INHOUDSOPGAVE
COLOFOON Sociaal Steunpunt Amstelveen Postbus 8142 1180 LC Amstelveen. Tel. 020-6471509 (alleen op dinsdag 10.00-12.00)
2 !nfopagina 3 voorwoord 4 Hulp voor minima/kabinetsplannen 5 idem 6 Digitaal klantendosier 7 Onvoldoende recht 8 idem 9 Aanvulling toeslagenwet 10 idem 11 Armoede toegenomen 12 Idem 13 Tot bijna 11% 14 idem 15 Bijna tweederde leners 16 idem 17 Gevolgen armoede voor kinderen Gemeente hebben aandacht 18 Eenmalig vragen 19 idem/ uitstel verlaging 20 PVV en VVD willen gedwongen 21 Toeslagen.ook u probleem 22 idem 23 Bijstanduitkering 24 Recept
REDACTIE Wim van Oosterom. .Ria Teunissen. RESEARS/FOTO’S Jan Admiraal LAYOUT / ILLUSTRATIES. Ria Teunissen POSTADRES REDACTIE Groenhof 140 1186 EX Amstelveen. DRUKWERK. Repro Gemeente Amstelveen. OPLAGE; 1050 exemplaren
Dit blad is gratis voor gerechtigden en geïnteresseerden Mocht u toezending niet langer op prijs stellen , wilt u dit dan aan ons door geven? Het overnemen van teksten uit dit blad is toegestaan mits bronverrmelding ,
1
De vragen kunt u ook mailen, naar ons e-mail adres. Sociaalsteunpuntamstelveen @hotmail.com
Met vragen op het gebied van de sociale zekerheid over onder andere; Ziekte en arbeidsongeschiktheid (dreigende) Werkloosheid
Voor iedereen die op medische indicatie moet zwemmen in extra verwarmd water onder leiding van een fysiotherapeut. Dit kan elke dinsdag in zwembad
Reïntegratie Algemene nabestaandenwet Algemene bijstandswet
DE MEERKAMP Ukunt zich latenplaatsen op onze wachtlijst, op dit moment is onze groep vol Het is een gezellige groep dus ook goed voor het sociale contact. voor informatie kunt u bellen met;
Voorzieningen gehandicapten Zorgverzekering en nog vele andere onderwerpen kunt u terecht in wijkcentrum
Ans van den Boogaard 020-6410278 of met Ria Teunissen 020-6418473
'De Bolder', Groenhof 140 Gratis advies: Sociaal Steunpunt Amstelveen SPREEKUUR Iedere Dinsdag van 10.00-12.00 uur Alleen via een tel. afspraak kunt u op andere dagen terecht. Deze afspraak kunt u maken op dinsdag tussen 10.00-12.00uur 020-647-1509
2
Zo is het ook met de onderwerpen die regelmatig in dit blaadje de aandacht krijgen. Even krijgen ze de politieke aandacht en als een besluit is genomen gaat men over tot de orde van de dag. De mensen die het betreffen blijven zitten met de gevolgen van de genomen maatregelen en ''zoeken het maar zelf uit''. Pas wanneer er weer ''iets aan de hand is'' krijgt het weer aandacht en worden maatregelen voorgesteld waarvan men dan zegt, oh jeetje, misschien hadden we dat eerder moeten doen en hebben onze maatregelen niet echt goed uitgepakt. Vervolgens volgt een onderzoek dat in de la verdwijnt en blijven de mensen zitten met de gevolgen van die maatregelen.
Voorwoord. Op het moment dat ik dit verhaaltje schrijf is het behoorlijk onrustig in de Arabische wereld. De ''directeur'' van Tunesië is gevlucht en in Egypte eist men ook een ander bewind en vooral ook een andere president. Als u de media volgt ontgaat u ook niet dat het in andere Arabische landen behoorlijk onrustig is. Dankzij de moderne media kunnen wij als het ware meekijken naar wat op grote afstand gebeurt. Even iets anders en weg is het uit de media, de media aandacht is kort. Soms vraag ik mij af wat er gebeurt met de mensen die toen in het nieuws stonden en enkele weken later alweer van de beeldbuis zijn verdwenen. ''Uit het nieuws'' lijkt wel synoniem voor ''uit de problemen''.
Misschien vindt u het wat vergezocht, maar is de overeenkomst tussen de mensen daar en de minima hier groter dan op het eerste gezicht lijkt. De aandacht is weg en de gevolgen zijn voor de ''achterblijvers''. Met de maatregelen die in het verschiet liggen wordt dat alleen maar erger. Gelukkig mogen we op verschillende wegen straks 130 km per uur rijden, tenminste als je een auto hebt. Sterkte in 2011. Wim van Oosterom Voorzitter.
3
Hulp voor minima bij belastingformulieren
Met deze nieuwe service denken wij tevens mensen te bereiken die zich tot nu toe niet gemeld hebben."
Vanaf vrijdagochtend 14 januari a.s. biedt de gemeente ruimte aan vrijwilligers van de vrijwilligerscentrale Cardanus om Amstelveners met een laag inkomen gratis te helpen met het invullen van hun belastingaangifte en het aanvragen van verschillende toeslagen.
De vrijwillige belastinginvulservice is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Stichting Theo Janssen MOC. Deze stichting stelt zich ten doel de maatschappelijke dienstverlening voor de bewoners binnen de gemeentes Amstelveen, Uithoorn en OuderAmstel te bevorderen.
Vrijwilligers van de vrijwilligerscentrale Cardanus geven elke vrijdagochtend in het raadhuis aan balie 20 onafhankelijk advies aan Amstelveense minima voor hun belastingaangifte, zorg- en huurtoeslag, kindgebondenbudget en kinderopvangtoeslag. Amstelveners die gebruik willen maken van deze service kunnen via de vrijwilligerscentrale van Cardanus eerst telefonisch een afspraak maken via (020) 543 45 45.
Kabinetsplannen één regeling WWB, WIJ, Wajong en WSW. Het kabinet wil de WWB, de WIJ, de Wajong en de WSW in één regeling onderbrengen. Deze regeling moet op 1 januari 2012 ingaan. Eind januari komt het kabinet met meer uitgewerkte plannen, maar de contouren daarvan zijn al bekend. Wetsvoorstel Werken naar Vermogen. "Volgens die wet zijn gemeenten met ingang van 1 januari 2012 verantwoordelijk voor arbeidsgehandicapte jongeren met vermogen tot verrichten van arbeid "Ook komt er een nieuw instrument loondispensatie, waarbij het loon wordt aangevuld tot maximaal 100% van het wettelijk minimumloon (WML). "Verder worden de schotten tussen de budgetten van WWB/WIJ, Werken naar Vermogen (Wajong) en WSW weggehaald. "De reïntegratiedienstverlening voor
Gemeenteraadslid Dorien Mijksenaar (GroenLinks) heeft het initiatief genomen voor deze service: "Ik ben er trots op dat Amstelveen, in navolging van andere steden, deze dienstverlening heeft opgenomen. Het bijzondere is dat hier onafhankelijk advies wordt gegeven door vrijwilligers. De start is met vier ervaringsrijke vrijwilligers, maar het is de bedoeling dat met nieuwe vrijwilligers het hele jaar door deze dienst beschikbaar blijft". 4
deze verschillende doelgroepen kan dan uit één budget worden betaald en komt volledig onder regie van de gemeente.
worden verdeeld over de gemeenten en ook of er middelen beschikbaar komen voor de reorganisatie.
