Jaarverslaggeving 2015 Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
INHOUDSOPGAVE
Pagina
5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.1.5 5.1.6 5.1.7 5.1.8 5.1.9
Jaarrekening 2015 Balans per 31 december 2015 Resultatenrekening over 2015 Kasstroomoverzicht over 2015 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Toelichting op de balans per 31 december 2015 Mutatieoverzicht materiële vaste activa Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten en gereed gekomen projecten Overzicht langlopende schulden ultimo 2015 Toelichting op de resultatenrekening over 2015
42 43 44 45 46 53 60 61 62 63
5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5 5.2.6
Overige gegevens Vaststelling en goedkeuring jaarrekening Statutaire regeling resultaatbestemming Resultaatbestemming Gebeurtenissen na balansdatum Nevenvestigingen Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
69 70 70 70 70 70 71
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1 JAARREKENING
Pagina 42
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1 JAARREKENING 5.1.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatsbestemming) Ref.
31-dec-15 €
31-dec-14 €
1
10.260.020 10.260.020
10.508.427 10.508.427
2 3 4
1.130.823 80.056 12.643.811 13.854.690
229.608 381.833 8.742.992 9.354.433
24.114.710
19.862.860
31-dec-15 €
31-dec-14 €
23 12.334.813 12.334.836
23 8.907.202 8.907.225
ACTIVA
Vaste activa
Materiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa Vorderingen uit hoofde van WLZ bekostiging Liquide middelen Totaal vlottende activa
Totaal activa
Ref. PASSIVA
Eigen vermogen Kapitaal Bestemmingsreserves Totaal eigen vermogen
5
Voorzieningen
6
4.136.536
4.323.182
Langlopende schulden
7
1.284.018
1.375.307
Kortlopende schulden Kortlopende schulden en overlopende passiva
8
6.359.320
5.257.146
24.114.710
19.862.860
Totaal Passiva
Pagina 43
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1.2 RESULTATENREKENING OVER 2015
Ref.
2015 €
2014 €
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning
11
46.208.649
42.419.727
Subsidies (exclusief WMO en Jeugdzorg)
12
190.322
244.319
Overige bedrijfsopbrengsten
13
546.153
1.012.738
46.945.123
43.676.784
Som der bedrijfsopbrengsten
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten
14
30.649.829
30.318.073
Afschrijvingen op materiële vaste activa
15
1.729.354
1.436.822
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
16
0
655.119
Overige bedrijfskosten
17
11.104.331
10.666.795
Som der bedrijfslasten
43.483.514
43.076.809
BEDRIJFSRESULTAAT
3.461.609
599.975
-33.998
-58.118
3.427.611
541.857
0
0
3.427.611
541.857
2015 €
2014 €
382.611 740.000 200.000 300.000 1.000.000 805.000 3.427.611
541.857 0 0 0 0
Financiële baten en lasten RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING Buitengewone baten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR
18
RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld:
Toevoeging/(onttrekking): Bestemmingsreserve aanvaardbare kosten Bestemming reserve projecten 2015 Bestemming reserve 25 jarig bestaan feest SDW Bestemming reserve expertise-ontwikk. Behandeling Bestemming reserve risico productie afspraak Bestemming PBL
Pagina 44
541.857
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1.3 KASSTROOMOVERZICHT OVER 2015 Ref. €
2015 €
2014 €
€
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor : - afschrijvingen en overige waardeverminderingen 1) - desinvesteringen materiële vaste activa - vervreemding deelnemingen - mutaties voorzieningen 2)
3.461.609
1.
6.
1.729.354 0 0 -186.646
599.975
2.044.332 47.609 17.813 868.360 1.542.708
Veranderingen in vlottende middelen: - vorderingen 3) - vorderingen/schulden uit hoofde van bekostiging 4) - kortlopende schulden (excl.schulden aan kredietinstellingen)
2.978.114
2.
-901.216
768.765
3.
301.777
-496.834
918.420
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
-603.343 318.981
-331.412
5.323.298
3.246.677
26.845 -58.053
Ontvangen interest Betaalde interest
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
16.714 -77.621 -31.208
-60.907
5.292.090
3.185.770
Kasstroom uit investeringsactiviteiten -1.314.986
Investeringen materiële vaste activa
-1.341.940 -1.314.986
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-1.341.940
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden
7.
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie geldmiddelen
Stand geldmiddelen per 1 januari Stand geldmiddelen per 31 december Mutatie geldmiddelen
4.
0 -76.288
0 -91.288 -76.288
-91.288
3.900.816
1.752.542
8.742.992 12.643.811 3.900.819
6.990.450 8.742.992 1.752.542
Het kasstroomoverzicht is opgesteld conform de indirecte methode. Nadere toelichting 1) Voor 2015 bestaande uit reguliere afschrijvingen (€ 1.416.914), extra afschrijvingen i.v.m. economische levensduur (€ 312.440) 2) Voor 2015 bestaande uit mutaties Onderhoudsvoorziening (€ 122.784), Voorziening reorganisatie- en veranderkosten (-/-€ 753.849), voorziening loondoorbetaling bij ziekte ( € 152.429), voorziening jubileumuitkeringen medewerkers (€ 93.712) en voorziening PBL (€ 198.279). 3) Voor 2015 bestaande uit m.n. mutaties vorderingen op debiteuren ( € 880.544), fitness- en fietsenplan (-/-€ 15.511), ziekengeld (€ 1.933), overige vorderingen (-/- € 4.312), overige nog te ontvangen bedragen (€ 15.477) vooruitbetaalde bedragen ( € 33.228) en te ontvangen incasso's (-/- € 10.143). 4) Financieringsverschil 2014 -/- € 381.833, financieringsverschil 2015 € 80.056. Voor 2015 per saldo een afname van € 301.777. Pagina 45
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.1 Algemeen Activiteiten Stichting Dag- en Woonvoorzieningen Verstandelijk gehandicapten in Westelijk Noord-Brabant is statutair en feitelijk gevestigd in Roosendaal aan de Bovendonk 9. De activiteiten van de stichting bestaan uit het zonder winstoogmerk aanbieden van huisvesting, begeleiding, verzorging en diensten, alsmede van semi-, trans- en extramurale ondersteuning van personen met een beperking, die daar aantoonbaar behoefte aan hebben. Daarnaast het oprichten van - of deelnemen in en het financieren van rechtspersonen die verband houden met de activiteiten. Verslaggevingsperiode Deze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2015, dat is geëindigd op balansdatum 31 december 2015. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en de relevante stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving RJ 655 en Titel 9 BW2 en de bepalingen van en krachtens de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Continuïteitsveronderstelling Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn niet gewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Verbonden rechtspersonen SDW had een deelneming in BV De Markiezaten. Deze BV is begin 2015 in staat van faillisement verklaard. De waardering is in 2014 op 0 gesteld. Vergelijkende cijfers De cijfers voor 2014 zijn, waar nodig, geherrubriceerd om vergelijkbaarheid met 2015 mogelijk te maken. Deze herrubricering betreft; - de desinvesteringen materiële vaste activa zijn voor het kasstroomoverzicht geplaatst onder kasstroom uit operationele activiteiten Schattingswijziging Schattingswijziging waardering materiële vaste activa Als gevolg van de wijzigende bekostiging heeft SDW een nieuwe inschatting gemaakt van de verwachte economische levensduur en de eventuele restwaarde van de panden. Dit heeft er toe geleid dat de afschrijvingstermijn van gebouwen is aangepast. Voor delen van de gebouwen die een kortere gebruiksduur hebben, wordt ook een kortere termijn gehanteerd (componentenbenadering). Aanpassing economische afschrijvingsduur vindt plaats op basis van het besluit tot definitieve afstoting. Het is van toepassing op alle activa m.b.t. het pand m.u.v. inventaris, computerapparatuur en computerprogrammatuur. Overeenkomstig de richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ 145) worden hieruit voortvloeiende effecten voor de afschrijvingen verwerkt in de verwachte resterende gebruiksperiode van de betreffende panden. Als gevolg hiervan zijn de afschrijvingskosten in 2015 met € 208.864 toegenomen ten opzichte van de kosten bij ongewijzigde uitgangspunten. 5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Algemeen Activa en passiva worden tegen nominale waarde opgenomen, tenzij anders vermeld in de verdere grondslagen. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de instelling zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro's, de functionele valuta van de instelling.
