Maatschappelijk verslag Sophia Revalidatie 2009
Pagina 1 van 38
1.
Uitgangspunten van de verslaglegging Voor u ligt het jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2009 van Sophia Revalidatie. Sophia werkt op meerdere locaties en heeft vestigingen in Den Haag, Delft, Gouda en Zoetermeer.
Pagina 2 van 38
2.
Profiel van de organisatie
2.1.
Algemene identificatiegegevens
2.1.1
Adresgegevens Sophia Revalidatie Vrederustlaan 180 2543 SW Den Haag telefoon : 070 - 3593593 fax : 070 - 3664510 e-mail :
[email protected] internet : www.SophiaRevalidatie.nl Kamer van Koophandel : 41156879
2.1.2
Missie Sophia Revalidatie beoogt door de inzet van een brede professionele deskundigheid op het gebied van specialistische revalidatie mensen met een dreigend of bestaand participatieprobleem te ondersteunen bij het vinden dan wel uitoefenen van de door hen gewenste rol in de samenleving.
2.1.3
Visie Sophia Revalidatie biedt revalidatie op specialistisch niveau voor kinderen en volwassenen. Het doel van revalidatiezorg is de patiënt te helpen de door haar/hem gewenste rol in de samenleving (weer) zo goed mogelijk te vervullen ondanks eventuele participatieproblemen. De collectieve meerwaarde van Sophia Revalidatie komt tot uitdrukking in de volgende punten: specialistisch behandelcentrum voor revalidatie, gevestigd op meerdere locaties; gezamenlijk kennis- en expertisecentrum voor specialistische revalidatie; mogelijkheid tot interne verwijzing voor specifieke doelgroepen; volume en faciliteiten om specialistische behandelingen aan te bieden, eventueel in groepsverband; opleiding van revalidatieartsen, gz-psychologen en stagemogelijkheden voor alle disciplines; ondersteunen en ontwikkelen van de revalidatiegeneeskunde in ziekenhuizen, verpleeghuizen en andere gezondheidszorginstellingen; ontwikkeling van kwaliteit van zorg; initiëren, faciliteren en waar mogelijk participeren in wetenschappelijk onderzoek.
2.2
Structuur van de organisatie De Sophia Stichting, werkend onder de naam Sophia Revalidatie, is statutair gevestigd te Den Haag (Zuid-Holland). De stichting wordt bestuurd door een tweehoofdige collegiale Raad van Bestuur. De stichting staat onder toezicht van de Raad van Commissarissen, bestaande uit vijf toezichthouders.
Pagina 3 van 38
2.2.1
Organogram
2.2.2
Medezeggenschapsstructuur
2.2.2.1 Medewerkers De medezeggenschap van de medewerkers is georganiseerd in de wettelijk voorgeschreven Ondernemingsraad. 2.2.2.2 Medische Staf De Medische Staf is het in overleg met de Raad van Bestuur ingestelde adviesorgaan, gevormd door revalidatieartsen, overige specialisten en artsen in opleiding tot specialist, respectievelijk werkzaam binnen en betrokken bij de zorgverlening binnen Sophia Revalidatie. 2.2.2.3 Cliënten De Cliëntenraad is de bij wet voorgeschreven gesprekspartner van de Raad van Bestuur en geeft gevraagd en ongevraagd advies over onderwerpen als beleid en strategie. 2.3
Kerngegevens
2.3.1
Kernactiviteiten Sophia Revalidatie biedt revalidatie op specialistisch niveau voor kinderen, jeugdigen en volwassenen. Pagina 4 van 38
2.3.2
Patiënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten (per 31-12-2009)
Capaciteit Aantal beschikbare klinische bedden Aantal beschikbare poliklinische behandelplaatsen
82 113
Productie Aantal klinische verpleegdagen Aantal eerste consulten Aantal klinische revalidatiebehandeluren Aantal poliklinische revalidatiebehandeluren Aantal klinische opnamen (uitsluitend volwassenen) Aantal gestarte poliklinische patiënten volwassenen Aantal gestarte poliklinische patiënten kinderen
29.213 1.901 50.153 143.611 442 1.957 603
Personeel Aantal personeelsleden in loondienst exclusief medisch specialisten Aantal medisch specialisten
aantal 602 30
Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten waarvan overige bedrijfsopbrengsten
2.3.3
fte 420,0 22,9
€ 34.105.747 € 29.722.312 € 4.383.435
Werkgebied Den Haag, Haaglanden, Zoetermeer, Delft, Westland, Oostland en Gouda.
2.4.
Belanghebbenden
2.4.1
Samenwerkingsverbanden Apotheek Haagse Ziekenhuizen Centraal Begeleidingsorgaan CBO Regionale Commissie Gezondheidszorg Delft Westland Oostland (RCG DWO) LUMC/RRC inzake opleiding revalidatieartsen Stichting Florence inzake Afasiecentrum Stichting Transmuraal Den Haag Stichting Incidentbeheersing Management Zorginstellingen Delft Westland Oostland (IbMZ) Regionale Samenwerkings Organisatie Haaglanden b.v.(RSO) Haagse Hogeschool inzake bijzonder lectoraat Revalidatie
2.4.2
Ketenzorgpartners CVA-keten Delft Westland Oostland CVA-keten Den Haag e.o. Coördinatiepunt Niet-aangeboren Hersenletsel Haaglanden Midden-Holland CVA-keten Midden-Holland Pagina 5 van 38
3.
Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering
3.1
Bestuur en toezicht
3.1.1
Zorgbrede Governance Code Sophia Revalidatie conformeert zich aan de Zorgbrede Governance Code.
3.1.2
Raad van Bestuur De Raad van Bestuur is bestuurder in de zin van de wet. De taken en verantwoordelijkheden en de werkwijze van de Raad van Bestuur staan beschreven in de statuten van de stichting en het reglement Raad van Bestuur. Uitgangspunt voor de bezoldiging is de NVTZ-adviesregeling.
3.1.2.1 Samenstelling Raad van Bestuur per 31 december 2009 dhr. ir. J.W.M. Borgsteede functie in Raad van Bestuur : lid, algemene zaken woonplaats : Voorschoten leeftijd : 60 jaar nevenfuncties Penningmeester bestuur Stichting SOMETZ (Speciaal Onderwijs met Zorg) Lid dagelijks bestuur REC Zuid-Holland Midden (Regionaal Expertise Centrum) Lid Raad van Advies bacheloropleiding Technische Bedrijfskunde voor de Gezondheidszorg, faculteit Technologie Management van TU Eindhoven Lid Bestuur Stichting Paardrijden voor Gehandicapten Secretaris/penningmeester bestuur SKZ (Stichting Kantoorgebouwen Ziekenhuizen) Lid bestuur FWG Eigendom b.v.(Functiewaardering Gezondheidszorg) Lid coöperatiebestuur PGGM (namens NVZ vereniging van Ziekenhuizen) Lid bestuurscommissie Sturing en Financiering Revalidatie Nederland Penningmeester bestuur ZWH (Zorg en Welzijn Haaglanden) Lid Raad van Toezicht Pleysierschool (Voortgezet Speciaal Onderwijs, cluster 4) dhr. drs. E.J.K. Boldingh functie in Raad van Bestuur : lid, patiëntenzorg woonplaats : Sassenheim leeftijd : 58 jaar nevenfuncties Voorzitter adviesgroep kinderrevalidatie Revalidatie Nederland - VRA Lid landelijke stuurgroep innovatie kinderrevalidatie Lid landelijke stuurgroep kenniscentrum behandelcommunicatie Lid bestuurscommissie Onderzoek, Innovatie en Kwaliteit van Revalidatie Nederland
Pagina 6 van 38
3.1.3
Raad van Commissarissen De leden van de Raad van Commissarissen hebben, overeenkomstig de statuten, geen persoonlijke dan wel zakelijke relatie met de stichting, dan wel met haar bestuurders. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de leden van de Raad van Commissarissen zijn vastgelegd in de statuten van de stichting, alsmede in het reglement Raad van Commissarissen. De leden van de Raad van Commissarissen hebben recht op een vergoeding voor de uitoefening van hun functie. Hiervoor wordt de NVTZ-regeling toegepast.
3.1.3.1 Samenstelling Raad van Commissarissen per 31 december 2009 dhr. drs. W.G. MacLennan functie in Raad van Commissarissen : voorzitter woonplaats : Zoetermeer leeftijd : 58 jaar beroep :datum eerste benoeming : 15 april 1999 lopende benoemingstermijn : 15 april 2011 nevenfuncties bestuurslid Landelijk platform GGz lid Raad van Toezicht LSR (Landelijk Steunpunt Medezeggenschap) dhr. C.M. van Straaten functie in Raad van Commissarissen : lid woonplaats : Schoonhoven leeftijd : 64 jaar beroep :datum eerste benoeming : 17 juni 1999 lopende benoemingstermijn : 17 juni 2011 nevenfuncties bestuurslid stichting Meekers lid Raad van Toezicht Stichting Mikado, kenniscentrum voor interculturele geestelijke gezondheidszorg lid Raad van Toezicht Stichting Spine & Joint Centre Rotterdam bestuurslid Stichting Automatisering Huisartsen lid controleraad Koninklijk Nederlands Watersport Verbond penningmeester De Zonnebloem, regio Krimpenerwaard mw. mr. I.Y. Tan functie in Raad van Commissarissen : lid woonplaats : Amsterdam leeftijd : 61 jaar beroep : lid Eerste Kamer fractie PvdA datum eerste benoeming : 15 september 2005 lopende benoemingstermijn : 15 september 2013 nevenfuncties lid Raad van Toezicht Nederlandse Opera en het Muziektheater Amsterdam lid Raad van Toezicht Medisch Centrum Alkmaar lid De Bouwmaatschappij, adviescommissie woningcorporatie De Key lid programmaraad volwasseneneducatie Teleac lid rekenkamer Gemeente Den Haag Pagina 7 van 38
lid rekenkamer Gemeente Lelystad lid Raad van Commissarissen ROC Leiden lid Raad van Toezicht Lucas Onderwijs Voorburg mw. drs. E.C.M. van der Wilden - van Lier functie in Raad van Commissarissen : lid woonplaats : Rotterdam leeftijd : 53 jaar beroep : lid RvB Ziekenhuis Groep Twente datum eerste benoeming : 17 september 2009 lopende benoemingstermijn : 17 september 2013 nevenfuncties Auditor voor het NIAZ Lid Raad van Toezicht GGNet Lid Stuurgroep Diabetes Ketenzorg (ZonMW in opdracht van VWS) dhr. mr. R.H.W.M. van Wylick functie in Raad van Commissarissen : vice-voorzitter woonplaats : Lepelstraat leeftijd : 57 jaar beroep : bedrijfsjurist datum eerste benoeming : 16 oktober 2003 lopende benoemingstermijn : 16 oktober 2011 nevenfuncties secretaris Raad van Commissarissen Sandean Holding b.v. bestuurslid Stichting Automatisering Huisartsen lid bestuur Stichting Administratiekantoor J.A. van Vliet lid bestuur Stichting Administratiekantoor Tire Quest 3.1.3.2 Jaarverslag Raad van Commissarissen 2009 Vergaderingen De Raad van Commissarissen vergadert in 2009 vier keer. Daarnaast organiseert de Raad van Commissarissen in januari een raadsdag, waarin uitvoerig wordt stilgestaan bij de nieuwbouwplannen, de openstaande vacature in de Raad van Commissarissen en de wijze waarop Raad het eigen functioneren het best kan evalueren. Het jaarlijks overleg met het bestuur van de Medische Staf vindt plaats gedurende een deel van de maartvergadering en het overleg met de Ondernemingsraad in de septembervergadering. Financiën De Raad van Commissarissen bespreekt op 14 mei 2009, in aanwezigheid van de accountant, de jaarrekening 2008 en verleent hieraan zijn goedkeuring. Met de ondertekening van de jaarverslaggeving 2008 verleent de Raad van Commissarissen tevens goedkeuring aan het jaardocument Maatschappelijke Verantwoording 2008 en dechargeert de Raad van Bestuur voor het gevoerde beleid. Op 19 november 2009 besluit de Raad van Commissarissen goedkeuring te verlenen aan het besluit van de Raad van Bestuur om de begroting 2010 vast te stellen.
Pagina 8 van 38
Honorering Raad van Bestuur In juni 2009 heeft de NVTZ nog geen advies heeft uitgebracht over de salariëring van leden van Raden van Bestuur over 2009. De Raad van Commissarissen besluit daarom de honorering van de leden van de Raad van Bestuur per 1 juni 2009 aan te passen aan de verhoging, zoals die in de CAO Ziekenhuizen is overeengekomen. Dit betekent een salarisverhoging van 1% per 1 juli 2009, van 1 % per 1 juli 2010 en een eenmalige uitkering van 1% per 1 september 2009. Beloningscode bestuurders in de zorg De Raad van Commissarissen constateert, dat de salarissen van de leden van de Raad van Bestuur iets boven het maximumbedrag volgens de beloningscode NVTZ/NVZD uitkomen. De Raad van Commissarissen besluit de bestaande rechten van de leden van de Raad van Bestuur te handhaven en te waarborgen, inclusief indexering. Honorering Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen is van mening, dat van de raadsleden de laatste jaren meer professionaliteit en meer tijdsinvestering wordt verwacht, hetgeen een hogere honorering rechtvaardigt. Om de kosten van de Raad van Commissarissen echter niet buiten proportie te laten stijgen ten opzichte van de huidige situatie, besluit de Raad van Commissarissen de honorering van de raadsleden met terugwerkende kracht per 2009 aan te passen aan het nieuwe advies van de NVTZ-regeling, weliswaar met een geleidelijke groei naar de minimumschaal uit het advies. Het honorarium voor de Raadsleden bedraagt over 2009 € 3.500 per lid en € 5.250 voor de voorzitter. Samenstelling Raad van Commissarissen In april start de Raad van Commissarissen met een sollicitatieprocedure voor een nieuw lid van de Raad van Commissarissen door het plaatsen van een advertentie in de Volkskrant. Gezien de samenstelling van de Raad van Commissarissen, gaat de voorkeur - bij gelijke kwaliteiten - uit naar een vrouwelijke kandidaat, met een medische of zorginhoudelijke achtergrond. De raad stelt een profiel op, waaruit blijkt dat hij zoekt naar een kandidaat met affiniteit met medisch-specialistische revalidatie, toezichthoudende kwaliteiten en ervaring, een juist evenwicht tussen betrokkenheid en bestuurlijke afstand, integriteit, verantwoordelijkheidsgevoel, onafhankelijkheid, een relevant netwerk en betrokkenheid bij de regio. Op 17 september 2009 benoemt de Raad van Commissarissen mw. E.C.M. van der Wilden - van Lier voor een periode van 4 jaar per 1 oktober 2009. Afgesproken wordt, dat na een jaar een wederzijdse evaluatie zal plaatsvinden. De benoeming geschiedt mede op basis van positieve adviezen van Raad van Bestuur, Ondernemingsraad, Medische Staf en Cliëntenraad. Volgens het rooster van aftreden is mw. I.Y. Tan aftredend en herbenoembaar. Kennisnemend van de positieve adviezen van Raad van Bestuur, Ondernemingsraad, Medische Staf en Cliëntenraad besluit de Raad van Commissarissen over te gaan tot herbenoeming van mw. Tan voor een periode van 4 jaar.
