Leerjaar 2: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A, B, C

Leerjaar 2: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A, B, C Vak: Engels

Thema 9: Guess what it is Vak

Engels

Thema 9

Guess what it is

Overkoepelend doel

De leerling leert een kort gesprek te voeren in standaardzinnen, vragen stellen en beantwoorden over over voorwerpen en hun eigenschappen

Les / task

Lesdoel (in waarneembaar leerlinggedrag, zie doelenlijst) I have got something behind my back. Can you guess what it is? Is it big? It is big, not small. It is soft, not hard.

1 Taak 1 Taak 2 Taak 3

Bron Lesdoel Voor de leerling Taak 1:

VSO Kerndoelen Engels: KD 1, 2, 3

- Luisteren naar de leraar die je vraagt of je kan raden wat ze achter haar rug houdt. I have got something behind my back. Can you guess what it is?

Leerroute A: 3 taaltaken per les (van max. 15 minuten) Leerroute B: 2 taaltaken per les Leerroute C: 1 taaltaak per les

Taak 2: - Opdracht: voer in tweetallen een klein gesprekje mbv 2 standaardzinnen; vraag en antwoord. Taak 3: Opdracht: lees de standaardzinnen; Zoek de Verdwenen Woorden in de standaardzinnen.

VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep

1

Lessuggesties Voor de leraar Bij taak 1: Zeg eerst in het Nederlands, daarna in het Engels. I have got something behind my back. Can you guess what it is? Yes/No Laat leerlingen raden. Leraar houdt sleutelbos achter de rug. Rammel ermee. vraag: Is it big? Or small? Toon je vuist waar de sleutels in zitten It is small. Is it hard or soft? Knijp erin en doe of het pijn doet It is hard, not soft. It's….. (toon de sleutels) my keys! Schrijf de zinnen op het (white-)bord

Vak

Engels

Thema 9

Guess what it is

Overkoepelend doel


Les / task

Lesdoel (in waarneembaar leerlinggedrag, zie doelenlijst)

Bron Lesdoel Voor de leerling Oefen de standaardzinnen in wrts.

Lessuggesties Voor de leraar Bij taak 2: Vraag leerlingen om een voorwerp te pakken. Bijvoorbeeld een pen, potlood, gum enz, niet te groot.. Leg ze samen op tafel. Houd elk voorwerp omhoog en zeg het Engelse woord: pen, pencil, rubber. Laat de leerlingen elk (niet tone) een voorwerp pakken en in tweetallen laten raden met bovenstaande vragen. Wissel van rol. Tips: kan met kaartjes (spiekbriefje) waarop ze het zinnetje hebben geschreven. Geef instructie en doe voor, hoe je een kort gesprekje kan starten. Bij taak 3: Veeg woorden weg uit de standaardzinnen op het bord. Zet ze eronder. Lees de zinnen voor aan de klas. Geef opdracht om de zinnen (individueel) te lezen en de verdwenen woorden op de goede


2

Vak

Engels

Thema 9

Guess what it is

Overkoepelend doel


Les / task


Bron Lesdoel Voor de leerling

Lessuggesties Voor de leraar plek te zetten. Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningenrepertoire (bijlage) 1


Uitbreiding van vorige les met nieuwe standaardzinnen Is it cold/warm? /old/new? Can you eat it? You can /cannot eat it.

Taak 4:

Bij taak 4:

- Luisteren naar de leraar die vertelt: I have got something behind my back. Can you guess what it is? Can you eat it? You can /cannot eat it.

Zeg. eerst in het Nederlands, daarna in het Engels.

