Liturgie morgendienst Pasen Thema: te mooi om waar te zijn?
Emmen, 20 april 2014
0. Introitus cantorij: Psalm 133 1. Votum 2. Zegengroet Genade voor u en vrede, van God onze Vader en van de Heer Jezus Christus. [amen] 3. Voortgangslied: LvdK 215:1-3 (vers1 cantorij, vers 2 allen, vers 3 cantorij) 4. Het Paasevangelie: Marcus 16:1-7 5. Zingen:Gezang 94:1,2,6 6. Gebed 7. Betekenis van Pasen: 1 Korintiers 15:12-28 8. Zingen: LvdK 217:1-4 9. Preek n.a.v. Marcus 16:7-16 10. Amenlied: Gezang 96 in beurtzang:1allen, 2man,3vrouw,4m,5v,6m,7v,8m,9allen 11. Bijdrage cantorij: God so loved the world en Agnus Deï 12. Gebed, voorbede 13. De wil van God: Kolossenzen 3:1-10 14. Zingen: Gezang 95:2,3,4 15. Inzameling van de gaven 16. Slotzang: Gezang 99:1-3 17. Zegen
De genade van de Here Jezus Christus en de liefde van God en de gemeenschap van de heilige Geest zij met u allen. (Amen)
Te mooi om waar te zijn? Paaspreek n.a.v. Marcus 16:1-16, door Jan Haveman, Emmen 20 april 2014
1
Paaspreek n.a.v. Marcus 16:1-16
te mooi om waar te zijn?
Emmen, 20 april 2014
Volk van God, geliefde gemeente van de opgestane Heer, De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja – loof de Heer! We zijn hier vandaag op de eerste dag van de week bij elkaar om de opstanding uit de dood te vieren van onze Heer en Heiland Jezus Christus. We vieren dat Hij leeft, de Redder van de wereld! En wensen elkaar geluk, want de dood is overwonnen, nu breekt het nieuwe leven aan! Jezus is Heer, Hij is Koning in hemel en op aarde – halleluja! Hoe bijzonder dat dit al zo'n tweeduizend jaar gevierd wordt, en niet alleen hier in Nederland/Emmen, maar wereldwijd mensenharten vervult van dankbaarheid en verwondering. Maar is het niet te mooi om waar te zijn: Jezus opstanding uit de dood? Veel mensen zullen je ongelovig aankijken als je het daar over hebt, want dood is toch dood?! Geloof je nou echt, dat iemand die dood was weer levend is geworden? Dat kan toch niet... Mischien willen ze er juist liever niet aan denken, dat er nog iets is na de dood – nee, tik dan liever nog een eitje, en lang leve de meubelboulevard. Omgekeerd kan het zijn, dat je er als christen helemaal niet meer van opkijkt, de opstanding uit de dood. Je hebt het verhaal al zo vaak gehoord, de spanning is er af. Toen we hier op Goede Vrijdag in stilte de kerkzaal verlieten, onder de indruk van Jezus kruisdood, wisten we tegelijk al dat we vandaag Pasen zouden vieren. Je kijkt er niet van op, ligt er niet wakker van, het zet je leven niet op z'n kop – en dat wil het nou juist wel! En dat deed het ook bij de mensen die er toen die eerste Paasdag bij waren. Heel opvallend zijn het niet zozeer de tegenstanders van Jezus die ongelovig reageren maar vooral zijn eigen volgelingen die het maar niet kunnen geloven. Is het ook niet te mooi om waar te zijn?! Waar waren Jezus leerlingen? Heb je je dat wel 's afgevraagd: waar waren die twaalf mannen die drie jaar lang haast onafscheidelijk waren van Jezus? Waar waren ze op die Goede Vrijdag en Paasmorgen? Vol overtuiging hadden ze beleden dat Jezus de Messias was, de Zoon van God. En heldhaftig hadden ze geroepen: wij verlaten U nooit! Maar waar zijn ze nu dan? Bij de eerste de beste tegenstand zijn die stoere vissers als een stel angsthazen het bos