51
jaar
ABGP Dè onafhankelijke vakorganisatie
ABGP magazine
augustus 2012
morgen kunt u haar gerust weer een vraag stellen
Bel de gratis KWF Kanker Infolijn 0800 - 022 66 22 Al uw persoonlijke vragen over kanker persoonlijk beantwoord Bel met een van onze deskundige medewerkers of ga voor meer info naar kwfkankerbestrijding.nl/vraag. De KWF Kanker Infolijn is geopend van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 18.00 uur.
C
O
L
O
F
O
• Bondskantoor Langsom 3a 1066 EW Amsterdam Tel. 020-6672555 Fax 020-6194643 K.v.K. V 532048 ABN-AMRO: 49.47.70.791 Postbank: 4516495
• Ledenadministratie Antwoordnummer 16161 1000 TE Amsterdam
• Redactie Antwoordnummer 16161 1000 TE Amsterdam
• Advertentie-acquisitie MPA Meijers Publishing & Advertising BV Tel. 046-4425300 Fax 046-4425830
• Lay-out & druk Compact Drukwerken Postbus 2054 6201 CD Maastricht
• DE ABGP is aangesloten bij Het ambtenarencentrum
• foto’s Diverse bronnen Aan de inhoud van de artikelen in dit magazine kunnen geen rechten ontleend worden. Het bestuur van de ABGP is niet verantwoordelijk voor de inhoud van dit magazine
N
Geachte Leden,
Fraude bij het GVB Ook u heeft de berichten in de media gelezen over vermeende fraude bij het GVB. Wellicht zullen er leden zijn die zich afvragen of het bestuur van Dè Onafhankelijke Vakorganisatie ABGP hier een mening over heeft. Het bestuur van de ABGP is niet in kennis gesteld over de precieze inhoud van het BDO rapport. Ook heeft zij geen inzage gekregen in dit rapport. Het bestuur heeft het moeten doen met de diverse persberichten. Op basis van die openbare informatie concludeert het bestuur dat er GEEN FRAUDE is gepleegd. Wel heeft consequenties gehad voor twee statutaire directeuren en vier commissarissen uit de raad van commissarissen. Over berichtgeving omtrent de salarissen van de directie het volgende: “Het bestuur is in algemene zin van mening dat veel salarissen van directeuren exorbitant genoemd mogen worden. Zo verdienen diverse mensen ver boven de Balkenende norm ± € 193000 en dat is in onze ogen al een héééél riant salaris. Wel zijn we van mening dat men iemand zijn arbeidsvoorwaarden dient te respecteren, hoe zuur dat soms ook is, AFSPRAAK is AFSPRAAK!” Tevens kunnen we vaststellen dat het krantenbericht grote imagoschade heeft toegebracht aan het GVB, overigens precies op een moment dat het GVB zich opmaakte voor een verplichte aanbesteding. Kort hierop was er zelfs sprake van een politieke kentering (na het mislukte Catshuis overleg, waarna de PVV zijn mening over verplichte aanbesteding OV in de 4 grote steden wijzigde). De initiatiefwet over dit onderwerp werd 21 juni 2012 jl. door de tweede kamer aangenomen en op 25 september in de eerste kamer behandeld wordt. De vraag kan gesteld worden wie belang heeft bij deze aanvallen op het GVB. Bij het aanbesteden van de vervoerconcessies van de grote steden gaat het om grote financiële belangen waarbij er voor de belanghebbende streekvervoermaatschappijen grote financiële kansen ontstaan. Of was het een intern machtsspel. De gerichte aanval op het GVB in een groot landelijk dagblad toeval? Het zou kunnen.
Crisis Het scenario van de huidige crisis lijkt angstwekkend veel op de gebeurtenissen begin jaren dertig. In beide gevallen is de crisis veroorzaakt door te hoge schulden. Ook toen hield de toenmalige regering (ARP ,gereformeerde stroming later opgegaan in de huidige CDA, en de Liberalen VVD) zich, bijna bezeten vast aan de gouden regel. De gouden regel toen was een muntsysteem waarin de economische rekeneenheid een vast gewicht aan goud had. Wanneer meerdere landen een dergelijke vaste rekeneenheid hanteren, worden de wisselkoersen tussen verschillende nationale valuta feitelijk vastgelegd. • de huidige demissionaire regering (VVD & CDA) van Nederland (houd vast aan gouden regel de 3% norm/euro) en gaat nog meer bezuinigen • aantal werklozen en steunzoekers hoger dan ooit • verlagen salarissen ambtenaren, onderwijs, etc. en verlagen uitkeringen • Door versoepeling ontslagrecht worden rechten terug gebracht richting het niveau van de jaren dertig • AOW stapsgewijs later in laten gaan tot in 2023 naar 67jaar (zie ook artikel verderop in dit blad) Er zijn ook mensen die vinden dat je andere keuzes zou kunnen maken. • hypotheekrenteaftrek garanderen tot 350.000 (7 miljard) • multinationals normaal belasting laten afdragen (4 miljard) • vennootschapbelasting weer naar 29,6% zoals in 2007 (3,3 miljard) • de 20 grootste bedrijven ook vennootschapsbelasting laten betalen (16 miljard) • rendementsheffing op miljardairs van 1,2% omzetten naar 3,25% belasting (21 miljard) Dat is alles opgeteld 51,3 miljard! Zonder de lage en middeninkomens extra te belasten, het onderwijs om zeep te helpen, het MKB kapot te maken, de economie kapot te bezuinigen, zieken en gehandicapten dubbel te pakken, de natuur af te schaffen, etc. En nog steeds tot tevredenheid van Europa. Wat het beste is? Daarover kun u zelf oordelen wanneer u op 12 september bij de tweede kamer verkiezingen uw stem uitbrengt. Wij geven, als Onafhankelijke vakorganisatie, zoals u gewend bent geen stemadvies. Wel wensen wij u veel wijsheid toe in de belangrijke keuze die u met UW stem maakt.
Vakantie De vakantie, een jaarlijks terugkerend ritueel waar een ieder ook zijn of haar eigen manier invulling aan geeft. We trekken er op uit met tent, caravan of stappen in een bus of vliegtuig voor de verdiende ontspanning. Ik wil een ieder een prettige vakantie toewensen en wat u ook gaat ondernemen op vakantie, wees voorzichtig en kom heelhuids en in goede gezondheid weer terug. Met vriendelijke groeten Rob Hinse Voorzitter
3
ORakel ‘Meer overtredingen regels arbeidsomstandigheden’ stelde aangetroffen. Een jaar eerder waren dat er 2397. De meeste overtredingen kwamen voor in de schoonmaakbranche, de uitzendbranche en de bouw. De Inspectie SZW verrichtte in 2011 62 opsporingsonderzoeken, waarvan negen naar arbeidsuitbuiting en mensenhandel.
In 2011 zijn bij meer bedrijven overtredingen vastgesteld van de regels voor arbeidsomstandigheden. Het gaat ondermeer om veilige en gezonde werkplekken en werk- en rusttijden. In 64 procent van de gecontroleerde bedrijven moest worden opgetreden. Het jaar ervoor was dat nog 61 procent. In tien gevallen startte het Openbaar Ministerie vorig jaar een onderzoek bij bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken en maakte de inspectie proces-verbaal op. Dat gebeurde bijvoorbeeld na de ramp bij Chemie-Pack in Moerdijk. Uit het jaarverslag blijkt ook dat gemeenten bijstandsontvangers onvoldoende stimuleren om te solliciteren. Ze leggen niet vaak genoeg straf op als mensen een baan weigeren. Ook treden gemeenten te weinig op als bijstandsgerechtigden hun bijverdiensten niet opgeven. De beveiliging van persoonsgegevens in gemeentelijke databestanden op het gebied van werk en inkomen is matig.
Het aantal arbeidsongevallen bleef met 3469 meldingen ongeveer gelijk. De Inspectie onderzocht 2094 van deze meldingen. 63 ongevallen hadden een dodelijke afloop.
Bron: ANP, SZW
Dat staat in het maandag verschenen jaarverslag 2011 van de Inspectie SZW. In deze organisatie zijn begin dit jaar de Arbeidsinspectie, de Inspectie Werk en Inkomen en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst samengevoegd. Bij 17 procent van de gecontroleerde bedrijven werden vorig jaar gevallen van arbeidsmarktfraude geconstateerd, zoals het ontduiken van het minimumloon of illegale arbeid. Dit percentage schommelt al jaren tussen de 16 en de 18. Er werden bij de bedrijven 2030 illegaal tewerkge-
4
Keukens en kantines in kantoren krioelen van de ziektekiemen kastdeuren, 23 procent van de knoppen van waterkoelers en 21 procent van de knoppen van automaten. Verder bleek de helft van de computermuizen en vaste telefoons een ATP-niveau van 100 of meer te hebben.
Wie bang is voor bacillen kan beter lunchen op het toilet dan in de kantine. Uit onderzoek blijkt dat met name kantines en keukens hotspots van bacillen zijn.
Het aanrecht en de handgrepen van de magnetron zij de vieste oppervlakken waarmee kantoormedewerkers dagelijks in aanraking komen. Vooral de knoppen van de kraan in een gemeenschappelijke keuken of kantine, vormen een bron van besmetting. In 75 procent van de gevallen zijn deze kranen ‘officieel’ vies. Kimberly-Clark Professional concludeert dit na onderzoek waarbij bijna 5000 monsters in verschillende kantoren werden verzameld.
