Liturgie Leer-van-de-kerk-dienst Emmen, 30 november 2014 Thema: met de dood voor ogen
1. Welkom en mededelingen 2. Votum 3. Zegengroet Genade voor u en vrede van Hem die is en die was en die komt, en van de zeven geesten voor zijn troon, en van Jezus Christus, de betrouwbare getuige, de eerstgeborene uit de doden,en de heerser over de vorsten van de aarde. Amen 4. Geloofsbelijdenis: Gezang 179a en lezen v/a 42 HC 5. Gebed 6. Schriftlezing 1: 1 Korintiers 15:20-28 7. Zingen: Gezang 113:1,2 8. Schriftlezing 2: 2 Korintiers 5:1-10 9. Zingen: Psalm 43:3,4 10. Preek 11. Amenlied: Psalm 73:9,10 12. Inzameling van de gaven. 13. Slotzang: Psalm 68:8 14. Zegen Moge de Here u zegenen en u beschermen, moge de Here het licht van zijn gelaat over u doen schijnen en u genadig zijn, moge de Here u zijn gelaat toewenden en u vrede geven. (Amen)
De dood voor ogen
Preek voor Leer-van-de-kerk-dienst, door Jan Haveman, Emmen 30 november 2014
1
Preek Leer-van-de-kerk-dienst
de dood voor ogen
30 november 2014
Volk van God, geliefde broeders en zusters in Christus, [dia1] Wanneer kijk je de dood in de ogen? Beetje ongemakkelijk onderwerp toch wel: de dood. [dia2] Daar denk je liever niet aan, het leven is veel prettiger. Je schuift het voor je uit – over de dood kan je het morgen ook nog wel hebben! Maar is dat zo? Ik wil helemaal niet somberen vanmiddag, en je pessimistisch maken of de put in praten. Maar vind wel dat je ook je kop niet in het zand moet steken. Wees gewoon eerlijk en nuchter en kijk de dood in de ogen. En vraag je af: hoe kijk ik aan tegen de dood? Dat kan nu namelijk nog – en misschien morgen wel niet meer... Wanneer kijk je de dood in de ogen? Er zijn natuurlijk genoeg mensen die de dood dagelijks in de ogen kijken. [dia3] Je zult maar in Sierra-Leone wonen, en meemaken dat om je heen de mensen gewoon op straat dood neervallen vanwege Ebola. Je zult maar in Syrie wonen en de verschrikkingen van Islamitische Staat meemaken – al dat gruwelijks blijft levenslang op je netvlies staan. Wat dat betreft staat de dood bij ons veel verder van ons af. [dia4] Terwijl er natuurlijk ook hier in de kerk of thuis genoeg mensen zijn die de dood echt al in de ogen hebben gekeken, omdat korter of langer geleden een geliefde is overleden. Dan komt het heel dichtbij, tastbaar: als een geliefde sterft. Je levensgezel, een van je ouders, soms na een ziekbed, soms heel plotseling. Of er sterft een kind, misschien al voordat het geboren is. Dan doet de dood echt pijn, geeft ie verdriet, maakt het je boos, opstandig, radeloos... Vorige week hoorde ik bij Dit is de dag op Radio 1 een vraaggesprek met [dia5] Laura, 20 jaar jong, en ongeneeslijk ziek (kanker). Ik vond 't heel indrukwekkend wat ze vertelde. Probeer je even in te denken: je bent 20 – normaal gesproken heb je dan nog een heel leven voor je. En je bent ongeneeslijk ziek. Hoe ga je daarmee om? Wat ga je dan doen? Laura heeft heel duidelijke keuzes gemaakt. Zo wil ze geen levensverlengende behandelingen meer, zoals bestraling of chemotherapie. Toch wel opvallend, want je zou zeggen dat zeker zo'n jonge vrouw wel alles uit de kast zou trekken om langer te leven. [dia6] Nee, zegt Laura dan, een prognose van hoe lang heb je nog te leven is voor mij niet belangrijk, ik wil niet focussen op hoe lang ik nog heb. Voor mij is veel belangrijker het nu-moment. En als het nu gewoon redelijk goed gaat, dan wil ik nu van het leven genieten in alle schoonheid die er is. Wat