Pagina 46
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen 5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING
Opname in en verwijdering uit balans van activa en passiva Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Denk hierbij aan; voorzieningen, waarderingen activa etc.
Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingstermijnen van materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief, rekening houdend met de restwaarde. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur, rekening houdend met de restwaarde. Op bedrijfsterreinen en op vaste activa in ontwikkeling en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd: • Bedrijfsgebouwen : 2,5%. • Machines en installaties : 5%. • Andere vaste bedrijfsmiddelen : 5% - 33%. Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. Ter zake van verwachte kosten van periodiek groot onderhoud aan gebouwen, installaties e.d. wordt een voorziening gevormd. Zie hiervoor de grondslag onder het hoofd voorzieningen. Bijzondere waardeverminderingen Vaste activa met een lange levensduur worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de geschatte contante waarde van de toekomstige nettokasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief geschat. Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als er sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn ( na afschrijvingen ) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief zou zijn verantwoord.
Pagina 47
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen 5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING SDW beschikt over vastgoed waar zorg wordt verleend waarop aanspraak bestaat. Voor dit vastgoed zijn in 2011 de bekostigingsregels aangepast. Volledige nacalculatie van kapitaallasten van vergunningsplichtige investeringen is vervangen door prestatiebekostiging. Hierbij geldt een gefaseerde overgang met een overgangstermijn tot en met 2017. Als gevolg van deze wijziging in de bekostiging, in samenhang met de beleidsvoornemens van het kabinet inzake de hervorming van de langdurige zorg was ultimo 2015 wederom sprake van indicaties die kunnen duiden op een mogelijke duurzame waardevermeerdering. Als gevolg daarvan heeft SDW ultimo 2015 overeenkomstig RJ 121 een beoordeling op bijzondere waardevermeerderingen met een duurzaam karakter uitgevoerd. In 2014 en begin 2015 is meer duidelijkheid ontstaan over de mogelijke invulling van de beleidsvoornemens van het kabinet inzake de hervorming van de (langdurige) zorg en de gevolgen daarvan voor SDW: - Het niet meer indiceren van de lagere ZZP's waardoor slechts de hogere ZZP's (VG3 en hoger) in de WLZ overblijven. Daarnaast een budgetkorting oplopend tot 5% in 2017 op de (Kern) AWBZ; - Overheveling van delen van de WLZ naar de WMO en Jeugdwet of de Zorgverzekeringswet. Als gevolg van bovenstaande ontwikkelingen heeft SDW ultimo 2015 opnieuw overeenkomstig RJ 121 getoetst of de toekomstige kapitaalslasten nog kunnen worden gerealiseerd uit de toekomstige kapitaalopbrengsten (Nacalculeerbaar en de NHC). SDW heeft de contante waarde van het verschil tussen de toekomstige kapitaalslastenvergoeding en de toekomstige kapitaalslasten van haar zorgvastgoed berekend per 31 december 2015. Belangrijke veronderstellingen de zijn gehanteerd bij de benadering van de contante waarde van de kasstromen zijn: - De gehanteerde kasstroomgenererende eenheid is per locatie aangemerkt; - Een levensduur van het vastgoed van 40 jaar rekening houdend met het Lange Termijn Huisvestingsplan; - Gehanteerde restwaarde van 10%; - Gehanteerde verdisconteringsvoet van 5%; - Uit de meerjarenbegroting afgeleide kasstromen voor de jaren 2015 tot en met 2018, en genormaliseerde trendmatige kasstromen vanaf 2019 tot aan het einde verwachte gebruiksduur. Bij de berekening hiervan is rekening gehouden met de effecten van de overgangsregeling 2012-2017; - Vervangingsinvesteringen tot het niveau dat noodzakelijk wordt geacht om het betreffende vastgoed tot aan einde levensduur in gebruik te houden. Als uitgangspunt is gehanteerd de ultimo 2015 in bezit zijnde en reeds bekende verplichtingen voor bouwverbouw van de eigen panden, de bekende huur- en renteverplichtingen. Daarbij is de berekening uitgevoerd met als basis het prijspeil en de bezetting ultimo 2015. De contante waarde van het verschil tussen de toekomstige kapitaalsopbrengsten en kapitaalslasten bedraagt dan € 8,2 miljoen (in 2014 € 4,8 miljoen) positief op organisatieniveau. Er zijn geen individuele panden met een negatief verschil.