Eén regeling maar ook aparte regelingen blijven bestaan
Vragen met betrekking tot het uitvoerings-niveau.
"De Wajong blijft bestaan voor het zittend bestand en voor nieuwe gevallen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt worden verklaard. Deze groepen blijven onder het UWV vallen met het daarbij behorende budget. Dat budgettaire schot wordt dus niet weggehaald. "Er blijven aparte indicaties en instrumenten voor deelgroepen: Een indicatie voor mensen die niet bij reguliere werkgever aan de slag kunnen. Zij komen in aanmerking voor beschut werken. Een indicatie voor mensen met een arbeidshandicap (uitgezonderd een psycho-sociale beperking). Zij komen in aanmerking voor loondispensatie. "Er blijven inkomensverschillen: voor beschut werken CAO loon, een loonaanvulling tot maximaal 100% WML, en het verplicht leveren van een tegenprestatie voor de uitkering.
Met betrekking tot de uitvoering bestaan er ook nog veel vragen. Gemeenten werken al samen op niveau van het Werkplein. Zij doen dat samen met het UWV. Maar het UWV heeft onlangs bekend gemaakt dat ze zich terugtrekt op de zogenaamde 30+ locaties. Dit als gevolg van de forse bezuinigingen die het kabinet in petto heeft voor het UWV. Het UWV zal dan op de meeste Werkpleinen niet meer actief zijn. Het is ook niet duidelijk wie de indicaties gaat verzorgen. Gaan die plaatsvinden bij het UWV of ergens anders? Tijdschema kabinet. Het kabinet heeft het volgende tijdschema in gedachten. 31 januari hoofdlijnen notitie naar de Tweede Kamer Maart uitvoeringstoets - uitvoeringspanel April wetsvoorstel in ministerraad Juni wetsvoorstel naar Tweede Kamer Oktober slot parlementaire behandeling 1-1-2012 invoering
Financiële gevolgen "Gemeenten worden financieel verantwoordelijk "De volgende bezuinigingen worden doorgevoerd: "Op reïntegratie 690 mln. in 2015, en 500 mln. structureel "Op de WSW 100 mln. in 2015, en 650 mln. structureel "Op de Wajong 90 mln. in 2015, en 900 mln. structureel "Er is nog veel onduidelijk op financieel gebied. Bijvoorbeeld hoe de gelden 5
dubbel aan de klant worden gevraagd. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld:
Digitaal klantendossier kan veel beter. Het Digitaal Klantdossier (DKD) bestaat 5 jaar maar is nog lang niet volwassen. Wat worden mensen die een baan zoeken of een uitkering nodig hebben nu wijzer van DKD? Worden klanten beter geholpen en sneller, krijgen ze meer maatwerk in hun dienstverlening? Het eerste winstpunt is dat het DKD de klant letterlijk in beeld brengt en het wordt door het overgrote deel van de medewerkers met klantcontacten gebruikt. Meer dan 25.000 medewerkers van ongeveer 10 overheidsorganisaties raadplegen DKD via Suwinet-Inkijk. Verschijnt de klant bij het loket of in de spreekkamer, dan staan binnen 10 seconden alle relevante gegevens op het scherm: woon- en leefsituatie, inkomenssituatie, arbeidsverleden, opleidingen etcetera.
"Overnemen van gegevens van het scherm van Suwinet-Inkijk; "Inlezen van DKD-informatie in bedrijfsapplicaties; "Voorinvullen van al bekende gegevens DKD in e-forrnulieren; "Saneren van formulieren, gegevensuitvraag en bewijslast. Voorinvullen gaat eigenlijk nog uit van het oude model: een burger die iets wil, gaat naar de overheid en vult een formulier in. Als je de burger al kent via DKD, kan dat ook anders. We zien dat bij de 'snelbalies' die in verschillende varianten bij gemeenten worden ingericht voor aanvragen voor uitkeringen of bijzondere bijstand. Deze gaan uit van het principe 'klaar terwijl u wacht', Kost een aanvraag bijzondere bijstand eerst een paar uur administratief werk en een afhandelingstermijn van soms meerdere weken, nu kan dat op basis van een bevraging van het DKD aan de balie of online direct een voorziening kan worden toegekend. Dat is het derde winstpunt.
DKD biedt echter meer mogelijkheden. Als een burger een digitale aanvraag doet voor een "WW-uitkering, Wwb, bijzondere bijstand en dergelijke, dan kunnen al bekende gegevens direct worden opgehaald en vooringevuld in het formulier of kunnen vragen worden weggelaten. Je doet een aanvraag voor een uitkering, maar we vragen niet meer naar je diploma's, je vroegere werkgevers, je auto et cetera, want dat weten we al.
Nog een stap verder is het 'ongevraagd verstrekken': 'op basis van wat wij van u weten, komt u in aanmerking voor .. ' Dan hebben we het echt over pro-actieve dienstverlening.
Tweede winstpunt is derhalve dat formulieren hierdoor korter zijn en er minder hoeft te worden gevraagd aan de klant. Op basis van de Wet eenmalige gegevensuitvraag (WEU) mag een groot deel van de gegevens niet
Vierde winst valt te halen als overheidsorganisaties informatie rond een 6
burger met elkaar delen. Ze kunnen die burger gericht helpen en voorkomen dat hij tussen wal en schip valt, bijvoorbeeld bij schooluitval. De voorziening Mens Centraal die door CPICT is ontwikkeld, is hier een mooi voorbeeld van. Met Mens Centraal kunnen ketenpartners in enkele tientallen gemeenten beter dan voorheen proactief optreden. Elke geautoriseerde medewerker ziet in Mens Centraal welke belangrijke gebeurtenissen hebben plaatsgevonden in het leven van de klant, zoals ontslag, of een verzoek om hulp in het huishouden. Met een compleet overzicht en de geautomatiseerde beslisregels in Mens Centraal weten dienstverleners sneller of een gebeurtenis moet leiden tot (extra) dienstverlening.
Inspectie Werk en Inkomen dat de beveiligingsmaatregelen nog niet voldoende zijn. Een verdere uitbreiding van de gegevensuitwisseling kan alleen succesvol zijn als we burgers het vertrouwen kunnen geven dat hun gegevens zorgvuldig worden opgevraagd, opgeslagen en verwerkt. Bovendien is het ene gegeven het andere niet. Gebruikers van DKD geven geregeld aan dat de gegevens niet actueel zijn of niet volledig. Dat betekent echter meestal niet dat de aanleverende organisatie slordig is. Het doel waarvoor leverende organisatie A de gegevens vastlegt, is vaak anders dan wat afnemende organisatie B er mee wil. Zo willen sociale diensten graag de bijstandsuitkering voor een maand berekenen aan de hand van het netto inkomen in de lopende maand. Met de maandelijkse loonaangifte door werkgevers is de situatie sterk verbeterd, maar zo actueel hebben UWV en de Belastingdienst deze informatie niet en ook niet netto. Hergebruik van gegevens vraagt niet alleen om elektronische uitwisseling, maar vooral om harmonisatie van begrippen, wetgeving en werkwijzen.
