Nr 11
20 NOVEMBER 1939.
INHOUD Bladz. EDITORIAAL : De vraagstukken van den dag
305
Het te werk stellen der werkloozen en de syndikale vrijheid .
307
*** Het index-number en de ekonomische toestand .
.
.
.
308
*** Enkele ekonomische indexen
311
*** Een vergadering van het Bureau van het I.V.V
315
*** Ook in Nederland sterke prijsstijging
315
N. DETHIER : Het koienvraagstuk Een belangrijke resolutie van de Nationale Mijnwerkers Córn. MERTENS : Een keerpunt in de Fransche vakbeweging
316 Centrale
der 319 320
PALUDES : In den huldigen oorlog geeft het ekonomische wapen den doorslag
327
Syndikale konferentie der neutrale landen
329
Belgische vakbeweging .
330
.
ABONNEMENTEN : V$m ©E AANGESLOTENE]* * lÊoUektieye aoonnementen . '. Persoonlijke abonnementen . 1|p0R^DEÜïfZONDEREN . "*|ÖOR HET BUITENLAND ,
BELGISCH VAKVERBOND
..*:•
#»
B. V. V. ; 10 fr. 's jaars 11 IJ. ^ja^rs m fr. *s jaaute 35 fr. 's jaars
2 ic& wenden t jozef Stevènsstraat, 8, Rruésel. -f*:•';. " Poste^exkrekeiiixig•: 47.95
*-3 <;ONFÉDÉRAT10N GÉNÉRALE I DUTPAVMl
0£BEL^rO,U€
iLriLiiiy'Lïi
moet gij uw verzekeringen aangaan bij
LA PRÉVOYANCE SOCIALE ? Omdat LA PRÉVOYANCE SOCIALE een socialistische instelling is. Zij werd in 1907 door een Kongres van de B. W . P. opgericht. - Zij is aangesloten bij de B.W. P. en betaalt haar elk jaar haar statutaire bijdrage. - Zij wordt uitsluitend beheerd en geleid door socialisten. - Zij is bij de Algemeene Koöperatieve Vereeniging aangesloten. - Zij schenkt ruime toelagen aan de partijinstellingen en -pers.
Omdat LA PRÉVOYANCE SOCIALE machtig is en een der allerbelangrijkste verzekeringsmaatschappijen in het land is. - De loopende LEVENSVERZEKERINGEN overtreffen de, 500 f 000, of 1/16 der Belgische bevolking. Met de 225,000 BRANDKONTRAKTEN en de 30,000 ONGEVALLENPOLISSEN daar bijgevoegd, wordt een totaal van 755,000 polissen, of 1 per 11 Belgen, verkregen. - Einde 1937 beliepen haar kapitalen in tak " Leven " verzekerd 1 , 1 0 0 , 0 0 0 , 0 0 0 Irank. - Haar mathematische reserven en andere bereikten 1 6 0 , 0 0 0 , 0 0 0 frank. LA PRÉVOYANCE SOCIALE biedt alzoo waarborgen zonder weerga.
Omdat LA PRÉVOYANCE SOCIALE haar winst besteedt aan MAATSCHAPPELIJKE DIENSTEN. Zij verdeelt geen rijkelijke dividenden! - Zij heeft opgericht : Centra voor VOORBEHOEDENDE GENEESKUNDE, een Preventorium voor zwakke kinderen te KLEMS KERKEAAN-ZEE, een Rusthuis voor vrouwen te TRIBOMONT, een Rusthuis voor zwakke jongelieden, evenals een Weeshuis te SOLIERES, een Rusthuis voor ouderlingen in het historisch Kasteel van FALLAIS, een grootsch modern Sanatorium te OVERYS5CHE-TOMBEEK. Ten slotte, heeft L A P R É V O Y A N C E S O C I A L E z o o pas het Instituut v o o r S o c i a l e G e s c h i e d e n i s opgericht, een belangr i j k e bijdrage t o t de socialistische geschiedenis van ons land.
Ziedaar waarom gij al uw verzekeringen moet aangaan bij ..••
LA LUCHTVAARTPLEIN, 31
BRUSSEL
20 November 1939.
DE BELGISCHE VAKBEWEGING OFFICIEEL ORGAAN VAN HÈT BELGISCH VAKVERBOND BEHEER EN REDAKTIE : JOZEF STEVENSSTRAAT, 8 BRUSSEL
OONTËDCRATCN
«NÉRAU OUTWMUl
HMÜslout
De vraagstukken van den dag 'IJ beleven een ontredderd tijdperk. De grondvesten der maatschappij waggelen. Het ekonomisch regime, de sociale betrekkingen, de politieke instellingen beantwoorden niet meer, noch fn hun struktuur, noch in hun werking, aan de eischen die hun door de menschen worden gesteld. Aanpassingen blijken noodwendig. Sommigen verwachten die aanpassingen van den oorlog. De ervaring heeft ons evenwel geleerd, dat de oorlogen weinig geschikt zijn om de zaken te regelen. Een groote verantwoordelijkheid berust op de vakbeweging, die zich, als sociaal element van groote beteekenis, door de gebeurtenissen niet mag laten voorbijstreven. Onze hoofdorganismen zijn dan ook waakzaam. Het Bureau vergadert elke week om den toestand van dichtbij te onderzoeken, om zich onledig te houden met de tallooze vraagstukken die bestendig opdagen en om te trachten de meest bevredigende oplossingen te vinden. OPGEPAST VOOR
KOMMUNISTEN !
De kommunisten, van hun kant, onderbreken hun smerig werk niet. Men had van hen mogen verwachten, dat z i j , in verlegenheid gebracht, zich wat meer bescheiden zouden tbbnen. Maar dat is niet het geval. Hun vermetelheid is grenzenloos. Die heeren hebben tot vóór twee maand uit al hun krachten op den oorlog aangestuurd en nu komen z i j , zonder blikken noch blozen, verklaren dat zij tegen den oorlog zijn. In September 1938 jouwden zij Daladier en Chambèrlain uit, omdat zij den vrede boven den oorlog verkozen hadden. Nu dat die staatslieden tegen Hitler den oorlog voeren, schelden zij hen uit voor « s m e rige imperialisten ». Sinds Munchen hebben de kommunisten geen gelegenheid laten voorbijgaan om de beschaafde wereld (ja, zoover waren zij) tot een heiligen oorlog tegen dé bruine pest aan te wakkeren. Ten slotte is het hun vadertje Stalin die, door zijn bondgenootschap met het « monster » Hitler, de nederlaag van Polen en de verzwakking van Frankrijk en Engeland heeft bewerkt. Schaamte is een gevoel dat de kommunisten niet kennen. De eerlooshëden, waaraan zij zich schuldig hebben gemaakt, overtreffen in gemeenheid alles wat de geschiedenis t o t heden heeft vermeld. Men hadde kunnen gelooven, dat zij verlegen zouden geweest zijn en kort van argumenten om zich te verdedigen en zich te rechtvaardigen. Maar daar is niets van. Bewijs leverend van een verregaande cynisme, hebben zij hun batr terij veranderd en razender dan ooit hun offensief in omgekeerde richting voortgezet., . Kan men zich iets schandelijker indenken dan de taktiek van de volkeren naar den oorlog te stuwen, het uitbreken van den oorlog te begunstigen, zich het grootste gedeelte van den buit toè tè eigenen en dan te zeggen, dat de regeerders 4er oorlogvoerende landen
306
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
j " - "
' f
*
•
-
^
-
—
•" •
—
—
-
;
-
-
,
•
•
-
'
' • -
-
-
.
•
- •
^
'
—
• • • • • ' ' -
-
—
••-
—
.
"
—
•
.
•
.
'
.
•
.
.
•
••
.
.
• • - • • ' • • • • •
'
.
.
.
.
L
'.'...
•••!••.
-•.••••••
.'..,
•
•
.
• v . - . ^ . A , . _
.
/
'
'
;
"
'
.
gemeene oorlogzuchtigen en roofzuchtige imperialisten z i j n ? Dat hebben de kommunisten gedaan en d a t doen z i j n o g . Nemen w i j Frankrijk. Geen land werd stelselmatiger door hen bewerkt als dat. I n geen land, buiten de U.S.S.R., hadden z i j zooveel invloed als in F r a n k r i j k . Geen Fransche partij heeft meer gedaan dan de kommunistische p a r t i j opdat de oorlog de tragische w e r k e l i j k h e i d worde die w i j heden beleven. Volgens die rare snuiters z o u men w a t t e zien k r i j g e n . Niemand z o u zich sneller dan z i j aan het f r o n t bevinden. De dappersten onder de dappersten zouden de kommunisten z i j n . De oorlog k w a m . En w a t zag men ? De kommunistische leiders keerden « in blok » kazak en het was m e t een buitengewone snelheid dat z i j zich als defaitisten en deserteurs ontpopten. De grootste haas onder hen allen was h u n algemeene sekretaris, AA. T h o r e z , d i e , ternauwernood aan h e t f r o n t gearriveerd, angst kreeg en hals over k o p naar een onbekende bestemming v l u c h t t e . Ziedaar wat er van h e t gepoch der kommunisten o v e r b l i j f t . En n u trachten z i j hun:, aanvallen, oorlogsaanstichtingen, verraad en deserties t e verbergen onder h u n pacifistisch' geloei.en h u n geschreeuw tegen h e t imperialisme. Een nieuwe vloed van literatuur töt-ver-! heerlijking van het sovjetregime wordt t e g e l i j k e r t i j d over d i t land uitgestort. j Het doel is klaar. A l de redenen van ontevredenheid — en z i j z i j n t a l r i j k — waartoe' de oorlog aanleiding heeft gegeven, worden door de kommunisten u i t g e b u i t . De aandacht wordt behendig van Stalin's misdrijven afgeleid o m ze t e vestigen op de moeilijkheden en de ellende die de oorlog overal heeft geschapen. En daar heden t e n dage de menschen vlug vergeten, aarzelen z i j niet de U.S.S.R. als h e t socialistisch paradijs op aarde voor t e stellen. Dat er nog één syndikaal m i l i t a n t gevonden wordt o m aan d a t tciestig spel mee t e doen, dat is onbegrijpelijk. H e t B.V.V. acht h e t zich t o t plicht de arbeiders t e waarschuwen tegen die knechten van een vreemde mogendheid, bondgenoot van het fascistisch Duitschland, die zelf fascistisch is. En men kan zich niet weerhouden t e schaterlachen wanneer men de heer Marteaux zich b i j den Eerste-Minister ziet beklagen over aanvallen tegen z i j n doorluchtigen meester Stalin gericht. N/Vat ons b e t r e f t , w i j stellen Stalin op dezelfde lijn m e t al de andere diktators. De vakbeweging neemt tegenover de k o m m u n i s t e n slechts één houding aan : Den s t r i j d , den onverbiddelijken s t r i j d , den s t r i j d t o t h e t uiterste. HET P A T R O N A A T , DE REGEERING EN W I J . De kommunisten z i j n o n g e l u k k i g niet alleen o m h e t land t e verzwakken. Daar z i j n ook onze patroons, sommige onzer patroons. H e t gedeelte van h e t patronaat d a t j n h e t Centraal Nijverheidskomiteit georganiseerd JS, is h e t meest reaktionnaire in de wereld. Een afgestompte maatschappelijke z i n , een volledig gebrek aan verbeelding, een dikwijls ontoereikende t e c h n i c i t e i t e n een o n t w i k k e l d bewustzijn van h u n oude voorrechten z i j n de hoofdkenmerken van die patroons. Zoodra z i j ekonomische moeilijkheden o n t m o e t e n / z i e n z i j slechts één u i t k o m s t : D§ loohen verminderen, datgene verlagen wat z i j de sociale « lasten » noemen (werkloozenvergóedingen, e n z . ) , de produktie doen stijgen door den arbeidsduur t e verlengen. Eens t e meer heeft d a t patronaat getracht die klassieke « remedies » toe t e passen. Inzekere groote bladen, zooals « L/Echo de la Bourse » en « La Libre Belgique », heeft hét gedweeë werktuigen gevonden o m z i j n denkbeelden t e verspreiden. H e t heeft ook get r a c h t den weerstand der arbeiders t e verzwakken door de b e t r e k k e l i j k e zeldzaamheid van arbeid t e baat t e nemen o m de arbeiders t e verplichten zich b i j h u n dwangsyndikaten aan t e sluiten. . W i j vestigen ernstig de aandacht van de Regeering op deze onbegrijpelijke houding van dat deel van h e t patronaat en w i j dringen levendig aan opdat langs w e t t e l i j k e n weg maatregelen worden getroffen o m de v r i j h e i d van den arbeid doelmatig t e verzekeren. ' W a t de aanvallen der patroons tegen d e werkloozehvergoedingèn en andere sociale hervormingen, tegen de loonen, tegen den arbeidsduur b e t r e f t , ons ordewoord is : Weersta hd bieden. En w i j zullen weerstand bieden. A a n de patroons zéggen w i j : Opgepast, g i j speelt m e t vuur. De massa's wórden door verborgen doch machtige gevoelens b e w e r k t . H i t s t i e n i e t aan, want g i j zoudt een brand doen ontstaan die g i j niet meer zoudt kunnen blusschèn. .'''''"' : •' .-.^ r ••••'••••" •••-' '-:'..'• ••'"'•" '- '.:::-.•• "•-•=••*•-.•/r:^ n r ' " W a fd e Régeérliiö aangaat/ z i j z ö ü g b e d ü o g n zich ëen 'weinig m e t d é kwestie d e r
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
307
sociale betrekkingen bezig te houden. Tot heden heeft zij niets gedaan om deze te verbeteren. En nochtans zou zij niet mogen vergeten, dat een goede verdediging aan onze grenzen tot niets dient wanneer men in het land het ekonomisch en sociaal front laat verzwakken. DE INTERNATIONALE EN DE VREDE. De inwendige beslommeringen z i j n , zooals men ziet, even talrijk als belangrijk, en ondanks dat, heeft het B.V.V. nog den t i j d gevonden om zich met de internationale betrekkingen bezig te houden. Op 8 en 9 November j l . zijn de syndikale afgevaardigden der Oslolanden te Brussel bijeengekomen. Men zal verder den tekst vinden van het communiqué dat na afloop dezer bijeenkomst aan de pers werd medegedeeld. Enkele dagen later kwam ook het Bureau van het I.V.V. te Brussel bijeen. Van nu af ziet men, dat in den loop van dit internationaal kontakt de aandacht der syndikale /leiders gericht wordt op al de vraagstukken die in verband staan met het tot stand brengen van den vrede. Dit vraagstuk zal spoedig in belang toenemen. W i j zullen er op terugkomen.
Het Nationaal Komiteit van het B.V.V. o v e r :
Het te werk stellen der werkloozen en de syndikale vrijheid Y JET Nationaal Komiteit vergaderde op 24 Oktober onder voorzitterschap van kameraad Lat~1 paille, en op 31 Oktober onder dat van kameraad Gryson. In den loop van zijn bijeenkomst van 24 Oktober aanhoorde het Nationaal Komiteit een al gemeene uiteenzetting van kameraad Mertens over de bedrijvigheid van het Bureel sedert het begin van September. Het sloot zich aan bij het voorstel van kameraad Balthazar, minister van Arbeid en Sociale Voorzorg, er op gericht om de pensioenbijdrage met 1 t. h. te verhoogen; het belastte het Bureel er mede zonder verwijl het indexvraagstuk te bestudeeren en keurde den eisch goed die door het Bureel werd gesteld om van de Regeering te bekomen, dat de winterhulp vanaf 1 November zou worden uitgekeerd. Op 31 Oktober aanhoorde het N. K. een uiteenzetting van kameraad Rens als aanvulling van die door kameraad Mertens gedaan ter vergadering van 24 Oktober. Het nam betreffende het te werk stellen der werkloozen en de syndikale vrijheid de volgende resolutie aan : Het Nationaal Komiteit van het B.V.V., op 31 Oktober 1939 in het Volkshuis van Brussel bijeengekomen ; Geeft uiting aan zijn levendige verontwaardiging over de gemeene kampagne die opnieuw door enkele reaktionnaire bladen wordt gevoerd tegen de werkloozen, die zij voor leeglooperg uitschelden, en tegen de werkloozenvergoedingen die zij overdreven achten; Het Nationaal Komiteit van het B.V.V. verklaart, dat de overgroote meerderheid der werkloozen niet beter vragen dan arbeid te vinden. De reaktionnaire bladen die het tegendeel beweren, krenken in hun waardigheid burgiers wier stoffelijke toestand reeds ongelukkig genoeg is; Het Nationaal Komiteit van het B.V.V. bezweert de Regeering, zich niet te laten beïnvloeden door deze reaktionnaire drijverijen, ingegeven door een eng klasseegoïsme, en door alle middelen de tewerkstelling der werkloozen aan normale arbeidsvoorwaarden te bevorderen; Intusschen zal het B.V.V. uit al zijn krachten de verdediging der onvrijwillige werkloozen voortzetten tegen alle aanvallen, vanwaar zij ook mogen uitgaan; Het B.V.V. vestigt de aandacht der Regeering op hét feit, dat dfe tewerkstelling der werkloozen bemoeilijkt wordt door zekere patroons, die weigeren werkloozen te aanvaarden omdat zij, alhoewel de vereischte beroepsbekwaamheid bezittend, den veertigjarigen leeftijd overschreden hebben of van een vrije vakvereeniging deel uitmaken; Bovendien verzet het B.V.V. zich met verontwaardiging tegen de handelwijze van een zeker aantal patroons, die van den huldigen toestand misbruik maken om met verdubbelde inspanning de arbeiders te verplichten de vakorganisaties te verlaten waaraan zij sinds lange jaren getrouw zijn gebleven en zich aan te sluiten bij kassen die door het patronaat of onder zijn bescherming opgericht zijn; Het B.V.V. eischt dat de Regeering krachtdadige maatregelen zou treffen om de syndikale vrijheid te doen eerbiedigen en te beletten, dat de patroons onder nietige voorwendsels weigeren werkloozen in dienst te nemen die hun door do Werkbeurzen worden toegezonden.
