Liturgie morgendienst Emmen, 21 juni 2015 Thema: op de vlucht voor het evangelie met bediening van de doop
1. Votum 2. Zegengroet Genade voor u en vrede van God onze Vader en van de Heer Jezus Christus. 3. Zingen: Gezang 158 (geleerd door de kids van onder- en bovenbouw) 4. De tien woorden 5. Zingen: Psalm 130:2,4 6. Bediening van de doop aan Noëlle Schuurman. Lezen Formulier III. Na de doop zingen: Opwekking 687 (m.m.v. muziekgroep) 7. Gebed 8. Schriftlezing: Handelingen 6:8-7:1 en 7:54-8:3 (door … ) 8. Zingen: Psalm 35:1,8,11 9. Preek n.a.v. Handelingen 7:1-53 10. Amenlied: LvdK 476:1,4,5 11. Dankgebed, voorbede 12. Inzameling van de gaven (diakenen geholpen door … ) 13. Slotzang: Gezang 115:1,2 14. Zegen. De genade van onze Heer Jezus Christus, en de liefde van God en de eenheid met de heilige Geest zij met u allen. Amen: laatste zin Psalm 89:18 (geloofd zij God de Heer voor eeuwig, amen, amen)
Op de vlucht voor het evangelie
Preek n.a.v. Handelingen 7, door Jan Haveman, Emmen 21 juni 2015
1
Preek n.a.v. Handelingen 7 Op de vlucht voor het evangelie
Emmen, 21 juni 2015
Volk van God, geliefde gemeente van Jezus Christus br/zr, jonger of ouder, welkome gast, luisteraar/kijker thuis, Vluchtelingen – daarvan zijn er vele momenteel. [dia1] Elke dag weer word je met de meest schrijnende verhalen geconfronteerd. Voor veel mensen, maar ook voor veel landen is het een groot probleem. Gisteren was het de internationale dag van de vluchteling. Het is goed er aandacht voor te hebben, de mens in nood te zien en bewogen en liefdevol betrokken te zijn. En tegelijk om wijsheid te bidden voor alle bestuurders om goede beslissingen te nemen, en te bidden om verbetering van de situatie in al die landen waaruit duizenden op de vlucht zijn voor onrecht, oorlogsgeweld, uitbuiting, en honger. Vluchtelingen – we hebben het er wel 's vaker over gehad dat je als christen in feite ook nergens thuis bent, maar vreemdeling en bijwoner. De hele aarde is van de HERE – alles is van Hem, maar tegelijk ligt alles nog onder de vloek van de zonde, en geloven we dat ons burgerschap in de hemel is. Alleen, in hoeverre werkt dat geloof iets bij ons uit? Zijn we, als het erop aankomt, toch niet heel echt gehecht aan wat we hebben? Alles achterlaten – kan je dat wel? Vluchteling – toch is dat de situatie die het meest 'natuurlijk' bij volgelingen van Jezus hoort: op de vlucht zijn. Op de vlucht voor het evangelie – omdat ze je vervolgen vanwege je geloof. Dat is wat Jezus heeft voorzegd. En wat duizenden is overkomen. Het is wat gebeurt kort na de uitstorting van Gods Geest in Jeruzalem, na de gewelddadige dood van Stefanus: Gods volk massaal op de vlucht. Maar het bijzondere is dat het tegelijk een doel dient: want het gevolg is verspreiding van het evangelie in [dia2] steeds wijdere kringen, precies zoals Jezus had gezegd: eerst Jeruzalem, daarna Judea, dan Samaria, tot aan de einden van de aarde. Zo neemt de blijde boodschap van redding door Jezus Christus, een steeds grotere vlucht. En we zijn de HERE dankbaar dat het ook Europa heeft bereikt, hier in Nederland is gekomen, dat wij geloven mogen. En we wensen deze vlucht alle mensen toe, wereldwijd, omdat het geloof in Jezus Christus houvast geeft, uitzicht biedt, zelfs in de meest trieste omstandigheden. Omdat de vrede met God alle andere vrede te boven gaat. Kijk maar naar Stefanus: [dia3] terwijl er stenen naar hem worden gegooid om hem te vermoorden, straalt hij. Eerder was al opgevallen dat zijn gezicht leek op dat van een engel. Vervuld van de heilige Geest richt Stefanus zijn blik omhoog, en dan ziet hij de glorie van God en zijn Heiland en Verlosser aan de rechterhand van God in de hemel. Dat is de vrede met God. En dan kun je zelfs voor je vijanden bidden, terwijl ze je doodgooien – Heer reken hen dit kwaad niet toe. Onvoorstelbaar wat geloof met je kan doen! Maar waar komt die haat om Stefanus heen vandaan? Hoe komen weldenkende mensen er in vredesnaam toe iemand te vermoorden? Je zou kunnen zeggen – en nu speel ik een beetje met het thema – omdat ze op de vlucht zijn voor het evangelie. Het is omdat ze er niet aan willen, niet willen geloven, misschien ook wel niet kunnen geloven, dat Op de vlucht voor het evangelie
