LOKAAL SOCIAAL BELEIDSPLAN 2008-2014 Herentals
Inhoudsopgave 1.
Woord vooraf .............................................................................................. 4
2.
Lokaal Sociaal Beleid in Herentals.................................................................. 5 2.1.
Situering ................................................................................................. 5
2.2.
Opmaak van het lokaal sociaal beleidsplan .................................................. 7
2.3.
Belangrijke uitgangspunten ....................................................................... 9
3.
Algemene omgevingsanalyse .......................................................................20 3.1.
Inleiding ................................................................................................20
3.2.
Demografische indicatoren .......................................................................21
3.3.
Socio-economische indicatoren .................................................................27
3.4.
Huisvestingsindicatoren ...........................................................................33
3.5.
Samengevat ...........................................................................................35
4.
Strategie ...................................................................................................37 4.1.
Missie ....................................................................................................37
4.2.
Visie ......................................................................................................37
4.3.
Strategische doelstellingen .......................................................................38
4.4.
Actieplan................................................................................................42
5.
Projectfiches ..............................................................................................51 5.1.
Maatschappelijke dienstverlening ..............................................................53
5.2.
Financiële hulpverlening...........................................................................61
5.3.
Juridische hulpverlening ...........................................................................66
5.4.
Participatie aan het sociaal-cultureel leven .................................................69
5.5.
Preventie ...............................................................................................71
5.6.
Werkstraffen ..........................................................................................82
5.7.
Woonwagenbewoners ..............................................................................86
5.8.
Straatfeesten..........................................................................................88
5.9.
Opvoedingsondersteuning ........................................................................90
5.10.
Personen met een handicap......................................................................94
5.11.
Psychiatrisch zorgproject..........................................................................98
5.12.
Trajectbegeleiding en sociale tewerkstelling..............................................102
5.13.
Kinderopvang .......................................................................................107
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
2/160
5.14.
Opbouwwerk ........................................................................................119
5.15.
Ouderenzorg ........................................................................................126
5.16.
Huisvesting ..........................................................................................141
5.17.
Psychosociale hulpverlening....................................................................146
5.18.
Gezondheidszorg in het AZ St-Elisabeth ...................................................151
5.19.
Jongeren..............................................................................................152
6.
7.
Sociaal huis .............................................................................................153 6.1.
Visie ....................................................................................................153
6.2.
Strategische en operationele doelstellingen ..............................................153 Dankwoord ..............................................................................................160
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
3/160
1. Woord vooraf Het eerste Lokaal Sociaal Beleidsplan (2006-2007) is een boeiend en creatief proces geweest met als resultaat een beleidsplan dat – zij het onvolledig – een mooie aanzet heeft gegeven tot een actief, centraal aangestuurd welzijnsbeleid. De plangroep heeft het beleidsplan opgemaakt in zeer nauwe samenwerking met het Herentalse Welzijnsoverleg. Een vanzelfsprekende keuze omdat Herentals een jarenlange traditie heeft van constructieve samenwerking tussen stad, OCMW en lokale actoren. Het Welzijnsoverleg neemt al ruim twintig jaar de rol waar van stimulator en coördinator op gebied van welzijn en is verantwoordelijk voor nagenoeg alle sociale initiatieven die we in het verleden hebben ontwikkeld. Binnen deze vertrouwde omgeving en beproefde samenwerkingsverbanden kon voor de opmaak van het beleidsplan en de projectfiches een consensusmodel worden bereikt waardoor we ons ten volle konden concentreren op groei en kwaliteitsverbetering. Voor het tweede lokaal sociaal beleidsplan (2008-2014) is de uitdaging echter nog groter. Dit plan is erg ambitieus, niet alleen wat betreft kwaliteitsverbetering en uitbreiding van bestaande initiatieven, maar ook wat betreft heel wat nieuwe synergie en acties: we denken dan onder andere aan opvoedingsondersteuning, psychiatrische zorg, huisvesting, …. Alle initiatieven moeten worden gepland, opgevolgd, aangestuurd, op mekaar afgestemd, geëvalueerd en bijgestuurd. Bovendien willen we in Herentals streven naar één lokaal sociaal beleid: een actief, dynamisch en efficiënt welzijnsbeleid gedragen door stadsbestuur én OCMW-bestuur en aangestuurd vanuit een centrale beleidsfunctie die in beide besturen is ingebed. De plangroep lokaal sociaal beleid heeft er dan ook voor gepleit om in Herentals – net als in vele vergelijkbare OCMW's – een beleidsmedewerker aan te werven die het lokaal sociaal beleid zal aansturen en de uitvoering van het tweede beleidsplan zal coördineren. Deze coördinator lokaal sociaal beleid is inmiddels aangeworven en krijgt ook het realiseren van een sociaal huis tot haar opdrachten. Met dit alles onderstreept het bestuur duidelijk het belang dat het hecht aan een sterk uitgebouwd sociaal beleid. Sleutelbegrippen hierbij zijn: kansen geven aan iedereen en zorg op maat verstrekken. Op deze wijze streven wij er met dit beleidsplan naar de sociale grondrechten van éénieder maximaal in te vullen.
Voorzitter OCMW
Schepen OCMW
Schepen sociale zaken
Jan Bertels
Anne-Mie Hendrickx
Fons Michiels
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
4/160
2. Lokaal Sociaal Beleid in Herentals Hoe dit beleidsplan te lezen We starten in dit hoofdstuk met een algemene situering en toelichting van het begrip "lokaal sociaal beleid", van het beleidsplan op zich en wat dit alles kan betekenen in/voor Herentals. We hebben ervoor gekozen om de omgevingsanalyse te splitsen in twee delen: enerzijds geven we een algemene omgevingsanalyse (deel 3). Anderzijds is in elke projectfiche een interne en externe omgevingsanalyse opgenomen. In deel 4 vind je de strategie. Na de missie en visie, geven we een overzicht van de strategische en operationele doelstellingen met een korte omschrijving van de acties. Als je in vogelvlucht wil kennismaken met de uitdagingen waarvoor we op het vlak van het sociaal beleid in Herentals staan, volstaat het om dit hoofdstuk te bekijken. Elke doelstelling krijgt hier een nummer, dat je in de volgende delen steeds terugvindt. Vanaf hoofdstuk 5 zijn de projectfiches opgenomen. Ze herhalen de grote lijnen van hoofdstuk 4, maar worden concreter uitgediept. Bovendien zijn ze geordend volgens bepaalde thema’s, zodat de personeelsleden van de verschillende diensten, datgene waaraan zij moeten werken, mooi bij elkaar vinden. Voor de stuurgroep vormen ze de leidraad om de vooruitgang op vlak van acties en operationele doelstellingen te volgen. De realisatie van een sociaal huis is één van de basispijlers van het decreet lokaal sociaal beleid. We hebben hier dan ook een apart hoofdstuk aan gewijd.
2.1. Situering Op 19 maart 2004 bekrachtigde de Vlaamse Regering het decreet Lokaal Sociaal Beleid. Dit Lokaal Sociaal Beleid is opgebouwd volgens drie pijlers, namelijk: –
een betere afstemming tussen gemeente en OCMW inzake sociale dienstverlening
–
een loket- en doorverwijsfunctie georganiseerd via een sociaal huis
–
netwerkvorming met derden.
Met dit Lokaal Sociaal Beleid wil de overheid specifiek werk maken van toegankelijkheid en bereikbaarheid van de sociale dienst- en hulpverlening voor alle burgers. Die rechten worden in artikelen 23 en 24 § 3 van de Grondwet gegarandeerd: Art. 23. Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden. (…) Die rechten omvatten inzonderheid: 1° het recht op arbeid en op de vrije keuze van beroepsarbeid in het raam van een algemeen werkgelegenheidsbeleid dat onder meer gericht is op het waarborgen van een zo hoog en stabiel mogelijk werkgelegenheidspeil, het recht op billijke arbeidsvoorwaarden en een billijke beloning, alsmede het recht op informatie, overleg en collectief onderhandelen; 2° het recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige en juridische bijstand; 3° het recht op een behoorlijke huisvesting; LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
5/160
4° het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu; 5° het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing; Art. 24. §3 Ieder heeft recht op onderwijs, met eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden. De toegang tot het onderwijs is kosteloos tot het einde van de leerplicht. Alle leerlingen die leerplichtig zijn, hebben ten laste van de gemeenschap recht op een morele of religieuze opvoeding. (De gecoördineerde Grondwet, 17 februari 1994)1 Het Lokaal Sociaal Beleid omvat dus met andere woorden het geheel van beleidsbepalingen en acties van het lokaal bestuur en de acties van lokale actoren die tegemoet komen aan deze grondwettelijke rechten. Het decreet Lokaal Sociaal Beleid legt OCMW en gemeente op om elke legislatuur een gezamenlijk lokaal sociaal beleidsplan op te maken. Volgens het decreet Lokaal Sociaal Beleid moet dit plan minimaal volgende onderdelen bevatten: –
een omgevingsanalyse;
–
een geïntegreerde visie op het Lokaal Sociaal Beleid;
–
een meerjarenplan met betrekking tot de gewenste acties en inzet van lokale middelen;
–
taakverdeling en werkafspraken tussen gemeente en OCMW;
–
beschrijving hoe bevolking en lokale actoren werden en zullen worden betrokken bij de voorbereiding van het beleidsplan.
Het eerste lokaal sociaal beleidsplan moest opgemaakt worden in 2005 en gold voor de periode 2006 tot en met 2007. Vlaams Minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Inge Vervotte, paste in haar omzendbrief van 27 oktober 2004 de vereisten voor dit eerste lokaal sociaal beleidsplan inhoudelijk aan, rekening houdend met de tijd die nodig is om een kwaliteitsvol beleidsplan op te stellen. Het eerste (eerder beperkte) lokaal sociaal beleidsplan werd door Minister Vervotte beschouwd als een engagement om te groeien naar een eerste volledig lokaal sociaal beleidsplan 2008 – 2014. De omzendbrief van Minister Vervotte heeft er ons echter niet van weerhouden sneller te werken en verder te gaan dan de minimale invulling, die voor het eerste lokaal sociaal beleidsplan werd vereist. Herentals heeft immers een stevige traditie inzake samenwerking en overleg, waarop kon worden verder gebouwd: –
duidelijke afspraken betreffende het welzijnsbeleid in het bestuursakkoord tussen stad en OCMW,
–
samenwerkingsafspraken tussen OCMW en CAW De Kempen,
–
regelmatig overleg in het Welzijnsoverleg, waarin alle organisaties zijn betrokken die in de Herentalse sociale kaart zijn opgenomen en van waaruit tal van nieuwe
1
Strategisch Plan Kempen vzw, Lokaal Sociaal Beleid: Modulair stappenplan (augustus 2004)
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
6/160
initiatieven zijn gegroeid (bv. sociale werkplaats Kat&Co en alle andere tewerkstellingsprojecten, buurtwerking, werkwinkel, seniorenraad, jongerenoverleg, gehandicaptenraad,…) Bovendien waren er veel documenten en studies waarop we konden terugvallen: meerjarenplan, beleidsnota’s, jaarverslagen en SWOT-analyses OCMW, studies betreffende de schuldenproblematiek, werkloosheid, thuishulp en dergelijke in de regio Herentals, zorgstrategische plannen van ziekenhuis en RVT .… Het is geenszins de bedoeling om in het lokaal sociaal beleidsplan al deze documenten samen te brengen om zo te komen tot een nog lijviger document. Waar nodig zullen we wel kort verwijzen naar deze documenten, maar onze aandacht gaat vooral naar datgene wat we in de nabije toekomst nog willen verwezenlijken, met bijzondere aandacht voor de kernidee van het Sociaal Huis: gezamenlijk werken aan een goede onthaal-, intakeen doorverwijzingsprocedure waardoor de cliënt zo snel mogelijk de meest gepaste hulpen dienstverlening kan genieten.
2.2. Opmaak van het lokaal sociaal beleidsplan In elk planningsproces is het belangrijk om tot overeenstemming te komen over de aanpak ervan. Hierin dienden volgende elementen een plaats te krijgen: –
afbakening inhoud, reikwijdte en doel van het plan,
–
bepaling van de trekkersrol voor (onderdelen van) het plan,
–
samenstelling van de plangroep en organisatie van de planning.
2.2.1. Afbakening inhoud, reikwijdte en doel van het plan Op 2 februari 2006 verscheen de omzendbrief van Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Inge Vervotte betreffende het ‘ondersteuningstraject 2006 – 2007 lokaal sociaal beleid’. Hiermee kregen de lokale besturen de gelegenheid om in te schrijven op een rechtstreekse en op maat gesneden procesbegeleiding met het oog op de realisatie van een gedragen lokaal sociaal beleidsplan 2008-2014. Het ging om 50 uren begeleiding. In dit kader sloot het lokaal bestuur van Herentals een overeenkomst af met Welzijnszorg Kempen voor een individuele procesbegeleiding door de Katholieke Hogeschool Kempen. Bedoeling van deze procesbegeleiding was om, in nauw overleg met de betrokken actoren, de bestaande projectfiches te screenen, indicatoren te formuleren en de projectfiches verder af te werken. Deze procesbegeleiding heeft een grotere impact op ons tweede lokaal sociaal beleidsplan gehad dan we aanvankelijk hadden kunnen vermoeden. Hoewel ook in ons eerste beleidsplan 2006-2007 reeds heel wat van nieuwe doelstellingen werden geformuleerd – waaraan tal van acties waren gekoppeld – was het toch nog te veel een ‘sociale kaart’, waarbij een overzicht werd gegeven van alle initiatieven op het vlak van welzijn van het lokale bestuur en enkele derden. Het was te weinig een echt (toekomstgericht) beleidsplan. In ons tweede lokaal sociaal beleidsplan – hoe omvangrijk ook - hebben we dan ook heel wat elementen niet of nauwelijks nog vermeld. Wat je hier dus niet terugvindt, is al datgene dat momenteel - tot eenieders tevredenheid - gebeurt op welzijnsvlak, en waarbij LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
7/160
geen grote veranderingen of vernieuwingen worden gepland. Het is dan ook niet correct dit beleidsplan te beschouwen als een overzichtsplan van het ‘lokaal sociaal beleid van Herentals’, aangezien er enkel wordt gefocust op datgene dat we wensen bij te sturen of te veranderen. In het deel ‘Sociaal Huis’ wensen we vooral stil te staan bij de toegankelijkheid van de dienstverlening. Vanuit een door gemeente, OCMW en CAW gezamenlijk gedragen visie omtrent intake, gerichte doorverwijzing en informatie, wensen we de "één-loket-functie" bij elk van deze instellingen te integreren. Bovendien wensen we de goede samenwerking die er momenteel reeds bestaat tussen de verschillende instellingen en verenigingen in de Herentalse welzijnssector, en die voornamelijk gestimuleerd wordt vanuit het Herentalse Welzijnsoverleg, verder te optimaliseren, om een correcte doorverwijzing mogelijk te maken, goede afspraken te kunnen maken, overlappingen te vermijden en lacunes in het aanbod, indien mogelijk, in te vullen. Tenslotte nog dit: het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid stelt in artikel 2 dat de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, voor de volgende sectoren bepaalt, welke beleidsdocumenten, opgelegd in het kader van de sectorale regelgeving, geheel of gedeeltelijk door het lokaal sociaal beleidsplan kunnen worden vervangen, mits de nodige uitvoeringsbesluiten worden uitgevaardigd: - het algemeen welzijnswerk - de kinderopvang - het maatschappelijk opbouwwerk - de voorzieningen voor bejaarden - de voorzieningen in de thuiszorg - de diensten voor oppashulp - het beleid rond ouderenparticipatie Hiertoe kan in het lokaal sociaal beleidsplan een apart hoofdstuk worden opgenomen, “Sectorale planverplichtingen”, waar alle sectorale plannen opgenomen worden m.b.t. de sectoren die het lokaal bestuur wenst te integreren in het lokaal sociaal beleidsplan. In dit lokaal sociaal beleidsplan hebben we getracht om de sociale doelstellingen van een aantal andere beleidsplannen op te nemen, maar een volledige integratie is op dit moment nog niet aan de orde, gezien de plandata nog te erg verschillen. 2.2.2. Bepaling van de trekkersrol voor (onderdelen van) het plan De coördinatie omtrent het lokaal sociaal beleidsplan werd toevertrouwd aan het hoofd van de sociale dienst van het OCMW. De eindredactie van het plan en de algemene supervisie worden waargenomen door de OCMW-secretaris. Uiteraard zal voor bepaalde onderdelen van het beleidsplan een beroep gedaan worden op collega’s (verantwoordelijke sociale dienst gemeente, coördinator tewerkstelling, directeur CAW De Kempen, …). Immers, door te werken met projectfiches en door het aanduiden van projecteigenaars, garanderen we de draagkracht en de responsabilisering van de betrokken medewerkers.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
8/160
2.2.3. Samenstelling van de plangroep en organisatie van de planning Er werd een plangroep opgericht, bestaande uit 2 gemeenteraadsleden, 3 OCMWraadsleden, de OCMW-secretaris, de 2 verantwoordelijken van de sociale diensten (gemeente en OCMW) en maximaal 5 afgevaardigden, voorgedragen door de stuurgroep van het Welzijnsoverleg. Bij deze 5 afgevaardigden zitten geen mandatarissen en is minimaal 1 afgevaardigde van CAW De Kempen. De plangroep kan ook beroep doen op adviseurs. De Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 27 februari 2007 en de Gemeenteraad van 6 maart 2007 gaven hun goedkeuring aan de samenstelling van de plangroep Lokaal Sociaal Beleid als volgt: –
Anne-Mie Hendrickx, afgevaardigde Gemeenteraad;
–
Peter Bellens, afgevaardigde Gemeenteraad;
–
Alfons Michiels, afgevaardigde Raad voor Maatschappelijk Welzijn;
–
Leen De Wijze, afgevaardigde Raad voor Maatschappelijk Welzijn;
–
Guy Paulis, afgevaardigde Raad voor Maatschappelijk Welzijn;
–
Dirk Soentjens, secretaris OCMW;
–
Katrien Spaepen, verantwoordelijke sociale dienst gemeente;
–
Bart Van Ballaer, verantwoordelijke sociale dienst OCMW;
–
Frans Heylen, directeur CAW De Kempen;
–
Frans Van Elsen, afgevaardigde Seniorenraad;
–
Tom Langmans, afgevaardigde Forum Lokale Werkgelegenheid;
–
Edwin Coremans, afgevaardigde Gehandicaptenraad;
–
Denise Verhaert, afgevaardigde vzw De Fakkel (voorheen De Dorpel), vereniging waar armen het woord nemen.
2
Deze plangroep heeft uiteraard al een zeer belangrijke taak gehad in de ontwikkeling van het lokaal sociaal beleidsplan en het concept Sociaal Huis en ze zal nog een essentiële rol vervullen in de opvolging en evaluatie van de doelstellingen die in dit plan zijn geformuleerd. Na advies van het Overlegcomité, zal het sociaal beleidsplan 2008-2014 worden goedgekeurd door Gemeenteraad en Raad voor Maatschappelijk Welzijn zodat het voor 31 december 2007 aan de Vlaamse Regering ter kennisgeving zal worden verzonden.
2.3. Belangrijke uitgangspunten 2.3.1. Hulp- en dienstverlening Recht op (vrijwillige) hulp
2
Katrien Spaepen werkt vanaf 1 september 2007 niet langer bij het stadsbestuur. We moeten nog bekijken op welke wijze ze zal worden vervangen. LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
9/160
Iedere burger van onze gemeente/regio, ongeacht zijn leeftijd, heeft recht op hulp, uiteraard op basis van vrijwilligheid. De bewustmaking van dit recht behoort tot onze verantwoordelijkheid als medeburger. Op dezelfde manier erkennen wij het recht van de cliënt op weigering van het hulpaanbod. De cliënt wordt (door)verwezen, neemt op eigen initiatief contact, of ontvangt een hulpaanbod. Vrijwillige instemming is een basisvereiste, zelfs als cliënten via een gedwongen kader worden verwezen. Zelfredzaamheid en participatie Wat de cliënt kan, doet hij zelf. Voor wat hij niet kan, wordt de minst ingrijpende hulp of dienst geboden. De actieve rol van de cliënt wordt gestimuleerd. Kritische feedback wordt ernstig genomen. De hulpverlening gebeurt op basis van gelijkwaardig partnerschap. Hulpmiddelen hierbij zijn: opstellen van een contract, tussentijdse evaluaties en bijsturing en uiteindelijk een afronding in samenspraak. Respect is vereist voor de nood, de verwachting en de vraag van de cliënt, alsook voor zijn specifiek individueel ritme. Sociaal weefsel herstellen Hulpverlenen betekent ‘herstellen’, namelijk het sociaal weefsel rondom de cliënt herstellen. Laagdrempelig We richten ons tot een zo breed mogelijk doelpubliek, maar hebben bijzondere aandacht voor mensen met minder kansen. We proberen daarom de drempel zo laag mogelijk te houden. Deze lage drempel wordt gekenmerkt door het bereikbaar, bekend, begrijpbaar en betaalbaar maken van het hulpverleningsaanbod. Deskundigheid We wensen de cliënt-hulpvrager de meest aangepaste hulpverlening aan te bieden. Kwaliteit wordt hierbij als zeer belangrijk beschouwd. De cliënt moet verzekerd zijn van een deskundige en zorgzame opvang. Deze wordt gerealiseerd door te investeren in vorming van de medewerkers en onderlinge samenwerking, waarbij ieders deskundigheid ten volle kan worden gebruikt. Preventie en vorming Preventie betracht zelfredzaamheid, weerbaarheid en participatie. Met activiteiten en projecten wordt het doelpubliek gestimuleerd tot het formuleren van eigen noden en het voorkomen van problemen. Hierbij gaat de aandacht ook naar het inschakelen van het omringende netwerk. Netwerkvorming Er is een toenemend besef, dat men als hulpverlener leeft in een netwerk van zorgverstrekkers en andere diensten en dat men moet samenwerken. Sommige problematieken zijn zo complex dat meerdere instanties betrokken worden: eerste en tweede lijn, politie, justitie, stad, OCMW, CAW, verzekering, ziekenfonds, vakbond, jeugdwerk, … Zinvolle dienst- en hulpverlening is slechts mogelijk vanuit een totaalvisie op maatschappelijke bejegening en hulpverlening. Regelmatig overleg met diverse zorgverstrekkers kan in
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
10/160
veel gevallen dan ook erg zinvol zijn. Bij een goede werking is een netwerk mogelijk als werkinstrument om snel, efficiënt en op integrale wijze hulp te bieden. Signalisatie, actie, structureel werken Structureel werken, houdt onder andere in: analyse maken van knelpunten en mankementen; deze signaleren aan de bestuurlijke overheden; bijdrage leveren aan mentaliteitswijziging; (mee)creëren van geschikte communicatiekanalen; deelname aan beleidsgerichte advies- en werkgroepen; deelname aan diverse organen met informerende, coordinerende en beleidsgerichte functie; ondersteunen of opzetten van diverse acties. We streven naar een ‘organische’ groei van nieuwe initiatieven en projecten: voorstellen en initiatieven vanuit het veldwerk worden gestimuleerd en indien het beleid een nieuw voorstel of initiatief wil nemen, worden de veldwerkers van in het begin betrokken. Privacy, geheimhouding, beroepsgeheim Uiteraard hanteren wij in ons werken een strikt beroepsgeheim, vanuit de noodzaak om voor de cliënt een kader van veiligheid en vertrouwen te scheppen, waarin hij zijn specifieke noden kan exploreren. Momenteel is er nog discussie omtrent de interpretatie en het gebruik van het ‘gedeeld beroepsgeheim’ tussen de hulpverleners van verschillende diensten. In het Welzijnsoverleg zullen we hiervoor een oplossing zoeken, waarin de verschillende hulpverleners zich kunnen vinden. 2.3.2. Verhouding gemeente en OCMW m.b.t. Lokaal Sociaal Beleid In het Overlegcomité OCMW-Gemeente van 17 september 2007 werd gunstig advies verleend aan het Bestuursakkoord tussen de stad en het OCMW van Herentals voor de legislatuur 2007-2012: ‘Samen werken aan een geïntegreerd lokaal welzijnsbeleid'. De afspraken die hierbij werden gemaakt, passen perfect binnen het kader van het Lokaal Sociaal Beleid. Bestuursakkoord OCMW-Gemeente De stad tekent het lokaal welzijnsbeleid uit op voordracht van en in samenspraak met het OCMW en de lokale actoren. Het OCMW is verantwoordelijk voor de coördinatie van het lokaal sociaal beleid en de operationele en tactische doelstellingen. Om de samenwerking en afstemming tussen stad en OCMW op beleidsniveau te garanderen, zal het Overlegcomité OCMW-Gemeente zo efficiënt mogelijk gebruikt worden. Het Overlegcomité zal minstens vier keer per jaar samenkomen. Daarenboven is de schepen bevoegd voor het OCMW aanwezig op de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, en kan de voorzitter van het OCMW op zijn beurt aanwezig zijn op het College van Burgemeester en Schepenen bij besprekingen over welzijn. De plangroep Lokaal Sociaal Beleid, die naast een aantal mandatarissen en ambtenaren van de stad en het OCMW ook afgevaardigden van het Herentalse Welzijnsoverleg telt, bewaakt de concrete uitvoering van het lokaal sociaal beleidsplan. Hij legt, indien nodig, strategische of operationele aanpassingen aan het lokaal sociaal beleidsplan voor aan het Overlegcomité.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
11/160
De coördinator lokaal sociaal beleid 3 zorgt, onder aansturing van de plangroep, voor de planning, opvolging, afstemming en evaluatie van de doelstellingen en acties die in het lokaal sociaal beleidsplan opgetekend zijn. Zij neemt bovendien het voortouw in een aantal inhoudelijk nieuwe dossiers. De coördinator lokaal sociaal beleid heeft zowel naar de OCMW-diensten als naar de dienst Sociale Zaken en Preventie van de Stad Herentals een inhoudelijk aansturende, coördinerende, stimulerende en ondersteunende rol. Binnen het lokaal sociaal beleid nemen de stad en het OCMW ieder een aantal specifieke taken op zich. Zo is de stad verantwoordelijk voor: −
sociale dienstverlening eigen aan de stad: gemeentelijke individuele sociale toelagen (bv. sociaal pedagogische toelage, begeleidingstoelage, gemeentelijke tussenkomst kabel-TV, milieusubsidie,…), pensioenen, vrijetijdspas, tegemoetkomingen minder-validen en bijkomende voordelen voor personen met een handicap, organisatie bejaardenfeesten en participatie seniorenraad
−
personen met een handicap: secretariaat van de werkgroep personen met een handicap, toegankelijkheidsproblematiek, …
−
(buitenschoolse) kinderopvang
−
preventie (drugpreventie, gezondheidspromotie, ziekte- en criminaliteitspreventie, huisbewaarder bouwmaatschappij,…)
−
werkstraffen
−
beheer en coördinatie van woonwagenterreinen Heirenbroek en Viaduct
−
ondersteuning van kleinschalige buurtgebonden activiteiten ter stimulering van het sociale weefsel (bijvoorbeeld straatfeesten, buurtvrijwilligers,…), en die niet onder de opdracht van een buurtwerking valllen
−
jeugdbeleid en jongerenoverleg
−
huisvesting.
Het OCMW is verantwoordelijk voor: −
armoedepreventie en -bestrijding
−
algemene sociale dienstverlening (financiële steunverlening, budgetbegeleiding, informatie verstrekken,…)
−
collectieve schuldenregelingen
−
lokale werkgelegenheid, werkwinkel, sociale economie en sociale tewerkstelling
−
onthaal van migranten
−
onthaal en opvang van asielzoekers
−
onthaal en opvang van thuislozen
3
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn heeft op 23 oktober 2007 mevrouw Leen Dries aangesteld als coördinator lokaal sociaal beleid.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
12/160
−
diensten voor thuiszorg
−
beheer van residentiële bejaardenvoorzieningen
−
integraal ouderenbeleid, seniorenraad
−
ziekenhuis
−
coördinatie welzijnsoverleg
−
buurt- en opbouwwerk
−
buurtgerichte jongerenwerking
−
rechtshulp
−
psychiatrisch zorgproject
−
opvoedingsondersteuning.
Beiden zijn in onderling overleg verantwoordelijk voor de ondersteuning van private initiatieven omtrent de residentiële, de semi-residentiële en de ambulante gehandicaptenzorg. Het Overlegcomité OCMW-Gemeente kan deze taakafspraken bijsturen en nieuwe toewijzingen doen. Coördinator lokaal sociaal beleid Deze functie is door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn op 23 oktober 2007 ingevuld en biedt ons volgende mogelijkheden (uit: behoeftenplan coördinator lokaal sociaal beleid): –
het idee om samen met de stad een gezamenlijk sociaal beleid en een sociaal huis (afstemming van dienstverlening) te realiseren is een kans die we niet mogen laten liggen. De afstemming van taken en de samenwerking op het vlak van welzijn tussen stad en OCMW is voor velen een voorbeeld, maar is voor ons niet voldoende. Samenwerking is nog te veel passief : het niet in elkaars weg lopen. Een actief, centraal aangestuurd welzijnsbeleid moet nog meer dynamiek en efficiëntie mogelijk maken. We denken dan aan: kinderopvang en tewerkstelling, culturele participatie en vrijetijdspas, tal van initiatieven worden met eigen motieven zowel door OCMW als door gemeente financieel ondersteund, buurtgerichte aanpak van stad en OCMW is te weinig op elkaar afgestemd,…
–
het realiseren van een bakstenen Sociaal Huis – integratie van de sociale diensten van OCMW en gemeente op één locatie – is op korte termijn niet realistisch. Hiervoor zijn momenteel immers geen concrete plannen, engagementen, noch financiële middelen. Toch willen we de volgende jaren de wenselijkheid en haalbaarheid hiervan op middenlange termijn onderzoeken.
–
in het goedgekeurde eerste lokaal sociaal beleidsplan (2006-2007) werd de visie op het lokaal sociaal beleid duidelijk verwoord: * de stad staat in voor de uittekening van het lokaal welzijnsbeleid (op voordracht en in samenspraak met het OCMW en de lokale actoren); * het OCMW staat in voor de coördinatie van het lokaal sociaal beleid en de operationele en tactische doelstellingen).
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
13/160
Hiermee anticiperen we duidelijk op de evolutie die de organisatie en de positionering van de OCMW’s tegenover de gemeentes momenteel ten deel valt en die uiteraard zijn vervolg nog zal kennen (wijzigingen OCMW-wet ter afstemming op het nieuw gemeentedecreet). –
niet alleen de afstemming van de sociale dienstverlening tussen stad en OCMW dient verder ontwikkeld te worden, ook de realisatie van een integraal lokaal sociaal beleid én een sociaal huis met de derde actoren vormt voor het Herentalse bestuur een belangrijke uitdaging. Hiermee wensen we het bestaande Herentalse Welzijnsoverleg te verstevigen en verder uit te bouwen.
–
blijkbaar is het de Vlaamse regering menens met het decreet op het lokaal sociaal beleid. Het uitvoeringsbesluit van 24.02.2006 geeft de mogelijkheden aan voor welke sectoren beleidsdocumenten – opgelegd in het kader van de sectorale regelgeving – geheel of gedeeltelijk door het lokaal sociaal beleidsplan kunnen worden vervangen: algemeen welzijnswerk, kinderopvang, maatschappelijk opbouwwerk, voorzieningen voor bejaarden,voorzieningen in de thuiszorg, diensten voor oppashulp en het beleid rond ouderenparticipatie. Deze plannen zitten momenteel verspreid over gemeente, lokale actoren en OCMW. Samenvoeging moet leiden tot vermindering van de "planlast" en betere lokale afstemming. Ook de in hetzelfde decreet opgenomen voorwaarden voor de opmaak van het plan tonen aan dat dit zal moeten evolueren naar een allesomvattend, dynamisch en resultaatgericht beleidsdocument op het vlak van welzijn.
–
door de sterke uitbouw van het OCMW, niet in het minst mee gerealiseerd door de intergemeentelijke samenwerking, is er ook intern behoefte aan een betere aansturing, afstemming en coördinatie tussen de respectieve diensthoofden en stafmedewerkers (sociale dienst, tewerkstelling, rechtshulp en collectieve schuldenregeling). Ook hier wordt, net als in de samenwerking met de stad, bepaalde synergie onbenut gelaten.
De coördinator lokaal sociaal beleid neemt een inhoudelijk aansturende, coördinerende, stimulerende en ondersteunende rol op in het kader van het lokaal sociaal beleid. Zij moet een katalysator worden die zorgt dat het plan wordt uitgevoerd en opgevolgd en die het voortouw kan nemen in een aantal inhoudelijke (nieuwe) dossiers. Bovendien neemt zij mee het voortouw in de uitwerking van het Sociaal Huis en neemt zij initiatief om de dienstverlening OCMW/gemeente, maar ook deze van de derdenorganisaties, beter op mekaar af te stemmen. In deze zin behoort de organisatie van het Herentalse Welzijnsoverleg eveneens tot haar verantwoordelijkheidsgebied. De coördinator lokaal sociaal beleid is zowel een staf- als een lijnfunctie. Zij geeft leiding aan het hoofd van de sociale dienst, de coördinator tewerkstelling, de juristen rechtshulp en de jurist collectieve schuldenregeling. Naar de dienst Sociale Zaken en Preventie van de stad neemt de coördinator lokaal sociaal beleid een inhoudelijk aansturende, coördinerende, stimulerende en ondersteunende rol op, zonder daarbij als directe of hiërarchisch leidinggevende van deze dienst te fungeren. Dit is trouwens niet mogelijk binnen de huidige regelgeving. Niet alleen is de beleidscommunicatie met de schepen van Sociale Zaken een erg belangrijk aandachtspunt, ook met de betrokken ambtelijk verantwoordelijken van de stad moeten duidelijke afspraken worden gemaakt. LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
14/160
Het lokaal bestuur kiest dus duidelijk voor een maximaal scenario: één centraal aangestuurd lokaal sociaal beleid in Herentals waarmee duidelijk wordt geanticipeerd op de visie van de Vlaamse Regering inzake organisatie van het lokaal bestuur. Dit betekent dat zowel de sociale, juridische en intergemeentelijke diensten van het OCMW, als de dienst sociale zaken van de stad strategisch zullen worden aangestuurd door de coördinator lokaal sociaal beleid. 2.3.3. Communicatie met en participatie van actoren, burgers en doelgroep Het stads- en OCMW-bestuur van Herentals hechten veel belang aan communicatie met en participatie van de actoren, burgers en de doelgroep omtrent het lokaal welzijnsbeleid. Om dit te illustreren verwijzen we naar de lange traditie van (formele én informele) overlegorganen die werkzaam zijn binnen onze gemeente: –
Welzijnsoverleg (stuurgroep en algemene vergadering)
–
Seniorenraad
–
Centrumraad (lokaal dienstencentrum voor senioren in Begijnhof)
–
Forum Lokale Werkgelegenheid
–
Jongerenoverleg
–
Buurtcontactpunt De Klink (werkzaam in de wijken met aandacht Diependaal en Sterrebos)
–
De Fakkel, vereniging waar armen het woord nemen
–
Armoedeoverleg
–
Familieraad RVT Sint-Anna
–
Bewonersvergadering huurders bejaardenwoningen
–
Vrijwilligers vreemdelingen, dienstencentrum, minder-mobielencentrale, RVT, …
–
Werkgroep personen met een handicap
(dit is een niet-limitatieve lijst) Bovendien communiceren we met onze collega-hulpverleners en de burger via de (digitale) sociale kaart, seniorengids, stadskrant, stadsgids, stadsinfo, OCMW-brochure, OCMWinfo, … Sinds 2004 heeft het OCMW ook een gebruiksvriendelijke website, die vertrekt vanuit de cliënt als hulpvrager. Ook de sociale dienstverlening van de gemeente zijn hierop terug te vinden. Uiteraard wordt er voortdurend gezocht naar mogelijkheden tot verdere uitdieping van de communicatie met en participatie van de burger. Communicatie beleidsplan We hebben het eerste lokaal beleidsplan gebruikt als hulpmiddel om met de veldwerkers en de Herentalse burger te communiceren en hen hieraan te laten participeren, met het oog op het ontwerp van het beleidsplan 2008-2014. De verantwoordelijken hebben hun projectfiche besproken met hun eigen dienst en met organisaties die rechtstreeks zijn betrokken. Daar waar dit mogelijk was, is de projectfiLSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
15/160
che ook teruggekoppeld naar de achterban zodat de inspraakmogelijkheid werd gegarandeerd. Voorstelling projectfiches In een tweede stap zijn de projectfiches voorgesteld en toegelicht aan het Welzijnsoverleg Herentals in 7 Algemene Vergaderingen tussen oktober 2006 en september 2007. In dit Welzijnsoverleg zetelen alle organisaties, diensten en instellingen die werkzaam zijn in de welzijnszorg en gezondheidszorg en die Herentals als werkgebied hebben. Bij deze algemene vergaderingen van het Welzijnsoverleg worden steevast ook de gemeenteraadsleden en OCMW-raadsleden van Herentals uitgenodigd én – indien relevant – ook beleidspersonen en veldwerkers van andere lokale besturen waarmee we samenwerken. In totaal gaat het over ruim 160 personen en/of organisaties die worden uitgenodigd. De zeven algemene vergaderingen hadden de volgende onderwerpen: –
30 november 2006 : voorstelling projectfiche ocmw: maatschappelijke dienstverlening, schuldhulpverlening en vreemdelingen
–
30 januari 2007: voorstelling projectfiche ISOM: intergemeentelijke tewerkstelling, rechtshulp en collectieve schuldenregeling
–
6 maart 2007: voorstelling projectfiche stedelijke diensten: werkstraffen, vrijetijdspas, woonwagenterrein
–
17 april 2007 om 14.00 uur: voorstelling projectfiches stedelijke gezondheidspromotie en ziektepreventie, drugpreventie en criminaliteitspreventie
–
29 mei 2007: voorstelling projectfiches ouderenzorg (incl. psychiatrische zorg)
–
19 juni 2007 om 20.00 uur: voorstelling projectfiches kinderopvang, opvoedingsondersteuning, jongeren en psychosociale hulpverlening
–
20 september 2007 om 20 uur: voorstelling projectfiche opbouwwerk, huisvesting en gehandicaptenzorg.
