Het Woord van de Gerechtigheid Nr. 51 januari 2008
pagina 1
“Want ieder die nog van melk leeft, is onervaren in het woord van de gerechtigheid (St. vert.): hij is nog een kind” (Hebr. 5:13). Het “woord van de gerechtigheid” staat in contrast tot “de eerste beginselen van de uitspraken van God” (Hebr. 5:12). Het “woord van de gerechtigheid” duidt daarom op diepere waarheden waarin God handelt op basis van Zijn gerechtigheid met ons. Het Woord van de Gerechtigheid wil een bijdrage leveren om christenen vertrouwd te maken met de “vaste spijs” (Hebr. 5:14) van het woord van God om geestelijke volwassenheid mogelijk te maken. Bijbelse waarheden die nauwelijks worden onderwezen en van cruciaal belang zijn om “het einddoel van het geloof” (1 Petr. 1:9) te bereiken, zullen in het bijzonder onderwerp van aandacht zijn. Het Woord van de Gerechtigheid wordt geredigeerd door Roel Velema e-mail:
[email protected] website: http://roel.velemaweb.nl/nl/wvdg/wvdg.aspx
De Poorten van Jeruzalem Deel 1 “De Here heeft Sions poorten lief boven alle woningen van Jacob” (Psalm 87:2). “Van geen geweld zal in uw land meer gehoord worden, van verwoesting noch verderf in uw gebied; en gij zult uw muren Heil noemen en uw poorten Lof” (Jes. 60:18). “… totdat wij allen de eenheid van het geloof en van de volle kennis van de Zoon bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom van de volheid van Christus” (Ef. 4:13). Rond 432 vóór Christus stond Nehemia voor de Perzische koning Arthahsasta en vroeg hem toestemming om de muren van Jeruzalem te herstellen (Neh. 2:1-5). Jeruzalem was in grote staat van verval. Grote delen van de muren waren verwoest en de poorten waren verbrand. God verhoorde het gebed van Nehemia en de koning willigde het verzoek in. Nehemia 3 geeft een verslag van het herstel van tien poorten van de buitenmuur van Jeruzalem. Nehemia 12:38-39 noemt bovendien twee aanvullende poorten, de Efraïmpoort en de Gevangenpoort, waarmee er twaalf poorten worden genoemd van de muur van Jeruzalem in de dagen van Nehemia. In eerste instantie lijkt het herstel van de poorten in Nehemia 3 een droge opsomming van historische feiten, maar de werkelijkheid is dat Gods woord een goudmijn is van diepe geestelijke lessen om ons tot geestelijke volwassenheid te brengen. Bovendien noemt de Bijbel expliciet de geestelijke betekenis van de muren en de poorten van Jeruzalem:
Gods woord is een goudmijn van diepe geestelijke lessen.
Nr. 51 januari 2008
Het Woord van de Gerechtigheid
pagina 2
“Van geen geweld zal in uw land meer gehoord worden, van verwoesting noch verderf in uw gebied; en gij zult uw muren Heil noemen en uw poorten Lof” (Jes. 60:18). En, “Zie, Ik heb u in mijn handpalmen gegrift, uw muren zijn bestendig vóór Mij” (Jes. 49:16). De muren en poorten van een stad hadden een tweeledig doel: mensen, dieren en goederen moesten de stad in en uit kunnen gaan en ze moesten de vijanden buiten houden. De muren en de poorten van Jeruzalem worden in Jesaja 60:18 verbonden met ‘heil’ en ‘lof’. Dit heil staat bovendien bestendig voor Gods ogen. Hiermee raken we de geestelijke betekenis van de muren en de poorten van Jeruzalem. Het herstel van de muren en de poorten van Jeruzalem was het speerpunt van God om heil en lof weer zijn volle plaats te geven onder het volk Israël. Dit heil en deze lof kan alleen gevonden worden in de Here Jezus en daarom is Jeruzalem de belichaming van alle plannen en doelstellingen die God in Zijn Zoon heeft. De muren en poorten geven daarom weer wat wel of niet in overeenstemming is met God. De muren en de poorten van Jeruzalem zijn een type van het getuigenis van Jezus, voor God, voor de wereld en voor machten van de duisternis. Vandaar dat Jeruzalem de volle aandacht heeft van de kinderen van het licht en van de kinderen van de duisternis. Het getuigeins van Jezus – het getuigenis van de kracht