Pagina 9 van 38
Nieuwbouw De Raad van Commissarissen laat zich ook dit jaar regelmatig informeren over de stand van zaken rond de nieuwbouwplannen voor Sophia Revalidatie Den Haag. In maart wordt duidelijk, dat de oorspronkelijke plannen voor nieuwbouw bij het HagaZiekenhuis moeilijk te realiseren zullen zijn. De ingrijpende wijziging van de regelgeving van VWS, de stagnerende onderhandelingen tussen het HagaZiekenhuis en de gemeente Den Haag, de financiële en economische crisis en de aangekondigde bezwaarprocedure door omwonenden, zijn de belangrijkste redenen hiervoor. Een toetsing door TNO bevestigt dat de investering nauwelijks/niet haalbaar en verantwoord is. Na presentatie van een gewijzigd bouwplan, voor uitsluitend nieuwbouw van de kliniek, geven met name de artsen aan voorkeur te hebben voor één centrum, waarin zowel de kliniek als de polikliniek een plek hebben. Hierop wordt een nieuw plan voor volledige nieuwbouw op het huidige terrein aan de Vrederustlaan voorgelegd aan de Raad van Commissarissen. Ook de gemeente Den Haag stelt zich positief op ten opzichte van dit plan. De Raad van Commissarissen ondersteunt het nieuwe plan. De voorbereidingen voor dit project starten in 2010. Overige gespreksonderwerpen NEN-7510/informatiebeveiliging traject totstandkoming strategisch beleidsplan 2010 – 2013 Sophia VeiligheidSysteem (SVS) grieppandemie Raadsactiviteiten Mw. Tan is op 17 februari 2009 aanwezig bij een gesprek met wethouder Van Alphen van de gemeente Den Haag en de aansluitende rondleiding door het Haagse centrum. Dhr. Van Straaten woont op 24 maart 2009 de jaarlijkse kwaliteitsmiddag van Sophia Revalidatie bij. Dhr. MacLennan woont in zijn functie als lid op voordracht van de Cliëntenraad, op 3 juni 2009 een vergadering van de Cliëntenraad bij. Op 25 juni 2009 woont mw. Tan, als lid op voordracht van de Ondernemingsraad, een overlegvergadering van de Ondernemingsraad bij.
Pagina 10 van 38
3.1.3.3 Beheers- en controlesysteem De accountant controleert ook dit jaar of wordt voldaan aan de Zorgbrede Governance Code en de verslaggevingvoorschriften. Hij verricht hiervoor gedurende het jaar de benodigde controles. In de managementletter doet de accountant verslag van de uitkomsten van deze controles, alsmede van de jaarlijkse eindcontrole. De accountant doet aanbevelingen voor risicomanagement, informatiebeveiliging en een meerjarenonderhoudsplan. 3.2.
Bedrijfsvoering
3.2.1
Planning en controlcyclus Op basis van het strategisch beleidsplan ‘Sophia Revalidatie bouwt’ worden de beleidsdoelstellingen en de begroting opgesteld. De begroting wordt getoetst aan de kaders van de verwachte productie en opbrengsten. Na eventuele bijstelling wordt de begroting vastgesteld door de Raad van Bestuur, waarna deze geldt als toetsingskader voor de exploitatie. De realisatie wordt regelmatig getoetst aan de begroting. Na afloop van het boekjaar wordt het jaarverslag opgesteld. De belangrijkste risico’s vormen de productieafspraken met de zorgverzekeraars, die in de loop van het jaar worden vastgesteld en nadien nog kunnen wijzigen en daarbij ook van invloed zijn op de inkomsten.
3.3
Cliëntenraad
3.3.1
Samenstelling Cliëntenraad voorzitter mw. drs. J.W.M. Koremans leden dhr. A. van Buel Dwarslaesie Organisatie Nederland, regio Zuid-Holland mw. P.E. Chabas-Roelofs BOSK dhr. A.V. Melchior Vereniging van Geamputeerden, regio Zuid-Holland/Zeeland mw. R. Rodenrijs Reumapatiëntenvereniging Den Haag e.o. mw. A. Uittenbogaard Vereniging Cerebraal dhr. N. Wiese Harttrimclub Delft mw. T. Wijtman-Kila persoonlijke titel mw. C. Willems MS Vereniging Nederland, afd. Zuid-Holland Noord (Multiple Sclerose) mw. M.B.C. Zuijderwijk Nederlandse CVA Vereniging ‘Samen Verder’, Zuid-Holland vacature VSN, regio west secretaris mw. A.M. Wechgelaer secretaresse Raad van Bestuur In 2009 neemt de Cliëntenraad afscheid van: dhr. J.P. de Boer Dwarslaesie Organisatie Nederland, regio Zuid-Holland mw. P.M.C. Erdtsieck Nederlandse Vereniging voor Lymepatiënten Pagina 11 van 38
3.3.2
WMCZ Conform de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) kent Sophia Revalidatie een Cliëntenraad. Deze raad is samengesteld uit vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties, voorgedragen vanuit deze organisaties en benoemd door de Raad van Bestuur. Daarnaast kent de raad een lid op persoonlijke titel. De raad staat onder leiding van een onafhankelijke voorzitter. Secretariële ondersteuning wordt geleverd vanuit de organisatie.
3.3.3
Doel Doel van de Cliëntenraad is, binnen het kader van de doelstellingen van de instelling, de gemeenschappelijke belangen van cliënten te behartigen.
3.3.4
Financiële middelen Jaarlijks wordt in overleg met de Raad van Bestuur het budget vastgesteld.
3.3.5
Vergaderingen en overleg met Raad van Bestuur De Cliëntenraad komt in het verslagjaar 6 x bijeen in een reguliere vergadering. Een lid van de Raad van Bestuur is bij deze vergaderingen aanwezig. Regelmatig is een gast aanwezig om een toelichting te geven op een specifiek onderwerp. De voorzitter van de Raad van Commissarissen woont de junivergadering bij. De volgende onderwerpen komen dit jaar aan de orde: nieuw- en verbouwactiviteiten toegankelijkheid Sophia Revalidatie (ITS-symbool) RoK (Revalidanten over Kwaliteit)-rapportage project ‘klantgericht meetbaar gemaakt’ EPD (Elektronisch Patiënten Dossier) DBC (Diagnose Behandeling Combinatie) patiënttevredenheidsenquête en feedback van verwijzers en ouders grieppandemie HKZ (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector) SVS (Sophia VeiligheidSysteem) RiB (Revalidatie in Beweging) zorgvernieuwing strategisch beleidsplan (beleidsdoelstellingen) DVD hartfalen servicekaartjes Facilitaire Dienst activiteiten in het weekend voor klinische patiënten kennismaking en informatie-uitwisseling met geestelijk verzorger instellingsbesluit en huishoudelijk reglement Cliëntenraad presentatie over VVI (Vroeg, Voortdurend en Integraal) reglement kwaliteitsprijs contact met de achterban (nieuwsbrief, patiënteninformatiemarkt, bezoek aan klinische etages en enkele teams van PRK en PRV)
3.3.6
Adviesaanvragen voordracht twee kandidaten voor extern lidmaatschap Klachtencommissie benoeming nieuw lid Raad van Commissarissen Pagina 12 van 38
herbenoeming lid Raad van Commissarissen reglement kwaliteitsprijs De Cliëntenraad adviseert positief over deze adviesaanvragen. Naast de officiële adviesaanvragen wordt informeel, vaak mondeling, in de vergadering advies gevraagd en gegeven. 3.3.7
Patiënteninformatiemarkten In 2009 organiseert de Cliëntenraad, evenals in voorgaande jaren, in samenwerking met enkele medewerkers van Sophia Revalidatie, drie patiënteninformatiemarkten, twee op de locatie Den Haag, te weten op 23 april en 19 november en één op de locatie Delft op 9 juni. Tijdens deze markt presenteren patiëntenorganisaties zich en kunnen bezoekers informatie inwinnen over bijvoorbeeld aangepaste activiteiten (zowel creatief als sportief) en over vakanties, maar ook is er informatie over continentie. Ook het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), de Belastingdienst, de Stichting Mantelzorg en (voor de markten op de locatie Den Haag) de afdeling WMO van de gemeente Den Haag presenteren zich.
3.4
Ondernemingsraad
3.4.1
Samenstelling dhr. D.F.J. Rekelhof mw. C. Elsing dhr. M. Bigirimana mw. J.M.T. Dijkman dhr. W. Korving mw. G.J. Moree dhr. E.R. de Reu mw. A. Smit mw. E.M.G.M. van Eijck
3.4.2
-
voorzitter vice-voorzitter lid lid lid lid lid lid ambtelijk secretaris
Advies en instemming De Ondernemingsraad brengt positieve adviezen uit over de volgende onderwerpen: Regionale Samenwerkings Organisatie Haaglanden B.V. (RSO) eigen risicodragerschap WGA aanbevelingen traject therapeut - revalidatietherapeut herbenoeming lid Raad van Commissarissen benoeming nieuw lid Raad van Commissarissen De Ondernemingsraad stemt in met: verklaring omtrent gedrag (VOG) drie aan te wijzen vrije dagen: een in 2010 en twee in 2011
Pagina 13 van 38
3.5
Medische Staf
3.5.1
Samenstelling stafbestuur mw. B. Meeuwisse-de Vries dhr. H.J. Arwert mw. N. N.A. van Kleef mw. J.J.M.F. van der Putten mw. N. Roux-Otter dhr. M. Terburg mw. E.M.G.M. van Eijck-Udo overige leden mw. C. van As mw. H.A. Berendsen mw. J. Blaauw dhr. E.J.K. Boldingh dhr. R.M.C.M. Brenner mw. A.L. Bruinings dhr. F. El-Jammal mw. M.A. Heydenrijk-Kikkert mw. M. van Loo mw. E.H.T. Los mw. M. Lijf-van Pomeren mw. F. Markus-Doornbosch mw. M. C. van Mechelen dhr. W. Nieuwstraten dhr. H. Osamulia mw. S. Pieters mw. V.F.P. Plasschaert mw. A.D. Rambaran Mishre mw. J.C.M. van Riel-Hagdorn dhr. J.G.M. Rutten mw. A.M. ter Steeg mw. I.A. van der Steen mw. T.A. Veenis dhr. G.D.H.J. van der Werf mw. C.B. Bouwhuis dhr. R.J. Brandwijk mw. M. Ellenbroek-Hardenberg mw. L. Haffmans mw. S.G. Heemskerk mw. E.A. de Jong mw. E. Pirard mw. M.J.J. van Sambeek mw. J.H.M. Verschueren dhr. D.H.M. Wielheesen consulenten dhr. dr. J.H. Allema dhr. M. de Boo mw. M.J.I. Braam
revalidatiearts, voorzitter revalidatiearts revalidatiearts, lid revalidatiearts, lid revalidatiearts, lid revalidatiearts, penningmeester ambtelijk secretaris revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts revalidatiearts AIOS AIOS AIOS AIOS AIOS AIOS AIOS AIOS AIOS AIOS
chirurg psychiater plastisch chirurg Pagina 14 van 38
dhr. dr. G.G. van Essen mw. P. Frima dhr. D.J. Kamphuis dhr. dr. G.J. Kieft dhr. A.R. Koch mw. R. van de Meer dhr. dr. A. Mosch dhr. D.D. Niesten dhr. dr. H.J. Oostenbroek dhr. dr. H.J. van der Rhee dhr. dr. H.K. Ronday dhr. dr. H. Roshani 3.5.2
Besproken onderwerpen
3.6
internist neuroloog neuroloog röntgenoloog plastisch chirurg psychiater neuroloog orthopedisch chirurg orthopedisch chirurg dermatoloog reumatoloog uroloog
reglement disfunctioneren medisch specialisten (RDMS) evaluatie gangbeeldanalyse activiteiten in zieken- en verpleeghuizen: rol en werkwijze van de revalidatiearts HKZ-certificering onderzoekscoördinator Individueel Functioneren Medisch Specialist (IFMS) overleg met Raad van Commissarissen stafdag kwaliteitsvisitatie terugkoppeling vanuit landelijke werkgroepen en congresbezoek Revalidatie in Beweging (RiB) richtlijnen en procedures
Vertrouwenspersoon voor medewerkers In 2009 wordt zes keer een beroep gedaan op de vertrouwenspersoon. Een van deze zaken loopt door naar 2010. In twee gevallen betreft het een klacht tegen een medewerker en driemaal gaat het om problemen naar aanleiding van het geven en ontvangen van feedback. De vertrouwenspersoon doet een aantal aanbevelingen ter verbetering. De Raad van Bestuur neemt deze, waar mogelijk, over. Het aantal meldingen stijgt licht in vergelijking met vorige jaren. Dit zou mede kunnen worden veroorzaakt doordat de bekendheid met het bestaan van de vertrouwenspersoon is vergroot. In de reader ‘Wat te doen bij problemen en klachten’, die dit jaar is uitgekomen wordt de positie van de vertrouwenspersoon ten opzichte van andere ondersteunende functionarissen verduidelijkt.
Pagina 15 van 38
4.
Beleid, inspanningen en prestaties
4.1.
Meerjarenbeleid Het huidige beleidsplan ‘Sophia Revalidatie bouwt’ loopt tot 2010. Om tijdig een breed gedragen nieuw beleidsplan te kunnen realiseren, worden in 2009 meerdere bijeenkomsten georganiseerd ter voorbereiding op het nieuwe plan. Sophia Revalidatie kiest ervoor alle locaties, onder externe begeleiding, zelf te laten nadenken over de belangrijkste strategische onderwerpen voor de komende drie jaar. Tijdens deze bijeenkomsten formuleren de artsen en het middenkader waar de uitdagingen, kansen, passies en bouwstenen liggen, zowel locatiespecifiek als algemeen, voor de periode 2010 - 2013. Alle geformuleerde prioriteiten resulteren begin 2010 in een eerste conceptplan. Na bespreking van een aantal discussiepunten met de Medische Staf, zal de definitieve versie van het nieuwe beleidsplan ‘VERbeteren, VERbinden, VERantwoorden van specialistische revalidatiezorg DICHTBIJ’ in mei 2010 verschijnen. De beleidsdoelstellingen uit dit plan dienen als leidraad voor tal van projecten, die in de komende drie jaar moeten worden gerealiseerd.
4.2
Algemeen beleid
4.2.1
Nieuwbouw In maart 2009 wordt duidelijk, dat de oorspronkelijke plannen voor nieuwbouw bij het HagaZiekenhuis moeilijk te realiseren zullen zijn. De ingrijpende wijziging van de regelgeving van VWS, de stagnerende onderhandelingen tussen het HagaZiekenhuis en de gemeente Den Haag, de financiële en economische crisis en de aangekondigde bezwaarprocedure door omwonenden, zijn de belangrijkste redenen hiervoor. Een toetsing door TNO bevestigt dat de investering nauwelijks/niet haalbaar en verantwoord is. De Raad van Bestuur presenteert daarna een bouwplan in afgeslankte vorm, waarin wordt uitgegaan van nieuwbouw van uitsluitend de kliniek met bijbehorende faciliteiten bij het HagaZiekenhuis. In reactie op dit plan, geven met name de artsen aan voorkeur te hebben voor één centrum, waarin zowel de kliniek als de polikliniek, een plek hebben. De Raad van Bestuur kan zich vinden in de argumenten voor dit verzoek en vindt een oplossing in een nieuw plan voor totale nieuwbouw op het huidige terrein aan de Vrederustlaan. De gemeente Den Haag stelt zich positief op ten opzichte van dit nieuwe plan. De Raad van Bestuur geeft bureau Coresta opdracht tot het schrijven van een businesscase, die zal worden voorgelegd aan het Waarborgfonds en die, na goedkeuring door het fonds, kan dienen als leidraad voor gesprekken met financiers. De totale investering wordt geraamd op maximaal € 40 miljoen.
4.2.2
Huisvesting Op 16 april 2009 is de feestelijke officiële opening van de nieuwe locatie van Sophia Revalidatie Zoetermeer. Mw. Hannie van Leeuwen (CDA-politica en naamgeefster van het gebouw waarin Sophia Revalidatie Zoetermeer is gevestigd) en burgemeester Waaijer openen het gebouw aan de Kadelaan, waar sinds oktober 2008 poliklinische revalidatie wordt gegeven.
Pagina 16 van 38
Op 5 november 2009 opent Sophia Revalidatie Gouda haar nieuwe onderkomen. Het oorspronkelijke plan, een plek in de nieuwbouw van het Groene Hart Ziekenhuis, bleek niet mogelijk. Hierop is een kantoorpand aan de Büchnerweg omgebouwd tot revalidatiecentrum voor Poliklinische Revalidatie Volwassenen en Kinderen. Veelvoudig wereldkampioen rolstoeltennis Ester Vergeer verricht, samen met wethouder Marion Suijker van de gemeente Gouda, de officiële opening. Op de locatie Delft wordt op 30 september 2009 de 1e paal geslagen voor de nieuwbouw van een sporthal, met aansluitend de renovatie van de bestaande sportaccommodatie. Na oplevering in 2010 zal Sophia Revalidatie op de locatie Delft beschikken over een sportaccommodatie waarin naast het geven van revalidatiebehandeling gehandicapte sporters op volwaardige wijze hun sport kunnen beoefenen. Ondanks het feit, dat de realisatie van de nieuwbouw in Den Haag steeds vastere vormen aanneemt, wordt er noodzakelijkerwijs nog wel geïnvesteerd in de huisvesting op de Vrederustlaan. Een aantal medewerkers verhuist vanuit het hoofdgebouw naar gebouw de Brug. De vrijgekomen ruimtes worden herschikt, waardoor er behandelruimtes vrijkomen voor de PRK en de PRV. 4.2.3
RSO Eind 2008 vindt de ondertekening plaats van een intentieverklaring voor de oprichting van de Regionale Samenwerkings Organisatie Haaglanden B.V. (RSO). Tien zorgaanbieders in de Haagse regio participeren hierin. De doelstelling van de organisatie is het (re)organiseren en ontwikkelen van het elektronisch berichtenverkeer voor zorgpartijen in met name de regio Haaglanden en het optimaliseren van de communicatie en informatisering van de zorg. Sophia Revalidatie streeft met deelname vooral naar een veiliger en eenvoudiger berichtenuitwisseling. In maart 2009 is de officiële oprichting van de RSO een feit.
