p8 oe gr
Herdenkings monument IJsselstein
kunst- en cultuurmenu: Cultuurprogramma domein: Gebouwde omgeving discipline: Beeldend
2012-2013
Colofon Dit is een uitgave van: Kunst Centraal Postbus 160 3980 CD Bunnik tel: 030 - 659 55 20 fax: 030 - 659 05 10 e-mail:
[email protected] internet: www.kunstcentraal.nl Ontwikkeling: Lia Leenheer Hanneke Matthijssen Ineke Jonker (bijlage 5) september 2007 herzien september 2009 Eindredactie: Ariane van Heijningen Vormgeving: BMD, Bunnik Copyright: Dit materiaal is bedoeld voor gebruik binnen uw school en mag niet vermenigvuldigd of openbaar gemaakt worden voor gebruik daarbuiten zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Kunst Centraal. Laatst gewijzigd: 27-01-2011
Colofon
Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................................................. 4 Inleiding ................................................................................................................................................. 5 Les 1 Inleiding: herdenkingsmonumenten ............................................................................................... 6 Les 2 Verleden en heden: de verbeelding ................................................................................................. 8 Les 3 Heden: het herdenkingsmonument bij ons in de buurt ................................................................. 11 Les 4 Toekomst: een nieuw monument .................................................................................................. 13
Algemene bijlagen: 1. Spelregels en klassenopbouw quiz 2. Voorbeeld scoreschema 3. A en B 4-1 t/m 4-10 De quizvragen 5. Het maken van foto’s 6. Brief van de VVV 7. Voorbeeldtekst kunstenaar 8. Steekwoorden t.b.v. tekst kunstenaar
Specifieke bijlage: 9. Benodigde informatie m.b.t. dit project in uw gemeente Bijlage op de website van Kunst Centraal: www.kunstcentraal.nl/lesmaterialen/herdenkingsmonument: afbeeldingen van herdenkingsmonumenten
Inhoudsopgave
Inleiding Cultuurprogramma Dit project maakt deel uit van het Cultuurprogramma, dat Kunst Centraal organiseert om leerlingen te laten kennismaken met hun culturele omgeving. De culturele omgeving is verdeeld in vier domeinen (professionele instellingen, amateur- en vrijwilligersorganisaties, bebouwde omgeving en landschap & natuur). Deze domeinen worden vanuit de verschillende vakdisciplines benaderd: dans, literatuur, muziek, beeldend, drama, audiovisueel en erfgoed, of een combinatie van deze disciplines.
Domein Het project Herdenkingsmonument valt binnen de domeinen ‘Gebouwde omgeving’
Discipline Audiovisueel en beeldend
Doelgroep Het project Herdenkingsmonument is bedoeld voor de leerlingen van groep 8.
Doelstelling educatief materiaal De lessen in deze handleiding voldoen aan de kerndoelen voor kunstzinnige oriëntatie en de kerndoelen die aansluiten bij “jezelf en oriëntatie op de wereld”. Bij elke les staan specifieke lesdoelen beschreven die hierbij aansluiten.
Organisatie
De uitvoeringsdata en -tijden staan vermeld in het rooster van Kunst Centraal. Ga naar www.kunstcentraal.nl/gemeenten, klik op uw gemeente en vervolgens op uw school.
Kwaliteit
4
Wij vragen u nadrukkelijk na afloop van het project uw bevindingen met ons te delen via het waarderingsformulier. Uw reactie/beoordeling is voor ons stimulerend en richtinggevend bij de kwaliteitsverbetering van onze diensten. Het formulier “waarderingsformulier Cultuurprogramma” vindt u op onze website op uw eigen gemeente pagina of hier: http://www.kunstcentraal.nl/waarderingsformulier-
cultuurprogramma/
Wij wensen u veel plezier bij de uitvoering van dit project.
Inleiding
Over het project De leerlingen van groep 8 ontdekken wat een herdenkingsmonument is aan de hand van het verleden (dat wat het monument herdenkt), het heden (het herdenkingsmonument zelf) en de toekomst (het monument van morgen).
Inhoud Herdenkingsmonumenten herdenken grote wereldgebeurtenissen en grote personen, maar ze herdenken ook minder grote gebeurtenissen en personen uit eigen land of uit de directe omgeving. De vormgeving van wat herdacht wordt is bij elk monument weer anders, en afhankelijk van de kunstenaar en de eventuele opdrachtgever. Het ene monument is heel herkenbaar vormgegeven, het andere is abstract, er zijn heel grote en heel kleine monumenten, monumenten waarbij de tekst belangrijker is dan de vormgeving en monumenten die vormgegeven zijn met organische materialen en dus tijdelijk van aard zijn. In dit project laten we vooral voorbeelden van herdenkingsmonumenten zien waarbij niet alleen het verleden tot de verbeelding spreekt, maar ook de vormgeving. De heer Jan Klomp en de heer Rinus Verweij zullen per groep bij het monument een toelichting geven. Het project Herdenkingsmonument vormt een belangrijke voorbereiding op het Vrijheidsfestival van IJsselstein. Het project bestaat uit vier onderdelen: - twee lessen, waaronder een rondgang door de lokale omgeving (les 1 en 2) - een gastles bij het herdenkingsmonument (les 3) - een les waarin de leerlingen een eigen herdenkingsmonument ontwerpen (les 4) - een afsluitende tentoonstelling, door de school in te richten (facultatief)
Vrijheidsfestival IJsselstein Het Vrijheidsfestival IJsselstein is een initiatief dat een aantal jaar geleden voor de eerste keer is georganiseerd. Het festival is tot op heden een jaarlijks terugkerend festival. Het is opgezet door mensen uit het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Het festival is met name bedoeld voor leerlingen uit groep 8 en de brugklas. Men hoopt hiermee een groot aantal kinderen te bereiken en de betrokkenheid binnen IJsselstein te vergroten. Het festival wil een verandering in de beleving van de 4 en 5 meiherdenking in IJsselstein aanslingeren. Het wil het thema ‘4 en 5 mei’ breder maken dan alleen het herdenken van de Tweede Wereldoorlog, en aansluiten bij het jaarlijkse thema van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Dit comité heeft in 2013 als jaarthema ‘Vrijheid spreek je af’ (zie voor meer informatie: http://
www.4en5mei.nl/vrijheid/jaarthema/jaarthema_2013_vrijheid_spreek_je_af) Het festival vindt plaats op 15 april 2013 in het Fulcotheater.
Over het project
5
Les 1
Inleiding: herdenkingsmonumenten
Doel:
Tijd: Nodig:
De leerlingen leren diverse herdenkingsmonumenten kennen, en onderscheiden een aantal kenmerken hiervan. 60 minuten (zonder fotograferen en printen) computer of beamer (of in kleur gekopieerde foto’s op A4-formaat van de herdenkingsmonumenten voor de quiz, zie bijlage 4); bijlage 1 en 2; kopieën van de letters A en B (bijlage 3); kopieën van bijlage 5; kookwekker en meerdere vlaggetjes; een prijsje voor de winnaars van de quiz; een of meerdere digitale camera’s in de klas en buiten in de lokale omgeving
Locatie:
Voorbereiding Maak ruimte in de klas vrij voor het ophangen van de producten van de leerlingen gedurende het project. Lees de spelregels (bijlage 1) en de quizvragen (bijlage 4) van tevoren goed door. Teken op het schoolbord een scoreschema (zie voorbeeld bijlage 2). Maak in de klas een opstelling in groepjes van vijf (een of twee tafels per groepje) voor de quiz en zorg voor een kookwekker. Leg voor elk groepje de kopieën van de herdenkingsmonumenten (bijlage 4) en de vellen met de letters A en B (bijlage 3) op de tafeltjes. Elk groepje krijgt een vlag. Verkleed uzelf als quizmaster met behulp van bijvoorbeeld een hoge hoed, colbertje, opvallende stropdas en een microfoon. (NB: De afbeeldingen van bijlage 4 staan op de cd-rom. U kunt deze ook via een beamer vertonen in plaats van ze te kopiëren.)
