Juryrapport Excellente Scholen 2015 Comenius College (vmbo-t), Hilversum
- Jury Excellente Scholen 2015 -
Schoolrapport Excellente Scholen 2015 (VO) 03FO-0 Comenius College (vmbo theoretische leerweg) Hilversum Contactgegevens Naam contactpersoon Telefoonnummer Emailadres
Dhr. J. Veenstra (035) 621 57 51
[email protected]
1. Motivatie van de school om zich kandidaat te stellen In 2013 en 2014 hebben we het predicaat ontvangen voor de afdeling mavo. Als lerende school hebben we de resultaten geborgd en zijn we voortdurend bezig onze kwaliteit verder te verbeteren. Het spreekt vanuit dit perspectief vanzelf dat wij opnieuw het predicaat aanvragen. Daarmee hopen en verwachten wij dat we de benoeming als excellente school zullen prolongeren.
2.
Excellentieprofiel van de school
2.1 Beschrijving excellentieprofiel In haar aanmelding beschrijft het Comenius College het excellentieprofiel, de relatie met de algemene aanpak en de doelen die ze met het excellentiebeleid beoogt, als volgt. Het excellentieprofiel van de school Het excellentieprofiel van de mavo bestaat uit drie onderdelen: 1. Verbredend en hoogstaand onderwijsaanbod. 2. Talentontwikkeling en -stimulering. 3. Niemand buiten de boot. Ad 1. Verbredend en hoogstaand onderwijsaanbod In het onderwijsaanbod is ruimte voor veel keuze met hoogstaande kwaliteit. Spaans is een examenvak. Zowel tekenen, handvaardigheid als muziek is examenvak. De meeste leerlingen kiezen een extra examenvak, sommigen zelfs een 8e vak. Met de Expeditie, het vak godsdienst/levensbeschouwing, de Comeniusklassen en de maatschappelijke stage geeft de mavo expliciet profiel aan burgerschapsvorming. Ad 2. Talentontwikkeling en -stimulering De Topsport Talentleerlingen (LOOT) combineren topsport en studie met succes. Sterk presterende leerlingen bereiden zich via de schakelklas voor op doorstroom naar 4 havo (30%). Twee leerlingen hebben bij hun examen 4 mavo een vak op havoniveau afgesloten. De doorstroom naar het mbo is gericht en weloverwogen: voor loopbaanoriëntatie in 3 mavo geven oud-leerlingen presentaties over hun studie en geven mentor en studiekeuzeadviseur sectorvoorlichting. In 4 mavo presenteren de opleidingen zich in de mentorles (sectorkeuzeprogramma). Meisjes met interesse voor techniek (vmbo-Ambitie Techniek) lopen mee met vrouwen in technische beroepen (rolmodel). Overigens is in het leerjaar 2015/2016 ook het project Jongens en Techniek gestart. De leerlijn onderzoek loopt via de Comeniusklas (2 en 3) tot het sectorwerkstuk (in 4). De beste sectorwerkstukken worden beloond met een feestelijk nominatiediner met zowel mavo-, havo- als vwo-leerlingen, waarbij de jury de winnaars kiest. Ad 3. Niemand buiten de boot De mavo streeft naar hoge examenprestaties en een hoog rendement. De prima onder- en bovenbouwrendementen en het hoge slaagpercentage (2014: 100%) komen niet vanzelf tot stand. Het mavo-team en de begeleidingsspecialisten werken daar iedere dag keihard en in samenhang aan. Wanneer het een leerling minder gaat, nemen de begeleiding en aandacht juist toe om ervoor 1
- Jury Excellente Scholen 2015 -
te zorgen dat niemand buiten de boot valt. Speciale aandacht op bijvoorbeeld de werkweek en in de mentorles is er voor teambuilding en wederzijdse afhankelijkheid/onderlinge samenhang van leerlingen, ouders en docenten. Samen willen we de klus klaren dat iedereen slaagt, ook als het leren (even) niet vanzelf gaat. Relatie Ad 1. Ad 2. -
Ad 3. -
van het profiel met de algemene aanpak door de school Verbredend en hoogstaand onderwijsaanbod Breed en hoogstaand aanbod is kenmerkend voor de gehele school. Talentontwikkeling en -stimulering Talentontwikkeling en -stimulering zijn kenmerkend voor de gehele school. Met name de mavo heeft een sterk uitgewerkt LOB-programma (loopbaanoriëntatie en -begeleiding) op het terrein van stimulering voor techniek (Meisjes en Techniek) en voorlichting vanuit en afstemming met mbo en havo. Niemand buiten de boot De begeleidingsstructuur is schoolbreed. Daarnaast kenmerkt het mavo(havo)-team zich door een hechte sfeer en betrokken, sterk pedagogische inslag. Daarbij zijn de plannen afgestemd op zowel het schoolplan als de koers van stichting CVO ’t Gooi.
Doelen die de school met het excellentieprofiel beoogt De beoogde doelen van het excellentieprofiel. Ad 1. Verbredend en hoogstaand onderwijsaanbod De leerlingen op jonge leeftijd bewust maken van hun competenties, mogelijkheden en interesses. Brede vorming in onderbouw en ruime keuzemogelijkheden in bovenbouwpakketten: denk aan kunst en cultuur en Spaans. Leren voor het leven (burgerschapsvorming). Ad 2. Talentontwikkeling en -stimulering Zich op grondige wijze verdiepen in studie- en beroepsmogelijkheden die bij hen passen. Een beter beeld krijgen van de diversiteit van beroepen op de arbeidsmarkt. Inzicht krijgen in kansrijke beroepsopleidingen en sectoren op de arbeidsmarkt, zodat leerlingen een goed beeld krijgen van het beroep, c.q. een goede indruk krijgen van het beroepsveld. Zich goed voorbereiden op hun sectorkeuze (samenstellen van vakkenpakket). Zich beter oriënteren op een studierichting (havo) of beroepsopleiding, zodat een gemotiveerde keuze gemaakt wordt. Stimuleren van leerlingen om de bijbehorende resultaten te halen voor een overstap naar de havo. Ad 3. Niemand buiten de boot Geen voortijdig schoolverlaters. Hoog slaagpercentage en bovengemiddeld onderbouw- en bovenbouwrendement (hoogste percentiel). Via maatwerk komen tot diploma en passend vervolgonderwijs voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte en voor Topsport Talentleerlingen. Doelgroep Ad 1. Verbredend en hoogstaand onderwijsaanbod Ad 2. Talentontwikkeling en -stimulering Alle mavoleerlingen vormen de doelgroep van de eerste twee aspecten van het excellentieprofiel. Het aanbod is er voor alle leerlingen. Aangezien zij al op zeer jonge leeftijd een sector moeten kiezen en een vervolgopleiding, beoogt het excellentieprofiel een verbetering van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. De doelgroep heeft onvoldoende zicht op de arbeidsmarkt, dientengevolge geen bewuste beroepskeuze kunnen maken (bijvoorbeeld arbeidssector techniek, bouw en ICT kampen met onvoldoende instroom). 2
- Jury Excellente Scholen 2015 -
-
Ad 3. a) b) c) d)
Zo ook heeft de doelgroep veelal onvoldoende kennis van de inhoudelijke kant van beroepen en kiest beroepen waar onvoldoende vraag naar is. Het voorkomen van voortijdig uitvallen in het beroepsonderwijs in verband met verkeerde opleidingskeuze. Tevens een verbetering van de aansluiting mavo-havoroute. Niemand buiten de boot Bij aspect 3 behoren alle leerlingen bij wie het leren niet vanzelf gaat tot de doelgroep. Dit zijn met name leerlingen uit de volgende groeperingen: leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte; Topsport Talentleerlingen; leerlingen met een lage prestatiemotivatie; leerlingen met een belemmerende omgeving, waarbij de leervoorwaarden gevaar lopen.