Ten slotte werd, na een breedvoerige gedachtenwisseling over hei index-number, de kollektieve overeenkomsten en den ekonömischèn toestand van het land, besloten de mededeeUng aan de per ie dóen waarvan men elders in dit/orgaan den tekst zal vinden. :;; .;.- :,..j :ru: -.--.•:
308
OÉ eËiGïsenÈ tAtièÊmtim
Het index-number en de ekonomische toestand
D
E index der kleinhandelsprijzen, die op 15 September 103.9 bedroeg, was op 15 Oktober tot 110.1 gestegen. De stijging bedraagt dus 6.2 punten, of 6 t. h. Deze stijging onderzoekend, heeft de Indexkommissie het zich tot plicht gerekend vast te stellen, « dat de index der kleinhandelsprijzen van Oktober niet zulk representatief karakter bezit als de vorige, daar de prijs van vier produkten, die eigenlijk betrekkelijk weinig verbruikt worden : zachte zeep, gedroogde snijboonen, rijst, spliterwten, een globalen invloed van 2.2 punten op de stijging uitoefenen ». Deze Kommissie deelt verder mede, dat zij de verschijnselen welke de indexbeweging beïnvloeden zal volgen en gebeurlijk aan de Regeering de voorstellen zal doen welke zij nuttig acht. Voorloopig weet men niet waaruit déze voorstellen zullen bestaan. Wat de Regeering aangaat, zekere verklaringen hebben den indruk verwekt, dat zij het voornemen zou koesteren den huldigen index door een oorlogsindex te vervangen, die de twee bijzondere kenmerken zou hebben van minder artikelen te bevatten en gewogen te zijn. Wij achten het ons tot plicht de Regeering tegen zulke verrichting te waarschuwen, in de eerste plaats, omdat het te vroeg is om met eenige zekerheid te kunnen vaststellen of de storingen in de proviandeering van zekere :buitenlandsche produkten, die den index hebben beïnvloed, zullen aanhouden; vervolgens, omdat het heden niet mogelijk is met zekerheid te bepalen van welke artikelen de proviandeering zal verzekerd zijn gedurende de gansene huidige periode en welke een meer representatieven index der levensduurte kunnen vormen dan de tegenwoordige index; dan, omdat het heden zeer moeilijk is een afweging te bekomen waarvan met zekerheid kan gezegd worden, d?t zij morgen nog geldig zal zijn. Bij deze redenen •van algemeenen aard, die ten gunste van de handhaving van den bestaanden index pleiten, moet éf nog eéri belangrijk element vart socialen aard gevoegd worden. Na lange jaren en na tal van inspanningen is men er ten slotte in België m geslaagd dé lööneri var* dé gfoote meerdeiiheid der arbeiders in de kóllekfiéve overeenkomsten vast te leggen. Deze konventioneele loonen passen zich aan ée schom-
melingen der levensduurte aan door middel van den index. De arbeiders zijn er slechts zeer langzaam en na veel aarzelen toe gekomen in den huidigen index een behoorlijken maatstaf xier levensduurte te zien. Men heeft veel misverstand en wantrouwen moeten overwinnen. Maar heden mag er gezegd worden, dat hij erkend wordt. Om al deze redenen mag men niet zonder ernstige beweeggronden aan dezen index verzaken ten voordeele van een andere die men tracht ajs beter te doen voorkomen, reeds voordat hij samengesteld) is. Aldus handelen, is het vertrouwen in den index, als maatstaf van de levensduurte, aan het wankelen brengen, is de basis ondermijnen waarop gansch ons konventioneel loonregime is opgebouwd dat heden een der sterkste waarborgen van den socialen vrede is. Er kan dus op dit oogenblik geen sprake zijn van het vervangen van den huidigen index door een oorlogsindex. En zelfs indien de storingen in de proviandeering van onze markt zoodanig zouden geworden zijn, dat zij het opmaken van den index zouden beletten, zouden er, naar onze meening, nog andere middelen zijn dan de oorlogsindex om op een bevredigende wijze de loonkwestie te regelen. #
*
*
Het werkelijke vraagstuk reikt evenwel verder dan de index : het is ekonomiséh. D,e Regeering, blijkbaar bezorgd om de onrustbarende strekkingen die in onze nationale ekonomie tot uiting komen en die, toenemende, op ernstige stoornissen zouden kunnen uitloopen, denkt er aan te remmen. Een dier strekkingen uit zich door de prijsverhooging. De verhooging der groothandelsprijzen is in België grooter dan in de nabuurlanden. De index dér groothandelsprijzen is, inderdaad, in België mét 19 t. h, gestegen van einde Augustus tot einde September, terwijl gedurende dezelfde période de stijging slechts 16 t. h. in Nederland, 9 t. h. in Zwitserland en 6 i. h. in de Vereenigde Staten was. Öe Règéërifïg vreest ongetwijfeld, dat deze aftïzlënlijke prijsstijging, waarbij zich nu réëds andere ongunstige elementen voegen, zooals de vermeerdering der circulatie van het papiereng0l& (hoewel deze strekking wordt gedwars-
DE BEikQISQHE hppmd door het oppotten), de vermindering der produktie, ihet begrootingstekort, zou gepaard gaan met een merkelijke loonsverhooging, wat het gevaar voor inflatie zon in 't leven roepen. Deze toestand ontsnapt niet aan onze aandacht en wij onderschatten er den ernst niet van. Maar wij betwisten, dat de niet-aanpassing der loonen aan de prijsstijging van aard zou zijn er .aan te verhelpen. Een doelmatige regeeringsaktie dringt zich op, niet alleen op het element « loonen », doch op het geheel der gegevens van het vraagstuk. Wij zijn van oordeel dat, indien de prijzen in België meer gestegen zijn dan elders, zulks in de eerste plaats te wijten is aan het feit dat de Regeering geen politiek heeft in zake de prijzen. Deze zou voor doel moeten hebben aan onze ondernemers op de buitenlandsche markten de gunstigste bevoorradingsvoorwaarden te verzekeren en vervolgens uit al onze inlandsche prijzen zooveel mogelijk de elementen te weren die toe te schrijven zijn hetzij aan opkooping, hetzij aan spekulalie, hetzij eenvoudig aan ongerustheid. Dergelijke politiek vergt een stelselmatige inspanning van prospektie en .organisatie onzer bevoorrading op de buitenlandsche markten. Zij veronderstelt vervolgens vanwege de Regeering de beschikking over onderzoeksmiddelen om de verkoopprijzen met de kostprijzen te vergelijken. Ten slotte moet zij, om te slagen, over strenge sankties beschikken. Een ander element waarop de Regeering al haar krachten diende samen te trekken is de vermeerdering der produktie. Een prijsverhooging die niet merkelijk grooter is dan op de buitenlandsche markten is op zichzelf geen gevaar. Zij wordt slechts een gevaar wanneer zij samengaat met een vermeerdering van de geldcirculatie en een vermindering der produktie. Nu, dienaangaande zijn de cijfers volstrekt niet gunstig. De steenkolenproduktie beliep in September 2,409,000 ton, tegen 2,292,000 ton in Augustus en 2,387,000 ton in September 1938. Maar de stocks bedroegen op het einde van September 1,923,000 ton tegen 2,212,000 ton op einde Augustus. Deze vermindering der stocks vertegenwoordigt ongeveer 10 t. h. der produktie van September. Het is noodzakelijk dat de kolenproduktie, die de produktie van onze andere industrieën ten grondslag ligt en voor ons land een kostbaar ruilmiddel is, verhoogd worde. Door een krachtige aanpassingsinspanning zou het mogelijk zijn d£t zekere kategorieën v$r\ werkloozen arbeid vinden in de mijnen. Maar, er is niet alleen de steenkolenproduktie. Er zijn ook andere industrieën, zooals de metaal-, de chemische, de textiel-, de schoen-
309 industrieën, enz., voor wier produktie er op de buitenlandsche markten een stijgende vraag is. Ook daarin kan de produktie aangewakkerd worden. Dit veronderstelt, vanwege de Regeering, ijverige onderhandelingen zoowel met zekere oorlogvoerende landen, afnemers van onze produkten, als met zekere overzeesche neutrale landen waaraan de oude leveranciers, die heden oorlog voeren, niet meer kunnen leveren. De afzetgebieden ontbreken niet, maar men moet zich weten aan te passen. Er kunnen ook afzetgebieden gevonden worden voor andere produkten, zooals glaswerk, aardewerk, meubelen, versieringsvoorwerpen, waarin de malaise op dit oogenblik zeer groot is. Vervolgens moet er aan de Regeering gevraagd worden de opening van krediet door de Spaarkas, voor den 'bouw van goedkoope woningen, niet te belemmeren. De aldus belegde kapitalen kunnen in een ruime mate bijdragen tot de opslorping der werkloosheid. Daar de Staat slechts het verschil te dragen Iheeft tusschen den aan de Spaarkas te betalen interest en de haur van deze woningen, zijn de budgetaire lasten die er uit voortspruiten gering. Deze worden, trouwens, vergoed door de vermindering van het budget der werkloosheid en door de meerwaarde van zekere fiskale ontvangsten. Deze financieringsmethode, die eveneens op den scheepsbouw wordt toegepast, waar zij op dit oogenblik een ruime toepassing kan vinden, is vatbaar om op andere gebieden te worden veralgemeend. Waarom zou de Regeering er niet aan denken? De arbeidersklasse diende haar medewerking te verleenen aan de vermeerdering der produktie, die evenwel in de eerste plaats zou moeten geschieden door de opslorping der werkloosheid. De arbeiders dienden te begrijpen, dat het vooral door de produktie, door de zoo aanzienlijk mogelijke produktie van rijkdommen is dat de huidige moeilijkheden kunnen overwonnen worden met de minste schade voor hen en voor het land. De toeneming der produktie zal eveneens de ontvangsten van den Staat doen toenemen. Dat is des te noodwendiger, gezien de uitgaven van den Staat, ten gevolge van de mobilisatie en <je andere behoeften van de landsverdediging, in een merkelijke mate gestegen zijn. In zoover er vervolgens een tekort in de begrooting is, kan alleen de leening of een fiskale inspanning er in voorzien. De buitenlandsche leening schijnt op dit oogenblik uitgesloten te zijn. Evenzoo zal een groote binnenlandsche leer ning moeilijk te verwezenlijken zijn. Zij zal, wat er ook van weze, moeten voorafgegaan zijn van een fiskale inspanning, die bijzonder groot zal zijn ten aanzien van het tekort. Maar, op voorwaarde dat zij goed aangepast is aan de mogelijk-
310
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
heden van de verschillende klassen, zal zij onvermijdelijk zijn. Eens de inspanning gedaan op het gebied der prijzen, der produktie en der begrooting, zullen de in den sektor van het krediet te treffen maatregelen gemakkelijker zijn. Deze zullen slechts een aanvullende rol, desnoods een hulprol spelen, daar de hoofdrol zal berusten op de hierboven aangehaalde maatregelen. *
*
*
Alleen zulk algemeen programma beantwoordt aan de vereischten van het oogenblik. Het moet overeenstemmen met een volledige balans van den huidigen toestand welken de Regeering aan het land moet bekendmaken. Al de klassen der bevolking zullen den last der noodige opofferingen des te lichter dragen wanneer zij de werkelijkheid, de te verwezenlijken in-
spanning en het deel zal kennen dat deze algemeene inspanning van eenieder zal vorderen. In afwachting dat de Regeering deze balans bekend maakt, in afwachting dat zij aantoont welke maatregelen zij voornemens is te treffen om aan den toestand te verhelpen, kan zij er niet aan denken de moeilijkheden welke zij ontmoet door indexbewerkingen te boven te komen. Zulke maatregel zou niet alleen zonder uitwerking blijven, maar er ook toe bijdragen alle vertrouwen der arbeidersklasse in de regeeringspolitiek aan het wankelen te brengen. Niets zou gevaarlijker zijn dan dergelijk kapitaal in de huidige tijden te verspillen. Dit alles heeft het Nationaal Komiteit van het B.V.V. willen zeggen in de resolutie welke het in zijn vergadering van 31 Oktober jl. eenparig heeft aangenomen en waarvan wij hier den tekst overdrukken : r.
De stijging van den index der kleinhandelsprijzen met 6.2 punten, hetzij met 6 t. h., schijnt in de regeeringskringen een zekere ontroering teweeggebracht te hebben. De kommentaren der Indexkommissie, bij het publiceeren van den index van Oktober, zeggen dat deze niet meer zulk een bevredigende representatieve waarde heeft ten gevolge van een tamelijk aanzienlijke stijging van den prijs van vier produkten, die eigenlijk betrekkelijk weinig verbruikt worden. De Indexkommissie verklaart, dat zij de schommelingen welke de index zal ondergaan van zeer dichtbij zal volgen, om gebeurlijk aan de Regeering voorstellen te doen. Sommigen beweren, dat de Regeering het voornemen koestert den huidigen index te vervangen door een oorlogsindex, waarvoor minder artikelen zouden in aanmerking komen, en die een gewogen index zou zijn. Het B.V.V. kan zich in de huidige omstandigheden bij dergelijke verrichting niet aansluiten, en dit om verschillende redenen : ten eerste, omdat het te vroeg is om met zekerheid te kunnen vaststellen of de stoornissen in de bevoorrading van zekere buitenlandsche produkten, die den index hebben beïnvloed, zullen blijven bestaan; vervolgens, omdat het niet mogelijk is heden vast te stellen voor welke artikelen de bevoorrading zal verzekerd zijn gedurende gansch de huidige periode en die een meer representatieven index der levensduurte zullen kunnen vormen dan de huidige; verder, omdat het zeer moeilijk is heden een afweging vast te stellen waarvan met zekerheid zal kunnen gezegd worden, dat deze morgen nog geldig zal zijn; ten slotte, omdat de vervanging van den huidigen index door een nieuwe Van aard zou zijn het vertrouwen aan het wankelen te brengen dat de arbeiders hebben in dezen maatstaf, die een der hoofdelementen is van ons regime van loono ver eenkomst en. Het B.V.V. is van oordeel, dat het gevaar dat sommige regeeringskringen duchten, de grenzen van het indexvraagstuk ver overschrijdt, doch in verband te brengen is met de algemeene ekonomie. De Regeering vreest blijkbaar dat de prijsstijging, die reeds eenigszins die der prijzen in het buitenland overtreft, nog zou toenemen door een algemeene heraanpassing der loonen. Zij erkent daarmede, dat het vraagstuk van ekonomischen aard is. Een passende ekonomische politiek zou bijgevolg moeten slaan op al de gegevens van het gestelde vraagstuk. Om dergelijke politiek toe te passen, «diende de Regeering voorafgaandelijk een nauwkeurige en volledige balans op te maken van den ekonomischen, financieelen en budgetairen toestand waarin het land zich heden bevindt. Van welken aard de moeilijkheden, waarmede onze ekonomie heden te kampen heeft, ook wezen, het B.V.V. is van oordeel, dat zij niet uit den weg geruimd kunnen worden door een eenzijdige aktie op de loonen. Een verbetering van den ekonomischen toestand vereischt een krachtdadige aktie, ten einde door een rationeele organisatie van onze proviandeering op de buitenlandsche markten de gunstigste prijzen te bekomen; Ten einde uit de prijsverhooging bij middel van kontrole en van een rantsoeneering voor zekere pro. dukten al de elementen die voortspruiten uit opkooping, spekulatie of ongerustheid te weren; Ten einde de produktie aan te wakkeren; Ten einde onze afzetmarkten door een bedrijvige prospektie te verruimen en door van de burgers de opofferingen te verkrijgen die door de toestanden worden opgelegd door middel van een belasting naar verhouding van hun mogelijkheden. '. Alleen dergelijke politiek die op al de sektors van onze ekonomie inwerkt, is van aard om het land in staat te stellen de huidige periode met een minimum nadeel' en storingen door te maken en door de handhaving der konventioneele loonen en wedden van de arbeiders uit al de industrieën, alsook van de agenten van Staat, provincies en gemeenten, de koopkracht der arbeiders te verzekeren.
«DE BELGISCHE VAKBEWEGING
311
Enkele ekonomische indexen Iti de huidige omstandigheden is het om begrijpelijke redenen tamelijk moeilijk nauwkeurige feiten en cijfers betreffende den ekonomischen toestand te vinden. Wij hebben evenwel een zeker aantal gegevens kunnen verzamelen -die, zonder den ekonomischen toestand als een geheel te weerspiegelen, zekere strekkingen verraden waarvan wiij in het voorgaande artikel gewag hebben gemaakt. Eerstens is het ons mogelijk in verband met de geldcirculatie te zeggen, zonder nauwkeurige cijfers te vermelden, dat zij in den loop van één jaar met ongeveer een derde vermeerderd is. Ongetwijfeld werd deze vermeerdering gedeeltelijk door het oppotten opgeslorpt. De om hun toekomst bezorgde burgers hebben een belangrijk gedeelte van hun bezit 'liquide gemaakt. Maar de omvang der toeneming ds zoo, dat zij niet volkomen uit te leggen is door dit oppotten. De circulatie zelf schijnt toegenomen te zijn, wat ons tot voorzichtigheid moet aanzetten. '' , . * *
*
Wat de stijging der groothandelsprijzen aangaat, zij bedroeg in België, van einde Augustus tot einde September, 19 t.h., tegen 10 t.h. in Nederland, 9 t.h. in Zwitserland en 6 t.h. in dé Vereenigde Staten (1). Er werden alarmkreten geslaakt en sommigen beweerden dat het prijzenpeil van het buitenland overschreden was. Ten einde de echtheid van deze bewering te onderzoeken hebben wij een vergelijkende tabel opgemaakt van de indexcijfers der groothandelsprijzen in de verschillende landen, welke wij hier laten volgen : Groofhandelsprijzen-indexen (1929 = 100).
België . . . . Vereenigde Staten Frankrijk . . . Nederland . . Engeland : Board of Trade The Statist. . The Economist Zwitserland . .
72.9 82 103.5 71 .
