Analyses
Monthly 05 l MAART 2012
INHOUD 01 Editoriaal 02 Griekenland ziet nog steeds geen licht aan het einde van de tunnel 03 De ECB kalmeert de interbankenmarkt 04 Michelin, een belegging die de moeite waard is! 05 De overname van Rhodia: een nieuwe dimensie voor Solvay 06 Zoom op Pictet EUR High Yield 06 Antimisbruikbepaling “nieuwe stijl” 07 Home Funds News 08 Monthly Performances Indices Wenst u deze publicatie in elektronisch formaat te ontvangen? Laat het ons weten via e-mail:
[email protected].
EDITORIAAL
Danny Wittenberg
Na 2 financiële crisissen in 3 jaar tijd liggen heel wat investeerders uitgeteld in de touwen. De schrik om nog meer geld te verliezen heeft velen enorm risicoschuw gemaakt, met als gevolg dat ze de huidige beursrally aan zich voorbij zien trekken. De argumenten om langs de zijlijn te staan, zijn legio, gaande van de enorme schuldopbouw in de Westerse wereld, de ijzingwekkende besparingsdrift van de Europese landen, de Iraanse geopolitieke spelletjes en hun impact op de olieprijzen, het quasi-faillissement van Griekenland en de impact op de cohesie binnen de eurozone, enz., enz. Tegenover al deze gewettigde excuses staan echter de grootste centrale banken ter wereld die bijna overal gratis geld in het financieel systeem pompen, met historisch lage rentevoeten tot gevolg. En hoewel deze monetaire ingrepen de structurele problemen niet kunnen oplossen, kopen ze wel tijd (alweer). Tijd die nodig is om het vertrouwen in de banken en de overheden, en de economie in het algemeen, te herstellen. Het risico op het blazen van nieuwe zeepbellen is niet nihil, maar het “mort subite” alternatief rechtvaardigt de koers. Over enkele jaren zullen we heel waarschijnlijk moeten afkicken van zoveel doping, maar dat is een zorg voor later. Stierenmarkten komen slechts tot stilstand op het ogenblik dat centrale banken het geweer van schouder veranderen en de interventierentes opnieuw optrekken. Dat is een risico waar we niet van wakker hoeven te liggen vóór het einde van 2014, als we de FEDleden mogen geloven. Aangezien dit een inspanning van lange adem wordt, waarvan de uitslag niet bij voorbaat gekend is, zal de beursrit zeker geen vlakke tijdrit worden, verre van. Beleggers moeten zich echter realiseren dat het zich verbergen achter een hoop cash zonder noemenswaardige opbrengst (of negatief na inflatie) even pijnlijk kan blijken als een gecontroleerd meerijden op de beurstrein. De centrale banken rijden niet voor rekening van de spaarders, maar voor zij die investeren in de economie en daarvoor desnoods willen/moeten lenen (lage rentes, weet je wel?). Deze politiek leidt tot “asset reflation”, waarbij vooral “real assets”, zoals grondstoffen, vastgoed en tot op zekere hoogte ook aandelen, beter presteren dan cash of overheidsobligaties. Het komt er voor de centrale banken daarbij vooral op aan om gas- en rempedaal gedoseerd te bedienen, zodat hyperinflatie vermeden wordt. Gezien de ondermaatse economische groei in grote delen van de wereld is het risico op ontsporende inflatie echter klein. Diezelfde gedoseerde aanpak vertalen we ook naar de portefeuilles toe. Zonder ons kritiekloos te willen overgeven aan de sirenenzang die ons uitnodigt om voluit te gaan in risicoactiva, hebben we in februari het aandelenrisico toch verder verhoogd, waarbij de voorkeur voor nieuwe aankopen vooral geconcentreerd lag in cyclische bedrijven (waarvan we er enkele kort belichten in deze nieuwsbrief). Ook in het obligatiegedeelte hebben we de focus iets verscherpt op “high yield” (ook op iets langere termijnen) en senior bankobligaties van goede debiteuren (aangezien de LTRO-actie (Long Term Refinancing Operation) van de Europese Centrale Bank het bancaire risico op middellange termijn praktisch volledig uit de wereld heeft geholpen), omdat we denken dat de zoektocht naar rendement de spreads in deze activaklassen verder zal vernauwen. Zolang de monetaire politiek stimulerend werkt, de economische cijfers per saldo verbeteren, het Griekse drama niet in een tragedie vervalt en het grafisch-technisch plaatje (Stoxx 600 en S&P 500 index) verder verbetert met koersen boven het 400-daags gemiddelde, blijven we ons richten op voldoende gespreide risicoactiva.
