jaarverslag 2011
Groep Brussel Lambert
Groep Brussel Lambert
GBL streeft ernaar om waarde te scheppen voor haar aandeelhouders. GBL legt zich toe op het ontwikkelen van een deelnemings portefeuille die gericht is op een klein aantal industriële ondernemingen die leider zijn op hun markt waarin zij haar rol van professionneel aandeelhouder op termijn kan uitoefenen. Deze portefeuille zou mettertijd moeten evolueren op basis van het leven van die ondernemingen en de marktopportuniteiten. GBL investeert en desinvesteert op basis van haar doelstellingen, met name het creëren van waarde en het in stand houden van een solide financiële structuur. GBL voert een dividendbeleid dat het midden wil houden tussen een aantrekkelijk rendement voor de aandeelhouder en een waardering van het aandeel.
Verantwoordelijke personen
1 Verantwoordelijken voor het document
Baron Frère CEO en Gedelegeerd Bestuurder Ian Gallienne, Gedelegeerd Bestuurder Gérard Lamarche, Gedelegeerd Bestuurder
2 Verklaring van de voor de financiële staten en voor het jaarverslag verantwoordelijke personen Baron Frère, Ian Gallienne en Gérard Lamarche, het Uitvoerend Management, en Olivier Pirotte, Financieel Directeur, bevestigen, in naam en voor rekening van GBL, dat naar hun weten,
3 Commissaris
Deloitte Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA Vertegenwoordigd door Michel Denayer Berkenlaan 8b B – 1831 Diegem
• de in dit jaarverslag vervatte financiële staten per 31 december 2011 zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke boekhoudstandaarden (IFRS of Belgisch boekhoudrecht) en een getrouw beeld geven van het vermogen zoals gedefinieerd door de IAS/IFRS, van de financiële toestand en van de resultaten van GBL en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen (1); • het in het jaarverslag opgenomen verslag van de Raad van Bestuur (2) een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van GBL en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen (1), alsmede een beschrijving omvat van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.
(1) De “in de consolidatie opgenomen ondernemingen” omvatten de dochterondernemingen van GBL in de zin van artikel 6 van het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen. Zie de lijst van de dochterondernemingen op blz. 80 (2) Document opgesteld door de Raad van Bestuur van 6 maart 2012
2
Jaarverslag 2011
Jaarverslag 2011
Boodschap aan de aandeelhouders .......................................................................................................................... 4 Beursgegevens . ........................................................................................................................................................................... 6 Het GBL-aandeel op de beurs . ............................................................................................................................................. 6 Beursinformatie ........................................................................................................................................................................... 6 Informatie voor de aandeelhouder . .................................................................................................................................... 8
Portefeuille en aangepast netto-actief ................................................................................................................... 9 Geconsolideerde gegevens IFRS ............................................................................................................................... 14 Overzicht van de activiteiten.......................................................................................................................................... 21 Total ............................................................................................................................................................................................... 22 GDF SUEZ .................................................................................................................................................................................... 28 Pernod Ricard ............................................................................................................................................................................ 34 Lafarge . ........................................................................................................................................................................................ 40 Imerys ........................................................................................................................................................................................... 46 Suez Environnement .............................................................................................................................................................. 52 Arkema ......................................................................................................................................................................................... 58 Diverse deelnemingen . ......................................................................................................................................................... 64
Rekeningen per 31 december 2011 ........................................................................................................................ 67 Geconsolideerde financiële staten..................................................................................................................................... 68 Verkorte jaarrekening. ...........................................................................................................................................................118 Uitkeringsbeleid........................................................................................................................................................................120 Historische gegevens . ........................................................................................................................................................ 121
Verklaring inzake deugdelijk bestuur ................................................................................................................ 124 Raad van Bestuur ................................................................................................................................................................. Comités van de Raad .......................................................................................................................................................... Remuneratieverslag ............................................................................................................................................................ Controle van de rekeningen ............................................................................................................................................. Personeel en organisatie ................................................................................................................................................... Risicobeheer en interne controle . ................................................................................................................................. Beleid inzake belangenconflicten . ................................................................................................................................ Beleid inzake de transacties met GBL-aandelen ................................................................................................... Aandeelhouders . ................................................................................................................................................................... Maatschappelijke en Milieuverantwoordelijkheid van de Vennootschap ................................................... Andere informatie over de Vennootschap .................................................................................................................
125 135 137 141 141 143 147 149 150 153 154
Besluiten voorgesteld aan de aandeelhouders . ........................................................................................ 157 Bijlage – mandaten van de bestuurders tussen 2007 en 2011 . .................................................. 158 Woordenlijst .............................................................................................................................................................................. 174 Voor meer inlichtingen ............................................................................................................. Voorlaatste omslag
Voor meer inlichtingen over GBL, Gelieve u te richten tot: Carine Dumasy Tel.: +32-2-289.17.17 Fax: +32-2-289.17.37 e-mail:
[email protected] www.gbl.be
Ce rapport annuel est aussi disponible en français This annual report is also available in English
Jaarverslag 2011
3
Boodschap aan de aandeelhouders
Dames en Heren,
D
e financiële crisis van de zomer 2011 heeft een einde gemaakt aan de opleving van de industriële productie en de wereldhandel die in 2010 was ingezet. De economische groei die zich in 2010 flink had hersteld is het afgelopen jaar opnieuw vertraagd. De groei van het wereldwijd BBP is teruggevallen van 5% in 2010 tot 4% in 2011. Deze werd aangedreven door de dynamiek van de opkomende landen maar beïnvloed door de vertraging van de geïndustrialiseerde landen, die vorig jaar slechts 1,5% groei noteerden.
Het aandeel Pernod Ricard heeft andermaal bewezen dat het bestand is tegen de economische cycli, wat zowel tot uiting kwam in haar hogere omzet als in haar stabiele operationele marges. De groep gaat door met de upgrading van haar productengamma en profiteert van het dynamisme van de binnenlandse vraag in de opkomende landen. Dankzij haar capaciteit om cash te genereren, kon ze haar balans consolideren en door de uitgifte van obligaties konden de terugbetalingstermijnen van de schulden beduidend worden verbeterd.
Na de opklaring van 2010, kwam de economie in een nieuwe, zware financiële en economische crisis terecht. Europa was verplicht om zijn financiële sector te ondersteunen en tegelijkertijd ingrijpende economische herstelplannen door te voeren. Het evenwicht van de begroting van de meeste westerse landen werd grondig verstoord en in sommige landen bereikte de overheidsschuld ongeziene hoogten: 121% van het BBP in Italië, 100% in de Verenigde Staten, 96% in België en 87% in Frankrijk. Die onbeheersbaarheid van de overheidsfinanciën, afgestraft met een lagere rating (Verenigde Staten, Frankrijk), wekte het groeiende wantrouwen van de beleggers jegens bepaalde overheidsschulden, vooral met betrekking tot de meest kwetsbare landen zoals Griekenland, Portugal, Spanje of Italië. De schuldencrisis in Europa heeft zich over de hele reële economie verbreid, via twee verschillende maar toch samenlopende wegen: de eerste is de grotere kwetsbaarheid van de Europese banksystemen, die geleid heeft tot een vertraging van de financiering van de economie, en de tweede is het recessie-effect van de drastische maatregelen tot vermindering van de openbare uitgaven, die sommige staten dringend hebben moeten nemen om het vertrouwen van de beleggers terug te winnen. Eind 2011 is de eurozone dan ook in een recessie terechtgekomen.
De beurskoers van Total is in 2011 stabiel gebleven en heeft de crisis goed doorstaan, waarbij de groep kon rekenen op solide industriële prestaties in een over het algemeen gunstig petroleumklimaat. De lancering van nieuwe projecten, gekoppeld aan het dynamisch beheer van de activaportefeuille, versterken de groei- en rendementsperspectieven op middel lange termijn. Dankzij haar financiële structuur kan de groep belangrijke investeringen in organieke en externe ontwikkeling plannen, zonder haar uitkeringsbeleid te moeten inperken.
Op wereldvlak is het eveneens belangrijk te vermelden dat zich vorig boekjaar een aantal belangrijke gebeurtenissen hebben voorgedaan: (i) de natuurrampen die het Oosten van Japan troffen, hadden een tijdelijk maar aanzienlijk effect op de wereldwijde groei, (ii) de geopolitieke ontwikkelingen, onder meer in Noord-Afrika en het Midden Oosten, blijven de aardolieprijs onder druk zetten, (iii) in China is de groei beginnen te vertragen, (iiii) de crisis van de overheidsschuld, in het bijzonder in Griekenland, maakt het banksysteem kwetsbaarder. Dit onzeker en volatiel klimaat kwam in 2011 tot uiting in een nieuwe terugval van de beursindexen. Onder die omstandig heden vertoonden de beurskoersen van de deelnemingen van GBL tegenstrijdige tendensen: Pernod Ricard, Total en Arkema hielden goed stand, terwijl Lafarge, Imerys en GDF SUEZ minder gunstig evolueerden.
4
Jaarverslag 2011
GBL heeft vorig jaar haar belang in Arkema opgetrokken, een onderneming die profijt kon trekken uit de herpositionering van haar activiteiten, onder andere in Azië, en in de sectoren die verband houden met de duurzame ontwikkeling. Arkema kan bogen op een solide balans en heeft verder werk gemaakt van de herschikking van haar portefeuille, door de overname van de Gespecialiseerde Harsen van Total en de aangekondigde verkoop van haar afdeling vinylproducten. Lafarge had te lijden van de terugval van haar activiteiten in sommige kernlanden, wegens de recente politieke ontwikkelingen aldaar, inzonderheid in Egypte. De onzekerheid over het weer aantrekken van de bouwcyclus in de geïndustrialiseerde landen zal waarschijnlijk op haar beursprestaties op korte termijn blijven wegen. Anderzijds heeft de groep in 2011 succesvol een intern reorganisatieplan en een afstotingsplan van EUR 2,2 miljard doorgevoerd. De inspanningen zouden volgend jaar moeten voortgezet worden, via een nieuwe vermindering van haar schulden en kosten. Door de overname van International Power in de loop van vorig jaar, kon GDF Suez haar positie van eerste nutsbedrijf ter wereld qua omzet bevestigen en haar schitterende positionering in de opkomende landen versterken. De sector van de nutsbedrijven heeft nochtans zwaar geleden in 2011, waarbij de index van de sector met bijna 25% is teruggelopen. De industrie leed onder de politieke beslissingen in de nasleep van het ongeval van Fukushima en een gevoel van toenemende onzekerheid op het gebied van de regulering, in een context van zware overheidstekorten in Europa.
In het voorjaar van 2011 heeft GBL een bijkomend belang van 25,6% in Imerys verworven, waardoor ze de exclusieve controle over deze groep verkreeg. Op de beurs werd Imerys afgestraft door de heersende conjunctuur en het slechte marktklimaat, maar voor het overige heeft de groep goed stand gehouden in 2011 en kon haar mineralenportefeuille succesvol uitbreiden met de verwerving van Talc de Luzenac en een behoorlijke groei van haar resultaatindicatoren met meer dan 20% voorleggen. Door de reactiviteit van de Vennootschap en de kwaliteit van haar positionering bevindt de groep zich in een uitstekende positie om te profiteren van de toekomstige groei onder leiding van haar nieuwe CEO. Door de uitbetaling van het dividend in aandelen over de resultaten van 2010, werd de deelneming van GBL in Suez Environnement verhoogd tot 7,2%. Ondanks over het algemeen goed standhoudende bedrijfsprestaties in 2011, heeft deze vennootschap het op de beurs minder goed gedaan. Ze had te lijden van de berichten over moeilijkheden op een werf in Melbourne, van het feit dat ze van de index CAC 40 was gehaald en van de aankondiging van teleurstellende resultaten van haar voornaamste concurrenten.
Ten slotte wil ik de aandacht vestigen op de evolutie van het bestuur van de groep en meer bepaald op het nieuwe team dat begin dit jaar is aangetreden. Eind 2011 hebben Gérald Frère en Thierry de Rudder immers hun uitvoerende functie neergelegd en werden ze, met ingang van 1 januari 2012, als Gedelegeerde Bestuurders vervangen door Gérard Lamarche en Ian Gallienne. Het doorgeven van de fakkel door het oude aan het nieuwe team is een belangrijke stap in het leven van de vennootschap, met de bedoeling het voortbestaan ervan veilig te stellen. Ik stel in beiden het volste vertrouwen voor de verdere ontwikkeling van GBL in de lijn van het investeringsbeleid dat GBL heeft groot gemaakt en steunt op veeleisende criteria van rendabiliteit en groei. Wat mij betreft, ik blijf op post als CEO, zoals u wel weet.
Baron Frère 6 maart 2012
GBL blijft ook haar private-equitypool uitbreiden door de financiering van nieuwe investeringen van haar fondsen, en voornamelijk van Ergon Capital Partners III in de groepen De Boeck (in België) en Benito (in Spanje). De groep blijft aldus haar strategie richten op de begeleiding van vennootschappen met een fors groeipotentieel op hun markten, geleid door getalenteerde managers, en op een rotatie van de activa op termijn, waardoor waarde kan gecreëerd worden voor haar aandeelhouders en ze over de nodige middelen kan beschikken om nieuwe opportuniteiten aan te grijpen. GBL beschikt over een solide financiële structuur met een schuld die slechts 5,7% van de beurswaarde van haar portefeuille vertegenwoordigt en aanzienlijke liquide middelen na een investering van meer dan EUR 1,2 miljard (na verkopen) in 2011. GBL is aldus goed gewapend om een potentiële opleving aan te grijpen, inzonderheid in de bouwsector en in de energie, waarbij steeds gemikt wordt op toponder nemingen met een hoog en aantrekkelijk rendement. Gelet op de solide en toekomstgerichte cash earnings (EUR 522 miljoen voor 2011), zal de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering voorstellen om het brutodividend per aandeel dit jaar met 2,4% te verhogen tot EUR 2,60 per aandeel.
Jaarverslag 2011
5
Beursgegevens Het GBL-aandeel op de Beurs 2011
2010
2009
2008
2007
Op het einde van het jaar
51,51
62,93
66,05
56,86
87,87
Hoogste
68,34
68,19
66,25
87,50
95,55
Laagste
49,07
55,66
48,27
49,90
78,00
Jaargemiddelde
59,64
62,40
57,57
71,20
87,98
Brutodividend
2,60
2,54
2,42
2,30
2,09
Nettodividend
1,95
1,91
1,82
1,73
1,57
Nettodividend met VVPR-strip
2,05
2,16
2,06
1,96
1,78
+ 2,4
+ 5,0
+ 5,2
+ 10,0
+ 10,0
In EUR
Beurskoers
Dividend
Verschil
(in %)
Beursratio’s
(in %)
Dividend/gemiddelde koers Brutojaaropbrengst
4,4
4,1
4,2
3,2
2,4
- 14,1
- 1,0
20,2
- 32,7
- 1,4
161.358.287
161.358.287
161.358.287
161.358.287
161.358.287
6.099.444
6.099.444
6.054.739
5.576.651
5.261.451
Aantal aandelen per 31 december Uitgegeven Eigen Aangepast netto-actief
(in miljoen EUR)
11.560,6
14.323,5
15.232,2
12.811,2
19.745,5
Beurskapitalisatie
(in miljoen EUR)
8.311,6
10.154,3
10.657,7
9.174,8
14.178,6
(in %)
- 18,1
- 4,7
+ 16,2
- 35,3
+ 5,8
Verschil
Beursinformatie
(1)
GBL is genoteerd op Euronext Brussels en is opgenomen in zowel de BEL 20- en Euronext 100-index, representatief voor de ééngemaakte beursmarkt die de beurzen van Parijs, Amsterdam, Brussel en Lissabon groepeert. 2011
2010
2009
2008
(in miljard EUR)
6,2
5,2
4,0
7,7
7,0
(in duizenden)
102.765
82.166
70.700
108.416
78.444 340.015
In EUR
Verhandelde bedragen Aantal verhandelde effecten
Gemiddeld aantal verhandelde effecten per dag
2007
395.250
320.960
276.174
423.500
Op de beurs verhandeld kapitaal
(in %)
63,7
50,9
43,8
67,2
56,2
Free float velocity
(in %)
137,8
102,8
94,1
144,5
116,8
Gewicht in de BEL 20
(in %)
8,4
7,7
8,1
8,5
6,0
4
4
4
3
6
0,6
0,6
0,7
0,7
0,6
41
43
40
36
44
Plaats in de BEL 20 Gewicht in de Euronext 100 Plaats in de Euronext 100
(in %)
(1) De beursindexen omvatten de volumes die verhandeld zijn op Euronext Brussels, alsook voor 2008, 2009, 2010 en 2011 op de andere tradingplatforms waarvan voornamelijk BOAT en Chi-X
6
Jaarverslag 2011
0
(2.000)
0
0
(2.000)
(69
(600)
(600)
(800)
(800)
0)
(41
2
52
(400) (400) Jaarverslag 2011
7
02
20 11
10
20
22000 18 02 1 /2 010 29
22000 096 220 0107 0
22000 074 22000 085
.5 61
11
4
2
23
5.
32
.2
15
3
.7 6
16
3
.7 6
16
381
.8
12
4
93
8.
4
14 .3 2
11 12 .5 .8 61 11
14 .3 2
12 . 11 811 .1 10
7.11 04.1 1 10
1
7. 04
2
58
.6
10
58
.4
11
8. 93 4 10 10 .6 .15 58 4
10 .15 4
8. 28 9. 4 17 5
31
8.
9
8. 88
7. 52 8
10.000
(
1)
1)
31
(1.
(1.
220 0003 6
10.000
8. 9 31 .1 2 75
9
8. 88 15.000
)
0 (200)
0)
220 0002 5
04
7. 52 8
15.000
(74
0 (200)
)
400 200
4)
600
31
800
(69
400 200
(41
1.200 1.000
(20
800
20
03
0
9
2
52
1.200 1.000
5.000
( 9704)
600
20
02
20
12
20
5.000
50
8.000
9
80
50
02 /
11
20
10
20
1029
20
02 /
220 0018 1
22000 170
20.000
46
.7
19
79
79
.1
14
46
.7
19
14
00
.4
13
.4
11
20
10
20
Niveau van de BEL 20
)
4)
8)
(1. 78
(7. 00 9)
20.000
.1
25.000
00
25.000
13
16.000
5
Beurskoers van GBL
(20
2.000
(69 2.6 4) 37
4.000
8)
40
(1. 78
6.000
220 0006 9
4.000
3
6.000
220 0005 8
8.000
1. 18
)
10.000
1. (7 64 .0 7 09
10.000
6. 17 8
12.000
220 0004 7
14.000
7
3
200 Aangepast netto-actief over 10 jaar (in miljoen EUR)
58
2
11 01
/2
02
20
10
20
09
20
08
20
07
20
06
20
05
20
04
20
03
20
02
20
0
.4
0
220 0003 6
11
50
5. 39
50
63
6.000
20 0 20 4 02 20 0 20 5 03 20 0 20 6 04 20 0 20 7 05 20 0 20 8 06 20 0 20 9 07 20 1 20 0 08 20 1 20 1 09 100
220 0002 5
12.000
Beurskapitalisatie over 10 jaar (in miljoen EUR)
28 4
100
6
8.000
8.
150 60
1. 18
2.000
120
04
03
150
90
2.000
20
80 200
63
2.000
20
160
7
5
8.000
2.
1. 64
4.000
6. 17 8
14.000
03
16.000
20
02
20
200
2.
4.000
6
5. 39
6.000
63
2.
02
20
Beurskoers van GBL en niveau van de BEL 20 en van de CAC 40 over 10 jaar (1/1/2002 = 100) 180
160
140
120
100
40
Niveau van de CAC 40
Cou
0
Beursgegevens
Informatie voor de aandeelhouder
Opmerking: de hierboven vermelde data zijn afhankelijk van de kalender van de vergaderingen van de Raad van Bestuur en kunnen dus gewijzigd worden.
Dividend Er zal aan de Gewone Algemene Vergadering van aandeelhouders van 24 april 2012 worden voorgesteld om de winstverdeling voor het boekjaar 2011 goed te keuren, hetzij een brutobedrag van EUR 2,60 per GBL-aandeel, wat neerkomt op een stijging met 2,4% in vergelijking met het bedrag van EUR 2,54 dat werd uitgekeerd voor het voorgaande boekjaar. Het nettodividend bedraagt: • EUR 1,950 per aandeel (voorheffing van 25%), • EUR 2,054 per aandeel met VVPR-strip (voorheffing van 21%). Gelet op het aantal effecten dat recht geeft op het dividend (161.358.287), bedraagt de totale winstuitkering van het boekjaar 2011 EUR 419,5 miljoen tegen EUR 409,9 miljoen voor 2010.
8
Jaarverslag 2011
12 20
12
ten
G 2 Ve ewo 3 a rg ne pr ad A il eri lge 20 ng m 13 20 ene 13
B Be eg ke in nd m ma aa kin rt 2 g v 01 an 3 de res ult a
ten
20
rre su lta de ha lfja a 3 Be 0 ju ke li nd 20 ma 12 kin gv an ma pe kin 9 n r 3 g v ov 0 an em se d b pte e r er mb esu 20 er lta 12 20 ten 12
nd ke Be
res
ult
ate Bek n p en er dm 9 31 ak me ma ing i 2 art van 012 20 de 12
2 Ge 4 ap wo ri ne l 2 Alg 012 em en eV 26 erg Da ap ad wo tum ri eri rd w l 20 ng ta a 1 fge aro 2 20 kn p c 12 ipt ou p ( Ex on 30 -D n D a ate r. po atum pri ) 14 sit v l 2 ies an 01 2 va af n c slu ou itin po g 3 n n va m Da e r. n d va tum i 2 14 e d nc 0 (R ivid ou van 12 ec e po b ord nd e n n ta da gere r. alb te) ch 14 aa tig (Pa rste de ym llin en g tD ate )
Financiële kalender 2012-2013
Dit nettodividend zal betaalbaar zijn vanaf 3 mei 2012, hetzij door overschrijving voor de aandeelhouders op naam, hetzij door het crediteren van de bankrekening van de eigenaar van gedematerialiseerde aandelen. De financiële dienst wordt verzekerd door de bank ING België (System Paying Agent). De aandeelhouders wordt erop gewezen dat de GBL-aandelen sinds 1 januari 2011 gedematerialiseerd zijn (beslissing van de Raad van Bestuur van 2 maart 2010). Sinds voornoemde datum zijn de maatschappelijke rechten verbonden aan de aandelen aan toonder, inclusief het recht op dividend, geschorst. Deze schorsing wordt opgeheven zodra deze aandelen gedematerialiseerd zijn door inschrijving op een effectenrekening bij een bank of inschrijving in het register van de aandeelhouders op naam. In beide gevallen wordt de aandeelhouder verzocht om het nodige te doen bij zijn financiële instelling. Op dividenden die onderworpen zijn aan een roerende voorheffing van 21% kan, bovenop die voorheffing, een bijkomende heffing van 4% worden ingehouden, indien de verkrijger van de dividenden kiest voor de inhouding aan de bron van deze heffing.
65
Total Imerys
ce mb re
ve mb re
Dé
No
Ao
Se pte mb re
ût
t
Ju in
Ma i
Av ril
GBL Pernod Ricard
Ju ille
Fé
Ma rs
vri er
Ja nv ie r
Portefeuille en aangepast netto-actief
Oc tob re
60
GDF SUEZ Suez Environnement
Lafarge Arkema
AU
TO
CO
NT
RO
LE
3 (0, ,8% 0% )
1 (12 0,0 ,5 % % )
(1
7,
(7, 2% 2% ) (1)
5 (66 7,0 ,8 % % )
2 (27 1,0 ,4 % % )
9 (9, ,8% 0% )
5 (5, ,2% 2% )
)
(3,
7%
4,
0%
)
Organigram per 31 december 2011 % in kapitaal (% van de stemrechten)
(1) Waarvan 0,3% aangehouden als geldbeleggingen
Beursevolutie van GBL en van de deelnemingen (in 2011 en begin 2012) 150 140 130 120 110 100 90 80 70 60 50
GBL Lafarge
150 140 130 120 110
Total Imerys
Pernod Ricard Arkema
GBL
Jaarverslag 2011
ua ri
Ja nu
GDF SUEZ Suez Environnement
Fe br
ari
er mb De ce
r be em No v
er tob Ok
er mb pte Se
tus Au g
us
li Ju
ni Ju
Me i
il Ap r
Ma art
Fe br
Ja nu
2012
ua ri
2011
ari
40
9
Portefeuille en aangepast netto-actief
Aangepast netto-actief Beginselen De evolutie van het aangepast netto-actief van GBL is, net als de evolutie van haar beurskoers en haar resultaat, een belangrijk criterium voor de beoordeling van de prestaties van de groep.
• De cash/de nettoschuld, zijnde de liquide middelen en gelijkgestelde, verminderd met de schulden van het segment Holding van de groep GBL, wordt gewaardeerd tegen boekwaarde of tegen marktwaarde.
Het aangepast netto-actief is een overeengekomen referentie die wordt verkregen door optelling van de deelnemingsportefeuille en de andere activa, verminderd met de schulden.
Voor de berekening van het aangepast netto-actief per aandeel wordt gebruik gemaakt van het aantal GBL-aandelen van het uitstaande kapitaal op de waarderingsdatum.
De in aanmerking genomen waarderingsbeginselen zijn de volgende: • De genoteerde deelnemingen, met inbegrip van de aan gehouden eigen aandelen, worden gewaardeerd tegen slot koers. De waarde van de aandelen die bestemd zijn tot dekking van eventueel door de groep aangegane verbintenissen wordt evenwel geplafonneerd op de omzettings-/uitoefenprijs. • De niet-genoteerde deelnemingen worden gewaardeerd tegen boekwaarde, na aftrek van eventuele waardeverminderingen, of tegen het deel in het eigen vermogen indien dat hoger is, met uitzondering van de niet-geconsolideerde vennoot schappen of vennootschappen waarop geen vermogens mutatie wordt toegepast uit de Private-equitysector, die gewaardeerd worden tegen marktwaarde.
Het is mogelijk dat er meer bepaalde minder belangrijke gebeurtenissen in de meegedeelde waarde geen rekening wordt gehouden. Het gecombineerd effect van deze elementen zal evenwel niet meer bedragen dan 2% van het aangepast netto-actief. Het gedetailleerd aangepast netto-actief van GBL wordt elk kwartaal, samen met de bekendmaking van de resultaten, gepubliceerd. De waarde van het aangepast netto-actief wordt elke vrijdag na de sluiting van de beurs, op de website van GBL gepubliceerd (www.gbl.be).
Uitsplitsing van het aangepast netto-actief per 31 december Onderstaande tabel geeft een gedetailleerd en vergelijkend overzicht van de samenstellende delen van het aangepast netto-actief van GBL per eind 2011 en eind 2010. Portefeuille Total
31 december 2011 Beurs In miljoen koers
Portefeuille
31 december 2010 Beurs In miljoen koers
% in kapitaal
In EUR
EUR
%
% in kapitaal
In EUR
EUR
%
4,0
39,50
3.711
32,1
4,0
39,65
3.725
26,0
GDF SUEZ
5,2
21,12
2.475
21,4
5,2
26,85
3.146
22,0
Pernod Ricard
9,8
71,66
1.870
16,2
9,9
70,36
1.836
12,8 19,8
Lafarge
21,0
27,16
1.638
14,2
21,1
46,92
2.830
Imerys
57,0
35,59
1.525
13,2
30,7
49,89
1.157
8,1
Arkema
10,0
54,70
339
2,9
5,0
53,87
166
1,2
Suez Environnement
6,9
8,90
311
2,7
7,1
15,45
541
3,8
Iberdrola
0,2
4,84
69
0,6
0,6
5,77
181
1,3
317 12.255
2,7 106,0
233 13.815
1,6 96,4
(694) 11.561
(6,0) 100,0
509 14.324
3,6 100,0
Private equity en andere Portefeuille Cash/nettoschuld/trading/ eigen aandelen Aangepast netto-actief Aangepast netto-actief (in EUR) per aandeel (in %) Disagio
Het aangepast netto-actief per 31 december 2011 bedraagt EUR 11.561 miljoen tegen EUR 14.324 miljoen een jaar eerder. De vermindering met 19% ten opzichte van het vorige boekjaar, ligt in de lijn van de evolutie van de BEL 20, CAC 40 en Eurostoxx 50 indexen die over de verslagperiode respectievelijk tussen 17 tot 19% moesten prijsgeven
10
Jaarverslag 2011
71,65 28,1
88,77 29,1
en is grotendeels vergelijkbaar met de schommelingen van de indexen van de sectoren waaraan bepaalde activa van de groep zich toetsen. Per aandeel bedraagt het aangepast netto-actief van GBL per 31 december 2011 EUR 71,65. Vergeleken met de beurskoers van EUR 51,51 beloopt het disagio op voormelde datum dus 28,1%.
Lafarge 10,7%
31,0% GDF SUEZ
Lafarge 10,7%
31,0% GDF SUEZ
Lafarge 20,3%
29,6% GDF SUEZ
Lafarge 20,3%
29,6% GDF
Evolutie van de beursparameters van het boekjaar 2011 (schommelingspercentage per 31 december 2011/2010) Total
Total
GDF SUEZ
GDF SUEZ
Pernod Ricard
Pernod Ricard
Lafarge
(42,1)
(1,4) (21,3)
1,9
Lafarge
Environnement Suez Environnement Suez (42,7)
1,5
(50)
(40)
(30) (50)
(20) (40)
CAC 40
CAC 40 (17,0)
(17,0)
Eurostoxx 50 (17,1)
(17,1)
(20) 0
1,4
(10) 10
0
10
Portefeuille De beurskoers van Total is in 2011 stabiel gebleven en heeft de daling van de beursindexen dus weerstaan. De beurs waardering van de deelneming van 4,0% van GBL in Total bedraagt eind 2011 EUR 3.711 miljoen, vrijwel gelijk aan de waarde per eind 2010 (EUR 3.725 miljoen). Het deel van Total in het aangepast netto-actief van GBL per 31 december 2011 komt meer op 32% tegen 26% een jaar eerder. GDF SUEZ heeft, net als de andere spelers uit de sector, in 2011 een contrastrijk beursjaar doorgemaakt: de beurskoers is 21% teruggelopen ten opzichte van het vorig boekjaar. Vergeleken met de index van de sector, die over dezelfde periode 25% moest prijsgeven, komt die evolutie er nog goed uit. De bijdrage van GDF SUEZ tot het aangepast netto-actief per eind december 2011 blijft vrijwel ongewijzigd op 21%; tegen 22% een jaar eerder. Het aandeel Pernod Ricard heeft nogmaals bewezen bestand te zijn tegen de economische cycli en kan een stijging van haar beurswaarde met 2% ten opzichte van het vorig boekjaar voorleggen. De deelneming van 9,8% van GBL in Pernod Ricard (EUR 1.870 miljoen) bedraagt 16% van het aan gepast netto-actief per eind 2011, tegen 13% een jaar eerder.
(30)
(20)
1,4
(24,8)
DJ Eurostoxx Construction DJ Eurostoxx Construction (20,3)
(16,1)
(10) (30)
(11,3) (19,2)
Eurostoxx 50
DJ Eurostoxx Utilities DJ (24,8) Eurostoxx Utilities (16,1)
(18,1)
DJ Eurostoxx Oil & GasDJ Eurostoxx Oil & Gas
1,5
(42,7)
Iberdrola
Iberdrola
1,9
(28,7)
Arkema
Arkema
(18,1) GBL
Aangepast netto-actiefAangepast netto-actief (11,3) van GBL van GBL (19,2) BEL 20 BEL 20
(42,1)
Imerys (28,7)
Imerys
GBL
(1,4)
(21,3)
(20,3)
(30)
(10)
(20)
0
(10)
10
De deelneming van GBL in Suez Environnement vertegen woordigt eind 2011 3% van het aangepast netto-actief (4% eind 2010). Niettegenstaande in 2011 de bedrijfsprestaties behoorlijk standhielden, evolueerde de beurskoersen van de vennootschap, veel minder goed (- 42%). GBL heeft door een bijkomende investering van zowat EUR 170 miljoen in 2011 haar belang in Arkema opgetrokken tot 10% van het kapitaal. De beurskoers van deze vennootschap hield behoorlijk stand in 2011 en sloot uiteindelijk ongeveer 2% hoger af. De deelneming van EUR 339 miljoen is goed voor 3% van het aangepast netto-actief per eind 2011, tegen EUR 166 miljoen eind 2010. Na de gedeeltelijke verkoop van de deelneming in Iberdrola in 2011 en de daling van de beurskoers, wordt het resterend belang in deze vennootschap nog op EUR 69 miljoen gewaardeerd. Het belang van GBL in de private-equitypool en andere bedraagt ongeveer EUR 317 miljoen, en weerspiegelt ondermeer de in 2011 gedane netto-investeringen.
Lafarge, actief in een sector die getroffen werd door de terugval van de activiteiten in sommige landen en door de onzekerheid over het weer aantrekken van de bouwcyclus, moest op de beurs een koersdaling van 42% incasseren in 2011. Dienvolgens is het gewicht van Lafarge in het aangepast netto-actief teruggelopen van 20% tot 14%, met een marktwaarde van EUR 1.638 miljoen per 31 december 2011. GBL heeft haar belang in Imerys opgetrokken door de investering in 2011 van zowat EUR 1,1 miljard, waardoor GBL de exclusieve controle over deze onderneming heeft verworven (57% van het kapitaal). Het aandeel Imerys had op de beurs te lijden van het conjunctuur- en marktklimaat en moest 29% van zijn waarde inleveren, waarna de beurswaarde van de deelneming van GBL in Imerys per eind december 2011 EUR 1.525 miljoen bedroeg, hetzij 13% van het aangepast netto-actief op voormelde datum (8% per eind 2010).
Jaarverslag 2011
11
0
50
11 20
10 20
09 20
08 20
07 20
06 20
05 20
04 20
03 20
20
02
0
Aangepast netto-actief over 5 jaar .1 7
2007 19.745,5
13.814,5
0
14
2008
12.811,2 11.965,1
(694,2) 10.000
509,0
568,4
846,1
waarvan eigen aandelen
313,7
380,2
391,9
317,1
4
8. 93
10 .15 4
- 35,1
460,0 2
5
+ 18,9
1.802,8 8. 31
6.000
9. 17
- 6,0
10
11 4 8. 28
8.000
5
- 19,3
17.942,7
+ 17,8
6. 17
8
(in %)
5. 39
Verschil van jaar tot jaar
.4 5
14.663,8
Cash/nettoshuld/trading/eigen aandelen
8
12.000
2009 15.232,2
.6 5
12.254,9
2010 14.323,5
.4 0
Portefeuille
14.000
13
11.560,6
8
Aangepast netto-actief op het einde van het jaar
9
16.000
2011
In miljoen EUR
(in %)
28,1
30
De maturiteit van de brutoschuld werd in de loop van het jaar verlengd en de gemiddelde gewogen looptijd bedraagt eind 2011 3,9 jaar. Vóór 2014 zal geen enkele schuld vervallen, behalve de terugbetaling in april 2012 van het resterend saldo van de converteerbare GBL-obligatie ten bedrage van EUR 184 miljoen. GBL beschikt trouwens nog over bevestigde nietopgenomen kredietlijnen voor een bedrag van EUR 850 miljoen, waarvan de vervaldag werd verlengd tot 2016/2017. De nog verplicht te storten bedragen door de vennootschap aan de private-equityfondsen, die eind december ongeveer EUR 340 miljoen bedragen, zijn niet in deze schulden begrepen.
28,2
00
63
78
4) (69
0 (2.000)
2011 Arkema 0,7% Suez Environnement 4,0% Pernod Ricard 6,7% Imerys 9,0%
1,5% Andere
36,4% Total
31,0% GDF SUEZ
Total
(1,4)
GDF SUEZ
(21,3)
Pernod Ricard Lafarge Jaarverslag 2011
(1.
2.
63
7
2.000
8)
2.
4.000
6
1.
64
7
1.
6.000
(7.
18
3
9)
8.000
Lafarge 10,7%
12
20 10
28,4
Thesaurie over 5 jaar (in miljoen EUR)
De nettoschuld van de groep GBL per eind 2011 bedraagt EUR 694 miljoen, hetgeen slechts een tot 5,7% beperkt deel van de beurswaarde van de portefeuille op dezelfde datum vertegenwoordigt. Dit bedrag is samengesteld uit: • enerzijds de liquide middelen, ten bedrage van EUR 790 miljoen, waarover de groep beschikt, waaronder de waardering tegen beurskoers van de 3,8% eigen aandelen; • anderzijds een brutoschuld van EUR 1.484 miljoen, namelijk EUR 534 miljoen obligaties en EUR 950 miljoen opgenomen op de kredietlijnen.
20 09
20 08
20 0
6
87,87
29,1
20 07
122,36
56,86
20 05
79,39
66,05
4
94,40
62,93
31 Th /1 esa 2/ u 20 rie 06 Ve ko Ka pe pit n aa lve rh og ing en Ve rw Ca er vin sh ge ea n rn ing se na nd ere W ins tve rd eli ng Ne 31 tto /1 sc 2/ hu 20 ld 11
Financiële toestand
88,77
20 1 02 1 /2 01 2
Disagio
2.000
20 0
51,51
3
71,65
Beurskoers
20 02
Aangepast netto-actief per aandeel
20 0
4.000
In EUR
1,9 (42,1)
Imerys
(28,7)
Arkema Suez Environnement
1,5 (42,7)
Jaarverslag 2011
13
Geconsolideerde gegevens IFRS Kerncijfers 2011
2010
2009
2008
2007
522,3
565,0
18,9
(20,0)
603,5
718,1
532,2
4,7
(117,8)
Operationele ondernemingen (geassocieerde of geconsolideerde) en private equity
(9,3)
284,4
Eliminaties, meerwaarden, waardeverminderingen en terugnemingen Geconsolideerd resultaat, deel van de groep Geconsolideerd resultaat van de periode Totale uitkering
260,2
135,5
337,7
144,0
(750,6) 75,0 167,3 419,5
(164,4) 640,8 638,4 409,9
314,0 1.057,7 1.057,7 390,5
(1.625,5) (687,5) (687,5) 371,1
112,0 778,9 778,9 337,2
15.788,7
14.727,7
14.694,7
12.894,7
17.519,3
2.361,2
818,7
632,2
1.141,1
1.863,2
In miljoen EUR
Geconsolideerd resultaat Cash earnings Mark to market en andere non cash
Geconsolideerde balans (1) Activa Niet-courante activa Courante activa Passiva Eigen vermogen
13.644,6
14.754,7
14.828,8
13.417,2
18.868,6
Niet-courante passiva
3.073,1
685,0
428,4
425,3
422,3
Courante passiva
1.432,2
106,7
69,7
193,3
91,6
155.258.843
155.223.385
155.641.380
155.849.909
148.997.891
157.431.914
158.721.241
161.202.533
155.849.909
154.324.866
.7
46
25.000
19
Aantal aandelen op het einde van het jaar 20.000
(2)
38
61
14
11
11
.5
12
9
7.
11
04
1
.1
Pay-out (in %)
.8
10
10.000
.3
24
12
.8
15.000 Verwaterd
15
16
.2
.7
32
63
Gewoon
72,5
64,7
51,5
65,9
64,2
36,9
N/A
43,3
0,48 3,36
4,13 3,64
6,80 3,88
(4,41) 4,61
5,23 3,57
88
80,3 250,7
8.
7.
52
8
Dividend/cash earnings 5.000
Dividend/geconsolideerd resultaat
2
01
/2
11 20
02
20
20
09
08
20
20
07
06
05
20
20
20
04
03
20
02
20
10
0
Geconsolideerd resultaat per aandeel Geconsolideerde cash earnings per aandeel
1)
52
(41
2
1.200 1.000
0)
Kasstromen: Evolutie over 1 jaar (in miljoen EUR)
(1.
9 50
600
31
800
(69
4)
400 200 0 (200) (600)
) (74
90
(20
)
(400)
31 Nett /1 osc 2/ h 20 uld 11
ge eri
eq te iva
Pr
Ov
uit y
n op e Ve rk
Ne 31 ttoth /1 es 2/ au 2 r Ca 010 ie sh ea rn ing Be s taa lde div ide nd Inv es ter ing en
(800)
(1) De van 2008 tot 2010, ter vergelijking voorgestelde balanscijfers werden herwerkt om rekening te houden met de vrijwillige wijziging van de boekingsmethoden in verband met de actuariële verschillen op voordelen van het personeel (2) De berekening van het aantal aandelen (gewoon en verwaterd) wordt gedetailleerd op blz. 112
14
Suez Environnement 3,8%
Jaarverslag 20102011
2,1% Andere
Economische analyse van het geconsolideerd resultaat De in deze analyse opgenomen tabel beoogt een beter zicht te geven op de diverse bestanddelen van het geconsolideerd resultaat van GBL, opgemaakt volgens de IFRS.
Deel van de groep In miljoen EUR
Nettoresultaat van de geassocieerde en operationele geconsolideerde ondernemingen
Cash earnings
De rubrieken van de verschillende kolommen worden in de woordenlijst beschreven.
Mark to market en andere non cash
2011 Operationele Eliminaties, ondernemingen meerwaarden, (geassocieerde of waardevermindegeconsolideerde) ringen en en private equity terugnemingen
2010
Geconsolideerd
Geconsolideerd
-
-
255,7
-
255,7
260,3
Nettodividenden van deelnemingen
566,5
45,4
-
(111,6)
500,3
450,7
Opbrengsten en kosten van interesten
(27,0)
(2,3)
(0,9)
-
(30,2)
(14,6)
6,4
(20,0)
-
-
(13,6)
(9,8)
(23,6)
(4,9)
(4,6)
-
(33,1)
(27,9)
Andere financiële opbrengsten en kosten Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten Resultaten op overdrachten, waarde verminderingen en terugnemingen van niet-courante activa
-
-
34,2
(639,0)
(604,8)
(18,8)
Belastingen Geconsolideerd resultaat IFRS (2011)
522,3
0,7 18,9
284,4
(750,6)
0,7 75,0
0,9
Geconsolideerd resultaat IFRS (2010)
565,0
(20,0)
260,2
(164,4)
640,8
A. Cash earnings 2011
2010
Verschil 2011-2010
Nettodividenden van deelnemingen
566,5
594,7
(28,2)
Total
206,3
204,8
1,5
GDF SUEZ
175,8
175,8
-
Lafarge
60,5
120,9
(60,4)
Imerys
51,1
23,1
28,0
Pernod Ricard
37,6
34,8
2,8
Suez Environnement
22,8
22,8
-
Iberdrola
7,9
10,7
(2,8)
Arkema
3,8
1,4
2,4
Andere
0,7
0,4
0,3
(27,0)
(13,0)
(14,0)
In miljoen EUR
Opbrengsten en kosten van interesten Andere financiële opbrengsten en kosten
6,4
3,7
2,7
Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten
(23,6)
(20,4)
(3,2)
Totaal
522,3
565,0
(42,7)
De in 2011 geïnde nettodividenden (EUR 567 miljoen) zijn met 4,7% achteruitgegaan ten opzichte van 2010 (EUR 595 miljoen). Die evolutie is hoofdzakelijk te wijten aan de vermindering met de helft van het dividend van Lafarge, met een negatief effect van EUR 60 miljoen op de cash earnings, deels gecompenseerd door het hoger dividend van
Imerys en door het bijkomend dividend ten gevolge van de verwerving, begin april, van 25,6% van het kapitaal van deze vennootschap (EUR 28 miljoen gecumuleerd). Voorts zijn de bijdragen van Total, GDF SUEZ, Pernod Ricard en Suez Environnement over het algemeen licht gestegen (EUR 443 miljoen tegen EUR 438 miljoen in 2010).
Jaarverslag 2011
15
(74 31 Nett /1 osc 2/ h 20 uld 11
Ov eri ge
(800)
(7 904
(600)
(800)
(20
(600)
90
(20
Ve ko pe pit n aa lve 31 rThh /1 oegsa 2/ inug 20 reie 06 n Ve rw Ca Verev kion shK pge eaap n rinta inagl vse erhno agnin dgee rne WVer insw Ca tveerv sh rding eli en ea ng rn ing sNe 31 tnto /1 asnc 2/ dheu 20 rlde 1 W ins 1 tve rd eli ng Ne 31 tto /1 sc 2/ hu 20 ld 11 Ka
31 Th /1 esa 2/ u 20 rie 06
Ne 31 ttoth /1 es 2/ au 2 r Ca 010 ie sh ea rn ing Be s t aa Neld e 31 ttothdiv /1 eside 2/ aund 2 r CIanve 010 ie shste earin rn ge ingn Be s t aa ldeVe dirvko idepen nd Pr Inivva este tereq inugit eyn VeOve rkorig pee n N P 31 ri ett /1vatosc 2/e h 20eq uld 11uit y
Geconsolideerde gegevens IFRS (2.000)
0)
Bijdrage van de deelnemingen tot de totale dividenden 2011
2011
2010
a 0,7% Arkema 0,7% nvironnement 4,0% Suez Environnement 4,0% d Ricard 6,7% Pernod Ricard 6,7% 9,0% Imerys 9,0%
e 10,7%
1,5% Andere
1,5% Andere
Imerys 3,9%
Lafarge 10,7%
36,4% Total
36,4% Total
31,0% GDF SUEZ
31,0% GDF SUEZ
De interestkosten zijn EUR 14 miljoen hoger dan in 2010. De toename is hoofdzakelijk te wijten aan de financieringskosten van de netto-investeringen van meer dan EUR 1,2 miljard in de portefeuille van GBL. Total
Total
(1,4)
(1,4)
De andere financiële opbrengsten en kosten blijven vrijwel (21,3) (21,3) GDF SUEZ stabiel op GDF EUR SUEZ 6 miljoen (EUR 4 miljoen in 2010).
Pernod Ricard Lafarge
Pernod Ricard
1,9
B. (42,1) Mark toLafarge market(42,1) en andere non cash
Imerys
Imerys (28,7) In miljoen EUR Arkema Arkema
1,9
1,5
Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten(10) (50) (40) (30) (50) (20) (40) (30)
Lafarge 20,3%
Lafarge 20,3%
GBL
(18,1) GBL
0
34,4% Total
29,6% GDF SUEZ
29,6% GDF SUEZ
(18,1)
BEL 20
(19,2) BEL 20
CAC 40
CAC 40 (17,0)
(17,0)
Eurostoxx 50
Eurostoxx 50 (17,1)
(17,1)
(19,2)
2011
2010
45,4
(24,8)
DJ Eurostoxx Construction DJ Eurostoxx(20,0) Construction (20,3)
(16,1)
(10) 10
34,4% Total
Ze omvatten voornamelijk de kosten in verband met de afwikkeling van de interestswap (EUR - 16 miljoen), gecompenseerd door het tradingresultaat (EUR 13 miljoen) en de op eigen aandelen geïnde dividenden (EUR 16 miljoen).
DJ Eurostoxx Utilities DJ Eurostoxx (24,8) (2,3)Utilities (20) 0
2,1% Andere
Pernod Ricard 5,9% Pernod Ricard 5,9%
DJ Eurostoxx Oil & GasDJ Eurostoxx Oil & Gas
1,5
nvironnement Suez Environnement (42,7) (42,7) Opbrengsten en kosten van interesten Iberdrola Andere financiële Iberdrola opbrengsten (16,1)en kosten
2,1% Andere
Imerys 3,9%
De andere bedrijfsopbrengsten en -kosten hebben zich Aangepast netto-actiefAangepast netto-actief (11,3) (11,3) gehandhaafdvan opGBL ongeveer EUR - 24 miljoen. van GBL
(28,7)
Nettodividenden van deelnemingen
2010
Suez Environnement 3,8% Suez Environnement 3,8%
(30)
10
Belastingen Totaal
(4,9) (20) (30) 0,7 18,9
Deze post omvat op 31 december 2011 in hoofdzaak: • het derde interimdividend 2011 van Total (EUR 45 miljoen), betaalbaar in maart 2012, ingevolge het nieuw uitkerings beleid dat in kwartaaldividenden voorziet. Dit dividend zal onder de post “Cash earnings” van het eerste kwartaal 2012 opgenomen worden; • de eliminatie van het dividend op eigen aandelen (EUR - 16 miljoen);
Verschil 2011-2010 1,4
(3,5)
1,2
(20,3) (13,5)
(6,5)
(10) (3,9)(20)
0
(10)(1,0)10
0,9 (20,0)
(0,2) 38,9
• het resultaat op financiële instrumenten en de aanpassing aan de marktwaarde van de tradingportefeuille (EUR - 5 miljoen). Ter herinnering: het bedrag per 31 december 2010 (EUR - 20 miljoen) omvatte in hoofdzaak de eliminatie van het dividend op eigen aandelen van EUR - 15 miljoen.
C. Operationele ondernemingen (geassocieerde of geconsolideerde) en private equity In miljoen EUR
2011
2010
Nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen en operationele geconsolideerde ondernemingen
Verschil 2011-2010
255,7
260,3
(4,6)
Opbrengsten en kosten van interesten
(0,9)
1,9
(2,8)
Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten
(4,6)
(3,6)
(1,0)
34,2 284,4
1,6 260,2
32,6 24,2
Resultaten op overdrachten, waardeverminderingen en terugnemingen van niet-courante activa Totaal
16
Jaarverslag 2011
1,4
45,4
0
10
C.1. Nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen en operationele geconsolideerde ondernemingen In miljoen EUR
2011
2010
Verschil 2011-2010
Lafarge
124,6
174,1
(49,5)
Imerys
142,2
74,1
68,1
ECP I & II
(10,1)
14,0
(24,1)
(1,0) 255,7
(1,9) 260,3
0,9 (4,6)
Operationele dochterondernemingen van ECP III Totaal Lafarge “Noot vooraf: de omzet en het courant bedrijfsresultaat die hierna worden voorgesteld werden voor 2010 en 2011 herwerkt om rekening te houden met de herklassering van de “Gipsactiviteiten”, onder “beëindigde bedrijfsactiviteiten”, overeenkomstig IFRS 5. 2011 werd gekenmerkt door gunstig evoluerende markten in de meeste opkomende landen, terwijl de ontwikkelde markten tegengestelde tendensen vertoonden. In Nigeria, Algerije, China en ook in Polen ging de omzet er met zowat 20% op vooruit, terwijl de verkopen ongeveer 30% terugliepen in Egypte. In de ontwikkelde landen werden hogere volumes genoteerd in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Canada en bleven de volumes stabiel in de Verenigde Staten, terwijl de groepsactiviteit in Griekenland en Spanje bleef lijden onder het moeilijk economisch klimaat. De prijzen in de Cement zijn met 1% gestegen ten opzichte van het prijsniveau van het vierde kwartaal 2010 en zijn over het algemeen gunstig geëvolueerd in de afdelingen Beton & Aggregaten. Onder dergelijke omstandigheden is de geconsolideerde omzet in 2011, ten bedrage van EUR 15.284 miljoen, met 3% gestegen (+ 5% met ongewijzigde consolidatiekring en wisselkoersen), en met 5% over het vierde kwartaal (+ 7% met ongewijzigde consolidatiekring en wisselkoersen). Het courant bedrijfsresultaat, EUR 2.179 miljoen, is 9% teruggelopen (- 9% met ongewijzigde consolidatiekring en wisselkoersen), waarbij de hogere volumes en de kostenbesparende maatregelen het effect van de forse kosteninflatie slechts deels konden compenseren. In het vierde kwartaal werd evenwel een gevoelige verbetering opgetekend met een groei van 3% van het courant bedrijfsresultaat (1% met ongewijzigde consolidatiekring en wisselkoersen) dankzij het gecombineerd effect van stijgende prijzen, hogere volumes en een versnelling van de kostenverminderingen. Het nettoresultaat, deel van de groep, over het jaar komt uit op EUR 593 miljoen, tegen EUR 827 miljoen in 2010. In 2011 kon de groep een niet-recurrente nettowinst van EUR 466 miljoen optekenen, voornamelijk wegens de meerwaarde behaald op de overdracht van haar Gipsactiviteiten in Europa, Latijns Amerika, Azië en Australië, terwijl ze in 2010 nog een meerwaarde van EUR 161 miljoen realiseerde op de overdracht van de Cimpor-aandelen. Verder werd het nettoresultaat over het boekjaar 2011 beïnvloed door een waardevermindering op goodwill van EUR 285 miljoen, voornamelijk met betrekking tot Griekenland.
Lafarge ging onverminderd door met de uitvoering van de geplande maatregelen met het oog op de afbouw van de nettoschuld, die over het boekjaar al met EUR 2 miljard werd verminderd, waardoor de sterke liquiditeiten nog werden verbeterd. De groep beschikt op 31 december 2011 over EUR 4 miljard niet-opgenomen bevestigde kredietlijnen en over EUR 3,2 miljard liquide middelen. De groep bevestigde trouwens dat ze haar streefcijfer van EUR 200 miljoen kostenverlagingen voor 2011 overtroffen heeft, aangezien in het boekjaar voor EUR 250 miljoen structurele kosten werden bespaard, en kondigde nu al een nieuw programma kostenbesparende maatregelen van EUR 500 miljoen aan, waarvan EUR 400 miljoen in 2012 zouden moeten gerealiseerd worden. Tot slot zal de groep in 2012 haar project met betrekking tot nieuwe organisatie per land uitvoeren, teneinde haar ontwikkeling te versnellen, de innovatie te stimuleren en haar efficiëntie te verbeteren.” Op basis van een ongewijzigd deelnemingspercentage van 21%, bedraagt de bijdrage van Lafarge tot het resultaat van GBL over 2011 EUR 125 miljoen ten opzichte van EUR 174 miljoen in 2010. Imerys “De eindmarkten van Imerys hebben in 2011 over het algemeen goed stand gehouden ten opzichte van 2010, een jaar dat kon profiteren van een sterke opstoot en heraanvulling van de voorraden. De signalen van economische vertraging in de loop van de zomer, hebben in het vierde kwartaal een meer afgetekend klimaat tot stand gebracht maar hebben slechts een materiële invloed gehad op de papieractiviteit. In de meeste opkomende landen bleef de vraag op peil. De deviezen kenden een forse volatiliteit in 2011 en de prijs van sommige grondstoffen bleef stijgen. De overname van de groep Luzenac, wereldleider van de talkverwerking, met een omzet van USD 395 miljoen in 2010, werd op 1 augustus 2011 afgerond. Sindsdien wordt de groep Luzenac opgenomen volgens de integrale consolidatiemethode. Deze transactie die werd gesloten op basis van een veelvoud van de EBITDA in de lijn van de veelvouden die Imerys historisch betaalde, werd betaald in geld, voor een bedrijfswaarde van USD 340 miljoen (EUR 232 miljoen). Op grond van de huidige marktvoor waarden, zou het project waarde moeten creëren met een hogere ROCE dan de kapitaalkost van de groep vanaf 2013.
Jaarverslag 2011
17
Geconsolideerde gegevens IFRS
Voorts heeft Imerys op 20 september 2011 een nieuwe fabriek voor keramische proppants geopend in Andersonville (Georgia, Verenigde Staten). Proppants zijn essentiële bestanddelen voor de ondersteuning van het rotsgesteente en zijn bestemd voor de zich snel ontwikkelende markt van de niet-conventionele gas- en aardoliewinning, waarvoor de groep een innoverend aanbod heeft ontwikkeld en verschillende octrooien heeft ingediend. De nieuwe fabriek vertegenwoordigt een investering van USD 60 miljoen en zal kunnen gebruik maken van de infrastructuur en de ertsreserves van de bestaande site en is sinds eind 2011 volledig operationeel. De productie, die de 100.000 ton per jaar zou moeten overschrijden, is gespreid over meerjaarlijkse contracten. De omzet voor 2011 bedraagt EUR 3.675 miljoen (+ 9,8% ten opzichte van 2010). Met vergelijkbare consolidatiekring en wisselkoersen, is de omzet 8,1% toegenomen ten opzichte van 2010, een vergelijkingspunt met een hoog niveau wegens de heraanvuling van de voorraden in het tweede en derde kwartaal. Hoewel het herstel zich in het eerste halfjaar 2011 doorzette, verliep de vooruitgang in het tweede halfjaar toch trager. Met een groei van 1,4% in de volumes in het vierde kwartaal 2011, viel de activiteit iets hoger uit dan in 2010, uitgezonderd voor de Papiersegmenten & Verpakking. Het prijs-mix effect is sterk gebleven. Het courant bedrijfsresultaat van EUR 487 miljoen over 2011 is 15,5% hoger dan in 2010. De volumes dragen hiertoe op positieve wijze bij evenals de prijs en de productmix die de stijging van de variabele kosten compenseren, wat voornamelijk toe te schrijven is aan de inflatie van sommige grondstoffen.
Het nettoresultaat, deel van de groep, sluit af op EUR 282 miljoen, EUR 38 miljoen hoger dan in 2010.” De bijdrage van Imerys tot het resultaat van GBL over 2011 bedraagt EUR 142 miljoen, tegen EUR 74 miljoen in 2010. Imerys werd in de geconsolideerde financiële staten over het eerste kwartaal 2011 nog geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode ten belope van 30,7% (EUR 22 miljoen). Sinds 1 april 2011 werd Imerys opgenomen volgens de integrale consolidatiemethode en draagt de groep, over de periode april-december 2011, EUR 120 miljoen bij (57,1% van het nettoresultaat van Imerys). Ergon Capital Partners / Ergon Capital Partners II / operationele dochterondernemingen van Ergon Capital Partners III (ECP) De bijdrage van ECP tot het nettoresultaat van GBL per 31 december 2011 bedraagt EUR - 11 miljoen, tegen EUR 12 miljoen een jaar eerder. Die wijziging is voornamelijk toe te schrijven aan de evolutie van de boekhoudkundige waarderingen van de portefeuille. C.2. Resultaten op overdrachten, waardeverminderingen en terugnemingen van niet-courante activa De resultaten op overdrachten, waardeverminderingen en terugnemingen van niet-courante activa omvatten voornamelijk de nettomeerwaarden (EUR 36 miljoen) gerealiseerd op de overdracht van diverse activa van PAI Europe III en van Sagard.
D. Eliminaties, meerwaarden, waardeverminderingen en terugnemingen 2011
In miljoen EUR
Waardevermindering op geassocieerde ondernemingen
2010
(649,6)
-
-
(20,4)
Eliminaties van de dividenden
(111,6)
(144,0)
Meerwaarden op overdrachten Totaal
10,6 (750,6)
(164,4)
Waardevermindering op activa beschikbaar voor verkoop (AFS)
Waardeverminderingen op geassocieerde ondernemingen Overeenkomstig IAS 28 (Investeringen in geassocieerde deelnemingen) en IAS 36 (Waardevermindering van activa) moet bij de aanhoudende of aanzienlijke koersdaling van een deelneming waarop de vermogensmutatiemethode wordt toegepast een impairment test worden uitgevoerd op de geconsolideerde boekwaarde van de deelneming. Aldus heeft GBL de waarde van de deelneming in Lafarge in de geconsolideerde financiële staten vergeleken met de bedrijfswaarde en de beurswaarde tegen slotkoers. De bedrijfswaarde wordt gedefinieerd als de geactualiseerde waarde van de verwachte toekomstige kasstromen (Discounted Cash Flow).
18
Jaarverslag 2011
Deze methode wordt sinds 2008 coherent toegepast en heeft in 2008 reeds aanleiding gegeven tot een waardevermindering van EUR 1.092 miljoen, die in 2009 ten belope van EUR 650 miljoen werd teruggenomen. De herhaling van deze impairment test op 30 september 2011, waarbij rekening werd gehouden met de op genoemde datum beschikbare informatie en in het bijzonder met een verslechterd economisch klimaat, heeft uitgewezen dat de bedrijfswaarde lager is dan de geconsolideerde boekwaarde (EUR 65,2 per aandeel). GBL was dus genoopt om een waardevermindering te boeken, waarbij de geconsolideerde waarde van de deelneming in Lafarge werd teruggebracht tot het deel in het eigen vermogen IFRS van Lafarge per eind september 2011 (EUR 54,4 per aandeel), die binnen de vork van de geraamde bedrijfswaarden ligt.
E. Globaal resultaat 2011 – deel van de groep
Deze waardevermindering van EUR 10,8 per aandeel, weegt voor EUR 650 miljoen op het resultaat van het derde kwartaal 2011. De impairment test werd op 31 december 2011 opnieuw uitgevoerd en heeft niet tot een herziening van de conclusies per 30 september 2011 geleid, zodat de geconsolideerde boekwaarde van Lafarge in GBL nog steeds gelijk is aan het deel in het eigen vermogen IFRS van Lafarge per eind 2011, hetzij EUR 55,8 per aandeel. Eliminatie van dividenden De nettodividenden van de (geassocieerde of geconsolideerde) operationele deelnemingen werden geëlimineerd. Het betreft een bedrag van EUR 112 miljoen afkomstig van Lafarge en Imerys. Meerwaarden op overdrachten In de loop van 2011 heeft GBL haar deelneming in Iberdrola gedeeltelijk van de hand gedaan tegen een prijs van meer dan EUR 90 miljoen, waarbij een meerwaarde van EUR 11 miljoen werd gerealiseerd. Op 31 december 2011 bezit GBL nog 0,2% van Iberdrola.
Overeenkomstig IAS 1 – Presentatie van de jaarrekening, publiceert GBL een globaal geconsolideerd resultaat, dat integraal deel uitmaakt van de geconsolideerde financiële staten en meer in het bijzonder van het geconsolideerd overzicht van de wijzigingen in het eigen vermogen. Dat resultaat, deel van de groep, over 2011 bedraagt EUR - 1.060 miljoen tegen EUR 303 miljoen over het vorige boekjaar. Die evolutie is voornamelijk toe te schrijven aan de schommeling van de beurskoersen van de vennootschappen van de portefeuille. Dit resultaat van EUR - 1.060 miljoen geeft een aanwijzing van de evolutie van de waarde die de vennootschap over het jaar 2011 heeft verwezenlijkt. Het wordt berekend op basis van het geconsolideerd resultaat, deel van de groep, van de periode (EUR 75 miljoen), waarbij het effect van de beurs op de voor verkoop beschikbare deelnemingen (Total, GDF SUEZ, Pernod Ricard, enz.), hetzij EUR - 958 miljoen, en de wijzigingen in het eigen vermogen van de geassocieerde en geconsolideerde ondernemingen, deel van de groep, hetzij EUR - 177 miljoen. Het in onderstaande tabel opgenomen geconsolideerd globaal resultaat, deel van de groep, wordt uitgesplitst aan de hand van de bijdrage van elke deelneming. Rechstreeks in eigen vermogen geboekte bestanddelen
Deel van de groep In miljoen EUR
Bijdrage van de deelnemingen
Resultaat van de periode 2011 148,4
Mark to market (958,0)
Geassocieerde en geconsolideerde ondernemingen (177,3)
Globaal resultaat 2011 (986,9)
Globaal resultaat 2010 355,6
Total
251,7
(59,6)
-
192,1
(298,2)
GDF SUEZ
175,8
(671,4)
-
(495,6)
(226,7)
Lafarge
(525,0)
-
(126,6)
(651,6)
367,1
37,6
33,9
-
71,5
304,5
142,2
-
(40,5)
101,7
125,5
Suez Environnement
22,8
(229,3)
-
(206,5)
(0,8)
Iberdrola
18,5
(34,9)
-
(16,4)
(17,6)
Pernod Ricard Imerys
Arkema
3,8
17,7
-
21,5
79,1
Andere
21,0
(14,4)
(10,2)
(3,6)
22,7
(73,4)
-
-
(73,4)
(52,9)
31 december 2011
75,0
(958,0)
(177,3)
(1.060,3)
31 december 2010
640,8
(579,6)
241,5
Andere opbrengsten en kosten
Jaarverslag 2011
302,7
19
20
Jaarverslag 2011
Overzicht van de activiteiten
GBL legt zich toe op het ontwikkelen van een deelnemings portefeuille die gericht is op een klein aantal industriële ondernemingen die leider zijn op hun markt waarin zij haar rol van professioneel aandeelhouder op termijn kan uitoefenen. Die portefeuille omvat momenteel Total, GDF SUEZ, Pernod Ricard, Lafarge, Imerys, Suez Environnement en Arkema, benevens een aantal investeringen van geringere omvang in genoteerde en niet-genoteerde vennootschappen (private equity). Deze portefeuille zou mettertijd moeten evolueren op basis van het leven van die ondernemingen en de marktopportuniteiten. GBL investeert en desinvesteert op basis van haar doelstellingen, met name het creëren van waarde en het in stand houden van een solide financiële structuur. GBL voert een dividendbeleid dat het midden wil houden tussen een aantrekkelijk rendement voor de aandeelhouder en een waardering van het aandeel.
Total ........................................................................................................... 22 GDF SUEZ . ................................................................................................. 28 Pernod Ricard ............................................................................................. 34 Lafarge ....................................................................................................... 40 Imerys ........................................................................................................ 46 Suez Environnement . .................................................................................. 52 Arkema . ..................................................................................................... 58 Diverse deelnemingen ................................................................................. 64 Op de volgende bladzijden vindt u voor elke operationele deelneming de volgende gegevens: • een beschrijving van de activiteiten, de markante gebeurtenissen van het jaar, de financiële resultaten en de vooruitzichten; • een tabel met kerncijfers waarin de operationele en sectoriele gegevens, beursgevegens, geconsolideerde financiële gegevens en marktgevens van elke onderneming zijn opgenomen; • het deel van de bijdrage tot het aangepast netto-actief van GBL en tot de geïnde dividenden van de deelnemingen. De woordenlijst met de definities van de trefwoorden vindt u op blz. 174 van het jaarverslag.
Geographische uitsplitsing van de omzet
Europa Noord-Amerika Afrika Rest van de Wereld
67% 9% 8% 16%
West-Europa Verenigde Staten/ Canada Japan/Australië Opkomende landen
Europa Noord-Amerika Zuid-Amerika Afrika Midden-Oosten/ Azië/Pacifiek
48% 20% 5% 27%
80% 6% 5% 1%
Eerste halfjaar 2011-2012
Europa Amerika Azië/ Rest van de Wereld
38% 25% 37%
Europa Amerika’s Midden-Oosten/Afrika Azië
8%
Europa Noord-Amerika Australië Rest van de Wereld
72% 6% 7% 16%
Europa Noord-Amerika Azië/ Rest van de Wereld
41% 33% 26%
Jaarverslag 2011
21
31% 27% 25% 16%
Overzicht van de activiteiten
Deelnemingen per 31 december 2011
GBL streeft ernaar om waarde te scheppen voor haar aandeelhouders.
Total is een geïntegreerde aardolie- en aardgasgroep van wereldformaat die tevens actief is in de Chemie
Omzet (in miljoen EUR) Evolutie 2010/2011 (in %) Europa 123.757 Noord-Amerika 16.328 Afrika 15.077 Rest van de Wereld 29.551
(+ 13,1%) (+ 31,3%) (+ 20,0%) (+ 19,1%)
Overzicht van de activiteiten
Deelneming in kapitaal .............................................................................. 4,0% Deelneming in stemrechten ............................................................. 3,7% Bijdrage tot het aangepast netto-actief van GBL . .... 32,1% Door GBL geïnde dividenden .................... EUR 206 miljoen
Profiel Total is één van de grootste internationale aardolie- en aardgasgroepen. Zij oefent haar activiteiten uit in meer dan 130 landen en is in de hele sector van olie-industrie aanwezig, van Ontginning – exploratie, ontwikkeling en productie van aardolie, aardgas en LNG – tot Verwerking – raffinage, distributie, transport en internationale handel in ruwe olie en aardolieproducten. Total is ook een belangrijke speler op de Chemiemarkt en is daarenboven begaan met de ontwikkeling van hernieuwbare energie. In de Ontginning sector beschikt de groep over exploratie- en productiecapaciteiten in meer dan 40 landen. Total kan steunen op een portefeuille van gediversifieerde activa, die zich onderscheidt door groeiperspectieven voor haar productie die tot de sterkste uit de industrie behoren, dankzij haar participatie in grote projecten met een competitieve technische kostprijs en in veelbelovend schollen. De aangetoonde koolwaterstofreserves van de groep, vastgesteld volgens de SEC-normen, garanderen de vennootschap nog 13 jaar productie tegen het gemiddelde productietempo van 2011 (2,3 miljoen vaten olie-equivalent per dag). Total is ook een belangrijke speler in de sector van het vloeibaar aardgas en breidt haar activiteiten uit naar aanverwante marktsegmenten zoals de gasdistributie of de opwekking van elektriciteit. De groep bereidt ook de energietoekomst voor, door de toename van haar activiteit in nieuwe energiebronnen (zonne-energie, biomassa, opvangen en opslaan van CO2 ). Voor de Verwerking positioneert de groep zich als marktleider in West-Europa en Afrika. Ze is ook sterk aanwezig in het hele Middellandse Zeebekken en vestigt zich op de groeimarkten, onder andere in Azië. Ze beschikt over een raffinagecapaciteit van 2,1 miljoen vaten per dag en staat in voor de verkoop van geraffineerde producten ten belope van 3,6 miljoen vaten per dag. De groep heeft deelnemingen in 20 raffinaderijen en exploiteert een netwerk van ongeveer 15.000 tankstations, in hoofdzaak onder de merknamen Total, Elf, Elan en AS24 op specifieke posities. Voor wat de Chemiesector betreft, behoort Total op de meeste markten, tot de geïntegreerde Europese en/of wereldleiders. Die sector omvat de Basischemie, met name de petrochemie en de meststoffen, alsook de Chemische Specialiteiten, zoals rubbertoepassingen, adhesieven en metallisering, waarvan de producten voornamelijk bestemd zijn voor de industrie. Total kondigde eind 2011 aan dat de Verwerkings- en de Chemiesector geher structureerd worden. In de nieuwe structuur, sinds 1 januari 2012, werden twee nieuwe sectoren opgericht: een sector “Raffinage Chemie”, die een grote industriële pool vormt, met als doel de voordelen van de integratie van de twee activiteiten te maximaliseren, en een sector “Supply Marketing”, waarin de wereldwijde activiteiten bevoorrading en verkoop van petroleumproducten worden ondergebracht om de flexibiliteit en de zichtbaarheid van deze operaties te verhogen.
Overzicht van het boekjaar 2011 De oliemarkt werd in 2011 gekenmerkt door een economische vertraging die samenviel met aanhoudende druk op het aanbod. De prijs van de ruwe olie ging er, ten opzichte van het gemiddelde van 2010, 40% op vooruit om af te klokken op USD 111/v (tegen USD 80/v). Ook de gemiddelde verkoopprijs van het gas is globaal met 27% toegenomen, waarbij echter forse regionale verschillen werden genoteerd. De raffinagemarges daarentegen, gingen achteruit ten opzichte van 2010 en bereikten in Europa slechts een gemiddelde (ERMI-index) van USD 17/t (tegen USD 27/t), ten gevolge van de chronische overcapaciteit van deze sector. In de Chemische activiteit bleven de markten behoorlijk presteren in het eerste halfjaar, maar moesten daarna inleveren, vooral in het vierde kwartaal. De dollar is 5% in waarde gedaald tegenover de euro. In deze context bedraagt het aangepast nettoresultaat van Total EUR 11,4 miljard, 11% hoger dan in 2010. In dollar uitgedrukt bedraagt de vooruitgang 17%. Dit resultaat is zowel toe te schrijven aan het beter klimaat als aan de goede prestaties van de groep, waardoor meer cashflow kon worden gegenereerd, ondanks aanzienlijk hogere investeringen, de sterkte van de balans kon worden gehandhaafd (schuldratio van 23% per eind 2011, tegen 22% eind 2010). Over het algemeen bevestigde Total in 2011 de dynamische portefeuillestrategie, waarbij prioriteit werd verleend aan Ontginningsactiva met een fors groei potentieel, en werd het agressiever exploratiebeleid voortgezet. De groep bevestigt dat de veiligheid en het milieu van prioritair belang zijn bij de operaties en investeringen.
Jaarverslag 2011
23
Overzicht van de activiteiten - Total
Ontginning
Verwerking
Bij de Ontginning zijn drie grote vondsten, in Azerbeidzjan, Bolivia en Frans Guyana, het eerste resultaat van het agressiever exploratiebeleid van de groep. Total registreerde in 2011 een lichte achteruitgang van de productie (- 1,3% tot 2.346 miljoen voe per dag). Onder andere wegens de slechte veiligheidsomstandigheden, vooral in Libië, en het ongunstig hoge prijseffect per vat petroleum, gecompenseerd door de productie van nieuwe velden, met onder meer Pazflor, een deep offshoreproject in Angola. Verder heeft de groep haar ambitieus investeringsprogramma voortgezet, geïllustreerd door het opstarten van verscheidene nieuwe projecten (vooral in Australië, de Noordzee, Rusland en Nigeria) en het nemen van deelnemingen, onder meer in Novatek (Rusland), het project Fort Hills in Canada en Tempa Rossa in Italië. Ook het te ontginnen domein werd uitgebreid, waarbij voorrang werd verleend aan nieuwe, veelbelovende exploratiebronnen (afsluitende zoutlagen, niet-conventioneel gas en andere grenslagen). Tevens heeft Total mature productieactiva van de hand gedaan in Kameroen en belangen afgestoten in het project Joslyn in Canada, evenals deelnemingen in pijpleidingen in Columbia en deelnemingen in Nigeria.
In de Verwerking maakte de groep verder werk van haar strategie om de competitiviteit van haar activiteiten te verbeteren, haar afhankelijkheid van de ontwikkelde zones, vooral in Europa, te beperken en haar aanwezigheid in de groeizones uit te breiden. De groep ging ook door met de vermindering van haar raffinagecapaciteit in Europa, namelijk door haar deelneming in CEPSA van de hand te doen, en met de optimalisatie van de marketing, door de verkoop van haar distributieactiviteiten in het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast werd 2011 gekenmerkt door de modernisering van de raffinaderij en het petrochemisch platform van Normandië in Frankrijk, de bouw van de raffinaderij van Jubail in Saoedi-Arabië en de opstart van de Major Conversion Unit in Port Arthur in de Verenigde Staten.
In de hernieuwbare energie heeft Total een deelneming van 60% verworven in de Amerikaanse vennootschap SunPower (Verenigde Staten, een belangrijke marktdeelnemer in de zonne-energie).
Chemie
Het peil van de bewezen reserves van koolwaterstoffen, vastgesteld volgens de SEC-normen (brent tegen USD 110,96/v) de vernieuwingsvoet bedraagt eind 2011 11,4 miljard voe. Op basis van dezelfde principes, bedraagt de bewezen reserves van de groep in 2011 185%. Eveneens eind 2011 is het peil van de aangetoonde en waarschijnlijke reserves van de maatschappij, tegen het gemiddelde peil van 2011, goed voor meer dan 20 jaar productie. De portefeuille van energiebronnen is goed voor meer dan 40 jaar.
24
Jaarverslag 2011
In 2011 is het aanwendingspercentage van de bewerkte ruwe olie gestegen tot 78% (73% in 2010, een jaar gekenmerkt door sociale onrust in Frankrijk). De vermindering van de raffinagecapaciteit van de groep heeft geleid tot een nieuwe vermindering van de geraffineerde volumes (- 7%) van de verkochte producten (- 4%) tot respectievelijk 1,9 en 3,6 miljoen vaten per dag.
In de Petrochemie maakte Total verder werk van de optimalisatie en de bijstelling van de vestigingen om het industrieel apparaat af te stemmen op de structurele markttendensen. De groep haalde voordeel uit de groei van haar activiteiten in Qatar en Zuid-Korea. In de Chemische Specialiteiten heeft de groep een deel van haar activiteiten Harsen aan Arkema overgelaten, terwijl de overige activiteiten (Hutchinson, Atotech, Bostik) hun leiderspositie op verschillende markten konden uitspelen.
Vooruitzichten In 2012 wil de groep haar hernieuwde groei verstevigen en haar prioriteiten in verband met de veiligheid, de betrouwbaarheid en de aanvaardbaarheid van haar operaties opnieuw bevestigen. Bij de Ontginning zal Total kunnen profiteren van de hogere volumes van Pazflor in Angola, dat eind augustus 2011 in productie werd gesteld, van de opstart van Usan (Nigeria), Angola LNG, Bangkok South (in Thaïland) en het gunstig consolidatiekringeffect ingevolge de deelneming in Novatek. Dat alles zal in 2012 bijdragen tot een hogere productie en de realisatie van het streefcijfer van gemiddeld 2,5% groei per jaar tussen 2010 en 2015. De groep zal de uitbouw van haar groeipolen na 2015 voortzetten door de opstart van haar projecten in onder andere West-Afrika, Rusland en Canada voor te bereiden. De groep hoopt dit jaar al te kunnen profiteren van de integratie van de activiteiten “Raffinage Chemie” en van de samenwerking van haar markten uit de sector “Supply Marketing”. Total mikt op een verbetering van de rendabiliteit van het geheel met 5%, tussen 2010 en 2015. Total heeft in 2012 een organisch investeringsbudget voor alle sectoren van USD 24 miljard, waarvan het leeuwenaandeel (80%) aan de Ontginning zal worden besteed. Daarnaast wil de groep blijven doorgaan met de verwerving van doelgerichte activa en de verkoop van niet-strategische activa, zodat het nettobudget USD 20 miljard zal bedragen. Met een investering van USD 2,5 miljard zal de exploratie energiek worden voortgezet. Op basis daarvan houdt Total haar streefcijfer van een schuldratio tussen de 20 en 30% en een dividendbeleid dat mikt op een gemiddeld uitkeringspercentage van 50% van de resultaten.
2011
2010
2009
(in USD/v)
111,3
79,5
61,7
(in USD/voe)
74,9
56,7
47,1
(ERMI - in USD/t)
17,4
27,4
17,8
1,39
1,33
1,39
Marktparameters Brent Gemiddelde verkoopprijs van koolwaterstoffen Europese raffinagemarges Pariteit EUR - USD Operationele gegevens Reserves van koolwaterstoffen
(in miljoen voe)
11.423
10.695
10.483
Productie van koolwaterstoffen
(in '000 voe/d)
2.346
2.378
2.281
(in '000 b/d)
1.226
1.340
1.381
(in miljoen kubieke voet/d)
6.098
5.648
4.923
Geraffineerde volumes
(in '000 b/d)
1.863
2.009
2.151
Verkopen van geraffineerde producten
(in '000 b/d)
3.639
3.776
3.616
Aanwendingspercentage raffinaderijen
(in % op bruto verwerkt)
78
73
78
(in eenheden)
96.104
92.855
96.387
Aangepast nettobedrijfsresultaat
12.045
10.748
8.226
Ontginning
10.405
8.597
6.382
Verwerking
1.083
1.168
953
Chemie
775
857
272
Holding
(218)
126
619
Investeringen na verkopen
15.963
11.957
10.268
Ontginning
19.033
11.141
9.457
Verwerking
(1.365)
1.844
2.638
Chemie
(317)
294
584
Holding
(1.388)
(1.322)
(2.411)
2011
2010
2009
- Vloeibaar - Gas
Personeel Gesegmenteerde informatie
(in miljoen EUR)
Voornaamste financiële gegevens Vereenvoudigde resultatenrekening
(in miljoen EUR)
Omzet
184.693
159.269
131.327
Aangepast nettobedrijfsresultaat
12.045
10.748
8.226
Aangepast nettobedrijfsresultaat (deel van de groep)
11.424
10.288
7.784
Nettoresultaat (deel van de groep)
12.276
10.571
8.447
149.324
128.024
115.780
68.037
60.414
52.552
1.352
857
987
15.698
13.031
13.556
23,0
22,2
26,6
Vereenvoudigde balans
(in miljoen EUR)
Vaste activa Eigen vermogen (deel van de groep) Minderheidsbelangen Nettoschuld Schuldratio
(in %)
Jaarverslag 2011
25
Overzicht van de activiteiten
Marktparameters en operationele gegevens per activiteitssector
Overzicht van de activiteiten - Total
26
Jaarverslag 2011
Aan de Algemene Vergadering van de aandeelhouders van 11 mei 2012 zal worden voorgesteld om voor het boekjaar 2011 een dividend van EUR 2,28 per aandeel uit te keren, wat in de lijn ligt van het dividend over het vorige boekjaar. Gelet op de uitbetaling van de tussentijdse kwartaaldividenden van EUR 0,57 per aandeel in september en december 2011 en de voorziene betaling in maart 2012, zou het saldo van het dividend, eveneens EUR 0,57 per aandeel, moeten uitbetaald worden op 18 juni 2012.
15
15
10
10
10
5
5
5
0
0
0
10,5 12,1
15
7,4 10,5 7,6 12,1 10,5 12,1
20
7,4 7,6
20
7,4 7,6
20
15,9 20,2 15,9 21,1 20,2 21,1 20,2 21,1
25
15,9 15,9
25
15,9 15,9
25
p roo Gro ep mo pw St roo Garaor etsp mo SSttr pwa roooo a mmoa rts St pfwa roo a ma rts fw St roo aar ma C ts fwhe aami rt e Ch s em ie Ch em ie
1.387 1.440
1.387 1.440
1.387 1.440
rop a EAufri ropka 304 Am A a 292 eri frik 304 ka a a 292 A Re me zoAnfrnse 100 st rik eika 304 115 va aa 292 n Re Amdee zonnse 100 st + rikWe e 115 va Tra aare n d dz nsld i Re 100 onng e e st + We e 115 va Tra re n d d ld in + e Weg Tra re din ld g
Eu
a
0
rop
0
rop a Eu rop Af a Eu rika ro MAf pa Oo iddrieka st nAm MiAfen eOrio ddrieka ksat nAm Mz i aenns od e e O r Az ioksandeen ië taen Am Pza ns oc e Az +eriGkaniefiek ië OaSn Pzao se c Az + G niefiek ië OS Pa + cifie GO k S
0
Eu
100 100 100
Eu
350 271
255 244
200 200 200
2.250 2.250 2.250 2.000 2.000 2.000 1.750 1.750 1.750 1.500 1.500 1.500 1.250 1.250 1.250 1.000 1.000 1.000 750 750 750 500 500 500 250 250 250 0 0 0 1.848 1.929
756
300 300 300
244 350 271
400 400 400
570 527
500 500 500
255 244 350 271 255
512 580
600 600 600
570 527
512 580659
700 700 700
756 512 580659 570 756 527 659
800 800 800
De nettocashflow van de groep sluit af op EUR 3,6 miljard, tegen EUR 6,5 miljard in 2010, voornamelijk wegens de hogere investeringen. De ratio nettoschulden/eigen vermogen bedraagt eind 2011 23%, tegen 22% per 31 december 2010.
