“HOGE KEMPEN VERANKERD”
“HOGE KEMPEN VERANKERD” Strategisch project in het Vlaams Ruimtelijk beleid
Voortgangsrapport 01 periode 1/8/2015 – 31/1/2016
DATUM:
donderdag 21 april 2016
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
VOORTGANGSRAPPORT 07
2
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
COLOFON TITEL RAPPORT:
“HOGE KEMPEN VERANKERD” Strategisch project in het Vlaams Ruimtelijk beleid Voortgangsrapport 01 periode 1/8/2015 – 31/01/2016 Versie: 1.
PROJECTBUREAU NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN Vzw Regionaal Landschap Kempen & Maasland Winterslagstraat 87, 3600 Genk T: +32 (0)89 65 56 65 Datum: 21/04/2016 Auteurs: Jan Nuijens, projectcoördinator (0497 51 81 23) Jeroen Gilissen, projectmedewerker
RUIMTE VLAANDEREN Departement van de Vlaamse Overheid HOGE KEMPEN VERANKERD
Begeleiders: Inge Bangels Phoenix-gebouw Koning Albert-II-laan 19 bus 11 1210 Brussel tel: 02 553 83 13
VOORTGANGSRAPPORT 07
3
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
VOORTGANGSRAPPORT 07
4
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
INHOUDSOPGAVE 1 DE UITGANGSPUNTEN VAN DIT STRATEGISCH PROJECT
7
1.1 HET NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN 1.2 DE ENCLAVES VAN HET NATIONAAL PARK 1.3 HET STRATEGISCH PROJECT “HEEL DE HOGE KEMPEN” – CONCLUSIES 1.4 “HOGE KEMPEN VERANKERD” : NIEUWE ACCENTEN 1.4.1 GENERIEKE TAKEN 1.4.2 BIJZONDER AANDACHTSPUNT: DE RANDEN 1.5 DE WERKWIJZE
7 8 11 13 13 14 14
2 DE RUIMTELIJKE PROCESSEN
15
2.1 COMPLEX PROJECT: INDUSTRIETERREIN OP DE BERG (OP TE STARTEN) 2.2 GRUP ENCLAVES GROTE EENHEID NATUUR HOGE KEMPEN 2.2.1 CONTEXT VAN DE HERBESTEMMINGSACTIE 2.2.2 ONDERWERP VAN HET GRUP 2.2.3 STAND VAN ZAKEN VAN HET GRUP
15 15 15 16 26
3 UITBREIDING NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN
27
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
27 28 28 28 28
MASTERPLAN+ ’T EILANDJE DUINENGORDEL STUDIE KLAVERBERG (PROJECT ANB) CONNECTERRA
4 DE CONCRETE INFRASTRUCTUURPROJECTEN
30
4.1 DE N75 30 4.1.1 ONTSNIPPERING N75 30 4.1.2 DE LIM-B-RUG 30 4.2 KWALITEITSIMPULS WANDELEN (PIETERSHEIM & KATTEVENNEN ) 31 4.3 PAPENDAALHEIDE 34 4.4 FIETSEN DOOR DE HEIDE – WEG NAAR HEIWICK 35 4.5 HET AFSLUITEN VAN DE DAALBROEKSTRAAT 38 4.6 DE ECORECREATUNNEL VOSSENBERG 40 4.7 HAALBAARHEIDSSTUDIE ECOLOGISCHE VERBINDING GROEVE KIKBEEKBRON – GROEVE BERG41 5 DE ONDERSTEUNING VAN DIVERSE DOSSIERS
VOORTGANGSRAPPORT 07
42
5
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
5.1 INTERN: DOSSIER UNESCO WERELDERFGOED 5.2 EXTERN 5.2.1 INDIGO - ONDERZOEKSPROJECT 5.2.2 GRUP LIETEBERG 5.2.3 LANAKEN – VOEREN 5.2.4 DIVERSE STUDENTENPROJECTEN
42 43 43 44 44 45
6 OVERZICHT VAN DE OVERLEGMOMENTEN IN DE VERSLAGPERIODE (JAN NUIJENS EN JEROEN GILISSEN) 46 7 BIJLAGEN
VOORTGANGSRAPPORT 07
46
6
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
1 1.1
DE UITGANGSPUNTEN VAN DIT STRATEGISCH PROJECT HET NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN De Hoge Kempen is één van de 11 “Grote Landschappelijke Eenheden (GLE)” in Limburg en is met meer dan 10 000 ha bosen natuurgebied één van de natuurrijkste regio’s in Vlaanderen. De Hoge Kempen zijn gevormd door een puinkegel van de Maas in het pleistoceen. Op de Hoge Kempen liggen nog grote natuurgebieden zoals de Duinengordel, Bergerven, de Klaverberg en het stiltegebied “Zwarte Put” in Zutendaal. In 2006 werd in de Hoge Kempen het allereerste Nationaal Park in België gecreëerd rond de meest samenhangende en centraal gelegen natuurgebieden van de Hoge Kempen.
Figuur 1: Hoge Kempen binnen de grote Landschappelijke Eenheden Provincie Limburg Grote delen van het Nationaal Park Hoge
Kempen (NPHK) zijn onderdeel van het Europese Natura-2000-netwerk, met zowel Vogel- als Habitatrichtlijngebieden. In die hoedanigheid zijn ook grote delen van het NP opgenomen in de eerste fase van het Vlaams Ecologisch Netwerk. Deze speciale beschermingszones volgens de Vogel- en Habitatrichtlijn vormden een belangrijk afwegingscriterium in de vastlegging van de perimeter van het Nationaal Park Hoge Kempen (NPHK) om zo een bijdrage te leveren aan de uitvoering van de beide Europese richtlijnen. Grote delen van het Nationaal Park hebben een groene bestemming op de gewestplannen of ruimtelijke uitvoeringsplannen. Het Nationaal Park als natuurgebied wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het Nationaal Park project wordt gecoördineerd door een projectbureau dat Figuur 2: Nationaal Park als gebied binnen de Hoge Kempen onderdeel is van het Regionaal Landschap Kempen & Maasland (RLKM). Dit RL coördineert met andere teams eveneens de territoriale ontwikkelingen van de GLE’s Rivierpark Maasvallei en Grenspark Kempen~Broek. In het “Masterplan Nationaal Park Hoge Kempen” (2002) werd samen met het Vlaams Gewest, de Provincie Limburg en de 6 direct betrokken gemeenten een blauwdruk opgemaakt voor een ambitieus
VOORTGANGSRAPPORT 07
7
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
behoud, herstel en ontwikkeling van kwaliteitsvolle open ruimte met een tijdshorizon van meer dan 30 jaar. Dit liet toe een geïntegreerd beleid te voeren met veel oog voor innovatie op het vlak van bezoekersopvang, verknoping van natuurbehoud met lokale economie, natuurgericht toerisme, recreatief medegebruik, gebiedsbranding,... Het project kreeg o.a. omwille van deze aanpak veel (inter)nationale waardering en groeide uit tot een op internationale fora (World Conservation Union, Europarc Federation,..) vaak geciteerd referentieproject inzake integrale kwaliteitszorg voor het buitengebied in dichtbevolkte regio’s. Vele concepten (fietsroute-netwerk, grote landschappelijke eenheden, projectbureau-werking, gebiedseigen randinfrastructuur, corporatieve identiteit, …) die in Vlaanderen en Nederland gemeen goed geworden zijn, vonden in de Hoge Kempen hun oorsprong. Sinds 2010 werkt het projectbureau aan een dossier om het ruraal industrieel landschap rond en van het Nationaal Park Hoge Kempen (samen met de aangrenzende mijnsites van Eisden, Winterslag, Waterschei en Zwartberg) te laten erkennen als UNESCO-Werelderfgoed.
1.2
DE ENCLAVES VAN HET NATIONAAL PARK
De ruimtelijk strategische projecten zijn geschreven en focussen op de zogenaamde “enclaves” van het Nationaal Park. De enclaves werden gedefinieerd in het Masterplan van het Nationaal Park in 2002. Bijna de helft zijn delfstoffenwinningsgebieden.