Financiële instrumenten In de jaarrekening van stichting SDW zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: Financiële vaste activa, Vorderingen en overlopende activa, Liquide middelen, Langlopende schulden, Kortlopende schulden en overlopende passiva. Initiële waardering Financiële instrumenten worden bij eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien echter financiële instrumenten bij de vervolgwaardering worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening, worden direct toerekenbare transactiekosten direct verwerkt in de winst- en verliesrekening. Vorderingen en overlopende activa Vorderingen en overlopende activa worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Pagina 48
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen 5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Bijzondere waardevermindering financiële activa Financiële activa worden op iedere verslagdatum beoordeeld om te bepalen of er objectieve aanwijzingen bestaan dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Een vordering wordt geacht onderhevig te zijn aan een bijzondere waardevermindering indien er objectieve aanwijzingen zijn dat na de eerste opname van de vordering zich een gebeurtenis heeft voorgedaan die een negatief effect heeft gehad op de verwachte toekomstige kasstromen van de vordering en waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt. Objectieve aanwijzingen dat vorderingen onderhevig zijn aan een bijzondere waardevermindering omvatten het niet nakomen van betalingsverplichtingen en achterstallige betaling door een debiteur, herstructurering van een aan de Stichting toekomend bedrag onder voorwaarden die de Stichting anders niet zou hebben overwogen, aanwijzingen dat een debiteur of emittent failliet zal gaan, en het verdwijnen van een actieve markt voor een bepaald effect. Aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen van vorderingen die door de Stichting worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs worden zowel op het niveau van specifieke activa als op collectief niveau in aanmerking genomen. Van afzonderlijk belangrijke vorderingen en beleggingen wordt beoordeeld of deze individueel onderhevig zijn aan bijzondere waardevermindering. Van afzonderlijk belangrijke vorderingen die niet individueel onderhevig zijn gebleken aan bijzondere waardevermindering en van afzonderlijk niet belangrijke vorderingen wordt collectief beoordeeld of deze onderhevig zijn aan bijzondere waardevermindering, dit door samenvoeging van vorderingen met vergelijkbare risicokenmerken.
Vorderingen en overlopende activa De grondslagen voor de waardering van vorderingen zijn beschreven onder het hoofd financiële instrumenten. Liquide middelen Indien liquide middelen niet ter vrije beschikking staan, wordt hiermee rekening gehouden bij de waardering. Afgeleide financiële instrumenten De eerste waardering voor afgeleide financiële instrumenten is reële waarde. Na eerste waardering worden afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde. Stichting SDW maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten en houdt geen handelsportefeuille aan. In contracten besloten afgeleide instrumenten Besloten afgeleide instrumenten in contracten worden door de stichting niet afgescheiden van het basiscontract en niet apart verantwoord, maar toegelicht onder het betreffende balanshoofd. Voorzieningen (algemeen) Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een afzonderlijk actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. Onderhoudsvoorziening De onderhoudsvoorziening is gevormd ter financiering van toekomstige meerjaren onderhoudskosten. Aan de onderhoudsvoorziening wordt jaarlijks ten laste van de exploitatierekening een bedrag toegevoegd. De hoogte van de voorziening wordt vastgesteld op basis van de verwachte meerjaren onderhoudskosten welke zijn ontleend aan een door een externe opgesteld onderhoudsplan. Voorziening reorganisatie en veranderkosten ‘Een reorganisatievoorziening wordt getroffen indien op balansdatum {of de opmaakdatum van de jaarrekening} een gedetailleerd reorgani-satieplan is geformaliseerd en uiterlijk op opmaakdatum van de jaarrekening de gerechtvaar-digde verwachting van uitvoering van het plan heeft gewekt bij hen voor wie de reorganisatie gevolgen zal hebben. Van een gerechtvaardigde verwachting is sprake als is gestart met de uitvoering van de reorganisatie, of als de hoofdlijnen bekend zijn gemaakt aan hen voor wie de reorganisatie gevolgen zal hebben. In de reorganisatievoorziening worden de als gevolg van de reorganisatie noodzakelijk kosten opgenomen die niet in verband staan met de doorlopende activiteiten van de stichting. Pagina 49
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen 5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Voorziening loondoorbetaling bij ziekte Deze voorziening is gevormd ter dekking van de salariskosten die betrekking hebben op het langdurige ziekteverzuim (ziekteperiode > 1 jaar). Ultimo boekjaar wordt, op basis van de openstaande ziektegevallen, de hoogte van de voorziening vastgesteld. Voorziening jubileumuitkeringen medewerkers Deze voorziening brengt de verplichting tot uitdrukking met betrekking tot dienstjubileumuitkeringen. Jaarlijks worden de kosten van de betaalde dienstjubileumuitkeringen ten laste van deze post gebracht. Ultimo boekjaar wordt de voorziening opnieuw berekend. Bij deze berekening wordt rekening gehouden met de contante waarde van de verplichtingen en met de waarschijnlijkheid van uitkering. Voorziening Persoonlijk Budget Levensfase De voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) betreft een voorziening bestaande uit opgebouwde rechten tot en met 31-12-2015. Er is geen rekening gehouden met de CAO verplichting in het kader van de overgangsregeling 45+. Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden. Eigen vermogen Onder het eigen vermogen worden de bestemmingsreserves en bestemmingsfonds gepresenteerd. Indien een beperktere bestedingsmogelijkheid door de stichting is aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve. De bestemmingsreserve is geen verplichting en de stichting kan deze beperking opheffen. Indien een beperktere bestedingsmogelijkheid door de derden is vastgesteld, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsfonds. Bepaling reële waarde De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en van elkaar onafhankelijk zijn. De reële waarde van niet-beursgenoteerde financiële instrumenten wordt bepaald door de verwachte kasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet die gelijk is aan de geldende risicovrije marktrente voor de resterende looptijd vermeerderd met krediet- en liquiditeitsopslagen. 5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben. Baten worden in de resultatenrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel,samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend.
Opbrengsten De opbrengsten uit dienstverlening worden verantwoord naar rato van de verrichte prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum en in verhouding tot in totaal te verrichten diensten (onder de voorwaarde dat het resultaat betrouwbaar kan worden geschat, dit indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: a. het bedrag kan op betrouwbare wijze worden bepaald; b. waarschijnlijke economische voordelen; c. de mate waarin de dienstverlening op de balansdatum is verricht kan op betrouwbare wijze worden bepaald; en d. gemaakte kosten en kosten die nog moeten worden gemaakt kunnen betrouwbaar worden bepaald; als dat niet kan dan opbrengsten slechts verwerken tot het bedrag van de kosten van de dienstverlening). De met de opbrengsten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijn verantwoord.
Pagina 50
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen 5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Overheidssubsidies Overheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruitontvangen baten zodra er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat de stichting zal voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden. Subsidies ter compensatie van door de stichting gemaakte kosten worden systematisch als opbrengsten in de winst-en-verliesrekening opgenomen in dezelfde periode als die waarin de kosten worden gemaakt. Subsidies ter compensatie van de stichting voor de kosten van een actief worden systematisch in de winst-en-verliesrekening opgenomen gedurende de gebruiksduur van het actief. Personele kosten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de resultatenrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers respectievelijk de belastingautoriteit. De beloningen van het personeel worden als last in de resultatenrekening verantwoord in de periode waarin de arbeidsprestatie wordt verricht en, voorzover nog niet uitbetaald, als verplichting op de balans opgenomen. Indien de reeds betaalde bedragen de verschuldigde beloningen overtreffen, wordt het meerdere opgenomen als een overlopend actief voor zover er sprake zal zijn van terugbetaling door het personeel of van verrekening met toekomstige betalingen door de stichting.