van Christus’ opstanding dat de dood overwint – zal bij mensen – gelovigen en ongelovigen - altijd een reactie oproepen. Jeruzalem had, behalve buitenpoorten, ook binnenpoorten. Dit laat zien dat God binnen Zijn algehele plan ook een verdere differentiatie kent om zijn wil tot uitvoer te brengen. Gods doel vinden we beschreven in Efeziërs 4:13: “… totdat wij allen de eenheid van het geloof en van de volle kennis van de Zoon bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom van de volheid van Christus”. De typologie van de twaalf poorten van Jeruzalem moet ons een beter inzicht geven hoe wij een rijker en hoger niveau van geestelijk leven kunnen bereiken, opdat de gemeente van Christus beter toegerust is om het getuigenis van Jezus te laten zien. Gods doel is dat ieder lid van het lichaam van Christus tot volle groei komt en het lichaam van Christus zich opbouwt door de dienst van alle geledingen (vgl. Ef. 4:16). Binnen de muren van Jeruzalem waren vele binnenpoorten. God heeft een rijkdom aan bedieningen gegeven (Ef. 4:11), maar geen enkel van deze bedieningen staat op zichzelf. Elke bediening heeft als doel om de geestelijke volwassenheid van Efeziërs 4:13 te bereiken. De twaalf poorten van Jeruzalem hebben ons hierover veel te zeggen. De typologie van het aardse Jeruzalem zal uiteindelijk zijn werkelijkheid vinden in het hemelse Jeruzalem, wanneer het lichaam in elk opzicht naar haar Hoofd, dat is Christus, is toegegroeid (vgl. Ef. 4:15). Deze studie heeft tot doel om de geestelijke betekenis van de herbouw van twaalf poorten van Jeruzalem te bespreken. De basis voor zo’n studie vinden we in 1 Corinthiërs 10:6, 11: “Deze gebeurtenissen zijn ons ten voorbeeld [‘type’] geschied ... tot een voorbeeld [‘type’] en het is opgetekend voor ons …” De type is een schaduw van de werkelijkheid (de antitype), die in Christus is gekomen. De werkelijkheid is altijd rijker dan de schaduw, maar we kunnen leren zowel uit de type als uit de antitype en zien hoe rijk Gods woord is.
Jeruzalem is de belichaming van alle plannen en doelstellingen die God in Zijn Zoon heeft.
Nr. 51 januari 2008
Het Woord van de Gerechtigheid
pagina 3
De muren van Jeruzalem in de tijd van Nehemia kwamen niet overeen met de huidige muren van Jeruzalem. Deels liepen de oude muren binnen de muren van de huidige oude stad en deels liepen de oude muren buiten de huidige muren van de oude stad (zie afbeelding).
In de geschiedenis van Jeruzalem is er sprake van meerdere muren uit verschillende bouwperioden voor en na Nehemia. Zo omringde David de stad met een muur (2 Sam. 5:9; 1 Kron. 11:8). Er was daarbij sprake van de versterkte “stad van David” die parallel liep met de oostmuur van de tot dusver niet versterkte stad. Er waren daarom twee versterkte steden tegenover elkaar, een westelijke en een oostelijke. Salomo verenigde de stadsdelen (1 Kon. 3:1; 11:27; 9:15,24), zodat de hele stad nu door één muur werd ingesloten. Koning Agrippa bouwde in 41- 44 na Chr. een nieuwe stadsmuur. De huidige muur werd in 1542 herbouwd onder leiding van sultan Suleiman de Grote. In deze muren, die een omtrek hebben van vier kilometer en gemiddeld twaalf meter hoog zijn, bevinden zich torens en 8 poorten. (De Klaagmuur of Westelijke Muur is het enige overblijfsel van de Tweede Tempel die onder leiding van Zerubbabel rond 515 voor Christus werd voltooid (Ezra 6:15-18).
De muren van Jeruzalem in de tijd van Nehemia kwamen niet overeen met de huidige muren van Jeruzalem.
Nr. 51 januari 2008
Het Woord van de Gerechtigheid
pagina 4
De Westelijke Muur is een gedeelte van de muur, die Herodes rond de Tweede Tempel bouwde in 20 v. Chr. Titus spaarde in 70 na Christus dit stuk van de muur met zijn geweldige steenblokken om aan toekomstige generaties de grootheid van het Romeinse leger te tonen, dat in staat was geweest zo'n enorm gebouw te verwoesten ).
