LONDERZEEL LOKAAL SOCIAAL BELEIDSPLAN 2008 - 2013
INHOUD LSB LONDERZEEL Voorwoord – Inleiding…………………………………………………………………………………. 7 Korte inhoud ……………………………………………………………………………….................... 8 HOOFDSTUK 1 - OMGEVINGSANALYSE ..……………………………………………………….10 Inleiding..……………………………………………………………………………………………… 10 Doel Aard van de analyse Proces 1. Sociale tewerkstelling ..……………………………………………………………………………12 1.1. Procesbeschrijving 1.2. Knelpunten, problemen en tekorten 1.2.1. Londerzeel kent werkloosheid 1.2.2. Nood aan arbeidstrajectbegeleiding op de ocmw-sociale dienst met verhoogde aandacht voor jongeren 1.2.3. Nood aan sociale economie en een buurtdienst 1.2.4. Gebrek aan informatie met betrekking tot de tewerkstellingsactoren 1.2.5. De opportuniteit van een aangepast personeelsbeleid vanwege gemeente en ocmw 1.2.6. Betere samenwerking tussen ocmw en lokale werkwinkel 1.2.7. Gebrek aan visie en beleid 1.3. Bijlagen 2. Ouderen- en thuiszorg ……………………………………………………………………………… 18 2.1. Procesbeschrijving 2.2. Knelpunten, problemen en tekorten 2.2.1. Leemten en gebreken in het zorgaanbod 2.2.2. Communicatie en toegankelijkheid 2.3. Bijkomende analyse 2.4. Bijlagen 3. Wonen……………………………………………………………………………………………… 27 3.1. Procesbeschrijving 3.2. Betaalbaar wonen 3.2.1. Het aandeel sociale huurwoningen dient te verhogen 3.2.2. Huursubsidies 3.2.3 opsplitsen van woningen 3.2.4. Het uitbesteden van het grondbeleid wordt in vraag gesteld 3.2.5. In het verleden blijkt het grondbeleid te ruimteverslindend 3.3. ‘communicatie en toegankelijkheid’ 3.3.1. Interne communicatie 3.3.2. Externe communicatie 3.4. Kwaliteit van de woning / de woonomgeving 2
3.4.1. Kwaliteit van de woongelegenheden 3.4.2. Kwaliteit van de woonomgeving 3.5. Bijlagen 4. Gehandicaptenzorg………………………………………………………………………………… 37 4.1. Procesbeschrijving 4.2. Cijfergegevens 4.2.1. Aantal personen met een handicap 4.2.2. Begunstigden inkomensvervangende tegemoetkoming 4.3. Bestaand hulpverleningsnetwerk 4.3.1. Overzicht van het hulpverleningsaanbod in Vaams-Brabant 4.3.2. Overzicht zorgvormen voor personen met een handicap rond Londerzeel 4.3.3. Gegevens van de centrale registratie zorgvragen (crz) 4.3.4. Besluit 4.4. Noden 4.4.1. Gebrek aan vrije tijdsbesteding 4.4.2. Gebrek aan mobiliteit 4.4.3. Gebrek aan vrijwilligersbeleid 4.4.4. Nood aan toegankelijke dienstverlening 4.5. Bijlagen 5. Kinderen en jongeren
……………………………………………………………………………44
5.1. Procesbeschrijving 5.2. Het aanbod en de behoeften inzake kinderopvang 5.2.1. Te beperkte en verouderde infrastructuur 5.2.2. Vraag naar uitbreiding van speelpleinwerking 5.3. Een toegankelijke en kwaliteitsvolle kinderopvang 5.3.1. Behoud van investeringen in kwaliteit 5.3.2. Een toegankelijke kinderopvang 5.3.3. Gemeentelijke opvanginstellingen onder één beheer 5.4. Behoud van bestaande jeugdwerkbeleid en aanbod voor jeugd 5.4.1. Structurele ondersteuning jeugdwerkinitiatieven 5.4.2. Ruim aanbod voor niet-georganiseerde jeugd 5.4.3. Jeugd- en sportvereniging toegankelijk voor iedereen 5.5. Werken aan een geïntegreerd jeugdbeleid 5.5.1. Fuifbeleid 5.5.2. Het ontwikkelen van een visie over drugsbeleid 5.6. Onderwijs 5.6.1. Betaalbaar onderwijs 5.6.2. Verhoogde betrokkenheid ouders 5.6.3. De school: een multicultureel laboratorium? 5.6.4. Verhoogde betrokkenheid ouders 5.6.5. Gezamenlijke visie rond het onderwijsproject 5.6.6. Een veilige schoolomgeving Bijlagen HOOFDSTUK 2 – AFSTEMMING ANDERE PLANNEN ……………………………………….. 102
3
HOOFDSTUK 3 – MEERJARENPLAN …………………………………………………………….103 SD 1: Wonen in Londerzeel beter betaalbaar maken…………………………………………………103 OD 1.1. Het aandeel van sociale huurwoningen verhogen. Actie 1.1.1. Een hoog aandeel sociale huurwoningen in de gemeentelijke woonprojecten Actie 1.1.2. Sociale invulbouw via doordacht grondbeleid Actie 1.1.3. Verordening quotum sociale (huur)woningen bij grote verkavelingen OD 1.2. Het aanbod aan kleinere woongelegenheden verhogen Actie 1.2.1. Inventarisering en afbakening zones voor meergezinswoningen en kangoeroewonen OD 1.3. Een ruimtelijk doordacht grondbeleid voeren Actie 1.3.1. Uitbouw eigen grondregie SD 2: De dienstverlening m.b.t. Wonen toegankelijker maken. ……………………………………..110 OD 2.1. Verbeteren van de communicatie tussen de woonpartners Actie 2.1.1. Verbeteren van de interne communicatie Actie 2.1.2. Afsprakenkader tussen Providentia en OCMW Actie 2.1.3. Opmaak van een doorverwijsinstrument OD 2.2. Afstemming van de dienstverlening op de vragen van de burgers Actie 2.2.1. Duidelijke aanspreekpunten voor de burger OD 2.3. Ondersteunen van zwakke doelgroepen bij het oplossen van woonproblemen Actie 2.3.1. Actieve toeleiding naar en begeleiding op de sociale huurmarkt Actie 2.3.2. Actieve toeleiding naar privé-markt Actie 2.3.3. Ondersteuning van de OCMW-cliënt op de huurmarkt Actie 2.3.4. Begeleiding na verblijf in OCMW-doorgangswoningen SD 3: De kwaliteit van het woonpatrimonium en de woonomgeving verbeteren …………………..121 OD 3.1. Verhogen van de kwaliteit van de woongelegenheden Actie 3.1.1. Het beter opvolgen van leegstand en verwaarlozing Actie 3.1.2. Uitgebreide toepassing van voorkooprecht binnen de centra Actie 3.1.3. Ondersteuning kleine veranderingswerken voor specifieke doelgroepen Actie 3.2.1. Sensibilisering van bewoners omtrent properheid omgeving Actie 3.2.2. Stimuleren van wijkacties en -comités SD 4: De hulpverlening toegankelijker maken voor de burger ………………………………………127 OD 4.1. Uitwerken van het concept ‘sociaal huis’ Actie 4.1.1. Haalbaarheidsanalyse dienstencentrum Actie 4.1.2. Werkgroep toegankelijkheid Actie 4.1.3. Haalbaarheidsanalyse (intergemeentelijke) buurtdienst Actie 4.1.4. Maximale uitputting van de rechten van de burgers OD 4.2. Voeren van een inclusief ouderenbeleid Actie 4.2.1. Voeren van inclusief ouderenbeleid Actie 4.2.2. Ondersteuning vrijwilligerswerk en seniorenverenigingsleven Actie 4.2.3. Project geïntegreerde seniorendienst als instrument voor Inclusief Ouderenbeleid OD 4.3. Verbeteren van de dienstverlening aan thuisverblijvende zorgbehoevenden
4
Actie 4.3.1. Actie 4.3.2. Actie 4.3.3.
Inventarisering behoeften van personen met een handicap Oprichten samenwerkingsinitiatief in de thuiszorg (SIT) Ondersteuning mantelzorg
SD 5: De tewerkstellingskansen van langdurig werklozen verhogen ………………………………..142 OD 5.1. Werkloze jongeren intensiever begeleiden naar werk Actie 5.1.1. Arbeidstrajectbegeleiding met verhoogde aandacht voor jongeren Actie 5.1.2. Netwerk sociale tewerkstelling SD 6: Een kind- en jongerenvriendelijke gemeentelijke dienstverlening en samenleving …………..147 OD 6.1. De infrastructuur voor kinderopvang verder uitbouwen en moderniseren: Actie 6.1.1. Een nieuw initiatief buitenschoolse kinderopvang in Malderen Actie 6.1.2. Verbouw kinderdagverblijf Malderen Actie 6.1.3. Inrichting kinderdagverblijf of mini-crèche in Londerzeel Sint-Jozef Actie 6.1.4. Nieuw kinderdagverblijf en IBO in Londerzeel Centrum OD 6.2. De kwaliteit en de toegankelijkheid van het opvang- en activiteitenaanbod voor kinderen en jongeren verhogen Actie 6.2.1. Uniforme voorrangsregels in kinderopvang Actie 6.2.2. Sociaal prijzenbeleid in activiteitenaanbod Actie 6.2.3. Centrum voor kinderopvang Actie 6.2.4. Ruimer aanbod inclusieve en reguliere speelpleinwerking Actie 6.2.5. Flexibele en occasionele kinderopvang Actie 6.2.6. Kinderparticipatie in voor- en naschoolse kinderopvang Actie 6.2.7. Onderzoek naar optimaliseren omkadering kinderopvang in scholen OD 6.3. Problemen voorkomen en aanpakken via de uitbouw van een drugs- en fuifbeleid Actie 6.3.1. Centraal loket voor aangifte van fuiven en feesten Actie 6.3.2. Subsidiereglement voor security tijdens fuiven Actie 6.3.3. Heractiveren van werkgroep drugs Actie 6.3.4. Uitwerken visie gemeentelijk drugsbeleid Actie 6.3.5. Draaiboek voor informatie- en preventiecampagne i.v.m. Drugs SD 7: Gelijke kansen in het onderwijs bevorderen ………………………………………………….165 OD 7.1. Financiële problemen voorkomen en aanpakken Actie 7.1.1. Harmonisatie van de sociale voordelen in het lager onderwijs Actie 7.1.2. Informatiecampagne rond budgetteren OD 7.2. Achterstellingfactoren in het onderwijs wegnemen Actie 7.2.1. Lessen Nederlands voor anderstalige ouders Actie 7.2.2. Samenwerking rond spijbelen Actie 7.2.3. Overlegplatform tussen sector onderwijs, lokaal bestuur en lokale actoren Actie 7.2.4. Onderzoek naar andere acties in het kader van kansarmoedebestrijding HOOFDSTUK 4 – TAAKVERDELING EN WERKAFSPRAKEN ………………………………172 1. SAMEN AAN WELZIJN WERKEN 2. HUIDIGE TAAKVERDELING EN TOEKOMSTIGE INTEGRATIE IN EEN SOCIAAL HUIS 3. OPVOLGINGSSYSTEEM 4. FINANCIEN
5
HOOFDSTUK 5 – SECTORALE PLANVERPLICHTINGEN: PLAN KINDEROPVANG ……..177 DEEL 1: SAMENSTELLING EN WERKING LOK ………………………………. ……………….178 Deelnemers aan het lokaal overleg Voorzitter Secretaris Opsplitsing Lokaal Overleg DEEL 2: OMGEVINGSANALYSE …………………………………………………………………182 - Hoofdstuk 2.1: Evaluatie beleidsplan 2004 – 2006 - Hoofdstuk 2.2: Sociaal – demografische gegevens - Hoofdstuk 2.3: Overzicht lokaak kinderopvangaanbod 2.3.1. Lijst voorzieningen basisaanbod 2.3.2. Overzicht aanbod opvang zieke kinderen 2.3.3. Conclusies - Hoofdstuk 2.4: Onderzoek naar kwaliteit kinderopvang 2.4.1. Kwaliteitsonderzoek in de opvangvoorzieningen 2.4.2. Kwaliteit in de infrastructuur - Hoofdstuk 2.5: Swot – analyse DEEL3: GEMOTIVEERDE CONCLUSIES ………………………….……………………………….237 DEEL4: STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN EN ACTIEPUNTEN…………..……………… 239 DEEL 5: ACTIEFICHES …………………………………………………………………………….241 DEEL 6: EVALUATIE BELEIDSPLAN
…..……………………………………………………..252
DEEL 7: GRAAD VAN CONSENSUS EN VAN DE DEELNAME AAN HET LOK ……………253 Lijst met afkortingen ………………………………………………………………………………..254
6
VOORWOORD Beste lezer De voorbije twee jaar werd door vele mensen enthousiast gewerkt aan dit beleidsplan. Raadsleden van het OCMW en de gemeente verzamelden zich om samen met onze deskundige ambtenaren een visie op lange termijn te ontwikkelen over het sociaal beleid in Londerzeel. Inwoners, verenigingen, vrijwilligers en mensen die professioneel actief zijn in het sociale veld werden gevraagd om mee te werken en hun stem te laten horen. Er werd vergaderd, geïnterviewd en gelezen. Er werden cijfers geanalyseerd. Er is geluisterd naar de stem van 400 Londerzeelse senioren. Met heel wat informatie op de werkplank ging een stuurgroep - onder externe begeleiding - aan de slag om het Lokaal Sociaal Beleidsplan vorm te geven. Er werd geprobeerd om voor de volgende jaren doelen te stellen en projecten te ontwikkelen die Londerzeel socialer moeten maken. Wij kiezen ervoor om de huisvesting en de woonomgeving van onze burgers te verbeteren. Wij wensen de kwaliteit en de toegankelijkheid van de hulp- en dienstverlening te verhogen. Wij willen meer zorg dragen voor hulpbehoevende zieken, gehandicapten en ouderen. De tewerkstellingskansen van de zwakkere burgers moeten kunnen toenemen. Onze dienstverlening wil zich tevens richten tot kinderen, jongeren en gezinnen, opdat ook deze groepen zich thuis voelen in onze gemeente. Tot slot willen we het onderwijs meer kansen geven om met kansarmoede en de problematiek van achterstelling om te gaan. Al deze doelstellingen willen we bereiken door met vereende krachten aan de slag te gaan. Gemeente en OCMW engageren zich om verder te timmeren aan de weg van het Sociaal Huis en rekenen hierbij op de inbreng van de particuliere burger en de Londerzeelse organisaties. Het beleidsplan mag geen dode letter blijven of een vergeten document dat belandt in de onderste schuif. Integendeel, het moet een permanente uitnodiging zijn tot actie, reflectie en bijsturing. Wij rekenen dan ook op de inzet van eenieder om samen uitdrukking te geven aan een socialer Londerzeel ! 17 januari 2008 Voor de gemeente Secretaris E. Van Der Perre
Schepen sociale zaken C. Moons
Burgemeester J. De Borger
Voor het OCMW Secretaris P. Brankaer
Voorzitter J. Van Keer
7
KORTE INHOUD Het Decreet betreffende het Lokaal Sociaal Beleid (B.S. 12-05-2004) legt aan het lokaal bestuur de verplichting op om een Lokaal Sociaal Beleidsplan op te stellen. Dit beleidsplan werd opgesteld door een werkgroep waaraan de volgende personen deelnamen: VOOR HET OCMW LONDERZEEL • • • • • • •
De heer Jan Van Keer – voorzitter vanaf 01.01.2007 De heer Jozef Plaskie – voorzitter tot en met 31.12.2006 De heer Jaak Eeckelaers – lid vast bureau vanaf 01.01.2007 De heer Gunther Snyers – lid vast bureau tot en met 31.12.2006 De heer Pieter Brankaer - secretaris Mevrouw Katty Creytens – hoofdmaatschappelijk werker Mevrouw Marita Berghman – sociale dienst
VOOR DE GEMEENTE LONDERZEEL • • • • • • •
De heer Jozef De Borger - burgemeester Mevrouw Conny Moons – schepen sociale zaken vanaf 01.01.2007 De heer Mark Van Assche – schepen sociale zaken tot en met 31.12.2006 De heer Emiel Van Der Perre – secretaris De heer Steven Rits – deskundige ruimtelijke ordening De heer Robert Meert – afdelingshoofd welzijn en vrije tijd Mevrouw Anne Van Ingelgem – administratief medewerker sociale zaken
Deze werkgroep werd begeleid door een externe consultant, de heer Peter Sels, projectmedewerker Lokaal Sociaal Beleid, Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten.
BEDOELING VAN HET DECREET De sociale dienst- en hulpverlening is vaak ondoorzichtig voor de burger, die zijn weg niet meer vindt in het globale aanbod. Dit geldt in het bijzonder voor de zwakkere burgers, die er vaak het meest nood aan hebben. Het verhogen van de toegankelijkheid van de sociale dienst- en hulpverlening voor elke burger, met specifieke aandacht voor de kwetsbare groepen, is de centrale doelstelling van het decreet. Om de toegankelijkheid te verhogen zijn acties nodig op beleidsmatig niveau, langs de aanbodzijde en langs de vraagzijde. Op beleidsmatig niveau moet worden stilgestaan bij de lange termijn ontwikkeling van het sociaal beleid. Waaruit bestaat het huidige aanbod? Wie biedt dit aanbod aan? Wat is de huidige vraag? Hoe zien we de evolutie van vraag en aanbod naar de toekomst toe? Moet bepaalde dienstverlening worden uitgebreid of ingekrompen? Moeten nieuwe diensten worden ontwikkeld? Wie zal deze diensten ontwikkelen?
8
Dergelijke vragen worden beantwoord bij het opstellen van een Lokaal Sociaal Beleidsplan. Samenwerking en afstemming tussen het lokaal bestuur en andere actoren en tussen de andere actoren onderling, kan de efficiënte organisatie van het aanbod en de toegankelijkheid ervan bevorderen. Deze samenwerking en afstemming is ook noodzakelijk om de doelstellingen uit het Lokaal Sociaal Beleidsplan te realiseren. Langs de vraagzijde kan de toegankelijkheid verbeteren door een laagdrempelig en geïntegreerd informatiekanaal dat de gebruikers informeert over hun rechten en eventueel doorverwijst naar de meeste geschikte aanbieders. Uiteraard is dit een aandachtspunt voor het volledige communicatiebeleid van het lokaal bestuur en de lokale actoren. Eén specifiek instrument om bovenstaande doelstelling mee te helpen realiseren, is het “Sociaal Huis” dat volgens het decreet de opdracht heeft “zo ruim mogelijk informatie te verstrekken over onder meer de mogelijke opvang- en hulpvormen en bestaande voorzieningen, die opvang en hulp aanbieden op het lokale en regionale niveau”.
9
HOOFDSTUK 1 - OMGEVINGSANALYSE
1. Inleiding Doel Eind 2007 wordt elk lokaal bestuur in Vlaanderen geacht om een plan in te dienen bij de Vlaamse overheid betreffende het Lokaal Sociaal Beleid in de gemeente (cfr. decreet Lokaal Sociaal Beleid). In dat plan dient - op basis van een omgevingsanalyse - te worden aangegeven welke strategische en operationele doelstellingen het lokaal bestuur zal vooropstellen voor de komende zes jaren (20082013) op sociaal vlak. De opmaak van de omgevingsanalyse werd in Londerzeel begeleid door VVSG. In Londerzeel werd in het stappenplan1 opgenomen dat de omgevingsanalyse zou afgerond worden voor 31/12/2006. Visie, doelstellingen en acties zouden conform diezelfde planning geconcretiseerd worden in 2007, onder aansturing van de nieuwe beleidsploeg. De bedoeling van de opmaak van een omgevingsanalyse is een goed beeld te schetsen van de huidige situatie op sociaal vlak in Londerzeel. Om dit beeld te verkrijgen, wordt ook stilgestaan bij de vroegere situatie en wordt ook vooruitgekeken naar de te verwachten toekomstige situatie. Tegelijkertijd worden naast vergelijkingen in de tijd daar waar mogelijk ook vergelijkingen gemaakt in de ruimte (regio, provincie, Vlaanderen, …) Een omgevingsanalyse m.b.t. het Lokaal Sociaal Beleid dient ook voldoende maatschappelijk draagvlak te hebben. Vanuit dit opzicht werd er expliciet voor gekozen om naast de medewerkers van Gemeente en OCMW, ook een beroep te doen op de ervaring en kennis van professionele organisaties, lokale verenigingen, gemeentelijke adviesraden en de bevolking. Conform het stappenplan werd in Londerzeel de omgevingsanalyse opgebouwd rond volgende thema's: - kinderen en jongeren - wonen - thuis- en ouderenzorg - werkgelegenheid en sociale economie - kinderopvang Naast deze thema’s zou ook toegankelijkheid van de dienst- en hulpverlening in brede betekenis in de analyse aan bod komen. Dit bevatte eveneens de aandacht voor de bijzondere doelgroep van personen met een handicap. Dit laatste leidde tot een uitgebreide analyse op dit vlak; onder de titel: gehandicaptenzorg. Om de strategische keuzes te bepalen die het bestuur op sociaal vlak wil nemen, werd een beleidsgroep samengesteld. De omgevingsanalyse dient om de beleidsgroep en de raden te ondersteunen en inspireren bij het nemen van deze keuzes.
1
http://www.londerzeel.be/resources/nl/uploads/LSBplan%20Londerzeel.pdf
10
Aard van de analyse Er werd voor de opmaak van de analyse vertrokken van kwalitatieve gegevens (meningen van enerzijds interne en externe deskundigen en anderzijds burgers als ervaringsdeskundigen). Deze gegevens werden vervolgens aangevuld met objectieve gegevens. In de analyse was er aandacht voor het functioneren van de eigen organisatie of dienst, het transactieveld (de context van medespelers die gelijkaardige dienst- of hulpverlening aanbieden) en de externe omgeving (externe tendensen, omgevingsfactoren, evoluties die een invloed uitoefenen op het functioneren van het bestuur). De kernfocus van de analyse waren problemen i.v.m. het sociale op het grondgebied zoals ze zich doorheen de verschillende beleidsterreinen stellen. 1.3
Proces
Op 24 mei 2006 vond een eerste coördinatievergadering plaats waarop met de medewerkers van gemeente- en OCMW-bestuur en de secretarissen het traject verder werd geconcretiseerd. De medewerkers die elk de verantwoordelijkheid kregen voor de analyse van een bepaald thema, kregen een aantal opdrachten en instrumenten mee om te komen tot een eerste eigen analyse van de sterke en zwakke kanten en de kansen en bedreigingen m.b.t. hun thema. Bronnen die daarvoor gehanteerd werden, waren de eigen ervaring, andere plannen, gesprekken met collega’s, literatuur en cijfers. Op 15 juni 2006 vond een participatieavond plaats waarop de bevolking werd ingelicht over het Lokaal Sociaal Beleid en het geplande traject in Londerzeel. Na deze uiteenzetting kregen alle aanwezigen (bevolking, vertegenwoordigers van verenigingen en mandatarissen) de kans om zich uit te spreken over de verschillende thema’s m.b.t. het Lokaal Sociaal Beleid in Londerzeel. Zij gaven aan wat er volgens hen goed en minder goed loopt en waar er tekorten zijn in de dienst- of hulpverlening. Nadien werd vanuit de verschillende themagroepen verslag uitgebracht aan de gehele groep. Begin juli en half augustus werden de eerste analyses, opgemaakt door de medewerkers van gemeente en OCMW besproken met de externe begeleider. In september en oktober werden denkwerkgroepen samengeroepen rond de verschillende thema’s om de analyse verder op participatieve wijze uit te werken. Het overzicht: • 04/09/2006: denkgroep ‘wonen’ • 12/09/2006: denkgroep ‘kinderen en jongeren’ • 15/09/2006: denkgroep ‘werkgelegenheid en sociale economie’ • 29/09/2006: denkgroep ‘thuis- en ouderenzorg’ • 03/10/2006: denkgroep ‘gehandicaptenzorg’ Naar aanleiding van de gesprekken met de externe begeleider (op 17 en 26 oktober 2006) en zaken die werden aangehaald in deze werkgroepen gingen verscheidene medewerkers bijkomend actief op zoek naar gegevens. Dit gebeurde voor elke thema op verschillende wijze en de werkwijze wordt telkens beschreven in de analyse per thema onder de titel ‘procesbeschrijving’. Op 16 november 2006 vond een tweede coördinatievergadering plaats waarop het voorstel van ontwerpanalyse werd besproken, evenals het verdere traject. In december 2006 werden de gegevens vanuit de verschillende bronnen samengevoegd tot één analyse. In overleg met de burgemeester werd besloten om de analyse in 2007 voor te leggen aan de nieuw samengestelde beleidsgroep.
11
1. SOCIALE TEWERKSTELLING 1.1. PROCESBESCHRIJVING Dit thema werd uitgewerkt door de sociale dienst van het OCMW. Verantwoordelijken voor deze analyse : • Sabine Van Den Brande, maatschappelijk assistente, OCMW Londerzeel Tel: 052/30.06.64 Email:
[email protected] • Katty Creytens, diensthoofd sociale dienst, OCMW Londerzeel Tel: 052/30.06.64 E-mail:
[email protected] De aanknopingspunten met het thema liggen vervat in de tewerkstellingsopdracht van het OCMW die wordt afgeleid uit de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Bijzondere aandacht gaat hierbij naar de jongeren vermits zij verhoudingsgewijs een grote groep binnen de gerechtigden vertegenwoordigen en het maatschappelijk gesproken niet te verantwoorden valt dat mensen al van op jonge leeftijd uit de maatschappij zouden gesloten worden. Concreet houdt dit in dat voor jongeren beneden de 25 jaar de tewerkstellingsopdracht van het OCMW een verplicht gegeven is, terwijl zij voor personen vanaf 25 jaar facultatief is. Tewerkstelling als middel tot maatschappelijke integratie is voor oudere gerechtigden minstens even dienstig én aangewezen. Voor jongeren is het echter een prioritaire opdracht ter verwezenlijking van de doelstelling en kan er slechts in uitzonderlijke gevallen van afgeweken worden. Vanuit de geschetste opdracht heeft het OCMW ondertussen enige ervaring opgedaan met het tewerkstellen van kansarmen. Het OCMW beroept zich hierbij op partners uit de sector zoals Groep Intro Vlaams-Brabant. Een ander aanknopingspunt voor het OCMW is het partnerschap in het Forum van de Lokale Werkwinkel, waar samen met verschillende actoren uit Kapelle-op-den-Bos, Londerzeel en Meise getracht wordt om ook een peiler sociale economie uit te werken. Deze analyse kwam tot stand vanuit verschillende invalshoeken. Ten eerste werd er teruggegrepen naar de eigen ervaring binnen de sociale dienst inzake sociale tewerkstelling. Vervolgens werd er op de participatieavond van 6 juni 2006 geluisterd naar de inbreng van de burgers over dit thema. We merken hierbij op dat weinig deelnemers interesse betoonden voor dit thema, wat niet onbegrijpelijk is. De doorsnee burger wordt immers niet onmiddellijk met dit thema geconfronteerd, terwijl men zich door de andere thema’s zoals thuiszorg, ouderenzorg, jeugdzorg, ….wel persoonlijk aangesproken voelt. Daarnaast werd er ook een werkgroepvergadering belegd met de professionele organisaties. Opnieuw moesten we een beperkte deelname vaststellen. De afwezigheid van (belangrijke) professionele organisaties in het veld van de (sociale) tewerkstelling moet hier wel gezien worden als een tekort. Het legt meteen het probleem bloot van de gebrekkige netwerking en samenwerking, waarop we verder in deze analyse terugkomen. Tenslotte gebruikten we cijfermateriaal van de Provincie Vlaams-Brabant om de tewerkstelling en de werkloosheid in Londerzeel in kaart te brengen ( Indicatoren voor een omgevingsanalyse in het kader van het Lokaal Sociaal Beleid, Halle-Vilvoorde ‘regio Noord’, mei 2006) . In de bijlage van dit hoofdstuk vindt u statistisch materiaal dat een profielschets mogelijk maakt van de werkloze Londerzelenaar.
12
We beschrijven de knelpunten en problemen rond het thema van de sociale tewerkstelling in de volgende paragraaf. 1.2. KNELPUNTEN, PROBLEMEN EN TEKORTEN 1.2.1. LONDERZEEL KENT WERKLOOSHEID Voor een cijfermatige vertaling van dit probleem, verwijzen we de lezer naar de bijlage. We benadrukken echter dat in de officiële werkloosheidscijfers niet alle werklozen terug te vinden zijn, omdat ze zich bijvoorbeeld bevinden in de sociale bijstand (vb. leefloongerechtigden ) of omdat men niet geregistreerd is bij RVA en VDAB. Londerzeel kent een relatief lage werkloosheid, de aanwezigheid van een belangrijk tewerkstellingsaanbod via het industrieterrein is een voor de hand liggende verklaring. Niettemin is het vanuit sociaal oogpunt belangrijk om de groep van de werklozen nader te onderzoeken en beleidsconclusies te trekken. Het kunnen beschikken over een job is een uiterst belangrijke hefboom tot integratie. Naast het economische aspect, zijn er de sociale winsten van erkenning, waardering en menselijke contacten. Werkloosheid vormt een ernstig risico op armoede : door een gebrek aan financiële middelen dreigt een schuldproblematiek, men kan geen kwaliteitsvolle woning verwerven, etc. …. De stijging van de werkloosheid die sneller verloopt dan algemeen in Vlaanderen, is een belangrijk signaal om de werkloosheid in Londerzeel te bestrijden. De mensen die geen aansluiting vinden met de arbeidsmarkt behoren tot verschillende risicodoelgroepen : jongeren, ouderen, laaggeschoolden, langdurig werklozen en arbeidsgehandicapten. Het is de taak van verschillende partners om tot een gezamenlijke en preventieve aanpak te komen van het werkloosheidsprobleem : VDAB, RVA, PWA, OCMW, de werkgevers (o.a. Industriegroep Londerzeel), de vakbonden,ATB, sociale werkplaatsen en opleidingsprojecten (Groep Intro, Econet) en de onderwijssector. Gezien het profiel van de werklozen zal hierbij aandacht moeten gaan naar toeleidingsctiviteiten en brugprojecten die de drempels van de arbeidsmarkt voor de zwakkere doelgroepen verlagen. Ook hulpverlening speelt hier een belangrijke rol : mensen met zware psychosociale en/of financiële problemen hebben uit zichzelf vaak niet voldoende kracht om zich op de arbeidsmarkt te wagen. Ook de actieven hebben ondersteuning nodig om te vermijden dat men werkloos wordt. In een totaalplan zal dan ook een luik ‘preventie’ nodig zijn.
13
1.2.2. NOOD AAN ARBEIDSTRAJECTBEGELEIDING OP DE OCMW-SOCIALE DIENST MET VERHOOGDE AANDACHT VOOR JONGEREN
De Bestaansminimumwet van 1974 werd vervangen door de wet betreffende het Recht op Maatschappelijk Integratie van 26 mei 2002. De oude wet strookte niet meer met de economische en maatschappelijke realiteit. Het oude uitgangspunt van de financiële steun werd vervangen door het bewerken van integratie op de verschillende levensdomeinen . Het minimuminkomen is geen doel meer op zich. Het streefdoel is een actieve participatie van iedereen in de samenleving, in eerste instantie via tewerkstelling en met bijzondere aandacht voor de jongeren. Tussen de -25 jarige cliënt en zijn hulpverlener wordt een contract afgesloten met wederzijdse rechten en plichten. Er wordt een traject afgesproken dat rekening houdt met de vaardigheden, de mogelijkheden en de persoonlijke situatie van de jongere. Het OCMW moet zich engageren om binnen de drie maanden aan deze jongeren ‘aangepast werk’ te bezorgen. Slechts om gezondheids- en billijkheidsredenen mag men hiervan afwijken. Het OCMW beschikt hiervoor over een aantal instrumenten waarbij een sociale tewerkstelling in art. 60 § 7 het meest gekend is. Individuele arbeidstrajectbegeleiding is een methodiek op zich, die een welbepaalde kennis en vaardigheid veronderstelt. Het sociaal tewerkstellen van cliënten in de eigen OCMW-diensten gebeurt nu al te vaak zonder omkadering en opvolging. Dit leidt vaak tot mislukking en teleurstelling bij hulpverlener én cliënt. Het OCMW heeft behoefte aan een netwerk met mogelijke (sociale) werkgevers - VZW’s en organisaties zoals beschutte werkplaatsen, kringloopcentra etc.… - aan wie mensen kunnen ter beschikking gesteld worden in het kader van art. 60 § 7. Deze organisaties zijn beter geschikt om met OCMW-cliënten te werken omwille van de omkadering, het lagere werktempo, de opleidings- en vormingsactiviteiten. Deze externe tewerkstellingen geschieden bij de mobiele renovatieploeg van Groep Intro, de fietsbewaar- en herstelplaats Fietsvoorde en sinds 2006 ook bij de groendienst Econet. Samenwerken met externe werkgevers vraagt regelmatig overleg rond de opvolging van de cliënten. Mensen met een OCMW-uitkering kunnen ook ingezet worden bij een privé-werkgever (activaplan, art 60 in de privé). Deze kans blijft echter onbenut door de beperkte personeelsinzet op het vlak van sociale tewerkstelling. Jongeren verdienen meer aandacht en hulp vanwege het OCMW. De sociale dienst wordt geconfronteerd met een groeiend aantal jongvolwassenen die hun weg in de samenleving niet vinden. Zij beschikken over weinig bagage om een volwaardige job te vinden op de arbeidsmarkt : ze zijn laaggeschoold, kampen met psychosociale problemen (waaronder vaak een verslavingsprobleem), hebben geen arbeidsattitude of –motivatie of dragen reeds een schuldenlast met zich mee. Het zijn jongeren die ronddolen en op straat vertoeven. Op deze manier ontstaat bij deze groep een ernstig risico op (kleine of grote) criminaliteit. Om deze jongeren (opnieuw) kansen te geven in de samenleving, is een investering nodig van personeel en middelen. Via de koppeling met tewerkstelling en opleiding zou een jongerenwerking binnen het OCMW tot stand kunnen komen. De integratiecontracten die het OCMW afsluit moeten kwalitatief beter onderbouwd worden, zodat er werkelijke resultaten met de jongeren kunnen geboekt worden. .
14
Ook in Londerzeel speelt de paradox van de werkloosheid : een groep van de werkzoekenden glijdt af in structurele werkloosheid, terwijl werkgevers op zoek zijn naar geschikte arbeidskrachten. Voor kansarmen is de stap naar de reguliere arbeidsmarkt vaak te groot. Er zijn voortrajecten nodig op verschillende niveaus om de drempels weg te werken : hulpverlening, taallessen en alfabetiseringscursussen, arbeidszorg , vorming en opleiding, … Hiertoe moeten vanuit de sociale dienst de nodige samenwerkingsverbanden met externen worden ontwikkeld, zodat de OCMWcliënten gericht kunnen doorverwezen worden. Vanuit het bovengeschetste wordt er gepleit voor de inschakeling van een maatschappelijk werker die zich specialiseert in tewerkstelling en werken met jongeren. Op deze manier kan het OCMW haar tewerkstellingsopdracht kwaliteitsvol en doeltreffend invullen. 1.2.3. NOOD AAN SOCIALE ECONOMIE EN EEN BUURTDIENST Lokale besturen zijn goed geplaatst om de zwakste groepen extra kansen te geven en jobs te creëren voor de laaggeschoolde, langdurig werklozen en leefloongenieters. De creatie van jobs kan gelinkt worden aan de behoeften van de lokale bevolking. Deze nieuwe vraag naar diensten vinden we voor een groot stuk bij de thuiszorg, waar ouderen hulp nodig hebben om zelfstandig te kunnen blijven wonen. We denken dan aan boodschappendiensten, klusjesdiensten, vervoersdiensten, etc. …. Maar evengoed ligt er een groeiende behoefte bij de tweeverdieners, die omwille van een druk professioneel leven in combinatie met de zorg om het gezin en de nood aan kwaliteitsvolle vrije tijd opteren voor strijk- en poetsdiensten. Zowel de zorgvraag van de ouderen als de comfortvraag van de tweeverdieners verdienen de aandacht vanwege het beleid en kunnen tot jobcreatie leiden. Londerzeel kent een eerder lage werkloosheid, de vraag naar dienstverlening is allicht groter dan het aanbod van arbeidskrachten. Niettemin blijft het een belangrijke opdracht om mensen te activeren. Naast de economische opportuniteit om mensen een arbeidsinkomen te verschaffen in plaats van een uitkering, is er de maatschappelijke winst. Een tewerkstelling geeft aan mensen waardering en respect. En aan de andere zijde vindt de gebruiker een antwoord op zijn noden. Het OCMW van Londerzeel heeft een erkenning als dienstenchequebedrijf voor poetswerk, maar is hierin niet actief. Het blijft een moeilijke opgave om de werking van een DC-bedrijf (prijs ligt vast, iedereen heeft recht, doelpubliek = alle inwoners, aparte boekhouding, gesubsidieerd systeem) op te zetten naast de reguliere sociale poetsdienst (prijs volgens inkomen, sociaal onderzoek naar de zorgvraag, beperkte doelgroep, tewerkstelling die moet gegarandeerd blijven, financiering door het lokaal bestuur zonder federale subsidies). Inzake poetswerk via dienstencheques is de vraag van de Londerzeelse bevolking groter dan het aanbod. Het verdient aanbeveling om de ontwikkelingskansen van sociale economie te bekijken op het niveau van de drie gemeenten die deel uit maken van het werkingsgebied van de lokale werkwinkel (Kapelleop-den-Bos, Meise, Londerzeel). Via een intergemeentelijk initiatief kunnen personeelsinzet en financiële input gebundeld worden tot een krachtdadig en efficiënt tewerkstellingsproject.
15
Groep Intro stelt zich ter beschikking van de lokale besturen om de ontwikkeling van een buurtdienst voor te bereiden en te ondersteunen. Door de jarenlange ervaring in de tewerkstelling en opleiding van kansarmen, is deze organisatie een aangewezen partner. De succesvolle samenwerking tussen deze organisatie en het OCMW is in deze zeker een troef. 1.2.4. GEBREK AAN INFORMATIE MET BETREKKING TOT DE TEWERKSTELLINGSACTOREN
Op de werkgroepvergadering werd gesteld dat de verschillende diensten en hun aanbod rond tewerkstelling niet voldoende gekend is. De lokale werkwinkel zou meer moeten informeren rond haar werking, de partners (zoals PWA, ATB), hun doelstellingen en de zitdagen. Ook het concept ‘sociale economie’ en haar doelstellingen vragen meer duiding. Men vraagt zich bijvoorbeeld af in hoeverre dit een concurrentie betekent voor het commerciële initiatief. Indien er een sociaal economie-initiatief zou worden uitgebouwd, dient er dus aandacht te worden besteed aan de beeldvorming hierover en aan communicatie dienaangaande naar ondernemers en middenstanders. 1.2.5. DE OPPORTUNITEIT VAN EEN AANGEPAST PERSONEELSBELEID VANWEGE GEMEENTE EN OCMW Gemeente en OCMW zijn vanuit hun maatschappelijke rol, potentiële werkgevers voor mensen uit de zwakke doelgroepen. Een bundeling van ideeën en afspraken zou tot een krachtdadig beleid rond sociale tewerkstelling kunnen leiden. Een inventaris van de knelpunten bij het tewerkstellen van sociaal zwakkeren, zou een eerste stap kunnen zijn. Rond de tewerkstelling in artikel 60 en meer algemeen van mensen met verminderde kansen zou een gemeenschappelijke visie kunnen uitgewerkt worden door de twee besturen, waarbij extra aandacht en ondersteuning wordt voorzien. Dit betekent onvermijdelijk het inschakelen van een begeleider op de werkvloer en anderzijds ook het creëren van een positieve arbeidsomgeving waarin deze mensen van oversten en collega’s kansen krijgen. 1.2.6. BETERE SAMENWERKING TUSSEN OCMW EN LOKALE WERKWINKEL Er is een gebrek aan structurele samenwerking tussen de sociale dienst van het OCMW en de tewerkstellingactoren PWA, ATB en VDAB. Een regelmatig overleg tussen deze diensten zou opportuun zijn om voor de OCMW-cliënt de kloof met de arbeidsmarkt te dichten. 1.2.7. GEBREK AAN VISIE EN BELEID Verschillende partners wijzen erop dat het Forum van de Lokale Werkwinkel een dynamiek mist, waardoor er geen gemeenschappelijke visie wordt ontwikkeld. Deze mankementen staan de realisatie van een sociaal tewerkstellingsbeleid in de weg. De indruk is ontstaan dat er in Londerzeel veel ideeën worden ontwikkeld, zonder dat men tot realisatie van projecten of diensten komt.
16
Een gedegen beleid ontwikkelen rond het activeren van kansengroepen in Londerzeel vereist een duidelijke beleidskeuze en betrokkenheid van alle actoren. 1.3. BIJLAGEN Bijlage nr. 2A : Bijlage nr. 2B : Bijlage nr. 2C : Bijlage nr. 2D :
Algemene werkloosheid Risicogroepen Jongerenwerkloosheid Besluit bijlagen
17
2. OUDEREN- EN THUISZORG 2.1. PROCESBESCHRIJVING Het thema ‘ouderen- en thuiszorg’ werd geanalyseerd door de sociale dienst van het OCMW. Verantwoordelijken voor deze analyse : • Marita Berghman, maatschappelijk assistente dienst thuiszorg, OCMW Londerzeel Tel: 052/30.06.64 E-mail:
[email protected] • Katty Creytens, diensthoofd sociale dienst, OCMW Londerzeel Tel: 052/30.06.64 E-mail:
[email protected] Vooreerst kon men zich gedeeltelijk beroepen op de eigen ervaring in het werken met ouderen en zorgbehoevenden, vanuit de dienst thuiszorg en vanuit de eigen instellingen voor bejaarden. In 2005 werden alle gebruikers van de poetsdienst van het OCMW bezocht door de maatschappelijk assistenten van de thuiszorg. De gegevens van deze huisbezoeken maakten het mogelijk om alle cliëntdossiers te actualiseren waardoor een vrij goed zicht is ontstaan op een belangrijk segment van de doelgroep ‘ouderen’. In navolging van deze onderzoeken ontwikkelde de sociale dienst in februari 2006 een beleidsdocument waarin vraag en aanbod van de OCMW-poetsdienst worden afgetekend en reeds beleidsvoorstellen worden gedaan. We behandelen de bevindingen en aanbevelingen verder in deze analyse. Bij het begin van 2006 kreeg de sociale dienst tevens de opdracht om een beleidsvoorstel te ontwikkelen rond de toekomst van de dienst warme maaltijden van het OCMW. De maatschappelijk werkers gingen weerom op pad en interviewden 28 gebruikers, waardoor opnieuw heel wat materiaal rond ouderen werd verzameld. Deze bevindingen, onder meer aangevuld met visieontwikkeling rond de maatschappelijke relevantie van een OCMW-maaltijdendienst, werden opgetekend in een discussienota met beleidsvoorstellen. Het spreekt voor zich dat we in deze analyse terugvallen op dit materiaal. Daarnaast werd er geluisterd naar de ideeën en verzuchtingen van de burgers (1), de professionele organisaties (2) en enkele sleutelfiguren (3) om een zicht te krijgen op wat de buitenwereld denkt over ouderenbeleid. 1) op de informatie- en participatieavond van 6 juni 2006, georganiseerd door gemeente en OCMW, kwamen geïnteresseerde burgers en verenigingen aan het woord rond de 4 afgebakende clusters. 2) op de vergadering van 29 september 2006 werd er geluisterd naar de professionele organisaties die werkzaam zijn in de thuis- en ouderenzorg. We kregen hierop nadien nog een aanvulling van een zelfstandig verpleger. 3) er werden twee sleutelfiguren geïnterviewd, die actief zijn binnen de gemeentelijke overlegstructuren en seniorenwerking. De derde belangrijke informatiebron die deze analyse voedde, is cijfermateriaal aangeleverd door de Dienst Welzijn en Gezondheid van de Provincie Vlaams-Brabant (verwijzing : Indicatoren voor een omgevingsanalyse in het kader van het Lokaal Sociaal Beleid, Halle-Vilvoorde ‘regio Noord’, mei 2006) en cijfermateriaal van de Vlaamse Gemeenschap.
18
Ten vierde voeren gemeente en OCMW in samenwerking met de provincie Vlaams-Brabant een groots opgezet behoefteonderzoek bij ouderen dat wetenschappelijk wordt onderbouwd door de Vrije Universiteit van Brussel. De steekproef bij 400 senioren werd opgestart in november 2006. Aangezien het onderzoek ongeveer een half jaar in beslag neemt, zullen de onderzoeksresultaten in de loop van 2007 moeten geïntegreerd worden in het lokaal sociaal beleidsplan. In de volgende paragraaf worden de belangrijkste knelpunten, problemen en tekorten met betrekking tot de ouderenzorg in Londerzeel beschreven. In de bijlage 3 vindt de lezer een gedetailleerder beeld van de doelgroep ouderen en wordt een inschatting gemaakt van de vergrijzing. Er wordt tevens bijzondere aandacht geschonken aan het profiel van de kwetsbare ouderen en van de gebruikers van de OCMW-thuisdiensten. Tenslotte vindt men een beschrijving van het aanbod inzake hulp- en dienstverlening aan senioren en zorgbehoevenden op het grondgebied van Londerzeel. 2.2. KNELPUNTEN, PROBLEMEN EN TEKORTEN 2.2.1. LEEMTEN EN GEBREKEN IN HET ZORGAANBOD o Te weinig rusthuisbedden Door de professionele zorgverstrekkers wordt aangegeven dat er lange wachtlijsten zijn in de rusthuizen. Het vinden van een geschikt rusthuis in de buurt is een hele opgave. Daarbij wordt tevens gesteld dat de ouderen vaak lang wachten alvorens zich in te schrijven op een wachtlijst. Het OCMW-rusthuis hanteert sinds kort een nieuw wachtlijstsysteem dat onvoldoende gekend is bij bevolking. Bij de optekening van deze omgevingsanalyse is rusthuis ‘Herfstvreugde’ in volle verbouwing. De gegevens die we vandaag aflezen van de wachtlijst moeten dan ook een stuk gecorrigeerd worden. Het valt immers te verwachten dat het rusthuis na de renovatie opnieuw een grotere aantrekkingskracht zal hebben en de wachtlijst bijgevolg snel zal aangroeien. Tevens is er de wetenschap dat mensen zich soms uit voorzorg, minder dan uit werkelijke nood inschrijven. Bij aanvang van de maand november 2006 staan er 21 mensen op de wachtlijst voor valide ouderen (ROB). De wachttijd voor de eerste kandidaat op de wachtlijst bedraagt op dat ogenblik 8 maanden. Op de wachtlijst voor zorgbehoevenden (RVT) staan 12 ouderen, de eerste kandidaat met een wachttijd van vier maanden. Er zijn 3 mensen opgenomen op de wachtlijst voor de afdeling met bijzondere aandacht voor dementerenden, die de deuren opent in het voorjaar van 2007. o Gebrek aan dag- en nachtopvang Dit aanbod is in Londerzeel niet aanwezig, waardoor men aangewezen is op de buurgemeenten. De realisatie van deze opvang werd niet opgenomen in het vernieuwingsproject van het OCMW-rusthuis. Nochtans wordt deze nood aangegeven door zowel burgers als professionele zorgverstrekkers. Dag- en nachtopvang wordt beschouwd als een belangrijk instrument ter ondersteuning van de thuiszorg en mantelzorg.
19
o Te weinig nabije serviceflats en vraag naar meer service, animatie en begeleiding De vraag naar serviceflats is groter dan het aanbod. De sociale dienst van het OCMW beheert de wachtlijst van de serviceflats. Uit een analyse van de wachtlijst van november 2006 kunnen we volgende conclusies trekken: Het gaat over 74 kandidaturen: 95 individuen waarvan 21 koppels. 51 zijn inwoner van Londerzeel. De overige 23 hebben een welomschreven band met Londerzeel; zij hebben ooit in de gemeente minstens 5 jaar verbleven of hebben hier familie in de eerste of tweede graad. De kandidaten zijn minimaal 60 jaar oud. Het overgrote gedeelte van de kandidaten bevindt zich tussen de leeftijd van 70 en 85 jaar. 85 jaar en ouder Tussen 80 en 85 jaar Tussen 75 en 80 jaar Tussen 70 en 75 jaar Tussen 65 en 70 jaar Tussen 60 en 65 jaar Totaal
6 26 25 20 10 8 95 personen
Gemiddeld gezien komen er 6 flats vrij per jaar. Op de wachtlijst staan niet enkel effectieve kandidaten, maar tevens mensen die zich uit voorzorg inschrijven. Kandidaten die een aangeboden flat weigeren, worden automatisch onderaan de wachtlijst opnieuw ingeschreven. We zien dat meer dan de helft van de ingeschreven kandidaten één of meerdere malen hun beurt voorbij laten gaan. Sommige kandidaten zijn reeds jaren ingeschreven. Mensen die zich kandidaat stellen doen dit om diverse reden. Hun huidige woning is onaangepast of vraagt teveel onderhoud. Sommigen hebben een onzekere woonsituatie (vb. huurhuis) en zoeken stabiliteit voor de oude dag. Anderen verkiezen een flat omwille van familiale reden; na het overlijden van een partner of omwille van de nabijheid van hun kinderen. Er zijn tevens kandidaten die omwille van medische, fysische en/of psychische (eenzaamheid) omstandigheden deze woonvorm voor senioren verkiezen . Een aantal mensen vindt dat de ‘service’ die geleverd wordt te beperkt is. Men bevindt zich hier eigenlijk in de tegenstelling tussen de theorie van het ouderendecreet van 1985 (men dient zelfredzaam te zijn om er te wonen – de organisatie dient de zelfredzaamheid te waarborgen) en de praktijk (de kandidaten zijn steeds ouder en dus ook vaak hulpbehoevend, de huidige bewoners zijn ouder geworden en dus ook minder zelfredzaam). Men signaleert tevens de nood aan meer sociale opvolging van de serviceflat bewoners. Mensen die omwille van bepaalde ziektebeelden (zoals dementie) onvoldoende zelfstandig geworden zijn, moeten hulp krijgen en doorverwezen worden naar gepaste voorzieningen. Een andere aangekaarte problematiek is het gebrek aan geografische spreiding van de serviceflats. Indien er in elke deelgemeente flats zouden worden ontwikkeld, kunnen mensen in hun eigen vertrouwde omgeving worden opgevangen.
20
De sociale dienst merkt sporen op van verzuring en vereenzaming bij de bewoners en is voorstander van de creatie van een aanbod rond animatie en gemeenschapsvorming. Eikenhof met zijn geschikte cafetaria en vrije lokalen heeft hiertoe zeker een uitnodigende infrastructuur. Nu wordt een stuk potentieel van zelfrealisatie en eigen beheer van de bewoners niet aangeboord. Samenwerking met het rusthuis (uitstappen, animatie, …) kan hier een extra troef vormen. Wanneer men dit verder doordenkt, komt men terecht bij de idee van een dienstencentrum voor ouderen. o Nood aan een dienstencentrum? In de gemeente lijkt er nood te zijn aan een diensten- of wijkcentrum waar mensen kunnen samenkomen. De doelgroepen kunnen er zelf aan het woord komen en initiatieven ontwikkelen. Het biedt een alternatief voor vereenzaming en stimuleert het sociale leven. De beroepskrachten zien een dienstencentrum als een centraal informatiepunt van waaruit alle hulp- en dienstverlening voor ouderen bereikbaar wordt gesteld, naar het model ‘Sociaal Huis’. Hier stelt zich ook meteen de vraag naar geografische spreiding over de Londerzeelse wijken. De thuisdiensten zien het nut van een dagcentrum ook liggen in de strijd tegen de vereenzaming. Senioren dreigen makkelijk in een sociaal isolement te geraken, wanneer een partner overlijdt of wanneer hun mobiliteit afneemt. Sommige ouderen hebben enkel nog sociaal contact met professionele hulpverleners die aan huis komen. o Overvraagde poetsdiensten vereisen actief wervingsbeleid Ook in deze tak van de ouderenzorg zijn er wachtlijsten bij de organisaties. Dit probleem heeft twee facetten. Enerzijds is de vraag groter dan het aanbod: steeds meer mensen (niet alleen ouderen of zieken, maar ook tweeverdieners) wensen een beroep te doen op deze dienst. Anderzijds is er aan de aanbodzijde een groot tekort aan (kwaliteitsvol) poetspersoneel. Dit is te wijten aan de beperkte aantrekkingskracht (jobinhoud, verloning) van het poetswerk. Ook in Londerzeel vond het systeem van de dienstencheques ingang, waardoor er andere spelers, zoals interim-kantoren en privébedrijfjes, zijn bijgekomen. Het dienstenchequesysteem onderscheidt zich van de traditionele, sociale poetsdiensten op aan aantal vlakken, waaronder het tarief. Traditionele poetsdiensten werken met sociale tarieven volgens inkomen en gezinsgrootte. Een aantal private thuisdiensten, zoals OTV, bieden de beide systemen aan. Het OCMW van Londerzeel heeft reeds enkele jaren een erkenning als dienstenchequebedrijf, maar is hierin niet operationeel. De concrete realisatie van een poetsdienst via dienstencheques stuit nog steeds op een aantal hindernissen die zowel te maken hebben met positionering en roluitklaring als met praktische uitvoerbaarheid en combinatie van de 2 systemen. De OCMW-poetsdienst kampt met een chronisch aanbodstekort om aan de steeds toenemende vraag tegemoet te komen. We verwezen reeds naar een beleidsnota van de sociale dienst waarin deze problematiek uitgebreid beschreven wordt. Naast het nijpende personeelstekort, moet men afrekenen met verwachte en onverwachte afwezigheden van de poetsvrouwen (vorming en bijscholing, verlof, ziekte, ….).
21
Hierdoor ontstaat de situatie dat de gebruikers slechts op onregelmatige tijdstippen over hulp kunnen beschikken. Dit leidt vaak tot ontevredenheid en frustratie, bij zowel de gebruikers, als bij de dienst en de poetsvrouwen zelf. Van de poetsvrouwen wordt veel verwacht, de thuiszorgsituaties zijn vaak complex, het poetswerk is fysisch zwaar, de gebruikers zijn veeleisend en mondig. Daarvoor verdient het aanbeveling om meer te investeren in de arbeidsmotivatie van de poetsvrouwen op verschillende wijzen. Om afwezigheden vlot op te vangen en vrijgekomen functies in te vullen, dient een actiever wervingsbeleid gevoerd te worden. De sociale dienst doet hierbij de suggestie om vanuit de gemeente, het rusthuis en de poetsdienst een gezamenlijk personeelsbeleid te voeren rond het voortdurend werven, selecteren en coachen van het onderhoudspersoneel. o Dienst warme maaltijden vervult veelheid van sociale functies Sommige burgers klagen over de kwaliteit van de maaltijden. Alternatieve gerechten of bereidingswijzen (zoals stomen) zijn niet populair bij ouderen. De burger vindt dat de maaltijdendienst van het OCMW moet blijven voortbestaan, naast het aanbod van de privé-leveranciers. Het houdt de vraagprijs laag en vermijdt dat de private partners een monopolie zullen vormen. Daarbij vindt men het een belangrijke sociale meerwaarde dat ook de armen en de zwakken bereikt worden. Zoals reeds vermeld, formuleerde de sociale dienst in februari 2006 een aantal beleidsaanbevelingen met betrekking tot deze dienst. Zo wordt er voorgesteld om de dienst in de toekomst te behouden en verder uit te bouwen, omwille van de grote maatschappelijk waarde op het gebied van gezondheid, detectie- en preventie van problemen bij ouderen en het sociaal contact. Aangezien er soms stemmen opgaan om deze OCMW-dienst af te schaffen en te privatiseren, gaan we in deze alinea kort in op de maatschappelijke relevantie van een openbare maaltijdendienst2. Een warme maaltijd betekent meer dan voedsel: de dienst geeft aan senioren ook sociaal contact. Het is een vinger aan de pols om zorgbehoeften of problemen snel op te merken en door te spelen aan de sociale dienst. Tegelijk is het een detectie- en preventie-instrument voor de gezondheidszorg van vaak vereenzaamde bejaarden. Zo gebeurt het dat een maaltijdbedeler een crisissituatie opmerkt en de hulpdiensten alarmeert. Verder levert de dienst warme maaltijden een belangrijke bijdrage tot gezonde voeding. Ondervoeding en voedingsdeficiënties komen veelvuldig voor bij ouderen. Het ontstaan van een slechte voedingstoestand is aan verschillende factoren te wijten. Partnerverlies of vereenzaming leiden in de thuissituatie dikwijls tot verwaarlozing van een goed voedingspatroon. Wanneer ook nog somatische (vb. diabetes) of mentale verslechtering (vb. dementie) bestaat, zal ondervoeding zich makkelijker installeren. Het verlies van zelfstandigheid, een tekort aan aandacht voor het voedingsgebeuren en het optreden van nieuwe ziektes met mogelijks gestoorde sensoriele functies (veranderende smaak- en geurzin) of veranderende anatomie (bv. toestand van het gebied, operatieve ingrepen) zal het risico van ondervoeding sterk doen toenemen. Vandaar het grote belang van alertheid en regelmatige follow-up op dit gebied 2
artikel VVSG ‘Warme Maaltijd : meer dan voedsel’ verschenen in Lokaal, 16-31 december 2005
22
Ook het profiel van de huidige gebruikers (hoge leeftijd, zorgbehoevendheid, beperkte mobiliteit, …), geeft aan dat deze dienst ten goede komt aan kwetsbare ouderen. Een volgende suggestie ligt in de kwantitatieve en kwalitatieve verbetering van de dienstverlening. Er is nood aan een promotie- en bekendmakingcampagne. Er dient bekeken te worden of de dienstverlening kan uitgebreid worden tot het weekend, eventueel in een partnerschap met de privé-traiteurs. Het gebruik van de microgolfoven moet bij de oudere bevolking aangemoedigd (aangeleerd) worden, omdat dit kan leiden tot meer vrijheid. De gebruiker moet een grotere inspraak krijgen in het aanbod. Het aanbod moet beter afgestemd worden op het profiel van de gebruiker. Daarnaast is er een dringende investering nodig om in de toekomst te kunnen beschikken over moderne, uitgeruste voertuigen. Ook inzake warmhoudmateriaal, koeltechnieken en recipiënten is verbetering welkom. Tenslotte kan de interne werking verbeterd worden door te voorzien in een contactmoment tussen de maaltijdbedelers en de maatschappelijk assistenten van de thuiszorg, waardoor de communicatie en informatieoverdracht versterkt worden. o Noden i.v.m. boodschappen, vervoer, thuisoppas en klusjes In het zorgaanbod voor ouderen ontbreken diensten voor boodschappen, vervoer, thuisoppas en klusjesdienst. Nochtans signaleren zowel de individuele burgers als de professionele zorgverstrekkers vaak de nood aan deze occasionele dienstverlening. Sommige mutualiteiten bieden een stukje van deze dienstverlening aan, zonder hiervoor echt volledig uitgerust te zijn. De burgers vragen meer informatie rond PWA en dienstencheques. Ouderen en zieken kunnen vaak hun tuintjes niet meer onderhouden en maken zich hierover zorgen. Het OCMW organiseerde tot over een paar jaar een klusjesdienst, een vervoersdienst en een vrijwilligersdienst voor thuisoppas. Omwille van de gebrekkige uitrusting, de beperkte kwaliteit en het gebrek aan efficiëntie werden deze diensten stopgezet. Er werd echter tot op heden geen alternatief ontwikkeld. Het mindermobielenvervoer wordt verzorgd door enkele ziekenfondsen, de dienst aangepast vervoer (DAV) uit Grimbergen en private taxibedrijven. Hier signaleert men opnieuw dat de vraag groter is dan het aanbod, waardoor noden niet ingevuld worden. Tevens klaagt men aan dat het bestaan van vervoersdiensten onvoldoende kenbaar wordt gemaakt. Zieken en ouderen ervaren het openbaar vervoer als weinig toegankelijk. Sommige burgers vinden dat het OCMW-rusthuis zou moeten kunnen beschikken over voldoende en aangepaste (rolstoelen) voertuigen, die ook door de gemeenschap en het Londerzeelse gemeenschapsleven moeten kunnen ingehuurd worden. Het verdient aandacht deze opgesomde noden gerichter te gaan onderzoeken o.a. via het behoefteonderzoek “Senioren Bevraagd”. Een mogelijk antwoord op deze noden kan gevonden worden in de sociale economie door de ontwikkeling van een buurtdienst. Dit wordt verder behandeld in het hoofdstuk “Sociale Tewerkstelling”.