www.pldw.be 1
GRIEKENLAND ZIET NOG STEEDS GEEN LICHT AAN HET EINDE VAN DE TUNNEL Griekenland was de voorbije weken niet uit de actualiteit weg te slaan. Op 20 maart eerstkomende vervalt een Griekse staatsobligatie ter waarde van 14,5 miljard euro en het land heeft de middelen niet om ze terug te betalen. Griekenland verkeert immers nog steeds in de onmogelijkheid om geld op de kapitaalmarkt op te halen en de middelen die dankzij het eerste steunplan ter beschikking werden gesteld, zijn binnenkort opgesoupeerd. Er zijn twee mogelijke alternatieven: een wanbetaling van de Griekse staatsschuld of de leden van de eurozone, het IMF (Internationaal Monetair Fonds) en de ECB (Europese Centrale Bank) vinden de nodige middelen om een tweede steunplan door te voeren. De autoriteiten kozen uiteindelijk voor de tweede optie, maar de doorvoering ervan verliep bijzonder moeizaam omwille van het groeiende wantrouwen dat de relaties tussen Griekenland en zijn Europese partners bezoedelt. Zo vroegen deze laatstgenoemden steeds grotere waarborgen in verhouding tot het toe te kennen geldbedrag, waardoor Griekenland vreesde voor het verlies van zijn soevereiniteit en zelfs sprak van een vernedering. Eindelijk een akkoord… Nadat ze uiteindelijk, vaak met tegenzin, hadden ingestemd met de aanzienlijke eisen van de Trojka
(Europese Commissie, IMF en ECB), aanvaardden de Griekse meerderheidspartijen om dit akkoord te ondertekenen en het voor hun parlement te verdedigen, de stakingen en de sociale onrust ten spijt. Na de instemming van de Griekse autoriteiten met de steeds hogere eisen van hun schuldeisers had de vergadering van de Ministers van Financiën van de eurozone alleen nog maar een formaliteit moeten zijn...maar toch waren er nog 13 uur nodig om tot een akkoord te komen om deze gelden vrij te maken. Dit zal onder bepaalde voorwaarden gebeuren die zullen toelaten dat de Griekse schuld tegen 2020 niet meer dan 120,5% van het BBP bedraagt. Hiervoor zullen de winsten die de ECB genereert op haar aankopen van Griekse staatsobligaties op de secundaire markt, aan Griekenland worden teruggestort via de nationale centrale banken. De opgelegde rente op de leningen die in het kader van het eerste steunplan werden toegekend, zal met 150bp worden verlaagd. Maar zal dat volstaan? De aanwezigheid van de Trojka in Athene zal worden versterkt om de goede uitvoering van alle eisen en aanbevelingen te garanderen. Om de betaling van de intresten en het kapitaal van de schuld van het land te waarborgen, zal een
www.pldw.be 2
François Van Tichelen
waarborgrekening worden geopend waarop de behoeften in termen van schuldaflossing voor het komende kwartaal zullen worden gestort. Tot slot, en dit zal bepalend zijn, zou een procedure om een deel van de schuld op “vrijwillige” basis in te wisselen, dankzij voldoende deelname, moeten toelaten om de schuld met 107 miljard euro te verlagen. Deze procedure zou in de loop van de maand maart moeten worden doorgevoerd. Zal Griekenland op die manier het licht aan het einde van de tunnel zien? Tien tegen één dat dit niet het geval is. Het sleutelelement van dit plan is, ongetwijfeld, het bereiken van de doelstelling van 120,5% in termen van schuld in verhouding tot het BBP. Vanuit deze optiek is het essentieel dat er groei is, zoniet zal dit plan gewoon het tweede uit een reeks zijn en dan zal het bod tot omwisseling van de schuld dat vandaag voorgesteld wordt, de voorbode zijn van een nakende herstructurering. In de onmiddellijke toekomst hebben de autoriteiten waarschijnlijk de schade kunnen beperken en tijd kunnen winnen... maar Griekenland zal nog lang het middelpunt van de financiële actualiteit blijven!