De Bijbel kent veel meer poorten dan de twaalf poorten in de muur die door Nehemia werden beschreven. Er zijn binnenpoorten en buitenpoorten. Het is niet het doel van deze studie om al deze poorten te trachten te lokaliseren en te bespreken, maar een volledige opsomming is wel het vermelden waard: Aspoort (Neh. 2:13; 3:13-14; 12:31). Benjaminpoort (Jer. 20:2; 38:7; Zach. 14:10. Bovenpoort (2 Kon. 15:35; 2 Kron. 23:20; 27:3). Bronpoort (Neh. 3:15; 12:37). Dalpoort (2 Kron. 26:9; Neh 2:13,15; 3:13). Eerste poort (Zach. 14:10); NGB: Vroegere poort. Efraimpoort (2 Kon. 14:13; 2 Kron 25:23; Neh. 8:17; 12:39). Fundamentenpoort (2 Kron. 23:5). Gevangenpoort (Neh. 12:39). Hoekpoort (2 Kon. 14:13; 2 Kron. 25:23; 26:9; Jer. 31:38; Zach. 14:10). Koningspoort (1 Kron. 9:18). Middenpoort (Jer. 39:3). Nieuwe poort (Jer. 36:10). Noordpoort (1 Kron. 26:13-16). Oostpoort (1 Kron. 26:13-16; 2 Kron. 31:14; Neh. 3:29). Oude Poort (Neh. 3:6; 12:39). Paardenpoort (2 Kron. 23:15; Neh. 3:28; Jer. 31:40). Poort achter de garde (2 Kon. 11:6). Poort Sur (2 Kon. 11:6). Poort tussen de beide muren bij de koninklijke tuin (2 Kon. 25:4; Jer. 52:7). Poort van de stadsoverste Jozua (2 Kon. 23:8). Poort van Mifkad (Neh. 3:31); NBG: Wachtpoort. Sallechetpoort (bij de oplopende straat) (1 Kron. 26:16). Schaapspoort (Neh. 3:1,32; 12:39; Joh. 5:2). Schervenpoort (Jer. 19:2); SV: Zonnepoort). Schone Poort van de tempel (Hand. 3:10). Vispoort (Neh. 3:3; zie ook Neh, 12:39; 2 Kron. 33:14; Zef. 1:10). Vroegere poort (Zach. 14:10); SV: Eerste poort. Wachtpoort (Neh. 3:31); SV; poort van Mifkad. Waterpoort (Neh 3:26; 8:2,4,17; 12:37). Westpoort (1 Kron. 26:13-16). Zonnepoort (Jer. 19:2 SV). Zuidpoort (1 Kron. 26:13-16).
Titus spaarde in 70 na Christus de klaagmuur om aan toekomstige generaties de grootheid van het Romeinse leger te tonen, die in staat was de tempel te verwoesten.
Nr. 51 januari 2008
Het Woord van de Gerechtigheid
pagina 5
De huidige poorten van Jeruzalem Wie nu een wandeling maakt door Jeruzalem, kan de volgende poorten tegenkomen: 1. De Jaffapoort De belangrijkste ingang van de stad. Het is een versterkte poort uit 1588 en daarmee een van de oudste poorten van de stad. Vlakbij staat de Citadel van Herodes (of de Davidstoren). De Jaffapoort heeft een L-vormige ingang en daarmee beter te verdedigen in tijd van oorlog. Generaal Allenby ging Jeruzalem door deze poort binnen in 1917, na het verslaan van de Turken.
2. De Zionspoort Deze poort is één van de originele poorten van de Ottomaanse muur. Het was door deze poort dat de bewoners van de wijk in 1948 door de Jordaniërs de stad uit waren gedreven. De poort werd toen verzegeld tot 1967, toen de Joden terugkeerden. De poort werd gedeeltelijk na de Zesdaagse oorlog hersteld. Enkele lidtekens van de slag zijn doelbewust tentoongesteld om de geschiedenis van de stad te laten zien.
3. Mestpoort Deze poort ligt het dichtst bij de klaagmuur en gaf oorspronkelijk toegang tot de tempel. De poort werd in 1540 gebouwd en staat tussen de Joodse en Arabische wijk en wordt daarom streng bewaakt. Er rijden veel bussen doorheen, die net binnen de poort hun station hebben.
4. Gouden Poort Deze poort geeft toegang tot de tempelberg van de Olijfberg en het dal van Kidron. Hij werd in 1530 door de moslims afgesloten om hun heilige plaatsen te beschermen. Sommige Joden zeggen dat de Messias op een dag door de Gouden Poort zal binnenkomen.