Ten slotte zal de manier waarop wij in Herentals het sociaal huis gaan verwezenlijken, worden bekend gemaakt met een apart communicatieplan in samenwerking met een professioneel communicatiebureau. De precieze uitwerking ligt uiteraard nog niet vast, zeker is wel dat er zal gebruik gemaakt worden van een communicatiemix én dat er extra aandacht zal worden besteed aan doelgroepencommunicatie. Voor de verdere uitwerking van het Sociaal Huis in Herentals verwijzen we naar hoofdstuk 6 van dit beleidsplan. De communicatie van de inhoud van het beleidsplan en de idee van het sociaal huis naar de zwaksten binnen onze samenleving maakt onderdeel uit van deze projectfiche ‘Sociaal Huis’. 2.3.4. Vrijwilligerswerk Betekenis van vrijwilligers in het kader van het lokaal sociaal beleid Wij zien vrijwilligerswerk als een dienstverlening en streven naar een 'win-win'-situatie voor alle belanghebbenden.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
16/160
Via het vrijwilligerswerk vergroten we de draagkracht van het lokaal sociaal beleid, ondersteunen we de professionele werking, bieden we ontplooiingskansen aan de burger en verbeteren en verruimen we onze dienstverlening. Het inschakelen van vrijwilligers in de werking van de organisatie moet een verrijking zijn en geen besparing. Medewerkers worden ondersteund om de vrijwilligers op een positieve manier te benaderen. Informatie, een goede taakafbakening en omkadering zijn hiertoe belangrijke instrumenten. We stemmen onze vrijwilligerswerking af op de maatschappelijke evolutie en uiteraard de regelgeving. Profiel van de vrijwilliger Een vrijwilliger is een gemotiveerd, geëngageerd iemand die zich met zijn talenten, kennis en vaardigheden wil inzetten voor anderen. Ook de vrijwillige inzet van personeelsleden voor de organisatie beschouwen wij als vrijwilligerswerk. Anderzijds engageert de organisatie zich om gepaste taken te geven en ondersteuning te bieden, rekening houdend met de mogelijkheden van de vrijwilliger, de personeelsleden en de organisatie. Werving van vrijwilligers Voor de ene dienst is er een actief, voor de andere een passief wervingsbeleid. Dit is afhankelijk van de behoeften en mogelijkheden van de dienst enerzijds en het potentieel aan vrijwilligers anderzijds. Kandidaat vrijwilligers worden begeleid in hun keuze. Zij krijgen informatie over de verschillende mogelijkheden en vereisten. Indien nodig worden zij doorverwezen. Er wordt steeds gekeken naar de haalbaarheid van een samenwerking voor beide partijen. Begeleiding en ondersteuning Nieuwe vrijwilligers worden ingewerkt door de verantwoordelijke medewerker of door een medevrijwilliger. Zij krijgen informatie over de verzekering, de werking, de medewerkers, de structuur, de aanspreekpersonen en de privacy. Dit alles wordt gebundeld in een organisatienota zoals voorgeschreven door de nieuwe regelgeving. De dienstverantwoordelijke zal op regelmatige basis de werking en het takenpakket evalueren in samenspraak met de vrijwilliger en creëert openheid voor inbreng van de vrijwilliger in de werking. Er wordt een evenwicht gezocht tussen ondersteuning en zelfstandigheid. Vrijwilligers vragen de nodige omkadering (beleid, methodische aanpak). Medewerkers krijgen hiervoor de nodige tijd en middelen. Vrijwilligers hebben het recht om deel te nemen aan vorming die nodig is om hun taak naar behoren uit te voeren en op een aantal materiële blijken van waardering (al dan niet gecombineerd) zoals: onkostenvergoedingen, maaltijden, consumpties, verzekering en bijscholing. Waarderingsbeleid
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
17/160
Nog belangrijker zijn echter het schouderklopje, het respect, kleine attenties, een vrijwilligersfeest,… We willen hier verwijzen naar de vijf soorten menselijke behoeften van Maslow: –
de fysiologische behoeften
–
de behoefte aan veiligheid
–
de behoefte aan sociaal contact en acceptatie
–
de behoefte aan erkenning
–
de behoefte aan zelfrealisatie.
De drie laatste behoeftes kunnen een drijfveer zijn voor mensen om in het vrijwilligerswerk te stappen. Door als organisatie in de mate van het mogelijke rekening te houden met deze behoeften kunnen we een 'win-win'-relatie realiseren met onze vrijwilligers. 2.3.5. Regionale en intergemeentelijke samenwerking We willen het subsidiariteitsbeginsel zoveel mogelijk toepassen en wensen actief te anticiperen op evoluties en tendensen die zich inzake welzijnsbeleid in onze regio aandienen. Hierbij verdient het Toekomstplan Kempen 2005-2015 van vzw SPK, onze bijzondere aandacht. Van de vier sleuteluitdagingen - naar een vernieuwende, duurzame, aantrekkelijke en zorgzame regio – die in het plan zijn opgenomen, wensen we vooral, maar niet uitsluitend, het luik "zorg" mee te ontwikkelen. We willen hierin enerzijds de kwantitatieve achterstand op zorg inlopen en anticiperen op de toenemende vergrijzing van onze samenleving en anderzijds de sociale cohesie versterken en antwoord geven op maat van de kwetsbare medemens. We willen in dit verband ook waar kan en waar nodig anticiperen op de stimuli die door RESOC (Regionaal Economisch en Sociaal Overlegcomité) in ons arrondissement zullen worden gegeven. Het OCMW van Herentals is sinds 1982 aangesloten bij Welzijnszorg Kempen. Dit is een publiekrechtelijke vereniging opgericht op basis van de organieke wet op de OCMW’s van 8 juli 1976. Alle 27 OCMW’s van het arrondissement Turnhout zijn bij deze vereniging aangesloten. Welzijnszorg Kempen heeft een aantal eigen initiatieven, zoals een gemeenschappelijke dienst informatieveiligheid (cfr. aansluiting bij de Kruispuntbank) en een regionale dienst voor gezinszorg, en participeert in andere verenigingen, zoals in de vzw Geestelijke Gezondheidszorg Kempen, het Lokaal Gezondheidsoverleg en CAW De Kempen. Welzijnszorg Kempen is de meest geschikte organisatie voor die activiteiten die best op regionaal niveau worden aangepakt. Daarnaast hebben het OCMW van Herentals en de OCMW’s van de 6 omringende gemeenten een jarenlange traditie inzake samenwerking op het gebied van rechtshulp, tewerkstelling en schuldbemiddeling. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in de oprichting van de feitelijke vereniging ISOM. Het OCMW van Herentals profileert zich als initiator, kwaliteitsbewaker en facilitator van deze samenwerking, uiteraard steeds in overleg en maximale betrokkenheid van de partners.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
18/160
In de loop van 2006 drong een evaluatie van de beleidsstructuur van ISOM zich op. De noodzaak tot verdere samenwerking werd door de partners niet in twijfel getrokken, wel de wijze waarop deze samenwerking in de toekomst gestructureerd en georganiseerd kan worden. Medio 2007 is de evaluatie van de uitgangspunten en structuur van de intergemeentelijke samenwerking nog steeds in volle gang. Voor meer informatie over ISOM verwijzen we naar de persnota die bij de oprichting van ISOM werd opgemaakt. Opdrachtverklaring ISOM “De OCMW’s van de gemeenten Herenthout, Grobbendonk, Vorselaar, Lille, Kasterlee, Olen en Herentals wensen hun dienstverlening aan de bevolking te verbeteren door samen te werken en door gezamenlijk initiatieven te ontplooien. Om dit mogelijk te maken richten zij de intergemeentelijke vereniging ISOM op, een feitelijke vereniging zonder rechtspersoonlijkheid: Intergemeentelijke Samenwerking OCMW’s Middenkempen. De intergemeentelijke vereniging ISOM zal zich toespitsen op het organiseren van dienstverlening die moeilijk of niet op lokaal niveau, maar wel op intergemeentelijk niveau kan worden gerealiseerd. Alle initiatieven van de vereniging kaderen steeds binnen het recht op maatschappelijke dienstverlening zoals dit wordt verwoord in artikel 1 van de organieke wet van 8 juli 1976 op de OCMW’s: “Elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Er worden openbare centra voor maatschappelijk welzijn opgericht die, onder de door deze wet bepaalde voorwaarden, tot opdracht hebben deze dienstverlening te verzekeren.” De door het samenwerkingsverband genomen initiatieven moeten tevens een ondersteuning betekenen voor de dagelijkse werking van de lokale besturen. Momenteel omhelst deze interlokale samenwerking de dienstverlening omtrent sociale tewerkstelling, rechtshulp en collectieve schuldenregelingen, maar dit kan uiteraard worden uitgebreid. De participerende gemeenten van de intergemeentelijke vereniging ISOM zullen de volgende principes in hun samenwerking respecteren: –
de cliënt staat centraal; hij/zij is het begin- en het eindpunt;
–
resultaatgericht werken;
–
subsidiariteitsbeginsel;
–
maximale betrokkenheid, evenwaardigheid en participatie van de deelnemende OCMW’s;
–
streven naar een kwaliteitsvolle dienstverlening.
In de werking van de intergemeentelijke vereniging zal aandacht worden besteed aan preventie, het voorkomen van noden.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
19/160
Het samenwerkingsverband zal bovendien overleg plegen met andere openbare en privéinitiatieven om de dienstverlening aan de bevolking en de samenwerking in het welzijnsveld te optimaliseren.” ISOM versus Welzijnsoverleg We wensen een synergie te bewerkstelligen tussen het lokaal sociaal beleid, de werking van ISOM en het Welzijnsoverleg Herentals om op deze manier nog beter werk te kunnen maken van een echt regionaal sociaal beleid. Veel partners (CAW De Kempen, de private diensten voor gezinszorg, …) hebben immers een regionale werking. ISOM lijkt ons dan ook het geschikte forum om met deze partners gesprekken te voeren omtrent samenwerking, onderlinge afstemming, …
3. Algemene omgevingsanalyse 3.1. Inleiding De stad Herentals is gelegen in de Zuiderkempen in het hartje van de provincie Antwerpen. Sinds de fusie van Herentals met Noorderwijk en Morkhoven in 1977 bestrijkt de gemeente een oppervlakte van 4.764 ha. Terwijl Noorderwijk en Morkhoven veeleer landelijk van karakter zijn, wordt de deelgemeente Herentals gekenmerkt door zijn oude stadskern binnen de ring en zijn (sociale) woonwijken buiten de ring. Begin 2007 telde Herentals meer dan 26.000 inwoners. Herentals wordt wel eens de toeristische hoofdstad van de Kempen genoemd. Bezienswaardigheden zoals de stadspoorten, de Lakenhal, de Sint-Waldetrudiskerk en het Begijnhof leveren het bewijs van een interessant verleden. Maar naast deze culturele en historische waarde heeft Herentals nog andere troeven. De bosrijke omgeving trekt natuurliefhebbers en wandelaars aan. Door de hoge scholenconcentratie, de aanwezigheid van een ziekenhuis en de uitbouw van de industrieparken is Herentals nu meer dan ooit een centrumgemeente. Sinds enkele jaren is de dienstverlening daarom steeds uitgebreider geworden. Steeds vaker vestigt de regionale zetel van belangrijke spelers uit het welzijnsveld zich ook in Herentals. In deze omgevingsanalyse van Herentals is getracht de belangrijkste indicatoren in kaart te brengen die een invloed kunnen uitoefenen op het lokaal sociaal beleid. Er is een onderscheid gemaakt tussen demografische, socio-economische en huisvestingsfactoren. Om de cijfers van Herentals beter te kunnen interpreteren, wordt de vergelijking gemaakt met gelijkaardige steden uit het arrondissement (i.c. Turnhout, Geel, Mol en Westerlo) en met het gemiddelde van de ISOM-gemeenten met uitzondering van Herentals (d.w.z. Grobbendonk, Herenthout, Kasterlee, Lille, Olen en Vorselaar). Waar nodig wordt ook het arrondissementeel en Vlaams gemiddelde weergegeven. Om de evolutie van bepaalde fenomenen te kunnen duiden, worden de actuele cijfers vergeleken met deze van een aantal jaren geleden. Deze omgevingsanalyse is niet exhaustief. In de verschillende projectfiches van het lokaal sociaal beleidsplan wordt immers al een kwantitatieve en kwalitatieve analyse geschetst van de interne en externe omgeving. Hierin wordt al het relevante cijfermateriaal LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
20/160
met betrekking tot het onderwerp in kwestie en met de reeds bestaande dienstverlening uitvoerig toegelicht. In de algemene omgevingsanalyse zal waar nodig naar deze individuele projectfiches verwezen worden.
3.2. Demografische indicatoren 3.2.1. Algemene gegevens Begin 2007 woonden er 26.142 personen in Herentals, waarvan 19.132 in het centrum, 5.092 in Noorderwijk en 1.918 in Morkhoven. Herentals telt iets meer vrouwelijke (13.236) dan mannelijke inwoners (12.906).
Deelgemeenten
Aantal mannen op 31/12/06
Aantal vrouwen op 31/12/06
Totaal op 31/12/06
Herentals
9.372
9.760
19.132
Noorderwijk
2.577
2.515
5.092
Morkhoven
957
961
1.918
Tabel 1 (bron: Lokale Statistieken, www.lokalestatistieken.be )
In de periode 2002-2006 nam de bevolking toe met 499 personen. Dit is een groei van 1,95%. De bevolkingsgroei in Herentals volgt daarmee het Vlaamse gemiddelde (+1,7%), maar is lager dan het arrondissementeel gemiddelde (+2,4%).
Bevolkingsgroei periode 2002-2006 45000 40000
Herentals
35000
Geel Mol
30000
Turnhout
25000
Westerlo
20000 2002
Grafiek 1
2003
2004
2005
2006
(bron: Lokale Statistieken, www.lokalestatistieken.be )
Herentals heeft met 536 inwoners per vierkante kilometer, de op één na grootste bevolkingsdichtheid van het arrondissement (na Turnhout waar 709 inwoners per vierkante kilometer wonen).
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
21/160
3.2.2. Bevolkingssamenstelling De leeftijdsstructuur van Herentals sluit redelijk goed aan bij die van het Vlaams Gewest. Er is een lagere vertegenwoordiging in de categorieën tot 14 jaar, een hogere vertegenwoordiging in de categorieën tussen 35 en 50 jaar. vrouwen
Bevolkingspiramide 2006 > 95
mannen
> 95
90- 94
90- 94
85- 89
85- 89 80- 84
80- 84 75- 79
75- 79
70- 74
70- 74
65- 69 60- 64
65- 69 60- 64
55- 59 50- 54
55- 59 50- 54 45- 49
45- 49 40- 44
40- 44
35- 39
35- 39
30- 34 25- 29
30- 34 25- 29
20- 24
20- 24
15 - 19 10 - 14
15 - 19 10 - 14
5-9
5-9
0-4 1250
1000
750
0-4 500
250
0
250
500
750
1000
1250
1500
Grafiek 2 (bron: Lokale Statistieken, www.lokalestatistieken.be )
3.2.2.1.
Percentage 0-24 jarigen in verhouding tot de totale bevolking
Op 1 januari 2006 telde Herentals 6.974 inwoners jonger dan 25 jaar. Zij maken 26,75% uit van de totale bevolking. In vergelijking met 1 januari 2000 is hun aandeel in de totale bevolking met meer dan 2% gedaald. Deze ontgroening, die het gevolg is van een dalend geboortecijfer, is over heel Vlaanderen merkbaar (gemiddeld -0,97 %).
3.2.2.2.
Percentage 65-plussers in verhouding tot de totale bevolking.
17,6% van de totale bevolking (4.599 inwoners) was op 1 januari 2006 ouder dan 65 jaar. Dit percentage is vergelijkbaar met het Vlaams gemiddelde (17,8%), terwijl het arrondissementeel gemiddelde 16% bedraagt. Ten opzichte van januari 2000 is het aantal 65-plussers met 12,8% toegenomen in Herentals, terwijl hun aantal over geheel Vlaanderen met 9% steeg. De toename van het aantal 65-plussers - in combinatie met een dalend geboortecijfer heeft een aantal belangrijke maatschappelijke gevolgen:
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
22/160
-
Zo zal de afhankelijkheidsratio binnen een aantal jaren sterk toenemen in Herentals (in tegenstelling tot de daling van 77,83 naar 74,9 in de periode van 2000 tot 2006). Deze ratio is een schatting van het aantal niet-actieve personen in verhouding tot de bevolking op beroepsactieve leeftijd. In Herentals zijn op 100 inwoners van 20-59 jaar 74,9 inwoners jonger dan twintig en ouder dan zestig. Een stijging van de afhankelijkheidsratio impliceert dat elke economisch actieve persoon in de toekomst gevoelig meer dan nu zal moeten bijdragen om de economisch niet-actieve personen te onderhouden. Ten opzichte van het Vlaams Gewest (met een afhankelijkheidsratio van 82,4 in 2006) scoort Herentals relatief goed.
-
Ook de familiale zorgindex gaat in stijgende lijn: van 25,9 in 2000 naar 30,9 in 2006. De familiale zorgindex duidt aan hoeveel bejaarden er zijn in verhouding tot de bevolking die er normaliter de zorg moet voor nemen. De laatste jaren stijgt deze index gestaag, wat betekent dat er naar verhouding meer zorgbehoevende ouderen (80-plussers) zullen zijn tegenover minder potentieel zorgverlenende vijftigers (50-59-jarigen).
De Vlaamse familiale zorgindex piekte in 2006 op 32,9. De vergrijzing en ontgroening worden uitgebreider toegelicht in de projectfiche rond ouderenzorg in Herentals).
3.2.2.3.
Percentage alleenstaanden in verhouding tot het totaal aantal huishoudens.
In vergelijking met 2000, telde Herentals in 2006, 23,1% meer alleenstaanden. Hun aantal steeg van 2.613 in 2000 naar 3.217 in 2006. Aantal alleenstaanden t.o.v. aantal private huishoudens periode 2000-2006 12000 10243
10351
10441
10794 10902
10602
11028
10000 8000
aantal alleenstaanden
6000 4000
aantal huishoudens 2613
2658
2759
2900
3030
3136
3217
2000 0 2000
Grafiek 3
2001
2002
2003
2004
2005
2006
(bron: Studiedienst van de Vlaamse Overheid )
Door de sterke stijging van het aantal alleenstaanden (+ 23,1%), in vergelijking met een kleinere groei van het totaal aantal huishoudens (+ 7,7%), vertegenwoordigden de alleenstaanden in 2005 reeds 29,2% van het totaal aantal huishoudens. In het arrondissement ligt dit percentage enkel in Turnhout (34,6%) hoger.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
23/160
3.2.2.4.
Gemiddelde gezinsgrootte
De sterke groei van het aantal alleenstaanden in Herentals heeft ondermeer als gevolg dat de gemiddelde grootte van een huishouden in de periode 2001-2006 gedaald is van 2,49 naar 2,36. Hiermee volgt Herentals de dalende tendens in Vlaanderen en het arrondissement. Volgens projecties van de Vlaamse overheid zal de gemiddelde gezinsgrootte trouwens verder blijven dalen in Herentals (2,28 in 2010 tot 2,09 in 2025). aantal inwoners
aantal huishoudens
gemiddelde gezinsgrootte
Gemiddelde ISOM (excl. Herentals)
11.866
4.612
2,57
Westerlo
22.896
9.169
2,50
419.570
168.040
2,50
Geel
35.189
14.330
2,46
Mol
32.751
13.411
2,44
Vlaanderen
6.078.600
2.525.849
2,41
Herentals
26.071
11.028
2,36
Turnhout
39.791
17.813
2,23
Situatie op 1/1/2006
Arrondissement hout
Tabel 2
Turn-
(bron: Lokale Statistieken, www.lokalestatistieken.be )
Herentals heeft, op Turnhout na, de kleinste gemiddelde gezinsgrootte in de regio, wat typisch is voor een stedelijk gebied. Kleinere gezinnen en alleenstaanden geven immers traditioneel vaker de voorkeur aan een stedelijke omgeving. Zij verkiezen woningtypes met een hoge dichtheid boven vrijstaande woningen. Kleinere, oudere gezinnen doen ook vaker een beroep op voorzieningen en diensten in de onmiddellijke omgeving. De gezinsverdunning (d.w.z. het feit dat de huishoudens kleiner worden) heeft met andere woorden zijn gevolgen voor het toekomstige huisvestingsbeleid van Herentals (→zie projectfiche Huisvesting). Het feit dat het aantal alleenstaanden stijgt, heeft ook een invloed op de gemiddelde koopkracht van een huishouden in Herentals. Alleenstaanden hebben immers in verhouding veel uitgaven die zij met één inkomen moeten betalen waardoor zij het financieel vaak moeilijker hebben dan samenwonenden of gehuwden. Vooral alleenstaande vrouwen vormen hier een risicogroep (zie 2.2.5).
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
24/160
3.2.2.5.
Percentage kinderen van alleenstaanden tegenover het totaal aantal kinderen
Begin 2004 woonden 531 op een totaal van 5.397 kinderen jonger dan 18 jaar, in een eenoudergezin. Dit is bijna 1 op de 10 kinderen (9,84%). Enkel in Turnhout (11,35%) zijn er in het arrondissement meer kinderen van alleenstaanden. Het Vlaams gemiddelde ligt 1,5% lager met 8,49%. Het merendeel van de eenoudergezinnen (83%) betreft vrouwen: in 2004 waren er 699 alleenstaande moeders met kinderen tegenover 143 alleenstaande vaders met kinderen.
Aantal kinderen van alleenstaanden
Totaal aantal kinderen
Percentage kinderen van alleenstaanden
Turnhout
945
8.110
11,65
Herentals
531
5.397
9,84
Vlaanderen
113.971
1.342.137
8,49
Geel
523
7.134
7,33
Mol
506
6.936
7,3
Westerlo
345
4.813
7,17
Gemiddelde ISOM (excl. Herentals)
178
2.730
6,52
Situatie op 1/1/2004
Tabel 3 (bron: Lokale Statistieken, www.lokalestatistieken.be en Studiedienst van de Vlaamse regering)
Het hoge percentage kinderen uit eenoudergezinnen heeft bijgevolg vooral een negatieve invloed op de bestaanszekerheid van alleenstaande vrouwen. De negatieve relatie bestaanszekerheid/ alleen wonen is immers des te groter naarmate het gezin meer kinderen telt.
3.2.2.6.
Percentage SIF-migranten in verhouding tot de totale bevolking.
Op 1 januari 2003 woonden er 259 SIF-migranten in Herentals.4 In vergelijking met de andere stedelijke gebieden uit het arrondissement en met het Vlaams gemiddelde, zijn ze in Herentals relatief klein in aantal (cf. 1 op 100 inwoners).
4
SIF-vreemdelingen zijn migranten met een permanente woonplaats in het Vlaams gewest die afkomstig zijn uit landen waarvan het bruto nationaal product per capita onder een bepaalde ondergrens ligt of personen met een Italiaanse, Spaanse, Portugese en Griekse nationaliteit.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
25/160
Een hoog percentage SIF-migranten wordt vaak als een negatieve indicator beschouwd voor de aanwezigheid van kansarmoede in een gemeente. Zonder te beweren dat alle migranten per definitie kansarm zijn, stellen we vast dat zij als groep vaker in achterstandsposities vertoeven op het gebied van wonen, werken, onderwijs, gezondheid, maatschappelijke integratie, enz.
Situatie op 1/1/2003
Aantal SIFmigranten
Aantal inwoners
Percentage SIF-migranten t.o.v. totale bevolking
138.926
5.995.553
2,32
Turnhout
891
39.235
2,27
Mol
496
32.170
1,54
Geel
349
34.350
1,02
Herentals
259
25.689
1,01
Westerlo
98
22.331
0,44
Gemiddelde ISOM (excl. Herentals)
43
11.700
0,37
Vlaanderen
Tabel 4
(bron: Lokale Statistieken, www.lokalestatistieken.be)
In 2006 telde Herentals in totaal 600 vreemdelingen (d.w.z. personen die niet de Belgische nationaliteit bezitten). 3.2.2.7.
Migratiesaldo
Het migratiesaldo bedroeg 115 in Herentals in 2005. In vergelijking met de andere gemeenten uit onze regio heeft Herentals met een gemiddeld migratiesaldo van 71 voor de periode 2001-2005 het laagste migratiesaldo na het gemiddelde van de ISOM-gemeenten (excl. Herentals). Een positief migratiesaldo geeft aan dat er meer inwijkelingen dan uitwijkelingen zijn. Des te hoger het migratiesaldo, des te hoger de aantrekkingskracht die een gemeente uitoefent.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
26/160
Gemiddeld migratiesaldo over de periode 2001-2005 300
243
250 200
145
150
95
Turnhout
Westerlo
71
100 50
88
18
0
ISOMHerentals
Grafiek 4
Herentals
Mol
Geel
(bron: Lokale Statistieken, www.lokalestatistieken.be)
3.3. Socio-economische indicatoren 3.3.1. Werkgelegenheid Op 31 december 2003 waren er 14.232 werknemers in Herentals verspreid over 826 ondernemingen. De voedingsnijverheid (1.800 arbeidsplaatsen) en de metaalverwerkende nijverheid (3.000 arbeidsplaatsen) zorgen voor een belangrijk deel van de werkgelegenheid. Na Turnhout (met meer dan 20.000 werknemers) behoort Herentals tot een trio van gemeenten, samen met Geel en Mol, met meer dan 10.000 werknemers. Op 31 december 2003 woonden in Herentals 9.752 werknemers. Dit aantal ligt 4.480 eenheden lager dan de tewerkstelling in Herentals. Dat betekent dat er meer mensen in Herentals werken dan dat er beroepsactieve inwoners zijn. Herentals stelt met andere woorden heel wat werknemers van buiten de gemeente tewerk. In vergelijking met de meer dan 14.000 werknemers in Herentals is het aantal zelfstandigen met 1.506 eenheden op 31 december 2003 eerder beperkt. Dit laag aantal zelfstandigen tegenover het aantal werknemers is echter typerend voor een gemeente met een sterk ontwikkelde industrie. De meeste zelfstandigen zijn werkzaam in de handel, gevolgd door de nijverheid en de vrije beroepen. 3.3.2. Werkloosheid De werkloosheidsgraad 5 bedroeg in Herentals 6,19% op 30 juni 2007. Dat betekent dat iets meer dan 1 op 20 inwoners tussen 18 en 64 jaar, werkloos is. In totaal telt Herentals 787 niet-werkende werkzoekenden. In vergelijking met juni 2006 is het aantal niet-werkende werkzoekenden met 25,8% gedaald. De werkloosheidsgraad is met 2,25 procentpunten gedaald. Met 6,19% ligt de werkloosheidsgraad in Herentals nog steeds hoger dan het Vlaams (5,96%) en arrondissementeel gemiddelde (5,79%). Ook de andere gemeenten uit de
5 De werkloosheidsgraad wordt bepaald door de verhouding tussen het aantal niet-werkende werkzoekenden jonger dan 65 jaar en de beroepsbevolking jonger dan 65 jaar. LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
27/160
regio hebben relatief minder werkzoekenden (Geel= 5,65%, Mol = 6,12%, Westerlo = 5,88%, ISOM uitgezonderd Herentals =5,31%), met uitzondering van Turnhout (8,85%). 3.3.2.1.
Percentage NWWZ6 tot 25 jaar in verhouding tot het totaal aantal werklozen
Medio 2007 is bijna 1 op 4 werkzoekenden in Herentals jonger dan 25 jaar. In vergelijking met juni 2006 is de jongerenwerkloosheid met 25,9% gedaald.
Situatie op 1/7/2007
Aantal NWWZ < 25
Aantal NWWZ
% van totaal NWWZ
Geel
183
956
19,14
Westerlo
121
655
18,47
Turnhout
313
1.717
18,23
Vlaanderen
30.575
168.053
18,19
Herentals
143
787
18,17
Mol
167
929
17,98
2.011
11.577
17,37
48
299
16,18
Arrondissement hout
Turn-
Gemiddelde ISOM (excl. Herentals)
Tabel 5 (bron: VDAB, Arvastat, http://arvastat.vdab.be/nwwz/index.htm)
3.3.2.2.
Percentage NWWZ’s langer dan 1 werkloos t.o.v. het totaal aantal werklozen
Bijna één op twee NWWZ in Herentals is op 30 juni 2007 langer dan een jaar werkloos. In totaal gaat het om 372 personen (of 47,3%). Herentals scoort met dit cijfer relatief beter dan het Vlaams (48,8%) en arrondissementeel gemiddelde (52,1%). Toch is het percentage langdurig werklozen tegenover het totale werklozenbestand de afgelopen jaren sterk gestegen in Herentals: van 38,3% eind juni 2005 naar 47,3% eind juni 2007. Hieruit blijkt duidelijk dat ook in tijden van economische hoogconjunctuur langdurig werkzoekenden het relatief moeilijker op de arbeidsmarkt hebben dan andere werklozen (d.i. de zogenaamde restgroep). Situatie op 1/7/2007
Gemiddelde
6
Aantal NWWZ >1 j werkloos
Totaal aantal NWWZ
% van het totaal NWWZ
167
299
55,9
ISOM
NWWZ: niet-werkende werkzoekenden
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
28/160
(excl. Herentals) Turnhout
915
1.717
53,3
6.031
11.577
52,1
Westerlo
332
655
50,7
Mol
469
929
50,5
Geel
482
956
50,4
Vlaanderen
82.001
168.053
48,8
Herentals
372
787
47,3
Arrondissement Turnhout
Tabel 6 (bron: VDAB, Arvastat, http://arvastat.vdab.be/nwwz/index.htm)
Voor meer gedetailleerde cijfers over de werkloosheid in Herentals, en met name deze van de zogenoemde kansengroepen op de arbeidsmarkt, verwijzen we naar de projectfiche "Trajectbegeleiding en sociale tewerkstelling". 3.3.3. Begunstigden van het RMI (voorheen leefloon) Op 31 oktober 2006 telde Herentals 63 begunstigden van het recht op maatschappelijke integratie (RMI): op 1.000 inwoners betekent dit gemiddeld twee begunstigden van het recht op maatschappelijke integratie. Dit percentage ligt lager dan het Vlaamse gemiddelde (3,87), en beduidend lager dan de cijfers van Geel (5,43) en Turnhout (5,13). Situatie op 01/10/2006
Aantal begunstigden RMI
Aantal inwoners 01/01/2006
Aantal begunstigden RMI per duizend inwoners
Westerlo
29
22.896
1,27
Gemiddelde ISOM (excl. Herentals)
18
11.866
1,52
Mol
70
32.751
2,14
Herentals
63
26.071
2,42
Vlaanderen
23.512
6.078.600
3,87
Turnhout
204
39.791
5,13
Geel
191
35.189
5,43
Tabel 7 (bron: POD Maatschappelijke Integratie, www.mi-is.be) LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
29/160
In vergelijking met de situatie eind 2000 is het aantal begunstigden van het recht op maatschappelijke integratie tegenover de totale bevolking nauwelijks toegenomen (+1 begunstigde van het RMI). Voor meer informatie over het recht op maatschappelijke integratie en de financiële steun die het OCMW verleent: → zie projectfiche "Financiële hulpverlening". 3.3.4. Gemiddeld inkomen In 2004 bedroeg het gemiddelde inkomen per aangifte in Herentals 24.045 EUR. totaal netto belastbaar inkomen per inwoner was gelijk aan 14.245 EUR.
Het
Meer dan de helft van de belastingaangiften (nl. 52,7%) heeft betrekking op een inkomenscategorie lager dan 20.000 EUR. Het gemiddeld inkomen per aangifte lag in 2004 in Herentals 5% lager dan het Vlaamse gemiddelde. Het totaal netto belastbaar inkomen per huishouden ligt in Herentals met 33.846 EUR eveneens lager dan in Mol (34.275 EUR), Geel (34.799 EUR), Westerlo (35.964 EUR) en het gemiddelde van de omringende gemeenten Grobbendonk, Herenthout, Kasterlee, Lille, Olen en Vorselaar (35.650 EUR). In deze tabel heeft Herentals na Turnhout het laagste mediaan inkomen per aangifte. Situatie in 2004
Gem. inkomen per aangifte
Tot. netto belastbaar inkomen/inwoner
Tot. netto belastbaar inkomen/huishouden
Mediaan inkomen per aangifte
Vlaanderen
25.250
14.011
33.845
19.313
Westerlo
25.019
14.281
35.964
20.462
Mol
24.901
13.973
34.275
19.309
Gemiddelde ISOM - Herentals
24.788
13.844
35.650
19.441
Geel
24.317
14.106
34.799
19.124
Herentals
24.045
14.245
33.846
19.003
Turnhout
22.809
13.863
31.071
18.436
Tabel 8 (bron: Provincie Antwerpen, Dienst Welzijn, Gemeentelijke Fiches)
3.3.5. Aantal personen met betalingsachterstal geregistreerd bij Kredietcentrale Op 1 maart 2005 waren er 587 personen uit de gemeente Herentals met betalingsachterstallen geregistreerd bij de Dienst Kredietcentrale van de Nationale Bank. Dat betekent dat 1 huishouden op twintig geconfronteerd wordt met aflossingsproblemen voor een
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
30/160
lening die zij in het verleden is aangegaan. In het arrondissement moet enkel Turnhout slechtere cijfers voorleggen. Situatie op 1/3/2005
Aantal geregistreerde personen
Totaal aantal huishoudens
% huishoudens geconfronteerd met betalingsachterstallen op het totaal aantal huishoudens
1 145
17.682
6,5
Herentals
587
10.902
5,4
Mol
553
13.240
4,2
Gemiddelde ISOM (excl. Herentals)
182
4.556
4,0
Geel
549
14.089
3,9
Westerlo
333
9.008
3,7
Turnhout
Tabel 9 (bron: Nationale Bank België: Kredietcentrale, Kredieten aan Particulieren)
In vergelijking met de cijfers uit 2000, stellen we een spectaculaire daling van 13,7% van het aantal betalingsachterstallen vast: van 680 geregistreerde personen in 2000, naar 587 personen in 2005. Deze dalende trend vinden we terug in de andere steden uit de regio. Zo is er in Turnhout een daling van 12,9%, terwijl in Geel en Mol het aantal achterstallen met respectievelijk 2,7% en 3,8% afgenomen is. Voor meer gedetailleerde informatie over de schuldproblematiek in Herentals: → zie projectfiche "Financiële hulpverlening".
3.3.6. Aantal kinderen geboren in kansarme gezinnen7 Van de 258 kinderen die in 2005 geboren werden in Herentals, werden er 18 geboren in een kansarm gezin. Hiermee is Herentals na Turnhout in het arrondissement Turnhout de gemeente met het hoogste aantal geboorten in een kansarm gezin betreft (nl. 6,98% van het totaal aantal geboorten). Het cijfer ligt ook hoger dan het Vlaams gemiddelde (5,85%).
7 Kansarmoede is een toestand waarbij mensen beknot worden in hun kansen om voldoende deel te hebben aan maatschappelijk hooggewaardeerde goederen, zoals onderwijs, arbeid, huisvesting. Het gaat hierbij niet om een eenmalig feit, maar om een duurzame toestand die zich voordoet op verschillende terreinen, zowel materiële als immateriële. Meer concreet zijn de gehanteerde criteria het maandinkomen van het gezin, de arbeidssituatie van de ouders, de opleiding van de ouders, de huisvesting, de ontwikkeling van de kinderen en de gezondheid. Wanneer een gezin aan drie of meer van deze zes criteria beantwoord wordt het als kansarm beschouwd. Kansarmoede heeft immers steeds betrekking op verschillende levensdomeinen (Kind en Gezin).
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
31/160
Situatie in 2005
Aantal kinderen geboren in kansarme gezinnen
Totaal aantal geboorten
% kansarme kinderen t.o.v. totaal aantal geboorten
Turnhout
32
409
7,82
Herentals
18
258
6,98
Vlaanderen
3.739
63.906
5,85
4
116
3,45
139
4.208
3,30
10
364
2,75
Westerlo
5
240
2,08
Mol
6
305
1,97
Gemiddelde ISOM (excl. Herentals) Arrondissement Turnhout Geel
Tabel 10 (bron: Lokale Statistieken, www.lokalestatistieken.be)
4 van de 17 kinderen die in 2004 in een kansarm gezin in Herentals geboren werden (d.i. 24%), zijn afkomstig van een woonwagenterrein. 3.3.7. Aantal traditionele WIGW's Het aantal traditionele WIGW’s 8 ten opzichte van de totale bevolking bedroeg 4,29 % in 2006. Dit percentage ligt net iets lager dan het Vlaams gemiddelde (4,55%) en dan de score van Turnhout (4,41%), Geel (4,33%) en het gemiddelde van de omringende gemeenten (4,30%). Situatie op 1/1/2006
Aantal WIGW’s
Totale bevolking
% WIGW’s t.o.v. totale bevolking
838
22.685
3,69
1.211
32.476
3,73
Arrondissement Turnhout
16.948
419.570
4,04
Herentals
1.119
26.071
4,29
Westerlo Mol
8 De afkorting WIGW staat voor weduwnaars en weduwen, invaliden, gepensioneerden en wezen met een inkomen dat een door de Koning vastgelegd bedrag (meestal gelijk aan het laagste werknemerspensioen) niet overtreft.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
32/160
Gemiddelde ISOM (excl. Herentals)
510
11.866
4,30
Geel
1.523
35.189
4,33
Turnhout
1.744
39.561
4,41
274.758
6.043.161
4,55
Vlaanderen
Tabel 11 (bron: Lokale Statistieken, www.lokalestatistieken.be)
Ten opzichte van de situatie in 2000, is het aantal traditionele WIGW’s gedaald met 17,42% (van 1.355 naar 1.119). Deze daling is vergelijkbaar met de neerwaartse trend in de andere regio’s.