Waar blijft de burger? Wat heeft de burger hier te zeggen over het gebruik van zijn gegevens? Wie geeft de burger een stem in deze ontwikkelingen? Omdat het wettelijk verankerd is, kunnen overheidsinstanties gegevens uitwisselen zonder dat de betrokkene dat weet of er toestemming voor heeft gegeven. Het uitwisselen van al deze informatie lijkt zo vooral 'over de burger' te gaan. Om draagvlak te houden, zullen klanten nauw bij deze ontwikkelingen betrokken moeten worden en blijven. Vertrouwen van burger moet je verdienen. De informatie in DKD is privacygevoelig en dient daarom zorgvuldig te worden gebruikt. Steeds meer gegevens van steeds meer instanties over steeds meer burgers gaan naar steeds meer afnemers en steeds meer toepassingen. Geregeld blijkt uit onderzoeken van onder andere de
Onvoldoende succes Berekenuwrecht.nl Berekenuwrecht.nl is sinds 2007 online. Via de website kunnen burgers nauwkeurig berekenen of zij recht hebben op landelijke inkomensondersteunende regelingen zoals zorgtoeslag. kinderbijslag, huurtoe7
geldkompas. Veel gemeenten die niet meedoen aan Berekenuwrecht.nl maken gebruik van een van deze instrumenten.
slag, tegemoetkoming scholieren 18en 18+, kinderopvangtoeslag, aanvullende bijstand en alle heffingskortingen. Als een gemeente zich aansluit bij Berekenuwrecht.nl, kunnen de inwoners van die gemeente ook het recht op gemeentelijke vergoedingen berekenen zoals op bijzondere bijstand, een kortingspas, kwijtschelding van gemeentelijke heffingen en langdurigheidstoeslag. Door het invullen van de benodigde gegevens berekent de website waar de bezoeker recht op 'kan' hebben. Met de nadruk op 'kan', want aan de berekeningen kunnen geen rechten worden ontleend. De uitslag wordt gepresenteerd in drie categorieën:
Evaluatie Het instrument Berekenuwrecht.nl werd onlangs geëvalueerd in opdracht van het ministerie van SZW. Uit het onderzoek blijkt dat Berekenuwrecht.nl niet voldoende bijdraagt aan het terugdringen van nietgebruik van inkomensafhankelijke regelingen. De reden daarvan is dat het instrument te weinig gebruikt wordt door de doelgroep, intermediairs en gemeenten. Er is een grote groep gemeenten die niet is aangesloten (70%) en van de aangesloten gemeenten maken er weinig zelf gebruik van het instrument." Dat een grote groep gemeenten niet is aangesloten, heeft niets met de onbekendheid van het instrument te maken: 86 procent van de niet-deelnemende gemeenten geeft aan bekend te zijn met het instrument.
"Rood: mensen kunnen geen beroep doen op een bepaalde regeling. "Blauw: mensen kunnen misschien een beroep doen op een bepaalde regeling. "Groen: mensen kunnen een beroep doen op een bepaalde regeling. Op basis van de uitslag kan de gebruiker een aanvraag indienen voor de betreffende regelingen.
Te moeilijk voor veel cliënten. 144 Gemeenten Zowel gemeenten als cliëntenraden geven aan dat het instrument eigenlijk niet geschikt is voor een groot deel van de doelgroep om zelf te gebruiken, omdat het te moeilijk is. Digitale vaardigheid en taalvaardigheid is immers vereist om met Berekenuwrecht.nl te kunnen werken. Termen als 'box 3' en het onderscheid tussen 'verzamelinkomen' en 'inkomsten uit arbeid' vormen vaak onoverkomelijke problemen. De deelnemende gemeenten stellen dat het instrument met name geschikt
op dit moment zijn 144 gemeenten aangesloten op Berekenuwrecht.nl (stand op 6 september 2010). Van de Nederlanders woont 44 procent in een gemeente die is aangesloten bij Bereken Uw Recht en kan dus naast de landelijke regelingen ook uitrekenen wat zijn lokale rechten zijn. Behalve Berekenuwrecht.nl zijn er nog de nodige andere, soortgelijke instrumenten in de markt, zoals regelhulp.nl, rechtopbijstand.nl, de snelbalie, persoonlijkbudgetadvies.nl en 8
is voor intermediairs en professionals. Van deze doelgroep geeft echter 33 procent aan de website bijna nooit te bezoeken. Bereikbaarheid, toegankelijkheid en gebruiksgemak van het instrument kunnen dus beter. Uit het onderzoek blijkt dat Berekenuwrecht.nl via de gemeentelijke website vaak erg moeilijk te vinden is. Cliëntenraden en gemeenten geven aan dat het instrument veel beter onder de aandacht moet worden gebracht. Van de respondenten vindt 71 procent het instrument vooral gebruiksvriendelijk voor intermediairs en minder voor de gebruikers van regelingen zelf. Berekenuwrecht.nl scoort zonder meer positief op betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de aangeleverde gegevens. Van de deelnemende gemeenten geeft 59 procent aan dat het instrument bruikbare gegevens aanlevert voor het afhandelen van aanvragen.
mevrouw Van Eijk. Zij is moeder van twee jonge kinderen en heeft een WAO-uitkering van 870 euro. Omdat haar partner inkomsten uit een volledige baan heeft, komt zij niet in aanmerking voor een toeslag volgens de Toeslagenwet. Onlangs zijn haar partner en zij uit elkaar gegaan. Ze is nu een alleenstaande ouder en heeft een toeslag aangevraagd bij het UWV. Die toeslag werd haar ook toegekend. Tot zover ook nog niets aan de hand. Haar verbijstering was echter groot toen bleek dat zij met haar WAO-uitkering en de toeslag er bij nog 85 euro beneden haar sociaal minimum zit en dus alsnog naar de Bijstand moet voor een (tweede) aanvullende uitkering..... Van UWV kreeg zij te horen dat dit verschil ontstaat doordat UWV uitgaat van bruto bedragen en de sociale dienst van netto bedragen. Maar netto blijft het verschil 85 euro. Dat bood haar dus nog geen duidelijkheid. Hoe zit dat dan precies?
Aanvulling Toeslagenwet niet altijd tot aan het sociale minimum.
Berekening volgens de Toeslagenwet.
De Toeslagenwet is in het leven geroepen om te voorkomen dat mensen met een uitkering van het UWV onder het voor hen geldende sociale minimum zouden zakken en voor een aanvullende uitkering naar de sociale dienst zouden moeten. De Toeslagenwet vult de uitkering daarom aan tot aan het geldende sociale minimum. Tot zover de bedoeling van de wet.
Eerst maar even de berekening van de toeslag. UWV gaat voor de berekening van de toeslag uit van bruto bedragen. Dat volgt uit de systematiek van de Toeslagenwet. Dat betekent ook dat UWV met de Toeslagenwet geen netto bedragen per maand kan garanderen. Wat iemand netto krijgt, kan afhangen van fiscale regelingen die van toepassing zijn, zoals heffingskortingen.
In de praktijk pakt dit echter niet altijd zo uit, zoals bleek bij
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid berekent de bruto 9
meerd op het verschil tussen de uitkering en het dagloon (of het vervolgdagloon). Dat wil zeggen dat dit wordt toegepast als het dagloon (of het vervolgdagloon), na aftrek van 8% vakantietoeslag, lager is dan 90% van het wettelijk minimumloon per dag. Dat is dus 90% van 65,35 = 58,82 per dag. De redenering hierachter is dat personen met een dagloon onder de bijstandsnorm al een beroep konden doen op de Bijstand toen zij nog werkten.
toetsbedragen op basis van netto bedragen per maand. Het ministerie publiceert deze berekening in de rekenregels. De rekenregels over de periode 1 juli 2010 tot 1 januari 2011 zijn terug te vinden op de site van SZW. In Bijlage II.3 zijn de toetsbedragen voor de Toeslagenwet opgenomen. Vanaf 1 juli 2010 bedraagt het toetsbedrag voor een alleenstaande ouder 61,59 per dag (uitgaande van 21,75 dagen per maand). Volgens de berekening van het ministerie zou dit netto uit moeten komen op 1174,04 per maand (inclusief vakantietoeslag).
