Juryrapport Excellente Scholen 2015 Goois Lyceum (havo), Bussum
- Jury Excellente Scholen 2015 -
Schoolrapport Excellente Scholen 2015 (vo) 14SM-0 Goois Lyceum (havo) Bussum Contactgegevens Naam contactpersoon Telefoonnummer Emailadres
Dhr. Ajolt Elsakkers 06-53 14 31 81
[email protected]
1. Motivatie van de school om zich kandidaat te stellen Leerlingen, ouders en docenten ervaren het Goois Lyceum als een excellente school. Als directie vinden wij dat ook, maar we hechten daarnaast aan erkenning door een onafhankelijke beoordelaar. Het succes van het Goois Lyceum is gebaseerd op inspirerend onderwijs op maat, dat opbrengstgericht wordt gegeven en sterk cyclisch wordt geborgd. We leren van wat we doen. De objectieve feedback die we verwachten te ontvangen tijdens deze aanmeldingsprocedure ondersteunt ons streven naar verdere verbetering.
2.
Excellentieprofiel van de school
2.1 Beschrijving excellentieprofiel In haar aanmelding beschrijft de het Goois Lyceum het excellentieprofiel, de relatie met de algemene aanpak en de doelen die ze met het excellentiebeleid beoogt, als volgt. Het excellentieprofiel van de school Het excellentieprofiel van het Goois Lyceum heeft twee pijlers. 1 Stromen Alle onderbouwleerlingen zitten in een stroom, waarbij één vak op projectmatige wijze wordt aangeboden. Op deze wijze komen ze in aanraking met de 21e-eeuwse vaardigheden als onderzoek doen, samenwerken, oplossingen zoeken, presenteren, communiceren met een opdrachtgever, omgaan met tegenslagen en efficiënt ICT-gebruik. Leerlingen kiezen uit de volgende stromen: kunst en media, geschiedenis en omgeving, capita selecta (gymnasium) en onderzoeken en ontwerpen (technasium). In de bovenbouw wordt alleen onderzoeken en ontwerpen (technasium) aangeboden. Het onderscheidende vak dat elke stroom specifiek maakt staat voor 3-5 uur (50 minuten) op de lessentabel, dat is ongeveer 10% van alle lessen. Daarmee bereiken we dat leerlingen iets te kiezen hebben en dat de school beter bij hun interesses aansluit. Tegelijkertijd kunnen we de leerlingen kennis laten maken met vaardigheden die in de reguliere lessen minder aan bod komen. 2 Excellentieprogramma Goede leerlingen kunnen deelnemen aan een van de projecten van het excellentieprogramma. Het programma bestaat uit een breed aanbod verdeeld over alle vakken. De looptijd is meestal tien weken, maar kortere en langere vormen komen ook voor. Het programma richt zich op de bovenbouw van havo en vwo met een pilot in vwo 2. De docent kiest een geschikte didactische vorm (en dat is zelden klassikaal lesgeven). De projecten vinden tijdens de lessen plaats, wat betekent dat leerlingen soms een reguliere les missen. Daarbij is het uitgangspunt dat we goede leerlingen ándere lessen moeten aanbieden in plaats van méér lessen. Zeer goede bètaleerlingen kunnen in 5 en 6 vwo deelnemen aan het U-Talent-programma dat we in samenwerking met het Junior College Utrecht uitvoeren. Deze leerlingen volgen twee dagen in de maand extra lessen aan de Universiteit Utrecht. In 2015/2016 start in 4 havo een vergelijkbare pilot voor de betere bètaleerlingen. 1
- Jury Excellente Scholen 2015 -
In aanvulling op het excellentieprogramma kunnen leerlingen uit alle jaarlagen deelnemen aan trainingen die voorbereiden op een van de Cambridge-certificaten. Relatie van het profiel met de algemene aanpak door de school De stromen waarin de 21e-eeuwse vaardigheden aan bod komen, zijn een zeer goede aanvulling op het reguliere lesprogramma. Deze organisatievorm geeft ons de mogelijkheid om iets wat we goed kunnen, les geven, een meerwaarde te geven in de vorm van projecten waarin het geleerde op een andere manier wordt toegepast. Bij projecten hebben leerlingen vaak keuzemogelijkheden waardoor ze meer intrinsiek gemotiveerd zijn. Vaak wordt er met externe opdrachtgevers gewerkt die allerlei eisen en wensen hebben. Voor de leerlingen is dit een heel rijke ervaring. Het excellentieprogramma is bedoeld voor de betere leerlingen die een extra uitdaging kunnen gebruiken en zo af en toe een reguliere les kunnen missen. Beide aspecten van het excellentieprofiel verhogen de motivatie van zowel de leerlingen als de docenten. Want ook docenten ervaren het werken binnen een stroom of een excellentieproject als plezierig en uitdagend. Daarnaast is er een kruisbestuiving tussen de projecten binnen de stromen, de excellentieprojecten en de reguliere lessen. Per saldo heeft dit een positief effect op alle lessen. Doelen die de school met het excellentieprofiel beoogt Het doel van de stromen is om leerlingen een keuze aan te bieden (differentiatie naar interesse) en ze op een natuurlijke wijze in aanraking te laten komen met de 21e-eeuwse vaardigheden door het geleerde in projecten toe te passen. We beogen daarmee een optimale balans tussen kennis en vaardigheden aan te brengen. Het doel van het excellentieprogramma is om de betere leerlingen meer uitdaging en een bredere academische vorming aan te bieden (differentiatie naar niveau). We willen daarmee bereiken dat goede leerlingen net zo veel tijd en aandacht van ons krijgen als de andere leerlingen. Doelgroep Alle onderbouwleerlingen behoren tot de doelgroep. Vrijwel alle leerlingen vinden het prettig om zelf keuzes te kunnen maken en zo af en toe op een ‘niet-klassikale’ manier met een thema om te gaan. Daarom sluiten de stromen goed aan bij deze doelgroep. Een deel van de betere bovenbouwleerlingen zoekt een extra uitdaging op school. Voor hen is het excellentieprogramma bedoeld. Bij voldoende capaciteit zijn de leerlingen vrij om wel of niet aan een of meer projecten deel te nemen. Dat betekent dat we altijd met intrinsiek gemotiveerde leerlingen te maken hebben, die precies krijgen wat ze zoeken. 2.2 Beschrijving aanpak, resultaten, borging en evaluatie Over aanpak, resultaten, borging en evaluatie van het excellentieprofiel schrijft de school het volgende in haar aanmelding. Gehanteerde aanpak Voor het excellentieprogramma en voor de stromen zijn coördinatoren aangesteld. Zij stellen jaarlijks een plan op, bewaken het budget, organiseren de uitvoering, zorgen dat de evaluaties plaatsvinden en maken vervolgens een nieuw plan. De coördinatoren rapporteren aan een lid van de schoolleiding. In het jaarrooster zijn vaste momenten opgenomen voor overleg tussen de coördinatoren en de betrokken docenten. Wijze waarop doelen worden gerealiseerd Uitgangspunt is dat motivatie en kwaliteit maximaal zijn als er ruimte is voor meesterschap, autonomie en zingeving (ontleend aan Daniel Pink). Binnen het excellentieprogramma is dit in hoge mate het geval zowel voor docenten als voor leerlingen. Er is ruimte voor docenten om de didactische vorm aan te passen aan de lesstof of het onderwerp. En in de meeste gevallen is een grote eigen inbreng van deelnemende leerlingen mogelijk. 2
- Jury Excellente Scholen 2015 -