3.4. Huisvestingsindicatoren 3.4.1. Algemeen Volgens de socio-economische enquête die in 2001 gevoerd werd, telde Herentals 10.041 woningen in 2001. In totaal waren 9.847 woningen bewoond. Dat betekent dat 1,9% van het totale woonpatrimonium leeg stond. Het gaat meestal om oudere woningen die gerenoveerd dienen te worden. Van de bewoonde woningen waren 8.017 eengezinswoningen (81,4%) en 1.765 appartementen (18,6%). Daarnaast waren er nog 65 andere woningen (waarvan 25 lofts of studio’s). Het woningpatrimonium van de gemeente Herentals wordt gekenmerkt door een relatief klein aandeel nieuwe woningen. Van het totaal aantal woningen waarvan men in 2001 het bouwjaar kende, is 25,6% gebouwd na 1980. In vergelijking met de steden uit de regio behoort Herentals hiermee bij de hekkensluiters. Enkel Turnhout heeft relatief minder nieuwe woningen (slechts 23,8%). In 2001 werden 7.020 woningen in Herentals bewoond door hun eigenaar, terwijl 2.706 woningen gehuurd werden. Het percentage gehuurde woningen t.o.v. het totaal aantal bewoonde woningen evolueerde in de periode 1991-2001 gunstig van 30% naar 27,5%. De meerderheid van de woningen die gehuurd worden, worden rechtstreeks door de particuliere eigenaar verhuurd (58,1%), terwijl 25,7% door een sociale woningmaatschappij of sociaal verhuurkantoor verhuurd worden. Andere openbare instellingen nemen 4,7% voor hun rekening, terwijl privé-genootschappen 11,5% verhuren. Herentals is niet aangesloten bij een sociaal verhuurkantoor. Typisch voor de huisvestingsituatie in Herentals is het bestaan van twee woonwagenterreinen waar in totaal 61 personen wonen. Meer informatie over de woonwagenproblematiek: zie Projectfiche "Woonwagenbewoners".
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
33/160
3.4.2. Aanbod sociale huurwoningen en -appartementen Situatie in 2006
aantal sociale huurwoningen
aantal huishoudens
% t.o.v. totaal aantal huishoudens
815
11.028
7,39
1.247
17.813
7,00
135.408
2.525.849
5,36
Westerlo
478
9.169
5,21
Gemiddelde ISOM (excl. Herentals)
223
4.612
4,84
7.836
168.040
4,66
Geel
662
14.330
4,62
Mol
576
13.411
4,29
Herentals Turnhout Vlaanderen
Arrondissement Turnhout
Tabel 12 (bron: Lokale Statistieken, www.lokalestatistieken.be)
In vergelijking met de andere gemeenten uit het arrondissement en met het Vlaams gemiddelde scoort Herentals goed inzake het aanbod sociale huurwoningen. Het percentage sociale huurwoningen t.o.v. het totaal aantal private huishoudens bedroeg in 2005 ruim 7%. In vergelijking met het totale woonpatrimonium in 2001 (10.041) nam het sociale huurwoningaanbod met 709 woningen 7% voor zijn rekening. Hiermee overschrijdt Herentals ruimschoots de 5%-norm. Dit betekent echter niet dat het aanbod de vraag kan volgen. Volgens de cijfers van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen waren er gemiddeld 446 geregistreerde kandidaat-huurders voor een sociale woning in Herentals in de periode 2003-2005, terwijl er gemiddeld slechts 22 dossiers werden toegewezen in de periode 2003-2004.
3.4.3. Wooncomfort Situatie 2001
% woningen zonder CV
% woningen zonder badkamer
% woningen zonder toilet
Vlaanderen
29,2
4,8
5,1
Turnhout
24,8
3,5
4,2
Gemiddelde ISOM - Herentals
24,6
4,2
3,9
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
34/160
Herentals
21,6
3,4
3,6
Arrondissement Turnhout
21,5
3,5
3,9
Geel
20,1
4,2
4,2
Mol
18,5
3,1
3,6
Westerlo
18,1
3,9
3,8
Tabel 13 (bron: Provincie Antwerpen, dienst Welzijn, Gemeentelijke Fiches)
Drie vierden van de woningen (76,2%) hadden in 2001 in Herentals minstens een middelmatig comfort (aanwezigheid van stromend water, toilet met waterspoeling, een bad of douche en centrale verwarming). In vergelijking met de andere steden uit de regio, behoort Herentals tot de middenmoot: één op vijf woningen had in 2001 geen centrale verwarming, terwijl één woning op vijftig het zonder badkamer of toilet moest stellen. In vergelijking met het Vlaams gemiddelde kan Herentals betere cijfers voorleggen. Meer gedetailleerde cijfers over de huisvestingsproblematiek in Herentals worden toegelicht in de Projectfiche "Huisvesting".
3.5. Samengevat Herentals wordt net als de rest van Vlaanderen geconfronteerd met de vergrijzing en ontgroening van zijn inwoners, wat het sociaal beleid in de toekomst voor heel wat uitdagingen stelt. Uit deze omgevingsanalyse blijkt duidelijk dat Herentals de typische kenmerken van een verstedelijkt gebied vertoont: -
De gemeente telt de op één na grootste bevolkingsdichtheid van het arrondissement;
-
Ondanks de sterke daling van de werkloosheidsgraad blijft de stad de op twee na hoogste werkloosheidsgraad behouden van het arrondissement;
-
Bijna één op de drie huishoudens in Herentals bestaat uit slechts één persoon;
-
In Herentals groeit bijna 1 op de 10 kinderen op in een eenoudergezin.
Herentals kent ook veel (kans)armoede in vergelijking met de omringende gemeenten en andere steden uit de regio (zoals Mol, Geel en Westerlo): -
Het gemiddeld netto inkomen per inwoner in Herentals is bij de laagste uit het arrondissement;
-
Herentals telt na Turnhout het hoogste aantal kinderen geboren in kansarme gezinnen in het arrondissement;
-
In vergelijking met de omringende landelijke gemeenten wonen er relatief veel SIFmigranten in Herentals;
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
35/160
-
Bijna 1 huishouden op 20 in Herentals heeft moeilijkheden met het afbetalen van leningen die men in het verleden is aangegaan;
-
Herentals telt twee woonwagenterreinen.
Ondanks de relatief hoge werkloosheid en de aanwezigheid van heel wat typische kansarmoede-indicatoren, is het aantal begunstigden van het recht op maatschappelijke integratie de afgelopen vijf jaar nauwelijks gestegen en blijft dit aantal relatief klein in vergelijking met het Vlaams gewest en andere stedelijke gebieden in de regio. Op het vlak van huisvesting wordt Herentals gekenmerkt door een relatief hoog aantal oudere woningen, een aanzienlijke leegstand en een ruim aanbod sociale woningen. Een op zeven inwoners is eigenaar van zijn woning.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
36/160
4. Strategie 4.1. Missie Aan elke persoon wordt het recht gegarandeerd op maatschappelijke dienstverlening die hem/haar in staat stelt een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Dit recht situeren we binnen een steeds wijzigende maatschappelijke context, binnen de gegarandeerde grondrechten en binnen financieel verantwoorde grenzen . Bij de invulling van onze opdrachten richten we ons tot iedereen en hebben we in alle beleidsdomeinen bijzondere en specifieke aandacht voor de zwakkeren. We wensen ons vernieuwend, preventief en constructief op te stellen en trachten onze opdrachten te vervullen met de meest gepaste technieken, methoden en instrumenten, waarbij een geëngageerde en klantvriendelijke houding van de medewerkers de maatstaf is. Er wordt tevens naar optimale resultaten gestreefd via deskundige, betrokken medewerkers die zowel intern als extern doelgericht kunnen samenwerken. De medewerking en inzet van talrijke vrijwilligers biedt hierbij een meerwaarde en wordt dan ook op gepaste wijze gestimuleerd en gehonoreerd. We voeren een actief open beleid en nodigen de burger en de andere welzijnsorganisaties uit om deel te nemen aan het lokaal sociaal beleid. Deze inspraak wordt onder meer mogelijk gemaakt door een ruime interpretatie van de openbaarheid van bestuur en door het voorzien van structurele overlegmomenten voor al wie op persoonlijk of op professioneel vlak betrokken is bij onze dienstverlening. Dit overleg situeert zich zowel op beleidals op cliëntniveau. Het lokaal sociaal beleid wordt gedragen door het OCMW en de stad. Het stadsbestuur draagt, als rechtstreeks verkozen orgaan, de eindverantwoordelijkheid inzake de strategische doelstellingen van het lokaal sociaal beleid, dit mee op voordracht van en in samenspraak met het OCMW-bestuur en met respect voor het bestuursakkoord OCMWGemeente. Het OCMW staat in voor de coördinatie van het lokaal sociaal beleid. Voor de verwezenlijking van bepaalde deelopdrachten en/of strategische doelstellingen wordt – waar kan en waar nodig – beroep gedaan op openbare en private organisaties. Het lokaal bestuur treedt hierbij aansturend, ondersteunend en/of faciliterend op en behoudt en bewaakt aldus de visie en de strategie van deze samenwerkingsverbanden. Samen met andere openbare en private partners wordt actief gezocht naar de juiste schaalgrootte om onze opdrachten te realiseren, het subsidiariteitsbeginsel indachtig.
4.2. Visie In onze visietekst geven we ons toekomstbeeld weer. Dit toekomstbeeld beschrijft waar we voor willen gaan. Het omvat slechts een deel van onze werking, namelijk die aspecten waarin we de komende jaren grote stappen vooruit willen zetten. Ze geeft aan beleid en medewerkers energie en biedt ons de nodige uitdagingen. LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
37/160
Het lokaal sociaal beleid moet mensen in staat stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Hoewel we de verwezenlijking van deze opdracht reeds van bij de oprichting van de OCMW’s in 1976 nastreven, dient deze toch steeds ingevuld te worden vanuit actuele noden en nieuwe ontwikkelingen in onze samenleving. We evolueren steeds meer naar een maatschappij waarin het (kunnen) beschikken over en het hanteren van informatie een steeds grotere rol speelt om mee te kunnen. Het verkleinen van de digitale kloof en een toegankelijke juridische dienstverlening verdienen daarom in de komende jaren onze bijzondere aandacht. Een andere belangrijke ontwikkeling is de vergrijzing. Als lokaal bestuur vinden we dit een enorme uitdaging. Centraal voor ons staat het ondersteunen van de zelfredzaamheid van de oudere en het herstellen van de gezondheidstoestand waar mogelijk. Het streven naar een betaalbare en kwaliteitvolle woonst voor alle burgers is een belangrijke opdracht. Als lokaal bestuur willen we hierin een stimulerende en coördinerende rol opnemen. We willen wonen echter niet beperken tot het materiële. In een samenleving waarop de ‘sociale cohesie’ meer en meer afbrokkelt, willen wij als lokaal bestuur onze verantwoordelijkheid nemen. We willen een stimulans geven aan het op een positieve manier met elkaar samen-leven in buurten, straten en wijken. We willen ons daarbij richten op alle burgers, met bijzondere aandacht voor bewoners van sociale woonwijken en woonwagenbewoners. Werken is en blijft een belangrijke hefboom tot integratie. We leveren dan ook inspanningen voor maximale tewerkstellingskansen voor iedereen en zeker voor hen die om één of andere reden minder kansen hebben. Daar waar het kan willen we mensen maximaal laten doorstomen naar het reguliere arbeidscircuit. Hierin past ook de aandacht voor een kwaliteitsvolle en betaalbare kinderopvang. We wensen ook bij te dragen tot inclusie van bepaalde groepen van mensen in samenleving. We denken hierbij aan personen met een handicap en personen met een ernstige langdurige psychische aandoening. Steeds meer (groot)ouders hebben vragen en problemen rond opvoeding. We wensen hen hierbij ten volle te ondersteunen Niet alleen in het aanbod, maar ook in de manier waarop we werken dienen we in te spelen op actuele tendensen en noden. Daarom willen we naast een vraaggestuurde werking, nog verder groeien naar een nog meer preventieve en proactieve werking. Bij de uitbouw van het welzijn- en gezondheidsaanbod wordt het principe van zorg op maat gerealiseerd. De complexiteit van regelgeving zorgt ervoor dat we meer en meer groeien naar een specialisatie van medewerkers. Toch willen we hierbij onze integrale kijk niet verliezen. Een duidelijke visie op hulpverlening met voldoende overleg en afspraken dient dit te waarborgen.
4.3. Strategische doelstellingen 1. We geven een ruime en actuele invulling aan het begrip menswaardig leven. De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s stelt dat elke persoon het recht
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
38/160
heeft op maatschappelijke dienstverlening, die tot doel heeft eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Hoe dit concreet vertaald wordt, is per definitie erg veranderlijk in de tijd, aangezien de vereisten om "een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid" ook steeds wijzigen. Wat 10 jaar geleden als een ‘luxe gegeven’ werd beschouwd, kan intussen geëvolueerd zijn tot een basisbehoefte. Het is een blijvende opdracht om de vinger aan de pols te houden en te onderzoeken in welke mate de financiële en materiele hulpverlening nog aangepast is aan de veranderende maatschappelijke context. Uiteraard zal er altijd een spanningsveld blijven tussen de schaarse middelen en de noden die er op dit vlak zijn. De domeinen waarop we ons in dit beleidsplan richten is dat van de toegang tot informatica, de plaats van materiële hulp in het hedendaags hulpaanbod en de participatie aan het sociaal culturele leven. Een behoorlijke huisvesting vormt de basis voor elk individueel en maatschappelijk welzijn. Spreken we over een ‘menswaardig leven leiden’, dan is het kunnen beschikken over een woning van goede kwaliteit, aangepast aan de individuele noden, van essentieel belang. Als lokaal bestuur wensen we dan ook, op het vlak van informatieverstrekking en kwaliteitsbewaking, een stimulerende en coördinerende rol op te nemen.
2. Een preventieve en proactieve werking heeft een belangrijke plaats naast de vraaggestuurde hulp- en dienstverlening. Wanneer we als beleidsmakers geconfronteerd worden met een sociale problematiek, moet onze eerste vraag zijn: “hoe kunnen we deze problemen voorkomen?”. Het is dan ook logisch dat we voor een aantal domeinen ook preventieve acties wensen te ontwikkelen. Dit doen we op het vlak van gezondheid, druggebruik bij jongeren en opvoedingsproblemen. Een andere vraag waarmee we geconfronteerd worden is het (tijdig) bereiken van mensen uit de doelgroepen waarop we ons richten. Daar waar we in het verleden vooral inspeelden op hulpvragen van bezoekers willen we ook meer en meer kwetsbare doelgroepen zelf opzoeken en een hulpaanbod formuleren. Dit kan bij belangrijke wijzigingen in regelgeving, maar ook op basis van signalen die we krijgen. In de komende jaren willen we deze proactieve aanpak meer en meer een plaats geven in onze werking. In eerste instantie richten we ons op mensen met onbetaalde energierekeningen of huurproblemen, waarbij belangrijke basisbehoeften in het gedrang komen. Ook de doelgroep van allochtonen willen we via deze weg beter bereiken.
3. We bouwen een integrale, efficiënte en effectieve financiële hulpverlening uit Eén van de kernopdrachten van het OCMW is de financiële hulpverlening. Heel wat van de cliënten hebben financiële problemen. Doorheen de jaren werden dan ook heel wat methodieken en instrumenten ontwikkeld om deze hulpverlening gestalte te geven: budgetbeheer, budgetbegeleiding, schuldbemiddeling, collectieve schuldenregeling. Belangrijk is echter dat deze verschillende hulpvormen goed op elkaar zijn afgestemd en dat medewerkers vanuit eenzelfde visie met cliënten op pad geen. Het uitwerken van een duidelijke, door medewerkers gedragen visie is dan ook zeer belangrijk. Verdere uitgangspunten hierbij zijn de zelfredzaamheid en weerbaarheid van de cliënten. LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
39/160
4.We versterken het sociale weefsel en bouwen aan een stad waarin mensen op een positieve manier met elkaar samenleven. Herentals moet een stad zijn waarin het goed is om te wonen. Naast de kwaliteit van de woningen, is echter ook de kwaliteit van het samenleven van belang. Een eerste invalshoek hierbij is het versterken van het sociale weefsel in buurten, straten en wijken. Hierbij willen we ons richten op alle inwoners van Herentals, maar er zijn ook specifieke doelgroepen waarnaar onze bijzondere aandacht gaat: woonwagenbewoners en bewoners van sociale woonwijken. In het kader van deze strategische doelstelling hebben we ook aandacht voor een bijzondere doelgroep, namelijk de werkgestraften. Via de werkstraf en de dienstverlening 9 streeft justitie naar een symbolisch herstel tegenover de samenleving. In Herentals werd in 2004 een dienst werkstraffen opgericht zodat de begeleiding dicht bij de werkgestraften en de dienstverleners (waar de werkstraf wordt uitgevoerd) kan verlopen. Door het tewerkstellen van cliënten bij openbare diensten en vzw’s kunnen zij op een positieve manier hun schuld aan de maatschappij voldoen. We wensen dan ook in de toekomst nog meer aandacht te besteden aan een constructieve aanpak.
5. De juridische dienstverlening is toegankelijk voor alle inwoners van Herentals. Het recht op juridische bijstand vindt haar grondslag in art.23 van de gecoördineerde grondwet. De dienst rechtshulp, die in 1998 binnen een intergemeentelijk samenwerkingsverband werd opgericht, wil hierop een concreet antwoord bieden. Vanaf de start was het uitgangspunt dat deze dienstverlening toegankelijk moet zijn voor heel de bevolking. "Toegankelijk" omschrijven we dan als: beantwoorden aan de 5 B’s: bereikbaar, betaalbaar, beschikbaar, betrouwbaar, bruikbaar. Hoewel dit vanaf de start een uitgangspunt is, willen we er niet zomaar vanuit gaan dat onze dienstverlening aan deze noodzakelijke voorwaarden voldoet. In de komende jaren willen we dit evalueren en waar nodig bijsturen.
6. Onze dienst- en hulpverlening is gericht op een maximale integratie van kwetsbare personen en gezinnen in Herentals. Een zeer belangrijke doelstelling van het lokaal sociaal beleid is ervoor zorgen dat de meest kwetsbaren in onze samenleving zo maximaal mogelijk geïntegreerd worden. We vertrekken hierbij van een positieve kijk op mensen en hun mogelijkheden. In onze stad zijn er heel wat kwetsbare doelgroepen, die dagelijks onze aandacht verdienen en waarvoor wij als lokaal bestuur inspanningen moeten leveren op het vlak van integratie. We willen de volgende jaren bijzondere inspanningen leveren ten aanzien van bepaalde groepen: jongeren met leefloon en personen met een handicap. Daarnaast willen we, in samenwerking met het OPZ Geel, een multifunctioneel zorgproject uitbouwen ten aanzien van personen met een langdurige psychische aandoening.
9
werkstraf wordt door rechter autonoom opgelegd bij een vonnis; dienstverlening wordt opgelegd door parket
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
40/160
Doorheen de jaren investeerden we ook al sterk in de samenwerking met organisaties in het kader van sociale tewerkstelling. Een zinvolle tewerkstelling is immers een zeer belangrijke opstap naar het verwerven van een volwaardige plaats in de samenleving. Daarom wensen we hier nog bijkomende kansen te creëren en de doorstroming naar het reguliere arbeidscircuit te stimuleren.
7. We voorzien in voldoende en kwaliteitsvolle kinderopvang Kinderopvang heeft 3 belangrijke maatschappelijke functies: −
economische functie: kinderopvang ondersteunt de economie omdat gezinnen werk en gezin beter combineren;
−
pedagogische functie: kinderopvang stimuleert de fysieke en psychische ontwikkeling van het kind;
−
sociale functie: kinderopvang zorgt voor een betere integratie en gaat uitsluiting tegen wanneer volgende voorrangsregels actief in de praktijk worden gezet: gezinnen met een laag inkomen, alleenstaande ouders, kinderen voor wie het vanwege sociale en/of pedagogische redenen wenselijk is dat ze toegang krijgen tot kinderopvang.
Het lokaal bestuur wil initiatieven nemen om tegemoet te komen aan al deze functies. Het is daarom belangrijk dat er voldoende, kwaliteitsvolle kinderopvang is.
8.We houden ouderen zo lang mogelijk actief, autonoom en zelfredzaam, waarbij zo veel mogelijk kansen geboden worden om in de eigen omgeving te wonen en uitgegaan wordt van het principe van zorg op maat. Het OCMW van Herentals wil deze doelstelling realiseren door in eerste instantie problemen te voorkomen (preventief beleid), de zelfredzaamheid van de oudere te ondersteunen en de gezondheidstoestand van de persoon te herstelen waar mogelijk. Bij de uitbouw van het welzijn- en gezondheidsaanbod wordt het principe van "zorg op maat" gerealiseerd. De mate waarin de oudere beroep doet op de hulpverlening, is ook afhankelijk van de aanwezigheid van informele zorg (mantelzorg) en van de ernst van de gezondheids- en welzijnsproblemen. Deze factoren bepalen samen de diversiteit van de zorgvraag van de cliënt. De actoren binnen het ouderenbeleid zijn: -
het OCMW met het dienstencentrum ’t Convent, het rust- en verzorgingstehuis SintAnna en het algemeen ziekenhuis Sint-Elisabeth;
-
de stad die actief de seniorenraad ondersteunt, seniorenfeesten organiseert, de dienstverlening omtrent pensioenen verzorgt en mee de drijfveer vormt voor een actief en dynamisch seniorenbeleid;
-
andere partners, actief in Herentals, waarmee, naast de seniorenraad, gestaag een samenwerking kan opgebouwd worden om het ouderenzorgaanbod te optimaliseren, te verbreden en beter op elkaar af te stemmen.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
41/160
4.4. Actieplan 4.4.1. Menswaardig leven Operationele doelstellingen
Acties
We verkleinen de digitale kloof (1.1)
Opsporen en aanspreken doelgroep Evaluatie bestaande locaties Organiseren initiatielessen Inbedden bestaande project in werking OCMW
We bepalen de plaats van materiële hulp in het totale hulpaanbod (1.2)
Uitwerken visienota
We vergroten de participatie aan het sociaal-culturele leven (1.3)
Invoeren van vrijetijdspas Promotie van vrijetijdspas Onderzoek uitbreiding naar initiatieven derdenorganisaties
We ontwikkelen, in nauw overleg met het OCMW en andere lokale woonactoren, een geïntegreerd woonbeleid, zowel op het vlak van informatieverstrekking als kwaliteitsbewaking. Het lokaal bestuur neemt hierin een coördinerende en stimulerende rol (1.4)
Uitbouwen en vorm geven cel woonbeleid Proactief informatie geven over premies, subsidies en huurwetgeving via een mix van communicatiekanalen Uitbouwen woonwinkel in samenwerking met andere gemeenten in de Zuiderkempen – concept, kostprijs en planning – realisatie van het geheel Verkavelaars aansporen om bouwpercelen en appartementscomplexen over te dragen aan sociale huisvestingsmaatschappijen Afwegen van mogelijkheden om grote verkavelaars te verplichten bouwpercelen en appartementscomplexen over te dragen aan huisvestingsmaatschappijen via verordening of andere sporen Problematiek wonen in winkelstraten boven winkels in kaart brengen Beste mogelijkheid uitwerken en aanbieden om wonen in winkelstraten te bevorderen
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
42/160
Herwaarderingsgebieden in kaart brengen Beste werkwijze voor opwaardering herwaarderingsgebieden uitwerken Problematiek kamerwonen in kaart brengen Uitwerken reglementering kamerwonen en preventief optreden bij nieuwe projecten Jaarlijkse update leegstand en verwaarlozing
4.4.2. Preventieve en proactieve werking Operationele doelstellingen
Acties
De sociale dienst van het OCMW spoort hulpvragers op en formuleert een hulpaanbod (2.1)
Traject uitbouwen rond Lokale Adviescommissie
Personen van vreemde afkomst zijn op de hoogte van de nieuwe regelgeving onthaalbeleid (2.2)
Sensibiliseren maatschappelijk assistenten OCMW rond nieuwe regelgeving en de gevolgen voor cliënten
Traject uitbouwen voor dringende uithuiszettingen
Actieve opsporing cliënten in de verschillende dossiers van alle diensten – afspreken procedure Alle inwoners van Herentals hebben dezelfde kansen op gezondheid en een gezonde leefomgeving binnen de gezondheidsdoelstellingen van de Vlaamse overheid. Deze worden aangevuld met thema’s bepaald vanuit lokale noden en behoeften. (2.3)
Uitwerken lokaal gezondheidsbeleid in samenwerking met het OCMW Op armoedeoverleg strategieën ontwikkelen om doelgroep kansarmen te bereiken In samenwerking met LOGO Zuiderkempen en andere gemeenten lokale acties opzetten Onderzoek mogelijkheid oprichten gemeentelijk overleg gezondheid en welzijn
Jongeren in leeftijd 12-18 jaar en hun ouders hebben een duidelijk en genuanceerd beeld over druggebruik en het zich welbeLSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
Ontwerpen van een formulier om ouders te bevragen over hun beeld van
43/160
vinden in het algemeen. Scholen en organisaties hebben een duidelijke visie op het gebruik van drugs met de klemtoon op preventie en begeleiding (2.4)
We verminderen het aantal hulpvragen rond problematische opvoedingssituaties en opvoeders kunnen terecht met vragen rond opvoeding (2.5)
druggebruik en het zich welbevinden Heroriëntering ondersteuning scholen Onderzoeken mogelijkheid coördinatie en samenwerking met andere organisaties zoals sociale tewerkstelling, CAW, buurtwerk,… Haalbaarheidsstudie aanstelling coördinator opvoedingsondersteuning via ISOM Breed aanbod opvoedingsondersteuning in samenwerking met de partners lokaal netwerk opvoedingsondersteuning het lokaal netwerk opvoedingsondersteuning wordt ingebed in het arrondissementeel overleg We voorzien een lokaal ankerpunt opvoedingsondersteuning specifiek gericht op kansarmen Er wordt iemand aangeduid die specifiek rond opvoedingsondersteuning kan werken
4.4.3. Integrale, effectieve en efficiënte financiële hulpverlening Operationele doelstellingen
Acties
We bieden een gestructureerde, collectieve en individuele budgetbegeleiding, waarbij de zelfredzaamheid van cliënten centraal staat (3.1)
Analyse huidige vragen en verwachtingen samenwerking vormingswerker, algemene sociale dienst, dienst schuldbemiddeling en dienst collectieve schuldenregeling Uitwerken methodisch kader: start budgethulpverlening, evalueren doelstellingen, afsluiten hulpverlening, nazorg, toepassing visie in de praktijk, vorming en evaluatie
De schuldenproblematiek van cliënten wordt op een integrale wijze aangepakt, met oog voor de weerbaarheid van cliënten en een passende nazorg (3.2)
Uitbouwen van een optimale samenwerking en afstemming tussen medewerkers die met schuldenproblematiek werken Uitbouwen van een traject nazorg
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
44/160
Met buurtwerking mogelijkheden bekijken voor preventieve initiatieven
4.4.4. ‘Samen-leven’ in Herentals Operationele doelstellingen
Acties
We bieden woonzekerheid aan woonwagenbewoners en bevorderen een maximale integratie in de buurt (4.1)
Aanleg woonwagenterrein – uitwerken huishoudelijk reglement – toetsing toepasbaarheid Uitwerken functiebeschrijving stedelijk woonwagenverantwoordelijke Werking lokale woonwagencommissie – afspraken omtrent communicatie met bewoners en buurtbewoners - visie op houding en afspraken ten aanzien van bezoekers en doortrekkers – prioriteit bepalen van thema's waaraan we werken
We verhogen de contacten van bewoners in straten, buurten en rond pleinen (4.2)
We voeren actief reclame rond het organiseren van straat –en buurtfeesten
In het kader van de begeleiding van de dienst werkstraffen bereiken we een evenwicht tussen de verwachtingen van de werkgever en de werkgestrafte en is er een goede communicatie met het justitiehuis en de Steundienst Alternatieve Maatregelen (SAM) (4.3)
We bevragen bestaande en nieuwe werkplaatsen over hun verwachtingen eten aanzien van begeleiding en inhoud van het werk We bouwen een evaluatiemoment in met de werkgestrafte omtrent zijn ervaring met de begeleiding en zijn werkstraf We plannen regelmatig overleg met justitiehuis en SAM
Alle mogelijkheden tot verdere uitbouw van één dienst samenlevingsopbouw zijn onderzocht
Onderzoeksrapport opmaken met mogelijkheden, beperkingen, concept, aansturing en aanbevelingen van één dienst samenlevingsopbouw Bespreking rapport met stad en OCMW
Er zijn duidelijke communicatiekanalen tussen bewoners en alle betrokken organisaties
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
Meer uitdiepen verschillende taken in functieprofiel van huisbewaarder Armoedeoverleg wordt meer uitgebouwd tot draaischijf voor communica-
45/160
tie De bestaande wijkwerkingen werken zo autonoom mogelijk, met duidelijke afspraken tussen wijk en opbouwwerk
Afsprakennota opmaken met vzw Diependaal in verband met taken, opdrachten en verwachtingen Versterken organiserend vermogen wijkbewoners door zelfstandig werken te stimuleren en maximale inspraak en participatie Bijkomende werking De Klink opstarten in wijk Koninkrijk te Morkhoven.
4.4.5. Toegankelijke juridische dienstverlening Operationele doelstellingen
Acties
De juridische dienstverlening beantwoordt aan volgende principes:
Opzetten van een evaluatietraject dienstverlening
−
bereikbaar: makkelijk te bereiken locatie die geen psychologische weerstanden oproept
Uitwerken van vormingsbeleid voor medewerkers juridische dienstverlening
−
beschikbaar: continuïteit in de dienstverlening
−
betaalbaar = gratis
Ontwikkelen van een visie omtrent specialisatie op specifieke domeinen en afbakening daarvan
−
begrijpbare en praktisch bruikbare informatie op niveau van de cliënt
(5.1)
4.4.6. Integratie Operationele doelstellingen
Acties
Jongeren, die steun of leefloon genieten en niet onmiddellijk kunnen toegeleid worden naar tewerkstelling worden maximaal begeleid naar activering (6.1)
Ontwikkelen van een intensieve trajectbegeleiding Onderzoeken methoden individuele en collectieve begeleiding Vrijstellen medewerker voor deze intensieve begeleiding
Personen met een handicap kunnen op een gelijkwaardige wijze gebruik maken van LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
Aansporen middenstand om zaak toegankelijk te maken voor personen met 46/160
alle voorzieningen (6.2)
een handicap Toekenningvoorwaarden en bedrag bepalen van een gemeentelijke premie Aanduiden van de gemeentelijke dienst die de aanvraag in ontvangst neemt en verder afhandelt
Gemeentelijke toelagen voor personen met een handicap beantwoorden aan actuele noden en behoeften (6.3)
Evalueren reglementen betreffende de voordelen voor personen met een handicap
We bouwen in samenwerking met het OPZ Geel een multifunctioneel zorgproject uit, gericht op rehabilitatie en ingebed in het regionale zorglandschap (6.4)
Uitbouw PVT in het huidige RVT SintAnna Opstart proefproject gezinsverpleging in de regio Herentals Uitbouw dagactiviteitencentrum voor psychiatrische patiënten Haalbaarheidsonderzoek kleinschalig project Beschut Wonen Openstellen arbeidszorgplaatsen Kringwinkel Zuiderkempen voor patienten uit het zorgproject Uitwerken opnamebeleid voor het zorgproject met mogelijkheden voor rechtstreekse doorverwijzingen vanuit OPZ Geel, andere psychiatrische ziekenhuizen, algemene ziekenhuizen, psychiaters, CGG en andere Regelmatig overleg met alle relevante actoren
In nauw overleg met partners uit de publieke, social profit en profit sector creëren we extra tewerkstellingskansen op maat van de zwaksten op de arbeidsmarkt en dit zowel binnen de eigen diensten als in het begeleid en regulier circuit. Het uiteindelijke doel van al onze inspanningen is de doorstroming van kansengroepen naar een duurzame job op de reguliere arbeidsmarkt. (6.5)
Voorzien van structurele samenwerking met private werkgevers uit de regio Opnemen van regisseursrol lokale dienstenwerkgelegenheid Opstart van nieuwe initiatieven na goedkeuring decreet lokale diensteneconomie Haalbaarheidsstudie klusjesdienst senioren Uitbouwen van een sociale economiecampus in samenwerking met kringwinkel Zuiderkempen vzw - Kringwin-
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
47/160
kel en 't Gerief zijn samen gevestigd aan de Lierseweg – Bijkomende nieuwe atelierwerking Uitbouwen van een arbeidszorgproject op de sociale economiecampus Invoeren van nieuwe of aanpassen van bestaande methodieken en instrumenten om de doorstroming van cliënten in trajectbegeleiding naar de reguliere sector te verbeteren - Toepassen instrumenten socio-professionele balans en ontwikkelen competentieprofielen en competentiebalans – Ontwikkelen van een voortraject voor cliënten die nog niet arbeidsrijp zijn 4.4.7. Kwaliteitsvolle kinderopvang Operationele doelstellingen
Acties
We stimuleren scholen om kwaliteitsvolle kinderopvang te realiseren (7.1)
Het bestaande subsidiereglement dat scholen een financiële tussenkomst geeft voor de organisatie van hun voor- en naschoolse kinderopvang wordt behouden. Het bedrag dat in de begroting wordt voorzien, zal jaarlijks geïndexeerd worden.
We bouwen de kinderopvang in Herentals verder uit (7.2)
Wanneer financiële middelen van Kind en Gezin ter beschikking komen, oprichten van IBO’s in de onmiddellijke nabijheid van elke basisschool, te beginnen bij De Leertuin en de Wegwijzer in Morkhoven en nadien aan de basisschool in de Nonnenstraat en de Wijngaard Onderzoek van de mogelijkheden om de vervoersproblematiek van de buitenschoolse kinderopvang op te lossen. Deze actie is zowel gericht naar het gemeentelijk als naar privéinitiatieven Uitbouw Hummeltjeshof tot volwaardig kinderdagverblijf - aanpassen huishoudelijk reglement – aanpassen retributiereglement - subsidiemogelijk-
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
48/160
heden onderzoeken via Kind en Gezin – werken aan ouderparticipatie Onderzoeken van mogelijkheden flexibele en occasionele opvang en opvangbehoeften We stemmen initiatieven maximaal op elkaar af (7.3)
kinderopvang
Lokaal Overleg Kinderopvang wordt officiële adviesraad Stimuleren samenwerking tussen opvanginitiatieven en scholen om de naadlozen overgang tussen voorschoolse opvang en school waar te maken Afspraken maken voor een vlotte samenwerking tussen de verschillende initiatieven in vakantieperiodes: grabbelpas, sportwerken, buitenschoolse opvang Openstellen vorminginitiatieven voor personeel en begeleiders van alle opvanginitiatieven en via lokaal overleg Inventariseren aanbod en ter beschikking stellen aan ouders: onthaal nieuwe inwoners, bij inschrijving in school, via website
4.4.8. Ouderen zijn zo lang mogelijk actief, autonoom en zelfredzaam Operationele doelstellingen
Acties
Het OCMW van Herentals heeft een geïntegreerde visie op ouderenzorg met zorginfrastructuur. Deze visie is geïmplementeerd binnen het OCMW van Herentals om de vergrijzingsproblematiek in het Herentalse op een efficiënte en kwaliteitsvolle wijze aan te pakken.