Figuur 3: Situering van de enclaves in het masterplan uit 2002
De enclaves zijn gebieden die op dit ogenblik geen groene bestemming hebben op het gewestplan maar ze op termijn zouden moeten krijgen. Indien dit niet mogelijk is dan moeten ze in ieder geval een invulling krijgen die verenigbaar is met de doelstellingen van het Nationaal Park. Het gaat om de volgende enclaves (nummering en benaming volgens Masterplan, zie ook verder):
VOORTGANGSRAPPORT 07
8
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
1. 2. 3.
Oude Grindgroeve LKW, Groeve Algri (Bormans, Algri, Bioterra, ..), Delfstoffenwinningsgebied MHZ (Mechelse Heide Zuid), Delfstoffenwinningsgebied MHN (Mechelse Heide Noord), 4. Industrieterrein “Op de Berg”, 5. Witzandgroeve “Berg”, 6. Witzandgroeve “ Kikbeekbron”, 7. Klooster van Opgrimbie, 8. Rallycrosscircuit “Duivelsberg”, 9. Centrum voor Asielzoekers “Ter Dennen”, 10. Kinderverblijf “Molenberg”.
De enclaves hebben een bestemming op het gewestplan die niet overeenkomt met de doelstellingen van het NPHK. Voor elke enclave, of voor enkele enclaves samen, wordt een uniek ruimtelijke proces gevolgd dat er op termijn toe moet leiden dat de activiteit ofwel verdwijnt, rustiger wordt of overgaat naar natuurgebied. Volgende kaart situeert de enclaves op het gewestplan. Hieruit blijkt duidelijk dat de overwegende bestemmingen in het NPHK natuurgebieden zijn. Het is de bedoeling dat op termijn, een periode van 20 – 30 jaar, het hele Nationaal Park een groene bestemming heeft of tenminste een natuurgerichte activiteit krijgt.
Figuur 4: Situering enclaves in het Nationaal Park
VOORTGANGSRAPPORT 07
9
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
Figuur 5: Situering van de enclaves op het gewestplan (het masterplan uit 2002) Na13 jaar kan vastgesteld worden dat zeker in 2 enclaves een aanzienlijke vooruitgang is geboekt: 1. In de grind- en zandgroeve Kikbeekbron (Sibelco) is de ontginning gestopt. Het gebied is heringericht als natuurgebied zoals voorzien in het gewestplan en wordt ook ontwikkeld en beheerd door het ANB. 2. In de witzandgroeve “Berg” werd de fabriek (Sibelco) ontmanteld. Er werd een nieuwe fabriek gebouwd in de groeve Mechelse Heide Zuid. Tevens werd een leiding aangelegd (via GRUP) om het zand te pompen van groeve Berg naar groeve MHZ. Hierdoor kon het vrachtverkeer verdwijnen aan de toegangspoort tot het NPHK aan de Salamander. In het eerste deel van de groeve “Berg” werd in het voorjaar 2014 het Zandloperpad aangelegd. Door de nabijheid van het vakantiehuis Fabiola is dit pad bijzonder ingericht voor mindervaliden.
VOORTGANGSRAPPORT 07
10
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
1.3
HET STRATEGISCH PROJECT “HEEL DE HOGE KEMPEN” – CONCLUSIES CONCLUSIES
Inhoudelijk werd het strategisch project “Heel de Hoge Kempen” aangevraagd en goedgekeurd om vooruitgang te boeken in de ruimtelijke processen m.b.t. de storende of hinderlijke enclaves van het Nationaal Park. Dergelijke strategische projecten worden door de Vlaamse overheid – departement Ruimte Vlaanderen – gesubsidieerd met de bedoeling alle actoren aan te moedigen om “een actieve rol te spelen in het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit in Vlaanderen”. Het project “Heel de Hoge Kempen” startte op 01/08/2012 met de aanstelling van Jan Nuijens als projectcoördinator. Hij wordt ondersteund door Jeroen Gilissen. Hij staat in permanente dialoog met Johan Van Den Bosch, projectleider van het NPHK. Het project had een looptijd van 3 jaar en eindigde op 31/07/2015. Het eindrapport werd geleverd aan de bevoegde overheid op 17/08/2015. Al vlug bleek dat het project zich niet uitsluitend kon concentreren op de ruimtelijke enclaves maar dat ook ander ruimtelijke vraagstellingen aan bod kwamen in het project die vanuit het projectbureau begeleid, opgevolgd of beraadpleegd werden: • Project Ecovallei (verbinding onder de E314 tussen het zuidelijk deel van de witzandgroeve Berg en het natuurgebied Kikbeekbron), • Hoofdtoegangspoort Nationaal Park Connecterra, • Aanvraagdossier UNESCO – Werelderfgoed, • Uitbreiding Nationaal Park Hoge Kempen richting Maaseik. • Diverse projecten: kolenspoor, weg naar Heiwick, INDIGO, Zandloperpad, enz. Tijdens het proces werd door Ruimte Vlaanderen herhaaldelijk aangedrongen om een programma te schrijven met een duidelijke ruimtelijke en procesmatige strategie. Het project stelde inderdaad vast dat een aantal enclaves thematisch konden geclusterd worden: • De bebouwde enclaves: Molenberg, Klooster Opgrimbie, Ter Dennen en (nadien toegevoegd) het Mosselhuis, • De ontginningen met nabestemming natuur (6 groeves), • De enclaves met ontginning als middel (2 projecten), • De Duivelsberg (als uniek project).
Figuur 6: Clustering van de enclaves in het Nationaal Park
VOORTGANGSRAPPORT 07
11
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
Het project maakte ook een aantal cruciale vaststellingen (nota 9/9/2014) • • • • • • • • •
• • • •
VASTSTELLING 1: de bebouwde enclaves zouden theoretisch best gekoppeld worden in één GRUP maar in de praktijk is dit niet realistisch, VASTSTELLING 2: planprocesmatig moeten twee afzonderlijke groevengebieden onderscheiden worden (omgeving Mechelse Heide en omgeving groeve Berg), VASTSTELLING 3: er is nood aan een globaal inrichtingsplan voor het groevengebieden rond de Mechelse Heide, VASTSTELLING 4: de ontmanteling van het industrieterrein Op de Berg wacht op de start van het GRUP-proces (nvdr dit wordt later het complex project), VASTSTELLING 5: de herinrichting van het Industrieterrein Op de Berg moet geplaatst worden in het ruimer landschappelijk kader (vaststelling 3.), VASTSTELLING 6: de herlocatie Duivelsberg dwingt vraag af naar maatschappelijk draagvlak voor (rally)crossparcours in Vlaanderen, VASTSTELLING 7: de bevoegdheid voor het RUP Duivelsberg is zeker niet gemeentelijk, VASTSTELLING 8: het masterplan uitbreiding NP-noord zal bepalen of in dit gebied ruimtelijke planprocessen moeten opgestart worden, VASTSTELLING 9: de studie Klaverberg en de projecten Duinengordel, Rivierpark Maasvallei en de uitbreiding Nationaal Park-Noord zou een testcase kunnen zijn voor een conventie over nieuwe landschappelijke gebiedscategorieën in Vlaanderen, VASTSTELLING 10: vraag : moet het PRUP Bipool Eisden – Lanklaar herzien worden? VASTSTELLING 11: vraag: is er nood aan een globaal inrichtingsplan voor Terhills ? VASTSTELLING 12: het Nationaal Park Hoge Kempen is ook belangrijk voor Maastricht, VASTSTELLING 13: er moet ook werk gemaakt worden van de uitbreiding Nationaal Park – Zuid met Kattevennen als echte poort,
VASTSTELLING 14: niets kan uitgevoerd worden zonder draagvlak. Deze vaststelling is waarschijnlijk de belangrijkste van het hele project, vooral dan de omzetting, het terreinwerk er van. Immers, uit de praktijk bleek dat het succes van het opstarten van de ruimtelijke processen niets te maken had met het inzicht over ruimtelijke clustertering, noch met het vaststellen van een gelijkaardige ruimtelijk thematiek. Het succes voor het opstarten van een ruimtelijke initiatief was vooral het resultaat van het bereiken van een bestuurlijk en uitvoerend draagvlak. Het werken aan, en het bereiken van, draagvlak met de verschillende stakeholders blijft een belangrijke krachtbron voor de werking van de Regionale Landschappen, waaruit ook dit ruimtelijk strategisch project zijn inspiratie haalt.
