Liturgie morgendienst Emmen, 17 augustus 2014 Thema: de Here hoort en ziet je echt wel
1. Votum 2. Zegengroet Genade voor u en vrede van God onze Vader en van de Heer Jezus Christus. 3. Zingen: LvdK 15:1,3 (begin van vers 4 daarna lezen als opmaat naar de wet) 4. De tien woorden 5. Zingen: Psalm 119:6,7 6. Gebed 7. Schriftlezing: Genesis 16 en Galaten 4:21-31 8. Zingen: Psalm 47:1,4 9. Preek n.a.v. Genesis 16 10. Zingen: Opwekking 518 (Heer, U doorgrondt en kent mij) 11. Dankgebed, voorbede 12. Inzameling van de gaven 13. Slotzang: Psalm 125:1,2,4 14. Zegen. De genade van onze Heer Jezus Christus, en de liefde van God en de eenheid met de heilige Geest zij met u allen. (amen)
De Here hoort en ziet je echt wel Preek n.a.v. Genesis 16, door Jan Haveman, Emmen 17 augustus 2014
1
Preek n.a.v. Genesis 16
de Here hoort en ziet je echt wel
Emmen, 17 augustus 2014
Volk van God, geliefde gemeente van Jezus Christus, br/zr jong of ouder, welkome gast, luisteraar/kijker thuis, Hamas – waar doet je dat aan denken? [dia1] Hamas? Als je een beetje het nieuws volgt, dan denk je al gauw aan de Gazastrook, dat smalle strookje land langs de kust bij Israël, waar Hamas de baas is. [dia2] Een democratisch gekozen politiek-militante beweging, die aan de ene kant probeert goede dingen te doen voor de eigen burgers, zoals het geven van voedsel, kleding en onderwijs. En aan de andere kant de strijd met Israël wakker houdt, door het graven van tunnels en het afschieten van raketten. Er is diepe haat [dia3] bij de Arabisch-Palestijnse bevolking van Gaza tegen de Joden, die zij beschouwen als bezetter van hun grondgebied. Israël heeft de Gazastrook omsingelt en gijzelt in feite de mensen daar: ze kunnen er niet in of uit. En er mogen ook nauwelijks goederen het gebied binnen. Logisch, zou je zeggen, dat er met zoveel mensen op een kluitje in zoiets als een gevangenis spanningen ontstaan die een (gewelddadige) uitbarsting krijgen dankzij Hamas. Maar makkelijke oplossingen zijn er niet, het is een ontzettend complex conflict, dat al eeuwen gaande is. Hamas. [dia4] In Genesis 16 staat dat woordje in het Hebreeuws, in vers 4. Als slavin Hagar merkt dat zij in verwachting is van een kind, kijkt ze verachtelijk neer op haar meesteres Sarai. Hagar verliest elk respect voor Sarai, terwijl zij dat als slavin wel moet hebben. In feite is dat opstand, een daad van geweld – Hamas. Hoe bijzonder – want ligt in de hamas van Hagar al niet de oorsprong van de hamas die er tegenwoordig is tegen Israël? Maar ook hier: hoe complex kan het zijn? Want wie is the bad-guy en wie the good-one? Wie is de schuldige? Of misschien beter: zijn er onschuldigen? Wat is er gebeurd? [dia5] Het gaat over Abram. Abram die prachtige beloften krijgt van de Here: een eigen land om te bezitten. En eigen nakroost, nageslacht dat tot een groot volk zal worden. Maar concreet, in het leven van alledag, merkt Abram daar weinig van: de plek waar hij z'n tent op slaat is niet van hem, hij heeft nog geen millimeter eigen grond. En nakroost? Zelfs het geluk van één eigen kind is hem en zijn vrouw nog niet gegeven, terwijl ze beide al op leeftijd zijn... De Here kan dus wel wat zeggen... maar moet je dat maar geloven dan!? En zo zitten wij er ook vaak in: wat merk je van God? Waarom laat Hij niet zien, waarom laat Hij niet voelen dat Hij erbij is?! Is het allemaal wel waar...?! Dan moet Abram kijken, naar de sterren. [dia6] En ze tellen – maar dat kan natuurlijk nooit! Als Abram dit ziet gelooft hij de Here op zijn woord. Ook wij moeten kijken, zeker ook omhoog – duizelingwekkend: al die sterren, niet te tellen, nog steeds niet! Zo groots, zo heerlijk, zo machtig indrukwekkend, zo echt en helemaal God – hoe zou je Hem dan ooit niet kunnen geloven op zijn woord? Abram gelooft. [dia7] En toch... het duurt maar, voor er 's wat gebeurt... De twijfel slaat weer toe. Hoe weet je nou zeker...? Daarom krijgt Abram een teken: het teken van het verbond. De Here sluit een bondgenootschap met Abram – en garandeert daarmee dat het waar is. Alleen is het wel een verbond waarbij de Here het initiatief neemt. [dia8] En waarbij de Here ook De Here hoort en ziet je echt wel Preek n.a.v. Genesis 16, door Jan Haveman, Emmen 17 augustus 2014