4.3
Algemeen kwaliteitsbeleid Het kwaliteitsbeleid van Sophia Revalidatie richt zich op het voortdurend en structureel verbeteren van kwaliteit. Primaire voorwaarde voor uitvoering is een organisatiebreed kwaliteitsbewustzijn. Dit betekent dat kwaliteitseisen een vanzelfsprekend referentiekader bieden voor de activiteiten in de organisatie. Sophia Revalidatie streeft naar zichtbare kwaliteit en stelt als kenmerken voor het aanbod: expliciet, transparant en toetsbaar (een inzichtelijk omschreven ‘product’ voor een duidelijk gedefinieerde doelgroep, met duidelijke doelstelling en werkwijze); aantoonbare resultaten (de mate waarin de gestelde doelen ook werkelijk gehaald worden en het effect daarvan op het welbevinden van de patiënt). Uitgangspunt is dat verantwoordelijkheid voor kwaliteitszorg in de lijnorganisatie ligt. Voor de professioneel inhoudelijke elementen moet de inbreng van de betrokken professie(s) gewaarborgd zijn.
4.3.1
Stuurgroep Kwaliteit De stuurgroep Kwaliteit bestaat uit drie clustermanagers, drie revalidatieartsen en de kwaliteitsfunctionaris (tevens voorzitter) en het lid van de Raad van Bestuur (RvB), belast met patiëntenzorg. Pagina 17 van 38
De stuurgroep adviseert de RvB en het management over het kwaliteitssysteem. In 2009 brengt de stuurgroep advies uit over: het gebruik van feedbackinstrumenten binnen de clusters en sectoren; de professionele opzet van de kwaliteitsmiddag. In 2008 startte Sophia Revalidatie in samenwerking met Revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht met Meten = Weten II, een project waarin zeven verschillende meetinstrumenten worden getest bij klinische patiënten. Doel van dit project is het kiezen van een zo goed mogelijk meetinstrument op participatieniveau door onderlinge vergelijking van deze instrumenten. Het project wordt in 2010 afgerond. 4.3.2
Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ) In 2007 stelde Revalidatie Nederland met het HKZ een certificeringset samen voor revalidatiecentra. In 2008 begon Sophia Revalidatie met de eerste voorbereidingen voor invoering van het HKZ-model. Er werd een notitie opgesteld met een grof plan van aanpak + tijdslijn. Tijdens de beleidsdagen en via ‘de Wandelgang’ wordt de organisatie hierover regelmatig geïnformeerd. In 2009 start Sophia met de eerste nulmeting, het formeren van een werkgroep en het opstellen van een gedetailleerd plan van aanpak. Op basis van onder andere de nulmeting en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden, is de doelstelling voor 2010: het behalen van het HKZ-certificaat. In het verslagjaar worden hiervoor de volgende activiteiten in gang gezet: (her)schrijven van primaire processen (her)schrijven van ondersteunende processen werven en trainen van twaalf interne auditoren opstellen van intern audit beleid (her)formuleren van een aantal procedures en/of afspraken
4.3.3
Gestructureerde interne communicatie Het kwaliteitsbeleid wordt uitgedragen door het management. De verantwoordelijkheid ligt in de lijnorganisatie. Het Managementteam bespreekt structureel de managementinformatie en vertaalt dit naar de organisatie. Eenmaal per jaar is er een kwaliteitsmiddag voor zoveel mogelijk medewerkers en externe genodigden. In 2009 is het een succesvolle en inspirerende middag met zes interessante voordrachten: Knowledge Brokers: een brug tussen onderzoek en praktijk, over hoe er landelijk, maar ook binnen Sophia, wordt geïnvesteerd in het delen, beheren, implementeren en borgen van (kennis over) meetinstrumenten binnen de kinderrevalidatie. Voortgang Meten = Weten 2, een landelijk project waarin onderzocht wordt of er een generiek meetinstrument is dat ingezet kan worden voor als resultaatmeting voor poliklinische (volwassen) patiënten. Knowledge keeps no longer than fish! Beschouwingen over werken met richtlijnen. Anders FIT na een CVA, over FIT-stroke onderzoek binnen Sophia Revalidatie. Project Doelgroepen PRK Delft, door meer te kijken naar doelgroepen en wat patiënten binnen een doelgroep nodig hebben aan middelen, tijd en behandeling, ontstaat een meer patiëntgericht aanbod. Pagina 18 van 38
…”IK KOM OOK NAAR SCHOOL”… Onderwijs aan ernstig meervoudig gehandicapte leerlingen. Hoe geef je richting aan een onderwijsprogramma voor meervoudig gehandicapte kinderen? De kwaliteitsprijs wordt dit jaar uitgereikt aan Wil den Draak, fysiotherapeut en unitmanager PRK Delft. Zij ontvangt dit jaar de prijs voor haar belangrijke rol binnen het doelgroepenproject van PRK Delft. Het juryrapport motiveert de beslissing als volgt: “Sinds het vertrek van de unitmanager (eigenlijk daarvoor ook al) trekt zij de kar om via het ‘doelgroepenproject’ de inhoudelijke kwaliteit van zorg op de PRK Delft te verbeteren. Met een onuitputtelijk enthousiasme zet ze zich volledig in. Het opzetten van een geweldige studiedag, begeleiding en coaching van de verschillende doelgroepen. Zij verzet enorm veel werk en zet iedereen aan het denken over kinderrevalidatie. Wil is onvermoeibaar en weet iedereen te enthousiasmeren. De interdisciplinaire samenwerking komt in een nieuw daglicht te staan. Zij is bezig met het doelgroepenproject - een zorgvernieuwingsproject - wat de kwaliteit van onze zorg zeker ten goede komt. Zij heeft haar schouders eronder gezet en alle onduidelijkheid die er heerste in de kindersector verduidelijkt. Zij heeft structuur gebracht in de aanpak van dit project en zij koppelt continu alles terug.” 4.3.4
Kwaliteitsprojecten Sophia Revalidatie heeft een projectstructuur voor verbetering en ontwikkeling van de kwaliteit. Sophia-breed of binnen een cluster of dienst zijn medewerkers bezig met kwaliteitsprojecten en -activiteiten. Voor ieder goedgekeurd project stelt de instelling tijd beschikbaar: voor de projectleider vier uur per week, voor de projectleden één uur per week. In 2009 worden onder andere de volgende (grote en kleine) projecten uitgevoerd: Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ), op weg naar certificering in 2010. Revalidatie in Beweging, zorglogistiek: de logische weg naar meer kwaliteit. Nadruk ligt met name op de verkorting van wachttijden. Haga Hand- en Polscentrum (HHPC) timmert aan de weg, onder andere met het op orde brengen van interne processen, informatievoorziening en verbetering van samenwerking met verwijzers. Portage aan huis, ouders vaardiger maken in het stimuleren van de algehele ontwikkeling van hun kind. Kinderen worden gerichter en doelmatiger gestimuleerd en portagedoelen worden beter afgestemd op de situatie thuis. Wii daag(t) je uit, unieke samenwerking met de Haagse Hogeschool. Doel is de gebruikersmogelijkheden te beschrijven van de Nintendo Wii, als aanvulling op de revalidatie. Er wordt onderzoek gedaan naar de sociale participatie bij jongeren met niet aangeboren hersenletsel (NAH). Invoeren van de norm NEN 7510, het waarborgen van de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van alle informatie, die nodig is om patiënten verantwoorde zorg te bieden. Voorbereiding invoering elektronische patiënten dossier revalidatie (EPD). Veilig Incident Melden (VIM), veiligheid en veilig incident melden (ook bijna incidenten) zijn onderdeel van het dagelijkse werk. Hoe zit het? Zitadviesteam met als doel het formuleren van een eenduidige behandelvisie op het gebied van zitten. Chronische pijn, duidelijke behandelvisie over pijnbehandeling binnen de Poliklinische Revalidatie Volwassenen voor de doelgroep chronische pijn. Pagina 19 van 38
Doelgroepen Poliklinische Revalidatie Kinderen (PRK), het beschrijven van de doelgroepen binnen de PRK Delft. Nazorgpoli, passende nazorg bieden aan gerevalideerde NAH-patiënten door in de keten verankerde nazorgpoli. Zorgpad klinische revalidatiezorg, inzichtelijk maken van de klinische zorg met een zorgpad. Verbeteren van de ketenzorg rond de multitrauma patiënt. Ontwikkelen en vormgeven van een zorgpad voor deze doelgroep. In 2009 komen onder andere de volgende projecten tot afronding: Sophiabreed: het opstellen van een nieuw meerjaren beleidsplan voor de periode 2010 - 2013. Per locatie is een plan van aanpak opgesteld. Het overkoepelende beleidsplan voor Sophia Revalidatie wordt in 2010 afgerond. Klinische Revalidatie: analyse van het huidige verpleegkundig dossier ter voorbereiding op het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD); integrale diagnostiek: de inzet van Intermed bij complexe patiënten; medicatieveiligheid. Poliklinische Revalidatie Volwassenen (PRV) meten = weten II; (her)formuleren primaire processen PRV, Haga Hand- en Polscentrum, hartrevalidatie en hartfalen; opstellen behandelprogramma extrapiramidale aandoeningen; nieuwe locatie PRV Zoetermeer; nieuwe locatie PRV (en PRK) Gouda. Poliklinische Revalidatie Kinderen (PRK): Fitheidstraining voor kinderen van de Maurice Maeterlinkschool: in eerste instantie alleen voor kinderen met cerebrale parese, maar het programma is zo opgesteld dat het voor alle kinderen geldt, die een hulpvraag hebben op het gebied van conditieverbetering of sporten. Implementatie van behandeling bovenste extremiteiten van kinderen met cerebrale parese, volgens de meest recente ontwikkelingen. Grip op productie: het samen creëren van gedachtegoed over productie binnen PRK en hoe iedere medewerker en (verschillende lagen van) het management hier wekelijks op kunnen (bij-)sturen. 4.3.5
Strategische beleidsplanning Het huidige strategisch beleidsplan ‘Sophia Revalidatie bouwt …’ loopt tot 2010, het jaar waarin volgens de oorspronkelijk planning de nieuwbouwlocaties in Den Haag en Gouda hun uiteindelijke vorm zouden moeten krijgen. Naast de nieuwbouw komen in het beleidsplan ook andere thema’s aan de orde waaraan gewerkt, dusn gebouwd, moet worden. Het beleidsplan is daarom opgebouwd uit een aantal verschillende bouwstenen, de onderwerpen die centraal staan de komende jaren. In 2009 werkt Sophia onder andere aan de volgende bouwstenen: de voorbereiding van de invoering van de systematiek voor de Diagnose Behandeling Combinatie (DBC); de voorbereiding van de invoering van het elektronisch patiënten dossier (EPD); de opening van een nieuwe poliklinische locatie aan de Kadelaan in Zoetermeer; de verhuizing van PRV en PRK Gouda naar een nieuwe locatie aan de Büchnerweg in Gouda; afronding project meten is weten II; Pagina 20 van 38
vormgeven aan een nieuwe richting voor de nieuwbouw, namelijk volledige nieuwbouw op de Vrederustlaan in Den Haag; het opstellen van een nieuw meerjaren beleidsplan. In 2009 werken alle locaties aan het formuleren van een nieuw strategisch beleidsplan. Anders dan bij voorgaande beleidsplannen, is er dit keer voor gekozen per locatie met artsen en (midden-)managers te bepalen waar de uitdagingen, kansen, passies en bouwstenen liggen voor de periode 2010 - 2013. Dit heeft geresulteerd in een nieuw plan: ‘VERbeteren, VERbinden, VERantwoorden van specialistische revalidatiezorg DICHTBIJ’. Ieder team maakt plannen, die clusterbreed worden omgezet in tal van projecten die vallen binnen een tijdsbestek van 3 jaar. 4.4
Kwaliteitsbeleid patiënten
4.4.1
Hanteren doelen en middelen in de behandeling, inclusief de rapportage Alle teams van Sophia Revalidatie formuleren doelen en middelen voor de behandeling. In toenemende mate gebeurt dit in overleg met de patiënt. In de Klinische Revalidatie wordt hiervoor het RevalidatieDoelenGesprek (RDG) toegepast. Het RDG biedt de Klinische Revalidatie meer handvatten in het cliëntgericht denken én werken. De patiënt stelt zelf zijn doelen op en is hierdoor actief betrokken bij zijn revalidatieproces. Naast algemene revalidatiedoelen (voor de totale behandeling) worden er per discipline revalidatiedoelen (deeldoelen) opgesteld. Aan het eind van de behandeling evalueren de teams zowel de algemene als de deeldoelen. Interne communicatie gebeurt in toenemende mate volgens de internationale ICF-classificatie. Behandeling vindt alleen succesvol plaats als de patiënt het eens is met de gehanteerde doelen en middelen en hierover continu wordt geïnformeerd.