Sommige Joden zeggen dat de Messias op een dag door de Gouden Poort zal binnenkomen.
Nr. 51 januari 2008
Het Woord van de Gerechtigheid
pagina 6
5. Leeuwen- of St. Stefanuspoort Deze poort werd in 1538 gebouwd. De naam van de poort is afgeleid van de stenen leeuwen aan beide kanten van de doorgang. Het is de enige open poort in de oostelijke muur. Door deze poort braken de Israëlische parachutisten door in de Oude Stad in de Zesdaagse oorlog in 1967.
6. Herodes- of Bloemenpoort De poort uit de 16e eeuw werd bekend als de Poort van de Bloem wegens de bloem ontwerpen die op zijn façade zijn gegraveerd. Deze poort wordt ook de Herodespoort genoemd, omdat het naar het huis van Herodes Anitipas leidde.
7. Damascuspoort Deze prachtige poort, gebouwd door Suleiman de Grote, in 1538, scheidt de moslimwijk van de christelijke wijk. Onder de poort is een Romeins plein blootgelegd. De poort staat op de overblijfselen van twee vroegere ingangen van de oude stad.
8. Nieuwe Poort Een eenvoudige toegang naar de christelijke wijk en dateert uit 1887. Tijdens de Jordaanse bezetting was de poort gesloten, maar werd in 1967 heropend.
De Herodespoort draagt deze naam, omdat het leidde naar het huis van Herodes Antipas.
Nr. 51 januari 2008
Het Woord van de Gerechtigheid
pagina 7
De muur en poorten en torens van Jeruzalem in de dagen van Nehemia In deze studie zullen we de twaalf muren bespreken die door Nehemia worden genoemd: 1. De Schaapspoort 2. De Vispoort 3. De Oude Poort 4. De Dalpoort 5. De Aspoort 6. De Bronpoort 7. De Waterpoort 8. De Paardenpoort 9. De Oostpoort 10. De Wachtpoort 11. De Efraimpoort 12. De Gevangenpoort
1. De Schaapspoort “Toen maakte de hogepriester Eljasib zich gereed met zijn broeders, de priesters, en zij herbouwden de Schaapspoort. Zij heiligden haar en brachten de deuren aan; zij heiligden haar, en daarnevens de Meatoren en de Hananeëltoren. Daarnaast bouwden de mannen van Jericho; daarnaast bouwde Zakkur, de zoon van Imri” (Neh. 3:1-2). De eerste poort die wordt genoemd in het boek Nehemia 3, is de Schaapspoort (Neh. 3:1-2; zie ook 3:32;12:39). De Schaapspoort (Hebr. sja’ar ha-tson ) lag aan de noordkant van de tempel naast de Meatoren. De Schaapspoort was de poort waardoor de schapen werden binnengebracht voor de offers in de tempel. Binnen de muur bij de Schaapspoort was de schaapsmarkt, waar schapen konden worden gekocht. De Schaapspoort spreekt daarom van “het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt” (Joh. 1:29), en niet van ‘schapen die ingaan en uitgaan om weide te vinden’ (Joh. 10:9). Elke studie over de poorten van Jeruzalem moet bij de Schaapspoort beginnen, omdat het christelijke leven ook begint bij Christus die de zonde van wereld wegneemt. Eeuwig heil begint altijd bij “… het Lam, dat geslacht is, sedert de grondlegging van de wereld” (Openb. 13:8). Om verder te begrijpen wat de Schaapspoort betekent, geeft de context een aantal sleutelwoorden, die ons kunnen helpen. Deze woorden zijn de namen van de mannen die aan de Schaapspoort werkten: Eljasib, Zakkur en Imri, en de namen van de torens bij de Schaapspoort: de Meatoren en Hananeëltoren of Chananeltoren. Het is geweldig dat de Bijbel altijd zichzelf verklaart en wij nooit in onzekerheid zijn over de werkelijke betekenis van Gods woord, wanneer we de Heer met hart en ziel willen volgen en Hem gehoorzamen (vgl. Joh. 14:21,23).
Elke studie over de poorten van Jeruzalem moet bij de Schaapspoort beginnen, omdat het christelijke leven ook begint bij Christus die de zonde van de wereld wegneemt.
