jaar
ABGP Dè onafhankelijke vakorganisatie
ABGP magazine
Juli 2011
C
O
L
O
F
O
• Bondskantoor Langsom 3a 1066 EW Amsterdam Tel. 020-6672555 Fax 020-6194643 K.v.K. V 532048 ABN-AMRO: 49.47.70.791 Postbank: 4516495
• Ledenadministratie Antwoordnummer 16161 1000 TE Amsterdam
• Redactie Antwoordnummer 16161 1000 TE Amsterdam
• Advertentie-acquisitie MPA Meijers Publishing & Advertising BV Tel. 046-4425300 Fax 046-4425830
• Lay-out & druk Compact Drukwerken Postbus 2054 6201 CD Maastricht
• DE ABGP is aangesloten bij Het ambtenarencentrum
• foto’s Diverse bronnen Aan de inhoud van de artikelen in dit magazine kunnen geen rechten ontleend worden. Het bestuur van de ABGP is niet verantwoordelijk voor de inhoud van dit magazine
N
Beste Leden, VAKANTIE! Eindelijk zullen een hoop leden denken, eindelijk even uitrusten. Want de eerste helft van dit jaar was in diverse bedrijfstakken op zijn zachtst gezegd heftig. Er werd in rap tempo duidelijk wat de concrete plannen van het huidige kabinet, met gedoogsteun van partner PVV, voor gevolgen hebben voor de bevolking van Nederland. De bezuiniging zeis wordt meedogenloos gehanteerd en alleen de miljonairs lijken hieraan te ontkomen. Dreigende massaontslagen bij het openbaar vervoer in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, defensie en cultuur om er maar een paar te noemen. Arbeidsonrust alom en demonstraties zijn er aan de lopende band. In het openbaar vervoer zijn al diverse actie geweest: We begonnen met een 40% inzet actie 14, 15 en 16 februari bij respectievelijk GVB, HTM en RET. Hierna volgde een daluren staking 7, 12 en 20 april bij respectievelijk GVB , RET en HTM. Daarna kwam een ochtendspits staking 11, 12 en 13 mei bij respectievelijk RET, HTM en GVB. Vervolgens een 24 uur staking op 7, 8 en 9 juni bij respectievelijk GVB, HTM en RET. De voorlopig laatste actie was daluren staking woensdag 29 juni GVB, RET en HTM met een manifestatie in Den Haag i.v.m. aanbieden initiatiefwet. Bij deze laatste actie hebben, het GVB en HTM bij het gerechtshof in Amsterdam en de RET bij het gerechtshof in Rotterdam een kort geding aangespannen ten einde de actie te laten verbieden, dit is niet gelukt de beide rechters besloten dat de acties rechtmatig zijn en doorgang konden vinden (zie ook verderop in het magazine). Maar naar verwachting zijn een eind van de acties nog niet in zicht. Dus beste leden rust uit geniet zoveel mogelijk van de vakantie, want we zullen met zijn allen de kracht na de vakantie nodig hebben om ons te verzetten tegen de keuzes die dit Kabinet maakt en die ten kostte gaan van onze arbeidsplaatsen, arbeidsvoorwaarden en de sociale zekerheid. Want ik kan me niet aan de indruk ontrekken dat veel kiezers in hun vertrouwen op politieke partijen in hun keuze zijn teleurgesteld (verderop in dit magazine een artikel over het stemgedrag van de PVV fractie in de tweede kamer). In een tijd waar de toekomst er niet erg rooskleurig uitziet, is het belangrijk dat werknemers zich organiseren om samen een vuist te maken. Daarom beste ABGP leden spreek uw ongeorganiseerde collega’s, familie, gezinsleden en kennissen aan en wijs ze op het nut en noodzaak van het vakbondslidmaatschap.
WANT SAMEN ZIJN WE STERK! Tot slot wil ik hierbij iedereen die nog op vakantie gaat een prettige vakantie toewensen. Met vriendelijke groeten, Rob Hinse voorzitter
3
ORakel Vragen OR zaken Vraag 01: Bestuurder wil OR-kandidaat niet. Bij de verkiezingsprocedure voor het opvullen van vacatures in de OR heeft zich één medewerker kandidaat gesteld waarover de bestuurder aan de OR heeft laten weten dat hij die medewerker niet in de OR wil hebben. Kan hij daar met succes bezwaar tegen maken?
zijn en richt zich met zijn klacht tot zijn belangenbehartiger: de ondernemingsraad. De OR wil vaak wel helpen, maar moet dan vaststellen dat hij daarvoor niet over de juiste instrumenten beschikt. U heeft geen inzagerecht in persoonlijke dossiers. En de OR is ook geen klachtencommissie. Wel mogen medewerkers van u verwachten dat u ze goed verwijst. Naar de hogere in de lijn, naar een interne klachtenregeling, naar een vertrouwenspersoon. En als dat allemaal niet lukt, dan rest alleen nog de externe juridische bijstand van vakbond of advocaat.
Antwoord 01: Nee! De bestuurder heeft namelijk geen enkele betrokkenheid in de samenstelling van de raad. Het zijn de werknemers en hun vakbonden die daarover gaan. Anders ligt het als een kandidaat niet voldoet aan de eisen van wet of reglement. Elke belanghebbende kan dan met succes bezwaar maken, ook de bestuurder. Mocht later in de praktijk blijken dat dit lid het overleg met de bestuurder ernstig frustreert, dan kan de bestuurder een beroep doen op de mogelijkheid om via de kantonrechter hem uit te sluiten van het overleg. Maar dan moet dat lid het wel erg bont maken. De OR is een door de werknemers uit hun midden gekozen vertegenwoordiging. Het past de bestuurder niet zich daarmee te bemoeien.
Vraag 02: Toetsen van bestaande regeling Er zijn binnen korte tijd twee collega’s op verschillende afdelingen ontslagen zonder dat daarbij de beoordelingsregeling correct is gevolgd. Zeggen zij. De bestuurder meent van wel. Mag de OR inzage verlangen in hun dossiers om zelf de waarheid te achterhalen?
Vraag 03: Onzichtbare vertegenwoordiging In ons bedrijf hoor of zie ik nooit iets van de OR. Dat heb ik wel eens anders meegemaakt. Klopt dit wel; ze vertegenwoordigen toch ook mijn belangen?
Antwoord 02: Dergelijke dilemma’s doen zich van tijd tot tijd bij elke OR voor. Een medewerker meent onjuist behandeld te
Antwoord 03: De ondernemingsraad heeft de wettelijke verplichting
4
Antwoord 04: Ook een OR met drie leden en vier vacatures is een rechtsgeldige OR. Mogelijk kan hij geen rechtsgeldige besluiten meer nemen. Dat hangt af van wat uw reglement daarover bepaalt. Dat het de kwaliteit van de medezeggenschap (en de lol in het OR-werk) aantast, is zonneklaar. Er staan twee opties open. De drie overgebleven leden organiseren tussentijdse verkiezingen en zetten alles op alles om er enthousiaste leden bij te krijgen. Of de zittende leden treden gezamenlijk af, om daarmee algemene verkiezingen mogelijk te maken. Ook dan blijft het noodzakelijk om nieuwe kandidaten te vinden. Beide oplossingsrichtingen vragen vooral actief en creatief werven. Zet de OR op de kaart! Het betekent sowieso nog dertien weken volhouden voordat de nieuwe (of aangevulde raad) van start gaat. Het is aan te raden om met de bestuurder af te spreken dat er tijdelijk extra tijdsfaciliteiten naar de zittende OR-leden gaan, zodat ze ook de klus van het organiseren van verkiezingen en het werven van kandidaten serieus kunnen aanpakken. Op dit moment speelt de bestuurder immers werktijd van vier ontbrekende leden vrij.
om in ieder geval agenda’s en notulen van het eigen overleg en het overleg met de bestuurder kenbaar te maken aan alle medewerkers. Dat kan door ze te publiceren op het prikbord, maar ook via intranet. Er ligt alleen een beperking op publicatie als over bepaalde gegevens geheimhouding of vertrouwelijkheid is afgesproken. Op die manier weet de achterban in ieder geval welke onderwerpen er spelen en wat door de OR met de bestuurder is besproken en afgesproken. Het blijft dan nog steeds magertjes, want u mag ook verwachten dat de OR regelmatig ruggespraak houdt met die werknemers die bij een bepaalde kwestie nauw betrokken zijn. Maar goed, het begint ermee dat de minimale wettelijke verplichtingen worden nageleefd.
Vraag 04: OR opheffen? Vanwege vertrek van een van de OR-leden en langdurig ziekte van een ander houden wij in onze organisatie slechts drie actieve leden over (reglementair: zeven zetels). Is zo’n kleine OR een wettelijke grond om hem op te heffen en nieuwe verkiezingen uit te schrijven?
OR PostNL verzet zich tegen reorganisatie of de voorgestelde nieuwe organisatie mogelijk is, staat één ding al vast: alle postbodes moeten weg’’, stelde de advocaat van de OR. ,,Er heerst een alles of niets mentaliteit, terwijl andere oplossingen ook mogelijk zijn.’’ PostNL wil alle postbodes met een voltijdbaan vervangen door bezorgers die in deeltijd werken. Dit gaat gepaard met naar schatting 2900 gedwongen ontslagen. Dat aantal kan volgens de OR omlaag als het bedrijf postbodes bijvoorbeeld in staat stelt om gecombineerde bezorg- en sorteerfuncties uit te voeren. Volgens PostNL begrijpt de OR niet hoe nijpend de situatie van het bedrijf is. ,,We worden telkens overspoeld door een tsunami van negatieve marktontwikkelingen. Prognoses blijken steeds te positief. We moeten daarom een buffer opbouwen om nieuwe tegenvallers op te kunnen vangen.’’
De ondernemingsraad (OR) van PostNL blijft zich verzetten tegen de uitvoering van de reorganisatie bij het postbedrijf. Volgens de raad zijn minder gedwongen ontslagen mogelijk als het bedrijf de sanering rustiger doorvoert. Onlangs stonden beide partijen opnieuw tegenover elkaar bij de Ondernemingskamer van de rechtbank in Amsterdam. Eerder dit jaar adviseerde de rechter de OR om de definitieve reorganisatieplannen af te wachten. Nu er meer duidelijkheid is, wil de OR van de rechter horen of het beleid van PostNL door de beugel kan. Volgens de OR houdt PostNL te weinig rekening met de belangen van de werknemers. ,,Terwijl nog onduidelijk is
5
De postbodes vragen zich echter af hoe realistisch de toekomstplannen van PostNL zijn. Zo wordt er bij de sanering op gerekend dat er binnen 5 jaar een machine komt die al het sorteerwerk volledig automatiseert. Op de zitting werd echter toegegeven dat het lang niet zeker is of zo’n machine ooit werkelijk zal worden gebouwd.
teermachine onmogelijk blijkt. Het bedrijf ziet dat echter anders. ,,Ook zonder die machine is het model dat ons nu voor ogen staat, het meest adequaat.’’ De Ondernemingskamer gaf aan ,,zo spoedig mogelijk’’ met een uitspraak te komen. Die wordt niet eerder dan medio augustus verwacht.
Volgens de OR komen de plannen van PostNL op losse schroeven te staan als de invoering van de supersor-
Bedrijfsartsen vaak onder druk gezet Bedrijfsartsen worden vaak onder druk gezet om tegen hun beroepsgeheim in medische gegevens te verstrekken. Eén op de twaalf bedrijfsartsen geeft wel eens toe aan die druk, blijkt uit onderzoek onder 541 bedrijfsartsen in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken.
en het professioneel statuut van de bedrijfsarts. Toch laat een minderheid van de bedrijfsartsen in het onderzoek van bureau Astri weten regelmatig in situaties terecht te komen waarin niet ze meer geheel onafhankelijk kunnen werken als gevolg van de opstelling van de werkgever (21 procent), de houding van de werknemer (9 procent) en/of die van de eigen arbodienst (22 procent).
Van de artsen wordt 42 procent soms en 22 procent (zeer) vaak benaderd door werkgevers, verzekeraars, arbodiensten of UWV om geheime medische informatie te geven.
De staatssecretaris van Sociale Zaken laat in een brief aan de Tweede Kamer weten dat hij de Kamer samen met de minister van Volksgezondheid na de zomer een reactie op het onderzoek stuurt.