Pensioenen SDW heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij SDW. De verplichtingen, die voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. SDW betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Per 1 januari 2015 gelden nieuwe regels voor pensioenfondsen. Daarbij behoort ook een nieuwe berekening van de dekkingsgraad. De 'nieuwe' dekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf dekkingsgraden. Door een gemiddelde te gebruiken, zal de dekkingsgraad nu minder sterk schommelen. In juni 2015 bedroeg de dekkingsgraad 102%. Het vereiste niveau van de dekkingsgraad is 127%. Het pensioenfonds verwacht volgens het herstelplan binnen 12 jaar hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. SDW heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn, anders dan het voldoen van toekomstige hogere premiebijdragen. Om deze reden worden de op een periode betrekking hebbende premiebijdragen in die periode ten laste van het resultaat gebracht. Voor zover de aan het Pensioenfonds Zorg en Welzijn te betalen premie nog niet is voldaan, wordt het als verplichting op de balans opgenomen. Financiële baten en financiële lasten Rentebaten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Rentelasten en soortgelijke lasten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren. Rente op schulden behorende bij een actief waarvoor noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd benodigd is om het gebruiksklaar of verkoop klaar te maken (kwalificerende activa) wordt in de vervaardigingsprijs van een actief opgenomen, indien de aan die actiefpost verbonden toekomstige voordelen naar verwachting voldoende groot zullen zijn om de boekwaarde van die post inclusief de toegerekende rente te dekken en deze economische voordelen voldoende betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. De rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over de specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen. Voor zover de vervaardiging wordt gefinancierd door leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van bepaalde activa kunnen worden toegerekend, wordt de te activeren rentepost berekend door de gewogen rentevoet van die leningen te vermenigvuldigen met de uitgaven voor vervaardiging, rekening houdend met de periode van de vervaardiging. Onder het bedrag van de uitgaven voor vervaardiging wordt verstaan de voor de vervaardiging toegerekende bedragen, onder aftrek van ontvangen termijnbedragen van afnemers en uit hoofde ontvangen overheidssubsidies en vergelijkbare faciliteiten inzake de investering in de betreffende actiefpost. Het bedrag van de berekende te activeren rente is niet hoger dan de werkelijk over die periode verschuldigde rentekosten. Indien het bedrag van de verwachte uiteindelijk te activeren kosten van het kwalificerende actief uitstijgt boven de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verwerkt
Pagina 51
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen 5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Leasing De stichting kan financiële en operationele leasecontracten afsluiten. Een leaseovereenkomst waarbij de vooren nadelen verbonden aan het eigendom van het leaseobject geheel of nagenoeg geheel door de lessee worden gedragen, wordt aangemerkt als een financiële lease. Alle andere leaseovereenkomsten classificeren Operationele leases Als de stichting optreedt als lessee in een operationele lease, wordt het leaseobject niet geactiveerd. Leasebetalingen inzake de operationele lease worden lineair over de leaseperiode ten laste van de winst-enverliesrekening gebracht .
5.1.4.4 Grondslagen van segmentering In de jaarrekening 2015 heeft er geen segmentering plaatsgevonden in verband met integrale aansturing van de verschillende zorgactiviteiten. 5.1.4.5 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. Betalingen welke voortvloeien uit langlopende leningen worden voor het gedeelte dat betrekking heeft op de rente opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als kasstroom uit financieringsactiviteiten.
Pagina 52
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS ACTIVA 1. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt :
31-dec-15 €
31-dec-14 €
Bedrijfsgebouwen en terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa
5.091.230 1.643.142 3.020.402 505.246
5.147.735 1.964.936 3.083.125 312.631
10.260.020
10.508.427
2015
2014 €
Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Af: afschrijvingen Af: extra afschrijvingen i.v.m. economische levensduur Af: bijzondere waardeverminderingen Af: terugname geheel afgeschreven activa Bij: totaal afschrijving geheel afgeschreven activa Af: desinvesteringen
10.508.427 1.480.947 1.416.914 312.440 0 0 0 0
11.258.428 1.341.940 1.360.749 28.464 655.119 0 0 47.609
Boekwaarde per 31 december
10.260.020
10.508.427
Totaal materiële vaste activa Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven :
Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatie-overzicht onder 5.1.6. In toelichting 5.1.7 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten.
2. Vorderingen en overlopende activa De specificatie is als volgt : Vorderingen op debiteuren Nog te factureren bedragen Overige vorderingen: Waarborgsommen Fitness- en fietsenplan Doorstroomsubsidie ID Banen Ziekengeld Overige vorderingen Lening BV de Markiezaten Rekening-courant BV de Markiezaten Vooruitbetaalde bedragen: Vooruitbetaalde huren Overige vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen: Te ontvangen incasso's Overige nog te ontvangen bedragen Totaal vorderingen en overlopende activa
31-dec-15 €
31-dec-14 €
420.263 513.010
52.730 0
35.778 18.717 0 5.264 0 0 0
35.778 34.228 0 3.331 4.312 0 0
1.313 116.222
1.403 82.904
0 20.256
10.143 4.779
1.130.823
229.608
Toelichting: De vorderingen en overlopende activa hebben een looptijd van korter dan 1 jaar. Vorderingen op debiteuren De stijging van de vorderingen op debiteuren alsmede nog te factureren bedragen is merendeels te wijten aan de vorderingen uit hoofde van de financieringswijze inzake WMO en Jeugdwet. (€ 572.941) . Er is een voorziening oninbare vorderingen getroffen voor een bedrag van 75% van de vorderingen ouder dan 180 dagen en een bedrag van 25% van de vorderingen tussen 120 en 180 dagen. Overige vorderingen De daling van de overige vorderingen wordt voornamelijk veroorzaakt door de afname van het fitness- en fietsenplan. Overige vooruitbetaalde bedragen De stijging van de overige vooruitbetaalde bedragen wordt onder andere veroorzaakt door vooruitbetaalde softwarelicenties voor een periode van drie jaar. Pagina 53
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS 3. Vorderingen en schulden uit hoofde van WLZ bekostiging t/m 2013 €
2014 €
2015 €
totaal €
Saldo per 1 januari
0
381.833
0
381.833
Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten Sub-totaal mutatie boekjaar
0 0 0 0
0 213.101 594.934 -381.833
80.056 0 0 80.056
80.056 213.101 594.934 -301.777
Saldo per 31 december
0
0
80.056
80.056
c
a
Stadium van vaststelling (per erkenning): a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa Specificatie financieringsverschil in het boekjaar
2015 €
2014 €
35.036.769 35.170.366 0
41.501.907 41.120.074 0
-133.597
381.833
2015 € 353.679 156.591 197.089
2014 € 0 0 0
2015 € 48.973 32.409 16.564
2014 € 0 0 0
31-dec-15 €
31-dec-14 €
Bankrekeningen Kassen
12.583.226 60.585
8.690.885 52.107
Totaal liquide middelen
12.643.811
8.742.992
Wettelijk budget aanvaardbare kosten 2015 Af: ontvangen voorschotten Af: overige ontvangsten Totaal financieringsverschil
Subsidieregeling extramurale behandeling 2015 Af: ontvangen voorschotten
Subsidieregeling overgangsregeling kapitaallasten 2015 Af: ontvangen voorschotten
4. Liquide middelen De specificatie is als volgt :
De liquide middelen staan ter vrije beschikking aan de Stichting.