Preek n.a.v. Handelingen 7, door Jan Haveman, Emmen 21 juni 2015
2
Jezus hun Messias is, hun Redder. Ze vluchten bij het evangelie vandaan. In Handelingen 5 is al gezegd (na de indrukwekkende dood van Ananias en Safira) dat er nogal wat mensen zijn die zich niet bij de gemeente durven aansluiten (12,13). Misschien zijn ze bang dat ze niet aan de hoge normen van de kerk kunnen voldoen. Misschien durven ze niet omdat ze bang zijn voor de gevolgen – wat haal je je op de hals als je lid wordt van de kerk? Misschien word je wel uitgelachen. Vinden anderen je stom. Of word je uit de familie gegooid... En moet je dat er voor over hebben?! Iets verder in Handelingen 5 komt de Joodse leider Gamaliel aan het woord. Voor het oog sust hij het temperament dat hoog oploopt als Petrus en Johannes gevangen zijn genomen en voor de Joodse Raad verschijnen. Gamaliel zegt dan: [dia4] Israëlieten, overweeg nog eens goed wat u van plan bent te doen. Immers, enige tijd geleden wierp Tobias zich op als een man die het volk zou leiden, en 400 mensen sloten zich bij hem aan; hij werd gedood, zijn aanhang viel uiteen en verdween in het niets. (Zo ook Judas de Galileeer.) Daarom zeg ik u: houd u afzijdig van deze mensen en laat hen begaan, want als het mensenwerk is, zal het op niets uitlopen. Maar als het Gods werk is, zult u niets tegen hen kunnen uitrichten, of het zou weleens kunnen blijken dat u tegen God strijdt. (5:35-39) Dit lijkt een weldenkend redelijk alternatief. Maar het is academische zand-in-de-ogen-strooierij: – Gamaliel wekt de indruk dat Jezus [dia5] de zoveelste goede-doelen-goeroe is. Terwijl, als hij er echt studie van had gemaakt, hij ontdekt had dat Jezus volstrekt uniek is: wie van de anderen was bijvoorbeeld ook opgestaan uit de dood?! – Verder doet Gamaliel alsof [dia6] waarheid bepaald wordt door succes. Maar als hij z'n bijbeltje had gekend, had hij geweten dat het daar niet bepaald draait om succesverhalen; de ironie is zelfs dat Jezus overwon precies op het moment dat Hij leek te falen... – En tenslotte suggereert Gamaliel dat, [dia7] als het om geloven gaat, het mogelijk is om niet te kiezen. Ik weet het ook niet – zegt hij in feite als een modern agnost. Terwijl Jezus heel duidelijk heeft gezegd: Als je niet voor Mij bent, ben je tegen Mij. [dia8] Je kunt als het om Jezus gaat niet neutraal blijven! Heel veel Joden kiezen gelukkig wel: zij vluchten in de armen van Jezus Messias. Anderen kiezen ook, maar vluchten resoluut bij Hem vandaan, en strijden vervolgens hardnekkig tegen zijn volgelingen. Zo gaan de leden van de Synagoge van de Vrijgelatenen in fel debat met Stefanus. En als zij het niet met woorden kunnen winnen, gaan zij over tot gemene trucjes. Framing, noemen we dat nu. Spindocters vertellen her en der rond dat Stefanus Mozes en God lastert, dat hij zich verzet tegen tempel en wet. Stefanus wordt gevangen genomen en moet zich verantwoorden voor het Sanhedrin, de rechtbank van de Joden. Opvallend is de verdediging die Stefanus houdt. Op het eerste gezicht vertelt hij gewoon 'bijbelse geschiedenis'; het gaat over grote momenten uit de geschiedenis van Israël: [dia9] Abraham, Jozef, Mozes, de tempel. Als je het leest, kun je je haast verbazen, dat deze vertelling zoveel agressie opwekt. Toch, als je scherp kijkt en luistert (en dat zullen zijn tegenstanders toen zeker gedaan hebben!), merk je dat er behoorlijke 'speldenprikken' worden uitgedeeld. Stefanus prikt hen op precies de pijnlijke punten. Er zit heel veel in deze toespraak; ik noem slechts bij alle grote momenten iets. Eerst Abraham. [dia10] Hier gaat het om de belofte. Op de vlucht voor het evangelie
