aanvang van de behandeling behandelplan van een behandelaar gekregen; tijdens behandeling gewezen op klachtenregeling; 97,3% van patiënten beveelt Sophia Revalidatie aan bij vrienden of familie. De punten ‘was het team voldoende op elkaar ingespeeld’ en ‘bejegening door arts’ scoren significant lager dan het gemiddelde. De verbeteracties zijn opgenomen in de verbeterplannen van de units.
15|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
Figuur 6 Ervaringsindicatoren Kinderen
Specificatie Volwassenen Sophia Revalidatie scoort op 9 van de 11 onderdelen hoger dan het gemiddelde van de deelnemende Revalidatiecentra en op 4 onderdelen significant hoger, namelijk: fysieke toegankelijkheid van de instelling; Bejegening door medewerkers; Begrijpelijke uitleg door medewerkers; bij aanvang van de behandeling behandelplan van een behandelaar gekregen; 95,3% van patiënten beveelt Sophia Revalidatie aan bij vrienden of familie. Figuur 7 Ervaringsindicatoren Volwassenen
Veiligheidsmanagementsysteem (VMS) Sophia Revalidatie wil op een systematische, structurele en transparante manier werken aan de verbetering van patiënt- en medewerkerveiligheid en werken aan een organisatiecultuur, waarbinnen het vanzelfsprekend is te leren van fouten en daar
16|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
vervolgens effectief op te reageren. Het motto hierbij is ‘verantwoordelijkheid nemen voor eigen werk’. De afdeling Kwaliteit & Veiligheid werkt verder aan de ontwikkeling van een optimale veiligheidscultuur waarin wordt toegewerkt naar een gecertificeerd VMS volgens de NTA 8009:2011. Bij Sophia Revalidatie is patiëntveiligheid op diverse manieren terug te vinden. Veel zorginhoudelijke activiteiten zijn geprotocolleerd en digitaal toegankelijk. Er is een actueel Reglement Basis Medische Zorg waarin de 24-uurszorg is beschreven en gegarandeerd. Er bestaat een structuur voor het melden van incidenten en klachten. De VIM adviescommissie krijgt via de leidinggevenden de meldingen met verbetermaatregelen doorgestuurd, doet onderzoek en geeft advies over preventieve maatregelen (PRISMA). De commissie behoudt haar signalerende en adviserende rol richting RvB. Complicatieregistratie vindt plaats volgens de richtlijnen van de VRA. Het management ziet het als haar verantwoordelijkheid de veiligheid van de zorg voor patiënten te waarborgen en waar nodig te verbeteren. Hiervoor ontwikkelt en onderhoudt zij een gecoördineerd programma van scholing en verbeterprojecten. Veiligheid is binnen Sophia Revalidatie geborgd binnen de Stuurgroep Kwaliteit & Veiligheid. De doelstelling van de Stuurgroep Kwaliteit & Veiligheid is dat het KMS en VMS in goede afstemming en coördinatie worden ontwikkeld, gehanteerd, geëvalueerd en gepland. Onder de Stuurgroep Kwaliteit & Veiligheid vallen zeven verschillende veiligheids-domeinen of commissies. Per kwartaal bespreekt de Stuurgroep Kwaliteit & Veiligheid de rapportages uit deze commissies. Zo worden trends gesignaleerd en kan de Stuurgroep Kwaliteit & Veiligheid op basis van de bevindingen en rapportages opdracht geven voor bijvoorbeeld een PRI, PRISMA of andere methodes om de kwaliteit continu te blijven verbeteren. Meldingen in 2014 Figuur 8 Incidentmeldingen 2014 per kwartaal
Incidentmeldingen Aantal medicatie incidenten Aantal valincidenten Aantal overige incidenten Decubitus Decubitusincidentie klinische dwarslaesiepatiënten
Q1 31 34 30 Q1 11,11%
Q2 53 62 34 Q2 0%
Q3 57 35 25 Q3 12,5%
Q4 64 34 33 Q4 0%
2014 205 165 122 2014 5,71%
2013 175 127 49 2013 6,67%
In tegenstelling tot 2013 is er in 2014een stijging te zien van het aantal meldingen. Dit heeft een aantal oorzaken: in 2014 is ingezet op het bevordering van de meldcultuur via publicaties op het intranet. Leidinggevenden zijn geschoold in de PRISMA-analyse; hierdoor hebben zij het belang van melden en inzicht in onveilige situaties overgebracht naar hun teams. In de Kliniek is een baxtersysteem ingevoerd, een nieuwe werkwijze leidt in eerste instantie tot een toename van incidenten. In Den Haag zorgde de nieuwbouw in eerste instantie voor een toename in incidenten in een aantal badkamers en bijna-incidenten doordat er op een aantal plekken geen goed overzicht was. Valincidenten zijn een aandachtspunt in 2014 en er is een advies opgesteld voor Sophia brede aanpak van een valpreventie programma. Overige incidenten zijn incidenten die te maken hebben met stoten, knellen of botsen, bijten, voeding, agressie en/of schadelijke stoffen.
