g 7-8 ep ro
Gebedshuizen Zeist
kunst- en cultuurmenu: Cultuurprogramma domein: Gebouwde omgeving discipline: Beeldend
2011-2012
Colofon Dit is een uitgave van: Kunst Centraal Postbus 160 3980 CD Bunnik tel: 030 - 659 55 20 fax: 030 - 659 05 10 e-mail:
[email protected] internet: www.kunstcentraal.nl Ontwikkeling: Theo Naessens in samenwerking met Piet van Hest, Oblimon, Arnhem April 2010, variant Zeist januari 2012 Eindredactie: Josee Flaton Vormgeving: BMD, Bunnik Copyright: Dit materiaal is bedoeld voor gebruik binnen uw school en mag niet vermenigvuldigd of openbaar gemaakt worden voor gebruik daarbuiten zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Kunst Centraal. Laatst gewijzigd: 25 januari 2012
Colofon
Inhoudsopgave Voorwoord . .......................................................................................................................................... 4 Les 1 Wie kent ze? . .............................................................................................................................. 6 Les 2 Onderzoek .................................................................................................................................. 8 Les 3 Bezoek aan twee gebedshuizen .................................................................................................. 10 Les 4 Een bijzondere plek . ................................................................................................................. 12
Specifieke bijlagen: 1a. Sint Josephkerk 1b. kerk van de Broedergemeente 2a. 2b.
Kijkvragen bij de Sint Josephkerk Kijkvragen bij de kerk van de Broedergemeente
3.
Levensbeschouwing en Identiteit
Inhoudsopgave
Voorwoord Dit project is onderdeel van het Kunst- en Cultuurmenu (ook wel bekend als Kunstmenu en Cultuur programma) van Kunst Centraal. Bij het Kunstmenu staan professionele kunstenaars of gezelschappen centraal. Bij het Cultuurprogramma maken de leerlingen kennis met hun eigen culturele omgeving. Voor dit programma werkt Kunst Centraal samen met talloze culturele partners uit de eigen gemeente. De projecten van het Cultuurprogramma laten zich indelen in een aantal domeinen: ‘professionele culturele instellingen’, ‘amateur- en vrijwilligersorganisaties’, ‘gebouwde omgeving’ en ‘landschap & natuur’. Het project Gebedshuizen valt binnen het domein ‘gebouwde omgeving’. Het is een project voor groep 7 en 8 over de gebedshuizen in uw gemeente. We hebben ons in het schooljaar 2011-2012 beperkt tot de Josephkerk en de kerk van de Evangelische Broedergemeente in Zeist. Kerken hebben eeuwenlang de skyline van onze steden en dorpen bepaald. Maar naast kerken zijn er ook moskeeën, synagogen en tempels in Nederland. In de meeste gemeenten zijn ze echter niet allemaal tegelijk te vinden.
Doelgroep en doelstelling In dit project maken de leerlingen van groep 7 en 8 kennis met twee gebedshuizen in hun gemeente. Ze leren over de betekenis van gebedshuizen voor gelovige mensen en verdiepen zich in de verschillen in vormgeving van deze gebouwen en de redenen die hieraan ten grondslag liggen. Het samen kijken naar, praten over en bezoeken van de gebedshuizen leidt tot het luisteren naar elkaar, het leren verwoorden van wat je ziet en ervaart, en tot het ontdekken dat niet iedereen op dezelfde manier kijkt. De leerlingen leren te waarderen dat elke mens een eigen verhaal bij een gebedshuis kan hebben.
Lesplan
4
- - - - - - - -
De leerlingen hebben kennis genomen van twee wereldreligies en hun verschijningsvormen. Ze weten dat er in hun gemeente gebedshuizen zijn. Ze ervaren dat in hun klas leerlingen verschillende levensovertuigingen hebben. De leerlingen weten hoe zich te gedragen in een gebedshuis. De leerlingen maken kennis met een aantal gebedshuizen in de eigen gemeente. Ze leren de betekenis van enkele symbolen en/of voorwerpen. Ze reflecteren op hun eigen beleving. Ze onderzoeken met behulp van een kijkwijzer de bezochte gebedshuizen op verschillende punten en maken hier een (foto)verslag van voor hun eigen klas. - Ze maken kennis met een aantal verschillen in vormgeving en aankleding van de gebedshuizen. - De leerlingen vertalen hun eigen ervaringen in een beeldend ruimtelijk werkstuk.
Korte inhoud In de eerste les wisselen de leerlingen informatie uit over de gebedshuizen in hun gemeente. In de tweede les onderzoeken ze via internet een aantal websites waar ze meer te weten komen over de verschillen qua uiterlijk en inhoud van de diverse gebedshuizen. In de derde les bezoeken ze twee gebedshuizen, waar ze van iemand die betrokken is bij het bewuste gebouw uitleg krijgen over het gebouw zelf, de vormgeving en de betekenis hiervan. In de vierde les maken ze in een teken- en handvaardigheidsles in kleine groepjes een kartonnen ontwerp voor een eigen ruimte, waarin de ervaringen uit de afgelopen lessen een plek kunnen krijgen.
Voorwoord
Organisatie Het project bestaat uit vier lessen: twee voorbereidende lessen, een bezoek aan de gebedshuizen en een handvaardigheidsles. Het lesmateriaal in dit boekje stelt u in staat de leerlingen te begeleiden bij de voorbereiding op het bezoek, het bezoek zelf en de beeldende verwerking ervan. Les 1, 2 en 4 worden uitgevoerd op school, les 3 vindt plaats op locaties buiten de school. Kunst Centraal heeft in overleg met de gebedshuizen een rooster voor u opgesteld.
Stimin Kunst Centraal is begeleid door Stimin, Stichting Identiteitsbegeleiding Midden-Nederland, bij het opzetten en schrijven van dit project. Binnen dit project staan we maar oppervlakkig stil bij de betekenis en beleving van religie of levensbeschouwing; dit gaat ook verder dan de opdracht en competentie van Kunst Centraal. Stimin is sinds de zomer van 2010 opgeheven, de activiteiten zijn overgenomen door Oblimon: Onderwijsbegeleiding Levensbeschouwing en Identiteit Midden en Oost Nederland. Achter in dit boekje, in bijlage 3, vindt u de benodigde contactgegevens.
Gebedshuizen Graag willen we de mensen bedanken die in deze twee kerken de rondleidingen van de kinderen verzorgen. En we bedanken pastoor H. Bloem en dominee M. Gill die mij voorzagen van informatie over hun kerken.
Aanvullende informatie Aanvullen de informatie en beeldmateriaal vindt u via de website van Kunst Centraal. Onderaan de bladzijde van uw gemeente vindt u een pdf-bestand dat u kunt gebruiken bij het voorbereiden en nabespreken van de lessen.
Kwaliteit We vragen u nadrukkelijk na afloop van het project uw bevindingen met ons te delen via het waarderingsformulier. Uw reactie/uw beoordeling is voor ons stimulerend en richtinggevend bij de kwaliteitsverbetering van onze diensten.
Namens alle betrokken medewerkers wens ik u veel plezier bij de uitvoering van dit project.
Theo Naessens, consulent beeldende vorming
Voorwoord
5
Les 1
Wie kent ze?