De onafhankelijkheid van de bedrijfsarts is formeel gewaarborgd in onder meer de Arbeidsomstandighedenwet
INGEZONDEN POST dat jaren geleden aan de ouders van dit kabinet was verstrekt. Preventief ruimen is wel adequaat, maar tegen de wet. Dus dan toch maar staken en de gevolgen voor de reiziger maar voor lief nemen. Veel collega’s zijn bereid zo hoorde ik, om desnoods weken te staken om de aanbesteding en de bezuinigingen van dit kabinet tegen te houden. Het is me wel duidelijk dat mijn collega’s begrijpen dat we nu voor een ultieme strijd staan, samen met de collega’s uit Rotterdam en Den Haag. Dan doet het des te meer pijn dat er een aantal werknemers bij het GVB werkzaam zijn, die bij de laatste staking niet hebben mee gestaakt. Meteen maakt het me ontzettend boos, want kennelijk zijn deze maffers (om maar eens een oude benaming van stal te halen) het eens met de plannen van het kabinet. Waarbij je dan eigenlijk mag verwachten, misschien zelfs eisen dat zij zich als eerste aanmelden om vrijwillig ontslag te nemen als de plannen ondanks onze strijd toch door zouden gaan.
Beste Redactie, Het condoom, hier moest ik aan denken toen er weer eens een vraag kwam van passagiers of we geen ludieke actie konden bedenken zonder dat dit de reiziger zou raken. Ineens kwam de gedachte bij me op dat als we nou het hele kabinet de rest van hun hele leven gratis condooms zouden geven of een ander voorbehoedsmiddel (in geval van een rubberallergie), zodat we zekerheid hebben dat dit soort zich niet meer zou voortplanten. Tsja de meeste hebben al kinderen dus dat helpt niet. Een leuk idee wellicht, maar beter had het geweest als
Ook kreeg ik opmerkingen te horen waarom “collega’s”, als ze tijdens de actie lid werden bij de ABGP, zij maar de helft van de te betalen stakingsuitkering kregen en als ze
6
tijdens de acties lid werden bij de andere bond het hele stakingsbedrag. Ik vind dat eigenlijk zelfs de helft nog te veel is voor “collega’s” die pas als er acties aan de gang zijn lid worden van een vakbond. Want de stakingsgelden zijn opgebracht door mij en de overige leden die in veel gevallen al vele jaren lid zijn en dan kan het in mijn beleving niet zo zijn dat iemand die werkzaam is bij een bedrijf en hij of zij op de actiedag lid wordt dezelfde stakingsuitkering krijgt als leden van de ABGP. Temeer om dat ze als niet vakbondslid al geprofiteerd hebben van de inspanningen die er door vakbondsonderhandelaars (mogelijk gemaakt door de vakbondsleden) gepleegd zijn . Het had ongetwijfeld meer leden opgeleverd als er de volle mep uitbetaald zou worden, maar het ABGP bestuur vond het niet rechtvaardig tegenover de huidige ABGP leden. Ik ben het daar natuurlijk mee eens.
kan verdwijnen, maar sust haar geweten door te stellen dat de Stadsregio’s verantwoordelijk zijn voor de keuzes die ze maken met het mindere geld wat ze krijgen van minister Schultz. Volgens mij is het simpel.
Voorbeeld: Ik geef mijn vrouw huishoudgeld, stel 150 euro in de twee weken, dit verlaag ik naar 52 euro in de twee weken en zeg dan tegen mijn vrouw dat ik wel graag hetzelfde wil blijven eten en drinken. Indien dit dan ten koste gaat van de kinderen, of haar zelf, dat het dan haar schuld is want zij maakt de keuze wat wel en niet gekocht wordt. “Ben ik nou zo slim, of is dit kabinet en de Pussy’s van de PVV nou zo dom” om maar eens een vergelijk te maken met een uitspraak van een bekende voetbalcoach. De berichten vanuit Den Haag zijn vooralsnog niet er hoopvol, dus kunnen we ons tijdens de vakantie maar het beste voorbereiden op harde en langdurige acties als we terugkomen.
Tenenkrommend. Het bijwonen van een zogenaamd dertig leden debat in de tweede kamer vergt het uiterste van een mens z’n incasseringsvermogen en het gevoel van onbehagen bekruipt je als je tenenkrommend de volksvertegenwoordigers en minister hoort praten waarbij dossierkennis ronduit slecht is bij sommige (jammer genoeg bij diegene die er over gaan en de meerderheid vertegenwoordigen). Er werd door de minister Melanie Schultz van HaegenMaas Geesteranus, Charlie Aptroot (VVD) en ook Lèon de Jong (PVV) gesuggereerd dat de werknemers, van het GVB, RET en HTM, gemeente ambtenaren waren en dus ergens anders binnen de gemeente te werkgesteld konden worden. Iets dat absoluut onjuist is. Lèon de Jong (PVV) die het niet snapt of wil snappen, komt met een mantra dat de werkgelegenheid is gegarandeerd in de wet personenvervoer 2000, maar meneer de Jong, het verlies van arbeidsplaatsen is het gevolg van de ingeboekte bezuiniging (die met aanbesteding niet haalbaar is, wat ook bevestigd wordt door de onderzoeksbureaus ingehuurd door het ministerie van Milieu & Infra) en zelfs minister Schultz erkent dat er mogelijk werkgelegenheid
Maar het ergste vond ik de constatering dat de minister Schultz bleef staan op haar standpunt, er kan van alles mis wezen met de berekening en gebaseerd zijn op verouderde gegevens en alle argumenten van de tegenstanders van de kabinetsplannen kunnen waar zijn. “Bij het aanvaarden van mijn ministerschap heb ik mijn handtekening gezet onder een regeerakkoord dus ga ik aanbesteden en bezuinigingen doorvoeren, punt”. Daar zou je als “gewoon” mens anarchistische trekjes van krijgen. De verwachting is bij mij dan ook dat we na het zomerreces vol aan de bak zullen moeten. Bestuur, mijn steun hebben jullie! Hoogachtend, Simon Olidair
Redactioneel stuk voor de PVV en de heer Wilders twee soorten betrouwbaarheid één tegenover het klootjesvolk (niets waard) en een voor zijn politieke “collega’s” waar je wellicht nu of in de toekomst persoonlijk voordeel van hebt (kennelijk meer waard). Iets wat als je dieper op de handel en wandel van zijn partij ingaat (ook bij andere partijen komt dit voor overigens) een schrikbarend gegeven is. We hebben eens gezocht hoe dit bij deze partij zat en kwamen erachter dat er heel wat beloftes gebroken zijn waarbij je gezien het stemgedrag wellicht zou kunnen spreken van opzettelijk gebroken beloftes.
Hierbij laten wij onze gedachten de vrije loop over de laatste ontwikkelingen binnen het openbaar vervoer en de acties die we gezamenlijk gevoerd hebben en nog zullen moeten voeren tegen dit Kabinet waarbij de woorden vertrouwen en betrouwbaar bij ons door hoofd spelen. Vertrouwen hebben we allang niet meer in het Kabinet en de gedoogpartij van de heer Wilders, die samen met zijn PVV fractie tegen verplichte aanbesteding stemde bij de motie Roefs en ons, als een soort moderne judas, na de verkiezingen verkwanselde en daarop niet terug wil komen want hij wil een betrouwbare gedoogpartner zijn. Want hoe betrouwbaar is hij dan geweest naar de collega’s bij het GVB, RET en de HTM die hadden vertrouwen in zijn stemgedrag bij de motie Roefs. Er zijn kennelijk
De belofte voor een sociaal Nederland ‘De Partij voor de Vrijheid zet zich in voor de verdediging
7
Gebroken beloften over verkeer en vervoer
van onze verzorgingsstaat. Onze met veel moeite opgebouwde verzorgingsstaat is een bron van trots. Alleen de PVV komt op voor het behoud van de verzorgingsstaat. De Partij voor de Vrijheid vecht keihard voor behoud van de AOW op 65 jaar. Voor de PVV is de handhaving van deze oudedagsvoorziening het enige breekpunt bij de formatie van een kabinet. Daarnaast wil de PVV een stringent beloningsbeleid voor de (semi) publieke sector, staatsondernemingen en financiële instellingen met staatssteun. Voor hen geldt de Balkenendenorm als maximumsalaris en de bonuscultuur moet verdwijnen.’
‘Nederland staat stil in de file. Dat schaadt de economie. Wij gaan daar iets aan doen. We steken de komende vijf jaar maar liefst 2 miljard euro extra in nieuwe wegen en wegverbreding. Het moet veiliger in het openbaar vervoer. Veel veiliger. Veilig en goed openbaar vervoer, keiharde aanpak verkeersagressie of hufterig gedrag en beter onderhoud van wegen.’ De PVV laat gewone mensen in de file staan, maar laat de rijken rijden. De partij stemde in met betaalde elitetolrijbanen, waarop mensen met geld de files kunnen passeren, tegen mobiliteitsmanagement voor werkgevers en werknemers, tegen geld voor sneller onderhoud van bestaande wegen en tegen maximale sluitingstijden van spoorwegovergangen. De spoorwegen hoeven van de PVV niet weersbestendig te worden gemaakt en de prijs voor een trein- of buskaartje mag sneller stijgen dan de kosten voor een auto. De PVV stemde tegen een voorstel om het tekort aan fietsenstallingen bij stations op te lossen en tegen een minimumvoorzieningenniveau voor openbaar vervoer in het landelijke gebied. De PVV verklaarde zich ook tegen het verbeteren van de verkeersleiding bij Prorail, tegen een inventarisatie van knelpunten op het spoor en tegen een onafhankelijke klachteninstelling voor het openbaar vervoer. De reisinformatie en communicatie met reizigers bij een ongeluk op het spoor hoeft van de PVV niet te worden verbeterd. Maatregelen tegen autorijdende alcoholisten mogen uitblijven en mobiele snelheidsmetingen op de snelwegen worden, als het aan de PVV ligt, afgeschaft.
Toch krijgen Henk en Ingrid het met de PVV niet gemakkelijk. De lijst met gebroken beloften is lang. In strijd met de gewekte verwachtingen stemde de PVV tegen het opstellen van een armoedebeleid en tegen gelijke rechten op WW en ziektewet voor flexwerkers. De PVV stemde voor bezuinigingen op jonggehandicapten en sociale werkplaatsen, voor het afschaffen van de alleenstaande ouder korting en voor het korten van de huurtoeslag. Dat laatste kost huurders met een laag inkomen zo’n 180 euro per jaar. De belofte van de PVV om tegen ‘graaiers en profiteurs’ in actie te komen blijkt eveneens loos te zijn. De partij stemde tegen het invoeren van een Balkenendenorm in de cultuursector en in de zorg. En voor de belastingvoordelen van het Koningshuis. Gezinnen met een maandinkomen vanaf 1.950 euro mogen van de PVV niet meer in een sociale huurwoning gaan wonen. Lonen in de publieke sector worden dit jaar bevroren. Voor de verkiezingen eiste de PVV ‘absolute transparantie’ over de ontwikkeling van de koopkracht in Nederland, nu vindt de partij het niet meer nodig dat deze cijfers in de rijksbegroting worden gepubliceerd.
Gebroken beloften voor de zorg De PVV beloofde dat de zorg beter en betaalbaar zou worden en ouderen meer rechten en voorzieningen zouden krijgen. In werkelijkheid stemde de PVV in de Tweede Kamer voor hogere eigen bijdragen en voor bezuinigingen op het Persoonsgebonden Budget (PGB) en de begeleiding van ouderen in de dagopvang met een IQ boven de 70. Wilders zegt tegen marktwerking in de zorg te zijn, maar stemde voor particuliere investeringen en winstuitkeringen in ziekenhuizen en voor betaalde voorrangszorg via zogenaamde SOSartsen. De PVV stemde tegen een meer inkomensafhankelijke premie, tegen maatregelen om wachtlijsten in de jeugdzorg te verminderen en zelfs tegen het in stand houden van het wettelijk recht op jeugdzorg. De PVV stemde ook tegen een passende indicatiestelling voor AWBZ-verzekerden, waardoor meervoudig gehandicapten en mensen met een intensieve zorgvraag nu geen gebruik kunnen maken van een PGB.