Korte inhoud - De leerlingen ontdekken door middel van een quiz en afbeeldingen van verschillende herdenkings monumenten diverse aspecten hiervan. - Ze maken in groepjes in de lokale omgeving foto’s van wat volgens hen herdenkingsmonumenten zijn.
Inleiding Opdracht 1 - De quiz 6
Klassenopbouw De leerlingen zitten in groepjes van vijf bij elkaar. Geef per groepje elke leerling een nummer (1 t/m 5). Elk groepje heeft een kopie van de herdenkingsmonumenten (tenzij u de beamer gebruikt) en een vlaggetje (of bel). De quizvragen bestaan uit kennisvragen en open vragen in een van de volgende categorieën: - vorm / kleur - materiaal / textuur - geschiedenis / verhaal - betekenis van het beeld / idee van de kunstenaar - maat / verhouding - plaats waar het staat Stel de leerlingen per nummer een vraag, dus eerst de leerlingen met nummer 1, dan die met nummer 2, enzovoort. Doe dit tot elke leerling een beurt heeft gehad en begin dan weer opnieuw bij de leerlingen met nummer 1. Met de kennisvragen kunnen de leerlingen 1 punt verdienen. Met de open vragen kunnen ze 2 punten verdienen. Naar eigen inzicht kan de quiz in meerdere rondes tijdens de schoolweek gespeeld worden.
Les 1 Inleiding: herdenkingsmonumenten
Quizmaster Verplaats u in de rol van quizmaster en start de quiz. Met overdreven stem introduceert u de quiz alsof het een superbelangrijke gebeurtenis in de televisiewereld is: De grote herdenkingsquiz! U stelt de kandidaten voor: belangrijke mensen die heel veel over kunst en geschiedenis weten, bla bla bla. U legt, in uw rol als quizmaster, nog even kort het verloop van het spel en de spelregels uit (zie bijlage 1) en vertelt wat de prijs is. Licht indien nodig steeds de goede antwoorden toe. Houd wel zoveel mogelijk de vaart erin! Vergeet niet de score bij te houden. Tel na afloop van de quiz de punten op en deel een prijs uit aan het groepje dat gewonnen heeft.
Kern Opdracht 2 - Herdenkingsmonumenten in de eigen omgeving Geef kort een samenvatting van belangrijke aspecten van een herdenkingsmonument: - Een belangrijke of bijzondere (historische) gebeurtenis wordt herdacht. - Een belangrijk of bijzonder (historisch) persoon wordt herdacht. - De manier waarop het beeld is vormgegeven heeft iets te maken met datgene wat herdacht wordt. - Er is een relatie tussen geschiedenis, betekenis en vormgeving. De leerlingen gaan in kleine groepjes op pad en maken met een digitale camera diverse foto’s van mogelijke herdenkingsmonumenten. Ze houden op papier bij waar de foto’s zijn genomen (straatnaam en huisnummer) en hoe het herdenkingsmonument heet. Zorg ervoor dat de leerlingen in ieder geval het monument dat in de gastles wordt besproken hebben gezien. Deel bijlage 5 uit en vertel de leerlingen waarop ze moeten letten bij het nemen van een foto. Aandachtspunt: Maak duidelijke afspraken over hoe de leerlingen op pad gaan:
- met of zonder begeleiding
- allemaal tegelijk of op verschillende momenten
- grootte en samenstelling van de groepjes
Slot Opdracht 3 - Foto’s printen Print van elk groepje één duidelijke foto per herdenkingsmonument of laat dat door de leerlingen zelf doen (thuis of op school). De vindplaats van het monument dient op de achterkant vermeld te worden. Deze afdrukken heeft u nodig in les 2.
Les 1 Inleiding: herdenkingsmonumenten
7
Les 2
Verleden en heden: de verbeelding
Doel:
De leerlingen kunnen vanuit het perspectief van een denkbeeldige unstenaar een eigen interpretatie geven over de achtergrond van k het monument en wat het verbeeldt. De leerlingen kunnen de relatie tussen betekenis, vormgeving en context benoemen. 60 minuten + voor elke leerling tijd achter de computer om te schrijven de afdrukken van de in les 1 gemaakte foto’s van herdenkingsmonumenten; kopie van foto van herdenkingsmonument in bijlage 9; kopie voor iedere leerling van bijlage 7 en 8 (voor de schrijfopdracht); pen en papier in de klas
Tijd: Nodig:
Locatie:
Voorbereiding Zorg ervoor dat de door de groepjes gemaakte foto’s zijn uitgeprint op A4-formaat, per groepje één afdruk per monument. Zorg dat de plaats waar het monument te vinden is op de achterkant vermeld staat. Zet op een A4 vel grote letters JA en op een ander vel NEE. Maak voor iedere leerling kopieën van bijlage 7 en 8 voor de schrijfopdracht. Maak een computerrooster waarop aangegeven staat wanneer welke leerling (en hoelang) op de computer aan zijn tekst mag werken. Zet op dit rooster ook de schrijfopdracht en de deadline waarop de teksten ingeleverd moeten zijn. Korte inhoud - Samen kenmerkende aspecten ontdekken van een herdenkingsmonument: de leerlingen bespreken en rubriceren klassikaal de gemaakte foto’s. - Iedere leerling kiest een van de lokale herdenkingsmonumenten, gaat dat monument bekijken en schrijft, vanuit het perspectief van de kunstenaar, hierover een verhaal voor de VVV.
Inleiding Opdracht 1 8
De leerlingen zitten in een grote kring. Leg de JA- en NEE-vellen vlak voor u. Leg de geprinte herdenkingsmonumenten op de grond in de kring. Vraag de leerlingen welk monument het meest gefotografeerd is. U maakt een stapeltje van de afdrukken hiervan. Welke groepjes hebben dit monument gefotografeerd? Laat deze leerlingen kort vertellen waarom ze denken dat dit een herdenkingsmonument is en laat hen dit koppelen aan geschiedenis (context), betekenis en vormgeving. Als er leerlingen zijn die dit geen herdenkingsmonument vinden, laat hen dit dan beargumenteren. Laat de groepjes vervolgens kort het monument zelf beschrijven (twee- of driedimensionaal, groot of klein, met of zonder tekst – en of de tekst belangrijk is – de materialen die zijn gebruikt, wat er naar hun idee herdacht wordt en waaraan ze dat zien). Kies met elkaar of het een herdenkingsmonument is of niet en leg dit bij het JA- of NEE-vel. Daarna maakt u een stapeltje van de afdrukken van het monument dat op één na het meest gefotografeerd is en herhaalt bovenstaande opdracht. Vervolgens het op twee na meest gefotografeerde monument, enzovoort. Aandachtspunt: Waarschijnlijk zullen een aantal monumenten door meerdere groepjes gefotografeerd zijn. Dit zou betekenen dat deze groepjes elk een korte beschrijving moeten geven. In zo’n geval laat u één groepje de beschrijving geven; de overige groepjes vullen aan of brengen andere ideeën naar voren.
Les 2 Verleden en heden: de verbeelding
De leerlingen kiezen elk uit het ja-stapeltje een herdenkingsmonument voor de volgende opdracht. Het hoeft niet het monument te zijn dat in de gastles wordt behandeld. Zorg dat er voldoende kopieën zijn!
Kern Opdracht 2 - Een brief van de VVV Vertel de leerlingen dat u een brief heeft gekregen van de VVV (bijlage 6). Lees deze brief voor en herhaal de concrete vraag in deze brief: De VVV wil een herdenkingsmonument onder de aandacht brengen van de inwoners van de gemeente. Daarom wil zij meer informatie over het herdenkingsmonument en de kunstenaar.