bij mij blijft hangen is dat [dia7] 'het nu moment'. Want is dat niet heel wijs om daarvan uit te gaan, van het nu? Je weet immers niet wat morgen brengt, je weet niet hoe je je morgen voelt, je weet niet of je morgen nog leeft. Je weet wel dat je nu leeft en dat je je – wellicht – goed voelt. Kun je dan bewust genieten van het leven dat er nu nog is? Heel bijzonder, maar zo werkt het dus blijkbaar ook: dat Laura de dood in de ogen kijkt maakt dat ze bewuster en intenser van het leven geniet! Laura kiest er dus bewust voor geen levensverlengende behandelingen meer te ondergaan. Ik merk dat dit voor steeds meer mensen een item is, en ik vind het ook goed en terecht dat daarover wordt nagedacht en doorgesproken. [dia8] Want in ons land zijn welhaast oneindige mogelijkheden van behandeling. Dat is iets om de HERE oprecht dankbaar voor te zijn. Ook ernstige ziektes kunnen worden ingeperkt en behandeld, De dood voor ogen
Preek voor Leer-van-de-kerk-dienst, door Jan Haveman, Emmen 30 november 2014
2
waardoor iemand die ongeneeslijk ziek is, toch nog heel wat jaren kan leven. Wat een geluk dat dat kan! Zo hebben velen, ook mensen uit deze gemeente, de HERE gedankt dat ze dankzij die medicijnen en behandelingen nog tijd van leven hebben gekregen. Tegelijk is de keerzijde van al die mogelijkheden dat patienten, maar net zo goed ook artsen, vinden dat alles wat kan ook aangewend moet worden om ziekte te bestrijden en een leven zo lang mogelijk te rekken. Helemaal hier in het Westen, met ons idee van menselijke autonomie, maakbaarheid en controle houden over je eigen leven. [Het is straks in december alweer 20 jaar geleden dat mijn vader stierf, hij werd maar 52. De laatste jaren was hij ziek. De kanker werd bestreden met chemokuren die veel van zijn lichamelijke conditie eisten. Even leek het beter te gaan, maar daarna kwam het in alle hevigheid terug. Uiteindelijk heeft het niets geholpen.] En dan weet ik wel: het is een erg lastige afweging, en achteraf is het altijd makkelijk praten. Als geconstateerd wordt dat je ernstig ziek bent terwijl je nog volop in het leven staat, met allemaal mensen om je heen van wie je houdt, dan wil je leven! Dan wil je niet dood. En dan start je een traject, dan heb je hoop, dan bid je de sterren van de hemel... Maar ik heb er respect voor dat steeds meer mensen zeggen: die chemo, die bestralingen, ik wil het niet. Want ook dat maakt zoveel kapot, het is zo'n ellende, terwijl ik me nu goed voel word je daar alleen maar doodziek van. En die dan kiezen voor kwaliteit van nog-even-leven, voor leven bij de dag, voor het nu-moment. [dia9] En spreekt de Bijbel daar ook niet over? Leven met de dood voor ogen – voor iedereen kan het vandaag de laatste dag zijn, toch? Misschien sterf jij nog wel eerder dan diegene die zo ernstig ziek is... Onze Heer zegt in de Bergrede: [dia10] Maak je geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last. (Matteus 6:34) Je leeft vandaag – zorg dat je goed leeft. En dat je gelukkig bent met wie je hebt en wat je hebt. En als er nog iets is wat niet goed is, waar je spijt van hebt, wat je recht moet zetten, wacht dan niet tot morgen (want misschien is die er wel niet meer), maar maak het nu goed. Belijd ook je schuld aan de HERE, doe dat elke dag opnieuw, en vraag om vergeving en vrijspraak in Christus. [dia11] Leef alsof het vandaag je laatste dag is. Zeg vandaag nog tegen je lief dat je van haar houdt. Omarm je kinderen en geef ze nu