Nr. 51 januari 2008
Het Woord van de Gerechtigheid
pagina 8
Eljasib Er zijn verschillende personen met de naam Eljasib (Hebr. Eljasiev ) in het Oude Testament. De belangrijkste persoon was echter de hogepriester Eljasib in de tijd van Nehemia. Zijn genealogie vinden we in Nehemia 12:10-11. Zijn vader heette Jojadja en één van zijn zonen heette Jonathan. De naam Eljasib betekent “God herstelt”. Het eerste sleutelwoord in de studie van de poorten van Jeruzalem is daarom het woord ‘herstel’. Gods eeuwig doel is Christus tot het centrum van alle dingen te maken (Col. 1:15-23). God heeft de mens een centrale plaats toebedeeld om dit doel te bereiken. Door de zondeval hebben wij echter de morele grond verloren om met God te leven. Het evangelie vertelt ons dat deze morele grond herwonnen kan worden door het geloof in Christus. Door dit geloof worden wij ‘in Christus’ geplaatst en worden wij verlost van de oude mens. Door de nieuwe mens zijn wij dan een nieuwe schepping (2 Cor. 5:17). Verlossing is een plaatsing ‘in Christus’ en de uitwerking daarvan. Wanneer we niet in Christus zijn en zijn wedergeboren, zijn we in iets anders of in iemand anders. We zijn dan gescheiden van God: “Wij weten dat wij uit God zijn en de gehele wereld in de boze ligt” (1 Joh. 5:19). Er zijn twee opties voor een mens: hij of zij is uit God of men is ‘in Adam’ en ligt hij of zij ‘in de boze’. Verlossing is een ‘herstel’ met God en in God in Christus. Het kruis van Christus is de grote scheidslijn tussen wat uit God is en wat uit de boze is. Het kruis verlost ons tot in het diepst van ons wezen van alle immorele grond, verlost ons van alle geestelijke slavernij en maakt ons tot zonen van God met de onvergankelijke natuur van God (vgl. 2 Petr. 1:4). Er is geen leven zoals het christelijke leven en dit geweldige leven begint met herstel. Het kruis van Christus openbaart wie wij van nature zijn en wat we achterlaten in onze dood met Christus. Het kruis van Christus laat ook zien wat wij ontvangen in onze opstanding met onze Heer. In de opstanding met Christus ontvangen wij het zoonschap. Zijn wij zonen, dan zijn wij ook erfgenamen. Zoonschap doet ons daarom delen in Gods immense plan om Christus tot het middelpunt van alle dingen te maken en uiteindelijke dit hele heelal te vervullen met de geur en de kennis van Christus. De scheiding van de mens is ‘hersteld’ in Christus. Wat een geweldige uitdaging voor ieder mens om de verlossing in Christus serieus te nemen, en niet zonder hoop en zonder God in deze wereld te blijven (vgl. Ef. 2:12). Het thema ‘herstel’ vinden we ook beschreven in Jesaja 58:9-14: “Als gij dan roept, zal de HERE antwoorden; als gij om hulp roept, zal Hij zeggen: Hier ben Ik. Wanneer gij uit uw midden het juk wegdoet, het wijzen met de vinger en het spreken van boosheid nalaat, wanneer gij de hongerige schenkt wat gij zelf begeert en de verdrukten verzadigt, dan zal in de duisternis uw licht opgaan en uw donkerheid zal zijn als de middag. En de HERE zal u voortdurend leiden, u in dorre streken verzadigen en uw gebeente krachtig maken; dan zult gij zijn als een besproeide hof en als een bron, waarvan het water niet teleurstelt. En de uwen zullen de overoude puinhopen herbouwen, de grondvesten van vorige geslachten zult gij herstellen, en men zal u noemen: Hersteller van bressen, Herbouwer van straten.
Het kruis van Christus openbaart wie we van nature zijn.
