Jaarverslag 2006 1 Uitgangspunten van de verslaglegging
de Kijvelanden instelling voor forensische psychiatrie
Jaarverslag 2006 / 1 Uitgangspunten van de verslaglegging
In het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording (MV) 2006 van de Kijvelanden wordt verslag gedaan van de activiteiten over de periode 1 januari 2006 tot en met 31 december 2006 van de kliniek en van de poli- en dagkliniek het Dok van de Kijvelanden. Het jaardocument is zoveel als mogelijk opgesteld conform de richtlijnen voor de jaarverantwoording voor zorginstellingen 2006 van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Op een aantal punten is noodgedwongen en om praktische redenen afgeweken van deze richtlijnen van VWS. De oorzaak hiervan is dat het totaal aan activiteiten van de Kijvelanden onder verschillende wettelijke regimes valt met verschillende eisen en richtlijnen voor de verantwoording over activiteiten in de jaarverslaglegging.
2
de Kijvelanden heeft als forensisch psychiatrisch centrum een bijzondere plaats binnen het veld van GGZ-instellingen. In de kliniek van de Kijvelanden worden in hoofdzaak TBS-gestelden verpleegd en behandeld. De eisen voor de verpleging en behandeling van deze patiëntencategorie zijn vastgelegd in de Beginselenwet Verpleging Terbeschikkinggestelden (BVT) en betreffen zowel de uitvoering van de verpleging en behandeling als de verantwoording over deze activiteiten aan het Ministerie van Justitie. De meer dan kritische maatschappelijke belangstelling voor deze activiteiten, en de daaruit vaak voortvloeiende gevoelige politieke discussies, noodzaken tot een zorgvuldige uitvoering van deze regelgeving. Daarnaast zijn door het Ministerie van Justitie kaders geformuleerd voor de inrichting en verantwoording betreffende de bedrijfsvoering van de kliniek (Planning & Control).
De administratie van de Kijvelanden is toegesneden op de verantwoordingsverplichtingen naar het Ministerie van Justitie en het aanleveren van verplichte informatie binnen diverse andere wettelijke kaders. De verantwoording over activiteiten en resultaten aan het Ministerie van Justitie is eveneens opgenomen in het Jaardocument MV 2006. De gevraagde gegevens voor 2006, in het kader van de WTZi voor de kliniek, kunnen niet altijd worden gereproduceerd. Voor de onderwerpen waarvoor dit van toepassing is worden de oorzaken daarvan in de tekst uiteengezet. Ook gevraagde gegevens over de kliniek in het kader van de WTZi die in strijd zijn met de BVT, zijn niet in het Jaardocument vermeld. In de verslaglegging wordt dit, waar dat aan de orde is, aangegeven. In de forensisch psychiatrische poli- en dagkliniek het Dok van de Kijvelanden worden forensisch-psychiatrische patiënten zowel op vrijwillige basis als binnen een strafrechterlijk kader ambulant behandeld. Deze activiteiten vallen onder de WTZi. Op onderdelen van het Jaardocument zal een onderscheid worden gemaakt voor de werkzaamheden van de Kijvelanden met als werksoort de klinische verpleging en behandeling van patiënten met een TBS-maatregel en de ambulante werksoort van het Dok. Binnen de Kijvelanden wordt bij beide werksoorten gesproken van patiënten.
Jaarverslag 2006 / 1 Uitgangspunten van de verslaglegging
3
Het Jaardocument MV 2006 van de Kijvelanden voldoet aan de eisen van de WTZi met betrekking tot de vermelding van wettelijk verplichte gegevens in het kader van de Wet Kwaliteit Zorginstellingen, Wet medezeggenschap cliënten zorgsector, Klachtenwet, Wet bijzondere medische verrichtingen en de Wet CBS. Door deelname aan het Jaardocument acht de Kijvelanden zich vrijgesteld van de afzonderlijke verantwoordingsplichten in het kader van deze wetten.
de Kijvelanden doet voor het verslagjaar 2006 voor de tweede keer vrijwillig mee aan het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording. Hoewel de wettelijke verplichting voor instellingen in de gezondheidszorg om de jaarverslaglegging in te richten volgens de richtlijnen van VWS is uitgesteld tot 2007, vindt het bestuur deelname aan het Jaardocument MV waardevol in het kader van het streven naar maximale transparantie en maatschappelijke verantwoording.
Zowel de kliniek als de poli- en dagkliniek werken nauw samen met ketenpartners. Van deze samenwerking wordt uitgebreid verslag gedaan. De in het Jaardocument MV 2006 verstrekte bedrijfsgegevens betreffen echter alleen de kliniek en de poli- en dagkliniek van de Kijvelanden.
In 2007 wordt de Kijvelanden geconfronteerd met een nieuwe ontwikkeling. In 2007 vindt uitbreiding plaats van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de minister van Justitie voor de forensische zorg binnen een strafrechtelijk kader. Het Ministerie van Justitie gaat met ingang van 1 januari 2007 psychiatrische zorg inkopen voor patiënten die behandeld dienen te worden binnen een strafrechterlijk kader. Het jaar 2007 zal nog een overgangsjaar zijn, maar in 2008 zal het Ministerie met een eigen inkooporganisatie starten voor alle forensische zorg in een strafrechterlijk kader. De verantwoordingsverplichtingen die hieruit voortvloeien voor de Kijvelanden zijn nog niet duidelijk.
In digiMV (jaarverslagen zorg) is alle voor de Kijvelanden verplichte informatie die voortvloeit uit diverse wettelijke kaders digitaal weergegeven.
Jaarverslag 2006 2 Profiel van de organisatie
de Kijvelanden instelling voor forensische psychiatrie
Jaarverslag 2006 / 2 Profiel van de organisatie
2.1. Algemene identificatiegegevens
5
Tabel: Algemene identificatiegegevens Naam
de Kijvelanden, forensisch psychiatrisch centrum
Adres
Postbus 900
Postcode
3160 AC
Plaats
Rhoon
Telefoonnummer
010 5031212
Identificatienummer NZA
1705
Nummer Kamer van Koophandel
41133849
Emailadres
[email protected]
Internetpagina
www.kijvelanden.nl www.hetdok.nl
Jaarverslag 2006 / 2 Profiel van de organisatie
2.2 Structuur van de Kijvelanden
6
Rechtsvorm en voorzieningen de Kijvelanden is een (ongedeelde) stichting en beschikte in het verslagjaar 2006 voor de uitvoering van haar activiteiten over drie locaties in eigen beheer. De hoofdvestiging (de kliniek) is gelegen in de gemeente Poortugaal. Daarnaast beschikt de Kijvelanden over een resocialisatievestiging voor TBS- gestelden (De Blink) en een forensisch psychiatrische poli- en dagkliniek (het Dok). Deze twee vestigingen zijn gelegen in de gemeente Rotterdam. Vanaf 1 oktober 2006 voert het Dok, in samenwerking met Altrecht, Oostvaarderskliniek en Centrum Maliebaan, een forensisch-psychiatrische poli- en dagkliniek in Utrecht. In 2007 opent het Dok een eigen vestiging in Breda.
Organisatorische structuur en organogram In het verslagjaar had de Kijvelanden een éénhoofdig bestuur. De bestuurder is belast met het besturen van de stichting. Daarnaast heeft de Kijvelanden een Raad van Toezicht die tot taak heeft, zonder last of ruggespraak van derden, toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting. De organisatie van de Kijvelanden is opgedeeld in sectoren. De indeling van de sectoren is geënt op de uitvoering van het primaire proces en de ondersteunende functies volgens onderstaand organogram.
Jaarverslag 2006 / 2 Profiel van de organisatie
7
Raad van Toezicht
Ondernemingsraad
Bestuur
Bestuurssecretaris
Sector Instroom
Sector Doorstroom
Sector Uitstroom
Sector Programmalijn
Sector Beheer en Ondersteuning
Sectorbehandelstaf
afdeling Kobalt
Sectorbehandelstaf
Zorgprogramma’s
Beheer
pré-klinische zorg
afdeling Saffier
Amber resocialicatieafdeling
Ondersteuning
Jade ZIZ afdeling
afdeling Robijn
Blink resocialicatieafdeling
Arbeid en Onderwijs
Koraal opnameafdeling
Sectorbehandelstaf
DOK ambulante behandeling
Olivijn Sterretjes/ZIZ afdeling
afdeling Karmijn
Smaragd resocialicatieafdeling
afdeling Opaal
afdeling Aquamarijn
Jaarverslag 2006 / 2 Profiel van de organisatie
Besturingsmodel De basis voor de sturing van de Kijvelanden is de Planning & Control cyclus (P&C cyclus). De P&C cyclus voorziet o.a. in jaarafspraken en in verslaglegging over de uitvoering van de jaarafspraken met het Ministerie van Justitie, in het bijzonder met de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) in de vorm van een jaarplan en een jaarverslag. In het jaarplan zijn tevens de eigen speerpunten van beleid van de Kijvelanden opgenomen en in het jaarverslag wordt verslag gedaan van de resultaten van dit beleid. Het jaarplan en het jaarverslag worden voorbereid en opgesteld in overleg met het management. Het jaarplan, de begroting, het jaarverslag en de jaarrekening worden vastgesteld door het bestuur en goedgekeurd door de Raad van Toezicht. Het jaarplan, de begroting, het jaarverslag en de jaarrekening worden tevens aan de OR voorgelegd. Als managementmodel voor de uitvoering en evaluatie van de activiteiten in het kader van de P&C cyclus wordt het INK-model gehanteerd. Voor de sturing van de kwaliteit van de processen worden de normen van de stichting voor de Harmonisatie Kwaliteit Zorginstellingen (HKZ-normen) gehanteerd.
8
Toelatingen van de Kijvelanden de Kijvelanden beschikt over de volgend toelatingen in het kader van de AWBZ: - persoonlijke verzorging - verpleging - ondersteunende begeleiding - activerende begeleiding - behandeling - verblijf op grond van AWBZ - verblijf en behandeling in het kader van de BOPZ (vanaf september 2006).
Medezeggenschapsstructuur patiënten De medezeggenschap van de patiënten van de Kijvelanden die behandeld worden in het kader van een TBS-maatregel, wordt bepaald door de Beginselenwet Verpleging Terbeschikkinggestelden (BVT). De Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) is op deze patiëntencategorie niet van toepassing. de Kijvelanden heeft voor de patiënten met een TBS-maatregel een patiëntenraad conform het bepaalde in de BVT (in deze wet wordt gesproken van verpleegdenraad). In deze context staat de term ‘individuele zeggenschap’ in een ander daglicht dan bij zorginstellingen. De patiëntenraad betreft een overleg tussen het bestuur en een afvaardiging van de patiënten. In dit overleg kunnen patiënten met het bestuur van gedachten wisselen over zaken die rechtstreeks te maken
hebben met hun verblijf in de kliniek en over regels en afspraken die nodig zijn om dat verblijf zo goed mogelijk te laten verlopen. Indien de patiëntenraad over bepaalde onderwerpen met het bestuur van mening (blijft) verschillen over (de toepassing van) bepaalde regelgeving, dan kan aan de Commissie van Toezicht een verzoek worden gedaan om te bemiddelen. De werkwijze van de patiëntenraad is in een reglement vastgelegd. Voor de patiënten die ambulant worden behandeld in de poli- en dagkliniek het Dok is de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) van toepassing. In 2006 zijn door de poli en dagkliniek het Dok initiatieven ontplooid om tot een patiëntenraad te komen, conform de richtlijnen in de WMCZ. Zie tevens Hoofdstuk 3.3 onder Patiëntenraad, pagina 23.
Jaarverslag 2006 / 2 Profiel van de organisatie
Klachtenprocedure voor patiënten met een TBS-maatregel De patiënten van de Kijvelanden met een TBSmaatregel hebben het recht om te klagen over een aantal limitatief in de BVT opgenomen beslissingen. Patiënten dienen daartoe een klaagschrift op te sturen naar het secretariaat van de Commissie van Toezicht (CvT). Een maandcommissaris van de CvT bemiddelt tussen de patiënt en de kliniek. Indien de patiënt zijn klacht voortzet, komt de zaak voor de beklagcommissie van de CvT. Tijdens die behandeling kan de patiënt alsnog zijn klacht intrekken. De uitspraak van de beklagcommissie kan zijn dat het beklag niet-ontvankelijk, kennelijk niet-ontvankelijk, (geheel of gedeeltelijk) gegrond of ongegrond is. Zowel de patiënten als de kliniek hebben na de uitspraak een week de tijd om in beroep te gaan bij de beroepscommissie van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ).
9
Klachtenprocedure voor patiënten van de polien dagkliniek het Dok Voor de forensisch psychiatrische poli- en dagkliniek het Dok is de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) van toepassing. De klachtencommissie voor patiënten van het Dok is een volledig onafhankelijke commissie. Géén van de leden van de klachtencommissie is werkzaam bij of voor de Kijvelanden. Deze onafhankelijkheid laat onverlet dat de Klachtencommissie, net als andere kwaliteitscommissies, onderdeel is van de kwaliteitsorganisatie van de Kijvelanden.
Medezeggenschap medewerkers de Kijvelanden heeft een ondernemingsraad conform de richtlijnen van de Wet ondernemingsraden (WOR). Door de Kijvelanden wordt één keer in twee jaar onderzoek gedaan naar de tevredenheid van de medewerkers. Voor dit onderzoek wordt de BASAM-vragenlijst gebruikt. Dit instrument meet verschillende aspecten van medewerkertevredenheid. Op basis van deze onderzoeken worden verbeterpunten benoemd en doorgevoerd in de organisatie met behulp van een plan van aanpak. Dit plan van aanpak behoeft de goedkeuring van de ondernemingsraad.
Jaarverslag 2006 / 2 Profiel van de organisatie
2.3 Kerngegevens
10
2.3.1. Kernactiviteiten en nadere typering Missie van de Kijvelanden de Kijvelanden voorziet op wetenschappelijk onderbouwde wijze in de vraag naar beveiliging van de samenleving door behandeling van forensischpsychiatrische patiënten, preventie van forensischpsychiatrische problematiek en uitvoering van specifieke taken op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg en openbare geestelijke gezondheidszorg.
Toelichting Beveiliging van de maatschappij tegen delictgevaarlijkheid van forensisch-psychiatrische patiënten is een hoofdtaak van de Kijvelanden. de Kijvelanden behandelt forensisch-psychiatrische patiënten met het doel een veilige terugkeer in de maatschappij mogelijk te maken. De wijze waarop de Kijvelanden de behandeling vorm geeft is vastgelegd in de behandelvisie. de Kijvelanden rekent preventie van forensisch-psychiatrische problematiek, het geven van goede informatie over de mogelijkheden van de behandeling van forensisch-psychiatrische patiënten aan diverse maatschappelijke groeperingen en taken op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en de openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) tot haar werkgebied. De taken op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg betreffen behandeling en zorg voor zeer moeilijke psychiatrische patiënten die als gevolg van hun meervoudige problematiek en grensoverschrijdende gedrag tussen wal en schip dreigen te vallen in de reguliere GGZ. De OGGZtaken betreffen o.a. voorlichting en trainingen voor diverse groeperingen in de samenleving die geconfronteerd worden met uitingen van geweld.
Jaarverslag 2006 / 2 Profiel van de organisatie
de Kijvelanden heeft een aparte afdeling voor wetenschappelijk onderzoek en behandelinnovatie op het terrein van de forensische psychiatrie. Ontwikkeling en evaluatie van meetinstrumenten, evaluatie van behandelmethodieken en terugkoppeling van onderzoeksresultaten naar de praktijk van de behandeling binnen de Kijvelanden zijn hoofdtaken van deze afdeling. Nadere typering de Kijvelanden is een forensisch psychiatrisch centrum dat klinische en ambulante behandeling biedt aan patiënten met forensisch psychiatrische en psychosociale problematiek. De klinische behandeling impliceert eveneens een resocialisatietraject voor de patiënten om veilige terugkeer naar de maatschappij mogelijk te maken. Dit resocialisatietraject is onderdeel van het klinische behandeltraject en behelst eveneens scholing en arbeid voor de patiënten. De intramurale behandeling betreft nu nog uitsluitend patiënten met een TBS-maatregel in het kader van de Wet BVT. Vanaf september 2006 kunnen in de kliniek van de Kijvelanden ook patiënten worden behandeld in het kader van de Wet BOPZ (eveneens AWBZ zorg), op basis van een toelating van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De patiëntenpopulatie van de kliniek betreft mannen met persoonlijkheidsstoornissen en psychotische stoornissen en met een IQ > 80.
11
Voor de behandeling beschikt de Kijvelanden over de volgende zorgprogramma’s: - zorgprogramma psychisch kwetsbaren - zorgprogramma verslaving - zorgprogramma seksuele delictplegers - zorgprogramma agressiehantering Deze zorgprogramma’s worden zowel in de kliniek als in de forensisch psychiatrische poli- en dagkliniek het Dok gebruikt.
De doelgroep van de poli- en dagkliniek het Dok betreft patiënten met psychische problematiek, die door hun grensoverschrijdend gedrag met justitie in aanraking zijn gekomen of dreigen te komen en voor wie het reguliere aanbod van GGZ-voorzieningen ontoereikend is gebleken. Door het Dok worden de volgende contra-indicaties voor de behandeling gehanteerd: - ernstige irreversibele organische psychosyndromen - primaire verslavingsproblematiek - dusdanig agressief gedrag dat de veiligheid binnen het Dok niet gewaarborgd kan worden de Kijvelanden is een zelfstandige particuliere justitiële instelling voor forensisch-psychiatrische behandeling. In het verslagjaar 2006 heeft de Kijvelanden geen private activiteiten verricht.
Jaarverslag 2006 / 2 Profiel van de organisatie
12
2.3.2 Productie, personeel en opbrengsten
2.3.3 Werkgebieden
Kerngegevens productie, capaciteit, personeel en opbrengsten de Kijvelanden
Het werkgebied van de Kijvelanden voor de behandeling van patiënten met een TBS-maatregel is landelijk op basis van opname van patiënten van de landelijke wachtlijst voor behandeling van TBS-gestelden van het Ministerie van Justitie.
Kerngegeven Patiënten/cliënten Aantal patiënten in zorg op 31 december Aantal patiënten in zorg het Dok Capaciteit Aantal feitelijke bedden op 31 december inclusief beschermd wonen Waarvan feitelijke bedden beschermd wonen Productie Aantal verzorgingsdagen inclusief beschermd wonen exclusief BOPZ in verslagjaar Waarvan verzorgingsdagen beschermd wonen Aantal deeltijdbehandelingen in verslagjaar Aantal ambulante contacten in verslagjaar Personeel Aantal personeelsleden in loondienst op 31 december Aantal FTE personeelsleden in loondienst op 31 december Bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten (in euro’s) in verslagjaar Waarvan wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Waarvan overige bedrijfsopbrengsten
Aantal/bedrag
160 1066
165 0
52 382
2041 16 068
277 245
25 022 548 24 780 120 242 428
De poli- en dagkliniek van de Kijvelanden is werkzaam in de volgende zorgkantoorregio’s: - Rotterdam - Zuid-Hollandse eilanden - West Brabant De activiteiten in deze werkgebieden betreffen behandeling en zorg in het kader van de AWBZ. In samenwerking met Altrecht, Centrum Maliebaan en Oostvaarderskliniek wordt een forensisch psychiatrische poli- en dagkliniek geëxploiteerd in Utrecht.