De aandacht voor 21st Century Skills is een internationale trend die gezien kan worden als een reactie op globalisering en de daarmee gepaard gaande snelle verandering van onze economie en de nog altijd groeiende rol van ICT. Er is geen organisatie die het belang van ‘life long learning’ niet benadrukt. De aanname is dat vaardigheden op lange termijn ten minste zo duurzaam en relevant zullen zijn als kennis. Het excellentieprogramma voor goede leerlingen is een vorm van externe differentiatie (leerlingen van hetzelfde niveau bij elkaar). Dit heeft als voordeel dat het op kleine schaal goed te organiseren is en dat het goed werkt. We experimenteren ook met interne differentiatie (verschillende didactiek of lesstof aanbieden binnen een klas of groep). Wij vinden het moeilijk dit voor elkaar te krijgen en de wetenschappelijke literatuur is niet eenduidig op dit punt. Er is een pilot begonnen met het gebruik van Chromebooks in de klas. De belangrijkste vraag waar we meer duidelijkheid over willen krijgen is hoe de Chromebooks de didactiek van de lessen kunnen versterken. Mate waarin doelen zijn gerealiseerd Ruim 20% van de bovenbouwleerlingen neemt deel aan het excellentieprogramma. De evaluaties van de leerlingen en docenten zijn positief. De stromen, waaronder het technasium, hebben een positief effect op de aanmelding voor de brugklas. Ook hier laten de leerlingevaluaties een positief beeld zien. Onze leerlingen leren veel vaardigheden. Dit is lastig te meten, maar we zien bijvoorbeeld bij het werken aan het profielwerkstuk dat onze leerlingen sterk zijn in het opzetten van een onderzoek, in effectieve samenwerking en het geven van een goede presentatie. Borging Verantwoordelijkheden liggen bij de coördinatoren, die rapporteren aan de schoolleiding. Alle activiteiten worden geëvalueerd op basis van leerlingenquêtes en gesprekken met ouders. Zo nodig worden onderdelen van het programma aangepast. Het technasium heeft elke twee jaar een externe audit die wordt uitgevoerd door de Stichting Technasium. Een deel van excellentieprogramma wordt gecontroleerd en gecertificeerd door het Junior College Utrecht. Wij hebben een eigen format voor evaluatie van alle excellentieprogramma’s ontwikkeld, dat altijd met de betrokkenen gezamenlijk wordt besproken teneinde zo objectief mogelijk een activiteitenprogramma voor het volgende schooljaar op te kunnen stellen. Evaluatie Alle onderdelen van het excellentieprofiel (stromen en excellentieprogramma) worden door leerlingen en docenten geëvalueerd. In de meeste gevallen gebeurt dit aan de hand van standaardvragenlijsten. Op basis hiervan worden de nieuwe plannen gemaakt. Voor het excellentieprogramma wordt hiervoor het jaarlijkse Sankofa-moment in mei gebruikt (Sankofa is een mythische vogel die achterom kijkt om te leren van het verleden). In de schoolleiding wordt jaarlijks besproken of het totale aanbod nog passend is bij de situatie van de school. 2.3 Ontwikkeling van het excellentieprofiel De school noemt in haar aanmelding de volgende plannen voor de verdere ontwikkeling van het excellentieprofiel. Er is op dit moment geen noodzaak voor grote aanpassingen. In 2015/2016 zullen selectieve verbeteringen en aanpassingen binnen het bestaande programma worden uitgevoerd. Er is een lichte groei van het aantal excellentieprojecten, met name voor de havo. Daarnaast wordt de communicatie over de excellentieprojecten verbeterd. In de aanloop naar het schoolplan 2016-2020 zullen de huidige keuzes opnieuw bekeken worden in het licht van de dan geformuleerde doelen van het Goois Lyceum. Bij dit proces worden ook ouders en de directeuren van de lokale basisscholen betrokken.
3
- Jury Excellente Scholen 2015 -
2.4 Erkenning In haar aanmelding beschrijft de school de volgende voorbeelden waaruit blijkt dat het profiel van de school wordt erkend. Erkenning binnen de eigen omgeving Het is een keuze geweest om veel verschillende docenten te betrekken bij de verschillende excellentieprojecten of een van de stromen. Daardoor profiteren we van veel kennis en ervaring en worden de opgedane kennis en ervaring breed gedeeld. Bovendien levert deze aanpak groot draagvlak op binnen de school. Erkenning van buiten de school De externe erkenning blijkt uit de toekenning van het predicaat Excellente School (2012 vwo en gymnasium, 2013 havo en vwo, 2014 havo en vwo). Het technasium heeft een zeer positieve beoordeling ontvangen na afloop van de tweejaarlijkse audit. Als eerste in de Benelux is het Goois Lyceum officieel erkend als Cambridge English School vanwege de kwaliteit en omvang van het trainingsprogramma. Leden van de schoolleiding en de coördinatoren delen met enige regelmaat hun ervaring tijdens overleg met andere scholen. Bevindingen van de Jury Excellente Scholen ten aanzien van het excellentieprofiel De school is op 28 oktober 2015 bezocht door twee leden van de Jury Excellente Scholen. Hieronder beschrijven zij hun bevindingen met betrekking tot het excellentieprofiel van de school. Het excellentieprofiel van de school De school heeft een helder en voor de school relevant excellentieprofiel. Het excellentieprofiel van de afdeling havo van het Goois Lyceum bestaat uit twee pijlers: een voor de onderbouw en een voor de bovenbouw. Voor de onderbouw bestaat de pijler uit drie stromen die voor vaste uren (drie tot vijf) op de lessentabel staan: kunst en media, geschiedenis en omgeving, en onderzoeken en ontwerpen. Voor de bovenbouw bestaat de pijler sinds vorig jaar uit het excellentieprogramma. Dit programma biedt thema’s aan uit een bepaald vak(gebied) die leerlingen kunnen kiezen in plaats van de reguliere les in dat vak. Zo’n thema heeft een tijdsbeslag van circa tien weken. Leerlingen kunnen dus meerdere keren per schooljaar kiezen als zij dat willen. Binnen het programma zijn nog niet alle thema’s ontwikkeld; het wordt de komende tijd stapsgewijs ingevoerd in de bovenbouw van de havo-afdeling. Onderzoeken en ontwerpen (O&O) in de bovenbouw staat inmiddels goed op de kaart en vormt met O&O in de onderbouw samen het technasium. De leerlingen uit leerjaar 5 van de havo hebben vorig schooljaar voor het eerst succesvol aan het examen meegedaan. In aanvulling op het excellentieprogramma wordt Cambridge Engels op alle niveaus aangeboden, ook voor havisten die daar belangstelling voor hebben. Voor een beperkt aantal havisten is deelname aan U-Talent mogelijk, vooralsnog alleen als programma op de school en nog niet op de locatie van de Universiteit. Dit excellentieprofiel past bij de integrale aanpak van de school om differentiatie te bevorderen. Het doel is het zelfvertrouwen van leerlingen te versterken door succeservaringen, betekenisvol te leren en 21e-eeuwse vaardigheden bij te brengen. De doelgroep bestaat uit alle leerlingen van de onderbouw, en in de bovenbouw uit leerlingen die deze kansen willen benutten, en het excellentieprogramma is vooral ook bedoeld voor de onderpresteerders om hen uit de dagen hun potentieel beter te benutten. De projecten en thema’s zijn planmatig en cyclisch van opzet, dat wil zeggen dat de systematiek van kwaliteitszorg van de school daarop van toepassing is. De betrokken organisaties rond technasium en Cambridge Engels hanteren hun eigen kwaliteitssystemen via audits. De afdeling havo heeft een helder en voor de havo relevant excellentieprofiel.