Doel:
Tijd: Nodig:
De leerlingen weten dat er in hun gemeente gebedshuizen zijn. Ze leren van elkaar over de verschillen tussen de gebedshuizen. Ze ontdekken dat medeleerlingen verschillende religieuze achtergronden hebben. 45 minuten 2 foto’s van gebedshuizen in Zeist
Voorbereiding Download de foto’s van de website van Kunst Centraal, zie bladzijde 5. Print ze uit of gebruik het digitaal schoolbord.
Inleiding
6
In iedere samenleving kom je godsdienst tegen. In Nederland zijn veel verschillende godsdiensten te vinden: de christelijke, de islamitische, de hindoeïstische, de boeddhistische en de joodse zijn de vijf grootste. Enkele van deze godsdiensten hebben in Zeist een eigen gebedshuis. In deze eerste les komt de introductie van het onderwerp aan de orde, gekoppeld aan de eigen ervaringen van de leerlingen. Veel kinderen kennen alleen de buitenkant van de gebouwen waarover deze les gaat. Kinderen die van huis uit gelovig zijn en een van de gebedshuizen ook vanuit de praktijk kennen, zijn in de klas de experts. Zij kunnen hun klasgenoten vertellen wat er in de gebedshuizen te zien, te horen en te beleven valt.
Kern Opdrachten Zet de twee foto’s van de kerken voor het bord. (Of zet het bestand, zie boven, voor iedereen zichtbaar op het digitaal schoolbord.) - Wie kent deze gebouwen? - Hoe ken je die? - Wie kan er iets meer over vertellen? Wie komt daar wel eens binnen? - Wanneer kom je daar? - Vertel eens wat je ziet als je daar binnenkomt? - Wat doe je daar? - Wie kent er nog meer gebedshuizen in Zeist? Waar staan die? - Enzovoort.
Les 1 Wie kent ze?
Leg uit dat er meer gebedshuizen zijn in Zeist, maar dat we dit jaar alleen deze twee kunnen bezoeken. Misschien komen in de toekomst andere gebedshuizen aan de beurt. Elk gebouw – elke geloofsrichting – kent een eigen karakteristieke vormgeving.
Slot Vertel de leerlingen dat ze in de komende les op onderzoek gaan via internet en filmpjes, zodat ze in de derde les goed voorbereid op pad kunnen. Afhankelijk van de school of samenstelling van de groep kan het nodig zijn om ouders van het bezoek op de hoogte te brengen.
7
Les 1 Wie kent ze?
Les 2
Onderzoek
Doel:
Tijd: Nodig:
De leerlingen maken kennis met de verschillen in vormgeving en aankleding van gebedshuizen. Ze leren de betekenis van enkele symbolen in verschillende kerken. Ze verzamelen vragen voor het bezoek aan een gebedshuis. 3 x 15 minuten video en nabespreking links naar websites van Heilige Huisjes en Labyrintonline
Voorbereiding Download het pdf-bestand ‘Gebedshuizen - Links’ van de website van Kunst Centraal en controleer of de links nog actief zijn.
Inleiding Voor dit onderzoek op school naar de verschillen in de gebouwen die ze zullen tegenkomen, maken we gebruik van twee websites. De links ernaartoe vindt u hieronder: http://www.schooltv.nl/plein/project/2075763/heilige-huisjes/2320595/ afleveringen/ Heilige Huisjes is een serie SchoolTV-filmpjes van circa 15 minuten per stuk. In iedere aflevering bezoekt Hakim een gebedshuis, waar hij vragen stelt aan de geestelijken die daaraan verbonden zijn. Bekijk de afleveringen over de katholieke kerk, over de protestante kerk en over de moskee. In de afleveringen komen veel elementen voor die de leerlingen ook zullen tegenkomen tijdens het bezoek aan de gebedshuizen in Zeist. Bovendien is het een mooi startpunt om stil te staan bij wat de leerlingen er zelf bij en over kunnen vertellen.
8
De tweede link, http://www.labyrintonline.nl/onlineleren/onlinelerenfiles/Lectora/wegwijzer_01/waardegemeenschap_page_1.html, is geschikt om de leerlingen zelfstandig te laten zoeken naar wat er te zien is in een gebedshuis. De leerlingen bekijken de afdeling ‘Christendom’ en ‘Islam’. Doorklikkend vindt u een knopje ‘BEZOEK EEN KERK’ respectievelijk ‘BEZOEK EEN MOSKEE’. In een opengewerkte tekening krijgen de leerlingen informatie over de verschillende plekken, voorwerpen, termen die ze in een (katholieke) kerk en een moskee kunnen tegenkomen. Op deze webpagina worden ongeveer twintig onderdelen toegelicht van de katholieke kerk. Deze onderdelen komen ook terug in de vragen van de kijkwijzer en in een lijstje aan het eind van deze les.
Kern Opdracht 1 Bekijk samen de filmpjes van Heilige Huisjes. Houd het lijstje dat u aan het eind van deze les vindt bij de hand als leidraad voor het gesprek. Het lijkt ons verstandig telkens één filmpje te bekijken en te bespreken.
Opdracht 2 - Wie weet er meer van? Naar aanleiding van de filmpjes van Heilige Huisjes vraagt u de leerlingen te reageren. Welke dingen zijn er aan de orde geweest? Wie herkent hier dingen van? Per school en klas zal er meer of minder bekend zijn. De leerlingen vertellen wat hun is opgevallen en wat hun aanspreekt in de film.
Les 2 Onderzoek
Opdracht 3 De leerlingen bekijken de opengewerkte kerk en de moskee via de website Labyrintonline. Ze noteren de twintig termen die worden toegelicht. (Dit kan ook klassikaal; dit is het lijstje dat u achter deze les aantreft.) Vertel de leerlingen dat deze onderdelen weer zullen terugkomen tijdens het bezoek aan de gebedshuizen. Zijn er onderdelen die vragen oproepen? De leerlingen die vragen hebben over bepaalde onderdelen schrijven die op en nemen die mee tijdens hun bezoek aan het gebouw. De begeleider in het gebedshuis kan een antwoord geven op de vragen; hij zal hierop voorbereid zijn.
Slot Vertel welke gebedshuizen u gaat bezoeken en wanneer. Spreek af wat er wel en niet kan tijdens het bezoek. Zorg dat de leerlingen ook thuis hebben aangekondigd wat ze gaan doen, zodat kinderen zich geen zorgen hoeven te maken of ze wel of niet een gebedshuis binnen mogen. Benadruk hierbij dat de leerlingen tijdens het bezoek niet gaan bidden of deelnemen aan een dienst. Ze zijn te gast en leren iets over een gebedshuis. In een gesprek met een afgevaardigde van de moskee in Zeist vernamen we dat op deze basis het bezoeken van een kerk geen probleem hoefde te zijn. (Door omstandigheden is het niet gelukt om ook een bezoek aan de moskee te organiseren: waarschijnlijk zal dit in de toekomst wel mogelijk zijn.) Regel een aantal digitale camera’s. Laat de leerlingen bij voorkeur even oefenen met de camera vóór u op pad gaat, zodat er ter plaatse geen problemen ontstaan bij het fotograferen.