2.2 Beschrijving aanpak, resultaten, borging en evaluatie Over aanpak, resultaten, borging en evaluatie van het excellentieprofiel meldt de school het volgende in haar aanmelding. Gehanteerde aanpak Ad 1. Verbredend en hoogstaand onderwijsaanbod De school heeft een opbrengstgerichte houding geborgd, onder meer door regelmatig onderwijsgericht sectieleidersoverleg met de directie en door halfjaarlijkse gesprekken tussen directie en secties/sectieleiders over de resultaten en het sectieactiviteitenplan. Intervisie en collegiale consultatie over het verbeteren van het leerrendement en de effectiviteit van de didactiek zijn gewoon; binnen de secties en tussen de secties. Jaarlijks vinden meerdere lesbezoeken plaats van directie en sectieleiders met een gericht kijkkader. De directie maakt op basis van de lesbezoeken jaarlijks een schoolfoto van het onderwijs volgens het waarderingskader van de inspectie. Ook het WAK-traject (onze professionele leergemeenschap Werken Aan Kwaliteit) is een voorbeeld van het lerend en verbeterend vermogen. Niet alleen in de wettelijk verplichte schoolraad maar ook in leerlingpanels, ouderpanels, ouderraad en klankbordgroepen bespreekt de schoolleiding de uitvoering van en voorstellen voor vernieuwing/verbetering van het onderwijsaanbod. Ad 2. Talentontwikkeling en -stimulering In schooljaar 2013/2014 heeft de school beleid geformuleerd om een of meer vakken op havoniveau af te sluiten. Voor de Topsport Talentleerlingen is er een schoolbrede aanpak van jaarlijkse doelstellings, voortgangs- en evaluatiegesprekken. Aangevuld met feedback/gegevens van de sportorganisatie en de jaarlijkse tevredenheidsmeting onder leerlingen en ouders stellen we het beleid en de aanpak bij (zie Handboek Topsport Talentschool). De LOOT-coördinator en het verantwoordelijke directielid hebben nauw contact met het technisch en bestuurlijk kader van de sportorganisaties, zoals de honkbalacademie Scimitars en de rugbyacademie RAMO. De studiekeuzeadviseur en afdelingsleiding werken nauw samen met de schooldecaan, de decanenkring, mavoscholen en MBO College Hilversum (Technologieroute), de havoafdeling en de mbo’s in de omgeving. Ad 3. Niemand buiten de boot Via BAT (begeleidingsadviesteam) en ZAT (zorgadviesteam) vindt regelmatig evaluatie en analyse van het beleid en de aanpak plaats. Overkoepelend: alle drie aspecten van het excellentieprofiel komen aan de orde in leerlingpanels, ouderpanels, ouderraad en schoolraad, waarna bijstelling van aanpak en/of beleid plaatsvindt.
3
- Jury Excellente Scholen 2015 -
Wijze waarop doelen worden gerealiseerd De aanpak wordt beïnvloed door vele factoren: Cyclisch werken in samenhang door docenten en schoolleiding met plan-do-check-adapt heeft de eigen praktijk steeds verder ontwikkeld. Project- en afdelingsleiding halen veel kennis uit onderzoeken over bijvoorbeeld Topsport Talentscholen (evaluatieonderzoek Pim Mulier), onderwijsontwikkeling (bijvoorbeeld Waslander 2011. Vijf jaar innoveren. Opbrengsten van het Innovatieproject VO. Utrecht: VO Raad) en professionele ruimte (Van den Berg 2013. Leidinggevende, wie ben je. Apeldoorn: Garant). Ook daarbij wordt de eigen praktijk aangescherpt. Docenten, schoolleiders en teams laten zich middels trainingen en workshops inspireren over bijvoorbeeld Positive Behavior Support en RTTI. Mate waarin doelen zijn gerealiseerd Ad 1. Verbredend en hoogstaand onderwijsaanbod Het programma is optimaal breed (passend bij de grootte en het profiel van de school). De kwaliteit van het programma is hoogstaand bij de meeste vakken. Extra aandacht is er voor de gemiddelde prestaties bij het vak wiskunde. De doelen voor burgerschapsvorming zijn behaald: in zowel de maatschappelijke stage (4 mavo) als de Expeditie (alle mavoleerlingen) hebben de leerlingen nieuwe ervaringen opgedaan. Dit schooljaar is een kwart van de docenten nieuw op school of in opleiding. Dit vraagt enorm veel tijd, aandacht en energie van die docenten en hun begeleiders/leidinggevende om de hoge kwaliteitsstandaard te handhaven. Ad 2. Talentontwikkeling en -stimulering Leerlingen veranderen in de loop van 4 mavo niet van pakketkeuze en weten op een enkele uitzondering na een weloverwogen keuze te maken voor de vervolgopleiding. Bij een enkele leerling is de studiekeuze niet passend geweest. De keuze voor exacte vakken (natuurkunde, scheikunde en wiskunde) is toegenomen, maar de keuze voor technische opleidingen en beroepen is juist wat afgenomen. Leerlingen die na 4 mavo de havo zijn gaan doen, presteren over het algemeen goed. De Topsport Talentleerlingen behalen overgangs- en examenresultaten die gelijk aan of beter zijn dan die van de reguliere leerlingen. Ad 3. Niemand buiten de boot Eén leerling (late instroom in 3e jaar, met leerstoornis) heeft zonder examen de school voortijdig verlaten, ondanks intensieve begeleiding en aanpassing van zijn programma. Alle overige leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte zijn geslaagd. Het slaagpercentage was 100%, de rendementen onderbouw en bovenbouw waren bovengemiddeld. Borging In de activiteitenplannen van de secties, het afdelingsteam, de Topsport Talentbegeleiding, het begeleidingsteam voor extra ondersteuningsbehoefte zijn de nieuwe doelen afgestemd op de analyse van de voorgaande resultaten. Het ‘waarom’ en ‘waardoor’ van de goede resultaten worden verwerkt in schoolbreed vastgelegde routines als draaiboeken (bijvoorbeeld LOB en maatschappelijke stage), Handboek LOOT, begeleidingsplan, taakbeleidsplan en organisatiestructuur. Bijgestelde doelen leiden tot andere inzet van middelen (meer of minder taakuren, andere overlegvormen et cetera) en/of deskundigheidsbevordering. Zo zijn bijvoorbeeld alle Topsport Talentbegeleiders geschoold via de Stichting LOOT. Evaluatie Evaluatie is een vast onderdeel in de cyclus voor de analyse en planvorming. De middelen die worden ingezet zijn tevredenheidsonderzoeken, enquêtes, individuele en
4
- Jury Excellente Scholen 2015 -
groepsevaluatiegesprekken, data-analyse (onderzoek naar onder- en bovenpresteren), WOLFanalyses, bespreking in leerlingpanel, ouderpanel en klankbordgroep. 2.3 Ontwikkeling van het excellentieprofiel De school noemt in haar aanmelding de volgende plannen voor de verdere ontwikkeling van het excellentieprofiel. Ad 1. Verbredend en hoogstaand onderwijsaanbod In enkele vakken (kunst en LO) en in de werkweek in Groot-Brittannië waarin onderzoek wordt gedaan voor het sectorwerkstuk, wordt Engels deels voertaal. We ontwikkelen zelf een doorgaande leerlijn zelfevaluatie (droom-doelen-zelfreflectiebijstelling). De school werkt momenteel het plan uit om in 2015/2016 in 3 mavo het examenvak ITTL in te voeren (nieuw SE-examenvak ICT-media). De school werkt daarbij nauw samen met de andere scholen van CVO ’t Gooi, zoals De Savornin Lohman, afdeling mavo. Ad 2. Talentontwikkeling en -stimulering In schooljaar 2013/2014 hebben twee 4 mavoleerlingen een vak op havoniveau afgesloten en in 2014/2015 hoopt een leerling het vak wiskunde op havoniveau af te ronden, onder begeleiding van vakdocent, mentor en leerjaarcoördinator. De doorgaande leerlijn onderzoek in de Comeniusklas heeft als doel leerlingen voor te bereiden op het sectorwerkstuk. Na evaluatie onder leerlingen en docenten, en analyse door schoolleiding versterken we het programma waar nodig. In de Technologieroute (Techniekpact/netwerk MBO College Hilversum) werken we activiteiten uit voor het stimuleren van de keuzes voor een technische mbovervolgopleiding en/of een profiel techniek voor de havoroute. Denk aan verscherping en actualisering van de beroepsbeelden van technische beroepen bij leerlingen, docenten en ouders. Ad 3. Niemand buiten de boot Continueren van de hoge resultaten. 2.4 Erkenning In haar aanmelding beschrijft de school de volgende voorbeelden waaruit blijkt dat het profiel van de school wordt erkend. Erkenning binnen de eigen omgeving Het excellentieprofiel wordt gedragen door alle docenten die werkzaam zijn in de mavo en ondersteund door de overige medewerkers van de school. Een groot deel van de teamleden draagt medeverantwoordelijkheid voor het programma door het te ontwikkelen en het vervolgens toe te passen in de klas. Ad 1. Verbredend en hoogstaand onderwijsaanbod Voor schooljaar 2015/2016 wordt een samenwerking met een VO-school in GrootBrittannië (Cambridge) opgezet met betrekking tot versterkt Engels en internationalisering. Samenwerkingsverband met M-Tech-deelnemers (scholen uit regio Noord). Ad 2. Talentontwikkeling en -stimulering Intensieve samenwerking met het MBO College Hilversum in het netwerk Technologieroute en met gemeente en bedrijven in het netwerk Techniekpact. Ad 3. Niemand buiten de boot Ouderparticipatie (ouderpanel). Erkenning van buiten de school Ad 1. Verbredend en hoogstaand onderwijsaanbod Stichting LOOT heeft een positief visitatierapport opgesteld in maart 2014. Ad 2. Talentontwikkeling en stimulering MBO College Hilversum heeft Comenius benaderd voor samenwerkingsproject (doorgaande leerlijn ICT en technologie ontwikkelen), waarbij ook het bedrijfsleven is betrokken. 5
- Jury Excellente Scholen 2015 -
Ad 3. -
Niemand buiten de boot Binnen de eigen stichting wordt de school als voorbeeldschool gezien door andere scholen (College de OpMaat) die het predicaat Excellente School willen verwerven. Scholen uit de eigen regio en andere regio’s benaderen het Comenius College voor informatie over de successen van het excellentiebeleid. In het kader van Kritische Vrienden-bezoek is er over en weer leerzaam contact met andere scholen.
