HANDLEIDING BLOK 1.1
STAGEBEGELEIDERS 2012-2013
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Verloskunde Academie Amsterdam en/of de Verloskunde Academie Groningen.
Colofon: Augustus 2012 Verloskunde Academie Amsterdam Louwesweg 6 1066 EC Amsterdam Tel 020 512 42 31 Fax 020 614 06 98 www.verloskunde-academie.nl Verloskunde Academie Groningen Dirk Huizingastraat 3-5 9713 GL Groningen Tel 050 361 8886 Fax 050 361 9930 www.verloskunde-academie-groningen.nl
Voorwoord
Voorwoord Deze handleiding is ontwikkeld om stagebegeleiders van studenten duidelijkheid te geven over hun taken en verantwoordelijkheden bij de begeleiding van studenten tijdens de stage. Eerst zullen we in het algemeen iets zeggen over de opbouw van de opleiding tot verloskundige en over de rol van de stagebegeleider. Vervolgens wordt er per blok een concrete uitwerking gegeven van de inhoud van de stage en over wat er van de stagebegeleider en de praktijk verwacht wordt. In de loop van het studiejaar zal de informatie over de andere eerstejaars blokken volgen. Daarnaast zal er relevante achtergrondinformatie over onderwerpen waar je als stagebegeleider direct of indirect mee te maken hebt toegevoegd worden. In dat kader zijn er een aantal stukken als bijlage opgenomen. Ten eerste een beschrijving van hoe de ontwikkeling en beoordeling van het professioneel gedrag van de student er uit gaat zien en wat er daarbij van de stagebegeleider verwacht wordt. Ten tweede informatie betreffende de studieloopbaanbegeleiding van de student en alle activiteiten en opdrachten dit in dat kader plaatsvinden. Elke praktijk beschikt hiermee over een map, waarin uiteindelijk alle relevante informatie voor de stages van de gehele opleiding te vinden zal zijn. Mocht het handig zijn om over meerdere exemplaren van deze map te beschikken, dan sturen we die met alle plezier toe natuurlijk!
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
3
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1. Opbouw opleiding en rol van stagebegeleider.............................................................. 7 1.1 Opbouw opleiding ....................................................................................................................... 7 1.2 Rol stagebegeleider .................................................................................................................... 9
2. Stageopdrachten blok 1.1 ............................................................................................. 10 3. Opdrachten blok 1.1 per week ...................................................................................... 11 3.1 Stageopdracht voor week 1.1.3 ................................................................................................ 11 3.2 Stageopdracht voor week 1.1.4 ................................................................................................ 12 3.2.1 Stageopdracht 1 week 1.1.4 ............................................................................................. 12 3.2.1 Stageopdracht 2 week 1.1.4 ............................................................................................. 14 3.2.2 Stageopdracht 3 week 1.1.4 ............................................................................................. 15 3.2.3 Stageopdrachten voor stageweek 1.1.10 ......................................................................... 17
4. Overzicht stageopdrachten blok 1.1. ........................................................................... 21 Bijlage 1
Studieloopbaanbegeleiding in de propedeuse ............................................. 23
Bijlage 2
Beoordeling professioneel gedrag ................................................................ 27
Bijlage 3
Eindbeoordeling stage ................................................................................... 31