Uitbouwen systematisch, doelgericht en actief zorgoverleg tussen RVT, dienstencentrum en ziekenhuis (diensten ouderenzorg) enerzijds en de andere residentiële voorzieningen anderzijds Fase 1: functioneel intern overleg Fase 2: betrekken externe partners residentiële zorg in netwerk Uitwerken en toepassen concept van zorgsteunpunten als sociaal huis voor senioren
Bij de uitbouw van onze initiatieven en LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
Ombouwen RVT tot multifunctioneel 49/160
voorzieningen is zorg op maat, via een gedifferentieerd en flexibel aanbod, ons uitgangspunt
woon- en zorgcentrum Financieel-technisch plan goedgekeurd voor nieuwbouw woon- en zorgcentrum, inclusief kortverblijf en serviceflats Verhuis naar nieuwbouw Huidig RVT-gebouw herbestemmen voor volgende functies: beperkte dienstencentrumfunctie, dagopvang, multifunctioneel kleinschalig psychiatrisch zorgproject in samenwerking met OPZ Geel en kinderopvang indien ruimte dit toelaat Huidige bejaardenwoningen aan RVT omvormen tot aanleun- en zorgwoningen, zowel wat betreft zorgaanbod als architectonisch Onderzoeken bouw en integratie van gezinswoningen op de campus in samenwerking met Eigen Haard Uitwerken van een zorgstrategisch en een financieel technisch plan voor het dienstencentrum en verhuis naar Sancta Maria Onderzoek uitbreiding antennefunctie dienstencentrum in deelgemeenten naar volwaardig 2de dienstencentrum
We ondersteunen mantelzorgers
Onderzoeken van de mogelijkheden tot het nemen van bijkomende initiatieven zoals bijvoorbeeld nachtopvang, steunpunt dementie Invoeren mantelzorgpremie
We beschikken over een ouderenbeleidsplan
Evaluatie en bijsturing werking seniorenraad Inventariseren en aanwenden diverse inspraakkanalen voor inbreng bij ouderenbeleidsplan: opzetten van ouderenbehoeftenonderzoek via een gemoduleerde aanpak
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
50/160
5. Projectfiches De finalisatie van het beleidsplan – hoe tijdrovend en belangrijk ook – is slechts een eerste stap . Na de goedkeuring van het plan moeten de verschillende onderdelen immers nog concreet worden gepland, uitgevoerd, geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd. Dit alles moet van nabij worden opgevolgd door en gecommuniceerd naar de plangroep, het bestuur en de medewerkers. Dit proces is van zeer groot belang en we willen er dan ook de nodige aandacht aan besteden door een hanteerbaar opvolgingsinstrument te ontwikkelen. De plangroep opteert voor een monitoringkaart waarin alle doelstellingen van het beleidsplan worden vermeld, evenals het tijdspad, de financiering, de projecteigenaar en de staat van uitvoering. Zoals in ons eerste lokaal sociaal beleidsplan wensen we te blijven werken met projectfiches om duidelijk aan te kunnen tonen welke de doelstellingen en acties zijn op de verschillende beleidsterreinen. In het beleidsplan 2006-2007 was er sprake van 14 beleidsdomeinen die in de vorm van een projectfiche zijn beschreven. Daarnaast hadden we onder de titel ‘bijzondere aandachtspunten’ een vijftal extra topics opgenomen die bijzondere aandacht verdienen. Het ging hierbij om een aantal ruwe ideeën, bedenkingen, mogelijkheden voor de toekomst, die eerst verder bestudeerd en getoetst moesten worden op hun relevantie en haalbaarheid. Hierbij dachten we aan residentiële opvang van drugsverslaafden, aan de problematiek van de toegankelijkheid van het onderwijs en spijbelgedrag, aan een luik psychiatrische zorg, aan een luik huisvesting en aan een luik opvoedingsondersteuning. Voor de drie laatste van deze thema’s hebben we momenteel concrete doelstellingen. Zij zijn dan ook ‘doorgegroeid’ naar het niveau van de projectfiches. Voor het beleidsplan 2008-2014 komen we uiteindelijk op 20 projectfiches, de projectfiche ‘sociaal huis’, die in het volgende hoofdstuk aan bod komt, niet meegerekend. Van volgende thema’s vindt u een projectfiche terug: 1.
maatschappelijke dienstverlening
2.
financiële hulpverlening
3.
juridische hulpverlening
4.
participatie aan het sociaal-culturele leven
5
preventie
6.
werkstraffen
7.
woonwagenbewoners
8.
straatfeesten
9.
mantelzorg
10.
opvoedingsondersteuning
11.
personen met een handicap
12.
psychiatrisch zorgproject
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
51/160
13.
trajectbegeleiding en sociale tewerkstelling
14.
kinderopvang
15.
opbouwwerk
16.
ouderenzorg
17.
huisvesting
18.
psychosociale hulpverlening
19.
gezondheidszorg
20.
jongeren
De laatste 3 projectfiches zijn ietwat apart, aangezien het hier gaat om beleidsdomeinen waar afzonderlijke beleidsplannen voor worden opgesteld en waarvoor geëigende organen bestaan om de vorderingen op te volgen en eventueel bijsturingen te doen. Voor een globaal overzicht van deze beleidsdomeinen verwijzen we dan ook naar het beleidsplan van CAW De Kempen voor de periode 2006-2008 , naar het jeugdwerkbeleidsplan 20082010 en naar het zorgstrategisch plan van het ziekenhuis. Toch vonden we het aangewezen om ook deze beleidsthema’s in ons beleidsplan te integreren. We beperken ons hierbij dan wel tot die aspecten die vanuit sociaal oogmerk als zeer belangrijk worden ervaren en die de plangroep lokaal sociaal beleid mee wil opvolgen. Tot slot wensen we zeker nogmaals te benadrukken dat de projectfiches van het beleidsplan 2008–2014 sterk verschillen van die van het beleidsplan 2006–2007, niet alleen qua vorm, maar zeker ook qua inhoud. Veel meer dan bij het vorige beleidsplan ligt de nadruk deze keer op die zaken in het lokaal sociaal beleid die we veranderd willen zien. Bij de projectfiches van het eerste beleidsplan wilden we een stand van zaken geven van het Herentalse welzijnsbeleid en gaven we kort aan wat de doelstellingen voor de volgende jaren waren, in dit beleidsplan kijken we bijna uitsluitend naar de toekomst. Uiteraard betekent dit dat al hetgeen er momenteel gebeurt, wat goed loopt en waarbij veranderingen zich dan ook niet direct opdringen, slechts heel beperkt zal worden aangehaald en zeker niet tot de kern van het beleidsplan behoort. Een beleidsplan is immers per definitie veranderings- en toekomstgericht.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
52/160
5.1. Maatschappelijke dienstverlening 5.1.1. Externe omgevingsanalyse Art. 1 van de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s stelt dat elke persoon het recht heeft op maatschappelijke dienstverlening, die tot doel heeft eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Art. 57 van deze wet stelt dat het OCMW niet alleen lenigende of curatieve, doch ook preventieve hulp verzekert. Uiteraard vindt de maatschappelijke hulpverlening die het OCMW in vele verschillende vormen biedt, hierin zijn juridische grondslag. Bovendien is deze hulpverlening per definitie erg veranderlijk in de tijd, aangezien de vereisten om een leven te kunnen leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid ook steeds wijzigen. Wat 10 jaar geleden als een ‘luxe-gegeven’ werd beschouwd, kan intussen geëvolueerd zijn tot een ‘basisbehoefte’ (bv. toegang tot ICT). Uit bovenstaande blijkt reeds dat maatschappelijke hulpverlening van het OCMW veel verder kan gaan dan het verzekeren van een minimuminkomen. Er bestaan naast materiële noden immers ook immateriële noden, waarop een OCMW kan inspelen. Armoede is dan ook veel meer dan een gebrek aan de nodige financiële middelen: het gaat om een netwerk van uitsluitingen op talrijke vlakken: arbeid, gezondheid, huisvesting, …, maar ook cultuur, ontspanning en onderwijs. Het OCMW probeert, in samenwerking met andere lokale actoren of met de OCMW’s van de omringende gemeenten, zijn verantwoordelijkheid te nemen op vele van deze uitsluitingsdomeinen. 5.1.2. Interne omgevingsanalyse Omdat het ons te ver zou leiden om in te gaan op de interne omgevingsanalyse, verwijzen we naar de algemene omgevingsanalyse in hoofdstuk 3. Toch zijn er een aantal noden die we extra willen vermelden, omdat we hieraan de volgende jaren extra aandacht willen besteden. Een voorbeeld van een nieuwe ‘basisbehoefte’ is toegang tot computer en internet. Steeds meer fundamentele zaken komen immers in het gedrang voor diegenen die geen kennis hebben van en toegang hebben tot ICT: het kunnen maken van huiswerk, e-mail, toegang tot informatie (websites, …), homebanking, ... Tot op heden proberen we hieraan tegemoet te komen door het geven van computerlessen in het dienstencentrum en 't Peeseeke, het financieel ondersteunen van de internetaansluiting van De Dorpel, erkend als vereniging waar armen het woord nemen, maar evenzeer door hiervoor (financiële) ruimte te voorzien in budgetteringsdossiers. Andere nieuwe ‘basisbehoeften’ betreffen bijvoorbeeld recht op cultuur en ontspanning. Door de subsidies voor culturele en sportieve activiteiten van OCMW-cliënteel, die nu voor het derde jaar op rij worden voorzien door de federale overheid (Minister van Maatschappelijke Integratie) kan hierdoor makkelijker dan voorheen op worden ingespeeld. Recht op vakantie proberen we dan weer ter realiseren i.s.m. het Steunpunt Vakantieparticipatie (Vlaamse overheid). Het komt er telkens op aan om de kansen die zich aandienen, aan te wenden. LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
53/160
Recht op vakantie, toegang tot ICT, culturele participatie, … zijn dus duidelijke voorbeelden van nieuwe behoeften, die ontstaan zijn door een veranderde maatschappelijke context. Naast dergelijke eerder ‘vooruitstrevende’ vormen van maatschappelijke dienstverlening biedt het OCMW echter ook nog bepaalde vormen van dienstverlening aan, die op het eerste gezicht wel erg oubollig en achterhaald lijken. Het bedelen van voedselpakketten (EU-overschotten) en het verwijzen van personen naar Open Hart Kempen (voedselbank) kan inderdaad makkelijk afgedaan worden als een gedateerd caritasgebeuren, maar we stellen wel vast dat dit door een meerderheid van het cliënteel toch wel heel erg wordt geapprecieerd. 5.1.3. Strategische doelstellingen 1, 2 en 6 5.1.4. Actieplan OD 1.1 Verkleinen digitale kloof Het OCMW heeft tot doel éénieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Deze hulpverlening is per definitie veranderlijk in de tijd, aangezien de vereisten om een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid steeds wijzigen. Eén van deze elementen is de inbedding in onze maatschappij van de computer en de vaststelling dat het niet beschikken hierover leidt tot een kloof. OD 1.2 Materiële hulp Tot op heden werd er in het kader van materiële hulp samengewerkt met Open Hart Kempen. Aangezien Open Hart Kempen zijn werking volledig wenst te herbekijken, misschien zelfs stopzetten, is het nodig om ons te bezinnen over de wijze waarop het OCMW kan inspelen op de blijvende nood van sommige personen en gezinnen aan deze vorm van hulpverlening. OD 2.1 Opsporen hulpvragers en formuleren hulpaanbod Als OCMW werken we met de meest kwetsbaren in onze samenleving. We beseffen dat het daarom niet voldoende is om te wachten tot hulpvragers zich aandienen, maar dat het soms nodig is zelf initiatief te nemen, vaak om erger te voorkomen. In die zin willen we twee proactieve trajecten uitwerken, namelijk voor personen waarbij mogelijk de nutsvoorzieningen worden afgesloten en bij dreigende uithuiszettingen. OD 2.2 Nieuwe regelgeving onthaalbeleid De overheid besliste tot een uitbreiding van het onthaalbeleid naar alle personen van vreemde afkomst. We wensen dan ook dat de door ons gekende personen op een voor hen verstaanbare manier op de hoogte gebracht worden van deze nieuwe regelgeving en van de gevolgen ervan. OD 6.1 Activering jongeren In het OCMW stellen we vast dat een aantal jongeren zeer moeilijk te activeren is. Het is niet mogelijk om ze onmiddellijk door te verwijzen naar een trajectbegeleider tewerkstelling. Vooraleer dit succes kan hebben, is een andere, intensievere begeleiding nodig.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
54/160
Met deze doelstelling willen we een intensievere begeleiding opzetten, zodat ze toch maximaal geactiveerd worden.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
55/160
Strategische doelstelling: MENSWAARDIG LEVEN (1)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
Verkleinen van de digitale kloof voor jongeren en ouderen die thuis geen computer hebben (1.1)
1
Opsporen en aanspreken van de doelgroep
(2008)
OCMW Bart Van Ballaer
2
Resultaat Indicator + norm Bereiken van de doelgroep Effectief gebruik van computerlokalen door de doelgroep
Sensibiliseren van organisaties die in aanraking komen met de doelgroep vb. buurtwerk, eigen diensten, andere hulpverleners actief in Herentals Evalueren van bestaande locatie en inplannen van eventuele nieuwe locatie(s) in functie van toegankelijkheid, grootte doelgroep en bereikbaarheid voor de doelgroep
(2009)
3
Organiseren initiatielessen
(2008)
4
Inbedding van het bestaande project in de werking van het OCMW - aanduiden contactpersoon
(2008)
Elk jaar worden er nieuwe personen (in 2007 (tot oktober): 95 cursisten en 36 registraties vrije inloop) bereikt.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
56/160
Strategische doelstelling: MENSWAARDIG LEVEN (1)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
We bepalen de plaats van het materiële hulpaanbod in onze hulpverlening (1.2)
1
Uitwerken visienota met als uitgangsvraag: op welke wijze kan de materiële hulpverlening op de beste manier georganiseerd worden?
2008
Verkennen initiatieven andere steden en gemeenten
Voorjaar 2008
Uitwerken nota in ‘armoedeoverleg’
Najaar 2008
OCMW Bart Van Ballaer
Resultaat Indicator + norm Visienota Gerealiseerd tegen einde 2008
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
57/160
Strategische doelstelling: PREVENTIEVE EN PROACTIEVE WERKING (2)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
De sociale dienst van het OCMW spoort hulpvragers op en formuleert een hulpaanbod (2.1)
1
Traject uitbouwen rond LAC-dossiers
80% van de mensen werden effectief bereikt (2008)
2
Traject uitbouwen voor dringende uithuiszettingen
OCMW Bart Van Ballaer Leen Van de Put en Heidi Coopmans
Resultaat Indicator + norm 100 % contact in alle dossiers
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
58/160
(2009)
Strategische doelstelling: PREVENTIEVE EN PROACTIEVE WERKING (2) Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
Personen van vreemde afkomst zijn op de hoogte van de nieuwe regelgeving onthaalbeleid (2.2)
1
MA worden gesensibiliseerd rond nieuwe regelgeving en de gevolgen voor cliënten
2008
2
Actieve opsporing van cliënten in de verschillende dossiers van alle diensten
OCMW Bart Van Ballaer
Afspreken procedure
Resultaat Indicator + norm 100 % bereik van cliënten in eigen cliëntenbestand
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
59/160
2009
Strategische doelstelling: MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE (6)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
Jongeren, die steun of leefloon genieten en niet onmiddellijk kunnen toegeleid worden naar tewerkstelling worden maximaal begeleid naar activering (6.1)
1
Ontwikkelen intensieve trajectbegeleiding
2008
Onderzoeken methoden individuele en collectieve begeleiding
2009
Vrijstellen medewerker voor deze intensieve begeleiding
OCMW Bart Van Ballaer
Resultaat Indicator + norm 100 % van cliënten betrokken 50 % geactiveerd
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
60/160
2008
5.2. Financiële hulpverlening 5.2.1. Externe omgevingsanalyse Het OCMW van Herentals heeft traditioneel een erg hoog aantal budgetteringsdossiers. Uit een klein onderzoek van onze sociale dienst in 2003 bleek dat Herentals niet alleen relatief meer budgetteringsdossiers telde dan de OCMW’s van de omringende gemeenten, maar ook dan de OCMW’s van Geel, Mol en zelfs Turnhout. Hiervoor zijn uiteraard een aantal redenen aan te halen. De voornaamste reden lijkt ons het groot aantal inwoners van Herentals met schuldoverlast: alleen in Turnhout zijnrelatief meer personen geregistreerd bij de Centrale voor kredieten aan particulieren, die de particulieren bevat die een verbruikskrediet of hypothecaire lening niet meer kunnen afbetalen. Overmatige schuldenlast is een maatschappelijk probleem dat als bijzonder nijpend wordt ervaren. De Centrale voor Kredieten aan Particulieren van de Nationale Bank van België registreert de inlichtingen betreffende alle consumenten- en hypothecaire kredieten die door natuurlijke personen voor privé-doeleinden werden afgesloten. Het jaarverslag van de NBB is een belangrijke indicator die een zicht geeft op de schuldenproblematiek. Vooral het aantal achterstallige kredietovereenkomsten is indicatief. In het arrondissement Turnhout werden 7.056 achterstallige kredietovereenkomsten geteld in 2004. Kredietschulden (consumptiekrediet en bankschulden samen) vertegenwoordigen slechts een kwart van de totale schuldenlast. Opvallend is het gewicht van de overheid zelf als schuldeiser (fiscus, sociale zekerheid, boetes – samen 18,6%). Op de derde plaats komen de schulden in verband met nutsvoorzieningen (17%). De posten ‘huurachterstallen’ en ‘schulden i.v.m. gezondheidszorgen’ komen respectievelijk op de vierde en vijfde plaats. 5.2.2. Interne omgevingsanalyse De financiële hulpverlening van het Herentalse OCMW kunnen we opdelen in twee grote blokken: financiële steunverlening en budgethulpverlening. Financiële hulpverlening De financiële steun waarover we het hebben kan worden verleend door middel van: leefloon, financiële steun aan vluchtelingen, voorschotten op onderhoudsgelden, opnamekosten bejaarden, huurwaarborgen, huurtoelagen, tussenkomst in medische kosten, tussenkomst in schoolkosten, … Momenteel zijn er een 60-tal leefloongerechtigden in onze gemeente, waarvan ongeveer een kwart jonger is dan 25 jaar. Dit cijfer is tamelijk stabiel. Dit wil niet zeggen dat er geen dynamiek zit in deze groep, wel integendeel: er komen voortdurend nieuwe vragen om leefloon binnen, maar, onder meer dankzij het hele tewerkstellingsgebeuren (intensieve trajectbegeleiding + groot aanbod van sociale tewerkstellingsplaatsen) , is er ook een relatief grote uitstroom uit het leefloon. Daarnaast wordt ook financiële steun gelijk aan het leefloonbedrag gegeven aan een 80-tal personen van vreemde afkomst. Opvallend hierbij is dat de overgrote meerderheid hiervan (74) binnen de eigen gemeente is gehuisvest.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
61/160
In een aantal gevallen (bv. bij leefloon, …) is het OCMW strikt gebonden aan de wetgeving terzake. Wat betreft een aantal andere vormen van financiële hulpverlening kan het OCMW wel volledig autonoom beslissen. Het OCMW van Herentals wenst het begrip ‘steunverlening om een persoon in de gelegenheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid’ eerder ruim in te vullen. Dit is bovendien een gegeven dat afhankelijk is van de maatschappelijke context en dus per definitie aan voortdurende verandering onderhevig is. Budgethulpverlening De laatste jaren is schuldhulpverlening in al zijn mogelijke vormen een ‘hot item’ binnen de OCMW’s. De federale en Vlaamse overheid stellen hiervoor ook de nodige gelden ter beschikking. Deze gelden heeft het OCMW van Herentals aangewend om een aparte dienst voor schuldbemiddeling op te richten. In nauwe samenwerking met de dienst rechtshulp staat deze in voor een meer professionele hulpverlening (cfr. verplichtingen die de wet op het consumentenkrediet oplegt). Tevens werd met deze middelen een innoverend vormingsproject gefinancierd om mensen in budgetbeheer (opnieuw) zelf te ‘leren budgetteren’. Dit project is intussen een essentieel onderdeel geworden van budgethulpverlening binnen ons OCMW. Op dit moment telt het OCMW van Herentals een 150-tal budgetteringsdossiers bij de sociale dienst, waarvan 40-tal dossiers bij de dienst schuldbemiddeling. Daarnaast werd er, in het kader van ISOM, in 2004 een eigen dienst voor collectieve schuldenregeling opgericht, waarbij de synergie tussen een jurist en een maatschappelijk werker de dienstverlening een bijkomende meerwaarde geeft tegenover het private aanbod. 5.2.3. Strategische doelstellingen 3 5.2.4. Actieplan OD 3.1 Gestructureerde, collectieve en individuele budgetbegeleiding Budgetteren is een methode om inkomsten en uitgaven in een zeker evenwicht te brengen en te houden. Budgetbegeleiding en budgetbeheer zijn een belangrijke opdracht voor de medewerkers van het OCMW. Er zijn verschillende diensten actief op dit terrein: algemene sociale dienst, dienst schuldbemiddeling, dienst collectieve schuldenregeling, dienst begeleiding budgethulpverlening. We stellen vast dat er nood is aan een goede samenwerking en meer onderlinge afstemming tussen de medewerkers van deze verschillende diensten. Hiervoor is het nodig om van een gezamenlijke visie te vertrekken, die ook door de verschillende medewerkers wordt toegepast. Bovendien moet ze bijdragen tot een verhoging van de zelfredzaamheid en weerbaarheid van cliënten. OD 3.2 Integrale aanpak schuldenproblematiek Deze doelstelling sluit zeer nauw aan bij de vorige. Gezien het feit dat er zeer veel actoren werkzaam zijn in deze materie kan er een integrale aanpak van de schuldenproblematiek worden nagestreefd. Naast de budgethulpverlening bestaat er immers ook nog de individuele en collectieve schuldbemiddeling. De uiteindelijke bedoeling is om elke cliënt de meest gepaste hulpverlening aan te bieden
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
62/160
Bovendien zijn er binnen deze dossiers vaak meerdere problemen en is het nodig om de hulpverlening zeer goed op mekaar af te stemmen vanuit een integrale kijk op de situatie. Bvb. niet alleen de schulden maar ook de gezinssituatie dient mee in rekening te worden gebracht. Naast deze invalshoek is het belangrijk om ook aandacht te hebben voor een goede nazorg, zodat hulpvragers niet hervallen. Ten slotte willen we ook werken aan de weerbaarheid van cliënten in een consumerende samenleving en dit op een zo vroeg mogelijk moment. De cliënten als het ware behoeden voor de schuldenvalkuil.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
63/160
Strategische doelstelling: FINANCIËLE HULPVERLENING (3)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
We bieden een gestructureerde, collectieve en individuele budgetbegeleiding, waarbij de zelfredzaamheid van cliënten centraal staat (3.1)
1
We analyseren de huidige vragen en verwachtingen ten aanzien van de samenwerking tussen vormingswerker, algemene sociale dienst, dienst schuldbemiddeling en dienst collectieve schuldenregeling.
2008
OCMW Bart Van Ballaer
2
Resultaat Indicator + norm Gedragen visienota tegen einde 2008 Medewerkers werken vanuit een éénduidige visie – evaluatieverslag
We werken een methodisch kader uit waarin volgende elementen opgenomen zijn: −
Start budgethulpverlening
−
Evalueren doelstellingen
−
Afsluiten hulpverlening
−
Nazorg
−
Praktische toepassing in de praktijk van de visie door alle betrokken medewerkers
3 −
Vorming
−
Evaluatie
Het aantal stopgezette budgetdossiers, zonder herval, verhoogt met 20%.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
64/160
2009
2009 - 2010
Strategische doelstelling: FINANCIËLE HULPVERLENING (3)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
De schuldenproblematiek van clienten wordt op een integrale wijze aangepakt, met oog voor hun weerbaarheid en een passende nazorg (3.2)
1
Uitbouwen van een optimale samenwerking en afstemming tussen medewerkers die met schuldenproblematiek werken Gestructureerd overleg installeren
Tweemaandelijks- 2010
Bespreken van juridische thema’s met de maatschappelijk assistenten OCMW
2
Veerle IJskout
Uitbouwen van een traject nazorg
Aanzet 2009, definitief 2010
Visie ontwikkelen Evaluatie van huidig vormingstraject met oog op het uitwerken van dit traject nazorg
Resultaat Indicator + norm
Bepalen welke begeleiding er kan geboden worden na de schuldbemiddeling in de vorm van tijdelijke of definitieve budgettering
Collectieve schuldenregeling beeindigd en niet meer of geen herval budgettering
Onderzoek aansluiten mingstraject
50 % tegen 2013
3
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
partner
OCMW’s
bij
vor-
Met buurtwerking mogelijkheden bekijken voor preventieve initiatieven
65/160
2010
5.3. Juridische hulpverlening 5.3.1. Externe omgevingsanalyse Onze maatschappij wordt steeds complexer, hetgeen zich vertaalt in een groeiend aantal geschillen, die via de verschillende gerechtelijke instanties hun beslag vinden. Een eerste oorzaak hiervan ligt ongetwijfeld in de kwantitatieve toename van de rechtsregels en de groeiende complexiteit ervan. Het hoeft weinig betoog dat de stijgende juridisering van de maatschappelijke en de menselijke verhoudingen ook de kans heeft verhoogd dat er juridische conflicten tussen de verschillende partijen ontstaan. Daarbovenop komt dat niet alle wetten en regels van even goede kwaliteit zijn. Soms komen ze tot stand onder grote tijdsdruk of als gevolg van eindeloze politieke compromissen, wat dan weer aanleiding kan geven tot onduidelijkheden en tegenstrijdigheden bij de interpretatie. Een andere factor houdt verband met de forse toename van de sociale relaties. Door de mobiliteit komen burgers, meer dan vroeger, veelvuldig met elkaar in contact, wat de kans op juridische conflicten simpelweg doet toenemen. Maar ook het aantal economische transacties, zoals koop en verkoop, verhuring, het gebruik van bank- en verzekeringsdiensten, indienstnemingen en ontslagen, is hand over hand toegenomen. En wat te denken van de snelle ontwikkelingen inzake familiale samenlevingsverbanden, die geëvolueerd zijn van het klassieke kerngezin naar de eenoudergezinnen of naar de nieuw samengestelde gezinnen, die bovendien steeds meer multicultureel worden? In elk van deze contacten en contracten schuilt de kans op meningsverschillen en conflicten, die via gerechtelijke weg kunnen beslecht worden. Bij zeer vele mensen wordt de drempel naar de actoren van het gerecht (advocaten, rechtbanken, deurwaarders, notarissen) nog steeds als erg hoog ervaren. 5.3.2. Interne omgevingsanalyse De oorspronkelijke aanleiding tot het oprichten van een dienst rechtshulp, was het gebrek aan juridische know-how van maatschappelijk werkers, die meer en meer te maken kregen met juridische aangelegenheden. De dienst werd meteen opengesteld voor de hele bevolking van de oorspronkelijk 6, later 8 en momenteel 7 participerende OCMW’s, In het verleden kende het aantal dossiers van de intergemeentelijke dienst rechthulp een gestage groei (1994: 682 dossiers; 1999: 788 dossiers; 2005: 1828 dossiers). De dienst rechtshulp heeft, omdat hij deel uitmaakt van de globale OCMWdienstverlening, de mogelijkheid nauw samen te werken met andere diensten (sociale dienst, schuldbemiddeling, collectieve schuldenregeling). Het project is bemand door twee juristen.
5.3.3. Strategische doelstellingen 5
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
66/160
5.3.4. Actieplan OD De juridische dienstverlening beantwoordt aan volgende principes: bereikbaar, beschikbaar, gratis, begrijpbare en bruikbare informatie. De juridische dienstverlening wordt laagdrempelig uitgebouwd en staat open voor alle inwoners. Daarnaast wordt er ook advies verleend aan andere, interne diensten, zoals de sociale dienst. We vinden het belangrijk om effectief ook te weten of we voldoen aan de principes die vermeld zijn. Om een kwaliteitsvolle dienstverlening te kunnen blijven aanbieden, is het bovendien noodzakelijk om wijzigingen te blijven opvolgen. Hiervoor is permanente vorming nodig. Daarnaast dient ook bekeken te worden of het niet efficiënter en effectiever is om bepaalde specialisaties tussen de juristen af te bakenen.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
67/160
Strategische doelstelling: TOEGANKELIJKE JURIDISCHE DIENSTVERLENING (5)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
De juridische dienstverlening beantwoordt aan volgende principes:
1
Opzetten van een evaluatietraject om de dienstverlening op regelmatige tijdstippen af te toetsen aan de basisprincipes
2010
−
Bereikbaar
Ontwikkelen formulier
−
Beschikbaar
Duiden aan alle betrokken medewerkers
−
Gratis
−
Begrijpbare en praktisch bruikbare informatie
Organiseren evaluatiemoment met interne medewerkers , enerzijds over wat zij ervaren in hun cliëntcontacten en anderzijds hun eigen ervaringen bij het vragen van advies
OCMW Marc Gommé
2
Resultaat Indicator + norm Tevredenheid cliënten Meting 80% tevreden
Uitwerken van vormingsbeleid voor medewerkers juridische dienstverlening.
2008
Doorgeven wijzigingen in wetgeving en verschillende terreinen waarop juristen actief zijn aan de vormingsmedewerker. 3
Ontwikkelen van een visie omtrent specialisatie op specifieke domeinen en afbakening ervan.
Tevredenheid interne klanten Bevraging in overleg Verslag overleg
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
68/160
2008
5.4. Participatie aan het sociaal-cultureel leven 5.4.1. Externe omgevingsanalyse Dit zijn de bestaande initiatieven om sociale uitsluiting te beperken: −
Inkomen:OCMW leefloon, steun, inkomensgarantie, budgetbeheer, collectieve schuldenregeling, tewerkstellingsprojecten……
−
Wonen: sociale woningen, bejaardenwoningen, …..
−
Structurele financiële ondersteuning naar een organisatie of een initiatief binnen het werkgebied (via Stad/OCMW). Bijvoorbeeld: vzw De Fakkel en vzw De Dorpel bieden mensen in armoede een laagdrempelig aanbod van diensten en activiteiten aan en wil hen volwaardig laten deelnemen aan het maatschappelijk leven
−
Individuele toelage als tussenkomst voor het lidgeld bij een erkende Herentalse jeugdvereniging, deelname aan een sport- of vakantiekamp…..
−
Verminderd inschrijvingsgeld bij Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap voor de leerlingen die zich inschrijven bij de stedelijke tekenacademie of de academie voor muziek en woord.
Al bij al blijft de deelname aan vrijetijdsactiviteiten door kansarmen beperkt en is het betaalbaar maken hiervan niet echt toegespitst op volwassenen. 5.4.2. Interne omgevingsanalyse De actueel geldende definities van armoede leggen er steeds de nadruk op dat armoede een netwerk is van sociale uitsluitingen, wat uiteraard veel verder gaat dan louter een tekort aan inkomen. Het betreft hier dus een uitsluiting op velerlei vlakken zoals gebrek aan voldoende inkomen, werkloosheid, wonen, gezondheid, onderwijs, deelname aan sport-, cultuur- en jongerenactiviteiten, participatie in het verenigingsleven. 5.4.3. Strategische doelstellingen 1 5.4.4. Actieplan OD We vergroten de participatie aan het sociaal – culturele leven Elke burger moet gelijke kansen hebben om zich te ontwikkelen, zich te ontplooien, om deel te nemen aan het algemeen maatschappelijk leven. Om participatie te vergroten werd beslist om een vrijetijdspas in te voeren. In de loop van de volgende jaren dienen alle stappen gezet te worden opdat deze vrijetijdspas zo ruim mogelijk kan gebruikt worden door de doelgroep.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
69/160
Strategische doelstelling: MENSWAARDIG LEVEN (1)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
We vergroten de participatie aan het sociaal-culturele leven (1.3)
1
Invoeren van vrijetijdspas
2007 – 2008
Aanpassen reglementering gemeentelijke diensten 2
Gemeente
2008
Organiseren persconferentie
Marc Caers
Voeren van een informatiecampagne naar eigen diensten cultuur, jeugd en sport en betrekken organisaties die in contact komen met de doelgroep
Resultaat Indicator + norm
Evalueren systeem vrijetijdspas
Deelname doelgroep aan gemeentelijke activiteiten 100 personen bezitten vrijetijdspas
Derdenorganisaties mee
Promotie voor de vrijetijdspas
3
Onderzoek naar mogelijke uitbreiding initiatieven derdenorganisaties
participeren
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
70/160
2010
5.5. Preventie 5.5.1. Externe omgevingsanalyse
Ziektepreventie en gezondheidspromotie Verschillende recente regelgevingen op Vlaams en federaal niveau beklemtonen in algemene bewoordingen de verantwoordelijkheid die de gemeente en het OCMW hebben om alle bewoners dezelfde kansen op welzijn en gezondheid te garanderen. Volgens de Belgische Grondwet heeft iedere burger recht op gezondheid. Elk beleidsniveau (van federaal tot lokaal) heeft daarin een eigen opdracht die aanvullend is bij die van de andere. In het kerntakendebat kwam de duidelijke opdracht naar voor om het aanbod van welzijns- en gezondheidsdiensten in de gemeente te reguleren. Op het vlak van preventie en gezondheidspromotie wordt gevraagd dat het lokale bestuur zou samenwerken met het LOGO (Lokaal Gezondheidsoverleg). De duidelijkste stimulans voor de integratie van een lokaal gezondheidsbeleid in een ruimer kader vinden we in het recente decreet op het lokaal sociaal beleid. Hoofddoel van dit decreet is garanderen dat iedere burger toegang krijgt tot de sociale rechten die in de grondwet werden ingeschreven. Deze omvatten het recht van ieder om een menswaardig leven te leiden, o.a. ook het recht op gezondheid en een gezonde leefomgeving. De gemeentes worden in het Vlaams decreet op het preventieve gezondheidsbeleid expliciet vernoemd als belangrijke partners voor de uitbouw van een gedecentraliseerd aanbod. Het beoogt een duidelijke taakverdeling tussen alle partners op het veld, een integratie van ziektepreventie en gezondheidspromotie, een verantwoorde prioriteitenbepaling en aandacht voor facettenbeleid. Richtinggevend hier zijn de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen die op basis van wetenschappelijk onderbouwde criteria werden gekozen. In januari 1998 werden vijf doelstellingen geformuleerd om de preventieve acties van gezondheidswerkers te oriënteren. In 2002 werd hieraan een zesde doelstelling toegevoegd (preventie van depressie en suicide), die nog bekrachtigd moet worden door het Vlaams parlement: −
het aantal rokers in Vlaanderen, zowel bij de vrouwen als bij de mannen, en specifiek bij de jongeren, moet met 10% gedaald zijn
−
de consumptie van vetrijke voeding moet op significante wijze gedaald zijn ten voordele van vetarme en vezelrijke voeding
−
de borstkankerscreening bij vrouwen moet doelmatiger verlopen. Het aandeel van de screenings bij de doelgroep van 50-69-jarigen moet toenemen tot 80% en het aantal vrouwen uit de specifieke doelgroep dat bereikt wordt, moet toenemen tot 75%
−
het aantal dodelijke ongevallen in de privé-sfeer en in het verkeer moet afnemen met 20%
−
de preventie van infectieziekten moet op significante wijze worden verbeterd, met name door het verder verhogen van de vaccinatiegraad voor aandoeningen als polio, kinkhoest, tetanos, difterie, mazelen, bof, hepatitis en rubella
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
71/160
−
het aantal sterfgevallen door zelfdoding bij mannen en vrouwen moet tegen 2010 verminderd zijn met 8% ten opzichte van 2000.
Met de goedkeuring van de maatschappelijke beleidsnota “Milieu en gezondheid” door het Vlaams Parlement op 4 juli 2001, hebben de LOGO’s in 2003 een bijkomende opdracht gekregen om ook te werken rond het thema gezondheid en milieu. Hiervoor hebben ze medisch milieukundigen ter beschikking gekregen die zelf tewerkgesteld zijn bij de Ondersteuningscel van de LOGO’s. De medisch milieukundigen bij de LOGO’s werken in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap specifiek rond het thema gezondheid en milieu: -
voorlichting en risicocommunicatie
-
proactief peilen bij bevolking en intermediairen omtrent ongerustheid rond lokale milieuknelpunten
-
adviesverlening aan gemeentes en lokale partners (artsen, CLB’s, …)
-
signaleren van M&G problemen aan de bevoegde overheid
-
behandelen van vragen en klachten rond milieu en gezondheid
-
…
Niet alleen buitenshuis, maar ook binnenshuis, waar we het grootste deel van onze tijd spenderen, komen gezondheidsschadende milieufactoren voor (CO, asbest, formaldehyde, …). In oktober 2004 gaf het Binnenmilieubesluit (uitvoeringsbesluit in het kader van het preventiedecreet, goedgekeurd door het Vlaams Parlement) de Medisch Milieukundigen bij de LOGO’s een aantal specifieke taken aangaande het binnenmilieu. Het thema ‘Gezondheid en Milieu’ verdient zeker een plaats binnen het lokaal Sociaal Beleidsplan. Naast leefstijl en sociale omgeving heeft namelijk ook de fysieke leefomgeving een belangrijke invloed op de gezondheid van mensen. Omdat op lokaal niveau de lijnen tussen de overheid en de burger korter zijn, mogen we er van uitgaan dat een lokaal gezondheidsbeleid versterkend werkt op het nationaal en Vlaams gezondheidsbeleid. Binnen de gemeente Herentals kreeg een schepen de specifieke bevoegdheid voor gezondheid en welzijn toegewezen. Er werd een halftijdse gezondheidsambtenaar aangeworven, die instaat voor het pakket ziektepreventie en gezondheidspromotie. Er worden jaarlijks voldoende middelen voorzien voor de gemeentelijke gezondheidswerking. De werking wordt opgevolgd binnen de stuurgroep van het Herentalse Welzijnsoverleg.
Drugpreventie De drughulpverlening, opgestart in 1996, stond ook in voor het luik preventie. Doordat het aantal hulpvragen steeds groter werd, was het onhoudbaar om drugpreventie verder op te volgen. Daardoor werd er aangedrongen op de aanwerving van een preventieambtenaar. De aanwerving gebeurde in maart 2001. De preventieambtenaar is verantwoordelijk voor drugpreventie, gezondheidspromotie en ziektepreventie en voor het Veiligheids- en Preventiecontract dat de stad Herentals af-
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
72/160
sloot met het Ministerie voor Binnenlandse Zaken, Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid. In dit contract zijn momenteel volgende projecten opgenomen: -
drughulpverlener
-
technopreventieambtenaar
-
stadswachten
-
huisbewaarder
-
criminaliteitspreventie (fietsdiefstal, zwerfvuil, …)
Binnen Herentals zijn er natuurlijk nog andere instanties die op drugpreventief vlak werken. Zo zijn er bij CAW De Kempen binnen de jongerencluster enkele preventiewerkers die ook drugpreventie op hun programma staan hebben. Zij houden zich voornamelijk bezig met infosessies aan leerlingen … Binnen het drugteam van het CGG werken ook preventiewerkers. Zij staan in nauwe verbinding met de VAD (Vereniging voor Alcohol en Drugproblemen) en zorgen dus in eerste instantie voor informatiedoorstroming naar onze dienst. Verder ondersteunen zij de gemeentelijke preventiedienst op velerlei vlakken. Op vraag verzorgen zij vormingen op maat. Ook binnen de lokale politie zijn er mensen vrijgesteld om rond drugpreventie te werken. Zij houden zich voornamelijk bezig met het specifieke MEGA-project dat zich richt naar het lager onderwijs. Zij verzorgen tevens sessies omtrent productinformatie aan de hand van een drugkoffer. De samenwerking met deze diensten verloopt vrij vlot met respect voor elkaars eigenheid en invalshoek.
