jaarverslag
annual report
Colofon Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid
Tekst: Michelle Bertelkamp, Julitta Boschman,
Divisie Klinische methoden en Public Health
Monique Frings-Dresen, Michiel Greidanus,
Academisch Medisch Centrum Amsterdam
Merel de Jong, Annet Lenderink, Henk van der Molen, Judith Sluiter, Bas Sorgdrager, Sietske Tamminga,
Meibergdreef 9
Evelien van Valen, AnneClaire Zaman
1105 AZ Amsterdam Redactie: Michelle Bertelkamp, Julitta Boschman, google: www.amc.nl/coronel instituut
Monique Frings-Dresen, Michiel Greidanus, Bibi
[email protected]
Groendijk, Merel de Jong, Els Ruijer, Sietske Tamminga, AnneClaire Zaman
T +31 (0)20 566 53 25 F +31 (0)20 697 71 61
Ontwerp: CO3, Toon van Lieshout Druk: Grafisch Goed
7
8
Het Coronel Instituut voor
5
Het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid Afdeling van het Academisch Medisch Centrum, Amsterdam
11
Professionals
17
14
voorwoord
Het Coronel Instituut voor
patiënten
onderzoeksinstituten en onderzoekers
Het Coronel Instituut voor
28
Beleidsmakers, branches en werkgevers
Het Coronel Instituut voor
20
Het Coronel Instituut voor
studenten
23 onderzoek 27 in de media publicaties/publications
36
english 3
4
Het Coronel Instituut in de etalage Dit jaarverslag is onze etalage van 2015; een prachtige verzameling van alle activiteiten die in ons instituut worden verricht in het kader van wetenschap, onder wijs en diverse andere activiteiten. Daarnaast wordt de deur naar 2016 alvast voorzichtig geopend. Iedereen in ons instituut draagt bij aan onze ambitie om de gezondheid van de werkenden in Nederland in relatie tot hun werk ten positieve te beïnvloeden. Die bijdrage is velerlei: nieuwe kennis door onderzoek verwerven, het aanbieden van expertise op divers gebied, het ontwikkelen van nieuwe instrumenten voor de dagelijkse praktijk van bedrijfs- en verzekeringsartsen, patiënt-relevante uitkomsten introduceren in de klinische praktijk, en diverse partijen onderwijzen en opleiden over deze onderwerpen. Dit doen wij nu al 56 jaar. Feestelijkheden waren er in overvloed in 2015; zo vierden wij het 20-jarig bestaan van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) als betrouwbare partner voor de overheid voor het bijhouden van kennis rond beroepsziekten en de landelijke
registratie daarvan. Sinds 10 jaar leveren wij in onze Polikliniek Mens en Arbeid (PMA) expertanalyses bij complexe arbeidsrelevante problematiek en samen met onze UMC-partners stonden wij stil bij de 10e verjaardag van ons Kenniscentrum voor Verzekeringsgeneeskunde AMC-UMCG-UWVVUmc (KCVG). Daarnaast kreeg Sarah Ketelaar voor haar proefschrift de Burgerpenning van de NVAB uitgereikt. Voor feedback over de door ons geleverde diensten staan wij altijd open en u bent van harte welkom om nieuwe ideeën binnen onze ambitie samen met ons te lijf te gaan. Ik wens u veel blader- en leesplezier, mede namens alle medewerkers,
Prof. dr. Monique HW Frings-Dresen Afdelingshoofd
5
6
Het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid Afdeling van het Academisch Medisch Centrum, Amsterdam
Het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid is een afdeling van het Academisch Medisch Centrum (AMC/UvA) te Amsterdam en maakt deel uit van de Divisie Klinische Methoden en Public Health. Het instituut richt zich op vraagstukken op het gebied van arbeid en gezondheid. De gezondheid van de werknemer of van de patiënt in relatie tot zijn/haar werk staan centraal. Er wordt gestreefd naar de hoogst haalbare preventie van beroepsziekten en bevordering van arbeidsparticipatie. Naast de uitvoering van de kerntaken onderzoek en onderwijs in het AMC maken het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB), het Kenniscentrum Verzekeringsgeneeskunde AMC-UMCG-UWV-VUmc (KCVG), de Polikliniek voor Mens en Arbeid (PMA) en het Kenniscentrum Medische Keuringen in Arbeid (KMKA) allen onderdeel uit van de afdeling. Het instituut neemt deel in de Netherlands School of Public and Occupational Health (NSPOH). Voor de Wereldgezondheidsorganisatie (World Health Organization, WHO) is het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid een van haar Collaborating Centers in Occupational Health. Diverse werknemers van het Coronel Instituut zijn bijzonder actief in de International Commission on Occupational Health (ICOH).
Het hoofd van de afdeling is prof. dr. Monique H.W. Frings-Dresen. De afdeling heeft twee hoogleraren: prof. dr. Monique H.W. Frings-Dresen en prof. dr. Judith K. Sluiter en drie bijzondere hoogleraren: prof. dr. Haije Wind, benoemd als Bijzonder Hoogleraar vanuit het Instituut Gak, prof. dr. Carel T.J. Hulshof, benoemd als Bijzonder Hoogleraar vanuit de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB), en prof. dr. Coen A.M. van Bennekom, benoemd als Bijzonder Hoogleraar vanuit de Stichting Heliomare. Het onderzoek van de afdeling wordt geleid door vier Principal Investigators (PI’s): prof. dr. Monique Frings-Dresen, prof. dr. Judith Sluiter, dr. Sanja Kezic en dr. Angela de Boer. Het onderwijs voor geneeskunde studenten (Epicurus/Curius curriculum), studenten Medische Informatiekunde, en postgraduate en master onderwijs wordt gecoördineerd door de onderwijscommissie onder voorzitterschap van dr. Paul Kuijer. Dr. Henk van der Molen en prof. dr. Monique Frings-Dresen leiden het NCvB en prof. dr. Monique Frings-Dresen de PMA; prof. dr. Judith Sluiter en prof. dr. Carel Hulshof leiden het KMKA; het KCVG wordt geleid door vertegenwoordigers van de bijbehorende instellingen, AMC-UMCG-UWV-VUmc.
7
Het Coronel Instituut voor
Huidproblemen door werk door Julitta Boschman
Dr. Sanja Kezic is Principal Investigator (PI) in het AMC. Zij werkt sinds 1987 bij het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid. Haar onderzoek richt zich op de individuele gevoeligheid voor het ontstaan van werk-gerelateerd contacteczeem. Kezic: “In het begin richtte mijn onderzoek zich op de huid als opnameroute voor toxische stoffen. Door het meten van de concentraties van stoffen in het bloed en de urine stelden wij vast dat er via de huid toxische stoffen worden opgenomen. Op die manier kwamen wij er achter dat de ene persoon veel meer stoffen opneemt, dan de andere persoon. Het wel of niet hebben van atopisch eczeem (red. een genetisch bepaalde, chronische ontstekingsziekte van de huid) bleek de belangrijkste bepalende factor.” Vanaf dat moment besloot Kezic te onderzoeken of voorspeld kan worden wie ‘at risk’ is om contact eczeem te ontwikkelen. Genetische kenmerken bleken belangrijke voorspellers, maar door ethische bezwaren zijn die in het kader van preventie niet bruikbaar. Genetische screening is namelijk niet toegestaan. “Promovendus Sjors Koppes onderzoekt nu of eenvoudig te onderzoeken stoffen in de huid (red. biomarkers) kunnen worden gebruikt,” aldus Kezic.
8
“Het verzorgen van de handen met een crème zou een automatisme moeten worden voor werknemers die veelvuldig hun handen moeten wassen.” Preventie is lastig omdat werknemers zich vaak niet bewust zijn dat het goed verzorgen van de huid problemen kan voorkomen. Kezic: “Inmiddels weten wij uit onderzoek dat gebruik van verzorgende handcrèmes de ontwikkeling van handeczeem kan voorkomen, maar hoe krijg je werknemers zo ver? Promovenda Maryam Soltanipoor onderzoekt of het verstrekken van de handcrèmes door de werkgever, educatie en feedback het gebruik van handcrème door verpleeg kundigen kan bevorderen.” Welke kennis is er voor bedrijfsartsen? Kezic: “Er is een NVAB-richtlijn over contacteczeem, maar het is onduidelijk of bedrijfsartsen hier gebruik van maken. Voor werknemers in beroepen met een verhoogd risico, bijvoorbeeld kappers of verpleegkundigen, zou het goed zijn dat de bedrijfsarts hun individuele gevoeligheid bespreekt. In de winter heeft 20 tot 30% van deze werknemers huidproblemen, maar omdat deze nauwelijks leiden tot verzuim, zal de bedrijfsarts weinig werknemers zien met contact eczeem. Een proactieve houding van de bedrijfsarts zou hier dus goed zijn.”
“In 2015 toonde de onderzoeksgroep van Kezic bij patiënten met atopisch eczeem voor het eerst aan dat de patiënten met een genetische mutatie een andere huidstructuur hebben.”
Whiplash en overspanning: Wat weten wij nu? door Julitta Boschman
Verzekeringsartsen beoordelen in hoeverre iemand arbeidsgeschikt is. Daarbij maken zij gebruik van richtlijnen. De basis voor deze richtlijnen is wetenschappelijke kennis over de ziekte of aandoening in relatie tot (potentieel) werk. De huidige richtlijnen voor verzekeringsartsen zijn ruim 10 jaar geleden ontwikkeld en de onderbouwing hiervan was aan een update toe. Dr. Jan Hoving, dr. Karen Nieuwenhuijsen, prof. dr. Carel Hulshof en prof. dr. Monique Frings-Dresen gaven in 2015 begeleiding aan de teams die voor ‘whiplash’ en ‘overspanning’ deze update uitvoerden. Hoving: “Richtlijnen worden niet altijd geraadpleegd door verzekeringsartsen wanneer zij tot een conclusie omtrent de arbeidsgeschiktheid moeten komen. Daarom is deze evidence update goed: het argument dat de wetenschappelijke kennis achterhaald is, is in ieder geval niet meer van toepassing.” Nieuwenhuijsen: “Niet alleen verzekeringsartsen kunnen de evidence-update goed gebruiken. Ook huisartsen, psychologen of fysiotherapeuten die willen weten wat er bekend is rondom arbeid en whiplash of overspanning kunnen hun voordeel doen met onze resultaten. De nieuwe richtlijnen worden mede daarom multidisciplinair.”
Nieuwenhuijsen: “Wij zijn de Hello Fresh rondom het thema werk: wij leveren wetenschappelijke inzichten in een bruikbare vorm aan.”
Hoving: “De eerste stap bij het maken van een nieuwe richtlijn is het verzamelen van nieuwe wetenschappelijke kennis. Dat hebben wij nu gedaan, maar de tweede stap om de daadwerkelijke richtlijn te maken, moet nu nog volgen. Daarbij worden de beroepsgroepen en patiënten verenigingen betrokken. Het is voor het eerst dat het maken van een nieuwe richtlijn in twee afzonderlijke stappen verloopt. Vaak is het één geïntegreerd proces. Ik denk dat deze nieuwe strategie misschien wel sneller tot een nieuwe richtlijn leidt; de toekomst zal dat moeten uitwijzen.” In 2016 worden evidence-updates uitgevoerd van actuele wetenschappelijke inzichten op het gebied van arbeid voor ‘lumbosacraalradiculair syndroom’ en ‘beroerte’. Meer informatie:
[email protected]
9
Hulp bij medisch onderzoek van werkenden door Julitta Boschman
In 2009 initieerde prof. dr. Judith Sluiter samen met prof. dr. Carel Hulshof het Kenniscentrum Medische Keuringen in Arbeid (KMKA). Het KMKA is een samenwerking van het Coronel Instituut en de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB). Bedrijfsartsen, arbodiensten, werkgever en werknemers kunnen bij het KMKA terecht voor advies over medische keuringen in relatie tot werk. Bij het KMKA kan men terecht voor medisch onderzoek van werknemers in het kader van preventie: preventief medisch onderzoek, aanstellingskeuringen en verplichte medische keuringen.
Het KMKA verzorgt tevens in-company trainingen en nascholing. Daarnaast zijn er soms partijen die een groter vraagstuk voorleggen aan het KMKA. Sluiter licht toe: “In dat geval gaan wij met de partij om de tafel en bekijken wij hoe wij het probleem gaan aanpakken. Soms volstaat een adviesgesprek, maar wij voeren ook zelf onderzoek uit. Hierbij valt te denken aan het in kaart brengen van functieeisen en bijhorende belastbaarheideisen in specifieke beroepen.” Meer info:
[email protected]
Sluiter: “Het KMKA is een verbinding tussen wetenschap en praktijk. Bedrijfsartsen en werknemers kunnen gratis bij de helpdesk terecht. Het afgelopen jaar beantwoordden wij ongeveer 20 vragen over uiteenlopende onderwerpen. Soms gaat het om een relatief eenvoudige vraag zoals ‘Welke test heb ik in dit geval nodig?’. Het kan ook gaan om een ingewikkelder probleem, zoals het keuren van een werknemer met een heel specifieke aandoening waar gebruikelijke protocollen niet in voorzien. Wij raadplegen dan de literatuur en geven een goed onderbouwd advies.”
f ntie e v e Pr sch i Med erzoek d On
We lk in d e test it ge heb i val nod k ig?
10
ongeschikt
geschikt
geschikt ongeschikt geschikt
Niets is onmogelijk door Julitta Boschman
Door veranderde regelgeving hebben gemeenten tegen woordig een breder takenpakket. Gemeenten zijn nu onder andere verantwoordelijk voor het begeleiden van mensen met arbeidsbeperkingen. Deze begeleiding is niet eenvoudig, omdat op dat moment nog niet bekend is wat de werkplek wordt. Dr. Karen Nieuwenhuijsen en drs. Babs Faber voerden in 2015 onderzoek uit om te achterhalen welke informatie nodig is om mensen met arbeidsbeperkingen te begeleiden naar werk. Nieuwenhuijsen: “Wij hebben in wetenschappelijke literatuur gezocht naar informatie over de begeleiding van mensen met arbeidsbeperkingen. Daarnaast hebben wij ook met professionals gesproken in zogenoemde groeps interviews. Wij wilden niet alleen alle factoren boven water krijgen die nodig zijn om iemand te kunnen begeleiden naar werk, wij wilden deze ook prioriteren.”
Om iemand met arbeidsbeperkingen naar werk te begeleiden, moet je o.a. in kaart brengen wat de motivatie voor werken is.