Jaarverslag 2006 / 2 Profiel van de organisatie
13
2.4 Belanghebbenden de Kijvelanden onderscheidt vijf groepen van belanghebbenden waarop de resultaten van de onderneming worden afgestemd: 1. bestuur en financiers 2. patiënten 3. samenwerkings- en ketenpartners 4. medewerkers 5. maatschappij. Het bestuur is verantwoordelijk voor de formulering en uitvoering van beleid in overeenstemming met de missie van de Kijvelanden. Het bestuur overlegt wekelijks met het managementteam, voert periodiek overleg met de individuele sectormanagers en met medewerkers die een sleutelpositie hebben bij de uitvoering van sectoroverschrijdende activiteiten en / of bij de uitvoering van bijzondere projecten. De Raad van Toezicht ondersteunt het bestuur bij de uitvoering van zijn beleidstaken en houdt toezicht op de uitvoering van de taken van het bestuur. De relaties met de financiers worden in hoofdzaak onderhouden door het bestuur en de controller. Hierbij gaat het om de contacten met DJI en de zorgkantoren.
De relaties met de patiënten worden op verschillende niveaus vorm gegeven. Het bestuur heeft overleg met de patiëntenraad en voert overleg met diverse externe partijen over de randvoorwaarden voor de behandeling van de patiënten. Medewerkers van de Kijvelanden onderhouden de relaties met de patiënten door directe behandelcontacten en door overleg met collega’s in het kader van de interne afstemming en coördinatie rond de behandeling van de patiënten. Medewerkers van de Kijvelanden voeren ook overleg met medewerkers van vele andere instellingen in het kader van de externe afstemming en coördinatie rond de behandeling van de patiënten en in het kader van vervolgbehandeling van de patiënten binnen andere instellingen. Hierbij valt o.a. te denken aan de contacten met de Reclassering, GGZ-instellingen, instellingen voor Beschermd Wonen, instellingen voor Jeugdzorg, andere forensisch psychiatrische instellingen en de politie. Daarnaast zijn er contacten met penitentiaire inrichtingen in het kader van de preklinische interventies bij patiënten die in deze instellingen verblijven in afwachting van hun behandeling in de kliniek van de Kijvelanden.
Jaarverslag 2006 / 2 Profiel van de organisatie
De relaties met de ketenpartners worden eveneens op verschillende niveaus vormgegeven. Het bestuur voert overleg met de samenwerkings- en ketenpartners in het kader van onderhoud en uitbreiding van bestaande samenwerkingsrelaties en de ontwikkeling van nieuwe samenwerkingsrelaties en -projecten. Met Altrecht, Centrum Maliebaan, Oostvaarderskliniek en Bouman GGZ is een consortium in oprichting dat zich richt op de ontwikkeling van nieuwe voorzieningen voor forensisch psychiatrische patiënten en dat door de onderlinge samenwerking meerwaarde wil toevoegen aan de behandeling van deze patiënten. Medewerkers onderhouden de relaties met de samenwerkings- en ketenpartners door overleg op patiëntenniveau (zie bovenstaande alinea) en overleg gericht op de uitwisseling van ervaring en deskundigheid. Vanuit de afdeling Onderzoek & Behandelinnovatie worden vele relaties onderhouden met diverse universiteiten en onderzoekers van andere instellingen. Met diverse gemeenten is een convenant gesloten in het kader van de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
14
de Kijvelanden geeft op verschillende wijzen vorm aan de relatie met de medewerkers. Het bestuur overlegt met de ondernemingsraad over diverse aspecten van de organisatie en de bedrijfsvoering. de Kijvelanden heeft een personeelsbeleid geformuleerd dat gebaseerd is op Human Resources Management. Daarnaast worden organisatiebrede overlegsituaties en bijeenkomsten rond specifieke inhoudelijke en organisatorische onderwerpen belegd. In 2006 zijn diverse activiteiten georganiseerd rondom het 10-jarig bestaan van de Kijvelanden
De dialoog met de maatschappij is gericht op de directe omgeving van de Kijvelanden, op het in breder verband uitdragen van de kennis en ervaring op het terrein van de forensische psychiatrie en op de ontwikkeling en academisering van de behandeling van forensisch psychiatrische patiënten door het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. De hoofdonderzoeker van de Kijvelanden vervult tevens de leerstoel forensische psychologie aan de Radbout Universiteit Nijmegen. Ook met de familieleden van de patiënten worden contacten onderhouden. De dialoog met de directe omgeving van de Kijvelanden wordt vormgegeven door overleg van de Kijvelanden met een Commissie van omwonenden, een vertegenwoordiging van de inwoners van de gemeente van vestiging van de kliniek van de Kijvelanden. Ook participeert de Kijvelanden in het zogenaamde “vierhoekoverleg”, waaraan de burgermeester van Albrandswaard, het Openbaar Ministerie en de politie Rijnmond deelnemen.
Jaarverslag 2006 3 Governance
de Kijvelanden instelling voor forensische psychiatrie
Jaarverslag 2006 / 3 Governance
3.1 Bestuur en toezicht
16
3.1.1 Zorgbrede governancecode Vanaf november 2006 is de zorgbrede Governancecode van de gezamenlijke brancheverenigingen van kracht als toezichtmodel binnen de Kijvelanden. Door de Kijvelanden wordt echter op enkele punten afgeweken van deze Governancecode op basis van de bijzondere positie van de Kijvelanden als forensisch psychiatrisch centrum binnen de GGZ. Governance in de Kijvelanden bestaat uit de volgende onderdelen: - Zorgbrede Governancecode van de brancheorganisatie GGZ - Schriftelijke vastlegging van de afwijkingen in de praktijk conform de “pas toe of leg uit” regel - Een reglement voor het functioneren van de Raad van Toezicht Deze onderdelen zijn vastgelegd in een Governance protocol voor de Kijvelanden. De afwijkingen op de zorgbrede Governancecode van de brancheorganisatie GGZ zijn hieronder aangegeven. Artikel 3.2 Zorgbrede Governancecode: ‘Benoeming, ontslag, deskundigheid en samenstelling.’ Een lid van de Raad van Toezicht kan twee maal voor een periode van (maximaal) vier jaar zitting hebben in de Raad van Toezicht. Aan dit artikel toegevoegd: ‘ in beginsel ‘. Er kunnen
omstandigheden zijn dat een zittend lid van de Raad van Toezicht van de Kijvelanden gevraagd wordt een derde termijn te aanvaarden in verband met (bijvoorbeeld) specifieke expertise en kwaliteiten van een lid die niet of moeilijk te vervangen zijn of tijdelijk niet te vinden zijn. Deze toevoeging is in het reglement van de Raad van Toezicht van de Kijvelanden vastgelegd. In het verslagjaar 2006 is dit punt niet aan de orde geweest Artikel 3.2 lid 4 Zorgbrede Governancecode: ‘Benoeming, ontslag, deskundigheid en samenstelling.’ Bij de werving, selectie en benoeming van nieuwe leden van de Raad van Toezicht wordt gebruik gemaakt van een voor de betreffende vacature opgestelde profielschets. De leden van de Raad van Toezicht worden op openbare wijze geworven, tenzij voor een bepaalde plaats in de Raad van Toezicht, op grond van een wettelijke of statutaire bepaling geldt dat deze plaats op voordracht wordt ingevuld of het recht tot benoeming aan een andere partij dan de Raad van Toezicht toekomt. In het reglement van de Raad van Toezicht is bepaald dat bij een vacature de Raad zich rekenschap geeft van de vraag of voor de vacature openbaar wordt geworven’. Dit wijkt af van de zorgbrede Governancecode (artikel 3.2 vierde lid). Gezien het zeer specifieke karakter van het werkveld van de Kijvelanden acht de Raad van Toezicht het van belang dat bij iedere vacature die zich voordoet een afweging
Jaarverslag 2006 / 3 Governance
17
3.1.2. Raad van Bestuur wordt gemaakt over de wijze van invulling. Daarbij inbegrepen de beslissing of voor de vacature openbaar geworven wordt of niet. Naar het oordeel van de Raad kunnen zich omstandigheden voordoen dat openbare werving niet zinvol of opportuun is. In het verslagjaar heeft geen werving van een lid van de Raad plaatsgevonden. Artikel 3.4 Zorgbrede Governancecode: ‘ Onafhankelijkheid’ Eerste lid: De Raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de Raad van Bestuur en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. De leden van de Raad van Toezicht geven in de jaarlijkse verantwoording van de zorgorganisatie inzicht in de door hen uitgeoefende nevenfuncties. Tweede lid Het is niet gewenst dat de leden van de Raad van Toezicht op voordracht worden benoemd, dan wel door derden worden benoemd. Waar het hiervoor vermelde wettelijk bepaald is of in de statuten is opgenomen, geldt in ieder geval dat een lid van de Raad van Toezicht dat op voordracht is benoemd, dan wel door een derde is benoemd, zijn functie vervult zonder last en ruggespraak van degene door wie hij is voorgedragen of benoemd en zonder diens deelbelang te laten prevaleren.
Aan artikel 3.4 eerste lid is toegevoegd dat bij de nevenfuncties slechts die functies worden vermeld die een relatie (kunnen) hebben met hun lidmaatschap van de Raad van Toezicht. Voor de nevenfuncties van de leden van de Raad zie schema samenstelling Raad van Toezicht op pagina 20. Voor één lid van de Raad van Toezicht is de ondernemingsraad bevoegd een niet bindende voordracht te doen. De statuten (artikel 9.1) van de Kijvelanden wijken op dit punt af van artikel 3.4, tweede lid van de zorgbrede Governancecode. De Raad van Toezicht hecht aan deze bepaling. Het onderstreept de betrokkenheid van de Raad bij het personeel en zijn formele vertegenwoordiging in de Kijvelanden. De statuten van de Kijvelanden bepalen dat de Raad van Toezicht de taak heeft om zonder last of ruggespraak van derden toezicht te houden op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken in de stichting en de door haar in stand gehouden instellingen. De Raad van Toezicht van de Kijvelanden is van oordeel dat hiermee door de Raad afdoende wordt voldaan aan de eisen van de zorgbrede Governancecode. Met de zorgbrede Governancecode als leidraad is in september 2006 een reglement voor het functioneren van de Raad van Toezicht van de Kijvelanden vastgesteld.
De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor en belast met het besturen van de Kijvelanden. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de realisatie van doelstellingen, de strategie en de resultatenontwikkeling van de Kijvelanden. De Raad van Bestuur legt hierover verantwoording af aan de Raad van Toezicht. de Kijvelanden beschikt over een reglement voor het functioneren van de Raad van Bestuur. De bezoldiging van de Raad van Bestuur is besproken met – en vastgesteld door - de Raad van Toezicht en wordt openbaar gemaakt volgens de regels van de jaarverslaglegging in het Jaardocument MV (en in het kader van de WOPT, zie hiervoor de digiMV). Er is geen sprake van belangenverstrengeling of persoonlijke bevoordeling van de Raad van Bestuur. Samenstelling Raad van Bestuur in 2006 Naam - M. A. Polak, psychiater Bestuursfunctie - Voorzitter Raad van Bestuur M/V - m
Jaarverslag 2006 / 3 Governance
18
3.1.3 Raad van Toezicht Onafhankelijkheid De onafhankelijkheid van de Raad van Toezicht is vastgelegd in het, op 26 september 2006 vastgestelde, reglement, artikel 1.4 Reglement Raad van Toezicht: De Raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de Raad van Bestuur en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. De leden van de Raad van Toezicht geven in de jaarlijkse verantwoording van de zorgorganisatie inzicht in het door hen uitgeoefende hoofdberoep en in hun andere nevenfuncties, voor zover deze nevenfuncties een relatie kunnen hebben met de activiteiten van de Kijvelanden.
Taakuitoefening De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het besturen van de stichting door de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de Kijvelanden. In dit kader bewaakt de Raad van Toezicht c.q. houdt toezicht op tenminste: • de realisatie van de doelstellingen; • de strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van de Kijvelanden; • de opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen; • de financiële verslaglegging; • de naleving van wet- en regelgeving; • het op passende wijze inhoud en uitvoering geven aan het zijn van een zorgonderneming met een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid. Bij de vervulling van zijn taak richt de Raad van Toezicht zich naar het belang van de Kijvelanden, rekening houdend met het feit dat de Kijvelanden een onderneming met een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid is. Verslag van de activiteiten in 2006 In 2006 heeft de Raad van Toezicht vijf keer met het bestuur vergaderd. In november heeft de Raad zijn jaarlijkse interne vergadering gehouden waarin het werkplan 2007 van de Raad van Toezicht is besproken en vastgesteld. De Raad heeft tevens in de novembervergadering teruggeblikt op het werkplan 2006 en het eigen functioneren besproken.
De Raad van Toezicht heeft twee keer vergaderd met de ondernemingsraad. Bij deze twee vergaderingen was ook de bestuurder aanwezig. Eén keer heeft een delegatie van de Raad van Toezicht een reguliere vergadering bijgewoond van de ondernemingsraad met de bestuurder. Ook heeft een delegatie van de Raad van Toezicht een vergadering van het managementteam bijgewoond als toehoorder. De leden van de Raad hebben gedurende het verslagjaar diverse werkbezoeken in de Kijvelanden afgelegd. In september is voor de leden van de Raad een rondleiding verzorgd langs de nieuwe afdelingen Aquamarijn en Smaragd. De wetenschappelijke onderzoeker van de Kijvelanden heeft een presentatie gehouden voor de leden van de Raad over risicotaxatie bij de behandeling van TBS-gestelden. Het lid van de Raad van Toezicht dat belast is met de financiële portefeuille, heeft in het verslagjaar één keer gesproken met de controller over de financiële sturing. Voor de Raad van Toezicht is een budget beschikbaar voor activiteiten die gericht zijn op het vergroten van de kennis over de werkgebieden van de Kijvelanden. Overleg met Bestuur over strategie en risico’s verbonden aan de activiteiten van de organisatie In het verslagjaar heeft de Raad van Toezicht met het bestuur expliciet stilgestaan bij de beheersing
Jaarverslag 2006 / 3 Governance
van de risico’s verbonden aan de activiteiten van de Kijvelanden en bij de financiering van de Kijvelanden, bij de bespreking van het jaarverslag 2005 en de bespreking van het jaarplan 2007. Daarnaast zijn driemaal de uitkomsten van de resultaatsturing en de winst – en verliesrekening geagendeerd en besproken om de Raad van Toezicht ook tussentijds (naast begroting en jaarrekening) te informeren over de productie en financiële situatie. De Raad van Toezicht voert structureel overleg met de accountant naar aanleiding van de managementletter en het accountantsverslag. de Kijvelanden werkt volgens een strikte P&C cyclus die mede gebaseerd is op de eisen van DJI voor resultaatsturing en verantwoording over resultaten. Alle noodzakelijke activiteiten in het kader van de P&C cyclus zijn vastgelegd in een jaarschema met daarin ook de taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht is op deze wijze nauw betrokken bij de P&C cyclus. In de vergaderingen van de Raad van Toezicht worden alle belangrijke besluiten over strategie en risico’s, verbonden aan de organisatie, besproken en daar waar volgens de statuten of interne regelgeving van de Kijvelanden dit voorschrijven, door de Raad vastgesteld of goedgekeurd.
19
In de februarivergadering heeft de Raad de bijgestelde begroting 2006 goedgekeurd en is de bouw – en financiële planning 2006 besproken. In maart heeft de accountant aan de Raad van Toezicht verslag gedaan van zijn controle over het jaar 2005. In deze vergadering is tevens de Jaarrekening en het jaarverslag 2005 door de Raad goedgekeurd. In deze vergadering heeft de Raad kennisgemaakt met de sectordirecteur TBS van het Ministerie van Justitie. In juli heeft de Raad de winst – en verliesrekening en de resultaatsturing besproken en van kanttekeningen voorzien. Tevens is het concept governanceprotocol geagendeerd en heeft de Raad het Jaardocument MV 2005 goedgekeurd. In deze vergadering is de strategie en samenwerking van de Kijvelanden met ander instellingen, op basis van een door het bestuur ingediende notitie, uitgebreid besproken. De Raad van Toezicht heeft kennisgenomen van de strategienotitie en besloten de ontwikkelingen nauwlettend te volgen. In september is de begroting 2007 en het jaarplan 2007 door de Raad van Toezicht goedgekeurd. Ook is de winst- en verliesrekening besproken. De Raad heeft de aanvraag voor een hypothecaire lening goedgekeurd en heeft kennisgenomen van het kwaliteitsmanagementrapport. Het governanceprotocol is in deze vergadering definitief vastgesteld. Tevens is de Raad geïnformeerd over de samen-
werking met Delta Psychiatrisch Centrum en over de gang van zaken rondom het opzeggen van het samenwerkingscontract met deze instelling. Voorts zijn de actuele ontwikkelingen met betrekking tot de samenwerking met andere instellingen en de Consortiumvorming door het bestuur aan de Raad voorgelegd. In november is de resultaatsturing en de resultatenrekening aan de Raad voorgelegd. De Raad is door het bestuur in deze vergadering volledig geïnformeerd over het ernstige incident met een patiënt dat in oktober plaats heeft gevonden. Het bestuur heeft de Raad, ook buiten de reguliere vergaderingen om, voortdurend geïnformeerd over de ontwikkelingen rondom dit incident en die rondom een tweede incident in november. Beoordeling functioneren bestuur De Raad van Toezicht voert minimaal één keer per jaar een functioneringsgesprek met de leden van de Raad van Bestuur. In 2006 heeft een delegatie van de Raad van Toezicht een functioneringsgesprek gehouden met de bestuurder. De uitkomst hiervan is besproken met alle leden van de Raad.