Gebroken beloften over veiligheid De PVV kiest voor fors extra geld voor veiligheid. Dat zijn 10.000 agenten meer op straat. Bij de presentatie van de regering beloofden zowel Rutte, Verhagen als Wilders dat er 10.000 extra agenten zouden komen. Maar die extra agenten komen er niet. Er zullen zelfs honderden reguliere agenten verdwijnen. Vijfhonderd agenten moeten van de PVV verhuizen naar de dierenpolitie. De PVV stemde ook tegen extra geld voor meer financiële rechercheurs die criminelen hun geld moeten afpakken en tegen een voorstel om 3.000 extra agenten aan te stellen. Ook agenten in spé moeten het ontgelden: de PVV stemt in met bezuinigingen op de politieopleiding en betaalt aspirant-agenten geen vergoeding meer. Voor zij-instromers wordt het zo onmogelijk om politieagent te worden. De PVV stemde in met het afschaffen van de zogenaamde ‘Montfrans-middelen, geld dat gemeenten gebruiken voor hun veiligheidsbeleid. De PVV weigert ook alcoholverslaafden in het verkeer extra aan te pakken en is tegen concrete voorstellen om de oververtegenwoordiging van niet-westerse jongeren in de criminaliteit terug te dringen. Recidive wil de PVV wel terugdringen, maar door te bezuinigen op reclassering en een snelle re-integratie van ex-gedetineerden af te wijzen, blijft ook dit een loze belofte.
Gebroken beloften voor dier en milieu ‘Fatsoen en respect voor weerloze levende wezens staat voor de PVV voorop. Het gaat niet alleen om huisdieren maar ook om onze primaire levensbehoeften melk, kaas en vlees. De PVV is voor een gecontroleerde afbouw van de bio-industrie, op de lange termijn. Boeren moeten bevrijd worden uit de klauwen van Europa. Ons landbouwbeleid moet helemaal worden gerepatrieerd. Wij
8
zijn tegen plezier- druk- en drijfjacht maar voor noodafschot en/of beheersjacht als er gevaar dreigt voor mens of dier. Rechten van het dier moeten in de Grondwet. Het gaat goed met het milieu in Nederland. De lucht is sinds decennia niet zo schoon geweest. . Illegale lozingen moeten met kracht worden tegengegaan. Wetten moeten strikt worden nageleefd. Straatvuil is voor veel mensen ergernis nummer één. De PVV is tegenstander van het onder water zetten van vruchtbare landbouwgrond. Dus geen ontpoldering. In de Westerschelde willen we geen nieuwe verdiepingen meer.’
schap te krijgen over onze land- en tuinbouw. De PVV verzet zich ook niet tegen de groeiende Europese bemoeienis met onze woningcorporaties. De partij stemde voor meer invloed van ‘Brussel’ op de Nederlandse begroting. De ‘falende magistratuur’ is volgens de PVV een bedreiging voor onze democratie, maar de partij stemde tegen een onderzoek naar de invloed van de manier van financieren van de rechterlijke macht op de kwaliteit van de vonnissen.
Tot besluit Van Wilders’ belofte dat hij zou opkomen voor hardwerkende Nederlanders en een einde zou maken aan de graaicultuur in ons land is niet veel terecht gekomen. Tegenover een aantal successen, zoals het ontslagrecht en extra zorg voor ouderen staan heel veel voorbeelden van stemgedrag van de PVV dat haaks staat op haar verkiezingsprogramma. Opvallend is dat dit ook vaak gebeurde op onderwerpen waar de PVV zich in het gedoogakkoord helemaal niet op had vastgelegd.
De PVV was in de verkiezingstijd kampioen dierenrechten. Na de verkiezingen veranderde dat snel. De fractie stemde tegen verplichte brandbestrijdingsmiddelen in stallen - waar de laatste vijf jaar ruim 700.000 dieren levend zijn verbrand. De partij stemde tegen betere controle op de intensieve veehouderij, tegen een voorstel om de dierenwelzijnsregels aan te scherpen, tegen plannen om gaandeweg een einde te maken aan de bio-industrie, tegen een verkoopverbod voor de bedreigde blauwvintonijn, tegen het in stand houden van het systeem van dierenrechten na 2015, maar voor de plezierjacht op wilde zwijnen op de Kroondomeinen. De PVV stemde ook tegen een vergunningenstop voor megastallen. Bovendien was de partij tegen het voorstel om vervuilende bedrijven te laten meebetalen aan het opruimen van dioxine in onze rivierbodems, tegen een actieplan om zwerfafval aan te pakken, tegen gesprekken met België om te voorkomen dat de Westerschelde verder zou moeten worden uitgediept, tegen het voorstel om meer openbaarheid te geven over de plannen voor nieuwe kerncentrales en voor de bouw van nieuwe kolencentrales.
Geert Wilders zaait teleurstelling. Buschauffeurs in Den Haag noemen hem en zijn ‘Partij Van Verraders’. De PVV beloofde de vervoersbedrijven GVB, RET en HTM te beschermen tegen de aanbestedingen, die het lokale vervoer in Den Haag, Rotterdam en Amsterdam zouden uitkleden en de arbeidsvoorwaarden van het personeel zouden verschralen. De PVV zit aan de knoppen, maar laat de buschauffeurs in de steek. En dat geldt voor veel meer mensen die bij de vorige verkiezingen vertrouwden op de sociale beloften van Geert Wilders: huurders, mensen met een handicap, politieagenten.
Gebroken beloften voor een democratisch Nederland ‘Onze democratie verkeert in de grootste crisis sinds Thorbecke. Wat we moeten doen is de macht teruggeven aan de burger. Eén aantasting van onze democratie heet Europese Unie. Het EU-nationalisme moet de kop worden ingedrukt. Nederland als provincie van de Europese superstaat daar zit niemand op te wachten. Repatrieer de macht uit Brussel naar Nederland. Geen subsidies aan politieke partijen’. Het woord ‘democratie’ valt vijftien keer in het PVV verkiezingsprogramma, het begrip ‘vrijheid’ nog vaker. Na de verkiezingen stemde de partij echter tegen de verbetering van de informatievoorziening van de regering aan de Kamer over Europese besluitvorming en de invloed van Nederland daarop. In strijd met haar beloften stemde de PVV tegen een nieuwe wet die de financiering van politieke partijen inzichtelijker moet maken. Ook de belofte voor meer openheid werd gebroken: de partij stemde tegen openbaarmaking van de zakelijke belangen van ministers en hoe zij me die belangen zijn omgegaan. De beloofde onafhankelijkheid van ‘Brussel’ leidde niet tot steun voor voorstellen om meer zeggen-
Met het plaatsen van dit onderzoekje, presenteren wij de daden van de PVV. Hopelijk helpt dit u om te begrijpen in wat voor positie wij met zijn allen zitten. Want of je het nu eens bent of juist niet met de meningen en beloftes, van een politieke partij, je mag toch wel verwachten dat men staat voor wat men zegt, en dat men zijn uitgangspunten en beloftes trouw blijft.
9
Jurisprudentie uitspraken kort geding B. Uit het voorgaande volgt dat de primaire vorderingen niet toewijsbaar zijn. C. Ter terechtzitting hebben gedaagden - met het oog op de subsidiaire vordering - toegezegd dat zij werkwilligen niet zullen belemmeren werk te verrichten (inclusief het werk dat op het hoofdkantoor verricht wordt), doch dat zij hooguit de discussie met werkwilligen zullen aangaan, en dat zij geen blokkades zullen uitvoeren. De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat gedaagden zich aan deze toezegging zullen houden en ziet daarom geen aanleiding om, in het kader van de subsidiaire vordering, een voorziening te treffen. D. De voorgenomen staking kan dus doorgang vinden op 29 juni 2011 van 10.00 uur tot 14.00 uur.
RET verliest kort geding tegen bonden RECHTBANK ROTTERDAM zaaknummer: 381635. Vonnis in kort geding van 27 juni 2011 te 13.00 uur RET versus Vakbonden A. In het vonnis van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 14 februari 2011 (uitgewerkt vonnis d.d. 22 maart 2011) is het volgende overwogen: “’( ... ) Het betreft een actie die zich keert tegen de werkgevers HTM en RET, maar zich richt tegen de overheid. In dit geval is geen sprake van een zuiver politieke actie, omdat met name de bezuinigingen, die rechtstreeks samenhangen met de eventuele openbare aanbesteding, een naar het zich laat aanzien aanzienlijke invloed zullen hebben op de werkgelegenheid en collectieve arbeidsvoorwaarden in ruime zin die onderwerp plegen te zijn van collectieve onderhandelingen tussen de bonden en de werkgevers. Dergelijke bezuinigingen zullen, als zij doorgaan, de onderhandelingspositie van de bonden verzwaren, althans dat is zeer waarschijnlijk. De voorzieningenrechter ziet geen reden om te betwijfelen dat bezuinigingen van aanzienlijke omvang te vrezen zijn. In beginsel zijn de aangekondigde acties dus rechtmatig, omdat ze onder het bereik van artikel 6 lid 4 ESH val1en.( ... )” De voorzieningenrechter ziet thans geen reden hierover anders te oordelen. De onderhavige actie valt aan te merken als een (voorlopige) afsluiting van een reeks van vergelijkbare acti es met eenzelfde doel, nu de kwestie waarvoor gestaakt wordt kennelijk op 29 juni 2011 in de Tweede Kamer aan de orde zal komen. In het verlengde daarvan acht de voorzieningenrechter deze actie als laatste in een reeks, waarbij de omvang en duur beperkt kan worden geacht, niet disproportioneel.
GVB en HTM verliezen kort geding tegen bonden. RECHTBANK AMSTERDAM zaaknummer: 493506 Vonnis in kort geding van 24 juni 2011 GVB en HTM versus Vakbonden. A. Overwogen wordt dat voldoende aannemelijk is dat de vervoersbedrijven schade hebben geleden door de vier voorgaande collectieve acties en dat ook de aangekondigde actie materiële schade bij de vervoersbedrijven en een aantal andere derden en overlast voor passagiers zullen veroorzaken. Desalniettemin wordt geoordeeld dat deze schade en overlast nog niet op het punt zijn gekomen dat daardoor in het licht van artikel G ESH een verbod op de acties is gerechtvaardigd. Weliswaar zijn de vervoersbedrijven ten aanzien van de acties van de bonden gericht tegen de kabinetsplannen als derden te beschouwen, wier rechten naar gelang van de omstandigheden een beperking van het recht op collectieve optreden kunnen rechtvaardigen, maar dat neemt niet weg dat van hen gevergd kan worden dat de bonden nog eenmaal gebruik maken van hun recht op collectieve actie om de besluitvorming rond de kabinetsplannen te beïnvloeden en zo te trachten te voorkomen dat die plannen doorgang vinden. Met name de omstandigheid dat de actie gepland is op de dag waarop in de Tweede Kamer de onder 2.5 genoemde initiatiefwet wordt gepresenteerd is daarbij van belang. B. In hoeverre de acties voor de vervoersbedrijven ook tot reputatieschade en aanspraken van derden zal leiden, is ongewis. Verreweg de meeste passagiers en andere betrokkenen zullen - naar mag worden aangenomen - ermee bekend zijn dat de vervoersbedrijven buiten hun wil door de acties worden getroffen en dat deze buiten hun invloedssfeer liggen.
10
C. Ook wanneer wordt uitgegaan van de materiële schade en overlast zoals die door de vervoersbedrijven is opgevoerd (waarvan de omvang overigens door de bonden is betwist), is deze schade en overlast niet van dien aard dat daardoor in het licht van artikel G ESH een verbod op de acties is gerechtvaardigd. De voorzieningenrechter neemt daarbij in aanmerking dat het thans gaat om korte acties van beperkte omvang, buiten de spitsuren. Daarbij komt
dat de duur en omvang vooraf algemeen bekend is gemaakt, zodat passagiers maatregelen kunnen nemen. Dat de acties zullen leiden tot ontwrichting van de openbare orde acht de voorzieningenrechter niet aannemelijk. D. De slotsom van het voorgaande is dat de vorderingen van de vervoersbedrijven dienen te worden afgewezen. E. De voorgenomen staking kan dus doorgang vinden op 29 juni 2011 van 10.00 uur tot 14.00 uur.