Ter vergelijking: een gemiddelde toiletbril heeft een ATP-gehalte van 55. “De studie laat zien dat overal op de werkplek besmettingsgevaar op de loer ligt,” aldus de End User Marketing Manager bij Kimberly-Clark Professional verantwoordelijk voor het Healthy Workplace Project in de Benelux. ‘Je kunt het nooit helemaal voorkomen, maar door ontsmetting, (handen) wassen en het schoonhouden van oppervlakken, kunnen medewerkers de kans om verkouden te worden, griep te krijgen of een maaginfectie op te lopen, met zo’n 80 procent verkleinen.’
Oppervlaktehygiëne De oppervlakten werden beoordeeld op de aanwezigheid van ATP, de energiemoleculen die aanwezig zijn in alle dieren, planten, bacteriën, gisten en schimmels. ATP-bioluminescentie is algemeen aanvaard, door zowel controlerende instanties als door levensmiddelenproducenten, als meest relevante en efficiënte techniek voor controle van oppervlaktehygiëne.
Het Healthy Workplace Project is een veelzijdig programma dat is ontwikkeld om ziekte en absenteïsme in kantoren te verminderen en werknemers te motiveren. Het project omvat onder meer protocollen en producten voor (handen) wassen, drogen en ontsmetten en het afnemen van oppervlakken.
Vies Wanneer het meetapparaat meer dan 300 aangaf, beoordeelden de onderzoekers de oppervlakte als ‘officieel vies’. Dit was het geval bij 75 procent van de kraanknoppen in kantines, 48 procent van de magnetrondeuren, 27 procent van de toetsenborden, 26 procent van de koel-
Bron: Kimberly Clark Professional
5
‘Kwart van de werkplekken is ongezond’ Schimmels en bacteriën
Een kwart van de werkplekken is niet gezond. Opvallend is vooral het gebrek aan frisse lucht. Dat blijkt uit onderzoek van de Vereniging Schoonmaak Research (VSR) naar het binnenklimaat op de kantoorwerkplekken van veertig panden.
Het gebrek aan frisse lucht is terug te zien in de microbiologische waarden; de aanwezige hoeveelheid schadelijke schimmels en bacteriën. In bijna 40 procent van de gevallen werden ongewenste aantallen gemeten. Ook de fijnstofconcentratie is in meer dan 40 procent van de gevallen matig tot slecht. Gebrek aan frisse lucht, te hoge concentratie fijnstof en microbiologische waarden, te lage of te hoge temperaturen en een te lage luchtvochtigheid, kunnen leiden tot gebrek aan concentratie, vermoeidheid, hoofdpijn en zelfs tot onnodig ziekteverzuim.
Wat betreft de directe gezondheidsrisico’s, springt het CO2-gehalte op de gemeten werkplekken het meest in het oog. In slechts 50 procent van de gevallen is de concentratie CO2 op de werkplek onder het ambitieniveau van maximaal 800 ppm (parts per million). Bij één op de vijf werkplekken is de situatie zelfs als slecht te beoordelen (1200 ppm). CO2 is in deze concentraties weliswaar geen directe bedreiging van de gezondheid, maar is wel een indicator van de luchtverversing in een ruimte.
Clean desk Volgens VSR is het opvallend dat in ruim 72 procent van de onderzochte panden de clean desk matig tot slecht scoort. Op de bureaus liggen dus redelijk veel tot veel losse spullen, wat een bron kan zijn van verontreiniging met micro-organismen en bovendien de schoonmaak bemoeilijkt.
Temperatuur Van de overige onderzochte onderdelen, valt de gemeten temperatuur in het merendeel van de werkplekken binnen de norm van 20 tot 24 Celsius. Zorgelijker is dat op 73 procent van de onderzochte werkplekken, de luchtvochtigheid beduidend onder de norm van 40 à 50 procent ligt. VSR liet het onderzoek uitvoeren door Search Ingenieursbureau B.V (Search). Search onderzocht van veertig bedrijven een kantoorruimte, representatief voor het pand. Het ging om kantoren in kantooromgevingen, van scholen of industriële bedrijven; van zowel kleine als grote bedrijven. Bron: VSR
6
Minder ongelukken nachtdienst door powernap Fysieke belasting
van het programma Politie en Wetenschap een onderzoek opgezet naar effectieve manieren om het werken in de nachtdienst te verlichten.
Een powernap van 20 minuten gedurende de nachtdienst vermindert slaperigheid en vermoeidheid van agenten, en zorgt daarmee voor minder ongelukken in het verkeer.
Powernap versus lichttherapie De powernap bestond uit een dutje van 20 minuten tussen 2 en 4 uur ’s nachts. De lichtbehandeling bestond uit een korte blootstelling aan een hoge intensiteit licht - 20 minuten 5000 lux tussen 4 en 6 uur ‘s nachts.
Dit blijkt uit onderzoek van een Groningse chronobiologe. Twee groepen politieagenten van het korps Drenthe kregen verschillende ‘behandelingen’ om nachtdienst te verlichten. Eén groep kreeg de mogelijkheid om 20 minuten te slapen; in de tweede deden ze 20 minuten lichttherapie. De agenten hadden het meest baat bij de 20 minuten slaap.
Risico verlaagd Functioneren en welbevinden werden op verschillende manieren gemeten. Bij de powernap verbeterden onder andere de subjectieve mate van slaperigheid en extreme vermoeidheid in de nachtdienst. In theorie zou dit het risico op ongevallen met 40 procent kunnen verlagen. Deze conclusie wordt onderbouwd door het gegeven dat na de powernap 18 procent van de mensen aangaf weggesuft te zijn bij het naar huis rijden na de nachtdienst, tegen 36 procent in dezelfde groep in de controleconditie; een halvering van het risico. De 20 minuten lichtbehandeling leidde niet tot duidelijke verbetering. Leeftijd speelt in de resultaten alleen een rol bij het effect van de powernap op reactiesnelheid; vooral voor oudere werknemers was de powernap in dat opzicht effectief.
Werken in de nachtdienst is voor de meeste mensen onnatuurlijk; de biologische klok vertelt ons dat we ‘s nachts moeten slapen en overdag wakker moeten zijn. Het gevolg is dat men ‘s nachts minder goed presteert en er op lange termijn vaak gezondheidsklachten ontstaan.
De onderzoeker pleit er op basis van de resultaten voor om te kijken of het organisatorisch haalbaar is om agenten de gelegenheid te geven tot het doen van een korte powernap in het begin van de nachtdienst en in vervolgonderzoek na te gaan of het aantal ongelukken na de nachtdienst werkelijk afneemt en of gezondheid van werknemers die regelmatig in de nachtdienst een powernap mogen doen, op lange termijn verbetert.
Onderzoek Toch werkt in Nederland 16 procent van de beroepsbevolking regelmatig in de nachtdienst. Ook bij de politie moet op onregelmatige tijden worden gewerkt. In een samenwerking tussen onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en politiekorps Drenthe is in opdracht
Bron: APS
7
De Minister (SZW) wil instellingsgrens OR niet verhogen De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) ziet niets in het VVD voorstel om de instellingsgrens voor ondernemingsraden te verhogen van vijftig naar honderd werknemers.
jaar voor een individueel OR-lid. Het gaat daarbij niet om administratieve lasten, maar om nalevingskosten. Hij gaat hierbij uit van de kosten die gemaakt worden door de uren die de OR-leden kwijt zijn aan scholing en de overlegvergadering. Kosten voor eventueel extern ingekochte opleidingen moeten hier dan nog bij opgeteld worden.
Dit blijkt uit een brief die de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft gestuurd naar de Tweede Kamer.
Afschaffen ondernemingsraad Wanneer de instellingsgrens verhoogd wordt en het instellen van een ondernemingsraad pas verplicht wordt bij honderd werknemers, moet de ondernemingsraad in de bedrijven met vijftig tot honderd werknemers vervangen worden door een personeelsvertegenwoordiging (PVT). Ook zonder de OR zal een vorm van medezeggenschap georganiseerd moeten worden. Dit is namelijk verplicht bij de Europese richtlijn (2002/14).
De brief komt naar aanleiding van een eerdere brief van de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, waarin werd gevraagd in hoeverre de administratieve lasten zouden dalen als de grens voor een verplichte ondernemingsraad wordt opgehoogd. Het VVD Tweede Kamerlid stelde: ‘Bij kleine bedrijven met enkele tientallen werknemers lopen mensen gewoon binnen bij hun leidinggevenden. Als niemand op zo’n OR zit te wachten, waarom duwen we dit bij die werkgevers en werknemers dan door de strot.’ Dit argument om de instellinggrens te verhogen weerlegt de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in zijn brief: ‘In 2011 was het nalevingspercentage gemiddeld 70 procent. Medezeggenschap zal vooral functioneel zijn als werkgever en werknemer er het belang van inzien. De handhaving van de instellingsplicht ligt daarom ook niet in handen van de overheid: dit is aan werkgevers en werknemers zelf.’