Jaarverslag 2006 / 3 Governance
20
Samenstelling van de Raad van Toezicht in 2006 Naam
Functie in de Raad van Toezicht
Aandachtsgebied
De heer mr. drs. G. J. Wolffensperger
voorzitter
Beleid algemeen
De heer dr. J. H. Blankstein
Lid
Beleid behandeling en beveiliging
Mevrouw drs. E. C. Pronker
Lid
Personeel en Organisatie
De heer T. H. Que
Lid
Beleid behandeling en beveiliging
Psychiater, Voorzitter bestuur Vrienden Phoenix, Lid consultatiecommissie Creatieve Therapie HAN
De heer mr. A. A. van Rhijn
Lid
Financiën&Control
Managing director NIBC Bank
Mevrouw mr. G.L.M. Urbanus
Lid
Beleid algemeen
Bestuurslid en sector-voorzitter strafrecht, rechtbank ‘s-Gravenhage
In 2006 is de bezetting van de Raad van Toezicht het gehele jaar op volle sterkte geweest. In november 2006 eindigde, volgens het rooster van aftreden, de eerste zittingsperiode van de heer Wolffensperger. Het voorzitterschap van de heer Wolffensperger is met algemene instemming verlengd. In november eindigde ook de (laatste) zittingsperiode van de heer Blankstein. Met ingang van 1 januari 2007 is zijn lidmaatschap van de Raad beëindigd.
Maatschappelijke functie
Psycholoog / psychotherapeut
Jaarverslag 2006 / 3 Governance
3.2 Bedrijfsvoering
21
Planning & Control In 2006 is, evenals in voorgaande jaren, gewerkt conform een van te voren vastgesteld Planning & Control jaarkalender. In dit schema zijn alle activiteiten opgenomen die nodig zijn om diverse belangrijke externe documenten, zoals het jaarplan en het jaarverslag, op te kunnen stellen. Ook zijn in het schema de activiteiten opgenomen met betrekking tot resultaatsturing van de Kijvelanden. De resultaten worden maandelijks gemonitord met behulp van een resultaatsturingsmodel dat gebaseerd is op het INK-model en aangevuld wordt met uitgebreide financiële informatie voor bestuurder en budgethouders.
Administratieve organisatie / Interne Controle kaderregeling De kaderregeling AO/IC, betreffende de AWBZ productieverantwoording, is ingevoerd per 1 januari 2005. Op basis van de ervaringen in 2005 is een aantal voorstellen gedaan om de kaderregeling te vereenvoudigen. Deze voorstellen zijn per 18 december 2005 officieel door de NZa in een beleidsregel omgezet. In 2006 hebben verschillende activiteiten plaatsgevonden om ervoor te zorgen dat de organisatie voldoet aan de eisen gesteld vanuit de AO/IC kaderregeling AWBZ. Er is een controleplan AO/IC kaderregeling AWBZ opgesteld, waarin de positie van de interne controlefunctie binnen de Kijvelanden is vastgelegd en de interne controleactiviteiten worden benoemd. De interne controle activiteiten genoemd in dit plan zijn gedurende 2006 uitgevoerd.
Jaarverslag 2006 / 3 Governance
Risico’s en onzekerheden Een risico voor de Kijvelanden is het niet realiseren van de gemaakte productieafspraken. Voor de kliniek worden op jaarbasis productieafspraken gemaakt met de Dienst Justitiële Instellingen (DJI) van het Ministerie van Justitie. Voor de poli- en dagkliniek het Dok worden productieafspraken gemaakt met het zorgkantoor. Bij het niet realiseren van gemaakte productieafspraken worden budgetkortingen doorgevoerd waardoor financiële verplichtingen onder druk kunnen komen te staan. Door wekelijks de realisatie van de productieafspraken met DJI en met het zorgkantoor te monitoren (zowel in aantallen als financieel) heeft de Kijvelanden altijd recente informatie op dit gebied waardoor in een vroeg stadium zaken kunnen worden bijgestuurd.
22
Een belangrijke onzekerheid en een groot risico voor de Kijvelanden is het gegeven dat, ondanks alle voorzorgen en zorgvuldigheid waarmee de behandeling van TBS-patiënten wordt uitgevoerd, incidenten niet met 100 % zekerheid kunnen worden voorkomen. Indien zich incidenten voordoen dan kan dit verstrekkende gevolgen hebben voor de Kijvelanden, mede door de politieke gevoeligheid ervan en de vaak buitensporige aandacht voor incidenten in de media. Door maatregelen van het Ministerie van Justitie in dergelijke gevallen, zoals het opschorten van alle intramurale verloven, ontstaan interne problemen in de doorstroom van patiënten. Voor de patiënten, medewerkers en de organisatie als geheel heeft dit vaak ernstige gevolgen waardoor mede de productieafspraken onder druk kunnen komen te staan. Een eveneens niet te verwaarlozen risico voor de (naaste) toekomst, is de krapte op de arbeidsmarkt door de aantrekkende economie. Investeringen blijven daarom noodzakelijk om met behulp van een onderscheidende arbeidsmarktbenadering over voldoende medewerkers te kunnen blijven beschikken.
De externe ontwikkelingen in het veld leiden ook tot andere risico’s voor de organisatie, onder andere: - invoering DBC’s GGZ en DBC’s zorg in strafrechtelijk kader - capaciteitsuitbreidingen TBS-plaatsen in de vorm van Tenders - wijziging in vergoedingssystematiek kapitaalslasten conform de WTZi - marktwerking in de zorg - consolidatie van partijen (zowel bij verzekeraars en aanbieders) - toenemende macht van financiers - meer financieringsstromen (ZvW, AWBZ, WMO, Justitie, eigen bijdragen patiënten) In 2007 zullen de risico’s van de organisatie en de bestaande beheersmaatregelen om deze risico’s in kaart worden gebracht. Aan de hand van de uitkomsten zullen eventuele aanvullende beheersmaatregelen worden genomen.
Jaarverslag 2006 / 3 Governance
3.3 Patiëntenraad
23
Patiëntenraad van de kliniek De Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) is niet van toepassing voor de patiënten van de kliniek en de resocialisatieafdeling van de Kijvelanden. De medezeggenschap voor deze patiënten is geregeld in de Beginselenwet Verpleging Terbeschikkinggestelden (BVT) en de Kijvelanden heeft voor de klinische patiënten een patiëntenraad ingesteld volgens artikel 70 van de BVT (in de BVT wordt gesproken van de verpleegdenraad). Voor de werkwijze en bevoegdheden van deze patiëntenraad wordt verwezen naar hoofdstuk 2.2, onder medezeggenschapsstructuur voor patiënten, pagina 8. De leden van de patiëntenraad vergaderen wekelijks. Zij worden hierbij ondersteund door een medewerker van de afdeling Arbeid & Onderwijs. Eenmaal per maand is er een vergadering van de patiëntenraad met de bestuurder.
Patiëntenraad van de poli- en dagkliniek het Dok Voor de patiënten van het Dok is de WMCZ van toepassing. In 2006 zijn binnen het Dok initiatieven ontplooid om tot een patiëntenraad te komen, conform de richtlijnen in de WMCZ. In de praktik blijkt het zeer lastig te zijn om een patiëntenraad voor het Dok van de grond te krijgen. Door het ambulante karakter van de behandeling en de eigenschappen van de forensisch-psychiatrische patiëntenpopulatie is het moeilijk om patiënten te enthousiasmeren voor deelname aan de patiëntenraad. Een poging in 2006 om patiënten voor de patiëntenraad te werven via het onderzoek naar de patiënttevredenheid, is zonder resultaat gebleven. Vervolgens is geprobeerd door een persoonlijke benadering van (ex-) patiënten leden voor de patiëntenraad te werven. Deze inspanningen begonnen eind 2006 vruchten af te werpen. Naar verwachting kan in het eerste kwartaal van 2007 de patiëntenraad van het Dok van start gaan. de Kijvelanden heeft voor de patiënten geen commissie van vertrouwenslieden ingesteld en is niet aangesloten bij een landelijke commissie.
Jaarverslag 2006 4 Beleid, inspanningen en prestaties
de Kijvelanden instelling voor forensische psychiatrie
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
4.1 Meerjarenbeleid
25
Missie van de Kijvelanden de Kijvelanden voorziet op wetenschappelijk onderbouwde wijze in de vraag naar beveiliging van de samenleving door behandeling van forensischpsychiatrische patiënten, preventie van forensischpsychiatrische problematiek en uitvoering van specifieke taken op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg en openbare geestelijke gezondheidszorg.
Bovenstaande missie van de Kijvelanden is de basis van het geformuleerde meerjarenbeleid voor de periode 2006 -2009. De hoofdlijnen van dit beleid zijn: • Diagnose, behandeling en resocialisatie van de patiënten integreren binnen één traject • Behandeling van forensisch-psychiatrische patiënten op academisch niveau brengen • Ontschotting van de organisatie in een organisch ontwikkelingsproces • Versterken participatie en medezeggenschap van patiënten • Interculturalisatie • Uitbreiding van activiteiten door productdifferentiatie en differentiatie in locaties • Uitbreiding van de samenwerking met andere instellingen • Vergroten van zichtbaarheid van de Kijvelanden in het veld door PR-beleid. de Kijvelanden onderscheidt vijf groepen van belanghebbenden waarop de resultaten van de onderneming worden afgestemd: • bestuur en financiers • patiënten • medewerkers • maatschappij • samenwerkingspartners.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
Het beleid van de Kijvelanden, gericht op de belangen van bestuur en financiers, moet leiden tot: - beveiliging van de maatschappij en ongestoorde tenuitvoerlegging van de TBS-maatregel - ondernemerschap en innovatie - brede financiële basis door meerdere financieringsstromen - optimale verhouding tussen kwaliteit en kostprijs van producten en diensten - de Kijvelanden als een ketengerichte onderneming. Het beleid van de Kijvelanden, gericht op de belangen van de patiënten, moet leiden tot: - toegankelijkheid van het aanbod voor verschillende patiënten - versterking van medezeggenschap en participatie aan de behandeling - veiligheid. Het beleid ten aanzien van de medewerkers is gericht op: - ontplooiingskansen - veiligheid - imago van de Kijvelanden als werkgever.
26
Het beleid gericht op de belangen van de maatschappij moet leiden tot: - veiligheid en veiligheidsgevoel - academisering en ontwikkeling van de forensische psychiatrie - acceptatie van patiënten die terugkeren naar de maatschappij - goed imago van de sector forensische psychiatrie - transparantie van bestuur, toezicht en gerealiseerde resultaten. Het beleid van de Kijvelanden ten aanzien van de samenwerkingspartners is gericht op; - het realiseren van samenwerking die gericht is op vragen uit de maatschappij op het gebied van de behandeling van forensisch psychiatrische patiënten - toevoeging van meerwaarde in de samenwerking op basis van kennis en ervaring - betrouwbaarheid als samenwerkingspartner bij de uitvoering van behandeltrajecten voor patiënten, ontwikkeling van nieuwe projecten en uitvoering van nieuwe projecten.
De uitvoering van het meerjarenbeleid van de Kijvelanden is opgenomen in de jaarlijkse P&C cyclus, naast de algemene beleidseisen en de jaarlijkse speerpunten van beleid die door het Ministerie van Justitie worden gesteld.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
4.2 Algemeen beleid en resultaten van beleid in 2006
27
4.2.1 Algemeen beleid 2006 In 2006 is gestart met de uitvoering van het meerjarenbeleid voor de periode 2006 – 2009. De speerpunten van beleid in 2006 op het terrein van de behandeling van de patiënten waren implementatie van de behandelvisie, productinnovatie en differentiatie, interculturalisatie, ontwikkeling van arbeid en onderwijs voor de patiënten en verdere ontwikkeling van de afdeling voor extreem beheers- en vluchtgevaarlijke patiënten (de sterretjes patiëntenunit) . Het beleid met betrekking tot de medewerkers was gericht op de formulering en uitvoering van een eigenstandig personeelsbeleid, gebaseerd op de principes van Human Resources Management (HRM), door een nieuw op te zetten HRM-bureau. Leidinggevenden stonden in 2006 voor de taak om de bedrijfscultuur om te buigen van een resultaatgerichte afrekencultuur naar een resultaatgerichte aanspreekcultuur, in overeenstemming met maatschappelijke ontwikkelingen. De speerpunten van beleid betreffende de middelen betroffen de financiën, de automatisering en het management van relaties. Consolidering van het, al sinds jaren gevoerde, gezonde financiële beleid, operationalisering van het elektronische patiëntendossier en aanstelling van een coördinator met ondersteunende taken voor het bestuur op het gebied van het beheer van relaties waren de concrete doelstellingen op dit gebied.
De extra beleidsinspanningen met betrekking tot de processen binnen de Kijvelanden betroffen versnelling van de doorstroming van de patiënten, herziening van de wijze waarop medicijnen worden voorgeschreven, oplossing van de problemen rond het samenwerkingcontract met Delta Psychiatrisch Centrum en uitbreiding van de samenwerkingstrajecten van de poli- en dagkliniek het Dok. Veel aandacht is besteed aan het realiseren van samenwerking binnen consortiumverband met Altrecht, Oostvaarderskliniek, Centrum Maliebaan en Bouman GGZ. Met Altrecht zijn in 2006 reeds concrete samenwerkingsprojecten gerealiseerd. De inzet om de belangen van de maatschappij te dienen betrof de verdere academisering en onderzoek op het terrein van de behandeling van forensisch psychiatrische patiënten. Voor 2006 zijn door DJI geen DJI-brede en sectorale speerpunten benoemd. De beleidsafspraken met DJI voor 2006 betreffen daarom alleen de productie- en plaatsingsafspraken, de vastgestelde doelstellingen op de prestatie-indicatoren en de afspraken inzake de uitvoering van het kwaliteitsmanagement en met de Inspectie voor de Volksgezondheid.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
28
4.2.2 Resultaten algemeen beleid in 2006 Inleiding door het bestuur In 2006 heeft de Kijvelanden veel speerpunten van beleid opgepakt die voortvloeien uit het meerjarenbeleid. De behaalde resultaten op de verschillende terreinen zijn hieronder (zie hoofdstuk 4.2.2.1) aangeven. Op bestuurlijk niveau is veel energie geïnvesteerd in de samenwerking met andere instellingen en het smeden van allianties om nieuwe ontwikkelingen te kunnen realiseren. Schaalvergroting is hierbij een belangrijke drijfveer voor de Kijvelanden om inhoudelijke ontwikkelingen verder uit te kunnen bouwen, wetenschappelijk onderzoek te kunnen verbreden en om een aantrekkelijke positie te behouden als werkgever en als partner voor de zorgverzekeraars. De onderhandelingen met Delta Psychiatrisch Centrum over nadere samenwerking hebben niet geleid tot de gewenste resultaten. De besprekingen over een eventuele bestuurlijke fusie zijn gestaakt en het samenwerkingscontract betreffende diverse ondersteunende diensten wordt, met wederzijds goedvinden, opgezegd.
De samenwerking binnen een Consortium met Altrecht, Centrum Maliebaan, Oostvaarderskliniek en Bouman GGZ heeft in 2006 geleid tot concrete resultaten, zoals de vestiging van een forensisch psychiatrische polikliniek in het centrum van Utrecht (het Dok Utrecht) in samenwerking met Altrecht, Centrum Maliebaan en Oostvaarderskliniek. Daarnaast zijn andere samenwerkingsplannen in een vergevorderd stadium van ontwikkeling en betreffen zowel de klinische als de ambulante werkvormen van de Kijvelanden (zie tevens onder samenwerkingstrajecten, pagina 36 en 37 van het Jaardocument MV). Eveneens belangrijke aandachtspunten in 2006 waren de implementatie van de behandelvisie (zie onder strategie en beleid), het realiseren van een capaciteitsuitbreiding van 31 bedden door het intern realiseren van twee nieuwe afdelingen en het voldoen aan de brandveiligheidseisen van het Ministerie van Justitie als uitvloeisel van de Schipholbrand. In 2006 is de Kijvelanden geconfronteerd met twee ernstige incidenten. Niet alleen door de politiek maar ook intern is de wens uitgesproken diepgaand onderzoek te doen naar deze incidenten. Intern zijn twee onderzoeken verricht en de rapportages hierover zijn uitgebreid intern besproken en heb-
ben geleid tot diverse aanbevelingen om herhaling te voorkomen. In dit proces heeft de Kijvelanden zich open en kwetsbaar opgesteld als een lerende organisatie, wat heeft geleid tot vele aanbevelingen vanuit alle geledingen van de organisatie. De rapportages van het onderzoek door de Inspectie voor de Sanctietoepassing en door de Inspectie van de Gezondheidszorg zijn medio februari 2007 verschenen en waren mede gebaseerd op de bevindingen van het uitgebreide interne onderzoek naar de incidenten. De aanbevelingen van de interne en externe onderzoeken worden doorgevoerd in de praktijk van de behandeling. Het ziekteverzuim en het verloop onder de medewerkers waren in het verslagjaar hoger dan wenselijk wordt gevonden (zie tevens pagina 33, onder medewerkers, van het Jaardocument MV). In 2006 zijn veel nieuwe medewerkers geworven in verband met de uitbreiding van activiteiten. Van het managementteam zijn twee leden vertrokken. Van deze twee vacatures is één intern vervuld en voor de andere wordt extern geworven. Door het hoger dan gewenste verloop onder medewerkers en de instroom van veel nieuwe medewerkers zijn ook in 2007 forse inspanningen nodig om de kennis en deskundigheid op peil te houden.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
In 2006 heeft de kliniek zijn tienjarig bestaan gevierd met diverse feestelijke activiteiten voor de patiënten en voor de medewerkers. Ook zijn in 2006 resultaten geboekt die als een beloning worden gezien voor de inzet van de medewerkers om van de Kijvelanden een goed lopende organisatie te maken. Hierbij wordt met name gedoeld op het behouden van de A-status van de forensisch psychiatrische poli- en dagkliniek het Dok voor de zorgverzekeraars en het behoud van de HKZ-certificaten voor alle processen in de gehele organisatie, na een heraudit in 2006 door de certificerende instelling. Daarnaast heeft de Kijvelanden in 2006 van het Ministerie van VWS een aanmerking gekregen voor de behandeling van patiënten in het kader van de BOPZ. De huidige ontwikkelingen en die voor de naaste toekomst worden voorzien, maken het nodig de organisatie- en topstructuur van de Kijvelanden te herijken. De gedachtevorming hierover wordt in 2007 afgerond.
29
4.2.2.1 Speerpunten van beleid van de Kijvelanden voor 2006 en de resultaten Strategie en beleid Implementatie behandelvisie In 2006 is de behandelvisie van de Kijvelanden vastgelegd en vervolgens vastgesteld door de bestuurder. De behandelvisie is het sturende document voor de behandeling van patiënten in de gehele instelling en dient als leidraad voor de inrichting van de organisatie. Met de organisatiebrede invoering van de behandelvisie wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontschotting van de organisatie. In de behandelvisie is het delict uitgangspunt voor de behandeling waarbij het risicomanagement, gericht op het voorkomen van recidive van delictgedrag, de kern van het verpleeg- en behandelplan is geworden.