Bestuurs berichten Kinderopvangtoeslag alleen nog voor gewerkte uren ges is volgens de bewindspersonen rekening gehouden met reis- en pauzetijd. In geval van werkloosheid wordt een overgangstermijn van drie maanden gehanteerd, waarin toeslagaanvragers het recht op kinderopvangtoeslag behouden.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën hebben op 13 mei jl. een brief naar de Tweede Kamer gestuurd met als onderwerp ‘Aanpak fraude en oneigenlijk gebruik kinderopvangtoeslag’. In de brief wordt een aantal maatregelen aangekondigd om fraude/oneigenlijk gebruik aan te pakken. De belangrijkste maatregel is om de kinderopvangtoeslag te koppelen aan het aantal gewerkte uren. Het recht op het aantal uren kinderopvangtoeslag zal worden beperkt tot het aantal gewerkte uren van de minst werkende partner, vermeerderd met 40% voor kinderen tot vier jaar (dagopvang). In totaal dus 140% van het aantal gewerkte uren. Omdat schoolgaande kinderen minder gebruik maken van kinderopvang, wordt voor schoolgaande kinderen vanaf vier jaar (buitenschoolse opvang) het recht op kinderopvangtoeslag beperkt tot 70% van het aantal gewerkte uren. Bij beide percenta-
In de media zijn een aantal berichten verschenen waarin wordt beweerd dat kinderopvang tijdens vrije dagen (van werkende ouders) niet meer zou worden vergoed. Uit de brief wordt echter niet duidelijk of er met een vaste norm van het aantal uren wordt gewerkt. Is dat laatste wel het geval, dan wordt kinderopvang tijdens vrije dagen wel degelijk vergoed. Het Ministerie van SZW wordt op dit punt om opheldering gevraagd. Een andere maatregel is om het maximaal aantal uren voor de kinderopvangtoeslag te beperken. Op dit moment kunnen ouders per kind 230 uur per maand, per opvangsoort declareren. Dat betekent dat er bijvoorbeeld 460 uur per maand kan worden gedeclareerd voor
11
hetzelfde kind (dagopvang en gastouderopvang). Dit wordt gewijzigd naar een maximum van 230 uur voor alle opvangsoorten samen. De mogelijkheid om kinderopvangtoeslag met terugwerkende kracht aan te vragen wordt nagenoeg afgeschaft. Alleen kosten die gemaakt zijn vanaf één maand vóór de datum van aanvraag, komen voortaan nog in aanmerking. De brief kondigt nog een aantal maatregelen aan, waaronder de maatregel dat controles door de Belastingdienst worden aangescherpt en het mogelijk wordt hogere boetes op te leggen.
Dè Onafhankelijke Vakorganisatie ABGP betreurt een aantal van de aangekondigde maatregelen omdat zij een negatieve werking kunnen hebben op de arbeidsparticipatie. Bovendien worden er belangrijke zaken over het hoofd gezien. De voornaamste bezwaren van de ABGP zijn: • Ouders/verzorgers die mantelzorg of vrijwilligerswerk verlenen, zijn net zo belangrijk voor de Nederlandse samenleving, maar ontvangen in de voorstellen geen kinderopvangtoeslag meer. Dergelijke vormen van participatie worden door de aangekondigde maatregelen sterk ontmoedigd. • Kinderopvang kan niet meer worden ingezet tijdens de zoektocht naar een nieuwe baan (tijdens sollicitatiegesprekken etc.) indien de werkloosheid langer duurt dan drie maanden (overgangsmaatregel). Dit heeft een negatief effect op de arbeidsparticipatie. • Kinderopvang is gemakkelijk stopgezet, maar moeilijk weer hervat vanwege de wachtlijsten, die sommige kinderopvanginstellingen kennen. Ook hier biedt de overgangsmaatregel onvoldoende uitkomst. Voor de volledige brief verwijzen wij u naar www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kinderopvang.
Advertorial
Loyalis geeft inzicht in uw financiële situatie, nu en in de toekomst Uit onderzoek blijkt dat bijna 85% van de Nederlanders zich niet bewust is van de inkomensrisico’s bij pensioen, arbeidsongeschiktheid of overlijden. Het is dan ook hoog tijd voor meer financiële bewustwording.
Gemakkelijk en snel inzicht in uw financiële situatie Loyalis is de inkomensverzekeraar voor iedereen die werkt bij de overheid, in het onderwijs, in de bouw en bij de energie- en nutsbedrijven. En weet als geen ander wat er speelt in deze sectoren. Wij bieden u een speciale service aan, de Inkomensvooruitblik, waarin u in een oogopslag ziet hoe u er financieel voor staat. Via de Inkomensvooruitblik en het digitale dossier MijnLoyalis krijgt u direct inzicht in uw financiële situatie. Om gebruik te maken van deze service hoeft u geen producten bij Loyalis te hebben. Sterker nog: u kunt de producten die u bij anderen hebt afgesloten zelf aan het overzicht toevoegen. Zodat uw overzicht altijd compleet is. De service is gratis en vrijblijvend. Het enige dat u hiervoor hoeft te doen is uw pensioenfonds toestemming geven uw gegevens aan Loyalis te verstrekken.
ongeschikt wordt of wat uw nabestaanden krijgen als u komt te overlijden. Loyalis rekent met uw actuele salaris op basis van uw pensioengegevens. Op die manier ontstaat er een handig totaaloverzicht dat steeds kan worden bijgewerkt. Zo hebt u op elk moment de actuele stand binnen handbereik. Nog een voordeel van MijnLoyalis is dat u heel eenvoudig verschillende scenario’s kunt berekenen. Wat gebeurt er als u tussentijds verlof neemt? En hoe ziet uw inkomen eruit als u langer wilt doorwerken? Ook kunt u er berekenen wat het u oplevert en kost om uw inkomen aan te vullen.
Uw financieel totaaloverzicht De Inkomensvooruitblik is een handig totaaloverzicht met duidelijke grafieken en nettobedragen. Maar ook met heldere samenvattingen per scenario. Op die manier wordt financiële planning opeens een stuk eenvoudiger. De Inkomensvooruitblik krijgt u elk jaar. Als u vragen hebt over uw persoonlijke situatie, kunt u altijd contact opnemen met onze Klantenservice.
Wat kunt u van Loyalis verwachten?
Aanmelden of meer weten?
Op de website van Loyalis krijgt u uw eigen beveiligd persoonlijk dossier: MijnLoyalis. Daar ziet u wat uw inkomen wordt als u eerder wilt stoppen met werken, arbeids-
Kijk op www.loyalis.nl/Inkomensvooruitblik of bel de klantenservice van Loyalis: 045 579 61 11 op werkdagen van 8 tot 17.30 uur.
12
Kortere verjaringstermijn vakantiedagen Ondanks de vele argumenten die zijn ingebracht tegen het voorstel van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, is de Eerste Kamer op 24 mei 2011. Toch akkoord gegaan met de verslechtering in de vakantierechten van werknemers. Al eerder hebben de vakbonden hierover brieven aan de Tweede en Eerste Kamer gestuurd. Onder het mom van het voorkomen van veiligheids- en gezondheidsproblemen door regelmatiger vakantie op te nemen, heeft het kabinet zich (hoe verrassend) laten inpakken door werkgevers, die steeds roepen dat een stuwmeer aan verlofdagen een probleem is. In 2002 werd nota bene de verjaringstermijn juist verruimd van twee naar vijf jaar om werknemers tegemoet te komen, die behoefte hadden aan meer flexibiliteit. Werknemers moeten vanaf 1 januari 2012 hun wettelijke vakantiedagen binnen zes maanden na het opbouwjaar opnemen. Daarna vervallen deze dagen. Momenteel kunnen vakantiedagen nog vijf jaar worden opgespaard. Door de nieuwe maatregel zal de flexibiliteit van vakantieopname volgens Dè Onafhankelijke Vakorganisatie ABGP aanzienlijk worden beperkt. Dit heeft nadelige gevolgen voor werknemers, die extra dagen willen opsparen voor bijvoorbeeld mantelzorg, een sabbatical of studieverlof. De termijn van zes maanden geldt in beginsel niet voor mensen, die bijvoorbeeld door ziekte niet in staat zijn
geweest om vakantiedagen op te nemen. Werknemers die na ziekte (gedeeltelijk) re-integreren, moeten hun dagen echter wel binnen de gestelde termijn opnemen. Voor werknemers die ‘redelijkerwijs niet in staat zijn geweest om vakantie op te nemen’, geldt de vervaltermijn ook niet, maar dit zal over het algemeen moeilijk aan te tonen zijn. De enige mogelijkheid om een ruimere vervaltermijn te creëren is om hierover individuele of cao-afspraken te maken. Echter, gelet op de uitlatingen van bijvoorbeeld VNO-NCW en MKB-Nederland, zullen werkgevers niet geneigd zijn hieraan mee te werken. Overigens vallen bovenwettelijke vakantie- en verlofdagen niet onder de verjaringstermijn van een half jaar. Naast de kortere vervaltermijn voor vakantiedagen zal ook de vakantieopbouw van langdurig zieke werknemers wijzigen. Tot nog toe bouwden deze werknemers maximaal over zes maanden wettelijke vakantiedagen op. Vanaf 1 januari 2012 zullen over de gehele ziekteperiode vrije dagen worden opgebouwd, waardoor langdurig zieke werknemers recht krijgen op hetzelfde aantal vakantiedagen als gezonde werknemers. Het kabinet was hiertoe gedwongen door een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
wet werken naar vermogen Op 21 april 2011 heeft staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een hoofdlijnennotitie over de nieuwe Wet werken naar vermogen (WWNV) naar de Tweede Kamer gestuurd. Samenvattend komt de hoofdlijnennotitie op het volgende neer.
De WWNV zal gelden vanaf 1 januari 2013 en komt in de plaats van de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ). Voorts zal iedere jongere die
nog in staat is om met (gedeeltelijk) werk in zijn of haar onderhoud te voorzien, onder de nieuwe WWNV vallen. De (nieuwe) Wet wajong zal dan enkel nog gelden voor duurzaam en volledig arbeidsongeschikte jongeren. De Wet sociale werkvoorziening (WSW) blijft wel bestaan, maar gaat terug naar de oorspronkelijke opzet van beschut werk. Werkgevers die een WWNV’er in dienst nemen, hoeven alleen de ‘loonwaarde’ te betalen (het deel dat de WWNV’er productief is). De WWNV’er krijgt een aanvullende uitkering van de gemeente tot maximaal 100% van het minimumloon (loondispensatie). De WWNV wordt uitgevoerd door de gemeenten. Gedeeltelijk arbeidsongeschikte jongeren zullen dus voortaan worden begeleid door de gemeenten. De volledig en duurzaam arbeidsongeschikte jongeren blijven onder het UWV vallen. Voor de laatstgenoemde groep verandert er niets. Dit in tegenstelling tot de groep gedeeltelijk arbeidsongeschikte jongeren: de uitkering voor deze jongeren zal worden verlaagd van 75% naar 70% van het minimumloon. Tevens zal er een partnerinkomenstoets en een vermogenstoets gelden. Deze toetsen gelden overigens niet voor de jongeren, die voor 1 januari 2012 de Wajong zijn ingestroomd.
13
Dè Onafhankelijke Vakorganisatie ABGP maakt zich zorgen over de bovenstaande ontwikkelingen, met name rond de groep Wajongeren. De huidige Wajong populatie is namelijk niet te vergelijken met de Wet WIJpopulatie en vergt een hele andere (arbeidsmarkt)be-
nadering, waarbij het voor de ABGP maar zeer de vraag is of gemeenten hiertoe in staat zijn. Het risico van versnippering van kennis en ontbreken van deskundigheid is groot. Voorts is het een ongunstige ontwikkeling dat sociale partners, die in cao’s afspraken maken over het in dienst nemen van arbeidsongeschikte jongeren, nu te maken krijgen met ruim 400 autonome gemeenten in plaats van één UWV-Werkbedrijf (dan wel dertig werkpleinen). Bovendien vindt de ABGP het onacceptabel dat onder het mom van ‘werken naar vermogen’ wordt bezuinigd op de polisvoorwaarden van een kwetsbare groep, die veelal langer bij de ouders woont en voor wie de ouders vaak extra sparen. Naast de bovengenoemde maatregelen voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte jongeren wordt namelijk in de bijstand de partnerinkomenstoets omgezet in een huishoudens inkomenstoets. Voor meer informatie verwijzen wij u respectievelijk naar www.werkennaarvermogen.nl.
Advertorial
Kijk eens op www.GezondIZA.nl Weet u wanneer u naar de dokter moet? Welke sport het beste bij u past? Of hoe u omgaat met een chronische ziekte? U vindt de antwoorden op al uw vragen over gezondheid en lifestyle op www.gezondiza.nl, de website vol praktische tips, leuke tests en interactieve advieswijzers. Via ABGP kunt u een voordelige en uitstekende zorgverzekering afsluiten bij IZA. En speciaal voor haar leden heeft IZA de gezondheidswebsite www.gezondiza.nl. U vindt hier informatie over ziektes in de medische encyclopedie, over medicijnen in de geneesmiddelenatlas en over uw lijf en leden in het virtueel lichaam. U krijgt
advies op maat via Het Spreekuur, gezondheidstips voor alle levensfases en een goede voorbereiding voor gezond reizen.
