ABGP magazine 53 jaar 4e Kwartaal 2014
Dè onafhankelijke vakorganisatie
Ik sta op voor mijn man Hipke Anneke Nieboer (57) verkoopt eigen schilderwerk
En wat doe jij? Kijk wat jij kunt doen op staoptegenkanker.nl/inactie
Voorwoord Colofon
Geachte leden, Zo aan het eind van het jaar is er even tijd om de balans op te maken van het jaar. Daar wordt een sociaal voelend mens, gezien de brandhaarden in de wereld en het gevoerde “beleid” van het kabinet, niet echt gelukkig van. Verslechteringen in de zorg voor zowel cliënten als het personeel, de terugkerende overheidsbemoeienis bij de AOW leeftijd en de pensioenen.
BONDSKANTOOR Langsom 3a 1066 EW Amsterdam Tel. 020-6672555 Fax 020-6194643 K.v.K. V 532048 ABN-AMRO: Iban nr : NL 16ABNA0494770791 ING: Iban nr: NL 83INGB0004516495
LEDENADMINISTRATIE Antwoordnummer 16161 1000 TE Amsterdam
REDACTIE Antwoordnummer 16161 1000 TE Amsterdam
LAY-OUT & DRUK Compact Drukwerken Postbus 2054 6201 CD Maastricht
DE ABGP IS AANGESLOTEN BIJ Het ambtenarencentrum
Steeds maar weer die pensioenen. Iedereen lijkt er tegenwoordig wat mee, of van te willen. Neem nu een paar maanden geleden die CDA wethouder uit Enschede. In het kader van de bezuiniging wilde hij van bijstandtrekkers pensioengeld halen. Het ging over het extra pensioengeld boven het normale wat ze in goede tijden gespaard hadden. Dit “onchristelijke” idee kwam de wethouder op een storm van kritiek te staan in Enschede maar ook onder andere van de staatssecretaris. Het gaat dus niet door. Het is mooi dat de staatsecretaris hier nu op tegen is. Maar dat zegt niet zo veel want was het niet diezelfde overheid die in het verleden onder het kabinet-Lubbers ook CDA (toeval?) en VVD in 1982 op handige wijze zo’n 30 miljard uit het ABP, het grootste pensioenfonds van ons land, hengelde. Dat kon toen nog. Inmiddels is in 1996 het ABP geprivatiseerd en kunnen dit soort rechtstreekse grepen uit de kas niet meer. Maar onderschat nooit het flexibele politiek denken. Je zou willen schreeuwen “Handen af van onze pensioenen”. Verderop in dit magazine zijn artikelen gewijd aan ontwikkelingen van de pensioenen en AOW. “Bedrijven beroven personeel”. Stond in een artikel van een groot landelijk dagblad, daarin werd gesteld dat werkgevers zich schuldig zouden maken aan een “miljardenroof”. Zij zouden op slinkse wijze loon, toeslagen en premies achterhouden door CAO’s te ontduiken. Misschien is de harde toon in het artikel iets teveel aangezet. Maar er is ontegenzeggelijk ook wel wat aan de hand in de relatie tussen werkgevers en vakbeweging. Dat is ook zichtbaar aan de diverse CAO-onderhandelingstafels. Het valt op dat verlaging van CAO-kosten daar een veel voorkomend issue is. Bij Air France-KLM, in bouw gerelateerde sectoren en zelfs bij het goed presterende IKEA. Werkgevers zien de CAO blijkbaar toch vooral als een kostenpost en kennen daarvoor maar één oplossing: omlaag! Het zou natuurlijk veel beter zijn als ook bij de werkgevers de CAO gezien werd als instrument om te investeren in medewerkers, die daardoor een hoger rendement leveren. Maar dat lijkt bij veel werkgever delegaties niet aan de orde. Deze zien hun kans schoon om wijzend naar de crisis en naar de sombere toekomst de werknemer het kind van de rekening te laten worden.
FOTO’S Diverse bronnen Aan de inhoud van de artikelen in dit magazine kunnen geen rechten ontleend worden. Het bestuur van de ABGP is niet verantwoordelijk voor de inhoud van dit magazine
Werknemers wordt daarom lid van een vakbond, goede arbeidsvoorwaarden komen niet vanzelf.
SAMEN STERK Bereikbaarheid rondom kerst en oud en nieuw 2014/2015 De telefonische bereikbaarheid van de ABGP is beperkt van 24 december 2014 vanaf 12.30 uur tot en met 2 januari 2015. Onze telefonistes werken in die periode volgens een aangepast rooster waardoor enige vertraging mogelijk is in de verwerking van uw telefoontje. In geval van spoed wordt u doorverbonden met één van de bestuursleden of coördinatoren. Indien dit niet lukt dan bellen wij u zo snel mogelijk terug. Afsluitend wil ik u allen mede namens het ABGP hoofdbestuur, tijdens de laatste weken van het jaar een fijne tijd met uw dierbaren en een gelukkig, maar vooral een gezond, 2015 toewensen. Met vriendelijke groeten
Rob Hinse voorzitter
3
ORakel
Eenzijdig doorvoeren roosterwijziging? Een werkgever kan soms de wens hebben het werkrooster van zijn of haar personeel te wijzigen. Maar mag hij/zij dit zomaar doen? En moet u als werknemer hier dan mee akkoord gaan? In de rechtspraak zijn criteria ontwikkeld waaraan getoetst kan worden of een werkgever eenzijdig een roosterwijziging mag doorvoeren. Een recente toepassing van deze criteria is te vinden in de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van 16 september 2014. In deze zaak gaat het om een werkneemster die zich, vanwege de zorg van haar twee autistische kinderen, verzet tegen een roosterwijziging die haar werkgever, Omroep Flevoland, als onderdeel van een nieuw beleid heeft geïntroduceerd. Criteria Werktijden die niet in de arbeidsovereenkomst zijn opgenomen kunnen door tijdsverloop alsnog tot de arbeidsvoorwaarden gaan behoren. Deze arbeidsvoorwaarden kunnen, bij gebreke van een eenzijdig wijzigingsbeding, onder bepaalde voorwaarden ook worden gewijzigd op grond van het goed werknemerschap van artikel 7:611 BW. Een werknemer dient positief in te gaan op een voorstel tot wijziging wanneer de volgende drie vragen positief worden beantwoord:
4
1. Heeft de werkgever als goed werkgever in de gewijzigde omstandigheden op het werk aanleiding kunnen vinden tot het doen van een voorstel tot wijziging van de arbeidsvoorwaarden? 2. Is het door hem gedane voorstel redelijk? 3. Kan aanvaarding van het door de werkgever gedane redelijke voorstel in het licht van de omstandigheden van het geval in redelijkheid van de werknemer worden gevergd?
ster groot is, maar oordeelt dat dit het voorstel niet onredelijk maakt nu werkneemster nog steeds één vrije dag heeft waarop zij met haar kinderen naar therapie kan. Nu werkneemster ook zelf heeft erkend dat er geen alternatieven zijn, kan als antwoord op de laatste vraag, aanvaarding volgens de rechtbank redelijkerwijs van haar worden gevergd.
Bron: (HR 11 juli 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1847 (Stoof/Mammoet)).
Open en zorgvuldig proces In deze zaak beantwoordt de rechtbank alle drie de bovenstaande vragen positief. Ten aanzien van de gewijzigde omstandigheden zijn beide partijen het erover eens dat technische ontwikkelingen, internet en media in het bijzonder, nopen tot journalistieke, organisatorische en technische wijzigingen bij Omroep Flevoland ten einde met de tijd mee te kunnen gaan en deze omstandigheden aanleiding geven tot het doen van het voorstel. De rechtbank acht het voorstel redelijk nu er sprake is geweest van een open en zorgvuldig proces waarin overleg is gevoerd met de redactieraad en de OR. Bovendien heeft Omroep Flevoland de belangen van haar werknemers voldoende in acht genomen door te zoeken naar alternatieve oplossingen en is aan de werknemers een redelijke termijn gegund om hun privésituatie af te stemmen op het nieuwe rooster. De rechtbank erkent dat de impact van de wijziging voor werkneem-
Zwaarwegend belang Ondanks dat Omroep Flevoland in deze zaak eenzijdig het rooster mocht wijzigen is hierin over het algemeen terughoudendheid vereist. Een rechter zal een wijziging altijd kritisch toetsen en alleen toestaan als aan alle bovengenoemde voorwaarden is voldaan. De werkgever dient daarom altijd een zwaarwegend belang bij de wijziging te hebben, een open en zorgvuldig proces te hanteren en voldoende rekening te houden met (tegenstrijdige) belangen van werknemers. Bron: Rechtbank Midden-Nederland, 16 september 2014, ECLI:NL:RBMNE:2014:4203
ORakel
Het Nieuwe Werken levert nauwelijks winst op Het Nieuwe Werken heeft slechts een kleine impact op taakprestatie, aantrekkelijk werkgeverschap en kennisdeling. Toch zijn dat veelgenoemde redenen voor organisaties om ermee te beginnen.