Opdracht 3 - Het herdenkingsmonument onder de aandacht brengen van een breder publiek De leerlingen zitten aan hun eigen tafel met pen en kopieën van bijlage 7 en 8. De tekst die ze gaan schrijven voor de VVV bestaat uit vier onderdelen. Ter voorbereiding verzamelen ze eerst per onderdeel in gedachten informatie en zetten deze in steekwoorden op papier. Deze informatie gebruiken ze om later hun tekst te kunnen schrijven. Leg de leerlingen uit dat ze doen alsof zij de kunstenaar zijn. Ze weten in werkelijkheid maar heel weinig over het monument, dus moeten ze veel zelf verzinnen vanuit het perspectief van de (denkbeeldige) kunstenaar. De leerlingen leggen de afdruk van het door hen gekozen herdenkingsmonument voor zich op tafel. Ze hebben bijlage 8 (met de indeling in vier vakken) voor zich en stellen zich voor dat zij de maker van dit monument zijn. Laat hen eerst het eerste vak invullen. Daarna geeft u de opdracht voor vak 2, en zo verder. - In het eerste vak schrijven ze in steekwoorden wie ze zijn: naam, leeftijd, man/vrouw, of ze al eens eerder een kunstwerk of een herdenkingsmonument hebben gemaakt. - In het tweede vak schrijven ze in steekwoorden wat er herdacht wordt en wat de reden is waarom ze dit monument hebben gemaakt (in opdracht van iemand, of op eigen initiatief omdat je datgene wat herdacht wordt belangrijk vindt, of omdat je zelf betrokken was bij dat wat herdacht wordt). - In het derde vak schrijven ze in steekwoorden waarom het monument zo is vormgegeven in relatie tot wat herdacht wordt, en waarom ze hebben gekozen voor de gebruikte materialen. - In het vierde vak schrijven ze in steekwoorden iets over de plaats waar het monument staat en of er bepaalde gebruiken rond dit monument zijn. Aandachtspunt: De leerlingen laten zich inspireren door wat het herdenkingsmonument hun laat zien, wat het uitdrukt, welke symbolen zijn gebruikt, enz.. Denk eraan dat ze dit dus opschrijven vanuit het perspectief van de denkbeeldige kunstenaar.
Opdracht 4 - De tekst in de computer zetten Deel aan de leerlingen het volgende uit: de voorbeeldtekst (bijlage 7) en het computerrooster (zie voorbereiding van deze les), waarop ook de opdracht geformuleerd staat en de deadline is aangegeven. De leerlingen maken met behulp van voorgaande steekwoorden en de voorbeeldtekst hun eigen verhaal op de computer. In de voorbeeldtekst zijn dezelfde stappen gevolgd die de leerlingen met steekwoorden hebben ingevuld: - wie je bent (als kunstenaar) - dat wat wordt herdacht - relatie vormgeving en wat herdacht wordt - plaats van het monument Vertel de leerlingen dat de tekst, omdat deze zogenaamd naar de VVV opgestuurd wordt, goed leesbaar, in volledige zinnen opgesteld en begrijpelijk moet zijn. De tekst krijgt als titel de naam van het herdenkingsmonument (de werkelijke titel indien bekend of zelf verzonnen).
Les 2 Verleden en heden: de verbeelding
9
Slot Opdracht 5 - De tekst presenteren Nadat de leerlingen hun tekst op de computer hebben gemaakt, wordt deze uitgeprint. Laat elke dag een paar leerlingen, als kunstenaar, hun monument presenteren met behulp van hun tekst. De andere leerlingen stellen vragen ter verduidelijking. Hang de teksten op in de klas en zet ze eventueel op de website van de school. - Is het duidelijk over welk herdenkingsmonument het gaat?
10
Les 2 Verleden en heden: de verbeelding
Les 3
Heden: het herdenkingsmonument bij ons in de buurt
Doel:
De leerlingen leren met behulp van een persoon die betrokken is bij een van de herdenkingsmonumenten in de eigen omgeving (zie bijlage 9) meer over achtergrond, maakproces en vormgeving van het monument. 60 minuten de door de leerlingen geschreven verhalen en de bijbehorende geprinte foto’s in de klas of op locatie Hang op het bord de afdruk van het herdenkingsmonument waarover een gast in de klas of bij het monument komt vertellen.
Duur: Nodig:
Locatie: Voorbereiding:
Korte inhoud - De leerlingen formuleren vragen ter voorbereiding op het bezoek van of aan de gastspreker. - De gastspreker vertelt over het lokale herdenkingsmonument. Aan de orde komen: de kunstenaar, wat herdacht wordt, de relatie tussen wat herdacht wordt en de vormgeving, de plaats waar het monument staat.
Inleiding Opdracht 1 - Vragen formuleren Vertel de leerlingen dat iemand iets komt vertellen over een van de herdenkingsmonumenten in hun gemeente. Het kan ook zijn dat u met de groep naar het monument toe gaat. Verzamel met hen verschillende vragen die gesteld kunnen worden en schrijf deze onder de fotoafdruk op het bord, zoals: Hoe komt een opdracht tot stand? Hoe wordt de kunstenaar uitgezocht? Hoe wordt de plek waar het monument komt te staan bepaald? Hoe wordt de manier van herdenken bepaald? Enzovoort.
Kern Opdracht 2 - Interactie met de gastspreker Stel de gastspreker voor. Laat hem/haar zelf vertellen over welk herdenkingsmonument hij/zij informatie komt geven en wat zijn/haar rol is met betrekking tot dit monument. Daarna vertelt hij/zij er uitvoerig over. Dit kan in wisselwerking, dus interactief, met de leerlingen gedaan worden: vertellen, vragen stellen, eventueel fotomateriaal laten zien, enzovoort. Aan bod komen: wat er wordt herdacht, waaraan je dit in het monument kunt terugzien, wat de betekenis is van bepaalde symboliek in het beeld, waarom de kunstenaar daarvoor heeft gekozen, wat de betekenis is van een eventuele tekst, hoe het beeld wordt onderhouden, of er een herdenkingsritueel is, enzovoort.
Slot Opdracht 3 - Vragen die nog niet zijn beantwoord Naar aanleiding van het vertelde stellen de leerlingen vragen. Ze kijken of hun eerder verzamelde vragen zijn beantwoord; zo niet, dan stellen ze deze alsnog.
Les 3 Heden: het herdenkingsmonument
11
Vervolgens neemt u afscheid van de gastspreker (bent u bij het monument, dan gaat u terug naar school). Als extra mogelijkheid nadat de gastspreker weg is: Misschien zijn er leerlingen die bij dit herdenkingsmonument een eigen verhaal hebben geschreven. Vergelijk dan tot slot hun verhaal met wat over het herdenkingsmonument is verteld. Komen deze met elkaar overeen? Waarin zitten de verschillen en waarin zitten de overeenkomsten?
Opdracht 4 - Kies een verhaal of persoon waarvoor je een monument wil oprichten Geef de leerlingen de opdracht om voor de volgende les na te denken over een gebeurtenis of persoon waarvoor zij een herdenkingsmonument zouden willen oprichten en of ze daarvoor een geschikte plek in hun gemeente weten. In tweetallen verzamelen ze actuele/recente onderwerpen uit de krant, tijdschriften en van het internet, waarvan ze vinden dat deze ook in de toekomst nog aandacht verdienen. Dit kan een bijzonder persoon zijn die iets goeds voor de wereld heeft gedaan, een oorlog die nog steeds voortduurt, het kappen van de bomen in het regenwoud, volken die onderdrukt worden (bijvoorbeeld Tibet door China), een recente natuurramp (een aardbeving, overstromingen in Bangladesh door het broeikaseffect, een tornado die een stad heeft verwoest), enzovoort. Het kan ook een bijzondere gebeurtenis of persoon in de eigen gemeente, stad of dorp zijn, bijvoorbeeld een plek waar vroeger een veldslag heeft plaatsgevonden of iemand die een heldendaad heeft verricht. Stel voor deze opdracht tweetallen samen.
12
Les 3 Heden: het herdenkingsmonument
Les 4
Toekomst: een nieuw monument
Doel:
Tijd: Nodig:
De leerlingen leren in fases een schetsontwerp te maken van een nieuw herdenkingsmonument, waarbij de relatie tussen geschiedenis, betekenis en vormgeving zichtbaar wordt gemaakt. 60 minuten of naar eigen inzicht tekenpapier en potloden
Voorbereiding Zet de tafeltjes van de leerlingen in groepjes van twee bij elkaar en leg papier en potloden op de tafeltjes klaar. Korte inhoud - De leerlingen kiezen samen een gebeurtenis of persoon waarvoor in de toekomst een herdenkings monument opgericht zou moeten worden. - In drie fases maken ze daar een schetsontwerp voor.