Referenten: Mark Wagt Rob Salij Co van Houten Tom de Groen
Twents Carmel College Proceon (PO) MBO College Hilversum Stichting LOOT
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Bevindingen van de Jury Excellente Scholen ten aanzien van het excellentieprofiel De school is op 24 september 2015 bezocht door twee leden van de Jury Excellente Scholen. Hieronder beschrijven zij hun bevindingen met betrekking tot het excellentieprofiel van de school. Het excellentieprofiel van de school De school heeft een helder en voor de school relevant excellentieprofiel. De school heeft als algemene kernwaarden genoemd: rendement, een positief pedagogisch klimaat, recht doen aan verschillen, verbinding en het leren moet betekenisvol zijn. Deze kernwaarden zijn vervolgens vertaald naar een excellentieprofiel. Dit profiel is van toepassing voor de hele school en voor alle leerlingen. Het bestaat uit de pijlers: een verbredend en hoogstaand onderwijsaanbod; talentontwikkeling en -stimulering; niemand valt buiten boot. Per schoolsoort is dat algemene profiel nader uitgewerkt en de school kijkt daarbij zeer gericht naar wat de leerling nodig heeft. Voor de mavo van het Comenius College is dat samengevat in een ‘hoogstaand aanbod’ waar LOB een belangrijke plaats inneemt met als doel de leerling voor te bereiden op het vervolgtraject, dus nadrukkelijk toekomstgericht. De slogan ‘Kom verder’ op stickers binnen de school drukt dit ook uit. Daarmee is de focus van het excellentieprofiel na enige analyse duidelijk: het onderwijs is toekomstgericht. De jury komt hiermee tot de conclusie dat de school een helder en voor de afdeling vmbo-t relevant excellentieprofiel heeft. Aanpak, resultaten, borging en evaluatie De school heeft een weloverwogen aanpak met betrekking tot het excellentieprofiel. De school heeft een weloverwogen aanpak met betrekking tot het excellentieprofiel, dat samenvalt met de algehele kwaliteitsbewaking. De directe verantwoordelijkheid is diep in de organisatie verankerd. Er zijn vier cirkels van leraren actief, ieder met een eigen focus. Cirkel 1 heeft als thema de individuele docent, met als onderwerpen: kwetsbaarheid van het lerarenberoep; wiens agenda is het belangrijkste en hoe gaan we om huiswerk. Cirkel 2 houdt zich bezig met de klas, de sectie en het team. Thema’s die in deze kring aan de orde komen zijn: eigen verantwoordelijkheid, differentiëren, onderzoeksvragen. Cirkel 3 betreft de school als gemeenschap. Ten slotte richt cirkel 4 zich op de omgeving van de school, waarbij de vijf kernwaarden van de school onder de loep worden genomen en de vraag wordt gesteld: wat doen we in dit kader al (goed) en wat gaan we (beter) doen. Aan het eind van het schooljaar rapporteren de cirkels aan de hele school en dus ook aan de directie. Consequent wordt de PDCA-cyclus afgewerkt. De cyclus heeft een eigen naam: WAK, wat staat voor werken aan onderwijsontwikkeling, kwaliteit en professionalisering. In welke mate de doelen van het toekomstgericht werken zijn bereikt, komt uit deze cyclus naar voren. De school meldt dat ze tevreden is over de resultaten, omdat leerlingen die dat aankunnen, de mogelijkheid benutten om examen te doen in een of twee extra vakken, de leerlingen niet (of nauwelijks) van pakketkeuze wisselen en de LOOT-leerlingen naar verwachting presteren. 6
- Jury Excellente Scholen 2015 -
De ontwikkeling van het excellentieprofiel De school heeft concrete plannen om het excellentieprofiel verder te ontwikkelen. Momenteel voert de school het gebruik van Engels als voertaal breder in, onder andere bij de kunstvakken en lichamelijke opvoeding, en de school zet een programma op met een combinatie van techniek en media (ITTL), dat leerlingen in 2015/2016 ook als extra examenvak kunnen kiezen. Dit traject stemt de school af met andere scholen in Hilversum. In het kader van talentontwikkeling wordt verkend hoe een mavoleerling een examenvak op havoniveau kan afsluiten. De ervaringen zijn positief en onderstrepen de ambitie van de school om veel leerlingen van de mavo (laatste schooljaar 30 procent) door te laten stromen naar de havo. De school zet stappen in de verdere ontwikkeling van de afdeling vmbo-t. Alle geledingen van de school worden betrokken, waardoor er een stevig draagvlak ontstaat. Erkenning excellentieprofiel Het excellentieprofiel van de school wordt zowel intern als extern erkend. Een sterk punt van het excellentieprofiel van het Comenius College is de verankering in de kwaliteitszorg binnen de school. Daarmee wordt het profiel een wezenlijk onderdeel van het schoolbeleid, dat gedragen wordt door alle geledingen van de school. De tevredenheidscijfers onderstrepen het brede draagvlak. Ook met partners buiten de school wordt intensief samengewerkt tot tevredenheid van een ieder. Voorbeelden zijn LOOT, MBO College Hilversum, Savornin Lohman (mavo) en collega-scholen die in de keuken van de school komen kijken hoe het Comenius College de prachtige resultaten bij de examens weet te combineren met een goede zorg en uitdagend, toekomstgericht onderwijs. De jury heeft diverse referenten gevraagd of zij het excellentieprofiel van het Comenius College herkennen en de algemene onderwijskwaliteit onderschrijven. De referenten omschrijven de school als excellent. Tevens hebben de referenten de indruk dat het Comenius College haar kennis en ervaring deelt met derden. Duurzaamheid excellentieprofiel Het excellentieprofiel van de school is toekomstbestendig. De school laat dit zien doordat ze over de jaren heen stabiele eindexamenresultaten boekt, goede doorstroomcijfers realiseert en weinig uitval of verzuim heeft. Uit de jaarlijkse terugkoppeling van het vervolgonderwijs, helaas bijna alleen vanuit het mbo, blijkt dat de school leerlingen aflevert die voorbereid zijn op het vervolgtraject. Het programma is eigentijds, degelijk en passend voor de doelgroep van de school. De leerlingen komen er kennelijk verder mee.
3.