Persoonlijk gezondheidsadvies op GezondIZA Speciaal voor IZA-verzekerden is er de mogelijkheid een persoonlijke pagina aan te maken, waarop u zelf gegevens kunt bijhouden over uw medicijngebruik, bloeddruk en persoonlijke klachten. Kortom: www.gezondiza.nl is er voor u. Tegen ziektes en onzekerheden, voor een goede gezondheid, uw gezondheid. Bekijk het op www.gezondiza.nl.
uitvoeringsinstructie UWV Op 26 mei jl. heeft minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de concept Uitvoeringsinstructie UWV bekend gemaakt. Drie Vakcentrales vinden dit een uitholling van het ontslagrecht en hebben de Tweede Kamer en de minister dat in een brief laten weten. De concept uitvoeringsinstructie maakt het mogelijk om een ontslagvergunning te verlenen. 1. Bij uitbesteding van werkzaamheden aan zelfstandigen zonder personeel.
14
2. Bij ontslag van vaste werknemers met behoud of uitbreiding van het aantal flexibele werknemers. Dè Onafhankelijke Vakorganisatie ABGP is van mening dat deze concept uitvoeringsinstructie een aantasting van de arbeids- en sociale zekerheidsrechten van werknemers betekent. De minister wil het namelijk mogelijk maken om, als dit voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is, vaste werknemers te ontslaan en die in te ruilen voor flexkrachten, terwijl er géén sprake is van een verval van arbeidsplaatsen. Een criterium, dat momenteel nog wel vereist is om een ontslagvergunning te kunnen krijgen. De werknemer wordt in dit geval voor een onmogelijke keus gesteld: of
het accepteren van flexwerk met slechtere arbeidsvoorwaarden of weigeren en ontslagen worden (middels de ontslagvergunning, die door het UWV zal worden verleend). Bovendien betekent het weigeren van flexwerk dat de werknemer zijn recht op een uitkering verliest, omdat hij verwijtbaar werkloos is. Op 9 juni a.s. zal er een Algemeen Overleg plaatsvinden in de Tweede Kamer waarin de concept uitvoeringsinstructie UWV zal worden behandeld. Met het oog op dit overleg hebben de drie vakcentrales gisteren een brief naar de Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer gestuurd, waarin zij hun zorgen over bovenstaande uitholling van het ontslagrecht uiten. U kunt de brief hier downloaden.
De minister van Sociale zaken en werkgelegenheid wil geen sociale rechten voor huishoudelijk personeel slaagd is de minister van Sociale zaken en werkgelegenheid een beetje in beweging te krijgen. Niet ten principale, want er is volgens de minister niets mis met de door de Vereniging voor Vrouw en Recht en door de vakbeweging bekritiseerde uitzonderingspositie voor huishoudelijk personeel in het sociaal recht. Huishoudelijk personeel in allerlei landen buiten Europa zou volgens hem maar wat graag een vergelijkbare positie willen verwerven in het land waar ze werken – en voor hen was een nieuw ILO-verdrag zeker gewenst. Met een kamermeerderheid was de minister uiteindelijk wel van mening dat er een verkeerd signaal uit zou gaan van tegenstemmen (of onthouden van stemming) – zo zou de wereld kunnen denken dat Nederland niet voor decent work for domestic workers is. De minister van Sociale zaken en werkgelegenheid wil eigenlijk niets doen om de positie van huishoudelijke personeel in Nederland te verbeteren. Op woensdag 15 juni 2011 had de minister van sociale zaken en werkgelegenheid overleg met de Tweede Kamer over dit onderwerp Een dag daarvoor was bekend geworden dat de minister zelfs overwoog om tegen het verdrag over ‘decent work for domestic workers’ te stemmen, waarover in de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) de afgelopen week overeenstemming was bereikt. De balans opmakend na afloop van het overleg kan geconstateerd worden dat de Tweede Kamer er in ge-
Waarschijnlijk zal Nederland donderdag 16 juni instemmen met het verdrag, maar in een stemverklaring uitleggen dat het zelf niet zal ratificeren. Door het ondertekenen of ratificeren zou Nederland instemmen met de verdragsbepaling dat huishoudelijk personeel recht heeft op dezelfde sociale rechten en arbeidsbescherming als andere werknemers, inclusief sociale zekerheid. Terwijl huishoudelijk personeel in Nederland dus niet dezelfde rechten heeft en niet zal krijgen als het aan de minister ligt. Een kamermeerderheid van VVD, CDA en PVV volgde de minister in deze opvatting. Toch is de minister op aandringen van de oppositie mogelijk bereid om de voorlichting over de werkgeversverplichtingen ten aanzien
15
van huishoudelijk personeel te verbeteren en om te bezien of en hoe de rol van bemiddelingsorganisaties verbeterd kan worden. Dan gaat het dus alleen maar over uitvoering van de bestaande regelgeving. Zes weken loondoorbetaling bij ziekte en in acht nemen van de wettelijke opzegtermijn zou voor veel werksters, alfahulpen en anderen die onder het regime van de
regeling Dienstverlening aan Huis vallen al een grote verbetering zijn. De minister gaat nog in het derde kwartaal van 2011 een brief schrijven aan de Kamer. Daarna beslist de Kamer of ze het overleg met de minister over dit onderwerp wil voortzetten.
Minimumloon 1 juli 2011 Krijgt u minimumloon? Werkt u in Nederland en bent u jonger dan 65 jaar? Dan hebt u recht op het Nederlandse minimumloon. Ook als u buitenlander bent. Uw werkgever mag u méér betalen, maar niet minder. U hebt ook recht op vakantiegeld.
Bruto minimumloon • Het bruto minimumloon staat in de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag. Uw werkgever is verplicht om het bruto minimumloon dat voor u geldt op uw loonstrookje te zetten. • Uw werkgever houdt belasting en premies in op de bruto bedragen. Daarom is uw nettoloon lager. Nettoloon is het loon dat u uitbetaald krijgt. • Elk jaar worden de bruto bedragen verhoogd, per 1 januari en per 1 juli.
Bruto minimumloon per 1 juli 2011 (in euro’s) Leeftijd
Per maand
Per week
Per dag
23 jaar en ouder 22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 16 jaar 15 jaar
€ 1435,20 € 1219,90 € 1040,50 € 882,65 € 753,50 € 653,00 € 566,90 € 495,15 € 430,55
€ 331,20 € 281,50 € 240,10 € 203,70 € 173,90 € 150,70 € 130,80 € 114,25 € 99,35
€ 66,24 € 56,30 € 48 02 € 40,74 € 34,78 € 30,14 € 26,16 € 22,85 € 19,87
Netto minimumloon • De nettobedragen staan niet in de wet. Nettoloon is het loon dat u uitbetaald krijgt, op uw rekening of contant. • Hoeveel u netto overhoudt hangt af van de belasting en premies die op uw loon worden ingehouden. Dit kan per persoon verschillen.
Hoe hoog is uw minimumloon per uur? De bedragen van het wettelijk minimumloon gelden voor een volledige werkweek. Meestal is dat 36, 38 of 40 uur per week. Dit hangt af van de sector waarin u werkt. Werkt u parttime, dan is het minimumloon waar u recht op hebt ook lager. Werkt u meer uren, dan hebt u recht op meer loon.
16
Voorbeeld: In uw bedrijf geldt een volledige werkweek van 38 uur. U bent 23 jaar en werkt 24 uur per week. U moet dan minimaal 209,18 euro bruto per week betaald krijgen. Dit is het minimumweekloon van 331,20 euro, gedeeld door 38 uur, maal 24 uur.
Hoe hoog is uw minimumloon per uur? Het minimumloon per uur staat niet in de wet, maar het kan wel worden berekend. Dat kan door het minimumloon per week te delen door het aantal uren bij een volledige werkweek.
Bruto minimumloon per uur bij 36-, 38- en 40-urige werkweek, per 1 juli 2011 (in euro’s): Leeftijd
Werkweek 36 uur
Werkweek 38 uur
Werkweek 40 uur
23 jaar en ouder 22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 16 jaar 15 jaar
€ 9,20 € 7,82 € 6,67 € 5,66 € 4,83 € 4,19 € 3,63 € 3,17 € 2,76
€ 8,72 € 7,41 € 6,32 € 5,36 € 4,58 € 3,97 € 3,44 € 3.01 € 2,61
€ 8,28 € 7,04 € 6,00 € 5,09 € 4,35 € 3,77 € 3,27 € 2,86 € 2,48
Let op: de bedragen gelden als richtlijn. Bij het berekenen van het uit te betalen loon moet een werkgever altijd uitgaan van het volledige wettelijk minimumloon per dag, week of maand. Gebruik van het indicatieve uurloon kan in verband met de afronding leiden tot onderbetaling.
Stukloon Ook als u per stuk wordt betaald, hebt u recht op het minimumloon. Per stuk is bijvoorbeeld: per kist, per kilo, per vierkante meter. Voor een uur werken in een normaal tempo moet u het minimumloon per uur kunnen verdienen.
Hoe hoog is het vakantiegeld? Als u in Nederland werkt hebt u recht op vakantiegeld. In de wet heet dit minimum vakantiebijslag. Dit is minimaal 8 procent van uw brutoloon. Het vakantiegeld komt bovenop uw gewone loon. Uw werkgever kan u dit bedrag in delen uitbetalen of één keer per jaar. Het vakantiegeld moet apart op uw loonstrookje staan vermeld. Als u stopt met werken bij uw werkgever, moet uw werkgever het vakantiegeld uitbetalen dat u nog te goed hebt, samen met uw laatste loon.
Hoe weet u of u het juiste loon ontvangt? De hoogte van het minimumloon wordt 2 keer per jaar aangepast, in januari en juli. Het gaat dan om het brutoloon bij een volledige werktijd.
Als u wilt nagaan of u (meer dan) het minimumloon ontvangt, moet u de volgende bedragen optellen: • het (basis)loon dat in uw contract staat; • toeslagen die u ontvangt. U kunt bijvoorbeeld een toeslag krijgen voor het leveren van een bepaalde
prestatie, voor het werken in ploegendienst, voor onregelmatige werktijden, wachtdienst en werkomstandigheden; vaste beloningen voor de omzet die u maakt. Deze worden elke betalingstermijn aan u uitbetaald; • beloningen van derden. Bijvoorbeeld fooien. Deze beloningen krijgt u door uw werk. Ook moet er een regeling zijn met uw werkgever.
Het totaal van deze bedragen mag niet minder zijn dan het minimumloon. Er zijn ook inkomsten in geld die niet meetellen bij de bepaling van het minimumloon, zoals: • geld verdiend met overwerk; • vakantiebijslag.
Deeltijdwerk en minimumloon De hoogte van uw bruto minimumloon is afhankelijk van hoeveel uur u werkt. Als u in deeltijd werkt, is het bruto minimumloon evenredig lager.
Loonstrookje Op uw loonstrookje staat het wettelijk minimumloon dat voor u geldt.
Wat staat er op uw loonstrookje? Van uw werkgever krijgt u een loonstrookje. U kunt hierop de volgende gegevens vinden: • uw brutoloon; uit welke bedragen dit brutoloon is opgebouwd, bijvoorbeeld uw basisloon en prestatietoeslagen; • het wettelijk minimumloon en de minimum vakantiebijslag die voor uw gelden • uw naam en de naam van uw werkgever; • de periode waarvoor u betaald krijgt, bijvoorbeeld de maand juli; het aantal uren dat u werkt.
17
Ook de loonheffingen kunt u op het loonstrookje terugvinden. Op uw brutoloon worden namelijk door de werkgever onder andere de premies volksverzekeringen (AOW, ANW, AWBZ) en de bijdrage zorgverzekeringswet ingehouden. De heffingen worden afgedragen aan de Belastingdienst.
Controle Aan de hand van uw loonstrookje kunt u controleren of u genoeg uitbetaald hebt gekregen.
Wat kunt u doen als u te weinig loon krijgt? Praat eerst met uw werkgever als u minder dan het wettelijk minimumloon krijgt. Helpt dit niet, dan kunt u een klacht indienen bij de Arbeidsinspectie. Dit kan ook anoniem. Het adres treft u onder ‘Meer informatie’ aan. U kunt ook naar de kantonrechter gaan. Hierbij kan een
vakbond, wetswinkel, juridisch loket of sociaal raadspersoon u adviseren.
Later loon opeisen kan ook Ook als u er later achter komt dat u te weinig betaald hebt gekregen, kunt u het niet-betaalde loon opeisen. Dit kan binnen vijf jaar. Vakantiegeld dat niet is uitbetaald moet u ook binnen vijf jaar opeisen.
Pensioenschade bij ontslag let op, neem alle schadeposten mee! Alleen over de eerste zes maanden werd geen bijdrage gegeven. Voor werknemers die in 2010 werkloos zijn geworden, zijn er ook al gevolgen voor de pensioenopbouw. De FVP-pot is namelijk leeg aan het raken. De bijdrage voor de werknemers die in 2010 werkloos zijn geworden, heeft een voorwaardelijk karakter. Vanwege de huidige financiële omstandigheden heeft het FVP de betalingen van de bijdragen al opgeschort tot uiterlijk 1 januari 2014.