Figuur 7: Lucas van Leyden, het schaakspel (1508)
VOORTGANGSRAPPORT 07
12
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
Het bereiken van draagvalk en bestuurskracht kan beschouwd worden als een schaakspel waarin met de kracht en tegenstand van iedere pion het schaakbord zet per zet wordt verplaatst met de ambitie de koning in te palmen. Dit betekent ook wel dat het spel kan verloren worden of in remise terecht kan komen. Er kan ook opnieuw gespeeld worden volgens een andere strategie. Een schaakklok is tijdens dit gebiedsgericht schaakspel nog niet van toepassing. Het succes en de mechanismen van de gebiedsgerichte werking van de Regionaal Landschappen is uitvoerig beschreven in het boek “ Landschappen voor het Leven”, Johan Van Den Bosch, 2015.
1.4
“HOGE KEMPEN VERANKERD” VERANKERD” : NIEUWE ACCENTEN
Het strategisch project “Hoge Kempen verankerd” vloeit voort uit het strategisch project “Heel de Hoge Kempen”. Het project “Heel de Hoge Kempen” was namelijk niet afgerond. Eind 2014 keurde de Minister een nieuw project goed onder de naam “Hoge Kempen verankerd”. Dit project sluit naadloos aan op het vorige project, pikt de opgestarte procedures op maar agendeert ook een aantal nieuwe projecten. Het project kan als het volgt ingedeeld worden: 1.4.1
GENERIEKE TAKEN
De opvolging en begeleiding van de opgestarte ruimtelijke processen: • De opvolging en begeleiding van het complex project “industrieterrein Op de Berg” • De opvolging van het GRUP ruimtelijke enclaves • .. De opvolging van processen die te maken hebben met de uitbreiding van het Nationaal Park Park • De uitbreiding van het Nationaal Park naar het noorden met de inkanteling van het gebied Duinengordel en het gebied Klaverberg, • De draagvlakvorming rond de uitbreiding van het Nationaal Park Hoge Kempen naar het noorden, • De opvolging van het project ecorecreaduct Vossenberg, • .. De concrete infrastructuurprojecten die te maken hebben met de optimalisering van de recreatieve ontsluiting en ontsnippering van het Nationaal Park: • Het afsluiten van de Daalbroekstraat, • De bouw van een fietsbrug op de Weg naar Heiwick, • De ecotunnel onder de Vossenberg, • De ecologische brug over de N75, • De Spartacuslijn door het Nationaal Park. • …. De ondersteuning en opvolging van diverse onderzoeksprojecten onderzoeksprojecten, projecten, wedstrijden, enz. • Het INDIGO project • Het UNESCO – Werelderfgoed • Het project Lanaken – Voeren •
VOORTGANGSRAPPORT 07
13
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
1.4.2
BIJZONDER AANDACHTSPUNT: AANDACHTSPUNT: DE RANDEN
Ruimte Vlaanderen werd gevraagd meer aandacht te besteden aan de “randen” van het Nationaal Park. De randen zijn een geïntegreerd aandachtspunt dat in de globale werking van RLKM niet veronachtzaamd wordt en een aandachtspunt is in vele projecten van RKLM: • het project Beeldschone Parkrand (PDPO project - afgerond in 2015), • het geplande kaderend landschapsplan dat beeldkwaliteit moet leveren in de omgeving van de poort naar As (zie 2.1 complex project), • het engagement voor de inrichting van het Kolenspoor rond het stationnetje van As (studie buiteninrichting (algemene werking landschapscoördinator RLKM)), • de doortocht van de Spartacuslijn door het NP (zie 4.4: ecoverbinding Berg/Kikbeekstudie Cluster/Witteveen en Bos, 2015), • The battle of Connecterra (zie 3.5), • De verbindingen tussen het Nationaal Park en het Rivierpark Maasvallei (zie 5.2.2 en 5.2.3), • Een uitwerken van een oefening rond landschappelijke gebiedscategorieën, • Het strategisch project Kolenspoor, • het engagement voor de studie Lanaken – Voeren, poort Pietersheim, dat oa. focust op deze thematiek (zie 5.2.2), • …
1.5
DE WERKWIJZE
Het project “Hoge Kempen verankerd” startte op 01/08/2015 met de verlenging van de aanstelling van Jan Nuijens als projectcoördinator. Hij wordt ondersteund door Jeroen Gilissen. Hij staat in permanente dialoog met Johan Van Den Bosch, projectleider van het NPHK. Het project heeft een looptijd van 3 jaar en zal eindigen op 31/07/2018. In de meeste van de hierboven vermelde enclaves werden in het vorig project al ruimtelijke processen gestart die door dit project verder worden opgevolgd, begeleid en hopelijke afgerond. Dit rapport steunt op het eindrapport van het vorige project. Voor meer informatie wordt verwezen naar de voortgangsrapporten 01 – 05 en het eindrapport van het project “Heel de Hoge Kempen” zie http://rsv.vlaanderen.be/RSV/Strategischeprojecten . In functie van de verslaggeving van dit rapport werd het vorig rapport grondig ingekort, herschreven en gestructureerd. Op die manier zou het moeten kunnen gelezen worden als een autonoom rapport. Het moet ook dienen als basisrapport voor het verdere project. Dit eerste voortgangsrapport rapporteert over de initiatieven die werden genomen in de eerste periode van dit project, die liep van 1/08/2015 tot 31/01/2016. Het is een groeirapport. In de volgende 5 fasen van het project zullen die activiteiten in het vet worden gemarkeerd die gedurende de verslagperiode aan bod kwamen tot het tenslotte gebundeld wordt tot eindrapport. Het rapport rapporteert volgens de volgende systematiek: 1. De ruimtelijke processen, 2. De uitbreiding van het Nationaal Park, 3. De concrete infrastructuurprojecten, 4. De kwaliteitsimpulsen, 5. De diverse projecten. Dit document dient vertrouwelijk te blijven omdat er een aantal onderwerpen besproken worden waarover nog discretie gevraagd wordt, met name het complex project en de uitbreiding van het Nationaal Park.