17|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
Wachttijden Wachttijden zijn in 2014 punt van aandacht en binnen de RVE’s wordt gekeken hoe de wachttijden beter in beeld kunnen worden gebracht voor de verschillende doelgroepen. Daarnaast is met de werkgroep Wachttijden kritisch gekeken naar de registratie en berekening van wachttijden. Medisch secretariaten en planners zijn geïnformeerd over de juiste werkwijze en het belang van goede registratie. De hoop bestaat dat de trend die in 2014 te zien is voor het eerste onderzoek zich in 2015 doorzet. Figuur 9 Wachttijden 2014 per kwartaal
Percentage patiënten dat tijdig kan starten Eerste onderzoek (binnen 4 weken) Poliklinische revalidatiebehandeling (binnen 4 weken) Klinische revalidatiebehandeling (binnen 7 weken) Klinische opname acuut CVA (binnen 2 weken)
Q1
Q2
Q3
Q4
2014
2013
42%
45%
42%
80%
55%
53%
72%
68%
69%
61%
63%
52%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
78%
91%
91%
92%
90%
93%
Klachten Sophia Revalidatie kent een samenhangend en laagdrempelig systeem voor de opvang en behandeling van klachten van patiënten. De informele klachtenbehandeling wordt verzorgd door de functionaris Patiëntenvoorlichting en Klachtenbemiddeling. De Klachtencommissie van Sophia Revalidatie bestaat uit zes personen en wordt ondersteund door een secretaris (Zie bijlage 3). De Klachtencommissie is in 2014 drie keer bijeen geweest. Daarnaast vindt er jaarlijks een overleg plaats met de RvB in aanwezigheid van de manager Kenniscentrum en de portefeuillehouder. In 2014 zijn negen nieuwe klachten ingediend: in drie klachten is in het verslagjaar uitspraak gedaan, waarvan een uit 2013); drie klachten zijn in overleg met de klager ingetrokken; één klacht is in overleg met de klager doorgestuurd naar het betreffende management; drie klachten lopen door in 2015. De oorzaken van de klachten betroffen de aspecten planning, behandeling, communicatie, bereikbaarheid, bejegening, informatievoorziening, parkeergelegenheid. twee van de drie behandelde klachten zijn gegrond verklaard maar hebben niet tot aanbevelingen geleid. 5.3. Onderzoek Het opzetten en borgen van een wetenschappelijke onderzoekstructuur is van belang bij het ontwikkelen van een cultuur waarbij medewerkers een onderbouwde werkwijze kiezen voor de manier waarop behandeld wordt. De doelstelling van Sophia Revalidatie is zowel het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek als het toepassen van beschikbare wetenschappelijke kennis. In het Kenniscentrum is de samenwerking belegd met het LUMC (Leiden) en met de hoogleraren Revalidatiegeneeskunde (positie vacant) en Doelmatigheid van Revalidatieprocessen, in het bijzonder de Fysiotherapie (mw. prof. dr. T.P.M. Vliet Vlieland), en met De Haagse Hogeschool en de lector Revalidatie (dhr. dr. A.J. de Kloet).
18|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
Onderzoekslijnen Binnen het onderzoeksprogramma Revalidatie Zorg Onderzoek zijn twee onderzoekslijnen benoemd. Het speerpunt zal de komende jaren liggen bij de onderzoekslijnen NAH/CVA en Kinderrevalidatie, waarbinnen Activiteiten & Participatie (met het accent op Seksualiteit, Bewegen & Sport en Arbeid) de belangrijkste aandachtsgebieden zijn. Sophia Revalidatie beoogt aansluiting bij de landelijke onderzoeksprogramma’s in de sector. Figuur 10 Onderzoekslijnen binnen het Onderzoeksprogramma ‘Revalidatie Zorg Onderzoek’
Het onderzoeksprogramma wordt uitgevoerd onder leiding van de Revalidatie Onderzoeks Commissie (RONCO). De Wetenschapscommissie (WECO) houdt toezicht op de afstemming tussen wetenschappelijke activiteiten van Sophia Revalidatie, Rijnlands Revalidatie Centrum en afdeling Orthopedie, Revalidatie en Fysiotherapie van het LUMC, op het betrekken van Artsen in Opleiding in het klinisch georiënteerde wetenschappelijk onderzoek geïnitieerd door revalidatiecentra, en op het verbeteren van onderwijs en nascholing op het gebied van klinisch wetenschappelijk onderzoek in de opleidings- en onderwijsregio. Tevens hebben de afdeling Onderzoek en de opleiders van Sophia Revalidatie zitting in de regionale Wetenschap Commissie. Lopend (promotie)onderzoek van Sophia Revalidatie Promotieonderzoek Van Markus F, revalidatiearts. Traumatisch hersenletsel bij kinderen en jong volwassenen: gevolgen voor functioneren en revalidatiestrategieën (de Brainpower studie). Leids Universitair Medisch Centrum. Promotor: prof. dr. T.P.M. Vliet Vlieland. Arwert HJ, revalidatiearts. Lange termijn gevolgen van een CVA op het functioneren, i.h.b. van de bovenste extremiteit (o.a. de ZOBEST-studie: cohort studie naar de lange termijn (2-5 jaar) gevolgen van een CVA onder patiënten uit een ziekenhuispopulatie). Leids Universitair Medisch Centrum. Promotor: prof. dr. T.P.M. Vliet Vlieland. Overige onderzoeksprojecten Arwert HJ, Keijzer S. Validatie van de Michigan Hand Outcome Questionnaire voor CVA patiënten (de HANDS studie). Kruijver E. Beloop in een Longitudinale Observationele studie van Seksuele en relationele problematiek bij CVA-patiënten (de BLOS studie). De Kloet AJ, Wentink MM. Spelenderwijs (multicenter RCT met Rijnlands Revalidatiecentrum(RRC)): effect van cognitieve games op cognitief functioneren na een CVA. De Kloet, AJ. Follow-up van participatieproblematiek bij kinderen en jongeren met
19|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
NAH in de revalidatie. Groeneveld I. Stroke Cohort Outcome Rehabilitation (SCORE-studie i.s.m. RRC). Bouwhuis C. Sportactiviteiten na sportadvies door het Sportloket bij kinderen (6-18 jr.) in de kinderrevalidatie (SPAT-studie). Prieto E. Dwarsdoorsnedeonderzoek: ICT-hulpmiddelen in de revalidatie, inventarisatie van gebruik en behoeften bij (ex-)revalidanten. Van Pomeren M, Copius Peereboom I, van der Meer P, Koehler I. De inzet van klinimetrie bij revalidatie van DCD-kinderen. AIOS onderzoek Veldt H. Arbeidsparticipatie van jongeren met NAH na arbeidsintegratie met Brains4U. Onder begeleiding van A.J. de Kloet en A.M. Tersteeg. Schut S. De a-functionele hand na een CVA: een delphi-onderzoek onder behandelaren voor consensus over de behandeling. Onder begeleiding van H.J. Arwert en J.J.L. Meesters. Van der Steen I. Visusproblematiek bij CP-kinderen. Onder begeleiding van C.B. Bouwhuis. Kranenborg H. Een innovatieve revalidatie-interventie na traumatisch hersenletsel bij kinderen en jong volwassenen. Siebers N. Retrospectieve studie naar vroegtijdige opsporing en interventie van heupproblematiek bij CP. Koehler I. De inzet van klinimetrie bij revalidatie van DCD-kinderen. Kilic B. Problematiek bij kinderen in de Therapeutische peutergroep (TPG; 0-4 jarigen). Afgerond (promotie) onderzoek In 2014 heeft een werknemer van Sophia Revalidatie zijn promotietraject succesvol afgerond. De Kloet, A.J. Participation of children and youth with acquired brain injury. Universiteit Leiden, 06-11-2014. Promotores: prof.dr. T.P.M. Vliet Vlieland, prof.dr. R.G.H.H. Nelissen.