Dit blijkt uit onderzoek van Profile Dynamics en TNO onder 1.691 medewerkers naar de relatie tussen persoonlijke drijfveren en Het Nieuwe Werken. Weinig effecten Veel organisaties beginnen met Het Nieuwe Werken (HNW) omdat ze er positieve effecten van verwachten. Maar als je kijkt naar belangrijke kpi’s dan zijn die zijn er nauwelijks, zegt Wilma Kuipers, medeoprichter van Profile Dynamics. ‘Niet negatief, maar ook niet positief. Mensen die veel HNW-
gedrag vertonen, verschillen – gemeten op die kpi’s - gemiddeld niet zo van andere mensen. Dat is best opvallend. Het was bijvoorbeeld lang de gedachte dat HNW de taakprestatie verhoogt. Nu blijkt dat het effect beperkt is.’ Kijken we naar de onderzoeksresultaten, dan zien we dat organisaties het meeste baat hebben bij de verstrekking van ICT-middelen die het makkelijker maken om buiten kantoor te werken. Hierdoor worden werknemers ietsje productiever en waarderen zij hun werkgever iets meer dan gemiddeld.
Licht negatief effect Sommige HNW-maatregelen hebben zelfs een licht negatief effect. Als medewerkers veel uren buiten kantoor werken, pakt dat niet goed uit voor de waardering van de werkgever. Bovendien brengt dit ook het risico met zich mee dat kennisdeling onder druk komt te staan. Voor organisaties die kennisdeling willen verbeteren, lijkt de invoering van HNW in zijn huidige vorm niet de meest aangewezen weg. Maatwerk Het Nieuwe werken past bij sommige organisaties beter dan bij anderen. Het gaat om maatwerk. ‘Stel jezelf bijvoorbeeld de vraag of het soort werk van mensen past bij HNW. Plaatsonafhankelijk werken past bijvoorbeeld prima bij verkopers, maar minder bij mensen die vertrouwelijke dossiers verwerken.’
5
ORakel
OR en het nieuwe werken Het nieuwe werken bergt veel beloftes in zich. Want wie wil niet zijn eigen tijden bepalen, zorgtaken gemakkelijker combineren, files zoveel mogelijk vermijden? Louter voordelen toch? Maar kan dit wel op grote schaal?
Het nieuwe werken lijkt de oplossing voor tal van problemen die professionele werknemers ervaren. Een combinatie van zelfstandigheid met arbeidszekerheid: wie wil dat niet? Als de doelstellingen maar gehaald worden kan een mens toch overal werken? Wie niet mee wil doen wordt dan al snel als ouderwets bestempeld. Aan de ondernemingsraad de taak om
al te groot enthousiasme te temperen en niet alleen naar de voorstanders te luisteren. Benut zoveel mogelijk middelen als werkoverleg, sociale media, een korte enquête om de argumenten tegen en voor het nieuwe werken op een rij te hebben. Breng ook in kaart wie er echt zo kan (en mag) werken en hoe dat gemanaged wordt. Als men het vooral ziet als middel om zorgtaken beter te combineren, zijn daar wellicht andere oplossingen voor. Pak de regie als OR
Voorkom dat het nieuwe werken een ‘speeltje van weinigen’ wordt en neem initiatief om hier vorm aan te geven. Wacht geen formele adviesaanvraag af, als die er al komt. Streef bijvoorbeeld naar een pilot voor enkele functies en/ of een deel van de organisatie
met evaluatie- en beslismomenten. Communiceer daar ook breed over en hou zo de hele achterban op de hoogte. Wees niet bang ‘ouderwets’ te zijn en eisen aan het nieuwe werken te stellen. Maak in overleg met de achterban letterlijk een lijstje met voorwaarden. In de praktijk pas zal zich aftekenen of de vereiste IT-structuur werkt, er voldoende en goede flexplekken zijn, werknemers in contact blijven met de organisatie, de werkdruk realistisch is, en de keukentafel niet de werkplek thuis vormt. De achterban zal hier graag aan meedoen. En hou in je achterhoofd: de nieuwe manier van werken kan ertoe leiden dat mensen elkaar nauwelijks meer ontmoeten. Wat is dan nog de meerwaarde van de organisatie?
Ontslag op staande voet na 1 juli 2015 Hoe ziet de situatie er uit als een werknemer ná 1 juli 2015 wordt ontslagen? Vanaf dat moment vervalt de mogelijkheid van de buitengerechtelijke vernietiging. Dit houdt in dat de werknemer de werkgever schriftelijk aangeeft het niet eens te zijn met het gegeven ontslag op staande voet.
De werknemer heeft nu zes maanden de tijd om zijn ontslag aan te vechten. Reageert de werkgever niet dan is de werknemer gedwongen een bodemprocedure bij de kantonrechter te 6
starten om te laten beoordelen of het gegeven ontslag op staande voet terecht was. De werknemer kan tevens een loonvordering instellen en wedertewerkstelling vorderen. Dit kan
ORakel in een voorlopige voorzieningenprocedure. Oordeelt de kantonrechter dat het ontslag onterecht was, dan dient de werkgever het loon door te betalen tot het moment waarop het dienstverband wel rechtsgeldig is geëindigd. Om de loonvordering die het gevolg is van een, naar achteraf is gebleken onterecht gegeven, ontslag op staande voet niet al te hoog te laten oplopen, kiest een werkgever er in deze situatie vaak voor de kantonrechter te verzoeken de arbeidsovereenkomst voorwaardelijk (voor het geval deze nog bestaat) te ontbinden.
Schadeplichtig ontslag
Een werknemer die geen heil meer ziet in voortzetting van de arbeidsrelatie kan er ook voor kiezen een schadevergoeding wegens onregelmatige (artikel 7:677 BW) en/of kennelijk onredelijke opzegging (artikel 7:681 BW) vorderen. De werknemer maakt de werkgever, bij voorkeur schriftelijk, kenbaar dat een dringende reden voor een ontslag op staande voet ontbreekt en er om die reden sprake is van een schadeplichtig ontslag (artikel 7:677 eerste lid BW) omdat er geen of een onjuiste opzegtermijn in acht is genomen.
dat hij gedurende de opzegtermijn die in acht had moeten worden genomen, niet heeft kunnen werken. Denk hierbij aan werknemers die een gedeeltelijk variabel loon hebben dat afhankelijk is van de door hen behaalde omzet, zoals bij vertegenwoordigers het geval is. Het aantonen van de omvang van deze variabele beloning zal veelal lastig zijn. Veel sneller zal voor de eerste mogelijkheid gekozen worden.
Recht op transitievergoeding
Fatale vervaltermijn
De werknemer kan in beginsel vanaf 1 juli 2015 uitsluitend nog de kantonrechter om vernietiging van het gegeven ontslag op staande voet te verzoeken. Hier heeft hij twee maanden de tijd voor vanaf het moment dat het dienstverband is opgezegd. Het betreft hier een fatale vervaltermijn. De werknemer moet dus snel in actie komen. Is hij niet op tijd dan houdt het op en kan hij niets meer tegen zijn ontslag ondernemen. Vermindering voorwaardelijke ontbindingsverzoeken
De werknemer kan dan vervolgens kiezen tussen de gefixeerde schadevergoeding, bestaande uit het loon over de wettelijke of contractuele opzegtermijn die normaliter in acht had moeten worden genomen, of een volledige schadevergoeding. Bij deze laatste optie moet de werknemer aantonen welke inkomsten hij naast zijn reguliere loon heeft misgelopen door-
De mogelijkheid van een volledige schadevergoeding is in de Wet werk en zekerheid komen te vervallen. Wel kan de werknemer vanaf 1 juli 2015 een gefixeerde schadevergoeding vorderen voor het niet in acht nemen van de opzegtermijn. Ook kan hij de transitievergoeding vorderen als hij minimaal twee jaar in dienst is op het moment van ontslag. Er bestaat immers alleen geen recht op de transitievergoeding als er sprake is geweest van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. Dit hoeft bij een ontslag op staande voet niet noodzakelijkerwijs het geval te zijn. Daarnaast kan de rechter nog een billijke vergoeding toekennen indien het ontslag ernstig verwijtbaar is aan de werkgever.