Het onderzoek van Nieuwenhuijsen biedt de hulpverlener van de gemeente handvatten om in kaart te brengen wie hij voor zich heeft en wat er nodig is om begeleiding te kunnen starten. “In eerste instantie vinden professionals dat je eigenlijk niet kunt benoemen welke informatie je nodig hebt, wanneer mensen nog geen werkplek hebben. Maar uiteindelijk kwamen wij erachter dat een eerste inschatting wel haalbaar is en zijn wij tot een uitgebreid overzicht van factoren gekomen,” aldus Nieuwenhuijsen. De belangrijke factoren bleken ‘informatieverwerking’, ‘op tijd komen’ en ‘motivatie voor werken’, te zijn. Meer informatie:
[email protected]
11
12
Het Coronel Instituut voor
Het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten Gehoorverlies kan leiden tot functioneringsproblemen in situaties met hoge auditieve eisen in combinatie met omgevingsrumoer.
Het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) is een (inter)nationaal kennisinstituut dat zich richt op het verbeteren van de preventie, arbeids gerelateerde (vroeg)diagnostiek, en registratie van beroepsziekten.
Beroepsziekten in Nederland De beroepsziekte-incidentie over 2015 wordt geschat op 191 beroepsziekten per 100.000 werknemers in Nederland. De hoogste incidentiecijfers worden gerapporteerd voor psychische aandoeningen, aandoeningen aan het houdingen bewegingsapparaat en gehooraandoeningen, gevolgd door huidaandoeningen, neurologische aandoeningen, infectie ziekten en luchtwegaandoeningen. De diagnoses overspannenheid en burn-out hebben het grootste aandeel in het aantal meldingen van psychische beroepsziekten, vooral in het onderwijs. In 2015 is de registratierichtlijn overspanning/burn-out geactualiseerd. Psychologische en emotionele taakeisen, taakautonomie, sociale steun van collega’s en leidinggevende, procedurele en relationele onrechtvaardigheid, en hoge inspanning gepaard met lage beloning blijken risicofactoren voor overspanning/ burn-out als beroepsziekte. Beroepsziektemeldingen aan het houding- en bewegings apparaat, met name schouderklachten, tennisellebogen en chronische lage rugklachten, komen vooral voor in de sectoren vervoer en opslag, bouw en industrie en vorig jaar ook in landbouw, bosbouw en visserij en groot- en detail handel. In de agrarische sector is een project gestart dat de kwaliteit van een beroepsgerichte aanpak van beroepsziekten evalueert bij lichamelijk belastende beroepen met aandoeningen aan de nek, schouders, armen en handen.
door Henk van der Molen
De hoogste incidentiecijfers worden gerapporteerd voor psychische aandoeningen, aandoeningen aan het houding- en bewegingsapparaat en gehooraandoeningen Gehoorschade door beroepsmatige blootstelling aan lawaai bronnen uit de bouwnijverheid blijft één van de meest gemelde beroepsziekten in Nederland. Gehoorverlies kan leiden tot functioneringsproblemen in situaties met hoge auditieve eisen in combinatie met omgevingsrumoer. Dit geldt des te meer voor bijverschijnselen van gehoorschade zoals oorsuizen. Het consequent en systematisch beroepsziekten melden door bedrijfsartsen is een continu punt van zorg. Daarom zijn wij erg blij met het Peilstation Intensief Melden (PIM), een groep van 192 bedrijfsartsen die bijscholing volgen met intercollegiale consultatie over (vermoede) beroepsziekten. Er zijn zelfs ook al deelsectoren in de PIM zoals de scheeps vaart (Inspectie Leefomgeving en Transport) en de landbouw (Stigas). Gezien de toenemende aandacht voor beroepsziekten in de maatschappij, media, wetenschap en politiek, blijken de doelstellingen van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB), namelijk de signalering en preventie van beroepsziekten, steeds actueler.
13
PIM Schip door AnneClaire Zaman
Waarom is PIM belangrijk? Van der Molen: “Het melden van beroepsziekten door PIM-artsen is belangrijk om een goed beeld te krijgen van de incidentie van beroepsziekten in Nederland. Enerzijds ontvangen de PIM-artsen daarvoor regelmatig nascholing, anderzijds geven zij jaarlijks de omvang en samenstelling van hun verzorgde populatie op, waardoor betrouwbare incidentiecijfers zijn te berekenen.” Waarom een specifieke scheepvaart PIM (PIM Schip)? Van der Molen: “Inmiddels is de wens ontstaan om nader in te gaan op specifieke doelgroepen. De scheepvaart is één van die specifieke doelgroepen.”
14
Was er een bepaalde vraag vanuit de sector? Van der Molen: “Vanuit de bedrijfsartsen uit de sector zelf in samenwerking met de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) was er de vraag om een beter beeld te krijgen van het vóórkomen van beroepsziekten in deze sector en de mogelijkheden tot preventie.” Wat is de verwachting met deze specifieke PIM? De deelnemende bedrijfsartsen aan PIM-schip gaan extra opletten of zij in hun praktijk de beroepsziekten tegenkomen die op grond van Risico-Inventarisatie & -Evaluatie (RI&E) en hun eigen deskundigheid kunnen worden verwacht.
Heijermanslezing door AnneClaire Zaman
Het NCvB organiseert twee keer per jaar de Heijermans lezing. In juni 2015 was het onderwerp van de Heijermanslezing het signaleren en de preventie van beroepsziekten. De Heijermanslezing van afgelopen november stond in het teken van de lustra van zowel het 20-jarig bestaan van de NCvB als het 10-jarig bestaan van de Polikliniek Mens en Arbeid (PMA). Het thema van de lezing was: ‘Van diagnose naar functioneren’. Het accent van de middag lag op de werknemer met een mogelijke beroepsziekte, hoe deze te diagnosticeren en wat zijn dan de mogelijkheden om weer te functioneren in het werk? De volgende beroepsziekten kwamen aan bod: Chronische Toxische Encefalopathie (CTE, ook wel Organisch Psychosyndroom (OPS) genoemd), het Lumbosacraal Radiculair Syndroom, de ziekte van Lyme en slechthorendheid. Experts uit verschillende medische disciplines illustreerden bovenstaande beroepsziekten, te weten een neuroloog, consulent bewegingsapparaat, bedrijfsarts, internist-infectioloog en het hoofd experimentele audiologie.
De Heijermanslezingen zijn nascholingsmiddagen en vinden plaats in het Academisch Medisch Centrum (AMC) te Amsterdam. De lezingen zijn geaccrediteerd voor sociaal geneeskundigen en er zijn geen kosten verbonden aan deelname.
Meer info: www.beroepsziekten.nl /
[email protected]
15
Het Coronel Instituut voor
Het belang van samenwerken is het Coronel Instituut niet onbekend. Uit verschillende nationale en internationale samenwerkingen zijn ook dit jaar weer interessante artikelen, promotieonderzoeken en projectvoorstellen voort gekomen.
Samenwerken voor SIGNAAL Samenwerking van het NCvB met KU Leuven en IDEWE door Merel de Jong en Annet Lenderink
Het NCvB werkt sinds 2013 samen met beroepsziekte specialisten verbonden aan de KU Leuven, Centrum voor Omgeving en Gezondheid, en IDEWE, de Belgische Externe Dienst voor Preventie en Bescherming. Annet Lenderink, arts-onderzoeker bij het NCvB, is betrokken bij SIGNAAL. Wat is SIGNAAL? Lenderik: “Door veranderingen in werk en werkomstandig heden kunnen nieuwe werkgerelateerde gezondheidsrisico’s ontstaan. Dit zijn werkgerelateerde aandoeningen door specifieke blootstelling in een specifieke werksituatie die nog niet eerder zijn beschreven in de literatuur. Voor het opsporen van deze nieuwe risico’s is op initiatief van het NCvB voor Nederland en België een online tool ontwikkeld: SIGNAAL (SIGnalering Nieuwe Arbeidsgerelateerde Aandoeningen Loket).” Hoe werkt SIGNAAL? Lenderink: “Via de website www.signaal.info kunnen (bedrijfs)artsen nieuwe gezondheidsrisico’s door werk melden, zowel bij individuen als bij groepen. SIGNAAL biedt
16
vervolgens de mogelijkheid aan beroepsziektespecialisten om de melding online te beoordelen op een gestructureerde en transparante manier. Vervolgens rapporteren wij aan de melder of het gaat om nieuwe of relatief onbekende combinaties van blootstelling en gezondheidsklachten, of sprake is van een werkgerelateerde aandoening en wat de literatuur daarover zegt.” Wat zijn voorbeelden van tot nu toe onbekende werkgerelateerde gezondheidsrisico? Lenderink: “Een interessant voorbeeld is een vaataandoening in de hand van professionele volleybalspelers. Er is in SIGNAAL melding gemaakt van acht professionele volleyballers met klachten en tekenen van ischemie in de slaghand. Dit werd veroorzaakt door een getromboseerde, aneurysmatische afwijking in de de arteria circumflexa humeri posterior (PCHA) in de schouder aan dezelfde kant als de handklachten met emboli in de slaghand zelf. Als oorzaak moet worden gekeken naar de belasting van hand, arm en schouder bij onder andere smashen, serveren en andere bovenhandse activiteiten.” (red: zie ook bachelor thesis van Lisa Beers.)
SIGNAAL blijkt een goed instrument om nieuwe of onbekende werkgerelateerde gezondheidsrisico’s op te sporen
Betrokkenheid van het Coronel Instituut bij Europese netwerken Samenwerking met het Europese netwerk CANWON
Wat is er in SIGNAAL gemeld? Lenderink: “In de periode tussen juli 2013 en december 2015 zijn 21 meldingen gedaan, waarvan er nu 16 volledig zijn beoordeeld. Het ging daarbij eenmaal om één bekende werkgerelateerde aandoening, één volledig nieuw werkgerelateerde gezondheidsrisico, zeven bekende, maar zelden gerapporteerde werkgerelateerde aandoeningen, zeven bekende werkgerelateerde aandoeningen die niet eerder voorkwamen in de gerapporteerde werksituatie.” Wat is de meerwaarde van de samenwerking? Lenderink: “De samenwerking met de Belgische instellingen zorgt voor meer nieuwe meldingen en wij kunnen een beroep doen op meer expertise voor de beoordeling van gevallen. Jaarlijks komen wij bij elkaar om cases te bespreken en zo van elkaar te leren. SIGNAAL blijkt een goed instrument om nieuwe of onbekende werkgerelateerde gezondheidsrisico’s op te sporen en leert ons veel over de manier waarop nieuwe combinaties van gezondheids problemen en blootstelling op de werkplek moeten worden beoordeeld.”
Dr. Angela de Boer is één van de vier Principal Investigators (PI’s) binnen het Coronel Instituut. De missie van haar onderzoekslijn is: het verbeteren van werk functioneren en het voorkomen van werkloosheid bij patiënten met een chronische aandoening met speciale aandacht voor mensen met een diagnose kanker. Daarnaast is zij sinds 2013 voorzitter van EU COST-ACTION CANcer and WOrk Network (CANWON). Wat is CANWON? De Boer: “CANWON is een Europees netwerk gericht op het integreren van kennis op het gebied van kanker en werk vanuit de oncologie, bedrijfsgezondheidszorg, economie, epidemiologie, psychologie en sociologie. Er zijn vier werkgroepen die zich richten op: databases en prognostische factoren voor werk, werk-gerelateerde economische gevolgen, de rol van de werkgever, en interventies.” Wat heeft de samenwerking opgeleverd voor het Coronel Instituut? De Boer: “Verschillende artikelen, een 2-jarig EU-OSHA project gericht op kanker en werk, werkbezoeken van buitenlandse onderzoekers en bedrijfsartsen aan het Coronel Instituut, werkbezoeken van junior onderzoekers van het Coronel Instituut aan Europese universiteiten.”
Bent u geïnteresseerd in een samenwerkingsverband met het Coronel Instituut? Neem dan contact op met
[email protected]
17
Dr. Sanja Kezic, PI bij het Coronel
Drs. Kristiane Aa. Engebretsen, Deense
Prof. dr. Judith Sluiter, hoogleraar
Drs. Xingliang Qi, Chinese gast
Instituut
gastonderzoeker bij het Coronel Instituut
en PI bij het Coronel Instituut
onderzoeker bij het Coronel Instituut
Twee internationale samenwerkingen Een vierluik
door Merel de Jong
Deense samenwerking voor preventie van contacteczeem Kezic: “De samenwerking vond plaats met de afdeling Dermatologie en Allergologie van het Gentofte University Hospital in Hellerup, Denemarken. Kristiane Aa. Engebretsen kwam als gastonderzoeker naar onze afdeling vanwege haar promotieonderzoek dat zich richt op contacteczeem. Contacteczeem is een veel voorkomende beroepsziekte. Meer inzicht in risico factoren kan helpen bij de ontwikkeling van adequate preventie op de werkplek in hoog-risico beroepen.” Engebretsen: “Ik heb gekozen voor het Coronel Instituut omdat zij een langdurige samenwerking hebben met onze onderzoeksgroep binnen het werkgebied van etiologie en de preventie van contact eczeem. Mijn promotieonderzoek richt zich op de gevolgen van externe blootstelling op de huid barrière. Ik zocht ondersteuning in het analyseren van huidmonsters die ik had verzameld tijdens mijn onderzoek, en dr. Kezic en haar onderzoeksteam waren hiervoor een natuurlijke keuze. Tijdens mijn bezoek was iedereen erg gastvrij en heb ik het erg naar mijn zin gehad. Ik heb veel geleerd over het analyseren van de biomarkers van de huid, en de samenwerking met het Coronel Instituut is essentieel geweest voor het verloop van mijn project. Ik ben erg dankbaar voor alle hulp en ondersteuning.”
18
Samenwerking met twee universiteiten Prof. dr. Judith Sluiter: “De samenwerking is met twee universiteiten: Beijing Normal University (Laboratory of Applied Experimental Psychology) in Beijing en de Southeast University in Nanjing, China. Op ‘afstand’ heb ik aan projecten meegedaan: het vertalen en valideren in China van een Nederlandse vragenlijst waarmee werkgerelateerde vermoeidheid kan worden gemeten. Daarna is o.a. chronische stress (haarcortisol) bij kindergarten medewerkers gerelateerd aan die maat: wij vonden dat hoe meer werkgerelateerde vermoeidheid aanwezig is, des te minder cortisolexcretie in de afgelopen maand (verlaagde HPA-as activiteit). Samen met Karen Nieuwenhuijsen hebben Xingliang en ik migrantenstress onderzocht bij Chinese medewerkers hier in Nederland. Onder andere haar cortisol, allerlei cultuur-aanpassingsschalen en stress is gemeten; de uitkomsten daarvan zijn nog niet bekend.” Xingliang Qi: “Judith is een vooraanstaand deskundige op het gebied van arbeid en gezondheid en de eerste onderzoeker die de relatie tussen werkstress en haarcortisol heeft onderzocht. Omdat dit mijn onderzoeksinteresse heeft heb ik contact met haar gezocht, en heeft zij mij goede adviezen en suggesties gegeven. Toen ik vanuit de Chinese overheid een beurs kreeg om op uit wisseling naar het buitenland te gaan heb ik haar direct benaderd. Dankzij de vriendelijkheid en ondersteuning van Judith en andere collega’s bij het Coronel Instituut heb ik een geweldige tijd gehad in Nederland. Ik heb van Judith en Karen veel geleerd over het doen van goed en efficiënt onderzoek.”