VOORTGANGSRAPPORT 07
14
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
2
DE RUIMTELIJKE PROCESSEN
2.1
COMPLEX PROJECT: PROJECT: INDUSTRIETERREIN OP DE BERG (op te starten)
2.2
GRUP ENCLAVES GROTE EENHEID NATUUR NATUUR HOGE KEMPEN
2.2.1 CONTEXT VAN DE HERBESTEMMINGSACTIE HERBESTEMMINGSACTIE Het Masterplan voor het Nationaal Park voorziet dat een aantal enclaves – storende activiteiten – moeten verdwijnen uit het Nationaal Park. Dit kan alleen maar definitief door de enclaves te herbestemmen naar natuurgebied. In 2012 werd – daaraan gekoppeld – het Vlaams ruimtelijk strategisch project “Heel de Hoge Kempen” goedgekeurd. Dit project kwam tot inzicht dat het herbestemmen van de enclaves niet gelijktijdig en ook niet thematisch kan gebeuren, maar dat het vooral een kwestie is van beleidsmatig draagvlak. Op dit ogenblik is voor 6 gebieden het draagvlak voldoende groot dat kan overgegaan worden tot een eerste gecoördineerde herbestemmingsactie. Het betreft de enclaves Molenberg en Duivelsberg. Daarnaast is er ook het Mosselhuis, een recreatiegebied dat nog rechtstreeks ontsloten wordt op de N75, dat gelegen is buiten de perimeter van het Nationaal Park, maar wel in de invloedssfeer ligt van een mogelijke uitbreiding. Het betreft herbestemmingen van een zone voor openbaar nut (Molenberg) of recreatiegebied (Mosselhuis, Duivelsberg) naar natuurgebied. Vervolgens wordt met dit GRUP ook het woongebied Reihaag, dat de Op de berg gemeente Maasmechelen niet wenst te realiseren, herbestemd naar natuurgebied. Ook het Industrieterrein Op de Berg werd opgenomen met als enige doel een bewarend voorschrift te schrijven dat een bouwverbod oplegt voor dit bedrijventerrein. Tenslotte werd in dit GRUP een militair gebied Militair gebied opgenomen waarvan eerder reeds de vraag was gesteld om het te desaffecteren en te integreren in het Nationaal Park
Figuur 8: Overzicht van de belangrijkste enclaves uit het plan van 2002 + Reihaag en Mosselhuis
VOORTGANGSRAPPORT 07
15
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
2.2.2
2.2.2.1
ONDERWERP VAN HET GRUP
ENCLAVE MOLENBERG
Figuur 9: Luchtfoto Molenberg
Bestaande situatie: Molenberg ligt midden in het Nationaal Park, op het grondgebied van de gemeente Lanaken. Molenberg is midden vorige eeuw gebouwd als “Kolonie voor verzwakte kinderen”. Rond 1950 werd een groot hoofdgebouw en een directeurswoning gebouwd. Nadien werden nog een aantal paviljoenen opgericht maar die hebben niet dezelfde allure als het hoofdgebouw. Het hoofdgebouw staat intussen op de inventaris van onroerend erfgoed Vlaanderen. Het ANB werd (dankzij een financiering door LRM/LISOM) in 2004 eigenaar van de gronden en van de gebouwen. Eind 2014 is de huur verstreken en staan de gebouwen leeg. Het gebied heeft een bestemming als “zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut”. De oppervlakte bedraagt 6ha.
VOORTGANGSRAPPORT 07
16
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
Figuur 10: 10 Huidige bestemming gewestplan Molenberg
Gewenste situatie: situatie: De hele zone moet een bestemming krijgen als natuurgebied, met uitzondering van het hoofdgebouw. Het hoofdgebouw blijft behouden met mogelijkheid om (in een deel van het gebouw) een accommodatie te exploiteren die zich ent op de stilte en rust van het Nationaal Park Hoge Kempen. Gedacht wordt aan een berghut of een stilteherberg. De gemeente Lanaken neemt zelf geen standpunt in en beschouwt Molenberg als een zaak van het ANB en het RLKM. Er zou wel een onderhandeling moeten plaats vinden om de Daalbroekstraat af te sluiten voor doorgaand verkeer (zie verder).
Figuur 11: 11 Gewenste bestemming Molenberg Molenberg
VOORTGANGSRAPPORT 07
17
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
2.2.2.2
ENCLAVE DUIVELSBERG
Figuur 12: 12 Luchtfoto Duivelsberg
Bestaande situatie: Duivelsberg is een rallycrosscircuit dat gelegen is aan de voet van het Kempisch Plateau op het grondgebied van de gemeente Maasmechelen. Duivelsberg werd rond de jaren 60 van vorige eeuw aangelegd in een heide- en vengebied aan de voet van het Kempisch Plateau. Er werden pistes, gebouwen en parkings aangelegd die noodzakelijk gekoppeld waren aan de uitbating van het circuit. Jaarlijks vinden een 10-tal crossen plaats. De gemeente Maasmechelen is eigenaar van de gronden en geeft de concessie aan de rallycrosvereniging. De milieuvergunning verstrijkt in 2019. De gemeente Maasmechelen gaat die milieuvergunning niet verlengen. Het gebied heeft nu een bestemming als “zone voor dagrecreatie”. De oppervlakte bedraagt 13 ha.
VOORTGANGSRAPPORT 07
18
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
Figuur 13: 13 Huidige bestemming gewestplan Duivelsberg
Gewenste situatie: situatie: De hele zone krijgt een bestemming als natuurgebied. Er worden geen andere functies toegelaten en het heide- en vengebied moet hersteld worden. De gemeente Maasmechelen is niet van plan een dossier in te dienen naar planschade. Het perceel zal, zoals andere eigendommen van Maasmechelen in het Nationaal Park, in concessie gegeven worden aan het Agentschap voor Natuur en Bos.
Figuur 14: 14: Gewenste bestemming Duivelsberg
VOORTGANGSRAPPORT 07
19
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
2.2.2.3
ENCLAVE MOSSELHUIS
Figuur 15: 15: Luchtfoto bestaande situatie
Bestaande situatie: situatie: Het Mosselhuis is een recreatiegebied langs de N75 op het grondgebied van de stad Dilsen – Stokkem. De enclave ligt niet in het Nationaal Park, maar bij een onderzoek naar een mogelijke uitbreiding van het Nationaal Park richting Bergerven, bleek dat deze zone dezelfde kenmerken heeft als andere enclaves. Het recreatiegebied is nooit gemeentelijk ontwikkeld. Het is op dit ogenblik een restaurant. Het AWV wijst erop dat dit perceel rechtstreeks aansluit op de N75, primaire weg Type II. Dit wordt niet toegelaten en is een bijkomend argument vanuit verkeersveiligheid om deze bestemming op te heffen. Het perceel is in particulier bezit. De eigenaar wenst te verkopen. Dit wordt gezien als een opportuniteit om eindelijke komaf te maken met dit soort van landschappelijke ruis.
VOORTGANGSRAPPORT 07
20
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
Figuur 16: 16: Huidige gewestplan Mosselhuis
Het ANB bereikte eind 2015 een overeenkomst over de aankoopprijs. De verwachting was dat het ANB 60 % zou financieren en RV 40 % binnen het kader van de verweringsubsidiemogelijkheid. Eind oktober 2015 werd een aanvraagdossier opgesteld voor medefinanciering van 40 % van de aankoop van deze strategisch onhoudbaar en onlogisch gelegen bestemming. Deze verwervingssubsidie kan pas vanaf het moment dat de plenaire vergadering voor het RUP heeft plaatsgevonden. De aanvraag werd toch niet ingediend omdat het tenslotte niet mogelijk bleek dat de ene Vlaamse administratie subsidie geeft aan een andere voor de verwerving van een gebied. Er wordt gezocht naar een nieuwe mogelijkheid om het gebied te verwerven. Intussen werd ook contact opgenomen met BOS+ maar deze hebben gemeld niet geïnteresseerd te zijn. Er wordt verder gezocht naar een systeem waarbij RV, het ANB, BOS+ en Dilsen-Stokkem betrokken zijn. Het gebied heeft nu een bestemming van “zone voor dagrecreatie”. De oppervlakte bedraagt 1,7 ha. Gewenste situatie: situatie: De hele zone krijgt de bestemming van natuurgebied. Er worden geen andere functies toegelaten en het gebied zal, zoals de omliggende zones, bebost worden. De eigenaar heeft voor een beperkt deel van zijn bestemming, waarschijnlijk recht op planschade maar in de overeenkomst met de eigenaar werd betekend dat hij die niet mag opeisen. De eigenaar heeft ook bedongen dat hij tot zijn pensioenleeftijd (2020) op het perceel kan verblijven.
VOORTGANGSRAPPORT 07
21
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
Figuur 17: 17: Gewenste bestemming Mosselhuis
2.2.2.4
Gebied Reihaag eihaag
Bestaande situatie: situatie: Aan de oostrand van het Mechels Bos zijn op het gewestplan twee grote delen niet als natuurgebied bestemd, maar als woonuitbreidingsgebied en gebied voor gemeenschapsvoorzieningen. Voor beide gebieden maakte de gemeente Maasmechelen in het verleden reeds BPA’s. De gebieden worden mee opgenomen in het GRUP op aanvraag van de gemeente Maasmechelen. -
-
Ongeveer driekwart van het oorspronkelijke woonuitbreidingsgebied is via het BPA Reihaag reeds in 1992 omgezet naar natuurgebied, het resterend deel bleef voorbehouden voor sociale huisvesting (BPAart. 17). De gemeente Maasmechelen wenst thans ook het resterende deel van dit woonuitbreidingsgebied (9 ha) niet langer te ontwikkelen. Het terrein is eigendom van een huisvestingsmaatschappij. Het valt ook buiten de afbakening van het kleinstedelijk gebied Maasmechelen. Het gebied voor gemeenschapsvoorzieningen is maar voor klein deel (ca. 5 ha) effectief ontwikkeld door Home Fabiola. Het resterend deel (25 ha) is een aaneengesloten waardevol bos. Het gebied voor gemeenschapsvoorzieningen ligt wel binnen de afbakening van het kleinstedelijk gebied Maasmechelen.