Voor de organisatiebrede implementatie van de behandelvisie is een projectplan geschreven en zijn projectgroepen geformeerd die allemaal een eigen opdracht hebben om de behandelvisie op onderdelen nader uit te werken. Er zijn zeven projectgroepen samengesteld voor de uitwerking van de volgende onderdelen: • Diagnostiek, risicotaxatie en risicoprofielen • Klinische zorg en risicomanagement • Ambulante zorg en risicomanagement • Onderzoek en Innovatie • Personeel en Organisatie: HRM beleid, werving en selectie, deskundigheidsbevordering • Preventie • Restthema’s als beginselenwet, farmacotherapie, BOPZ, geneeskundige dwangmaatregelen. De projectgroepen zijn zodanig samengesteld dat alle functies en disciplines ruim vertegenwoordigd zijn in de verschillende projectgroepen. De uitvoering van het projectplan wordt nauwgezet gemonitord door een stuurgroep die het managementteam met grote regelmaat informeert over de voortgang van de werkzaamheden. Eind 2007 moet de behandelvisie geïmplementeerd zijn binnen de gehele organisatie.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
Productinnovatie en - differentiatie In 2006 is gestart met productinnovatie en differentiatie door organisatiebrede invoering van risicomanagement en uitbreiding van het aantal bedden en locaties. Om op een wetenschappelijk verantwoorde wijze te komen tot de uitvoering van evidence based risicomanagement is het noodzakelijk dat er wordt nagedacht over nieuwe producten die bijdragen aan het optimaliseren van het risicomanagement. In 2006 hebben medewerkers de eerste ideeën hiervoor ontwikkeld en zullen deze in 2007 nader uitwerken. Deze ideeën betreffen het volgende: • In het bijzonder bij de resocialisatie van patiënten is het belangrijk om tot een differentiatie van het risicomanagement te komen. Om dit te kunnen realiseren wordt gedacht aan de vorming van een extramuraal team in nauwe samenwerking met de poli- en dagkliniek het Dok, ontwikkeling van crisisbedden binnen de transmurale voorziening De Blink en samenwerking met GGZ-instellingen en de Reclassering voor de fasering van de vormgeving van het risicomanagement en het forensisch psychiatrische toezicht in de resocialisatiefase. • Ontwikkeling en uitvoering van onderzoek naar het effect van risicomanagementplannen. • Ontwikkeling van een format risicoanalyse voor het traject waarin de psycholoog en de patiënt komen tot de delictanalyse, een risicotaxatie en het risicomanagementplan.
30
• Introduceren van de forensisch sociale netwerkanalyse (FSNA-werkwijze) binnen het maatschappelijk werk. • Ontwikkeling van terugvalpreventiegroepen in de zorgprogramma’s. • Afstemmen van resultaten van wetenschappelijk onderzoek op de gebruikte risicotaxatieinstrumenten (HKT’s) en de behandelinterventies. De uitbreiding van bedden en locaties is in 2006 gebaseerd op de wensen om “risicomanagement op maat” te kunnen bieden voor de patiënten. Hiermee wordt bedoeld dat per patiënt bekeken wordt wat nodig is om zijn risicomanagementplan uit te voeren en welke acties voortvloeien uit veranderingen in de persoonlijke situatie, die in positieve of negatieve zin van invloed zijn op het risicomanagement. In 2006 is in crisissituaties veel individueler en meer trapsgewijs gehandeld. Hierdoor zijn de eerste ontwikkelingen in de uitbreiding van bedden ontstaan. In de sector Uitstroom wordt steeds meer gewerkt met crisisbedden op de resocialisatieafdeling De Blink, zodat patiënten, waarvoor dit behandelinhoudelijk verantwoord is, niet meer opgenomen hoeven te worden in de klinische situatie. Met de woningbouwvereniging in Rotterdam is overleg geweest om de mogelijkheden te onderzoeken voor het huren van kleine woningen waar 2 tot 3 patiën-
ten kunnen verblijven. Ook zijn de mogelijkheden nagegaan voor uitbreiding van transmurale plaatsen (in beheer van de Kijvelanden) in GGZ instellingen. Met GGZ Europoort, Parnassia, GGZ Halsteren en Altrecht worden de ideeën hierover verder ontwikkeld. In 2006 is de capaciteit van de kliniek uitgebreid. Twee nieuwe afdelingen, Smaragd en Aquamarijn, zijn geopend met in totaal 31 bedden, waaronder 5 frictiecapaciteitbedden. De afdeling Smaragd is een afdeling in de sector Uitstroom met een sociaal therapeutisch behandelmilieu. De afdeling Aquamarijn is een afdeling met 10 bedden waar patiënten van de sector Instroom en de sector Doorstroom zijn opgenomen. Deze patiënten verblijven overdag op deze afdeling maar hebben meer bewegingsvrijheid om van de afdeling naar hun eigen kamer te gaan. Daarnaast zijn de voormalige hobbykamers van de sector Doorstroom verbouwd tot zes volwaardige patiëntenkamers.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
Interculturalisatie De nota Interculturalisatie van 2005 is in 2006 in uitvoering genomen. In individuele behandelplannen is meer aandacht besteed aan de culturele achtergrond van de patiënt. In 2007 wordt het aanbod voor patiënten met een andere culturele achtergrond uitgewerkt in de zorgprogramma’s. Het registratiesysteem voor het in kaart brengen van de culturele achtergrond van patiënten en medewerkers wordt verder vervolmaakt. Het interculturele HRM-beleid voor medewerkers wordt ontwikkeld en uitgevoerd door de nieuwe HRM-afdeling. Bevordering participatie In 2006 is binnen de supportieve behandelmilieus in de sector Doorstroom een pilot uitgevoerd waarbij de zorgprogramma’s in toenemende mate gekoppeld zijn aan de afdelingen. Het leefmilieu op de afdeling is daardoor een behandelmilieu geworden waardoor de totale behandeling geïntegreerd georganiseerd is binnen de afdeling waar de patiënt verblijft. Het behandelaanbod neemt daarmee in efficiëntie toe en de transparantie en verantwoordelijkheid tussen en onder patiënten zijn groter geworden. De participatie van patiënten aan de behandeling is daardoor toegenomen.
31
Ontwikkeling Arbeid en Onderwijs Arbeids- en onderwijsactiviteiten zijn een belangrijk onderdeel van het dagprogramma voor de patiënten van de Kijvelanden. De inzet is dat, naarmate het individuele behandelproces vordert, patiënten meer gebruik gaan maken van het aanbod arbeid en onderwijs om zich voor te bereiden op terugkeer naar de maatschappij. Met dit doel worden arbeidsleertrajecten ontwikkeld. De afdeling Arbeid & Onderwijs verzorgt het aanbod arbeid en onderwijs voor de patiënten van de kliniek en voor de patiënten van de poli- en dagkliniek het Dok. Daarnaast heeft de afdeling een economisch doel. De afdeling moet winst gaan maken om de patiënten een beloning te kunnen geven voor de door hen verrichte arbeid. De noodzaak hiertoe is mede ontstaan door wijziging van de zaken kleedgeldregeling van DJI voor de patiënten. In 2006 is de beleidsnotitie “Investeren, maken en verkopen” verschenen. Deze notitie sluit naadloos aan bij de tweeledige doelstelling van de afdeling, het in de praktijk vormgeven van onderdelen van de behandelvisie en het winstoogmerk. De notitie is de leidraad voor de ontwikkeling van de afdeling Arbeid & Onderwijs in de komende jaren. In 2006 zijn de eerste stappen gezet en betreffen de herinrichting van de afdeling door de vorming van een ontwerpstudio, waarin het arbeidsleertraject voor
iedere patiënt wordt beschreven, en de vorming van een productie-unit. Om het arbeidsleertraject verder te professionaliseren en zo goed mogelijk af te stemmem op de behoeften van de patiënten zijn alle nieuwe patiënten die in 2006 zijn ingestroomd volgens een nieuwe procedure gescreend. Door de toekenning in 2006 van de aangevraagde ESF subsidie kan nog beter worden voldaan aan de invulling van de arbeidsleertrajecten door de hiermee verkregen extra mogelijkheden voor theoretische - en praktische scholing. De afdelingen van de productie-unit hebben in 2006 hun doelstellingen voor de omvang van de omzet ruimschoots behaald. Ondanks de beperkte ruimte die beschikbaar was voor de productie-unit zijn voldoende arbeidsuren aangeboden, zodat patiënten in staat waren naast hun zakgeld hun inkomen te vergroten tot een maximum van �155,per maand. De productie-unit is in 2006 uitgebreid met een administratieve afdeling en een assemblageafdeling. In 2006 zijn tevens de voorbereidingen afgerond voor de bouw van nieuwe werkhallen.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
Sterretjes patiënten unit De afdeling Olivijn voor extreem beheers- en vluchtgevaarlijke (EB/VG ) patiënten van de Kijvelanden is sinds de oprichting in 2004 uitgegroeid tot een volwaardige specialistische afdeling. Het team van de afdeling is bijgeschoold om hun taken op deze afdeling te kunnen vervullen. Veel aandacht is en wordt besteed aan de noodzakelijke kerncompetenties van de medewerkers en de onderlinge samenwerking binnen het team. Het ziekteverzuim daalde aanvankelijk, evenals het verloop onder de forensisch-psychiatrische medewerkers van de afdeling. In 2006 is het team van de afdeling Olivijn verder bijgeschoold en wederom is veel aandacht besteed aan de kerncompetenties van de medewerkers en versteviging van de onderlinge samenwerking binnen het team. Dit heeft ertoe bijgedragen dat over is gegaan tot een andere teamsamenstelling die meer gebaseerd is op de noodzakelijke teamrollen voor een dergelijk specialistische afdeling. In de praktijk blijkt dat het aanbod van patiënten met een EB/VG status c.q. risicovolle interventie patiënten, dalende is. In 2006 zijn slechts twee EB/VG patiënten opgenomen. De expertise op de afdeling heeft zich daardoor verder ontwikkeld naar crisisopnames van patiënten vanuit zowel interne als externe situaties. Het lijkt erop dat deze trend zich in 2007 voortzet.
32
Samenvatting algemene beleidsresultaten in 2006 - Doorstroom van drie patiënten naar een andere kliniek of andere afdeling is gerealiseerd. - Opname van 3 nieuwe EB/VG patiënten is niet gerealiseerd omdat het aanbod stagneerde. - Monitoren van de behandelresultaten door middel van evaluatieonderzoek in samenwerking met de afdeling Innovatie & Onderzoek is gerealiseerd, maar moet nog verder uitgediept worden. Geconcludeerd is dat het behandelaanbod vergroot moet worden c.q. zorgprogramma’s ook binnen de ZIZ worden aangeboden. - Ontwikkeling van behandelinterventies gericht op risicomanagement heeft vorm gekregen in het werken met signaleringsplannen en casusspecifieke besprekingen in de teambuildingsbijeenkomsten en de milieutherapiedagen. - Ontwikkeling van richtlijnen voor het farmacologische behandelbeleid op de EB/VG afdeling wordt op de agenda voor 2007 gezet om tot een helder beleid te komen. - Versteviging van de inhoudelijke samenwerking met afdelingen binnen de Kijvelanden is gerealiseerd, maar structureel onderhoud en blijvende aandacht voor goede intercollegiale samenwerking blijven noodzakelijk. - Met collega-instellingen, die ook een EB/VG- afdeling hebben, is overleg gestart om expertise over onderwerpen als behandeling en incidenten met elkaar uit te wisselen.
Ontwikkelingen in poli- en dagkliniek het Dok Door het Dok zijn in 2006 verschillende projecten gerealiseerd die al in 2005 in gang waren gezet. Er zijn diverse nieuwe behandelprogramma’s ontwikkeld. In 2006 is gestart met de nieuwe behandelmethodiek Functional Family Therapy (FFT). Andere vernieuwende projecten in 2006 zijn de behandeling van agressieproblematiek bij jongeren in de bovenschoolse opvang en de behandeling van Antilliaanse jongeren met een antisociale levensstijl. Ook is er wetenschappelijk onderzoek en evaluatieonderzoek uitgevoerd. het Dok heeft de kwaliteitstoets door de HKZ–certificerende instelling doorstaan en alle HKZ-certificaten zijn verlengd. De controle door het zorgkantoor is eveneens met glans doorstaan en ook in 2007 behoort het Dok tot de aanbieders met de A- status. In 2006 is, naast de al in gebruik zijnde administratieve module, een elektronisch patiëntendossier (EPD) ingevoerd dat niet alleen de behandelinhoudelijke informatie verwerkt, maar ook de processen in de behandeling zichtbaar maakt. Dit geeft een grote kwaliteitsverbetering omdat de professionals daardoor als vanzelfsprekend in het procesdenken worden meegenomen. Voor de ontwikkelingen binnen de samenwerkingstrajecten van het Dok wordt verwezen naar pagina 36 van het Jaardocument MV.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
33
Leiderschap
Medewerkers
In 2006 is de ontwikkeling naar coachend leiderschap ingezet. Dit houdt in dat leidinggevenden, na de eerdere nadruk op resultaatsturing, nu medewerkers meer sturen op een wijze die hen uitnodigt tot het nemen van verantwoordelijkheid en het ontplooien van initiatieven. In het begin van 2006 zijn twee vragenlijsten ontwikkeld. Eén vragenlijst betrof een vragenlijst voor zelfevaluatie voor leidinggevenden en de andere vragenlijst betrof een vragenlijst voor medewerkers. De leden van het managementteam hebben de lijsten voorgelegd aan hun medewerkers en het middenkader heeft de lijsten gebruikt in functionerings- en beoordelingsgesprekken. In het najaar van 2006 zijn de medewerkers op een coachende manier betrokken bij het totstandkomen van de sector- en afdelingsjaarplannen voor 2007. Naar aanleiding van twee incidenten in het najaar is met medewerkers op een open en coachende manier gecommuniceerd over het gebeuren en de daaruit te trekken lessen. Beide interne onderzoeken zijn plenair besproken in kliniekbijeenkomsten en hebben geleid tot 250 verbetervoorstellen. Deze zijn verwerkt in een plan van aanpak dat reeds in uitvoering is genomen De organisatie is er in 2006 niet in geslaagd een eigen managementleergang “coachend leiderschap“ te ontwikkelen o.a. als gevolg van ziekten, waardoor noodgedwongen andere prioriteiten zijn gelegd.
De vorming van een HRM-bureau en de ontwikkeling van een zelfstandig personeelsbeleid hebben in 2006 om meerdere redenen vertraging opgelopen, zoals langdurige ziekte van het Hoofd P&O, personeelsverloop en een hoge instroom (38,18%) van nieuw personeel als gevolg van de uitbreiding van activiteiten van de instelling. In 2006 is wel het ziekteverzuimbeleid geactualiseerd en zijn het personeelsinformatie- en salarisadministratiepakket Beaufort succesvol geïmplementeerd. Bovendien heeft besluitvorming plaatsgevonden over de implementatie van competentiemanagement. Op de verschillende onderdelen van het personeelsbeleid 2006 zijn de volgende resultaten geboekt: • Competentiemanagement: De pilot competentiemanagement binnen de sector Doorstroom is in het eerste halfjaar van 2006 geëvalueerd. Naar aanleiding van deze evaluatie is besloten de organisatiebrede implementatie van dit instrument te koppelen aan de verdere implementatie van het INK-model. Het management heeft in 2006 meer aandacht besteed aan het in gesprek gaan met de medewerkers en het leveren van maatwerk op het gebied van beloning binnen de kaders van de CAO. • Verlagen ziekteverzuim: In de loop van 2006 is het ziekteverzuimbeleid geactualiseerd en geïmplementeerd in de organisatie. Iedere veertien dagen heeft nu een SMO plaats waar de lopende verzuimgevallen en de reïntegratieplannen bespro-
ken worden tussen medewerker, leidinggevende, bedrijfsarts, bedrijfsmaatschappelijk werker en de afdeling P&O. Deze inspanningen hebben echter nog niet geleid tot een substantiële verlaging van het ziekteverzuimpercentage. Dit bedroeg eind 2006 nog 6,82 %. • Het verloop in 2006 bedroeg 17,75 % (in 2005 was dit 17,78 %). Hiermee is het streef-percentage van 15 % ook in 2006 overschreden. Het streefcijfer voor het verloop blijft voor 2007 gehandhaafd en wordt haalbaar geacht mede door de vorming van het HRM-bureau. • Kwaliteitscertificaat HRM: De keuze voor certificering van het personeelsbeleid via de methode van Investors in People is weliswaar gemaakt, maar de werkzaamheden voor de certificering zijn nog niet gestart. Besloten is eerst te investeren in de aanstelling van een HRM-manager die, in samenspraak met de bestuurder en het managementteam, op strategisch niveau vorm geeft aan het personeelsbeleid van de organisatie en de operationele HRM-activiteiten eventueel uit te besteden aan een externe partner na de beëindiging van het samenwerkingscontract met Delta Psychiatrisch Centrum. • Invoering van Personeels- en Salarisadministratie Systeem (Beaufort): Zowel de salaris- als de HRMmodules van dit pakket zijn succesvol geïmplementeerd, zonder dat dit consequenties heeft gehad voor de salarisbetalingen aan het personeel.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
34
Middelen In 2006 is ook geïnvesteerd in de voorbereidingen van de implementatie van een nieuw systeem voor roosterplanning van het voltallige personeel. Met dit systeem wordt het mogelijk personeel te betalen op basis van de daadwerkelijk gemaakte uren.
Financiën De door de Kijvelanden gekozen weg van ondernemende organisatie zal leiden tot een toenemend risicoprofiel. In 2006 is daarom gestart met het in kaart brengen en beperken van de financiële risico’s. In 2007 zal deze inventarisatie compleet zijn en worden eventueel aanvullende beheersmaatregelen genomen om de risico’s te beperken. Om risico’s beter op te kunnen vangen wordt gestreefd naar een sterke vermogenspositie van de Kijvelanden. In 2006 is de Kijvelanden erin geslaagd de gezonde positie met betrekking tot de solvabiliteit en liquiditeit te handhaven. Voor de verantwoording van het financiële beleid in 2006 wordt verwezen naar de jaarrekening. Automatisering Op het gebied van de automatisering waren de inspanningen in 2006 o.a. gericht op de organisatiebrede operationalisering van het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD), invoering van een automatiseringssysteem voor het voorschrijven van medicijnen (en de koppeling van dit systeem aan het EPD), versterking van de software voor de registratie van meldingen van incidenten met patiënten (MIP-meldingen) en verbetering van de registratie van de verlofbewegingen.