Het Coronel Instituut voor
Het Solvent Team
door Michelle Bertelkamp, neuropsycholoog Solvent Team
Wist u dat …het Solvent Team in 2015 door Minister Schippers van VWS officieel benoemd is als expertise centrum voor zeldzame aandoeningen?
De Polikliniek Mens en Arbeid door Michelle Bertelkamp
De hoofdtaak van de Polikliniek Mens en Arbeid (PMA) is het beantwoorden van vragen over complexe arbeids relevante gezondheidsproblemen. Disciplines met de meeste verwijzingen zijn dermatologie, audiologie, cardiologie en neurologie. De uitgevoerde expertises richtten zich vooral op het verkrijgen van duidelijkheid over medische causaliteit van gezondheidsproblemen in relatie tot werk. Het Solvent teamproject is één van de kernactiviteiten van de PMA. Hier worden mensen multidisciplinair beoordeeld met een verdenking op niet-aangeboren stoornissen door het werken met neurotoxische stoffen. Afgelopen jaar zijn 105 mensen door het team onderzocht. Tot slot zijn er een aantal casus overstijgende projecten geweest zoals het beoordelen van dossiers Posttraumatische Stressstoornissen bij politie personeel en het onderzoek naar ziekteverschijnselen bij vliegtuigcabine personeel (aerotoxic syndrome).
Samen met het Solvent Team van het Medisch Spectrum Twente is de aanvraag ingediend en gehonoreerd. De expertise centra voor zeldzame aandoeningen zijn ontstaan in navolging van het Europese netwerk voor zeldzame aandoeningen (European Reference Network). Voor zowel de patiënt als zorgverlener moet zo duidelijker worden waar in Nederland en Europa specifieke diagnostiek en behandeling voor deze aandoeningen te vinden is. De beoordeling is uitgevoerd door de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). Op basis van de Europese Orphanet classificaties van zeldzame aandoeningen zijn Nederlandse centra voor zeldzame aandoeningen getoetst op in Europees verband vastgestelde criteria (bijvoorbeeld betreffende de aanwezigheid van richtlijnen, continuïteit van zorg en wetenschappelijk onderzoek). Om zowel het wetenschappelijke perspectief als het patiënten perspectief te belichten, is bij de beoordeling samengewerkt met Orphanet Nederland en de Nederlandse patiënten organisaties voor zeldzame aandoeningen. De toekenning is voorlopig voor een jaar, waarna de NFU zich zal buigen over verlenging.
De PMA heeft in 2015 haar 10-jarig bestaan gevierd!
19
Van diagnose naar functioneren met tinnitus Casusbeschrijving door Bas Sorgdrager, bedrijfsarts Polikliniek Mens en Arbeid
De heer P. is 60 jaar en werkzaam in een volcontinubedrijf in een kortcyclisch voorwaarts roterend ploegendienstrooster. Hij werkt al 35 jaar in de productie; een belangrijk arbeids risico is de blootstelling aan lawaainiveaus van rond de 85 dB(A). Al jaren is hij bekend met lawaaislechthorendheid en sinds een jaar of zeven ook met oorsuizen. Het oorsuizen is soms ondragelijk, vooral na het werk. Het slapen gaat ook steeds slechter, vooral na de nachtdiensten. Vanwege klachten van evenwichtsstoornissen heeft de heer P. zich ziek gemeld. Drie maanden na de ziekmelding neemt de bedrijfsarts contact op met de PMA om te vragen naar interventie mogelijkheden. Een verwijzing volgt, inclusief een werkplek bezoek door een klinisch arbeidsgeneeskundige. Problemen met de slechthorendheid heeft de heer P. nauwelijks. Audiologische evaluatie levert op dat het voorgeschreven hoortoestel adequaat is ingesteld. Een belangrijke bevinding is de hoge herstelbehoefte. De tinnitusklachten zijn sinds de ziekmelding weer dragelijk en evenwichtsstoornissen vrijwel verdwenen. Hij ziet op tegen terugkeer in werk. De gedachten aan het werk
20
maken hem gespannen en onzeker. Vooral tegen de nacht arbeid ziet de heer P. vreselijk op. Het inzicht in de eigen situatie is goed en het herstelgedrag lijkt verder normaal. Het werkplekbezoek levert de volgende conclusies op: de inhoud van het werk vraagt optimale concentratie, de lawaaiblootstelling vereist het continu dragen van gehoor bescherming, prima arbeidsverhoudingen en het ploeg dienstschema is onlosmakelijk verbonden met het productie werk. De personeelsmanager bevestigt het vermoeden van de bedrijfsarts: een tweede spoor moet worden opgestart als volledige terugkeer in eigen functie niet meer duurzaam kan worden volgehouden. Het onderzoeksrapport eindigt met de opmerking dat terugkeer in eigen werk haalbaar is met uitzondering van de nachtdiensten. Dit blijkt ook het geval als na een half jaar de werkhervatting geleidelijk is opgebouwd. Helaas kent het bedrijf geen regeling om de oudere werknemer te ontzien voor de nachtdiensten.
“Wanneer alle gegevens in beschouwing worden genomen, is bij de door ons onderzochte luchtvaartmedewerkers onvoldoende bewijs om te kunnen spreken van een beroepsziekte veroorzaakt door blootstelling aan contaminanten.” is sprake van sterk geurende al dan niet zichtbare rook in de cockpit en cabine. In de literatuur wordt het optreden van diverse aspecifieke gezondheidsklachten in verband gebracht met blootstelling aan gecontamineerde bleed air. Men maakt hierbij onderscheid tussen klachten door irritatie van de slijmvliezen en luchtwegen en neurologische klachten zoals hoofdpijn, geheugen- en concentratieverlies, evenwichts klachten en moeheid.
Onderzoek naar het Aerotoxic Syndrome door Evelien van Valen, Gezondheidszorgpsycholoog Polikliniek Mens en Arbeid In de afgelopen paar jaar verschenen in de media berichten over neurologische klachten bij luchtvaartpersoneel door blootstelling aan schadelijke stoffen in de cabinelucht. Deze klachten worden ook wel het Aerotoxic Syndrome (ATS) genoemd. In opdracht van de Inspectie Luchtvaartveiligheid heeft de Polikliniek Mens en Arbeid luchtvaartpersoneel onderzocht bij wie gezondheidsklachten speelden die zij zelf relateerden aan de lucht in de cabine. Onder andere naar aanleiding van een uitzending van Zembla over dit onderwerp, hebben zich 5 medewerkers van luchtvaart maatschappijen gemeld voor onderzoek. Het ontstaan van ATS wordt in verband gebracht met blootstelling aan Tricresylfosfaat (TCP) aanwezig in de motorolie van het vliegtuig. TCP behoort tot de organo fosfaatesters en wordt toegepast vanwege anticorrosieve, brandvertragende en goede geleidende eigenschappen. Diverse organofosfaatesters, waaronder ook TCP en dan in het bijzonder ToCP, zijn neurotoxisch. Er is internationaal veel aandacht voor dit gezondheidsrisico. TCP kan aanwezig zijn in bleed air. Dit is lucht die via de motoren ongefilterd in de cockpit en cabine terechtkomt en daardoor bestanddelen van de motorolie en hydraulische olie kan bevatten. Blootstelling aan gecontamineerde bleed air zou zich in het bijzonder voor kunnen doen tijdens een fume event. Hierbij
Er is tot nu toe onvoldoende bewijs voor het leggen van een causaal verband tussen een breed scala aan gerapporteerde chronische gezondheidsklachten en blootstelling aan neurotoxische organofosfaten in bleed air. Het tekort schietende bewijs heeft enerzijds te maken met onvoldoende aanwijzingen voor de aanwezigheid van blootstelling die hoog genoeg is om tot effecten te leiden, anderzijds met de afwezigheid tot op heden van kwalitatief hoogwaardig epidemiologisch onderzoek of patiënten series. Wanneer alle gegevens (medisch, vermoedelijke bloot stelling, literatuur) in beschouwing worden genomen, is bij de door ons onderzochte luchtvaartmedewerkers onvoldoende bewijs om te kunnen spreken van een beroeps ziekte veroorzaakt door blootstelling aan contaminanten en dan in het bijzonder TCP in de lucht van de cockpit en cabine. Het tot nu toe verrichte wetenschappelijke onderzoek sluit echter een verhoogd risico op neurotoxische schade door beroepsmatige blootstelling bij luchtvaartmedewerkers ook niet uit. Naast het verkrijgen van betere informatie over de neurotoxiciteit van de verschillende TCP-isomeren, is het van belang dat prospectief epidemiologisch onderzoek wordt verricht. Hierbij dienen bij luchtvaartmedewerkers longitudinaal zowel gegevens van de blootstelling als van gezondheidseffecten verzameld te worden. Opzet en uitvoering van zo’n onderzoek zal internationale samenwerking vereisen. De huidige tekst is een bewerking van een bericht uit het NCvB dat geplaatst werd in het Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde, TBV 23 / nr 5 / mei 2015: Moeilijk objectiveerbare werkgebonden klachten bij luchtvaart personeel. Bas Sorgdrager, Teake Pal, Evelien van Valen.
21
Het Coronel Instituut voor
Bachelortheses
Epicurus door Sietske Tamminga
In collegejaar 2016/2017 gaat in het AMC de nieuwe bachelor geneeskunde van start, genaamd Epicurus. De nieuwe bachelor geneeskunde wordt gebaseerd op teambased learning en zal bestaan uit vier thema’s: • Ontwikkeling, voortplanting & veroudering, • Waarnemen, denken & doen, • Circulatie en Milieu Interieur en • Regulatie en afweer. Daarnaast bestaat de nieuwe bachelor uit longitudinale leerlijnen, zoals academische vorming en het keuzeonderwijs. Om antwoord te krijgen op de vraag ‘wat betekent het Coronel Instituut voor studenten in de nieuwe bachelor geneeskunde?’ ben ik in gesprek met Jeroen Croes, bedrijfsarts en docent bij het Coronel Instituut. Wat is onze visie op de nieuwe bachelor geneeskunde ten aanzien van Arbeid en Gezondheid? Croes: “Onze onderwijsvisie is om kennis over te brengen omtrent de rol van de (arbeids)context bij het ontstaan van ziekte en het omgaan met ziekte. Anders gezegd: Welke factoren in het werk kunnen ziekten veroorzaken? En welke in stand houdende factoren en/of verergerende factoren spelen een rol in werk wanneer er reeds sprake is van (chronische) ziekte?”
22
Titel bachelorthesis: De schadelijke lichamelijke effecten van marathonlopen bij toplopers Student: Jolien R. van Leeuwen Begeleiders: prof. dr. Judith K. Sluiter en prof. dr. Monique H.W. Frings-Dresen Onderzoeksvraag: Welke schadelijke lichamelijke effecten heeft marathonlopen op topniveau? Belangrijkste bevindingen: Op de lange termijn hebben marathonlopers hogere kans op een sporthart, atriumfibrosering en een stijvere aorta. Direct na de marathon zijn aangeboren en verworven immuniteit verminderd en wordt systemisch inflammatie tegengegaan. Bron: J.R. van Leeuwen. De schadelijke lichamelijke effecten van marathonlopen bij toplopers. Bachelorthesis Geneeskunde 2014-2015 UvA/AMC.
Wat hebben jullie in het afgelopen jaar gedaan ter voorbereiding op de nieuwe bachelor? Croes: “Ter voorbereiding op de nieuwe bachelor hebben wij allereerst onderzocht welke specifieke expertises binnen het thema Arbeid en Gezondheid een bijdrage kunnen leveren aan de doelen die geformuleerd zijn voor Epicurus. Dit zijn de volgende twee doelen: • bewustzijn van het belang van ziektepreventie en • omgaan met een veranderende zorgvraag in een pluriforme en verouderende maatschappij. Vervolgens hebben wij een selectie gemaakt in de lijst van primaire ziektebeelden, die binnen Epicurus als didactische
Titel bachelorthesis: Risicofactoren in werk en sport voor letsel van de Arteria Circumflexa Humeri Posterior (ACHP) – een bloedvat in de schouder. Student: Lisa Beers Begeleiders: dr. P. Paul F. M. Kuijer, drs. Daan van de Pol en prof. dr. Mario Maas Onderzoeksvragen: 1 Bij welke sporten of beroepen komt letsel van de ACHP voor?, 2 Hoeveel casussen van letsel van de ACHP zijn per sport of beroep beschreven?, en 3 Welke risicofactoren zijn geassocieerd met letsel van de ACHP? Belangrijkste bevindingen: Letsel van de ACHP is met name beschreven in bovenhandse sporten zoals volleybal, honkbal en tennis en bij drie beroepen: honkbalcoach, circustrapeze-artiest en monteur. In totaal zijn 48 gevallen van letsel van de ACHP in de medische literatuur gerapporteerd. Er werden geen studies gevonden die risico factoren bepaalden voor letsel van de ACHP. Bron: L. Beers. Posterior circumflex humeral artery injury, a systematic review on risk factors in work and sports. Bachelorthesis Geneeskunde 2014-2015 UvA/AMC.
Titel bachelorthesis: Psychische aandoeningen gerelateerd aan medische fouten en gedrag bij artsen Student: Merel A. de Jong Begeleiders: dr. Karen Nieuwenhuijsen en prof. dr. Judith K. Sluiter Onderzoeksvraag: Wat is de relatie tussen psychische aandoeningen en het voordoen van medische fouten en/of onprofessioneel gedrag bij ziekenhuisartsen? Belangrijkste bevindingen: Er is sterk bewijs gevonden voor een significante associatie tussen burn-out en het optreden van medische fouten bij artsen. Daarnaast zijn andere psychische aandoeningen, zoals depressie ook geassocieerd met het optreden van medische fouten. Er is inconsistent bewijs gevonden voor de associatie tussen psychische aan doeningen en onprofessioneel gedrag bij artsen. Bron: M.A. de Jong. Common mental disorders related to incidents and behaviour in physicians. Bachelorthesis Geneeskunde 2014-2015 UvA/AMC.
kapstokken worden gebruikt. Vanuit ons Coronel Instituut bestaat brede expertise rondom de geselecteerde ziekte beelden in relatie tot het thema Arbeid en Gezondheid.”