ingevlucht! Ok, Petrus heeft nog geprobeerd zijn Heer te verdedigen, maar dat mocht niet met het zwaard, niet door geweld, alleen door de Geest. En later zijn Petrus en Johannes nog gesignaleerd in het huis waar Jezus gevangen is heen geleid en verhoord. Maar dat was op een drama uitgelopen voor Petrus – drie keer maarliefst heeft hij er zijn Heer verloochend. Maar toen Jezus door de straten van Jeruzalem liep met dat loodzware kruis op zijn rug – waar waren ze toen? En toen de beul de dikke spijkers door Jezus handen sloeg – waar waren ze toen? En toen het kruis met Jezus erop omhoog gehesen werd? En toen de omstanders begonnen te spotten? De enige van wie we weten dat hij erbij was, is Johannes; hij wordt zelfs nog toegesproken door zijn stervende Heer. Maat verder zijn de twaalf pijnlijk afwezig. Jezus moet het alleen doen. Hij alleen kan als God die mens werd de loodzware straf van de zonde wegdragen. Niemand, echt niemand, kan Hem daarbij helpen, die taak van Hem overnemen of verlichten. Te mooi om waar te zijn? Paaspreek n.a.v. Marcus 16:1-16, door Jan Haveman, Emmen 20 april 2014
2
Op dit cruciaal moment voor de wereldgeschiedenis zijn Jezus leerlingen nadrukkelijk afwezig. Totaal verward, ontredderd, staat de wereld voor hen compleet op z'n kop... Nee, hoe anders de vrouwen! Altijd waren er vrouwen in de buurt van Jezus geweest. Hij mag dan geen vrouwelijke leerlingen hebben gehad, vrouwelijke volgelingen had Jezus zeker. Ook, of misschien wel juist voor hen waren zijn woorden van liefde, herstel, genezing als balsem voor de ziel geweest. Als de mannen het laten afweten, nemen de vrouwen het over.... Zeult Jezus het kruis door de straten, dan zijn de vrouwen erbij en beklagen Hem. Als hun Heiland de doodstrijd strijdt, kijken de vrouwen van een afstand huilend toe. Meer kunnen ook zij niet dan erbij zijn... En als Jezus begraven wordt gaan de vrouwen mee, en zien hoe hun Heer van het kruis wordt gehaald en neergelegd in een graf. Net als ruim 30 jaar eerder kijkt moeder Maria toe hoe een zekere Jozef het lichaam van haar kind Jezus in doeken wikkelt en neerlegt in kribbe... Op de stille zaterdag die volgt zijn de mannen weg en de vrouwen uitgediend. Wat zou er in hun hoofden en harten zijn omgegaan? Liggen ze maar te denken en te piekeren? Kunnen ze 's nachts geen oog dicht doen? En maalt het maar, al die gebeurtenissen van de afgelopen dagen? Leven ze in een roes? Ze hadden het zich allemaal zo compleet anders ingedacht en voorgesteld – een week geleden maakte Jezus zijn glorieuse intocht in Jeruzalem, en nu is Hij dood en al begraven...! Is het een wonder dat je dan de kluts totaal kwijt bent!? Hoe dan ook, heel vroeg in de zondagmorgen (echt heel vroeg, bij het opkomen van de zon) houden de vrouwen het niet langer uit, en gaan op pad. Ze zijn van plan om Jezus de laatste eer te bewijzen, door zijn lichaam te verzorgen en zalven. Onderweg vragen ze zich nog af hoe ze in vredesnaam de grote, zware steen die voor de grafopening gerold is, terug moeten rollen. Toch is het geen reden om terug te gaan naar huis. En dan de verbijstering als ze bij het graf komen: de steen is al weggerold! Weer zoiets! Wat nu dan? Wat is er gebeurd? Door de opening gaan ze de grafkamer binnen, en schrikken vreselijk als ze daar een – levende – jongeman in het wit gekleed zien zitten. Maar deze zegt dat ze niet bang hoeven zijn. Ze zoeken Jezus van Nazareth, maar deze is hier niet meer, omdat Hij is opgestaan uit de dood – kijk maar, de plek waar Hij is neergelegd is leeg. Als je Jezus wilt vinden ben je hier op de verkeerde plaats! De vrouwen moeten het aan de leerlingen en Petrus gaan vertellen, en dat ze Jezus zullen zien in Galilea. Toch - die in het wit geklede jongeman kan hun 100x gerust stellen, de vrouwen zijn verbijsterd; ze vluchten naar buiten, compleet van de kaart, vol angst en schrik. En vertellen niemand iets. Dit kan niet waar zijn...! Dat is de opvallende situatie op die eerste Paaszondag: stilte en ongeloof. Er juicht geen toon, er klinkt geen stem, nergens door gans Jeruzalem... De verbijstering en verslagenheid – de stilte! - is haast nog groter dan op Goede Vrijdag. Is het een wonder dat ze het niet geloven? Is het een wonder dat mensen het vandaag niet kunnen geloven? Het is toch ook onbegrijpelijk: dood zijn en weer levend worden? Te mooi om waar te zijn?!
Te mooi om waar te zijn? Paaspreek n.a.v. Marcus 16:1-16, door Jan Haveman, Emmen 20 april 2014
3
Wat een wonder van wereldbetekenis, toen, op die zondagmorgen, in alle vroegte. Toen de eerste streepjes zonlicht zichtbaar werden, ergens voorzichtig een haan kraaide, en kleine vogeltjes zich klaarmaakten om de lofzang te zingen, toen is onze Heer Jezus Christus opgestaan uit de dood. Geen doodsboeien konden Hem binden. Geen bewakers Hem tegenhouden. Geen verzegeling Hem binnen het graf houden. Volstrekt onafhankelijk van afwezige leerlingen en uitgediende vrouwen toont Jezus zijn majesteit door weer levend te worden – zijn werk is volbracht! Hij is niet dood – Hij leeft! Alleen, in plaats dat dat hele volksstammen in beweging brengt die de loftrompet steken en vol enthousiasme de straat op gaan om de overwinning op de dood te vieren, blijft het adembenemend stil, en zitten diegene die het meest bij Jezus geweest zijn en het grootste vertrouwen in Hem hadden, verslagen bij elkaar. En het mag in onze tijd dan inmiddels wereldwijd gevierd worden, er zijn nog steeds meer mensen die het niet geloven dan wel... Trouwens, ook nu zijn er zelfs volgelingen van Jezus die zich er haast voor generen te geloven in een opstanding uit de dood, en ze verklaren het daaom maar tot de categorie 'je moet het maar geloven', of 'het is wel waar maar niet echt gebeurd'. Te mooi om waar te zijn? Maar wat heb je aan zulk geloof? Als het niet echt waar is? Wat heb je eraan nog in Jezus te geloven als je niet gelooft dat Hij is opgestaan uit de dood? De apostel Paulus zegt terecht dat je geloof dan compleet waardeloos is geworden – dan kun je maar beter helemaal niet geloven! Het christelijke geloof staat of valt met wat de kerk vandaag viert als feit: dat Jezus echt uit de dood is opgestaan en de dood heeft overwonnen. En waarom is dat niet te mooi om waar te zijn? Vanmorgen wil ik je een bijzonder argument geven. Want ga maar na. Als je wil dat iets geloofwaardig overkomt, als je wil dat mensen je verhaal geloven, dan moet het overtuigend zijn, kloppen als een bus, klinken als een klok. Dan heb je een goed verhaal nodig, met sterke persoonlijkheden. Is dat met het opstandingsverhaal zo? In tegendeel. Het