5.5.2. Interne omgevingsanalyse Ziektepreventie en gezondheidspromotie De helft tot tweederde van de mensen die sinds hun jeugd roken, zal vroegtijdig sterven aan een ziekte die door roken veroorzaakt wordt. In België gaat het om bijna 20.000 doden per jaar. En dat ‘vroegtijdig’ betekent dat een roker gemiddeld 10 jaar vroeger sterft dan de gemiddelde levensverwachting. Passieve rokers worden aan meer dan 43 kankerverwekkende stoffen blootgesteld. Zij lopen ongeveer 25% meer kans op longkanker en zo’n 30% meer kans op hart- en vaatziekten. Bijna 35% van de kinderen jonger dan 12 jaar heeft een vader die dagelijks rookt. Uit de Belgische Gezondheidsenquête van 2001 is gebleken dat niet minder dan 44% van de Belgen met overgewicht kampt. In 1997 was dit 40%. Bij 11% van de mensen met overgewicht in 2001 was er zelfs sprake van 'obesitas' (= ernstig overgewicht, meer dan 15 kilo te zwaar). 18% van de Belgen slaat zijn ontbijt over. Als we enkel kijken naar de werkende bevolking zien de cijfers er nog veel slechter uit: 33% van hen ontbijt niet. Borstkanker is de meest voorkomende kanker bij vrouwen. Eén vrouw op 25 sterft aan borstkanker. Door vroege opsporing bij vrouwen tussen 50 en 69 jaar kan de borstkankersterfte met 30% dalen op voorwaarde dat 75% van deze vrouwen zich laat onderzoeLSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
73/160
ken. Na 4 jaar opsporing laat slechts 33% zich verleiden tot een goed borstkankeronderzoek. Ongeveer een derde van alle thuiswonende senioren valt minstens één keer per jaar. Bij 65+ wordt het valrisico geschat op 33% en bij 80+ stijgt dat tot 50%. In residentiële voorzieningen ligt het cijfer nog hoger. Valpartijen betekenen een verhoogd risico op sterfte bij senioren. Het is de zesde doodsoorzaak bij 65-plussers. Bij 75-plussers is vallen met letsels zelfs doodsoorzaak nummer één. In België wordt de vaccinatie bij kinderen zeer goed opgevolgd door Kind&Gezin en de Centra voor Leerlingenbegeleiding. Bij volwassenen is er geen systematische opvolging meer. Zo vormen griepepidemieën bijvoorbeeld een belangrijke oorzaak van ziekte en sterfte bij bejaarden. Door voldoende te vaccineren, daalt de sterfte met 80%. Momenteel wordt slechts 60% van de doelgroep bereikt. In 2002 pleegden in Vlaanderen 1100 personen zelfmoord. Dat zijn 18,4 zelfdodingen per 100.000 inwoners of ongeveer 3 per dag. Bij jongeren tussen 15 en 24 is zelfdoding (20%), na verkeersongevallen (50%), de tweede doodsoorzaak. Gemiddeld speelt een inwoner in Vlaanderen een half gezond levensjaar kwijt ten gevolge van milieuverontreiniging (fijn stof, zware metalen, ozon, …). Omdat niet alle effecten van milieuverontreiniging op gezondheid kunnen berekend worden, is dit wellicht een onderschatting van de werkelijke impact. In de Europese regio sterven jaarlijks meer dan 50 000 kinderen van 0 tot 4 jaar als gevolg van acute ademhalingsinfecties, te wijten aan een ongezond leefmilieu binnenshuis (sigarettenrook, vocht, huisstofmijt, huidschilfers van huisdieren,…). Eén op zeven kinderen heeft astma. Allergieën zijn in het algemeen de laatste 30 jaar sterk toegenomen. Ten gevolge van CO-intoxicatie vallen er in Vlaanderen nog altijd elk jaar een twintigtal dodelijke slachtoffers. In 2000 werden er 673 en in 2001 761 personen gehospitaliseerd wegens CO-vergiftiging. Drugpreventie Kwalitatief Het gebruik van drank, drugs en medicijnen is van alle volkeren en van alle tijden. Mensen gebruiken deze psychoactieve stoffen voor hun plezier en om zich beter te voelen. In Vlaanderen is het illegaal druggebruik in de jaren ‘90 gestaag toegenomen. Sindsdien is de prijs van de illegale drugs sterk gedaald. Ook het aantal psychoactieve producten op de markt is fors toegenomen, waarbij het niet altijd meer duidelijk is of zij al dan niet illegaal zijn.. En de leeftijd waarmee jongeren voor het eerst in aanraking komen met illegale producten in het bijzonder is gedurende de voorbije 5 jaar sterk gedaald. Uit het rapport van de leerlingenbevraging 2000 (VAD) blijkt dat ongeveer 10% van de leerlingen uit de eerste graad secundair onderwijs reeds effectief een illegale drug hebben gebruikt. Het valt te verwachten dat in de nabije toekomst de variëteit aan middelen met psychoactieve werking nog verder zal uitbreiden.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
74/160
In het verlengde hiervan kunnen we ook verwachten dat het aantal gebruikers van minder traditionele drugs eerder zal toenemen. Er zullen meer mensen ervaring krijgen met een steeds groter aantal middelen. Ondanks de toename van het illegale druggebruik, zorgt alcohol nog steeds voor de meeste druggerelateerde problemen. Vlamingen zijn vooral een bierdrinkend volk. De voorbije tientallen jaren is echter ook het gebruik van wijnen en aperitieven sterk toegenomen. Het maakt dat de gemiddelde Vlaming tussen 15 en 75 jaar oud drie glazen (eenheden) alcohol drinkt per dag. Voor dit gemiddelde is 10% van alle alcoholdrinkers verantwoordelijk. Zij drinken als groep evenveel als de overige 90%. In deze groep situeren zich dan ook de meeste probleemdrinkers. Hiernaast kan uiteraard ook een gelegenheidsdrinker voor hinder of risico’s zorgen. In de landenrangorde staat België bij de landen waar het meest psychoactieve geneesmiddelen gebruikt worden. Het gaat dan in het bijzonder over mensen van de derde leeftijd, meer vrouwen dan mannen, maar typisch voor België ook een groot aantal jongeren en jonge volwassenen, gebruikt op regelmatige basis kalmeer-, pijn- of slaapmiddelen.
Kwantitatief Om de lokale situatie op het vlak van druggebruik te schetsen, maken we gebruik van enkele cijfergegevens uit het jaarverslag 2005 van de dienst Drughulp Herentals en van de druggerelateerde feiten die door de Politiezone Neteland in 2005 werden vastgesteld. Drughulp Herentals: Jaarverslag 2005 Cliënten naar leeftijd 12 tot en met 14 jaar
11
4,25 %
15 tot en met 17 jaar
49
18,92 %
18 jaar
19
7,44 %
19 tot en met 20 jaar
21
8,11 %
21 tot en met 25 jaar
40
15,44 %
26 tot en met 29 jaar
30
11,58 %
30 tot en met 59 jaar
86
33,20 %
3
1,15 %
+ 60 jaar
Cliënten tussen 15 en 29 jaar maken meer dan 60 % van het cliënteel uit. De hulpvraag bestaat uit informatie, advies en begeleidingen, maar ook hulpvragen bij een schoolwerk rond drugs worden hierin opgenomen. De +30’ers zijn overwegend ouders van al dan niet gebruikende jongeren.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
75/160
Cliënteel naar aanbod hulpverlening Informatie
129
49,81 %
Advies
57
22,01 %
Begeleiding
53
20,46 %
Preventie/vorming
16
6,18 %
4
1,54 %
29
33,72 %
Gokken
2
2,33 %
Speed
7
8,14 %
Xtc
2
2,33 %
Coke
6
6,98 %
GHB
2
2,33 %
Heroine
13
15,12 %
Alcohol
13
15,42 %
Medicatie
2
2,33 %
Methadon
10
11,63 %
Andere
Middelen eigen gebruik Cannabis
In deze tabel zijn de producten terug te vinden die cliënten zelf aangeven als probleemgebruik. Vooral cannabis en alcohol worden veel gebruikt door jongeren. Hierbij dient opgemerkt dat het zeer vaak over gecombineerd gebruik gaat en dat cannabis aldus vaak als secundaire drug kan beschouwd worden. Hetzelfde geldt voor alcohol. Niettemin valt tevens op dat meer en meer mensen zich aanmelden met een specifiek cannabisprobleem of cannabisverslaving. Ook heroïne of het vervangproduct methadon zijn goed vertegenwoordigd binnen de begeleidingen. Het percentage heroïne- en methadonbegeleidingen ligt in onze regio duidelijk hoger dan elders in de Kempen.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
76/160
Frequentie eigen druggebruik Eenmalig
0
0.00 %
Minder dan 1x / maand
3
4.62 %
Meermaals per maand
2
3.08 %
Weekend
6
9.23 %
Meermaals per week
8
12.31 %
46
70.77 %
Dagelijks
De meeste cliënten die een begeleiding starten, gebruiken dagelijks. Ook het weekendgebruik is in zeer belangrijke mate aanwezig onder jongeren, maar wordt zelden door de jongere zelf als probleem ervaren en resulteert dus ook niet uit de cijfers. Lokale Politie Neteland: Cijfers van vastgestelde druggerelateerde feiten in 2005 Bezit
36 feiten
Gebruik
25 feiten
Verkoop
9 feiten
In- en uitvoer
6 feiten
Teelt/fabricage
1 feit
Preventie Tijdens het jaarlijks preventieproject “Ik gebruik mij” bereiken wij alle leerlingen van het derde jaar middelbaar onderwijs van Herentals. In 2005 ging het hierbij om 673 leerlingen. Een preventieve en proactieve werking heeft een belangrijke plaats naast de vraaggestuurde hulp- en dienstverlening. De preventiedienst van het stadsbestuur van Herentals wil de inwoners van Herentals, organisaties en beleid van Herentals ondersteunen in het verantwoord omgaan met het drugthema. Dit wil de dienst doen door consult aan te bieden, door vorming, overleg en preventieve acties. “Verantwoord omgaan met” wordt hierbij niet concreet ingevuld door de preventiedienst. Wel wordt de know-how aangeboden zodat personen en organisaties zelf een onderbouwde visie ten aanzien van het drugthema kunnen bepalen.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
77/160
De omschreven doelgroep “alle mensen, organisaties en beleid” moet worden gerelativeerd. Wegens de beperktheden van de dienst wordt het drugpreventief beleid van onze gemeente voornamelijk toegespitst op het middelbaar onderwijs in Herentals.
5.5.3. Strategische doelstellingen 2 5.5.4. Actieplan OD Alle inwoners van Herentals hebben dezelfde kansen op gezondheid en een gezonde leefomgeving, binnen de gezondheidsdoelstellingen van de Vlaamse overheid. Deze worden aangevuld met thema’s bepaald vanuit lokale noden en behoeften. De dienst sociale zaken en preventie van de gemeente Herentals wil werken aan ziektepreventie en gezondheidspromotie van alle burgers van Herentals, opdat alle inwoners dezelfde kansen krijgen op gezondheid en een gezonde leefomgeving. Dit willen we bereiken door samen te werken met het LOGO Zuiderkempen, waarbij de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen als richtinggevend worden aanvaard. In nauwe samenwerking met het OCMW moet er een lokaal gezondheidsbeleid uitgewerkt worden. Hierin wordt beschreven hoe de gemeente meewerkt aan de realisatie van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen en in hoeverre lokale doelstellingen worden toegevoegd. OD Jongeren in de leeftijd 12 -18 jaar en hun ouders, hebben een duidelijk en genuanceerd beeld over druggebruik en het zich welbevinden in het algemeen. Scholen en organisaties hebben een duidelijke visie op het gebruik van drugs met de klemtoon op preventie en begeleiding. Alcohol, medicatie en illegale drugs zijn een realiteit die er steeds is geweest en ook steeds zal aanwezig zijn in onze samenleving. Mensen kunnen deze realiteit leren kennen en op een verantwoorde manier omgaan met het drugthema. Wat ‘verantwoord omgaan’ betekent, kan ieder op een doordachte manier voor zichzelf bepalen. Het alcohol- , medicatie- en druggebruik, misbruik en verslaving zijn vaak maar één vorm van uiting van onwelzijn. Door de drugproblematiek in een ruimere context te plaatsen, wordt er onrechtstreeks gewerkt aan het algemeen welbevinden van burgers. Een welzijnsbevorderend beleid vormt de basis van elke vorm van preventie, hulpverlening of repressie. Een beleid dat zoveel mogelijk welzijn produceert, voor zoveel mogelijk mensen is dus preventief op zich.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
78/160
Strategische doelstelling: PREVENTIEVE EN PROACTIEVE WERKING (2)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
Alle inwoners van Herentals hebben dezelfde kansen op gezondheid en een gezonde leefomgeving binnen de gezondheidsdoelstellingen van de Vlaamse overheid en thema’s bepaald vanuit lokale noden en behoeften.
1
Uitwerken van een lokaal gezondheidsbeleid in samenwerking met het OCMW
2013
Preventiedienst preventie-ambtenaar
Resultaat Indicator + norm
gemeente
Contactpersoon aanduiden bij het OCMW Afspraak rond systematisch overleg Uitwerken aanpak lokaal gezondheidsbeleid 2
Op het armoedeoverleg strategieën ontwikkelen om de doelgroep van kansarmen te bereiken
3
In samenwerking met LOGO Zuiderkempen en andere gemeenten specifieke lokale acties opzetten. Via LOGO en samenwerking en in overleg met andere gemeenten
4
Bereik bewoners 20 % Bereik 10 %kansarmen
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
Onderzoeken van de mogelijkheid tot het oprichten van een gemeentelijk overleg voor gezondheid en welzijn
79/160
2008
Minimaal 4 acties
Elk jaar een vernieuwend element inbrengen 2013
Strategische doelstelling: PREVENTIEVE EN PROACTIEVE WERKING (2)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
Jongeren in de leeftijd 12-18 jaar en hun ouders hebben een duidelijk en genuanceerd beeld over druggebruik en het zich welbevinden in het algemeen
1
Ontwerpen van een formulier om ouders te bevragen over hun beeld van druggebruik en het zich welbevinden
2010
2
Heroriëntering van de ondersteuning van scholen
2009 -2010
Rondetafelconferenties gericht op nieuwe leerkrachten en directies die bij op de kar willen springen
Scholen en organisaties hebben een duidelijke visie op het gebruik van drugs met de klemtoon op preventie en begeleiding Preventiedienst preventieambtenaar
Rondetafelconferenties voor directies en leerkrachten die reeds eerder bereikt werden met meer algemene en verruimende thema’s
Herentals 3
Resultaat Indicator + norm
Onderzoeken van de mogelijkheid voor coördinatie en samenwerking met andere organisaties zoals sociale tewerkstelling, buurtwerk, CAW De Kempen…
Ouders: 8/10 ouders hebben, na het volgen van het vormingstoneel een genuanceerd beeld Directies en leerkrachten: blijkt uit de evaluatieverslagen Minstens 1 organisatie, niet-
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
80/160
2013
school, heeft een drugbeleid met de klemtoon op preventie en begeleiding
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
81/160
5.6. Werkstraffen 5.6.1. Externe omgevingsanalyse De dienst werkstraffen Herentals staat in voor het opvolgen van dienstverleningen in het kader van de bemiddeling in strafzaken, opgelegd door het parket, en van de autonome werkstraffen opgelegd door de correctionele rechtbank en de politierechtbank. De dossiers worden doorverwezen via het Justitiehuis van Turnhout. Het gaat over dossiers van inwoners van Herentals en de gemeenten Lille, Vorselaar, Grobbendonk, Herenthout en Olen. In 2006 ging het over 141 dossiers: 3 doorverwijzingen via bemiddeling in strafzaken, 24 diversiemaatregelen via het Parket van de Procureur des Konings (dit werd stopgezet in april 2007) en 114 autonome werkstraffen. 5.6.2. Interne omgevingsanalyse Het stadsbestuur van Herentals heeft sinds september 2004 met subsidies van de Federale Overheidsdienst Justitie een personeelslid aangeworven om het stijgende aantal opgelegde autonome werkstraffen (aws), samen met het Justitiehuis, op te volgen.
Jaartal
Totaal aantal aws mandaten, arrondissement Turnhout
2003
133
2004
530
2005
686 ( 88 voor DWS Herentals)
2006
736 (114 voor DWS Herentals)
5.6.3. Strategische doelstellingen 4 5.6.4. Actieplan OD In het kader van de begeleiding van de dienst werkstraffen bereiken we een evenwicht tussen de verwachtingen van de werkgever en de werkgestrafte en er is een goede communicatie met het justitiehuis en de Steundienst Alternatieve Maatregelen (SAM). Via de werkstraf en de dienstverlening streven wij naar een symbolisch herstel tegenover de maatschappij van de strafbare feiten gepleegd door werkgestraften en dienstverleners. Cliënten moeten dit ook zo kunnen ervaren. Door het tewerkstellen van cliënten bij werkplaatsen zoals openbare diensten en vzw’s kunnen zij op een positieve manier hun schuld aan de maatschappij voldoen.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
82/160
De cliënten moeten verantwoordelijkheid kunnen opnemen door de uitvoering van het vonnis of het voorstel tot dienstverlening. De communicatie met het Justitiehuis en de Steundienst Alternatieve Maatregelen moet optimaal kunnen verlopen. De cliënt moet zijn opgelegde uren op een zinvolle en positieve manier kunnen invullen bij de werkplaats. De hulp van de cliënt moet een positieve bijdrage zijn aan de werking van de werkplaats. Hierdoor zou de cliënt zijn werkstraf moeten kunnen beschouwen als een symbolisch herstel van de door hem gepleegde feiten. De begeleider streeft naar een constructieve aanpak. De cliënt moet, binnen het gegeven kader van de werkstraf of dienstverlening, de eigen verantwoordelijkheid kunnen opnemen door zelf een richting te geven aan zijn werkstraf en bepaalde beslissingen zelf te kunnen nemen. De ervaringen van de werkvloer kunnen doorstromen naar de coördinator van het justitiehuis en het beleid. Omgekeerd moet het beleid tijdig richting geven aan de concrete invulling van het werk van de begeleidende diensten.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
83/160
Strategische doelstelling: SAMEN – LEVEN IN HERENTALS (4)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
In het kader van de begeleiding van de dienst werkstraffen bereiken we een evenwicht tussen de verwachtingen van de werkgever en de werkgestrafte en is er een goede communicatie met het justitiehuis en de Steundienst Alternatieve Maatregelen (SAM) (4.3)
1
We bevragen bestaande en nieuwe werkplaatsen over hun verwachtingen ten aanzien van begeleiding en inhoud van werk
2009
2
We bouwen een evaluatiemoment met de werkgestrafte in omtrent zijn ervaring met de begeleiding en zijn werkstraf
2013
Katrine Van Passel
3
We plannen regelmatig overleg met justitiehuis en SAM
2010
Uitwerken evaluatieformulier Organiseren bevraging
Resultaat Indicator + norm
We nemen initiatief om samen met de andere diensten onze verwachtingen ten aanzien van deze samenwerking te formuleren
Elke werkplaats heeft een evaluatieformulier ingevuld en de formulieren werden besproken met de dienst werkstraffen. Elke werkgestrafte krijgt de gelegenheid om een eigen evaluatie van de werkstraf aan de dienst werkstraffen te bezorgen via een
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
84/160
aangepast formulier. Er is een open communicatie. Problemen zijn bespreekbaar.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
85/160
5.7. Woonwagenbewoners 5.7.1. Externe omgevingsanalyse De mobiele woonvorm is voor de woonwagenbewoners de belangrijkste verwijzing naar hun culturele identiteit. Deze woonvorm dient dan ook als een volwaardige woonvorm te worden erkend. De Vlaamse Regering doet dit door de aankoop, inrichting, renovatie en uitbreiding van woonwagenterreinen voor woonwagens te subsidiëren. Een stadsbestuur kan dit door er voor te zorgen dat deze bevolkingsgroep, aanwezig op haar grondgebied: - op een degelijk en legaal woonwagenterrein kan wonen - ondersteund wordt bij het wegwerken van hun maatschappelijke achterstand.
5.7.2. Interne omgevingsanalyse Op St. Janneke wonen 19 families (50 personen), een relatief jonge bevolkingsgroep aangezien 16 kinderen niet ouder zijn dan 15 jaar. Aan de Viaduct-Herenthoutseweg woont een wat oudere groep van 10 families (15 personen). Naast deze traditionele woonwagenbewoners wonen daar bijkomend nog een aantal mensen die om economische redenen een woonwagen betrekken, de zogenaamde “burgers”. Eerder geïsoleerd staan er dan nog een aantal woonwagens in Peerdsbosstraat waar nog 3 woonwagenfamilies (5 personen) wonen. De aanwezigheid van twee niet met elkaar verwante groepen van woonwagenbewoners, was de aanleiding om het aanleggen van woonwagenterreinen in overweging te nemen.
5.7.3. Strategische doelstellingen 4 5.7.4. Actieplan OD We bieden woonzekerheid aan woonwagenbewoners en bevorderen een maximale integratie in de buurt. Door te zorgen voor woonzekerheid wil het stadsbestuur de maatschappelijke kwetsbaarheid bij de woonwagenbewoners terugdringen en hen ondersteunen bij de integratie in de Herentalse gemeenschap. Er worden hiertoe twee woonwagenterreinen aangelegd. Eén op St. Janneke/Heirenbroek (20 standplaatsen) en een tweede aan het Viaduct Herenthoutseweg (17 standplaatsen). De verantwoordelijke, aangeduid door het stadsbestuur, heeft hierbij een duidelijke opdracht omtrent toezicht, dialoog, ondersteuning en beleidsvoorbereiding. Om een maximale integratie in de buurt te waarborgen is het belangrijk dat de bewoners zich houden aan het huishoudelijk reglement en harmonieus samenleven met elkaar en met de bewoners van de aangrenzende woningen. Met de lokale woonwagencommissie kan bekeken worden welke specifieke thema’s verder prioritair kunnen opgenomen worden.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
86/160
Strategische doelstelling: SAMEN-LEVEN IN HERENTALS (4)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
We bieden woonzekerheid aan woonwagenbewoners en bevorderen een maximale integratie in de buurt (4.1)
1
Aanleg woonwagenterrein
2008 – 2009
Uitwerken huishoudelijk reglement en toetsing van de toepasbaarheid
2008
Toewijzing van standplaatsen
2008
2
Uitwerken functiebeschrijving stedelijk woonwagenverantwoordelijke
2008
3
Werking lokale woonwagencommissie
Gemeente Marc Caers Resultaat Indicator + norm Realisatie
woonwagenterrein
Vermindering conflicten
Werking woonwagencommissie Verslaggeving + minimaal 1 thema werd uitgewerkt onder impuls van deze commissie
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
Afspraken hoe communicatie met bewoners en buurtbewoners verloopt
Nota op basis van overleg tegen eind 2008
Visie ontwikkelen op houding en afspraken ten aanzien van bezoekers en doortrekkers
Nota op basis van overleg tegen eind 2008
Prioriteit bepalen voor thema’s waaraan gewerkt kan worden vb. schoolverzuim, vrije tijd, gezondheid, ongeletterdheid, hygiëne
2008 -2013
87/160
5.8. Straatfeesten 5.8.1. Externe omgevingsanalyse Alhoewel mensen in elkaars omgeving wonen, hebben zij onderling maar weinig contact. Enkelen leven zelfs geïsoleerd in hun eigen woonbuurt. Door het stimuleren en ondersteunen van initiatieven, die mensen uit een bepaalde buurt samenbrengt, kan deze vervreemding en vereenzaaming een beetje teruggedrongen worden. De samenhang tussen de bewoners wordt versterkt en het onveiligheidsgevoel afgezwakt.
5.8.2. Interne omgevingsanalyse In sommige straten of rond een plein, organiseren de bewoners feesten/activiteiten. Voor dergelijke buurtactiviteit kan de burger hulp krijgen van het stadsbestuur. Om deze ondersteuning gecoördineerd te laten verlopen, worden de aanvragen gecentraliseerd op de dienst Sociale Zaken & Preventie. Het is ook deze dienst die voor het stadsbestuur het enige aanspreekpunt wordt. Vanuit deze dienst worden de verdere contacten gelegd. De organisatoren moeten slechts éénmaal contact opnemen met de dienst “Sociale Zaken & Preventie” die dan verder de aanvraag volledig afhandelt: of het nu gaat om het afsluiten van de straat, het geven van een subsidie, het ontlenen en leveren van materiaal, het afvalverwerkingplan, het verlenen van de nodige toestemming, de afspraken rond geluid, de veiligheid bij een barbecue, …
5.8.3. Strategische doelstellingen 4 5.8.4. Actieplan OD We verhogen de contacten van bewoners in straten, buurten en rond pleinen. Door het versterken van het sociale weefsel bij de bewoners van een straat, een gedeelte ervan of een plein, verhogen we de woonkwaliteit en gaan zij zich beter voelen als inwoners van Herentals. Belangrijk hierbij is de sociale contacten te verhogen, door middel van straatfeesten.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
88/160
Strategische doelstelling: SAMEN-LEVEN IN HERENTALS (4)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
We verhogen de contacten van bewoners in straten, buurten en rond pleinen. (4.2)
1
We voeren actief reclame rond het organiseren van straat- en buurtfeesten
2008 -2012
Claudia Hendzel Gemeente
Resultaat Indicator + norm Aantal straatfeesten groeit naar 50 en nadien wordt dit aantal behouden
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
89/160
5.9. Opvoedingsondersteuning 5.9.1. Externe omgevingsanalyse Algemeen Opvoedingsondersteuning bestaat uit al die activiteiten die tot doel hebben om ouders steun te bieden bij het opvoeden. Het richt zich niet zozeer op het kind zelf, maar vooral op ouders en opvoeders en op de context waarbinnen opvoeding plaats vindt. Opvoedingsondersteuning heeft als doel om:
de competentie, vaardigheden en draagkracht van ouders/opvoeders te versterken; de draaglast te verminderen door problemen tijdig te signaleren en praktische hulp of steun te bieden; het sociale netwerk rondom kinderen en gezinnen te versterken.
Opvoedingsondersteuning kan individueel of in groep worden aangeboden en heeft verschillende functies:
Informatie en voorlichting (bijv. via themabijeenkomsten, website, bibliotheek,…) Praktische steun (bijv. thuishulp, steungezinnen,…) Pedagogische advisering en licht ambulante hulp (bijv. individuele begeleiding, oudercursussen,…) Sociale samenhang stimuleren, sociale steun en zelfhulp bevorderen Signalering, vroegtijdige onderkenning en verwijzing Samenwerking van voorzieningen voor gezinnen in probleemsituaties (Integrale jeugdhulpverlening)
Vlaams niveau: het decreet Opvoedingsondersteuning Op basis van de Basisnota “Opvoeden doe je niet alleen” van het Vlaams Netwerk Opvoedingsondersteuning werkt de Vlaamse overheid momenteel aan een decreet opvoedingsondersteuning. In het ontwerpdecreet wordt een belangrijke rol weggelegd voor de lokale besturen wat de coördinatie betreft van het lokaal overleg opvoedingsondersteuning en de wisselwerking met het bovenlokaal niveau. Daarnaast wordt in het ontwerpdecreet voorzien in de oprichting van een opvoedingswinkel in de centrumsteden. Ten slotte zijn de nodige onderrichtingen opgenomen over de rol die de Vlaamse coördinatoren ( de huidige preventieconsulenten binnen BJZ) toebedeeld krijgen, over het toekennen van subsidies voor initiatieven die inspelen op opvoedingsvragen bij opvoeders en over de oprichting van het Vlaams Expertisecentrum voor opvoedingsondersteuning.
Arrondissementeel niveau: aanwerving van een coördinator binnen Welzijnszorg Kempen De provincieraad gaf in het voorjaar van 2007 groen licht voor de subsidiëring van een coördinator opvoedingsondersteuning binnen het arrondissement Turnhout.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
90/160
De coördinator zal belast worden met: - de arrondissementele aansturing en de subregionale verankering van de concrete werking van de opvoedingsondersteuning - de verregaande en baanbrekende samenwerking tussen lokale besturen – met inbegrip van het provinciebestuur – en de verschillende sectoren van de integrale hulpverlening. Doel is bereikbare en bruikbare opvoedingsondersteuning aanbieden om zo de individuele en collectieve opvoedingscompetentie te versterken.
Regionaal niveau: het Lokaal Netwerk Opvoedingsondersteuning Herentals De arrondissementele werking rond opvoedingsondersteuning zal in zeven subregio’s gebeuren. Eén daarvan is regio Herentals, waar er reeds een Lokaal Netwerk Opvoedingsondersteuning actief is. In dit netwerk zijn naast de verschillende sectoren van de Integrale Jeugdhulp ook andere organisaties uit de welzijns- en socioculturele sector vertegenwoordigd: CAW De Kempen, Centrum Basiseducatie Zuiderkempen, De Fakkel vzw, Kameleon, het gemeenschaps- en vrij CLB, KIKO vzw, Kind en Gezin, de OCMW’s,… Voor een volledige oplijsting van de diensten die in het lokaal netwerk vertegenwoordigd zijn en hun aanbod inzake opvoedingondersteuning: zie Bevraging Opvoedingsondersteuning September 2006.10 Het netwerk heeft een aantal doelstellingen geformuleerd op korte en lange termijn:
Aanbieden van vorming rond opvoedingsondersteuning Peilen naar behoeften potentiële doelgroep Ontwikkelen van gezamenlijke visie rond opvoedingondersteuning Organiseren van gezamenlijke vorming van personeel Nadenken over eigen rol van de verschillende diensten Ontwikkelen van een sociale kaart Opnemen signaalfunctie naar de overheid Verminderen instroom hulpvragen rond opvoedingsondersteuning …
5.9.2. Interne omgevingsanalyse Momenteel hebben drie OCMW’s binnen de Intergemeentelijke Samenwerking OCMW’s Middenkempen (ISOM) een specifiek aanbod op het vlak van opvoedingsondersteuning:
10
‘t Opvoedingsateljee van OCMW Herenthout richt zich naar alle ouders die vragen hebben rond opvoeding (via pedagogisch spreekuur, oudercursussen, themaavonden, bibliotheek,…). Daarnaast begeleidt de verantwoordelijke maatschappelijk werker binnen het OCMW ook een aantal gezinnen in budgetbegeleiding rond opvoedingsproblemen; De dienst gezinsbegeleiding en opvoedingsondersteuning van OCMW Olen begeleidt een aantal kinderen, ook en vooral in relatie tot hun omgeving en gezinssituatie (via
Deze inventaris kunt u opvragen bij Leen Dries, OCMW Herentals,
[email protected], 014/24 66 36
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
91/160
begeleiding van de opvoedingsrelatie kind/ouder, stimulatie van de sociale ontplooiing, zelfstandigheidverwerving, persoonlijkheidsvorming van het kind….); De Luisterbank vzw is een vrijwilligerswerking die nauw samenwerkt met OCMW Grobbendonk en rond opvoedingsondersteuning werkt (via pedagogisch spreekuur (in het Sociaal Huis), voorleessessies in de bibliotheken, thema-avonden,…)
Sinds het najaar van 2006 is er een werkgroep binnen ISOM actief waarin de drie diensten die rond opvoedingsondersteuning werken, vertegenwoordigd zijn. Deze werkgroep heeft drie doelstellingen:
het bundelen van krachten en middelen om regionale infoavonden rond opvoeding(sproblemen), praatavonden en oudercursussen te organiseren; het sensibiliseren van de maatschappelijk werkers van de verschillende sociale diensten om oog te hebben voor opvoedingsvragen van cliënten en hen indien nodig door te verwijzen; de sociale diensten en de lokale besturen overtuigen van de noodzaak om op lokaal vlak een structurele werking rond opvoedingsondersteuning (met specifieke aandacht voor kansarmen) op te zetten.
Een eerste gezamenlijke activiteit vond plaats in mei 2007: een infoavond over verwenning waar zo’n 150 personen op aanwezig waren. In 2007 werkte een groep eindejaarsstudenten van de KHK een draaiboek uit rond opvoedingsondersteuning, dat zij op vraag van OCMW Herentals en van de werkgroep opvoedingsondersteuning uitgewerkt hebben. 5.9.3. Strategische doelstellingen 2 5.9.4. Actieplan OD We verminderen het aantal hulpvragen rond problematische opvoedingssituaties en opvoeders kunnen terecht met vragen rond opvoeding Het lokaal bestuur streeft met partners van het Lokaal Netwerk Opvoedingsondersteuning naar een zo breed mogelijk aanbod opvoedingsondersteuning, dat afgestemd is op de behoeften van onze regio. Het uiteindelijk doel is de vermindering van het aantal hulpvragen rond problematische opvoedingssituaties. Belangrijk hierbij is dat voorzien wordt in een laagdrempelig lokaal ankerpunt dat zich op het vlak van opvoedingsondersteuning, specifiek op kansarmen richt. Bovendien is het nodig dat een coördinator opvoedingsondersteuning de lokale coördinatiefunctie opneemt, zoals voorzien in het decreet en daarnaast de lokale ankerpunten aanstuurt. Indien mogelijk willen we dit via ISOM (Intergemeentelijke Samenwerking OCMW’s Middenkempen) realiseren.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
92/160
Strategische doelstelling: PREVENTIEVE EN PROACTIEVE WERKING (2)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
We verminderen het aantal hulpvragen rond problematische opvoedingssituaties
1
Haalbaarheidsstudie m.b.t. de aanstelling van een coördinator opvoedingsondersteuning binnen ISOM
2010
In samenwerking met de partners van het Lokaal Netwerk Opvoedingsondersteuning zorgen we voor een breed aanbod van opvoedingsondersteuning, dat afgestemd is op de behoeften van de regio, gekend is bij de doelgroep, toegankelijk en complementair is. Binnen de OCMW’s organiseert een werkgroep acties op het vlak van:
2008
2 OCMW (Leen Dries)
- preventie (gezamenlijke infoavonden, oudercursussen,…)
Resultaat Indicator + norm
- vorming en intervisie van de maatschappelijk werkers op het vlak van opvoedingsondersteuning 2008
3
Het Lokaal Netwerk Opvoedingsondersteuning wordt ingebed in het arrondissementeel overleg (o.l.v. de coördinator opvoedingsondersteuning van Welzijnszorg Kempen)
4
We voorzien een lokaal ankerpunt voor opvoedingsondersteuning, specifiek gericht op kansarmen
2010
5
Er wordt iemand aangeduid die specifiek rond opvoedingsondersteuning kan werken
2009
Ouders en opvoeders vinden hun weg in het regionale aanbod opvoedingsondersteuning.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
93/160
5.10. Personen met een handicap 5.10.1.
Externe omgevingsanalyse
Het aandeel van onze bevolking met blijvende functionele beperking wordt geraamd op minstens 10 %. Het aantal mensen dat baat heeft bij een toegankelijke omgeving ligt echter nog veel hoger: personen met boodschappenwagentjes of met een kinderwagen, kleine, grote en zware personen, ... Bovendien zal de nood aan toegankelijkheid in de toekomst nog sterk toenemen door de veroudering van de bevolking en de nood aan meer mobiliteit.
5.10.2.
Interne omgevingsanalyse
Initiatieven stedelijke diensten: *
stedelijke dienst sociale zaken: aanvraag tegemoetkomingen voor personen met een handicap
*
stedelijke tussenkomsten: sociaal-pedagogische toelage, begeleidingstoelage en abonnementskosten van tv-distributie
*
toegankelijkheidsonderzoek van openbare gebouwen
Initiatieven van OCMW: *
thuiszorgdiensten
*
handicar en mindermobielen centrale
*
jaarlijkse subsidies aan vzw Begeleid Wonen en vzw Den Brand
*
erfpacht van Stationsplein 23 aan nv-vso Avalon
Sociale woningmaatschappijen: *
Eigen Haard heeft 15 woningen of appartementen die specifiek zijn gebouwd voor rolstoelgebruikers
*
Geelse Bouwmaatschappij heeft geen specifieke woningen voor personen met handicap, maar wel aangepaste woningen
Werkgroep personen met een handicap: *
stedelijk adviesorgaan sinds 2001
*
brengt lokale noden, activiteiten en voorzieningen voor mensen met een handicap in kaart
*
toelichting relevante thema's en promotie eigen activiteiten
vzw Den Brand *
4 projecten: tehuis voor werkenden, tehuis voor niet-werkenden, dagcentra en beschermd wonen
*
principieel voor personen met mentale handicap, maar ook personen met fysieke handicap worden toegelaten
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
94/160
*
speelt sterk in op lokale noden
vzw Begeleid Wonen *
biedt ambulante begeleiding, aan huis in activiteiten van het dagelijkse leven
*
doelgroep zijn volwassen personen met een handicap die zelfstandig wonen of vanuit een thuissituatie willen doorstromen naar zelfstandige woonvorm
*
principieel voor personen met een verstandelijke beperking, dikwijls gecombineerd met fysische handicap en/of psychische problemen + alle handicaps binnen de groep van normaal begaafden
vzw Zewopa *
biedt zelfstandig wonen aan personen met handicap
*
doelgroep zijn volwassen personen met motorische handicap die nood hebben aan minimum 7 en max. 30 uren ADL-assistentie per week en die in staat zijn zelf verantwoordelijkheid te dragen over hun leven.
*
ADL-clusters met 12 tot 15 aangepaste woningen of appartementen in gewone woonwijken
*
het OCMW heeft een principebeslissing genomen om een perceel grond (aan Gagelstraat in Herentals) te verkopen aan bouwmaatschappij NV Eigen Haard met doel er een project ADL-wonen mogelijk te maken onder coördinatie van vzw Zewopa. De toekenning van overheidssubsidies hiervoor, wordt momenteel afgewacht.
5.10.3.
Strategische doelstellingen
6 5.10.4.
Actieplan
OD 1 Personen met een handicap kunnen op een gelijkwaardige manier gebruik maken van alle voorzieningen Iedereen moet op een onafhankelijke en gelijkwaardige wijze kunnen gebruik maken van alle voorzieningen. Daarom willen we de middenstand aansporen hun zaak toegankelijk te maken voor personen met een handicap.
OD 2 De gemeentelijke toelagen voor personen met een handicap zijn geëvalueerd in overleg met de ‘werkgroep personen met een handicap
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
95/160
Strategische doelstelling: MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE (6)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
Personen met een handicap kunnen op een gelijkwaardige wijze gebruik maken van alle voorzieningen
1
Aansporen middenstand om hun zaak toegankelijk te maken voor personen met een handicap
2008
Gemeente Dienst: Ruimtelijke ordening of dienst Middenstand
Marc Caers
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
Aanduiden van de gemeentelijke dienst die de aanvraag in ontvangst neemt en verder afhandelt. Stedenbouw: Behandelt de bouwaanvragen en heeft direct inzage in de (ver)bouwplannen Dienst Middenstand: Er komt bij het stadsbestuur één loket dat alles wat met Middenstand te maken heeft gaat centraliseren.