23
2.2.2. COMMUNICATIE EN TOEGANKELIJKHEID o nood aan sociale kaart en thuiszorggids Vooral bij de beroepsorganisaties weerklinkt de vraag naar een actuele sociale kaart die het aanbod van de hulp- en dienstverlening beschrijft en waarin premies en uitkeringen worden uitgelegd. Een sociale kaart kan zinvol zijn voor zowel gebruikers als hulpverleners. Mensen stellen zich vragen rond dienstencheques, het PWA, mindermobielenvervoer, klusjesmannen, pedicure, dokters-specialisten, kinesitherapeuten, kappers aan huis, poetswerk en gezinszorg, etc.…. Men wil geïnformeerd worden rond gemeentelijke en andere premies zoals zorgverzekering, mantelzorgpremie. Zorgverstrekkers hebben er baat bij om andere diensten vlot te kunnen contacteren of te kunnen doorverwijzen. Een sociale kaart kan tevens elektronisch worden aangeboden, via de website van gemeente of OCMW. De uitgave van een gids in de thuiszorg kan een taak zijn van het SIT (Samenwerkingsinitiatief in de Thuiszorg). Er bestaan mooie voorbeelden met een handig zakformaat. Hulpverleners kunnen aan elkaar ook nuttige info doorgeven, zoals rond het bestaan van interessante sites of links. o Lage drempel In hun zorg voor ouderen en zieken moeten zowel professionelen als vrijwilligers naar de mensen toe stappen. Huisbezoeken zijn belangrijk om ook de armen en de zwakkeren te kunnen bereiken. De drempel van het rusthuis kan verlaagd worden door het uitwerken en onderhouden van contacten met de buitenwereld. o Sociaal huis Men vindt dat alle hulpverlening en informatie zou moeten aangeboden worden vanuit één centraal loket voor de burger. Beroepsmensen zien het sociaal huis als een drempelloos aanspreekpunt op lokaal vlak, waar alle burgers – ongeacht hun leeftijd, geslacht, afkomst of geloofsovertuiging – terecht kunnen. De burger moet met zijn vragen op de juiste plek terecht kunnen komen en adequate hulp krijgen. In een sociaal huis zou een centrale cel rond thuis- en ouderenzorg kunnen worden ontwikkeld waar coördinatie en afstemming gebeurt tussen de verschillende diensten (OCMW, ziekenfondsen, andere autonome organisaties, ….). De burger in Londerzeel is naargelang de aard van zijn hulpvraag aangewezen op twee verschillende sociale diensten, één bij de gemeente en één bij het OCMW. Hier ligt een grote uitdaging van afstemming en samenwerking, zodat efficiënter en klantvriendelijker kan gewerkt worden. o Netwerking en coördinatie Vooral de professionelen vragen naar een structurele coördinatie en betere samenwerking op het terrein van de thuis- en ouderenzorg in Londerzeel. Daarom stelt men voor in Londerzeel een SIT op te richten.
24
De voordelen van een SIT liggen in de opmaak van zorgenplannen bij complexe thuiszorgsituaties, gestructureerd overleg tussen de verschillende diensten, het organiseren van gezamenlijke bijscholing, het voeren van preventieve acties, het beter informeren van elkaar en van de bevolking. Er gebeurt nu wel sporadisch cliëntoverleg tussen sommige diensten. Om de overgang van een cliënt vanuit het thuismilieu naar het rusthuis vlot te laten verlopen is er overleg nodig tussen de ambulante en residentiële seniorenzorg. Binnen de OCMW-context is de sociale dienst voorstander van een betere afstemming tussen de werkingen van het rustoord, de flats en de thuisdiensten. Beleidsmatig kan een globale visie rond ouderenzorg (ambulant, semi-residentieel en residentieel ) uitgewerkt worden onder éénzelfde politieke structuur. Daarom wordt de suggestie gedaan om binnen de OCMW-raad over te gaan tot de oprichting van een Bijzonder Comité voor Bejaarden. 2.3. BIJKOMENDE ANALYSE Er werd binnen ons onderzoek geen aandacht besteed aan de socio-culturele participatie van ouderen. Ontspanning, cultuur, educatie, het verenigingsleven, e.d. werden niet onder de loep genomen. Aangezien Londerzeel over een rijk gamma aan verenigingen voor en door senioren beschikt, is het raadzaam om ook het socio-culturele middenveld te betrekken in de finalisering van het lokaal sociaal beleidsplan. Er zou kunnen gekeken worden naar het belang van een informatiepunt voor senioren, een seniorengids, de werking van de seniorenraad, de toegankelijkheid van het verenigingsleven voor de zwakkeren, etc.…. De mensen uit het verenigingsleven vragen vanwege het beleid coördinatie en ondersteuning in het werken met vrijwilligers. Deze vraag verdient zeker de aandacht van de beleidsmakers en vraagt daarvoor verdere uitdieping in de nabije toekomst. Een tweede facet dat we weinig of niet hebben belicht is de mantelzorg. Het is aan te bevelen om ook dit aspect verder uit te diepen en te evalueren in hoeverre gemeentelijke ondersteunende maatregelen tegemoet kunnen komen aan de noden. De gemeentelijke mantelzorgtoelage kan geëvalueerd worden. Op de participatieavond werd ingegaan op het thema verkeersveiligheid: ouderen vragen een verkeersbeleid dat rekening met hen houdt en voldoende maatregelen treft ter bescherming van de zwakke weggebruiker. Veilige voetpaden en oversteekplaatsen en gematigde snelheid van de autobestuurders vormen hier de belangrijkste bekommernissen. Het is aan te bevelen om in dossiers rond verkeersplanning en wegeninfrastructuur steeds de veiligheidstoets te maken voor de zwakke weggebruiker (de fietsers, voetgangers, ouderen, ….). Zoals reeds aangekondigd bij de aanvang van dit hoofdstuk, voert Londerzeel met de provincie Vlaams-Brabant en Professor Verté van de VUB een behoefteonderzoek uit bij de ouderen. Opvallend bij deze steekproef is de keuze om senioren in te zetten als enquêteurs. Het behoefteonderzoek is een instrument waarmee gemeente en OCMW de noden van 60plussers kunnen in kaart brengen. Deze resultaten zijn interessant voor het uitschrijven van zowel een lokaal ouderenbeleidsplan, als van het lokaal sociaal beleidsplan. Het kan een drijfkracht zijn voor het lokale ouderenbeleid en het lokale verenigingsleven.
25
Het kan tevens uitnodigen tot het verhogen van de kwaliteit van de werking van de gemeentelijke ouderenadviesraad. De vragenlijst behandelt thema´s als socio demografische indicatoren, woning, huisvesting, buurtbetrokkenheid, eenzaamheid, onveiligheid, mobiliteit, gezondheid, vallen, voorzieningen, hulpverlening, informatieverstrekking, dienstverlening, zingeving, ouderdomsbeeld, problemen waarmee geconfronteerd, cultuurparticipatie, participatie in verenigingsleven, vrijwilligerswerk, politieke betrokkenheid en invloed, mediagebruik, activiteiten ouderen en pensionering. Het gebruik van een uniforme werkmethode biedt bovendien het voordeel dat de gegevens vergelijkbaar zijn met andere gemeenten. Een ander voordeel van het onderzoek liggen in de betrokkenheid van ouderen bij het project. 2.4. BIJLAGEN Bijlage 3A : Algemene gegevens van de ouderenbevolking Bijlage 3B : De kwetsbare groepen onder de bejaarden Bijlage 3C : Beschrijving van de gebruikers van de OCMW-thuisdiensten Bijlage 3D : Het bestaande aanbod inzake hulp- en dienstverlening
26
3. WONEN 3.1. PROCESBESCHRIJVING Verantwoordelijke voor deze analyse : • Steven Rits, stedenbouwkundige ambtenaar, gemeente Londerzeel Tel: 052/39.92.62 E-mail:
[email protected] Stappen, die werden gezet om tot deze analyse te komen: - een informatie- en participatieavond op 15 juni 2006 (zie verslag bijlage 1). - analyse van bestaande documenten, verslagen, plannen (vermelding, bronaanduiding) - gesprekken (data en contactpersonen/organisaties) - een werkgroepvergadering op 04/09/2006 met de betrokken professionelen (zie verslag in de bijlage omgevingsanalyse ‘wonen’: Webra, Providentia, ACW, OCMW, gemeente) Geraadpleegde teksten: 1. Tekst 1: DE DECKER P., ‘Wie geniet van de overheidsuitgaven voor wonen in Vlaanderen?’ in: Ruimte en Planning, jg 20, nr. 1/2000 2. Tekst 2: DE DECKER P., & RENARD P., Het water loopt altijd naar de zee, in: Knack, 2000, pp. 33 3. Tekst 3: Cijfers opgemaakt en overgemaakt aan de gemeente door AROHM maart 2006. Bronnen: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie – Statistiek en Economische informatie – Bevolking op 01.01.2003, NIS-telling 2001, COI 2004, sociale Huurwet 31.12.199, cijfers VHM 2005, gegevens verstrekt door gemeentes en/of OCMW’s in februari 2006. 4. Tekst 4: CATTOIR K. & PELFRENE E., Stativaria 27, Aantal verkochte bouwgronden en gemiddelde bouwgrondprijzen binnen ruimtelijke zones en grensgebieden van het Vlaamse Gewest, in opdracht van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Brussel, 2003 3.2. BETAALBAAR WONEN Betaalbaar wonen is voor de Vlaming een zeer belangrijk thema. De grond- en woningprijzen zijn volgens de modale Vlaming niet meer betaalbaar. Hij zit met een baksteen in zijn maag, maar vreest dat hij er niet zal uitgeraken. De vastgoedprijzen zijn de laatste jaren enorm gestegen: de prijzen van de bouwgronden zijn in de Vlaamse rand meer dan verdrievoudigd sinds het jaar 1990. De woningprijzen zijn vooral de laatste jaren sterk de hoogte ingegaan (zie bijlage 4) en stijgen de laatste jaren gemiddeld met 5% per referentiejaar.
27
Toch bestaat deze perceptie van dure vastgoedprijzen reeds enkele decennia. Reeds 50 jaar geleden was er in de verkiezingsfolders reeds sprake van ‘te dure bouwgronden’. Het thema betaalbaar wonen ligt aan de basis van het doordacht grondbeleid, gestart in de jaren ’60. Periodiek werd er in het verleden per legislatuur een initiatief betaalbaar wonen gecreëerd. Dergelijk grondbeleid wordt door de Londerzelenaar enorm gewaardeerd. Op de bijhorende kaart kan men duidelijk vaststellen welke initiatieven er de laatste decennia rond betaalbaar wonen zijn genomen. In het begin waren er twee wooninitiatiefvormen: 1. de gesubsidieerde bouwgronden, 2. de sociale koop- en huurwoningen, opgericht door de lokale sociale huisvestingsmaatschappijen. De laatste jaren blijkt dat er meer en meer vraag is naar gemengde wijken – zoals de wooninbreiding binnengebied Sint-Jozef- om volgende redenen: 1. Door gedifferentieerde woonvormen creëert men gedifferentieerde bewoners, afkomstig van verscheidene inkomensgroepen, 2. Het beleid richt zich naar en bereikt een veel groter gedeelte van de bevolking, 3. De wijken krijgen architecturaal een verhoogde beeldkwaliteit en samenhang, 4. Stedenbouwkundig hebben deze wijken ook een grotere meerwaarde (hogere dichtheden, meer flexibiliteit, uitstraling en creativiteit, mogelijkheid tot organiseren van architectuurwedstrijd, …). Uit de analyse van het gevoerde grondbeleid blijkt dat de betaalbaarheid op verschillende wijzen wordt bereikt: 1. Voor de 424 gerealiseerde sociale huur- en koopwoningen (respectievelijk 105 en 319 stuks, gerealiseerd door de lokale sociale huisvestingsmaatschappij) - Vlaamse subsidies aan de sociale huisvestingsmaatschappijen - BTW-tarief voor nieuwbouw aan 12% in plaats van 21% - Goedkopere grondprijzen door kleinere loten. - Goedkopere woningprijzen door eenvormigheid, wedstrijdsysteem, bouwervaring en relaties, typeplannen, ... 2. Voor de 635 gesubsidieerde gronden: - Vlaamse subsidies voor de infrastructuurwerken 3. Voor de 92 gesubsidieerde koopwoningen - Vlaamse subsidies voor de infrastructuurwerken - Kleinere loten, gestandaardiseerde woningen, nieuwe bouwsystemen. Uit de analyse van het gevoerde ‘betaalbaar’ woonbeleid blijken volgende knelpunten: 3.2.1. HET AANDEEL SOCIALE HUURWONINGEN DIENT TE VERHOGEN Meer dan 2/3 van de betaalbaar wooninitiatieven bestaat dus uit gesubsidieerde gronden (in de volksmond foutief ‘sociale kavels’ genoemd), al dan niet bebouwd. Ongeveer 1/4 van de initiatieven zijn sociale koopwoningen, gebouwd door de lokale sociale huisvestingsmaatschappij. Tot slot bedraagt het aandeel sociale huurwoningen -gebouwd door dezelfde huisvestingsmaatschappij- 1/12 van de initiatieven.
28
Maar wie profiteert nu van deze betaalbare wooninitiatieven? Professor Pascal De Decker heeft begin deze eeuw een werk gepubliceerd, waarin een antwoord wordt geboden op deze vraag.(3) De laagste inkomensklassen komen er echter niet aan toe om een grond en/of woning te verwerven, eigenaars zijn meestal gezinnen met twee inkomens. De slechtverdieners hebben een inkomen dat te onzeker en/of onvoldoende hoog is en ze hebben geen startkapitaal. De bevolkingsgroep -die optimaal profiteert van de subsidies om een eigen huis en/of bouwgrond te verwerven- zijn hoofdzakelijk de mensen met een inkomen dat boven het gemiddelde ligt. Het is deze groep met een netto-inkomen van 1.25 tot 2 miljoen frank, die in totaal in de statistieken het best vertegenwoordigd is en ook het grootste geldelijke voordeel heeft. De inkomensvoorwaarden voor dergelijke gesubsidieerde bouwgrond, alsook de goedkope leningen en de ondertussen afgeschafte federale nieuwbouwpremies worden berekend op een inkomen van 2 jaar terug. Bijgevolg is dit in het voordeel van wie op het ogenblik van de aanvraag bij voorkeur twee volwaardige inkomens heeft, maar enkele jaren voordien nog studeerde of van één of andere uitkering leefde. De kandidaat-kopers zijn bijgevolg voor 90% jonge startende gezinnen. Op nationaal niveau blijkt dat slechts 10% van al de middelen -onder de vorm van subsidies, premies en fiscale voordelen- naar de 20% laagste inkomens gaat. Daarentegen gaat 43% van de overheidsmiddelen naar de rijkste 20% van de bevolking. De sociale huursector is volgens de professor daarentegen wel een geschikt instrument voor een sociaal beleid. Maar ook daar blijken niet alleen de uiterst lage inkomens van te genieten. Toch verdient meer dan 90% van de huurders minder dan de gemiddelde Vlaming. En de 20% laagste inkomens profiteren van 42% van het voordeel. Indien we er mogen van uitgaan dat in Londerzeel gelijkaardige verhoudingen kunnen toegepast worden, kunnen we besluiten dat minder dan 1/12 van de ingezette middelen naar de allerlaagste inkomens gaat. En als we dan weten dat volgens de grondwet en de Vlaamse wooncode huisvesting is ingeschreven als een sociaal grondrecht, is het herschikken van de middelen inzake betaalbaar wonen op sociaal vlak zeker zinvol. Op Vlaams niveau blijkt dat er een nijpend tekort is aan sociale woningen. Het tekort wordt geraamd op minimum 90.000 woonentiteiten (4). Om dit tekort in te vullen, pleit men voor een verdeling over gans Vlaanderen, rekening houdend met het schaalniveau van de kern. Hiervoor heeft men uiteraard bijhorend cijfermateriaal nodig. Het percentage van het aantal sociale woningen per kern ten opzichte van het totaal aantal woningen van diezelfde kern geeft een vergelijkbaar cijfer. Het aandeel sociale huurwoningen voor Londerzeel 2.13% van het totaal woningenbestand (6626 gebouwen) bedraagt. Voor de provincie Vlaams Brabant bedraagt dit aandeel 3.65% (zie bijlage 4). Door de hoge prijzen van bouwgrond en woningen kunnen steeds maar minder gezinnen een woning in eigendom verwerven. Zij belanden op de huurmarkt, maar ook op de private huurmarkt zijn de prijzen mee de hoogte in gegaan. Resultaat is dat er steeds meer mensen -met name de lagere sociale klasse- aangewezen zijn op de sociale huurmarkt. Dit laatste blijkt ook uit de groeiende wachtlijsten van kandidaten voor een sociale huurwoning. 3
DE DECKER P., ‘Wie geniet van de overheidsuitgaven voor wonen in Vlaanderen?’ in: Ruimte en Planning, jg 20, nr. 1/2000
& RENARD P., Het water loopt altijd naar de zee, in: Knack, 2000, pp. 32-34 4
DE DECKER P., ‘Wie geniet van de overheidsuitgaven voor wonen in Vlaanderen?’ in: Ruimte en Planning, jg 20, nr. 1/2000 en
DE DECKER P., & RENARD P., Het water loopt altijd naar de zee, in: Knack, 2000, pp. 33
29
Er moet bijgevolg naar een manier gezocht worden om het aandeel sociale huurwoningen op korte/middellange termijn toch fors te laten stijgen binnen de mate van het mogelijke. Maar de gemeente mag en kan het creëren van ‘betaalbaar wonen’-projecten niet te eng zien en enkel maar investeren in sociale huurwoningen. Van oudsher heeft zij immers ook betaalbare wooninitiatieven op de markt gebracht voor andere inkomensgroepen. Gezien dit gevoerde grondbeleid met de jaren is ingebed en aanvaard, is enkel het doordacht bijsturen van het beleid aan de orde. Haar hoofdtaak blijft bijgevolg ruimer, namelijk het op de markt brengen van gemengde woonprojecten. Er is immers ook vraag naar andere vormen van ‘betaalbaar wonen’ zoals - sociale koopwoningen, - gesubsidieerde bouwkavels, - niet-gesubsidieerde bouwkavels met inkomensgrenzen, - koopwoningen op gesubsidieerde bouwkavels, - koopwoningen op niet-gesubsidieerde bouwkavels. Hoe verder de differentiatie van de aangeboden woon- en/of bouwvormen, hoe betere sociale differentiatie van de bewoners men zal bekomen. Voorgaand knelpunt blijkt tevens uit het overlegmoment met de professionelen, merkbaar in het verslag d.d. 15 juni 2006 (zie bijlage 1) en in het verslag d.d. 4 september 2006. Deze noodzaak blijkt ook uit het ruimtelijk structuurplan Londerzeel en de wachtlijstcijfers van de lokale sociale huisvestingsmaatschappij. 3.2.2. HUURSUBSIDIES Eén probleem is dat de gewestelijke huursubsidie voor alle Vlaamse gemeenten hetzelfde is en niet gelinkt is aan de gemiddelde vastgoedprijzen, die van toepassing zijn per regio/gemeente. De voorwaarde om deze huursubsidie te bekomen is dat de huur van een woning niet meer mag bedragen dan € 458,60. Voor gemeenten rond Brussel -maar ook voor de Londerzeelse woningen- is dit barema veel te laag. Hierdoor komen (te) weinig mensen in aanmerking voor een huursubsidie. In vele gevallen kunnen de huurders –die voldoen aan de overige eisen- enkel kiezen tussen ofwel een woning zonder basiscomfort, ofwel een woning waarvoor de huursubsidie niet geldt. De huursubsidie van de gemeente is een goed initiatief, maar kan in de toekomst verder uitgebouwd worden. Het OCMW Londerzeel onderzoekt per dossier of een geldelijke steun kan gegeven worden voor de huur. De verschillende vormen van huursubsidies moeten eens op een rijtje gezet worden om na te gaan hoe de verschillende systemen beter op elkaar kunnen afgestemd worden. Volgende vragen komen naar voor uit de analyse: • Welke subsidies zijn cumuleerbaar? • Vallen er bepaalde doelgroepen buiten? • Kan men onder de huidige vorm van gemeentelijke huursubsidie misbruik maken? Ook het sociaal verhuurkantoor Webra valt onder de Vlaamse wetgeving en heeft dezelfde voornoemde problemen (zie verslag workshop d.d. 4 september 2006). Zij trachten woningen van de private markt –die in aanmerking komen voor de gewestelijke subsidie- door te verhuren aan de behoeftigen. In ruil hiervoor garanderen ze de verhuurders een maandelijkse huur en leveren na afloop van de huur de woongelegenheid in normale staat terug aan de eigenaar.
30
Tevens kunnen zij ten volle profiteren van de provinciale subsidie voor verbouwingswerken aan een ‘sociale’ huurwoning (+/- €12.500 per woonentiteit) en volgen deze werken eveneens op. Dit zijn uiteraard bijkomende voordelen voor de verhuurder. Bijkomend probleem is dat Webra de woningen huurt voor 9 jaar. De gewestelijke huursubsidie wordt uitgereikt voor maximum 6 jaar. Zij zijn vragende partij voor een gemeentelijke huursubsidie voor de overige 3 jaar? 3.2.3 OPSPLITSEN VAN WONINGEN Gezien de gezinsverdunning en de vergrijzing van de bevolking, wordt steeds vaker gedacht aan het opsplitsen van woningen. Het nieuw fenomeen van de ‘kangoeroewoningen’ –ouderen gaan op het gelijkvloers wonen en verhuren de bovenverdieping tegen een beperkte huurprijs aan een jong gezin, dat mee instaat voor de basiszorg van deze ouderen- wordt stedenbouwkundig drastisch beperkt. Immers, kangoeroewonen is juridisch moeilijk te onderscheiden van het louter opsplitsen van een woning. En momenteel is de opsplitsing van woningen niet mogelijk buiten de dorpskernen volgens het decreet ruimtelijk ordening. Er gaan stemmen op om dit te verruimen (zie verslag workshop d.d. 04.09.2006). Dit kan als gevolg hebben dat de prijzen van woningen opnieuw stijgen, gezien de eengezinswoningen het deel van woonmarkt uitmaken, waar de bouwpromotoren nog geen interesse hebben. Stedenbouwkundig kan men wel reeds met meerdere gezinnen in één woning met gemeenschappelijke delen wonen. Onder deze vorm is kangoeroewonen wel reeds mogelijk, zolang de verscheidene woondelen maar niet opsplitsbaar zijn in meerdere volwaardige woongelegenheden. Hierdoor wordt uiteraard ook voorkomen dat er geen sociale band meer zou bestaan tussen de twee gezinnen. 3.2.4. HET UITBESTEDEN VAN HET GRONDBELEID WORDT IN VRAAG GESTELD In het verleden had de gemeente haar eigen grondregie. Zij deed zelf de onderhandelingen met de betrokken particulieren tot aankoop van de gronden, maakte afspraken over de prijzen, stelde zelf een ontwerper aan tot opmaak van een wijkplan om vervolgens over te gaan tot de realisatie van de wegenis– en omgevingswerken. Tot slot werden de toewijzingen van de gronden aan de kandidaatkopers gedaan aan de hand van toewijzingscriteria (inkomen, onroerende bezittingen, aantal kinderen en relatie met de gemeente). Enkel bij de wooninbreidingen voor sociale woningen werd dit voorgaande overgelaten aan de sociale huisvestingsmaatschappij Providentia. Het spreekt voor zich dat deze taak als initiatiefnemer vaak tot conflictsituaties kan leiden, bijvoorbeeld indien eigenaars van de voor een project noodzakelijke gronden niet instemmen met een verkoop in der minne. In dat geval zijn er immers twee onpopulaire mogelijkheden: het project wordt opgedoekt of er wordt overgegaan tot onteigening. De laatste decennia is men echter de Intercommunale Haviland gaan inschakelen om deze taak -in de plaats van de gemeente- te vervullen (wijk Het Dorp en binnengebied Sint-Jozef) Het voordeel is uiteraard dat de gemeente van de administratieve rompslomp (de verwerving van de gronden en de aanbesteding voor het ontwerp en uitvoering van de wegeniswerken) verlost is. De nadelen overschaduwen echter de voordelen.
31
-
Hogere kostprijs: Eerst en vooral is er het feit dat de gemeente dergelijke bouwprojecten in het verleden steeds gedaan heeft in functie van het op de markt brengen van betaalbare gronden. Maar het inschakelen van een tussenpartij komt in dit geval de betaalbaarheid zeker niet ten goede. Immers, er worden onnodig bijkomende externe administratieve krachten betrokken in een proces, waaronder de transparantie van de kostprijsbepaling lijdt.
-
Lagere flexibiliteit: Door het inschakelen van derden in het grondbeleid is men te afhankelijk van deze partij en kan men onvoldoende snel ingrijpen in het kader van opportuniteiten. Tevens denken zij te klassiek over woonprojecten (hun visie bestaat er veeleer uit om de verdeling van de gronden op financieel vlak te optimaliseren door de klassieke verkaveling toe te passen) en dat ze weinig opgezet zijn met participatie van andere partners, hetgeen de flexibiliteit van het gehele project niet ten goede komt.
-
Verdwijnen van eigen expertise: Het onderhandelen met de bevolking en vooral het opstellen van allerhande overeenkomsten zijn noodzakelijke ervaringen, die men opbouwt per project in het kader van het grondbeleid. Om dergelijk actief grondbeleid in eigen regie te voeren is o.a. optimale kennis vereist over de vele mogelijkheden van het contractrecht (administratief recht). Door de uitbesteding aan derden is de jarenlange opgebouwde expertise van de gemeentelijke administratie aan het verdwijnen.
Voorgaande kritiek blijkt tevens uit het overlegmoment met de professionelen, merkbaar in het verslag d.d. 15 juni 2006 (zie bijlage 1) en in het verslag d.d. 4 september 2006. 3.2.5. IN HET VERLEDEN BLIJKT HET GRONDBELEID TE RUIMTEVERSLINDEND Uit de kaart met de bebouwde oppervlakte van Londerzeel is duidelijk af te leiden dat gedurende de tweede helft van de 20ste eeuw de kern Londerzeel aanzienlijk gegroeid is. Rekening houdend met de private ontwikkelingen kan men stellen dat de bebouwde oppervlakte van de kernen nagenoeg verdubbeld is. Dergelijk ruimtegebruik is echter nefast voor de open ruimte, er moet bijgevolg zuiniger omgegaan worden met de onbebouwde ruimte. 3.3. ‘COMMUNICATIE EN TOEGANKELIJKHEID’ Een ander belangrijk thema uit de gesprekken met de burger en van de professionelen blijkt de communicatie te zijn. Zowel interne (communicatie tussen de woonpartners) als externe communicatie (communicatie naar de burger) blijken soms voor problemen te zorgen. Tevens is het thema ‘toegankelijkheid van de verschillende loketfuncties’ een noodzakelijk aandachtspunt. De drempelvrees voor sommige burgers blijkt vaak nog te groot.
32
3.3.1. INTERNE COMMUNICATIE Gestructureerde communicatie tussen de woonpartners lijkt voor de hand liggend, maar uit de praktijk blijkt dat dit niet steeds optimaal verloopt. Door het meewerken aan deze omgevingsanalyse van de betrokken medewerkers van de gemeente en het OCMW per werkgroep blijkt ondermeer dat de communicatie beter kan. Voorbeelden van dergelijke informatiestromen worden hieronder geschetst: 3.3.1.1. COMMUNICATIE EN SAMENWERKING TUSSEN OCMW – PROVIDENTIA – WEBRA Uit de gevoerde gesprekken met de professionelen (o.a. workshop d.d. 4 september 2006) blijkt dat: • er nood is aan eenvoudig afsprakenkader, een vorm van samenwerkingsprotocol, waardoor de taakverdeling voor eenieder duidelijk is. • het OCMW vragende partij is dat hun bemiddelingsmogelijkheden worden geoptimaliseerd. Indien Providentia zeer snel bericht aan het OCMW bij de geringste wanbetaling, kan de betrokken cliënt efficiënter geholpen worden (vb. oprichten van een commissie voor afhandeling van huurachterstallen om te vermijden dat de cliënt wordt uitgedreven en aangewezen is op crisisopvang) • een betere communicatie rond de plaats van het cliënteel op de wachtlijst wenselijk is, alsook oog voor de actualisatie van het inschrijvingsregister bij cliënten, die niet sterk zijn in administratie • moet gestreefd worden naar afstemming en doorstroming van de OCMW-crisiswoonsten naar de sociale huisvesting • de voorwaarden i.v.m. de huurwaarborg best versoepeld worden, indien deze door het OCMW dienen gesteld te worden (vb. bankgarantie Dexia) • de inschrijvingsprocedure op de wachtlijsten vereenvoudigd moet worden • er duidelijkheid rond voorrangregels voor bepaalde doelgroepen (o.a. daklozen) wordt gevraagd vanwege het OCMW. 3.3.1.2.COMMUNICATIE EN SAMENWERKING TUSSEN OCMW – GEMEENTE Ook hier blijkt dat de communicatie beter kan, en wel op volgende vlakken: o Beiden moeten ‘wooncliënten’ naar de toekomst toe efficiënter kunnen doorverwijzen naar (elkaars) bevoegde diensten o Er wordt een actieve deelname in woonoverleg door een OCMW-ambtenaar gevraagd o Het uitwisselen van informatie onderling kan verbeteren (subsidies, premies, …) o Er bestaat onduidelijkheid over wie doet wat en waar? Een meer afgelijnde taakverdeling dringt zicht op. 3.3.1.3. COMMUNICATIE EN SAMENWERKING TUSSEN GEMEENTE – WEBRA Het is een feit dat de huidige huurmogelijkheden van Webra op de private markt beperkt zijn (5-tal woningen in huur). Er moet actief naar een verhoging van dit huuraanbod gestreefd worden. De gemeente is het best geplaatst om huurwoningen te melden aan Webra. Dit zou de werking van Webra kunnen optimaliseren.
33
3.3.2. EXTERNE COMMUNICATIE Anderzijds blijkt uit de vele gesprekken en de verslagen dat de communicatie naar de burger steeds kan verbeteren, en dit op alle vlakken. Voorbeelden hiervan zijn: info over werking en doelstellingen van de verschillende woonactoren (Providentia, Webra, gemeente, OCMW, …) naar de burger. Informatie over mogelijke premies vb. er is gebleken dat weinig ouderen op de hoogte zijn van de mogelijkheden van de aanpassingspremie. Daarom wordt voorgesteld om te werken met duidelijke loketfuncties. De communicatie naar de burger kan hierdoor er enkel maar op vooruit kunnen gaan: 3.3.2.1. UITBOUWEN VAN EEN SOCIALE HUURCEL Deze kan in een latere fase misschien uitgroeien tot een zelfstandige dienst, maar zal in eerste fase deel uitmaken van de sociale dienst van het OCMW. De taken voor deze cel zijn: o toeleiding van de cliënt naar de private huurmarkt door onderhandeling en communicatie met de privé-eigenaars , door het aanbieden van een loketfunctie met informatie over leegstaande woningen (internet, woonwinkel), ….. o ondersteuning van de kansarmen op de woningmarkt (vermijden van uitbuiting, huisjesmelkers, ….) o uitbreiden van preventie en bemiddeling inzake uithuisdrijvingen o begeleiding op vlak van wooncultuur o netwerking met andere huisvestingspartners o doorverwijzing i.v.m. premies, subsidies, ….. 3.3.2.2. VERDER UITBOUWEN VAN EEN HUISVESTINGSCEL Deze kan een zelfstandige dienst uitmaken of deel uitmaken van de Dienst Ruimtelijke Ordening. Momenteel wordt deze informatie reeds via de dienst Ruimtelijke Ordening gecommuniceerd; maar kan meer gestructureerd gecommuniceerd worden. De taken voor deze dienst zijn. o Informatie over de lopende en goedgekeurde verkavelingdossiers, o Informatie over komende (betaalbaar) woonprojecten, o Informatie over de te koop gestelde woningen, o Informatie over bestaande premies rond (ver)bouwen, o Kwaliteitscontroles ongeschikt- en onbewoonbaar verklaarde woningen. o … 3.3.2.3. VERDER UITBOUWEN VAN EEN GRONDBELEIDCEL Deze kan een zelfstandige dienst uitmaken of deel uitmaken van de afdeling grondgebiedszaken (eventueel onderdeel van de dienst Ruimtelijke Ordening en/of de dienst openbare werken). De huisvestings– en grondbeleidcel kunnen eventueel gecombineerd worden tot één loket. De taken voor deze dienst zijn. o Informatie over overige strategische acties, o Opvolging strategische projecten, o Aan- en verkoopbeleid, o Voorbereiding en opmaak (administratieve) aktes, o Onderhandeling met betrokkenen, …
34
3.4. KWALITEIT VAN DE WONING / DE WOONOMGEVING 3.4.1. KWALITEIT VAN DE WOONGELEGENHEDEN Uit de tabel van de kwaliteit van de woningen blijkt dat 1/7 van het totaal patrimonium van de woning zonder comfort is, 1/3 van de woningen is zonder of met klein comfort. Dit is vergelijkbaar met de rest van Vlaanderen. Gezien de renovatievloed –bestaande in heel Londerzeel- mogen dergelijke cijfers geen probleem opleveren. Wel dient een ander probleem –de leegstand en verwaarlozing van woningen- hiervoor eveneens strikt opgevolgd worden. Momenteel wordt de oplijsting op basis van signalisatie door de wijkagenten opgesteld, vaak na hygiëneklachten. Maar dit kan op basis van de bevolkingsgegevens meer structureel opgevolgd worden. Vb. na een toegelaten periode van 2 jaar leegstand wordt de eigenaar op de hoogte gebracht van de problematiek (sensibilisering). Indien de eigenaar van slechts wil is en een jaar later nog niets heeft ondernomen (m.a.w. indien de leegstand en/of de verwaarlozing nog bestaande is), wordt een pand automatisch op de lijst van de leegstaande en verwaarloosde woningen geplaatst. Een laatste problematiek –die naar voor is gekomen in de gesprekken- is de ongeschikte, (overbewoonde) en onbewoonbare woningen. De procedure volgens de wooncode wordt voldoende ingesteld in onze gemeente. Maar vaak wordt deze procedure tevergeefs misbruikt door de huurder om het huurcontract te verbreken. 3.4.2. KWALITEIT VAN DE WOONOMGEVING Er zijn tijdens de bevragingen opmerkingen verzameld over het feit dat het onderhoud van het openbaar domein veel beter kan. Enerzijds kan het gemeentelijk onderhoud beter. Maar niet elke onkruidplant of hondenpoep kan door de overheid opgeruimd worden. De mensen zouden moeten gestimuleerd worden om het onderhoud voor eigen deur op zich te nemen. Er werden voorstellen gedaan vanuit de werkvergadering dat de gemeente basispakketten zou kunnen voorzien voor de buurtcomités, zodat zij iets kunnen organiseren in het kader van de beeldkwaliteit en de veiligheid van de wijk (sensibiliseringscampagnes). - barbecue - onderhoud - milieu Zo kan het sociale leven gestimuleerd worden en de verzuring van de maatschappij bestreden worden. Dit vraagt wel budgettering. Projecten ontwikkelen (vanuit een samenwerkingsverband tussen cultuur en welzijn en soms ook met milieu, mobiliteit en ruimtelijke ordening, …) die tegelijkertijd de “omgevingsfactoren” verbeteren en anderzijds het “sociaal weefsel” versterken en solidariteit aanscherpen. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van bestaande methodieken zoals “straataudits” (www.steunpuntstraten.be). Uiteraard bepaalt de inrichting van het openbaar domein ook grotendeels de woonomgeving. Creativiteit in de planning en gelijkvormigheid in een doordacht materiaalgebruik is vereist.
35
3.5. BIJLAGEN Bijlage 4A : Kaart met de gerealiseerde wooninitiatieven met tabel Bijlage 4B : Tabel AROHM over percentages sociale huurwoningen in Vlaams-Brabant Bijlage 4C : Tabel over de bouwgrondprijzen Bijlage 4D : Tabel over de kwaliteit van de woningen te Londerzeel Bijlage 4E : Cijfers wachtlijsten van de lokale sociale huisvestingsmaatschappij Providentia
36
4. GEHANDICAPTENZORG 4.1. PROCESBESCHRIJVING Verantwoordelijken voor deze analyse : • Marita Berghman, maatschappelijk assistente dienst thuiszorg, OCMW Londerzeel Tel: 052/30.06.64 E-mail:
[email protected] • Katty Creytens, diensthoofd sociale dienst, OCMW Londerzeel Tel: 052/30.06.64 E-mail:
[email protected] Omschrijving van welke stappen werden gezet om tot deze analyse te komen: - Informatie- en participatieavond op 15/06/06 (Bijlage 1) - Werkgroepvergadering op 03/10/06 (Bijlage 5A) - Analyse van: onthaalbrochure vzw Levedale, zorgverleningconcept van therapeutisch dagcentrum Eindelijk, infobundel ATB (ArbeidsTrajectBegeleiding) infobrochure Blijdorp. - Gesprek met mevr. Annaerts (28/08/06), Lid Sociale Raad, actief binnen Eindelijk vzw (Bijlage 5B) - Telefonische contacten met ziekenfondsen,provincies, hulpverleningsorganisaties, … 4.2. CIJFERGEGEVENS Het actuele cijfermateriaal rond personen met een handicap is beperkt. 4.2.1. AANTAL PERSONEN MET EEN HANDICAP Cfr. Bijlage 5C: Aantal personen met een handicap, Vlaams Fonds 2006 Op basis van de gegevens van het Vlaams Fonds van 2006 heeft 1,3% of 231 inwoners van Londerzeel een handicap. Dit percentage komt (in grote mate) overeen met het percentage voor het arrondissement Halle-Vilvoorde (1,3%) en de provincie Vlaams-Brabant (1,9%). Kijkend naar de verdeling naar leeftijd, zijn wel een paar verschillen vast te stellen. Zo is het aantal min 20-jarigen met een handicap beduidend kleiner in Londerzeel (15,2%) dan in het arrondissement Halle-Vilvoorde (20,3%) of de provincie Vlaams-Brabant (19,2%). De groep 20-60 jarigen met een handicap komt meer voor in Londerzeel (68,8%) dan in het arrondissement Halle-Vilvoorde (63,1%) of de provincie Vlaams-Brabant (65,3%). 4.2.2. BEGUNSTIGDEN INKOMENSVERVANGENDE TEGEMOETKOMING Cfr. Bijlage 5D: Begunstigden inkomensvervangende tegemoetkoming en/of integratietegemoetkoming, 2004 Uit cijfers van FOD sociale zekerheid blijkt dat in 2004 per duizend inwoners van Londerzeel 6,9 personen een inkomensvervangende tegemoetkoming en/of een integratietegemoetkoming ontvingen. Deze gegevens wijken omzeggens niet af van de cijfers voor het arrondissement Halle-Vilvoorde (6,7 begunstigden per 1.000 inwoners) of Vlaams-Brabant (7,9 begunstigden per 1.000 inwoners).
37
4.3. BESTAAND HULPVERLENINGSNETWERK
4.3.1. OVERZICHT VAN HET HULPVERLENINGSAANBOD IN VLAAMS-BRABANT Londerzeel is aangewezen op de omringende gemeenten voor de verschillende zorgvormen voor personen met een handicap. Cfr. Bijlage 5E: Voorzieningen voor een persoon met een handicap – Vlaams-Brabant en Brussel Cfr. Bijlage 5F: Overzicht aanbod residentiële zorgvormen voor personen met een handicap in Vlaams-Brabant Cfr. Bijlage 5G: Overzicht aanbod ambulante zorgvormen voor personen met een handicap in VlaamsBrabant Cfr. Bijlage 5H: Overzicht aanbod internaten en semi-internaten in Vlaams-Brabant Cfr. Bijlage 5I : Aanbod van begeleid wonen in Vlaams-Brabant
4.3.2. OVERZICHT ZORGVORMEN VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP ROND LONDERZEEL 4.3.2.1. TEKORT AAN AANBOD RESIDENTIËLE OPVANG Londerzeel kent geen residentiële opvang voor andersvaliden. Het gemeentebestuur van Londerzeel stond, samen met Meise, Merchtem, Grimbergen en Kapelle-opden-Bos aan de wieg van Levedale vzw en biedt verder logistieke en financiële steun. De bestaande initiatieven voor residentiële opvang in buurgemeenten kampen met een chronisch plaatsgebrek. (Cfr. Werkvergadering 03 oktober 2006 – zie bijlage 5A) Levedale vzw bestaat uit een tehuis voor werkenden (30 plaatsen, waaronder 3 bewoners afkomstig uit Londerzeel) en een tehuis voor niet-werkenden (16 plaatsen, waaronder 1 bewoner afkomstig uit Londerzeel). Op de wachtlijst voor het tehuis werkenden (8 personen), staan geen inwoners van Londerzeel. Op de wachtlijst voor het tehuis niet-werkenden (7 personen), staan 2 personen uit Londerzeel. Blijdorp bestaat uit volgende residentiële voorzieningen: - Internaat: erkend voor 29 minderjarigen; waarvan niemand uit Londerzeel. - Semi-internaat: erkend voor 92 plaatsen, waarvan 3 kinderen uit Londerzeel. - Tehuis niet-werkenden: erkend voor 97 plaatsen (96 + 1 plaats kortopvang), waarvan 3 personen uit Londerzeel. Er is een wachtlijst van 106 personen, waarvan 3 personen uit Londerzeel. - Beschermd wonen: erkend voor 16 plaatsen, waarvan 1 persoon uit Londerzeel. Er is een wachtlijst van 22 personen, waarvan niemand uit Londerzeel.
38
4.3.2.2. DAG- EN NACHTOPVANG Initiatieven van dag- en nachtopvang voor andersvaliden bestaan niet in Londerzeel. Deze initiatieven zijn van groot belang voor andersvaliden en hun omgeving. Andersvaliden blijven op een aangepaste manier actief bezig dankzij dagopvanginitiatieven. De naaste omgeving kan ondertussen zelf, met een gerust gevoel, eigen dingen doen en batterijen opladen. In Buggenhout kunnen mensen met niet aangeboren hersenletsels (NAH) terecht bij Eindelijk vzw. Het therapeutische centrum heeft sedert juli 2006 een erkenning voor 20 personen per dag (voordien 12 personen per dag). 3 deelnemers zijn afkomstig uit Londerzeel. In november 2006 zijn de 20 plaatsen per dag niet volledig ingevuld. De mensen die deze plaatsen zullen invullen zijn echter wel gekend. Zij zijn momenteel nog in revalidatie. In Dendermonde kunnen andersvalide volwassenen in Blijdorp terecht voor zinvolle dagbestedingen. 66 plaatsen, er zijn in totaal 92 personen ingeschreven, waarvan 5 personen afkomstig uit Londerzeel. Op de wachtlijst staan momenteel 29 personen, waarvan niemand uit Londerzeel. In Buggenhout kunnen andersvalide kinderen en jongeren school lopen in het buitengewone Kleuteronderwijs, lager en secundaire onderwijs –type 2. 4.3.2.3. KORTVERBLIJF Initiatieven van kortverblijf voor andersvaliden bestaan niet in Londerzeel. Dergelijke initiatieven zijn van groot belang om het thuismilieu tijdelijk te ontlasten. Het stelt mantelzorgers in staat om met een gerust gevoel en zonder schuldgevoelens er zelf even tussen uit te knijpen. (Cfr. gesprek met mevr. Annaerts) In Dendermonde zorgt Blijdorp met ‘De Passerelle’ voor kortverblijf voor de kinderen van Blijdorp. Er is een erkenning voor 1 plaats per dag of met andere woorden voor 365 plaatsen per jaar. In de praktijk worden een aantal kinderen gelijktijdig opgevangen gedurende een aantal weekends per jaar In het tehuis voor niet-werkenden wordt 1 van de 97 plaatsen voorzien voor kortverblijf. 4.3.2.4. BEGELEID EN BESCHERMD WONEN Begeleid en beschermd wonen Klein Brabant vzw, Achterhoefweg 37, 2870 Puurs is verantwoordelijk voor het grondgebied Londerzeel. Momenteel begeleiden zij 6 personen met een handicap in Londerzeel. Op de wachtlijst staan 5 personen uit Londerzeel. 4.3.2.5. THUISOPVANG Initiatieven van thuisopvang specifiek voor andersvaliden bestaan niet in Londerzeel. Thuisopvang is belangrijk om korte en afgebakende periodes van afwezigheid van de mantelzorgers te overbruggen (vb. bij winkelen, daguitstapje,…).
39
De ziekenfondsen bieden thuisoppas aan voor senioren, zieke kinderen en andersvaliden. Binnen de Christelijke Mutualiteit bestaat binnen de vrijwilligerscentrale ‘Oppas+’. Deze oppasdienst is er voor kinderen en volwassenen met een handicap. Er zijn vrijwilligers uit Londerzeel geëngageerd. Binnen de Voorzorg is er een oppasdienst voor volwassenen en een oppasdienst voor kinderen (Reddy Teddy) die evenzeer bij andersvaliden aan huis komen. Ook binnen de Liberale Mutualiteit bestaat er een vrijwillige oppasdienst, met Londerzeelse vrijwilligers, die o.a. bij andersvaliden thuiswachten. Het Neutraal Ziekenfonds beschikt zelf niet over een oppasdienst, maar heeft hierover een samenwerkingsakkoord met ‘solidariteit voor het gezin’. Blijdorp heeft een thuisoppasdienst. Dit is een service die enkel georganiseerd wordt voor kinderen van Blijdorp. Het zijn vrijwilligers die thuis gaan oppassen bij de kinderen. 4.3.3. GEGEVENS VAN DE CENTRALE REGISTRATIE ZORGVRAGEN (CRZ) Het globaal uitgezuiverde overzicht van de geregistreerde hulpvragen van personen met een handicap uit Londerzeel staat onder 4.3.3.1. Dergelijke overzichten per provincie staan verder onder 4.3.3.2. voor Oost-Vlaanderen, onder 4.3.3.3. voor Antwerpen en onder 4.3.3.4. voor Vlaams-Brabant. Hier kunnen dubbeltellingen voorkomen. Londerzeel ligt op een 3-provinciepunt, waardoor mensen met een handicap zich tegelijkertijd op verschillende wachtlijsten kunnen zetten. 4.3.3.1. VLAAMS AGENTSCHAP PERSONEN MET EEN HANDICAP (Contactpersonen: Dhr. Appelman, Mevr. Ouvry – 02/225.86.88) Cfr. Bijlage 5J: Centrale registratie van de zorgvragen Vlaams Agentschap Op basis van de gegevens van CRZ Vlaams agentschap personen met een handicap staan 24 personen uit Londerzeel op de wachtlijst. De grootste vraag is naar begeleid wonen (7 personen). Andere zorgvragen gaan over tehuis nietwerkenden (5 personen, waarvan 1 de vraag binnen de maand moet opgelost zijn of urgentiecode 1 heeft), begeleid wonen (4 personen, waarvan 2 met urgentiecode 2), dagcentrum (3 personen, waarvan 1 met urgentiecode 1). De overige zorgvormen (semi-internaat, tehuis niet-werkenden – nursing, tehuis werkenden, internaat, zelfstandig wonen) worden door telkens 1 persoon gevraagd. Opmerking: Deze registratie dateert van 30 juni 2006. Tegen 31 december 2006 worden actuele gegevens opgevraagd (beschikbaar voorjaar 2007).
40
4.3.3.2. PROVINCIE OOST-VLAANDEREN SECTOR PERSONEN MET EEN HANDICAP (Contactpersoon: Mevr. Boterbergh – 09/267.75.28) Op de Centrale Registratie Zorgvragen staan geen personen met domicilie Londerzeel ingeschreven. 4.3.3.3. PROVINCIE ANTWERPEN SECTOR PERSONEN MET EEN HANDICAP (Contactpersoon: Dhr. Govaers – 03/240.61.62) Cfr. bijlage 5K: Centrale registratie zorgvragen Antwerpen Op de Centrale Registratie Zorgvragen staan op 14 november 2006 13 aanvragen van personen met domicilie Londerzeel ingeschreven. Het gaat specifiek om 4 vragen naar een opname in een tehuis niet-werkenden, 6 vragen naar begeleid wonen, 1 vraag naar zelfstandig wonen, 1 vraag naar een combinatie van opname in een tehuis niet-werkenden en dagcentrum, van 1 persoon werd momenteel nog geen zorgvraag gespecificeerd.
4.3.3.4. PROVINCIE VLAAMS-BRABANT SECTOR PERSONEN MET EEN HANDICAP (Contactpersoon: Mevr. De Ryck – 02/53.973.219) Cfr. bijlage 5L: Centrale registratie zorgvragen Vlaams-Brabant Op de Centrale Registratie Zorgvragen staan op 30 juni 2006 10 aanvragen van personen met domicilie Londerzeel ingeschreven. Het gaat specifiek om 2 vragen naar een dagbesteding (1 in semiinternaat, 1 in dagcentrum), 7 vragen naar woonvormen (1 naar begeleid wonen, 1 naar tehuis werkenden, 1 naar zelfstandig wonen, 4 naar thuisbegeleiding), 1 vraag naar het Persoonlijk Assistentie Budget. 4.3.4. BESLUIT Londerzeel is aangewezen op de omringende gemeenten voor de verschillende zorgvormen voor personen met een handicap. De verschillende zorgvormen werken met wachtlijsten. Londerzeel situeert zich op een 3-provinciepunt, waardoor personen met een handicap zich best op verschillende wachtlijsten laten registreren. Op basis van de gegevens van de centrale registratie van de zorgvormen blijkt voor Londerzeel de nood aan begeleid wonen, tehuis niet werkenden en thuisbegeleiding het grootst te zijn.
41
4.4. NODEN Los van de noden op het vlak van het hulpverleningsaanbod (zie boven) werden tijdens de voorbereidende gesprekken en vergaderingen ook andere noden gedetecteerd. 4.4.1. GEBREK AAN VRIJE TIJDSBESTEDING Er bestaan in Londerzeel te weinig mogelijkheden waar valide en mindervalide mensen elkaar kunnen ontmoeten. Andersvaliden krijgen meestal af te rekenen met vooroordelen en het wegvallen of ontbreken van een vriendenkring. Door middel van aangepaste vrije tijdsbesteding kunnen persoonlijke netwerken uitgebouwd worden. In Gent kent de Anders Validen Sport (AVS) bijvoorbeeld een heel goede werking. Het overbruggen van de afstand vormt een probleem. (cfr. verkennend gesprek met mevr. Annaerts) 4.4.2. GEBREK AAN MOBILITEIT In Londerzeel bestaat geen vervoerdienst voor andersvaliden. De vervoerdiensten vanuit de ziekenfondsen zijn voornamelijk gericht op vervoer van en naar ziekenhuizen. Uitzondering hierop is De Voorzorg. Dit ziekenfonds heeft een vervoerdienst ‘Mobiel+’ specifiek voor mensen met een minimuminkomen (ook gehandicapten). De bestemming speelt hierbij echter geen rol. Vanuit Londerzeel deelnemen aan vb. de activiteiten van AVS in Gent is in veel gevallen niet mogelijk. Mobiliteit en vrije tijdsbesteding hangen nauw samen. Een ander voorbeeld betreft de bereikbaarheid van de beschutte werkplaats Bouchout op het industrieterrein van Londerzeel. (cfr. werkvergadering 3 oktober 2006 – zie bijlage 5A) De beschutte werkplaats heeft een afdeling in Meise en een afdeling in Londerzeel. Samen worden er 229 personen, waaronder 199 met een handicap, tewerkgesteld. 27 personen zijn afkomstig uit Londerzeel. Afhankelijk van het werk, worden de personeelsleden ingezet in Londerzeel of Meise. 4.4.3. GEBREK AAN VRIJWILLIGERSBELEID (Cfr. verslag informatie- en participatieavond 15 juni 2006 – zie bijlage 1) In Londerzeel bestaat geen uitgewerkt vrijwilligersbeleid. Er is nood aan ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. Eén duidelijk en makkelijk toegankelijk aanspreekpunt waar vraag en aanbod op de best mogelijke manier op elkaar worden afgestemd zou al een vooruitgang zijn. (cfr. verkennend gesprek met mevr. Annaerts). Het is immers van groot belang dat de veerkracht van mantelzorgers niet uitgerokken raakt. Deze groep die mee de kern vormt van een menselijke samenleving moet beter verzorgd en gekoesterd worden.
42
4.4.4. NOOD AAN TOEGANKELIJKE DIENSTVERLENING 4.4.4.1. NOOD AAN CENTRAAL AANSPREEKPUNT Gehandicapten hebben extra ondersteuning nodig om hun weg te vinden in het aanbod aan voorzieningen. (cfr. werkvergadering 3 oktober 2006 – zie bijlage 5A) Bedoeling van een centraal aanspreekpunt is dat elke burger met zijn vraag op de juiste plaats terecht komt en zo snel mogelijk een antwoord krijgt. (cfr. Lokaal 1-15 juni 2006, sociaal huis bestaat niet uit bakstenen, p.18). 4.4.4.2. NOOD AAN CENTRALE HULPVERLENER Voor veel diensten is een erkenning nodig van het Vlaams Agentschap voor personen met een Handicap (VAPH). Het is een lange procedure vooraleer men een erkenningdossier heeft. Andersvaliden hebben een centrale contactpersoon nodig die hen doorheen heel dit proces begeleidt. (cfr. werkvergadering 3 oktober 2006 – zie bijlage 5A) 4.4.4.3. NOOD AAN DUIDELIJKHEID ROL LOKALE BESTUREN Momenteel bestaan er twee aparte sociale diensten bij gemeente en OCMW. Voor buitenstaanders is het verwarrend en inefficiënt. Er is nood aan avondpermanentie. (cfr. werkvergadering 3 oktober 2006 – zie bijlage 5A) Van oudsher kan men bij de sociale dienst van de gemeente terecht voor alles wat te maken heeft met pensioenen en invaliditeit. Andere sociale domeinen worden door sociale dienst OCMW behartigd. 4.4.4.4. NOOD AAN ACTUELE DUIDELIJKE SOCIALE KAART Een actuele duidelijke sociale kaart is noodzakelijk. Extra aandacht moet besteed worden aan de leesbaarheid van deze sociale gids. Het gebruik van pictogrammen kan de inhoud verduidelijken. (cfr. verslag informatie- en participatieavond 15 juni 2006 – zie bijlage 1 - en werkvergadering 3 oktober 2006 – zie bijlage 5A) 4.5. BIJLAGEN Bijlage 5A: Verslag van werkgroep van 3 oktober 2006 Bijlage 5B: Verkennend gesprek met mevr. Annaerts van 28 augustus 2006 Bijlage 5C: Aantal personen met een handicap Bijlage 5D: Begunstigden IVT – IT Bijlage 5E: Voorzieningen voor personen met een handicap – Vlaams-Brabant en Brussel Bijlage 5F: Overzicht aanbod residentiële zorgvormen voor personen met handicap in Vlaams-Brabant Bijlage 5G:Overzicht aanbod ambulante zorgvormen voor personen met handicap in Vlaams-Brabant Bijlage 5H: Overzicht aanbod internaten en semi-internaten in Vlaams-Brabant Bijlage 5I: Aanbod aan begeleid wonen in Vlaams-Brabant Bijlage 5J: Centrale registratie van de zorgvragen Vlaams Agentschap Bijlage 5K: Centrale registratie zorgvragen Antwerpen Bijlage 5L: Centrale registratie zorgvragen Vlaams-Brabant
43
5. KINDEREN EN JONGEREN 5.1. PROCESBESCHRIJVING Verantwoordelijken voor deze analyse : • Robert Meert, cultuurbeleidscoördinator, Tel: 052/31.94.64 E-mail:
[email protected] Analyse documenten en verslagen. • Beleidsplan buitenschoolse kinderopvang Londerzeel 2004-2006 • Jeugdwerkbeleidsplan 2005-2007 • Kinderopvang en vrijetijdsactiviteiten. Bespreking van de resultaten bij lokale besturen – Kind en gezin (2004) • Het onderwijs. Een bondgenoot in de bestrijding van armoede en uitsluiting – onderzoek- en documentatiecentrum. Beweging van mensen met laag inkomen en kinderen …. (2004) • Kinderopvang in Vlaams-Brabant in kaart – Kind & Gezin (2004) • Kindercharter 2006 – Vlaams netwerk kindvriendelijke steden in samenwerking met de Vlaamse Jeugdraad • Kansen in onderwijs – stad Antwerpen (2003) • Participatieavond lokaal sociaal beleid op 15 juni 2006 (zie bijlage 1) • Vergadering werkgroep “Kinderen en jongeren “ op 12 september 2006 • Tevredenheidsonderzoek kinderopvang in Londerzeel (2003) • Indicatoren voor een omgevingsanalyse in het kader van het lokaal sociaal beleid – Halle – Vilvoorde “regio Noord” – provincie Vlaams-Brabant • Gesprekken met schooldirecties (2006) 5.2. HET AANBOD EN DE BEHOEFTEN INZAKE KINDEROPVANG 5.2.1. TE BEPERKTE EN VEROUDERDE INFRASTRUCTUUR In elke deelgemeente – behoudens Londerzeel Sint-Jozef – is de basisinfrastructuur inzake kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang aanwezig. Een algemene vaststelling is dat de gemeentelijke accommodatie aan modernisering toe is. De behuizing is over het algemeen te klein in relatie tot de vraag. Zo moet de BKO te Malderen op piekmomenten 50 kinderen opvangen daar waar er maar een erkenning is voor 23 kinderen. Bovendien zijn ze gevestigd in een donkere rijwoning met minimaal comfort. Er zijn plannen om de BKO te herlokaliseren in de tuin van de pastorie. In Londerzeel-Centrum is het kinderdagverblijf De Sloebers gevestigd in een aantal “containers” zonder degelijke isolatie en beperkt werkcomfort. Er wordt gezocht naar een nieuwe locatie op de Argo-gronden in de Stationsstraat Aan de overbevolking op piekmomenten (zie bijlage) wordt gesleuteld door het invoeren van een beperkte vorm van huiswerkbegeleiding in de scholen. Een structurele oplossing kan er pas geboden worden in een nieuwe ruime locatie.
44
Onze beide kinderdagverblijven worden ook geconfronteerd met beperkte wachtlijsten. Men kan nu pas inschrijven voor december 2007.Dit houdt in dat een tiental personen naar een andere opvangplaats hebben moeten zoeken. In Londerzeel Sint-Jozef is er gelet op de explosieve groei van het aantal woongelegenheden (zie bijlage 6 voor cijfers) dringende nood aan een kinderdagverblijf. 5.2.2. VRAAG NAAR UITBREIDING VAN SPEELPLEINWERKING Naast de traditionele opvanginitiatieven heeft de gemeente ook een speelpleinwerking die zeer wordt gewaardeerd. Vooral de inclusieve opvang (opvang voor kinderen met een mentale handicap of het syndroom van Down) wordt als bijzonder positief ervaren. Het stijgend aantal ouders die hiervan gebruik maken is hiervan het treffende bewijs (gestegen van 3 in 2002 tot 10 in 2006). Inclusie Vlaanderen stelt de vraag of dit aanbod in tijd niet kan uitgebreid worden naar een groter gedeelte van de zomervakantie. 5.3. EEN TOEGANKELIJKE EN KWALITEITSVOLLE KINDEROPVANG
5.3.1. BEHOUD VAN INVESTERINGEN IN KWALITEIT Uit het tevredenheidonderzoek dat werd uitgevoerd naar aanleiding van de opmaak van het beleidsplan kinderopvang 2004-2006 blijkt een zeer grote tevredenheid inzake opvang en begeleiding. Deze perceptie manifesteert zich zowel in hoofde van de ouders als van de kinderen. De opvanginitiatieven benadrukken dat zij deze kwaliteit wensen te behouden door sterk te blijven focussen op vorming en de consequente toepassing van het kwaliteitshandboek. Het gebrek aan professionaliteit in de buitenschoolse opvang in Steenhuffel werd opgelost door het inschakelen van VZW Stekelbees voor de organisatie van de opvang en door de aanpassing van de lokalen. 5.3.2. EEN TOEGANKELIJKE KINDEROPVANG Het globale aanbod aan opvanginitiatieven is onvoldoende gekend ondanks de promotie die wordt gevoerd door de onderwijsinstellingen. Een totaal overzicht van de initiatieven met specificaties rond openingsuren, dagprijzen, eetmogelijkheden is onbestaande. Er is daarom noodzaak om deze informatie centraal ter beschikking te stellen door het invoeren van een één-loketfunctie. Er doen zich soms moeilijkheden voor inzake occasionele en urgente opvang bij studie- en verlofdagen en in de vakantieperiodes. Momenteel tracht men hieraan te verhelpen door naar de collega’s door te verwijzen indien men zelf niet voor de opvang kan instaan. Dit gebeurt echter niet op een gestructureerde wijze. Mogelijk kan een centraal loket ook op dit vlak soelaas bieden. Elke opvanginstelling hanteert wel één of andere vorm van sociale maatregel bij de opvang uitgaande van eigen prioriteiten en inschattingen. Dit gebeurt momenteel door een intuïtieve beoordeling van de sociale status van het gezin bij het gesprek dat voorafgaat aan de definitieve opvang. Eenvormigheid op dit vlak door het uitwerken van voorrangsregels die gelden voor elk opvanginitiatief zou bij de installatie van een centraal loket de informatie naar de burger veel performanter en duidelijker maken. Bovendien zou een gelijkvormig sociaal opvangbeleid een positief imago scheppen waardoor het maatschappelijk draagvlak verhoogt.