- Opdracht: Vraag en antwoord mbt wanneer en hoe laat mbv een standaardzin. Taak 5: - Opdracht: kijk naar leraar en kies het juiste woord bij wat ze omhoog houdt: small big soft hard

I have got something behind my back. Can you guess what it is? Yes/No Laat leerlingen vragen stellen, is it soft enz. Leraar houdt een appel achter de rug. vraag: Can you eat it? You can eat it. It's….. (toon de appel) an apple Schrijf de zinnen op het bord Bij taak 5: Houd voorwerpen omhoog en laat leerlingen het bijpassende woord roepen. Bijvoorbeeld een

1 Standaardoefeningen, voor uitleg zie bijlage: Flashcards groepswerk 1, Flashcards groepswerk 2, Flashcards individueel, Flashcards tweetallen,Verdwenen woorden, Verloren woorden, Sorteren, Odd one out, Find the mistake, Jumbled letters, Jumbled words, Jigsaw, Zinnenfabriek


3

Vak

Engels

Thema 9

Guess what it is

Overkoepelend doel


Les / task


Bron Lesdoel

Lessuggesties Voor de leraar gum: small, soft. Een potlood: small, hard. Een stoel: big, hard. Taak 6: Bij taak 6: Verloren woorden Opdracht: lees de standaardzinnen; Voor de leerling

Zoek de verloren woorden in de standaardzinnen

Schrijf alle standaardzinnen tot nu toe op het bord, maar laat woorden weg.

Oefen de standaardzinnen in wrts.

Laat leerlingen samen de verloren woorden bedenken en invullen Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningenrepertoire (bijlage)


Uitbreiding met nieuwe zinnen:

Taak 7 - Luisteren naar de leraar die nog eens iets laat raden. Stel alle vragen die je kan bedenken om te raden wat het is. Taak 8: - Je krijgt een voorwerp en een spiekbriefje met wat je moet zeggen. Je houdt geheim wat je hebt! Nu ga je in tweetallen bij elkaar raden wat het is. Gebruik je spiekbriefje. Om beurten de ander vragen stellen en raden wat hij heeft.


4

Bij taak 7: I have got something behind my back. Can you guess what it is? Yes/No Laat leerlingen vragen stellen, is it soft enz. Leraar houdt een appel achter de rug. vraag: Can you eat it? You can eat it. It's….. (toon de appel) an apple Schrijf de zinnen op het (white-)bord: Lees het op en zeg de nederlandse vertaling er

Vak

Engels

Thema 9

Guess what it is

Overkoepelend doel


Les / task



Lessuggesties Voor de leraar bij.

Taak 9:

Bij taak 8:

Schrijf de zinnen op over jouw voorwerp. De leraar doet het voor.

Geef elke leerling een voorwerp: appel, pen, sleutel enz (eetbaar of niet) en een spiekbriefje met de zinnen:

Oefen de standaardzinnen in wrts.

What have you got behind your back? Is is big or small? Is it hard or soft? Can you eat it? Guess what I have got behind my back. No/Yes, it is big/small/hard/soft Yes, you can eat it. No, you can't eat it. Bij taak 9: Vraag nu aan leerlingen de zinnen op te schrijven over hun voorwerp. Doe het eerst een keer voor. It's small. It's hard. You can eat it.It's an apple Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningenrepertoire (bijlage)

4 Taak 10 Taak 11

Taak 10 - Luisteren naar de leraar die iets vertelt over haar favoriete voorwerp,

Uitbreiding met nieuwe zinnen: Can you use it for..


5

Bij taak 10: Demonstreer hoe je zegt:

Vak

Engels

Thema 9

Guess what it is

Overkoepelend doel


Les / task



Taak 12 Taak11: - Luister naar de leraar en oefen samen met praten over je favoriete ding. Taak 12: Vul deze zinnen aan: My favourite thing is …. It is … You can use it for … . Oefen de standaardzinnen in wrts.Oefen de standaardzinnen in wrts.

Lessuggesties Voor de leraar My favourite thing is my pen. It is blue, small and hard. What can you use it for? You can use it for writing. Bij taak 11: Vraag 3 leerlingen te vertellen over hun favoriete favoriete ding in het Nederlands. Vertaal het in het Engels. Schrijf op het bord: My favourite thing is ... Laat ze het in het Engels zeggen. Doe net of je het niet verstaat en zeg: Pardon? Doe net of je het niet verstaat en zeg: Can your repeat that?

Bij taak 12: Geef de leerlingen een werkblad met deze zinnen: My favourite thing is …. It is … You can use it for … Vraag nu aan leerlingen de zinnen aan te vullen,.