Het was al een paar maal aangekondigd: de bijdrage van de stichting Fonds Voortzetting Pensioen (FVP) zou gaan vervallen. Er zijn in het verleden al meerdere malen data genoemd waarop dat zou gaan gebeuren. Inmiddels is het gebeurd: 1 januari 2011 was het zover. Per 1 januari 2011 komen werknemers die in de WW terechtkomen niet meer in aanmerking voor een bijdrage van de stichting Fonds Voortzetting Pensioen (FVP). Dat betekent, dat de pensioenopbouw direct bij het ontslag stopt en niet meer (zij het veelal maar gedeeltelijk) doorloopt tijdens de WW-periode. Omdat de FVP bijdrage pas wordt voldaan na afloop van de WW-uitkering zullen nog niet veel mensen geconfronteerd zijn met dit ‘gat’ in hun pensioenopbouw. Mits een ex-werknemer aan alle voorwaarden voldeed, ontving hij of zij van het FVP gedurende de periode dat de werknemer recht had op een loongerelateerde uitkering de pensioenpremie helemaal of gedeeltelijk doorbetaald.
Het bestuur van het FVP kan ook nog overgaan tot het korten van de bijdrage. Dat wil zeggen dat ook niet meer de hele bijdrage wordt voldaan in uw pensioenpot. De bijdrage was overigens sowieso al gebaseerd op het maximum dagloon. Wie meer verdiende dan het maximum dagloon ontving slechts tot dat plafond een bijdrage uit het FVP in het verleden. Door het vervallen van de FVP-bijdrage heeft de oudere werknemer die wordt ontslagen dus in feite extra (pensioen)schade. Strikt genomen is de pensioenschade natuurlijk even hoog, maar de bijdrage die geleverd werd door het FVP komt te vervallen en zal dus uit een ander potje (lees: dat van de werkgever) moeten komen.
Hogere ontslagvergoeding Dit zal tot gevolg hebben dat een hogere ontslagvergoeding zal worden gevorderd bij ontslag of een andere creatieve oplossing bedacht moet worden. Bijvoorbeeld door ter gelegenheid van het ontslag een vergoeding af te spreken voor vrijwillige voortzetting van de pensioenregeling. Door de huidige regelgeving kan een pensioenregeling na
18
4. de vrijwillige voortzetting vindt niet plaats gedurende de drie jaar voorafgaande aan de pensioendatum, tenzij de dienstbetrekking om medische redenen is beëindigd; 5. de pensioenovereenkomst moet voorzien in de mogelijkheid van vrijwillige voortzetting; 6. en de pensioenregeling moet voorzien in de mogelijkheid van vrijwillige voortzetting of de pensioenuitvoerder moet met vrijwillige voortzetting instemmen.
ontslag fiscaal drie jaar vrijwillig worden voortgezet. Dat kan dus per saldo een zelfde resultaat opleveren als de FVP-bijdrage. In sommige gevallen zal deze voortgezette opbouw meer opleveren, in sommige gevallen minder. Een en ander is natuurlijk afhankelijk van de duur van de werkloosheidsperiode en het inkomen. Duurt de werkloosheidsperiode maar kort, dan zal er minder snel een gat in de pensioenopbouw ontstaan, als daarna weer kan worden deelgenomen aan een volgende pensioenregeling bij een volgende werkgever. Duurt de werkloosheidsperiode langer en was het loon hoger, dan zal een werkgever minder snel bereid zijn om gedurende een periode van drie jaar de pensioenpremie te voldoen. Uiteraard spelen ook de redenen van het ontslag een rol. Om de pensioenregeling na ontslag vrijwillig voort te kunnen en willen zetten, moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden: 1. de werknemer moet gedurende ten minste drie jaren deelnemer zijn geweest in de voort te zetten regeling; 2. de pensioenregeling mag niet worden gewijzigd zodat pensioenverbetering plaatsvindt; 3. er vindt geen cumulatie plaats met een pensioenregeling bij een eventuele nieuwe werkgever, de vorming van een oudedagsreserve of deelname aan een beroepspensioenregeling;
Al met al een heleboel voorwaarden om aan te voldoen. In veel gevallen zal dit dan ook niet tot de mogelijkheden behoren. Uiteraard is het dan wel mogelijk om te berekenen was de pensioenopbouw in die komende drie jaar geweest zou zijn. Dat kan dan weer als koopsom worden gekapitaliseerd en onderdeel uitmaken van de ontslagvergoeding. Maar ook is het nu zeker zaak geworden om goed beslagen, onderbouwd, voorzien van berekeningen en toelichtingen, ten ijs te komen bij de rechter, waar de ontslagvergoeding aan de orde is. In ontslagprocedures zal er naar verwachting nu al rekening mee gehouden moeten worden. Dat geldt niet alleen voor de werknemers die vanaf 2011 ontslagen worden, maar ook voor de werknemers die de voorwaardelijke bijdrage van 2010 nog maar af moeten wachten. Het is ook voor hen aan te raden hun rechten veilig te stellen en alvast aan hun ex-werkgever te melden, dat ze alsnog aanspraak gaan maken op pensioenschade als achteraf blijkt dat de FVP-bijdrage niet of slechts ten dele wordt verkregen.
Op tijd laten informeren Laat u daarom op tijd en vooraf informeren door een deskundig adviseur om er zo op tijd en dus pensioenbewust bij te zijn als uw ontslag dreigt. Dan vordert u op tijd uw schade en voorkomt u dat u achteraf met nog een extra gat wordt geconfronteerd. Bron: Telegraaf
Meest gestelde vragen pensioenakkoord Vraag 1. Wat is de betekenis van het Pensioenakkoord? Antwoord 1: Nederland heeft een goed pensioenstelsel; het beste ter wereld wordt internationaal gezegd. En dat willen wij graag zo houden. Ons stelsel biedt veel zekerheid, maar er zijn ook risico’s. De gevolgen van de recente financiële crisis maakten dit voor iedereen duidelijk. Het pensioenakkoord zorgt ervoor dat het stelsel beter omgaat met schokken op de financiële markten en met het feit, dat we gemiddeld steeds ouder worden. Hier hield het oude stelsel te weinig rekening mee. We worden in Nederland sneller dan verwacht, steeds ouder en dus gaan we langer met pensioen (en AOW). We willen onze pensioenen voor jong en oud ook voor de toekomst in stand houden.
We moeten dan wel langer doorwerken, omdat we tegelijkertijd langer leven.
2. Waarom gaat de pensioenleeftijd omhoog? Antwoord 2: Het blijkt dat we steeds langer leven en dat de levensverwachting vanaf 65 jaar blijft stijgen. Hierdoor hebben we, toen we premie betaalden voor het pensioen, eigenlijk te weinig geld ingelegd in de pensioenpot. Dit kon lange tijd worden opgevangen door de pensioenpremies te verhogen en hogere rendementen te behalen op het pensioenvermogen. De voorspellingen over de toekomstige levensverwachting blijken achteraf gezien te laag te zijn geweest. De stijging van de levensverwachting zet nog door. We hebben dus te maken met een deels
19
onbetaalde rekening vanuit het verleden. Om de effecten van oplopende levensverwachting in de toekomst te voorkomen is er nu voor gekozen om de stijgende levensverwachting te neutraliseren in de premie. Dat wil zeggen dat de premie niet verder stijgt, maar de gemiddelde rekenleeftijd, waarmee iemand met pensioen kan gaan, wordt verhoogd volgens de verdere stijging van de levensverwachting. Daarmee voorkomen we dat de hoogte van de pensioenuitkering lager wordt.
3. Is het waar dat de pensioenuitkering afhankelijk wordt van beleggingsresultaten? Antwoord 3: Het is juist dat de hoogte van het pensioen zal afhangen van de vraag of pensioenfondsen voldoende in kas hebben om aan de verplichtingen te voldoen. Dit noemen we een ‘voorwaardelijke pensioentoezegging’. De pensioenfondsen zullen echter proberen de pensioenuitkering zoveel mogelijk gelijk te houden met een compensatie voor gestegen prijzen (waardevast pensioen) of voor gestegen lonen (welvaartsvast pensioen). In betere tijden zullen ze extra vermogen opbouwen om in slechtere tijden toch de pensioenen op het gewenste niveau te kunnen uitkeren. Er is in het Pensioenakkoord dan ook afgesproken om de pensioenpremies in beginsel niet te verlagen als de beleggingsopbrengsten meevallen. Zouden de pensioenpremies in dat geval namelijk wel worden verlaagd, dan worden er minder reserves (buffers) opgebouwd en zullen de pensioenfondsen in economisch slechtere tijden eerder in de problemen komen en gedwongen worden te korten op de opgebouwde pensioenen.
4. Is het pensioen tot nog toe wel gegarandeerd Antwoord 4: Tot nog toe is de pensioentoezegging nor-
maal gesproken gegarandeerd voor een vast bedrag dat men heeft opgebouwd. Wij noemen dit ‘nominale rechten’. De compensatie voor prijsstijgingen (jaarlijkse indexering) is voorwaardelijk, dus niet gegarandeerd. Deze is altijd gefinancierd uit hogere beleggingsopbrengsten en hogere premies. Vooral de beleggingsopbrengsten stonden de afgelopen jaren onder druk, waardoor pensioenfondsen niet mochten indexeren. Als het vermogen van pensioenfondsen niet meer de nominale verplichtingen in de toekomst kan garanderen, moeten de pensioenfondsen volgens de huidige wetgeving korten op de pensioenuitkeringen (‘afstempelen’). Dat is bij een paar pensioenfondsen gebeurd. De pensioenen zijn dus ook nu niet honderd procent gegarandeerd. Dat is in ieder geval zo bij het waardevast houden van de pensioenen. Als de pensioenen bijvoorbeeld twintig jaar niet worden geïndexeerd (dat wil zeggen dat pensioenen verhoogd worden om de inflatie bij te kunnen houden), halveert de koopkracht van de pensioenen en de pensioenopbouw. Zonder indexatie daalt het pensioen in waarde, omdat het levensonderhoud van mensen door inflatie duurder wordt. Om deze reden pleit de MHP dan ook voor een zogenaamd ‘reëel pensioen’, dat transparant is voor de deelnemer in termen van koopkracht en geldontwaarding.
5. Waarom een ander pensioencontract? Antwoord 5: Zoals alle financiële instellingen na de financiële crisis genoodzaakt zijn om meer reserves aan te houden, worden ook pensioenfondsen hiertoe gedwongen, als zij harde (onvoorwaardelijke) toezeggingen willen nakomen. De prijs hiervan is hoog, want hoe zekerder men ervan wil zijn dat er in de toekomst genoeg geld in de pensioenpot zit om aan de pensioenverplichtingen te kunnen voldoen, hoe meer geld er ook daadwerkelijk in de pensioenpot moet blijven. Pensioenfondsen zouden dan nog hogere buffers moeten hebben dan nu al het geval is. Hierdoor, en door het feit dat de pensioenpremies niet meer verder kunnen stijgen, zullen pensioenfondsen de komende jaren nauwelijks nog in staat zijn de pensioenen te indexeren (aanpassen aan inflatie) en is de kans groter dat zij eerder moeten korten op de ingegane pensioenen en opgebouwde rechten. Ook komen er in het geval van harde toezeggingen (‘onvoorwaardelijke pensioenen’) strengere regels voor het beleggingsbeleid van pensioenfondsen. Ze zullen minder beleggingsrisico mogen lopen en daardoor steeds minder in aandelen mogen beleggen. Dit brengt weliswaar minder risico met zich mee, maar betekent ook dat er op de langere termijn minder rendementen zullen worden behaald door de pensioenfondsen, waardoor er minder geld binnenkomt in de pensioenkassen. Het uiteindelijke pensioen van een persoon wordt momenteel voor meer dan de helft bepaald door het rendement, dat in de loop der jaren behaald wordt op de ingelegde premie. Als we geen nieuw pensioencontract zouden afsluiten, zou er dus weliswaar meer zekerheid zijn dat de pensioenfondsen wel geld in kas hebben om de opgebouwde pensioenuitkeringen te kunnen betalen, maar is de kans veel groter dat de pensioenuitkeringen aanzienlijk lager uitvallen dan de deelnemers (werk-
20
nemers) hadden verwacht. De Stichting van de Arbeid heeft daarom gekozen voor een ander pensioencontract, waarbij het pensioen niet meer gegarandeerd wordt (zogenaamd ‘voorwaardelijk pensioen’). Dit is niet wezenlijk anders dan tot op heden gebeurd is met de pensioenen. De indexering is niet gegarandeerd en in uiterste gevallen moet ook gekort worden op de pensioenuitkeringen (afstempelen). Met een voorwaardelijk pensioen kunnen hogere rendementen worden behaald en hoeven er niet (onnodige) overreserves te worden aangehouden. De kans dat met dit nieuwe pensioencontract weer geïndexeerd kan worden ter compensatie van de inflatie (of de loonstijging) en dat er niet gekort hoeft te worden op de pensioenopbouw en de pensioenuitkeringen, wordt hierdoor realistischer en realiseerbaar.