45
5.3.3. GEMEENTELIJKE OPVANGINSTELLINGEN ONDER ÉÉN BEHEER Een deel van de buitenschoolse opvang wordt momenteel georganiseerd door een private partner VZW Stekelbees. Vanuit het bestuur komt de vraag om de haalbaarheid te onderzoeken om de totaliteit van de gemeentelijke opvang (buitenschoolse en kinderdagverblijven) te outsourcen naar deze VZW. Uit de overname van de BKO in Malderen door VZW Stekelbees is immers gebleken dat zij kunnen terugvallen op een knowhow en ervaring die wij op gemeentelijk vlak niet kunnen aanbieden. Alle betrokkenen, ouders, kinderen en onderwijsinstellingen waren uitermate tevreden over de kwaliteit van de opvang en de wijze van samenwerken. Dit gegeven wordt nog versterkt door de positieve reacties over de door de voornoemde VZW recentelijk geopende BKO in Steenhuffel. Ondanks de tevredenheid over de leiding van de kinderdagverblijven die we nog steeds runnen in eigen regie, moet het onder één noemer plaatsen van alle gemeentelijke vormen van opvang enkel voordelen hebben. Wij denken hierbij ondermeer aan de multi-inzetbaarheid van het personeel, een eenvormige opvangfilosofie, kostenbesparing door het centraliseren van aankopen en taken(boekhouding). 5.4. BEHOUD VAN BESTAANDE JEUGDWERKBELEID EN AANBOD VOOR JEUGD
5.4.1. STRUCTURELE ONDERSTEUNING JEUGDWERKINITIATIEVEN Bij de jeugd heerst een algemene tevredenheid over de ondersteuningspolitiek van de gemeente. Men kan terecht voor ondersteuning op het vlak van vorming, grote- en kleine herstellingswerken, sociaalculturele activiteiten, busvervoer, kampen en tussenkomst bij het inhuren van professionele security bij fuiven. Op de maandelijkse vergaderingen van de jeugdraad zijn er geen hiaten aangekaart in deze ondersteuningspolitiek. Er wordt wel aangedrongen op een soepele en snelle uitbetaling van het gemeentelijk aandeel bij grote herstellingswerken. Hierdoor vermijdt men dat de vereniging het gemeentelijk aandeel moet prefinancieren. 5.4.2. RUIM AANBOD VOOR NIET-GEORGANISEERDE JEUGD Het lokale aanbod verschilt weinig in vergelijking met wat in andere gemeenten wordt aangeboden: speelpleinwerking, inclusie speelpleinwerking, sportweken, grabbelpas, SWAP-werking, speelstraten, speelbos, jeugdsportacademies. Er kan wel gepeild worden naar de uitbreiding van de speelpleinwerking naar andere vakantieperiodes buiten de paasvakantie en de maanden juli en augustus. 5.4.3. JEUGD- EN SPORTVERENIGING TOEGANKELIJK VOOR IEDEREEN Voor de jeugdverenigingen is er een systeem ontwikkeld waarbij de leiding een signaal geeft aan de gemeente wanneer zij ervaren dat bepaalde leden moeilijkheden hebben om lidgeld of andere onkosten te betalen. De gemeente laat dan een klein onderzoek verrichten door het OCMW en op basis hiervan is er dan al dan niet een gemeentelijke tussenkomst. Dit systeem kan misschien uitgebreid worden naar de sportverenigingen.
46
5.5. WERKEN AAN EEN GEÏNTEGREERD JEUGDBELEID Met het jeugdbeleidsplan 2005-2007 werd een eerste stap gezet naar een geïntegreerd jeugdbeleid met ondermeer dwarsverbindingen naar ontwikkelingssamenwerking en milieu. Hoewel de vooropgestelde actiepunten werden gerealiseerd, waren dit nog steeds geïsoleerde acties zonder kruisbestuiving naar de andere beleidsdomeinen. Ook een uitgewerkt drugs- en fuifbeleid kunnen deel uitmaken van een geïntegreerd jeugdbeleid. 5.5.1. FUIFBELEID De aanwezigheid van een fuifzaal in het centrum van de gemeente wordt als zeer positief ervaren. Een aantal randverschijnselen als lawaaihinder buiten de zaal en wildplassen leidt echter tot ontevredenheid bij de buurtbewoners. Het bestuur heeft hieraan trachten te verhelpen door het inzetten van patrouilles. Het effect hiervan was zeer groot maar spijtig genoeg op termijn niet betaalbaar en het bracht bovendien de dagdagelijkse werking van het politiekorps in het gedrang door de cumulatie van de overuren. Daarom werd de beslissing genomen om bewakingscamera’s te plaatsen om het vandalisme tegen te gaan in de dorpskern. De jeugdverenigingen voelen zich hierdoor geviseerd omdat bij hen de perceptie leeft dat de gemeente hun handel en wandel wenst na te gaan. De maatregel staat volgens hen niet in verhouding tot de volgens hen beperkte hinder die de sporthal met zich meebrengt. De gemeente heeft zelf met een aantal private partners een financiële injectie gegeven in de fuifzaal met als bedoeling aan de jeugdverenigingen een fuifzaal in eigen gemeente aan te bieden die tevens voldeed aan alle wettelijke normen. De exploitatie van de zaal berust echter in private handen en is daardoor een commercieel gegeven. De jeugdwerkinitiatieven stellen vast dat er steeds meer en meer commerciële fuiven doorgaan en vrezen dat deze op korte termijn hun eigen organisaties gaan verdringen en minder succesvol maken. 5.5.2. HET ONTWIKKELEN VAN EEN VISIE OVER DRUGSBELEID Er zijn geen statistische gegevens beschikbaar over het drugsgebruik in Londerzeel. Uit de gesprekken met de schooldirecties blijkt dat kleuter- en basisonderwijs niet te maken krijgen met roken, alcohol en drugs. Bovendien is de werkgroep drugsbeleid sinds geruime tijd niet meer samengekomen. Het is daarom een dringende noodzaak om deze werkgroep te heractiveren onder professionele begeleiding met als doelstelling het uitschrijven en uitvoeren van een visietekst rond gemeentelijk drugsbeleid. Aan de basis hiervan dient wel het axioma te liggen dat er een mix moet zijn tussen preventie en een repressief optreden. Een voorbeeld van een preventieve maatregel is het MEGA-project. MEGA staat voor ‘Mijn Eigen Goed Antwoord’ en heeft tot doel kinderen iets bij te brengen over gebruik en misbruik van genotsmiddelen. Er worden hierbij tien sessies georganiseerd waarbij leerkrachten, politiediensten en CLB-medewerkers elk een deel voor hun rekening nemen. Het geheel wordt afgerond met een fruitsapfuif. Virgo Sapiens vindt dit een te zwaar programma. Men zal dan in de toekomst kiezen voor een “lightversie” waarin een pakket wordt aangeboden rond “kiezen” en waarin aandacht wordt besteed aan omgaan met verdovende genotsmiddelen, studiekeuze, … Hierbuiten zijn er enkel ad hoc initiatieven kaderend in campagnes van andere overheden.
47
5.6. ONDERWIJS 5.6.1. BETAALBAAR ONDERWIJS 5.6.1.1. WAT MET HET DECREET OP HET GELIJKE KANSENONDERWIJS In het decreet betreffende gelijke onderwijskansen worden aan de scholen GOK-uren toegekend. Dit zijn aanvullende lestijden voor het uitwerken van een geïntegreerd ondersteuningsaanbod. Dit gebeurt op basis van gelijkekansenindicatoren: vervangingsinkomen; tijdelijk of permanent verblijven buiten eigen gezinsverband; behoren tot trekkende bevolking (binnenschippers, woonwagenbewoners…); moeder beschikt niet over diploma secundair onderwijs (of gelijkaardig getuigschrift); taal die gebruikt wordt in het gezin is niet het Nederlands. In hetzelfde decreet wordt aandacht besteed aan zorguren. Dit zijn aanvullende lestijden voor het voeren van een zorgbeleid. Dit gebeurt op basis van het aantal leerlingen. In de omzendbrief inzake “Het gelijke onderwijskansenbeleid van het basisonderwijs” wordt ook de term GON-leerlingen geïntroduceerd. GON staat hierbij voor geïntegreerd ondersteuningsaanbod waarvoor de scholen eveneens extra middelen ontvangen en waarbij wordt samengewerkt met scholen uit het buitengewoon onderwijs. Voor een overzicht van de toegekende uren verwijzen wij naar de bijlage. Het aantal GOK-uren geeft een richting aan over de sociale status van de leerlingen. Als randbewerking geven we wel mee dat de GOK-uren worden toegekend op basis van enquêteformulieren die voor bepaalde ouders een drempel kunnen betekenen om de ware gezinstoestand bekend te maken. De cijfers dienen dan ook met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd. 5.6.1.2. EEN ONDERWIJS ZONDER FINANCIËLE DREMPELS In de diverse onderwijsinstellingen van het lager onderwijs worden de leerlingen vooraf geïnformeerd over de onkosten die verbonden zijn aan de schoolse en buitenschoolse activiteiten. Bij betalingsmoeilijkheden wordt er binnen de school gezocht naar oplossingen op maat van de betrokken leerling/ouders. Dit kan de vorm aannemen van een gespreide betaling, afbetalingsplannen…. In uiterste gevallen doet men een beroep op het OCMW. Hierbij wordt de nood gedetecteerd naar “leren budgetteren” en dit zowel in hoofde van de ouders als van de jongeren. Uit de gesprekken met de directies blijkt dat het hier om kleine aantallen gaat (van 0% tot 10%). Maar men heeft wel de perceptie dat het om meerdere gezinnen gaat. Er bestaat nog steeds een hoge drempel om met financiële problemen naar buiten te komen. Anderzijds hoeven openstaande rekeningen niet steeds geassocieerd te worden met armoede. Ouders leggen soms andere prioriteiten bij het besteden van hun inkomen. Schoolrekeningen dreigen nogal eens op de laatste plaats te komen. “Aangeboren” nalatigheid is in bepaalde gevallen ook de reden van een betalingsachterstand. Men heeft een aantal bedenkingen rond de gemeentelijke schoolpremie. De communicatie hier rond was zeer slecht. Bovendien stelt men zich de vraag of deze premie terecht komt bij alle gezinnen die ervoor in aanmerking komen of er ook nood aan hebben. In 2006 werden 110 aanvragen voor de gemeentelijke schoolpremie ontvangen (46 voor lager onderwijs en 64 voor secundair onderwijs). Een aantal directies pleiten voor een projectmatige ondersteuning in de plaats van lineaire maatregelen zoals de voornoemde schoolpremies. Er kan gewerkt worden rond algemeen gedragen items als gezonde voeding, veilige fietsen,….
48
5.6.2. VERHOOGDE BETROKKENHEID OUDERS In haast alle scholen worden problemen op socio-emotioneel vlak vastgesteld. De schooldirecties gaan ervan uit dat deze samenhangen met maatschappelijke evoluties. Er is immers een breuklijn tussen enerzijds de groeiende permissiviteit bij de ouders en het op eerder strenge waarden gebaseerde schoolregime anderzijds. Door het feit dat beide ouders uit werken gaan is de ondersteuning en de aanmoediging van ouders in een aantal gevallen soms minimaal. Het gebeurt ook niet zelden dat hobby’s van kinderen of ouders primeren boven het maken van huistaken. Een tendens is ook dat ouders hun kinderen (te) snel zelfstandigheid toedichten. Sleutelkinderen zijn geen uitzondering meer. Ook de veranderde gezinssituatie heeft in een aantal gevallen een nefaste invloed, waardoor kinderen tijdelijk minder kind zijn. De scholen lossen deze problemen op door een nauwe en efficiënte samenwerking met het CLB (Centrum voor leerlingenbegeleiding). Een contactpersoon van deze instantie komt wekelijks of tweewekelijks naar de school en helpt bij problemen inzake leer- en gedragsstoornissen, afwezigheden, kinderverwaarlozing, leefproblemen. Naast deze bijzonder gewaardeerde samenwerking met het CLB doen de scholen ook zelf inspanningen voor de zorg van kleuters en leerlingen. De wijze waarop dit gebeurt, verschilt van school tot school en gaat van een voltijdse zorgcoördinator, het brengen van huisbezoeken tot werken rond pesten. In vele gevallen worden problemen ook opgevangen door solidariteit binnen de klas. Door de directies van Virgo Sapiens en De Heide wordt de nood aan meer intensief werkende thuisbegeleidingsdiensten aangekaart. Het gaat dan om diensten die meedraaien in het huishouden. Ze brengen structuur aan in het gezin, doen aan opvang van de kinderen en helpen mee bij het budgetbeheer. De veelheid aan initiatieven leidt onvermijdelijk tot de vraag of er ondermeer op dit domein geen netoverschrijdende ideeënuitwisseling wenselijk is. 5.6.3. DE SCHOOL: EEN MULTICULTUREEL LABORATORIUM? In elke school zijn kinderen aanwezig waar in het thuismilieu een andere taal wordt gesproken. Het gaat hier om maximum 5% van de schoolpopulatie. Dezelfde redenering en hetzelfde quotum geldt voor kinderen van een vreemde herkomst. Er doen zich geen moeilijkheden voor met beide doelgroepen. Hoewel deze groepen - anderstaligen en allochtonen - procentueel nog laag leggen, hebben zij alleszins een signaalfunctie die alert moet maken voor eventuele problemen bij hun opvang. Zo bestaat er in Londerzeel geen enkel initiatief rond allochtonen. Een brugfunctie kan in bepaalde gevallen noodzakelijk zijn. 5.6.4. VERHOOGDE BETROKKENHEID OUDERS In het secundair onderwijs wordt hard opgetreden bij het spijbelen. Ouders worden voor 10.00 uur ingelicht bij onwettige afwezigheid van hun kind. Het aanpakken van spijbelen bij meerderjarigen wordt moeilijker. Vaak heeft dit met schoolmoeheid te maken. In een meer ruimer context kan gesteld worden dat er nood is aan een groter betrokkenheid van de ouders bij het onderwijs van hun kind. Mogelijk kan hieraan gewerkt worden door het opstarten van een schoolopbouwwerk dat samen met andere partners een bijdrage kan leveren aan het wegwerken van onderwijsachterstand en –achterstelling.
49
5.6.5. GEZAMENLIJKE VISIE ROND HET ONDERWIJSPROJECT Uit de gesprekken met de directies blijkt dat de rol van bepaalde actoren in het veld niet steeds even goed gekend zijn. Zo leeft er een hardnekkig misverstand dat men bij het OCMW enkel voor financiële problemen terecht kan. Zo kent ook elke onderwijsinstelling zijn eigen pedagogische project. Toch kan het in bepaalde gevallen nuttig zijn om – met respect voor de eigenheid van de school – een gemeenschappelijke visie te ontwikkelen over algemene aandachtspunten met een sociale insteek. Zo kunnen school, ouders, CLB, sociale dienst, huisartsen – focussen op leerlingen met een sociale en/of lichamelijke handicap, kinderen met leermoeilijkheden, acties rond absenteïsme, hygiëne, drugs, alcohol en tabak. Zij kunnen tevens streven naar een sterke uitstraling van scholen in de lokale gemeenschap door schoolprojecten inzake gezondheid, leefmilieu en andere invalshoeken. Er moet meer aan netwerking gedaan worden rond de voornoemde aandachtspunten. De bestaande knowhow van een onderwijsinstelling zou moeten ter beschikking staan van andere scholen. 5.6.6. EEN VEILIGE SCHOOLOMGEVING Er wordt door de scholen zelf veel ondernomen rond veiligheid. Verschillende projecten hadden visuele aspecten (Octopus, Suske en Wiske). Veel van deze initiatieven sterven echter een stille dood wegens gebrek aan continuïteit. Een initiatief op dit op dit vlak is dan ook wenselijk. Als absolute topprioriteit wordt de nultolerantie aan de scholen vooropgesteld zowel wat betreft de snelheid als het parkeren. Ook is er geen vast aanspreekpunt bij de politiediensten. Initiatieven worden los van elkaar genomen zonder enige samenhang. Ouder- en leerlingeneducatie wordt op dit vlak als een noodzaak ervaren.
5.7. BIJLAGEN Bijlage 6A: Opvanglandschap in Londerzeel Bijlage 6B: Allochtonen en anderstaligen in de Londerzeelse scholen
50
1
BIJLAGEN BIJLAGE 1 : VERSLAG VAN DE PARTICIPATIEAVOND LSB LONDERZEEL OP 15 JUNI 2006
1.
INLEIDING VAN DE AVOND
Peter Sels van de VVSG (Vlaamse Vereniging Steden en Gemeenten) situeerde aan het begin van de avond het Lokaal Sociaal Beleid in Londerzeel:
2
WAT IS LOKAAL SOCIAAL BELEID?
De sociale dienst- en hulpverlening is in het algemeen in Vlaanderen zeer sterk uitgebouwd. Toch zijn er nog noden waarop nu geen antwoord kan geformuleerd worden. Bovendien weten burgers die hulp zoeken of informatie over premies of dienstverlening wensen, niet altijd onmiddellijk waar ze moeten zijn. Dat geldt vooral voor de zwakkere, hulpbehoevende burgers, maar niet alleen voor hen. Onze hulp- en dienstverlening is ingewikkeld georganiseerd. Op het grondgebied van een gemeente zijn er naast het OCMW of de gemeente al gauw tientallen organisaties of instellingen bezig met Lokaal Sociaal Beleid. Deze organisaties en het lokaal bestuur werken niet altijd even goed samen. Het decreet Lokaal Sociaal Beleid heeft de bedoeling er voor te zorgen dat iedereen een menswaardig leven kan leiden. Om dat te bereiken moeten alle burgers een antwoord op hun problemen vinden in de sociale dienst- en hulpverlening. De problemen in de sociale dienst- en hulpverlening oplossen, is vaak niet eenvoudig en het gaat meestal niet van de ene dag op de andere. Daarom gaan het Gemeente- en het OCMW-bestuur van Londerzeel (net als alle andere Vlaamse gemeenten) een plan opmaken om de problemen aan te pakken en de dienstverlening nog te verbeteren. Dit plan noemen we ‘het Lokaal Sociaal Beleidsplan’. Het moet klaar zijn uiterlijk 31 december 2007. 2.1.1.1.1.1 Lokaal Sociaal Beleid in Londerzeel In Londerzeel werd dit voorjaar een stappenplan opgemaakt door ambtenaren en politici van gemeente en OCMW. In dat stappenplan wordt beschreven hoe het Lokaal Sociaal Beleidsplan, dat gaat over de periode 2008-2013, zal worden opgemaakt. Concreet wordt aangegeven: • welke sociale dienst- en hulpverlening er allemaal bestaat in Londerzeel • rond welke thema’s het plan zal worden opgebouwd in Londerzeel • welke ambtenaren zullen meewerken aan de planning • hoe de beleidsverantwoordelijken zullen deelnemen aan het planningsproces • hoe de bevolking, de sociale organisaties en verenigingen kunnen meepraten over het Lokaal Sociaal Beleid • welke stappen er wanneer gezet zullen worden • hoe OCMW- en gemeentebestuur zullen samen werken aan Lokaal Sociaal Beleid.
51
EERSTE STAP: DE OMGEVINGSANALYSE Alvorens de problemen aan te pakken, wil het bestuur een goed beeld krijgen van de situatie. Dit gebeurt door een omgevingsanalyse op te maken met medewerking van bevolking, de verenigingen en de sociale organisaties. Er zal in eerste instantie rond vijf thema’s gewerkt worden: • kinderen en jongeren • thuis- en ouderenzorg • wonen • werkgelegenheid en sociale economie • toegankelijke dienstverlening als rode draad doorheen. De bevolking en de verenigingen krijgen de gelegenheid om zich uit te spreken over de thema’s op deze participatieavond. Iedereen krijgt de kans om te zeggen wat er volgens hem of haar goed of fout loopt rond deze thema’s in Londerzeel en waar er tekorten zijn.
2.
VERSLAG VAN DE WERKGROEPEN
De aanwezige burgers kozen een thema waarover zij aan het woord wensten te komen. Er werd in 4 groepen gewerkt, onder leiding van een ambtenaar die de gespreksleiding voerde. Elke werkgroep had ook een secretaris die de bespreking noteerde. De deelnemers schreven eerst hun ideeën op kaartjes (problemen, tekorten, suggesties), die dan vervolgens uitgebreid aan bod kwamen. Nadien werd er een samenvatting vanuit de verschillende werkgroepen naar voren gebracht voor iedereen. Hieronder vindt u in grote lijnen de punten die werden aangehaald in de verschillende werkgroepen. Het is een weergave van de ideeën en de opvattingen over sociaal beleid van de aanwezige deelnemers. Wij verontschuldigen ons voor mogelijke foutjes in de opsomming (namen, functies) van de aanwezigen.
Werkgroep thuiszorg en ouderenzorg Samenstelling Deelnemers: Pol Gillisjans (KWB, ACV, Armoedeproject Mechelen), Agnes De Smedt (Sociale Raad, gewezen voorzitster Rode Kruis), Kristies Meskens (Ziekenzorg, Vrijwilliger Rusthuis Herfstvreugde, KAV), Jos De Pauw (Duivenliefhebber), Jeannie Annaert (VZW Eindelijk), Mieke De Keersmaecker (Sociale Raad, Thuiszorg), François De Keersmaecker (KWB, Thuisverpleging), Katleen De Vlieger (Solidariteit voor het Gezin-thuiszorg), Jef D’Hertefelt (Voozitter Landelijke Gilde) Gespreksleiding: Katty Creytens (diensthoofd sociale dienst OCMW Londerzeel) Secretaris en woordvoerder: Marita Berghman (maatschappelijk assistente OCMW Londerzeel).
52
2.1.2 •
AANGEKAARTE PROBLEMATIEKEN, TEKORTEN, SUGGESTIES
Vrijwilligers en mantelzorg - er is een vraag naar een professioneel ondersteunde, overkoepelende vrijwilligerswerking (rusthuis, verenigingsleven, zieken- en gehandicaptenzorg) -
het is zeer moeilijk om nieuwe (jonge) vrijwilligers te werven sommigen starten, maar geven snel op er is zeker verjonging nodig vrijwilligers vragen regelmatige bijeenkomsten met o.a. inhoudelijke ondersteuning mantelzorgers vragen een project, waarbij zij ondersteund en goed geïnformeerd worden rond alles wat met thuiszorg te maken heeft (bv. premiestelsels).
•
Nood aan klusjesdienst - de klusjesdienst van het OCMW staat op non-actief - Ziekenzorg heeft een initiatief - een klusjesdienst kan gekoppeld worden aan tewerkstelling/gemeenschapsdienst (iets doen voor de samenleving in ruil voor een uitkering) - de mogelijkheden van Dienstencheque en PWA zijn als systeem (gebruikswijze en kosten) onvoldoende gekend - ouderen en zieken kunnen hun tuintjes niet meer onderhouden en maken zich hierover zorgen.
•
Mobiliteit - dit probleem lijkt te vergroten - het openbaar vervoer is niet steeds toegankelijk (voor zieken, ouderen, gehandicapten) - het OCMW-rusthuis moet kunnen beschikken over voldoende en aangepaste voertuigen (ook voor rolstoelgebruikers), die ook door de gemeenschap/het verenigingsleven ingehuurd kunnen worden - de ‘dienst aangepast vervoer’ van Grimbergen is onvoldoende gekend - vervoer hoeft niet gratis te zijn, aan de gebruiker kan een bijdrage gevraagd worden.
•
De dienst ‘warme maaltijden’ van het OCMW - de kwaliteit van de maaltijden is onvoldoende. Sommige gebruikers hebben hierover geen klachten, anderen klagen vaak. - het OCMW moet deze opdracht blijven waarmaken, naast het aanbod van de privéleveranciers. Het houdt de vraagprijs laag. Daarbij komt dat het OCMW er arme en zwakke burgers mee kan bereiken. - alternatieve gerechten of bereidingswijzen zijn minder gekend en daardoor niet populair bij de gebruikers. Er is bijvoorbeeld weerstand tegen ‘gestoomde ‘voeding. - het gebruik van de microgolfoven geraakt ingeburgerd, waardoor een grotere vrijheid bij de gebruikers ontstaat.
53
•
Gezondheidszorg - er dient ook een preventief gezondheidsbeleid gevoerd te worden, zoals rond ‘tandverzorging’. In sommige (economisch zwakke) gezinnen wordt er bespaard op elementaire gezondheidszorgen, waardoor er soms ernstige gezondheidsproblemen ontstaan. - er bestaan initiatieven en informatiepakketten rond valpreventie, prostaatkanker, diabetes, borstonderzoek, enz. Maar is dit voldoende gekend en maakt men er gebruik van?
•
Veiligheid - het grote probleem is overdreven snelheid in het verkeer - als infrastructurele tekorten worden opgenoemd: voetpaden in slechte staat (oneffenheden), belemmering van de zebrapaden (door auto’s), opritten die geen rolstoel of kinderwagen toelaten - ouderen in het verkeer hebben verminderd zicht en verminderde reflexen - bij nieuwe infrastructuurwerken wordt er te weinig rekening gehouden met toegankelijkheid/verkeersveiligheid - de beleidsmensen moeten zich inleven in de positie van de zwakke weggebruiker (kinderen, ouderen, gehandicapten) alvorens zij maatregelen nemen. Zo kan het nuttig zijn om eens een traject af te leggen in een rolstoel of met een kinderwagen.
•
Professionele hulp- en dienstverlening - Gebrek aan een sociale kaart die een antwoord geeft op de volgende vragen: - op welke diensten kan men een beroep doen? - wat bestaat er allemaal rond de problematiek van thuiszorg en ouderenzorg? - op welke wijze kan men contact leggen met deze diensten? - welke premies en uitkeringen (mantelzorgpremie, zorgverzekering, hulp aan bejaarden, …) zijn er? -
Nood aan toegankelijke dienstverlening: - professionelen én vrijwilligers moeten naar de mensen toe stappen in een ‘open geest’ - belang van lage drempel: ook armen en zwakkeren moeten hulp krijgen - belang van huisbezoeken - toegankelijkheid is een rode draad in heel het lokaal sociaal beleidsplan.
-
Nood aan netwerking en coördinatie - alle hulpverlening en informatie zou moeten aangeboden worden vanuit één centraal loket voor de burger - de thuishulp zou gecoördineerd moeten worden om tot betere samenwerking te komen en vraag en aanbod op mekaar te kunnen afstemmen. Daarom zou het goed zijn om in Londerzeel een SIT-netwerk op te richten (samenwerkingsinitiatief in de thuiszorg).
54
- de professionele zorgverstrekkers (thuisverpleging, gezins- en bejaardenhulp, poetsdiensten, ….) zullen zeker betrokken worden bij de opmaak van het beleidsplan, waardoor een kans ontstaat op netwerking. •
Voorzieningen voor bejaarden, gehandicapten, armen - Londerzeel heeft een gebrek aan dag- en nachtopvang voor gehandicapten en ouderen. Ook voor het vernieuwde rusthuis zijn deze voorzieningen niet gepland. De buurgemeenten beschikken hier wel over (Puurs, Opwijk, Grimbergen). Een suggestie kan zijn om tot samenwerking te komen tussen de verschillende voorzieningen en de verschillende buurgemeenten. - dergelijke opvang is zeer ondersteunend voor de mantelzorgers - een dienstencentrum of een wijkcentrum brengt mensen samen. De doelgroepen kunnen er zelf aan het woord komen en initiatieven ontwikkelen. Er ontstaan relaties tussen mensen, waardoor de vereenzaming vermeden wordt. Mensen worden geprikkeld om iets mee te maken of zelf iets te ondernemen (zelfredzaamheid en zelfinitiatief). - Voor achtergestelde mensen (gehandicapten, zieken, armen) is een bezoek aan een voorziening of het deelnemen aan een activiteit een moment van ontspanning om naar uit te kijken. Het breekt de dagelijkse sleur.
•
Rusthuis en serviceflats - er bestaat een verschil in opvatting rond het belang en de meerwaarde van de functie ‘ergotherapeut’ in het rusthuis. Beroepsmensen kunnen dit belang aangeven, sommige vrijwilligers zien dit niet als een meerwaarde. Het is voor sommige vrijwilligers niet duidelijk wat de bedoeling is van deze functie. - er zouden serviceflats moeten ontwikkeld worden rond de kerktorens van de 4 deelgemeenten, zo kunnen ouderen in hun vertrouwde omgeving blijven. - in de serviceflats is het belangrijk dat de bewoners goed opgevolgd worden. Mensen die omwille van bepaalde ziektebeelden zoals dementie, niet meer voldoende zelfredzaam zijn, dienen tijdig geholpen te worden en, indien nodig, doorverwezen naar aangepaste voorzieningen.
Werkgroep wonen Samenstelling Deelnemers: Jef De Ridder (OCMW raadslid, CD&V), Henk Vertonghen (afdelingshoofd Interne en Burgerzaken Gemeente Londerzeel), Frans Van den Broeck (ACW), Rudy Fertinel (voorzitter VLD), Van Ingelgom Marie
Gespreksleiding en woordvoerder: Steven Rits (stedenbouwkundig ambtenaar Gemeente Londerzeel) Secretaris: Elly Van Damme (maatschappelijk assistente OCMW Londerzeel).
55
2.1.2.1.1.1.1 Aangekaarte problematieken, tekorten, suggesties • Betaalbaar wonen Betaalbaar wonen is een groot probleem in Londerzeel. Londerzeel wordt alsmaar duurder om in te wonen. Enerzijds gaan de huurprijzen de hoogte in, anderzijds is kopen of bouwen voor veel mensen niet haalbaar. De huurprijzen zijn niet evenredig met de inkomens van de mensen. Men merkt op dat veel jonge mensen Londerzeel verlaten. Mogelijke oplossingen: - meer sociale huurwoningen bouwen - huursubsidie van de gemeente. Het initiatief is goed maar er werden kritische vragen gesteld naar haalbaarheid en financiering in de toekomst. - uitbreiding van het gebruik van recht op voorkoop (uit de hand of bij openbare verkoop) door gemeente en OCMW. Dit recht wordt in Londerzeel nu enkel toegepast voor woningen en gebouwen, die geïnventariseerd zijn als leegstaande en/of verwaarloosde panden. Ook de grondprijzen zijn te hoog voor mensen met een gemiddeld inkomen. De optie ‘bouwen’ is voor jonge mensen vaak onrealistisch. Mogelijke oplossingen: - erfpacht (cfr. Kapelle-op-den-Bos): woonproject, waarbij de bouwgrond niet mee wordt verkocht maar in erfpacht wordt gegeven. Hierdoor is de startinvestering minder groot. - gesubsidieerde verkaveling: bouwgrondprojecten, die de gemeente om de 5 jaar op de markt brengt. De infrastructuur wordt gesubsidieerd door de overheid, waardoor de bouwgrondprijzen aanzienlijk lager zijn dan deze van bouwgronden op de privé-markt. - woonfonds: geldpot, die wordt aangelegd door projecten van privé-ontwikkelaars (bv. € 200 000/bijkomende woongelegenheid); waar nadien 'betaalbare woonprojecten' mee kunnen gerealiseerd worden. - verordening: reglement, waarbij de bouwpromotoren bij grotere verkavelingen een percentage gronden moeten afstaan tegen schattingsprijs aan actoren 'Betaalbaar wonen', zoals bijvoorbeeld de lokale sociale huisvestingsmaatschappij. Taak van OCMW/gemeente: Sommigen stellen dat noch het OCMW, noch de gemeente zich tot taak moeten stellen om huizen op te kopen en te verhuren. Op het grondgebied van Londerzeel is er een sociale huisvestingsmaatschappij (Providentia) en een sociaal verhuurkantoor (Webra) actief. Dit zijn de actoren die goedkope en geschikte huisvesting kunnen bieden voor mensen met een laag inkomen. Het is belangrijk dat er een goede samenwerking is tussen de gemeente en het OCMW van Londerzeel en Providentia/Webra. Er werd opgemerkt dat in sommige sociale wijken (cfr. de wijk aan het zwembad) de meeste huizen verkocht zijn door Providentia. Een sociale huisvestingsmaatschappij kan zijn sociale huurwoningen verkopen. Een negatief gevolg kan zijn dat het aantal sociale huurwoningen snel zou dalen in Londerzeel. 56
• Kwaliteit van het wonen Er werd opgemerkt dat in Londerzeel meer en meer appartementen worden gebouwd. De werkgroep stelt zich vragen bij de beperkte woonoppervlakte van sommige appartementen. Het is belangrijk dat de gemeente hierover waakt. Er zijn nog veel verouderde woningen in Londerzeel (toilet buiten, beperkt sanitair). Soms wonen mensen in heel slechte woonomstandigheden. • Wonen en ouderen Niet alleen voor jonge mensen is wonen in Londerzeel duur. Ook oudere mensen met een klein pensioen hebben het vaak moeilijk. • Leefbaarheid Leefbaarheid (geluidshinder, vervuiling, …) is een thema dat ten alle tijden moet bewaakt worden. In bepaalde straten bestonden er leefbaarheidproblemen, maar deze zijn ondertussen opgelost.
2.3. Werkgroep kinderen/jongeren Samenstelling Deelnemers: Nico Van Evelghem (voorzitter jeugdraad), Joachim Denil (ondervoorzitter jeugdraad), Koen Moeyersons (lid jeugdraad), Conny Moons (CD&V), Kim Fertinel (VLD), Chris Scheers-Vissers (zorgcoördinator basisschool De Heide), Rita Van Breedam (gezinsbond SintJozef), Diane Van Der Stocken (CD&V), Kathleen Van Caesbroeck (maatschappelijk werkster OCMW), Christel Van Caesbroeck (kinderdagverblijf De Sloebers), Jeannine Carleer (voorzitter De Dunkers) Gespreksleiding en woordvoerder: Robert Meert (cultuurfunctionaris Gemeente Londerzeel) Secretaris: Els Van Praet (jeugdconsulent Gemeente Londerzeel). Aangekaarte problematieken, tekorten, suggesties Het thema kinderen en jongeren wordt opgesplitst in 5 subthema’s: kinderopvang, onderwijs, jeugdsport, jeugd, druggebruik bij jongeren. • Kinderopvang In Londerzeel Sint-Jozef is er dringend nood aan een kinderdagverblijf. Buiten de schoolse opvang en drie onthaalmoeders is er geen enkele opvangmogelijkheid voor kinderen. Het grote probleem hiermee verbonden is dat het sociale leven wegvloeit uit Londerzeel Sint-Jozef. Kinderen gaan naar andere deelgemeenten of Londerzeel-centrum naar school en maken daar vrienden, gaan daar naar de sportclub en de jeugdvereniging. De gemeente heeft ondertussen een aantal denkpistes onderzocht maar het is moeilijk om een geschikte locatie te vinden.
57
Momenteel blijven er 2 ideeën over: 1. Huis in de J. Hammeneckerstraat: Een nadeel is dat het huis vrij klein is. Er wordt gedacht aan het inzetten van twee onthaalmoeders die 14 kinderen opvangen. 2. De andere denkpiste is een nieuw gebouw te zetten tussen pastorij en kerk. Dit gaat over een ruimte van 275m² en zou opvang bieden aan 23 kinderen. Een nieuw gebouw zetten duurt ongeveer twee jaar en de nood is zo groot dat er onmiddellijk een oplossing zou moeten komen. Een tussenoplossing kan zijn dat de gemeente gedurende twee jaar een huis huurt en er ondertussen een nieuw gebouw wordt opgetrokken. Er wordt de vraag gesteld of het niet mogelijk is privé-partners aan te spreken. Dit wordt verder onderzocht. Wat zijn plannen voor de andere deelgemeenten? In Malderen gaat de buitenschoolse kinderopvang verhuizen naar de pastorij. De capaciteit bedraagt 32 kinderen. In Steenhuffel komt een buitenschoolse kinderopvang in de oude bibliotheek (Stekelbees). Toekomstplan voor het kinderdagverblijf De Sloebers in Londerzeel-centrum is het herlokaliseren naar het Argo–domein. Er wordt voorgesteld dat mensen met problemen voorrang krijgen bij het zoeken van kinderopvang. Het decreet legt dit ook op. Dit kan opgenomen worden in het huishoudelijk reglement. Als positief wordt ervaren dat in Londerzeel de opvanguren van kinderdagverblijven en buitenschoolse kinderopvang gelijklopend zijn namelijk van 7 uur tot 18 uur. De onthaalmoeders hebben recent een statuut gekregen. De vraag wordt gesteld of de gemeente en de dienst opvanggezinnen niet kan ondersteunen om dit meer bekend te maken. • Onderwijs Veel mensen kunnen de schoolfacturen niet meer betalen en vragen aan het OCMW financiële steun. Onderwijs is gratis, maar het zijn vooral de extra’s die veel geld kosten. Denken we maar aan bosklassen, uitstappen, eindejaarreis, drank en maaltijden in school, enz. Het is een vicieuze cirkel die moeilijk te doorbreken is: ouders moeten langer werken en moeten dus opvang betalen, laten kinderen eten binnen school, … De meeste scholen proberen deze problematiek intern op te lossen en verlenen o.a. afbetalingsplannen. • Jeugdsport Er wordt gesteld dat jongeren minder sporten en de jeugdclubs steeds kleiner worden. Het is een algemene tendens dat kinderen van 6-12 jaar heel actief zijn in sportclubs maar dat het moeilijk is om tieners te bereiken. Lid worden van een sportclub is duur (gemiddeld € 125). Voor veel mensen is dit onbetaalbaar. Buiten het lidgeld moet er ook nog kampgeld, sportuitrusting … betaald worden.
58
Basketbalploeg De Dunkers probeert zich open te stellen voor iedereen en de voorzitter gaat ook steeds op huisbezoek bij nieuwe leden. Door dit huisbezoek krijgt de voorzitter een kijk op eventuele financiële problemen of moeilijkheden. De sportclub zoekt een interne regeling moesten zich problemen voordoen. Voor de sportclubs zelf is het financiële aspect ook niet onbelangrijk. De opleiding voor trainers, aankoop materiaal, huur sportzaal is zeer duur. Extra ondersteuning vanuit de gemeente is dan ook meegenomen. Het OCMW heeft jaarlijks een bedrag vrij van € 5 000 voor subsidies van sociale, culturele en sportieve activiteiten voor het OCMW-cliënteel. • Jeugd De jeugdverenigingen zijn in het algemeen tevreden. Ze pleiten wel voor het behoud van de subsidiereglementen. Fuifzaal ’t Centrum heeft een hoge huurprijs en voor jeugdverenigingen is het moeilijk om uit de kosten te raken, zeker als ze moeten opboksen tegen particuliere initiatieven zoals ‘The Vibe’. Jeugdverenigingen hebben ook te kampen met hetzelfde fenomeen als sportclubs. Er is een grote aantrekkingskracht voor kinderen van 6-12 jaar, maar de oudere groepen worden steeds kleiner en kleiner. Bijhorend is er dan ook het probleem geschikte leiding te vinden daar tieners dikwijls de jeugdvereniging verlaten. Het engagement wordt steeds kleiner. Bij financiële problemen van ouders probeert de jeugdvereniging dit ook intern op te lossen. Ook de echtscheidingsproblematiek maakt het niet gemakkelijk om aan lidgeld/kampgeld te geraken of om goede afspraken te maken met beide ouders. Voor de jeugdhuizen is het vinden van tappers niet meer evident. Soms moet een jeugdhuis sluiten omdat er geen tappers zijn. Dit is ook het gevolg van dalend engagement. Komt daar nog eens bij dat jongeren in hun vrije tijd graag bijverdienen en hierdoor het vrijwilligerwerk naar de achtergrond verdwijnt. •
Jeugd en drugs
In het zesde leerjaar van de Londerzeelse scholen loopt het MEGA-project. MEGA staat voor mijn goede antwoord. Dit project wordt als positief geëvalueerd.
2.4. Werkgroep tewerkstelling en sociale economie Samenstelling Deelnemers: Luc Robberechts (PWA), Pieter Brankaer (OCMW-secretaris) Emiel Van der Perre (gemeentesecretaris), Marie-Louise Snackaert, Mimi Geeroms. Gespreksleiding en woordvoerder: Sabine Van Den Brande (maatschappelijk assistente OCMW).
59
2.1.2.1.2 Aangekaarte problematieken, tekorten, suggesties Voor dit thema bestond er bij de deelnemers weinig interesse. Inzake ‘Tewerkstelling en sociale economie’ zal de omgevingsanalyse moeten gemaakt worden met cijfermateriaal en gegevens vanuit de professionele wereld zoals de Lokale Werkwinkel en de partners (PWA, VDAB, RVA, OCMW, ATB, GROEP INTRO en andere). De volgende bedenkingen werden gemaakt: • Er is een groot tekort aan (geschikte) poetsvrouwen, onder impuls van het dienstenchequesysteem. Ook de poetsdienst van het OCMW zoekt voortdurend mensen. • Anderstaligheid staat dikwijls een tewerkstelling in de weg. • Ook de lokale besturen dienen inspanningen te leveren om ‘sociaal zwakkeren’ te werk te stellen.
3.
SLOTWOORD DOOR DE BURGEMEESTER
Burgemeester Jozef De Borger situeert de toekomstige acties in de verdere opmaak van het lokaal sociaal beleidsplan: De verantwoordelijke ambtenaren hebben de opdracht om de informatie die de burgers op deze avond hebben aangebracht, verder te verwerken. Er zullen cijfergegevens worden verzameld en kwalitatief materiaal. De verschillende actoren, organisaties, verenigingen en belangrijke sleutelfiguren worden in kaart gebracht. Er zal op het sociaal domein worden bekeken over welke sterktes en zwaktes de gemeente Londerzeel beschikt. Tevens zullen toekomstige evoluties bekeken worden, zoals bijvoorbeeld de vergrijzing, de woningnood, enzovoorts. De professionele en sociale organisaties zullen in het najaar worden uitgenodigd om mee te werken in werkgroepen rond de verschillende thema’s. De bevindingen van deze partners zullen tevens opgenomen worden in de analyse. De omgevingsanalyse wordt afgerond tegen einde 2006. In 2007 maakt het bestuur, op basis van die analyse, het meerjarenplan. Dit plan zal de basis vormen voor het sociaal beleid dat door de gemeente en het OCMW, samen met de burgers, de sociale en professionele organisaties en het vrijwilligerswerk zal uitgevoerd worden. Alle aanwezigen worden bedankt voor hun aanwezigheid en inzet.
60
BIJLAGE 2 : WERKLOOSHEID IN LONDERZEEL 2.1.3
BIJLAGE 2A : ALGEMENE WERKLOOSHEID Totaal werkloosheid 2005 2000 372 244 16.232 10.316 30.861 20.839 235.344 169.647
Londerzeel Arr. Halle-Vilvoorde Vlaams-Brabant Vlaams gewest
index 2000-2005 152 157 148 139
De stijging van de werkloosheid in de gemeente is veel hoger dan gemiddeld in Vlaanderen. Toch blijven de relatieve cijfers (ten opzichte van de bevolking) laag. Werkloosheidsgraad 2004 1999 4,2 3,3 6,0 4,8 6,2 5,2 8,0 7,3
Londerzeel Arr. Halle-Vilvoorde Vlaams-Brabant Vlaams gewest
Index 1999-2004 127 125 119 110
Bron: SWAV, VDAB, APS portaal lokale statistieken
De werkloosheidsgraad (aantal niet werkende werkzoekenden of NWWZ ten opzichte van de beroepsbevolking ) in Londerzeel ligt lager dan het gemiddelde in Vlaams-Brabant. Van 1999 tot 2004 is er een toename met 27 % : de werkloosheid is ten opzichte van 1999 toegenomen. Deze groei is sterker dan de groei van het Vlaams gemiddelde. 2.1.4
BIJLAGE 2B : RISICOGROEPEN
NWWZ, langdurig werklozen, oudere werklozen Totaal werkloosheid
Londerzeel Arr.HalleVilvoorde Vlaams-Brabant Vlaams gewest
2005 372 16.232
2000 244 10.316
index 20002005 152 157
30.861 20.839 148 235.344 169.647 139
Langdurig werklozen
Oudere werklozen (> 40 jaar)
2005 aantal 58 3.359
2005 % 15,6 20,7
index 20002005 126 132
2005 aantal 171 7.148
2005 % 46,0 44,0
index 20002005 190 181
6.376 57.850
20,7 24,6
122 110
13.154 95.336
42,6 40,5
177 160
% ten opzichte van het totaal NWWZ Bron: VDAB (Arvastat)
Binnen de groep van de niet werkende werkzoekenden (NWWZ) kunnen we een aantal risicogroepen onderscheiden zoals bijvoorbeeld de langdurig werklozen (langer dan 2 jaar werkloos) en de oudere
61
werklozen (ouder dan 40 jaar). De kansen op (her)intrede op de arbeidsmarkt zijn kleiner voor deze groepen werkzoekenden. Binnen de groep van de werklozen zijn er weinig langdurig werklozen in Londerzeel, doch ook hier is de stijging zorgwekkend. Het aandeel oudere werklozen onder de totale groep werklozen is vrij hoog, het cijfer ligt weerom boven het Vlaams gemiddelde. De werkloosheid is dus relatief laag, maar er zijn wel relatief veel oudere werklozen binnen deze groep. Ook op dit gebied zien we nog een sterke toename tussen 2000 en 2005. laaggeschoolde en arbeidsgehandicapte werklozen
Londerzeel Arr. Halle-Vilvoorde Vlaams-Brabant Vlaams gewest
Laaggeschoolde NWWZ aantal % 147 39,5 7.094 43,7 13.176 42,7 120.789 51,3
Arbeidsgehandicapte NWWZ aantal % 40 10,8 1.132 7,0 3.032 9,8 27.788 11,8
% ten opzichte van totaal aantal werklozen Bron: VDAB (Arvastat)
Andere risicofactoren voor werkzoekenden zijn: laaggeschoold zijn of arbeidsgehandicapt zijn. In Londerzeel bedraagt het aandeel laaggeschoolden onder de werklozen bijna 4O % . Het aandeel arbeidsgehandicapten onder de werklozen ligt algemeen laag in Halle-Vilvoorde. In de regio Londerzeel is het aandeel arbeidsgehandicapten niettemin behoorlijk hoog.
2.1.5
BIJLAGE 2C : JONGERENWERKLOOSHEID
jongere werklozen NWWZ 2005 totaal NWWZ < 25 jaar % op totaal jongeren 6,5 7,5
index 2000-2005
86 3.525
% op totaal NWWZ 23,1 21,7
126 151
NWWZ < 25 jaar en > 1 jaar werkloos aantal % op totaal NWWZ 11 3,0 557 3,4
6.982 56.373
22,6 24,0
8,3 11,2
138 138
1.162 9.633
aantal Londerzeel Arr. Halle -Vilvoorde Vlaams-Brabant Vlaams gewest
3,8 4,1
De cijfers zijn telkens jaargemiddelden. Bron: VDAB (Arvastat)
In 2005 had Londerzeel 86 jongere, nietwerkende werkzoekende werklozen (18 tot 25 jaar). Het aandeel wordt zowel berekend op het totaal aantal werklozen, als op het totaal aantal jongeren in deze leeftijdscategorie. 62
Ten opzichte van het jaar 2000 is de jongerenwerkloosheid gestegen, namelijk met 26%. Jongeren die langer dan een jaar werkloos zijn, lopen meer risico geen werk te vinden. uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW), jonger dan 25 jaar Gemeente
2004 aantal
Londerzeel Arr. Halle-Vilvoorde Vlaams-Brabant Vlaams gewest
38 1.639 3.277 26.583
per duizend inwoners 2,2 2,9 3,2 4,4
1999 aantal 31 1.212 2.547 23.824
per duizend inwoners 1,8 2,2 2,5 4,0
1999-2004 index 123 135 129 112
Bron: APS, portaal lokale statistieken
In 2004 telt Londerzeel 38 uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (UVW's) jonger dan 25 jaar. Het cijfer van de NWWZ omvat ook de jongeren in wachttijd, die nog geen uitkering krijgen, bij de UVW's zijn deze jongeren niet inbegrepen. Het cijfer voor Londerzeel ligt onder het Vlaams gemiddelde (4,4%). De index 1999-2004 ligt opnieuw boven de honderd, dit wil zeggen dat de jongerenwerkloosheid op deze vijf jaar tijd gegroeid is.
2.1.6
BIJLAGE 2D : BESLUIT
Londerzeel kent een lage werkloosheid, die echter sterk gestegen is de laatste jaren. Een gedeelte van de mensen zijn langer dan 2 jaar werkloos, hierdoor lopen zij het risisco op een moeizame herintrede op de arbeidsmarkt. Deze groep langdurig werklozen groeit sneller aan dan het Vlaamse gemiddelde. Een andere risicogroep zijn de werklozen + 4O, een kwantitatief belangrijke groep die ook aangroeit. Een groot segment van de werklozen wordt ingenomen door laaggeschoolden en arbeidsgehandicapten. Ten slotte kent Londerzeel een stijgende groep jongere werklozen (-25 jaar).
63
BIJLAGE 3 : OUDEREN- EN THUISZORG
2.1.7
BIJLAGE 3A : ALGEMENE GEGEVENS VAN DE OUDERENBEVOLKING
Deze paragraaf toont met statistieken en cijfers aan hoe aanzienlijk de groep van de 6O + is in Londerzeel. We kunnen ook vaststellen dat deze ouderengroep de volgende jaren nog enorm zal toenemen. Het opvangen van de vergrijzing is dan ook een grote uitdaging voor de komende jaren.
o Ter situering: Bevolkingscijfer, -index en -prognose In 2005 telde Londerzeel 17 340 inwoners. De index (2000-2005) geeft de evolutie weer tussen 2000 en 2005. Voor Londerzeel bedraagt deze 101, hetgeen wijst op een lichte toename van 1 %. Met een bevolking van 17 340 in 2005, bedraagt de bevolkingsprognose in 2010 17 635 inwoners (index 2005 -2010 : 102) en 17 857 inwoners in 2025 (index 2005-2025: 103). Deze eerder kleine bevolkingstoename is te vergelijken met het Vlaamse gemiddelde van 3%.
o Globale leeftijdsverdeling van de Londerzeelse bevolking (situatie 01-01-2005) • Jongeren (0-20): 3 783 inwoners of 21,8 % • Actieve leeftijd (20-60): 9 580 inwoners of 55,20 % • Ouderen (60+): 3 977 inwoners of 22,9 %. o Aandelen leeftijdscategorieën in procent (in 2005) Aantal mannen en vrouwen–leeftijdsklasse 60-64 jaar Aantal mannen en vrouwen–leeftijdsklasse 65-69 jaar Aantal mannen en vrouwen–leeftijdsklasse 70-74 jaar Aantal mannen en vrouwen–leeftijdsklasse 75-79 jaar Aantal mannen en vrouwen–leeftijdsklasse 80–84 jaar Aantal mannen en vrouwen–leeftijdsklasse 85–89 jaar Aantal mannen en vrouwen–leeftijdsklasse 90–94 jaar Aantal mannen en vrouwen-leeftijdsklasse 95-plus
Londerzeel 5,2 % 5,2 % 4,9 % 3,6 % 2,5 % 0,9 % 0,5 % 0,1 %
Vlaams gewest 5,0 % 5,1 % 4,7 % 3,7 % 2,7 % 1,0 % 0,5 % 0,1 %
o Verdeling naar geslacht bij de 60-plussers (situatie 01-01-2005) Londerzeel Arr. Halle-Vilvoorde Prov. Vlaaams-Brabant Vlaams gewest
Mannen 1 765 56 259 102 769 610 158
% 44,4 44,0 44,3 44,3
Vrouwen 2 212 71 473 129 333 767 371
% 55,6 56,0 55,7 55,7
Totaal 3 977 127 732 232 102 1 377 529
64
Bij de ouderen is er een groter percentage vrouwen dan mannen, te wijten aan de hogere levensverwachting bij de eerste groep. o Grijze druk (situatie 1 januari 2005) De grijze druk is het aantal ouderen (60+) ten opzichte van de bevolking op beroepsactieve leeftijd (20-60 jaar). Dit geeft weer hoe sterk de niet meer actieve bevolking “weegt” op de bevolking van de actieve leeftijd. Londerzeel Arr. Halle-Vilvoorde Prov. Vlaams-Brabant Vlaams gewest
41,5 % 41,2 % 40,7 % 41,5 %
o Vergrijzing tussen 2000 en 2025 60+ 2000 Aantal 3 794 123 168
Londerzeel Arr. HalleVilvoorde Prov. Vla.-Brabant 223 455 Vlaams gewest 1 316 767
% 22,1 22,1
60+ 2005 Aantal 3 977 127 732
22,0 22,2
232 102 1 377 529
% 22,9 22,3
60+2010 Aantal 4 369 138 051
22,4 22,8
251 096 1 501 220
% 24,8 23,8
60+2025 Aantal 5 600 180 962
% 31,4 30,4
23,8 24,5
329 225 1 957 479
30,6 31,5
Tussen 2000 en 2005 is het aandeel 60+ reeds lichtjes toegenomen. Voor 2025 zien we ten opzichte van 2005 een toename van bijna 10 procenteenheden. In 2025 heeft Londerzeel meer dan 30 % ouderen.
2.1.8
BIJLAGE 3B : DE KWETSBARE GROEPEN ONDER DE BEJAARDEN
In deze paragraaf beschrijven we welke groepen bij de bejaarden extra aandacht moeten krijgen in het lokaal sociaal beleid, omdat ze omwille van bepaalde eigenschappen behoren tot de meest kwetsbare inwoners. Om te beginnen zoomen we in op de hoogbejaarden en het fenomeen van de interne vergrijzing. De familiale zorgindex toont ons de inzet van de oudste actieven voor de 80+. We kijken vervolgens naar de alleenstaande ouderen, waar een groot risico schuilt op vereenzaming. Vervolgens kijken we naar de arme bejaarden en de ouderen met verminderde zelfredzaamheid, de mensen met WIGW-statuut en beneficianten van de zorgverzekering. o Hoogbejaarden De groep van de hoogbejaarden (80+) is een snel toenemende groep die geconfronteerd wordt met een aantal specifieke noden. De noden hebben betrekking op gezondheid, huisvesting, (thuis)zorg en opvangmogelijkheden. Vanaf de leeftijd van 75 jaar gaat de gezondheid achteruit, vanaf de leeftijd van 80 jaar gaat die zelfs sterk achteruit. Dit betekent dat regio’s waar een grote aangroei van 80-plussers zal plaatsvinden, nu al plannen moeten maken om dit op te vangen. 65
Dit geldt voornamelijk op het vlak van huisvesting en woningaanpassing, residentiële opvang, uitbouw van de thuiszorgmogelijkheden, het voorzien van alternatieve en betaalbare vormen van opvang (gastgezinnen, zorgboerderijen), het aantrekkelijker maken van mantelzorg, de uitbouw van mantelzorgondersteunende initiatieven (dagcentra, kortopvang, nachtopvang, vrijwilligersopvang,…). De vergrijzing binnen de vergrijzing is geen problematiek die opgelost wordt door alleen meer rusthuizen te bouwen, aangezien maar een kleine groep ouderen er gaat wonen. Op Vlaams niveau gaat het om 4,4 % van de 60-plussers. Bij de 85 tot 90-jarigen loopt dit op tot 23 %. Ouderen blijven liefst zo lang mogelijk thuis in de eigen vertrouwde omgeving. In een landelijke gemeente als Londerzeel zal de vergrijzing binnen de vergrijzing zich sterk laten voelen. Hier vinden we slecht aangepaste woningen en worden we geconfronteerd met mobiliteitsproblemen van de hoogbejaarden. Er is weinig openbaar vervoer en oudere weduwes hebben vaak geen rijbewijs. De uitbouw van de professionele thuiszorgmogelijkheden is dus een grote prioriteit.5
80+ Londerzeel Arr. Halle-Vilvoorde Prov. Vlaams-Brabant Vlaams gewest
687 23 288 43 291 254 700
% 80+ op de bevolking 4,0 4,1 4,2 4,2
Interne vergrijzing 17,3 18,2 18,7 18,5
Familiale zorgindex 29,5 30,7 31,5 32,1
De interne vergrijzing geeft het aandeel hoogbejaarden (80+) binnen het totaal van de oudere bevolking (60+) weer. Aangezien Londerzeel weinig van de geprogrammeerde rusthuisbedden realiseert, is het mogelijk dat de ouderen een rusthuis zoeken in een buurtgemeente. De familiale zorgindex is de verhouding van de hoogbejaarden (80+) t.o.v. de oudste actieven (50-59 jaar) en geeft weer in welke mate de oudste actieven instaan voor de zorg van hun hoogbejaarde ouders. Londerzeel blijft onder het gemiddelde van Vlaanderen. Op dit moment is de mantelzorg vaak de motor van de thuiszorg. Maar minder en minder mensen zullen in de toekomst die zorg voor de hulpbehoevende ouderen op zich kunnen nemen. De groep van beroepsactieven daalt immers terwijl de groep hoogbejaarden groeit. Meer mensen zullen nog effectief aan het werk zijn en de mantelzorg er onmogelijk nog bij kunnen nemen, onder meer omdat de oudste beroepsactieven ook door de eigen kinderen aangesproken worden voor opvang van de kleinkinderen (sandwichgeneratie). o Alleenwonende ouderen Alleenwonende ouderen lopen vooral risico op vereenzaming. Uit de cijfers blijkt duidelijk dat de alleenstaande oudere vrouwen de meerderheid uitmaken. Verschillende verklaringen zijn hier mogelijk. Vrouwen hebben een hogere levensverwachting, zodat er bij de ouderen een groter aandeel vrouwen is. Mannen zijn misschien iets sneller geneigd om in een rusthuis te gaan wonen als ze alleen komen te staan, terwijl vrouwen gemakkelijker alleen blijven wonen.
5
Bron: Pacolet, J. e.a., Vergrijzing, gezondheidszorg en ouderenzorg in België, 2005.
66
Londerzeel Arr. Halle-Vilvoorde Prov. Vlaams-Brabant Vlaams gewest
Mannen
Vrouwen
Totaal
247 7 716 14 680 94 111
627 21 527 39 186 239 146
874 29 243 53 866 333 257
% t.o.v. aantal gezinnen 12,6 12,8 12,8 13,4
o Armoede bij de oudere bevolking: oudere leefloners, ouderen met een GI of IGO en begunstigden Hulp aan Bejaarden Het gebruik van enkele uitkeringen, namelijk leefloon, inkomensgarantie en tegemoetkoming Hulp aan Bejaarden, kan een aanwijzing zijn voor de aanwezigheid van “arme” ouderen of ouderen met een verminderde zelfredzaamheid. Toch is enige voorzichtigheid hier op zijn plaats. Bij een hoog aandeel ouderen dat gebruik maakt van een uitkering is het immers ook mogelijk dat zij goed op de hoogte zijn gebracht van het bestaan van deze uitkeringen (bijvoorbeeld door een sociale dienst of organisatie).
Londerzeel Arr. Halle-Vilvoorde Prov. Vlaams-Brabant Vlaams gewest
Leefloners 2004 GI of IGO 2004 60+ Totaal % op oudere bevolking <5 7 5,1 170 3 285 3,3 316 7 259 4,1 2 754 56 568 5,4
Aantal 244 3 528 8 506 74 847
THB 2005 % op oudere bevolking 7,9 3,5 4,7 7,0
Het aantal oudere leefloners blijft voorlopig beperkt. Ouderen (65+) die over niet voldoende bestaansmiddelen beschikken kunnen beroep doen op een inkomensgaratie voor ouderen (IGO). De IGO vervangt sinds juni 2001 het gewaarborgd inkomen (GI) voor bejaarden, al blijft dit (indien gunstiger) behouden als verworven recht. In Londerzeel maken heel wat ouderen gebruik van deze uitkering (5,1%). Ouderen (65+) met een verminderde zelfredzaamheid kunnen een tegemoetkoming hulp aan bejaarden (THB) krijgen, analoog aan de integratietegemoetkoming voor gehandicapten. Londerzeel heeft voor Vlaams-Brabant een hoge score. Vaak is er een relatie met het aandeel 80-plussers, aangezien men met de toename van de leeftijd meer kans heeft om minder zelfredzaam te worden. In deze regio is die relatie er niet. o WIGW’s, mantelzorg en residentiële zorg ¾ WIGW’s of verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering Mensen met een inkomen onder een bepaalde grens kunnen gebruik maken van een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering. Tot 1997 waren dit de zogenaamde WIGW’s: Weduw(e)(naar)s, invaliden, gepensioneerden en wezen met beperkt inkomen. Ondertussen zijn er nieuwe categorieën van gerechtigden toegevoegd, onder andere leefloners en langdurig werklozen.