Gewenste situatie: situatie: De gemeente Maasmechelen bereidt een planninginitiatief voor nieuwe zorginfrastructuur ten noordoosten van Home Fabiola (project Zorgbos) voor. Die ontwikkeling wordt voorzien tegen het bestaande woongebied aan en zou ook deels terecht komen binnen het bestaande natuurgebied. De gemeente zou in ruil daarvoor wel een groot deel van het gebied voor gemeenschapsvoorziening willen omzetten naar natuurgebied. De mogelijke herbestemmingen van (delen van) van het gebied voor gemeenschapsvoorziening en het woonuitbreidingsgebied zal verder afgestemd en onderzocht moeten worden in relatie tot de plannen van de gemeente Maasmechelen voor het Zorgbos. Gelet op de eigendomsstructuur van het gebied, kan bv. de inzet van het instrument ‘herkaveling uit kracht van wet met planologische ruil’ onderzocht worden. Het is aangewezen het geheel van de verschillende
VOORTGANGSRAPPORT 07
22
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
ontwikkelingen aan de rand van het kleinstedelijk gebied vanuit een samenhangend ruimtelijk ontwikkelingsperspectief te benaderen. In die zin is ook de visievorming inzake mogelijke ontwikkeling gerelateerd aan het Kolenspoor en vml. Station Eisden-Mijn relevant (T.OP Limburg).
Figuur 18: 18: Huidige bestemming Gewestplan 1980 / BPA Reihaag 1992
Figuur 19
: Gewenste bestemming Reihaag Reihaag
VOORTGANGSRAPPORT 07
23
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
2.2.2.5
Industrieterrein Op de berg
Figuur 20: 20: Luchtfoto bestaand bedrijventerrein
Bestaande situatie Het industrieterrein Op de Berg is een bedrijventerrein van 60 ha waar in het verleden reeds beleidsmatig voorgesteld is dat het op termijn moet uitdoven. Het traject dat voorbereid wordt, gaat er van uit dat via grind- en zandwinning voldoende financiële baten zouden gegenereerd kunnen worden waarmee de aankoop van het bedrijventerreinen gefinancierd kan worden. Via deze ontginning zou vervolgens een nieuw natuurgebied ontstaan dat dan een nieuw onderdeel van het nationaal park zal vormen. Op 1 oktober 2015 vond een startoverleg plaats om deze ontwikkeling aan te pakken via de nieuwe procedure voor ‘complexe projecten’ zoals die via het decreet van 25 april 2014 betreffende de complexe projecten is mogelijk gemaakt. De nieuwe procesaanpak van complexe projecten bestaat uit vier fases (verkenningsfase, onderzoeksfase, uitwerkingsfase en uitvoeringsfase) met drie vaste beslismomenten (startbeslissing, voorkeursbesluit en projectbesluit) en twee openbare onderzoeken (ter voorbereiding van het voorkeurs- en projectbesluit). Deze nieuwe aanpak staat garant voor een efficiënt en kwaliteitsvol proces, dat gericht is op de realisatie van een project binnen een aanvaardbare termijn en met een zo groot mogelijk draagvlak.
VOORTGANGSRAPPORT 07
24
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
Figuur 21: 21: Huidige bestemming gewestplan
Gewenste situatie: situatie: In afwachting van een voorkeursbesluit – en op aanvraag van de gemeente Maasmechelen – is het aangewezen dat op korte termijn wél een bouwverbod geldt op het bestaande bedrijventerrein. Dit bouwverbod kan bereikt worden door een bestemmingsvoorschrift dat moet vermijden dat er nog nieuwe ontwikkelingen en investeringen plaatsvinden op het bedrijventerrein die de uitdoving en de realisatie van het complex project voor de ontginning en natuurontwikkeling zouden moeilijk maken.
Figuur 22: 22: Contouren van het bewaren voorschrift dat een verbod oplegt.
2.2.2.6
Militair ilitair domein Zutendaal
VOORTGANGSRAPPORT 07
25
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
Bij de voorbereiding van het GRUP dook een zesde gebied op. Bij een desaffectatieonderzoek had defensie een deel van het militair domein in Zutendaal geschrapt. Er was nog geen procedure opgestart maar het lijkt aangewezen om dit gebied, dat in het NP ligt, mee op te nemen in dit proces.
Figuur 23: 23: Huidige situatie gewestplan
Figuur 24: 24: Nieuwe bestemming
2.2.3
STAND VAN ZAKEN VAN HET GRUP
Op 10/12/2015 werd op het coördinatieplatform coördinatieplatform AGNAS het GRUP “ Enclaves grote eenheid natuur Hoge Kempen” geagendeerd. Bedoeling is dat in 2016 dit GRUP aan de procedure wordt onderworpen en goedgekeurd.
VOORTGANGSRAPPORT 07
26
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
3
UITBREIDING NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN
3.1
MASTERPLAN+ ASTERPLAN+
In 2012 werden de eerste gesprekken gevoerd en schetsen gemaakt i.v.m. een uitbreiding van het Nationaal Park in noordelijke richting. Zo werd contact opgenomen met Limburgs Landschap, de VZW die Bergerven beheert, het ANB en de steden Maaseik en Dilsen-Stokkem. In het toekomstig concept zou de Camping “’t Eilandje” als toegangspoort kunnen functioneren. Op basis van de gesprekken werd een eerste visie ontwikkeld en een aantal strategische projecten en aandachtspunten geselecteerd. Op 11/12/2014 vond een eerste uitgebreid overleg plaats van de stuurgroep die werd ingesteld voor de begeleiding van deze uitbreiding. Daaruit kon afgeleid worden dat het draagvlak voor een kwalitatieve uitbreiding nog niet verzekerd was, maar dat daar wel verder aan moet gewerkt worden. In de verslagperiode werden geen initiatieven ondernomen naar de stuurgroep met betrekking tot het beleidswerk over de uitbreiding van het Nationaal Park. Wel houden een divers palet van projecten verband met draagvlakcreatie over deze uitbreiding (voorzien 2016): • • • • • • • • •
het kaderend landschapsplan uit het complex project industrieterrein Op de Berg (voorzien 2016), het GRUP rond de enclave Mosselhuis (voorzien 2016), het lastenboek en de studie voor de ecorecreaduct over de N75 (LNE, voorzien 2016), de realisatie van de ecovallei Vossenberg (voorzien 2016), de aanleg van de Hoeveweg (voorzien 2016), De begeleiding van een groep studenten van de universiteit Luik over de integratie van de Haumont wijken in het Nationaal Park, De begeleiding van de thesis van de student Kasper Janssen (2015), Een vingeroefening van uit de grindsector over de ontsnippering van de N75, …
Als de realisaties van al deze projecten bekend zijn en nieuwe bouwstenen worden aangeleverd voor de uitbreiding van het Nationaal Park, lijkt het zinvol om een volgende stuurgroepvergadering te houden. Dit zal waarschijnlijk gebeuren in 2017. In ieder geval zal het politiek fiat voor de aanleg van de ecorecreaduct bepalend zijn voor deze uitbreiding.