6. Wat gebeurt er tot 2012 met de opgebouwde pensioenrechten? Antwoord 6: Het wordt niet verplicht om de opgebouwde rechten tot 2012 (dus ook die van gepensioneerden) over te hevelen naar een nieuw pensioencontract, dat wil zeggen dat ze ook een voorwaardelijk karakter krijgen. De keuze hiervoor (wel of niet voorwaardelijk maken) wordt in beginsel overgelaten aan het pensioenfondsbestuur. In de komende tijd wordt onderzocht hoe dit het beste juridisch vorm gegeven kan worden. Tot die tijd worden de wettelijke regels rondom het pensioen niet aangescherpt, zoals dit kabinet aanvankelijk van plan was en waardoor de kans op korten op de pensioenen eerder in beeld zou komen. Hoewel het niet aantrekkelijk lijkt voor de deelnemers om een onvoorwaardelijk (gegarandeerd) pensioen om te zetten in een voorwaardelijk (niet gegarandeerd) pensioen, zal dit meestal wel de meest verstandige keuze zijn. Door de strengere voorwaarden voor een onvoorwaardelijk pensioen, is het onwaarschijnlijk dat de komende jaren geïndexeerd kan worden, waardoor het opgebouwde pensioen steeds minder waard wordt. Bovendien is de kans dat gekort moet worden op gegarandeerde pensioenen, aanzienlijk groter. Alleen als pensioenfondsen over hele hoge buffers beschikken, kan een gegarandeerde toezegging aantrekkelijker zijn. Overigens kan ook bij voorwaardelijke toezeggingen gekozen worden voor meer zekerheid door een veilige beleggingsmix te kiezen. Hoe lager de ambitie voor de indexering, des te meer kan een pensioenfonds zekerheid bieden. Dat is nu in feite ook al het geval.
7. Mag je eerder of later met pensioen? Antwoord 7: Ja, dat mag. Bij de meeste pensioenfondsen is het al mogelijk om het aanvullend pensioen eerder of later te laten ingaan. Als het pensioen eerder wordt opgenomen, wordt het opgebouwde pensioengeld over een langere periode uitgesmeerd en zal dit op jaarbasis leiden tot een lagere pensioenuitkering. Indien een aanvullend pensioen pas later wordt opgenomen, zal het pensioen op jaarbasis hoger zijn. Dat zal ook gaan gelden voor de AOW Dit noemen we ook wel het basispensioen. Eén jaar eerder laten ingaan van de AOW betekent dat de hoogte van de AOW 6,5% (levenslang) lager uitkomt. Eén
jaar later laten ingaan van de AOW betekent echter dat de AOW-uitkering levenslang 6,5% hoger uitkomt. Dit is een individuele keuze.
8. Waarom heeft ook de overheid besloten de AOW-leeftijd te verhogen? Antwoord 8: De opgebrachte AOW-premie in enig jaar wordt direct uitgekeerd aan mensen, die AOW ontvangen (we noemen dit een omslagstelsel). Daarnaast wordt nog een gedeelte betaald uit belastingen. Doordat mensen steeds langer leven en steeds meer mensen AOW ontvangen (zogenaamde ‘babyboomers’), stijgen in de komende decennia de totale uitgaven van de AOW aanzienlijk. Tegelijkertijd staan daar steeds minder mensen tegenover, die AOW-premie betalen. Daarom heeft het kabinet Rutte besloten om in 2020 de AOW-leeftijd te verhogen naar 66 jaar.
9. Wat betekent het akkoord voor mijn AOWuitkering: blijft deze op niveau? Antwoord 9: Ja, er is afgesproken met het kabinet dat de AOW jaarlijks in ieder geval tot 2028 met 0,6% extra verhoogd zal worden. Dit om tegemoet te komen aan de wens van sociale partners om de AOW te koppelen aan de stijging van de gemiddelde lonen. Tot nog toe werd bij de jaarlijkse verhoging van de AOW-uitkering alleen naar de loonsverhogingen gekeken, die collectief in de cao worden afgesproken. Er wordt daarmee dus geen rekening gehouden met (de gemiddelde trend van) individuele loonsverhogingen, zoals met de opbouw van de aanvullende pensioenen wel het geval is. De jaarlijkse aanpassing (indexering) van de AOW komt daardoor iets hoger te liggen. Daar staat wel tegenover dat in de komende jaren de aparte maandelijkse AOW-tegemoetkoming (ongeveer 33 euro bruto per maand) en vervolgens een deel van de algemene inkomensafhankelijke ouderenkorting langzaam worden afgebouwd. Als we dit tegen elkaar afwegen, zal per saldo de maandelijkse AOW-uitkering niet lager worden.
10. Kunnen mensen wel langer doorwerken? Antwoord 10: Op dit moment hebben oudere werknemers een zeer geringe kans om aan het werk te komen, als ze eenmaal werkloos zijn. Om een beeld te geven: slechts 2% van de nieuwe vacatures wordt vervuld door personen van 55 jaar en ouder. Een verhoging van de pensioenleeftijd betekent dan in feite dat deze personen nog langer
21
werkloos blijven en langer van een uitkering moeten zien rond te komen. De Stichting van de Arbeid, het centrale overlegorgaan van werknemers- en werkgeversorganisaties, vindt dit onaanvaardbaar en heeft daarom de laatste maanden gewerkt aan een aantal plannen om de kansen op een baan voor oudere werknemers en werkzoekenden te vergroten. Er is onder andere afgesproken dat er een campagne zal worden begonnen, waarin alle onterechte vooroordelen over oudere werknemers worden bestreden. Een van de belangrijkste afspraken is dat werkgevers uitdrukkelijker ook oudere werknemers gaan uitnodigen voor een sollicitatiegesprek. Bovendien zullen zij bij het aannamebeleid kijken naar de leeftijdssamenstelling van het personeel, waardoor oudere werknemers een gelijke kans krijgen om aangenomen te worden. Belangrijk is ook dat werkgevers oudere werknemers niet zomaar (meer) zullen ontslaan, maar helpen met het vinden van een andere functie binnen of buiten het bedrijf (van werk naar werk helpen). Om werkgevers eerder over de streep te trekken om een oudere werkzoekende in dienst te nemen, worden voor werkgevers bepaalde financiële risico’s weggenomen, als deze zich voordoen (bijvoorbeeld het risico op langdurige ziekte). Er zijn nog veel meer afspraken gemaakt, die uiteindelijk allemaal ertoe moeten leiden dat de arbeidsparticipatie en de kans op een baan over tien jaar (als de AOW-leeftijd verhoogd wordt) voor oudere werknemers niet afwijken van die van jongere werknemers.
11. Ik word voor 1 januari 2020 65 jaar of ouder hoe ziet het er voor mij uit? Antwoord 11: De jaarlijkse stijging van uw AOW uitkering wordt vanaf 2013 0,6% per jaar hoger.
12. Ik word tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2024 65 jaar hoe ziet het er voor mij uit? Antwoord 12: U kunt uw AOW op uw 65ste in laten gaan. Maar er is dan een levenslange korting op uw AOW uitkering van toepassing van 6,5%. Deze wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de jaarlijkse stijging van de AOW uitkering met 0,6% vanaf 2013. Uw “officiële”AOW ingangsdatum is 66 jaar. U kunt uw AOW uitkering in laten gaan op uw 66ste . er is dan geen korting van toepassing op uw AOW uitkering. De jaarlijkse stijging van uw AOW uitkering wordt 0,6% per jaar hoger vanaf 2013. U kunt uw AOW uitkering ook op latere leeftijd dan 66 jaar in laten gaan. U ontvangt dan levenslang een opslag van 6,5% per uitgesteld jaar op uw AOW uitkering. De jaarlijkse stijging van uw AOW uitkering wordt 0,6% per jaar hoger vanaf 2013.
13. Ik word na 1 januari 2024 65 jaar hoe ziet het er voor mij uit? Antwoord 13: U kunt uw AOW uitkering op uw 65ste in laten gaan. Er is een levenslange korting op uw AOW uitkering van toepassing van 13,4%. Deze wordt gedeeltelijk gecompenseerd door een jaarlijkse stijging van 0,6% vanaf 2013. U kunt uw AOW uitkering op uw 66ste in laten gaan. Er is een levenslange korting op uw AOW uitkering van toepassing van 6,5%. Deze wordt gedeeltelijk gecom-
penseerd door een jaarlijkse stijging van 0,6% vanaf 2013. Uw ”officiële” AOW ingangsdatum is 67 jaar. U kunt uw AOW uitkering op uw 67ste in laten gaan. Er is geen korting op uw AOW uitkering van toepassing. De jaarlijkse stijging van uw AOW uitkering wordt 0,6% per jaar hoger vanaf 2013. U kunt uw AOW uitkering ook op een latere leeftijd dan 67 jaar in laten gaan. U ontvangt dan levenslang een opslag van 6,5% per uitgesteld jaar op uw AOW uitkering. De jaarlijkse stijging van uw AOW uitkering wordt 0,6% per jaar hoger vanaf 2013.
Aandachtspunten: VOOR • De AOW wordt flexibel: AOW met 65 kan • AOW en ouderenkortingen worden inkomensafhankelijk: laagste inkomens profiteren • Koppeling AOW en verdiende lonen vanaf 2013: jaarlijks een verbetering van 0,6 procent • Premiestijging losgekoppeld van levensverwachting: koopkracht werknemers blijft op peil • Hetzelfde pensioen voor jongeren én ouderen • Minder druk op de financiering van het aanvullend pensioen • Afspraken over plan ouderenparticipatie TEGEN • De AOW wordt vijfjaarlijks aangepast: mogelijke stijging naar 67, zelfs 68 jaar • De midden en hogere inkomens verliezen tegemoetkoming AOW en ouderenkorting • AOW-uitkering ontvangen vanaf 65 jaar betekent levenslang 6,5% minder uitkering per maand • Het aanvullend pensioen wordt ook gekoppeld aan de levensverwachting: langer werken is nodig voor dezelfde pensioenuitkering als nu • Eventuele aanpassingen pensioencontracten legt risico’s van de financiële markten meer bij werknemers
Wat zijn nou de problemen? Voor ABGP zijn er wat zaken onacceptabel. 1. Op de eerste plaats het feit dat de risico’s te eenzijdig bij de werknemers worden gelegd. Werkgevers moeten medeverantwoordelijk blijven voor de gevolgen van mogelijke problemen op de financiële markten. Die verantwoordelijkheid moet desnoods juridisch afdwingbaar zijn. 2. Op de tweede plaats vindt de ABGP het onaanvaardbaar wanneer mensen werkzaam in de zware beroepen en de lagere inkomensgroepen er als gevolg van dit akkoord er op achteruit zouden gaan. Als iemand vanaf 2020 op 65-jarige leeftijd gebruik wil maken van de AOW, moet dit gelijk zijn aan het huidige niveau. De huidige berekeningen zijn onvoldoende duidelijk, dat dit kan worden gewaarborgd. Dè Onafhankelijke Vakorganisatie ABGP roept de partijen op om deze punten in overleg op te lossen om daarmee de risico’s eerlijker te verdelen en vooral de lagere inkomensgroepen te beschermen.
22
verslag actie 29 juni 2011 Ruim duizend medewerkers van GVB, RET en HTM waren woensdag 29 juni 2011 naar het Plein in Den Haag gekomen om oppositiepartijen PvdA, SP, Groen Links en D66 te ondersteunen. De grote oppositiepartijen hebben een initiatiefwet in de Kamer ingediend waarin wordt afgezien van de verplichte aanbesteding van het stadsvervoer in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag maar ruimte is voor keuze vrijheid.