2
alleen door het bloed gaat. Ja, God en mens zijn ongelijksoortige partners: de Here is de Gever van het al, van alles. De mens kan slechts ontvangen. Want wat heb je dat je niet gekregen hebt?! Tegelijk is het 100% waar, dat garandeert de Here door het verbond. Daarop kan de mens steeds weer teruggrijpen. Hij mag er telkens aan herinneren: U hebt het beloofd Here, maak het nu ook waar! Abram gelooft. Maar dan nog... Er is dat verbondsteken, en toch... het duurt wel onwaarschijnlijk lang... [dia9] En geloven is toch ook niet dat je maar met je armen over elkaar kunt gaan zitten afwachten?! Je moet toch zeker zelf in actie komen. Antwoord geven. Je verantwoordelijkheid nemen... – Luister 's Abram... – Ja Sarai, wat is er? – De Here houdt mijn moederschoot gesloten. Weet je, ga met mijn slavin slapen, misschien kan ik door haar nakomelingen krijgen... – 't Is een idee Sarai. En Sarai geeft Abram haar Egyptische slavin Hagar tot vrouw. En Abram slaapt met haar... Wat gebeurt hier? We zien in onze tijd op seksueel gebied heel wat langs komen, maar hier klapperen je oren en ogen toch wel ff van, want dit staat in de Bijbel! Een man die een tweede vrouw krijgt, niet stiekum, maar op aangeven van zijn eigen vrouw. Mag dat, twee vrouwen hebben? Is dat geen overspel/echtbreuk? Moet je niet trouw zijn aan je vrouw? Je ontdekt hier weer dat de Bijbel afkomstig is uit een tijd en cultuur, waarin normen en waarden anders waren dan de onze nu (alhoewel: we kennen tegenwoordig ook draagmoeders...). In Abrams tijd was het niet ongewoon dat, wanneer er geen kinderen geboren werden, de heer een rechtsgeldig kind kreeg via de slavin van zijn vrouw. Wij kunnen op grond daarvan niet zeggen: wat Abram deed, dat mogen wij ook. Je ziet in de Bijbel een duidelijke ontwikkeling naar de situatie dat een man één vrouw heeft, en dat zij beide elkaar trouw blijven tot de dood. Je ontdekt trouwens ook, en niet alleen in Genesis 16, wat een ellende eruit voortkomt als een man wel meerdere vrouwen heeft... Tegelijk, de aanleiding tot dit alles is natuurlijk wel heel verdrietig: Sarai kan geen kinderen krijgen, ze is onvruchtbaar. [dia10] Wat kan dat, zeker voor een vrouw, maar net zo goed voor haar man, een groot verdriet zijn: wel graag kinderen willen, maar ze niet krijgen. Overal om je heen zie je het geluk met en gaat het vaak over kinderen, en jullie... En wat lijkt het altijd makkelijk te gaan (vooral als ze juist niet zwanger willen worden...) en wat wordt er altijd makkelijk over gepraat (alsof mensen zelf kinderen nemen...) Je moest eens weten! Begrijpelijk dat je dan op onderzoek uit gaat. Nagaat of er misschien wat aan te doen is. En wat kan dat soms wonderwel, zeker in deze tijd. Dat is niet perse verkeerd, als je die conclusie misschien zou verbinden aan dit verhaal van Abram en Sarai. Want het probleem van Abram en Sara is, dat ze het op eigen houtje doen, [dia11] los van de Here. Ze nemen het heft zelf in handen. Ze denken de Here een handje te moeten helpen. Want hoe zal je ooit, als je onvruchtbaar bent, hoe zul je ooit op haar leeftijd, nog zelf kinderen kunnen krijgen? Er zal wel wat anders bedoeld zijn... En zo, via Hagar, kan het toch ook?! Terwijl Sarai er wel haast de Here de schuld voor geeft (Hij houdt immers haar schoot gesloten), vouwen ze niet eerbiedig hun handen en vragen niet aan de Here hoe het nu verder moet. Eigengereid stippelen ze zelf hun weg uit, gaan ze hun eigen gang. De Here hoort en ziet je echt wel Preek n.a.v. Genesis 16, door Jan Haveman, Emmen 17 augustus 2014