Preek n.a.v. Handelingen 7, door Jan Haveman, Emmen 21 juni 2015
3
Abraham moet op reis gaan naar een land, en komt dan in... Charan. Let op dat Stefanus twee keer deze plaats noemt, en tegelijk de naam van het land waar Abraham uiteindelijk terechtkomt omzeilt. Dat prikt. Want de luisteraars zijn er juist van overtuigd dat hun land het land van God is – hier staat immers de tempel! Ze sluiten God als het ware op binnen de grenzen van Kanaan. Ten onrechte. God is de God van de hele wereld. En met Jezus Messias is een einde gekomen aan de tijdelijke tempeldienst in Jeruzalem – vrede met God is er niet slechts voor inwoners van Kanaan, maar voor alle volken. Die houding prikt Stefanus ook lek, dat idee van 'wij zijn kinderen van Abraham, Gods eigen uitverkoren volk – wat kan ons nu nog gebeuren?!' Nooit was het zo geweest dat slechts het behoren tot het volk voldoende is. Altijd was ook geloof nodig geweest – geloof in God, geloof in zijn beloften, uitkijken naar wat komt. Van die beloften was de besnijdenis teken en zegel. Net zoals de doop van de kleine Noëlle iets geweldigs belooft, zeker! Maar ook geloof vraagt. Geloof in de belofte dat God ook voor haar zorgt. Geloof dat God wáár maakt wat Hij belooft. Maar altijd is dat het punt geweest: is besnijdenis, is doop, nu teken van heilsbezit of van heilsbelofte? Zetten zij je zelfgenoegzaam 'op de plaats rust', of brengen ze je juist in beweging? Dienen zij de zelfverzekerdheid of de geloofszekerheid? Toch steeds dat laatste! Dus leden van het Sanhedrin – je kunt 100 keer afstammen van Abraham en in het beloofde land wonen, dat op zich zal je niet zalig maken: het komt aan op geloof. Dus leden van de Gereformeerde kerk – je kunt 100 keer lid zijn van de ware kerk en gedoopt zijn, dát zal je niet zalig maken: het komt aan op geloof – levend geloof! Vervolgens stapt Stefanus over naar Jozef. [dia11] Deze zoon van Jakob zal uiteindelijk onderkoning van Egypte worden en de verlosser van zijn volk in de tijd van grote hongersnood. Stefanus laat door het voorbeeld van Jozef voelen dat het niet uitzonderlijk is dat er uit dat grote uitverkoren volk van God (twaalf broers, twaalf stammen) er nog weer één specifiek wordt uitgekozen om de redder te zijn. Ja, en wie had dat gedacht: dat juist de verschoppeling, dat de slaaf koning wordt! Wat waren de broers jaloers op Jozef met zijn mooie mantel als lieveling van pa. Uit wraak willen ze hem wel vermoorden om z'n verschrikkelijke dromen – zij knielen voor hem zeker! Het einde van het verhaal is dat ze inderdaad voor hem neerknielen en die ene uit hen moeten erkennen als redder. Ja, en dan niet alleen als redder van hun eigen volk, maar als redder van vele volken! Voel je wel hoe dit naar Jezus tendeert? Die Ene uit hun volk, die waaraan ze zich zo ontzettend ergerden, de verschoppeling, de slaaf, de wel vermoorde onschuld, uitgerekend Hij is hun Redder. Ja, en niet alleen van hun eigen volk, maar Redder van de hele wereld! Reken maar dat de luisteraars deze steken gevoeld zullen hebben. Het grootste gedeelte van Stefanus' toespraak gaat ook over de grootste in de geschiedenis van het volk: Mozes. [dia12] Toch was Mozes niet altijd de grootste geweest, in tegendeel: toen hij zijn volk wilde redden werd hij miskent: wie heeft jou als leider en rechter over ons aangesteld? Maar God had beslist dat Mozes de man zou zijn die zijn volk uit slavernij zou leiden. Hij was de profeet uit hun midden die met allerlei tekenen en wonderen liet zien de door God Op de vlucht voor het evangelie
Preek n.a.v. Handelingen 7, door Jan Haveman, Emmen 21 juni 2015
4