Wat zijn de plannen voor de toekomst? Croes: Eind 2015, begin 2016 worden onze voorbereidingen besproken door de betreffende themacoördinatoren binnen de vier hoofdthema’s van de nieuwe bachelor geneeskunde. Daarnaast wordt ook keuzeonderwijs vanuit het Coronel Instituut verzorgd. Zodra bekend wordt welk onderwijs wij binnen de thema’s mogen geven zal het onderwijs in onderling overleg door betreffende docenten van het Coronel Instituut worden uitgewerkt. Vanaf het collegejaar 2016-2017 kunnen wij dan enthousiast onze bijdrage aan Epicurus leveren.
Kan je een voorbeeld van een ziektebeeld geven waarbij de (arbeids)context relevant is? Croes: “Een voorbeeld van een ziektebeeld is ‘prematuriteit’, maar ook ‘congenitale afwijkingen door werk’. Onze afdeling kan bijvoorbeeld onderwijsinput leveren omtrent de preventie van vroegtijdige bevalling en aangeboren afwijkingen door blootstelling in werk.”
23
Zelfhulpcursus Mantelzorg & Betaald Werk door Julitta Boschman en Edwin Boezeman
Zo ongeveer een zesde van de Nederlandse beroepsbevolking is in de privé-situatie belast met mantelzorgverplichtingen. Veel van de werknemers die in hun privé-situatie mantelzorg verlenen hebben last van spanningsklachten, stress, en een verminderd functioneren op het werk. Dr. Edwin Boezeman, prof. dr. Judith Sluiter, en dr. Karen Nieuwenhuijsen ontwikkelden een zelfhulpcursus voor werkenden die in de privé-situatie belast zijn met mantelzorg. De cursus heeft twee hoofdthema’s, namelijk: ‘Voor een ander zorgen’ en ‘Zorg combineren met werk en sociaal leven’. De zelfhulpcursus geeft handvatten voor • het invulling geven aan de rol van mantelzorger, en • het combineren van de rol van werknemer met de rol van mantelzorger. Elk thema bestaat uit oefeningen, ondersteunende teksten en tips. De cursus bestaat uit een papieren werkboek, maar is ook te doen via het internet. Zo kunnen werkende mantelzorgers ermee aan de slag wanneer het hen het beste uitkomt en op een manier die hen het beste past. Boezeman: “We vragen de deelnemers om de cursus te bekijken en eruit te pikken wat voor hen nuttig is. Dat is voor iedereen anders.”
Met onze cursus kunnen werkende mantelzorgers aan de slag wanneer het hen het beste uitkomt en op een manier die hen het beste past.
24
voor werkenden die in de privé-situatie zorg verlenen
Persoonlijk handboek
ZORG Voor een ander zorgen Zorg combineren met mijn werk en sociale leven
Op dit moment loopt het wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van de cursus. De verwachting is dat de zelfhulpcursus bij werkenden belast met mantelzorg zorgt voor minder mantelzorgstress en een beter werkfunctioneren.
Neuro- en gezondheidspsycholoog Evelien van Valen
Prof. dr. Judith Sluiter (1e van links) ontving de derde prijs tijdens de verkiezingen van de Maatschappelijk Impact Award.
De Highlights van 2015 door Michiel Greidanus
Nominatie Maatschappelijke Artikel NTvG
Impact Award
Hersenschade door blootstelling aan oplosmiddelen
De balans tussen werk en gezondheid
Vanaf de jaren 70 van de vorige eeuw wordt gewezen op de mogelijke schadelijke gevolgen van langdurige, relatief lage blootstelling aan oplosmiddelen. Deze blootstelling kan namelijk leiden tot ‘Chronische Toxische Encefalopathie (CTE)’, met symptomen zoals vergeetachtigheid, moeheid en hoofdpijn. Neuro- en gezondheidszorgpsycholoog Evelien van Valen (Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid) publiceerde in 2015 in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) een artikel over de huidige stand van zaken met betrekking tot de diagnostiek en het beloop van CTE. Ondanks dat het aantal CTE-patiënten in Europa elk jaar afneemt, blijft het voor Europa zaak om alert te blijven voor de neurotoxische blootstelling op het werk. Het artikel is te vinden via: www.ntvg.nl/A9431.
De balans tussen werk en gezondheid wordt onderzocht in de onderzoekslijn van prof. dr. Judith Sluiter in beroepen waarbij stress, concentratie, onregelmatige werktijden en fysieke taken de volle inzet vragen van werknemers (bijvoorbeeld bij dokters, brandweerlieden, politieagenten, ambulancepersoneel en bouwvakkers). Behalve uitvoering van onderzoeksprojecten adviseert zij bedrijfsartsen en werkgevers, waar onder de rijksoverheid op het terrein van medische keuringen en gezondheidsbeleid. Als erkenning voor haar praktijkgerichte onderzoek en activiteiten werd Judith met haar onderzoeksgroep in november 2015 genomineerd voor de Maatschappelijke Impact Award van het AMC.
25
Steven Visser tijdens zijn verdediging van zijn proefschrift
Keynote ICOH
Promotieonderzoek
Keynote ICOH Seoul
Hulpmiddelen in de bouw
Werk gerelateerde aandoeningen aan het bewegingsapparaat
Werknemers in de bouw hebben vaak klachten aan de spieren, gewrichten en de bindweefselkapsels. Deze klachten worden in een groot aantal gevallen gezien als werkgerelateerd. Daarom wordt bouwvakkers geadviseerd om hulpmiddelen te gebruiken zodat het werk minder risicovol wordt. Het kan daarbij gaan om een andere werkwijze of om technische hulpmiddelen. Steven Visser onderzocht de effectiviteit van deze verschillende typen hulpmiddelen bij vloerenleggers en betonstaalvlechters.
De prevalentie en incidentie van klachten aan het bewegingsapparaat laat wereldwijd grote verschillen zien. Prof. dr. Monique Frings-Dresen (afdelingshoofd en PI van het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid) presenteerde tijdens het International Commission of Occupational Health (ICOH) congres in Korea (juni 2015) de huidige problematiek met betrekking tot werk gerelateerde aandoeningen aan het bewegingsapparaat. Ook behandelde zij de doeltreffendheid en effectiviteit van interventies om deze aandoeningen te voorkomen. In haar keynote pleitte zij voor programma’s gericht op gezondheidsbewaking van werkenden en het betrekken van relevante stakeholders, werknemers, bedrijfsartsen en werkgevers, bij de invoering van preventieve maatregelen. Bovendien moeten richtlijnen meer gericht zijn op specifieke werksituaties en op bevordering van arbeidsparticipatie.
26
Dr. Angela de Boer: AMC Principal Investigator
Evelien van Valen (2e van rechts) viel in de prijzen tijdens het internationale congres van de International Neurotoxicolgy Association.
Nieuwe AMC Principal Investigator binnen de afdeling
Poster award
Werk functioneren van patiënten met chronische aandoeningen
Inzichten in verschillende neurotoxische stoffen
De onderzoekslijn van dr. Angela de Boer heeft als doel het werk functioneren van patiënten met chronische aandoeningen te verbeteren en werkloosheid onder deze patiënten te voorkomen. De focus ligt hierbij op drie dingen: • het verkrijgen van inzicht in de werksituatie en kwaliteit van werk, • het identificeren van risicofactoren voor werkloosheid en verminderd werk functioneren en • het ontwikkelen van interventies ter ondersteuning van de werkgelegenheid, re-integratie en werk functioneren. Door het ontwikkelen en onderhouden van deze onder zoekslijn is De Boer in 2015 benoemd tot AMC Principal Investigator (PI). Ook haar fondsenwervend vermogen, goede begeleiding van PhD-studenten en publicaties van hoge kwaliteit hebben bijgedragen aan deze benoeming.
Tijdens het internationale congres van de International Neurotoxicology Association (juni 2015 in Montreal, Canada) werden inzichten op het gebied van verschillende neurotoxische stoffen besproken. Vanuit het Nederlandse Solvent team hielden Evelien van Valen en Moniek van Hout een lezing over de laatste wetenschappelijke inzichten met betrekking tot het mogelijke Aerotoxic Syndrome, gezondheidsschade bij vliegpersoneel door contaminanten in de cabine- en cockpitlucht. Naast deze lezing viel Van Valen ook in de prijzen. Met haar twee poster presentaties over het Chronische Toxische Encefalopathie door de blootstelling aan oplosmiddelen ontving zij namelijk de derde prijs van de poster awards.
27
28
door Michiel Greidanus
Helft bedrijfsartsen maakt geen melding van beroepsziekten Radio interview 10 juni 2015
Twitteraccount @NCvB_AMC Twitter is voor het NCvB en de Polikliniek Mens en Arbeid van groot belang. Ieder belangrijk nieuwsbericht dat via de website en mailing wordt verspreidt, wordt ook verstuurd via Twitter. Omgekeerd staat het NCvB ook open voor Twitterberichten van deze buitenwereld. Dus wilt u op de hoogte blijven van het laatste nieuws met betrekking tot beroepsziekten, volg dan @NCvB_AMC.
Op 10 juni 2015 werd Henk van der Molen, hoofd van het Nederlands Centrum van Beroepsziekten (NCvB), geïnterviewd door NPO Radio 1. Aanleiding voor het interview was het nieuws dat de helft van alle bedrijfs artsen geen melding maakt van beroepsziekten terwijl zij dat wel verplicht zijn. Als voornaamste verklaring hiervoor noemt Van der Molen de beperkte betaalde tijd die bedrijfsartsen hebben voor het melden van beroepsziekten. Hierdoor worden jaarlijks van het geschatte aantal van 17.000-22.000 beroepsziekten, slechts 5.000-7.000 meldingen gedaan bij het NCvB. Om het aantal meldingen te verhogen pleit Van der Molen voor duidelijke afspraken over het melden van beroepsziekten in de contracten tussen bedrijven en de bedrijfsarts. http://www.beroepsziekten.nl/node/1996
29
Proefschriften/Thesis
Rapporten/Reports
Visser Steven: Ergonomic measures in construction work: enhancing evidence based implementation. Universiteit van Amsterdam Promotor: Frings-Dresen MHW Copromotor(s): Kuijer PPFM, Sluiter JK, Molen HF van der, 2015
Faber Babs, Nieuwenhuijsen Karen, Frings-Dresen Monique: Indicatie begeleidingsbehoefte voor een succesvolle arbeidsparticipatie. Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, AMC/UvA, 2015 (Coronel rapportnummer: 15-01). Herder Aalt den, Molen Henk van der, Warning Jan, Frings-Dresen Monique: Preventie valgevaar met klimmaterieel bij schilders. Effectiviteitstudie naar persoonlijk advies en algemene voorlichting op veiligheidsovertredingen, 2015 (Arbouw rapportnummer: 15-180). Koppes SA, Kezic S: Efficacy of a cream containing ceramides and magnesium in the treatment of mild to moderate atopic dermatitis: a randomized, double-blind, emollient and hydrocortisone-controlled trial. Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, AMC/UvA, 2015 (Coronel rapportnummer: 15-03). Leider Priscilla, Molen Henk van der, Frings-Dresen Monique: Taakroulatie in de bouw. Naar een checklist voor arbo professionals, 2015 (Arbouw rapportnummer: 15-182). Molen H van der, Kuijer P, Groene G de, Bakker J, Sorgdrager B, Lenderink A, Maas J, Valen E van, Brand T: Kerncijfers Beroepsziekten 2015. Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, AMC/UvA, 2015. Rongen A, Zemouri C, Nieuwenhuijsen K, Hulshof C, Sluiter J, Frings-Dresen M: Update van de kennis over overspanning en burn-out: diagnose, prognose, interventies en patiënten perspectief. Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, AMC/UvA, 2015 (Coronel rapportnummer: 15-05).
30
Sluiter JK, Hulshof CTJ: Bijzondere functieeisen in de OvD taak bij de brandweer in regio AA. Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, AMC/UvA, 2015 (Coronel rapportnummer: 15-02). Son M van, Zemouri C, Hoving J, Hulshof C, Frings-Dresen M: Update van de kennis over whiplash: diagnose, prognose, interventies en patiënte perspectief. Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid, AMC/UvA, 2015 (Coronel rapportnummer: 15-06). Tamminga Sietske J, Maas Jaap J, Steeg Josephine M ter, Boschman Julitta S, Molen Henk F van der, Frings-Dresen Monique HW: Borging en versterking van expertise op gebied van infectieziekten en arbeid. Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid/AMC,UvA, 2015 (Coronel rapportnummer: 15-04).
Nationaal/National Dijk Frank van, Schaufeli Wilmar B: Preventieve bedrijfsgezondheidszorg. Resultaten van een innoverend onderzoeksen ontwikkelprogramma 2007 2013. (3) Slotbeschouwing, conclusies en aanbevelingen. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde 23(1), 2015, p.9-11. Huisman Rozemarijn, Sluiter Judith, Daams Joost, Kuijer Paul: Risicovolle activiteiten voor een achillespeesruptuur in sport en werk. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde 23(8), 2015, p.386-387. Hullen HJ, Scholte-Voshaar MJH, Hoving JL, Vliet Vlieland ThPM, Lems WF: Meedoen met reuma. De nieuwe richtlijn ‘Reumatoïde Artritis en Participatie in arbeid’. Nederlands tijdschrift voor Reumatologie 15(3), 2015, p.58-60. Hulshof Carel, Senden Theo, Verbeek Jos: Lezersforum: Die Furcht ist die Mutter der Moral (Nietzsche). Tijdschrift voor Bedrijfsen Verzekeringsgeneeskunde 23(2), 2015, p.53-54. Laan Gert van der: Kanker bij brandweer lieden. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde 23(5), 2015, p.207-207. Laan Gert van der, Jungbauer Frank, Lenderink Annet: Ziek door zeswaardig chroom? Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde 23(1), 2015, p.22-24. Maas Jaap: Ebola: werknemers in de frontlijn. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde 23(3), 2015, p.116-119.
Molen Henk van der: Beroepsziekten kunnen we voorkomen. VG Professional: vakinformatie over veilig en gezond werken in de bouw 2 (oktober), 2015, p.13-13.
Sorgdrager Bas: Uitspraken tuchtcollege: Volg de leidraad bedrijfsarts en privacy! Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekerings geneeskunde 23(8), 2015, p.384-385.
Molen Henk van der, Frings-Dresen Monique: Schaf meldingsplicht beroepsziekte door bedrijfsarts af (reactie op MC 23/2015: 1133). Medisch Contact 25, 2015, p.12471247.