67
Per duizend inwoners (situatie 2004) 72,1 % 57,5 % 64,0 % 80,8 %
Londerzeel Arr. Halle-Vilvoorde Prov. Vlaams-Brabant Vlaams gewest
In vergelijking met de provincie Vlaams-Brabant heeft Londerzeel een vrij hoog percentage WIGW’s. ¾ Zorgverzekering Zwaar zorgbehoevenden kunnen een beroep doen op de zorgverzekering die is opgesplitst naar mantelzorg (thuiswonenden) en residentiële zorg. Op het gebied van de residentiële zorg liggen de cijfers, gezien ten opzichte van VlaamsBrabant, tamelijk laag. Zorgv. Aantal Londerzeel Arr. Halle-Vilvoorde Prov. Vlaams-Brabant Vlaams gewest
208 5 308 12 296 85 262
Mantelzorg per 1000 inwoners 12,0 9,3 11,9 14,2
Zorgv. Aantal 124 4 783 9 072 61 051
Residentiële zorg per 1000 inwoners 7,2 8,4 8,8 10,1
BIJLAGE 3C : BESCHRIJVING VAN DE GEBRUIKERS VAN DE OCMW-THUISDIENSTEN De registratie vanuit de thuiszorgdiensten van het OCMW biedt een vrij goed zicht op het profiel van de ouderen die van deze diensten gebruik maken. We bekijken achtereenvolgens het cliënteel van de poetsdienst en van de dienst warme maaltijden.
o Gebruikers van de poetsdienst (basis : facturatie oktober 2005, totaal van 203 gebruikers) ¾ Naar leeftijd: De leeftijd varieert tussen 98 en 51 jaar. Om recht te hebben op poetsdienst moet de gebruiker 60 + zijn, hier kan omwille van een uitzonderlijk thuiszorgproblematiek van af geweken worden. - Iets meer dan de helft van de gebruikers van de poetsdienst (53 %) is ouder dan 80 jaar. - Bij de koppels zijn 66 personen (50 %) ouder dan 80 jaar, 67 personen (50 %) zijn jonger dan 80 jaar. - Bij de alleenstaanden zijn 77 personen (57 %) ouder dan 80 jaar, 58 personen (43 %) zijn jonger dan 80 jaar.
68
Leeftijd Jonger dan 6O 60 – 64 65 – 69 70 – 74 75 – 79 80 – 84 85 – 89 90 – 94 95 en ouder
Koppel 2 6 11 22 26 41 18 6 1
Alleenstaanden 2 3 4 15 34 42 22 10 3
¾ Naar gezinssamenstelling: -
135 personen (67 %) zijn alleenstaand. 66 gebruikers (33 %) wonen samen met een ander persoon.
Gezinssamenstelling Samenwonenden
Aantal 66
Alleenstaanden
135
¾ Naar deelgemeente: De mate waarin 60 plussers gebruik maken van de poetsdienst van het OCMW is vergelijkbaar in de verschillende deelgemeenten.
Deelgemeente Londerzeel Londerzeel Sint Jozef Steenhuffel Malderen
Aantal gebruikers 96 25 31 51
Aantal inwoners boven 60 jaar 2.036 580 541 848
% 4,72 4,31 5,73 6,01
¾ Naar maandelijks inkomen: Onder maandinkomen wordt verstaan : loon, pensioen, ziekte- en invaliditeitsuitkering, 1/12 van het geïndexeerde kadastrale inkomen van eigendommen vanaf 744 EUR (ook van de eigen bewoonde woning). - 85 gebruikers (42 %) hebben een maandinkomen kleiner dan 1.000 EUR. - 80 gebruikers (40 %) hebben maandinkomen tussen 1.001 en 1.500 EUR. - 24 gebruikers (12 %) hebben een maandinkomen tussen 1.501 en 2.000 EUR. -12 gebruikers (6 %) hebben een maandinkomen groter dan 2.001 EUR.
69
¾ Naar tarief per uur: - 90 gebruikers (45 %) betalen het maximumtarief van 8,18 EUR per uur. - 65 gebruikers (32 %) betalen minder dan 6,7 EUR per uur (tarief van 1 dienstencheque). - 46 gebruikers (23 %) betalen tussen 6,7 en 8,18 EUR per uur.
Prijs in EUR per uur < 6,7 6,7-8,17 8,18
Aantal gebruikers 65 46 90
o Gebruikers van de warme maaltijden (basis : facturatie oktober 2006 bij een totaal van 95 gebruikers, waarvan 27 gebruikers in de OCMW-flats wonen en 68 gebruikers zelfstandig thuis wonen) ¾ Naar leeftijd: Gebruikers in de serviceflats Leeftijd Tussen 96 →91 jaar Tussen 90 →85 jaar Tussen 86 →81jaar Tussen 80 →76 jaar 68 jaar Totaal
Aantal gebruikers 2 personen 4 personen 10 personen 9 personen 2 personen 27 personen
Thuisgebruikers Leeftijd Tussen 95 → 91 jaar Tussen 90 → 86 jaar Tussen 85→ 81 jaar Tussen 80 → 76 jaar Tussen 75 → 71 jaar Tussen 70 → 66 jaar Tussen 65 → 61 jaar Tussen 60 → 59 jaar 47 jaar 41 jaar Totaal
Aantal gebruikers 7 personen 5 personen 21 personen 12 personen 7 personen 8 personen 4 personen 2 personen 1 persoon 1 persoon 68 personen
70
¾ Naar deelgemeente: Deelgemeente Londerzeel (incl. flatbewoners) Malderen Steenhuffel Sint- Jozef Totaal
Aantal gebruikers 65 personen 18 personen 6 personen 6 personen 95 personen
¾ Naar gezinssamenstelling: Gebruikers in de flats Gezinssamenstelling Weduwe/Weduwenaar Gehuwd Alleenstaand Gescheiden Totaal
Aantal gebruikers 16 personen 6 personen 5 personen 0 personen 27 personen
Thuisgebruikers Gezinssamenstelling Weduwe/Weduwenaar Gehuwd Alleenstaand Gescheiden Totaal
Aantal gebruikers 41 personen 8 personen 17 personen 2 personen 68 personen
¾ Naar tarief per maaltijd:
Bij alle gebruikers Prijs in EURO per maaltijd Tussen 3,40 en 4 Tussen 4,01 en 4,50 Tussen 4,51 en 5 Tussen 5,01 en 5,50 Tussen 5,51 en 6 Tussen 6,01 en 6,14 Maximumtarief 6,15 Totaal
Aantal gebruikers 8 personen 10 personen 9 personen 10 personen 11 personen 5 personen 42 Personen 95 personen
71
Gebruikers in de flats Prijs in EURO per maaltijd
Aantal gebruikers
Tussen 3,40 en 4
2 personen
Tussen 4,01 en 4,50
2 personen
Tussen 4,51 en 5
1 persoon
Tussen 5,01 en 5,50
1 persoon
Tussen 5,51 en 6
3 personen
Tussen 6,01 en 6,14
1 persoon
Maximumtarief 6,15
17 personen
Totaal
27 personen
Thuisgebruikers Prijs in EURO per maaltijd
Aantal gebruikers
Tussen 3,40 en 4
6 personen
Tussen 4,01 en 4,50
8 personen
Tussen 4,51 en 5
8 persoon
Tussen 5,01 en 5,50
9 persoon
Tussen 5,51 en 6
8 personen
Tussen 6,01 en 6,14
4 persoon
Maximumtarief 6,15
25 personen
Totaal
68 personen
¾ Andere kenmerken: We kunnen vaststellen dat het grootste deel van het cliënteel van de maaltijddienst beroep doet op derden voor huishoudelijke werk, poetswerk en boodschappen. Deze mensen hebben ook een verminderde mobiliteit. 48 thuisgebruikers hebben het WIGW-statuut. Van de 27 gebruikers van de warme maaltijden in de flats hebben er 8 het WIGW-statuut. 2.1.9
BIJLAGE 3D : HET BESTAANDE AANBOD INZAKE HULP- EN DIENSTVERLENING
We refereren hier vaak naar het programmatiecijfer van de Vlaamse Gemeenschap.Dit cijfer is ontwikkeld op basis van het aantal ouderen en het te verwachten aantal ouderen de komende jaren. Het geeft dus aan hoeveel organisatie-eenheden (vb. rusthuisbedden) de gemeente Londerzeel nodig zal hebben om aan de opvangbehoeften van ouderen te voldoen.
72
o Rusthuizen Het OCMW beheert het rusthuis Herfstvreugde, een rustoord dat in volle capaciteit (deze zal in 2008 opnieuw bereikt worden na de actuele renovatie) 110 bedden realiseert. Het rusthuis richt zich op residenten met ROB- of RVT-profiel; d.w.z. op matig en zwaarzorgbehoevenden. Het vernieuwde rusthuis voorziet tevens in een afdeling met bijzondere aandacht voor dementerenden. Capaciteit: 110 bedden Programmacijfer: 213 bedden Realisatie van 52 %
o Centra voor kortverblijf Het OCMW-rusthuis reserveert 5 bedden in het systeem kortverblijf voor mensen die gedurende een korte periode gebruik maken van het rusthuis. Via dit systeem wordt het mogelijk gemaakt voor familieleden, die de dagdagelijkse zorg opnemen voor een oudere, om een rustpauze of een vakantie te nemen. Capaciteit: 5 bedden Programmacijfer: 7 bedden Realisatie van 71 %
o Serviceflats Het OCMW beschikt over 60 flats in de erkende residentie Eikenhof. In de deelgemeente Malderen wordt een privaat-initiatief “Boomgaert” uitgebaat met 10 erkende flats. In serviceflats kunnen ouderen, die nog voldoende zelfredzaam zijn, zelfstandig wonen en beroep doen op een aantal aangepaste diensten (personenalarmsysteem, poetsdienst, …). Capaciteit: 70 flats Programmacijfer: 89 flats Realisatie van 79 %
o Diensten voor gezins- en bejaardenzorg In dit segment van de thuiszorg kunnen gezinnen en ouderen beroep doen op een vijftal private diensten om zich te laten bijstaan in verschillende huishoudelijke taken : Familiehulp, Familiezorg Oost-Vlaanderen, Landelijke Thuiszorg, Onafhankelijke dienst voor Gezinszorg, OTV, Solidariteit Gent. Aantal gepresteerde uren in 2004: 36 630 Realisatie (2004) van 78 %
73
o Poetsdiensten Het OCMW organiseert een poetsdienst aan huis voor bejaarden, zieken en kansarmen. 4 privéinitiatieven bieden eveneens poetsdienst aan : Familiezorg Oost-Vlaanderen, Landelijke Thuiszorg, OTV, Solidariteit Gent. De OCMW-poetsdienst is de grootste speler en had in 2004 een aandeel van 74 % . Aantal gepresteerde uren in 2004: 21 917 Geen programmatiecijfer Aantal cliëntsituaties van de OCMW-poetsdienst in september 2006 : 179
o Diensten voor warme maaltijden Het OCMW levert warme maaltijden aan huis bij privépersonen en bij de bewoners van de serviceflats. In Londerzeel zijn er twee private traiteurs die eveneens warme maaltijden aan huis leveren. Aantal geleverde maaltijden in de maand oktober 2006: - residentie Eikenhof: 27 - private gebruikers elders in Londerzeel: 73 Totaal: 100 maaltijden o Dienst sociale zaken voor de gemeente Op de gemeente kan de Londerzelenaar terecht voor aanvragen van bepaalde sociale uitkeringen en voordelen : pensioenen, inkomensgarantie voor ouderen, uitkering mindervaliden, speciale parkeerkaart, sociaal telefoontarief, etc…. De gemeentelijke sociale premies omvatten betoelaging van mantelzorg, vakanties, toegankelijkheid, schoolonkosten, personenalarmsysteem en huur. De gemeentelijke sociale dienst en de seniorenverenigingen richten jaarlijks een seniorenfeest in.
74
BIJLAGE 4 : WONEN 2.1.10 BIJLAGE 4A : KAART MET DE GEREALISEERDE WOONINITIATIEVEN MET TABEL
75
Straten
Jaar
initiatiefn.
burgemeester
aantal w
kavel
kavel
gesub
vrij
OB
HOB
GB
APP
huur
koop
opp
won/hect
Chrysantenlaan
1959
Providentia
De Spoelbergh
46
0
0
12
34
0
0
0
46
3h55a
12,9
Lunder- en Egmont en Hoornstraat
1966
Providentia
Lamberts Albert
72
0
0
0
84
0
0
0
72
3h18a
22,6
Lunderstraat en Nachtegaalstraat
1971
Providentia
Lamberts Albert
92
0
0
0
74
11
0
22
70
3h99a
23
De Spoelbergh-, Reiger-, Vinkenstr, Berreweide,...
1973
Gemeente
Lamberts Albert
0
181
0
181
0
0
0
0
181
18h31a
9,9
Merelstraat en Valkenstraat
1975
Providentia
Lamberts Albert
63
0
0
2
34
17
0
0
63
2h60a
24
Koolmeesstraat
1977
Providentia
Nijs Hugo
27
0
0
0
18
9
0
0
27
1h02a
26,5
Deisels
1978
Gemeente
Nijs Hugo
0
59
0
59
0
0
0
0
59
4h80a
12,3
Leeuwerik-, A.Lambertstraat
1985
Providentia
Nijs Hugo
17
0
0
0
14
3
0
17
0
0h74a
23
Geerakker
1985
Gemeente
Nijs Hugo
0
43
0
43
0
0
0
0
43
4h38a
9,8
Leeuwerik-, Koolmees- en Wielwaalstraat
1986
Providentia
Nijs Hugo
0
15
0
15
0
0
0
0
15
1h04a
14,1
Valkenstraat
1988
Providentia
Nijs Hugo
0
7
0
3
4
0
0
0
7
0h35a
20
Wijk Klein-Holland
66-'88
Provid./gem.
Lamberts & Nijs
271
305
0
40
0
39
537
40h41a
13,7
Acacialaan-Houtenveld-Daalkouter
1972
Gemeente
Nijs Hugo
0
104
0
0
0
0
87
10h72a
9,7
303 228
65
22
Bievelt
1977
gemeente
Nijs Hugo
0
11
0
9
2
0
0
0
11
1h20a
9,2
Hoge Donk
1979
gemeente
Nijs Hugo
0
38
0
34
4
0
0
0
38
3h64a
10,4
Bievelt / Hoge Donk
77-'79
gemeente
Nijs Hugo
0
49
0
43
6
0
0
0
49
4h84
10,1 11,5
Ebbing
1978
Gemeente
Nijs Hugo
0
52
0
44
8
0
0
0
52
4h50a
Ebbing
1996
Gemeente
Eeckelaers Godelieve
0
10
0
8
2
0
0
0
10
1h02a
9,8
Ebbing
78-'96
Gemeente
Nijs /Eeckelaers
0
62
0
52
10
0
0
0
62
5h52a
11,3
Broekveld
1981
Providentia
Nijs Hugo
64
0
0
14
50
0
0
0
64
4h50a
14,2
Zandvat - Lemmeken
1982
Providentia
Nijs Hugo
20
0
0
0
8
0
12
20
0
0h72a
27,8
Zandvat - Lemmeken
1985
Providentia
Nijs Hugo
11
0
0
1
10
0
0
0
11
0h70a
15,7
Zandvat - Lemmeken
1985
gemeente
Nijs Hugo
0
35
0
25
10
0
0
0
35
2h40a
14,6
Zandvat - Lemmeken
82-'88
Provid./gem.
Nijs Hugo
31
35
0
26
28
0
12
20
46
3h82a
17,3
Sint-Genovevastraat
1995
Providentia
Eeckelaers
16
0
0
0
0
0
16
16
0
0h12a
133
Bogaarden - Oudenhove
1996
Int.Haviland
De Borger J.
0
53
0
49
4
0
0
0
53
3h28a
16,2
Biezenwei-Hooiveld-Doofmeer-Korenbloemweg
2001
Vlabo (pps)
De Borger Jozef
92
0
0
6
22
64
0
0
92
2h97a
30,9
Kruishofplein
2002
Providentia
De Borger Jozef
30
0
0
0
0
0
30
30
0
0h41a
73,2
Korenbloemweg - Doofmeer - Biezenwei
2002
Int. Haviland
De Borger Jozef
0
27
14
27
14
0
0
0
41
2h52a
16,3
Hooiveld
2003
Providentia
De Borger Jozef
12
0
0
0
6
6
0
0
12
0h52a
23,1
Wijk binnengebied Sint-Jozef
01-'03
PPS-project
De Borger J.
134
27
14
33
42
70
30
30
145
6h42a
27
Hoefsmidstraat
2006
Int.Haviland
De Borger J.
0
0
26
16
8
0
0
0
26
2h10a
12,4
76
2.1.11 BIJLAGE 4B : TABEL AROHM OVER PERCENTAGES SOCIALE HUURWONINGEN IN VLAAMS-BRABANT Tabel 2: Cijfergegevens in verband met huisvesting6 Sociale
huisvesting
Premies 2005
Kwaliteit-
Gemeente
Aant. huish
Patrimonium
Sociale huur
percentage
huur
verbetering
totaal
onderzoek
Affligem
4558
4459
78
1,71%
0
26
26
1
Asse
11794
11215
357
3,18%
5
32
37
8
Beersel
8996
8558
344
3,82%
3
23
26
7
Bever
768
751
17
2,21%
0
6
6
0
Dilbeek
15617
14850
623
3,98%
7
25
32
8
Drogenbos
2013
1869
115
5,71%
0
6
6
0
Galmaarden
3104
2982
55
1,77%
2
29
31
2
Gooik
3330
3241
56
1,68%
0
18
18
0
Grimbergen
14110
13432
403
2,85%
3
23
26
10
Halle
14338
13759
932
6,50%
7
68
75
3
Herne
2427
2335
4
0,16%
1
10
11
1
Hoeilaart
4028
3766
165
4,09%
1
9
10
2
Kampenhout
4122
3976
28
0,67%
5
18
23
0
Kapelle o/d Bos
3451
3347
205
5,94%
0
28
28
2
Kraainem
4950
4573
127
2,56%
0
5
5
0
Lennik
3362
3283
0
0,00%
0
6
6
0
Liedekerke
4805
4688
17
0,35%
2
31
33
2
Linkebeek
1935
1850
0
0,00%
0
1
1
0
Londerzeel
6842
6626
141
2,13%
4
36
40
6
Machelen
4988
4746
328
6,57%
4
28
32
0
Meise
6974
6784
252
3,61%
0
18
18
0
Merchtem
5763
5506
106
1,84%
1
16
17
0
Opwijk
4621
4425
107
2,31%
0
29
29
2
Overijse
9157
8515
125
1,36%
2
8
10
5
Pepingen
1495
1446
0
0,00%
0
2
2
0
Roosdaal
4031
3914
90
2,23%
0
26
26
3
Sint-Genesius-Rode
6581
6149
86
1,30%
9
5
14
2
Sint-Pieters-Leeuw
12159
11575
869
7,14%
5
26
31
9
Steenokkerzeel
4053
3921
93
2,29%
0
21
21
1
Ternat
5648
5488
244
4,32%
0
19
19
11
Vilvoorde
15077
14256
1724
11,43%
86
28
114
8
Wemmel
6060
5699
28
0,49%
0
7
7
2 0
Wezembeek-Oppem
5060
4727
362
7,15%
1
3
4
Zaventem
11647
10702
449
4,20%
5
21
26
1
Zemst
8033
7796
208
2,58%
0
27
27
5
Arr. Halle-Vilvoorde
225897
215209
8738
3,87%
153
684
837
101
Arr. Leuven
198482
181048
6763
3,41%
426
860
1286
168
totaal Vl.-Brabant
424379
396257
15501
3,65%
579
1544
2123
269
Uit de tabel blijkt dat:
6
Cijfers opgemaakt en overgemaakt aan de gemeente door AROHM maart 2006. Bronnen: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie – Statistiek en Economische informtie – Bevolking op 01.01.2003, NIS-telling 2001, COI 2004, sociale Huurwet 31.12.199, cijfers VHM 2005, gegevens verstrekt door gemeentes en/of OCMW’s in februari 2006.
77
-
-
Het aandeel sociale huurwoningen voor Londerzeel 2.13% van het totaal woningenbestand (6626 gebouwen) bedraagt. Voor de provincie Vlaams Brabant bedraagt dit aandeel 3.65%. De stedelijke gebieden voorzien duidelijk in een groter aandeel sociale woningen (gemiddeld 6.50%). Het aandeel “sociale woningen” voor Londerzeel is voor een gemeente gelegen in het buitengebied niet dermate afwijkend van vergelijkbare kernen. Vergelijkingspunten zijn de gemeenten Merchtem (1.84%, Zemst (2.58%) en Opwijk (2.31%). Er zijn zelf gemeentes die erin slagen om geen sociale huurwoningen op hun grondgebied te hebben (Linkebeek, Pepingen, Lennik). Alhoewel de gemeente Kapelle-op-den-Bos kleiner is dan Londerzeel, heeft zij een opvallend hoog percentage aan sociale woningen (5.94%). De verklaring is vanuit de ideologische insteek te verklaren: het beleid van deze gemeente is van oudsher socialistisch, waardoor zij steeds een ‘zeer sociaal’ grondbeleid heeft gevoerd door te trachten de laagste inkomensklasse zoveel mogelijk een sociale huurwoning aan te bieden. Bijgevolg is er voor de gemeentes in het buitengebied zoals Londerzeel nog een achterstand op dit vlak in te halen. Het streefdoel moet het provinciaal gemiddelde zijn, namelijk 3.65%.
78
2.1.12 BIJLAGE 4C : TABEL OVER DE BOUWGRONDPRIJZEN
Gemeente
Bouwgrond 2005 (in €)
Woonhuizen 2005 (in €)
Alle verkopingen
Alle verkopingen
#
opp
prijs
Q25
Q75
#
opp
prijs
Q25
Q75
Affligem
57
Asse
68
616
126,0
104,0
153,0
79
609
155.413
106.000
194.809
1185
139,0
92,0
216,0
212
571
187.907
140.000
Beersel
252.125
42
1004
141,0
103,0
185,0
229
743
209.782
143.778
282.500
Bever
3
806
94,0
92,0
96,0
17
2421
197.647
152.000
272.682
Dilbeek
63
711
165,0
119,0
222,0
292
849
225.485
175.000
282.238
Drogenbos
4
485
242,0
215,0
264,0
43
6505
168.855
102.156
215.000
Galmaarden
22
1243
84,0
73,0
95,0
81
962
156.331
120.000
190.000
Gooik
19
929
123,0
94,0
150,0
66
1565
192.871
125.976
255.483
Grimbergen
58
663
173,0
116,0
240,0
231
525
209.966
165.000
272.500
Halle
48
638
142,0
106,0
184,0
358
384
155.865
122.500
194.000
Herne
17
632
88,0
73,0
116,0
52
3948
180.981
141.959
236.250
Hoeilaart
23
985
154,0
110,0
192,0
102
851
246.669
148.184
348.750
Kampenhout
30
793
109,0
80,0
129,0
85
1062
195.040
150.000
250.000
Kapelle-op-den-Bos
9
557
129,0
81,0
150,0
64
608
183.557
137.057
246.750
Kraainem
15
541
266,0
216,0
335,0
99
403
327.051
243.750
470.000
Lennik
18
1356
87,0
64,0
130,0
60
942
199.014
125.000
275.500
Liedekerke
34
476
137,0
87,0
205,0
105
297
122.910
77.000
170.900
Linkebeek
8
765
198,0
150,0
283,0
41
555
278.014
190.000
400.000
Londerzeel Machelen
28
664
140,0
91,0
180,0
117
683
176.298
126.425
225.000
45
321
531,0
250,0
711,0
111
290
175.508
145.000
202.500
Meise
26
737
182,0
156,0
215,0
116
633
253.013
190.000
311.750
Merchtem
22
2145
113,0
74,0
176,0
94
959
185.778
149.052
240.456
Opwijk
57
565
154,0
116,0
167,0
90
543
142.417
101.000
192.875
Overijse
20
1176
125,0
61,0
173,0
231
1243
292.308
200.000
400.000
Pepingen
11
1165
104,0
76,0
154,0
33
2211
167.346
99.157
250.000
Roosdaal
33
830
140,0
92,0
238,0
63
1297
141.609
102.500
200.000
Sint-Genesius-Rode
19
1366
138,0
100,0
184,0
198
854
315.269
200.000
493.750
Sint-Pieters-Leeuw
30
727
184,0
113,0
233,0
218
430
176.017
140.000
220.000
Steenokkerzeel
37
822
229,0
124,0
532,0
88
845
203.287
154.054
255.000
Ternat
41
933
159,0
135,0
198,0
137
779
173.738
134.000
230.000
Vilvoorde
63
327
289,0
123,0
617,0
321
257
164.099
125.000
207.000
Wemmel
12
995
196,0
173,0
232,0
131
896
256.256
195.000
335.000
Wezembeek-Oppem
30
645
377,0
196,0
891,0
107
609
328.120
255.000
394.500
Zaventem
42
391
393,0
219,0
733,0
260
408
217.759
162.500
280.000
Zemst
57
802
148,0
125,0
179,0
138
627
188.615
141.250
250.000
Bron= stadim In 2003 werd in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap een studie over de grondprijzen uitgevoerd, waaruit blijkt dat de gemiddelde bouwgrondprijzen in Vlaanderen op 12 jaar tijd gestegen zijn met meer dan 200% van 23.15 euro per m² in 1990 naar 76.90 euro per m² in 2002. Dit stijgingsritme is hoofdzakelijk een fenomeen van de laatste 7 jaar. De hoogste gemiddelde prijzen behaalt men in de provincie Antwerpen (134 euro per m²), Veurne en Brugge. Dan volgen Oostende, Halle-Vilvoorde en Sint-Niklaas. De goedkoopste bouwgrondprijzen vindt men in de arrondissementen Diksmuide (51 euro/m²), Oudenaarde en Ieper (7). 7
CATTOIR K. & PELFRENE E., Stativaria 27, Aantal verkochte bouwgronden en gemiddelde bouwgrondprijzen binnen ruimtelijke zones en grensgebieden van het Vlaamse Gewest, in opdracht van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Brussel, 2003, pp. 50-51
79
In de vier grensgebieden van Vlaanderen (kust, Noordergrens, Zuidergrens en de Vlaamse Rand) is de prijs van de bouwgrond tussen 1990 en 2002 minstens verdrievoudigd. Alleen voor de Vlaamse rand ligt dit iets lager (2.7 keer meer). Vooral sedert 1996 ging het prijspeil pijlsnel de hoogte in. In de Vlaamse rand heeft de prijsstijging zich al eerder ingezet. Ook voor de aankoopprijzen van woningen blijven stijgen. De prijs voor een bestaande woning steeg gemiddeld in 2002 met 6.8% ten opzichte van het voorgaande jaar. De prijs van een flat nam toe met 5.4% toe. De markt heeft zich van de bouwgronden meer naar de bestaande woongelegenheden verschoven, met als gevolg dat hier de laatste jaren de prijzen ook de lucht in gaan (8). De gemiddelde grondprijzen voor Londerzeel in 2005 geven duidelijk weer dat deze stijging van de vastgoedprijzen nog niet gestagneerd is. De gemiddelde prijs voor bouwgrond bedraagt €140 (3). De gemiddelde prijs voor een woonhuis bedraagt €176.298. De ideale ligging van de gemeente Londerzeel (Ligging in de stedelijke invloedssfeer van Brussel met een goede bereikbaarheid voor de pendelaars dmv de aanwezigheid A12), alsook het feit dat Londerzeel een mooie landelijke en groene gemeente is bepalen ondermeer de bouwgrondprijzen.
8
CATTOIR K. & PELFRENE E., Stativaria 27, Aantal verkochte bouwgronden en gemiddelde bouwgrondprijzen binnen ruimtelijke zones en grensgebieden van het Vlaamse Gewest, in opdracht van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Brussel, 2003, p..52
80
2.1.13 BIJLAGE 4D : TABEL OVER DE KWALITEIT VAN DE WONINGEN TE LONDERZEEL Geen klein comfort 1991
Klein comfort 1991
Middelgroot comfort 1991
Groot comfort 1991
Comfort onbekend 1991
Totaal 1991
2000
Vlaams Gewest
296.211
577.129
352.375
901.352
14.490
2.141.557
20001
Prov. Vlaams-Brabant
44.323
71.816
64.821
176.748
2.700
360.408
23000
Arr. Halle-Vilvoorde
22.950
38.723
34.881
98.480
1.418
196.452
23105 23002 23003 23009 23016 23098 23023 23024 23025 23027 23032 23033 23038 23039 23099 23104 23044 23100 23045 23047 23050 23052 23060 23062 23064 23097 23101 23077 23081 23086 23088 23102 23103 23094 23096
Affligem Asse Beersel Bever Dilbeek Drogenbos Galmaarden Gooik Grimbergen Halle Herne Hoeilaart Kampenhout Kapelle-op-den-Bos Kraainem Lennik Liedekerke Linkebeek Londerzeel Machelen Meise Merchtem Opwijk Overijse Pepingen Roosdaal Sint-Genesius-Rode Sint-Pieters-Leeuw Steenokkerzeel Ternat Vilvoorde Wemmel Wezembeek-Oppem Zaventem Zemst
586 1.249 915 162 1.035 208 654 567 939 2.121 474 284 538 308 127 556 788 156 861 445 443 612 603 526 300 696 426 1.346 413 702 1.739 342 155 684 990
1.058 1.596 1.566 226 1.761 418 660 670 2.106 3.556 517 464 635 706 327 581 1.312 267 1.380 1.320 795 933 989 821 353 1.017 704 2.610 712 1.078 3.649 581 289 1.592 1.474
567 2.126 1.255 59 2.620 451 272 311 2.541 2.230 202 700 526 527 904 397 537 308 924 833 919 799 583 1.364 105 390 1.034 2.034 530 746 2.973 1.156 954 1.935 1.069
1.806 5.239 4.319 210 7.591 820 1.052 1.189 6.591 4.946 927 1.943 1.759 1.431 2.794 1.343 1.564 943 2.943 1.823 3.640 2.190 1.815 4.893 507 1.339 3.987 4.867 1.955 2.248 4.944 3.187 3.022 5.317 3.336
38 62 43 1 75 14 16 18 96 112 22 20 42 18 19 22 35 19 44 22 15 43 20 63 16 30 33 97 18 38 134 26 16 63 68
4.055 10.272 8.098 658 13.082 1.911 2.654 2.755 12.273 12.965 2.142 3.411 3.500 2.990 4.171 2.899 4.236 1.693 6.152 4.443 5.812 4.577 4.010 7.667 1.281 3.472 6.184 10.954 3.628 4.812 13.439 5.292 4.436 9.591 6.937
24000
Arr. Leuven
21.373
33.093
29.940
78.268
1.282
163.956
81
2.1.14 BIJLAGE 4E : CIJFERS WACHTLIJSTEN VAN DE LOKALE SOCIALE HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJ PROVIDENTIA Wachtlijsten In Londerzeel zijn er op 31 december 2005 76 inwoners die kandidaat-huurder zijn. In totaal zijn er 368 personen die Londerzeel gevraagd hebben als woonplaats, waarvan er 44 enkel Londerzeel hebben opgegeven en 324 meerdere voorkeurgemeenten (waaronder Londerzeel)
Wachtlijst Providentia Londerzeel Malderen Steenhuffel
439 kandidaten 197 kandidaten 208 kandidaten
De kandidaten kunnen zich voor de drie locaties inschrijven Aantal Verhuringen Londerzeel 2001 2002 2003 2004 2005
1 3 30 3 3
Malderen 1 0 * 0 1 3
Steenhuffel 0 1 0 1 2
In 2003 werden de nieuwe projecten te St Jozef Londerzeel toegewezen ( 30 appartementen) Patrimonium Providentia Malderen Londerzeel Sint-Jozef Steenhuffel
8w 12 duplex 79 w 30 duplex 12 appartem.
82
BIJLAGE 5 : GEHANDICAPTENZORG BIJLAGE 5A: VERSLAG VAN DE VERGADERING WERKGROEP ‘GEHANDICAPTENZORG D.D. 3 OKTOBER 2006 o Aanwezigen : Cecile Fabré (Levedale VZW, woonvoorziening voor volwassen personen met een verstandelijke handicap) Veerle Goossens (Beschutte Werkplaats Bouchout) Marita Bergman (sociale dienst OCMW Londerzeel) Katty Creytens (diensthoofd sociale dienst OCMW Londerzeel) o Verontschuldigd : Carla Lapeire (ATB – trajectbegeleiding voor mensen met een handicap) Ingrid Sergoynne (Blijdorp VZW, netwerk van residentiële en ambulante voorzieningen voor gehandicapte kinderen, jongeren en volwassenen) Martine Thys (Levedale VZW) Bea Van den Broeck (Eindelijk VZW – therapeutisch dagcentrum)
1. Inleiding tot de vergadering – wat betekent Lokaal Sociaal Beleid ? SITUERING De sociale dienst- en hulpverlening is in het algemeen in Vlaanderen zeer sterk uitgebouwd. Toch zijn er nog noden waarop nu geen antwoord kan geformuleerd worden. Bovendien weten burgers die hulp zoeken of informatie over premies of dienstverlening, niet altijd onmiddellijk waar ze moeten zijn. Dat geldt vooral voor de zwakkere, hulpbehoevende burgers, maar niet alleen voor hen. Onze hulp- en dienstverlening is ingewikkeld georganiseerd. Het decreet Lokaal Sociaal Beleid heeft de bedoeling er voor te zorgen dat iedereen een menswaardig leven kan leiden. Om dat te bereiken moeten alle burgers een antwoord op hun problemen vinden in de sociale dienst- en hulpverlening. De problemen in de sociale dienst- en hulpverlening oplossen, is vaak niet eenvoudig en het gaat meestal niet van de ene dag op de andere. Daarom gaan de gemeente en het OCMW van Londerzeel (net als elders in Vlaanderen) een plan opmaken om de problemen aan te pakken en om de dienstverlening nog te verbeteren. Dit plan wordt ‘het Lokaal Sociaal Beleidsplan’ genoemd. Het moet klaar zijn voor 31 december 2007.
ANALYSE Alvorens de problemen aan te pakken, wil het bestuur een goed beeld krijgen van de huidige situatie. Dit gebeurt door een omgevingsanalyse op te maken met medewerking van ambtenaren, bevolking, de verenigingen en de sociale organisaties. Er zijn rond 4 thema’s werkgroepen actief : • werkgroep 1: thuis- en ouderenzorg (incl. gehandicaptenzorg ) • werkgroep 2: kinderen en jongeren (incl. onderwijs en verkeersveiligheid) • werkgroep 3: (sociale) huisvesting • werkgroep 4: (sociale) tewerkstelling 83
Doorheen deze thema’s zal er ook specifieke aandacht zijn voor: • toegankelijkheid en kansarmoede Vandaag werden de organisaties en de mensen uitgenodigd die professioneel betrokken zijn op het aspect ‘gehandicaptenzorg’ . We willen van hen horen wat er goed en slecht loopt, welke tendensen ze zien, waar er hinderpalen zijn en opportuniteiten. De resultaten uit deze vergadering zullen verder aangevuld worden met andere gegevens (cijfers,interviews, ….)die verzameld worden door de verantwoordelijke ambtenaren om de basis te vormen van de omgevingsanalyse. Die analyse wordt afgerond tegen einde 2006. In 2007 maakt het bestuur, op basis van die analyse, het Lokaal Sociaal Beleidsplan 2008-2013 op. Onze dank gaat naar de mensen die hieraan willen meewerken.
2. Welke problemen, tekorten, pluspunten en uitdagingen zien de deelnemers van deze vergadering op het terrein van de gehandicaptenzorg ?
o Toegankelijkheid : nood aan een centrale hulpverlener – sociaal huis – rol van het lokaal bestuur Gehandicapten hebben ondersteuning nodig om hun weg te vinden in het aanbod aan voorzieningen. Voor vele van deze diensten is een erkenning nodig vanwege het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH), het vroegere Vlaams Fonds. De opbouw van een erkenningdossier vergt het doorlopen van een (lange) administratieve procedure. Velen kennen echter de te volgen weg niet en hebben een contactpersoon nodig die hen blijft begeleiden en opvolgen. Een wegwijsfunctie alleen is onvoldoende. Deze contactpersoon moet het dossier centraal beheren en begeleid doorverwijzen naar andere instanties zoals de huisarts, mutualiteit, consultatiebureau, ATB, …. Bij de uitbouw van een sociaal huis in Londerzeel zou deze functie moeten opgenomen worden. Men vindt het bestaan van twee aparte sociale diensten bij gemeente en OCMW verwarrend en inefficiënt. Men merkt op dat werkende cliënten behoefte hebben aan een avondpermanentie. De informatie die door OCMW en gemeente wordt gegeven is vaak moeilijk begrijpbaar voor de mensen met beperkte intellectuele capaciteiten. Een structureel sociaal overleg voor Londerzeel met de gehandicaptenvoorzieningen is niet nodig. Daarvoor zijn de diensten te specialistisch en te zeer verschillend. Men pleit wel voor een goede samenwerking met de sociale diensten van het OCMW en de gemeente bij individueel cliëntoverleg. De kennismaking die nu plaatsgrijpt naar aanleiding van het opstellen van het LSB wordt als positief ervaren.
84
Men signaleert wel de nood aan een goede, geactualiseerde sociale gids voor Londerzeel, waarin ook de gehandicaptensector aan bod komt. Hier merkt men op dat de verstaanbaarheid voor gehandicapten wordt vergroot bij gebruik van pictogrammen.
o Gebreken m.b.t. de voorzieningen en de wachtlijsten In de residentiële voorzieningen is een chronisch plaatsgebrek. (Uit een telefonisch contact met Blijdorp leren wij dat er wachtlijsten zijn voor volwassenen maar evengoed voor internaatsplaatsen voor de kinderen vanaf 2.5 jaar) De instroom wordt geregeld vanuit provinciale centrale wachtlijsten. Op de wachtlijst van de provincie Vlaams-Brabant (voor o.a. Levedale ) valt op dat er weinig Londerzelenaren zijn ingeschreven. Men merkt op dat mensen uit Londerzeel vaak opgenomen zijn op de wachtlijst van Oost-Vlaanderen (omdat ze eerst school liepen in het bijzonder onderwijs van Blijdorp). Men zou de mensen moeten informeren dat zij hierdoor kansen missen om in de Vlaams-Brabantse instellingen te worden opgenomen. Bij plaatsgebrek in Levedale worden de mensen doorverwezen naar dagopvangcentra in Vilvoorde en Puurs. De mensen worden dan wel onttrokken aan hun gewoonlijke omgeving. Daar Levedale meestal volzet is, kan men geen crisisopvang realiseren. Men is dan aangewezen op Leuven (Ter Bank), Mechelen (Willekom) of verderweg in Vlaanderen. Ook hier komt men dan terecht in een vreemde omgeving. Inzake crisisopvang verleent de provincie geen erkenningen meer. Levedale heeft plannen om een bezigheidstehuis voor de eigen bewoners te ontwikkelen. Rond Begeleid Wonen kunnen de deelnemers weinig opmerkingen maken. Het ware misschien interessant om deze diensten eens te contacteren in het kader van het lokaal sociaal beleid. Het gaat om BW Zennestreek, BW Asse, Klein-Brabant Puurs en BW Brussel. Voor de problematiek van autisme zijn er weinig gespecialiseerde (residentiële) voorzieningen. De gehandicaptensector heeft vacatures die niet ingevuld worden, men rekent af met een negatief imago. Zo vindt men bijvoorbeeld zeer moeilijk technisch geschoolde ploegbazen voor de beschutte werkplaatsen.
o Een praktisch probleem van verkeersonveiligheid De beschutte werkplaats Bouchout op het industrieterrein van Londerzeel is moeilijk bereikbaar met het openbaar vervoer, inzonderheid voor de andersvaliden. Er ontbreken de nodige voetpaden en een doorsteekwegje werd onlangs afgesloten. Dit leidt tot gevaarlijke verkeerssituaties (veel vrachtwagens). Dit beperkt de zelfstandigheid en de inclusie van de cliënten. Er is aangepast busvervoer nodig. De situatie werd reeds aangekaart bij het gemeentebestuur van Londerzeel, maar er kwam tot nu toe geen verandering.
85
o Sociale tewerkstelling Ook Bouchout werkt met tewerkstellingen in art. 60 § 7, tot nu toe was er hierrond geen samenwerking met OCMW Londerzeel. Bouchout is een erkend initiatief in sociale economie. Men staat er open voor allochtonen, franstaligen op voorwaarde dat de werknemers zich kunnen aanpassen aan de cultuur van de werkplaats. Men kan gehandicapten tewerk stellen in dit systeem, in afwachting van een VAPH-erkenning. Men kan evengoed ander OCMW-cliënteel tewerkstellen, de jobinhoud hangt af van de capaciteiten. Bouchout merkt op dat de lonen van de OCMW’s vaak hoger liggen dan de reguliere lonen in de beschutte werkplaatsen. Dit werkt ongelijkheid in de hand en is bovendien weinig stimulerend wanneer de cliënt na de OCMW-tewerkstelling moet doorstromen naar een job met lager loon. Londerzeel, oktober 2006 Katty Creytens. BIJLAGE 5B: VERKENNEND GESPREK MET MEVR.ANNAERTS Mevr. Annaerts is lid Sociale Raad en actief binnen Eindelijk vzw. Aandachtspunten m.b.t. het lokaal sociaal beleidsplan: 1) Ondersteuning van de mantelzorgers en vrijwilligers Er dient 1 duidelijk en makkelijk toegankelijk aanspreekpunt te komen. Alle informatie over vrijwilliger zijn, waar vrijwilligers nodig zijn zou er samen moeten zijn. Misschien wordt het best georganiseerd zoals PWA-dienst. Iemand die vraag en aanbod op elkaar probeert af te stemmen. Deze persoon is tegelijkertijd bemiddelingspersoon bij problemen. Hij/zij staat tevens in voor het organiseren van vorming, groepsvormende activiteiten. Het is een spilfiguur waar mantelzorgers en vrijwilligers terecht kunnen met vragen en moeilijkheden. 2) Vorming van mantelzorgers en vrijwilligers Ervoor zorgen dat mantelzorgers en vrijwilligers weten met welke probleemsituatie of doelgroep ze te maken krijgen. Zo is bv. de kennis rond niet aangeboren hersenletsels (NAH) minimaal aanwezig, terwijl meer en meer mensen ermee te maken krijgen (na ongeval,na hersenbloeding,…). Binnen Eindelijk vzw bestaat bruikbaar vormingsmateriaal (beeldmateriaal, mogelijkheid tot bezoeken van Eindelijk vzw, opendeurdag op 24/09/06, toneelstuk gebracht door mensen van Eindelijk vzw,…). 3) Kortopvang in eigen gemeente Kortopvang bestaat maar er bestaan lange wachtlijsten. Wachtlijsten en afstand zijn vaak een belemmering om er gebruik van te maken. Het is van groot belang om op een kwaliteitsvolle manier te kunnen omgaan met andere gezinsleden (“quality time”), voor zichzelf,…
86
4) Thuisopvang Thuisopvang is evenzeer van belang. Het ontlast mantelzorgers gedurende afgebakende periodes (vb. voor- of namiddag zodat onbezorgd winkelen mogelijk wordt). 5) Dagopvang Zoals Eindelijk vzw bestaan er in Vlaanderen slechts 2 projecten. Eindelijk vzw is een pilootproject. Deze vorm van therapeutisch bezig zijn met mensen met NAH zou meer uitgebreid moeten worden. Mensen worden gestimuleerd om opnieuw deel te nemen aan het leven, om hun eigen leefwereld te creëren. Het gaat niet om ‘bezig gehouden worden’. Men voert in groep vb. huishoudelijke taken uit zoals koken, tuin onderhouden, redactie 3-maandelijks tijdschrift ‘Einder’… Al naargelang wie de activiteiten begeleidt (kinesist, logopedist,…) worden andere aspecten belicht (vb. kinesist zal aandacht hebben voor houding, coördinatie bij het uitvoeren van een taak, terwijl de logopedist aandacht zal hebben voor het benoemen van de zaken waar men mee werkt). De eigenwaarde van de betrokkenen staat centraal. Bij activiteiten probeert men aanknopingspunten te vinden met de bezigheden van de betrokkenen voor het ongeval of de ziekte. Mensen vinden er hun gelijke, beleven opnieuw dingen en krijgen alzo een verhaal waarover ze thuis kunnen praten. 6) Vrije tijdsbesteding van andersvaliden In onze omgeving zijn weinig of geen mogelijkheden. Deze groep zou meer betrokken moeten worden bij de vrije tijdsbesteding van valide mensen. Grote nood aan plaatsen waar andersvaliden elkaar en validen kunnen treffen. Na het ongeval vallen de vrienden vaak één na één weg. Eenzaamheid is een groot probleem. 7) Vervoer van andersvaliden Anders Validen Sport (AVS) heeft een goede werking in Gent. Het overbruggen van die afstand vormt het probleem. 8) Beeldvorming van het OCMW Over het algemeen is het weinig geweten waarvoor men bij het OCMW terecht kan. Velen denken nog dat je er naartoe gaat als je niet meer weet van welk hout pijlen te maken, alleen voor financiële problemen. OCMW zou deel moeten uitmaken van de sociale raad. 9) Wie kan druk uitoefenen op het lokale beleid? Kan dat vanuit de adviesorganen? Vanuit het lokaal sociaal beleidsplan?
BIJLAGE 5C: AANTAL PERSONEN MET EEN HANDICAP Bron: Indicatoren voor een omgevingsanalyse in het kader van het lokaal sociaal beleid – HalleVilvoorde ‘regio Noord’, mei 2006.
87
Aantal personen met een handicap, Vlaams Fonds 2006 Gemeente
totaal aantal
Londerzeel Kapelle o/d Bos Opwijk Merchtem Meise Asse Wemmel Arr.Leuven Arr.Halle-Vilv’de Vlaams-Brabant Vlaams gewest
% op de bevolking 1,3 1,3 1,3 1,5 1,4 1,4 0,9 2,5 1,3 1,9 nb
231 112 162 215 255 396 128 11.796 7.483 19.279 nb
jongeren (< 20 jaar) aantal 35 33 27 44 51 74 26 2.188 1.520 3.708 nb
ouderen (60+)
%*
actieve leeftijd (20-60) aantal %*
aantal
%*
15,2 29,5 16,7 20,5 20,0 18,7 20,3 18,5 20,3 19,2 nb
159 66 111 129 166 242 68 7.868 4.725 12.593 nb
37 13 24 42 38 80 34 1.740 1.238 2.978 nb
16,0 11,6 14,8 19,5 14,9 20,2 26,6 14,8 16,5 15,4 nb
68,8 58,9 68,5 60,0 65,1 61,1 53,1 66,7 63,1 65,3 nb
*% t.o.v. totaal aantal personen met een handicap Bron: Vlaams Fonds (sinds april 2006 Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap)
Personen met een handicap 2006 % totale bevolking < 1,0
Londerzeel
1,0 - 1,3 1,3 - 1,8
Opwijk
1,8 - 2,4
Kapelleop-denBos
Keerbergen
Haacht
Rotselaar
Kampenhout
Bekkevoort
Vilvoorde Steenokkerzeel Asse
Affligem
Holsbeek
Tielt-Winge
Herent
Wemmel
Machelen Zaventem
Kortenberg
Kortenaken Glabbeek
Kraainem WezembeekOppem
Dilbeek Roosdaal
Bertem Bierbeek
Tervuren Lennik SintPietersLeeuw
Galmaarden
Herne
Sociale planning - dienst welzijn en gezondheid
Oud-Heverlee
Zoutleeuw
Boutersem Linter Tienen
Drogenbos Huldenberg Hoegaarden
Linkebeek Beersel
Pepingen
Bever
Geetbets
Lubbeek
Leuven
Liedekerke Ternat
Gooik
Diest
Boortmeerbeek
Grimbergen
> 2,4
ScherpenheuvelZichem
Aarschot Zemst
Meise Merchtem
Begijnendijk Tremelo
SintGenesiusRode
Overijse Hoeilaart
Landen
Halle voorlopig referentiebestand gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (OC GIS-Vlaanderen) Bron data: Vlaams Fonds
Info:
[email protected]
88
BIJLAGE 5D: BEGUNSTIGDEN INKOMENSVERVANGENDE TEGEMOETKOMING EN/OF INTEGRATIE TEGEMOETKOMING, 2004 Bron: Indicatoren voor een omgevingsanalyse in het kader van het lokaal sociaal beleid – HalleVilvoorde ‘regio Noord’, mei 2006. Begunstigden inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) en/of integratietegemoetkoming (IT) 2004 Gemeente
aantal
per duizend inwoners
Londerzeel
120
6,9
Kapelle o/d Bos
49
5,5
Opwijk
85
7,1
Merchtem
102
7,0
Meise
124
6,7
Asse
177
6,2
Wemmel
89
6,1
Arr. Leuven
4.354
9,4
Arr. Halle-Vilvoorde
3.800
6,7
Vlaams-Brabant
8.154
7,9
Vlaams gewest
nb
nb
Bron: FOD sociale zekerheid, PD personen met een handicap Personen met een inkomensvervangende tegemoetkoming 2004 per duizend inwoners < 5,5
Londerzeel
5,5 - 6,5
Kapelleop-denBos
Keerbergen
Opwijk
Haacht
Meise Merchtem
Grimbergen
> 10,0 Asse
Bekkevoort Holsbeek
Tielt-Winge
Herent
Wemmel
Machelen Zaventem
Kortenberg
Kortenaken
Liedekerke Ternat Kraainem WezembeekOppem
Dilbeek
Bertem Bierbeek
Tervuren Lennik SintPietersLeeuw
Galmaarden
Herne
Sociale planning - dienst welzijn en gezondheid
Oud-Heverlee
Zoutleeuw
Boutersem Linter Tienen
Drogenbos Huldenberg Hoegaarden
Linkebeek Beersel
Pepingen
Bever
Geetbets
Lubbeek
Leuven
Glabbeek
Roosdaal
Gooik
Diest
Rotselaar
Kampenhout
Vilvoorde Steenokkerzeel Affligem
ScherpenheuvelZichem
Aarschot Zemst
6,5 - 7,5 7,5 - 10,0
Begijnendijk Tremelo
Boortmeerbeek
SintGenesiusRode
Overijse Hoeilaart
Landen
Halle voorlopig referentiebestand gemeentegrenzen, toestand 22/05/2003 (OC GIS-Vlaanderen) Bron data: FOD sociale zekerheid, DG personen met een handicap
Info:
[email protected]
De integratietegemoetkoming (IT) gaat naar wie omwille van zijn handicap en ten gevolge van vermindering van zelfredzaamheid, bijkomende kosten heeft om zich in het maatschappelijk leven in te passen. De inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) bestaat er voor wie, omwille van zijn handicap, niet in staat is om meer dan één derde te verdienen van wat een gezond persoon kan verdienen.
89
BIJLAGE 5E: VOORZIENINGEN VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP
90
BIJLAGE 5F: RESIDENTIËLE ZORGVORMEN VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP 2.1.15 2.1.16
91
BIJLAGE 5G: AMBULANTE ZORGVORMEN VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP
92
BIJLAGE 5H: INTERNATEN EN SEMI-INTERNATEN
93
BIJLAGE 5I: BEGELEID WONEN
94
BIJLAGE 5J: CENTRALE REGISTRATIE VAN ZORGVRAGEN VLAAMS AGENTSCHAP (STAND OP 30/06/2006) Zorgvorm naar urgentiegraad Dagcentrum Semi-Internaat Tehuis niet-werk.gewoon stelsel Begeleid Wonen Tehuis niet-werkenden, nursing Tehuis werkenden Internaat Thuisbegeleiding Zelfstandig wonen Totaal per urgentiegraad
UC 1 1 0 1 0 0 0 0 2 0 4
UC 2 1 1 0 3 0 0 1 2 0 8
UC 3 0 0 4 2 0 0 0 0 0 6
UC 4 1 0 0 2 1 1 0 0 1 6
Totaal per zorgvorm 3 1 5 7 1 1 1 4 1 24
UC 1: de vraag moet binnen de maand opgelost zijn UC 2: de vraag moet binnen de 6 maanden opgelost zijn UC 3: een oplossing is noodzakelijk binnen een termijn van 6 maanden tot 2 jaar UC 4:toekomstige vraag (er is een oplossing nodig op langere termijn (meer dan 2 jaar)) De zorgvormen waar op 30/06/2006 geen vraag naar was, worden niet weegegeven De gegevens CRZ mogen gebruikt worden mits vermelding van de bron. (CRZ 30/06/2006 Vlaams agentschap personen met een handicap) BIJLAGE 5K: CENTRALE REGISTRATIE VAN ZORGVRAGEN ANTWERPEN (STAND 14/11/2006) Londerzeel Londerzeel Londerzeel Londerzeel Londerzeel Londerzeel Londerzeel Londerzeel Londerzeel Steenhuffel Londerzeel Londerzeel
tehuis niet-werkenden, gewoon stelsel tehuis niet-werkenden, gewoon stelsel tehuis niet-werkenden, gewoon stelsel tehuis niet-werkenden, gewoon stelsel begeleid wonen begeleid wonen begeleid wonen zelfstandig wonen begeleid wonen begeleid wonen begeleid wonen tehuis niet-werkenden, gewoon stelsel
3 1 3 3 4 4 2 3 1 1 3 2
95
BIJLAGE 5L: CENTRALE REGISTRATIE VAN ZORGVRAGEN VLAAMS-BRABANT Dagbesteding Urgentiekode 1 en 2 Urgentiekode 3 en 4
TOTAAL 1 1
ZV11 1 0
ZV12 0 0
ZV13 0 1
ZV14 0 0
Woonvormen TOTAAL ZV201 Urgentiekode 1 en 2 4 Urgentiekode 3 en 4 3 ZV2041 Urgentiekode 1 en 2 Urgentiekode 3 en 4 ZV209 Urgentiekode 1 en 2 Urgentiekode 3 en 4
PAB Urgentiekode 1 en 2 Urgentiekode 3 en 4
ZV2011 0 0 ZV2042 0 0
ZV2012 0 0 ZV205 0 0
ZV202 0 0 ZV206 0 1
ZV203 0 0 ZV207 0 0
ZV204 00 10 ZV208 00 01
ZV210 0 0
ZV211 4 0
ZV212 0 0
ZV213 0 0
0 0
1 0
Verklaring codes zorgvormen 11 Semi-internaat 12 Semi-internaat niet-schoolgaanden 13 Dagcentrum 14 Begeleid werken opgevolgd vanuit een dagcentrum 201 2011 2012 2013 202 203 204 2041 2042 205 206 207 208 209 210 211 212 213
Internaat (onbekend type) Internaat schoolgaanden Internaat niet-schoolgaanden Ambulante begeleiding vanuit internaat OBC Begeleid wonen Beschermd wonen Beschermd wonen met dagbesteding Beschermd wonen zonder dagbesteding Tehuis werkenden Tehuis niet-werkenden, gewoon stelsel Tehuis niet-werkenden, nursing Zelfstandig wonen Tehuis voor kortverblijf Thuisbegeleiding Gezinsplaatsing (gewoon stelsel) Gezinsplaatsing WOP Logeerfunctie
31
PAB - persoonlijk assistentiebudget
Urgentiecodes UC 1 hoogst urgente zorgvragen UC 2 urgente zorgvragen UC 3 matig urgente zorgvragen UC 4 toekomstige zorgvragen (elke UC heeft een andere termijn waarbinnen de zorgvraag een oplossing moet krijgen)
96
BIJLAGE 6 : KINDEREN EN JONGEREN
BIJLAGE 6A: OPVANGLANDSCHAP IN LONDERZEEL 1. Dienst opvanggezinnen (Londerzeel en Kapelle-op-den-Bos) Bloemstraat 2 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30.55.13 Fax: 052/30.55.37 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Lut Ools – Elina Van Win De dienst opvanggezinnen groepeert 23 onthaalmoeders: Londerzeel centrum Callaerts Annie Christiaens Dannie Claus Annie Claus Marina De Bondt Anne Michiels Christine Neirynck Anja Publie Marina Scheers Nadine Van den Bossche Agnes Van Rietvelde Anne-mie Verbruggen Els Wijns Linda
Bergkapelstraat 78 Koolmeesstraat 14 Vinkenstraat 29 A. Lambertsstraat 10 Blauwenhoek 123 Kerkhofstraat 84 Stationsstraat 112/2 Leeuwerikstraat 6 Lunderstraat 53 Koolmeesstraat 16 Lunderstraat 29 Vinkenstraat 11 Meerstraat 201
052/ 30.25.24 052/ 30.15.91 052/ 30.23.34 052/ 30.95.76 052/ 30.44.12 0494/ 06.63.51 052/30.51.17 052/ 30.21.10 0497/ 40.46.45 052/ 30.35.65 052/ 30.45.12 052/ 30.23.51 052/ 55.67.47
Londerzeel St-Jozef Semal Rita Van den Broeck Lieve
Kruisbroeken 12 Minnestraat 1
052/ 30.42.77 052/ 33.05.49
Malderen Sterckx Marina Van Eynde Lieve Verbesselt Lesley Verelst Ingrid
Zwaluwstraat 100 Steenhuffelstraat 93a Beekstraat 19 Zandvat 29
052/ 33.71.07 052/ 33.59.57 052/ 31.20.03 052/ 33.05.49
Steenhuffel Joossen Dana Thomas Christel Van den Eede Carine Van Eynde Veerle
Meir 15 Haan 78 Sint-Genovevastraat Smisstraat 67
052/ 31.02.74 052/ 31.60.89 052/ 31.20.39 052/ 30.64.48
Zij zijn allen gehuisvest in een woning
97
2. Gemeentelijke Centrumschool Stationsstraat 58 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30 00 36 Fax: 052/31 14 47 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Jan Seymons 3
Gemeentelijke Centrumschool (kleuterafdeling) Lijsterstraat 7 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30 23 48 Fax: E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Jan Seymons
4
Instituut Virgo Sapiens (Lagere school) Heldenplein 3 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30 28 78 Fax: 052/30 53 05 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Danny Heymans
5
Instituut Virgo Sapiens (kleuterafdeling) Kerkhofstraat 43 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30 31 07 Fax:052/30.53.05 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Agnes Robberechts
6
Gemeentelijke Lagere School Ter Elst J. Van Doorslaerstraat 47 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30 35 82 Fax: 052/31 20 42 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Katelijne De Boeck
7
Vrije kleuterschool Steenhuffel Schoolstraat 2 1840 Londerzeel Telefoon:052/30 02 20 Fax:052/30.02.20 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Christa De Velder
8
Vrije Basisschool De Heide Topmolen 17 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30 98 98 Fax:052/30.67.13 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Els Wauters
98
9
Kinderdagverblijf De Kapoentjes Kouterbaan 17 1840 Londerzeel Telefoon: 052/34 06 78 Fax: E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Christel van Caesbroeck
10.Kinderdagverblijf De Sloebers Lijsterstraat 7 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30 30 64 Fax: E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Christel Van Caesbroeck 11.Kinderdagverblijf De Burcht Burcht 7 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30 58 75 Fax:052/30.58.75 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Ineke Van Vaerenbergh 12.BKO ’t Malderijtje Malderendorp 10 1840 Londerzeel Telefoon: 052/34 26 48 Fax: E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Katrien Sonck 13.BKO De Zonzolder Burcht 7 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30 58 75 Fax:052/30.58.75 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Ineke Van Vaerenbergh 14.Mini-crèche De Mookies Meerstraat 253 1840 Londerzeel Telefoon: 0477/13 89 10 Fax: E-mail:
[email protected] Verantwoordelijken: Jennifer Marius en Julie Leemans 15.Het 1-2-3 Duizendpootje Rossemstraat 13 1840 Londerzeel Telefoon: 052/33 27 55 Fax: E-mail: Verantwoordelijke: Ellen De Schutter
99
16.Rakker(s) Mechelsestraat 80 1840 Londerzeel Telefoon: 052/ 31.26.70 - 0476/ 21.31.44 Fax: E-mail: Verantwoordelijke : Kris Meuris 17.Onthaalmoeders 17A Monique De Belder Bergstraat 91 1840 Londerzeel 052/30 96 58 17B Hilde De Boeck Bergstraat 51 1840 Londerzeel 052/30 39 68 17C Maria Scheers Bergstraat 37 1840 Londerzeel 052/30 94 03 17D
Emilienne Van de Vreken Klein Holland 46 1840 Londerzeel 052/30 05 43
100
BIJLAGE 6B: ALLOCHTONEN EN ANDERSTALIGEN IN DE LONDERZEELSE SCHOLEN School Ter Elst Steenhuffel De Huffeltjes Steenhuffel St. Amandus, kleuters Malderen St. Amandus, Lager Kouterschool, kleuters Malderen Kouterschool, Lager Virgo Sapiens Lager school Virgo Sapiens Kleuters Virgo Sapiens BSO GTIL
Aantal leerlingen 164
Klassen
Allochtonen
%
Anderstaligen
%
9
5
3
2
1
4
5
4
5
3
2
3,6
5
9
108 63 (70)
7 3
2
3
2
3
99
6
348
17
5
1,4
5
1,4
10
5,9
8
4,7
73 (100) 55
168 (200)
101
HOOFDSTUK 2 – AFSTEMMING ANDERE PLANNEN Het lokaal sociaal beleid werd geschreven in relatie tot volgende plannen: * strategische meerjarenplanning gemeente * meerjarenplan OCMW * beleidsplan kinderopvang * jeugdbeleidsplan * ruimtelijk structuurplan
102
HOOFDSTUK 3 - MEERJARENPLAN SD 1: Wonen in Londerzeel beter betaalbaar maken De grond- en woningprijzen zijn volgens de modale Vlaming niet meer betaalbaar. De gemeente Londerzeel tracht hier reeds tientallen jaren aan tegemoet te komen door te werken rond een betaalbaar woonbeleid. Dit doordacht grondbeleid moet verder afgestemd worden op de huidige woonnoden van de burger. Vooral sociale huurwoningen komen tegemoet aan de woonnood van de laagste inkomensklasse. Net als andere gemeenten in het buitengebied moet Londerzeel nog een achterstand inhalen op het Vlaams gemiddeld aantal sociale huurwoningen per totaal aantal woningen. De gemeente wenst door een reeks van grondbeleidacties het percentage sociale huurwoningen op te trekken (OD1.1). Eerst en vooral dient er een hoog aandeel van sociale huurwoningen in de eigen gemeentelijke projecten te worden ingebouwd (ACTIE 1.1.1). Uiteraard mag het actief beleid inzake betaalbaar wonen zich niet beperken toe één doelgroep. Het aanbieden van gemengde woonvormen (gesubsidieerde bouwkavels, gesubsidieerde woningen, sociale koop- en huurwoningen alsook vrije kavels en woningen maken deel uit van een dergelijk gedifferentieerd beleid). Maar ook dmv strategische invulbouw (kleinschalige bouwprojecten) kan in samenwerking met de lokale huisvestingsmaatschappij het aandeel sociale huurwoningen over het ganse grondgebied verhoogd worden (ACTIE 1.1.2). Bijkomend wenst de gemeente ook de privé-initiatiefnemers in deze doelstelling te betrekken. Dit wenst de gemeente door te voeren door het opstellen van een stedenbouwkundige verordening waarbij bij grote verkavelingen een quotum sociale (huur)woningen wordt opgelegd aan de verkavelaars. Een andere nood -die uit de omgevingsanalyse duidelijk naar voor kwam- is de vraag naar vernieuwende en/of kleinere woonentiteiten (OD1.2). De gemeente wenst een stedenbouwkundig onderzoek door te voeren waarbij de zones voor meergezinswoningen duidelijk binnen de vier kernen worden afgebakend. Ook bijzondere woonvormen -zoals bijvoorbeeld zorgwonen en/of kangoeroewonen- kunnen in dit afbakeningsproces betrokken worden (ACTIE 1.2.1.). Tot slot wenst de gemeente in eigen handen een actief -ruimtelijk doordacht- grondbeleid te voeren (OD1.3). De verdere uitbouw van een eigen grondregie blijkt hiervoor noodzakelijk. Hoe meer knowhow deze grondbeleidcel opbouwt (ACTIE 1.3.1.), hoe sterker zij als speler zal meedingen op de woonmarkt. Zoals vernoemd zullen eigen woningbouwprojecten de basistaak vormen van deze cel. Het verder uitbouwen van een grondbank en/of de invoer van een rollend fonds zijn grondbeleidsinstrumenten, die moeten overwogen worden om de slagkracht van deze cel te versterken.