Drie uitkeringen, twee instanties; dat was niet de bedoeling… Het aantal mensen op wie deze maximering van toepassing is zal niet groot zijn. Dat neemt niet weg dat zij daarmee buiten de bedoeling van de wet vallen. Voor deze groep betekent dit dat de Toeslagenwet in de praktijk het bedoelde effect dus niet heeft; sterker nog: mensen dwingt om niet één aanvullende uitkering aan te vragen maar zelfs twee! Daarbij hebben ze bovendien met twee verschillende instanties te maken en twee verschillende regimes.
Berekening volgens de Bijstand Voor een alleenstaande ouder (jonger dan 65 jaar) is de bijstandsnorm vanaf 1 juli 2010 913,06. Daarop kan afhankelijk van de leefomstandigheden een aanvulling worden gegeven van maximaal (20%) 260,87. Deze bedragen zijn inclusief vakantietoeslag. De totale bijstandsuitkering voor een alleenstaande ouder kan dus oplopen tot 1173,93. Zowel de berekening van de Toeslagenwet als die van de Bijstand komen dus op nagenoeg het zelfde netto bedrag uit. Hoe kan dan het verschil van 85 euro in het geval van mevrouw Van Eijk worden verklaard?
Commissie Werk en Inkomen komt met randvoorwaarden voor één regeling De VNG-commissie Werk en Inkomen heeft in haar vergadering van 9 december gediscussieerd over één regeling onderkant arbeidsmarkt. De commissie steunt de plannen voor één regeling, mits aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan. Een van de basisvoorwaarden is in ieder geval dat gemeenten zelf moeten
Maximering in de Toeslagenwet Een verklaring voor het verschil kan zijn dat in de Toeslagenwet een maximering is opgenomen. In artikel 8a TW is geregeld dat de toeslag voor de alleenstaande ouder wordt gemaxi10
Toekomst gemeentelijke schuldhulpverlening
gaan over de instrumenten die ze inzetten, of dat nu loondispensatie of loonkostensubsidie is.
Op de agenda van de commissie stond ook de toekomst van de gemeentelijke schuldhulpverlening. De commissie is het erover eens dat het beter zou zijn als het wetsvoorstel gemeentelijke schuldhulpverlening wordt ingetrokken. Het wetsvoorstel leidt tot veel bureaucratie en komt niet tegemoet aan de werkelijke knelpunten in gemeenten.
De commissie heeft een voorlopige lijst gemaakt van de randvoorwaarden om te komen tot één regeling en afgesproken dat de Nederlandse gemeenten hierover begin 2011 zullen worden geraadpleegd. Enkele van de concept-randvoorwaarden: "Werken moeten lonen: voor mensen zelf, voor werkgevers en voor gemeenten "De regeling moet eenvoudig zijn "Verantwoordelijkheid voor gemeenten betekent ook vrijheid voor gemeenten "Er moet voldoende geld zijn en het W-deel en het I-deel moeten ontschot worden "Gemeenten moeten bij het hele proces betrokken worden: van meningsvorming tot besluitvorming, uitwerking en implementatie
Armoede in 2009 toegenomen "In 2009 is de armoede in Nederland gestegen; "Na lange tijd te zijn gedaald, is het percentage arme kinderen in 2009 weer opgelopen; "Het risico op armoede is hoog bij eenoudergezinnen, bijstands-ontvangers en alleenstaanden jonger dan 65 jaar. Ook mensen uit niet-westerse landen en de nieuwe EU-lidstaten behoren tot de risicogroepen; "De kans op armoede is bij werkenden de laatste tien jaar stabiel. Het aantal werkende armen groeide echter wel, vooral bij zelfstandigen; "Arme mensen geven vaak aan dat zij betalingsachterstanden hebben en zich regelmatig geen warme maaltijd of nieuwe kleren kunnen veroorloven.
Voldoende financiën. De commissie benadrukt het belang van voldoende financiën. Er staat momenteel een grote druk op het Ideel en het Wmo-budget. Keuzevrijheid en ruimte zijn prima, maar in elke fase van de totstandkoming van de ene regeling zullen gemeenten toetsen of ze voldoende geld tot hun beschikking krijgen om mensen aan het werk te krijgen, de uitkeringen te betalen en de regeling op verantwoorde wijze uit te voeren
Dit zijn enkele conclusies uit het Armoedesignalement 2010. In het rapport geven onderzoekers van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Bureau voor de 11
Statistiek (CBS) een zo actueel mogelijk beeld van de omvang, ontwikkeling en gevolgen van armoede in Nederland. Het Armoedesignalement 2010 verschijnt in vervolg op de Armoedemonitor en het Armoedebericht, een publicatiereeks die SCP en CBS al sinds 1997 samen uitbrengen. Armoede is hoofdzakelijk gemeten via het,Inkomenspanelonderzoek van het CBS, dat grotendeels op belastinggegevens is gebaseerd. De meest recente (voorlopige) cijfers hebben betrekking op het jaar 2009.
liep in 2009 7,7% van de bijna 6,9 miljoen huishoudens risico op armoede. Dit komt overeen met 531.000 huishoudens, waarin 1.090.000 personen verblijven. In 2009 lag het aandeel huishoudens onder de lage-inkomensgrens 0,2 procentpunt hoger dan een jaar eerder. Ontwikkeling langdurige armoede geeft uiteenlopend beeld In 2009 leefden 164.000 huishoudens al vier jaar of langer onder de lageinkomensgrens. Dat komt overeen met 2,6% van alle huishoudens; dat was net zoveel als in 2008. Op basis van het niet-veel-maar-toereikendcriterium nam de langdurige armoede van 2008 op 2009 wel toe. Het aandeel personen dat tenminste drie jaar onder deze grens verkeerde steeg van 2,0% tot 2,2%.
Armoedegrenzen. In het rapport zijn diverse grenzen gebruikt om armoede af te bakenen. Het SCP stelt het niet-veel-maar-toereikendcriterium centraal. Het bedrag van de grens is de optelsom van de minimaal vereiste uitgaven voor voedsel, kleding, woning en sociale participatie die het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) hanteert. Het CBS rapporteert onder meer over de lage-inkomensgrens. Deze vertegenwoordigt een vast koopkrachtbedrag en wordt jaarlijks alleen aangepast voor de prijsontwikkeling. Bijlage 1 bevat een overzicht van de gehanteerde grenzen . Meer armoede in 2009
Groeiend aandeel arme kinderen. Het aandeel kinderen in armoede daalde lange tijd, maar is in 2009 voor het eerst weer opgelopen, in lijn met de algemene trend. Dat jaar leefde 9,1% van de 0-17 jarigen in een huishouden met een inkomen onder het niet-veel-maar-toereikend-criterium (311.000 kinderen). In 2008 was dat 8,1%. Ondanks de toename is de armoede onder kinderen minder hoog dan in het jaar 2000 (10,6%). Ook volgens de lage-inkomensgrens nam de armoede onder kinderen in 2009 toe.