Het idee achter de wijziging is dat snel duidelijk is of de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd. Dit betekent wel dat een werknemer eerder moet besluiten een juridische procedure te starten. Naar alle waarschijnlijkheid zal deze snelle duidelijkheid ervoor zorgen dat het aantal voorwaardelijke ontbindingsverzoeken vermindert. 7
Jurisprudentie
Ondanks loonbeslag toch uitkeren vakantiegeld Beslaglegging op het salaris van werknemers komt veel voor. Die periodieke loonbetaling vormt voor schuldeisers immers een relatief makkelijke manier om hun vorderingen te innen. Voor werkgevers leveren die loonbeslagen veel werk op. De werkgever moet ook opletten dat hij tijdig na beslaglegging correcte informatie verstrekt aan de deurwaarder en de juiste bedragen afdraagt. Als daar iets mis gaat, kan de werkgever zelfs geconfronteerd worden met de gevolgen van het voor de werknemer bedoelde beslag.
ber 2014 hierover uitspraak gedaan. Beslagvrije voet en vakantiegeld
Belastingvrije voet
Een lastig onderwerp bij loonbeslag is de beslagvrije voet. Dat is een gedeelte van het loon of uitkering waarop geen beslag mag worden gelegd, zo’n 90 procent van de bijstandsnorm, en op welk loongedeelte de werknemer dus altijd recht heeft. Het is vrijwel altijd de deurwaarder die de beslagvrije voet berekent, zodat voor de werkgever toch duidelijk is welk deel van het loon aan de beslaglegger moet worden betaald en welk deel aan de werknemer. Ten aanzien van het meestal één keer per jaar uit te betalen vakantiegeld bestond daar onduidelijkheid over. De Hoge Raad heeft op 31 okto-
In deze zaak ging het niet zo zeer om een loonbeslag maar beslag op een AOW-uitkering, maar het principe voor de werkgever werkt het zelfde. De uitkering was € 1.074,97 per maand en de beslagvrije voet € 1.443,57. Dat betekent dus dat de hele uitkering aan de AOW-er moest worden betaald. Maar elke maand bouwde hij wel vakantiegeld op, namelijk € 58,94. Áls dat per maand zou worden betaald, dan nog zou het inkomen (1.074,97 + 58,94) onder de beslagvrije voet hebben gelegen. Maar dit vakantiegeld werd één keer per jaar betaald en dus kwam één keer per jaar het maandinkomen boven de beslagvrije voet uit (1.074,97 + 12 x 58,94). Dan zou er dus in die maand wel beslag gelegd kunnen worden op het meerdere boven € 1.443,57. Aan elke maand toerekenen
De Hoge Raad denkt daar anders over. Voorop staat dat de beslagvrije voet per maand wordt berekend. Per maand moet dus worden gekeken of het reguliere 8
inkomen plus in die maand opgebouwde vakantiegeld, boven de beslagvrije voet uitkomt. Zo ja, dan mag op het meerdere beslag worden gelegd en moet dat worden afgedragen aan de schuldeiser. Dus het één keer per jaar te betalen vakantiegeld moet voor het beslag aan elke maand worden toegerekend. In de maand waarin vakantiegeld wordt betaald, vaak mei of juni, kan dus niet zonder meer beslag worden gelegd op dat jaarbedrag aan vakantiegeld.
Daartoe moet dus eerst worden teruggerekend naar het maandinkomen plus vakantiegeld in relatie tot de maandelijkse beslagvrije voet. De Hoge Raad geeft dus aan dat beslag op vakantiegeld beperkt mogelijk is vanwege de beslagvrije voet. Voor werkgevers blijft het desondanks steeds goed opletten bij loonbeslag en is het verstandig tijdig met de deurwaarder of een juridisch adviseur contact op te nemen. Bron: HR 31 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:3068
Jurisprudentie
Illegale werknemer ontslaan? Een bedrijf had, onbewust, een werknemer in dienst die illegaal in Nederland was en ontsloeg de man op staande voet. Was dat de juiste handelswijze?
ontslag en geeft aan zich beschikbaar te houden voor werk. Bij de rechter
De situatie
Een bedrijf in de schoonmaakbranche krijgt op 7 juni 2011 controle van de Inspectie SZW. Die stelt vast dat er een valse identiteitskaart in de personeelsadministratie zit. De betreffende werknemer werkte al bij het bedrijf toen de werkgever dat overnam. Uit verder onderzoek blijkt dat de betreffende werknemer geen verblijfsvergunning heeft en illegaal in Nederland is. De werkgever krijgt een boete opgelegd. Op 19 juli ontslaat de werkgever de man op staande voet per 7 juni. Het loon wordt vanaf 1 juni niet meer uitbetaald. De werknemer beroept zich half augustus op nietigheid van het
De kantonrechter ontbindt later op verzoek van de werkgever de arbeidsovereenkomst, voor zover die nog bestaat, per 1 juni 2012. In een andere procedure vraagt de werknemer de kantonrechter om voor recht te verklaren dat het ontslag nietig is en de werkgever te veroordelen tot doorbetaling van zijn loon voor zolang de arbeidsovereenkomst niet op een rechtsgeldige manier is geëindigd.
ministratie zat. Hij heeft het document wel gecontroleerd op echtheid, maar blijkbaar niet goed genoeg. De werknemer wist wel dat hij een vals document had ingeleverd. En dat vindt het hof reden om te oordelen dat het ontbreken van een werkvergunning voor rekening van de werknemer komt. De werkgever hoeft geen loon te betalen vanaf 7 juni 2011.
De kantonrechter oordeelt dat het ontbreken van een werkvergunning het risico van de ondernemer is en geen dringende reden voor ontslag. En het ontslag is sowieso niet onverwijld gegeven zoals dat voor een ontslag op staande voet wel vereist is. De loonvordering wijst de rechter toe over de periode van 1 juni 2011 tot 1 januari 2012. Het oordeel
De werkgever gaat in hoger beroep. Hij vindt het onterecht dat hij wordt veroordeeld tot het betalen van loon terwijl hij de werknemer niet mag laten werken omdat dat verboden is. Het hof bevestigt dat de arbeidsovereenkomst inderdaad op 1 juni 2012 door de beschikking van de kantonrechter is geëindigd omdat het ontslag op staande voet nietig was, het was immers niet onverwijld gegeven. Wel of geen loon na ontdekking vals document?
Werknemer boete laten betalen?