Inleiding Opdracht 1 - Keuze van het onderwerp voor een herdenkingsmonument Alle onderwerpen worden verzameld. Elk tweetal vertelt kort wat ze hebben gevonden. De klas overlegt met elkaar en kiest gezamenlijk een onderwerp waarvan ze vinden dat het een monument verdient. De leerlingen gaan in de al eerder gemaakte tweetallen aan de slag en schetsen aan de hand van de volgende drie fases een ontwerp voor het door de klas gekozen onderwerp.
Kern Opdracht 2 - Het ontwerp Fase 1 - Het gekozen onderwerp toelichten: de geschiedenis / het verhaal / de persoon / de gebeurtenis De leerlingen bespreken het onderwerp, waarbij de geschiedenis of het erbij behorende verhaal helder verwoord op papier wordt gezet. Hierin motiveren ze waarom dit onderwerp aandacht verdient en een herdenkingsmonument hoort te krijgen. Fase 2 - relatie geschiedenis en betekenis van het beeld Dit is de ontwerpfase waarbij elk tweetal in steekwoorden ideeën opschrijft voor een monument bij het gekozen onderwerp. a. Wat van het onderwerp willen ze laten zien? Welke emotie/gebeurtenis/enzovoort? b. Wat voor beeld zien ze voor zich? Laat hen associatief denken. Om de leerlingen te stimuleren kunt u hen wijzen op datgene wat ze gezien hebben op de afbeeldingen van de herdenkingsmonumenten in de quiz: laat hen terugdenken aan het beeld over de watersnoodramp met de golvende aluminium buizen die dwars door de muur gaan, aan de immens hoge ladder van Armando die naar de hemel reikt of aan het beeld van Zadkine, ‘De verwoeste stad’, met de vele emoties. c. Op welke manier willen ze dit vormgeven? Wijs hen nog een keer op ‘De verwoeste stad’. Deze kunstenaar heeft bewust voor een hoekige vorm gekozen en niet voor zachte, ronde vormen. Het gaat over een heftig onderwerp en daar passen scherpe, puntige, spitse, harde vormen en lijnen bij. Dit geldt ook voor het kleurgebruik: felle, schreeuwerige kleuren maken meer indruk dan zachte pasteltinten. Door de keuze van het materiaal
Les 4 Toekomst: een nieuw monument
13
probeert de kunstenaar ook emotie te laten zien: het kan koud (staal), warm (hout), glad, ruw, massief (beton) of transparant (glas) aanvoelen. De leerlingen vertalen de emotie naar materiaal en/of kleur. Daarnaast letten ze op vorm, maat en verhoudingen van het monument. Fase 3 - het maken van de eindschets Beide leerlingen maken een eigen schetsontwerp van hun herdenkingsmonument naar aanleiding van wat ze hebben opgeschreven. Aandachtspunt: Laat hen eerst kort verschillende schetsjes maken, en daarna pas het uiteindelijke ontwerp.
Opdracht 3 - Nabespreken Bespreek een of twee ontwerpen op de volgende punten: - keuze van materiaal, maat, vorm enzovoort; - relatie tussen context, betekenis en vormgeving.
Slot Opdracht 4 - Afsluiting van het project Met behulp van de volgende materialen kunt u een tentoonstelling samenstellen: - De foto’s van de verschillende door de leerlingen uitgezochte herdenkingsmonumenten. - De teksten van de leerlingen bij de verschillende monumenten. - Foto’s van het monument dat besproken is, aangevuld met informatie die door de gast is gegeven. - De ideeën over wat of wie in de toekomst herdacht moet worden. - De schetsontwerpen van het nieuwe monument. De leerlingen vertellen bij hun schetsen: 1) welk verhaal erbij hoort, 2) wat ze willen uitdrukken met hun monument en 3) welk gevoel ze met de materialen willen laten zien. Hoe de tentoonstelling verder wordt vormgegeven, is ter invulling aan de school.
14
Les 4 Toekomst: een nieuw monument
Bijlage 1
Spelregels en klassenopbouw quiz
Er zijn twee verschillende soorten vragen: 1. Een kennisvraag is 1 punt waard U leest de vraag met de keuzemogelijkheden A of B op. De leerlingen die aan de beurt zijn, steken het blad met A of B in de lucht. Laat de leerlingen hun antwoord kort motiveren. Vervolgens noemt u het goede antwoord en schrijft u de punten op het scorebord. 2. Een open vraag is 2 punten waard Zolang de kookwekker loopt (ongeveer een halve minuut), mogen de groepen overleggen. De groep die na het aflopen van de wekker als eerste zijn vlag opsteekt, mag het antwoord geven. De leerling die in dit groepje aan de beurt is, geeft namens de groep het antwoord. De quizmaster vraagt wie van de andere groepjes een ander antwoord heeft en laat dit antwoord kort toelichten.
15
Bijlage 2 Vraag
Voorbeeld scoreschema Groep 1 2
3
4
5
1 1. 2. 3. 4.
2 1. 2. 3.
3 1. 2. 3. 4.
4 1. 2. 3.
5 1. 2. 3. 4.
6 1. 2.
7a 1. 2.
7b 1. 16
2.
8 1. 2. 3.
9 1. 2.
10 1. 2. 3.
Totaal
Bijlage 3
A B A en B
17
Bijlage 4-1
18
Afbeelding: De ladder van Armando
Bijlage 4-1
Vragen: De ladder van Armando – Leusden
Vraag 1 (kennisvraag, 1 punt) Waaraan kun je zien hoe hoog de ladder is? A: aan de boom die erachter staat (goed) B: aan de lucht op de achtergrond (fout)
Vraag 2 (kennisvraag, 1 punt) In welke oorlog is Kamp Amersfoort gebouwd? A: in de Eerste Wereldoorlog (fout) B: in de Tweede Wereldoorlog (goed)
Vraag 3 (kennisvraag, 1 punt) In Kamp Amersfoort werden allerlei groepen mensen gevangen gehouden. Noem minimaal 4 van deze groepen. Antwoord: woonwagenbewoners, homofielen, priesters, illegale arbeiders, smokkelaars, Joden Het aantal Joden was in Kamp Amersfoort beperkt. Zij werden vooral naar Westerbork getransporteerd.
Vraag 4 (open vraag, 2 punten) Wat denk je dat de kunstenaar met deze ladder wilde zeggen? Antwoord: de leerlingen vertellen hun eigen idee over de betekenis van de ladder.
Voorbeeld van een interpretatie: ‘Een ladder verbindt laag met hoog, maar waarschijnlijk ook hoog met laag. Een ladder verbindt aarde en hemel, belichaamt het reikhalzen naar datgene wat hoger is dan het menselijke. De ladder als troost, als vluchtweg. Een ladder kan hulp van boven brengen. Velen hoopten op hulp van boven, sommigen gaf de hulp van boven kracht.’ Volkers, K., Geheim landschap. 200 jaar militairen op de Heuvelrug, Utrecht 2006, p. 117.