Christelijke kerk (de rode nummers komen ook voor in de meeste protestante kerken) 1. Altaar 2. Banken 3. Biechtstoel 4. Bijbel 5. Doopvont 6. Gewaden 7. Glas-in-loodramen 8. Heiligenbeelden 9. Klokken 10. Koor 11. Kruis 12. Kruisgang 13. Maria-altaar 14. Orgel 15. Preekstoel 16. Schilderijen 17. Tabernakel 18. Wierookvat 19. Wijwatervat 20. Zijaltaar
Moskee
1. Entree 2. Gebedstijdenaanduiding 3. Kalligrafie 4. Koepel 5. Koran 6. Mihrab 7. Minaret 8. Minbar 9. Onderwijszaal 10. Reciteerruimte 11. Tapijten 12. Tashbi 13. Vrouwenruimte
Les 2 Onderzoek
9
Les 3
Bezoek aan twee gebedshuizen
De leerlingen onderzoeken met behulp van een kijkwijzer de bezochte gebedshuizen op verschillende punten en maken hiervan een (foto) verslag voor hun eigen klas. Ze maken kennis met een aantal verschillen in vormgeving en aankleding van de gebedshuizen. circa 90 minuten per leerlingengroepje: kijkwijzer per gebedshuis, digitale camera met volle batterijen en lege geheugenkaart
Doel:
Tijd: Nodig:
Voorbereiding Zorg voor voldoende begeleiders. Kopieer per gebedshuis dat u bezoekt voor ieder groepje een kijkwijzer. We raden u aan samen met de begeleiders de kijkwijzers goed door te nemen; bij sommige vragen zijn meerdere antwoorden mogelijk, en enkele leerlingen zullen op weg geholpen moeten worden. De begeleiders zorgen dat ze zo veel mogelijk antwoorden weten. Laat de leerlingen in kleine groepjes kijken, overleggen en samen een kijkwijzer invullen. Wanneer er een foto gemaakt kan worden, laten ze de camera rouleren, zodat bij voorkeur alle leerlingen minstens één foto maken.
Inleiding
10
Spreek met de leerlingen af hoe ze zich gedragen tijdens het bezoek aan de gebedshuizen. Sommige kinderen reageren misschien erg druk op de bijzondere omgeving en de grote ruimtes. Maak hier duidelijke afspraken over: ze zijn te gast in het gebedshuis en passen zich dus aan. Verdeel de vragen van de kijkwijzer over de groepjes. De leerlingen hoeven dan niet alle vragen af te raffelen; ieder groepje doet er ongeveer drie. Bij terugkomst in de klas zijn dan toch alle vragen beantwoord. Meer antwoorden vindt u in de uitgewerkte kijkwijzer op de website van Kunst Centraal (zie bladzijde 5).
Kern 1. Het bezoek Wanneer u het gebedshuis binnenkomt met de groep en begeleiders, wordt u ontvangen door iemand van het gebedshuis. Deze persoon vertelt iets over het gebouw en de geschiedenis ervan. Daarna gaan de leerlingen met de kijkwijzer op zoek naar antwoorden op de vragen. Reserveer hiervoor ongeveer een kwartier. Hierna kunnen vragen van leerlingen beantwoord worden door de vertegenwoordiger van het gebedshuis: dit kunnen algemene vragen zijn, meegebrachte vragen uit de klas of vragen over de betekenis van verschillende onderdelen van het gebouw, de symbolen, voorwerpen, versieringen die ze tegenkwamen tijdens het bezoek.
Les 3 Bezoek aan twee gebedshuizen
2. Terug in de klas Verzamel de foto’s en bekijk ze. Vergelijk met de ingevulde kijkwijzervragen. De groepjes kunnen de door hen opgeschreven antwoorden toelichten.
Slot Wat is de leerlingen opgevallen of bijgebleven? Hoe was het om in deze ruimtes te zijn? Kondig aan dat les 4 een les is waarin ze zelf een stukje van een gebouw gaan ontwerpen. Hierbij kunnen ze gebruikmaken van hun ervaringen en observaties tijdens het bezoek aan de gebedshuizen.
11
Les 3 Bezoek aan twee gebedshuizen
Les 4
Een bijzondere plek
Doel:
Tijd: Nodig:
De leerlingen ontwerpen een stuk van een gebouw. Ze vertalen een bepaalde sfeer in een beeldend werkstuk. Ze combineren verschillende werkvormen tot één samenhangend geheel. 120 minuten - kartonnen dozen waaruit een hoek gesneden kan worden, of voor gesneden karton van circa A4-formaat of iets groter - breed papieren plakband voor de rug, of in plaats daarvan stroken wit papier en behangplaksel - wit, zwart en gekleurd tekenpapier voor wanden en vloer - snijmachine, scharen, eventueel afbreekmesjes en snijmatten behangplaksel, Technicoll (of andere ‘sterke lijm’) Voor de kalligrafie: potlood, linialen, Oost-Indische inkt of ecoline, kroontjespennen (eventueel fineliner), dunne penseeltjes nr. 4-12 Voor de patronen: (1) stroken dun gekleurd papier, schaar, lijm (2) stukjes celrubber, schaar, vierkante blokjes, ecoline en schoteltjes met papieren handdoekje erop Voor de muren: stukjes spons, plakkaatverf in primaire kleuren plus zwart en wit
Voorbereiding Controleer en verzamel het materiaal en gereedschap. Zorg voor geschikt karton: bij voorkeur al op maat gesneden. Binnen een hoek van een doos werken kan ook, maar is moeilijker. Losse stukken karton die samengevoegd worden zijn beter te controleren. Leerlingen kunnen ook zelf op zoek gaan, wanneer u de les over meerdere dagen verdeelt. Zelf een voorbeeld maken helpt enorm!
12
Inleiding Voor alle leerlingen zal het duidelijk zijn dat gebedshuizen niet zomaar huizen zijn. Waarschijnlijk heeft iedere leerling ervaren dat ieder gebedshuis een eigen sfeer heeft. Op de ene plek is de hoogte van de ruimte belangrijk, of de kleurige ramen, bij een andere valt het sobere bakstenen metselwerk op, dan weer de witte muren met de gestileerde versieringen, of de sierlijke schrifttekens en mozaïeken. Maar of ze nu een gelovige achtergrond hebben of niet, iedereen zal er met een aantal indrukken vandaan komen, die ze kunnen gebruiken in deze opdracht. In een kort nagesprek over de bezochte gebouwen kunnen de leerlingen vertellen wat de gebouwen voor hen bijzonder maakte. Daarna maken de leerlingen in groepjes een ‘begin’ van een eigen bijzonder gebouw. Ze gebruiken een aantal elementen die in de verschillende gebedshuizen een rol spelen. Ze maken een hoek van twee muren met daarin ramen, aangevuld met decoraties en een stuk gekalligrafeerde tekst. Bij de introductie van de opdracht kunt u gebruikmaken van fotomateriaal op de website van Kunst Centraal en de links naar sites over gebedshuizen, glas in lood, patronen en kalligrafie.