De werkgever vindt dat de werknemer de door de arbeidsinspectie opgelegde boetes moet betalen maar daar gaat het hof niet in mee. Werknemers zijn niet aansprakelijk voor schade die ze hun werkgever toebrengen tijdens hun werk tenzij er sprake is van opzet. Het hof legt dit zo uit: de werknemer had niet de opzet om de werkgever voor de boetes te laten opdraaien. De werkgever moet dus zelf de boetes betalen. Bron: ECLI:NL:GHARL:2014:6966. Datum uitspraak: 9 september 2014
Maar het hof denkt anders over het recht op loon. De werkgever was zich er niet van bewust dat er een vals identiteitsbewijs in zijn ad9
Jurisprudentie
Recente uitspraak over stakingsrecht Hoge Raad Juristen en onderhandelaars van vakbonden zijn zeer gelukkig met de recente uitspraak over het stakingsrecht door de Hoge Raad. Vakbonden en stakers krijgen meer ruimte dan vroeger voor acties na stukgelopen onderhandelingen.
ding. In hoger beroep kregen de stakers echter ongelijk en werd de besmetwerkverklaring opgeheven. Keuze actiemiddelen aan de vakbonden
De vakbonden stapten naar de Hoge Raad, de hoogste rechterlijke instantie, omdat het besmet werk verklaren een belangrijk middel is om stakingen effectief te laten zijn. De Hoge Raad oordeelde dat de stakers en de vakbonden wel degelijk in hun recht stonden. En passant gaf de Hoge Raad ook aan dat de keuze van de actiemiddelen om hun doel te bereiken aan de vakbonden is. Acties uitbreiden naar derden nu toegestaan
Werknemers hadden al het recht om te staken en als dat schade teweeg bracht bij een ander dan de eigen werkgever dan was dat toegestaan. Nu mogen werknemers ook de acties uitbreiden naar andere bedrijven om daarmee de druk op te voeren bij derden, zoals klanten en leveranciers, zolang zo’n actie maar bijdraagt aan het collectieve stakingsdoel. “Afzijdig houden bij een conflict wordt moeilijker”
“Deze uitspraak is een welkom strategisch ‘cadeautje’ voor werknemers”, vindt woordvoerder van de vakbond “Als we met praten er niet uitkomen, hebben we nu van de rechter veel
10
meer middelen gekregen om ons collectieve doel te bereiken. Het zal voor (klanten en toeleveranciers van) werkgevers moeilijker worden om zich afzijdig te houden in een conflict.” Staking bij Rietlanden in IJmuiden
In 2012 staakten werknemers van overslagbedrijf Rietlanden in de haven van IJmuiden en werd het lossen door andere bedrijven door de vakbonden tot besmet werk verklaard. Kolenwasserij Enerco vond dat de staking disproportionele schade veroorzaakte omdat voor hen bestemde vracht door geen enkel bedrijf meer werd gelost. Het bedrijf eiste bij de rechter een stakingsverbod en een opheffing van de besmetwerkverklaring. De stakende havenarbeiders wonnen het kort ge-
Uitspraak Hoge Raad is een keerpunt in het stakingsrecht
De vakbonden zien de uitspraak van de Hoge Raad als een keerpunt. In Nederland organiseren vakbonden relatief weinig stakingsacties en wordt het stakingsrecht zoals gedefinieerd in het Europees Sociaal Handvest veel strikter gehanteerd. Elders in Europa zijn rechters veel toegeeflijker als het gaat om collectieve rechten en het stakingsrecht. De uitspraak van de Hoge Raad leidt niet per se tot meer stakingen, maar biedt wel veel meer ruimte voor vernieuwende en creatievere actievormen. Bron: uitspraak Hoge Raad ECLI:NL:HR:2014:3077
Bestuurs berichten
Individuele belangenbehartiging. Er komen bij onze afdeling Individuele Belangenbehartiging, kortweg IB, zaken binnen waarbij wij ons afvragen: hoe is het mogelijk! Medewerkers die via hun eigen leidinggevende of door een P&O-er verkeerd worden geïnformeerd, waaruit vervolgens duidelijk naar voren komt dat zowel de leidinggevende als de bewuste P&O-er niet op de hoogte is van de inhoud van bijvoorbeeld de CAO.
Ook intimidatie komt veelvuldig voor. Zo worden medewerkers onder druk gezet om bijvoorbeeld een verslag te ondertekenen waarin staat dat hij of zij in het komend jaar zich zelf niet meer ziek zal melden. Onder normale omstandigheden zal men zo’n “belofte” nimmer ondertekenen, vanwege de onredelijkheid en het ontbreken van een “glazen bol”. Maar, onder druk gezet, gebeurd het regelmatig dat men toch zwicht. Het komt ook regelmatig voor dat P&O-ers en leidinggevenden het niet nodig vinden dat medewerkers zich laten ondersteunen door een belangenbehartiger (al dan niet van een vakbond). Vaak wordt er dan gezegd dat het om een gewoon gesprek gaat, zonder gevolgen voor de betreffende medewerker. Helaas blijkt maar al te vaak dat dit “gewone” gesprekje niet zo “gewoon” is als men doet voorko-
men. P&O-ers en leidinggevenden vinden de inmenging van een belangenbehartiger van de vakbond vaak lastig. Leden van een vakbond hebben te allen tijde het recht om zich te laten ondersteunen bij een (dreigend) ar-
beidsconflict; houdt vast aan dit recht! Mocht u toch zelf, zonder ondersteuning, het gesprek willen of moeten aangaan, neem dan onderstaande richtlijnen ter harte:
• Blijf altijd netjes en voorkomend; wordt niet boos of kwaad! • Luister naar wat er gezegd wordt, maak korte notities van het gesprek. • Blijf correct bij het beantwoorden van vragen, maar wijdt niet uit. Veel mensen hebben nogal de neiging om hun hele “hebben en houden” op tafel te leggen; • Doe dat niet. • Geef korte, zakelijke antwoorden. • Vermijdt praten over privé aangelegenheden die niets van doen hebben met uw werkzaamheden. • Geen antwoord is ook een antwoord! U bent niet tot antwoorden verplicht. • Beloof niets. • Mocht blijken dat het gesprek een voor u negatieve wending krijgt; stop dan onmiddellijk het gesprek en verzoek om een nieuwe datum, waarbij u een belangenbehartiger mee kunt nemen. • Vraag altijd of er een verslag wordt gemaakt en wanneer u dat toegezonden krijgt. Vertrouwen is goed; controle is beter! • Teken NOOIT voor akkoord, als u tekent, teken dan voor gezien of gelezen. • Neem bij twijfel contact op met uw vakbond
Maar, het allerbelangrijkste advies: wordt lid van een vakbond!
WANT ALLEEN SAMEN STAAN WE STERK Haico de Weerd
11
Bestuurs berichten
De AOW-partnertoeslag stopt per 1 januari 2015 voor nieuwe gevallen Let op: de AOW-partnertoeslag stopt per 1 januari 2015 voor nieuwe gevallen. Zo is twintig jaar geleden besloten. De AOW-partnertoeslag is een toeslag voor een AOW’er met een jongere partner, die zelf weinig inkomsten heeft en nog geen recht heeft op AOW. Alleen mensen die voor 1 januari 2015 al AOW-partnertoeslag ontvangen, en waarvan de partner dus in december 2014 minder inkomsten heeft dan € 1.331, hebben na 1 januari nog recht op AOW-partnertoeslag. Op deze hoofdregel zijn wel enkele uitzonderingen. Een daarvan is dat als u nu al partnertoeslag ontvangt, maar volgend jaar meer gaat verdienen, dan moet u uitkijken dat u in 2015 niet te veel gaat verdienen, want dan kan het recht op AOW-partnertoeslag alsnog voor altijd vervallen.