De interpretatie van de kunstenaar: De kunstenaar Armando (geboren 1929), die tijdens de oorlogsjaren in Amersfoort woonde, vertelde het volgende: Als schooljongen speelde hij met vriendjes veelvuldig in de bossen en klom in bomen; bomen die later opeens binnen de omheining van Kamp Amersfoort zouden staan. Hierdoor verdween van de een op de andere dag de onschuld van dit landschap. De aanwezigheid van het kamp, het zien van de gevangenen in de straten van Amersfoort en zijn oorlogservaringen in de stad hebben een onuitwisbare indruk op de kunstenaar gemaakt. Dit verhaal was de inspiratiebron voor het maken van het herdenkingsmonument De Ladder. Bron: www.collectieutrecht.nl
19
Bijlage 4-2
20
Afbeelding: Para’s in de Eusebiuskerk
Bijlage 4-2
Vragen: Para’s in de Eusebiuskerk te Arnhem
Vraag 1 (kennisvraag, 1 punt) Wie of wat zijn para’s? A: dit zijn parasieten (fout) B: dit zijn parachutisten (goed)
Vraag 2 (kennisvraag, 1 punt) Wat doen deze mannen daar boven aan het plafond van de kerk? A: zweven; vertel waarom je dat denkt (goed) B: naar beneden vallen; vertel waarom je dat denkt (goed)
Vraag 3 (kennisvraag, 1 punt) Dit monument is gemaakt om de parachutisten tijdens WO II te gedenken. Wie weet waarom dit kunstwerk ‘Para’s’ met Arnhem te maken heeft? A: de slag om Arnhem (goed) B: de slag om IJmuiden (fout) De kunstenaar laat 19 parachutisten afdalen boven de stad Arnhem. Hun parachutes worden gevormd door het dak van de kerk. De operatie Market Garden begon zondagochtend 17 september 1944 om half twaalf met een inleidend bombardement op Arnhem. ’s Middags landden bijna 5200 man van de Eerste Britse Luchtlandingsbrigade, deels per parachute en deels in zweefvliegtuigen.
21
Bijlage 4-3
22
Afbeelding: Piramides/grafmonumenten
Bijlage 4-3
Vragen: Piramides/grafmonumenten – Gizeh
Vraag 1 (kennisvraag, 1 punt) In welk land zijn deze monumenten te vinden? A: Egypte (goed) B: Ethiopië (fout)
Vraag 2 (kennisvraag, 1 punt) Door wie werden deze piramides gebouwd? A. slaven (twijfel) B. bouwvakkers (goed)
Tegenwoordig gaat men ervan uit dat de bouw van een piramide grotendeels het werk van professionele bouwlieden was, en niet van slaven. Volgens moderne reconstructies waren voor de bouw van een enkele piramide tienduizenden mensen nodig. Waarschijnlijk bestond het grootste deel van deze bouwvakkers uit de plaatselijke Egyptische boeren, die als een soort ‘herendienst’ voor de farao meehielpen met bouwen als tijdens de periodieke overstroming van hun akkers door de Nijl toch niet op het land gewerkt kon worden. Enige jaren geleden zijn de resten van een complete stad voor de bouwlieden gevonden nabij het plateau van Gizeh. Uit resten van de keukens bleek dat de werkers niets tekortkwamen en een voedzaam dieet genoten, wat ook wel nodig was voor het zware sjouwwerk met de steenblokken. We weten niet precies hoe de Egyptenaren hun piramides bouwden. Ook niet hoelang ze erover deden en hoeveel mensen eraan werkten. Gedacht wordt aan meer dan 100 jaar en dat er wel 100.000 mensen aan werkten.
Vraag 3 (kennisvraag, 1 punt) Voor wie werden deze monumenten gebouwd? A: voor Egyptische goden (fout) B: voor farao’s (goed)
Vraag 4 (kennisvraag, 1 punt) Wat was de functie van deze piramides? A: een tempel om de zonnegod Osiris te vereren (fout) B: een grafmonument voor de farao (goed)
23
Bijlage 4-4
24
Afbeelding: Joods monument
Bijlage 4-4
Vragen: Joods monument – Tiel
Vraag 1 (kennisvraag, 1 punt) Uit welke taal komen deze lettertekens? A: Arabisch (fout) B: Hebreeuws (goed)
Vraag 2 (open vraag, 2 punten) Er komt een tekst uit de luidspreker. Waar denk je dat dit monument over gaat en welke tekst zou er worden gesproken? Vertel aan de leerlingen welke tekst er werkelijk uit de luidspreker komt en vertel het volgende: Joods Monument. Het 19e-eeuwse poortje links van het archief was oorspronkelijk de toegang naar de Israëlitische Synagoge. Het op de muur en boven de ingang aangebrachte monument werd in 1996 onthuld en is gemaakt ter herinnering aan de uit Tiel afkomstige, in de Tweede Wereldoorlog omgebrachte Joodse inwoners. Door een klein luidsprekertje wordt naast de familienamen van de slachtoffers de tekst ‘en dit nooit meer’ uitgesproken in alle talen die in Tiel worden gesproken. Het monument is een ontwerp van de kunstenaars Willem den Ouden en Johan Goedhart. bron: www.tiel.nl
Vraag 3 (open vraag, 2 punten) Wat zouden deze gouden stukjes onder aan het monument kunnen verbeelden? Antwoord: tranen uit de hemel / de boodschap regent neer over de wereld / gouden regen / enzovoort. Het stelt een wolk voor waaruit regendruppels naar de grond vallen. In de wolk is een hand te herkennen, die wijst naar de uit het Hebreeuws vertaalde tekst: ‘men zal zich herinneren!’
25
Bijlage 4-5
26
Afbeelding: Watersnoodramp
Bijlage 4-5
Vragen: Watersnoodramp – Zeeland
Vraag 1 (kennisvraag, 1 punt) Hoeveel verschillende materialen zijn in dit monument gebruikt? A: drie, namelijk: baksteen, aluminium en cement (goed) B: twee, namelijk: baksteen en plastic (fout)
Vraag 2 (kennisvraag, 1 punt) Wat stellen de golvende aluminium buizen voor? A: elektriciteitsbuizen (fout) B: water, wind of beweging (goed)
Vraag 3 (kennisvraag, 1 punt) Tijdens welke ramp in de vorige eeuw ging het water in Nederland dwars door de muren en dijken heen? A: de tsunami in 2004 (fout) B: de watersnoodramp in 1953 (goed) De nacht van 31 januari op 1 februari 1953 Zaterdag 31 januari was er springvloed. Dat is een extra hoge waterstand van de zee in combinatie met volle maan. Er woedde die dag ook nog een noordwesterstorm. In de nacht kreeg deze de kracht van een orkaan. De springvloed en de hevige storm zweepten het water van de Noordzee zo hoog op dat veel dijken in Nederland het begaven. Vloedgolven van soms wel meters hoog rolden de polders in en overstroomden grote gebieden in Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het zoute water sleurde alles mee. bron: www.schooltv.nl
Vraag 4 (kennisvraag, 1 punt) Welke oplossing werd in Zeeland bedacht om een volgende watersnoodramp te voorkomen? A: De Afsluitdijk (fout) B: De Deltawerken (goed) Vertel de leerlingen iets over de Deltawerken. Deltawerken Lang voor de watersnoodramp van 1953 hadden dijkenbouwers het zogenaamde ‘Deltaplan’ bedacht. Dat was een plan om de zeearmen in Zuidwest-Nederland af te sluiten. Dat plan was nooit uitgevoerd, maar na de ramp werd er haast achter gezet. Het ene zeegat na het andere werd met dammen gedicht en alle dijken langs de Nederlandse kust werden opgehoogd. Door de Deltawerken is de kans op een watersnoodramp veel en veel kleiner. In 1997 waren de Deltawerken voltooid. bron: www.schooltv.nl
27
Bijlage 4-6
28
Afbeelding: Michiel de Ruyter
Bijlage 4-6
Vragen: Michiel de Ruyter – Vlissingen
Vraag 1 (kennisvraag, 1 punt) Dit is Michiel de Ruyter. Wie was deze historische persoon? A: een piraat (goed) B: een admiraal (goed)
Licht toe waarom beide antwoorden goed zijn. De Admiraal Michiel Adriaenszoon de Ruyter (Vlissingen, 24 maart 1607 – Baai van Syracuse, 29 april 1676) was een Nederlandse admiraal. Michiel de Ruyter is de bekendste zeeheld in de Nederlandse geschiedenis. In de eerste drie Engels-Nederlandse Oorlogen speelde hij een belangrijke rol. Daarnaast nam hij deel aan diverse oorlogen in de Oostzee en streed hij tegen piraterij in de Middellandse Zee. De Ruyter was afwisselend in dienst van de staat en van reders, en was zelfs een tijdlang als zelfstandig ondernemer actief in de walvisvaart, maar hij is ook een tijd piraat geweest. bron: www.wikipedia.org
De piraat Men dacht dat Michiel de Ruyter aan zijn naam kwam omdat zijn grootvader of zijn oom van moederszijde als ruiter had meegevochten in het leger. Maar de bijnaam De Ruyter komt waarschijnlijk uit de kaapvaart en is ontleend aan het ‘ruiten’ oftewel roven, door zijn schip de Graeuwen Heynst, waarvan hij in 1636 kapitein is. Deze scheepsnaam doet zowel denken aan een ruiter te paard als bevelhebber, als aan de kapitein als ‘ruiter’ of rover. In deze tijd vinden wij het veroveren van andere schepen en landen een oorlogsmisdaad. Zouden ze er in de tijd van Michiel de Ruyter ook zo over hebben gedacht? Waarom wel of niet? (Iets beoordelen op goed of fout is altijd afhankelijk van de tijd, de context en wie de beoordelaar is).