Les 4 Een bijzondere plek
Bij de opdracht In elkaar zetten van de hoek Leg twee stukken karton precies op elkaar, als een dichtgevouwen boek. Plak een strook papier over de ‘rug’ van dit boek. Vouw het open en leg het plat neer. Plak nu ook een strook dun papier over de binnenkant. Als het goed is zit er zo veel ruimte tussen de kartons dat ze kunnen scharnieren als een boek (zie afbeeldingen). Iets over kalligrafie Kalligrafie zou je de ‘grafische vormgeving’ van vroeger kunnen noemen. Door de eeuwen heen hebben kunstzinnige schrijvers teksten versierd door de letters op bijzondere wijze vorm te geven. Zowel in het christendom als in de islam komen gekalligrafeerde teksten voor. Denk aan de oude monniken die met de ganzenveer regel voor regel religieuze teksten overschreven en beginletters voorzagen van miniatuurschilderingen. Maar vooral in de islam speelt kalligrafie een bijzonder grote rol. Heilige Arabische teksten, de taal van de Koran, vormen fraaie muurversieringen in de moskee. Op de Youtube-filmpjes (zie website van Kunst Centraal) krijgen de leerlingen een indruk van de verfijning van het Arabische schrift en zijn (meer decoratieve) toepassingen. Misschien zijn er leerlingen in uw klas die ook al iets van de teksten hebben leren lezen. We stellen voor dat er in de les minimaal één woord of een korte zin in versierde letters wordt toegevoegd aan het ontwerp van de leerlingen. Kijk ook even naar de link http://www.wordsforpeace.org/ gallery_fresno_2007_12/index.shtml. Hier vindt u een toepassing van kalligrafie die goed zou kunnen aansluiten bij deze les.
Celrubber stempelwerk met ecoline
Muren versieren Haal even terug wat voor soort muren de leerlin gen gezien hebben in de gebedshuizen. Kijk eventueel naar de foto-impressie op de website van Kunst Centraal. De muren variëren van zachtwit, via schoon metselwerk naar imitatienatuursteen. Enkele suggesties: - Beplakken met gescheurde stukjes gekleurd papier. Kies verwante kleuren, zogenaamd ‘ton sur ton’, bijvoorbeeld donkerbruin onder, lichtbruin of beige eroverheen. De kleurkeuze hangt natuurlijk af van de sfeer die beoogd wordt. (Hoe drukker de muur, hoe slechter de toevoegingen, zoals opgeplakte ramen, deur, versieringen, zichtbaar worden. Maar misschien is dat juist de bedoeling van een bepaald groepje!) - Lichtgekleurd papier bestempelen met langwerpig stempeltje. Schoteltje bedekken met dubbelgevouwen papieren handdoekje met scheut ecoline. - Stempels maken van: blokje hout, of blokje hout waarop vorm van celrubber is geplakt. (Celrubber kan tegen kostprijs besteld worden bij Kunst Centraal, circa 5 euro per twee groepen.) Celrubber is een dun, zelfklevend rubber schuim, dat goed geknipt kan worden. Dit soort stempels gaat jaren mee wanneer ze alleen met ecoline gebruikt worden.
Variant: kleine blokjes spons. Snijd een spons met een broodmes in hanteerbare blokjes. Stempel met plakkaatverf. Donker papier bestempelen met een kleur waar wit doorheen zit. Of laagjes rood, bruin,
Les 4 Een bijzondere plek
13
geel, wit door elkaar stempelen. Doe weinig verf aan het sponsje, anders verdwijnt de structuur van de spons en kun je net zo goed schilderen. Ramen De ramen zorgen in de gebedshuizen voor een belangrijk deel van de sfeer in de ruimte. Traditioneel vinden we vooral in katholieke kerken de glas-in-loodramen met veelkleurige voorstellingen, maar ook in sommige moskeeën komen glas-in-loodramen voor, overigens zonder figuratieve afbeeldingen. Bekijk met de leerlingen de voorbeelden van glas in lood op de website van Kunst Centraal. Opgeplakte ramen: Ontwerp het raam met potlood op wit papier. Inkleuren met ecoline, bijwerken met Oost-Indische inkt en kroontjespen. Uitknippen en opplakken op de al gekleurde muur. Binnenkant ramen laten corresponderen met de buitenkant van het gebouw, dus dubbel maken.
Topkapi-paleis, Istanbul
Patronen In de islamitische traditie wordt veel gewerkt met patronen, tegels en mozaïeken. Ook in de westerse kunst is in de tegelkunst veel met patronen gewerkt. Dit is een complex maar heel interessant onderdeel. Patronen kunnen het best met stempels worden gemaakt, maar een simpele en snelle patroonrand kan ook geknipt worden uit een strook papier van circa 3-5 cm breed. Wanneer het papier net zo lang is als het karton, kan dit op vrij eenvoudige wijze van een patroonrand worden voorzien.
Variant: stukken gekleurd papier achter de gaten van het patroon plakken. Vloer Kan een vel effen gekleurd papier zijn, maar er kunnen uiteraard ook patronen op gestempeld worden.
Kern 14
Introductie Haal de verschillende gebedshuizen voor de geest; bekijk de (leerlingen)foto’s ter ondersteuning. Welk gebouw deed iets met je, gaf je een bepaald gevoel? Vertel eens iets over dat gevoel. Waar kwam dat door, denk je? Welk ander gebouw, dat je goed kent, is belangrijk voor je? Bedenk een gebouw waar je graag bent, waar je je thuis voelt. Kun je uitleggen wat ervoor zorgt dat je je daar thuis voelt? En het omgekeerde: is er een gebouw waar je je niet prettig voelt? Hoe voelde dat, wat voor uitwerking had het op je, in wat voor stemming kwam je? Wat zorgde daarvoor?
Opdracht - Ontwerp een bijzonder gebouw Werk in groepjes van drie of vier. Stel je voor dat je je eigen gebouw kunt ontwerpen. Een bijzonder gebouw, waar je stil zou kunnen zijn, waar je naar iemand kunt luisteren, een verhaal kunt vertellen, nadenken over iets of... Verzin zelf maar. 1. Maak een lijstje met drie dingen die in jullie gebouw kunnen. 2. Maak een lijstje van ‘sfeerwoorden’ die passen bij jullie gebouw, bijvoorbeeld: kalmte, opgewektheid, rust, aandacht, gezelligheid, stilte, warmte enzovoort. Misschien zijn het sferen uit een gebedshuis die je ook in jouw gebouw wilt, misschien is het nét anders. Maak je eigen lijstje van minstens vijf woorden.
Les 4 Een bijzondere plek
Bedenk de muren: Maak van karton twee muren, in een hoek. Je maakt de binnen- en de buitenkant, beschilderd en/of versierd. Kijk naar de tekening. De versiering van de buitenkant maak je direct op het karton. De binnenkant maak je los op papier; dat plak je daarna op het karton. Wat voor soort muur ga je maken? - oneffen als een rotswand, glad beschilderd, met regelmatige stenen of tegels, houten planken, een witte verflaag met krullen, of met verschillende kleuren - of op de ene plaats glad en een ander stuk ruw - enzovoort Muren kun je - beschilderen - met een sponsje bedrukken: klein beetje verf erop en zachtjes deppen (of meer kleuren over elkaar) - met zelfgeknipte stempels van celrubber bedrukken In die muur zit minstens één raam en één deur. Die kun je eróp maken, niet erdoorheen (dus geen gaten in de muur, dat is in karton lastig om netjes te doen). Bedenk de ramen: Wat voor ramen ga je maken? Wat past er bij de ruimte? Is er iets te herkennen in het raam, een voorstelling, of een patroon? Teken eerst de vorm op papier, geef er kleuren aan, werk lijnen strak af met bijvoorbeeld pen of fineliner. Knip uit en plak op. Bedenk je tekst: Ergens komt een leesbare tekst in bijzondere letters. Welk(e) woord(en), of welke zin, welke naam past bij jullie ruimte? Wordt het één woord? Worden het losse letters, apart opgeplakt? Kun je het gemakkelijk lezen, of moet je je best doen om erachter te komen wat er staat? Bedenk samen de tekst, het woord of de naam. Eén schrijft het ‘kalligrafisch’ op, zoals vroeger de monniken. Ga ergens apart zitten. Schrijf in schoonschrift, sierletters. Schets eerst met potlood tot het je bevalt, dan met een penseeltje of een pen. Kijk naar de letters zoals ze gebruikt worden in de foto’s die je op de website van Kunst Centraal kunt bekijken. Kalligrafie is een vak apart, maar het kan je wel inspireren. Patronen Vaak zijn randen van muren versierd met patronen. Vroeger werd dat dikwijls met tegels of mozaïek gedaan. Vouw een strook (dun) papier die net zo lang is als je muur als een zigzagtrapje in achten. Knip nu hapjes uit de zijkanten. Als je hem openvouwt, heb je een sierlijke rand geknipt. Knip en plak er net zo veel als je nodig hebt.