mee wat je altijd nog van plan bent ze te vertellen. Ga met je vrienden of vriendinnen uit eten. Waardeer de mensen om je heen en laat dat blijken. Stel niet uit tot morgen wat je vandaag kunt doen. Leef alsof het vandaag je laatste dag is. [dia12] Dat is ook de dood onder ogen zien. Het zou goed zijn als wij, schepselen, beseffen dat niet wijzelf over leven en dood gaan, maar de Schepper. Dat het leven een geschenk is van God. En daarbij past het besef dat het leven tijdelijk is, dat er een einde aan komt. Voor de een is dat al jong, een ander mag heel oud worden. Maar de dood komt. Onvermijdelijk. Tegelijk zeggen we er als christenen wel gelijk iets bij. Zeker, een mens moet sterven. Maar zo heeft de Schepper het niet bedoeld. [dia13] God heeft de mens geschapen om te leven. De dood is niet normaal. De dood hoort niet bij het leven. De dood is het leven binnengekomen, met de zondeval. Door het verlangen van de mens om zelf god te zijn, en kennis te hebben niet langer alleen van goed, maar nu dus ook van kwaad (waardoor meteen alle relaties werden aangetast, waaronder die met God en die tussen mensen, met alle ellende van dien). [dia14] De dood is straf. Straf op de zonde. De dood voor ogen
Preek voor Leer-van-de-kerk-dienst, door Jan Haveman, Emmen 30 november 2014
3
En daarom doet de dood zo'n verdriet; hij is een vijand, hij maakt scheiding, hij verscheurt, hij brengt rouw. En in dat licht kun je verzet tegen de dood, en het uitstellen ervan begrijpen en goedkeuren. Want de dood hoort niet bij het leven – en er zal een tijd komen dat alles nieuw zal worden, dat God alles zal zijn in allen, en dat de dood er ook echt niet meer is (Openbaring 21). Het is trouwens wel opvallend dat [dia15] in het Oude Testament maar heel weinig over het leven na de dood wordt gesproken. De Israëlieten leefden met de dood voor ogen, het werd geaccepteerd als een gegeven. Als bijvoorbeeld Abraham op hoge leeftijd sterft, wordt gezegd dat hij [dia16] oud en van het leven verzadigd was, en dat hij werd vergaderd tot zijn voorgeslacht (Genesis 25:8). In het Psalmboek tref je juist vaak [dia17] angst voor de dood aan. Banden van de dood en angsten van het dodenrijk benauwen de dichter (Psalmen 18:6, 55:5 en 116:3). De dichter van Psalm 6 weet dat hij Gods toorn en daarmee de dood verdiend, maar pleit op Gods genade en bidt om redding van zijn ziel. [dia18] Want de doden noemen uw naam niet meer! Wie in het dodenrijk kan U nog loven? (Psalm 6:6) De algemene indruk is dat de Israëlieten [dia19] weinig besef van het hiernamaals hadden, dat het de onderwereld is waar men verblijft als schimmen (Psalm 88:11, Spreuken 2:18 en 21:6), waar men niks meer weet (Prediker 9:5) en waar aan God geen gedachtenis is. Tegelijk is er wel vertrouwen dat [dia20] bij de HERE uitkomst zal zijn tegen de dood (Psalm 68:21). En het besef dat [dia21] niemand voor zijn tijd sterft, Psalm 139:16 – aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één. Het is pas met [dia22] de dood en opstanding van onze Heer en Heiland Jezus Christus dat duidelijker het geloof in een leven na dit leven voor het voetlicht komt in de Schrift. Ook in het Nieuwe Testament is er de notie van de dood als gevolg van de zonde: [dia23] Gelijk door één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan... en als koning gaan heersen (Romeinen 5:12-17). En: het loon dat de zonde geeft is de dood (Romeinen 6:23). Maar daar staat nu nadrukkelijk tegenover dat [dia24] door de genade, die God schenkt, er eeuwig leven is. Door Christus' opstanding is de dood verzwolgen in de overwinning en zullen allen in Christus levend gemaakt worden. Daarmee is de prikkel uit de dood (1 Korintiers 15:54,55). De dood is geen betaling meer voor de zonde, maar een doorgang naar eeuwig leven (v/a 42 HC). Zo komt de gelovige tot de heerlijke conclusie dat noch dood, noch leven... ons zal kunnen scheiden van de liefde van God die er is in Christus Jezus (Romeinen 8:39). Ook als het om de dood gaat is er daarom bij christenen een dubbel gevoel. [dia25] Omdat de dood de laatste vijand is, verscheurt hij, brengt hij verdriet. Ook Jezus huilde aan het graf van zijn vriend Lazarus. [dia26] Maar tegelijk huilen we niet zonder hoop. Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en opgestaan, moeten wij ook geloven dat God door Jezus de doden naar zich toe zal leiden, samen met Jezus zelf (1 Tessalonicenzen 4:13,14). Het heerlijk van het Paasevangelie is immers dat onze Heer niet als enige maar als eerste is opgestaan! En toch dat dubbele gevoel. Want er blijft [dia27] het fundamentele besef van tijdelijkheid. Hier beneden is niet 'het', deze aarde is en blijft een tranendal, een gebroken bestaan. Wij leven op deze aarde, en dat is goed, de HERE geeft ons dit leven en daarmee ook taak en verantwoordelijkheid. En dan is er gelukkig ook nog veel goeds en moois te genieten, kun je gelukkig zijn en dankbaar. Maar altijd weet je: dit is niet het einde. Genieten van het nu-moment doe je dan ook niet vanuit De dood voor ogen
Preek voor Leer-van-de-kerk-dienst, door Jan Haveman, Emmen 30 november 2014
4
een [dia28] Yolo-geloof – You only live once. Als je dat nl wel denkt, dan kan ik me idd voorstellen dat je nu uit het leven wilt halen wat er nog uit te halen valt. Daarom vind ik dat besef van onze aartsvaders zo wezenlijk, zoals daarover wordt gesproken in de brief aan de Hebreëen. Voortdurend wisten [dia29] zij dat we op doorreis zijn, dat we vreemdeling en gast zijn op deze aarde, en onderweg naar een hemels Vaderland. Dat relativeert het leven. Het maakt dat je het leven los kunt laten. En de dood in de ogen kunt kijken zonder er bang voor te zijn. In 2 Korintiers 5 wordt ons lichaam vergeleken met [dia30] een tent. Een tent – wat kun je ontzettend genieten van het leven in een tentje. Heerlijke vakanties! Lekker dichtbij de grond, bij de natuur, idyllisch, romantisch, puur. Een tent – toch blijft het altijd kamperen, behelpen. Het is niet alleen maar mooi, het is ook lastig soms, moeilijk, zwaar. Zo is ons lichaam een tentje: kwetsbaar, gebrekkig, nietig. Echt voor tijdelijk. Maar de HERE belooft [dia31] een echte woning, door Hemzelf gemaakt, een huis dat er tegen kan, een huis dat eeuwig is. Als je dat weet, kun je in zo'n tentje verlangen naar die woning. Als je dat weet, kun je als mens verlangen naar de dood. Of misschien niet direct naar de dood, maar wel naar het eeuwige leven met de HERE. Paulus zegt op een gegeven moment: [dia32] Dus we blijven vol goede moed, ook al weten we dat zolang dit lichaam onze woning is, we ver van de Heer wonen. We leven in vertrouwen op God: wat komen gaat is nog niet zichtbaar. We blijven vol goede moed, ook al zouden we ons lichaam liever verlaten om onze intrek te nemen bij de Heer (2 Korintiers 5). Weer dat dubbele, wat Paulus verwoordt met: [dia33] Want voor mij is leven Christus en sterven winst. Als ik blijf leven, kan ik