Rendement op gemiddeld aangewend kapitaal (in %)
1.848 1.929
Verkoop van geraffineerde producten 2009 per geografische zone (in ‘000 v/d)
1.848 1.929
Productie van koolwaterstoffen per geografische zone (in ‘000 voe/d)
Het aangepast nettoresultaat over 2011 gaat 11% vooruit tot EUR 11,4 miljard, tegen EUR 10,3 miljard in 2010. Het wordt berekend na uitsluiting van aanpassingen ten belope van een totaal positief bedrag van EUR 0,9 miljard (EUR 0,3 miljard in 2010). De verwaterde aangepaste nettowinst per aandeel van het jaar (EUR 5,06) gaat in dezelfde verhouding vooruit ten opzichte van 2010 (EUR 4,58), als gevolg van de beperkte wijziging van het aantal aandelen ten opzichte van het vorige boekjaar. Uitgedrukt in dollar bereikt ze USD 7,05 en stijgt ze met 16% ten opzichte van 2010.
De bruto-investeringen van de groep zijn in 2011 met 51% gestegen tot EUR 24,5 miljard (EUR 16,3 miljard in 2010). Ze zijn als volgt verdeeld: ongeveer 82% Ontginning, 14% Verwerking en 4% in de Chemie. De desinvesteringen, berekend tegen verkoopprijs, zijn verdubbeld ten opzichte van 2010 en bedragen EUR 8,6 miljard. Het betreft in hoofdzaak de overdracht van de deelnemingen in CEPSA, in olievelden en de verkoop van Sanofi-Aventis-aandelen.
oe
Het aangepast nettobedrijfsresultaat van de activiteitssectoren over 2011 is 15% vooruit gegaan tot EUR 12,3 miljard, tegen EUR 10,6 miljard in 2010. In dollar uitgedrukt is het zelfs 21% hoger. De bijdrage van de verschillende activiteiten is als volgt geëvolueerd: • Bij Ontginning bedraagt het aangepast nettobedrijfsresultaat EUR 10,4 miljard, tegen EUR 8,6 miljard in 2010, hetzij 21% meer (+ 27% in USD). Die verhoging is voornamelijk toe te schrijven aan het effect van de hogere gemiddelde verkoopprijs van de vloeibare koolwater stoffen (+ 38% tot USD 105/v), in dezelfde lijn als de prijs van de Brent (+ 40% tot USD 111,3/v). Dit effect werd afgezwakt door de daling met 1,3% van de productie ten opzichte van vorig jaar. De technische kosten bedragen USD 18,9/voe tegen USD 16,6/voe in 2010. De rendabiliteit van het gemiddeld aangewend kapitaal (ROACE) van de Ontginning bleef in 2011 stabiel op 20% (tegen 21% in 2010). • In de Verwerking bedraagt het aangepast nettobedrijfsresultaat EUR 1,1 miljard, 7% minder dan in 2010 (- 3% in USD). Die daling is te wijten aan de achteruitgang van de raffinagemarges (- 36% tot USD 17,4/t), nog versterkt door de daling van de geraffineerde volumes (- 7%).
Het nettoresultaat, deel van de groep, komt uit op EUR 12,3 miljard, 16% meer dan in 2010 (+ 22% in USD).
St
Op een algemeen gunstige petroleummarkt bereikte de geconsolideerde omzet over 2011 EUR 184,7 miljard, een stijging met 16% tegenover 2010 (EUR 159,3 miljard).
De ROACE van de Verwerking, 7% in 2011 (8% in 2010), is toe te schrijven aan het ongunstig economisch klimaat voor de raffinage dat vooral Europa aantastte, waardoor de groep gedwongen was om in het vierde kwartaal 2011, bijkomende waardeverminderingen op activa te boeken ten belope van EUR 0,3 miljard. • In de Chemie ging het aangepast nettobedrijfsresultaat 10% achteruit tot EUR 0,8 miljard. Die achteruitgang is vooral toe te schrijven aan de overdracht van de deelneming in CEPSA en van een deel van de activiteit Harsen. Over het algemeen haalde de Petrochemie winst uit de hogere vermogens van de nieuwe productie-eenheden in Qatar en in Zuid-Korea, maar leed ze onder de achteruitgang van de marges in Europa en de Verenigde Staten tijdens het tweede halfjaar. Het resultaat van de Chemische Specialiteiten benadert, zonder consolidatiekringeffect, het resultaat van 2010. De ROACE van de Chemie, berekend over het jaar 2011, is teruggelopen tot 10%, tegen 12% in 2010.
Gr
Financieel verslag
2011
2010
2011
2010
2009
(in duizenden)
2.363.767
2.349.641
2.348.423
Beursgegevens Aantal uitgegeven aandelen Beurskapitalisatie
(in miljoen EUR)
93.369
93.163
105.703
Laatste beurskoers
(in EUR/aandeel)
39,50
39,65
45,01
Verwaterd aangepast nettoresultaat
(in EUR/aandeel)
5,06
4,58
3,48
Dividend
(in EUR/aandeel)
2,28
2,28
2,28
Deelneming in kapitaal
(in %)
4,0
4,0
4,0
Deelneming in stemrechten
(in %)
3,7
3,7
3,7
Beurswaardering van de deelneming
(in miljoen EUR)
3.711
3.725
4.228
Door GBL geïnde dividenden
(in miljoen EUR)
206
205
201
2
2
2
Overzicht van de activiteiten
Marktgegevens en gegevens betreffende de deelneming van GBL
Investering van GBL
Aantal vertegenwoordigers in de statutaire organen
Bijdrage van Total in het aangepast netto-actief en in het resultaat van GBL
32,1%32,1%
20,2 21,1 20,2 21,1
10,5 12,1
10,5 12,1
7,4 7,6
7,4 7,6
15,9 15,9
1.387 1.440
1.387 1.440
15,9 15,9
0
Financiële informatie over Total Martin Deffontaines Tel: +33-1-47.44.58.53 Fax: +33-1-47.44.58.24 e-mail:
[email protected]
27
rt Ch s em ie Ch em ie
rts
36,4%36,4%
Jaarverslag 2011
fw
ma
roo
Deel van Total in de nettodividenden van de deelnemingen
www.total.com
aa
rts
aa
aa
fw
roo
ma
pw
mo
St
roo
St
p
rts
oe
aa
St
mo
pw
p
oe
Gr
roo
Gr
a
0
Overeenkomstig de IFRS werd het derde tussentijds kwartaaldividend over het boekjaar 2011, dat beslist werd in december 2011 en toegekend in maart 2012, opgenomen in het resultaat over het boekjaar 2011 van GBL. St
rik
Af
rop
rop
Eu
a
304 292
Deel van Total in het aangepast netto-actief van GBL
Eu
Eu
rop a Eu rop Af a rik a MiAf r d Oo dieka st nAm Mi en eOrio dde ksat nAm z aenns o e e Az rikane ië an Pzao se c Az + G niefiek ië OS Pa + cifie GO k S
jaar eerder.
25 25tot de cash earnings van De bijdrage van de aardoliegroep GBL over 2011 bedraagt EUR 206 miljoen en is vrijwel gelijk 20 20 aan de bijdrage over 2010 (EUR 205 miljoen). Het in 2011 door GBL geïnd15bedrag 15 is gelijk aan het saldo van het dividend van Total over het boekjaar 2010 ten bedrage van EUR 1,14 per aandeel, 10 10 plus twee tussentijdse kwartaaldividenden over het boekjaar 2011 van telkens 5 5 EUR 0,57 per aandeel.
a Am A eri frik 304 ka a a 292 Re Ame zonnse 100 st rik e 115 va aa n d z ns Re 100 o e st + e Wene 115 va Tra re n d d ld in + e Weg Tra re din ld g
350 271
255 244 350 271
255 244
570 527
1.848 1.929
1.848 1.929
756
570 527
659
512 580659
512 580
756
800 800 2.250 2.250 De beurswaarde van de deelneming van 4,0% van GBL 2.000 2.000 700 700 in Total bedroeg eind december 2011 EUR 3.711 miljoen, 1.750 1.750 600 600 tegen EUR 3.725 miljoen een jaar eerder. Deze stagnatie 1.500 weerspiegelt de stabiliteit van de beurskoers1.500 ten opzichte van 500 500 1.250 Total 1.250 af op het vorige boekjaar. Eind 2011 sloot het aandeel 400 400 1.000 1.000 EUR 39,50 tegen EUR 39,65 eind 2010. 300 300 750 750 200 200 500 500 Het deel van Total in het aangepast netto-actief van GBL 100 100 250 250 per 31 december 2011 bedraagt 32,1% tegen 26,0% een 0 0 0 0
GDF SUEZ is een nutsbedrijf van wereldformaat op het vlak van gas, elektriciteit en diensten aan energie en milieu
Omzet (in miljoen EUR) Evolutie 2010/2011 (in %) Europa 72.289 Noord-Amerika 5.745 Zuid-Amerika 4.673 Afrika 957 Midden-Oosten/Azië/Pacifiek 7.011
(+ 3%) (+ 15%) (+ 15%) (+ 8%) (+ 53%)
Overzicht van de activiteiten
Deelneming in kapitaal .............................................................................. 5,2% Deelneming in stemrechten ............................................................. 5,2% Bijdrage tot het aangepast netto-actief van GBL . .... 21,4% Door GBL geïnde dividenden .................... EUR 176 miljoen
Profiel GDF SUEZ, ontstaan uit de fusie tussen Suez en Gaz de France in juli 2008, bekleedt een toppositie in het Europese en wereldwijde energielandschap, met een stevige verankering in Frankrijk en België. De Groep is ook internationaal gepositioneerd, met meer dan 40% van de geïnstalleerde capaciteiten buiten Europa, en zet haar internationale ontwikkeling voort, onder meer via een in februari 2011 doorgevoerde structurele operatie met het doel de activiteiten van GDF SUEZ Energie International en van International Power te fuseren om wereldleider te worden van de onafhankelijke elektriciteitsproductie. Die grootse industriële verrichtingen stelden de groep in staat om actief te zijn over de volledige energieketen, elektriciteit en aardgas, van upstream tot downstream. De activiteiten bestrijken de aankoop, de productie en de verhandeling van aardgas en elektriciteit, alsook het transport, de opslag, de distributie van aardgas, de ontwikkeling en de exploitatie van grote aardgasinfrastructuren. Ze betreffen ook de levering van energetische diensten in verband met het milieubeheer (water en afval). Daartoe kan de groep rekenen op een gediversifieerde gastoeleveringsportefeuille en een flexibel productieapparaat met een hoge graad van convergentie tussen gas en elektriciteit. Ze behoort tot de wereldtop in het vloeibaar aardgas (LNG), de onaf hankelijke elektriciteitsproductie en de energiediensten. De organisatie van GDF SUEZ is opgebouwd rond zes Bedrijfstakken, waarvan vijf in de Energie en één in het Milieu, waarbij elk tak kan onderverdeeld worden in geografische zones: Bedrijfstak Energie Europe & International (BEEI), Bedrijfstak Energie France (BEF), Bedrijfstak Global Gaz & GNL (B3G), Bedrijfstak Infrastructures (BI), Bedrijfstak Energie Services (BES) en Suez Environnement (SE). Met ingang van 1 januari 2012 heeft de groep Bedrijfstak Energie Europe opgericht. De strategie van GDF SUEZ steunt op meerdere pijlers: de industriële ontwikkeling van de elektriciteits- en gasactiviteiten op de markten met sterke groei; de integratie en de optimalisatie van de posities op de ontwikkelde markten; de versterking van de industriële positie, in het bijzonder upstream in het gas, het vloeibaar aardgas en de elektriciteitsproductie (kern- en hernieuwbare energie). De groep wenst ook haar vooraanstaande posities te versterken in de energetische efficiëntie en het milieu.
Overzicht van het boekjaar 2011 GDF SUEZ heeft in 2011, ondanks de bevriezing van de gasprijzen in Frankrijk, zeer ongunstige weersomstandigheden en in een context van decorrelatie van de gas- en de olieprijs, opnieuw een omzetstijging opgetekend, waarbij de groep ondermeer gebruik maakte van haar sleutelpositie op haar thuismarkten en de versnelling van haar internationale ontwikkeling. De prestaties van de groep konden rekenen op organieke groei, gekoppeld aan een aanzienlijk investerings programma. De realisaties van 2011 hebben betrekking tot alle activiteits sectoren van de groep en steunen voornamelijk op de overname van International Power, de verwerving van de volledige controle over bepaalde entiteiten, de indienststelling van nieuwe capaciteiten (5 GW) voornamelijk in Zuid-Amerika en het Midden-Oosten en van de pijpleidingen Medgaz en Nord Stream, alsook de verwerving van vijf opslagsites voor aardgas in Duitsland. Tevens heeft de groep verder werk gemaakt van haar verkoop- en arbritrage programma van activa, o.m. door de afstoting van G6 Rete Gas en de strategische partnerships in GRTgaz en E&P International.
Jaarverslag 2011
29
Overzicht van de activiteiten - GDF SUEZ
Energie Europe & International
Infrastructures
De Bedrijfstak Energie Europe & International kon profiteren van de indienststellingen in Latijns Amerika en het Midden Oosten die het resultaat zijn van de in 2008 aangevatte investeringen. Maar 2011 werd vooral gekenmerkt door de integratie van de internationale activiteiten van de bedrijfstak met International Power. Deze op 10 augustus 2010 aan gekondigde operatie werd op 3 februari 2011 voltooid, waardoor de nieuwe entiteit wereldleider kon worden van de onafhankelijke elektriciteits productie, goed voor meer dan 69 GW brutoproductiecapaciteit. Na deze fusie bezit GDF SUEZ 70% van de stemrechten van de nieuwe, op de Londense beurs genoteerde entiteit die voor 100% in de organisatie van GDF SUEZ werd opgenomen.
De Bedrijfstak Infrastructures heeft vooruitgang geboekt dankzij de groei van zijn gereguleerde entiteiten, de verwerving van opslagsites in Duitsland en het effect over het volledige jaar van de indiensststelling van Fos Cavaou, en dit ondanks de verdere achteruitgang van de in Frankrijk verkochte opslag capaciteit en het uitzonderlijk warm weer.
Energie France
De Bedrijfstak Energie Services bleef groeien, ondanks een aanhoudend moeilijk marktklimaat. De activiteiten konden profiteren van de integratie van Ne Varietur en Pro Energy en grote installatiecontracten in Frankrijk.
De Bedrijfstak Energie France had in 2011 te lijden onder een achteruitgang van de elektriciteitsproductie (- 8%), veroorzaakt door het tekort aan water van de hydraulische installaties, die niet kon worden opgevangen door de uitbreiding van het windmolenpark en het effect over het volledige jaar van de indienststelling van centrales met gecombineerde gascycli. De gasverkoop, van zijn kant, is met 25% teruggelopen, voornamelijk wegens het ongunstig klimaat.
30
Jaarverslag 2011
Global Gaz & GNL De Bedrijfstak Global Gaz & GNL kon profiteren van de vooruitgang van de activiteiten inzake Exploratie en Productie en van de verkopen van NLG aan derden, en dit ondanks een in 2011 aanhoudend moeilijk marktklimaat, zowel qua prijs van de nutsvoorzieningen als qua verbruikte volumes.
Energie Services
Suez Environnement Suez Environnnement kan betere bedrijfsprestaties voorleggen, toe te schrijven aan de opleving van haar activiteit in het Water en het Afvalbeheer in Europa en het consolidatiekringeffect als gevolg van de bijdrage van Agbar over het hele jaar en de integratie van WSN Environment Solutions. Ondanks de moeilijkheden op de werf van Melbourne, kon de bedrijfstak voordeel halen uit de positieve prijs/volumeeffecten op internationaal vlak en van de hogere prijs van de secundaire grondstoffen in de afvalsorteer/ valorisatie/recyclageactiviteit.
Vooruitzichten GDF SUEZ heeft haar strategie bevestigd, die steunt op de ontwikkeling in de groeizones, de versterking van de integratie van haar elektriciteits- en gasactiviteiten, de herschikking en de optimalisatie van haar posities op de ontwikkelde Europese markten en de versterking van de activiteiten die een verzekerd rendement en een recurrente cashflow genereren. De groep mikt voor 2012 op een EBITDA van om en bij EUR 17 miljard en een recurrent nettoresultaat, deel van de groep, tussen EUR 3,5 en EUR 4 miljard. Haar investeringsprogramma bedraagt voor 2012 zowat EUR 11 miljard en voor de periode 2013-2015 EUR 9 tot 11 miljard, waarbij een solide financiële structuur met een A-rating wordt gehandhaafd, onder meer dankzij de optimalisatie van haar activaportefeuille.
2011
2010
2009
(in USD/v)
111
79
62
Gasprijs (NBP)
(in EUR/MWh)
24
17
13
Gemiddelde baseloadprijs in België
(in EUR/MWh)
52
50
39
1,39
1,33
1,39
Marktparameters Brent
Gemiddelde pariteit EUR/USD Operationele gegevens Productiecapaciteit elektriciteitscentrales (100%) Elektriciteitsproductie (100%)
(in GW)
117,3
78,2
72,7
(in TWh)
465,0
335,1
295,6
(in TWh)
675,2
695,2
664,9
Bewezen en waarschijnlijke reserves
(in miljoen voe)
788,8
815,0
762,9
Gas- en koolwaterstofproductie
(in miljoen voe)
57,8
51,2
52,9
(in eenheden)
218.900
214.808
242.714
16.525
15.086
14.012
505
1.023
366
Energie Europe & International
7.453
5.831
5.027
Global Gaz & GNL
2.386
2.080
2.864
Infrastructures
2.991
3.223
3.026
Energie Services
1.005
923
921
Environnement
2.513
2.339
2.060
Gasaanvoer
Personeel Gesegmenteerde informatie
(in miljoen EUR)
Brutobedrijfsresultaat (EBITDA) Energie France
Andere Bruto-investeringen Energie France Energie Europe & International Global Gaz & GNL
(328)
(332)
(253)
10.781
11.907
11.160
510
791
925
4.336
4.734
4.667
649
1.149
1.147
2.672
1.787
1.948
551
623
622
1.916
2.350
1.459
147
472
392
2011
2010
2009
Omzet
90.673
84.478
79.908
Brutobedrijfsresultaat (EBITDA)
16.525
15.086
14.012
Courant bedrijfsresultaat (EBIT)
8.978
8.795
8.347
Nettoresultaat (deel van de groep)
4.003
4.616
4.477
Infrastructures Energie Services Environnement Andere
Voornaamste financiële gegevens Vereenvoudigde resultatenrekening
Vereenvoudigde balans
(in miljoen EUR)
(in miljoen EUR)
Vaste activa
149.902
133.323
122.886
Eigen vermogen (deel van de groep)
62.930
62.114
60.194
Minderheidsbelangen
17.340
8.513
5.241
Nettoschuld
37.601
33.039
29.967
46,8
46,8
45,7
Schuldratio
(in %)
Jaarverslag 2011
31
Overzicht van de activiteiten
Marktparameters en operationele gegevens per activiteitssector
Overzicht van de activiteiten - GDF SUEZ
5% 5% Egypte Egypte 5% Egypte Biomassa Biomassa en Biomassa en en biogas biogas 1% biogas 1% 1%
12% 12% AlgerijeAlgerije 12% Algerije 14% Hydraulisch 14% Hydraulisch 14% Hydraulisch
0
10
5
5
0
0
21
11% Nederland 11% Nederland 11% Nederland
2011
32
Jaarverslag 2011
36
15
10
21
15
36
20
15 13% 13% 13% 10 RuslandRuslandRusland 5
21
20
17
25
20
36
25
12
30
25
11 16 10 16 8 16 10 16 8 12 17 10 8 12 17
30
8
35
30
27
40
35
11 16 16
40
8
Wind 3% Wind 3% Wind 3%
40 21% Noorwegen 21% Noorwegen 21% Noorwegen 35
27
Kolen 13% Kolen 13% Kolen 13%
Elektriciteitsproductie per geographische zone (100%)
18
AndereAndereAndere 58% Aardgas 58% Aardgas 58% Aardgas 38% 38% bronnenbronnen 38% bronnen
AndereAndere niet- Andere niet- niethernieuwbaar hernieuwbaar hernieuwbaar 5% 5% 5% NucleairNucleair 5% Nucleair 5% 5%
Aan de Algemene Vergadering van de aandeelhouders van 23 april 2012 zal worden voorgesteld om voor het boekjaar 2011 een dividend uit te keren van EUR 1,50 per aandeel (gelijk aan het bedrag van 2010), waarop op 14 november 2011 reeds een voorschot van EUR 0,83 per aandeel werd uitbetaald.
11
Geographische uitsplitsing van de gasvoorzieningsbronnen - 662 TWh
De financiële nettoschuld van de groep per eind 2011 bedraagt EUR 37,6 miljard, EUR 4 miljard minder dan het pro-formaniveau (met inbegrip van International Power) van de nettoschuld per eind 2010 en vertegenwoordigt 46,8% van het eigen vermogen.
27
Uitsplisting van elektrisch vermogen per sector (100%) - 115,8 GW
Het courant bedrijfsresultaat (EBIT) bedraagt EUR 9,0 miljard, hetzij 2,1% hoger ten opzichte van het niveau van 2010 (EUR 8,8 miljard). Aan deze parameter zijn de bedrijfsprestaties van de Bedrijfstakken toegerekend, maar ook het negatief effect van de verhoging van de afschrijvingskosten ten gevolge van de inbedrijfstelling van nieuwe installaties.
De in 2011 gerealiseerde nettoinvesteringen bedragen EUR 4,5 miljard en omvatten EUR 3,4 miljard onder houdsuitgaven, EUR 5,4 miljard ontwikkelingsinvesteringen en meer dan EUR 6,3 miljard overdrachten.
18
Het brutobedrijfsresultaat (EBITDA) van de groep gaat er 9,5% op vooruit tot EUR 16,5 miljard, tegen EUR 15,1 miljard in 2010. • De Bedrijfstak Energie France draagt voor EUR 0,5 miljard bij tot dit resultaat, tegen EUR 1,0 miljard in 2010. De daling is het gevolg van de ongunstige weers omstandigheden en de bevriezing van de gastarieven, ondanks de verhoging van de productiecapaciteiten. • De Bedrijfstak Energie Europe et International draagt bij voor EUR 7,5 miljard, hetzij 27,8% meer dan over 2010 (EUR 5,8 miljard). Dit is voor een groot deel te danken aan de integratie van International Power. De andere belangrijk factoren voor de stijging zijn onder meer de
De bruto operationele autofinancieringsmarge, vóór financiële kosten en belastingen, per eind 2011 bedraagt EUR 16,1 miljard, een brutovooruitgang met 9,4% ten opzichte van 2010. De cashflow vóór overdrachten en ontwikkelingsinvesteringen sluit af op EUR 8,8 miljard (EUR 7,8 miljard in 2010).
8
De omzet van de groep over 2011 komt uit op EUR 90,7 miljard, 7,3% hoger dan over 2010 (EUR 84,5 miljard). 86% van de totale inkomsten zijn in Europa en Noord-Amerika gerealiseerd (89% in 2010), waarvan 80% op het Europees continent. Het consolidatie- en wisselkoerseffect buiten beschouwing gelaten, bedraagt de omzetgroei 2,1%.
Het nettoresultaat, deel van de groep, per eind 2011 bedraagt EUR 4,0 miljard. De daling ten opzichte van 2010 (EUR 4,6 miljard) is toe te schrijven aan de weersomstandigheden en de bevriezing van de gastarieven in Frankrijk.
18
GDF SUEZ heeft in 2011 solide resultaten behaald, niettegenstaande de ongunstige weersomstandigheden, de volatiele energieprijzen en een aanhoudend moeilijk economische klimaat. Tot deze prestaties dragen alle Bedrijfstakken positief bij, behalve de Bedrijfstakken Energie France en Infrastructures. Het effect van het klimaat en de regulering buiten beschouwing gelaten, zijn de resultaten in de lijn van de vastgestelde streefcijfers.
indienststellingen en de forse groei in Zuid-Amerika, terwijl de bijdrage van de Europese activiteiten achteruitging. • De Bedrijfstak Global Gaz & GNL legt een brutobedrijfsresultaat voor dat met 14,7% gestegen is tot EUR 2,4 miljard (EUR 2,1 miljard een jaar eerder), voornamelijk wegens de goede prestaties van de Exploratie- en Productie activiteiten en de LNG-activiteiten, en ondanks de gas-aardoliespread. • De Bedrijfstak Infrastructures legt een bijdrage voor van EUR 3,0 miljard, wat 7,2% lager is dan over 2010 (EUR 3,2 miljard), waarbij de indienst stelling van Fos Cavaou en de tarief verhogingen de mindere volumes wegens de weersomstandigheden slechts gedeeltelijk konden compenseren. • De Bedrijfstak Energie Services zag zijn brutobedrijfsresultaat vooruitgaan tot EUR 1,0 miljard, tegen EUR 0,9 miljard in 2010, wat wijst op de veerkracht van de activiteit, en dit ondanks een aanhoudend moeilijk economisch klimaat. • De Bedrijfstak Environnement legt een EBITDA voor van EUR 2,5 miljard, hetzij 3,1% beter dan in 2010 (EUR 2,3 miljard), inzonderheid dankzij de prijsstijging van de secundaire grondstoffen en het gunstig prijs/volume-effect op internationaal vlak, die de bijkomende kosten van de werf in Melbourne konden compenseren.
Be ne de l Be ux ne Frade l Be nkrui x n jk Freade A l Eu ndkreui x No F ropa jrke ord rAan E- dk Ce N uArmop reijrke ntor o A earik aardE nd a Ce N l- ueAnrmop ere ntor o Am Zeuarik a r d M a - er idaCe idd l- eAnmika nAtzr eAnm Zeurik i Mi aëa,l-P Oeroiks idad ae ate Az deAnmcnifZieu n, i - k Mi ë, P Oeroiks iddd ac aten Az en ifie , ië, -O k Pa ost cif en iek ,
Financieel verslag
2010
2011
2010
2009
(in duizenden)
2.252.636
2.250.296
2.260.976
Overzicht van de activiteiten
Marktgegevens en gegevens betreffende de deelneming van GBL Beursgegevens Aantal uitgegeven aandelen Beurskapitalisatie
(in miljoen EUR)
47.576
60.420
68.485
Laatste beurskoers
(in EUR/aandeel)
21,12
26,85
30,29
Verwaterd aangepast nettoresultaat
(in EUR/aandeel)
1,80
2,11
2,05
Dividend
(in EUR/aandeel)
1,50
1,50
1,47
Deelneming in kapitaal
(in %)
5,2
5,2
5,2
Deelneming in stemrechten
(in %)
5,2
5,2
5,2
Beurswaardering van de deelneming
(in miljoen EUR)
2.475
3.146
3.549
Door GBL geïnde dividenden
(in miljoen EUR)
176
176
258
3
3
3
Investering van GBL
Aantal vertegenwoordigers in de statutaire organen
Biomassa Biomassa en en AlgerijeAlgerije 12% 12% biogas biogas 1% deel 1% van GDF SUEZ14% Hydraulisch 14% Hydraulisch netto-actief Het in het aangepast
21,4%21,4%
36 21
21 17
17
12
10 8 12
16 16
10 8
0
8
11
5
0
8
5
11 16 16
27
27
11% Nederland 11% Nederland
Be
van GBL per 31 december 2011 bedraagt 21% tegen 22% een jaar eerder. Deel van GDF SUEZ in het aangepast netto-actief van GBL
18
18
de beurskoers met 21% tegenover het vorige boekjaar. Eind 2011 sloot het aandeel GDF SUEZ af op EUR 21,12 tegen EUR 26,85 eind 2010. Egypte Egypte 5% 5%
35
ne de l Be ux ne Frade nklux rijk Fra An Eu dkrei No ropa jrke ord An E- d Ce N uArmop ere eari ntor o ka aard Ce l- eAnm ntr Am Zerik u Mi aal- erik idadd en a Az eAnm Zu i Mi ë, P Oeroiks idd a at Az den cifie en, ië, -O k Pa ost cif en iek ,
tegen EUR 3.146 miljoen een jaar eerder. De achteruitgang met 3% EUR 671 miljoen is toe te schrijven aan de daling van Wind 3% Wind
35
De bijdrage van GDF SUEZ30in het 30 resultaat 2011 van GBL bleef stabiel op EUR 176 miljoen. Het door GBL in 2011 geïnd 25 25 bedrag is gelijk aan het saldo 2010 en het voorschot 2011 20 20 van de dividenden van GDF SUEZ, hetzij respectievelijk 15 15 EUR 0,67 en EUR 0,83 per aandeel, gelijk aan de in 2010 13% 13% 10 10 Rusland Rusland geïnde bedragen.
36
Bijdrage van GDF SUEZ in het aangepast netto-actief het resultaat 40 40 van GBL 21%en Noorwegen 21%in Noorwegen
AndereAndere AndereAndere niet- niet58% Aardgas 58% Aardgas bronnenbronnen 38% 38% hernieuwbaar hernieuwbaar 5% 5% NucleairNucleair 5%beurswaarde 5% De van de deelneming van 5,2% van GBL Kolen 13% Kolen 13%SUEZ bedroeg eind december 2011 EUR 2.475 miljoen, in GDF
Deel van GDF SUEZ in de nettodividenden van de deelnemingen
31,0%31,0%
Financiële informatie over GDF SUEZ Anne Ravignon Tel.: +33-1-44.22.67.59 e-mail:
[email protected] Groen nr Frankrijk: 0800.30.00.30 Groen nr België: 0800.25.125 www.gdfsuez.com
Jaarverslag 2011
33
Pernod Ricard co-leader op wereldschaal op het gebied van Wijnen & Gedistilleerde dranken en heeft een toppositie in alle continenten
Omzet (in miljoen EUR) Evolutie 2010/2011 (in %) Europa 2.864 America’s 2.068 Azië/Rest van de Wereld 2.711
(- 1,1%) (+ 8,2%) (+ 19,3%)
Overzicht van de activiteiten
Deelneming in kapitaal .............................................................................. 9,8% Deelneming in stemrechten ............................................................. 9.0% Bijdrage tot het aangepast netto-actief van GBL . .... 16,2% Door GBL geïnde dividenden ...................... EUR 38 miljoen
Profiel Sinds haar oprichting in 1975 slaagde Pernod Ricard erin om, dankzij een sterke interne groei en talrijke overnames waaronder Seagram in 2001, Allied Domecq in 2005 en Vin&Sprit in 2008, wereldwijd co-leader op het gebied van Wijnen & Gedistilleerde Dranken te worden. De groep is in alle continenten actief met een sterke aanwezigheid in de groei landen van Azië, Oost-Europa en Zuid-Amerika. Ze produceert en verdeelt een gamma van gedistilleerde dranken en champagnes, bestaande uit 14 strategische merken, 4 merken van “Strategische Premium Wijnen” en 18 lokale merken die leider zijn op hun plaatselijke markt en een groot aantal regionale merken. De voornaamste merken van de groep zijn: • Top 14: de gedistilleerde dranken Absolut, Ballantine’s, Beefeater, Chivas Regal, Havana Club, Jameson, Kahlúa, Malibu, Martell, Ricard, Royal Salute en The Glenlivet, en de champagnes Mumm en PerrierJouët; • Strategische Premium Wijnen: Brancott Estate, Campo Viejo, Graffigna en Jacob’s Creek. Pernod Ricard is marktleider in het Premiumsegment van de gedistilleerde dranken en hoort daarenboven bij de wereldtop op de markt van de duurdere whisky’s en de Premiumwodka met Absolut. De zogenaamde “premiumiseringstrategie” van de groep houdt in dat voorrang gegeven wordt aan producten uit de hogere prijsklasse met een forse marge, die beantwoorden aan de steeds strengere eisen van de consumenten, waarbij de blootstelling van de groep aan de economische conjunctuur wordt verminderd. Het beleid van Pernod Ricard steunt op 4 grote pijlers: • bij voorrang en fors inzetten op de strategische merken met internationale uitstraling; • de portefeuille “premiumiseren” door te mikken op de hogere prijsklasse, teneinde de groei te versnellen en de rendabiliteit te verhogen; • zich ontwikkelen op de opkomende markten die de sterkste groeiperspectieven bieden; • de externe groei voortzetten na vermindering van haar schuldenlast, om een dynamische speler in de consolidatie van de sector van de Wijnen & Gedistilleerde Dranken te blijven. De algemene organisatie van de groep is opgebouwd rond Pernod Ricard, de Holding die de vennootschappen, de zogenaamde “Merkhouders”, controleert en, rechtstreeks of onrechtstreeks, via holdings, die de “Regio’s” genoemd worden, de zogenaamde “Marktvennootschappen”. De Holding superviseert voorbehouden functies zoals de strategie van de hele groep, het beheer van de deelnemingen en het financieel beleid. De Merkhouders staan in voor de strategie en de ontwikkeling van de merken en de productie. De Regio’s zijn belast met de operationele en financiële controle van de dochterondernemingen van een zelfde geografische regio (Azië, Amerika, Europa). De Marktvennootschappen beheren de distributie en de ontwikkeling van de merken op de lokale markten. Sommige vennootschappen kunnen de activiteiten van Merkhouders en van Marktvennootschappen combineren.
Overzicht van het boekjaar 2010-2011 Pernod Ricard heeft over het op 30 juni 2011 afgesloten boekjaar een opmerkelijke prestatie neergezet, met: • een versnelling van de interne groei van haar omzet, aangedreven door het historisch record van de volumes van de Top 14 in zijn geheel en van 7 merken ervan; • een hogere toename van de resultaten dan de bij aanvang van het boekjaar aangekondigde streefcijfers gepaard gaande met hogere reclame-promotie-uitgaven voor haar strategische merken; • een aanzienlijke afbouw van de schuld en de voortzetting van de herfinanciering. Het economisch klimaat werd geken merkt door het weer aantrekken van de consumptie op de meeste markten, maar ook door de forse volatiliteit van de wisselkoersen (vooral de koers EUR/USD) en de historisch lage rentevoet op de euro en de Amerikaanse dollar. Dit boekjaar werd gekenmerkt door de uitvoering van structurele wijzigingen naar aanleiding van de afsluiting van het ondernemingsproject Agility: • oprichting van een nieuwe Merkhouder met de naam “Premium Wine Brands”, waarin de prioritaire wijnmerken van de groep worden ondergebracht; • uitbreiding van de bevoegdheden van “The Absolut Company” tot alle internationale wodka’s van de portefeuille; • oprichting van een nieuwe regio Pernod Ricard Sub-Sahara Africa, gevoegd bij Pernod Ricard Europe.
Jaarverslag 2011
35
Overzicht van de activiteiten - Pernod Ricard
De groep heeft ook een aantal Spaanse (AmbrosioVelasco) en Nieuw-Zeelandse (Lindauer) niet-strategische activa van de hand gedaan, evenals het cognac merk Renault.
Om de maturiteit van de schuld van de groep te spreiden en in te spelen op de historisch lage rentevoeten, heeft Pernod Ricard in maart 2011 obligaties op 6 jaar voor een bedrag van EUR 1.000 miljoen uitgeschreven en in april 2011 op 10 jaar voor een bedrag van USD 1.000 miljoen.
Na afloop van deze verschillende verrichtingen, bedroeg de nettoschuld van de groep per 30 juni 2011 nog EUR 9,0 miljard, dankzij de vrije cashflow van EUR 1,2 miljard en een gunstig wisselkoerseffect van EUR 0,9 miljard, hetzij EUR 1,5 miljard minder dan een jaar eerder.
Marktparameters en operationele gegevens per activiteitssector Volume van de strategische merken
30 juni 2011
30 juni 2010
30 juni 2009
(in miljoen kisten van 9 l)
Absolut (volume wadersamengesteld over 12 maanden)
11,0
10,4
10,2
Ballantine's
6,3
5,9
6,2
Ricard
5,4
5,4
5,4
Chivas Regal
4,6
4,2
4,2
Havana Club
3,8
3,5
3,4
Malibu
3,5
3,3
3,4
Jameson
3,4
2,9
2,7
Beefeater
2,4
2,3
2,3
Martell
1,8
1,6
1,5
Kahlúa
1,7
1,8
1,8
The Glenlivet
0,7
0,6
0,6
Mumm
0,6
0,6
0,7
Perrier-Jouët
0,2
0,2
0,2
Royal Salute
0,2
0,1
0,1
45,6
42,9
42,6
Jacob's Creek
6,8
7,1
7,8
Campo Viejo
1,6
1,5
1,5
Brancott Estate (voorheen Montana)
1,3
1,3
1,2
Graffigna
0,3
0,3
0,3
10,1
10,2
10,8
7.643
7.081
7.203
750
721
735
Europa
2.114
2.176
2.417
Amerika
2.068
1.911
2.027
Azië/Rest van de Wereld
2.711
2.273
2.023
Courant bedrijfsresultaat
1.909
1.795
1.846
Frankrijk
189
187
178
Europa
479
501
537
Amerika
558
541
636
Azië/Rest van de Wereld
684
566
495
14 strategische merken
Strategische Premium Wijnen Gesegmenteerde informatie Omzet Frankrijk
36
Jaarverslag 2011
(in miljoen EUR)
30 juni 2011
30 juni 2010
30 juni 2009
Omzet
7.643
7.081
7.203
Courant bedrijfsresultaat
1.909
1.795
1.846
Courant nettoresultaat (deel van de groep)
1.092
1.001
1.010
Nettoresultaat (deel van de groep)
1.045
951
945
19.947
21.148
19.253
9.284
9.122
7.423
190
216
185
9.038
10.584
10.888
95
113
143
Vereenvoudigde resultatenrekening
Vereenvoudigde balans
(in miljoen EUR)
(in miljoen EUR)
Vaste activa Eigen vermogen (deel van de groep) Minderheidsbelangen Nettoschuld Schuldratio
Financieel verslag Bij de afsluiting van het boekjaar 20102011, op 30 juni 2011, bedroeg de omzet van Pernod Ricard EUR 7.643 miljoen, 8% meer dan het vorig boekjaar 2009-2010. De interne groei is versneld en bedraagt 7% (tegen 2%). Het gunstig wisselkoerseffect van 4% compenseerde het effect van de wijziging van de consolidatiekring van - 2%, beïnvloed door de overdracht van bepaalde activiteiten in Scandinavië, Spanje en Nieuw-Zeeland. De interne groei werd aangedreven door de regio Azië/Rest van de Wereld en in mindere mate door Amerika en Frankrijk: • Azië/Rest van de Wereld (interne groei van 15%) blijft de voornaamste groeimarkt van de groep: zeer forse stijging in China, vooruitgang van de lokale merken in India, Vietnam, Taiwan en Afrika/Midden-Oosten in volle opgang (Martell, de scotch whiskies en Jacob’s Creek) en de steeds dynamische Duty Free markt die de moeilijkheden in Thailand ruimschoots compenseerden. Het effect van de tsunami op de activiteit in Japan (+ 3%) bleef beperkt. • Europa (+ 0% tegen - 5% in 20092010) sluit weer aan met de groei in Oost- en Midden-Europa (+ 9%) dat de lichte achteruitgang in WestEuropa (- 2%), voornamelijk te wijten aan Spanje (- 5%) en Griekenland (- 33%) lichtjes compenseert.
(in %)
• De Amerikaanse zone (+ 5%): interne groei van 2% in de Verenigde Staten, waar Absolut opnieuw groeit en het aanhoudend succes van Jameson. Alle andere markten van de regio laten een omzetstijging optekenen, behalve Venezuela. • Frankrijk boekt een interne groei van 4%, dankzij de goede prestaties van de merken uit de Top 14, en vooral Ricard, Ballantine’s, Chivas Regal, Havana Club, Jameson, Absolut en de champagnes. De merken van de Top 14 (58% van de omzet van de groep), winnen 6% in volume en 10% in waarde, toe te schrijven aan de premiumiseringstrategie. Vijf ervan noteren een vooruitgang (in interne groei) met twee cijfers, Martell (+ 22%), Jameson (+ 20%), Royal Salute (+ 27%), Perrier-Jouët (+ 17%) en The Glenlivet (+ 14%) en acht andere blijven hun groei voortzetten, zoals onder meer: Ballantine’s (+ 8%), Absolut (+ 6%), Chivas Regal (+ 9%) en Havana Club (+ 8%). Kahlúa (- 1%) gaat lichtjes achteruit in de Verenigde Staten, maar gaat vooruit in Europa en Azië.
De 18 lokale topmerken van gedistilleerde dranken gaan globaal 3% in waarde vooruit, waarbij de aanhoudende forse groei van de lokale whiskymerken in India met + 30%, de achteruitgang van Seagram’s Gin in de Verenigde Staten (- 12%) en van 100 Pipers in Thailand (- 13%) goedmaakt. De premium merken (verkoopprijs aan de consument > USD 17 voor gedistilleerde dranken en > USD 5 voor de wijn) waren in het boekjaar 2010-2011 goed voor 71% van de omzet van de groep, twee punten beter tegenover het vorige boekjaar. De interne groei van het bedrijfsresultaat versnelt tot 8% (+ 4% in 2009-2010), dankzij een nieuwe verhoging van de brutomarge met 75 bp, waardoor de courante bedrijfsmarge op 25,0% kon worden gehandhaafd (25,4% in 20092010) ondanks de investeringen in structuurkosten, onder andere in de groeimarkten, en reclame-promotieinvesteringen ten belope van 18,9% van de omzet. Het courant bedrijfsresultaat beloopt EUR 1.909 miljoen (+ 8%, hoger dan het oorspronkelijk streefcijfer van + 6%). Alle regio’s hebben een positieve organieke groei voorgelegd.
Bij de Strategische Premium Wijnen leggen Graffigna (interne omzetgroei van 6%) en CampoViejo (+ 8%) mooie prestaties voor, terwijl de lagere verkoop van Jacob’s Creek (- 1%) het gevolg is van de premiumiseringstrategie op het merk. Brancott Estate gaat 3 % achteruit.
Jaarverslag 2011
37
Overzicht van de activiteiten
Voornaamste financiële gegevens
Overzicht van de activiteiten - Pernod Ricard
De financiële kosten zijn stabiel gebleven als gevolg van een gecombineerd effect van de toename van de gemiddelde interestkost en van de vermindering van de schuld. Het courant financieel resultaat profiteert van de daling van de andere courante financiële opbrengsten en kosten en draagt bij tot de vooruitgang met 10% tot EUR 1.045 miljoen van het netto resultaat, deel van de groep voor het boekjaar 2010-2011. De Algemene Vergadering van de aandeelhouders van 15 november 2011 besloot een dividend per aandeel van EUR 1,44 uit te keren: een voorschot van EUR 0,67 werd uitbetaald op 6 juli 2011 en het saldo van EUR 0,77 werd uitbetaald op 22 november 2011. In 2010 bedroeg het dividend per aandeel EUR 1,34.
Resultaten van het eerste halfjaar van het boekjaar 2011-2012 Op 31 december 2011 (eerste halfjaar van het boekjaar 2011-2012) was de omzet met 8% gestegen tot EUR 4.614 miljoen, zijnde een interne groei met 11%, na een ongunstig wissel koerseffect van 2% dat voornamelijk te wijten is aan de koersdaling van de Amerikaanse dollar en de eraan gekoppelde munten, en een negatief consolidatiekringeffect van 1% ten gevolge van de overlating van een aantal Spaanse en Nieuw-Zeelandse activiteiten. De merken van de Top 14 kunnen een interne groei van 14% voor leggen, de Strategische Premium Wijnen van 3% en de lokale merken van 12%.
Geographische uitsplitsing van de omzet (in % - Eerste halfjaar 2011-2012)
Azië/ Azië/ Azië/ Rest Rest van Rest devan devan de WereldWereld 37% Wereld 37% 37%
Deze evolutie werd evenwel gunstig beïnvloed door technische effecten (verhoging van de voorraden van de verdelers in Frankrijk om vooruit te lopen op een verhoging van de accijnzen op 1 januari 2012, verkopen wegens het Chinees Nieuwjaar vanaf het tweede kwartaal, enz.). Zonder het effect van de anticipatieve voorraadaanvullingen in Frankrijk, zou de interne groei van de omzet 8% bedragen. De brutomarge is aanzienlijk verbeterd tot 62,1%, tegen 60,8% voor het eerste halfjaar van het vorige boekjaar. Na een lichte daling van de ratio reclame-promotieuitgaven/omzet tot 17,7% (- 0,2%), gaat het courant bedrijfsresultaat in het eerste halfjaar 14% vooruit tot EUR 1.379 miljoen, hetzij een interne groei van 17%. Het courant nettoresultaat, deel van de groep, bedraagt EUR 843 miljoen en dat is 16% meer, terwijl het nettoresultaat, deel van de groep, er met 20% op vooruit gaat tot EUR 800 miljoen. De nettoschuld per 31 december 2011 stijgt tot EUR 9,4 miljard, tegen EUR 9,0 miljard op 30 juni 2011 wegens een ongunstig wisselkoerseffect van EUR 564 miljoen. Het wisselkoerseffect buiten beschouwing gelaten, daalt de schuld met EUR 0,2 miljard, voornamelijk dankzij het genereren van courante cash ten bedrage van EUR 719 miljoen, tegen EUR 716 miljoen vorig jaar.
38
Jaarverslag 2011
In deze context heeft Pernod Ricard zijn streefcijfer van een interne groei van het courant bedrijfsresultaat over het volledige boekjaar 2011-2012 bijgesteld rond + 8%, tegen in de buurt van + 6% eerder. Het streefcijfer van een ratio nettoschuld/ EBITDA van ongeveer 3,9 (4,0 zoals eerder medegedeeld) wijst op het vertrouwen van het Management in de verdere ontwikkeling van de activiteit.
Gewicht van de opkomende landen in het courant bedrijfsresultaat
(in % - Eerste halfjaar 2011-2012)
(in % - Eerste halfjaar 2011-2012)
27% EuropaAmerika Amerika 25% 25% 27% Europa 27% Europa 25%Amerika
Het eerste halfjaar 2011-2012 werd gekenmerkt door een versnelling van de groei van de activiteit en van het courant bedrijfsresultaat, steeds voortgestuwd door de merken van de Top 14 en de opkomende markten.
Geographische uitsplitsing van het courant bedrijfsresultaat
11% Frankrijk 11% Frankrijk 11% FrankrijkAzië/ Azië/ Azië/ Rest devan de Rest van devan Rest 38% 38% WereldWereld 38% Wereld
Amerika Amerika 25%Amerika 25% 25%
Vooruitzichten
Ontwikkelde Ontwikkelde 13% Frankrijk 13% Frankrijk 13% FrankrijkOntwikkelde markten 61% 61% markten 61%markten
25% Europa 25% Europa 25% Europa
39% Groeimarkten 39% Groeimarkten 39% Groeimarkten
30 juni 2011
30 juni 2010
30 juni 2009
(in duizenden)
264.722
264.232
258.641
Beursgegevens Aantal uitgegeven aandelen Beurskapitalisatie
(in miljoen EUR)
17.933
16.906
11.605
Laatste beurskoers
(in EUR/aandeel)
67,97
63,98
44,87
Verwaterd aangepast nettoresultaat (1)
(in EUR/aandeel)
3,94
3,59
3,88
Dividend
(in EUR/aandeel)
1,44
1,34
0,50
2011
2010
2009
Deelneming in kapitaal
(in %)
9,8
9,9
9,1
Deelneming in stemrechten
(in %)
9,0
9,0
8,4
Beurswaardering van de deelneming
(in miljoen EUR)
1.870
1.836
1.444
Door GBL geïnde dividenden
(in miljoen EUR)
38
35
11
2
2
2
Investering van GBL
Aantal vertegenwoordigers in de statutaire organen
Overzicht van de activiteiten
Marktgegevens en gegevens betreffende de deelneming van GBL
(1) Op basis van het gemiddeld aantal uitgegeven aandelen in omloop, zonder eigen aandelen, na verwatering
Bijdrage van Pernod Ricard netto-actief in hetOntwikkelde resultaat Ontwikkelde van GBL39% Groeimarkten 11% Frankrijk 11% Frankrijkin het Azië/ aangepast Azië/ 13% Frankrijk 13%en Frankrijk 39% Groeimarkten marktenmarkten 61% 61% Rest van Rest de van de
Azië/ Azië/ Rest van Rest de van de WereldWereld 37% 37%
WereldWereld 38% 38%
De beurswaarde van het belang van 9,8% van GBL in Pernod Ricard bedroeg eind december 2011 EUR 1.870 miljoen, tegen EUR 1.836 miljoen een jaar eerder. Deze toename met EUR 34 miljoen is toe te schrijven aan de stijging van de beurskoers van Pernod Ricard met zowat 2% tegenover het vorige boekjaar. Eind 2011 sloot het aandeel Pernod Ricard af op EUR 71,66 tegen EUR 70,36 eind 2010.
AmerikaAmerika 25%deel 25%van Pernod Ricard27% Europa 27%aangepast Europa Amerika Amerika 25% 25% Het in het netto-actief van
De bijdrage van de groep in het resultaat 2011 van GBL bedraagt EUR 38 miljoen, tegen EUR 35 miljoen in 2010. Het door GBL in 2011 geïnd bedrag is gelijk aan de som van het voorschot en het saldo van het dividend over het boekjaar 2010-2011, respectievelijk EUR 0,67 en EUR 0,77 per aandeel.
25% Europa 25% Europa
GBL per 31 december 2011 bedraagt 16,2% tegen 12,8% een jaar eerder. Deel van Pernod Ricard in het aangepast netto-actief van GBL
16,2%16,2%
Deel van Pernod Ricard in de nettodividenden van de deelnemingen
6,7% 6,7%
Financiële informatie over Pernod Ricard Jean Touboul Directeur, Financiële Communicatie & Relaties beleggers Tel.: +33-1-41.00.41.71 www.pernod-ricard.com
Jaarverslag 2011
39
Lafarge, aanwezig in 64 landen, is wereldmarktleider in bouwmaterialen: Cement, Aggregaten & Gebruiksklare Beton
Omzet (in miljoen EUR) Evolutie 2010/2011 (in %) Europa 4.733 Amerika’s 4.145 Midden-Oosten/Afrika 3.897 Azië 2.509
(+ 4,1%) (+ 3,9%) (+ 0,4%) (+ 4,0%)
Overzicht van de activiteiten
Deelneming in kapitaal ............................................................................ 21,0% Deelneming in stemrechten .......................................................... 27,4% Bijdrage tot het aangepast netto-actief van GBL . .... 14,2% Door GBL geïnde dividenden ...................... EUR 61 miljoen
Profiel Lafarge bekleedt in elk van haar activiteiten een wereldwijde toppositie: eerste producent van Cement, tweede van Aggregaten en vierde van Gebruiksklare Beton. Het beleid van Lafarge is gericht op het versterken van haar positie als wereldwijd marktleider in de bouwmaterialen, zowel voor wat het marktaandeel, de innovatie, het imago bij de klanten als de geografische spreiding en de winstgevendheid betreft. Daartoe heeft de groep twee strategische prioriteiten gesteld: Cement, voornamelijk op de groeimarkten, en innovatie, in het bijzonder innoverende bouwwijzen, met name met het oog op de uitdagingen van het duurzaam bouwen. In Cement is het verbruik de laatste twintig jaar toegenomen met gemiddeld m eer dan 5% per jaar. Ondanks de economische crisis is de wereldwijde vraag naar Cement in 2011 bijna 8% toegenomen, ondersteund door de dynamische van de markten van de meeste opkomende landen, en dan vooral van China, Brazilië, India en Afrika ten zuiden de Sahara. De vooruitzichten op middellange en lange termijn blijven gunstig, onder andere in de opkomende landen waar de bevolkingstoename, de verstedelijking en de behoefte aan woningen en infrastructuren krachtige drijfveren zijn. Met meer dan 75% van haar capaciteiten in de groeimarkten, is de groep uitstekend gepositioneerd om op die groei in te spelen. De tweede strategische prioriteit is de verkoop te bevorderen van bouwmaterialen, innoverende systemen en diensten, die beantwoorden aan de behoeften van de klanten op het gebied van het duurzaam bouwen, de esthetiek en de kosten. Om haar producten- en dienstenaanbod uit te breiden, steunt de groep op geavanceerde R&D en op de jarenlange ervaring op het gebied van de innovatie op de ontwikkelde markten, die recent is versterkt met de ontwikkeling op de opkomende markten. Die producten, systemen en diensten met een hoge toegevoegde waarde zouden tegemoet moeten komen aan de nieuwe hogere verwachtingen van de klanten op het gebied van prestaties, gebruiksgemak, kortere uitvoeringstermijnen en recyclage.
Overzicht van het boekjaar 2011 De groei in de opkomende landen heeft zich in 2011 doorgezet. De ontwikkelde markten vertoonden tegengestelde tendensen met hogere volumes in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk en een verslechtering van de conjunctuur in Zuid-Europa, terwijl in Noord-Amerika de activiteit lichtjes aantrok. Onder dergelijke omstandigheden maakte de groep verder werk van maatregelen om zich aan het economisch klimaat aan te passen en haar financiële structuur te verstevigen: • De groep kon voor EUR 250 miljoen kostenbesparingen doorvoeren, waarmee ze het aangekondigd streefcijfer van EUR 200 miljoen over trof. De groep voorziet daarenboven om in 2012 minstens EUR 400 miljoen besparingen te realiseren. • De schuld werd met EUR 2 miljard verminderd, onder meer door de strategische afstoting van de Gipsactiviteiten, hetgeen een nettowinst van EUR 466 miljoen opleverde. • Voor 2012 werd een plan voor een nieuwe organisatie per land aangekondigd, teneinde de productiviteit te verhogen en de interne groei en de innovatie te stimuleren.
Jaarverslag 2011
41
Overzicht van de activiteiten - Lafarge
Cement De omzet van de afdeling Cement vóór eliminaties is met 3,3% toegenomen tot EUR 10.622 miljoen. De volumes stegen in Canada, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk en bleven stabiel in de Verenigde Staten, terwijl Griekenland en Spanje leden onder een moeilijke conjunctuur. De volumes zijn met 7% vooruit gegaan (5% op basis van vergelijkbare consolidatiekring) waarbij alle opkomende regio’s groei vertoonden. De wisselkoers schommelingen hadden een negatief effect van 3,3%, terwijl de wijzigingen van de consolidatiekring een positief effect van 2,4% hadden. Op basis van ongewijzigde consolidatiekring en wisselkoersen is de omzet met 4,2% toegenomen.
Aggregaten & Beton De omzet van de afdeling Aggregaten & Beton vóór eliminaties steeg met 3% tot EUR 5.238 miljoen. Met vergelijkbare consolidatiekring en wisselkoersen bedraagt de stijging 5%, dankzij de verbetering van de volumes in Frankrijk en Midden- en Oost-Europa, terwijl de andere regio’s tegenstrijdige tendensen vertonen. De volumes van aggregaten boekten een vooruitgang van 1% op basis van ongewijzigde consolidatiekring en wisselkoersen, terwijl de volumes van de gebruiksklare Beton stabiel bleven ten opzichte van 2010.
42
Jaarverslag 2011
Vooruitzichten De groep voorziet voor 2012 een toename van de vraag naar cement met 1% tot 4%. De opkomende markten zouden de belangrijkste motor moeten blijven van de groei, waarvan Lafarge, dankzij een ruime geografische spreiding van hoogkwalitatieve activa, zal kunnen profiteren. De prijzen zouden in 2012 moeten stijgen en de kosteninflatie zou minder uitgesproken moeten zijn dan in 2011. De nettoschuld van de groep zou moeten blijven afnemen, dankzij de uitvoering van maatregelen om de operationele cashflow van de groep te maximaliseren. Die maatregelen omvatten onder meer een beperking van de investeringen tot EUR 800 miljoen, nieuwe strategische afstotingen voor meer dan EUR 1 miljard en een kostenbesparingsprogramma van EUR 500 miljoen, waarvan minstens EUR 400 miljoen in 2012 zal worden gerealiseerd. Het project inzake de nieuwe organisatie voorziet drie belangrijke maatregelen: • de invoering van een organisatie per land, die geldt voor de activiteiten Cement en Aggregaten & Beton; • de vereenvoudiging van de hiërarchische structuur, met als doel de afschaffing van het regionaal echelon; • de daaruit voortvloeiende hervorming van het Uitvoerend Management, met onder meer de oprichting van een functie Prestaties en een functie Innovatie.
2011
2010 (1)
2009 (2)
Marktparameters Wereldwijde evolutie van de cementmarkt
(in miljoen ton)
3.540,0
3.290,0
2.980,0
Operationele gegevens Verkoopvolumes Cement
(in miljoen ton)
145,3
135,7
141,2
Zuivere aggregaten
(in miljoen ton)
192,7
193,2
196,0
Gebruiksklare beton
(in miljoen m³)
33,8
34
37,1
(in kg)
593,0
604,0
613,0
CO2-uitstoot per ton cement Gesegmenteerde informatie Omzet
(in miljoen EUR)
15.284
14.834
15.884
Cement
9.975
9.656
9.477
Aggregaten & Beton
5.227
5.088
5.064
Andere Courant bedrijfsresultaat (EBIT)
82 2.179
90 2.393
9 2.477
Cement
1.968
2.230
2.343
Aggregaten & Beton
237
216
193
Andere
(26)
(53)
(97)
Informatie per geografische zone Omzet
(in miljoen EUR)
15.284
14.834
15.884
West-Europa
3.431
3.482
4.657
Noord-Amerika
3.110
3.153
3.028
Midden-Oosten en Afrika
3.897
3.883
4.018
Centraal- en Oost-Europa
1.302
1.066
1.053
Latijns-Amerika
1.035
838
791
Azië
2.509
2.412
2.337
2011
2010 (1)
2009 (2)
Voornaamste financiële gegevens Vereenvoudigde resultatenrekening
(in miljoen EUR)
Omzet
15.284
14.834
15.884
Brutomarge
3.657
3.914
4.177
Brutobedrijfsresultaat (EBITDA)
3.217
3.488
3.600
Courant bedrijfsresultaat (EBIT)
2.179
2.393
2.477
593
827
736
Vaste activa
30.288
34.185
32.506
Eigen vermogen (deel van de groep)
16.004
16.144
14.977
Minderheidsbelangen
2.197
2.080
1.823
Financiële nettoschuld
11.974
13.993
13.795
65,8
76,8
82,1
Nettoresultaat (deel van de groep) Vereenvoudigde balans
Nettoschuldratio
(in miljoen EUR)
(in %)
(1) Gegevens aangepast na de overdracht van de Gipsactiviteiten (2) Niet herwerkte in 2010 gepubliceerde gegevens over 2009
Jaarverslag 2011
43
Overzicht van de activiteiten
Marktparameters en operationele gegevens per activiteitssector en geographische zone
Overzicht van de activiteiten - Lafarge
De onderhoudsinvesteringen bedragen EUR 389 miljoen in 2011, tegen EUR 337 miljoen in 2010.
Aan de Algemene Vergadering van 15 mei 2012 zal worden voorgesteld om het dividend te verminderen tot EUR 0,50 per aandeel, hetzij een totale uitkering van ongeveer EUR 144 miljoen, gelijk aan 35% van het courant nettoresultaat van de groep (nettoresultaat zonder de meerwaarde van EUR 466 miljoen, gerealiseerd op de overdrachten en zonder de waardevermindering van EUR 285 miljoen).
25
Latijns-Latijns-LatijnsAmerikaAmerika 7% Amerika 7% 7%
20
20
20
6
6
CentraalCentraalCentraalen Oosten Oosten OostEuropaEuropaEuropa 9% 9% 9%
15
15
15
4
4
10
10
10
5
5
5
2
2
2
0 20% Noord20% Noord20% NoordAmerikaAmerikaAmerika
0
0
0
0
0
44
Jaarverslag 2011
5,3
6
nt
3.4 3,4 3.4 3,4 3.4 3,4
4
Ce me
Ce me
8,8 9,5
8,8 9,5
8,8 9,5
Ag
gr
eg a Ag B ten gr eto & eg n a Ag B ten gr eto & eg n at Be en & ton
nt
nt
Ce me
nt
Ce me
Ce me
MiddenMiddenMiddenOosten & OostenOosten & & Afrika 25% Afrika 25% Afrika 25%
25
5,8
8
5,8
8
4,9
8
5,8
30
4,9
30
4,9
30 22% West22% West22% WestEuropaEuropaEuropa 25
6,6
Evolutie van het rendement op gemiddeld aangewend kapitaal per activiteitssector (in %)
6,6
Evolutie van de EBITDA-marges per activiteitssector (in %)
De geconsolideerde financiële nettoschuld is met 14% gedaald tot EUR 11.974 miljoen, tegen EUR 13.993 miljoen eind 2010.
25,7 28,6 25,7 28,6 25,7 28,6
Azië 16% Azië 16% Azië 16%
Netto-operationele cashflow 2011 bedragen EUR 1.597 miljoen, tegen EUR 2.098 miljoen in 2010, voornamelijk ten gevolge van de lagere bedrijfs resultaten.
6,6
Geografische uitsplitsing van de omzet (in %)
Het nettoresultaat, deel van de groep, over 2011 daalde met 28% tot EUR 593 miljoen, tegen EUR 827 miljoen in 2010. Het nettoresultaat per aandeel volgt dezelfde evolutie en gaat naar EUR 2,07, tegen EUR 2,89 in 2010.
5,3
Het courant bedrijfsresultaat over 2011 is met 9% achteruitgegaan tot EUR 2.179 miljoen, tegen EUR 2.393 miljoen in 2010. De daling op basis van ongewijzigde consolidatie kring en wisselkoersen is identiek en de hogere volumes en de aanzienlijke kostenverminderingen die in alle activiteiten werden doorgevoerd hebben het effect van de forse kosteninflatie niet kunnen teniet doen. • In de afdeling Cement is het courant bedrijfsresultaat over 2011 12% teruggelopen tot EUR 1.968 miljoen, tegen EUR 2.230 miljoen in 2010, en 9% op basis van vergelijkbare consolidatiekring en wisselkoersen. Uitgedrukt als percentage van de omzet van de afdeling, bedraagt het courant bedrijfsresultaat 18,5% in 2011, tegen 21,0% in 2010, waarbij de maatregelen tot kostenverlaging niet volstonden om de hogere productiekosten te compenseren.
De investeringen voor interne ontwikkeling zijn gedaald tot EUR 665 miljoen, tegen EUR 914 miljoen in 2010. Die investeringen werden voornamelijk besteed aan de afdeling Cement, met projecten zoals de verhoging van de capaciteiten in India, China en Nigeria. De groep heeft ook voor meer dan EUR 2,2 miljard desinvesteringen doorgevoerd, waaronder de verkoop van haar Gips activiteiten in Australië, Europa, Azië en Latijns Amerika en de overdracht van haar activiteiten Cement, Aggregaten & Beton in het Zuidoosten van de Verenigde Staten.
5,3
De geconsolideerde omzet is met 3% toegenomen tot EUR 15.284 miljoen, tegen EUR 14.834 miljoen in 2010. Op basis van vergelijkbare consolidatiekring en wisselkoersen is de omzet 4,5% gestegen ten opzichte van 2010.
• In de afdeling Aggregaten & Beton is het courant bedrijfsresultaat 2011 met 10% vooruit gegaan tot EUR 237 miljoen, tegen EUR 216 miljoen in 2010. Op basis van ongewijzigde consolidatiekring en wisselkoersen bedraagt de vooruitgang 2%. Uitgedrukt in een percentage van de omzet van de afdeling, is het courant bedrijfsresultaat verbeterd tot 4,5% in 2011, tegen 4,2% in 2010.
n Ag C t gr em eg e a n Ag B ten t gr eto & eg n a Ag B ten gr eto & eg n at Be en & t Gor n oe p Gr oe p Gr oe p
Financieel verslag
2011
2010
2011
2010
2009
(in duizenden)
287.248
286.454
286.453
Overzicht van de activiteiten
Marktgegevens en gegevens betreffende de deelneming van GBL Beursgegevens Aantal uitgegeven aandelen Beurskapitalisatie
(in miljoen EUR)
7.802
13.440
16.560
Laatste beurskoers
(in EUR/aandeel)
27,16
46,92
57,81
Nettoresultaat
(in EUR/aandeel)
2,07
2,89
2,77
Verwaterd nettoresultaat
(in EUR/aandeel)
2,06
2,89
2,77
Normaal dividend
(in EUR/aandeel)
0,50
1,00
2,00
Verhoogd dividend (1)
(in EUR/aandeel)
0,55
1,10
2,20
Deelneming in kapitaal
(in %)
21,0
21,1
21,1
Deelneming in stemrechten
(in %)
27,4
24,6
27,1
Beurswaardering van de deelneming
(in miljoen EUR)
1.638
2.830
3.486
Door GBL geïnde dividenden
(in miljoen EUR)
61
121
83
3
3
3
Investering van GBL
Vertegenwoordigers in de statutaire organen
(1) Sinds 1999 genieten degenen die meer dan 2 jaar houder zijn van Lafarge-aandelen op naam ten belope van 0,5% van het kapitaal, een verhoging van 10% op hun dividend. Die termijn van 2 jaar gaat in vanaf 1 januari van het jaar na het jaar van intekening op de aandelen op naam
Bijdrage van Lafarge in het aangepast netto-actief en in het resultaat van GBL
14,2%14,2%
4,9
5,8
3.4 3,4 3.4 3,4
4,9
5,8
6,6
6,6
5,3
5,3
Ag
gr
Deel van Lafarge in de nettodividenden van de deelnemingen
10,7%10,7%
Financiële informatie over lafarge Jay Bachmann Tel.: +33-1-44.34.11.11 Fax: +33-1-44.34.12.37 e-mail:
[email protected] www.lafarge.com
Jaarverslag 2011
45
p oe
p
oe
Gr
Gr
eg a Ag B ten gr eto & eg n at Be en & ton
nt
me
me
nt
8,8 9,5
Ag
Ce
nt
me
nt
me
Deel van Lafarge in het aangepast netto-actief van GBL
Ce
Ce
of het aangepast netto-actief van GBL.
Voorts bedraagt de bijdrage van Lafarge in de geïnde netto 2 2 dividenden van de deelnemingen EUR 61 miljoen tegen EUR 121 miljoen over het vorige boekjaar. Die evolutie is toe 0 0 te schrijven aan het feit dat het van Lafarge ontvangen dividend per aandeel over het boekjaar 2010 met de helft verminderd is tot EUR 1,00 per aandeel, tegen EUR 2,00 per aandeel over het boekjaar 2009. Ce
bijdrage in het IFRS eigen vermogen van Lafarge per eind 2011,
MiddenMidden0 0 hetzij Deze waardevermindering van OostenOosten & &EUR 55,8 per aandeel.20% Noord20% NoordAfrika 25% Afrika 25% Amerika Amerika boekhoudkundige aard heeft geen effect op de cash earnings
De bijdrage van Lafarge in het van GBL door toepassing 6 resultaat 6 van de vermogensmutatiemethode bedraagt EUR 125 miljoen in 2011, tegen EUR 174 miljoen 4 in 42010. 8,8 9,5
25,7 28,6 25,7 28,6
Die vermindering van EUR 1.192 miljoen is te wijten aan de
Latijns-Latijns20 van 20 het vorige daling van de beurskoers met 42% ten opzichte AmerikaAmerika 7% 7% boekjaar. Om deze reden, en in toepassing van de 15 15IFRS, CentraalCentraalheeft en Oosten Oost-GBL in 2011 een bijkomend waardevermindering van 10 zodat 10 de EuropaEuropa EUR 650 miljoen op haar deelneming geboekt, 9% 9% geconsolideerde boekwaarde van Lafarge gelijk is aan de 5 5
Het deel van Lafarge in het aangepast netto-actief van GBL per 31 december 2011 bedraagt8 14,2% 8 tegen 19,8% een jaar eerder.
gr eg a Ag B ten gr eto & eg n at Be en & ton
De beurswaarde van de deelneming van 21,0% van GBL Azië 16% Azië 16%kapitaal van Lafarge bedroeg in het 30 302011 22% West22%eind West-december EuropaEuropa EUR 1.638 miljoen, tegen EUR 2.830 miljoen een jaar eerder. 25 25
Imerys is met meer dan 240 industriële vestigingen aanwezig in 47 landen en is wereldleider in gespecialiseerde industriële mineralen.
Omzet (in miljoen EUR) Evolutie 2010/2011 (in %) West-Europa 1.754 Verenigde Staten/Canada 724 Japan/Australië 198 Opkomende landen 998
(+ 9,6%) (+ 5,6%) (+ 17,0%) (+ 12,1%)
Overzicht van de activiteiten
Deelneming in kapitaal ............................................................................ 57,0% Deelneming in stemrechten .......................................................... 66,8% Bijdrage tot het aangepast netto-actief van GBL . .... 13,2% Door GBL geïnde dividenden ...................... EUR 51 miljoen
Profiel Imerys bewerkt, verrijkt en combineert een uniek gamma van mineralen, vaak gewonnen in eigen groeven, die producten en productieprocessen van haar klanten essentiële kenmerken verschaffen. Dankzij hun eigenschappen, worden die mineralen in het dagelijks leven ruim toegepast en ontwikkelen ze zich in talrijke groeimarkten. De R&D- en marketingteams van Imerys bundelen hun inspanningen om nieuwe oplossingen met toegevoegde waarde aan te reiken. De groep Imerys bekleedt toonaangevende posities in de vier afdelingen waarin ze actief is: De afdeling Mineralen voor Keramiek, Vuurvaste Toepassingen, Slijpmiddelen & Gieterij (94 industriële vestigingen in 24 landen) beschikt over hoogkwalitatieve minerale reserves en gesofistikeerde verwerkingsprocedés onder hoge temperatuur. Haar producten hebben belangrijke functies zoals: schuren, thermische en mechanische weerstand, bleken, zuiveren en geleiding. Deze specialiteiten worden gebruikt in hightech domeinen (keramiek, vuurvaste toepassingen, slijpmiddelen, halfgeleiders, gas- en aardolie-exploratie, enz.) en zijn bestemd voor de markt van de industriële uitrusting, de bouw en producten voor duurzaam gebruik. De afdeling Performantie & Filtratiemineralen (64 industriële vestigingen in 20 landen) biedt haar klanten minerale oplossingen op maat van: samenstelling, morfologie, mechanische eigenschappen, thermische en chemische weerstand, maar ook de conformiteit aan de eisen van de voedings-, cosmetica- en farmaceutische markt zijn voorname criteria. De sector innoveert om het gebruik van mineralen in verstevigd plastic te bevorderen. Hierdoor krijgt men de mogelijkheid om het gewicht van voertuigen te verminderen of om chemische oplossingen te vervangen door verf, coating en polymeren. De afdeling Pigmenten voor Papier & Verpakking (47 industriële vestigingen in 19 landen) produceert specialiteiten die de eigenschappen verbeteren van tekenen drukpapier en van kartonnen verpakkingen die witheid, ondoorzichtigheid, afdekkend en afsluitend vermogen vereisen. Deze afdeling, die als enige specialist beschikt over aanzienlijke kaolien- en calciumcarbonaatreserves en over de knowhow voor de verwerking ervan, bevoorraadt wereldwijd meer dan 350 papierfabrieken. De afdeling Materialen & Vuurvaste Steen (40 industriële vestigingen in 16 landen) verwerkt de rode klei uit haar groeven tot dakpannen, baksteen en rookkanalen in terracotta, bestemd voor de Frans markt van de eengezinswoningen. Deze afdeling ontwerpt eveneens vuurvaste producten ter bescherming van hittebestendige industriële uitrusting (staalnijverheid, cementindustrie, gilterijen, energie-, petrochemische en verbrandingindustrie) en ziet toe op onderhoudsprojecten.
Overzicht van het boekjaar 2011 De eindmarkten van Imerys hebben in 2011 over het algemeen goed gepresteerd ten opzichte van 2010 gekenmerkt door een forse heropleving. De vraag naar industriële uitrusting en duurzame verbruiksgoederen bleef hoog, met in het bijzonder een toename van de wereldwijde staalproductie met 7%. De courante verbruiks- en verpakkingsproducten volgden de wereldwijde groei. Terwijl de bouwactiviteit tegenstrijdige evoluties vertoonde, nam de opstart van nieuwe werven voor eengezinswoningen in Frankrijk toe met 10%. In deze context liet Imerys in 2011 een forse groei optekenen: de groep verbeterde haar rentabiliteit, versterkte haar financiële middelen en genereerde een aanzienlijke cashflow waardoor ze haar investeringen kon opdrijven. Zo ging Imerys met Norsk Mineral de joint venture “The Quartz Corp SAS” aan, rondde ze de overname af van de groep Luzenac, de wereldleider in de talkproductie, en opende ze in de Verenigde Staten een fabriek voor keramische proppants, bestemd voor de snelgroeiende markt van de nietconventionele gas- en aardolieboringen. Dat alles zal bijdragen tot de uitvoering van de ontwikkelingsstrategie van de groep “Ambition 2012-2016”, die in het teken staat van de versnelling van de interne groei, ondersteund door een verhoogde inspanning en een doelgerichte ontwikkeling in de opkomende landen en op de groeimarkten, die selectieve overnames zullen aanvullen.
Jaarverslag 2011
47
Overzicht van de activiteiten - Imerys
Mineralen voor Keramiek, Vuurvaste Toepassingen, Slijpmiddelen & Gieterij (32% van de omzet van de groep in 2011) De vraag naar mineralen voor Vuurvaste Toepassingen, Slijpmiddelen & Gieterij was over het algemeen hoog. Niettegenstaande er in China en Europa in het tweede halfjaar een groei vertraging in de staalproductie optrad, werd deze deels gecompenseerd door een verbetering in Noord-Amerika. De vraag naar Mineralen voor Keramiek bleef sterk, ondersteund door de dynamiek van de groei landen. Onder dergelijke omstandigheden heeft Imerys haar investeringen opgedreven en USD 60 miljoen besteed aan een nieuwe fabriek voor keramische proppants in Andersonville (Georgia, Verenigde Staten) met een capaciteit van meer dan 100.000 ton.
Performantie & Filtratiemineralen (19% van de omzet van de groep in 2011) De markten van de courante verbruiksgoederen en de tussenindustrie werden gestimuleerd door de dynamiek van de groei landen. De bouwmarkt, daarentegen, bleef tegenstrijdige tendensen vertonen, met een lichte verbetering in sommige Europese landen en een stagnatie in de Verenigde Staten. De markten die bediend worden door de Talk afdeling presteerden over het algemeen goed. De investeringen gericht op de ontwikkeling van nieuwe producten en de geografische expansie bleven toenemen ten opzichte van het vorige boekjaar.
48
Jaarverslag 2011
Pigmenten voor Papier & Verpakking (21 % van de omzet van de groep in 2011)
Vooruitzichten
De wereldwijde papierproductie over 2011 lag in de lijn van 2010, waarbij de stijging in de groei landen (+ 6%) de achteruitgang in de ontwikkelde landen (- 4%) compenseerde. De divisie Verpakking blijft groeien en de activiteitstak stelt aanzienlijke middelen ter beschikking om het aanbod uit te breiden en de verkoop in deze sector op te drijven.
Sinds vorige zomer is het macroeconomisch klimaat onzekerder geworden. Het vooruitzicht voor 2012 is beperkt, al bleef de activiteit begin dit jaar op een behoorlijk peil.
De investeringen zijn iets hoger dan vorig boekjaar en hebben voornamelijk betrekking tot de rationalisering van de Braziliaanse fabrieken na de verwerving van PPSA en de heropbouw van de door de aardbeving beschadigde Japanse fabriek van Miyagi.
Materialen & Vuurvaste Steen (28% van de omzet van de groep in 2011) In Frankrijk is de nieuwbouw van eengezinswoningen met 10% vooruit gegaan en ook de afdeling renovatie bleef behoorlijk presteren. Onder dergelijke omstandigheden gingen de volumes van de terracottaproducten erop vooruit met 9,4% voor de dak bedekking en 19% voor de baksteen. De Vuurvaste Steen, ten slotte, kon profiteren van de wereldwijde dynamiek van de staalnijverheid en van de interne ontwikkeling van vuurvaste oplossingen voor nieuwe fabrieksprojecten. De investeringen van de afdeling werden voornamelijk besteed aan het onderhoud van het industrieel apparaat en aan de verbetering van de energieefficiëntie ervan.
De groep blijft dus waakzaam: selectiviteit van de investeringen waarbij voorrang verleend wordt aan groeiprojecten en een snelle return on investment, strikte beheersing van de behoefte aan bedrijfskapitaal, de evolutie van de variabele kosten en de prijs/mix. Onder dergelijke omstandigheden zal de ontwikkelingsstrategie van Imerys blijven steunen op versnelde interne groei via innovatie en de uitbreiding van de activiteitenportefeuille op groeimarkten en in groeizones, evenals op een doelgericht overnamebeleid.
2011
2010
2009
Operationele gegevens Minerale reserves
(in duizend ton)
Klei
25.917
28.714
26.561
237.209
261.380
272.690
Klei voor bakstenen en dakpannen
94.432
92.073
90.498
Veldspaat
27.846
28.667
44.102
104.210
106.385
96.955
Diatomiet en Perliet
45.187
41.194
41.759
Mineralen voor vuurvaste producten
12.515
12.515
12.999
Talk
29.527
-
-
3.504
3.743
4.088
16.187
15.090
14.592
Carbonaten
Kaolien
Andere mineralen Personeel Gesegmenteerde informatie
(in eenheden) (in miljoen EUR)
Omzet
3.675
3.347
2.774
Performantie & Filtratiemineralen
720
595
501
Pigmenten voor Papier & Verpakking
796
767
632
Materialen & Vuurvaste steen
1.025
923
876
Mineralen voor Keramiek, Vuurvaste Toepassingen, Slijpmiddelen & Gieterij
1.186
1.105
794
(52)
(43)
(29)
487
422
249
Performantie & Filtratiemineralen
83
66
27
Pigmenten voor Papier & Verpakking
83
77
42
Materialen & Vuurvaste steen
210
188
168
Mineralen voor Keramiek, Vuurvaste Toepassingen, Slijpmiddelen & Gieterij
157
135
44
Eliminaties/Holdings
(46)
(44)
(32)
2011
2010
2009
Eliminaties tussen segmenten Courant bedrijfsresultaat (EBIT)
Voornaamste financiële gegevens Vereenvoudigde resultatenrekening
(in miljoen EUR)
Omzet
3.675
3.347
2.774
Brutobedrijfsresultaat (EBITDA)
686
621
417
Courant bedrijfsresultaat (EBIT)
487
422
249
Courant nettoresultaat (deel van de groep)
303
242
119
Nettoresultaat (deel van de groep)
282
244
41
Vaste activa
3.197
2.923
2.735
Eigen vermogen (deel van de groep)
2.180
2.105
1.784
31
27
19
1.031
873
964
47
41
53
Vereenvoudigde balans
(in miljoen EUR)
Minderheidsbelangen Nettoschuld Schuldratio
(in %)
Jaarverslag 2011
49
Overzicht van de activiteiten
Marktparameters en operationele gegevens per activiteitssector
Overzicht van de activiteiten - Imerys
De bijdrage van de verschillende activiteiten tot de EBIT is als volgt geëvolueerd: • de afdeling Mineralen voor Keramiek, Vuurvaste Toepassingen, Slijpmiddelen & Gieterij draagt EUR 157 miljoen bij, 16,0% meer dan het boekjaar van 2010 (EUR 135 miljoen) en 19,1% meer op basis van vergelijkbare wisselkoersen en consolidatiekring, waarbij de verbetering van de prijs/productmix de inflatie van o.m. het Zirkonium goed kon opvangen. • de Performantie en Filtratiemineralen dragen EUR 83 miljoen bij, hetzij 26,6% meer (+ 15,1% op basis van ongewijzigde consolidatiekring en wisselkoersen) tegenover 2010 (EUR 66 miljoen). De integratie van de groep Luzenac die op 1 augustus 2011 werd overgenomen, verloopt vlot. De marge op omzet gaat 0,5 percentpunt vooruit tot 11,6%. • in de afdeling Pigmenten voor Papier & Verpakking wordt een EBIT van EUR 83 miljoen opgetekend, 8,2% hoger dan in 2010 (EUR 77 miljoen), hetzij + 2,1% op basis van vergelijkbare wisselkoersen en consolidatiekring. Dit resultaat omvat EUR 5 miljoen schadevergoeding voor de schade aan de fabriek van Miyagi in Japan. • de afdeling Materialen & Vuurvaste Steen legt een courant bedrijfsresultaat over 2011 voor dat 11,6% to egenomen is tot EUR 210 miljoen (+ 11,5% op basis van ongewijzigde wisselkoersen en consolidatiekring), waarbij de operationele marge stabiel bleef op 20,4%.