4
- Jury Excellente Scholen 2015 -
Aanpak, resultaten, borging en evaluatie De school heeft een weloverwogen aanpak met betrekking tot het excellentieprofiel. De aanpak van het excellentieprofiel is gebaseerd op het idee ‘85/15’. Van de totale onderwijstijd wordt 85 procent besteed aan het voorgeschreven curriculum en 15 procent is meer gericht op onderwijs dat past bij de persoonlijke interesse van de leerling. Het thematisch onderwijs in de stromen en in het excellentieprogramma valt onder de 15 procent en komt daaraan tegemoet, omdat er wat te kiezen valt voor de leerling. Daarnaast kunnen zij de 21e-eeuwse vaardigheden toepassen in de stromen en het excellentieprogramma. Dat helpt de leerlingen niet alleen bij het maken van bijvoorbeeld een profielwerkstuk, maar bereidt hen ook voor op de eisen van het vervolgonderwijs en de maatschappij waarin zij straks participeren. De aanpak van het excellentieprogramma in de bovenbouw kan frictie opleveren (zoals bij het vwo dreigt te gebeuren) wanneer leerlingen het vak dat zij anders in de reguliere les volgen, minder aandacht geven, waardoor de docent zijn examenresultaten niet op niveau kan houden. Dit is op de havo nog niet aan de orde, omdat het vooralsnog beperkte excellentieprogramma hier op de dinsdag ingeroosterd is en de meeste reguliere lessen dan vervallen in verband met vergaderplanning. Het vernieuwde aanbod op de havo bereikt zijn doel. Het team van docenten ziet dat leerlingen willen werken en minder uit de les gestuurd worden. Het heeft elan gebracht en bevordert de teamvorming – ook onder de betrokken teamleden van de afdeling havo. Ook het oefenen van vaardigheden werpt aantoonbaar vruchten af. Docenten in de bovenbouw ervaren dat de profielwerkstukken van hogere kwaliteit zijn en leerlingen bijvoorbeeld vaardiger zijn in het opzetten van een onderzoek, het zoeken van informatie, en dat ze het profielwerkstuk op bijna professionele wijze kunnen presenteren aan een groter gezelschap. De kwaliteit van het technasium wordt gemonitord door de regiogroep Technasium Noord en is inmiddels gecertificeerd via een audit. De afdeling havo van het Goois Lyceum heeft een weloverwogen aanpak met betrekking tot het excellentieprofiel, passend bij de doelstellingen van de school, concludeert de jury. De ontwikkeling van het excellentieprofiel De school heeft concrete plannen om het excellentieprofiel verder te ontwikkelen. Het stromenprogramma wordt jaarlijks met betrokkenen geëvalueerd en bijgesteld, mede ook afhankelijk van actuele maatschappelijke ontwikkelingen. Het opbouwen van een portfolio is nu in gang gezet, bijvoorbeeld rond het lezen van boeken, en wordt de komende jaren uitgebouwd. De school breidt het excellentieprogramma in de bovenbouw thema voor thema uit, afhankelijk van de expertise van de docenten. U-Talent is nu nog een programma op de school, maar de Universiteit Utrecht heeft toegezegd ook voor de havisten een programma op locatie te realiseren; het is alleen wat vertraagd. De conclusie van de jury is dat de afdeling havo concrete plannen heeft om het excellentieprofiel verder te ontwikkelen, vooral het excellentieprogramma in de bovenbouw. Erkenning excellentieprofiel Het excellentieprofiel van de school wordt zowel intern als extern erkend. Het stromenprogramma in de onderbouw kon bij de lancering een aantal jaren geleden niet op een breed draagvlak van docenten rekenen, omdat het ten koste ging van de beschikbare uren per vak. De afgelopen jaren is er nieuw bloed in het docententeam gekomen en de kritisch geluiden zijn verstomd. De toegevoegde waarde wordt erkend. Wel dreigt er opnieuw enige onrust (vooral in het vwo) door de frictie tussen de ambities van de gedifferentieerde uitstroom en het vasthouden van een hoog niveau van de examenresultaten van de examenvakken. Dit speelt op de havo minder, omdat de examenresultaten stabiel van een hoog niveau zijn en de leerlingen meer gemotiveerd zijn geraakt. Het excellentieprogramma is ook nog in opbouw. Extern krijgt de school erkenning als Cambridge English School, als een gecertificeerde technasiumafdeling en niet te vergeten met de predicaten Excellente School van de afgelopen drie jaren (voor havo: twee). 5
- Jury Excellente Scholen 2015 -
De jury heeft diverse referenten gevraagd of zij het excellentieprofiel van het Goois Lyceum herkennen en de algemene onderwijskwaliteit onderschrijven. De referenten omschrijven de school als excellent. Tevens hebben de referenten de indruk dat het Goois Lyceum haar kennis en ervaring deelt met derden. Het excellentieprofiel van de afdeling havo, zo concludeert de jury, wordt zowel intern als extern erkend. Duurzaamheid excellentieprofiel Het excellentieprofiel van de school is toekomstbestendig. Het stromenprogramma is de afgelopen jaren geïncorporeerd in de onderbouw en wordt afhankelijk van maatschappelijke ontwikkelingen bijgesteld en geactualiseerd. De erkenning van het profiel met drie predicaten (havo: twee)geeft aan dat de school een stevig fundament heeft gelegd. In navolging van het gewaardeerde excellentieprogramma in de bovenbouw vwo, wordt een excellentieprogramma in de bovenbouw havo stapsgewijs geïntroduceerd. Verwacht mag worden dat het net zo professioneel van opzet is en van toegevoegde waarde blijkt te zijn op deze afdeling. Het degelijke systeem van kwaliteitszorg binnen de Gooise Scholen Federatie geeft de jury vertrouwen dat het excellentieprofiel van de afdeling havo toekomstbestendig is.
3.