96/160
2008
Toekenningsvoorwaarden en bedrag bepalen van een gemeentelijke premie voor het toegankelijk maken van een winkel, horecazaak,…
Resultaat Indicator + norm 1. betr. middenstand: Aanduiden dienst(en) die verantwoordelijk is (zijn) om aanvraag voor toegankelijkheidspremie af te handelen
2008
Procedure uitwerken
2
Vaststellen reglement premie
Evalueren reglementen betr. voordelen voor personen met een handicap
2. betr. reglementen: Rapport van evaluatie met aantal voorstellen naar het beleid toe
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
97/160
2008
5.11. Psychiatrisch zorgproject 5.11.1.
Externe omgevingsanalyse
Uit de Gezondheidsenquête 2004 blijkt dat één persoon op vier (24%) die 15 jaar of ouder is, te kampen heeft met een psychologisch ongemak en iets meer dan de helft daarvan, ofwel 13% van de totale bevolking zou aan een tamelijk ernstige mentale ziekte kunnen lijden. 8% van de bevolking heeft te maken met depressieve gevoelens, 8% klaagt over somatische klachten, 6% heeft last van angstgevoelens en 20% van slaapproblemen. Bovendien gaf 6% van de respondenten aan dat zij tijdens het jaar dat vooraf ging aan het onderzoek te maken gehad hebben met een serieuze depressie. Ten slotte stelt het onderzoek dat één persoon op vijf al ernstig aan zelfmoord heeft gedacht en dat 4% van de bevolking al effectief geprobeerd heeft om zelfmoord te plegen. Opnames in een psychiatrische instelling van personen uit de regio Middenkempen11 In de periode van 2000 tot en met 2005 werden er in totaal 1.794 personen opgenomen uit Grobbendonk, Herentals, Herenthout, Kasterlee, Lille, Olen en Vorselaar in de pyschiatrische instellingen OPZ (Geel), PZ Sint-Norbertus (Duffel), PZ Bethanië (Zoersel), PZ Broeders Alexianen (Boechout), PZ St-Amedeus (Mortsel), PAAZ AZ St. Jozef (Turnhout) en PAAZ AZ St. Maarten (Duffel). Aantal opnames in 2005 per gemeente vs. inwonersaantal Gemeente Grobbendonk
Opnames
Inwonersaantal
per 1000 inwoners
41,00
10.705,00
3,83
108,00
25.903,00
4,17
8,00
8.412,00
0,95
Kasterlee
64,00
17.899,00
3,58
Lille
61,00
15.389,00
3,96
Olen
33,00
11.143,00
2,96
Vorselaar
34,00
7.283,00
4,67
349,00
96.734,00
3,61
Herentals Herenthout
Totaal
Deze cijfers volgen de algemene bevolkingscijfers, met uitzondering van Vorselaar waar het aantal opnames in vergelijking met andere kleinere gemeenten zoals Grobbendonk en Herenthout relatief hoger ligt.
11
In 2006 voerde OCMW Herentals een kwantitatieve bevraging uit naar de opname van patiënten uit de zorgregio Middenkempen in psychiatrische ziekenhuizen en psychiatrische afdelingen van algemene ziekenhuizen (PAAZ). . LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
98/160
Het aantal opnames per gemeente bleef de afgelopen jaren vrij stabiel, met uitzondering van Herenthout waar het aantal opnames daalde (van 43 in 2000 tot 8 in 2005) en Herentals waar het aantal opnames opmerkelijk steeg (van 60 in 2000 tot 108 in 2005).
Aantal opnames in de periode 2000-2005 140 Grobbendonk
120
Herentals
100
Herenthout
80
Olen
60
Vorselaar
40
Kasterlee
20
Lille
0 2000
2001
2002
2003
2004
2005
Het grootste aantal opnames uit de regio Middenkempen wordt gerealiseerd in het OPZ Geel (694, zijnde 38% van het totaal aantal opnames) en PZ Bethanië, Campus Zoersel (494 oftewel 28%), gevolgd door de PAAZ van St-Jozef in Turnhout (257) en het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Norbertus te Duffel (161). Het merendeel van de patiënten werd in deze periode éénmalig opgenomen: In het OPZ werden in de periode 2000-2005 694 opnames gerealiseerd bij 429 personen. Hiervan werden 283 personen éénmalig opgenomen (60%), 84 personen werden tweemaal opgenomen (20%), 36 personen driemaal (8%),….Een persoon werd 19-maal opgenomen.
Aanbod zorginstellingen in het arrondissement Turnhout Momenteel zijn er verscheidene organisaties in het arrondissement Turnhout actief rond geestelijke gezondheidszorg:
de centra geestelijke gezondheidszorg (CGG) Noorderkempen (Turnhout) en Zuiderkempen (Geel),
het openbaar psychiatrisch ziekenhuis (OPZ) te Geel,
de psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis (PAAZ) van St-Jozef Turnhout
vzw Beschut Wonen Kempen (Geel en Turnhout),
de psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT) Salto te Geel, en Liereman te OudTurnhout,
de voorzieningen met een psychosociale RIZIV-overeenkomst Revalidatiecentrum Turnhout en Revalidatiecentrum Zuiderkempen (Veerle),
het psychiatrisch ziekenhuis Bethanië, campus Zoersel (arrondissement Antwerpen)
Buiten het CGG heeft momenteel geen enkele voorziening een zetel in de regio Middenkempen. Sinds juni 2007 heeft het kinderteam en de Meander van het CGG een antennepost in Herentals. Naast het CGG vindt ook de Cel Intrafamiliaal Geweld van CAW De Kempen hier onderdak.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
99/160
5.11.2.
Interne omgevingsanalyse
Wat psychische of psychiatrische hulpverlening betreft, beperkt het OCMW als dienstverlener zich tot het toeleiden van cliënten naar instanties uit de geestelijke gezondheidszorg. Omdat het aantal personen dat te kampen heeft met psychische of psychiatrische problemen in onze samenleving steeds toeneemt en omwille van het gebrek aan psychiatrische voorzieningen in de eigen regio, is een werkgroep van het OCMW momenteel bezig om samen met het OPZ van Geel de uitbouw voor te bereiden van een kleinschalig multifunctioneel psychiatrisch zorgproject, met het accent op rehabilitatie. In het huidige scenario wordt in de beginfase gedacht aan een psychiatrisch verzorgingstehuis (30 PVTbedden), een dagcentrum en een antennedienst voor beschut wonen en gezinsverpleging.
5.11.3.
Strategische doelstellingen
6 5.11.4.
Actieplan
OD We bouwen in samenwerking met het OPZ Geel een multifunctioneel zorgproject uit, gericht op rehabilitatie en ingebed in het regionale zorglandschap. Het lokale bestuur van Herentals wenst samen met het OPZ Geel gespecialiseerde ondersteuning te bieden aan patiënten uit de regio met een chronisch en complex psychiatrisch ziektebeeld. Daartoe zal het OCMW, in samenwerking met het OPZ Geel een kleinschalig psychiatrisch zorgproject ontwikkelen op de site van het RVT Sint Anna. Het OCMW engageert zich om de inbedding van het project in de zorgregio en de netwerkvorming met alle mogelijke relevante partners uit het welzijnslandschap mee te realiseren en stelt een deel van het huidige rusthuis ter beschikking van het project. Het uiteindelijk doel van de samenwerking is de ontwikkeling van een zo gediversifieerd mogelijk zorgaanbod op het vlak van rehabilitatie waarbinnen elke doelgroep terecht kan en waarbij men, indien nodig, kan terugvallen op de ziekenhuissetting van Geel.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
100/160
Strategische doelstelling: MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE (6)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
We bouwen in samenwerking met het OPZ Geel een multifunctioneel psychiatrisch zorgproject uit gericht op rehabilitatie en ingebed in het regionale zorglandschap
1
Uitbouw van een PVT in het huidige RVT Sint Anna
Uiterlijk 2013
2
Opstarten van een proefproject gezinsverpleging in de regio Herentals
2008
3
Uitbouw van een dagactiviteitencentrum voor psychiatrische patiënten
In overleg met OPZ
4
Haalbaarheidsonderzoek uitbouw kleinschalig project Beschut Wonen
2013
OCMW (Leen Dries)
5
Resultaat Indicator + norm
6
Project gerealiseerd uiterlijk 2013 Regionale actoren geven aan betrokken te zijn: zie verslagen van overleg + opname en doorverwijzingen gebeuren door alle actoren in de regio.
7
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
Openstellen van arbeidszorgplaatsen in De Kringwinkel Zuiderkempen voor patiënten uit het psychiatrisch zorgproject Uitwerken van een opnamebeleid voor het zorgproject met mogelijkheden voor rechtstreekse doorverwijzingen vanuit OPZ Geel, andere psychiatrische ziekenhuizen, algemene ziekenhuizen, psychiaters, CGG en andere Voorzien van regelmatig overleg met alle relevante actoren
101/160
2008
2013
Frequentie 2 keer per jaar
5.12. Trajectbegeleiding en sociale tewerkstelling 5.12.1.
Externe omgevingsanalyse
Werkloosheid Op 30 juni 2007 telde Herentals 787 niet-werkende werkzoekenden. In vergelijking met juni 2006 is het aantal niet-werkende werkzoekenden met 25,8% gedaald. De werkloosheidsgraad is met 2,25 procentpunten gedaald. Met 6,19% ligt de werkloosheidsgraad in Herentals echter nog steeds hoger dan het Vlaams (5,96%) en arrondissementeel gemiddelde (5,79%). Kansengroepen Hoewel in onze regio het aanbod vacatures waarvoor geen diploma’s vereist zijn, nog steeds omvangrijk is, stellen werkgevers steeds meer eisen (gezien het ruime aanbod geschoolde werkkrachten op de arbeidsmarkt). Tegelijk kijken we aan tegen een stelselmatige afbouw van tewerkstellingsplaatsen in een industriële omgeving en het groeiend belang van de dienstensector. Leefloongerechtigden en kortgeschoolde en langdurig werkzoekenden ondervinden hierdoor steeds meer moeite met het vinden van duurzaam werk. Ook oudere werklozen (de zogenoemde ervaren werknemers) vallen steeds vaker uit de boot. Gemiddeld telde Herentals in 2007 61 leefloongerechtigden, waaronder 13 jonger dan 25 (d.i. 21%). In de regio Middenkempen zijn er een aantal gemeenten waar er relatief meer leefloongerechtigden per 1000 inwoners wonen: Olen en Vorselaar. Ook Turnhout en Geel scoren slechter. In Herentals was in juni 2007 59,3% van alle NWWZ 12 van het vrouwelijk geslacht. Vrouwenwerkloosheid is een typisch Kempisch fenomeen (arrondissementeel gemiddelde is 59,8%). Over heel Vlaanderen hebben vrouwelijke werkzoekenden gemiddeld een aandeel van 53,9% in de totale werkloosheid. Het aandeel -25jarigen in de totale werkloosheid bedraagt 18,1%, oftewel 143 jongeren. Dit cijfer is gelijk aan het Vlaams gemiddelde. Kortgeschoolde werkzoekenden vormen in Herentals 55,7 % van het totale werkloosheidsbestand. In vergelijking met het Vlaams gemiddelde (52,6%) zijn er relatief meer kortgeschoolde werkzoekenden in Herentals. (het arrondissementeel gemiddelde: 53,6%). Werkgelegenheidsbeleid Als regisseur van de lokale dienstenwerkgelegenheid heeft het lokale bestuur een expliciete voortrekkersrol in de uitbouw van nieuwe diensten die complementair aan het bestaande aanbod een antwoord kunnen bieden op de niet of onvoldoende vervulde behoeften van de bevolking en zo tegelijk duurzame arbeidsplaatsen creëren voor de kansengroepen.
12
NWWZ= niet-werkende werkzoekenden
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
102/160
OCMW Herentals heeft als voorzitter van het Forum Lokale Werkgelegenheid MiddenKempen ook de taak om in samenspraak met de lokale partners het werkgelegenheidsbeleid in onze regio verder richting te geven en te dynamiseren. Het OCMW is immers niet de enige organisatie met aandacht voor de zwakkeren op de arbeidsmarkt die een actieve rol speelt in het tewerkstelling- en werkgelegenheidslandschap in Herentals. Andere publieke en/of social profit organisaties die ervoor zorgen dat de kansengroepen aan het werk kunnen in onze regio zijn onder anderen:
PWA Herentals
Werkwinkel Herentals
de sociale partners
TWERK, een sociale werkplaats die zich specifiek richt naar normaal begaafde personen met autisme of een aanverwante stoornis
Zuidkempische werkplaatsen, een beschutte werkplaats
…
5.12.2.
Interne omgevingsanalyse
De tewerkstellingsdienst bestaat uit vijf trajectbegeleiders, een coördinator en administratief medewerker. Naast de begeleiding van OCMW-cliënten uit Herentals verzorgt de dienst ook de trajectbegeleiding van de omringende OCMW’s (Grobbendonk, Kasterlee, Herenthout, Olen, Lille en Vorselaar.) die zich verenigd hebben in de Intergemeentelijke Samenwerking OCMW’s Midden-Kempen (ISOM). OCMW Herentals heeft in de loop der jaren een ruim aanbod van tewerkstellingsprojecten uitgebouwd om tegemoet te komen aan de specifieke mogelijkheden en beperkingen van langdurig werkzoekenden en leefloongerechtigden in haar regio: -
-
-
-
-
Het OCMW stelt sinds begin jaren ’80 leefloongerechtigden aan het werk in kader van artikel 60 § 7 van de OCMW-wet. Dit is het wetsartikel waardoor het OCMW zelf als werkgever kan optreden voor mensen die zich in orde moeten stellen met de sociale zekerheid of om hen de nodige werkervaring te laten opdoen. Op jaarbasis stelt het OCMW 15 FTE personen tewerk via deze maatregel; In het ESF-project Socio-professionele Begeleiding en Opleiding krijgen tewerkgestelden in het kader van artikel 60 §7 de kans om een uitgebreid opleidingsprogramma te volgen en zo hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten; Sinds 1992 lopen er twee WEP+ projecten in de plantsoendienst van het OCMW en het RVT Sint-Anna die bestemd zijn voor langdurig en/of laaggeschoolde werklozen; OCMW Herentals stond aan de wieg van twee sociale werkplaatsen die zich richten tot laaggeschoolden die langer dan vijf jaar inactief zijn: de kringwinkel Kat&Co vzw en BosKat vzw, een bos- en groenbeheerproject. De kringwinkel fuseerde begin 2006 met twee andere kringloopcentra in de Kringwinkel Zuiderkempen vzw, waar momenteel een honderdtal mensen werken. In september 2007 gaat er een arbeidszorgproject van start in Herentals. In 2005 richtte OCMW Herentals in samenwerking met een aantal OCMW’s en PWA’s uit de regio Middenkempen het dienstenbedrijf ’t Gerief op. Dit invoegbedrijf wil tegelijk betaalbare diensten (zoals poetsen en strijken) aanbieden aan particulieren uit de
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
103/160
regio én duurzame tewerkstellingsplaatsen creëren voor de kansengroepen. Medio 2007 telt de organisatie reeds meer dan 85 werknemers. -
De tewerkstellingsdienst is daarnaast een actieve partner binnen Werkwinkel Herentals. In de Werkwinkel kunnen werkzoekenden uit de regio terecht voor alle informatie rond werk. Andere trajectbegeleidingsdiensten zoals VDAB, PWA, ATB en vzw WEB werken er samen met de tewerkstellingsdienst van het OCMW aan een efficiëntere en snellere dienstverlening.
In 2006 begeleidde de tewerkstellingsdienst 337 cliënten waarvan 127 cliënten uit Herentals in hun zoektocht naar werk. In de loop van het jaar stroomden hiervan 144 personen door naar een tewerkstelling of opleiding. In totaal begeleidde de dienst 149 personen tijdens een of andere vorm van sociale tewerkstelling. In Herentals werden 30 personen tewerkgesteld in het kader van artikel 60 §7. In de WEP+projecten in het RVT en de plantsoendienst gingen 8 inwoners uit Herentals aan de slag. In de sociale werkplaatsen Kringwinkel Zuiderkempen vzw en BosKat waren dat er 22.
5.12.3.
Strategische doelstellingen
6 5.12.4.
Actieplan
OD In nauw overleg met partners uit de publieke, social profit en profit sector creëren we extra tewerkstellingskansen op maat van de zwaksten op de arbeidsmarkt en dit zowel binnen de eigen diensten als in het begeleid en regulier circuit. Het uiteindelijke doel van al onze inspanningen is de doorstroming van kansengroepen naar een duurzame job op de reguliere arbeidsmarkt. Het lokale bestuur streeft naar een maximale integratie van de kansengroepen op de regionale arbeidsmarkt Daartoe wil ze, in nauw overleg met partners uit de publieke, social profit en profit sector extra tewerkstellingskansen voor deze groepen creëren. Een uitbreiding van het aanbod van sociale tewerkstellingsprojecten en een nauwe samenwerking met private werkgevers zijn hierbij belangrijke aandachtspunten.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
104/160
Strategische doelstelling: MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE (6)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
In nauw overleg met partners uit de publieke, social profit en profit sector creëren we extra tewerkstellingskansen op maat van de zwaksten op de arbeidsmarkt en dit zowel binnen de eigen diensten als in het begeleid en regulier circuit. Het uiteindelijke doel van al onze inspanningen is de doorstroming van kansengroepen naar een duurzame job op de reguliere arbeidsmarkt.
1
Voorzien van een structurele samenwerking met private werkgevers uit de regio met als doel:
OCMW Leen Dries
2
Resultaat Indicator + norm Het aantal tewerkstellingsplaatsen binnen de sociale economie en de diensteneconomie in de regio Herentals stijgt tegen 2013 met
3
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
Norm
doorstroming van kansengroepen naar de reguliere arbeidsmarkt verbeteren en afspraken maken over ondersteuning bij de start van een tewerkstelling
Eenmaal per jaar een formeel overleg met werkgeversorganisaties uit de Regio Herentals (2008)
inbreng van de profitsector in het aansturen van onze socio-economische initiatieven
Vertegenwoordiging van experts wordt gerealiseerd (2009)
opnemen van personen met ervaring in profitsector in bestuur social profit organisaties
Opnemen van regisseursrol lokale dienstenwerkgelegenheid:
Tegen 2013 zijn er binnen de regio minstens twee initiatieven erkend als lokale diesteneconomie
opstart van nieuwe initiatieven na goedkeuring decreet lokale diensteneconomie:
haalbaarheidsstudie klusjesdienst senioren
(tegen 2013)
uitbouw strijkatelier, strijkophaalpunt of strijkafhaaldienst (i.s.m. ’t Gerief)
(tegen 2010)
Uitbouwen van een sociale economiecampus in samenwerking met kringwinkel Zuiderkempen vzw
105/160
Kringwinkel Zuiderkempen en ’t Gerief zijn samen gevestigd aan Lierseweg (2010)
waarbij:
minstens 20%.
•
Doorstroming naar opleiding of tewerkstelling is gelijk aan of hoger dan het gemiddelde vooropgesteld door ESF in gelijkaardige tewerkstellingsprojecten
Geen leefloongerechtigden, buiten diegene die omwille van medische of andere redenen niet aan het werk kunnen
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
mogelijkheid geboden wordt aan social profit organisaties waarmee het OCMW samenwerkt hun dienstverlening verder te ontwikkelen in een professionele werkomgeving
•
kruisbestuiving mogelijk wordt
•
onderzocht kan worden of de werkzaamheden kunnen uitgebreid worden met bijkomende atelierwerking
4
5
Sociale economiecampus heeft:
Uitbouwen van een arbeidszorgproject op de sociale economiecampus Invoeren van nieuwe of aanpassen van bestaande methodieken en instrumenten om de doorstroming van cliënten in trajectbegeleiding naar de reguliere sector te verbeteren:
toepassen instrumenten van de Socioprofessionele Balans
ontwikkelen van competentieprofielen en competentiebalans
ontwikkelen van een voortraject voor cliënten die nog niet arbeidstrajectrijp zijn
106/160
- arbeidszorgproject (2008) - één andere nieuwe atelierwerking (2010)
Er is een voortraject voor nietarbeidstrajectrijpe cliënten (2008) De trajectbegeleiders passen de instrumenten van de socio-professionele balans en het competentiebeheer op uniforme wijze toe (2008)
5.13. Kinderopvang 5.13.1.
Externe omgevingsanalyse
Kwantitatieve gegevens Herentals telde op 1.12.2005, 26.182 inwoners, waarvan 5.036 in Noorderwijk wonen, en 1.825 in Morkhoven
Jeugd en de totale bevolking Totale bevolking
26.182
100 %
7.383
28,20 %
Totaal jeugd tot 25 jaar
Jeugd in leeftijdscategorieën
aantal
procent
365
10,33 %
2,5 tot 6 jaar
1.346
38,11 %
6 tot 12 jaar
1.820
51,45 %
totaal
3.531
100 %
0 tot en met 2,5 jaar
Kwantitatieve beschrijving van het kinderopvangaanbod in Herentals Naam
Capaciteit
Doelpubliek
Dienst voor opvanggezinnen (Olen)
28 onthaalgezinnen
dagopvang van 0 tot 3 jaar
Kinderdagverblijf Jannemietjes (Herentals)
91 kinderen
dagopvang van 0 tot 3 jaar
Kinderdagverblijf Folieke (Herentals)
7 kinderen
dagopvang van 0 tot 3 jaar
Hilde Miltau (Herentals)
onbekend
0 tot 3 jaar
Jacqueline Van Dyck (Herentals)
onbekend
0 tot 3 jaar
De Zandkapoentjes (Morkhoven)
32 kinderen
0 tot 3 jaar
Kinderdagverblijf Hummeltjes-
27 kinderen
dagopvang van 0 tot 3 jaar
(242 ingeschreven kinderen)
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
107/160
hof (Herentals)
buitenschoolse opvang van 3 tot 5 jaar
Mini-crèche Dolfijntjes
22 kinderen
0 tot 3 jaar
Kinderoppasdienst Gezinsbond
onbekend
?
BOKDV De Speelboom
23 kinderen
Buitenschoolse opvang van 3 tot 6 jaar
Voor- en naschoolse opvang van Herentalse scholen tijdens een doorsneeweek Om 7.30 uur
Om 8.00 u
¼ na schooltijd
1 uur na schooltijd
2 uur na schooltijd
Basisonderwijs Dol-Fijn
5
8
32
15
3
Evenaar – C
17
22
60
29
5
Evenaar – SJ
4
11
39
15
3
Leertuin
18
29
56
43
14
Wijngaard
13
25
65
45
13
Freinetschool
0
4
12
8
3
Noorderwijk
10
22
22
11
5
Morkhoven
3
12
15
8
2
G.O.-oefenschool
11
21
19
12
3
Totaal
81
154
320
186
51
Gemeentelijke vakantie-initiatieven Stedelijke vakantiewerking
De stedelijke vakantiewerking is een speelpleinwerking die georganiseerd wordt tijdens de maanden juli en augustus. Kinderen tussen 5 en 14 jaar kunnen hier gedurende 6 weken terecht voor allerhande activiteiten. Capaciteit : 120 kinderen
Grabbelpas
Grabbelpas is een kortingenpas voor kinderen van 3 tot 13 jaar. Met deze pas kunnen zij tijdens schoolvakanties deelnemen aan een waaier van activiteiten zoals theatervoorstel-
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
108/160
lingen, workshops, uitstappen, allerhande knutselactiviteiten, … en dit aan sterk verlaagde prijzen. Daarnaast kan je met de grabbelpas ook genieten van heel wat kortingen in pretparken, musea, recreatiedomeinen,…
Speelbus
Speelbus valt onder de noemer van “mobiele straatanimatie”. Een bus vol spelmateriaal trekt tijdens de maanden juli en augustus naar de verschillende woonwijken van Herentals, Noorderwijk en Morkhoven om de kinderen ter plaatse te animeren. Elke voormiddag ( van 9.00 u tot 12.00 u) en elke namiddag (van 13.00 u tot 16.00 u.) komt de speelbus in een andere wijk.
Speelpleinwerkingen in sociale woonwijken
Het stadsbestuur organiseert tijdens de zomermaanden speelpleinwerkingen in een aantal sociale woonwijken van Herentals. Zo gaat er gedurende 6 weken een werking door in de wijk Diependaal, gedurende 3 weken in de wijk Sterrebos en 3 weken in de wijk Koninkrijk. De werking gaat telkens door van 13.00 u tot 16.00 u, richt zich naar 5 tot 12jarigen en is volledig gratis.
Sportkampen
Het stadsbestuur organiseert zowel tijdens de korte schoolvakanties als tijdens de zomervakantie sportkampen voor kinderen van 4 tot 18 jaar. Een sportkamp duurt 5 dagen en gaat door van 9.00 u. tot 16.00 u. Er is mogelijkheid tot vooropvang vanaf 7.00u ’s morgens, en naopvang tot 18.00 u. Er zijn gemiddeld een 100-tal kinderen aanwezig op de sportkampen, met een maximum van 160 en een minimum van 20.
Kwalitatieve gegevens van het kinderopvangaanbod in Herentals De kwalitatieve analyse gebeurde op basis van de vermelde items in het kwaliteitscharter, door Kind en Gezin vastgelegd. Alle initiatieven evalueerden de eigen werking met vermelding van sterktes en eventuele aandachtspunten.
Voor- en naschoolse opvang in de scholen De scholen bieden samen opvang aan ongeveer 800 kinderen. Onderstaande voor- en nadelen zijn schoolgebonden en gelden niet altijd voor alle Herentalse scholen.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
109/160
Voordelen : -
kinderen moeten geen verplaatsing maken naar een andere opvang
-
het is goed gelegen voor de ouders
-
er is voldoende buitenruimte
-
er is meestal gekwalificeerd personeel aanwezig (bv. Kinderverzorster, leerkracht, opvoeder,…)
-
de kinderen zijn goed gekend door de begeleiders
nadelen : -
geen opvang op woensdagnamiddag in alle scholen
-
soms slechts toezicht door 1 persoon
-
groot verloop van personeel owv. het ondergewaardeerde statuut : onderbetaald en onregelmatige werkuren
-
te veel nadruk op toezicht, minder op begeleiding
-
kind blijft lang in de schoolse omgeving
-
onvoldoende aangepast spelmateriaal
-
kinderen hebben niet altijd vrije keuze
Capaciteit Dienst Opvanggezinnen
Jannemietjes
Zelfstandige onthaalouders
243
91
Voordelen
Nadelen
-
opvang in vertrouwde familiale sfeer
-
te weinig opvanggezinnen beschikbaar
-
nieuwe kandidaten doorlopen selectieprocedure waarin pedagogische en organisatorische vaardigheden bevraagd worden
-
weinig leeftijdsgenootjes
-
meer contact en afspraken met ouders
-
ook opvang op woensdagnamiddag
-
aangepaste opvangruimte
-
wachtlijst van meer dan 150 kinderen
-
ook opvang op woensdagnamiddag
-
gekwalificeerd personeel
-
vastheid van begeleiding
-
meer contact en afspraken met ouders
-
huiselijke omgeving
-
-
ouderfiguur
te weinig zelfstandige opvanggezinnen beschikbaar
-
ook op woensdagnamiddag
-
soms te weinig aandacht omdat baby’s en peuters nog veel zorgen nodig heb-
-
meer contact en afspraken met de
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
110/160
ouders
De Zandkapoentjes
Hummeltjeshof
Gemeentelijke vakantieinitiatieven
Grabbelpas
32
27
120
300
-
aangepaste opvangruimte
-
opvang op woensdagnamiddag
-
gekwalificeerd personeel
-
vastheid van begeleiding
-
ruim aanbod aan begeleide activiteiten, knutselactiviteiten en vrij spel
-
contact met de ouders verloopt via heen- en weerboekjes
-
aangepaste opvangruimte
-
gekwalificeerd personeel
-
3 plaatsen voorbehouden voor urgentieopvang
-
opvang op woensdagnamiddag (ook voor 3 tot 5-jarigen)
-
vastheid van begeleiding
-
ruim aanbod aan begeleide activiteiten
-
contact met de ouders verloopt via heen- en weerboekjes
-
kinderen worden verdeeld in leeftijdsgroepen
-
veel variatie in de activiteiten
-
gekwalificeerd personeel
-
op voorhand inschrijven is niet noodzakelijk
-
er wordt gratis busvervoer voorzien voor de deelgemeenten Noorder-
-
wijk en Morkhoven
-
goedkoop
-
voor- en naopvang voorzien
-
goede alternatieve opvang
-
veel variaties in de activiteiten
-
uitstapjes mogelijk
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
ben -
meestal voor kinderen die er reeds als baby werden opgevangen
-
weinig leeftijdsgenootjes
-
te weinig plaatsen beschikbaar tov. het aantal opvangvragen
-
de vraag is groter dan het aanbod
-
geen kleuterwerking
-
het kind is niet vrij, het neemt deel aan volledig georganiseerde activiteiten
-
1 vast vertrekuur van de bus ’s morgens
-
geen regelmaat in de activiteiten, dus niet zo geschikt als opvang
-
geen voor- en naopvang voorzien
111/160
Speelbus
Speelpleinwerkingen in sociale woonwijken
Sportkampen
IBO
Kinderoppasdienst Gezinsbond
900
925
-
begeleiding : meestal vrijwilligers zonder specifieke opleiding
-
enkel tijdens de korte schoolvakanties
-
gratis
-
niet geschikt als opvang
-
speelbus komt ter plaatse, in elke woonwijk
-
niet toegankelijk voor 3 en 4-jarigen
-
kleinschalig
-
speelbus is vrijblijvend, zonder inschrijvingen en zonder verplichting
-
gratis
-
-
het is een werking binnen de wijk
er zijn alleen tijdens de namiddag activiteiten voorzien
de werking is vrijblijvend, zonder inschrijvingen op voorhand
-
niet toegankelijk voor 3 en 4-jarigen
-
-
wordt enkel georganiseerd voor de kinderen uit deze kansarme wijken, wat een beetje stigmatiserend werkt
-
veel variatie in de activiteiten
50 per dag in korte schoolvakanties en 100 in zomervakantie
-
mogelijkheid tot voor- en naopvang
-
men schrijft in voor een hele week
-
er is gekwalificeerd personeel
-
-
aangepaste sportinfrastructuur
aanbod van activiteiten is vrij eenzijdig, niet geschikt als opvang voor kinderen die niet graag sporten
-
goede alternatieve opvang -
weinig activiteiten voor kleuters
-
het kind is niet vrij, het neemt deel aan volledig georganiseerde activiteiten
21 (in korte schoolvakanties 35)
-
opvang mogelijk van 6.45 u ’s morgens tot 18.30 u ’s avonds
-
de vraag is veel groter dan het aanbod
-
gekwalificeerd personeel aanwezig
er moet op voorhand ingeschreven worden
-
ook opvang op woensdagnamiddag, op snipperdagen en schoolvrije dagen
-
voorrang wordt gegeven aan opvang van kleuters, omdat zij in andere initiatieven meestal niet aan bod komen
-
veel variatie in activiteiten
-
er is opvang mogelijk in het weekend
-
-
er is opvang mogelijk na 18.00 u.
opvang is slechts mogelijk voor een beperkt publiek (enkel leden)
-
kinderen blijven in de vertrouwde omgeving
-
het kan niet gebruikt worden als permanente opvang
-
er is geen vastheid van begeleiding
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
112/160
5.13.2.
Interne omgevingsanalyse
In Herentals werden er doorheen de jaren heel wat initiatieven genomen op vlak van kinderopvang, maar er werd weinig gecoördineerd, wat maakt dat de meeste initiatieven naast elkaar werken, bv. de diverse speelpleinwerkingen in Herentals, de sportkampen, kinderopvang… al deze initiatieven werken met dezelfde doelgroep en meestal tijdens dezelfde periodes. Door de hoge concentratie van scholen in Herentals, werd het zo’n 10 jaar geleden ook snel duidelijk dat de organisatie van buitenschoolse kinderopvang in Herentals op heel wat moeilijkheden zou stuiten. De scholen waren dan ook niet te vinden voor een centraal initiatief, en wensten ieder hun eigen voor- en naopvang te behouden. Als compensatie hiervoor voorzag het stadsbestuur een financiële tussenkomst per school, op basis van het aantal ingeschreven leerlingen op 1 februari. In totaal werd er jaarlijks een bedrag van 25.000 € voorzien te verdelen onder de verschillende scholen. Daarnaast organiseerde het stadsbestuur sinds 1994 zelf kinderopvang tijdens de korte schoolvakanties. Kinderen tussen 5 en 12 jaar konden dagelijks tussen 7.00 en 18.00 u. terecht in de gidsenlokalen op de Kleerroos. Een balans na 10 jaar leverde volgend resultaat op : het aanbod bleek te beperkt en blinde vlekken werden al snel duidelijk : -
op woensdagnamiddag werd er door slechts 1 school opvang georganiseerd
-
op snipperdagen werd er nergens opvang georganiseerd
-
de doelgroep van 3- tot 6-jarigen valt overal uit de boot : de meeste vakantiewerkingen starten pas vanaf de leeftijd van 5 jaar
-
-
de voor- en naopvang georganiseerd door de scholen, blijkt financieel niet meer haalbaar. De toelage van het stadsbestuur en de ouderbijdrage kunnen de kosten niet meer dekken. Ook de kwaliteit van de opvang binnen de scholen is niet altijd optimaal owv. het grote verloop van personeel en het slechte statuut
Het Lokaal Overleg Kinderopvang, een adviesorgaan waarin alle betrokken partijen inzake kinderopvang zetelen, inclusief de scholen van Herentals, zet zich terdege in om de leemten inzake kinderopvang op te vullen en te signaleren aan het bestuur. Het is mede dankzij het advies van dit overlegorgaan dat het stadsbestuur besliste om vanaf 2007 het subsidiebedrag voor de scholen jaarlijks te indexeren. Een eerste indexaanpassing werd in 2007 reeds doorgevoerd, zodat het totaal te verdelen subsidiebedrag opgetrokken werd van 25.000 € naar 30.855 €. Vervolgens werd er in 2006 ook een aanvraag ingediend bij Kind en Gezin om in Herentals te starten met een IBO (= Initiatief voor Buitenschoolse opvang). Kind en Gezin zette het licht op groen voor 21 buitenschoolse opvangplaatsen. Deze 21 plaatsen werden over 2 locaties verspreid nl.: -
in het centrum van Herentals werden er 13 plaatsen voorzien in de basisschool De Vesten, Augustijnenlaan 31 te Herentals
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
113/160
-
in Noorderwijk werd een woning gehuurd van de Geelse Bouwmaatschappij, m.n. Sterrebos nr.3 De benedenverdieping van deze woning biedt plaats voor 8 kinderen. De bovenverdieping werd ingericht als bureau voor de coördinator.
Het IBO in het centrum startte hun werking op 2 januari 2007, het IBO Noorderwijk op 19 maart Ondertussen werd er voor de korte schoolvakanties reeds een uitbreiding aangevraagd en verkregen : door het inschakelen van jobstudenten werd de capaciteit in deze vakantieperiodes opgetrokken naar 35.
5.13.3.
Strategische doelstellingen
7 5.13.4.
Actieplan
OD We stimuleren scholen om kwaliteitsvolle kinderopvang te realiseren We behouden het bestaande subsidiereglement dat scholen een financiële tussenkomst geeft voor de organisatie van hun voor- en naschoolse kinderopvang. Het bedrag dat in de begroting wordt voorzien, zal jaarlijks geïndexeerd worden.
OD We bouwen kinderopvang in Herentals verder uit Enerzijds willen we binnen de middelen die Kind en Gezin ter beschikking stelt bijkomende IBO’s oprichten. Anderzijds willen we de mogelijkheden onderzoeken om de vervoersproblematiek van de buitenschoolse kinderopvang (zowel gemeentelijk als privé) op te lossen. Hiervoor worden de nodige financiële middelen voorzien. Ten slotte willen we ook het Hummeltjeshof verder uitbouwen tot een volwaardig kinderdagverblijf. De mogelijkheden op vlak van occasionele en flexibele kinderopvang en de opvangbehoeften op dat vlak worden onderzocht.
OD We stemmen initiatieven kinderopvang maximaal op elkaar af We wensen de samenwerking tussen de verschillende initiatieven kinderopvang te stimuleren om het opvangaanbod beter op elkaar af te stemmen. Goede contacten tussen alle opvanginitiatieven zijn wenselijk. Tijdens de vakantieperiodes kan een vlotte samenwerking tussen de verschillende initiatieven, zoals speelpleinwerking, grabbelpas, sportweken en buitenschoolse opvang, zorgen voor een nog beter op elkaar afgestemd aanbod.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
114/160
Strategische doelstelling: KWALITEITSVOLLE KINDEROPVANG
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
We stimuleren scholen om kwaliteitvolle kinderopvang te realiseren
1
We behouden het bestaande subsidiereglement dat scholen een financiële tussenkomst geeft voor de organisatie van hun voor- en naschoolse kinderopvang. Het bedrag dat in de begroting wordt voorzien, zal jaarlijks geïndexeerd worden.
2008
Patrice Cavens
Resultaat Indicator + norm Bezoek aan alle basisscholen in functie van de geboden kwaliteit + opmaak van verslag
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
115/160
Strategische doelstelling: KWALITEITSVOLLE KINDEROPVANG
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
We bouwen kinderopvang in Herentals verder uit.
1
Wanneer financiële middelen van Kind en Gezin ter beschikking komen richten we IBO’s op in de onmiddellijke nabijheid van elke basisschool, te beginnen bij De Leertuin en de Wegwijzer in Morkhoven en nadien aan de basisschool in de Nonnenstraat en de Wijngaard
Afhankelijk van ter beschikking stellen middelen Kind en Gezin
Patrice Cavens
2
Resultaat Indicator + norm
3
Zicht op opvangbehoeften in de gemeente, zodat er gericht acties kunnen ondernomen worden
Beslissing gemeenteraad retributiereglement
We onderzoeken de mogelijkheden en voorzien financiële middelen om de vervoersproblematiek van de buitenschoolse kinderopvang op te lossen. Deze actie is zowel gericht naar het gemeentelijk als naar privéinitiatieven.