vruchtbaar werk doen, maar toch weet ik niet wat ik moet kiezen. Ik word naar twee kanten getrokken: enerzijds verlang ik er naar te sterven en bij Christus te zijn, want dat is het allerbeste; anderzijds is het omwille van u beter dat ik blijf leven (Filippenzen 1:21-24). [dia34] Met de dood voor ogen. Hoe kijk jij, hoe kijkt u tegen de dood aan? Het is goed daarover na te denken, voor jezelf, persoonlijk. En erover te praten, samen met anderen, je geliefde, met vrienden/vriendinnen, met kinderen. Blijf het niet voor je uitschuiven. Dat moet niemand doen, maar dat moet u al helemaal niet doen als de dood ook echt nadert, gezien uw leeftijd, of gezien uw gezondheidssituatie. Kijk de dood nuchter en eerlijk onder ogen, en bereid je erop voor. Doe dat bovenal gelovig, als kind van de HERE, die weet dat [dia35] gelukkig zijn diegene die in verbondenheid met de Heer sterven; zij mogen uitrusten van hun inspanningen, want hun werken volgen hen na (Openbaring 14:13). Je weet: ik moet sterven, ik mag op een gegeven moment ook sterven, en ik kan het ook. Want waar ik heenga, is het goed. De dood in de ogen kijken – doe dat [dia36] ook gewoon praktisch. Leg vast of je [dia37] wel of niet gereanimeerd wilt worden. Leg vast of je [dia38] wel of niet donor wilt zijn, of je na je sterven bepaalde organen wilt afstaan zodat anderen nog langer of beter kunnen leven. Denk na over of en wanneer u [dia39] behandeling en gebruik van medicijnen wilt stoppen. Denk na over [dia40] palliatieve sedatie, pijnbestrijding in de terminale fase. Praat hierover met deskundigen (arts, verpleegkundige) en uiteraard met uw geliefden. Leg dingen vast, schrijf uw wensen op, ga eventueel naar de notaris. Denk na over wat [dia41] er moet gebeuren als u, als jij er niet meer bent. Waar wil je begraven worden? Hoe wil je begraven worden? Wat moet er in de samenkomst gezegd en gezongen worden? Wat wilt u de achterblijvers meegeven? [dia42] Laatst kwam ik bij iemand een opa- en omaboek tegen, waarin allemaal vragen voor de De dood voor ogen
Preek voor Leer-van-de-kerk-dienst, door Jan Haveman, Emmen 30 november 2014
5
kleinkinderen waren beantwoord. Dat is zo waardevol! Om te helpen bij het nadenken hierover is er [dia43] een handige brochure, te downloaden op de website van www.knmg.nl (er is een aantal exemplaren straks beschikbaar voor diegene die geen computer hebben). De dood voor ogen. Heeft dat niet alles te maken met loslaten (waar we het eerder over hadden)? In deze adventstijd is het dan mooi te wijzen op het leven en sterven van onze Heer. [dia44] Zijn leven ging van kribbe naar kruis. Ook Jezus was bij het begin van zijn leven en aan het einde ervan volledig afhankelijk van de mensen om Hem heen, overgeleverd aan hun daden en beslissingen. Toch wilde Hij dit leven leven en deze dood sterven. Hij kon zich volledig overgeven. Omdat Hij wist dat ons afhankelijk zijn van mensen is ingebed in het fundamenteel afhankelijk zijn van God. Daarom kunnen ook wij, als het onze tijd is, ons overgeven aan de HERE, dit leven loslaten, en vertrouwen op Hem. Omdat we zijn kinderen zijn.[dia45] Dan kun je getroost sterven. Omdat je weet dat je in leven en sterven van je trouwe Heiland Jezus Christus bent (Zondag 1 HC). Dan heb je verder niets of niemand te vrezen, en ontwapen je in Christus de dood. Om voor altijd met Hem te leven. Amen [dia46]
De dood voor ogen
Preek voor Leer-van-de-kerk-dienst, door Jan Haveman, Emmen 30 november 2014
6