Pagina
54
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 5. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:
Kapitaal Bestemmingsreserves Totaal eigen vermogen
31-dec-15 €
31-dec-14 €
23 12.334.813 12.334.835
23 8.907.202 8.907.225
Kapitaal Saldo per 1-jan-2015 €
Resultaatbestemming €
Overige mutaties €
Saldo per 31-dec-2015 €
Kapitaal
23
0
0
23
Totaal kapitaal
23
0
0
23
Saldo per 1-jan-2015 €
Resultaatbestemming €
Overige mutaties €
Saldo per 31-dec-2015 €
8.580.397 285.631 0 0 0 0 41.174
382.611 0 740.000 200.000 300.000 1.000.000 805.000 0
0 0 0 0 0 0 0 0
8.963.008 285.631 740.000 200.000 300.000 1.000.000 805.000 41.174
8.907.202
3.427.611
0
12.334.813
Het verloop is als volgt weer te geven:
Bestemmingsreserves Het verloop is als volgt weer te geven: Bestemmingsreserves: Reserve aanvaardbare kosten: Reservebestemming projecten 2013 Reservebestemming projecten 2015 Reservebestemming 25 jarig bestaan feest SDW Reservebestemming expertise-ontwikk. Behandeling Reservebestemming risico productie afspraak Reserverbestemming PBL Reservebestemming Stichting Anton Willemenfonds Totaal bestemmingsreserves Toelichting: De reservebestemming Stichting Anton Willemenfonds werd in 2011 gevormd op basis van het niet collectieve vrije resultaat, dat alleen mag worden aangewend voor specieke doeleinden.
6. Voorzieningen Saldo per 1-jan-2015 €
Dotatie €
€
Saldo per 31-dec-2015 €
Onderhoudsvoorziening Voorziening reorganisatie- en veranderkosten Voorziening loondoorbetaling bij ziekte Voorziening jubileumuitkeringen medewerkers Voorziening Persoonlijk Budget Levensfase
1.349.454 949.055 79.709 357.724 1.587.240
254.000 0 234.857 126.466 278.557
131.216 753.849 82.428 32.754 80.279
1.472.238 195.206 232.138 451.436 1.785.518
Totaal voorzieningen
4.323.182
893.880
1.080.526
4.136.536
.
1.235.042 2.901.494 1.426.207
Het verloop is als volgt weer te geven:
Onttrekking
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd: 2015 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) Hiervan langlopend (> 5 jaar)
Pagina
55
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA Toelichting per categorie voorziening: Onderhoudsvoorziening Ten behoeve van de bekostiging van de meerjaren onderhoudkosten van terreinen, gebouwen, installaties en inventarissen is een voorziening gevormd. Aan de onderhoudsvoorziening wordt jaarlijks een bedrag toegevoegd ten laste van de exploitatie. De hoogte van de voorziening wordt vastgesteld op basis van de verwachte nominale meerjaren onderhoudskosten welke zijn ontleend aan een door een extern opgesteld onderhoudsplan dat jaarlijks wordt geindexeerd. De kosten van onderhoud worden ten laste van deze voorziening geboekt. Voorziening reorganisatie- en veranderkosten De voorziening dient ter dekking van de in 2014 gestarte reorganisatie en ten behoeve van de kosten voor een sociaal plan in verband met de afbouw van personeel en de kosten voor de implementatie van noodzakelijke organisatorische veranderingen en hiermee samenhangende processen. Voorziening loondoorbetaling bij ziekte Deze voorziening is ter dekking van de salariskosten die betrekking hebben op de loondoorbetaling in het tweede ziektejaar bij langdurig ziekteverzuim. Ultimo wordt, op basis van de openstaande ziektegevallen, de hoogte van de voorziening bepaald op basis van nominale waarde. Voorziening jubileumuitkeringen medewerkers (inclusief pensioenen) Deze voorziening brengt de verplichting tot uitdrukking met betrekking tot dienstjubilieumuitkeringen. Jaarlijks worden de kosten van de betaalde dienstjubilieumuitkeringen ten laste van deze post gebracht. Utlimo boekjaar wordt de voorziening opnieuw berekend. Bij de voorziening jubileumuitkering medewerkers is rekening gehouden met een blijfkans en met de contante waarde met een discontovoet van 3%. Voor wat betreft de termijn voor de bepaling van de hoogte van de pensioenvoorziening is de termijn van 10 jaar voor 2014 verhoogd naar 15 jaar voor 2015. Voorziening persoonlijk budget levensfase De voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) betreft een voorziening bestaande uit opgebouwde rechten tot en met 31-12-2015. Er is geen rekening gehouden met een CAO verplichting in het kader van de overgangsregeling 45+.
7. Langlopende schulden De specificatie is als volgt :
31-dec-15 €
31-dec-14 €
Schulden aan banken
1.284.018
1.375.307
Totaal langlopende schulden
1.284.018
1.375.307
2015 €
2014 €
Stand per 1 januari Af: aflossingen
1.466.594 76.288
1.557.882 91.288
Stand per 31 december
1.390.306
1.466.594
106.288
91.288
1.284.018
1.375.306
106.288 1.284.018 918.866
91.288 1.375.306 1.010.154
Het verloop is als volgt weer te geven:
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar Stand langlopende schulden per 31 december Toelichting in welke mate de leningen als langlopend moet worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jr.)
Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. Toelichting: De verstrekte zekerheid voor de opgenomen lening bij BNG luidt als volgt: - hypothecaire zekerheid op bedrijfsgebouwen en -terreinen De reële waarde van de leningen benadert de boekwaarde ervan op balansdatum.