70.2 79,3 108.9 70.1
69.8 78.5 107.5 70.7
83 83
87.1 77.6 76.2 74.6
85.9 79.3 75.5 75.4
85.9 -79,2 75.9 76.1
92
75.6
83
(1) Ziehier wat het editoriaal van het « Tijdschrift voor Inlichting en 'Documentatie » van de Nationale Bank van Oktober 1939 over dit verschil schriijft : « Ongetwijfeld is dit gebrek aan overeenstemming, in zekeren zin* meer schijn dan werkelijkheid : om vergeliijfcbaar te zijn, zouden dè indexcijfers moeten opgemaakt worden met dezelfde iprodukten en zouden de iprijisopnamen denzelfden dag moeten plaats hebben; het 'laatste punt vooral is van groote beteeifcenis in tijden van snelle prijsontwikkeling. Wat de keuze der prodt&ten betreft, steunt net Belgisch cijfer, naar men weet, in hoofdzaak op grondstoilfeii;
Daar, op het oogenblik dat wij deze tabel opmaken, zekere gegevens betreffende September ontbreken, is het niet mogelijk er bepaalde gevolgtrekkingen uit af te leiden. Nochtans, daar de prijzen in Engeland, Frankrijk en de Vereenigde Staten in den loop van September een min of meer merkelijke verhooging hebben ondergaan, zal hun peil in September het onze bereikt of overschreden hebben. Er is dus nog geen sprake van een werkelijke verstoring van het evenwicht tusschen onze prijzen en de buitenlandsche, zoodat de vrees die men heeft gekoesterd voor het allerminst voorbarig is. 3JC
*Jï
^
Deze vrees is des te meer overdreven, gezien de wereldekonomie een phase van algemeene prijzenstijging doormaakt. Bij den uitvoer onzer produkten zijn de prijzen des te minder belangrijk, vermits het aanbod verminderd is ingevolge het min of meer volledig in gebreke blijven van Duitschland, Engeland en Frankrijk. De vermindering van den uitvoer dezer landen heeft op de ovérzeesche markten een ledige ruimte geschapen die ons land gemakkelijk gedeeltelijk zal kunnen innemen. •1*
*i*
T*
Wat het begrootingstekort aangaat, ander ongunstig element waarover men in de regeeringskringen vrees koestert, dit is reëel. Enkele weken geleden kostte de mobilisatie ongeveer 10 millioen frank per dag. Sindsdien zal dit bedrag, ten gevolge van de verhooging der vergoedingen uitgekeerd aan de gezinnen der gemobiliseerden en ook van de maatregelen getroffen voor dè versterking van ons verdedigingsapparaat, ongetwijfeld hooger zija. Vóór het jaar 1940 zal dan ook op ongeveer 4 milliard moeten gerekend worden. Daar zal nog 1 milliard moeten bijgevoegd worden voor de periode looiende van September 1939 tot 31 December 1939. Biji deze 5 milliard moet er een half milliard gevoegd worden voor mindere fiskale ontvangsten voor 1938 en 1939, en 1 milliard voor 1940. Zoo bekomen wij 6.5 milliard. Vervolgens zullen op de buitengewone begrooting voor 1939 en 1940 ongeveer 3 milliard (de uitgaven voor de landsverdediging inbegrepen) voorkomen, wat 9.5 miilliard uitmaakt. Het deficit der Spoorwegen zal ongeveer een half milliard bedragen. Zoo komen wij tot. een totaal van 10 milliard. Dan is er nog een meeruitgave voor de werkloosheid en voor de nieuwe leeningslasten. In elk geval zal het tekort meer dan 10 milliard bedragen, bedrag dat gelijk is aan een gewone begroöting.. Om daarin te verhelpen zullen er nieuwe belasdit verklaart zijn uiterste gevoeligheid. Het laat nochtans geen twijfel, dat,d§ prijzen strenger worden bewaakt in sommige landen, iett met name in Engeland, dan in tèeMë. »
ft
312
«DE BELGISCHE VAKBEWEGING
tingen moeteni geheven 'worden. Maar dat zal niet voldoende zijn. Een leening moet uitgeschreven worden. Deze zal moeilijk te verwezenlijken zijn. Blijft dan, de vermeerdering onzer produktie, wat aan den Staat nieuwe inkomsten zou verzekeren. Deze vermeerdering van den omvang onzer produktie is des te noodzakelijker daar zij de inflationnistische stijging van de geldcirculatie en van de prijzen zou dwarsboomen. De grootste inspanningen van het land zullen dus daarop moeten gericht zijn. Dit vraagstuk kan tamelijk gemakkelijk opgelost worden omdat onze arbeidsmarkt nog over genoeg reserves beschikt (zelfs indien zij in een/ zekere mate te herscholen zijn) en dat het mogelijk is op nieuwe buitenlandsche markten vasten voet te krijgen. Blijft dan het vraagstuk der bevoorrading onzer industrieën met grondstoffen. In onze vorige nummers hebben wij reeds de aandacht op de gewichtigheid van dit vraagstuk getrokken. Wij meenen dat zich op dit gebied een bijzonder krachtdadige regeeringspolitiek opdringt. Waarom de industrieelen en de importeurs niet verplichten zich te verstaan voor den gemeenschappelijken aankoop der grondstoffen onder de leiding en met de medewerking der Regeering? Dergelijke overeenkomst zou onze aankoopen vergemakkelijken, zou ons toelaten de gunstigste prijzen te bekomen en zou zich kunnen uitbreiden tot de gemeenschappelijke organisatie van het transport. In dit verband moet er aan de Regeering gevraagd worden waarom zij er niet aan denkt de organisatie der beroepen, waarvoor een wetsontwerp werd voorbereid, te verwezenlijken. Mits er zekere wijzigingen aan te brengen, zou dergelijke organisatie onzer industrieën in de huidige omstandigheden groote diensten kunnen bewijzen voor de oplossing der verschillende ekonómische vraagstukken die gesteld worden. Waarop wacht men? *
*
*
Laat ons nu een vlug overzicht geven van» den toestand onzer verschillende industrieën. Het Oktobernummer van het « Tijdschrift voor Inlichting en Documentatie » van de Nationale Bank bevat dienaangaande een groot aantal gegevens. Daaruit blijkt, dat de toestand in de ijzer- en staalnijverheid bevredigend is. De onderhandelingen met Frankrijk schijnen tot een akkoord geleid te hebben, krachtens hetwelk Frankrijk ons 6 millioen ton ijzererts zal leveren in ruil voor 4 millioen ton fijne cokeskolen. Anderzijds zullen de metaalprodukten vooral naar Engeland uitgevoerd worden. . Er zijn ons nog 3 millioen ton erts noodig om een staatproduktie van 3 millioen ton te .bereiken, 't.t.z. het peil van 1938. Pogingen worden aangewend om ze in het Groothertogdom en ïn Zweden te vinden. Wat het Internationaal Staalkartel 'betreft, men weet dat het ontbonden is. (De prijzen worden dus niet meer door dit organisme vastgesteld en volgen de stijgende vraag. Er is een ernstige verhooging. De prijzen van het grauw ruwijzer zijn van 550 tot 625 frank per ton gestegen, en die van het hematietgietijzer, die in Augustus 625 frank tot 750 frank waren, bedroegen in September 900 tot 1,100 frank per ton. De staalprijzen zijn natuurlijk gevolsgd. Zoo zijn de binnenlandsche basisprijzen van het plaatijzer van 2/2.9 mm. van 20 Juli tot 27 September viari 157 tot 175 frank per 100 kg. gestegen. Die van het plaat-
ijzer van 1.5/2 mm. zijn gestegen van 162 tot 180 fr., die van het plaatijjzer van 1.4/1.5 mm. zijn gestegen van 163 tot 182 frank en die van het plaatijzer van 1.25 mm. van 165 tot 183 fr. 50. De uitvoerprijzen van het zwarte plaatijzer zijn tusschen Juli en September met 27 t. h. verhoogd. Deze verhooging is in feite veel aanzienlijker omdat,, terwijl geen onderneming onder deze verhooging van 27 t. h. noteert, alle (bovendien een bijzondere premie vragen gaande van 10 tot 15 t. h. Voor de andere pirodukten is de stijging dezelfde. Zij bedraagt tusschen Juli en September : voor de <( largets », 25 t. h. (inlandsche prijzen), voor de spoorrails, 20 t. h., enz. Wat de produktie aangaat, zij is ook 'gestegen als gevolg van de toegenomen vraag. Voor de maand Augustus was de produktie van het ruw staal 276,000 ton, tegen 291,000 ton in Juli en 176,000 ton in Augustus 1938. Voor de acht eerste maanden van 1939 heeft deze produktie 1,977,000 ton bereikt, tegen 1,405,000 ton voor de overeenstemmende periode van 1938. De produktie van September is waarschijnlijk dezelfde als in September 1938, maar Oktober zal in vergelijking met September een verhooging van 20 t. h. aanwijzen. Er is een groote vraag naar produkten die de oorlogsfabrikage aanbelangen, evenals naar rollend materieel, Sommige machinebouwwerkhuizen, alsook de wapenfabrieken, ontvangen een overvloed van bestellingen. De zinknijverheid heeft, daarentegen, haar produktie moeten verminderen. De textielnijverheid heeft zekere moeilijkheden ontmoet bij haar bevoorrading in grondstoffen, zoowel wat het katoen en de jute, als de wol aangaat. Men vraagt zich af wat de houding van Engeland zal zijn in verband met onzen wolinvoer, daar Duitschland altijd een groot kooper van de wolprodukten is geweest. Evenwel mag men, .gezien de stijgende behoeften in Engeland en Frankrijk, zekere verwachtingen koesteren voor den uitvoer naar deze landen. Evenzoo bestaan er geruststellende voorüitzichtem in de katoennijverheid, wel te verstaan, altijd op voorwaarde dat een bevredigende oplossing 'kan gegeven worden aan het vraagstuk van het transport op zee. 'De binnenlandsche prijzen voor de wollen « croisés » zijn van Juli tot einde September met 90 t. h. gestegen; de buitenlandsche prijzen met meer dan 100 t. h. De binnenlandsche prijzen van merinoswol zijn niet 30 t. h. en de buitenlandsche met 40 tot 50 t. h. gestegen. Wat de ledernijverheid aangaat, de huidevetterijen ontvangen immer groote aanvragen. Ook hier stelt zich de vraag der 'bevoorrading jn grondstoffen. Belangrijke hoeveelheden in Latijnsch Amerika gekochte grondstoffen worden door de oorlogvoerenden geblokkeerd. Onderhandelingen zijn aan den gang voor de vrijlating van deze grondstoffen. De papierfabrieken werken op volle kracht. Tot heden kon de .bevoorrading op bevredigende w,i|jze geschieden. Het is nu de vraag of dat zal voortduren. Duitschland heeft, inderdaad, verscheidene Skandinavische schepen die houtpulp vervoeren tegengehouden. De industrieën die op dit oogenblik het meest Jijden, zijn de steengroeven en de lbouw. Daar de Staat zijn tusschenkomst ten behoeve van de openbare werken heeft moeten verminderen en daar bet publiek zich
313
DE BELGISCHE VAKBEWEGING momenteel onthoudt van woningen te bouwen, is de malaise groot in die industrieën. Vooral het arduin, de zandsteen en de baksteen lijden onder dezen staat van zaken. Het klein graniet en de kalksteen maakten het voorwerp tuit van verscheidene bestellingen vanwege Nederland en Duitschland, wat een zekere bedrijvigheid voor gevolg heeft gehad. In de bouwnijverheid is de vermindering 75 t: fa. met betrekking tot September 1938. Ook in de glasnijverheid is de malaise op dit oogenblik groot. ***
Wat onzen BUITENLANDSCHEN HANDEL aangaat, hebben wij het nuttig geoordeeld hier een tabel over te drukken, die verschenen is in het « Tijdschrift voor Inlichting en Documentatie » van de Nationale Bank, .waarbij de omvang van onzen handel gedurende de acht eerste maanden van 1939 wordt vergeleken met dien der overeenstemmende periode van '1938 :
Invoer.
1 * Waarde (duizenden franken)
GROEP
Hoeveelheid (metr. centenaars)
1938
1939
1938
1939
Voedingsmiddelen en dranken . . Ruwe of enkel toebereide stoffen .
20,887 3,057,065 8,447,073 3,713,940
13,554 2,612,991 8,235,416 3,459,265
69,935 23,417,862 181,346,063 4,521,608
Niet bewerkt goud en zilver, en gouden en zilveren munten . . . .
29,199 25,792,064 185,716,546 4,635,614
346,293
350,115
908
139
i
15,585,258
14,671,341
209,356,376
1
216,173,562
Uitvoer. Waarde (duizenden franken)
Hoeveelheid (metr. centenaars)
GROEP 1938
Voedingsmiddelen en dranken . . Ruwe of enkel toebereide stoffen .
46,074 736,409 6,245,356 6,829,188 *
Niet bewerkt goud en zilver, en gouden en zilveren munten . . . .
143,530 1
14,000,557
'Deze cijfers wijzen op een verbetering, wat de hoeveelheden aangaat, zoowel bij den invoer als bij den uitvoer. De waarde van onzen invoer is in 1939 evenwel geringer geweest dan in 1938. De maand September is daarentegen zeer slecht geweest, zooals blijkt uit de volgende cijfers :
1939. Juli . . Augustus September
Invoer. Uitvoer. (In millioenen franken) 1,645 1,732 1,825 1,914 940 1,470
Laat ons hopen, dat de storingen, vastgesteld in den loop dezer maand, vlug zullen een einde nemen. •Dot deze toestand zich in al de onzijdige landen voordoet blijkt uit de volgende tabel, die wij ontleenend aan L'Echo de la Bourse van 7 November jl., en die de cijfers bevat (in miUioenen van de munt-
1939
j
14,993,026
1
1
1,387
1
1939 39,082 3,304,988 122,047,826 30,857,222
38,748 3,691,540 111,684,072 26,990,676
42,293 640,302 6,738,985 7,341,236 180,210
1938
|
2,351
1
1 142,406,433
|
156,251,469
eenheid der wederzijdsche landen) betreffende den handel in Augustus en in September 1939 :
Zweden . Noorwegen Denemarken Nederland Zwitserland
. . . .
, . . .
Invoer. Aug. Sept. 217 175 97 101 172 124 127 106 150 98
Uitvoer. Aug. Sept 185 131 64 68 132 148 92 66 120 55
Zwitserland is dus ifoet meest getroffen : zijn uitvoer is met 54 t. fa. achteruitgegjaan; Zweden ziet zijn uitvoer dalen met 29 t. fa. en Nederland, zooals België, met 28 t. fa. Daarentegen is de Noorsche uitvoer met 6 t. h. gestegen, en die van Denemarken met 12 t. fa. Een bijzonder interessante barometer van de ekonomte ym ons land wordt geleverd door de
314
DE BELGISCHE VAKBEWEGING HAVEN VAN ANTWERPEN
'Deze heeft bijzonder geleden onder de onzekerheid welke de oorlogstoestand in de zeevaart heeft geschapen. De tabellen betreffende de -beweging in de
haven van Antwerpen, opgemaakt door den Havendienst van Antwerpen en verschenen in het « Bulletin over den Handel niet vreemde landen », die wij hier laten volgen, geven een juiste gedachte van den omvang der geleden schade :
Zeevaart. Uit
In
PERIODEN
Aantal schepen
1937. Maandgemiddelde 1938. Maandgemiddelde 1938. Juni . . Juli . . Augustus September Oktober . November December 1939. Januari . Februari . Maart . . April . . Mei . . Juni . . Juli . . Augustus . September
. . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . .
Tonnemaat Goederen (duizenden (duizenden registerton.) metr. ton.)
Aantal schepen geladen
ledig (op ballast)
Goederen (duizenden metr. ton.)
1,032 980
2,093 2,012
1,193 989
864 846
167 134
1,177 975
925 980 ,009 ,025 ,012 987 ,007
1,868 2,042 2,115 2,142 2,042 1,987 2,097 2,240 1,931 2,124 2,107 2,212 2,233 2,051 1,950 523
1,034
794 942 883 855 915 838 870 847 841 901 926 954 931 894 858
138. 117 132 139 132 143 153 155 119 136 132
878 868 889 993 1,042 1,166 1,145 952 932 1,002 921 1,084 1,199 1,168
,018
939 ,046 ,046 ,093 ,066 ,018 983 258
934 1,068 1,012 926 1,000 1,027 1,004 924 903
926 994 1,137 937
122
131 126
139
Binnenvaart. Uit
In
PERIODEN
1937. Maandgemiddelde 1938. Maandgemiddelde 1938. Juni r . Juli . . . Augustus September Oktober . November December 1939. Januari Februari Maart April . Mei Juni Juli Augustus September
v- :
Aantal schepen
Laadvermogen Goederen (duizenden (duizenden metr. ton.) stèren)
Aantal schepen
Laadvermogen Goederen (duizenden (duizenden metr. ton.) stèren)
. . . . . . . .
4,129 3,699
1,422 1,222
469 382
3,994 3,562
1,378 1,187
422 368
. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3,748 3,802 3,747 3,921 3,916 3,780 3,195 3,910 3,664 4,054 3,960 3,996 4,266 3,836
1,234 1,244 1,214 1,252 1,220 1,234 1,064 1,245 1,126 1,284 1,290 1,373 1,397 1,259
400 306 373 368 376 399 399 269 392 361 399 438 464 344
3,702 3,597 3,610 3,589 3,757 3,463 3,207 3,662 3,503 3,950 3,852 3,721 3,876 3,834
1,224 1,194 1,225 1,135 1,198 1,148 1,045 1,224 1,134 1,246 1,253 1,297 1,279 1,266
368 29® 402 405 318 314 355 302 331 285 346 442 432 407
. .
. .
. . . . . . . . . . . . . .
.
. . . . . . . . ."..-. . . .
. . . .
DE BELGISCHE VARBEWEGING
Een vergadering van het Bureau van het I. V . V . Het Bureau van het Internationaal Vakverbond kwam op 16 November te Brussel bijeen, onder voorzitterschap van Walter Gitrine. Alle leden iwareti aanwezig, behalve Martin Meister (Zwitserland), die zich had laten verontschuldigen om reden van ziekte. Op de agenda van deze regelmatige Bureauvergadering kwamen o.m. de volgende punten voor : De internationale toestand; de bedrijvigheid van het I.V.V. ; het programma van aktie en maatregelen tot verzekering der werking van het Sekretariaat; de hulpaktie ten behoeve vam de politieke vluchtelingen ; vragen om aansluiting vanwege Cuba en Zuid-Afrika. Bij de bespreking der eerste punten werden mededeelingen gedaan door alle aanwezige leden over de in al de landen ondernomen aktie ter bescherming van de arbeidersbelangen, over de arbeidsvoorwaarden en over de syndikale rechten in verband met het algemeen belang van het land. Er werd besloten deze uitwisseling van inlichtingen en deze raadpleging te verruimen tot al de aangesloten nationale centra en tot al de internationale beroepssekretariaten. Het Sekretariaat van het I.V.V. kreeg opdracht zich desbetreffend in verbinding te stellen met al de aangesloten organisaties. Vervolgens nam het Bureau met groote voldoening akte van het prachtige en edelmoedige gebaar van de Nationale Vakcentrale van Groot-Brittannië, die een belangrijke som ter beschikking heeft gesteld van het I.V.V. om de hulpaktie voort te zetten ten behoeve van de vluchtelingen die ?de verdrukking en de terreur van de diktatoriale landen hebben moeten ontvluchten. Ten slotte heeft het Bureau, na de aanvragen om aansluiting vanwege Cuba en Zuid-Afrika te hebben onderzocht, de bewoordingen vastgesteld van de antwoorden die aan detfweebetrokken organisaties zullen gegeven worden. De volgende regelmatige Bureauvergadering zal plaats hebben te Parijs, op 11 en 12 Januari 1940. De Konferentie der I.B.S. De gemeenschappelijke bijeenkomst vara het Bureau van het I.V.V. en de Internationale Beroepssekreta-riaten greep plaats op 17 November. Br was een talrijke deelneming van de I.B.S. Buiten de leden van het Bureau van het I.V.V. vertegenwoordigden 28 afgevaardigden uit 20 Beroepsinternationalen, te weten : mijnwerkers, metaalbewerkers, transportarbeiders, houtbewerkers en bouwarbeiders, voedingsarbeiders, ambtenaars en overheidsdiensten, landarbeiders, bedienden, textielarbeiders, kleedingarbeiders, schilders, leder- en huidenbewerkers, boekdrukkers, steendrukkers, boekbinders, P.T.T., fabrieksarbeiders, diamantbewerkers, tabaksbewerkers, enz. Het hoofdpunt der bespreking liep over de voorwaarden waarin de I.B.S. in de huidige omstandigheden hun werking kunnen voortzetten. In den loop der beraadslagingen werden een groot aantal kwesties opgeworpen, wenschen uitgedrukt en wenken aan het Bureau van het I.V.V. gegeven. Deze wenschen en wenken werden door het Bureau in overweging genomen, die ze in zijn e.k. vergadering zeer aandachtig zal onderzoeken om er in de mate van het mogelijke en in het raam van de daags te voren genomen besluiten het noodige gevolg aan te geven. De te nemen besluiten zullen in het bijzonder betreffen, een nauwer era doelmatiger koördinatie der bedrijvigheid van de I.B.S. en van het I.V.V. op alle gebieden van de syndikale aktie; propaganda en informatie ; werking der syndikale organismen; verdediging der beroepsbelawgen en der arbeidsrechten;
315
statuut der vakorganisatie in de tegenwoordige en toekomstige nationale en internationale ekonomie. Voorzitter Citrine gaf uiting aan de eenparige gevoelens van de afgevaardigden door in zijn korte slotrede te wijzen op de waarde van zulke bijeenkomst in de huidige omstandigheden, en vooral op den solidariteitszin en de onderlinge sympathie die al de deelnemers bezielden.
O o k in Nederland sterke prijsstijging Uit de financieele en ekonomische kroniek van het Nederlandsche socialistische dagblad « Het Volk », van 10 November, ontleenen wij de hieronder volgende regels, waaruit blijkt dat ook bij onze noorderburen de prijsstijging zich sterk begint te doen gevoelen. De prijzen in de groothandel, die in September reeds duidelijk merkbaar waren gestegen, zijn in October nog verder opgelopen. Het betreffende indexcijfer, dat wordt opgemaakt door het Centraal Bureau voor de Statistiek, was voor September 7.2 pet. hoger van over Augustus, terwijl de stijging over de maanden September en October te zamen 14.6 pet., dus het dubbele beliep. Het meest trekt de prijsstijging van grondstoffen voor gefabriceerde voedingsmiddelen de aandacht; deze bedroeg voor de twee maanden 63.7 pet., waarvan de grootste sprong echter in September werd gemaakt. Over het algemeen zijn de prijzen van de grondstoffen sterker opgelopen dan van de voedingsmiddelen. De afzonderlijke indexcijfers voor verschillende voedingsmiddelen en grondstoffen geven het volgende beeld te zien : (1926-1930 = 100.) Aug.1939 0cU939
Plantaardige voedingsmiddelen . . . 74.7 80.4 Dierlijke voedingsmiddelen . . . . 67 79.3 Totaal . . . 70.3 79.8 Grondstoffen voor : houtwaren 80.2 100.3 chemische waren 69.1 73.9 textielwaren 43.8 53.8 lederwaren 43.2 60.8 metaaiwaren 82 102 papier 49.9 63.3 gefabriceerde voedingsmiddelen . . 40 65.5 De grondstoffen voor lederwaren zijn dus in de maanden September en October met ruim 40 pet. opgelopen ; huiden en looistoffen zijn aanzienlijk duurder geworden. De invoer van de grondstoffen is wel in sterke mate getroffen. Het indexcijfer van de prijzen van grondstoffen van chemische waren, dat in September niet was veranderd, werd in October bijna 7 pet. hoger. Deze opvallend geringe stijging is, naar men ons van deskundige zijde mededeelde, niet in overeenstemming met de werkelijke beweging van de wereldmarktprijzen. Het is namelijk zo, dat de aanvoer van deze grondstoffen bijna geheel is gestremd, zodat de Nederlandse handel eenvoudig geen levering, of zelfs offerte kan krijgen. Dientengevolge geeft de Regering uit hoofde van haar prijspolitiek geen toestemming tot hogere waardering van hier aanwezige voorraden. Het laat zich aanzien, dat het indexcijfer over de volgende maand, wel degelijk een belangrijke stijging zal vertonen, want van tijd tot tijd komt er een lading door en deze is dan zeer veel duurder dian in Augustus het geval was. Zo vernamen wij dat bij voorbeeld pyriet* de grondstof voor de zwavelzuurbereiding, ten opzichte van Augustus, in prijs is verdubbeld.
