Juryrapport Excellente Scholen Dr. Schaepmanschool, Barendrecht

Juryrapport Excellente Scholen 2015 Dr. Schaepmanschool, Barendrecht

- Jury Excellente Scholen 2015 -

Schoolrapport Excellente Scholen 2015 (po) 16BO-0 Dr. Schaepmanschool (basisonderwijs) Barendrecht en Ridderkerk Contactgegevens Naam contactpersoon Telefoonnummer Emailadres

Dhr. Rien van den Heuvel (0180) 69 02 79 [email protected]

1. Motivatie van de school om zich kandidaat te stellen De kandidaatstelling betreft de gehele Dr. Schaepmanschool, dus 16B000, 16BO01 en 16BO02. We zijn een jenaplanschool met drie locaties die erin slaagt het jenaplanconcept op een goede manier neer te zetten en dat weet te combineren met de huidige wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. De jongste studies en opvattingen over hersenontwikkeling en de mogelijkheden daarvan voor het leren en ontwikkelen van kinderen, worden meegenomen bij het vormgeven van het onderwijsaanbod. We werken vanuit passie en deskundigheid aan de ontwikkeling van ons onderwijs en streven daarin collectief eigenaarschap na. De vele bezoekers aan onze school zijn onder de indruk van de manier waarop het onderwijs vorm krijgt. Het inspectiebezoek (in het kader van de pilot toezicht 2020) gaf nog eens de bevestiging daarvan. Dit heeft ons doen besluiten om onze school kandidaat te stellen en zo de officiële erkenning te krijgen dat op de Dr. Schaepmanschool op een opvallende wijze, goed onderwijs wordt gegeven.

2.

Excellentieprofiel van de school

2.1 Beschrijving excellentieprofiel In haar aanmelding beschrijft de Dr. Schaepmanschool het excellentieprofiel, de relatie met de algemene aanpak en de doelen die ze met het excellentiebeleid beoogt, als volgt. Het excellentieprofiel van de school Het lerend systeem binnen de Dr. Schaepmanschool. Op de Dr. Schaepmanschool wordt geleerd! Iedereen die de school binnenstapt, gaat zich verwonderen, gaat vragen stellen, gaat leren en ontwikkelen. Dat geldt op de eerste plaats voor de kinderen. We prikkelen kinderen, zodat ze vragen gaan stellen. Die vragen zijn de basis voor 'willen weten en ontdekken' en voor 'willen leren'. We stimuleren de kinderen en stellen met elkaar nieuwe vragen. Dat alles gebeurt in een veilige omgeving, waarin ruimte is voor ieder kind en waar ieders talent getoond kan worden en verder ontwikkeld. Onze collega's leren. We leren samen in wisselende samenstellingen, waarbij ervaringen worden uitgewisseld en nieuwe doelen worden gesteld. We leren van en met elkaar. We geven workshops in de school voor elkaar, voor ouders en voor bezoekers. We doen dat ook buiten de school op studiedagen en conferenties. Talent wordt gestimuleerd. De ouders leren. Ouders worden uitgenodigd actief betrokken te zijn bij de school, ze worden uitgenodigd om belangrijke momenten als kringen en vieringen mee te beleven. Tijdens stamgroepavonden, informatieavonden en koffieochtenden gaan we met elkaar in gesprek over thema's. We proberen steeds theorie en praktijk met elkaar te verbinden en hebben daarover ook het gesprek.

1


Bezoekers aan onze school leren. Vooraf sturen we een bezoekerswijzer toe. Ze mogen van alles meebeleven in onze school vanuit een open houding. Die is wel voorwaarde om te ontdekken wat de school biedt aan mogelijkheden. Relatie van het profiel met de algemene aanpak door de school We zijn een jenaplanschool. We werken echt volgens dit concept en combineren dat met de huidige inzichten over goed onderwijs en ontwikkeling. Iedere keer ontdekken we weer hoe goed dit op elkaar aansluit. Het jenaplanconcept kan een goed antwoord zijn op de vraag hoe je eigentijds onderwijs vorm geeft. In het jenaplanonderwijs kennen we duidelijke uitgangspunten; de basisprincipes en sinds enige jaren de kernkwaliteiten van jenaplanonderwijs. Het gaat hierbij om relaties. De relatie van het kind met zichzelf. De relatie van het kind met de ander. De relatie van het kind met de wereld. Die kernkwaliteiten zie je terug in ons onderwijs. Je ziet ze terug in de wijze waarop we met kinderen en met elkaar omgaan. Vanuit zelfinzicht komen tot samenwerking en daardoor de wereld kunnen ontdekken en een bijdrage kunnen leveren aan een iets betere wereld/samenleving. Doelen die de school met het excellentieprofiel beoogt Een klimaat waarin vanuit veiligheid iedereen tot leren komt. Dat leren gebeurt individueel, maar vooral ook met elkaar. Hierdoor worden hoge opbrengsten bereikt in de brede zin. We willen dat kinderen zich ontwikkelen tot gelukkige kinderen met een goed zelfinzicht. Ze leren: ondernemen, plannen, samenwerken, creëren, presenteren, reflecteren en verantwoorden. Hierdoor zijn ze in staat om zich in het vervolgonderwijs en latere leven goed te ontwikkelen en zich een plek te veroveren in de samenleving en daarvoor ook iets kunnen betekenen. We willen dat collega's zich ontwikkelen tot gedreven en deskundige stamgroepleiders. Collega's die voortdurend samenwerken aan de verbetering van het onderwijs. Ze willen met elkaar leren en hun talenten gebruiken en inzetten voor de organisatie. Doelgroep Alle kinderen. 2.2 Beschrijving aanpak, resultaten, borging en evaluatie Over aanpak, resultaten, borging en evaluatie van het excellentieprofiel schrijft de school het volgende in haar aanmelding. Gehanteerde aanpak Leren doe je met elkaar in onze organisatie. Daarvoor is betrokkenheid nodig en het genereert weer betrokkenheid. Kinderen zitten in stamgroepen. Het is daarbinnen heel gewoon als je iets niet weet en als je iets al wel weet. De kinderen zorgen voor elkaar en ze helpen elkaar. Samen zijn ze er verantwoordelijk voor dat het fijn is in de groep. Collega's werken met elkaar samen op een locatie. ieder heeft zijn talenten en de een is verder in zijn ontwikkeling dan de ander. De collega's ondersteunen elkaar, leren met elkaar en zijn samen verantwoordelijk voor het leren van de kinderen in de school. De drie locaties werken met elkaar samen. Er is veel uitwisseling op alle niveaus. We ondersteunen elkaar en bevragen en stimuleren elkaar bij de ontwikkeling van het onderwijs vanuit dezelfde gezamenlijk gedragen visie. Alle collega's ervaren deel uit te maken van de gehele Dr. Schaepmanschool, samen te werken aan de ontwikkeling daarvan. De Dr. Schaepmanschool werkt samen met andere jenaplanscholen uit de regio, met andere RVKOscholen en met scholen uit het samenwerkingsverband. Er is uitwisseling en er worden de eerste audits gedaan bij elkaar.