In 2006 is in de kliniek hard gewerkt om het EPD in april 2007 kliniekbreed in te kunnen voeren. Hierbij zijn diverse disciplines en projectgroepen betrokken. Procedures zijn in het leven geroepen om alle processen te managen. Door de invoering van het EPD wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de bewaking van de kwaliteit van het gehele behandelproces. In het EPD wordt alle beschikbare informatie over de patiënt betreffende diagnostiek, behandeling en resocialisatie geregistreerd. Tevens zijn er specifieke modules ontwikkeld, zoals voor de registratie van verlofbewegingen. Deze gegevens zullen op eenvoudige wijze toegankelijk zijn voor bij het behandelproces betrokken medewerkers. De registratie van de MIP-meldingen verliep in 2006 niet geheel vlekkeloos als gevolg van onvolkomenheden in de software. Er waren o.a. problemen met het automatisch genereren van rapportages. In 2007 is besloten een nieuw pakket software aan te schaffen. De MIP-commissie heeft diverse opties bekeken en een keuze gemaakt uit de mogelijkheden. In 2007 wordt het nieuwe pakket aangeschaft en geïmplementeerd.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
35
Processen Management van relaties Door de ingeslagen weg naar een marktgerichte onderneming worden uitbreiding van netwerken en relatiebeheer van toenemend belang. In 2006 is daarom veel aandacht uitgegaan naar management van relaties. Het bestuur en de sectormanagers hebben veel tijd geïnvesteerd in het onderhoud van bestaande relaties en de opbouw van nieuwe relaties. Op pagina 36 en 37 van het Jaardocument MV wordt nader ingegaan op de verschillende samenwerkingstrajecten. Een coördinator relatiebeheer is in 2006 niet aangesteld. Besloten is eerst meer helderheid te krijgen over de betekenis van Public Relations (PR), relatiebeheer en marketing voor de Kijvelanden. Met dit doel wordt in 2007 een masterclass georganiseerd met deskundigen om de verdere opzet van management van relaties, PR en marketing inhoud te geven. Omdat voor het Dok een website steeds meer een must wordt om zich op de ‘ markt ‘ van de forensische psychiatrie te positioneren is gestart met vernieuwing van de website voor het Dok. In aansluiting op de inhoud en stijl van deze nieuwe website worden andere communicatie-uitingen en/ of productbrochures van de Kijvelanden en het Dok aangepast. In 2007 wordt opnieuw een afweging gemaakt voor de aanstelling van een coördinator relatiebeheer.
Versnelling doorstroming In 2005 was stagnatie ontstaan in de doorstroming van patiënten, waardoor patiënten langer op de wachtlijst voor opname stonden en de productieafspraken met DJI onder druk kwamen te staan. Interne en externe factoren bleken een rol te spelen bij de stagnatie in de doorstroming. In 2006 zijn de volgende stappen gezet om de stagnatie in de doorstroming op te heffen c.q. te minimaliseren: • De monitor, het instrument voor de monitoring van het doorstromingsproces, is verbeterd door de invoering van kwartaal- en jaarprognoses. De monitor wordt als stuurinstrument voor de doorstroming gebruikt door het management. In het wekelijkse mutatieoverleg, onder voorzitterschap van de opnamecoördinator, worden aangelegenheden besproken die met het doorstromingsproces te maken hebben, zoals preklinische interventies, nieuwe opnames, doorplaatsingen tussen de sectoren, interne en externe wachtlijsten, capaciteitbenutting, prognoses voor de doorstroming en aandacht voor de inhoudelijke samenwerking tussen de afdelingen en met externe ketenpartners. • Geïnvesteerd is in de samenwerking met de afdeling ITZ van DJI over aangevraagde machtigingen. Verzoeken om extra informatie worden zo spoedig mogelijk afgehandeld en de aangevraagde
machtigingen voldoen aan het format van het Ministerie van Justitie. • De inhoudelijke samenwerking tussen afdelingen van de Kijvelanden en met collega-instellingen betreffende de patiënten uit de Kijvelanden, is verstevigd. Bij crisissituaties wordt gezocht naar oplossingen die het doorstromingsproces niet vertragen. • Er is actief gestuurd op uitplaatsing van patiënten die langer dan zes jaar in behandeling zijn. De realisatie van bovenstaande in het eerste kwartaal van 2006 heeft, ondanks een stagnatie in de oplevering van de capaciteitsuitbreiding, geleid tot verbetering van de instroom en interne doorstroom van patiënten. Ook in 2006 is echter gebleken dat een belangrijke externe factor voor de stagnatie in de doorstroming wordt gevormd door de maatregelen na een ernstig geval van recidive. Als gevolg van de onttrekking aan het toezicht tijdens verlof door twee patiënten in het laatste kwartaal van 2006 zijn alle intramurale verloven opgeschort, waardoor wederom stagnatie is ontstaan in de doorstroom en uitstroom van patiënten.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
Voorschrijven van medicijnen Het voorschrijven van medicijnen gebeurt nog handmatig waardoor onnodige risico’s op fouten ontstaan. Ook is geen directe controle mogelijk voor de periode die ligt tussen het moment van uitschrijven van de medicijnen tot aan het moment van uitgifte aan de patiënten. Op grond hiervan is besloten de wijze van voorschrijven van medicijnen en de controle op de medicatie te herzien. Vanwege de vertraging in de invoering van het EPD heeft de invoering van het automatiserings-systeem voor het voorschrijven van medicijnen vertraging opgelopen. Nu het EPD project weer op volle toeren draait, staat ook het elektronische voorschrijfsysteem voor medicijnen weer hoog op de agenda. In 2007 zal de koppeling met het EPD worden gerealiseerd. In samenwerking met de apotheker is begonnen aan de voorbereidingen voor een pilot, die begin 2007 wordt gehouden op de ZIZ afdelingen. De sturing van de medicijnverstrekking zal plaatsvinden door de Geneesmiddelencommissie. Met de apotheker wordt intensief samengewerkt op het terrein van de controle op de medicijnverstrekking en de deskundigheidsbevordering van de staf met betrekking tot de medicatie van patiënten.
36
Samenwerking met Delta Psychiatrisch Centrum Met Delta Psychiatrisch Centrum is een overeenkomst bereikt over de oplossing van de problemen rond de samenwerkingsovereenkomst betreffende de ondersteunende diensten. Deze overeenkomst wordt met instemming van beide partijen opgezegd. In 2007 wordt besloten welke diensten, op basis van een service level agreement, worden ingekocht bij Delta Psychiatrische Centrum of bij andere leveranciers. Dit uitbestedingstraject wordt begeleid door een adviseur van Twijnstra Gudde. De besprekingen met Delta Psychiatrisch Centrum over een mogelijke bestuurlijke fusie hebben in 2006 niet tot het gewenste resultaat geleid en zijn gestaakt.
Samenwerkingstrajecten van de poli- en dagkliniek het Dok De belangrijkste ketenpartners van het Dok zijn Reclassering NL, Reclassering Leger des Heils, Bureau Jeugdzorg, Bouman GGZ, afdeling verslavingsreclassering en diverse GGZ instellingen. Daarnaast is intensief samengewerkt met de Hartelborght (een instelling voor jongeren), Penitentiaire Inrichtingen, Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) van de GGD, met de gemeente Rotterdam in het kader van de Persoonsgebonden Aanpak (PGA), met De Viersprong in het kader van de Multi-System-Therapy (MST)voor jeugdigen en met De Bascule in het kader van de uitbreiding van het evidence-based behandelaanbod met FFT In samenwerking met Altrecht, Oostvaarderskliniek en Centrum Maliebaan is een forensisch psychiatrische poli- en dagkliniek opgezet in Utrecht. In samenwerking met GGZ Westelijk Noord-Brabant zijn de voorbereidingen afgerond voor de opening in maart 2007 van een forensisch psychiatrische poli- en dagkliniek in Breda.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
Belangrijke ketenpartners voor het Dok zijn de reclasseringsinstellingen en bureau jeugdzorg. Met deze instellingen wordt ook op patiëntenniveau intensief samengewerkt, omdat deze beide partners een verantwoordelijkheid hebben in de begeleiding c.q. behandeling van de patiënten. Door diverse algemene GGZ-instellingen worden eveneens patiënten verwezen naar het Dok. De behandeling van deze patiënten wordt of gezamenlijk uitgevoerd of de patiënten worden geheel overdragen aan het Dok. Vanuit de penitentiaire inrichtingen worden eveneens patiënten verwezen naar het Dok. Bij een groot aantal gedetineerden blijkt psychiatrische problematiek een rol te spelen, maar slechts een klein deel hiervan heeft een verplichte behandeling opgelegd gekregen. Ook wordt behandeling geboden aan groepen van gedetineerden. Met de rijksinrichting Hartelborght voor jongeren wordt samengewerkt om een bijdrage te leveren aan de psychiatrische diagnostiek van de jongeren en daarnaast wordt er behandeling geboden waar mogelijk. In 2007 wordt de behandelrelatie met de Hartelborght verder uitgewerkt. Met diverse gemeenten is een convenant gesloten in het kader van de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). Met het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) van de GGD Rotterdam is samengewerkt op het terrein
37
van de bestrijding en preventie van huiselijk geweld. Hierbij zijn ook andere samenwerkingspartners betrokken, zoals het Centrum voor Dienstverlening, justitie en de politie. Ook met andere gemeenten zijn afspraken gemaakt op het terrein van huiselijk geweld. In Schiedam en Spijkenisse wordt een bijdrage geleverd aan de behandeling van de dader in samenwerking met de Advies- en Steunpunten in die gemeenten. De gemeente Rotterdam heeft door middel van de “persoonsgerichte aanpak” (PGA) de plegers van diverse soorten geweld in kaart gebracht. het Dok heeft een bijdrage geleverd aan dit proces. het Dok gaat de behandeling van de “gewoonte geweldplegers” uitvoeren. Eind 2006 is hiermee gestart en in 2007 wordt dit behandelaanbod voortgezet. In het kader van de uitbreiding van het evidencebased behandelaanbod van het Dok is contact gelegd met de Bascule (een instelling voor Jeugdpsychiatrie) voor de ontwikkeling van een behandelaanbod Functional Family Therapy (FFT) binnen het Dok. In september is gestart met de 3-jarige opleiding en de invoering van de behandeling FFT. Dit behandelaanbod is evidence-based in de VS en wordt in Nederland door ZonMW geëvalueerd. Aan dit evaluatieonderzoek levert het Dok een bijdrage.
Overige samenwerkingsrelaties Op bestuurlijk niveau is met Altrecht, Centrum Maliebaan, Oostvaarderskliniek en Bouman GGZ een Consortium in oprichting gevormd dat zich richt op de ontwikkeling van nieuwe initiatieven. In 2006 heeft dit geleid tot de vestiging van een forensisch psychiatrische poli- en dagkliniek in Utrecht, het Dok Utrecht (zie samenwerkingstrajecten van het Dok, pagina 36). Ook zijn besprekingen gestart met de consortiumpartner Altrecht over de mogelijkheden van een verdergaande samenwerking door een bestuurlijke fusie. Met GGZ Europoort en GGZ Westelijk Noord-Brabant zijn besprekingen gaande over de uitvoering van een project bescherm wonen voor forensisch psychiatrische patiënten. De samenwerking met de Universiteit Nijmegen en de Erasmus Universiteit zijn in 2006 gecontinueerd en uitgebreid. Met het Erasmus MC wordt onderzoek gestart naar de (neuro)biologische en psychofysiologische aspecten van agressiviteit en delictgedrag.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
38
Maatschappij Academisering en onderzoek In 2006 zijn diverse onderzoeken verricht binnen de drie uitgezette hoofdlijnen voor het wetenschappelijke werk in de Kijvelanden. Deze hoofdlijnen zijn: 1 Evaluatie van de effecten van TBS-behandeling 2 Oorzaken, behandeling en preventie van gewelddadig gedrag onder (forensisch) psychiatrische patiënten 3 Voorspelling van delictgevaarlijkheid (risicotaxatie). De onderzoekers van de Kijvelanden streven na (praktijkgericht) onderzoek van hoge kwaliteit te verrichten. Als één van de graadmeters voor het slagen van dit streven wordt publicatie van onderzoeksresultaten in gerenommeerde nationale en internationale vaktijdschriften beschouwd. Voor een overzicht van de wetenschappelijke publicaties in 2006 over onderzoek op bovengenoemde terreinen wordt verwezen naar bijlage 1 bij het Jaardocument MV. In de lijst van publicaties komt de samenwerking van onderzoekers van de Kijvelanden met diverse universiteiten en andere (forensisch psychiatrische) instellingen tot uitdrukking. Diverse publicaties die deel uitmaken van het promotieonderzoek van Drs. R. Hornsveld, onderzoeker binnen de Kijvelanden, naar de effectiviteit van AgressieHanteringsTherapie (AHT), werden in 2006 geaccepteerd voor publicatie. Dit promotieonderzoek wordt begeleid
vanuit de afdeling medische psychologie van Universitair Medisch Centrum Radboud te Nijmegen. Verder verschenen diverse publicaties van Prof. Dr. H. Nijman, hoofdonderzoeker van de Kijvelanden, in samenwerking met wetenschappers van de City University te Londen. Aan deze universiteit is de heer Nijman als visiting professor verbonden. Ook werd in 2006 nauw samengewerkt met onderzoekers van Altrecht. In 2006 kreeg de door de Kijvelanden beoogde brede samenwerking met academische centra verder gestalte. In samenwerking met onderzoekers van de Universiteit Utrecht is gestart met een onderzoek naar de effectiviteit van een triptaan in de behandeling van vijandigheid en agressie. Eind 2006 werd bovendien een overeenkomst gesloten met de afdeling Psychiatrie van het Erasmus MC te Rotterdam voor een gezamenlijk uit te voeren (promotie)onderzoek onder de titel “affective startle modulation in personality disordered offenders”. Deze twee grootschalige onderzoeken passen niet alleen binnen het voornemen van de Kijvelanden tot verdere academische samenwerking, maar sluiten ook nauw aan bij de in het jaarplan 2006 voorgenomen uitbreiding van onderzoek naar (neuro)biologische en psychofysiologische aspecten van agressiviteit en delictgedrag.
In het jaarplan 2006 van de Kijvelanden was ruimte gemaakt voor uitbreiding van de wetenschappelijke onderzoekscapaciteit met 0,5 fte. Op basis van een beleidsnota over de verdere ontwikkeling en inrichting van de nieuwe afdeling Onderzoek & Behandelinnovatie, waarin ook het takenpakket voor deze nieuw te werven (senior)onderzoeker / behandelinnovator was uitgewerkt, is besloten voor deze functie 1,0 fte beschikbaar te stellen. De wervingsprocedure voor deze extra wetenschappelijke kracht is inmiddels in gang gezet.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
4.2.2.2 Realisatie productie- en plaatsingsafspraken met DJI
39
Producten
Managementafspraak 2006
Realisatie in 2006
Doorstroom 92 Verblijf 26 Reguliere capaciteit 2006 118 Tijdelijke tbs-capaciteit I 7 Tijdelijke tbs-capaciteit II 6 Uitbreiding tijdelijke tbs-capaciteit III 14,7 Totaal gemiddeld te financieren 147,7 Beheers/vluchtgevaarlijk patiënten * 7 Eerste opnames * 49 Herselecties Preklinische interventies 49 * Binnen de afgesproken totaal te financieren capaciteit
92 26 118 7 6 12,5 143,5 7 52
Plaatsingen in 2006
Mannen Vrouwen Persoonlijkheidsgestoorden Psychotici IQ > 80 IQ < 80
25
Afspraak 2006
Gerealiseerd in 2006
49 0 26 23 49 0
52 0 38 14 52 0
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
4.2.2.3 Realisatie doelstellingen van de prestatie-indicatoren van DJI Voor de realisatie van de doelstellingen op de prestatie-indicatoren in 2006 wordt verwezen naar bijlage 2 van het Jaardocument MV.
4.2.2.4 Realisatie afspraken met DJI over de uitvoering van het kwaliteitsmanagement Voor de realisatie van de afspraken met DJI over de uitvoering van het kwaliteitsbeleid wordt verwezen naar hoofdstuk 4.3 Algemeen Kwaliteitsbeleid (zie pagina 42).
4.2.2.5 Afspraken met de Inspectie Gezondheidszorg Op 23 juni 2005 heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg een algemeen toezichtbezoek afgelegd. De bevindingen van de Inspectie werden neergelegd in een rapportage met aanbevelingen. de Kijvelanden stelde naar aanleiding hiervan in december 2005 een plan van aanpak vast. Dit plan is in 2006 in uitvoering genomen. De stand van zaken met betrekking tot de aanpak van de verbeterpunten is als volgt (gerubriceerd volgens indeling inspectie):
40
Missie, visie en zorgprogrammering - De behandelvisie is in 2006 verder ingevoerd in de praktijk van de behandeling door o.a. de invoering van een Risicomanagementplan voor alle patiënten die met verlof gaan. Daarnaast zijn de zorgprogramma’s op enkele afdelingen meer onderdeel gemaakt van het afdelingsaanbod zodat een betere aansluiting bij het risicomanagement van de individuele patiënten kan worden bereikt. - Een werkgroep ‘Behandelvisie’ heeft een plan van aanpak opgesteld met als doel de behandelvisie verder uit te werken en te implementeren. In het plan van aanpak zijn deelprojecten beschreven met eindtermen. In elk project werkt een trekker samen met enkele medewerkers die zich aangemeld hebben voor het desbetreffende project. - Op 6 maart is tijdens een managementdag, waaraan leden van het managementteam, het middenkader en de vakgroepvoorzitters deelnamen, stilgestaan bij de implementatie van het nieuwe meerjarenbeleidsplan 2006-2009. - De resultaten van het jaarplan 2006 en de lopende projecten zijn periodiek geëvalueerd. - Het jaarplan 2007 is tot stand gekomen in overleg met de medewerkers. - De nota ‘Onderzoek en Behandelinnovatie’ is besproken in het managementteam.