Nr. 51 januari 2008
Het Woord van de Gerechtigheid
pagina 9
Indien gij niet over de sabbat heenloopt door uw zaken te doen op mijn heilige dag, maar de sabbat een verlustiging noemt, de heilige dag des HEREN van gewicht, en die eert door noch uw gewone bezigheden te doen, noch uw zaken te behartigen, of ijdele taal uit te slaan, dan zult gij u verlustigen in de HERE en Ik zal u doen rijden over de hoogten der aarde en u doen genieten het erfdeel van uw vader Jakob, want de mond des HEREN heeft het gesproken”. Onze Here Jezus Christus is de grote Hersteller, want Hij heeft de grondvesten van het menselijke geslacht hersteld door voor ons te sterven en ons in Hem te plaatsen. Herstel is daarom de eerste stap die God zet in zijn verlossing met de mens. Herstel is echter ook een lang proces, voordat alles aan Hem is onderworpen. Het zal pas aan het einde van het Messiaanse tijd zijn, wanneer alles aan Christus is onderworpen, “wanneer Hij het koningschap aan God de Vader, overdraagt, wanneer Hij alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben. … Wanneer alles Hem onderworpen is, zal ook de Zoon zelf Zich aan Hem onderwerpen, die Hem alles onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen” (1 Cor. 15:24-28). Het doel van alle geestelijk herstel is uiteindelijk dat God alles in allen zij. Eljasib was een bloedverwant van Tobia (Neh. 13:4). Eén van de kleindochters van Eljasib trouwde met de zoon van de Horoniet Sanballat (Neh. 13:28). Tobia en Sanballat worden beiden in Nehemia 2:10 genoemd als tegenstanders van Nehemia, boos “dat er iemand gekomen was om het goede voor de Israëlieten te zoeken”. De naam Tobia betekent “God is goed”. In Nehemia 2:10 wordt Tobia beschreven als “de Ammonitische slaaf”. De naam ‘slaaf’ is mogelijk een eretitel voor deze hoge Perzische ambtenaar. Mogelijk was Tobia deels van Joodse afkomst. Het is duidelijk dat er sprake was van geestelijke compromissen in het leven van Eljasib. Hierin ligt een belangrijk les voor ons leven, want wij kunnen nooit de volheid van Christus bereiken wanneer er compromissen zijn in ons leven. Onze Heer maakte nooit compromissen, hoezeer de duivel Hem ertoe probeerde te verleiden: “Dit alles zal ik U geven, indien Gij U neerwerpt en mij aanbidt” (Matt. 4:9). Diplomatie is gebaseerd om op een wijze en schrandere manier compromissen te sluiten om iets onder controle te krijgen. Politiek en diplomatie zijn niet mogelijk zonder compromis en daarom hadden zij geen plaats in het leven van onze Heer. Compromissen ondermijnen ons geestelijke leven en maken ons tot vleselijke christenen. Lot maakte compromissen met deze wereld en zijn einde was tragisch. Zijn plaats op het gebergte was een plaats van grote schaamte (Gen. 19:30-38). Een berg is een type van het koninkrijk en de rechterstoel van Christus zal bepalen of we het Messiaanse koninkrijk zullen beërven of het zullen verliezen door onze compromissen. Het is echter een geweldige bemoediging dat God een God is van herstel. We kunnen ons afwenden van onze compromissen, ze belijden en onze geestelijke wedloop met volharding hervatten. In Psalm 119:176 lezen we: “Ik heb gedwaald als een verloren schaap, zoek uw knecht, want uw geboden vergeet ik niet”. Wanneer we tot de geestelijke rijpheid van Efeziërs 4:13 willen komen, is het eerste woord van de Heer aan ons dat er geen excuus is om niet aan de geestelijke wedloop deel te nemen. Hoe afgedwaald we ook zijn in ons leven met de Heer, we kunnen de Heer vragen ons te zoeken. Wanneer we Hem roepen, zal Hij antwoorden: “Hier ben ik” (Jes. 58:9). De Heer kan ons terugbrengen naar de situatie dat Hij ons voortdurend leidt, ons in dorre streken verzadigt en ons gebeente krachtig maakt en we een bron zullen zijn, waarvan het water niet teleurstelt. Dan zullen we ook een hersteller van bressen kunnen worden, zoals onze Heer en zoals Nehemia.
Het doel van alle geestelijke herstel is uiteindelijk dat God alles in allen zij.