5.4. Opleiden Kennis binnen halen, kennis behouden en kennis uitdragen is belangrijk voor Sophia Revalidatie en staat als zodanig beschreven in het opleidingsbeleid. Het motiveert medewerkers en biedt de mogelijkheid de gewenste, hoogstaande kwaliteit van zorg te bieden aan patiënten. Sophia Revalidatie is een categoraal opleidingsziekenhuis. In 2014 heeft de RGS (Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten) de visitatie verricht tot hernieuwde erkenning van de gedeeltelijke opleiding revalidatiegeneeskunde op de locaties Den Haag en Delft. Op basis van de visitatie is door de RGS een erkenning afgegeven voor de duur van vijf jaar voor opleider (mw. T.A. Veenis), vervangend opleider (mw. F. van Markus-Doornbosch) en opleidingsinrichting voor de locatie Den Haag. Voor de locatie Groene Hart Ziekenhuis is de erkenning afgegeven voor vijf jaar voor de opleider (mw. M.A. van Loo) en de vervangend opleider (mw. C.D. van Houten).Sophia Revalidatie maakt gebruik van ‘afdelingsfoto’s’ om binnen een afdelingsteam de juiste combinatie van kennis en ervaring te hebben. Bij de werving van nieuwe medewerkers wordt steeds meer rekening gehouden met de toegevoegde waarde voor een afdelingsteam. Ook binnen de beroepsgroepen is het van belang om kennis te vergaren en te behouden. Samen met de 17 aangestelde studiecoördinatoren en de vijf expertgroepen wordt gewerkt aan de ontwikkeling van leerlijnen per beroepsgroep. Deze leerlijnen vormen de basis voor het LeerManagementSysteem (LMS): SophiaRevalidatieLeert.nl. In 2014 zijn de eerste modules via dit LMS uitgezet. Om kennis binnen te halen en te behouden, volgden in 2014 verschillende medewerkers
20|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
een studie. Sophia Revalidatie maakt hiervoor gebruik van Blended Learning: een mix van externe scholingen, interne Sophia Revalidatie Scholing, training on the job, begeleiden van stagiaires en e-learning. Het uitdragen van kennis krijgt een steeds prominentere plek in de organisatie. Medewerkers van Sophia Revalidatie dragen hun kennis over aan collega’s door middel van klinische lessen, een Sophia Revalidatie Scholing (SRS-)module, vakgroep bijeenkomsten en intervisie. Daarnaast wordt kennis overgedragen aan leerlingen tijdens een stageperiode of gastles. Doelstelling voor de komende jaren is om steeds meer kennis te gaan vermarkten. In 2014 zijn er modules ontwikkeld op het gebied van revalidatiezorg ten behoeve van instellingen voor geriatrische revalidatiezorg. Deze worden aangeboden via de Sophia Revalidatie Academy. 5.5. Innovaties Sophia Revalidatie heeft een ingebedde projectstructuur voor projecten die vernieuwend zijn of de huidige dienstverlening verder ontwikkelen. In 2014 zijn met name projecten uitgevoerd gericht op e-health. Deze projecten zijn gebundeld in een zogenaamd SmartLab. Daarnaast is in 2014: de implementatie van de zorgpaden ondersteund; het mantelzorgproject gestart; het ‘Beste innovatie-idee’ verkozen (‘Alleen in ALS, maar nu niet meer’)
21|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
6. Maatschappelijke aspecten van revalidatiezorg 6.1. Algemene maatschappelijke aspecten Sophia Revalidatie is een maatschappelijke onderneming met als hoofddoelstelling het bieden van verantwoorde zorg. Onder ‘verantwoorde zorg’ wordt verstaan: cliëntgerichte, veilige en betaalbare zorg die geleverd wordt via een doelmatige en transparante bedrijfsvoering. Sophia Revalidatie wil hier uitvoering aan geven met oog voor de verschillende aandachtsgebieden die maatschappelijk ondernemen onderscheidt: ‘people’ (onder andere aandacht voor inzetbaarheid en arbeidssatisfactie), ‘planet’ (verantwoord omgaan met energie, afvalstoffen enz.) en ‘profit’ (bv. duurzaam inkoopbeleid). 6.2. Medewerkers Ziekteverzuim en duurzame inzetbaarheid Het beleid bij Sophia Revalidatie is erop gericht medewerkers zo gezond mogelijk te houden zodat zij naast hun eigen welzijn ook de doelstellingen van Sophia Revalidatie kunnen realiseren. Het ziekteverzuim is in 2014 ten opzichte van 2013 gedaald naar 4,5%. Voor het jaar 2015 is er voor gekozen het verzuim terug te brengen naar 4%. Met het oog hierop is vernieuwd beleid rondom ziekteverzuim geschreven waarvan de essentie is dat sterker naar de inzetbaarheids- mogelijkheden wordt gekeken in plaats van naar ziekte en verzuim. Om duurzame inzetbaarheid te stimuleren dient er een personeelsbeleid te zijn met instrumenten om daarin te voorzien en te ondersteunen. In 2014 is gekeken naar het personeelsbeleid en bestaand instrumentarium om te bezien of op duurzame inzetbaarheid nadere maatregelen nodig zijn. Uit de inventarisatie is gebleken dat er vooralsnog voldoende instrumenten zijn binnen Sophia Revalidatie die de duurzame inzetbaarheid