Volgens het niet-veel-maar-toereikendcriterium (SCP) leefde in 2009 6,2% van de Nederlanders in een huishouden met een besteedbaar inkomen onder de grens. Dat waren 971.000 personen in 453.000 huishoudens. In 2008 verkeerde 5,5% van de personen onder deze grens. Volgens de lage-inkomensgrens (CBS) 12
Risicogroepen.
houdens met een hoger inkomen (2009: 17% tegen 4%). Ook gaven ze vaak aan zich bepaalde uitgaven niet te kunnen veroorloven. Zo rapporterde ruim 11% onvoldoende geld te hebben voor een warme maaltijd met vlees, vis of kip om de dag. Bijna 40% had niet genoeg geld om regelmatig nieuwe kleren te kopen. Ook gaf 37% aan (zeer) moeilijk te kunnen rondkomen.
Eenoudergezinnen met alleen minderjarige kinderen, bijstandsontvangers en alleenstaanden jonger dan 65 jaar hebben een grote kans op armoede. In 2009 ging het volgens de lage-inkomensgrens om 27% van de huishoudens met één ouder, 65% van de bijstandshuishoudens en 17% van de alleenstaanden jonger dan 65. Ook mensen afkomstig uit Oost-Europa behoren tot de risicogroepen. Volgens het niet-veel-maar-toereikendcriterium is 22% van de personen uit de voormalige Sowjetunie arm, 15% van de Polen en 20% van de allochtonen uit de overige nieuwe EU-lidstaten. Hun armoederisico is daarmee vergelijkbaar met dat van mensen van Turkse, Marokkaanse of overig niet-westerse herkomst (18-22%). Meer werkende armen De kans dat werkenden arm zijn bleef de afgelopen tien jaar vrij stabiel: ongeveer 3% bij de werknemers in loondienst, 12% bij de zelfstandigen (nietveel-maar-toereikendcriterium). Absoluut bezien kwamen er toch meer werkende armen, doordat de bevolking en de arbeidsdeelname groeiden. Het aantal arme mensen in een huishouden met inkomsten uit arbeid als voornaamste bron liep in de periode 20012009 op van 434.000 naar 576.000 personen. Ook maken 'werkende armen' een groeiend deel uit van de totale arme groep; hun aandeel nam het afgelopen decennium toe van 50% naar 59%. Dat komt vooral door het grotere aantal zelfstandigen. Meer betalingsachterstanden en financiële problemen bij arme huishoudens Huishoudens met een inkomen onder de lage-inkomensgrens rapporteerden vaker betalingsachterstanden dan huis-
Bron: CBS, 15 januari 2010
Tot bijna 11% bevolking in langdurige armoede "Voor heel Nederland: 1 op de 40 huishoudens "In de Bijstand 60% onder de lageinkomensgrens "Ruim 10% te arm voor dagelijkse warme maaltijd "Nederland rijkste land van de EU……. In 2009 kampten 164.000 huishoudens in Nederland met langdurige armoede. Dat is 2,6 procent van het totale aantal. Eenoudergezinnen met minderjarige kinderen, alleenstaanden tot 65 jaar, niet-westerse huishoudens en huishoudens met bijstand kampten relatief het vaakst met armoede. Dit blijkt uit het Armoedesignalement 2010, een gezamenlijke publicatie van het Sociaal en Cultureel 13
Planbureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek. Na een afname in eerdere jaren is het aandeel arme personen in 2009 weer gegroeid. De gevolgen van de recessie tekenen zich daarmee ook in de armoedecijfers af, aldus het SCP en het CBS.
Bijstand In 2009 hadden eenoudergezinnen viermaal zo vaak een inkomen onder de beleidsmatige inkomensgrens dan gemiddeld. Bij alleenstaanden tot 65 jaar was dat bijna tweemaal zo vaak. Niet-westerse huishoudens liepen in 2009 bijna driemaal zo veel risico op armoede dan gemiddeld en viermaal zo veel als autochtone huishoudens. Van de huishoudens met bijstand als belangrijkste inkomensbron, leefden bijna zes op de tien onder die inkomensgrens.
Amsterdam en Vaals. In de top 10 van gemeenten met veel armen komt Amsterdam op de eerste plaats (10,9%), op korte afstand gevolgd door Vaals. In Rotterdam en Den Haag zijn de armoedepercentages iets minder hoog (ruim 9), en Arnhem en Groningen (bijna 8) volgen op nog wat grotere afstand.
Vlees, vis of kip. Huishoudens met een inkomen onder de beleidsmatige inkomensgrens hadden vaker financiële problemen dan huishoudens met een hoger inkomen. Ze hadden vaker betalingsachterstanden en konden zich bepaalde uitgaven niet veroorloven. Zo had meer dan 10 procent te weinig geld om de dag een warme maaltijd met vlees, vis of kip te eten. Ruim 40 procent kwam geld te kort om regelmatig nieuwe kleren te kopen of jaarlijks een week op vakantie te gaan. Ongeveer één op de zes armen rapporteerde zware financiële lasten door hoge woonlasten. Dat is bijna tweemaal zoveel als in de niet-arme groep. Bij een wat kleinere groep ongeveer één op de acht arme personen - is sprake van concrete betalingsachterstanden. Dat betreft vooral huur of hypotheek (10%) of nutsvoorzieningen (6%).
Onder bestaansminimum. Van de bijna 6,9 miljoen huishoudens in 2009 hadden er 482.000 een inkomen onder de beleidsmatige inkomensgrens (7%). Dat is meer dan in 2008 (6,4%). Ook leefden in 2009 136.000 huishoudens (2,2%) al vier jaar of langer onder deze inkomensgrens (2008: 1,8%). Het beleidsmatig minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politiek besluitvorming is vastgelegd. Koopkracht. Ook volgens de lage-inkomensgrens een vast koopkrachtbedrag dat jaarlijks wordt aangepast voor de prijsontwikkeling - liepen in 2009 meer huishoudens risico op armoede (531.000; 7,7 %). Het aandeel dat kampt met langdurige armoede bleef met 2,6 procent (164.000 huishoudens) stabiel ten opzichte van 2008. 14
Bijna tweederde leners heeft spijt van hoogte lening.
bij een instelling die snel de lening verstrekt, zonder dat er lastige vragen worden gesteld.
Bijna de helft van de mensen met een lening ervaart de lening als een last en ruim zestig procent had liever minder geleend. Dit zijn vooral mensen die de voorbereiding niet zo nauw hebben genomen en zich niet goed hebben laten informeren over de rente, aflossing en voorwaarden van de lening. Zij moeten maandelijks meer afbetalen dan zij vooraf hadden gedacht. Dit blijkt uit onderzoek van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting naar het leengedrag in Nederland. Het Nibud constateert dat er duidelijk twee type mensen zijn; mensen die alleen bij hoge uitzondering lenen en mensen die lenen zien als een vrij logische manier om spullen aan te schaffen. Ook blijkt dat mannen over het algemeen makkelijker over lenen denken dan vrouwen.