Veranderingen AOW-partnertoeslag in 2015 Hier kan u lezen wat de veranderingen in de AOW-partnertoeslag in uw situatie betekenen:
Als u voor 1 april 2015 AOW-gerechtigd bent, heeft u geen recht op AOWpartnertoeslag als uw partner meer verdient dan € 1.331 per maand bij loon uit arbeid of meer dan € 738 bij een uitkering heeft. Wat verandert er in de AOW partnertoeslag? Mensen die voor 1 april 2015 AOW-gerechtigd worden of dat op dit moment al zijn en een AOW-partnertoeslag ontvangen zullen in veel gevallen ook hun partnertoeslag behouden. Alleen als de partner in december 2014 of daarna (tijdelijk) een te hoog inkomen heeft waardoor de toeslag stopt, kan de AOW-partnertoeslag daarna niet opnieuw worden aangevraagd. U krijgt dan geen AOW-partnertoeslag meer, ook niet als het inkomen van uw partner later lager wordt of zelfs geheel wegvalt. Wat is AOW-partnertoeslag? De AOW-partnertoeslag is een toeslag voor AOW’ers met een jongere partner, die nog geen AOW ontvangt. Als de jongere partner weinig of géén inkomsten heeft, dan krijgt de AOWgerechtigde voor zijn partner (nu nog) AOW-partnertoeslag. 12
Wanneer ontvang u géén AOW-partnertoeslag? U heeft géén geen recht op AOWpartnertoeslag als uw partner meer verdiend dan € 1.331 (bij loon uit arbeid) of meer dan € 738 aan uitkering ontvangt. Gevolgen verandering AOW-partnertoeslag? Geboren voor 1 november 1949 Als u in december 2014 een partnertoeslag ontvangt dan blijft dat zo tot beide partners de AOW-leeftijd bereiken. Let op: verdient uw partner in in december 2014 of daarna meer dan € 1.331 (of ontvangt meer dan € 738 bij een uitkering) per maand dan stopt de toeslag. Er is daarna geen mogelijkheid meer deze opnieuw aan te vragen. Geboren in november 1949 Als u geboren bent in november 1949 dan ontvang u in februari 2015 voor het eerst AOW. U heeft recht op AOWpartnertoeslag als u voor 1 januari 2015 gehuwd of samenwonend was. Let op: verdient uw partner in 2015
meer dan € 1.331 (of ontvangt meer dan € 738 bij een uitkering) per maand dan stopt de toeslag. Er is daarna geen mogelijkheid meer deze opnieuw aan te vragen. Geboren in december 1949 Als u geboren bent in december 1949 dan ontvangt u in maart 2015 voor het eerst AOW. U heeft recht op AOWpartnertoeslag als u voor 1 januari 2015 gehuwd of samenwonend was. Let op: verdient uw partner in 2015 meer dan € 1.331 (of ontvangt meer dan € 738 bij een uitkering) per maand dan stopt de toeslag. Er is daarna geen mogelijkheid meer deze opnieuw aan te vragen. Geboren op of na 1 januari 1950 U ontvangt geen AOW-partnertoeslag De vakcentrales hebben de afgelopen tijd er bij het kabinet op aangedrongen om de problemen door het wegvallen van de AOW-partnertoeslag op te lossen. Zodat als het inkomen van de jongere partner daalt, het oude recht op partnertoeslag behouden blijft. De drie Vakcentrales pleiten in een brief aan Staatssecretaris Klijnsma
Bestuurs berichten bestaande recht. De vakcentrales vinden de AOW (inclusief de partnertoeslag) een basispensioen dat onafhankelijk is van het huishoudinkomen. ‘Als een jongere partner van een AOW-gerechtigde op het ijk-moment in december 2014 teveel verdient, dan vervalt zijn of haar recht op AOWpartnertoeslag voor altijd. Dat is onwenselijk, zeker als de inkomsten van de partner op dat moment maar tijdelijk zijn, bijvoorbeeld door een afvloeiingsregeling of een WW-uitkering, die kortdurend is. Voor deze mensen moet een oplossing komen.’
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor het herleven van de AOWpartnertoeslag, voor partners van AOW-gerechtigden geboren voor 1 januari 1950. Zonder de AOW-partnertoeslag wordt deze groep onnodig geprikkeld minder te gaan werken of zelfs te geheel te stoppen met werken aan het einde van dit jaar. Alleen zo kunnen zij hun AOW-partnertoeslag veiligstellen. Dit heeft grote negatieve budgettaire gevolgen voor de overheid. Als de jongere partner op dit moment een te hoog inkomen heeft, wat boven de 1.324,26 euro-grens ligt en het inkomen daalt (door bijvoorbeeld ontslag), dan is er nu nog een recht op AOW-partnertoeslag. Vanaf 1 januari 2015 verandert dit: als diezelfde partner dan te maken krijgt met een inkomensdaling, is er geen recht meer op AOW-partnertoeslag. Argumenten van de Vakcentrales: ‘Als het recht op AOW-partnertoeslag herleeft dan vervalt de prikkel om minder te gaan werken. En doordat mensen blijven werken wordt er minder gebruik gemaakt van de AOWpartnertoeslag. Dat levert de overheid geld op. Een win-win situatie en daarom is het onlogisch dat het kabinet hier niet voor kiest.’ Als nu de baan van een partner van een AOW gerechtigde enigszins onzeker is, bijvoorbeeld omdat hij of zij een tijdelijk contract heeft of de sector
waarin hij of zij werkt in zwaar weer zit, dan is het verstandiger om de ‘vaste en zekere’ AOW-partnertoeslag te verkiezen boven de onzekere baan. Al is het maar om een nog slechter scenario te voorkomen: het verliezen van je baan waardoor er geen inkomen is uit arbeid en geen AOW-partnertoeslag. Op deze manier wordt dus de arbeidsparticipatie van deze groep mensen onnodig belemmerd. ‘Dit is een zeer ongewenst - en naar we mogen aannemen ook onbedoeld - effect van een regeling die nu juist bedoeld was om mensen aan het werk te houden of te helpen. We doen een appèl op het kabinet om het gezond verstand te laten zegevieren. Mensen moeten niet steeds opnieuw geconfronteerd worden met weer een wijziging in hun oudedagsvoorziening.’ ‘Dit wetsvoorstel druist in tegen het kabinetsstandpunt dat werken moet lonen. De arbeidsmarktkansen voor specifiek deze groep kwetsbare mensen is in het huidig economisch tij gering, waardoor zij het vervallen van de toeslag niet kunnen opvangen.’ De drie Vakcentrales willen dat er snel een besluit wordt genomen in de politiek. De mogelijk snelle invoering van deze wet, invoering per 1 januari 2015 of 1 juli 2015, en de aanzienlijke inkomenseffecten (bijna 10 procent in drie jaar) zorgt ervoor dat mensen zich onvoldoende kunnen voorbereiden en anticiperen op het afschaffen van hun
‘In uitzonderingsgevallen waarbij anders een schrijnende inkomensachteruitgang dreigt, omdat er sprake was van tijdelijke inkomsten op het ijkmoment, moet het recht op AOWpartnertoeslag kunnen herleven’. Voorbeeld Rob en Els zijn getrouwd. Rob bereikt in april 2014 al de AOW-gerechtigde leeftijd, Els pas drie jaar later in april 2017. Els heeft de afgelopen jaren gewerkt, maar is door de crisis haar baan verloren. Met haar werkgever is een loongerelateerde afvloeiingsregeling overeengekomen. Deze regeling loopt tot 1 maart 2015. Door deze afvloeiingsregeling (of in andere gevallen door de WW-uitkering) ligt haar inkomen boven de inkomensgrens en is er geen recht op partnertoeslag. Een paar maanden later op 1 maart 2015 vervallen deze inkomsten. Echter het recht op partnertoeslag wordt niet opnieuw verkregen. Rob en Els moeten dan vervolgens nog twee jaar - tot april 2017-leven van de AOW-uitkering en het pensioen van Rob, tenzij het Els nog lukt om een andere baan te vinden. In de brochure van de SVB staat dat deze mensen dit inkomensverlies kunnen opvangen door te gaan werken of door te gaan sparen. De arbeidsmarktpositie van zestigplussers is echter erg slecht, waardoor weer aan het werk raken geen gemakkelijke opgave is. Daarnaast is er door de crisis eerder minder werk dan meer werk beschikbaar. De andere optie, meer sparen, is ook geen reële optie. In veel gevallen 13
Bestuurs berichten moesten namelijk ookal de inkomensgevolgen van het verschuiven van de AOW-leeftijd, met enkele maanden of het verlies van een baan en het mislopen van indexatie (aanpassing van de hoogte van het pensioen aan inflatie) op de pensioenen ook al opgevangen worden. ‘Daarom pleit men ervoor dat het recht op AOW-partnertoeslag behouden blijft, als eind december vaststaat dat de inkomsten van de partner op dat moment alleen tijdelijk boven de inkomensgrens uitkomen.’ De AOW-partnertoeslag is een toeslag voor AOW’ers met een jongere partner die nog geen AOW heeft. Er is geen recht op partnertoeslag als een partner teveel eigen inkomsten heeft. Vanaf 2015 stopt de AOW-partnertoeslag helemaal. Alleen mensen die in december 2014 recht hebben op AOWpartnertoeslag behouden die. Uitzonderingen toch recht op partnertoeslag Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft laten weten niet mee te gaan in onze wens
om voor deze kleine groep de partnertoeslag te kunnen laten herleven. Wel is ze met een voorstel gekomen om mensen weer recht te geven op partnertoeslag als het inkomen van de partner maar voor een korte periode (3 maanden) te hoog is. Deze uitzondering wordt momenteel besproken in de Tweede Kamer.