DE ECB KALMEERT DE INTERBANKENMARKT Ondanks de onbeperkte liquiditeiten op 3 jaar (Long Term Refinancing Operation) die de ECB eind december 2011 verstrekte, hebben de financiële markten niet onmiddellijk gereageerd op het idee van de Franse president Nicolas Sarkozy om het verkregen geld in staatsobligaties te beleggen. Ze waren eerder “geschokt” door het bedrag van de gevraagde liquiditeiten en door het aantal banken die hiervan gebruikmaakten. Bovendien werd kort na de operatie bijna hetzelfde bedrag bij de ECB in bewaring gegeven. Dit bedrag bereikte in januari 2012 een record van 528 miljard euro… Maar alles op zijn tijd: het hoofddoel van de LTRO was om het risico omtrent de herfinanciering van de banken de kop in te drukken. Het is dus volkomen begrijpelijk dat zij het verkregen geld houden om hun schulden op vervaldag te herfinancieren alvorens over te gaan tot deze veelbesproken, goed renderende “Sarkozy-trade”. Vandaag twijfelt niemand eraan dat de LTRO-operatie een positieve impact heeft gehad op het systeemrisico en
Jérôme Truyens
op het heersende sentiment op de financiële markten: door de uitbreiding van de kwaliteit van de leningen die in aanmerking komen als collateral (onderpand), vergewist de ECB zich ervan dat een groot aantal banken in voldoende mate aan de operatie kan deelnemen. Dit liet de banken eveneens toe om de obligatiemarkten te ondersteunen: door eind december 2011 respectievelijk 116 en 110 miljard euro te lenen (46% van het toegekende totaalbedrag), verhoogden de Italiaanse en Spaanse banken in januari 2012 hun participaties in staatsobligaties van hun land met respectievelijk 13% en 29%. De ECB behoudt de controle De ECB heeft dus twee vliegen in één klap geslagen: ze heeft zowel het bankrisico als de besmetting van het overheidsrisico in de kiem gesmoord. De Spaanse en de Italiaanse rente zijn sinds de eerste operatie immers aanzienlijk gedaald. De LTRO is, uiteindelijk, slechts een substituut voor het overheidsschuldenterugkoopprogramma dat de ECB in augustus 2011 lanceerde.
Op 29 februari 2012 stond de teller op 800 banken die 529,5 miljard euro geleend hebben, wat het totaalbedrag van de twee LTRO-operaties op iets meer dan 1 triljoen euro brengt. Het verschil is dat zich deze keer eveneens een groot aantal kleine banken bij de ECB aangeboden heeft. Zelfs al zou het een zekere tijd kunnen duren, de hoop ligt in het feit dat de liquiditeiten in de reële economie terechtkomen dankzij nauwe banden met de KMO’s. De ECB heeft het verwachte doel dus bereikt. Zonder het expliciet te willen toegeven, op gevaar van de Europese banken hoofdzakelijk te zien afhangen van de financiering van de ECB zonder structurele aanpassingen door te voeren, behoudt zij de controle over de werking van de interbankenmarkt.