2


Wijze waarop doelen worden gerealiseerd Jenaplanconcept – Peter Petersen. Lerende organisatie en systeemdenken – Peter Senge. Systeemdenken – Daniel Kim. Het gedachtegoed van Michael Fullan. KiVa – Rijkuniversiteit Groningen. Werken met executieve functies – Peg Dawson en Richard Guare. Visible Learning - John Hattie. Mate waarin doelen zijn gerealiseerd Er is veel samenwerking en er wordt samen geleerd. Dat gebeurt via diverse verbanden die er zijn in de organisatie. Ouders worden meegenomen bij die ontwikkelingen en groeien mee. Dat alles gebeurt vanuit een duidelijke visie op jenaplanonderwijs in combinatie met de wens een goede lerende organisatie te zijn. Er is grote betrokkenheid op elkaar en er is sprake van collectieve verantwoordelijkheid voor de hele organisatie. Ieder is trots op de Dr. Schaepmanschool. De uitkomsten van het inspectiebezoek van 10 maart 2015 zijn daarvan een mooie weergave. Als opvallend positief zijn bij de nabespreking op 13 maart ook genoemd: een breed aanbod, kindgesprekken, driehoek ouders-school-kind, didactisch handelen, positief ambitieus en doorleefd klimaat, bovengemiddelde opbrengsten, zicht op leerlingenpopulatie, passie en talent, collectief eigenaarschap. Borging We weten dat gedragsverandering veel tijd vraagt. Dus bij alles wat we ontwikkelen, zijn we ons daarvan bewust. We streven ernaar om belangrijke ontwikkelingen goed en fundamenteel te bespreken. We leggen de relatie tussen theorie en praktijk. We zoeken naar de verbindingen tussen dat wat we al doen en dat wat we willen gaan doen. We formuleren de doelen en brengen die steeds opnieuw onder de aandacht. We sluiten aan bij onze sterke jenaplanvisie. Vooral door zo veel mogelijk verbindingen te leggen ontstaat een stevig ontwikkelpad net als bij de werking van de hersenen. We werken aan collectief eigenaarschap en dat zorgt ervoor dat verworvenheden worden beschermd door alle betrokkenen. Regelmatig blijven we ons de vraag stellen: waarom doen we de dingen die we doen en doen we ze goed? We leggen steeds meer zaken vast in ‘visuals’ en in foto's en film. Die films van onze school zijn inmiddels gewild studiemateriaal in Japan. Evaluatie Ieder jaar sluiten we af met evaluaties binnen de diverse verbanden in de school. Wat ging wel goed en wat is nog niet goed gegaan? Daaruit ontstaat een prioritering. In het overleg van managementteam en interne begeleiding (MT en IB) worden die evaluaties besproken en koppelingen gemaakt voor nieuw beleid. Dat wordt ieder jaar vastgelegd in het schoolplan. De audits binnen de RVKO en de regio gebruiken we al en gaan we nog meer inzetten om ons onderwijs kritisch te laten doorlichten. 2.3 Ontwikkeling van het excellentieprofiel De school noemt in haar aanmelding de volgende plannen voor de verdere ontwikkeling van het excellentieprofiel. We willen het portfoliosysteem gaan versterken. Daarmee zullen we nog meer betekenisvol leren kunnen bewerkstelligen bij de kinderen.

3


Dit is een logisch gevolg op de reacties die uit verschillende evaluaties in bouwoverleggen en teamoverleggen naar voren kwamen. We denken daarmee ook de huidige ouder-kind-stamgroepleidergesprekken nog meer inhoud te kunnen geven. Als jenaplanschool vinden we het ontwikkelen van de zeven essenties van grote waarde. Dat is de meerwaarde van ons onderwijs. We horen dat ook van veel mensen terug. Maar het is nog niet volledig uitgewerkt en nog niet objectief meetbaar. Hier gaan we aan werken. Het is een gevolg op de vraag die ons regelmatig wordt gesteld: wat is de meerwaarde van jullie onderwijs voor kinderen? We kunnen dat uitleggen, maar willen het ook gemakkelijk inzichtelijk maken. We zijn al begonnen aan het uitwerken van de relatie tussen het jenaplanconcept en nieuwste wetenschappelijke onderzoeken op gebied van hersenwerking en we zijn bezig met een herbezinning op de doelen en werkwijze van wereldoriëntatie. Daarmee zijn we nog niet klaar. 2.4 Erkenning In haar aanmelding beschrijft de school de volgende voorbeelden waaruit blijkt dat het profiel van de school wordt erkend. Erkenning binnen de eigen omgeving Collega's hebben oprecht het gevoel in een heel stimulerende omgeving te kunnen werken. Ze voelen zich er veilig, hun talenten worden erkend en zij werken graag op onze school. Ouders herkennen die sfeer van passie voor het werk op de Dr. Schaepmanschool en zijn erg betrokken bij de school. Samenwerking als opvoeders (ouders en stamgroepleiders) vanuit een duidelijke visie zorgt voor een welbevinden bij kinderen. Kinderen, collega's en ouders ervaren successen op onze school. De ervaring om die samen te hebben bereikt, is een stimulans voor nieuwe ontwikkeling. Leren is een feest! Door voor elkaar studiemomenten en workshops te verzorgen, wordt er veel geleerd van elkaar. En dan blijkt weer hoeveel kennis er is in de school. Erkenning van buiten de school De school heeft een goede naam in jenaplankringen. We ontvingen in 2011 de Peter Petersenprijs. Die prijs is ons toegekend voor de grote waarde die de school heeft als voorbeeld van goed jenaplanonderwijs en de goede wijze waarop leiding wordt gegeven aan de school. Onze school is ook bekend in België en Japan als voorbeeld van goed jenaplanonderwijs. We ontvangen regelmatig bezoekers uit die landen. We geven hen workshops en verzorgen lezingen. We hebben een groot aandeel gehad in de ontwikkeling van jenaplanscholen in die landen. Het geven van lezingen en workshops door onze collega's zorgt voor geweldige leermomenten. Iets uitleggen aan een ander... je leert daarvan zelf het meest! Binnen de RVKO en het samenwerkingsverband staan we bekend als een vooruitstrevende school en we participeren in verschillende werkgroepen. Door regelmatig buiten de school te zijn, andere onderwijssituaties mee te maken en te praten over onderwijs verwerven we veel kennis en inzicht die we weer delen in onze eigen school. Bevindingen van de Jury Excellente Scholen ten aanzien van het excellentieprofiel De school is op 13 november 2015 bezocht door twee leden van de Jury Excellente Scholen. Hieronder beschrijven zij hun bevindingen met betrekking tot het excellentieprofiel van de school. Het excellentieprofiel van de school De school heeft een helder en voor de school relevant excellentieprofiel. De Dr. Schaepmanschool heeft drie locaties, die samen één school vormen waar onderwijs wordt gegeven vanuit een duidelijke visie en missie, die zichtbaar en merkbaar is in de hele school. De 4