Lener versus niet-lener. Leners en niet-leners verschillen duidelijk van elkaar wat betreft opvattingen over lenen. Leners zijn het significant vaker eens met stellingen als 'als ik kan kopen wat ik graag wil hebben, geeft mij dat een prettig gevoel, ook als ik daar voor moet lenen'. En 'ik zie lenen als een ideale manier om zaken te kunnen aanschaffen die ik op dat moment niet kan betalen'. Ook zijn leners veel eerder geneigd een lening af te sluiten als ze voor de keuze staan om te sparen, te lenen of van de koop af te zien als zij geen geld hebben voor een bepaalde aankoop. Voor het vervangen van een kapotte wasmachine of auto is bijna 40% van de leners geneigd een lening af te sluiten. Van de niet-leners zou slechts 14% dat doen.
Leners bereiden zich onvoldoende op lening voor. Het Nibud concludeert dat leners zich onvoldoende op de lening voorbereiden. Ongeveer een derde weet niet precies hoe hoog de rente van de lening is, een kwart kan de looptijd van de lening niet precies aangeven en één op de tien leners moet meer aflossen dan zij vooraf hadden verwacht. Het gaat hierbij om een groep leners waarbij bijna de helft meer dan 5000 heeft geleend en waarbij 44% minstens vijf jaar aan de lening vast zit. Bijna een kwart van de leners (24%) zegt ook niet eerst verschillende aanbieders en voorwaarden met elkaar te vergelijken voordat de lening wordt aangeschaft. En 36% van de leners leent het liefst
Mannen denken makkelijker over lenen dan vrouwen. Mannen zijn eerder geneigd te lenen voor een aankoop dan vrouwen. Vrouwen stellen de aankoop liever uit dan dat zij een lening moeten afsluiten. Ze vinden lenen vaker zonde van het geld en denken vaker na over de consequenties van een lening en lezen vaker de aanvullende voorwaarden van een lening. Mannen ervaren vooral plezier van de 15
aankoop, ook als zij daar een lening voor moeten afsluiten. Mannen lenen vooral als zij het product snel willen. Vrouwen lenen vooral voor zaken die zij echt nodig hebben.
Het Nibud komt tot de conclusie in dit onderzoek dat de voorlichting richting de groep leners op andere manier moet worden gebracht. Er moet meer rekening worden gehouden met het feit dat mensen van te voren vooral bezig zijn met de korte termijn vreugde van de aanschaf van een product en weinig oog hebben voor de nadelen van een lening. Het Nibud zou het liefst zien dat iedereen die van plan is een lening af te sluiten de Risicometer Lenen invult. Kredietverstrekkers zouden ook meer op deze tool kunnen wijzen. De gratis internettool (www.nibud.nl/risicometerlenen) geeft direct inzicht of de lening in het budget past zodat de consument bewust kan kiezen of hij de maandelijkse aflossing kan en wil betalen.
Voorlichting moet beter. Zo'n 460.000 huishoudens in Nederland (6,5% van alle huishoudens) hebben een persoonlijke lening of een doorlopend krediet van gemiddeld 11.400. Uit cijfers van BKR blijkt dat ruim 10% van de mensen met meer dan 3 leencontracten moeite heeft met het afbetalen van die leningen. Uit het Nibud- onderzoek blijkt daarnaast dat 72% van de mensen die meer dan 1 lening hebben, de lening als last ervaart.
ST.KLEDINGBANK AMSTELLAND VOOR HOUDERS VAN DE AMSTELVEENPAS. GRATIS DRIE KLEDINGSTUKKEN
tot eind junie is het adres; Aalberselaan2-4 achterzijde roodstenen gebouwtje woensdag van 11.00 tot 16.00 uur Toegang 2.00 euro
16
problemen. ,,Ouders die klagen over geldproblemen en zeggen dat ze niet meer weten hoe ze het moeten oplossen, leggen een enorme druk op het welbevinden van hun kinderen.'' De socioloog ziet er geen enkel probleem in, als ouders hun kinderen deelgenoot maken van de lastige financiële situatie, maar ze moeten oppassen dat hun kinderen het zich niet te veel gaan aantrekken.
Gevolgen armoede voor kinderen hangt af van ouders Het hangt van de ouders af of kinderen last hebben van hun armoede. Dat zegt socioloog Erik Snel van de Erasmus Universiteit Rotterdam in reactie op het Armoedesignalement 2010 van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Daarin staat dat 311.000 Nederlandse kinderen in armoede leven, een toename ten opzichte van eerdere jaren.
,,Die kinderen merken zelf ook echt wel dat er beperkingen zijn omdat ze bijvoorbeeld in tweedehands kleren lopen, niet op vakantie gaan en nauwelijks zakgeld krijgen. Dat is vervelend, maar levert geen blijvende psychische schade op. Ouders die continu negatief over hun problemen praten, kunnen daarentegen wel schadelijk zijn.''
,,Het effect dat armoede heeft op kinderen, hangt af van het opvoedgedrag van de ouder of ouders'', zegt Snel. ,,Je hebt kinderen die er niets van merken als het gezin moet rondkomen van een bijstandsuitkering en kinderen die er ook later nog psychische problemen van ondervinden.'' Qua onderwijs maakt armoede helemaal niets uit. ,,Het is aangetoond dat arme kinderen het niet beter of slechter op school doen in vergelijking met kinderen van wie de ouders wel genoeg geld hebben.''
Gemeenten hebben aandacht voor armoede. Recent verschenen een aantal rapporten over armoedebeleid in Nederland. Daaruit blijkt dat gemeenten met maatwerk armoede bestrijden en deelname aan de maatschappij bevorderen. De inzet blijkt ook uit het feit dat lokale overheden volgens onderzoekers van Coelo relatief weinig bezuinigen op armoedebeleid, ondanks de economische crisis.
Snel doet aan de Erasmus Universiteit onder meer onderzoek naar armoede. In 2001 schreef hij het boek 'Kinderen in armoede'. ,,Het aantal arme kinderen was in 2009 weer terug op het niveau van begin deze eeuw. Ergens is het aantal niet meer dan logisch, met de economische crisis waar we mee te maken hadden.' ' Volgens Snel moeten ouders hun kinderen vooral niet belasten met hun
Ook het IWI constateert dat gemeenten armoedebeleid erkennen als doel van beleid en erkennen dat dat relevant is. Het IWI constateert dat 17
armoedebestrijding en participatiebevordering in de praktijk nog aparte werkprocessen zijn. Maar de VNG herkent deze constatering niet. Volgens de VNG bewijst onder andere de inzet van gemeenten voor de participatie van kinderen dat gemeenten de combinatie wel maken. De afgelopen periode ontving de VNG verschillende aansprekende voorbeelden voor de Stimuleringsprijs Kinderparticipatie.
steunende maatregelen aan te bieden die bijdragen aan het effect van activerende maatregelen. De angst dat aanvullende inkomensregelingen de financiële prikkel naar werk ondermijnen, is volgens de IWI meestal niet terecht. Een meerderheid accepteert ook werk zonder direct zicht op economisch voordeel. De motivatie om aan de slag te zijn is voor hen doorslaggevend.
Bijzondere bijstand. Bron: VNG, 16 december 2010
Daarnaast maken gemeenten gebruik van de mogelijkheden van de bijzondere bijstand om de participatie te bevorderen. Wanneer bijvoorbeeld een klant een baan kan krijgen als nachtbeveiliger maar hij kan vanwege vervoersproblemen niet op zijn werk komen, kan hij via de bijzondere bijstand een scoter kopen om op zijn werk te komen. Door het bieden van maatwerk maken gemeenten dan ook de koppeling armoedebestrijding en participatiebevordering.