Sorgdrager Bas, Bakker Jan: Multidisciplinaire aanpak noodzakelijk bij werkgerelateerde huidklachten. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde 23(6), 2015, p.292-292.
Molen Henk van der, Hulshof Carel, Brand Teus, Frings-Dresen Monique: Repliek. Gooi het kind niet met het badwater weg. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde 23(7), 2015, p.300-301.
Sorgdrager Bas, Pal Teake, Valen Evelien van: Moeilijk objectiveerbare werkgebonden klachten bij luchtvaartpersoneel. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde 25(5), 2015, p.239-240.
Sorgdrager Bas: Arbeidsgerelateerde zorg en sociale zekerheid. Tijdschrift voor Bedrijfsen Verzekeringsgeneeskunde 23(4), 2015, p.191-192. Sorgdrager Bas: Boekbespreking: Veranderende samenwerking in de zorg. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekerings geneeskunde 23(4), 2015, p.163-163.
Sorgdrager Bas, Molen Henk van der, Frings-Dresen Monique: Nederlands Centrum voor Beroepsziekten 20 jaar. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekerings geneeskunde 23(9), 2015, p.434-436. Valen E van, Hout MSE van, Wekking EM, Lenderink AF, Laan G van der, Hageman G: Hersenschade door blootstelling aan oplosmiddelen. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 159, 2015, p.A9431-.
Sorgdrager Bas: Gehoorverlies in het werk: over lawaaischade en functionerings problemen. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde 23(7), 2015, p.320-323.
Velzen JM van: Terugkeer naar werk na niet aangeboren hersenletsel. Nederlands Tijdschrift voor Revalidatiegeneeskunde 37(2), 2015, p.78-79.
Sorgdrager Bas: Inspirerend. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde 23(4), 2015, p.149-149.
Velzen Judith van: Terugkeer naar werk na niet aangeboren hersenletsel. Psycholoog juli augustus, 2015, p.11-20.
Sorgdrager Bas: Kwaliteitsbevordering. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekerings geneeskunde 23(2), 2015, p.49-49.
Wind Haije: Buitenspel staan met de Participatiewet. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 159, 2015, p.A9175.
Sorgdrager Bas: Uitspraak tuchtzaak scherpt klachtenprocedure aan. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde 23(4), 2015, p.183-184.
Wind Haije: Mensen met een arbeids beperking in Vlaanderen en in Nederland. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekerings geneeskunde 23(1), 2015, p.29-29.
31
Internationaal/International Wind Haije: Proefschriftbespreking: Return to work after acquired brain injury. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde 23(3), 2015, p.126-127.
Agius Raymond, Lenderink Annet, Colosio Claudio: Finding ‘new’ occupational diseases and trends in ‘old’ ones. Occupational Medicine Oxford 65(8), 2015, p.607-609.
Wind Haije, Kroneman Herman, Frings-Dresen Monique: Onderzoek in de verzekeringsgeneeskunde nog steeds in de lift? Een terugblik op 10 jaar Kenniscentrum Verzekeringsgeneeskunde. Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde 23(5), 2015, p.211-214.
Ailly PN d’, Sluiter JK, Kuijer PP: Rib stress fractures among rowers: a systematic review on return to sports, risk factors and prevention. Journal of Sports Medicine and Physical Fitness [aheadofprint], 2015. Angelova Fischer Irena, Hoek Anne Karin, Dapic Irena, Jakasa Ivone, Kezic Sanja, Fischer Tobias W, Zillikens Detlef: Barrier function and natural moisturizing factor levels after cumulative exposure to a fruit-derived organic acid and a detergent: different outcomes in atopic and healthy skin and relevance for occupational contact dermatitis in the food industry. Contact Dermatitis 73(6), 2015, p.358-363. Audhoe Selwin S, Nieuwenhuijsen Karen, Hoving Jan L, Sluiter Judith K, Frings-Dresen Monique HW: The effectiveness of the “Brainwork Intervention” in reducing sick leave for unemployed workers with psychological problems: design of a controlled clinical trial. BMC Public Health 15(1), 2015, p.377. Beemster Timo T, Velzen Judith M van, Bennekom Coen AM van, Frings-Dresen Monique HW, Reneman Michiel F: Cost-effectiveness of 40-hour versus 100-hour vocational rehabilitation on work participation for workers on sick leave due to subacute or chronic musculoskeletal pain: study protocol for a randomized controlled trial. Trials 16(1), 2015, p.317. Bianco Carlotta, Kezic Sanja, Crosera Matteo, Svetličić Vesna, Šegota Suzana, Maina Giovanni, Romano Canzio, Larese Francesca, Adami Gianpiero: In vitro percutaneous penetration and characterization of silver from silvercontaining textiles. International Journal of Nanomedicine 10, 2015, p.1899-1908.
32
Bianco Carlotta, Kezic Sanja, Visser Maaike J, Pluut Olivier, Adami Gianpiero, Krystek Petra: Pilot study on the identification of silver in skin layers and urine after dermal exposure to a functionalized textile. Talanta 136, 2015, p.23-28. Boer Angela GEM de, Taskila Tyna K, Tamminga Sietske J, Feuerstein Michael, Frings-Dresen Monique HW, Verbeek Jos H: Interventions to enhance return-towork for cancer patients. Cochrane Database of Systematic Reviews 2015(9), 2015, p.CD007569. Boezeman Edwin J, Nieuwenhuijsen Karen, Bekker-Grob Esther W de, Akker-van Marle M Elske van den, Sluiter Judith K: The relative importance of the domains of work functioning: evaluations of health-impaired employees, healthy employees, and employers. Journal of Occupational and Environmental Medicine 57(4), 2015, p.361-366. Boezeman Edwin J, Sluiter Judith K, Nieuwenhuijsen Karen: Measuring Work Functioning: Validity of a Weighted Composite Work Functioning Approach. Journal of Occupational Rehabilitation 25(3), 2015, p.537-542. Borst Jorien M, Frings-Dresen Monique HW, Sluiter Judith K: Prevalence and incidence of mental health problems among Dutch medical students and the study related and personal risk factors: a longitudinal study. International Journal of Adolescent Medicine and Health [aheadofprint], 2015. Boschman JS, Nieuwenhuijsen K, FringsDresen MHW, Sluiter JK: Development of hospital nurses’ work ability over a 2 year period. Occupational Medicine-Oxford 65(7), 2015, p.542-548. Boschman Julitta S, Frings-Dresen Monique HW, Molen Henk F van der: Use of Ergonomic Measures Related to Musculoskeletal Complaints among Construction Workers: A 2-year Follow up Study. Safety and Health at Work 6(2), 2015, p.90-96.
Boström Maria, Holmgren Kristina, Sluiter Judith K, Hagberg Mats, GrimbyEkman Anna: Experiences of work ability in young workers: an exploratory interview study. International Archives of Occupational and Environmental Health [aheadofprint], 2015. Braakhuis Hedwig M, Kloet Samantha K, Kezic Sanja, Kuper Frieke, Park Margriet VDZ, Bellmann Susann, Zande Meike van der, Le Gac Séverine, Krystek Petra, Peters Ruud JB, Rietjens Ivonne MCM, Bouwmeester Hans: Progress and future of in vitro models to study translocation of nanoparticles. Archives of Toxicology 89(9), 2015, p.1469-1495. Dekkers-Sánchez Patricia M, Wind Haije, Frings-Dresen Monique HW, Sluiter Judith K: Implementation of a checklist to assess factors relevant for work ability assessments of employees on long-term sick leave. International Archives of Occupational and Environmental Health 88(5), 2015, p.577-588. Dijk Frank J van, Bubas Marija, Smits Paul B: Evaluation Studies on Education in Occupational Safety and Health: Inspiration for Developing Economies. Annals of Global Health 81(4), 2015, p.548-560. Donker-Cools Birgit HPM, Daams Joost G, Wind Haije, Frings-Dresen Monique HW: Effective return to work interventions after acquired brain injury: A systematic review. Brain Injury, 2015, p.1 19. Donker-Cools Birgit HPM, Wind Haije, Frings-Dresen Monique HW: Prognostic factors of return-to-work after traumatic or non-traumatic acquired brain injury. Disability and Rehabilitation [aheadofprint], 2015, p.1-9. Engebretsen KA, Johansen JD, Kezic S, Linneberg A, Thyssen JP: The effect of environmental humidity and temperature on skin barrier function and dermatitis. Journal of the European Academy of Dermatology and Venereology [aheadofprint], 2015.
Franz J, Beutel M, Gevers K, Kramer A, Thyssen JP, Kezic S, Riethmüller C: Nanoscale alterations of corneocytes indicate skin disease. Skin Research and Technology [aheadofprint], 2015. Garrelfs Sander F, Donker-Cools Birgit HPM, Wind Haije, Frings-Dresen Monique HW: Return-to-work in patients with acquired brain injury and psychiatric disorders as a comorbidity: A systematic review. Brain Injury 29(5), 2015, p.550-557. Gouttebarge Vincent, Plat MarieChristine J, Kuijer P Paul FM, Sluiter Judith K, Frings-Dresen Monique HW: The reproducibility of two task specific functional capacity evaluation protocols for household waste collectors. Work AJjournal of Prevention Assessment & Rehabilitation 51(2), 2015, p.307-314. Gouttebarge Vincent, Wolfard Robin, Griek Nouschka, Ruiter Cornelis J de, Boschman Julitta S, Dieën Jaap H van: Reproducibility and validity of the myotest for measuring step frequency and ground contact time in recreational runners. Journal of Human Kinetics 45(1), 2015, p.19-26. Gouttebarge V, Frings-Dresen MHW, Sluiter JK: Mental and psychosocial health among current and former professional footballers. Occupational Medicine-Oxford 65(3), 2015, p.190-196. Gross Anita, Kay Theresa M, Paquin JeanPhilippe, Blanchette Samuel, Lalonde Patrick, Christie Trevor, Dupont Genevieve, Graham Nadine, Burnie Stephen J, Gelley Geoff, Goldsmith Charles H, Forget Mario, Hoving Jan L, Bronfort Gert, Santaguida Pasqualina L: Exercises for mechanical neck disorders. Cochrane Database of Systematic Reviews 2015(1), 2015, p.CD004250.
Gross Anita, Langevin Pierre, Burnie Stephen J, Bédard-Brochu Marie Sophie, Empey Brian, Dugas Estelle, FaberDobrescu Michael, Andres Cristy, Graham Nadine, Goldsmith Charles H, Brønfort Gert, Hoving Jan L, LeBlanc Francis: Manipulation and mobilisation for neck pain contrasted against an inactive control or another active treatment. Cochrane Database of Systematic Reviews 2015(9), 2015, p.CD004249. Hilst Jony van, Hilgersom Nick FJ, Kuilman Miriam C, Kuijer P Paul FM, Frings-Dresen Monique HW: Low back pain in young elite field hockey players, football players and speed skaters: Prevalence and risk factors. Journal of Back and Musculoskeletal Rehabilitation 28(1), 2015, p.67-73. Hoogerwerf Maurits D, Veldhuizen Ingrid JT, Kort Wim LAM de, FringsDresen Monique HW, Sluiter Judith K: Factors associated with psychological and physiological stress reactions to blood donation: a systematic review of the literature. Blood Transfusion 13(3), 2015, p.354-362. Hoogerwerf MD, Veldhuizen IJT, Hurk K van den, Kort WLAM de, Sluiter JK, Frings-Dresen MHW: Negative experiences and predonation blood pressure at the subsequent donation in blood donors. Vox Sanguinis, 2015. Hulshof Carel TJ: Occupational health guidelines for mental disorders and stress-related complaints, a challenge for occupational health. Occupational and Environmental Medicine 72(5), 2015, p.311-312. Jakasa Ivone, Kezic Sanja, Boogaard Peter J: Dermal uptake of petroleum substances. Toxicology Letters 235(2), 2015, p.123-139. Jong Merel de, Boer Angela GEM de, Tamminga Sietske J, Frings-Dresen Monique HW: Quality of working life issues of employees with a chronic physical disease: a systematic review. Journal of Occupational Rehabilitation 25(1), 2015, p.182-196.
33
Jong Merel de, Tamminga Sietske J, Boer Angela GEM de, Frings-Dresen Monique HW: Quality of working life of cancer survivors: development of a cancer specific questionnaire. Journal of Cancer Survivorship Research and Practice [aheadofprint], 2015. Ketelaar Sarah M, Nieuwenhuijsen Karen, Frings-Dresen Monique HW, Sluiter Judith K: Exploring novice nurses’ needs regarding their work-related health: a qualitative study. International Archives of Occupational and Environmental Health 88(7), 2015, p.953-962. Kok Rob, Verbeek Jos AHM, Faber Babs, Dijk Frank JH van, Hoving Jan L: A search strategy to identify studies on the prognosis of work disability: a diagnostic test framework. BMJ Open 5(5), 2015, p.e006315. Kox Laura S, Kuijer P Paul FM, Kerkhoffs Gino MMJ, Maas Mario, Frings-Dresen Monique HW: Prevalence, incidence and risk factors for overuse injuries of the wrist in young athletes: a systematic review. British Journal of Sports Medicine 49(18), 2015, p.1189. Kuijer P Paul FM, Molen Henk F van der, Schop Astrid, Moeijes Fred, FringsDresen Monique HW, Hulshof Carel TJ: Annual incidence of non-specific low back pain as an occupational disease attributed to whole-body vibration according to the National Dutch Register 2005-2012. Ergonomics 58(7), 2015, p.1232-1238. Kuijer PPFM, Kievit AJ, Verbeek JH, Burdorf A, Frings-Dresen MHW: Knee joint replacement and individual susceptibility for progression of knee osteoarthritis and tibial cartilage volume loss: not only genes run in the family. Osteoarthritis and Cartilage 23(10), 2015, p.1817-1818. Laan Gert van der, Sainio Markku, Valen Evelien van: Solvent-induced encephalopathy in the Netherlands and Finland. Occupational Medicine-Oxford 65(8), 2015, p.609-611.