principes van het jenaplanonderwijs zijn steeds de leidraad in het handelen van directie en team, en vertrekpunt bij alle ontwikkelingen die ze in gang zetten. Daarnaast hanteert de school een aantal wetenschappelijke bronnen, die eveneens inspiratie bieden, zoals het systeemdenken van Peter Senge en het zichtbaar leren van John Hattie. Het excellentieprofiel van de school wordt omschreven als een ‘lerend systeem voor leerlingen en leerkrachten’. De school hanteert een duidelijke organisatiestructuur met naast de schoolleider per locatie een locatieleider, een IB’er en drie bouwcoördinatoren. Er zijn zowel horizontaal georganiseerde overleggen, zoals de bouwoverleggen en de IB’ers-overleggen, als verticaal georganiseerde overleggen binnen een locatie. Ieder jaar is er een teamtweedaagse en zijn er twee gemeenschappelijke teambijeenkomsten waar de ontwikkelingen worden besproken en waar werkgroepen hun inbreng hebben. De werkgroepen, die schoolbreed zijn samengesteld en waarin leerkrachten en een MT-lid zitting hebben, houden zich met onderwerpen bezig die óf door het team zijn ingebracht óf door het managementteam. Een voorbeeld van de werkwijze van een werkgroep is het portfolio. Hiervoor heeft de werkgroep een workshop georganiseerd, externe deskundigheid ingehuurd en is op elke locatie geëxperimenteerd. De ervaringen hiermee kwamen weer terug in de werkgroep en zijn tijdens een studiedag met anderen op school gedeeld. In werkvergaderingen wordt ieder teamlid geïnformeerd en meegenomen in de ontwikkelingen, zodat de implementatie goed verloopt. De leerkrachten werken ook zelf met een portfolio, waarin ze hun persoonlijke leerdoelen formuleren en kunnen aangeven wat ze nodig hebben om zich verder te ontwikkelen. Deze portfolio’s zijn een onderdeel van het schoolportfolio. Kern van het onderwijs op deze jenaplanschool is dat de leerlingen zich op hun eigen wijze en in hun eigen tempo kunnen ontwikkelen. In de stamgroepen zitten leerlingen van drie leerjaren bij elkaar. Het samen doen en het leren van elkaar krijgen hier vorm. De leerkracht zorgt voor een klimaat waarin het leren van elkaar wordt gestimuleerd. In de gesprekken van de jury met ouders, leerlingen en leerkrachten komt een sterk beeld naar voren van een school die helder en consistent opereert. Door consequent de jenaplanvisie en missie als vertrekpunt te nemen, ontstaat een gemeenschappelijkheid die alle betrokkenen waarderen en die tot goede resultaten leidt. Aanpak, resultaten, borging en evaluatie De school heeft een weloverwogen aanpak met betrekking tot het excellentieprofiel. Hoewel de locaties van elkaar verschillen in leerlingenpopulatie, hanteren ze dezelfde aanpak en werkwijze. Wereldoriëntatie staat in deze aanpak centraal en is het hart van het onderwijs. Hierin komen alle vakgebieden samen. De leerkrachten maken een planning van de leerstof voor drie tot vier weken met een overzicht van de doelen voor die periode. Binnen deze doelen maken de leerlingen zelf hun weekplanning, die voor een deel bestaat uit basisstof en voor een deel uit eigen werk. Dit laatste is niet vrijblijvend, omdat daaraan dezelfde eisen worden gesteld als aan de basisstof. Voor de goed presterende leerlingen is er ander werk op niveau in de vorm van Pittige Plus Torens. Dit lesmeubel bevat extra lesstof en opdrachten, waaruit de leerlingen kunnen kiezen. Ze kunnen aangeven waar hun interesse ligt. Het extra aanbod bestaat ook uit tuinieren, techniek, koken en Frans. De school maakt hierbij gebruik van de inzet van ouders. Tijdens de rondgang door de school is de jury getuige van een filosofieles gegeven door een oma van een leerling. De jury constateert dat de weekplannen van de leerlingen heel verschillend zijn ingevuld met veel of juist weinig taken. De verklaring die de school hiervoor geeft, is dat het plannen van de leerlingen van hun weektaak gezien moet worden als een aparte leerlijn. Het is een middel om de leerlingen te laten reflecteren en steeds meer verantwoordelijk te laten zijn voor hun leerproces. Het presenteren door de leerling van wat hij of zij heeft geleerd en hierop te reflecteren is een belangrijke werkwijze binnen de school. Het zet de leerling aan tot nadenken over wat de volgende stap in het leerproces moet zijn. Dit reflecteren gebeurt direct vanaf groep 1. De jonge leerlingen zien hoe de oudere leerlingen dit doen en worden nieuwsgierig naar mogelijke vervolgstappen. De leerlingen hebben een portfolio dat eveneens wordt gebruikt om te reflecteren op het eigen leerproces en leerlingen te stimuleren steeds een stap verder te zetten. De leerlingen worden door de leerkrachten voortdurend uitgedaagd meer te doen. Dit gebeurt tijdens de instructiemomenten en in de individuele begeleiding van de leerling bijvoorbeeld tijdens gesprekjes tussendoor. Drie 5