103
OD 1.1. Het aandeel van sociale huurwoningen verhogen. Actie 1.1.1. Actie 1.1.2. Actie 1.1.3.
Een hoog aandeel sociale huurwoningen in de gemeentelijke woonprojecten Sociale invulbouw via doordacht grondbeleid Verordening quotum sociale (huur)woningen bij grote verkavelingen
Actiefiche 1.1.1. Actienummer
1.1.1.
Actietitel
Een hoog aandeel sociale huurwoningen in de gemeentelijke woonprojecten
Output
Tussen 15 en 20 % sociale huurwoningen in de gemeentelijke woonprojecten
Input
- personeelsuren ter voorbereiding van de woonprojecten - aanstellen ontwerpers per woonproject. - doorlopen procedure met verscheidene adviesmomenten
Verantwoordelijke
Steven Rits
Operationele doelstelling
1.1.
Het aandeel van sociale huurwoningen verhogen
Strategische doelstelling
1
Wonen in Londerzeel beter betaalbaar maken
Stappenplan
1.
2.
Activiteit
Output
deadline
Bespreken ontwerp voor de site ARGOgronden in verschillende raden (Cultuurraad, GECORO, mobiliteitsraad) en gemeenteraadscommissie RO Terugkoppeling naar omwonenden
Ontwerp is intern en extern gecommuniceerd
Januari 2008
verslag externe communicatie d.m.v. inspraakvergadering Beleidsbeslissing inzake adviezen en inspraak
Februari 2008 Maart 2008
Definitief ontwerp met - fasering in tijd - financiële doorrekening Protocol i.v.m. samenwerkingsverband is opgesteld. Het aandeel sociale huurwoningen bedraagt tussen 15 en 20% van het totaal aantal woonentiteiten .
Mei 2008
3.
Adviezen/opmerkingen terugkoppelen naar het college van burgemeester en schepenen
4.
Herwerken ontwerp tot definitief ontwerp door ontwerper dienst ism huisvesting/stedenbouw
5.
Verdeling opstellen van de taken: wie ontwikkelt welk deel van het geheel Mogelijke partners zijn private bouwpromotoren (vb. VLABO), Sociale Huisvestingsmaatschappij (Prov.), Intercommunale Haviland, Vlabinvest, gemeente en andere.
6.
Agenderen plan + samenwerkingsverband op het college vervolgens voor te leggen aan de gemeenteraad.
gemeenteraadsbeslissing
November 2008
Laatste stap
Starten met fase 1 van het wooninbreidingsgericht
percentage sociale huurwoningen wordt in de grondbeleidprojecten voorzien
December 2008
September 2008
104
Actiefiche 1.1.2. Actienummer
1.1.2.
Actietitel
Sociale invulbouw via doordacht grondbeleid
Output
strategisch, interessant gelegen sites in de centra zijn verworven om in te vullen met sociale huurwoningen met beperkte schaal (vb. Valkenstraat, Egmontgebied, …).
Input
- personeelsuren ter voorbereiding van de kleinere sociale woonprojecten in samenwerking met de andere woonpartners - doorlopen procedure met verscheidene adviesmomenten
Verantwoordelijke
Steven Rits
Operationele doelstelling
1.1.
Het aandeel van sociale huurwoningen verhogen
Strategische doelstelling
1
Wonen in Londerzeel beter betaalbaar maken
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Permanent onderzoek van te koop gestelde onroerende goederen enerzijds en anderzijds aanduiden / oplijsten van strategische projectzones (zie RSL).
Basisinformatie
Maart 2008
2.
Overlegvergadering tussen gemeente, de lokale sociale huisvestingsmaatschappij Providentia en eventueel andere overheden.
Aftasten van noden en mogelijkheden
April 2008
3.
Uitbouwen procedure hoogdringendheid tot aankoop onroerende goederen – Opstellen afsprakenkader met bevoegde schepen en/of burgemeester bij het aandienen van een strategisch onroerend goed.
document met procedure en afsprakenkader
Mei 2008
3.
Afsprakenkader terugkoppelen naar het college van burgemeester en schepenen en naar de lokale sociale huisvestingsmaatschappij Providentia
collegebeslissing over procedure en afsprakenkader
Juni 2008
4.
Bespreken werkwijze in adviesraden (oa GECORO) en gemeenteraadscommissie RO
verslagen van adviesraden en GRC
September 2008
5.
Herwerken tekst tot definitieve nota
nota
November 2008
6.
Voorleggen aan Providentia voor definitieve goedkeuring
formeel akkoord van Providentia over nota
December 2008
7.
Agenderen plan + samenwerkingsverband op het college vervolgens voor te leggen aan de gemeenteraad.
gemeenteraadsbeslissing over plan en samenwerkingsverband
Januari 2009
Laatste stap
Toepassen werkwijze grondinnemingen
verslag over activiteiten verwerven gronden
Februari 2009
105
Actiefiche 1.1.3. Actienummer
1.1.3.
Actietitel
Verordening quotum sociale (huur) woningen bij grote verkavelingen
Output
hoger aantal sociale woningen
Input
- personeelsuren ter voorbereiding van de verordening - doorlopen procedure met verscheidene adviesmomenten
Verantwoordelijke
Steven Rits
Operationele doelstelling
1.1.
Het aandeel van sociale huurwoningen verhogen
Strategische doelstelling
1
Wonen in Londerzeel beter betaalbaar maken
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Voorleggen werkdocument ‘Stedenbouwkundige verordening’ aan de bevoegde adviesraad ‘lokaal woonoverleg’
Interne en externe communicatie dmv adviesraden
Februari 2008
2.
Voorleggen werkdocument ‘Stedenbouwkundige verordening’ aan de bevoegde gemeenteraadscommissie ‘woonoverleg’
Interne communicatie dmv gemeenteraadscommissie
Maart 2008
3.
Herwerken werktekst tot definitief ontwerp door dienst huisvesting/stedenbouw
Verwerken opmerkingen inspraak
Mei 2008
7.
Opnieuw terugkoppelen naar het college van burgemeester en schepenen, de bevoegde gemeenteraadscommissie en adviesraad
verslagen gemeenteraadscommissie en adviesraden
Juni 2008
8.
Voorleggen ‘definitieve tekst Stedenbouwkundige verordening’ aan de bevoegde gemeentelijke commissie voor Ruimtelijke ordening (GECORO) en de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar
Verplichte adviezen in het kader van het decreet DRO dd. 18.05.1999, meerbepaald in het kader van stedenbouwkundige verordeningen
September 2008
9.
Agenderen op het college met voornoemde twee adviezen om het dossier vervolgens voor te leggen aan de gemeenteraad.
gemeenteraadsbeslissing
Oktober 2008
Laatste stap
Opsturen van stedenbouwkundige verordening aan stedenbouwkundige verordening is hogere overheid. goedgekeurd
November 2008
106
OD 1.2. Het aanbod aan kleinere woongelegenheden verhogen Actie 1.2.1.
Inventarisering en afbakening zones voor meergezinswoningen en kangoeroewonen
Actiefiche 1.2.1. Actienummer
1.2.1.
Actietitel
Inventarisering en afbakening zones voor meergezinswoningen en kangoeroewonen
Output
- Studie over de ‘zonering waar opsplitsen van eengezinswoningen naar meergezinswoningen (oa deelaspect kangoeroewonen meenemen) kan en/of moet kunnen’. - acties (verordening, RUP, …)
Input
personeelsuren dienst RO, gezien stedenbouwkundig onderzoek.
Verantwoordelijke
Steven Rits
Operationele doelstelling
1.2.
Het aanbod aan kleinere woongelegenheden verhogen
Strategische doelstelling
1
Wonen in Londerzeel beter betaalbaar maken
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Verzamelen van de reeds bestaande informatie inzake zoneringen – navraag voorbeelden andere gemeenten
analysenota
Januari 2009
2.
Stedenbouwkundig onderzoek naar bestaande vergunde situaties
nota met resultaten van onderzoek op basis van het vergunningenregister
Mei 2009
3.
Voorleggen onderzoek aan het college van burgemeester en schepenen
verslag van bespreking in College
Juni 2009
4.
Voorleggen basisonderzoek aan de bevoegde adviesraad GECORO en gemeenteraadscommissie RO
verslagen Gecoro en commissie RO
Oktober 2009
5.
Opstellen eerste afbakening ‘Zoneringsplan meergezinswoningen’- mogelijke verfijning is kangoeroewonen en/of zorgwonen
Basisdocument voor het vergunningbeleid
Januari 2010
6.
Terugkoppeling naar het college van burgemeester en schepenen
verslag van bespreking in College
Februari 2010
7.
Voorleggen basisonderzoek aan de bevoegde adviesraad GECORO en gemeenteraadscommissie RO
verslagen Gecoro en commissie RO
April 2010
8.
Herwerken/detailleren plannen naar aanleiding van de gegeven adviezen
herwerkt document
Augustus 2010
9.
Agenderen zoneringsplannen op het college om vervolgens voor te leggen aan de gemeenteraad.
gemeenteraadsbeslissing over zoneringsplan
September 2010
Inventaris van verleende vergunningen
Oktober 2011
Laatste Toepassen plannen in het vergunningenluik. stap Plannen ter inzage leggen van bevolking
107
OD 1.3. Een ruimtelijk doordacht grondbeleid voeren Actie 1.3.1.
Uitbouw eigen grondregie
Actiefiche 1.3.1. Actienummer
1.3.1.
Actietitel
Eigen grondregie
Output
grondbank en/of een rollend fonds is operationeel
Input
- 1 FTE extra - opleiding voor bestaand en nieuw personeel
Verantwoordelijke
Steven Rits of nieuw aangeworven FTE Grondbeleid
Operationele doelstelling
1.3.
Een ruimtelijk doordacht grondbeleid voeren
Strategische doelstelling
1
Wonen in Londerzeel beter betaalbaar maken
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Informatie verzamelen van goedfunctionerende grondregieën in andere gemeenten (Zemst, Puurs, …).
Nota met voorbeelden en randvoorwaarden voor voeren grondregie
Januari 2009
2.
Opstellen werkwijze grondbeleid Londerzeel: - Budgettaire voorafname in de begroting. - Werkwijze aankoop onroerende goederen - Opstellen rollend fonds
Nota ‘Eigen Grondregie’
Mei 2009
3.
Voorleggen nota aan het College van burgemeester en schepen
verslag bespreking in College
Juni 2009
4.
Voorleggen aan de bevoegde adviesraden (GECORO, lokale woonraad) en gemeenteraadscommissie RO.
verslagen adviesraden en gemeenteraadscommissie
Oktober 2009
5.
Herwerken nota tot definitieve afsprakennota
afsprakennota
December 2009
6.
Agenderen definitieve nota op het college vervolgens voor te leggen aan de gemeenteraad.
gemeenteraadsbeslissing over afsprakennota
Februari 2010
7.
Implementeren ‘nota eigen grondregie’ in het dagdagelijkse grondbeleid
verslag over toepassing grondregie
Maart 2010
8.
Opstarten ‘rollend fonds’ in samenspraak met de ontvanger/secretaris voor praktische regelingen
Verslagen werkvergaderingen
April 2010
Laatste stap
Verder opbouwen van grondbank door het voeren van een doordacht aan- en verkoopbeleid
nota met inventaris van verworven gronden
April 2011
108
SD 2: De dienstverlening m.b.t. wonen toegankelijker maken Uit de omgevingsanalyse blijkt dat zowel de interne als de externe communicatie beter kunnen. De interne communicatie tussen de woonpartners (gemeente, OCMW, Webra, lokale sociale huisvestingsmaatschappij Providentia, private woonpartners, …) dient duidelijk te verbeteren (OD2.1.). Uit de analyse blijkt dat een gestructureerd terugkerend woonoverleg noodzakelijk is en verder dient uitgebouwd te worden (ACTIE 2.1.1). Enkel door op regelmatige basis te communiceren kan met een geïntegreerd gebiedsgericht woonbeleid bekomen. De samenwerking van de verschillende partners is immers essentieel om tot een goed resultaat te komen. Tevens kan de informatie-uitwisseling tussen OCMW en de sociale huisvestingsmaatschappij Providentia verbeterd worden. Er wordt bijgevolg voorgesteld dat er tussen beide organisaties een afsprakennota wordt opgemaakt om de informatie-uitwisseling te optimaliseren (ACTIE 2.1.2). Tot slot ligt de sleutel van een goede dienstverlening uiteraard bij de loketfunctie. De burger biedt zich aan bij een loket en het is essentieel dat –indien de informatieverstrekker de persoon zelf niet kan helpen- deze naar de juiste collega kan doorverwijzen. Het opstellen van een doorverwijsinstrument lijkt hiervoor het ideale instrument, een middel voor de personeelsleden om de klantvriendelijkheid verder te verhogen (ACTIE 2.1.3). De drempel voor de burger om gebruik te maken van de sociale diensten (o.a. inzake wonen) blijkt letterlijk en figuurlijk nog te hoog. De externe communicatie kan verbeteren (OD2.2) door te werken met duidelijke aanspreekpunten op het vlak van huisvesting, grondbeleid en sociale huurmarkt (ACTIE 2.2.1). De sociale huursector is een uniek instrument voor een sociaal beleid (dixit professor De Decker). Door de hoge prijzen op de koop- en huurmarkt, zijn steeds meer mensen – met name de lagere sociale klasse – aangewezen op de sociale huurmarkt, waar steeds groeiende wachtlijsten ontstaan. Niet alle kandidaat-huurders blijken de weg naar de sociale huisvesting actoren (sociale huisvestingsmaatschappij, sociaal verhuurkantoor, Vlaams woningfonds voor de Grote Gezinnen, OCMW-doorgangswoningen) te vinden. Het OCMW kan een positieve bijdrage leveren door potentiële huurders actief toe te leiden naar de sociale huurmarkt. In sociale woonwijken stellen zich een aantal uitgesproken sociale problemen die onvoldoende kunnen opgevangen worden door de huisvestingsmaatschappij. Voorbeelden: samenlevingsproblemen, eenzaamheidsproblemen, hygiëneproblemen, gebrek aan zelfredzaamheid ten gevolge van ouderdom ziekte en depressie, huurachterstallen en andere schulden, uitzetting uit de woning,… Door een samenwerking tussen het welzijnswerk (OCMW) en de sociale huisvestingssector kunnen deze problemen worden aangepakt. Er is nood aan gestructureerde communicatie en samenwerking tussen de woonpartners (gemeente, OCMW, Providentia en Webra). Het aanbod van degelijke en betaalbare woningen op de private markt is schaars. Het is dan ook belangrijk dat de cliënt snel contact opneemt met de verhuurder en tijdens dit contact een voldoende betrouwbare indruk nalaat, zodat de verhuurder bereid is zijn pand te verhuren aan de cliënt. Voor het OCMW is hier een belangrijke rol weggelegd.
109
Het zou zinvol zijn dat het OCMW het aanbod aan beschikbare woningen inventariseert, de huurprijs nagaat en deze geselecteerde informatie ter beschikking stelt van de OCMWcliënten. Nog een stap verder in de individuele begeleiding veronderstelt dat de cliënt effectief bijgestaan wordt in het contacteren van de verhuurder, waarbij hij door de maatschappelijk werker voorbereid wordt op het eerste contact met de verhuurder. Soms is het aangewezen dat het OCMW zelf de verhuurder contacteert en een aantal duidelijke garanties (huurwaarborg) kan bieden. In feite is het voor de verhuurder een voordeel dat de huurder door het OCMW is gekend. Dit biedt immers de mogelijkheid om de relatie huurder-verhuurder positief te beïnvloeden. Wanneer het OCMW de private verhuurder van dit voordeel kan overtuigen, wordt de weg geopend naar structurele afspraken en netwerking met private verhuurders. Indien huurders gedurende de duur van de huur advies en ondersteuning krijgen van het OCMW op momenten dat zich (kleine) onregelmatigheden voordoen, kunnen heel wat procedures en drastische uitspraken vermeden worden. De cliënt moet snel een beroep kunnen doen op de woonbegeleider om te vermijden dat problemen escaleren en de relatie met de verhuurder onherroepelijk is verzuurd. De cliënt is vaak niet op de hoogte van de huurwetgeving, waardoor zich laat benadelen of waardoor hij zelf onwettelijke handelingen stelt. Hij weet niet hoe hij zich juridisch kan verweren. Mensen met een beperkt inkomen die een groot gedeelte aan huurgeld moeten besteden, zijn vaak niet op de hoogte van eventuele tegemoetkomingen en weten niet hoe ze juridisch correct kunnen omgaan met betaalproblemen. Het OCMW kan een wezenlijke preventieve bijdrage leveren door de cliënt te sensibiliseren m.b.t. het belang van de betaling van de huur. Deze verhoogde aandacht kan door de maatschappelijk werker worden opgenomen indien hij over een functionele basiskennis beschikt van de private huurwetgeving en kennis heeft van de verschillende bestaande instrumenten ter ondersteuning van de huurder. Hij moet tevens kunnen terugvallen op gespecialiseerde diensten waarnaar kan worden doorverwezen. Sommige cliënten hebben nood aan OCMW-begeleiding bij het onderhoud van hun woning en de wooncultuur. Begeleid wonen onder de vorm van huisbezoeken en eventueel het inschakelen van externe diensten moet de bewoning mee in goede banen leiden. Werken aan de wooncultuur vraagt een tijdsintensief vertrouwensproces tussen bewoner en hulpverlener. Het OCMW biedt via een aantal doorgangswoningen en opvangkamers een tijdelijke huisvestingsmogelijkheid voor mensen met een acuut huisvestingsprobleem. In de toekomst dient er zeker gewerkt te worden aan de organisatie van de doorstroming vanuit deze woningen. Hiertoe dient begeleiding te worden voorzien en moet er gestreefd worden naar structurele afspraken met de private markt en de sociale verhuurders. De afwijkingsmogelijkheid in het sociaal huurbesluit voor daklozen kan geoptimaliseerd worden. Huisvesting door het OCMW dient gezien te worden als een instrument voor integrale hulpverlening, waarin ook schuldbemiddeling en tewerkstelling een belangrijke rol spelen. De invalshoek van de maatzorg zorgt voor een klantgerichte en individuele hulpverlening die inspeelt op de krachten van de hulpvrager.
110
OD 2.1. Verbeteren van de communicatie tussen de woonpartners Actie 2.1.1. Actie 2.1.2. Actie 2.1.3.
Verbeteren van de interne communicatie Afsprakenkader tussen Providentia en OCMW Opmaak van een doorverwijsinstrument
Actiefiche 2.1.1. Actienummer
2.1.1.
Actietitel
Verbeteren van de interne communicatie
Output
regelmatige overlegmomenten leiden tot verbeterde communicatie
Input
- personeelsuren voor vergaderingen
Verantwoordelijke
Steven Rits of nieuw aangeworven FTE Grondbeleid
Operationele doelstelling
2.1.
Verbeteren van de communicatie tussen de woonpartners
Strategische doelstelling
2
De dienstverlening m.b.t. wonen toegankelijker maken
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Opstellen voorstel afsprakennota door dienst huisvesting in verband met voorstel periodiek samenkomen met alle woonpartners (voorstel minimum 2x jaar).
ontwerp van afsprakennota
Maart 2009
2.
Werkdocument voorleggen aan het college van burgemeester en schepenen.
verslag bespreking op College
April 2009
3.
Overlegvergadering met de woonpartners om werktekst in verband met periodiek overleg vast te leggen.
verslag bespreking met woonpartners
Mei 2009
4.
Werktekst aanpassen aan de opmerkingen van de woonpartners.
Herwerkt werkdocument
September 2009
5.
Aangepast werkdocument voorleggen aan het college van burgemeester en schepenen.
verslag met beleidsbeslissing
Oktober 2009
6.
Overmaken definitieve tekst ‘overleg’ aan woonpartners
definitieve tekst
November 2009
7.
Toepassen van de nota in de praktijk
verslagen van overleg + evaluatie
Januari 2010
111
Actiefiche 2.1.2. Actienummer
2.1.2.
Actietitel
Afsprakenkader tussen Providentia en OCMW
Output
samenwerkingsovereenkomst die moet leiden tot een betere interne communicatie tussen de partners
Input
- personeelsuren voor vergaderingen
Verantwoordelijke
Steven Rits of nieuw aangeworven FTE Grondbeleid
Operationele doelstelling
2.1.
Verbeteren van de communicatie tussen de woonpartners
Strategische doelstelling
2
De dienstverlening m.b.t. wonen toegankelijker maken
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Eerste overlegmoment tussen OCMW en Providentia voor de oplijsting kansen en knelpunten
Verslag van verkennend gesprek
Maart 2009
2.
Opstellen afsprakenkader door de administraties ‘Providentia en het OCMW’ in verband met de uitwisseling van gegevens betreffende cliënteel. Voorleggen ter kennisgeving
werkdocument
Mei 2009
3.
Opsturen werknota aan Providentia en het OCMW. Vergadering beleggen om overleg te plegen over de werknota
verslag bespreking op beleidsgroep
Juni 2009
4.
Opmerkingen en of aanpassingen doorvoeren naar aanleiding van de terugkoppelingen naar de betrokken partners.
definitieve nota
September 2009
5.
Voorleggen van de definitieve nota aan de raden van bestuur van de twee partners.
Raadsbeslissingen over de nota
November 2009
6.
Implementatie van de nota
evaluatieverslag over afspraken
Januari 2010
112
Actiefiche 2.1.3. Actienummer
2.1.3.
Actietitel
Opmaak van een doorverwijsinstrument
Output
probleemcatalogus die de medewerkers van gemeente en OCMW helpt om de burger correct door te verwijzen
Input
- uitbesteden aan extern bedrijf - personeelsuren voor vergaderingen
Verantwoordelijke
Steven Rits of nieuw aangeworven FTE Grondbeleid
Operationele doelstelling
2.1.
Verbeteren van de communicatie tussen de woonpartners
Strategische doelstelling
2
De dienstverlening m.b.t. wonen toegankelijker maken
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Opstellen van een dergelijke catalogus wordt best uitbesteed. Er wordt een onderhandelingsprocedure opgestart.
Collegebeslissing omtrent uitbesteden opdracht
Maart 2010
2.
Opstellen van een dergelijke catalogus door opdrachthouder
Ontwerp catalogus
September 2010
3.
Voorleggen eerste versie aan het college van burgemeester en schepenen.
verslag bespreking op College
Oktober 2010
4.
Vragen bijkomende adviezen - Verzameling en verwerking opmerkingen
Definitieve probleemcatalogus
Januari 2010
5.
Voorleggen definitieve versie aan het college van burgemeester en schepenen.
verslag bespreking op College
Oktober 2010
6.
Verspreiden en toepassen van het document
evaluatieverslag betreffende toepassing
November 2010
113
OD 2.2. Afstemming van de dienstverlening op de vragen van de burgers Actie 2.2.1.
Duidelijke aanspreekpunten voor de burger
Actiefiche 2.2.1. Actienummer
2.2.1
Actietitel
Duidelijke aanspreekpunten voor de burger
Output
Eén loket voor huur, één voor huisvesting, één voor grondbeleid
Input
- personeelsuren - kosten signalisatie en communicatie naar de burger toe - kosten en tijd voor opleiding personeel
Verantwoordelijke
Steven Rits of nieuw aangeworven FTE Grondbeleid
Operationele doelstelling
2.1.
Verbeteren van de communicatie tussen de woonpartners
Strategische doelstelling
2
De dienstverlening m.b.t. wonen toegankelijker maken
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Elke dienst –bevoegd voor een van drie voornoemde beleidsdomeinen- werkt een nota uit over zijn dienst. Voorbeelden uit andere gemeenten kunnen de leidraad vormen.
Discussienota
September 2008
2.
Voorleggen aan bestuur (Gemeente en/of OCMW)
Beleidsterugkoppeling
Oktober 2008
3.
Verder uitwerken van nota per dienst. Bijhorende acties aanduiden inzake signalisatie en communicatie vermelden.
Definitief voorstel uitwerken
December 2008
4.
Dossier voorleggen aan college van burgemeester en schepenen en (respectievelijk OCMW) voor definitieve goedkeuring acties en budgettering.
verslag met beslissing College
Januari 2009
5.
Uitvoeren geplande acties volgens nota + voorzien van opleiding voor personeel aangaande eigen materie én gerelateerde materies
3 loketten zijn gerealiseerd
Februari 2009
114
OD 2.3. Ondersteunen van zwakke doelgroepen bij het oplossen van woonproblemen Actie 2.3.1. Actie 2.3.2. Actie 2.3.3. Actie 2.3.4.
Actieve toeleiding naar en begeleiding op de sociale huurmarkt Actieve toeleiding naar privé-markt Ondersteuning van de OCMW-cliënt op de huurmarkt Begeleiding na verblijf in OCMW-doorgangswoningen
115
Actiefiche 2.3.1. Actienummer
2.3.1.
Actietitel
Aktieve toeleiding naar en begeleiding op de sociale huurmarkt
Output - Personeel : 0.5 FTE maatschappelijk werker : De bruto-loonlast van deze halftijdse tewerkstelling bedraagt ongeveer 18.500 EURO op jaarbasis.) - Aanwerving en opleiding : 1500 EUR - Creatie van een extra bureel : 1250 EUR - Uitrusting bureel : 1500 EUR
Input
Verantwoordelijke
Katty Creytens
Operationele doelstelling
2.3.
Ondersteunen van zwakke doelgroepen bij het oplossen van woonproblemen
Strategische doelstelling
2.
De dienstverlening mbt wonen toegankelijker maken
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Creatie van werkruimte
Bijkomend bureel voor maatschappelijk werker in administratief centrum OCMW
December 2008
2.
Indiensttreding bijkomende ½ FTE maats. Assistent -
Arbeidscontract ingaande 01/01/09
Januari 2009
3.
Opleiding van de nieuwe werknemer tot woonbegeleider ( maatzorg als invalshoek)
Externe en interne opleiding
Juni 2009
4.
Samenwerkingsverbanden en –(taak) afspraken realiseren met de sociale huisvestingsactoren
Netwerk (sociale) huisvesting met gemeente en derden
December 2009
5.
Opstart van de dienstverlening: Actieve toeleiding naar de sociale huurmarkt via uitputting van rechten, informatieverstrekking, administratieve hulp aan de cliënt bij inschrijvingen en actualisatie van wachtlijsten
Cliënten worden ondersteund op de sociale huisvestingsmarkt
September 2009
8.
Verkennen van mogelijkheden tot intergemeentelijke samenwerking rond woonbegeleiding van OCMW-cliënteel ter hoogte van KLM, Welzijnskoepel, andere intergemeentelijke clusters
onderzoeksverslag
December 2010
116
Actiefiche 2.3.2. Actienummer
2.3.2.
Actietitel
Actieve toeleiding naar de privé-markt
Input
personeelsuren
Verantwoordelijke
Katty Creytens
Operationele doelstelling
2.3.
Ondersteunen van zwakke doelgroepen bij het oplossen van woonproblemen
Strategische doelstelling
2.
De dienstverlening mbt wonen toegankelijker maken
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
In kaart brengen van de toegangen tot de private huurmarkt (eigenaars met verschillende huurwoningen, adverterende kranten, internet, immo’s, internet, andere informanten )
Overzicht informatiebronnen
December 2009
2.
Ontwikkelen en ter beschikking stellen van een permanente database met woongelegenheden voor OCMW-cliënten die op zoek zijn naar een woning of onderdak.
Database ter beschikking van het cliënteel
December 2009
3.
Cliënt bijstaan in zijn contacten met de privéeigenaars
Positieve beïnvloeding van de relatie huurderverhuurder
117
Actiefiche 2.3.3. Actienummer
2.3.3.
Actietitel
Ondersteuning van de OCMW-cliënt op de huurmarkt
Output Input
personeelsuren
Verantwoordelijke
Katty Creytens
Operationele doelstelling
2.3.
Ondersteunen van zwakke doelgroepen bij het oplossen van woonproblemen
Strategische doelstelling
2.
De dienstverlening mbt wonen toegankelijker maken
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Procedures ontwikkelen en toepassen met betrekking tot financiële steunverlening inzake huurproblemen
Procedure huurwaarborg, financiële tussenkomsten in huur
December 2009
2.
Procedures ontwikkelen en toepassen bij bemiddeling inzake huurachterstand en nakende uithuiszetting
procedure
2009
3.
Verzamelen en ter beschikking stellen van alle beschikbare informatie rond huurpremies en tegemoetkomingen
Database aanleggen + informatie verschaffen aan cliënteel
2009
4.
Preventieproject rond wanbetaling en huurachterstal ontwikkelen in samenwerking met de dienst schuldbemiddeling van het OCMW
2010
5.
Project ontwikkelen rond wooncultuur bij OCMW-cliënten
2011
118
Actiefiche 2.3.4. Actienummer
2.3.4.
Actietitel
Uitbouw project opvangwoningen
Output Input
Personeelsuren
Inputindicator
0,5 FTE maatschappelijk werker
Verantwoordelijke
Katty Creytens
Operationele doelstelling
2.3.
Ondersteunen van zwakke doelgroepen bij het oplossen van woonproblemen
Strategische doelstelling
2.
De dienstverlening mbt wonen toegankelijker maken
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Ontwikkelen en hanteren van een woonbegeleidingstraject voor de bewoners van de OCMW-woningen
Doorstroming realiseren vanuit de opvangwoningen , cliënt voorbereiden op reïntegratie reguliere huurmarkt
December 2010
2.
Ontwikkelen van samenwerkingsverband en taak afspraken met andere woonbegeleiders (Webra, Begeleid wonen, CAW,….)
Netwerk woonbegeleiding
December 2010
119
SD 3: De kwaliteit van het woonpatrimonium en de woonomgeving verbeteren De kwaliteit van de woongelegenheden alsook de woonomgeving kan volgens de omgevingsanalyse verbeteren. Er dient enerzijds gewerkt te worden dmv concrete acties aan het verhogen van de kwaliteit en het comfort van ons woningpatrimonium (OD3.1). Eigenaars van verwaarloosde of leegstaande woningen moeten gestimuleerd worden tot actie. Anderzijds kan de gemeente sanctionerend optreden in deze dossiers, waar de eigenaars van slechte wil zijn (ACTIE 3.1.1). Tevens kan de gemeente strategisch gelegen verwaarloosde sites (‘kankerplekken’) op haar grondgebied trachten op te lossen door een actief grondbeleid. Het uitbreiden van het voorkooprecht in de centra is hiervoor een ideaal instrument (ACTIE 3.1.2). Anderzijds stelt zich het probleem van ‘verloedering van sommige leefomgevingen’. Hier licht een bepaalde verantwoordelijkheid bij de omwonenden. De gemeente wenst de kwaliteit van de woonomgeving van dergelijke verloederde buurten te verhogen (OD3.2). Men kan door middel van sensibilisering de bewoners op de hoogte brengen van de maatregelen, die zij kunnen/moeten doen om hun directe leefomgeving proper te houden (ACTIE 3.2.1). Ook door het stimuleren van buurtacties of –comités, wenst Londerzeel het verantwoordelijkheidsgevoel van de wijkbewoners te versterken (ACTIE 3.2.2). OD 3.1. Verhogen van de kwaliteit van de woongelegenheden Actie 3.1.1. Actie 3.1.2. Actie 3.1.3. Actie 3.2.1. Actie 3.2.2.
Het beter opvolgen van leegstand en verwaarlozing Uitgebreide toepassing van voorkooprecht binnen de centra Ondersteuning kleine veranderingswerken voor specifieke doelgroepen Sensibilisering van bewoners omtrent properheid omgeving Stimuleren van wijkacties en -comités
120
Actiefiche 3.1.1. Actienummer
3.1.1.
Actietitel
Het beter opvolgen van leegstand en verwaarlozing
Output
Minder verwaarlozing en leegstand, verbeterd woningbestand
Input
- personeelsuren Dienst Ruimtelijke Ordening
Verantwoordelijke
Steven Rits
Operationele doelstelling
3.1.
Verhogen van de kwaliteit van de woongelegenheden.
Strategische doelstelling
3
De kwaliteit van het woonpatrimonium en de woonomgeving verbeteren
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Opstellen nieuwe werkwijze leegstand en verwaarlozing op basis van de bevolkingscijfers door dienst ruimtelijke ordening.
Discussienota
Januari 2008
2.
Doornemen en uitzuiveren van lijst bevolking ‘zogenaamde leegstaande woningen’
Basisinformatie
Februari 2008
3.
Agenderen lijst en werkwijze op het college van burgemeester en schepenen
Terugkoppeling naar het beleid
Februari 2008
4.
Doorsturen van lijst aan hogere overheid
Inventarisatie van de woningen door hogere overheid
Maart 2008
5.
Systematisch jaarlijks bijhouden van de bijkomende leegstaande en verwaarloosde woningen, doorspelen aan hogere overheid voor 1 maart van elk jaar
Structureel opvolgen van de leegstand en verwaarloosde woningen.
Maart 20092010-2011-…
121
Actiefiche 3.1.2. Actienummer
3.1.2.
Actietitel
Uitgebreide toepassing van voorkooprecht binnen de centra
Output
- minder ‘kankerplekken’ - meer sociale woningbouw
Input
- personeelsuren dienst RO
Verantwoordelijke
Steven Rits
Operationele doelstelling
3.1.
Verhogen van de kwaliteit van de woongelegenheden.
Strategische doelstelling
3
De kwaliteit van het woonpatrimonium en de woonomgeving verbeteren
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Opstellen visie omtrent het uitbreiden van het voorkooprecht – afbakenen van de zones
Werkdocument
Maart 2008
2.
Agenderen op het college van burgemeester en schepenen
Beleidsterugkoppeling
Maart 2008
3.
Overleg met hogere overheid betreffende het opstellen van definitief dossier ter goedkeuring ‘uitbreiding voorkooprecht conform de Vlaamse Wooncode’
Overleg met hogere overheid
April 2008
4.
Agenderen resultaat overleg op het college van burgemeester en schepenen
verslag van bespreking op College
Mei 2008
5.
Opstellen van definitief dossier ter goedkeuring ‘uitbreiding voorkooprecht conform de Vlaamse Wooncode’
Definitief dossier
September 2008
6.
Agenderen dossier op het college ter voorlegging aan de gemeenteraad + agenderen op gemeenteraad
College- en gemeenteraadsbeslissing
Oktober 2008
7.
Opsturen dossier aan hogere overheid ter goedkeuring
Goedkeuring van hogere overheid
December 2008
Laatste stap
Toepassen uitgebreid voorkooprecht in de praktijk
verslag over toepassing
januari 2009
122
Actiefiche Actienummer
3.1.3.
Actietitel
Ondersteuning kleine veranderingswerken voor specifieke doelgroepen
Output
Eigenaars en huurders van hulpbehoevende doelgroepen (ouderen en/of laagste inkomensklasse) stimuleren om de (hoogst)noodzakelijke aanpassingswerken door te voeren. Werken die aanmerking komen kunnen kaderen in het kader van energiebesparing, veiligheid en/of levenslang wonen
Input
- personeelsuren OCMW, sociale dienst en duurzaamheidsambtenaar
Verantwoordelijke
Duurzaamheidsambtenaar (Liselotte Vandoorne)
Operationele doelstelling
3.1.
Verhogen van de kwaliteit van de woongelegenheden.
Strategische doelstelling
3
De kwaliteit van het woonpatrimonium en de woonomgeving verbeteren
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Samenstellen van de doelgroep + opstellen nota van actiedoel + financiële doorrekening (inbegrip subsidies oa eandis)
Werkdocument
Maart 2008
2.
Agenderen op het college van burgemeester en schepenen
Beleidsterugkoppeling
Maart 2008
3.
Plaatsbezoeken aan de doelgroep
Verzamelen basisgegevens voor vaststelling noodzakelijke werken
November 2008
4.
Opmaken rapport plaatsbezoeken met begrotingsgevolgen + agenderen college van burgemeester en schepenen
Verslag ter kennisgeving op College
December 2008
5.
Uitvoeren kleine werken in fasen door tweede plaatsbezoeken
Definitief dossier
Mei 2009
6.
Opstellen evaluatienota van de actie
Evaluatiedocument verkrijgen in het kader van toekomstige acties
November 2009
7.
Agenderen evaluatiedossier op het college
Ter kennisgeving van het college
December 2009
Laatste stap
Opstarten aansluitende actie indien noodzakelijk
verslag over toepassing
januari 2010
123
Actiefiche 3.2.1. Actienummer
3.2.1.
Actietitel
Sensibilisering van bewoners omtrent properheid omgeving
Output
gewijzigde attitude en gedrag van bewoners omtrent hondenpoep, te snel rijden, burenhinder, vuurtje stoken, …
Input
personeelsuren politie ism de gemeentelijke diensten voor bepaalde acties
Verantwoordelijke
Politie (wijkwerkers)
Operationele doelstelling
3.1.
Verhogen van de kwaliteit van de woongelegenheden.
Strategische doelstelling
3
De kwaliteit van het woonpatrimonium en de woonomgeving verbeteren
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Actieplan uitwerken met thema’s en per wijk.
Discussiedocument
November 2008
2.
Totaal actieplan voorleggen aan het college van burgemeester en schepenen en de politieraad
Beleidsterugkoppeling
December 2008
3. 4.
Aanpassen nota aan opmerkingen beleid Uitwerken actie per actie volgens de prioriteiten (6 maand per actie).
Definitief actieplan Deelacties in realiteit uitwerken.
Januari 2009 Juni 2009
124
Actiefiche 3.2.2. Actienummer
3.2.2.
Actietitel
Stimuleren van wijkacties en -comités
Output
- wijkcomités(fungeren als aanspreekpunt voor het beleid en bijdragen aan) - wijkacties (barbecue in de zomer, halloween rondgang, …) zorgen voor een verhoging van sociale cohesie, gaan verzuring tegen
Input
- personeelsuren bevolking en Ruimtelijke Ordening - financiële middelen als stimulus - materiële ondersteuning acties door technische dienst
Verantwoordelijke
????
Operationele doelstelling
3.1.
Verhogen van de kwaliteit van de woongelegenheden.
Strategische doelstelling
3
De kwaliteit van het woonpatrimonium en de woonomgeving verbeteren
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Intern opstellen nota ‘stimuleren wijkwerking’
Discussiedocument
AD HOC
2.
Voorleggen nota aan het college van burgemeester en schepenen
verslag bespreking in College
3.
Vragen bijkomende adviezen - Verzameling en verwerking opmerkingen
Definitieve nota ‘stimuleren wijkwerking’
4.
Voorleggen definitieve versie aan het college van burgemeester en schepenen.
verslag met beslissing met college
5.
Eventueel uitwerken van een subsidie- en/of uitleenreglement, indien noodzakelijk
ontwerp subsidie- en ondersteuningsreglement
6.
Goedkeuringsprocedure van de begeleidende reglementen ter uitvoering van de visie
Goedgekeurde reglementen
7.
Verspreiden en toepassen van het document met bijhorende reglementen
verslag over toepassing van reglementen
125
SD 4: De hulpverlening toegankelijker maken voor de burger Waarom een toegankelijkheidsbeleid realiseren? Sociale Kaart Vooral bij de beroepsorganisaties weerklinkt de vraag naar een actuele sociale kaart die het aanbod van de hulp- en dienstverlening beschrijft en waarin premies en uitkeringen worden uitgelegd. Een sociale kaart kan zinvol zijn voor zowel gebruikers als hulpverleners. Mensen stellen zich vragen rond dienstencheques, het PWA, mindermobielenvervoer, klusjesmannen, pedicure, dokters en specialisten, kinesisten, kappers aan huis, poetswerk en gezinszorg, etc…. Men wil geïnformeerd worden rond gemeentelijke en andere premies zoals zorgverzekering, mantelzorgpremie. Zorgverstrekkers hebben er baat bij om andere diensten vlot te kunnen contacteren of te kunnen doorverwijzen. Een sociale kaart kan tevens elektronisch worden aangeboden, via de website van gemeente of OCMW. De uitgave van een gids in de thuiszorg kan een taak zijn van het SIT (Samenwerkingsinitiatief in de Thuiszorg). Er bestaan mooie voorbeelden met een handig zakformaat. Hulpverleners kunnen aan mekaar ook nuttige info doorgeven, zoals rond het bestaan van interessante sites of links. Sociaal huis Men vindt dat alle hulpverlening en informatie zou moeten aangeboden worden vanuit één centraal loket voor de burger. Beroepsmensen zien het sociaal huis als een drempelloos aanspreekpunt op lokaal vlak, waar alle burgers – ongeacht hun leeftijd, geslacht, afkomst of geloofsovertuiging – terecht kunnen. De burger moet met zijn vragen op de juiste plek terecht kunnen komen en adequate hulp krijgen. In een sociaal huis zou een centrale cel rond thuis- en ouderenzorg kunnen worden ontwikkeld waar coördinatie en afstemming gebeurt tussen de verschillende diensten (OCMW, ziekenfondsen, andere autonome organisaties, ….). Twee sociale diensten De burger in Londerzeel is naargelang de aard van zijn hulpvraag aangewezen op twee verschillende sociale diensten, één bij de gemeente en één bij het OCMW. Hier ligt een grote uitdaging van afstemming en samenwerking, zodat efficiënter en klantvriendelijker kan gewerkt worden. Een actieplan toegankelijkheid De werkgroep ‘Toegankelijkheid’ moet in de opmaak van het actieplan oog hebben voor de volgende suggesties : • • • •
Ontwikkelen van een gemeenschappelijke sociale gids en gemeenschappelijke website Evaluatie van de bereikbaarheid van de sociale voorzieningen (mobiliteit, psychische drempels, openingstijden, crisishulp, huisbezoeken, wachtkamers, uitrusting op wijkniveau…. ) Belang van huisbezoeken om hulpverlening/dienstverlening tot bij de mensen te brengen Idee van bezoekteams (ouderenzorg) : vb. doel stellen om tijdens deze legislatuur bij alle 6O-plussers een bezoek te brengen (professionelen + vrijwilligers uit 126
seniorenverenigingsleven) om het integrale aanbod (gemeente – OCMW- socio-culturele verenigingen) te presenteren. Waarom een inclusief ouderenbeleid realiseren? Inclusief ouderenbeleid Een inclusief ouderenbeleid omvat het geheel van beleidsmaatregelen die ouderen kunnen aanbelangen, waarbij tevens de competenties van ouderen worden ingeschakeld. Het gaat over alle beleidsdomeinen van het lokaal bestuur : cultuur, vrije tijd, welzijn, veiligheid, milieu, ruimtelijke ordening, …. Het beleid betrekt in dit alles de ouderen zelf, de ouderenadviesraad krijgt een belangrijke rol. Er is ruime aandacht voor klachtenbemiddeling en inspraak. (zie gemeentedecreet + het decreet 30.04.04 over lokaal ouderenbeleid en beleidsparticipatie van ouderen). De gemeente kan de keuze maken een schepen te mandateren voor ouderenbeleid en op uitvoerend niveau de functie te creëren van ‘ouderenbeleidcoördinator’. Ook de OCMWvoorzitter is een belangrijke figuur in het ouderenbeleid. Hij kent de invalshoek van de zwakkere, zorgbehoevende ouder via de instellingen en de dienstverlening van het OCMW. Ook de armoede bij ouderen is voor hem gekend terrein. Het is belangrijk dat de schepen en de voorzitter goed met mekaar communiceren. De voorzitter kan een belangrijke adviserende stem zijn in de ouderenadviesraad. Het lokale ouderenzorgbeleid is geen taak van OCMW en gemeente alleen, ook andere partners zoals de verenigingen of andere diensten zijn betekenisvolle partners. Alle acties en maatregelen kunnen vervat worden in een ouderenbeleidsplan dat geïntegreerd wordt in het sociaal beleidsplan. Binnen ouderenbeleid bevindt zich de belangrijke poot van het vrijwilligerswerk. Het bestuur kan van de levenservaring van ouderen combineren met de noden van de lokale gemeenschap. Ouderen leveren een belangrijke rol in rustoorden, bezoekteams, dienstencentra. Het lokale bestuur moet zorgen voor waardering, goede werkomstandigheden, verzekeringen en vergoedingen, en opleidingen. Ook in het private verenigingswerk is de vrijwilliger heel belangrijk. Ook hier ligt een uitgelezen taak voor het bestuur om te ondersteunen door vraag en aanbod op mekaar af te stemmen (vb. vrijwilligersdatabank – gemeentelijk infoblad – infobeurzen, ….). Dominique Verté toonde via algemeen onderzoek aan dat 15.7 % van de ouderen graag vrijwilligerswerk wil doen maar niet weet wie ze hierover moeten aanspreken. In het ouderenbeleid zijn ook de zorgverleners betrokken partij, al vormen ze vaak de vergeten groep. Nochtans kennen zij als geen ander de noden en de behoeften van de zorgbehoevenden. Zij zelf echter hebben eveneens noden, die niet alleen kunnen ondervangen worden met een financiële premie. Mantelzorgers hebben nood aan informatie en ondersteuning, ervaringsuitwisseling. Ook de hulpverleners en de gebruikers van de thuisdiensten en de (semi-) residentiële zorg moeten betrokken worden in het ouderenbeleid.
De noden inzake ouderenbeleid in Londerzeel Er werd in de omgevingsanalyse weinig aandacht besteed aan de socio-culturele participatie van ouderen op de terreinen ontspanning, cultuur, educatie, het verenigingsleven. 127
Aangezien Londerzeel over een rijk gamma aan verenigingen voor en door senioren beschikt, is het raadzaam om ook het socio-culturele middenveld te betrekken in de finalisering van het lokaal sociaal beleidsplan. Er zou kunnen gekeken worden naar het belang van een informatiepunt voor senioren, een seniorengids, de werking van de seniorenraad, de toegankelijkheid van het verenigingsleven voor de zwakkeren, etc…. De mensen uit het verenigingsleven vragen vanwege het beleid coördinatie en ondersteuning in het werken met vrijwilligers. Deze vraag verdient zeker de aandacht van de beleidsmakers en vraagt daarvoor verdere uitdieping in de nabije toekomst. Een tweede facet dat we weinig of niet hebben belicht is de mantelzorg. Het is aan te bevelen om ook dit aspect verder uit te diepen en te evalueren in hoeverre gemeentelijke ondersteunende maatregelen tegemoet kunnen komen aan de noden. De gemeentelijke mantelzorgtoelage kan geëvalueerd worden. Op de participatieavond werd ingegaan op het thema verkeersveiligheid : ouderen vragen een verkeersbeleid dat rekening met hen houdt en voldoende maatregelen treft ter bescherming van de zwakke weggebruiker. Veilige voetpaden en oversteekplaatsen en gematigde snelheid van de autobestuurders vormen hier de belangrijkste bekommernissen. Het is aan te bevelen om in dossiers rond verkeersplanning en wegeninfrastructuur steeds de veiligheidstoets te maken voor de zwakke weggebruiker (de fietsers, voetgangers, ouderen, ….). Londerzeel heeft met de provincie Vlaams-Brabant en Professor Verté van de VUB een behoefteonderzoek uitgevoerd bij de ouderen, waardoor de noden van 60-plussers in kaart zijn gebracht . Weldra zullen we beschikken over gegevens die slaan op socio-demografische indicatoren, woning, huisvesting, buurtbetrokkenheid, eenzaamheid, onveiligheid, mobiliteit, gezondheid, vallen, voorzieningen, hulpverlening, informatieverstrekking, dienstverlening, zingeving, ouderdomsbeeld, problemen waarmee geconfronteerd, cultuurparticipatie, participatie in verenigingsleven, vrijwilligerswerk, politieke betrokkenheid en invloed, mediagebruik, activiteiten ouderen en pensionering. Deze resultaten moeten voedend zijn voor het Londerzeelse lokaal sociaal beleidsplan, maar bieden tevens een uitstekende kans tot het uitlijnen van een lokaal ouderenbeleidsplan. Het kan een drijfkracht zijn voor het lokale ouderenbeleid en het lokale verenigingsleven. Het kan tevens uitnodigen tot het verhogen van de kwaliteit van de werking van de gemeentelijke ouderenadviesraad. Gezien de uitdagingen m.b.t. de uitbouw van een inclusief ouderenbeleid en de eerder beperkte informatie waarover we nu beschikken, zijn de acties die in dit voorstel werden uitgewerkt beperkt. Belang van een geïntegreerde dienst voor senioren als proefproject voor sociaal huis Vraaggestuurd werken Gemeente en OCMW zouden bij wijze van een éénloketsysteem voor senioren kunnen proefdraaien om het concept sociaal huis in Londerzeel uit te werken. Het éénloketsysteem moet ervoor zorgen dat eender welke vraag van een oudere (over zorg, over welzijn, over premies, over uitkeringen, over vrije tijd, over wonen, over het rustoord, over thuiszorg,….) wordt geanalyseerd en behandeld.
128
Via begeleide doorverwijzing wordt er beroep gedaan op meer gespecialiseerde diensten. Men kan werken op maat en vanuit een holistische visie op de mens. • •
Informatieloket : het loket beschikt over alle mogelijke info voor ouderen Uitvoering van het ouderenbeleidsplan
Waarom een haalbaarheidsstudie rond een lokaal dienstencentrum ? In Londerzeel is er nood aan een diensten- of wijkcentrum waar mensen kunnen samenkomen. De doelgroepen kunnen er zelf aan het woord komen en initiatieven ontwikkelen. Het biedt een alternatief voor vereenzaming en stimuleert het sociale leven. De beroepskrachten zien een dienstencentrum als een centraal informatiepunt van waaruit alle hulp- en dienstverlening voor ouderen bereikbaar wordt gesteld, naar het model ‘Sociaal Huis’. De thuisdiensten in Londerzeel zien het nut ook liggen in de strijd tegen de vereenzaming. Senioren dreigen makkelijk in een sociaal isolement te geraken, wanneer een partner overlijdt of wanneer hun mobiliteit afneemt. Sommige ouderen hebben enkel nog sociaal contact met professionele hulpverleners die aan huis komen. In het Londerzeelse zorgaanbod voor ouderen ontbreken diensten voor boodschappen, vervoer, thuisoppas en klusjesdienst. Nochtans signaleren zowel de individuele burgers als de professionele zorgverstrekkers vaak de nood aan deze occasionele dienstverlening. Een dienstencentrum kan een belangrijke organisator en/of promotor zijn van de bovengenoemde diensten aan ouderen en mindervaliden. Er is nood aan een centrale cel rond thuis- en ouderenzorg waar coördinatie en afstemming gebeurt tussen de verschillende diensten (OCMW, ziekenfondsen, andere autonome organisaties, ….). Vanuit een LDC kan een coördinatierol worden opgenomen. De bestaande serviceflats ‘Eikenhof’ en de ruimtelijke uitbreidingsmogelijkheden op de campus van het OCMW, moeten doen nadenken over de opportuniteit om in een totaalproject te voorzien, waarbij een LDC wordt gekoppeld aan woongelegenheden voor senioren. Waarom een (deel-)SIT in Londerzeel ? SIT staat voor SamenwerkingsInitiatief Thuiszorg. Het zorgt ervoor dat optimale thuiszorg wordt aangeboden aan wie erom vraagt. In de meeste situaties gaat het om zorgafhankelijke bejaarden. Ook langdurig zieken, patiënten in palliatieve situaties, mensen met een handicap, moeders in de kraamperiode,… kunnen tot de groep mensen behoren die thuis verzorgd wensen te worden. Sit biedt een meerwaarde aan de thuisverzorgde die zich veiliger omringd voelt door een deskundig professioneel team, aan de mantelzorger en de familie die kunnen terugvallen op gecoördineerde thuiszorg, aan de beroepsmensen die in een samenhangend geheel werken en beroep kunnen doen op vorming en ondersteuning. Het is van groot belang voor de eerstelijn in het algemeen omdat die ondertussen een gelijkwaardige entiteit naast de residentiële sector vormt. Waarom aandacht voor mantelzorg? Thuis kunnen zijn en blijven is de wens van de meeste mensen. Wie afhankelijk wordt van anderen, verlangt er vaak nog meer naar in het vertrouwd milieu te worden verzorgd. De zorgverleners worden als groep vaak vergeten. Nochtans kennen zij als geen ander de noden en de behoeften van de zorgbehoevenden. Zij zelf echter hebben eveneens noden, die niet alleen kunnen ondervangen worden met een financiële premie. 129
Mantelzorgers hebben nood aan informatie en ondersteuning, ervaringsuitwisseling. Om de mantelzorger voldoende ademruimte te geven, is het wenselijk om de mogelijkheid voor alternatieve dagopvang te onderzoeken. In de ondersteuning van de mantelzorg zien we tevens een belangrijke taak voor senioren vrijwilligers weggelegd.
OD 4.1. Uitwerken van het concept ‘sociaal huis’ Actie 4.1.1. Actie 4.1.2. Actie 4.1.3. Actie 4.1.4.
Haalbaarheidsanalyse dienstencentrum Werkgroep toegankelijkheid Haalbaarheidsanalyse (intergemeentelijke) buurtdienst Maximale uitputting van de rechten van de burgers
Actiefiche 4.1.1. Actienummer
4.1.1.
Actietitel
Haalbaarheidsanalyse dienstencentrum
Output
Analyse
Input
Uitbesteding opdracht aan VVSG Personeelsuren
Verantwoordelijke
Katty Creytens
Operationele doelstelling
4.1.
Uitwerken van het concept sociaal huis
Strategische doelstelling
4.
Hulpverlening toegankelijker maken voor de burger
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Inhoudelijke bespreking van het concept dienstencentrum op de werkgroep toegankelijkheid + uitwerken van de opdracht
Verslag van deze bespreking + inhoudelijke omschrijving van de opdracht
Maart 2008
2.
Opdracht toewijzen aan externe partner volgens de wettelijke procedure
Gemeenteraadsbeslissing
Juli 2008
3.
Haalbaarheidsanalyse wordt voorgesteld op de twee raden
haalbaarheidanalyse
December 2008
130
Actiefiche 4.1.2. Actienummer
4.1.2.
Actietitel
Werkgroep toegankelijkheid
Output
- toegankelijkheidsbeleid voeren ahv een actieplan - visie op Sociaal Huis: integratie van de sociale dienst OCMW en gemeente
Input
Werkgroep met ambtenaren en mandatarissen
Verantwoordelijke
Katty Creytens en Anne Van Ingelgem
Operationele doelstelling
4.1.
Uitwerken van het concept sociaal huis
Strategische doelstelling
4.
Hulpverlening toegankelijker maken voor de burger
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Oprichting van een werkgroep ‘TOEGANKELIJKHEID’ met mandatarissen en ambtenaren van gemeente/OCMW
Beslissing tot oprichting van de Werkgroep TOEGANKELIJKHEID
Januari 2008
2.
De werkgroep inventariseert de toegankelijkheidsproblemen in Londerzeel + stelt een gefaseerd actieplan op.
Inventaris en voorstel van actieplan
September 2008
3.
Uitvoering van het actieplan Toegankelijkheid 2009-2012
Beslissing door OCMW-raad en gemeenteraad + vastleggen van de nodige middelen
Oktober 2008
4.
Ontwikkeling van het sociaal huis (start in 2012)
Beleidsbeslissing rond de invulling van sociaal huis Londerzeel + vastleggen van middelen + gefaseerde uitvoering
Oktober 2011
131
Actiefiche 4.1.3. Actienummer
4.1.3.
Actietitel
Haalbaarheidsanalyse (intergemeentelijke) buurtdienst
Output
Buurtdienst voor allerhande diensten aan de bevolking (senioren zowel als tweeverdieners) binnen de sociale economie (klussen, klein tuinonderhoud, boodschappen, oppasdienst, vervoersdienst, strijken, huishoudelijk werk, …) waarin sociaal zwakken worden tewerkgesteld.
Input
Personeelsuren
Verantwoordelijke
Katty Creytens en Anne Van Ingelgem
Operationele doelstelling
4.1.
Uitwerken van het concept sociaal huis
Strategische doelstelling
4.
Hulpverlening toegankelijker maken voor de burger
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Verkenningsvergadering met de betrokken bestuurders van de gemeenten Londerzeel, Kapelleop-den-Bos, Meise. Toelichting van de mogelijkheden tot projectontwikkeling door Intro (met financieel plaatje) + gastspreker vanuit een goedwerkende buurtdienst.
Verslag vergadering 1
Mei 2008
2.
De drie besturen beslissen over hun deelname tot een intergemeentelijk project.
Beslissing gemeenteraad/ OCMW-raad over deelname aan het intergemeentelijk initiatief
Juni 2008
De drie besturen onderzoeken binnen hun eigen gemeente welke opportuniteiten en noden er zijn (omgevingsanalyse). Elke gemeente zorgt voor een oplisting van deze noden en feiten
Analyse van plaatselijk situatie door de drie betrokken gemeenten
3.
Verwerking van de 3 analyses door Intro. Opmaak van een projectvoorstel met begroting – vastleggen middelen voor 2009
Projectvoorstel
Juli – augustus 2008
4.
Ontwikkelen van een projectstuurgroep met afvaardiging van de drie besturen 3 gemeenten olv Intro
projectstuurgroep
September 2008
5.
Uitwerking van de buurtdienst door Intro – Voorbereiding van de bekomen van een geschikte locatie – bekendmaking buurtdienst – maandelijkse vergadering van de projectstuurgroep
September 2008december 2008
Laatste stap
Opening van de buurtdienst
Januari 2010
132
Actiefiche 4.1.4. Actienummer
4.1.4.
Actietitel
Maximale uitputting van de rechten van de burgers
Input
personeelsuren
Verantwoordelijke
Katty Creytens en Anne Van Ingelgem
Operationele doelstelling
4.1.
Uitwerken van het concept sociaal huis
Strategische doelstelling
4.
Hulpverlening toegankelijker maken voor de burger
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
In kaart brengen van de sociale rechten van de burger
Overzicht informatiebronnen
Najaar 2008
2.
Ontwikkelen en ter beschikking stellen van een permanente database voor OCMW-cliënten en cliënten van de gemeentelijke sociale dienst.
Database ter beschikking van het cliënteel
December 2009
3.