VOORTGANGSRAPPORT 07
27
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
3.2
’t EILANDJE EILANDJE
Op te starten besprekingen met Maaseik
3.3
DUINENGORDEL DUINENGORDEL
Vanaf 2013 neemt het RLKM maandelijks deel aan het overleg van het Projectteam, Stuurgroep en beheerscomité van de Duinengordel. Dit is vooral een ondersteunend en kennis uitwisselende samenwerking. Intussen werd het strategisch project voor de Duinengordel niet verlengd. Zowel vanuit het ANB als vanuit de gemeente Meeuwen – Gruitrode werd de vraag gesteld te onderzoeken hoe de werking van het projectbureau kan ingekanteld worden in de werking van het projectbureau van het Nationaal Park en hoe de ruimtelijke strategieën beter op elkaar kunnen afgesteld worden.
3.4
STUDIE KLAVERBERG (project ANB)
In 2015 werd door het Agentschap voor Natuur & Bos een studieopdracht uitgeschreven voor het uitwerken van een structuurvisie voor de bos- en natuurgebieden en omgeving van de Klaverberg, Opglabbekerzavel, Heiderbos, Moorsberg, Roexeinde en het Kolenspoor in As, Genk en Opglabbeek. De opdracht werd toegekend aan het ontwerpbureau BUUR. Het projectbureau Nationaal Park Hoge Kempen is nauw betrokken in de project- en stuurgroep om de structuurvisie mee vorm te geven op vlak van ecologie, landschap, erfgoed en recreatie. Daarnaast is het RLKM houder van een subsidiedossier bij Toerisme Vlaanderen voor het project ‘Kwaliteitsimpuls Wandelen’. In dit project is een actie (actie 5 ‘Wandelgebied Klaverberg) opgenomen om een wandelroutenetwerk in te richten in dit gebied. Het RLKM zal in 2016 een recreatieplan opstellen, in nauw overleg met alle betrokken partners. Realisatie is voorzien voor einde 2016 – begin 2017. Totale investeringskost is geraamd op 83.000 euro.
3.5
CONNECTERRA
In 2013 werd het gebied ‘Connecterra’ en de aangrenzende gebieden die eveneens deel uitmaken van Terhills, via bewegwijzerde wandelpaden ontsloten. Een jaar later, in 2014, opende een onthaalpaviljoen (annex speeltuin), een sanitair paviljoen en een ‘Field Research Centre’ van de U.Hasselt. Tevens werd de schachtbok voor publiek toegankelijk gemaakt tot op niveau +12, en een centraal pad in halfverharding aangelegd. Verder werden, met het oog op de effectieve realisatie begin 2016, de voorbereidingen getroffen voor de plaatsing van een interactieve informatiewand in het bezoekersonthaal, een erfgoed fototentoonstelling in de schachtbok en een ‘app’ voor bezoekers. De belangrijkste ontwikkeling in 2015 is evenwel de start van de bouw van de ECOTRON door U.Hasselt. Er wordt verwacht dat deze bouwwerken medio 2016 klaar zullen zijn. De mogelijkheden
VOORTGANGSRAPPORT 07
28
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
om hieraan een bijkomend paviljoen (SUNark) te koppelen voor de opvang van bezoekers aan de Ecotron, werden onderzocht. Een realisatie is voorzien voor 2016. Naast het afwerken van de laatste acties uit de eerste fase, zoals de aanleg van een fietspad rondom de Vulexplas, werden de voorbereidingen getroffen voor de opstart van een tweede fase. Daartoe werden intensief gesprekken gevoerd met LSM over een herschikking van de resterende investeringsmiddelen en een vraag gericht aan Toerisme Vlaanderen om deze tweede fase te erkennen en te subsidiëren als Vlaamse kernattractie. Deze vraag werd evenwel eind 2015 tegen alle verwachtingen in afgewezen. Om de verdere ontwikkeling van Connecterra af te stemmen binnen het ruimere Terhills-project van MVDC/LRM, werd actief deelgenomen aan de Stuurgroep Terhills en aan billateraal overleg met MVDC en partners (Terhills Cablepark, Terhills Hotel,…) op de site en zal ook met Ruimte Vlaanderen en het ANB verder samengewerkt worden om de belangen van ruimtelijke kwaliteit en biodiversiteit verder te behandelen. Hoogtepunten waren het officiële bezoek van de Amerikaanse ambassadeur in België Denise Bauer (29/04/2015) en het Belgische Vorstenpaar (10/09/2015).
Figuur 25: 25: Ontwerpplan fietspad rondom Vulexplas
VOORTGANGSRAPPORT 07
29
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
4 4.1 4.1.1
DE CONCRETE INFRASTRUCTUURPROJECTEN DE N75 ONTSNIPPERING ONTSNIPPERING N75 N75
De N75 doorsnijdt het Nationaal Park Hoge Kempen. In 2012 stelde het Regionaal Landschap Kempen & Maasland in opdracht van het Agentschap Wegen en Verkeer, het Departement LNE en het Agentschap voor Natuur en Bos de nota ‘verkeersveiligheid en natuurontsnippering op het tracé van de N75’ op. Er waren vooral aanrijdingen met everzwijnen. In 2013/2014 werden het ecorastersplan uitgevoerd onder coördinatie van het Agentschap Wegen & Verkeer. De realisatie van de ontsnippering met 3 ecokokers wordt voorzien in 2015-2017 en is mee opgenomen in een LIFE – dossier. Hierover zou in het voorjaar 2016 een beslissing vallen.
4.1.2
DE LIMLIM-B-RUG
Figuur 26: 26: Beeldsimulatie van de LIMBRUG
De bouw van het Eco-recreaduct – dat intussen de naam LIMBRUG kreeg – over de N75 is gepland in 2018 en wordt geraamd op minsten 5 miljoen Euro. Het is een zeer strategisch project. Zonder de bouw van de LIMBRUG is een uitbreiding van het Nationaal Park niet mogelijk. Voor de realisatie wordt nog gezocht naar financiering. Vorig jaar werd met het departement LNE – Dienst Milieu-integratie, Economie en Infrastructuur – een bestek geschreven voor een studieopdracht voor het opmaken van een ontwerp, kostenraming en een bestek zodat – als de middelen gevonden
VOORTGANGSRAPPORT 07
30
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
zijn – snel kan overgegaan worden tot aanbesteding. Deze studieopdracht wordt in het voorjaar gelanceerd.
4.2
KWALITEITSIMPULS WANDELEN (Pietersheim & Kattevennen )
De wandelgebieden van het Nationaal Park werden ingericht in 2006. In 2014 werd voor de wandelgebieden Pietersheim en Kattevennen, na overleg met alle betrokkenen, een eerste conceptnota opgesteld om een kwaliteitsimpuls te realiseren, rekening houdende met recente ontwikkelingen en inzichten. In 2015 werden beide dossiers verder uitgewerkt en voorbereid. Zo werd in 2015 een goedkeuring bekomen van Toerisme Vlaanderen voor een basisfinanciering van 35% voor beide dossiers. Voor het dossier Pietersheim werd inmiddels de projectfinanciering sluitend gemaakt. Het doel van de kwaliteitsimpuls is het realiseren van een betere ontsluiting van het wandelroutenetwerk vanaf het bezoekersonthaal (waterburcht), met een wandellus die rechtstreeks toegang geeft tot het Nationaal Park. Daarnaast wordt een zuidelijke uitbreiding gerealiseerd richting de site van de Heidemolen en een noordelijke uitbreiding naar de site van de Aspermansvijver. Realisatie is voorzien voor 2016. Voor Kattevennen wordt voorgesteld om de verouderde wandelinfrastructuur in het aanliggende Hei& Meibos te vernieuwen en de wandelingen toe te voegen aan het wandelgebied Kattevennen. Het gebied Papendaalheide wordt eveneens ontsloten in dit wandelgebied, en zorgt voor een recreatieve stapsteen tussen ‘Kattevennen’ en ‘Lieteberg’. Realisatie is voorzien voor 2016.