Het verhogen van de instellingsgrens naar honderd werknemers zou volgens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inderdaad een besparing van ongeveer € 30 miljoen op kunnen leveren. Maar dat is niet het belangrijkste punt, volgens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. ‘Een zuiver cijfermatige benadering gaat voorbij aan de waardering voor de medezeggenschap door werkgevers en werknemers.’
Meerwaarde medezeggenschap De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt in zijn brief dat een inschatting van het besparingspotentieel van beperkte waarde is. Medezeggenschap draagt bij aan het goed functioneren van de onderneming. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt dat uit diverse onderzoeken blijkt dat zowel werknemers als bestuurder de meerwaarde van een OR zien. Zo blijkt uit onderzoek uit 2008 dat een ruime meerderheid van de ondernemers van mening is dat de OR een nuttige func-
Kosten ondernemingsraad In zijn brief geeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een grove schatting van de nalevingskosten van de WOR. Volgens de minister kosten de verplichtingen in de Wet op Ondernemingsraden € 2.000,- per
8
tie heeft als middel op draagvlak voor beleid te creëren. Uit recent onderzoek blijkt dat de ondernemingsraad ook een economische meerwaarde heeft.
Sociale partners Het kabinet heeft van de sociale partners geen aanwijzingen ontvangen dat zij iets aan de instellingsgrens willen wijzigen. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ziet hier dus ook niets in. ‘Verhoging van de instellingsgrens zou voorbijgaan aan de positie van de sociale partners, die vanwege hun dagelijkse omgang met de WOR en hun belang bij het goed functioneren van deze wet de ervaringsdeskundigen bij uitstek zijn.’ Bron: Brief Tweede Kamer
Niet leeftijd, maar arbeidsomstandigheden maken beroep zwaar De arbeidsomstandigheden zijn veel belangrijker dan de leeftijd voor het psychisch welzijn van een werknemer. Dat blijkt uit onderzoek van de externe dienst voor preventie en bescherming Idewe bij 2029 Vlaamse werknemers.
60 procent van de werknemers is ‘bevlogen’, energiek, toegewijd en gaat op in zijn werk. 22 procent is emotioneel uitgeput door het werk en vertoont burn-outsymptomen.
Oorzaken en factoren Vooral werknemers tussen 35 en 44 jaar vertonen burnout-klachten, maar er blijkt geen toename van burn-out of bevlogenheid met de leeftijd. Vooral arbeidsomstandigheden hebben een invloed op het psychisch welzijn van werknemers. Werknemers met burn-out-symptomen ervaren in vergelijking met werknemers zonder burn-out-symptomen dubbel zo vaak hoge emotionele eisen en een hoge werkdruk. Ook leidinggevenden kunnen burn-out-symptomen voeden. Werknemers met een burn-out krijgen veel minder inspraak (4 procent versus 16 procent) en ondervinden vijf keer meer rolconflicten. Ze ervaren ook veel minder sociale steun van hun leidinggevende en collega’s. Daarnaast ervaren werknemers met burn-out-symptomen meer conflicten op het werk. Werknemers met burn-out-symptomen nemen de moeilijke arbeidsomstandigheden ook mee naar huis. 44 procent zegt dat ook hun privéleven nadelig wordt beïnvloed. Maar ook omgekeerd, privéproblemen hebben ook nadelige gevolgen op hun werk.
9
14 procent van de werknemers met burn-out-symptomen kampen met een hoge jobonzekerheid tegenover 4 procent bevlogen werknemers. Bovendien zijn ze minder tevreden over hun arbeidsvoorwaarden.
het welzijn van werknemers willen bevorderen, lijkt het verbeteren van de arbeidsomstandigheden door preventieve acties alvast de aangewezen weg. Bron: Sentral.be
Gevolgen De verzuimduur van werknemers met burn-out-symptomen is bijna dubbel zo hoog: 17 dagen per jaar versus 9 dagen per jaar bij werknemers zonder symptomen. Dit komt neer op een kostenplaatje van 7392 euro per werknemer met burn-out-symptomen per jaar. Daarnaast leggen werknemers met burn-out-symptomen de oorzaak van hun verzuim vaker bij het werk en vertonen veel meer stress. Ze zijn veel minder tevreden over hun werk en denken er dan ook meer aan om het bedrijf te verlaten.
Conclusie Indien we in de toekomst de verzuimkosten naar beneden willen brengen, werknemers langer aan het werk willen houden, goede werkkrachten willen behouden of
Nieuwe SER-commissie voor medezeggenschap Per 1 juni is een nieuwe SER-commissie in het leven geroepen. Het gaat om de Commissie Bevordering Medezeggenschap.
De nieuwe commissie heeft, zoals de naam al doet vermoeden, als taak om de medezeggenschap in ondernemingen te bevorderen. Zo zal de commissie richtbedragen vaststellen voor goede kwalitatieve scholing voor OR-leden en zal de commissie een certificatieregeling voor scholingsinstituten oprichten. Ook zal de Commissie Bevordering Medezeggenschap het werk van de twee bedrijfscommissies voor de marktsector monitoren. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vindt dat met dit initiatief de kwaliteit van kan medezeggenschap worden verhoogd. De ministerraad heeft besloten om de commissie een wettelijke basis te geven.
Sociale partners De commissie is een initiatief van de sociale partners. In de commissie zitten vertegenwoordigers van werknemers (vakbonden), vertegenwoordigers van ondernemers en onafhankelijke leden. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan het waarderen dat de commissie er is gekomen door de organisaties van werkgevers en werknemers zelf. Het Multi Nationale Ondernemingsradenoverleg (MNO) vindt het jammer dat er weer over de medezeggenschap gepraat wordt en niet met de medezeggenschap.
10
Ongezond werk in wegenbouw aangepakt Het werk in de grond-, weg- en waterbouw moet gezonder en veiliger, vindt de Inspectie SZW, voorheen de Arbeidsinspectie. Inspecteurs gaan daarom de komende tijd meer controleren bij het straten maken, onderhoud van spoorwegen, het leggen van kabels en leidingen, heien en andere funderingswerkzaamheden. Dat heeft de Inspectiedienst van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid woensdag bekendgemaakt. Het ziekteverzuim na een arbeidsongeval was in deze sector in 2010 met 8,1 procent ruim twee keer hoger dan het landelijk gemiddelde. Ook heeft een kwart van het personeel gezondheidsklachten door het werk. Zo heeft ruim 36 procent last van pijn en stijfheid in de ledematen en 42 procent heeft rugklachten. De inspectie wil samen met de branche deze slechte scores in 2016 hebben teruggedrongen. In de sector zijn ongeveer 11.000 bedrijven actief met in totaal 75.000 werknemers. De helft van het personeel werkt aan aanleg en onderhoud van wegen.
Er is vaak sprake van onveilige situaties, omdat werkplekken tijdelijk zijn en steeds opnieuw worden ingericht. Ook is niet altijd duidelijk wie verantwoordelijk is voor de arbeidsomstandigheden, omdat veel met onderaannemers wordt gewerkt. Bron: ANP
Scholing OR-leden steeds belangrijker Scholing van OR-leden wordt steeds belangrijker, want alleen met goede scholing kan de ondernemingsraad een volwaardige gesprekspartner zijn voor de bestuurder. Dit stelde, de voorzitter van de SER-commissie Arbeid, Onderneming en Medezeggenschap tijdens het SERsymposium over medezeggenschap afgelopen vrijdag. Volgens de voorzitter heeft de ondernemingsraad een verbindende rol. En verbinding is volgens cruciaal in tijden van verandering. Maar om goed mee te kunnen praten, moet de ondernemingsraad wel verstand hebben van de zaken waar hij over spreekt. Scholing is daarbij van groot belang. Het SER-advies over de scholing van OR-leden, waarbij de GBIO-subsidie verdwijnt, heeft wellicht ook invloed op de relatie tussen OR en bestuurder. De wijze waarop de ondernemingsraad gebruik kan maken van zijn scholingsrecht wordt een kwestie van overleg met de bestuurder. OR en bestuurder moeten het eens worden over de hoogte van het scholingsbudget, het aantal scholingsdagen en de sfeer en insteek van de trainingen.
11
Volgens, de vicevoorzitter van een vakcentrale, zal deze verandering vooral in kleinere bedrijven voor problemen gaan zorgen. ‘Zeker in het begin.’ Kleinere bedrijven zijn met het afschaffen van de GBIO-subsidie duurder uit. ‘Bovendien zijn in de mkb-sector medezeggenschap en scholing en vorming minder ingeburgerd geraakt dan bij grote bedrijven,’ aldus de vicevoorzitter in SER Magazine. Ook het Multi Nationale Ondernemingsradenoverleg (MNO) verwacht dat vooral kleinere ondernemingsraden in de problemen komen. Bron: SER
Bewegingsvrijheid van 19.000 gehandicapten ernstig beperkt De op handen zijnde bezuiniging van 150 miljoen op het vervoer van gehandicapten zal de bewegingsvrijheid van 19.000 gehandicapten ernstig beperken. Dat zegt de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland.
ties voor de instellingen. “Want als het vervoer weg valt komen er geen cliënten meer, moeten we medewerkers ontslaan omdat er geen werk meer voor hen is en ontstaat leegstand bij de instellingen. De bezuinigingen reiken dus veel verder dan mensen met een rolstoel, het leidt tot kaalslag in de hele gehandicaptenzorg”, zegt de voorzitter van het Platform Lichamelijk Gehandicaptenzorg van de VGN.