Onderwijskwaliteit
3.1 Resultaten De resultaten van de havo zijn de afgelopen jaren steeds verder verbeterd. We verwachten ook voor schooljaar 2014/2015 bovengemiddeld goede resultaten op het centraal examen. Onderwijsresultaten In haar aanmelding noemt de school de volgende gebieden waarop ze zeer goede resultaten heeft geboekt. De resultaten op de havo zijn zeer goed. Dit is mede het gevolg van de ontwikkelde havodidactiek, waardoor lessen optimaal aansluiten bij de leerlingen. Daarnaast is er een intensieve begeleiding van de leerlingen door de mentoren, waardoor eventuele problemen snel worden aangepakt. De doorstroom in havo is zeer goed. Bij een aantal vakken zijn de CE-cijfers hoger dan de SE-cijfers. Context waarbinnen de school werkt De school beschrijft geen bijzondere omstandigheden die van invloed zijn op de resultaten die ze met haar leerlingen behaalt. 3.2 Onderwijsproces Over aanbod, zicht op ontwikkeling, didactisch handelen en ondersteuning schrijft de school het volgende in haar aanmelding. Aanbod Eigen oordeel aanbod: Goed Intensief contact met basisscholen en een kennismakingsmiddag voor leerlingen uit groep 8 zorgen voor een soepele overgang van basisschool naar brugklas. Het brugklasteam stemt de didactiek af op de nieuwe leerlingen. Het onderbouwprogramma wordt per sectie bepaald en vastgelegd in het PTO (programma van toetsing in de onderbouw). Daarmee weten ouders en leerlingen waar ze aan toe zijn en is er een garantie dat de kerndoelen zijn afgedekt. Verder wordt hiermee bereikt dat alle leerlingen hetzelfde programma doorlopen en dezelfde toetsen maken. Dit is van belang wanneer resultaten van klassen en leerlingen geanalyseerd worden.
6
- Jury Excellente Scholen 2015 -
De taal- en rekentoetsen zijn afgestemd op de doorlopende leerlijnen taal en rekenen. Het niveau van de moderne vreemde talen is gekoppeld aan het Europees Referentiekader. Het PTO in de onderbouw en het PTA (programma van toetsing en afsluiting) in de bovenbouw worden elk jaar door secties geanalyseerd en waar nodig verbeterd. De schoolleiding stuurt op dit proces. Docenten besteden aandacht aan de maatschappelijke relevantie van hun vak. Wij geven hiermee invulling aan de doelstelling van de Gooise Scholenfederatie (GSF) betekenisvol onderwijs aan te bieden. De decaan onderhoudt contact met de vervolgopleidingen en koppelt informatie over het studiesucces van onze oud-leerlingen terug naar de bovenbouwteams. Zicht op ontwikkeling Eigen oordeel zicht op ontwikkeling: Goed Op individueel niveau volgen de mentoren het welbevinden en de resultaten van de leerlingen. Mogelijke problemen worden nooit op hun beloop gelaten maar direct besproken met de leerling, betrokken docenten en de ouders. Zo nodig resulteert dit in een plan van aanpak dat door alle betrokken docenten wordt gevolgd. Alle toetsresultaten worden op sectieniveau door de betrokken docenten geanalyseerd en gebruikt om waar nodig de toets of de toegepaste didactiek bij te stellen. De ontwikkeling van de resultaten van de jaarlagen wordt gemonitord door de afdelingsleiders. Deze schrijven bovendien de zogenoemde kerstnotitie: een analyse van de voortgang per jaarlaag gekoppeld aan acties om tot betere resultaten te komen. Deze acties worden in overleg met de betrokken docenten geformuleerd en door hen uitgevoerd. Alle docenten analyseren jaarlijks de resultaten van hun klassen of groepen en formuleren verbeterpunten. Deze analyse is onderdeel van de functionerings-/beoordelingscyclus. De kwaliteitscoördinator onderzoekt of er sprake is van trends in de resultaten voor groepen leerlingen. Dit maakt het mogelijk om voor bepaalde groepen leerlingen een specifieke aanpak te ontwikkelen. Didactisch handelen Eigen oordeel didactisch handelen: Goed De GSF-didactiek wordt samengevat met het begrip betekenisvol onderwijs. Daarmee bedoelen we dat leerinhouden pas betekenis krijgen door deze in een brede maatschappelijke context te plaatsen. Evenzo krijgt de didactiek van een les pas betekenis als deze is ingebed in een visie op didactiek en op jonge mensen. Docenten hebben hoge verwachtingen van leerlingen, niet alleen ten aanzien van cognitieve capaciteiten maar ook wat betreft hun ontwikkeling als mens en burger. En als sommige zaken niet verlopen zoals de bedoeling is, wordt een leerling daarop aangesproken. De maatschappelijke context komt in vaklessen aan bod, maar vooral ook via projecten (in de stromen technasium, kunst en media, gymnasium en geschiedenis & omgeving) met opdrachtgevers van buiten de school. Iedere onderbouwleerlingen komt hiermee in aanraking. Op het Goois Lyceum is er een balans tussen directe instructie en projectmatig werken. Het eerste is een efficiënte en effectieve onderwijsvorm. Projecten kunnen ruimte geven aan de persoonlijke interesses van leerlingen en het ontwikkelen van de 21e-eeuwse vaardigheden. Op dit moment laten we ons inspireren door Marzano (bijvoorbeeld de negen elementen van didactische aanpak) en Hattie (door ons te richten op zijn aangetoonde effectieve interventies: verwachting en ambitieniveau van de leerling, gebruik van formatieve toetsen en feedback geven). We experimenteren met gedifferentieerd lesgeven, maar hebben nog geen goede, breed toepasbare vorm gevonden. We laten ons hierbij breed ondersteunen op teamniveau en individueel niveau.