6

Vak

Engels

Thema 9

Guess what it is

Overkoepelend doel


Les / task



Lessuggesties Voor de leraar Vraag enkele leerlingen het op te lezen Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningenrepertoire (bijlage)


Can you wear it? Is it made of cotton/wool/plastic/leather

Taak 13 - Luisteren naar de leraar die iets vertelt over haar favoriete kledingstuk

stone/wood/metal? /heavy/light/ round/square

Taak14: - Luister naar de vragen van de leraar en oefen samen met praten over je favoriete kledingstuk

Is it an animal? Has it got legs/wings/fins/claws/fangs? My favourite thing is a

Can you guess my favourite thing to wear? It's made of leather. It's big (wijs aan hoe groot). It's two things. kijk naar beneden naar je bruine schoenen (bijv) en zeg: It's brown.It's my shoes! Geef nog een voorbeeld, bijvoorbeeld met een sjaal:

Vul deze zinnen aan:

It's made of wool. enz

Oefen de standaardzinnen in wrts.Oefen de standaardzinnen in

7

Demonstreer hoe je zegt:, bijv

Taak 15:

My favourite thing is …. It is made of… It's .. It's … (clour) You can use it for …


Bij taak 13:

Bij taak 14: Vraag 3 leerlingen te vertellen over hun favoriete kledingstuk in het Nederlands. Vertaal het in het Engels. Schrijf op het bord: My favourite thing to wear is ... Laat ze het in het Engels zeggen.

Vak

Engels

Thema 9

Guess what it is

Overkoepelend doel


Les / task


Bron Lesdoel Voor de leerling wrts.

Lessuggesties Voor de leraar Doe net of je het niet verstaat en zeg: Pardon? Doe net of je het niet verstaat en zeg: Can your repeat that?

Bij taak 15: Geef de leerlingen een werkblad met deze zinnen: My favourite thing to wear is …. It is made of… It's… (colour) Vraag nu aan leerlingen de zinnen aan te vullen.. Vraag enkele leerlingen het op te lezen Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningenrepertoire (bijlage) 6 Taak 16 Taak 17 Taak 18

De leerling oefent met de standaardzinnen

Taak 16 - Luisteren naar de leraar die je laat raden wat ze achter haar rug heeft. Vraag: is it soft, enz

I have got something behind my back. Can you guess what it is? Is it big?


8

Bij taak 16: I have got something behind my back. Can you guess what it is? Yes/No Laat leerlingen vragen stellen, is it soft , can you eat it, what can you use it for enz.

Vak

Engels

Thema 9

Guess what it is

Overkoepelend doel


Les / task

Lesdoel (in waarneembaar leerlinggedrag, zie doelenlijst) It is big, not small. It is soft, not hard. Is it cold/warm/old/new/squashy/he avy/light/ round/square Can you eat it? You can /cannot eat it. Can you use it for.. Can you wear it? Is it made of cotton/wool/

Bron Lesdoel Voor de leerling Taak17: Elke leerling heeft een blad met 5 standaardzinnen. Luister naar de leraar en zet het juiste nummer bij de juiste zin.

Lessuggesties Voor de leraar Bij taak 17: Lees de zinnen op maar niet in de volgorde zoals ze op papier staan. Zeg: number 1: en lees dan de zin. De leerling moet dan de 1 bij de juiste zin zetten.

Taak 18: Opdracht: lees 2 standaardzinnen; zoek de verdwenen woorden in de standaardzinnen. Zoek de verloren woorden in de standaardzinnen Oefen de standaardzinnen in wrts.

Bij taak 18: Maak werkbladen met per werkblad twee standaardzinnen met verdwenen woorden eronder, van alle standaardzinnen tot nu toe. Idem met verloren woorden. Laat leerlingen individueel zoveel werkbladen maken als ze kunnen. Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningenrepertoire (bijlage)


Klein assessment: My favourite thing to wear is... It is made of… It's .. It's … (clour) You can use it for …


Taak 19 - Zinnen bij elkaar zoeken, de vraag en het antwoord. Taak 20:

9

Bij taak 19: Leraar zet van alle standaardzinnen de vraag op het bord. De leerlingen moeten het antwoord geven.