Instellingen krijgen nu nog 19,50 euro per dag om een rolstoeler te vervoeren van en naar bijvoorbeeld de dagbesteding. Door de bezuinigingen wordt dat teruggebracht naar 8 euro. Dat terwijl zorginstellingen er 25 euro voor moeten betalen. De budgetten zijn nu dus al niet toereikend, zegt de branchevereniging.
Kwetsbaar Volgens de voorzitter van het Platform Lichamelijk Gehandicaptenzorg van de VGN worden hele levens door deze bezuinigingen op z’n kop gezet. “Levens van mensen die niet zielig zijn, maar wel kwetsbaar. Als maatschappij moeten we hen juist steunen in plaats van ze te beroven van de weinige mogelijkheden die ze nog hebben”.
Kaalslag De bezuinigingen hebben ook dramatische consequen-
12
Jurisprudentie Dat gaat je niets aan Het ziekteverzuim van rokende en dikke werknemers ligt hoger dan dat van gezonder levende collega’s. Steeds meer bedrijven willen daarom de gezondheid van hun werknemers managen.
De wet op de medische keuringen staat aanstellingskeuringen alleen toe voor functies die bijzondere eisen stellen aan de fysieke conditie van de werknemer. Ook mag een werkgever tijdens een sollicitatiegesprek geen vragen stellen over de gezondheid van de werknemer.
Maar hoe ver mag dat gaan? Roken en drinken op de werkplek mag verboden worden. Daarnaast kan een werkgever programma’s aanbieden ter ondersteuning van een gezondere leefstijl, maar dat is op basis van vrijwillige deelname, evenals een health check. Een verplichte alcohol- of drugstest is alleen mogelijk als de verplichting voldoet aan de eisen van noodzakelijkheid en proportionaliteit.
Privé Maar hoe zit het met gedrag in de privé-sfeer? Een werkgever kan zelden of nooit voorschriften opleggen omtrent eet- en drinkgedrag in de privé-sfeer. Dit mag uitsluitend als er zwaarwegende belangen mee gediend zijn. Het opleggen van gezond gedrag van werknemers dient in elk geval gekoppeld te zijn aan de specifieke eisen die de functie stelt. De eventuele inbreuk op de privé-sfeer moet bovendien proportioneel zijn: ook een vrachtwagenchauffeur of piloot hoeft geen geheelonthouder te zijn.
Selectie bij de poort Ook hier stuit de werkgever al snel op de grenzen van het recht. Selectie op gezondheid is namelijk verboden.
Conclusie: De mogelijkheden voor de werkgever om dwingend te sturen op het gedrag van de werknemers zijn nogal beperkt. Het kan uiteraard geen kwaad om werknemers te wjizen op hun verantwoordelijkheid voor de eigen gezondheid, maar de kosten van RSI en werkstress (lees verantwoordelijkheid werkgever) zijn uiteindelijk hoger dan die van roken, drinken en overgewicht. Bron: arbo auteur: Jan Popma
13
Het begrip ‘werkplek’ Een werkneemster van een uitzendbureau is gedetacheerd als projectmedewerker bij een bedrijf. Begin april 2010 glijdt zij aan het eind van haar werkdag uit op het terrein voor de hoofdingang van de inlener. Daar waren enkele verlijmde kiezelstenen losgelaten. De vrouw houdt er een ernstig polsletsel aan over.
het verrichten van arbeid wordt of pleegt te worden gebruikt’ (HR, 11 november 2011, LJN BR5215). Toetsing aan dit criterium brengt met zich mee dat het voorterrein niet kan worden gekwalificeerd als ‘werkplek’ in de zin van art. 7:658 BW. De werkgever kan echter ook aansprakelijk zijn voor plaatsen die niet als ‘werkplek’ zijn te kwalificeren, maar dan alleen als werknemers zich op die plaatsen bevinden ‘in de uitoefening van hun werkzaamheden’. Daarvan is in deze zaak geen sprake omdat vaststaat dat de vrouw haar werkzaamheden voor die dag had beëindigd.
De vrouw stelt zowel het inlenend bedrijf als het uitzendbureau aansprakelijk voor de financiële gevolgen van haar ongeval. Zij doet dit op grond van artikel 7:658 BW (de zorgplicht), alsmede aansprakelijkheid van de inlener op grond van art. 6:174 BW jo. 6:181 BW (aansprakelijkheid voor gebrekkige opstal). De vordering tegen het uitzendbureau wordt niet-ontvankelijk verklaard, omdat het uitzendbureau de werkgever was. Dat een door het uitzendbureau afgesloten verzekering mogelijk dekking verleent voor de geleden schade, betekent nog niet dat deze ook aansprakelijk is. Ten aanzien van de inlener oordeelt de rechter als volgt. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat onder ‘werkplek’ moet worden verstaan ‘iedere plaats die in verband met
Dat de facilitaire dienst van de inlener zelf belast was met het onderhoud van het voorterrein, maakt dit niet anders. Want dit onderhoud wordt niet uitgevoerd in het kader van de zorgverplichting van de inlener. Zelfs als er sprake zou zijn van een gebrekkige opstal, zoals bedoeld in art. 6:174 BW, is er geen grond voor aansprakelijkheid. Het ontstaan van het gebrek – het loslaten van verlijmde kiezelstenen – staat immers in geen enkel causaal verband met de bedrijfsuitoefening door de inlener, die in het pand van de inlener plaatsvindt. De vordering van de vrouw wordt afgewezen. Bron: Kantonrechter ’s-Gravenhage, 21 december 2011, JAR 2012, 42; LJN BV1500
Docente valt van verhoging Inrichting arbeidsplaatsen Een vrouw werkt als docente Duits bij een gymnasium. In augustus 2005 betrekt de school een nieuw gebouw, waar zij een leslokaal deelt met een collega. Die heeft een oogafwijking en voor haar zichtlijn wordt een podium aangebracht van 178 centimeter breed en 525 centimeter lang. Over de hoogte van het podium verschillen partijen van
mening. Omdat de collega ook slecht ter been is, wordt een trapje van één trede aangebracht. De collega gaat in maart 2008 met vroegpensioen en de lerares Duits neemt een aantal lesuren van haar over. Het trapje wordt verwijderd. In mei 2009 verstapt de lerares Duits zich en zij meldt zich de volgende dag arbeidsongeschikt.
14
Na het ongeval wordt de verhoging verwijderd. De lerares wordt voor pijnklachten behandeld en uiteindelijk geopereerd aan een hernia. Zij stelt de werkgever aansprakelijk voor de gevolgen van haar ongeval. De verzekeraar heeft de aansprakelijkheid afgewezen. De kantonrechter stelt vast dat de werkgever op grond van artikel 7:658 BW onder omstandigheden aansprakelijk is voor de schade die de werknemer in het kader van zijn werk lijdt. Of de werkgever aan zijn zorgplicht heeft voldaan, wordt vooral bepaald door wat op grond van de arbowetgeving van de werkgever wordt verlangd. De partijen zijn het niet eens over de hoogte van het podium. De kantonrechter gaat er vanuit dat het podium, als minst gevaarzettend, niet meer dan 20 centimeter hoog was. Maar een dergelijke verhoging kan wel een onveilige situatie opleveren. Men kan er bijvoorbeeld over struikelen, er vanaf vallen of zich verstappen bij het afstappen (zoals in deze zaak). Daarmee voldeed de inrichting van het lokaal niet aan de veiligheids- en gezondheidseisen.
In de arbocatalogus staat immers dat theorielokalen – waaronder dit lokaal valt – zodanig ingericht moeten zijn dat de kans op ongelukken zo gering mogelijk is. Daaraan voldeed het lokaal door de (onnodige) aanwezigheid van het podium niet. Dat in de catalogus ook staat dat een podium voor het bureau van een docent denkbaar is en dat er geen wet- of regelgeving is die een dergelijk podium verbiedt, maakt dat niet anders. Dat het niet is verboden om podia te gebruiken, wil nog niet zeggen dat ze kunnen blijven staan, zeker als daar geen noodzaak (meer) voor is en de kans op ongelukken door ze te verwijderen kan worden verminderd. De vordering van de lerares wordt toegewezen. Bron: Kantonrechter Delft, 12 januari 2012, LJN: BV9089
Geen beveiligingsmiddelen tijdens val Een man is als ingeleende werknemer werkzaam bij een dakbedekkersbedrijf (verder: de inlener). Tijdens zijn werkzaamheden valt de man door een dak en maakt een val van acht meter met ernstig letsel als gevolg. Hij droeg op dat moment geen beveiligingsmiddelen.
plicht van de werkgever te voldoen. Dat die instructies niet zijn opgevolgd is te beschouwen als opzet of bewuste roekeloosheid, maar de werkgever heeft niet aangetoond dat daar sprake van was.