Onderwijskwaliteit
3.1 Resultaten In haar aanmelding geeft het Comenius College de volgende toelichting bij haar resultaten. De resultaten van het afgelopen examenjaar zijn opnieuw bijzonder goed. Op de opbrengstenkaart 2015 is het rendement onderbouw 97% (3), het rendement bovenbouw is 95% (4), het gemiddelde cijfer voor alle vakken is 6,7 (5) en ook de vakkenclusters scoren van gemiddeld tot (zeer) hoog. Bij de meerjarenopbrengsten zien we dat het rendement onderbouw stabiel blijft (3), dat het rendement bovenbouw boven het gemiddelde ligt (4,33), dat het gemiddelde cijfer voor het centraal examen onverminderd hoog blijft (5), het verschil tussen het schoolexamen en het centraal examen nog verder is afgenomen (CE zelfs iets hoger dan SE) en het absolute gemiddelde cijfer voor het centraal examen nog steeds boven de norm is. Examenresultaten 2013/2014: geen enkel vak scoort bij het CE meer dan 0,5 lager dan bij het SE. Daarentegen scoren meerdere vakken, waaronder het kernvak wiskunde, iets meer dan 0,5 hoger bij het CE. Met een percentiel van 94 scoort de afdeling bijzonder hoog. In het examenjaar 2013/2014 is opnieuw iedere leerling in deze afdeling geslaagd (percentiel 100). Het gemiddelde cijfer voor alle vakken is ruim hoger dan landelijk (percentiel 91), met daarbinnen uitschieters voor 7
- Jury Excellente Scholen 2015 -
de kernvakken Engels (percentiel 99) en Nederlands (percentiel 79). Ook de overige vakken scoren vrijwel alle hoog tot zeer hoog, met bijvoorbeeld hoge percentielen voor biologie (90), Duits (77), geschiedenis (85) en alle drie de beeldende vakken (77/98/95). Natuur- en scheikunde (14) blijven als enige hierbij ver achter. Onderwijsresultaten In haar aanmelding noemt de school de volgende gebieden waarop ze zeer goede resultaten heeft geboekt. Zie vorige item. Context waarbinnen de school werkt De school beschrijft in haar aanmelding de volgende omstandigheden waarbinnen ze haar werk doet. De opwaartse druk van ouders in de regio op basisonderwijs en voortgezet onderwijs is groot. Dat uit zich in de adviezen en de Citoscores. Het verwachtingspatroon van ouders is hoog. De school houdt rekening met deze omstandigheden door leerlingen bij aanvang van hun schoolcarrière te testen om vast te stellen of het niveau op het gebied van taal en rekenen aansluit bij het verwachte niveau. Zo nodig volgen steun- en RT-uren (remedial teaching). Ouders worden voortdurend betrokken bij de voortgang van hun kinderen, zodat er een reëel beeld ontstaat van het niveau van het kind en er op tijd bijgestuurd kan worden. De nieuwe wet- en regelgeving met betrekking tot de overgang PO-VO, waarin het tweede gegeven in de vorm van een Citotoets of een ander onderzoek vervallen is, stelt ons in deze context voor een spannende uitdaging. 3.2 Onderwijsproces Over aanbod, zicht op ontwikkeling, didactisch handelen en ondersteuning schrijft de school het volgende in haar aanmelding. Aanbod Eigen oordeel aanbod: Goed In de kerndoelen van het Comenius College wordt het onderwijs omschreven als breed, afgestemd op onze leerlingen, gebaseerd op de onderwijsidealen van het begin van de 21e eeuw en uitgewerkt in teams (pedagogisch) en secties (didactisch). Aanbod en examenprogramma’s leiden tot goede resultaten en succesvolle instroom in het vervolgonderwijs. Mede door de keuze van extra vakken sluit het mavoprogramma voor sterke leerlingen goed aan op de doorstroom naar 4 havo (ver boven het landelijk gemiddelde). Leerlingen die voor het mbo opteren, zijn allemaal aangenomen op de door hen gewenste opleiding. Een sterk LOB-programma in leerjaar 3 en 4 kent veel succesvolle activiteiten in de oriëntatie op studie en beroep en een grote doorstroom naar de havo. In leerjaar 3 krijgen de leerlingen een introductie in de vier sectoren voor een goede voorbereiding op de sectorkeuze. Tevens worden oud-leerlingen uitgenodigd, die de leerlingen vertellen over hun ervaringen met betrekking tot de gekozen vervolgopleidingen. In leerjaar 4 worden diverse mbo-opleidingen uitgenodigd en volgen de leerlingen open en meeloopdagen op mbo-opleidingen. De Topsport Talentleerlingen scoren dankzij maatwerkprogramma’s en gespecialiseerde topsportbegeleiding goed, gemiddeld gelijk of beter dan de reguliere leerlingen. Leerlingen krijgen in klas 1 Frans, Duits en Spaans, kiezen in klas 2 twee uit drie talen en mogen in klas 3 de tweede moderne vreemde taal laten vallen. Leerlingen kunnen dus in Spaans, Frans en/of Duits examen doen op de mavo. Voor leerlingen die meer in hun mars hebben, is er in de bovenbouw de mogelijkheid om zeven of zelfs acht eindexamenvakken te kiezen. In de Comeniusklassen (leerjaar 2 en 3) oriënteren de leerlingen zich op hun talent en de wereld en bereiden zij zich via onderzoekend leren voor op het sectorwerkstuk. Voor rekenen en taal wordt in leerjaar 1 en 2 de vergelijkende score met de referentieniveaus 1F, 2F, 3F in kaart gebracht. In de klassen 3 en 4 wordt het vak rekenen gegeven als voorbereiding op de schooltoets. 8
- Jury Excellente Scholen 2015 -
Maatwerkprogramma’s rekenen (bijspijkerlessen en ‘challenges’) sluiten aan op de behoefte in leerjaar 1. Hetzelfde geldt voor het taalonderwijs. De culturele vorming bestaat uit de cultuurmarathon, de ckv-werkweek, aantrekkelijk kunstvakonderwijs met de examenvakken tekenen, handvaardigheid en muziek, een dramamodule in klas 1 en een aparte dramaklas in leerjaar 2 en 3, de musical en het toneelstuk. In het kader van burgerschap organiseert de school een burgerschapstweedaagse, waarbij alle leerlingen zich inzetten voor een van de zeven goede doelen in de zogenoemde Expeditie. Alle 4 mavoleerlingen hebben zich tijdens een maatschappelijke stageweek belangeloos ingezet voor een basisschool, bejaardenthuis of andere maatschappelijke instelling. Bij dit alles wordt er door de afdelingsleider en directie strak gelet op de onderwijskwaliteit en onderwijstijd. Om het rendement van de lessen hoog te houden dan wel verder te verhogen, vinden er veel lesbezoek en intervisie plaats, zodat docenten van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen stimuleren. Zicht op ontwikkeling Eigen oordeel zicht op ontwikkeling: Goed De resultaten van de leerlingen worden nauwkeurig bijgehouden door mentor, afdelingsleider en begeleidingsspecialist in het leerlingvolgsysteem (Magister). Het betreft niet alleen cijfers, maar ook notities van de mentoren over de sociaal-emotionele ontwikkeling. Patronen worden geëvalueerd en werkwijzen worden vastgelegd. Specifieke aandacht is er voor de Topsport Talentleerlingen door de LOOT-begeleider (zie ook Handboek LOOT/Topsport Talent). Binnen het afdelingsteam analyseren mentoren en afdelingsleiding met grote regelmaat de resultaten en worden zo nodig plannen van aanpak gemaakt in de leerlingbespreking, die door mentor en/of afdelingsleider met leerlingen en ouders worden afgestemd. Op de pedagogische vergadering met het docententeam worden de voortgang en het algeheel functioneren besproken met het klassenteam. Na het uitdelen van de rapporten wordt er door de mentoren met de leerlingen gereflecteerd. In leerjaar 1 vindt analyse plaats van de LVS-gegevens van de basisschool (onderwijskundig rapport) door de afdelingsleider, de orthopedagoog en de RT’er. Alle leerlingen worden getest op spelling/dyslexieproblematiek. Bij vermoeden van dyslexie vinden training en begeleiding plaats, waarna in lijn met het dyslexieprotocol eventueel extern verwezen wordt voor diagnostiek. Leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte (onder wie de voorheen LGF-leerlingen) krijgen extra begeleiding van een leercoach, onder aansturing van de zorgcoördinator. Er is een wekelijks overleg met het begeleidingsadviesteam (BAT), waaraan de zorgcoördinator/orthopedagoog, de betrokken conrector en de betrokken afdelingsleiders deelnemen en waarop de leerlingen die door sociaal-emotionele oorzaken en/of leerstoornissen achterblijven met hun resultaten, worden besproken en voor wie vervolgens handelingsplannen worden opgesteld. Zes keer per jaar is er een zorgadviesteamoverleg (ZAT) met schoolarts, leerplichtambtenaar, jeugdzorgmedewerker en de BAT-leden. De leerlingen waarbij de interne begeleidingsspecialisten handelingsverlegen zijn, komen met toestemming van de ouders op de agenda, wat resulteert in bijvoorbeeld advies of versnelde verwijzing. Faalangstige leerlingen (klas 2 en 4) worden onderzocht door de orthopedagoog en krijgen maatwerk in de vorm van individuele ondersteuning, verwijzing of training. Onderzoek naar onderpresteren (BO-leerjaar 3) levert categorieën op (wel of niet kunnen en willen), waarvoor de mentoren maatwerk leveren. Bij de examentrainingen hebben docenten het programma vernieuwd om het uiterste uit de leerlingen te halen en ze optimaal voor te bereiden op het examen. Daarnaast is er driemaal per schooljaar overleg met de mavodocenten van de andere scholen binnen de stichting CVO ’t Gooi over thema’s die spelen op een of meer vestigingen. De school werkt momenteel plannen uit voor een digitaal portfolio van leerlingen, dat meer zicht geeft op hun sociaal-emotionele ontwikkeling en zelfreflectie. In de dakpanklassen 1mh en 2mh werken alle vakken met een determinerende toets per periode. In deze toets differentieert de docent enkele toetsvragen naar de twee niveaus mavo en havo. De 9