Wat roze is knip je weg
Les 4 Een bijzondere plek
15
Bijlage 1a
St. Josephkerk Zeist
Adres: Rozenstraat 21, Zeist Rooms-katholieke kerken Rooms-katholieke kerken, zoals deze St. Josephkerk in Zeist, zijn kerken die het gezag van de paus en het Vaticaan accepteren; de paus als plaatsbekleder van Christus, de zoon van God in het christendom. Het katholicisme is de oudste vorm van het christendom, vandaar dat veel van de elementen die we nu in een katholieke kerk zien, ook al in een kerk uit de middeleeuwen te zien zijn. In een rooms-katholieke kerk is altijd heel wat te bekijken. Men zegt dat de afbeeldingen, schilderijen, beelden bedoeld waren om de ongeschoolde, dus analfabete, kerkgangers toch met de boodschap van de Bijbel in aanraking te brengen. Nog tot halverwege de afgelopen eeuw waren de diensten in het Latijn, een taal die alleen begrijpelijk was voor geestelijken of anderen die hoger onderwijs hadden genoten. In de wetenschap, eigenlijk in alle hoger onderwijs, gebruikte men het Latijn als voertaal. Zelf lezen in de Bijbel was voor katholieken ook heel ongebruikelijk.
Josephkerk Zeist
16
In de twaalfde eeuw bestond er in Zeist al een stenen kerk, toen uiteraard katholiek, aangezien het protestantisme pas in de loop van de 16e eeuw belangrijk werd in onze streken. Uit deze twaalfde eeuw is er niet veel bewaard gebleven; een paar tufstenen doodskisten. Op die plek staat nu de 19e eeuwse neogothische Nederlands Hervormde kerk. Na de reformatie leidden de Zeister katholieken een zwervend bestaan, ze hadden geen eigen kerkgebouw meer; voor hun kerkbezoeken (in het verborgene) moesten ze naar Bunnik wat een flinke wandeling was. Zeist was de armste gemeente van de provincie Utrecht en het katholieke deel van de bevolking was daar weer het armste van. Pas in de 19e eeuw, omstreeks 1842, na jarenlange acties lukt het om de bouw van een nieuwe katholieke kerk in Zeist op gang te brengen. In 1847 wordt de (oude) Josephkerk aan de Utrechtseweg ingewijd. Maar aan het begin van de twintigste eeuw, Zeist is ondertussen flink gegroeid, er zijn nu 5x zoveel katholieken als aan het begin van de 19e eeuw, is de kerk aan de Utrechtseweg te klein geworden. Tussen 1922 en 1924 wordt een nieuwe Josephkerk gebouwd in de toen nog vrij nieuwe Rozenstraat. Het ontwerp is van Wolter te Riele, een leerling van P. J. H. Cuypers , de man die onder andere het Rijksmuseum en het Centraalstation in Amsterdam ontwierp.
Het gebouw De bouw werd mogelijk dankzij een legaat van 120.000 gulden, ongeveer de helft van de totale bouwkosten. (Terwijl het gebouw nu onlangs gerestaureerd is voor 2 miljoen euro!) Het is een sobere, bakstenen, neogotische kerk zoals die vanaf het midden van de 19e eeuw overal in Nederland werden gebouwd. (Deze neogotische kerken waren gebaseerd op gotische kerken uit de late middeleeuwen.) In ons land werden deze kerken veelal uit baksteen opgetrokken, een materiaal dat veel goedkoper was dan natuursteen, dat geïmporteerd moest worden. De basilicale* kruiskerk bestaat uit een breed middenschip met twee smalle zijbeuken, twee kapellen aan weerszijden van de ingang en twee kapellen ter hoogte van het priesterkoor achterin de kerk. (*Basilicaal wil hier zeggen dat het middenschip zover boven de zijbeuken uitsteekt dat er ramen in de muren van het middenschip gemaakt kunnen zijn.) Een toren van 49 meter hoogte, waarin destijds drie klokken hingen, maakte de kerk af. De drie klok-
ken werden overigens door de Duitsers in de tweede wereldoorlog ingepikt om er kanonnen van te maken. In 1948 kwamen er (vier) nieuwe klokken. De bouw duurde nog geen anderhalf jaar, de kerkwerd ingewijd in 1924. Het glas in lood is van verschillende kunstenaars. Otto Mengelberg en zijn zoon Willem verzorgden het grootste deel van het gebrandschilderde glas. Otto’s vader, Friedrich Wilhelm, beeldhouwer, begon in Utrecht een atelier waar eind 19e eeuw 30 mensen grote hoeveelheden biechtstoelen, altaren, kerkbanken en beelden ontwierpen en vormgaven; werkstukken die in veel Utrechtse kerken nog steeds te zien zijn. Zoon Otto begon het glazeniers atelier, dat later werd overgenomen door zoon Willem.
Tijdens de oorlogsjaren zijn enkele kleinere ramen toegevoegd, ontworpen door Willem Wiegmans. Probleem tijdens de oorlog was dat lood schaars was. Misschien ook het gevolg van de duitse behoefte aan metalen voor de oorlogsindustrie. Daarom bedacht Wiegmans een afwijkende constructie voor de ramen. Gekleurd glas werd in de vorm van een mozaïek op stevig, gewapend glas gelijmd, waarna de tussenruimtes met cement werden opgevuld. Slechts één van de ramen, het meest linkse naast de ingang van de kerk in de Mariakapel is door hem uitgevoerd, de andere ramen in deze en de doopkapel aan de andere kant zijn door zijn zonen uitgewerkt: het verschil is goed te zien. Boven het priesterkoor, hoog in de punt van de koepel boven het achterste deel van de kerk zijn acht kleine glas in lood ramen aangebracht met symbolen die het lijdensverhaal van Christus samenvatten. (Wie de maker hiervan is weet ik niet.) De stijl wijkt sterk af van de andere ramen.
Het is de moeite waard om de kerk van boven te bekijken via google maps. De vorm van de kruiskerk is daar goed zichtbaar. Er zijn veel grotere en kleinere opvallende details in deze kerk. Het nieuw ontworpen kruis, hangend in de centrale ruimte, gecombineerd met een oude Christusfiguur uit een andere Zeister kerk. Een 15e eeuws stenen Mariabeeld in de mariakapel dat twee eeuwen onder de grond heeft gezeten en geen hoofd meer had. (Het atelier van Mengelberg maakte er een nieuw hoofd op.) De veelkleurig beschilderde bakstenen op diverse plekken in de kerk, met in de Mariakapel, zelfs een blauwe tekst op de muur. Een beeld van Jozef en een beeld van Maria van steen, verstopt tussen een viertal zuilen, een kandelaar met drakenkop, de tabernakel met de symbolen van de vier evangelisten.