Cliënt bijstaan in zijn contacten met diensten en hogere overheden
Positieve beïnvloeding
133
OD 4.2. Voeren van een inclusief ouderenbeleid Actie 4.2.1. Voeren van inclusief ouderenbeleid Actie 4.2.2. Ondersteuning vrijwilligerswerk en seniorenverenigingsleven Actie 4.2.3. Project geïntegreerde seniorendienst als instrument voor Inclusief Ouderenbeleid
134
Actiefiche 4.2.1. Actienummer
4.2.1.
Actietitel
Ouderenbeleidsplan
Output
Een inclusief beleid waarvan zowel het geheel als elk van de onderdelen aan de algemene en specifieke behoeften van ouderen beantwoorden, een beleid dat de competenties van ouderen inschakelt
Input
Personeel sociale dienst OCMW en seniorenconsulent
Verantwoordelijke
Katty Creytens en Anne Van Ingelgem
Operationele doelstelling
4.2.
Voeren van een inclusief ouderenbeleid
Strategische doelstelling
4.
Hulpverlening toegankelijker maken voor de burger
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Voorstelling resultaten senioren behoefteonderzoek
Verslag
13/9/2007
2.
Interne bespreking van de resultaten en het afbakenen van deeldomeinen voor verdere toelichting.
Verslag
Oktober 2007
3.
Overlegvergadering met professor Verté
Verslag
Oktober/november 2007
4.
Ontwikkelen van een stuurgroep met mandatarissen en ambtenaren van gemeente en OCMW – voorbereiding en verkenning
Stuurgroep
November 2007 – mei 2008
5.
Beleidsbeslissing opmaak inclusief ouderenbeleidsplan
Raden
Juni 2008
6.
Aanduiden van personeelslid of -leden voor de uitwerking van dit beleid
Laatste stap
Inclusief ouderenbeleidsplan
2010
135
Actiefiche 4.2.2. Actienummer
4.2.2.
Actietitel
Ondersteuning vrijwilligerswerk en seniorenverenigingen
Output
Vraag en aanbod inzake vrijwilligerswerk voor en door senioren op elkaar afstemmen. Oprichting van een centraal infopunt
Input
Personeelsuren seniorenconsulent
Verantwoordelijke
Anne Van Ingelgem
Operationele doelstelling
4.2.
Voeren van een inclusief ouderenbeleid
Strategische doelstelling
4.
Hulpverlening toegankelijker maken voor de burger
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Intern opstellen nota ‘stimuleren en ondersteunen van vrijwilligerswerk” op basis van overleg.
Discussiedocument
Voorjaar 2008
2.
Terugkoppeling naar beleid
Bespreking in college
Mei 2008
3.
Vragen bijkomende adviezen - Verzameling en verwerking opmerkingen.
Definitieve nota
Najaar 2008
4.
Voorleggen definitieve versie aan het college van burgemeester en schepenen.
verslag met beslissing met college
Najaar 2008
5.
Opleiding personeel sociale dienst
6.
Afstemmen van aanbod en vraag door de opstart van een infopunt
Najaar 2008 Informatie, werving en opleiding
Winter 2008 - 2012
136
Actiefiche 4.2.3. Actienummer
4.2.3.
Actietitel
Project geïntegreerde seniorendienst als instrument voor Inclusief Ouderenbeleid
Output
Geïntegreerde seniorendienst
Input
Werkgroep met ambtenaren en mandatarissen
Verantwoordelijke
Katty Creytens en Anne Van Ingelgem
Operationele doelstelling
4.2.
Voeren van een inclusief ouderenbeleid
Strategische doelstelling
4.
Hulpverlening toegankelijker maken voor de burger
Stappenplan Activiteit
Output Rapport van de haalbaarheidsstudie met antwoorden op a) Visie op inclusief ouderenbeleid b) Taken en opdrachten van de dienst c) Personeelsbehoefte van de dienst d) Taakafspraken en delegaties e) Kostenraming van de dienst
deadline September 2008
1.
De werkgroep voert een haalbaarheidsonderzoek van een project sociaal huis ‘geïntegreerde seniorendienst’
2.
opstart van geïntegreerde seniorendienst in 2009
Beslissing door OCMW- en gemeenteraad + vastleggen van de nodige middelen
Oktober 2008
3.
Tussentijdse evaluatie en bijsturing van het project ‘geïntegreerde seniorendienst’
Jaarverslag 2009 seniorendienst ouderenbeleid met evaluatie en bijsturing
Feb 2010
4.
Tussentijdse evaluatie en bijsturing van het project ‘geïntegreerde seniorendienst’
Jaarverslag 2010 seniorendienstouderenbeleid met extrapolatie naar het grotere concept sociale huis.
Feb 2011
5.
Ontwikkeling van het sociaal huis (start in 2012)
Beleidsbeslissing rond de invulling van sociaal huis Londerzeel + vastleggen van middelen + gefaseerde uitvoering
Oktober 2011
137
OD 4.3. Verbeteren van de dienstverlening aan thuisverblijvende zorgbehoevenden Actie 4.3.1. Actie 4.3.2. Actie 4.3.3.
Inventarisering behoeften van personen met een handicap Oprichten samenwerkingsinitiatief in de thuiszorg (SIT) Ondersteuning mantelzorg
Actiefiche 4.3.1. Actienummer
4.3.1.
Actietitel
Ontwikkeling van gehandicaptenbeleid
Output Input
Personeelsuren maatschappelijk werker
Verantwoordelijke
Anne Van Ingelgem
Operationele doelstelling
4.3.
Verbeteren van de dienstverlening aan thuisblijvende zorgbehoevenden
Strategische doelstelling
4.
De hulpverlening toegankelijker maken voor de burger
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Finaliseren van het luik ‘gehandicaptenzorg’ in de omgevingsanalyse
Omgevingsanalyse ‘gehandicaptenzorg’: - Inventarisatie van de betrokken organisaties en verenigingen - Inventarisatie van alle premies en tegemoetkomingen - Inventaris van de behoeften
Maart 2008
2.
Ontwikkelen van een adviesorgaan met deskundigen
Adviesorgaan geeft advies in de opmaak van het beleidsplan
Maart 2008
3.
Opmaak van een beleidsplan gehandicapten 2009-2013, op basis van het behoeftenonderzoek
Inhoud + financieel kader / personeelskader
December 2008
4.
In werkingtreding van het lokaal centraal info - en aanspreekpunt voor gehandicapten
Januari 2009
138
Actiefiche 4.3.2. Actienummer
4.3.2.
Actietitel
Oprichten SIT
Output
Coördinatie en kwaliteitsverbetering van de thuiszorg
Input
personeelsuren
Verantwoordelijke
Katty Creytens
Operationele doelstelling
4.3.
Verbeteren van de dienstverlening aan thuisblijvende zorgbehoevenden
Strategische doelstelling
4.
De hulpverlening toegankelijker maken voor de burger
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Doorlopen van het beslissingsproces: afzonderlijke deel-sit binnen Netwerk Thuiszorg vzw of aansluiten bij bestaande deel-sit , via o.a consultatie van betrokken partners
Consultatie partners Raadsbeslissing tot oprichting SIT
Maart 2008
2.
Afhankelijk van de keuze voor afzonderlijke deel-sit binnen Netwerk Thuiszorg vzw: - worden statuten Netwerk Thuiszorg vzw aanvaard - wordt toegetreden tot de Algemene Vergadering van Netwerk Thuiszorg vzw - wordt startvergadering met eerstelijnswerkers werkzaam op grondgebied Londerzeel georganiseerd
- oprichting afzonderlijke SIT
Mei 2008
3.
Afhankelijk van de keuze voor aansluiten bij deel-sit - wordt samenwerking met deze deel-sit gedefinieerd - worden concrete werk- en taakafspraken gemaakt
- opnemen lidmaatschap in bestaande SIT
Mei 2008
4.
Operationaliseren van de werking - bekendmaking deel-sit Londerzeel - opmaken zorgplannen
- eerste zorgplannen worden gerealiseerd
Juli 2008
139
Actiefiche 4.3.3. Actienummer
4.3.3.
Actietitel
Ondersteuning mantelzorg
Output
Coördinatie en kwaliteitsverbetering van de thuiszorg
Input
Personeelsuren ouderenconsulent
Verantwoordelijke
Anne Van Ingelgem
Operationele doelstelling
4.3.
Verbeteren van de dienstverlening aan thuisblijvende zorgbehoevenden
Strategische doelstelling
4.
De hulpverlening toegankelijker maken voor de burger
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Overleg over het reglement van de premie voor mantelzorg.
Verslag
September 2007
2.
Terugkoppeling naar beleid.
College en gemeenteraad
Oktober 2007
3.
Bekendmaking aan bevolking
Gil, eerstelijn, media
November / december 2007
4.
Dossierbehandeling en uitbetaling
Collegebeslissing
December 2007 / januari 2008
5.
Verzameling gegevens mantelzorgers
Lijst
Voorjaar 2008
6.
In kaart brengen van de noden van de mantelzorgers door contact en overleg.
Verslag
2008
7.
Ondersteuning, activiteiten en informatiemomenten.
Aanbod voor mantelzorgers
Najaar 2008 2012
8.
Onderzoek naar bijkomende ondersteuningsmogelijkheden zoals kort- of dagopvang.
Verslag
2009
140
SD 5: De tewerkstellingskansen van langdurig werklozen verhogen
Nood aan arbeidstrajectbegeleiding op de OCMW-sociale dienst met verhoogde aandacht voor jongeren De Bestaansminimumwet van 1974 werd vervangen door de wet betreffende het Recht op Maatschappelijk Integratie van 26 mei 2002. De oude wet strookte niet meer met de economische en maatschappelijke realiteit. Het oude uitgangspunt van de financiële steun werd vervangen door het bewerken van integratie op de verschillende levensdomeinen . Het minimuminkomen is geen doel meer op zich. Het streefdoel is een actieve participatie van iedereen in de samenleving, in eerste instantie via tewerkstelling en met bijzondere aandacht voor de jongeren. Tussen de -25 jarige cliënt en zijn hulpverlener wordt een contract afgesloten met wederzijdse rechten en plichten. Er wordt een traject afgesproken dat rekening houdt met de vaardigheden, de mogelijkheden en de persoonlijke situatie van de jongere. Het OCMW moet zich engageren om binnen de drie maanden aan deze jongeren ‘aangepast werk’ te bezorgen. Slechts om gezondheids- en billijkheidsredenen mag men hiervan afwijken. Het OCMW beschikt hiervoor over een aantal instrumenten waarbij een sociale tewerkstelling in art. 60 § 7 het meest gekend is. Individuele arbeidstrajectbegeleiding is een methodiek op zich, die een welbepaalde kennis en vaardigheid veronderstelt. Het sociaal tewerkstellen van cliënten in de eigen OCMW-diensten gebeurt nu al te vaak zonder omkadering en opvolging. Dit leidt vaak tot mislukking en teleurstelling bij hulpverlener én cliënt. Het OCMW heeft behoefte aan een netwerk met mogelijke (sociale) werkgevers - VZW’s en organisaties zoals beschutte werkplaatsen, kringloopcentra etc… aan wie mensen kunnen ter beschikking gesteld worden in het kader van art. 6O § 7. Deze organisaties zijn beter geschikt om met OCMW-cliënten te werken omwille van de omkadering, het lagere werktempo, de opleiding- en vormingsactiviteiten. Deze externe tewerkstellingen geschieden bij de mobiele renovatieploeg van Groep Intro, de fietsbewaaren herstelplaats Fietsvoorde en sedert 2006 ook bij de groendienst Econet. Samenwerken met externe werkgevers vraagt regelmatig overleg rond de opvolging van de cliënten. Mensen met een OCMW-uitkering kunnen ook ingezet worden bij een privé-werkgever (activaplan, art 6O in de privé). Deze kans blijft echter onbenut. Jongeren verdienen meer aandacht en hulp vanwege het OCMW. De sociale dienst wordt geconfronteerd met een groeiend aantal jongvolwassenen die hun weg in de samenleving niet vinden. Zij beschikken over weinig bagage om een volwaardige job te vinden op de arbeidsmarkt : ze zijn laaggeschoold, kampen met psychosociale problemen (waaronder vaak een verslavingsprobleem), hebben geen arbeidsattitude of –motivatie of dragen reeds een schuldenlast met zich mee. Het zijn jongeren die ronddolen en op straat vertoeven. Op deze manier ontstaat bij deze groep een ernstig risico op (kleine of grote) criminaliteit. Om deze jongeren (opnieuw) kansen te geven in de samenleving, is een investering nodig van personeel en middelen. Via de koppeling met tewerkstelling en opleiding zou een jongerenwerking binnen het OCMW tot stand kunnen komen. De integratiecontracten die het OCMW afsluit moeten kwalitatief beter onderbouwd worden, zodat er werkelijke resultaten met de jongeren kunnen geboekt worden. . 141
Ook in Londerzeel speelt de paradox van de werkloosheid : een groep van de werkzoekenden glijdt af in structurele werkloosheid, terwijl werkgevers op zoek zijn naar geschikte arbeidskrachten. Voor kansarmen is de stap naar de reguliere arbeidsmarkt vaak te groot. Er zijn voortrajecten nodig op verschillende niveaus om de drempels weg te werken : hulpverlening, taallessen en alfabetiseringscursussen, arbeidszorg , vorming en opleiding, … Hiertoe moeten vanuit de sociale dienst de nodige samenwerkingsverbanden met externen worden ontwikkeld, zodat de OCMW-cliënten gericht kunnen doorverwezen worden. Vanuit het bovengeschetste wordt er gepleit voor de inschakeling van een maatschappelijk werker die zich specialiseert in tewerkstelling en werken met jongeren. Op deze manier kan het OCMW haar tewerkstellingsopdracht kwaliteitsvol en doeltreffend invullen. Belang van netwerking Er is een gebrek aan structurele samenwerking tussen de sociale dienst van het OCMW en de tewerkstellingsactoren PWA, ATB en VDAB. Een regelmatig overleg tussen deze diensten is opportuun om voor de OCMW-cliënt de kloof met de arbeidsmarkt te dichten. De opportuniteit van een aangepast personeelsbeleid vanwege gemeente en OCMW Gemeente en OCMW zijn vanuit hun maatschappelijke rol, potentiële werkgevers voor mensen uit de zwakke doelgroepen. Een bundeling van ideeën en afspraken zou tot een krachtdadig beleid rond sociale tewerkstelling kunnen leiden. Een inventaris van de knelpunten bij het tewerkstellen van sociaal zwakkeren, zou een eerste stap kunnen zijn. Rond de tewerkstelling in artikel 6O en meer algemeen van mensen met verminderde kansen zou een gemeenschappelijke visie kunnen uitgewerkt worden door de twee besturen, waarbij extra aandacht en ondersteuning wordt voorzien. Dit betekent onvermijdelijk het inschakelen van een begeleider op de werkvloer en anderzijds ook het creëren van een positieve arbeidsomgeving waarin deze mensen van oversten en collega’s kansen krijgen.
OD 5.1. Werkloze jongeren intensiever begeleiden naar werk Actie 5.1.1. Actie 5.1.2.
Arbeidstrajectbegeleiding met verhoogde aandacht voor jongeren Netwerk sociale tewerkstelling
142
Actiefiche 5.1.1. Actienummer
5.1.1.
Actietitel
Arbeidstrajectbegeleiding met verhoogde aandacht voor jongeren
Output
OCMW-cliënten, inzonderheid jongeren, kunnen gebruik maken van een kwaliteitsvolle arbeidstrajectbegeleiding
Input
- Personeel : 0.5 FTE maatschappelijk werker : De bruto-loonlast van deze halftijdse tewerkstelling bedraagt ongeveer 18.500 EURO op jaarbasis.) - Aanwerving en opleiding : 1500 EUR - Creatie van een extra bureel : 1250 EUR - Uitrusting bureel : 1500 EUR
Verantwoordelijke
Katty Creytens
Operationele doelstelling
5.1.
Werkloze OCMW-cliënten intensiever begeleiden naar werk
Strategische doelstelling
5.
De tewerkstellingskansen van langdurig werklozen verhogen
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Creatie van werkruimte op de sociale dienst
Bijkomend bureel voor maatschappelijk werker in administratief centrum OCMW is verworven
December 2008
2.
Indiensttreding bijkomende ½ FTE maats. assistent
Het arbeidscontract gaat in op 01/01/09
Januari 2009
3.
Opleiding van de nieuwe werknemer tot arbeidstrajectbegeleider (methodiek socio-professionele balans en maatzorg als invalshoek)
De arbeidstrajectbegeleider is opgeleid
Juni 2009
4.
Ontwikkeling van visie en werkwijze inzake de arbeidstrajectbegeleiding, met bijzondere aandacht voor hulpverlening aan jongeren.
Tekst rond visie en werkwijze
September 2009
5.
Opstart van de arbeidstrajectbegeleiding
Cliënten, inzonderheid jongeren, zijn in arbeidstrajectbegeleiding
Oktober 2009
143
Actiefiche 5.1.2. Actienummer
5.1.2.
Actietitel
Netwerk sociale tewerkstelling
Output
Netwerk sociale tewerkstelling
Input
personeelsuren gepresteerd door de arbeidstrajectbegeleider en diensthoofd sociale dienst
Verantwoordelijke
Katty Creytens
Operationele doelstelling
5.1.
Werkloze OCMW-cliënten intensiever begeleiden naar werk
Strategische doelstelling
5.
De tewerkstellingskansen van langdurig werklozen verhogen
Stappenplan Activiteit
Output
Deadline
1.
Samenwerkingsverbanden opzetten met partners (lokale werkwinkel, non-profit en privé ) komen tot netwerking en taakafstemming
Netwerk sociale tewerkstelling met derden
AD HOC
2.
In kaart brengen van sociale tewerkstellingsplaatsen, tewerkstellingsmaatregelen, voortrajecten, opleidingen
Inventaris van arbeidsplaatsen, (non-profit en privé), tewerkstellingsmaatregelen, voortrajecten en opleidingen
3.
Verkennen van mogelijkheden ‘regionale sociale tewerkstellingsdienst’ ter hoogte van KLM, Welzijnskoepel, andere intergemeentelijke clusters
onderzoeksverslag
144
OD 5.2. Langdurig werklozen tewerkstellen in gemeentelijke en OCMW-diensten Actie 5.2.1.
Nagaan opportuniteit aangepast personeelsbeleid OCMW en gemeente
Actiefiche 5.2.1. Actienummer
5.2.1.
Actietitel
Nagaan opportuniteit aangepast personeelsbeleid OCMW en gemeente om de tewerkstellingskansen van sociaal zwakkeren te verhogen
Output Input
Personeelsuren
Verantwoordelijke
Katty Creytens en Henk Vertonghen
Operationele doelstelling
5.2.
Sociaal zwakkeren tewerkstellen in gemeentelijke en OCMW diensten
Strategische doelstelling
5.
De tewerkstellingskansen van langdurig werklozen verhogen
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Uitwerken van een procedure ‘tewerkstelling art 60 § 7’ in OCMW en gemeente, met aandaccht voor jobcoaching en andere ondersteunende maatregelen
Procedure goedgekeurd door Raden
December 2010
2.
Overleg tussen gemeente en OCMW met inventarisatie van knelpunten en mogelijkheden/instrumenten inzake sociale tewerkstelling koppeling met diversiteitsplan
Evaluatierapport met aanbevelingen rond het concept ‘gemeente en OCMW als sociale werkgever’
December 2010
145
SD 6: Een kind- en jongerenvriendelijke gemeentelijke dienstverlening en samenleving Uit de omgevingsanalyse komt duidelijk naar voor dat de huidige infrastructuur voor kinderopvang niet meer voldoet aan de behoeften wegens te oud en te beperkte opvangcapaciteit. Alhoewel de prognoses van de bevolkingscijfers tot 2025 in absolute cijfers een (beperkte) daling van het aantal kinderen voorspelt, zou de nood aan kinderopvang stabiel kunnen blijven wegens de stijgende werkzaamheidgraad van vrouwen. Bovendien zijn er een aantal woonprojecten op korte en middellange termijn gepland die jonge gezinnen naar de gemeente zullen aantrekken. De uitbouw en modernisering van de infrastructuur vertaalt zich concreet in een nieuw IBO en de aanpassing van het KDV in Malderen. In Londerzeel Sint Jozef komt op korte termijn een kinderdagverblijf of minicrèche. Op langere termijn wordt in Londerzeel-Centrum een nieuw KDV en IBO opgericht. Er bestaan momenteel geen uniforme voorrangregels in de diverse opvanginitiatieven. Elk initiatief heeft op eigen wijze één of andere vorm van sociale insteek bij de opvang. Mede in het vooruitzicht van de oprichting van een Centrum voor Kinderopvang is een gelijklopende regeling wenselijk voor personen met een laag inkomen, alleenstaande ouders en voor kinderen voor wie het om sociale of pedagogische redenen noodzakelijk is dat ze toegang tot de opvang krijgen. Om de toegang tot de opvanginitiatieven toegankelijker te maken wordt een CKO opgericht met hieraan gelinkt een centraal loket voor kinderopvang, een brochure en een interactieve website met een overzicht van de beschikbare opvangmogelijkheden. Deze CKO zal ook als forum fungeren voor het aanbieden van flexibele en occasionele kinderopvang en voor het propageren van kinderparticipatie in de voor- en naschoolse opvang. Uit de bevraging van ouderen en kinderen is gebleken dat de kwaliteit van de opvang in de scholen niet steeds tegemoet komt aan de verwachtingen. Een onderzoek naar de mogelijkheden om deze opvangvorm te optimaliseren dringt zich dan ook op. Er is reeds een ruim aanbod voor de niet-georganiseerde jeugd tijdens de grote- en paasvakantie. Er komen echter steeds meer vragen om dit aanbod uit te breiden naar de andere vakantieperiodes. In dit kader wordt ook in samenspraak met de omliggende gemeenten het aanbod voor de inclusieve opvang uitgebreid. De toegankelijkheid voor het jeugdaanbod is momenteel zeer laag wegens laagdrempelige deelnameprijzen. Dit wordt in de toekomst behouden mits bijkomende sociale correcties via de kredieten sociale en culturele participatie (samenwerking OCMW) en bijkomend aangestuurd via een signaalfunctie vanuit het verenigingsleven. De gemeente kent een bloeiend (jeugd)verenigingsleven. Een belangrijke rol van inkomsten voor de verenigingen vormen hierbij de organisatie van fuiven en feesten. De leidingwissel heeft als negatieve bijwerking dat niet steeds de opgebouwde expertise wordt doorgegeven. Dit wordt opgevangen door een centraal loket waar essentiële basisinformatie wordt meegeven zodat financiële en andere problemen kunnen voorkomen worden. In hetzelfde kader word een aangepast subsidiereglement voor security uitgewerkt. Het lokale drugsbeleid is door externe omstandigheden de laatste jaren op een laag pitje komen te staan. Het beleid dient op dit vlak dan ook dringend geheractiveerd via een werkgroep die zal instaan voor het ontwikkelen van een visie en het uitschrijven van een draaiboek voor informatie- en preventiecampagnes in verband met drugs.
146
OD 6.1. De infrastructuur voor kinderopvang verder uitbouwen en moderniseren: Actie 6.1.1. Actie 6.1.2. Actie 6.1.3. Actie 6.1.4.
Een nieuw initiatief buitenschoolse kinderopvang in Malderen Verbouw kinderdagverblijf Malderen Inrichting kinderdagverblijf of mini-crèche in Londerzeel Sint-Jozef Nieuw kinderdagverblijf en IBO in Londerzeel Centrum
Actiefiche 6.1.1 Actienummer
6.1.1
Actietitel
Een nieuw initiatief buitenschoolse kinderopvang in Malderen
Output
Moderne infrastructuur - Efficiëntere werking – Grotere opvangcapaciteit
Input
Personeelsuren Raming: € 385.000,00
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
6.1
Infrastructuur voor kinderopvang verder uitbouwen en moderniseren
Strategische doelstelling
6
Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenleving
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Aanbesteding bouwwerken
Goedkeuring lastenboek op GR
Jan. 2008
2.
Aanduiding aanbestedingshouder
Beslissing SC
April 2008
3.
Aanvang der werken
Beslissing SC
Mei 2008
4.
Einde der werken
Oplevering werken
Mei 2009
147
Actiefiche 6.1.2 Actienummer
6.1.2
Actietitel
Verbouwing kinderdagverblijf in Malderen
Output
Efficiëntere werking – Grotere opvangcapaciteit
Input
Personeelsuren Raming: € 560.000,00
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
6.1
Infrastructuur voor kinderopvang verder uitbouwen en moderniseren
Strategische doelstelling
6
Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenleving
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Aanbesteding bouwwerken
Goedkeuring lastenboek op GR
Jan. 2008
2.
Aanduiding aanbestedingshouder
Beslissing SC
Maart 2008
3.
Aanvang der werken
Beslissing SC
April 2008
4.
Einde der werken
Oplevering werken
April 2009
148
Actiefiche 6.1.3 Actienummer
6.1.3
Actietitel
Inrichting KDV of minicrèche in Londerzeel Sint Jozef
Output
Opvulling leemte kinderopvang in Londerzeel Sint Jozef
Input
Personeelsuren Financiële consequenties i.f.v. gekozen optie
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
6.1
Infrastructuur voor kinderopvang verder uitbouwen en moderniseren
Strategische doelstelling
6
Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenleving
Stappenplan Activiteit
Output
1.
Onderzoek naar de mogelijkheden voor een KDV of minicrèche in Londerzeel Sint Jozef
Nota i.v.m. mogelijkheden
2.
Onderzoek naar samenwerking met privé-sector
Nota i.v.m. mogelijkheden
3.
Activeren van dossier in functie van de aangeboden opportuniteiten
Beslissing SC
deadline
149
Actiefiche 6.1.4 Actienummer
6.1.4
Actietitel
Nieuw KDV en IBO in Londerzeel -Centrum
Output
Moderne infrastructuur - Efficiëntere werking – Bijkomende opvangcapaciteit
Input
Personeelsuren Financiële consequenties nog niet in te schatten
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
6.1
Infrastructuur voor kinderopvang verder uitbouwen en moderniseren
Strategische doelstelling
6
Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenleving
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Enquête in verband met nood en grootte aan bijkomend KDV en IBO in Londerzeel-Centrum
Nota i.v.m. opvangcapaciteit
2008
2.
Samenstelling werkgroep voor vaststellen van de randvoorwaarden van de gebouwen
Bouwprogramma
2009-2010
3.
Onderzoek naar de financieringswijze
Financiële nota
2010
4.
Opstellen plannen en aanbesteding
Goedkeuring lastenboek GR
2011-2012
5.
Bouwwerken
SC: Bevel aanvang der werken
2013-2014
150
OD 6.2. De kwaliteit en de toegankelijkheid van het opvang- en activiteitenaanbod voor kinderen en jongeren verhogen Actie 6.2.1. Actie 6.2.2. Actie 6.2.3. Actie 6.2.4. Actie 6.2.5. Actie 6.2.6. Actie 6.2.7.
Uniforme voorrangsregels in kinderopvang Sociaal prijzenbeleid in activiteitenaanbod Centrum voor kinderopvang Ruimer aanbod inclusieve en reguliere speelpleinwerking Flexibele en occasionele kinderopvang Kinderparticipatie in voor- en naschoolse kinderopvang Onderzoek naar optimaliseren omkadering kinderopvang in scholen
151
Actiefiche 6.2.1 Actienummer
6.2.1
Actietitel
Uniforme voorrangsregels in kinderopvang
Output
Minimaal de gemeentelijke opvangvoorzieningen hebben uniforme voorrangsregels – Verbeteren toegankelijkheid opvanginitiatieven
Input
Personeelsuren
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
6.2
Kwaliteit en toegankelijkheid van het opvang- en activiteitenaanbod voor kinderen en jongere verhogen
Strategische doelstelling
6
Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenleving
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Inventaris voorrangsregels in bestaande initiatieven
Inventaris
Feb. 2009
2.
Inventaris van de wettelijke vastgelegde voorrangregels
Inventaris
Feb. 2009
3.
Overleg met partners van CKO en binnen LOK naar uniforme voorrangregels
Discussienota
April 2009
4.
Voorstel van reglement i.v.m. voorrangregels
Reglement
Juni 2009
5.
Terugkoppeling naar adviesraden
Verslag(en) vergadering
Sept. 2009
6.
Terugkoppeling naar beleid
Besl. SC (GR)
Okt. 2009
152
Actiefiche 6.2.2 Actienummer
6.2.2
Actietitel
Sociaal prijzenbeleid in activiteitenaanbod
Output
Grotere toegankelijkheid jeugdaanbod – In kaart brengen verdoken kansarmoede
Input
Personeelsuren Financiële tussenkomst bij kansarmoede
Verantwoordelijke
Meert Robert (Els Van Praet)
Operationele doelstelling
6.2
Kwaliteit en toegankelijkheid van het opvang- en activiteitenaanbod voor kinderen en jongere verhogen
Strategische doelstelling
6
Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenleving
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Inventaris sociale kortingen bij gemeente en bij verenigingsleven
Inventaris
April 2008
2.
Onderzoek bij verenigingsleven naar het activeren van een signaalfunctie bij betalingsmoeilijkheden
Synthesenota
Juni 2008
3.
Overleg met OCMW inzake mogelijkheden geboden door KB inzake sociale en culturele participatie
Omgevings-analyse
April 2008
4.
Uitwerken samenwerkingscharter met OCMW voor tegemoetkoming bij betalingsmogelijkheden
Samenwerkings-charter
Sept. 2008
5.
Terugkoppelen naar adviesraden
Verslag(en) vergadering
Dec. 2008
6.
Terugkoppelen naar beleid
Besl. SC
Feb. 2009
153
Actiefiche 6.2.3 Actienummer
6.2.3
Actietitel
Centrum voor kinderopvang
Output
Gestructureerde samenwerking (gemeentelijke) opvanginitiatieven – Centraal loket kinderopvang
Input
Personeelsuren Kosten digitaal format
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
6.2
Kwaliteit en toegankelijkheid van het opvang- en activiteitenaanbod voor kinderen en jongere verhogen
Strategische doelstelling
6
Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenleving
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Inventaris van de opvanginitiatieven die wensen mee te werken aan een CKO binnen het LOK
Inventaris
Feb. 2008
2.
Ieder opvanginitiatief doet voorstellen i.v.m. items die geharmoniseerd kunnen worden binnen CKO
Discussienota
April 2008
3.
Uitwerken voorstel i.v.m. vorm van samenwerkingsovereenkomst
Ontwerpovereenkomst
Juni 2008
4.
Onderzoek naar de mogelijkheden van een digitale format voor opvangplaatsen
Discussienota
Juni 2008
5.
Onderzoek naar de mogelijkheden van een centraal loket kinderopvang
Discussienota
Juni 2008
6.
Feedback naar de adviesraden
Verslag(en) vergadering
Sept. 2008
7.
Beleidsbeslissing
Besl. GR
Okt. 2008
154
Actiefiche 6.2.4 Actienummer
6.2.4
Actietitel
Ruimer aanbod inclusieve en reguliere speelpleinwerking
Output
Aanpassing aanbod speelpleinwerking aan maatschappelijke tendensen
Input
Bijkomende monitoren Aanpassing werkingskosten
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
6.2.
Kwaliteit en toegankelijkheid van het opvang- en activiteitenaanbod voor kinderen en jongere verhogen
Strategische doelstelling
6.
Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenleving
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Inventaris bestaande inclusief en regulier aanbod
Inventaris
Feb. 2008
2.
Bevraging via GIL over uitbreiding regulier aanbod
Discussienota
Feb. 2008
3.
Uitwerken voorstel door jeugddienst i.s.m. JAL
Formeel advies JAL
April 2008
4.
Onderzoek naar personele en financiële haalbaarheid
Advies financiëleen jeugddienst
Mei 2008
5.
Beleidsbeslissing
Besl. SC
Mei 2008
155
Actiefiche 6.2.5 Actienummer
6.2.5
Actietitel
Flexibele en occasionele opvang
Output
Creëren van mogelijkheden voor flexibele en occasionele opvang in de gemeente
Input
Bijkomende personeelskost Aangepaste infrastructuur
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
6.2
Kwaliteit en toegankelijkheid van het opvang- en activiteitenaanbod voor kinderen en jongere verhogen
Strategische doelstelling
6
Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenleving
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Toetsing van de wettelijke (gesubsidieerde) mogelijkheden aan de lokale situatie
Inventaris mogelijkheden
Feb. 2010
2.
Inventaris van de mogelijkheden in de diverse opvanginitiatieven
Inventaris
Feb. 2010
3.
Onderzoek naar de samenwerkingmogelijkheden binnen het CKO
Discussienota
April 2010
4.
Terugkoppeling naar LOK
Advies LOK
Mei 2010
5.
Opstellen van samenwerkingscharter binnen CKO
Charter
Sept. 2010
6.
Feedback naar adviesraden
Verslag(en) vergadering
Okt. 2010
7.
Beleidsbeslissing
Besl. SC & GR
Dec. 2010
156
Actiefiche 6.2.6 Actienummer
6.2.6
Actietitel
Kinderparticipatie in voor- en naschoolse opvang
Output
Kinderen krijgen een meer centrale rol bij de organisatie van de opvang
Input
Personeelsuren
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
6.2
Kwaliteit en toegankelijkheid van het opvang- en activiteitenaanbod voor kinderen en jongere verhogen
Strategische doelstelling
6
Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenleving
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Overlegvergadering voor ervaringsuitwisseling bij de opvanginitiatieven in de gemeente
Inventarisatienota
Feb. 2009
2.
Bevraging naar initiatieven in de omliggende gemeenten
Discussienota
Feb. 2009
3.
Distilleren praktijkvoorbeelden vakliteratuur
Discussienota
April 2009
4.
Uitwerken proefprojecten in de diverse initiatieven
Opdoen praktijkervaring
April 2009Maart 2010
5.
Evaluatie proefprojecten
Nota good practices
April 2010
157
Actiefiche 6.2.7 Actienummer
6.2.7
Actietitel
Onderzoek naar optimaliseren omkadering kinderopvang in scholen
Output
Meer professionele voor- en naschoolse opvang in de gemeentescholen
Input
Personeelsuren Kosten betere verloning en vorming personeel
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
6.2.
Kwaliteit en toegankelijkheid van het opvang- en activiteitenaanbod voor kinderen en jongere verhogen
Strategische doelstelling
6.
Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenleving
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Schooldirecties maken overzicht van de knelpunten
Omgevingsanalyse
Jan. 2008
2.
Bevraging naar organisaties in aanpalende gemeenten
Informatienota
Jan. 2008
3.
Oplijsting bijkomende omkaderingsmogelijkheden
Synthesenota
Feb. 2008
4.
Overleg met schooldirecties en andere betrokkenen gemeentelijke diensten
Discussienota
Maart 2008
5.
Uitwerken voorstel bijkomende omkadering
Document omkadering
April 2008
6.
Terugkoppeling adviesraden
Verslag(en) vergadering
Mei 2008
7.
Beleidsbeslissing
Besl. SC (GR)
Juni 2008
158
OD 6.3. fuifbeleid
Problemen voorkomen en aanpakken via de uitbouw van een drugs- en
Actie 6.3.1. Actie 6.3.2. Actie 6.3.3. Actie 6.3.4. Actie 6.3.5.
Centraal loket voor aangifte van fuiven en feesten Subsidiereglement voor security tijdens fuiven Heractiveren van werkgroep drugs Uitwerken visie gemeentelijk drugsbeleid Draaiboek voor informatie- en preventiecampagne i.v.m. drugs
Actiefiche 6.3.1 Actienummer
6.3.1
Actietitel
Centraal loket voor aangifte fuiven en feesten
Output
Verlaging administratieve druk op verenigingsleven – Professionele ondersteuning organisatoren
Input
Personeelsuren
Verantwoordelijke
Meert Robert (Els Van Praet)
Operationele doelstelling
6.3
Problemen voorkomen en aanpakken via de uitbouw van een drugs- en fuifbeleid
Strategische doelstelling
6
Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenleving
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Opstellen voorontwerp van dienstverlening in JAL
Discussienota
Maart 2008
2.
Overleg betrokken gemeentelijke diensten
Verslag vergadering
Maart 2008
3.
Vergadering met zaaluitbaters
Verslag vergadering
April 2008
4.
Overleg met jeugdwerkinitiatieven
Verslag vergadering
April 2008
5.
Terugkoppeling adviesraden
Verslag vergadering
Mei 2008
6.
Beleidsbeslissing
Besl. SC
Juli 2008
7.
Uitwerken informatiecampagne
Nieuwsbrief verenigingsleven
Sept. 2008
159
Actiefiche 6.3.2 Actienummer
6.3.2
Actietitel
Aangepast subsidiereglement voor security tijdens fuiven
Output
Wegwerken verdringingseffect commerciële fuiven
Input
Personeelsuren Subsidies (afname subsidie Vlaamse Gemeenschap)
Verantwoordelijke
Meert Robert (Els Van Praet)
Operationele doelstelling
6.3
Problemen voorkomen en aanpakken via de uitbouw van een drugs- en fuifbeleid
Strategische doelstelling
6
Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenleving
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Opstellen inventaris knelpunten
Discussienota
Maart 2008
2.
Overleg met zaaluitbaters
Verslag vergadering
April 2008
3.
Overleg met jeugdwerkinitiatieven
Verslag vergadering
April 2008
4.
Uitwerken subsidiereglement door jeugddienst in overleg met jeugdadviesraad
Ontwerp-reglement
April 2008
5.
Terugkoppeling adviesraden
Verslag(en) vergadering
Mei – juni 2008
6.
Beleidsbeslissing
Besl. GR
Juli 2008
7.
Informatiecampagne
Nieuwsbrief verenigingsleven
Sept. 2008
160
Actiefiche 6.3.3 Actienummer
6.3.3
Actietitel
Heractiveren van werkgroep drugs
Output
Continue cel opvolging drugsprobleem
Input
Personeelsuren Kosten externe begeleiding
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
6.3
Problemen voorkomen en aanpakken via de uitbouw van een drugs- en fuifbeleid
Strategische doelstelling
6
Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenleving
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Onderzoek naar actoren die deel moeten uitmaken van de werkgroep
Evenwichtig samengestelde werkgroep
Jan. 2008
2.
Samenstelling werkgroep
Evenwichtig samengestelde werkgroep
Jan. 2008
3.
Aanduiding coördinator voor werkgroep
Externe deskundigheid
Jan. 2008
4.
Opstellen afsprakennota i.s.m. werking
Afsprakennota
Jan. 2008
5.
Onderzoek naar de gedeeltelijke vrijstelling van personeelslid voor de opvolging van de werking
Besl. SC
Jan. 2008
161
Actiefiche 6.3.4 Actienummer
6.3.4
Actietitel
Uitwerken visie gemeentelijk drugsbeleid
Output
Continuïteit in drugsbeleid
Input
Personeelsuren Externe begeleiding Financiële middelen i.f.v. omgevingsanalyse en operationele doelstelling
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
6.3
Problemen voorkomen en aanpakken via de uitbouw van een drugs- en fuifbeleid
Strategische doelstelling
6
Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenleving
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Opstellen omgevingsanalyse
Omgevingsanalyse
Feb. 2008
2.
Gesprekken met bevoorrechte getuigen
Omgevingsanalyse
Feb. 2008
3.
Onderzoek naar noodzaak eventueel bijkomend onderzoek
Bijkomende omgevingsanalyse
Feb. 2008
4.
Verschillende actoren maken knelpunten op gebaseerd op eigen ervaringen
Discussienota
Mei 2008
5.
Knelpuntennota’s leiden in consensus tot globale visie
Visietekst
Sept. 2008
6.
Opstellen strategische en operationele doelstellingen
Beleidsplan
Nov. 2008
7.
Terugkoppeling adviesraden
Verslag(en) vergadering
Dec. – Jan. 2009
8.
Beleidsbeslissing
Besl. SC
Feb. 2009
162
Actiefiche 6.3.5 Actienummer
6.3.5
Actietitel
Draaiboek voor informatie- en preventiecampagne i.v.m. drugs
Output
Continuïteit in informatie- en preventiecampagnes
Input
Personeelsuren Externe begeleiding Campagnemateriaal (€ 250)
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
6.3
Problemen voorkomen en aanpakken via de uitbouw van een drugs- en fuifbeleid
Strategische doelstelling
6
Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenleving
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Vertaling operationele doelstellingen in concrete acties
Actieplan
Maart 2009
2.
Oplijsten van mogelijkheden inzake informatieverstrekking
Campagnevoorstel
April 2009
3.
Oplijsten van preventiemogelijkheden
Campagnevoorstel
April 2009
4.
Afbakeren van de doelgroepen
Campagnevoorstel
April 2009
5.
Opstellen draaiboek met éénmalige en recurrente acties
Draaiboek
April 2009
6.
Terugkoppelen adviesraden
Verslag(en) vergadering
Mei – juni 2009
7.
Beleidsbeslissing
Besl. GR
Juli 2009
163
SD 7: Gelijke kansen in het onderwijs bevorderen Ondanks de recente wettelijke initiatieven die het basisonderwijs gratis maken en abstractie gemaakt van het feit dat er in elke school wel een sociaal vangnet is bij betalingsmoeilijkheden is het toch wenselijk dat de gemeente een proactief beleid voert om eventuele financiële problemen te voorkomen en aan te pakken. Met dit doel voor ogen streven wij naar een harmonisatie van de sociale voordelen die in het lager onderwijs en een informatiecampagne rond budgetteren (in samenwerking met OCMW) om ouders en kinderen te sensibiliseren. Naast financiële drempels zijn er ook andere achterstellingsfactoren die de toegang tot het onderwijs kunnen bemoeilijken. Wij denken hierbij ondermeer aan een onvoldoende kennis van het Nederlands en de problematiek van het spijbelen. Om hieraan te remediëren wordt een overlegplatform opgericht tussen onderwijs, het lokale bestuur en andere betrokken lokale actoren om binnen dit platform een onderzoek te doen naar de mogelijke acties in het kader van de kansarmoedebestrijding. Deze actiepunten zullen kaderen in de meest recente tendensen naar een brede school en een lokaal flankerend onderwijsbeleid.
OD 7.1. Financiële problemen voorkomen en aanpakken Actie 7.1.1. Actie 7.1.2.
Harmonisatie van de sociale voordelen in het lager onderwijs Informatiecampagne rond budgetteren
164
Actiefiche 7.1.1 Actienummer
7.1.1
Actietitel
Harmonisatie van sociale voordelen in het lager onderwijs
Output
Elke lagere school in de gemeente heeft dezelfde sociale voordelen
Input
Personeelsuren Financiële consequenties i.f.v. vastgelegde sociale voordelen
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
7.1
Financiële problemen voorkomen en aanpakken
Strategische doelstelling
7
Gelijke kansen in het onderwijs bevorderen
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Inventarisatie bestaande sociale voordelen
Inventaris
Feb. 2009
2.
Samenstelling werkgroep met directies lager onderwijs
Overleg platforum
Feb. 2009
3.
Aftoetsen bestaande voordelen aan wettelijke bepalingen
Omgevings-analyse
April 2009
4.
Opstellen sneuvelnota aangaande harmoniseren voordelen
Sneuvelnota
Sept. 2009
5.
Advies inwinnen bevoegde adviesraden
Verslag(en) vergadering
Nov. – Dec. 2009
6.
Opstellen afsprakennota aangaande voordelen
Afsprakennota
Maart 2010
7.
Beleidsbeslissing
Beslissing SC
Mei 2010
165
Actiefiche 7.1.2 Actienummer
7.1.2
Actietitel
Informatiecampagne rond budgetteren
Output
Daling betalingsmoeilijkheden bij kinderen/ouders
Input
Personeelsuren in voorbereidende fase Kosten lesgevers
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
7.1
Financiële problemen voorkomen en aanpakken
Strategische doelstelling
7
Gelijke kansen in het onderwijs bevorderen
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Overleg OCMW in verband met begripsomschrijving
Discussienota
Maart 2008
2.
OCMW stelt nota op inzake lesinhoud
Document lesinhoud
Mei 2008
3.
Uitwerken strategie rond inhoud campagne
Visietekst infocampagne
Sept. 2008
4.
Raadplegen markt voor workshops
Lijst aanbieders
Sept. 2008
5.
Uitwerken draaiboek voor jaarlijkse campagnes
Draaiboek campagne
Nov. 2008
6.
Voorleggen adviesraden
Verslag (en) vergadering
Feb. 2009
7.
Beleidsbeslissing
Beslissing SC
April 2009
166
OD 7.2. Achterstellingfactoren in het onderwijs wegnemen Actie 7.2.1. Actie 7.2.2. Actie 7.2.3. Actie 7.2.4.
Lessen Nederlands voor anderstalige ouders Samenwerking rond spijbelen Overlegplatform tussen sector onderwijs, lokaal bestuur en lokale actoren Onderzoek naar andere acties in het kader van kansarmoedebestrijding
Actiefiche 7.2.1 Actienummer
7.2.1
Actietitel
Lessen Nederlands voor anderstalige ouders
Output
Beter contact leerkrachten / directie / anderstalige ouders
Input
Personeelsuren voorbereiding project Financiële gevolgen i.f.v. opties
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
7.2
Achterstellingsfactoren in het onderwijs wegnemen
Strategische doelstelling
7
Gelijke kansen in het onderwijs bevorderen
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Onderzoek naar de noodzaak
Inventaris
Mei 2008
2.
Inventaris van het aanbod
Discussienota
April 2008
3.
Aanduiding organisatie voor lessen
Doorverwijsfunctie of eigen organisatie
Juli 2008
167
Actiefiche 7.2.2 Actienummer
7.2.2
Actietitel
Samenwerking rond spijbelen
Output
Daling spijbelmomenten
Input
Personeelsuren betrokken actoren
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
7.2
Achterstellingsfactoren in het onderwijs wegnemen
Strategische doelstelling
7
Gelijke kansen in het onderwijs bevorderen
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Bevraging bij de onderwijsinstellingen naar de omvang van het probleem
Inventaris spijbelproblematiek
Jan. 2008
2.
Coördinatievergadering met betrokken actoren voor het uitwerken van een stappenplan
Synthesenota
Febr. 2008
3.
Uitschrijven actieplan
Actieplan
April 2008
4.
Terugkoppeling adviesraden
Verslag(en) vergadering
Mei – juni 2008
5.
Terugkoppeling beleid
Beslissing SC
Juli 2008
6.
Uitvoering actieplan
-
Vanaf sept. 2008
168
Actiefiche 7.2.3 Actienummer
7.2.3
Actietitel
Overlegplatform tussen sector onderwijs, lokaal bestuur en lokale actoren
Output
Gestructureerd overleg in kader van brede school en geflankeerd onderwijs
Input
Personeelsuren
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
7.2
Achterstellingsfactoren in het onderwijs wegnemen
Strategische doelstelling
7
Gelijke kansen in het onderwijs bevorderen
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Synthesenota rond de wettelijke initiatieven rond de brede school en het flankerend onderwijs
Synthesenota
Sept. 2008
2.
Synthesenota wordt voorgelegd op voorbereidende vergadering met betrokken actoren
Discussienota
Okt. 2008
3.
Oplijsten van de actoren die wensen mee in te stappen in het project
Lijst deelnemende actoren
Okt. 2008
4.
Deelnemende actoren stellen nota op in verband met hun inbreng in het project
Synthesenota inbreng actoren
Jan. 2009
5.
Overlegplatforum schrijft visietekst uit
Visietekst
Maart 2009
6.
Terugkoppeling naar de adviesraden
Verslag(en) vergadering
April – mei 2009
7.
Terugkoppeling naar beleid
Beslissing SC (GR)
Juni 2009
169
Actiefiche 7.2.4 Actienummer
7.2.4
Actietitel
Onderzoek naar andere acties in het kader van kansarmoede- bestrijding
Output
Actieplan kansarmoedebestrijding
Input
Personeelsuren Financiële repercussies i.f.v. geselecteerde acties
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
7.2
Achterstellingsfactoren in het onderwijs wegnemen
Strategische doelstelling
7
Gelijke kansen in het onderwijs bevorderen
Stappenplan Activiteit
Output
deadline
1.
Inventarisatie van acties die structureel kunnen bijdragen aan de armoedebestrijding
Inventaris
Juni 2008
2.
Oplijsten van de actoren die kunnen meewerken aan project
Lijst actoren
Okt. 2008
3.
Overleg met actoren en werkgroep sociaal beleidsplan voor het aflijnen van de doelstellingen
Discussienota
Dec. 2008
4.
Opstellen actieplan
Actieplan
Maart 2009
5.
Terugkoppeling naar de adviesraden
Verslag(en) vergaderingen
April – mei 2009
6.
Terugkoppeling naar beleid
Beslissing SC (GR)
Juni 2009
170
HOOFDSTUK 4 – TAAKVERDELING EN WERKAFSPRAKEN 1. SAMEN AAN WELZIJN WERKEN In uitvoering van het Decreet Lokaal Sociaal Beleid verbinden het gemeentebestuur en het OCMW van Londerzeel er zich toe, om binnen de wettelijke en decretale voorschriften, een Lokaal geïntegreerd Sociaal Beleid te realiseren. Het Lokaal Sociaal Beleid moet gedragen worden door zowel het OCMW als de gemeente. Er wordt gestreefd naar een optimale afstemming en integratie van de respectievelijke opdrachten en activiteiten. De hoofdmaatschappelijk werker samen met de verantwoordelijke van de gemeente coördineren de samenwerking inzake welzijnsmateries tussen het OCMW en het gemeentebestuur. Zij bespreken de knelpunten en stimuleren nieuwe initiatieven. Ook het overleg met aanverwante besturen en privé-partners actief inzake het welzijnsbeleid worden door hen gestimuleerd. Het gemeentebestuur en OCMW maken afspraken over de communicatie naar de burger omtrent het Lokaal Sociaal Beleid. Dit behelst het systematisch inlichten van de bevolking over de bestaande regelgeving, het Lokaal Sociaal Beleid en de dienstverlening. De hoofdmaatschappelijk werker en de verantwoordelijke van de gemeente coördineren op het vlak van welzijn de communicatie met de burger in samenspraak met de communicatieambtenaar. 2. HUIDIGE TAAKVERDELING EN TOEKOMSTIGE INTEGRATIE IN EEN SOCIAAL HUIS Actueel nemen gemeente en OCMW elk specifieke welzijnstaken op zich. Huidige takeninventaris van de sociale dienst van de gemeente : •
Algemeen
•
Pensioenen
•
Mindervaliden
Secretariaat sociale raad GRC sociale zaken en welzijn Lokaal Sociaal Beleidsplan Sociale gids Sociale premies Pensioenaanvragen werknemers Pensioenaanvragen zelfstandigen Afwerking pensioenen WN+Z Dossiers mindervaliden Toegankelijkheid gebouwen 171
•
Nabestaanden
•
Ontwikkelingssamenw. 11.11.11-actie Missionarissen Projecten
•
Gezondheid
Gids nabestaanden Erfrechtverklaringen
Adjunct-preventieadviseur Rampenplanning Samenwerking met centrumlogo Projecten
•
•
Tewerkstelling
Senioren
Lokale werkwinkel (Forum) Projecten SAR bestuur en algemene vergadering. Seniorenfeest Secretariaat seniorenadviesraad Ouderenbehoeftenonderzoek
Huidige takeninventaris van de sociale dienst van het OCMW : • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
toekennen van het leefloon; maatschappelijke integratie door tewerkstelling en opleiding toekennen van financiële en materiële steun maatschappelijke dienstverlening aan vreemdelingen hulp aan illegalen en daklozen financiële voorschotten op uitkeringen, loon, …. uitputting van rechten, in rechte stelling sociale zekerheid, administratieve hulp afleveren van diverse attesten schuldbemiddeling : budgetbegeleiding – budgetbeheer – collectieve schuldenregeling lokale adviescommissie gas, water en elektriciteit stookoliefonds fonds voor socio-culturele en sportieve participatie toeleiding gemeentelijke en andere premies advies, informatie en psychosociale begeleiding doorverwijzing en wegwijsfunctie juridisch eerstelijnsadvies opvang en begeleiding van mensen met huisvestingsproblemen bemiddeling bij huurproblemen herhuisvesting van permanente campingbewoners dienst warme maaltijden poetsdienst lokaal cliëntoverleg met andere diensten kortopvang via eigen doorgangswoningen opvang, begeleiding en steun asielzoekers
172
•
• • •
tussenkomsten in hospitalisatiekosten, begrafeniskosten, huishuur en waarborg, medische en farmaceutische kosten, verblijfskosten in opvangcentra en onthaaltehuizen en rusthuizen, mutualiteitsbijdragen terugvordering bij de alimentatieplichtigen LSB-plan Organisatie en secretariaat van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst
OCMW en gemeentebestuur blijven gedurende heel de legislatuur overleg plegen in de schoot van de stuurgroep LSB om de integratie tussen de twee sociale diensten tot stand te brengen in één dienst . Het is de bedoeling om alle sociale hulp- en dienstverlening vanuit één dienst te organiseren en aan te bieden aan de burger. Deze integratieoefening dient gefinaliseerd te worden tegen 2013. Het instrument bij uitstek om deze doelstelling te realiseren is het ‘Sociaal Huis’. Bijwijze van proefproject wordt vanaf 2009 een geïntegreerde seniorendienst opgericht, waarbij de taken van het OCMW én de gemeente inzake ouderenbeleid gegroepeerd worden en gezamenlijk en gecentraliseerd worden uitgevoerd. Vanuit tussentijdse evaluaties en bijsturingen in 2010 en 2011 moeten de bevindingen en de ervaringen van deze integratieoefening een extrapolatie vinden naar het grotere concept ‘sociaal huis’, van waaruit vanaf 2013 ook de andere welzijnsdomeinen geïntegreerd moeten worden aangeboden. De infrastructurele noden van het ‘Sociaal Huis’ moeten uiterlijk eind 2012 in kaart zijn gebracht.
3. OPVOLGINGSSYSTEEM Het Lokaal Sociaal Beleidsplan is een dynamisch en sturend werkdocument dat de leidraad vormt voor de beleidsvoorbereiding en -uitvoering m.b.t. het Lokaal Sociaal Beleid in Londerzeel voor de periode 2008 tot en met 2013. Het OCMW- en Gemeentebestuur van Londerzeel wil daarom nauwlettend toezien op de uitvoering van het Lokaal Sociaal beleidsplan. Om dit te bekomen wordt voorzien in een opvolgingsstructuur. Deze opvolgingsstructuur moet er voor zorgen dat er regelmatig wordt nagegaan: - in welke mate de acties uit het beleidsplan effectief worden uitgevoerd, hoe deze uitvoering gebeurt en of er bijsturing nodig is - in welke mate de operationele en strategische doelstellingen worden bereikt en of er nieuwe acties of operationele doelstellingen nodig zijn om de strategische doelstellingen te bereiken - of alle nieuwe beleidsacties met een impact op het lokaal sociaal beleid kaderen binnen de strategische doelstellingen van het plan 1) voortgang en bijsturing De voortgang en de bijsturing van het Lokaal Sociaal Beleidsplan zal elk jaar van de looptijd (2008-2013) tweemaal worden besproken in de stuurgroep LSB. De hoofdmaatschappelijk werker en de verantwoordelijke van de gemeente zorgen onder de leiding van de twee secretarissen, voor een jaarlijks voortgangsrapport met voorstellen tot bijsturing . 173
Indien nodig kunnen gemeenschappelijke zittingen doorgaan van het schepencollege en het Vast Bureau om het voortgangrapport en de bijsturingvoorstellen ten gronde te bespreken. Bij de besprekingen van agendapunten m.b.t. het LSB op het schepencollege wordt de OCMW-secretaris steeds mee uitgenodigd. Het voortgangsrapport wordt vervolgens ter advies voorgelegd aan de sociale raad, aan de ouderenadviesraad, aan het lokaal overleg kinderopvang, aan het sociale middenveld en aan de brede bevolking via één gezamenlijke informatieavond (Sociaal Rendez-vous). Het college, in aanwezigheid van de OCMW-secretaris , oordeelt of de opmerkingen aanleiding geven tot wijzigingen aan het voortgangsrapport. In elk geval worden de adviezen opgelijst en in de bijlagen van het rapport opgenomen. Vervolgens wordt het voortgangsrapport gepresenteerd op een gemeenschappelijke vergadering van de raadsleden van het OCMW en de gemeente. Een eindtekst van het voortgangsrapport met voorstellen tot bijsturing wordt opgemaakt en vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de respectievelijke raden. 2) Stuurgroep LSB Samenstelling : burgemeester, schepen sociale zaken, OCMW-voorzitter, BCSDondervoorzitter , de gemeentesecretaris, de OCMW-secretaris, diensthoofd interne zaken gemeente en de verantwoordelijke medewerker, hoofdmaatschappelijk werker OCMW De stuurgroep LSB functioneert als een overlegorgaan tussen de gemeente en het OCMW met betrekking tot alle welzijnsmateries en bewaakt de voortgang en bijsturing van het Lokaal Sociaal Beleid. De stuurgroep LSB zal tevens fungeren als stuurgroep Sociaal Huis / Toegankelijkheid en zal erop toezien dat het Sociaal Huis binnen een redelijke termijn zal geïmplementeerd worden. De stuurgroep LSB bewaakt tevens de communicatie met de burger. 3) Coördinatiegroep Samenstelling: de gemeentesecretaris, de OCMW-secretaris, afdelingshoofd interne en burgerzaken en de volgende actieverantwoordelijken : -
Afdelingshoofd welzijn en vrije tijd als verantwoordelijke voor de thema’s inzake kinderopvang, jongeren, drugs, flankerend onderwijsbeleid Deskundige ruimtelijke ordening als verantwoordelijke voor de thema’s inzake huisvesting en leefomgeving Medewerker van de gemeentelijke sociale dienst gemeente voor de thema’s inzake toegankelijkheid/sociaal huis, inclusief ouderenbeleid, gehandicaptenzorg Hoofdmaatschappelijk werker OCMW voor de thema’s inzake woonhulpverlening, sociale tewerkstelling, dienstencentrum, toegankelijkheid/sociaal huis, inclusief ouderenbeleid 174
Deze groep vergadert samen naargelang de behoefte om opvolging te geven aan de uitvoering van de verschillende doelstellingen uit het LSB-plan en in het kader van de opmaak van het voortgangsrapport. In de schoot van deze groep gebeurt de permanente monitoring op actieniveau. De diensthoofden/actieverantwoordelijken zien toe op de goede uitvoering van de acties. Op deze opvolgingsvergaderingen door de coördinatiegroep zal worden nagegaan : - of de acties opgestart werden en lopen conform de vooropgestelde timing en zo neen waarom niet - of de vereiste input aanwezig is en zo neen waarom niet - of er al output geleverd werd en zo neen waarom niet - welke bijsturing moet gebeuren - of de verder uitvoering van de actie in het komende jaar extra middelen zal vereisen De coördinatiegroep rapporteert aan de stuurgroep LSB.
4. FINANCIEN Het gemeentebestuur van Londerzeel garandeert binnen de budgettaire mogelijkheden en vooropgestelde budgettaire meerjarenplanning voldoende middelen voor de uitvoering van het Decreet Lokaal Sociaal Beleid. Door efficiënte samenwerking tussen gemeente en OCMW zullen de beschikbare middelen ook effectievere resultaten opleveren.
175
HOOFDSTUK 5 – SECTORALE PLANVERPLICHTINGEN: PLAN KINDEROPVANG
176
DEEL 1: SAMENSTELLING EN WERKING LOK 1.1.
Deelnemers aan het lokaal overleg
1.1.1.
Personen en instellingen die een uitnodiging hebben ontvangen om zich kandidaat te stellen voor het LOK.
A. Afgevaardigden van erkende en gesubsidieerde opvanginstellingen - Kinderdagverblijf De Kapoentjes, Kouterbaan 17, 1840 Londerzeel - Kinderdagverblijf De Burcht, Burcht 7, 1840 Londerzeel B. Afgevaardigden van particuliere opvanginstellingen -
Kinderdagverblijf De Sloebers, Lijsterstraat 7, 1840 Londerzeel
-
1-2-3 Duizendpootje, Rossemstraat 13, 1840 Londerzeel
-
Mini-Crèche De Mookies, Meerstraat 253, 1840 Londerzeel
-
Alles Kids, Kloosterstraat 21, 1840 Londerzeel
C. Onthaalmoeders -
De Boeck Hilda, Bergstraat 51, 1840 Londerzeel
-
Scheers Maria, Bergstraat 37, 1840 Londerzeel
D. Afgevaardigden van de initiatieven buitenschoolse opvang -
BKO ‘Malderijte, Malderendorp 10, 1840 Londerzeel
-
BKO De Zonzolder, Burcht 7, 1840 Londerzeel
-
BKO Steenhuffel, Processiebaan 1, 1840 Londerzeel
E. Afgevaardigde van de dienst opvanggezinnen: Lut Ools F. Afgevaardigde van het OCMW G. Afgevaardigde van de gemeentelijke jeugddienst H. Afgevaardigde van het gemeentebestuur I. Afgevaardigde van het organiserend bestuur of directeur van elke basisschool in de gemeente -
Gemeentelijke Centrumschool, Stationsstraat 58, 1840 Londerzeel
-
Vrije Lagere School Virgo Sapiens, Heldenplein 3, 1840 Londerzeel
-
Vrije Kleuterschool Virgo Sapiens, Kerkhofstraat 43, 1840 Londerzeel
-
Vrije Basisschool De Heide, Topmolen 77, 1840 Londerzeel
-
Vrije Basisschool Sint Amandus, Kloosterstraat 21, 1840 Londerzeel
-
Gemeentelijke Lagere School Malderen, Kouterbaan 17, 1840 Londerzeel
-
Vrije Kleuterschool Steenhuffel De Huffeltjes, Schoolstraat 2, 1840 Londerzeel
-
Gemeentelijke Lagere School Steenhuffel, J. Van Doorslaerstraat 47, 1840 Londerzeel. 177
1.1.2.