ondersteunen. Via de P&O-adviseurs wordt het gebruik van bestaand instrumentarium gestimuleerd. Op grond van de constatering dat de revalidatieartsen een hoge werkdruk ervaren heeft de RvB aan de Transitiemanager opdracht gegeven de aard en omvang van deze werkdruk nader te onderzoeken. In december 2014 zijn de resultaten van dit onderzoek gepresenteerd aan de MS. Uit het onderzoek is duidelijk naar voren gekomen dat een deel van de oplossing te vinden is in de wijze waarop met werkdruk kan worden omgegaan. Op een beleidsdag van de MS in januari is daar met externe deskundigheid nader bij stil gestaan en zijn handreikingen gegeven. Fexibele schil In 2013 is beleid geïntroduceerd om te komen tot een flexibele schil voor Sophia Revalidatie. Dit houdt in dat er tot een maximum van 15% aan medewerkers tijdelijke contracten worden aangeboden. In tijden waarin de financiële druk voor Sophia Revalidatie te hoog wordt, ontstaat zo de mogelijkheid om contracten af te laten lopen en zo gedwongen ontslagen te kunnen voorkomen. Naast tijdelijke contracten is het stimuleren van mobiliteit en het aanbieden van min-max contracten ook een van de instrumenten. Gebleken is dat de 15% niet wordt gehaald. Dat wordt veroorzaakt door het feit dat de mobiliteit intern laag is en de uitstroom niet boven de 8% uitkomt. De uitstroom en daarmee het aanbieden van tijdelijke contracten aan nieuwe medewerkers is niet voldoende om tot de 15% norm te komen. Uit een evaluatie is gebleken dat het permanent laten vertrekken van medewerkers na afloop van hun tweede jaarcontract enkele nadelen kent. Kennisverlies en niet investeren op contractmedewerkers zijn daar een voorbeeld van.
22|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
Lean In 2014 is o.a. gestart met het analyseren van enkele grote processen van P&O. De mutatiestroom en het proces opleidingsaanvragen is in kaart gebracht. Hieruit is gebleken dat zowel meer efficiency kan worden bereikt als een hoger service niveau. Om te komen tot een vernieuwd en ‘lean’ proces is gestart met het realiseren van een aantal randvoorwaarden. Inrichting RVE’s en Servicebedrijf Aan het nieuwe management van de RVE’s en het Servicebedrijf is de opdracht gegeven tot inrichting van hun eigen RVE’s. Op een procesmatige wijze is dat, met betrokkenheid van medewerkers, vormgegeven. In 2015 zullen de inrichtingsplannen verschijnen. Parallel aan de RVE vorming is een leiderschapsprogramma ontwikkeld. Dit programma is gestoeld op de essentiële organisatieontwikkeling zoals beschreven in het rapport: ‘Besturingsmodel Sophia Revalidatie’. De belangrijkste criteria voor de verandering en het leiderschapsprogramma zijn in een notitie vastgelegd Klachtenregeling en vertrouwenspersoon Sophia Revalidatie heeft een ‘klachtenregeling medewerkers’ en een Klachtencommissie. Bijlage 3 geeft informatie over de samenstelling van de Klachtencommissie. Sinds 1 juli 2014 heeft Sophia Revalidatie een nieuwe medewerkersvertrouwenspersoon. Bij de vertrouwenspersoon is zeven maal een melding gedaan. Daarnaast zijn er zes telefonische consulten geweest die kleinere issues betroffen. Maatschappelijke banen Mensen met een verminderde kans op de arbeidsmarkt, krijgen de mogelijkheid om aan het werk te gaan met aangepaste begeleiding. Op dit moment zijn er twee werkplekken voor arbeidsgehandicapten binnen de Facilitaire Dienst. 6.3. Duurzaamheidsbeleid In de nieuwe locatie aan de Vrederustlaan zijn meerdere duurzame toepassingen aangebracht, zoals energiezuinige apparatuur en installaties en zijn hoogwaardig geproduceerde, natuurlijke materialen met een hoge slijtvastheid gebruikt. Rondom het terrein wordt de ecologische zone hersteld door het aanleggen van nieuwe waterpartijen. In 2014 zijn de volgende projecten opgepakt. Duurzame voeding Er is gestart met het verduurzamen van de voeding die tijdens de lunch wordt verkocht aan personeel en (poliklinische) patiënten. In 2015 wordt onderzocht of het voedingsaanbod voor patiënten ook verduurzaamd kan worden. Afvalbeleid Het scheiden van papier, restafval, chemisch afval, medisch gerelateerd afval en plastic (bijvoorbeeld de verpakkingen van de baxterrollen) is volledig doorgevoerd. Er komt geen aparte inzameling van plastic bekers o.a. vanwege hygiëne aspecten . Papierverbruik Een nieuwe werkgroep “terugdringen papierverbruik” heeft diverse papierbesparende acties gerealiseerd en/of ingezet, o.a. de aanschaf van een app voor papierloos vergaderen, invoering van digitale inkoopadministratie en digitaliseren van inkomende facturen. Bedrijfskleding Duurzaamheid is opgenomen als gunningsvoorwaarde voor de levering van nieuwe bedrijfskleding. Bewustwording medewerkers Om de medewerkers te betrekken in het duurzaamheidsbeleid is een communicatieplan opgesteld.