4.4.1.1 Op individueel niveau Op individueel niveau worden de doelen in samenspraak met de patiënt geformuleerd vanuit de hulpvragen van de patiënt. Iedere patiënt wordt geïnformeerd over doelen, middelen en resultaat. De Poliklinische Revalidatie Volwassenen en de Poliklinische Revalidatie Kinderen doen dit met de Patiënt ContactPersoon (PCP), een behandelaar die specifiek als taak heeft de patiënt te informeren over wat in het team aan de orde is. De Klinische Revalidatie heeft voor iedere patiënt een verpleegkundige als Persoonlijk Begeleider en Tyltylcentrum De Witte Vogel werkt met zorgcoördinatoren. 4.4.1.2 Behandelprogramma’s Binnen Sophia Revalidatie is het gebruik van behandelprogramma’s bij de behandeling steeds verder doorgevoerd. Het hanteren van behandelprogramma’s geeft duidelijkheid aan gebruikers, patiënten en zorgverzekeraars. De Poliklinische Revalidatie Volwassenen vult in 2009 het behandelprogramma chronische pijn aan met protocollen, stelt een nieuw behandelprogramma op voor extrapiramidale aandoeningen (onder andere Parkinson) op en zet het bestaande behandelprogramma hartrevalidatie in het sjabloon. De Klinische Revalidatie ontwikkelt het behandelprogramma multitrauma verder en werkt vanuit een klinisch zorgpad. Pagina 21 van 38
Daarnaast denkt men op landelijk niveau na over verschuiving van de behandelprogramma’s naar zorgpaden, klinische paden en/of een verdere verdieping van het huidige format. Sophia Revalidatie gaat in 2010 of 2011 de discussie voeren over welke richting de organisatie op wil bij het zo duidelijk mogelijk, maar vooral ook zo werkbaar mogelijk, krijgen van de behandelprogramma’s. 4.4.2
Patiënttevredenheid
4.4.2.1 Sophia Revalidatie tevredenheidsenquête In de patiëntenenquête kan de patiënt zijn mening geven over de kwaliteit van de geleverde zorg. Poliklinische patiënten krijgen in de week van hun laatste behandeling de enquête thuisgestuurd. Klinische patiënten krijgen deze in de laatste week van hun verblijf overhandigd. De resultaten worden twee keer per jaar geanalyseerd. In 2009 worden twee nieuwe enquêtes opgesteld voor de PRV Zoetermeer en de Hartrevalidatie in het HagaZiekenhuis. De respons en het gemiddelde tevredenheidscijfer zijn in het jaar 2009 als volgt verdeeld: Respons
PRV Den Haag PRV Delft PRV Westeinde PRV Gouda PRV Zoetermeer HHPC Hartrevalidatie Delft Hartfalen Delft Hartrevalidatie HagaZiekenhuis Externe gebruikers MTT Delfland* KR etage 2 KR etage 3 KR etage 4
maart 58% 49% 17% 50% 40% 73% 75%
25% 41% 24%
oktober 64% 62% 62% 37% 70% 50% 81% 74% 76% 48% 37% 53% 34%
Gemiddelde tevredenheid maart oktober 7,95 7,85 8,14 7,84 7,43 7,90 7,86 7,07 8,20 8,04 8,04 8,19 8,24 8,53 8,42 8,25 7,66 7,67 8,30 8,24 8,24 7,73 8,20
*De enquête voor de externe gebruikers Medische Trainings Therapie Delfland (MTT) is eenmalig in september verspreid onder alle gebruikers. Volgens de beleidscyclus maken de unitmanagers en clustermanagers op basis van de resultaten van de enquête in maart verbeterplannen. Verbeteracties Poliklinische Revalidatie Volwassenen (PRV) De unitmanagers in de PRV op de diverse locaties baseren hun verbeterplannen op de opvallende verbeterpunten ten opzichte van de resultaten in oktober 2008. Deze richten zich met name op de informatievoorziening, overdracht, overgang vanuit de Klinische Revalidatie (KR) naar de Poliklinische Revalidatie Volwassenen (PRV). Respons op de enquête is een aandachtspunt voor Sophia Revalidatie Westeinde en het Haga Hand- en Polscentrum (HHPC). Medewerkers worden gestimuleerd het belang van de enquête meer onder de aandacht te brengen bij patiënten, met resultaat. Pagina 22 van 38
Aandacht voor informatie die de Patiënt Contact Persoon (PCP) geeft. Er is een controlelijst geïntroduceerd zodat alle PCP’ers samen met de patiënt kunnen kijken of alle informatie is behandeld. Dit biedt de patiënt ook de mogelijkheid nog even extra informatie te vragen als een bepaald onderwerp is weggezakt. De PRV bepaalt in 2009 de spelregels voor de evaluatiegesprekken. Deze worden clusterbreed ingevoerd. Het belangrijkste doel is dieper in te gaan op de ervaringen en belevingen van patiënten en snel concrete verbeteracties op te stellen. Klinische Revalidatie (KR) De gemiddelde waardering van de resultaten binnen de KR stijgt van 7,93 naar 8,25. De norm van 8 is daarmee in de tweede helft van het jaar gehaald, maar de gemiddelden liggen wel lager dan in 2008. De respons op de enquête is een stuk lager dan in 2008 en de norm (meer dan 45%) wordt alleen in oktober op de derde etage gehaald. Ondanks het houden van exitgesprekken waarbij de nadruk nog eens wordt gelegd op het invullen van de patiëntenenquête, is de respons toch teruggevallen. Uit onderzoek blijkt dat de rol van de persoonlijk begeleider niet volgens plan wordt uitgevoerd, namelijk het persoonlijk overhandigen van de enquête en uitleg geven. Als eerste actie lichten de leidinggevenden de persoonlijk begeleiders in over hun taak en de verwachtingen hierbij vanuit de organisatie. De tweede actie is, dat de persoonlijk begeleider de enquête minimaal twee weken voor ontslag uitdeelt en niet vlak voor ontslag. De persoonlijk begeleider controleert in de week voor ontslag of het invullen gelukt is. In een derde actie vraagt de etagemanager tijdens de exitgesprekken met de patiënten of en zo ja waarom het invullen moeizaam gaat. Uit de exitgesprekken die de etagemanagers met de patiënten voeren, komt naar voren dat de informatie die gegeven wordt in de eerste twee weken van opname als te veel wordt ervaren. Het gaat om de hoeveelheid die in die korte tijd wordt aangeboden. De inhoud van de informatie wordt als wenselijk en noodzakelijk ervaren. Het management gaat deze bevinding kritisch bekijken en het beleid hierop eventueel aanpassen. Patiënten zijn kritisch over de planning van het aantal behandelingen op een dag. Het management bekijkt hoe planningen verlopen en of hierin verbeteringen zijn aan te brengen. 4.4.2.2 Patiëntenraadpleging Revalidatie Nederland In 2008 vonden de voorbereidingen plaats voor de ontwikkeling van de Consumer Quality (CQ) Index Revalidatiezorg. De kwaliteitsfunctionaris neemt, als vertegenwoordiger van het kwaliteitsnetwerk, deel in de landelijke werkgroep die zich bezighoudt met de ontwikkeling van de CQ-index. De CQ-index is de benaming voor een familie van standaard vragenlijsten die beoogt ervaringen in de zorg te meten op kwaliteitsaspecten die vanuit het perspectief van de patiënt/cliënt belangrijk worden geacht. De CQ-index is een landelijk geaccepteerde en gerespecteerde meetstandaard door patiënten- en consumentenorganisaties, zorgverzekeraars en zorgaanbieders.
Pagina 23 van 38
Met een CQ-index wordt een wetenschappelijk onderbouwd meetinstrument bedoeld, dat zich richt op; het meten van ervaringen van patiënten met kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg en de service en dienstverlening van zorgverzekeraars en/of zorgaanbieders (voldoet de zorg en service aan kwaliteitseisen), het belang dat gehecht wordt aan diverse kwaliteitsaspecten (welke prioriteiten stellen cliënten/ patiënten en wat betekent dit voor de kwaliteit en de zorg?). De gegevens die met een CQ-index worden verzameld, moeten worden vertaald voor tenminste zes informatiebehoeften: keuze-informatie voor consumenten; belangenbehartigingsinformatie voor patiëntenorganisaties; zorginkoopinformatie voor verzekeraars; kwaliteits- en verbeterinformatie voor managers en professionals; monitor- en beleidsinformatie voor de overheid; toezichtsinformatie voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Nederlandse Zorgautoriteit. In 2009 vindt de pilot onder alle revalidatiecentra plaats. Het resultaat is uiteindelijk een gevalideerde vragenlijst die door de centra afzonderlijk, of door Revalidatie Nederland, ingezet kan worden. De resultaten zijn pas in 2010 bekend. Voor het cluster Poliklinische Revalidatie Kinderen is de CQ-index die gehanteerd is in de pilot, vertaald in verschillende talen. Begin 2010 wordt deze verspreid onder alle ouders. 4.4.3
Patiëntenparticipatie
4.4.3.1 Spiegelgesprek Al jaren wordt (ouders van) patiënten gevraagd naar hun tevredenheid met Sophia Revalidatie, het behandelteam, de behandeling, bejegening en faciliteiten. De resultaten hiervan blijven vaak vragen oproepen: wat zit er achter de resultaten? Dit jaar houdt het cluster Poliklinische Revalidatie Kinderen twee spiegelgesprekken, in januari in Gouda en in november in Delft. De gesprekken leiden tot veel enthousiasme bij de aanwezige teamleden en ouders. De teams gaan meteen aan de slag met enkele verbeteracties: het protocol mentorgesprekken; de informatie in het schriftje doorcommuniceren naar overige therapeuten van de Therapeutische Peuter Groep (TPG). Het cluster Klinische Revalidatie plant voor 2010 een aantal spiegelgesprekken. . 4.4.3.2 Evaluatiegesprek Het cluster Poliklinische Revalidatie Volwassenen voert in 2009, na een succesvolle pilot, het evaluatiegesprek in als structureel feedbackinstrument. Op grond van de ervaringen van de pilot in 2008 worden groepsgesprekken ingevoerd. Afspraken worden vastgelegd en het cluster treft voorbereidingen voor de eerste evaluatiegesprekken in januari 2010. De Patiënt Contact Persoon stelt de patiënt aan het eind van de behandeling op de hoogte van de inhoud en het doel van een evaluatiegesprek en nodigt hem uit om deel te nemen. Bij voldoende deelnemers (vijftien) plant de unitmanager in overleg met de gespreksleider (een unitmanager van een andere locatie) een datum en tijdstip en nodigt de deelnemers uit. Pagina 24 van 38
Doelen van een evaluatiegesprek: meer betrouwbare informatie terugkrijgen; meer verdieping naast de patiëntenenquête; effectievere informatie uit jaarlijkse bijeenkomst (nu afgeschaft); achterhalen of het nodig is processen aan te passen; de zorg en hulpverlening verbeteren. 4.4.3.3 Exitgesprek Het cluster Klinische Revalidatie voert structureel exitgesprekken met vertrekkende patiënten. Naast de mogelijkheid voor spiegelgesprekken, is dit een terugkerende activiteit van de etagemanagers. Streven is met minimaal 50% van de vertrekkende patiënten een exitgesprek te voeren. Zaken als verblijf, privacy, zorg, aanwezige faciliteiten, eten en schoonmaak passeren de revue. Op onregelmatigheden of goede ideeën wordt meteen actie ondernomen door de betreffend manager. De etagemanagers en de clustermanager delen de resultaten en bevindingen met elkaar. 4.4.4
Klachten
4.4.4.1 Laagdrempelige klachtenbemiddeling Binnen Sophia Revalidatie bemiddelt de klachtenfunctionaris bij klachten van patiënten. In 2009 ontvangt zij 27 meldingen van ontevredenheid bij patiënten. Eén klacht betreft meerdere aandachtsgebieden: organisatie behandeling/begeleiding relatie/communicatie hotelfunctie/ het facilitair bedrijf financiën beleid
6 11 5 5 1 0
Resultaten van klachtenbemiddeling: 16 klachten zijn naar tevredenheid van de klager opgelost; 2 klachten zijn niet naar tevredenheid van de klager opgelost; bij 2 klachten wil de klager alleen melding maken van en uiting geven aan ontevredenheid; 3 klachten zijn gedeeltelijk naar tevredenheid opgelost; 2 klachten zijn neergelegd bij de klachtencommissie; van 2 klachten is onbekend of de klager tevreden is. De klachten komen van onderstaande locaties: Den Haag Klinische Revalidatie Den Haag Poliklinische Revalidatie Volwassenen Den Haag Polilkinische Revalidatie Kinderen Westeinde Poliklinische Revalidatie Volwassenen Delft Poliklinische Revalidatie Volwassenen Gouda Poliklinische Revalidatie Volwassenen Haga Hand- en Polscentrum Tyltylcentrum De Witte Vogel
10 5 1 1 6 1 2 1
Pagina 25 van 38
De meeste klachten betreffen uiteenlopende aspecten van het aandachtsgebied behandeling/begeleiding. Hierbij gaat het dan bijvoorbeeld om het niet nakomen van een afspraak, het twijfelen aan de deskundigheid van de arts, het niet plegen van noodzakelijk overleg, het onvoldoende regelen van nazorg en het aanvechten van de indicatiestelling. Bij het aandachtsgebied organisatie is vooral de lange wachttijd voor de Poliklinische Revalidatie Volwassenen een bron van ergernis. De meeste klachten zijn goed bemiddelbaar en worden met de betreffende afdeling, persoon of leidinggevende besproken. Waar mogelijk wordt direct actie ondernomen ter verbetering. 4.4.4.2 Formele klachtenprocedure conform Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector Sophia Revalidatie kent een samenhangend en laagdrempelig systeem voor de opvang en behandeling van klachten van patiënten. In de brochure ‘Rechten, plichten en klachten’ worden patiënten geïnformeerd over de verschillende mogelijkheden van waar zij met een klachten terechtkunnen. De Klachtencommissie doet uitsluitend uitspraak over de gegrondheid van de klacht. De functionaris Patiëntenvoorlichting en Klachtenbemiddeling verzorgt de informele klachtenbehandeling. Samenstelling Klachtencommissie voorzitter mw. mr. A.F. de Kok leden intern mw. M. Stolwijk, unitmanager en fysiotherapeut mw. C. Lunenburg-Vlot, verpleegkundige dhr. W. Korving, maatschappelijk werkende leden extern dhr. W. Bronswijk, namens het Regio Overleg Gehandicaptenbeleid DWO mw. N.M. van der Kooij, op voordracht van de Cliëntenraad dhr. J. de Nooy, namens het Regio Overleg Gehandicaptenbeleid DWO onafhankelijk medisch deskundig lid dhr. drs. G.A. Kok, reumatoloog, niet praktiserend secretaris mw. A.M. Wechgelaer, secretaresse Raad van Bestuur Aantal klachten In het verslagjaar zijn 10 klachten ingediend. 4 klachten zijn in overleg met de klager doorgezonden aan de Raad van Bestuur; 1 klacht is door klager ingetrokken; 3 klachten zijn per 31 december 2009 nog in behandeling; in 2 klachten doet de Klachtencommissie uitspraak. Naast deze klachten doet de commissie uitspraak in één klacht uit 2008.
Pagina 26 van 38
Klachten en kwaliteit Aanbeveling Nagaan of er mogelijkheden kunnen worden gecreëerd om binnen het cluster Poliklinische Revalidatie Kinderen logopedie aan te bieden buiten de basisschooltijden Onderzoeken van de procedure voor het plannen van behandelafspraken (rekening houden met de wensen van een patiënt en goede communicatie over afspraken).
Actie Raad van Bestuur Door schuiven in uren binnen de beschikbare formatie komt met ingang van het nieuwe schooljaar (2009/2010) een bescheiden aantal uren logopedie op woensdagmiddag beschikbaar. Sophia Revalidatie neemt deel aan het project Revalidatie in Beweging, met als doel aanzienlijke verbeteringen in patiëntenlogistiek en procesherinrichting te realiseren. Informeren van en communiceren met de patiënt is een onderdeel van dit programma.
Enquête onder klagers en aangeklaagden Nadat een klachtprocedure is afgesloten, ontvangen zowel de klager als de aangeklaagde een enquêteformulier van de Raad van Bestuur, waarin naar de ervaringen van beide partijen wordt gevraagd. Scholingsactiviteiten De voorzitter en een lid vande Klachtencommissie wonen het congres ‘Klachten en geschillen in de zorg bij’. Aanleiding voor dit congres is het wetsvoorstel ‘Wet cliëntenrechten zorg’. 4.4.5
Wachttijden Het Managementteam overlegt structureel over belemmerende factoren in de patiëntenzorg, zoals bijvoorbeeld over wachttijden. Bij elke vergadering is dit een vast agendapunt. De wachttijden worden maandelijks per diagnosegroep via internet gepubliceerd.
Wachttijden in dagen voor revalidatiebehandeling kwartaal Sector 1e 2e 15 20 Delft PRK 28 40 Delft PRV 38 37 Den Haag PRK 35 42 Den Haag PRV 34 10 Gouda PRK 37 43 Gouda PRV 47 48 Westeinde PRV 24 18 Zoetermeer PRV 30 32 Delft hartfalen
3e 15 37 47 28 11 46 54 50 38
jaar gemiddeld 18 35 40 33 17 39 48 31 31
4e 21 33 37 26 13 31 41 33 25
Ten opzichte van 2008 zijn de wachttijden gemiddeld afgenomen. Pagina 27 van 38
De set prestatie-indicatoren maakt gebruik van de Treeknormen voor wachttijden. Deze geven aan welk percentage patiënten tijdig kan starten met de behandeling: eerste onderzoek, maximaal 4 weken wachttijd poliklinische revalidatiebehandeling, maximaal 6 weken wachttijd klinische revalidatiebehandeling, maximaal 6 weken wachttijd In 2009 zijn deze percentages bij Sophia Revalidatie respectievelijk 73%, 57% en 99%. 4.4.6
Toegankelijkheid De voorzieningen van Sophia Revalidatie zijn allemaal rolstoelvriendelijk en waar nodig aangepast aan de beperkingen van patiënten die in een van de centra aanwezig zijn. Op de locatie Delft start een student van de Haagse Hogeschool (Facilitaire Dienstverlening) met een toets waarbij beoordeeld wordt of het centrum voldoet aan de norm voor het Internationaal Toegankelijkheidssymbool (ITS). In 2010 rondt hij deze toets af en worden de resultaten besproken. In de centra met meer dan één verdieping zijn uiteraard liften aanwezig. In Den Haag, Delft en Gouda geldt een bereikbaarheidsdienst in geval van een calamiteit. In Sophia Revalidatie Westeinde, het Haga Hand- en Polscentrum en Hartrevalidatie Den Haag gelden de regels van het ziekenhuis. Alle centra zijn goed bereikbaar met het openbaar vervoer.