Source: BofA Merrill Lynch (*) Note that the calculation does not take into account the opt-out option available in the 3Y operation.
www.pldw.be 3
MICHELIN, EEN BELEGGING DIE DE MOEITE WAARD IS! De beursperformance van Michelin was in 2011 redelijk teleurstellend (-17%), hoewel ze in de lijn lag van de algemene tendens van de beurzen. Toch wordt Michelin in de automobielsector beschouwd als meer defensief dan de autoconstructeurs, die een impact ondervinden van zodra er zich een economische crisis of een vertraging van de vraag manifesteert. Bij de bandenfabrikanten is Michelin de waarde die het meest van een gediversifieerd profiel profiteert, zowel op productvlak (door zijn activiteit van specialiteitsbanden) als op geografisch vlak (sterke aanwezigheid in NoordAmerika en groeiende aanwezigheid in de opkomende landen). Ondanks zijn ontgoochelende beursperformance vorig jaar waren de resultaten die Michelin voor het jaar 2011 publiceerde, van behoorlijke kwaliteit en ze lagen in de lijn van de marktverwachtingen.
Deze goede resultaten (stijging van het omtzetcijfer met 16% en van het nettoresultaat met 40%) waren mogelijk dankzij de “pricing power” van Michelin: wanneer de grondstoffenprijs beduidend stijgt (wat in 2011 het geval was), slaagt Michelin erin om deze kosten volledig aan de consumenten door te rekenen. De “pricing power” van Michelin vormde dus de groeivector voor het bedrijf in 2011 en heeft de volumedaling over het jaar ruimschoots gecompenseerd. Sinds het begin van het jaar heeft Michelin, net als de meeste cyclische waarden, zijn “achterstand” op de beurs (in vergelijking met de goede resultaten die in 2011 gerealiseerd werden) ingehaald met een koersstijging van meer dan 20%! Voor 2012 worden stabiele volumes en een positief prijseffect verwacht. De grondstoffenprijs zal dit jaar waarschijnlijk nog verder stijgen en
www.pldw.be 4
Sandrine de Moerloose
voor Michelin een bijkomende kost van 300 à 500 miljoen euro met zich meebrengen, maar dit zou moeten worden gecompenseerd door een verhoging van de bandenprijzen van dezelfde grootteorde. De operationele marge zal dus waarschijnlijk stabiel zijn over het jaar. Toch zou het eerste semester moeilijk kunnen worden omdat we dit jaar, in tegenstelling tot het begin van 2011, geen heel strenge winter hebben gehad en de winterbanden in Europa dus niet vlot over de toonbank zijn gegaan. Maar deze daling zou moeten worden goedgemaakt door een beter tweede semester. Ondanks de rally van het begin het jaar is het koerspotentieel niet uitgeput en het aandeel moeten blijven klimmen met koersdoelstelling van 65 EUR middellange termijn.
van nog zou een op
DE OVERNAME VAN RHODIA: EEN NIEUWE DIMENSIE VOOR SOLVAY
In september 2011 heeft Solvay de overname afgerond van het Franse chemiebedrijf Rhodia, waarvoor het 3,4 miljard EUR neergeteld heeft. Dit openbaar bod tot aankoop werd gefinancierd met de opbrengst van de verkoop van zijn vroegere farmatak. Wanneer we de bankschulden, met inbegrip van de pensioenverplichtingen, in rekening nemen, benadert het totaalbedrag van deze transactie 6,6 miljard EUR. De overname werd, zonder bijzondere toegevingen, door de mededingingsautoriteiten goedgekeurd. Een leiderspositie in 90% van zijn activiteiten Voor Solvay is het ontegensprekelijk een transactie van formaat die de concurrentiepositie van de groep, die een belangrijke speler in de specialiteitenchemie geworden is, zal versterken. Wanneer we dit alles van nabij bekijken, zien we dat de beslissing van Solvay om Rhodia over te nemen, beantwoordt aan een duidelijk gedefinieerde strategie: streven naar een diversificatie in de specialiteitenchemie en naar een grotere aanwezigheid
op de opkomende markten met complementaire activiteiten met stabiele operationele marges en cashflows. De concurrentievoordelen van de nieuwe groep kunnen worden samengevat als volgt: (1) een leiderspositie – top 3 in termen van marktaandeel – in bijna 90% van het omzetcijfer, (2) een grotere blootstelling aan de sterke groeimarkten met bijna 40% van de verkopen in de opkomende landen, (3) een uitgebalanceerde activiteitenportefeuille en (4) een verhoogde koopkracht tegenover de leveranciers om in de grote energiebehoeften (gas, elektriciteit) van de groep te voorzien. Het management rekent er bovendien op dat de integratie van Rhodia synergieën zal creëren ter waarde van 250 miljoen EUR, dat wil zeggen te realiseren kostenbesparingen in de komende drie jaar. Hierbij komen de besparingen van circa 120 miljoen EUR die reeds door Solvay waren voorzien. De overname van Rhodia, dat vanaf het laatste kwartaal 2011 in de rekeningen van Solvay is opgenomen, zal in principe vanaf dit jaar een relutief effect hebben op de winsten.