Reactie staatssecretaris Klijnsma op oproep herleven AOWpartnertoeslag Staatssecretaris Klijnsma komt niet tegemoet aan wens van herleven AOW-partnertoeslag Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken wijst de wens van de Vakcentrales om de AOW partnertoeslag te doen herleven af. In een brief laat de staatssecretaris weten dat reparatie te duur is.
De Vakcentrale hebben het afgelopen jaar meerdere keren aan staatssecretaris Klijnsma aandacht gevraagd voor de negatieve gevolgen van de wijzigingen die 1 januari 2015 ingaan ten aanzien van de AOW partnertoeslag van AOW-ers geboren vóór 1 januari 1950. Zo stuurde de vakcentrales, op 3 juni jl. hierover een brief waarin de staatssecretaris gevraagd wordt om in situaties waarin het inkomen van de partner daalt, het recht op AOW partnertoeslag te kunnen laten herleven. aan de staatssecretaris. Helaas laat de staatssecretaris in de brief aan de vakcentrales weten dat het wat haar betreft te duur is om het voorstel van het CNV over te nemen. Wel wil de staatssecretaris nog in de Tweede Kamer regelen dat incidentele inkomsten van de partner niet kunnen leiden tot het definitief vervallen van het recht op toeslag. Dat laatste is op zich goed, maar gaat wat de vakcentrales betreft dus niet ver genoeg. Men beraadt zich de komende tijd op een mogelijk vervolg van de inspanningen.
Vakcentrales waarschuwen Kamer: miljardenschade door pensioenregels De vakcentrales roepen de Eerste Kamer op om staatsecretaris Klijnsma te verzoeken de nieuwe pensioenregels aan te passen. De Eerste Kamer bespreekt vandaag wanneer zij die regels gaan behandelen. De vakcentrales waarschuwen ervoor dat de schade kan oplopen tot tientallen miljarden.
Noodklok Volgens de vakcentrales dwingt dit nieuwe toetsingskader pensioenfondsen om op grote schaal de rente af te dekken middels derivaten. Als de rente gaat stijgen zullen die derivaten een grote verliespost opleveren, waardoor indexatie op de lange termijn nog lastiger wordt. Daarom moet hier snel onderzoek naar gedaan worden. Door de strengere nominale buffereisen wordt indexeren op korte termijn namelijk al praktisch onmogelijk. Rekenrente De vakcentrales stellen in hun brief aan de Eerste Kamer verder dat een instabiele rekenrente voor de lange termijnverplichtingen, de zogeheten UFR, tot een verdere verlaging van de 14
Bestuurs berichten dekkingsgraden zal leiden, gemiddeld met 5 procent. Zij pleiten ervoor deze nieuwe UFR even te parkeren. Dit omdat er volgend jaar vanuit Europa mogelijk weer een andere methodiek komt voor de bepaling van deze rekenrente, die aanleiding kan zijn voor aanpassingen aan de Nederlandse UFR. Amendering op amendering is onwenselijk. De vakcentrales willen dat dit jojobeleid wordt voorkomen. Zij
pleiten voor een methodiek die stabiel uitwerkt en de huidige methodiek is stabieler dan de nieuwe methodiek. Stabiel ‘Deze strengere eisen dragen niet bij aan een stabiel pensioencontract, maar zullen de maatschappelijke onrust juist vergroten. De schade is niet te overzien. Wij vragen de Eerste Kamerleden zich dat bij de behandeling goed te realiseren en de nodige aanpassingen te vragen van dit kabinet’. Groeien ‘Een goed pensioen is een pensioen dat meestijgt met de prijzen. De Eerste kamer is nu in de gelegenheid om dit doel beter haalbaar te maken door de pensioenen minder afhankelijk te
maken van de rente. We moeten voorkomen dat de pensioenen de komende 10 jaar niet mee kunnen groeien met de prijzen’. Buffereisen ‘Dit FTK stapelt prudentie op prudentie en is wel erg rigide. Zelfs de fondsen die er goed voorstaan kunnen niet indexeren vanwege de strengere buffereisen. Dit FTK zorgt voor een pechgeneratie, terwijl de primaire doelstelling juist het voorkomen hiervan zou moeten zijn. Nu forse buffers aanleggen is duur en daarmee slecht voor een geïndexeerd geambieerd pensioenresultaat voor jong en oud’.
Vakbonden: Eindelijk gelijk loon voor gelijk werk voor uitzendkrachten Na lange en moeizame onderhandelingen bereikten de betrokken vakbonden met de ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen) een akkoord waarmee de ABU-CAO voor Uitzendkrachten overeind blijft. Het gelijk loon voor gelijk werk wordt met dit akkoord definitief geregeld. En partijen hebben afgesproken dat de doorgeslagen flex een halt wordt toegeroepen. Echte banen en meer zekerheid ook voor uitzendkrachten, daar gaat het om.
gesteld. Daarmee komt eindelijk een einde aan het ongelijk belonen van uitzendkrachten. Daarnaast wordt in 2015 een database operationeel met daarin alle lonen en toeslagen, zodat zowel uitzendkrachten als uitzendbureaus kunnen opzoeken op hoeveel loon een uitzendkracht recht heeft bij de inlener. Voor de bonden is dit een belangrijke afspraak in het akkoord.
Gelijk loon voor gelijk werk Vanaf 30 maart 2015 krijgen uitzendkrachten voortaan vanaf de eerste dag dat zij worden uitgezonden hetzelfde loon als mensen in vaste dienst van het bedrijf waar zij te werk worden
Eigen marktconforme loonschalen voor gedetacheerde Uitzondering zijn de gedetacheerde met een vast contract in dienst van het uitzendbureau of de detacheerder. Voor hen geldt vanaf 30 maart een vast loon bij de uitzender of detacheerder op basis van de lonen bij inleners. Zij worden dus op basis van eigen marktconforme loonschalen beloond, die beduidend hoger liggen dan de huidige ABU-loonschalen. Aparte
beloningsvoorwaarden zullen verder gelden voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Tot nu toe ging het daarbij onder meer om langdurig werklozen en mensen zonder startkwalificatie die via de uitzendbranche aan de slag gingen. Straks betreft het ook diegenen die worden bemiddeld vanuit de Participatiewet, dus mensen met een arbeidsbeperking. Doorgeslagen flex aan banden In het sociaal akkoord spraken overheid, werkgevers en werknemers af de excessen die zijn ontstaan rondom flexibilisering gezamenlijk aan te pakken. 0-uren, dag-, week-, min/ max- en oproepcontracten behoren tot die uitwassen. De uitzendwerkgevers krijgen de flexibiliteit die zij nodig hebben en die vanuit de wet werk en zekerheid wordt geboden. Maar daar staat tegenover dat er nu een eerste stap wordt gezet om deze rommelcontracten aan banden te leggen. 15
Bestuurs berichten
Voor dagcontracten in de eerste 78 weken geldt straks een garantie van minimaal 3 uur (ook zonder oproep). Voor weekcontracten geldt dat uitzendkrachten na 26 weken voor de daaropvolgende contracten een minimum-uurgarantie krijgen van het gemiddelde van de uren die in de 26 weken daarvoor zijn gewerkt. Dit wil zeggen dat iemand die 26 weken lang gemiddeld 40 uur per week heeft gewerkt, na die 26 weken ook 40 uur per week gegarandeerd krijgt. De makke is dat weekcontracten nog steeds per week kunnen worden beëindigd. Fase B wordt langer Fase B (die volgt op de fase A van 78 weken) wordt per 1 juli 2015 vier jaar
of maximaal zes tijdelijke contracten; dat is nu twee jaar of maximaal acht contracten. Fase B wordt dus langer en de maximale duur van een (tijdelijk) contract in B wordt ook langer. “Onze leden gaan er vanuit dat uitzendkrachten hierdoor langer aan het werk blijven en beter doorstromen naar vaste banen. We gaan er vanuit dat de uitzenders de handschoen oppakken om met de nieuwe regels flexwerkers ook meer zekerheid te bieden”, zo stellen de bonden. “Eind 2015 moeten de wantoestanden zijn opgeruimd” De komende maanden wordt verder gewerkt aan het opruimen van allerlei wantoestanden met contracten. “Het gerommel met contracten moet ophouden. Dat heeft niets te maken met flexibiliteit. Maar met plat geld verdienen over de rug van anderen”, aldus de bonden. “En we willen niet verder met een uitzendbranche die niet in staat of bereid is de eigen rommel op te ruimen.” Hogere lonen in 2015 Per 1 januari krijgen de uitzendkrach-
ten die nog tot 30 maart 2015 worden beloond volgens de huidige ABUloonschaal een loonsverhoging van 1,8 procent. Na 30 maart krijgen zij allemaal het (in de meeste gevallen) hogere loon van de inlener of komen terecht in de nieuwe en hogere ABUloonschalen. Nog genoeg werk aan de winkel De bonden zijn blij zijn met de gemaakte afspraken. Het is een stap in de goede richting. Maar er moeten er nog belangrijke zaken worden opgelost. “De uitzendbranche krijgt van ons het voordeel van de twijfel maar moet wel serieus werk maken van het opruimen van slechte contracten die de arbeidsmarkt verstoren en het oplossen van het pensioenprobleem in de uitzendbranche. Als die het komend anderhalf jaar niet worden opgelost, kan dit ook het einde betekenen van de ABU uitzend-CAO.” De ABU-CAO Uitzendkrachten geldt voor circa 700.000 uitzendkrachten en werd tot nog toe algemeen verbindend verklaard door het ministerie van SZW.