Systematische bewaking, beheersing en verbetering van de kwaliteit van zorg - Het kwaliteitsbeleid is grondig geëvalueerd door middel van een systeembeoordeling tijdens de managementconferentie van augustus 2006. Op basis van deze beoordeling zijn preventieve acties genomen. Een belangrijke actie is het opnemen van het onderdeel ‘Toelichting bij het Kwaliteitsmanagementsysteem Dean’ tijdens het introductieprogramma van nieuwe medewerkers, waardoor nieuwe medewerkers vanaf het begin bekend zijn met Dean en weten hoe zij de informatie uit dit systeem kunnen gebruiken. - Er zijn twee reeksen van interne audits georganiseerd. Deze hebben geleid tot concrete verbeteracties. - Het documentenbeleid is kritisch beoordeeld en het jaarplan 2007 voorziet in concrete acties. - De nieuwe werkwijze van de vakgroepen is besproken in het Centraal Vakgroep Beraad (CVB). De werkwijze is opgenomen in het Kwaliteitsmanagementsysteem Dean. Een vakgroep psychiatrie is in het leven geroepen en de vakgroep Forensische Psychologie is om praktische redenen gesplitst in een vakgroep voor het Dok en een voor de Kijvelanden. Voor elke nieuwe vakgroep is een vakgroepreglement vastgesteld.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
Organisatieontwikkeling - De Implementatie van een Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) is verder doorgezet. In het Dok is het EPD operationeel. In de kliniek zijn de randvoorwaarden gerealiseerd voor de ingebruikname van het EPD en de trainingen voor de medewerkers zijn volop aan de gang. Patiëntveiligheid - ‘Kwaliteitsmanagement’ is een vast agendapunt tijdens de vergaderingen van het managementteam. Ook bij de systematische herziening van procesitems wordt aandacht besteed aan de aansluiting tussen praktijk en de beschrijvingen in het Kwaliteitsmanagementsysteem. - De MIP-meldingen hebben geleid tot een aantal aanbevelingen en acties die tot doel hebben de kwaliteit van de organisatie van de zorg te verbeteren. Deze betroffen onder andere het medicatiebeheer en de distributie van medicijnen. Formatie en personeelsbeleid - In 2006 is deskundigheidsbevordering op het gebied van geneesmiddelendistributie georganiseerd voor degenen die een rol hebben in het distributieproces en die op grond van hun vooropleiding onvoldoende kennis van medicijnen hebben. - Het beleid voor het verrichten van risicovolle handelingen is geactualiseerd.
41
Behandelplannen en dossiervorming - Er is een formatbehandelplan vastgesteld dat door alle hoofden behandeling gebruikt wordt. - Er is een verbetering van de dossiervorming door de artsen doorgevoerd door de invoering van een decursussystematiek op intranet. Geneeskundige handelingen onder dwang - de Kijvelanden heeft in 2006 een beleidsvisie over geneeskundige handelingen onder dwang ontwikkeld. Gebruik plaatsen in isoleer/separeer - In 2006 is een BOPZ-toelating verkregen waardoor in de toekomst gastplaatsingen, vanuit de reguliere ggz-voorzieningen in de regio, gerealiseerd kunnen worden. Toegankelijkheid, bereikbaarheid en beschikbaarheid van zorg - Het doorstromingsproces van patiënten is wekelijks geëvalueerd in het mutatieoverleg. Externe samenwerking - Met de ketenpartners heeft afstemming plaatsgevonden over uitbreiding van activiteiten en ontwikkeling van nieuwe producten / diensten. - Bestaande samenwerkingsrelaties zijn geëvalueerd.
Visie en organisatie farmaceutische zorg - Naast een verbetering van het geneesmiddelenbeheer en de –distributie is besloten om in samenwerking met de apotheker van het Delta Psychiatrisch Centrum een verkenning te starten die gericht is op de multidisciplinaire verbetering van de kwaliteit van de gehele keten van farmaceutische zorg (voorschrijfgedrag via beheer -, aflevering- tot gebruik van medicijnen. Het farmaceutische proces - Er is een verbeteringsslag gemaakt betreffende de formulering van voorwaarden voor verloven, door het aanscherpen van de richtlijnen voor het gebruik van libidoremmende medicijnen na veroordeling wegens seksuele delicten, het gebruik van antipsychotica in depotvorm en het gebruik van anticraving medicatie.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid
42
de Kijvelanden is het jaar 2006 ingegaan als een volgens de HKZ (Harmonisatie Kwaliteit Zorginstellingen) normen gecertificeerde organisatie. Het eerste periodieke controle in oktober 2006 en een extra verificatie HKZ-onderzoek in december 2006, zijn met positief resultaat afgerond. Het voorkómen van problemen, in plaats van het verhelpen van problemen, stond voor 2006 voorop. De Plan-Do-Check-Act werd op een aantal gebieden toegepast. Alle procesitems van het Kwaliteitsmanagementsysteem zijn preventief herzien. Twee interne auditrondes zijn gehouden op de meest kritische processen en hebben geleid tot het doorvoeren van concrete verbeteracties. Met medewerkers uit diverse onderdelen van de organisatie zijn interviews gehouden om het kwaliteitsmanagementsysteem te verbeteren en beter aan te laten sluiten bij de behoeften van de medewerkers. Om het predikaat ‘geborgde kwaliteit’ te verwerven van de Inspectie voor de Gezondheidszorg dient periodieke evaluatie plaats te vinden van het kwaliteitsbeleid en het kwaliteitssysteem. In 2006 zijn periodieke evaluaties uitgevoerd en besproken met de medewerkers. ‘Kwaliteitsmanagement’ is een vast agendapunt tijdens de bijeenkomsten van het managementteam. Op die manier konden verbetervoorstellen vrij snel in praktijk gebracht worden.
Tijdens de managementconferentie van augustus is het volledige Kwaliteitsmanagementsysteem beoordeeld. Dit heeft onder andere geleid tot het opnemen van een onderdeel ‘Toelichting bij het Kwaliteitsmanagementsysteem’ tijdens het introductieprogramma voor nieuwe medewerkers.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten
43
Alle processen voor de behandeling van de patiënten in de Kijvelanden zijn gecertificeerd volgens de HKZ-normen. De behandelvisie van de Kijvelanden is in 2006 verder ingevoerd in de praktijk van de behandeling door ondermeer de invoering van een Risicomanagementplan voor alle patiënten die met verlof gaan. Daarnaast zijn de zorgprogramma’s op enkele afdelingen meer onderdeel gemaakt van het zorgaanbod op de afdelingen zodat een betere aansluiting bij het risicomanagement van de individuele patiënten kan worden bereikt. Zie tevens pagina 31 onder bevordering participatie behandeling. Verbeteracties Naar aanleiding van de twee eerder genoemde onttrekkingen aan begeleid verlof is intern onderzoek verricht dat geresulteerd heeft in ruim 250 aanbevelingen en een plan van aanpak dat in 2007 moet resulteren in de versterking van de aansturing, verbetering van de zorgprocessen en besluitvormingsprocedures, borging van bestaande processen en versterking van de randvoorwaarden voor de kwaliteit van de organisatie van de zorg. Deze aanbevelingen zijn niet alleen aangedragen door de onderzoekers maar ook door diensten, afdelingen en vakgroepen, die allen gevraagd was om de bevindingen en conclusies van het intern onderzoek tegen het licht te houden en de vraag te beantwoorden welke aspecten van hun eigen werk door de opmerkingen in het rapport verdere verbetering behoeven.
In 2007 wordt veel aandacht besteed aan ontschotting tussen de drie sectoren, implementatie van de behandelvisie, evaluatie en bijstelling van zorgprogramma’s, invoering van het elektronische patiëntendossier (EPD) en versterking van de informatiestroom en besluitvorming bij overplaatsing en verlof. Tevens hebben de MIP-meldingen in 2006 geleid tot een aantal aanbevelingen en acties die tot doel hebben de kwaliteit van de organisatie van de zorg te verbeteren. Deze betroffen onder andere medicatiebeheer en –distributie én blijvende aandacht voor de veiligheid tijdens de vele interne verbouwingen, die zowel in 2006 hebben plaatsgevonden als ook in 2007 verwacht mogen worden.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
Bevordering kwaliteit primair proces In 2006 zijn de volgende verbeteringen doorgevoerd binnen het primaire proces: • Verbetering van de borging van het geneesmiddelenbeheer en de –distributie, waardoor minder medicatieverstrekkingsfouten worden gemaakt. • Verbetering van de besluitvorming betreffende verloven door het aanscherpen van de voorwaarden voor verlof, waaronder een duidelijke richtlijn inzake gebruik van libidoremmende medicijnen na veroordeling wegens seksuele delicten, gebruik van antipsychotica in depotvorm en gebruik van anti craving medicatie. • Uitbreiding van de drugsscreening, met name bij patiënten met een verlofkader. • Uitbreiding van de dagbesteding in de vorm van werk, opleiding of vrijwilligers werk voor patiënten die een verlofkader hebben. • Invoering van de Analyse Hildebrand Variabelen die een voorspelling moet geven voor de kans op onttrekking aan verlof. • Uitbreiding van het aantal patiënten waarvoor een RIMAP (risicomanagementplan) wordt ingevoerd. In 2007 zal dit instrument voor alle patiënten worden ingevoerd. • Verbetering van de dagrapportages door de integrale invoering van aandachtspunten per patiënt (ontleend aan het bejegeningsplan). • Verbetering van de dossiervorming door artsen door de invoering van een decursussystematiek op intranet.
44
4.4.1 Kwaliteit van zorg voor alle sectoren behalve GGZ en VVT • Uitbreiding van de vaktherapieën zodat deze behandelvorm ook in de sector Uitstroom beschikbaar is. • Uitbreiding van het aantal opleidingsplaatsen voor gz-psychologen en van het aantal arts-assistenten, waardoor meer psychologen in korte tijd het minimaal gewenste opleidingsniveau bereiken en hun BIG-registratie kunnen realiseren en waardoor de aandacht voor de medisch-biologische aspecten van diagnostiek en behandeling – in lijn met de gewijzigde behandelvisie - verder vorm gegeven kunnen worden. • Start van wekelijkse kliniekbrede patiëntenbesprekingen en referaten waar complexe problematiek aan de orde komt. In de vorm van intervisie kunnen suggesties ter verbetering van de diagnostiek en/of de behandeling, bejegening e.d. gedaan worden. • Start van een opleidingscommissie voor de opleiding van arts-assistenten, gz-psychologen en klinisch psychologen met als doel het opleidingsklimaat in de instelling te bevorderen. • Start van de scholing van medewerkers voor de invoering van het EPD. • Verbetering, herhaling en uitbreiding van het patiënttevredenheidsonderzoek in 2006, zodat zowel op afdelings- als op instellingsniveau meer gericht aandacht gegeven kan worden aan de verschillende aspecten van de zorg die verdere verbetering behoeven.
Dit onderdeel is niet van toepassing voor de Kijvelanden
4.4.2 Kwaliteit van zorg GGZ De indicatoren voor de kwaliteit van zorg worden niet in alle opzichten en facetten als zodanig gehanteerd binnen de Kijvelanden. Voor de kliniek van de Kijvelanden gelden andere wettelijke kaders (zie uitgangspunten van de verslaglegging) dan voor GGZ instellingen, met andere kwaliteitscriteria voor onderdelen van de zorg. De wettelijke kaders voor GGZ instellingen zijn wel van toepassing op de forensisch psychiatrische poli- en dagkliniek het Dok van de Kijvelanden.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
45
4.4.3 Kwaliteit van VVT de Kijvelanden doet vanaf 2004 jaarlijks onderzoek naar de tevredenheid van patiënten. Voor dit onderzoek wordt de Thermometer cliëntenwaardering, die mede als basis dient voor de meting van de prestatie-indicatoren kwaliteit van zorg GGZ, niet in zijn oorspronkelijke vorm gebruikt. de Kijvelanden gebruikt voor de meting van patiëntentevredenheid een vragenlijst die ontwikkeld is in samenwerking met andere forensisch psychiatrische instellingen. Het werken met Diagnose Behandelgroepen (DBC’s) is wel ingevoerd in de poli- en dagkliniek het Dok, maar nog niet in de kliniek van de Kijvelanden. In de kliniek wordt hiermee gestart in 2007 door deelname aan een expertgroep, die door het Ministerie van Justitie, in samenwerking met het forensisch psychiatrisch veld en Cap Gemini, in het leven is geroepen. Door de poli- en dagkliniek het Dok is in 2006 een eerste onderzoek gedaan naar de tevredenheid van patiënten. Voor dit onderzoek is eveneens de Thermometer cliëntenwaardering niet als zodanig gehanteerd. De resultaten van onderzoeken naar de tevredenheid van patiënten in de Kijvelanden zijn daarom niet zonder meer te vertalen naar scores op de prestatie-indicatoren voor kwaliteit van zorg GGZ.
De respons op het tevredenheidsonderzoek onder patiënten van de kliniek van de Kijvelanden bedroeg 49 % in 2006 tegenover 70 % in 2005. De patiënten gaven de kliniek een gemiddeld rapportcijfer van 6,4 (op een schaal van 1 tot 10) tegenover 6,1 in 2005. De respons op het tevredenheidsonderzoek onder de patiënten van het Dok bedroeg slechts 13 % in 2006. De resultaten van dit onderzoek zijn daarom niet representatief voor de patiënten van het Dok
(niet van toepassing voor de Kijvelanden)
4.4.4 Klachten Voor de klachtenprocedures wordt verwezen naar hoofdstuk 2.2 Structuur van de organisatie, onder “klachtenprocedure voor patiënten met een TBSmaatregel” en klachtenprocedure voor de patiënten van de poli- en dagkliniek het Dok (zie pagina 9 van het Jaardocument MV). Het aantal door de Beklagcommissie van de Commissie van Toezicht gegrond verklaarde klachten is een prestatie-indicator voor de behandeling van patiënten met een TBS-maatregel (zie PI 8 in het schema voor de prestatie-indicatoren in bijlage 2 van het Jaardocument MV).
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
46
4.4.5 Toegankelijkheid In 2006 zijn in totaal 184 klachten bij de Commissie van Toezicht in behandeling genomen. Daarvan zijn 105 klachten ingetrokken en 78 klachten zijn voorgelegd aan de Beklagcommissie van de Commissie van Toezicht. De uitspraken van de Beklagcommissie over deze klachten waren: Niet-ontvankelijk: 42 Ongegrond: 19 Gegrond: 17 Een aantal klachten van de in 2006 ingediende klachten wordt in 2007 afgehandeld. Ten opzichte van 2005 zijn minder klachten gegrond verklaard en laat de inhoud van de gegronde klachten meer variëteit zien. Opmerkelijk is dat voor drie klachten de kamerinventaris de basis was voor het gegrond verklaren van de klacht. Deze klachten werden ingediend in de periode dat veel opnames gerealiseerd moesten worden in ruimtes die niet primair bestemd waren voor patiënten. Deze ruimtes krijgen op zo kort mogelijke termijn hun oude bestemming weer terug. De gegrondverklaring van twee klachten betrof de klachten van twee patiënten die zich ten tijde van een brand op de kamer van een patiënt niet veilig hebben gevoeld omdat zij weinig tot geen informatie ontvingen. In deze gevallen heeft de directie op voorhand al excuses aangeboden.
Commissie van Toezicht In 2006 bestond de Commissie van Toezicht uit een voorzitter, vice-voorzitter, secretaris en negen leden. In 2006 heeft een lid van de Commissie van Toezicht zijn ontslag ingediend en is de Commissie uitgebreid met een lid. Nog twee leden zijn nodig om de Commissie van Toezicht voltallig te maken. Vanaf oktober 2006 neemt weer een jurist deel aan de zittingen van de beklagcommissie. De Commissie van Toezicht heeft 11 maal vergaderd in 2006. Eenmaal heeft de vergadering plaatsgevonden op de resocialisatieafdeling De Blink, met als afsluiting van de vergadering een rondleiding door het huis. In de vergaderingen van de Commissie van Toezicht is een aantal beleidsstukken aan de orde gekomen. Ook zijn de resultaten van de interne onderzoeken naar de twee onttrekkingen tijdens begeleid verlof besproken met de Commissie van Toezicht. Door de maandcommissarissen is verslag uitgebracht van hun bevindingen tijdens de vergaderingen van de Commissie van Toezicht. De Beklagcommissie is in 2006 eenmaal per twee weken bijeengekomen. Een lid van de Commissie van Toezicht heeft maandelijks gesproken met de voorzitter van de Patiëntenraad.
Toegankelijkheid zorg De kliniek van de Kijvelanden heeft een wachtlijst die direct gerelateerd is aan de landelijke wachtlijst voor behandeling van veroordeelden met een TBSmaatregel. Momenteel is er landelijk een tekort aan opnameplaatsen voor deze patiënten, die daardoor noodgedwongen in een penitentiaire inrichting verblijven in afwachting van hun behandeling in een TBS-kliniek. Voor deze patiënten heeft de Kijvelanden een preklinisch traject ontwikkeld, waardoor de behandeling van deze patiënten al voor de opname in de kliniek kan starten en waardoor de interne doorstroming van de kliniek wordt bevorderd. Deze preklinische interventies worden door de Kijvelanden uitgevoerd in de penitentiaire inrichting De Noordsingel in Rotterdam. Patiënten die op de wachtlijst staan voor opname in de kliniek van de Kijvelanden worden, op vrijwillige basis, overgeplaatst naar deze inrichting.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
In 2006 is de wachttijd voor opname in de kliniek van de Kijvelanden verkort. De preklinische interventies hebben over het algemeen korter geduurd dan drie maanden door een snelle doorstroming van patiënten binnen de kliniek in het eerste half jaar en door de opening van twee nieuwe afdelingen in de tweede helft van het jaar. Met de opening van deze nieuwe afdelingen is de klinische capaciteit van de kliniek met 31 plaatsen toegenomen. Ook de doorstroming van klinische patiënten naar de polien dagkliniek het Dok is in 2006 versneld. Hierbij gaat het vooral om patiënten die in de resocialisatiefase nazorg krijgen. Meer van deze patiënten zijn aangemeld bij het Dok, zijn sneller gezien door het intaketeam van het Dok en meer van de aangemelde patiënten zijn daadwerkelijk in behandeling gekomen bij het Dok. Deze maatregelen hebben bijgedragen aan verkorting van de wachttijd voor opname in de kliniek in 2006. In 2007 zal nog een uitbreiding van het aantal bedden plaatsvinden, waarvoor de voorbereidingen in 2006 al plaats hebben gevonden. Patiënten staan relatief kort op de wachtlijst van de kliniek van de Kijvelanden mede doordat de wachtlijst gefaseerd aangevuld wordt vanuit het Ministerie van Justitie. Wanneer patiënten eenmaal op de wachtlijst van de Kijvelanden staan, worden ze binnen twee tot drie weken gezien door het intaketeam van de Kijvelanden.
47
De poli- en dagkliniek het Dok heeft in 2006 de wachttijd voor de intake en de wachttijd voor het daadwerkelijk in behandeling nemen aanzienlijk weten te bekorten ten opzichte van 2005. De wachttijd voor intake bedroeg in 2006 31 dagen tegenover 51 dagen in 2005. De wachttijd voor het daadwerkelijk in behandeling nemen, na de intake, was in 2006 33 dagen terwijl deze in 2005 nog 149 dagen was. Deze bekorting van de wachttijden is gerealiseerd ondanks het gegeven dat de instroom van nieuwe patiënten in 2006 (809 in totaal) aanzienlijk hoger was dan in 2005 (628 patiënten). Met deze resultaten zijn de behandeltermijnen van het Dok ruim binnen de treeknormen, dit zijn de gestelde normen voor maximale wachttijden binnen de GGZ, gekomen. In 2006 heeft het Dok diverse maatregelen genomen die gericht waren op verbetering en stroomlijning van het primaire proces. De inrichting van het elektronische patiëntendossier (EPD) en de daarbij horende rapportagemogelijkheden hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de verbeteringen.