4.4.7
Veiligheid Veiligheid patiënten Sophia VeiligheidSysteem (SVS) Dit systeem geeft weer wat een veiligheidmanagementsysteem voor Sophia Revalidatie kan betekenen. De kern van veiligheidsmanagement is de inventarisatie van de risico’s en het nemen en vastleggen van maatregelen om de risico’s te beheersen. Het identificeren van de risico’s is de basis van het veiligheidsmanagementsysteem. Deze risico’s moeten worden beheerst door barrières in de zorgprocessen in te bouwen, zodat gevaarlijke gebeurtenissen niet optreden. Mocht dit toch gebeuren, dan zijn er herstelmaatregelen nodig om de consequenties (schade aan de patiënt) te voorkomen of te beperken. Hierbij is het essentieel dat er wordt gewerkt met een documentbeheersysteem waarin alle behandelprotocollen zijn opgenomen Ook een elektronisch medicatie voorschrijfsysteem en het inbouwen van dubbele controle in het zorgproces zijn noodzakelijk. Een veiligheidsmanagementsysteem bestaat minimaal uit de volgende onderdelen: beleid en strategie decentrale melding analyse van incidenten prospectieve analyse van risicovolle processen training en cultuur In 2009 krijgt het SVS meer vorm. De eerste speerpunten zijn medicatiefouten en ‘Veilig Incident Melden’ (VIM). In september 2009 is de implementatie van een, vanuit de filosofie van het SVS, nieuwe procedure voor veilig incident melden. Pagina 28 van 38
De aandacht voor incidenten verschuift van centraal naar decentraal en van reactief naar pro-actief. Wijzigingen ten opzichte van de tot dan toe geldende procedure Melding Incidenten Patiënten (MIP): Een nieuw VIM-(MIP)formulier met uitgebreide aanvinkmogelijkheden om de meldingen zoveel mogelijk te standaardiseren. De meldingen worden op de afdeling/unit zelf geregistreerd, geanalyseerd (eventueel via Prismamethode1) en besproken in de multidisciplinaire teams. Binnen een week is er een terugkoppeling naar de melder over de vervolgstappen. De incidenten worden gevolgd door verbetermaatregelen die een preventief karakter hebben. De verantwoordelijkheid voor de meldingsprocedure en de daaruit voortvloeiende verbeteracties ligt bij de leidinggevenden en verantwoordelijk artsen van de etages c.q. units. De MIP-commissie wordt een centraal meldpunt, de VIM adviescommissie. Zij krijgt via de leidinggevenden de meldingen met verbetermaatregelen doorgestuurd. De VIM adviescommissie doet onderzoek naar en geeft advies over preventieve maatregelen (SAFER2) en behoudt haar signalerende en adviserende rol richting Raad van Bestuur. Meldingen Incidenten Patiëntenzorg In totaal komen 363 meldingen binnen: 343 in Den Haag en 20 in Delft. In Den Haag zijn dit 53 meldingen meer dan in 2008 en in Delft 9 meer. De stijging in het aantal meldingen heeft te maken met de extra aandacht voor melden en veiligheid in 2009. De basis voor Veilig Incident Melden (VIM) is namelijk dat medewerkers veilig (zonder consequenties) incidenten kunnen melden 134 valincidenten (130 in 2008) Deze meldingen zijn onder andere: patiënten die gevallen zijn tijdens de transfers rondom bed, toilet of van een fitnessapparaat; patiënten willen iets oprapen van de grond, verliezen hun evenwicht; patiënten doen zelf een activiteit die ze nog niet kunnen of zelfstandig mogen; patiënten struikelen omdat ze iets niet zien liggen of zien staan doordat ze een neglect hebben; tijdens het sporten; tijdens een buitentherapie, met wandelen of fietsen; kinderen die met de fiets vallen; uitglijden. 214 medicatie-incidenten (145 in 2008) Deze meldingen zijn onder andere: verkeerde medicijnen gekregen; dosering niet goed; 1
PRISMA-methode: Prevention and Recovery Information System for Monitoring and Analysis, een prospectieve risico-analyse, systematisch verzamelen en vastleggen van incidenten en het trekken van conclusies en het formuleren van verbetermaatregelen 2
SAFER: Scenario Analyse van Faalwijzen, Effecten en Risico’s, methode om pro-actief een proces te analyseren om potentiële incidenten op te sporen en te voorkomen voordat deze ontstaan. Pagina 29 van 38
medicijnen niet gekregen; medicijnen niet op het juiste tijdstip ingenomen; recepten niet goed verwerkt; uitzetten van de medicatie niet goed gegaan; patiënt vergeet medicijn in te nemen. 7 overige incidenten (15 in 2008) Deze meldingen zijn: defecte bel, patiënt wacht een half uur; patiënt krijgt epileptische aanval tijdens het lopen met een therapeut; patiënt haalt zich open tijdens een transfer; patiënt botst tegen een muur tijdens spel; kind schuurt voetje open aan de bodem van het zwembad; kind wordt gekrabbeld; kind wordt gebeten door ander kind. Sophia Revalidatie wil haar incidenten goed in beeld krijgen en uiteraard verminderen. In navolging van 2008 is er ook in 2009 brede aandacht voor veilig incident melden en veilige medicatieverstrekking. Dit betekent uiteraard meer aandacht voor melden van incidenten om een goed inzicht te krijgen. Voordat het aantal incidenten vermindert, zal daarom het aantal eerst toenemen. Het is goed te merken dat er ook steeds meer meldingen komen van behandelaars (en niet alleen de verpleging en verzorging). Daarnaast beginnen er ook zo af en toe meldingen van bijna-incidenten of gevaarlijke situaties binnen te komen. Ook in 2010 blijft VIM een speerpunt. Vanuit het SVS komt er ook aandacht voor het digitaal melden van incidenten en het decentraal, op de werkvloer, snel aanpakken van incidenten. Infectiepreventie Het doel van de Infectie Preventie Commissie (IPC) is de preventie van besmetting en bestrijding van infecties op alle locaties van Sophia Revalidatie. Meldingen infecties 2009 De IPC handelt bij en adviseert over van de volgende infectiemeldingen vanuit heel Sophia Revalidatie: Patiënten Pseudomonas Klebsiella vijfde ziekte MRSA twee à drie keer verdenking van Nieuwe Influenza A (H1N1) Medewerkers acht keer verdenking Nieuwe Influenza A (H1N1) één keer bevestigde Nieuwe Influenza A (H1N1) Nadere toelichting Nieuwe Influenza A (H1N1) Vanaf eind april is de IPC (samen met nog vele andere medewerkers van Sophia Revalidatie) bezig met het ontwikkelen van: draaiboek Influenzapandemie (aangevuld met een A4-leeswijzer); Sophia continuïteitsplan (hoe te handelen bij meer dan 30% uitval van de medewerkers); communicatieplan. Pagina 30 van 38
Er wordt een crisisteam opgericht, bestaande uit enkele leden van de IPC, een lid van de Raad van Bestuur en de staffunctionaris P&O, belast met arbo en verzuimbeleid. Het crisisteam komt één keer bij elkaar (aangevuld met clustermanagers, hoofd P&O en communicatiemedewerker). Er verschijnt drie keer een nieuwsbrief Grieppandemie voor alle medewerkers. Er wordt een plan gemaakt en uitgevoerd voor het vaccineren van patiënten en medewerkers (vaccinatiepercentage 78%). Na het sein van de RIVM over het einde van de epidemie, worden alle ingezette maatregelen eind december 2009 opgeheven. Jaarplan 2009 Medewerkers worden via publicatie in ‘De Wandelgang’ en via intensief e-mailverkeer met name geïnformeerd over de Nieuwe Influenza A (H1N1). De patiënten worden via het blad SPATIE geïnformeerd over de vaccinatie H1N1. Ook worden de hygiëneregels voor het meenemen van voedsel nogmaals in het patiëntenblad geplaatst. De documenten uit het Handboek Infectie Preventie worden regelmatig gecontroleerd en actueel gemaakt. De hygiënist meet via audits de handhaving van de steriliteit op de klinische afdelingen, in het centraal magazijn en binnen Sophia Revalidatie Delft. In de preventieweek 2009 geeft de IPC (de hygiënist) een klinische les aan de verpleging over hygiëne op de verpleegafdeling. Ook worden in de voorlichtingskraam films getoond over handhygiëne. Handboek Infectie Preventie Het handboek wordt geëvalueerd en geactualiseerd. Er is uitgebreid overleg over de risico’s die patiënten met de vijfde ziekte mogelijk vormen voor zwangere medewerkers. Dit resulteert in een protocol over veilig en gezond werken dat via een uitgebreide voorlichtingsronde wordt bekendgemaakt bij alle medewerkers. Er wordt een RSA-stroomschema ontwikkeld ter vereenvoudiging van het uitgebreide protocol. De protocollen over handhygiëne worden verbeterd. Het scabiësprotocol wordt aangepast aan wijzigingen in behandeling. Audits De commissie bespreekt de door de hygiënist uitgevoerde audits en voert de benodigde verbeteringen in. Incidentbeheersing Sinds 2007 neemt Sophia Revalidatie deel aan het samenwerkingsverband Incidentbeheersing Management Zorginstellingen Delft Westland Oostland (IbMZ). IbMZ heeft als doel de regionale aanpak op het gebied van security en incidentbeheersing te bevorderen en de uitvoering van de hierbij behorende werkzaamheden te realiseren. Onderdeel van deze aanpak is een convenant met de Regionale Brandweer Haaglanden, het Openbaar Ministerie Den Haag en de Regiopolitie Haaglanden.
Pagina 31 van 38
Hygiëne Consult In overleg met Hygiëne Consult vindt jaarlijks een vervolgonderzoek plaats naar de kwaliteit van de schoonmaakwerkzaamheden. Hierbij richt het onderzoek zich met name op kritische onderdelen zoals de opslag van steriele materialen, de schoonmaak van de kliniek, zwembad en sportaccommodaties. De reguliere onderzoeken voor de HACCP leveren goede resultaten op voor zowel Den Haag als Delft. BHV De BedrijfsHulpVerlening (BHV) organiseert ook in 2009 op de locaties Den Haag, Delft, Gouda en Zoetermeer diverse oefeningen. Alle BHV’ers volgen daarnaast een herhalingscursus. Jaarlijks worden de ontruimingsplannen en de vluchtplattegronden geactualiseerd. De BHV probeert zoveel mogelijk naast de eigen BHV ook de medewerkers te informeren over ‘wat te doen bij een calamiteit’. Dit gebeurt door acties gedurende de jaarlijkse veiligheidsweek, maar ook door stukjes te schrijven die opgenomen worden in de Wandelgang, SophiaBreed en/of de distributielijsten. 4.4.8.2 Veiligheid informatievoorziening NEN 7510 In 2010 wil Sophia Revalidatie aansluiten bij een initiatief voor regionale samenwerking in de regio Haaglanden inzake berichtenuitwisseling tussen zorgaanbieders. Alle deelnemers moeten - voor zij kunnen overgaan tot deze uitwisseling - voldoen aan de norm informatiebeveiliging NEN 7510. Sophia laat in 2009 een scan uitvoeren om te analyseren in hoeverre de organisatie al voldoet aan deze norm en op welke onderdelen zich nog knelpunten voordoen. Dit heeft geleid tot het opstellen van een informatie beveiligingsbeleidsplan. Op basis van dit beleidsplan start een project, wat ertoe moet leiden dat Sophia in het 3e kwartaal 2010 voldoet aan de norm NEN 7510. Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) Binnen de revalidatiesector is een EPD ontwikkeld. Drie pilotcentra (RCA, Heliomare en Rijndam) hebben in samenwerking met IT-specialisten intensief samengewerkt. De centra dragen het resultaat hiervan, een eerste versie van dit EPD, op 1 april 2009 over aan VIR-e-care solutions. De verdere ontwikkeling leidt tot de eerste werkende versie voor de centra, versie 1.1., die in mei wordt geïnstalleerd bij Sophia Revalidatie. De eerste versie, waarmee ook daadwerkelijk een pilot zou moeten kunnen starten, wordt in het najaar van 2010 uitgeleverd. Voorafgaand hieraan start - na het besluit van de Raad van Bestuur tot invoering van het EPD over te gaan - de projectorganisatie. In september 2009 wordt tijdens twee impactanalysedagen op gestructureerde wijze nagegaan wat de gevolgen zijn van invoering van het EPD. In 2010 gaan meerdere werkgroepen actief aan de slag met de voorbereidingen. Op welke termijn invoering van het EPD daadwerkelijk gaat plaatsvinden, is moeilijk te voorspellen vanwege de afhankelijkheid van veel niet te beïnvloeden externe factoren.
Pagina 32 van 38
Consolidatie en virtualisatie servers/toepassing van redundantie In 2009 wordt een begin gemaakt met het consolideren en virtualiseren van de servers. Dit traject wordt naar verwachting in 2010 voltooid. Na deze stap beschikt Sophia Revalidatie over een schaalbare ICT-omgeving waarbij beter dan voorheen kan worden ingespeeld op de verwachte toename van de vraag naar diensten en capaciteit. Gelijktijdig wordt de apparatuur die de primaire bedrijfsprocessen ondersteunt redundant uitgevoerd en verdeeld over twee fysieke locaties. Hierdoor loopt de continuïteit bij eventuele calamiteiten geen gevaar. Capaciteit geheugenopslag, backups van digitale gegevens De capaciteit van de beschikbare geheugenopslag wordt dit jaar aangepast aan de verwachte vraag, schaalbaar gemaakt en van technologisch hoog niveau. Daarvoor wordt de zogenaamde SAN-technologie ingezet. Ook zijn deze opslagvoorzieningen nu redundant uitgevoerd en verdeeld over twee locaties en zijn de backupvoorzieningen gemoderniseerd. De back-upvoorziening is vervangen door een voorziening van een hoger technologisch niveau dan voorheen. Borging werkprocedures en protocollen Voor het informatiebeveiligingsproject volgens NEN7510 maakt Sophia Revalidatie dit jaar een begin met het inventariseren van de procedures en protocollen in het Document Beheer Systeem. 4.5
Kwaliteit ten aanzien van medewerkers
4.5.1
Personeelsbeleid Sophia Revalidatie investeert in haar medewerkers Sophia Revalidatie ziet de professionaliteit en gedrevenheid van het personeel als belangrijkste kapitaal en kracht van de organisatie. Sophia Revalidatie investeert in haar medewerkers en biedt een stimulerende werkomgeving met goede faciliteiten en scholing (die relevant is voor Sophia Revalidatie en passend bij interesse en capaciteiten van de medewerker). Mensen met ambitie en talent wordt zo mogelijk de kans geboden door te groeien. Bij goed personeelsbeleid hoort ook aandacht voor de levensfasen en leeftijdsopbouw van het personeel en een passende beloning. De tevredenheid van de medewerkers van Sophia Revalidatie is over het algemeen hoger dan bij vergelijkbare revalidatie-instellingen. Ook het ziekteverzuim is positief laag. In de aansturing van de diverse locaties gaat Sophia Revalidatie uit van ‘centraal wat moet, decentraal wat kan’. De locaties hebben ruimte en verantwoordelijkheid bij de invulling van het beleid. Sophia Revalidatie heeft vertrouwen in haar medewerkers en in de intrinsieke motivatie van medewerkers om de goede dingen te willen doen. Sophia Revalidatie heeft een familiecultuur die zich kenmerkt door een sterke patiëntgerichtheid, gemotiveerde medewerkers en een sterke saamhorigheid. Kenmerk is echter ook dat men elkaar moeilijker feedback geeft en de veranderingsbereidheid en het veranderingsvermogen aandacht behoeven.