Marc Ernaelsteen
Clamadieu neemt de fakkel over van Jourquin Na de volgende aandeelhoudersvergadering zal Solvay-topman Christian Jourquin de fakkel doorgeven aan de Fransman Jean-Pierre Clamadieu, de topman van Rhodia sinds 2003, die grondige veranderingen binnen het bedrijf met succes heeft doorgevoerd. Na de aankondiging van het bod op Rhodia in april van vorig jaar ging het aandeel Solvay aanzienlijk de hoogte in tot in juli, om vervolgens de weerslag te ondervinden van de algemeen verbreide toename van de risicoaversie, die werd versterkt door de perceptie van de hoge cycliciteit van Solvay. Sinds het begin van dit jaar is de beurstendens omgekeerd en wij denken dat het aandeel nog een zeker stijgingspotentieel op middellange termijn bezit. Het zou zelfs een overperformance in zijn sector kunnen neerzetten als de beleggers blijven warmlopen voor cyclische waarden in het algemeen.
www.pldw.be 5
ZOOM OP PICTET EUR HIGH YIELD Pictet EUR High Yield is een beleggingsfonds gespecialiseerd in hoogrentende bedrijfsobligaties uitgegeven in euro. “High yield” obligaties worden vaak gelijkgesteld met de term “junk bonds” (vuilnisbakobligaties). Deze term groepeert obligaties met zeer verschillende kenmerken. Het is evenwel waar dat deze obligaties meer risico inhouden dan “Investment Grade” (kwaliteitsvolle) obligaties, maar ze bieden daarentegen een hoger rendement. Het is interessant om in deze activacategorie te beleggen na periodes van “marktstress”. Gedurende dergelijke periodes nemen de spreads (rendementsverschillen tussen obligaties en overheidsobligaties) toe om een groter risico te weerspiegelen. Wanneer de spanningen op de markt van de high yield obligaties afnemen, is het raadzaam om te profiteren van de vernauwing van de spreads, wat een positief effect heeft op de waarderingen van dergelijke obligaties. Wanneer u via een beleggingsfonds in deze thematiek belegt, kunt u de obligatieselectie overlaten aan een gespecialiseerde beheerder. Om die reden stellen wij u het fonds Pictet
EUR High Yield voor. Dit fonds bezit aantrekkelijke kenmerken: • Het beheersteam, onder leiding van Roman Gaiser, is ervaren en kan een goede track record voorleggen. Het kan bovendien rekenen op de analistenteams van Pictet om zijn obligatieselectie te verfijnen. • Het fonds is een echt high yield fonds. Zijn statistieken van eind januari 2012 bewijzen het: › Gemiddeld een B+ rating; › Een actuarieel rendement op vervaldag (YTM) van 9,17%; › Een gewijzigde duration van 2,78 jaar. • Naast de waardenselectie voert het fonds eveneens een macroeconomische analyse uit om de meest aantrekkelijke sectoren te bepalen en de systeemrisico’s te identificeren. • Het beheersteam van het fonds heeft goed begrepen dat het beheer van de risico’s een belangrijk element is in het high yield segment. Een goed evenwicht tussen overtuiging en diversificatie laat toe om een overperformance te realiseren door de zorgvuldige keuze van de waarden en tegelijkertijd voldoende te
Charles-Antoine de Bellefroid
Roman Gaiser
diversifiëren om het specifieke risico van elk bedrijf te beperken. • Dit fonds heeft een duration (gevoeligheid van de prijs voor renteschommelingen) die altijd relatief dicht bij die van zijn index blijft. Het is niettemin agressiever dan zijn concurrenten, wat het bijzonder aantrekkelijk maakt om in te spelen op de marktoplevingen. Ter conclusie, het fonds laat toe om in te stappen in de high yield thematiek die interessante kenmerken bezit. Het kan eveneens worden gecombineerd met andere, door de bank geselecteerde high yield fondsen met een kortere duration, die bijgevolg defensiever zijn (bv.: Muzinich Short Duration High Yield, AXA US Short Duration High Yield en JPM Income Opportunity).