Contributiebedragen voor 2015 Geachte leden, Conform de afspraken worden ook voor 2015 de contributiebedragen geïndexeerd en wel met 1,5%. De nieuwe contributie bedragen worden per 1 januari 2015: • € 12.10 voor leden die meer verdienen dan het minimumloon, € 1.501,80 bruto (per 1 januari 2015). • € 6,00 voor leden die minder verdienen dan het minimumloon, U dient dan wel bij aanvang lidmaatschap en vervolgens 1 x per jaar een bewijsstuk, zoal een salarisspecificatie, te overleggen. • Voor gepensioneerde leden (zonder arbeidsovereenkomst en geen betaalde arbeid verrichtend) blijft de contributie € 3,65 per maand. Verder worden we bij de incasso van de contributie met regelmaat geconfronteerd met zogeheten storno’s wat zoveel wil zeggen dat het contributie bedrag niet afgeschreven kon worden. Voor deze storno’s rekenen de banken extra kosten, verder vergt het extra administratieve handelingen van de ledenadministrateur en de penningmeester. Het bestuur heeft helaas moeten besluiten om deze kosten (vastgesteld op € 1,00) in rekening te brengen bij de veroorzaker. Met vriendelijke groet, Eric Mollema penningmeester 16
Bestuurs berichten
Belastingservice Hierbij willen wij u alvast (onder enig voorbehoud) op de hoogte brengen van voor u wellicht belangrijke data in 2015 namelijk de beldagen voor het maken van afspraken voor de ABGP belasting service.
De voorlopige data’s voor de BELDAGEN zijn: Week 8
Maandag Dinsdag Donderdag
16 februari 17 februari 19 februari
2015 BELDAG 2015 BELDAG 2015 BELDAG
23 februari 24 februari
2015 BELDAG 2015 BELDAG
Week 9
Maandag Dinstdag
Dè onafhankelijke vakorganisatie
De belasting INVULDAGEN zijn: Week 10
Donderdag Vrijdag Zaterdag
5 maart 6 maart 7 maart
2015 INVULDAG 2015 INVULDAG 2015 INVULDAG
9 maart
2015 INVULDAG
Week 11
Maandag
Bovengenoemde data’s en tijden zijn nog onder voorbehoud. De definitieve data’s en tijden en telefoonnummer verschijnen in het eerste kwartaal uitgave van 2015 welke omstreeks 10 februari 2015 bij u in de brievenbus zal worden bezorgd. Zodra ze definitief zijn vastgesteld kunt u ze al eerder te vinden (vanaf januari 2015) op de ABGP website www.abgp.nl.
Kamer blokkeert pensioen opeten in bijstand Gemeenten mogen bijstandsaanvragers niet meer verplichten eerst hun pensioen ‘op te eten’. De staatssecretaris (Sociale Zaken) heeft geen bezwaar tegen een voorstel van de SP om dat wettelijk te regelen. Ze liet dat vandaag weten in de Tweede Kamer. De Tweede Kamer steunt het voorstel van SP ook. Dat gaat op 1 januari in..
De gemeente Enschede wilde inwoners die bijstand aanvragen eerst hun potje voor aanvullend pensioen laten aanspreken. Wettelijk is dat op dit moment mogelijk. Na protesten van onder anderen de staatssecretaris (Sociale Zaken) trok Enschede zijn plan weer in. Maar de SP vreest dat andere gemeenten dezelfde maatregel alsnog nemen. Zij willen dat daarom definitief uitsluiten.
De staatssecretaris (Sociale Zaken) heeft er ook geen moeite mee met het voorstel om wettelijk te regelen dat mensen zelf mogen bepalen wanneer hun pensioenfonds de afkoopsom van kleine pensioenen overmaakt: als ze 65 worden of op het moment dat hun AOW ingaat. Bron: ANP
17
Bestuurs berichten
Goedkoper doorwerken na AOW Het kabinetsplan om 65-plussers langer aan het werk te houden is desastreus voor werkend Nederland. Op deze manier worden 65-plussers goedkoper dan werkenzoekende (jongere en tussen 45 en 65) die nu zo hard een baan nodig hebben. Het kabinet moet juist inzetten op het aan het werk helpen van mensen onder de pensioengerechtigde leeftijd.
kende. Als men de cijfers ziet hoeveel 55-plussers er nu werkloos zijn, dan is dit plan desastreus voor hen. En dat geldt ook voor jongeren die nu al zoveel moeite hebben om aan het werk te komen.’ Verdringing Het kabinet zou nu andere prioriteiten moeten stellen dan het aan het werk
De Onafhankelijke vakorganisatie ABGP vindt het onbegrijpelijk dat het kabinet de AOW-leeftijd verhoogt en daarnaast ook nog eens AOW’ers goedkoper aan het werk wil houden. ‘Dit is niet alleen een verkeerde maatregel op een het totaal verkeerde moment. Er zitten nog steeds ruim 600 duizend mensen werkloos thuis, daar moet eerst een oplossing voor komen. Ouderen die, als dit kabinetsplan doorgang vindt, na de pensioengerechtigde leeftijd mogen blijven doorwerken zullen als “goedkope arbeidskracht” de banen innemen van jongere wer-
helpen van goedkope krachten. ‘De verdringing van banen, in combinatie met het feit dat er voor deze 65-plussers geen werknemersverzekeringen betaald hoeven te worden, zorgt voor valse concurrentie tussen werkende’. ‘Daarnaast breekt dit ons sociale zekerheidstelsel nog verder af, aangezien deze ouderen geen bijdrage aan de werknemersverzekeringen zullen leveren. Het kabinet moet werk maken van het creëren van banen, niet van deze scheefgroei op de arbeidsmarkt. Pak de werkloosheid aan, in plaats van hem te vergroten.’
Het bestuur van de ABGP wenst u prettige feestdagen en en gelukkig en gezond 2015! 18
ABGP ledenservice
Telefonisch spreekuur voor werknemer/sters van de bedrijven: Luttikhuis Losser, Brookhuis personenvervoer bv, Taxi centrale Almelo en Taxi Tijhuis Goor verenigd in Vervoersteam B.V. De ABGP heeft een informatietelefoonnummer voor werknemers/sters van bovengenoemde bedrijven in werking gesteld. Bent u werkzaam bij één van deze werkgevers en heeft u vragen over b.v. uw contract of over overige zaken die het nieuwe CAO betreft? Kunt u van maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 17.00 uur met uw vragen terecht op telefoonnummer:
06-17449682 E-mailen kan ook, stuur uw vragen naar
[email protected] en deze zullen zo spoedig mogelijk behandeld worden.