2008
We bouwen het Hummeltjeshof uit tot een volwaardig kinderdagverblijf •
Aanpassen huishoudelijk reglement
•
Aanpassing retributiereglement
•
Subsidiemogelijkheden onderzoeken via Kind en Gezin
2008-2009
•
Werken aan ouderparticipatie
1 keer per jaar een project voor ouders
2008
4 Onderzoeken van mogelijkheden flexibele en occasionele opvang en opvangbehoeften
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
116/160
2008
Strategische doelstelling: KWALITEITSVOLLE KINDEROPVANG
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
We stemmen initiatieven kinderopvang maximaal op elkaar af
1
Lokaal Overleg Kinderopvang wordt een officiële adviesraad
Voorjaar 2008
2
Stimuleren van samenwerking tussen opvanginitiatieven en scholen om de naadloze overgang tussen voorschoolse opvang en school waar te maken
Schooljaar 2009 - 2010
Patrice Cavens
3
4
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
We maken afspraken voor een vlotte samenwerking tussen de verschillende initiatieven tijdens vakantieperiodes: grabbelpas, sportweken, buitenschoolse opvang Openstellen van vormingsinitiatieven voor personeel en begeleiders van alle opvanginitiatieven en via het
117/160
Zomer 2008
lokaal overleg gemeenschappelijke vormingsavonden organiseren
Resultaat Indicator + norm Gemeenteraadsbeslissing erkenning Lokaal Overleg Kinderopvang als officiële adviesraad
5
Inventariseren aanbod en ter beschikking stellen aan ouders: onthaal nieuwe inwoners, bij inschrijving in school, via websites
1 actie per jaar uitwerken in samenwerking met alle opvanginitiatieven in de gemeente
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
118/160
Vanaf najaar 2008
om de 2 jaar de informatie updaten en verspreiden
5.14. Opbouwwerk Voor het opbouwwerk zijn er verschillende instanties en actoren verantwoordelijk: *
het stadsbestuur heeft een technopreventieambtenaar en financiert de huisbewaardersfunctie van Kleerroos
*
NV Eigen Haard is verantwoordelijk voor het opbouwwerk in de hoogbouwen in de sociale wijk Kleerroos, en de appartementen in Sancta Maria, aan zaal Echo en op de Vest;
*
OCMW Herentals met Buurtcontactpunt De Klink die hun activiteiten momenteel toespitsen op de ‘wijken met aandacht’ Diependaal en Sterrebos
5.14.1.
Externe omgevingsanalyse
Eigen Haard Vanuit de bekende problematiek van veiligheid en leefbaarheid van hoogbouwcomplexen (en woningcomplexen in het algemeen) van sociale woningen, wordt algemeen aangenomen dat de noodzaak aan personen met een “huisbewaardersfunctie” erg noodzakelijk is. Omwille van allerlei redenen dreigen bepaalde sociale woningcomplexen af te glijden in een spiraal van fysische verwaarlozing, concentratie van probleemgroepen, verarmde wooncultuur, maatschappelijke isolatie, negatieve stigmatisering, enz. Tengevolge van de complexiteit van de problematiek zijn de sociale huisvestingsmaatschappijen niet langer in de mogelijkheid om als enige actor, hierop een antwoord te bieden. Integendeel, deze problematiek is meer dan ooit een gevolg van algemene maatschappelijke tendensen én van de groeiende segregatie van kwetsbare bevolkingsgroepen, uit de private woningmarkt, richting sociale woningmarkt. Eén van de gevolgtrekkingen is dat niet enkel de sociale bouwmaatschappijen verantwoordelijk kunnen gesteld worden voor de leefbaarheid van hoogbouwcomplexen, maar dat de problematiek door een netwerk van actoren kan gehanteerd worden. Dit betekent dat de aanpak van de leefbaarheid van bepaalde hoogbouwcomplexen via samenwerking door een aantal partners, waaronder de bewoners en de (lokale) overheid, dient opgenomen te worden. Deze overwegingen deed de idee ontstaan om een huisbewaarder aan te werven die aandacht heeft voor het afvalbeleid, mankementen in het gebouw, veiligheid in het gebouw en die een spreekbuis kan zijn voor de bewoners om noden en wensen met Eigen Haard te bespreken. Belangrijk is om ook te werken aan de ondersteuning en de versterking van het sociaal netwerk binnen de appartementsgebouwen. Daar de omschrijving van deze huisbewaarder valt onder één van de prioriteiten opgenomen in het Federaal Veiligheids- en Detentieplan, namelijk de strijd tegen de sociale uitsluiting, kan de huisbewaarder deels medegefinancierd worden door het Ministerie van Binnenlandse Zaken in het kader van het Veiligheids- en Preventiecontract. De huisbewaarder is in dienst vanaf 2005.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
119/160
De huisbewaarder werkt in nauwe samenwerking met de sociale woningmaatschappij “Eigen Haard” en wordt dus bij voorkeur hiernaar gedetacheerd. Verder moet deze persoon ook goede contacten onderhouden met de buurtwerking van het OCMW, de stedelijke dienst sociale zaken en preventie en andere stedelijke diensten. De Klink Voor de externe omgevingsanalyse van Buurtcontactpunt De Klink verwijzen we naar hun eigen tweejaarlijkse beleidsplan.
5.14.2.
Interne omgevingsanalyse
Eigen Haard N.V. Eigen Haard (de sociale woningmaatschappij) heeft op Kleerroos drie appartementsgebouwen (ook blokken genoemd) in beheer. Blok B en C tellen 12 verdiepingen, blok A telt er vier. Deze drie hoogbouwen herbergen 122 appartementen waarin ongeveer 250 personen gehuisvest zijn. De bewoners zijn vooral oudere mensen, koppels of alleenstaanden. Er wonen maar enkele gezinnen of alleenstaanden met kinderen. Er is niet veel verloop. Jaarlijks wisselen ongeveer 7 appartementen van huurder. De sfeer is er volgens de bewoners de laatste jaren op achteruit gegaan. Er zijn een aantal historisch gegroeide vetes en er zijn steeds meer onderlinge conflicten. Een aantal bewoners proberen een wijkwerking op te starten. Omwille van onderlinge conflicten, heerst er een grote verdeeldheid over de wijkwerking. Volgens de wijkwerking gaan de meeste klachten over het onveiligheidsgevoel, afvalbeleid, slechte communicatie met “Eigen Haard”, onderlinge ergernissen en nieuwe inwoners, vaak allochtonen, die niet op de hoogte zijn van de geldende regels en afspraken. Ook hondenpoep is een vaak gehoorde klacht. In Sancta Maria heeft N.V. Eigen Haard 21 appartementen in beheer waar een 30-tal personen wonen. 16 appartementen worden specifiek verhuurd voor 55-plussers maar worden eerder bewoond door 70- en 80-jarigen. De andere 5 appartementen zijn voorbehouden en verhuurd aan rolstoelgebruikers. De gebouwen zijn nieuw sinds 2001. Problemen die men aanhaalt, zijn: −
onveilig gevoel door rondhangende jeugd (en vermoedelijk druggebruik), weinig sociale controle
−
afvalbeleid met sorteerproblemen.
−
onderlinge ergernissen.
Op de plaats van voormalige Zaal Echo zijn nu 19 appartementen gebouwd. De bewoners zijn jonger, van een gemiddelde leeftijd. Er wonen geen kinderen op permanente basis.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
120/160
Ook hier zijn er onderlinge ergernissen. Van een verloederde of onveilige indruk is er nog geen sprake, de infrastructuur is immers nog nieuw. Aan de Vest heeft “Eigen Haard” een complex gebouwd met 26 appartementen. Aansluitend aan dit complex heeft ook de Kleine Landeigendom er 26 appartementen gebouwd. Dit alles wordt verbonden door een grote ondergrondse parking. De bewoners zijn vooral oudere koppels en alleenstaanden van gemiddelde leeftijd. Aangezien er deze appartementen pas in gebruik genomen werden, is een degelijk onthaalbeleid zeer belangrijk. De tot nu toe meest gehoorde klachten zijn onderlinge ergernissen en problemen omtrent een juiste afvalverwerking. Buurtcontactpunt De Klink De buurtwerkster en jongerenwerkster van Buurtcontactpunt De Klink hanteren verschillende methodieken: procesgericht werken, buurtwerk, opbouwwerk, vormingswerk, vindplaatsgericht werken, enkele principes uit het straathoekwerk en individuele hulpverlening gericht op doorverwijzing. Zij worden hierin ondersteund door Samenlevingsopbouw (buurtwerkster) en Arktos (jongerenwerkster). De buurtwerking focust zich op de wijken Diependaal en Sterrebos. Diependaal is een wijk met aandacht in Herentals waar 400 sociale woningen van Eigen Haard staan en in totaal 1 300 personen wonen. Sterrebos is een wijk met aandacht in Noorderwijk waar 125 sociale woningen van de Geelse Bouwmaatschappij gelegen zijn en in totaal 228 personen wonen. Bij elke activiteit die in de wijken wordt georganiseerd, is samenwerking met bestaande organisaties van cruciaal belang. Op die manier worden de wijkbewoners maximaal betrokken bij het opbouwwerk. De buurt- en jongerenwerkster proberen het wijkgevoel te stimuleren door groepsactiviteiten te organiseren zoals de jaarlijkse wijkfeesten, fietstochten en andere wijkgerichte initiatieven. Deze activiteiten zijn niet enkel bedoeld voor volwassenen, er wordt ook veel aandacht besteed aan de jongeren en kinderen. In Diependaal werd een BIN (buurtinformatienetwerk) opgestart in samenwerking met de politiezone Neteland en het stadsbestuur.
5.14.3.
Strategische doelstellingen
4 5.14.4.
Actieplan
OD Alle mogelijkheden tot verdere uitbouw van één dienst samenlevingsopbouw zijn onderzocht. Momenteel zijn verschillende medewerkers actief op terreinen van opbouwwerk, verspreid over stad en OCMW: huisbewaarder, techno-preventieambtenaar, buurtwerker en jongerenwerker. Met deze doelstelling willen we onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om te komen tot een ideale situatie, waarin de krachten gebundeld worden en deze 4 medewerkers binnen één dienst kunnen werken, waarbij ze op eenzelfde, éénduidige manier aansturing krijgen. LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
121/160
OD Er zijn duidelijke communicatiekanalen tussen bewoners en alle betrokken organisaties. Momenteel is er een netwerk gevormd bestaande uit De Klink, OCMW, stad en sociale huisvestingsmaatschappij. We wensen dat dit netwerk in de toekomst kan functioneren als draaischijf in de communicatie tussen bewoners, organisaties en Raad van Beheer van sociale huisvestingsmaatschappijen. Het verder uitbouwen van het netwerk, als communicatiekanaal is een belangrijk gegeven binnen deze doelstelling. Daarnaast is het ook belangrijk dat ook de huisbewaarder meer ruimte krijgt om het deel omtrent communicatie verder op te nemen. OD De bestaande wijkwerkingen werken zo autonoom mogelijk, met duidelijke afspraken tussen wijk en opbouwwerk. Opbouwwerk vertrekt vanuit de visie van empowerment. De bedoeling is dus dat bewoners vanuit eigen krachten en mogelijkheden het buurtwerk verder kunnen uitbouwen. Van zodra dit mogelijk is kan de begeleiding investeren in andere wijken. Binnen de wijk Diependaal kennen we reeds een zelfstandige werking, maar er ontbreken voldoende duidelijke afspraken tussen de vzw en opbouwwerk. In de wijk Sterrebos moet dit proces van verzelfstandiging nog verder aangemoedigd worden.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
122/160
Strategische doelstelling: ‘SAMEN-LEVEN’ IN HERENTALS (4)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
Alle mogelijkheden tot verdere uitbouw van één dienst samenlevingsopbouw zijn onderzocht
1
Onderzoeksrapport opmaken met mogelijkheden, beperkingen, concept aansturing en aanbevelingen van één dienst samenlevingsopbouw.
2008
2
Bespreking van rapport met stad en OCMW
2008
Bart Van Ballaer
Resultaat Indicator + norm Rapport en besproken
eindconclusies
zijn
2008
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
123/160
Strategische doelstelling: ‘SAMEN-LEVEN’ IN HERENTALS (4)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
Er zijn duidelijke communicatiekanalen tussen bewoners en organisaties
1
Meer uitdiepen verschillende taken in het functieprofiel van de huisbewaarder met evenwaardige aandacht voor volgende opdrachten:
2010
-
Brugfunctie tussen bewoners en sociale woningmaatschappij.
-
Organiseren van overleg met andere betrokken actoren
Resultaat Indicator + norm
-
Onthaalbeleid met extra aandacht voor vreemdelingen
Huisbewaarder Duidelijke spreiding van taken over de verschillende functies jaarverslag
-
Ondersteunen van initiatieven die het gemeenschapsleven binnen het wooncomplex versterken
-
Bemiddelingsfunctie tussen bewoners bij conflicten
-
Bereikbaar via spreekuur, telefonisch en brievenbus.
Gemeente en OCMW preventieambtenaar en Bart Van Ballaer
Armoedeoverleg Overlegmomenten met Raad van Beheer Sociale Huisvestingsmaatschappij
2
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
Het armoedeoverleg wordt verder uitgebouwd tot draaischijf van communicatie.
124/160
2009
Strategische doelstelling: ‘SAMEN-LEVEN’ IN HERENTALS (4)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
De bestaande wijkwerkingen werken zo autonoom mogelijk, met duidelijke afspraken tussen wijk en opbouwwerk.
1
Afsprakennota maken met vzw Diependaal in verband met taken, opdrachten en verwachtingen
2008
2
Versterken van het organiserend vermogen van de wijkbewoners door zelfstandig werken te stimuleren en maximale inspraak en participatie
2008
OCMW Bart Van Ballaer
3
Bijkomende werking De Klink opstarten in wijk Koninkrijk te Morkhoven.
2008
Resultaat Indicator + norm Gedragen afsprakennota Er is ruimte voor een bijkomende werking in de wijk Koninkrijk te Morkhoven.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
125/160
–
2010
5.15. Ouderenzorg 5.15.1.
Externe omgevingsanalyse
Aantal ouderen en te verwachten evolutie en vergelijking Bevolkingssamenstelling regio Herentals in categorieën per leeftijd
met
Vlaanderen
(bron: lokale statistieken ) 100% 80% 60+
60%
20 - 59 40%
0 - 19
20%
V la an de re n
R eg io
H er en t
al s
0%
Uit de cijfers blijkt dat 5.973 inwoners van Herentals 60 jaar of ouder zijn. Dit is 22,3% van de totale bevolking. Het relatief aandeel van de ouderen in de totale bevolking van Herentals zal stijgen van 22,3% in 2005 tot 33,6% in 2025. De ouderenpopulatie (60+) in Herentals zal tegen 2025 stijgen met 3.036 personen. Deze stijging (51%) is relatief gezien lager dan in alle andere gemeenten uit de regio (behalve in Heist o/d berg +40% ) (toename gaande van 51 tot 73%) en het regiogemiddelde (+56%) maar is ruim 14% hoger dan de stijging in Vlaanderen (+37%) Vergelijking evolutie van het aantal 60-plussers Herentals – Regio (bron: MIRA ) 60+
13
– Vlaanderen
2007
2008
2009
2010
2015
2020
2025
5.973
6.081
6.206
6.316
6.977
7.971
9.009
2007
2008
2009
2010
2015
2020
2025
Herentals
100
102
104
106
117
133
151
Lille
100
103
106
109
129
150
173
Kasterlee
100
103
105
108
126
147
171
Herentals
Percentages 60+
13
(Regio= Grobbendonk, Heist-op-den-berg, Herentals, Herenthout, Kasterlee, Lille, Olen, Vorselaar, Westerlo.)
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
126/160
Olen
100
103
106
109
126
151
172
Westerlo
100
104
107
110
130
146
163
Heist o/d berg
100
102
103
106
116
126
140
Herenthout
100
101
103
105
118
134
151
Grobbendonk
100
103
106
110
125
140
157
Vorselaar
100
102
103
106
120
141
161
Regio
100
102
105
107
122
138
156
Vlaams Gewest
100
102
104
105
114
125
137
Algemene tendensen inzake de bevolkingsevolutie in Vlaanderen en de regio Herentals wijzen op een daling van het aantal jongeren en een vergrijzing (toename + 60 ) en interne vergrijzing (toename van het aantal hoogbejaarde ouderen, 80+, binnen de groep van de ouderen(60+)). Vergelijking evolutie aantal 80 plussers Herentals – Regio - Vlaanderen 80+
2007
2008
2009
2010
2015
2020
2025
1.138
1.177
1.234
1.302
1.519
1.691
1.706
2007
2008
2009
2010
2015
2020
2025
Herentals
100
103
108
114
133
149
150
Lille
100
103
107
111
136
145
158
Kasterlee
100
107
115
120
161
191
211
Olen
100
107
114
117
155
179
202
Westerlo
100
104
109
115
143
163
182
Heist o/d berg
100
105
108
112
131
147
153
Herenthout
100
103
103
105
131
147
165
Grobbendonk
100
103
108
112
135
159
174
Vorselaar
100
104
111
119
150
170
166
Regio
100
104
109
114
138
157
167
Vlaams Gewest
100
104
107
111
130
142
147
Herentals
Percentages 80+
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
127/160
Het aantal hoogbejaarden, de belangrijkste groep van potentiële gebruikers van zorgvoorzieningen voor ouderen, zal tegen 2025 in Herentals toenemen met 568 personen. Dit is een stijging van 50% ten opzichte van 2007. Dit zal een aanzienlijke toename betekenen van de intensieve zorgprestaties en de dementieproblematiek. In Vlaanderen neemt het aantal 80+ers toe met 47% en in de regio met 67%. Spreiding aantal 60+ over de deelgemeenten (lokale statistieken ) % 60+ 90,00% 80,00% 70,00% 60,00% 50,00%
% 60+
40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% Herentals
Noorderwijk
Morkhoven
Huidige programmatiecijfers (2007) ouderenvoorzieningen in Herentals en realisatie:
progr.
invulling
Openb
VZW
Privé
gepland
Openb
VZW
Privé
Tot
Rusthuis
330
150
90
60
0
166
30
30
106
316
Centrum voor kortverblijf
11
0
9*
9
Serviceflatgebouw
131
60
Dagverzorgingscenturm
11
Lokaal dienstencentrum
2
60
60
15 *
1
9
15
15
1
1
* opschorting 5.15.2.
Interne omgevingsanalyse
Thuisdiensten Lokaal dienstencentrum (LDC) Dienstencentrum “Het Convent “ wil er mee voor zorgen dat bejaarden zo lang mogelijk zelfstandig kunnen leven en dat zij hun vrije tijd zinvol en actief kunnen doorbrengen. Om dit te realiseren wordt een steeds groeiende verscheidenheid aan diensten aangeboden.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
128/160
In het seniorencafé kunnen individuele bezoekers integreren in de andere groepen zoals kaarters en pétanquers. Het uitgebreide activiteiten– en vormingsaanbod kan op zeer veel succes rekenen. Ook de seniorenraad vond zijn vaste stek in het dienstencentrum. De locatie is ondanks uitbreidingen niet echt geschikt. Vooral de toegankelijkheid en de brandveiligheid zijn een probleem. Een verhuis naar een nog meer centrale en geschikte plaats zoals Sancta Maria zou meer mogelijkheden geven zoals: gebruiken van maaltijden in het dienstencentrum. De thuisdiensten zijn gevestigd in het dienstencentrum. Dit geeft reeds een gedeeltelijke realisatie van de naadloze overgang van activiteiten- naar zorgaanbod. Ook het streefdoel om van de tweede deur de juiste te maken wordt hier meestal gehaald. Om meer mensen te kunnen bereiken werd in Noorderwijk gestart met een beperkte werking. Geïnteresseerden kunnen daar ook terecht voor computercursussen. Dienst voor Gezinszorg De dienst voor Gezinszorg van het OCMW is een relatief kleine dienst die sedert 1 januari 2003 deel uitmaakt van de regionale dienst voor Gezinszorg van Welzijnszorg Kempen. De aansluiting bij de regionale werking van de verschillende openbare diensten voor gezinszorg van de regio werd door het ministerie gehonoreerd met extra uren. Deze werden verdeeld en dit betekende voor Herentals een uitbreiding met 1,3 VTE (mogelijk met in de toekomst nog 0,7 VTE extra) Door vaste vervanging te voorzien tijdens de vakantiemaanden wordt de continuïteit van de hulp- en dienstverlening gegarandeerd voor de meest hulpbehoevende cliënten. Er wordt gewerkt met een wachtlijst; hierop staan momenteel (cijfers van juni 2007) 14 actieve hulpvragen en 8 passieve. Poetsdienst De poetsdienst wordt ingeschakeld bij bejaarden (vanaf 60 jaar) of personen met een handicap (vanaf 66% invaliditeit) die, omwille van hun gezondheidstoestand, niet meer, of onvoldoende kunnen instaan voor het onderhoud van de woning. Bij uitzondering kan poetshulp geboden worden aan niet–gepensioneerden of nietgehandicapten, mits een gemotiveerde reden en mits goedkeuring van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst. Er wordt gewerkt met een wachtlijst. Momenteel merken we dat deze gestadig slinkt mede door ontstaan van poetsdiensten met dienstencheques. Huidige (augustus 2007)actieve aanvragen: actief: 13, passief: 51 Warme maaltijden Warme maaltijdbedeling is een service van het OCMW voor die mensen die omwille van een aantal redenen problemen hebben met het zelf koken van een maaltijd. De aanvraag gebeurt bij de sociale dienst in het Convent, dit kan telefonisch of met een bezoek. De prijs van de maaltijd is afhankelijk van het inkomen. De maaltijden worden bereid in het RVT St. Anna en van daaruit elke werkdag en op zaterdagen bedeeld. Er is geen wachtlijst(augustus 2007).
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
129/160
Klusjesdienst De klusjesdienst wordt ingeschakeld bij personen die minstens 60 jaar oud zijn en bij mindervaliden +66% met een maximum inkomen van 1 245 EUR per maand voor alleenstaanden en 1469 EUR per maand voor gezinnen. Het werkterrein van de klusjesdienst beperkt zich tot kleine onderhoudswerken en reparaties. Volgende werken zijn uitgesloten: -
tuinonderhoud; dakwerken; reinigen en onderhoud van branders en kachels; verhuizen.
Minder-mobielencentrale Deze dienst zorgt met vrijwilligers voor het vervoer van minder-mobiele mensen met een beperkt inkomen. Er is tevens een handicar ter beschikking voor het vervoer van rolstoelgebruikers. De handicar wordt ook door het RVT gebruikt voor vervoer van residenten. Hygiënische zorgen: voetverzorging, bad De dienst hygiënische verzorging en voetverzorging van het dienstencentrum wordt verzekerd door verzorgenden van de dienst voor gezinzorg Personenalarmsysteem Het OCMW heeft een dépannagedienst, dit betekent dat enkel een alarmtoestel wordt uitgeleend wanneer er geen toestellen voorradig zijn bij de mutualiteit. Er is momenteel (augustus 2007) geen wachtlijst. Bejaardenwoningen Het OCMW verhuurt bejaardenwoningen aan het Begijnhof (15) en in Noorderwijk (9). Ook aan het rusthuis zijn bejaardenwoningen (30). Deze laatste beschikken over een oproepsysteem waarmee in noodsituaties het rusthuis kan gecontacteerd worden. De bejaardenwoningen zijn niet geschikt voor rolstoelgebruikers en/of fysisch gehandicapte bewoners. De huidige wachtlijst (augustus 2007): Locatie
Aantal personen op de wachtlijst
Effectieve kandidaten bij laatste toewijzing
Vorselaarsebaan
77
10
Begijnhof
62
8
Woud (Noorderwijk)
20
3
Opmerking: De kandidaat–bewoners laten zich meestal opschrijven voor een woning op meer dan 1 locatie. Andere
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
130/160
Private diensten gezinszorg krijgen een toelage van het OCMW per geholpen cliënt uit Herentals) en worden eveneens met een wachtlijst geconfronteerd. Private poetsdiensten en dienstenbedrijven (o.a. ‘t Gerief) hebben eveneens wachtlijsten. PWA bejaardenoppasdienst : PWA'ers krijgen een korte opleiding in het RVT en PWA geeft in ruil hiervoor voorrang aan wie door de sociale dienst van het rusthuis of Convent wordt doorverwezen. Vrijwilligers: het OCMW kan ook binnen ouderenzorg beroep doen op zeer veel vrijwilligers voor heel verschillende activiteiten en taken. Voor info over de private diensten verwijzen we naar de sociale kaart. Residentiële zorg Sint – Anna Rusthuis Het Rust –en verzorgingstehuis 63 RVT-bedden en 27 ROB-bedden.
Sint-Anna
heeft
het
volgende
zorgaanbod:
Er zijn 2 kamers voor kortverblijf, waarvan één op de afdeling voor dementerende ouderen en de andere op de afdeling voor de zwaar zorgbehoevenden. Op de afdeling van de valide ouderen wordt een dagopvang gerealiseerd voor 5 personen. Noch het kortverblijf, noch de dagopvang zijn erkend en worden dus officieus aangeboden. Ook in RVT Sint-Anna ondervinden we een nijpend probleem van het tekort aan opvangplaatsen voor zorgbehoevende ouderen in onze regio. De cijfers van de wachtlijsten spreken voor zich. Nochtans moet hierbij de kanttekening worden gemaakt dat steeds meer personen zich 'preventief' in het RVT laten inschrijven om zeker te zijn dat ze – in tijden van nood – een plaats hebben. Het verschil tussen de passieve en actieve wachtlijst wordt dan ook steeds groter. Wachtlijst (juli 2007): -
aantal personen op de wachtlijst in december: inwoners
420 – niet inwoners : 47
-
gemiddeld aantal dringende gewenste opnames : 15 personen (inwoners) en 5 personen (niet inwoners)
Het rustoord zorgt voor de eerste opvang bij noodoproepen van bewoners uit de omliggende bejaardenwoningen. Deze staan in contact met het rusthuis via een oproepsysteem. Private partners vzw Bremdael: Rusthuis en serviceflats Groep Van Den Brande heeft concrete bouwplannen in Herentals voor een rusthuis en serviceflats. AZ Sint Elisabeth Sociale dienst Deze heeft een doorverwijzingfunctie (o.a. plaatsing) en wordt zo geconfronteerd met de problemen bij het zoeken naar opvang voor hulpbehoevende ouderen. We kunnen dit niet duidelijker omschrijven dan met volgende tekst opgemaakt door een maatschappelijk werkster van de sociale dienst: LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
131/160
“In 2005 werden 1956 patiënten door de sociale dienst gevolgd. Hiervan waren er 1235 boven de 70 jaar. Daarvan werden een 125 personen doorverwezen naar een ROB/RVT voor een nieuwe opname. 59 personen werden naar huis ontslagen en wachten daar op plaatsing. Van alle personen die vanuit het ziekenhuis geplaatst worden, zijn er een heleboel die niet onmiddellijk in het juiste rusthuisbed belanden. Het is moeilijk te zeggen over hoeveel mensen het gaat aangezien we dit niet registeren. Het staat vast dat een aantal van hen eerst thuis wordt opgevangen, sommige personen doorlopen een herstelverlof in een voorziening van een ziekenfonds, worden opgevangen in een kortverblijf of gaan in een serviceflat wonen in afwachting van een plaats in een rusthuis. Of dat er verschillende zijn die eerst elders worden opgenomen alvorens naar het rusthuis te gaan van hun keuze. Er zijn verschillende probleemgemeentes qua opvang van bejaarden: Herentals en Westerlo primeren. Beide hebben verschillende rusthuizen, maar de wachttijd loopt dikwijls op tot 3 jaar en langer. Er zijn te weinig rusthuisbedden voor het aantal inwoners. Dit geldt ook voor Olen, Vorselaar en Grobbendonk. Hierdoor moeten mensen vaak opgevangen worden in rusthuizen die ver gelegen zijn van de woonplaats: De Hoge Heide in Arendonk, Edelweis in Begijnendijk, Sparrenhof in HalleZoersel en De nieuwe Kaai in Turnhout. Bovendien is er een groot tekort aan nachtopvang. Vaak kunnen bejaarden nog een tijd thuis overbruggen. Ze worden dan overdag verder geholpen door familie, verpleging, thuishulpdiensten, ziekenoppas, … . ‘s Nachts is er echter een groot probleem om opvang te vinden, dit kan ook niet altijd door familie opgevangen worden.” Uit verdere analyse van de opnamegegevens blijkt dat in het ziekenhuis jaarlijks gemiddeld 141 patiënten (cijfers 2002-2005) zijn opgenomen die langer moeten blijven wegens het ontbreken van opvangmogelijkheden (de sociale opnames)! SP-dienst en revalidatieproject De SP-dienst (30 bedden) is een gespecialiseerde dienst voor behandeling en revalidatie van patiënten met diverse aandoeningen. Een intensieve revalidatiebehandeling onder de vorm van kinesitherapie, ergotherapie en eventuele logopedie bevordert het herstelproces van de patiënt. Het doel is het functioneren te optimaliseren en de zelfstandigheid van de patiënt te verbeteren. Geriatrie De afdeling geriatrie (24 bedden) werd opgericht voor de opvang van acuut zieke ouderen. Het is de bedoeling om zo snel mogelijk een algemeen herstel te bekomen zodat de opvang in het eigen of thuisvervangend milieu terug mogelijk is. Geriatrisch daghospitaal Dit is een proefproject van het Ministerie van Volksgezondheid om beter te kunnen beantwoorden aan de specifieke zorgvraag van bejaarden (vanaf 65 jaar) en in het bijzonder hoogbejaarden door een zeer gespecialiseerde, multidisciplinaire en intensieve aanpak te realiseren voor, tijdens en na een hospitalisatie. De therapeutische aanpak van het geriatrisch daghospitaal is erop gericht om een hospitalisatie in te korten en de terugkeer naar huis te bespoedigen, of om een hospitalisatie te voorkomen. Daartoe zal volgend bijkomend, specifiek aanbod gerealiseerd moeten worden: LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
132/160
-
een ambulant diagnostisch (somatisch, cognitief en sociaal) programma;
-
een therapeutisch programma dat een opname vereist maar dat enkel tijdens de dag kan worden uitgevoerd;
-
een revalidatieprogramma, al dan niet naar aanleiding van een hospitalisatie, voor patiënten die thuis verblijven.
De Stad De stad en het OCMW hebben in de ouderenzorg duidelijk afgebakende taken die complementair zijn aan elkaar en waarbij op verschillende echelons regelmatig overleg gepleegd wordt. De stad is verantwoordelijk voor o.a. de behandeling van pensioenaanvragen, preventie (vb. organisatie van gezondheidswandelingen, ouderen behoefteonderzoek,…), PWA,… Het OCMW neemt het luik wonen en zorg op zich. De seniorenraad wordt gezamenlijk gedragen met coördinatie vanuit het OCMW.
5.15.3.
Strategische doelstellingen
8 5.15.4.
Actieplan
OD 1 Het OCMW van Herentals heeft een geïntegreerde visie op ouderenzorg met zorginfrastructuur. Deze visie is geïmplementeerd binnen het OCMW van Herentals om de vergrijzingsproblematiek in het Herentalse op een efficiënte en kwaliteitsvolle wijze aan te pakken. Met deze doelstelling wil het OCMW de vergrijzingsproblematiek op een efficiënte en kwaliteitsvolle wijze aanpakken. Een eerste actie is gericht op het uitbouwen van een systematisch en doelgericht zorgoverleg/zorgnetwerk tussen de verschillende actoren, zowel op organisatie- als op cliëntniveau. Op die manier worden het dienstencentrum en de diensten die zorg aan ouderen bieden vanuit het ziekenhuis (SP, geriatrie, daghospitaal, revalidatieproject) onder coördinatie van het RVT geïntegreerd in deze zorgvisie. In een eerste fase wordt overleg georganiseerd onder de vorm van een functioneel intern netwerk. In een tweede fase worden ook de private partners van de residentiële zorg uitgenodigd om zich aan te sluiten. Waar nodig worden uiteraard en in aanvulling op het samenwerkingsinitiatief thuiszorg (SIT) de private partners van de thuiszorg bij het cliëntoverleg betrokken, zoals dit nu reeds het geval is. Bij de uitbouw van de zorgcampussen Sint Anna (woon- en zorgcentrum) en Sancta Maria (lokaal dienstencentrum) en de antennefunctie van het lokaal dienstencentrum in de deelgemeenten laten we ons inspireren door het concept van zorgsteunpunten waarbinnen een aantal op elkaar afgestemde diensten worden aangeboden in een geografisch gespreide zorgzones met vlotte onderlinge overleg- en doorverwijsmogelijkheden. Hiermee passen we onze visie op het Sociaal Huis toe specifiek voor senioren. OD 2 Bij de uitbouw van onze initiatieven en voorzieningen is zorg op maat, via een gedifferentieerd en flexibel aanbod, ons uitgangspunt We wensen met het huidig RVT te evolueren naar een multifunctioneel woon- en zorgcentrum van waaruit de openbare ouderenzorg in het Herentalse wordt aangestuurd. Sedert LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
133/160
augustus 2003 beschikt het OCMW over een goedgekeurd zorgstrategisch plan en hebben we licht op groen voor de opmaak van een financieel technisch plan voor uitbreiding naar 111 rustoordbedden (RVT en ROB), 9 bedden kortverblijf en 15 plaatsen dagopvang. Om te evolueren naar een multifunctionele zorgcampus voorziet het OCMW volgende stappen. -
Nieuwbouw RVT met kortverblijf en 10 à 20 serviceflats.
-
Huidig RVT-gebouw herbestemmen voor volgende functies: beperkte dienstencentrumfunctie, dagopvang, een multifunctioneel kleinschalig psychiatrisch zorgproject in samenwerking met het OPZ-Geel (30 bedden PVT, dagcentrum, antennedienst voor beschut wonen en gezinsverpleging,…) Indien de beschikbare ruimte het toelaat, zou eveneens een project kinderopvang erg wenselijk zijn.
-
Huidige bejaardenwoningen omvormen tot aanleun-/zorgwoningen (zowel wat betreft zorgaanbod als architectonisch);
-
Nog verder te onderzoeken: bouw- en integratie van gezinswoningen/zorgwoningen op de campus in samenwerking met de bouwmaatschappij nv Eigen Haard.
We werken ook een zorgstrategisch plan en een financieel technisch plan uit voor het dienstencentrum zodat een verhuis naar Sancta Maria met ook daar bouw van bejaardenflats (in samenwerking met de bouwmaatschappij) mogelijk wordt. Hierbij dient de rol van het lokaal dienstencentrum bij de organisatie van de naadloze zorg verder te worden uitgebouwd: kennismaking via vormings- en activiteitenaanbod, nadien evolutie naar zorgaanbod. Door de link met de bejaardenflats in het gebouw kunnen we deze laatste laten evolueren naar serviceflats. Tevens kunnen we maximaal inspelen op de evolutie van de verhuis van bejaarden in de periferie van Herentals naar het centrum. Tot slot dient te worden onderzocht in hoeverre het aanbod van het dienstencentrum in de deelgemeenten kan evolueren naar een volwaardig dienstencentrum. Hiervoor is alleszins nog ruimte binnen de Vlaamse programmatie en het laat ons toe het idee van de zorgsteunpunten/ Sociaal Huis voor senioren in gans Herentals in te vullen. Tot slot wensen we een geriatrisch daghospitaal enerzijds en een revalidatieproject anderzijds uit te bouwen in het ziekenhuis.
OD 3 We ondersteunen mantelzorg We willen mensen die niet meer volledig voor zichzelf kunnen zorgen toch thuis in hun vertrouwde omgeving laten wonen. De inzet van mantelzorgers is daarvoor onontbeerlijk. Daarom willen we hen erkennen en waarderen door een gemeentelijke mantelzorgpremie te geven. Binnen alle geledingen van ouderenzorg moet er maximaal haalbare ondersteuning worden geboden aan de mantelzorgers. We wensen de mogelijkheden te onderzoeken om op dit vlak bijkomende initiatieven te ontwikkelen. De mantelzorgers zijn immers een onmisbare schakel om onze visie waar te maken, nl. om de Herentalse ouderen zo lang mogelijk actief, autonoom en zelfredzaam te houden.
OD 4 We beschikken over een ouderenbeleidsplan Door de seniorenraad zal, onder de begeleiding en ondersteuning van stad en OCMW, een ouderenbeleidsplan worden opgemaakt. Tevens zullen gepaste inspraakkanalen worden LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
134/160
aangewend om dit plan op te stellen en zal de werking van de seniorenraad worden geëvalueerd en,waar nodig, bijgestuurd.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
135/160
Strategische doelstelling: OUDEREN ZIJN ZO LANG MOGELIJK ACTIEF, AUTONOOM EN ZELFREDZAAM (8)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Het OCMW van Herentals heeft een geïntegreerde visie op ouderenzorg met zorginfrastructuur. Deze visie is geïmplementeerd binnen het OCMW van Herentals om de vergrijzingsproblematiek in het Herentalse op een efficiënte en kwaliteitsvolle wijze aan te pakken
1
Uitbouwen van systematisch, doelgericht en actief zorgoverleg tussen RVT, ziekenhuis (diensten ouderenzorg) en dienstencentrum enerzijds en de andere residentiële voorzieningen anderzijds
OCMW
Eerste fase: functioneel intern overleg: -
Uitbouwen overlegstructuur RVT/ dienstencentrum binnen de nieuwe afdeling ouderenzorg (realisatie netwerking op organisatieniveau)
-
Geriatrisch team operationeel (netwerking op clientniveau)
-
Hernieuwde samenwerking operationeel met ziekenhuis
Cathy Cavazzon Resultaat Indicator + norm Werking functioneel intern overleg – via jaarverslagen Samenwerkingsovereenkomst met het ziekenhuis Tweede deur is juiste deur bij behandeling van zorgvragen Tevredenheidsmeting
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
Norm
inzake
ouderenzorg
Tweede fase: externe partners residentiële zorg in netwerk betrekken -
Op organisatieniveau
-
Op cliëntniveau
Uitwerken en toepassen concept van zorgsteunpunten als Sociaal Huis voor senioren
136/160
2008
2009
2011
2009 2013
2013
Strategische doelstelling: OUDEREN ZIJN ZO LANG MOGELIJK ACTIEF, AUTONOOM EN ZELFREDZAAM (8)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
Bij de uitbouw van onze initiatieven en voorzieningen is zorg op maat, via een gedifferentieerd en flexibel aanbod, ons uitgangspunt
2
Ombouwen RVT tot een multifunctioneel woon- en zorgcentrum -
financieel-technisch plan goedgekeurd voor nieuwbouw woon- en zorgcentrum, inclusief kortverblijf en serviceflats
Cathy Cavazzon
-
verhuis naar nieuwbouw
2012
Bert Van Genechten
-
2013
Terugdringen wachtlijsten voor RVT en thuisdiensten Naadloze overgang: in iedere zorgfase krijgt men de juiste zorg
huidig RVT-gebouw herbestemmen voor volgende functies: beperkte dienstencentrumfunctie, dagopvang, een multifunctioneel kleinschalig psychiatrisch zorgproject in samenwerking met het OPZGeel (30 bedden PVT, dagcentrum, antennedienst voor beschut wonen en gezinsverpleging,…) Indien de beschikbare ruimte het toelaat, zou eveneens een project kinderopvang erg wenselijk zijn.