Pagina 33 van 38
Sophia wil en verwacht dat de externe eisen, de toenemende aandacht voor meten, verantwoorden, protocollair werken en de komst van nieuwe medewerkers, ertoe zullen leiden dat de familiecultuur langzaam gedeeltelijk omgevormd zal worden naar een meer doelgerichte (zakelijke) cultuur. De positieve elementen van de familiecultuur probeert Sophia Revalidatie daarbij vanzelfsprekend te behouden. Een belangrijk aandachtspunt is de verbondenheid van de elders werkzame medewerkers van met de organisatie. Sophia streeft ernaar deze medewerkers te laten fungeren als ambassadeurs van Sophia Revalidatie. Dit geldt zeker voor de revalidatieartsen die in ziekenhuizen werken. Sophia Revalidatie verwacht dat de (gedetacheerde) artsen zich verbonden voelen met Sophia Revalidatie, een gedegen kennis hebben van de mogelijkheden die Sophia kan bieden en het kwaliteitsniveau en de waarden van Sophia hanteren. Externe gerichtheid en flexibiliteit Binnen het personeelsbeleid van Sophia Revalidatie is de ‘externe gerichtheid’ een centraal thema. De organisatie zet daarbij actief in op bewust blijven van de omgeving en geprikkeld door nieuwe kennis en ontwikkelingen van buiten. Dit gebeurt onder andere door het binnenhalen van stagiaires en nieuwe medewerkers, maar bijvoorbeeld ook door een meer actieve houding richting jongeren, om zo op de hoogte te blijven van wat hen beweegt, hoe zij tegen gezondheidszorg en het werken in de gezondheidszorg aankijken. Sophia Revalidatie biedt nieuwe medewerkers de eerste jaren een intensief opleidingsprogramma aan. Therapeuten kunnen zich bijvoorbeeld ontwikkelen tot revalidatietherapeut. Ook is er een intern opleidingsprogramma, bestaande uit verschillende modules. Deze modules zijn niet alleen interessant voor de eigen medewerkers, maar zijn in principe ook geschikt om mee naar buiten te treden, zoals bijvoorbeeld voor zorgverleners in de eerste lijn. Sophia Revalidatie wil haar opleidingsprogramma daarom in de komende beleidsperiode ook extern gaan aanbieden. Deze ontwikkeling past goed bij het versterken van de externe gerichtheid en ook bij de ambitie van Sophia Revalidatie om regionaal hét kennisen expertisecentrum te zijn. Het aantal medewerkers met een parttime dienstverband is groot. Omdat men juist binnen de revalidatie veel in teams werkt en onderling afhankelijk is van elkaar, is het belangrijk de juiste balans te houden tussen het aantal fulltimers en het aantal parttimers. Functiedifferentiatie van medewerkers is ook een belangrijk aandachtspunt binnen het personeelsbeleid. Door bijvoorbeeld ervaren therapeuten op te leiden tot physician assistant kunnen artsen bepaalde taken delegeren en kunnen gemotiveerde medewerkers hun potentieel verder ontwikkelen. Wat betreft het ‘binden en boeien’ van medewerkers, ervaart Sophia Revalidatie tot dusver weinig problemen. Het aantrekken van nieuwe medewerkers verloopt over het algemeen soepel en het personeel is vaak lang werkzaam bij Sophia Revalidatie. Om deze goede positie te behouden blijft P&O investeren in de juiste methoden om (potentiële) medewerkers te werven en te behouden.
Pagina 34 van 38
4.5.1.1 Aantal medewerkers (peildatum 31 december 2009)
Functies
2009 aantal
2009 Fte
2008 fte
2007 Fte
algemeen facilitair management therapeutisch verzorgend medisch sociaal/agogisch
111 64 36 232 90 44 55
78 44 32 160 61 37 31
75 44 32 146 60 34 29
73 43 31 139 59 34 29
totaal
632
443
420
408
4.5.1.2 Stagiaires Sophia Revalidatie biedt op jaarbasis gemiddeld aan 31 stagiaires een stageplaats (2008: 29). 4.5.1.3 Verloop Het verlooppercentage binnen Sophia Revalidatie bedraagt 10,1 %; een relatief laag percentage. Het voordeel van een dergelijk laag verlooppercentage is dat veel kennis en kunde binnen de instelling aanwezig is en blijft. Aan de andere kant heeft elke instelling behoefte aan nieuwe impulsen die veelal door nieuwe medewerkers worden gestimuleerd. Een aandachtspunt is de functie van verpleegkundige. De formatie verpleegkundigen blijft onder de streefdoelstelling, waardoor een grotere invulling plaatsvindt met ziekenverzorgenden. Het lukt Sophia Revalidatie onvoldoende beginnende verpleegkundigen aan zich te binden. 4.5.1.4 Gezondheidsbeleid Sophia werkt al een aantal jaren volgens een vastgesteld gezondheidsbeleid. Kern van dit beleid is dat de middenkaderfunctionaris de ‘case manager’ is. Het beleid gaat er vanuit dat werkgever en medewerker actief zoeken naar mogelijkheden werkzaamheden te (blijven) verrichten, als het uitoefenen van de eigen werkzaamheden (tijdelijk) niet meer mogelijk is. Daarnaast wordt verzuim open besproken en heeft de bedrijfsarts een ondersteunende, adviserende rol. Het ziekteverzuim ligt de laatste jaren rond de vier procent. Dit percentage weet Sophia Revalidatie ook in 2009 vast te houden. Het verzuimpercentage is 4,1 % . De ziekteverzuimfrequentie blijft ondanks inspanningen gehandhaafd op gemiddeld 1.6 keer per jaar. Sophia Revalidatie probeert hierin nog verbetering te bewerkstelligen. De verzuimfrequentie heeft namelijk een duidelijke relatie met de verstoring van werkprocessen.
Pagina 35 van 38
4.5.1.5 Scholingsbeleid Sophia Revalidatie geeft prioriteit aan scholing, omdat het als belangrijk motivatieinstrument voor medewerkers wordt gezien. Daarnaast is het op peil houden van kennis en vaardigheden noodzakelijk voor het uitoefenen van de functie. De opleidingsnoodzaak voor de organisatie en de opleidingsbehoefte van de medewerkers worden regelmatig geëvalueerd en optimaal op elkaar afgestemd. Competentiemanagementbeleid ondersteunt een bewustere keuze voor begeleiding en opleidingen. Vooraf moet worden aangegeven waarvoor scholing vereist is en waaraan de opleiding moet voldoen. Bij de gevolgde studies betreft het in de meeste gevallen opleidingen van 1 tot 3 dagen. Voor jonge, startende therapeuten wordt budget gereserveerd om extra te investeren in kennis en het opdoen van vaardigheden in een traject ‘van therapeut tot revalidatietherapeut’. In 2009 volgen 276 medewerkers een studie. De Sophia Revalidatiescholing telt dit jaar 57 aanmeldingen voor 6 modules. De modules zijn verdeeld in speciaal op medewerkers gerichte modules, zoals klantgericht werken, omgaan met werkstress en agressie op de werkplek en modules gericht op de patiëntenzorg, bijvoorbeeld verliesverwerking, sensorische integratie, amputatie,dwarslaesie, multitrauma en chronische pijn. Sophia besteedt dit jaar € 330.000 aan directe kosten voor scholing, een stijging van 23% ten opzichte van 2008. Dit is verdeeld over kosten voor opleidingen, symposia en studiedagen. Voor startende behandelaars is een speciaal extra budget beschikbaar om 30 medewerkers te scholen van therapeut naar revalidatietherapeut. Voor dit traject wordt € 38.806 aan studiekosten uitgegeven en 1.100 uur studieverlof verleend. Gemiddeld is dit 37 uur per medewerker. Over de hele organisatie wordt gemiddeld per fulltime medewerker € 745 uitgegeven aan studiekosten. Er wordt in totaal ruim 5.300 uur aan studietijd vergoed. Omgerekend per medewerker wordt in 2009 ruim 19 uur betaald studieverlof verleend. De totale kosten voor studieverlof bedragen circa € 185.000. In het kader van kwaliteitsverbetering van revalidatieartsen voert Sophia Revalidatie in 2009 een systeem in van Individueel Functioneren van Medisch Specialisten (IFMS), met als methode 360 graden feedback. Daarmee voldoet Sophia aan de eisen van de Orde van Medisch Specialisten, voordat die wettelijk verplicht gesteld worden. Sophia Revalidatie kent sinds een paar jaar een intervisiebeleid voor alle medewerkers. Doelstelling is het functioneren ter discussie te stellen en te verbeteren. Dit jaar starten ook de revalidatieartsen met intervisie. 4.5.2
Kwaliteit van het werk
4.5.2.1 Arbobeleid Het Arbeidsomstandighedenbeleid bij Sophia Revalidatie richt zich op een zo groot mogelijke veiligheid, een zo goed mogelijke bescherming van de gezondheid en het bevorderen van het welzijn van de werknemers, voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is. Verantwoordelijk voor de uitvoering van dit beleid zijn de direct leidinggevenden en de medewerkers zelf. De Arbocommissie geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het management over verbetering van de arbeidsomstandigheden. In de jaarlijkse preventieweek wordt aandacht aan het melden van (bijna) incidenten. Dit onderwerp sluit goed aan bij het implementeren van het Sophia Veiligheids Systeem. Pagina 36 van 38
De leden van de Arbocommissie houden 28 werkplekonderzoeken. Hieruit komen adviezen naar voren over werkhouding, instelling van bureau;s en bureaustoelen en indeling van werkruimten. Met vier studenten van de Hogeschool van Rotterdam (studierichting minor 'arbeid en gezondheid') wordt een Arbo quickscan opgesteld. Deze zal worden gebruikt om naast de Risico Inventarisatie & Evaluatie Zorg (RIEZorg) jaarlijks de knelpunten langs te lopen. Sophia kent een commissie bedrijfsopvang. Doel van de commissie is opvang te bieden aan medewerkers bij confrontaties met alle vormen van geweld of agressie. In 2009 wordt geen beroep gedaan op de commissie. In geval van ernstige ziekte in familieverband kunnen medewerkers van Sophia Revalidatie een beroep doen op de regeling ‘zorgverlof’. In 2009 wordt 17 keer gebruikgemaakt van deze regeling, waarbij in totaal 245 uur betaald zorgverlof wordt toegekend. 4.6
Samenleving en milieu Sophia Revalidatie is zich bewust van haar positie als maatschappelijke onderneming en vervult een belangrijke lokale en regionale functie. De organisatie wendt met haar kernactiviteiten een positieve invloed aan op de kwaliteit van leven van mensen met een beperking. De organisatie gaat, voor zover mogelijk, zorgvuldig om met energie en het milieu.
4.7
Financieel beleid
4.7.1
Gang van zaken tijdens boekjaar Het boekjaar 2009 sluit positief af, met een resultaat van € 783.773. Hiervan is ongeveer € 349.000 structureel en € 435.000 incidenteel. Aanvankelijk werd een negatief resultaat begroot van € 21.629. Enkele belangrijke afwijkingen van de begroting zijn: hogere doorberekende kosten aan derden, zonder dat daar hogere salariskosten tegenover staan de kosten van de CAO zijn meer dan volledig gedekt door de vergoeding daarvoor; de personeelskosten zijn lager dan begroot; de aanvaardbare rentekosten in het budget zijn hoger dan de werkelijke rentekosten; de kosten van advies inzake de nieuwbouw en de kosten van automatisering, door de toekomstige invoering van het EPD, zijn hoger dan begroot; er is een bedrag toegevoegd aan de reserve voor groot onderhoud; de vergoeding voor de kosten van zorgvernieuwing is niet in de begroting opgenomen; in de begroting is al rekening is gehouden met de toevoeging aan de reserve afschrijving inventarissen.
Pagina 37 van 38
4.7.2
Verwachte gang van zaken De begroting voor 2010 gaat uit van een gematigde groei van de productie van ongeveer 2,5% van het budget. Deze afspraken zijn met de zorgverzekeraars overeengekomen voordat de begroting 2010 definitief wordt vastgesteld. De Raad van Bestuur stelt de begroting 2010 vast met een beperkt negatief resultaat van € 85.706.
4.7.3
Diagnose Behandeling Combinaties (DBC) Sophia Revalidatie doet dit jaar ervaring op met het werken met DBC’s. Er is veel aandacht voor de administratieve organisatie rond de invoering van de DBC. De invoering verloopt dan ook goed. Het kenmerkende van een revalidatie-DBC is de lange looptijd. Relatief veel DBC’s kunnen pas na een jaar worden afgesloten en dus ook worden gefactureerd. De kredietfaciliteit bij de ING bank is om die reden uitgebreid. Door de goed verlopen invoering van de DBC vermindert de liquiditeit van Sophia Revalidatie weliswaar, maar dit leidt niet tot problemen. In samenwerking met KPMG wordt een nieuw bekostigingssysteem ontwikkeld voor de aanlevering van kostprijzen aan DBC onderhoud en de interne sturing op kostprijzen, na een eventuele invoering van prestatiebekostiging. In 2010 wordt er een nieuw informatiesysteem gebouwd, waarmee onder andere de interne informatieverstrekking over de DBC vanaf het najaar 2010 op goede wijze kan worden verzorgd. De revalidatie-DBC’s vallen in 2009 onder het zogeheten A-segment. In 2010 en 2011 is dit ook nog het geval. Er is in die jaren dan ook nog sprake van een vangnet op basis van revalidatiebehandeluren. Wanneer invoering van de prestatiebekostiging zal plaatsvinden, valt in het huidige politieke klimaat niet te voorspellen.
Pagina 38 van 38
Jaarrekening 2009 Sophia Revalidatie
Sophia Revalidatie
INHOUDSOPGAVE
Pagina
5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.1.5 5.1.6 5.1.7 5.1.8 5.1.9
Jaarrekening 2009 Balans per 31 december 2009 Resultatenrekening over 2009 Kasstroomoverzicht over 2009 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans per 31 december 2009 Mutatieoverzicht materiële vaste activa/(financiële vaste activa) Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereedgekomen projecten Overzicht langlopende schulden ultimo 2009 Toelichting op de resultatenrekening over 2009
2 3 4 5 9 17 20 21 22
5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5
Overige gegevens Vaststelling en goedkeuring jaarrekening Resultaatbestemming Gebeurtenissen na balansdatum Ondertekening door bestuurders en toezichthouders Accountantsverklaring
32 32 32 32 33
Sophia Revalidatie
5.1 JAARREKENING 5.1 Financieel resultaat
Het resultaat van het segment revalidatie bedraagt € 800.622 positief ten opzichte van een begroot resultaat van € 21.629 negatief. Het verschil tussen de begroting en de werkelijkheid is ontstaan door: Hoger budget dan verwacht Hogere doorberekende kosten aan derden Hogere personeelskosten Hogere kosten van voeding Hogere hotelmatige kosten Hogere algemene kosten Hogere terrein- en gebouwgebonden kosten Hogere kosten van afschrijving Hogere kosten van huur Lagere patiënt- c.q. bewonergebonden kosten Lagere financiële baten en lasten
1.541.611 452.528 -276.666 -9.024 -8.628 -515.996 -440.067 -42.936 -237.596 30.852 328.173 822.251
Begroot voor 2009
-21.629
Resultaat
800.622
Het hogere budget dan begroot is o.a. ontstaan door de verwerking van de nacalculatie 2008 voor een bedrag van € 435.451 positief. Verder was in de berekening van het budget geen rekening gehouden met de vergoeding voor de ontwikkeling van arbeidsvoorwaarden ad € 789.798. De hogere personeelskosten zijn ontstaan door de meerkosten van de in 2009 afgesloten CAO die vollledig bekostigd is uit de bovengenoemde vergoeding. De hogere algemene kosten zijn veroorzaakt door de toenemende kosten van automatisering en door de hogere advieskosten. De hogere kosten van automatisering hangen voor een belangrijk deel samen met het besluit tot invoering van het Revalidatie EPD over te gaan en te voldoen aan de norm NEN 7510. De hogere kosten van advies zijn veroorzaakt doordat de oorspronkelijke plannen voor nieuwbouw bij het HagaZiekenhuis in 2009 zijn gewijzigd naar plannen voor vollerdige nieuwbouw op het terrein aan de Vrederustlaan. De hogere terrein- en gebouwgebonden kosten zijn het gevolg van een extra toevoeging van € 412.000 aan de reserve voor groot onderhoud. De hogere kosten van huur en de lagere kosten van rente zijn nacalculeerbaar en hebben dus geen gevolg voor het resultaat over 2009. In een nieuwe voorziening PLB (persoonlijk levensfase budget) is € 88.000 opgenomen.
Pagina 1
Sophia Revalidatie
5.1 JAARREKENING 5.1.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2009 (na resultaatbestemming) Ref.
31-dec-09 €
31-dec-08 €
2 3
11.703.435 33.919 11.737.354
11.769.601 37.748 11.807.349
4 6 7 9
34.722 12.853.323 0 5.048 12.893.093
77.462 5.476.566 734.683 2.448.519 8.737.230
24.630.447
20.544.579
31-dec-09 €
31-dec-08 €
723.643 6.050.899 413.766 7.188.308
723.643 5.250.277 430.615 6.404.535
ACTIVA
Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen en overlopende activa Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa
Ref. PASSIVA
Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen
10
Voorzieningen
11
2.281.190
1.681.190
Langlopende schulden
12
3.993.109
4.486.037
Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van financieringsoverschot Onderhanden werk uit hoofde van DBC's Kortlopende schulden en overlopende passiva
7 5 13
314.927 1.876.238 8.976.675
0 0 7.972.817
24.630.447
20.544.579
Totaal passiva
Pagina 2
Sophia Revalidatie
5.1.2 RESULTATENREKENING OVER 2009
Ref.