Geographische uitsplitsing van de omzet
Evolutie van het courant bedriifsresultaat per sector (in miljoen EUR)
(in %)
Evolutie van de operationele marge per sector (EBIT/omzet in %)
20
20
20
15
15
15
10
10
10
5
5
5
0
0
0
0
0
157 135
83 77
0
83 83 6677 83 77
50
66
50
Ke M r Sli jpm amie iner iddK To k, V alen e lre epM uu v Sli jpm anm&ieasinseinr rvas oor iddK To Gk,ieV aglen te Sli eeleranmepMasintueurirj v , voo jpm & P sei a r idd To ieGk,ieeVrfnoragleennste ele epa tueurrm , vo n & Mss Filirj vaant or GPiienereifnogteratsi tee & terrarmlen, ei MPie Filtjr nante Pignrefor atie & a r m Ve FenmlePnaanpMripa iltrten teierPignerkki atie& & n Ve meanlePngapVu rMpa ten ierurPvi aktek & g i V asmt e rniaPgla Vu erMpae Sntteenepnie&rurv aktek en& as riniag t Vu M e Stelen & urv ate en as ria te len Ste & en Ke M ram in Sli jpm e iddK To iek, V ralen elre epM uu v Sli jpm anm&ieasinseinr rvas oor iddK To Gk,ieV aglen te Sli eeleranmepMasintueurirj v , voo jpm & se a r idd To ieGkP,ieeVrifnragleennste ele epa tueourrm , vo n & ss F irj vaan or MGPie inigltr sttee ineretfor eant,ie & erarimle j MPie Filtr nante Pignrefo ati & r Ve mearnmlePnaaepMripaFiltrtennteierPignerkki atie& & n Ve meanlePngapVu rMpa ten ierurPvi aktek & gasm riniaPg V t e la Vu erMpae Sntteenepnie&rurv aktek en& as riniag t Vu M e Stelen & urv ate en as ria te len Ste & en
Verenigde Verenigde Verenigde Staten/Staten/Staten/ CanadaCanada 20% Canada 20% 20%
50
83
100 100 100
66
157 135
157 135
150 150 150 Japan/Japan/Japan/ Australië Australië Australië 5% 5% 5%
13,2 12,2 11,6 13,2 11,1 12,2 11,6 11,1 10,4 11,6 10,0 11,1 10,4 10,0
200 200 200
13,2 12,2
25
210 188
25
210 188
25 210 188
250 250 250 48% West48% West48% WestEuropaEuropaEuropa
83
Opkomende Opkomende Opkomende landen landen 27% landen 27% 27%
Aan de Algemene Vergadering van de aandeelhouders van 26 april 2012 zal worden voorgesteld om over het boekjaar 2011 een dividend uit te keren van EUR 1,50 per aandeel, 25% meer dan over het boekjaar 2010 (EUR 1,20 per aandeel). Deze uitkering vertegenwoordigt een ratio van ongeveer 37% van het courant nettoresultaat, deel van de groep. Het dividend zal op 9 mei 2012 uitbetaald worden.
20,4 20,3
De operationele marge van de groep komt uit op 13,3% voor 2011 en op 12,6% voor 2010. De prijsstijgingen, de verbetering van de productmix en de extra bijdrage van de verkochte volumes ruimschoots compenseren de hogere kosten veroorzaakt door de hogere productievolumes, de inflatie van sommige grondstoffen of de projecten met het oog op de ontwikkeling van nieuwe markten.
De financiële nettoschuld van de groep per 31 december 2011 bedraagt EUR 1.031 miljoen (EUR 873 miljoen per eind 2010), toe te schrijven aan de overname van de groep Luzenac en de verhoging van het dividend. De nettoschuld vertegenwoordigt 47% van het eigen vermogen en bedraagt 1,5 maal de EBITDA per einde boekjaar.
20,4 20,3
Het brutobedrijfsresultaat (EBITDA) bedraagt EUR 686 miljoen, 10,5% meer dan in 2010 (EUR 621 miljoen). Ook het courant bedrijfsresultaat (EBIT) is 15,5% gestegen tot EUR 487 miljoen, en 13,7% op basis van vergelijkbare consolidatiekring en wisselkoersen.
De courante vrije operationele cashflow bedraagt EUR 265 miljoen, tegen EUR 302 miljoen een jaar eerder. Dit verschil is te wijten aan het gecombineerd effect van de EBITDA die opgelopen is van EUR 621 miljoen tot EUR 686 miljoen in 2011, gecompenseerd door de hogere behoefte aan bedrijfskapitaal te wijten aan de hogere activiteit en een verhoging van de investeringen in nieuwe groeipolen van EUR 227 miljoen tegen EUR 155 miljoen in 2010.
20,4 20,3
Ondanks een hoge vergelijkingsbasis, kan Imerys voor 2011 een forse groei voorleggen. Aldus noteert de groep voor 2011 een verhoging van haar omzet met 9,8% tot EUR 3.675 miljoen (EUR 3.347 miljoen in 2010). In die stijging is een negatief effect van de wisselkoersschommeling ten bedrage van EUR 67 miljoen en een positief effect van de wijziging van de consolidatiekring ten bedrage van EUR 125 miljoen verrekend, dat laatste voornamelijk te wijten aan de overname van de Braziliaanse vennootschap PPSA en de integratie van de groep Luzenac sinds 1 augustus 2011. Met vergelijkbare consolidatiekring en wisselkoersen, is de omzet 8,1% toegenomen ten opzichte van 2010, waarvan + 3,7% ingevolge de hogere volumes en + 4,4% ingevolge de solide prijs/productmix.
Het courant nettoresultaat, deel van de groep, over 2011 bedraagt EUR 303 miljoen, hetzij 25,3% meer dan in 2010 (EUR 242 miljoen). Na verrekening van EUR – 21 miljoen andere opbrengsten en kosten, bedraagt het nettoresultaat, deel van de groep, EUR 282 miljoen.
10,4 10,0
Financieel verslag
2011
50
Jaarverslag 2011
2010
2011
2010
2009
(in duizenden)
75.143
75.474
75.389
Beursgegevens Aantal uitgegeven aandelen Beurskapitalisatie
(in miljoen EUR)
2.674
3.765
3.168
Laatste beurskoers
(in EUR/aandeel)
35,59
49,89
42,02
Courant nettoresultaat
(in EUR/aandeel)
4,03
3,21
1,66
Verwaterd aangepast nettoresultaat
(in EUR/aandeel)
3,71
3,22
0,57
Dividend
(in EUR/aandeel)
1,50
1,20
1,00
Deelneming in kapitaal
(in %)
57,0
30,7
30,7
Deelneming in stemrechten
(in %)
66,8
37,7
36,3
Beurswaardering van de deelneming
(in miljoen EUR)
1.525
1.157
971
Door GBL geïnde dividenden
(in miljoen EUR)
51
23
19
6
2
2
Overzicht van de activiteiten
Marktgegevens en gegevens betreffende de deelneming van GBL
Investering van GBL
Aantal vertegenwoordigers in de statutaire organen
13,2%13,2%
Materialen Materialen & & Vuurvaste Vuurvaste Steen 28% Steen 28%
32% Mineralen 32% Mineralen voor voor Keramiek, Keramiek, Vuurvaste Vuurvaste Toepassingen, Toepassingen, Slijpmiddelen Slijpmiddelen & & Gieterij Gieterij
10,4 10,0
ram Min e iddK To iek, V ralen elre epMa uu vo Sli a r n s i m n jpm & sei va or idd To ieGk,ieV nraglen ste ele epa tueuri , vo n & ss rj va or GPieerifnge ste teorrmn, i MPie Filtjr ante nref ati & orarml ee Mi Filtr nante Pigne ati & Ve mreanlePnaeprp te ier Pig akki n & n V m Pga Vu erMpa enten pierurv aktek & as riniag t l Vu M e Ste en & urv ate en as ria te len Ste & en
Ke
jpm
Sli
9,0% 9,0%
Financiële informatie over Imerys Pascale Arnaud Tel.: +33-1-49.55.63.91 Fax: +33-1-49.55.63.98 e-mail:
[email protected] www.imerys.com
Jaarverslag 2011
Papier- Papier-
11,6 11,1 10,4 10,0
13,2 12,2 11,6 11,1
20,4 20,3
210 188
83 77
83
83 77
66
66
13,2 12,2
157 135
Deel van Imerys in de nettodividenden van de deelnemingen Sli
Deel van Imerys in het aangepast netto-actief van GBL
jpm
GBL per 31 december 2011 bedraagt 13,2% tegen 8,1% een jaar eerder.
10
De bijdrage van Imerys tot de geïnde nettodividenden van 5 de deelnemingen over 2011 5bedraagt EUR 51 miljoen, tegen EUR 23 miljoen in 2010. Het door GBL geïnde bedrag 0 van EUR 1,20 per is gelijk aan het dividend van0 Imerys aandeel, uitgekeerd over het boekjaar 2010, hetzij 20% hoger dan het dividend per aandeel van EUR 1,00 geïnd over het vorige boekjaar.
Ke M ram in e iddK To iek, V ralen elre epMa uu vo Sli a jpm nm&ie sinseinr rvas or idd To Gk,ieV aglen te ele epa tueuri , vo n & Pss rj va or Gieerifnoge ste terrmn, MPie Filitjr ante nref ati & orarml ee Mi Filtr nante Pigner atie & a m Ve enlePnaprp te ier Pig akki n & n Ve men Pgap Vu rMpa ten ierurv aktek & as riniag t l Vu M e Ste en & urv ate en as ria te len Ste & en
Verenigde Verenigde 0 0 Staten/Staten/ CanadaCanada 20%deel 20%van Imerys in het aangepast netto-actief van Het
10
83
157 135
200toename 200 tegen EUR 1.157 miljoen een jaar eerder. Deze met EUR 368 miljoen is toe te schrijven aan de verhoging 150 150 van het deelnemingspercentage van GBL in Imerys, deels Japan/Japan/ gecompenseerd door de achteruitgang van 100 de beurskoers 100 Australië Australië met 29%. De slotkoers per eind 2011 van het aandeel van 5% 5% Imerys bedroeg EUR 35,59, te vergelijken met50EUR5049,89 in 2010.
De bijdrage van Imerys in het van GBL, bekomen 25resultaat 25 door vermogensmutatiemethode, totaliseert EUR 142 miljoen, 20 De20toename is te wijten aan de tegen EUR 74 miljoen in 2010. betere resultaten van de vennootschap, alsook aan het hogere 15 15 consolidatiepercentage. 210 188
De beurswaarde van de deelneming van 57,0% Opkomende Opkomende 250 van 250GBL 48% West48% Westlanden landen 27% 27% bedroeg eind december Europa EuropaEUR 1.525 miljoen, in Imerys 2011
20,4 20,3
Bijdrage van Imerys in het aangepast netto-actief en in het resultaat van GBL
51
Suez Environnement is wereldwijd een belangrijke speler die zich uitsluitend bezighoudt met Water- en Afvalbeheer
Omzet (in miljoen EUR) Evolutie 2010/2011 (in %) Europa 10.104 Noord-Amerika 829 Australië 786 Rest van de Wereld 2.150
(+ 4,2%) (+ 4,7%) (+ 27,9%) (+ 13,0%)
Overzicht van de activiteiten
Deelneming in kapitaal .......................................................................... 7,2% (1) Deelneming in stemrechten .......................................................... 7,2% (1) Bijdrage tot het aangepast netto-actief van GBL . ....... 2,7% Door GBL geïnde dividenden ....................... EUR 23 miljoen (1) Waarvan 0,3% aangehouden als geldbeleggingen
Profiel Suez Environnement is wereldwijd één van de twee grootste spelers op de milieumarkt, met een sterke verankering in Europa, vooral in Frankrijk en Spanje (Agbar), en aanwezig in meer dan 36 landen. De groep is in de volledige water- en afvalcyclus actief en treedt op onder verschillende merknamen, zoals SITA voor het Afvalbeheer of Lyonnaise des Eaux, Ondéo Industrial Solutions, Safège, Degrémont, United Water en Agbar in de Watersector. Ze oefent haar activiteiten uit onder verschillende contractuele vormen, zowel voor rekening van openbare collectiviteiten als voor private ondernemers en beschikt over een uitgebreid netwerk van dochtervennootschappen en agentschappen. De vennootschap is georganiseerd rond drie belangrijke segmenten: Water Europa, Afvalbeheer Europa en Internationaal, die zelf ingedeeld zijn in negen “business units”. In de Watersector omvatten de activiteiten onder meer het winnen, het oppompen, de behandeling en de verdeling van drinkwater, het onderhoud van de netten en de exploitatie van fabrieken, het klantenbeheer, de ophaling en de zuivering van huishoudelijk en industrieel afvalwater, alsook de biologische en energetische valorisatie van het slib dat afkomstig is van de zuivering en diensten inzake consumptiebeheersing. In de sector Afvalbeheer verzorgt de groep onder meer de ophaling van afval van alle aard (uitgezonderd radioactief afval) en de stadsreiniging, sortering en voorbehandeling van afval, recyclage, materiële, biologische en energetische valorisatie van herbruikbaar materiaal, de verwijdering door verbranding of ingraving van restafval en het geïntegreerd beheer van industrieterreinen, met inbegrip van, onder meer, de sanering, de depollutie en het herstel van de bodem en de ontmanteling en afbraak van buiten gebruik gestelde uitrusting. De afdeling Internationaal omvat voornamelijk de activiteiten van Degrémont, wereldwijd marktleider in het ontwerp, de bouw en de exploitatie van fabrieken voor de productie van drinkwater, ontziltingsinstallaties voor zee- of brakwater en vestigingen voor de behandeling en de recyclage van afvalwater en de behandeling van slib. Daarnaast is de groep, via haar dochteronderneming United Water, actief in de Verenigde Staten en via water- en elektriciteitsbeheersconcessies in Macao en haar dochter SITA Waste Services, voor afvalbeheersactiviteiten in Hong Kong, alsook in Australië, in de landen van Centraal-Europa en in het Midden-Oosten. In de Watersector exploiteerde Suez Environnement in 2011 in totaal meer dan 1.200 productie-eenheden voor drinkwater die 91 miljoen mensen bevoorraadden, en meer dan 2.300 installaties voor de behandeling van water ten behoeve van 63 miljoen mensen. Voor wat het Afvalbeheer betreft, haalde de groep afval op bij bijna 57 miljoen mensen en behandelde zij bijna 42 miljoen ton afval. Naar aanleiding van de fusie tussen Suez en Gaz de France werd Suez Environnement op 22 juli 2008 op de beurs gebracht. Die operatie leidde tot de uitkering door Suez van 65% van de aandelen van de vennootschap aan haar aandeelhouders.
Overzicht van het boekjaar 2011 In een economisch klimaat gekenmerkt door een beperkte opleving, kan Suez Environnement voor 2011 in alle activiteitssectoren een omzetgroei voorleggen die de streefcijfers overtreft, toe te schrijven aan een dynamische handelsactiviteit in het Water en het Afvalbeheer in Europa en de gestage groei van de Internationale activiteit. De resultaten leden echter onder de moeilijkheden op de bouwwerf van de ontziltingsfabriek in Melbourne. De groep voerde het kostenbesparings plan (Compass) verder uit en toonde een stricte financiële discipline op het gebied van de investeringen en het cashbeheer. 2011 werd ook gekenmerkt door de versterking van de strategische posities in de verschillende activiteiten van de groep, onder andere door de versnelde ontwikkeling van de Internationale activiteit. De verwerving van de Afvalactiviteiten van WSN Environmental Solutions vergroot aldus de aanwezig heid van de groep in Australië, terwijl de overname van PRSP in Polen de positie van de groep versterkt in Oost-Europa. Voorts hield de vennootschap, door het aanbod van nieuwe diensten, zoals het hergebruik van afval, de bescherming van de watervoorziening of de vermindering van de milieuvoetafdruk, een aanhoudende en op innovatie gerichte commerciële activiteit aan.
Jaarverslag 2011
53
Overzicht van de activiteiten - Suez Environnement
Water Europa De afdeling Water Europa laat voor 2011 over het algemeen betere resultaten optekenen voor zowel Lyonnaise des Eaux als voor Agbar. Bij Lyonnaise des Eaux werd de activiteit positief beïnvloed door de groei van de waterzuiveringsactiviteit, een positief prijseffect op de concessies en de dynamiek van de werken- en dienstenactiviteit, en dit ondanks een volumedaling. Bij Agbar overtreffen de gunstige gevolgen van de hogere tarieven en de hogere volumes (Spanje en Chili) de daling van de activiteit werken in Spanje. Deze globale verbetering van de resultaten wordt gedeeltelijk gecompenseerd door een ongunstig consolidatiekringeffect bij Agbar, met name de afstoting van 70% van de gereguleerde activiteiten van Bristol Water in het Verenigd Koninkrijk.
Afvalbeheer Europa De afdeling Afvalbeheer Europa haalde in 2011 winst uit de vooruitgang in alle landen van de Sorteer-/Recyclage activiteiten, die konden profiteren van de aanhoudende hoge koers van de secundaire grondstoffen (vooral metaal en papier), die gepaard ging met een globale verbetering van de volumes. Ook in de energieterugwinning gingen de behandelde volumes er op vooruit. Het feit dat, op de markt van de afval behandeling, de valorisatie terrein wint op de opruiming, kwam voor de groep in 2011 tot uiting door 7,8% meer gevaloriseerde volumes. De volumes ingegraven afval daarentegen, zijn met 1,7% gedaald.
54
Jaarverslag 2011
Globaal genomen volgt daaruit dat de door de groep in Europa verwerkte tonnages in 2011 met 3,4% zijn toegenomen. Deze markttrend bevestigt de strategie van de groep, gebaseerd op posities in de volledige keten van de afval verwerking en op de ontwikkeling van nieuwe eenheden voor energie terugwinning.
Internationaal De groei in dit segment wordt gedragen door de toename van de activiteit in alle entiteiten, met uitzondering van Degrémont, die getroffen werd door de moeilijkheden met het bouwcontract van de ontziltingsfabriek in Melbourne. De vooruitgang van deze werf had immers te lijden onder het wisselvallig klimaat en een ongunstige productiviteit. Voorts won de afdeling aanzienlijke contracten, onder meer in Australië, Tsjechië en Uruguay. Ook NoordAmerika boekte vooruitgang, dankzij een positieve handelsbalans inzake de dienstcontracten en positieve tariefherzieningen, en dit ondanks lagere volumes. De groei is het opmerkelijkst in Zuid-Oost-Azië, onder meer in China en in Australië, dankzij hogere prijzen en volumes. Ook in Marokko en in Algerije zitten de activiteiten van de groep in de lift. Die verbetering is mede het gevolg van gunstige consolidatiekringeffecten, zoals de overname van de groep WSN Environmental Solutions op de afvalmarkt in Australië.
Vooruitzichten In een economisch klimaat gekenmerkt door een beperkte opleving is de prioriteit van de groep voor 2012 en 2013 het behoud van haar winst gevendheid en van een solide balans met een toereikend cashpeil. Aldus voorziet de groep voor 2012, met ongewijzigde wisselkoersen, dat haar omzet, haar brutobedrijfsresultaat (EBITDA) en haar vrije cashflow minstens gelijk zullen blijven ten opzichte van 2011, waarbij het Compass plan voor de periode 2010-2012 op EUR 360 miljoen wordt gebracht. Tegen 2013 mikt het management, met ongewijzigde wisselkoersen, op een brutobedrijfsresultaat (EBITDA) van EUR 2,7 miljard of hoger, waarbij ingezet wordt op de strategie van de duurzame groei op lange termijn, gebaseerd op exogene factoren zoals regulering, stedenbouw, het zeldzamer worden van de natuurlijke bronnen - wat een optimalisatie van het waterbeheer en de valorisatie van het afval noodzaakelijk markt en – op de positionering van de afdelingen in de kringloopeconomie. De ratio schuld/brutobedrijfsresultaat (EBITDA) zou stabiel moeten blijven op ongeveer 3.0x over de periode. De vennootschap heeft ook haar uitkeringsbeleid voor de toekomst vast gelegd en voorziet voor het boekjaar 2012 een dividend per aandeel van EUR 0,65 of hoger, met als langetermijn doelstelling een pay-out van meer dan 60%.
2011
2010
2009
Operationele gegevens Verkocht volumes water
(in miljoen m3)
Lyonnaise des Eaux
713
590
656
(100%)
807
768
769
(100%)
534
716
681
Opgeruimd
11,0
11,4
12,3
Gevaloriseerd
13,9
12,9
11,8
Agbar in Spanje Agbar (Internationaal) Verwerkte volumes afval in Europa
Gesegmenteerde informatie
(in miljoen ton)
(in miljoen EUR)
Omzet
14.830
13.869
12.296
Water Europa
4.206
4.124
3.993
Afvalbeheer Europa
6.417
5.863
5.319
Internationaal
4.197
3.867
2.969
10
15
15
Brutobedrijfsresultaat (EBITDA)
2.513
2.339
2.060
Water Europa
Andere
1.213
1.038
866
Afvalbeheer Europa
881
839
798
Internationaal
471
555
468
Andere
(51)
(93)
(72)
1.039
1.025
926
Water Europa
608
490
433
Afvalbeheer Europa
388
349
314
Internationaal
131
322
309
Andere
(87)
(136)
(130)
2011
2010
2009
Courant bedrijfsresultaat (EBIT)
Voornaamste financiële gegevens Vereenvoudigde resultatenrekening
(in miljoen EUR)
Omzet
14.830
13.869
12.296
Brutobedrijfsresultaat (EBITDA)
2.513
2.339
2.060
Courant bedrijfsresultaat (EBIT)
1.039
1.025
926
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten
1.091
1.221
867
323
565
403
Nettoresultaat (deel van de groep) Vereenvoudigde balans
(in miljoen EUR)
Vaste activa
18.667
18.395
13.683
Eigen vermogen (deel van de groep)
4.946
4.773
3.676
Minderheidsbelangen
1.871
1.854
742
Financiële nettoschuld
7.557
7.526
6.282
111
114
142
Schuldratio
(in %)
Jaarverslag 2011
55
Overzicht van de activiteiten
Marktparameters en operationele gegevens per activiteitssector
Overzicht van de activiteiten - Suez Environnement
8
6
6
6
4
4
4
2
2
2
0
0
0
56
Jaarverslag 2011
7,2
7,2
7,2
6,7 6,2
9,7
6,7 6,2
2,8
2,8
2,8
11,9
Eu Wat rop er a Eu Wat rop er a Af E W vau at lbroep er E ha Af uro eer va pa lb E eh Af uro eer va pa Int E lbeh ernur ee atiopa r Int ona al ern ati Int ona al ern ati on aa l
16,4 15,5
16,4 15,5
6,8 5,7
16,4 15,5
24,9 24,7 5,9 6,8 6,0 5,7 5,9 6,8 6,0 5,7
24,9 24,7
10,1 5,9 11,5 6,0
24,9 24,7 10,1 11,5
10,1 11,5
nk rijk Fra Snpkri anjk Eu rop Fra je n es ASpkr Eu e lan ndaenijjke rop d re es ASpen e Eu l ndan rop AmanNdoeoerjee es Aeriknrde l nda AmAanNdooere uesrenrdtikr N ali RAe mAu oor ë st esrti dv kr W anali Re Auere dëe st st ld vr W anali Re ere dëe st ld v We an rel de d
Fra
6,7 8,0 6,2
0
9,7
0
8,0
0
0
9,7
2
8
8,0
2
10
Eu Wat rop er a Eu Wat rop er a Af E W vau at lbroep er E ha Af uro eer va pa lb E eh A ur ee Int fva opa r ern lbe aEtiur hee Int a onoapa r ern nd al ati ere & Int a ona ern nd al ati ere & o an naal de & re
2
8,3
4
8,3
6
4
3,1
6
4
10
8,3
6
10
3,1
8
10
Suez Environnement zal aan de Algemene Vergadering van de aandeelhouders van 24 mei 2012 voorstellen om voor het boekjaar 2011 een dividend van EUR 0,65 per aandeel uit te keren, wat overeenkomt met het dividend over het vorige boekjaar.
6,0 6,0
8
3,1
10
8
6,0 6,0
10
12
14,5
12
14,5
12
30
36,0 36,6
14
10
0
8
16
14
20
0
10
16
14
20
30
10
16
20
30
Rendement op aangewend kapitaal per afdeling (ROCE) (in %)
40 36,0 36,6
40 36,0 36,6
40
Courante operationele marge per activiteitssector (in %)
11,9
(in %)
6,0 6,0
Geographische uitsplitsing van de omzet
Het nettoresultaat, deel van de groep, sluit af op EUR 323 miljoen, een daling van 42,8% ten opzichte van het jaar 2010 (EUR 565 miljoen), dat evenwel kon profiteren van de nettomeerwaarden wegens de overname van Agbar en van de kruisparticipaties van de paritaire vennootschappen. De verbetering van de prestaties van de operationele sectoren werd in 2011 tenietgedaan door de weerslag van de meerkosten in Melbourne voor EUR 237 miljoen. De bruto-autofinancieringsmarge van de groep, opgemaakt vóór financiële kosten en belastingen (EUR 2.130 miljoen) is toegenomen (EUR 1.977 miljoen in 2010). De vrije cashflow vóór verkopen en ontwikkelingsinvesteringen bedraagt EUR 860 miljoen, 1% (zonder uitzonderlijke elementen) meer dan in 2010. Die recurrente verbetering is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de gunstige evolutie van de betaalde belastingen. De investeringen na overlatingen totaliseren EUR 1.414 miljoen. De financiële nettoschuld van de groep per eind 2011 bedraagt EUR 7.557 miljoen (tegen EUR 7.526 miljoen eind 2010). De gemiddelde looptijd van de schuld werd verlengd tot 6,4 jaar (6,2 jaar eind 2010). Het rendement op aangewend kapitaal (ROCE) over 2011 bedraagt 7,1% (7,2% in 2010). De daling is toe te schrijven aan de bouw van de fabriek in Melbourne, die niet door de verbetering van de winstgevendheid van de bestaande activa kon worden gecompenseerd.
14,5
Het jaar 2011 werd gekenmerkt door een gestage groei van de activiteit in de drie activiteitssectoren ondanks de beperkte economische heropleving. Aldus is de omzet er in 2011 met 6,9% op vooruit gegaan tot EUR 14.830 miljoen ten opzichte van 2010 (EUR 13.869 miljoen). Het wisselkoers- en consolidatiekringeffect buiten beschouwing gelaten, is de activiteit met 5,0% toegenomen. • De afdeling Water Europa (brutogroei 2,0% - organieke groei 2,9%) bij Agbar realiseerde de tariefverhogingen en hogere gefactureerde volumes, terwijl de voordelige tariefwijzigingen bij Lyonnaise des Eaux tegengewerkt werden door lagere gefactureerde volumes. • De afdeling Afvalbeheer Europa kan een organieke groei van 9,0% (bruto 9,4%) voorleggen, voornamelijk toe te schrijven aan de globale stijging van de volumes en de zeer gunstige prijzen van de secundaire grondstoffen, waarvan de Sorteer/Recyclageactiviteit kon profiteren. • De Internationale activiteit (brutogroei 8,5% - organieke groei 1,6%) profiteerde van de gunstige consolidatiekringeffecten (WSN Environmental Solutions) en de dynamiek van de activiteiten (prijzen en volumes) in alle eenheden, en vooral in Azië, Australië en Marokko, met uitzondering van Degrémont wegens de problemen met het contract van Melbourne. 84% van de inkomsten werden in Europa, Noord-Amerika en Australië gerealiseerd, waarvan 71% van het totaal op het Europees continent. Die omzetstijging gaat gepaard met een verbetering van de operationele prestaties.
Het brutobedrijfsresultaat (EBITDA) over 2011 gaat 7,4% vooruit tot EUR 2.513 miljoen (EUR 2.339 miljoen in 2010), onder meer dankzij de verdere optimalisatie van de kostenstructuur (Compass 2), dat EUR 130 miljoen nettobesparingen over het jaar opleverde, en ondanks de bijkomende kosten in verband met de oprichting van de ontziltingsfabriek in Melbourne. • Het segment Water Europa draagt 48% bij, hetzij EUR 1.213 miljoen, een brutogroei van 16,8% ten opzichte van 2010 (EUR 1.038 miljoen). Het legt een verbetering van de marge op omzet tot 28,8% voor (25,2% in 2010), voornamelijk toe te schrijven aan het positief effect van de hogere tarieven en de kostenbeheersing. • Het segment Afvalbeheer Europa draagt 35% bij tot dit resultaat, voor een bedrag van EUR 881 miljoen, een verbetering met 5,0% (EUR 839 miljoen in 2010). De winstmarge is lichtjes gedaald tot 13,7% (14,2% in 2010) ten gevolge van het verwaterend effect van de impact van de prijzen van de secundaire grondstoffen op de marge. • Het Internationale segment heeft 15,2% minder bijgedragen dan vorig jaar, namelijk EUR 471 miljoen en moet een daling tot 11,3% (14,4% in 2010) van de marge op omzet incasseren, te wijten aan de kosten van de fabriek in Melbourne ten bedrage van EUR 153 miljoen in 2011. Het courant bedrijfsresultaat (EBIT) van de groep is, ten opzichte van 2010 (EUR 1.025 miljoen), 1,4% gestegen tot EUR 1.039 miljoen. Die positieve evolutie is toe te schrijven aan de gunstige consolidatie kringeffecten (Spanje en Australië), ruim gecompenseerd door een negatieve organieke groei (impact van de fabriek in Melbourne van EUR 262 miljoen) en ongunstige wisselkoerseffecten.
11,9
Financieel verslag
2011
2010
2011
2010
2009
(in duizenden)
510.234
489.699
489.699
Overzicht van de activiteiten
Marktgegevens en gegevens betreffende de deelneming van GBL Beursgegevens Aantal uitgegeven aandelen Beurskapitalisatie
(in miljoen EUR)
4.541
7.566
7.896
Laatste beurskoers
(in EUR/aandeel)
8,90
15,45
16,13
Verwaterd aangepast nettoresultaat
(in EUR/aandeel)
0,60
1,15
0,82
Dividend
(in EUR/aandeel)
0,65
0,65
0,65
7,1
Investering van GBL Deelneming in kapitaal
(in %)
7,2 (1)
7,1
Deelneming in stemrechten
(in %)
7,2 (1)
7,1
7,1
Beurswaardering van de deelneming
(in miljoen EUR)
327 (1)
541
564
Door GBL geïnde dividenden
(in miljoen EUR)
23
23
23
2
2
2
Aantal vertegenwoordigers in de statutaire organen
Deel van Suez Environnement in het aangepast netto-actief van GBL
6,7 6,2
7,2
8,0
6,7 6,2
2,8
2,8
3,1
3,1
0
Deel van Suez Environnement in de nettodividenden van de deelnemingen
2,7% 2,7%
7,2
9,7
9,7
8,0
8,3
8,3
6,0 6,0
0
Het deel van Suez Environnement in het aangepast netto-actief van GBL per 31 december 2011 bedraagt 2,7% tegen 3,8% een jaar eerder.
Eu Wat rop er a Eu Wat rop er a Af va lbe E h Af uro eer va pa lb Eu ehe rop er Int a ern ati o Int a na ern nd al ati ere & o an naal de & re
0
6,0 6,0
14,5 11,9
11,9
16,4 15,5
6,8 5,7
5,9 6,8 6,0 5,7
16,4 15,5
24,9 24,7
0
8 8 in het resultaat 2011 van De bijdrage van Suez Environnement GBL is identiek aan de bijdrage over 2010, hetzij EUR 23 miljoen. 6 6 Ze is gelijk aan het dividend van Suez Environnement van EUR 0,65 per aandeel (identiek 4 aan 4 het in 2010 geïnd bedrag). GBL heeft gekozen voor de uitbetaling van het dividend van 2 2die eind 2011 als geld Suez Environnement in aandelen, beleggingen werden aangehouden.
Eu Wat rop er a Eu Wat rop er a Af va lbe E h Af uro eer va pa lb Eu ehe rop er a Int ern ati Int ona al ern ati on aa l
Fra
14,5
36,0 36,6
24,9 24,7
0
nk rijk Fra n Spkri anjk Eu je rop es ASp e n a Eu l dn rop ande erjee es A n e l nd AmanNdooere erienrdka AmA Noo uesr rdtikra li Re Au ë st st vr W anali Re ere dëe st ld v We an rel de d
0
14
in Suez Environnement bedroeg eind december 2011 10 10 EUR 327 miljoen (1), tegen EUR 541 miljoen een jaar eerder. 20 8 8 Deze vermindering is toe te schrijven aan de achteruitgang van 6 6 de beurskoers van Suez Environnement met 42% ten opzichte 10 4 4 van het vorige boekjaar. Eind 2011 sloot het aandeel Suez 2 2 Environnement af op EUR 8,90 tegen EUR 15,45 eind 2010. 5,9 6,0
10
(1)
10,1 11,5
20
14
De beurswaarde van de deelneming van 7,2%12 van12GBL 30
10,1 11,5
30
Bijdrage van Suez Environnement 16 in 16het aangepast netto-actief en in 10 het 10 resultaat van GBL
40
36,0 36,6
40
4,0% 4,0%
Financiële informatie over Suez Environnement Sophie Lombard Tel.: +33-1-58.81.24.95 e-mail:
[email protected] www.suez-env.com (1) Waarvan 0,3% aangehouden als geldbeleggingen, zijnde de aandelen van Suez Environnement die toegekend werden ter uitbetaling van het dividend over het boekjaar 2010, gewaardeerd tegen EUR 16 miljoen
Jaarverslag 2011
57
Arkema, het eerste Franse chemiebedrijf en wereldwijd een belangrijke speler in de Chemie van de Specialiteiten, is in meer dan 40 landen aanwezig met meer dan 15.700 werknemers. Met haar internationaal bekende merken is de groep wereldwijd marktleider in haar voornaamste productiesegmenten
Omzet (in miljoen EUR) Evolutie 2010/2011 (in %) Europa 2.411 Noord-Amerika 1.956 Azië/Rest van de Wereld 1.533
(+ 21,2%) (+ 14,1%) (+ 31,5%)
Overzicht van de activiteiten
Deelneming in kapitaal ............................................................................ 10,0% Deelneming in stemrechten .......................................................... 12,5% Bijdrage tot het aangepast netto-actief van GBL . ....... 2,9% Door GBL geïnde dividenden ......................... EUR 4 miljoen
Profiel Op 23 november 2011 kondigde Arkema het plan aan om haar afdeling Vinyl producten, waaronder haar pvc-productie in Europa, af te stoten. Zonder haar Vinylactiviteiten telt Arkema nog twee activiteitspolen: Industriële Chemicaliën en Performantie Producten. De Industriële Chemicaliën omvatten grote productielijnen in de chemie van de tussenproducten, zoals acryl en fluorhoudende gassen, of in de zwavelchemie, die gebruik maken van complexe productieprocessen. De groep behoort op al deze markten, waarvan de omvang vrij bescheiden is en het aantal grote marktdeelnemers vrij beperkt, tot de wereldleiders. Deze wereldwijde markten bieden groeiperspectieven, vooral in Azië. De Performantie Producten bieden innoverende technische oplossingen op maat van de specifieke behoeften van de klanten. De pool bezit topposities in de voornaamste productsegmenten, merken met een grote bekendheid en industriële vestigingen op drie continenten. De prioriteit van deze pool is de positie op nichemarkten met een hoge toegevoegde waarde te versterken en aan te vullen, door zijn aanwezigheid in Azië te vergroten en door nieuwe innoverende producten te ontwikkelen, die oplossingen bieden met het oog op de duurzame ontwikkeling. Na het afronden van het project tot afstoting van haar Vinylactiviteiten, zal de groep zich opnieuw concentreren op haar specialiteiten. Met een pro forma omzet van ongeveer EUR 6,5 miljard (na de integratie over het volledig jaar van de in 2011 en begin 2012 gedane overnamen) zou het vernieuwde Arkema een betere geografische spreiding (het gewicht van Europa zou aldus verminderd worden tot 42%, Noord-Amerika zou goed zijn voor 32% en de rest van de wereld voor 26%), een hogere winstgevendheid en slagkracht moeten bieden. De activiteitenportefeuille zal toegespitst worden op productielijnen die goed gepositioneerd zijn om in te spelen op onderliggende economische tendensen zoals de groei van de wereldbevolking of de toegang tot drinkwater, en op de ontwikkeling van opkomende technologieën zoals alternatieve zonne-energie of lithium-ionaccu’s, bioplastic op basis van hernieuwbare grondstoffen of polymeren met zeer hoge prestaties. Deze onderliggende tendensen vormen één van de voornaamste pijlers van de ontwikkeling van Arkema en de inspanningen van de afdeling Onderzoek en Ontwikkeling van de groep zijn er dan ook op gericht.
Overzicht van het boekjaar 2011 Arkema heeft in 2011 fraaie prestaties neergezet en een bijzondere bedrijvig heid aan de dag gelegd, zowel wat de organieke groei als het beheer van de activiteitenportefeuille betreft. De groep heeft in 2011 en begin 2012 verscheidene belangrijke overnames gedaan, goed voor in totaal bijna EUR 1 miljard bijkomende omzet, en daarmee haar overnameprogramma, dat oorspronkelijk voorzien was voor de periode 2011-2015, afgerond. Zo heeft de groep op 1 juli 2011 de Gespecialiseerde Harsen van Total overgenomen, met een bijkomende omzet van om en bij de EUR 750 miljoen. Dankzij deze operatie kon de groep de integratie van haar acrylketen versterken en zich als één van de wereldleiders van de coatings (verf, adhesieven, enz.) positioneren. Eind 2011 heeft Arkema ook de over name van de Chemische Specialiteiten van Seppic afgerond, goed voor een omzet van EUR 53 miljoen. Aldus breidt Arkema haar specialiteitenaanbod ten behoeve van nichemarkten uit en ondersteunt ze de groei van een nieuw gamma van dispergeer- en verdikkingsmiddelen voor verf en beton met zeer hoge weerstrand van haar dochter Coatex.
Jaarverslag 2011
59
Overzicht van de activiteiten - Arkema
Ten slotte heeft Arkema begin 2012 haar positie versterkt in de polyamiden uit biologische bronnen in China, door de overname van de vennootschappen Hipro Polymers en Casda Biomaterials. Dankzij deze operatie kan Arkema haar aanbod gespecialiseerde polyamiden aanvullen, haar aanwezigheid in Azië versterken en haar posities in de groene chemie uitbreiden. Die vennoot schappen verwezenlijkten in 2011 een gecumuleerde omzet van ongeveer USD 230 miljoen. Ondertussen kondigde Arkema op 23 november 2011 het plan aan om haar afdeling Vinylproducten aan de groep Klesch over te laten. Het project voorziet in de afstoting van alle Franse en Spaanse activa die rechtstreeks verband houden met de chlooractiviteiten en de derivaten ervan, alsook alle verwerkingsactiviteiten wereldwijd (compounds, buizen en profielen). De voltooiing van de transactie is midden 2012 voorzien, onder voorbehoud van goedkeuring van het plan door de mededingingsautoriteiten en van de goede afloop van de procedure betreffende de consultatie van de personeelsafvaardiging die momenteel aan de gang is. Die activiteiten hebben in 2011 een omzet van EUR 1.090 miljoen en een nettoresultaat van EUR - 82 miljoen opgeleverd.
60
Jaarverslag 2011
Qua organieke groei bouwde Arkema voort aan haar expansie in Azië, met de opstart op haar industrieel platform van Changshu in China van twee nieuwe productie-eenheden: • één voor fluorhoudende polymeren, opgestart om tegemoet te komen aan de toenemende vraag naar hoogweerstandige industriële bekleding vanwege de oliewinning op zee, of opkomende toepassingen zoals lithium-ion-accu’s, zonnecellen of de waterbehandeling; • de andere voor reologische additieven (dispergeer- en verdikkingsmiddelen), opgestart in augustus 2011, waardoor Coatex de beschikking krijgt over een productiecapaciteit bestemd voor de Aziatische markten van verven en coatings, cement, papier en de behandeling van mineralen.
Vooruitzichten
Voorts werden diverse projecten aangekondigd zoals de verhoging van de capaciteiten van de polymeren en de fluorhoudende gassen op de vestiging van Changshu en de bouw in Maleisië, in partnership met de Koreaanse vennootschap CJ Cheil Jedang, van een thiochemieplatform en een bio-methioninefabriek, die eind 2013 zouden moeten worden opgestart. Dit laatste project is tot dusver de grootste industriële investering van de groep (ongeveer USD 200 miljoen).
Zonder de macro-economische context van 2012 uit het oog te verliezen, zal Arkema haar strict bedrijfsbeheer blijven combineren met een gericht groeibeleid.
2012 zou voor Arkema nog een jaar van belangrijke veranderingen moeten zijn, met de integratie van de onlangs voltooide overnames, de indienststelling van de nieuwe eenheden in Azië en de opstart van de bouw van de thiochemiefabriek in Maleisië. De procedure inzake de consultatie van de personeelsafvaardiging over het ontwerp tot overdracht van de Vinylactiviteiten wordt voortgezet en zou tegen midden 2012 moeten afgerond zijn. De groei in Azië zou zich moeten door zetten, vooral in China. In de Verenigde Staten lijkt de vraag weer aan te trekken. De toestand in Europa zal waarschijnlijk moeilijk blijven, vooral in de bouw. De grondstofprijzen blijven volatiel.
Gelet op de prestaties van de groep in 2011 en de herschikking van haar activiteiten sinds haar beurs introductie, heeft Arkema haar lange termijnstreefcijfers naar boven toe bijgesteld en ambieert ze in 2016 een omzet te halen van EUR 8 miljard en een EBITDA van EUR 1.250 miljoen, waarbij de schuldratio op ongeveer 40% zou moeten worden gehandhaafd. Die verhoging zou voor de helft moeten voortkomen van organieke groei en voor de andere helft van gerichte overnamen. Die streefcijfers werden vastgesteld onder normale marktomstandigheden.
2011
2010
5.900
4.869
4.444
-
-
1.003
Industriële Chemicaliën
3.928
3.171
2.109
Performantie Producten
1.952
1.680
1.318
20
18
12
1.034
809
310
Operationele gegevens
2009 (1)
(in miljoen EUR)
Omzet Vinylactiviteiten
Corporate Brutobedrijfsresultaat (EBITDA) Vinylactiviteiten
-
-
(31)
Industriële Chemicaliën
732
571
306
Performantie Producten
339
260
102
Corporate
(37)
(22)
(67)
762
562
40
-
-
(80)
Industriële Chemicaliën
560
417
177
Performantie Producten
240
167
11
Corporate
(38)
(22)
(68)
15.776
13.903
13.803
2011
2010
2009 (1)
Omzet
5.900
4.869
4.444
Brutobedrijfsresultaat (EBITDA)
1.034
809
310
Courant bedrijfsresultaat (EBIT)
762
562
40
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten
574
431
(49)
Nettoresultaat (deel van de groep)
(19)
347
(172)
Vaste activa
2.759
2.408
2.278
Eigen vermogen (deel van de groep)
2.217
2.240
1.813
Minderheidsbelangen
27
21
22
Financiële nettoschuld
603
94
341
27
4
19
Courante bedrijfsresultaat (EBIT) Vinylactiviteiten
Personeel
(in eenheden)
Voornaamste financiële gegevens Vereenvoudigde resultatenrekening
Vereenvoudigde balans
Schuldratio
(in miljoen EUR)
(in miljoen EUR)
(in %)
(1) Gegevens niet aangepast voor de overdracht van de Vinylactiviteiten
Jaarverslag 2011
61
Overzicht van de activiteiten
Marktparameters en operationele gegevens per activiteitssector
Overzicht van de activiteiten - Arkema
62
Jaarverslag 2011
2.000
2.000
1.000
2011
0
ora
te
0
Co rp
(100)
1.000 20 18
0
2010
C In
240
560
3.928 3.171
3.000
1.952 (38)1.680 (22)
(38) (22)
100
3.000
4.000
167
200
4.000
Pe r Pr Cform odo an urcpo tie terna te
Europa 41%
300
Ch Ind em us ic tri Ch Ind alië ële em us n ica trië lië le n Pe rfo Pr rm Peodu ant r c ie Pr formten od an uc tie ten Co rp ora Co te rp ora te
te ora Co rp
Pe r Pr form od an uc tie ten
Europa 41%
400
1.952 1.680 240 167
1.000 100 0 0 (100)
Ch Ind em us ica trië lië le n
(100)
200
500
20 18
0
(38) (22)
240 167
100
300
Evolutie van het courant bedrijfsresultaat per sector (in miljoen EUR) 600
33% NoordAmerika 417
560
2.000
200
3.171
4.000 Azië/Rest van 600 33% Noordde Wereld 26% Amerika 500 3.000 400
Rekening houdend met de vooruitgang en met het vertrouwen dat de groep stelt in de vooruitzichten en, in overeenstemming met haar uitkerings beleid, heeft de Raad van Bestuur besloten om aan de Algemene Vergadering van de aandeelhouders van 23 mei 2012 voor te stellen om een dividend uit te keren van EUR 1,30 per aandeel, hetzij 30% meer dan in 2011.
ChP Ind eer u Prmfiocramstrië od liëan le uc ntie ten
Evolutie van de omzet per sector (in miljoen EUR)
De nettoschuld per 31 december 2011 bedraagt EUR 603 miljoen (EUR 94 miljoen eind 2010). De schuldratio ten opzichte van het eigen vermogen wordt behouden op een gematigde 27% en komt overeen met 0,6 maal de EBITDA 2011. De schuld omvat onder meer het effect van de in de loop van het boekjaar afgesloten overnamen en afstotingen, voor een totaal bedrag van EUR 568 miljoen.
560
Geographische uitspliting van de omzet (in %)
3.928
De EBITDA bedraagt EUR 1.034 miljoen (EUR 809 miljoen in 2010). De EBITDAmarge is opgeklommen tot 17,5% tegen 16,6%. Het jaar 2011 is over het algemeen gunstig verlopen, met een zeer positief marktklimaat in de eerste jaarhelft, terwijl tegen het jaareinde voorraadafbouw werd waargenomen in verschillende segmenten van de industriële keten.
417
300
Het nettoresultaat van de voortgezette activiteiten bereikt het recordniveau van EUR 572 miljoen, hetzij EUR 9,21 per aandeel. Het is goed voor 9,7% van de omzet. Het nettoresultaat, deel van de groep, van de voor verkoop voorziene activiteiten bedraagt EUR - 587 miljoen en omvat een uitzonderlijke kost van EUR 505 miljoen ten gevolge van de aankondiging van het plan tot afstoting van de Vinylactiviteiten. Die kost omvat voornamelijk de waardeverminderingen op materiële en immateriële activa, een voorziening tot dekking van de toekomstige derving van bedrijfskapitaal en het negatief effect op de nettoschuld van Arkema van de voor overdracht bestemde liquide middelen. Het nettoresultaat, deel van de groep, bedraagt derhalve EUR - 19 miljoen.
600 Azië/Rest van de Wereld 26% 500 400
Het bedrijfsresultaat, na aftrek van afschrijvingen (EUR 272 miljoen) en nietrecurrente elementen (EUR - 45 miljoen) bedraagt EUR 717 miljoen.
Arkema heeft op haar voortgezette activiteiten een vrije kasstroom van EUR 377 miljoen (EUR 320 miljoen in 2010) gegenereerd, toe te schrijven aan de hoge EBITDA, alsook aan de beheersing van de behoefte aan bedrijfskapitaal die, op basis van vergelijkbare consolidatiekring, per eind 2011 13,8% van de omzet bedroeg, niettegenstaande de aanzienlijke toename van de verkopen. Ze omvat ook de courante investeringskosten ten bedrag van EUR 311 miljoen.
417
De omzet van de voortgezette activiteiten bedraagt EUR 5.900 miljoen, hetzij 21% hoger dan in 2010. In een context van hoger grondstofprijzen heeft Arkema haar succesvolle politiek van prijsverhogingen (+ 14%) gehandhaafd in alle activiteitstakken. Het consolidatiekringeffect van 9% is voornamelijk te wijten aan de Gespecialiseerde Harsen die op 1 juli 2011 van Total werden over genomen en over het tweede halfjaar 2011 een omzet van EUR 408 miljoen opleverden. De volumes behielden hun peil van het vorige jaar. Ze zijn gestegen bij Performantie Producten, onder meer dankzij de indienststellingen in Azië en de ontwikkeling van oplossingen voor de duurzame ontwikkeling. In de Industriële Chemicaliën zijn ze lichtjes gedaald ten gevolge van de tegen het jaareinde waargenomen voorraadafbouw.
Alle productielijnen van de Industriële Chemicaliën en de Performantie Producten dragen bij tot dit uitstekend resultaat, versterkt door de opstart in Azië van PVDF Kynar®, de ontwikkelingen in de gespecialiseerde polymeren, de overname van de Harsen van Total en de positieve evolutie van productmix, zeker in de Performantie Producten.
Ch Ind em us ica trië lië le n
Financieel verslag
2011
2010
2009
(in duizenden)
66.865
61.494
60.455
Overzicht van de activiteiten
Marktgegevens en gegevens betreffende de deelneming van GBL Beursgegevens Aantal uitgegeven aandelen Beurskapitalisatie
(in miljoen EUR)
3.384
3.313
1.572
Laatste beurskoers
(in EUR/aandeel)
54,70
53,87
26,00
Verwaterd aangepast nettoresultaat
(in EUR/aandeel)
(0,31)
5,67
(2,85)
Dividend
(in EUR/aandeel)
1,30
1,00
0,60
Deelneming in kapitaal
(in %)
10,0
5,0
3,9
Deelneming in stemrechten
(in %)
12,5
8,1
3,7
Beurswaardering van de deelneming
(in miljoen EUR)
339
166
61
Door GBL geïnde dividenden
(in miljoen EUR)
4
1
1
0
0
0
Investering van GBL
Aantal vertegenwoordigers in de statutaire organen Azië/Rest Azië/Rest van van de Wereld de Wereld 26% 26%
33% Noord33% Noord-
4.000 4.000
600 600
3.928
Ch Ind em us ica trië Ch Ind liën le em us ica trië li le Pe ën rfo Pr rm o Pe duc antie r te Pr form n od an uc tie ten Co rp ora Co te rp ora te
0
20 18
20 18
1.952 1.680
1.952 1.680
(38) (22)
(38) (22)
240
167
240
GBL per 31 december 2011 bedraagt 2,9% tegen 1,2% een jaar eerder.
2,9% 2,9%
1.000 1.000 0
Ch Ind em us ica trië Ch Ind liën le em us ica trië li le Pe ën rfo Pr rm o Pe duc antie r te Pr form n od an uc tie ten Co rp ora Co te rp ora te
(100) (100)
Het EuropaEuropa 41% deel 41% van Arkema in het aangepast netto-actief van
Deel van Arkema in het aangepast netto-actief van GBL
3.171
3.928
3.000 3.000
De bijdrage van Arkema in de cash earnings 2011 van GBL bedraagt EUR 4 miljoen en is gelijk aan het dividend van 2.000 2.000 Arkema dat GBL geïnd heeft over het boekjaar 2010, hetzij EUR 1,00 per aandeel. 167
417
417
400 van 400 GBL in De beurswaarde van de deelneming van 10,0% 300 miljoen, 300 Arkema bedroeg eind december 2011 EUR 339 tegen EUR 166 miljoen een jaar eerder. Deze evolutie in hoofdzaak 200 is 200 het gevolg van de verhoging van het belang 100 van GBL in 100 Arkema, terwijl het aandeel 2011 afsloot op vrijwel dezelfde 0 0 beurskoers (EUR 54,70) als per eind 2010 (EUR 53,87).
3.171
560
560
Amerikaaangepast netto-actief en in het resultaat van GBL Bijdrage van ArkemaAmerika in het 500 500
Deel van Arkema in de nettodividenden van de deelnemingen
0,7% 0,7%
Financiële informatie over Arkema Sophie Fouillat Tel.: +33-1-49.00.74.63 www.arkema.com
Jaarverslag 2011
63
Diverse deelnemingen Iberdrola
(http://www.iberdrola.es) Iberdrola is een belangrijke internationale speler op het vlak van stroom- en gasopwekking, distributie en verkoop van elektriciteit en aardgas en profileert zich, via haar dochter Iberdrola Renovables, als één van de wereldmarktleiders op het gebied van de hernieuwbare energie. De groep bekleedt toonaangevende posities in Spanje en in Latijns-Amerika en heeft, door de overname van Scottish Power (2007) en Energy East (2008) zijn activiteiten uitgebreid tot respectievelijk het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Iberdrola heeft in 2011 de minderheidsaandeelhouders van haar dochtervennootschap Iberdrola Renovables uitgekocht en de Braziliaanse vennootschap Elektro overgenomen. Iberdrola kon voor 2011 een nieuwe vooruitgang van haar brutomarge voorleggen, daarbij geholpen door gunstige consolidatiekringeffecten en een strikte kostenbeheersing. De EBITDA gaat er met 1,6% op vooruit ten opzichte van vorig jaar en komt uit op EUR 7.650 miljoen. De EBIT loopt 6,7% terug tot EUR 4.505 miljoen en werd negatief beïnvloed door waardeverminderingen op activa ten bedrage van EUR 332 miljoen. Het nettoresultaat, deel van de groep, per eind 2011 gaat achteruit tot EUR 2.805 miljoen (EUR 2.871 miljoen in 2010), waarbij de vermindering van de financiële kosten en de belastingen het lagere bedrijfsresultaat slechts deels kon compenseren. De recurrente winst, deel van de groep, is 1,2% toegenomen tot EUR 2.614 miljoen. De netto financiële schuld per eind 2011 bedraagt EUR 31,7 miljard (EUR 30,0 miljard eind 2010) en vertegen woordigt 95% van het eigen vermogen (zoals in 2010). De groep zal aan de Algemene Vergadering van de aandeelhouders een dividendsaldo van minstens EUR 0,18 per aandeel voorstellen, waardoor het totaal dividend per aandeel over het boekjaar 2011 op een niveau wordt gebracht dat minstens gelijk is aan de uitkering over het jaar 2010 (EUR 0,326 per aandeel). De dividendbijdrage tot de cash earnings 2011 van GBL bedraagt EUR 7,9 miljoen (EUR 10,7 miljoen in 2010), zijnde de tegenwaarde van 1,5% daarvan. Ter herinnering, GBL had in het eerste halfjaar 2007, door een investering van EUR 1,4 miljard, een belang van 3% genomen in het kapitaal van Iberdrola. Die deelneming werd eind 2007 en begin 2008 gedeeltelijk van de hand gedaan tegen een verkoopprijs van meer dan EUR 1,3 miljard, waardoor een gecumuleerde meerwaarde van EUR 184 miljoen over die twee boekjaren kon worden verwezenlijkt. Het resterend gedeelte van de deelneming van GBL in Iberdrola bedraagt nog 0,2% van het kapitaal, na de overdracht van 0,4% van het kapitaal met een meerwaarde van EUR 10,6 miljoen. Eind december 2011 noteerde het Iberdrola-aandeel EUR 4,84 per aandeel.
64
Jaarverslag 2011
PAI Europe III (PAI) GBL heeft meer dan 95% van haar in 2001 aangegane inschrijvingsverbintenis van EUR 40 miljoen in PAI (op een totaal van EUR 1,8 miljard) volgestort. Dankzij de verkopen van deelnemingen, heeft PAI op een cumulatieve basis, EUR 105 miljoen aan GBL kunnen uitkeren. PAI heeft in de loop van 2011 Yoplait, Gruppo Coin en Compagnie Européenne de Prévoyance afgestoten en haar deelneming in Chr Hansen gedeeltelijk op de beurs verkocht. De portefeuille per 31 december 2011 bevat nog de investering in FTE en het resterend belang in Chr Hansen.
Sagard In 2002 had GBL zich oorspronkelijk ertoe verbonden om voor een bedrag van EUR 50 miljoen (daarna lichtjes omhoog herzien) op een totaal van EUR 536 miljoen in te schrijven, op het eerste fonds van Sagard (Sagard I). In de loop van het boekjaar 2006 heeft GBL daarenboven, voor een initieel bedrag van EUR 150 miljoen, dat in 2009 teruggebracht werd tot EUR 120 miljoen, ingeschreven op de opvolger van dit eerste fonds, met name Sagard II. De totale toezegging in het fonds Sagard II bedraagt ongeveer EUR 810 miljoen.
Situatie van het fonds Sagard I Het totaal geïnvesteerd bedrag sinds de oprichting bedraagt EUR 53 miljoen. Op een gecumuleerde basis heeft GBL voor EUR 105 miljoen uitkeringen ontvangen uit Sagard I. Sagard I heeft haar deelneming in Souriau, Kiloutou en Olympia verkocht en het belang in Hermes Metal Yudigar verhoogd. De portefeuille van Sagard I per 31 december 2011 bevat nog Hermes Metal Yudigar en Régie Linge Développement.
Situatie van het fonds Sagard II Per 31 december 2011 heeft GBL in totaal EUR 69 miljoen in dit fonds gestort. Vertrouwend op het groeipotentieel van Kiloutou, heeft Sagard II gedeeltelijk geherinvesteerd in deze vennootschap. De portefeuille van Sagard II eind december 2011 omvat vijf deelnemingen: Corialis, Vivarte, Fläkt Woods, Ceva en Kiloutou.
Overzicht van de activiteiten
Ergon Capital Partners (ECP) ECP is een private equity investeringsbedrijf. Het eerste fonds Ergon Capital Partners I (EPC I), werd in februari 2005 door GBL, samen met Parcom Capital, een dochtervennootschap van ING, opgericht. Dezelfde partners richtten in december 2006 een tweede fonds op, Ergon Capital Partners II (ECP II). Ten slotte besliste GBL in maart 2010 om Ergon Capital Partners III (ECP III) op te starten, een beleggingsfonds dat volledig door GBL wordt gecontroleerd. In totaal heeft ECP een totale investeringscapaciteit van EUR 775 miljoen. Het resterende niet-geinvesteerde bedrag waartoe GBL zich verbonden heeft, bedraagt EUR 279 miljoen op 31 december 2011. ECP heeft tijdens het boekjaar 2011 meer dan 160 potentiële investeringsdossiers geanalyseerd. In april 2011 heeft ECP III een controlerende participatie genomen in de groep De Boeck, één van de belangrijkste Belgische uitgevers van educatieve publicaties, zowel voor het basis-, secundair als universitair onderwijs, alsook van professionele publicaties. In juli 2011 heeft ECP III de overname afgerond van de vennootschap Benito Artis, de belangrijkste marktspeler in het ontwerp en de distributie van stadsmeubilair in Spanje. In oktober 2011, ten slotte, heeft ECP II de controle verworven over PharmaZell, een Duitse onderneming die werkzame bestanddelen voor medicijnen (API) ten behoeve van de farmaceutische industrie produceert. PharmaZell vormt, samen met Farmabios, een andere vennootschap die ECP II in 2007 overgenomen heeft en waarvan de activiteiten complementair zijn aan die van PharmaZell, de groep ZellBios. ECP I, van haar kant, heeft in 2011 haar deelneming in La Gardenia, een belangrijke parfumerieketen in Italië, van de hand gedaan voor een bedrag van EUR 39 miljoen. In een context van een algemene vertraging van de economie die werd waargenomen tijdens het boekjaar, heeft ECP haar deelnemingen actief opgevolgd en daarbij een evenwicht nagestreefd tussen de groei van de bedrijfsactiviteiten en de cash generatie. De bijdrage van de twee fondsen waarop vermogensmutatie wordt toegepast, ECP I en ECP II, tot het resultaat 2011 van GBL bedraagt EUR - 10 miljoen, voornamelijk wegens de schommeling van de boekwaarde van de portefeuille van deze fondsen. ECP III en haar dochterondernemingen, opgenomen volgens de integrale consolidatiemethode, droegen EUR - 4 miljoen bij tot het resultaat 2011 van GBL. De portefeuille van ECP per eind december 2011 omvat negen deelnemingen, gewaardeerd op EUR 378 miljoen: Seves, Stroili, Corialis, Joris Ide, ZellBios, Nicotra-Gebhardt, ELITech, De Boeck en Benito Artis.
Jaarverslag 2011
65
66
Jaarverslag 2011
Rekeningen per 31 december 2011
Geconsolideerde financiële staten Geconsolideerde balans ....................................................................................................................................................... 68 Geconsolideerd overzicht van het volledige resultaat ............................................................................................ 69 Geconsolideerd overzicht van de wijzigingen in het eigen vermogen ............................................................ 70 Geconsolideerd overzicht van de kasstromen ........................................................................................................... 71 Boekhoudkundige principes ............................................................................................................................................... 72 Consolidatiekring, geassocieerde ondernemingen en wijzigingen van de consolidatiekring .............. 80 Noten.............................................................................................................................................................................................. 83 Verslag van de Commissaris ........................................................................................................................................... 116
Verkorte jaarrekening ...................................................................................................................................................... 118 Uitkeringsbeleid .................................................................................................................................................................... 120 Historische gegevens ....................................................................................................................................................... 121
Jaarverslag 2011
Rekeningen per 31 december 2011
Historiek van de beleggingen van GBL sinds 2009 .............................................................................................. 121 Geconsolideerde cijfers IFRS over 10 jaar ................................................................................................................ 122
67
Geconsolideerde balans per 31 december In miljoen EUR
Noten
Niet-courante activa
2011
2010
2009
15.788,7
14.727,7
14.694,7 -
Immateriële vaste activa
7
109,6
14,1
Goodwill
8
1.119,6
59,5
-
Vaste activa
9
1.919,9
23,9
18,0 14.655,0
Deelnemingen
12.416,3
14.572,3
Deelnemingen in geassocieerde ondernemingen
2
3.542,6
4.901,4
4.540,1
Voor verkoop beschikbare deelnemingen
3
8.873,7
9.670,9
10.114,9
144,6
55,8
21,2
78,7
2,1
0,5
Andere niet-courante activa Uitgestelde belastingvorderingen
10
Courante activa
2.361,2
818,7
632,2
Voorraden
11
697,2
12,7
-
Handelsvorderingen
12
584,8
22,8
-
33,0
20,8
14,7
Beleggingsactiva Liquide middelen en gelijkgestelde
13
737,9
685,8
604,8
Andere courante activa
14
308,3
76,6
12,7
18.149,9
15.546,4
15.326,9
13.644,6
14.754,7
14.828,8
653,1
653,1
653,1
Uitgiftepremies
3.815,8
3.815,8
3.815,8
Reserves
8.197,5
10.276,3
10.359,9
978,2
9,5
-
Totaal activa
Eigen vermogen
15
Kapitaal
Deelnemingen die geen controle geven Niet-courante passiva
3.073,1
685,0
428,4
Financiële schulden
13
2.433,6
680,8
424,7
Voorzieningen
16
267,9
2,9
1,0
Pensioenen en vergoedingen na uitdiensttreding
17
233,9
-
-
27,8
-
-
109,9
1,3
2,7
1.432,2
106,7
69,7
651,3
7,0
-
386,6
12,1
0,4
Andere niet-courante passiva Uitgestelde belastingverplichtingen
10
Courante passiva Financiële schulden
13
Handelsschulden Voorzieningen
16
Fiscale schulden Andere courante passiva
18
Totaal passiva en eigen vermogen
68
Jaarverslag 2011
20,5
-
-
21,8
1,6
1,5
352,0
86,0
67,8
18.149,9
15.546,4
15.326,9
Noten
2011
2010
2009
Deel in het nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen
2
136,3
262,2
161,1
Nettodividenden van deelnemingen
3
500,3
450,7
550,3
Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten in verband met investeringsactiviteiten
4
(33,1)
(27,9)
(24,3) 391,3
In miljoen EUR
Resultaten op overdrachten, waardeverminderingen en terugnemingen van niet-courante activa
(604,8)
(18,8)
Deelnemingen in geassocieerde ondernemingen
2
(649,6)
-
649,6
Voor verkoop beschikbare deelnemingen
3
44,8
(18,8)
(258,3)
Financiële opbrengsgten en kosten van investringsactiviteiten
5
Resultaat van investeringsactiviteiten Omzet
6
Grondstoffen en verbruikstoffen Personeelskosten
4
Afschrijvingen van materiële en immateriële vaste activa
(43,8)
(24,4)
(21,8)
(45,1)
641,8
1.056,6
2.951,0
-
-
(1.039,3)
-
-
(573,0)
-
-
(167,7)
-
-
Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten in verband met operationele activiteiten
4
(818,7)
(4,3)
Financiële opbrengsten en kosten van operationele activiteiten
5
(50,3)
-
-
302,0
(4,3)
-
(89,6)
0,9
1,1
Resultaat van de geconsolideerde operationele activiteiten Belastingen op het resultaat
10
Geconsolideerde resultaat over de periode
167,3
638,4
1.057,7
Toerekenbaar aan de Groep
75,0
640,8
1.057,7
Toerekenbaar aan deelnemingen die geen controle geven
92,3
(2,4)
-
Andere elementen van het volledige resultaat (1) Voor verkoop beschikbare deelnemingen – wijziging van de herwaarderingsreserves
3
(958,0)
(579,6)
693,6
Deel in de andere elementen van het volledige resultaat van de geassocieerde ondernemingen
2
42,9
(151,5)
240,9
Omrekeningsverschillen in verband met geconsolideerde ondernemingen
39,8
0,6
-
Kasstroomafdekking
(24,7)
-
-
(44,3)
-
-
(2,7)
-
-
Verdisconteerde winst (en verlies)
17
Andere Globaal resultaat
(974,1)
300,3
1.794,2
(1.060,3)
302,7
1.794,2
86,2
(2,4)
-
Gewoon
0,48
4,13
6,80
Verwaterd
0,54
4,12
6,66
Toerekenbaar aan de Groep Toerekenbaar aan deelnemingen die geen controle geven Geconsolideerde resultaat over de periode per aandeel
21
(1) Deze bestanddelen worden voorgesteld na belastingen. De fiscaal effecten zijn vermeld onder noot 10.
Jaarverslag 2011
69
Rekeningen per 31 december 2011
Geconsolideerd overzicht van het volledige resultaat
Geconsolideerd overzicht van de wijzigingen in het eigen vermogen
Per 31 december 2008
Kapitaal 653,1
Uitgiftepremie 3.815,8
Geconsolideerd resultaat over de periode
-
-
-
-
-
1.057,7
1.057,7
-
1.057,7
Andere elementen van het globaal resultaat Globale resultaat
-
-
782,3 782,3
-
(0,2) (0,2)
(45,6) 1.012,1
736,5 1.794,2
-
736,5 1.794,2
Totaal van de transacties met de aandeelhourders (noot 15.)
-
-
-
(27,4)
-
(355,2)
(382,6)
-
(382,6)
Per 31 december 2009
653,1
3.815,8
3.804,2
(235,1)
(212,7)
7.003,5
14.828,8
-
14.828,8
Geconsolideerd resultaat over de periode
-
-
-
-
-
640,8
640,8
(2,4)
638,4
Andere elementen van het globaal resultaat Globale resultaat
-
-
(608,7) (608,7)
-
273,9 273,9
(3,3) 637,5
(338,1) 302,7
(2,4)
(338,1) 300,3
Totaal van de transacties met de aandeelhourders (noot 15.)
-
-
-
(9,8)
-
(376,5)
(386,3)
11,9
(374,4)
Per 31 december 2010
653,1
3.815,8
3.195,5
(244,9)
61,2
7.264,5
14.745,2
9,5
14.754,7
Geconsolideerd resultaat over de periode
-
-
-
-
-
75,0
75,0
92,3
167,3
Andere elementen van het globaal resultaat Globale resultaat
-
-
(958,0) (958,0)
-
(89,0) (89,0)
(88,3) (13,3)
(1.135,3) (1.060,3)
(6,1) 86,2
(1.141,4) (974,1)
Totaal van de transacties met de aandeelhourders (noot 15.)
-
-
-
(0,3)
-
(373,6)
(373,9)
(59,2)
(433,1)
Transactie op Imerys
-
-
-
-
-
(644,6)
(644,6)
941,7
297,1
653,1
3.815,8
2.237,5
(245,2)
(27,8)
6.233,0
12.666,4
978,2
13.644,6
In miljoen EUR
Per 31 december 2011
Eigen aandelen (207,7)
Omrekeningsverschillen (212,5)
Ingehouden winsten 6.346,6
Eigen Deelvermogen – nemingen Deel van die geen de Groep controle geven 13.417,2 -
Herwaarderingsreserves 3.021,9
Eigen vermogen 13.417,2
Het eigen vermogen werd in 2011 in hoofdzaak beïnvloed door: • de transactie met betrekking tot Imerys, uiteengezet onder afdeling “Consolidatiekring, geassocieerde ondernemingen en wijzigingen van de consolidatiekring”, met een totaal effect van EUR 297 miljoen; • de uitkering van een brutodividend van EUR 2,54 per aandeel (EUR 2,42 in 2010), na aftrek van het autocontrole voor een nettototaalbedrag van EUR - 394 miljoen (zie noot 15.); • de evolutie van de reële waarde van de deelnemingen in portefeuille die beschikbaar zijn voor verkoop voor EUR - 958 miljoen (zie noot 3.); • de negatieve schommeling van de omrekeningverschillen; en • het geconsolideerd resultaat over de periode van EUR 167 miljoen.
70
Jaarverslag 2011
Geconsolideerd overzicht van de kasstromen 2011
2010
2009
Kasstromen uit operationele activiteiten
737,8
509,2
794,6
Geconsolideerd resultaat van de periode vóór belastingen
256,9
637,5
1.056,6
In miljoen EUR
Noten
Aanpassing voor: Opbrengsten en kosten van interesten
5
81,0
14,6
11,8
Nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen
2
(144,2)
(262,2)
(161,1)
Dividenden van de niet-geconsolideerde deelnemingen
3
(550,3)
(500,3)
(450,7)
Nettotoevoegingen aan de afschrijvingen
168,9
1,4
1,1
Resultaten op overdrachten, waardeverminderingen en terugnemingen van niet-courante activa
636,3
18,8
(391,3)
Andere
(13,6)
2,9
6,6
11,0
5,2
13,8
Opbrengsten van geïnde interesten Kosten van betaalde interesten
(74,2)
(20,3)
(22,4)
Dividenden geïnde van de niet-geconsolideerde deelnemingen en geassocieerde ondernemingen
484,2
563,8
655,6
Betaalde beslatingen
(106,5)
-
-
Voorraden
(25,7)
-
-
Handelsvorderingen
36,8
-
-
4,8
2,5
(0,5)
(77,6)
(4,3)
174,7
(1.021,3)
(289,4)
(620,1)
Deelnemingen
(224,6)
(161,9)
(616,9)
Dochterondernemingen zonder verworven geldmiddelen
(791,7)
(70,2)
-
Materiële en immateriële vaste activa
(187,3)
(0,1)
(0,7)
(2,4)
(60,4)
(4,7)
162,2
3,2
2,2
11,1
-
-
Materiële en immateriële vaste activa
9,7
-
-
Andere financiële activa
1,7
-
-
326,3
(138,8)
(535,7)
7,8
-
-
(394,4) (40,3)
(375,7) -
(358,3) -
Handelsschulden Andere vorderingen en schulden Kasstromen uit investeringsactiviteiten Verwervingen van:
Andere financiële activa Verkopen van: Deelnemingen Dochterondernemingen, na aftrek van de overgedragen liquide middelen
Kasstromen uit financieringsactiviteiten Kapitaalverhogingen van de deelnemingen die geen controle geven Dividenden betaald door de moedervennootschap aan haar aandeelhouders Dividenden betaald door de dochterondernemingen aan de deelnemingen die geen controle geven Ontvangsten uit financiële schulden Terugbetalingen van financiële schulden Nettobewegingen op eigen aandelen
1.134,7
407,2
750,0
(350,3)
(160,5)
(900,0)
(0,3)
(9,8)
(27,4)
(30,9)
-
-
Effect van de wisselkoersschommelingen op het kapitaal bezit
9,3
-
-
Nettotoename (afname) van liquide middelen en gelijkgestelde
52,1
81,0
(361,2)
Andere
Liquide middelen en gelijkgestelde bij het begin van de periode
13
685,8
604,8
966,0
Liquide middelen en gelijkgestelde bij de afsluiting van de periode
13
737,9
685,8
604,8
Het geconsolideerd overzicht van de kasstromen over 2011 wordt aanzienlijk beïnvloed door de transactie op Imerys (zie afdeling “Consolidatiekring, geassocieerde ondernemingen en wijzigingen van de consolidatiekring”).
Jaarverslag 2011
71
Rekeningen per 31 december 2011
Wijziging van de behoeften aan werkkapitaal:
Boekhoudkundige principes Groep Brussel Lambert (“GBL”) is een portefeuillevennoot schap naar Belgisch recht en genoteerd op NYSE Euronext Brussels. Haar geconsolideerde financiële staten hebben betrekking op een periode van 12 maanden afgesloten op 31 december 2011. Deze staten werden goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 6 maart 2012.
Algemene beginselen en boekhoudkundige normen De geconsolideerde financiële staten zijn opgesteld overeen komstig de IFRS (International Financial Reporting Standards), die gelden binnen de Europese Unie. Verplichte wijzigingen van de boekhoudkundige principes De volgende nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties werden vanaf het boekjaar 2011 toegepast: • Verbeteringen aan IFRS (2009-2010) (normaal toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2011). • Aanpassing van IFRS 1 – Eerste toepassing van IFRS – Vrijstellingen op IFRS 7 (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2010). • Aanpassing van IAS 24 – Informatieverschaffing over verbonden partijen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2011). Deze standaard vervangt IAS 24 zoals uitgegeven in 2003. • Aanpassing van IAS 32 – Financiële instrumenten: Presentatie – Classificatie van claimemissies (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 februari 2010). • IFRIC 19 – Aflossing van financiële verplichtingen met eigenvermogensinstrumenten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2010). • Aanpassing van IFRIC 14 IAS 19 – Beperking van activa uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen, minimale financieringsverplichtingen en hun interactie – Vooruitbetalingen van een minimale financieringsverplichting (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2011). Deze aanpassingen en deze nieuwe interpretatie hebben geen betekenisvolle invloed op de geconsolideerde financiële staten van GBL. Vrijwillige wijziging van de boekingsmethoden GBL en Imerys gebruiken sinds 2011 een andere boekings methode voor de verwerking van de actuariële verschillen van de voordelen van het personeel. IAS 19 – Voordelen van het personeel staat toe actuariële verschillen van voordelen van het personeel te boeken in het resultaat of in het eigen vermogen (andere bestanddelen van het volledige resultaat). In de herziene standaard die door de IASB in juni 2011 werd gepubliceerd en vanaf 2013 toepasselijk is, vervalt de optie “in het resultaat”. GBL en Imerys die deze verwerkingsmethode toepasten volgens de bandbreedtemethode, beslisten, op grond van de huidige norm, te opteren voor de onmiddellijke toerekening van alle actuariële verschillen aan het eigen vermogen, zonder latere overboeking naar het resultaat (optie “OCI”).
72
Jaarverslag 2011
Door voor deze optie te kiezen verbetert Imerys de leesbaar heid van de activa en passiva in verband met de voordelen van het personeel door een aanzienlijke vermindering van de bestanddelen buiten balans en brengt ze haar boekhoud kundige methoden in overeenstemming met de keuze van de IASB en de meerderheid van de belangrijke beursgenoteerde emittenten. Deze gewijzigde boekhoudkundige methode werd toegepast met terugwerking tot 31 december 2008. Het effect op het eigen vermogen is beperkt en de gecumuleerde bedragen per 31 december 2010, 2009 en 2008 bedragen respectievelijk EUR - 20 miljoen, EUR - 16 miljoen en EUR - 1 miljoen. Teksten met inwerkingtreding na balansdatum GBL heeft de volgende nieuwe en gewijzigde standaarden en interpretaties die na 31 december 2011 in werking treden, niet vervroegd toegepast, namelijk: • IFRS 9 – Financiële Instrumenten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2015). • IFRS 10 – Geconsolideerde jaarrekening (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013). • IFRS 11 – Gezamenlijke overeenkomsten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013). • IFRS 12 – Informatieverschaffing over betrokkenheid in andere entiteiten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013). • IFRS 13 – Waardering van de reële waarde (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013). • Aanpassing van IFRS 1 – Eerste toepassing van IFRS – Ernstige hyperinflatie en verwijdering van de vaste over gangsdata voor eerste toepassers (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2011). • Aanpassing van IFRS 7 – Financiële instrumenten: Informatieverschaffing – Niet langer opnemen in de balans (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2011). • Aanpassing van IAS 1 – Presentatie van de jaarrekening – Presentatie van de andere elementen van het totaalresultaat (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2012). • Aanpassing van IAS 12 – Winstbelastingen – Uitgestelde belastingen: Inbaarheid van onderliggende activa (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2012). • Aanpassing van IAS 19 – Voordelen van het personeel (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013). • Aanpassing van IAS 27 – Individuele jaarrekeningen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013). • Aanpassing van IAS 28 – Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013). • IFRIC 20 – Afschraapkosten in de productiefase van een bovengrondse mijn (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013).
Consolidatiemethoden en consolidatiekring De geconsolideerde financiële staten, opgesteld vóór winstverdeling, omvatten deze van GBL en haar dochter ondernemingen (« de Groep »), alsook de belangen van de Groep in de geassocieerde ondernemingen en joint ventures die worden geconsolideerd volgens de vermogens mutatiemethode. De belangrijke dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen sluiten hun jaarrekening af op 31 december. Gecontroleerde ondernemingen Gecontroleerde ondernemingen worden integraal geconsolideerd. Onder controle wordt verstaan dat de Groep rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan 50% van de stemrechten in een entiteit bezit. Intragroepsaldi en -transacties, met inbegrip van de latente resultaten ervan, worden geëlimineerd. Nieuw verworven ondernemingen worden geconsolideerd vanaf de datum van de controleverwerving. Ondernemingen onder gezamenlijke controle Ondernemingen onder gezamenlijke controle (joint ventures) zijn ondernemingen waarvan het financieel en operationeel beleid bepaald wordt door een unanieme stemming van de Groep en een derde partner. Deze joint ventures worden in de geconsolideerde financiële staten opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Geassocieerde ondernemingen Als de Groep een invloed van betekenis heeft in een onder neming, wordt haar deelneming als een geassocieerde onderneming beschouwd. Er wordt verondersteld dat de Groep een invloed van betekenis heeft als zij rechtstreeks of onrechtstreeks, via haar dochterondernemingen, meer dan 20% van de stemrechten van de deelneming in handen heeft. Geassocieerde ondernemingen worden in de geconsolideerde financiële staten opgenomen volgens de vermogensmutatie methode.
Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden opgenomen tegen kostprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele waardeverminderingen. Immateriële vaste activa met een bepaalde gebruiksduur worden lineair afgeschreven op basis van hun verwachte gebruiksduur. Immateriële vaste activa met een onbepaalde gebruiksduur worden niet afgeschreven, maar onderworpen aan een impairment test die jaarlijks op balansdatum (of op een eerdere datum als er aanwijzingen van waardeverminderingen zijn) wordt uitgevoerd. Wanneer de realiseerbare waarde van een actief kleiner is dan zijn boekwaarde, dan wordt deze laatste tot de realiseerbare waarde herleid.
Bedrijfscombinaties en goodwill Als de Groep een entiteit verwerft, worden de identificeerbare activa en passiva van de verworven entiteit tegen de reële waarde op overnamedatum opgenomen. De in een bedrijfscombinatie overgedragen vergoeding moet worden gewaardeerd tegen reële waarde van de overgedragen activa (met inbegrip van de geldmiddelen), de aangegane verplichtingen en de door de Groep, in ruil voor de controle, uitgegeven aandelenbelangen. De recht streeks aan de verwerving gerelateerde kosten worden in het algemeen in resultaat genomen. De goodwill wordt gewaardeerd als het positieve verschil tussen de volgende twee elementen: • totaal van (i) de overgedragen vergoeding en, desgevallend, (ii) het bedrag van de deelnemingen die geen controle geven (minderheidsbelangen) in de verworven entiteit en (iii) de reële waarde van het door de Groep vóór de controle verwerving aangehouden deelnemigen; en • het nettosaldo van de op de datum van de controle verwerving. vastgestelde bedragen van de verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen. Indien dit verschil, na bevestiging van de waarden, negatief blijkt, wordt dit bedrag onmiddellijk in resultaat genomen als winst op een voordelige verwerving. De goodwill wordt, op het actief van de balans geboekt onder de post “Goodwill” en onderworpen aan een jaarlijkse impairment test, met name door de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheden (“KGE”) waaraan de goodwill wordt toegerekend, te vergelijken met hun boek waarde (de goodwill inclusief). Is de boekwaarde hoger, dan moet een waardevermindering in resultaat worden genomen. Bij de waardering van de goodwill zoals hiervoor uiteengezet, kan het bedrag van de deelnemingen die geen controle geven daarenboven, geval per geval en naar keuze van GBL, gewaardeerd worden, ofwel tegen reële waarde (zogenaamde “full goodwill”), ofwel tegen het deel van het identificeerbaar netto-actief van de verworven entiteit.
Jaarverslag 2011
73
Rekeningen per 31 december 2011
De toekomstige toepassing van deze nieuwe standaarden en interpretaties zou geen betekenisvolle invloed mogen hebben op de geconsolideerde financiële staten, behalve: • de nieuwe standaard IFRS 9, die invloed zou hebben op de verwerking van de niet-geconsolideerde deelnemingen die niet voor tradingdoeleinden worden aangehouden. De Groep zou inzonderheid de keuze moeten maken of ze de verliezen en winsten op deze deelnemingen opneemt in de resultatenrekening of in het eigen vermogen. De potentiële weerslag van deze nieuwe norm kan echter pas ingeschat worden, zodra het ontwerp tot vervanging van standaard IAS 39 voltooid en op Europees niveau goedgekeurd is ; en • de standaard IFRS 12 die de voorstelling van bijkomende informatie in de toelichting oplegt betreffende de geconsolideerde deelnemingen en deelnemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast. De toepassing van deze nieuwe standaard zou effect moeten hebben op de toelichting bij de geconsolideerde financiële staten.