Figuur 27: 27: Kwaliteitsimpuls wandelen Kattevennen: Voor en na kwaliteitsimpuls
VOORTGANGSRAPPORT 07
31
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
Figuur 28: 28: Kwaliteitsimpuls wandelen Pietersheim: Voor en na kwaliteitsimpuls
VOORTGANGSRAPPORT 07
32
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
Figuur 29: 29: Werkkaart Werkkaart nieuwe wandellusse wandellussen sen Kattevennen
VOORTGANGSRAPPORT 07
33
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
Figuur 30: 30: Werkkaart nieuwe wandellussen Pietersheim
4.3
PAPENDAALHEIDE
Voor het gebied ‘Papendaalheide’ werd in 2015 door de gemeente Zutendaal een Masterplan opgemaakt. Dit masterplan heeft tot doel om een oude zandgroeve (circa 20 ha) om te vormen naar een landschappelijk en ecologisch waardevol gebied aan de rand en in de huisstijl van het Nationaal Park Hoge Kempen. Het gebied fungeert als ecologische en recreatieve stapsteen tussen de gebieden ‘Kattevennen’ (Genk) en ‘Lieteberg’ (Zutendaal). Naast de landschappelijke herinrichting van de groeve met onder andere heide- en venherstel, werden ook plannen gemaakt voor de recreatieve inrichting zoals het ontsluiten van het gebied op het wandelroutenetwerk van het Nationaal Park Hoge Kempen. Het inrichten van een BMX-parcours, de aanleg van infrastructuur zoals zitbanken, uitkijkpunten, infoborden en een parking ter hoogte van de surfclub. Voor de inrichting van het gebied in de recreatieve huisstijl van het Nationaal Park Hoge Kempen werd door de gemeente Zutendaal een projectsubsidie toegekend aan het RLKM voor een bedrag van 35.000 euro. Uitvoering is voorzien voor 2016.
VOORTGANGSRAPPORT 07
34
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
Figuur 31: 31: Masterplan Papendaalheide
4.4
FIETSEN DOOR DE HEIDE – Weg naar Heiwick
De Weg naar Heiwick is een gemeenteweg (zie figuur), behorende tot het grondgebied van de gemeente Maasmechelen. De weg heeft een breedte van 8m en een lengte van 3,75 km. De weg werd in 2006 afgesloten voor autoverkeer. Tot op heden wordt een gedeelte van de weg gebruikt door Sibelco NV als ingangsweg naar de groeve. De frequentie aan vrachtverkeer zal vanaf 2014 sterk dalen naar gemiddeld 6-7 vrachtwagens per week.
Figuur 32. 32. Tracé Weg naar Heiwick Heiwick
Op vraag van het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Maasmechelen werd door het Regionaal Landschap Kempen & Maasland een projectnota opgesteld om de weg naar Heiwick te versmallen en om te vormen tot een fietspad (als onderdeel van het toeristisch fietsroutenetwerk).
VOORTGANGSRAPPORT 07
35
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
Naast de gemeente Maasmechelen zijn volgende overheden en/of organisaties betrokken: Provincie Limburg, Toerisme Limburg, Agentschap voor Natuur en Bos, Departement Leefmilieu Natuur en Energie, Agentschap Wegen en Verkeer en Sibelco NV. De projectnota omvat 4 concrete voorstellen: 1. Omvorming tot fietspad en versmalling van de Weg naar Heiwick van 8m naar 3m. 2. Herinrichting van de ingangen van de Weg naar Heiwick 3. Inschaling van het fietspad in het toeristisch fietsroutenetwerk 4. Het omvormen van de brug 24 (E314) naar een ecoveloduct (rekening houdende met de resultaten uit de studie ecovallei) In 2015 werd het plan verder geconcretiseerd en doorvertaald naar een realisatietraject. Zo word in deelproject 1 de Weg naar Heiwick omgevormd tot een belevingsvol fietspad met een totale ramingsprijs van ca. 150.000 euro. Uitvoering is voorzien voor augustus 2016.
Figuur 33: 33: Omvorming van de Weg naar Heiwick (linksboven) naar een gescheiden gescheiden en belevingsvol fietspad beë ëindiging exploitatie Sibelco ( centraal (rechtsboven) tijdens de exploitaitefase Sibelco. Het eindbeeld na be beneden).
VOORTGANGSRAPPORT 07
36
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
n deelproject 2 werd een studieopdracht uitgeschreven voor de realisatie van een belevingsvolle en conflictvrije fietsbrug die past in de omgeving van het Nationaal Park Hoge Kempen. De studieopdracht
wordt gegund in februari 2016. Uitvoering is voorzien voor eind 2016 – voorjaar 2017. Totale kostprijs van deze brugconstructie is geraamd op 685.000 euro.
Figuur 34: 34: Beeldsimulatie winnend ontwerp (beeld gemanipuleerd wegen vertrouwelijk) vertrouwelijk)
VOORTGANGSRAPPORT 07
37
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
Figuur 35: 35: Ontwerpsimulatie winnend ontwerp
4.5
HET AFSLUITEN VAN DE DAALBROEKSTRAAT
Zoals voorzien in het Masterplan van het Nationaal Park Hoge Kempen werden met de sluiting van de Molenberg de gesprekken gestart voor het afsluiten van de Daalbroekstraat. De Daalbroekstraat is een lokale weg die Zutendaal verbindt met Rekem. De straat ligt volledig op het grondgebied van Lanaken. Het probleem van de Daalbroekstraat is het volgende: • het is een te snelle verkeersverbinding op een verkeerde plek, • het verkeer op de Daalbroekstraat hypothekeert de beleving van het NP, • het verkeer op de Daalbroekstraat hypothekeert de woonkwaliteit buiten het Nationaal Park • het is een contextloze weg, • het is voor zijn type weg te breed, te snel en te verbindend, VOORTGANGSRAPPORT 07
38
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
• • • •
het fietspad binnen het Nationaal Park langs de Daalbroekstraat is in slechte staat, er ontbreken fietspaden buiten het Nationaal Park, er worden nog steeds vrachtwagens toegelaten op de Daalbroekstraat door het NP, de weg heeft geen enkele functie voor het regionaal verkeer, maar wordt er wel frequent door gebruikt.
Het overleg over het afsluiten van de Daalbroekstraat vindt plaats met het beleid en de diensten van de gemeente Lanaken (voorbeeld hand-outs PPT, bijlage 3). Het afsluiten van de Daalbroekstraat zou een gigantische stiltegebied creëren en een toegevoegde waarde zijn in het zuiden van het Nationaal Park. Het zou ook het NP rond de poort van Pietersheim meer kwaliteit geven. Er is echter bij de gemeente Lanaken nog geen eensgezind draagvlak voor het afsluiten van de Daalbroekstraat. Er is ook geen draagvlak om de weg af te sluiten in het weekend of om een 30 km/u regime in te stellen. Er moet gezocht worden naar een tussenweg. Er is draagvlak om de fietskwaliteit te verhogen, maar: • buiten het Nationaal Park zijn nog geen fietsvoorzieningen (gemeente Lanaken), • binnen het Nationaal Park zijn de fietspaden aan renovatie toe.
Figuur Figuur 36: 36: Streefbeeld Daalbroekstraat (11/2015)
Lanaken en het RLKM hebben afgesproken om samen te werken waarbij de doortocht door het Nationaal Park de taakverdeling bepaald. Het RLKM onderzoekt of er middelen zijn bij het ANB in de Molenberg pot of bij Toerisme Vlaanderen (SALK geld). In het verder verloop van het traject zullen de volgende twee scenario’s verder onderzocht worden: • de herinrichting van de Daalbroekstraat als fietsstraat, gemengd verkeer, auto’s fietsen, • de herinrichting van de Daalbroekstraat als tweerichtingsfietspad, met nog één rijstrook voor auto’s in één richting.
VOORTGANGSRAPPORT 07
39
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
Op kosten van dit project wordt een verkeerstelling aanbesteed op de hoek van de Molenbergstraat en de Bessemerstraat teneinde het oneigenlijk gebruik te kunnen inschatten. De gemeente Lanaken voert zelf slangtellingen uit op de Molenbergstraat ter hoogte van dit project.
Figuur 37: 37: Beeldsuggestie van de Daalbroekstraat als fietspad.