23|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
6.4. Steunfondsen Stichting Vrienden van Sophia Revalidatie De basiszorg in Nederland is goed. Er zijn echter ook vanuit de overheid steeds minder financiële middelen beschikbaar. Daarom worden aanvullende middelen gegenereerd om extra’s te kunnen bieden zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid om buiten te fitnessen of een veilige speeltuin voor kinderen. Ook activiteiten voor patiënten, zoals de zitskireis en de fietsvierdaagse kunnen niet plaatsvinden zonder externe financiering. De Stichting Vrienden voor Sophia Revalidatie die al in 1953 is opgericht, heeft zich ten doel gesteld financiële middelen ter beschikking te stellen om iets extra's te kunnen doen voor patiënten. Fondsenwerving Naast het feit dat voor bepaalde patiëntenactiviteiten een beroep gedaan mag worden op de stichting Vrienden, is het noodzakelijk om extern financiële middelen te werven om de kosten te kunnen dekken. Zowel bij vermogensfondsen als bij het bedrijfsleven worden aanvragen voor sponsoring ingediend. Ook met acties en fundraising wordt er bij Sophia Revalidatie met regelmaat geld bijeengebracht voor patiëntenactiviteiten en middelen die de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van patiënten verhogen. Sophia Fonds Sophia Revalidatie kent al vele jaren het Sophia Fonds. De doelstelling van het Sophia Fonds is ‘het stimuleren en ondersteunen van activiteiten op het gebied van aan revalidatie verwante medische-en sociale zorg, alsmede van de wetenschappelijke ontwikkeling van de revalidatiegeneeskunde, één en ander voor zover uitgaande van of van belang voor Sophia Revalidatie’. In 2013 heeft het bestuur van het Sophia Fonds voor een periode van vijf jaar een bedrag toegekend aan het Kenniscentrum voor de ontwikkeling van het wetenschappelijk onderzoek. In 2014 heeft het Sophia Fonds onder andere bijgedragen aan de publicaties van het proefschrift van dhr. dr. A.J. (Arend) de Kloet en deelname voor negen medewerkers van Sophia Revalidatie aan internationale congressen Sociaal Fonds Sophia Revalidatie heeft een Sociaal Fonds dat medewerkers kan ondersteunen die buiten eigen toedoen voor onverwachte uitgaven komen te staan, die ze er even niet bij kunnen hebben. 6.5. Kunst Sophia Revalidatie heeft als visie dat kunst een positieve invloed kan hebben op patiënten en medewerkers. Sophia Revalidatie heeft de afgelopen jaren een bescheiden kunstcollectie opgebouwd en heeft een aantal kunstwerken in bruikleen van Museum Beelden aan Zee in Den Haag en het Museum Gouda. Het uitgangspunt is, dat kunst niet wordt gefinancierd uit het budget. Kunst wordt niet alleen ingezet in de verschillende gebouwen, ook wordt bekeken of kunst ingezet kan worden als onderdeel van de behandeling van patiënten, de zogenaamde VTS-methode (Visual Thinking Strategies). In 2014 is hierin een eerste stap gezet met een (jaarlijks terugkerend) bezoek aan museum Beelden aan Zee. Het kunstbeleid wordt ondersteund door een professioneel kunstadviseur. Het is de intentie om het kunstbeleid verder uit te bouwen en daarbij dankbaar gebruik te maken van samenwerking met musea, privé verzamelaars en bedrijven met kunstcollecties in de regio. 6.6. Opening Nieuwbouw hoofdlocatie Vrederustlaan Den Haag Het betrekken van de nieuwbouw aan de Vrederustlaan in Den Haag in de laatste week van 2013 heeft ook in de eerste helft van 2014 nog forse inspanningen gevraagd van medewerkers van de Vrederustlaan. Tijdens de openingsweek in juni 2014 is een licht,
24|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
duurzaam en modern revalidatiecentrum gepresenteerd aan 2.000 (oud) patiënten, verwijzers, externe relaties, medewerkers en buurtbewoners . De officiële openingshandeling is verricht door HKH Prinses Margriet. Aansluitend werd een landelijk symposium Multitrauma georganiseerd met internationale sprekers. 6.7. Nieuwbouw Piramide en De Witte Vogel Op het terrein van Sophia Revalidatie is in 2014 gestart met de ontwikkeling van een nieuwe school voor speciaal onderwijs en een Kinderdagcentrum (KDC). De Piramide (school voor LG/LZ) onderdeel van De Haagsche Scholen en De Witte Vogel, school voor MG, onderdeel van RESPONZ, gaan het onderwijs verzorgen binnen dit gebouw. Middin zal haar Kinderdagcentrum (voor kinderen met een meervoudige beperking in de leeftijd van 0 t/m 5 jaar) gaan vestigen. Ook Sophia Revalidatie participeert in dit project. Teams van Sophia Revalidatie verzorgen de revalidatiebehandeling en onderwijsondersteuning aan de kinderen. De gemeente Den Haag is bouwheer en de oplevering staat gepland in 2016.