De werknemer eist van de inlener vergoeding van zijn schade, hoewel de oorzaak van het ongeval niet helemaal duidelijk is. De kantonrechter wijst de vordering af. Ook het hof is van oordeel dat de inlener aan zijn zorgverplichting heeft voldaan, op grond van art. 7:658 lid 1 Burgerlijk Wetboek. Het werk was voldoende veilig: er waren (dak)ladders en veiligheidsgordels aanwezig. Ook had de inlener voldoende instructies gegeven en was hij niet tekortgeschoten in het toezicht op de naleving. De werknemer gaat in cassatie omdat het alleen geven van veiligheidsinstructies niet genoeg is om aan de zorg-
15
De Hoge Raad overweegt dat artikel 7:658 lid 2 BW de werkgever ontheft van zijn aansprakelijkheid als hij aantoont dat hij of de in lid 1 van art. 7:658 BW genoemde verplichtingen is nagekomen, of dat de schade in belang-
rijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Maar dit artikel kan niet zo worden uitgelegd dat een werkgever die geen bewijs levert dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer, om die reden niet kan hebben voldaan aan de in lid 1 van art. 7:658 BW neergelegde verplichting. Er is geen werkgeversaansprakelijkheid als de werkgever de juiste veiligheidsmaatregelen heeft genomen en de nodige veiligheidsinstructies heeft gegeven. Dit geldt ook als de werknemer heeft nagelaten een handeling te verrichten om een veiligheidsvoorziening te realiseren, en waarbij de werknemer toch geen opzet of bewuste roekeloosheid kan worden verweten. Bron: Hoge Raad, 24 juni 2011, JAR 2011, 192; LJN BP9897
Houd de preventiemedewerker op vrije voeten Preventiemedewerker Wordt er in uw bedrijf onveilig gewerkt? Dan moeten de productiechefs hier iets aan doen. En het is aan de preventiemedewerker om hen zover te krijgen. Sterker nog: als die dat verzuimt, komt hij mogelijk in ernstige problemen.
andere kant opkijken, zelfs niet als de collega’s weigeren mee te werken.’
Meters maken En dat laatste komt volgens de adviseur veiligheid en duurzaamheid bij een trainings- en adviesbureau regelmatig voor. ‘Neem productiechefs. Vaak zijn die erg gefocused op productiecijfers. Zelfs als het management heel duidelijk maakt dat veiligheid op de eerste plaats komt, geeft die chef daar zijn eigen interpretatie aan: ‘Ja… dat zeggen ze wel. Maar in werkelijkheid verwachten ze toch van mij dat ik meters maak.’ Wat doen dus de medewerkers die een veiligheidsprobleem constateren? Die stappen naar de preventiemedewerker. Die is onafhankelijk.’
Bent u preventiemedewerker? Dan raadt adviseur veiligheid en duurzaamheid bij een trainings- en adviesbureau u aan om uw werk serieus te nemen. En nee, dat zegt hij niet alleen omdat hij werkt als adviseur veiligheid en duurzaamheid bij een trainings- en adviesbureau. Dat zegt hij ook op basis van de jurisprudentie. ‘Je ziet het bijvoorbeeld aan de nasleep van de brand bij Chemie Pack’, zegt hij. ‘Uiteindelijk belandde ook degene die veiligheid in zijn portefeuille had, een tijdje in de cel. De rechter vond dat hij de werkwijze van zijn bedrijf steviger ter discussie had moeten stellen. Conclusie: je kunt als veiligheidskundige of preventiemedewerker niet de
Maar voor zo’n preventiemedewerker zit er vervolgens maar één ding op: hij moet de zaak bespreken met de
16
productiechef. Hoe doe je dat? ‘Ik zou altijd kiezen voor een coachende aanpak’, zegt de adviseur veiligheid en duurzaamheid bij een trainings- en adviesbureau. ‘Daarmee begin je met een paar vragen: ‘ik hoor dat jij mensen bij een haastklus op een ladder laat klimmen. Heb je daarbij goed gekeken naar de risico’s? En ben je het met me eens dat dit in veel gevallen te hoog is?’ En ik zou erbij zeggen dat ik begrijp dat hij af en toe door moet werken, en dat hij niet iedere dag alle voorzorgsmaatregelen kan nemen. Maar hij mag ze niet iedere dag allemaal overslaan.’
Berekening En vervolgens zou de adviseur veiligheid en duurzaamheid bij een trainings- en adviesbureau ook laten zien dat hij kennis van zaken heeft. ‘Je kunt bijvoorbeeld duidelijk maken dat je het risico hebt geanalyseerd, dat je er een berekening op het losgelaten. Daarbij kom je bijvoorbeeld uit op een bepaald getal: 320 op een schaal van 1000. Dan is het duidelijk dat er echt iets moet gebeuren.’ En dan is het dus belangrijk dat je als preventiemedewerker van alle details op de hoogte bent. ‘Ik ken bedrijven waar ze werken met veiligheidsambassadeurs. Dat zijn medewerkers die zelf productiewerk doen, maar ondertussen houden ze alles goed in de gaten. Ze vormen de ogen en oren van de preventiemedewerker – en in bepaalde gevallen ook zijn mond. Want voordat ze aan de slag gaan, krijgen ze een training communicatie, en dus kunnen ze ingrijpen op het moment dat ze iets mis zien gaan. Niet als een politieagent, maar op een vragende toon: ‘Joh, weet je wel zeker dat het veilig is op die ladder?’’
Arbeidsinspectie En als de productiechef toch niet wil luisteren? Dan zit er volgens de adviseur veiligheid en duurzaamheid bij een trainings- en adviesbureau maar één ding op. ‘Dan moet je het hogerop gaan zoeken, bij de bedrijfsleider, of in het management. Zeg dan zo iets als: ‘Jan en ik hebben hier een verschillende visie op, en we komen hier niet goed uit. Maar ik denk dat de veiligheid toch voorop staat, dus ik blijf het met hem oneens.’ En als dat niet helpt, kan je in het uiterste geval naar de ondernemingsraad of naar de Arbeidsinspectie. En zorg dat dit allemaal ook schriftelijk wordt vastgelegd. Dan kun je in een eventuele procedure laten zien dat je het er niet bij hebt laten zitten.’ Bron: arbo
Bestuurs berichten Werkgevers en vakbonden betreuren loslaten pensioenakkoord Werkgevers en vakbonden ‘betreuren het zeer’ dat het kabinet en een meerderheid van de Tweede Kamer het pensioenakkoord willen loslaten. De Stichting van de Arbeid (SER), het overlegorgaan van de sociale partners, heeft dat op 13-06-2012 aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geschreven. Het kabinet maakte eerder afspraken met werkgevers en bonden over een verhoging van de AOW-leeftijd naar 66
17
jaar in 2020. Maar in het Kunduz-akkoord van VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie zijn die geschrapt. De vijf partijen willen de AOW-leeftijd al vanaf volgend jaar geleidelijk optrekken, zodat die in 2019 op 66 jaar uitkomt. In 2023 wordt dat vervolgens 67 jaar. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft inmiddels een nieuw wetsvoorstel naar de Kamer gestuurd. De sociale partners hebben er begrip voor dat er door de ‘nijpende’ economische situatie extra bezuinigd moet worden, maar tonen zich ongelukkig met de gang van zaken. Ze dringen er op aan dat de Kamer het nieuwe wetsvoorstel zorgvuldig behandelt. De Stichting van de Arbeid wijst daarbij op het advies van de Raad van State
om de wijzigingen in de AOW niet al in 2013 in te voeren, zoals in het Kunduz-akkoord staat. De sociale partners hebben vooral kritiek op de manier waarop de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het nieuwe wetsvoorstel de inkomensgevolgen wil repareren voor werknemers die al met prepensioen zijn. Zij zullen door de eerdere verhoging van de pensioenleeftijd één of meer maanden AOW mislopen. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil deze mensen een voorschot geven dat snel moet worden terugbetaald. Volgens werkgevers en werknemers kan dit ‘niet als een serieuze oplossing voor deze problematiek worden gezien’. Werknemers die al met prepensioen zijn gegaan, konden op dat moment niet weten dat de AOWleeftijd eerder zou stijgen. Voor hen moet er dus een ‘echte compensatieregeling’ komen, schrijft de Stichting van de Arbeid. Ook tegen het schrappen van de mogelijkheid om voor een flexibele ingangsdatum voor de AOW te kiezen, hebben de sociale partners ernstig bezwaar. Werknemers met zware beroepen zijn hiervan de dupe, betogen ze. Bron: ANP
‘Versoepeling ontslagrecht pakt negatief uit’ De plannen met ontslagrecht en WW in het Lenteakkoord gaan uit van onjuiste veronderstellingen en zullen een negatieve uitwerking hebben op de Nederlandse economie. Dat hebben zestien hoogleraren en universitair docenten en onderzoekers eerder deze week aan de Tweede Kamer geschreven.
kosten van hen af kunnen. Maar volgens de wetenschappers is het een misvatting te denken dat kansarme groepen op de arbeidsmarkt, zoals ouderen en werknemers met een handicap, dan sneller aan de slag komen. Ze denken dat bedrijven toch blijven kiezen voor personeel met een flexibel contract.