34
Lastovkova Andrea, Nakladalova Marie, Fenclova Zdenka, Urban Pavel, Gad’ourek Petr, Lebeda Tomas, Ehler Edvard, Ridzon Petr, Hlavkova Jana, Borikova Alena, Kuijer P Paul FM, Batora Igor, Scholz-Odermatt Stefan M, Moldovan Horatiu, Godderis Lode, Leijon Ola, Campo-Giuseppe, Vaneckova Manuela, Bonneterre Vincent, Stikova Elisaveta Jasna, Pelclova Daniela: Low-back pain disorders as occupational diseases in the Czech Republic and 22 European countries: Comparison of national systems, related diagnoses and evaluation criteria. Central European Journal of Public Health 23(3), 2015, p.244-251. Leensen Monique CJ, Dreschler Wouter A: Longitudinal changes in hearing threshold levels of noise-exposed construction workers. International Archives of Occupational and Environmental Health 88(1), 2015, p.45-60. Leider Priscilla C, Boschman Julitta S, Frings-Dresen Monique HW, Molen Henk F van der: Effects of job rotation on musculoskeletal complaints and related work exposures: a systematic literature review. Ergonomics 58(1), 2015, p.18-32. Leider Priscilla C, Boschman Julitta S, Frings-Dresen Monique HW, Molen Henk F van der: When is job rotation perceived useful and easy to use to prevent work-related musculoskeletal complaints? Applied Ergonomics 51, 2015, p.205-210. Lenderink AF, Keirsbilck S, Molen HF van der, Godderis L: Online reporting and assessing new occupational health risk in SIGNAAL. Occupational Medicine-Oxford 65(8), 2015, p.638 641. Logtestijn Mark DA van, Caspers Peter J, Kezic Sanja, Hoffman Douglas R, Koenig David W, Ono Masahiro, Stamatas Georgios N, Tanaka Reiko J: Water resistance profile as a marker of skin barrier damage in atopic dermatitis patients. Journal of Dermatological Science [aheadofprint], 2015.
Mansfield Neil J, Hulshof Carel TJ: Foreword to 5th International Conference on Whole Body Vibration Injuries held at Academic Medical Center, University of Amsterdam, The Netherlands, 5-7 June 2013. Ergonomics 58(7), 2015, p.1061-1062. Mewes Janne C, Steuten Lotte MG, Groeneveld Iris F, Boer Angela GEM de, Frings-Dresen Monique HW, IJzerman Maarten J, Harten Wim H van: Return-towork intervention for cancer survivors: budget impact and allocation of costs and returns in the Netherlands and six major EU-countries. BMC Cancer 15(1), 2015, p.899. Nieuwenhuijsen Karen, Schene Aart H, Stronks Karien, Snijder Marieke B, Frings-Dresen Monique H W, Sluiter Judith K: Do unfavourable working conditions explain mental health inequalities between ethnic groups?: cross-sectional data of the HELIUS study. BMC Public Health 15(1), 2015, p.805. Noben Cindy, Evers Silvia, Nieuwenhuijsen Karen, Ketelaar Sarah, Gärtner Fania, Sluiter Judith, Smit Filip: Protecting and promoting mental health of nurses in the hospital setting: is it costeffective from an employer’s perspective? International Journal of Occupational Medicine and Environmental Health 28(5), 2015, p.891-900. Pendaries V, Le Lamer M, Cau L, Hansmann B, Malaisse J, Kezic S, Serre G, Simon M: In a three-dimensional reconstructed human epidermis filaggrin-2 is essential for proper cornification. Cell Death & Disease 6, 2015, p.e1656. Pluut Olivier A, Bianco Carlotta, Jakasa Ivone, Visser Maaike J, Krystek Petra, Larese Filon Francesca, Rustemeyer Thomas, Kezic Sanja: Percutaneous penetration of silver from a silver containing garment in healthy volunteers and patients with atopic dermatitis. Toxicology Letters 235(2), 2015, p.116-122.
Pol Daan van der, Alaeikhanehshir Sena, Kuijer P Paul FM, Terpstra Aart, Pannekoek-Hekman Marja JC, Planken R Nils, Maas Mario: Reproducibility of the SPI-US protocol for ultrasound diameter measurements of the Posterior Circumflex Humeral Artery and Deep Brachial Artery: an inter-rater reliability study. European Radiology [aheadofprint], 2015. Pol Daan van de, Alaeikhanehshir Sena, Maas Mario, Kuijer P Paul FM: Self reported symptoms and risk factors for digital ischaemia among international world class beach volleyball players. Journal of Sports Sciences [aheadofprint], 2015, p.1-7. Qi Xingliang, Liu Yapeng, Zhang Jing, Ji Shuang, Sluiter Judith K, Zhou Renlai, Deng Huihua: Relationship between work strain, need for recovery after work and cumulative cortisol among kindergarten teachers. International Archives of Occupational and Environmental Health 88(8), 2015, p.1053-1059. Ree Hans de, Berg Martin van den, Brand Teus, Mulder Gerard J, Simons Ries, Veldhuijzen van Zanten Brinio, Westerink Remco HS: Reply to letter to the editor. Neurotoxicology 46, 2015, p.167-168. Riethmuller Christoph, McAleer Maeve A, Koppes Sjors A, Abdayem Rawad, Franz Jonas, Haftek Marek, Campbell Linda E, MacCallum Stephanie F, McLean WH Irwin, Irvine Alan D, Kezic Sanja: Filaggrin breakdown products determine corneocyte conformation in patients with atopic dermatitis. Journal of Allergy and Clinical Immunology 136(6), 2015, p.1573-U223. Ruitenburg Martijn M, Plat MarieChristine J, Frings-Dresen Monique HW, Sluiter Judith K: Feasibility and acceptability of a worker’s health surveillance program for hospital physicians. International Journal of Occupational Medicine and Environmental Health 28(4), 2015, p.731-739.
Ruitenburg MM, Frings-Dresen MHW, Sluiter JK: Current and future healthcare needs of future hospital physicians. Occupational Medicine-Oxford [aheadofprint], 2015. Smits PBA, Verbeek JHAM: A questionnaire to measure medical students’ attitudes towards occupational medicine. Occupational Medicine-Oxford 65(5), 2015, p.402-404. Stocks S Jill, McNamee Roseanne, Molen Henk F van der, Paris Christophe, Urban Pavel, Campo Giuseppe, Sauni Riitta, Martínez Jarreta Begoña, Valenty Madeleine, Godderis Lode, Miedinger David, Jacquetin Pascal, Gravseth Hans M, Bonneterre Vincent, Telle-Lamberton Maylis, Bensefa-Colas Lynda, Faye Serge, Mylle Godewina, Wannag Axel, Samant Yogindra, Pal Teake, Scholz-Odermatt Stefan, Papale Adriano, Schouteden Martijn, Colosio Claudio, Mattioli Stefano, Agius Raymond: Trends in incidence of occupational asthma, contact dermatitis, noise-induced hearing loss, carpal tunnel syndrome and upper limb musculoskeletal disorders in European countries from 2000 to 2012. Occupational and Environmental Medicine 72(4), 2015, p.294-303. Szegedi K, Lutter R, Res PC, Bos JD, Luiten RM, Kezic S, Middelkamp-Hup MA: Cytokine profiles in interstitial fluid from chronic atopic dermatitis skin. Journal of the European Academy of Dermatology and Venereology 29(11), 2015, p.2136-2144. Tamminga SJ, Bültmann U, Husson O, Kuijpens JLP, Frings-Dresen MHW, Boer AGEM de: Employment and insurance outcomes and factors associated with employment among long-term thyroid cancer survivors: a population-based study from the PROFILES registry. Quality of Life Research [aheadofprint], 2015.
Visser Steven, Faber Gert S, Hoozemans Marco JM, Molen Henk F van der, Kuijer P Paul FM, Frings-Dresen Monique HW, Dieën Jaap H van: Lumbar compression forces while lifting and carrying with two and four workers. Applied Ergonomics 50, 2015, p.56-61. Visser Steven, Molen Henk F van der, Kuijer P Paul FM, Sluiter Judith K, Frings-Dresen Monique H W: Stand up: comparison of two electrical screed levelling machines to reduce the work demands for the knees and low back among floor layers. Ergonomics, 2015, p.1-17. Vooijs Marloes, Leensen Monique CJ, Hoving Jan L, Daams Joost G, Wind Haije, Frings-Dresen Monique HW: Disease generic factors of work participation of workers with a chronic disease: a systematic review. International Archives of Occupational and Environmental Health 88(8), 2015, p.1015-1029. Vooijs Marloes, Leensen Monique CJ, Hoving Jan L, Wind Haije, Frings-Dresen Monique HW: Interventions to enhance work participation of workers with a chronic disease: a systematic review of reviews. Occupational and Environmental Medicine 72(11), 2015, p.820-826. Vries Gabe de, Koeter Maarten WJ, Nieuwenhuijsen Karen, Hees Hiske L, Schene Aart H: Predictors of impaired work functioning in employees with major depression in remission. Journal of Affective Disorders 185, 2015, p.180-187. Zaman ACGNM, Bruinvels DJ, Boer AGEM de, Frings-Dresen MHW: Supporting cancer patients with work related problems through an oncological occupational physician: a feasibility study. European Journal of Cancer Care [aheadofprint], 2015.
Velzen JM van, Bennekom CAM van, Sluiter JK, Frings-Dresen MHW: Early vocational rehabilitation after acquired brain injury: a structured and interdisciplinary approach. Journal of Vocational Rehabilitation 42, 2015, p.31-40.
35
English
Content
Foreword
36 Foreword 36 The Coronel Institute of Occupational Health: Department of the Academic Medical Center, Amsterdam 37 The Coronel Institute for: Professionals 37 The Coronel Institute for: Policy-makers, professional sectors and employers 38 The Coronel Institute for: Research institutes and researchers 39 The Coronel Institute for: Patients 41 The Coronel Institute for: Students 41 Research 42 In the media
Showcase 2015: Coronel Institute This annual report is our showcase for 2015; a resume of all the scientific, educational and various other activities undertaken by our institute. It also raises the curtain on what to expect in 2016. All those who work in our institute share our ambition to improve the health of the Dutch working population in relation to their work. They all contribute in different ways: by acquiring new knowledge from research, by providing expertise in various areas, by developing new instruments for the day-to-day practice of occupational and insurance physicians, by introducing findings relevant to patients into clinical practice, and by providing teaching and training in all these subjects. We have been doing already this for 56 years. We also had a lot to celebrate in 2015; there was the 20th anniversary of the Netherlands Center for Occupational Diseases (NCvB), which serves as a reliable partner for the government by keeping abreast of knowledge regarding occupational diseases and maintaining national records. Our People and Work Outpatient Clinic (PMA) has been providing expert analyses in complex work-related health problems for 10 years now, and we joined our UMC partners in marking the 10th anniversary of our Research Center for Insurance Medicine AMC-UMCG-UWV-VUmc (KCVG). In addition, Sarah Ketelaar was awarded the Netherlands Society of Occupational Medicine (NVAB) Burgerpenning for her thesis. We always welcome feedback about the services we provide and are more than happy to discuss any new ideas you think may help us to achieve our ambitions. On behalf of all our staff, I hope you enjoy reading this report, Professor Monique Frings-Dresen, Head of Department
36
The Coronel Institute of Occupational Health Department of the Academic Medical Center, Amsterdam
The Coronel Institute of Occupational Health is a department of the Academic Medical Center (AMC) in Amsterdam, working as part of the Division of Clinical Methods and Public Health. The Institute’s research focuses on the field of occupational health. The health of employees or patients in relation to their work is our core business. Our aim is to optimize the prevention of occupational diseases and encourage work participation. In addition to carrying out our core tasks of research and education at the AMC, our department is home to the Netherlands Center for Occupational Diseases (NCvB), the Research Center for Insurance Medicine AMC-UMCG UWVVUmc (KCVG), the People and Work Outpatient Clinic (PMA) and the Expertise Center of Preemployment Medical Examinations and Workers’ Health Surveillance (KMKA). The Coronel Institute participates in the Netherlands School of Public and Occupational Health (NSPOH). The World Health Organization (WHO) designated the Coronel Institute of Occupational Health as a WHO Collaborating Center in Occupational Health. Various employees at the Coronel Institute have a particularly active role in the International Commission on Occupational Health (ICOH). The Head of the Department is Professor Monique H.W. Frings-Dresen. The department employs two full professors, Professor Monique H.W. Frings-Dresen and Professor Judith K. Sluiter, and three endowed professors, Professor Haije Wind, professor by special appointment from the Instituut Gak, Professor Carel T.J. Hulshof, professor by special appointment from the Netherlands Society of Occupational Medicine (NVAB), and Professor Coen A.M. van Bennekom, professor by special appointment from Stichting Heliomare. The department’s research is directed by four Principal Investigators (PIs): Professor Monique
Frings-Dresen, Professor Judith Sluiter, Dr Sanja Kezic and Dr Angela de Boer. The teaching provided to medical students (Epicurus/Curius curriculum), students of medical informatics and as part of post-graduate and Master’s courses is coordinated by the program committee, chaired by Dr Paul Kuijer. Dr Henk F. van der Molen and Professor Monique Frings-Dresen manage the NCvB, and Professor Monique Frings-Dresen also manages the PMA; Professor Judith Sluiter and Professor Carel Hulshof manage the KMKA; the KCVG is managed by representatives from the institutes concerned: AMC-UMCG-UWV-VUmc.
The Coronel Institute for: Professionals Occupational skin diseases by: Julitta Boschman/Sanja Kezic Dr Sanja Kezic is Principal Investigator (PI) at the AMC. She has worked for the Coronel Institute of Occupational Health since 1987. The focus of her research is on individual sensitivity to developing work-related contact dermatitis. Kezic: “At first, my research concentrated on the skin as an organ that can absorb toxic substances and allow them to enter the body. We were able to ascertain that toxic substances could indeed enter the body through the skin by measuring their concentrations in blood and urine. But we also discovered that some people absorbed more of a substance than others. The main determining factor turned out be the presence of atopic eczema (a genetic, chronic inflammatory skin disorder (ed.)).” From that moment on, Kezic decided to study whether it would be possible to predict which people are at risk of developing contact dermatitis. Genetic markers turned out to be important predictors, but they could not be used for prevention purposes due to ethical objections. Genetic screening is not permitted. “PhD candidate Sjors Koppes is now trying to find out whether easily traceable substances in the skin (biomarkers (ed.)) could be used instead,” says Kezic. Prevention is difficult because many employees are not aware that skin problems can be avoided by taking good care of your skin. Kezic: “Research has shown that using a moisturizing hand lotion can stop hand eczema from developing, but how do we persuade employees to use one?
PhD candidate Maryam Soltanipoor is studying whether teaching nurses about the benefits of hand lotion, and providing feedback or even the lotion itself, will encourage nurses to use hand lotion.” What knowledge is available to occupational physicians? Kezic: “There’s an NVAB guideline about contact dermatitis, but we are not sure whether occupational physicians actually use it. It would be a good idea for occupational physicians to discuss the individual sensitivity of employees in high-risk professions, such as hairdressers and nurses. Some 20 to 30% of these employees experience skin problems in the winter, but as this rarely leads to absenteeism, occupational physicians probably don’t see many people with contact dermatitis. Occupational physicians would do well to play a more proactive role in the workplace.”