Geografische bereikbaarheid De kliniek van de Kijvelanden is een gesloten kliniek waardoor geen bijzondere aandacht nodig is voor de geografische bereikbaarheid voor patiënten. Voor de patiënten die een resocialisatietraject doorlopen beschikt de Kijvelanden over resocialisatieplaatsen in Delta Psychiatrisch Centrum, gelegen direct naast het terrein van de Kijvelanden en over plaatsen in de eigen resocialisatieafdeling De Blink. De Blink is een beschermde woonvorm in het centrum van Rotterdam. De forensisch psychiatrische poli- en dagkliniek het Dok is gelegen nabij het Hofplein in Rotterdam en is goed bereikbaar met verschillende vormen van openbaar vervoer. Vanaf 1 oktober 2006 exploiteert het Dok, in samenwerking met Altrecht, Oostvaarderskliniek en Centrum Maliebaan, een forensisch psychiatrische poli- en dagkliniek in het centrum van Utrecht. Vanaf 1 februari 2007 heeft het Dok eveneens een filiaal in het centrum van Breda.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
48
4.4.6 Veiligheid Materiële veiligheid en Patiëntenveiligheid In 2006 zijn op het gebied van Integrale Veiligheid geen ingrijpende beleidsveranderingen doorgevoerd. Wel heeft er intern een verschuiving plaatsgevonden in de eindverantwoordelijkheid voor Integrale Veiligheid. Naar aanleiding van de Schipholbrand en de wijzigingen in de voorschriften van DJI op het terrein van brandveiligheid, is extra aandacht besteed aan de noodzakelijke capaciteit van de bedrijfshulpverlening. Extra externe capaciteit is hiervoor ingehuurd. Veel aandacht is ook besteed aan de verbetering van de organisatie en kwaliteit van de bedrijfshulpverlening door maatregelen als training van medewerkers, inroosteren van medewerkers en ploegleiders voor de bedrijfshulpverlening, verbetering van de inbedding van het calamiteitenplan en ontruimingsplan en het doorvoeren van maatregelen op basis van de RI&E. Daarnaast is de materiële kant van de brandveiligheid van de locatie in Poortugaal in kaart gebracht met behulp van een brandveiligheidscan. De eerste materiële aanpassingen hebben al plaatsgevonden. In nauw overleg met DJI worden in 2007 verdere materiële aanpassingen doorgevoerd. Op verzoek van DJI, in het kader van Integrale Veiligheid, is in november 2006 gestart met het maandelijks aanleveren van gegevens voor het Veiligheid Informatie Systeem.
In 2006 is ook gestart met een onderzoek naar het Integraal Veiligheidsbeleid en de bewustzijnsbevordering van medewerkers hierin, door het beleggen van enkele bijeenkomsten tussen verantwoordelijken voor de verschillende deelgebieden. Dit onderzoek heeft geleid tot een voorstel voor verbeteringen aan het managementteam en de bestuurder. Onderscheiden aspecten van integrale veiligheid zijn: 1 Zorg dragen voor duidelijke en consistente regelgeving (opstellen intern beleid) 2 Er voor zorgen dat medewerkers op de hoogte zijn van de regelgeving (informeren en trainen) 3 Er voor zorgen dat medewerkers zich volgens de regelgeving (blijven) gedragen (leidinggeven en cultuur) 4 Toetsen van de uitvoering van het beleid (audits) 5 Identificeren van nieuwe risico’s en incidenten 6 Aanpassen van regelgeving, beleid, informatievoorziening en trainingen.
Ten aanzien van patiëntenveiligheid in het bijzonder heeft de MIP-commissie in 2006 een belangrijke rol gespeeld. Het voorschrijven van medicatie gebeurt nog handmatig waardoor onnodige risico’s op fouten ontstaan. Uit de analyse van de toename van de MIP-meldingen is gebleken dat het aantal medicatiefouten in het laatste kwartaal van 2006 is toegenomen. Het logistieke distributieproces voor de uitgifte van medicatie is op basis van deze waarneming opnieuw onder de loep genomen en op diverse punten verbeterd.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
Informatiebeveiliging Begin 2006 is het Informatiebeveiligingsplan voor 2006 vastgesteld. Een verkorte afhankelijkheids- en kwetsbaarheidsanalyse vormden de basis voor dit plan. In het Informatiebeveiligingsplan (IB plan) is een groot aantal maatregelen opgenomen, onderverdeeld naar organisatieonderdelen als Personeel en Organisatie, Facilitair Beheer en ICT. De uitvoering van de in het plan genoemde maatregelen en audits zijn in het verslagjaar niet naar wens verlopen. De uitbesteding van ICT diensten aan Delta Psychiatrische Centrum maakt het moeilijk grip te krijgen op de uitvoering van taken op het terrein van de informatiebeveiliging. Het IB plan van 2006 is zo ambitieus dat een groot gedeelte ook kan dienen als IB plan voor 2007. Naast het doorvoeren van maatregelen gericht op verlaging van risico’s op het gebied van de informatiebeveiliging in de externe dienstverlening, zijn ook voorstellen gedaan voor de informatiebeveiliging binnen de interne dienstverlening. Een voorstel voor de registratie van incidenten op het terrein van de informatiebeveiliging is gedeeltelijk goedgekeurd en een discussie is gaande over beleidswijzigingen naar aanleiding van enkele incidenten op dit gebied.
49
Veel inspanningen zijn geleverd op het gebied van de voorbereidingen voor de implementatie van het elektronisch patiënten dossier (EPD). De beleidsmedewerker informatiebeveiliging is opgenomen in de projectgroep die de invoering van het EPD moet realiseren, nadat advies is uitgebracht over diverse aspecten van het invoeringstraject zoals de structuur van de projectaanpak, de planning en het bijbehorende communicatieplan, de noodzaak van een autorisatiematrix, een gereglementeerde toegang tot verschillende onderdelen van het EPD voor verschillende medewerkers en een gestructureerde incident afhandeling. Afspraken met de sectormanager Beheer en Ondersteuning over maatregelen die door externe partijen gerealiseerd moeten worden, dienen ervoor te zorgen dat medio 2007 de Kijvelanden volledig voldoet aan de Basisvoorziening Informatiebeveiliging van DJI.
In de introductietrainingen voor nieuwe medewerkers wordt aandacht besteed aan de noodzaak van informatiebeveiliging. Ook in de Binnenkijf, het periodieke bulletin voor de medewerkers, wordt aandacht besteed aan dit onderwerp. Deze activiteiten moeten leiden tot bevordering van het bewustzijn van medewerkers met betrekking tot informatiebeveiliging. De medewerker informatiebeveiliging heeft deelgenomen aan een landelijk overleg over informatiebeveiliging.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers
50
4.5.1 Personeelsbeleid Voor het gevoerde personeelsbeleid in 2006 en de resultaten op dit terrein wordt verwezen naar hoofdstuk 4.2, pagina 33 van het Jaardocument MV. In 2006 bedroeg het verloop onder de medewerkers 17,75% (dit bedroeg in 2005 17,72 %). De oorzaken van het verloop worden onderzocht met behulp van exitinterviews. De resultaten van deze interviews worden besproken in het managementteam, waardoor een snelle en directe terugkoppeling naar leidinggevenden mogelijk is.
Het ziekteverzuim stabiliseerde in 2006 (6,82 %) op het niveau van 2005 (6,85 %) ondanks een actualisatie van het ziekteverzuimbeleid en de daaruit voortvloeiende extra inspanningen om het ziekteverzuim te verlagen. De oorzaken van dit als te hoog gevonden ziekteverzuim worden geanalyseerd. Op basis van dit onderzoek wordt het ziekteverzuimbeleid aangescherpt om het tij in 2007 te kunnen keren. In 2006 heeft de Kijvelanden een jaar – en kwartaalbonusmaatregel ingevoerd voor medewerkers die niet ziek zijn geweest. In 2006 kon de jaarbonus worden uitgereikt aan 67 medewerkers die een jaar lang zich niet ziek hadden gemeld. Door het verloop onder de medewerkers en de uitbreiding van de organisatie in 2006 met twee nieuwe afdelingen zijn er gedurende het gehele verslagjaar gemiddeld 10 tot 12 functies vacant geweest. Het merendeel van deze vacatures is inmiddels ingevuld.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
51
4.6 Samenleving
4.5.2. Kwaliteit van het werk In 2006 is in het kader van de kwaliteit van het werk veel aandacht besteed aan de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) en de uitvoering van het daaruit voortvloeiende plan van aanpak voor de verschillende locaties van de organisatie. Daarnaast is er ruime aandacht geweest voor deskundigheidsbevordering van het personeel. Op aanbeveling van de arbeidsinspectie zijn in 2006 beschermingsmiddelen aangeschaft om de veiligheid van medewerkers en patiënten op de werkplaatsen voor hout- en metaalbewerking te waarborgen.
De onderlinge contacten zijn verstevigd door de organisatie van een nieuwjaarslunch met patiënten en een nieuwjaarsreceptie. In het kader van het tienjarige jubileum van de kliniek is een personeelsfeest georganiseerd. Ter gelegenheid van het jubileum is een boek uitgegeven waarin uitgebreid stilgestaan is bij het tienjarige jubileum van de kliniek. In 2006 heeft geen onderzoek plaatsgevonden naar de tevredenheid van medewerkers en hun mening over de kwaliteit van het werk. Dit onderzoek is in 2005 uitgevoerd en wordt in 2007 herhaald op basis van de in de Kijvelanden gehanteerde tweejaarlijkse cyclus voor dit onderzoek. Arbeidsinspectie De Arbeidsinspectie heeft de kliniek van de Kijvelanden in 2005 twee keer bezocht. In 2006 zijn de aanbevelingen van de Arbeidsinspectie volledig doorgevoerd en als gevolg daarvan heeft de Arbeidsinspectie in 2006 de Kijvelanden niet bezocht. Arbojaarverslag Voor het Arbojaarverslag over 2006 wordt verwezen naar bijlage 3 van het Jaardocument MV.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
de Kijvelanden heeft een belangrijke functie in het beveiligen van de samenleving tegen de delictgevaarlijkheid van forensisch psychiatrische patiënten. De behandeling van deze patiënten vindt zoveel als mogelijk plaats met state-of-the-art methoden en de Kijvelanden speelt een actieve rol in de ontwikkeling - en evaluatie van behandelmethoden voor deze patiënten door het verrichten van wetenschappelijk onderzoek (zie tevens hoofdstuk 4.2.2.1, pagina 38). Om de terugkeer van patiënten in de samenleving zo goed en veilig mogelijk te laten verlopen wordt samenwerking gezocht met reguliere instellingen voor geestelijke gezondheidszorg en maatschappelijke organisaties en beschikt de Kijvelanden tevens over een groeiende poliklinische - en dagklinische functie en een resocialisatiefunctie die uitgeoefend worden op locaties in het centrum van Rotterdam. Door deze initiatieven kan de reïntegratie van patiënten onder adequate begeleiding veilig verlopen.
In 2006 heeft de Kijvelanden 31 extra plaatsen gerealiseerd voor de behandeling van forensisch psychiatrische patiënten met een TBS-maatregel door interne verbouwingen en de opening van twee nieuwe afdelingen (zie tevens hoofdstuk 4.2.2.1, pagina 30). Door het aangaan van intensieve samenwerkingsverbanden met verschillende GGZ partners probeert de Kijvelanden zich zodanig te
52
positioneren in de forensisch psychiatrische keten dat voor forensisch psychiatrische patiënten een gedifferentieerd aanbod beschikbaar is en meerwaarde kan worden toegevoegd aan de behandeling van deze patiënten en in het bijzonder voor deze patiënten met een TBS-maatregel. De poli- en dagkliniek het Dok heeft de behandelmogelijkheden voor forensisch psychiatrische patiënten verruimd door in samenwerking met de consortiumpartners Altrecht, Centrum Maliebaan en Oostvaarderskliniek een vestiging in Utrecht te openen en op uitdrukkelijk verzoek van het zorgkantoor de vestiging van een filiaal in Breda in voorbereiding genomen. De vestiging in Breda is op 1 maart 2007 geopend. Vanuit de aard van het werk heeft het Dok intensieve samenwerkingsrelaties met diverse maatschappelijke instellingen (zie hoofdstuk 4.2.2.1, pagina 36). In het kader van de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) heeft de polien dagkliniek het Dok met verschillende gemeenten een convenant gesloten voor diverse vormen van hulpverlening, waaronder de bestrijding en hulpverlening bij huiselijk geweld. In Rotterdam wordt al intensief samengewerkt met het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG), waarin diverse instellingen en instanties participeren (zie pagina 36 van het Jaardocument MV).
Uit bovenstaande blijkt dat de Kijvelanden in 2006 diverse stappen heeft gezet om zich in breder verband te manifesteren in het forensisch psychiatrisch veld, haar positionering in de regio en daarbuiten verder uit te bouwen en zich voorbereid heeft op intensieve samenwerking met GGZ partners en maatschappelijke organisaties. De directe omgeving van de kliniek van de Kijvelanden wordt op meerdere wijzen betrokken bij het werk en de ontwikkelingen van de kliniek door het geven van rondleidingen aan belangstellenden, deelname aan de landelijke open dagen voor justitiële instellingen, overleg met een Commissie van omwonenden, het organiseren van voorlichting aan omwonenden en door overleg met de gemeente van vestiging. Met het opstellen van dit Jaardocument MV 2006 wil de Kijvelanden in nog breder verband voldoen aan haar maatschappelijke verplichting om op transparante wijze verantwoording af te leggen over het gevoerde beleid in 2006 en de resultaten daarvan.
Jaarverslag 2006 / 4 Beleid, inspanningen en prestaties
4.7 Financieel beleid
53
Voor het gevoerde financiële beleid in 2006 wordt verwezen naar pagina 34 van het Jaardocument MV en naar de Jaarrekening 2006. Zie voor overige informatie betreffende Hoofdstuk 4, ‘Beleid, inspanningen en prestaties’, de vragenlijst: bijlage deel D: ‘Beleid, inspanningen en prestaties’ in de digiMV, en de deelvragenlijsten behorende bij de verplichte bijlagen jaardocument MV 2006. Bijlage 4 van het Jaardocument.
Jaarverslag 2006 Bijlagen
de Kijvelanden instelling voor forensische psychiatrie
Jaarverslag 2006 / Bijlagen
Bijlage 1 Lijst met wetenschappelijke publicaties in 2006
Bijlage 2 Realisatie doelstellingen van de prestatieindicatoren in 2006
Bijlage 3 Arbojaarverslag 2006
55
Jaarverslag 2006 / Bijlagen
Bijlage 1 - Lijst met wetenschappelijke publicaties in 2006
56
Hieronder vindt u een overzicht van publicaties van medewerkers van de Kijvelanden en van personen die ten tijde van de publicatie aan de Kijvelanden verbonden waren. De namen van deze personen zijn dikgedrukt. In de publicaties zijn de drie hoofdlijnen van onderzoek in de Kijvelanden te onderscheiden (zie tevens hierboven). Bowers, L., Nijman, H.L.I., Allan, T., Simpson, A., Warren, J. & Turner, L. (2006). Prevention and management of aggression training and violent incidents on U.K. acute psychiatric wards. Psychiatric Services, 1022 - 1026. Bowers, L., Carr-Walker, P., Allan, T., Callaghan, P., Nijman, H.L.I. & Paton, J. (2006). Attitude to personality disorders among prison officers working in a dangerous and severe personality disorder unit. International Journal of Law and Psychiatry, 29, 333 - 342. Bowers, L., Jeffry, D., Simpson, A., Daly, C., Warren, J. & Nijman, H.L.I., H. Junior staffing and the temporal ecology of adverse incidents in acute psychiatric wards. Journal of Advanced Nursing, in druk. Bowers, L., Nijman, H.L.I. & Palmstierna, T (2006). The Attempted and Actual Assault Scale. The International Journal of methods of psychiatric research, in druk.
Bowers, L., Simpson, A., Eyres, S., Nijman, H.L.I., Hall, C., Gange, A. & Philips, L. (2006). Serious untoward incidents and their aftermath in acute inpatient psychiatry: The Tompkins Acute Ward Study. International Journal of Mental Health Nursing, 15, 226 - 234. Bowers, L., Simpson, A., Warren, J., Allan, T. & Nijman, H.L.I. (2006). Adverse incidents, patient flow and nursing variables on acute psychiatric wards: the Tompkins Acute Ward study. International Journal of Social Psychiatry, in druk. Brand, E. & Nijman, H.L.I. Risicotaxatie en behandelevaluatie met twee forensische observatielijsten. Tijdschrift voor psychiatrie, in druk. Campo, J.M.L.G. à, Hardy, S., Nijman, H.L.I. & Merckelbach, H. (2006). The urge to change appearance in different psychopathological categories. Acta Neuropsychiatrica,in druk. Journal of methods of psychiatric research, in druk. Goedhard, L.E., Stolker, J.J., Heerdink, E. R., Nijman, H.L.I., Olivier, B. & Egberts, T.C.G.. Pharmacotherapy for the maintenance treatment of aggressive behavior in general adult psychiatry: a systematic review. Journal of Clinical Psychiatry, 1013 -1024.
Jaarverslag 2006 / Bijlagen
57
Goedhard, L.E., Stolker, J.J., Heerdink, E. R., Nijman, H.L.I., Olivier, B. & Egberts, T.C.G. (2006). The pharmacological management of aggression. In: Richter, D. & Whittington, R. (eds.): Violence in Mental Health Settings: Causes, Consequences, Management. New York: Springer, 173 - 190.
Hornsveld, R.H.J., Nijman, H.L.I., Hollin, C.R., & Kraaimaat, F.W. (2006). Development of the Observation Scale for Aggressive Behavior (OSAB) for Dutch forensic psychiatric inpatients with an antisocial personality disorder. International Journal of Law and Psychiatry, in druk.
Goedhard, L. Heerdink, E., Stolker, J.J., Nijman, H.L.I. & Egberts, T. Aggressive patients and the use of as-needed medication. Pharmacopsychiatry, in druk.
Nijman, H.L.I., Bjørkly, S., Palmstierna, T. & Almvik, R. Assessing aggression of psychiatric patients; Methods of measurement and prevalence. In: Richter, D. & Whittington, R. (eds.): Violence in Mental Health Settings: Causes, Consequences, Management. New York: Springer, 12 - 22.
Hornsveld, R.H.J., Nijman, H.L.I., Hollin, C. & Kraaimaat, F. (2006). An adapted version of the Rosenzweig Picture-Frustration Study (PFS-AV) for the measurement of hostility in violent forensic psychiatric patients. Criminal Behaviour and Mental Health, in druk.
Nijman, H.L.I. & Bulten, E. (2006). Risicotaxatie en behandelevaluatie in de forensische psychiatrie. Een overzicht van recente promoties. Tijdschrift voor Criminologie, 48, 78 - 85.