Ondersteuning Eigen oordeel ondersteuning: Goed 7
- Jury Excellente Scholen 2015 -
Het Goois Lyceum heeft een schoolondersteuningsprofiel (SOP) opgesteld en participeert in het regionale samenwerkingsverband voor passend onderwijs. Leerlingen met een dusdanig ernstig probleem dat het een succesvolle schoolloopbaan in de weg staat, krijgen een-op-eenbegeleiding. Er wordt een hulpvraag geformuleerd en er wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Afhankelijk van de situatie kunnen ouders, docenten en medeleerlingen onderdeel zijn van de aanpak om de leerlingen te begeleiden. In geval van handelingsverlegenheid wordt gekeken of een leerling buiten het Goois Lyceum een beter perspectief kan worden geboden. 3.3 Schoolklimaat en veiligheid In haar aanmelding merkt de school het volgende op over het klimaat en de veiligheid op school. Schoolklimaat Eigen oordeel schoolklimaat: Goed Op het Goois Lyceum hebben we een positief mensbeeld met hoge verwachtingen ten aanzien van de mogelijkheden van onze leerlingen om zich te ontwikkelen. Onduidelijke regels creëren ruis, dus hebben we heldere afspraken die voor leerlingen én docenten gelden. Alle leerlingen hebben een mentor als eerste aanspreekpunt bij problemen. De mentor volgt de leerlingen en onderneemt actie als er tekenen zijn dat de ontwikkeling van een leerling niet goed verloopt. In de mentorles volgen de mentoren een programma met lessen die per team zijn ontwikkeld. Op de havo wordt met sociogrammen gewerkt om leerlingen effectiever in groepen te kunnen laten samenwerken. Daarnaast zijn er speciale bijeenkomsten met havoleerlingen waarin zij met elkaar in dialoog gaan over alles dat van invloed is op het leerklimaat van de school. In de bovenbouw van het vwo praat een klankbordgroep van leerlingen regelmatig met de afdelingsleider over mogelijke verbeteringen van het onderwijs. Het Goois Lyceum heeft een leerlingenstatuut waarin duidelijk is omschreven wat van leerlingen wordt verwacht. Daarnaast heeft de rector geregeld overleg met de leerlinggeleding van de medezeggenschapsraad. Veiligheid Eigen oordeel veiligheid: Goed In de onderbouwklassen zijn er jaarlijks toneelvoorstellingen waarin de effecten van pesten zichtbaar worden gemaakt. Na afloop vindt er een discussie met de leerlingen plaats. Er is een incidentenregistratie en een pestprotocol. Zowel voor leerlingen als docenten is er een vertrouwenspersoon beschikbaar. Daarnaast is er een klokkenluidersregeling voor medewerkers. Er zijn regelmatig evaluaties onder leerlingen en veel mogelijkheden om problemen te melden (mentor, andere docenten, afdelingsleiders, leerlingenraad, directie, vertrouwenspersoon). Agressie en pesten worden altijd serieus genomen en aangepakt. Gebruikt(e) instrument(en) en resultaat GGD-onderzoek. Ieder jaar voert de GGD een onderzoek uit naar het welbevinden van leerlingen in de tweede klas. Veiligheid op school is een van de aspecten. Voor de stelling ‘Ik voel me veilig op deze school’ geven de leerlingen 8,7 punten. Het landelijk gemiddelde is 8,0. 3.4 Kwaliteitszorg en ambitie In de aanmelding geeft de school de volgende toelichtingen over evaluatie en verbetering en de kwaliteitscultuur op de school. Evaluatie en verbetering Eigen oordeel evaluatie en verbetering: Goed Het Goois Lyceum stuurt op doorstroomcijfers en resultaten op het centraal examen. Zo nodig worden extra lessen gepland voor bepaalde vakken of groepen leerlingen. Daarnaast worden 8
- Jury Excellente Scholen 2015 -
middelen vrijgemaakt voor drie stromen in de onderbouw (geschiedenis en omgeving, kunst en media, en een speciaal ontwikkeld gymnasiumprogramma), een technasium en een excellentieprogramma voor havo en vwo (accent op de bovenbouw). Al deze activiteiten worden geëvalueerd. Allereerst met als doel de resultaten waar mogelijk verder te verbeteren. Maar het kan ook voorkomen dat een project wordt beëindigd, omdat de kosten niet in verhouding staan tot de opbrengsten. Dit is gebeurd met een pilotproject voor e-learning. De meeste activiteiten doorlopen een PDCA-cyclus (Plan, Do, Check, Act). Nadeel is dat met name leerlingen last hebben van een zekere ‘enquêtemoeheid’. Alle medewerkers doorlopen een functionerings- en beoordelingscyclus waarin de team- en schooldoelstellingen worden gekoppeld aan persoonlijke doelstellingen en bijbehorende scholing. Leerlingenquêtes, lesbezoeken en een analyse van de resultaten spelen een belangrijke rol in de cyclus. De mogelijkheid wordt onderzocht om docenten deels zelf te laten bepalen op welke punten ze feedback willen ontvangen. Daarmee kan ook in de ontwikkeling van de docenten maatwerk worden gerealiseerd. Elk kwartaal is er een financiële rapportage; deze kan aanleiding geven het beleid bij te sturen. Deze wordt besproken in de medezeggenschapsraad. Binnen de Gooise Scholenfederatie vinden er collegiale visitaties plaats. Iedere twee jaar is er een audit van het technasium door de Stichting Technasium om de accreditatie te vernieuwen. De kwaliteit van het excellentieprogramma wordt in samenwerking met het Junior College Utrecht en een partnerschool gewaarborgd. Het Goois Lyceum is onderdeel van de Gooise Scholenfederatie en rapporteert daaraan. De feedback op de rapportages en de ondersteuning van een professioneel stafbureau borgen de kwaliteit van het Goois Lyceum. Tevredenheidsonderzoeken (zoals opgegeven in de aanmelding) Afname Medewerkertevredenheid Oudertevredenheid
Nee Ja
Leerlingtevredenheid
Ja
Jaar afname 20142015 20142015
Aantal respondenten
Gemiddelde van de school
Landelijke benchmark
0
7,2
7,2
0
6,8
8,2
Kwaliteitscultuur Eigen oordeel kwaliteitscultuur: Goed Het Goois Lyceum heeft een open en transparante sfeer die uitnodigt tot samenwerking, discussie en overleg over mogelijke verbeteringen. Door tijd in te ruimen voor sectievergaderingen en tijd tijdens teamvergaderingen vrij te maken voor overleg, wordt die samenwerking gestimuleerd. De teams zijn verantwoordelijk voor het onderwijs dat in de verschillende afdelingen wordt gegeven. Docenten zijn aanspreekbaar op hun doen en laten. Er is een breed gedragen streven om de kwaliteit en effectiviteit van het onderwijs te verbeteren. Bevindingen van de Jury Excellente Scholen ten aanzien van de algemene onderwijskwaliteit Toelichting werkwijze jury Bij het onderzoek naar de algemene onderwijskwaliteit worden de volgende aspecten betrokken: resultaten, onderwijsproces, schoolklimaat en veiligheid, en kwaliteitszorg en ambitie. Scholen hebben zichzelf beoordeeld op basis van een aantal kwaliteitsstandaarden. De kwaliteitsstandaarden behorend bij onderwijsproces, schoolklimaat en veiligheid, en kwaliteitszorg en ambitie zijn met toelichting opgenomen in de bijlage van het juryrapport. Het eigen oordeel van de school is opgenomen in hoofdstuk 3 van dit rapport.