Eenmalig vragen van gegevens bij uitkering wint terrein UWV, gemeenten en SVB liggen op schema bij de invoering van de Wet eenmalige gegevensuitvraag. De medewerkers beschikken met een digitaal systeem (Suwinet-Inkijk) over de gegevens uit elkaars bestanden. Hierdoor is het mogelijk dat ze hun gezamenlijke cliënten maar één keer naar dezelfde gegevens vragen.
Het kabinet kondigde in het regeerakkoord aan dat de inkomensgrens van gemeentelijk minimabeleid wordt genormeerd op maximaal 110% van het wettelijk minimumloon. Het kabinet vindt het niet acceptabel dat mensen die gaan werken vanuit een uitkering er in inkomen op achteruit gaan doordat ze gemeentelijke toeslagen mislopen.
Bijna iedereen met een WW- of WWBuitkering vindt dat de gegevens die de uitkerende instanties van hen hebben juist zijn. Er zijn nog wel veel mensen die menen dat ze dezelfde gegevens meer dan één keer hebben moeten aanleveren. De helft van de aanvragers van een WW-uitkering en één op de drie aanvragers van een WWB-uitkering hebben die ervaring.
Lokale omstandigheden. Gemeenten leveren door de voorgenomen maatregelen decentrale beleidsvrijheid in en kunnen minimabeleid niet meer optimaal afstemmen op lokale omstandigheden. Ook zullen ze minder goed in staat zijn om inkomensonder-
De Wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen (WEU) maakt het 18
mogelijk dat UWV, gemeenten en SVB dezelfde gegevens van een cliënt maar één keer vragen. Dat past in het streven van de overheid om de dienstverlening te verhogen en de administratieve lasten te verlagen. De Inspectie Werk en Inkomen onderzoekt de voortgang die de ketenpartners in de sociale zekerheid boeken bij de invoering van de WEU.
aanpassen. Dat zei minster van Sociale Zaken Henk Kamp (VVD) dinsdag in de Eerste Kamer, nadat duidelijk was geworden dat het huidige plan niet kan rekenen op een meerderheid in de senaat. Aanvankelijk zou de toeslag voor AOW'ers met een jonge partner vanaf januari met acht procent omlaag gaan, wat het rijk honderd miljoen euro moest opleveren. De kritiek op de plannen is onder meer dat het te snel wordt ingevoerd waardoor ouderen te weinig tijd krijgen om voor te bereiden. Ook moeten meer ouderen met een laag inkomen worden ontzien,
De professionals op de werkpleinen passen in principe eenmalige gegevensuitvraag toe, waarbij ze zoveel mogelijk uitgaan van de gegevens die de burger zelf aanlevert. Ze zijn niet altijd positief over de gebruikersvriendelijkheid van het systeem waarmee ze werken en de actualiteit van de gegevens. IWI ziet verbetermogelijkheden voor de kwaliteit van de gegevens in het centrale systeem. Daarbij is het van belang dat de professionals op de werkpleinen weten hoe ze wijzigingen moeten doorgeven als blijkt dat gegevens in Suwinet-Inkijk niet kloppen. Meer dan de helft van de werkcoaches en klantmanagers is daar niet goed van op de hoogte.
Minister Kamp gaat nu regelen dat de verlaging van de partnertoeslag pas op 1 juli in werking treedt. Ook worden mensen met een inkomen tot dertigduizend euro ontzien; dit was twintig duizend euro.
Bron Inspectie Werk & Inkomen (IWI), 29
IGeen nieuwe kortingen op
pensioenen. Nieuwe kortingen op pensioenen zijn voorlopig van de baan. De dekkingsgraden van vrijwel alle pensioenfondsen hebben zich voldoende hersteld. Pensioenfondsen moeten een zogeheten dekkingsgraad hebben van minimaal 105 procent: genoeg om alle pensioenen uit te betalen, plus een buffer. Als de dekkingsgraad te laag is, moeten de fondsen maatregelen nemen om de graad op te
Uitstel verlaging partnertoeslag AOW. Het kabinet gaat het voorstel om te korten op de AOW-partnertoeslag 19
krikken. Dat kan door het verhogen van de premies of het verlagen van de pensioenen.
PVV-Kamerlid Léon de Jong wees erop dat in het regeer- en gedoogakkoord ook is afgesproken misbruik van uitkeringen hard aan te pakken. De Jong wil graag weten hoeveel prioriteit staatssecretaris Paul de Krom (Sociale Zaken) aan de strengere bijstand geeft. Maar de PVV'er benadrukte wel dat hij De Krom de ruimte wil geven om eerst zelf ,,handen en voeten te geven" aan de plannen, voordat hij er tijdsdruk opzet.
Door de economische crisis was de dekkingsgraad flink gezakt, wat tot hogere premies leidde. Door de recente stijging van de rente en de opleving van de beurs is de dekkingsgraad nu hersteld. Eind december toetst De Nederlandsche Bank of het herstel voldoende is. Experts verwachten dat de toets positief uitpakt.
Volgens De Jong is het voor zijn partij belangrijk dat mensen in de bijstand beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. ,,Als iemand door zijn gedrag of kleding het solliciteren hindert, moet er gekort worden op de uitkering", aldus de PVV'er. Verder stelt hij dat nu 44 procent van de bijstandsgelden naar niet-westerse allochtonen gaat. Hij wil van de staatssecretaris weten wat hij daarvan vindt en hoe Nederland met Marokko en Turkije samenwerkt in de controle op uitkeringsfraude.
Uitzonderingen zijn enkele kleinere pensioenfondsen, zoals die van Royal Leerdam, die hebben aangekondigd de pensioenen te gaan korten.
PVV en VVD willen gedwongen vrijwilligerswerk in bijstand.
Selectiever reïntegratiebeleid.
Regeringspartij VVD en gedoogpartner PVV kijken reikhalzend uit naar maatregelen van het kabinet voor strengere eisen aan het ontvangen van bijstand. Zo wil Tweede Kamerlid Malik Azmani van de VVD zo snel mogelijk wettelijk regelen dat bij het ontvangen van een bijstandsuitkering een tegenprestatie kan worden geëist van mensen; bijvoorbeeld koffie schenken in een bejaardentehuis of het plantsoen schoffelen.
Het minderheidskabinet van VVD en CDA met gedoogsteun van PVV wil ook bezuinigen op de reïntegratiemiddelen. VVD, PVV en D66 zullen bij de begrotingsbehandeling aandringen op nader onderzoek naar de effectiviteit van de hulp aan werklozen om een baan te vinden, omdat hieraan al jaren wordt getwijfeld. Het plan is om selectiever te zijn met het bieden van begeleiding en scholing aan mensen in de bijstand en WW. Azmani overweegt met D66-collega Fatma Koser Kaya een motie in te dienen over het doen van effectiviteitsonderzoek onder een groep uitkerings20
gerechtigden, waarvan het ene deel wel hulp krijgt bij het vinden van een baan en het ander deel niet.
Toeslagen, ook Uw probleem????? Op 18 januari 2011 is er door de Stichting Sociaal Steunpunt Amstelveen een themamiddag georganiseerd waarin het thema Toeslagen, ook Uw probleem aan de orde is gekomen. In dit kwartaalblad van het Sociaal Steunpunt willen we graag een kort overzicht geven over de toeslagen.