25|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
7. Doelstellingen voor 2015 7.1. Ontwikkelagenda 2015 Sophia Revalidatie zal in 2015 de volgende zeven strategische projecten uitvoeren; 1. Doorontwikkeling van zes zorgpaden en invoering behandelmodules; 2. Evidence Based Practice; 3. E-Health – doorontwikkeling Smartlab; 4. Invoering Veiligheidsmanagementsysteem (VMS); 5. Verbeterprogramma ICT; 6. Inrichting RVE fase 2; 7. Leiderschapsprogramma (MT, Middenkader, MS). 7.2. Doelstellingen patiëntenzorg Op het gebied van de patiëntenzorg zijn de volgende doelstellingen voor 2015 bepaald: 1,0% stijging van de huidige productie; bedbezetting 98 %, conform 2014; norm 80% patiëntgebonden tijd poliklinisch en 85% klinisch (ten opzichte van de aanwezige tijd), conform 2014; ligduur Kliniek: gemiddeld 3 maanden, conform 2014; voor de prestatie-indicatoren is het streven continuering van het niveau van 2014, uitgezonderd de wachttijden. In 2015 blijft er extra aandacht voor de wachttijden en wordt gestreefd naar wachttijden binnen de Treeknormen. 7.3. Doelstellingen personeel Op het gebied van personeel zijn de volgende doelstellingen bepaald: personeelsziekteverzuim maximaal 4,0 %; beleid flexibele schil, met een nader te bepalen norm; management en leiderschap (thematische verdieping verbonden aan RVE-vorming); duurzame inzetbaarheid ( versterken verzuimbegeleiding); medewerkers ontwikkeling (versterken thema’s werken, samenwerken en leidinggeven). 7.4. Financiële doelstelling Het eigen vermogen van de instelling zal door de hogere kapitaallasten ten gevolge van de nieuwbouw de komende vijf jaar afnemen maar blijft wel boven de norm van het waarborgfonds. Daarna zal het vermogen weer toenemen. Dit uiteraard op basis van uitgangspunten zoals die op het huidige moment zijn in te schatten. De ontwikkeling van het eigen vermogen is echter mede afhankelijk van omstandigheden waarop de instelling wel moet inspelen, maar geen invloed op heeft, zoals overheidsmaatregelen. Driejarig bezuinigingsprogramma 2014 t/m 2016 Vanwege de dalende zorgverkoop en de relatief hoge kosten voor rente en aflossing van de nieuwbouw gedurende de eerste jaren is bezuinigen noodzakelijk. Om de gewenste doelstelling te bereiken is een bezuinigingsprogramma opgesteld voor een periode van drie jaar(2014 t/m 2016). 7.5. Doelstellingen Kenniscentrum Versterken onderzoek en opleiding Sophia Revalidatie streeft naar verdere versterking van onderzoek en opleiding. Hiertoe zijn investeringen vereist. Sophia Revalidatie werkt samen met partners zoals het LUMC, De Haagse Hogeschool en de OOR Leiden. Daarnaast wordt gewerkt aan het verder
26|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
bestendigen en herkenbaar maken in de organisatie van de wetenschappelijke output binnen de onderzoekslijnen van Sophia Revalidatie. Kennis commercialiseren Sophia Revalidatie streeft naar het verder commercialiseren van haar kennis en expertise. Dit aanbod geldt onder meer voor instellingen in de verpleging- en verzorgingsector ten behoeve van professionalisering van de geriatrische revalidatiezorg, daarnaast voor bij- en nascholing in de eerste lijn. Ondersteuning beleid Sophia Revalidatie en de clusters Het Kenniscentrum speelt een grote rol bij de ondersteuning van onder meer de Strategische projecten van Sophia Revalidatie en daarnaast de (beleids)ondersteuning vanuit de jaarplannen van de verschillende clusters.
27|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
Bijlage 1 Verslag van de Raad van Commissarissen 2014 In 2014 heeft de RvB het beleid in de eerste plaats gericht op het verlenen van kwalitatief goede en veilige zorg. Daarnaast is de organisatie zowel inhoudelijk als bedrijfsmatig zo ingericht dat er adequaat ingespeeld kan worden op de externe ontwikkelingen, op nieuwe wet- en regelgeving en binnen de financiële kaders. Teneinde de organisatie ook in de toekomst financieel gezond te houden, en in het bijzonder vanwege de kapitaalslasten verhoging als gevolg van de oplevering van de nieuwbouw van de hoofdlocatie, heeft de RvB met ingang van 2014 een driejarig bezuinigingsprogramma ingezet. De RvC heeft in het afgelopen jaar met regelmaat kennis genomen van de voortgang van het beleid en zich kritisch gebogen over diverse bestuurlijke vraagstukken. De RvC bekrachtigt en ondersteunt het gevoerde beleid en de gekozen strategische richting waarover de RvB in dit verslag en in de jaarrekening verantwoording aflegt. Met gepaste trots denkt de RvC terug aan de openingsweek van de nieuwbouw van de hoofdlocatie in juni. Op een feestelijke wijze is een goed gefaciliteerd, eigentijds revalidatiecentrum gepresenteerd aan medewerkers, patiënten, externe relaties en buurtbewoners. Met de organisatie van een symposium is de opening ook als kans benut professionals en andere belangstellenden te presenteren wat Sophia Revalidatie doet voor haar patiënten en voor de ontwikkeling van de revalidatiezorg. Samenstelling RvC RvC bestaat op 31-12-2014 uit vijf personen. De RvC is qua competenties en achtergronden zodanig samengesteld dat de maatschappelijke functie adequaat kan worden vervuld en dat de leden, onafhankelijk ten opzichte van elkaar en van de RvB kritisch kunnen opereren. Naar het oordeel van de RvC is er geen sprake van belangenverstrengeling tussen de leden van de RvC en Sophia Revalidatie. In verband met het aanvaarden van een functie die niet verenigbaar is met het toezichthouderschap van Sophia Revalidatie is mw. drs. E.C.M van der Wilden per 1 juni 2014 tussentijds afgetreden. In de vacature is door middel van een openbare wervingsprocedure, voorzien met de benoeming van mw. professor dr. M.J.E. Mourits. Mw. Mourits is per 1 september 2014 benoemd op voordracht van de Cliëntenraad en na een positief advies van de Medische Staf en de Ondernemingsraad. Vergaderingen en informatievoorziening De RvC vergaderde in 2014 vijf maal, in aanwezigheid van de RvB. Op de agenda staan vaste onderwerpen met betrekking tot de planning en control cyclus. Er is structureel ruimte voor informatievoorziening vanuit de organisatie, voor actuele ontwikkelingen in de zorg, voor specifieke thema’s rond bestuur en beheer. De notities en (voortgangs)rapportages met betrekking tot de planning en control cyclus, financiën en Kwaliteit & Veiligheid en de toelichting van de RvB daarop vormen de belangrijkste informatiebronnen voor de RvC. Regelmatig wordt de RvC tijdens zijn vergadering en tijdens de auditcommissies door deskundigen van binnen of buiten de organisatie geïnformeerd over specifieke onderwerpen. Eenmaal per jaar voert de remuneratiecommissie van de RvC overleg met delegaties van het Managementteam, het Stafbestuur, de Ondernemingsraad en de Cliëntenraad. In 2014 is onder meer gesproken over de algemene gang van zaken binnen de organisatie, invoering van de nieuwe organisatiestructuur, cultuur en interne communicatie. Deze overleggen dienen tevens als input voor het jaargesprek met de bestuurder. In verband met de deelname aan de verschillende activiteiten in het kader van de opening van de nieuwbouw is het jaarlijks werkbezoek van de RvC aan één van de locaties doorgeschoven naar het eerste kwartaal van 2015.