9
- Jury Excellente Scholen 2015 -
De jury voert geen eigen onderzoek uit naar de kwaliteit van deze standaarden. Wel toetst zij of in haar onderzoek naar het excellentieprofiel contra-indicaties naar voren komen die tot een oordeel leiden dat afwijkt van het eigen oordeel van de school. Tijdens het schoolbezoek is de jury gekomen tot de volgende bevindingen ten aanzien van de algemene onderwijskwaliteit van de school. Resultaten Eindresultaten verplicht curriculum: de leerlingen behalen cognitieve leerresultaten in examenvakken en resultaten in door- en uitstroom die gezien kenmerken en beginniveau van de leerlingen ten minste in overstemming zijn met wat van een goede school verwacht mag worden. De laatste twee jaren vertonen de examenresultaten van de afdeling havo een stijgende lijn. Gemiddeld over alle examenvakken scoort de school in 2015 een 6,63. Een percentielscore van 93 plaatst de school in de hoofdklasse van Nederland en daarmee continueert zij haar hoge opbrengstenniveau wederom. Het verschil tussen de cijfers van het schoolexamen en het centraal examen is zeer gering met 0,10 punt en valt daarmee ruimschoots binnen de norm van de Inspectie van het Onderwijs van 0,50. Uit de opbrengstenkaart 2015 (inspectie) blijkt dat de doorstroom in de onderbouw een modaal en in de bovenbouw een goed rendement heeft. De conclusie van de jury is dan ook dat de leerlingen cognitieve leerresultaten in examenvakken behalen die gezien de kenmerken en het beginniveau van de leerlingen ten minste in overstemming zijn met wat van een goede school verwacht mag worden. Het rendement van de doorstroom is aan de maat en past bij het beleid van de Gooise Scholenfederatie. Resultaten niet verplicht curriculum: de school kan op andere gebieden dan het verplichte curriculum het bereikte niveau zichtbaar maken. Het paradepaardje van de school is Cambridge English en dit internationaal erkende programma heeft een grote aantrekkingskracht voor de ambitieuze schoolpopulatie. Leerlingen melden zich vrijwillig aan en kunnen op elk niveau examen doen, passend bij hun talenten en ambities. De groepen die begeleid worden, zijn gemengd en gaan dwars door leerjaren en afdelingen heen. Soms hebben leerlingen al in leerjaar 4 of 5 het hoogste niveau bereikt en doen op dat niveau succesvol examen. In het schooljaar 2014/2015 hebben 169 leerlingen een certificaat behaald, verspreid over de 5 niveaus. Ook dit schooljaar 2015/2016 hebben zich ongeveer 170 leerlingen gemeld. Daarnaast heeft de school nog een keur aan activiteiten waarvan de musical een grote populariteit geniet. Ook investeert de school in het kader van burgerschapsvorming in contacten met de buurt, en de leerlingen spreken daar enthousiast over. De conclusie van de jury is dat de school op andere gebieden dan het verplichte curriculum het bereikte (hoge) niveau zichtbaar kan maken. Onderwijsproces Aanbod: het aanbod bereidt de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. De Gooise Scholenfederatie waartoe het Goois Lyceum behoort, heeft een gemeenschappelijke visie op onderwijs ontwikkeld. Deze visie houdt in dat leerinhouden in een brede maatschappelijke context geplaatst moeten worden. Het onderwijs moet betekenisvol zijn voor de leerling in zijn huidige ontwikkeling, voor zijn vervolgopleiding en voor de samenleving waarin hij gaat participeren. Vanuit dit perspectief genereert de school een breed aanbod, waarin de 21e-eeuwse vaardigheden een prominente rol spelen. De school heeft een mooi programma voor loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) en met hulp van ouders van de leerlingen en andere externen worden de leerlingen voorbereid op de arbeidsmarkt. Het aanbod bereidt de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving, concludeert de jury. Zicht op ontwikkeling: de leraren volgen en analyseren de ontwikkeling van alle leerlingen met als doel het onderwijs voor hen vorm te geven. 10
- Jury Excellente Scholen 2015 -
De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. ‘De leerling in zicht’ is de titel van wat de school de ‘kerstnotitie’ noemt. Voor de kerst vergelijkt de school de instroomgegevens van alle eerste klassen met Cito-VAS-0, en brengt ze de onvoldoendes per vak van rapport 1 en de gemiddelden van rapport 1 in kaart. Mentor en teamleider bespreken de notitie met de uitkomsten in een vergadering van docenten. Aan de hand daarvan vinden er oudergesprekken plaats en wordt er eventueel studiehulp georganiseerd. Daarnaast volgen alle leerlingen een training in algemene studievaardigheden in de mentorles. Met kerst voert de school in de middenbouw van de havo een risicoanalyse uit van het kerstrapport. Indien nodig bestaat er een mogelijkheid van studiehulp. De school heeft ook een vangnettraject en altijd volgen er gesprekken met ouders bij tegenvallende resultaten of andere problematiek. De conclusie van de jury is dat de leraren de ontwikkeling van alle leerlingen goed volgen met als doel het onderwijs voor hen vorm te geven. Didactisch handelen: het didactisch handelen van de leraren stelt de leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. Het didactisch handelen van de docenten heeft op de school ruim aandacht. De jury heeft de indruk, en leerlingen bevestigen dit, dat de kwaliteit van de lessen goed op orde is. De afdeling heeft in de afgelopen periode een havo-leskaart ontworpen die ze dit schooljaar uitprobeert en die ze, na evaluatie en bijstelling, het komende jaar definitief invoert. De kaart bevat vijf aandachtspunten voor de docent: lesopzet en huiswerk visualiseren, huiswerkcontrole, leerlingen prijzen, een indeling van de les en variatie in een les door daar activerende elementen in op te nemen. De leskaart is toegesneden op de kenmerken van de havoleerling waarop de leraren goed zicht blijken te hebben, zo constateert de jury in het gesprek met het enthousiaste kernteam. Hoewel de school geen lid is van de Stichting Havo-Competent, zijn de vaardigheden die in de lessen aan bod kunnen/moeten komen en de genoemde kenmerken van de leerlingen wel in overeenstemming met de visie van de stichting. Het didactisch handelen van de leraren stelt de leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling, concludeert de jury. Ondersteuning: leerlingen die dat nodig hebben, ontvangen extra aanbod en ondersteuning. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. De ondersteuning van leerlingen die extra zorg nodig hebben, is strak georganiseerd. Er zijn vier stappen te onderscheiden. Stap 1 is signaleren, een zaak van mentor en docent. Stap 2 is de inschakeling van de teamleider met daaraan gekoppeld gesprekken met de leerling, de ouders en de betrokken docenten. Stap 3 is een doorverwijzing naar het zorgteam. Daarin wordt besproken wat eventuele trajecten kunnen zijn om een leerling te ondersteunen en worden passende arrangementen opgesteld en uitgevoerd. Stap 4 is een alternatief als binnen de school onvoldoende expertise aanwezig is om de ontwikkeling van de leerling zelf ter hand te nemen. De school draagt de leerling voor bij het zorgadviesteam (ZAT), dat eenmaal in de zes weken bijeenkomt om te bezien welke expertise van buiten de school ingeschakeld kan worden. De conclusie van de jury is dat leerlingen die dat nodig hebben, extra aanbod en ondersteuning ontvangen. Schoolklimaat en veiligheid Schoolklimaat: de school kent een ambitieus en stimulerend klimaat. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. De school stimuleert de leerlingen om het onderwijs niet alleen te zien als iets wat moet, maar wat leuk en uitdagend en zinvol kan zijn. Daarvoor biedt de school in de onderbouw diverse stromen aan en prikkelt ze leerlingen in de bovenbouw deel te nemen aan extra projecten die ze in de reguliere lestijd uitvoeren. Voor de havo-afdeling heeft dit deels nog een wat schoolse benadering. De goede resultaten bij de havo laten zien dat de huidige aanpak van de havoleerling werkt. De docenten geven aan dat zij rekening houden met de minder academische houding van de 11