En, erg opvallend, de kruisweg geschilderd door Kees Dunselman: grote, geromantiseerde maar realistisch aandoende beelden in een stijl die doet denken aan een stripverhaal.
17
Onderdelen van de kerk op een rij
Gewelven. Kruisvormige ribgewelven, waarbij de middelste ribben niet doorlopen.
Altaar. Het altaar is nieuw, uit 2010. In de voet is een onderdeel van de oude, verdwenen communiebank teruggebracht: de voorstelling van de Emmaüsgangers, in gedreven (=uitgeklopt) messing. Gemaakt door gebroeders van Roosmalen, die meerdere objecten in de kerk maakten. Doopvont. Met het gezicht naar het altaar, aan de rechterzijde. Niet opvallend koperen doopvont, afkomstig uit de oude kerk aan de Utrechtse weg. Glas in lood. Minstens drie stijlen te bewonderen. In de Mariakapel bij de ingang, glasmozaïek in cement, gebrandschilderd glas in de zijbeuken, het meeste door de firma Mengelberg, de heilige Cunera met op de achtergrond de toren van Rhenen door C. Van Straaten, en de symbolen in het torentje boven het koor, door een niet genoemde maker.
18
Het kruis is zo groot en hoog dat je er bijna overheen kijkt! Het hangt hoog midden in de kerk. Combinatie van oud Christusbeeld en een nieuw kruis Kruisgang. Uitgebreide, rijkbeschilderde serie van Kees Dunselman. Maria-altaar. Vijftiende eeuws beeldje in de mariakapel; het hoofd is van recente datum. Preekstoel. Eenvoudige lessenaar. Wijwatervat. Recht tegenover de ingang van de kerk een sober hardstenen wijwatervat. Tegelvloer. Egale hardstenen vloer, met enkele geometrische versieringen. Twaalf zuilen, (2 x4 en 2x2) zuilen rond het priesterkoor verwijzen naar de twaalf apostelen.
Bijlage 1b
Broedergemeentekerk, Zeist
Adres: Zusterplein 10, Zeist Protestante kerken Typerend voor protestante kerken is het meer sobere interieur. Na de Beeldenstorm, circa 1566, en de eropvolgende reformatie keerde een deel van de katholieken zich af van de toen heersende overdaad, pracht en praal van katholieke kerk en geestelijken. De protestanten wilden terug naar het oorspronkelijke christendom, zoals zij meenden dat Jezus het bedoeld had. Er verschenen vertalingen van de Bijbel in de volkstaal, zodat iedereen, ook degenen zonder kennis van het Latijn, de Bijbel kon bestuderen. Veel rooms-katholieke kerken werden ‘schoongeveegd’ en ontdaan van alle heiligenbeelden en decoraties. Vandaar dat veel van de huidige protestante kerken ondanks hun katholieke verleden tegenwoordig een sobere uitstraling hebben. Typerend is dat, als er een kruis in de kerk aanwezig is, er altijd sprake is van een leeg kruis: de nadruk ligt hierdoor op de opstanding van Jezus, zoals in het Bijbelverhaal wordt verteld.
Broedergemeente Zeist De oorsprong van de Broedergemeente vinden we nog ver voor de Reformatie. In Moravië en Bohemen bestond in de 15e eeuw een kritische beweging, gebaseerd op de gedachten van de engelsman Wycliff en de tjech Johannes Hus. Deze Johannes of Jan Hus was een bijzonder kritische priester die zich omstreeks het jaar 1400 tegen de machtsbeluste katholieke geestelijkheid keerde en het gezag van de paus niet erkende. De Unitas Fratrum, oftewel Moravische Broederschap ontstaat in 1457, Hus zelf eindigde in 1410 op de brandstapel, de paus kreeg zijn zin! Aan het begin van de 18e eeuw, omstreeks 1722 vluchten sommige van deze Tjechische protestanten naar Saksen, waar ze opgevangen worden op het landgoed van graaf Ludwig von Zinzendorf. Onder zijn bezielde leiding ontstaat de nederzetting Herrnhut, wat het centrum voor de nieuwe religieuze beweging wordt. Tot op de dag van vandaag speelt Herrnhut een belangrijke rol in de kerk van de hernhutters, ook al vindt je hun kerken op alle continenten. De zending was en is een belangrijke taak voor de broedergemeente; om een tussenstation naar de zee te creëren zochten de hernhutters een plek in Nederland. Een rijke Amsterdammer, Jacob Schellinger, kocht een terrein vlakbij IJsselstein, waar de eerste vestiging, ‘s-Heerendijk aan de Hollandse IJssel, ontstond. Dit was voor korte duur, er onstonden conflicten met de locale overheid en de gereformeerde kerk. Daarom kocht in 1745 de rijke Amsterdamse ijzerhandelaar, Cornelis Schellinger, broer van Jacob, de ‘heerlijkheid’ Zeist en Driebergen waarbij het Slot Zeist zorgde voor een onderkomen voor de gemeente. Het grote voordeel van zo’n ‘heerlijkheid’ was, dat de eigenaar min of meer eigen baas was en minder verantwoording hoefde af te leggen aan het overig gezag. Zo kregen de herrnhutters veel meer ruimte, letterlijk en figuurlijk. Al na enkele jaren begonnen ze aan de bouw van twee grote complexen, eerst het broederplein en vervolgens het zusterplein, vlak bij het slot. Om in het eigen onderhoud te voorzien werden er in de loop der tijden een aantal kleine bedrijven opgericht, zoals een bakkerij, blikslagerij, smederij, wasserij, keramiek- en timmerwerkplaats. Veel van de producten werden verkocht in één winkel op het terrein; men spreekt wel van het eerste warenhuis van Nederland. Ook ontstonden al spoedig een jongens- en een meisjeskostschool. De duitssprekende gemeente vormde een hechte gemeenschap in Zeist, waar werk, onderwijs en geloof een eenheid vormde. De vestiging van de gemeente en de bedrijvigheid blijkt van groot belang voor de economische ontwikkeling van Zeist. Het zendingswerk zorgt in de 18e eeuw voor vestigingen van de Broedergemeente in onder andere Afrika, Amerika, Suriname en Groenland en nog steeds speelt de zending een belangrijke rol in de activiteiten van de herrnhutters.
19
Over het kerkgebouw Pas in 1768 werd op het Zusterplein de huidige kerk gebouwd. Hij werd ontworpen door Moritz van Schweinitz, een jonge architect uit de eigen gelederen. De sobere basis van het ontwerp zien we terug in veel andere kerkgebouwen van de hernhutters. Aan de indeling is weinig veranderd, de afgelopen eeuwen. Zie links hieronder. http://www.regiocanons.nl/utrecht/zuidoost/hernhutters-in-slot-zeist/ beeld--geluid/predikinghttp://www.hetutrechtsarchief.nl/collectie/beeldmateriaal/tekeningen_ en_prenten/1760-1770/206277 Het gebouw valt van buiten weinig op; zonder het kleine torentje, was het niet als kerk te herkennen geweest. Die onopvallendheid stamt uit de tijd dat de overheid bepaalde dat niet-calvinistische kerken verboden waren, zodat andere geloven hun toevlucht moesten zoeken in zogenaamde schuilkerken. In de achttiende eeuw werden andere kerken oogluikend toegestaan, zolang ze niet op kerken leken en zeker geen toren droegen. Omstreeks 1800 wordt de scheiding van kerk en staat doorgevoerd en na de grondwetswijziging van 1848 is godsdienstvrijheid in de grondwet vastgelegd. Het is misschien daarom dat er in 1853 een torentje op de kerk van de Broedergemeente in Zeist gebouwd wordt.