316
ÖE BELGISCHE VAKBEWEGING
Het kolen vraagstuk door N. Dethier •j
A
LLE kwaad heeft zijn baat. Het is slechts enkele maanden geleden, dat wij nog met een stijgende ongerustheid kennis namen van de kolenstatistieken naargelang zij gepubliceerd werden. Na de korte periode van 1936 en 1937, die ten slotte den zeer slechten loop van die van 1931 tot 1935 Ihad gestuit, zagen wij eens te meer de stocks in onze mijnen toenemen : 0.7 millioen ton op einde 1937; 2.2 millioen op einde 1938; 2.7 millioen op einde Maart 1939. Zouden deze stocks hun vorigen loop hernemen en opnieuw de massareserve van 4 millioen ton kolen van Juni 1932 bereiken? Dit vooruitzicht was geenszins aangenaam, integendeel, en vergde onze aandacht. Want, het is reeds lang dat « De Koning Kolen », om den titel te gebruiken van een boek van Upton Sinclair, nog slechts een koninkje zonder troon is. Vóór den oorlog steeg de kolenproduktie in de wereld jaarlijks met gemiddeld 4 t. h., maar na den oorlog kwam zij maar niet vooruit. Indien zij voort was gestegen zooals vóór den oorlog, dan zou de wereldproduktie van kolen nu ongeveer 1.7 milliard ton bedragen. Nu, het jaar 1929 heeft hef maximum geleverd met 1.3 milliard ton. De bron van dezen staat van zaken moet niet gezocht worden in een vermindering der in de wereld aangewende energetische kracht (1), evenmin als in de statische positie van de kolennijverheid (2). Zij bevindt zich in waarheid in de scherpe mededinging waarvan de kolen vanwege de bruinkolen, de witte kolen en de petroleum het slachtoffer zijn. Deze toestand heeft voor gevolg, dat de kolennijverheid in een om zoo te zeggen bestendigen krisistoestand verkeert. In haar naoorlogsche geschiedenis zijn er zeker enkele opklaringen waar te nemen, maar zij zijn zeer zeld(1) Deze kracht (uitgedrukt in kolenwaarde) is gestegen van 1,073 millioen ton in 1913 tot 1,993 millioen nu 1935, maar in dezelfde periode is de tusschenkomst der kolen achteruitgegaan van 71.4 op 56 t. fa., terwijl zij overging van 2.7 tot 3.6 t. h. voor de bruinkolen, van 4.5 tot 16.2 t. h. voor de petroleum, en van 2.4 tot 7.8 t. fa. voor de witte kolen (watervallen). (2) Voorbeeld: De prodttktieve kracht der mijnen in de Vereenigde Staten, die 450 tot 500'millioen ton prodticeeren,toedraagt750fliilMoenton.
-
zaam. Het zijn meestendeels plaatselijke opklaringen, die te danken zijn aan de ongelukken die zekere produceerende landen getroffen hebben. De stakingen in Engeland en de Vereenigde Staten en de bezetting van het Ruhrbekken hebben in de andere landen een zeer sterke vraag naar kolen teweeggebracht. Maar zoodra de opklaringen verminderen, nemen de moeilijkheden onmiddellijk een zeer scherpen vorm aan, in het bijzonder in een land zooals België, waar de arbeidskracht in den mijnbouw bijzonder bedreven is, maar waar eveneens de armste kolenlagen ter wereld liggen. Dit legt uit, waarom wij ongerust zijn. Maar de oorlog is uitgebroken, en sindsdien hoort men niets anders dan: Er moeten kolen voortgebracht worden. Dat is een axioma. Wij moeten kolen hebben om ons ihet bezit te verzekeren van de 9 millioen ton Fransche ertsen, zonder dewelke onze vervormingsindustrieën tot den volledigen ondergang zouden gedoemd zijn. Wij moeten kolen hebben om onze nijverheidsekonomie te spijzen. Wij moeten kolen hebben om ons de voedingsprodukten aan te schaffen die wij volstrekt noodig hebben. En wij zijn een der eerste, zoo niet de eerste geweest om dit axioma publiek kenbaar te maken. Het op te lossen vraagstuk is dus niet datgene te weten of er kolen dienen voortgebracht, maar wel hoe en in welke hoeveelheid er voortbrengen. Onze produktie. Ondanks den ben arden toestand waarin de kolennijverheid sinds den oorlog in de wereld' verkeert, toestand waarop wij hierboven hebben gewezen, heeft onze kolennijverheid zich uitstekend gedragen, dank aan de exploitatie van het bekken van Limburg. Daar zij in 1923 haar produktieve kracht van vóór den oorlog had teruggevonden, heeft zij haar opmarsen voortgezet, natuurlijk onderbroken door perioden van depressie als die van 1932-1934 (1), wat haar Iheeft in staat gesteld haar produktie op te voeren tot meer dan 29.5 (1) In 1932 was de wereldproduktie op 998 millioen ton gedaald.
iDE BELGISCHE VAKBEWEGING millioen ton in 1937 en 1938, tegen 22.8 millioen in 1913. Dit indrukwekkend cijfer duidt nog niet de werkelijke rendementsmogelijkheid onzer kolennijverheid aan: zonder de mobilisatie van een belangrijk gedeelte onzer arbeidskracht zou onze produktie dit jaar de 30 millioen ton overschreden hebben, en zou zij, zonder te veel moeilijkheden, op 35 millioen kunnen opgevoerd worden. Er blijft ons dus nog een goede speelruimte over. Ons verbruik ( t ) .
De omvang van ons kolenverbruik — wij verontschuldigen ons om deze « waarheid als een koe » — wordt bepaald door de bedrijvigheid waarvan onze ekonomie het bewijs levert en bedroeg 29.8 millioen ton in 1936, 34 millioen in 1937, en 28.2 millioen in 1938 (2). Hoeveel zal zij morgen bedragen? Het is natuurlijk onmogelijk dat heden te zeggen. De toekomst zal ons daarover inlichten. Onze buitenlandsche handel.
~ Uit de vergelijking van bovenstaande cijfers blijkt duidelijk, dat onze produktie nog niet toereikend is om in de behoeften van ons verbruik te voorzien, feitelijke toestand die trouwens geen bijzonder gevaar oplevert gezien hij sinds 1910 bestaat. Het verschil wordt ons geleverd door het overschot van onzen invoer op onzen uitvoer. Hoe groot is het? De volgende cijfers betreffen het jaar 1938, slecht jaar voor de ekonomische bedrijvigheid, maar dat juist daarom misschien kans heeft morgen de weerspiegeling te zijn van onze bedrijvigheid ; indien deze grooter is, zal er wel te verstaan niemand over klagen. Wij hebben 7.1 millioen ton ingevoerd en 6.9 millioen ton uitgevoerd. Welke uitslagen zullen wij morgen kunnen bereiken? Dat is een groot vraagteeken, maar indien het ons onmogelijk is een juist antwoord te geven, is het ons toch geoorloofd enkele berekeningen te maken. Invoer.
i Dé volgende tabel geeft de indeeling van onzen invoer per land van herkomst: (1) Het 'betreft het Belgisch-Luxemburgsch Tol verbond. (2) Hij 'bedroeg 38.5 millioen ton in 1929.
317
Land van herkomst
Bri. Totaal in Steenkolen Cokes ketten steenkolen (in millioenen ton)
Duitschland' . Nederland . . Groot-Brittannië Frankrijk . . Polen . . . U.S.S.R.
2,428 797 667 342 249 10
2,007 493 —
41 41
—
19
2
—
—
-—
—
4,476 1,331 667 363 249 10
Totalen 4,493 2,519 84 7,096 Wij meenen, dat het nutteloos is over de vier laatste landen te spreken. Duitschland bezit een ernstig aktief (arbeidsregime van minimum 10 uren en het bezit van de Poolsche mijnen met een produktie van 38 tot 40 millioen ton). Alles wijst er op, dat het een zeer groote inspanning zal doen om zijn uitvoer te handhaven, ten einde zich de vreemde deviezen te verzekeren die het meer dan ooit behoeft. Maar, indien wij onze meening mogen uitdrukken, wij meenen dat het nog lang het geval niet zal zijn. Want, de menschelijke krachten hebben een grens, en het is gevaarlijk deze te overschrijden. Hoe gunstig het voedingsregime dat de Duitschers morgen zullen genieten ook weze, het 10-urig arbeidsregime zal niet beletten dat de produktie in een tameHjk nabije toekomst in merkelijke verhoudingen zal dalen. Anderzijds is het van nu af reeds praktisch beroofd, van het Saarmijnbekken, dat in ruime rtiate ontruimd en onder het vuur van de Fransche kanonnen geplaatst is, en waarvan de produktie 15 millioen ton bedraagt. En Nederland? Dit land kan ons zijn gewone hoeveelheid zenden, op voorwaarde dat wij in staat zijn dé onze te zenden en dat Duitschland het voort een maandelijksch gemiddelde van 645,000 ton levert, zooals het in 1938 gedaan heeft, zonder tegenpartij. Wij konkludeeren dus, dat het beste nog is op eigen krachten te rekenen. Uitvoer.
De volgende tabel vermeldt den uitvoer volgens de landen van bestemming: Land . van bestemming
Frankrijk . . Nederland . .. Zweden . . . Italië . . . . Duitschland . Zwitserland . . Noorwegen . . Algerië . . . Argentina . . Belgisch Kongo Finland . . . Ver.St.v.Amerik :a Fransch Marokk:o Ander© landen . Btmkerkolen • .
BriTotaal in Steenkolen Cokes ketten steenkolen (in muloenen ton)
. . : .
3,545 519 10 112 3 81 —
33 44 2 • • ..-
. . . .
3
25 26 348
616 41 304 4 87 12 42 7 —
12 24 21 1 33 ..—
529 27 — — —
8 —
7 —
19
—
ï 1
3 61
4,822 597 405 117 116 104 55 48 44 35 35 '29 27 69 403
4,751 1,204 * 655" 6,906
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
318
>
Deze tabel vergt geen kommentaar. Zij toont aan dat (het meestendeels gaat om neutrale landen, ,zooals het onze, en dat de eenige hinderpaal welken wij op onzen weg zouden kunnen ontmoeten is, de willekeur van de oorlogvoerende landen, bij voorbeeld, het in den grond boren der schepen. Maar wat er ook moge gebeuren, zooals men ziet is Frankrijk onze belangrijkste klant. Wij mogen er bij voegen, dat andere landen ons nu reeds kolen vragen, en dat sommige onder degene die op bovenstaande tabel voorkomen er ons nog meer vragen. Samenvatting.
Er moet geproduceerd worden om ons eigen verbruik te verzekeren en onzen uitvoer minstens te handhaven. Nu, 28 + 7 geeft 35 millioen ton. Hoe z e voortbrengen ?
Dat is het op te lossen vraagstuk. Zooals wij hierboven gezegd hebben, produceerden wij, vóór het uitbreken der vijandelijkheden, in een verihouding van 30 millioen ton. Hoe de andere 5 millioen ton bekomen? Sommigen hebben dit vraagstuk snel opgelost. Dat men den 8-urendag terug invoere, zegt La Libre Belgique, dat zal ons per maand 250 duizend ton, hetzij 3 millioen ton per jaar, meer bezorgen. Waarom niet evengoed den terugkeer tot den 10-urigen arbeidsdag voorstellen? Dat zou, volgens dezelfde berekening, een verdere vermeerdering van 6 millioen ton uitmaken. Het is zoo gemakkelijk dergelijk vraagstuk op te lossen wanneer men op zijn gemak in een kantoor gezeten is. Maar, laat ons niet schertsen, het vraagstuk is te ernstig, en laat ons veeleer zien wat kan verwezenlijkt worden. Het gemiddeld dagelijksche rendement van het vierde kwartaal van 1936, dus de periode die de invoering van het regime der 7 u. 30 voorafging, bedroeg 817 kgr., wat een maandelijksche produktie van 2,494,653 ton uitmaakte. Voor de negen eerste maanden van het loopende jaar is het gemiddelde rendement 796 kgr. en de maandelijksdhe produktie 2,494,540 ton. Dus indien het rendement, door de herinvoering van den 8-urendag, op zijn peil van 1936 werd teruggebracht, dan zou men een maandelijksche produktie bekomen van: 2,494,540 ton x 817 —— = 2,650,246 ton. 769
Hetzij een vermeerdering van 159,706 ton, en niet van 250,000 ton zooals Ld Libre Belgique beweert.
-... ...
•_
Men.moet er dan rekening mede houden, dat onze berekening veronderstelt, dat al de pro^ duktievoorwaarden dezelfde gebleven zijn. Nu, dat zijn zij niet meer: iedereen weet dat de mobilisatie een 15,000-tal arbeiders aan de kolenmijnen onttrokken heeft. Wij weten wel, dat er ongeveer 3,000 houwers gedemobiliseerd werden. Maar wanneer de kolen door dezen gehouwen zijn, moeten er mannen zijn om ze weg te brengen. En indien de vrijstellingen daarbij blijven, zal het nog morgen niet zijn, dat men ze zal hebben. Wij komen er verder op terug. Men zal wellicht tegenwerpen, dat wij slechts een stijging van het rendement van 5.87 t. h. voorzien, terwijl de verlenging van den arbeidsduur 6.25 t. h. zou zijn. Men zal bekennen dat het verschil ver is van datgene der door onze berekening en die van La Libre Belgique aangeduide produktie te vergoeden. En dan, wie kan zeggen, dat de stijging van het rendement naar verhouding zou zijn van de verlenging van den arbeidsduur? Dat men niet vergete, dat de menschelijke krachten een grens hebben die men niet zonder gevaar overschrijdt. Wij weten wel, dat men in Frankrijk verder gegaan is. Maar Frankrijk voert oorlog en moet bijgevolg al zijn krachten tot het maximum inspannen. Wij bevinden ons, naar wij meen en, nog niet in dezen toestand. Het gebeurt zelfs, dat men den boog zoozeer wil spannen, dat hij breekt. Daarvan willen wij een voorbeeld geven. In 1932 was het dagelijksche rendement onder den grond in het Ruhrbekken, 2,093 kgr. In Mei 1933 kwam het Hitlerregime aan het bewind en ving zijn onderdrukking van het Duitsche volk aan. . Het gevolg daarvan was, dat het dagelijksch rendement in 1934, 2,163 kgr. bedroeg. Maar dat bleef niet duren. Het begon aldra te dalen en in 1938 beliep het 1,970 kgr. Doch, dat is niet alles. In April 1938 wordt de arbeidsduur van 8 op 8 u. 45 gebracht, hetzij een verlenging van 9.37 t. h., met een vergoedende loonsverhooging. Ziehier, tegenover deze verlenging, de stijging van het rendement: eerste kwartaal 1939, 1,985 fcgr.; tweede kwartaal, 2,144 kgr.; hetzij een stijging van 159 kgr. of 7 t. h. Door de herinvoering van den 8-urendag, door al de gemobiliseerde Belgische mijnwerkers terug aan het werk te stellen — wat men noodgedwongen zal moeten doen indien de huidige toestand voortduurt — en door de vertrokken vreemdelingen in goede voorwaarden te vervangen, kan onze produktie dus tot 2,650,246 x 12 ,= 31,802,952 ton opgevoerd worden. Voor de 35 millioen ton zijn er nog 4.2 mil-
DE BELGISCHE VAKBEWEGING Hoen te kort, wat een tewerkstelling veronderstelt van 16,000 tot 17,000 arbeiders met een normale beroepsbekwaamheid. Waar en hoe zal men ze vinden? Waar? Er zijn in het land 200,000 werkloozen-. Arbeidskracht ontbreekt er dus niet. Maar hoe ze naar de mijn voeren? Thai is the question. De werkloozenfondsen beijveren zich de werkloozen te werk te stellen, sinds enkelen tijd systematisch aan den mijnarbeid. Maar met welken uitslag? Laat er ons liefst over zwijgen. Hoe zoo? Daarover geraadpleegd, hebben wij geantwoord: De mijnwerkers moeten zoo betaald worden, dat het loon een aantrekking zij voor de drrderen. . Wanneer zal het loon die hoedanigheid bezitten? De toekomst alleen zal het ons leeren. In afwachting willen wij op iets den nadruk leggen, en dat is: De mijnarbeid wordt niet gewaardeerd. Wij weten het en kennen er volkomen de redenen van.