Pagina
56
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 8. Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt :
31-dec-15 €
31-dec-14 €
Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen Vakantiegeld Vakantiedagen Te verrekenen inzake WMO Te verrekenen inzake Jeugdwet Overige schulden: - overige nog te betalen kosten Nog te besteden giften Nog te betalen kosten: - rente Overlopende passiva: - kosten organisatie
1.678.230 106.288 1.140.268 515.177 569.553 926.263 287.211 85.421 1.245
1.190.190 91.288 1.089.958 488.262 387.246 913.154 291.374 0 0
949.469 68.540
582.910 63.326
23.657
9.621
7.998
149.817
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva
6.359.320
5.257.146
Toelichting: De kortlopende schulden en overlopende passiva hebben een looptijd van korter dan één jaar. Belastingen en sociale premies De toename op de post 2015 t.o.v. 2014 ad € 47.037 wordt m.n. veroorzaakt door een toename op Loonheffing ad € 38.038 en een toename op het resultaat BTW (te betalen btw minus afdracht BTW) ad € 12.271. Nog te betalen salarissen De toename op de post 2015 t.o.v. 2014 ad € 182.307 wordt m.n. veroorzaakt door cao-effect van 0,6% (€ 117.542) Overige nog te betalen kosten De toename op de post 2015 t.o.v. 2014 ad € 306.560 wordt m.n. veroorzaakt door : in te zetten kosten derden en nog te betalen licenties Microsoft.
Pagina
57
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 9. Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Bankgaranties: Jegens Stg. Pensioenfonds Stork Afgegeven bankgaranties in verband met de huurverplichting betreffende het pand Laan van Brabant 72 voor € 39.607 en de huurverplichting pand Laan van Brabant 82 voor € 8.161. Jegens GGZ Westelijk Noord-Brabant Afgegeven bankgarantie in verband met de huurverplichting betreffende het pand De Schans voor €. 50.202. Jegens Woningstichting Bernardus Afgegeven bankgaranties in verband met de huurverplichting betreffende het pand Ouwe Raedthuysplein 41 voor € 40.560 en in verband met de huurverplichting betreffende het pand Kerkstraat 23-25 voor € 43.680. Jegens Stichting de Viersprong Afgegeven bankgarantie in verband met de huurverplichting betreffende het pand De Beeklaan 2 te Halsteren voor € 50.000 Jegens Rabo Eigen Steen Afgegeven bankgarantie in verband met de huurverplichting betreffende het pand Bovendonk 9 te Roosendaal voor € 66.145 Faciliteiten in rekening-courant Op 4 april 2011 is door de N.V. Bank Nederlands Gemeenten een kredietlimiet afgegeven. Per 31 december 2015 bedraagt deze limiet €. 1.300.000. Als zekerheid is een eerste recht van hypotheek gevestigd op het bedrijfspand Kloosterstraat 11 te Wouw. Er is een positieve en negatieve hypotheekverklaring afgegeven ten bedragen van €. 1.850.000 op de volgende onroerende zaken: - Pootlaan 2 te Roosendaal - Dahliastraat 86 te Bergen op Zoom Huurverplichtingen Voor huurcontracten van gebouwen met een looptijd van minimaal 1 jaar bedraagt de verplichting over het jaar 2016 € 3.423.660. Kopieermachines, op diverse locaties, de verplichtingen zijn als volgt te specificeren: - De contracten kennen geen opzeggingsmogelijkheid tot eind 2016 De huur over 2016 bedraagt € 16.976. Leaseverplichtingen Voor leasecontracten van het wagenpark met een looptijd van minimaal 1 jaar bedraagt de verplichting over het jaar 2016 € 46.752 Huurcontract De Beeklaan 2 te Halsteren Met Stichting de Viersprong is een huurcontract afgesloten voor De Beeklaan 2 te Halsteren, een woonvoorziening voor 27 clienten. Voor de bewoning is een verbouwing noodzakelijk. SDW heeft een bedrag van € 650.000 ter beschikking gesteld wat middels een korting op de huur in periode 2016-2019 (4 jaar) terugbetaald wordt. Korte termijn: < 1 jaar € 176.117 Middellange termijn: < 5 jaar € 473.883 Voorziening ORT Medewerkers die recht hebben op onregelmatigheidstoeslag over gewerkte uren krijgen deze op grond van de cao over 2015 nu niet toegekend over vakantiedagen. Hieromtrent lopen verschillende gerechtelijke procedures. Momenteel worden de consequenties van rechterlijke uitspraken door de VGN onderzocht. SDW heeft daarom geen voorziening gevormd. In de cao over 2016 is de onregelmatigheidstoeslag tijdens vakantiedagen toegekend.
Pagina
58
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PASSIVA 10. Financiële instrumenten Algemeen Stichting SDW maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de stichting blootstelt aan kredietrisico, renterisico en kasstroomrisico en liquiditeitsrisico. Om deze risico’s te beheersen heeft de Raad van Bestuur van de stichting een Treasury statuut vastgesteld waarin het financieringsbeleid is vastgelegd. Daarnaast beschikt de stichting over een liquiditeits- en investeringsbegroting welke zijn vastgesteld door de Raad van Bestuur en goedgekeurd door de Raad van Toezicht. Stichting SDW handelt niet in financiële derivaten. Kredietrisico De stichting loopt kredietrisico over leningen en vorderingen opgenomen onder debiteuren en overige vorderingen, liquide middelen. Het krediet risico is geconcentreerd bij meerdere partijen (gemeenten). De blootstelling aan kredietrisico van de stichting wordt hoofdzakelijk bepaald door de individuele kenmerken van de afzonderlijke afnemers. Daarnaast houdt het management ook rekening met het risico op wanbetaling van verschillende soorten debiteuren.
Renterisico en kasstroomrisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. De instelling heeft derhalve als beleid om geen financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen. Liquiditeitsrisico De stichting bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitbegrotingen. Het management ziet er op toe dat steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen van de stichting te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft zo dat de stichting steeds binnen de gestelde lening convenanten kan blijven voldoen. Reële waarde De reële waarde van de in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen, langlopende - en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.