- Jury Excellente Scholen 2015 -
havo-vragen onderscheiden zich van de mavo-vragen door iets meer op inzicht en complexe toepassing te bevragen en iets minder op kennis/reproductie. Dit mondt op het rapport voor ieder vak uit in zowel een m- als een h-cijfer. Niet alleen resultaten van de vakken worden gerapporteerd, maar ook de bijbehorende werkhouding. De absenties worden stelselmatig in de gaten gehouden en gecheckt door mentor, afdelingsleider en secretaresse. Er is nauw contact met de leerplichtambtenaar, die maandelijks een overzicht krijgt van leerlingen die te veel absent of ziek zijn. Jaarlijks spreken de mentoren brugklas de resultaten en eerste ervaringen door met de leerkrachten van groep 8 (warme overdracht). Feedback op het advies vindt bij deze gelegenheid plaats. In 2015 start CVO ’t Gooi met structurele feedback aan de basisscholen op het advies, aan de hand van de positie van de leerling in klas 3, gerelateerd aan het basisschooladvies. Didactisch handelen Eigen oordeel didactisch handelen: Goed De pedagogisch-didactische aanpak is geënt op regels, structuur en duidelijkheid en kent een hoge betrokkenheid op de leerling, rekening houdend met de verschillen in kwaliteiten, motivatie en thuissituatie. Alle docenten zijn ervaren in het omgaan met de verschillen tussen mavo en havo. Docenten werken in hun vaksectie sterk samen: er vinden afstemming en besluitvorming plaats over te hanteren methoden, studiewijzers, toetsen en didactische aanpak. De basis is overwegend docentgestuurd en klassikaal onderwijs in lessen van 60 minuten, waarbij er veel ruimte is voor didactische variatie in werkvorm, klassikale en individuele instructie en de leertijd optimaal wordt benut. Er is veel aandacht voor en handhaving van orde en rust ten behoeve van de focus op leren. ICT wordt steeds meer ingezet als didactisch middel, via beamer, webquests, digibord, gebruik digitaal oefenprogramma rekenen en taal, et cetera. Intervisie en collegiale consultatie over het verbeteren van het leerrendement en de effectiviteit van de didactiek zijn gewoon binnen de secties en tussen de secties. Jaarlijks vinden meerdere lesbezoeken plaats door schoolleiding en sectieleiders, met een gericht kijkkader. De directie maakt op basis van de lesbezoeken jaarlijks een schoolfoto van het onderwijs volgens het waarderingskader van de inspectie. Ook het WAK-traject is een voorbeeld van het lerend en verbeterend vermogen. Ondersteuning Eigen oordeel ondersteuning: Goed Remedial teachers bieden faciliteiten en ondersteuning aan dyslecten, individuele en groepstraining voor begrijpend lezen, spelling, werkwoordspelling. De school werkt volgens het dyslexie- en het dyscalculieprotocol. De zorgcoördinator/orthopedagoog coördineert de begeleidingsspecialisten, voert de screening uit, adviseert de eerste lijn en verwijst zo nodig naar externe zorgspecialisten. Zij is tevens leerlingbegeleider. In leerjaar 1 en 2 (dakpanbrugklassen mavo/havo) krijgen de leerlingen die cognitief sterk zijn (havoniveau) en/of een goede inzet en werkhouding hebben, extra stof en/of verdieping aangeboden. In leerjaar 3 en 4 mavo krijgen de leerlingen die havo-potentie en -ambitie hebben extra vak(ken) aangeboden. Ook worden in 4 mavo schakellessen aangeboden voor een succesvolle overstap naar de havo. De LOOT-begeleiders ondersteunen de Topsport Talentleerlingen bij hun zware combinatie van topsport en studie op het hoogst haalbare niveau. Voor laatstgenoemde leerlingen worden altijd aangepaste roosters gemaakt, zowel voor de lesroosters als voor de toetsweek (indien nodig). Docenten rekenen, respectievelijk Nederlands geven bijspijkerlessen rekenen, respectievelijk taal in leerjaar 1. Leercoaches ondersteunen leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte (voorheen rugzak en andere stoornissen), evenals ouders en de mentoren. De leercoach geeft extra ondersteuning aan leerlingen met een leer- of gedragsproblematiek, of aan leerlingen die langdurig/chronisch ziek zijn. Leerlingen met leer-, gedrags- en motivatieproblematiek (bijvoorbeeld veroorzaakt door 10
- Jury Excellente Scholen 2015 -
problematische thuissituaties) doen een veelal effectief beroep op de begeleidingsstructuur van mentor, leercoach, remedial teacher, begeleidings-adviesteam, orthopedagoog, BAT (begeleidingsadviesteam) en ZAT (zorgadviesteam). Voor leerlingen die laag presteren (ten opzichte van hun capaciteiten) wordt extra mentorbegeleiding ingezet, die bij onvoldoende succes uitmondt in een vierkant rooster (van 8.30 tot 16.30 uur op school continu aan schoolwerk onder toezicht). Voor leerlingen die behoefte hebben aan huiswerk onder toezicht met hulp bij planning, is er de huiswerkklas, tegen een lage vergoeding en gerund door vrijwilligers. 3.3 Schoolklimaat en veiligheid In haar aanmelding merkt de school het volgende op over het klimaat en de veiligheid op school. Schoolklimaat Eigen oordeel schoolklimaat: Goed Mentoren en afdelingsleiding besteden veel aandacht aan de pedagogische kwaliteiten van de docenten. Dit gebeurt met name op de bijeenkomsten van het team, waarin pedagogische thema’s centraal staan. Tevens worden tijdens teamstudiedagen trainingen gegeven door externe specialisten onder andere in emotieleer, het puberbrein, eenheid van handelen en gunstig pedagogisch klimaat en Positive Behavior Support. Met name voor mavoleerlingen is het van groot belang dat lessen in een rustige sfeer worden gegeven, dat leerlingen weten waar ze aan toe zijn en de docent hun vorderingen regelmatig bijhoudt en dat de leerlingen worden gestimuleerd hun best te doen. Dit is een punt waaraan in de teambijeenkomsten heel regelmatig aandacht wordt besteed. In leerjaar 1 en 2 wordt tijdens de mentorlessen (naast andere activiteiten) gewerkt met de methode Breingeheimen en hier ligt de focus op studievaardigheden en sociale vaardigheden. Tevens wordt met het project Talent & Toekomst gewerkt aan zelfevaluatie (droom-doelenzelfreflectie-bijstelling). De doorgaande leerlijn wordt verder ontwikkeld. De Comeniusklassen (Exact, Sport, Wereldburger, Theater) in leerjaar 2 en 3 stimuleren leerlingen hun talenten aan te boren en helpen hen via onderzoekend leren zich voor te bereiden op het sectorwerkstuk. In leerjaar 3 worden de leerlingen getraind in het debatteren als voorbereiding op de deelname aan het VMBO Debattoernooi. In leerjaar 4 wordt het onderzoek voor het sectorwerkstuk in Groot-Brittannië uitgevoerd en is Engels deels voertaal. Dit laatste met het oog op het ontwikkelen van versterkt Engels op de mavo. In het team wordt het onderwijskundig leiderschap gedeeld: onder regie van de afdelingsleider sturen leerjaarcoördinatoren (teamleden) mentoren aan in mentoractiviteiten, presentie en cijfercontrole en een plan van aanpak bij leer- of gedragsproblemen. Dit versterkt het commitment, de betrokkenheid, productiviteit en samenwerking in het team. Het team werkt aan het ondersteunen van positief gedrag door onder andere te complimenteren. Samen met rust, regelmaat en duidelijkheid leidt dit tot een beter leerklimaat. Veiligheid Eigen oordeel veiligheid: Goed Leraren en leerlingen werken samen. Leerlingparticipatie krijgt op verschillende manieren vorm zoals in de Raad voor de Veiligheid en de klankbordgroep. Leerlingen participeren op studiedagen van de school en op de selectiedagen van het programma ‘Eerst de Klas’. Docenten en leerlingen ontwikkelen samen het programma voor De Veilige School als onderdeel van de Expeditie Comenius. De school ondersteunt van harte het initiatief van leerlingen om het pesten aan te pakken: de Raad voor de Veiligheid wordt landelijk als voorbeeld gezien en heeft als zodanig een workshop gegeven op het Nationaal Mediawijsheid Congres. Het Comenius College is door de Kinderombudsman in de media genoemd als voorbeeldschool! Het Pestprotocol is up-to-date en wordt levend gehouden en besproken in de teams. Mentoren doorlopen het vijfstappenplan voor de aanpak van pesten. In tevredenheidsenquêtes scoren wij hoog. 11