2009 €
2008 €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie
15
29.722.312
27.770.804
Overige bedrijfsopbrengsten
18
4.383.435
3.790.183
34.105.747
31.560.987
Som der bedrijfsopbrengsten
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten
19
24.993.648
23.439.078
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
20
2.222.634
1.973.978
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
21
0
0
Overige bedrijfskosten
22
5.923.865
4.881.199
Som der bedrijfslasten
33.140.147
30.294.255
BEDRIJFSRESULTAAT
965.600
1.266.732
-181.827
-88.537
783.773
1.178.195
0
0
783.773
1.178.195
2009 €
2008 €
728.318 157.951 -85.647 -23.672
1.050.808 141.921 -6.112 -23.672
6.823 783.773
15.250 1.178.195
Financiële baten en lasten
23
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING Buitengewone baten en lasten
24
RESULTAAT BOEKJAAR
RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld:
Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserve egalisatie afschrijvingen Bestemmingsreserve afschrijving instandhoudingsinvesteringen Bestemmingsreserve de Brug Bestemmingsreserve exploitatieresultaat buiten het dienstverleningsproces
Pagina 3
Sophia Revalidatie
5.1.3 KASSTROOMOVERZICHT Ref. €
2009 €
€
2008 €
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat
965.600
Aanpassingen voor: - afschrijvingen - mutaties voorzieningen
2.237.810 600.000
1.266.732
1.989.241 62.723 2.837.810
Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - mutatie onderhanden werk DBC's - vorderingen - vorderingen/schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk -overschot - kortlopende schulden (excl. schulden aan kredietinstellingen)
42.740 1.876.238 -7.376.757
-29.432 0 237.628
1.049.610
-1.188.348
258.687
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
419.397 -4.149.482
-560.755
-346.072
2.757.941
17.981 -199.808
Ontvangen interest Betaalde interest
2.051.964
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
141.210 -229.747 -181.827
-88.537
-527.899
2.669.404
Kasstroom uit investeringsactiviteiten -3.351.932 1.180.288 3.829
Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Overige investeringen in financiële vaste activa
-2.573.043 7.438 -12.193 -2.167.815
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-2.577.798
Kasstroom uit financieringsactiviteiten -492.928
Aflossing langlopende schulden Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie geldmiddelen
Pagina 4
-598.006 -492.928
-598.006
-3.188.642
-506.400
Sophia Revalidatie
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
5.1.4.1 Algemeen Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar, met uitzondering van het volgende: De waardering van alle immateriële en materiële vaste activa, dus ook die activa waarvoor een integrale vergoeding wordt verkregen voor de afschrijvingskosten, vindt voortaan plaats overeenkomstig artikel 2: 384 BW tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs dan wel actuele waarde. Zorginstellingen kunnen voor de waardering van immateriële en materiële vaste activa dus ook de actuele waarde hanteren. Tevens zijn de afschrijvingstermijnen van immateriële en materiële vaste activa niet langer gebaseerd op de in de bekostigingssystematiek voorgeschreven termijnen, maar op de verwachte gebruiksduur van het vast actief. Bij de stichting zijn de grondslagen gelijk gehouden aan voorgaand jaar en heeft derhalve nog geen aanpassing plaatsgevonden. Pagina 5
Sophia Revalidatie
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire jaarlijkse afschrijvingen. WTZi-vergunningsplichtige vaste activa worden gewaardeerd tegen de laagste van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en het goedgekeurde investeringsbedrag. Het meerdere boven het goedgekeurde investeringsbedrag wordt ten laste van de resultatenrekening gebracht. Voor WTZi-vergunningsplichtige vaste activa, instandhoudingsactiva en WMG-gefinancierde vaste activa waarvoor in de bekostigingssystematiek geen substitutievrijheid bestaat binnen het verkregen budget, is de afschrijvingsperiode gelijk aan de in de bekostigingssystematiek voorgeschreven afschrijvingstermijnen. Voor die vaste activa waarvoor binnen de bekostigingssystematiek of de verkregen subsidie substitutievrijheid bestaat, zijn de afschrijvingstermijnen gebaseerd op de economische levensduur.
Door de wijziging in het stelsel van bekostiging zal nader gekeken moeten worden naar de realiseerbare waarde van de materiële vaste activa. Door de onzekerheid over een aantal componenten is het ultimo 2009 veelal nog niet mogelijk om de realiseerbare waarde van de materiele vaste activa voldoende betrouwbaar te bepalen. Hierdoor is het in veel gevallen niet mogelijk de omvang van eventuele bijzondere waardevermindering op de materiële vaste activa vast te stellen.
Financiële vaste activa De waardering van de deelneming geschiedt tegen intrinsieke waarde. Het betreft 100 aandelen van VIR e-Care Solutions B.V. De laatst bekende gegevens zijn over het jaar 2008. Voorraden Voorraden zijn gewaardeerd tegen vaste waarden. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's Het onderhanden werk uit hoofde van DBC's wordt gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, zijnde de kostprijs van de reeds bestede verrichtingen, of tegen de opbrengstwaarde van de DBC indien deze lager is. De productie van het onderhanden werk is bepaald door de openstaande verrichtingen te koppelen aan de DBC's die ultimo boekjaar openstonden. Op het onderhanden werk worden de voorschotten die ontvangen zijn van verzekeraars in mindering gebracht. Vorderingen Vorderingen worden opgenomen tegen de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid en rekening houdend met de hiervoor door de financiers ter beschikking gestelde middelen.
Pagina 6
Sophia Revalidatie
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Voorzieningen (algemeen) Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten.De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. De voorziening voor groot onderhoud wordt gewaardeerd tegen nominale waarde. De dotatie wordt bepaald aan de hand van het onderhoudsplan. Kosten van groot onderhoud worden onttrokken aan de voorziening. De voorziening voor jubilea betreft een raming van de CAO-verplichting voor jubilea.
De voorziening uren PLB betreft een inschatting van de verplichting uit hoofde van de CAO-verplichting voor het Persoonlijk Levensfase Budget.
Pagina 7
Sophia Revalidatie
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Pensioenen De Sophia Stichting heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. De regeling is ondergebracht bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn. De Stichting heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij Pensioenfonds Zorg en Welzijn, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. De Stichting heeft daarom de pensioenregeling verwerkt als een toegezegde-bijdrage-regeling en heeft alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. 5.1.4.4 Grondslagen van segmentering In de jaarrekening wordt overeenkomstig de Richtlijn Zorginstellingen een segmentatie van de resultatenrekening gemaakt in de volgende segmenten: • revalidatie; • niet in het dienstverleningsproces opgenomen vaste activa.
Pagina 8
Sophia Revalidatie
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA
2. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt:
31-dec-09 €
31-dec-08 €
Grond Gebouwen Verbouwingen Onderhanden projecten Trekkingsrechten Instandhouding Inventaris Vervoermiddelen Automatisering Subtotaal - zie bijlage 5.1.6.1. Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa
295.440 1.155.711 74.597 800.697 4.358.164 1.711.921 2.540.852 144.207 474.899 11.556.488 146.947
295.440 1.914.636 109.789 2.499.868 2.570.037 1.215.110 2.529.007 88.129 358.816 11.580.832 188.769
Totaal materiële vaste activa
11.703.435
11.769.601
2009 €
2008 €
Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Af: Mutatie onderhanden projecten Af: afschrijvingen ravalidatiesegment Af: afschrijving niet aan het dienstverleningsproces dienstbare materiële vaste activa Af: desinvesteringen
11.769.601 3.870.815 518.883 2.195.988 41.822 1.180.288
11.193.237 1.251.353 -1.321.690 1.947.418 41.823 7.438
Boekwaarde per 31 december
11.703.435
11.769.601
Cumulatieve herwaarderingen Cumulatieve afschrijvingen
0 23.159.909
0 21.190.198
Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven:
Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZi-meldingsplichtige vaste activa, de WMG-gefinancierde vaste activa en de DHAZ-gefinancierde vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.6. In specificatie 5.1.7 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten.
Pagina 9
Sophia Revalidatie
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA 3. Financiële vaste activa De specificatie is als volgt:
31-dec-09 €
31-dec-08 €
Deelnemingen
33.919
37.748
Totaal financiële vaste activa
33.919
37.748
Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt: € Boekwaarde per 1 januari 2009
37.748
Af: waardeverminderingen
-3.829
Boekwaarde per 31 december 2009
33.919
Toelichting: Het betreft hier een deelneming van 4 % in VIR e-care Solutionste Arnhem.
Pagina 10
Sophia Revalidatie
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA 4. Voorraden De specificatie is als volgt:
31-dec-09 €
31-dec-08 €
Voorraden hotelfunctie Behandeling, begeleiding, verpleging en verzorging Overige voorraden: Kantoorbenodigdheden Voorraden voor onderhoud terreinen, gebouwen en installaties
6.145 12.290
13.710 27.418
6.145 10.141
13.710 22.624
Totaal voorraden
34.722
77.462
De specificatie is als volgt:
31-dec-09 €
31-dec-08 €
Onderhanden werk DBC's A-segment Af: ontvangen voorschotten
6.906.555 -8.782.793
0 0
Totaal onderhanden werk
-1.876.238
0
5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's
Toelichting: De sector Revalidatie is met ingang van 1 januari 2009 overgegaan van facturatie van verrichtingen naar facturatie van DBC's.
6. Vorderingen en overlopende activa De specificatie is als volgt:
31-dec-09 €
31-dec-08 €
Vorderingen op debiteuren Nog te factureren omzet DBC's Vooruitbetaalde bedragen: Nog te ontvangen bedragen:
10.903.079 1.534.856 354.391 60.997
4.735.932 0 402.363 338.271
Totaal vorderingen en overlopende activa
12.853.323
5.476.566
Toelichting: De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt € 283.060
Pagina 11
Sophia Revalidatie
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS
7. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en/of schulden uit hoofde van financieringsoverschot t/m 2006 €
2007 €
2008 €
-224.314
467.309
491.688
224.314
-467.309
113.221 435.451 -1.040.360
224.314
-467.309
Saldo per 31 december
0
Stadium van vaststelling (per erkenning): Sophia Revalidatie Delft Sophia Revalidatie Den Haag
c c
Saldo per 1 januari Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Correcties voorgaande jaren Verrekeningen Betalingen/ontvangsten Subtotaal mutatie boekjaar
2009 €
totaal € 734.683
-1.613.918
-491.688
1.283.355 15.636 -314.927
-1.613.918 113.221 435.451 0 15.636 -1.049.610
0
0
-314.927
-314.927
c c
c c
a a
a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa 2009 €
2008 €
29.286.861
27.074.144
Opbrengsten DBC A-segment inclusief toeslagen Honoraria-opbrengsten voor specialisten in loondienst Dure medicijnen Verpleeggelden Dagbehandeling Enkelvoudige verrichtingen Hartrevalidatie Nog te factureren DBC A-segment Mutatie onderhanden werk DBC A-segment
22.152.313
307.055 1.534.856 6.906.555
0 185.479 10.768 7.107.510 18.582.987 79.751 615.961 0 0
Totaal financieringsverschil
-1.613.918
491.688
Specificatie financieringsverschil in het boekjaar
Wettelijk budget aanvaardbare kosten Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget:
Toelichting: Onder de opbrengsten DBC-A-segment is een toeslag begrepen als naverrekening over de jaren tot en met 2008. Deze toeslag ad € 1.283.355 is afzonderlijk in het overzicht bovenaan deze pagina weergegeven.
Pagina 12
Sophia Revalidatie
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA 9. Liquide middelen De specificatie is als volgt:
31-dec-09 €
31-dec-08 €
Bankrekeningen Kassen
0 5.048
2.443.573 4.946
Totaal liquide middelen
5.048
2.448.519
Pagina 13
Sophia Revalidatie
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 10. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:
31-dec-09 €
31-dec-08 €
Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen
723.643 6.050.899 413.766
723.643 5.250.277 430.615
Totaal eigen vermogen
7.188.308
6.404.535
Kapitaal Saldo per 1-jan-2009 €
Resultaatbestemming €
Overige mutaties €
Saldo per 31-dec-2009 €
723.643
0
0
723.643
723.643
0
0
723.643
Saldo per 1-jan-2009 €
Resultaatbestemming €
Overige mutaties €
Saldo per 31-dec-2009 €
2.347.592 1.529.088
254.532 473.786
0 0
2.602.124 2.002.874
767.220 606.377
157.951 -85.647
0 0
925.171 520.730
5.250.277
800.622
0
6.050.899
Saldo per 1-jan-2009 €
Resultaatbestemming €
Overige mutaties €
Saldo per 31-dec-2009 €
Bestemmingsreserves: Gebouw De Brug Buiten dienstverleningsproces
35.632 394.983
-23.672 6.823
0 0
11.960 401.806
Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen
430.615
-16.849
0
413.766
Het verloop is als volgt weer te geven:
Kapitaal
Collectief gefinancierd gebonden vermogen Het verloop is als volgt weer te geven: Reserve aanvaardbare kosten: Den Haag Delft Bestemmingsreserves: Afschrijvingen inventarissen Afschrijving instandhoudingsinvesteringen Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Het verloop is als volgt weer te geven:
Pagina 14
Sophia Revalidatie
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 11. Voorzieningen Saldo per 1-jan-2009 €
Dotatie
Onttrekking
€
€
Saldo per 31-dec-2009 €
Voorziening groot onderhoud Voorziening Jubilea Voorziening uren PLB
1.531.190 150.000 0
512.000 0 88.000
0 0 0
2.043.190 150.000 88.000
Totaal voorzieningen
1.681.190
600.000
0
2.281.190
Het verloop is als volgt weer te geven:
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: 31-dec-2009 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) Hiervan langlopend (> 5 jaar)
100.000 2.181.190 750.000
12. Langlopende schulden De specificatie is als volgt:
31-dec-09 €
31-dec-08 €
Schulden aan kredietinstellingen
3.993.109
4.486.037
Totaal langlopende schulden
3.993.109
4.486.037
2009 €
2008 €
Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen
4.980.158 1.193 494.121
5.600.853 3.888 624.583
Stand per 31 december
4.487.230
4.980.158
494.121
494.121
3.993.109
4.486.037
Het verloop is als volgt weer te geven:
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar Stand langlopende schulden per 31 december
Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jaar)
494.121 3.993.109 564.526
494.121 4.486.037 694.430
Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.
Pagina 15
Sophia Revalidatie
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 13. Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt:
31-dec-09 €
31-dec-08 €
Schulden aan kredietinstellingen Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Vakantiegeld Vakantiedagen Overige schulden:
745.171 1.309.684 494.121 1.168.435 268.970 984.255 555.102 3.450.937
0 496.321 494.121 1.066.638 255.603 925.690 500.037 4.234.407
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva
8.976.675
7.972.817
2009 €
2008 €
Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari Bij: indexering niet-bestede investeringsruimte Af: correctie investeringsruimte 2008 Bij: investeringsruimte verslagjaar Af: investeringen verslagjaar
14.089.196 357.190 -190.764 1.130.716 2.056.779
12.180.902 615.183 0 1.293.111 0
Beschikbare investeringsruimte 31 december
13.329.559
14.089.196
Toelichting: Door de ING Bank is een kredietfaciliteit verstrekt ter grootte van € 7.000.000. Er zijn geen zekerheden gesteld.
14. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten Het verloop is als volgt weer te geven:
Gemelde lopende investeringsprojecten leggen het volgende beslag op de beschikbare investeringsruimte:
Er zijn in 2009 2 bankgaranties afgegeven: t.g.v. De Groene Groep Beleggingen B.V i.v.m. de huur van een gebouw in Zoetermeer€ 20.000. t.g.v. Beheers- en Exploitatiemaatschappij Schmidt B.V. i.v.m. de huur van een gebouw in Gouda€ 57.375.