Vraag 2 (open vraag, 2 punten) Michiel de Ruyter was in zijn tijd al een belangrijke figuur. Waaraan kun je dit zien? Antwoord: houding (o.a. van benen en armen), grote deftige jas/cape, stoere blik. 29
Bijlage 4-7a
30
Afbeelding: Triomfboog van Constantijn
Bijlage 4-7a
Vragen: Triomfboog van Constantijn – Rome
Vraag 1 (kennisvraag, 1 punt) Wat is dit voor een monument? A: een poort om een overwinning te vieren (goed) B: de hoofdpoort van de stad (fout) Vraag in welke periode deze poort is gebouwd en vertel de leerlingen iets meer over deze triomfboog. Deze triomfboog werd tussen 312 en 315 n.Chr. voor Constantijn opgericht om zijn overwinning te vieren op zijn zwager Maxentius in 312 n.Chr., bij de Ponte Milvius te Rome (bouwtijd ongeveer 3 jaar). Op deze boog heeft men de reliëfs overgenomen van vroegere monumenten (van Trajanus, Hadrianus, Marcus Aurelius). Drie bogen zijn van elkaar gescheiden door vier zuilen waarvan de hoge basis versierd is met Victoria (godin van de overwinning) en gevangenen.
Vraag 2 (kennisvraag, 1 punt) Waar staat deze poort? Kijk goed naar het gebouw rechts (Colosseum). A: Athene (fout) B: Rome (goed)
Weet je nog een plek waar een poort staat die hierop lijkt? Antwoord: Parijs
31
Bijlage 4-7b
32
Afbeelding: Arc de Triomphe
Bijlage 4-7b
Vragen: Arc de Triomphe – Parijs
Vraag 1 (kennisvraag, 1 punt) Vergelijk afbeelding 7a met 7b. Welke triomfboog is nieuwer? A: afbeelding 7b (goed) B: afbeelding 7a (fout)
Laat de leerlingen vertellen waaraan ze dit kunnen zien. Vul zelf aan. Afbeelding 7b is strakker vormgegeven en lijkt minder versleten. Afbeelding 7a heeft zuilen uit de klassieke oudheid en vele sierlijke ornamenten.
Vraag 2 (kennisvraag, 1 punt) Deze triomfboog staat in Parijs. Voor wie werd dit grote monument gemaakt? A: Lodewijk de XIV (fout) B: Napoleon Bonaparte (goed)
Vertel de leerlingen iets meer over Napoleon en de Arc de Triomphe. Deze triomfboog is naar Romeins model gemaakt. De architect Jean-François Chalgrin werd belast met de bouw ervan. Alleen al het leggen van de funderingen nam twee jaar tijd in beslag. In 1811 werden de werken stilgelegd door het overlijden van Chalgrin, maar ook door de tanende populariteit van Napoleon. In 1815, na de val van Napoleon, leek de hele onderneming afgeblazen te worden. Gedurende een lange periode van onrust werd er niet meer verder gewerkt aan de boog. In 1832 werden de werken onder Louis-Philippe eindelijk hervat en de vijftig meter hoge boog werd voltooid in 1836. Door de onderbrekingen heeft het uiteindelijk ongeveer 25 jaar geduurd voordat deze boog af was. De Arc de Triomphe ligt aan een drukke rotonde, ook wel Les Etoiles of Place Charles de Gaulle genaamd. Op de rotonde komen twaalf grote lanen uit. De functie van het monument is naast een triomfboog voor Napoleon ook een strategisch punt in Parijs. www.schooltv.nl
33
Bijlage 4-8 Afbeelding: ‘De verwoeste stad’ (Zadkine)
34
Bijlage 4-8
Vragen: ‘De verwoeste stad’ (Zadkine) – Rotterdam
Vraag 1 (kennisvraag, 1 punt) De titel is ‘De verwoeste stad’. Van welke Nederlandse stad werd de binnenstad helemaal verwoest? A: Amsterdam (fout) B: Rotterdam (goed)
Vraag 2 (open vraag, 2 punten) Welke emoties vind je bij het beeld passen? Noem er zo veel mogelijk op. Antwoord: wanhoop, boosheid, verdriet, pijn, hoop, kracht, trots, onoverwinnelijkheid, leven enzovoort.
Vraag 3 (kennisvraag, 1 punt) Zou het een bewuste keuze van de kunstenaar zijn geweest om een gat in de torso van het monument te maken? A: Nee (goed) B: Ja (goed) Omdat beide antwoorden goed zijn gerekend is het volgende wel van belang om te verduidelijken. Een beeld maken is associatief, keuzes worden niet altijd door gedachten geleid maar ook door gevoel. Dus het kan bewust zijn maar ook door ‘toeval’ ontstaan. Om welk vitaal orgaan (of organen) gaat het, denk je, en wat is de betekenis ervan? Probeer een stereotiep antwoord te vermijden. Iedereen heeft het over het hart, maar de gaten zitten ook lager in de buik, wat voel je daarbij? Bespreek de antwoorden. Interpretatie zou kunnen zijn: het hart van de stad Rotterdam is gebombardeerd in de Tweede Wereldoorlog en bestaat niet meer, of: het hart van de mensen is weggerukt of beschadigd, of ‘wat er gebeurd is is niet te verteren’ (het in de buik geraakt zijn), enzovoort.
35
Bijlage 4-9
36
Afbeelding: Grafmonument
Bijlage 4-9
Vragen: Grafmonument in Abcoude
Vraag 1 (kennisvraag, 1 punt) Wat voor monument is dit? A: een kunstwerk voor Valentijnsdag (fout) B: een grafmonument voor een geliefd persoon (goed)
Vraag 2 (open vraag, 2 punten) Waaraan kun je zien dat dit een geliefd persoon was? Antwoord: De steen heeft de vorm van een hart; het beeldje vooraan (van twee personen die elkaar omhelzen); teksten op de steen; vorm van het buxushaagje; enzovoort. Waarom is er gekozen voor steen? Steen is best een kil materiaal. De keuze voor steen heeft te maken met de duurzaamheid van het materiaal buiten. Mensen willen graag dat hun geliefde voor altijd herinnerd kan worden, dus dan mag bijvoorbeeld de zure regen het beeld niet aantasten.
37
Bijlage 4-10
38
Afbeelding: Ground Zero
Bijlage 4-10
Vragen: Ground Zero – New York
Vraag 1 (kennisvraag, 1 punt) Van welke stad is dit de skyline en waaraan zie je dat? A: Manhattan (fout) (Dat is geen stad maar een wijk.) B: New York (goed) (Dat zie je aan het Vrijheidsbeeld.)
Vraag 2 (kennisvraag, 1 punt) Hoeveel herdenkingsmonumenten zie je? (te zien zijn twee herdenkingsmonumenten: het Vrijheidsbeeld en Ground Zero)
Vraag 3 (kennisvraag, 1 punt) Naar welke gebeurtenis verwijzen de twee lichtbundels? A: naar the Twin Buildings (fout) B: naar the Twin Towers (goed) Laat de leerlingen vertellen en motiveren wat zij vinden van deze moderne interpretatie van een herdenkingsmonument (in tegenstelling tot traditionele materialen als brons, hout, marmer, steen, staal, aluminium). Welk gevoel roept het bij je op? Heb je destijds de tv-beelden gezien? Denk je dat dit monument helpt om de vrede te bewaren? Wat is het verschil in de vormgeving?