Bijlage 4
Beoordelingsformulier Brochure / Folder ..................................................... 37
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
5
Hoofdstuk 1 - Opbouw opleiding en rol van stagebegeleider
1. Opbouw opleiding en rol van stagebegeleider 1.1 Opbouw opleiding Het doel van de opleiding is om studenten op te leiden tot competent verloskundige. Dat wil zeggen dat ze alle kennis en vaardigheden en de juiste beroepshouding kunnen integreren in alle voorkomende beroepshandelingen van een verloskundige. Deze handelingen worden kerncompetenties genoemd. De opleiding is opgebouwd rond deze kerncompetenties. Alle onderwijsonderdelen dragen bij aan het verwerven van deze competenties. De opleiding is verdeeld in 2 fasen: 1. de propedeuse/oriëntatiefase (eerste studiejaar) 2. de hoofdfase (tweede, derde en vierde studiejaar)
Het 1ste studiejaar is verdeeld in vier blokken van tien weken, die elk een eigen thema bestrijken. Een blok is onderverdeeld in een gedeelte binnenschools leren (theorie) en een gedeelte buitenschools leren (stage): -
Van kinderwens tot zwangerschap Kijken naar zwangerschap Geboren (laten) worden Kraamtijd en daar voorbij…
Leerlijnen Ten behoeve van verwerving van inzichten en competenties die de reikwijdte van een afzonderlijk thema overstijgen, zijn een aantal leerlijnen longitudinaal door het curriculum heen aangebracht die volledig geïntegreerd zijn in de diverse onderwijsvormen en dus niet meer apart te onderscheiden zijn. We spraken tijdens de ontwikkeling van leerlijnen, maar nu eigenlijk allang niet meer omdat de integratie volledig tot stand gekomen is. -
-
-
de integrale leerlijn: hierin worden vanaf het begin van de opleiding complexe vraagstukken aangeboden. Bij deze complexe vraagstukken, verwerkt in casuïstiek, komen tegelijkertijd meerdere kerncompetenties afkomstig uit meerdere beroepsdomeinen aan bod. Daarnaast kunnen de studenten door in een groep aan een casus te werken weer andere competenties oefenen zoals communicatie en samenwerkingsvaardigheden. de vaardighedenleerlijn: deze stelt zich ten doel: het systematisch aanleren van het uitoefenen van verschillende soorten vaardigheden, zoals verloskundige, communicatieve, management- en ICT-vaardigheden. de leerlijn studieloopbaanbegeleiding: waarbinnen de student reflecteert op zijn studie en het verloskundige worden en werkt aan de ontwikkeling van zijn professionele gedrag de wetenschappelijke leerlijn waarin de student methodes, concepten en werkmodellen aanleert, inclusief de daarbij gebruikte technieken en vaardigheden. Daarbij leert de student onderzoeksvragen genereren, literatuuronderzoek verrichten en participeren in eenvoudig toegepast onderzoek.
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
7
Hoofdstuk 1 - Opbouw opleiding en rol van stagebegeleider
Elke student is anders Ook al volgen de studenten aanvankelijk grotendeels hetzelfde programma, ze zullen in de loop van de studie steeds meer van elkaar gaan verschillen. In manier van leren maar ook in waar ze op dat moment accenten leggen in hun studie. Naast de verplichte stageopdrachten zullen de studenten, in overleg met hun studieloopbaanbegeleider en met hun stagebegeleider, kiezen aan welke competenties ze specifiek willen werken in een bepaalde periode. We willen het uitstippelen van een eigen route (een route op maat) stimuleren en kunnen dan ook niet aangeven wat alle studenten op een bepaald moment in de studie precies beheersen. In deze handleiding zal bij de introductie van een nieuw blok een globaal overzicht gegeven worden van wat er in ieder geval in het blok aan de orde komt. Maar wat een student precies al kan en nog wil/moet leren zal de stagebegeleider aan het begin van elke periode met de student zelf bespreken.