Nr. 51 januari 2008
Het Woord van de Gerechtigheid
pagina 10
Zakkur Niet alleen Eljasib bouwde aan de muur, maar ook Zakkur. De naam Zakkur (Hebr. Zakkoer ) is hoogstwaarschijnlijk afgeleid van het Hebreeuwse werkwoord zachar ( ), dat ‘herinneren’ betekent. Zakkur was de zoon van Imri. De betekenis van de naam Imri is niet zeker. De naam is mogelijk afgeleid van het Aramese werkwoord amar ( ), dat ‘zeggen’ betekent. Het woord kan mogelijk ook verwijzen naar het Aramese woord iemar ( ), dat ‘lam’ betekent. Nemen wij als deze betekenissen bij elkaar, dan doet ons dit denken aan 1 Corinthiërs 11:25 en Hebreeën. 12:24: “Evenzo ook de beker, nadat de maaltijd afgelopen was, en Hij zei: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, doet dit, zo dikwijls gij die drinkt, tot mijn gedachtenis” (1 Cor. 11:25). “En tot Jezus, de middelaar van een nieuwe verbond, en tot het bloed der besprenging, dacht krachtiger spreekt dan Abel” (Hebr. 12:24). Het lijkt erop dat Zakkur en zijn zoon Imri als type verwijzen naar het belang van het bloed van de Heer en het nieuwe verbond. Deze gedachte sluit helemaal aan bij de betekenis van de Schaapspoort. Het christelijke leven is “Christus in ons”. Het nieuwe verbond vindt zijn vervulling in ons in Christus. Dit geldt voor Israël en voor de gemeente van Christus. Christus is de belichaming van alle aspecten van het nieuwe verbond en dit verbond is verzegeld door Zijn bloed. “Christus in ons” betekent dat de inhoud van dit verbond een innerlijke zaak is geworden, waarin Christus ons federaal hoofd is geworden en wij leven als een rank aan Christus, de Wijnstok. Het oude verbond, hoewel het een openbaring was van God aan Israël, is niet geschikt als basis van het christelijke leven. God heeft Christus als Paaslam gegeven om het oude verbond tot een einde te brengen en Hij heeft Christus in het nieuwe verbond gegeven als basis voor ons geestelijke leven. Het sluiten van het nieuwe verbond met Israël in de toekomst, brengt geen verandering in de roeping van Israël, maar is wel een grote stap vooruit in het eeuwige doel dat God met de mens heeft. Gods doel is dat Hij alle dingen wil vullen met Christus om “al wat in de hemelen en op de aarde onder één hoofd, dat is Christus, samen de vatten” (Ef. 1:10). “Hij is het ook … om alles tot volheid te brengen” (Ef. 4:10), zodat “alles en in alles is Christus” (Col. 3:11b). Gods plan wordt vervuld door het nieuwe verbond, waarmee het oude verbond “voor verouderd wordt verklaard” (Hebr. 8:13). Gods plan is niet om “alle dingen” ‘op te lappen’, maar door “alle dingen” met Zijn Zoon te vervullen. Gods herstel is het oude voorbij te laten gaan en een nieuwe start te maken. Mensen zoeken doorgaans hun omstandigheden te verbeteren, maar Gods doel is om van een mensgericht leven tot een Godgericht leven te komen, waarin Christus ons vult met Zijn Geest om Zijn wil tot uiting te brengen. Al Gods handelen met ons is hierop gericht. Al ons lijden, tuchtiging en perplexiteit, waarin de Heer ons niet ontziet, zijn middelen om ons gelijkvormig te maken aan Zijn beeld, totdat Christus gestalte in ons heeft gekregen (Gal. 4:19). Het Nieuwe Verbond en het Avondmaal spreken van een compleet nieuwe start in Christus.
Het christelijke leven is “Christus in ons”.
Nr. 51 januari 2008
Het Woord van de Gerechtigheid
pagina 11
De Meatoren
De torens in de muur van Jeruzalem benadrukken typologisch een belangrijke waarheid die gelden voor de poorten in de nabijheid van die toren. Het Hebreeuwse woord mèa ( ) betekent ‘honderd’. Het getal 100 zegt daarom meer over de Schaapspoort dat naast de Meatoren lag. De betekenis van het getal 100 in de Bijbel is niet moeilijk te vinden. In Genesis 17:17 zegt Sara: “Zal aan dan aan een honderdjarige een kind geboren worden?”