- Jury Excellente Scholen 2015 -
Gebruikt(e) instrument(en) en resultaat Kwaliteitscholen. In 2013 was het resultaat een 8,3. In 2012 werd het beoordeeld met een 8,5; in 2011 met een 8,1. 3.4 Kwaliteitszorg en ambitie In de aanmelding geeft de school de volgende toelichtingen over evaluatie en verbetering en de kwaliteitscultuur op de school. Evaluatie en verbetering Eigen oordeel evaluatie en verbetering: Goed Het systeem van kwaliteitszorg is gericht op het stellen van duidelijke, meetbare doelen op het gebied van de resultaten en het onderwijsproces, waaronder het aanbod, het schoolklimaat en de veiligheid. De doelen en resultaten worden jaarlijks geëvalueerd door de schoolleiding, vaksecties, afdelingsteams en andere gremia. Deskundigheidsbevordering is een jaarlijks terugkerend onderwerp in de functioneringsgesprekken. De school maakt deel uit van een netwerk met intercollegiale intervisie en visitatie en doet ook aan bilaterale intervisie en visitatie met andere scholen, waaronder het Leidse Rijn College. De school heeft een medewerker kwaliteitszorg aangesteld en maakt voor het verzamelen van gegevens gebruik van informatie van het centraal bureau van CVO ’t Gooi. Bij alle evaluaties wordt de PDCA-cyclus doorlopen. Zie ook paragraaf 6.1 van het juryrapport 2014. Tevredenheidsonderzoeken (zoals opgegeven in de aanmelding) Afname Medewerkertevredenheid Oudertevredenheid Leerlingtevredenheid
Ja Ja Ja
Jaar afname 2014 2014 2014
Aantal respondenten 49 29 62
Gemiddelde van de school 6,68 7,10 6,67
Landelijke benchmark 6,72 7,05 6,58
Kwaliteitscultuur Eigen oordeel kwaliteitscultuur: Goed Het Comenius College is een lerende organisatie. 100 van de 115 docenten zijn volledig bevoegd voor hun vak, 14 docenten zijn in opleiding en slechts één docent is onbevoegd. Ook wordt de functiemix actief ingezet om de ontwikkeling van het personeel verder te ontwikkelen en belonen. Op alle niveaus vindt voortdurende ontwikkeling plaats. WAK (Werken Aan Kwaliteit vanuit het perspectief van de docent): 18 docenten (WAK-traject) werkten in schooljaar 2013/2014 in groepjes aan de kwaliteit van hun lessen vanuit een eigen onderzoeksvraag in de eigen lessituatie. Gedurende het huidige schooljaar doet elke collega onderzoek binnen WAK en volgt vakscholing. Werken aan Kwaliteit zal ook de komende jaren een belangrijk onderdeel zijn bij het vergroten van de professionaliteit. Scholing wordt in ruime mate gefaciliteerd. Een aantal secties werkt aan kwaliteitsverbetering door middel van een gezamenlijk coachingstraject. Een kwart van de docenten volgt bijscholing voor het Cambridge Certificate, zodat ze in de toekomst hun lessen in het Engels kunnen geven. Studiereizen naar onder andere Canada en Finland zijn een gegeven binnen de school voor schoolleiding en docenten. Teamstudiedagen zijn gericht op ontwikkelingen binnen het team. Er is gedeeld leiderschap binnen het team. Voor elk leerjaar is een leerjaarcoördinator aangesteld die in overleg met de afdelingsleider dat bepaalde jaar runt. Het ontlast de afdelingsleider en zorgt ervoor dat schoolleiding en docenten de leerlingen heel goed kunnen volgen. Een aantal collega’s vervolgt hun tweedegraads opleiding met een eerstegraads opleiding. Deskundigheidsbevordering is een vast agendapunt bij elk functioneringsgesprek. De resultaten van het onderwijs worden nauwkeurig gemonitord binnen de vaksectie. De directie bespreekt meerdere keren per jaar de resultaten met de vaksectie. Zo nodig worden verbeterpunten vastgelegd en verbeteractiviteiten gestart. 12
- Jury Excellente Scholen 2015 -
Bevindingen van de Jury Excellente Scholen ten aanzien van de algemene onderwijskwaliteit Toelichting werkwijze jury Bij het onderzoek naar de algemene onderwijskwaliteit worden de volgende aspecten betrokken: resultaten, onderwijsproces, schoolklimaat en veiligheid, en kwaliteitszorg en ambitie. Scholen hebben zichzelf beoordeeld op basis van een aantal kwaliteitsstandaarden. De kwaliteitsstandaarden behorende bij onderwijsproces, schoolklimaat en veiligheid, en kwaliteitszorg en ambitie zijn met toelichting opgenomen in de bijlage van het juryrapport. Het eigen oordeel van de school is opgenomen in hoofdstuk 3 van dit rapport. De jury voert geen eigen onderzoek uit naar de kwaliteit van deze standaarden. Wel toetst zij of in haar onderzoek naar het excellentieprofiel contra-indicaties naar voren komen die tot een oordeel leiden dat afwijkt van het eigen oordeel van de school. Tijdens het schoolbezoek kwam de jury tot de volgende bevindingen ten aanzien van de algemene onderwijskwaliteit van de school. Resultaten Eindresultaten verplicht curriculum: de leerlingen behalen cognitieve leerresultaten in examenvakken en resultaten in door- en uitstroom, die gezien kenmerken en beginniveau van de leerlingen ten minste in overeenstemming zijn met wat van een goede school verwacht mag worden. Het gemiddelde cijfer voor de centrale examens (CE) 2015 voor het verplicht curriculum blijft op de afdeling mavo gehandhaafd op hetzelfde niveau als de twee voorgaande jaren. Dit jaar behoort de school met de afdeling mavo tot de 22 procent best presterende scholen, maar ze daalt wel iets in de rangorde in vergelijking met voorgaande jaren. Zes van de negen vakken scoren hoger dan het landelijk gemiddelde, waarvan één vak veel hoger, en gemiddeld ligt het cijfer van het CE boven het landelijk gemiddelde. Het vak Engels doet het bijzonder goed met een percentiel van 95. Ook Nederlands komt met een percentiel van 88 goed voor de dag. Verder is het beeld wisselend. Het slagingspercentage (94,4) op de mavo is lager dan de voorgaande jaren, toen het steeds 100 procent was. De doorstroom van leerlingen in de onder- en bovenbouw is ook ruim boven de norm. De conclusie van de jury is dat de leerlingen en de school cognitieve leerresultaten behalen in bijna alle examenvakken en in de resultaten in door- en uitstroom, die gezien kenmerken en beginniveau van de leerlingen ten minste in overstemming zijn met wat van deze school verwacht mag worden. Resultaten niet verplicht curriculum: de school kan op andere gebieden dan het verplichte curriculum het bereikte niveau zichtbaar maken. De school waardeert de resultaten van de projecten die ze bij het aanbod noemt (zie hierna bij Onderwijsproces), afhankelijk van de leervraag of de doelstelling, in cijfers, of benoemt de ontwikkeling in vaardigheden of brengt de resultaten van een onderzoek in kaart. De jury concludeert dat de school ook op andere gebieden dan het verplichte curriculum het bereikte niveau zichtbaar kan maken. Onderwijsproces Aanbod: het aanbod bereidt de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving. Het onderwijsaanbod van de afdeling mavo van het Comenius College is rijk en gevarieerd. De notitie Speerpunten mavo-opleiding Comenius geeft daar blijk van. De belangrijkste doelstelling daarbij is alle leerlingen goed voor te bereiden op vervolgopleiding en samenleving. De school onderscheidt in het aanbod een aantal talentgebieden (talen, exacte vakken, kunst, sport en maatschappijvakken). Binnen de reguliere vakken van een talentgebied worden extra uitdagingen geboden aan leerlingen, maar ook in projecten of tijdens speciale dagen worden 13
- Jury Excellente Scholen 2015 -