Pagina 16
800.696
Sophia Revalidatie
5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZi 5.1.6.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa
NZa-IVA
Grond
Gebouwen
€
Terreinvoorzieningen €
€
Semi perm. gebouwen €
Verbouwingen €
€ Stand per 1 januari 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
0 0
295.440 0
Boekwaarde per 1 januari 2009
0
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd
0 0
16.572.542 14.657.906
0 0
898.137 788.348
0 0
295.440
0
1.914.636
0
109.789
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 758.925 0
0 0 0 0
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
0
0
Stand per 31 december 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
Boekwaarde per 31 december 2009
0
Afschrijvingspercentage
Subtotaal vergunning €
Totaal
1.180.288 0
18.946.407 15.446.254
32.409.976 20.829.144
0
1.180.288
3.500.153
11.580.832
0 0 35.192 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 794.117 0
4.671.512 0 2.195.988 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
163.470 0 163.470 0
0 0 0 0
1.180.288 0 0 1.180.288
1.343.758 0 163.470 1.180.288
3.141.627 0 641.759 2.499.868
0
-758.925
0
-35.192
0
-1.180.288
-1.974.405
-24.344
295.440 0 0
0 0 0
16.572.542 0 15.416.831
0 0 0
734.667 0 660.070
0 0 0
0 0 0
17.602.649 0 16.076.901
33.939.861 0 22.383.373
295.440
0
1.155.711
0
74.597
0
0
1.525.748
11.556.488
0,0%
2%/ 5%
5,0%
Pagina 17
Installaties Onderhanden Projecten € €
€
Sophia Revalidatie
5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZi 5.1.6.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa
Trekkings rechten
Onderhanden Projecten
Subtotaal
Instandhouding
Onderhanden Projecten
€
€
€
€
€
Stand per 1 januari 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
3.316.292 746.255
0 0
3.316.292 746.255
2.837.753 1.622.643
1.319.580 0
4.157.333 1.622.643
7.473.625 2.368.898
Boekwaarde per 1 januari 2009
2.570.037
0
2.570.037
1.215.110
1.319.580
2.534.690
5.104.727
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen
2.056.780 0 268.653
0 0 0
2.056.780 0 268.653
867.318 0 370.507
800.697 0 0
1.668.015 0 370.507
3.724.795 0 639.160
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1.319.580 0 0 1.319.580
1.319.580 0 0 1.319.580
1.319.580 0 0 1.319.580
Mutaties in boekwaarde (per saldo)
1.788.127
0
1.788.127
496.811
-518.883
-22.072
1.766.055
Stand per 31 december 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
5.373.072 0 1.014.908
0 0 0
5.373.072 0 1.014.908
3.705.071 0 1.993.150
800.697 0 0
4.505.768 0 1.993.150
9.878.840 0 3.008.058
Boekwaarde per 31 december 2009
4.358.164
0
4.358.164
1.711.921
800.697
2.512.618
6.870.782
5,0%
0,0%
10,0%
0,0%
Afschrijvingspercentage
Pagina 18
Subtotaal
Subtotaal meldingsplichtige activa € €
Sophia Revalidatie
5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA/FINANCIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling Verslaggeving WTZi 5.1.6.3 WMG-gefinancierde vaste activa
Inventaris €
Vervoermiddelen €
Automatisering €
Subtotaal WMG €
Stand per 1 januari 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen
4.920.887 2.391.880
209.923 121.794
859.134 500.318
5.989.944 3.013.992
Boekwaarde per 1 januari 2009
2.529.007
88.129
358.816
2.975.952
526.119 0 514.274
92.584 0 36.506
328.014 0 211.931
946.717 0 762.711
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
303.613 0 303.613 0
47.223 0 47.223 0
127.453 0 127.453 0
478.289 0 478.289 0
11.845
56.078
116.083
184.006
Stand per 31 december 2009 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
5.143.393 0 2.602.541
255.284 0 111.077
1.059.695 0 584.796
6.458.372 0 3.298.414
Boekwaarde per 31 december 2009
2.540.852
144.207
474.899
3.159.958
10,0%
20,0%
20,0%
Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen - desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo Mutaties in boekwaarde (per saldo)
Afschrijvingspercentage
Pagina 19
Sophia Revalidatie
5.1.7.1 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN Projectgegevens Nummer
Briefnummer
Datum
Omschrijving
Investeringen
WTZi-type
t/m 2008 €
2009 €
Int.communicatie installatie in Den Haag Sporthal in Delft
Goedkeuringen
157.695 643.001
Totaal
0
Nominaal bedrag WTZi €
t/m 2009 ondergereed handen € €
Indexering WTZi €
Jaar van oplevering
Aangepaste goedkeuring €
157.695 643.001
800.696
0
2010 2010
800.696
0
0
0
5.1.7.2 SPECIFICATIE IN HET BOEKJAAR GEREEDGEKOMEN PROJECTEN Projectgegevens Nummer
Briefnummer
Datum
Omschrijving
Renovatie Delft Renovatie Gouda Renovatie Gouda Totaal
Investeringen WTZi-type
Activapost
WTZi €
WMG €
Overige €
Totaal €
2.056.779 665.819 201.500 2.924.098
Pagina 20
0
0
Toekomstige lasten Afschrijving WTZi Rentekosten € €
2.056.779 665.819 201.500
102.839 33.291 20.150
51.420 16.645 5.038
2.924.098
156.280
73.103
Sophia Revalidatie
BIJLAGE 5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2009
Leninggever
Datum
Hoofdsom
Totale looptijd
Soort lening
€ Sociaal Fonds N.I.B B.N.G. I.N.G. Totaal
1-jan-90 1-jan-98 1-jan-91
73.861 11.798.286 2.145.972 453.780
Restschuld Nieuwe Werke- Restschuld Aflossing in Restschuld 31 december lijke- 31 december leningen in 2009 over 5 jaar 2009 2008 2009 rente %
20 18 25
Onderhands Hypothecair Hypothecair Hypothecair
2,00% 4,19% 5,18% 4,65%
€ 192.730 3.630.243 1.016.512 140.673 4.980.158
€
€
1.193
1.193
Pagina 21
363.024 112.946 18.151 494.121
€ 193.923 3.267.219 903.566 122.522 4.487.230
Resterende looptijd in jaren eind 2009
Aflossingswijze
€ 193.923 0 338.836 31.767 564.526
AflosGestelde zekerheden sing 2010 €
1 8 7
lineair lineair lineair
363.024 1e hypotheek 112.946 Gemeentegarantie 18.151 neg.hyp.cl. 494.121
Sophia Revalidatie
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 5.1.9.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2009 SEGMENT Revalidatie Ref.
2009 €
2008 €
29.722.312
27.770.804
4.376.612
3.774.933
34.098.924
31.545.737
24.993.648
23.439.078
2.198.962
1.950.306
0
0
5.923.865
4.881.199
Som der bedrijfslasten
33.116.475
30.270.583
BEDRIJFSRESULTAAT
982.449
1.275.154
-181.827
-88.537
800.622
1.186.617
0
0
800.622
1.186.617
2009 €
2008 €
728.318 157.951 -85.647
1.050.808 141.921 -6.112
800.622
1.186.617
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Overige bedrijfskosten
Financiële baten en lasten RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING Buitengewone baten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR
RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld:
Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserve egalisatie afschrijvingen instandhoudingsinvesteringen
Pagina 22
Sophia Revalidatie
5.1.9.1 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2009 SEGMENT van niet in het dienstverleningsproces opgenomen vaste activa Ref. 2009 €
2008 €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Overige bedrijfsopbrengsten
6.823
15.250
Som der bedrijfsopbrengsten
6.823
15.250
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
23.672
23.672
Som der bedrijfslasten
23.672
23.672
BEDRIJFSRESULTAAT
-16.849
-8.422
0
0
-16.849
-8.422
0
0
-16.849
-8.422
2009 €
2008 €
-23.672 6.823
-23.672 15.250
-16.849
-8.422
BEDRIJFSLASTEN:
Financiële baten en lasten RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING Buitengewone baten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR
RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld:
Toevoeging/(onttrekking): Bestemmingsreserve de Brug dienstverleningsproces
Pagina 23
Sophia Revalidatie
5.1.9.2 AANSLUITING TOTAAL RESULTAAT MET RESULTAAT SEGMENTEN
2009 €
2008 €
800.622 -16.849
1.186.617 -8.422
783.773
1.178.195
783.773
1.178.195
Resultaat volgens gesegmenteerde resultatenrekeningen: SEGMENT Revalidatie SEGMENT van niet in het dienstverleningsproces opgenomen vaste a
Resultaat volgens resultatenrekening
Pagina 24
Sophia Revalidatie
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 15. Wettelijk budget aanvaardbare kosten €
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten voorgaand jaar Productieafspraken verslagjaar Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling Prijsindexatie materiële kosten Groei normatieve kapitaalslasten
2009 €
€
27.074.144
25.487.523
493.393
614.640
744.344 37.577 42.455
833.700 107.566 37.133 824.376
Uitbreiding erkenning en toelating: - loonkosten - materiële kosten - normatieve kapitaalslasten
179.554 26.368 2.999
978.399 205.531 30.946
208.922 Beleidsmaatregelen overheid: - generieke budgetkortingen
-59.418
236.477 -345.507
-59.418 Nacalculeerbare kapitaalslasten: - rente - afschrijvingen - overige huur - overige
299.277 65.036 255.780 18.624
-345.507 -48.201 82.308 0 -43.523
638.717 Overige mutaties: Zorgvernieuwing Dure geneesmiddelen
92.404 14.323
Subtotaal wettelijk budget boekjaar Correcties voorgaande jaren Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten jaar t
Toelichting:
Pagina 25
2008 €
-9.416 112.028 0
106.727
112.028
29.286.861
27.074.144
435.451
696.660
29.722.312
27.770.804
Sophia Revalidatie
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING BATEN
18. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt:
2009 €
2008 €
Overige dienstverlening: Overige zorgprestaties Overige opbrengsten: Vergoeding arts-assistenten in opleiding
350.017 2.844.300 132.435 1.056.683
393.191 2.546.927 146.683 703.382
Totaal
4.383.435
3.790.183
Pagina 26
Sophia Revalidatie
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING LASTEN 19. Personeelskosten De specificatie is als volgt:
2009 €
2008 €
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Andere personeelskosten: Subtotaal Personeel niet in loondienst
17.669.768 4.328.317 1.604.965 832.742 24.435.792 557.856
16.528.434 4.070.870 1.475.202 669.436 22.743.942 695.136
Totaal personeelskosten
24.993.648
23.439.078
Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment: Segment Revalidatie Segment niet in het dienstverleningsproces opgenomen vaste activa
438 0
419 0
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden
438
419
2009 €
2008 €
Nacalculeerbare afschrijvingen: - materiële vaste activa
1.062.770
969.648
Overige afschrijvingen: - materiële vaste activa
1.159.864
1.004.330
Totaal afschrijvingen
2.222.634
1.973.978
Toelichting:
20. Afschrijvingen vaste activa De specificatie is als volgt:
Toelichting:
Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten
2009 €
Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening waarvan nacalculeerbare afschrijvingen
2.222.634 1.062.770
In het externe budget verwerkte vergoeding voor afschrijvingslasten: - WTZi-vergunningplichtige vaste activa - WTZi-meldingsplichtige vaste activa (trekkingsrechten en jaarlijkse instandhouding) - WMG-gefinancierde vaste activa - DHAZ-gefinancierde vaste activa Totaal vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten
792.052 553.513 672.225 0 2.017.790
Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa Pagina 27
33.939.861 22.383.373
Sophia Revalidatie
22. Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt:
2009 €
2008 €
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten Onderhoud en energiekosten Huur en leasing Dotaties en vrijval voorzieningen
1.235.001 2.325.606 486.948 1.065.786 266.759 543.765
1.165.183 1.942.498 541.444 1.056.932 43.377 131.765
Totaal overige bedrijfskosten
5.923.865
4.881.199
Toelichting: De huurkosten zijn in 2009 toegenomen door de in gebruik genomen huurpanden. Deze extra huurkosten zijn in de nacalculatie voor een bedrag van € 255.780 gecompenseerd. De dotaties aan de voorzieningen zijn in 2009 hoger dan in 2008 als gevolg van de dotatie aan de voorziening groot onderhoud van € 412.000. De dotatie aan de voorziening uren PLB is opgenomen onder de personeelskosten.
Pagina 28
Sophia Revalidatie
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING LASTEN 23. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt:
2009 €
2008 €
Rentebaten Subtotaal financiële baten
17.981 17.981
141.210 141.210
Rentelasten Subtotaal financiële lasten
-199.808 -199.808
-229.747 -229.747
Totaal financiële baten en lasten
-181.827
-88.537
Pagina 29
Sophia Revalidatie
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 25. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders
Welk bestuursmodel is van toepassing op uw organisatie? Wat is de samenstelling van het bestuur of de directie?
Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Commissarissen Tweehoofdig collegiaal
De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2009 is als volgt: J.W.M.Borgsteede
Naam
1 Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie? 2 Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit van het bestuur? 3 Tot welke datum was de persoon als bestuurder werkzaam in uw organisatie? 4 Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van het bestuur geweest? 5 Hoeveel maanden is de persoon voorzitter geweest in het verslagjaar? 6 Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst? 7 Welke salarisregeling is toegepast? 8 Wat is de deeltijdfactor? (percentage) 9 Bruto-inkomen, incl. vakantiegeld, eindejaars-uitkeringsalaris en andere vaste toelagen a. Waarvan verkoop verlofuren b. Waarvan nabetalingen voorgaande jaren 10 Bruto-onkostenvergoeding 11 Werkgeversbijdrage sociale lasten 12 Werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU 13 Ontslagvergoeding 14 Bonussen 15 Totaal inkomen (9 t/m 14, excl. 9a en b) 16 Cataloguswaarde auto van de zaak 17 Eigen bijdrage auto van de zaak
E.J.K.Boldingh
01-01-2009
01-01-2009
Ja
Ja
31-12-2009
31-12-2009
Nee
Nee
0
0
1 1 95%
1 1 95%
143.608 n.v.t. n.v.t. n.v.t. 4.431 15.584 n.v.t. n.v.t. 163.623 34.200 n.v.t.
144.230 n.v.t. n.v.t. n.v.t. 4.431 15.654 n.v.t. n.v.t. 164.315 34.165 n.v.t.
Toelichting: Dhr. Boldingh is voor 50 % van zijn beschikbare werktijd werkzaam als lid van de Raad van Bestuur en voor 50 % werkzaam als revalidatiearts. Aan vergoedingen inzake door de heer Borgsteede uitgeoefende nevenfuncties is door de stichting in totaal € 34.830 ontvangen. Vraag 6 - er is sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Vraag 7 - de huidige NVTZ regeling is hierbij toegepast.
De bezoldiging van de leden van de Raad van Commissarissen van de zorginstelling over het jaar 2009 is als volgt:
Naam
Functie
W.G.MacLennan C.M. van Straaten R.H.W.M. van Wylick I.Y. Tan E.C.M. van der Wilden
Voorzitter Lid Vice-voorzitter Lid Lid m.i.v. 1 oktober 2009
Bezoldiging € 5.250 3.500 3.500 3.500 875
Pagina 30
Sophia Revalidatie
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 26. Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt)
Toelichting: Er zijn bij de stichting geen functionarissen in dienst die onder de meldingsregeling vallen
27. Honoraria accountant
2009 €
De honoraria van de accountant over 2009 zijn als volgt: 1 2 3 4
Controle van de jaarrekening Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) Fiscale advisering Niet-controlediensten
Totaal honoraria accountant
31.520 4.000 1.000 1.000 37.520
Pagina 31
Sophia Revalidatie
5.2 OVERIGE GEGEVENS 5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De Raad van Bestuur van Sophia Revalidatie heeft de jaarrekening 2009 vastgesteld in de vergadering van 19 april 2010. De Raad van Commissarissen van de Sophia Revalidatie heeft de jaarrekening 2009 goedgekeurd in de vergadering van 20 mei 2010. 5.2.2 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening. 5.2.3 Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum te melden, welke van invloed zouden zijn op de jaarrekening. 5.2.4 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders
was getekend J.W.M. Borgsteede
W.G. MacLennan
E.J.K. Boldingh
C.M. van Straaten
R.H.W.M. van Wylick
I.Y. Tan
E.C.M. van der Wilden- van Lier
5.2.6 Accountantsverklaring De accountantsverklaring is opgenomen op de volgende pagina.
Pagina 32