ANTIMISBRUIKBEPALING “NIEUWE STIJL” Wanneer u de laatste maanden een krant opensloeg of de televisie aanzette, heeft u ongetwijfeld vernomen dat de wetgever de intentie heeft om de antimisbruikbepaling, zoals voorzien in artikel 344, §1 WIB, aan te scherpen. De antimisbruikbepaling werd destijds ingevoerd om de fiscus een wapen aan te reiken om misbruiken en belastingontwijking tegen te gaan. Vermits de fiscus, naar eigen zeggen, onvoldoende slagkracht heeft om fraude aan te pakken, heeft de regering het voornemen opgevat om de bevoegdheden van de Administratie aanzienlijk te vergroten, en reikt haar een ware “bazooka” aan.
Het ontwerp van programmawet dat op 24 februari in de Kamer werd ingediend, voert zowel in het Wetboek Inkomstenbelasting als in het Wetboek Registratierechten een nieuw antimisbruikartikel in. Beide artikelen stellen, samengevat, dat er sprake is van fiscaal misbruik indien de belastingplichtige een rechtshandeling of geheel van rechtshandelingen kiest die hem een fiscaal voordeel opleveren terwijl dit in strijd is met de doelstellingen van de fiscale wet. Bovendien is het de uitdrukkelijke wens van de regering dat de nieuwe antimisbruikbepalingen niet alleen van toepassing zullen zijn ten
www.pldw.be 6
Anouk Lejeune aanzien van rechtshandelingen in de economische sfeer, zoals tot op vandaag, maar dat het principe wordt uitgebreid naar verrichtingen die gesteld worden in het kader van het beheer van een privévermogen. Het is evenwel betreurenswaardig dat de regering geen enkel voorbeeld geeft van dergelijke geviseerde rechtshandelingen. Wait and see Algemeen gesteld, wenst de regering handelingen te bestrijden die geen enkel economisch motief hebben en enkel zijn ingegeven uit fiscale overwegingen. Dit principe kan Vervolg op p7.
evenwel niet onverkort worden toegepast op handelingen in het kader van een privévermogen. Met name in het kader van (eenvoudige) successieplanningen, waarbij we denken aan schenkingen tussen kinderloze echtgenoten, schenkingen in het licht van een overlijden, schenkingen voor een Nederlandse notaris, …, is het fiscaal voordeel dat verkregen wordt de belangrijkste beweegreden. Betekent dit dat dergelijke handelingen in de toekomst geviseerd zullen worden door de nieuwe antimisbruikbepaling?
Zal dit het (onbedoelde) gevolg met zich meebrengen dat complexe successieplanningen waarin meerdere motieven voorhanden zijn (onterven of bevoordelen van bepaalde kinderen, specifieke regelingen in nieuw samengestelde gezinnen, overdrachten familiale ondernemingen, …), meer kans hebben om aan de nieuwe bepaling te ontsnappen? Eén en ander moet worden afgewacht en er zijn gelukkig ook nog goede argumenten om aan te nemen dat de soep uiteindelijk niet zo warm zal worden gegeten als opgediend. Maar voorzichtigheid is zeker geboden.
HOME FUNDS NEWS Puilaetco Dewaay Small & Mid Cap Europe: goed gepositioneerd om van de marktopleving te profiteren.