Ze zeggen grote bezwaren te hebben tegen de voornemens van VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie om het ontslagrecht te versoepelen, de ontslagvergoeding drastisch te beperken en werkgevers verantwoordelijk te maken voor de kosten van de eerste zes maanden van een WW-uitkering. De ondertekenaars zijn werkzaam op de rechtenfaculteit van de Vrije Universiteit Amsterdam, de Erasmus Universiteit Rotterdam, de Rijksuniversiteit Groningen, de Universiteit Utrecht en de Universiteit Tilburg. De vijf partijen willen de ontslagprocedure makkelijker maken omdat ze denken dat bedrijven eerder mensen aannemen als ze ook weer makkelijk en zonder veel
18
Ook verwachten de ondertekenaars dat het beperken van de ontslagvergoeding tot een tweedeling zal leiden. Werknemers met een goede positie op de arbeidsmarkt zullen als ze in dienst treden afspraken maken over een hoge gouden handdruk, terwijl de rest straks is aangewezen op de lagere wettelijke vergoeding. Volgens de wetenschappers menen de vijf partijen ten onrechte dat de Nederlandse arbeidsmarkt erg star is. Bedrijven die van personeel af willen, kunnen dat ook nu al. Jaarlijks worden tienduizenden arbeidscontracten zonder veel problemen ontbonden. Bron: ANP
Minimumloon juli 2012 Krijgt u minimumloon? Werkt u in Nederland en bent u jonger dan 65 jaar? Dan hebt u recht op het Nederlandse minimumloon. Ook als u buitenlander bent. Uw werkgever mag u méér betalen, maar niet minder. U hebt ook recht op vakantiegeld. Bruto minimumloon Het bruto minimumloon staat in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Uw werk-
gever is verplicht om het bruto minimumloon dat voor u geldt op uw loonstrookje te zetten. Uw werkgever houdt belasting en premies in op de brutobedragen. Daarom is uw nettoloon lager. Nettoloon is het loon dat u uitbetaald krijgt. Elk jaar worden de brutobedragen verhoogd, per 1 januari en per 1 juli.
Leeftijd
per maand
per week
per dag
23 jaar en ouder 22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 16 jaar 15 jaar
1.456,20 1.237,75 1.055,75 895,55 764,50 662,55 575,20 502,40 436,85
336,05 285,65 243,65 206,65 176,40 152,90 132,75 115,95 100,80
67,21 57,13 48,73 41,33 35,28 30,58 26,55 23,19 20,16
Netto minimumloon
Voorbeeld:
• De nettobedragen staan niet in de wet. Nettoloon is het loon dat u uitbetaald krijgt, op uw rekening of contant. • Hoeveel u netto overhoudt hangt af van de belasting en premies die op uw loon worden ingehouden. Dit kan per persoon verschillen.
In uw bedrijf geldt een volledige werkweek van 38 uur. U bent 23 jaar en werkt 24 uur per week. U moet dan minimaal 212,24 euro bruto per week betaald krijgen. Dit is het minimumweekloon van 336,05 euro, gedeeld door 38 uur, maal 24 uur.
Hoe hoog is uw minimumloon per uur?
Het minimumloon per uur staat niet in de wet, maar het kan wel worden berekend. Dat kan door het minimumloon per week te delen door het aantal uren bij een volledige werkweek.
De bedragen van het wettelijk minimumloon gelden voor een volledige werkweek. Meestal is dat 36, 38 of 40 uur per week. Dit hangt af van de sector waarin u werkt. Werkt u parttime, dan is het minimumloon waar u recht op hebt ook lager. Werkt u meer uren, dan hebt u recht op meer loon.
Hoe hoog is uw minimumloon per uur?
19
Bruto minimumloon per uur bij 36-, 38- en 40-urige werkweek, per 1 juli 2012 (in euro’s) Leeftijd
werkweek 36 uur
werkweek 38 uur
werkweek 40 uur
23 jaar en ouder 22 jaar 21 jaar 20 jaar 19 jaar 18 jaar 17 jaar 16 jaar 15 jaar
9,33 7,93 6,77 5,74 4,90 4,25 3,69 3,22 2,80
8,84 7,52 6,41 5,44 4,64 4,02 3,49 3,05 2,65
8,40 7,14 6,09 5,17 4,41 3,82 3,32 2,90 2,52
Let op: de bedragen gelden als richtlijn. Bij het berekenen van het uit te betalen loon moet een werkgever altijd uitgaan van het volledige wettelijk minimumloon per dag, week of maand. Gebruik van het indicatieve uurloon kan in verband met de afronding leiden tot onderbetaling. • het (basis)loon dat in uw contract staat; • toeslagen die u ontvangt. U kunt bijvoorbeeld een toeslag krijgen voor het leveren van een bepaalde prestatie, voor het werken in ploegendienst, voor onregelmatige werktijden, wachtdienst en werkomstandigheden; • vaste beloningen voor de omzet die u maakt. Deze worden elke betalingstermijn aan u uitbetaald; • beloningen van derden. Bijvoorbeeld fooien. Deze beloningen krijgt u door uw werk. Ook moet er een regeling zijn met uw werkgever.
Het totaal van deze bedragen mag niet minder zijn dan het minimumloon
Stukloon Ook als u per stuk wordt betaald, hebt u recht op het minimumloon. Per stuk is bijvoorbeeld: per kist, per kilo, per vierkante meter. Voor een uur werken in een normaal tempo moet u het minimumloon per uur kunnen verdienen.
Hoe hoog is het vakantiegeld? Als u in Nederland werkt hebt u recht op vakantiegeld. In de wet heet dit minimumvakantiebijslag. Dit is minimaal 8 procent van uw brutoloon. Het vakantiegeld komt bovenop uw gewone loon. Uw werkgever kan u dit bedrag in delen uitbetalen of één keer per jaar. Het vakantiegeld moet apart op uw loonstrookje staan vermeld. Als u stopt met werken bij uw werkgever, moet uw werkgever het vakantiegeld uitbetalen dat u nog te goed hebt, samen met uw laatste loon.
Hoe weet u of u het juiste loon ontvangt? De hoogte van het minimumloon wordt 2 keer per jaar aangepast, in januari en juli. Het gaat dan om het brutoloon bij een volledige werktijd. Als u wilt nagaan of u (meer dan) het minimumloon ontvangt, moet u de volgende bedragen optellen:
Er zijn ook inkomsten in geld die niet meetellen bij de bepaling van het minimumloon, zoals: • geld verdiend met overwerk; • vakantiebijslag.
Deeltijdwerk en minimumloon De hoogte van uw bruto minimumloon is afhankelijk van hoeveel uur u werkt. Als u in deeltijd werkt, is het bruto minimumloon evenredig lager.
Loonstrookje Op uw loonstrookje staat het wettelijk minimumloon dat voor u geldt.
Wat staat er op uw loonstrookje? • Van uw werkgever krijgt u een loonstrookje. U kunt hierop de volgende gegevens vinden: • uw brutoloon; • uit welke bedragen dit brutoloon is opgebouwd, bijvoorbeeld uw basisloon en prestatietoeslagen; • het wettelijk minimumloon en de minimumvakantiebijslag die voor uw gelden; • uw naam en de naam van uw werkgever; de periode waarvoor u betaald krijgt, bijvoorbeeld de maand juli; het aantal uren dat u werkt.
20
Ook de loonheffingen kunt u op het loonstrookje terugvinden. Op uw brutoloon worden namelijk door de werkgever onder andere de premies volksverzekeringen (AOW, ANW, AWBZ) en de bijdrage zorgverzekeringswet ingehouden. De heffingen worden afgedragen aan de Belastingdienst.
Later loon opeisen kan ook
Controle
Meer informatie
Aan de hand van uw loonstrookje kunt u controleren of u genoeg uitbetaald hebt gekregen.
Wat kunt u doen als u te weinig loon krijgt? Praat eerst met uw werkgever als u minder dan het wettelijk minimumloon krijgt. Helpt dit niet, dan kunt u een klacht indienen bij de Inspectie SZW. Dit kan ook anoniem. Het adres treft u onder ‘Meer informatie’ aan. U kunt ook naar de kantonrechter gaan. Hierbij kan een vakbond, wetswinkel, juridisch loket of sociaal raadspersoon u adviseren.
Ook als u er later achter komt dat u te weinig betaald hebt gekregen, kunt u het niet-betaalde loon opeisen. Dit kan binnen vijf jaar. Vakantiegeld dat niet is uitbetaald moet u ook binnen vijf jaar opeisen.
Hebt u nog vragen? Bel dan gratis met de Postbus 51 infolijn, tel. 0800-8051, of kijk op www.rijksoverheid.nl Krijgt u te weinig betaald? Neem dan contact op met de Inspectie SZW: 0800-270 00 00 of kijk op hun internetsite www. inspectieszw.nl (ook voor digitale klachtenmelding). Digitale uitgave van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Communicatie Afdeling Publiek en Informatie Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Fors verschil inzicht tussen taxibranche en overheid bij aanbestedingen Er bestaan grote verschillen tussen hoe aanbestedende diensten vinden dat zij de kwaliteit van het taxivervoer controleren en hoe de taxibranche dat in de praktijk merkt. Maar liefst 91% van de opdrachtgevers zegt te controleren of de beloofde kwaliteit geleverd wordt. Terwijl volgens 29% van de de taxibedrijven die inschrij-
ven met aanbestedingen de opdrachtgevers de geleverde kwaliteit geheel niet controleren. En 54% van de taxibedrijven vindt de controle onvoldoende. Dat blijkt uit een enquête van onder 770 taxibedrijven en aanbestedende diensten. Taxi-ondernemers zijn dan ook niet blij met de manier waarop (overheids)organisaties handelen bij aanbestedingen. Maar liefst 46% is ontevreden, 36% zeer ontevreden, 13% tevreden en een schamele 2% is zeer tevreden.