Hornsveld, R.H.J. (2006). Ontwikkeling en evaluatie van de Agressiehanteringstherapie voor gewelddadige forensisch psychiatrische patiënten. WODC Den Haag.
Nijman, H.L.I., van Marle, H. & Kavelaars, M. (2006). Psychotische patiënten in de TBS: Achtergronden, delictgedrag en behandeling. Pedagogiek, in druk.
Hornsveld, R.H.J., Nijman, H.L.I., & Kraaimaat, F.W. (2006). Aggression Control Therapy: First results. Psychology, Crime and Law, in druk.
Nijman, H.L.I. & Bulten, E. (2006). Risicotaxatie in de Nederlandse forensische psychiatrie. In: Meyer, J. & Hildebrand, H. (eds.): Facetten van zorg (Liber Amicorum voor De Pompestichting), 41 - 48.
Stolker, J.J, Nijman, H.L.I. & Zwanikken, P.H. (2006). Are patients’ views of seclusion associated with lack of privacy on the ward?. Archives of psychiatric nursing, 20, 282 - 287. Veendrik, L. , van den Boogaard, M. & Nijman, H.L.I.. TBS: opvoeding zonder einde? (inleiding op thema-nummer). Pedagogiek, in druk.
Jaarverslag 2006 / Bijlagen
Bijlage 2 - Realisatie van de doelstellingen op de prestatie-indicatoren in 2006
58
1. Bezetting
Bezettingsgraad patiënten
Resultaatgebied INK SH / SBF
Eindresultaten Kerndepartement Patiënten Samenwerkingspartners
Opgave voorgaande jaren
2003 2004 2005 100% 100% 101% 100% 100% van de contractueel overeengekomen capaciteit, in het kader van te formuleren doelstelling in het jaarplan
Afspraak voor 2006 Norm
Doelmatige besteding van middelen Ongestoorde tenuitvoerlegging Juiste capaciteit naar behoefte
Realisatie in 2006 Toelichting
97% Door vertraging in de oplevering van de nieuwe afdeling Smaragd, als gevolg van de nieuwe brandveiligheidseisen, is de bezetting onder de 100% gebleven.
2. Instroom
Instroom, voldoen aan het aantal afgesproken eerste opnames
Resultaatgebied INK SH / SBF
Eindresultaten en waardering door maatschappij Toereikende capaciteit
Opgave voorgaande jaren
2002* 2003 2004 16 25 49 Geen afwijkingen t.o.v. afspraken met de kliniek
Afspraak voor 2006 Norm Realisatie in 2006 Toelichting
2005 21
52 * Gegevens niet beschikbaar als gevolg van nieuwe definitie prestatieindicator.
Jaarverslag 2006 / Bijlagen
59
3. Doorstroom
Doorstroom naar vervolgvoorzieningen
Resultaatgebied INK SH / SBF
Eindresultaten en waardering klanten Kerndepartement Effectieve besteding van middelen Patiënten Bijdrage aan toekomstperspectief Samenwerkingspartners Juiste capaciteit naar behoefte
Opgave voorgaande jaren
Afspraak voor 2006
Norm Realisatie in 2006
Toelichting
a) plaatsing naar transmurale voorziening van de kliniek b) plaatsing in GGZ-voorziening, FPA, APZ, RIBW c) overige bestemming a) 8 b) 10 c 1 Nader te bepalen per kliniek
2003 2
2004 12
2005 8
11
8
9
0
0
0
a) 14 b) 4 c) 0 Door lange wachtlijsten in GGZ-voorzieningen zijn meer patiënten dan voorzien in de Blink geplaatst. Deze patiënten gaan alsnog naar een GGZvoorziening zodra daar plaats voor hen is.
Jaarverslag 2006 / Bijlagen
60
4. Uitstroom
Uitstroom per vertrekcategorie
Resultaatgebied INK SH / SBF Patiënten Samenwerkingspartners
Eindresultaten en waardering klanten Kerndepartement Effectieve besteding van middelen Bijdrage aan toekomstperspectief Juiste capaciteit naar behoefte
Opgave voorgaande jaren
Afspraak voor 2006 Norm
Realisatie in 2006 Toelichting
2002 2
2003 6
2004 5
2005 6
a) beëindiging TBS-maatregel, conform verlengingsadvies van de kliniek b) beëindiging TBS-maatregel, contrair 1 4 1 2 verlengingsadvies van de kliniek c) voorwaardelijke beëindiging TBS-maatregel 5 7 7 7 d) proefverloven die geleid hebben tot (voor15 4 1 waardelijke) beëindiging TBS-maatregel e) saldo (a+b+c)-d 2 9 14 f) overplaatsing naar andere TBS-kliniek 12 2 13 0 g) overplaatsing naar andere justitiële voorziening ** ** 0 4 h) aantal te starten proefverloven ** ** 5 2 i) ingetrokken proefverloven ** ** 2 0 j) saldo h-i ** ** 3 2 a) 7 b) 0 c) 11 d) 4 e) 14 f) 15 g) 1 h) 7 i) 2 j) 5 Stijgend trendcijfer per kliniek. Het stijgende trendcijfer geldt niet voor de contraire beëindigingen.
a) 1 b) 7 c) 2 d) 3 e) 7 f) 19 g) 2 h) 7 i) 2 j) 5 ** In voorgaande jaren zijn deze uitstroomcategorieën niet geregistreerd. Ad. B: slechts in 1 geval is er sprake van een zuiver contraire beeïndiging. De overige gevallen zijn volgens de strikte definitie van MITS toch contrair beeïndigd ondanks dat het advies van de kliniek is bijgesteld.
Jaarverslag 2006 / Bijlagen
61
5. Ontvluchting
Aantal ontvluchtingen TBS-gestelden
Resultaatgebied INK SH / SBF
Afspraak voor 2005 Norm Realisatie in 2006 Toelichting
Eindresultaten en waardering maatschappij Kerndepartement Effectieve besteding van middelen, adequate crisisbeheersing Maatschappij Ongestoorde tenuitvoerlegging 2002 2003 2004 2005 1 0 0 0 0 0 0 Geen
6. Onttrekkingen
Aantal overige onttrekkingen TBS-gestelden
Resultaatgebied INK SH / SBF
Eindresultaten en waardering maatschappij Kerndepartement Effectieve besteding van middelen, adequate crisisbeheersing Maatschappij Ongestoorde tenuitvoerlegging 2002 2003 2004 2005 a) vanaf het terrein buiten de externe 0 0 3 5 beveiligingsring is weggelopen / zich heeft onttrokken aan toezicht b) zich tijdens toegestaan verblijf 24 10 1 2 buiten de kliniek, bijv. proefverlof heeft onttrokken a) 0 b) 0 Dalend trendcijfer a) 1 b) 5 Geen
Opgave voorgaande jaren
Opgave voorgaande jaren
Afspraak voor 2006 Norm Realisatie in 2006 Toelichting
Jaarverslag 2006 / Bijlagen
62
7. Voorval
Bijzonder voorval
Resultaatgebied INK SH / SBF
Afspraak voor 2005 Norm Realisatie 2006 Toelichting
Eindresultaten en waardering klanten Kerndepartement Adequate crisisbeheersing Patiënten Veilige omgeving patiënt 2002 2003 a) natuurlijke dood 1 1 b) suïcide 0 0 c) overig onnatuurlijke dood 0 0 d) ernstige geweldsincidenten in of buiten 2 de kliniek niet geregistreerd onder geweld tegen patiënten en personeel e) elk ander incident in of buiten de kliniek 2 van ernstige, politiek- of publiciteitsgevoelige aard a) 0 b) 0 c) 0 d) 0 e) 0 Dalend of stabiel trendcijfer a) 0 b) 0 c) 0 d) 1 e) 1 Geen
8. Klachten
Aantal gegronde klachten patiënten
Resultaatgebied INK SH / SBF
Waardering maatschappij en waardering klanten Maatschappij Ongestoorde tenuitvoerlegging Patiënt Veilige omgeving, respectvolle bejegening 2002 2003 2004 2005 1 19 12 24 10 Dalend trendcijfer 17 Voor de toelichting bij de klachten wordt verwezen naar pagina 45 van het Jaardocument MV.
Opgave voorgaande jaren
Opgave voorgaande jaren Afspraak voor 2006 Norm Realisatie in 2006 Toelichting
2004 2 1 0 0
2005 0 0 0 1
2
0
Jaarverslag 2006 / Bijlagen
63
9. Geweld
Aantal geweldplegingen tussen patiënten
Resultaatgebied INK SH / SBF
Eindresultaten en waardering klanten Patiënten Veilige omgeving Maatschappij Ongestoorde tenuitvoerlegging Kerndepartement Adequate crisisbeheersing
Opgave voorgaande jaren
Afspraak voor 2006 Norm Realisatie in 2006 Toelichting
2002 2003 3 5 0 Dalend trendcijfer 3 Geen
10. Geweld
Aantal geweldplegingen tegen personeel
Resultaatgebied INK SH / SBF
Opgave voorgaande jaren Afspraak voor 2006 Norm Realisatie in 2006 Toelichting
Personeel Maatschappij Kerndepartement
2004 8
2005 3
Veiligheid personeel Ongestoorde tenuitvoerlegging Adequate crisisbeheersing
2002 2003 2004 2005 1 1 2 6 0 Inrichtingsnorm in overleg tussen algemeen – en sectordirecteur. 4 Geen
Jaarverslag 2006 / Bijlagen
64
11. Recidive
Aantal recidive tijdens uitvoering TBS
Resultaatgebied INK SH / SBF Opgave voorgaande jaren
Waardering door maatschappij Ongestoorde tenuitvoerlegging 2002** 2003 2004 2005 2 0 0 0 0 1 ** Gegevens niet beschikbaar a.g.v. invoering van nieuwe prestatieindicator door DJI.
Afspraak voor 2006 Norm Realisatie in 2006 Toelichting
12. Behandelduur TBS
Gemiddelde behandelduur
Resultaatgebied INK SH / SBF
Kerndepartement: doelmatige besteding van middelen
Opgave voorgaande jaren
2002**
Afspraak voor 2006 Norm
< 6 jaar
Realisatie in 2006
PI-I: 7 jr + 82 dgn PI-II: longstay: 4 jr + 256 dgn PI-II: overig: 5 jr + 234 dgn **Niet beschikbaar a.g.v. invoering van deze prestatie-indicator door DJI in 2004.
Toelichting
2003**
2004 4 jr + 120 dgn
2005 4 jr + 30 dgn
Jaarverslag 2006 / Bijlagen
65
16. Jaarresultaat
Financieel jaarresultaat inrichting
Resultaatgebied INK SH / SBF
Eindresultaten Kerndepartement: doelmatige besteding middelen
Opgave voorgaande jaren Afspraak voor 2006 Norm
2002 2003 1.571.616 251.721 >0 Jaarresultaat > 0
Realisatie in 2006 Toelichting
€ 355.551 Zie onder financieel beleid, pagina 34 van het Jaardocument MV.
2004 179.461
2005 631.884
Jaarverslag 2006 / Bijlagen
Bijlage 3 - ARBO jaarverslag 2006
66
Samenwerking Arbodienst Arbo-Unie de Kijvelanden laat zich op het gebied van arbeidsomstandigheden en ziekteverzuim bijstaan door de Arbo-Unie. In de loop van het jaar 2006 is een nieuwe bedrijfsarts aangesteld voor de Kijvelanden. Een arbeidsgezondheidskundig spreekuur, een open spreekuur, deelname aan SMO-bijeenkomsten en verzuimbegeleiding behoorden in 2006 onder andere tot de taken van de bedrijfsarts. Eind 2005 is met de Arbo-Unie overeenstemming bereikt over verlenging van het dienstverleningscontract voor 2006. Onderdeel van dit contract is dat de P&O Adviseur van de Kijvelanden verantwoordelijk is voor de Arbocoördinatie en op projectbasis capaciteit in kan huren voor de uitvoering van arbo-gerelateerde activiteiten. Hiervan is onder andere gebruik gemaakt bij de aanpassing van de RI&E en de daaruit voortvloeiende werkzaamheden als gevolg van het plan van aanpak RI&E. Integraal verzuimbeleid In 2006 is de beleidsnota Integraal Ziekteverzuimbeleid verder aangescherpt. Het houden van terugkeer- en verzuimgesprekken blijft daarbij een aandachtspunt. In de werkoverleggen van de afdelingen is het ziekteverzuim en het percentage ziekteverzuim van de afdeling een vast punt op de agenda.
Verzuimbegeleiding Sinds 2003 is in de Kijvelanden binnen het SMO (Sociaal Medisch Overleg) een casemanager arbeidsverzuim werkzaam. De casemanager biedt leidinggevenden ondersteuning bij de reïntegratie van arbeidsongeschikte medewerker (zie onder). Gedurende het jaar 2006 zijn geen medewerkers ingestroomd in de WAO. Uitstroom naar een externe organisatie en/ of het uitdienst gaan van medewerkers ten gevolge van ziekte, is ook niet voorgekomen. Wel is één medewerker gedurende 6 maanden extern gereïntegreerd en na afloop daarvan (tijdelijk) herplaatst binnen de organisatie. Het gemiddelde ziekteverzuim over 2006 is uitgekomen op 6, 82 % en is daarmee ten opzichte van 2005 nagenoeg hetzelfde (6,85) gebleven. Dit verzuimpercentage wordt, naast het reguliere verzuim, voornamelijk veroorzaakt door een beperkt aantal langdurig zieken. Opvallend is verder de relatief hoge verzuimfrequentie van 1,53. Hieraan zal in het jaar 2007 extra aandacht besteed worden.
Jaarverslag 2006 / Bijlagen
Sociaal Medisch Overleg gericht op medewerkers Afstemming met betrekking tot de arbeidsongeschiktheid en de reïntegratiemogelijkheden van de zieke medewerkers vindt in principe in een tweewekelijks SMO plaats. Aan deze bijeenkomst nemen deel de bedrijfsarts, de casemanager arbeidsverzuim, de adviseur P&O en de direct leidinggevende. In het overleg worden de zieke medewerkers besproken die 3 – 4 weken en langer afwezig zijn en op verzoek van leidinggevende, P&O adviseur, bedrijfsmaatschappelijk werk of bedrijfsarts medewerkers die nog maar kort afwezig zijn. In 2006 is ook aandacht gekomen voor frequent verzuim. Medewerkers die zich in een periode van een half jaar 3 of meer keren ziek melden worden aan de orde gesteld in het SMO. De ervaring leert dat frequent verzuim vaak een voorbode is van langdurig verzuim. In het SMO worden de langdurig zieke medewerkers periodiek besproken en waar nodig wordt het plan van aanpak voor de medewerker bijgesteld. Mochten er gedurende de eerste drie weken van het ziekteverzuim vermoedens zijn dat er andere problematiek speelt waardoor er een langdurig verzuim dreigt te ontstaan, dan wordt het proces van begeleiding op een eerder tijdstip ingezet. De casemanager heeft daarin een ondersteunende rol voor de verantwoordelijke leidinggevende.
67
Arbo-informatie aan medewerkers in de kliniek Bij de introductie van nieuwe medewerkers worden de regelingen t.a.v. het ziekteverzuim besproken. Verder wordt stilgestaan bij het integriteitsbeleid en andere regelingen met betrekking tot de arbeidsomstandigheden in de Kijvelanden. De leidinggevenden zijn verantwoordelijk voor de arbeidomstandigheden op de werkvloer. Zij stellen Arbo en ziekteverzuim aan de orde in het werkoverleg. Via het plan van aanpak RI&E worden deze periodiek bewaakt. In Binnenkijf, het periodieke bulletin voor de medewerkers, wordt aandacht besteed aan arbeidsomstandigheden gerelateerde onderwerpen.
Werkplek onderzoeken In 2006 zijn zes werkplekonderzoeken verricht. Als resultante van deze onderzoeken zijn aanpassingen aan de werkplek, de werkhouding, het meubilair of de computerrandapparatuur geadviseerd en waarnodig gerealiseerd. Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI & E) In 2006 zijn de RI&E van De Blink, het Dok en de hoofdlocatie in Poortugaal geactualiseerd. De hieruit voortvloeiende plannen van aanpak zijn medio 2006 ter goedkeuring voorgelegd aan de ondernemingsraad. Op basis van de plannen van aanpak zijn door de sectoren en het bestuur de relevante acties in kaart gebracht en uitgezet. Een aantal geconstateerde acties wordt in een keer opgelost wanneer de nieuwbouw en verbouw van de hoofdlocatie gestalte krijgt. De RI&E en het plan van aanpak vormt de ruggengraat van het Arbobeleid van de Kijvelanden. Door de ondernemingsraad en het bestuur wordt twee keer per jaar uitgebreid stilgestaan bij het arbeidsomstandighedenbeleid van de Kijvelanden in het BOT overleg.
Jaarverslag 2006 / Bijlagen
Bedrijfshulpverlening (BHV) Gedurende het jaar 2006 is door de Kijvelanden fors geïnvesteerd in het actualiseren van de BHVorganisatie en de scholing van medewerkers op het gebied van BHV. Zo zijn alle oude BHV-ers op herhaling geweest en zijn nieuw aangestelde BHV-ers geschoold. Daarnaast is succesvol gezocht naar een nieuw hoofd BHV die naar verwachting begin 2007 aangesteld wordt. Meldingen arbeidsongevallen, prikincidenten, agressie-incidenten en overige klachten In 2006 hebben geen arbeidsongevallen plaatsgevonden. Het aantal prik- en agressie incidenten bedroeg in 2006 zeven. Op meerdere afdelingen zijn klachten geuit over het klimaat, de stank, irritatie aan de ogen en luchtwegen. In de zomermaanden zijn deze klachten sterker dan in de winter. Naar aanleiding van deze klachten is in het jaar 2006 een klimaatsonderzoek uitgevoerd door een gespecialiseerde instelling. Eind 2006 is hiervan een uitgebreide rapportage ontvangen waaruit diverse aanbevelingen zijn overgenomen.
68
Activiteiten ter bevordering van de veiligheid Nieuwe medewerkers van de Kijvelanden worden, als onderdeel van hun inwerkprogramma, intern getraind op het gebied van fysieke weerbaarheid. In 2006 zijn hiervoor twee nieuwe trainers opgeleid. Daarnaast is besloten de P&O Adviseur die gekwalificeerd is op dit terrein, aan te stellen als preventiemedewerker. Gedragscode/verslag Vertrouwenspersonen In 2006 zijn er vier gesprekken gevoerd met medewerkers van de Kijvelanden. In alle gesprekken was de aanleiding van het gesprek een arbeidsconflict met de leidinggevende. Deze medewerkers zijn vervolgens doorverwezen naar de afdeling P&O, die de conflicten door overleg met de medewerker en de leidinggevende opgelost heeft.