Een belangrijke
319
Maar, indien deze redenen tellen voor de anderen, tellen zij ook voor ons. Wij zij dan ook, vooral op dit oogenblik, van meening, dat alle vooroordeelen moeten wijken voor het algemeen belang. In elk geval, wij houden van ons land en wij zijn bereid de noodige inspanning te doen. Wij houden, in het bijzonder, van onze kameraden der andere industrieën; wij hebben het bewezen telkens ons daartoe de gelegenheid werd geschonken, en morgen zouden wij herbeginnen indien het noodig was. Maar ieder verstandig mensch zal erkennen, dat elke inspanning een grens heeft, leder een erkent dat de mijnarbeid uiterst zwaar is. Dat men van ons dus niet verwachte, dat wij aan onze kameraden mijnwerkers vragen zekere grens te overschrijden zoolang anderen de armen kruisen. Het land en zijn vrijheden moeten gered worden ? Akkoord, maar op voorwaarde dat iedereen daartoe bijdrage.
ie van de Nationale Centrale der Mijnwerkers
Het Uitvoerend Bestuur van de Nationale Centrale der Mijnwerkers, op Maandag 30 Oktober 1939 te Brussel 'bijeengekomen om den toestand te onderzoeken, Betreurt : 1° Dat de index der kleinhandelsprijzen op 15 Oktober 1930 te laat, dit is op 27 Oktober, gepubliceerd werd; 2° IDat ondanks het aandringen van het Nationaal Sekretariaat om denzelfden dag dringend de Nationale Gemengde Miijnkomimissie bijeen te roepen, het Bureel van deze kommissie van de patroons niet heeft kunnen bekomen dat zij vóór Zaterdag 4 November 1939 zon bijeenkomen, terwijl de verhooging van 5 t. h. van de huidige loonen moet aanvangen op Zondag 5 November; Anderzijds overwegende de onderhandelingen sinds meer dan veertien dagen met de Regeering gevoerd, om de mogelijkheid van het in stand houden der mijnproduktie te onderzoeken, ten einde in de behoeften van ihet land en de bevolking te voorzien, onderhandelingen tijdens dewelke, wij het aanwenden van onderstaande middelen aan de hand hebben gegeven : a) In het bijzonder de demobilisatie der houwers; b) Heit te werk stellen als houwers van de arbeiders van 20 tot 35 jaar van de hulpkategorieën der ondergrondsche arbeiders en de werving van nieuwe werkkrachten onder de werkloozen; c) Het 'herzüen der loonkwestie ten einde de aanwerving van de noodige werkkrachten en de ontwikken ling der prodiuktie te verzekeren; d) Om dezen uitslag te bereiken, was het noodig onmiddellijk een vergadering van de Mijnkommissie te •beleggen ten einde zoo spoedig mogelijk deze belangrijke vraagstukken te onderzoeken; Vervolgens overwegende de te late bijeenroeping der Mijnkommissie, en gezien de weinige tijd die te zijner beschikking blijft, besluit het Uitvoerend Bestuur : 1° Opnieuw aan te dringen opdat de Gemengde Kommissie dringend en ten laatste op Donderdag 2 November zou bijeengeroepen worden; 2° Zijn Nationaal iKomiteit onmiddellijk na de vergadering van de Mijnkommissie bijeen te roepen om verslag uit te brengen over den toestand en alle nuttige schikkingen te 'treffen; 3° Vervolgens op denzelfden dag een vergadering te voorzien van al de gewestelijke centralen der mijn(bekkens, evenals gebeurlijk de bijeenroeping van een nationaal kongres te Brussel op «Zondag 5 November 1939 ten einde een beslissing te nemen over de resoluties van het Nationaal Komiteit; Overwegende dat de heden bestaande toestand niet aan de vakorganisatie kan toegeschreven worden, noch aan een harer afgevaardigden of mandatarissen, waarschuwt het Uitvoerend Bestuur de mijnwerkers tegen de drijverijen der kommunisten om hun verraad te verbergen en tegen de uitdagingen van andere personen die tot de patroonskringen behooren; Het Nationaal Komiteit dringt er ibij de afdeelingen, biij al haar leden, alsook bij de putafgevaard'igden o$ aan, dat de mijnwerkers kalm aan den arbeid zouden .blijven en elke wanordelijke beweging zouden vermijden, maar nochtans vast besloten zouden zijn de resoluties van het Nationaal Komiteit en van het Kongres toe te passen, dit ïn het belang van het.land en van de mijnwerkers;. •*.'•• m Besluit vervolgens, dat de (huidige resolutie in de pers zal gepubliceerd .worden en bij dringendheid gezonden aan de bevoegde ministers, evenals aan den voorzitter van de Gemengde Mijnkomni&sie. . •
320
ÜE BELGISCHE VAKBEWEGING
Een keerpunt in de Fransche vakbeweging Twee gewichtige gebeurtenissen door Corn. Merlens
O
P het Kongres van het Fransen Vakverhond, in 1921 te Rijsel gehouden, waren we getuige van het droevige schouwspel, door de aan Moskou onderdanige minderheid ten beste gegeven, toen ze, met geweld van wapenen, zich van het iBureel des Kongres trachtte meester te maken. Dit mocht hun echter niet gelukken, waarom zij dan de splitsing uitlokten door de oprichting van een « Unitair (?) Vakverbond ». Van toen af was het, in de Fransche vakbeweging, een strijd op leven en dood, die jaren aanhouden zou, en tijdens denwelke de leiders welke de oude C.G.T. en hare aangesloten organisaties waren trouw gebleven, de meest droevige en bitterste jaren van hun loopbaan beleeM hebben. Gedurende zekeren tijd scheen de scheurmakersorganisatie zelfs meer aanhang te hebben. Maar toen de bezinning bij de arbeiders intrad, keerden zij zich al meer en meer van de Moskovieten af. Een deel keerde terug naar het Vakverbond; een ander deel verviel in onverschilligheid. In elk geval mag worden verklaard, dat, reeds in den loop van het jaar 1934 vaststond, dat het « Unitair Vakverbond » het pleit verloren had, en wilden de leiders nog een kans hebben om hun invloed op de massa der Fransche arbeiders te doen gelden, zij er iets anders zouden moeten op vinden. En zoo ontstond een drang naar het samensmelten van de twee Vakverbonden. Die drang werd natuurlijk door de bolsjewieken goed onderhouden en aangevuurd, omdat ze daarin een der zekerste middelen zagen om hun doel te toereiken, het is te zeggen : geheel en al in dienst van Moskou, zich meester maken van de gansene Fransche vakbeweging. Een gemengde kommissie werd samengesteld, die de grondslagen uitwerkte voor eene samensmelting. Sommige onzer Fransche vrienden hadden het spel doorzien. Zij gaven er zich rekening van, dat het de bolsjewieken er niet om te doen was eenheid onder de arbeiders te bewerkstelligen, maar wel deze te overheerschen. Zij hadden de gedachte opgeworpen de eenheid in de harten én de geesten voor te bereiden, door de instelling van een gemengd hooger komiteit, dat, boven de twee bestaande organisaties, de leiding
en verantwoordelijkheid nemen zou voor alle vraagstukken van algemeen belang. Een dergelijke samenwerking zou spoedig aantoonen in hoeverre de « unitairen » het meenden in hun luidruchtigen veldtocht voor de eenheid, zij die in 1921, op bevel van Moskou, de splijtzwam in de Fransche vakbeweging hadden gebracht. Onze klaarziende vrienden werden echter niet begrepen, zelfs niet door hun eigen kameraden. In September 1935 kwam het Fransen Vakverbond in kongres bijeen. Op dat oogenblik was er werkelijk een mystiek der eenheid die zich van de arbeiders had meester gemaakt, en die ook een groot deel der leiders onder haar invloed had gebracht. Leden der Kommissie, die de samensmelting hadden voorbereid, maar die, gesteund op htm bevindingen tijdens de onderhandelingen opgedaan, een gewettigde vrees koesterden, waren wel besloten het Kongres te zeggen waarom zij de eenheid voorstonden, maar tevens de kongresleden te vragen waarborgen te willen nemen, opdat de samensmelting met de unitairen op geen ramp voor de Fransche vakbeweging zou uitloopen. Maar het gift had zijn uitwerking reeds gedaan, en het stellen der voorafgaandelijke kwestie stelde een einde aan het nog niet begonnen debat, over de voorwaarden waarin de eenheid tot stand komen zou. De samensmelting werd gestemd, en het daaropvolgend « Eenheidskongres », dat te Toulouse gehouden werd, stelde toen een einde aan de scheuring, en herstelde, — in theorie althans, — de in 1921 verbroken eenheid. Aan de « exunitairen » werd een vertegenwoordiging in de leiding van het Vakverbond toegekend, die, gezien ihun uiterst gedund ledental, op zijn minst overdreven was. Was er werkelijk eenheid ?
Voortaan zou er dus nog slechts één Vakverbond bestaan. De bij de vroegere beide Vakverbonden aangesloten nationale nijverheidsfederaties en departementale federaties van vakbonden zouden ook hunne samensmelting doorvoeren, in zooverre dit nog niet vóór den aanvang van hst ((„Eenheidskongres» te Toulouse plaats greep. Maar juist deze samensmeltingen waren voor
DE BELGISCHE VAKBEWEGING i'lT
I
I
•
-
i
•
de bolsjewieken een uitzonderlijke gelegenheid om, in den algemeenen zucht der arbeiders naar eenheid, hun plannen tot overmeestering door te voeren. Voor wat betreft meerdere en zeer belangrijke organisaties, zijn zij in hun plannen gelukt, zoodat ze wel op weg waren om, den eenen of anderen dag, de meerderheid in het Fransen Vakverbond zelf te veroveren. Wellicht is men geneigd de vraag te stellen : Wist men dan niet op voorhand, dat de kommunisten een dergelijk spel spelen zouden? Zoo ja, waarom heeft men daar dan niet, van den beginne af, paal en perk aan gesteld? Ja, men wist dit op voorhand, maar het verlangen naar eenheid was danig groot onder de arbeiders, waarvan door de leiders rekening moest gehouden worden. Verder, de bestuurders van het oude Vakverbond en deze van de bij dit lichaam aangesloten organisaties meenden dat zij, door eerlijk de voorwaarden van de samensmelting toe te passen, de bolsjewieken een les •zouden geven, welke hen zou noodzaken van hun plannen af te zien. Diit ware wellicht mogelijk geweest waren de kommunisten vrije menschen geweest, maar daar ze niets anders mogen doen dan slaafs 4iet uit .Moskou gegeven ordewoord toepassen, zou weldra blijken dat niet de eenheid in de bekommernissen lag, maar wel de onderdanigheid aan de Komintern. Als bewijs willen we hier een paar opmerkingen aanhalen, komend uit den mond van Frachon, tijdens de onderhandelingen met het oog op de eenheid : . Ge weet, Moskou is niet zoo schrikwekkend meer. Het wordt iets waarvan iedereen veel houdt; de massa houdt danig veel van Moskou. Aanschouwt ééns de betoogingen die de socialisten, radikalen, allerhande lui zooals intellektueelen, kleine handelaars, enz., gehouden hebben; allen hebben de o^gen gericht naar den sovjetpaddestoel. Dat schrikt niemand af, dat is niet het minst schrikbarend! Nadat men hem doen opmerken had, dat een dergelijke taal beteekende dat de unitairen in het hereenigd Vakverbond de noodige pogingen zouden aanwenden om hun politiek standpunt te doen zegevieren, antwoordde Frachon : Gi} schijnt te zeggen : « Maar kameraden unitairen, gij wilt in een hereenigd) vakverbond treden met de bekomm'ernis uw standpunt te doen overheerschen, en het is deze bekommernis die u bezielt. » Welnu ja, kameraden, zonder twijfel, kameraden, voorzeker! Wanneer we' in het eenig vakverbond wezen zullen, — en om in het eenige vakverbond te treden, gelooft maar niet dat we onze opvattragen verloochenen, — en voor de oprichting van dit eenig vakverbond, weest gewaarschuwd, dat we met de meeste hardnekkigheid onze opvattingen zullen verdedigen. Een der eerste uitvoeringen van deze bedrei-
l-l
i
321
i
ging was het voort uitgegeven van het bolsjewistisch syndikaal tijdschrift : La Vie ouvrière, waarvan de -gansene inhoud de overweldiging van de Fransche vakbeweging door de dienaars van Moskou beteekent. Deze overweldiging, door onze Fransche vrienden heel pittig « kolonisatie » betiteld, is met het grootste behendigheid doorgedreven, en het heeft aan de leiders, die deze bolsjewistische overrompeling moedig weerstand geboden hebben, onbeschrijfelijk veel moeite gekost om eindelijk het getij te doen keeren. De beweging van 1 9 3 6 .
Het moet erkend, de, in theorie althans, herstelde eenheid had een geweldigen invloed op de groote massa der Fransche arbeiders. /Met honderd duizenden, die tot millioenen aangroeiden, traden de arbeiders hun vakbond toe. Deze massa, nog geen syndikale opleiding genoten hebbend, was een gemakkelijke prooi voor de Moskovieten. De beweging, die in Mei-Juni 1936 uitbrak, en gansch Frankrijk won, bracht, vooral door toedoen van de Regeering Blum, een gansche reeks hervormingen die, zooals de 40-urenweek, de arbeidersvakanties en de kollektieve kontrakten, door de wet geregeld werden. Onder den invloed der bolsjewieken, hadden de arbeiders op groote schaal het bezetten der fabrieken en werkplaatsen als strijdmiddel aangewend, wat voorzeker reeds op dat oogenblik, en later nog erger, nadeelige gevolgen voor de arbeiders zou na zich sleepen. Ziji waren ook de voorstanders van het verplichtend scheidsgerecht, waartegen de Fransche vakbeweging, zooals overigens deze van zoo menig land, reeds tientallen van jaren kampt, en waarvan de verplichting in de wet geschreven werd. Maar bij de toepassing sindsdien zijn het de arbeiders geweest, die er het meeste nadeel hebben van ondervonden. Het waren ook de kommunisten die, — vooral in de vakbeweging, want daar was hun de beste kans geboden, — het « Volksfront » wisten uit te buiten ten voordeele hunner politieke partij. - Het waren insgelijks de kommunisten die de vakbeweging bestendig in beroering hielden, dan wanneer het een eerste noodzakelijkheid was om de zoo grootsche veroveringen te bevestigen; om de millioenen nieuw gekomenen het bewustzijn bij te brengen dat elke nieuwe hervorming degelijk moet worden voorbereid, en dat niet alle dagen nieuwe eisenen gesteld kunnen worden. Telkens wanneer Blum en zijne sociaal-demokratische vrienden aan het bewind waren, dan waren de wilde stakingen, buiten de leiding van den vakbond om, en steeds van het bezetten der fabrieken vergezeld, niet van de lucht. Maar niet zoodra maakte Blum geen deel meer van de Re-
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
322
geering uit, of het was gedaan met deze revoludonraire gymnastiek, wat Blum nadien .aanleiding was te verklaren, dat.het niet zijn politieke tegenstrevers waren, die zijn val bewerkstelligd hadden, maar wel de arbeiders, die, onder den invloed van Moskou, tegen hun eigen belang in, gehandeld hadden. November 1 9 3 8 .
De gevolgen van dit alles konden natuurlijk niet uitblijven. De Regeering Daladier liet het den arbeiders voelen dat hun verdedigers niet meer aan het bewind waren. Zij nam een aantal dekreten, die de hervormingen van 1936 een gevoeligen knak gaven. De Moskovieten werden stoutmoediger dan ooit. Ze trachtten zooveel mogelijk de ontevredenheid tegen de dekreten ten voordeele hunner partij uit te buiten, en dreven de arbeiders tot daden, die, gezien de verzwakking welke de vakbeweging onder hunne heillooze werking ondergaan had, tot mislukking moesten uitloopen. Het Kongres van het Fransch Vakverbond, in September gehouden, stond onder dien invloed. De klaarziende leiders hebben getracht het gevaar af te weren, door de beslissing naar het Nationaal Korniteit te verwijzen. Maar het was te laat, en de door dit laatste lichaam uitgeroepen algemeene werkstaking tegen de dekreten Daladier, was een volledige mislukking, niets dan slachtoffers en verzwakking van de vakbeweging na zich sleepend. Het Vakverbond zou natuurlijk alles aanwenden om de onheilvolle gevolgen dier beweging te milderen, maar kon, helaas, op weinig of geen goede uitslagen bogen. Onze Fransche vrienden, die vanaf het eerste oogenblik, de rampzalige gevolgen van de handelingen der bolsjewieken in de vakbeweging voorzien hadden, hadden in 1936 een weekblad opgericht, Syndicats, dat moedig den strijd aanbond en steeds voert, voor de onafhankelijkheid der vakbeweging; voor de demokratie in deze laatste en ook daarbuiten; tegen de openlijke en onderduitnsche werking der kommunisten voor de volledige overmeestering van het Vakverbond en dezes aangesloten organisaties. Het patriotisme der bolsjewieken.
Trots de geleden neerlaag, en de daaruit voortgesproten bevestiging van de zwakte der vakbeweging, zouden de bolsjewieken, als.onderdanige dienaars der politiek van Moskou, niet versagen. Zij zouden zich thans, in hun zoogezegd antifascisme, als de hevigste en meest hardnekkige patriotten ontpoppen. Het akkoord van Munchen was de grondslag hunner bedrijvigheid. In akkoord met Moskou voeren zij thans den strijd voor het tot stand ko-
men van een « Vredesfront », dat in de allereerste plaats zou moeten gesloten worden door de Regeeringen van Engeland, Frankrijk, Polen en Rusland, en waartoe alle andere Staten zouden kunnen en moeten toetreden. Dit « Vredesfront » zou bedoeld zijn als het middel om een einde te stellen aan de overweldigingspolitiek van Hitler-Duitschland, en zoo mogelijk aan het Hitler-regime zelf. Het Internationaal Vakverbond en ook wel de Socialistische Internationale werden bewerkt, opdat zij, door hun invloed, de politiek van het (( Vredesfront » zouden steunen en kracht bijzetten. De Engelsche Labour Party en het British Trades Union Congress moesten bewerkt worden, daar zij, als tegenstanders van den dienstplicht, een heftigen kamp voerden tegenover hunne Regeering, die aan het Parlement voorstelde een wet te dien opzichte te stemmen. Vooraanstaande leiders van de socialistische partij en van het Vakverbond in Frankrijk wer-* den om hun tusschenkomst verzocht, zelfs, als we ons niet vergissen, door bemiddeling van den Russischen gezant te Parijs. Ook werd getracht de beide Internationalen voor den wagen te spannen. Daaraan kon echter geen gevolg gegeven worden, doordien de Engelsche Labour Party op een dergelijke inmenging in haar innerlijk leven niet gesteld was. In de internationale arbeidersmiddens werd steeds grootere druk uitegoef end, dit alles om Moskou welgevallig te wezen. Zoo nog op het internationaal syndikaal kongres, in Juli 1939 te Zurich gehouden. En dit alles, trots de beruchte rede van Molotov, einde Mei, die reeds een voorsmaak gaf van de overeenkomsten die, enkele weken nadien, tusschen Hitler-Duitschland en Sovjét-JR'usland zouden gesloten worden, en die het ontketenen van den huldigen oorlog niet alleen zouden mogelijk maken, maar tevens ook bespoedigen. En toch ging men steeds voort alleman op te jagen tegen Hitler-Duitschland, terwijl op het voorplan stond dat er geen tweede iMunchen oneer komen mocht. Het gevaar nadert!
Trots alles waren er maanden lang pogingen aangewend geworden om een nieuwen oorlog te beletten. De arbeidersbeweging, en in het bijzonder het Internationaal Vakverbond, deed alles wat in hare macht lag om het gevaar af te keeren. De vredespogingen van President Roosevelt, van de Koningin der Nederlanden, van den Koning der Belgen, ja zelfs van den Paus, werden door het I.V.V. goedgekeurd, dat nog steeds een algemeene konferentie van alle Staten voorstond, als het middel om den grondslag voor den vrede te leggen.;
*
DE BELGISCHE VAKBEWEGING Maar de omzichtige pogingen die door bevoegde personen werden aangewend om tot een dergelijke -kon ferende te geraken, moesten steeds afstuiten op den onwil van Hitjer, die weigerde op een konferentie, al was ze tot enkele staatshoofden beperkt, te verschijnen indien Rusland daar zou vertegenwoordigd wezen. Terwijl sinds weken de afgevaardigden der legerleiding uit Engeland en Frankrijk te Moskou vertoeven, om met de Russen de militaire •maatregelen te beramen die, bij het sluiten van het* « Vredesfront », zouden moeten aangewend worden om' eindelijk een einde te stellen aan de inpalmings- en overheerschingspolitiek van Hitler-Duitschland, ontploft op 23 Augustus de bom! von Ribbentrop en Stalin sluiten een nietaanvalsverdrag, dat zou gevolgd worden door nog andere verdragen. De Engelsche en Fransche krijgslui verlaten Moskou, want door dit verdrag is hunne taak ten einde, en is het door de Moskovieten op touw gezette « Vredesfront » zonder .medelijden door Moskou gekelderd! Daags nadien komt de « Commission admiriistrative » van het Fransch Vakverbond bijeen, en onder den indruk van dit pakt wordt de volgende motie gestemd : In deze angstwekkende uren wil de Bestuurskommissie van de C.G.T. niet verzaken aan de hoop, dat de vrede nog zal kunnen gered worden, dat Europa aan een verschrikkelijke ramp zal ontsnappen. Zij mag, evenwel, noch de gevaren van den toestand, noch de daden die een verergering van de krisis hebben uitgelokt en met het onherstelbare dreigen, miskennen. De C.G.T. heeft uit al haar krachten een politiek van gemeenschappelijke aktie der vredelievende naties gesteund die gegrondvest was op de organisatie van de kollektieve veiligheid, de gelijkheid en de . wederkeerigheid van de aangegane verbintenissen. De C.G.T. heeft altjid de geheime diplomatie veroordeeld en veroordeelt ze nog, welk land ze ook toepast. Zij heeft atlijd verklaard, dat de rechtschapenheid onrnisbaar is voor het tot stand komen van vredesbetrekkingen tusschen de naties; zij kan dus niet de onderteekening goedkeuren van een niet-aanvalspakt waarin alle reserven ontbreken. De Bestuurskommissie moet aanstippen, dat deze daad inbreuk maakt op de politiek van het Vredesfront, en zulks op het öogenblik zelf dat de span- ning in Europa haar hoogtepunt nabij kwam. De C.G.T. zal niet ophouden de zaak van den vrede te verdedigen in de eerbiediging van het recht, van de gelijkheid en van de onafhankelijkheid der Staten, dn het naleven der aangegane verbintenissen, in het opzoeken van rechtvaardige oplossingen, maar iflet uitsluiting van alle geweld en bedreigingen. Deze aktie zal zij voortzetten in volle akkoord' met de Britsche arbeidersorganisaties en met de internatio.nale arbeidersbeweging. Zij besluit, een dringenden _ oproep te richten tot President Roosevelt, wiens edeljmoédige aktie een groote hoop blijft voor het vermijden van den oorlog.