keer per jaar heeft de leerkracht een gesprek met de ouders en de leerling. Hierin komt aan de orde wat de leerling anders zou willen doen of meer zou kunnen doen. De jury kan in het gesprek met de leerlingen kennismaken met de verschillende manieren waarop de leerlingen worden aangezet te plannen, te presenteren en te reflecteren, zoals de Klasse!kas, het leesplan van een onderbouwleerling, de Pittige Peper van een plusleerling en verslagen van presentaties. Hulpmiddel bij het leren van zowel de leerkrachten als de leerlingen vormen de ‘visuals’: een visuele weergave van wat er geleerd wordt. Bovenstaande uitgangspunten, organisatiestructuur en de ingezette ontwikkelingen hangen overzichtelijk met deze visuals in de centrale ruimte voor de leerkrachten. Voorbeelden van visuals voor de leerlingen die in de lokalen hangen, zijn posters met de doelen voor die week, met tekst of met pictogrammen, die gebruikt worden voor bijvoorbeeld het spellingsonderwijs. Ook zijn er in de lokalen veel presentaties te zien van leerresultaten van de leerlingen. De analyses van de leerresultaten van de leerlingen worden per locatie gemaakt en daarna voor de school als geheel. Het team van de Dr. Schaepmanschool weet goed te verklaren waardoor de dip in de eindopbrengsten van 2011 is ontstaan en heeft daarna maatregelen genomen om te voorkomen dat dit opnieuw kan gebeuren. Leerkrachten en leerlingen moesten zich realiseren dat de vraagstelling in een toets anders is dan de leerlingen gewend waren en dat ook ‘harde gegevens’ nodig zijn om opbrengsten in beeld te brengen. De opbrengsten van de Dr. Schaepmanschool zijn nu boven gemiddeld. Leerkrachten toetsen de individuele leerresultaten met het LOVS van Cito en met methodegebonden toetsen. De leerkrachten werken met groepsplannen, die ze twee keer per jaar met de IB’er bespreken en bijstellen. De dagelijkse evaluatiekring geeft de leerkracht de mogelijkheid de resultaten van de leerlingen op groepsniveau te bespreken. Tegelijk met de weektaken leveren de leerlingen dagelijks hun werk in dat de leerkrachten beoordelen en later bespreken. De leerkrachten werken met een logboek, dat de school zelf heeft ontwikkeld, SOES genaamd, waarmee de leerkrachten alle ontwikkelingsaspecten van elke individuele leerling kunnen volgen. De school heeft diverse werkwijzen en instrumenten, die ze deels zelf heeft ontwikkeld, om resultaten in beeld te brengen en te borgen wat er is bereikt. De ontwikkeling van het excellentieprofiel De school heeft concrete plannen om het excellentieprofiel verder te ontwikkelen. Bij de verdere ontwikkeling wil de school vooral gebruik maken van de inzichten van John Hattie en het zichtbaar maken van het leren om uiteindelijk nog meer leerrendement te halen. Dat betekent voor de school nog meer verantwoordelijkheid bij de leerlingen leggen en ze nog beter leren zichzelf te beoordelen. Leerlingen moeten een antwoord kunnen geven op de vraag wat ze aan het doen zijn, wat daarvan het doel is en welke criteria ze daarbij hanteren. Leerkrachten en leerlingen moeten dezelfde taal spreken wanneer het om leren gaat. De school pakt deze ontwikkelingen op vanuit de jenaplanvisie en het team heeft een visual gemaakt om het ontwikkelingsproces zichtbaar te maken. Erkenning excellentieprofiel Het excellentieprofiel van de school wordt zowel intern als extern erkend. De Dr. Schaepmanschool hecht grote waarde aan de samenwerking met de ouders en uit het gesprek met de ouders blijkt de jury hoe zeer dit wordt gewaardeerd. Een van de ouders uit zich zeer positief over de wijze waarop de school hun zoon met gedragsproblematiek vanwege Asperger ondersteunt en dit in nauw overleg met de ouders doet. De school ziet de ouders als de expert wanneer het gaat om hun kind, en door de gesprekken tussen leerkracht, leerling en ouder vindt er voortdurend afstemming plaats. De uitspraak van een van de ouders, “Er is een ‘wij’ hier op school”, kenmerkt de cultuur van de school. De ouders waarderen de wijze waarop de school de zelfstandigheid van de kinderen bevordert en hen stimuleert zich in te zetten voor de samenleving. Ook kritische geluiden van de ouders worden serieus genomen. De school wordt regelmatig bezocht als een goed voorbeeld van jenaplanonderwijs, waarbij de focus van de school op de individuele leerling een specifiek aandachtspunt is. Deze belangstellig komt van scholen binnen het eigen schoolbestuur, maar ook vertegenwoordigers van scholen in 6


binnen- en buitenland komen de school bezoeken of een workshop volgen. Directie en leerkrachten geven aan daar ook zelf weer veel van te leren. De jury heeft diverse referenten gevraagd of zij het excellentieprofiel van de Dr. Schaepmanschool herkennen en de algemene onderwijskwaliteit onderschrijven. De referenten omschrijven de school als excellent. Tevens hebben de referenten de indruk dat de school haar kennis en ervaring deelt met derden. Duurzaamheid excellentieprofiel Het excellentieprofiel van de school is toekomstbestendig. De jury constateert dat de school een weloverwogen aanpak heeft met betrekking tot het excellentieprofiel en dat het profiel gedragen wordt door de schoolleiding en door een enthousiast team. Door consequent en doordacht uit te gaan van het jenaplanonderwijs ontstaat er een heldere en duidelijke werkwijze met een focus op het leren van de leerlingen én de leerkrachten. Deze focus wordt door ouders en leerlingen herkend. De ontwikkeling van het excellentieprofiel is een voorzetting van een jarenlange inzet vanuit steeds dezelfde visie. De school werkt hieraan op een planmatige en gedegen wijze en dit geeft het vertrouwen voor een duurzaam vervolg.

3.