Rekeningen per 31 december 2011 - Boekhoudkundige principes
Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden op het actief opgenomen als ze worden aangehouden op grond van een eigendomstitel of een leaseovereenkomst die de risico’s en voordelen van eigendom overdraagt. Materiële vaste activa worden aanvankelijk opgenomen tegen aanschaffings- of vervaardigingsprijs. De prijs van de materiële vaste activa omvat de kost van de leningen tot financiering van de oprichting of vervaardiging ervan, als die een langere duur vereisen. De prijs van de materiële vaste activa wordt, desgevallend, verminderd met het bedrag van de overheidssubsidie voor de financiering van de aankoop of bouw ervan. Onderhouds- en herstellingskosten worden onmiddellijk in de kosten opgenomen, onder de post “Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten in verband met operationele activiteiten”. De prijs van de materiële vaste activa omvat, inzonderheid voor lokale industriële installaties opgericht op de terreinen van klanten, de geactualiseerde waarde van de verplichting tot herinrichting of ontmanteling, indien zulke verplichting bestaat. Materiële vaste activa worden nadien opgenomen tegen kostprijs, verminderd met de afschrijvingen en de eventuele gecumuleerde waardeverminderingen. Bij gebrek aan een specifieke tekst dienaangaande, heeft Imerys voor de mijnactiva de hiernavolgende boekings-, en waarderingsregels vastgesteld. Prospectiekosten, zijnde de kosten voor onderzoek naar nieuwe kennis i.v.m. het mijnpotentieel, de technische haalbaarheid en de commerciële leefbaarheid van een geografische zone, worden onmiddellijk in de kosten opgenomen, onder de post “Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten in verband met operationele activiteiten”. Mijnrechten worden onder de post “Immateriële vaste activa” op het actief opgenomen en worden aanvankelijk tegen aanschaffingsprijs gewaardeerd. Mijnreserves zijn materiële vaste activa en worden aanvankelijk opgenomen tegen aanschaffingsprijs, zonder ondergrond, verhoogd met de kosten gedaan om de in de vindplaats aanwezige ertstonnage te bepalen. De afgravingswerken, met name de verwijdering van de bovenliggende aardlaag om toegang te krijgen tot de vindplaats, zijn eveneens materiële vaste activa. De aanvankelijke waardering ervan omvat de vervaardigingsprijs en de geactualiseerde waarde van de verplichting tot herstel in de vroegere staat ingevolgde de door de bouw veroorzaakte beschadigingen. Mijnreserves en afgravingen worden opgenomen onder de post “Materiële vaste activa”. De mijnactiva worden nadien gewaardeerd tegen kostprijs, verminderd met de afschrijvingen en de eventuele gecumuleerde waardeverminderingen. De afschrijvingen worden systematisch uitgesplitst over de verwachte gebruiksduur van de verschillende categorieën materiële vaste activa volgens de lineaire methode. De verwachte gebruiksduur van de belangrijkste bestanddelen van de materiële vaste activa ligt tussen volgende intervallen: • gebouwen: 10 tot 50 jaar; • industriële bouwwerken: 10 tot 30 jaar; • inrichtingen en uitrusting van de gebouwen en bouwwerken: 5 tot 15 jaar; • materiaal, outillering, installaties en uitrusting: 5 tot 20 jaar; • voertuigen: 2 tot 5 jaar; • overige materiële vaste activa: 10 tot 20 jaar.
74
Jaarverslag 2011
Terreinen worden niet afgeschreven. Anderzijds is Imerys van oordeel dat de lineaire afschrijvingsmethode niet geschikt is om het verbruik weer te geven van materiële vaste activa die verband houden met de mijnactiviteit, zoals mijnreserves en afgravingswerken, alsook sommige industriële activa voor niet-continu gebruik. De afschrijving ervan wordt derhalve geraamd in productieeenheden, op basis van de reële ontginning voor wat de mijnactiva betreft, of, voor voormelde industriële activa, operationele controle-eenheden, zoals de productie of de gebruiksuren. De ondergrond, hetzij de oppervlakte van een terrein zonder ontginning, wordt niet afgeschreven, aangezien deze niet door de mijnactiviteit wordt verbruikt.
Voor verkoop beschikbare deelnemingen (AFS) Voor verkoop beschikbare deelnemingen omvatten de deelnemingen in ondernemingen waarin de Groep geen invloed van betekenis uitoefent. Er wordt vermoed dat er geen invloed van betekenis is als de Groep, rechtstreeks of onrechtstreeks, niet meer dan 20% van de stemrechten bezit. Dergelijke deelnemingen worden opgenomen tegen de reële waarde op basis van de beurskoers voor genoteerde deelnemingen. De deelnemingen in de “Fondsen”, waaronder PAI Europe III, Sagard I en Sagard II, worden geherwaardeerd tegen de reële waarde, door de fondsbeheerders vastgesteld op basis van hun beleggingsportefeuille. De schommelingen van de reële waarde van deze deel nemingen tussen twee balansdata worden opgenomen in het eigen vermogen. Bij de overdracht van een deelneming wordt het verschil tussen de netto-opbrengst van de verkoop en de boekwaarde (balanswaarde op overnamedatum, gecorrigeerd voor het geaccumuleerd bedrag dat als periodieke herwaardering tegen de reële waarde van de deelneming in het eigen vermogen is opgenomen), naargelang het geval, in debet of credit van de resultatenrekening geboekt.
Niet-courante activa, aangehouden voor verkoop en beëindigde activiteiten Wanneer het op balansdatum hoogst waarschijnlijk is dat nietcourante activa of groepen van rechtstreeks verbonden activa en passiva zullen worden afgestoten, worden ze opgenomen als niet-courante activa of groepen van activa aangehouden voor verkoop. De overdracht wordt als hoogst waarschijnlijk beschouwd indien, op balansdatum, het plan werd opgevat om ze te verkopen tegen een redelijke prijs in verhouding tot hun reële waarde ten einde een koper te vinden en de verkoop binnen ten hoogste een jaar af te ronden. Niet-courante activa of groepen van activa aangehouden voor verkoop worden in afzonderlijke posten van de financiële staten voorgesteld. Ze worden niet meer afgeschreven en worden gewaardeerd tegen boekwaarde of de reële waarde verminderd met de verkoopkosten indien deze lager is. Niet-courante activa of groepen van activa bestemd voor sluiting en die niet worden afgestoten, zijn niet-courante activa bestemd voor buitengebruikstelling en niet aangehouden voor verkoop.
Voorraden Voorraden worden op het actief opgenomen op de datum waarop de risico’s, de voordelen en de controle aan de Groep worden overgedragen. Als voorraden worden verkocht, moet de boekwaarde van deze voorraden worden opgenomen als last in de periode waarin de daarmee verband houdende opbrengsten worden opgenomen. Voorraden worden gewaardeerd tegen de laagste waarde van de kostprijs of de netto-opbrengstwaarde. Als de productie lager is dan de normale capaciteit, bevatten de toerekenbare vaste kosten niet het deel dat overeenstemt met de onderactiviteit. Voorraden met soortgelijke kenmerken worden gewaardeerd volgens dezelfde methode. De methoden die in de Groep worden gebruikt zijn FIFO - FirstIn, First-Out – en de gewogen gemiddelde prijs per stuk. Wanneer de vervaardigingsprijs niet realiseerbaar is, wordt hij teruggebracht tot de realiseerbare nettowaarde volgens de op balansdatum geldende voorwaarden.
Handelsvorderingen en omzet Een handelsvordering wordt geboekt uit hoofde van een verkoop van goederen bij de overdracht van de risico’s, de voordelen en de controle. In zo goed als alle gevallen is de voornaamste indicatie voor de boeking van een verkoop van goederen de Incoterm. Bij verrichting van een dienst wordt een handelsvordering geboekt naar rato van de verrichte prestaties op balansdatum. Aangezien het merendeel van de diensten bestaat uit het vervoer na verkopen, volgt de boeking ervan doorgaans die van de verkoop van het vervoerde product. Maar zowel voor verkopen van goederen als voor leveringen van diensten wordt enkel een vordering geboekt indien deze invorderbaar is en het bedrag van de transactie en van de kosten voor de afwikkeling ervan betrouwbaar kan gewaardeerd worden. Verkopen van goederen en diensten worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de transactie, verminderd met de toegestane kortingen en afslagen en het disconto voor vervroegde betaling. Na hun aanvankelijke boeking worden de handelsvorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Waardeverminderingen worden geboekt in het boekjaar waarin ze worden vastgesteld. Een vordering die aan een bankinstelling wordt overgedragen voor financieringsdoeleinden, wordt enkel teruggeboekt indien de factoreringsovereenkomst ook alle met de vordering verband houdende risico’s en voordelen aan de factor overdraagt.
Andere financiële activa Obligaties, beschouwd als beleggingen die tot op hun vervaldag worden aangehouden (tenminste als de Groep de uitdrukkelijke intentie heeft en in staat is ze tot op hun vervaldag aan te houden), en door de Groep uitgeschreven leningen en vorderingen, worden gewaardeerd tegen hun geamortiseerde kostprijs, zijnde het bedrag van hun initiële opname vermeerderd, of verminderd, met de gecumuleerde afschrijving van elk verschil tussen dat initieel bedrag en het bedrag op de vervaldag, en verminderd met elke waardevermindering wegens bijzondere waardevermindering of oninbaarheid. Deze verplichtingen, leningen en vorderingen worden, naargelang hun maturiteit, onder de post “Andere courante activa” of “Andere niet-courante activa” opgenomen. De tradingeffecten omvatten de andere instrumenten die aangehouden worden met de bedoeling ze te verhandelen en worden gewaardeerd tegen hun reële waarde op balansdatum. De schommeling van de reële waarde tussen twee afsluitingen wordt in resultaat genomen.
Liquide middelen en gelijkegestelde Liquide middelen en gelijkgestelde omvatten bankdeposito’s en vaste-termijnbeleggingen waarvan de vervaldatum gelijk is aan of kleiner is dan drie maanden na de verwervingsdatum.
Waardeverminderingen van activa Voor verkoop beschikbare deelnemingen (AFS) Wanneer er een objectieve aanwijzing bestaat dat een voor verkoop beschikbare deelneming aan waardevermindering onderhevig is, wordt de deelneming aan een impairment test onderworpen, overeenkomstig IAS 36 – Bijzondere waardevermindering van activa. Een gevoelige of aan houdende daling van de reële waarde onder kostprijs, wordt door de Groep als een objectieve indicatie van een waarde vermindering beschouwd. Wanneer de geteste deelneming als “impaired” wordt beschouwd, wordt in het resultaat van de periode een waardevermindering (“impairment”) geboekt. Het bedrag van de geboekte “impairment” is het verschil tussen de aanschaffingsprijs van de deelneming en de reële waarde (beurskoers) op de afsluitdatum. Deelnemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast Wanneer er een objectieve aanwijzing bestaat dat een deelneming waarop vermogensmutatie wordt toegepast aan waardevermindering onderhevig is, wordt die overeenkomstig IAS 36 – Bijzondere waardevermindering van activa en IAS 28 – Investeringen in geassocieerde deelnemingen, aan een impairment test onderworpen. Daartoe wordt de realiseerbare waarde van de activa geschat om deze met de boekwaarde te vergelijken en, desgevallend, voor het verschil een waardevermindering te boeken. De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde, verminderd met de verkoopkosten van de activa, en de gebruikswaarde ervan. Dit laatste is gelijk aan de geactualiseerde waarde van de verwachte toekomstige kasstromen. Wanneer een in een vroegere verslagperiode geboekte waardevermindering niet langer bestaat, wordt de boekwaarde geheel of gedeeltelijk teruggeboekt. De terugneming van een waardevermindering wordt onmiddellijk in de winst geboekt.
Jaarverslag 2011
75
Rekeningen per 31 december 2011
Wanneer niet-courante activa die worden overgedragen of worden aangehouden voor verkoop of bestemd zijn voor buitengebruikstelling overeenstemmen met één of meer KGE en moeten afgestoten worden in het kader van één enkel gecoördineerd plan, worden ze als beëindigde activiteiten beschouwd en worden de stromen die ze genereren in het geconsolideerd overzicht van het volledige resultaat en in het geconsolideerd overzicht van de kasstromen afzonderlijk voorgesteld.
Rekeningen per 31 december 2011 - Boekhoudkundige principes
Materiële en immateriële vaste activa Op elke balansdatum controleert de Groep de boekwaarde van de immateriële en materiële vaste activa met bepaalde gebruiksduur om na te gaan of er enige aanwijzing bestaat van een waardeverlies van deze activa.
Onder courante belastingen worden de belastingen verstaan die betaald moeten worden op de belastbare winst van het boekjaar, berekend tegen de aanslagvoeten die van kracht of quasi van kracht zijn op de afsluitdatum van de balans, evenals de aanpassingen betreffende vorige boekjaren.
Indien een indicatie van waardeverlies bestaat, wordt de realiseerbare waarde van het actief bepaald om deze aan de boekwaarde te toetsen. De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de gebruikswaarde en de reële waarde minus verkoopkosten. De gebruikswaarde is de geactualiseerde waarde van de geschatte toekomstige kasstromen die naar verwachting zullen voortvloeien uit het voortgezette gebruik van een actief. Wanneer het niet mogelijk is de realiseerbare waarde van een actief afzonderlijk te schatten, schat de Groep de realiseerbare waarde van de KGE waartoe het actief behoort. Indien geoordeeld wordt dat de realiseerbare waarde van het actief of van de KGE lager is dan de boekwaarde, wordt de boekwaarde van het actief of van de KGE teruggebracht tot de realiseerbare waarde. Die waardevermindering wordt rechtstreeks in kosten genomen.
De uitgestelde belastingen worden berekend volgens de balansmethode toegepast op de tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van de in de balans opgenomen activa en verplichtingen en hun fiscale basis.
Wanneer een in een vorig boekjaar geboekte waarde vermindering niet meer verantwoord is, wordt de op dit actief of deze KGE geboekte waardevermindering teruggenomen, teneinde het actief of de KGE weer in overeenstemming te brengen met de nieuwe realiseerbare waarde. De boekwaarde van een actief of een KGE mag, na terugneming van een waardeverlies, evenwel nooit meer bedragen dan de boek waarde die het actief of de KGE zou gehad hebben, indien tijdens de vorige boekjaren geen waardevermindering erop werd toegepast. De terugneming van een waardevermindering wordt onmiddellijk in opbrengsten geboekt.
Daarenboven worden uitgestelde belastingverplichtingen met betrekking tot deelnemingen in dochterondernemingen niet opgenomen wanneer de Groep het tijdstip kan bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld het waarschijn lijk is dat het tijdelijk verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld.
Handelsvorderingen Wanneer zich een kredietgebeurtenis voordoet waardoor de boekwaarde van een handelsvordering geheel of ten dele oninvorderbaar wordt, wordt ze door middel van een waardevermindering volgens de op balansdatum geldende voorwaarden tot haar invorderbare waarde herleid. Andere financiële activa Voor de financiële activa geboekt tegen geamortiseerde kostprijs is het bedrag van de waardevermindering gelijk aan het verschil tussen de boekwaarde en de waarde van de geschatte toekomstige kasstromen, geactualiseerd tegen de werkelijke oorspronkelijke rente van het financieel actief
Belastingen De belastingen op het resultaat van het boekjaar omvatten de courante en uitgestelde belastingen. Ze worden in resultaat genomen behalve wanneer het geboekte bestanddelen betreft die rechtstreeks in het eigen vermogen opgenomen werden. In dit geval worden ze eveneens opgenomen in het eigen vermogen.
76
Jaarverslag 2011
Met de volgende verschillen wordt geen rekening gehouden: fiscaal niet-aftrekbare goodwill en initiële opname van actief en passief die geen invloed hebben op het boekhoudkundig en fiscaal resultaat. De uitgestelde belastingen worden berekend op grond van de verwachting met betrekking tot de realisatie of de betaling van de actief- en passiefbestanddelen, op basis van de aanslagvoeten die van kracht of quasi van kracht zijn op de afsluitdatum van de balans.
Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel geboekt voor zover belastbare winst zou kunnen verwezenlijkt worden waarmee de tijdelijk aftrekbare verschillen, de fiscale verliezen en de fiscaal verrekenbare tegoeden zouden kunnen worden verrekend.
Eigen aandelen Bij de inkoop (of verkoop) van eigen aandelen wordt het eigen vermogen verminderd (of verhoogd) met het betaalde (of ontvangen) bedrag. De schommelingen betreffende deze effecten worden verantwoord in het geconsolideerd overzicht van de wijzigingen in het eigen vermogen. Op deze bewegingen worden nooit resultaten opgenomen.
Winstverdeling De dividenden betaald door GBL aan haar aandeelhouders worden tegen hun brutobedrag, namelijk vóór bronbelasting, in mindering van het eigen vermogen opgenomen. De financiële staten worden opgemaakt vóór winstverdeling.
Winstdelingsplannen Opties op GBL- en Imerys-aandelen De opties op GBL- en Imerys-aandelen die toegekend werden vóór 7 november 2002, werden overeenkomstig de overgangsbepalingen van IFRS 2 – Op aandelen gebaseerde betalingen niet in de geconsolideerde financiële staten opgenomen.
Opties op Pargesa-aandelen De Pargesa-aandelen die moeten dienen om de toegekende opties te dekken, worden door GBL aangehouden en onder de post “Beleggingseffecten” opgenomen. De opties zijn op het passief van de balans geboekt. De reëlewaarde schommelingen van de opties en aandelen worden in resultaat genomen.
Verplichtingen in verband met pensioenregelingen en soortgelijke voordelen Pensioenstelsel van vaste prestaties De waardering van het bedrag van de verplichtingen in verband met pensioenregelingen en soortgelijke voordelen van het type pensioenstelsel van vaste prestaties geschiedt op basis van de “Projected Unit Credit”-methode, overeenkomstig de principes van IAS 19. Deze waardering hanteert financiële en demografische actuariële veronderstellingen. Die worden gebruikt om de tijdens de lopende periode verleende diensten te waarderen op basis van een schatting van het eindeloopbaanloon. De geboekte voorzieningen (of activa) stemmen overeen met de geactualiseerde waarde van de toezegging, verminderd met de – eventueel begrensde – reële waarde van de activa van de regeling en de kost van de gepresteerde diensten. De actualisatievoeten worden vastgesteld door verwijzing naar de rentetarieven van de door vennootschappen met AA-rating (hoge kwaliteit) uitgegeven obligaties. De nettokost van deze pensioenregelingen wordt onder de post “Personeelskosten” of “Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten in verband met investeringsactiviteiten” opgenomen, behalve de herleiding tot de huidige waarde van de toezeggingen en van het verwacht rendement van de activa die onder de financiële opbrengsten en kosten worden opgenomen en de verminderingen ingevolge een herstructurering die onder andere bedrijfsopbrengsten en -kosten worden geboekt. De kost van de niet-geboekte diensten wordt stelselmatig opgenomen in de waarde van de voorzieningen (of activa) door lineaire afschrijving over de gemiddelde verwervingsduur van de rechten. De actuariële verschillen en begrenzingen van de activa van de regelingen na de tewerkstelling worden integraal in het eigen vermogen, zonder latere overboeking naar het resultaat, opgenomen (optie “OCI”).
Pensioenstelsel van vaste bijdragen Volgens de per land geldende wetten en gebruiken legt de Groep reserves aan voor de pensionering van haar personeel, door verplichte of vrijwillige storting van bijdragen aan externe instellingen zoals pensioenkassen, verzekerings ondernemingen of financiële instellingen. Dergelijke regelingen zonder gewaarborgde voordelen zijn van vaste bijdragen. De bijdragen worden opgenomen onder de post “Personeelskosten” of “Andere bedrijfsopbrengsten of kosten in verband met investeringsactiviteiten”.
Voorzieningen Voorzieningen worden op de balansdatum opgenomen indien een onderneming van de Groep een huidige verplichting (wettelijk of impliciet) heeft die voortvloeit uit een gebeurtenis uit het verleden, als het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van deze verplichting zal gepaard gaan met een uitgave en als het bedrag van deze verplichting op betrouwbare wijze kan worden bepaald. Het bedrag van de voorzieningen is gelijk aan de meest nauwkeurige schatting van de uitgave die noodzakelijk zal zijn om aan de op de balansdatum bestaande verplichting te voldoen. De voorzieningen worden aan het resultaat tegengeboekt, met uitzondering van de voorzieningen voor ontmanteling en van bepaalde herzieningen voor herstel, die tegengeboekt worden aan de activa waarvan de oprichting de verplichting heeft doen ontstaan. Die verwerking geldt onder meer ook voor bepaalde industriële installaties en de afgravingen van de mijnen van Imerys. Voorzieningen waarvan de aanwending binnen het jaar na balansdatum of op elk ogenblik is voorzien, worden niet geactualiseerd. Voorzieningen waarvan de aanwending op meer dan een jaar na balansdatum is voorzien, worden geactualiseerd. Wijzigingen van geactualiseerde voorzieningen, te wijten aan een herziening van het bedrag van de verplichting, de kalender of de actualisatievoet, worden in resultaat genomen of, voor voorzieningen op actiefbestanddelen, aan de kostprijs daarvan toegerekend ten belope van deze kost op de activa. De aanpassing aan de huidige waarde wordt toegerekend aan het debet van de financiële opbrengsten en kosten. De voorzieningen voor herstructurering worden enkel opgenomen als de Groep een formeel en gedetailleerd herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de geplande herstructurering reeds een aanvang heeft genomen of openbaar werd aangekondigd. De kosten die betrekking hebben op de normale Groepsactiviteiten worden niet in aanmerking genomen.
Jaarverslag 2011
77
Rekeningen per 31 december 2011
De vanaf 7 november 2002 toegekende winstdelingsplannen werden geboekt overeenkomstig IFRS 2. Volgens IFRS 2 wordt de reële waarde van de opties op toekenningsdatum over de vestingsperiode in resultaat genomen. De opties worden gewaardeerd door gebruikmaking van een algemeen aanvaard waarderingsmodel op basis van de marktvoorwaarden die op het ogenblik van toekenning gelden.
Rekeningen per 31 december 2011 - Boekhoudkundige principes
Schulden op lange termijn en op korte termijn Schulden op lange termijn (bankleningen en obligaties) en op korte termijn (bankvoorschotten) worden initieel geboekt tegen reële waarde, na aftrek, in het geval van een financiële verplichting waarvan de waardeveranderingen niet via het resultaat worden verwerkt, van de transactiekosten die direct toewijsbaar zijn aan de verwerving of de uitgifte van de financiële verplichting. Na hun initiële opname worden ze gewaardeerd tegen hun geamortiseerde kostprijs (initieel bedrag verminderd met de terugbetalingen in hoofdsom en vermeerderd, of verminderd, met de gecumuleerde afschrijving van elk verschil tussen het initieel bedrag en de waarde op de vervaldag). Omruilbare leningen uitgegeven door de Groep worden beschouwd als hybride instrumenten. Op de uitgiftedatum wordt de reële waarde van de obligatiecomponent gewaardeerd op basis van de marktintrestvoet voor gelijkaardige niet-omruilbare obligaties. Het verschil tussen de opbrengsten verkregen uit de uitgifte van de omruilbare obligatie en de reële waarde toegewezen aan de obligatiecomponent die de waarde van de optie om de obligatie in aandelen te converteren weergeeft, wordt in het eigen vermogen opgenomen. De interestlast op de obligatiecomponent wordt berekend door op dit instrument de gangbare marktinterestvoet toe te passen. Handelsschulden en andere passiva worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.
Afgeleide financiële instrumenten Om hun blootstelling aan diverse risico’s, zoals het wisselkoers-, het renterisico en het risico van de energie prijzen, te verminderen, maken de geconsolideerde operationele vennootschappen van de Groep gebruik van afgeleide financiële instrumenten. Het enige doel van deze instrumenten is de afdekking van de economische risico’s waaraan ze blootgesteld zijn. De financiële instrumenten worden opgenomen op de datum van de transactie, met name bij het aangaan van de afdekkingsovereenkomst. Maar enkel deze die voldoen aan de door IAS 39 vastgestelde boekhoudkundige criteria inzake afdekking, worden boekhoudkundig verwerkt zoals hieronder aangegeven. Schommelingen van de reële waarde van financiële instrumenten die niet als afdekking worden aangemerkt, worden onmiddellijk in resultaat genomen. Elke transactie die als afdekking wordt aangemerkt, is gedocumenteerd met verwijzing naar de afdekkings strategie en aanwijzing van het gedekt risico, het afdekkings bestanddeel, de afdekkingsverhouding en de methode voor de beoordeling van de doeltreffendheid van de afdekkingsverhouding. De beoordeling van de afdekkings doeltreffendheid wordt op elke balansdatum bijgesteld. De derivaten worden bij aanvankelijke boeking gewaardeerd tegen reële waarde. Nadien wordt de reële waarde op elke balansdatum geherwaardeerd volgens de marktvoorwaarden.
78
Jaarverslag 2011
De op het actief en het passief geboekte derivaten worden, naargelang hun maturiteit en die van de onderliggende transacties, geclassificeerd onder de posten “Andere nietcourante activa/passiva” en “Andere courante activa/passiva”. De boeking van afdekkingsderivaten varieert naargelang ze bestemd zijn voor reële-waardeafdekking, kasstroomafdekking of de afdekking van investeringen in buitenlandse entiteiten. Reële-waardedekking Wanneer de schommelingen van de reële waarde van een opgenomen actief of passief of een niet-geboekte vast staande toezegging het resultaat kunnen aantasten, kunnen die schommelingen afgedekt worden door een reële-waardedekking. Het afgedekt bestanddeel en het afdekkingsinstrument worden op elke balansdatum symmetrisch geherwaardeerd aan het resultaat. Het effect op het resultaat is beperkt tot het niet-effectief gedeelte van de afdekking. Kasstroomdekking Kasstroomdekking maakt het mogelijk om ongunstige schommelingen van kasstromen in verband met een opgenomen actief of passief of een hoogst waarschijnlijke toekomstige transactie af te dekken, wanneer die schommelingen het resultaat kunnen aantasten. Het effectief gedeelte van de dekking wordt op elke balansdatum in het eigen vermogen opgenomen en het niet-effectief gedeelte in resultaat genomen. Bij de boeking van de transactie, wordt het effectief gedeelte in het eigen vermogen, tegelijk met de boeking van het gedekt bestanddeel, naar het resultaat overgebracht. Afdekking van investeringen in buitenlandse activiteiten Wisselkoersschommelingen veroorzaakt door de netto-activa die in de geconsolideerde operationele vennootschappen van de Groep worden aangehouden in vreemde deviezen kunnen worden afgedekt. Het effectief gedeelte van de afdekking wordt op elke balansdatum in het eigen vermogen opgenomen en het niet-effectief gedeelte in resultaat genomen. Bij de afstoting van de activiteit wordt het effectief gedeelte in het eigen vermogen naar het resultaat overgebracht. Ook GBL maakt gebruik van afgeleide instrumenten. GBL kan, door middel van call- en putopties, verrichtingen doen met genoteerde aandelen van de portefeuille. Dergelijke verrichtingen gebeuren op basis van een grondige documentatie en worden periodiek opgevolgd en, zo nodig, dynamisch beheerd.
Elementen in vreemde deviezen In de rekeningen van de ondernemingen van de Groep worden de monetaire activa en verplichtingen in vreemde deviezen omgerekend in euro tegen de wisselkoers van de laatste dag van het boekjaar. Als door de toepassing van dit principe een niet-gerealiseerd wisselkoersverschil ontstaat, wordt dit als kost of opbrengst van het boekjaar geboekt. De niet-monetaire activa en verplichtingen worden geboekt tegen de wisselkoers van de transactiedatum.
Interesten Interestopbrengsten en -kosten omvatten de interesten verschuldigd op leningen en de interesten te ontvangen op beleggingen. De interestopbrengsten worden pro rata temporis in het geconsolideerd overzicht van het volledige resultaat opgenomen, rekening houdend met de werkelijke rentevoet van de belegging.
Dividenden Dividenden van de voor verkoop beschikbare deelnemingen of tradingseffecten worden opgenomen op datum van de beslissing tot uitkering ervan. Het bedrag van de bronbelasting wordt geboekt in mindering van de brutodividenden.
Wijzigingen in de boekhoudkundige principes, fouten en wijzigingen in de ramingen/beoordelingen Een wijziging in de boekhoudkundige principes wordt slechts doorgevoerd indien deze voldoet aan de bepalingen van een norm of interpretatie, of wanneer deze een meer betrouwbare en meer relevante informatie toelaat. Dergelijke wijziging wordt met terugwerkende kracht opgenomen in de boekhouding, behalve in het geval van een specifieke overgangsbepaling die eigen is voor de norm of interpretatie. Ook wanneer een fout wordt vastgesteld, wordt deze op retroactieve wijze aangepast. De onzekerheden die inherent zijn aan de activiteiten maken het noodzakelijk om te werken met ramingen in het kader van de voorbereiding van de financiële staten. De ramingen komen voort uit beoordelingen van een redelijke waardering van de meest recente betrouwbare informatie. Een raming wordt herzien om de gewijzigde omstandigheden, de nieuwe beschikbare informatie en de gevolgen in verband met de ervaring, weer te geven.
Toegepaste wisselkoersen 2011
2010
2009
US Dollar
1,29
1,34
1,43
Zwitserse frank
1,22
1,25
1,48
1,40
1,32
1,39
-
-
-
Slotkoers
Gemiddelde koers US Dollar Zwitserse frank
Presentatie van de geconsolideerde financiële staten Naar aanleiding van de controleverwerving over Imerys en de uitbreiding van de private-equityactiviteiten, heeft GBL de presentatie van haar financiële staten gewijzigd om ze in overeenstemming te brengen met de voorschriften van IAS 1 – Presentatie van de jaarrekening. Voortaan zal het geconsolideerd overzicht van het volledige resultaat afzonderlijk vermelden: • de investeringsactiviteiten De bestanddelen van het resultaat afkomstig van de investeringsactiviteiten, dat de verrichtingen van GBL en haar dochtervennootschappen, met als voor naamste doel het beheer van deelnemingen, omvat. Dit omvat de activiteiten van de private equity, zoals de investeringsfondsen PAI Europe III en Sagard, de vennootschappen Ergon Capital Partners, Ergon Capital Partners II en Ergon Capital Partners III, alsook het resultaat van de geassocieerde operationele vennootschappen (Lafarge in 2011 en Imerys tijdens het eerste kwartaal 2011) en van de niet-geconsolideerde operationele vennootschappen (Total, GDF SUEZ, enz.); en • de operationele activiteiten De bestanddelen van het resultaat afkomstig van de geconsolideerde operationele activiteiten, met name afkomstig van de geconsolideerde operationele vennootschappen (groepen De Boeck, ELITech en Benito, alsook het resultaat van Imerys vanaf 1 april 2011). De presentatie van de geconsolideerde balans en het geconsolideerd overzicht van de kasstromen werd gewijzigd om rekening te houden met de wijzigingen die in 2011 in de groep werden doorgevoerd. Ook de ter vergelijking gepresenteerde cijfers werden herwerkt om aan de nieuwe presentaties te beantwoorden.
Wanneer schattingen gemaakt worden, worden ze toegelicht in de noten betreffende de bestanddelen waarop ze betrekking hebben. De voornaamste schattingen zijn: • de voornaamste veronderstellingen i.v.m. de impairment tests op de geassocieerde ondernemingen (noot 2.); • de voornaamste veronderstellingen i.v.m. de impairment tests op de goodwill (noot 8.); • de schatting van de gebruiksduur van de immateriële vaste activa met beperkte levensduur (noot 7.) en de materiële vaste activa (noot 9.); en • de actuariële veronderstellingen van de regelingen van het type van vaste prestaties (noot 17.).
Jaarverslag 2011
79
Rekeningen per 31 december 2011
In de geconsolideerde financiële staten worden de buitenlandse activa en passiva van de Groep omgezet tegen slotkoers. De rubrieken van de opbrengsten en kosten in vreemde deviezen worden in euro omgezet tegen de gemiddelde wisselkoers van het boekjaar. De omrekeningsverschillen ten gevolge van het verschil tussen de gemiddelde koers en de koers van de laatste dag van het boekjaar, worden opgenomen in het eigen vermogen onder de rubriek “Omrekeningsverschillen”. Deze omrekeningsverschillen worden in het resultaat verwerkt wanneer de desbetreffende onderneming wordt afgestoten.
Consolidatiekring, geassocieerde ondernemingen en wijzigingen van de consolidatiekring Integraal geconsolideerde dochterondernemingen
Deelnemingspercentage (in %) 2010 2009
Naam
Zetel
2011
Belgian Securities B.V.
Amsterdam
100,0
100,0
100,0
Holding
Brussels Securities SA
Brussel
100,0
100,0
100,0
Holding
GBL Treasury Center SA
Brussel
100,0
100,0
100,0
Holding
Sagerpar SA
Brussel
100,0
100,0
100,0
Holding
GBL Participations SA
Brussel
-
-
100,0
Holding
GBL Overseas Finance N.V.
Willemstad
100,0
100,0
100,0
Holding
GBL Verwaltung GmbH
Gütersloh
100,0
100,0
100,0
Holding
GBL Verwaltung S.A.
Luxemburg
100,0
100,0
100,0
Holding
Immobilière rue de Namur S.à r.l.
Luxemburg
100,0
100,0
100,0
Vastgoed
GBL Finance S.A.
Luxemburg
Vereffend
Vereffend
100,0
Holding
GBL Energy S.à r.l.
Luxemburg
100,0
100,0
100,0
Holding
GBL R S.à r.l.
Luxemburg
100,0
100,0
100,0
Holding
GBL Investments Limited
Dublin
100,0
100,0
100,0
Holding
Imerys S.A. (en dochterondernemingen)
Parijs
57,1
-
-
Operationeel
Ergon Capital Partners III SA
Brussel
100,0
100,0
-
Private equity
Luxemburg
100,0
100,0
-
Holding
Luxemburg
75,1
75,1
-
Holding
Puteaux
60,2
58,6
-
Holding
Puteaux
100,0
100,0
-
Operationeel
Brussel
92,0
-
-
Holding
Brussel
100,0
-
-
Operationeel
Luxemburg
100,0
-
-
Holding
Luxemburg
100,0
-
-
Holding
Barcelona
84,6
-
-
Operationeel
E.V.E. S.A.
EVONG S.A.
ELITech Group S.A.S.
Publihold SA
Financière ELITech S.A.S. (en dochterondernemingen)
Editis Belgium SA (Groupe De Boeck en dochterondernemingen)
Ergon International S.A.
Ergon Investments Europe S.A.
Benito Artis S.L. (en dochterondernemingen)
Hoofdactiviteit
De stemrechten stemmen overeen met het bezitspercentage, behalve voor Imerys waarin de stemrechten 66,8% bedragen. Voorts werd aan het management van Ergon Capital Partners III een winstdelingsplan toegekend, slaande op 16,7% van de aandelen.
Geassocieerde ondernemingen
2011
2010
2009
Percentage
Lafarge
Imerys
Ergon Capital Partners
Ergon Capital Partners II
Deelneming
21,0
- (1)
43,0
42,4
Stemrechten
27,4
- (1)
43,0
42,4
Consolidatie
21,0
- (1)
43,0
42,4
Deelneming
21,1
30,7
43,0
42,4
Stemrechten
24,6
37,7
43,0
42,4
Consolidatie
21,1
30,7
43,0
42,4
Deelneming
21,1
30,7
43,0
42,4
Stemrechten
27,1
36,3
43,0
42,4
Consolidatie
21,1
30,7
43,0
42,4
In de noten hierna worden Ergon Capital Partners en Ergon Capital Partners II gezamenlijk als “ECP I & II” aangeduid, terwijl met “ECP” de twee voornoemde vennootschappen plus Ergon Capital Partners III wordt bedoeld.
(1) Zie afdeling “Wijzigingen van de consolidatiekrig”
80
Jaarverslag 2011
De belangrijkste wijzigingen van de consolidatiekring van het jaar zijn hieronder vermeld. Imerys Op 8 april 2011 heeft de groep GBL een deelneming van 25,6% in Imerys overgenomen van Pargesa, waardoor GBL haar belang in Imerys optrok van 30,7% tot 56,3%. Hieruit volgt voor GBL een wijziging in de consolidatiemethode van Imerys; deze laatste blijft tot 31 maart 2011 verder geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode en wordt vanaf 1 april 2011 opgenomen volgens de integrale consolidatiemethode. Deze controleverwerving beantwoordt aan de definitie “bedrijfscombinatie” die in principe onder IFRS 3 – Bedrijfscombinaties valt. IFRS 3, schrijft de verwerking voor volgens de verwervingsmethode (“purchase method”), volgens dewelke de identificeerbare activa en passiva van Imerys in de geconsolideerde financiële staten van GBL zouden moeten geherwaardeerd worden tegen hun reële waarde op overnamedatum. Volgens deze methode zou ook de historische deelneming van 30,7% tegen reële waarde moeten worden geherwaardeerd, met een tegenboeking in de resultaatrekening. Ten slotte zou ook de volledige door deze transactie gegenereerde goodwill aan de identificeerbare activa en passiva van Imerys moeten worden toegerekend. Maar bedrijfscombinaties waarover gezamenlijke controle wordt uitgeoefend, die zowel vóór als na de combinatie uiteindelijk door dezelfde partijen worden gecontroleerd, worden uit het toepassingsgebied van IFRS 3 gesloten. Aangezien er geen andere IFRS-bepaling voorhanden is die dergelijke transactie specifiek regelt, verwerkte GBL de transactie als een verrichting binnen eenzelfde groep (met name de groep Pargesa/GBL): bijgevolg is de herwaardering niet verplicht en worden de verworven activa en passiva bij GBL opgenomen tegen de boekwaarde die bestond bij Imerys. In de praktijk: • werden de overgenomen 25,6% gewaardeerd tegen het deel in het geconsolideerd eigen vermogen van Imerys op 1 april 2011 (hetzij EUR 27,8/aandeel). Het verschil tussen de betaalde prijs (EUR 56,2/aandeel) en dit deel werd voor een totaalbedrag van EUR 550 miljoen in mindering gebracht van het geconsolideerd eigen vermogen van GBL (zie tabel hiernaast); en • werd de waarde van de historische 30,7% eveneens gewaardeerd tegen het deel in het geconsolideerd eigen vermogen van Imerys op 1 april 2011. Bijgevolg werd de historische goodwill op deze aandelen ter waarde van EUR 95 miljoen eveneens in mindering gebracht van het geconsolideerd eigen vermogen van GBL.
In tegenstelling, heeft de overname van de Imerys-aandelen van Pargesa dus geen aanleiding gegeven tot enig resultaat. De behandeling laat GBL de resultaten van Imerys in haar rekeningen op te nemen, zoals ze door de vennootschap worden gepubliceerd, zonder enige herwerking, hetgeen de betrouwbaarheid en de samenhang van de verslaggeving ten goede komt. Bovendien versnelt deze werkwijze de publicatie van onze rekeningen en bespaart ze GBL een aantal taken, zoals de herwaardering van activa of passiva of eventuele impairment tests, waarvoor Imerys meer aangewezen is om ze uit te voeren. De activa en passiva van Imerys en de gevolgen van de transactie worden als volgt uitgesplitst: 1 april 2011
In miljoen EUR
Niet-courante activa
2.819,7
Inclusief bestaande goodwill
922,7
Courante activa
1.746,9
Niet-courante passiva
(1.431,6)
Courante passiva
(1.011,2)
Netto-actief derden
(25,8)
Netto-actief Deel van het netto-actief (25,6%) Verschil (afgetrokken van het eigen vermogen)
2.098,0 537,5 549,9
Aankoopprijs Betaald in geld
1.087,4
Uitgestelde betaling
-
Overgenomen liquide middelen en gelijkgestelde
551,1
Nettoschommeling van liquide middelen
536,3
Groep Luzenac Op 1 augustus 2011 heeft Imerys 100% van de groep Luzenac overgenomen. Luzenac is wereldleider in de talkverwerking, met als voornaamste technische toepassingen de polymeren, de verfindustrie, de keramiek en het papier. Voor deze overname werd aan de groep Rio Tinto een bedrag van EUR 220 miljoen in cash betaald. Na een voorlopige schatting van de reële waarde van de ertsreserves, de materiële vaste activa en de belangrijkste voorzieningen, komt de voorlopige goodwill uit op EUR 74 miljoen. Sinds de overname heeft de groep Luzenac EUR 119 miljoen omzet geboekt en EUR 39 miljoen bijgedragen tot het netto resultaat (EUR 7 miljoen na eliminatie van de intersectorale transacties binnen Imerys).
Jaarverslag 2011
81
Rekeningen per 31 december 2011
Wijzigingen van de consolidatiekring
Rekeningen per 31 december 2011 - Consolidatiekring
De reële waarde van de activa, passiva en eventuele passiva van de activiteiten, die op 31 december 2011 slechts voorlopig in de boekhouding werd verwerkt, vertoont volgende bedragen: 1 augustus 2011
In miljoen EUR
Niet-courante activa
175,1
Courante activa
114,9
Niet-courante passiva
(91,2)
Courante passiva
(50,4)
Netto-actief Derden
(2,7)
Netto-actief Deel van het netto-actief (100%) Goodwill
145,7 145,7 74,3
Aankoopprijs Betaald in geld
220,0
Uitgestelde betaling
-
Overgenomen liquide middelen en gelijkgestelde Nettoschommelingen van liquide middelen
3,8 216,2
De Boeck Ergon Capital Partners III heeft op 19 april 2011 de groep De Boeck (“De Boeck”) overgenomen, de grootste Belgische uitgever van schoolboeken en universitaire, juridische en professionele werken. De groep is vanuit zes vestigingen actief in België, Frankrijk en Luxemburg. De Boeck werd integraal in de rekeningen van GBL opgenomen. Het bezitspercentage van GBL in De Boeck bedraagt 92%. Als openingsbalans werd de balans van De Boeck per 31 maart 2011 gebruikt. De op de transactie gegenereerde goodwill (zonder bestaande goodwill) bedraagt EUR 14 miljoen en de uitgaande nettokasbeweging van deze overname bedraagt EUR 17 miljoen. Zoals door IFRS 3 wordt toegestaan, werd deze overname slechts voorlopig verwerkt. Er werden evenwel aanpassingen aangebracht als gevolg van een vermindering van de totale goodwill van EUR 17 miljoen sinds de controleverwerving. De boekhoudkundige verwerking van de controleverwerving zal tegen de publicatie van de volgende balans voltooid zijn. De overname heeft over het boekjaar EUR 38 miljoen bijgedragen tot de omzet en EUR - 3 miljoen tot het nettoresultaat van de Groep. Benito Ergon Capital Partners III heeft, eveneens op 1 augustus 2011, 86,4% overgenomen van het kapitaal van de groep Benito Artis, een Spaanse groep die marktleider is in het ontwerp en de distributie van stadsmeubilair. De balans van de groep per 31 juli 2011 werd als openingsbalans gebruikt. De goodwill ontstaan bij deze overname (zonder bestaande goodwill) bedraagt EUR 2 miljoen en de uitgaande netto kasbeweging van deze overname bedraagt EUR 5 miljoen. Ook deze overname werd voorlopig in de boekhouding verwerkt. De overname heeft over het boekjaar EUR 19 miljoen bijgedragen tot de omzet en EUR - 2 miljoen tot het netto resultaat van de Groep.
82
Jaarverslag 2011
Noten Met het oog op een betere samenhang zijn de noten bij de rekeningen gerangschikt per aard, en niet volgens het voorkomen van de boekhoudkundige posten in de balans en het geconsolideerd overzicht van het volledige resultaat. Deze ordening laat toe om het geheel van de invloeden op de financiële staten van activa en passiva van eenzelfde aard te analyseren.
1. Gesegmenteerde informatie IFRS 8 – Operationele segmenten, schrijft de identificatie van segmenten voor op basis van interne verslagen die regelmatig aan de voornaamste operationele beslisser worden overgemaakt met het oog op de besluitvorming omtrent de toewijzing van middelen aan de segmenten en de waardering van de prestaties ervan. Ingevolge de in de toelichting hiervoor beschreven verwerving van de controle over Imerys en de uitbreiding van de activiteiten van de private-equitypool, diende de door de groep gepubliceerde en gebruikte financiële verslaggeving in 2011 te worden aangepast. Bijgevolg heeft de groep, vanaf 2011 en overeenkomstig IFRS 8, drie segmenten bepaald: Holding: omvat het moederhuis GBL en haar dochtervennootschappen, met als voornaamste doel het beheer van deelnemingen en de niet-geconsolideerde operationele of geassocieerde vennootschappen;
Private equity: die de private equity investeringsvennootschappen omvat zoals ECP I, ECP II en ECP III en hun operationele dochtervennootschappen (subgroepen ELITech, De Boeck en Benito) en de beleggingsfondsen PAI Europe III en Sagard I & II. De resultaten van een segment, de activa en passiva ervan, omvatten alle bestanddelen die rechtstreeks eraan worden toegerekend. De op deze segmenten toegepaste boekhoudkundige normen, zijn identiek aan deze beschreven in de toelichting “Boekhoudkundige principes”.
1.1. Gesegmenteerde informatie over de geconsolideerde resultatenrekening per 31 december 2011 Holding
Imerys
Private equity
Totaal
Deel in het nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen
124,6
21,8
(10,1)
136,3
Nettodividenden van deelnemingen
500,3
-
-
500,3
Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten in verband met investeringsactiviteiten
(28,5)
-
(4,6)
(33,1)
(639,0)
-
34,2
(604,8)
(42,9) (85,5)
21,8
(0,9) 18,6
(43,8) (45,1)
Omzet
-
2.792,2
158,8
2.951,0
Grondstoffen en verbruikstoffen
-
(971,5)
(67,8)
(1.039,3)
Personeelskosten
-
(531,9)
(41,1)
(573,0)
Afschrijvingen van immateriële en materiële vaste activa
-
(155,6)
(12,1)
(167,7)
Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten in verband met operationele activiteiten
-
(785,9)
(32,8)
(818,7)
Financiële opbrengsten en kosten van operationele activiteiten Resultaat van de geconsolideerde operationele activiteiten
-
(42,3) 305,0
(8,0) (3,0)
(50,3) 302,0
0,7
(91,3)
1,0
(89,6)
(84,8) (84,8)
235,5 142,2
16,6 17,6
167,3 75,0
In miljoen EUR
Resultaten op overdrachten, waardeverminderingen en terugnemingen van niet-courante activa Financiële opbrengsten en kosten van investeringsactiviteiten Resultaat van investeringsactiviteiten
Belastingen op het resultaat Geconsolideerd resultaat over de periode Toerekenbaar aan de Groep
Ingevolge de verwerving begin april 2011 van de 25,6% in Imerys, stemt het “Resultaat van investeringsactiviteiten” overeen met het resultaat dat verkregen wordt door de toepassing van de vermogensmutatiemethode op deze deelneming over het eerste kwartaal 2011. De andere rubrieken van de kolom stemmen overeen met de bijdrage van Imerys die voortvloeit uit de integrale consolidatie van deze vennootschap vanaf het tweede kwartaal.
Jaarverslag 2011
83
Rekeningen per 31 december 2011
Imerys: omvat de groep Imerys, een op NYSE Euronext Parijs genoteerde Franse groep, die een toonaangevende positie bekleedt in de vier afdelingen waarin de groep actief is: Mineralen voor Keramiek, Vuurvaste Toepassingen, Slijpmiddelen & Gieterij; Performantie & Filtratiemineralen; Papierpigmenten & Verpakking en Materialen & Vuurvaste Steen;
Rekeningen per 31 december 2011 - Noten
De gesegmenteerde informatie betreffende de andere bestanddelen van het resultaat worden hieronder vermeld: In miljoen EUR
Holding
Imerys
Private equity
Totaal
124,6
29,7
(10,1)
144,2
1,2
155,6
12,1
168,9
(649,6)
(10,5)
(8,9)
(669,0)
Imerys 3.210,0
Private equity 362,6
Totaal 15.788,7
Deel in het nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen en joint ventures Afschrijvingen van materiële en immateriële vaste activa Waardevermindering van niet-courante activa
1.2. Gesegmenteerde informatie over de geconsolideerde balans per 31 december 2011 Holding 12.216,1
In miljoen EUR
Niet-courante activa Immateriële vaste activa
-
37,7
71,9
109,6
Goodwill
-
1.019,7
99,9
1.119,6
17,6
1.887,0
15,3
1.919,9
12.178,8
87,2
150,3
12.416,3
Deelnemingen in geassocieerde ondernemingen
3.362,8
82,4
97,4
3.542,6
Voor verkoop beschikbare deelnemingen
8.816,0
4,8
52,9
8.873,7
19,2
105,8
19,6
144,6
0,5
72,6
5,6
78,7
Materiële vaste activa Deelnemingen
Andere niet-courante activa Uitgestelde belastingvorderingen Courante activa
472,0
1.746,4
142,8
2.361,2
Voorraden
-
645,9
51,3
697,2
Handelsvordering
-
526,9
57,9
584,8
Beleggingsactiva
26,6
6,4
-
33,0
Liquide middelen en gelijkgestelde
298,2
424,2
15,5
737,9
Andere courante activa
147,2
143,0
18,1
308,3
12.688,1
4.956,4
505,4
18.149,9
Niet-courante passiva
1.306,9
1.641,2
125,0
3.073,1
Financiële schulden
1.299,9
1.028,4
105,3
2.433,6
Voorzieningen
1,6
265,2
1,1
267,9
Pensioenen en vergoedingen na uitdiensttreding
0,2
231,3
2,4
233,9
Andere niet-courante passiva
4,9
21,3
1,6
27,8
Uitgestelde belastingverplichtingen
0,3
95,0
14,6
109,9
Courante passiva
228,3
1.104,3
99,6
1.432,2
Financiële schulden
182,7
434,7
33,9
651,3
1,0
360,0
25,6
386,6
-
19,2
1,3
20,5
2,1
9,7
10,0
21,8
42,5
280,7
28,8
352,0
1.535,2
2.745,5
224,6
4.505,3
Totaal activa
Handelsschulden Voorzieningen Fiscale schulden Andere courante passiva Totaal passiva
Het geheel van de activa en passiva wordt toegewezen aan de verschillende segmenten. Investeringsuitgaven per segment zijn opgenomen in onderstaande tabel: In miljoen EUR
Investeringsuitgaven
84
Jaarverslag 2011
Holding
Imerys
Private equity
Totaal
-
194,5
11,8
206,3
De uitsplitsing van de omzet van de Groep per type van activiteit is opgenomen onder noot 6. De uitsplitsing van de omzet van de Groep en van de niet-courante activa over de geografische zones is de volgende: 2011
In miljoen EUR
Omzet België
85,1
Andere landen van Europa
1.528,2
Noord-Amerika
617,9
Andere
719,8
Totaal
2.951,0
Niet-courante activa (1) Europa
1.553,7
Noord-Amerika
708,4
Andere Totaal
887,0 3.149,1
(1) Zonder uitgestelde belastingvorderingen en financiële activa
Rekeningen per 31 december 2011
2. Geassocieerde ondernemingen Door de overname van de uitsluitende controle over Imerys in april 2011, werd de consolidatiemethode gewijzigd. Deze groep werd tot op het einde van het eerste kwartaal 2011 opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. De cijfers 2011 van Imerys, opgenomen in deze noot aangaande de geassocieerde ondernemingen hebben enkel betrekking tot het eerste kwartaal 2011.
2.1. Deel in het nettoresultaat De dividenden komende van de vennootschappen waarop vermogensmutatie wordt toegepast zijn verwijderd en vervangen door het deel van GBL in hun resultaat. Geïnde dividenden In miljoen EUR
2011
2010
2009
Lafarge
60,5
120,9
82,5
Imerys
-
23,1
19,2
Totaal
60,5
144,0
101,7
De dividenden van Imerys ten bedrage van EUR 51 miljoen werden geïnd in het tweede kwartaal 2011, in de periode waarin Imerys al geconsolideerd werd volgens de integrale consolidatie methode. Nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen In miljoen EUR
2011
2010
2009
Lafarge
593,0
827,0
736,0
Imerys
71,0
240,8
41,3
ECP I & II
(23,7)
32,8
(15,6)
Geassocieerde ondernemingen behorend tot de geconsolideerde operationele activiteiten
17,7
-
-
De evolutie van het nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen wordt in detail weergegeven in de economische analyse van het geconsolideerd resultaat blz. 17, alsook in het gedeelte van het jaarverslag gewijd aan de deelnemingen.
Jaarverslag 2011
85
Rekeningen per 31 december 2011 - Noten
Deel van GBL In miljoen EUR
2011
2010
2009
Lafarge
124,6
174,1
155,2
Imerys
21,8
74,1
12,6
ECP I & II Deel in het nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen – investeringsactiviteiten Geassocieerde ondernemingen verbonden met de geconsolideerde operationele activiteiten (opgenomen onder de « Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten »)
(10,1)
14,0
(6,7)
136,3
262,2
161,1
7,9
-
-
Totaal
144,2
262,2
161,1
GBL maakt in haar resultaat geen onderscheid tussen recurrente en niet-recurrente elementen, laastgenoemde worden hieronder ter informatie gedetailleerd weergegeven: 2011 Lafarge Het nettoresultaat van Lafarge, over 2011 komt uit op EUR 593 miljoen, tegen EUR 827 miljoen in 2010. In 2011 kon deze groep een niet-recurrent nettoresultaat van EUR 466 miljoen laten optekenen, voornamelijk wegens de meerwaarde behaald op de overdracht van haar Gipsactiviteiten in Europa, Latijns Amerika, Azië en Australië, terwijl ze in 2010 nog een meerwaarde van EUR 161 miljoen realiseerde op de overdracht van de aandelen van Cimpor. Verder werd het nettoresultaat over het boekjaar 2011 beïnvloed door de tenlasteneming van een waardevermindering op goodwill van EUR 285 miljoen, voornamelijk met betrekking tot Griekenland. ECP I & II De bijdrage van ECP I & II tot het nettoresultaat van GBL over 2011 bedraagt EUR - 10 miljoen, hoofdzakelijk toe te schrijven aan de evolutie van de boekhoudkundige waardering van de deelnemingsportefeuille. 2010 Lafarge Het nettoresultaat van Lafarge is er 12% op vooruit gegaan tot EUR 827 miljoen in 2010, tegen EUR 736 miljoen in 2009. Het resultaat 2010 wordt gunstig beïnvloed door de meerwaarde van EUR 161 miljoen op de overlating van de Cimpor-aandelen. Imerys In het nettoresultaat van Imerys (EUR 241 miljoen) is een kost, na belastingen, van EUR 1 miljoen opgenomen die verband houdt met niet-recurrente elementen. Dat bedrag bevat met name: EUR 40 miljoen opbrengst van de verwervingverschil op PPSA, EUR 7 miljoen winst op een herstructurering van de financiering van de Amerikaanse dochterondernemingen van de groep, EUR - 31 miljoen ingevolge een voorziening voor herstructureringen en waardeverminderingen van activa en EUR - 14 miljoen toevoeging aan de voorziening voor sanering van bedrijfsterreinen. ECP I & II De bijdrage van ECP I & II in het nettoresultaat van GBL per 31 december 2010 bedraagt EUR 14 miljoen, hoofdzakelijk toe te schrijven aan de evolutie van de boekhoudkundige waardering van haar portefeuille. 2009 Lafarge Het nettoresultaat van Lafarge omvat EUR 93 miljoen nettokosten, te wijten aan de waardeverminderingen op in West-Europa gelegen activa van de afdeling Cement (EUR - 90 miljoen), de kosten in verband met de regeling van het geschil met USG (EUR - 47 miljoen) en een terugneming van voorzieningen van EUR 44 miljoen ten gevolge van de uitspraak van de rechtbank in de concurrentiezaak in Duitsland. Imerys In het nettoresultaat van Imerys (EUR 41 miljoen) is een nettoverlies verrekend van EUR 78 miljoen toe te schrijven aan niet-recurrente elementen. Het bevat voornamelijk een cash kost van EUR 53 miljoen die verband houdt met de tijdens de verslagperiode opgestarte kostenverminderingsprogramma’s, een non cash bedrag van EUR - 45 miljoen wegens waarde verminderingen op industriële activa en een waardeverlies vastgesteld op verwervingsverschillen en een meerwaarde op overdrachten van EUR 11 miljoen (onder meer de overdracht van Planchers Fabre in mei 2009). ECP I & II Het geconsolideerd verlies van ECP I & II van EUR 16 miljoen omvat hoofdzakelijk terugnemingen van tijdens voorgaande boekjaren in resultaat geboekte latente meerwaarden.
86
Jaarverslag 2011
Lafarge 2.738,9
Imerys 558,8
Investeringen
317,1
Resultaat van de periode
155,2
Uitkering
(82,5)
In miljoen EUR
Per 31 december 2008
ECP I & II 94,2
Andere -
Totaal 3.391,9
78,8
3,7
-
399,6
12,6
(6,7)
-
161,1
(19,2)
-
-
(101,7)
Omrekeningsverschillen
(8,9)
8,7
-
-
(0,2)
Wijziging van de herwaarderingsreserves/dekking
72,1
16,6
-
-
88,7
Andere Terugneming van waardevermindering Per 31 december 2009 Inversteringen
(34,5)
(14,6)
0,2
-
(48,9)
649,6 3.807,0
641,7
91,4
-
649,6 4.540,1
-
3,9
1,1
-
5,0
Resultaat van de periode
174,1
74,1
14,0
-
262,2
Uitkering
(120,9)
(23,1)
-
-
(144,0)
Omrekeningsverschillen
226,0
47,3
-
-
273,3
Wijziging van de herwaarderingsreserves/dekking
(29,1)
3,9
-
-
(25,2)
(4,3) 4.052,8
(5,7) 742,1
106,5
-
(10,0) 4.901,4
Investeringen
-
-
10,4
0,7
11,1
Terugbetaling
-
-
(11,4)
-
(11,4)
Andere Per 31 december 2010
-
-
-
(0,5)
(0,5)
Resultaat van de periode
124,6
21,8
(10,1)
7,9
144,2
Uitkering
(60,5)
-
-
(0,7)
(61,2)
-
-
-
75,9
75,9
(84,9)
(26,2)
-
-
(111,1)
Overdrachten
Wijzigingen van de consolidatiekring Omrekeningsverschillen Wijziging van de herwaarderingsreserves/dekking Verdisconteerde winst (en verlies)
-
1,3
-
-
1,3
(41,7)
-
-
-
(41,7)
-
(739,3)
-
-
(739,3)
(649,6)
-
-
(1,5)
(651,1)
Andere mutaties Per 31 december 2011
22,1 3.362,8
0,3 -
95,4
2,6 84,4
25,0 3.542,6
Waarvan: Holding
Wijziging van de consolidatiemethode Waardevermindering
3.362,8
-
-
-
3.362,8
Imerys
-
-
-
82,4
82,4
Private equity
-
-
95,4
2,0
97,4
De beurswaarde van de deelneming in Lafarge bedraagt eind 2011 EUR 1.638 miljoen (EUR 2.830 miljoen per 31 december 2010). ECP I & II worden niet genoteerd op de beurs. De overname van de controle over Imerys en de wijziging van de consolidatiemethode worden uitvoerig uiteengezet onder de afdeling “Consolidatiekring, geassocieerde ondernemingen en wijzigingen van de consolidatiekring”.
Jaarverslag 2011
87
Rekeningen per 31 december 2011
2.2. Vermogensmutatiewaarde
Rekeningen per 31 december 2011 - Noten
Waardevermindering op Lafarge, geboekt in 2008 en gedeeltelijk teruggenomen in 2009 De koersdaling van Lafarge die eind 2008 werd vastgesteld, was een objectieve aanwijzing dat een impairment test moest worden uitgevoerd overeenkomstig IAS 28 en IAS 36. Daartoe had GBL de geconsolideerde boekwaarde vergeleken met de gebruikswaarde en de beurswaarde op de afsluitdatum. Uit de vooruitzichten op vijf jaar, die GBL uitwerkte op basis van publieke informatie en de in hieronder tabel opgenomen waarderingshypothesen, kon (op basis van de “Discounted Cash Flow”-methode) een gebruikswaarde van de investering in Lafarge worden afgeleid die zich tussen EUR 55 en EUR 85 per aandeel bevond. De beurskoers per 31 december 2008 bedroeg EUR 43,35. Gelet op de hiervoor berekende vork, besloot het management van GBL om in 2008 een waardevermindering van EUR 26 per aandeel te boeken, zijnde een globale kost van EUR 1.092 miljoen, waardoor de geconsolideerde boekwaarde bij GBL werd teruggebracht tot het deel in het eigen vermogen IFRS van Lafarge per eind december 2008 (hetzij EUR 66 per aandeel).
Waarderingshypothesen
Gevoeligheid voor de hypothesen
Actualisatievoet
7,4% – 7,9%
Actualisatievoet
Groeivoet op lange termijn
1,0% – 2,0%
Groeivoet op lange termijn
Schommeling
Effect op gebruikswaarde In EUR/aandeel
+ 0,25% - 0,25%
- 7 tot - 21 - 9 tot + 8
- 1,0%
- 9 tot - 21
Gelet op de stijging van de beurskoers van Lafarge over de eerste negen maanden van 2009, moest GBL, overeenkomstig IAS 36, bij de afsluiting per 30 september 2009, een gedeelte van de in 2008 geboekte waardevermindering terugnemen. Deze terugneming, ten bedrage van EUR 650 miljoen, werd berekend op grond van de beurskoers op voornoemde datum (EUR 61,15). Het bedrag van deze terugneming werd, overeenkomstig IAS 28 en IAS 36, voor het vierde kwartaal niet aangepast, aangezien er geen objectieve aanwijzing van een waardevermindering op 31 december 2009 bestaat. In 2011 geboekte waardevermindering Naar aanleiding van de aanhoudende daling van de beurskoers ten opzichte van de waarde van de deelneming in Lafarge waarop vermogensmutatie wordt toegepast, heeft GBL ook een impairment test uitgevoerd. De recente uitvoering van deze impairment test op 30 september 2011, waarbij rekening werd gehouden met de op genoemde datum beschikbare informatie en in het bijzonder met een verslechterd economisch klimaat, heeft uitgewezen dat de gebruikswaarde lager was dan de geconsolideerde boekwaarde (EUR 65,2 per aandeel). GBL was dus genoopt om een waardevermindering te boeken, waarbij de geconsolideerde waarde van de deelneming in Lafarge werd teruggebracht tot het deel in het eigen vermogen IFRS van Lafarge per eind september 2011 (EUR 54,4 per aandeel). Die waarde ligt in de vork van de geraamde gebruikswaarde. Dit waardevermindering van EUR 10,8 per aandeel, weegt voor EUR 650 miljoen op het resultaat van het derde kwartaal 2011. De waarderingshypothesen per 30 september 2011 zijn vermeld in onderstaande tabel:
Waarderingshypothesen
Gevoeligheid voor de hypothesen
Actualisatievoet
7,6% – 8,1%
Actualisatievoet
Groeivoet op lange termijn
1,0% – 2,0%
Groeivoet op lange termijn
Schommeling
Effect op gebruikswaarde In EUR/aandeel
+ 0,25% - 0,25%
-5 +5
- 1,0%
- 11
Deze impairment test werd op 31 december 2011 opnieuw uitgevoerd en heeft niet tot een herziening van de conclusies per 30 september 2011 geleid, zodat de geconsolideerde boekwaarde van Lafarge in GBL steeds gelijk is aan het deel in het eigen vermogen IFRS van Lafarge per eind 2011, hetzij EUR 55,8 per aandeel. De waarderingshypothesen per 31 december 2011 zijn vermeld in onderstaande tabel:
Waarderingshypothesen
Gevoeligheid voor de hypothesen
Actualisatievoet
7,6% – 8,1%
Actualisatievoet
Groeivoet op lange termijn
1,0% – 2,0%
Groeivoet op lange termijn
Schommeling
Effect op gebruikswaarde In EUR/aandeel
+ 0,25% - 0,25%
-5 +5
- 1,0%
- 10
2.3. Aanvullende inlichtingen betreffende de vermogensmutatie
Goegekeurde financiële informatie betreffende de ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast 2011
2010
2009
Totaal van de activa
41.162,7
47.173,7
43.647,4
Totaal van het eigen vermogen
16.308,8
18.564,1
17.029,2
Totaal van de omzetten
16.288,2
19.516,2
18.658,2
Totaal van de resultaten
650,5
1.100,7
761,7
In miljoen EUR
88
Jaarverslag 2011
3. Total, GDF SUEZ, Pernod Ricard, Suez Environnement, Iberdrola, Arkema en andere deelnemingen beschikbaar voor verkoop 3.1. Nettodividenden In miljoen EUR
2011
2010
2009
Total
251,7
204,8
200,8
GDF SUEZ
175,8
175,8
257,7
Pernod Ricard
37,6
34,8
11,4
Suez Environnement
22,8
22,8
22,8
Iberdrola
7,9
10,7
8,6
Arkema
3,8
1,4
1,4
Andere
0,7
0,4
47,6
Totaal
500,3
450,7
550,3
3.2. Resultaten op overdrachten en waardeverminderingen op deelnemingen beschikbaar voor verkoop (AFS) In miljoen EUR
Waardeverminderingen op AFS-effecten
2011
2010
2009
-
(20,4)
(234,7)
Pernod Ricard
-
-
(198,2)
Iberdrola
-
(20,4)
(36,5)
Meerwaarden op AFS-effecten
10,6
-
-
Iberdrola
10,6
-
-
Andere
34,2
1,6
(23,6)
Fondsen
35,6
3,6
(19,1)
Andere
(1,4)
(2,0)
(4,5)
Totaal
44,8
(18,8)
(258,3)
Waardeverminderingen op AFS-effecten Wegens de daling van de financiële markten heeft GBL, met inachtneming van de IFRS, EUR 255 miljoen waardeverminderingen geboekt in 2009 en 2010 op de deelnemingen in Pernod Ricard en Iberdrola waarvan EUR 235 miljoen in 2009 en EUR 20 miljoen in 2010. De waardeverminderingen waren gelijk aan het verschil tussen de aanschaffingswaarde en de beurskoers op afsluitingsdatum. Meerwaarden op AFS-effecten In de loop van 2011 heeft GBL haar belang in Iberdrola gedeeltelijk verkocht tegen de prijs van EUR 90 miljoen, waarop een meerwaarde van EUR 11 miljoen werd gerealiseerd. Op 31 december 2011 bezit GBL nog 0,2% van het kapitaal van Iberdrola. Andere Wat de private-equityfondsen betreft, hebben Sagard en PAI Europe III voor 2011 respectievelijk EUR 17 miljoen en EUR 19 miljoen (EUR 0 miljoen en EUR 4 miljoen in 2010) bijgedragen. Ter herinnering, de deelnemingen van GBL worden aangehouden via vennootschappen gevestigd in landen die de meerwaarden op dergelijke deelnemingen in principe niet belasten.
Jaarverslag 2011
89
Rekeningen per 31 december 2011
GBL heeft in 2011 EUR 500 miljoen dividenden geboekt (EUR 451 miljoen in 2010). De verhoging met EUR 49 miljoen is voor namelijk toe te schrijven aan het door Total ingevoerde nieuw uitkeringsbeleid dat voorziet in kwartaaldividenden. Het derde kwartaaldividend van Total over het boekjaar 2011, beslist in oktober 2011 (betaalbaar gesteld in maart 2012), moet in dit boekjaar worden opgenomen. Op dit bestanddeel na, zijn de dividenden 2010 en 2011 stabiel gebleven. Het bedrag van de in 2009 geboekte dividenden hetzij EUR 550 miljoen, bevatte een uitzonderlijke uitkering vanwege GDF SUEZ van EUR 94 miljoen en een niet-recurrente teruggave van onrechtmatig ingehouden bronbelasting op eerdere dividenden van EUR 48 miljoen begrepen.
Rekeningen per 31 december 2011 - Noten
3.3. Reële waarde en schommelingen Deelnemingen in beursgenoteerde ondernemingen worden gewaardeerd tegen hun beurskoers op de afsluitingsdatum van het boekjaar. De deelnemingen in de “Fondsen”, waaronder PAI Europe III, Sagard I en Sagard II, worden geherwaardeerd tegen de reële waarde, door de fondsbeheerders vastgesteld op basis van hun investeringsportefeuille. De schommelingen van de reële waarde van de deelnemingen worden in de herwaarderingsreserves geboekt (zie noot 3.4.).
Total 3.655,2
GDF SUEZ 4.140,1
Suez Environnement 421,8
Resultaten van de Fondsen
-
-
-
Aankopen
-
-
-
Verkopen/Terugbetalingen
-
-
-
-
572,6
(591,2)
142,6
4.227,8
3.548,9
564,4
Resultaten van de Fondsen
-
-
-
-
Aankopen
-
-
-
121,8
Verkopen/Terugbetalingen
-
-
-
-
(503,0)
(402,6)
(23,6)
3.724,8
3.146,3
540,8
Resultaten van de Fondsen
-
-
Wijziging van de consolidatiekring/ Bedrijfscombinaties
-
Aankopen
-
Verkopen/Terugbetalingen
In miljoen EUR
Per 31 december 2008
Wijziging van de herwaarderingsreserves Waardeverminderingen Per 31 december 2009
Wijziging van de herwaarderingsreserves Waardeverminderingen Per 31 december 2010
Wijziging van de herwaarderingsreserves
Pernod Ricard 954,5
Totale reële waarde 9.462,4
Iberdrola 189,2
Arkema 28,8
Fondsen 70,2
Andere 2,6
-
-
-
(21,5)
-
(21,5)
201,3
13,3
-
2,7
-
217,3
-
-
(2,2)
-
(2,2)
486,8
43,6
32,3
7,1
(0,2)
693,6
(198,2) 1.444,4
(36,5) 209,6
61,1
56,3
2,4
(234,7) 10.114,9
-
-
2,3
-
2,3
-
27,5
7,6
-
156,9
-
-
(3,2)
-
(3,2)
269,7
(7,9)
77,7
10,1
-
(579,6)
1.835,9
(20,4) 181,3
166,3
73,1
2,4
(20,4) 9.670,9
-
-
-
-
43,0
-
43,0
-
-
-
-
-
-
6,2
6,2
-
-
-
-
155,0
17,0
38,3
210,3
-
-
-
-
(158,6)
-
(56,4)
(1,2)
(216,2)
(59,6)
(671,4)
(229,3)
33,9
(34,9)
17,7
(15,8)
1,4
(958,0)
(Waardeverminderingen)/ Terugnemingen
-
-
-
-
78,9
-
(8,9)
(0,1)
69,9
Andere Per 31 december 2011
3.710,7
2.474,9
311,5
1.869,8
2,1 68,8
339,0
52,0
47,0
47,6 8.873,7
Waarvan: Holding
8.816,0
3.710,7
2.474,9
311,5
1.869,8
68,8
339,0
-
41,3
Imerys
-
-
-
-
-
-
-
4,8
4,8
Private equity
-
-
-
-
-
-
52,0
0,9
52,9
90
Jaarverslag 2011
In miljoen EUR
Per 31 december 2008 Schommeling te danken aan de evolutie van de reële waarde Overdracht in resultaat (verkopen/ waardeverminderingen) Per 31 december 2009 Schommeling te danken aan de evolutie van de reële waarde Overdracht in resultaat (verkopen/ waardeverminderingen) Per 31 december 2010 Schommeling te danken aan de evolutie van de reële waarde Overdracht in resultaat (verkopen/ waardeverminderingen) Per 31 december 2011
Total 1.530,0
GDF SUEZ 1.556,7
Suez Environnement 76,1
Pernod Ricard -
Iberdrola -
Arkema 0,4
Fondsen 0,3
Andere (141,6)
Totale reële waarde 3.021,9
572,6
(591,2)
142,6
288,6
7,1
32,3
7,1
88,5
547,6
2.102,6
965,5
218,7
198,2 486,8
36,5 43,6
32,7
7,4
(53,1)
234,7 3.804,2
(503,0)
(402,6)
(23,6)
269,7
(28,3)
77,7
10,1
(29,1)
(629,1)
1.599,6
562,9
195,1
756,5
20,4 35,7
110,4
17,5
(82,2)
20,4 3.195,5
(59,6)
(671,4)
(229,3)
33,9
(12,2)
17,7
(24,7)
1,4
(944,2)
1.540,0
(108,5)
(34,2)
790,4
(22,7) 0,8
128,1
8,9 1,7
(80,8)
(13,8) 2.237,5
De reële waarde schommelingen van de AFS-aandelen (vermeld onder punt 3.3.), zijn vermeld in bovenstaande tabel. De post “Andere”, van zijn kant, bevat hoofdzakelijk het deel van de schommelingen van GBL in de herwaarderingsreserves van de geassocieerde ondernemingen (Lafarge en Imerys vóór 2011).
4. Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten en personeelskosten 4.1. Detail van de andere bedrijfsopbrengsten en -kosten In miljoen EUR
2011
2010
2009
Diensten en diverse goederen
(24,2)
(19,2)
(16,7)
Personeelskosten
(7,6)
(8,0)
(7,1)
Afschrijvingen
(1,2)
(1,4)
(1,1)
Andere bedrijfskosten
(1,1)
(0,1)
(0,1)
Andere bedrijfsopbrengsten
1,0
0,8
0,7
(33,1)
(27,9)
(24,3)
Vervoerkosten
(426,4)
-
-
Uitbestedingskosten
(129,1)
-
-
(44,9)
-
-
Erelonen
(61,4)
(4,3)
-
Diverse belastingen
(34,5)
-
-
(173,3)
-
-
43,0
-
-
Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten – investeringsactiviteiten
Gemene huur
Andere bedrijfskosten Andere bedrijfsopbrengsten Deel in het nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen verbonden met de geconsolideerde operationele activiteiten
7,9
-
-
Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten – operationele activiteiten
(818,7)
(4,3)
-
De andere bedrijfskosten in verband met de operationele activiteiten bevatten een bedrag van EUR 7 miljoen transactiekosten in verband met de overname van Imerys. Jaarverslag 2011
91
Rekeningen per 31 december 2011
3.4. Herwaarderingsreserves
Rekeningen per 31 december 2011 - Noten
4.2. Detail van de personeelskosten 2011
2010
Lonen
(4,9)
(5,2)
(4,9)
Sociale zekerheid
(1,0)
(1,1)
(1,0)
In miljoen EUR
2009
Bijdragen aan pensioenstelsels
(1,2)
(1,4)
(0,9)
Andere
(0,5)
(0,3)
(0,3)
Totaal personeelskosten – investeringsactiviteiten
(7,6)
(8,0)
(7,1)
Lonen
(447,1)
-
-
Sociale zekerheid
(97,9)
-
-
Bijdragen aan pensioenstelsels
(27,3)
-
-
(0,7)
-
-
(573,0)
-
-
Andere Totaal personeelskosten – geconsolideerde operationele activiteiten
De remuneraties van de Bestuurders van GBL en de bijdragen aan hun pensionregelingen zijn opgenomen onder de post “Diensten en diverse goederen”.
5. Financieel resultaat 2011
2010
6,0
7,3
14,3
(36,2)
(21,9)
(26,1)
Resultaat op beleggingsactiva en afgeleide producten
(8,2)
(6,5)
(16,1)
Andere financiële opbrengsten/(kosten)
(5,4)
(3,3)
6,1
(43,8)
(24,4)
(21,8)
In miljoen EUR
Interestopbrengsten op thesaurie en niet-courante activa Interestekosten op financiële schulden
Financiële opbrengsten en kosten – investeringsactiviteiten Interestopbrengsgen op thesaurie en niet-courante activa
2009
2,0
-
-
(52,8)
-
-
Resultaat op beleggingsactiva en afgeleide producten
0,7
-
-
Andere financiële kosten
(0,2)
-
-
(50,3)
-
-
Interestkosten op financiële schulden
Financiële opbrengsten en kosten – operationele activiteiten
De interestopbrengsten en -kosten van de investeringsactiviteiten bedragen globaal gezien EUR - 30 miljoen (EUR - 15 miljoen in 2010). Deze schommeling is toe te schrijven aan de verhoging van de interestkosten i.v.m. de eind juni 2010 voltooide obligatieuitgifte 2017 (EUR 350 miljoen) en de financieringskosten van de overname van de Imerys-aandelen in 2011, tegen meer dan EUR 1 miljard. De resultaten op beleggingseffecten en afgeleide producten van EUR - 8 miljoen zijn voornamelijk toe te schrijven aan het resultaat i.v.m. de afwikkeling van een interestswap van GBL (EUR 4 miljoen), gecompenseerd door het resultaat op de aandelenopties (EUR - 7 miljoen) en de mark tot market op de tradingportefeuille (EUR - 8 miljoen). De resultaten van EUR - 7 miljoen en EUR - 16 miljoen van de vergelijkende perioden, omvatten voornamelijk het effect van de interestswap. De financiële opbrengsten en kosten van de geconsolideerde operationele activiteiten zijn voornamelijk toe te schrijven aan de interestkosten op de schuld van Imerys van EUR 44 miljoen.
92
Jaarverslag 2011
6. Omzet 2011
2010
2009
2.580,3
-
-
370,1
-
-
Andere
0,6
-
-
Totaal
2.951,0
-
-
Andere
Totaal
In miljoen EUR
Verkoop van goederen Dienstenverlening
Ontwikkelingskosten
Software
Mijnrechten
Octrooien, licenties en concessies
Brutoboekwaarde Per 31 december 2008
-
-
-
-
-
-
Investeringen
-
-
-
-
-
-
Wijziging van de consolidatiekring/ Bedrijfscombinaties
-
-
-
-
-
-
Overboeking tussen categorieën
-
-
-
-
-
-
Overdrachten en terugtrekkingen
-
-
-
-
-
-
Omrekeningsverschillen
-
-
-
-
-
-
Andere Per 31 december 2009
-
-
-
-
-
-
Investeringen
-
-
-
-
-
-
In miljoen EUR
Wijziging van de consolidatiekring/ Bedrijfscombinaties
1,9
-
-
5,7
6,5
14,1
Overboeking tussen categorieën
-
-
-
-
-
-
Overdrachten en terugtrekkingen
-
-
-
-
-
-
Omrekeningsverschillen
-
-
-
-
-
-
Andere Per 31 december 2010
1,9
-
-
5,7
6,5
14,1
Investeringen
9,9
2,6
0,1
1,3
1,9
15,8
Wijziging van de consolidatiekring/ Bedrijfscombinaties
21,3
69,5
19,8
17,1
30,4
158,1
Overboeking tussen categorieën
0,3
0,3
(0,2)
0,2
(1,0)
(0,4)
Overdrachten en terugtrekkingen
-
(1,0)
(2,9)
-
(0,3)
(4,2)
Omrekeningsverschillen
0,2
2,8
(1,0)
0,2
1,8
4,0
Andere Per 31 december 2011
0,1 33,7
74,2
15,8
1,4 25,9
49,9 89,2
51,4 238,8
Jaarverslag 2011
93
Rekeningen per 31 december 2011
7. Immateriële vaste activa
Rekeningen per 31 december 2011 - Noten
Mijnrechten
Octrooien, licenties en concessies
Andere
Totaal
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Overdrachten en terugtrekkingen
-
-
-
-
-
-
Omrekeningsverschillen
-
-
-
-
-
-
Wijziging van de consolidatiekring/ Andere Per 31 december 2009
-
-
-
-
-
-
Afschrijvingen
-
-
-
-
-
-
Waardeverminderingen (geboekte)/ terugnemingen
-
-
-
-
-
-
Overboeking tussen categorieën
-
-
-
-
-
-
Overdrachten en terugtrekkingen
-
-
-
-
-
-
Omrekeningsverschillen
-
-
-
-
-
-
Wijziging van de consolidatiekring/ Andere Per 31 december 2010
-
-
-
-
-
-
(2,7)
(2,9)
(0,5)
(0,3)
(6,2)
(12,6)
Ontwikkelingskosten
Software
Gecumuleerde afschrijvingen Per 31 december 2008
-
Afschrijvingen
-
Waardeverminderingen (geboekte)/ terugnemingen Overboeking tussen categorieën
In miljoen EUR
Afschrijvingen Waardeverminderingen (geboekte)/ terugnemingen
-
-
-
-
-
-
Overboeking tussen categorieën
-
0,1
0,1
-
-
0,2
Overdrachten en terugtrekkingen
-
1,0
3,1
-
0,3
4,4
Omrekeningsverschillen
-
(2,7)
-
(0,2)
(1,6)
(4,5)
Wijziging van de consolidatiekring/ Andere Per 31 december 2011
(12,3) (15,0)
(62,9) (67,4)
(4,1) (1,4)
(11,1) (11,6)
(26,3) (33,8)
(116,7) (129,2)
Nettoboekwaarde Per 31 december 2009 Per 31 december 2010 Per 31 december 2011
1,9 18,7
6,8
14,4
5,7 14,3
6,5 55,4
14,1 109,6
Waarvan: Holding
Imerys
Private equity
-
-
-
-
-
-
8,0
4,9
14,4
3,7
6,7
37,7
10,7
1,9
-
10,6
48,7
71,9
De post “Octrooien, licenties en concessies” omvat een bedrag van EUR 7 miljoen betreffende octrooien en merken met een onbepaalde gebruiksduur. De afschrijvingen van de verschillende perioden zijn opgenomen op de lijnen “Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten in verband met investeringsactiviteiten” en “Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa – geconsolideerde operationele activiteiten” van het geconsolideerd overzicht van het volledige resultaat. De in 2011 ten laste genomen kosten voor onderzoek en ontwikkeling bedragen EUR 12 miljoen (EUR 0 miljoen voor 2010 en 2009).