Prijs en kwaliteit Ook bestaan er forse verschillen in inzicht hoe een gunning uiteindelijk tot stand komt. Een kleine 75% van de ondernemers schat dat 76–100% van de opdrachten in het contractvervoer alleen op prijs wordt gegund. Terwijl ruim 85% van de aanbestedende diensten aangeeft dat
21
beiden meetellen. Hierbij telt kwaliteit voor gemiddeld 48% mee, geven de opdrachtgevers aan.
waarbij schaalvergroting een onvermijdelijk economisch gevolg is.
Het blijkt dat kwaliteit vaak ook een ‘papieren kwaliteit’ is. Gestelde kwaliteitscriteria zeggen niet altijd iets over de daadwerkelijke kwaliteit. Meer dan 75% van de ondernemers vindt dat gestelde kwaliteitscriteria vaak niets over de daadwerkelijke kwaliteit zeggen.
Aanbesteding
Kwaliteitseisen
Tweederde van de taxibedrijven zou het bijvoorbeeld een goede zaak vinden dat de beoordeling van een aanbesteding in twee ronden zij zijn. Ronde 1: Kwaliteit. Ronde 2: Prijs. Hier zou dan bijvoorbeeld 2 weken tussen moeten zitten.
Zaken die regelmatig meegewogen worden zijn: milieu (85%), Taxikeurmerk (82%), referenties (76%), opleidingen voor het personeel (80%), leeftijd voertuigen (72%), omzeteis (61%), social return (59%) en voldoende bedrijfsoordeel van Sociaal Fonds Taxi (44%). Overigens blijkt in de praktijk de meestgebruikte kwaliteitseis ‘milieu’ vaak discutabel. Zo zijn er taxi-aanbestedingen bekend van gemeentelijk zwemvervoer (1 x per week), waarbij een aardgas-bus gevraagd wordt. Een ondernemer moet dan extra investeren, terwijl er maar voor enkele kilometers per week CO2-uitstoot bespaard wordt.
Bedrijfsoordeel Sociaal Fonds Taxi Ook opvallend is dat de kwaliteitseis ‘voldoende bedrijfsoordeel van Sociaal Fonds Taxi’ slechts door 44% van de opdrachtgevers gevraagd wordt. Bij dit bedrijfsoordeel weet een opdrachtgever dat het taxibedrijf zijn chauffeurs netjes volgens de wettelijk verplichte CAO Taxivervoer beloont.
Contractvervoer dat via aanbestedingen wordt gegund is een belangrijk deel van de omzet in de taxisector. In totaal gaat het om ongeveer 1,2 miljard van de 1,6 miljard euro die in de sector omgaat.
Omzet Meer dan 50% van de bedrijven die meedoen met aanbestedingen halen meer dan de helft van hun omzet binnen via een aanbesteding. Tegelijkertijd vindt 92% van de ondernemers vind de huidige manier van aanbesteden een gevaar voortbestaan taxibranche. Dat komt omdat 74% van inschrijvers de (financiële) grenzen van het bestek opzoekt. De ondervraagde taxichauffeurs hebben wel plezier in het werk (95%). Toch heeft 31% regelmatig te maken met klachten over het contractvervoer, die tegen hem worden geuit. Bij 45% gebeurt dat soms.
Taxicentrale
Ook verdwijnt volgens veel ondervraagde taxi-ondernemers een contract na gunning vaak in een la en kijkt niemand of de beloofde kwaliteit ook in de praktijk altijd geleverd wordt. De helft van de opdrachtgevers maakt gebruik van een bonus/malus-regeling bij goede/slechte prestaties.
Onderaannemers Ook mogen vervoerders bij 82% van de opdrachtgevers gebruik maken van onderaannemers. Daarbij controleert maar liefst 15% van de opdrachtgevers niet, of deze onderaannemers voldoen aan de gestelde eisen. Ook vrezen vooral de kleine lokale ondernemers het onderspit te delven in de huidige aanbestedingsmethodiek,
Als er tegen de taxichauffeur geklaagd wordt, is dat volgens 41% van de chauffeurs meestal de schuld van de taxicentrale, bij 23% is het meestal de schuld van de opdrachtgever. Slechts bij 8% van de chauffeurs is het meestal zijn eigen schuld. Of bij 3% van de chauffeurs is de passagier zelf meestal de oorzaak. Mensen klagen dan het vaakst over ‘extra reistijd door het combineren van ritten’ (41%), ‘te laat komen’ (29%), de planning/centrale (24%) en het gebruikte taxivoertuig (6%).
Overgang van werkgever Zo’n 13% van de ondervraagde taxichauffeurs is wel eens overgegaan naar een andere werkgever na een aanbesteding. Dat was in 43% van de gevallen een verslechtering van de situatie. Bij 24% maakte het geen verschil. Een 32% vond het een verbetering. Bron: Taxipro.nl
22
Wanneer krijg ik AOW? De AOW-leeftijd wordt stapsgewijs verhoogd. U ontvangt uw 1e AOW-uitkering op de dag dat u de AOW-leeftijd bereikt. Als u een uitkering heeft, stopt deze 1 dag eerder. Het recht op AOW-uitkering eindigt op de eerstvolgende dag na uw overlijden.
Start AOW-uitkering na verhoging AOW-leeftijd Als u in 2012 65 jaar wordt, gaat uw AOW-uitkering op uw verjaardag in. Vanaf 2013 verschuift de ingangsdatum van de AOW-uitkering. In onderstaande tabel ziet u wanneer uw AOW-uitkering ingaat.
Verhoging AOW-leeftijd U bent geboren: voor 1 januari 1948 na 31 december 1947 en voor 1 december 1948 na 30 november 1948 en voor 1 november 1949 na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950 na 30 september 1950 en voor 1 augustus 1951 na 31 juli 1951 en voor 1 juni 1952 na 31 mei 1952 en voor 1 april 1953
U krijgt AOW in: 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
na 31 maart 1953 en voor 1 januari 1954 na 31 december 1953 en voor 1 oktober 1954 na 30 september 1954 en voor 1 juli 1955 na 30 juni 1955 en voor 1 april 1956 na 31 maart 1956 en voor 1 januari 1957 na 31 december 1956
2019 2020 2021 2022 2023 2024
Uw leeftijd als uw AOW-uitkering ingaat, is: 65 65 + 1 maand 65 + 2 maanden 65 + 3 maanden 65 + 5 maanden 65 + 7 maanden
65 + 9 maanden 66 66 + 3 maanden 66 + 6 maanden 66 + 9 maanden 67 nog niet bekend.*
* De regering beslist later of de AOW-leeftijd verder omhoog gaat voor mensen die na 1956 geboren zijn. Een voorbeeld: Als u na 31 december 1947, maar voor 1 december 1948 bent geboren, en dus in 2013 65 wordt, krijgt u 1 maand na uw 65e de AOW-uitkering.
Aanvragen AOW U vraagt uw uitkering volgens de Algemene Ouderdomswet (AOW) aan bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Als u in Nederland staat ingeschreven bij een gemeente, krijgt u automatisch 6 maanden voordat u de AOW-leeftijd bereikt een brief van de SVB. Daarin staat hoe u uw AOW aanvraagt. Als u 3 maanden voor deze datum nog geen aanvraagformulier AOW heeft ontvangen, kunt u het beste zelf contact opnemen met de SVB.
Uitkering loopt door tot aan start AOW-uitkering Als u een uitkering heeft, loopt die door tot de dag waarop u de AOW-leeftijd bereikt. Stel, dit is op 17 mei 2012. Dan stopt uw uitkering op 16 mei en krijgt u vanaf 17 mei AOW. Dit geldt voor alle sociale zekerheidsuitkeringen en werknemersverzekeringen, zoals een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) of een uitkering op grond van de werkloosheidswet (WW). Dit geldt ook als uw AOW-uitkering ingaat in 2013. U ontvangt dan de uit-
kering tot de dag dat u 65 jaar en 1 maand oud bent. Een uitkering loopt niet door als u niet meer voldoet aan de uitkeringsvoorwaarden of wanneer de maximale uitkeringsduur voor u verstreken is.
Doorlopen loon of VUT/prepensioen tot aan verjaardag Of uw loon, VUT of prepensioen straks ook doorloopt tot aan de AOW-leeftijd, hangt af van de arbeidsvoorwaarden die voor u gelden. In veel collectieve of individuele arbeidsovereenkomsten is geregeld dat uw arbeidsovereenkomst eindigt op deze dag. Direct daarna komt u in aanmerking voor AOW. Als u binnenkort met pensioen gaat, kunt u het beste uw cao of arbeidsovereenkomst op dit punt nakijken en zo nodig overleggen met uw werkgever. Hetzelfde geldt als u met VUT of prepensioen wilt gaan. Neem contact op met het pensioenfonds of de verzekeraar als u hierover vragen heeft.
Voorschot AOW of bijstand Als u door de verhoging van de AOW-leeftijd tijdelijk niet genoeg inkomen heeft, kunt u een voorschot op uw AOWuitkering of (bijzondere) bijstand aanvragen.