-
2013
Evolutie wachtlijsten Tevredenheidsmeting Klachtenanalyse
Huidige bejaardenwoningen aan het RVT omvormen tot aanleun-/zorgwoningen (zowel wat betreft zorgaanbod als architectonisch);
-
Nog verder te onderzoeken: bouw- en integratie van gezinswoningen/zorgwoningen op de campus in samenwerking met de bouwmaatschappij nv Ei-
OCMW
Resultaat Indicator + norm
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
137/160
2009
2013
gen Haard. Uitwerken van een zorgstrategisch en een financieel technisch plan voor het dienstencentrum en verhuis naar Sancta Maria. -
zorgstrategisch plan goedgekeurd
-
financieel technisch plan goedgekeurd
-
verhuis naar Sancta Maria
Onderzoek uitbreiding antennefunctie dienstencentrum in deelgemeenten naar volwaardig tweede dienstencentrum
2008 2009 2012
2013
Strategische doelstelling: OUDEREN ZIJN ZO LANG MOGELIJK ACTIEF, AUTONOOM EN ZELFREDZAAM (8)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
We ondersteunen mantelzorgers
3
Onderzoeken van de mogelijkheden tot het nemen van bijkomende initiatieven (vb. nachtopvang, steunpunt dementie, …)
2008 e.v.
OCMW Bert Van Genechten
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
Pro memorie: erkende dagopvang (15) en kortverblijf
138/160
Zie boven
(9) in woon- en zorgcentrum (p.m.)
Resultaat Indicator + norm Mantelzorgers voelen zich erkend en gewaardeerd
Gemeente
1
Invoeren mantelzorgpremie
2
Vastleggen toekenningsvoorwaarden en aanvraagprocedure
3
Promotie bij diensten en mantelzorgverenigingen
Marc Caers
Resultaat Indicator + norm Er is een mantelzorgpremie, die voldoende groot is, zodat mantelzorgers dit ervaren als een erkenning en waardering. Reacties mantelzorgers
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
139/160
2008
Strategische doelstelling: OUDEREN ZIJN ZO LANG MOGELIJK ACTIEF, AUTONOOM EN ZELFREDZAAM (8)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
We beschikken over een ouderenbeleidsplan
4
Evaluatie en bijsturing werking seniorenraad
2008
Inventariseren en aanwenden diverse inspraakkanalen voor inbreng bij ouderenbeleidsplan: opzetten van een ouderenbehoeftenonderzoek via een gemoduleerde aanpak
2009
OCMW Bert Van Genechten Resultaat Indicator + norm Ouderenbeleidsplan Herwerkte statuten seniorenraad
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
140/160
5.16. Huisvesting 5.16.1.
Externe omgevingsanalyse
Vlaamse Wooncode In de Vlaamse Wooncode wordt een belangrijke rol weggelegd voor de lokale besturen. Zo hebben de gemeenten een waaier aan instrumenten ter beschikking om de woningkwaliteit te verbeteren (heffing op leegstand en verkrotting, het conformiteitsattest en de ongeschikt-, onbewoonbaar- en overbewoondverklaring, het recht op voorkoop,…) De gemeente kan net zoals de andere openbare initiatiefnemers aanspraak maken op subsidies voor het realiseren van sociale woonprojecten. Er zijn subsidies voor het sociale grond- en pandenbeleid, infrastructuurwerken, nieuwbouw en renovatie en de verhuring, verbetering en aanpassing van woningen. Ten slotte is de gemeente volgens de Vlaamse Wooncode verantwoordelijk voor het afstemmen van de woonprojecten van de sociale huisvestingsmaatschappijen, het Vlaamse Woningfonds, het OCMW, het sociaal verhuurkantoor en het eigen gemeentebestuur (via een lokaal woonoverleg).
5.16.2.
Interne omgevingsanalyse
Stad Herentals Tot voor kort was er in Herentals nauwelijks sprake van een structureel huisvestingsbeleid. Een van de speerpunten van het nieuwe bestuursakkoord 2007-2012 is de uitwerking van een lokaal woonbeleid met oog voor voldoende aanbod aan betaalbare en/of sociale woningen, de strijd tegen leegstand en verkrotting, de aanleg van moderne woonwagenterreinen en de eventuele toetreding tot een regionale woonwinkel. Binnen de Stad Herentals is de adjunct-stedenbouwkundige sinds begin 2007 deels aangesteld als huisvestingsambtenaar. In eerste instantie is zij verantwoordelijk voor : -
de onbewoonbaar- en ongeschiktverklaring;
-
de leegstand van bedrijfsgebouwen en woningen,
-
het recht op voorkoop,
-
de verklaring i.f.v. improductiviteit;
-
informatie over huisvestingspremies
-
…
Medio 2007 vond het eerste woonoverleg plaats tussen de Stad, het OCMW, IOK en de sociale huisvestingsmaatschappijen (Eigen Haard, De Geelse Bouwmaatschappij, Kleine Landeigendom). Het doel van dit overleg was om te bekijken waar in Herentals in de toekomst nog sociale (huur- en koop-) woningen of kavels kunnen ontwikkeld worden. Het is de bedoeling dat dit overleg in de toekomst jaarlijks zal herhaald worden, dat ook an-
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
141/160
dere (private) actoren uitgenodigd worden, en andere inhoudelijke thema’s aangesneden kunnen worden. OCMW Herentals De dienstverlening van het OCMW op het vlak van huisvesting is beperkt tot een aanbod aan bejaardenwoningen en transitwoning en de financiële tegemoetkomingen (huurtoelage en huurwaarborgen). Bejaardenwoningen: Het OCMW verhuurt 54 bejaardenwoningen. Deze woningen bevinden zich op verschillende locaties (rond het RVT Sint-Anna aan de Vorselaarsebaan, op het Herentalse Begijnhof en in het Noorderwijkse Woud). Transitwoning: de sociale dienst van het OCMW helpt mensen die plotseling dakloos zijn geworden, bij het zoeken naar een tijdelijke of permanente opvang. Als er nergens een opvang mogelijk is, dan kan het OCMW zelf tijdelijk voor opvang zorgen. Het OCMW beschikt hiertoe over zes woongelegenheden in een woning, gelegen aan de Nederrij 99 te Herentals. Deze noodopvang is bedoeld voor alleenstaanden en gezinnen, is beperkt in tijd en is niet gratis. Tegemoetkomingen in huurprijs en huurwaarborg: Het OCMW kan in bepaalde gevallen een tegemoetkoming geven in de huurprijs of een huurwaarborg (na een voorafgaand financieel en sociaal onderzoek). De sociale dienst is hiervoor verantwoordelijk . Het OCMW heeft zelf geen sociale huur- of koopwoningen. Woonsituatie Herentals Herentals wordt gekenmerkt door een relatief hoog aantal oudere woningen, een aanzienlijke leegstand en een relatief ruim aanbod sociale woningen. Zeven op tien inwoners is eigenaar van zijn woning. Er wonen momenteel twee groepen woonwagenbewoners in Herentals, voor wie de stad bezig is met de realisatie van twee moderne woonwagenterreinen. Huisvestingsproblemen die vanuit de hulpverleningshoek vaak gesignaleerd worden zijn ondermeer het gebrek aan betaalbare woningen in Herentals en de problematiek van de kamerverhuur. Aanbod sociale huisvesting14 Op 31/12/2005 bedroeg het totaal aanbod sociale huisvesting in Herentals 2.774. Daarmee bedraagt het percentage sociale realisaties t.o.v. het totale woonbestand 27,5%15: De sociale huurmaatschappij Eigen Haard heeft momenteel een patrimonium van 602 huurwoningen verspreid over de deelgemeente Herentals. De Geelse Bouwmaatschappij heeft een aanbod van 213 sociale huurwoningen, verspreid over het grondgebied van Morkhoven en Noorderwijk. De sociale koopmaatschappij Kleine Landeigendom Zuiderkempen heeft sinds begin jaren vijftig 758 sociale woningen gebouwd en verkocht op het grondgebied van Herentals. Medio 2007 zijn de werken aan de gang voor 50 bijkomende woningen.
14 De gegevens m.b.t. de sociale huisvesting in Herentals zijn afkomstig van de studie die door de studiedienst van IOK gemaakt werd in het kader van het sociaal woonoverleg Herentals (07.05.2007) 15 Ter vergelijking: het percentage sociale realisaties t.o.v. het totale woonbestand bedraagt voor het gehele werkingsgebied van IOK 14,1%.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
142/160
Sinds midden jaren zestig heeft IOK binnen Herentals een aantal sociale verkavelingen gerealiseerd, goed voor 646 kavels. Voorbeelden hiervan zijn o.a. de verkaveling Eeckelberg. Herentals is niet aangesloten bij een Sociaal Verhuurkantoor.
5.16.3.
Strategische doelstellingen
1 5.16.4.
Actieplan
OD We ontwikkelen, in nauw overleg met het OCMW en andere lokale woonactoren, een geïntegreerd woonbeleid, zowel op het vlak van informatieverstrekking, als kwaliteitsbewaking. Het lokaal bestuur neem hierin een coördinerende en stimulerende rol. Een behoorlijke huisvesting vormt de basis voor elk individueel en maatschappelijk welzijn. Het lokale bestuur streeft ernaar dat alle huishoudens in Herentals, met bijzondere aandacht voor deze met de minste kansen, in een aangename woonomgeving tegen een betaalbare prijs en met voldoende woonzekerheid, kunnen beschikken over een woning van goede kwaliteit. Om dit te realiseren is een geïntegreerd woonbeleid nodig. Dit betekent dat acties, projecten en het beleid van belangrijke woonactoren op elkaar worden afgestemd. Hiervoor is overleg op twee niveaus nodig. Samenwerking is nodig op niveau van het lokaal bestuur, waarbij sociale dienst OCMW, sociale dienst gemeente, wijkagenten en dienst burgerzaken en dienst huisvesting tweemaal per jaar overleg plegen. De bedoeling van dit overleg is een goed zicht te krijgen op de woonproblemen in Herentals. Daarnaast is het nodig om jaarlijks samen te zitten met OCMW, IOK, sociale huisvestingsmaatschappijen, de stad en eventueel andere actoren, waarbij het globale woonbeleid kan bekeken worden en op elkaar afgestemd kan worden. De stad neemt hier de coördinerende rol voor zijn rekening. Een ander belangrijk aandachtspunt is het verstrekken van informatie.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
143/160
Strategische doelstelling: MENSWAARDIG LEVEN (1)
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
We ontwikkelen, in nauw overleg met het OCMW en andere lokale woonactoren, een geïntegreerd woonbeleid, zowel op het vlak van informatievertrekking als kwaliteitsbewaking. Het lokaal bestuur neemt hierin een coördinerende en stimulerende rol.
1
Uitbouwen en vorm geven cel woonbeleid
2008 – 2009 –structureel verankerd in administratie
2
Proactief informatie geven over premies,subsidies en huurwetgeving via een mix van communicatiekanalen.
2008 – 2013 Jaarlijks overzichtslijst premies
3
Uitbouw woonwinkel in samenwerking met andere gemeenten in de Zuiderkempen. Deze fungeert als wegwijzer op het vlak van kopen, huren en bouwen in de gemeente, maar speelt ook een rol op het vlak van hulpverlening en beleid.
2012: geheel gerealiseerd 2008: duidelijkheid over concept, kostprijs en planning Overleg met actoren 1 keer per jaar
4A
Verkavelaars aansporen om bouwpercelen en appartementscomplexen over te dragen aan huisvestingsmaatschappijen.
2012 Verslagen vergadering
4B
Afwegen van mogelijkheden om grote verkavelaars te verplichten bouwpercelen en appartementscomplexen over te dragen aan huisvestingsmaatschappijen. Verordening of andere sporen.
2012 Verplichting bestaat
5A
Problematiek wonen in winkelstraten boven winkels in kaart brengen
2008 – 2010 In overleg met cel huisvesting, sociale dienst stad en OCMW
Gemeente Romy Leysen Resultaat Indicator + norm Informatie aan burgers gebeurt via verschillende kanalen Tegen 2011 is de huisvestingsproblematiek in kaart gebracht en wordt is er voor elke problematiek een voorstel tot oplossing binnen wetgeving, regels, procedures.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
144/160
5B
Beste mogelijkheid om het wonen boven winkels in winkelstraten te bevorderen uitwerken en aanbieden. Mogelijkheid verordening, aanmoedigingspremie en verkennen andere sporen
2010 – 2011
6A
Herwaarderingsgebieden in kaart brengen
2008 – 2010 In overleg met cel huisvesting, sociale dienst stad en OCMW
6B
Beste wijze om stedelijke herwaarderingsgebieden op te waarderen uitwerken en aanbieden vb. renovatiepremies, stadsvernieuwingsfonds, …
2010 -2011
7A
Problematiek van kamerwonen in kaart brengen
2008 – 2010 In overleg met cel huisvesting, sociale dienst stad en OCMW
7B
Uitwerken reglementering op kamerwonen en preventief optreden bij aanvragen van nieuwe projecten
2010 – 2011
8
Jaarlijkse update lijsten leegstand en verwaarlozing en voorleggen aan college
2008
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
145/160
Zoals eerder reeds werd aangehaald, zijn de laatste 3 projectfiches ietwat apart, aangezien het hier gaat om beleidsdomeinen waar afzonderlijke beleidsplannen voor worden opgesteld en waarvoor geëigende organen bestaan om de vorderingen op te volgen en eventueel bijsturingen te doen. Voor een globaal overzicht van deze beleidsdomeinen verwijzen we dan ook naar het beleidsplan van CAW De Kempen voor de periode 20062008 , naar het jeugdbeleidsplan 2008-2010 en naar het zorgstrategisch plan van het ziekenhuis. Toch vonden we het aangewezen om ook deze beleidsthema’s in ons beleidsplan te integreren. We beperken ons hierbij dan wel tot die aspecten die vanuit sociaal oogmerk als zeer belangrijk worden ervaren en die de plangroep lokaal sociaal beleid mee wil kunnen opvolgen.
5.17. Psychosociale hulpverlening CAW De Kempen Het CAW de Kempen heeft als missie: het welzijn van mensen bevorderen en hen ondersteunen om tot hun recht te komen in hun dagelijkse leefomgeving en in de ruimere samenleving. Het heeft daarbij bijzondere aandacht voor kwetsbare bevolkingsgroepen die geen of onvoldoende antwoorden vinden op hun welzijnsnoden. Het CAW De Kempen realiseert een vraaggestuurd aanbod in het arrondissement Turnhout opgebouwd rond de kerntaken onthaal en vraagverduidelijking; psychosociale begeleiding; preventie en beleidsignalering: Het CAW De Kempen heeft conform zijn regelgeving een eigen beleidsplan opgemaakt voor de periode 2006 - 2008. Voor 2009 – 2010 worden telkens jaaractieplannen verwacht gebaseerd op dit beleidsplan. Vanaf 2011 wordt de periode van de beleidsplannen verlengd tot 5 jaar. In het beleidsplan 2006 -2008 van het CAW worden 7 strategische doelstellingen geformuleerd: 1. De uitbouw van het algemeen onthaal 2. de optimalisatie van de psychosociale begeleidingen 3. de implementatie van preventie en beleidsignalering 4. de uitbouw van het communicatiebeleid 5. de verbetering van het personeelsbeleid 6. de verbetering van de huisvesting en veiligheid 7. de verbetering van de performantie Deze strategische doelstellingen betreffen dus enerzijds onze drie kerntaken en anderzijds de interne werking van het CAW. Naast deze strategische doelstellingen die aangeven waar het CAW De Kempen wil bijsturen, bevat het beleidsplan ook een opsomming van het aanbod in het arrondissement Turnhout dat het CAW wil continueren. Dit aanbod kan als volgt worden samengevat: Voor de algemene bevolking en in het bijzonder voor personen die zich in een kritische levensfase bevinden heeft het Centrum Algemeen Welzijnswerk De Kempen volgend aanbod:
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
146/160
•
Centra voor Levens- en Gezinsvragen in Herentals, Geel, Mol en Turnhout. Zij bieden begeleiding bij individuele, koppel- en gezinsproblemen; opvoedingsondersteuning; ondersteunende begeleidingen; bemiddeling buiten de juridische sfeer
•
Opvoedingswinkel Turnhout Deze richt zich tot individuen, groepen en diensten voor informatie en advies en vorming m.b.t. opvoedingsondersteuning. De Opvoedingswinkel in Turnhout is een gezamenlijk initiatief van Kind en Gezin, het Centrum Algemeen Welzijnswerk De Kempen, voorzieningen binnen de Bijzondere Jeugdzorg, het Centrum Integrale Jeugdzorg, het CLB , het schoolopbouwwerk en de gemeentelijke jeugddienst Turnhout . Organisatorisch wordt de opvoedingswinkel ondergebracht bij CAW De Kempen (volwassenencluster), maar inhoudelijk zal deze blijvend opgevolgd en bijgestuurd worden vanuit het samenwerkingsverband.
•
Schuldbemiddeling De werking richt zich in eerste instantie tot cliënten - geconfronteerd met een schuldenlast - die reeds in begeleiding zijn bij het Centrum Algemeen Welzijnswerk De Kempen. Hulpverleners van het Centrum Algemeen Welzijnswerk De Kempen en cliënten kunnen bij deze dienst terecht voor informatie, advies en concrete ondersteuning in een schuldendossier.
•
Het recent gestarte team intrafamiliaal geweld richt zich hoofdzakelijk op professionelen, die vragen hebben over (de aanpak van) partnergeweld en ouderenmis(be)handeling. In een latere fase zullen zij een eigen hulpaanbod realiseren voor situaties van partnergeweld.
De minderjarigen en jongvolwassenen (12-25 jaar) als zelfstandige hulpvrager (met specifieke aandacht voor de kwetsbare positie waarin minderjarigen zich omwille van hun statuut in bevinden) kunnen in het Centrum Algemeen Welzijnswerk De Kempen terecht bij: •
De Jongeren Adviescentra in Geel, Herentals, Mol en Turnhout. Zij bieden een laagdrempelig aanspreekpunt waar jongeren op eigen initiatief terecht kunnen voor onthaal, informatieverstrekking , adviesverlening vraagverduidelijking en een partieel begeleidingsaanbod. Bij een individuele begeleiding biedt de hulpverlener persoonlijke, relationele of praktisch gerichte hulp die de jongere vaardiger maakt in het opnemen van zijn/haar rol in de samenleving. Er wordt eveneens een ambulante begeleiding aan minderjarigen en jongvolwassen m.b.t. gebruik/misbruik van genotmiddelen aangeboden.
•
Begeleid Zelfstandig Wonen Er wordt een intensieve begeleiding en training van jongeren tussen 18-25 jaar opgezet met het oog op het bevorderen van hun zelfstandigheid.
Voor personen die in aanraking komen met Justitie als dader, als slachtoffer, als partij in een conflict heeft het Centrum Algemeen Welzijnswerk De Kempen volgend aanbod: •
Justitieel Welzijnswerk Is specifiek gericht op de grote groep gedetineerden en hun naastbestaanden in onze regio. In de gevangenissen van Hoogstraten, Wortel, Merksplas en Turnhout
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
147/160
verblijft één derde van de Vlaamse gevangenispopulatie! Het team trajectbegeleiders zorgt ervoor dat het aanbod aan hulp- en dienstverlening de gedetineerden toegankelijk wordt voor de gedetineerden. Het team organisatieondersteuners is mede (samen met justitie en de vormingsorganisaties) verantwoordelijk voor het vlotte verloop van de verschillende activiteiten in de gevangenis. Het team hulpverleners springt in indien er de noodzaak is aan meer gespecialiseerde hulp op vlak van psychosociale en sociaal-juridische problemen. •
Slachtofferhulp Kempen zorgt er met een uitgebouwd vrijwilligersteam voor dat slachtoffers de opvang krijgen die ze nodig hebben.
•
Het HSD-team begeleidt personen die in contact komen met gerechtelijke instanties omwille van het plegen van zedenfeiten vanuit het terugvalpreventiemodel.
•
De Bezoekruimte komt op professionele wijze tussen in problematische situaties waar zich ernstige conflicten of belemmeringen voordoen inzake het bezoekrecht. Zij bieden de mogelijkheid om het bezoekrecht in een veilige en serene sfeer te laten plaats vinden en werken ten gronde aan het herstel van een normale omgangsregeling.
•
Het leerproject assertiviteit in Turnhout en Mol geeft sociale vaardigheidstraining en assertiviteitstraining aan meerderjarigen in het kader van bemiddeling in strafzaken, probatie-opschorting en probatie-uitstel en vrijheid onder voorwaarden. Het aanbod bestaat uit zowel individuele vorming als vorming in groep.
Voor de kansarmen met bijzondere aandacht voor personen die (dreigen) thuisloos zijn (te worden) is er binnen het Centrum Algemeen Welzijnswerk De Kempen volgend aanbod: •
Centrum Residentiele Crisisopvang Hier kan men in acute noodsituaties terecht voor een directe, zeer korte (3 weken), opvang
•
De Mannenopvangcentra (’t Poortje en Zevendonk) richten zich naar thuisloze mannen vanaf 18 jaar waarbij men streeft naar het bij brengen van voldoende zelfstandigheid om op eigen benen te kunnen staan.
•
De Vrouwenopvangcentra (Tussenhuis en De Veder) richten zich op thuisloze vrouwen (met of zonder kinderen) met bijzondere aandacht voor de problematiek van het partnergeweld en de aanwezigheid van kinderen. De Veder fungeert als vluchthuis.
•
Het Opvangcentrum voor jong-volwassenen De Goede Plek richt zich op thuisloze jong-volwassenen van 18 tot 25 jaar. Ook hier primeert het streven om, via een geëigende methodische aanpak, de jongere op korte termijn voldoende zelfstandigheid bij te brengen zodat ze hun leven zelfstandiger kunnen richting geven.
•
De dienst Begeleid Wonen heeft als doelstelling de uitstroom uit de opvangcentra te bevorderen teneinde het dichtslibben hier tegen te gaan. Een tweede doelstelling is thuisloosheid voorkomen. Beide doelstellingen dienen in een samenwerkingsverband met huisvestingsactoren te worden gerealiseerd.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
148/160
•
Het Inloopcentrum biedt een specifiek laagdrempelig onthaal aan kansarme alleenstaanden, aan thuislozen (ook jongeren)…waar ze terecht kunnen zonder afspraak, met een partiële hulpvraag zonder dat ze verplicht worden hun hele wandel en handel uit de doeken te doen, het aanbod is vrijblijvend en er wordt niet systematisch een engagement terug verwacht.
•
Het Straathoekwerk Turnhout richt zich tot maatschappelijk kwetsbare groepen die door de klassieke hulp - en welzijnsdiensten niet of nauwelijks bereikt worden. De straathoekwerker zoekt deze mensen op in hun eigen biotoop: cafe , straat, … Hij wint het vertrouwen door te luisteren naar de vraag van de cliënt en door hem/haar met raad en daad bij te staan en de gast door te verwijzen en toe te leiden naar de meest geschikte hulp - en dienstverlening.
In Herentals heeft het CAW De Kempen altijd uitstekend samengewerkt met het lokale bestuur (stad én OCMW). Vanuit deze samenwerking is er een duidelijke keuze gemaakt om te focussen op de psychosociale dimensie. In het kader van het lokaal sociaal beleidsplan van Herentals ziet het CAW De Kempen volgende uitdagingen: 1. Het CAW engageert zich (minimaal voor de duurtijd van het Lokaal Sociaal Beleidsplan) om in samenwerking met het OCMW het JAC verder uit te bouwen tot een plek waar jongeren terecht kunnen. In samenwerking met het OCMW kon het CAW De Kempen een JAC openen. Dit betekent dat er voor de schoolgaande jongeren en jongvolwassenen een laagdrempelige werking kon uitgebouwd worden waar zij terecht kunnen als autonome hulpvrager. Het OCMW voorziet hiertoe 0,5 VTE maatschappelijk werker. 2. Het CAW heeft concrete bouwplannen voor een nieuwe locatie in het Hofkwartier, waarvoor het gemeentebestuur de bouwgrond in erfpacht heeft gegeven. Het CAW zal deze nieuwe locatie uitbouwen met een laagdrempelige onthaal en dit in een duidelijke afstemming met het Sociaal Huis van Herentals. Daarnaast willen we de psychosociale hulp die er wordt aangeboden toegankelijker maken voor meer kwetsbare doelgroepen. Het CAW wil hierover in dialoog gaan met het LSB en wil ook graag verder participeren aan het mee vorm geven van dit Lokaal Sociaal Beleid om te komen tot een beter aanbod voor de bevolking én tot een efficiënte en effectieve inzet van de middelen. 3. Het CAW wil verder zoeken naar mogelijkheden om de samenwerking met het Lokaal Sociaal Beleid van Herentals én omgeving (ISOM-regio) te verbeteren en om nieuwe initiatieven op te zetten. Het CAW wil komen tot een actievere dialoog met de ISOM-partners en rekent daarbij op de faciliterende rol van het Lokaal Sociaal Beleid van Herentals
Centrum voor Geestelijke Gezondheidzorg (CGG) Vanaf 1 juni 2007 is in Herentals een antennewerking van het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) gestart. De CGG bieden iedereen uit het arrondissement Turnhout die problemen ervaart in zijn psychisch functioneren professionele behandeling en LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
149/160
begeleiding. De antennewerking in Herentals is een uitbreiding van de bestaande werkingen in Geel en Turnhout. De uitbreiding beantwoordt aan de doelstelling om de bereikbaarheid van ambulante geestelijke gezondheidszorg groter te maken in onze regio. De antennewerking in Herentals is gericht naar de doelgroep kinderen en jongeren en naar personen met problemen op het vlak van middelengebruik (alcohol, medicatie, drugs en gokken). De opstart van de antennewerking werd mogelijk gemaakt door de extra middelen – 5 voltijdse medewerkers – die Minister Vervotte in de loop van 2006 toevoegde aan de werking in de Zuiderkempen. Aan het OCMW van Herentals werd de vraag gesteld naar een geschikte locatie. Omdat ook het CAW De Kempen aan het openbaar bestuur de vraag naar huisvesting stelde voor hun dienst intrafamiliaal geweld, besloot het OCMW een woning (Lierseweg 130) voor een periode van 2 jaar gratis te verhuren aan CGG Zuiderkempen, waarbij de afspraak werd gemaakt dat ook het team intrafamiliaal geweld van het CAW zijn dienst hier kan huisvesten, dat het CGG zich dient in te bedden in het lokaal en regionaal zorgnetwerk en dat de mogelijkheden onderzocht dienen te worden om de antennedienst van het CGG een plaats te geven op de nieuwe campus van het CAW De Kempen in het Hofkwartier.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
150/160
5.18. Gezondheidszorg in het AZ St-Elisabeth Zoals reeds eerder vermeld verwijzen we naar het zorgstrategisch plan van het ziekenhuis A.Z. St.-Elisabeth. Bepaalde strategische doelstellingen zijn echter belangrijk op sociaal vlak en wensen we met de plangroep mee te bewaken:
De organisatie van het ziekenhuis gebeurt vanuit de optiek van de patiënt.
Er is een maximale bereikbaarheid en toegankelijkheid voor patiënten, bezoekers, ziekenhuiswerkers en externe hulpverleners.
Er is een duidelijke openheid en verdere uitbouw naar informatieverstrekking en ter beschikking stellen van infrastructuur (vergaderzalen) aan patiëntenverenigingen en zelfhulpgroepen.
Er is een goede klachtenbemiddeling met vlotte toegankelijkheid
Er worden samenwerkingsvormen ontwikkeld – zowel op het vlak van gezondheid als van welzijn – met : -
andere ziekenhuizen
-
ROB’s en RVT’s
-
diensten thuisverpleging en thuiszorg
-
huisartsen, die belangrijke partners in zorg zijn.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
151/160
5.19. Jongeren Stad, OCMW en lokale derden zijn al jarenlang actief in de uitbouw van een uitgebouwd en sterk jongerenbeleid in onze gemeente en participeren aan verschillende overlegorganen zoals het jongerenoverleg, de stuurgroep voor het jeugdbeleidsplan, … Zoals gezegd verwijzen we voor de projectfiche ‘jongeren’ naar het jeugdbeleidsplan 2008-2010. De plangroep lokaal sociaal beleid wil een aantal elementen van het jeugdbeleidsplan, die belangrijk zijn op sociaal vlak, mee opvolgen, en eveneens bekijken op welke wijze de Klink hieraan zijn bijdrage kan leveren. Vooreerst juicht de plangroep het toe dat diversiteit en integratie de lijn doorheen het hele jeugdbeleidsplan 2008-2010 is geworden. Volgende elementen wenst de plangroep, vanuit sociaal oogpunt, verder mee op te volgen:
stad ondersteunt jeugdwerk en organiseert aanvullend gemeentelijk jeugdwerk. Het OCMW doet dit laatste via De Klink
stad werkt aan jeugdwelzijn en kiest hiertoe voor gezinsondersteunend beleid. Jeugdwerk is een impliciete vorm van opvoedingsondersteuning.
deelname van kinderen en jongeren aan het culturele leven in de stad wordt actiever gestimuleerd en jeugdwerkinitiatieven worden laagdrempeliger. Hiertoe is het, volgens de plangroep, aangewezen om de financiële middelen van stad en OCMW beter op elkaar af te stemmen.
onderzoeken welke noden er leven bij niet-georganiseerde jongeren. Ook hieraan kan, volgens de plangroep, De Klink uiteraard ook een belangrijke bijdrage leveren.
aandacht geven voor ruimte aan tieners. Ook dit is een aandachtspunt van De Klink.
Jongeren stimuleren in de ontwikkeling van creatieve talenten, wat eveneens een werkpunt van De Klink is.
de bestaande netwerken en samenwerkingsverbanden betreffende jeugdwelzijn behouden
Bijkomend wenst de plangroep ook te onderzoeken op welke wijze jongeren betrokken kunnen worden bij het lokaal sociaal beleid.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
152/160
6. Sociaal huis De realisatie van het sociaal huis is één van de basispijlers var het decreet lokaal sociaal beleid. We willen hieraan dan ook een apart deel wijden.
6.1. Visie In onze toekomstvisie zien we drie grote pijlers voor de eerstelijns dienst –en hulpverlening op sociaal vlak. Stad en OCMW staan enerzijds in voor hulp op sociaaladministratief vlak en bouwen binnen het lokaal dienstencentrum de zorg voor ouderen verder uit. Voor psychosociale hulp kunnen burgers van Herentals terecht in CAW De Kempen. Via een gezamenlijk onthaal worden burgers, die niet rechtstreeks de weg vinden, onmiddellijk op de juiste weg gezet. Hier geldt de regel: de tweede deur is de juiste. Het welzijnsoverleg vormt de spil naar andere diensten met een hulpaanbod in Herentals. Hier wordt de aangeboden hulp maximaal op mekaar afgestemd, duidelijke samenwerkingsafspraken gemaakt in functie van correcte doorverwijzing en wordt bekeken hoe lacunes kunnen opgevuld worden. Informatiecampagnes ondersteunen deze keuze, zodat burgers zoveel mogelijk direct op de juiste plaats terecht komen. Een toegankelijke dienstverlening is een belangrijk aandachtspunt. Bij het concreet invullen hiervan betrekken we onze doelgroepen maximaal.
6.2. Strategische en operationele doelstellingen SD 1 OCMW, stad en CAW hebben een op elkaar afgestemd onthaal waar mensen onmiddellijk de juiste weg gewezen wordt naar de verschillende diensten met een hulpaanbod op sociaal vlak. De tweede deur is de juiste. OD 1 Het onthaal van OCMW en stad is klantgericht, biedt een antwoord op eenduidige informatievragen en verwijst in dit geval correct door. OD 2 De mogelijkheden tot uitbouw van een gezamenlijk onthaal CAW – OCMW – Stedelijke diensten worden onderzocht. SD 2 Het is duidelijk voor burgers dat er drie belangrijke toegangspoorten zijn voor hulp met elk hun eigenheid en specifiek hulpaanbod: sociaal-administratieve hulp, ouderenzorg en psychosociale hulp. Daarnaast wordt ook een overzicht gegeven van het globale hulpaanbod in Herentals. OD 1 Er is een informatiecampage, die in herkenbare beelden aan burgers van Herentals duidelijk maakt waar ze terecht kunnen voor welke hulp. OD 2 Burgers van Herentals hebben een overzicht van de sociale hulp- en dienstverlening in Herentals. SD 3 Het welzijnsoverleg fungeert als platform waar samenwerkingsafspraken gemaakt worden in functie van correcte en snelle doorverwijzing, hulp wordt afgestemd en oplossingen gezocht worden voor lacunes in het hulpaanbod. OD 1 Er is een protocol waarbij partners in het welzijnsoverleg zich mee engageren om binnen hun intake en onthaal mee te werken aan de realisatie van onze doelstelling :de
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
153/160
tweede deur is de juiste en waarbij de krijtlijnen waarin afstemming aanbod en in kaart brengen lacunes zijn vastgelegd. SD 4 De toegankelijkheid van onze dienstverlening is, met een nauwe betrokkenheid van de doelgroep, onderzocht en bijgestuurd waar nodig. OD 1 Er is een communicatietracject uitgewerkt met onze doelgroepen om het begrip toegankelijke dienstverlening te concretiseren en onze huidige dienstverlening op dit vlak te evalueren.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
154/160
Strategische doelstelling: GEZAMENLIJK ONTHAAL
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
Het onthaal van OCMW en stad is klantgericht, biedt een antwoord op eenduidige informatievragen en verwijst in dit geval correct door.
1
Uitwerken van een visie op ‘klantgericht onthaal’ met administratieve medewerkers (OCMW en stad), medewerkers algemene sociale dienst en meer gespecialiseerde medewerkers
2008
2
Opzetten van een vormingstraject betrokken medewerkers stad en OCMW.
2008
Eigenaar: coördinator lokaal sociaal beleid
Resultaat Indicator + norm
Duidelijke taakafbakening op papier met afgelijnde informatievragen Geen klachten over foute doorverwijzingen.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
155/160
Strategische doelstelling: GEZAMENLIJK ONTHAAL
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
De mogelijkheden tot uitbouw van een gezamenlijk onthaal CAW – OCMW – Stedelijke diensten worden onderzocht.
1
Uitwerken van een inhoudelijke visie op gezamenlijk onthaal
2010
2
Conceptnota met financiële gevolgen, gevolgen op personeel wordt voorgelegd aan de respectievelijke beleidsorganen
2011
Eigenaar
Resultaat Indicator + norm Beleidsbeslissing geeft duidelijkheid en mogelijkheid om al dan niet te starten met dit gezamenlijk onthaal ten laatste op 01/01/2012.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
156/160
Strategische doelstelling: BURGERS KENNEN DE WEG NAAR HET SOCIAAL HULPAANBOD
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
Er is een informatiecampage, die in herkenbare beelden aan burgers van Herentals duidelijk maakt waar ze terecht kunnen voor welke hulp.
1
Budget wordt vrijgemaakt voor deze campagne
2008
2
Campagne wordt uitgewerkt in samenwerking met extern bureau en gelanceerd
2009
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
OD 2 Burgers van Herentals hebben een overzicht van de sociale hulp- en dienstverlening in Herentals.
1
Budget wordt vrijgemaakt voor een tweede informatiecacampagne
2009
2
Campagne wordt uitgewerkt in samenwerking met extern bureau en gelanceerd
2010
Resultaat Indicator + norm Meting van impact van de campagne
Resultaat Indicator + norm Meting van impact van de campagne
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
157/160
Strategische doelstelling: WELZIJNSOVERLEG
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
Er is een protocol waarbij partners in het welzijnsoverleg zich mee engageren om binnen hun intake en onthaal mee te werken aan de realisatie van onze doelstelling :de tweede deur is de juiste en waarbij de krijtlijnen waarin afstemming aanbod en in kaart brengen lacunes zijn vastgelegd
1
Uitwerken samenwerkingsprotocol
2010
2
Bespreking protocol op welzijnsoverleg
2010
Eigenaar
Resultaat Indicator + norm Protocol wordt door 90 % van de organisaties ondertekend. Jaarlijkse evaluatie
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
158/160
Strategische doelstelling: TOEGANKELIJKE DIENSTVERLENING IN COMMUNICATIE MET DOELGROEPEN
Operationele doelstelling
Nummer
Acties en eigenaar
Norm
Er is een communicatietracject uitgewerkt met onze doelgroepen om het begrip toegankelijke dienstverlening te concretiseren en onze huidige dienstverlening op dit vlak te evalueren.
1
Afbakenen doelgroepen
2008
2
Onderzoeken mogelijke methoden van aanpak
2008
3
Keuze van methode(n) en opzetten communicatie
2008
Eigenaar
Resultaat Indicator + norm Communicatietraject loopt Inventaris van verbeterpunten met betrekking tot toegankelijkheid dienstverlening
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
159/160
7. Dankwoord De realisatie van dit ambitieuze beleidsplan is een eerste tastbaar bewijs voor de hernieuwde synergie en het dynamisme in het lokaal sociaal beleid in Herentals. We hebben dit huzarenstuk enkel kunnen verwezenlijken dank zij de inzet van zovele personen die ideeën, voorstellen en acties hebben neergepend: alle leden van de plangroep, vele medewerkers van stad en OCMW, lokale actoren en de Katholieke Hogeschool Kempen. Terwijl aan de ene kant dit redactiewerk (letterlijk) kreunde onder de complexiteit ervan en de constante nood aan organisatie en coördinatie, is het anderzijds een mooie getuige van het immense draagvlak waarop het is gebouwd. Onze dank gaat dan ook uit naar al wie zijn creativiteit, talent, tijd en energie heeft ingezet om mee te werken aan het opstellen van een kwaliteitsvol toekomstbeeld voor het sociale beleid in onze stad.
LSB plan 2008 2014 GECOORDINEERDE VERSIE
160/160