Er verscheen tevens een oproep in het gemeentelijk informatieblad van juli 2007 en op de gemeentelijke website
1.1.3.
De samenstelling van het LOK gebeurde op de gemeenteraad van 23 oktober 2007. Er werd voor geopteerd op niet over te gaan tot nominatieve samenstelling maar wel in functie van een afvaardiging van de diverse opvanginitiatieven.
1. Afgevaardigde “Alleskids”
Jacobs Melissa (S) (V1)
2. Loco BKO ’t Malderijtje – Stekelbees en BKO Steenhuffel
Sonck Katrien (S) (V2)
3. Afgevaardigde 1-2-3 Duizendpootje
De Schutter Ellen (S) (V3)
4. Dienst Onthaalouders
Ools Lut (S) (V4)
5. KDV De Burcht BKO De Zonzolder
Dirk Delsin (S) (M1)
6. VBS De Heide
Scheers Chris (S) (V5)
7. Kouterschool
Van Evelghem Petra (S) (V6)
8. Centrumschool
Mortier Dirk (S) (M 2)
9. Kleuterschool De Huffeltjes
De Velder Christa (S) ( V 7)
10. Ter Elst
De Boeck Katelijne (S) (V 8)
11. Mini-crèche De Mookies
Leemans Julie (S) (V 9)
12. KDV De Sloebers
Christel Van Caesbroeck (NS)
13. KDV De Kapoentjes
Simonne Leon (S) (V10)
14. Jeugdconsulent
Bert Van den Elsen(Els Van Praet) (S) (M3)
15. Sportfunctionaris
Piet De Pauw (S) ( M 4)
16. Afdelingshoofd WVT
Robert Meert (S) (M 5)
17. Consulent lokaal beleid kinderopvang Kind en Gezin
Stijn Van Keer (NS)
18. Afgevaardigde OCMW
Jaak Eeckelaers (NS)
19. Afgevaardigde lokaal bestuur
Conny Moons (NS)
20. Voorzitter
Frans van den Broeck (NS)
21. Secretaris (zie 12)
Christel Van Caesbroeck (NS)
1.2.
Voorzitter
Het voorzitterschap wordt waargenomen door Frans Van den Broeck die op de installatievergadering van 06 november 2007 bij algeheelheid van stemmen werd aanvaard als voorzitter. De voorzitter heeft geen binding met één van de opvangvoorzieningen in de gemeente.
1.3.
Secretaris
De functie van secretaris wordt waargenomen door Christel Van Caesbroeck, verantwoordelijke voor de kinderdagverblijven De Sloebers en De Kapoentjes.
178
1.4.
Opsplitsing lokaal overleg
Het overleg vindt plaats met de vertegenwoordigers uit de vier deelgemeenten. Er is geen opsplitsing voorzien. Het overleg schenkt uiteraard aandacht aan de individuele behoeften van elke deelgemeente.
179
DEEL 2: OMGEVINGSANALYSE Hoofdstuk 2.1.: Evaluatie beleidsplan 2004 – 2006 Het vorige beleidsplan kinderopvang liep over de periode 2004 – 2006. In dit beleidsplan werd een onderscheid gemaakt tussen doelstellingen op korte termijn en doelstellingen op (middel)lange termijn. Wij geven hieronder zeer summier een overzicht van de doelstellingen en geven een korte toelichting over de wijze en graad van realisatie. DOELSTELLINGEN OP KORTE TERMIJN Doelstellingen Opstarten en verder uitbouwen van een vorm van ouderparticipatie
Opvang van kinderen tijdens pedagogische studiedagen
Realisatiegraad Op een overleg met de betrokken initiatieven is gebleken dat reeds enorm veel werd gewerkt rond ouderparticipatie. Om deze werking te formaliseren en nog meer te intensifiëren werd een charter opgesteld met VZW De Burcht, VZW De Zonzolder, VZW Stekelbees – ’t Malderijtje, KDV De Kapoentjes en KDV De Sloebers. Het charter besteedt ondermeer aandacht aan: breng- en haalmomenten, afzonderlijke gesprekken met ouders, ontbijtsessies, opendeurdagen, informatiefolder, vormingsavonden. Dit moet echter een blijvend aandachtspunt zijn. Het ligt dan ook in de bedoeling om trachten de ouders op een meer participatieve wijze te betrekken bij het beheren van de opvanginstellingen. Hiervoor werd nog geen pasklare oplossing gevonden. Momenteel is er een akkoord tussen de verschillende opvanginitiatieven om elkaar waar mogelijk te helpen zonder dat dit echter een garantie inhoudt dat er daadwerkelijk voor iedereen opvang is. Om hiervoor echter een passende oplossing te vinden kan gedacht worden aan opvang in de school of aan de coördinatie via een centrum voor kinderopvang.
180
Wegwerken van de overbevolking tijdens de piekmomenten
Organisatie van een gezamenlijke uitstap door de IBO’s en de gemeente Gemeente organiseert een voordracht over een actueel probleem Samenwerking tussen de jeugddienst en IBO’s op het vlak van grabbelpasactiviteiten
Er wordt een huishoudelijk reglement opgesteld voor de buitenschoolse opvang in de scholen
Uitgifte van een brochure en website rond opvanginitiatieven
Deze doelstelling had enkel betrekking op BKO ’t Malderijtje – Stekelbees. De organisator werd daar geconfronteerd met een dubbel probleem: enerzijds een zeer kleine behuizing voor maximaal 30 kindjes en een toeloop van 50 kinderen op piekmomenten. Om aan dit euvel te verhelpen werd vanaf 19 september 2005 tussen 15.45 uur en 16.45 uur huiswerkbegeleiding georganiseerd in de Kouterschool en de Sint-Amandusschool. Een oplossing op langere termijn wordt gerealiseerd door de bouw van een nieuwe BKO in de tuin van de pastorie van Malderen met een capaciteit van 50 kinderen. In het gemeenschapscentrum Gerard Walschap werd een leuke voorstelling georganiseerd voor de kinderen van de IBO’s In samenwerking met de bibliotheek werd een workshop georganiseerd rond kijk- en voelboeken voor kleuters. Met dit initiatief werd gestart in de paasvakantie van 2005. Daarna werd het uitgebreid naar de grote vakantie in 2005. Het scenario bestaat erin dat bij activiteiten buiten de gemeente de ingehuurde bussen de kinderen gaan ophalen in de verschillende IBO’s en na de activiteit terugbrengen. Het aantal kinderen dat gebruik maakt van dit initiatief is niet gigantisch groot en schommelt gemiddeld rond een 7-tal kinderen. Uit navraag is gebleken dat er wel altijd één of andere vorm van reglement bestaat ofwel afzonderlijk ofwel opgenomen in het schoolreglement. Voor het overige wordt vastgesteld dat er enige terughoudendheid is vanwege de scholen omdat men vreest dat de schoolopvang niet als volwaardige opvang zal worden beschouwd en dat men allerlei bijkomende verplichtingen zal opleggen. In dit verband kan trouwens verwezen worden naar de onderhandelingen tussen de ministers van welzijn en onderwijs in verband met de kwaliteitsvoorwaarden voor de opvang in de scholen. De maquette voor de brochure is klaar. De uitgave wordt voorzien medio 2007. Op de website staan voorlopig nog enkel de gemeentelijke initiatieven in extenso behandeld. 181
Centraal infonummer voor basisgegevens rond kinderopvang
Opvang zieke kinderen wordt beter gepromoot
Naar de toekomst toe zijn er 2 elementen die de situatie merkelijk zullen verbeteren: - website wordt beheerd volgens het Content Managment System (CMS) - oprichten van een CKO met een centraal loket De implementatie van website en CKO worden voorzien in de periode 2007 – 2008. Dit actiepunt werd nog niet gerealiseerd in afwachting van een CKO. Het ligt echter niet langer in de bedoeling om een beperkt aantal louter informatieve gegevens te verschaffen maar ook ruimdenkend op te treden bij effectieve vragen naar kinderopvang. De wijze waarop dit zal gebeuren, wordt uitgewerkt in de periode 2007 – 2008. Het kan ofwel de vorm aannemen van een intranet tussen de verschillende opvanginstellingen ofwel via een maandelijkse coördinatievergadering. Tezamen met de overname van BKO ’t Malderijtje werd eveneens de opvang van zieke kinderen overgenomen door VZW Stekelbees. Deze vorm van opvang werd vroeger georganiseerd door VZW Opbouwwerk Haviland. De nodig informatie wordt periodiek bekendgemaakt via het infoblad en de website. Tot in november 2006 was het personeelsbestand dat moest instaan voor de opvang – personeelsleden van IBO ’t Malderijtje – eerder beperkt zodat niet aan elke vraag kon worden voldaan. Door de aanwerving van een ½-tijds personeelslid voor de nieuwe BKO te Steenhuffel kan men uit meerdere personeelsleden putten voor organisatie van de opvang van zieke kinderen.
182
Inclusieve opvang wordt opgenomen in het jeugdwerkbeleidsplan 2005 – 2007.
Het lokaal overleg erkent de specifieke rol die de onderwijsinstellingen moeten blijven vervullen in het opvanglandschap
De gemeentelijke en private opvanginitiatieven werken samen om vragen inzake urgente opvang in gezamenlijk overleg op te lossen
Deze vorm van opvang wordt bijzonder gewaardeerd. Gestart met een 2-tal kindjes is deze opvang in 2006 uitgegroeid tot 13 deelnemende kinderen. Het ligt in de bedoeling om deze opvang uit te breiden van 14 dagen naar 3 weken in de grote vakantie in samenwerking met de andere deelnemende gemeenten. In dit verband kunnen wij voor een deel verwijzen naar de opmerking in verband met het huishoudelijk reglement in de onderwijsinstellingen. De opvang in de scholen is echter een noodzaak en vormt ook een belangrijk element om de ouders te winnen voor een bepaalde onderwijsinstelling. Wij kunnen echter niet buiten de vaststelling dat de opvang minder kwaliteitsvol is dan in een volwaardige BKO. Dit is echter eigen aan de vorm van de opvang en het is dus absoluut niet de bedoeling om op dit vlak de scholen met de vinger te wijzen. Het is toch wenselijk om te onderzoeken in welke mate de gemeente voor deze opvang in de scholen geen ondersteunende rol kan spelen door vorming, materiële ondersteuning… Er is op dit vlak geen vorm van geschreven samenwerkingsovereenkomst. In de praktijk is het wel zo dat de verschillende initiatieven in de mate van het mogelijke meehelpen. Op dit vlak zullen echter nieuwe mogelijkheden worden aangeboden door de oprichting van een CKO.
183
DOELSTELLINGEN OP (MIDDEL)LANGE TERMIJN Doelstellingen De bestaande buitenschoolse opvang ’t Malderijtje en de opvang zieke kinderen worden geoptimaliseerd door: - meer aandacht voor vormingsmomenten - samenwerking met speelpleinwerking - kinderen laten deelnemen aan grabbelpasactiviteiten - onderzoek vervoer naar speelpleinwerking - kindvriendelijke inrichting van de tuin - zoeken naar een nieuwe centrale locatie voor buitenschoolse opvang
De opvang in KDV’s De Kapoentjes en De Sloebers blijft mimimaal behouden op huidige niveau en aangepast aan de opmerkingen van het tevredenheidsonderzoek
Realisatiegraad De ruimere aandacht voor het vormingsaanbod is geconcretiseerd door de outsourcing naar VZW Stekelbees. Hierdoor kunnen de begeleidsters een beroep doen uit het rijke aanbod dat centraal door deze VZW wordt aangeboden. Zij komen tevens regelmatig in contact met begeleidsters uit andere IBO’s. De kinderen van ’t Malderijtje kunnen inspelen op de grabbelpasactiviteiten die buiten de gemeente doorgaan. Hiervoor wordt immers busvervoer ingelegd. Het samenwerken met de speelpleinwerking hangt samen met de aanwezigheid van één of andere vorm van georganiseerd vervoer naar de speelpleinwerking. Aangezien het busvervoer naar het speelplein 3 jaar geleden werd afgeschaft wegens te duur en uitermate onregelmatig gebruik zijn er op dit vlak weinig of geen mogelijkheden. Het inzetten van een schuttle is niet haalbaar gebleken. Voor deze doelstelling dient dus naar andere oplossingen gezocht. Aan de tuin werden beperkte investeringen gedaan naar veiligheid toe van de speeltoestellen. Ingrijpende wijzigingen werden niet doorgevoerd wegend de geplande verhuis in 2007 – 2008 Voor een nieuwe centrale opvang werd gekozen voor de tuin van de pastorie waar een modern nieuw IBO zal opgericht worden. Het voorontwerp werd goedgekeurd door Kind & Gezin en getoetst aan de toegankelijkheid voor anders-validen. De ingebruikname is gepland in het eerste half jaar van 2008. Uit het tevredenheidsonderzoek is gebleken dat er grote tevredenheidsgraad heerst bij de gebruikers. Ook de inspectiebezoeken van Kind & Gezin wijzen enkel op kleinere tekortkomingen die zonder grote problemen kunnen opgelost worden. Beide kinderdagverblijven werken tevens met een kwaliteitshandboek.
184
Voor het kinderdagverblijf De Sloebers wordt een totaalplan opgesteld voor een vernieuwde kleuterschool – annex kinderdagverblijf met verhoogde opvangcapaciteit
Oprichting volwaardige IBO in de deelgemeente Steenhuffel
De ideeën rond een nieuwe vestiging zijn geëvolueerd in die zin dat er gekozen wordt voor een centrale inplantingsplaats op de Argo-terreinen zowel voor een kinderdagverblijf als voor een initiatief buitenschoolse kinderopvang. Deze inplantingsplaats maakt echter deel van een groter gebied waarvoor een Ruimtelijk Uitvoeringsplan dient opgesteld omdat ook andere bestemmingen (cultuur – wonen – parkeren – groen…) aan bod moeten komen. Het geheel heeft verregaande budgettaire consequenties die op dit moment nog onvoldoende kunnen ingeschat worden. Het ligt alleszins in de bedoeling om ten het einde van dit beleidsplan duidelijkheid te hebben over inplantingsplaats en capaciteit van deze geplande opvangvoorzieningen. Er werd geopteerd om de voormalige bibliotheek van Steenhuffel om te vormen tot een volwaardige IBO. Met dit doel werd het gebouw volledig opgefrist en aangepast aan (brand)veiligheidsnormen. De opvang werd geopend in september 2006. Gezien het enorme succes werd het aantal begeleidsters verhoogd van 2 naar 3.
SAMENVATTING POSITIEF - Relatieve betrokkenheid ouders behalve bij organisatie van activiteiten - Gedeeltelijk wegwerken overbevolking bij piekmomenten - Gezamenlijke activiteiten IBO’s en KDV’s - Samenwerking grabbelpasactiviteiten - Inclusieve opvang - Hoge tevredenheidsgraad over de opvang (bevraging) - BKO Steenhuffel
NEGATIEF - Opvang pedagogische studiedagen - Reglement buitenschoolse opvang in de scholen - Brochure – website - Centraal infonummer - Opvang zieke kinderen - Flexibel en occasionele opvang - Infrastructuur BKO Malderen
185
Hoofdstuk 2.2.: Sociaal – demografische gegevens 2.2.1.
Demografische gegevens
¾ Inwonersaantal per deelgemeente op 1 januari 2007: Mannen 3.869 1.689 1.394 1.676 8.628
Centrum Sint-Jozef Steenhuffel Malderen 3
Vrouwen 4.081 1.691 1.366 1.663 8.801
Totaal 7.950 3.380 2.760 3.339 17.429
TOTAAL 17.429
¾ Indeling per leeftijdsklasse en deelgemeente:
-10 jaar 10-20 j 20-30 j 30-40 j 40-50 j 50-60j 60-70 j 70-80 j 80-90 j 90-100 j + 100 4
Centrum Sint-Jozef Steenhuffel Malderen Totaal Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw 398 388 196 201 164 152 160 177 1.836 478 438 213 183 168 159 190 172 2.001 426 408 193 224 184 169 190 172 1.966 528 527 261 253 189 197 237 217 2.409 622 600 307 306 228 210 273 256 2.802 518 550 237 209 192 187 237 208 2.338 464 493 149 158 142 134 175 173 1.468 330 434 102 105 89 95 140 173 1.468 97 199 29 44 37 60 69 105 640 8 42 2 8 1 3 5 10 79 -2 ------2
TOTAAL 3.869
4.081
1.689
1.691
1.394
1.366
1.676
1.663
17.429
¾ Inwoners gemeente Londerzeel (0-25 jarigen) (cijfers op 5/11/2007) Jaartal 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993
Mannen 88 90 105 85 88 98 104 91 111 107 113 117
Vrouwen 101 88 95 87 98 73 101 109 99 104 111 82
Totaal 189 178 200 172 186 171 205 200 210 211 224 199
186
119 103 99 92 103 89 96 75 79 93 91 99 105 65
1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
98 98 91 102 97 92 87 88 93 106 87 90 84 81
217 201 190 194 200 181 183 163 175 199 178 189 190 146
¾ Indeling per leeftijd en deelgemeenten (cijfers op 5/11/2007) LONDERZEEL CENTRUM Jaartal 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Mannen 47 34 52 40 31 51 49 42 49 49 49 56 52 42 47 48 47 40 41 28 31 35 43 39 45 29
Vrouwen 36 45 34 41 43 29 49 57 50 46 51 45 37 43 41 39 47 40 37 40 42 40 24 42 40 32
Totaal 83 79 86 81 74 80 98 99 99 95 100 101 89 85 88 87 94 80 78 68 73 75 67 81 85 61
4.1.1.1.1
187
SINT-JOZEF Jaartal
Mannen 13 15 17 20 20 13 30 18 19 20 21 23 24 25 23 18 16 18 16 16 18 26 22 28 21 11
1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Vrouwen 25 18 29 18 23 14 25 17 22 18 18 10 19 21 20 20 20 18 21 23 17 34 18 21 11 20
Totaal 38 33 46 38 43 27 55 35 41 38 39 33 43 46 43 38 36 36 37 39 35 60 40 49 33 31
4.1.1.1.2 4.1.1.1.3 STEENHUFFEL Jaartal 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000
Mannen 14 20 15 14 18 19 13 16 21 16 14 18 22 15 13 16 21 16 19
Vrouwen 24 9 17 15 18 13 13 16 10 20 21 17 21 15 14 26 12 17 15
Totaal 38 29 32 29 36 32 26 32 31 36 35 35 43 30 27 42 33 33 34
188
14 11 19 13 17 19 11
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
9 14 13 20 13 18 9
23 25 32 33 30 37 20
4.1.1.1.4 MALDEREN Jaartal 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Mannen 14 21 21 11 19 15 12 15 22 22 29 20 21 21 16 10 19 15 20 17 19 13 13 15 20 14
Vrouwen 16 16 15 13 14 17 14 19 17 20 21 10 21 19 16 17 18 17 14 16 20 19 25 14 15 20
Totaal 30 37 36 24 33 32 26 34 39 42 50 30 42 40 32 27 37 32 34 33 39 32 38 29 35 34
189
De laatste jaren is er een licht stijgende evolutie waarneembaar van het totale aantal inwoners. Te verwachten valt dat dit inwonersaantal zal blijven toenemen daar Londerzeel nog heel wat niet aangesneden woonuitbreidingsgebieden telt waarin nog heel wat potentiële bouwkavels kunnen worden gerealiseerd. Meest opvallende trend echter binnen de demografische gegevens is de toenemende vergrijzing van de bevolking. Zo steeg tussen 1990 en 2000 het aantal +60-jarigen van 3.146 naar 3.793, of een stijging met 3,54% t.o.v. de totale bevolkingspiramide. Anno 2007 wordt deze trend van een vergrijzing van de samenleving enkel nog versterkt. Het aandeel van de senioren in de totale populatie zal nog toenemen. In tegenstelling tot vroeger, blijft deze bevolkingscategorie langer dynamisch en beschikt meer en meer over een ruimer financieel budget. Aan de andere kant van de leeftijdspiramide merken we dan weer een vermindering van het aandeel jongeren. Tussen 1990 en 2000 daalde het aandeel 0-20 jarigen in de totale bevolkingspiramide van 24,24% naar 22,40%. Anno 2007 bedraagt dit aandeel nog slechts 22,02% van het totale bevolkingsaantal. Bevolkingssamenstelling 2006 Leeftijdscategorie 0-4 5–9 10 – 14 15 – 19 20 – 24 25 – 29 30 – 34 35 – 39 40 – 44 45 – 49 50 – 54 55 – 59 60 – 64 65 – 69 70 – 74 75 – 79 80 – 84 85 – 89 90 – 94 95+
Man 439 467 552 490 473 549 547 639 726 709 611 588 479 428 374 279 162 52 18 1
Vrouw 452 464 490 470 462 550 539 675 706 666 567 592 470 461 447 369 287 109 55 21
Totaal 891 931 1.042 960 935 1.099 1.086 1314 1.432 1.375 1.178 1.180 949 889 821 648 449 161 73 22
190
Leeftijdscategorieën 2005 (procentueel) Leeftijdscategorie mannen en vrouwen 0-4 5–9 10 – 14 15 – 19 20 – 24 25 – 29 30 – 34 35 – 39 40 – 44 45 – 49 50 – 54 55 – 59 60 – 64 65 – 69 70 – 74 75 – 79 80 – 84 85 – 89 90 – 94 95+
Londerzeel
Vlaams Gewest
Overgangsgebied
4,9 % 5,5 % 6,0 % 5,4 % 5,6 % 5,9 % 6,5 % 7,8 % 8,2 % 7,8 % 6,8 % 6,7 % 5,2 % 5,2 % 4,9 % 3,6 % 2,5 % 0,9 % 0,5 % 0,1 %
5,1 % 5,4 % 5,9 % 5,7 % 6,1 % 6,1 % 6,6 % 7,5 % 8,0 % 7,6 % 6,8 % 6,3 % 5,0 % 5,1 % 4,7 % 3,7 % 2,7 % 1,0 % 0,5 % 0,1 %
5,0 % 5,5 % 6,1 % 5,9 % 6,0 % 5,6 % 6,4 % 7,6 % 8,4 % 7,9 % 7,2 % 6,6 % 5,2 % 5,0 % 4,5 % 3,4 % 2,3 % 0,8 % 0,4 % 0,1 %
Bevolkingspyramide op 01/01/2005
Groeipercentage van de bevolking van 1999 tot 2005 Londerzeel 0,3 %
Vlaams Gewest 2,0 %
Overgangsgebied 2,1 % 191
2.2.2.
Beleidsniveau
GEMEENTEBESTUUR (Administratief Centrum) GEMEENTEHUIS Brusselsestraat 25 Markt 1 1840 Londerzeel 1840 Londerzeel Tel: 052/ 30 36 16 Tel: 052/30 36 16 Fax: 052/30 33 44 Fax: 052/30 33 44 Burgemeester De heer Jozef De Borger (CD&V) Secretaris De heer Emiel Van der Perre Schepen voor kinderopvang Mevrouw Conny Moons Samenstelling van het College van Burgemeester en schepenen: PARTIJ CD&V Totaal
AANTAL ZETELS 6 6
Samenstelling van de gemeenteraad na gemeenteraadsverkiezingen van 08/10/2006: PARTIJ CD&V NVA Sp.a Spirit Groen! VLD-Vivant VLAAMS BELANG
2.2.3.
AANTAL ZETELS 13 2 5 1 4
Vreemdelingen
Londerzeel telt 317 vreemdelingen. Hieronder een opsplitsing volgens het land van herkomst (enkel grootste vertegenwoordigingen). - Nederland: 86 - Polen: 28 - Marokko: 24 - Italië: 21 - Frankrijk: 17 - Servië – Montenegro: 11 - Groot-Brittannië: 10 Deze buitenlandse vertegenwoordigers vormen echter geen gemeenschappen met eigen activiteiten. Ze wonen verspreid over het hele grondgebied van de gemeente. Wij hebben echter geen zicht op het aantal genaturaliseerde Belgen in onze gemeente.
192
2.2.4.
Andere lokale indicatoren
Om de gemeente te situeren in een ruimer geheel geven we steeds de cijfers van een tweetal aanpalende gemeenten en cijfers van het Vlaamse Gewest.
Bevolkingsdichtheid Inw/km² Leeftijdsverdeling (020) (20-60) (60+) Vergrijzing (60 +) 2000 2010 2025 Gezinnen Oude gezinnen Ref.pers. + 65 Jonge gezinnen Ref. pers. - 35 Niet-Belgen Verkoopprijs bouwgrond per m² (2003) Eigendomsstructuur Eigenaars Huurders Woningcomfort (2001) Groot comfort
Londerzeel 478
Kapelle o/d Bos 582
Merchtem 399
Vlaams Gewest 447
21,8 % 55,2 % 22,9 %
21,7 % 56,6 % 21,7 %
22,8 % 55,3 % 21,9 %
22,2 % 55,0 % 22,8 %
22,1 % 24,8 % 31,4 %
20,5 % 23,6 % 32,1 %
21,0 % 23,6 % 30,7 %
22,2 % 24,5 % 31,5 %
28,1 %
26,6 %
26,7 %
27,4 %
14,6 % 1,4 %
14,0 % 1,4 %
17,7 % 2,1 %
16,3 % 4,9 %
57
61
130
86
82,1 % 17,9 %
78,2 % 21,8 %
78,3 % 21,7 %
73,8 % 26,2 %
61,9 %
63,7 %
63,3 %
56 %
11,8 % 21,2 % 5,1 %
12,2 % 20,6 % 3,5 %
12,3 % 19,6 % 4,8 %
14 % 25 % 4,9 %
2%
6%
1,9 %
--
0,4 %
0,8 %
1,1 %
6,1 %
6,5 %
7,2 %
6,8 %
11,2 %
Middelmatig comfort Klein comfort Zonder comfort Sociale huur- woningen (2005) Geboorten in kansarme gezinnen Jongere werklozen (2005) % op totaal jongeren
193
Londerzeel
Kapelle o/d Bos
Merchtem
Vlaams Gewest
96,5 % 1,3 % 2,2 %
96,6 % 1,0 % 2,4 %
91,3 % 2,8 % 5,9 %
87,7 % 4,0 % 8,3 %
6,7 %
6,7 %
6,8 %
7,2 %
23,4 %
22,6 %
26,2 %
28,8 %
4,2 %
4,3 %
4,6 %
8,0 %
Werklozen naar nationaliteit (% op totaal NWWZ) Belgen EU Niet EU Alleenstaande ouders (tov totaal gezinnnen) Alleenstaanden (2004) tov totaal aantal gezinnen Werkloosheidsgraad (2004)
Uit de bovenstaande cijfers en uit de verdere detaillering van de cijfers van eigen gemeente kunnen we volgende conclusies trekken: 1. Londerzeel kent een lage werkloosheid die echter gestegen is in de laatste jaren. Een gedeelte van deze mensen zijn langer dan 2 jaar werkloos waardoor zij risico lopen op een moeizame herintreding op de arbeidsmarkt. Een groot segment van de werklozen wordt ingenomen door laaggeschoolden en arbeidsgehandicapten. 2. In de periode 1980-2006 is het aantal jongeren (-20 jaar) gedaald met 20 % en het aantal 60+ gestegen met 58 %. Voor 2010 verwacht men een stijging van de vergrijzing tot 25 %. In 2025 heeft Londerzeel meer dan 30 % ouderen. 3. Londerzeel heeft relatief weinig sociale huurwoningen. Op de wachtlijsten staan dan ook meer dan 800 kandidaten. 4. Het aantal anderstaligen in de scholen varieert van 1 % tot 9 %. Binnen de scholen stellen zich hierover geen grote integratieproblemen. Het is echter wel een gegeven waarmee in de toekomst dient rekening gehouden.
2.2.5.
Geografische situering Londerzeel is gelegen in de regio Noordwest-Brabant. De A 12 is een noordzuid georiënteerde primaire weg die de grootstedelijke gebieden van Brussel en Antwerpen met elkaar verbindt. Ook de N 16 is een belangrijke primaire weg die de oost-west verbinding vormt tussen Mechelen en Sint-Niklaas. De verbinding met Dendermonde wordt gemaakt door de N 17.
De A 12 is een drager van economische activiteiten, vooral dan ten noorden van de Rupel. Maar ook ten zuiden daarvan neemt de druk van dergelijke activiteiten toe met het bedrijventerrein van Londerzeel als sluitstuk. Vanuit Brussel is er geen druk op gebied van industrie en bedrijvigheid, wel op het vlak van wonen. De zogenaamde Vlaamse Rand rond Brussel deint uit richting Londerzeel en zorgt voor een toenemende druk op de bouwgrondprijzen. Landschappelijk gezien is Londerzeel te situeren binnen de Vlaamse Vallei, een gebied in het noorden begrensd door de Boomse cuesta en in het zuiden ter hoogte van Merchtem en Wolvertem door de belangrijke reliëf- en bodemovergang naar de leemstreek. 194
De nabijheid van regionale steden zoals Mechelen en Aalst, van kleine steden zoals Dendermonde en Boom en de centrale ligging tussen de grootsteden Brussel en Antwerpen zorgen ervoor dat Londerzeel omringd is door een stevig uitgebouwd netwerk aan stedelijke voorzieningen. De ruimtelijk - natuurlijke structuur van de gemeente wordt in hoofdzaak bepaald door de depressies van de Grote en de Kleine Molenbeek. Vooral langs hun benedenloop vormen zij belangrijke valleien, die plaatselijk tot 200 meter breed kunnen zijn, doch niet diep ingesneden in het landschap. Beide beekvalleien bepaalden in belangrijke mate de ligging van de menselijke activiteiten in Londerzeel. Bewoning bleef bijvoorbeeld lange tijd schaars vanwege de overstromingsproblematiek. Naast de valleigebieden zijn de bossen in Londerzeel die deel uitmaken van het boscomplex rond Lippelo, een belangrijk structuurbepalend element. De gemeente Londerzeel kent vier woonkernen: Sint-Jozef, Londerzeel, Steenhuffel en Malderen. Deze deelgebieden hebben elk hun eigenheid zowel ruimtelijk als functioneel. Londerzeel is duidelijk de hoofdkern met het grootste apparaat aan voorzieningen en functies. Het is niet alleen een zelfstandige woonkern maar vooral ook een kerngebied met verschillende centrumfuncties waar de andere woonkernen op kunnen terugvallen. Steenhuffel is eveneens een zelfstandige woonkern, doch van een lager niveau, met eigen voorzieningen en ruimtelijk onafhankelijk gestuurd binnen de gemeente. Sint-Jozef wordt beschouwd als een woonkern die voor de belangrijkste voorzieningen en functies terugvalt op Londerzeel-centrum. Deze verbondenheid met het centrum van Londerzeel uit zich ook morfologisch door de lintbebouwing langsheen Blauwenhoek. Malderen heeft een zekere graad van zelfstandigheid doch ruimtelijk en functioneel is de relatie met buurgemeente Buggenhout sterk. Malderen is meer gericht op zowel Opdorp als Buggenhout dan op het kerngebied Londerzeel waar het administratief toe behoort. Buiten deze vier woonkernen komt in de gemeente overal verspreide bebouwing voor onder de vorm van linten of geïsoleerde woningen in open ruimte. De ruimtelijk economische structuur wordt gedomineerd door het industrieterrein langsheen de A 12. Dit gebied overstijgt de dimensie van de gemeente en voorziet in de economische behoeften van een ruime regio. Naast dit gebied is aan elk van de vier woonkernen een gebied voor industrie of KMO toebedeeld waarin enkele economische zwaartepunten verspreid over de gemeente gelokaliseerd zijn. Het centrum voor kleinhandel en voorzieningen situeert zich in de kern van Londerzeel. Op het vlak van recreatie zijn er in Londerzeel vier belangrijke onafhankelijke polen die ook op regionaal niveau een uitstraling kennen: recreatiebad, camping, Palmvelden en VZW Leireken. De stationsomgevingen van Londerzeel en Malderen zijn multimodale knooppunten waar men kan overstappen van trein naar auto of bus en omgekeerd.
195
2.2.6.
Onderwijs
School
Aantal kinderen / jongeren
Kleuterafdelingen: Gemeentelijke centrumschool Londerzeel, Stationsstraat 58
72
Gemeentelijke basisschool Malderen, Kouterbaan 17
65
Gemeentelijke kleuterschool Londerzeel, Lijsterstraat 7
89
Virgo Sapiens Londerzeel, Kerkhofstraat 45
209
St – Amandusschool Malderen, Kloosterstraat 21
65
Vrije Kleuterschool St – Jozef, Topmolen 77
99
Kleuterschool Steenhuffel, Schoolstraat 2
109
Basisonderwijs: Gemeentelijke centrumschool, Stationsstraat 58
214
Gemeentelijke basisschool Malderen, Kouterbaan 17
103
Gemeentelijke basisschool Steenhuffel, J.V. Doorslaerstraat 47
180
Virgo Sapiens, Heldenplein 3
416
St – Amandus basisschool, Kloosterstraat 21
148
Vrije basisschool St – Jozef, Topmolen 77
157
Middelbaar onderwijs: Gemeentelijk Technisch Instituut, Daalkouter 30
310
Virgo Sapiens, Heldenplein 3
470
196
2.2.7
Overzicht jeugdwerkinitiatieven Jeugdjongeren verenigi ng
J/M
Deelgemeente
Doelgroep
Aantal bestuu rslede n
Aantal leden
Chiro
J
Londerzeel Centrum
6-18 jaar
12
80
VVKSM
J/M
Londerzeel Centrum
6-18 jaar
18
130
Akabe
J/M
Londerzeel Centrum
6-16 jaar
2
6
Handicap
Chiro
M
Londerzeel Centrum
6-18 jaar
13
111
Chiro
J
Steenhuffel
6-17 jaar
21
105
Chiro
M
Steenhuffel
6-17 jaar
13
67
Chiro
J/M
Malderen
6-18 jaar
31
164
Chiro
J/M
Sint Jozef
6-18 jaar
14
68
KLJ
J/M
Londerzeel Centrum
14-24 jaar
3
23
KAJ
J/M
Steenhuffel
17-25 jaar
11
30
KAJ
J
Malderen
27-22 jaar
Nog niet geken d
Nog niet geken d
JKAJ
M
Malderen
14-17 jaar
5
16
197
JKAJ
J
Malderen
14-17 jaar
3
12
KAJ
J/M
Sint Jozef
12-20 jaar
5
27
Vzw De Fontein
J/M
Londerzeel Centrum
3-21 jaar
12
35
13+ Macjé
J/M
Malderen
13-22 jaar
8
42
171
916
Totaal
Verder zijn er binnen de gemeente nog twee jeugdhuizen: Jeugdhuis Onder den Toren in Londerzeel Centrum en Jeugdhuis Heidestip in Londerzeel Sint Jozef. Bovendien is Studenclub Neer-Brabant actief op het grondgebied van de gemeente.
198
2.2.8.
Kinderopvang in Londerzeel en de regio (mei 2006) Londerzeel
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Gezinnen Jonge gezinnen (refertepersoon <35) Oude gezinnen (refertepersoon > 65) Niet- Belgen (2005) Hoogbejaarden (80 +) Alleenwonende ouderen (60+) tov. aantal gezinnen 7. Geboortes in kansarme gezinnen 8. Jongeren in bijzondere jeugdbijstand (per 1000 jongeren) 9. Jongere werklozen (percentage op totaal jongeren) 10. Leerlingen in het buitengewoon onderwijs (2004 – 2005) Kl.: Lag.: Sec.: 11. Niet Belgen met nationaliteit van EU-land (voor uitbreiding) 12. Niet Belgen met de Turkse en Marokkaanse nationaliteit (per 1000 inwoners) 13. Werklozen naar nationaliteit: Belgen EU 25 Niet EU 14. Alleenstaande ouders (1/1/2004) 15. Alleenstaanden M V
Merchtem
Meise
Vlaams Brabant
6.924 14,6% 28,1% 1,4% 4,0%
Kapelle o/d Bos 3.471 14,0% 26,6% 1,4% 4,0%
4.707 17,7% 26,7% 2,1% 3,6%
6.974 12,0% 24,6% 3,5% 3,5%
420.258 15,5% 27,2% 6,1% 4,2%
12,6%
12,6%
11,6%
10,7%
12,8%
0,4%
0,8%
1,1%
0,0%
2,6%
2,9
4,6
4,3
4,7
6,7
6,5%
7,2%
6,8%
6,3%
8,3%
0,65% 4,93% 3,00%
0,00% 5,81% 3,62%
0,73% 5,67% 3,23%
0,76% 4,11% 3,02%
0,75% 5,27% 3,63%
73,5%
75,0%
58,6%
76,7%
70,8%
1,0
0,3
1,1
1,5
3,8
96,5% 1,3% 2,2% 6,7% 43,0% 57,0%
96,6% 1,0% 2,4% 6,7% 42,5% 57,5%
91,3% 2,8% 5,9% 6,8% 46,3% 53,7%
91,7% 4,5% 3,6% 8,2% 40,3% 59,7%
88,9% 4,9% 6,3% 7,5% 43,7% 56,3%
199
T 16. Werkloosheidsgraad: aantal niet werkende werkzoekenden tov de beroepsbevolking. 17. Laaggeschoolde en arbeidsgehandicapte tov. alle werklozen LG AG 18. Leefloners (2004) per 1000 inw. 19. Begunstigden verhoogde tegemoetkoming in ziekteverzekering (2004) per 1000 inw. 20. Begunstigden van de zorgverzekering (2004) per 1000 inwoners Mantelzorg Residentiële zorg
23,4%
22,6%
26,2%
21,7%
27,7%
73,4%
73,4%
73,0%
72,6%
-
39,5% 10,8% 0,4
44,0% 9,2% 1,9
42,4% 10,2% 3,0
38,5% 5,7% 1,7
42,7% 9,8% 2,5
72,7
57,1
72,5
44,7
64,0
12,0 7,2
9,2 8,5
10,7 6,4
8,3 7,2
11,9 8,8
Overkoepelende welzijnvoorzieningen. Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW): CAW Delta Regionaal Welzijnsoverleg (RWO): Rand Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG): CGG Ahasverus Lokaal Gezondheidsoverleg: LOGO 2 – Centrum Logo Centra voor Leerlingen Begeleiding: CLB Noord-West Brabant (Vrij Onderwijs) Lokale overlegplatforms (LOP) voor basis- en secundair onderwijs: Geen werking Sociale verhuurkantoren: VZW Webra
200
Hoofdstuk 2.3.: Overzicht lokaal Kinderopvangaanbod 2.3.1.
Lijst voorzieningen basisaanbod
2. Dienst opvanggezinnen (Londerzeel en Kapelle-op-den-Bos) Bloemstraat 2 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30.55.13 Fax: 052/30.55.37 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Lut Ools – Elina Van Win De dienst opvanggezinnen groepeert 25 onthaalmoeders: Londerzeel centrum Callaerts Annie Christiaens Danie Claus Annie Claus Marina De Roovere Wendy Michiels Christine Neirynck Anja Publie Marina Scheers Nadine Van den Bossche Agnes Van de Vreken Emy Van Rietvelde Anne-Mie Verbruggen Els
Bergkapelstraat 78 Koolmeesstraat 14 Vinkenstraat 29 A. Lambertsstraat 10 Klein Holland 99 Kerkhofstraat 84 Stationsstraat 112/2 Leeuwerikstraat 6 Lunderstraat 53 Koolmeesstraat 16 Klein Holland 46 Lunderstraat 29 Vinkenstraat 11
052/ 30.25.24 052/ 30.15.97 052/ 30.23.34 052/ 30.95.76 052/ 31.24.04 0494/06.63.51 052/ 30.51.17 0495/06.63.51 0497/40.46.45 052/ 30.35.65 052/ 30.05.34 052/ 30.45.12 052/ 30.23.51
Wijns Linda
Meerstraat 201
052/ 55.67.47
Londerzeel St-Jozef De Bondt Anne Pas Veerle Heyninck Peggy Van den Broeck Lieve
Blauwenhoek 123 Blauwenhoek 125 Sint-Jozefstraat 95A/3 Minnestraat 1
052/ 30.44.12 0497/13.58.81 052/ 55.36.64 052/ 55.06.67
Malderen Van Eynde Lieve Verbesselt Lesley Verelst Ingrid
Steenhuffelstraat 93A Beekstraat 19 Zandvat 29
052/ 33.59.57 052/ 31.20.03 052/ 33.05.49
Steenhuffel Biesemans Miranda Dewil Chantal Joossen Dana Van den Eede Carine
Smisstraat 96 Heide 4 Meir 15 St. Genovevastraat
052/30.55.18 052/55.04.61 052/ 31.02.74 052/ 31.20.39
Zij zijn allen gehuisvest in een woning
201
2. Gemeentelijke Centrumschool Stationsstraat 58 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30 00 36 Fax: 052/31 14 47 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Jan Seymons 3. Gemeentelijke Centrumschool (kleuterafdeling) Lijsterstraat 7 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30 23 48 Fax: E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Dirk Mortier 4. Instituut Virgo Sapiens (Lagere school) Heldenplein 3 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30 28 78 Fax: 052/30 53 05 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Marc De Bleser 5. Instituut Virgo Sapiens (kleuterafdeling) Kerkhofstraat 43 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30 31 07 Fax: 052/30.53.05 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Agnes Robberechts 6. Gemeentelijke Lagere School Ter Elst J. Van Doorslaerstraat 47 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30 35 82 Fax: 052/31 20 42 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Katelijne De Boeck 7. Gemeentelijke Kouterschool Kouterbaan 17 1840 Londerzeel Telefoon: 052/33.50.60 Fax: 052/ 33.50.44 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Petra Van Evelghem
202
8. Vrije kleuterschool De Huffeltjes Schoolstraat 2 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30 02 20 Fax: 052/30.02.20 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Christa De Velder 9. Vrije Basisschool De Heide Topmolen 17 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30 98 98 Fax: 052/30.67.13 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Els Wauters 10. Kinderdagverblijf De Kapoentjes Kouterbaan 17 1840 Londerzeel Telefoon: 052/34 06 78 Fax: E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Christel van Caesbroeck 11. Kinderdagverblijf De Sloebers Lijsterstraat 7 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30 30 64 Fax: E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Christel Van Caesbroeck 12. Kinderdagverblijf De Burcht Burcht 7 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30 58 75 Fax: 052/30.58.75 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Ineke Van Vaerenbergh 13. BKO ’t Malderijtje Malderendorp 10 1840 Londerzeel Telefoon: 052/34 26 48 Fax: E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Katrien Sonck
203
14. BKO Steenhuffel Processiebaan 1 1840 Londerzeel Telefoon: 052/34.26.48 Fax: E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Katrien Sonck 15. BKO De Zonzolder Burcht 7 1840 Londerzeel Telefoon: 052/30 58 75 Fax:052/30.58.75 E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Ineke Van Vaerenbergh 16. Mini-crèche De Mookies Meerstraat 253 1840 Londerzeel Telefoon: 0477/13 89 10 Fax: E-mail:
[email protected] Verantwoordelijken: Jennifer Marius en Julie Leemans 17. Alles Kids Kloosterstraat 21 1840 Londerzeel Telefoon: 0473/12.10.57 Fax: E-mail:
[email protected] Verantwoordelijke: Jacobs Melissa 18. Het 1-2-3 Duizendpootje Rossemstraat 13 1840 Londerzeel Telefoon: 052/33 27 55 Fax: E-mail: Verantwoordelijke: Ellen De Schutter 19. Rakker(s) Mechelsestraat 80 1840 Londerzeel Telefoon: 052/ 31.26.70 - 0476/ 21.31.44 Fax: E-mail: Verantwoordelijke : Kris Meuris
204
20.Onthaalmoeders 20A
Hilde De Boeck Bergstraat 51 1840 Londerzeel 052/30 39 68
20B
Maria Scheers Bergstraat 37 1840 Londerzeel 052/30 94 03
21. Speelpleinwerking 22 Jeugdsportacademie 23 Sportweken 24 Grabbelpas 25 SWAP
205
2.3.1A.
Overzicht Buitenschoolse opvang Zonzolder
VBS De Heide
1-2-3 Duizendpoot
Centrumschool Lijsterstraat
Centrumschool Stationsstraat
Stekelbees Malderen
Stekelbees Steenhuffel
Erkenning Kind & Gezin Toezicht Kind & Gezin Gesubsidieerd Openingsuren
Ja
Ja
Nee
Neen
Neen
Ja
Neen
Ja
Neen
Ja
Neen
Neen
Ja
Neen
Occasionele opvang Leeftijd Capaciteit Personeel Vrijwilligers Inspraak ouders in beheer Tarief Maaltijden Noden
Vieruurtjes € 0,60
Neen
Ja
Snel volzet in vakanties
Opvang schoolvakanties + verlofdagen
-
Ja
Neen
Ja
Neen
Neen
Ja
Ja
15.15 – 18.30 W: 12.00 – 18.30 V: 07.00 – 18.30
Volgens afspraak
Neen
VS: 07.00 – 08.15 NS: 15.30 – 18.00 W: 11.40 – 13.00 V: / Neen
Ja
VS: 07.00 – 08.45 NS: 15.45 – 18.00 W: 12.00 – 18.00 V: / Neen
VS: 07.00 – 08.45 NS: 15.45 – 18.00 W: 12.00 – 18.00 V: / Neen
VS: 07.00 – 08.30 NS: 15.30 – 18.00 W: 12.00 – 18.00 V: 07.00 – 18.00 Ja
VS: 07.00 – 08.30 NS: 16.00 – 18.00 W: 12.00 – 18.00 V: 07.00 – 18.00 Ja
2.5 - 12
2.5 - 12
0-3
2.5 - 5
2.5 - 12
2.5 - 12
2.5 - 12
32
50
10
8
35
25
33
3
2
2
1(2)
2
5 (+ 2 PWA)
3
1
Neen
Neen
Neen
Neen
Neen
Neen
Neen
Neen
Neen
€ 1,30/uur 2e kind 50% 3e kind gratis
€ 0.25/15min
€ 14,00 halve dag € 18,50 dag
€ 0,80 voor eerste half uur + € 0,40 voor bijkomend half uur Neen
€ 0,80 voor eerste half uur + € 0,40 voor bijkomend half uur Neen
Zie blad
Zie blad
K & D € 0.25
K & D € 0.25
Kwaliteitsvolle opvang
Kwaliteitsvolle opvang
-
-
206
2.3.1B.
Overzicht Kinderdagverblijven KDV De Kapoentjes
KDV De Sloebers
KDV De Burcht
Erkenning Kind & Gezin
Ja
Neen
Ja
Toezicht Kind & Gezin
Ja
Ja
Ja
Gesubsidieerd
Ja
Neen
Ja
Openingsuren
07.00 – 18.00 Beh. 3 weken grote vakantie
07.00 – 18.00 Beh. 3 weken grote vakantie
07.00 – 18.00 Beh. 3 weken grote vakantie
Occasionele opvang
Neen
Neen
Neen
Capaciteit
23
28
49
Personeel
8
8
9
Vrijwilligers
Neen
Neen
Neen
Inspraak ouders in beheer
Neen
Neen
Neen
Tarief
Normen Kind & Gezin
Normen Kind & Gezin
Normen Kind & Gezin
Maaltijden
Ja – begrepen in prijs
Ja – begrepen in prijs
Ja – begrepen in prijs
Noden
-
3à 4 jarigen tijdens krokus en herfstvakantie
-
Leeftijd
207
2.3.2. Koepelsecretariaat
Lokaal contact
Infonummer Voorwaarden
Prijs
C.M. Christelijke Mutualiteiten Haachtsesteenweg 579 1031 Brussel 02/246.41.11 St. Michielsbond Gildenstraat 2 1840 Londerzeel 052/30.97.83 Skoebidoe 02/272.08.04 ingeschreven bij St. Michielsbond medisch attest minimum 4 en max. 9 uur/dag max. 5 werkdagen per maand per kind max. 30 dagen/kind 0-12 jaar 07.30 tot 20.00 uur € 1,75 / uur
Overzicht aanbod opvang zieke kinderen S.M. Reddie Teddy Nationaal St. Jansstraat 32-38 1000 Brussel 02/515.02.11 Reddie Teddy Vrijdagmarkt 10 9000 Gent 09/265.55.67 Reddie Teddy 09/265.67.31 Max 30 uur Max 30 dagen
L.M. Liberale Mutualiteit Vlaams Gewest Prieelstraat 22 1730 Asse 02/452.90.10 LMVG Lode Meeusplein 1 bus 10 1840 Londerzeel 052/31.26.19 Solidariteit voor het gezin 09/264.18.48 0-14 jaar per kind max. 5 werkdagen met max. 10 uren/dag per ziektemelding max. 10 werkdagen per kalenderjaar per kind
N.M. PC Nationale Ziekenfondsen Charleroisesteenweg 145 1050 Brussel 02/538.83.00 Vlaams Nationaal Ziekenfonds Populierenstraat 8 1840 Londerzeel 052/30.58.29 Kortjakje 0800/62.009 enkel leden kinderen tot 12 jaar min.7 en max. 10 uur (tussen 07.00 en 18.00 uur) max. 5 opeenvolgende dagen Max. 15 dagen /jaar
VZW STEKELBEES VZW Stekelbees Remylaan 4 B 3006 Wijgmaal-Leuven
1e tot 9e uur: € 1 / uur / kind 10e tot 11e uur: € 3,50 / uur/ kind
In functie van ziekenfondslidmaatschap
€ 12.5/ dag
€ 1,75/uur met minimum van € 6,00
-
IBO ’t Malderijtje Malderendorp 10 1840 Londerzeel 052/34.26.48 ’t Malderijtje 052/34.26.48 07.00 tot 18.00 uur aanvragen 1 dag vooraf max. 1 week opvang per aanvraag
Onafhankelijk Ziekenfonds Onafhankelijk Ziekenfonds Boomsesteenweg 5 2610 Wilrijk 078/15.24.21
070/233.038 -
3 maanden tot 14 jaar max. 8 dagen/jaar
gratis
208
¾ Wij vermelden volledigheidshalve dat de Gezinsbond ook over een kinderoppasdienst beschikt. Voorwaarden en tarieven zijn de volgende: lid zijn van de Gezinsbond aankoop kinderoppasboekje van 5 prestaties (€ 6,00) tarieven: - overdag (08.00-19.00): € 3,00 / uur - avond (19.00-24.00): € 3,00 / uur - nacht (na 24 uur): € 3,00 / uur - overnachting: € 7,50 - minimumvergoeding (- 3 uur): € 7,50 De verantwoordelijken zijn de volgende:
Londerzeel-centrum: - Maria Buggenhout, Bessembaan 18, 1840 Londerzeel, 052/ 30.25.54 - Van Doren–Geeroms, Pluimennest 5, 1840 Londerzeel, 052/ 30.98.41 Londerzeel Sint-Jozef: Van Breedam Rita, Sint-Jozefstraat 121, 1840 Londerzeel, 052/30.52.63 Malderen: Tierens-Muylaert, Boeksheide 4, 1840 Londerzeel, 052/ 33.08.01 Steenhuffel: De Bleser Christa, 0476/30.25.16 Deze dienst wordt ook aangeboden door Reddie Teddy van het socialistisch ziekenfonds. ¾ Kinderen met een specifieke zorgbehoefte kunnen terecht in de gemeentelijke IBO’s, de kinderdagverblijven en bij onthaalouders. ¾ Tijdens de maanden juli en augustus kan men gedurende drie weken op de speelpleinwerking terecht voor inclusieve opvang. Deze werking staat open voor mentaal gehandicapte kinderen. ¾ De Scouts van Londerzeel - Centrum hebben een plaatselijke Akabe – afdeling die zich specifiek richt naar kinderen met een fysieke of mentale handicap. De gemeente verleent aan dit initiatief een dubbele kampsubsidie.
209
2.3.3.
Conclusie
De gemeente beschikt over een ruim en gevarieerd aanbod aan kinderopvang. Zowel gemeentelijke als particuliere instellingen, onthaalmoeders en landelijk georganiseerde vormen van kinderopvang komen aan bod. Er is echter enkel een vorm van vrijwillige en ad hoc samenwerking tussen een aantal van deze diensten. Er is dan ook een noodzaak om te werken aan een gestructureerde vorm van samenwerking. Het ideale instrument wordt hierbij aangeboden door het oprichten van een Centrum voor Kinderopvang (CKO). De gemeente heeft zich in dit verband kandidaat gesteld om te worden erkend als proefproject. Het voorstel werd niet voor subsidiëring aanvaard door de Minister. Dit zal de gemeente er echter niet van weerhouden om de principes van een CKO te implementeren op gemeentelijk vlak. Er wordt uitgegaan van de eigenheid en particulariteit van elk opvanginitiatief. Het ligt niet in de bedoeling om een soort van “eenheidsopvang” te organiseren. De ouders moeten een gefundeerde keuze kunnen maken in de opvang die wordt aangeboden. Er zal wel een rode draad lopen door het hele opvangverhaal. De opvanginitiatieven die mee aan de kar willen trekken, verbinden er zich toe een sociale insteek te benadrukken en effectief voorrang te geven aan gezinnen met een laag inkomen, alleenstaande ouders en kinderen voor wie het om sociale en/of pedagogische redenen wenselijk is dat ze toegang krijgen tot de kinderopvang. De implementatie hiervan zal gebeuren op basis van een huishoudelijk reglement op te stellen in samenwerking met het OCMW. Met dit laatste bestuur zal ook samen gewerkt worden om de opvang beter bekend te maken bij haar cliënteel. Elke participant aan het CKO zal er ook borg staan voor een kwaliteitsvolle educatieve invulling van haar missie. Hierbij staan basisvoorwaarden als het respectvol leren omgaan met de diversiteit van de woon- en leefomgeving centraal. Het uitschrijven van dit educatieve project behoort echter toe aan de betrokken opvanginitiatieven. Het zou immers getuigen van weinig respect om intenties voorop te stellen waarover de lokale actoren zich niet ten volle en met de nodige voorbereiding hebben kunnen uitspreken. Het maatschappelijk draagvlak van een CKO zou meteen onderuitgehaald worden indien er onvoldoende inspraak zou zijn van de participanten. Er is een duidelijke nood detecteerbaar naar een gecoördineerd opnamebeleid. Hierbij zullen wij ons laten inspireren door de volgende principes: 1. Aangezien er een tekort is aan opvangplaatsen om onmiddellijk te kunnen voldoen aan de vragen van de ouders zal er bij nieuwbouw en vernieuwbouw uitgegaan worden van een gebouw met een grotere capaciteit dan de bestaande. Deze weg wordt reeds bewandeld voor de gebouwen van de nieuwe BKO in Malderen en het nieuwe KDV annex BKO in Londerzeel-Centrum. 2. Een transparant opnamebeleid gaat in eerste instantie uit van een degelijke informatie aan de ouders. De minimale informatie die wordt meegegeven omvat: aard van opvang, openingsuren, opvangtarieven, middagmaal of vieruurtje met prijsvermelding. Deze gegevens zijn beschikbaar op de gemeentelijke website en in een brochure die wordt meegegeven van elke nieuwe inwoner en verspreid via de scholen. Digitale print zodat dit perfect kan aangepast worden het in vereiste aantal exemplaren. 3. Vragen om opvang worden in eerst instantie geregistreerd door de opvanginitiatieven zelf. De aanvragen worden gescreend op basis van de afspraken inzake de sociale insteek. Er wordt een format ontwikkeld waarop de diverse initiatieven hun dag(week)bezetting kunnen invullen zodat men zicht krijgt op de opvangmogelijkheden in dringende omstandigheden voor occasionele opvang.
210
Deze format is in eerst instantie een informatiebron maar ook een werkdocument voor het centrale loket kinderopvang. 4. Bij vragen om opvang niet gesteld in de opvanginitiatieven zelf, treedt de lokale coördinator op en gebruikt de format als werkingsmiddel om de opvangmogelijkheden door te geven. 5. Het format is niet bruikbaar door de buitenschoolse opvang omdat men pas de dag zelf zicht heeft op het aantal kinderen dat zal aanwezig zijn. Er wordt dan ook een lokaal coördinatiesysteem voor opvangvragen uitgewerkt. Aan de basis hiervan liggen de volgende randvoorwaarden: 1. Er wordt gekozen voor een centraal loket kinderopvang. Hiermee wordt niet in se een fysieke plaats bedoeld, maar enkel een centraal aanspreekpunt voor de burger met vragen over kinderopvang. De wijze waarop dit centraal infopunt wordt ingevuld is nog niet uitgemaakt. Er zijn diverse mogelijkheden: - Ambtenaren van OCMW of sociale dienst. In het kader van het sociaal beleidsplan en de invulling van een “sociaal huis” wordt over deze denkpiste nagedacht. - Gedeeltelijke vrijstelling van één van de personeelsleden van de betrokken opvanginstellingen. Samenwerking moet immers kunnen leiden tot een efficiënter inzetten van de middelen. - Bijkomend personeelslid dat ook andere taken moet invullen. 2. Registratie van aanvragen gebeurt in eerste instantie in opvanginitiatieven zelf. Het format biedt de mogelijkheid om na te gaan welke de bezetting is op een bepaalde dag/week/maand. 3. Vragen die rechtstreeks toekomen bij het centrale loket worden eerst gecheckt via het overzichtsformat en daarna telefonisch of bij mail bevestigd. Openstaande plaatsen worden voorlopig toegewezen door het centraal loket met feedback naar de andere opvanginstellingen. Daarna gebeurt een screening inzake de sociale insteek. 4. Het format met de beschikbare plaatsen komt op de website van de gemeente met beveiligde toegang. Op termijn kan overwogen worden te voorzien in een vorm van Intranet. Deze vorm van samenwerking moet echter verder gaan dan de louter samenwerking inzake een opnamebeleid. Er zijn ook andere vormen van samenwerking die tot meer efficiëntie op het vlak van kinderopvang moeten leiden. Wij denken hierbij ondermeer aan de volgende punten: 1. Gratis ter beschikking opvanginstellingen.
stellen
van
infrastructuur
voor
initiatieven
van
2. Ter beschikking stellen van infrastructuur voor speelpleinwerking, inclusieve opvang… 3. Ter beschikking stellen van schoolinfrastructuur tijdens de vakantieperiodes. 4. Mobiele speel-o-theek. 5. Gemeenschappelijk vervoer kinderanimatiedagen.
naar
gezamenlijke
activiteiten,
studiedagen
of
6. Gemeenschappelijke klusjesdienst voor de diverse opvanginitiatieven. 7. Gezamenlijke vormingsmomenten in eigen gemeente.
211
8. Organisatie interne vormingen. 9. Gestructureerd overleg tussen de diverse opvanginstellingen. 10. Organisatie van een vervangingspool in geval van ziekte, vakantie en ook voor de opvang van zieke kinderen. 11. Onderzoek naar de mogelijkheden van personeelsmobiliteit binnen de bestaande initiatieven.
212
Hoofdstuk 2.4.: Onderzoek naar kwaliteit in de kinderopvang 2.4.1.