gezondene te zijn. (:35) Hij was ook de bemiddelaar tussen God en mensen. (:38) Hij was het die de levendbrengende woorden van God doorgaf. (:38) Maar wat denk je? Is het volk daar blij mee? Laat het volk zich door hem leiden? Ach, als je het verhaal kent, weet je dat het een moedeloos refrein is, en dat het volk op reis door de woestijn zich steeds weer verzet, en moppert, en klaagt. Ze wilden Mozes niet gehoorzamen en wezen hem af, ze verlangden zelfs terug naar Egypte – onvoorstelbaar, maar waar. Ook Mozes weerspiegelt Jezus, heel duidelijk. Maar Mozes weerspiegelt ook een klein beetje Stefanus: want toen Mozes God had gezien – toen straalde hij toch? En hoe zit dat nu met Stefanus...? Daarbij, wat was de aanklacht tegen Stefanus ook alweer? Hij zou zich verzetten tegen Mozes en God... Maar wie verzetten zich hier nou eigenlijk werkelijk tegen Mozes en God? Dat is toch het volk dat meent beter te weten hoe je gered moet worden dan God? Het volk dat NB een gouden stierkalf maakt om daarin 'god' te aanbidden! Maar welke god aanbidden ze daarmee werkelijk? Toch de god van hun eigen gedachten, de god van hun eigen wil!? Oei, dit doet pijn! Dit steekt. De hoorders toen – maar zet het ons nu ook niet aan het denken? Laten wij ons gewillig leiden door Hem die meer is dan Mozes? Hoe vaak verzet je je niet tegen God en is het moeilijk gehoorzaam te volgen? Hoe gauw bouw je niet een altaartje voor de 'god' van je eigen gedachten? En zo is Stefanus in zijn toespraak gekomen bij het huis van de HERE. [dia13] De tempel, het letterlijke hoogtepunt: zo belangrijk, zo bepalend voor het volk. Jeruzalem, Sion – hoe kun je daar naar verlangen en van zingen! Een plek waar de HERE met zijn volk wil zijn, als plek van vrede en verzoening. Goed, maar de tempel leek soms wel het heiligdom van een afgod, zoals het volk ermee omging: des Heren tempel, des Heren tempel, des Heren tempel is dit! Het mantra van zelfverzekerdheid en zelfvoldaanheid. Het mantra alsof je 'god' in je broekzak hebt zitten en als een amulet bij je draagt. Het mantra ook van een 'god' die zit opgesloten in zijn eigen heiligdom. Maar dacht je nou echt dat de Allerhoogste woont in een huis gebouwt door mensenhanden? Stefanus haalt Jesaja aan: [dia14] De hemel is mijn troon, de aarde mijn voetenbank, zegt de HERE. Hoe zouden jullie dan een huis kunnen bouwen, een plaats waar Ik kan rusten? Heb Ik dit alles niet zelf met eigen handen gemaakt? (:49) Dan bereikt Stefanus' toespraak z'n hoogtepunt. In niet mis te verstane woorden trekt hij een link tussen vroeger en nu: Halsstarrige ongelovigen, u wilt niet luisteren en verzet u steeds weer tegen de heilige Geest, zoals uw voorouders ook al deden. Wie van de profeten hebben uw voorouders niet vervolgd? Degenen die de komst van de Rechtvaardige aankondigden hebben ze gedood, en zelf hebt u nu de Rechtvaardige verraden en vermoord... Dit kunnen de toehoorders niet verdragen – ze knarsetanden... [dia15] En als Stefanus dan ook nog vertelt dat hij de hemel open ziet en de Mensenzoon aan Gods rechterhand ziet staan, dan wordt het de hoorders teveel. Ze slaan de handen voor de oren, en stormen met z'n allen op Stefanus af, en lynchen hem koelbloedig...
Op de vlucht voor het evangelie
Preek n.a.v. Handelingen 7, door Jan Haveman, Emmen 21 juni 2015
5
Stefanus vlucht niet, krijgt daar de kans niet voor. Hij is de eerste martelaar van het christendom, maar zal niet de laatste zijn... De leden van het Sanhedrin vluchten wel voor de waarheid – de pijnlijke waarheid, de ontnuchterende waarheid, dat zij op doodlopend spoor staan. Laten wij ervan leren: de vlucht van het evangelie – God is een God voor alle volken! En het evangelie kan tot gevolg hebben dat je werkelijk moet vluchten, in elk geval vluchten uit de wereld zonder God – kun je dat? Wil je dat? Maar laten we nooit vluchten voor de waarheid, en God erkennen zoals Hij is, en onze Heer Jezus Christus gehoorzaam navolgen. Amen [dia16]
Op de vlucht voor het evangelie
Preek n.a.v. Handelingen 7, door Jan Haveman, Emmen 21 juni 2015
6