Elke stageweek is anders Uitgangspunt voor de opleiding is dat studenten pas competenties kunnen ontwikkelen als zij weten welke competenties ze moeten verwerven. Zij moeten bij iedere competentie zich een beeld kunnen vormen van de betreffende handeling in de verloskundige praktijk, alvorens zij de benodigde theoretische kennis en praktische vaardigheden zich eigen kunnen maken. Vandaar dat studenten al in hun derde week van de opleiding starten met stagedagen in de verloskundige praktijken. Per twee weken gaan studenten een casus uitwerken, met een groep studenten. Hieraan gekoppeld zijn de stageopdrachten die studenten moeten uitwerken, het vaardigheidsonderwijs en enkele aanvullende hoor- of werkcolleges. Het is om die reden dat stages per blok verschillend kunnen zijn voor wat betreft de opzet (dag of week of meerdere weken). Beroepsoriëntatie
De stages zijn in de propedeusefase, beroepsoriënterend. Dat wil zeggen dat de student een beeld krijgt van de competenties van een verloskundige. Daarnaast gaat zij aan de hand van een Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) een plan ontwikkelen hoe zij zich deze competenties eigen gaat maken en wat zij daarbij nodig heeft. Dit betekent dat ook tijdens de stages helder moet worden of de student zich professioneel kan gedragen. Zowel de student als de stagebegeleider moeten hier een beoordeling van geven. In het begin (blok 1.1) is deze beoordeling diagnostisch, zodat de student de mogelijkheid krijgt om hierin te leren. Vervolgens wordt dit selectief beoordeeld, dat wil zeggen dat de student wordt getoetst op het professioneel gedrag, aan de hand van een aantal criteria die per fase van de opleiding worden aangescherpt. De hoofdfase In de hoofdfase van de opleiding wordt het praktijkgedeelte van de opleiding steeds groter en zal de student steeds meer handelingen moeten verrichten in de praktijk om de kerncompetenties te ontwikkelen. De rol van de stagebegeleider verandert gedurende de opleiding: van eerst voordoen en vooral laten zien en laten meemaken naar steeds meer op de achtergrond observeren en de student mogelijkheden bieden om zelf vaardig te worden. In het 4de studiejaar zal zij zich als beginnend beroepsbeoefenaar op moeten stellen en de competenties ook in meer complexe en onvoorspelbare situaties moeten tonen. De stagebegeleider is dan steeds meer degene die observeert en evalueert, terwijl de student meer competenties zal bezitten om beroepshandelingen uit te voeren, onder begeleiding van de verloskundige.
8
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 1 - Opbouw opleiding en rol van stagebegeleider
1.2 Rol stagebegeleider De begeleiding van de student vindt plaats aan de hand van de fasedoelen van de opleiding en de persoonlijke doelen van de student. De stagebegeleider ontvangt bij ieder blok de handleiding voor de betreffende stage van de opleiding. In de stagehandleiding staan zowel de studentactiviteiten als de begeleidingsactiviteiten van de stagebegeleider aangegeven. De stagebegeleider richt zich vooral op de student. Mocht de stagebegeleider er samen met de student niet uitkomen dan is het van belang om contact op te nemen met de fasecoördinator van de opleiding. Zij is aanspreekpunt voor de stagebegeleiders en verantwoordelijk voor het oplossen en/of doorverwijzen van de vraag naar een andere functionaris binnen de opleiding, zoals de stagecoördinator of de studieloopbaanbegeleider van de student. De stagebegeleider krijgt in de propedeusefase te maken met de volgende taken: - de begeleiding van de student bij het uitvoeren van stageopdrachten - het beoordelen van het professioneel gedrag van de student per blok - het ondersteunen bij en faciliteren van de uitvoer van van de stageopdrachten. - het beoordelen van een aantal specifieke competenties (fasedoelen) in de praktijk. Bij het begeleiden van de student bij de stageopdrachten zal het meestal gaan om de volgende activiteiten: - concrete afspraken maken met de student over de taken en activiteiten tijdens de stagedag (stageweek) - voorwaarden scheppen in de praktijk om de stageopdrachten uit te kunnen voeren - overzicht creëren voor de (beginnende) student: welke opdracht (fasedoel) past welke beroepssituatie? - evalueren van de activiteiten per dag (per week) - kijken of de inhoudelijke informatie klopt die de student heeft verwerkt. De stageopdrachten die de studenten krijgen zijn in deze handleiding opgenomen. Daarbij wordt steeds vermeld wat er van de stagebegeleiders verwacht wordt.
Bij het beoordelen van het professioneel gedrag heeft de stagebegeleider de volgende taken: - het observeren van de student tijdens activiteiten; - het invullen van het professioneel gedragsinstrument - het bespreken van de beoordeling met de student De beoordeling vindt aan het eind van ieder blok plaats met behulp van een hiervoor ontwikkeld beoordelingsformulier. In het deel over professioneel gedrag is de informatie die studenten hierover ontvangen plus de beoordelingsformulieren opgenomen. Bij het beoordelen van de fasedoelen (vanaf blok 1.3): - het maken van afspraken met de student over de activiteiten die zij moet verrichten - het observeren van de student tijdens deze activiteiten - het beoordelen van de activiteiten van de student aan de hand van de gestelde criteria - het invullen van de feedbackformulieren - de student helpen met het formuleren van nieuwe aandachtspunten voor een volgende stageactiviteit.