28|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
Toezicht op strategie, prestaties en interne beheersings- en controlesystemen Begin 2014 heeft de RvC een eerste oriënterende bespreking gehad ter voorbereiding op de strategieontwikkeling 2015-2018. Daarbij heeft de RvC geconstateerd dat Sophia Revalidatie uitstekende patiëntenzorg biedt, financieel gezond is, verankerd in de regio, hetgeen een goede basis vormt voor de ontwikkeling van een nieuwe strategie. De RvC ondersteunt de reeds ingezette lijn van de focusstrategie en vraagt aandacht voor de cultuuromslag die nodig is om de gewenste ontwikkelingen met succes te realiseren. In het najaar is de ontwikkeling van de strategie als project gestart waarbij de RvC regelmatig heeft kunnen reflecteren op de tussentijdse resultaten. Begin 2015 zal de Strategie 2015-2018 worden vastgesteld en ter goedkeuring aan de RvC worden voorgelegd. De RvC heeft ingestemd met het besluit van de RvB tot invoering van RVE en Duaal management. In de loop van het jaar heeft de RvB de RvC uitvoerig geïnformeerd over de voortgang van proces waarbij tevens is gesproken over thema’s als cultuur, leiderschap en topstructuur. De RvC heeft geconstateerd dat aan de omvorming naar RvE’s inclusief de benoemingen van het RVE management op een zorgvuldige manier uitvoering wordt gegeven. De RvC heeft in 2014 goedkeuring verleend aan: het besluit tot vaststelling van de begroting 2014 (bevestiging goedkeuring voorlopige begroting) en jaardocument 2013 (jaarrekening en jaarverslag); De RvC heeft, in aanwezigheid van de accountant de jaarrekening 2013 besproken. Met de ondertekening van de jaarverslaggeving 2013 heeft de RvC decharge verleend aan de RvB voor het gevoerde beleid; besluit tot benoeming van (nieuwe)procuratiehouders. De RvC heeft onder meer kennis genomen van de volgende onderwerpen: de Kaderbrief 2015. De RvC heeft aangegeven zich te kunnen vinden in de uitgangspunten en gemaakte keuzes; belang van ziekenhuisrevalidatie; vastgoed; Managementletter; invoering en voortgang Zorgpaden; Kenniscentrum, presentatie activiteiten, stand van zaken onderzoekslijnen . RvC commissies Het werkgeverschap van de RvC krijgt gestalte binnen de Remuneratie commissie. De leden van de commissie hebben in april het jaargesprek met de RvB gevoerd waarbij de input van de diverse gremia uit het jaarlijks gesprek is betrokken. Een verslag van dit gesprek is aan de overige leden van de RvC verstrekt. In het kader van het bezoldigingsbeleid heeft de commissie een advies voorbereid met betrekking tot de classificatie van Sophia Revalidatie in de zin van de regeling bezoldigingsmaxima Top functionarissen Zorg en Welzijnssector dat door de RvC is overgenomen. De commissie is tevens betrokken geweest bij de werving van de nieuwe commissaris. De RvC heeft tevens audit commissies voor Kwaliteit en Veiligheid (K&V) en voor Financiën. Deze commissies komen twee maal per jaar bijeen met de RvB. De commissies functioneren onder verantwoordelijkheid van de RvC en bereiden besluiten voor van de RvC. De RvC ontvangt een schriftelijke rapportage van de commissies. Met de instelling van een commissie K&V is het toezicht op de manier waarop de bestuurder haar verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en veiligheid van de zorg realiseert, extra geborgd binnen de RvC. De commissie bespreekt met de RvB, in aanwezigheid van de coördinator K&V en de portefeuillehouder K&V (Revalidatiearts) de resultaten van alle kwaliteitstoetsingen en visitaties (IGZ,HKZ,VRA – opleidingsvisitaties). Via halfjaarrapportages wordt de commissie geïnformeerd over de
29|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
voortgang van de verbetermaatregelen. Deze rapportages geven tevens informatie over klachten, incidentmeldingen, eventuele calamiteiten, wachttijden en patiënttevredenheid. Ook de wijze waarop K&V binnen de organisatie is georganiseerd en wordt geborgd komt aan de orde. In maart is de analyse van de uitkomst HKZ hercertificering uitvoerig besproken. Door diverse oorzaken bleek er sprake van een aantal kritische tekortkomingen. De commissie heeft kunnen constateren in de loop van het jaar diverse verbetermaatregelen zijn genomen om de tekortkomingen op te heffen en het kwaliteits- en veiligheidsbewustzijn te vergroten. De commissie biedt extra ruimte voor het uitdiepen van relevante ontwikkelingen, de besluitvorming is en blijft voorbehouden aan de voltallige RvC. De commissie Financiën houdt toezicht op het financieel beleid en op risicobeheersing binnen de organisatie. Aan de hand van de jaarstukken, rapportages en andere stukken bespreekt de commissie met de RvB en de concerncontroller onder meer de stand van zaken met betrekking tot de productie-en kostenontwikkeling, liquiditeit en prognose . Nadrukkelijk wordt aandacht besteed aan de wijze waarop de RvB omgaat met de risico’s die de actuele ontwikkelingen rond de bekostiging van de zorg en de zorgverkoop met zich meebrengen. Daarnaast laat de commissie zich informeren over de wijze waarop het interne controlesysteem functioneert. De jaarrekening 2013 is besproken in aanwezigheid van de accountant. De begroting 2015 is in concept voorgelegd vanwege een aantal belangrijke kostenposten die nog niet bekend waren. Zowel de jaarrekening 2013 als de concept begroting 2015 (waarin het tweede jaar van het bezuinigingsprogramma is verwerkt) heeft de commissie met een positief advies aan de plenaire vergadering kunnen voorleggen. Zelfevaluatie De jaarlijkse zelfevaluatie vond plaats in april, met ondersteuning van een externe facilitator.