323
Deze motie werd aangenomen met 18 stemmen, tegen 8 en 2 onthoudingen. De tegenstemmers en onthouders waren de kommunisten en zij dié'imet hunne politiek het eens zijn. De oorlog is ontketend! Op 1 September valt het Duitsche leger Polen binnen, en dit zonder oorlogsverklaring. De iFransche kommunisten, die evenals deze in de andere landen, na de ontsteltenis welke het verdrag von Ribbentrop-Stalin gedurende 48 uren bij hen had teweeggebracht, op ordewoord van Moskou het geweer van schouder veranderd hadden, verdedigden thans dit verdrag, als zijnde <( een bijdrage tot den vrede » ! Van de verwoede patriotten die zij waren, want zij hadden steeds hun mond vol gehad in de laatste maanden, van de liefde en de geestdrift waarmede zij hun land tegenover Hitler-Duitschland verdedigen zouden, waren ze opeens de zuiverste voorstanders van den vrede geworden, en beschuldigden zij De Regeering Daladier in dienst te staan van het internationaal kapitalisme. Op 17 September viel Rusland Polen in den rug aan. Dit verraad zal het sein wezen voor een geweldige oimkeering in de gemoederen van de Fransche arbeiders, en waarvan de leiders, ten minste deze welke zich nooit gekeerd hadden tegen de bedrijvigheid, door de bolsjewieken in de vakbeweging voor hare overmeestering ontwikkeld, verplicht werden rekening te houden. Op Maandag 18 September kwamen de te Parijs aanwezige leden van het Bureel en het Administratief Komiteit van het Fransch Vakverbond bijeen. De kommunistische leden waren echter niet uitgenoodigd geworden, iets waartegen ze overigens later verzet zouden aanteekenen. Besloten werd voortaan elke samenwerking met de dienaars van Moskou op te zeggen, waarom nog denzelfden dag de volgende verklaring in het licht gezonden werd : De overrompeling van het Poolsch grondgebied door de Sovjetlegers vaststellende, verklaart het Confederaal Bureau, dat het pakt Stalin-Hitler, dat het reeds veroordeeld heeft, aldus geheel zijn beteekenis krijgt van bijstand aan den aanvaller. Dit is een voorbedacht verraad gepleegd tegen den vrede; dit is een verraad tegenover de proletariërs die men had aangemaand zich tegen het nazisme te verzetten. Deze hulp, verleend aan de aanvallende en vrijhei ds wurgende Regeering, brengt het. leven in gevaar van millioenen en millioenen menschen, waaronder millioenen arbeiders. Tegenover dezen pijnlijken toestand verklaart het Confederaal Bureau, dat er geen samenwerking meer bestaat irtet hen die dergelijke houding niet hebben willen of mogen veroordeelen die een verloochening is van de principes van mènschelijke solidariteit die onze arbeidersbeweging tot eer strekt. Het Confederaal Bureau vertrouwt op al de arbeiders, zonder onderscheid van meendng, daar de meeningsvripièid niét ter sprake komt, dat zij eendrach-
324
'DE BELGISCHE VAKBEWEGING
tig zullen blijven in hun vakbonden, >in hun federaties, in hun departementale verbonden. Het is voor de eerbiediging der eerlijkheid en der moraal, dat het Confederaal Bureau zijn besluit genomen heeft. Voor het Confederaal Bureau : Leon Jouhaux, Belin, Bouyer, Bothereau, Buisson, Dupont. Voor de Bestuurskommissie : De te Parijs aanwezig zijnde leden : Bard, Bomal, Capocci, Cebrow, Chevalme, Cordier, Couguenc, Delabit, Deterne, Ehlers, Jayat, Le Gall, Michaut, Milan, Renaud, Soubet, Vigne. Een week nadien, het is te zeggen op 25 September, kwam de « Coimmission adiministrative » van het Fransch Vakverbond ibijeen tot bespreking van den toestand. Natuurlijk maakte de beslissing van 18 September het voorwerp uit eener toelangrijke bespreking, en werd ze ten slotte, in de volgende bewoordingen bekrachtigd : De Bestuurskommissie van het Fransch Vakverbond, vergaderd op 25 September 1939, keurt goed en bevestigt de beslissing door de meerderheid van het Bureel van het F.V.B, genomen. Zij geeft deze laatste mandaat zich in de eerste plaats te bekommeren om het volledigen van de aktie tot hergroepeering van de syndikale krachten, welke automatisch begonnen was vanaf het onder de wapens roepen, met het oog op de bijeenroeping van het Nationaal Komiteit, zoodra dit mogelijk wezen zal. Deze beslissing tot het bepaald afbreken van elke samenwerking met de bolsjewieken werd genomen met 24 stemmen voor (waaronder drie met voorbehoud), 5 tegen en 2 onthoudingen. Er moet aangemerkt worden dat 19 leden afwezig waren, waarvan 16 uit oorzaak der mobilisatie. Moesten allen echter aanwezig zijn geweest, dan zou de uitslag toch niet anders zijn uitgevallen. De vakbeweging herleeft. Deze beslissingen werden natuurlijk ter kennis gebracht van de bij het Vakverbond aangesloten organisaties, zoo nijverheidsfederaties als departementale federaties van vakbonden. Aan alle werd gevraagd zich uit te spreken, want het Vakverbond houdt er aan, dat de aangesloten organisaties handelen in den geest van de genomen beslissingen. Vooral onze kameraden rond Syndicats geschaard zijn werkzaam. Daags na de eerste beslissing door de « Commission administrative » van het Vakverbond op 24 Augustus genomen, hadden zij met meerdere tientallen een manifest in ihet licht gegeven, waarin zij verklaarden noch rechtstreeks noch onrechtstreeks eenige verantwoordelijkheid in de vakbeweging te aanvaarden
met hen dié zich als verdedigers opwerpen van het kommunistisch verraad. In Syndicats van 15 September verschijnt een artikel van René Belin, sekretaris van het Fransch Vakverbond, onder den titel van : « (Wat gaat er om in het Vakverbond ? », en waarin hij onder meer zegt : Maar het vraagstuk blijft gesteld. Het zal opgelost worden op de eenige wijze die door ons aanvaardbaar is. En onze positie is duidelijk : wij hebben niets tegen de kommunistische arbeiders, — zij werden bedrogen, — maar wij zeggen, dat het niet mogelijk is, dat de kommiinistische leiders aan het hoofd der vakbeweging blijven. In onze oogen, evenals in de oogen der Fransche openbare meening, zijn zij ongeschikt om arbeidersleiders te blijven. Men pleegt niet zulk bedrog, men verraadt niet met zulk cynisme, zonder dat er sankties worden genomen. Ik voeg er bij, dat er slechts één wijze is om te redden wat er van het syndikalisme overblijft : dat is door met kracht te verklaren, dat de C.G.T. niets gemeens heeft met het kommunisme, door de openbare meening mede te deelen, dat de vakbeweging zich beslist heeft tlosjgemaakt uit den greep van Moskou. Indien de C.G.T. dat niet doet, indien zij niet in staat is dat te doen, dan zal niemand moeten verwonderd zijn over de gebeurtenissen die zullen volgen. In het 1 Novembernummer komt R. de Marmande op tegen de proefballonnen die door de voorstanders van Stalin in de Fransche pers worden opgelaten. Hij zegt onder andere : Het is wel degelijk de kommunistische partij en niet enkele verdwaalde militanten, die zich aan de basis bevinden van al de krises van het Fransch syndikalisme sedert het Verdrag van Versailles. Op syndikaal gebied is het de kommunistische partij die over de arbeidersbeweging heeft willen heersenen; zij is het die ze genoyauteerd heeft, zelfs in zoover dat zij scheuring heeft teweeggebracht. Zij is het nog die in de totstandkoming van de eenheid slechts een middel van politieke kolonisatie heeft gezien. Het is een der Fransche luitenants van Stalin, Frachon, die tijdens de eenheidsonderhandelingen cynisch verklaarde, dat de kommunisten hun propaganda in den schoot der vakbonden zouden voortzetten, dat zij aan niets van hun doktrine van syndikale overheersching verzaakten. Raadpleegt de kommunistische Heilige Schriften (Lenin, Stalin, Lazowski, Midol, Berlioz, Monmousseau, enz.). De teksten zijn formeel. Aan de hand van deze teksten (zal men ze eens moeten herdrukken?) is het toegelaten te verklaren, dat ieder rechtzinnig kommunist ia den schoot der eengemaakte C.G.T. niets anders kon zijn, niets anders moest zijn, niets anders is geweest dan een kolonisator in bevolen dienst, een vijand van de syndikale onafhankelijkheid, een agent der kommunistische partij en politiek. In alle federaties, zoo nationale als departementale, komen onze kameraden bijeen, beramen en nemen de maatregelen om de vakbeweging te onttrekken aan eiken bolsjewistischen in-
DE BELGISCHE VAKBEWEGING vloed, en om haar, in volle onafhankelijkheid, hare plaats te zien hernemen in het nationaal ekonomisch leven.
Verstandhouding tusschen patroons en arbeiders. Op 10 Oktober 1939 kwam, na onderhandelingen tusschen patroons en arbeiders, onder de leiding van den minister van Bewapening, een akkoord tot stand, dat voorzeker van gewichtige beteekenis is in het ekonomisch leven van Frankrijk, en vooral in de betrekkingen tusschen patroons- en arbeidersorganisaties. De onderhandelingen waren gevoerd geworden tusschen makker Jouhaux, in zijn hoedanigheid van arbeiderslid van den iBeheerraad van het 'Internationaal Bureel van dien Arbeid te G e neve, en den heer Lambert Ribot, in zijn hoedanigheid van patroonslid in dezelfde instelling, en waarbij zich gevoegd hadden : makker Chevalme, der Metaalbewerkersfederatie, en de heer Lente, voorzitter der patroons in de mijnen metaalnijverheid. Daags nadien werd het akkoord omringd van kommentaren, welke door alle betrokkenen waren goedgekeurd gewordep, in de Fransche pers in den volgenden vorm openbaar gemaakt : De heer Edouard Daladier, voorzitter van den Raad, heeft gisteren den heer Raoul Dautry, minister der Bewapening, en den heer Charles Pomaret, minister van Arbeid, ontvangen. De minister der Bewapening heeft hem medegedeeld, dat hij, er om bezorgd in overeenstemming met de bij zijn intrede in de Regeering van hun ontvangen direktieven, aan de fabrikaties die hij in opdracht had de meeste doelmatigheid te verzekeren, op 2 en '7 Oktober in zijn kabinet had vereehigd : den Frarischen werkgeversafgevaardigde in het Internationaal Bureel van den Arbeid, den heer Lambert Ribot; den Franscnen arbeidersafgevaardigde in het Internationaal Bureel van den Arbeid, den heer Jouhaux; den voorzitter van de « Union des industries métalhirgiques et minières », den heer Lente, en den sekretaris van de Federatie- der Metaalbewerkers, den heer Chevalme. Het doel van deze bijeenkomsten was, de middelen op te zoeken om in al de inrichtingen en al de fabrieken van het land die voor de bewapening arbeiden,, de vertrouwensvolle samenwerking te ontwikkelen die van den eersten dag af tusschen den minister, de werkgevers, de kaders en de arbeiders tot stand was gekomen. Na afloop van deze gesprekken hebben de heeren Lambert Ribot, Jouhaux, Lente en Chevalme, handelend uit persoonlijken naam, doch er van bewust dat zij uiting gaven aan de gevoelens welke de kringen bezielden waartoe zij behoorden, zich ten volle bij de volgende verklaring aangesloten : De taak van aan de legers der Republiek de materieeïe middelen te verschaffen om een overwinning te behalen met de minste opofferingen van allen kan slechts volbracht worden dank aan een volkomen,
325
diep en duurzaam akkoord der harten en der inspapf ningen. Heden verzet zich niets meer tegen zulk akkoord, en de formulets die er mede in tegenspraak zijn, zijn vervallen. Indien er geen Franschman is die het niet diep gevoelt, zoo is er evenmin in de wereld een burger van een vrije natie die het niet begrijpt en niet wèèt dat Frankrijk en Engeland niet strijden voor persoonlijke doeleinden, maar voor de toekomst van den mensch zelf. Al de Franschen willen, dat uit den huldigen strijd niet alleen een beter Frankrijk, doch een betere wereld geboren worde. En al de burgers der vrije naties verwachten er voor de geheele menschheid een tijdperk van vooruitgang van in de vrijheid, de eendracht en den eerbied voor de indiviueele en kollektieve rechten. Deze sociale en menschelijke vooruitgang, tfie slechts internationale doeleinden kan bereiken wanneer hij steunt op nationale grondvesten, moet voorbereid worden. De heer Albert Thomas, eerste minister der Bewapening gedurende den oorlog van 1914-1918, vervolgens bestuurder van het Internatio1naal Bureel van den Arbeid, heeft aan dit organisme als kenspreuk gegeven : Indien gij den vrede wilt, baant den weg naar de gerechtigheid! De huidige omstandigheden zijn zoo, dat de Franschen, met dezelfde gevoelens bezield, heden eenparig deze gedachte volledigen, zeggend : Indien gij de vrijheid in de gerechtigheid wilt, werkt dan aan de overwinning! De heeren Lambert Ribot, Jouhaux, Lente en Chevalme gingen er eenparig mede akkoord, dat de verwezenlijking van zulk programma, waarvan de toekomst afhangt, geen plaats laat, noch heden noch morgen, voor het nastreven van egoïstische belangen en voor den klassenstrijd, maar een definitieve aaneensluiting voor een nauwe en volledige samenwerking vereischt. Tot slot van deze gesprekken en met instemming van den minister van Arbeid werd er overeengekomen dat vergaderingen in de distrikten van den dienst der fabrikaties in de nijverheid, die zouden gericht z"jn op de toepassing dezer principes op praktische gebieden, zouden plaats hebben tusschen de werkgevers- en de arbeidersvertegenwoordigers van de bewapeningsindustrieën en de arbeidsinspekteurs. Het is wel verstaan, dat deze verwezenlijkingen binnen het kader vallen van die welke de minister van Arbe'd nastreeft voor het geheel der nationale bedrijvigheid.
En hei Vakverbond? Zopals we gezien hebben, werden de onderhandelingen gevoerd door personaliteiten uit de vakbeweging der arbeiders en der patroons. Dit geschiedde in hun persoonlijken naam, maar allen waren er van overtuigd, zooals dit tot uitdrukking komt in de kommentaren die het akkoord vergezellen, dat zij bewust waren de gevoelens te vertolken van de middens waartoe 'zij behooren. Op 26 Oktober kwam de « Commission administrative » van het Fransch Vakverbond bijeen
326
«DE BELGISCHE VAKBEWEGING
•met het doel den algemeenen toestand te onderzoeken. Gansch natuurlijk moet de overeenstemming Jouhaux-Lambert Ribot het voorwerp eener gedachtenwisseling uitmaken.Wat dan ook geschiedde. Op het einde der bijeenkomst werd eene resolutie aangenomen, waarin, met betrekking op dit akkoord, de volgende paragraaf voorkomt : De « Commission administrative », op de hoogte gebracht van de gedane stappen en de gevoerde onderhandelingen van zijn algemeenen sekretaris en Chevalme, den sekretaris van de Federatie der Mer taaibewerkers, met het oog op het scheppen van de voorwaarden tot samenwerking in het algemeen belang des lands, en in het belang der arbeiders, heeft met algemeene stemmen het akkoord goedgekeurd, in het Ministerie van Bewapening tot stand gekomen, en geeft het Bureel van het Vakverbond opdracht zijne pogingen voort te zetten met het oog op het uitbreiden van dit akkoord tot het geheel der nijverheidstakken en de voortbrenging. Deze beslissing dekt dus de handelwijze van onze kameraden Jouhaux en Chevalme, en het mag dus worden verwacht dat het Vakverbond zijn beste krachten zal weten in te spannen om dit akkoord voor het gansche land te veralgemeenen, in den geest van de verklaringen en de kommentaren, die de openbaarmaking van den tekst van het akkoord vergezeld hebben. Andere kommentaren.
In meerdere artikelen heeft makker Jouhaux kommentaren geleverd op het gesloten akkoord, en aangaande den geest die de opstellers bezield heeft. Hij deed dit ook, zooals overigens de heer Lambert Ribot, in de Oktoberzitting van de Krisiskommissie van het Internationaal Bureel van den Arbeid. Beiden waren van oordeel dat dit in Frankrijik gesloten akkoord zijn weerklank te Geneve vinden moest, om bij middel van de Internationale Organisatie van den Arbeid zijn weg te banen in de andere landen. In een zijner artikelen, wist Jouhaux zijn gedachten dienaangaande in den volgenden zin samen te vatten : Het opzoeken van de verzoening tusschen het gezag en de vrijheid, het evenwicht tusschen de individueele rechten en de gemeenschappelijke rechten, en tusschen de noodwendigheden der voortbrenging en de uitbreiding van het welzijn voor allen, zijn, volgens ons, de drij termen van de nieuwe maatschappelijke formule. Chevalme, van zijnen kant, gaf in een breedvoerig en belangwekkend interview zijn meening Je kennen. Na in de eerste plaats te hebben gewezen op
het leit dat dit akkoord gansch in het belang van het land en zijne verdediging is, zegde hij : Het tot stand gekomen akkoord moet de voorbode wezen van een nieuwe sociale en ekonomische organisatie die zich ten gevolge van de omstandigheden opdringt. We wagen ons op nieuwe wegen voor de bedrijvigheid van het syndikalisme. Het gaat er om een positieve en scheppende werking, geroepen om het gemeenschappelijk belang boven de belangen der eenlingen te plaatsen. Deze werking kan slechts volbraeht worden in zooverre het syndikalisme zichzelf blijft, volledig vrij bij het nemen zijner beslissingen. Georges Dumoulin, zich bijzonder plaatsend op het terrein der arbeiders in het Noorden, is het in principe eens met de gevoerde onderhandelingen, te meer daar hij en zijne vrienden reeds meer dan een jaar geleden, in besprekingen met enkele patroons zijner streek, hetzelfde doel hebben nagestreefd. Hij zou echter meer praktische maatregelen willen zien nemen, zooais hij dit als volgt in Syndicats uitdrukt : De wereld der fabrieken, werven, werkplaatsen en alle crrïiddens van voortbrenging, vandaag een zeer zware krachtsinspanning doende, kunnen zich niet voldaan achten met princiepsverklaringen, hoe klinkend zij ook wezen mogen. Men vindt er het teeken niet in dat zijn bekommeringen moet naderen. De arbeiders willen praktische dingen. In het Noorden willen wij praktische dingen, getrokken uit praktische programma's, opgemaakt tusschen patroons met goede trouw, en arbeiders eveneens met goede trouw. Wij zijn getrouw gebleven aan de gedachte van de oprichting van een dienst voor de samenordening van den arbeid, en we willen dat dit verwezenlijkt worde met behulp van een praktisch programma. Het staat buiten kijf dat deze beide gewichtige gebeurtenissen, het verbreken van de samenwerking met de kommunisten en het akkoord tusschen vertegenwoordigers van patroons en arbeiders gesloten, een keerpunt daarstellen in de geschiedenis van de Fransche vakbeweging. We volgen met groote en levendige belangstelling de ontwikkeling der gebeurtenissen, en zullen niet nalaten op het .gepaste oogenblik, tot stichting onzer lezers, op de kwestie terug te komen. En onze Fransche vrienden wensehen wij oprecht geluk met de krachtige houding welke zij hebben aangenomen, in de verwachting de vakbeweging gansch te herstellen van de noodlottige gevolgen die dé bedrijvigheid der dienaars van Moskou sinds 1935-1936 in de rangen der georganiseerde arbeiders heeft teweeggebracht.