3
Er komt voorlopig alleen maar ellende uit voort. Hamas! [dia12] Zo gauw Hagar merkt dat ze zwanger is verliest ze haar respect voor Sarai. Zij draagt een kind van Abram, wat Sarai nooit lukte... Zit het venijn in haar houding? Of in haar oogopslag? Wat kunnen vrouwen onderling soms meedogenloos zijn... Tegelijk kan het natuurlijk niet worden geaccepteerd: de verhouding is zoek. Sarai is de meesteres, de eigenaar. Hagar is de slavin, het bezit van haar meesteres. [dia13] Sarai wijst ook niet Hagar terecht (want wat voor boodschap heeft zij aan haar?!) maar spreekt Abram erop aan. Ze wil dat de Here duidelijk maakt wie er in zijn recht staat: Sara of Abram. Maar mannen... Abram is net Adam, hij loopt er voor weg. Adam zei: de vrouw die U mij hebt gegeven... Abram zegt: de slavin die jij mij hebt gegeven... – Lieve Sarai, het is jouw slavin, doe met haar wat je goeddunkt. Pff, Abram, alsof zij niet jouw vrouw is geworden! Toen maakte Sarai het leven van Hagar zo zwaar dat ze wegvluchtte... Sarai neemt haar macht, en laat het voelen. Ze betaalt met meer dan gelijke munt terug. Waar ze zelf onder leed, en onder gebukt ging, doet ze nu bij Hagar. Dit is nog zonder het licht van Christus, die [dia14] immers het met gelijke munt terug betalen ontstijgt en de uitweg wijst met humility – nederigheid: wat gij u wilt dat u de mensen doen, doe gij hen evenzo... Daar zijn ze hier duidelijk nog niet aan toe. En zie je nou wat ervan komt? Als mensen hun eigen weg gaan, los van de Here? Hamas! [dia15] Een spiraal van geweld, onmenselijkheid, haat, machtsmisbruik... Wie is er begonnen? Wie is de schuldige? En wie is er bereid te stoppen, de minste te zijn? Hamas – maar van dat geweld dat mensen elkaar aandoen moet je de Here niet de schuld geven! Hij laat juist steeds weer zien dat Hij genadig is, Hij gaat als eerste de weg van humility – [dia16] nederigheid, die Hij uiteindelijk tot het uiterste gegaan is in zijn lieve Zoon Jezus Christus. Ook hier zie je weer dat de Here als eerste en enige door de bloedstraat gaat. Want als [dia17] Hagar op de vlucht is – berooid, van alles verlaten, van alle recht, van alle bescherming; als ze vogelvrij en kwetsbaar is, zij zwangere van nieuw leven in deze doodse verlatenheid; nog net niet ten einde raad, zoals later, in dat tweede verhaal waarin zij na een verloren machtsstrijd door de woestijn trekt (hoofdstuk 21); als Hagar niets meer heeft behalve haar verwachting, als zij teleurgesteld in heren en meesteressen, eenzaam en alleen alle vertrouwen is kwijtgeraakt, als zij denkt niet slechts verloren te hebben maar ook verloren te zijn – hoor dan! Dan is er waarachtig Iemand die haar aanspreekt, die haar gevonden heeft! Iemand die haar ziet en hoort, ja die haar kent, bij haar naam zelfs! In de stilte klinkt zijn stem: [dia18] Hagar. En wat is die stem heerlijk, en bevrijdend! Omdat het je laat ervaren dat het niet waar is, dat gevoel van je, die ervaring wellicht, dat je er alleen voor staat, en dat je het zelf moet doen, dat het niet voor jou is, dat jij het wel kan vergeten na alles... Nee! God is genadig. Hij ziet en hoort je echt wel. Hij spreekt je aan: [dia19] waar kom je vandaan en waar ga je naar toe? En is dat niet de vraag van het leven die er echt toe doet? Waar kom je vandaan en waar ga je naar toe? Wat zeg jij? [Degene die spreekt heet de [dia20] bode of engel van de Here. Dit is geen geschikte plek voor 'n theologische beschouwing over wie deze engel is. Ik volg de uitleggers die de engel van de Here zien als God zelf, wellicht de Zoon Jezus Christus. Maar ook als het niet een gestalte van God zelf is, dan nog blijft de boodschap, het gesproken woord, dat van de Here. En daar gaat het om.] De Here hoort en ziet je echt wel Preek n.a.v. Genesis 16, door Jan Haveman, Emmen 17 augustus 2014