20
Op het oude plaatje is nog te zien hoe de kerk er zonder toren, maar met twee schoorstenen uitzag. Twee dingen die indertijd erg fundamenteel waren voor de Broedergemeente zijn al aan de buitenkant te zien. Mannen en vrouwen behoorden tot gescheiden groepen, koren genaamd. Op het broederplein woonden en werkten de ongetrouwde broeders en weduwnaren, op het zusterplein de ongetrouwde vrouwen, en weduwen. Deze symmetrie komt ook terug in de opzet van het kerkgebouw; als je er midden voor staat is de linkerkant precies het spiegelbeeld van de rechterkant. Naast een deur in het midden zijn er links en rechts nog twee deuren. Door de gevel daar iets te laten inspringen lijkt het of de kerk geflankeerd wordt door twee woonhuizen; maar schijn bedriegt. De twee deuren horen bij het kerkgebouw: links, de zusteringang en rechts, de ingang voor de broeders. Ook in het interieur is de symmetrie volgehouden. Mannen en jongens zaten rechts in de kerk, vrouwen en meisjes links. Dit gold ook voor de getrouwde gemeenteleden. Een verschil met traditionele katholieke en protestante kerken was dat alle plekken in de kerk gelijkwaardig waren; er waren geen genummerde plaatsen, of plaatsen op naam voor rijke of vooraanstaande gemeenteleden. Die gelijkwaardigheid is tot op het kerkhof van de hernhutters, achter het Zusterhuis, terug te vinden. Daar zijn geen praal- of familiegraven te vinden. Alle graven hebben een simpele steen, families liggen niet bij elkaar, de volgorde van de graven ontstaat door het moment van overlijden. De kerkzaal, heeft voor de hernhutters bijna de betekenis van trefpunt of vergaderzaal, de plek waar de leden van de gemeente samen kunnen komen. Er zijn zelfs vieringen waarbij samen de maaltijd gebruikt wordt. In de diensten van de Broedergemeente wordt veel gezongen: op de balkons op de eerste verdieping, waar ook het orgel staat, kunnen muzikanten zitten. Het meubilair staat los: zo kunnen de banken verschoven worden, het opvallend lage podium is verplaatsbaar en de voorganger zit op een stoel achter een eenvoudige tafel. Hierdoor kan de ruimte op verschillende manieren gebruikt worden, onder andere voor concerten.
Wat het meest in het oog springt is de lichte indruk die de ruimte maakt: de dubbele rij ramen, van de buitenkant twee verdiepingen suggererend, is voorzien van helder glas. De lichte banken, de witte muren en gordijnen, versterken de lichte sfeer. Als je de ruimte verder bekijkt blijkt de symmetrie consequent doorgevoerd; tot in de plaatsing van de kandelaars, de pilaren onder het balkon, de keramieken kachels. De kachels zijn afkomstig van de terracottafabriek van de firma Martin en co, een Duitse kachelbouwer die keramiek kachels in Zeist bouwde en verhandelde, ook lid van de herrnhutters. Ook in paleis Soestdijk is een vergelijkbare ‘faience’ kachel geplaatst. (De vroegere terracottafabriek staat aan de Lage Weg en is de afgelopen jaren opgeknapt en gerestaureerd. http://proxy.handle.net/10648/add00c5e-d0b4-102d-bcf8003048976d84 De klok die in de toren hing werd tijdens de duitse bezetting in beslag genomen, om het brons te gebruiken in de wapenindustrie, zodat pas in 1948 de huidige luidklok opgehangen kon worden. De onderdelen op een rij Altaar Er staat een heel laag podium, ca. twintig centimeter hoog aan één kant van de zaal. Hierop staat een simpele tafel waar de dominee achter zit. Daardoor zit hij vrijwel gelijkvloers met de leden van de gemeente. Zo wordt benadrukt dat er sprake is van gelijkwaardigheid. (In andere kerken is dat tegenwoordig ook heel gebruikelijk, maar vroeger niet.) Banken Van ouds her staan er losse banken aan de linker- en rechterkant van het middenpad. Vanuit de dominee gezien zaten de vrouwen en meisjes rechts, de mannen en jongens links. Gezinnen zaten niet naast elkaar en alle plaatsen waren gelijk. Interessant detail: als je goed kijkt zie je dat de banken voor de mannen enkele centimeters hoger zijn. Bijbel. Behalve een bijbel is er het boekje met dagteksten. Hierin staat voor iedere dag van het jaar een bijbeltekst uit het oude testament, waar een passende tekst uit het nieuwe testament bij is gezocht en een gebed of lied. Behalve in de dienst worden de teksten ook thuis in het gezin gelezen. Per jaar worden voor iedere dag teksten uitgekozen uit het oude testament; deze teksten zijn hetzelfde in alle versies van het boek dat in tientallen talen wordt uitgegeven. Zo lezen alle herrnhutters over de hele wereld iedere dag dezelfde tekst! Ramen. De ramen zijn gewone ramen, zonder glas in lood, aansluitend bij de raampartijen van de andere gebouwen aan het Zusterplein. Wat wel opvalt: aan de buitenkant lijkt het of de ramen bij twee verdiepingen horen. Van binnen blijkt dat ze de hele kerkzaal verlichten. Er zijn geen versieringen, of gekleurd glas gebruikt. Kruis. Wij hebben in deze kerk geen opvallend kruis gezien. Orgel. Dit bevindt zich hoog boven op de galerij aan de linkerkant in de kerk. Op deze galerij kunnen ook andere muzikanten een plaats vinden. Iets wat regelmatig voorkomt; muziek en zang hebben altijd een grote rol gespeeld in de vieringen van de hernhutters.
21
Preekstoel Die is er niet en is er ook nooit geweest. Er is alleen een los, verplaatsbaar plankier waar de dominee met een stoel aan een tafel op kan zitten zodat hij beter te zien is tijdens de vieringen. Op oude afbeeldingen is te zien hoe de opstelling vrijwel hetzelfde is gebleven, de afgelopen ruim tweehonderd jaar. Schilderijen In de grote kerkzaal hangen er geen afbeeldingen aan de wand. In de kleinere zaal boven, waar ook een orgel staat en diensten gehouden worden, hangt wel een schilderij. Dit is een tamelijk uniek kunstwerk. Omstreeks 1733 gaan er al zendelingen naar Groenland, in 1735 naar Suriname en Guyana, gevolgd door Afrika, Noord en Zuid Amerika. In 1747 maakt Johann Valentin Haidt een schilderij van de eerstelingen, zendelingen uit verschillende landen die op dat moment al gestorven zijn, maar hier uitgebeeld zijn “.. verzameld om de troon van Christus”. Oorspronkelijk hing het schilderij in Duitsland, (Herrnhaag), pas later kwam het naar Zeist. De namen van deze ‘Erstlingen’ staan onder het schilderij. De schilder heeft overigens meerdere versies van dit schilderij gemaakt.