DË BELGISCBË ^VAKBEWEGING
327
In den huldigen oorlog geeft hef ekonomische wapen den doorslag door Paludes
De moderne oorlog schept aanzienlijke nieuwe behoeften zonder de oude merkelijk te verminderen. Al wat er in oorlogstijd kan gedaan worden is : weeldeindustrieëB afschaffen; zekere werken, zooals de woningenbouw, tot later uitstellen; het beschikbare materieel tot het uiterste verslijten, en zoolang mogelijk wachten om het te vervangen; op elk gebied een strenge spaarzaamheid in acht nemen. • Maar de hoofdzakelijke behoeften van den -vredestijd moeten altijd voldaan worden. Men moet de burgers, de bevolking achter het front, X)p een voldoende wijze voeden, kleeden en huisvesten indien men wil vermijden dat zich een psychose van ontevredenheid en defaitisme ontwikkélf. De wegen, de bevaarbare waters, de spoorwegen moeten onderhouden worden. - D e vervoermiddelen zijn van grooter belang ten gevolge van den oorlog. In een werk : Economie de la guérre totale (1), berekent de heer Stefan Possony datnnien^ otn een defênsiéven •oorlog te lande en éën offensieven in de lucht : (f) Parijs, 1939;
Behoeften aan grondstoffen.
Verschillende wapens, tanks, vliegtuigen, ontploffingsstoffen, militaire kleeren, burgerlijke behoeften... De beste schatting der behoeften aan grondstoffen door dit alles vereischt, werd gedaan door den heer Possony in het hierboven genoemde boek. De schrijver steunt zich op de studies van de bevoegdste militaire technici, op de ervaring opgedaan tijdens den Wereldoorlog en de oorlogen in Abessinië en Spanje. Hij komt tot de volgende tabel : Jaarlijksche behoeften op een front van 1,000 km. Oo-Jogstype overeenstemmend met de volgende hypothese : Offensief te lande, Sporadisch luchtoffensief, Zwak luchtafweer
De enorme behoeften van een oorlogvoerend land.
op een front van 1,000 kilometer te voeren, per jaar minstens over 410,000 wagons koopwaren en over 14,000 lokomotieven zou moeten beschikken. Want niet alleen de manschappen maar ook de wapens en de munitie, evenals het ijzererts dat voor de fabrikage er van dient, en de kolen, onmisbaar om het staal voort te brengen, moeten verplaatst worden. In deze tijden van ingewikkelde bewapening en van motorisatie, bereiken de eigenlijke krijgsbehoeften : produktie en behandeling der wapens, een bijna schrikkelijken omvang. En ziehier wat het vraagstuk nog gewichtiger maakt : de exportindustrieën moeten zooveel mogelijk in stand gehouden worden, ten einde zich ruilmiddelen aan te schaffen voor de grondstoffen die in het buitenland nioeten gekocht worden!
Defensief te lande, Offensief in de lucht, Zwak luchtafweer
H
ET is zeker dat het belang van het ekonomisch wapen heden veel vlugger wordt erkend dan in den loop van den Wereldoorlog. Toenmaals was de blokkade slechts in 1916 en zelfs in 1917 ernstig georganiseerd. Heden, in de derde oorlogsmaand, is de ekonomische oorlog tusschen Duitschland en de Geallieerden in volle aktie; aan beide zijden worden groote diplomatische inspanningen gedaan met het oog op het bekomen van ekonomische voórdeelen; de propaganda maakt gewag van deze of gene — werkelijke of veronderstelde — zwakheid van den tegenstever op ekonomisch gebied. Maar, indien dit belang door de Regeeringen erkend wordt, zoo wordt Jhet niet altijd begrepen door het publiek, en zelfs velen die het aannemen, (geven er zich geen rekenschap van, dat het ekonomisch wapen niet alleen een belangrijk wapen is, doch het belangrijkste onder alle, het beslissende wapen.
(in millioenen ton)
Staal en ijzer ^ . .:':.': . . . 18 43 Ijzererts . . . . . 36 85 Steenkolen . . . .160 390 Brandstof voor motoren, oliën ien . . . en smeer . *. v; '. : ' döm* r "Koper . \ : ; v ; .' ; : •-•••0 . 5 •• ' " ^ 1 V 2 ' . - -::••/
•;:,•:.;. m
ü : $ :
328
DE BELGISCHE VAKBEWEGING « •
Zink Mangaan Ontploffingspoeder en -stoffen Salpeter Zwavel Cement
0.5 0.3 4 4 3 12-15
1.2 0.8 9 9 6.5 20-30
(in ton)
Nilrogeen Wol Rubber Zijde . Chroom Tin Nikkel Antitnonitim Tungsteen Kwikzilver
200,000 120,000 100,000 20,000 6,000 5,000 3,200 3,200 3,000 150
450,000 260,000 200,000 10,000 13,500 11,100 7,100 7,100 6,800 330
Deze behoeften overtreffen ver de behoeften van vredestijd. Laat ons één enkel voorbeeld aanhalen, dat van het ijzer. Indien in ieder land de produktie in vredestijd door 100 wordt voorgesteld, stemt de in oorlogstijd noodige produktie overeen met de volgende cijfers : Oorlogslype I Oorlogs type
Duitschland . . . . Frankrijk GrootnBrittannië . . . Rusland Japan Italië
180 180 250 325 850 1,050
400 400 570 725 1,850 2,300
Alvorens uit deze cijfers enkele gevolgtrekkingen af te leiden, leggen wij nog den nadruk op het bestaan van andere behoeften, die zelden naar waarde worden geschat : de behoeften aan manschappen. De behoeften aan manschappen. Wanneer men denkt aan de behoeften aan manschappen om een oorlog te voeren, denkt men al te dikwijls aan een hoeveelheid soldaten die men tegenover een andere hoeveelheid soldaten plaatst. Maar heden is de werkelijkheid geheel anders. Bij de luchtvaart, bij voorbeeld, maakt het vliegpersoneel (piloten en mitrailleurs) slechts 10 % van het volledig personeel uit. Maar vooral opdat de soldaten kunnen handelen, opdat zij over de noodige wapens en munitie kunnen beschikken, moeten zij bijgestaan •worden door een veel grooter aantal burgerlijke arbeiders. In dit verband kunnen er ernstige schattingen gedaan worden. Men kent het aantal arbeiders vereischt voor den bouw van dit of dat stifk geschut, van deze of gene tank, van éeze of gene ammunitie... en men kan ongeveer 'berekenen hoeveel stukken er per jaar moeten vervaardigd worden op een gegeven front, voor s&en gegeven oorlogstype. Er werden verstóhü-.
lende berekeningen gemaakt en alle geven ongeveer denzelfden uitslag. Indien men alleen rekening houdt met de arbeiders te werk gesteld in de bewapeningsindustrieën, vindt men dat er negen arbeiders achter het front noodig zijn voor één soldaat aan het front in een oorlog van het eerste type (defensieve te lande, offensieve in de lucht) en twaalf arbeiders in een oorlog van het tweede type (offensieve te lande, sporadisch offensieve in de lucht)» Maar er dient natuurlijk rekening gehouden met de bevoorrading van deze arbeiders; bij de arbeiders te werk gesteld in de .bewapeningsindustrieën moeten andere arbeiders gevoegd worden, die voor de eerste de onmisbare koopwaren voortbrengen. Zoodat men rekening moet houden met minstens dertien arbeiders achter het front voor één soldaat aan het front in een oorlog van het eerste type, en zeventien arbeiders achter het front voor één soldaat actn het front in een oorlog van het tweede type. Bij de globale behoefte aan manschappen moet nog die aan technici gevoegd worden. Niet iedereen kan een tank of een vliegtuig .besturen. 'En het is juist bij die oorlogstuigen dat de soldaten het snelst den dood vinden. De behoefte aan technici doet zich aldus op een scherpe wijze gevoelen, te meer daar de noodwendige specialisten niet van de bewapenings- of exportindustrieën kunnen afgewend worden. De uitwerking dezer ekonomische behoeften op het oorlogvoeren.) Uit den enormen omvang van de ekonomische behoeften spruiten de gevolgen voort die nu gemakkelijk te bespeuren zijn. De mogelijkheden der militaire aktie hangen af van de ekonomische mogelijkheden. Indien een natie (of een groep naties) beschikt over de hulpbronnen aan grondstoffen en manschappen waarvan wij een idee hebben gegeven, dan zal zij deze of gene oorlogstype kunnen aannemen naar keus van de krijgsoverheden. Zoo niet, zal zij het niet kunnen. Zelfs indien op militair plan op een gegeven oogenblik een groot offensief van aard blijkt te zijn om den tegenstrever ernstig te verzwakken, zal dit offensief niet aangegaan worden indien het de volledige uitputting op ekonomisch plan moet medesleepen... De rijkste oorlogspartij beheerscht het spel. Zekere rijkdommen hebben een bijzondere waarde : het goud, de kredieten, de koloniën, d e ekonomische en militaire verbonden. Het goud of de kredieten laten toe in de onzijdige landen wapens, munitie, voedingswaren te koopen — anders gezegd : in het buitenland te; èéschikken over die dertien of zeventien arbeiders achter het front die met iederen frontsoldaat overeenstemmen. Dat staat gelijk met een aanzienlijke uitbreiding van grondgebied.
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
329
mm
JÜ
Baafètttégeft Moet hij die litféh tivëf goud iwtëh over krediet bêkdiikt alles feötëlefi dooi* den export; in f uil van dé gfèftdstöffeii diè hij verlangt moet hij een gedeelte van den arfreid vari zijn inwoners geven, een gedeelte van zijn bevolking van de militaire inspanning afwenden. De koloniën en de geallieerde landen bieden hetzelfde voordeel aan als het goud en de kredieten. Engeland, bij voorbeeld, kan mn Canada eén aanzienlijk gedeelte van den ekonomischen arbeid toevertrouwen. En er dient bijgevoegd, dat fabrieken die zich in een verafgelegen onzijdig land of Britsh Dominion bevinden beveiligd zijn tegen de luchtaanvallen... Een ander natuurlijk gevolg van de hoofdrol welke de ekonomische faktors spelen : den tegenstrever in zijn ekonomische krachten treffen, is zijn militaire macht beperken, breken, vernietigen. Hoe den tegenstrever treffen ? Door de blokkade, die belet dat de produkteh en grondstoffen van de onzijdige landen ter bestemming komen ; door de luchtaanvallen, die door hun bombardement de fabrieken vernielen, of alleen door de alarmseinen gedurende verscheidene uren den arbeid stopzetten; door de propaganda, die binnen de vijandelijke grenzen stakingsbewegingen of daden van sabotage kan uitlokken. Het is vooral van de blokkade dat de oorlogvoerenden zich in den huldigen oorlog bedienen. Het ekonomisch wapen in den huidigen oorlog.
Frankrijk en Engeland, die dank aan hun oorlogsvloot meester zijn op zee, bedienen zich van twee aan de oorlogvoerenden stilzwijgenderwijs erkende rechten : het beslag leggen of het ver-
ifijftigoA- van dé vijandelijke koopvaardijschepen en héi pf&aiën dèr èftzijdige schepetl. Zij léggeti beslag op öf sequëstreeren koopwaren welke zij riteenen voorden vijand bestemd te zijn. Etigeland raadt de neutrale schepen aan zich vrijwillig aan de kontrolebases aan te bieden om er hun lading te Jaten nazien en een vrijbrief te bekomen. Een kontrolebasis bestaat te Kirkwall, op de Orkadische Eilanden, in het Noorden van Schotland, te Weymouth, in de « Downs » (Zuid-Oosten van Engeland), te Gibraltar en te Haïfa. Zijnerzijds beijvert Duitschland zich, door een heftigen duikbootoorlog, de aankomst van neutrale schepen in Engeland te beletten. Het past het plan to.e dat de Duitsche legerstaf reeds in 1916 uiteenzette : « Indien de onderzeeërs er in slagen 600,000 ton per maand te doen zinken en de neutralen, onder de bedreiging van zonder verwittiging getorpedeerd te worden, weigeren de haven te verlaten, zal de Britsche handel een vermindering van 33 % ondergaan. Dan zal Londen den vrede moeten vragen. » De plaatsruimte waarover wij hier beschikken laat ons niet toe de tegenover elkaar staande ekonomische krachten te bestudeer en. Maar het springt in het oog dat, indien de verbonden blijven zooals zij heden zijn, Duitschland achterstaan bij de Verbondenen. Het verweer tegen de onderzeeërs beperkt die doelmatigheid van « zijn » blokkade. Het beschikt noch over het goud noch over de kredieten waarover zijn tegenstrevers beschikken, en over veel minder arbeidskrachten. En indien het de grondstoffen van Rusland met machines moet betalen, zal het in manschappen verliezen wat het aan petroleum zal winnen. iitHAim
iri>-.iii..i>i
Syndikale Iconferentie der neutrale landen te Brussel, óp 8 en 9 November 1 9 3 9 ÖÖR de belangrijkheid der oorlogvoerende partijen oefent de huidige oorlog een ernstigen terugslag uit op de neutrale landen van Europa. Deze terugslag heeft menigvuldige nieuwe vraagstukken gesteld, die bestendig onze aandacht hebben gaande gemaakt. Onze algemeene sekretaris, C. Mertens, heeft het gelukkig initiatief genomen de nationale vdkeentfalen der neutrale landen van West- en Noord-Europa uit te noodigen tot een konferentie, ten èindè enkele Méüwê vraagstukken te bespreken die door den oorlog Werden opgeworpen, de middelen te vergelijken welke door de vakbewegingen werden aangewend om aan den toestand te verhelpen éti dé positieve en negatieve uitslagen ie onderzoeken welke in de verschillende landen bekomen werden. Deze bijeenkomst, gehouden met de instemming van het LV.V. en onder voorzitterschap van onzen vriend Mertens, greep plaats in een atmosfeer van broederlijke hartelijkheid. De hoofdpunten der werkzaamheden werden samengevat in eén persntededeelirig, waarvan wij den tekst laten volgen : Op 8 en 9 November kwamen de vertegenwoordiger» van de vakbeweging der landen van bet Ösloblok, in den xetel van het Belgisch Vakverbond, te Brussel, bijeen. Waren aanwezig : de kameraden Hack, Krier,
Fohrmann (Luxemburg), Kupers, de la Bella (Nederland), Hanseft, Madsen (Denemarken), Nordahl, Evensen (Noorwegen), Lindberg, Caéparason (Zweden), Wöori (Finland), Mertens, Bondas, Ren», Finet (België).
330
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
Het Zwitsersch Vakverbond had zich laten verontschuldigen door ziekte van zijn sekretaris. De konferentie werd, op initiatief van syndikale militanten van verschillende neutrale landen, bijeengeroepen ten einde zich door een broederlijke gedachtenwisseling rekenschap te geven van den in deze landen geschapen toestand en van den terugslag der internationale gebeurtenissen op de levensvoorwaarden der bevolking, evenals op de vakbeweging. Een vertegenwoordiger van ieder land heeft verslag uitgebracht; op grond hiervan werden volgende punten vastgesteld : 1° Indien sommige landen door de gebeurtenisoen meer getroffen zijn dan de andere, is er geen enkel aan den greep dier gebeurtenissen ontsnapt; alle ondergaan er den terugslag en den noodlottigen invloed van. 2° In al de landen gaat de bevolking volledig akkoord met de neutraliteitspolitiek in de onafhankelijkheid, die door de Regeering gevolgd wordt. De verdediging der neutraliteit van het land belet vanzelfsprekend de burgers niet vrij hun mefening te uiten over de verantwoordelijkheid van hen die de huidige ramp hebben uitgelokt. 3° In al de landen heeft de vakbeweging getoond bewust te zijn van haar verantwoordelijkheid tegenover de natie,, en in 't bijzonder tegenover de georganiseerde arbeiders. Waar nog geen samenwerking bestond tusschen regeering en vakbeweging, heeft deze laatste zich tot de regeering gericht om aan deze de medewerking der vakorganisaties aan te bieden voor de te treffen maatregelen en de in te stellen organismen om de nationale ekonomie, de bevoorrading en de verdediging van het land te verzekeren, en om in deze organismen een passende vertegenwoordiging der vakbeweging te eisenen. 4° Overal heeft de vakbeweging een realistische houding aangenomen, die bewijst hoe de georganiseerde arbeidersklasse haar rol verstaat, en in de huidige omstandigheden opbouwende en passende voorstellen naar voren brengt. De Regeeringen hebben dezen staat van zaken erkend, en hebben de eene in een ruimere mate dan de andere aan de vakbeweging een vertegenwoordiging toegekend in de reeds bestaande organismen of in deze die ten gevolge van de gebeurtenissen in den loop der drie laatste maanden werden ingesteld. 5° In alle landen heeft de oorlog voor de vakbeweging een heele reeks vraagstukken gesteld, die zonder uitzondering van denzelfden aard zijn, Zij betreffen, o.m., den arbeidsduur, de loon en, "voornamelijk in verband met de stijging der levensduurte, de werkloosheid, die, zooals in België, ondanks de mobilisatie, met tienduizenden is toegenomen. Het behoud der bestaande sociale ^wetgieving wordt eveneens overal verdedigd. Wat het loonvraagstuk betreft, moet aangestipt dat in al de landen de krachtsinspanning der vakbeweging er op gericht is, de koopkracht der arbeidersklasse zooveel mogelijk in haar geheel te handhaven; deze eisch dringt zich meer dan ooit op ten gevolge7 van dé stijging der levensduurte,
dié in zekere landen reeds belangrijk is, en in andere als onvermijdelijk voorkomt. 6° De vakbeweging heeft overal maatregelen overwogen, en zélfs getroffen, tot vrijwaring van onze vakorganisaties, die meer dan ooit onmisbaar zijn voor de verdediging der belangen van de arbeidende massa's, evenals voor het nastreven eener gezonde nationale ekonomie in ieder land. 7° Men was eveneens van oordeel, dat de meeste vraagstukken die de oorlog heeft gesteld, een voordeelige en passende oplossing kunnen vinden in het kader der op het wederzijdsch vertrouwen gegrondveste betrekkingen tusschen de afgevaardigden der werkgevers- en arbeidersorganisaties. Alvorens uiteen te gaan, hebben de afgevaardigden zich akkoord gesteld over een zeker aantal wenschen, die aan het Bureel van het Internationaal Vakverbond zullen voorgelegd worden, en die betrekking hebben op de noodzakelijkheid van : 1° een bestendig kontakt tusschen al de aangesloten nationale vakverbonden; 2° een zoo intens mogelijke uitwisseling van inlichtingen over het leven der vakbeweging en haar invloed op het ekonomisch leven van de betreffende landen; 3° de stelling te bepalen van de internationale vakbeweging ten opzichte van de vredesonderhandelingen die een einde moeten stellen aan den oorlog, evenals voor het tijdperk dat op de totstandkoming van den definitieven Vrede zal volgen, wanneer de invloed der vakbeweging op de nationale ekonomie zal moeten verruimd worden; 4° stelling te nemen ten opzichte van zekere vraagstukken die in het bijzonder het inwendige leven van onze Vakvereenigingsinternationale aanbelangen.
Belgische vakbeweging In het Belgisch Vakverbond Bureelvergaderingen. Op 17 Oktober greep er een Bureelvergadering plaats onder voorzitterschap van kameraad Gryson. Het Bureel nam kennis van het besluit van kameraad Balthazar, minister van Arbeid en Sociale Voorzórg, om de betaling der overuren te doen toepassen vanaf het negende uur. Het sekretariaat werd er mede belast de federaties van vakbonden :uit te moodigen, bestendige diensten in te richten bestemd om aan de gezinnen van de gemobiliseerden inlichtingen te verschaffen betreffende de wettelijke voorschriften op het gebied der hulpverleening aan de gemobiliseerden en hun gezin. .Waar hot mogelijk is, zullen de Diensten voor Arbeidsrecht zich met dezen dienst belasten. Met het doel de taak te vergemakkelijken van de kameraden belast met het verzekeren van dezen dienst, zal het sekretariaat. de noodige dokumentatie verzamelen en deze, onder vorm van een geroneo* feerd bulletini aan de federaties van vakbonden zenden.'Dit bulletin zal eveneens aan de Centralen gezonden worden j opdat deze het belangrijkste van zijn inhoud in de vakpers zou kunnen hrten verschijnen.