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
9
Hoofdstuk 2 - Stageopdrachten blok 1.1
2. Stageopdrachten blok 1.1 Inleiding blok 1.1 Van kinderwens tot zwangerschap, oriëntatie en voorlichting en preconceptie. Dit eerste blok van tien weken in de opleiding tot verloskundige heeft een inleidend karakter. De subtitel van het blok geeft aan op zichzelf (en medestudenten) en oriëntatie op het beroep van verloskundige. Een aanzienlijk deel van het werk van een verloskundige bestaat uit het geven van voorlichting. Het is dan ook niet voor niets dat oriëntatie een belangrijk uitgangspunt is voor dit blok: oriëntatie op de opleiding, oriëntatie dat we in dit blok het thema voorlichting een centrale plaats hebben gegeven. In de loop van het blok zullen de studenten integraal de benodigde vaardigheden en kennis verwerven door daadwerkelijk voorlichting te gaan geven. Binnenschools Het binnenschools programma bestaat uit casus gestuurd onderwijs (CGO) met daarbij flankerend onderwijs in de vorm van hoorcolleges, vaardigheidslessen en werkcolleges. Er zal als een "rode draad" een casus door de weken lopen waarin we een aanstaande cliënt met partner volgen op hun pad: "van kinderwens tot zwangerschap". De stagedagen zijn geclusterd in twee weken: namelijk in week 4 en week 10 zal door de student een hele week stage worden gelopen. Dit betekent dat de eerste drie weken van het blok en tijdens week of 9 en 10 er geen stagiaire bij u op de praktijk aanwezig zal zijn. In dit eerste blok zullen communicatieve vaardigheden aangeleerd worden die nodig zijn voor het voeren van een voorlichtingsgesprek (natuurlijk op het niveau, passend bij dit stadium van de opleiding). Er worden nog geen verloskundige vaardigheden geïnstrueerd. Verloskundig inhoudelijk komt er wel een en ander aan de orde namelijk: algemene anatomie, de geslachtsorganen, de menstruele cyclus, embryologie en de inhoudelijke kennis die nodig is om preconceptueel advies en voorlichting te geven over een aantal onderwerpen. Ook komen de geschiedenis en actuele ontwikkelingen van en in de verloskunde aan de orde. De studenten halen hun informatie uit een aantal verplichte en niet verplichte boeken waaronder ‘praktische Verloskunde’ Prins/van Roosmalen en ‘Williams Obstetrics’ . Verder zullen de studenten hun informatie uit verschillende andere bronnen halen, die bestaan uit standaarden en richtlijnen, wetenschappelijke (medische) tijdschriften en wetenschappelijke databases. Een lijst met verplichte en aanbevolen literatuur is te vinden in de studiegids. Indien u als stagebegeleider meer wilt weten over het binnenschools onderwijsprogramma zullen wij met genoegen het blokboek, zoals de studenten het krijgen, opsturen. In het nu volgende gedeelte staan de stageopdrachten die de studenten krijgen beschreven. Daarbij staat apart beschreven wat er van de stagebegeleidende verloskundige verwacht wordt.
10
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 3 - Opdrachten blok 1.1 per week
3. Opdrachten blok 1.1 per week De stageopdrachten worden beschreven waarbij eerst de instructie voor de student en daarna de stagebegeleider apart worden beschreven
3.1 Stageopdracht voor week 1.1.3 Studiebelasting De aanwezigheid op het stageadres inclusief voorbereiden en uitwerken van alle stageopdrachten voor deze week 40 SBU. Realiseer je dat er nogal wat schrijfwerk bij komt. Studiebelastingsuren week 1.1.3: onbegeleid, ½ uur, individueel Inleiding Inhoud De studiestartweek heeft als hoofddoel kennismaken en oriënteren. Oriënteren op jezelf, op je medestudenten, op de opleiding en ook je aanstaande stageplek! Deze opdracht is speciaal bedoeld om een start te maken met de laatst genoemde oriëntatie, zodat je bij aanvang van je stage in week 1.1.4 alvast een beeld hebt van de verloskundige praktijk waar jij stage gaat lopen. Studentenactiviteit Zorg dat je jouw stageadres voor dit blok te weten komt. Je zal in week 4 voor het eerst een week stage lopen. Het is de bedoeling dat je voor die tijd je vast verdiept in deze verloskundigenpraktijk door middel van het opvragen van informatie. Bedenk voor je contact legt wat je wil weten. Kijk op de website van de praktijk naar de informatie die ook voor (toekomstige) cliënten toegankelijk is.. Neem tijdig contact op met je stage adres om afspraken te maken waar en hoe laat je geacht wordt er te zijn op de eerste stagedag: maandag van week 1.1.4. Gevraagd resultaat Er zorg voor dragen dat je vóór week 4 informatie hebt ontvangen van je stageadres en een duidelijke afspraak hebt gemaakt.