4
[dia21] Hagar weet waar ze vandaan komt: ik ben gevlucht voor mijn meesteres. Maar ze weet niet waar ze naar toe gaat. De Here weet dat wel: ga naar je meesteres terug en wees haar gehoorzaam. Misschien is dat teleurstellend: terug. Met hangende pootjes je erbij neerleggen. Je gewonnen geven. Met behoud van gevoel gehoorzaam doen wat die ander beslist. Ook geen afschaffing nog van de slavernij; erken het recht Hagar, Sarai is je meesteres. Zo beoordeelt de Here wie er in zijn recht staat (vergelijk vers 5). Maar dat is niet het enige wat er over Hagars toekomst valt te zeggen. De engel van de Here heeft meer in het verschiet: Ik zal je veel nakomelingen geven, zoveel dat ze niet te tellen zijn. En nog meer: je zult een zoon krijgen, en die moet je Ismaël noemen, want de Here heeft gehoord hoe zwaar je het te verduren had. En die knaap zal er maar niet zo een zijn, nee als een wilde ezel schopt hij iedereen, maar iedereen zal hem ook schoppen; met al z'n verwanten zal ie in onmin leven. Hagar keert om. Maar ze gaat een stuk lichter door het leven. Wat wil je, met zulke beloften! Soms moet je een stap terug doen (de minste willen wezen) om uiteindelijk twee stappen vooruit te kunnen zetten... Opgetogen is zij vooral over de Here. Ze heeft ervaren hoe Hij JHWH is: de God die er altijd bij is. Hij ziet en hoort je echt wel! [dia22] Zij heeft vandaag ontdekt, en jij mag het met haar ontdekken: U bent een God van het zien. Een heerlijke ontdekking voor deze eenzame vrouw: heb ik hier niet Hem gezien die naar mij heeft omgezien? Lachai-Roi – een veelzeggende naam van een sprekende bron! En hoe waar is de belofte geworden: Hagar baart Abram een zoon. [dia23] Als naam krijgt het jochie Ismaël – want God hoort. En die wilde ezel? Als puber pest Ismaël Isaak, de dan pas geboren en rechtmatige nakomeling van Abraham. Later vecht Ismaël zich vrij. [dia24] Z'n nakomelingen wonen in tenten – vrij, niemands knecht. Maar altijd met herrie: schoppen en geschopt worden. En ook altijd dat pesten van Abrahams wettige nakroost, Israël. En is dat nog steeds niet zo, bij Ismaëls nakomelingen, de Arabieren?! Stammenstrijd. Onrust in de Arabische regio. Hamas, opstand tegen Israël... Maar kijk uit: heel simpel is het niet. Want het Nieuwe Testament voegt er een dimensie aan toe, lazen we in Galaten 4. [dia25] Hagar en Sara staan nl voor twee verbonden: dat van de wet (het vlees, de natuur) en dat van de belofte (de genade, de Geest). Het was heel simpel: stamde je af van Ismaël dan hoorde je bij het verbond van de wet, stamde je af van Isaak dan hoorde je bij het verbond van de genade. Maar na Christus verschuift dat: ook nakomelingen van Isaak kunnen dan gaan behoren tot het verbond van de wet, en niet langer tot dat van de genade. Wanneer ze nl denken door de wet, door zich te houden aan de wet, rechtvaardig te worden. En het is triest om te zien hoe massaal nog steeds vele Joden voorbij gaan aan Jezus Messias. Tegelijk kunnen nakomelingen van Ismaël gaan behoren tot het verbond van de genade. En wat is het mooi en belangrijk om te zien dat veel Arabieren (en Palestijnen) tot geloof zijn gekomen in Jezus Messias. Laat ons blijvende gebed zijn dat Ismaël en Isaak ontdekken dat niet hamas de weg van de verlossing is, maar dat er genade is, dat God ziet en hoort, dat Hij JHWH is: er altijd bij, en dat bovenal heeft laten zien in zijn lieve Zoon Jezus Christus! Amen [dia26] De Here hoort en ziet je echt wel Preek n.a.v. Genesis 16, door Jan Haveman, Emmen 17 augustus 2014
5