4.6
DE ECORECREATUNNEL VOSSENBERG VOSSENBERG
Op de Europalaan (N771) tussen Dilsen en Opoeteren werkt het Agentschap Wegen en Verkeer een project uit waarbij, ter hoogte van het vroegere kolenspoor (huidig fietsroutenetwerk tussen As en Maaseik) enerzijds een fietsveilige fietsverbinding ontstaat onder de Europalaan. Anderzijds wordt een ecologische verbinding gemaakt via een bestaande depressie (droogdal) aanwezig in het landschap. De werken worden gecoördineerd en begeleid door het Agentschap Wegen en Verkeer in samenwerking met de Stad Dilsen-Stokkem, het Agentschap voor Natuur en Bos, het Departement LNE, de Vlaamse Landmaatschappij, de NMBS, Limburgs Landschap en het Regionaal Landschap Kempen & Maasland. De tunnel wordt betaald met middelen van het Agentschap Wegen en Verkeer en met middelen uit het natuurinrichtingsproject Bergerven (VLM/ANB). Het project zit in de vergunningsfase.
Figuur 38: 38: Beeldsimulatie ecoeco-recreatunnel Vossen Vossenberg
VOORTGANGSRAPPORT 07
40
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
4.7
HAALBAARHEIDSSTUDIE ECOLOGISCHE KIKBEEKBRON – GROEVE BERG
VERBINDING
GROEVE
Op 7/08/2015 werd het eindrapport ingediend van bovenvermelde studie. Hiermee verdwijnt het concept van de Ecovallei waarbij de groeven Berg en Kikbeekbron onder de autosnelweg met elkaar worden verbonden. De haalbaarheidsstudie werd een zeer integrale studie waarbij aspecten van grondwater, oppervlaktewater, geluid, ecologie, recreatie, landschappelijke integratie, -beleving, delfstoffenwinning, biodiversiteit en kostprijs aan bod kwamen.
Figuur 39: 39: Collagebeeld uit de haalbaarheidsstudie haalbaarheidsstudie
Deze studie bracht o.a. aan het licht dat: • er vooral behoefte is aan verbinding van doelsoorten van droge heidehabitats, • het is dus beter een nieuw ecoduct te bouwen ipv een vochtige vallei, • de oeverstabiliteit is een belangrijk criterium voor het ontwerp, • naast de ecologische noord-zuidverbindingen zijn ook de oost-westverbindingen belangrijk, • er kan ook een nieuwe wandelverbinding komen onder de autosnelweg die 2 netwerken verbindt, • door het verkokeren en lager leggen van de autosnelweg kan veel geluid gereduceerd worden, • het tracé van de Spartacuslijn kan buiten de geluidswal gelegd worden, • een deel van de kosten kunnen gerecupereerd worden via delfstoffenwinning, • er is geen effect op de grondwaterstand en op het oppervlaktewater, • … Het ontwerp van de studie werd integraal overgenomen door de ontwergroep van de Spartacuslijn Hasselt – Genk – Maasmechelen.
VOORTGANGSRAPPORT 07
41
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
5 5.1
DE ONDERSTEUNING VAN DIVERSE DOSSIERS INTERN: DOSSIER UNESCO WERELDERFGOED
Het RLKM werkt aan de voorbereiding van het Werelderfgoed-nominatiedossier van de Hoge Kempen. In 2011 werd een eerste afbakening gemaakt. In 2012 werd deze afbakening nagekeken met alle betrokken gemeenten en hun diensten ‘ruimtelijke ordening’. Er werd gecheckt of de afbakening rekening hield met de ruimtelijke beleidsplannen en uitvoeringsplannen. Ook werd onderzocht of het niet opportuun leek om de grens van het Werelderfgoedgebied te laten samen vallen met grenzen van de ruimtelijke uitvoeringsplannen. De definitieve afbakening werd in juni 2013 voorgelegd aan de colleges van burgemeester en schepenen. Eind 2013 vonden in de betrokken gemeenten infoavonden plaats over de stand van zaken van het Werelderfgoed dossier. Eind 2014 begon het deskwork over de afbakening van de bufferzones. Vanuit dit project vond regelmatig overleg plaats over aspecten van ruimtelijke ordening. Verder volgt het UNESCO Werelderfgoeddossier een eigen regie en schema.
VOORTGANGSRAPPORT 07
42
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
Figuur 40: 40: Overzichtskaart Werelderfgoedkaart met voorstel van van buffers
5.2
EXTERN
5.2.1 INDIGO - ONDERZOEKSPROJECT Het Nationaal Park Hoge Kempen werd voorgestemd als emblematische case voor het INDIGO – onderzoeksproject.
VOORTGANGSRAPPORT 07
43
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
INDIGO staat voor “INnovating spatial development planning by DIfferentiating land ownership and GOvernance” en wordt ingediend door de universiteiten Brussel en Leuven bij het IWT (agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie). Onderzoeksonderwerpen zijn: inzicht geven in situering, ruimtegebruiken, eigendomsrechten, gebruiksrechten, bredere regulering, governance en eigendomsregimes, ontwikkeling van ‘gemeen’ eigendoms- en gebruiksregime, onderzoeksvragen, mogelijkheden voor vervolgtraject(en). Het Nationaal Park Hoge Kempen werd geselecteerd samen met andere cases. In 2015 vonden enkele nogal abstracte werksessies plaats. Het eigenlijk onderzoek over het Nationaal Park – en de werking van een Regionaal Landschap - zal plaats vinden in 2016. 5.2.2
GRUP LIETEBERG
Lieteberg is gebouwd voor 30.000 bezoekers, maar jaarlijks bezoeken meer dan 100.000 mensen het centrum. Dit strategisch project leverde een substantiële inbreng aan de gemeente Zutendaal – via de VZW Lieteberg - voor het uitschrijven van een studieopdracht die een nieuw wettelijk ruimtelijke kader moet creëren voor de uitbouw van Lieteberg. De huidige accommodatie voldoet niet meer aan de wensen en massa van de bezoekers, maar ook niet aan de ambitie van Lieteberg als expertisecentrum voor bijenteelt. Binnen de contouren van het nieuwe RUP moeten vooral de gebouwen van Lieteberg kunnen uitgebouwd worden.
5.2.3
LANAKEN – VOEREN
Ruimte Vlaanderen schreef een opdracht uit over “het strategisch verdichten en ontsnipperen van het woonweefsel tussen Lanaken en Voeren”. In feite gaat dit over de ecologische verbindingen tussen Voeren en het Nationaal Park. De studie selecteerde 3 cases: Berwijn, Gellik en Pietersheim. Met betrekking tot Pietersheim kwam de studie onvermijdelijk tot het bekende knelpunt van de storende bebouwing en infrastructuur tussen Pietersheim en Hocht ter hoogte van Tournebride. De studie eindigt (februari 2016) met een voorstel om de gebouwen af te breken en via een ambitieus infrastructuur en stedenbouwkundig project de verbinding te herstellen tussen beide grote gebiedsontwikkelingen rond het Nationaal Park en het Rivierpark Maasvallei. Het tussentijds verslag stelt voor om deze case verder te mogen onderzoeken. Het vinden van een financiering lijkt een belangrijke uitdaging van dit project.
VOORTGANGSRAPPORT 07
44
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
Figuur 41: 41: Gebiedsvisie Pietersheim Pietersheim
5.2.4
DIVERSE STUDENTENPROJECTEN STUDENTENPROJECTEN
In 2016 zullen twee studentenprojecten opgevolgd en begeleid worden: • Groene verbindingen Nationaal Park – Rivierpark Maasvallei (De studenten van de Erasmus Hogeschool) • Wonen aan de rand van het Nationaal Park (Studenten universiteit Luik, via Ruimte Vlaanderen)
VOORTGANGSRAPPORT 07
45
“HOGE KEMPEN VERANKERD”
6
OVERZICHT VAN DE OVERLEGMOMENTEN IN DE VERSLAGPERIODE (Jan Nuijens en Jeroen Gilissen)
7
BIJLAGEN
VOORTGANGSRAPPORT 07
46