- Jury Excellente Scholen 2015 -
havist en meer uitgaan van programma’s die appelleren aan de kenmerken van de havist als een intelligente doener. De jury concludeert dat de school een ambitieus en stimulerend klimaat heeft. Veiligheid: schoolleiding en leraren waarborgen een veilige, respectvolle en betrokken omgeving voor leerlingen en leraren. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. Soms kan een voorbeeld veel meer vertellen dan duizend woorden. Een van ouders vertelt dat een mentorklas geïnformeerd werd door een medeleerling over een gevoelig onderwerp. De klas was oprecht geïnteresseerd en heeft de privacygevoeligheid gerespecteerd en het onderwerp binnen de veiligheid van de groep gehouden. Hoewel de jury tijdens de gesprekken en bij de rondgang door de school geen enkele wanklank hoort over het welbevinden van docenten en leerlingen, vindt ze de uitkomst van de tevredenheidsenquête onder de leerlingen een aandachtspunt. De school scoort op sommige punten lager dan het landelijk gemiddelde. Bij navraag blijkt het probleem zeer geconcentreerd in de school te zitten en heeft de school na een zorgvuldige analyse actie ondernomen om dat resultaat te verbeteren. Docenten en leerlingen en ouders geven unaniem aan dat zij de open sfeer tussen alle geledingen hogelijk waarderen. Veel docenten geven aan ook andere scholen te kennen en goed te kunnen vergelijken. Zij vinden de sfeer op deze school heel bijzonder. De jury concludeert dan ook dat schoolleiding en leraren een veilige, respectvolle en betrokken omgeving voor leerlingen en leraren waarborgen. Kwaliteitszorg en ambitie Evaluatie en verbetering: de school heeft vanuit haar maatschappelijke opdracht ambities en doelen geformuleerd, evalueert regelmatig de realisatie en verbetert op basis daarvan systematisch haar onderwijs. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. De school monitort de onderwijskwaliteit heel systematisch. De kwaliteitszorg heeft vier pijlers in de school: werken aan onderwijs in onderwijskundige teams, werken aan resultaten, werken aan professionalisering van de docenten en doelgerichte feedback geven in de lessen. Een sterk team van teamleiders geeft daar op professionele wijze inzicht in tijdens het bezoek van de jury. Alle activiteiten worden neergelegd in een teamplan dat ieder jaar de bekende cyclus doorloopt. Op dit moment is de school met alle geledingen bezig een nieuw schoolplan te maken, waarbij de input van de docententeams maar ook van leerlingen en ouders groot is. Een voorbeeld van een teamplan is de havo-leskaart en de bijbehorende havo-didactiek. Interessant vindt de jury de ontwikkelingen in het geven van feedback op het functioneren van de leraar in de klas. Er bestaat voldoende ‘evidence’ in de literatuur dat deze aanpak ontwikkelingen in een school kan versnellen ten gunste van de kwaliteit. De focus van de school op ‘feed forward’ is daarom interessant. De conclusie van de jury is dat de school vanuit haar maatschappelijke opdracht ambities en doelen heeft geformuleerd, regelmatig de realisatie evalueert en op basis daarvan systematisch haar onderwijs verbetert. Kwaliteitscultuur: de school kent een professionele kwaliteitscultuur en functioneert transparant en integer. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. Het Goois Lyceum is een gemeenschap, en is van de mensen die er werken en leren. De hele organisatie straalt dit gezamenlijke eigenaarschap uit. Het opmerkelijke in deze school is dat ondanks de laagdrempeligheid van de verantwoordelijkheden er wel degelijk een stevige sturing is in de school. Deze sturing is vooral gericht op het volgen van de gemaakte afspraken: een directie in dienst van de schoolgemeenschap en haar ambities. Een dergelijk beleid kan alleen succesvol zijn als het schoolbeleid transparant is en als mensen elkaar vertrouwen en elkaar ook de maat 12
- Jury Excellente Scholen 2015 -
weten te nemen op de kwaliteit van het werk. Deze kwaliteitscultuur is kenmerkend voor het Goois Lyceum. De school kent een professionele kwaliteitscultuur en functioneert transparant en integer.
4.
Conclusie van de jury
Het Goois Lyceum is samen met zeven andere vo-scholen uit de Gooi- en Vechtstreek ondergebracht in de Gooise Scholenfederatie (GSF). De federatie stelt de overkoepelende uitgangspunten op. De acht scholen van de federatie hebben ieder een eigen gezicht en vinden elkaar in missie en kernwaarden: ‘leerlingen betekenisvol onderwijs bieden en voorbereiden op hun toekomst’. De federatie past collegiale visitatie toe. Met deze professioneel opgezette visitaties willen de scholen van elkaar leren en reflecteren op sterke en zwakke punten. De school ziet het meedoen aan het traject Excellente School als een stimulans en een ondersteuning van haar streven naar verbetering. Het schoolgebouw staat midden in een mooie woonwijk. Het schoolterrein heeft een beperkte omvang en de school heeft leerlingen van het vak O&O een ontwerpopdracht gegeven voor de herinrichting van het buitenterrein. De afdeling havo is in 2012 aangemeld voor het predicaat Excellente School, maar de jury vond de aanmelding destijds prematuur. Nu, na enkele jaren van doorontwikkeling, heeft de afdeling havo zich aangemeld voor het predicaat Excellente School 2015-2017. Het Goois Lyceum heeft met haar twee pijlers, stromen (onderbouw) en excellentieprogramma (bovenbouw), een herkenbaar excellentieprofiel dat doorwerkt in de school als geheel en de reputatie van de school versterkt. Het profiel heeft elan gebracht in de afdeling havo. De leerlingen zijn duidelijk meer gemotiveerd geraakt. Het technasium heeft met het vak O&O inmiddels een stevige basis gelegd en Cambridge English biedt leerlingen kansen om certificaten op alle niveaus te halen, ook getalenteerde havisten. De school laat zien dat ze met haar aanbod onderscheidend is en wat te bieden heeft. De school creëert een cultuur waarin ze laat zien dat ze gericht is op verbeteren. Zij heeft door haar kritische zelfreflectie zicht op eigen kwaliteit en ontwikkelvermogen. Het excellentieprofiel is daardoor ook toekomstbestendig. De examenresultaten van de afdeling havo vertonen de afgelopen jaren een stijgende lijn en het afgelopen examenjaar heeft de afdeling haar goede resultaten weten vast te houden. De afdeling havo van het Goois Lyceum weet haar ambities waar te maken. Alles overziende is de jury van oordeel dat het Goois Lyceum op basis van de door de jury waargenomen kenmerken en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School havo toekomt.