Onderwijskwaliteit

3.1 Resultaten In haar aanmelding geeft de Dr. Schaepmanschool de volgende toelichting bij haar resultaten. We hebben op dit moment ook al de uitslag van het eindonderzoek groep 8 over 2014/2015. We gebruiken het Drempelonderzoek, en de daaruit afgeleide Citoscore is: 538,3. 2014: 537,8. 2013: 538,1. Onderwijsresultaten In haar aanmelding noemt de school de volgende gebieden waarop ze zeer goede resultaten heeft geboekt. We hebben de afgelopen jaren bovengemiddelde opbrengsten behaald op de cognitieve vakken. Context waarbinnen de school werkt De school beschrijft in haar aanmelding geen specifieke omstandigheden waarbinnen ze haar werk doet. 3.2 Onderwijsproces Over aanbod, zicht op ontwikkeling, didactisch handelen en ondersteuning schrijft de school het volgende in haar aanmelding. Aanbod Eigen oordeel aanbod: Goed Binnen onze heterogene groeperingsvorm stemmen wij ons onderwijs goed af op de kinderen. We gaan uit van verschillen! We maken een drie- of vierwekelijkse planning voor de groep en differentiëren daarin naar de onderwijsbehoeften van de kinderen die we tijdens portfoliogesprekken ook met de kinderen bespreken. Wereldoriëntatie is het hart van ons onderwijs. We gebruiken hierbij de leervragen van de kinderen en combineren die met onze leerstofdoelen. Hieruit ontstaan onderzoeken waarmee de kinderen zelf aan de slag gaan en de ervaringen uit die onderzoeken worden met elkaar gedeeld. Zicht op ontwikkeling Eigen oordeel zicht op ontwikkeling: Voldoende 7


De kinderen werken vanuit doelen en stellen zichzelf doelen. Wij begeleiden de kinderen daarbij en hebben ook onze eigen doelen. We willen iets bereiken met de individuele kinderen en met de groep. Natuurlijk gebruiken we ons kindvolgsysteem om te toetsen of we de gewenste doelen ook bereiken. We volgen daarbij onze toetskalender. In besprekingen zoals bouwoverleggen en groepsbesprekingen checken we en stemmen opnieuw af. We maken kinderen eigenaar van hun leerproces door ze te laten werken met weekplannen, zichzelf doelen te stellen en te reflecteren via hun portfolio. Daaruit komen weer nieuwe doelen. Handelingsplannen worden als onderdeel van het weekplan door de kinderen opgenomen in afsprakenbladen of via een visual. We zien het als uitdaging om het portfoliogebruik nog sterker te maken. Didactisch handelen Eigen oordeel didactisch handelen: Goed Tijdens instructiemomenten met kleinere groepen kinderen in de kring gebruiken we activerende didactiek (directe instructie). De instructiemomenten worden kort gehouden. De uitleg is beknopt en gericht op het lesdoel. Onze collega's gebruiken een herkenbare structuur en gaan na of de uitleg begrepen wordt. We maken veel gebruik van concrete materialen en de kinderen krijgen variatie aan oefenstof. Er is een taakgerichte werksfeer in de groepen. We doen een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van het kind. We leren de kinderen om vragen te stellen, elkaar te helpen en samen te werken. We betrekken de kinderen bij het zicht krijgen op eigen ontwikkeling, het stellen van doelen, het ontwikkelen van kwaliteitsbesef en we leren ze te reflecteren. Daaronder ligt een goed klassenmanagement. HGW 2.0 (handelingsgericht werken) komt regelmatig aan de orde in onze bijeenkomsten en tijdens groepsbesprekingen. We ondersteunen elkaar, draaien bij elkaar mee in de groep en geven feedback. Onze IB'ers en locatieleiders zijn opgeleid als beeldcoach. Zij maken regelmatig opnames en bespreken dit met betrokken collega vanuit de krachtige momenten, en de opnames kunnen als voorbeelden van ‘good practice’ worden gebruikt bij teambijeenkomsten of bouwoverleggen. Voor nieuwe leerkrachten of collega's die van bouw wisselen, hebben we een begeleidingsplan. Ondersteuning Eigen oordeel ondersteuning: Voldoende We werken hard aan het vergroten van het scala aan begeleidingsmogelijkheden voor kinderen met bijzondere ondersteuningsbehoeften. Regelmatig slagen we daar goed in. De geweldige ontwikkeling van een aantal kinderen is daarvan het trotse bewijs. Binnen het samenwerkingsverband RiBA werken we met HIA (handelingsgericht integraal arrangeren) en SOT (schoolondersteuningsteam). We zien daarbij soms mooie ontwikkelingen. We kunnen veel! En toch... ieder kind is weer een nieuwe uitdaging. Steeds zijn we op zoek naar de juiste interventies passend bij dat ene kind. We willen meer kunnen! Daarom zijn we ook actief in ons samenwerkingsverband. We maken daar deel uit van de werkgroep inhoud. Binnen de RVKO zijn we lid van de werkgroep passend onderwijs en verzorgen presentaties. We voeren de coördinatie van het project Talent. We hebben scholing gehad rond executieve functies en passen dat natuurlijk ook toe. We zijn voortdurend in ontwikkeling. 3.3 Schoolklimaat en veiligheid In haar aanmelding merkt de school het volgende op over het klimaat en de veiligheid op school. Schoolklimaat Eigen oordeel schoolklimaat: Goed

8


Bij ieder bezoek en in diverse inspectierapporten en audits wordt het pedagogisch klimaat van onze school geroemd. Vele bezoekers spreken met grote waardering over wat we met elkaar weten te bereiken in de school. We werken er keihard aan om het pedagogisch klimaat te behouden en te versterken. Iedere dag weer. Ieder schooljaar starten we met projecten zoals Zorg voor.., Het Huis vol gevoelens en axen, de Gouden Weken. Hiermee leggen we ieder jaar de basis voor een goed groepsklimaat. De kinderen in de stamgroep hebben allemaal een nieuwe rol gekregen als jongste, middelste of oudste in de groep. Ze moeten leren daarmee om te gaan en ontdekken wat verwacht wordt bij die nieuwe rol in de groep. Drie belangrijke regels hebben we in de school. - Zorg voor jezelf. - Zorg voor de ander. - Zorg voor je omgeving. Ouders zijn meestal erg betrokken en zijn welkom in de school. Voortgangsgesprekken vinden doorgaans plaats met het kind, de ouders en de stamgroepleider. Veiligheid Eigen oordeel veiligheid: Goed De collega's werken respectvol samen. Er is aandacht en zorg voor elkaar. Het ziekteverzuim is laag. Regelmatig wordt ons gevraagd of een collega van een andere school bij ons een reïntegratieproces mag doorlopen. Ieder schooljaar beginnen we met aandacht en zorg voor een veilig groepsklimaat. We betrekken daarbij de ouders via stamgroepavonden en informatieavonden (sociale media, groepsvorming, burgerschap). We hebben een veiligheidsprotocol, pestprotocol en protocol sociale media. En vooral: als er ergens iets niet gaat, gaan we daarover in gesprek met betrokkenen. We blijven staan achter onze uitgangspunten en bespreken dat sommige dingen niet worden getolereerd in onze school. Het team heeft trainingen gevolgd: Win-Win, Responsible Thinking Process, communicatietraining Praten met ouders. Verder maken we gebruik van bronnen als Meidenvenijn is niet fijn!, Steungroepaanpak. Volgend jaar gaan we werken met het KiVa-project. Op iedere locatie is een aandachtsfunctionaris die werkt volgens het protocol kindermishandeling en huiselijk geweld. Er is ook een vertrouwenspersoon op iedere locatie. Gebruikt(e) instrument(en) en resultaat Het INK-onderzoek. Het laatste INK-onderzoek was in november 2014. Op de vragen over schoolklimaat en veiligheid scoren de kinderen vaak boven de landelijke benchmark. Ook de ouders beantwoorden de vragen boven de benchmark. Daarnaast zijn er incidenteel door Centrum Jeugd en Gezin en de GGD onderzoeken gedaan. Daarin werd steeds het beeld bevestigd dat de kinderen zich veilig voelen op school. We hebben ons aangemeld voor het KiVa-programma. Daarbij wordt twee keer per jaar een monitor afgenomen bij de kinderen van de bovenbouw. 3.4 Kwaliteitszorg en ambitie In de aanmelding geeft de school de volgende toelichtingen over evaluatie en verbetering en de kwaliteitscultuur op de school. Evaluatie en verbetering Eigen oordeel evaluatie en verbetering: Goed Waarom doen we de dingen die we doen en doen we ze goed? Deze vraag stellen we ons regelmatig op alle niveaus en in alle overleggen. Niets is vanzelfsprekend. Voortdurend reflecteren we. Dit doen we in ons MT- en IB-overleg, het stafoverleg, bouwoverleg en teamoverleg.