Symboolpolitiek. De oppositie in de Tweede Kamer noemt de kabinetsplannen om een tegenprestatie te vragen van mensen in de bijstand symboolpolitiek. PvdA, SP, GroenLinks en ChristenUnie wezen er tijdens de behandeling van de begroting van Sociale Zaken op, dat gemeenten al werken aan sociale activering en dat mensen al met behoud van hun uitkering aan het werk kunnen worden gezet. VVD-Kamerlid Azmani stelde dat gemeenten dat inderdaad al doen, maar door een wettelijke regeling worden ze volgens hem gestimuleerd meer te doen.
Besproken zijn: Kindgebonden budget Huurtoeslag Zorgtoeslag Kinderopvangtoeslag Wat heeft u over het algemeen in ieder geval nodig: Opgave van jaarinkomsten Recente huuropgave Gegevens over uzelf (naam, adres, woonplaats en geboortedatum) Burgerservicenummer Gezinssamenstelling
Wetvoorstel nog voor de zomer van 2011. Staatssecretaris De Krom wil het wettelijk mogelijk maken dat gemeenten mensen in de bijstand kunnen verplichten om (naar vermogen) maatschappelijk nuttige activiteiten te verrichten. De staatssecretaris komt voor de zomer van 2011 met een voorstel. Hij benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van gemeenten is hoe ze deze verruiming van mogelijkheden invullen.
Kindgebonden budget:
Komt in de plaats van de Kinderkorting in de Inkomstenbelasting Verzamelinkomen mag niet meer zijn dan 28.897,-U moet ook al kinderbijslag ontvangen. 21
Als uw kind 16 of 17 jaar is dan moet u dat kind in belangrijke mate onderhouden Voor het eerste kind is het KGB 1011,-- euro per jaar. N.B.: Verzamelinkomen is het bruto inkomen van u en uw partner onder aftrek van eventuele hypotheekrente en aftrekbare medische kosten.
652,52 euro Toetsingsinkomen 21.625,--euro 29.350,-- Alleenstaande//Met partner Toetsingsinkomen 65 plus: 20.325,-27.750,--EURO U mag geen eigen vermogen hebben. U moet staan ingeschreven op het adres waarvoor u de huurtoeslag aanvraagt.
Zorgtoeslag:
Kindgebonden budget wordt geregeld door de Sociale Verzekeringsbank, Naar aanleiding van de gegevens uit de Gemeentelijke Basisadministratie.
Wanneer recht op zorgtoeslag: Toetsingsinkomen tot 33.743,-50.000,--euro Maximum toeslag is 735,-- //1.548,-Onder de 19.528,-- wordt het maximum uitgekeerd. 2011: 835,--// 1.753,-- 19.890,-euro Ook hier wijzigingen in uw situatie altijd doorgeven!!!
Attentie: Laat nooit even tijdelijk iemand zich inschrijven op uw huisadres, een dergelijke actie leidt onmiddellijk tot korting of intrekken van de toeslag(en).
Kinderopvangtoeslag:
In geval van wijzigingen dit doorgeven via het aangifteprogramma wijziging Kindgeboden Budget.
Voorwaarden: Het gaat om een kind dat op uw woonadres staat ingeschreven en voor wie u kinderbijslag of Een pleegouderbijdrage ontvangt en voor wie u minimaal 408,-- per kwartaal bijdraagt aan de kosten voor levensonderhoud. Het gaat om geregistreerde kinderopvang. U en uw toeslagpartner hebben inkomen uit arbeid.
Huurtoeslag: Nodig zijn de eerder genoemde gegevens en een recente huuropgave van huiseigenaar of woningbouwvereniging. Wanneer recht op huurtoeslag: U bent meerderjarig. U huurt een zelfstandige woning Huur tussen de 212,24 en
Wie is uw toeslagpartner: Echtgenoot Fiscaal partnerschap Samenlevingscontract U heeft samen een kind Uw huisgenoot was in 2009 toeslagpartner 22
Samen een pensioenregeling Samen een koopwoning met hypotheek (rente samen) Kleinkind, grootouders, broers en zussen zijn geentoeslagpartner
Bijstanduitkeringen per 1 januari omhoog De bijstandsuitkeringen gaan per 1 januari 2011 omhoog als gevolg van de stijging van het minimumloon. Ook de uitkeringen voor oudere werkloze werknemers (IOAW), oudere voormalige zelfstandigen (IOAZ) en kunstenaars (WWIK) stijgen. De hoogte van de bijstandsuitkering voor gehuwden en ongehuwd samenwonenden tussen de 27 en 65 jaar wordt met ingang van 1 januari 1.313,85 netto per maand, inclusief het vakantiegeld. De uitkering gaat voor hen met 9,48 omhoog.
Kinderopvangtoeslag: Aanvragen via programma www.toeslagen.nl of met een formulier., aanvragen 0800.0543 Maximale toeslag is 230 x (per maand) Dagopvang: 6,36 Buitenschoolse opvang: 5,93 Gastouderopvang 5,09 Wijzigingen in situatie altijd doorgeven Toeslag wordt berekend n.a.v. tabel, max. 62,7 %
Bijstand De bijstandsuitkering voor alleenstaanden tussen de 27 en 65 jaar wordt 656,93 netto per maand. Zij gaan er 4,74 op vooruit. Alleenstaande ouders krijgen vanaf 1 januari 2011 6,64 meer. Dat wordt 919,70 per maand.
Vanaf 2012 wordt de kinderopvangtoeslag flink beperkt. Vanaf 2012 hebben de mensen met een box 3 vermogen van 80.000,-- of meer geen recht op zorgtoeslag en of kindgebonden budget. Voor de huurtoeslag was er bij vermogen al geen huurtoeslag meer mogelijk.
Toeslag Alleenstaanden en alleenstaande ouders kunnen in aanmerking komen voor een toeslag van maximaal 262,77 per maand, indien zij geen (woon)kosten kunnen delen met een ander. In de bijstandsuitkeringen is een vakantie- uitkering begrepen van 5% van die uitkering. De bijstandsuitkeringen voor 65-plussers komen overeen met de netto AOW-bedragen. Bron: Ministerie SZW
Voor verdere informatie: Stichting Sociaal Steunpunt Amstelveen Spreekuur de Bolder dinsdag van 10.00 tot 12.00 uur.
23
Oud-Hollandse hutspot met snelle hachee
Bereiden 1. Halveer de aardappelen, zet ze op met 400 ml water en kook ze in 20 min. gaar. Kook de stamppotgroente 12-15 min. volgens de aanwijzingen op de verpakking. 2. Verhit de boter in een braadpan en fruit de ui 3 min. Voeg de runderreepjes toe en roerbak op hoog vuur 4 min. Voeg de mix voor hachee en 200 ml water toe. Breng de hachee al roerend aan de kook en stoof nog 3 min. op laag vuur. 3. Giet de aardappelen af en stamp ze tot een grove puree. Voeg naar smaak peper en zout toe. Giet de stamppotgroente af en vang het kookvocht op. Schep de groente door de puree. Voeg eventueel wat kookwater toe om de stamppot smeuïg te maken. Serveer de hutspot met de hachee.
Ingrediënten Voor 4 personen 1 kg grote aardappelen iets kruimig (zak 3 kg), geschild 2 zakken Oud Hollandse stamppotgroente (a 400 g) 2 el boter 2 uien, gesnipperd 1 schaal Provençaalse runderreepjes (ca. 360 g) 1 zakje mix voor Hollandse hachee (59 g)
Eet smakelijk 24