STAGEBEGELEIDER Doel van de stageopdracht - De student oriënteert zich zelfstandig op het stageadres door te bedenken welke informatie ze nodig heeft. - De student neemt zelf het initiatief om contact op te nemen. Hierbij zal ze direct tegen de praktische problemen aanlopen zoals hoe je contact kan regelen met de verloskundige. Een en ander is helaas afhankelijk van de planning. Het is mogelijk dat de student pas kort van te voren haar stageplek weet en kan dan telefonisch contact opnemen met de praktijk.
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
11
Hoofdstuk 3 - Opdrachten blok 1.1 per week
Gevraagde activiteit van de stagebegeleider Op initiatief van de student de gevraagde informatie verstrekken. Het gaat hier alleen om het initiatief bij de student te leggen, verder kan de stagebegeleider zelf bepalen of zij dit het liefst per mail, in een folder of per telefoon de informatie verstrekt. Zij kan eventueel verwijzen naar informatie die te vinden is op de website van de praktijk
3.2 Stageopdracht voor week 1.1.4 Studiebelasting De aanwezigheid op het stageadres inclusief voorbereiden en uitwerken van alle stageopdrachten voor deze week : 40 SBU. Realiseer je dat er wat schrijfwerk bij komt kijken.
3.2.1 Stageopdracht 1 week 1.1.4 Thema: voorlichting Voorbereiding en uitwerking van de opdracht totaal 2 SBU. Aanwezigheid op stageadres, uitvoering van opdracht 6 SBU. Totaal 8 SBU. Doel In dit blok zijn oriëntatie en voorlichting twee grote thema’s en zullen ook de stageopdrachten vaak hiermee samenhangen. Op deze eerste stagedag zal het thema oriëntatie gebruikt worden met het oog op: - Kennismaking met de verloskundigen bij wie je te gast bent. - Oriëntatie en kennismaking met de praktijk waar je de eerste periode stage loopt. - Oriëntatie op het beroep van verloskundige. Op deze eerste stagedag zal het thema voorlichting uitgewerkt worden door te inventariseren welke plaats voorlichting inneemt in het beroep verloskundige. Opdracht Je zult 2 weken op je stageplek doorbrengen, namelijk deze week en in week 1.1.8 nog een hele week. Als het goed is, heb je op de website informatie over de praktijk opgezocht (opdracht week 1.1.3). Het is de bedoeling dat iedere student de informatie over “haar” praktijk leest en 2 vragen formuleert die je vandaag aan je begeleidende verloskundige gaat stellen ter aanvulling. Van tevoren bedenk je ook hoe je jezelf gaat introduceren (denk aan al verworven competenties!). De praktijk heeft een verzoek gekregen om een half uur te plannen op de eerste dag voor een kennismaking en de 2 vragen. Probeer hiertoe een formulier werkafspraken in te vullen en neem deze mee naar je stage. Deze kun je vinden door op deze hyperlink te klikken (Cntrl + klikken) en het juiste formulier te selecteren: Afsprakenformulier | AVAG. Spreek samen af wat je gaat doen in deze week. De nadruk ligt deze week meer bij het meelopen in de spreekuren maar bepaal samen hoe je rooster er uit gaat zien. Bepaal samen of je ook al een dienst mee gaat lopen. Wees je er bewust van dat zo’n eerste week veel indruk maakt en dus ook energie kost.