94
Jaarverslag 2011
8. Goodwill In miljoen EUR
2011
2010
2009
Brutoboekwaarde Per 1 januari
59,5
-
-
1.093,9
59,5
-
Omrekeningsverschillen
23,9
-
-
Latere waarde-aanpassingen
(46,7)
-
-
Wijziging van de consolidatiekring/Bedrijfscombinaties
Overdrachten
(6,1)
-
Andere
(3,6)
-
-
1.120,9
59,5
-
Per 31 december
Per 1 januari
-
-
-
Waardeverminderingen
(0,1)
-
-
Omrekeningsverschillen
4,6
-
-
Andere
(5,8)
-
-
Per 31 december
(1,3)
-
-
1.119,6
59,5
-
-
-
-
1.019,7
-
-
99,9
-
-
Nettoboekwaarde per 1 januari Waarvan: Holding
Imerys
Private equity
Deze post per 31 december 2011 omvat EUR 1.020 miljoen goodwill door Imerys opgenomen op haar verschillende activiteitstakken en EUR 100 miljoen goodwill op de door ECP III gedane overnamen. Overeenkomstig IAS 36 verrichten de vennootschappen van de Groep jaarlijks een impairment test op al hun kasstroom genererende eenheden (KGE) indien deze goodwill bevatten. Aangezien in alle KGE van Imerys goodwill aanwezig is, moet deze jaarlijkse test systematisch op alle KGE worden uitgevoerd. De previsionele kasstromen die gebruikt worden om de gebruikswaarde te schatten, zijn afkomstig uit het budget 2012, geëxtrapoleerd in een model van aanhoudende groei (naargelang de KGE van 2% tot 2,37%, met een gemiddelde van 2,07%). De actualisatievoet die gebruikt wordt om de gebruikswaarde te berekenen wordt bepaald op basis van de gewogen gemiddelde kapitaalkost van met Imerys vergelijkbare groepen uit de sector van de industriële mineralen. Die actualisatievoet van 8,00% in 2011, wordt, afhankelijk van de geteste KGE of individuele activa, aangepast met een risicopremie land-markt van - 50 tot + 275 basispunten. De gemiddelde actualisatievoet na belastingen op het resultaat bedraagt in 2011 8,38% (naargelang de KGE van 7,63% tot 8,55%). Voor de laatste drie kwartalen van 2011 heeft deze test bij Imerys geen aanleiding gegeven tot de boeking van een waarde vermindering op goodwill. Bij Imerys zou een vermindering met 5,0% van de voorziene kasstromen aanleiding geven tot de boeking van een waarde vermindering van EUR 9 miljoen op de goodwill van de KGE Zircon Fondu uit de afdeling Mineralen voor Keramiek, Vuurvaste Toepassingen, Slijpmiddelen & Gieterij. Een verhoging met 100 basispunten van de actualisatievoeten zou aanleiding geven tot de boeking van een waardevermindering van EUR 23 miljoen op de goodwill van dezelfde KGE. Een vermindering met 100 basispunten van de aanhoudende groeivoeten zou aanleiding geven tot de boeking van een waardevermindering van EUR 16 miljoen op de goodwill van dezelfde KGE. De recente investeringen van de private-equityfondsen worden tijdens het eerste jaar over het algemeen aangehouden tegen hun investeringsprijs.
Jaarverslag 2011
95
Rekeningen per 31 december 2011
Gecumuleerde waardeverminderingen
Rekeningen per 31 december 2011 - Noten
9. Materiële vaste activa
In miljoen EUR
Terreinen en gebouwen
Mijnreserves
Installaties, machines, uitrusting en rollend materieel
0,2 -
-
3,0 0,2
-
19,0 0,5
22,2 0,7
0,2 -
-
(0,1) 3,1 -
-
(0,2) 19,3 0,1
(0,1) (0,2) 22,6 0,1
0,6 0,8 4,0
36,7
2,8 5,9 46,7
102,1
2,5 1,5 23,4 1,0
5,9 1,5 30,1 190,5
546,4 (6,3) 11,9 (1,0) 555,8
663,7 (2,5) 24,5 2,9 725,3
3.251,6 (40,9) 105,2 34,1 3.402,6
73,1 (0,6) 6,1 (53,1) 127,6
1,3 (0,5) 0,8 3,4 29,4
4.536,1 (50,8) 148,5 (13,7) 4.840,7
-
-
(2,2) (0,2)
-
(1,0) (0,9)
(3,2) (1,1)
-
-
0,1 (2,3) (0,1)
-
(0,4) (2,3) (1,3)
0,1 (0,4) (4,6) (1,4)
(11,7)
(28,9)
(2,4) (113,0)
(0,7)
(0,2) (3,8) (2,0)
(0,2) (6,2) (156,3)
5,2 (5,9) (239,3) (251,7)
2,4 (10,1) (185,8) (222,4)
(18,7) 40,3 (83,8) (2.257,0) (2.434,6)
(0,1) (1,2) (2,0)
0,2 (4,5) (10,1)
(18,7) 48,1 (99,9) (2.687,8) (2.920,8)
Brutoboekwaarde Per 31 december 2008 Investeringen Wijziging van de consolidatiekring/ Bedrijfscombinaties Overdrachten en terugtrekkingen Omrekeningsverschillen Andere Per 31 december 2009 Investeringen Wijziging van de consolidatiekring/ Bedrijfscombinaties Overdrachten en terugtrekkingen Omrekeningsverschillen Andere Per 31 december 2010 Investeringen Wijziging van de consolidatiekring/ Bedrijfscombinaties Overdrachten en terugtrekkingen Omrekeningsverschillen Andere Per 31 december 2011 Gecumuleerde afschrijvingen Per 31 december 2008 Afschrijvingen Waardeverminderingen (geboekte)/ terugnemingen Overdrachten en terugtrekkingen Omrekeningsverschillen Wijziging van de consolidatiekring/Andere Per 31 december 2009 Afschrijvingen Waardeverminderingen (geboekte)/ terugnemingen Overdrachten en terugtrekkingen Omrekeningsverschillen Wijziging van de consolidatiekring/Andere Per 31 december 2010 Afschrijvingen Waardeverminderingen (geboekte)/ terugnemingen Overdrachten en terugtrekkingen Omrekeningsverschillen Wijziging van de consolidatiekring/Andere Per 31 december 2011
96
Jaarverslag 2011
Vaste activa Andere materiële in uitvoering vaste activa
Totaal
In miljoen EUR
Terreinen en gebouwen
Mijnreserves
Installaties, machines, uitrusting en rollend materieel
0,2 0,8 304,1
502,9
0,8 3,5 968,0
Nettoboekwaarde Per 31 december 2009 Per 31 december 2010 Per 31 december 2011 Waarvan: Holding
Imerys
Private equity
Vaste activa Andere materiële in uitvoering vaste activa 125,6
17,0 19,6 19,3
Totaal 18,0 23,9 1.919,9
-
-
0,8
-
16,8
17,6
295,9
502,9
961,5
125,6
1,1
1.887,0
8,2
-
5,7
-
1,4
15,3
Imerys heeft op haar materiële vaste activa EUR 19 miljoen waardeverminderingen geboekt. Die hebben respectievelijk voor EUR 11 miljoen, EUR 2 miljoen en EUR 6 miljoen betrekking op de sectoren “Papierpigmenten & Verpakking”, “Materialen & Vuurvaste Steen”, “Mineralen voor Keramiek, Vuurvaste Toepassingen, Slijpmiddelen & Gieterij”.
De materiële vaste activa die aangehouden worden krachtens een financiële leasingovereenkomst zijn in de balans opgenomen voor een bedrag van EUR 4 miljoen (EUR 1 miljoen op 31 december 2010 en EUR 0 miljoen op 31 december 2009). Het betreft voornamelijk transportmateriaal bij Imerys. De betalingsverplichtingen voor toekomstige huur bedragen, tegen geactualiseerde waarde, EUR 1 miljoen voor 2012, EUR 2 miljoen voor de periode 2013 tot 2016 en EUR 1 miljoen daarna.
10. Belastingen op het resultaat 10.1. Uitsplitsing van de post « Belastingen op het resultaat » 2011
In miljoen EUR
2010
2009
Courante belastingen Betreffende het lopend jaar
(75,9)
-
-
(3,5)
-
-
Uitgestelde belastingen
(10,2)
0,9
1,1
Totaal
(89,6)
0,9
1,1
Betreffende voorgaande jaren
10.2. Toewijzing van de belastingkost aan het resultaat van het boekjaar In miljoen EUR
2011
2010
2009
Resultaat vóór belasting
256,9
637,5
1.056,6
Resultaat van de ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast Resultaat vóór belastingen en vóór resultaat van de ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast
(144,2)
(262,2)
(161,1)
112,7
375,3
895,5
(38,3)
(127,6)
(304,4)
(7,2)
-
-
Fiscaal effect van de niet-belastbare inkomsten
198,1
146,3
310,4
Fiscaal effect van de verworpen uitgaven
(231,8)
(17,8)
(4,9)
(0,2)
-
-
Andere
(10,2)
-
-
Beslasting (kost)/opbrengst van de periode
(89,6)
0,9
1,1
Belastingen tegen Belgische aanslagvoet (33,99%) Effect van de verschillende aanslagvoeten in andere landen
Fiscaal effect van de wijzigingen van de aanslagvoeten bij de dochtervennootschappen
Jaarverslag 2011
97
Rekeningen per 31 december 2011
De afschrijvingen van de verschillende perioden zijn opgenomen op de lijnen “Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten in verband met investeringsactiviteiten” en “Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa – geconsolideerde operationele activiteiten” van het geconsolideerd overzicht van het volledige resultaat.
Rekeningen per 31 december 2011 - Noten
10.3. Uitgestelde belastingen volgens hun aard op de balans 2011
2010
2009
Materiële en immateriële vaste activa
62,5
-
-
Voorraden, vorderingen, schulden, voorzieningen en andere
54,2
-
-
-
-
-
Verplichtingen wegens voordelen van het personeel
39,6
-
-
Fiscale verliezen en niet-aangewend belastingkrediet
34,6
-
-
Andere
31,1
2,1
0,5
(143,3) 78,7
2,1
0,5
In miljoen EUR
Uitgestelde belastingvorderingen
Converteerbare obligaties 2005-2012
Compensatie activa/passiva Totaal Waarvan: Holding
Imerys
Private equity
0,5
-
-
72,6
-
-
5,6
-
-
Uitgestelde belastingverplichtingen Materiële en immateriële vaste activa Voorraden, vorderingen, schulden, voorzieningen en andere Converteerbare obligaties 2005-2012
(213,2)
-
-
(34,4)
-
-
(0,3)
(1,3)
(2,7)
Verplichtingen wegens voordelen van het personeel
-
-
-
Fiscale verliezen en niet-aangewend belastingkrediet
-
-
-
(5,3)
-
-
143,3 (109,9)
(1,3)
(2,7) -
Andere Compensatie activa/passiva Totaal Waarvan: Holding
(0,3)
-
Imerys
(95,0)
-
-
Private equity
(14,6)
-
-
De fiscale verliezen met betrekking tot “De aftrek voor risicokapitaal” (ARK) gevorderd door de Groep in België, waarvan de gebruiksduur bepaald is op maximum zeven jaar, bedragen EUR 1.540 miljoen (EUR 1.204 miljoen in 2010). De andere overgedragen fiscale verliezen en belastingkredieten bedragen EUR 431 miljoen (EUR 480 miljoen in 2010); de andere overgedragen fiscale verliezen van de buitenlandse dochtervennootschappen bedragen EUR 2.327 miljoen (EUR 1.205 miljoen in 2010). Dit bedrag omvat de verliezen geleden door Imerys ten bedrage van EUR 329 miljoen en door de operationele dochtervennootschappen van ECP III ten bedrage van EUR 1 miljoen. Verder worden de uitgestelde belastingen op de fiscale verliezen slechts erkend in de mate er belastbare winsten kunnen worden gerealiseerd die toelaten om de voorgenoemde fiscale verliezen te gebruiken. Per 31 december 2011 werd een totaalbedrag van EUR 35 miljoen opgenomen als uitgestelde belastingvorderingen op fiscale verliezen en belastingkrediet. Ten slotte werd in 2011 een bedrag van EUR 38 miljoen uitgestelde belastingen rechtstreeks aan het eigen vermogen geboekt (EUR 0 miljoen in 2010 en 2009). Het betreft belastingen betreffende omrekeningsverschillen (EUR 15 miljoen), actuariële verschillen (EUR 13 miljoen) en kasstroomdekking (EUR 10 miljoen).
98
Jaarverslag 2011
11. Vooraaden In miljoen EUR
2011
2010
2009
Grondstoffen, verbruikstoffen en onderdelen
293,3
4,6
-
66,0
1,1
-
387,8
6,9
-
3,4
0,1
-
750,5
12,7
-
Waardeverminderingen op voorraden, waarvan:
(53,3)
-
-
Grondstoffen, verbruikstoffen en onderdelen
(16,1)
-
-
Goederen in bewerking Gereed product en voor verkoop bestemde goederen Andere Brutototaal (vóór waardeverminderingen)
Goederen in bewerking Gereed product en voor verkoop bestemde goederen Totaal Waarvan: Holding
(0,5)
-
-
(36,7) 697,2
12,7
-
-
-
-
645,9
-
-
51,3
-
-
In miljoen EUR
2011
2010
2009
Handelsvorderingen
617,6
23,1
-
Waardeverminderingen op dubieuze vorderingen Totaal
(32,8) 584,8
(0,3) 22,8
-
Imerys
Private equity
Waarvan: Holding
Imerys
Private equity
-
-
-
526,9
-
-
57,9
-
-
De handelsvorderingen hebben voornamelijk betrekking op Imerys. De boekwaarde van de handelsvorderingen komt overeen met de reële waarde ervan. Met het oog op de optimalisatie van de kosten en van de financiële structuur, heeft Imerys in 2009 een factoringsovereenkomst afgesloten. Per 31 december 2011 werden, in uitvoering van genoemde overeenkomst, voor EUR 74 miljoen vorderingen overgedragen en gedeconsolideerd, waarbij de risico’s en voordelen in verband met deze vorderingen aan de bank (factoragent) werden overgedragen. Onderstaande tabel geeft de evolutie weer van de waardeverminderingen doorheen de verschillende jaren: 2011
2010
2009
Waardeverminderingen op vorderingen per 1 januari
(0,3)
-
-
Waardeverminderingen van het boekjaar
(8,9)
-
-
Terugnemingen van waardeverminderingen
4,4
-
-
Wijziging van de consolidatiekring/Bedrijfscombinaties
(27,0)
-
-
Omrekeningsverschillen en andere Waardeverminderingen op vorderingen per 31 december
(1,0) (32,8)
(0,3) (0,3)
-
In miljoen EUR
Handelsvorderingen brengen geen interest op en vervallen over het algemeen op 30 tot 90 dagen. Het is mogelijk dat sommige van de hieronder opgenomen vorderingen op balansdatum vervallen zijn zonder dat een waardevermindering erop werd toegepast, bijvoorbeeld omdat ze gedekt zijn door een kredietverzekering of een zekerheidsstelling. In miljoen EUR
2011
2010
2009
Achterstand van minder dan 1 maand
51,7
-
-
Achterstand tussen 1 en 3 maanden
14,4
-
-
8,7
-
-
74,8
-
-
Achterstand van meer dan 3 maanden Totaal van de vervallen en niet afgewaardeerde handelsvorderingen Niet-vervallen handelsvorderingen en vervallen en afgewaardeerde handelsvorderingen
510,0
22,8
-
Nettototaal van de handelsvorderingen
584,8
22,8
-
Jaarverslag 2011
99
Rekeningen per 31 december 2011
12. Handelsvorderingen
Rekeningen per 31 december 2011 - Noten
13. Liquide middelen en schulden 13.1. Liquide middelen en gelijkgestelde 2011
2010
0,4
149,8
-
Deposito’s (termijn < 3 maanden)
470,3
257,1
517,2
Bankdeposito’s Totaal
267,2 737,9
278,9 685,8
87,6 604,8
Waarvan: Holding
298,2
-
-
Imerys
424,2
-
-
Private equity
15,5
-
-
In miljoen EUR
Obligaties en thesauriebewijzen (bedrijfsobligaties, staatsobligaties)
2009
Op 31 december 2011 was zo goed als het totaalbedrag van de liquide middelen gespreid over termijndeposito’s en bankdeposito’s bij diverse financiële instellingen. Daarnaast heeft de Groep, per 31 december 2011, een bedrag van EUR 19 miljoen belegd in bedrijfsobligaties, opgenomen onder de post “Andere niet-courante activa”.
13.2. Schulden 2011
2010
2009
2.433,6
680,8
424,7
In miljoen EUR
Niet-courante financiële schulden Omruilbare leningen (GBL)
-
270,4
424,7
Bankleningen (GBL)
950,0
-
-
Obligatielening (GBL)
349,9
349,9
-
1.021,2
-
-
Andere niet-courante financiële schulden
112,5
60,5
-
Courante financiële schulden
651,3
7,0
-
Omruilbare leningen (GBL)
182,7
-
-
Bankschulden (Imerys)
389,7
-
-
78,9
7,0
-
Obligatieleningen (Imerys)
Andere courante financiële schulden
Omruilbare leningen uitgegeven door GBL (Bloomberg: GLBBB 2.95 04/27/12 Corp ; Reuters: BE021670693=) Per 27 april 2005 heeft Sagerpar, een 100%-dochteronderneming van GBL, een bedrag van EUR 435 miljoen uitgegeven aan obligaties die omruilbaar zijn in 5.000.000 GBL-aandelen. Dit financiële instrument, genoteerd op de Beurs van Luxemburg, biedt een coupon (nominale interest) van 2,95% jaarlijks betaald op 27 april en zal a pari terugbetaald worden op 27 april 2012 (7 jaar), indien de obligaties ondertussen nog niet werden omgeruild tegen GBL-aandelen. De conversieprijs werd oorspronkelijk vastgesteld op EUR 87, hetgeen overeenstemt met een premie van 25,5% in vergelijking met de GBL-beurskoers op dat ogenblik. De obligaties zijn vervroegd terugbetaalbaar naar keuze van de uitgever vanaf 11 mei 2008 met een ontkoppelingsdrempel van 130%. Naar aanleiding van de kapitaalverhoging in 2007 en krachtens de anti-dilutie clausule, werd op 14 juni 2007 het aantal GBL-aandelen te leveren in geval van uitoefening door de obligatiehouders aangepast naar 5.085.340 effecten, zijnde een omruilprijs van EUR 85,54. De Groep heeft in 2011 de in GBL-aandelen converteerbare obligaties ingekocht voor een gecumuleerd nominaal bedrag van EUR 92 miljoen (EUR 159 miljoen in 2010) tegen een gemiddelde prijs van 100,6% (100,9% in 2010), wat op de vervaldag een geconsolideerd rendement oplevert van 3,3% (3,3% in 2010). De reële waarde van de obligatiecomponent van de ingekochte bedragen bedraagt EUR 91 miljoen per 31 december 2011 (EUR 157 miljoen per 31 december 2010) werd afgetrokken van de post “Financiële schulden – niet-courante passiva”. De nettowaarde van de omruilbare lening per 31 december 2011 bedraagt dus EUR 183 miljoen (EUR 270 miljoen op 31 december 2010). Het aantal eigen aandelen, aangehouden tot dekking van deze lening, is vermeld in noot 15.1. De notering van dit instrument op 31 december 2011 bedroeg 100,2% (101,9% eind 2010).
100
Jaarverslag 2011
Bankleningen (GBL) GBL heeft in de loop van het boekjaar geld opgenomen op haar kredietlijnen, onder meer om de overname van 25,6% van Imerys te financieren. Per 31 december 2011 bedroeg het totaal opgenomen bedrag EUR 950 miljoen, waarvan EUR 500 miljoen met vervaldag in 2014, EUR 200 miljoen in 2016 en EUR 250 miljoen in 2017. Door GBL uitgeschreven obligatielening GBL had de gunstige marktvoorwaarden aangegrepen om op 11 juni 2010 een obligatielening uit te schrijven van EUR 350 miljoen, die in december 2017 vervalt. Deze obligaties, met een coupon van 4% die jaarlijks betaalbaar is op 29 december, zijn genoteerd op de gereglementeerde markt NYSE Euronext Brussels en op de Beurs van Luxemburg.
Nominale waarde in deviezen In miljoen
Rentevoet nominaal
Rentevoet effectief
Genoteerd/ niet-genoteerd
Vervaldag
Reële waarde
Boekwaarde
In miljoen EUR
JPY
7.000
3,40%
3,47%
Niet-genoteerd
16/09/2033
93,1
In miljoen EUR
70,6
USD
140
4,88%
4,98%
Niet-genoteerd
06/08/2013
117,5
110,3
EUR
300
5,13%
5,42%
Genoteerd
25/04/2014
325,6
310,5
EUR Totaal
500
5,00%
5,09%
Genoteerd
18/04/2017
548,4 1.084,6
517,6 1.009,0
Andere niet-courante financiële schulden Deze post omvat in hoofdzaak de schulden van de operationele dochterondernemingen van ECP III. Deze schulden zijn aangegaan bij banken en minderheidsaandeelhouders. Bankschulden (Imerys) Deze bankschulden van Imerys omvatten EUR 377 miljoen bankschulden op korte termijn en EUR 13 miljoen debetsaldi bij banken. Niet gebruikte kredietlijnen Op 31 december 2011 beschikt de Groep over bevestigde niet opgenomen kredietlijnen bij diverse financiële instellingen voor een totaalbedrag van EUR 2.176 miljoen. De beschikking over dit bedrag kan uitgesplitst worden als volgt: GBL EUR 850 miljoen, Imerys EUR 1.310 miljoen en de operationele dochterondernemingen van ECP III EUR 16 miljoen.
14. Andere courante activa 2011
2010
2009
-
26,9
-
Schatkistbons (> 3 maanden)
99,9
-
-
Fiscale vorderingen andere dan i.v.m. belastingen op het resultaat
45,8
-
-
Over te dragen kosten
19,7
-
-
2,0
-
-
-
6,0
6,0
140,9 308,3
43,7 76,6
6,7 12,7
Waarvan: Holding
147,2
-
-
Imerys
143,0
-
-
Private equity
18,1
-
-
In miljoen EUR
Tot de vervaldag aangehouden bedrijfsobligaties
Afgeleide financiële instrumenten Activa van pensioenregelingen Overige Totaal
De boekwaarde van de “Bedrijfsobligaties” en de “Schatkistbons” komt overeen met hun reële waarde. De post “Overige” is toegenomen ten opzichte van de vorige boekjaren. Dit is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de integratie van Imerys.
Jaarverslag 2011
101
Rekeningen per 31 december 2011
Obligatieleningen (Imerys) Imerys heeft genoteerde en niet-genoteerde obligatieleningen uitgeschreven. Hierna volgt de uiteenzetting van de belangrijkste leningen per 31 december 2011:
Rekeningen per 31 december 2011 - Noten
15. Kapitaal en dividenden 15.1. Aantal effecten die het kapitaal vertegenwoordigen en eigen aandelen
In miljoen EUR
Per 31 december 2008 Schommeling Per 31 december 2009 Schommeling
Aantal uitgegeven effecten
Waarvan eigen aandelen
161.358.287
(5.576.651)
-
(478.088)
161.358.287
(6.054.739)
-
(44.705)
Per 31 december 2010
161.358.287
(6.099.444)
Schommeling Per 31 december 2011
161.358.287
(6.099.444)
Eigen aandelen Per 31 december 2011 bezat de Groep 6.099.444 eigen aandelen, hetzij 3,8% van het uitstaande kapitaal. De aanschaffingsprijs ervan werd afgetrokken van het eigen vermogen; 2.147.533 daarvan zijn bestemd tot dekking van het gedeelte van de in april 2005 uitgeschreven omruilbare obligatie dat GBL niet ingekocht heeft (zie noot 13.) en 869.423 daarvan zijn bestemd tot dekking van de optieplannen 1999 en 2007 tot 2011 (zie noot 20.). In het jaar 2011 (2010), heeft GBL hetzelfde aantal eigen aandelen gekocht en verkocht, namelijk 8.683 (tegen respectievelijk 343.699 en 298.994 het jaar voordien) voor een totaal nettobedrag van EUR 0 (10) miljoen. De informatie betreffende de inkoop van eigen aandelen door GBL of haar dochtervennootschappen wordt sinds 1 juli 2009, op de website van GBL gepubliceerd (Afdeling Juridische zaken, Kapitaal, Inkoop van eigen aandelen).
15.2. Dividenden Per 19 april 2011 werd een dividend van EUR 2,54 per aandeel (EUR 2,42 in 2010 en EUR 2,30 in 2009) uitbetaald aan de aandeelhouders. De Raad van Bestuur zal, bij wijze van verdeling betreffende het boekjaar 2011, een brutodividend van EUR 2,60 per aandeel voorstellen dat uitbetaald zal worden op 3 mei 2012. De Algemene Vergadering van 24 april 2012 zal beslissen over de voorgestelde uitkering, die, op basis van de voormelde veronderstellingen en het aantal effecten die recht geven op een dividend (161.358.287 aandelen) EUR 420 miljoen zou moeten bedragen.
102
Jaarverslag 2011
Geschillen -
Milieu -
Andere voorzieningen 0,9
Totaal 0,9
Toevoeging
-
-
0,1
0,1
Aanwending
-
-
-
-
Terugnemingen
-
-
-
-
Actualisatie-effect
-
-
-
-
Wijziging van de consolidatiekring/Bedrijfscombinaties
-
-
-
-
Omrekeningsverschillen
-
-
-
-
Andere Per 31 december 2009
-
-
1,0
1,0
Toevoeging
-
-
-
-
Aanwending
-
-
-
-
Terugnemingen
-
-
(0,5)
(0,5)
Actualisatie-effect
-
-
-
-
Wijziging van de consolidatiekring/Bedrijfscombinaties
-
-
2,4
2,4
Omrekeningsverschillen
-
-
-
-
Andere Per 31 december 2010
-
-
2,9
2,9
In miljoen EUR
Per 31 december 2008
Toevoeging
11,7
4,7
32,1
48,5
Aanwending
(3,2)
(8,1)
(11,8)
(23,1)
Terugnemingen
-
(1,0)
(2,6)
(3,6)
Actualisatie-effect
-
2,3
-
2,3
22,3
149,6
81,6
253,5
Omrekeningsverschillen
0,2
7,6
0,1
7,9
Andere Per 31 december 2011
0,7 31,7
2,2 157,3
(2,9) 99,4
288,4
-
5,2
15,3
20,5
31,7
152,1
84,1
267,9
Wijziging van de consolidatiekring/Bedrijfscombinaties
Waarvan courante voorzieningen Waarvan niet-courante voorzieningen
De voorzieningen van de Groep hebben voornamelijk betrekking op Imerys en bedragen op 31 december 2011 EUR 284 miljoen. Imerys vormt voorzieningen met het oog op de dekking van de milieurisico’s ten gevolge van haar industriële activiteit en voor zieningen met het oog op de sanering van de mijnsites na de exploitatie. Deze voorzieningen bedragen op 31 december 2011 EUR 157 miljoen. De ermee verband houdende verplichtingen hebben waarschijnlijke vervaldagen tussen 2012 en 2016 voor EUR 41 miljoen, tussen 2017 en 2026 voor EUR 41 miljoen en vanaf 2027 voor EUR 75 miljoen. De voorzieningen gevormd tot dekking van de geschillen van Imerys bedragen EUR 31 miljoen en vervallen waarschijnlijk tussen 2012 en 2016. Daarnaast is Imerys ook blootgesteld aan betwistingen en klachten in de uitoefening van de normale activiteiten. Deze risico’s hebben betrekking op door derde ingestelde persoonlijke of financiële schade vorderingen die de aansprakelijkheid van entiteiten van de groep inroepen en de eventuele schending van sommige contractuele verplichtingen of nog, wettelijke of regelgevende bepalingen in sociale, vastgoed- of milieuaangelegenheden.
Jaarverslag 2011
103
Rekeningen per 31 december 2011
16. Voorzieningen
Rekeningen per 31 december 2011 - Noten
17. Pensioenverplichtingen en gelijkgestelde voordelen Pensioenstelsel van vaste bijdragen In een dergelijke regeling verbindt de werkgever zich ertoe om, op verplichte (wettelijke of regelgevende bepalingen) of facultatieve (aanvullende regeling op initiatief van de onderneming) basis regelmatig bijdragen te storten aan een beheersinstelling (pensioenkassen, verzekeringsmaatschappijen, financiële instellingen) zonder gewaarborgde rente. Die regelingen worden toegekend aan het personeel van Imerys en van de operationele dochtervennootschappen van ECP III. De bedragen worden ten laste genomen van het jaar waarin ze verschuldigd zijn. Het totaalbedrag van de bijdragen aan het pensioenstelsel van vaste bijdragen voor het boekjaar 2011 bedraagt EUR 15 miljoen (EUR 0 miljoen voor 2010 en 2009).
Pensioenstelsel van vaste prestaties De waardering van de pensioenverplichtingen en gelijkgestelde voordelen wordt verricht door een onafhankelijk actuaris. Deze regelingen worden gefinancierd door verzekeringsmaatschappijen (groepsverzekering), pensioenfondsen of afzonderlijke entiteiten. De pensioenverplichtingen van de Groep op 31 december 2011 zijn gedekt en worden hierna beschreven: In miljoen EUR
2011
2010
Reële waarde van de activa van het stelsel
914,3
65,0
61,3
(1.045,2)
(57,8)
(49,3) 12,0
Kosten van de toegekende prestaties
2009
(Tekort)/surplus in gefinancieerde regelingen
(130,9)
7,2
Actuele waarde van de niet-gefinancieerde verplichtingen
(101,9)
-
-
(Tekort)/surplus in de financiering
(232,8)
7,2
12,0
Nog niet-geboekte kosten van verleende prestaties
3,5
-
-
Effect van de beperking van het geboekte activa (IAS 19 § 58(b))
(0,7)
(1,2)
(6,0)
Reële waarde van de restitutierechten (IAS 19 § 104A) In de balans opgenomen bedrag
6,6 (223,4)
6,0
6,0
Waarvan: Niet-courante passiva
(233,9)
-
-
10,5
-
-
-
6,0
6,0
Niet-courante activa
Courante activa
Op 31 december 2009 en 2010 werd een bedrag van EUR 6 miljoen geboekt als voorschot aan het pensioenfonds in toepassing van IFRIC 14.
Reële waarde van de activa van het stelsel In miljoen EUR
2011
2010
2009
Saldo per 1 januari
65,0
61,3
54,7
Verwacht rendement van de activa
40,9
3,5
6,5
Bijdragen van de werkgever
22,8
1,4
4,0
1,1
-
-
(67,5)
(1,2)
(3,9)
Bijdragen van de deelnemers aan de regeling Betaalde verplichtingen Omrekeningsverschillen
51,5
-
-
Op de activa van de regeling geboekte actuariële winst (verlies)
(13,8)
-
-
Wijziging van de consolidatiekring/Bedrijfscombinaties
816,2
-
-
Andere mutaties Saldo per 31 december
(1,9) 914,3
65,0
61,3
104
Jaarverslag 2011
Samenstelling van de activa van het stelsel In %
2011
2010
2009
Aandelen
44%
39%
37%
Obligaties
52%
47%
52%
Vastgoed
1%
5%
4%
3% 100%
9% 100%
7% 100%
Andere Totaal
Schommeling van de reële waarde van de overeenkomstig IAS 19 § 104A als actiefpost opgenomen restitutierechten 2011
2010
2009
-
-
-
Verwacht rendement van de activa
0,2
-
-
Bijdragen van de werkgever
0,2
-
-
Betaalde verplichtingen
(0,1)
-
-
Op de activa van de regeling geboekte actuariële winst/(verlies)
(0,4)
-
-
Wijziging van de consolidatiekring/Bedrijfscombinaties Saldo per 31 december
6,7 6,6
-
-
In miljoen EUR
2011
2010
2009
Saldo per 1 januari
57,8
49,3
48,3
Kosten van de verleende prestaties van de periode
10,2
1,5
1,3
Financiële kost
37,2
2,5
2,6
Actuarieel verlies/(winst)
46,1
5,7
1,0
Betaalde diensten
(67,7)
(1,2)
(3,9)
Wijziging van de consolidatiekring/Bedrijfscombinaties
898,8
-
-
59,6
-
-
3,2 1.045,2
57,8
49,3
2011
2010
2009
-
-
-
Kosten van de verleende prestaties van de periode
2,2
-
-
Financiële kost
2,9
-
-
Actuarieel verlies/(winst)
(3,1)
-
-
Betaalde diensten
(4,0)
-
-
102,7
-
-
1,7
-
-
(0,5) 101,9
-
-
In miljoen EUR
Saldo per 1 januari
Omrekeningsverschillen Andere mutaties Saldo per 31 december
Verplichtingen van de regeling – niet-gefinancierde regelingen In miljoen EUR
Saldo per 1 januari
Wijziging van de consolidatiekring/Bedrijfscombinaties Omrekeningsverschillen Andere mutaties Saldo per 31 december
Jaarverslag 2011
105
Rekeningen per 31 december 2011
Verplichtingen van de regeling – gefinancierde regelingen
Rekeningen per 31 december 2011 - Noten
Kosten met betrekking tot het stelsel opgenomen in het resultaat In miljoen EUR
2011
2010
2009
Kosten van de verleende prestaties van de periode
12,4
1,5
1,3
Kosten van interesten
40,1
2,5
2,6
Verwacht rendement van de dekkingsactiva
(40,9)
(3,7)
(3,3)
Andere Nettokosten
3,3 14,9
1,1 1,4
0,4 1,0
2011
2010
2009
(6,0)
(6,0)
(3,0)
De schommeling van de in de balans geboekte bedragen wordt toegelicht in onderstaande tabel: In miljoen EUR
Per 1 januari geboekte bedragen Nettokosten
14,9
1,4
1,0
Betaalde bijdragen
(27,5)
(1,4)
(4,0)
Actuariële (winst)/verlies en begrenzing van de in het eigen vermogen opgenomen activa Wijziging van de consolidatiekring/Bedrijfscombinaties en omrekeningsverschillen Per 31 december geboekte bedragen Waarvan: Holding
Imerys
Private equity
56,9
-
-
185,1 223,4
(6,0)
(6,0)
0,2
-
-
220,8
-
-
2,4
-
-
In het boekjaar 2011 werd een nettobedrag van EUR 44 miljoen rechtstreeks aan het eigen vermogen toegerekend als actuariële winsten en verliezen en begrenzing van de geboekte activa (hetzij EUR 57 miljoen bruto, verminderd met EUR 13 miljoen belastingen erop). De belangrijkste actuariële veronderstellingen zijn : 2011
2010
2009
Actualisatievoet
4,2% – 4,8%
4,5%
5,0%
Verwachte rentevoet van de activa van de regeling
3,8% – 7,9%
6,0%
6,0%
Gemiddelde loonstijging
1,9% – 6,0%
6,0%
6,0%
Inflatievoet
2,0% – 2,5%
2,0%
2,0%
Historiek over vijf jaar van de pensioenverplichtingen, reële waarde van de activa van het stelsel en ervaringswinsten en -verliezen In miljoen EUR
2011
2010
2009
2008
Reële waarde van de activa van het stelsel
914,3
65,0
61,3
54,7
65,9
(1.147,1)
(57,8)
(49,3)
(48,3)
(44,5)
232,8
(7,2)
(12,0)
(6,4)
(21,4)
Kosten van de toegekende prestaties Tekort/(surplus)
2007
Ervaringswinsten, -verliezen: - op verbintenissen
0,9
5,6
(2,8)
0,1
(1,1)
- op activa
(2,1)
0,2
(3,2)
18,9
5,5
Met ongewijzigde consolidatiekring en andere gegevens, wordt de kostprijs van de verschillende pensioenstelsel van vaste bijdragen voor 2012 geraamd op EUR 32 miljoen.
106
Jaarverslag 2011
18. Andere courante passiva 2011
2010
2009
-
8,9
1,5
29,9
0,1
0,1
135,8
7,8
0,6
Te betalen coupons GBL
23,4
23,4
25,4
Afgeleide financiële instrumenten
24,5
29,2
26,1
7,8
-
-
130,6 352,0
16,6 86,0
14,1 67,8
In miljoen EUR
Schulden op de aankoop van effecten Andere fiscale schulden dan die i.v.m. belastingen op het resultaat Sociale schulden
Over te dragen opbrengsten Overige Totaal Waarvan: Holding
Imerys
Private equity
42,5
-
-
280,7
-
-
28,8
-
-
19. Afgeleide financiële instrumenten Wegens de specifieke aard van de diverse entiteiten die in de geconsolideerde financiële staten van de Groep worden opgenomen en de zeer uiteenlopende activiteiten ervan (financiële activiteiten voor GBL en industriële activiteiten voor Imerys), staat elke entiteit in voor haar eigen risicobeheersing. De beheersing van de financiële risico’s die eigen zijn aan GBL wordt uiteengezet in noot 24. Imerys beheert op haar niveau de wisselkoersrisico’s op de balans en met betrekking tot transacties, het renterisico en het risico van de energieprijzen. Imerys neemt geen speculatieve posities in. Ze voert een gecentraliseerd beleid voor de afgeleide instrumenten en verbiedt haar dochtervennootschappen om rechtstreeks, buiten de groep, op afgeleide instrumenten in te tekenen. Imerys dekt een gedeelte van haar netto-investeringen in buitenlandse activiteiten met leningen die specifiek worden aangewend voor de langlopende financiering ervan en door de verhouding van haar financiële schulden uitgedrukt in andere deviezen dan de euro. Voor nadere informatie over de afgeleide financiële instrumenten van Imerys, zie het referentiedocument dat kan ingezien worden op de website www.imerys.com.
Jaarverslag 2011
107
Rekeningen per 31 december 2011
De “Te betalen coupons GBL” vertegenwoordigen in hoofdzaak de coupons van GBL van de laatste drie jaar die niet voor inning werden afgegeven.
Rekeningen per 31 december 2011 - Noten
19.1. Reële waarde van de afgeleide financiële instrumenten op korte termijn en op lange termijn De reële waarde van de op 31 december 2011, 2010 en 2009 lopende afgeleide financiële instrumenten is vermeld in onderstaande tabel: In miljoen EUR
2011
2010
2009
Activa
15,5
-
-
Waarvan niet-courante activa
13,5
-
-
2,0
-
-
Waarvan courante activa Bestaande uit: Forwards, futures en deviezenswaps
1,7
-
-
13,5
-
-
0,3
-
-
Passiva
(38,5)
(29,2)
(26,1)
Waarvan niet-courante passiva
(14,0)
-
-
Waarvan courante passiva
(24,5)
(29,2)
(26,1)
(14,4)
-
-
(3,3)
-
-
(11,9)
(19,9)
(19,4)
Interestswap (IRS) Futures en opties op commodities
Bestaande uit: Forwards, futures en deviezenswaps Forwards, rentefutures Interestswap (IRS) Futures en opties op commodities
(4,6)
-
-
Call- en putopties op aandelen
(4,3)
(9,3)
(6,7)
Nettopositie
(23,0)
(29,2)
(26,1)
Forwards, futures en deviezenswaps
(12,7)
-
-
Forwards, rentefutures
(3,3)
-
-
Interestswap (IRS)
1,6
(19,9)
(19,4)
Futures en opties op commodities
(4,3)
-
-
Call- en putopties op aandelen
(4,3)
(9,3)
(6,7)
De afgeleide instrumenten worden voor het merendeel gebruikt door Imerys. Onderstaande tabel geeft de maturiteit aan van de afgeleide financiële instrumenten die verband houden met de afdekking van kasstromen: In miljoen EUR
Forwards, futures en deviezenswaps Interestswap (IRS) Futures en opties op commodities Totaal per 31 december 2011
Totaal
Binnen het jaar
(11,7)
(11,7)
-
-
(9,9)
-
0,8
(10,7)
(4,2) (25,8)
(4,2) (15,9)
0,8
(10,7)
In 2010 en 2009 werden er geen afgeleide producten aangewend voor kasstroomdekking.
108
Jaarverslag 2011
Van 2 tot 5 jaar
Op meer dan 5 jaar
19.2. Schommeling van de nettopositie van de balans In miljoen EUR
2011
2010
2009
Per 1 januari – nettopositie van de afgeleide financiële instrumenten
(29,2)
(26,1)
(11,0)
Verhoging/(vermindering) in resultaat genomen
23,0
(3,1)
(15,1)
Verhoging/(vermindering) in het eigen vermogen genomen
(42,5)
-
-
Wijziging van de consolidatiekring/Bedrijfscombinaties
21,8
-
-
3,9 (23,0)
(29,2)
(26,1)
2011
2010
2009
951,8
500,0
500,0
224,7
-
-
92,7
-
-
605,3
500,0
500,0
29,1
-
-
1.212,7
585,9
506,7
Forwards, futures en deviezenswaps
417,6
-
-
Forwards, rentefutures
146,8
-
-
Interestswaps (IRS)
605,3
500,0
500,0
Andere Per 31 december – nettopositie van de afgeleide financiële instrumenten
19.3. Notionele bedragen onder de afgeleide financiële instrumenten In miljoen EUR
Activa Forwards, futures en deviezenswaps Forwards, rentefutures Interestswaps (IRS) Futures en opties op commodities Passiva Bestaande uit:
Futures en opties op commodities Call- en putopties op aandelen
39,0
-
-
4,0
85,9
6,7
Binnen het jaar
Van 2 tot 5 jaar
Op meer dan 5 jaar
19.4. Maturiteit van de notionele bedragen onder de afgeleide financiële instrumenten In miljoen EUR
Totaal
Interestswaps (IRS)
1.000,0
-
1.000,0
-
Call- en putopties op aandelen Totaal per 31 december 2009
6,7 1.006,7
-
6,7 1.006,7
-
Interestswaps (IRS)
1.000,0
-
1.000,0
-
Call- en putopties op aandelen Totaal per 31 december 2010
85,9 1.085,9
78,7 78,7
7,2 1.007,2
-
Forwards, futures en deviezenswaps
642,1
642,1
-
-
Forwards, rentefutures
239,6
-
239,6
-
1.210,7
-
571,0
639,7
Futures en opties op commodities
68,1
68,1
-
-
Call- en putopties op aandelen Totaal per 31 december 2011
4,0 2.164,5
4,0 714,2
810,6
639,7
Interestswaps (IRS)
Jaarverslag 2011
109
Rekeningen per 31 december 2011
Bestaande uit:
Rekeningen per 31 december 2011 - Noten
20. Stock options GBL In het kader van de bepalingen van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgische actieplan voor werkgelegenheid 1998, heeft GBL zes winstdelingsplannen (1999 en 2007 tot 2011) op GBL-aandelen uitgegegeven ten voordele van het Uitvoerend Management en het personeel, alsook een winstdelingsplan op Pargesa-aandelen in 1999 voor het Uitvoerend Management. Plan GBL
2011
2010
2009
2008
2007
1999
187.093
154.306
238.244
153.984
110.258
1.248.250
65,04
65,82
51,95
77,40
91,90
32,78
Begin uitoefenprijs
01/01/2015
01/01/2014
01/01/2013
01/01/2012
01/01/2011
01/01/2003
Vervaldag
14/04/2021
15/04/2020
16/04/2019
9/04/2018 9/04/2023
24/05/2017 24/05/2022
30/06/2012
34,5%
32,7%
34,4%
25,6%
24%
5%
5%
5%
8%
5%
Kenmerken Aantal opties bij uitgifte Initiële uitfoefenprijs (in EUR)
Waarderingshypothesen Black & Scholes (volgens een onafhankelijke deskundige) Verwachte volatiliteit Verwachte toename van het dividend Risicovrije interestvoet
3,6%
3,0%
3,6%
4,9%
4,8%
Unitaire reële waarde (in EUR)
15,80
14,13
11,31
21,82
29,25
Plan nietgewaardeerd volgens IFRS 2
De mutatietabel is hieronder opgenomen: 2011 Uitoefenprijs
2010 Uitoefenprijs
66,12
Aantal 740.055
(8.683)
32,24
(203.348)
32,24
-
-
-
-
-
-
(3.566)
32,24
132.426
65,04
110.296
65,82
166.360
51,95
54.667 869.423
65,04 66,22
44.010 691.013
65,82 66,12
71.884 740.055
51,95 56,87
Plan 1999
25.538
32,24
34.221
32,24
237.569
32,24
Plan 2007
110.258
91,90
110.258
91,90
110.258
91,90
Plan 2008
153.984
77,40
153.984
77,40
153.984
77,40
Plan 2009
238.244
51,95
238.244
51,95
238.244
51,95
Plan 2010
154.306
65,82
154.306
65,82
-
-
Plan 2011
187.093
65,04
-
-
-
-
Aantal 691.013
Per 1 januari
In EUR
In EUR
56,87
Aantal 505.377
2009 Uitoefenprijs In EUR
59,02
Uitgeoefend door:
Uitvoerend Management
Personeel
Toegekend aan:
Uitvoerend Management
Personeel Per 31 december
In 2011 bedroeg de totale kost van de Groep met betrekking tot de optieplannen, die opgenomen werd onder bedrijfskosten, EUR 4 miljoen (EUR 3 miljoen in 2010) waarvan EUR 3 miljoen ten laste van het Uitvoerend Management (EUR 2 miljoen in 2010). Eind 2011 was 74% van de opties definitief verworven (vested) maar slechts 33% uitoefenbaar. Plan Pargesa In het boekjaar 2011 werden 25.000 Pargesa-opties (op een totaal van 225.000 opties) uitgeoefend. De uitoefenprijs was vastgesteld op CHF 46,76. Begin 2012 werden 13.940 opties met betrekking tot het optieplan Pargesa uitgeoefend.
110
Jaarverslag 2011
Imerys Bij Imerys geldt een winstdeelnemingsplan ten voordele van de bedrijfsleiders en sommige kaderleden en werknemers van de groep, onder de vorm van de toekenning van opties op Imerys-aandelen. Met elke optie kan ingetekend worden op een aandeel tegen een vooraf vastgestelde prijs. Het recht om deze opties uit te oefenen is over het algemeen verworven na verloop van drie jaar vanaf de toekenning en de opties hebben een maximumlooptijd van tien jaar. De mutatie van de opties die werden toegekend sinds de datum waarop GBL de controle over Imerys heeft overgenomen, blijkt uit onderstaande tabel: Uitoefenprijs
Aantal 4.126.323
Per 1 april 2011
In EUR
49,49
Toegekend tijdens de periode
331.875
50,00
Geannuleerd tijdens de periode
(98.500)
47,14
Uitgeoefend tijdens de periode Per 31 december 2011
(156.932) 4.202.766
26,78 50,44
Uitoefenbaar per 31 december 2011
2.888.859
Voor de waardering van de opties werd gebruik gemaakt van het model van Black & Scholes. De reële waarde van de opties bij de toekenning ervan in 2011 bedraagt EUR 10,52 per optie.
2011 Plannen Imerys
29,5%
Verwachte volatiliteit
2,90%
Verwachte dividendgroei
2,96%
Risicovrije rente
9,00%
Percentage personeelsverloop
-
Het aantal opties op Imerys-aandelen per 31 december 2011 bedraagt: Uitoefenprijs
Plan
Aantal
In EUR
Vervaldag
05/2002
62.420
30,47
2012
10/2002
32.176
27,39
2012
05/2003
111.840
26,34
2013
10/2003
30.843
37,80
2013
05/2004
617.535
45,49
2014
05/2005
510.542
53,58
2015
05/2006
527.154
63,53
2016
11/2006
43.746
62,31
2016
05/2007
472.880
65,61
2017
04/2008
479.723
54,19
2018
08/2009
450.000
34,54
2019
04/2010
454.700
46,06
2020
11/2010
82.000
44,19
2020
04/2011 Totaal
327.207 4.202.766
53,05
2021
Daarnaast heeft Imerys in 2011, 208.371 kosteloze voorwaardelijke aandelen toegekend. De totale last die per 31 december 2011 in de personeelskosten van de groep Imerys werd opgenomen met betrekking tot de optieplannen en de kosteloze aandelen over de periode van 1 april 2011 tot 31 december 2011 bedroeg EUR 6 miljoen.
Jaarverslag 2011
111
Rekeningen per 31 december 2011
In het model voor de waardering van de opties werden de volgende hypothesen gehanteerd:
Rekeningen per 31 december 2011 - Noten
21. Resultaat per aandeel 21.1. Geconsolideerd resultaat over de periode (deel van de Groep) In miljoen EUR
2011
2010
2009
Gewoon Verwaterd
75,0 85,1
640,8 654,7
1.057,7 1.073,6
waarvan invloed van financiële instrumenten met verwaterend effect
10,1
13,9
15,9
21.2. Aantal aandelen 2011
2010
2009
161.358.287
161.358.287
161.358.287
(6.099.444)
(6.054.739)
(5.576.651)
-
(80.163)
(140.256)
155.258.843
155.223.385
155.641.380
2.147.533
3.225.391
5.085.340
25.538
272.465
475.813
157.431.914
158.721.241
161.202.533
In EUR
2011
2010
2009
Gewoon Verwaterd
0,48 0,54
4,13 4,12
6,80 6,66
Financiële activa
2011 8.922,2
2010 9.691,7
2009 10.129,6
Deelnemingen beschikbaar voor verkoop (genoteerde vennootschappen)
Uitgegeven aandelen bij begin van de periode Eigen aandelen bij begin van de periode Gewogen variatie van de periode Gewogen gemiddeld aantal aandelen weerhouden voor het gewone resultaat per aandeel Invloed van financiële instrumenten met verwaterend effect:
Omruilbare leningen
Aandelenopties (noot 20.) Gewogen gemiddeld aantal aandelen weerhouden voor het verwaterde resultaat per aandeel
21.3. Synthese van het resultaat per aandeel
22. Financiële instrumenten Financiële activa en passiva In miljoen EUR
Reële waarde hiërarchie
8.816,0
9.596,9
10.057,7
Niveau 1
Deelnemingen beschikbaar voor verkoop (andere vennootschappen)
57,7
74,0
57,2
Niveau 3
Andere niet-courante activa
13,5
-
-
Niveau 2
Beleggingsactiva
33,0
20,8
14,7
Niveau 1
2,0
-
-
Niveau 2
Financiële passiva
58,1
29,2
26,1
Financiële schulden
20,7
-
-
Niveau 2
Andere niet-courante passiva
14,0
-
-
Niveau 2
Financiële schulden
(1,1)
-
-
Niveau 2
Andere courante passiva
24,5
29,2
26,1
Niveau 1 & 2
Andere courante activa
112
Jaarverslag 2011
Reële waarde en boekwaarde Om het gewicht van de bij de waardering tegen reële waarde gebruikte inputs weer te geven, klasseert de Groep deze waarderingen volgens een hiërarchie die volgende niveaus bevat: • niveau 1: genoteerde prijzen (niet-aangepast) op actieve markten voor identieke activa of verplichtingen; • niveau 2: andere inputs dan de in niveau 1 ondergebrachte genoteerde prijzen die voor het actief of de verplichting waarneembaar zijn, hetzij rechtstreeks (d.w.z. als prijzen) hetzij onrechtstreeks (d.w.z. afgeleid van prijzen); en • niveau 3: inputs voor het actief of de verplichting die niet gebaseerd zijn op waarneembare marktgegevens (niet-waarneembare inputs). In de loop van de boekjaren 2011, 2010 en 2009 zijn er geen betekenisvolle overdrachten tussen de verschillende niveaus geweest.
23. Eventuele activa en passiva, rechten en verplichtingen Met betrekking tot GBL
Suez Environnement (SE) Op 5 juni 2008 heeft GBL, samen met andere aandeelhouders van SE, waaronder GDF SUEZ, een aandeelhouders overeenkomst gesloten tot vaststelling van de regels betreffende de corporate governance en het bestuur van deze vennoot schap. De overeenkomst voorziet eveneens in rechten en verplichtingen bij de aankopen en verkopen van SE-effecten, en inzonderheid in een recht van voorkoop en een volgrecht. De overeenkomst is gesloten voor een duur van vijf jaar en kan stilzwijgend voor dezelfde termijn worden verlengd. Buitenlandse dividenden/dubbele internationale taxatie De Groep heeft opnieuw een aantal maatregelen getroffen om zijn belangen veilig te stellen inzake de dubbele taxatie op buitenlandse dividenden. Litige Rhodia Begin 2004 werd GBL en twee van haar Bestuurders, door de minderheidsaandeelhouders van Rhodia voor de Rechtbank van Koophandel van Parijs gedaagd, waar hun aansprakelijkheid als Bestuurders van Rhodia in vraag werd gesteld. Terzelfdertijd werd een strafrechterlijke procedure tegen X opgestart. Per 27 januari 2006 heeft de Rechtbank van Koophandel van Parijs beslist om de burgerlijke procedure op te schorten tot er in de strafrechterlijke procedure een beslissing is gevallen. Sindsdien heeft het geschil geen wendingen meer gekend: het blijft opgeschort zolang er geen uitspraak is in de hangende strafzaak.
Betreffende de geconsolideerde dochtervennootschappen van GBL Aangegane verplichtingen met betrekking tot gemene huur De verplichtingen inzake gemene huur zijn verplichtingen tot betaling van toekomstige huur in het kader van huurcontracten met betrekking tot onroerende goederen, materieel en outillering, rollend materieel enz., waarin de geconsolideerde dochter vennootschappen van GBL de huurder zijn. Die toegezegde betalingen bedragen EUR 147 miljoen, waarvan EUR 24 miljoen voor 2012, EUR 65 miljoen voor de periode 2013-2015 en EUR 58 miljoen daarna. Andere gegeven en ontvangen toezeggingen Deze gegeven en ontvangen toezeggingen hebben uitsluitend betrekking op Imerys. De andere gegeven toezeggingen betreffen voornamelijk verplichtingen met betrekking tot: • de sanering van bedrijfsterreinen, ten bedrage van EUR 26 miljoen; • de operationele activiteiten, met name door Imerys aangegane verplichtingen tot aankoop in het kader van contracten inzake de aankoop van goederen, diensten, energie en transport (EUR 280 miljoen); • liquide middelen, met name kredietbrieven en door Imerys aan financiële instellingen verstrekte zekerheden, waarborgen, hypotheken en panden ter garantie van de behoeften aan bedrijfscash voor rekening van klanten (EUR 38 miljoen); en • andere verplichtingen (EUR 19 miljoen). De ontvangen toezeggingen per 31 december 2011, daarentegen, bedragen EUR 180 miljoen.
Jaarverslag 2011
113
Rekeningen per 31 december 2011
Aankoopverplichtingen/inschrijvingsverplichtingen Als gevolg van de inschrijvingsverplichtingen van GBL in de private equity (PAI Europe III, Sagard I, Sagard II en ECP), bedragen de niet-opgevraagde onderschreven bedragen EUR 341 miljoen op 31 december 2011 (EUR 443 miljoen eind 2010).
Rekeningen per 31 december 2011 - Noten
24. Financiële risico’s in verband met de activiteiten van GBL Deze afdeling is vermeld op blz. 143 van dit verslag.
25. Verrichtingen met verbonden partijen De bedragen betreffende Pargesa, per 31 december 2011 opgenomen onder de beleggingsactiva en uitgegeven afgeleide producten voor respectievelijk EUR 10 miljoen en EUR 4 miljoen (EUR 14 miljoen en EUR 7 miljoen op 31 december 2010) houden verband met het in noot 20 beschreven optieplan. De remuneraties van de Bestuurders bedragen EUR 12 miljoen voor 2011 en EUR 10 miljoen voor 2010. Deze remuneraties omvatten de aandelenopties, berekend volgens IFRS 2. Een uiteenzetting van deze remuneraties voor 2011, is opgenomen op blz. 139 en 140 van dit verslag. De opties toegekend aan het Uitvoerend Management staan vermeld in noot 20.
26. Gebeurtenissen na afsluiting van het boekjaar Sinds de afsluiting van het boekjaar op 31 december 2011 zijn geen belangrijke gebeurtenissen te melden.
27. Bezoldiging van de Commissaris (controle van de jaarrekeningen over de jaren 2011, 2010 en 2009)
De geconsolideerde en statutaire financiële staten van GBL van de laatste drie jaren werden gecontroleerd en zonder voorbehoud goedgekeurd door Deloitte. Alle verslagen betreffende de controles van de bovenvermelde financiële staten zijn beschikbaar in de respectievelijke jaarverslagen. Overeenkomstig artikel 134 van het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen, worden de erelonen van Deloitte en haar netwerk hieronder weergegeven: In EUR
Auditopdracht waarvan GBL Andere attestopdrachten Due diligence opdracht (private equity) Andere opdrachten buiten de auditopdracht Totaal Waarvan: Holding
Imerys
Private equity
2011
2010
2009
2.972.185
103.675
101.500
70.000
70.000
70.000
195.500
17.934
-
-
645.490
-
355.307 3.522.992
23.260 790.359
16.838 118.338
130.557
-
-
3.082.000
-
-
310.435
-
-
De verhoging van de erelonen in 2011 is te wijten aan de verwerving van de controle over Imerys.
114
Jaarverslag 2011
Jaarverslag 2011
115
Rekeningen per 31 december 2011
Verslag van de Commissaris
116
Jaarverslag 2011
Jaarverslag 2011
117
Rekeningen per 31 december 2011
Verkorte jaarrekening op 31 december Overeenkomstig artikel 105 van het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen volgt hierna een verkorte versie van de jaarrekening. Deze verkorte versie bevat niet de volledige, wettelijk vereiste toelichting, noch het verslag van de Commissaris. De volledige versie van de jaarrekening, zoals ze bij de Nationale Bank van België zal worden neergelegd, kan op eenvoudig verzoek op de maatschappelijke zetel van de vennootschap worden verkregen; ze is eveneens beschikbaar op de website (http://www.gbl.be). De staat van het kapitaal (zoals vermeld in bijlage van deze jaarrekening) is in detail vermeld op blz. 155. De Commissaris heeft over de jaarrekening een attest zonder voorbehoud afgeleverd.
Verkorte balans per 31 december (na winstuitkering) Activa 2011
2010
2009
14.353,5
15.130,4
14.859,5
Oprichtingskosten
0,5
0,5
-
Materiële vaste activa
0,8
0,8
0,8
Financiële vaste activa
14.352,2
15.129,1
14.858,7
433,5
56,4
18,4
71,5
2,5
3,1
1,9
27,5
3,0
Geldbeleggingen
348,7
12,1
7,5
Liquide middelen
3,0
9,6
4,6
Overlopende rekeningen
8,4
4,7
0,2
14.787,0
15.186,8
14.877,9
In miljoen EUR
Vaste activa
Vlottende activa Vorderingen op meer dan één jaar Vorderingen op ten hoogste één jaar
Totaal activa
Passiva In miljoen EUR
Eigen vermogen Kapitaal Uitgiftepremies Reserves
2011
2010
2009
9.970,5
12.346,6
12.643,8
653,1
653,1
653,1
3.519,6
3.519,6
3.519,6
318,8
318,8
318,8
5.479,0
7.855,1
8.152,3
Voorzieningen en uitgestelde belastingen
2,8
2,3
10,3
Voorzieningen voor risico’s en kosten
2,8
2,3
10,3
Schulden
4.813,7
2.837,9
2.223,8
Schulden op meer dan één jaar
1.050,0
750,0
400,0
Schulden op ten hoogste één jaar
3.733,6
2.074,4
1.822,1
Overgedragen winst
Overlopende rekeningen Totaal passiva
118
Jaarverslag 2011
30,1
13,5
1,7
14.787,0
15.186,8
14.877,9
2011
2010
2009
Bedrijfsopbrengsten
2,3
2,3
2,2
Omzet
2,0
1,9
1,9
Andere bedrijfsopbrengsten
0,3
0,4
0,3
Bedrijfskosten
21,5
19,7
23,6
Diensten en diverse goederen
In miljoen EUR
14,4
13,4
13,5
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
5,4
5,5
5,4
Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa
0,2
0,3
0,2
Waardeverminderingen op voorraden, op bestellingen in uitvoering en op handelsvorderingen
0,4
0,4
4,4
Voorzieningen voor risico’s en kosten
1,1
(0,4)
0,1
-
0,5
-
Bedrijfsverlies
(19,2)
(17,4)
(21,4)
Financiële opbrengsten
155,2
222,2
460,1
Opbrengsten uit financiële vaste activa
137,1
214,4
386,9
Opbrengsten uit vlottende activa
4,2
0,9
7,9
Andere financiële opbrengsten
13,9
6,9
65,3
Financiële kosten
96,1
36,8
67,2
Kosten en schulden
66,2
27,0
76,5
7,9
-
(19,9)
Andere financiële kosten
22,0
9,8
10,6
Courante winst vóór belastingen
39,9
168,0
371,5
Uitzonderlijke kosten
7,5
456,2
3.023,9
Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
6,8
171,8
1.976,4
Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten
0,5
7,0
-
Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa
0,2
277,4
1.047,5
Uitzonderlijke kosten
2.004,0
511,5
209,4
Waardeverminderingen op financiële vaste activa
1.996,1
510,8
29,6
-
-
2,1
7,9
-
177,7
-
0,7
-
(1.956,6)
112,7
3.186,0
Belastingen op het resultaat
-
-
-
Regularisering van belasting en terugneming van voorzieningen vóór belastingen
-
-
-
(1.956,6)
112,7
3.186,0
Andere bedrijfskosten
Waardeverminderingen op vlottende activa
Voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa Andere uitzonderlijke kosten Winst (verlies) van het boekjaar vóór belastingen
Winst van het boekjaar
Jaarverslag 2011
119
Rekeningen per 31 december 2011
Resultatenrekening per 31 december
Uitkeringsbeleid Het beleid inzake resultaatverwerking dat de Raad van Bestuur voorstelt, is gericht op het evenwicht tussen een aantrekkelijk rendement voor de aandeelhouder en een waardering van het aandeel, waarbij het algemeen niveau van de uitkering wordt ondersteund door cash earnings.
Winstuitkering Gelet op de overgedragen winst van EUR 7.855.138.201,87 en op het verlies van het boekjaar van EUR 1.956.596.796,49, bedraagt de uit te keren winst EUR 5.898.541.405,38. De Raad van Bestuur zal aan de Algemene Vergadering van 24 april 2012 de volgende winstuitkering voorstellen: In EUR
Vergoeding van het kapitaal aan de 161.358.287 aandelen
419.531.546,20
Over te dragen
5.479.009.859,18
Resultaatverwerking van Groep Brussel Lambert (jaarrekening) 2011
2010
2009
Te bestemmen winst
5.898,5
8.265,0
8.542,8
Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar
(1.956,6)
112,7
3.186,0
Overgedragen winst van het vorige boekjaar
7.855,1
8.152,3
5.356,8
In miljoen EUR
Over te dragen resultaat
(5.479,0)
(7.855,1)
(8.152,3)
Over te dragen winst
5.479,0
7.855,1
8.152,3
Uit te keren winst
(419,5)
(409,9)
(390,5)
419,5
409,9
390,5
Vergoeding van het kapitaal
Dividend per aandeel
In EUR
2011 Bruto
2010
2009
Netto (1) Bruto
Netto (1) Bruto
Netto (1)
Aandeel
2,60
1,950
2,54
1,905
2,42
1,815
Aandeel met VVPR-strip
2,60
2,054
2,54
2,159
2,42
2,057
(1) Dividend onderworpen aan een voorheffing van 25% en respectievelijk van 21% (jaar 2011) en 15% (jaar 2010 en 2009) voor het aandeel met VVPR-strip
120
Jaarverslag 2011
Historische gegevens Historiek van de beleggingen van GBL sinds 2009 Exclusieve controle over Imerys In april heeft GBL de volledige deelneming van 25,6% in Imerys, die tot dusver werd aangehouden door Pargesa Holding S.A., overgenomen voor een bedrag van EUR 1.087 miljoen, waardoor haar deelneming in het kapitaal van Imerys op 56,4% werd gebracht en ze aldus de exclusieve controle over dit actief verwierf. In het verder verloop van het boekjaar heeft GBL haar belang in Imerys nog bijkomstig verhoogd tot 57,0% van het kapitaal en aldus de drempel van twee derde van de stemrechten overschreden. Verhoging van het belang in Arkema tot 10% GBL heeft in de loop van 2011, door een aanvullende investering van ongeveer EUR 170 miljoen, haar deelneming in Arkema opgetrokken tot 10,0% van het kapitaal van deze vennootschap. Verlenging van de kredietlijnen Om de financiering op middellange termijn veilig te stellen, heeft de groep de gunstige marktvoorwaarden aangegrepen om haar toegezegde kredietlijnen te verlengen en zal ze bijgevolg tot in 2016-2017 financiële faciliteiten ten bedrage van EUR 1,8 miljard genieten. Inkoop van converteerbare obligaties GBL is in 2011 doorgegaan met de inkoop van haar eigen converteerbare obligaties met vervaldag in april 2012, voor nogmaals een bedrag van EUR 92 miljoen, waarna het totaal bedrag van de ingekochte effecten EUR 251 miljoen op een totale lening van EUR 435 miljoen bedraagt. Uitkeringen en aanvullende stortingen in de private equity In 2011 heeft GBL in totaal EUR 95 miljoen gestort om investeringen te financieren in de fondsen Ergon Capital Partners, PAI Europe III en Sagard en tijdens dezelfde periode, EUR 75 miljoen uitkeringen geïnd tengevolge van de over dracht van diverse deelnemingen. Eind 2011 totaliseerden de niet opgevraagde verbintenissen in de private-equityvehikels EUR 341 miljoen.
Jaar 2010 Positieversterking in Pernod Ricard en Arkema GBL heeft EUR 120 miljoen besteed om haar belang in Pernod Ricard op te trekken tot 9,9% per eind 2010. Tevens investeerde GBL EUR 27 miljoen in Arkema, waardoor eind december de drempel van 5% van het kapitaal van Arkema werd overschreden. Financieringsbeleid – Obligatie-uitgifte Om haar financiering op middellange termijn veilig te stellen, heeft GBL de gunstige marktvoorwaarden aangegrepen om in juni 2010 een lening uit te schrijven van EUR 350 miljoen, die in december 2017 vervalt. Deze obligaties zijn beursgenoteerd en bieden een nominale coupon van 4% bruto.
Inkoop van converteerbare obligaties Om voordeel te trekken van het gunstig rendement, heeft de groep zowat EUR 160 miljoen liquide middelen besteed aan de inkoop, op de markt, van een deel van de tegen GBLaandelen omruilbare lening. Deze lening van EUR 435 miljoen werd in 2005 door Sagerpar uitgeschreven en vervalt in april 2012. Dankzij deze verrichtingen kon een deel van de eigen aandelen die door de groep werden aangehouden en oorspronkelijk bestemd waren om deze lening te dekken, worden vrijgemaakt. Private-equity De bedrijvigheid in de private-equity kwam in 2010 voorzichtig weer op gang. Naast enige marginale uitkeringen of stortingen in de fondsen ECP I & II, PAI Europe III, Sagard en Sagard II, heeft GBL zowat EUR 40 miljoen geïnvesteerd in Ergon Capital Partners III, een private-equityfonds dat in het eerste halfjaar 2010 werd opgericht. GBL, de enige aandeelhouder ervan, heeft zich ertoe verbonden EUR 350 miljoen te investeren. Eind 2010 bedroegen de niet-opgevraagde bedragen in deze verschillende fondsen zowat EUR 443 miljoen.
Jaar 2009 Positieversterking in Pernod Ricard en kosteloze toekenning van aandelen GBL heeft in 2009 haar deelneming in het kapitaal van Pernod Ricard met om en bij de 1% verhoogd tot 9,1% per eind 2009. Zij heeft EUR 113 miljoen besteed om die deelneming, via aankopen op de beurs, op te trekken. In het vierde kwartaal 2009 heeft Pernod Ricard kosteloos aandelen toegekend naar rato van één nieuw aandeel voor vijftig bestaande aandelen. Door die operatie, die geen effect heeft op het bezitspercentage, werd het aantal door GBL aangehouden aandelen met 500.000 verhoogd. Deelname aan de kapitaalverhogingen van Lafarge, Pernod Ricard en Imerys In het eerste halfjaar 2009 heeft GBL, als langetermijnaandeel houder, om en bij de EUR 485 miljoen geïnvesteerd in de kapitaalverhogingen die werden doorgevoerd door Lafarge (EUR 1.500 miljoen; EUR 16,65 per aandeel), Pernod Ricard (EUR 1.036 miljoen; EUR 26,70 per aandeel) en Imerys (EUR 251 miljoen; EUR 20,00 per aandeel). Uitkeringen van en aanvullende stortingen aan de fondsen Ergon Capital Partners, PAI Europe III en Sagard GBL heeft in de loop van het boekjaar 2009 EUR 7 miljoen belegd in de verschillende private-equityfondsen die deel uitmaken van de portefeuille en EUR 2 miljoen uitkeringen geïnd. De niet-opgevraagde verbintenissen totaliseren op 31 december 2009 EUR 138 miljoen. Inkoop van eigen aandelen GBL heeft in 2009 478.088 eigen aandelen ingekocht tegen een totale prijs van EUR 27 miljoen.
Jaarverslag 2011
121
Rekeningen per 31 december 2011
Jaar 2011
Rekeningen per 31 december 2011 - Historische gegevens
Geconsolideerde cijfers IFRS over 10 jaar 2011
2010
2009
Niet-courante activa
15.788,7
14.727,7
14.694,7
Courante activa Totaal activa
2.361,2 18.149,9
818,7 15.546,4
632,2 15.326,9
Eigen vermogen – Deel van de Groep
12.666,4
14.745,2
14.828,8
978,2
9,5
-
3.073,1
685,0
428,4
1.432,2 18.149,9
106,7 15.546,4
69,7 15.326,9
161,1
In miljoen EUR
Balans (1)
Deelnemingen die geen controle geven Niet-courante passiva Courante passiva Totaal passiva en eigen vermogen Resultatenrekening Deel in het nettoresultaat van de geassocieerde deelnemingen
136,3
262,2
Resultaat op beeïngde activiteiten (2)
-
-
-
Nettodividenden van deelnemingen
500,3
450,7
550,3
Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten in verband met investeringsactiviteiten
(33,1)
(27,9)
(24,3)
(604,8)
(18,8)
391,3
(43,8) (45,1)
(24,4) 641,8
(21,8) 1.056,6
Omzet
2.951,0
-
-
Grondstoffen en verbruikstoffen
(1.039,3)
-
-
Personeelskosten
(573,0)
-
-
Afschrijvingen van materiële en immateriële vaste activa
(167,7)
-
-
Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten in verband met operationele activiteiten
(818,7)
(4,3)
-
Financiële opbrengsten en kosten van operationele activiteiten Resultaat van de geconsolideerde operationele activiteiten
(50,3) 302,0
(4,3)
-
Belastingen op het resultaat
(89,6)
0,9
1,1
Deelnemingen die geen controle geven Geconsolideerde resultaat over de periode – Deel van de Groep
(92,3) 75,0
2,4 640,8
1.057,7
2,60
2,54
2,42
14
13
12
Resultaten op overdrachten, waardeverminderingen en terugnemingen van niet-courante activa Financiële opbrengsten en kosten van investeringsactiviteiten Resultaat van investeringsactiviteiten
Bruto dividend
(in EUR)
Nummer van de ter betaling gestelde coupon Aangepast netto-actief per aandeel
(in EUR)
71,65
88,77
94,40
Beurskoers
(in EUR)
51,51
62,93
66,05
161.358.287
161.358.287
161.358.287
6.099.444
6.099.444
6.054.739
Aantal uitgegeven aandelen Aantal eigen aandelen
(1) De van 2008 tot 2010 ter vergelijking voorgestelde balanscijfers werden herwerkt om rekening te houden met de vrijwillige wijziging van de boekingsmethoden in verband met de actuariële verschillen op voordelen van het personeel (2) In toepassing van IFRS 5, werd de invloed van de verkoop van Bertelsmann in 2006 afzonderlijk geïdentificeerd in deze rubriek. Daarnaast werd de voorstelling van de resultaten 2005 and 2004 aangepast om de financiële informatie beter te kunnen vergelijken en begrijpen ten opzichte van deze op 31 december 2006
122
Jaarverslag 2011
2007
2006
2005
2004
2003
2002
12.894,7
17.519,3
13.496,0
10.533,6
7.543,1
6.777,6
6.646,5
1.141,1 14.035,8
1.863,2 19.382,5
2.737,2 16.233,2
123,6 10.657,2
411,4 7.954,5
594,2 7.371,8
964,6 7.611,1
13.417,2
18.868,6
15.682,0
10.159,7
7.911,6
6.966,4
6.772,3
-
-
-
-
-
-
-
425,3
422,3
434,6
437,6
22,5
24,4
359,9
193,3 14.035,8
91,6 19.382,5
116,6 16.233,2
59,9 10.657,2
20,4 7.954,5
381,0 7.371,8
478,9 7.611,1
324,9
90,3
70,7
83,2
62,5
71,5
(425,5)
-
-
2.487,0
259,6
323,8
-
-
479,8
446,0
257,2
169,3
186,0
206,9
203,1
(20,3)
(23,9)
(28,6)
(19,0)
(18,6)
(18,7)
(16,0)
(1.436,4)
214,7
11,7
6,5
37,5
(39,1)
(12,5)
(36,5) (688,5)
38,0 765,1
66,7 2.864,7
22,7 522,3
5,5 596,7
(10,3) 210,3
24,4 (226,5)
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1,0
13,8
18,6
0,7
(2,7)
0,1
(11,3)
(687,5)
778,9
2.883,3
523,0
594,0
210,4
(237,8)
2,30
2,09
1,90
1,72
1,60
1,49
1,42
11
10
8
7
5
4
3
79,39
122,37
113,91
80,33
64,27
54,43
50,91
56,86
87,87
91,05
82,85
59,90
44,67
39,01
161.358.287
161.358.287
147.167.666
138.300.053
138.300.053
138.300.053
138.300.053
5.576.651
5.261.451
5.272.701
5.382.726
6.134.556
6.313.032
5.647.376
Jaarverslag 2011
123
Rekeningen per 31 december 2011
2008
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Ian Gallienne, Baron Frère en Gérard Lamarche
Groep Brussel Lambert (“GBL” of de “Vennootschap”) houdt zich aan de bepalingen van de Belgische Corporate Governance Code 2009 (de “Code 2009”). De Code 2009 kan geraadpleegd worden op http://www.corporategovernancecommittee.be/nl/ code_2009/recentste_uitgave/default.aspx. Daarenboven zorgt de Vennootschap ervoor alle wetsbepalingen betreffende het deugdelijk bestuur toe te passen. De gedragsregels van de leden van de Raad van Bestuur van GBL en van de gespecialiseerde Comités van de Raad, alsook de werkingsregels van deze organen zijn samengebundeld in het Corporate Governance Charter van de Vennootschap (het “Charter”). De Vennootschap publiceerde haar eerste Charter eind 2005. Sindsdien ziet de Raad van Bestuur erop toe dat het Charter in overeenstemming is met de Code 2009 en met de verschillende wetswijzigingen op het gebied van het deugdelijk bestuur. Het aangepast Charter kan worden geraadpleegd op de website van de Vennootschap (http://www.gbl.be). De wetgeving dienaangaande is de laatste jaren erg geëvolueerd. De wet van 6 april 2010 heeft het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen versterkt, door heel wat bepalingen van de Code 2009 in wettelijke verplichtingen om te zetten, waarop het beginsel “comply or explain” niet meer van toepassing is. Zulks geldt inzonderheid voor de oprichting van een remuneratiecomité en de publicatie van een verklaring inzake deugdelijk bestuur, die vanaf het boekjaar 2011 daarenboven een remuneratieverslag moet bevatten. Voor aangelegenheden die niet door de wet van 6 april 2010 zelf worden geregeld, eist deze wet dat de genoteerde vennootschappen de Code inzake deugdelijk bestuur die ze toepassen aanduiden en, indien ze ervan afwijken, de redenen daarvoor uiteenzetten (beginsel “comply or explain”). Op 6 juni 2010 werd een koninklijk besluit uitgevaardigd dat de Code 2009 als enige referentiecode inzake deugdelijk bestuur aanduidde.
124
Jaarverslag 2011
Voorts heeft de wet van 20 december 2010 nieuwe regels ingesteld die de genoteerde vennootschappen vanaf 1 januari 2012 moeten naleven. Die regels strekken ertoe de actieve deelname van de aandeelhouders aan de algemene vergaderingen te verhogen en de dialoog tussen de aandeelhouders en het management te bevorderen. De Vennootschap heeft de door de voornoemde wet van 20 december 2010 vereiste maatregelen genomen door haar statuten op 12 april 2011 aan te passen. De diversiteit van de samenstelling van de Raad van Bestuur werd versterkt door de wet van 28 juli 2011 teneinde te verzekeren dat vrouwen zitting hebben in de Raad van Bestuur van beursgenoteerde bedrijven. Derhalve zal de Raad van Bestuur van GBL, vanaf 1 januari 2017, ten minste een derde vrouwen moeten tellen. De wet van 7 november 2011 tot wijziging van het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen (“Wetboek Vennootschappen”) wat betreft de variabele remuneratie van niet-uitvoerende bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen, ten slotte, heeft geen enkele invloed op het corporate-governancebeleid van GBL. Het remuneratiebeleid van de Vennootschap voorziet immers niet in de toekenning van dergelijke remuneratie aan de niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur. Dit hoofdstuk beschrijft de samenstelling en de werkwijze van de bestuursorganen en de comités ervan. Het beschrijft de praktische toepassing van de governanceregels van de groep GBL tijdens het boekjaar afgesloten op 31 december 2011 en de daaropvolgende periode tot de Gewone Algemene Vergadering van 24 april 2012. Daarnaast vermeldt het de bepalingen van de Code 2009 waarvan de Vennootschap afwijkt en licht het die afwijkingen toe. Het bevat een remuneratieverslag en weerspiegelt de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheerssystemen van de Vennootschap.
1. Raad van Bestuur 1.1. Samenstelling op 1 januari 2012 Betrokkenheid bij de Comités van de Raad en/of het Uitvoerend Management
Voorzitter van de Raad van Bestuur Gérald Frère
2011-2015
Lid van het Vast Comité
CEO, Gedelegeerd Bestuurder Baron Frère
2011-2015
Lid van het Vast Comité Voorzitter van het Uitvoerend Management
2011-2015 2011-2015 2009-2012
Lid van het Vast Comité Lid van het Vast Comité Voorzitter van het Vast Comité
2009-2012
Lid van het Vast Comité Lid van het Uitvoerend Management Lid van het Vast Comité Lid van het Uitvoerend Management
Ondervoorzitters, Bestuurders Paul Desmarais Paul Desmarais, jr Thierry de Rudder Gedelegeerde Bestuurders Ian Gallienne Gérard Lamarche
2011-2015
Bestuurders Georges Chodron de Courcel Victor Delloye Michel Plessis-Bélair Gilles Samyn
2009-2012 2010-2013 2010-2013 2011-2015
Amaury de Seze Arnaud Vial Onafhankelijke Bestuurders Gravin Antoinette d’Aspremont Lynden Jean-Louis Beffa Graaf Maurice Lippens Baron Stéphenne Gunter Thielen Secretaris-generaal en Compliance Officer Ann Opsomer
2010-2013 2010-2013
Lid van het Vast Comité en van het Benoemings- en Remuneratiecomité Lid van het Vast Comité, van het Auditcomité en van het Benoemingsen Remuneratiecomité Lid van het Vast Comité Lid van het Auditcomité
2011-2015 2010-2013 2010-2013 2010-2013 2010-2013
Lid van het Auditcomité Voorzitter van het Auditcomité Voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité
Ere-Gedelegeerde Bestuurders Graaf Jean-Pierre de Launoit (1), Jacques Moulaert en Emile Quevrin Ere-Bestuurders Jacques de Bruyn, Graaf Baudouin du Chastel de la Howarderie, Jacques-Henri Gougenheim, Baron Philippe Lambert, Graaf Jean-Jacques de Launoit en Aldo Vastapane 1.1.1. Evolutie van het bestuur van de groep sinds 1 januari 2012 De samenstelling van de Raad van Bestuur per 1 januari 2012 is het gevolg van de hiernavolgende wijzigingen in het bestuur: • Eind december 2011 hebben Gérald Frère en Thierry de Rudder hun uitvoerende functies neergelegd. Sinds 1 januari 2012 worden ze opgevolgd door Ian Gallienne en Gérard Lamarche die, vanaf die datum en samen met Albert Frère, het Uitvoerend Management van de Vennootschap vormen. Albert Frère blijft, als CEO, het Voorzitterschap ervan waarnemen.
• Op 1 januari 2012 heeft Albert Frère het Voorzitterschap van de Raad van Bestuur afgestaan aan Gérald Frère, waardoor de functies van Voorzitter van de Raad van Bestuur en van CEO voortaan gescheiden zijn. De keuze voor Gérald Frère werd ingegeven door zijn kwaliteiten als bemiddelaar en zijn ervaring en grondige kennis van de groep die hij tijdens zijn lange loopbaan als Gedelegeerd Bestuurder van de Vennootschap heeft verworven, met als bijkomend voordeel de splitsing van de functies van CEO en Voorzitter van de Raad. Sinds dezelfde datum vervangt Thierry de Rudder Gérald Frère als Voorzitter van het Vast Comité. • Paul Desmarais, jr en Thierry de Rudder, ten slotte, oefenen sinds begin 2012, naast Paul Desmarais, de functie uit van Ondervoorzitter van de Raad. Op voormelde wijzigingen na, was de samenstelling van de Raad van Bestuur per eind december 2011 dus identiek aan de samenstelling ervan per 1 januari 2012, weergegeven in bovenstaande tabel.