39
Bijlage 5
Het maken van foto’s
Aandachtspunten voor het maken van een foto van een herdenkingsmonument.
Voor de leerkracht - Leg de leerlingen uit hoe de digitale camera werkt. Zijn de batterijen vol? Geef eventueel reserve batterijen mee. Leg ook uit hoe ze gemaakte foto’s terug kunnen kijken. - Verdeel de leerlingen in groepjes en laat hen het fotograferen voorbereiden door allemaal een proeffoto te maken op het schoolplein. - Adviseer de leerlingen meer dan één foto per herdenkingsmonument te maken, dan kunnen ze op school de meest geschikte kiezen.
Voor de leerlingen Hoe maak je een zo duidelijk mogelijke foto van een herdenkingsmonument? - Loop om het herdenkingsmonument heen en bekijk het goed van alle kanten. - Is er een duidelijke voorkant? Zo niet, welke kant van het monument vind jij de voorkant? - Waar staat de zon? Die mag niet in de lens schijnen; als dat wel zo is, dan moet je een andere plek kiezen. - Kijk door de camera en zorg dat je het monument goed in beeld hebt, zonder dingen die er niet bij horen. Het hele monument moet te zien zijn. - Maak de foto vanaf ooghoogte, schouderhoogte, kniehoogte, en vanaf de grond. - Draai de camera in staand formaat. - Druk dan op de knop; de foto is gemaakt! - Kijk hoe de foto is geworden; staat het hele herdenkingsmonument er goed op? - Als er tekst op het monument staat en je twijfelt of die goed te lezen is, maak dan nog een extra foto van de tekst. Zet de camera dan op de ‘dichtbij-stand’ (dit is meestal een tulp-tekentje). - Kies op school per herdenkingsmonument de beste foto en laat deze uitprinten.
40
Bijlage 6
Brief van de VVV
De heer/mevrouw Kunstenaar Herdachtweg 1 1230 AM Beeld
Datum: Betreft:
herdenkingsmonument
Geachte heer, mevrouw Kunstenaar, We hebben uw prachtige herdenkingsmonument gezien en waren er zo van onder de indruk dat we dit monument heel graag onder de aandacht willen brengen van de inwoners van onze gemeente. Daarom willen we u vragen iets over uzelf en over uw monument op papier te zetten, zodat we op deze wijze uw monument bij hen kunnen introduceren. - Wat is uw naam, hoe oud bent u, bent u een man of vrouw en hoelang bent u al kunstenaar? Leeft u in deze tijd of vroeger? Wanneer bent u geboren? Wat voor soort dingen maakt u? - Wij willen ook heel graag weten wat of wie door middel van dit herdenkingsmonument herdacht wordt. Heeft u zelf het initiatief genomen om dit monument te maken of was dit een opdracht van iemand anders? Wie heeft u die opdracht gegeven, waarom wilden deze mensen een herdenkingsmonument? - Hoe bent u te werk gegaan? Wat heeft u willen vertellen met het monument en wat heeft het te maken met wat er herdacht wordt? Waaraan kunnen we dat zien? Met welke materialen hebt u gewerkt? Waarom hebt u hiervoor gekozen? En wat betekent de tekst (indien aanwezig)? - Waarom is het monument op deze plaats neergezet en wat vindt u daarvan? Weet u of er nog iemand naar het monument omkijkt? Wordt het wel eens schoongemaakt? Zijn er mensen die geregeld naar het monument komen en daar mijmeren of bloemen leggen? We vinden het heel fijn als u uw tekst met een foto van het monument aan ons terugstuurt (mailt). We danken u hartelijk voor de moeite en we maken binnenkort een afspraak voor een bezoek.
Met vriendelijke groeten, 41
Uw VVV
Bijlage 7
Voorbeeldtekst kunstenaar
De Kreet Mijn naam is Toos Blak. In mijn leven heb ik al veel kunstwerken gemaakt, maar dit was mijn eerste herdenkingsmonument. Met dit herdenkingsmonument wordt de hongerwinter in de Tweede Wereldoorlog herdacht. Ikzelf heb deze oorlog niet meegemaakt. Ik kwam in contact met een groep ouderen die de hongerwinter wel hebben meegemaakt en kreeg de opdracht dit monument te maken. Hun verhaal was hartverscheurend en ontroerde me. Ik ging er zelfs over dromen. In mijn droom liep ik ’s nachts over straat op zoek naar iets eetbaars. Ik bibberde van de kou en de honger. Na twee dagen zoeken vond ik een oud pannetje met een stukje beschimmeld brood erin. Op het moment dat ik het brood in mijn mond wilde steken, griste een grote meeuw het uit mijn handen. Telkens werd ik op dat moment zwetend wakker. Maar goed, het inspireerde me wel tot het maken van dit monument. Ik ben begonnen met schetsjes: kleine tekeningetjes die ik vlug op papier zet. Een heleboel verschillende. Ik had al vrij snel een mensfiguur met twee grote vleugels vlak boven zijn hoofd geschetst. Tijdens het schetsen bleek al dat ik aan bepaalde materialen en vormen dacht. De mensfiguur moest er geschrokken en angstig uitzien, maar ook wanhopig omdat dat ene stukje brood door de meeuw wordt gestolen. De figuur is uit één brok steen gehakt. Ik heb geprobeerd alleen de belangrijkste kenmerken van deze mensfiguur in steen te laten zien. Dus het magere, de uitstekende botten, de geschrokken, wanhopige houding en de opengesperde mond. Het magere figuurtje staat half ineengedoken met één arm afwerend boven zijn hoofd, de andere op zijn maag (honger). Het heeft een vertrokken gezicht met een wijd opengesperde mond, alsof daar een enorme schreeuw uit komt. Ik zag de grote vleugels van de meeuw voor me, ze hingen donker en dreigend vlak boven me. Ik heb gekozen voor hard, donker en grillig materiaal (in dit geval schroot), dat als twee grote, grillige vleugels vlak boven de mensfiguur hangt. Het is een groot beeld geworden. Ik wil dat er nooit meer honger is voor iemand in de wereld. De ouderen die mij deze opdracht hebben gegeven, waren enthousiast en ontroerd. In overleg met de gemeente hebben zij bepaald waar het beeld kwam te staan. Het staat op een pleintje in een grote stad waar kinderen in de oorlog heel veel honger hebben geleden, waardoor velen van hen zijn gestorven. Een zeer toegankelijke plek dus.
Toos Blak
42
Bijlage 8
Steekwoorden t.b.v. tekst kunstenaar
Wie ben ik?
Waarom heb ik dit monument gemaakt?
Wat wordt herdacht en waarom heb ik het monument zo gemaakt?
Wat vind ik van de plek waar het monument staat?
43
Bijlage 9
Benodigde informatie met betrekking tot dit project in uw gemeente
De heer Jan Klomp of de heer Rinus Verweij geven ieder achtergrondinformatie bij het herdenkings monument ‘50 jaar vrijheid’: wat wordt herdacht, waarom is er voor deze vormgeving gekozen en voor dit materiaal? Ze geven aan wat de relatie is tussen verleden, heden en toekomst. Ze vertellen ook iets over het maakproces en de plaatsing van het beeld.