9


We doen het ook met de ouders en de kinderen. Reflecteren is gewoon in onze organisatie. Het pedagogisch klimaat, de veiligheid in de school zijn voorwaarden om dit ook in vertrouwen te kunnen doen. We bespreken dingen in openheid en je daarbij kwetsbaar opstellen is mogelijk in onze cultuur. Het gaat om leren van en met elkaar om samen beter te worden. Tevredenheidsonderzoeken (zoals opgegeven in de aanmelding) Afname Medewerkertevredenheid Oudertevredenheid Leerlingtevredenheid

Ja Ja Ja

Jaar afname 2014 2014 2014

Aantal respondenten 31 241 215

Gemiddelde van de school 3,6 3,5 3,3

Landelijke benchmark 3,5 3,5 3,3

Kwaliteitscultuur Eigen oordeel kwaliteitscultuur: Goed Bij de afgenomen INK in november 2014 zijn ook de volgende rapportcijfers gegeven: medewerkers 8,4 (benchmark 7,7); ouders 7,9 (benchmark 7,6); kinderen 8,3 (benchmark 8). Op de Dr. Schaepmanschool wordt geleerd! Op alle niveaus. We leren van en met elkaar. We gebruiken portfolio bij kinderen en bij collega's en op onze locaties om ontwikkeling te kunnen laten zien. Collega's helpen elkaar, bevragen elkaar en werken samen. Er worden regelmatig workshops door collega's verzorgd binnen de school voor andere collega's, ouders of bezoekers. Collega's worden gevraagd om workshops te verzorgen op conferenties of studiedagen. We gaan met ouders in gesprek over ons onderwijs tijdens koffieochtenden. We stellen een thema aan de orde, leggen daarbij de achtergrond uit en onze doelen. Ouders gaan in de groepen kijken en komen daarna weer bij elkaar om te bespreken wat is beleefd. We houden binnen ons schoolbestuur audits, en met de collega's van jenaplanscholen uit de regio werken we samen in themagroepen en daarbij horen ook bezoeken aan de andere school. Bevindingen van de Jury Excellente Scholen ten aanzien van de algemene onderwijskwaliteit Toelichting werkwijze jury Bij het onderzoek naar de algemene onderwijskwaliteit worden de volgende aspecten betrokken: resultaten, onderwijsproces, schoolklimaat en veiligheid, en kwaliteitszorg en ambitie. Scholen hebben zichzelf beoordeeld op basis van een aantal kwaliteitsstandaarden. De kwaliteitsstandaarden behorend bij onderwijsproces, schoolklimaat en veiligheid, en kwaliteitszorg en ambitie zijn met toelichting opgenomen in de bijlage van het juryrapport. Het eigen oordeel van de school is opgenomen in hoofdstuk 3 van dit rapport. De jury voert geen eigen onderzoek uit naar de kwaliteit van deze standaarden. Wel toetst zij of in haar onderzoek naar het excellentieprofiel contra-indicaties naar voren komen die tot een oordeel leiden dat afwijkt van het eigen oordeel van de school. Tijdens het schoolbezoek is de jury gekomen tot de volgende bevindingen ten aanzien van de algemene onderwijskwaliteit van de school. Resultaten Eindresultaten verplicht curriculum: de leerlingen behalen cognitieve eindresultaten die gezien kenmerken en beginniveau van de leerlingen ten minste in overstemming zijn met wat van een goede school verwacht mag worden. Na een lichte dip in 2011 is de school zich gaan herbezinnen op de aanvankelijk kritische houding ten opzichte van gestandaardiseerde toetsen. Het team realiseerde zich dat de leerlingen onvoldoende gewend waren aan de specifieke vraagstelling in toetsen en de daarbij gewenste 10