(1) Ondervoorzitter, Ere-Gedelegeerd Bestuurder
Jaarverslag 2011
125
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Lopend mandaat
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
1.1.2. Samenstelling van de Raad van Bestuur De samenstelling van de Raad van Bestuur van GBL weerspiegelt het controleaandeelhouderschap van de Vennootschap. GBL wordt immers gecontroleerd door Pargesa Holding S.A. (via haar 100%-dochteronderneming, Pargesa Netherlands B.V.). Pargesa Holding S.A. is een vennootschap naar Zwitsers recht, die zelf wordt gecontroleerd door Parjointco N.V., vennootschap naar Nederlands recht, waarvan het kapitaal, volgens de bepalingen van een in 1990 tussen de twee groepen gesloten overeenkomst, elk voor de helft, in handen is van de groep Frère-Bourgeois/NPM en de groep Power Corporation du Canada. Deze overeenkomst beoogt de pariteit tussen de groep Power Corporation du Canada en de groep Frère-Bourgeois/ NPM in Pargesa Holding S.A., GBL en hun respectieve dochtervennootschappen vast te leggen en in stand te houden. Het werd in 1996 verlengd en verstrijkt in 2014, als het niet opnieuw wordt verlengd. In toepassing van deze overeenkomst zijn tien van de achttien leden van de Raad van Bestuur van GBL vertegenwoordigers van de controleaandeelhouders, waarvan vijf voorgedragen door de groep Frère-Bourgeois/NPM (Albert Frère, Gérald Frère, Victor Delloye, Ian Gallienne en Gilles Samyn), en vijf door de groep Power Corporation du Canada (Paul Desmarais, Paul Desmarais jr, Michel Plessis-Bélair, Amaury de Seze en Arnaud Vial). De structuur van het aandeelhouderschap verklaart waarom de samenstelling van de Raad van Bestuur afwijkt van de Code 2009 die voorschrijft dat de Raad zo moet zijn samengesteld dat een individuele Bestuurder noch een groep van Bestuurders de besluitvorming kunnen domineren. Deze controle verklaart ook de aanwezigheid van vertegenwoordigers van de controleaandeelhouders in het Auditcomité (twee leden van de vier) en in het Vast Comité (zeven leden van de acht in 2011 en acht leden van de tien vanaf 2012). Met het oog op een behoorlijke toepassing van de corporategovernancebepalingen en de inachtneming van de belangen van alle aandeelhouders van de Vennootschap, ziet de Raad van Bestuur erop toe dat er een voldoende aantal onafhankelijke Bestuurders in zijn midden zetelt die op volwaardige wijze aan de werking van de Raad bijdragen. Daarenboven wenst de Raad stelselmatig vrouwen in zijn rangen op te nemen. In de geest daarvan heeft de Gewone Algemene Vergadering van 12 april 2011 Antoinette d’Aspremont Lynden benoemd tot vijfde onafhankelijke Bestuurder van de Vennootschap. 1.1.3. Benoemingen voorgesteld aan de Gewone Algemene Vergadering van 2012 Aan de Gewone Algemene Vergadering wordt voorgesteld om de mandaten van Georges Chodron de Courcel, Ian Gallienne en Thierry de Rudder, die na de Gewone Algemene Vergadering van 24 april 2012 aflopen, te hernieuwen. De Raad van Bestuur stelt voor om deze mandaten te hernieuwen voor een periode van vier jaar, met name tot na afloop van de Algemene Vergadering die in 2016 zal worden bijeengeroepen om te beslissen over de rekeningen van het boekjaar 2015. (1) Zoals door elk lid van de Raad van Bestuur individueel aan de Vennootschap medegedeeld
126
Jaarverslag 2011
1.2. Informatie en inlichtingen over de Bestuurders (1) 1.2.1. Hoofdactiviteit en andere mandaten uitgeoefend door de leden van de Raad van Bestuur De volledige lijst van de mandaten uitgeoefend door de leden van de Raad van Bestuur tijdens de laatste vijf jaar vindt u op blz. 158 van dit verslag. De lijst van de mandaten die in het boekjaar 2011 in beursgenoteerde vennootschappen werden uitgeoefend, vindt u onder punt 1.2.4. Gérald Frère Voorzitter van de Raad van Bestuur Professioneel adres: Groep Brussel Lambert Marnixlaan, 24 – 1000 Brussel (België) Curriculum Vitae Geboren op 17 mei 1951 in Charleroi, België, van Belgische nationaliteit. Na studies in Zwitserland treedt Gérald Frère toe tot de familieonderneming, de groep Frère-Bourgeois (België), waar hij de functie bekleedt van Gedelegeerd Bestuurder. Hij neemt ook het mandaat waar van Voorzitter van de Raad van Bestuur van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (NPM). Hij is tevens Regent bij de Nationale Bank van België. Hij zetelt sedert 1982 in de Raad van Bestuur van de Groep Brussel Lambert. In 1993 werd hij benoemd tot Gedelegeerd Bestuurder en tot Voorzitter van het Vast Comité, functies die hij tot eind 2011, de datum waarop hij terugtrad, uitoefende. Sinds 1 januari 2012 zit hij de Raad van Bestuur voor. Albert Frère CEO en Gedelegeerd Bestuurder Professioneel adres: Groep Brussel Lambert Marnixlaan, 24 – 1000 Brussel (België) Curriculum Vitae Geboren op 4 februari 1926, in Fontaine-l’Evêque, België, van Belgische nationaliteit. Na zich te hebben toegelegd op het bestuur van staalbedrijven in het bekken van Charleroi en op de verhandeling van hun producten, heeft Albert Frère in 1981 in Genève, samen met andere zakenlui, de vennootschap Pargesa Holding S.A. opgericht, die in 1982 toetreedt tot het kapitaal van Groep Brussel Lambert. Sindsdien bekleedt hij er de functie van Gedelegeerd Bestuurder en CEO en zat er van 1987 tot 2011 de Raad van Bestuur voor.
Paul Desmarais Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur
Thierry de Rudder Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur
Professioneel adres: Power Corporation du Canada Victoria Square, 751 – Montréal, Québec H2Y 2J3 (Canada)
Professioneel adres: Groep Brussel Lambert Marnixlaan, 24 – 1000 Brussel (België)
Paul Desmarais, jr Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur Professioneel adres: Power Corporation du Canada Victoria Square, 751 – Montréal, Québec H2Y 2J3 (Canada) Curriculum Vitae Geboren op 3 juli 1954 in Sudbury, Ontario, Canada, van Canadese nationaliteit. Paul Desmarais jr heeft een diploma in de handelswetenschappen van de Université McGill in Montréal en behaalt een MBA van INSEAD in Fontainebleau. Hij start zijn carrière in Engeland bij S.G. Warburg & Co. Ltd. en stapt daarna over naar Standard Brands Incorporated in New York. In 1981 treedt hij toe tot Power Corporation du Canada waar hij momenteel Voorzitter is van de Raad van Bestuur en co-Chef van de directie. Hij is Bestuurder van Groep Brussel Lambert sinds 1990.
Curriculum Vitae Geboren op 3 september 1949, in Parijs, Frankrijk, met de dubbele Belgische en Franse nationaliteit. Thierry de Rudder heeft een diploma wiskunde van de Universiteit van Genève en van de Université Libre de Bruxelles, alsook een MBA van de Wharton School in Philadelphia. Hij start zijn carrière in de Verenigde Staten en treedt in 1975 toe tot Citibank waar hij diverse functies bekleedt in New York en vervolgens in Europa. Hij is thans Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur en Voorzitter van het Vast Comité van Groep Brussel Lambert, die hij in 1986 vervoegt en waarvan hij tot december 2011 Gedelegeerd Bestuurder was. Ian Gallienne Gedelegeerd Bestuurder Professioneel adres: Groep Brussel Lambert Marnixlaan, 24 – 1000 Brussel (België) Curriculum Vitae Geboren op 23 januari 1971 in Boulogne-Billancourt, Frankrijk, van Franse nationaliteit. Ian Gallienne bezit het diploma “Gestion et Administration”, specialisatie “Finance” van de E.S.D.E. in Parijs en behaalt een MBA van INSEAD in Fontainebleau. Hij begint zijn loopbaan in 1992 in Spanje, als medestichter van een handelsvennootschap. Van 1995 tot 1997 maakt hij deel uit van de directie van een consultancyonderneming gespecialiseerd in de sanering van ondernemingen in moeilijkheden in Frankrijk. Van 1998 tot 2005 is hij Directeur van de private-equityfondsen Rhône Capital LLC in New York en Londen. Sinds 2005 is hij medestichter en Gedelegeerd Bestuurder van de private-equityfondsen Ergon Capital Partners in Brussel. Hij is Bestuurder van Groep Brussel Lambert sinds 2009 en Gedelegeerd Bestuurder sinds 1 januari 2012.
Jaarverslag 2011
127
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Curriculum Vitae Geboren op 4 januari 1927 in Sudbury, Ontario, Canada, van Canadese nationaliteit. Met het diploma ’baccalauréat en commerce’ van de Universiteit van Ottawa (Canada), verwerft Paul Desmarais in 1951 de controle over een busmaatschappij in Sudbury (Ontario). In 1959 richt hij Transportation Management Corporation Limited op, verwerft in 1960 Provincial Transport Limited en neemt vervolgens in 1962 de effectieve controle over van de Entreprises Gelco Limitée. In 1968 verkrijgt hij de controle over Power Corporation du Canada, een internationale beheers- en holdingmaatschappij. Van 1968 tot 1996 was hij er Voorzitter en Hoofd van de directie. Momenteel is hij Voorzitter van het Uitvoerend Comité van de vennootschap. Hij is sinds 1982 Bestuurder van Groep Brussel Lambert en is momenteel Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur.
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Gérard Lamarche Gedelegeerd Bestuurder
Jean-Louis Beffa Bestuurder
Professioneel adres: Groep Brussel Lambert Marnixlaan, 24 – 1000 Brussel (België)
Professioneel adres: Saint-Gobain “Les Miroirs”, 18 avenue d’Alsace – 92096 La Défense Cedex (Frankrijk)
Curriculum Vitae Geboren op 15 juli 1961 in Hoei, België, van Belgische nationaliteit. Gérard Lamarche bezit een diploma in de Economische Wetenschappen van de Université de Louvain-La-Neuve en van de Management School van INSEAD (Advanced Management Program for Suez Group Executives). Hij heeft in 1998-99 ook de opleiding gevolgd van het Wharton International Forum (Global Leadership Series). In 1983 start hij zijn loopbaan in België bij Deloitte Haskins & Sells. Van 1988 tot 1995 vervolgt hij zijn parcours bij de Generale Maatschappij van België. In 1995 treedt hij toe tot Compagnie Financière de Suez. In 2000 vertrekt hij naar de Verenigde Staten als Bestuurder-Directeur-Generaal van NALCO. In 2004 vervoegt hij de Algemene Directie van de groep Suez, waar hij in 2008 promoveert tot AdjunctDirecteur-Generaal, belast met de Financiën en tot Lid van het Directiecomité en het Uitvoerend Comité van de groep GDF SUEZ, uit welke functies hij respectievelijk op 31 oktober 2011 en op 31 december terugtreedt. Hij is sinds 12 april 2011 Bestuurder en sinds 1 januari 2012 Gedelegeerd Bestuurder van Groep Brussel Lambert. Antoinette d’Aspremont Lynden Bestuurder Professioneel adres: Generaal de Gaullelaan 23 – 1050 Brussel (België) Curriculum Vitae Geboren op 24 oktober 1949 in Londen, Verenigd Koninkrijk, van Belgische nationaliteit. Antoinette d’Aspremont Lynden is Master of Science van de School of Engineering van de Universiteit van Stanford in Californië en Doctor in de Toegepaste Economische Wetenschappen van de Université Catholique de Louvain. Zij begint haar loopbaan als adviseur in kwantitatieve methoden in Palo Alto, Californië. Tussen 1973 en 1990 bekleedt zij verschillende functies bij de Bank Brussel Lambert in Brussel. In 1990 is zij gedurende 20 jaar Professor in management en Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Université Charles-de-Gaulle Lille 3. Voorts doceert zij, als gasthoogleraar, Boekhouding en Financiële Analyse aan het Institut d’Etudes Politiques (Sciences Po) van Rijsel. Zij is ook actief in de non-profitsector, als Ondervoorzitster van de Koninklijke Maatschappij voor Weldadigheid in Brussel, Penningmeester van de Kathedraal van Sint-Michiel en SintGoedele, Voorzitster van de Franstalige jury van de Koningin Paolaprijs voor het onderwijs en Lid van de Inrichtende Macht van het College van Maredsous (België). Zij is Bestuurder van Groep Brussel Lambert sinds 2011.
128
Jaarverslag 2011
Curriculum Vitae Geboren op 11 augustus 1941, in Nice, Frankrijk, van Franse nationaliteit. Jean-Louis Beffa, oud-leerling van de Ecole polytechnique, is Ingénieur en Chef des Mines en bezit een diploma van de Ecole Nationale Supérieure du Pétrole en van het Institut d’Etudes Politiques de Paris. Hij start zijn carrière als Ingenieur op de Direction des Carburants van het Ministère de l’Industrie en werd vervolgens Chef du service raffinage en Adjunct van de Directeur. In 1974 treedt hij toe tot Compagnie de Saint-Gobain, waar hij van 1986 tot 2007 de functie bekleedt van Voorzitter-DirecteurGeneraal en daarna van juni 2007 tot juni 2010 van Voorzitter. Thans is hij Erevoorzitter en Bestuurder van Compagnie de Saint-Gobain, Bijzonder Adviseur (Senior Advisor) van Lazard Frères en Chairman van Lazard Asia Financial Advisory. Hij is Bestuurder van Groep Brussel Lambert sind s 1999. Georges Chodron de Courcel Bestuurder Professioneel adres: BNP Paribas Rue d’Antin, 3 – 75002 Parijs (Frankrijk) Curriculum Vitae Geboren op 20 mei 1950 in Amiens, Frankrijk, van Franse nationaliteit. Na zijn diploma van de Ecole Centrale de Paris in 1971 en zijn licentiaat in de Economische Wetenschappen in 1972 begint Georges Chodron de Courcel zijn loopbaan bij de Banque Nationale de Paris, waar hij diverse functies bekleedt. Na zes jaar bij de Banque Commerciale te hebben doorgebracht, wordt hij benoemd tot Verantwoordelijke van de Financiële Studies en vervolgens van de afdeling Beurs en Roerend Beheer. In 1989 wordt hij benoemd tot Lid van de Directie Financiële Zaken en Industriële Deelnemingen en tot Voorzitter van Banexi. In januari 1991 wordt hij Verantwoordelijke van de Financiële Afdeling en in 1996 Verantwoordelijke van de afdeling Bank en Internationale Financiën. Na de fusie met Paribas in augustus 1999 wordt hij benoemd tot Lid van het Uitvoerend Comité en Verantwoordelijke van de Financierings- en Investeringsbank van BNP Paribas. Sinds 2003 is hij Gedelegeerd DirecteurGeneraal van BNP Paribas. Hij is Bestuurder van Groep Brussel Lambert sinds 2009.
Victor Delloye Bestuurder
Michel Plessis-Bélair Bestuurder
Professioneel adres: Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. Rue de la Blanche Borne, 12 – 6280 Loverval (België)
Professioneel adres: Power Corporation du Canada Victoria Square 751 – Montréal, Québec H2Y 2J3 (Canada)
Maurice Lippens Bestuurder Professioneel adres: Winston Churchilllaan, 161 bus 12 – 1180 Brussel (België) Curriculum Vitae Geboren op 9 mei 1943, van Belgische nationaliteit. Maurice Lippens behaalt het diploma van doctor in de rechten aan de Université Libre de Bruxelles en een MBA aan de Harvard Business School. Hij start in de herstructurering van KMO’s en het Risicokapitaal. Hij wordt achtereenvolgens Bestuurder, Gedelegeerd Bestuurder en Voorzitter-Gedelegeerd Bestuurder van de groep AG, die in 1990 omgevormd wordt tot Fortis en waarvan hij tot 2000 Uitvoerend Voorzitter en vervolgens, tot 1 oktober 2008, niet-uitvoerend Voorzitter was. Hij is Bestuurder van Groep Brussel Lambert sinds 2001.
Curriculum Vitae Geboren op 26 maart 1942, in Montréal, Canada, van Canadese nationaliteit. Michel Plessis-Bélair is houder van een “Maîtrise en Commerce” van de Ecole des Hautes Etudes Commerciales in Montréal en van een MBA van de Columbia University van New York. Hij is eveneens Fellow van de Orde van de erkende accountants van Québec. Hij begint zijn carrière bij Samson Bélair en stapt in 1975 over naar de Société Générale de Financement du Québec waar hij diverse hogere directiefuncties bekleedt en waar hij eveneens Bestuurder wordt. In 1986 stapt hij over naar Power Corporation du Canada en Corporation Financière Power, waarvan hij, tot zijn aftreding op 31 januari 2008, respectievelijk Ondervoorzitter van de Raad, Hoofd van de financiële diensten en Uitvoerend Ondervoorzitter en Hoofd van de financiële diensten is. Hij blijft Ondervoorzitter van de Raad van Power Corporation du Canada en is eveneens lid van de Raad van Power Corporation du Canada en van Corporation Financière Power. Hij is Bestuurder van Groep Brussel Lambert sinds 1990. Gilles Samyn Bestuurder Professioneel adres: Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. Rue de la Blanche Borne, 12 – 6280 Loverval (België) Curriculum Vitae Geboren op 2 januari 1950, in Cannes, Frankrijk, met de dubbele Belgische en Franse nationaliteit. Gilles Samyn is handelsingenieur met een diploma van de Ecole de Commerce Solvay (ULB), waar hij wetenschappelijke of academische functies bekleedt sinds 1970. Hij start zijn professioneel leven in de Belgische Coöperatieve Beweging in 1972 en treedt toe tot Groep Brussel Lambert eind 1974. Na een jaar zelfstandige te zijn geweest, wordt hij in 1983 opgenomen in de groep Frère-Bourgeois waarvan hij momenteel Gedelegeerd Bestuurder is. Hij is eveneens Gedelegeerd Bestuurder van NPM. Hij is Bestuurder van Groep Brussel Lambert sinds 1987.
Jaarverslag 2011
129
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Curriculum Vitae Geboren op 27 september 1953, van Belgische nationaliteit. Victor Delloye behaalt het diploma van licentiaat in de rechten aan de Université Catholique de Louvain en een master in de Fiscaliteit aan de Ecole Supérieure des Sciences Fiscales (ICHEC - Brussel). Sinds het academiejaar 1989-1990 doceert hij in de Master in Fiscaal Beheer van de Ecole de Commerce de Solvay (ULB). Hij treedt in 1987 toe tot de groep Frère-Bourgeois en is thans Bestuurder-Secretaris-Generaal van NPM. Hij is Bestuurder van Groep Brussel Lambert sinds 1999.
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Amaury de Seze Bestuurder
Gunter Thielen Bestuurder
Professioneel adres: PGB Rond-point des Champs-Elysées, 1 – 75008 Parijs (Frankrijk)
Professioneel adres: Bertelsmann Stiftung Carl-Bertelsmannstraße, 256 – PO Box 103 – 33311 Gütersloh (Duitsland)
Curriculum Vitae Geboren op 7 mei 1946, van Franse nationaliteit. Amaury de Seze bezit het diploma van het Centre de Perfectionnement dans l’Administration des Affaires en van de Stanford Graduate School of Business. Zijn beroepscarrière brengt hem eerst bij Bull General Electric. Tussen 1978 en 1993 werkt hij voor de Volvo groep waar hij Voorzitter is van Volvo Europe en Lid van het Uitvoerend Comité van de groep. In 1993 stapt hij over naar de groep Paribas waar hij, als Lid van het Directiecomité, belast is met industriële aangelegenheden. Hij is Voorzitter geweest van PAI Partners en is thans “lead board director” van Carrefour S.A. en Ondervoorzitter van de Corporation Financière Power. Hij is Bestuurder van Pargesa Holding S.A. en sinds 1994 Lid van de Raad van Bestuur van Groep Brussel Lambert. Jean Stéphenne Bestuurder Professioneel adres: GlaxoSmithKline Biologicals Avenue Fleming, 20 (Building W23) – 1300 Waver (België) Curriculum Vitae Geboren op 1 september 1949, te Furfooz, bij Dinant, België, van Belgische nationaliteit. Jean Stéphenne bezit een diploma van ingenieur in de scheikunde en de landbouwwetenschappen van de Faculteit voor Landbouwwetenschappen van Gembloux, alsook een licentie management van de Université Catholique de Louvain. Hij begint zijn carrière bij SmithKline-Rit, waar hij alle echelons doorloopt om uiteindelijk Voorzitter-Algemeen Directeur te worden. Van 1997 tot 2000 is hij Voorzitter van de UWE (Union Wallonne des Entreprises). Hij is Bestuurder van Groep Brussel Lambert sinds 2003.
130
Jaarverslag 2011
Curriculum Vitae Geboren op 4 augustus 1942 in het Saarland, Duitsland, van Duitse nationaliteit. Hij is doctor-ingenieur machinebouw en economische wetenschappen van de Technische Universiteit van Aken. Hij start zijn loopbaan in 1970, in de groep BASF, waar hij verschillende directiefuncties bekleedt. In 1976 wordt hij Technisch Directeur van de raffinaderij van Wintershall in Kassel. In 1980 wordt hij benoemd tot Voorzitter van het Directiecomité van Maul-Belser in Nuremberg, een drukkerij van de groep Bertelsmann. In 1985 treedt hij in dienst van Bertelsmann AG, als Lid van het Directiecomité. In 2002 wordt hij er Voorzitter van het Directiecomité en CEO. Sinds januari 2008 is hij Voorzitter van de Raad van Toezicht van Bertelsmann AG. Hij is Bestuurder van Groep Brussel Lambert sinds 2007. Arnaud Vial Bestuurder Professioneel adres: Power Corporation du Canada Victoria Square 751 – Montréal, Québec H2Y 2J3 (Canada) Curriculum Vitae Geboren op 3 januari 1953 in Parijs, Frankrijk, met de dubbele Franse en Canadese nationaliteit. Na zijn studies aan de Ecole supérieure d’Electricité begint Arnaud Vial in 1977 zijn loopbaan bij de Bank Paribas (Parijs). In 1988 stapt hij over naar de groep Pargesa. Sinds 1997 is hij Eerste Ondervoorzitter van Power Corporation du Canada en van Corporation Financière Power. Hij is Bestuurder van Groep Brussel Lambert sinds 2004.
1.2.3. Professionele ontwikkeling De nieuwe Bestuurders krijgen alle gepaste informatie zodat zij snel kunnen bijdragen tot de werkzaamheden van de Raad van Bestuur. Indien de Bestuurder tevens verzocht wordt om te zetelen in een Comité van de Raad van Bestuur, omvat de medegedeelde informatie insgelijks een omschrijving van de bevoegdheden van dit Comité alsook alle andere informatie in verband met de opdrachten ervan. Bovendien hebben ze de kans om over elke eventuele vraag betreffende de uitvoering van hun opdracht contact op te nemen met het Uitvoerend Management van de Vennootschap. Aangezien de keuze van de nieuwe Bestuurders voornamelijk bepaald wordt door de ruime professionele ervaring en de competenties ten aanzien van de activiteiten van een holding, is er momenteel geen andere formele opleiding voorzien. Aantal mandaten
De Bestuurders schaven tijdens de hele duur van hun mandaat hun bekwaamheden alsook hun kennis over de Vennootschap bij, om hun rol te kunnen vervullen in de Raad van Bestuur en in de Comités. 1.2.4. Mandaten door de Bestuurders uitgeoefend in beursgenoteerde ondernemingen Onderstaande tabel vermeldt het aantal mandaten dat per 31 december 2011 door de Bestuurders werd uitgeoefend in beursgenoteerde vennootschappen in België en in het buitenland. Voor wat het aantal mandaten betreft, worden twee cijfers vermeld: vooreerst het totaal aantal uitgeoefende mandaten en vervolgens een kleiner getal, verkregen door alle mandaten, binnen eenzelfde groep uitgeoefend als vertegenwoordiging van deze groep in haar verschillende deelnemingen, samen te nemen. Een holding heeft als kenmerkende activiteit het aanhouden van deelnemingen waarvan de opvolging door de managers van de vennootschap moet worden verzekerd. In deze context kunnen de Bestuurders legitiem meer dan vijf mandaten bekleden, aangezien dit hun voornaamste beroepsactiviteit uitmaakt. Dat verklaart waarom het Charter met betrekking tot deze bepaling van de Code 2009 afwijkt.
Naam van de genoteerde vennootschap
Albert Frère
5/3
Pargesa Holding S.A. (CH) Groep Brussel Lambert (B) GDF SUEZ (F) LVMH (F) Métropole Télévision (M6) (F)
Paul Desmarais
4/1
Power Corporation du Canada (CDN) Corporation Financière Power (CDN) Pargesa Holding S.A. (CH) Groep Brussel Lambert (B)
Gérald Frère
6/3
Nationale Bank van België (B) Corporation Financière Power (CDN) Pargesa Holding S.A. (CH) Groep Brussel Lambert (B) Lafarge (F) Pernod Ricard (F)
Thierry de Rudder
4/1
Groep Brussel Lambert (B) GDF SUEZ (F) Lafarge (F) Total S.A. (F)
Antoinette d’Aspremont Lynden
1/1
Groep Brussel Lambert (B)
Jean-Louis Beffa
4/4
Compagnie de Saint-Gobain (F) GDF SUEZ (F) Siemens AG (D) Groep Brussel Lambert (B)
Jaarverslag 2011
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
1.2.2. Aanstelling en benoeming van de Bestuurders De Bestuurders worden aangesteld en benoemd op grond van de procedures en selectiecriteria die in het Charter beschreven zijn onder hoofdstuk III, punt A. 2. en die, op één uitzondering na, in overeenstemming zijn met de bepalingen van de Code 2009. De Code 2009 bepaalt immers dat de Voorzitter van de Raad van Bestuur of een andere niet-uitvoerende Bestuurder het benoemingsproces leidt. In het boekjaar 2011 werd deze taak nog vervuld door de Voorzitter van de Raad, die tevens de functie van CEO uitoefende. Sinds 1 januari 2012 leeft GBL deze bepaling volledig na: Gérald Frère heeft, in zijn hoedanigheid van niet-uitvoerend Bestuurder, Albert Frère opgevolgd als Voorzitter van de Raad van Bestuur en is sindsdien belast met de leiding van het benoemingsproces van de Bestuurders.
131
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Aantal mandaten
Naam van de genoteerde vennootschap
Georges Chodron de Courcel
6/6
Alstom S.A. (F) Bouygues S.A. (F) FFP (F) Groep Brussel Lambert (B) Lagardère S.C.A. (F) Nexans S.A. (F)
Victor Delloye
2/1
Pargesa Holding S.A. (CH) Groep Brussel Lambert (B)
Paul Desmarais, jr
11 / 1
Power Corporation du Canada (CDN) Corporation Financière Power (CDN) Great-West Lifeco Inc. (CDN) The Great-West Life Assurance Company (CDN) Canada Life Financial Corporation (CDN) IGM Financial Inc. (CDN) Pargesa Holding S.A. (CH) Groep Brussel Lambert (B) GDF SUEZ (F) Lafarge (F) Total S.A. (F)
Ian Gallienne
3/1
Groep Brussel Lambert (B) Imerys (F) Lafarge (F)
Gérard Lamarche
4/4
Groep Brussel Lambert (B) International Power Plc (GB) Legrand (F) Suez Environnement Company (F)
Maurice Lippens
1/1
Groep Brussel Lambert (B)
Michel Plessis-Bélair
8/1
Power Corporation du Canada (CDN) Corporation Financière Power (CDN) Great-West Lifeco Inc. (CDN) The Great-West Life Assurance Company (CDN) Canada Life Financial Corporation (CDN) IGM Financial Inc. (CDN) Pargesa Holding S.A. (CH) Groep Brussel Lambert (B)
Gilles Samyn
5/4
Affichage Holding S.A. (CH) Groupe Flo S.A. (F) Métropole Télévision (M6) (F) Pargesa Holding S.A. (CH) Groep Brussel Lambert (B)
Amaury de Seze
8/4
Carrefour S.A. (F) Corporation Financière Power (CDN) Pargesa Holding S.A. (CH) Groep Brussel Lambert (B) Suez Environnement Company (F) Imerys (F) Publicis Groupe (F) Thales (F)
Jean Stéphenne
2/2
Groep Brussel Lambert (B) IBA (B)
Gunter Thielen
2/2
Groep Brussel Lambert (B) Sixt AG (D)
Arnaud Vial
2/1
Pargesa Holding S.A. (CH) Groep Brussel Lambert (B)
132
Jaarverslag 2011
1.2.6. Bestuursbekwaamheid en -ervaring van de leden van de Raad van Bestuur Als criterium voor de selectie van de Bestuurders worden onder meer hun bekwaamheid en hun ervaring in bestuurs- en financiële aangelegenheden in aanmerking genomen. De door de Bestuurders uitgeoefende activiteit en mandaten getuigen van de bekwaamheid en de ervaring van alle betrokken personen. 1.2.7. Afwezigheid van veroordeling wegens fraude of beschuldiging en/of openbare sanctie Geen van de Bestuurders werd de laatste vijf jaar veroordeeld wegens een fraudedelict. Tegen geen van de Bestuurders werd ooit een aanklacht ingediend noch een openbare sanctie uitgesproken door de statutaire of reglementaire overheden. Evenmin werd geen enkele Bestuurder tijdens de laatste vijf jaar ooit door een rechtelijke instantie onbekwaam verklaard om te handelen als lid van een bestuurs-, beheers-, of toezichtorgaan of tussen te komen bij het beheer of de leiding van de zaken van een emittent. 1.2.8. Betrokkenheid van een Bestuurder bij een faillissement, sekwester of vereffening van vennootschappen als bedrijfsleider tijdens de laatste vijf jaar Geen enkele Bestuurder was ooit betrokken bij een faillissement, sekwester of vereffening, behoudens Victor Delloye en Gilles Samyn die, als Lid van de Raad van Bestuur van Loverfin S.A., verklaren betrokken te zijn geweest bij de ontbinding en de invereffeningstelling (met uitkering van bonussen) op 19 december 2003, met algemene instemming van de aandeelhouders, van voornoemde vennootschap in het kader van een winstdelingsplan ten gunste van het personeel van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. De afsluiting van de vereffening van Loverfin S.A. werd op 11 juni 2007 goedgekeurd. Arnaud Vial, van zijn kant, was in 2008 betrokken bij de ontbinding van SIB International Bancorp. 1.2.9. Mogelijke belangenconflicten tussen de leden van de Raad van Bestuur De mogelijke belangenconflicten die zich theoretisch kunnen voordoen, zijn de volgende: • Albert Frère is Ondervoorzitter en Gedelegeerd Bestuurder van Pargesa Holding S.A. en bekleedt verschillende bestuursmandaten in de groep Frère-Bourgeois/NPM. • Gérald Frère is Ondervoorzitter van Pargesa Holding S.A. en bekleedt verschillende bestuursmandaten in de groep Frère-Bourgeois/NPM. • Gilles Samyn is Gedelegeerd Bestuurder van FrèreBourgeois en Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. Hij is ook Bestuurder van Pargesa Holding S.A.
• Victor Delloye is Bestuurder van Pargesa Holding S.A. en bekleedt tevens verschillende bestuursmandaten in de groep Frère-Bourgeois/NPM. • Paul Desmarais, Paul Desmarais jr, Michel Plessis-Bélair en Arnaud Vial zijn Bestuurder van Pargesa Holding S.A. en bekleden verschillende bestuursmandaten in de groep Power Corporation du Canada. • Amaury de Seze is Bestuurder van Pargesa Holding S.A. en van Erbe, een vennootschap van de groep Frère-Bourgeois/NPM, en is tevens Ondervoorzitter van Corporation Financière Power. • Arnaud Vial is Eerste Ondervoorzitter van Power Corporation du Canada en van Corporation Financière Power. • Georges Chodron de Courcel is Gedelegeerd Directeur-generaal van BNP Paribas. • Thierry de Rudder was tot 3 oktober 2011 Bestuurder van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. • Ian Gallienne is Gedelegeerd Bestuurder van Ergon Capital Partners, Ergon Capital Partners II en Ergon Capital Partners III. 1.2.10. Schikkingen of afspraken met de hoofdaandeelhouders Tussen de Vennootschap en de voornaamste aandeelhouders werden geen schikkingen getroffen noch afspraken gemaakt op grond waarvan de Bestuurders als lid van de Raad van Bestuur werden verkozen. 1.2.11. Deelneming in het maatschappelijk kapitaal van GBL (aandelen en opties) op 6 maart 2012 1.2.11.1. Aandelen • Paul Desmarais bezit 500 GBL-aandelen. • Thierry de Rudder bezit 50.334 GBL-aandelen. • Gérald Frère bezit 183.014 GBL-aandelen. • Ian Gallienne bezit 6.500 GBL-aandelen. • Jean Stéphenne bezit 370 GBL-aandelen. • Geen enkele andere Bestuurder bezit een rechtstreekse deelneming in aandelen in het maatschappelijk kapitaal van GBL. 1.2.11.2. Opties Op 31 december 2011 bezitten Albert Frère, Gérald Frère en Thierry de Rudder de volgende opties: Optieplan
Aantal toegekende opties (1) Albert Gérald Thierry Frère Frère de Rudder
2007
44.885
18.935
18.935
2008
60.561
25.548
25.548
2009
90.230
38.065
38.065
2010
59.822
25.237
25.237
2011
73.570
29.428
29.428
(1) Een optie geeft recht op één GBL-aandeel
De andere leden van de Raad van Bestuur zijn niet bij deze optieplannen betrokken.
Jaarverslag 2011
133
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
1.2.5. Familiebanden tussen de leden van de Raad van Bestuur • Paul Desmarais is de vader van Paul Desmarais, jr. • Albert Frère is de vader van Gérald Frère en de schoonvader van Ian Gallienne. • Gérald Frère is de zwager van Thierry de Rudder en van Ian Gallienne.
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Gérald Frère en Thierry de Rudder hebben voornoemde opties ontvangen als lid van het Uitvoerend Management. In overeenstemming met de op blz. 124 bedoelde wet van 7 november 2011, zullen voornoemde personen geen opties meer ontvangen vanaf 1 januari 2012, datum waarop ze als Gedelegeerde Bestuurders werden vervangen door Ian Gallienne en Gérard Lamarche, zoals vermeld op blz. 125. 1.2.12. Beperking betreffende de overdracht van de deelneming in het maatschappelijk kapitaal van GBL Bij weten van de Vennootschap gelden er geen beperkingen op de overdracht, door een Bestuurder, van de effecten die hij bezit in het maatschappelijk kapitaal van GBL, met uitzondering van hetgeen werd bepaald voor de verbodsperioden en de gesloten perioden.
1.3. Uitvoerend Management en Chief Executive Officer (CEO) 1.3.1. Samenstelling Het dagelijks bestuur van GBL is toevertrouwd aan drie Gedelegeerde Bestuurders die, als college, het Uitvoerend Management van de Vennootschap vormen. In 2011 vormden Albert Frère, Gérald Frère en Thierry de Rudder het Uitvoerend Management. Eind 2011 hebben Gérald Frère en Thierry de Rudder hun uitvoerende functie beïndigd en werden ze als Gedelegeerde Bestuurders vervangen door Ian Gallienne en Gérard Lamarche. Sinds 1 januari 2012 is het college van de Gedelegeerde Bestuurders dus samengesteld uit Albert Frère, Ian Gallienne en Gérard Lamarche. Albert Frère blijft het Voorzitterschap van het Uitvoerend Management waarnemen.
1.3.3. Evaluatie van het Uitvoerend Management Het Charter van de Vennootschap schrijft geen bijzondere procedure voor om de prestaties van de CEO en de andere leden van het Uitvoerend Management te evalueren, zoals door de Code 2009 wordt voorzien. Die evaluatie gebeurt doorlopend en informeel, in het kader van de vergaderingen van de Raad en de Comités, en, op een meer formele wijze, bij de driejaarlijkse evaluatie van de prestaties van de Raad van Bestuur (zie Charter, hoofdstuk III, punt B. 5. en hoofdstuk III, punt A. 4.2.5.).
1.4. Bevoegdheden en werking van de Raad van Bestuur De bevoegdheden en de werking van de Raad van Bestuur zijn in het Charter omschreven onder hoofdstuk III, punt A. 4.1. en 4.2.
1.5. Bijeenkomsten van de raad in 2011 en aanwezigheid van de Bestuurders De Raad van Bestuur is in 2011 zeven maal bijeen geweest. Het gemiddeld aanwezigheidspercentage van de Bestuurders op al deze bijeenkomsten bedraagt 84,13%. Aan vijf van deze vergaderingen hebben sommige leden telefonisch deelgenomen. Het individueel aanwezigheidspercentage van de Bestuurders op deze bijeenkomsten was het volgende: Bestuurders Albert Frère Paul Desmarais
Aanwezigheidspercentage 100,00% 14,29%
Gérald Frère
100,00%
Thierry de Rudder
100,00%
De Code 2009 schrijft voor om de verantwoordelijkheden van de Voorzitter van de Raad van Bestuur en van de CEO te scheiden. Bij GBL werden de functies van Voorzitter van de Raad van Bestuur en van CEO, tot eind 2011, uitgeoefend door dezelfde persoon. Deze toestand was historisch gegroeid: Albert Frère is sinds 1982 CEO van de Vennootschap en heeft in 1987 het Voorzitterschap van de Raad aanvaard.
Antoinette d’Aspremont Lynden (1)
100,00%
Op 1 januari 2012 werd Albert Frère, als Voorzitter van de Raad van Bestuur, opgevolgd door Gérald Frère, waardoor de functies van Voorzitter van de Raad en van CEO, die Albert Frère blijft uitoefenen, worden gescheiden. 1.3.2. Bevoegdheid en werking van het Uitvoerend Management Het Uitvoerend Management zorgt collegiaal voor het operationeel beleid van de groep. Het beschikt over een ruime autonomie: zijn bevoegheden zijn niet beperkt tot de uitvoering van de beslissingen van de Raad van Bestuur, maar omvat alle handelingen die nodig zijn om de courante activiteiten van de Vennootschap en haar dochterondernemingen te verzekeren en de ondernemingsstrategie te bewerkstelligen. De werking van het Uitvoerend Management wordt beschreven in hoofdstuk III, punt B. 3. van het Charter.
134
Jaarverslag 2011
Jean-Louis Beffa
42,86%
Georges Chodron de Courcel
100,00%
Victor Delloye
100,00%
Paul Desmarais, jr
71,43%
Ian Gallienne
100,00%
Gérard Lamarche (1)
100,00%
Maurice Lippens
100,00%
Michel Plessis-Bélair
71,43%
Gilles Samyn
100,00%
Amaury de Seze
100,00%
Jean Stéphenne
85,71%
Gunter Thielen
42,86%
Arnaud Vial Totaal
85,71% 84,13%
(1) Tot Bestuurder benoemd door de Algemene Vergadering van 12 april 2011; aanwezigheids percentage berekend op basis van de bijeenkomsten van de Raad na voormelde datum
De Raad van maart 2011 was onder meer gewijd aan de voorbereiding van de Gewone en de Buitengewone Algemene Vergadering, waarvan de agenda’s werden vastgesteld en meer bepaald het voorstel tot benoeming van Antoinette d’Aspremont Lynden (waarbij de Algemene Vergadering tevens werd verzocht haar de hoedanigheid van onafhankelijk Bestuurder toe te kennen) en van Gérard Lamarche. Eind maart keurde de Raad de overname goed van de deelneming van 25,6% in Imerys, tot dan toe aangehouden door Pargesa Holding S.A. via haar 100%-dochtervennootschap Pargesa Netherlands B.V., de moedervennootschap van GBL. Deze verrichting werd verwezenlijkt met inachtneming van de procedure voorzien door artikel 524 van het Wetboek Vennootschappen (zie hierna, blz. 147). De Raad van mei keurde het plan goed met het oog op de evolutie van het bestuur van GBL, ertoe strekkende om, na afloop van de Algemene Vergadering van 2012, het dagelijks bestuur toe te vertrouwen aan Ian Gallienne en Gérard Lamarche en stemde in met de algemene voorwaarden voor de infunctietreding van de twee nieuwe Gedelegeerde Bestuurders. De Raad van november heeft de bevoegdheidsoverdracht tussen het oude en het nieuwe team vervroegd en vastgesteld op 1 januari 2012 en de nodige maatregelen genomen om de geplande wijzigingen effectief door te voeren. Dezelfde Raadsvergadering onderzocht verschillende wijzen van financiering en nam een aantal beslissingen dienaangaande.
1.6. Efficiëntie en evaluatie van de Raad Overeenkomstig zijn intern reglement (zie Charter, hoofdstuk III, punt A. 4.2.5.) moet de Raad van Bestuur om de drie jaar zijn prestaties evalueren op basis van een individuele vragenlijst. Die vragenlijst heeft zowel betrekking op de omvang, de samenstelling en de collectieve prestaties van de Raad van Bestuur als op de effectieve bijdrage van iedere Bestuurder en de interactie van de Raad van Bestuur met het Uitvoerend Management. Naast deze evaluatieprocedure komen de nietuitvoerende Bestuurders jaarlijks, in afwezigheid van de CEO en de andere leden van het Uitvoerend Management, bijeen om de interactie tussen de niet-uitvoerende Bestuurders en het Uitvoerend Management te evalueren. De eerste procedure tot evaluatie van de Raad van Bestuur werd in 2007 verricht.
Een nieuwe evaluatie van de werking van de Raad van Bestuur en de interactie tussen de Raad en het Uitvoerend Management gebeurde in het eerste kwartaal 2010. De resultaten werden op 5 mei 2010 aan de Raad medegedeeld en waren zeer bevredigend. Op 5 mei 2011 werd de bijeenkomst van de niet-uitvoerende Bestuurders gehouden. De niet-uitvoerende Bestuurders bespraken de volgende punten: • de kwaliteit van de relatie tussen de CEO / Uitvoerend management en de Raad van Bestuur; • de door de CEO / het Uitvoerend Management verstrekte informatie; • de evaluatie door de Raad van Bestuur van de CEO / van het Uitvoerend Management; • de afbakening van de taken tussen het Uitvoerend Management en de Raad van Bestuur; • de mogelijkheid voor de Bestuurders om buiten de bijeenkomsten van de Raad, een onderhoud te hebben met de CEO en de andere leden van het Uitvoerend Management. Alle voormelde punten werden als bevredigend beschouwd en gaven geen aanleiding tot bijzondere opmerkingen. Er is geen vooraf vastgestelde procedure voorzien voor de evaluatie van de bijdrage en de efficiëntie van een Bestuurder die voor herverkiezing wordt voorgedragen. De effectieve bijdrage van elke Bestuurder wordt tezamen met de periodieke evaluatie van de Raad van Bestuur beoordeeld. Overigens bevestigt het voorstel tot verlenging van het mandaat impliciet de bijdrage tot en de efficiëntie bij de werkzaamheden van de Raad van Bestuur.
2. Comités van de Raad De Raad van Bestuur wordt bijgestaan door het Vast Comité, het Benoemings- en Remuneratiecomité en het Auditcomité die hun activiteiten uitvoeren onder de verantwoordelijkheid van de Raad. Het intern reglement van deze Comités is opgenomen in Bijlage 1 van het Charter.
2.1. Vast Comité 2.1.1. Samenstelling Het Vast Comité telde in 2011 acht leden en werd voorgezeten door Gérald Frère. Op 1 januari 2012 zijn Ian Gallienne en Gérard Lamarche tot het Vast Comité toegetreden, waardoor het totaal aantal leden op tien werd gebracht, waaronder acht vertegenwoordigers van de controleaandeelhouders. Op dezelfde datum heeft Thierry de Rudder het Voorzitterschap van het Vast Comité overgenomen, terwijl Gérald Frère het Voorzitterschap van de Raad van Bestuur op zich nam. Op de Raad van Bestuur van 6 maart 2012 wordt voorgesteld het mandaat van Thierry de Rudder en Ian Gallienne in het Vast Comité te hernieuwen, onder voorbehoud evenwel van hun herverkiezing als Lid van de Raad door de Gewone Algemene Vergadering van 24 april 2012. Jaarverslag 2011
135
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Op de agenda van de bijeenkomsten van de Raad van Bestuur van maart en juli staan traditioneel de respectieve afsluiting van de geconsolideerde financiële staten en maatschappelijke rekeningen per 31 december en 30 juni. Op de bijeenkomsten van mei en november worden de kwartaalrekeningen besproken. De deelnemingsportefeuille staat in het algemeen op de agenda van elke vergadering en alternerend wordt een bepaalde investering onder de loep genomen. De Raad heeft het hele jaar door werkzaamheden gewijd aan diverse investeringsprojecten.
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
De duur van het mandaat van de leden van het Comité valt samen met deze van hun mandaat als Bestuurder. Leden van het Vast Comité
Lopend Aanwezigheidsmandaat percentage
Gérald Frère, Voorzitter
2011-2015
Paul Desmarais
2011-2015
100,00% 25,00%
Paul Desmarais, jr
2011-2015
100,00%
Albert Frère
2011-2015
100,00%
Michel Plessis-Bélair
2010-2013
75,00%
Thierry de Rudder
2009-2012
75,00%
Gilles Samyn
2011-2015
100,00%
Amaury de Seze
2010-2013
100,00%
2.2.2. Frequentie en thema’s van de bijeenkomsten Het Benoemings- en Remuneratiecomité is in 2011 vier keer bijeen geweest. Het gemiddeld aanwezigheids percentage van de leden op al deze bijeenkomsten in 2011 bedroeg 90,00%. Het individueel aanwezigheidspercentage van de Bestuurders op deze bijeenkomsten blijkt uit bovenstaande tabel.
Het Vast Comité heeft zich tijdens deze bijeenkomsten gebogen over de voornaamste punten die op de Raad moesten worden besproken, en hoofdzakelijk: • de evolutie van de portefeuille; • de liquide middelen van de groep; • het financieringsbeleid; • het dividendbeleid; • het investeringsbeleid en de investeringsprojecten; • de vooruitzichten en de evaluatie van de deelnemingen van de groep; • de evolutie van het bestuur van de groep.
Tijdens die bijeenkomsten heeft het Comité zich hoofdzakelijk over volgende onderwerpen gebogen: • hernieuwing van mandaten, benoeming van Bestuurders, erkenning van de onafhankelijkheid van een Bestuurder en aanwijzing van de leden van de Comités; • delegatie van het dagelijks bestuur; • beoordeling van de interactie tussen de niet-uitvoerende Bestuurders en het Uitvoerend Management; • vaststelling van de coëfficiënt tot bepaling van de maximale waarde van de onderliggende aandelen aan de opties toe te kennen in 2011 aan het Uitvoerend Management en het personeel van de groep; • voorstel tot wijziging van het remuneratiebeleid betreffende de niet-uitvoerende Bestuurders; • voorstellen betreffende de remuneratie van de nietuitvoerende leden van de Raad van Bestuur en de Gedelegeerde Bestuurders van de groep; • voorstellen betreffende het aanvullend pensioenplan van het personeel en het Uitvoerend Management; • voorstellen betreffende de evolutie van het bestuur van de groep; • opstelling van het ontwerp van remuneratieverslag en nazicht van de andere teksten betreffende het deugdelijk bestuur aangaande de benoeming en remuneratie van de bedrijfsleiders die in het jaarverslag moeten worden gepubliceerd.
2.2. Benoemings- en Remuneratiecomité
2.3. Auditcomité
Totaal
84,38%
2.1.2. Frequentie en thema’s van de bijeenkomsten Het Vast Comité is in 2011 vier keer bijeengekomen. Het gemiddeld aanwezigheidspercentage van de leden op al deze bijeenkomsten in 2011 bedraagt 84,38%. Het individueel aanwezigheidspercentage van de Bestuurders op deze bijeenkomsten blijkt uit bovenstaande tabel.
2.2.1. Samenstelling Momenteel telt het Comité vijf leden. Het wordt voorgezeten door Maurice Lippens. De duur van het mandaat van de leden van het Comité valt samen met deze van hun mandaat als Bestuurder. Leden van het Benoemingsen Remuneratiecomité
Lopend Aanwezigheidsmandaat percentage
Maurice Lippens, Voorzitter
2010-2013
100,00%
Michel Plessis-Bélair
2010-2013
75,00%
Gilles Samyn
2011-2015
100,00%
Jean Stéphenne
2010-2013
100,00%
Gunter Thielen
2010-2013
Totaal
75,00% 90,00%
Alle leden van het Benoemings- en Remuneratiecomité zijn niet-uitvoerende Bestuurders, waarvan drie onafhankelijke zijn. Het Comité beschikt over de nodige ervaring op het gebied van remuneratiebeleid.
136
Jaarverslag 2011
2.3.1. Samenstelling Momenteel telt het Comité vier leden. Het wordt voorgezeten door Jean-Louis Beffa. Antoinette d’Aspremont Lynden is, vanaf de Gewone Algemene Vergadering van 12 april 2011, tot het Auditcomité toegetreden ter vervanging van Gunter Thielen. De duur van het mandaat van de leden van het Comité valt samen met deze van hun mandaat als Bestuurder. Leden van het Auditcomité
Lopend Aanwezigheidsmandaat percentage
Jean-Louis Beffa, Voorzitter
2010-2013
100,00%
Antoinette d’Aspremont Lynden (1)
2011-2015
100,00%
Gilles Samyn
2011-2015
100,00%
Arnaud Vial
2010-2013
100,00%
Totaal
93,75% (1)
(1) Aanwezigheidspercentage berekend op basis van de gewogen aanwezigheid van alle leden voor de duur van de uitoefening van hun mandaat in 2011 (met inbegrip van Gunter Thielen)
Zoals beschreven in de biografieën van de leden van de Raad van Bestuur, uiteengezet van blz. 126 tot blz. 130 van dit verslag, beschikken alle leden van het Auditcomité, uit hoofde van hun opleiding of functie, over de toereikende financiële en/of boekhoudkundige bekwaamheid. 2.3.2. Frequentie en thema’s van de bijeenkomsten Het Auditcomité is in 2011 viermaal bijeengekomen, met een gemiddeld aanwezigheidspercentage van 93,75%, berekend op basis van de gewogen aanwezigheid van alle leden voor de duur van de uitoefening van hun mandaat. De leden van het Comité waren op deze bijeenkomsten aanwezig, in persoon of telefonisch. Het individueel aanwezigheidspercentage van de Bestuurders op deze bijeenkomsten blijkt uit voorafgaande tabel. Eén van de leden van het Uitvoerend Management, de Financiële Directeur en de Commissaris van de Vennootschap waren op alle bijeenkomsten van het Comité aanwezig. Het Auditcomité moet de Raad van Bestuur ondersteuning verlenen bij het toezicht op de juistheid en de oprechtheid van de maatschappelijke rekeningen en de geconsolideerde financiële staten van GBL en bij het vervullen van zijn verantwoordelijkheden inzake monitoring met het oog op een controle in de meest ruime zin, inzonderheid de kwaliteit van de interne controle en de aan de aandeelhouders en de markten verstrekte informatie. In 2011 waren de voornaamste thema’s die het Comité behandelde de volgende: • onderzoek van de jaarlijkse en halfjaarlijkse geconsolideerde financiële staten van de Vennootschap, evenals de geconsolideerde kwartaalresultaten; • nazicht van de korte- en middellange termijn vooruitzichten; • analyse van de financieringstoestand en van de schuld; • nazicht van de boekhoudkundige waardering van de deelnemingen, inclusief de erkenning van een impairment op Lafarge; • toetsing van de risico’s en evaluatie van de efficiëntie van de interne controle- en risicobeheerssystemen; • nazicht van de persberichten, inzonderheid betreffende de financiële staten en de resultaten van de groep; • nazicht van de teksten die in het jaarverslag moeten gepubliceerd worden betreffende: - de financiële informatie; - de commentaar op de interne controle en het risicobeheer;
• onderzoek en opvolging van de onafhankelijkheid van de Commissaris en nazicht van de door hem verrichte diensten die niet vallen onder de hem door de wet toevertrouwde diensten (onder meer de wettelijke controle op de rekeningen); • analyse van de integrale consolidatie van Imerys en de gevolgen ervan voor de voorstelling van de financiële staten; • opvolging van de voornaamste hangende geschillen.
2.4. Evaluatie van de werking en de prestaties van de Comités van de Raad van Bestuur De verschillende Comités kunnen te allen tijde, naargelang de evolutie en de efficiëntie van hun werkzaamheden, de vereiste wijzigingen aan hun intern reglement voorstellen. Het Charter voorziet derhalve niet in een periodieke procedure voor de herziening van de reglementen van de Comités. De werking en de prestaties van de Comités worden gemeten en geanalyseerd ter gelegenheid van de driejaarlijkse evaluatie van de prestaties van de Raad van Bestuur. Met het oog daarop is een deel van de individuele evaluatievragenlijst voorbehouden aan de leden van de respectieve Comités.
3. Remuneratieverslag 3.1. Procedure voor de ontwikkeling van het remuneratiebeleid en de vaststelling van het remuneratieniveau voor de leden van de Raad van Bestuur De procedure voor de ontwikkeling van het remuneratiebeleid en voor de vaststelling van het remuneratieniveau voor de leden van de Raad wordt door de Raad van Bestuur vastgesteld op basis van voorstellen van het Benoemingsen Remuneratiecomité. De emolumenten van de niet-uitvoerende Bestuurders worden, op voorstel van het Benoemings- en Remuneratiecomité, vastgesteld door de Raad van Bestuur, in de vorm van een maximumbedrag dat ter goedkeuring aan de Algemene Vergadering wordt voorgelegd. Die emolumenten, die sinds 2001 niet meer werden herzien, werden in 2011 aan een benchmarking onderworpen en aangepast. De aard en het bedrag van de remuneraties en van de eventuele opzeggingsvergoedingen van de leden van het Uitvoerend Management worden vastgesteld door de Raad van Bestuur, op voorstel van het Benoemings- en Remuneratiecomité, dat voor die werkzaamheden een beroep doet op een externe adviseur. De prestatiegebonden winstdelingsplannen van de Vennootschap worden vastgesteld door de Raad van Bestuur, op voorstel van het Benoemings- en Remuneratiecomité. Dergelijke plannen zijn onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de aandeelhouders. Die goedkeuring slaat op het plan zelf en op de totale maximumwaarde ervan, maar niet op de individuele toekenning van rechten onder het plan.
Jaarverslag 2011
137
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Alle leden van het Auditcomité zijn niet-uitvoerende Bestuurders. Twee leden, met inbegrip van de Voorzitter van het Comité, zijn onafhankelijke Bestuurders zoals bedoeld door artikel 526ter van het Wetboek Vennootschappen, met name Jean-Louis Beffa en Antoinette d’Aspremont Lynden, hetzij 50% van de leden. Hoewel de Code 2009 bepaalt dat de meerderheid van het Auditcomité moet bestaan uit onafhankelijke Bestuurders, bepaalt het Charter, gelet op de structuur van het controleaandeelhouderschap van GBL, dat van deze bepaling kan worden afgeweken en het aantal onafhankelijke Bestuurders beperkt wordt tot de helft van de leden van het Comité.
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
3.2. Remuneratiebeleid 3.2.1. Niet-uitvoerende Bestuurders Het remuneratiebeleid van de niet-uitvoerende Bestuurders werd in 2011 herzien om ze te laten aansluiten bij de marktvoorwaarden en de nieuwe tendens in het deugdelijk bestuur die ertoe strekt de remuneratie te relateren aan de aanwezigheid. In het licht daarvan werd het forfaitaire gedeelte van de remuneratie verminderd en vervangen door de invoering van zitpenningen. De niet-uitvoerende Bestuurders ontvangen geen variabele remuneratie. 3.2.2. Uitvoerend Management Vaste remuneratie De vaste remuneratie van het Uitvoerend Management werd in 2010 herzien voor een periode van drie jaar, met name 2010-2012. Zij houdt rekening met de uitgeoefende functie en de marktvoorwaarden, aangepast op basis van de prestaties op lange termijn van de Vennootschap. De basisreferentie is de marktmediaan, waarbij de bovenste vork slechts in aanmerking wordt genomen indien de prestatie van GBL op lange termijn in het hoogste kwartiel van de ondernemingen van de BEL 20 en de CAC 40 ligt. De vaste remuneratie van Ian Gallienne en Gérard Lamarche, die, als Gedelegeerde Bestuurders, vanaf 1 januari 2012 in de plaats getreden zijn van Gérald Frère en Thierry de Rudder, ligt in de lijn van die van hun voorgangers. Ze werd voor 2012 vastgelegd en zal in 2013 worden herzien. Het spreekt voor zich dat voordelen of belangen uit hoofde van hun loopbaan of vorige opdrachten, niet in aanmerking worden genomen voor de vaststelling van hun huidige en toekomstige remuneratie. Met andere woorden zal hun voormelde globale remuneratie niet de voordelen of belangen omvatten die het gevolg zijn van overeenkomsten die, vóór hun toetreding tot het Uitvoerend Management van GBL, gesloten zijn uit hoofde van de door hen voorheen uitgeoefende functie. De scheiding van de functies van CEO en van Voorzitter van de Raad, doorgevoerd vanaf 1 januari 2012, heeft geleid tot een vermindering van de vaste remuneratie van de CEO, met een bedrag gelijk aan de remuneratie toegekend aan de nieuwe niet-uitvoerende Voorzitter van de Raad van Bestuur. De volgende herziening van de remuneratie van de CEO is gepland in 2013.
Variabele remuneratie Het remuneratiebeleid inzake het Uitvoerend Management sluit elke variabele remuneratie in geld op korte termijn uit. Dit beleid is het gevolg van de kenmerken van een holding, waarvan de prestaties moeilijk op korte termijn kunnen worden gewaardeerd. Bovendien ontvangt het Uitvoerend Management evenmin een variabele remuneratie in geld op lange termijn. Winstdelingsplan Voorts bestaat er een winstdelingsplan op lange termijn, verbonden met de prestaties van de Vennootschap. In 2011 bestond dit plan andermaal uit een jaarlijks aandelenoptieplan. In het kader van dit aandelenoptieplan, legt de Raad van Bestuur de maximumwaarde van de aandelen onder de toe te kennen opties jaarlijks ter goedkeuring voor aan de Algemene Vergadering. Die waarde wordt vastgesteld door de Raad van Bestuur, op voorstel van het Benoemings- en Remuneratiecomité, dat jaarlijks de Raad de waarde van de coëfficiënt die op de optietoekenning van het jaar van toepassing is, aanbeveelt. Die coëfficiënt kan schommelen tussen 0% en 125% en is afhankelijk van een criterium inzake de prestatie op lange termijn van het GBL-aandeel ten opzichte van de BEL 20 en de CAC 40 en van een kwalitatief beoordelingscriterium. De aandelenopties worden uitgegeven overeenkomstig de bepalingen van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, gewijzigd door de Programmawet van 24 december 2002. Het betreft opties op bestaande aandelen met een looptijd van tien jaar. De uitoefenprijs van de opties wordt, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 26 maart 1999, vastgesteld op de kleinste van volgende waarden: • de koers van de dag vóór het aanbod van de opties; • het gemiddelde van de 30 dagen voorafgaand aan het aanbod van de opties. De opties zijn na verloop van drie jaar definitief verworven, ten belope van een derde per jaar, tenzij bij een wijziging van de controle, in welk geval ze onmiddellijk verworven zijn. In toepassing van de wet van 6 april 2010 kunnen de opties die na 31 december 2010 aan het Uitvoerend Management werden toegekend, pas na verloop van drie jaar vanaf de toekenning ervan worden uitgeoefend. Sinds 2007 heeft de Vennootschap, in het kader van dat plan, vijf schijven uitgeschreven. De kenmerken ervan kunnen als volgt worden samengevat:
Jaar van toekenning
2007
2008
2009
2010
2011
Uitoefenperiode (1):
van 1/01/2011 tot 24/05/2017
van 1/01/2012 tot 9/04/2018
van 1/01/2013 tot 16/04/2019
van 1/01/2014 tot 15/04/2020
van 1/01/2015 tot 14/04/2021
(Deels) verlengd (2):
tot 24/05/2022
tot 9/04/2023
-
-
-
EUR 91,90
EUR 77,40
EUR 51,95
EUR 65,82
EUR 65,04
Uitoefenprijs
(1) Gelet op de door de begunstigden onderschreven verbintenissen in toepassing van de wet van 26 maart 1999 (2) In het kader van de economische herstelwet van 27 maart 2009
138
Jaarverslag 2011
3.3. Emolumenten en andere brutoremuneraties ontvangen door niet-uitvoerende Bestuurders voor het boekjaar 2011 Lid van de Raad
Lid van de Comités van de Raad
Subtotaal
28.667
17.333
46.000
-
46.000
Jean-Louis Beffa
34.000
37.000
71.000
-
71.000
Georges Chodron de Courcel
46.000
-
46.000
-
46.000
Victor Delloye
46.000
-
46.000
-
46.000
Paul Desmarais (3)
53.000
18.000
71.000
-
71.000
Paul Desmarais, jr
40.000
24.000
64.000
158.597
222.597
Ian Gallienne
46.000
-
46.000
720.024 (4)
766.024
Gérard Lamarche (2)
28.667
-
28.667
-
28.667
Maurice Lippens
46.000
37.000
83.000
-
83.000
Michel Plessis-Bélair
40.000
42.500
82.500
-
82.500
Gilles Samyn
46.000
76.000
122.000
-
122.000
Amaury de Seze
46.000
27.000
73.000
70.583
143.583
Jean Stéphenne
43.000
24.500
67.500
-
67.500
Gunter Thielen
34.000
25.667
59.667
-
59.667
43.000 620.334
24.500 353.500
67.500 973.834
949.204
67.500 1.923.038
In EUR
Antoinette d’Aspremont Lynden
Arnaud Vial Totaal
(2)
Andere (1)
Totaal
(1) Remuneraties i.v.m. mandaten aangehouden in deelnemingen van de groep (2) Sinds 12 april 2011 (3) Waarvan EUR 25.000 als Ondervoorzitter van de Raad (4) Bedrag zonder langetermijnparticipatie in de private-equityfondsen Ergon Capital Partners I, II en III
De Algemene Vergadering van 12 april 2011 had beslist om het maximumbedrag van de remuneraties die aan de niet-uitvoerende Bestuurders worden toegekend voor hun opdracht in de Raad van Bestuur en de Comités vast te stellen op EUR 1.200.000. Aan de Gewone Algemene Vergadering van 24 april 2012 wordt voorgesteld dit maximumbedrag op EUR 1.400.000 te brengen. De voorgestelde verhoging is het gevolg van de toetreding van twee nieuwe leden tot het Ondervoorzitterschap van de Raad en van de toewijzing van een remuneratie aan de functies van Voorzitter van de Raad en van het Vast Comité. Wegens de scheiding van de functies van Voorzitter van de Raad en van CEO wou de Raad de remuneratie toegewezen aan het Voorzitterschap van de Raad compenseren door een gelijkwaardige vermindering van die van de CEO. Die vermindering heeft geen rechtstreeks effect op het aan de Algemene Vergadering ter goedkeurig voorgelegd maximumbedrag, aangezien dit geen betrekking heeft op de uitvoerende remuneraties. In economisch opzicht gaat het echter wel degelijk om een transfer van de categorie “Uitvoerend” naar de categorie “niet-uitvoerend”, ten gevolge waarvan het aan de Algemene Vergadering ter goedkeuring voorgelegd maximumbedrag nominaal wordt verhoogd.
Onder voorbehoud van goedkeuring door de Algemene Vergadering, zal dit maximumbedrag van EUR 1.400.000, vanaf 1 januari 2012, als volgt worden toegewezen: • een ongewijzigd, jaarlijks vast bedrag van EUR 25.000 voor de leden van de Raad van Bestuur (1); • een jaarlijks vast bedrag van EUR 200.000 voor het Voorzitterschap van de Raad van Bestuur; • een ongewijzigd, jaarlijks vast bedrag van EUR 15.000 voor de leden van het Vast Comité (2); • een ongewijzigd, jaarlijks vast bedrag van EUR 12.500 voor de leden van de andere Comités (3); • ongewijzigde zitpenningen ten bedrage van EUR 3.000 per zitting van de Raad en de Comités. Er bestaat geen dienstencontract tussen de niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur en de Vennootschap of één van de dochterondernemingen daarvan dat voorziet in de toekenning van voordelen bij het verstrijken van hun mandaat. De leden van het Uitvoerend Management ontvangen geen remuneratie voor hun bestuursfunctie alsdanig.
(1) Bedrag verdubbeld voor de Ondervoorzitters van de Raad van Bestuur (die sinds 1 januari 2012 met drie zijn) (2) Bedrag vanaf 1 januari 2012 verdubbeld voor het Voorzitterschap van het Comité (3) Bedrag verdubbeld voor het Voorzitterschap van de andere Comités
Jaarverslag 2011
139
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
De niet-uitvoerende Bestuurders hebben geen variabele remuneratie ontvangen.
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
3.4. Remuneratie van het Uitvoerend Management De vaste remuneratie van het Uitvoerend Management, die sinds 2006 niet meer werd herzien, werd in 2010 aangepast aan de marktvoorwaarden. Gelet op het verstoord economisch en financieel klimaat, werd de benchmarking beperkt tot een algemeen onderzoek van de evolutie van de remuneratie van de bedrijfsleiders van de BEL 20 en de CAC 40 over de vier jaar voorafgaand aan 2010. De bedragen van de rechtstreekse of onrechtstreekse remuneratie van de leden van het Uitvoerend Management omvatten de vergoedingen i.v.m. de mandaten in de vennootschappen waarin ze GBL vertegenwoordigen. 3.4.1. Brutoremuneratie van de CEO voor het boekjaar 2011 CEO
Albert Frère
Statuut
Zelfstandige
Vaste remuneratie (bruto)
EUR 2.896.200
Variabele remuneratie (op korte termijn)
-
Pensioen
-
Andere voordelen Voordelen in natura (1) Verzekeringen
EUR 4.758 EUR 3.730 EUR 1.028
Ter herinnering: de andere leden van het Uitvoerend Management ontvangen geen variabele remuneratie in geld, op korte noch op lange termijn. Evolutie sinds 1 januari 2012 De vaste jaarlijkse nettoremuneratie toegekend aan de nieuwe Gedelegeerde Bestuurders, Gérard Lamarche en Ian Gallienne, bedraagt EUR 800.000. Daarnaast genieten ze het voordeel van een pensioenplan “van vaste bijdragen”, jaarlijks gespijsd ten belope van 21% van hun nettoremuneratie. 3.4.3. Aandelen toegekend aan het Uitvoerend Management In het boekjaar 2011 werden aan het Uitvoerend Management geen aandelen toegekend. 3.4.4. Aandelenopties toegekend aan het Uitvoerend Management 3.4.4. a. Aandelenopties toegekend in het boekjaar 2011 Beslissing
Raad van Bestuur van 3 maart 2011 Gewone Algemene Vergadering van 12 april 2011
Kenmerken van de opties
Zie punt 3.2.
Uitoefenprijs
EUR 65,04
Vestingdatum
15 april 2014
Vervaldatum
14 april 2021
Sinds 1 januari 2012 werd de remuneratie van de CEO verminderd met EUR 200.000, bedrag dat overeenstemt met de remuneratie toegekend aan de nieuwe Voorzitter van de Raad van Bestuur.
Uitoefenperiode
Te allen tijde vanaf 1 januari 2015 tot 14 april 2021
Waarde van de toekenning (IFRS)
Albert Frère Gérald Frère Thierry de Rudder
EUR 1.162.406 EUR 464.962 EUR 464.962
Ter herinnering: de CEO ontvangt geen variabele remuneratie in geld, op korte noch op lange termijn.
Aantal toegekende opties
Albert Frère Gérald Frère Thierry de Rudder
73.570 29.428 29.428
(1) Betreft de kost van derden uitgenodigd door de CEO op professionele vluchten
3.4.2. Brutoremuneratie van de andere leden van het Uitvoerend Management voor het boekjaar 2011(globaal) Andere leden van het Uitvoerend Management
Thierry de Rudder en Gérald Frère
Statuut
Zelfstandige Gecumuleerde bedragen voor de twee leden
Vaste remuneratie (bruto)
EUR 3.209.302
Variabele remuneratie (op korte termijn)
-
Pensioen
EUR 1.287.022 (1) Pensioenstelsel van vaste prestaties via een door GBL gefinancierd pensioenfonds
Andere voordelen Voordelen in natura (2) Verzekeringen
EUR 8.182 EUR 8.182
(1) In 2011 werd overgegaan tot een toeslag aan het Pensioenfonds, om rekening te houden met de daling van de actualisatievoet en deze in overeenstemming te brengen met het percentage van het gewaarborgd inkomen dat in aanmerking wordt genomen voor het nieuw plan “van vaste bijdragen”, ingevoerd voor de bedrijfsleiders en het personeel (2) Betreft de kost van derden uitgenodigd door de andere leden van het Uitvoerend Management op professionele vluchten
140
Jaarverslag 2011
3.4.4. b. Aantal en voornaamste kenmerken van de in het boekjaar 2011 uitgeoefende of vervallen opties Naam van de Uitvoerende Manager
Albert Frère / Thierry de Rudder
Gérald Frère
Type van het plan
Plan in het kader van de wet van 26 maart 1999
Aantal uitgeoefende opties
-
25.000 Pargesa (1)
Uitoefenprijs
-
CHF 46,764
Jaar van toekenning van de uitgeoefende opties
-
1999
Aantal vervallen opties
-
0
Jaar van toekenning van de vervallen opties
-
-
(1) Winstdelingsplan op aandelen Pargesa, voor details, zie blz. 110
3.4.5. Vertrekvergoedingen van de CEO en van de andere leden van het Uitvoerend Management Gérard Lamarche en Ian Gallienne kunnen, bij een niet door een dringende reden verantwoorde neerlegging van hun mandaat, aanspraak maken op een vergoeding van achttien maanden vaste remuneratie. Het bedrag van deze vergoeding werd vastgesteld op advies van het Benoemings- en Remuneratiecomité.
De Gewone Algemene Vergadering van 13 april 2010 heeft: DELOITTE Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA Berkenlaan 8b B – 1831 Diegem vertegenwoordigd door Michel Denayer, voor een termijn van drie jaar, tot Commissaris benoemd en de jaarlijkse bezoldiging voor deze controleopdracht vastgesteld op EUR 70.000, niet-geïndexeerd en exclusief BTW. De Commissaris staat, in de uitoefening van zijn opdracht, in contact met het Uitvoerend Management en heeft, via het Auditcomité, vrije toegang tot de Raad van Bestuur. Daarenboven kan hij zich, rechtstreeks en zonder beperking, tot de Voorzitter van het Auditcomité en tot de Voorzitter van de Raad van Bestuur wenden. In 2011 betaalde de groep (GBL en haar 100%-dochteronder nemingen) aan Deloitte een totaalbedrag van EUR 2.972.185 voor de controle van de rekeningen. De uiteenzetting van de aan Deloitte betaalde erelonen, staat in noot 27, blz. 114.
5. Personeel en organisatie 5.1. Afdelingsverantwoordelijken Michel Chambaud Geboren op 21 mei 1952, van Franse nationaliteit. Bezit het diploma van de Ecole des Hautes Etudes Commerciales, van het Institut d’Etudes Politiques de Paris en is doctor in het fiscaal recht. Hij begint zijn loopbaan als Strategisch en Financieel Consulent bij Arthur D. Little en bij de Wereldbank. Vervolgens bekleedt hij verschillende internationale functies op de financiële directie van de groep Schlumberger. Hij treedt in 1987 toe tot
de Pargesa-groep waar hij de leiding over de deelnemingen van Parfinance waarneemt en wordt vervolgens Financieel en Strategisch Directeur van Imerys. Momenteel is hij Directeur van de deelnemingen van GBL. Ann Opsomer Geboren op 17 mei 1960, van Belgische nationaliteit. Licentiaat in de rechten aan de Universiteit van Antwerpen en in het economische recht aan de Université Catholique de Louvain. Zij start haar loopbaan als advocaat aan de Balie van Brussel. In 1986 komt zij bij GBL in dienst, waar zij op de financiële dienst en vervolgens op de juridische dienst functies uitoefent. Sinds 2004 is zij Secretaris-Generaal en Compliance Officer. Olivier Pirotte Geboren op 18 september 1966, van Belgische nationaliteit. Handelsingenieur met een diploma van de Ecole de Commerce Solvay (Université Libre de Bruxelles). Hij start zijn loopbaan bij Arthur Andersen waar hij zowel verantwoordelijk was voor de Auditafdeling als voor de afdeling Business Consulting. In 1995 vervoegt hij GBL waar hij verschillende financiële taken en de industriële opvolging vervult. Van 2000 tot 2011 was hij Directeur van de Deelnemingen. Sinds 1 januari 2012 is hij er CFO, ter vervanging van Patrick De Vos (1). Hij is verantwoordelijk voor de thesaurie, de consolidatie, de boekhouding en de fiscaliteit. Het Uitvoerend Management komt geregeld met de verantwoordelijken van de verschillende hiervoor genoemde afdelingen van de Vennootschap bijeen om de operationele activiteiten van de groep op te volgen en de te nemen beleidsmaatregelen te onderzoeken. (1) P atrick De Vos Geboren op 9 oktober 1957, van Belgische nationaliteit. Na zijn aan de Universiteit van Antwerpen behaalde diploma’s van licentiaat in de rechten en toegepaste economische wetenschappen start hij zijn loopbaan bij Deloitte in de Auditafdeling. In 1985 vervoegt hij de groep GBL waar hij verschillende functies binnen de financiële dienst bekleedt en in 1994 benoemd wordt tot Financieel Directeur. Hij verlaat de groep op 31 december 2011.
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
4. Controle van de rekeningen
Jaarverslag 2011
141
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Ian Gallienne, Ann Opsomer, Baron Frère, Olivier Pirotte, Michel Chambaud en Gérard Lamarche
5.2. Management Beheer van de deelnemingen Michel Chambaud Laurent Raets Nicolas Guibert (sinds 1 februari 2012) Marie Skiba Studie- en Documentatiedienst Financiën Olivier Pirotte Axelle Henry Pascal Reynaerts
Adjunct CFO Fiscaliteit
Juridische en administratieve aangelegenheden Ann Opsomer Fabien Vanoverberghe Human Ressources
5.3. Winstdelingsplan Op 15 juni 1999 heeft de Raad van Bestuur een aandelen optieplan ingevoerd voor het Uitvoerend Management en het personeel van GBL en haar dochterondernemingen.
De Raad van Bestuur van 6 maart 2007 heeft het besluit genomen om een nieuw aandelenoptieplan uit te vaardigen dat, ten behoeve van het Uitvoerend Management en het personeel van de groep GBL, jaarlijks voorziet in de uitgifte van opties op bestaande GBL-aandelen. In overeenstemming met de Code 2009, heeft de Algemene Vergadering van de Vennootschap van 24 april 2007 dit principe goedgekeurd en stelt zij, elk jaar, de maximumwaarde van de aandelen die verbonden zijn aan de toe te kennen opties vast. De sinds 2007 door de Algemene Vergadering goedgekeurde maximumwaarden zijn: Algemene Vergadering
Maximumwaarde van de onderliggende aandelen
24 april 2007
EUR 11,0 miljoen
8 april 2008
EUR 12,5 miljoen
14 april 2009
EUR 12,5 miljoen
13 april 2010
EUR 12,5 miljoen
12 april 2011
EUR 13,5 miljoen
Voor de kenmerken van de opties, zie hiervoor onder afdeling 3.2. (Remuneratiebeleid). Voor nadere informatie over deze programma’s, zie ook noot 20 betreffende de geconsolideerde financiële staten, blz. 110.
142
Jaarverslag 2011
De Raad van Bestuur van GBL is verantwoordelijk voor de inschatting van de risico’s die eigen zijn aan de groep GBL en de doeltreffendheid van de interne controle. Het Belgisch wetgevend kader inzake het risicobeheer en de interne controle bestaat uit enerzijds de wet van 17 december 2008 (omzetting van de Europese Richtlijn 2006/43 betreffende de financiële controle van vennootschappen) en anderzijds de wet van 6 april 2010 (de zogenaamde “wet deugdelijk bestuur”). De Code 2009 bevat ook bepalingen dienaangaande. Voorts stelt IFRS 7 bijkomende eisen op het stuk van het risicobeheer in verband met financiële instrumenten. GBL heeft sinds 2006 haar intern controle- en risicobeheerssystemen geformaliseerd op basis van het COSO-model (1). De COSO-methodiek steunt op vijf pijlers: de controleomgeving, de analyse van de risico’s, de controleactiviteiten, de informatie en de bekendmaking en ten slotte het toezicht en de monitoring.
6.1. Controleomgeving 6.1.1. Doel van de Vennootschap GBL streeft ernaar om waarde te scheppen voor haar aandeelhouders. Ze legt zich toe op het ontwikkelen van een deelnemingsportefeuille die gericht is op een klein aantal industriële ondernemingen die leider zijn op hun markt waarin zij haar rol van professioneel aandeelhouder op termijn kan uitoefenen. Deze portefeuille zou mettertijd moeten evolueren op basis van het leven van die ondernemingen en de markt opportuniteiten. GBL investeert en desinvesteert op basis van haar doelstellingen, met name het creëren van waarde en het in stand houden van een solide financiële structuur. De interne controle die bij GBL wordt toegepast, heeft tot doel om redelijkerwijs te verzekeren dat de doelstellingen inzake de conformiteit met de geldende wetten en reglementeringen en inzake de betrouwbaarheid van de boekhoudkundige en financiële verslaggeving worden verwezenlijkt. Over het algemeen draagt ze bij tot de bescherming van de activa en de controle over en de optimalisatie van de verrichtingen. Zoals elk controlesysteem biedt de interne controle slechts de redelijke zekerheid dat de kans op fouten of tekortkomingen volledig wordt beheerst of uitgeschakeld. 6.1.2. Taak van de bestuursorganen GBL beschikt over een Raad van Bestuur, een Vast Comité, een Benoemings- en Remuneratiecomité en een Auditcomité. De werking van deze Comités wordt beschreven van blz. 134 tot blz. 137.
Het Auditcomité is in het bijzonder belast met de monitoring van de doeltreffendheid van de interne controle- en risico beheerssystemen van de Vennootschap. In die context ziet het Audicomité ook toe op de behoorlijke toepassing van een procedure voor de melding van functiestoornissen. De helft van de leden, die allen aangewezen worden door de Raad, zijn onafhankelijke Bestuurders. De Voorzitter van het Auditcomité kan niet de Voorzitter zijn van de Raad van Bestuur. 6.1.3. Risicocultuur GBL streeft ernaar te investeren in ondernemingen met potentieel voor waardecreatie op lange termijn. Nieuwe opportuniteiten en het beheer van de portefeuille worden opgevolgd op het hoogste echelon (zie “Strategisch risico”, blz. 145). Het desinvesteringsbeleid beoogt de overdracht van de deelnemingen waarvan geoordeeld wordt dat ze hun maturiteit hebben bereikt, met inachtneming van het financieel evenwicht van de groep. 6.1.4. Deontologie – Ethiek GBL heeft een Charter en een Deontologische Code vastgesteld om te waarborgen dat de Bestuurders en het personeel van de groep zich in de uitoefening van hun opdrachten op rechtschapen, ethische en respectvolle wijze aan de wet en de Corporate Governance beginselen houden. 6.1.5. Gepaste maatregelen met het oog op de vereiste competentie Het Benoemings- en Remuneratiecomité onderzoekt de kandidaturen en tracht ervoor te zorgen dat er in de Raad van Bestuur een bevredigend evenwicht bestaat meer bepaald in verband met de bekwaamheden, kennis en ervaring van de leden, inzonderheid op het gebied van financiën, boekhouding en investering. De Raad van Bestuur evalueert regelmatig en minstens om de drie jaar zijn omvang, samenstelling, prestaties en die van zijn Comités. Tevens onderzoekt de Raad de interactie tussen de nietuitvoerende Bestuurders en het Uitvoerend Management. Dankzij een rekruteringsproces, dat aangepast is aan het gewenste profiel en de passende opleiding en een remuneratieen evaluatiebeleid dat gebaseerd is op de realisatie van doelstellingen, kan de bekwaamheid van het personeel van GBL worden verzekerd.
6.2. Risicoanalyse GBL heeft sinds 2006 de analyse en de evaluatie van de risico’s geformaliseerd. In 2011 heeft het Auditcomité de voornaamste risico’s waaraan GBL blootgesteld is herzien en bijgesteld. Ze worden hieronder vermeld. Het huidige risicobeheersingsniveau (zie hierna “Controle activiteiten”) blijkt toereikend en vereist geen invoering van bijkomende maatregelen. Het Auditcomité zal, naargelang de evolutie van het economisch klimaat, de portefeuille of de controleomgeving, de toepasselijke risico’s en het beheersingsniveau ervan herwaarderen en, desgevallend, ervoor zorgen dat het management een saneringsplan invoert.
(1) COSO (Committee of Sponsoring Organisations) is een internationale niet-gouvernementele privé-instelling die erkend is op het gebied van corporate governance, interne controle, risk management en financiële verslaggeving.
Jaarverslag 2011
143
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
6. Risicobeheer en interne controle
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Risico in verband met de deelnemingen 1. Onrechtstreeks risico in verband met de deelnemingen Alle belangrijke genoteerde deelnemingen die door GBL worden aangehouden zijn blootgesteld aan specifieke risico’s die GBL kunnen beïnvloeden. Die worden, overeenkomstig de geldende wetgeving, in de respectieve jaarverslagen en referentiedocumenten uiteengezet en geanalyseerd. Wanneer dergelijk risico zich in één of meer deelnemingen inderdaad voordoet, kan zulks een wijziging van de globale waarde van de portefeuille van GBL teweegbrengen. GBL is ook blootgesteld aan de risico’s in verband met de investeringen in de private-equity, die momenteel minder dan 3% van het aangepast netto-actief bedragen. Risico’s eigen aan GBL 2. Strategisch risico De samenstelling van de portefeuille, bepaald door de keuze van de investeringen, impliceert een bijzondere blootstelling aan bepaalde industriële sectoren, bepaalde geografische gebieden of bepaalde reguleringen.