Jan Klomp Jan Klomp is geboren op 9 mei 1945 in IJsselstein. Hij was de eerste baby die in IJsselstein na de oorlog werd geboren. Jan Klomp interesseerde zich al jong voor geschiedenis en daaruit is ook zijn interesse in de politiek gegroeid. Hij vond geschiedenis belangrijk en interessant omdat hij graag wil weten waarom dingen zijn zoals ze zijn. Hij is zich gaan interesseren voor politiek omdat het hem uit de geschiedenis duidelijk werd hoe belangrijk het is om goede politieke leiders te hebben. Daarbij vond hij dat wat er in de jaren dertig in Duitsland is gebeurd een hele dure les. Hij werd in IJsselstein in 1970 gemeenteraadslid en is dat tot maart 2010 met enkele onderbrekingen geweest. In 2005/2006 is hij anderhalf jaar wethouder geweest. In 1999 is hij voorzitter geworden van de Historische Kring in IJsselstein en is dat negen jaar gebleven. In die tijd heeft hij wel het een en ander opgestoken van de geschiedenis van IJsselstein en ook wel een beetje van het verhaal achter het monument. Toevallig woont hij sinds drie jaar in de Jan de Kuijerstraat, vernoemd naar een van de mensen wier namen op het monument staan. IJsselstein, 1 februari 2010
Rinus Verwey Rinus Verweij (Nootdorp, 13 juli 1955) woont sinds 1989 in IJsselstein en is lid van de werkgroep van de Historische Kring IJsselstein. Hij is aan de Technische Universiteit opgeleid tot restauratiearchitect en houdt zich als adviseur bezig met monumentenzorg, onder andere als lid van de Monumentencommissie van de gemeente Reeuwijk-Bodegraven. Hij is daarnaast docent aquareltechniek bij het Kursusproject IJsselstein en bij de Volksuniversiteit Stichtse Vecht. Bij het Stadsmuseum van IJsselstein is hij onder meer actief als rondleider, en in de Kasteeltoren treedt hij op als acteur – in achttiende-eeuws kostuum of verkleed als middeleeuwse ridder. Als reserveofficier en docent bij de Koninklijke Landmacht heeft hij zich verdiept in de culturele en historische achtergronden van gewapende conflicten. Dat bracht hem onlangs voor zes maanden naar Bosnië-Herzegovina om deel te nemen aan de EU-vredesmissie. Hij is al tientallen jaren geïnteresseerd in de geschiedenis van het gewapende conflict; niet alleen de Tweede Wereldoorlog, maar ook de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) en de Napoleontische oorlogen (1798-1815). 44
IJsselstein, januari 2011
Het herdenkingsmonument ‘50 jaar vrijheid’ Locatie: Kronenburgplantsoen, achter de koorpartij van de Nederlands-hervormde kerk aan de Utrechtsestraat in IJsselstein (vlak bij huisnummer 7-9). Het monument bestaat uit een gemetselde vierkante zuil met in het midden vijf onderling verschoven blokken van natuursteen. Op het voetstuk van de zuil is een bronzen plaquette met embleem bevestigd. Het monument is drie meter hoog, een meter breed en een meter diep. Het monument is onthuld op 27 april 1995 door burgemeester Th.E.M. Wijte en generaal-majoor J.J. de Vos. De aanleiding voor de oprichting van het monument was de vijftigste herdenking van de bevrijding. Het herdenkingsmonument is geadopteerd door de basisscholen van IJsselstein. Zij doen sinds 1987 mee aan ‘Adopteer een monument’. Op iedere school werd in de gemeenschapsruimte een plaquette geplaatst. Elk jaar komen alle leerlingen bijeen om een herdenkingsbijeenkomst te houden.
Namens de IJsselsteinse basisscholen sprak de heer De Weeg over het monument: ‘Het gaat erom de vooroordelen terug te dringen en steeds maar weer te wijzen op het gevaar van fascisme en etnische zuiveringen. De scholen hebben daarin een pedagogische taak. Ze zullen het monument koesteren.’ De tekst op het monument luidt: J.A. DE KUIJER 1927 - 1949 A. BELO 1927 - 1947 W. HOOGENDOORN 1912 - 1945 H.A.M. BENSCHOP 1915 - 1945 N. STEENBEEK 1915 - 1940 ZIJ DIE VIELEN 1940 - 1945 (Twee personen zijn gestorven bij de politionele acties in Nederlands-Indië.)
Het monument is gemaakt door beeldend kunstenaar Joska Tóth. De kunstenaar koos voor een zuil als teken van beschaving. De vijf blokken symboliseren de oorlogsjaren waarin de beschaving dreigde in te storten. Tevens vormen zij een stut waarop de daaropvolgende jaren van vrijheid en welvaart zijn gebaseerd. Het embleem is een ereteken voor ‘orde en vrede’. Het zwaard van de Nederlandse leeuw staat symbool voor de verdediging van Nederland, de palmtak voor vrede en rust en de helm is de persoon die deze taken heeft uitgevoerd. De kunstenaar, de heer Joska Tóth, heeft de bezetting van Hongarije door de Russen meegemaakt en weet wat het betekent om niet in vrijheid te kunnen leven. Hij is in 1957 gevlucht naar Nederland. Vanuit deze achtergrond heeft hij een sterke band met het thema van dit herdenkingsmonument. Hij is eigenaar van galerie De Boog in IJsselstein.
Wat wordt er herdacht? Het herdenkingsmonument herinnert de inwoners van IJsselstein aan de Tweede Wereldoorlog en de herwonnen vrijheid. Met het gedenkteken worden in het bijzonder vijf oorlogsslachtoffers uit de gemeente herdacht, waarvan drie personen uit de Tweede Wereldoorlog en twee van de politionele acties in Nederlands-Indië. Tijdens de mobilisatie moest Nico Steenbeek in augustus 1939 opkomen als reserve-tweede luitenant. Op de eerste dag van de oorlog had Steenbeek de opdracht om het vliegveld Ockenburg bij Den Haag te bombarderen. Tijdens deze operatie verongelukte zijn vliegtuig boven zee. Herman Benschop zat tijdens de bezettingsjaren in het verzet. Hij had een grote weerzin tegen de Jodenvervolging. Hij was aangesloten bij de Landelijke Knokploeg en lid van de sabotagegroep van de plaatselijke knokploeg in Utrecht. Benschop heeft verschillende Joden naar veilige adressen gebracht. Ook heeft hij zelfstandig een munitieschip van de bezetter tot zinken gebracht, dat lag afgemeerd in het Amsterdam-Rijnkanaal. Toen Benschop door de NSB op straat werd gearresteerd, droeg hij een wapen bij zich. Nauwelijks twee maanden voor de bevrijding is hij samen met zeventien andere verzetsmensen gefusilleerd op Fort De Bilt. Willem Hoogendoorn sloot zich in 1941 aan bij het verzet door het illegaal drukken en verspreiden van het verzetstijdschrift De Vonk. Later werkte hij ook mee aan de productie van het blad De Waarheid. Op 4 februari 1943 werd Hoogendoorn van zijn bed gelicht en gevangengezet in achtereenvolgens Amsterdam, Vught, Amersfoort, Neuengamme en Santborstel. Toen concentratiekamp Santborstel door de Engelsen werd bevrijd, was Hoogendoorn echter zo ziek en verzwakt dat hij op 6 mei 1945 overleed. Jan de Kuijer werd eind 1946 opgeroepen voor de dienstplicht en ingedeeld bij het 4de Regiment Stoottroepen in Nijmegen. Op 12 mei 1947 vertrok zijn bataljon naar Sumatra. De Kuijer werd als bakker ingezet bij de verzorgingscompagnie en bevorderd tot soldaat eerste klas in de functie van korporaal.
45
Tijdens een voedseltransport op 19 februari 1949 in Palvepoek werd de wagen waarin De Kuijer zat in een hinderlaag gelokt en beschoten. Op 20 februari 1949 is De Kuijer op het ereveld in Pandang met militaire eer begraven. Albertus Belo werd in 1947 opgeroepen voor militaire dienst en ingedeeld bij het 3de en 4de Regiment Stoottroepen. Hij vertrok naar voormalig Nederlands-Indië, waar hij al snel werd bevorderd tot soldaat eerste klas. Op 25 augustus 1947 ging hij in pelotonsverband op patrouille. Bij Loeboek Pakem kwam Belo in een hinderlaag terecht. Belo is op de erebegraafplaats in Medan (Sumatra) met militaire eer begraven.
Met dank aan - - - - - -
46
Joska Tóth Stichting Historische Kring IJsselstein Bep Murk Jan Klomp Vrijheidsfestival IJsselstein Oude Sint-Nicolaaskerk (NH Kerk)