is absoluut geen gelikt succesverhaal. De Bijbel is heel eerlijk: zelfs Jezus eigen leerlingen kunnen het maar niet geloven! En als je wat Matteus, Marcus, Lucas en Johannes erover schrijven naast elkaar legt, dan zul je ontdekken dat er nogal wat verschillen zijn, over wie wanneer bij het graf komt en wat ze dan zien enzo. En ik heb niks tegen vrouwen, maar het is voor de overtuigingskracht van je boodschap nou niet het meest voor de handliggend om uitgerekend vrouwen de eerste boodschappers van de opstanding te maken – want wie gelooft er nou vrouwen (in de cultuur van toen, he)?! Maar pleit juist dit alles er niet juist voor dat het allemaal waar is? Want als de opstanding uit de duim gezogen zou zijn, een kunstig gecomponeerd verhaal, dan hadden ze er heus wel voor gezorgd dat de leerlingen het meteen geloofden, dat de details van het verhaal bij alle evangelisten precies klopten, en dat je in elk geval niet vrouwen de eerste getuigen maakte van wat er gebeurd is! Nu zie je hoe er geworsteld wordt, niet begrepen, de emotie, de ontreddering over het grote wonder dat is geschied en dat ook niet te begrijpen valt: eerst al die martelende kruisdood van de Zoon van God, en nu dan zijn glorieuse opstanding uit de dood. Te mooi om waar te zijn? Paaspreek n.a.v. Marcus 16:1-16, door Jan Haveman, Emmen 20 april 2014
4
Verschrikt en angstig zoeken de vrouwen hun weg door de straatjes van Jeruzalem. Amper dringt de waarheid tot hen door. Ze waren zo erg geschrokken dat ze tegen niemand wat zeiden. Hoe en wanneer precies weten we niet, maar Marcus vertelt dat Jezus verschijnt aan een van hen: Maria van Magdala. Maar dan, nee dan kan zij er toch niet langer over zwijgen, en getuigt aan de kring van mensen die steeds om Jezus heen zijn geweest en ontredderd bij elkaar zijn: Ik heb Jezus gezien! Hij leeft! En wat lees je dan? Ze geloofden het niet. Ze geloofden het gewoon niet! Daarna verschijnt Jezus in een andere gedaante aan twee van hen die onderweg waren – dat zouden de Emmausgangers kunnen zijn. Maar wanneer zij hun verhaal doen aan de leerlingen, worden ook zij niet geloofd (terwijl ze nog wel met z'n tweeen zijn!) Ze geloofden het gewoon niet! Nee, pas als Jezus zelf in hun midden verschijnt, dan kunnen ze er niet meer onderuit. En dan verwijt de Heer het hen ook, dat ze geen geloof hebben gehecht aan getuigenverklaringen. Zalig zij die niet gezien hebben en toch geloven, zegt Jezus later tegen de ongelovige Thomas. Zalig zij die niet gezien hebben en toch geloven – dat gaat over ons, want wij hebben het inderdaad te doen met de op schrift vastgelegde getuigenverklaringen. Laat het niet zo zijn, dat onze Heer ook ons zal verwijten dat wij er geen geloof aan hebben gehecht... Niks te mooi om waar te zijn! Maar wel een wonder van de grootste categorie. Want vanaf dan is de dood niet meer wat zij geweest is. In plaats van de dood voor ogen, mogen wij onze blik richten op de Levende Heer! Kijk omhoog...! We vieren dat Hij leeft – en wij met Hem. Niks te mooi om waar te zijn! Maar maak het wel steeds weer waar, de opstanding van Jezus Christus in je eigen leven. Leef erin, leef eruit: Jezus leeft, en ik met Hem! Halleluja – amen!
Te mooi om waar te zijn? Paaspreek n.a.v. Marcus 16:1-16, door Jan Haveman, Emmen 20 april 2014
5