10. Risico in verband met afgeleide producten Afgeleide producten houden zowel een risico in inzake de tegenpartij als wat het economisch effect betreft bij de aankoop of de verkoop van een optie waarvan de waarde afhankelijk is van de marktvoorwaarden. 11. Risico inzake inpandgeving Inpandgeving impliceert een risico inzake de tegenpartij, een contractueel risico en een mogelijk economisch verlies wegens de eventuele lichting van het pand. 12. Risico inzake de delegatie van bevoegdheden De niet-naleving van de ondertekeningsbevoegdheid kan ertoe leiden dat GBL bij verrichtingen wordt betrokken die niet door de Vennootschap zijn toegestaan. 13. Frauderisico Collectieve of individuele fraude vanwege het personeel van GBL kan leiden tot een financieel verlies, het ongeoorloofd lekken van informatie en de beschadiging van het imago van de groep.
3. Imagorisico De historische prestaties van GBL, haar investeringsbeleid, haar gedrag als aandeelhouder en haar ethische en corporategovernancebenadering, dragen bij tot de goede naam van de groep. De instandhouding van die verworvenheid is van essentieel belang.
14. Juridisch risico De stipte uitvoering van de overeenkomsten is van essentieel belang voor de vrijwaring van de activa en het welslagen van het beleid van de groep. Dit gegeven heeft een algemene draagwijdte en is bijzonder belangrijk bij overeenkomsten die betrekking hebben op financieringen, verwervingen of overdrachten, enz.
4. Beursrisico GBL is, door de aard van haar activiteiten zelf, blootgesteld aan de beursschommelingen op haar portefeuille.
GBL moet ook in staat zijn om de geschillen waarmee zij in de uitoefening van haar eigen activiteiten wordt geconfronteerd te beheersen, ten einde het financieel verlies dat eruit kan voortvloeien te omschrijven.
5. Rentevoetrisico GBL is, door haar financiële toestand, blootgesteld aan de schommeling van de rentevoeten. De evolutie van de rentevoeten heeft ook macro-economische gevolgen, zowel op de schuld als op de cash. 6. Wisselkoersrisico De transacties die GBL verricht luiden voornamelijk in euro. De waarde van de groep kan nochtans, via de deelnemingen in portefeuille, door de schommelingen van de wisselkoersen worden beïnvloed. 7. Risico inzake de tegenpartij en niet-betaling Het risico inzake de tegenpartij wordt gelopen bij verrichtingen inzake bewaargeving, dekking, aankoop/verkoop op de beurs of andere transacties met banken of andere financiële tussenpersonen.
15. Planningsrisico / budgetrisico Budgetten en voorzieningen zijn een belangrijk hulpmiddel bij de besluitvorming en de opvolging van het beheer. De betrouwbaarheid en de doeltreffendheid ervan kunnen de prestaties van de Vennootschap beïnvloeden. 16. Risico in verband met de financiële staten (informatie over het beheer, de boekhoudkundige verwerking en consolidatie) De productie van volledige, betrouwbare en doeltreffende informatie is voor het beheer en het bestuur van essentieel belang. 17. Risico in verband met verrichtingen met liquide middelen Elk verlies van de controle over de inkomsten, uitgaven en beleggingen van de liquide middelen kan voor de Vennootschap negatieve financiële gevolgen hebben.
8. Kredietrisico Aangezien GBL geen handelsactiviteiten verricht, heeft dit risico hoofdzakelijk betrekking op de financiële tussenpersonen waarbij GBL haar liquide middelen plaatst.
18. Risico in verband met de human ressources Het betreft de capaciteit van de Vennootschap om het menselijk kapitaal dat nodig is voor de behoorlijke werking van de onderneming en de verwezenlijking van de doelstellingen ervan te vinden en te behouden.
9. Liquiditeitsrisico GBL moet te allen tijde de financiële draagkracht hebben om al haar verplichtingen na te komen, zowel om investeringen te financieren als om op de vervaldag schulden te voldoen.
19. Informaticarisico Dit risico betreft de algemene informaticaomgeving, het databeveiligingssysteem en ten slotte het gebruik van en de toegang tot de software.
144
Jaarverslag 2011
De prioriteit van deze risico’s werd afgewogen aan de hand van de gevolgen en het voorkomen ervan en op basis van de verplichtingen ingevolge IFRS 7. Er werden zes risico’s in aanmerking genomen waaraan bijzondere aandacht zal worden besteed, namelijk: • Risico in verband met de deelnemingen • Strategisch risico • Imagorisico • Risico in verband met transacties met liquide middelen • Risico in verband met de financiële staten (informatie over het beheer en boekhoudkundige verwerking en consolidatie) • Risico in verband met de financiële instrumenten (in toepassing van IFRS 7) (tegenpartij, rentevoet, liquiditeit, afgeleide producten).
6.3. Controleactiviteiten De controleactiviteiten zijn het geheel van de maatregelen die GBL heeft genomen om ervoor te zorgen dat de voornaamste geïdentificeerde risico’s behoorlijk kunnen worden beheerst. 6.3.1. Risico in verband met de deelnemingen De specifieke risico’s die verband houden met de deelnemingen werden door de ondernemingen zelf, in het kader van hun eigen interne controle, geïdentificeerd en behandeld. In onderstaande tabel vindt u de links die toegang geven tot de maatregelen die de betrokken ondernemingen genomen hebben met het oog op de identificatie van de risico’s en hun interne controle. Deelneming
Blz.
Verwijzing (link)
Total
65-83
http://www.total.com/MEDIAS/MEDIAS_ INFOS/4386/FR/Total-2010-documentreference-vf-V1.pdf
GDF SUEZ
135-154 http://www.gdfsuez.com/fr/groupe/ publications/publications/ (document de référence)
Lafarge
11-22
Pernod Ricard
92-101 http://www.pernod-ricard.com/medias/ Finance/PDF/RapportAnnuel/document-dereference-2010-11.pdf
Imerys
111-124 http://www.imerys.com/scopi/Group/ imeryscom/imeryscom.nsf/pagesref/NDEN8FGJB5/$File/DDR_2010_vf.pdf
Suez Environnement
11-30
http://www.suez-environnement.fr/wpcontent/uploads/2011/04/ddr_sec_2010_ fr.pdf?9d7bd4
Arkema
31-43
http://www.arkema.com/pdf/FR/finance/ ddr10_vf.pdf
http://www.lafarge.fr/03222011-press_ publication-2010_annual_report-fr.pdf
6.3.2. Strategisch risico De samenstelling van de portefeuille is van wezenlijk belang voor de prestaties van GBL. De keuze van de deelnemingen wordt bepaald door het potentieel om voor de aandeelhouders
waarde te scheppen. GBL tracht dit risico te beheersen door de spreiding van de portefeuille, de analyse van de investeringen en de opvolging van de deelnemingen. Voor elke investering of desinvestering wordt een grondige analyse gemaakt die door het Uitvoerend Management en het Vast Comité wordt nagezien en vervolgens door de Raad van Bestuur wordt goedgekeurd. De deelnemingen worden opgevolgd door de portefeuille systematisch aan een onderzoek, door de verschillende bevoegde hiërarchische niveaus van GBL, en op elke zitting van de Raad van Bestuur, te onderwerpen. Het management van de deelnemingen wordt geregeld door de Raad verzocht om zijn ontwikkelingsstrategie voor te stellen. De verantwoordelijken van GBL komen geregeld bijeen met het management van de strategische investeringen en zetelen over het algemeen in de Comités en de Raden ervan. 6.3.3. Imagorisico GBL richt haar strategie op het behoud van een toonaangevende langetermijnprestatie, met strikte inachtneming van de ethische beginselen die opgenomen zijn in de Deontologische Code en het Charter die op de Bestuurders en het personeel van GBL van toepassing zijn. GBL organiseert haar communicatie derwijze dat ze volledig, betrouwbaar en transparant is. 6.3.4. Risico in verband met transacties met liquide middelen Transacties met liquide middelen zijn onderworpen aan geformaliseerde bevoegdheidsdelegaties, de scheiding van de taken met betrekking tot de betalingen en de overeenstemming van de cashgegevens met de boekhouding. Er wordt gebruik gemaakt van aangepaste software, waardoor de cashposities kunnen worden opgevolgd, cashflowprognoses kunnen worden gemaakt, de inkomsten van de beleggingen kunnen worden gewaardeerd en de kwaliteit van de tegenpartijen kan worden beoordeeld. 6.3.5. Risico in verband met de financiële staten GBL publiceert vier maal per jaar geconsolideerde financiële staten. Die worden door de interne financiële comités en vervolgens door het Auditcomité gecontroleerd vóór ze aan de Raad worden onderworpen. Complexe boekhoudkundige thema’s, zoals de toepassing van de IFRS, worden daar geïdentificeerd en besproken. De analyse heeft ook betrekking op de belangrijke verrichtingen en de markante gebeurtenissen van de verslagperiode. Op deze vier bijeenkomsten worden een budget en herzieningen van de prognoses voorgesteld. Doorgaans gaan de debatten over de wijze van financiering, het beheer van de eigen cash en de toegang tot de liquide middelen. De consolidatie steunt trouwens op een in de dochteronder nemingen van de groep geïnstalleerd gecentraliseerd informaticasysteem aan de hand waarvan de samenhang en de vergelijkbaarheid van de rekeningenstelsels kan worden verzekerd. Voor de boekhoudkundige verwerking van de transacties, steunt de consolidatie op een aangepaste scheiding van de taken, een controle van de niet-recurrente transacties door de financiële directie, een aangepaste documentatie van de transacties in verband met de liquide middelen en de investeringen, evenals een documentatie in verband met het in overeenstemming brengen van de rekeningen.
Jaarverslag 2011
145
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
20. Fiscaal risico Dit risico houdt verband met een onverwachte evolutie van de fiscaliteit.
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Meer bepaald in verband met het principe van de dubbele goedkeuring, bepalen de statuten dat twee Bestuurders de Vennootschap geldig kunnen verbinden. In het kader van het dagelijks bestuur, dat niet beperkt is tot de uitvoering van de beslissingen van de Raad van Bestuur, maar alle handelingen omvat die noodzakelijk zijn om de courante activiteiten van GBL te verzekeren, beschikken de Gedelegeerde Bestuurders over een ruime autonomie en handelen ze gezamenlijk. Daarnaast heeft de Raad van Bestuur bijzondere bevoegdheden verleend om GBL jegens derden te verbinden: inzonderheid banktransacties, transacties met liquide middelen waaronder verrichtingen met derivaten en de levering van effecten, kunnen een Bestuurder en een lid van de Directie gezamenlijk ondertekenen. Ten slotte verricht de Commissaris (Deloitte Bedrijfsrevisoren) zijn audit, licht hij het verloop van zijn opdracht toe en stelt hij zijn conclusies voor aan het Auditcomité. 6.3.6. Risico in verband met financiële instrumenten (IFRS 7) GBL heeft strenge regels vastgesteld inzake de aangepaste scheiding van de taken en de interne goedkeuringsprocedures. Elke financiële transactie vereist een dubbele handtekening en wordt geregeld door de financiële dienst gecontroleerd. Voor belangrijke schuldtransacties is daarenboven de goedkeuring van de Raad van Bestuur vereist, die de uitvoering ervan aan het Uitvoerend Management van GBL kan opdragen. 6.3.6.1. Risico inzake de tegenpartij GBL tracht dit risico te bedwingen door het te spreiden over verschillende soorten beleggingen en tegenpartijen en door een analyse van de financiële toestand daarvan. Daarom was op 31 december 2011 zo goed als het geheel van de liquide middelen, als termijndeposito’s/zichtrekeningen gedeponeerd bij een beperkt aantal banken. Alle financiële overeenkomsten (EASDA, GMSLA, GMRA, enz.) worden intern door de juridische verantwoordelijke gecontroleerd. 6.3.6.2. Liquiditeitsrisico Op 31 december 2011 bedroeg de bruto financiële schuld ongeveer EUR 1,5 miljard. Die schuld bestaat uit de opnamen van door banken toegezegde kredietlijnen en uit obligaties waarop door de markten werd ingetekend. Ze wordt deels gecompenseerd door de beschikbare cash van om en rond de EUR 300 miljoen. GBL kan immers beschikken over bij verschillende financiële instellingen bevestigde kredietlijnen (EUR 1.800 miljoen), waarop de Vennootschap per eind december 2011 EUR 950 miljoen heeft opgenomen. De vervaldag ervan werd uitgesteld tot 2016/2017. Over het algemeen neemt GBL slechts beperkt en selectief haar toevlucht tot externe schulden. GBL heeft in 2010 een obligatielening uitgeschreven ten behoeve van de particulieren. De in GBL-aandelen converteerbare obligatie, waarop in 2005 werd ingetekend door institutionele beleggers, verstrijkt in april 2012. 6.3.6.3. Rentevoetrisico De financiële schuld van GBL wordt vertegenwoordigd door in 2012 vervallende converteerbare obligaties, uitgeschreven tegen een vaste nominale interest van 2,95% en een obligatielening op 7,5 jaar tegen een vaste rente van 4%. Op de toegezegde kredietlijnen werd geld opgenomen tegen vaste rentevoeten,
146
Jaarverslag 2011
bepaald in functie van de beoogde vervaldag. GBL is voor deze leningen dus niet blootgesteld aan het rentevoetrisico. GBL blijft echter toezien op de evolutie van de rentevoeten en op het belang ervan in de globale economische context. 6.3.6.4. Risico in verband met activiteiten met afgeleide producten GBL maakt occasioneel gebruik van afgeleide producten. GBL kan ook, door middel van call- en putopties, verrichtingen doen met genoteerde aandelen van de portefeuille. Dergelijke verrichtingen gebeuren op basis van een grondige documentatie, worden periodiek opgevolgd en worden, zo nodig, dynamisch beheerd. Het risico in verband daarmee per eind december 2011, blijft gering ten aanzien van de nominale bedragen die op het spel staan en de omvang van de Vennootschap.
6.4. Informatie en communicatie Om de aandeelhouders snel betrouwbare financiële informatie te verschaffen, moet een gestandaardiseerde informatiestroomprocedure worden vastgesteld. GBL past sinds 2000 de IFRS toe. Haar waarderingsregels worden jaarlijks in het jaarverslag gepubliceerd. Om, zowel upstream als downstream, de samenhang van de gegevens te waarborgen en eventuele onregelmatigheden te detecteren, wordt binnen de groep GBL gebruik gemaakt van een gestandaardiseerde rapportering van de rekeningen. De financiële kalender van de verslaggeving wordt jaarlijks opgesteld, in overleg tussen het moederhuis en de geassocieerde ondernemingen op basis van de publicaties. De gegevens worden dagelijks gesaved en door middel van een maandelijkse back-up kan vermeden worden dat alle financiële gegevens verloren gaan. Eveneens is de toegang tot de informaticatoepassingen (boekhouding, consolidatie, betaling en remuneratie) beperkt.
6.5. Toezicht en monitoring Het toezicht wordt uitgeoefend door de Raad, via de werkzaamheden van het Auditcomité. Wegens de structuur en de aard van de activiteiten van GBL, beschikt de Vennootschap momenteel niet over een interne audit. Deze toestand wordt jaarlijks geëvalueerd en gepast bevonden. Daarenboven verricht de Commissaris (Deloitte Bedrijfsrevisoren) jaarlijks een evaluatie van de interne controle met betrekking tot de risico’s die verband houden met de financiële staten van GBL. Deze evaluatie van de interne controle kadert in de opdracht van de Commissaris tot certificatie van de jaarrekening en de geconsolideerde financiële staten van GBL, overeenkomstig de in België toepasselijke auditnormen. Meer bepaald toetst de Commissaris, op basis van een driejaarlijks rotatieplan de operationele doeltreffendheid van de interne controle met betrekking tot de risico’s in verband met de financiële staten die als kritisch wordt beschouwd. Hun werkzaamheden bestaan in besprekingen met de leden van de organisatie waarbij een beperkt aantal verrichtingen wordt getest. De conclusies van hun werkzaamheden worden uiteengezet in een aan GBL overhandigd verslag en maken geen gewag van belangrijke tekortkomingen op het stuk van de interne controle. Dit verslag wordt medegedeeld aan de leden van het Auditcomité.
In hoofdstuk III, punt A. 4.2.2. van het Charter wordt het beleid beschreven met betrekking tot de verrichtingen of andere contractuele relaties tussen de Vennootschap, met inbegrip van de verbonden ondernemingen, en de Bestuurders, wanneer deze verrichtingen of andere contractuele relaties niet onder de wettelijke bepalingen betreffende de belangenconflicten vallen. Het Charter voorziet ook in de toepassing van de bijzondere procedures, voorgeschreven bij de artikelen 523 en 524 van het Wetboek Vennootschappen. Op de zittingen van de Raad van Bestuur van 3 maart 2011, 21 maart 2011 en 4 november 2011 hebben zich situaties voorgedaan die beoogd worden door artikel 523 van het Wetboek Vennootschappen. Die situaties werden behandeld volgens de door vermeld artikel voorgeschreven procedure. In toepassing van het in het Charter beschreven beleid, hebben ook andere Bestuurders, die niet bij deze wettelijke procedure betrokken waren, zich op de raadszittingen van 3 en 21 maart 2011 afzijdig gehouden. De Commissaris werd van deze situaties op de hoogte gebracht en de notulen betreffende de resoluties die erop betrekking hebben worden hieronder integraal overgenomen. Op de raadszittingen van 14 en 21 maart 2011 werd tevens toepassing gemaakt van de procedure voorzien bij artikel 524 van het Wetboek Vennootschappen, met name in verband met het voorstel tot verwerving van de deelneming van 25,6% in Imerys van Pargesa Netherlands B.V., een 100%-dochtervennootschap van Pargesa Holding S.A., de moedervennootschap van GBL. De beslissing tot deze investering werd genomen ter zitting van de Raad van Bestuur van 21 maart 2011, op basis van een verslag opgesteld door een Comité van drie onafhankelijke Bestuurders die daartoe op 14 maart 2011 werden aangesteld. De conclusie van het verslag van het Comité van onafhankelijke Bestuurders is opgenomen in de notulen van de Raad van 21 maart 2011. De integrale tekst ervan wordt hieronder overgenomen. De Commissaris neemt, in zijn verslag over de jaarrekening, de commentaren en conclusies van het verslag van de Onafhankelijke Bestuurders over, zonder enige opmerking daaraan toe te voegen. Uittreksel uit de notulen van de vergadering van de Raad van Bestuur van 3 maart 2011 “… Aandelenoptieplan: Uitgifte 2011 De beslissing die in deze aangelegenheid moet genomen worden kan een belangenconflict doen ontstaan in hoofde van de leden van het Uitvoerend Management zodat de procedure voorzien bij artikel 523 van het Wetboek Vennootschappen erop van toepassing is. Derhalve verlaten Albert Frère, Gérald Frère en Thierry de Rudder de vergadering. Victor Delloye en Gilles Samyn verklaren dat ze zich van stemming over dit punt willen onthouden, wegens de gelijkenis tussen het optieplan van NPM en dit van GBL.
Overeenkomstig het in 2007 ingevoerd optieplan, moet het Comité jaarlijks de waarde van de coëfficiënt die op de optietoekenning van het jaar van toepassing is aan de Raad voorstellen. Die coëfficiënt kan schommelen tussen 0 en 125% en houdt rekening met een prestatiecriterium op lange termijn van het GBL-aandeel ten opzichte van de BEL 20 en de CAC 40 evenals van een kwalitatief beoordelingscriterium. Ter herinnering: de basis waarop de coëfficiënt wordt toegepast bedraagt voor de CEO achttien maanden brutoremuneratie en voor de andere leden van het Uitvoerend Management twaalf maanden. Het Comité stelt voor om de coëfficiënt voor 2011 op 110% te bepalen. De Raad stemt in met deze coëfficiënt. Derhalve zal aan de Gewone Algemene Vergadering worden voorgesteld om voor 2011 een maximumtoekenning goed te keuren die overeenkomt met EUR 13,5 miljoen onderliggende aandelen. Op basis van een beurskoers van EUR 65,82, maakt dit maximumbedrag de toekenning mogelijk van ongeveer 205.105 aandelen, hetgeen, bij uitoefening van de opties, een verwatering van minder dan 0,13% van het kapitaal van GBL uitmaakt. Daar de toepassing van artikel 520ter, 2de lid, van het Wetboek Vennootschappen op de toekenning van aandelenopties aanleiding geeft tot uiteenlopende interpretaties, zal de Algemene Vergadering tevens verzocht worden om in de statuten te bepalen dat de in dit lid beschreven procedure niet geldt voor uitgifte van aandelenopties waartoe GBL het initiatief neemt. De Raad keurt deze voorstellen goed. Thierry de Rudder wordt verzocht de vergaderzaal opnieuw te betreden. Vergoeding bij neerlegging van zijn mandaat door Gérald Frère Gérald Frère heeft, bij niet door een dringende reden verantwoorde neerlegging van zijn mandaat of functie vóór de leeftijd van 62 jaar, aanspraak op een vergoeding gelijk aan drie jaar vaste remuneratie. Bij de hernieuwing van zijn mandaat en in het licht van de nieuwe wet van 6 april 2010 tot versterking van het deugdelijk bestuur bij de genoteerde vennootschappen, heeft Gérald Frère aanvaard dat deze vergoeding wordt beperkt en teruggebracht tot achttien maanden vaste remuneratie. De Raad keurt dit voorstel goed. Albert Frère en Gérald Frère worden verzocht de vergaderzaal opnieuw te betreden. ...”
Jaarverslag 2011
147
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
7. Beleid inzake belangenconflicten
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
Uittreksel uit de notulen van de vergadering van de Raad van Bestuur van 21 maart 2011 “… Investeringsvoorstel Op verzoek van de Voorzitter preciseert Thierry de Rudder dat deze Raad van Bestuur aansluit bij de raadszitting van 14 maart ll., tijdens dewelke werd onderzocht of het voor GBL opportuun is de door het moederhuis aangehouden deelneming van 25,6% in het kapitaal van Imerys over te nemen, om het belang in die vennootschap van 30,7% op 56,4% te brengen. Hij wijst er ook op dat, aangezien het een verrichting met een verbonden vennootschap betreft, in toepassing van de procedure voorzien bij artikel 524 van het Wetboek Vennootschappen, een Comité van onafhankelijke Bestuurders werd opgericht, voorgezeten door Maurice Lippens en verder bestaande uit Jean-Louis Beffa en Jean Stéphenne, met de opdracht: - de aard van de verrichting te omschrijven; - de winst of de schade voor de vennootschap en voor haar aandeelhouders te beoordelen; - de financiële gevolgen van de verrichting te begroten; - vast te stellen of de verrichting al dan niet van aard is de vennootschap een nadeel te berokkenen dat in het licht van het beleid dat de vennootschap voert, kennelijk onrechtmatig is. Het doel van deze bijeenkomst is het verslag van dit Comité, daartoe bijgestaan door Deutsche Bank als onafhankelijk expert, over zijn opdracht te aanhoren. Verslagen van het Comité van onafhankelijke Bestuurders en de financieel expert Op verzoek van de Voorzitter brengt Maurice Lippens verslag uit over de werkzaamheden van het Comité dat op 18 en 20 maart 2011 bijeengekomen is om de conclusies van de financiële expert te onderzoeken en zijn advies te formuleren. De desbetreffende bescheiden en de bijlagen eraan werden vóór de vergadering van heden aan de Bestuurders bezorgd en luiden als volgt: • Conclusie van de “Fairness Opinion” van Deutsche Bank “Based upon and subject to the foregoing, it is Deutsche Bank’s opinion as investment bankers that as of the date hereof, the Consideration is fair, from a financial point of view, to GBL.” • Conclusie van het advies van de onafhankelijke Bestuurders “Op grond van onze werkzaamheden en deze van de onafhankelijke expert Deutsche Bank, menen wij dat de geplande verwerving van 25,6% van het kapitaal van Imerys van Pargesa tegen de prijs van EUR 56,2 per aandeel: - niet van aard is de vennootschap een nadeel te berokkenen dat in het licht van het beleid dat GBL voert, kennelijk onrechtmatig is; - de deelnemingsportefeuille van GBL versterkt door de toevoeging van een meerderheidspositie in een genoteerde groep die duidelijk veelbelovende perspectieven biedt; - cash earnings genereert voor het lopend jaar en bijdraagt tot het geconsolideerd resultaat en aanleiding geeft tot de verwezen lijking van een herwaarderingsmeerwaarde en een goodwill (1) . Aldus adviseert het Comité, op datum van dit advies, de Raad van Bestuur om de geplande verwerving goed te keuren.”
Na afloop van de uiteenzetting neemt de Raad van Bestuur akte van het advies van de onafhankelijke Bestuurders. Dit advies vereist geen bijzondere commentaar en verscheidene Bestuurders prijzen de kwaliteit ervan. Beslissing Alvorens het investeringsvoorstel goed te keuren, deelt Thierry de Rudder de Raad mede dat de te nemen beslissing een belangenconflict kan doen ontstaan in hoofde van Gérald Frère, Victor Delloye en Gilles Samyn, zoals bedoeld in artikel 523 van het Wetboek Vennootschappen, waarvan de Commissaris op de hoogte werd gebracht. Bijgevolg verlaten Victor Delloye en Gilles Samyn de vergaderzaal voor de duur van de stemming, terwijl Gérald Frère, van zijn kant, de telefonische conferentie afsluit en verklaart dat hij, zo nodig, het ontwerp van persbericht dat in het dossier voorkomt, goedkeurt. Albert Frère, Georges Chodron de Courcel, Paul Desmarais, jr, Ian Gallienne, Michel Plessis-Bélair, Amaury de Seze en Arnaud Vial verklaren dat ze zich om redenen van deugdelijk bestuur, van de stemming over dit voorstel willen onthouden. Gelet op het belang van deze verrichting voor GBL en de positieve conclusies van het verslag van het Comité van onafhankelijke Bestuurders en van de door Deutsche Bank opgestelde “Fairness Opinion”, keurt de Raad, met eenparigheid van de stemmen van de leden die kunnen stemmen, de transactie goed. De Raad machtigt GBL om, via haar dochter Belgian Securities B.V., de deelneming van 25,6% in Imerys aangehouden door Pargesa, over te nemen voor een totaalbedrag van EUR 1.087.380.754, met name tegen een prijs per aandeel van EUR 56,20, coupon van EUR 1,20 aangehecht. Deze transactie geldt onder voorbehoud van bekrachtiging door de Raad van Bestuur van Pargesa, die vandaag om 17.30 u moet worden gehouden, en de verkrijging van de aan de Franse Autorité des Marchés Financiers (AMF) (de Franse beursautoriteit) aangevraagde afwijking als “herschikking” tussen vennootschappen van een zelfde groep. Ze moet ook bekrachtigd worden door de organen van de Nederlandse dochtervennootschappen die bij de verrichting betrokken zijn. Voorts bekrachtigt de Raad van Bestuur de verkoopovereenkomst “Share Transfer Agreement”, waarvan het ontwerp in bijlage wordt toegevoegd, waarbij bepaald wordt dat de eigendomsoverdracht van de Imerys-aandelen plaatsvindt op de datum van betaling, uiterlijk voorzien op 8 april 2011. Ten slotte keurt de Raad van Bestuur, op enige wijzigingen na, het aan de Bestuurders voorgelegde ontwerp van persbericht goed. De definitieve versie ervan, in bijlage toegevoegd, zal, mits de goedkeuring van de verrichting door de Raad van Bestuur van Pargesa, vanavond, na de sluiting van de beurs, gepubliceerd worden. Een tweede persbericht tot bevestiging van de toekenning van de afwijking door de AMF zal gepubliceerd worden, zodra de Autorité des Marchés zijn beslissing heeft genomen. …”
(1) Zoals vermeld in het halfjaarlijkse persbericht van 29 juli 2011 en in tegenstelling tot de mededeling in het persbericht van 21 maart 2011, heeft de overname van de Imerys-aandelen van Pargesa geen aanleiding gegeven tot enig resultaat
148
Jaarverslag 2011
Uittreksel uit de notulen van de bijeenkomst van de Raad van Bestuur van 4 november 2011 “ … Overeenkomsten van Ian Gallienne en Gérard Lamarche Daar volgende punten onder meer betrekking hebben op de remuneratie van Ian Gallienne en Gérard Lamarche verlaten voornoemde personen de vergaderzaal, wegens het belangenconflict in de zin van artikel 523 van het Wetboek Vennootschappen in hunnen hoofde.
Er wordt voorgesteld om over te gaan tot een dotatie aan het Pensioenfonds, ten belope van EUR 879.469,43 voor Gérald Frère en van EUR 772.834,12 voor Thierry de Rudder, ten einde rekening te houden met de daling van de actualisatievoet en deze in overeenstemming te brengen met het percentage van het gewaarborgd inkomen dat in aanmerking wordt genomen voor het nieuw plan “vaste bijdragen”, ingevoerd voor de bedrijfsleiders en het personeel. De Raad van Bestuur keurt dit voorstel goed.
De voordelen of belangen uit hoofde van de loopbaan en vorige opdrachten van de twee begunstigden worden niet in aanmerking genomen voor de vaststelling van hun huidige en toekomstige remuneratie. Met andere woorden zal hun voormelde globale remuneratie niet de voordelen of belangen omvatten die het gevolg zijn van overeenkomsten die, vóór hun toetreding tot het Uitvoerend Management van GBL, gesloten zijn uit hoofde van de door hen voorheen uitgeoefende functie. Ten slotte wordt eraan herinnerd dat de leden van het Uitvoerend Management geen remuneratie ontvangen voor hun bestuursfunctie alsdanig. Na deze toelichtingen, wordt de Raad verzocht zijn instemming te betuigen met de contractuele verbintenissen van GBL ten aanzien van Ian Gallienne en Gérard Lamarche. De Raad stemt ermee in. Ian Gallienne en Gérard Lamarche worden verzocht de vergaderzaal opnieuw te betreden. […] Aanvullende pensioenregeling ten gunste van Gérald Frère en Thierry de Rudder Aangezien dit punt betrekking heeft op de pensioenregeling van Gérald Frère en Thierry de Rudder, verlaten voornoemde personen de vergaderzaal overeenkomstig de procedure voorzien bij een belangenconflict in de zin van artikel 523 van het Wetboek Vennootschappen.
Gérald Frère en Thierry de Rudder vervoegen opnieuw de bijeenkomst…” Buiten het toepassingsgebied van artikel 523 van het Wetboek Vennootschappen en behoudens de hiervoor vermelde gevallen, werd de Vennootschap geconfronteerd met een situatie waarbij een Bestuurder verklaarde dat hij niet aan de beraadslagingen van de Raad wenste deel te nemen om beroepsethische redenen.
8. Beleid inzake de transacties met GBL-aandelen Het intern beleid van de Vennootschap betreffende de voorkoming van marktmisbruik is vastgesteld in het Intern Reglement betreffende de transacties met GBL-aandelen, dat als Bijlage 2 aan het Charter van de Vennootschap is gehecht. Volgens die regels moeten de Bestuurders en de andere personen die voorkennis kunnen hebben en waarvan de naam voorkomt op een lijst die op de zetel van de Vennootschap wordt bewaard, de Compliance Officer in kennis stellen vóór ze enige verrichting met GBL-aandelen uitvoeren en die verrichting na uitvoering ervan bevestigen. Daarenboven moeten de Bestuurder van GBL en de personen die er nauw mee verbonden zijn, de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) in kennis stellen van transacties voor eigen rekening in GBL-aandelen. Tevens wordt aan alle personen die over voorkennis beschikken of geacht worden te beschikken een bericht verzonden om hun in kennis te stellen van het begin en het einde van de gesloten periode of verbodsperiode waarin niet tot deze transacties mag worden overgegaan. Aan het Uitvoerend Management en de personeelsleden werd tevens een kalender bezorgd met vermelding van de data van de gesloten perioden, zoals gedefinieerd in het Charter. Ten slotte ziet de Compliance Officer erop toe dat alle wettelijke bepalingen op het stuk van marktmisbruik en de door het Charter voorgeschreven maatregelen worden toegepast. Voor alle inlichtingen in verband hiermede, dienen de leden van de Raad van Bestuur en van het personeel zich tot de Compliance Officer te wenden.
Jaarverslag 2011
149
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
De Voorzitter van het Comité herinnert eraan dat hij op de laatste Raad de economische voorwaarden heeft uiteengezet die in aanmerking werden genomen voor de indiensttreding van Ian Gallienne en Gérard Lamarche, dewelke nauw aanleunen bij het stelsel dat geldt voor het huidige team, namelijk: - een vaste nettoremuneratie van EUR 800.000, met uitsluiting van enige variabele remuneratie in geld; - een winstdeelneming op lange termijn in de resultaten van de vennootschap van het type aandelenopties zoals door de Raad periodiek vastgesteld; - het voordeel van een pensioenregeling van het type “vaste bijdragen” met jaarlijkse dotaties ten belope van 21% van de nettoremuneratie. Dit is een verandering ten opzichte van het type “vaste prestaties”, zoals ze vroeger bestond; - diverse verzekeringen; - de ter beschikkingstelling van een bedrijfswagen; - een opzeggingsvergoeding van achttien maanden.
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
9. Aandeelhouders 9.1. Naleving van de bepalingen van de Code 2009 betreffende de aandeelhouders De Vennootschap leeft de bepalingen van de Code 2009 betreffende de aandeelhouders na. Vóór 2012 gold een afwijking op deze bepalingen, en wel betreffende het recht van de aandeelhouders om voorstellen in te dienen bij de Algemene Vergadering. De drempel vanaf dewelke een aandeelhouder dit recht kon laten gelden, bedroeg 20% van het kapitaal, zoals bepaald door het Wetboek Vennootschappen, maar in afwijking van de Code 2009. Ingevolge de wijziging van het Wetboek Vennootschappen over dit punt kunnen, sinds 1 januari 2012, één of meer aandeelhouders die samen minstens 3% bezitten van het maatschappelijk kapitaal van de Vennootschap, te behandelen onderwerpen op de agenda van de Algemene Vergadering laten plaatsen en voorstellen tot besluit indienen met betrekking tot op de agenda opgenomen of daarin op te nemen te behandelen onderwerpen. Het bezitspercentage vanaf hetwelk één of meer aandeelhouders de bijeenroeping van een Algemene Vergadering kan vorderen, blijft vastgesteld op 20% van het kapitaal. Zo snel mogelijk na de Algemene Vergadering en uiterlijk vijftien dagen na de datum van de Vergadering, publiceert de Vennootschap de resultaten van de stemmingen en de notulen van de Vergadering op haar website.
9.2. Betrekkingen met de controleaandeelhouders Het aandeelhouderschap van de Vennootschap wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een controleaandeel houder, Pargesa Holding S.A. (via haar 100%-dochter onderneming, Pargesa Netherlands B.V.). Pargesa Holding S.A. is een vennootschap naar Zwitsers recht, die zelf wordt gecontroleerd door Parjointco N.V., vennootschap naar Nederlands recht, waarvan het kapitaal, volgens de bepalingen van een in 1990 tussen de twee groepen gesloten overeenkomst, elk voor de helft, in handen is van de groep FrèreBourgeois/NPM en de groep Power Corporation du Canada. Deze overeenkomst beoogt het vastleggen en instandhouden van een paritaire vertegenwoordiging van de groep Power Corporation du Canada en de groep Frère-Bourgeois/ NPM in Pargesa Holding S.A., GBL en hun respectieve dochtervennootschappen. Elke groep heeft zich ertoe verbonden, rechtstreeks noch onrechtstreeks, belangen in deze vennootschappen te verwerven, te behouden of te verkopen, tenzij met het akkoord van de andere partij, en heeft aan de andere groep een aan bepaalde beperkingen onderworpen recht van voorkoop verleend op de aandelen van Pargesa Holding S.A. en GBL in geval van verkoop van deze effecten binnen een periode van vijf jaar na het einde van de overeenkomst. Deze overeenkomst werd in 1996 verlengd en verstrijkt in 2014, als ze niet opnieuw wordt verlengd.
150
Jaarverslag 2011
9.3. Informatie over de structuur van het aandeelhouderschap 9.3.1. Kennisgeving overeenkomstig de wetgeving op de openbare overnamebiedingen Op 21 februari 2008 hebben de controleaandeelhouders de Vennootschap kennis gegeven van hun deelneming in GBL per 1 september 2007. Deze mededeling werd gedaan overeenkomstig artikel 74 § 7 van de wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen. Volgens de bepalingen van deze wet zijn de aandeelhouders die meer dan 30% van de effecten van een beursgenoteerde vennootschap houden, vrijgesteld van de biedplicht op deze vennootschap, op voorwaarde dat ze hun deelneming op de datum van inwerkingtreding van de wet (hetzij op 1 september 2007) aan de FSMA en aan de betrokken vennootschap ten laatste op 21 februari 2008 hebben medegedeeld. Op grond van dezelfde wet zijn deze aandeelhouders eveneens verplicht om jaarlijks elke wijziging van hun controledeelneming aan de FSMA en aan de betrokken vennootschap ter kennis te brengen. Dienvolgens hebben ze GBL een bijwerking van de structuur van het controleaandeelhouderschap per 1 september 2011 overgemaakt, die hierna wordt overgenomen: Aantal en percentage aandelen met stemrecht in bezit van de aanmeldende personen Aandeelhouders Pargesa Netherlands B.V. Sagerpar (1) Nationale Portefeuille maatschappij N.V. Paul G. Desmarais Totaal
Aantal aandelen met stemrecht
%
80.680.729
50,00
6.099.444
3,78
38.500
0,02
500 86.819.173
p.m. 53,81
(1) Geschorste stemrechten
Natuurlijke en/of rechtspersonen die de uiteindelijke controle uitoefenen over de aanmeldende rechtspersonen Paul G. Desmarais en Albert Frère, verbonden door een overeenkomst van onderling overleg.
Controleketen Albert Frère (1) Voorzitter van de Raad van Bestuur
Paul G. Desmarais 68% 32%
Stichting A.K. Frère-Bourgeois (NL)
Nordex Inc. 94,9% Gelco Entreprises Ltd.
5,1%
99,99% Pansolo Holding Inc.
93,02% Frère-Bourgeois S.A.
Capucines Corporation
0,35%
2,1%
Power Corporation of Canada
Filux S.A. (L)
100% 100%
3876357 Canada Inc.
4,52%
100% Helio Charleroi Finance S.A.
171263 Canada Inc.
100%
3439496 Canada Inc.
57,49%
Erbe S.A.
11,13%
66,08% 0,36%
6,98%
100% 53,62%
Power Financial Corporation
88,87%
Financière de la Sambre S.A.
100% Power Financial 50,0% Europe B.V. (NL)
100% Fingen S.A.
0,03% Parjointco N.V. (NL) (5)
10,5% gew. patr. 51,0% stemrechten
50,0%
56,5% van het kapitaal 76,0% van de stemrechten
Agesca Nederland N.V. (NL) (2)
Pargesa Holding S.A. (CH)
100% bev. patr. 17,8% stemrechten
100%
89,5% gew. patr. 31,2% stem rechten
Pargesa Netherlands B.V. (NL)
77,19% 21,65% Nationale Portefeuille maatschappij N.V. 100%
78,65%
Kermadec S.A. (L) 100%
21,35% Carpar S.A.
Investor S.A.
78,96% Fibelpar S.A. (3)
86,59% Compagnie 21,04% Immobilière de Roumont S.A. (4) 10,30% 3,11%
50,00% Sagerpar (B)
100%
Brussels Securities (B)
100%
GBL (B) 3,78%
0,02%
Pargesa Asset Management (Netherlands) N.V. (NL)
100%
0,0003%
Opmerking: In de controleketen in verband met Albert Frère, zijn de vennootschappen, waarvan de nationaliteit niet vermeld is, in België gevestigd en hebben hun maatschappelijke zetel op het adres 6280 Loverval (Gerpinnes), 12 rue de la Blanche Borne. (1) Overeenkomstig de statuten van de Stichting Administratiekantoor Frère-Bourgeois – Rotterdam – Nederland (2) Gezamenlijke controle geregeld door een aandeelhoudersovereenkomst gesloten tussen de groepen NPM en Frère-Bourgeois (3) Deelneming van 0,26% in NPM (4) Deelneming van 0,63% in NPM (5) Gezamenlijke controle
Jaarverslag 2011
151
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
0,17% 100%
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
9.3.2. Kennisgeving van belangrijke deelnemingen Op 1 september 2008 is de nieuwe Belgische wettelijke regel geving op het stuk van de transparantie in werking getreden. Overeenkomstig de overgangsregeling moest iedere aandeel houder van GBL, wiens deelneming op 1 september 2008 een wettelijke drempel bereikte of overschreed uiterlijk op 31 oktober 2008 daarvan kennis geven.
Verder hebben de aandeelhouders de verplichting om elke overschrijding van 5%, 10%, 15% en alle andere veelvouden van 5% naar boven of naar beneden van het totaal van de stemrechten bekend te maken. De statuten van GBL schrijven geen striktere aanmeldingsdrempel dan 5% of 10% voor.
Dienvolgens heeft GBL op 30 oktober 2008 van haar controleaandeelhouders een kennisgeving ontvangen betreffende hun belang in GBL op 1 september 2008. De inhoud van die kennisgeving wordt hierna samengevat. Kennisgeving van 30 oktober 2008 betreffende de situatie per 1 september 2008 In aanmerking genomen noemer: 161.358.287 A) Stemrechten Houders van stemrechten
Aantal stemrechten (verbonden aan effecten)
% stemrechten (verbonden aan effecten)
500
0,00
0
0,00
Paul G. Desmarais Albert Frère Nationale Portefeuillemaatschappij N.V.
38.500
0,02
Pargesa Netherlands B.V.
80.680.729
50,00
Sagerpar Totaal
5.576.651 86.296.380
3,46 53,48
B) Gelijkgestelde financiële instrumenten Houders van gelijkgestelde financiële instrumenten
Type financieel instrument
Vervaldatum
Uitoefendatum of -termijn
% stemrechten
Albert Frère (1)
44.885 aandelenopties
25/05/2017
op elk ogenblik na vesting, van 1/01/2011 tot en met 24/05/2017
0,00
Albert Frère (1)
60.561 aandelenopties
10/04/2018
op elk ogenblik na vesting, van 1/01/2012 tot en met 9/04/2018
0,00
Totaal
0,00
(1) Voor meer duidelijkheid werden de 44.885 en 60.561 aandelenopties niet in de teller opgenomen om dubbele telling van de stemrechten te vermijden, aangezien ze volledig door eigen aandelen GBL, gehouden door Sagerpar, zijn gedekt
C) Totaal (stemrechten en gelijkgestelde financiële instrumenten) Aantal stemrechten
% stemrechten
86.296.380
53,48
Paul G. Desmarais, Albert Frère en Pargesa Netherlands B.V. verklaren te handelen in onderling overleg, op grond van een akkoord over de uitoefening van hun stemrechten, met het
152
Jaarverslag 2011
oog op het voeren van een duurzaam gemeenschappelijk beleid en met de bedoeling de controle te verwerven, een bod af te weren of de controle te behouden.
Groep Frère-Bourgeois/NPM
Power Corporation du Canada
50%
Parjointco N.V.
Alle betrokken ondernemingen stellen jaarlijks een gedetailleerd verslag op over de Maatschappelijke en Milieuverantwoordelijk heid, dat kan ingezien worden op volgende websites: Total
http://publications.total.com/2010-rse/fr/index.htm
GDF SUEZ
http://gdfsuez.beevirtua.com/uid_429d8081-fb6c4a51-a572-466b8c0b3619/beevirtua/beevirtua. html#app=e9ef&adf3-lang=fr&ccb3-pageId=&9557source=xmlConfs/init.xml
Lafarge
http://www.lafarge.fr/05042011-publication_ sustainable_development-Sustainable_report_ 2010-fr.pdf
Pernod Ricard
http://pernodricard.com/fr/pages/173/pernod/ Developpement-durable.html
Imerys
http://www.imerys.com/scopi/group/ imeryscom/imeryscom.nsf/pagesref/SBDD84CHUJ?opendocument&lang=fr
50%
56,5% (76,0%) Pargesa Holding S.A. 100% Pargesa Netherlands B.V. 50,0% - 50,0% (1) (52,0%) - (52,0%) (1) GBL
3,8% - 3,8% (1) 100%
Brussels Securities 100% Sagerpar ( ) Stemrechten (1) Situatie bijgewerkt op 6 maart 2012
10. Maatschappelijke en Milieuverant woordelijkheid van de Vennootschap GBL is bezorgd om kwesties betreffende de Maatschappelijke en Milieuverantwoordelijkheid. Via haar strategische investeringen wordt GBL geconfronteerd met de milieuvragen en -opportuniteiten. GBL volgt aandachtig de belangrijke milieuaspecten van alle deelnemingen en moedigt de toepassing van goede praktijken aan om ervoor te zorgen dat de betrokken ondernemingen het milieu beschermen en nieuwe energieoplossingen ontwikkelen.
Suez Environnement http://www.suez-environnement.fr/fr/developpementdurable/ Arkema
http://www.arkema.com/pdf/FR/corporate/arkema_ rapport_activite_developpement_durable_2010.pdf
Mecenaat De Vennootschap is zeer actief op het vlak van het mecenaat, dat toegespitst is op drie domeinen, namelijk: de liefdadigheid, het wetenschappelijk onderzoek en de cultuur. De talrijke aanvragen worden zeer aandachtig onderzocht en de beslissingen worden geval per geval genomen op grond van de verdienstelijkheid van elk dossier. In 2011 werd een totaalbedrag van EUR 0,9 miljoen toegekend aan 82 werken (EUR 0,9 miljoen in 2010). De belangrijkste begunstigden waren: Steun aan de medische wereld Er werd een enveloppe van zowat EUR 175.000 toegekend aan verschillende ziekenhuizen en laboratoria, met als doel het medische onderzoek te bevorderen en de verwerving van diverse uitrusting te financieren. Fonds Charles-Albert Frère Een bedrag van EUR 500.000 werd toegekend aan het Fonds Charles-Albert Frère. Deze vereniging beoogt hulp te bieden aan alle personen die aangetast zijn door een fysieke, mentale of sociale handicap, alsook bijstand te verlenen aan slachtoffers van armoede. Cultuur en Onderwijs Zowat EUR 195.000 werd toegekend aan verschillende private en openbare instellingen om culturele (artistieke en educatieve) en onderwijsprogramma’s te ondersteunen.
Human ressources Op het gebied van de human ressources ontplooit GBL een sociaal beleid, gebaseerd op diversiteit, gelijke kansen, rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid. De groep stelt een klein team van 32 personeelsleden tewerk, zodat de invoering van bijzondere procedures betreffende de consultatie van de werknemers niet nodig is. De Vennootschap voert ook een actief opleidingsbeleid met het oog op de bevordering van de professionele perspectieven van elk personeelslid. Jaarverslag 2011
153
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
9.3.3. Controleorganigram van GBL op 31 december 2011, bijgewerkt op 6 maart 2012
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
11. Andere informatie over de Vennootschap 11.1. Historiek en evolutie De Vennootschap is ontstaan uit de in april 2001 doorgevoerde fusie tussen GBL N.V. en Electrafina die voor meer dan 80% in handen was van GBL N.V. Electrafina was historisch gegroeid tot de “energietak” van de groep en bezat de deelnemingen in de petroleum- en elektriciteitssector. Later investeerde zij tevens in de media. GBL N.V., van haar kant, bezat rechtstreekse deelnemingen in, onder meer, de financiële dienstensector, de vastgoedsector en de handel. Mettertijd, echter, was het verschil tussen de vermogens van de moeder- en de dochtervennootschap vervaagd en al deze activa werden dan ook samengevoegd in één enkele entiteit. Deze samenvoeging kaderde tevens in de groepsstrategie om binnen een context van concentratie en toenemende concurrentie de internationale positionering van de activa te behouden, wat er trouwens toe geleid heeft de financiële diensten af te stoten en de marginaal geworden deelnemingen te verkopen. De portefeuille van de groep is sindsdien toegespitst op een klein aantal industriële ondernemingen die leider zijn op hun markt waarin GBL haar belang stelselmatig heeft geconsolideerd en voor wie zij de rol van professioneel aandeelhouder op termijn op zich neemt. De details betreffende de evolutie van de portefeuille tijdens de laatste drie boekjaren zijn vermeld op blz. 121 van dit jaarverslag.
11.2. Naam Groupe Bruxelles Lambert Groep Brussel Lambert afgekort “GBL” De Nederlandse of Franse naam mag afzonderlijk of samen worden gebruikt.
11.3. Maatschappelijke zetel Marnixlaan 24 – 1000 Brussel De maatschappelijke zetel mag bij gewone beslissing van de Raad van Bestuur naar iedere andere plaats in België worden overgebracht.
154
Jaarverslag 2011
11.4. Rechtsvorm, oprichting, wettelijke bekendmakingen De Vennootschap werd opgericht op 4 januari 1902 in de vorm van een naamloze vennootschap naar Belgisch recht krachtens akte verleden voor Meester Edouard Van Halteren, Notaris te Brussel, bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 10 januari 1902 onder nummer 176. De statuten werden herhaaldelijk gewijzigd en voor het laatst bij akte van 12 april 2011, bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van 25 mei 2011 onder de nummers 2011-05-25/0078414 en 2011-05-25/0078415, van 14 juni 2011 (verbeterend uittreksel) onder de nummers 2011-06-14/0087618 en 2011-06-14/0087619 en van 19 oktober 2011 (overgangsbepalingen) onder de nummers 2011-10-19/0157685 en 2011-10-19/0157686.
11.5. Wetgeving toepasselijk op haar activiteiten De Vennootschap wordt beheerst door de geldende en toekomstige wettelijke en reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op de naamloze vennootschappen en door de statuten.
11.6. Rechtspersonenregister De Vennootschap is ingeschreven in het Rechtspersonen register (RPR) onder het ondernemingsnummer 0407.040.209. Dit nummer vervangt het handelsregisternummer (3.902), het BTW-nummer en het RSZ-nummer.
11.7. Duur De Vennootschap bestaat voor onbepaalde duur.
11.8. Maatschappelijk doel De Vennootschap heeft tot doel: • voor zichzelf of voor rekening van derden alle onroerende en financiële verrichtingen en portefeuillebeheer; te dien einde mag ze ondernemingen of instellingen oprichten, daarin participaties nemen, alle financierings-, consignatie-, lening-, pandgevings- of depositoverrichtingen uitvoeren; • alle studies uitvoeren en technische, juridische, boekhoudkundige, financiële, commerciële, administratieve bijstand of beheersbijstand verlenen voor rekening van vennootschappen of instellingen waarin zij rechtstreeks of onrechtstreeks een deelneming bezit, of voor rekening van derden; • voor zichzelf of voor rekening van derden alle vervoeren transito-ondernemingen verzekeren. Zij mag door inbreng of fusie een belang nemen in alle bestaande of op te richten vennootschappen of instellingen waarvan het doel gelijkaardig, vergelijkbaar of verwant is aan het hare of van aard is haar gelijk welk voordeel te bezorgen vanuit het standpunt van de verwezenlijking van haar eigen doel.
11.9.1. Uitstaand kapitaal Op 31 december 2011 bedroeg het volgestort maatschappelijk kapitaal EUR 653.136.356,46. Het wordt vertegenwoordigd door 161.358.287 aandelen zonder vermelding van nominale waarde. Alle aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen, hebben dezelfde rechten. Overeenkomstig artikel 28 van de statuten geeft ieder aandeel recht op één stem. GBL heeft geen andere categorieën van aandelen uitgegeven, zoals aandelen zonder stemrecht of bevoorrechte aandelen. Op 1 januari 2008 werden de aandelen aan toonder die ingeschreven waren op een effectenrekening van rechtswege omgezet in gedematerialiseerde aandelen. Vanaf deze datum bestaan de aandelen van de Vennootschap dus uit aandelen op naam, gedematerialiseerde aandelen en aandelen aan toonder. Ten laatste op 31 december 2013 moeten de houders van aandelen aan toonder hun effecten in aandelen op naam of gedematerialiseerde aandelen hebben omgezet. De Buitengewone Algemene Vergadering van 24 april 2007 heeft de Raad van Bestuur evenwel gemachtigd om een datum vóór 31 december 2013 te bepalen vanaf dewelke de uitoefening van de rechten in verband met de aandelen aan toonder zal worden geschorst tot hun omzetting in aandelen op naam of gedematerialiseerde aandelen. De Raad van Bestuur van 2 maart 2010 heeft deze datum vastgesteld op 1 januari 2011. Sinds 1 januari 2008 kunnen de aandelen van de Vennootschap nog enkel op naam of in gedematerialiseerde vorm worden uitgegeven. 11.9.2. Toegestaan kapitaal Bij beslissing van de Buitengewone Algemene Vergadering van 12 april 2011 werd de aan de Raad van Bestuur verleende machtiging met vijf jaar verlengd om: • het kapitaal te verhogen, in één of meerdere keren, ten belope van EUR 125 miljoen; • te beslissen tot uitgifte, in één of meer malen, van converteerbare of in aandelen terugbetaalbare obligaties, warrants of andere financiële instrumenten, al dan niet gehecht aan obligaties of andere effecten, die op termijn aanleiding kunnen geven tot kapitaalverhogingen ten belope van een maximumbedrag dat, zoals het bedrag van de kapitaalverhogingen ten gevolge van de uitoefening van het omzettingsrecht of van de warrants, al dan niet gehecht aan dergelijke effecten, de limiet van het resterende toegestane kapitaal niet te boven gaat.
Deze machtiging, die voor het eerst werd verleend in 1987, werd hernieuwd op 25 mei 1993, 28 mei 1996, 25 mei 1999, 27 april 2004, 24 april 2007 en voor het laatste maal op 12 april 2011. Ze is geldig voor een periode van vijf jaar te rekenen vanaf 25 mei 2011, met name tot in mei 2016. Op 31 december 2011 bedroeg het toegestaan kapitaal nog steeds EUR 125 miljoen. Op basis van dat laatste bedrag ten hoogste 30.881.431 nieuwe aandelen kunnen worden uitgegeven. 11.9.3. Eigen aandelen De Buitengewone Algemene Vergadering van 12 april 2011 heeft de aan de Raad van Bestuur van de Vennootschap verleende machtiging hernieuwd voor een periode van vijf jaar om, met inachtneming van de wettelijke bepalingen, een maximumaantal van 32.271.657 eigen aandelen te verkrijgen. Deze verwervingen mogen slechts geschieden tegen een tegenwaarde die niet meer dan 10% lager mag zijn dan de laagste koers van de 12 laatste maanden die de verrichting voorafgaan en die niet meer dan 10% hoger mag zijn dan de hoogste koers van de 20 laatste noteringen. Deze machtiging slaat eveneens op de verwervingen door de rechtstreekse dochterondernemingen van GBL. Dezelfde Buitengewone Algemene Vergadering heeft eveneens de aan de Raad van Bestuur van de Vennootschap verleende machtiging hernieuwd om eigen aandelen te verkrijgen en te vervreemden, wanneer de verwerving of vervreemding noodzakelijk is ter voorkoming van een dreigend ernstig nadeel voor de Vennootschap. Deze machtiging is geldig voor een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf 25 mei 2011, met name tot in mei 2014. Daarenboven bepalen de statuten dat de Vennootschap, zonder voorafgaande toestemming van de Algemene Vergadering en zonder tijdslimiet, ter beurze en buiten beurs, de eigen aandelen bij besluit van de Raad van Bestuur kan vervreemden. De aankopen en verkopen van eigen aandelen in de loop van 2009, 2010 en 2011 worden op blz. 102 van dit jaarverslag nader toegelicht. 11.9.4. Converteerbare leningen GBL heeft in 2005 een tegen GBL-aandelen omruilbare obligatielening uitgegeven. Nadere toelichting omtrent deze obligatie is opgenomen op blz. 100 van dit jaarverslag.
11.10. Stemrecht Er geldt geen statutaire beperking op de uitoefening van het stemrecht, onverminderd de algemene regels inzake de toelating tot de Algemene Vergadering.
Zowel in het ene als in het andere geval mag de Raad van Bestuur het voorkeurrecht van de bestaande aandeelhouders, in het belang van de Vennootschap, beperken of opheffen, met inachtneming van de in de wet gestelde voorwaarden.
Jaarverslag 2011
155
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
11.9. Kapitaal
Verklaring inzake deugdelijk bestuur
11.11. Ter inzage beschikbare documenten 11.11.1. Toegang tot de informatie voor de aandeelhouders en website Om de toegang tot de informatie voor haar aandeelhouders te vergemakkelijken heeft GBL een website gecreëerd (http://www.gbl.be). Deze website, die geregeld wordt bijgewerkt, bevat de inlichtingen voorgeschreven door het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt. De website bevat onder meer de jaarrekeningen en jaarverslagen, alle door de Vennootschap gepubliceerde persberichten en alle nuttige en nodige informatie betreffende de Algemene Vergaderingen en de deelneming door de aandeelhouders daaraan en, in het bijzonder, de door de statuten opgelegde voorwaarden die de wijze regelen waarop de (Gewone en Buitengewone) Algemene Vergaderingen van de aandeelhouders worden bijeengeroepen. Ten slotte worden ook de resultaten van de stemmingen en de notulen van de Algemene Vergaderingen erop gepubliceerd.
11.11.2. Plaatsen waar voor het publiek toegankelijke documenten kunnen worden geraadpleegd De gecoördineerde statuten van de Vennootschap kunnen worden geraadpleegd op de Griffie van de Rechtbank van Koophandel van Brussel, op de maatschappelijke zetel en op de website (http://www.gbl.be). De jaarrekening wordt neergelegd bij de Nationale Bank van België en kan worden geraadpleegd op de website. De besluiten met betrekking tot de benoeming en het ontslag van de leden van de organen van de Vennootschap worden bekendgemaakt in de Bijlagen bij het Belgische Staatsblad. De financiële berichten betreffende de Vennootschap worden gepubliceerd in de financiële pers en in de dagbladen. De andere voor het publiek toegankelijke documenten kunnen worden geraadpleegd op de maatschappelijke zetel van de Vennootschap. Het jaarverslag van de Vennootschap wordt jaarlijks toegestuurd aan de aandeelhouders op naam en aan iedereen die de wens heeft uitgedrukt dit te ontvangen. Het is kosteloos verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel. De jaarverslagen van de drie laatste boekjaren en alle andere in deze paragraaf vermelde documenten kunnen eveneens op de website worden geraadpleegd.
156
Jaarverslag 2011
Besluiten voorgesteld aan de aandeelhouders Agenda van de Gewone Algemene Vergadering van 24 april 2012 1. Jaarverslag van de Raad van Bestuur en verslagen van de Commissaris over het boekjaar 2011 2. Financiële staten per 31 december 2011 2.1. Voorstelling van de geconsolideerde financiële staten per 31 december 2011. 1.2. Goedkeuring van de jaarrekening afgesloten op 31 december 2011
6. Remuneratieverslag
7. Vaststelling van de remuneratie van de niet-uitvoerende Bestuurders
3. Kwijting aan de Bestuurders
Voorstel tot verlening van kwijting aan de Bestuurders voor de uitoefening van hun mandaat tijdens het boekjaar afgesloten per 31 december 2011.
4. Kwijting aan de Commissaris
Voorstel tot verlening van kwijting aan de Commissaris voor de uitoefening van zijn mandaat tijdens het boekjaar afgesloten per 31 december 2011.
5. Ontslagen en benoemingen 5.1. Akte nemen van het ontslag van Gérald Frère en Thierry de Rudder als Gedelegeerde Bestuurders bij de afsluiting van het boekjaar 2011 (zonder invloed op hun hoedanigheid van Bestuurder)
Voorstel tot goedkeuring van het remuneratieverslag van de Raad van Bestuur over het boekjaar 2011.
Voorstel om de remuneratie van de niet-uitvoerende Bestuurders, voor de uitoefening van hun opdrachten in de Raad van Bestuur en de binnen de Raad opgerichte Comités, te bepalen op een totaal maximumbedrag van EUR 1.400.000 per jaar, te verdelen op beslissing van de Raad van Bestuur.
8. Aandelenoptieplan
Overeenkomstig de besluiten van de Algemene Vergadering van 24 april 2007 betreffende de invoering van een optieplan, voorstel tot het vaststellen op EUR 13.500.000 van de maximumwaarde van de aandelen met betrekking tot de in 2012 uit te geven opties.
9. Allerlei
5.2. Hernieuwing van Bestuursmandaten. Voorstel tot herverkiezing als Bestuurder voor een termijn van vier jaar van Georges Chodron de Courcel, Ian Gallienne en Thierry de Rudder, wier mandaat na afloop van deze Algemene Vergadering verstrijkt.
Jaarverslag 2011
157
BIJLAGE - Mandaten van de Bestuurders Lijst van de andere mandaten die door de leden van de Raad van Bestuur tussen 2007 en 2011 worden uitgeoefend Gérald Frère Voorzitter van de Raad van Bestuur
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen in 2011 worden uitgeoefend • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B) (tot 3 oktober 2011), Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (voorheen Fingen N.V.) (sinds 3 oktober 2011), Filux S.A. (L) (tot 22 november 2011), Segelux S.A. (voorheen Gesecalux S.A.) (L) (tot 22 november 2011), Stichting Administratiekantoor Bierlaire (NL) en RTL Belgium (B). • Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur van Pargesa Holding S.A. (CH). • Voorzitter van de Raad van Bestuur en Gedelegeerd Bestuurder van Haras de la Bierlaire S.A. (B). • Voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B) (tot 3 oktober 2011). • Gedelegeerd Bestuurder van Financière de la Sambre S.A. (B) en Frère-Bourgeois N.V. (B). • Bestuurder van Corporation Financière Power (CDN), Electrabel (B), Erbe N.V. (B), Fonds Charles-Albert Frère V.Z.W. (B), Stichting Administratiekantoor Frère-Bourgeois (NL), Lafarge (F) (tot 3 november 2011) en Pernod Ricard (F). • Commissaris van Agesca Nederland N.V. (NL) en Parjointco N.V. (NL). • Regent en Lid van de Begrotingscommissie van de Nationale Bank van België N.V. (B). • Lid van het Remuneratiecomité van Corporation Financière Power (CDN). • Lid van het Remuneratiecomité van Pernod Ricard (F). • Lid van het Comité Transacties tussen verbonden personen en Auditcomité van Corporation Financière Power (CDN). • Lid van het Corporate Governance en Benoemingscomité van Lafarge (F) (tot 3 november 2011). • Ere-Consul van Frankrijk in Charleroi. • Zaakvoerder van Agriger B.V.B.A. (B), GBL Energy S.à r.l. (L) (tot 29 december 2011) en GBL Verwaltung S.à r.l. (L) (tot 29 december 2011).
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen tussen 2007 en 2010 worden uitgeoefend Boekjaar 2010 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B), Filux S.A. (L), Gesecalux S.A. (L), Stichting Administratiekantoor Bierlaire (NL) en RTL Belgium (B). • Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur van Pargesa Holding S.A. (CH). • Voorzitter van de Raad van Bestuur en Gedelegeerd Bestuurder van Haras de la Bierlaire S.A. (B). • Voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B).
158
Jaarverslag 2011
• Voorzitter van de Remuneratiecommissie van de Nationale Bank van België N.V. (B) (tot 31 december 2010). • Gedelegeerd Bestuurder van Financière de la Sambre S.A. (B) en Frère-Bourgeois N.V. (B). • Bestuurder van Corporation Financière Power (CDN), Electrabel (B) (sinds 27 april 2010), Erbe N.V. (B), Fonds Charles-Albert Frère V.Z.W. (B), Stichting Administratie kantoor Frère-Bourgeois (NL), Suez-Tractebel N.V. (B) (tot 27 april 2010), Lafarge (F) en Pernod Ricard (F). • Commissaris van Agesca Nederland N.V. (NL) en Parjointco N.V. (NL). • Regent en Lid van de Begrotingscommissie van de Nationale Bank van België N.V. (B). • Lid van het Remuneratiecomité van Corporation Financière Power (CDN). • Lid van het Remuneratiecomité van Pernod Ricard (F). • Lid van het Comité Transacties tussen verbonden personen en Auditcomité van Corporation Financière Power (CDN). • Lid van de Raad van Toezicht van de Overheid van de Financiële Diensten (B) (tot 26 oktober 2010). • Lid van het Corporate Governance en Benoemingscomité van Lafarge (F). • Ere-Consul van Frankrijk in Charleroi. • Zaakvoerder van Agriger B.V.B.A. (B), GBL Energy S.à r.l. (L) en GBL Verwaltung S.à r.l. (L). Boekjaar 2009 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B), Filux S.A. (L), Gesecalux S.A. (L), Stichting Administratiekantoor Bierlaire (NL) en RTL Belgium (B) (ex-TVI S.A.). • Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur van Pargesa Holding S.A. (CH). • Voorzitter van de Raad van Bestuur en Gedelegeerd Bestuurder van Haras de la Bierlaire S.A. (B). • Voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B). • Voorzitter van de Remuneratiecommissie van de Nationale Bank van België N.V. (B). • Gedelegeerd Bestuurder van Financière de la Sambre S.A. (B) en Frère-Bourgeois N.V. (B). • Bestuurder van Corporation Financière Power (CDN), Erbe N.V. (B), Fingen N.V. (B) (tot 8 april 2009), Fonds Charles-Albert Frère V.Z.W. (B), GBL Finance S.A. (L) (tot 24 april 2009), Stichting Administratiekantoor Frère-Bourgeois (NL), Suez-Tractebel N.V. (B), Lafarge (F) en Pernod Ricard (F) (sinds 2 november 2009). • Commissaris van Agesca Nederland N.V. (NL), Frère-Bourgeois Holding B.V. (NL) (tot 5 juni 2009) en Parjointco N.V. (NL). • Regent en Lid van de Begrotingscommissie van de Nationale Bank van België N.V. (B). • Lid van het Remuneratiecomité van Corporation Financière Power (CDN). • Lid van het Remuneratiecomité van Pernod Ricard (F) (sinds 2 november 2009).
• Lid van het Comité Transacties tussen verbonden personen en Auditcomité van Corporation Financière Power (CDN). • Lid van de Raad van Toezicht van de Overheid van de Financiële Diensten (B). • Lid van de Board of Trustees van Guberna (B) (tot 16 maart 2009). • Lid van het Corporate Governance en Benoemingscomité van Lafarge (F). • Ere-Consul van Frankrijk. • Zaakvoerder van Agriger B.V.B.A. (B), GBL Energy S.à r.l. (L) en GBL Verwaltung S.à r.l. (L) (sinds 24 maart 2009). Boekjaar 2008 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B), Diane S.A. (CH) (tot 5 mei 2008), Filux S.A. (L), Gesecalux S.A. (L), Stichting Administratiekantoor Bierlaire (NL) en TVI S.A. (B). • Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur van Pargesa Holding S.A. (CH). • Voorzitter van de Raad van Bestuur en Gedelegeerd Bestuurder van Haras de la Bierlaire S.A. (B). • Voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B). • Voorzitter van de Remuneratiecommissie van de Nationale Bank van België N.V. (B). • Gedelegeerd Bestuurder van Financière de la Sambre S.A. (B) en Frère-Bourgeois N.V. (B). • Bestuurder van Corporation Financière Power (CDN), Erbe N.V. (B), Fingen N.V. (B), Fonds Charles-Albert Frère V.Z.W. (B), GBL Finance S.A. (L), Stichting Administratiekantoor Frère-Bourgeois (NL), Suez-Tractebel N.V. (B) en Lafarge (F) (sinds 7 mei 2008). • Commissaris van Agesca Nederland N.V. (NL), Frère-Bourgeois Holding B.V. (NL) en Parjointco N.V. (NL). • Regent en Lid van de Begrotingscommissie van de Nationale Bank van België N.V. (B). • Lid van het Remuneratiecomité van Corporation Financière Power (CDN). • Lid van het Comité Transacties tussen verbonden personen en Auditcomité van Corporation Financière Power (CDN). • Lid van de Raad van Toezicht van de Overheid van de Financiële Diensten (B). • Lid van de Board of Trustees van Guberna (B). • Lid van het Corporate Governance en Benoemingscomité van Lafarge (F) (sinds 7 mei 2008). • Ere-Consul van Frankrijk. • Zaakvoerder van Agriger B.V.B.A. (B) en GBL Energy S.à r.l. (L) (sinds 10 november 2008). Boekjaar 2007 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B), Diane S.A. (CH), Filux S.A. (L), Gesecalux S.A. (L), Stichting Administratiekantoor Bierlaire (NL) en TVI S.A. (B). • Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur van Pargesa Holding S.A. (CH). • Voorzitter van de Raad van Bestuur en Gedelegeerd Bestuurder van Haras de la Bierlaire S.A. (B). • Voorzitter van het Benoemings- en Remuneratiecomité van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B).
• Voorzitter van de Remuneratiecommissie van de Nationale Bank van België N.V. (B) (sinds 14 februari 2007). • Gedelegeerd Bestuurder van Financière de la Sambre S.A. (B) en Frère-Bourgeois N.V. (B). • Bestuurder van Corporation Financière Power (CDN), Erbe N.V. (B), Fingen N.V. (B), Fonds Charles-Albert Frère V.Z.W. (B), GBL Finance S.A. (L), Stichting Administratiekantoor Frère-Bourgeois (NL) en Suez-Tractebel N.V. (B). • Commissaris van Agesca Nederland N.V. (NL), Frère-Bourgeois Holding B.V. (NL) en Parjointco N.V. (NL). • Regent en Lid van de Begrotingscommissie (verandering van benaming op 14 februari 2007) van de Nationale Bank van België N.V. (B). • Lid van het Remuneratiecomité van Corporation Financière Power (CDN). • Lid van het Comité Transacties tussen verbonden personen en Auditcomité van Corporation Financière Power (CDN). • Lid van de Raad van Toezicht van de Overheid van de Financiële Diensten (B). • Lid van de Board of Trustees van Guberna (voorheen Belgian Governance Institute) (B). • Ere-Consul van Frankrijk. • Zaakvoerder van Agriger B.V.B.A. (B).
Albert Frère CEO en Gedelegeerd Bestuurder
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen in 2011 worden uitgeoefend • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Frère-Bourgeois N.V. (B), Financière de la Sambre S.A. (B), Erbe N.V. (B) en Stichting Administratiekantoor Frère-Bourgeois (NL). • Voorzitter van de Raad van Toezicht van Métropole Télévision (M6) (F). • Ondervoorzitter en Gedelegeerd Bestuurder van Pargesa Holding S.A. (CH). • Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur van GDF SUEZ (F). • Ere-Voorzitter van Chambre de Commerce et d’Industrie de Charleroi (B). • Ere-Regent van de Nationale Bank van België N.V. (B). • Bestuurder van LVMH S.A. (F), Société Civile du Château Cheval Blanc (F), De Vrienden der Blinden (B) en Groupe Arnault S.A. (F) als permanent vertegenwoordiger van Belholding Belgium N.V. • Zaakvoerder van GBL Verwaltung S.à r.l. (L) en GBL Energy S.à r.l. (L) als permanent vertegenwoordiger van Frère-Bourgeois N.V. • Lid van de Raad van Bestuur van de Université du Travail Paul Pastur (B). • Lid van de Strategische Raad van de Université Libre de Bruxelles (B).
Jaarverslag 2011
159
BIJLAGE - Mandaten van de Bestuurders
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen tussen 2007 en 2010 worden uitgeoefend Boekjaar 2010 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van FrèreBourgeois N.V. (B), Financière de la Sambre S.A. (B), Erbe N.V. (B) en Stichting Administratiekantoor Frère-Bourgeois (NL). • Voorzitter van de Raad van Toezicht van Métropole Télévision (M6) (F). • Ondervoorzitter en Gedelegeerd Bestuurder van Pargesa Holding S.A. (CH). • Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur van GDF SUEZ (F). • Ere-Voorzitter van Chambre de Commerce et d’Industrie de Charleroi (B). • Ere-Regent van de Nationale Bank van België N.V. (B). • Bestuurder van LVMH S.A. (F), Société Civile du Château Cheval Blanc (F), De Vrienden der Blinden (B) en Groupe Arnault S.A. (F) als permanent vertegenwoordiger van Belholding Belgium N.V. • Zaakvoerder van GBL Verwaltung S.à r.l. (L) en GBL Energy S.à r.l. (L) als permanent vertegenwoordiger van Frère-Bourgeois N.V. • Lid van het Internationale Comité van Assicurazioni Generali SpA (I) (tot in mei 2010). • Lid van de Raad van Bestuur van de Université du Travail Paul Pastur (B). • Lid van de Strategische Raad van de Université Libre de Bruxelles (B). Boekjaar 2009 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Frère-Bourgeois N.V. (B), Financière de la Sambre S.A. (B), Erbe N.V. (B), Fingen N.V. (B) (tot in april 2009) en Stichting Administratiekantoor Frère-Bourgeois (NL). • Voorzitter van de Raad van Toezicht van Métropole Télévision (M6) (F). • Ondervoorzitter en Gedelegeerd Bestuurder van Pargesa Holding S.A. (CH). • Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur van GDF SUEZ (F). • Ere-Voorzitter van Chambre de Commerce et d’Industrie de Charleroi (B). • Ere-Regent van de Nationale Bank van België N.V. (B). • Bestuurder van LVMH S.A. (F), Société Civile du Château Cheval Blanc (F), Raspail Investissements (F), Gruppo Banca Leonardo (I) (tot in april 2009), De Vrienden der Blinden (B), Fondation FRESERTH (B), Centre TSIRA V.Z.W. (B) en Groupe Arnault S.A. (F) als permanent vertegen woordiger van Belholding Belgium N.V. • Zaakvoerder van GBL Verwaltung S.à r.l. (L) en GBL Energy S.à r.l. (L) als permanent vertegenwoordiger van Frère-Bourgeois N.V. • Lid van het Internationale Comité van Assicurazioni Generali SpA (I). • Lid van de Raad van Bestuur van de Université du Travail Paul Pastur (B). • Lid van de Strategische Raad van de Université Libre de Bruxelles (B).
160
Jaarverslag 2011
Boekjaar 2008 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van FrèreBourgeois N.V. (B), Financière de la Sambre S.A. (B), Erbe N.V. (B), Fingen N.V. (B) en Stichting Administratiekantoor Frère-Bourgeois (NL). • Voorzitter van de Raad van Toezicht van Métropole Télévision (M6) (F). • Ondervoorzitter en Gedelegeerd Bestuurder van Pargesa Holding S.A. (CH). • Bestuurder (sinds 16 juli 2008) en Ondervoorzitter (sinds 17 december 2008) van de Raad van Bestuur van GDF SUEZ (F). • Ere-Voorzitter van Chambre de Commerce et d’Industrie de Charleroi (B). • Ere-Regent van de Nationale Bank van België N.V. (B). • Bestuurder van LVMH S.A. (F), Société Civile du Château Cheval Blanc (F), Raspail Investissements (F), Gruppo Banca Leonardo (I), De Vrienden der Blinden (B), Fondation FRESERTH (B), Centre TSIRA V.Z.W. (B) en Groupe Arnault S.A. (F) als permanent vertegenwoordiger van Belholding Belgium N.V. • Zaakvoerder van GBL Verwaltung S.à r.l. (L) als permanent vertegenwoordiger van Frère-Bourgeois N.V. • Lid van het Internationale Comité van Assicurazioni Generali SpA (I). • Lid van de Raad van Bestuur van de Université du Travail Paul Pastur (B). • Lid van de Strategische Raad van de Université Libre de Bruxelles (B). Boekjaar 2007 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van FrèreBourgeois N.V. (B), Financière de la Sambre S.A. (B), Erbe N.V. (B), Fingen N.V. (B) en Stichting Administratiekantoor Frère-Bourgeois (NL). • Voorzitter van de Raad van Toezicht van Métropole Télévision (M6) (F). • Ondervoorzitter en Gedelegeerd Bestuurder van Pargesa Holding S.A. (CH). • Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur van Suez (F). • Ere-Voorzitter van Chambre de Commerce et d’Industrie de Charleroi (B). • Ere-Regent van de Nationale Bank van België N.V. (B). • Bestuurder van LVMH S.A. (F), Société Civile du Château Cheval Blanc (F), Raspail Investissements (F), Gruppo Banca Leonardo (I), De Vrienden der Blinden (B), Fondation FRESERTH (B), Centre TSIRA V.Z.W. (B) en Groupe Arnault S.A. (F) als permanent vertegenwoordiger van Belholding Belgium N.V. • Zaakvoerder van GBL Verwaltung S.à r.l. (L) als permanent vertegenwoordiger van Frère-Bourgeois N.V. • Lid van het Internationale Comité van Assicurazioni Generali SpA (I). • Lid van de Raad van Bestuur van de Université du Travail Paul Pastur (B). • Lid van de Strategische Raad van de Université Libre de Bruxelles (B).
Paul Desmarais Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen in 2011 worden uitgeoefend • Bestuurder en Voorzitter van het Uitvoerend Comité van Power Corporation du Canada (CDN). • Gedelegeerd Bestuurder en Voorzitter van de Raad van Bestuur van Pargesa Holding S.A. (CH). • Bestuurder en Voorzitter van de Raad van Power Corporation International (CDN). • Bestuurder en Lid van het Uitvoerend Comité van Corporation Financière Power (CDN). • Bestuurder van La Presse Ltée (CDN), Gesca Ltée (CDN) en Groupe de Communications Square Victoria Inc. (CDN).
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen tussen 2007 en 2010 worden uitgeoefend Boekjaar 2010 • Bestuurder en Voorzitter van het Uitvoerend Comité van Power Corporation du Canada (CDN). • Gedelegeerd Bestuurder en Voorzitter van de Raad van Bestuur van Pargesa Holding S.A. (CH). • Bestuurder en Voorzitter van de Raad van Power Corporation International (CDN). • Bestuurder en Lid van het Uitvoerend Comité van Corporation Financière Power (CDN). • Bestuurder van La Presse Ltée (CDN), Gesca Ltée (CDN), Barrick Power Gold Corporation of China Ltd. (HK) (tot 10 februari 2010), 3819787 Canada Inc. (CDN) (tot 30 maart 2010) en Groupe de Communications Square Victoria Inc. (CDN) (sinds 23 februari 2010). Boekjaar 2009 • Bestuurder en Voorzitter van het Uitvoerend Comité van Power Corporation du Canada (CDN). • Gedelegeerd Bestuurder en Voorzitter van de Raad van Bestuur van Pargesa Holding S.A. (CH). • Bestuurder en Voorzitter van de Raad van Power Corporation International (CDN). • Bestuurder en Lid van het Uitvoerend Comité van Corporation Financière Power (CDN). • Bestuurder van La Presse Ltée (CDN), Gesca Ltée (CDN), Corporation d’Investissements en Technologies Power (CDN) (tot 13 juli 2009), Barrick Power Gold Corporation of China Ltd. (HK) en 3819787 Canada Inc. (CDN). Boekjaar 2008 • Bestuurder en Voorzitter van het Uitvoerend Comité van Power Corporation du Canada (CDN). • Gedelegeerd Bestuurder en Voorzitter van de Raad van Bestuur van Pargesa Holding S.A. (CH). • Bestuurder en Voorzitter van de Raad van Power Corporation International (CDN). • Bestuurder en Lid van het Uitvoerend Comité van Corporation Financière Power (CDN).
• Bestuurder van La Presse Ltée (CDN), Gesca Ltée (CDN), Corporation d’Investissements en Technologies Power (CDN), Canada Life Capital Corporation Inc. (CDN) (tot 25 juli 2008), Barrick Power Gold Corporation of China Ltd. (HK) en 3819787 Canada Inc. (CDN). Boekjaar 2007 • Bestuurder en Voorzitter van het Uitvoerend Comité van Power Corporation du Canada (CDN). • Gedelegeerd Bestuurder en Voorzitter van de Raad van Bestuur van Pargesa Holding S.A. (CH). • Bestuurder en Voorzitter van de Raad van Power Corporation International (CDN). • Bestuurder en Lid van het Uitvoerend Comité van Corporation Financière Power (CDN). • Bestuurder van Les Journaux Trans-Canada (1996) Inc. (CDN), Gesca Ltée (CDN), Corporation d’Investissements en Technologies Power (CDN), Canada Life Capital Corporation Inc. (CDN), Barrick Power Gold Corporation of China Ltd. (HK), 3819787 Canada Inc. (CDN) en La Presse Ltée (CDN). • Lid van de Internationale Raadgevende Raad van Barrick Gold Corporation (CDN) (tot 25 mei 2007).
Paul Desmarais, jr Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen in 2011 worden uitgeoefend • Voorzitter van de Raad en co-Chef van de Directie van Power Corporation du Canada (CDN). • Co-Voorzitter van de Raad van Corporation Financière Power (CDN). • Bestuurder en Voorzitter van de Raad van 171263 Canada Inc. (CDN). • Ondervoorzitter van de Raad en Gedelegeerd Bestuurder van Pargesa Holding S.A. (CH). • Bestuurder van 152245 Canada Inc. (CDN), The Canada Life Assurance Company (CDN), Canada Life Financial Corporation (CDN), Canada Life Capital Corporation Inc. (CDN), The Canada Life Insurance Company of Canada (CDN), Canada Life Insurance Company of America (USA), Crown Life Insurance Company (CDN), Gesca Ltée (CDN), Great-West Life & Annuity Insurance Company (USA), Great-West Lifeco Inc. (CDN), The Great-West Life Assurance Company (CDN), GWL&A Financial Inc. (USA), Great-West Financial (Canada) Inc. (CDN), Great-West Financial (Nova Scotia) Co. (CDN), First Great-West Life & Annuity Insurance Company (USA), IGM Financial Inc. (CDN), Investors Group Inc. (CDN), Lafarge (F), La Presse Ltée (CDN), London Insurance Group Inc. (CDN), Parjointco N.V. (NL), Power Communications Inc. (CDN), Power Corporation International (CDN), Power Financial Europe B.V. (NL), Putnam Investment, LLC (USA) en Total S.A. (F). • Bestuurder en Lid van het Benoemingscomité en van het Remuneratiecomité van GDF SUEZ (F). • Bestuurder en Lid van het Uitvoerend Comité van London Life Insurance Company (CDN) en Mackenzie Inc. (CDN). • Voorzitter van het Raadgevend Comité van Sagard Private Equity Partners (F).