22
Bijlage 2a
Kijkvragen bij de Josephkerk
Bedenk dat je in de gebedshuizen te gast bent. Je gedraagt je beleefd, maar kunt alles over de gebedshuizen vragen aan de begeleider van de kerk. Die weet veel over de kerk en hoe de kerk gebruikt wordt.
Buiten Kijk uit de verte naar de toren. Zie je de klok en de wijzerplaat? De glimmende wijzers zijn met echt goud bekleed. Schat hoe groot de wijzerplaat in doorsnee is. (Zet er een streepje onder) 1,25 meter,
2 meter,
2,5 meter
3 meter.
Spitsbogen Ga voor de kerk staan en maak een duidelijke foto van het grote raam boven de voordeur.
Teken binnen deze ruimte opnieuw de boogjes erin. Hoeveel spitsbogen zitten er in verstopt? 4
6
7
8
(Zet er een streepje onder)
Ramen Deze kerk heeft glas in loodramen. Dat betekent dat er kleine, gekleurde stukken glas aan elkaar gemaakt zijn met randjes lood. Bij deze ramen zit er sinds de restauratie in 2010 nog een gewoon raam voor. Waarom zou dat zijn?
................................................................ 23
Binnen in de kerk Wat valt jou als eerste op als je om je heen kijkt in deze kerkzaal?
................................................................ Welk materiaal wordt het meest gebruikt in deze zaal?
................................................................ Deze bouwstijl heet neogotisch. Zoek uit wat dat betekent.
................................................................
Plafond
Maak een foto van het plafond van de kerk. Hoe noem je zo’n plafond, dat niet plat is, zoals hier?
................................................................ Kruis
In een katholieke kerk is er altijd een groot kruis met een Christusfiguur erop. Waar zie je dat hier? Maak er een foto van.
Kruisweg
Aan de muren zie je 14 grote schilderijen. Kies er één uit. Maak er een foto van. De 14 schilderijen vertellen het bijbelverhaal waarin Jezus wordt gekruisigd. Vertel wat je ziet. Nummer ... Wat gebeurt er?
................................................................ ................................................................
Soms zit er een rondje achter iemands hoofd. Waarom is dat denk je?
................................................................ ................................................................
Ramen
In deze kerk zijn er glas in lood ramen. Maar de ramen zijn niet allemaal door dezelfde glazenier (glaskunstenaar) gemaakt. Welke zien er anders uit?
................................................................ ................................................................ 24
In één raam zit een toren, de kerktoren van Rhenen verstopt. Zoek op. Wat staat er onder het raam? Woonde zij in Rhenen?
................................................................ ................................................................ Bijbel
Ligt hier een bijbel in de kerk? Zoek dit uit ...................................
Doopvont
Is er een doopvont? Zoek dit uit. ..................................................
Wijwaterbak
Is hier een wijwaterbak?
Orgel
Er zijn er twee en soms nog een piano. Waarom is dat?
Joseph
Deze kerk heet de Josephkerk. Er zijn verschillende beelden van Jozef. Fotografeer er één.
Tabernakel
Op het tabernakel staan vier dierfiguren. Betekent dat iets of is het versiering?
..................................................
Altaar
Onder het altaar zie je een koperen plaat met drie mensen die aan tafel zitten. Wat heeft de middelste in zijn hand?
................................................................
Kleine kruisjes In de gedachteniskapel zie je een bord met kleine kruisjes. Wat betekent dat?
................................................................
Tegelvloer In het midden van de tegelvloer, tussen de banken, zie je een soort ster met een vierkant in het midden. Maak er een foto van.
Teken de vorm in deze hokjes.
Wat viel je op aan deze kerk? ............................................................................................................................ ............................................................................................................................
Als dit de tweede kerk is die je bezoekt, welke van de twee is het oudst? Hoe weet je dat?
................................................................
Nadat je de twee kerken bekeken hebt. Noem een verschil in sfeer tussen de twee kerken. ................................................................
25
Bijlage 2b
Kijkvragen bij de kerk van de Broedergemeente
Bedenk dat je in de gebedshuizen te gast bent. Je gedraagt je beleefd, maar kunt alles over de gebedshuizen vragen aan de begeleider van de kerk. Die weet veel over de kerk en hoe de kerk gebruikt wordt.
Buiten
Loop het plein op (het heet Zusterplein ) en kijk om je heen. Welk van de gebouwen is de kerk denk je? Maak er een foto van uit de verte.
............................................................................................................................ De meeste kerken in Nederland vallen uit de verte al op. Waarom valt deze kerk (haast) niet op?
................................................................
Vorm van het gebouw. Trek in gedachten een lijn door het torentje van boven naar beneden. Vergelijk nu de linker en de rechterkant van het gebouw. Wat valt je op? ................................................................
Hoe noem je dat verschijnsel?
................................................................
Binnen Wat valt je als eerste op als je om je heen kijkt in deze kerkzaal?
................................................................ 26
Welke kleur overheerst?
................................................................
Welk materiaal wordt het meest gebruikt in deze zaal?
................................................................ Neem een touwtje mee van ongeveer een meter lang. Er is iets aan de hand met de banken: links en rechts van het middenpad zijn ze niet hetzelfde. Meet de hoogte van de ene bank, en vergelijk dit met de andere kant. Waarom is dat zo? Vraag maar aan de rondleider.
In de meeste kerken was er een preekstoel zodat de dominee of priester hoog boven de andere mensen stond. Hier is dat nooit geweest. Vraag maar waarom dat nooit zo was. ................................................................
In deze kerk zie je niet veel versieringen. Waarom is dat zo, denk je? Vraag het aan de rondleider.
Links en rechts staat een merkwaardig ding; glimmend wit, wat breder van onderen, waar twee deurtjes zitten. Wat zou dit zijn? En waar is het van gemaakt? Ramen
Kijk naar de ramen. Wat voor kleuren glas zie je?
................................................................ Bijbel
Ligt hier een bijbel op tafel? Zoek dit uit.
................................................................ Doopvont
Is er een doopvont? Zoek dit uit.
................................................................
Kleine Zaal boven In deze zaal hangt een heel bijzonder schilderij uit de begintijd van de hernhutters, 1747. Wat denk je dat het voorstelt? Wat heeft het met de hernhutters te maken? Vraag aan de rondleider. Je ziet mensen uit verschillende landen afgebeeld op het schilderij. Uit welke landen komen ze? ................................................................ ................................................................
Orgel Is muziek hier belangrijk? ................................................................
Wat vinden jullie opvallend aan deze kerk? ............................................................................................................................ ............................................................................................................................
27
Hoe zou je de sfeer van deze kerk noemen? .................................................................................................................................................................. Oudst
Als dit de tweede kerk is die je bezoekt, welke gebouw is het oudst? Hoe weet je dat?
................................................................
Nadat je de twee kerken bekeken hebt. Noem een verschil in sfeer tussen de twee kerken.
................................................................
28
Bijlage 3
Levensbeschouwing en Identiteit
De activiteiten van Stimin worden voortgezet in ons werkgebied door:
Oblimon Onderwijsbegeleiding Levensbeschouwing en Identiteit Midden en Oost Nederland Zeelandsingel 40, 6845 BH Arnhem Piet van Hest Onderwijsbegeleider E-mail
[email protected] t.06 - 23071607
29
30