leerstrategie. Het onderkent sindsdien meer de (reflectieve en evaluatieve) waarde van toetsen en is sindsdien bereid kinderen beter voor te bereiden op de aard en inhoud van toetsen. De laatste drie schooljaren laat de Dr. Schaepmanschool bovengemiddelde prestaties op de Cito-eindtoets zien. Resultaten niet verplicht curriculum: de school kan op andere gebieden dan het verplichte curriculum het bereikte niveau zichtbaar maken. De aandacht voor brede ontwikkeling zit in ‘het dna’ van de school. Ze werkt consequent vanuit een holistisch kindbeeld. Wereldoriëntatie is de spil van het onderwijs. Hierbinnen zoekt ze naar de verbinding met de overige vakgebieden, zoals taal en rekenen. Uit de werkstukken, presentaties en verslagen die de kinderen maken, blijkt dat de aandacht voor niet-verplichte onderdelen zichtbaar vruchten afwerpt. Onderwijsproces Aanbod: het aanbod bereidt de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. Door de leerlingen nadrukkelijk te betrekken bij hun periode-, week- en dagplanning wordt de basis gelegd voor zelfsturend leren. Ook de reflecties op het eigen leren krijgt specifieke aandacht, onder andere door te werken met portfolio’s. Binnen de onderzoeksactiviteiten worden leerlingen uitgedaagd antwoorden te krijgen op diverse vraagstukken buiten het reguliere curriculum om. Zicht op ontwikkeling: de leraren volgen en analyseren de ontwikkeling van alle leerlingen met als doel het onderwijs voor hen vorm te geven. De Dr. Schaepmanschool werkt met zowel een zelf ontwikkeld kindvolgsysteem als een groepsvolgsysteem. Volgens de richtlijnen van de toetskalender zijn er drie keer per jaar gesprekken op bouwniveau en met ouders en kinderen. Handelingsplannen worden op basis van gegevens uit het volgsysteem in de weekplannen van de leerlingen opgenomen. De school is ambitieus en wil het gebruik van het portfolio (op alle niveaus) nog sterker uitwerken. Didactisch handelen: het didactisch handelen van de leraren stelt de leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. De leerkrachten hanteren verschillende werkvormen die ook passen binnen het jenaplanonderwijs. Een van die werkvormen is het kringgesprek. De week eindigt met een viering waarbij leerlingen aan alle andere leerlingen van de locatie presenteren wat er die week is geleerd. Familie en ouders kunnen hierbij aanwezig zijn. Ondersteuning: leerlingen die dat nodig hebben, ontvangen extra aanbod en ondersteuning. Er is sprake van een verregaande differentiatie. Leerlingen die dit aankunnen, werken zelfstandig, soms buiten de klas, aan extra taken, bijvoorbeeld uit de Pittige Plus Torens. Hierdoor is er gelegenheid om kinderen die meer instructie of ondersteuning nodig hebben, extra te begeleiden binnen de klas. Schoolklimaat en veiligheid Schoolklimaat: de school kent een ambitieus en stimulerend klimaat. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. Door het motto van de school ‘Leren zichtbaar maken’ consequent op alle niveaus door te voeren, is er sprake van een professionele, op leren gerichte gemeenschap. Veiligheid: schoolleiding en leraren waarborgen een veilige, respectvolle en betrokken omgeving voor leerlingen en leraren. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. Uit alles wat de jury heeft waargenomen, blijkt een grondhouding van respect en 11


waardering voor elkaar. Dit komt tot uiting in de manier waarop de school met en over ouders en leerlingen spreekt en de wijze waarop de drie locaties voortdurend met elkaar in gesprek zijn over de ontwikkeling van de school als leefgemeenschap. Kwaliteitszorg en ambitie Evaluatie en verbetering: de school heeft vanuit haar maatschappelijke opdracht ambities en doelen geformuleerd, evalueert regelmatig de realisatie en verbetert op basis daarvan systematisch haar onderwijs. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. De jury heeft een enthousiast en professioneel team gezien, dat gericht is op een optimale ontwikkeling van alle leerlingen. De school maakt veelvuldig gebruik van nieuwe wetenschappelijke inzichten. Het systematisch volgen van de ontwikkeling van de leerlingen met behulp van het Citoleerlingvolgsysteem is nog vrij pril. Het team ziet echter steeds meer mogelijkheden om gestandaardiseerde toetsen te integreren met haar manier van werken volgens de jenaplanprincipes. Kwaliteitscultuur: de school kent een professionele kwaliteitscultuur en functioneert transparant en integer. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. Het team van de Dr. Schaepmanschool toont een reflectieve houding. De jury krijgt inzage in gevraagde documenten en maakt kennis met een open en op leren gericht managementteam.

4.

Conclusie van de jury

De Dr. Schaepmanschool is een grote jenaplanschool verdeeld over drie locaties in Barendrecht en Ridderkerk. Het valt onmiddellijk op dat de drie locaties samen één school vormen met een sterke visie op onderwijs en ontwikkeling. Ze hebben een gemeenschappelijke taal ontwikkeld als het gaat om bedoelingen, inhouden en werkwijzen. De eenduidige benadering leidt tot een voorspelbare en inzichtelijke structuur voor leerkrachten, kinderen en ouders. Dit ‘lerend systeem voor leerkrachten en leerlingen’, zoals de school haar excellentieprofiel omschrijft, komt het meest concreet tot uiting in de vele visuals die op alle plekken in de school te vinden zijn. Ze fungeren als een soort houvast, een leidraad voor managementteam, leerkrachten, kinderen en ouders. Er wordt met hart en ziel gewerkt aan hoogwaardig onderwijs op maat. Leerlingen worden van meet af aan uitgenodigd om hun eigen leerproces mede vorm te geven. De bereikte onderwijsresultaten zijn structureel goed te noemen. Daarnaast lijkt de nadrukkelijke aandacht voor de minder schoolse vaardigheden, zoals persoonsvorming, ook vruchten af te werpen. Leerlingen gaan volgens eigen zeggen en volgens leerkrachten en ouders met veel plezier naar school en voelen zich sterk betrokken bij hun eigen ontwikkelingsproces. Ze hebben een realistisch zelfbeeld en kunnen in toenemende mate helder aangeven wat hun onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is. Alles overziende is de jury van oordeel dat de Dr. Schaepmanschool op basis van de door de jury waargenomen kenmerken en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School primair onderwijs toekomt.