Jaarverslag 2011
161
BIJLAGE - Mandaten van de Bestuurders
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen tussen 2007 en 2010 worden uitgeoefend Boekjaar 2010 • Voorzitter van de Raad en co-Chef van de Directie van Power Corporation du Canada (CDN). • Co-Voorzitter van de Raad van Corporation Financière Power (CDN). • Bestuurder en Voorzitter van de Raad van 171263 Canada Inc. (CDN). • Ondervoorzitter van de Raad en Gedelegeerd Bestuurder van Pargesa Holding S.A. (CH). • Bestuurder van 152245 Canada Inc. (CDN), The Canada Life Assurance Company (CDN), Canada Life Financial Corporation (CDN), Canada Life Capital Corporation Inc. (CDN), The Canada Life Insurance Company of Canada (CDN), Canada Life Insurance Company of America (USA), Crown Life Insurance Company (CDN), Gesca Ltée (CDN), Great-West Life & Annuity Insurance Company (USA), Great-West Lifeco Inc. (CDN), The GreatWest Life Assurance Company (CDN), GWL&A Financial Inc. (USA), Great-West Financial (Canada) Inc. (CDN), Great-West Financial (Nova Scotia) Co. (CDN), First GreatWest Life & Annuity Insurance Company (USA), IGM Financial Inc. (CDN), Investors Group Inc. (CDN), Lafarge (F), La Presse Ltée (CDN), London Insurance Group Inc. (CDN), Parjointco N.V. (NL), Power Communications Inc. (CDN), Power Corporation International (CDN), Power Financial Europe B.V. (NL), Putnam Investment, LLC (USA) en Total S.A. (F). • Bestuurder en Lid van het Benoemingscomité en van het Remuneratiecomité van GDF SUEZ (F). • Bestuurder en Lid van het Uitvoerend Comité van London Life Insurance Company (CDN) en Mackenzie Inc. (CDN). • Voorzitter van het Raadgevend Comité van Sagard Private Equity Partners (F). Boekjaar 2009 • Voorzitter van de Raad en co-Chef van de Directie van Power Corporation du Canada (CDN). • Co-Voorzitter van de Raad van Corporation Financière Power (CDN). • Bestuurder en Voorzitter van de Raad van 171263 Canada Inc. (CDN). • Bestuurder en Ondervoorzitter van de Raad van 3819787 Canada Inc. (CDN). • Ondervoorzitter van de Raad en Gedelegeerd Bestuurder van Pargesa Holding S.A. (CH). • Bestuurder van 152245 Canada Inc. (CDN), The Canada Life Assurance Company (CDN), Canada Life Financial Corporation (CDN), Canada Life Capital Corporation Inc. (CDN), The Canada Life Insurance Company of Canada (CDN), Canada Life Insurance Company of America (USA), Crown Life Insurance Company (CDN), Gesca Ltée (CDN), Great-West Life & Annuity Insurance Company (USA), Great-West Lifeco Inc. (CDN), The Great-West Life Assurance Company (CDN), GWL&A Financial Inc. (USA), Great-West Financial (Canada) Inc. (CDN), Great-West Financial (Nova Scotia) Co. (CDN), First Great-West Life & Annuity Insurance Company (USA), IGM Financial Inc. (CDN), Investors Group Inc. (CDN), Lafarge (F), La Presse Ltée (CDN),
162
Jaarverslag 2011
London Insurance Group Inc. (CDN), Parjointco N.V. (NL), Power Communications Inc. (CDN), Power Corporation International (CDN), Power Financial Europe B.V. (NL), Putnam Investment, LLC (USA) en Total S.A. (F). • Bestuurder en Lid van het Benoemingscomité en van het Remuneratiecomité van GDF SUEZ (F). • Bestuurder en Lid van het Uitvoerend Comité van London Life Insurance Company (CDN) en Mackenzie Inc. (CDN). • Voorzitter van het Raadgevend Comité van Sagard Private Equity Partners (F). Boekjaar 2008 • Voorzitter van de Raad en co-Chef van de Directie van Power Corporation du Canada (CDN). • Co-Voorzitter van de Raad van Corporation Financière Power (CDN) (sinds mei 2008). • Bestuurder en Voorzitter van de Raad van 171263 Canada Inc. (CDN) en 2795957 Canada Inc. (CDN) (tot in december 2008). • Bestuurder en Ondervoorzitter van de Raad van 3819787 Canada Inc. (CDN). • Ondervoorzitter van de Raad en Gedelegeerd Bestuurder van Pargesa Holding S.A. (CH). • Bestuurder van 152245 Canada Inc. (CDN), The Canada Life Assurance Company (CDN), Canada Life Financial Corporation (CDN), Canada Life Capital Corporation Inc. (CDN), The Canada Life Insurance Company of Canada (CDN), Canada Life Insurance Company of America (USA), Crown Life Insurance Company (CDN), Gesca Ltée (CDN), Great-West Life & Annuity Insurance Company (USA), Great-West Lifeco Inc. (CDN), The Great-West Life Assurance Company (CDN), GWL&A Financial Inc. (USA), Great-West Financial (Canada) Inc. (CDN), Great-West Financial (Nova Scotia) Co. (CDN), First Great-West Life & Annuity Insurance Company (USA), IGM Financial Inc. (CDN), Investors Group Inc. (CDN), Lafarge (F), La Presse Ltée (CDN), London Insurance Group Inc. (CDN), Parjointco N.V. (NL), Power Communications Inc. (CDN), Power Corporation International (CDN), Power Financial Europe B.V. (NL), Putnam Investment, LLC (USA) en Total S.A. (F). • Bestuurder en Lid van het Benoemingscomité en van het Remuneratiecomité van GDF SUEZ (F). • Bestuurder en Lid van het Uitvoerend Comité van London Life Insurance Company (CDN) en Mackenzie Inc. (CDN). • Voorzitter van het Raadgevend Comité van Sagard Private Equity Partners (F). Boekjaar 2007 • Voorzitter van de Raad en co-Chef van de Directie van Power Corporation du Canada (CDN). • Voorzitter van het Uitvoerend Comité van Corporation Financière Power (CDN). • Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur en Lid van het Strategisch Comité van Imerys (F). • Bestuurder en Voorzitter van de Raad van 171263 Canada Inc. (CDN) en 2795957 Canada Inc. (CDN). • Bestuurder en Ondervoorzitter van de Raad van 3819787 Canada Inc. (CDN). • Ondervoorzitter van de Raad en Gedelegeerd Bestuurder van Pargesa Holding S.A. (CH).
• Bestuurder van 152245 Canada Inc. (CDN), The Canada Life Assurance Company (CDN), Canada Life Financial Corporation (CDN), Canada Life Capital Corporation Inc. (CDN), The Canada Life Insurance Company of Canada (CDN) (sinds mei 2007), Canada Life Insurance Company of America (USA), Crown Life Insurance Company (CDN) (sinds november 2007), Gesca Ltée (CDN), Great-West Life & Annuity Insurance Company (USA), Great-West Lifeco Inc. (CDN), The Great-West Life Assurance Company (CDN), GWL&A Financial Inc. (USA), Great-West Financial (Canada) Inc. (CDN), Great-West Financial (Nova Scotia) Co. (CDN), First Great-West Life & Annuity Insurance Company (USA), Groupe La Poste (F) (tot in september 2007), IGM Financial Inc. (CDN), Investors Group Inc. (CDN), La Presse Ltée (CDN), Les Journaux Trans-Canada (1996) Inc. (CDN), London Insurance Group Inc. (CDN), Parjointco N.V. (NL), Power Communications Inc. (CDN), Power Corporation International (CDN), Power Financial Europe B.V. (NL), Putnam Investment, LLC (USA) (sinds november 2007) en Total S.A. (F). • Bestuurder en Lid van het Remuneratiecomité van Suez (F). • Bestuurder en Lid van het Uitvoerend Comité van London Life Insurance Company (CDN) en Mackenzie Inc. (CDN). • Voorzitter van het Raadgevend Comité van Sagard Private Equity Partners (F).
Thierry de Rudder Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen in 2011 worden uitgeoefend • Bestuurder van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B) (tot in oktober 2011), GDF SUEZ (F), Electrabel (B) (sinds november 2011), Lafarge (F) en Total S.A. (F). • Lid van het Auditcomité van GDF SUEZ (F), Lafarge (F), Electrabel (B) (sinds november 2011), en Total S.A. (F). • Voorzitter van het Strategisch en Investeringscomité van GDF SUEZ (F). • Lid van het Remuneratiecomité van Lafarge (F).
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen tussen 2007 en 2010 worden uitgeoefend Boekjaar 2010 • Bestuurder van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B), GDF SUEZ (F), Imerys (F) (tot 29 april 2010), Lafarge (F), Suez-Tractebel N.V. (B) (tot 27 april 2010) en Total S.A. (F). • Lid van het Auditcomité van GDF SUEZ (F), Lafarge (F), Suez-Tractebel N.V. (B) (tot 27 april 2010) en Total S.A. (F). • Lid van het Strategisch Comité van Imerys (F) (tot 29 april 2010). • Voorzitter van het Strategisch en Investeringscomité van GDF SUEZ (F). • Lid van het Remuneratiecomité van Lafarge (F). Boekjaar 2009 • Bestuurder van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B), GDF SUEZ (F), Imerys (F), Lafarge (F), Suez-Tractebel N.V. (B) en Total S.A. (F).
• Lid van het Auditcomité van GDF SUEZ (F), Lafarge (F), Suez-Tractebel N.V. (B) en Total S.A. (F). • Lid van het Strategisch Comité van Imerys (F). • Lid van het Strategisch en Investeringscomité van GDF SUEZ (F). • Lid van het Remuneratiecomité van Lafarge (F). Boekjaar 2008 • Bestuurder van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B), GDF SUEZ (F) (sinds juli 2008), Imerys (F), Lafarge (F) (sinds januari 2008), Suez-Tractebel N.V. (B) en Total S.A. (F). • Lid van het Auditcomité van Suez-Tractebel N.V. (B), Total S.A. (F) en GDF SUEZ (F) (sinds juli 2008). • Lid van het Audit en Financiële vragen Comité van Lafarge (F). • Lid van het Strategisch Comité van Imerys (F). • Lid van het Strategisch en Investeringscomité van GDF SUEZ (F) (sinds juli 2008). • Lid van het Remuneratiecomité van Lafarge (F). Boekjaar 2007 • Bestuurder van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B), Imerys (F), Suez (F), Suez-Tractebel N.V. (B) en Total S.A. (F). • Lid van het Auditcomité van Suez-Tractebel N.V. (B) en Total S.A. (F). • Lid van het Strategisch Comité van Imerys (F).
Ian Gallienne Gedelegeerd Bestuurder
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen in 2011 worden uitgeoefend • Gedelegeerd Bestuurder van Ergon Capital Partners S.A. (B), Ergon Capital Partners II S.A. (B) en Ergon Capital Partners III S.A. (B). • Bestuurder van Ergon Capital S.A. (B), Seves SpA (I), Steel Partners N.V. (B), PLU Holding S.A.S. (F), ELITech Group S.A.S. (F), Publihold S.A. (B) (sinds april 2011), Gruppo Banca Leonardo SpA (I), Imerys (F), Lafarge (F) (sinds november 2011), Central Parc Villepinte S.A. (F) (tot 31 juli 2011) en Fonds de dotation du Palais (F). • Zaakvoerder van Egerton S.à r.l. (L) en Ergon Capital II S.à r.l. (L).
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen tussen 2007 en 2010 worden uitgeoefend Boekjaar 2010 • Gedelegeerd Bestuurder van Ergon Capital Partners S.A. (B), Ergon Capital Partners II S.A. (B) en Ergon Capital Partners III S.A. (B). • Bestuurder van Ergon Capital S.A. (B), Seves SpA (I), Arno Glass S.A. (L), Steel Partners N.V. (B), PLU Holding S.A.S. (F), ELITech Group S.A.S. (F), Gruppo Banca Leonardo SpA (I), Imerys (F), Central Parc Villepinte S.A. (F) en Fonds de dotation du Palais (F). • Zaakvoerder van Egerton S.à r.l. (L) en Ergon Capital II S.à r.l. (L).
Jaarverslag 2011
163
BIJLAGE - Mandaten van de Bestuurders
Boekjaar 2009 • Gedelegeerd Bestuurder van Ergon Capital Partners S.A. (B) en Ergon Capital Partners II S.A. (B). • Bestuurder van Ergon Capital S.A. (B), Seves SpA (I), Arno Glass S.A. (L), Central Parc Villepinte S.A. (F), Steel Partners N.V. (B), PLU Holding S.A.S. (F), Fapakt S.A. (B) (tot 30 juni 2009), Gruppo Banca Leonardo SpA (I) en Fonds de dotation du Palais (F). • Zaakvoerder van Egerton S.à r.l. (L) en Ergon Capital II S.à r.l. (L). Boekjaar 2008 • Gedelegeerd Bestuurder van Ergon Capital Partners S.A. (B) en Ergon Capital Partners II S.A. (B). • Bestuurder van Ergon Capital S.A. (B), Seves SpA (I), Arno Glass S.A. (L), Central Parc Villepinte S.A. (F), Steel Partners N.V. (B), PLU Holding S.A.S. (F), Fapakt S.A. (B) en Nicotra Gebhardt SpA (I) (tot in mei 2008). • Zaakvoerder van Egerton S.à r.l. (L) en Ergon Capital II S.à r.l. (L). Boekjaar 2007 • Gedelegeerd Bestuurder van Ergon Capital Partners S.A. (B) en Ergon Capital Partners II S.A. (B). • Bestuurder van Ergon Capital S.A. (B), Seves SpA (I), Arno Glass S.A. (L), Central Parc Villepinte S.A. (F), King Benelux Holding B.V. (B) (tot 29 augustus 2007), King Belgium (B) (tot in augustus 2007), King Nederland (NL) (tot in augustus 2007) en Stroili Oro SpA (I). • Zaakvoerder van Egerton S.à r.l. (L) en Ergon Capital II S.à r.l. (L).
Gérard Lamarche Gedelegeerd Bestuurder
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen in 2011 worden uitgeoefend
Boekjaar 2008 • Bestuurder en Voorzitter van Genfina (B) (tot 18 december 2008), GDF SUEZ CC (B) (tot 28 november 2008). • Bestuurder van Legrand (F), Electrabel (B), Aguas de Barcelona (ES), GDF SUEZ Energie Services (F), Suez-Tractebel N.V. (B), Leo Holding Company (USA), Suez Environnement North America (USA), Suez Environnement Company (F) (tot 15 juli 2008), Suez Environnement (F) (tot 28 oktober 2008) en Distrigaz (B) (tot 30 oktober 2008). Boekjaar 2007 • Bestuurder en Voorzitter van Genfina (B), GDF SUEZ CC (B). • Bestuurder van Legrand (F), Electrabel (B), Aguas de Barcelona (ES), GDF SUEZ Energie Services (F), Suez-Tractebel N.V. (B), Leo Holding Company (USA), Suez Environnement North America (USA), Suez Environnement Company (F) (sinds 5 december 2007), Suez Environnement (F) en Distrigaz (B).
Antoinette d’Aspremont Lynden Bestuurder
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen in 2011 worden uitgeoefend Nihil
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen tussen 2007 en 2010 worden uitgeoefend Boekjaar 2010 Nihil
• Bestuurder van Legrand (F), Electrabel (B) (tot 31 december 2011), Suez Environnement Company (F) (van 19 mei 2011 tot 31 december 2011), International Power plc. (GB) (van 3 februari 2011 tot 8 december 2011), Europalia (B) (tot 12 oktober 2011), GDF SUEZ Belgium (B) (tot 1 oktober 2011), Aguas de Barcelona (ES) (tot 28 juni 2011), GDF SUEZ Energie Services (F) (tot 16 juni 2011) en Suez-Tractebel N.V. (B) (tot 25 januari 2011).
Boekjaar 2009 Nihil
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen tussen 2007 en 2010 worden uitgeoefend
Jean-Louis Beffa
Boekjaar 2010 • Bestuurder van Legrand (F), Electrabel (B), Europalia (B), Suez-Tractebel N.V. (B), GDF SUEZ Belgium (B) (sinds 2 december 2010), Aguas de Barcelona (ES), GDF SUEZ Energie Services (F) en Fortis Bank N.V. (B) (tot 2 juli 2010). Boekjaar 2009 • Bestuurder van Legrand (F), Electrabel (B), Europalia (B) (sinds 21 oktober 2009), Aguas de Barcelona (ES), GDF SUEZ Energie Services (F), Suez-Tractebel N.V. (B), Fortis Bank N.V. (B) (sinds 14 mei 2009), Leo Holding Company (USA) (tot 15 mei 2009) en Suez Environnement North America (USA) (tot 31 december 2009).
164
Jaarverslag 2011
Boekjaar 2008 Nihil Boekjaar 2007 Nihil
Bestuurder
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen in 2011 worden uitgeoefend • Bestuurder van Compagnie de Saint-Gobain (F), GDF SUEZ (F) en Saint-Gobain Corporation (USA). • Lid van de Raad van Toezicht van Le Monde S.A. (F), Le Monde & Partenaires Associés S.A.S. (F), Société Editrice du Monde S.A. (F) en Siemens AG (D). • Voorzitter van Claude Bernard Participations S.A.S. (F). • Ondervoorzitter van de Raad van Toezicht van Fonds de Réserve des Retraites (F). • Voorzitter van JL2B Conseils (F).
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen tussen 2007 en 2010 worden uitgeoefend Boekjaar 2010 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Compagnie de Saint-Gobain (F). • Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur van BNP Paribas (F) (tot 1 juli 2010). • Bestuurder van GDF SUEZ (F) en Saint-Gobain Corporation (USA). • Lid van de Raad van Toezicht van Le Monde S.A. (F), Le Monde & Partenaires Associés S.A.S. (F), Société Editrice du Monde S.A. (F) en Siemens AG (D). • Voorzitter van Claude Bernard Participations S.A.S. (F). • Ondervoorzitter van de Raad van Toezicht van Fonds de Réserve des Retraites (F). • Voorzitter van JL2B Conseils (F). Boekjaar 2009 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Compagnie de Saint-Gobain (F). • Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur van BNP Paribas (F). • Bestuurder van GDF SUEZ (F) en Saint-Gobain Corporation (USA). • Lid van de Raad van Toezicht van Le Monde S.A. (F), Le Monde & Partenaires Associés S.A.S. (F), Société Editrice du Monde S.A. (F) en Siemens AG (D). • Voorzitter van Claude Bernard Participations S.A.S. (F). • Ondervoorzitter van de Raad van Toezicht van Fonds de Réserve des Retraites (F). Boekjaar 2008 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Compagnie de Saint-Gobain (F). • Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur van BNP Paribas (F). • Bestuurder van GDF SUEZ (F) en Saint-Gobain Corporation (USA). • Lid van de Raad van Toezicht van Le Monde S.A. (F), Le Monde & Partenaires Associés S.A.S. (F), Société Editrice du Monde S.A. (F) en Siemens AG (D). • Voorzitter van Claude Bernard Participations S.A.S. (F). • Ondervoorzitter van de Raad van Toezicht van Fonds de Réserve des Retraites (F). Boekjaar 2007 • Voorzitter-Directeur Generaal van Compagnie de Saint-Gobain (F). • Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur van BNP Paribas (F). • Bestuurder van Gaz de France (F), Saint-Gobain Cristaleria (ES) en Saint-Gobain Corporation (USA). • Voorzitter van de Raad van Toezicht van Agence de l’Innovation Industrielle (F). • Lid van de Raad van Toezicht van Le Monde S.A. (F), Le Monde & Partenaires Associés S.A.S. (F) en Société Editrice du Monde S.A. (F). • Voorzitter van het Directiecomité van Claude Bernard Participations S.A.S. (F).
• Ondervoorzitter van de Raad van Toezicht van Fonds de Réserve des Retraites (F). • Permanent vertegenwoordiger van Saint-Gobain PAM (F).
Georges Chodron de Courcel Bestuurder
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen in 2011 worden uitgeoefend • Gedelegeerd Directeur-Generaal van BNP Paribas (F). • Bestuurder en Lid van het Auditcomité van Alstom S.A. (F). • Bestuurder en Lid van het Auditcomité van Bouygues S.A. (F) en Nexans S.A. (F). • Bestuurder, Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité en Lid van het Auditcomité van FFP (F). • Lid van de Raad van Toezicht en Lid van het Benoemingsen Remuneratiecomité van Lagardère S.C.A. (F). • Censor en Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité van SCOR SE (F). • Censor van Safran S.A. (F) (tot 21 april 2011) en Exane S.A. (F). • Voorzitter van BNP Paribas Suisse S.A. (CH), Compagnie d’Investissement de Paris S.A.S. (F) en Financière BNP Paribas S.A.S. (F). • Ondervoorzitter van Fortis Banque S.A./N.V. (B). • Bestuurder van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B) (sinds 3 oktober 2011), Erbe N.V. (B), SCOR Holding (Switzerland) Ltd. (CH), SCOR Global Life Rückversicherung Schweiz AG (CH), SCOR Switzerland Ltd. (CH) en Verner Investissements S.A.S. (F).
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen tussen 2007 en 2010 worden uitgeoefend Boekjaar 2010 • Gedelegeerd Directeur-Generaal van BNP Paribas (F). • Bestuurder en Lid van het Auditcomité van Alstom S.A. (F). • Bestuurder en Lid van het Auditcomité van Bouygues S.A. (F) en Nexans S.A. (F). • Bestuurder, Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité en Lid van het Auditcomité (sinds 26 augustus 2010) van FFP (F). • Lid van de Raad van Toezicht en Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité (sinds 2010) van Lagardère S.C.A. (F). • Censor en Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité van SCOR SE (F). • Censor van Safran S.A. (F) en Exane S.A. (F). • Voorzitter van BNP Paribas Suisse S.A. (CH), Compagnie d’Investissement de Paris S.A.S. (F) en Financière BNP Paribas S.A.S. (F). • Ondervoorzitter van Fortis Banque S.A./N.V. (B). • Bestuurder van Erbe N.V. (B), SCOR Holding (Switzerland) Ltd. (CH), SCOR Global Life Rückversicherung Schweiz AG (CH), SCOR Switzerland Ltd. (CH) en Verner Investissements S.A.S. (F).
Jaarverslag 2011
165
BIJLAGE - Mandaten van de Bestuurders
Boekjaar 2009 • Gedelegeerd Directeur-Generaal van BNP Paribas (F). • Bestuurder en Lid van het Auditcomité van Alstom S.A. (F). • Bestuurder en Lid van het Auditcomité van Bouygues S.A. (F) en Nexans S.A. (F). • Bestuurder en Lid van het Benoemingsen Remuneratiecomité van FFP (F). • Lid van de Raad van Toezicht van Lagardère S.C.A. (F). • Censor en Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité van SCOR SE (F). • Censor van Safran S.A. (F) en Exane S.A. (F). • Voorzitter van BNP Paribas Suisse S.A. (CH), Compagnie d’Investissement de Paris S.A.S. (F) en Financière BNP Paribas S.A.S. (F). • Ondervoorzitter van Fortis Banque S.A./N.V. (B) (sinds 14 mei 2009). • Bestuurder van Erbe N.V. (B), SCOR Holding (Switzerland) Ltd. (CH), SCOR Global Life Rückversicherung Schweiz AG (CH), SCOR Switzerland Ltd. (CH), Verner Investissements S.A.S. (F) en BNP Paribas ZAO (Rusland) (tot 30 juli 2009). Boekjaar 2008 • Gedelegeerd Directeur-Generaal van BNP Paribas (F). • Bestuurder en Lid van het Auditcomité van Alstom S.A. (F). • Bestuurder en Lid van het Auditcomité van Bouygues S.A. (F) en Nexans S.A. (F). • Bestuurder van Erbe N.V. (B), FFP (F), SCOR Holding (Switzerland) Ltd. (CH), Verner Investissements S.A.S. (F), BNP Paribas ZAO (Rusland) en Banca Nazionale del Lavoro (I) (tot 1 september 2008). • Lid van de Raad van Toezicht van Lagardère S.C.A. (F). • Censor en Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité van SCOR SE (F). • Censor van Safran S.A. (F) en Exane S.A. (F). • Voorzitter van BNP Paribas Suisse S.A. (CH), Compagnie d’Investissement de Paris S.A.S. (F) en Financière BNP Paribas S.A.S. (F). Boekjaar 2007 • Gedelegeerd Directeur-Generaal van BNP Paribas (F). • Bestuurder en Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité (tot in mei 2007) en daarna van het Auditcomité van Alstom S.A. (F). • Bestuurder en Lid van het Auditcomité van Bouygues S.A. (F) en Nexans S.A. (F). • Bestuurder van Erbe N.V. (B), FFP (F), SCOR Holding (Switzerland) Ltd. (CH), Verner Investissements S.A.S. (F), BNP Paribas ZAO (Rusland) en Banca Nazionale del Lavoro (I). • Lid van de Raad van Toezicht van Lagardère S.C.A. (F). • Censor en Lid van het Benoemings- en Remuneratiecomité van SCOR SE (F). • Censor van Safran S.A. (F) en Exane S.A. (F). • Voorzitter van BNP Paribas Suisse S.A. (CH), Compagnie d’Investissement de Paris S.A.S. (F), Financière BNP Paribas S.A.S. (F) en BNP Paribas UK Holdings Ltd. (UK) (tot in september 2007).
166
Jaarverslag 2011
Victor Delloye Bestuurder
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen in 2011 worden uitgeoefend • Bestuurder – Secretaris-Generaal van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (voorheen Fingen N.V.) (B) (sinds 3 oktober 2011), Nationale Portefeuille maatschappij N.V. (B) (tot 3 oktober 2011), Compagnie Immobilière de Roumont N.V. (B), Carpar N.V. (B), Investor N.V. (B), Europart N.V. (B) en Fibelpar N.V. (B). • Bestuurder van Pargesa Holding S.A. (CH), FrèreBourgeois N.V. (B), Financière de la Sambre S.A. (B), Safimar S.A. (B), Delcortil S.A. (B), Newcor S.A. (B), Société des Quatre Chemins S.A. (B) (tot 10 november 2011), Stichting Administratiekantoor Bierlaire (NL), Stichting Administratiekantoor Peupleraie (NL), Finer S.A. (L) (voorheen Erbe Finance S.A.), Filux S.A. (L), Kermadec S.A. (L), Segelux S.A. (L) (voorheen Gesecalux S.A.), Cargefin S.A. (L), GB-INNO-BM N.V. (B), GIB Group International S.A. (L) en Safe Lux S.A. (ex-Safe Re (Immo)) (L). • Bestuurder van GIB Corporate Services N.V. (B) als permanent vertegenwoordiger van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. • Commissaris van Agesca Nederland N.V. (NL) en Parjointco N.V. (NL). • Ondervoorzitter van de Belgische Vereniging van Beursgenoteerde Vennootschappen V.Z.W. (B).
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen tussen 2007 en 2010 worden uitgeoefend Boekjaar 2010 • Bestuurder – Secretaris-Generaal van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B), Compagnie Immobilière de Roumont N.V. (B), Carpar N.V. (B), Investor N.V. (B), Europart N.V. (B) en Fibelpar N.V. (B). • Bestuurder van Pargesa Holding S.A. (CH), FrèreBourgeois N.V. (B), Financière de la Sambre S.A. (B), Fingen N.V. (B), Société des Quatre Chemins S.A. (B), Centre de Coordination de Charleroi S.A. (B) (tot 10 december 2010), Stichting Administratiekantoor Bierlaire (NL), Stichting Administratiekantoor Peupleraie (NL), Erbe Finance S.A. (L), Filux S.A. (L), Kermadec S.A. (L), Gesecalux S.A. (L), Cargefin S.A. (L), GB-INNO-BM N.V. (B), GIB Group International S.A. (L) en Safe Lux S.A. (ex-Safe Re (Immo)) (L). • Bestuurder van GIB Corporate Services N.V. (B) als permanent vertegenwoordiger van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. • Commissaris van Agesca Nederland N.V. (NL) en Parjointco N.V. (NL). • Ondervoorzitter van de Belgische Vereniging van Beursgenoteerde Vennootschappen V.Z.W. (B). Boekjaar 2009 • Bestuurder – Secretaris-Generaal van Nationale Portefeuille maatschappij N.V. (B), Compagnie Immobilière de Roumont N.V. (B), Carpar N.V. (B), Investor N.V. (B), Europart N.V. (B) en Fibelpar N.V. (B).
• Bestuurder van Pargesa Holding S.A. (CH), FrèreBourgeois N.V. (B), Financière de la Sambre S.A. (B), Fingen N.V. (B), Société des Quatre Chemins S.A. (B), Centre de Coordination de Charleroi S.A. (B), Manoir de Roumont N.V. (B) (tot 15 mei 2009), Stichting Administratiekantoor Bierlaire (NL), Stichting Administratie kantoor Peupleraie (NL), Erbe Finance S.A. (L), Filux S.A. (L), Kermadec S.A. (L), Gesecalux S.A. (L), Cargefin S.A. (L), GB-INNO-BM N.V. (B), GIB Group International S.A. (L) en Safe Lux S.A. (ex-Safe Re (Immo)) (L). • Bestuurder van GIB Corporate Services N.V. (B) als permanent vertegenwoordiger van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. • Commissaris van Agesca Nederland N.V. (NL), Frère-Bourgeois Holding B.V. (NL) (tot 5 juni 2009) en Parjointco N.V. (NL). • Ondervoorzitter van de Belgische Vereniging van Beursgenoteerde Vennootschappen V.Z.W. (B).
• Vereffenaar van Loverfin S.A. (B) (tot 11 juni 2007). • Commissaris van Agesca Nederland N.V. (NL), FrèreBourgeois Holding B.V. (NL) en Parjointco N.V. (NL).
Boekjaar 2008 • Bestuurder – Secretaris-Generaal van Nationale Portefeuille maatschappij N.V. (B), Compagnie Immobilière de Roumont N.V. (B), Carpar N.V. (B), Investor N.V. (B), Europart N.V. (B) en Fibelpar N.V. (B). • Bestuurder van Pargesa Holding S.A. (CH), FrèreBourgeois N.V. (B), Financière de la Sambre S.A. (B), Fingen N.V. (B), Société des Quatre Chemins S.A. (B), Centre de Coordination de Charleroi S.A. (B), Manoir de Roumont N.V. (B), Stichting Administratiekantoor Bierlaire (NL), Stichting Administratiekantoor Peupleraie (NL), Erbe Finance S.A. (L), Filux S.A. (L), Kermadec S.A. (L), Gesecalux S.A. (L), Swifin S.A. (L) (tot 23 december 2008), Cargefin S.A. (L), GB-INNO-BM N.V. (B), GIB Group International S.A. (L) en Safe Lux S.A. (ex-Safe Re (Immo)) (L). • Bestuurder van GIB Corporate Services N.V. (B) als permanent vertegenwoordiger van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. • Commissaris van Agesca Nederland N.V. (NL), Frère-Bourgeois Holding B.V. (NL) en Parjointco N.V. (NL). • Ondervoorzitter van de Belgische Vereniging van Beursgenoteerde Vennootschappen V.Z.W. (B).
Boekjaar 2010 • Voorzitter van Compagnie Het Zoute (B), Compagnie Het Zoute Real Estate (B), Compagnie Het Zoute Réserve (B) en Zoute Promotions (B). • Bestuurder van Finasucre (B) (tot in juli 2010) en Compagnie Immobilière d’Hardelot (F). • Bestuurder en Schatbewaarder van Het Kindermuseum V.Z.W. (B).
Boekjaar 2007 • Bestuurder – Secretaris-Generaal van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B), Compagnie Immobilière de Roumont N.V. (B), Carpar N.V. (B), Investor N.V. (B), Europart N.V. (B) en Fibelpar N.V. (B). • Bestuurder van Pargesa Holding S.A. (CH), FrèreBourgeois N.V. (B), Financière de la Sambre S.A. (B), Fingen N.V. (B), Société des Quatre Chemins S.A. (B), Centre de Coordination de Charleroi S.A. (B), Manoir de Roumont N.V. (B), Stichting Administratiekantoor Bierlaire (NL), Stichting Administratiekantoor Peupleraie (NL), Erbe Finance S.A. (L), Filux S.A. (L), Kermadec S.A. (L), Gesecalux S.A. (L), Swifin S.A. (L), Cargefin S.A. (L), GB-INNO-BM N.V. (B), GIB Group International S.A. (L) en Safe Lux S.A. (ex-Safe Re (Immo)) (L). • Bestuurder van GIB Corporate Services N.V. (B) als permanent vertegenwoordiger van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V.
Maurice Lippens Bestuurder
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen in 2011 worden uitgeoefend • Voorzitter van Compagnie Het Zoute (B), Compagnie Het Zoute Real Estate (B), Compagnie Het Zoute Réserve (B) en Zoute Promotions (B). • Bestuurder van Compagnie Immobilière d’Hardelot (F). • Bestuurder en Schatbewaarder van Het Kindermuseum V.Z.W. (B).
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen tussen 2007 en 2010 worden uitgeoefend
Boekjaar 2009 • Voorzitter van Compagnie Het Zoute (B) en Compagnie Het Zoute Real Estate (B). • Bestuurder van Finasucre (B), Groupe Sucrier (B) (tot in juni 2009) en Iscal Sugar (B) (tot in juni 2009). • Bestuurder en Schatbewaarder van Het Kindermuseum V.Z.W. (B). Boekjaar 2008 • Voorzitter van Fortis S.A./N.V. (B) (tot in september 2008), Fortis N.V. (NL) (tot in september 2008), Fortis Foundation Belgium (B) (tot in september 2008), Compagnie Het Zoute (B), Compagnie Het Zoute Real Estate (B), Guberna (B) (tot in oktober 2008) en Commissie Corporate Governance (B) (tot in oktober 2008). • Bestuurder van Belgacom (B) (tot in oktober 2008), Finasucre (B), Groupe Sucrier (B) en Iscal Sugar (B). • Bestuurder en Schatbewaarder van Het Kindermuseum V.Z.W. (B). Boekjaar 2007 • Voorzitter van Fortis S.A./N.V. (B), Fortis N.V. (NL), Fortis Foundation Belgium (B), Compagnie Het Zoute (B), Belgian Governance Institute (B) en Commissie Corporate Governance (B). • Bestuurder van Belgacom (B), Total S.A. (F) (tot in mei 2007), Finasucre (B), Groupe Sucrier (B) en Iscal Sugar (B). • Lid van Trilateral Commission en Insead Belgium Council (B). • Bestuurder en Schatbewaarder van Het Kindermuseum V.Z.W. (B).
Jaarverslag 2011
167
BIJLAGE - Mandaten van de Bestuurders
Michel Plessis-Bélair Bestuurder
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen in 2011 worden uitgeoefend • Bestuurder en Bedrijfsleider van Power Corporation du Canada (CDN). • Bestuurder van Corporation Financière Power (CDN), Great-West Lifeco Inc. (CDN), La Great-West, compagnie d’assurance-vie (CDN), Great-West Financial (Canada) Inc. (CDN), Great-West Financial (Nova Scotia) Co. (CDN), GWL&A Financial Inc. (USA), Great-West Life & Annuity Insurance Company (USA), Groupe d’assurances London Inc. (CDN), London Life Compagnie d’assurance-vie (CDN), La compagnie d’assurance du Canada sur la vie (CDN), Corporation financière Canada-vie (CDN), The Canada Life Assurance Company of Canada (CDN), Crown Life Insurance Company (CDN), IGM Financial Inc. (CDN), Investors Group Inc. (CDN), Mackenzie Inc. (CDN), Victoria Square Ventures Inc. (CDN), Groupe de communications Square Victoria Inc. (CDN), Gesca Ltée (CDN), La Presse Ltée (CDN), 3819787 Canada Inc. (CDN), Power Financial Europe B.V. (NL), Parjointco N.V. (NL), Pargesa Holding S.A. (CH), Lallemand Inc. (CDN), Université de Montréal (CDN) en Hydro-Québec (CDN).
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen tussen 2007 en 2010 worden uitgeoefend Boekjaar 2010 • Bestuurder en Bedrijfsleider van Power Corporation du Canada (CDN). • Bestuurder van Corporation Financière Power (CDN), Great-West Lifeco Inc. (CDN), La Great-West, compagnie d’assurance-vie (CDN), Great-West Financial (Canada) Inc. (CDN), Great-West Financial (Nova Scotia) Co. (CDN), GWL&A Financial Inc. (USA), Great-West Life & Annuity Insurance Company (USA), Groupe d’assurances London Inc. (CDN), London Life Compagnie d’assurance-vie (CDN), La compagnie d’assurance du Canada sur la vie (CDN), Corporation financière Canada-vie (CDN), The Canada Life Assurance Company of Canada (CDN), Crown Life Insurance Company (CDN), IGM Financial Inc. (CDN), Investors Group Inc. (CDN), Mackenzie Inc. (CDN), Victoria Square Ventures Inc. (CDN), Groupe de communications Square Victoria Inc. (CDN), Gesca Ltée (CDN), La Presse Ltée (CDN), 3819787 Canada Inc. (CDN), Power Financial Europe B.V. (NL), Parjointco N.V. (NL), Pargesa Holding S.A. (CH), Lallemand Inc. (CDN), Université de Montréal (CDN) en Hydro-Québec (CDN). Boekjaar 2009 • Bestuurder en Bedrijfsleider van Power Corporation du Canada (CDN) en Sagard Capital Partners GP Inc. (CDN) (tot 4 december 2009).
168
Jaarverslag 2011
• Bestuurder van Corporation Financière Power (CDN), Great-West Lifeco Inc. (CDN), La Great-West, compagnie d’assurance-vie (CDN), Great-West Financial (Canada) Inc. (CDN), Great-West Financial (Nova Scotia) Co. (CDN), GWL&A Financial Inc. (USA), Great-West Life & Annuity Insurance Company (USA), Groupe d’assurances London Inc. (CDN), London Life Compagnie d’assurance-vie (CDN), La compagnie d’assurance du Canada sur la vie (CDN), Corporation financière Canada-vie (CDN), The Canada Life Assurance Company of Canada (CDN), Canada Life Insurance Company of America (USA), Crown Life Insurance Company (CDN), IGM Financial Inc. (CDN), Investors Group Inc. (CDN), Mackenzie Inc. (CDN), Victoria Square Ventures Inc. (CDN), Gesca Ltée (CDN), La Presse Ltée (CDN), 3819787 Canada Inc. (CDN), Power Financial Europe B.V. (NL), Parjointco N.V. (NL), Pargesa Holding S.A. (CH), Sagard Capital Partners Management Corp. (CDN) (tot 4 december 2009), Lallemand Inc. (CDN), Université de Montréal (CDN) en Hydro-Québec (CDN). Boekjaar 2008 • Bestuurder en Bedrijfsleider van Power Corporation du Canada (CDN) en Sagard Capital Partners GP Inc. (CDN). • Bestuurder van Corporation Financière Power (CDN), Great-West Lifeco Inc. (CDN), La Great-West, compagnie d’assurance-vie (CDN), Great-West Financial (Canada) Inc. (CDN), Great-West Financial (Nova Scotia) Co. (CDN), GWL&A Financial Inc. (USA), GreatWest Life & Annuity Insurance Company (USA), Groupe d’assurances London Inc. (CDN), London Life Compagnie d’assurance-vie (CDN), La compagnie d’assurance du Canada sur la vie (CDN), Corporation financière Canada-vie (CDN), The Canada Life Assurance Company of Canada (CDN), Canada Life Insurance Company of America (USA), Crown Life Insurance Company (CDN), IGM Financial Inc. (CDN), Investors Group Inc. (CDN), Mackenzie Inc. (CDN), Victoria Square Ventures Inc. (CDN), Gesca Ltée (CDN), La Presse Ltée (CDN), 3819787 Canada Inc. (CDN), Power Financial Europe B.V. (NL), Parjointco N.V. (NL), Pargesa Holding S.A. (CH), Sagard Capital Partners Management Corp. (CDN), Lallemand Inc. (CDN), Université de Montréal (CDN) en Hydro-Québec (CDN). Boekjaar 2007 • Bestuurder en Bedrijfsleider van Power Corporation du Canada (CDN), Corporation Financière Power (CDN), Gelprim Inc. (CDN), Jolliet Energy Resources Inc. (CDN), Power Financial Capital Corporation (CDN), Sagard Capital Partners GP Inc. (CDN), Corporation Internationale Power (CDN), 152245 Canada Inc. (CDN), 2795957 Canada Inc. (CDN), 171263 Canada Inc. (CDN), 3540529 Canada Inc. (CDN), 3411893 Canada Inc. (CDN), 3249531 Canada Inc. (CDN), 3439453 Canada Inc. (CDN), 4190297 Canada Inc. (CDN), 4400003 Canada Inc. (CDN), 4400038 Canada Inc. (CDN), 4400046 Canada Inc. (CDN), 4400020 Canada Inc. (CDN) en Power Communications Inc. (CDN).
• Bestuurder van Great-West Lifeco Inc. (CDN), La GreatWest, compagnie d’assurance-vie (CDN), Great-West Financial (Canada) Inc. (CDN), Great-West Financial (Nova Scotia) Co. (CDN), GWL&A Financial Inc. (USA), Great-West Life & Annuity Insurance Company (USA), Groupe des assurances London Life Inc. (CDN), London Life Compagnie d’assurance (CDN), La compagnie d’assurance du Canada sur la vie (CDN), Corporation financière Canada-vie (CDN), The Canada Life Assurance Company Corporation (CDN), Canada Life Insurance Company of America (USA), Crown Life Insurance Company (CDN), IGM Financial Inc. (CDN), Investors Group Inc. (CDN), Mackenzie Inc. (CDN), Corporation d’investissements en technologies Power (CDN), Gesca Ltée (CDN), La Presse Ltée (CDN), Les Journaux Trans-Canada (1996) Inc. (CDN), Power Financial Europe B.V. (NL), Parjointco N.V. (NL), Pargesa Holding S.A. (CH), Sagard Capital Partners Management Corp. (CDN), Lallemand Inc. (CDN), Université de Montréal (CDN) en Hydro-Québec (CDN).
Gilles Samyn Bestuurder
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen in 2011 worden uitgeoefend • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Finer S.A. (L) (voorheen Erbe Finance S.A.), Financière Flo S.A. (F), Groupe Flo S.A. (F), Groupe Jean Dupuis S.A. (B), Helio Charleroi Finance S.A. (B), Kermadec S.A. (L), Solvay Alumni V.Z.W. (B), Swilux S.A. (L), Transcor Astra Group N.V. (B) en Unifem S.A.S. (F) (tot in januari 2011). • Voorzitter en Bestuurder van Distripar N.V. (B). • Voorzitter en Gedelegeerd Bestuurder van Newcor S.A. (B) (sinds oktober 2011). • Ondervoorzitter en Gedelegeerd Bestuurder van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B) (tot 3 oktober 2011). • Gedelegeerd Bestuurder van Belholding Belgium N.V. (B), Carpar N.V. (B), Compagnie Immobilière de Roumont N.V. (B), Erbe N.V. (B), Europart N.V. (B), Fibelpar N.V. (B), Financière de la Sambre S.A. (B), Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B) (voorheen Fingen N.V.) (sinds 3 oktober 2011), Frère-Bourgeois N.V. (B), Investor N.V. (B), Safimar S.A. (B) (sinds augustus 2011), SCP S.A. (L) en Société des Quatre Chemins S.A. (B). • Bestuurder van Acide Carbonique Pur N.V. (B) als vertegenwoordiger van Société des Quatre Chemins S.A., Affichage Holding S.A. (CH), AOT Holding S.A. (CH), Banca Leonardo SpA (I), Belgian Sky Shops N.V. (B), Cheval des Andes S.A. (Argentinië), Entremont Alliance S.A.S. (F) (tot in januari 2011), Filux S.A. (L), Segelux S.A. (L) (voorheen Gesecalux S.A.), Grand Hôpital de Charleroi A.S.B.L. (B), Newcor S.A. (B) (tot in oktober 2011), Société Civile du Château Cheval Blanc (F), Stichting Administratiekantoor Frère-Bourgeois (NL), Transcor East Ltd. (CH), Société Générale d’Affichage S.A. (CH) (tot in april 2011) en TTR Energy N.V. (B). • Bestuurder en Lid van het Auditcomité en van het Remuneratiecomité van Pargesa Holding S.A. (CH).
• Lid van de Raad van Toezicht van Métropole Télévision (M6) (F). • Zaakvoerder van Gosa S.D.C. (B) (sinds november 2011). • Commissaris van Agesca Nederland N.V. (NL) en Parjointco N.V. (NL). • Lid van het Investeringscomité van Tikehau Capital Partners S.A.S. (F)
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen tussen 2007 en 2010 worden uitgeoefend Boekjaar 2010 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Centre de Coordination de Charleroi S.A. (B) (tot in december 2010), Erbe Finance S.A. (L), Financière Flo S.A. (F), Groupe Flo S.A. (F), Groupe Jean Dupuis S.A. (B), Helio Charleroi Finance S.A. (B), Kermadec S.A. (L), Solvay Alumni V.Z.W. (B), Swilux S.A. (L), Transcor Astra Group N.V. (B) en Unifem S.A.S. (F). • Voorzitter en Bestuurder van Distripar N.V. (B). • Ondervoorzitter en Gedelegeerd Bestuurder van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B). • Gedelegeerd Bestuurder van Belholding Belgium N.V. (B), Carpar N.V. (B), Compagnie Immobilière de Roumont N.V. (B), Erbe N.V. (B), Europart N.V. (B), Fibelpar N.V. (B), Financière de la Sambre S.A. (B), Fingen N.V. (B), Frère-Bourgeois N.V. (B), Investor N.V. (B), SCP S.A. (L) (sinds april 2010) en Société des Quatre Chemins S.A. (B). • Bestuurder van Acide Carbonique Pur N.V. (B) als vertegenwoordiger van Société des Quatre Chemins S.A. (sinds mei 2010), Affichage Holding S.A. (CH), AOT Holding S.A. (CH), Banca Leonardo SpA (I), Belgian Sky Shops N.V. (B), Cheval des Andes S.A. (Argentinië), Entremont Alliance S.A.S. (F), Filux S.A. (L), Gesecalux S.A. (L), Grand Hôpital de Charleroi A.S.B.L. (B), Lyparis S.A. (F) (tot in juli 2010), Newcor S.A. (B), Société Civile du Château Cheval Blanc (F), Stichting Administratiekantoor Frère-Bourgeois (NL), Tikehau Capital Advisors S.A.S. (F) (tot in september 2010), Transcor East Ltd. (CH), Société Générale d’Affichage S.A. (CH) (sinds mei 2010) en TTR Energy N.V. (B). • Bestuurder en Lid van het Auditcomité en van het Remuneratiecomité van Pargesa Holding S.A. (CH). • Lid van de Raad van Toezicht van Métropole Télévision (M6) (F). • Commissaris van Agesca Nederland N.V. (NL) en Parjointco N.V. (NL). • Lid van het Investeringscomité van Tikehau Capital Partners S.A.S. (F). Boekjaar 2009 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Centre de Coordination de Charleroi S.A. (B), Erbe Finance S.A. (L), Financière Flo S.A. (F), Finimpress N.V. (B) als vertegenwoordiger van Société des Quatre Chemins S.A. (tot in juni 2009), Groupe Flo S.A. (F), Groupe Jean Dupuis S.A. (B), Helio Charleroi Finance S.A. (B), Kermadec S.A. (L), Solvay Alumni V.Z.W. (B), Swilux S.A. (L), Transcor Astra Group N.V. (B) en Unifem S.A.S. (F).
Jaarverslag 2011
169
BIJLAGE - Mandaten van de Bestuurders
• Voorzitter, Gedelegeerd Bestuurder van Manoir de Roumont N.V. (B) (tot in mei 2009). • Voorzitter en Bestuurder van Distripar N.V. (B). • Ondervoorzitter en Gedelegeerd Bestuurder van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B). • Gedelegeerd Bestuurder van Belholding Belgium N.V. (B), Carpar N.V. (B), Compagnie Immobilière de Roumont N.V. (B), Erbe N.V. (B), Europart N.V. (B), Fibelpar N.V. (B), Financière de la Sambre S.A. (B), Fingen N.V. (B), Frère-Bourgeois N.V. (B), Investor N.V. (B) en Société des Quatre Chemins S.A. (B). • Bestuurder van Acide Carbonique Pur N.V. (B), Affichage Holding S.A. (CH), AOT Holding S.A. (CH), Banca Leonardo SpA (I), Belgian Sky Shops N.V. (B), Cheval des Andes S.A. (Argentinië), Entremont Alliance S.A.S. (F), Filux S.A. (L), Gesecalux S.A. (L), Grand Hôpital de Charleroi A.S.B.L. (B), Lyparis S.A. (F), Newcor S.A. (B), Société Civile du Château Cheval Blanc (F), Stichting Administratiekantoor Frère-Bourgeois (NL), Tikehau Capital Advisors S.A.S. (F), Transcor East Ltd. (CH) en TTR Energy N.V. (B). • Bestuurder en Lid van het Auditcomité en van het Remuneratiecomité van Pargesa Holding S.A. (CH). • Lid van de Raad van Toezicht van Métropole Télévision (M6) (F). • Censor en Lid van het Investeringscomité van Marco Polo Capital S.A. (F) (tot in juni 2009). • Commissaris van Agesca Nederland N.V. (NL), Frère-Bourgeois Holding B.V. (NL) (tot in september 2009) en Parjointco N.V. (NL). • Lid van het Investeringscomité van Tikehau Capital Partners S.A.S. (F). Boekjaar 2008 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Centre de Coordination de Charleroi S.A. (B), Erbe Finance S.A. (L), Financière Flo S.A. (F), Finimpress N.V. (B) als vertegenwoordiger van Société des Quatre Chemins S.A., Groupe Flo S.A. (F), Groupe Jean Dupuis S.A. (B), Helio Charleroi Finance S.A. (B), Kermadec S.A. (L), Solvay Alumni V.Z.W. (B), Swilux S.A. (L), Transcor Astra Group N.V. (B) en Unifem S.A.S. (F). • Voorzitter, Gedelegeerd Bestuurder van Manoir de Roumont N.V. (B). • Voorzitter en Bestuurder van Distripar N.V. (B). • Ondervoorzitter en Gedelegeerd Bestuurder van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B). • Gedelegeerd Bestuurder van Belholding Belgium N.V. (B), Carpar N.V. (B), Compagnie Immobilière de Roumont N.V. (B), Erbe N.V. (B), Europart N.V. (B), Fibelpar N.V. (B), Financière de la Sambre S.A. (B), Fingen N.V. (B), Frère-Bourgeois N.V. (B), Investor N.V. (B) en Société des Quatre Chemins S.A. (B). • Bestuurder van Acide Carbonique Pur N.V. (B), Affichage Holding S.A. (CH) (sinds mei 2008), AOT Holding S.A. (CH), Banca Leonardo SpA (I), Belgian Sky Shops N.V. (B), Cheval des Andes S.A. (Argentinië), Entremont Alliance S.A.S. (F), Filux S.A. (L), Gesecalux S.A. (L), Mesa S.A. (B) (tot 19 december 2008), Grand Hôpital de Charleroi A.S.B.L. (B) (sinds januari 2008), Lyparis S.A. (F),
170
Jaarverslag 2011
Newcor S.A. (B) (sinds juni 2008), Société Civile du Château Cheval Blanc (F), Stichting Administratiekantoor FrèreBourgeois (NL), Swifin S.A. (L) (tot in december 2008), Tikehau Capital Advisors S.A.S. (F), Transcor East Ltd. (CH) (sinds mei 2008) en TTR Energy N.V. (B) (sinds mei 2008). • Bestuurder en Lid van het Auditcomité en van het Remuneratiecomité van Pargesa Holding S.A. (CH). • Lid van de Raad van Toezicht van Métropole Télévision (M6) (F). • Censor en Lid van het Investeringscomité van Marco Polo Capital S.A. (F). • Commissaris van Agesca Nederland N.V. (NL), Frère-Bourgeois Holding B.V. (NL) en Parjointco N.V. (NL). • Lid van het Investeringscomité van Tikehau Capital Partners S.A.S. (F). Boekjaar 2007 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Centre de Coordination de Charleroi S.A. (B), Erbe Finance S.A. (L), Financière Flo S.A. (F), Finimpress N.V. (B) als vertegenwoordiger van Société des Quatre Chemins S.A., Groupe Flo S.A. (F), Groupe Jean Dupuis S.A. (B), Helio Charleroi Finance S.A. (B), Kermadec S.A. (L), Solvay Alumni V.Z.W. (B), Swilux S.A. (L), Transcor Astra Group N.V. (B) en Unifem S.A.S. (F). • Voorzitter, Gedelegeerd Bestuurder van Manoir de Roumont N.V. (B). • Voorzitter en Bestuurder van Distripar N.V. (B). • Ondervoorzitter en Gedelegeerd Bestuurder van Nationale Portefeuillemaatschappij N.V. (B). • Gedelegeerd Bestuurder van Belholding Belgium N.V. (B), Carpar N.V. (B), Compagnie Immobilière de Roumont N.V. (B), Erbe N.V. (B), Europart N.V. (B), Fibelpar N.V. (B), Financière de la Sambre S.A. (B), Fingen N.V. (B), Frère-Bourgeois N.V. (B), Investor N.V. (B) en Société des Quatre Chemins S.A. (B). • Bestuurder van Acide Carbonique Pur N.V. (B), AOT Holding S.A. (CH), Banca Leonardo SpA (I), Belgian Sky Shops N.V. (B), Cheval des Andes S.A. (Argentinië), Eiffage (F) (tot in februari 2007), Entremont Alliance S.A.S. (F), Filux S.A. (L), Gesecalux S.A. (L), Lyparis S.A. (F) (sinds september 2007), Mesa S.A. (B), Société Civile du Château Cheval Blanc (F), Stichting Administratiekantoor Frère-Bourgeois (NL), Swifin S.A. (L) en Tikehau Capital Advisors S.A.S. (F). • Bestuurder en Lid van het Auditcomité en van het Remuneratiecomité van Pargesa Holding S.A. (CH). • Lid van de Raad van Toezicht van Métropole Télévision (M6) (F) (sinds mei 2007). • Censor en Lid van het Investeringscomité van Marco Polo Capital S.A. (F). • Commissaris van Agesca Nederland N.V. (NL), Frère-Bourgeois Holding B.V. (NL) en Parjointco N.V. (NL). • Lid van het Investeringscomité van Tikehau Capital Partners S.A.S. (F). • Vereffenaar van Loverfin S.A. in vereffening (B) (tot in juni 2007).
Amaury de Seze Bestuurder
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen in 2011 worden uitgeoefend • • • •
Voorzitter van de Raad van Toezicht van PAI Partners S.A.S. (F). Ondervoorzitter van Corporation Financière Power (CDN). “Lead board director” van Carrefour S.A. (F). Bestuurder van BW Group (BM), Erbe N.V. (B), Imerys (F), Pargesa Holding S.A. (CH), Suez Environnement Company (F) en Thales (F). • Lid van de Raad van Toezicht van Publicis Groupe (F). • Lid van de Raad van Bestuur van Power Financial Corporation (CDN).
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen tussen 2007 en 2010 worden uitgeoefend Boekjaar 2010 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Carrefour S.A. (F). • Ondervoorzitter van Corporation Financière Power (CDN). • Bestuurder van BW Group (BM), Erbe N.V. (B), Groupe Industriel Marcel Dassault S.A.S. (F), Imerys (F), Pargesa Holding S.A. (CH), Suez Environnement Company (F) en Thales (F). • Voorzitter van de Raad van Toezicht van PAI Partners S.A.S. (F). • Lid van de Raad van Toezicht van Gras Savoye S.C.A. (F) en Publicis Groupe (F). • Lid van de Raad van Bestuur van Power Financial Corporation (CDN). Boekjaar 2009 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Carrefour S.A. (F). • Ondervoorzitter van Power Corporation du Canada (CDN). • Bestuurder van BW Group (BM), Erbe N.V. (B), Groupe Industriel Marcel Dassault S.A.S. (F), Imerys (F), Pargesa Holding S.A. (CH), Suez Environnement Company (F) en Thales (F). • Lid van de Raad van Toezicht van Gras Savoye S.C.A. (F) en Publicis Groupe (F). Boekjaar 2008 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Carrefour S.A. (F). • Ondervoorzitter van Power Corporation du Canada (CDN). • Bestuurder van BW Group (BM), Erbe N.V. (B), Groupe Industriel Marcel Dassault S.A.S. (F), Imerys (F), Pargesa Holding S.A. (CH) en Suez Environnement Company (F). • Lid van de Raad van Toezicht van Gras Savoye S.C.A. (F) en Publicis Groupe (F).
• Bestuurder van Eiffage (F), Erbe N.V. (B), Groupe Industriel Marcel Dassault S.A.S. (F), PAI Europe III General Partner N.C. (GG), PAI Europe IV General Partner N.C. (GG), PAI Europe IV UK General Partner Ltd. (GB), PAI Europe V General Partner N.C. (GG), PAI Partners Srl (I), Saeco SpA (I), Pargesa Holding S.A. (CH) en Power Corporation du Canada (CDN). • Lid van de Raad van Toezicht van Gras Savoye S.C.A. (F) en Publicis Groupe (F).
Jean Stéphenne Bestuurder
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen in 2011 worden uitgeoefend • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Besix S.A. (B), GlaxoSmithKline Biologicals (B), IBA (B) en Vesalius Biocapital (L). • Bestuurder van BNP Paribas Fortis (B), Auguria Residential Real Estate Fund S.A. (B) en Nanocyl N.V. (B).
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen tussen 2007 en 2010 worden uitgeoefend Boekjaar 2010 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Aseptic Technologies (B), Besix S.A. (B), GlaxoSmithKline Biologicals (B), IBA (B) en Vesalius Biocapital (L). • Bestuurder van Fortis Bank N.V. (B) en Nanocyl N.V. (B). Boekjaar 2009 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Aseptic Technologies (B), Besix S.A. (B), GlaxoSmithKline Biologicals (B) en Vesalius Biocapital (L). • Bestuurder van Fortis Bank N.V. (B), IBA (B) en Nanocyl N.V. (B). Boekjaar 2008 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Aseptic Technologies (B), Besix S.A. (B), GlaxoSmithKline Biologicals (B), Henogen N.V. (B) en Vesalius Biocapital (L). • Bestuurder van Fortis Bank N.V. (B), IBA (B) en Nanocyl N.V. (B). Boekjaar 2007 • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Aseptic Technologies (B), Besix S.A. (B), GlaxoSmithKline Biologicals (B), Henogen N.V. (B) en Vesalius Biocapital (L) (sinds november 2007). • Bestuurder van Fortis Bank N.V. (B), IBA (B) en Nanocyl N.V. (B).
Boekjaar 2007 • Voorzitter van de Raad van Toezicht van PAI Partners S.A.S. (F). • Voorzitter van PAI Partners UK Ltd. (GB). • Ondervoorzitter van de Raad van Toezicht van Carrefour S.A. (F).
Jaarverslag 2011
171
BIJLAGE - Mandaten van de Bestuurders
Gunter Thielen
Arnaud Vial
Bestuurder
Bestuurder
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen in 2011 worden uitgeoefend
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen in 2011 worden uitgeoefend
• Voorzitter van de Raad van Toezicht van Bertelsmann AG (D). • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Sixt AG (D) en Sixt Allgemeine Leasing GmbH (D). • Bestuurder van Leipziger Messe GmbH (D).
• Bedrijfsleider (Eerste Ondervoorzitter) van Power Corporation du Canada (CDN) en Corporation Financière Power (CDN). • Bedrijfsleider (Ondervoorzitter) van 152245 Canada Inc. (CDN) (tot in juni 2011), 171263 Canada Inc. (CDN) (tot in juni 2011), Victoria Square Ventures Inc. (4400038 Canada Inc.) (CDN), Gelprim Inc. (CDN) (tot in juni 2011), Power Communications Inc. (CDN) (tot in juni 2011), Power Corporation International (CDN) ( tot in juni 2011) en Power Financial Capital Corporation (CDN) (tot in juni 2011). • Bestuurder Bedrijfsleider (Voorzitter) van 3121011 Canada Inc. (CDN) (tot in juni 2011). • Bestuurder Bedrijfsleider (Ondervoorzitter) van 3249531 Canada Inc. (CDN), 3411893 Canada Inc. (CDN) (tot in juni 2011), 3439453 Canada Inc. (CDN) (tot in juni 2011), 4190297 Canada Inc. (CDN), 4400003 Canada Inc. (CDN) (tot in juni 2011), 4400020 Canada Inc. (CDN) (tot in juni 2011), Power Pacific Equities Limited (CDN), 4507037 Canada Inc. (CDN) (tot in juni 2011), 4524781 Canada Inc. (CDN) (tot in juni 2011), 4524799 Canada Inc. (CDN) (tot in juni 2011), 4524802 Canada Inc. (CDN) (tot in juni 2011), 4507045 Canada Inc. (CDN) (tot in juni 2011), 4507088 Canada Inc. (CDN) (tot in juni 2011), 4400046 Canada Inc. (CDN) en 7575343 Canada Inc. (CDN). • Bestuurder Bedrijfsleider (Schatbewaarder) van Sagard Capital Partners GP, Inc. (CDN). • Bestuurder van DP Immobilier Québec (CDN) (sinds oktober 2011), CF Real Estate Maritimes Inc. (CDN) (sinds oktober 2011), CF Real Estate Max Inc. (CDN) (sinds oktober 2011), CF Real Estate First Inc. (CDN) (sinds oktober 2011), Power Financial Europe B.V. (NL), Sagard Capital Partners Management Corp. (CDN), Square Victoria Digital Properties Inc. (4507061 Canada Inc.) (CDN), 9059-2114 Québec Inc. (CDN), Du Proprio Inc. (CDN), Private Real Estate Corporation (CDN) (vennootschap vereffend in 2011), VR Estates Inc. (CDN), 1083411 Alberta Ltd. (CDN) (vennootschap vereffend in 2011), ComFree-Commission Free Realty Inc. (CDN), 0757075 B.C. Ltd. (CDN) en Pargesa Holding S.A. (CH).
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen tussen 2007 en 2010 worden uitgeoefend Boekjaar 2010 • Voorzitter van de Raad van Toezicht van Bertelsmann AG (D). • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Sixt AG (D) en Sixt Allgemeine Leasing GmbH (D). • Bestuurder van Leipziger Messe GmbH (D). Boekjaar 2009 • Voorzitter van de Raad van Toezicht van Bertelsmann AG (D). • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Sixt AG (D) en Sixt Allgemeine Leasing GmbH (D). • Bestuurder van Sanofi-Aventis (F) (tot 24 november 2009) en Leipziger Messe GmbH (D). • Lid van het Remuneratiecomité van Sanofi-Aventis (F) (tot 24 november 2009). Boekjaar 2008 • Voorzitter van de Raad van Toezicht van Bertelsmann AG (D). • Voorzitter van de Raad van Bestuur van Sixt AG (D) en Sixt Allgemeine Leasing GmbH (D). • Bestuurder van Sanofi-Aventis (F) en Leipziger Messe GmbH (D). • Lid van het Remuneratiecomité van Sanofi-Aventis (F). Boekjaar 2007 • Voorzitter van het Directiecomité en CEO van Bertelsmann AG (D). • Voorzitter van de Raad van Toezicht van Arvato AG (D) en Gruner + Jahr AG (D). • Voorzitter van de Raad van Bertelsmann Inc. (USA). • Bestuurder van Leipziger Messe GmbH (D), RTL Group S.A. (L) en Sony BMG (USA).
Lijst van de activiteiten en andere mandaten die in Belgische en buitenlandse vennootschappen tussen 2007 en 2010 worden uitgeoefend Boekjaar 2010 • Bedrijfsleider (Eerste Ondervoorzitter) van Power Corporation du Canada (CDN) en Corporation Financière Power (CDN). • Bedrijfsleider (Ondervoorzitter) van 152245 Canada Inc. (CDN), 171263 Canada Inc. (CDN), Victoria Square Ventures Inc. (4400038 Canada Inc.) (CDN), Gelprim Inc. (CDN), Power Communications Inc. (CDN), Power Corporation International (CDN) en Power Financial Capital Corporation (CDN).
172
Jaarverslag 2011
• Bestuurder Bedrijfsleider (Voorzitter) van 3121011 Canada Inc. (CDN). • Bestuurder Bedrijfsleider (Ondervoorzitter) van 3249531 Canada Inc. (CDN), 3411893 Canada Inc. (CDN), 3439453 Canada Inc. (CDN), 4190297 Canada Inc. (CDN), 4400003 Canada Inc. (CDN), 4400020 Canada Inc. (CDN), Power Pacific Equities Limited (CDN), 4507037 Canada Inc. (CDN), 4524781 Canada Inc. (CDN), 4524799 Canada Inc. (CDN), 4524802 Canada Inc. (CDN), 4507045 Canada Inc. (CDN), 4507088 Canada Inc. (CDN) en 7575343 Canada Inc. (CDN) (sinds juni 2010). • Bestuurder Bedrijfsleider (Schatbewaarder) van Sagard Capital Partners GP, Inc. (CDN). • Bestuurder van 4400046 Canada Inc. (CDN), Power Financial Europe B.V. (NL), Sagard Capital Partners Management Corp. (CDN), Square Victoria Digital Properties Inc. (4507061 Canada Inc.) (CDN), 9059-2114 Québec Inc. (CDN), Du Proprio Inc. (CDN), Private Real Estate Corporation (CDN), VR Estates Inc. (CDN), 1083411 Alberta Ltd. (CDN), ComFree-Commission Free Realty Inc. (CDN), 0757075 B.C. Ltd. (CDN) en Pargesa Holding S.A. (CH) (sinds mei 2010). Boekjaar 2009 • Bedrijfsleider (Eerste Ondervoorzitter) van Power Corporation du Canada (CDN) en Corporation Financière Power (CDN). • Bedrijfsleider (Ondervoorzitter) van 152245 Canada Inc. (CDN), 171263 Canada Inc. (CDN), Victoria Square Ventures Inc. (4400038 Canada Inc.) (CDN), Gelprim Inc. (CDN), Power Communications Inc. (CDN), Power Corporation International (CDN), Power Financial Capital Corporation (CDN) en Power Technology Investment Corporation (CDN) (tot in juli 2009). • Bestuurder Bedrijfsleider (Voorzitter) van 3121011 Canada Inc. (CDN). • Bestuurder Bedrijfsleider (Ondervoorzitter) van 3249531 Canada Inc. (CDN), 3411893 Canada Inc. (CDN), 3439453 Canada Inc. (CDN), 4190297 Canada Inc. (CDN), 4400003 Canada Inc. (CDN), 4400020 Canada Inc. (CDN), 4400046 Canada Inc. (CDN), Power Pacific Equities Limited (CDN), 4507037 Canada Inc. (CDN) (sinds februari 2009), 4524781 Canada Inc. (CDN) (sinds juli 2009), 4524799 Canada Inc. (CDN) (sinds juli 2009), 4524802 Canada Inc. (CDN) (sinds juli 2009), 4507045 Canada Inc. (CDN) (sinds februari 2009) en 4507088 Canada Inc. (CDN) (sinds februari 2009). • Bestuurder Bedrijfsleider (Schatbewaarder) van Sagard Capital Partners GP, Inc. (CDN). • Bestuurder van Power Financial Europe B.V. (NL), Sagard Capital Partners Management Corp. (CDN), 6939511 Canada Inc. (CDN) (tot in november 2009), 4507061 Canada Inc. (CDN) (sinds februari 2009), 9059-2114 Québec Inc. (CDN) (sinds september 2009), Du Proprio Inc. (CDN) (sinds september 2009), Private Real Estate Corporation (CDN) (sinds september 2009), VR Estates Inc. (CDN) (sinds september 2009), 1083411 Alberta Ltd. (CDN) (sinds september 2009), ComFreeCommission Free Realty Inc. (CDN) (sinds september 2009) en 0757075 B.C. Ltd. (CDN) (sinds september 2009).
Boekjaar 2008 • Bedrijfsleider (Eerste Ondervoorzitter) van Power Corporation du Canada (CDN) en Corporation Financière Power (CDN). • Bedrijfsleider (Ondervoorzitter) van 152245 Canada Inc. (CDN), 171263 Canada Inc. (CDN), 2795957 Canada Inc. (CDN), Victoria Square Ventures Inc. (4400038 Canada Inc.) (CDN), Gelprim Inc. (CDN), Power Communications Inc. (CDN), Power Corporation International (CDN), Power Financial Capital Corporation (CDN) en Power Technology Investment Corporation (CDN). • Bestuurder Bedrijfsleider (Voorzitter) van 3121011 Canada Inc. (CDN). • Bestuurder Bedrijfsleider (Ondervoorzitter) van 3249531 Canada Inc. (CDN), 3411893 Canada Inc. (CDN), 3439453 Canada Inc. (CDN), 4190297 Canada Inc. (CDN), 4400003 Canada Inc. (CDN), 4400020 Canada Inc. (CDN), 4400046 Canada Inc. (CDN) en Power Pacific Equities Limited (CDN). • Bestuurder Bedrijfsleider (Schatbewaarder) van Sagard Capital Partners GP, Inc. (CDN). • Bestuurder van Power Financial Europe B.V. (NL), Sagard Capital Partners Management Corp. (CDN) en 6939511 Canada Inc. (CDN) (sinds maart 2008). • Bedrijfsleider (Voorzitter) van SIB International Bancorp., Inc. (tot 1 oktober 2008). Boekjaar 2007 • Bedrijfsleider (Eerste Ondervoorzitter, Financiën) van Power Corporation du Canada (CDN) en Corporation Financière Power (CDN). • Bedrijfsleider (Ondervoorzitter) van 152245 Canada Inc. (CDN), 171263 Canada Inc. (CDN), 2795957 Canada Inc. (CDN), Gelprim Inc. (CDN), Jolliet Energy Resources Inc. (CDN), Power Communications Inc. (CDN), Power Corporation International (CDN), Power Financial Capital Corporation (CDN) en Power Technology Investment Corporation (CDN) (sinds maart 2007). • Bestuurder Bedrijfsleider (Voorzitter) van 3121011 Canada Inc. (CDN). • Bestuurder Bedrijfsleider (Ondervoorzitter) van 3249531 Canada Inc. (CDN), 3411893 Canada Inc. (CDN), 3439453 Canada Inc. (CDN), 4190297 Canada Inc. (CDN), 4400003 Canada Inc. (CDN) (sinds mei 2007), 4400020 Canada Inc. (CDN) (sinds april 2007), Victoria Square Ventures Inc. (4400038 Canada Inc.) (CDN) (sinds april 2007), 4400046 Canada Inc. (CDN) (sinds april 2007) en Power Pacific Equities Limited (CDN). • Bestuurder Bedrijfsleider (Schatbewaarder) van Sagard Capital Partners GP, Inc. (CDN) (sinds augustus 2007). • Bestuurder van Power Financial Europe B.V. (NL) en Sagard Capital Partners Management Corp. (CDN) (sinds augustus 2007). • Bedrijfsleider (Voorzitter) van SIB International Bancorp., Inc.
Jaarverslag 2011
173
Woordenlijst Voor de terminologie betreffende de financiële gegevens van de deelnemingen, vermeld van blz. 21 tot 65, wordt verwezen naar de eigen definities van elke onderneming, zoals vermeld in hun financiële verslaggeving. De bijzondere terminologie, gebruikt in het deel dat gewijd is aan de “Rekeningen per 31 december 2011”, verwijst naar de, in de Europese Unie aangenomen, boekhoudstandaard van de IFRS (International Financial Reporting Standards). De terminologie die gebruikt wordt in het deel “Verklaring inzake deugdelijk bestuur”, ten slotte, verwijst rechtstreeks naar de Belgische Corporate Governance Code 2009 en de andere specifieke wetgevingen dienaangaande.
Aangepast netto-actief Het aangepast netto-actief is een overeengekomen referentie die wordt verkregen door optelling van de deelnemingsportefeuille en de andere activa, verminderd met de schulden. De in aanmerking genomen waarderingsbeginselen zijn de volgende: • De genoteerde deelnemingen, met inbegrip van de aange houden eigen aandelen, worden gewaardeerd tegen slotkoers. De waarde van de aandelen die bestemd zijn tot dekking van eventueel door de groep aangegane verbintenissen wordt evenwel geplafonneerd op de omzettings-/uitoefenprijs. • De niet-genoteerde deelnemingen worden gewaardeerd tegen boekwaarde, na aftrek van eventuele waarde verminderingen, of tegen het deel in het eigen vermogen indien die hoger is, met uitzondering van de nietgeconsolideerde vennootschappen of vennootschappen waarop geen vermogensmutatie wordt toegepast uit de Private-equitysector, die gewaardeerd worden tegen marktwaarde. • De cash/de nettoschuld, zijnde de liquide middelen en gelijkgestelde, verminderd met de schulden van het segment Holding van de groep GBL, wordt gewaardeerd tegen boekwaarde of tegen marktwaarde.
Economische analyse van het resultaat Cash earnings • De cash earnings omvatten in hoofdzaak de dividenden van de deelnemingen, de ontvangsten van het beheer van de netto liquide middelen en de fiscale teruggaven, na aftrek van algemene kosten en belastingen. De cash earnings vormen ook een ondersteuning bij de bepaling van het globaal uitkeringsniveau van de vennootschap. Mark to market en andere non cash • Het begrip mark to market is één van de grondslagen van de methode tot waardering tegen reële waarde, zoals gedefinieerd door de internationale boekhoudnormen IFRS, die als beginsel heeft de activa op datum van afsluiting van de balans tegen hun marktwaarde te waarderen.
174
Jaarverslag 2011
• De mark to market en andere non-cash elementen in de rekeningen van GBL geven uitdrukking aan de wijzigingen van de reële waarde van aangekochte of uitgeschreven financiële instrumenten (beleggingsactiva, opties), de verdisconteerde kost van de financiële passiva tegen restwaarde, alsook de eliminatie van bestanddelen van cash earnings overeenkomstig de IFRS (in het boekjaar toegekende maar niet uitbetaalde dividenden, kosten i.v.m. kapitaalverhogingen/aankopen van effecten, dividenden op eigen aandelen, enz.). Die wijzigingen hebben geen invloed op de positie van de liquide middelen van de groep. Operationele ondernemingen (geassocieerde of geconsolideerde) en private equity • Deze kolom bevat het resultaat van de geassocieerde operationele ondernemingen, met name de operationele ondernemingen waarop de groep een invloed van betekenis uitoefent. De uitoefening van deze invloed van betekenis wordt vermoed indien de groep, rechtstreeks of onrecht streeks door middel van haar dochtervennootschappen, over meer dan 20% van de stemrechten in deze onderneming beschikt. De geassocieerde operationele ondernemingen worden in de geconsolideerde financiële staten opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. • De kolom omvat ook het resultaat, deel van de groep, van de geconsolideerde operationele ondernemingen, met name die waarover de groep zeggenschap heeft. Zeggenschap wordt vermoed wanneer GBL, rechtstreeks of onrechtstreeks, meer dan 50% van de stemrechten in een entiteit bezit. • Ten slotte bevat deze kolom ook de bijdrage in het resultaat van de private equity (Ergon Capital Partners I, II en III, PAI Europe III, Sagard en Sagard II). Eliminaties, meerwaarden, waardeverminderingen en terugnemingen • De eliminaties, meerwaarden, waardeverminderingen en terugnemingen omvatten de wegwerkingen van de vanwege de geassocieerde of operationele geconsolideerde ondernemingen ontvangen dividenden, alsook de resultaten op de overdrachten van, waardeverminderingen op en terugnemingen van niet-courante activa en op de beëindigde activiteiten.
Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (gewone berekening) Dit is gelijk aan het aantal gewone aandelen in omloop bij het begin van de periode, verminderd met de eigen aandelen, aangepast voor het aantal gewone aandelen die tijdens de periode werden terugbetaald (kapitaalvermindering) of uitgegeven (kapitaalverhoging), of verkocht of ingekocht, vermenigvuldigd met een wegingsfactor op basis van de tijd.
Gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (verwaterde berekening) Het wordt bekomen door aan het gewogen gemiddeld aantal gewone aandelen (gewone berekening) de potentiële verwaterde aandelen toe te voegen. In dit geval stemmen de potentiële verwaterde aandelen overeen met de door de groep toegekende aankoopopties.
Deelneming van de groep
Betaling van het dividend en het ESES-systeem
• In kapitaal is het percentage rechtstreeks of onrecht streeks aangehouden, via de geconsolideerde tussenmaatschappijen, berekend op basis van het aantal per 31 december uitstaande aandelen. • In stemrechten is het percentage dat rechtstreeks of onrechtstreeks, via de geconsolideerde tussenmaat schappijen wordt aangehouden, berekend op basis van het aantal per 31 december uitstaande stemrechten, met inbegrip van de geschorste stemrechten.
ESES, dat staat voor “Euroclear Settlement for Euronext-zone Securities” is een enig afwikkelings-leveringssysteem dat op termijn beoogt alle markten van de Eurozone te integreren. ESES beoogt, onder meer, de werkingsregels van Euronext op de Europese markt te harmoniseren en, tegen 2013, stelselmatig een enig platform (Single Platform) voor de verwerking van beursverrichtingen in te voeren.
Brutojaarreturn De brutojaarreturn wordt berekend op basis van de beurs koers, rekening gehouden met het ontvangen brutodividend. Het is gelijk aan Ontvangen brutodividend + schommeling van de beurskoers van 1 januari tot 31 december Beurskoers op 1 januari
VVPR-strip De VVPR-strip (Verlaagde Voorheffing Précompte Réduit) is een coupon die, aangeboden met de ermee over eenstemmende coupon van het aandeel, recht geeft op het verlaagd tarief van de roerende voorheffing op de door de vennootschap uitgekeerde dividenden. De VVPR-strip wordt apart genoteerd van het gewoon GBL-aandeel en is vrij verhandelbaar.
Free float velocity (%) De free float velocity, uitgedrukt in percenten, is een indicator van de beursactiviteit van een genoteerde vennootschap, die overeenstemt met de verhouding tussen het aantal tijdens een boekjaar op de beurs verhandelde effecten en de float per 1 januari van dat boekjaar. De float (vlottend kapitaal) van een beursgenoteerde vennoot schap is gelijk aan het gedeelte van de aandelen dat effectief ter beurze kan worden verhandeld. Hij kan worden uitgedrukt in waarde, of vaker, in een percentage van de kapitalisatie.
ESES beïnvloedt de kalender van de uitkeringen, en inzonder heid de betaling van de dividenden, omdat het bijkomend begrip “Record Date” werd ingevoerd. • Ex-Date: datum (begin van de beursdag) vanaf dewelke het onderliggend effect ex-dividend wordt verhandeld; • Record Date: datum waarop de posities door de centrale bewaarder worden afgesloten (op het einde van de beursdag, na de afwikkeling) om de rekeningen van de rechthebbenden op de uitkering vast te stellen; • Payment Date: datum van betaling van de uitkering in geld. Gelet op de termijn voor de afwikkeling-levering en de ermee verband houdende eigendomsoverdracht van D+3 (waarbij D de datum van verhandeling is), is de laatste dag waarop het effect met het recht op uitkering wordt verhandeld drie handelsdagen vóór de “Record Date” gelegen, en worden de effecten bijgevolg vanaf het begin van de volgende dag (Ex-Date) ex-dividend verhandeld, met name twee handels dagen vóór genoemde “Record Date”. De “Payment Date” kan ten vroegste de dag na de “Record Date” vallen.
System Paying Agent Binnen ESES zal de entiteit die overgaat tot de uitkering steeds één enkele partij zijn, de System Paying Agent genoemd. Het betreft de partij die binnen de CSD (Central Securities Depositary, zijnde Euroclear Belgium) verantwoordelijk is voor de uitkering aan de andere deelnemers van de CSD van de bedragen betreffende een specifieke uitkering. Het kan een externe Paying Agent zijn (een deelnemer aan de CSD) of de CSD zelf.
Jaarverslag 2011
175
Voor meer inlichtingen Groep Brussel Lambert Marnixlaan, 24 – B-1000 Brussel RPR: Brussel BTW: BE 0407 040 209 ING: 310-0065552-66 IBAN: BE 07 3100 0655 5266 BIC: BBRUBEBB Website: http://www.gbl.be Voor meer inlichtingen over GBL, gelieve u te richten tot: Carine Dumasy – Tel.: +32-2-289.17.17 – Fax: +32-2-289.17.37 e-mail:
[email protected]
Ce rapport annuel est également disponible en français This annual report is also available in English Design en realisatie: www.landmarks.be Fotografie: Total: Total Document ©Gilles Gauret / Marco Dufour / Thielker Karsten GDF SUEZ: © GDF SUEZ - Abaca Press, Ramon Guillaume / Daniel Julien, L’Oeil Public / Gilles Crampes Pernod Ricard: © Strathisla Distillery, Keith / Distillerie Ballantine’s, Glenburgie / Shutterstock Lafarge: © Médiathèque Lafarge - Ignus Gerber / Mikolaj Katus / Garth Dale, Scott Wilson Advanced Technology Group (Architect) /DR Médiathèque Lafarge Imerys: © Achim Forstner / Tom Grow Suez Environnement: © Suez Environnement - Abaca Press, Olivier Douliery / Pierre-Emmanuel Rastoin Arkema: © Arkema Portretten en groepsfoto’s: © Tanguy Stichelmans en © Hermonce Triay (fotografie van J.L. Beffa) In België gedrukt door Van der Poorten
Groep Brussel Lambert
www.gbl.be