Pagina 59
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA
€
€
Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting €
Stand per 1 januari 2015 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
10.904.207 -923.377 4.833.095
3.328.956 0 1.364.020
7.282.728 0 4.199.603
312.631 0 0
0 0 0
21.828.522 -923.377 10.396.718
Boekwaarde per 1 januari 2015
5.147.735
1.964.936
3.083.125
312.631
0
10.508.427
156.000 755.084 540.998 426.591 0
275.277 -755.084 268.578 -426.591 0
771.624 85.431 919.778 0 0
278.046 -85.431 0 0 0
0 0 0 0 0
1.480.947 0 1.729.354 0 0
- terugname geheel afgeschreven activa .aanschafwaarde .cumulatieve herwaarderingen .cumulatieve afschrijvingen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen per saldo
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
-56.505
-321.794
-62.723
192.615
0
-248.407
11.060.207 -168.293 5.800.684
3.604.233 -755.084 1.206.007
8.054.352 85.431 5.119.381
590.677 -85.431 0
0 0 0
23.309.469 -923.377 12.126.072
Boekwaarde per 31 december 2015
5.091.230
1.643.142
3.020.402
505.246
0
10.260.020
Afschrijvingspercentage
2,5%-10%
5,0%-10%
10,0%-20%
0,0%
Bedrijfsgebouwen en terreinen
Mutaties in het boekjaar - investeringen - correctie investering presentatie activagroep - afschrijvingen - correctie afschrijving presentatie activagroep - impairment 2015
Mutaties in boekwaarde (per saldo) Stand per 31 december 2015 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen
Machines en installaties
Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en Niet aan het vooruitbetalingen op bedrijfsproces materiële vaste dienstbare materiële activa activa € €
Pagina 60
Totaal €
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1.7.1 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN Projectgegevens
Num-mer
Briefnummer
Datum
1302 1306 1307 1319 15100001 1405001
Omschrijving
Investeringen
WTZi-type
Project Oud Gastel Project Roosendaal Project Steenbergen De Viersprong Router project Implementatie financieel/payroll
Totaal
t/m 2014 € 68.354 61.635 149.140 4.247 23.477 5.778
2015 € 36.255 133.545 23.857 28.213 52.143 4.033
312.631
278.046
Goedkeuringen
t/m 2015 onderNominaal gereed handen bedrag € € € 0 104.609 0 0 195.180 0 0 172.997 0 0 32.460 0 75.620 0 0 9.811 0 0 85.431
505.246
0
0 0 0 0 0 0
Aangepaste goedkeuring € 0 0 0 0 0 0
0
0
Index €
Jaar van oplevering
5.1.7.2 SPECIFICATIE IN HET BOEKJAAR GEREED GEKOMEN PROJECTEN Projectgegevens Num-mer
15100001 1405001 Totaal
Briefnummer
Datum
Omschrijving
Investeringen WTZi-type
1-9-2015 Router project 1-9-2015 Implementatie financieel/payroll
Activa-post
WTZi €
WMG €
Overige €
Totaal €
Toekomstige lasten Afschrijving WTZi Rentekosten € €
75.620 9.811
0 0
75.620 9.811
0 0
75.620 9.811
0 0
0 0
85.431
0
85.431
0
85.431
0
0
Pagina 61
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
BIJLAGE 5.1.8 Overzicht langlopende schulden ultimo 2015
Leninggever
Datum
Hoofdsom
Totale looptijd
Soort lening
€ BNG BNG BNG Totaal
1-mrt-10 1-apr-10 1-apr-10
406.746 735.000 735.000
Werke- Restschuld Nieuwe lijke- 31 december leningen in rente 2014 2015 %
12 22 22
Lineair Lineair Lineair
4,10% 5,80% 4,80%
€ 281.594 592.500 592.500 1.466.594
€ 0 0 0 0
Aflossing in 2015 € 31.288 22.500 22.500 76.288
Resterende Restschuld Rest-schuld looptijd in 31 december over 5 jaar jaren eind 2015 2015 € 250.306 570.000 570.000 1.390.306
Aflossingswijze
€ 93.866 412.500 412.500 918.866
Aflossing 2016
Gestelde zekerheden
€ 7 17 17
Lineair Lineair Lineair
31.288 Rijksgegarandeerd 37.500 Hypotheek en pos/neg verklaring 37.500 Hypotheek en pos/neg verklaring 106.288
Pagina 62
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING BATEN 11. Toelichting opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning De specificatie is als volgt :
2015 €
2014 €
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten WLZ Subsidieregeling extramurale behandeling Subsidieregeling overgangsregeling Kapitaallasten Opbrengsten WMO Opbrengsten Jeugdwet Opbrengsten in opdracht van andere instellingen Eigen bijdragen en betalingen cliënten voor niet-verzekerde zorg en opbrengsten uit aanvullende zorgverzekering Persoonsgebonden- en volgende budgetten
35.249.870 353.680 48.973 3.525.698 6.087.888 193.592 29.031
41.501.907 0 0 0 0 149.486 51.877
719.917
716.457
Totaal
46.208.649
42.419.727
2015 €
2014 €
Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS Overige Rijkssubsidies Subsidies vanwege Provincies en gemeenten Overige subsidies
173.860 0 16.462 0
208.369 4.179 16.151 15.620
Totaal
190.322
244.320
2015 €
2014 €
Overige opbrengsten: - Opbrengst verkopen - Verhuur onroerend goed - Pleeg- en jeugdzorg - Doorberekende personeelskosten aan derden - Overige
205.626 48.518 0 173.486 118.523
205.401 48.619 383.318 289.851 85.549
Totaal
546.153
1.012.738
12. Toelichting subsidies (exclusief WMO en Jeugdzorg) De specificatie is als volgt :
13. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt :
Toelichting De opbrengsten WLZ, jeugd en WMO zijn gestegen doordat SDW in het jaar 2015 meer cliënten in zorg had. De post pleeg- en jeugdzorg wordt nu verantwoord onder Jeugdzorg. De post Overige bestaat uit de opbrengsten inzake Dagtochten, Vrijetijdsbesteding en Overige opbrengsten.
Pagina 63
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING
LASTEN 14. Personeelskosten De specificatie is als volgt :
2015 €
2014 €
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremie Andere personeelskosten: - overige personeelskosten - mutatie voorziening jubilea - mutatie voorziening PBL - mutatie voorziening langdurig zieken - mutatie voorziening reorganisatie- en veranderkosten
21.267.222 3.060.823 1.680.641
21.249.645 3.092.325 1.768.546
1.357.835 93.712 198.278 152.428 -753.849
1.077.610 11.550 256.149 -41.735 669.764
Sub-totaal Personeel niet in loondienst
27.057.090 3.592.739
28.083.855 2.234.218
Totaal personeelskosten
30.649.829
30.318.073
Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's):
526
561
Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden
526
561
Toelichting
Andere personeelskosten, overige personeelskosten Onder de post Andere personeelskosten, overige personeelskosten zijn opgenomen de mutaties op de door SDW gevormde voorzieningen voor uitkeringen aan medewerkers bij jubilea of bij uitdiensttreding op grond van de pensioenregeling, mutatie PBL uren, loondoorbetalingsverplichting bij ziekte langer dan 2 jaar en de voorziening reorganisatie- en veranderkosten.