leerlingen verleid het beste uit zichzelf te halen. In de onderbouw mavo wordt ook Spaans als moderne vreemde taal aangeboden en is er de mogelijkheid van een speciale Theaterklas. In de bovenbouw geeft de school leerlingen die dat aankunnen de kans om in een zevende of zelfs achtste vak examen te doen. In de Comeniusklassen (leerjaar 2 en 3) oriënteren de leerlingen zich op hun talent en bereiden zij zich via onderzoekend leren voor op het maken van hun sectorwerkstuk in de eindexamenklas. Extra’s, zoals het deelnemen aan het Debattoernooi, de Expeditie voor goede doelen, het Cultureel Café, toneel of musical, staan open voor leerlingen die hun talenten willen ontwikkelen en hun weg zoeken in de wereld van morgen. De conclusie van de jury is dat het aanbod de leerlingen voorbereidt op vervolgonderwijs en samenleving. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties heeft aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. Zicht op ontwikkeling: de leraren volgen en analyseren de ontwikkeling van alle leerlingen met als doel het onderwijs voor hen vorm te geven. Het Comenius College volgt de voortgang en ontwikkeling van elke leerling nauwgezet. Niet alleen in cijfers maar ook in de vorm van bijvoorbeeld een certificaat bij de beheersing van vaardigheden. De mentor speelt in de begeleiding een cruciale rol en participeert in leerlingbesprekingen en pedagogische vergaderingen. Ook de loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) vult de school op professionele wijze in en vooral ouders worden hierbij nauw betrokken, ook als deskundigen in speeddatesessies op school. De school onderstreept het belang van LOB juist voor de mavoleerlingen. Het keuzeproces moet al in leerjaar 2 echt van start vanwege examinering in leerjaar 4. De jury concludeert dat de leraren de ontwikkeling van leerlingen zorgvuldig begeleiden met als doel het onderwijs voor hen vorm te geven. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. Didactisch handelen: het didactisch handelen van de leraren stelt de leerlingen in staat te leren en zich te ontwikkelen. Vanuit het programma Werken Aan Kwaliteit (WAK) werken leraren aan hun eigen professionalisering, vakinhoudelijk of beroepsmatig. Behalve op persoonlijke leervragen wordt schoolbreed ingezet op het hanteren van gevarieerde werkvormen middels projecten. Ook binnen de les wordt tegemoetgekomen aan de specifieke kenmerken van de mavoleerlingen opdat doorstroming naar havo of mbo gewaarborgd is. In het algemeen stelt het didactisch handelen van de leraren de leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling. Er is voldoende variatie in werkvormen om het onderwijs uitdagend te houden volgens de jury. Zelf heeft de school ook geconcludeerd dat differentiëren in de les als werkvorm nog beter kan en moet. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. Ondersteuning: leerlingen die dat nodig hebben ontvangen extra aanbod en ondersteuning. Tijdens het gesprek met de leraren heeft de jury vernomen hoe de school omgaat met leerlingen bij wie het leren niet vanzelf gaat. De mentoren zijn heel alert op signalen die hierop wijzen en brengen mogelijke wensen of vragen over extra ondersteuning in het begeleidingsadviesteam (BAT). Er kan een beroep gedaan worden op de deskundigheid van de orthopedagoge en remedial teachers, op huiswerkbegeleiding, leercoaches of in geval van een topsporttalent op een speciale topsportbegeleider, omdat de school ook een LOOT-school is, met extra faciliteiten. De schoolorganisatie is hierop ingesteld. Aanmeldingen vanuit het passend onderwijs ontvangen begeleiding die is opgesteld vanuit een ontwikkelingsperspectief. Een handleiding met een keur aan interventies is voorhanden. De jury concludeert dat leerlingen die dat nodig hebben, extra aanbod en ondersteuning ontvangen. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. 14
- Jury Excellente Scholen 2015 -
Schoolklimaat en veiligheid Schoolklimaat: de school kent een ambitieus en stimulerend klimaat. In alle gesprekken die de jury heeft gevoerd, is het prettige, warme en open schoolklimaat genoemd. “Van buiten bezien is de school strak georganiseerd, maar binnen is er een warm, zacht klimaat”, werd genoteerd in het gesprek met ouders en leerlingen. Er zijn duidelijke afspraken over gewenst gedrag, vastgelegd in een gedagscode die uitnodigend is beschreven in de afdelingsboekjes. Alle geledingen op school dragen de gedragscode uit door deze voor te leven. Daarnaast is er een ambitieus klimaat om het beste uit jezelf halen en worden leerlingen uitgedaagd en aangesproken op hun mogelijkheden en talenten. Ook de inzet voor meer maatschappelijk georiënteerde projecten is groot op school tot in het verre buitenland aan toe. De jury komt dan ook tot de conclusie dat het Comenius College een ambitieus en stimulerend schoolklimaat kent. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. Veiligheid: de schoolleiding en leraren waarborgen een veilige, respectvolle en betrokken omgeving voor leerlingen en leraren. Het aspect veiligheid is in een van de gesprekken aan de orde gekomen en met name ook het onderwerp pesten. Een leerling nam aan het gesprek deel als lid van de Raad voor de Veiligheid op school. Zij werkt aan een plan om een helpdesk voor pesten op te richten en probeert de schoolleiding daarvoor enthousiast te maken. Ook uit de afgenomen enquêtes blijken er geen problemen rond het begrip veiligheid te zijn. Schoolleiding en leraren waarborgen volgens de jury een veilige, respectvolle en betrokken omgeving voor leerlingen en leraren. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. Kwaliteitszorg en ambitie Evaluatie en verbetering: de school heeft vanuit haar maatschappelijke opdracht ambities en doelen geformuleerd, evalueert regelmatig de realisatie en verbetert op basis daarvan systematisch haar onderwijs. De school documenteert de ontwikkelingen in haar onderwijs op alle gebieden zorgvuldig en degelijk. De jury heeft daarvan kennis genomen en spreekt haar waardering daarover uit. Er zijn bijvoorbeeld gedetailleerde analyses van de examenresultaten. Uitkomsten daarvan worden besproken met betrokkenen en zo nodig stelt de school een verbetertraject in. Het WAK-traject is op een aantrekkelijke wijze beschreven vanuit het perspectief van de docent. Er is een interactieve digitale krant Wakker, waarin over diverse onderzoeken wordt gerapporteerd, vaak inclusief evaluatie en conclusie. De school heeft vanuit haar maatschappelijke opdracht ambities en doelen geformuleerd, evalueert regelmatig de realisatie en verbetert op basis daarvan systematisch haar onderwijs. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school. Kwaliteitscultuur: de school kent een professionele kwaliteitscultuur en functioneert transparant en integer. Het kwaliteitssysteem is gebaseerd op de PCDA-cyclus, gericht op behoud van kwaliteit en op verbetering waar dat nodig of wenselijk is. De school betrekt bovendien de vele stakeholders bij haar beleid en laat ook van buiten naar binnen kijken in de vorm van visitaties. De school kent volgens de jury een professionele kwaliteitscultuur en functioneert transparant en integer. De jury heeft in haar onderzoek geen contra-indicaties aangetroffen voor het eigen oordeel van de school.
15
- Jury Excellente Scholen 2015 -
4.
Conclusie van de jury
Het Comenius College voor vmbo-t, havo en vwo is mooi in het groen gelegen aan de rand van Hilversum. De school verzorgt onderwijs vanuit de christelijke identiteit en telt bijna 1200 leerlingen. Het Comenius College heeft voor de afdeling mavo het predicaat Excellent School 2012, 2013 en 2014 ontvangen en heeft zich opnieuw voor het predicaat aangemeld. De afdeling mavo van het Comenius College onderscheidt zich van andere scholen door te excelleren op het gebied van maatwerk, zodat elke leerling optimaal wordt voorbereid op zijn toekomst. De slogan op stickers in de school, ‘Kom verder’, geeft hier ook uitdrukking aan. Dit toekomstgerichte excellentieprofiel van de mavo werkt integraal door in deze afdeling en versterkt de reputatie van de school, en heeft met het hoogstaande aanbod, waarin het LOB-traject een belangrijke plaats inneemt, toch een eigen accent voor de afdeling vmbo-t. Dit aangebrachte accent in het aanvankelijk brede profiel zou binnen de school tot heroverwegingen kunnen leiden over de toekomstige, ingeperkte focus van het profiel. De mavo-afdeling heeft een rijk aanbod, een sterke invulling van LOB, ontwikkelt zich continu en behaalt met haar leerlingen al jarenlang goede resultaten. De school creëert een cultuur waarin ze laat zien dat ze gericht is op verbeteren. Ze heeft door haar kritische zelfreflectie zicht op het eigen ontwikkelvermogen en laat als gevolg daarvan weinig mogelijkheden tot verbetering liggen. Bovendien deelt de school haar expertise met derden. Alles overziende is de jury van oordeel dat het Comenius College op basis van de door de jury waargenomen kenmerken en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School vmbo-t toekomt.