Redactie commentaar: we denken aan een zin uit de tekst van Welterusten, Meneer de President een protestlied van Bodewijn de Groot uit 1966. Met een kleine aanpassing in de tekst (MINISTER SCHULTZ, “SLAAP ZACHT” ”denk maar niet aan die duizenden ontslagen, die vergissing laatst met dat OV dossier, laat heel die linkse kliek maar praten” MINISTER SCHULTZ, ” SLAAP ZACHT”) oude tijden herleven. Medewerkers van de RET, het GVB en de HTM hebben zich daarom genoodzaakt gezien om al sinds februari actie te voeren tegen deze dreigende kaalslag in het stadsvervoer. Woensdag 29 juni 2011 lag het OV in de steden stil tussen 10.00 en 14.00 uur, zodat de bus-, tram- en metrochauffeurs naar het Plein in Den Haag konden komen. Waar ook de Rappers Jeremiah en QuinnaSysteem in een speciaal voor deze actie gemaakte Rap de problemen op een moderne manier ten gehore brachten aan de actievoerders http://www.abgp.nl/l/library/download/267177
Het kabinet denkt door alleen een verplichte aanbesteding 120 miljoen te bezuinigen, gebaseerd op oude cijfers van een oude rapport uit 2004, hierdoor dreigen de publieke vervoersbedrijven GVB, RET en HTM door aanbesteding in buitenlandse handen te komen. De minister Melanie Schultz erkent dat er verkeerde uitgangspunten zijn gebruikt maar stelt het staat in het regeerakkoord dus voer ik het uit een soort “Befehl ist Befehl” en kort gewoonde drie stadsregio’s als eerste 120 miljoen euro bezuiniging als resultaat van de aanbesteding (daar komen de 5% korting op de brede doel uitkering BDU “?”en 1,1% vermindering prijsindex “?”nog overheen). In de tweede kamer geeft ze als antwoord op vragen over verdwijnen van werkgelegenheid dat dit niet door de aanbesteding komt maar dat dit keuzes zijn van de aanbestedende partij (op zich ook een manier om voor je verantwoordelijkheid weg te lopen) dit klopt op zich, het komt doordat zij gewoon 120 miljoen minder subsidie geeft aan het Openbaar Vervoer in de drie grote steden die doordat ze al marktconform presteren en vanaf het bewuste rapport al 166 miljoen bezuinigd hadden zal deze actie van de minister Schultz betekenen dat bij het GVB, RET en HTM tientallen bus-, tram- en metrolijnen geschrapt moeten worden en ongeveer 3000 medewerkers hun baan verliezen.
Daarna overhandigden Jacques Monasch (PvdA), Farshad Bashir (SP), Ineke van Gent (GroenLinks) en Kees Verhoeven (D66) een eerste, uitvergroot exemplaar van hun initiatiefwet aan de actievoerende medewerkers.
Namens alle betrokken vakbonden zei Eric Vermeulen: ‘Ik hoop dat premier Mark Rutte en verkeersminister Melanie Schultz hun vakantie gebruiken om zich te bezinnen en zich achter de oppositie scharen om die verplichte aanbesteding te schrappen. Rutte begon zijn premierschap met de woorden: afspraak is afspraak. Er lag een afspraak dat de verplichte aanbesteding niet door zou gaan als de stadsvervoerders konden aantonen dat zij marktconform werken. Ze werken inmiddels al jaren marktconform dus dan moet ook die verplichte aanbesteding van tafel.’
23
Telefonisch spreekuur voor werknemer/sters van de bedrijven: Luttikhuis Losser, Brookhuis personenvervoer bv, Taxi centrale Almelo en Taxi Tijhuis Goor verenigd in Vervoersteam B.V. De ABGP heeft een informatietelefoonnummer voor werknemers/sters van bovengenoemde bedrijven in werking gesteld. Bent u werkzaam bij één van deze werkgevers en heeft u vragen over b.v. uw contract of over overige zaken die het nieuwe CAO betreft? Kunt u van maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 17.00 uur met uw vragen terecht op telefoonnummer:
06-21898734 E-mailen kan ook, stuur uw vragen naar
[email protected] en deze zullen zo spoedig mogelijk behandeld worden.
Haal meer voordeel uit uw ABGP lidmaatschap!! Op vertoon van uw ABGP lidmaatschappas krijgt u bij de onderstaande bedrijven aantrekkelijke kortingen. Voor dat u het weet heeft u de contributie alweer terug verdiend.
Interpolis verzekeringen
Juridisch spreekuur
ABGP groepsnummer 1540 • Tel. 026-3572727, www.abgp.nl
Sieraden?
Collectiviteitsnummer is P88. Ziektekostenverzekeringen tel. 058-2345555
Elke donderdagochtend is er een juridisch spreekuur. U kunt hier terecht voor vragen over privé aangelegenheden. U kunt hierbij denken aan problemen zoals o.a. huurgeschillen, echtscheiding, aankopen etc.
Verwen uw partner! Goud, zilver, tevens reparaties. Kijk op de site. www.goldinterline.nl 10% korting voor ABGP-leden, tel. 020-6112964
FBTO verzekeringen
IZA zorgverzekeraar Is dé zorgverzekeraar voor de publieke sector. Of u nu werkt bij een gemeente, provincie, nutsbedrijf of openbaar vervoer: kijk op www.abgp.nl/ledenservice
Om gebruik te kunnen maken van deze service dient u telefonisch contact op te nemen met het Bondskantoor, waarna er voor u een afspraak gemaakt kan worden. Deze afspraak wordt aan u vervolgens telefonisch bevestigd zodat u weet hoe laat en waar u verwacht gaat worden.
Contactpersonen Voorzitter & Persvoorlichter: Rob Hinse, Tel. 020-6672555 Secretaris: Fred Vos, Tel. 020-6672555, Tel. 06-24261471 Penningmeester: Eric Mollema, Tel. 020-6672555 Coördinatoren Collectieve Belangenbehartiging: Haico de Weerd, Rob Hinse, Tel. 020-6672555 Coördinatoren Medezeggenschap: Jos Hensen, Cor Schirrmann, Tel. 020-6672555 Coördinator Persoonlijke Belangenbehartiging: Jan de Koning, Tel. 020-6672555 Ledenadministratie: Hans van de Vuurst, Tel. 020-6672555 Coördinator Ledenservice: Theo van Wijnkoop, Tel. 020-6672555 Contactpersoon Zorgsector: Marja de Vries, Tel. 020-6672555 Contactpersoon Stadstoezicht: Ed de Vente,
[email protected] Contactpersoon voor CAO Vervoersteam: Tel. 06-21898734 Contactpersoon CAO Nederlandse Horeca Gilde: Tel. 06-21898734 Redactie Bondsblad : t.a.v. R. Hinse & F.R. Vos, Bondskantoor ABGP, Langsom 3a, 1066 EW Amsterdam, Tel. 020-6672555 ABGP op internet: http://www.abgp.nl,
[email protected]
24
SUDOKU PUZZEL Puzzel 71
Puzzel 72
5
3
9
1
4
5
8
4
7
8
5
8
6
5
2
6
1 8 6
2
9
1
3
4
1
2
2
3
3
7
5
9
6
3
4
9
1
5
6
7
1
3
1
5
4
5
8
6
OPLOSSING Puzzel 69 6
1
7
8
5
3
4
1 5 7 2
6
9 3
5
3 7 8 4 1
2
9
6
7
6 3 4 8
9
2
1
2
8 9 6 3
5
7 1
4
2
8 9 1
3
4
6 7
8
9
3
6
5 7
2
8
2
1
7
2 5
4
9
4
5 6 7 2 9 3
8
1
4
2
Puzzel 70
9
4 1
8
3 6
4
5
6 3 5 1 7
8
5 9
5
9 1 2
7
8
3
7 6 9
1
4 8 5 2
3 4 6
7
6
1
9
5 2 4 3
8
6
4
2
3 9 7 5
8
1
9
4 5
3
6
8
1 2
7
1
3
8
5 6 2 7
9
4
3
2
8 1 7
4
9
6
5
9
5
7
8
1 6 2
3
4
DE VETCURSIEFGEDRUKTE CIJFERS ZIJN DE OPLOSSINGSCIJFERS
25
7
ABGP LEDENFORMULIER In deze tijd is het lidmaatschap van een goede vakorganisatie onontbeerlijk. Werkgevers gaan steeds meer zogenaamde efficiency besparingen proberen te halen uit het arbeidsvoorwaardenpakket en specifieke bedrijfsregelingen staan onder zware druk. Daarom is een degelijke vakorganisatie noodzaak bij het overleg in het bedrijf waar u werknemer bent. Kies daarom voor een onafhankelijke vakorganisatie zoals de ABGP. De ABGP is een vakorganisatie waar werknemers uit alle beroepsgroepen zich kunnen aansluiten. De ABGP is niet religieus of politiek gebonden. Zij kan daarom altijd haar standpunten verkondigen ongeacht welke politieke kleur aan het bewind is. Kom daar maar eens om bij veel andere bonden. Wordt daarom NU lid van de Onafhankelijke Vakorganisatie ABGP. Desgewenst kunt u als lid daarna ook Kaderlid worden en dan bent u vervolgens direct betrokken bij de standpuntbepalingen en kunt u meebeslissen over uw werk en arbeidsvoorwaarden. Enthousiaste Kaderleden zijn bij ons onontbeerlijk en vormen het hart van de ABGP. Maak nu gebruik van ons ledenformulier De contributie bedraagt € 11,40 per maand voor diegene die meer verdienen dan het minimumloon, € 1435,20 bruto (per 1 juli 2011). Verdient u minder dan het minimumloon dan betaalt u een gereduceerde contributie van € 5,70 per maand. U dient dan wel bij aanvang lidmaatschap en vervolgens 1 x per jaar een bewijsstuk, zoals een salarisspecificatie, te overleggen. Voor gepensioneerden (zonder arbeidsovereenkomst en geen betaalde arbeid verrichtend) is de contributie E 3,65 per maand.
Vul de onderstaande bon in en stuur deze naar: ABGP, ANTWOORDNUMMER 16161, 1000 TE AMSTERDAM (geen postzegel nodig) Ja, ik meld mij aan als nieuw ABGP lid. Naam: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………....……………Voorletters: ………………………………………… M/V Geb.datum:dag……………………….............……………………maand……………………….............……………………jaar……………………….............……………………Personeelsnummer…………………………………………… Adres:…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………Huisnummer:…………….….............…………………… Postcode:………………………..........………............…….....Plaats:…………......................…………….............…………………………………………….............…………………………………………….............…………………… Tel. Privé:……………………….............………………………….....................................………………….............……………...………Tel. Werk:……………………….............……………………………………………....................... Werkgever:……………………….............…………………………....................………………….............…………………… Functie:……………………….............……………………….......………………………………………… Rekeningnummer: (ook vermelden bankinstelling)……………………….............…………………………....................………………….............…………………….................................................... Wenst per……………………….............…………………………....................………………….............……………………...................................................................................lid te worden van de ABGP. De kosten van het lidmaatschap mogen door de ABGP – via incasso- van mijn salaris* of bankrekening worden afgeschreven** D a t u m: … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … H a n d t e k e n i n g : … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … …
Bent u al ABGP lid en u brengt bovenstaand persoon aan als nieuw lid, vul dan tevens onderstaande strook in en ontvang een premie van € 10,00, per aanmelding (De premie wordt uitbetaald ná ontvangst van de 1e betaling van het aangebrachte lid)
Naam: …………………………………………………………………………………………………………………………….........................................................................…………………………………………………………………………… Adres: …………………………………………………………………………………………………………………………….........................................................................…………………………………………………………………………… Postcode:……………………………………………….......................Woonplaats:…………………............................................................………………………………………………………………………………………………………….......... Lidnummer (indien bekend)…………………………………..............................................................……………………………Telefoon:……………………………………………………………….............................. Rekeningnummer en bankinstelling waarnaar uw aanbrengpremie moet worden overgemaakt:………………………………………….........…………………… * Doorhalen wat niet gewenst is. ** Regeling INCASSO-OPDRACHTEN - Als u het niet eens bent met een automatische afschrijving, dan heeft u een maand de tijd om uw betaling terug te vorderen. U stuurt dan een bericht naar uw kantoor waar uw betaalrekening wordt geadministreerd. Daar zal men dan het betreffende bedrag weer op uw rekening terug storten.
vriendendiensten schade verzekering
alarmcentrale
luier service
reis verzekering
internet consult
gezond iza.nl kraamzorg wachtlijst bemiddeling IZA heeft al jaren uw vertrouwen als het gaat om uw zorgverzekering. Daar zijn we trots op. Maar we kunnen en willen nog veel meer voor u doen. Zo bieden we naast reis- en schadeverzekeringen tegen de beste condities ook praktische diensten. Kijk voor meer informatie op www.iza.nl/vriendendiensten
| goed voor elkaar |