Pagina 64
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 15. Afschrijvingen op materiële vaste activa De specificatie is als volgt :
2015 €
2014 €
Nacalculeerbare afschrijvingen: - materiële vaste activa
465.687
444.934
Overige afschrijvingen: - materiële vaste activa - afschijving door aanpassing economische levensduur
951.227 312.440
963.424 28.464
1.729.354
1.436.822
2015 €
2014 €
Bijzondere waardeverminderingen van: - materiële vaste activa impairment
0
655.119
Totaal
0
655.119
Totaal afschrijvingen
16. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa De specificatie is als volgt:
Toelichting: Voor een nadere specificatie van de bijzondere waardevermindering van materiële vaste activa (boekverlies desinvesteringen) wordt verwezen naar het mutatie-overzicht onder 5.1.6
17. Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt :
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonersgebonden kosten Onderhoud en energiekosten Huur en leasing Dotaties en vrijval voorzieningen Totaal bedrijfskosten
2015 €
2014 €
2.898.498 2.504.617 415.191 1.280.977 3.751.048 254.000
2.948.455 2.288.946 414.855 1.262.725 3.497.986 253.828
11.104.331
10.666.795
Toelichting De toename algemene kosten betreft m.n. belastingen en heffingen, alsmede p.r. kosten en accountantskosten i.v.m. uitbreiding controle WMO en Jeugdwet. De toename huur en leasing betreft m.n. de afkoop van het huurcontract Stadtlander. De post dotaties en vrijval voorzieningen betreft de mutatie op de door SDW gevormde voorziening voor onderhoud.
18. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt : Rente rekening couranten baten Resultaat deelneming
2015 € 38.091 0
2014 € 16.714 0
Subtotaal financiële baten
38.091
16.714
Rentelasten
-72.089
-74.832
Sub-totaal financiële lasten
-72.089
-74.832
Totaal financiële baten en lasten
-33.998
-58.118
Pagina 65
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING LASTEN 19. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de op SDW van toepassing zijnde regelgeving. Het bezodigingsmaximum in 2015 voor SDW is € 170.578 en klasse F. Het weergegeven individuele WNT-maximum is berekend naar rato van de omvang (en voor topfuntionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Het individuele WNT-maximum voor de leden van Raad van Toezicht bedraagt voor de voorzitter 15% en voor de overige leden 10% van het bezoldigingsmaximum, berekend naar rato van de duur van het dienstverband.
Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Toezicht Welke bestuursmodel is van toepassing op uw organisatie? Wat is de samenstelling van het bestuur of de directie? Éénhoofdig
De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2015 is als volgt: Naam bestuurder 1 2 3 4
Duur dienstverband in 2015 Omvang dienstverband (in fte) Gewezen topfunctionaris Echte of fictieve dienstbetrekking
P.J.J. Meijs MBA 1/1-31/12 1,0 nee ja
5 Individueel WNT-maximum
170.578
Bezoldiging 6 Beloning 7 Belastbare onkostenvergoedingen 8 Beloningen betaalbaar op termijn
173.324 4.538 10.718
10 Totaal bezoldiging
188.580
Er is sprake van overschrijding van de individuele WNT-norm. De bestuurder valt onder het overgangrecht WNT. De bezoldiging van de leden van de raad van toezicht van de zorginstelling over het jaar 2015 is op de volgende pagina opgenomen. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfuntionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2015 een bezoldiging boven het individuele WNT-maximum hebben ontvangen. Er zijn in 2015 geen ontslaguitkeringen betaald aan overige functionarissen die op grond van de WNT dienen te worden vermeld, of die in eerder jaren op grond van de WOPT of de WNT vermeld zijn of hadden moeten worden.
Pagina 66
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING De bezoldiging van de leden van de raad van toezicht van de zorginstelling over het jaar 2015 is als volgt:
Naam 1 Duur dienstverband in 2015
2 Individueel WNT-maximum naar rato
3 4 5 6
Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies Beloningen betaalbaar op termijn
7 Totaal bezoldiging
drs. G.L.M. van den Bogaert MBA
ing. O.A.M. van der Meulen
drs.A. Spaan
1/1-31/12
1/1-30/6
1/1-31/12
1/7-31/12
25.587
8.529
17.058
8.529
10.114
3.372
6.743
3.372
10.114
3.372
6.743
3.372
drs. A.D. Klaren
mr. Mw. A.E. VerstandBogaert
drs. Mw. M.A.G. Schlosser
1/7-31/12
1/1-31/12
1/1-30/6
8.529
17.058
8.529
3.372
6.743
3.372
3.372
6.743
3.372
Naam 1 Duur dienstverband in 2015
2 Individueel WNT-maximum naar rato
3 4 5 6
Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies Beloningen betaalbaar op termijn
7 Totaal bezoldiging
20. Honoraria accountant
ing. M.J.J. Mol MBA
2015 €
2014 €
De honoraria van de accountant over 2015 zijn als volgt: 1 Controle van de jaarrekening 2 Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) 3 Fiscale advisering 4 Niet controle-diensten
55.981 18.543 0 0
47.795 13.389 0 0
Totaal honoraria accountant
74.524
61.184
21. Transacties met verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de instelling en haar deelnemingen, de bestuurders en leidinggevende functionarissen. Onder transacties wordt verstaan een overdracht van middelen, diensten of verplichtingen, ongeacht of er een bedrag in rekening is gebracht. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag. De bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders is opgenomen onder punt 19.
Pagina 67
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.1.9 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING
23. Ondertekening door bestuurders en toezichthouders
P.J.J. Meijs MBA Voorzitter Raad van Bestuur
drs. G.L.M. van den Bogaert MBA Voorzitter Raad van Toezicht
Roosendaal, 21 april 2016
Pagina 68
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.2 OVERIGE GEGEVENS
Pagina 69
Stichting Dag- en Woonvoorzieningen
5.2 OVERIGE GEGEVENS
5.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De Raad van Bestuur van Stichting Dag- en Woonvoorzieningen heeft de jaarrekening 2015 vastgesteld in de vergadering van 19 april 2016. De Raad van Toezicht van Stichting Dag- en Woonvoorzieningen heeft de jaarrekening 2015 goedgekeurd in de vergadering van 21 april 2016 .
5.2.2 Statutaire regeling resultaatbestemming In de statuten is geen aparte bepaling opgenomen inzake de bestemming van het behaalde resultaat.
5.2.3 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in paragraaf 5.1.2. 5.2.4 Gebeurtenissen na balansdatum Niet van toepassing. 5.2.5 Nevenvestigingen Stichting Dag- en Woonvoorzieningen heeft geen nevenvestigingen. 5.2.6 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant De controleverklaring van de onafhankelijke accountant is opgenomen op de volgende pagina.
Pagina 70