Kwaliteitsonderzoek in de opvanginitiatieven
2.4.1.1. Bevraging Kwaliteit is een moeilijk te meten begrip. Ouders gaan soms uit van een verschillende waardeschaal en eenzelfde dienstverlening wordt niet door iedereen op dezelfde wijze ‘gepercipieerd’. Nochtans hebben wij eraan gehouden om een bevraging te organiseren bij de verschillende opvanginitiatieven. Niet met de bedoeling op per opvanginitiatief een gedetailleerd beeld te krijgen van de sterke en de minder sterke punten, maar wel om algemeen tendensen te kunnen afleiden die van nut kunnen zijn bij het bepalen van doelstellingen waarrond kan worden gewerkt in het nieuwe beleidsplan. Bij deze bevraging werd een beroep gedaan op navolgende vragenlijsten. 1. Vragenlijst rond het kwaliteitscharter Deze lijst werd opgestuurd naar elk initiatief dat (buitenschoolse) opvang verzorgt. Hierin werd ondermeer gepeild naar: -
pedagogische werking: groepsindeling, initiatiefmogelijkheden voor kinderen, eetmaal, opvang op woensdagnamiddag en tijdens vakantieperiodes, aanwezigheid speelgoed, voorbereidende activiteiten, werking rond verdraagzaamheid en geweldloosheid, band met de begeleiders, pedagogisch beleid, inspraak kinderen
-
begeleiding: aantal begeleidsters in relatie tot aantal kinderen, diploma’s, ervaring, bijscholing, EHBO - opleiding, selectiewijze, persoonlijke relatie met kinderen
-
ouderparticipatie: contact met ouders voor de opvang, huishoudelijk reglement, inlichtingenblad kinderen, tijd en ruimte voor breng - en haalmomenten, vertrouwensrelatie met ouders, begeleidingscommissie
-
infrastructuur: specifieke bestemming lokalen voor opvang, verluchting en verlichting, oppervlakte binnen - en buitenruimte, meubilair aangepast aan leeftijd, huiselijke sfeer
-
veiligheid en gezondheid: attest brandweer, keuring elektrische - en verwarmingsinstallatie, permanente begeleiding, verplaatsingen tussen scholen en opvang, begeleiding uitstapjes, bereikbaarheid ouders
2. Enquête bij de ouders bij buitenschoolse opvang. De vragenlijst bij de ouders focuste ondermeer op de volgende items: -
appreciatie van de openingsuren en van de jaarlijkse sluitingsperiodes, spelaanbod, ouderbijdrageregeling, ligging van de opvang, organisatie van de verplaatsing van en naar de school
-
beoordeling van de pedagogische werking vragen in verband met de begeleiding: diploma’s, continuïteit, contact met verschillende begeleidsters
213
-
ouderparticipatie: huishoudelijk reglement, inlichtingenblad, tijd en ruimte voor breng - en haalmomenten, vertrouwensrelatie met de ouders, betrokkenheid van de ouders bij de opvang, begeleidingscommissie, quid met opmerkingen over de opvang,…
-
infrastructuur: lokalen exclusief bestemd voor de opvang? , verluchting en verlichting, buitenspeelruimte, aangepaste inrichting, huiselijke sfeer, voldoende diversiteit in aard en bestemming van de verschillende lokalen
-
veiligheid en gezondheid: hygiëne, permanente begeleiding, bereikbaarheid ouders
-
bevraging naar aard van opvang die het meest wordt aangewend tijdens het schooljaar en tijdens de vakantieperiodes
3. Enquête bij kinderen van de buitenschoolse opvang Deze vragenlijst werd eerder beperkt gehouden. De vragen handelen ondermeer over de volgende items: -
Inlichtingen aangaande de aard van opvang die het meest wordt gebruikt
-
Wat doen de kinderen in de opvang (spel, huiswerk, …)? Wat is het meest geliefde speelgoed? …
-
Wat is er leuk aan de lokalen en de tuin?
-
Wat vind je van de begeleidsters? Wat gebeurt er als kinderen worden gestraft?
-
Moeten de ouders meer betrokken worden bij de opvang?
4. Vragenlijst voor de ouders van de kinderdagverblijven. Hierbij werd vooral gefocust op de verhouding tussen de ouders en het kinderdagverblijf. De volgende onderwerpen kwamen hierbij ondermeer aan bod: -
eerste contact en introductie in het KDV
-
beoordeling informatiebrochure van het KDV
-
appreciatie van voeding, verzorging, activiteiten, binnen -en buitenspeelruimte, hygiëne, relatie kind – ouder – kinderverzorgster
-
beoordeling van de opvang ’s morgens en ’s avonds, informatie over de activiteiten van het kind
-
hoe staan de ouders tegenover de manier van omgaan van de kinderverzorgsters met de kinderen, de stimulatie van de psychomotoriek, de manier van omgaan met zieke kinderen
-
beoordeling van de leiding: bereikbaarheid, aard van eventuele moeilijkheden
-
activiteiten met ouders: reden van deelname, verwachtingspatroon, positionering van de begeleidsters en de leiding in geval van moeilijkheden
5. Enquête door de dienst opvanggezinnen. Deze dienst heeft autonoom een bevraging gedaan waarbij ondermeer de volgende onderwerpen aan de orde kwamen: -
contact met de onthaalouder: verloop van de opvangdag, ontwikkeling van het kind, voeding, slaap, opvoedingsprincipes, begeleiding door de dienst.
-
mogelijk tot formuleren van opmerkingen tegenover de onthaalouder 214
-
opvoeding: aandacht voor spel en speelgoed, aandacht voor regels en structuur, mogelijkheid voor het kind om zich motorisch uit te leven, ontwikkeling van het kind stimuleren.
-
veiligheid en hygiëne
-
opvang zieke kinderen
-
dienstverlening door de dienstverantwoordelijke: bereikbaarheid en bemiddeling bij problemen.
2.4.1.2. Verwerking gegevens Voor de interpretatie van de gegevens van de enquête zullen wij op de volgende wijze te werk gaan: 1. Voor de buitenschoolse opvang Voor elk opvanginitiatief wordt een overzicht gemaakt van de positieve en negatieve elementen zoals deze geformuleerd werden door de leiding (directie) op de vragenlijst in verband met het kwaliteitscharter De resultaten van de bevraging van de ouders en de kinderen zullen in eerste instantie bezorgd worden aan de opvanginitiatieven zelf. Dit kan voor hen een ideale leidraad zijn om te werken aan opmerkingen die een betere werking van de instellingen beogen. De resultaten worden dan ook met de nodige discretie behandeld. Het kan immers geenszins de bedoeling zijn dat één of andere instelling zou worden geviseerd, temeer daar een aantal scholen de wens hebben uitgedrukt om niet deel te nemen aan de enquête. Dit sluit echter niet uit dat een aantal opmerkingen die gelden voor alle instellingen in algemene zin in de SWOT - analyse zullen verwerkt worden. 2. Voor de kinderdagverblijven De gegevens worden eveneens globaal verwerkt zonder een onderscheid te maken tussen de verschillende opvanginitiatieven in de gemeente. Op basis van de bovenvermelde enquêtes zal zowel voor de buitenschoolse opvang, voor de kinderdagverblijven als voor de dienst opvanggezinnen een SWOT - analyse worden gemaakt. Hieruit zullen een aantal gemotiveerde conclusies worden getrokken die verder worden uitgewerkt in doelstellingen. 3. Dienst opvanggezinnen Deze gegevens werden afzonderlijk verwerkt.
215
2.4.1.3. Vragenlijst in verband met het kwaliteitscharter KWALITEITSCHARTER Pedagogische werking
Begeleiding
Ouderparticipatie
Infrastructuur Veiligheid en gezondheid
CENTRUMSCHOOL Positief - open op woensdagnamiddag Negatief - geen indeling in groepen - geen mogelijkheid tot initiatief van kinderen - onvoldoende speelgoed - geen spelregels of pedagogisch beleid Positief - sommige begeleidsters hebben al enige ervaring Negatief - geen aangepast diploma begeleidsters - geen EHBO of bijscholing - onvoldoende begeleidsters in verhouding aantal kinderen Positief - voldoende tijd voor breng- en haalmomenten Negatief - geen kennismaking met begeleidsters - geen inlichtingenblad - geen betrokkenheid ouders bij opvang Negatief - lokalen zijn niet aangepast voor kinderopvang - gebrek aan huiselijke sfeer Positief - permanente begeleiding - regelmatige schoonmaak
216
KWALITEITSCHARTER Pedagogische werking
Begeleiding
Ouderparticipatie
Infrastructuur Veiligheid en gezondheid
VRIJE BASISSCHOOL DE HEIDE Positief - voldoende speelgoed - kinderen worden betrokken bij de opvang Negatief - enkel opsplitsing groepen ’s avonds - woensdag enkel opvang tot 13.00 uur - geen voorbereidende activiteiten Positief - lange ervaring begeleidsters - bijscholing begeleidsters Negatief - geen aangepast diploma begeleidsters Positief - kennismakingsmoment ouders / kinderen / begeleidsters - schoolreglement met schoolafspraken - inlichtingenblad Negatief - geen betrokkenheid ouders bij opvang Positief - nieuwe goed onderhouden en gedeeltelijk aangepaste lokalen - huiselijke sfeer Voldoet aan de voorwaarden van het kwaliteitscharter
217
KWALITEITSCHARTER Pedagogische Werking
Begeleiding
Ouderparticipatie
Infrastructuur Veiligheid en gezondheid
KINDERDAGVERBLIJF DE SLOEBERS + DE KAPOENTJES Positief - eigen initiatief is mogelijk voor de kleuters - opvang op woensdagnamiddag en gedurende 5 weken in de grote vakantie - gestructureerde eetmalen - uitgewerkt pedagogisch beleid - vaste verzorgsters per leefgroep die meegroeien van de ene leefgroep naar de andere Positief - 7 begeleidsters per initiatief - gekwalificeerde kinderverzorgsters die regelmatig deelnemen aan bijscholing + EHBO – cursus - persoonlijke relatie is mogelijk Positief - huishoudelijk reglement, inlichtingenblad van kinderen, tijd en ruimte bij haal – en brengmomenten - vertrouwensrelatie met ouders die steeds toegang hebben tot opvang Negatief - geen betrokkenheid van ouders - geen begeleidingscommissie Enkel de infrastructuur van De Kapoentjes voldoet aan de subsidiëringsvoorwaarden. De lokalen van De Sloebers voldoen aan de voorwaarden van het kwaliteitscharter. Voldoet voor beide instellingen aan de voorwaarden van het kwaliteitscharter.
218
KWALITEITSCHARTER Pedagogische Werking
Begeleiding
Ouderparticipatie
Infrastructuur Veiligheid en gezondheid
KINDERDAGVERBLIJF DE BURCHT Positief - eigen initiatief is mogelijk voor de kleuters - opvang op woensdagnamiddag en gedurende 5 weken van de grote vakantie - gestructureerde eetmalen - uitgewerkt pedagogisch beleid - vaste band met begeleidsters Positief - gekwalificeerde kinderverzorgsters die regelmatig deelnemen aan bijscholing + EHBO – cursus - persoonlijke relatie is mogelijk - EHBO – opleiding Positief - huishoudelijk reglement, inlichtingenblad van kinderen, tijd en ruimte bij haal – en brengmomenten - vertrouwensrelatie met ouders die steeds toegang hebben tot opvang - (beperkte) betrokkenheid van ouders Negatief - geen begeleidingscommissie Infrastructuur voldoet aan de subsidiëringsvoorwaarden van Kind & Gezin Voldoet voor beide instellingen aan de voorwaarden van het kwaliteitscharter.
219
KWALITEITSCHARTER Pedagogische Werking
Begeleiding
Ouderparticipatie
Infrastructuur Veiligheid en gezondheid
BKO STEKELBEES MALDEREN Positief - duidelijk pedagogisch beleid - grote betrokkenheid van de kinderen - voorbereidende activiteiten op woensdagvoormiddag + vakantiedagen - aandacht voor persoonlijke en warme band kinderen / begeleidsters Positief - gekwalificeerd personeel dat regelmatig deelneemt aan bijscholingen - EHBO – cursus - Er wordt gewerkt aan een persoonlijke relatie Positief - huishoudelijk reglement, inlichtingenblad van kinderen, tijd en ruimte bij haal – en brengmomenten - vertrouwensrelatie met ouders Negatief - ouders worden niet betrokken bij opvang wegens gebrek aan interesse Infrastructuur voldoet aan minimumvereisten maar is oud en afgeleefd. Wordt in 2008 vervangen. Positief - begeleiding van school naar opvang - begeleide uitstapjes Negatief - voorlopig brandvoorkomingsrapport tot einde 2007
220
KWALITEITSCHARTER Pedagogische Werking
BKO DE ZONZOLDER Positief - afgelijnd pedagogisch beleid - voorbereide activiteiten op woensdagnamiddag en in vakantieperiodes - continuïteit van de begeleiding - vieruurtje
Begeleiding
Positief - gekwalificeerd personeel met ervaring dat regelmatig deelneemt aan bijscholingen - persoonlijke relatie is mogelijk - EHBO - cursus
Ouderparticipatie
Positief - huishoudelijk reglement, inlichtingenblad, tijd en ruimte voor contact - vertrouwensrelatie met ouders die steeds toegang hebben tot de opvang
Infrastructuur Veiligheid en gezondheid
Negatief - beperkte betrokkenheid van de ouders - geen begeleidingscommissie Voldoet aan de regelgeving van Kind & Gezin Positief - begeleiding van school naar opvang - begeleide activiteiten
221
KWALITEITSCHARTER Pedagogische Werking
Begeleiding
Ouderparticipatie
Infrastructuur Veiligheid en gezondheid
BKO STEKELBEES STEENHUFFEL Positief - duidelijk pedagogisch beleid - grote betrokkenheid van de kinderen - voorbereidende activiteiten op woensdagvoormiddag + vakantiedagen - aandacht voor persoonlijke en warme band kinderen / begeleidsters Positief - gekwalificeerd personeel dat regelmatig deelneemt aan bijscholingen - EHBO – cursus - Er wordt gewerkt aan een persoonlijke relatie Positief - huishoudelijk reglement, inlichtingenblad van kinderen, tijd en ruimte bij haal – en brengmomenten - vertrouwensrelatie met ouders Negatief - ouders worden niet betrokken bij opvang wegens gebrek aan interesse De infrastructuur werd gedeeltelijk vernieuwd tegen september 2006. De bovenverdieping wordt nog verder aangepakt in 2007. Positief - begeleiding van school naar opvang - begeleide uitstapjes Negatief - in de opstartfase was er geen permanent toezicht in elk lokaal wegens groot succes en tekort aan begeleidsters
222
KWALITEITSCHARTER Pedagogische Werking
Begeleiding
Ouderparticipatie
Infrastructuur Veiligheid en gezondheid
1-2-3 DUIZENDPOOT Positief - open op woensdagnamiddag - voorbereidende activiteiten tijdens schoolvakantie - oudercontact - heen-en-weer schriftje Positief - gekwalificeerd personeel dat regelmatig deelneemt aan bijscholingen - EHBO – cursus Positief - Inlichtingenblad voor begeleidsters - Ouders worden in beperkte mate betrokken bij de opvanginitiatieven Voldoet aan de regelgeving van Kind & Gezin Positief - Lokalen voldoen aan hygiënische normen - Verplaatsingen via vrijwilligers en ouders
223
KWALITEITSCHARTER Pedagogische Werking
Begeleiding
Ouderparticipatie Infrastructuur Veiligheid en gezondheid
DIENST OPVANGGEZINNEN Positief - opvang op woensdagnamiddag en tijdens alle schoolvakanties - voldoende speelgoed voor alle kinderen - kindvolgsysteem om het wel bevinden en de ontwikkeling van kinderen te volgen - gezinssfeer en persoonlijke band met kinderen - gestructureerd eetmaal 4.1.1.1.4.1.1.1 Negatief - geen voorbereide activiteiten Positief - basiscursus + 4 verplichte vormingsavonden - EHBO-cursus (tweejaarlijks) - screening kandidaturen Positief - huishoudelijk reglement - vertrouwensrelatie met ouders Positief - huiselijke sfeer Positief - permanente begeleiding Negatief - geen brandvoorkomingsrapporten
224
KWALITEITSCHARTER Pedagogische Werking
SPEELPLEINWERKING Positief - opdeling in groepen in combinatie met keuzemogelijkheid - gestructureerd eetmaal - voorbereide activiteiten - inspraak kinderen in keuze van activiteiten Negatief - beperkte band tussen kinderen en monitoren
Begeleiding
Positief - verhouding begeleiders/kinderen (1/10) - attest animator vereist - EHBO-opleiding - monitorenwerking Negatief - beperkte tewerkstellingskansen in tijd (overaanbod)
Ouderparticipatie
Positief - steeds toegang tot speelpleinwerking Negatief - beperkt huishoudelijk reglement
Infrastructuur
4.1.1.1.4.1.1.2 Positief - grote buitenruimte 4.1.1.1.4.1.1.3 Negatief - gebrek aan lokalen bij slechte weersomstandigheden - infrastructuur is aan opwaardering toe
Veiligheid en gezondheid
Positief - vereiste brandweerrapporten 4.1.1.1.4.1.1.4 Negatief - geen vaste telefoon aanwezig
225
2.4.1.4. Vragenlijst voor de ouders en kinderen Zoals reeds eerder vermeld ligt het niet in de bedoeling om een vivisectie te maken van elk opvanginitiatief in de gemeente. Wij willen wel aan de hand van de antwoorden een aantal algemene aandachtspunten trachten te detecteren die een signaalfunctie kunnen inhouden bij het uitstippelen van een verder beleid. Wij geven hieronder een overzicht: 1. Initiatieven buitenschoolse opvang Positief -
Met uitzondering van de nieuwe BKO in Steenhuffel is meer dan 90% tevreden over de bestaande openingsuren.
-
Ook met de jaarlijkse sluitingsperiode heeft men het niet moeilijk. Al is er toch een tendens om de sluiting te beperken tot 14 dagen.
-
Ouderbijdrage wordt in de meeste gevallen betaalbaar geëvalueerd gelet op de kwaliteit van de opvang.
-
Verplaatsing van de school naar de opvang en vice/versa geeft algemeen geen aanleiding tot problemen, behalve bij slechte weersomstandigheden.
-
Het wordt als positief ervaren dat de kinderen met verschillende begeleidsters in contact komen. Hierdoor worden de sociale competenties verhoogd.
-
Elk initiatief werkt met een huishoudelijk reglement.
-
Er wordt voldoende tijd vrijgemaakt voor het contact ouder – begeleider tijdens de breng- en haalmomenten. Men kan in alle gevallen terecht met opmerkingen bij de begeleidsters.
-
De veiligheid en gezondheid in de opvanginitiatieven wordt als zeer goed omschreven. Ook de verplaatsingen van school naar opvang.
Negatief -
Enkele personen hadden bemerkingen op de strenge toepassing van het reglement in verband met de uurregeling (één minuutje te laat, leidt er onvermijdelijk toe dat het volgende halfuur wordt aangerekend).
-
Er wordt voorgesteld om op te delen in periodes van 15 minuten en niet 30 minuten.
-
Niet in alle opvanginitiatieven zijn de ouders ervan op de hoogte dat enkel wordt gewerkt met gediplomeerde begeleidsters.
-
Ouders worden niet betrokken bij de opvang of worden ook niet gevraagd om mee te werken bij activiteiten.
-
Er bestaat geen begeleidingscommissie of een oudercomité voor de opvang.
-
Ouders vermoeden dat er niet steeds een begeleidster aanwezig is in de lokalen die voor opvang worden gebruikt.
226
2. Buitenschoolse opvang in onderwijsinstellingen Positief -
Openingsuren worden algemeen als positief ervaren met uitzondering van woensdagnamiddag waarop veelal geen opvang is voorzien.
-
Er is een grote tevredenheid over de ligging van de opvang.
-
Er zijn weinig opmerkingen over de kwaliteit van de lokalen. Wel wordt het gebrek aan een rustige ruimte geregeld aangekaart.
-
Netheid van de lokalen wordt geapprecieerd.
-
Veiligheid wordt ook hoog ingeschat.
Negatief -
In Londerzeel Sint Jozef is er geen opvang voorzien tijdens de vakantieperiodes en men kan ook niet altijd terecht in ’t Malderijtje wegens vakantie.
-
Over de kwaliteit van de opvang is er onduidelijkheid. De meerderheid van de ouders heeft er geen idee over of de begeleidsters gediplomeerd zijn. De ouders hechten hieraan op zich maar weinig belang. Het kunnen omgaan met kinderen wordt als veel belangrijker ervaren.
-
Er is over het algemeen geen kennismaking tussen ouders, begeleidsters of enige toelichting over de wijze van werken.
-
Ouders krijgen (te) weinig informatie over de opvang van het kind.
-
Gebrek aan huishoudelijk reglement, inlichtingenblad en vertrouwensrelatie met ouders.
3. Kinderdagverblijven De meeste ouders hebben het KDV leren kennen via vrienden, ouders ofwel de gemeente. De introductie zelf gebeurt in het merendeel van de gevallen via een gesprek met de verantwoordelijke of via een bezoek aan het kinderdagverblijf zonder kind. Positief -
Onthaalbrochure bevat alle informatie die de ouders nodig hebben over het dagverloop, betalingen, pedagogische aanpak en opvang van zieke kinderen.
-
Over het algemeen hebben de ouders een goed zicht op de activiteiten van de kinderen in het kinderdagverblijf.
-
Ouders nemen voor bijna de helft deel aan de activiteiten georganiseerd voor de ouders (ontbijt, voorleesavond, kersfeest…)
Negatief -
Ouders hebben niet direct een zicht op de manier van omgaan van de kinderverzorgster met de kinderen.
-
Ouders hebben niet steeds een zicht wanneer de verantwoordelijke aanwezig is. De bereikbaarheid zelf wordt als zeer goed ervaren.
-
Een deel van de ouders blijkt niet geïnteresseerd in een vorm van samenkomst met de andere ouders. 227
-
Het is bij momenten zeer druk in de kinderdagverblijven.
4. Dienst opvanggezinnen Positief -
Er is een volledige en duidelijke informatie bij de start van de opvang.
-
Er is voldoende aandacht voor de persoonlijke situatie van bij de start.
-
Behandeling van de vragen van de ouders is goed tot zeer goed.
-
Jaarlijkse ouderavond wordt positief geëvalueerd.
-
Merendeel van de ouders is tevreden tot zeer tevreden over de verstrekte dienstverlening.
-
Opvolging van de onthaalouders gebeurt goed en consequent.
Negatief -
Voor sommige ouders zou de bereikbaarheid van de dienst beter kunnen (avond of late namiddag)
-
Informatie van de dienst in verband met voedingsproducten die worden afgeraden kan voor sommigen beter.
-
Minder betrokkenheid van de dienst als alles goed verloopt bij de onthaalouders.
-
Hogere kostprijs bij de onthaalouders die zijn overgestapt van zelfstandig statuut naar onthaalouder bij de dienst.
2.4.1.5. Conclusies Uit de bevraging blijkt dat er een grote tot zeer grote tevredenheid is over de kwaliteit van de opvang in de kinderdagverblijven en de buitenschoolse opvang. Als conclusie komt wel naar voor dat er weinig of niet wordt geparticipeerd door de ouder in de activiteiten van de opvanginitiatieven. Dit heeft allicht te maken met het hectische leven van de nieuwe gezinnen waardoor er weinig of geen tijd rest voor een engagement buiten het gezinsleven. Inzake kinderparticipatie werd een eerste aanzet gegeven door BKO ’t Malderijtje – Stekelbees. Gelet op de positieve evaluatie ligt het alleszins in de bedoeling om op dit vlak verder te experimenteren. De tevredenheid is minder voor de buitenschoolse opvang in de gemeentelijke scholen. Zo werden er ondermeer opmerkingen geformuleerd inzake het gebrek aan groepsindeling, het grote aantal kinderen per begeleidster, het ontbreken van een opvangproject en te weinig gekwalificeerd personeel. Ook wordt er maar in een beperkt aantal gevallen gewerkt rond kinderparticipatie. De gemeente zal hieraan verhelpen door de inzet van meer begeleidsters, het organiseren van vorming, het beter (ver)(be)lonen van de begeleidsters en het ontwikkelen van andere nog nader te bepalen flankerende maatregelen. Een ander hekel punt dat aan bod kwam – alhoewel minder dominant – was het gebrek aan flexibele en occasionele opvang.
228
2.4.2.
Kwaliteit van de infrastructuur
2.4.2.1. Huidige toestand en toekomstbeeld Een kwaliteitsvolle opvang heeft niet enkel te maken met een gedegen pedagogisch project en gekwalificeerd personeel maar ook met een frisse, luchtige en moderne infrastructuur. Op dit vlak is de gemeente toe aan een vrij grote inhaalbeweging. Wij geven hieronder een overzicht van de gemeentelijke infrastructuur. De private opvanginitiatieven laten wij buiten beschouwing. Het is immers niet aan de gemeente om zich in te mengen in de bouwpolitiek van de private partners. Voor elke gemeentelijke locatie geven wij een overzicht van de huidige toestand en van de toekomstplannen. Deze plannen dienen wel met enige terughoudendheid gelezen. De realisatie van bouwdossiers kunnen immers door externe omstandigheden een vertraging oplopen die onmogelijk vooraf in te schatten is. 1.
Malderen • Buitenschoolse opvang: ’t Malderijtje – Stekelbees, Malderendorp 10, 1840 Londerzeel • Kinderdagverblijf: De Kapoentjes, Kouterbaan 17, 1840 Londerzeel • De deelgemeente Malderen heeft 2 basisscholen: ¾ Gemeentelijke Kouterschool, Kouterbaan 17, 1840 Londerzeel ¾ Vrije basisschool Sint Amandus, Kloosterstraat 21, 1840 Londerzeel
1.1. Huidige toestand De buitenschoolse opvang gebeurt momenteel in een rijwoning die gelegen is ongeveer midden tussen beide scholen. Deze woning wordt gehuurd door de gemeente. Deze woning geeft echter een zeer afgeleefde indruk. Het comfort is zeer minimaal. De tuin is onverzorgd en er is weinig zonlicht. Er zijn geen uitbreidingsmogelijkheden waardoor er moeilijk een oplossing kan gevonden worden voor overbezetting bij piekmomenten. Er zijn een drietal jaar geleden aanpassingen gebeurd in het kader van de brandveiligheid. De exploitatie mag volgens het meest recente attest verder gebeuren tot einde 2007. Het kinderdagverblijf de Kapoentjes bevindt zich binnen het gebouwencomplex van de gemeentelijke Kouterschool. Dit gebouw werd grondig vernieuwd en opgeknapt in het kader van het erkenningsdossier voor Kind & Gezin. Er is een erkenning voor 23 opvangplaatsen. 1.2. Toekomst à
Voor de buitenschoolse opvang wordt een nieuw gebouw opgericht in de tuin van de pastorij in Malderen. Er wordt gekozen voor een modern gebouw dat zich bescheiden opstelt ten overstaan van de waardevolle pastorij. Er wordt geopteerd voor een opvangcapaciteit van 50 kinderen. De eerste raming der werken bedraagt € 385.000,00. De werken zullen aanbesteed worden einde 2007 of begin 2008. De opening van het nieuwe initiatief is voorzien in 2008 - 2009. Binnen de muren van de Sint Amandusschool is men ook gestart met de organisatie van een mini-crèche.
229
à
2.
Door de grondige verbouwing van de bestaande lagere school op de Kouterbaan dient ook het kinderdagverblijf verbouwd: er is immers een omwisseling van lokalen van de beide inrichtingen. Voor het kinderdagverblijf zal hierbij gebruik worden gemaakt om de lokalen grondig op te frissen (lagere ramen…), om een nieuwe inkom te voorzien en een bijkomende secretariaatsruimte. Een eerste raming der werken bedraagt € 560.000,00. De werken zullen worden uitgevoerd in de periode 2008 – 2009.
Londerzeel Sint Jozef • Buitenschoolse opvang: Basisschool De Heide, Topmolen 77, 1840 Londerzeel. • Mini-crèche 1-2-3 Duizendpoot, Nieuwstraat 31, 1840 Londerzeel
2.1. Huidige toestand De voor- en naschoolse opvang gebeurt in de Vrije Basisschool De Heide. Ouders en kinderen zijn best tevreden over deze vorm van opvang. Er is dan ook geen nood om een bijkomende buitenschoolse opvang te organiseren. Voor de opvang van de kinderen van 0 tot 3 jaar wordt gezocht naar een oplossing. Door de inplanting van wijk Kruishoeve is er in Sint Jozef dringend nood ontstaan aan een mini-crèche of kinderdagverblijf. Door de gemeente werden diverse pogingen ondernomen om gronden of woningen aan te kopen. Om diverse redenen konden deze aankopen niet doorgaan. Door een privé-initiatief van de vzw 1-2-3 Duizendpoot is er momenteel een mini-crèche waarin een 10-tal kinderen kunnen worden opgevangen. 2.2. Toekomst Inzake de buitenschoolse opvang worden er geen verdere initiatieven genomen. Inzake de oprichting van een kinderdagverblijf of mini-crèche rekent de gemeente momenteel op het privé-initiatief. Naar de toekomst toe zal er gewerkt worden op een drievoudige weg: à Gemeente richt kinderdagverblijf in à Gemeente koopt woning voor de inrichting van een mini-crèche à Gemeente stimuleert private initiatieven bij de organisatie van een mini-crèche 3.
Steenhuffel • • • •
Buitenschool opvang: vzw Stekelbees, Processiebaan 1, 1840 Londerzeel Mini-crèche: 1-2-3 Duizendpoot, Rossemstraat 13, 1840 Londerzeel Kinderdagverblijf: Geen De deelgemeente telt 2 onderwijsinstellingen: ¾ Gemeentelijke basisschool Ter Elst, Jan Van Doorslaerstraat 47, 1840 Londerzeel ¾ Vrije Kleuterschool De Huffeltjes, Schoolstraat 2, 1840 Londerzeel
3.1.
230
Huidige toestand De kleuters van de kleuterschool en de leerlingen van de basisschool worden vanaf september 2006 opgevangen in de verbouwde voormalige uitleenpost van de bibliotheek. De opvang wordt op een professionele manier georganiseerd door vzw Stekelbees. Het gemiddeld aantal opgenomen kinderen schommelt rond de 30. 3.2. Toekomst Het ligt in de bedoeling om deze succesvolle opvang verder kwalitatief uit te breiden door het aanpassen van de zolderruimte en het voorzien van bijkomende berging. Opvang blijft voorzien tijdens de vakantieperiodes en op woensdagnamiddag. Het contingent begeleidsters blijft minimaal behouden op drie eenheden. 4.
Londerzeel • Buitenschoolse opvang ¾ Virgo Sapiens (lagere school), Heldenplein 3, 1840 Londerzeel ¾ Virgo Sapiens (kleuterafdeling), Kerkhofstraat 43, 1840 Londerzeel ¾ Centrumschool (kleuterafdeling), Lijsterstraat 7, 1840 Londerzeel ¾ Centrumschool (lagere school), Stationsstraat 58, 1840 Londerzeel ¾ De Zonzolder (vzw De Burcht), Burcht 7, 1840 Londerzeel • Kinderdagverblijven ¾ De Sloebers, Lijsterstraat 7, 1840 Londerzeel ¾ De Burcht, Burcht 7, 1840 Londerzeel • Mini-crèche ¾ De Mookies, Meerstraat 253, 1840 Londerzeel ¾ De Rakkers, Mechelsestraat 80, 1840 Londerzeel • Onthaalouders ¾ De Boeck Hilde, Bergstraat 51, 1840 Londerzeel ¾ Scheers Maria, Bergstraat 37, 1840 Londerzeel
4.1. Huidige situatie In Londerzeel-centrum is er een samenwerking tussen het Virgo Sapiensinstituut en vzw De Burcht. De ouders van de leerlingen van het Virgo Sapiensinstituut kunnen bij het begin van het schooljaar opgeven waar hun kinderen dienen opvangen: ofwel in de school ofwel in De Zonzolder. De kinderen die beroep doen op het IBO worden in groep afgehaald in de school (op loopafstand). In de gemeentelijke basisschool in de Stationsstraat worden de kinderen na schooltijd opgevangen in de refter en klaslokalen van de school. De lokalen voldoen echter niet aan de voorwaarden om een volwaardige en kwaliteitsvolle opvang te garanderen. Bovendien wordt er gewerkt met PWA’ers die niet over de nodige kwalificatie beschikken. Kinderdagverblijf vzw De Burcht is gevestigd in Londerzeel-centrum op loopafstand van het Virgo Sapiensinstituut. Kinderdagverblijf De Sloebers (P.O.I.) is gelegen in de Lijsterstraat en paalt aan de kleuterafdeling van de gemeentelijke centrumschool. Ondanks het feit dat in deze gebouwen behoorlijk werd geïnvesteerd, voldoet dit gebouw niet aan de subsidienormen van Kind & Gezin. De opvangcapaciteit van 28 kinderen is trouwens ook vrij klein, gelet op de bestaande wachtlijsten.
231
4.2. Toekomst De gemeente gaat het kinderdagverblijf De Kapoentjes op termijn verplaatsen naar de Argo-site in de Stationsstraat en hier een bijkomend initiatief voor buitenschoolse kinderopvang inrichten. De geplande inplantingsplaats maakt deel uit van een zeer groot binnengebied waarvoor een totaalplan dient opgesteld met aandacht voor openbare functies (cultuur, kinderopvang, groen, diverse woonvormen…). Het masterplan dient goedgekeurd in de loop van 2007. Voor het opmaken van het dossier van het kinderdagverblijf en mede het initiatief van de buitenschoolse kinderopvang dienen nog volgende stappen doorlopen: à Enquête in verband met de noden (2008) à Samenstelling werkgroep voor opstellen bouwplannen + onderzoek naar wijze financiering bouwplannen (2009 – 2010) à Opstellen plannen en aanbesteding (2011 – 2012) à Bouwwerken 2013 – 2014) De bovenstaande timing is enkel maatgevend. Externe omstandigheden en de financiële meerjarenplanning van de gemeente kunnen een invloed hebben op het uiteindelijke tijdspad. 2.4.2.2. Gemotiveerde conclusies Uit het bovenstaande blijkt dat de gemeente een enorme inhaalbeweging uitvoert inzake infrastructuur. Wij gaan ervan uit dat in alle deelgemeenten tegen 2014 een moderne, eigentijdse infrastructuur aanwezig is. Er is wel enig voorbehoud voor Londerzeel-Centrum omdat bij de oprichting van een nieuw kinderdagverblijf annex initiatief buitenschoolse opvang een aantal externe factoren een rol spelen die op dit moment moeilijk zijn in te schatten (masterplan – toekomstige bouwpolitiek gemeente – realisatie wegenis – cultuurzaal – groene ruimte…)
232
5
HOOFDSTUK 2.5.: SWOT – ANALYSES
2.5.1.
Initiatieven buitenschoolse opvang
STERKTES ZWAKTES - gebrek aan warme maaltijd - duidelijk en degelijk pedagogisch beleid - geringe betrokkenheid van de ouders bij - continuïteit van de begeleiding activiteiten - voorbereide activiteiten op - soms zeer druk in de opvang woensdagnamiddag en in de - prijs is duur in de vakantieperiodes in vakantieperiodes vergelijking met de speelpleinwerking - gekwalificeerd personeel met ervaring dat - niet elke IBO is open tijdens pedagogische regelmatig deelneemt aan bijscholing studiedagen - aanwezigheid van huishoudelijk reglement, inlichtingenblad, tijd en ruimte - beperkt aantal uitstappen - overbezetting tijdens piekmomenten voor contact - vertrouwensrelatie met ouders die steeds toegang hebben tot de opvang - begeleiding van de opvang naar de school en begeleide uitstapjes en activiteiten - goede openingsuren en relatieve tevredenheid over de ouderbijdrage - zeer grote tevredenheid over de vertrouwensrelatie met de ouders en het contact met de verschillende begeleidsters KANSEN - samenwerking tussen IBO’s - werken rond ouderparticipatie - werken rond kinderparticipatie
BEDREIGINGEN - overaanbod aan kinderen in relatie tot opvangmogelijkheden - maatschappelijke evoluties
233
2.5.2.
Naschoolse opvang in onderwijsinstellingen
STERKTES - groepsindeling op basis van leeftijd en interesse (soms) - opvang voor alle kinderen van de school - tijd en ruimte voor breng – en haalmomenten - er is een beperkte vertrouwensrelatie met de ouders die steeds toegang hebben tot de infrastructuur - ligging wordt over het algemeen als positief ervaren
KANSEN - professionalisering personeel - vorming personeel
ZWAKTES - niet elke school voorziet in opvang op woensdagnamiddag - geen inspraak van kinderen - geen voorbereiding van activiteiten op woensdagnamiddag - weinig of geen gekwalificeerd personeel. Geen bijscholing. Dikwijls beperkt in aantal in verhouding tot het aantal opgevangen kinderen - niet altijd huishoudelijk reglement, inlichtingenblad en begeleidingscommissie - in bepaalde gevallen hebben de begeleidsters geen cursus EHBO gevolgd - geen opvang tijdens pedagogische studiedagen - slechts beperkte tevredenheid over pedagogische werking BEDREIGINGEN - demotivatie personeel
234
2.5.3.
Kinderdagverblijven
STERKTES - opvang op woensdagnamiddag en gedurende 5 weken van de grote vakantie - gestructureerde eetmalen - uitgewerkt pedagogisch beleid - vaste kinderverzorgsters per leefgroep die meegroeien van de ene leefgroep naar de andere - gekwalificeerde kinderverzorgsters die regelmatig deelnemen aan bijscholingen - huishoudelijk reglement, inlichtingenblad van kinderen, tijd en ruimte bij haal – en brengmomenten - vertrouwensrelatie met ouders die steeds toegang hebben tot de opvang - ouders zijn tevreden tot zeer tevreden over de introductie in het KDV en over de opvang in al zijn aspecten - grote bereikbaarheid van de verantwoordelijke wordt als positief ervaren KANSEN - nieuwe infrastructuur - kwaliteitshandboek - werken rond ouder – en kinderparticipatie
ZWAKTES - beperkte betrokkenheid van de ouders bij activiteiten - geen begeleidingscommissie - lange wachtlijsten - soms zeer druk in de opvang - bepaalde infrastructuur is aan vernieuwing toe
BEDREIGINGEN - overregulering - overaanbod door gewijzigde maatschappelijke omstandigheden
235
2.5.4.
Dienst opvanggezinnen
STERKTES ZWAKTES - bereikbaarheid van de dienst is niet voor - opvang op woensdagnamiddag en in alle alle ouders even evident schoolvakanties - kleinere betrokkenheid van de dienst als - gestructureerd eetmaal alles goed verloopt bij de onthaalouder - algemene tevredenheid in verband met de opvoeding - goede relatie onthaalouders-ouders - tevredenheid over dienstverlening, hygiëne, veiligheid KANSEN BEDREIGINGEN - mogelijkheid geboden door eventueel - tekort aan onthaalouders volwaardig statuut - gebrek aan volwaardig statuut
236
DEEL 3: GEMOTIVEERDE CONCLUSIES 3.1.
Initiatieven buitenschoolse opvang
Door de aanwezigheid van gekwalificeerd personeel scoren deze initiatieven hoog tot zeer hoog op de tevredenheidsschaal. Wij zullen dit minstens op hetzelfde peil trachten te behouden. Een vernieuwde infrastructuur zal voor bepaalde initiatieven tevens nog een grotere motivatiegraad meebrengen. Drukte is op zich een beetje inherent aan deze vorm van opvang. wisseloplossingen gezocht in de vorm van huiswerkbegeleiding in de scholen.
Er worden
Het verschil tussen de dagprijs in de vakantieperiodes in een IBO en op de speelpleinwerking is inderdaad vrij groot. Deze prijsverschillen groeien echter duidelijk voort uit de aard van de opvang en de begeleiding. In een IBO gaat men uit van een professionele begeleiding door gekwalificeerd en derhalve duur personeel in een locatie die aan alle voorwaarden van Kind & Gezin voldoet. Op een speelpleinwerking doet men beroep op monitoren(trices) die de opvang uitvoeren als vakantiejob en hiervoor een minimale dagvergoeding ontvangen. Ondanks het feit dat zij een vormingsattest moeten voorleggen, kan onmogelijk van een doorwinterde professional worden gesproken. Bovendien zijn de groepen over het algemeen ook veel groter, zodanig dat het kind minder aandacht krijgt dan in de reguliere opvang. Het probleem van de opvang tijdens de pedagogische studiedagen blijft bestaan. Hieraan zal een oplossing worden geboden in het kader van de oprichting van een CKO. De in het verleden opgestarte samenwerking tussen de verschillende opvanginitiatieven zal behouden blijven.
3.2.
Dienst opvanggezinnen
Ook hier ligt de tevredenheidsgraad zeer hoog. Behoudens de kwaliteit van de opvang worden hier dan ook geen specifieke doelstellingen voorgesteld. Aan de wachtlijsten kan hopelijk voor een klein deel worden verholpen door een centraal loket voor kinderopvang waardoor men een beter zicht krijgt op vraag en aanbod.
3.3.
Voor- en naschoolse opvang in de onderwijsinstellingen
De opvang in de scholen gebeurt op een minder professionele wijze als in de opvanginitiatieven. Het aantal begeleidsters is over het algemeen ook minder talrijk. Uit de bevraging blijkt dat de volgende nadelen naar voor komen: - gebrek aan opvang op woensdagnamiddag - geen gekwalificeerd personeel - geen voorbereiding van de activiteiten op woensdagnamiddag Aan deze gebreken kan niet onmiddellijk verholpen worden tenzij mits de oprichting van een volwaardige buitenschoolse opvang.
237
Een bijkomend probleem vormt de kosten voor de opvang: de scholen vragen over het algemeen een vrij lage bijdrage van de ouders. Wanneer men de opvang professionaliseert geeft dit onvermijdelijk aanleiding tot een hogere kostprijs waardoor allicht een groot deel van de ouders gaan afhaken en andere oplossingen zoeken.
3.4.
Infrastructuur
Uit de omgevingsanalyse komt duidelijk naar voor dat de huidige infrastructuur voor kinderopvang niet meer voldoet aan de behoeften wegens te oud en te beperkte opvangcapaciteit. Alhoewel de prognoses van de bevolkingscijfers tot 2025 in absolute cijfers een (beperkte) daling van het aantal kinderen voorspelt, zou de nood aan kinderopvang stabiel kunnen blijven wegens de stijgende werkzaamheidsgraad van vrouwen. Bovendien zijn er een aantal woonprojecten op korte en middellange termijn gepland die jonge gezinnen naar de gemeente zullen aantrekken. De uitbouw en modernisering van de infrastructuur vertaalt zich concreet in een nieuw IBO en de aanpassing van het KDV in Malderen. In Londerzeel Sint Jozef komt op korte termijn een kinderdagverblijf of mini-crèche. Op langere termijn wordt in Londerzeel-Centrum een nieuw KDV en IBO opgericht.
3.5.
Uniforme voorrangsregels en CKO
Er bestaan momenteel geen uniforme voorrangregels in de diverse opvanginitiatieven. Elk initiatief heeft op eigen wijze één of andere vorm van sociale insteek bij de opvang. Mede in het vooruitzicht van de oprichting van een Centrum voor Kinderopvang is een gelijklopende regeling wenselijk voor personen met een laag inkomen, alleenstaande ouders en voor kinderen voor wie het om sociale of pedagogische redenen noodzakelijk is dat ze toegang tot de opvang krijgen. Om de toegang tot de opvanginitiatieven toegankelijker te maken wordt een CKO opgericht met hieraan gelinkt een centraal loket voor kinderopvang, een brochure en een interactieve website met een overzicht van de beschikbare opvangmogelijkheden. Deze CKO zal ook als forum fungeren voor het aanbieden van flexibele en occasionele kinderopvang en voor het propageren van kinderparticipatie in de voor- en naschoolse opvang.
238
DEEL 4.: BELEIDSPLAN KINDEROPVANG 2008 – 2012 STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN EN ACTIEPUNTEN
2008
2009
2010
2011
2012
STRATEGISCHE DOELSTELLING 1: Infrastructuur voor kinderopvang wordt verder uitgebouwd en gemoderniseerd. ACTIEPUNTEN 1. Nieuw IBO in Malderen.
385.000
2. Verbouwing kinderdagverblijf in Malderen.
560.000
3. Kinderdagverblijf of mini-crèche in Londerzeel Sint Jozef. 4. Nieuw kinderdagverblijf en IBO in Londerzeel Centrum
PM PM
239
2008
2009
2010
2011
2012
X
X
X
X
X
X
X
X
X
1.500
800
800
800
800
PM
PM
PM
PM
PM
25.000
25.000
25.000
X
X
X
X
STRATEGISCHE DOELSTELLING 2: Kwaliteit en toegankelijkheid van het opvang- en activiteitenaanbod voor kinderen en jongeren wordt verhoogd. ACTIEPUNTEN 1. Uniforme voorrangsregels in kinderopvang. 2. Sociaal prijzenbeleid in activiteitenaanbod. 3. Oprichten centrum voor kinderopvang. 4. Ruimer aanbod inclusieve en reguliere speelpleinwerking. 5. Flexibele en occasionele kinderopvang. 6. Kinderparticipatie in voor- en na-schoolse kinderopvang. 7. Onderzoek naar optimaliseren omkadering kinderopvang in scholen.
X
X
X
X
X
8. Betere bekendmaking opvang zieke kinderen.
X
X
X
X
X
946.000
800
25.800
25.800
25.800
TOTAAL:
240
DEEL 5: ACTIEFICHES Actiefiche 5.1.1. Actienummer Actietitel Output
5.1.1. Een nieuw initiatief buitenschoolse kinderopvang in Malderen Moderne infrastructuur - Efficiëntere werking – Grotere opvangcapaciteit
Input
Personeelsuren Raming: € 385.000,00
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling Strategische doelstelling Stappenplan9
5.1 5
Infrastructuur voor kinderopvang verder uitbouwen en moderniseren Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenwerking
1.
Activiteit Aanbesteding bouwwerken
2.
Aanduiding aanbestedingshouder
Output Goedkeuring lastenboek op GR Beslissing SC
deadline Jan. 2008
3.
Aanvang der werken
Beslissing SC
Mei 2008
4.
Einde der werken
Oplevering werken
Mei 2009
April 2008
5. 6. 7. 8. 9. Laatste stap
9
Vooropgestelde output
Indien deadline voor realisatie van actie < 1j: enkel omschrijving van actie weergeven en vooropgestelde output
Actiefiche 5.1.2 Actienummer Actietitel Output
5.1.2 Verbouwing kinderdagverblijf in Malderen Efficiëntere werking – Grotere opvangcapaciteit
Input
Personeelsuren Raming: € 560.000,00
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling Strategische doelstelling Stappenplan10
5.1 5
Infrastructuur voor kinderopvang verder uitbouwen en moderniseren Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenwerking
1.
Activiteit Aanbesteding bouwwerken
deadline Jan. 2008
Aanduiding aanbestedingshouder
Output Goedkeuring lastenboek op GR Beslissing SC
2. 3.
Aanvang der werken
Beslissing SC
April 2008
4.
Einde der werken
Oplevering werken
April 2009
Maart 2008
5. 6. 7. 8. 9. Laatste stap
10
Vooropgestelde output
Indien deadline voor realisatie van actie < 1j: enkel omschrijving van actie weergeven en vooropgestelde output
Actiefiche 5.1.3 Actienummer Actietitel Output
5.1.3 Inrichting KDV of mini-crèche in Londerzeel Sint Jozef Opvulling leemte kinderopvang in Londerzeel Sint Jozef
Input
Personeelsuren Financiële consequenties i.f.v. gekozen optie
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling Strategische doelstelling Stappenplan11
5.1 5
Infrastructuur voor kinderopvang verder uitbouwen en moderniseren Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenwerking
1.
Activiteit Onderzoek naar de mogelijkheden voor een KDV of mini-crèche in Londerzeel Sint Jozef
Output Nota i.v.m. mogelijkheden
deadline Periode 2009
2.
Onderzoek naar samenwerking met privé-sector
2009
3.
Activeren van dossier in functie van de aangeboden opportuniteiten
Nota i.v.m. mogelijkheden Beslissing SC
4. 5. 6. 7. 8. 9. Laatste stap
11
Vooropgestelde output
Indien deadline voor realisatie van actie < 1j: enkel omschrijving van actie weergeven en vooropgestelde output
Actiefiche 5.1.4 Actienummer Actietitel Output
5.1.4 Nieuw KDV en IBO in Londerzeel -Centrum Moderne infrastructuur - Efficiëntere werking – Bijkomende opvangcapaciteit
Input
Personeelsuren Financiële consequenties nog niet in te schatten
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling Strategische doelstelling Stappenplan12
5.1 5
Infrastructuur voor kinderopvang verder uitbouwen en moderniseren Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenwerking Output Nota i.v.m. opvangcapaciteit
deadline 2008
Bouwprogramma
2009-2010
3.
Activiteit Enquête in verband met nood en grootte aan bijkomend KDV en IBO in LonderzeelCentrum Samenstelling werkgroep voor vaststellen van de randvoorwaarden van de gebouwen Onderzoek naar de financieringswijze
Financiële nota
2010
4.
Opstellen plannen en aanbesteding
2011-2012
5.
Bouwwerken
Goedkeuring lastenboek GR SC: Bevel aanvang der werken
1. 2.
6. 7. 8. 9. Laatste stap
12
Vooropgestelde output
Indien deadline voor realisatie van actie < 1j: enkel omschrijving van actie weergeven en vooropgestelde output
2013-2014
Actiefiche 5.2.1 Actienummer Actietitel Output Input
5.2.1 Uniforme voorrangsregels in kinderopvang Minimaal de gemeentelijke opvangvoorzieningen hebben uniforme voorrangsregels – Verbeteren toegankelijkheid opvanginitiatieven Personeelsuren
Verantwoordelijke
Meert Robert
Operationele doelstelling
5.2
Strategische doelstelling Stappenplan13
5
Kwaliteit en toegankelijkheid van het opvang- en activiteitenaanbod voor kinderen en jongere verhogen Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenwerking Output Inventaris
deadline Feb. 2009
Inventaris
Feb. 2009
Discussienota
April 2009
4.
Activiteit Inventaris voorrangsregels in bestaande initiatieven Inventaris van de wettelijke vastgelegde voorrangregels Overleg met partners van CKO en binnen LOK naar uniforme voorrangregels Voorstel van reglement i.v.m. voorrangregels
Reglement
Juni 2009
5.
Terugkoppeling naar adviesraden
Sept. 2009
6.
Terugkoppeling naar beleid
Verslag(en) vergadering Besl. SC (GR)
1. 2. 3.
Okt. 2009
7. 8. 9. Laatste stap
13
Vooropgestelde output
Indien deadline voor realisatie van actie < 1j: enkel omschrijving van actie weergeven en vooropgestelde output
Actiefiche 5.2.2 Actienummer Actietitel Output Input Verantwoordelijke
5.2.2 Sociaal prijzenbeleid in activiteitenaanbod Grotere toegankelijkheid jeugdaanbod – In kaart brengen verdoken kansarmoede Personeelsuren Financiële tussenkomst bij kansarmoede Meert Robert (Els Van Praet)
Operationele doelstelling
5.2
Strategische doelstelling Stappenplan14
5
Kwaliteit en toegankelijkheid van het opvang- en activiteitenaanbod voor kinderen en jongere verhogen Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenwerking
5.
Activiteit Inventaris sociale kortingen bij gemeente en bij verenigingsleven Onderzoek bij verenigingsleven naar het activeren van een signaalfunctie bij betalingsmoeilijkheden Overleg met OCMW inzake mogelijkheden geboden door KB inzake sociale en culturele participatie Uitwerken samenwerkingscharter met OCMW voor tegemoetkoming bij betalingsmogelijkheden Terugkoppelen naar adviesraden
6.
Terugkoppelen naar beleid
1. 2. 3. 4.
Output Inventaris
deadline April 2008
Synthesenota
Juni 2008
Omgevingsanalyse
April 2008
Samenwerkingscharter
Sept. 2008
Verslag(en) vergadering Besl. SC
Dec. 2008 Feb. 2009
7. 8. 9. Laatste stap
14
Vooropgestelde output
Indien deadline voor realisatie van actie < 1j: enkel omschrijving van actie weergeven en vooropgestelde output
Actiefiche 5.2.3 Actienummer Actietitel Output Input Verantwoordelijke
5.2.3 Centrum voor kinderopvang Gestructureerde samenwerking (gemeentelijke) opvanginitiatieven – Centraal loket kinderopvang Personeelsuren Kosten digitaal format Meert Robert
Operationele doelstelling
5.2
Strategische doelstelling Stappenplan15
5
Kwaliteit en toegankelijkheid van het opvang- en activiteitenaanbod voor kinderen en jongere verhogen Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenwerking
6.
Activiteit Inventaris van de opvanginitiatieven die wensen mee te werken aan een CKO binnen het LOK Ieder opvanginitiatief doet voorstellen i.v.m. items die geharmoniseerd kunnen worden binnen CKO Uitwerken voorstel i.v.m. vorm van samenwerkingsovereenkomst Onderzoek naar de mogelijkheden van een digitale format voor opvangplaatsen Onderzoek naar de mogelijkheden van een centraal loket kinderopvang Feedback naar de adviesraden
7.
Beleidsbeslissing
1. 2. 3. 4. 5.
Output Inventaris
deadline Feb. 2008
Discussienota
April 2008
Ontwerpovereenkomst Discussienota
Juni 2008
Discussienota
Juni 2008
Verslag(en) vergadering Besl. GR
Sept. 2008
Juni 2008
Okt. 2008
8. 9. Laatste stap
15
Vooropgestelde output
Indien deadline voor realisatie van actie < 1j: enkel omschrijving van actie weergeven en vooropgestelde output
Actiefiche 5.2.4 Actienummer Actietitel Output Input Verantwoordelijke
5.2.4 Ruimer aanbod inclusieve en reguliere speelpleinwerking Aanpassing aanbod speelpleinwerking aan maatschappelijke tendensen Bijkomende monitoren Aanpassing werkingskosten Meert Robert
Operationele doelstelling
5.2
Strategische doelstelling Stappenplan16
5
1. 2. 3. 4. 5.
Kwaliteit en toegankelijkheid van het opvang- en activiteitenaanbod voor kinderen en jongere verhogen Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenwerking
Activiteit Inventaris bestaande inclusief en regulier aanbod Bevraging via GIL over uitbreiding regulier aanbod Uitwerken voorstel door jeugddienst i.s.m. JAL Onderzoek naar personele en financiële haalbaarheid Beleidsbeslissing
Output Inventaris
deadline Feb. 2008
Discussienota
Feb. 2008
Formeel advies JAL Advies financiëleen jeugddienst Besl. SC
April 2008 Mei 2008 Mei 2008
6. 7. 8. 9. Laatste stap
16
Vooropgestelde output
Indien deadline voor realisatie van actie < 1j: enkel omschrijving van actie weergeven en vooropgestelde output
Actiefiche 5.2.5 Actienummer Actietitel Output Input Verantwoordelijke
5.2.5 Flexibele en occasionele opvang Creëren van mogelijkheden voor flexibele en occasionele opvang in de gemeente Bijkomende personeelskost Aangepaste infrastructuur Meert Robert
Operationele doelstelling
5.2
Strategische doelstelling Stappenplan17
5
1. 2. 3. 4. 5.
Kwaliteit en toegankelijkheid van het opvang- en activiteitenaanbod voor kinderen en jongere verhogen Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenwerking
Activiteit Toetsing van de wettelijke (gesubsidieerde) mogelijkheden aan de lokale situatie Inventaris van de mogelijkheden in de diverse opvanginitiatieven Onderzoek naar de samenwerkingmogelijkheden binnen het CKO Terugkoppeling naar LOK
6.
Opstellen van samenwerkingscharter binnen CKO Feedback naar adviesraden
7.
Beleidsbeslissing
Output Inventaris mogelijkheden Inventaris
deadline Feb. 2010 Feb. 2010
Discussienota
April 2010
Advies LOK
Mei 2010
Charter
Sept. 2010
Verslag(en) vergadering Besl. SC & GR
Okt. 2010 Dec. 2010
8. 9. Laatste stap
17
Vooropgestelde output
Indien deadline voor realisatie van actie < 1j: enkel omschrijving van actie weergeven en vooropgestelde output
Actiefiche 5.2.6 Actienummer Actietitel Output Input Verantwoordelijke
5.2.6 Kinderparticipatie in voor- en naschoolse opvang Kinderen krijgen een meer centrale rol bij de organisatie van de opvang Personeelsuren Meert Robert
Operationele doelstelling
5.2
Strategische doelstelling Stappenplan18
5
1. 2. 3. 4. 5.
Kwaliteit en toegankelijkheid van het opvang- en activiteitenaanbod voor kinderen en jongere verhogen Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenwerking
Activiteit Overlegvergadering voor ervaringsuitwisseling bij de opvanginitiatieven in de gemeente Bevraging naar initiatieven in de omliggende gemeenten Distilleren praktijkvoorbeelden vakliteratuur
Output Inventarisatienota
deadline Feb. 2009
Discussienota
Feb. 2009
Discussienota
April 2009
Uitwerken proefprojecten in de diverse initiatieven Evaluatie proefprojecten
Opdoen April 2009praktijkervaring Maart 2010 Nota good practices April 2010
6. 7. 8. 9. Laatste stap
18
Vooropgestelde output
Indien deadline voor realisatie van actie < 1j: enkel omschrijving van actie weergeven en vooropgestelde output
Actiefiche 5.2.7 Actienummer Actietitel Output Input Verantwoordelijke
5.2.7 Onderzoek naar optimaliseren omkadering kinderopvang in scholen Meer professionele voor- en naschoolse opvang in de gemeentescholen Personeelsuren Kosten betere verloning en vorming personeel Meert Robert
Operationele doelstelling
5.2
Strategische doelstelling Stappenplan19
5
Kwaliteit en toegankelijkheid van het opvang- en activiteitenaanbod voor kinderen en jongere verhogen Een kind- en jongerenvriendelijke dienstverlening en samenwerking
5.
Activiteit Schooldirecties maken overzicht van de knelpunten Bevraging naar organisaties in aanpalende gemeenten Oplijsting bijkomende omkaderingsmogelijkheden Overleg met schooldirecties en andere betrokkenen gemeentelijke diensten Uitwerken voorstel bijkomende omkadering
6.
Terugkoppeling adviesraden
7.
Beleidsbeslissing
1. 2. 3. 4.
Output Omgevingsanalyse Informatienota
deadline Jan. 2008 Jan. 2008
Synthesenota
Feb. 2008
Discussienota
Maart 2008
Document omkadering Verslag(en) vergadering Besl. SC (GR)
April 2008 Mei 2008 Juni 2008
8. 9. Laatste stap
19
Vooropgestelde output
Indien deadline voor realisatie van actie < 1j: enkel omschrijving van actie weergeven en vooropgestelde output
DEEL 6: EVALUATIE BELEIDSPLAN In dit deel van het plan willen we duiden hoe het plan uiteindelijk bekend gemaakt zal worden aan de bevolking en aan de diverse betrokken actoren. Het is immers bijzonder belangrijk dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de nazorg.
6.1.
Communicatie
6.1.1.
Alle gemeenteraadsleden ontvangen een exemplaar van het plan in geschreven of digitale vorm.
6.1.2.
Alle betrokken actoren krijgen eveneens een exemplaar van het beleidsplan.
6.1.3.
In het gemeentelijk informatieblad worden de belangrijkste doelstellingen van het plan gepubliceerd.
6.1.4.
Het beleidsplan is in extenso te raadplegen op de gemeentelijke website.
6.2.
Evaluatie en bijsturen
6.2.1.
De jaarlijkse evaluatie gebeurt door het LOK en wordt tevens voorgelegd aan de gemeenteraadscommissie voor vrije tijd en aan de gemeenteraad.
6.2.2.
Eventuele bijsturing van het plan zal dezelfde weg volgen.
DEEL 7: GRAAD VAN DE CONSENSUS EN VAN DE DEELNAME AAN HET LOKAAL OVERLEG Alle doelstellingen werden aanvaard met algeheelheid van stemmen. Als randinformatie dient er wel vermeld dat er geen participatie was van de vrije onderwijsinstellingen in LonderzeelCentrum.
Afkortingen OCMW : Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn LWW : Lokale Werkwinkel PWA : Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap ATB : Arbeidstrajectbegeleiding (voor mensen met een handicap) VDAB : Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding ROB : Rustoord voor Bejaarden RVT : Rust- enVerzorgingstehuis SIT : Samenwerkingsinitiatief in de Thuiszorg Netwerk Thuiszorg VZW : erkend SIT, overkoepelend orgaan van 10 Deel-sit’s rond Brussel SVK WEBRA : Sociaal Verhuurkantoor West-Brabant VUB : Vlaamse Universiteit Brussel OD : operationele doelstelling SD : strategische doelstelling FTE : fulltime equivalent KLM : de geografische zone Kapelle-op-den-Bos – Meise – Londerzeel CAW : Centrum voor Algemeen Welzijnwerk LDC : Lokaal Dienstencentrum VVSG : Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten Groep Intro : organisatie voor vorming, opleiding, arbeidstrajectbegeleiding en werkervaring Fietsvoorde : opleidings- en tewerkstellingstraject van Groep Intro Econet VZW : erkende tewerkstellingsorganisatie Artikel 60 § 7 : wetsartikel uit de organieke OCMW-wet betreffende de sociale tewerkstelling van OCMW-cliënten DC-bedrijf : dienstencheque-bedrijf DAV : Dienst Aangepast Vervoer FOD : Federale Overheidsdienst Levedale VZW : woonvoorziening voor volwassen vrouwen en mannen met een lichte, matige of ernstige verstandelijke handicap. Blijdorp : netwerk van voorzieningen voor kinderen, jongeren en volwassenen met een matig tot ernstig verstandelijke handicap NAH : niet aangeboren hersenletsel Eindelijk VZW : therapeutisch centrum voor mensen met een niet aangeboren hersenletsel Begeleid en Beschermd Wonen Klein Brabant : woonvorm voor personen met een lichte of matige handicap. CRZ : Centrale Registratie Zorgvragen AVS : Anders Validen Sport BW Bouchout : Beschutte Werkplaats met aanbod van tijdelijke of blijvende arbeid die aangepast is aan de persoon met een handicap. VAPH : Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap IVT : Inkomensvervangende Tegemoetkoming IT : integratietegemoetkoming IGO : Inkomensgarantie voor ouderen WIGW : weduwen, invaliden, gehandicapten en wezen