13
- Jury Excellente Scholen 2015 -
Bijlage – zelfevaluatie algemene onderwijskwaliteit Voortgezet onderwijs en praktijkonderwijs Scholen hebben zichzelf beoordeeld op basis van onderstaande kwaliteitsstandaarden met bijbehorende omschrijving. Scholen kregen het verzoek hun oordeel te waarderen op deze standaarden en dit oordeel te onderbouwen. Deze inbreng is opgenomen in het juryrapport over de school. 1. ONDERWIJSPROCES 1.1 Aanbod Het aanbod bereidt de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving. De leraren bieden een breed, eigentijds en op de kerndoelen gebaseerd aanbod; het eigenaarschap van het aanbod ligt bij het team. Het is dekkend voor de examenprogramma’s. Binnen de kaders van de wet maken zij keuzen in het aanbod, waardoor zij deze afstemmen op de onderwijsbehoeften die kenmerkend zijn voor de leerlingenpopulatie. De school heeft bovendien een aanbod voor de referentieniveaus taal en rekenen. Het aanbod sluit aan op het niveau van de leerlingen bij binnenkomst van de school en bereidt hen voor op het aanbod bij de start van het vervolgonderwijs. Daar tussenin verdelen de leraren de leerinhouden evenwichtig en in samenhang over de leerjaren en ze geven de leerlingen voldoende tijd om zich het aanbod eigen te maken. Er gaat geen lestijd onnodig verloren en leerlingen benutten het geboden onderwijsprogramma maximaal. Het aanbod draagt bij aan de basiswaarden van de democratische rechtsstaat. 1.2 Zicht op ontwikkeling De school volgt en analyseert de ontwikkeling van alle leerlingen met als doel het onderwijs voor hen vorm te geven. De leraren verzamelen voortdurend systematische informatie over de ontwikkeling van hun leerlingen. Zij gaan regelmatig na in welke mate de leerlingen profiteren van het geboden onderwijs en hoe de ontwikkeling van leerlingen verloopt uitgaand van de eigen capaciteiten en ten opzichte van leeftijdgenoten. Wanneer leerlingen het onderwijs niet genoeg lijken te benutten, gaat de school na waar de ontwikkeling stagneert en wat mogelijke verklaringen hiervoor zijn. De leraren gebruiken al deze informatie vervolgens om het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van zowel groepen leerlingen als individuele leerlingen. De leraren hanteren daarbij een cyclische aanpak. 1.3 Didactisch handelen Het didactisch handelen van de leraren stelt de leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling. De leraren plannen en structureren hun handelen met behulp van de informatie die zij over de leerlingen hebben, en stimuleren een brede ontwikkeling. Het team handelt op basis van een samenhangend en consistent pedagogisch-didactisch concept. De leraren zorgen voor effectieve instructies: aansprekend, doelmatig en interactief. Ze geven blijk van hoge verwachtingen en reageren positief op de inbreng van leerlingen, waardoor deze zich ondersteund en uitgedaagd voelen. Bij de instructies en opdrachten gebruiken de leraren passende vakdidactische principes en werkvormen. Ook zorgen zij ervoor dat het niveau van hun lessen past bij het beoogde eindniveau. Zij stemmen de instructies en opdrachten af op de behoeften van groepen en individuele leerlingen, zodat alle leerlingen actief, gemotiveerd en betrokken zijn en de beschikbare tijd effectief besteden. Tijdens de (leer)activiteiten gaan de leraren na of de leerlingen de leerstof en de opdrachten begrijpen. Daarbij geven de leraren de leerlingen directe en individuele feedback op hun werken en leren. 1.4 Ondersteuning Leerlingen die dat nodig hebben, ontvangen extra aanbod en ondersteuning. De school heeft voor leerlingen met bijzondere ondersteuningsbehoeften extra aanbod en begeleiding gepland. Deze ondersteuning is gericht op het (ontwikkelings)perspectief van de 14
- Jury Excellente Scholen 2015 -
leerling. Voor de leerlingen die structureel onderwijsaanbod krijgen op een ander niveau dan de leeftijdsgroep of extra bekostigd worden vanuit het samenwerkingsverband, stelt de school een (ontwikkelings)perspectief op. De school evalueert regelmatig of de extra ondersteuning het gewenste effect heeft en stelt deze zo nodig bij. 2. SCHOOLKLIMAAT & VEILIGHEID 2.1 Schoolklimaat De school kent een ambitieus en stimulerend klimaat. De schoolleiding en de leraren creëren een stimulerend en ambitieus pedagogisch en didactisch klimaat. Er zijn duidelijke regels en er heerst een voorspelbaar en betrouwbaar positief klimaat waarin afspraken nagekomen worden. Schoolleiding en leraren kennen een focus op persoonlijke ontwikkeling en leren, waarin alle leerlingen gezien worden en zich betrokken voelen bij de schoolgemeenschap. Het schoolklimaat is ondersteunend voor de cognitieve en sociale ontwikkeling. Voor elke leerling is een leraar beschikbaar die zijn/haar ontwikkeling volgt en aanspreekpunt is bij problemen (mentor). 2.2 Veiligheid Schoolleiding en leraren waarborgen een veilige, respectvolle en betrokken omgeving voor leerlingen en leraren. Schoolleiding en leraren waarborgen de veiligheid van de school en de omgeving voor alle leerlingen en het personeel. Leerlingen, leraren, schoolleiding en overig personeel gaan respectvol en betrokken met elkaar om. De leraren brengen leerlingen sociale competenties bij en tonen voorbeeldgedrag. Schoolleiding en leraren voorkomen pesten, agressie en geweld in elke vorm en treden zo nodig snel en adequaat op. De school heeft daarvoor een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen, registreren, afhandelen en evalueren van incidenten. Het beleid voorziet ook in een regelmatige meting van de veiligheidsbeleving van de leerlingen en het personeel. De school heeft een vertrouwenspersoon. Alle betrokkenen kennen dit beleid. 3. KWALITEITSZORG EN AMBITIE 3.1 Evaluatie en verbetering De school heeft vanuit haar maatschappelijke opdracht ambities en doelen geformuleerd, evalueert regelmatig de realisatie en verbetert op basis daarvan systematisch haar onderwijs. De school weet – rekening houdend met haar maatschappelijke opdracht en kenmerken van de leerlingenpopulatie – waarin zij zich wil onderscheiden, c.q. profileren, en heeft daaruit toetsbare doelen afgeleid voor de korte en middellange termijn. De kwaliteitszorg heeft in elk geval betrekking op de resultaten, het onderwijsproces waaronder het aanbod, het schoolklimaat en de veiligheid. De schoolleiding en de leraren beoordelen systematisch maatregelen en instrumenten om te waarborgen dat het personeel bekwaam is en deze bekwaamheid onderhoudt. De school betrekt onafhankelijke deskundigen en belanghebbenden bij deze beoordeling en analyseert de relatie tussen de resultaten en de financiële voorzieningen en wettelijke vereisten. De evaluaties leiden tot toegankelijke managementinformatie. Waar nodig voert de school planmatig verbeteringen door die voldoende ambitieus zijn en aansluiten bij de evaluaties. 3.2 Kwaliteitscultuur De school kent een professionele kwaliteitscultuur en functioneert transparant en integer. Het beleid van de school om haar visie op de onderwijskwaliteit en ambities te realiseren, wordt door de leraren breed gedragen. Er is een grote bereidheid om gezamenlijk het onderwijs te verbeteren. Het bestuur en de schoolleiding vertonen onderwijskundig leiderschap en kwaliteitsbewustzijn. Er wordt gehandeld vanuit een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling tussen alle geledingen in de instelling. De schoolleiding, leraren en het ondersteunend personeel werken gezamenlijk aan een voortdurende verbetering van hun professionaliteit. Leraren en andere betrokkenen bij de school werken resultaatgericht, zijn aanspreekbaar op gemaakte afspraken en zijn zich bewust van de effecten van hun handelen op de onderwijskwaliteit en op de ontwikkeling van de leerlingen. De 15
- Jury Excellente Scholen 2015 -
school werkt vanuit een transparante en integere cultuur waarin sprake is van zichtbaar zorgvuldig handelen.
16