Whiplash and overexertion: How much do we know? by: Julitta Boschman It is the job of insurance physicians to assess an employee’s capacity for work. They do this using guidelines. The guidelines are based on scientific knowledge of a disease or condition in relation to work (or potential to work). The guidelines currently in use by insurance physicians were developed more than 10 years ago and the evidence on which they are based is in need of an update. In 2015, Dr Jan Hoving, Dr Karen Nieuwenhuijsen, Professor Carel Hulshof and Professor Monique Frings-Dresen headed the teams commissioned to update the knowledge on ‘whiplash’ and ‘overexertion’. Hoving: “Insurance physicians do not always refer to the guidelines when deciding on someone’s capacity to work. This is why the evidence update is a good move: the argument that scientific knowledge is outdated will no longer apply.” Nieuwenhuijsen: “The evidence update will not only be useful to insurance physicians. GPs, psychologists and physiotherapists looking for up-to-date information on work and whiplash or overexertion will also benefit from our findings. This is one of the reasons that the new guidelines are multidisciplinary.” Hoving: “The first step when compiling a new guideline is to gather the latest scientific data. We have already done this, so the next step is to draw up the guideline itself, with help from the various professions and patient groups. This is the first
time that drawing up a guideline has involved two distinct steps. Usually, it is an integrated process. I think that this new strategy will speed up the process; we shall have to see.” In 2016, evidence updates of current scientific insight will be implemented in the area of workrelated ‘lumbosacral radiculopathy’ and ‘stroke’. Further information:
[email protected]
Help with medical examinations for workers by: Julitta Boschman/Judith Sluiter In 2009, Professor Judith Sluiter and Professor Carel Hulshof instigated the Expertise Center of Pre-employment Medical Examinations and Workers’ Health Surveillance (KMKA). The KMKA is a partnership between the Coronel Institute and the Netherlands Society of Occupational Medicine (NVAB). Occupational physicians, occupational health services, employers and employees can apply to the KMKA for advice about medical examinations relating to work. The KMKA can also arrange medical examinations for employees in the context of prevention: preventive medical screening, pre-employment examinations and compulsory medical checks. Sluiter: “The KMKA is a link between science and practice. Occupational physicians and employees can use the help desk free of charge. Over the past 12 months, we answered some 20 questions on a range of subjects. Some of them were fairly simple, such as ‘Which test do I need if...?’ But some questions relate to more complex matters, such as examining an employee with a very specific condition for which a protocol has not yet been devised. In these cases, we refer to the literature and give advice based on our findings.” The KMKA can also provide in-company training courses and additional schooling. On occasion, a party may come to the KMKA with a larger issue. Sluiter continues: “In such cases, we sit down with the party concerned and discuss how best to approach the problem. A consultation like this is sometimes enough, but we may also be required to conduct our own examination, for example to form a clear picture of the job requirements and the capacity profile for employees in certain professions.” Further information:
[email protected]
37
Nothing is impossible
Occupational diseases
PIM for shipping
by: Julitta Boschman
by: Henk van der Molen
by: AnneClaire Zaman
Changes to regulations have resulted in municipalities being given a wider range of tasks. Today, municipal authorities are responsible for counselling people with occupational impairments. This is not an easy task, as there is often no information available about where the employee will eventually start work. In 2015, Dr Karen Nieuwenhuijsen and Babs Faber MSc looked into which information is needed to help someone with an occupational impairment to find work. Nieuwenhuijsen: “We reviewed the academic literature, looking for information about counselling people with an occupational impairment. We also spoke to professionals in so-called group interviews. We wanted to identify all the factors that are necessary to help this group, and also prioritize them.” Nieuwenhuijsen’s research gave municipal care providers the tools they need to analyze the people they are dealing with and work out what is needed to help them. “Initially, the professionals didn’t think it would be possible to identify the information they needed before someone had a workplace. But we discovered that we can make a preliminary assessment of what is feasible, and so we compiled an extensive overview of the factors needed to make this assessment,” says Nieuwenhuijsen. The most important factors turned out to be ‘information processing’, ‘arriving on time’ and ‘work motivation’. Further information:
[email protected]
The incidence of occupational diseases in the Netherlands was estimated at 191 cases per 100,000 employees in 2015. The highest figures were reported for mental, musculoskeletal and hearing disorders, followed by skin conditions, neurological disorders, infectious diseases and respiratory disorders. Overexertion and burnout accounted for the largest proportion of the reported mental disorders, particularly in teaching. In 2015, the
Why is PIM important? Van der Molen: “It is important for PIM physicians to report occupational diseases so that we get an accurate picture of the incidence of occupational diseases in the Netherlands. On the one hand, PIM physicians are given regular training, while on the other, they generate figures about the size and scope of the populations they represent, enabling
The Coronel Institute for: Policy-makers, professional sectors and employers The Netherlands Center for Occupational Diseases The Netherlands Center for Occupational Diseases (NCvB) is a national and international knowledge institute that works to improve the prevention, occupational (early) diagnosis, and registration of occupational diseases.
38
registration guidelines for overexertion and burnout were updated. Mental and emotional job demands, job autonomy, social support from colleagues and managers, procedural and relational injustice, and a heavy workload in combination with a low salary, were all risk factors for occupational overexertion and burnout. Reports of occupational disorders of the musculoskeletal system, particularly shoulder problems, tennis elbows and chronic lower back pain, were common in the transport & storage, building and industry sectors, and last year also in agriculture, forestry & fisheries and wholesale & retail. A project was launched in the agricultural sector to evaluate the quality of a professionbased approach to occupational diseases of the neck, shoulders, arms and hands in physically demanding jobs. Hearing damage caused by occupational exposure to noise in the building industry is one of the most commonly reported occupational diseases in the Netherlands. Loss of hearing can lead to problems functioning in situations with high auditory requirements in combination with background noise. This is particularly true of the side-effects of hearing disorders, such as tinnitus. It is vital that occupational physicians report occupational diseases consistently and systematically. This is why we are particularly pleased with the Intensive Notification Surveillance Project (PIM), a group of 192 occupational physicians undergoing training with peer consultation on cases (or suspected cases) of occupational diseases. The PIM even has sub-sectors, such as shipping (Human Environment and Transport Inspectorate) and agriculture (Stigas). Recent attention for occupational diseases from society, media, science and politics has raised the profile of the aims of the Netherlands Center for Occupational Diseases (NCvB), i.e. signaling and preventing occupational diseases.
us to calculate accurate incidence statistics.” Why is there a specific PIM Schip? Van der Molen: “We need to look at certain target groups in more detail. Shipping is one of these specific target groups.” Was is a matter of demand from the sector? Van der Molen: “Occupational physicians working in the sector, along with the Human Environment and Transport Inspectorate (ILT) and the Ministry of Infrastructure and the Environment, wanted to have a better picture of the incidence of occupational diseases and the prevention opportunities in this sector.” What do you expect from this specific PIM? The occupational physicians taking part in the PIM for shipping will pay special attention to whether they come across the occupational diseases they would expect to see in their practice on the basis of Risk Inventory & Evaluation (RI&E) and their own expertise.
Heijermans lecture by: AnneClaire Zaman Twice a year, the NCvB organizes the Heijermans lecture. In June 2015 the topic of the Heijermans lecture was the signaling and prevention of occupational diseases. Last November’s Heijermans lecture revolved around the 20th anniversary of the NCvB and the 10th anniversary of the People and Work Outpatient Clinic (PMA). The theme of the lecture was ‘From diagnosis to functioning’. The focus of the afternoon was on how to diagnose employees with a possible occupational disease, and how to assess their potential to function at work again. The lecture examined the following occupational diseases: Chronic Toxic Encephalopathy (CTE, also known as Organic Brain Syndrome (OBS)), Lumber Radiculopathy, Lyme disease and hearing impairment. Experts from
various medical disciplines illustrated the abovementioned occupational diseases. They included a neurologist, a musculoskeletal consultant, an occupational physician, a doctor of internal medicine/infection specialist and the Head of Experimental Audiology. More info: www.occupational diseases.nl /
[email protected]
The Coronel Institute for: Research institutes and researchers by: Merel de Jong/Annet Lenderink The Coronel Institute is well aware of the importance of collaboration. As in previous years, various national and international partnerships resulted in interesting articles, PhD research projects and project proposals in 2015.
Working together for SIGNAAL: collaboration between NCvB, KU Leuven and IDEWE by: Merel de Jong/Annet Lenderink The NCvB has been working with specialists in occupational diseases at the University of Leuven, the Center for the Environment and Health and IDEWE, the Belgian External Service for Prevention and Protection, since 2013. Annet Lenderink, medical researcher with the NCvB, is involved in SIGNAAL. What is SIGNAAL? Lenderink: “Changes to the working situation and the work itself sometimes cause new work-related health risks. These are work-related disorders caused by specific exposure in a specific working environment, which have never previously appeared in the literature. On the initiative of the NCvB, an online tool for tracing these new risks in the Netherlands and Belgium was developed: SIGNAAL (a Dutch abbreviation of Signaling New Work-related Disorders Desk).” How does SIGNAAL work? Lenderink: “Physicians (including occupational physicians) can report new health risks for individuals or groups at www.signaal.info. SIGNAAL offers occupational disease specialists a structured, transparent tool for assessing the report online. We can then report back to the notifier, saying whether this is a new or relatively unknown combination of exposure and symptoms,
or whether they are dealing with a work-related disorder and if so, what has already been reported in the literature.” Can you give any examples of previously unknown work-related health risks? Lenderink: “A vascular disorder in the hands of professional volleyball players is an interesting example. SIGNAAL received notifications about eight professional volleyball players with problems and symptoms of ischemia in the hand they used to hit the ball. It was caused by a thrombosed aneurysmal abnormality of the arteria circumflexa humeri posterior (PCHA) in the shoulder on the same side as the emboli problems in the hand used to hit the ball. The strain put on the hand, arm and shoulder during smashing, serving and overarm activities was examined as a possible cause.” (ed: see also the Bachelor’s thesis by Lisa Beers.) What has been reported in SIGNAAL? Lenderink: “Between July 2013 and December 2015, 21 notifications were received, 16 of which have now been fully evaluated. They involved one known work-related disorder, one completely new work-related health risk, seven known, but rarely reported work-related disorders, and seven known work-related disorders that had not previously occurred in the reported work situation.” What are the benefits of the partnership? Lenderink: “The partnership with the Belgian institutes ensures that we get more new notifications and can count on more expertise when we assess cases. We meet annually to discuss cases and learn from each other. SIGNAAL has turned out to be a good instrument for identifying new or unknown work-related health risks. It teaches us a lot about how we should assess new combinations of health problems and exposure in the workplace.”
Coronel Institute’s involvement in European networks
Collaboration with the European CANWON network Dr Angela de Boer is one of the four Principal Investigators (PIs) at the Coronel Institute. The mission of her line of research is to improve performance at work and prevent unemployment among patients with a chronic disorder, with a special focus on people who have been diagnosed with cancer. She has also been chair of EU COSTACTION CANcer and WOrk Network (CANWON) since 2013.
What is CANWON? De Boer: “CANWON is a European network aimed at integrating knowledge of cancer and work from the areas of oncology, occupational healthcare, economics, epidemiology, psychology and sociology. It comprises four working groups, which focus on databases and prognostic factors for work, work-related economic consequences, the role of employers, and interventions.” How has the collaboration benefited the Coronel Institute? De Boer: “It has resulted in various articles, a 2-year EU-OSHA project focusing on cancer and work, working visits to the Coronel Institute made by foreign researchers and occupational physicians, working visits by junior researchers from the Coronel Institute to European universities.”
Two international partnerships: a series of four by: Merel de Jong
Danish collaboration on preventing contact dermatitis Kezic: “This partnership was with the Dermatology and Allergology department of the Gentofte University Hospital in Hellerup, Denmark. Kristiane Aa. Engebretsen came to our department as a guest researcher to conduct PhD research into contact dermatitis. Contact dermatitis is a very common occupational disease. A better understanding of the risk factors could help us in developing adequate prevention in the workplace for high-risk groups.” Engebretsen: “I chose the Coronel Institute because it already has a long-term partnership with our research group in the area of the etiology and prevention of contact dermatitis. My PhD research focuses on the impact of external exposure on the skin barrier. I was looking for help to analyze skin samples I had collected during my research, and Dr Kezic and her research team were the obvious choice. They were very welcoming during my visit and it was a great experience. I learned a lot about analyzing biomarkers in the skin, and realize that the collaboration with the Coronel Institute was vital to the progress of my project. I’m extremely grateful for all the help and support.”
39
Collaboration with two universities Professor Judith Sluiter: “The collaboration is with two Chinese universities: Beijing Normal University (Laboratory of Applied Experimental Psychology) and South-East University in Nanjing. I have been a ‘remote’ researcher on a few projects: translating and validating a Dutch questionnaire in China, which will be used to monitor work-related fatigue. It was used to measure chronic stress levels (via hair cortisol) in kindergarten staff: we discovered that the higher the level of workrelated stress, the less cortisol was excreted in the course of a month (reduced HPA axis activity). Together with Karen Nieuwenhuijsen, Xingliang and I examined migrant stress among Chinese employees here in the Netherlands. We measured various factors including hair cortisol, cultural adjustment scales and stress; the results have not yet been published.” Xingliang Qi: “Judith is a leading expert in the field of occupational health and the first researcher to explore the link between work-related stress and hair cortisol. As this is the area of research in which I am also interested, I got in touch and she was able to give me lots of good advice and suggestions. When I received a grant from the Chinese government to go on a foreign exchange, I contacted her immediately. Thanks to the kindness and support I got from Judith and her colleagues at the Coronel Institute, I had a fabulous time in the Netherlands. Judith and Karen taught me a lot about carrying out thorough, efficient research.”
The Coronel Institute for: Patients by: Michelle Bertelkamp
The People and Work Outpatient Clinic (PMA) Answering questions about complex occupational health problems is the core business of the People and Work Outpatient Clinic (PMA). The disciplines with the most referrals are dermatology, audiology, cardiology, neurology and orthopedics. The expertise deployed concentrates on creating clarity regarding the medical causality of health problems in relation to work. The Solvent team project is one of the core activities of the PMA. The team provides multidisciplinary testing for people with suspected non-hereditary disorders caused
40
by working with neurotoxic substances. Last year, 105 people were examined by the team. The PMA also organized several cross-case projects, such as evaluating the Post Traumatic Stress Disorder files of police officers, and a study of symptoms of disease among aircraft cabin crew (aerotoxic syndrome). In 2015, the People and Work Outpatient Clinic celebrated its 10th anniversary!