Stoxx 600
Puilaetco Dewaay Small & Mid Cap Europe
Wat ons fondsengamma betreft, denken we dat het compartiment PLDW Small & Mid Cap Europe een waardevol instrument is om in portefeuille te hebben in de huidige marktomgeving. Volgens een interessante analyse van Merrill Lynch moet men tijdens fases van «recovery» en «boom» van de markt opteren voor, onder andere, kleinere kapitalisaties. Deze waarden hebben het historisch beter gedaan dan de grote kapitalisaties, waaraan de voorkeur dient te worden gegeven tijdens fases van dalende markten. Wij hebben de evolutie van ons compartiment Small & Mid Cap tijdens de laatste twee marktcycli onder de loep genomen. Tijdens de periode van stijging van 2003 tot
Tot slot kan nog worden meegegeven dat de regeling op het vlak van registratieen successierechten slechts in werking zal treden na de publicatie in het Belgisch Staatsblad, waardoor reeds geïmplementeerde planningen in principe niet onder de nieuwe maatregel zullen vallen.
Marc Engels
2007 presteerde het compartiment bijna 40% beter dan de Europese Stoxx 600. Voor een belegger met veel geluk ( ! ) die op het laagste punt van de cyclus is ingestapt en op het hoogste punt terug heeft verkocht, bedroeg de surperformance bijna 60%! Tijdens de kortere periode van stijging van 2009-2010 werd hetzelfde verschijnsel vastgesteld, i.e. de performance van het compartiment lag 35% hoger dan die van diezelfde marktindex (zie grafiek). Sinds het laatste dieptepunt, in september laatstleden, kan men dezelfde analyse maken... met hetzelfde resultaat: een betere performance van reeds 5%! Deze resultaten bevestigen dus alleen maar de analyse van Merrill Lynch in het voordeel van de kleine kapitalisaties. Ten aanzien van de beveks van hetzelfde type als de onze die in België gecommercialiseerd worden, eindigt het compartiment PLDW Small & Mid Cap Europe vooraan in het klassement tijdens de zeer goede periodes. Zo behaalde het fonds in 2010 een plaats in de top 3 dankzij een groei van bijna 29%, waarbij het befaamde concurrenten zoals Franklin, Robeco, JPM en Comgest achter zich liet. Deze performance lag 7% hoger dan het gemiddelde van de 26 vergelijkbare fondsen. In 2011
in een dalende markt, daarentegen, had het compartiment het zwaarder te verduren dan het gemiddelde. Het liet een daling van 19% optekenen en eindigde in het laatste kwartiel van het klassement. Sinds het begin van het jaar registreerde het compartiment een stijging van meer 13% en het behoort opnieuw tot de beste leerlingen van de klas. Als we, naar wij denken, een fase van «recovery» hebben ingezet, is het fonds Small & Mid Cap Europe zeker het beste instrument uit ons gamma om hieruit maximaal voordeel te halen.
Meer gedetailleerde informatie en de netto-inventariswaarden van onze fondsen kunt u terugvinden op onze website www.puilaetcodewaay.be.