23
Telefonisch spreekuur voor werknemer/sters van de bedrijven: Luttikhuis Losser, Brookhuis personenvervoer bv, Taxi centrale Almelo en Taxi Tijhuis Goor verenigd in Vervoersteam B.V. De ABGP heeft een informatietelefoonnummer voor werknemers/sters van bovengenoemde bedrijven in werking gesteld. Bent u werkzaam bij één van deze werkgevers en heeft u vragen over b.v. uw contract of over overige zaken die het nieuwe CAO betreft? Kunt u van maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 17.00 uur met uw vragen terecht op telefoonnummer:
020-6672555 E-mailen kan ook, stuur uw vragen naar
[email protected] en deze zullen zo spoedig mogelijk behandeld worden.
Haal meer voordeel uit uw ABGP lidmaatschap!! Op vertoon van uw ABGP lidmaatschappas krijgt u bij de onderstaande bedrijven aantrekkelijke kortingen. Voor dat u het weet heeft u de contributie alweer terug verdiend.
Interpolis verzekeringen ABGP groepsnummer 1540 • Tel. 026-3572727, www.abgp.nl/ledenservice
FBTO verzekeringen
Juridisch spreekuur
Collectiviteitsnummer is P88. Ziektekostenverzekeringen tel. 058-2345555
Elke donderdagochtend is er een juridisch spreekuur. U kunt hier terecht voor vragen over privé aangelegenheden. U kunt hierbij denken aan problemen zoals o.a. huurgeschillen, echtscheiding, aankopen etc.
IZA zorgverzekeraar Is dé zorgverzekeraar voor de publieke sector. Of u nu werkt bij een gemeente, provincie, nutsbedrijf of openbaar vervoer: kijk op www.abgp.nl/ledenservice
Om gebruik te kunnen maken van deze service dient u telefonisch contact op te nemen met het Bondskantoor, waarna er voor u een afspraak gemaakt kan worden. Deze afspraak wordt aan u vervolgens telefonisch bevestigd zodat u weet hoe laat en waar u verwacht gaat worden.
Contactpersonen Voorzitter & Persvoorlichter: Rob Hinse, Tel. 020-6672555 Secretaris: Fred Vos, Tel. 020-6672555, Tel. 06-24261471 Penningmeester: Eric Mollema, Tel. 020-6672555 Coördinatoren Collectieve Belangenbehartiging: Haico de Weerd, Rob Hinse, Tel. 020-6672555 Coördinatoren Medezeggenschap: Jos Hensen, Cor Schirrmann, Tel. 020-6672555 Coördinator Persoonlijke Belangenbehartiging: Jan de Koning, Tel. 020-6672555 Ledenadministratie: Hans van de Vuurst, Tel. 020-6672555 Contactpersoon Zorgsector: Marja de Vries, Tel. 020-6672555 Contactpersoon Stadstoezicht: Ed de Vente,
[email protected] Redactie Bondsblad : t.a.v. R. Hinse & F.R. Vos, Bondskantoor ABGP, Langsom 3a, 1066 EW Amsterdam, Tel. 020-6672555 ABGP op internet: http://www.abgp.nl,
[email protected]
24
SUDOKU PUZZEL Puzzel 85
5
Puzzel 86
3
7
9
6
1
5
6
1
2
4
9
3
4
7
8
8
1
8
4
5
6
5
2
2
7
9
5 7
2
8
6
4
5
5
9
1
8
9
1
7
2
3
4
5
2
7
1
OPLOSSING Puzzel 83 5
2 4 3
8
1
7 6
2
9
3
8 9
4
1 8 6
9
4
6
5 3
9
4
6 5
7
7
7
6
1
4
7 1 3 2 5 6 8
5 8 3
4
6
2 5 7 8
6 1 5 2
7
3
8
3
1 5
2
7
9
4 2 9
5
8
7
3
9
4 1
8
8 2
6
6
2
4
6 7 8 3
1
4 8 9 5
6
5
2
3
7
1
8
2
7
6
3 8
6
1
4
8
9
5
9 2
7 8 4 6 1
5
9
3
2 4 1
5 3 6 4
7
1
DE VETCURSIEFGEDRUKTE CIJFERS ZIJN DE OPLOSSINGSCIJFERS
25
1
2 7
4
4
7
7
1 6 9 5
2 3
5
3
1 4 5 2
9
9
4
1 9 3
2
3
9
1
9
8
Puzzel 84
5
9
2
6
8
7 3
9
ABGP LEDENFORMULIER In deze tijd is het lidmaatschap van een goede vakorganisatie onontbeerlijk. Werkgevers gaan steeds meer zogenaamde efficiency besparingen proberen te halen uit het arbeidsvoorwaardenpakket en specifieke bedrijfsregelingen staan onder zware druk. Daarom is een degelijke vakorganisatie noodzaak bij het overleg in het bedrijf waar u werknemer bent. Kies daarom voor een onafhankelijke vakorganisatie zoals de ABGP. De ABGP is een vakorganisatie waar werknemers uit alle beroepsgroepen zich kunnen aansluiten. De ABGP is niet religieus of politiek gebonden. Zij kan daarom altijd haar standpunten verkondigen ongeacht welke politieke kleur aan het bewind is. Kom daar maar eens om bij veel andere bonden. Wordt daarom NU lid van de Onafhankelijke Vakorganisatie ABGP. Desgewenst kunt u als lid daarna ook Kaderlid worden en dan bent u vervolgens direct betrokken bij de standpuntbepalingen en kunt u meebeslissen over uw werk en arbeidsvoorwaarden. Enthousiaste Kaderleden zijn bij ons onontbeerlijk en vormen het hart van de ABGP. Maak nu gebruik van ons ledenformulier De contributie bedraagt € 11,40 per maand voor diegene die meer verdienen dan het minimumloon, € 1446,60 bruto (per 1 januari 2012). Verdient u minder dan het minimumloon dan betaalt u een gereduceerde contributie van € 5,70 per maand. U dient dan wel bij aanvang lidmaatschap en vervolgens 1 x per jaar een bewijsstuk, zoals een salarisspecificatie, te overleggen. Voor gepensioneerden (zonder arbeidsovereenkomst en geen betaalde arbeid verrichtend) is de contributie E 3,65 per maand.
Vul de onderstaande bon in en stuur deze naar: ABGP, ANTWOORDNUMMER 16161, 1000 TE AMSTERDAM (geen postzegel nodig) Ja, ik meld mij aan als nieuw ABGP lid. Naam: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………....……………Voorletters: ………………………………………… M/V Geb.datum:dag……………………….............……………………maand……………………….............……………………jaar……………………….............……………………Personeelsnummer…………………………………………… Adres:…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………Huisnummer:…………….….............…………………… Postcode:………………………..........………............…….....Plaats:…………......................…………….............…………………………………………….............…………………………………………….............…………………… Tel. Privé:……………………….............………………………….....................................………………….............……………...………Tel. Werk:……………………….............……………………………………………....................... Werkgever:……………………….............…………………………....................………………….............…………………… Functie:……………………….............……………………….......………………………………………… Rekeningnummer: (ook vermelden bankinstelling)……………………….............…………………………....................………………….............…………………….................................................... Wenst per……………………….............…………………………....................………………….............……………………...................................................................................lid te worden van de ABGP. De kosten van het lidmaatschap mogen door de ABGP – via incasso- van mijn salaris* of bankrekening worden afgeschreven** D a t u m: … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … H a n d t e k e n i n g : … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … … …
Bent u al ABGP lid en u brengt bovenstaand persoon aan als nieuw lid, vul dan tevens onderstaande strook in en ontvang een premie van € 10,00, per aanmelding (De premie wordt uitbetaald ná ontvangst van de 1e betaling van het aangebrachte lid)
Naam: …………………………………………………………………………………………………………………………….........................................................................…………………………………………………………………………… Adres: …………………………………………………………………………………………………………………………….........................................................................…………………………………………………………………………… Postcode:……………………………………………….......................Woonplaats:…………………............................................................………………………………………………………………………………………………………….......... Lidnummer (indien bekend)…………………………………..............................................................……………………………Telefoon:……………………………………………………………….............................. Rekeningnummer en bankinstelling waarnaar uw aanbrengpremie moet worden overgemaakt:………………………………………….........…………………… * Doorhalen wat niet gewenst is. ** Regeling INCASSO-OPDRACHTEN - Als u het niet eens bent met een automatische afschrijving, dan heeft u een maand de tijd om uw betaling terug te vorderen. U stuurt dan een bericht naar uw kantoor waar uw betaalrekening wordt geadministreerd. Daar zal men dan het betreffende bedrag weer op uw rekening terug storten.
Tineke Brugmans, al 4 jaar verzekerd bij IZA.
“De fysio
heeft mij er weer bovenop geholpen.”
Met een zorgverzekering van IZA zit u altijd goed. Als u herstelt van een blessure wilt u de tijd nemen voor een goede behandeling. En niet inzitten over de kosten. Met een basisverzekering en een Classic aanvullend pakket van IZA krijgt u 14 keer fysiotherapie per aandoening. Krijgt u een nieuwe aandoening, dan kunt u opnieuw 14 keer behandeld worden. Zo kunt u met een gerust gevoel (en een geruste portemonnee) een vervolgafspraak maken.
Kijk op www.iza.nl.