The effect of health at work by: Bas Sorgdrager Mr P is 60 years old and works for a continuous operation company in a short-cycle forward rotating shift roster. He has worked in the production sector for 35 years, where exposure to noise levels around 85 dB(A) forms a serious risk. He has suffered noise-induced hearing loss for many years and has also had tinnitus for the past seven years. His tinnitus is sometimes unbearable, particularly after work. He is sleeping increasingly badly, particularly after night shifts. Mr P eventually went on sick leave when he started experiencing problems with his balance. Three months later, his occupational physician contacted the PMA to enquire about possible interventions. Mr P was given a referral, which included a visit to his workplace by a clinical occupational physician. Mr P’s did not experience serious problems as a result of his hearing loss. An audiological evaluation showed that his hearing aid was adequately tuned. The high need for recovery was an important finding. The tinnitus improved after Mr P went on sick leave, and his balance disorder almost disappeared. He is, however, worried about returning to work. The thought of work is making him tense and nervous, particularly the idea of working night shifts. He has a good understanding of his situation and his recovery behavior appears to be normal. The following conclusions can be drawn from the visit to his place of work: the work itself requires optimum concentration, exposure to noise means that hearing protection must be worn at all times, there is a good working atmosphere and the shift roster is inextricably tied in with the production work. The personnel manager confirmed what the occupational physician suspected: a second process will have to be started if Mr P is unable to resume his old position fully and long-term. The report finished by commenting that he should be able to return to work, except the night shifts. This turned out to be the case and Mr P spent 6 months
gradually resuming work. Unfortunately, the company does have a scheme for exempting older employees from night shifts.
Research into Aerotoxic Syndrome by: Evelien van Valen Over the past few years, media reports have appeared about neurological symptoms experienced by airline staff due to exposure to hazardous substances in the cabin atmosphere. The symptoms are also referred to as Aerotoxic Syndrome (ATS). The Aviation Safety Inspectorate commissioned the PMA to examine airline staff who had experienced symptoms thought to be linked to the cabin atmosphere. After an episode of the TV program Zembla featuring this subject, 5 airline employees came forward to be examined. ATS has been linked to exposure to Tricresyl Phosphate (TCP) in aircraft’s engine oil. TCP is an organophosphate ester, used for its anti-corrosive, fire-retardant and conductive properties. Various organophosphate esters, including TCP and ToCP in particular, are neurotoxic. The health risks have received a lot of attention world-wide. TCP is sometimes present in bleed air. This is the air that enters the cockpit from the engines and reaches the cabin. As it is not filtered, it can contain particles of engine oil and hydraulic oil. Exposure to contaminated bleed air could be a particular problem during a fume event, when pungent, sometimes visible, smoke leaks into the cockpit and cabin. The literature alludes to various nonspecific health problems that could be linked to exposure to contaminated bleed air. A distinction is made between irritation of the mucous membranes and airways, and neurological symptoms such as headaches, loss of memory or concentration, balance problems and fatigue. Until now, there has been insufficient evidence to prove a causal link between a wide range of reported chronic health problems and exposure to neurotoxic organophosphates in bleed air. The lack of proof can on the one hand be put down to insufficient evidence of exposure that would be high enough to have an effect, and on the other hand, to an absence of high-quality epidemiological research or patient series. Taking all the information into consideration (medical, suspected exposure, literature), we did not find enough evidence in the airline staff we examined to indicate the presence of an occupational disease caused by exposure to contaminants, specifically TCP in the atmosphere
of the cockpit and cabin. However, the scientific research conducted up until now does not rule out an increased risk of neurotoxic damage due to work-related exposure among airline staff. In addition to generating more and better information about the neurotoxicity of various TCP isomers, it is also important to carry out prospective epidemiological research. Longitudinal data about both the exposure and the health effects for airline employees now need to be gathered. A study of this kind will have to be designed and carried out on an international basis.
The Solvent Team by: Michelle Bertelkamp Did you know that… …in 2015, the Solvent Team was officially designated as an expertise center for rare conditions by Edith Schippers, the Dutch Minister of Health, Welfare and Sport. The application was submitted and granted together with the Solvent Team from Medical Spectrum Twente. The expertise centers for rare conditions evolved from the European network for rare conditions (European Reference Network). The idea is to make clear to patients and care providers where they can go in the Netherlands and Europe for specific diagnosis and treatment of these conditions. The evaluation was carried out by the Dutch Federation of Academic Medical Centers (NFU). Using the European Orphanet classification system for rare conditions, the Dutch centers for rare conditions were assessed on the basis of criteria laid down at the European level (concerning the existence of guidelines, for example, continuity of care and scientific research). To ensure that the scientific and the patient perspectives were both clarified, Orphanet Nederland and Dutch patients organizations were involved in the evaluation procedure. The designation is initially for a year, after which the NFU will consider extending it.
The Coronel Institute for: Students by: Sietske Tamminga
Bachelor’s theses Title of Bachelor’s thesis: The harmful physical effects of running marathons for top-class runners
Student: Jolien R. van Leeuwen Supervisors: Professor Judith Sluiter and Professor Monique H.W. Frings-Dresen. Research question: What are the damaging physical effects of running marathons for top-class runners? Most important findings: In the long term, marathon runners have an increased risk of athletic heart syndrome, atrial fibrosis and stiffening of the aorta. Immediately after running a marathon, congenital and acquired immunity is reduced and systemic inflammation is countered. Source: J.R. van Leeuwen. The harmful physical effects of running marathons for top-class runners. Bachelor’s in Medicine thesis 2014-2015 UvA/AMC. Title of Bachelor’s thesis: Risk factors at work and in sport for injuries to the Arteria Circumflexa Humeri Posterior (ACHP) – a blood vessel in the shoulder. Student: Lisa Beers Supervisors: Dr P. Paul F. M. Kuijer, Daan van de Pol and Prof. Mario Maas Research question: 1) In which sports or professions does injury to the ACHP occur? 2) How many cases of injury to the ACHP have been reported per sport or profession? 3) Which risk factors are associated with injury to the ACHP? Most important findings: Injury to the ACHP is most commonly reported in over-arm sports such as volleyball, baseball and tennis, and in three professions: baseball coach, circus trapezium artist and repairman. A total of 48 cases of injury to the ACHP have been reported in the medical literature. No studies detailing risk factors for injury to the ACHP were found. Source: L. Beers. Posterior circumflex humeral artery injury, a systematic review on risk factors in work and sports. Bachelor’s in Medicine thesis 2014-2015 UvA/AMC. Title of Bachelor’s thesis: Mental disorders relating to medical incidents and behavior in physicians Student: Merel de Jong Supervisors: Dr Karen Nieuwenhuijsen and Prof. Judith K Sluiter Research question: What is the relationship between mental disorders and the occurrence of medical incidents and/or unprofessional behavior by hospital physicians? Most important findings: Compelling evidence of a significant link between burnout and the incidence of medical errors on the part of physicians was found. Other mental disorders, such as depression, can also be linked to the occurrence of medical incidents. Inconsistent evidence was
found suggesting a link between mental disorders and unprofessional behavior by physicians. Source: M.A. de Jong. Common mental disorders related to incidents and behaviour in physicians. Bachelor’s in Medicine thesis 2014-2015 UvA/AMC.
Epicurus A new Bachelor’s degree program in Medicine will start at the AMC in the 2016/2017 academic year. It is called Epicurus. This new Bachelor’s program is based on team-based learning and will comprise four themes: Development, reproduction & ageing, Observation, thinking & acting, Circulation and Environment Interior, and Regulation and defense. The new Bachelor’s program also includes longitudinal teaching guidelines, such as academic development and elective education. To answer the question ‘How can the Coronel Institute help students taking the Bachelor’s in Medicine?’, I spoke to Jeroen Croes, occupational physician and teacher at the Coronel Institute. What is our vision of the new Bachelor’s program in Medicine with regard to Work and Health? Croes: “Our teaching vision is about passing on knowledge regarding the role of work and the work situation in the way that disease develops and how we deal with it. In other words: Which factors in the workplace can cause disease? And which factors at work can prolong or exacerbate an existing (chronic) illness?” What have you done over the past 12 months to prepare for the new Bachelor’s program? Croes: “The first thing we did to prepare for this new program was to work out which specific areas of expertise in the Work and Health theme could help to achieve the goals set out for Epicurus. The goals are as follows: 1) to raise awareness of the importance of disease prevention and 2) to respond to the changes in care requirements in a diverse, ageing society. We then made a selection in the list of primary clinical features, to be used as a didactic framework within Epicurus. The Coronel Institute can provide broad-based expertise on the selected clinical features as part of the Work and Health theme.” Can you give an example of clinical features for which the working context is relevant? Croes: “A good example of a clinical feature would be ‘prematurity’, or ‘congenital defects through work’. Our department can supply teaching input on preventing premature births, for example, or congenital birth defects due to exposure in the workplace.”
41
What are the plans for the future? Croes: In late 2015/early 2016, our preparations will be discussed by the theme coordinators concerned within the four main themes of the new Bachelor’s in Medicine program. Elective courses will also be provided by the Coronel Institute. As soon as we know which courses or parts of courses we can give within which themes, we will consult the teachers at the Coronel Institute to work out the details of the lessons. So starting in the 2016-2017 academic year, we will be making an enthusiastic contribution to the Epicurus program.
Research Self-help course on Informal Care & Paid Employment by: Julitta Boschman/Edwin Boezeman Approximately one sixth of the Dutch working population have informal care responsibilities in the home situation. Many of these workers experience tension and/or stress and function less well at work. Dr Edwin Boezeman, Professor Judith Sluiter and Dr Karen Nieuwenhuijsen developed a self-help course for people who work and also have to provide informal care in their private lives. The course comprises two main themes: ‘Taking care of someone’ and ‘Combining care with work and social life’. The self-help course provides tips for 1.) fulfilling the role of informal carer, and 2.) combining the role of employee with the role of informal carer. Every theme involves exercises, helpful reading materials and tips. The course makes use of a printed exercise book, but can also be followed online so that informal carers can take part when and how it suits them. Boezeman: “We ask participants to look through the course and select the bits they find most useful. This varies per person.” An academic research project is currently examining the effectiveness of the course. It is expected to show that the self-help course helps to reduce stress and improve performance at work for people charged with informal care responsibilities.
42
Research: the Highlights of 2015 by: Michiel Greidanus
Article NTvG Brain damage from exposure to solvents Attention has been drawn to the possible harmful effects of long-term, relatively low-level exposure to solvents since the 1970s. Exposure of this kind can lead to Chronic Toxic Encephalopathy (CTE), which causes symptoms such as forgetfulness, fatigue and headaches. In 2015, neuro and healthcare psychologist Evelien van Valen (Coronel Institute of Occupational Health) published an article in the Dutch Journal of Medicine (NTvG), setting out the current state of affairs regarding the diagnosis and progression CTE. Despite an annual drop in the number of CTE patients in Europe, Europe must remain alert to neurotoxic exposure in the workplace. The article is available via: www.ntvg.nl/A9431.
Nomination for Social Impact Award The balance between work and health The balance between work and health is the subject of research being carried out by Professor Judith Sluiter in occupations where employees are subject to maximum levels of stress, concentration, irregular hours and physical exertion (e.g. doctors, fire fighters, police officers, ambulance staff and builders). In addition to conducting research, she also advises occupational physicians and employers (including the government) about medical examinations and health policy. In November 2015, Judith and her research group were nominated for the AMC Social Impact Award in recognition of their work.
of Occupational Health) gave a presentation during the International Commission of Occupational Health (ICOH) conference in Korea (June 2015), highlighting the current state of affairs with regard to work-related disorders of the musculoskeletal system. She also spoke about the efficiency and effectiveness of interventions to prevent these disorders. In her keynote speech, she argued the case for programs aimed at monitoring the health of employees and involving relevant stakeholders, employees, occupational physicians and employers when introducing preventive measures. Guidelines must focus more on specific working situations and on promoting occupational participation.
New AMC Principal Investigator in the department Work performance of patients with chronic disorders Dr Angela de Boer’s research line aims to improve the working performance of patients with chronic disorders, and reduce unemployment among this group of workers. She focuses on three aspects: (1) gaining insight into the work situation and the quality of work, (2) identifying risk factors for inability to work and poorer working performance and (3) developing interventions to support employability, reintegration and overall work performance. De Boer was appointed as an AMC Principal Investigator (PI) in 2015 in recognition of her work on developing and maintaining this line of research. Her ability to raise funds, supervise PhD students and produce high-quality publications were also factors that contributed to her appointment.
Poster award PhD research project Aids in the building sector People who work in the building sector are prone to injuries to muscles, joints and fibrous capsules. Many of these injuries are thought to be related to work. Building workers are advised to use aids to reduce the risk of injury at work. The aids may be technical tools or alternative working methods. Steven Visser examined the effectiveness of various types of aids used by floor layers and steel fixers.
Keynote ICOH Seoul Occupational disorders of the musculoskeletal system The prevalence and incidence of disorders of the musculoskeletal system vary greatly around the world. Professor Monique Frings-Dresen (departmental head and PI at the Coronel Institute
Insight into various neurotoxic substances The international conference of the International Neurotoxicology Association (June 2015 in Montreal, Canada) provided a perfect opportunity to explore new insights in the area of neurotoxic substances. Evelien van Valen and Moniek van Hout from the Netherlands Solvent team delivered a lecture about the latest scientific developments regarding possible Aerotoxic Syndrome, a health problem in airline personnel thought to be caused by contaminants in the cabin and cockpit atmosphere. Van Valen was also awarded third prize in the poster awards for her two poster presentations about Chronic Toxic Encephalopathy caused by exposure to solvents.
In the media by: Michiel Greidanus
Half of occupational physicians do not report occupational diseases
Radio interview: 10 June 2015 / http://www.beroepsziekten.nl/node/1996 On 10 June 2015, Henk van der Molen, head of the Netherlands Center for Occupational Diseases (NCvB), was interviewed for NPO Radio 1. The interview was prompted by news claiming that half of all occupational physicians failed to report occupational diseases, despite their obligation to do so. The main reason given by Van der Molen is the time restriction put on physicians for reporting occupational diseases. As a result, only 5,0007,000 of the estimated 17,000-22,000 cases of occupational disease are reported to the NCvB every year. To increase the number of notifications, Van der Molen would like to see clear agreements about reporting occupational diseases in the contracts made between companies and their occupational physicians.
Twitter account @NCvB_AMC Twitter is a vital medium for the NCvB and the People and Work Outpatient Clinic. Every important news item distributed via the website and mailing lists is also posted on Twitter. Conversely, the NCvB welcomes tweets from the outside world. So to keep up with the latest news relating to occupational diseases, follow @NCvB_AMC.
43