12


Bijlage – zelfevaluatie algemene onderwijskwaliteit Primair onderwijs Scholen hebben zichzelf beoordeeld op basis van onderstaande kwaliteitsstandaarden met bijbehorende omschrijving. Scholen kregen het verzoek hun oordeel te waarderen op deze standaarden en dit oordeel te onderbouwen. Deze inbreng is opgenomen in het juryrapport over de school. 1. ONDERWIJSPROCES 1.1 Aanbod Het aanbod bereidt de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving. De leraren bieden een breed, eigentijds en op de kerndoelen gebaseerd aanbod. Binnen de kaders van de wet maken zij keuzen in het aanbod, waardoor zij deze afstemmen op de onderwijsbehoeften die kenmerkend zijn voor de leerlingenpopulatie. De school heeft bovendien een aanbod voor de referentieniveaus taal en rekenen dat past bij het niveau van alle leerlingen. De leraren hanteren leermiddelen die afgestemd zijn op de ontwikkelingsfase van de leerlingen. Het aanbod sluit aan op het niveau van de leerlingen bij binnenkomst van de school en bereidt hen voor op het aanbod bij de start van het vervolgonderwijs. Daar tussenin verdelen de leraren de leerinhouden evenwichtig en in samenhang over de leerjaren. Het aanbod draagt bij aan de basiswaarden van de democratische rechtsstaat. 1.2 Zicht op ontwikkeling De leraren volgen en analyseren de ontwikkeling van alle leerlingen met als doel het onderwijs voor hen vorm te geven. De leraren verzamelen voortdurend systematische informatie over de ontwikkeling van hun leerlingen. Zij gaan regelmatig na in welke mate de leerlingen profiteren van het geboden onderwijs en hoe de ontwikkeling van leerlingen verloopt uitgaand van de eigen capaciteiten en ten opzichte van leeftijdgenoten. Wanneer leerlingen het onderwijs niet genoeg lijken te benutten, gaat de school na waar de ontwikkeling stagneert en wat mogelijke verklaringen hiervoor zijn. De leraren gebruiken al deze informatie vervolgens om het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van zowel groepen leerlingen als individuele leerlingen. De leraren hanteren daarbij een cyclische aanpak. 1.3 Didactisch handelen Het didactisch handelen van de leraren stelt de leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling. De leraren plannen en structureren hun handelen met behulp van de informatie die zij over de leerlingen hebben, en stimuleren een brede ontwikkeling. Het team handelt op basis van een samenhangend en consistent pedagogisch-didactisch concept. De leraren zorgen voor effectieve instructies: aansprekend, doelmatig en interactief. Ze geven blijk van hoge verwachtingen en reageren positief op de inbreng van leerlingen, waardoor deze zich ondersteund en uitgedaagd voelen. Bij de instructies en opdrachten gebruiken de leraren passende vakdidactische principes en werkvormen. Ook zorgen zij ervoor dat het niveau van hun lessen past bij het beoogde eindniveau. Zij stemmen de instructies en opdrachten af op de behoeften van groepen en individuele leerlingen, zodat alle leerlingen actief, gemotiveerd en betrokken zijn en de beschikbare tijd effectief besteden. Tijdens de (leer)activiteiten gaan de leraren na of de leerlingen de leerstof en de opdrachten begrijpen. Daarbij geven de leraren de leerlingen directe en individuele feedback op hun werken en leren. 1.4 Ondersteuning Leerlingen die dat nodig hebben, ontvangen extra aanbod en ondersteuning. De school heeft voor leerlingen met bijzondere ondersteuningsbehoeften extra aanbod en begeleiding gepland. Deze ondersteuning is gericht op het (ontwikkelings)perspectief van de leerling. Voor de leerlingen die structureel onderwijsaanbod krijgen op een ander niveau dan de 13


leeftijdsgroep of extra bekostigd worden vanuit het samenwerkingsverband, stelt de school een (ontwikkelings)perspectief op. De school evalueert regelmatig of de extra ondersteuning het gewenste effect heeft en stelt deze zo nodig bij. 2. SCHOOLKLIMAAT & VEILIGHEID 2.1 Schoolklimaat De school kent een ambitieus en stimulerend klimaat. De schoolleiding en de leraren creëren een stimulerend en ambitieus pedagogisch en didactisch klimaat. Er zijn duidelijke regels en er heerst een voorspelbaar en betrouwbaar positief klimaat waarin afspraken nagekomen worden. Schoolleiding en leraren kennen een focus op persoonlijke ontwikkeling en leren, waarin alle leerlingen gezien worden en zich betrokken voelen bij de schoolgemeenschap. Het schoolklimaat is ondersteunend voor de cognitieve en sociale ontwikkeling. 2.2 Veiligheid Schoolleiding en leraren waarborgen een veilige, respectvolle en betrokken omgeving voor leerlingen en leraren. Schoolleiding en leraren waarborgen de veiligheid van de school en de omgeving voor alle leerlingen en het personeel. Leerlingen, leraren, schoolleiding en overig personeel gaan respectvol en betrokken met elkaar om. De leraren brengen leerlingen sociale competenties bij en tonen voorbeeldgedrag. Schoolleiding en leraren voorkomen pesten, agressie en geweld in elke vorm en treden zo nodig snel en adequaat op. De school heeft daarvoor een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen, registreren, afhandelen en evalueren van incidenten. Het beleid voorziet ook in een regelmatige meting van de veiligheidsbeleving van de leerlingen en het personeel. De school heeft een vertrouwenspersoon. Alle betrokkenen kennen dit beleid. 3. KWALITEITSZORG EN AMBITIE 3.1 Evaluatie en verbetering De school heeft vanuit haar maatschappelijke opdracht ambities en doelen geformuleerd, evalueert regelmatig de realisatie en verbetert op basis daarvan systematisch haar onderwijs. De school weet – rekening houdend met haar maatschappelijke opdracht en kenmerken van de leerlingenpopulatie – waarin zij zich wil onderscheiden, c.q. profileren, en heeft daaruit toetsbare doelen afgeleid voor de korte en middellange termijn. De kwaliteitszorg heeft in elk geval betrekking op de resultaten, het onderwijsproces waaronder het aanbod, het schoolklimaat en de veiligheid. De schoolleiding en de leraren beoordelen systematisch maatregelen en instrumenten om te waarborgen dat het personeel bekwaam is en deze bekwaamheid onderhoudt. De school betrekt onafhankelijke deskundigen en belanghebbenden bij deze beoordeling en analyseert de relatie tussen de resultaten en de financiële voorzieningen en wettelijke vereisten. De evaluaties leiden tot toegankelijke managementinformatie. Waar nodig voert de school planmatig verbeteringen door die voldoende ambitieus zijn en aansluiten bij de evaluaties. 3.2 Kwaliteitscultuur De school kent een professionele kwaliteitscultuur en functioneert transparant en integer. Het beleid van de school om haar visie op de onderwijskwaliteit en ambities te realiseren, wordt door de leraren breed gedragen. Er is een grote bereidheid om gezamenlijk het onderwijs te verbeteren. Het bestuur en de schoolleiding vertonen onderwijskundig leiderschap en kwaliteitsbewustzijn. Er wordt gehandeld vanuit een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling tussen alle geledingen in de instelling. De schoolleiding, leraren en het ondersteunend personeel werken gezamenlijk aan een voortdurende verbetering van hun professionaliteit. Leraren en andere betrokkenen bij de school werken resultaatgericht, zijn aanspreekbaar op gemaakte afspraken en zijn zich bewust van de effecten van hun handelen op de onderwijskwaliteit en op de ontwikkeling van de leerlingen. De school werkt vanuit een transparante en integere cultuur waarin sprake is van zichtbaar zorgvuldig handelen. 14

Juryrapport Excellente Scholen Dr. Schaepmanschool, Barendrecht

Recommend Documents