www.pldw.be 7
MONTHLY PERFORMANCES INDICES (29/02/2012) AANDELEN
MUNTEN
BEURZEN PERFORMANCES IN EUR
Evolutie (%) 1 maand
sinds 01/01/2012
Evolutie (%) in 2011
PERFORMANCES IN EUR
sinds 01/01/2012
in 2011
Europa - DJ Stoxx 600
3,9%
8,1%
-11,3%
USD - EUR
1,8%
2,8%
-3,2%
Europa - DJ Euro Stoxx 50
3,9%
8,4%
-17,1%
GBP - EUR
0,9%
0,5%
-2,8%
België - Bel 20
3,1%
9,2%
-19,2%
JPY - EUR
8,4%
8,5%
-8,2%
Nederland - AEX
1,8%
3,8%
-11,9%
Frankrijk - CAC 40
4,7%
9,3%
-17,0%
Duitsland - DAX
6,1%
16,2%
-14,7%
Verenigd Koninkrijk - FTSE 100
2,3%
5,1%
-3,1%
Spanje - Ibex 35
-0,5%
-1,2%
-13,1%
Italië - FTSE MIB
3,3%
8,4%
-25,2%
Zwitserland - SMI
2,2%
3,9%
-5,8%
Dow Jones Industrial Average
0,3%
2,9%
8,8%
S&P 500
1,8%
5,4%
3,1%
Nasdaq Composite
3,2%
10,5%
1,3%
Brazilië - Bovespa
4,2%
22,3%
-25,3%
Japan - Nikkei 225
1,8%
6,0%
-10,2%
Hongkong - Hang Seng
4,1%
14,3%
-17,4%
China - Shangai Composite
3,9%
7,2%
-15,5%
Taiwan - Taiex
6,5%
14,8%
-21,7%
Korea - Kospi
2,3%
11,5%
-10,9%
SECTOREN (STOXX 600) PERFORMANCES IN EUR
1 maand
BEDRIJFSOBLIGATIES (JPM INDICES) Evolutie (%) PERFORMANCES IN EUR
1 maand
sinds 01/01/2012
in 2011
AAA
0,6%
1,5%
5,5%
AA
1,0%
2,2%
4,3%
A
1,4%
3,9%
2,9%
BBB
2,2%
5,2%
1,2%
Investment Grade
1,3%
3,2%
5,8%
High Yield
3,6%
9,5%
-1,1%
OVERHEIDSOBLIGATIES (JPM INDICES) Evolutie (%) PERFORMANCES IN EUR
1 maand
sinds 01/01/2012
in 2011
1-3j
0,9%
1,6%
0,3%
3-5j
1,5%
2,9%
1,5%
5-7j
1,8%
3,9%
1,5%
Evolutie (%)
7 - 10 j
2,0%
4,5%
2,5%
sinds 01/01/2012
> 10 j
3,1%
4,4%
3,1%
in 2011
GRONDSTOFFEN
Healthcare
-0,1%
-1,5%
11,8%
Oil & Gas
4,4%
6,3%
1,4%
Food & Beverages
4,5%
3,6%
5,4%
Personal & Household Goods
6,2%
9,7%
0,5%
Telecommunication
0,6%
-2,0%
-6,2%
Gold
-2,3%
8,5%
10,1%
Insurance
4,0%
15,0%
-13,7%
Crude Oil
8,7%
8,3%
8,2%
Technology
7,1%
12,1%
-12,8%
Retail
3,8%
-0,2%
-7,1%
Real Estate
0,3%
5,6%
-12,1%
Chemicals
7,2%
14,4%
-9,7%
Media
3,0%
5,1%
-10,6%
Utilities
2,2%
1,7%
-16,6%
Automobiles & Parts
7,0%
29,3%
-24,1%
Construction & Materials
6,7%
13,7%
-19,6%
Industrial Goods & Services
5,6%
13,1%
-16,0%
Travel & Leisure
1,9%
6,7%
-15,7%
Financial Services
5,6%
13,1%
-21,9%
Banks
6,3%
16,4%
-32,5%
Basic Resource
-0,2%
13,8%
-30,1%
Evolutie (%) PERFORMANCES IN USD
1 maand
sinds 01/01/2012
in 2011
WENST U TE REAGEREN? Puilaetco Dewaay Herrmann Debrouxlaan 46 1160 Brussel
E-mail:
[email protected] Facebook: www.facebook.com/puilaetcodewaay Analyses Monthly is een financiële nieuwsbrief uitgegeven onder de verantwoordelijkheid van: Danny Wittenberg, Chief Investment Officer, en Christophe Van Canneyt, Head of Fixed Income & Structured Products, van Puilaetco Dewaay Private Bankers NV waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is aan de Herrmann Debrouxlaan 46 te 1160 Brussel. BTW BE 0403.236.126 De verstrekte informatie mag niet worden beschouwd als een aanbod of een verzoek tot aan- of verkoop van om het even welk financieel instrument.
Brussel | Antwerpen | Hasselt | Luik | Namen | Sint-Martens-Latem | Waregem
www.pldw.be 8
1 maand