Haal meer voordeel uit uw ABGP lidmaatschap!! Op vertoon van uw ABGP lidmaatschappas krijgt u bij de onderstaande bedrijven aantrekkelijke kortingen. Voor dat u het weet heeft u de contributie alweer terug verdiend. Interpolis verzekeringen ABGP groepsnummer 1540 • Tel. 026-3572727 www.abgp.nl/ledenservice
IZA zorgverzekeraar Is dé zorgverzekeraar voor de publieke sector. Of u nu werkt bij een gemeente, provincie, nutsbedrijf of openbaar vervoer: kijk op www.abgp.nl/ledenservice
Juridisch spreekuur Elke donderdagochtend is er een juridisch spreekuur. U kunt hier terecht voor vragen over privé aangelegenheden. U kunt hierbij denken aan problemen zoals o.a. huurgeschillen, echtscheiding, aankopen etc. Om gebruik te kunnen maken van deze service dient u telefonisch contact op te nemen met het Bondskantoor, waarna er voor u een afspraak gemaakt kan worden. Deze afspraak wordt aan u vervolgens telefonisch bevestigd zodat u weet hoe laat en waar u verwacht gaat worden.
Contactpersonen Voorzitter & Persvoorlichter: Rob Hinse Secretaris: Fred Vos Penningmeester: Eric Mollema Coördinatoren Collectieve Belangenbehartiging: Haico de Weerd, Rob Hinse Coördinatoren Medezeggenschap: Jos Hensen, Cor Schirrmann Coördinator Persoonlijke Belangenbehartiging: Jan de Koning Ledenadministratie: Hans van de Vuurst Contactpersoon Zorgsector: Marja de Vries, Contactpersoon Stadstoezicht: Ed de Vente Contactpersoon voor CAO Vervoersteam: Contactpersoon CAO Nederlandse Horeca Gilde: Redactie Bondsblad : t.a.v. R. Hinse & F.R. Vos, Bondskantoor ABGP, Langsom 3a, 1066 EW Amsterdam, ABGP op internet: www.abgp.nl, info@abgp
Tel. 020-6672555 Tel. 020-6672555, Tel. 06-24261471 Tel. 020-6672555 Tel. 020-6672555 Tel. 020-6672555 Tel. 020-6672555 Tel. 020-6672555 Tel. 020-6672555
[email protected] Tel. 06-21898734 Tel. 06-21898734 Tel. 020-6672555
19
Sudoku puzzel
SUDOKU PUZZEL PUZZEL 105
PUZZEL 106
4 5 1 4 6 9 5 3 2 7 8
2
3 8 7 6
8
3
8 4
4
5
9
4
6
1
1 4 8 8 9 2 4 7 8 3 6 4 9 6 4
OPLOSSING PUZZEL 103 6
3
2 4
1
4
5
PUZZEL 104
8 1
5
9
6
2 5 8 4 1 3 7
9
9 2 6 3
7
8
1
7 3 6 2 9
4
7
8 9 3 5 1 4 6
2
4
8
5
2
8
6
1
4
5
4 2
4
6
7 1 8 2 5
9
3
9
1 6 4
2
7 3 5
9
1 6 8
8
5
4
7
7
9
3
5 9
7 2 6
1
8
1 3
7
5 4 9
6
3
8
1 2
8 2
7
7
9 6 4
1
1
4
9
8
6
2
1
7
3
7 2
4
5
9
5
4
7
3
1
3
6
9
8
6
5
8
2
3 5 6 9
4
8
7 8 2
1
3
8 1 9 4 7 5
2
De vetcursiefgedrukte cijfers zijn de oplossingscijfers.
20
5
3
7
2 6
9
3
5
8 5 1 4 5 6
1
9
7
3
3
6
5
2
Dè onafhankelijke vakorganisatie
ACTIE!
Schrijf nu in en maak meteen gebruik van de voordelen van DE
ABGP
NU 6 MAANDEN VOOR SLECHTS
E 19,95*
* Bij lidmaatschap voor minimaal 1 jaar.
ia IZ A BOBANK v A g R in n r e e k LIS rze kostenve eken via INTERPO : e t e k r e ie d z n p a o ing poth Onder lijke kor t ekeringen en Hy et uw werkgever e k k e r t 5) n z • Aa speil 201 hillen m hadever ij c r c s s p e ( g p d o n n e g a ma • Kor tin elastingaangifte 12,10 per E s t b h ij c b e n sl • Hulp uw CAO age contributie va in k a a r El • Insp IEPERIOD T C A e d .nl • Na w w.abgp w f o r e d l tiefo via de ac n e v ij r h c Ins
ABGP ledenwerf actieformulier In deze tijd is het lidmaatschap van een goede vakorganisatie onontbeerlijk. Werkgevers gaan steeds meer zogenaamde efficiency besparingen proberen te halen uit het arbeidsvoorwaardenpakket en specifieke bedrijfsregelingen staan onder zware druk. Daarom is een degelijke vakorganisatie noodzaak bij het overleg in het bedrijf waar u werknemer bent. Kies daarom voor een onafhankelijke vakorganisatie zoals de ABGP. De ABGP is een vakorganisatie waar werknemers uit alle beroepsgroepen zich kunnen aansluiten. De ABGP is niet religieus of politiek gebonden. Zij kan daarom altijd haar standpunten verkondigen ongeacht welke politieke kleur aan het bewind is. Kom daar maar eens om bij veel andere bonden. Wordt daarom NU lid van de Onafhankelijke Vakorganisatie ABGP Desgewenst kunt u als lid daarna ook Kaderlid worden en dan bent u vervolgens direct betrokken bij de standpuntbepalingen en kunt u meebeslissen over uw werk en arbeidsvoorwaarden. Enthousiaste Kaderleden zijn bij ons onontbeerlijk en vormen het hart van de ABGP. Maak nu gebruik van ons ledenformulier De contributie bedraagt € 11,95 per maand voor diegene die meer verdienen dan het minimumloon, € 1485,60 bruto (per 1 januari 2014). Verdient u minder dan het minimumloon dan betaalt u een gereduceerde contributie van € 5,90 per maand. U dient dan wel bij aanvang lidmaatschap en vervolgens 1 x per jaar een bewijsstuk, zoals een salarisspecificatie, te overleggen. Voor gepensioneerden (zonder arbeidsovereenkomst en geen betaalde arbeid verrichtend) is de contributie E 3,65 per maand.
Vul de onderstaande bon in en stuur deze naar: ABGP, ANTWOORDNUMMER 16161, 1000 TE AMSTERDAM (geen postzegel nodig) Ja, ik meld mij voor minimaal één jaar aan als nieuw ABGP lid. Naam:
Voorletters:
Geb. datum:
Personeelsnummer:
Adres:
Huisnummer:
Postcode:
Woonplaats:
Tel. Privé:
Tel. Werk:
Werkgever:
Functie:
Rekeningnummer:
Bankinstelling:
Wenst per
lid te worden van de ABGP.
M/V
De kosten van het lidmaatschap mogen door de ABGP -via incasso- van mijn bankrekening of indien mogelijk via inhouding op Salaris* worden afgeschreven. Tevens machtig ik de ABGP om éénmalig € 19,95 (lidmaatschapskosten eerste half jaar) via incasso** te innen. Datum:
Handtekening:
Bent u al ABGP lid en u brengt bovenstaand persoon aan als nieuw lid, vul dan tevens onderstaande strook in en ontvang een premie van € 10,00, per aanmelding. (De premie wordt uitbetaald ná ontvangst van de 1e betaling van het aangebrachte lid) Naam: Adres: Postcode:
Woonplaats:
Lidnummer (indien bekend)
Telefoon:
Rekeningnummer en bankinstelling waarnaar uw aanbrengpremie moet worden overgemaakt: * Doorhalen wat niet gewenst is. ** Regeling INCASSO-OPDRACHTEN - Als u het niet eens bent met een automatische afschrijving, dan heeft u een maand de tijd om uw betaling terug te vorderen. U stuurt dan een bericht naar uw kantoor waar uw betaalrekening wordt geadministreerd. Daar zal men dan het betreffende bedrag weer op uw rekening terug storten.
22
MAX MOET NOG VEEL LEREN.
Help hem blindengeleidehond worden. Ga naar
adopteereenpup.nl
Willem Memerda (14), nierpatiënt
Laat nierpatiënten als Willem overleven. Steun ons. Word collectant. Collecteweek 14 t/m 20 september 2014.