Vak

Engels

Thema 9

Guess what it is

Overkoepelend doel


Les / task


Bron Lesdoel Voor de leerling De vragen en antwoorden staan op aparte kaartjes. Zoek de vragen en antwoorden bij elkaar

De leerling kan vertellen wat zijn favoriete sport/computer game en muziek is en waarom

Lessuggesties Voor de leraar Bij taak 20: Laat leerlingen dit samen doen aan een grote tafel.

Taak 21:

Bijv door de helft van de groep eerst de andere helft te bevragen.

Zoek nu alleen de vragen en antwoorden bij elkaar

Maak de werkbladen. Oefen de standaardzinnen in wrts.

Bij taak 21: Zet de vragen en antwoorden op een werkblad, 1 kolom vragen en 1 kolom antwoorden (door elkaar). De leerling zoekt ze bij elkaar door ze met een lijn te verbinden. Gebruik opnieuw de werkbladen met verdwenen woorden en verloren woorden. Of gebruik een van de andere standaardoefenvormen, zie Standaardoefeningenrepertoire (bijlage)


10

Bijlage: Standaardoefeningen Online oefenen van chunks in Wrts (nb de standaardzinnen = chunks worden als gehele uitdrukking aangeleerd) In het online gratis woordenschat oefen programma www.wrts.nl moeten de chunks worden ingevoerd. Daarbij de uitspraakoptie aanzetten, zodat de leerling elke chunk kan beluisteren. De leerling kan individueel, op school of thuis, met de chunklijsten in wrts oefenen. De leraar kan wrts ook als toets gebruiken. Flashcards Elke chunk op een kaartje met op de achterkant het nederlandse equivalent, als het kan ook een plaatje dat de betekenis illustreert. Dit kunnen kartonnen kaartjes zijn, maar het kan ook digitaal, voordeel is dat de leerling daarmee individueel kan oefenen én de uitspraak kan horen. Voorbeeld van dit soort flashcards(in dit voorbeeld gaat het om Engelsen die Spaans leren, maar het gaat om het principe) Flashcards groepswerk 1: leraar toont flashcard, leest de zin en daarna de betekenis. Flashcards groepswerk 2: de leraar toont de nederlandse kant, leest de zin, en de leerlingen moeten de Engelse zin zeggen. Flashcards individueel: de leerling heeft een stapeltje flashcards, leest de ene kant en de andere kant hardop. Daarna alleen de nederlandse kant oplezen en de Engelse zelf zeggen. Flashcards tweetallen: beide leerlingen een stapeltje flashcards. De een leest op, de ander luistert. Daarna overhoren ze elkaar: door de nederlandse tekst voor te lezen de Engels zelf te zeggen. Verdwenen woorden Standaardzinnen (minstens 2) waaruit één woord is verwijderd; het woord staat onderaan en moet worden ingevuld op de goede plek. Verloren woorden Standaardzinnen (minstens 2) waaruit één woord is verwijderd; het woord staat nergens, de leerling moet er zelf opkomen en het moet worden ingevuld op de goede plek. Sorteren Om losse woorden te oefenen geeft de leraar woorden uit minstens 2 groepen, bijv Family en Clothes en zet dez in een lege tabel met 2 kolommen: Leerlingen krijgen een rij van ongeveer 15 woorden die ze in de juiste kolom moeten sorteren: father, trousers, shirt, sister, shoes, enz Odd one out Leraar maakt rijtjes van 3 dingen (woorden of chunks) waarvan er een er niet bij thuishoort. Bijvoorbeeld: Ice cream, apple, tea. VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep

11

Toe, foot, apple Leerlingen moeten zeggen welk woord niet pas en waarom (it's a drink, not food; it's food, not a body part) Find the mistake De leraar toont een afbeelding, bijvoorbeeld van een restaurant waar van alles gebeurt. Ze vertelt er dingen bij die niet allemaal kloppen. There are three girls in the restaurant. They eat a snack. Jumbled letters Oefenen met woorden: de leraar geeft de (al eerder geoefende) woorden met de letters door elkaar. Leerlingen raden het goede woord. Jumbled words Oefenen met woorden/zinnen: de leraar geeft de (al eerder geoefende) zinnen met de woorden door elkaar. Leerlingen raden de goede zin. Jigsaw Leraar zoekt setjes flashcards die bij elkaar horen, een vraag en een antwoord. Bijv. Hello! What's your name? My name is.. Elke leerling krijgt een kaartje, een vraag of een antwoord. De vragers moeten gaan lopen om te kijken wie het antwoord op hun vraag heeft. Als ze elkaar gevonden hebben lezen ze/zeggen ze de vraag en het antwoord hardop (voor). Zinnenfabriek Tabel die als spiekbriefje bij het praten kan dienen, omdat hij allemaal goede zinnen oplevert. Bijvoorbeeld: What is

your his her

name?

De leraar demonstreert eerst hoe je de tabel gebruikt, door de zinnen te zeggen en woord voor woord aan te wijzen. My His Her

name is

... ... ...

Als leerlingen er aan wennen, kunnen ze het gebruiken als spiekbriefje in een gesprekje.


12

Leerjaar 2: Bewijzenblad voor leerroute A, B, C Vak: Engels Thema 9: Guess what it is De prestatie:

Ik kan voorwerpen beschrijven.

Naam leerling: Datum beoordeling: Beoordeeld door:

Mijn prestatie : (neem hier het verslag op, of ander bewijs)

Deze standaardzinnen zijn in thema 9 aan de orde geweest:

I have got something behind my back. Can you guess what it is? Is it big? It is big, not small. It is soft, not hard. Is it cold/warm/old/new/squashy/heavy/light/ round/square Can you eat it? You can /cannot eat it. Can you use it for.. Can you wear it? Is it made of cotton/wool/stone/wood/metal? Is it an animal? Has it got legs/wings/fins/claws/fangs?


13

Totaal beoordeling: (plaats X in juiste vak) G(oed) V(oldoende) M(atig) O(nvoldoende) 4 3 2 1 ++ + --

Opdracht 1 De leraar maakt hier een passende opdracht waarin de leerling aan de hand van beoordelingspunten kan laten zien welke vaardigheden hij beheerst.

Opdracht 2 Bewijzenblad invullen Kijk naar de beoordelingspunten die de leraar voor je heeft uitgekozen. Hoe heb je het gedaan? Wat vind je er zelf van? Kruis aan. Je kan kiezen tussen: g = goed v = voldoende m = matig o = onvoldoende VOx is ontwikkeld in opdracht van OCW door KPC Groep, SLO en CED-Groep

14

Leerling Weten (=Kennis)

g

v

Leraar m

Ik kan woorden herkennen en begrijpen die te maken hebben met het beschrijven van dingen (bijv. kleur, vorm, materiaal, eigenschappen, wat je ermee kunt doen) (mondeling en schriftelijk) Ik kan vragen beantwoorden over dingen. (mondeling) Ik kan op een werkblad vragen en antwoorden bij elkaar zoeken (schriftelijk) Uitvoeren

Ik kan (quiz)vragen stellen over dingen. Ik kan iets vertellen over dingen. Ik benoem bijvoorbeeld de kleur, eigenschappen, materiaal en wat je ermee kunt doen. In kan in een luistertekst informatie over dingen begrijpen en navertellen (bijvoorbeeld de kleur, eigenschappen, materiaal en wat je ermee kunt doen.) Ik kan iets vertellen over dingen die ik leuk vind en waarom. Werkhouding Ik heb goed samengewerkt. Ik heb de Engelse themawoorden geoefend (geleerd?) Het resultaat Ik heb iets verteld over dingen die ik leuk vind en waarom. Ik heb een bewijs ingevuld en op tijd ingeleverd.


15

o

g

v

m

o

Opdracht 3 Eindgesprek Het eindgesprek met mijn leraar is gepland op ______________ (datum) Tijdens het eindgesprek gaat je leraar het bewijzenblad ook invullen en met je bespreken. Hij zal ook met jou bespreken wat je leuk en niet leuk vond en wat erg goed ging en wat minder goed. Uiteindelijk geeft je leraar jou een totaal beoordeling. Deze informatie wordt toegevoegd aan je portfolio.


16

Leerjaar 2: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A, B, C

Recommend Documents