16
- Jury Excellente Scholen 2015 -
Bijlage – zelfevaluatie algemene onderwijskwaliteit Voortgezet onderwijs en praktijkonderwijs Scholen hebben zichzelf beoordeeld op basis van onderstaande kwaliteitsstandaarden met bijbehorende omschrijving. Scholen kregen het verzoek hun oordeel te waarderen op deze standaarden en dit oordeel te onderbouwen. Deze inbreng is opgenomen in het juryrapport over de school. 1. ONDERWIJSPROCES 1.1 Aanbod Het aanbod bereidt de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving. De leraren bieden een breed, eigentijds en op de kerndoelen gebaseerd aanbod; het eigenaarschap van het aanbod ligt bij het team. Het is dekkend voor de examenprogramma’s. Binnen de kaders van de wet maken zij keuzen in het aanbod, waardoor zij deze afstemmen op de onderwijsbehoeften die kenmerkend zijn voor de leerlingenpopulatie. De school heeft bovendien een aanbod voor de referentieniveaus taal en rekenen. Het aanbod sluit aan op het niveau van de leerlingen bij binnenkomst van de school en bereidt hen voor op het aanbod bij de start van het vervolgonderwijs. Daar tussenin verdelen de leraren de leerinhouden evenwichtig en in samenhang over de leerjaren en ze geven de leerlingen voldoende tijd om zich het aanbod eigen te maken. Er gaat geen lestijd onnodig verloren en leerlingen benutten het geboden onderwijsprogramma maximaal. Het aanbod draagt bij aan de basiswaarden van de democratische rechtsstaat. 1.2 Zicht op ontwikkeling De school volgt en analyseert de ontwikkeling van alle leerlingen met als doel het onderwijs voor hen vorm te geven. De leraren verzamelen voortdurend systematische informatie over de ontwikkeling van hun leerlingen. Zij gaan regelmatig na in welke mate de leerlingen profiteren van het geboden onderwijs en hoe de ontwikkeling van leerlingen verloopt uitgaand van de eigen capaciteiten en ten opzichte van leeftijdgenoten. Wanneer leerlingen het onderwijs niet genoeg lijken te benutten, gaat de school na waar de ontwikkeling stagneert en wat mogelijke verklaringen hiervoor zijn. De leraren gebruiken al deze informatie vervolgens om het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van zowel groepen leerlingen als individuele leerlingen. De leraren hanteren daarbij een cyclische aanpak. 1.3 Didactisch handelen Het didactisch handelen van de leraren stelt de leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling. De leraren plannen en structureren hun handelen met behulp van de informatie die zij over de leerlingen hebben, en stimuleren een brede ontwikkeling. Het team handelt op basis van een samenhangend en consistent pedagogisch-didactisch concept. De leraren zorgen voor effectieve instructies: aansprekend, doelmatig en interactief. Ze geven blijk van hoge verwachtingen en reageren positief op de inbreng van leerlingen, waardoor deze zich ondersteund en uitgedaagd voelen. Bij de instructies en opdrachten gebruiken de leraren passende vakdidactische principes en werkvormen. Ook zorgen zij ervoor dat het niveau van hun lessen past bij het beoogde eindniveau. Zij stemmen de instructies en opdrachten af op de behoeften van groepen en individuele leerlingen, zodat alle leerlingen actief, gemotiveerd en betrokken zijn en de beschikbare tijd effectief besteden. Tijdens de (leer)activiteiten gaan de leraren na of de leerlingen de leerstof en de opdrachten begrijpen. Daarbij geven de leraren de leerlingen directe en individuele feedback op hun werken en leren. 1.4 Ondersteuning Leerlingen die dat nodig hebben, ontvangen extra aanbod en ondersteuning. De school heeft voor leerlingen met bijzondere ondersteuningsbehoeften extra aanbod en begeleiding gepland. Deze ondersteuning is gericht op het (ontwikkelings)perspectief van de 17
- Jury Excellente Scholen 2015 -
leerling. Voor de leerlingen die structureel onderwijsaanbod krijgen op een ander niveau dan de leeftijdsgroep of extra bekostigd worden vanuit het samenwerkingsverband, stelt de school een (ontwikkelings)perspectief op. De school evalueert regelmatig of de extra ondersteuning het gewenste effect heeft en stelt deze zo nodig bij. 2. SCHOOLKLIMAAT & VEILIGHEID 2.1 Schoolklimaat De school kent een ambitieus en stimulerend klimaat. De schoolleiding en de leraren creëren een stimulerend en ambitieus pedagogisch en didactisch klimaat. Er zijn duidelijke regels en er heerst een voorspelbaar en betrouwbaar positief klimaat waarin afspraken nagekomen worden. Schoolleiding en leraren kennen een focus op persoonlijke ontwikkeling en leren, waarin alle leerlingen gezien worden en zich betrokken voelen bij de schoolgemeenschap. Het schoolklimaat is ondersteunend voor de cognitieve en sociale ontwikkeling. Voor elke leerling is een leraar beschikbaar die zijn/haar ontwikkeling volgt en aanspreekpunt is bij problemen (mentor). 2.2 Veiligheid Schoolleiding en leraren waarborgen een veilige, respectvolle en betrokken omgeving voor leerlingen en leraren. Schoolleiding en leraren waarborgen de veiligheid van de school en de omgeving voor alle leerlingen en het personeel. Leerlingen, leraren, schoolleiding en overig personeel gaan respectvol en betrokken met elkaar om. De leraren brengen leerlingen sociale competenties bij en tonen voorbeeldgedrag. Schoolleiding en leraren voorkomen pesten, agressie en geweld in elke vorm en treden zo nodig snel en adequaat op. De school heeft daarvoor een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen, registreren, afhandelen en evalueren van incidenten. Het beleid voorziet ook in een regelmatige meting van de veiligheidsbeleving van de leerlingen en het personeel. De school heeft een vertrouwenspersoon. Alle betrokkenen kennen dit beleid. 3. KWALITEITSZORG EN AMBITIE 3.1 Evaluatie en verbetering De school heeft vanuit haar maatschappelijke opdracht ambities en doelen geformuleerd, evalueert regelmatig de realisatie en verbetert op basis daarvan systematisch haar onderwijs. De school weet – rekening houdend met haar maatschappelijke opdracht en kenmerken van de leerlingenpopulatie – waarin zij zich wil onderscheiden, c.q. profileren, en heeft daaruit toetsbare doelen afgeleid voor de korte en middellange termijn. De kwaliteitszorg heeft in elk geval betrekking op de resultaten, het onderwijsproces waaronder het aanbod, het schoolklimaat en de veiligheid. De schoolleiding en de leraren beoordelen systematisch maatregelen en instrumenten om te waarborgen dat het personeel bekwaam is en deze bekwaamheid onderhoudt. De school betrekt onafhankelijke deskundigen en belanghebbenden bij deze beoordeling en analyseert de relatie tussen de resultaten en de financiële voorzieningen en wettelijke vereisten. De evaluaties leiden tot toegankelijke managementinformatie. Waar nodig voert de school planmatig verbeteringen door die voldoende ambitieus zijn en aansluiten bij de evaluaties. 3.2 Kwaliteitscultuur De school kent een professionele kwaliteitscultuur en functioneert transparant en integer. Het beleid van de school om haar visie op de onderwijskwaliteit en ambities te realiseren, wordt door de leraren breed gedragen. Er is een grote bereidheid om gezamenlijk het onderwijs te verbeteren. Het bestuur en de schoolleiding vertonen onderwijskundig leiderschap en kwaliteitsbewustzijn. Er wordt gehandeld vanuit een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling tussen alle geledingen in de instelling. De schoolleiding, leraren en het ondersteunend personeel werken gezamenlijk aan een voortdurende verbetering van hun professionaliteit. Leraren en andere betrokkenen bij de school werken resultaatgericht, zijn aanspreekbaar op gemaakte afspraken en zijn zich bewust van de effecten van hun handelen op de onderwijskwaliteit en op de ontwikkeling van de leerlingen. De 18
- Jury Excellente Scholen 2015 -
school werkt vanuit een transparante en integere cultuur waarin sprake is van zichtbaar zorgvuldig handelen.
19