. In Spreuken 17:10 staat: “Een berisping maakt op een verstandige meer indruk dan honderd slagen van een zot”. In 2 Koningen 4:42-44 moet Elisa honderd man te eten geven met weinig voedsel en vraagt: “Hoe kan ik dit aan honderd man voorzetten?” Het getal 100 spreekt daarom van een ‘grote veelheid’: een lange tijd, veel slagen, veel voedsel etc. In Matthéüs 13:23 lezen we: “Dat in goede aarde gezaaide is hij, die het woord hoort en verstaat, die dan ook vrucht draagt en oplevert, deels honderd-., deels zestig-, deels dertigvoudig”. Typologisch verwijst de Meatoren of Honderdtoren (NBV), naar het verlangen van de Heer dat wij volle vrucht dragen voor Hem: “Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt en gij zult mijn discipelen zijn” (Joh. 15:8). De Hananeëltoren De Hananeëltoren of Chananeltoren lag tussen de Schaapspoort en de Vispoort en was nauw verbonden met de Meatoren. De Hebreeuwse naam van deze toren, chanan’el ( ) betekent ‘de Here is genadig’. Deze betekenis sluit naadloos aan bij de betekenis van de Schaapspoort, maar ook bij de Vispoort, zoals we later zullen zien. In Zacharia 14:10 profeteert Zacharia dat de stad zal worden herbouwd “van de Hananeëltoren tot de koninklijke perskuipen” Deze perskuipen waren waarschijnlijk in de buurt van Siloam en beschrijft de grootste lengte van het noorden tot het zuiden van de oude stad. Hierin schuilt ook een diepe geestelijke les. Aan het ene einde van het spectrum vinden we Gods genade, getypeerd door de Hananeëltoren. Aan het andere einde van het spectrum zien we de perskuipen van God genade. De Meatoren spreekt ervan dat wij vrucht moeten dragen in Christus. De Hananeëltoren zegt hoe wij vrucht moeten dragen. Genade en herstel worden gedragen door de genade van God. Er is geen vrucht mogelijk zonder de genade van God: “Maar door de genade van God ben ik, wat ik ben, en zijn genade aan mij is niet vergeefs geweest, want ik heb meer gearbeid, dan zij allen, doch niet ik, maar de genade Gods, die met mij is” (1 Cor. 15:10). Paulus zegt niet dat hij in eigen menselijke kracht meer dan allen gearbeid had, maar dat hij tot het punt was gekomen dat de genade van God door hem kon werken. De arbeid van Paulus ging met grote strijd en tegenslag gepaard (vgl. 2 Cor. 6:4-10). In 2 Corinthiërs 4:11-12 schrijft hij: “Want voortdurend worden wij, die leven, aan de dood overgeleverd, om Jezus’ wil, opdat ook het leven van Jezus zich in ons sterfelijk vlees openbare. Zo werkt dan de dood in ons, doch het leven in u”.
Het getal 100 spreekt van een ‘grote hoeveelheid’: een lange tijd, veel slagen, veel voedsel, etc.
Nr. 51 januari 2008
Het Woord van de Gerechtigheid
pagina 12
De Heer was geestelijk heel ver met Paulus gekomen, volgens het principe “van de Hananeëltoren tot de koninklijke perskuipen” (NASB: ‘the king’s wine presses’). De wijnpers is een symbool van druk en verdrukking, waarbij de vrucht in stukken wordt gebroken. De wijnpers van de Heer was het kruis. Hierdoor kon de genade van God tot heil zijn voor de hele mensheid. Paulus schrijft: “bovenmate en boven vermogen hebben wij een zware last te dragen gehad” (2 Cor. 1:8), en wat een zegen kwam er tevoorschijn uit de druk op deze man! De mate waarin wij bruikbaar zijn voor de Heer, is de mate waarin wij de wijnpers in ons leven kennen. Een christen die veel heeft geleden, kan veel leven aan anderen toebedelen. De beste artsen, verpleegkundigen en andere hulpverleners, zijn zij die zelf het lijden van de patiënt of hulpbehoevende kennen (vgl. Hebr. 2:18; 4:15). Paulus was niet bang om te lijden. Hij wilde Christus kennen en de kracht van Zijn opstanding, maar hij wist dat dit nooit buiten “de gemeenschap aan Zijn lijden” om kon gaan (Fil. 3:10). Wanneer de Heer ons in de wijnpers plaatst, wordt ons vertrouwen op de Heer op de proef gesteld. Hoe veilig is de Heer dan voor ons? Hoe ver gaat de druk van de wijnpers? Wanneer de Heer dit toelaat, waar is dan het einde? Dan blijkt waar we staan in ons geestelijke leven. Het karakter van een christen wordt bepaald door wie hij of zij onder druk en verdrukking is. Paulus wist goed wat verdrukking voor hem betekende, want Hij wist dat God altijd een positief God is. De wijnpers was voor hem een deur naar een grotere volheid van Christus in ons leven. De wijnpers lijkt op het moment alleen maar smart te brengen, maar het einde is vreugde en een vreedzame vrucht (vgl. Hebr. 12:11). Wij leren meer door lijden dan door het luisteren naar preken. Onze God is een praktisch God die Zijn genade door ons wilt laten zien door ons deel te laten krijgen aan de gemeenschap aan Christus’ lijden. Dit is de weg naar geestelijke vrucht en naar de volheid van Christus in Efeziërs 4:13. {wordt vervolgd}
Een christen die veel heeft geleden, kan veel leven aan anderen toebedelen.