331
DE BELOISCHË VAKBEWEGING (Tot heden zijn reeds drie nummers van dit « Bulletin » verschenen.) ' Het Bureel gaf zijn «instemming te kennen met de resoluties gestemd door de Intersyndikale der Openbare Diensten in zake de loonen en wedden van het gemobiliseerd personeel van den Staat en van dé Openbare Diensten, de bijkomende afhouding vaii 3 t. h. en de formule der aanpassing van de loonen en wedden aan den index. Wat de wedden der gemobiliseerde sekretarissen en bedienden der vakorganisaties betreft, was het Bureel van oordeel, dat het onmogelijk is een eenvormige formule vast te stellen en besloot, dat het aan de orga* nisaties behoort te beslissen wat er voor de gemobiliseerde leden van haar personeel dient gedaan. Na den algemeenen toestand te hebben onderzocht, keurde het Bureel de besluiten goed van drie verslagen opgesteld.'door het sekretariaat betreffende het betaald verlof, de syndikale vrijheid en de kollektieve overeenkomsten. Het sloot zich aan bij de formule die er op gericht is de pensioenbijdrage met 1 t. h. (0.50 t. h. ten laste van den werkgever en 0.50 t. h. ten laste van den arbeider) te verhoogen, verhooging die zal volstaan om aan al de verzekerden het behoud, der verworven rechten te verzekeren, evenals de betaling van een aanvullend pensioen aan de huidige gepensionneerden. Het sekretariaat werd er mede belast het vraagstuk der bevoorrading van het land in voedingswaren en dat der verdeeling van deze waren te bestudeeren, èn er werd besloten stappen aan te wenden bij de Regeering opdat zij voor de toekenning der vergoedingen aan de gezinnen der gemobiliseerden de classificatie der gemeenten geldend voor de beroepstaks zou toepassen. Ten slotte werd er overeengekomen een informatiebijeenkomst van het Nationaal Komiteit te beleggen, werd de internationale toestand onderzocht en werden, enkele kwesties van administratieven aard afgehandeld. -. : *
*
*
,
Op 27 Oktober behandelde het Bureel, ónder voorzitterschap van- kameraad Jauniaux, enkele kwesties van administratieven aard en nam, in verband met het mdëxvraagstuk, de volgende resolutie aan : « H e t Bureel van het B.V.V., in buitengewone vergadering bijeengekomen; » Vaststellende dat sinds gisteren in het land het gerucht wordt verspreid dat de Regeering voornemens ïs het index-number der; maand niet bekend te maken; » Vaststellende dat het niet 'bekend maken * van dezen index in de eerste plaats voor gevolg zou hebben de normale toepassing te belemmeren van de kollektieve overeenkomsten, wier bepalingen werden vastgesteld in gemeen overleg tusschen de patroonsen de arbeidersvertegenwoordigers; )> Tegenover de ontroering door dit nieuws reeds teweeggebracht in al de arbeiderskringen van het land, ontroering die wellicht zal veranderen in algeineene verontwaardiging indien het bevestigd werd; » Het Bureel, » Eischt van de Regeering de onvoorwaardelijke publikatie van het index-number; » En geeft uiting aan zijn wil de rechtschapen toepassing der kollektieve overeenkomsten te eisenen. » ; Anderzijdswis het Bureel van oordeel, dat de Re»
geering in de huidige omstandigheden bewijs levert van zware tekortkomingen op het gebied der leiding van het ekonomisch leven in het land, en overwe* gende dat de stijging van het index-number in een zekere mate toe te schrijven is aan deze tekortkö* mingen, besloot het, het ekonomisch vraagstuk itt den loop van een volgende vergadering te onderzoeken. *
*
*
Op 7 November, onder voorzitterschap van kameraad Uytroever bijeengekomen, keurde het Bureel eens te meer de eisenen van het personeel van den Staat en de Openbare Diensten goed en hield zich onledig met de kwestie der grensarbeiders en met dié der verplichte werkloozenverzekering, evenals met den internationalen toestand. *
*
*
Op 14 November kwam het Bureel bijeen onder voorzitterschap van kameraad De Witte, en na enkele kwesties van bestuurlijken aard te hebben afgehandeld, ging het over tot een breedvoerige gedachten* wisseling in verband met den algemeenen toestand!
Het Zedelijk Verslag der Textielarbeiderscentrale.
• T
Het zedelijk verslag der Textielarbeiderscehtrale; dat loopt over de jaren 1937-1938 en dat aan het, we-; gens de huidige omstandigheden, verdaagde XXX? Nationaal Kongres dezer organisatie moest onderworpen worden, is een lijvige brochure van 500 bladzijden, aangenaam voorgesteld, rijkelijk geïllustreerd* die een bron van dokumentatie is en de bibliotheek over de geschiedenis 4er vakbeweging van dit land gepast zal komen aanvullen. h . Na hulde gebracht te hebben aan de nagedachtenis der in de laatste twee jaren overleden, militanten^ weidt verslaggever, kameraad Segier, breedvoerig
In zake regeling nran het ploegen-; «n naehtwëiéÉ
332
DE BELGISQHE VAKBEWEGING
werd voor de vezelnijverheid en de breigoedfabrikage voor Oost- en West-Vlaanderen, een overeenkomst gesloten die het ploegenwerk op 7 3/4 uren per dag bracht, met een loonsverhooging van 9 %, en het nachtwerk op 40 uren per week, met een loonsverhooging van 26 %. « Het is de eerste maal in de geschiedenis onzer beweging — schrijft verslaggever — dat we een algemeene bindende regeling voor •het ploegenwerk en den nachtarbeid konden bewerken. Deze overeenkomst is tevens een eerste stap naar de geleidelijke vermindering der werkuren. » In zake propaganda heeft de Centrale noch tijd, noch moeite, noch geld gespaard om het ledental op te drijven. Onder de door haar uitgegeven geïllustreerde aanplakbrieven zijn er die niet alleen van kunstzin, maar tevens van psychologischen zin getuigen. In 1937 en 1938 heeft de Centrale dan ook 14,764 nieuwe leden ingeschreven. Zij heeft echter 14,771 ontsiaggevende leden geboekt, waaronder, buiten de uitgewekenen, de overledenen, de niet meer werkenden, de voor eigen rekening werkenden, de naar andere socialistische vakbonden overgeschreven Jeden, heel wat leden ontslag genomen hebben zonder de redenen daarvan op te geven. De verslaggever wijst op een zeker in gebreke Wijven van sommige afdeelingen in dit opzicht en duidt enkele middelen aan om daaraan te verhelpen. Als we echter de .bekomen uitslagen toetsen aan de rekruteeringsmoeil ij kneden waarmede de Centrale heeft te kampen gehad, mogen we zeggen dat deze organisatie fier mag zijn op het geleverde werk. Welke zijn die moeilijkheden? Hier laten we den verslaggever aan 't woord : « Het beroep van wever, apprêteuf, spinner of spinster, verver, enz., wordt bijna niet meer aangeleerd. Het aantal leerlingen in de textielindustrie is belangrijk gedaald, we durven haast schrijven : onbeduidend geworden. Dit kan niet anders dan onze retateeringsmogelijkheden, vooral onder de jeugd, belemmeren, laat staan onmogelijk maken. )> Anderzijds, daalt het aantal textielinrichtingen regelmatig. i» Hoeveel werkhuizen zijn er sedert 1930 niet verdwenen en meteen het aantal textielbeoefenaars verminderd ? » We zeggen : ongeloofelijk veel! » Moesten we desbetreffend nauwkeurige statistieken voorhanden hebben, dan zou men vóór scherpere toestanden te staan komen, dan deze vastgesteld in de Borinage en waarvoor iedereen een S.O.S. 'heeft gelanceerd.
. » Twee typische gevallen willen wij aanhalen. Zij betreffen de steden Aalst en Doornik. » Sedert 1930 zijn te Doornik talrijke vlasspinnerijen en bonneteriewerkhuizen bepaald verdwenen, waardoor minstens 4,000 arbeiders (sters) uit de nijverheid werden gestooten. Te Aalst zijn voor de periode 1929 tot 1938 ruim 4,500 werklieden uit het bedrijf geweerd. , » Elders, o.a. te Gent, is de toestand niet beter : tientallen weverijen zijn verdwenen en de gebouwen werden met den grond gelijkgesteld. » Kortom, het aantal textielers vermindert regelmatig, en iedereen zal dan ook begrijpen dat ons ledental geen groote uitbreiding nemen kan, ja zelfs aangewezen is om te verminderen. »> In 'December 1936 telde de Centrale 67,851 leden;: in (December 1937, 67,202, en in December 1938,: 67,848, waaronder 32,136 mannen van meer dan 25 jaa~ oud, 19,967 vrouwen van meer dan 25 jaar oud en 15,745 jongens en meisjes van minder dan 25 jaar oud. In zake opvoeding van leden en militanten heeft de Centrale heel wat initiatieven op haar aktief. Buiten het degelijk opgesteld halfmaandelijksch orgaan der Centrale, De Textielarbeider, waarbij de leden bestendig op de hoogte blijven van wat in hun organisatie en hun nijverheid gebeurt, heeft de Centrale in 1937 en 1938, in samenwerking met de Centrale voor Arbeidersopvoeding, 18 studiedagen voor be-* stuursleden ingericht, die door 590 kameraden werden bijgewoond en waar de volgende onderwerpen werden behandeld : De Belgische textielnijverheid, haar belang en haar lokalisatie; de technische evolutie, de financieele concentratie, de uitvoer, de kostprijs der produkten, en de geschiedenis en struktuur der Textielarbeiderscentrale. Vier uitstekende syllabussen werden, onder vorm van brochuren, gratis ter beschikking der leerlingen gesteld. Verder richtte de Centrale een nationale studieweek voor 'bestuursleden in, die plaats greep in de lokalen der Arbeidershoogeschool, te Ukkel. Vermelden we nog 'dat de 'Centrale voor haar militanten een aanzienlijk aantal abonnementen op de Belgische Vakbeweging heeft onderschreven. Het verslag handelt verder over zaken van meer administratieven aard, om te sluiten met een zeer interessante dokumentatie over de met dé patroons of in de Gelijktallige Kommissies gesloten overeenkomsten, alsmede over de evolutie van de verschillende takken der textielnijverheid in de laatste twee jaar.. Wij herhalen het : een uitstekend en verzorgd verslag.
•**>ymxrmMi9iy-" . f.11" v^>\m-mfir>timi^mm^i^p-
Sam druk. Lucifer, 8, Kapellemarkt, Brusael (Best.: Serafijn Vanden Bosch, 44, J.-B.Meunierstr., ElWfle)
Vooraanstaanden, Propagandisten,
Bestuursleden, dokuntenteert U ! .
» PRIJZEN voor de
PRIJZEN voor
Zedelijk Verslag der Syndikale Kommissie : leden van het B.V.V. de bijzonderen Voor 1911 . . . . . . . . . . « . . . . . . . . .fr. 1.00 3.00 Voor 1912 . »*..'• 2.00 6.00 Voor 1913 . 3.00 9.00 Voor 1914 en het oorlogstijdperk . . . . . . •••* >' •. . . . 5.00 12.00 Voor 1919 . . . . . . . . . . . .',.*.,-. 5.00 12.00 Voor 1920 <:\. . 5.00 12.00 Voor 1921 . . . . . . , . , 5.50 12.50 Vóór 1922 . . 8.00 18.00 Voor 1923 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.00 20.00 Voor 1924 9.50 20.00 Voor 1925 , . . . . . . . . . 9.50 20.00 Voor 1926-1927 32.50 45.00 Voor 1928-1929 . . . .• . \ . . . . . . . . . . . . . 20.00 27.50 Voor 1930-1931 . . . . . . . . . . . . . ,. . , . . . 20.00 27.50 Voor 1932-1933 . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15.00 20.00 'Voor 1934-1935 . . . . . . . . . . . .. . . . . . v . 17.50 25.00 Voor 1936-1937 . .'"• ^. . . . 20.00 30.00 Stenografisch Verslag van het : • 6 X I X Syndikaal Kongres (Oktober 1920) 5.75 12.00 e X X Syndikaal Kongres (Juli 1921) . . . 5.00 12.00 6 X X I Syndikaal Kongres (Juli 1922) 5.75 12.00 6 X X I I Syndikaal Kongres (Juli 1923) 4.25 9.00 Buitengewoon Kongres (17 Februari 1924) 1.50 4.00 6 X X I I I Syndikaal Kongres (Augustus 1924) 3.50 8.00 Buitengewoon Kongres (2 November 1924) . 4.00 9.00 6 X X I V Syndikaal Kongres (Juli 1925) 5.00 12.00 Buitengewoon Kongres (Januari 1926) . . . . . . . . . . . 2.25 5.00 6 X X V Syndikaal Kongres (Juli-Augustus 1926) . . 8.50 18.00 ; Buitengewoon Kongres (Maart 1927) . . 10.00 20.00 6 X X V I Syndikaal Kongres (Juli 1928) 10.00 20.00 6 X X V I I Syndikaal Kongres (Augustus 1930). . . . . . . . . 12.50 20.00 Buitengewoon Kongres (6-7 December 1930). . . . ."'•' . . . . 12.50 20.00 Buitengewoon Kongres (30-31 Januari 1932). . , 15.00 25.00 6 X X V I I I Syndikaal Kongres (25-26 September 1932) . . . . . 10.00 15.00 6 X X I X Syndikaal Kongres (28-29-30 Juli 1934) 10.00 15.00 6 X X X Syndikaal Kongres (18-19-20 J u l i 1936) . . . . . . . . 15.00 22.50 6 : X X X I Syndikaal Kongres (2-4 J u l i 1938) . . . . . . : . . 10.00 20.00 KbrrespondentieBIad (kïein formaat) : , .„ J a a ï g a n g 1908, in 't Vlaamsch alleen . . . . . . ^ ; '".< v . 2.00 6.00 J a a r g a n g 1909 . . . . . . . . .'" . . . v• . . . . >, . * 2.00 6.00 Korrespondentieblad ( g r o o t f o r m a a t ) : v ^ j r^ J a a r g a n g e n 1910-1911-1912-1913 (per jaargang) . . . . . . . . 2.00 6.00 Belgische Vakbeweging : . Ï , , J a a r g a n g e n 1919^1920 (per jaargang) . *. . . . ' . . . . ^ , . 3.75 10.00 Jaargangen 1921-1922 (per jaargang) , . . , . . . . . ; . . - 5.75 12.50 ; J a a r g a n g e n 1923-1924-1925 (per jaargang) . . . . . . . ."'••; ' &75 19iÖ0* J a a r g a n g e n 1926-tot 1938 (per jaargang) . . . . . . . t . | 10.00 30.00 Stenografisch Verslag der Syndikale W e e k v a n Mprlanwelz (192i) . . j , 7,00 17.00 x Stenografisch Verslag der Syndikale W e e k van Gent (1924) . . . . \\ 7,00 17.00 Stenografisch, Verslag der Syndikale W e e k van Fléron (1927) . . . ' . ' . > 15.00 30.00 Stenografisch Verslag der Syndikale W e e k van Charleroi: (1931) " ' . ' . " . 17t5b 25:oö Stenografisch Verslag der Syndikale W e e k van Oostende (1935) . :. 20.00 30.00 D e Achturenwet, door Delvigne . . . . . . . . . . . . • v • 1.00. 2.00 D e Stakingen van J u n i , door Bondas en Rens . . . . . . . . . . 5.00 10.00 H e t Beroepsonderwijs en het Leerlingschap, door Matagne en Vercleyen (1938) . . . . . . ' V . . . . . . . . . . . . '. 3,00 6.00 Bundeltjes der Syndikale Kommissie : l N r 1. — De Tusschenkomst der Syndikale Kommissie in de werkstakingen en uitsluitingen (1922) . . . . . . . 0.75 Ï2i00 r i-N 2. — Het Overloon en de Familietoeslag (1922) . . . Y . 0.75 2lO0 r N 3. — De Internationale Vakbeweging (1923) . . . . . . . 2.50 Q.00 r N 4 . — D e Arbeiders vakanties (uitgeput in 't Vlaamsen) (1923) . 1.00 2.&0 r N 5.•— Hét Arbeidstoezicht (1924) . . . . . . . . . ." „ '. 1.25 3.00 r N 6. — D e Afbakening der Syndikale Grenzen (1924) . . . . . 1.00. 2.50 r N 7 . — Internationale Arbeidswetgeving (1925) . . . . . . . 3.50 8.50 r N 8. — Het Vraagstuk van het Trekken der Arbeiders (1925). . 3.00 7.50 r N 9. — D e Ouderdomspensioenen (1926). . . . . . . . . . 5.00 12.00 r N 10. — De Verzekering tegen Werkloosheid (1928) . . . ....... 4.00 8.00 N . B. — Aan bestellingen niet vergezeld van het bedrag zal geen gevolg gegeven worden. Het nummer der postcheckrekening van het Belgisch Vakverbond is : 47.95.
VOOR ii
UW
VAKANTIE
bestel den
GIDS VAKANTIEVREUGDE
De eenige Vlaamsche gids welke een volledige lijst bevat van vakantiehuizen, jeugdherbergen, Natuurvriendenhuizen, kampeerterreinen in België. Bovendien bevat hij lijsten van jeugdherbergen, kampeerterreinen en Natuurvriendenhuizen in Frankrijk, Nederland, Zwitserland. Wegwijzers, fietstochten, reglementen, nuttige adressen voor den toerist (hotels, Volkshuizen, musea), worden er in aangeduid. Voor de aangeslotenen van her B.V.V.: 5 frank, re storten op postcheckrekening nr 4393.11 M . Dequeecker, Brussel, Jozef Stevensstraat, 8. Nier-aangeslotenen storten 6 frank.
WENDT U voor uw onderscheidingsteekens en breloken tot ** ^ ^ |
| BELGISCHE WERK LI EDEN PARTIJ
Kameraad Joz- B 0 8 I E R 8
SAMENWERKENDE DRUKKERIJ
Bosniëstraat, 107, Sint-Gillis. — Telef.: 37.75.14 Fabrikant-specialist. Lid van de B.W.P. Zoon van stichter der B.W.P. en Volkshuis Verzorgd werk. Matige prijzen.
LUCIFER 8, KAPELLEMARKT, 8
B
RUSSEL
LEVERT ALLE SOORT VAN DRUKWERK TKOBN V O O R D E E L I G E V O O R W A A R D E N
L
Kameraden, te BRUSSEL, neemt uw eetmalen in het
VOLKSHUIS JOZEF STEVENSSTRAAT (Kapellemarkt) Taveerne-Spijshuis JPloreal Gij zult er volkomen tevreden zijn, want de ge» rechten zijn van eerste hoedanigheid, overvloedig en aan uiterst gunstige prijzen. Middagmalen aan vasten prijs en eetmalen volgens kaart.
Central en, Federaties van Vakbonden, Plaatselijke, Gemeentelijke en Provinciale Vakorganisaties, hebt gij er over nagedacht welke diensten
DE BELGISCHE VAKBEWEGING aan uw bestuurders, propagandisten en vertrouwensmannen kan bewijzen? Zoo ja, hebt gij dan reeds besloten het aantal uwer abonnementen te vermeerderen? Wat weerhoudt Ü, indien gij dat nog niet besloten hebt? Sam. druk. Lucifer, 8, Kapellemarkt, Brussel (Best;: Serafijn Vanden Posen, 44, J.-B.Meiinierstr., Eisene)