30|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
Bijlage 2 RvB en RvC op 31-12-2014 RvB Mw. drs. M.E. van der Meer Woonplaats Leeftijd Nevenfuncties
Raad van Commissarissen Mw. mr. I.Y. Tan Functie in RvC Woonplaats Leeftijd Beroep Datum eerste benoeming Laatste benoemingstermijn Nevenfuncties
De Bilt 48 jaar Lid Raad van Toezicht Victas verslavingszorg lid Raad van Toezicht stichting RESPONZ ( Speciaal Onderwijs met Zorg) Coach Topclass CMDZ Erasmus Universiteit Lid Jury Hedy d’Anconaprijs voor excellente zorgarchitectuur
Voorzitter Amsterdam 66 jaar 15 september 2005 2013-2017 Lid rekenkamer Gemeente Lelystad Lid Raad van Toezicht Lucas Onderwijs Voorzitter Vrienden van De Nederlandse Opera
Dhr. prof. dr. A.P.W.P. van Montfort Functie in RvC lid Woonplaats Bilthoven Leeftijd 67 jaar Beroep Voorzitter ActiZ Bijzonder Hoogleraar bedrijfseconomie, Zorg en Medische Technologie, Universiteit Twente Datum eerste benoeming 1 april 2012 Eerste benoemingstermijn 2012 - 2016 Nevenfuncties Bestuurslid Eurotransplant International, Leiden Lid Raad van Toezicht Altrecht (GGZ-instelling), Utrecht Voorzitter van de RvC Medimate (Universiteit Twente), Enschede Bestuurslid Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenverenigingen Voorzitter van de Raad van Toezicht van Maxima Medisch Centrum, Veldhoven
31|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
Raad van Commissarissen
Mw. prof. dr. M.J.E. Mourits Functie in RvC Woonplaats Leeftijd Beroep
Datum eerste benoeming Eerste benoemingstermijn Nevenfuncties
Dhr. mr. R.H.W.M. van Wylick Functie in RvC Woonplaats Leeftijd Beroep Datum eerste benoeming Laatste benoemingstermijn Nevenfuncties
Dhr. A.W. Vreugdenhil RA Functie in RvC Woonplaats Leeftijd Beroep Datum eerste benoeming Eerste benoemingstermijn Nevenfuncties
Lid Glimmen 58 jaar Gynaecologisch oncoloog Hoofd onderafdeling Gynaecologische Oncologie Opleider Obstetrie & Gynaecologie Voorzitter Centrale Opleidingscommissie Universitair Medisch Centrum Groningen 1 september 2014 2014 - 2017 Lid Raad van Toezicht Stichting Serviceflat Oranjewoud, Heerenveen.
Vice-voorzitter Lepelstraat 62 jaar Bedrijfsjurist Van Wylick bedrijfsjuristen 16 oktober 2003 2011 - 2015 Secretaris RvC Sandean Holding b.v. Bestuurslid Stichting Automatisering Huisartsen Lid bestuur Stichting Administratiekantoor J.A. van Vliet Lid bestuur Stichting Administratiekantoor Tire Quest Lid bestuur Stichting Historisch Genootschap de Cruyttoren Lid bestuur Stichting Administratiekantoor Sandean Holding Ambtelijk secretaris Raad van Toezicht Spine & Joint Centre
Lid Veldhoven 49 jaar Lid RvB VieCuri Medisch Centrum 1 januari 2013 2013 - 2017 Lid werkgroep Gezondheidszorg Raad voor de Jaarverslaglegging
32|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
Bijlage 3 Adviesorganen en commissies 31-12-2014 Bestuur MS Mw. drs. M. van Pomeren Mw. drs. N. A.A. van Kleef Mw. drs. E.H.T. Los Mw. drs. S.G.Heemskerk Mw. drs. N. Roux.
Ondernemingsraad Dhr. R.E.M. Groenendijk Mw. G.J. Moree Dhr. M.P. Aniba Dhr. M. Bigirimana Mw. J.T.M. Dijkman Mw. C .Elsing Mw .S. Ferwerda Mw. S. Gerritse Dhr. R.A. Korner Dhr. D.F.J. Rekelhof Mw. T.A. Tinch
Cliëntenraad Mw. drs. M.A. Brink -Zimmerman Dhr. N. Wiese Dhr. B.J.H. Groenewegen Dhr. A. van Buel Mw. P.E. Chabas-Roelofs Mw. R.Rodenrijs Mw. A.H.M. van der Schot Mw. S.A.E. Stadhouders-Keet Mw. C. Willems Dhr. F.M. Witte Mw. M.B.C. Zuijderwijk
Voorzitter Vice-voorzitter Penningmeester
Voorzitter Vice-voorzitter
Voorzitter Vice-voorzitter, op voordracht van Harttrimclub Delft penningmeester Op voordracht van Dwarslaesie Organisatie Nederland, regio Z-H Op voordracht van BOSK Op voordracht van reumapatiëntenvereniging Den Haag e.o.
Op voordracht van MS Vereniging Nederland, afd. Z-H Noord (Multiple Sclerose) Op voordracht van Hersenletsel.nl (voorheen vereniging cerebraal, regio Z-H) Op voordracht van Hersenletsel.nl (voorheen Nederlandse CVA Vereniging ‘Samen Verder’ Z-H
33|34
Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2014
Klachtencommissie Patiënten Mw. mr. A.F. de Kok Mw. A.M. Wechgelaer Mw. W. van Twist Dhr. W. Korving Mw. T. Quaedvlieg-Kemp Mw. N.M. van der Kooij Dhr. drs. L.J.C.D. Mol
Klachtencommissie medewerkers Mw. Mr. M.A.Paalvast Mw. M.C. Stolwijk Mw. T.S.O. Slowack Mw. G. Arkesteijn Mw. I.G.J. van der Werf Mw. L. de Pater
voorzitter (extern) secretaris intern lid intern lid extern lid, op voordracht van de Cliëntenraad extern lid, op voordracht van de Cliëntenraad onafhankelijk medisch deskundig lid, orthopedisch chirurg -niet praktiserend
voorzitter (extern) intern lid intern lid intern lid intern lid Ambtelijk secretaris
34|34