12
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 3 - Opdrachten blok 1.1 per week
De opdracht voor vandaag is om tijdens het spreekuur, preconceptionele consulten en anders de prenatale controles bij te wonen. Jouw taak is het observeren en het inventariseren van voorlichtingsactiviteiten. Gevraagd resultaat: - Jezelf voorstellen. Maak daarbij ook een A4-tje met foto en korte introductie, de meeste praktijken willen je ook aan de cliënten kunnen introduceren in de wachtkamer. - Twee (of meer) aanvullende vragen om je te oriënteren op de praktijk waar je stage gaat lopen. - Een ingevuld formulier werkafspraken voor week 1.1.4 - Lijst van de voorlichtingsactiviteiten tijdens de preconceptionele consulten / prenatale controles, e meenemen naar de CGObijeenkomst en later naar de COVA training (de 4 CoVa les zie 8.4.7 in deze week. - Verzamel minimaal 5 voorlichtingsfolders bij je stageadres. Dit materiaal is te gebruiken voor het CGO en Cova voorlichting.
STAGEBEGELEIDER Doel van de stageopdracht Kennismaking van de student met de verloskundige en de verloskundige stagepraktijk. Oriëntatie op het beroep van verloskundige en voornamelijk het observeren en inventariseren van de voorlichtingsactiviteiten tijdens de prenatale controles. Een groot deel van de prenatale controles bestaat natuurlijk uit voorlichting, het is de bedoeling dat de student dit door observatie gaat ontdekken.
Gevraagde activiteit van de begeleider Een half uur inplannen voor kennismaking, vragen en het maken van afspraken. (Voor studenten die pas in week 4 komen stagelopen kan mogelijk een telefonisch consult worden gevraagd.) De mogelijkheid scheppen voor de student om normale prenatale controles te observeren. De dag en de rest van de week kan verder naar eigen inzicht worden ingevuld, afhankelijk van de beginsituatie en de leerstijl van de student. De ene student zal het liefst rustig in een hoekje zitten kijken terwijl een andere student het fijn vindt om ook wat buiken te voelen. Het invullen van de stageweek met eventueel een dienstdag met visites behoort ook tot de mogelijkheden. Verder is een en ander natuurlijk afhankelijk van de al geplande activiteiten in de praktijk. Van de student wordt verwacht dat zij een aantal folders verzameld voor binnenschoolse opdrachten.
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
13
Hoofdstuk 3 - Opdrachten blok 1.1 per week
3.2.1 Stageopdracht 2 week 1.1.4 Thema: voorlichtingsgesprekken Studiebelasting. Uitwerking van de opdracht: 2 SBU Aanwezigheid (oriëntatie/ observatie) op stageadres: 6 SBU Totaal 8 SBU Doel Ook deze tweede stagedag gaat het om oriëntatie en voorlichting. Wat betreft de oriëntatie is deze dag een voortzetting en verdieping van dezelfde items als de eerste stagedag. Dus oriëntatie op de praktijk, de verloskundigen en op het beroep. Wat betreft de voorlichting gaat het om observeren en analyseren van de vaardigheden die je nodig hebt om een voorlichtingsgesprek te kunnen voeren. Opdracht Je woont het spreekuur bij. Hierbij gaat het vooral om het observeren en analyseren van voorlichtingsgesprekken. Wat moet je kennen en kunnen om deze vaardigheid uit te voeren? Hierbij kun je bijvoorbeeld letten op het niveau van inhoudelijke kennis, het doel dat bereikt dient te worden, de opbouw van het gesprek, de benodigde communicatieve vaardigheden, het taalgebruik, enz. Met deze analyse ontwerp je een observatieformulier. Gevraagd resultaat: Het door jou ontworpen observatieformulier neem je mee naar de CoVa-bijeenkomst die betrekking hebben over het geven van voorlichting.
STAGEBEGELEIDER Doel van de stageopdracht Deze dag zal de student zich verder verdiepen in het voorlichtingsgesprek. Door het observeren en analyseren van voorlichtingsgesprekken zal zij inzicht krijgen in de kennis en vaardigheden die nodig zijn om een goed voorlichtingsgesprek te kunnen voeren. Met het niveau van inhoudelijke kennis wordt bedoeld dat voor de ene cliënt een oppervlakkige uitleg voldoende is, terwijl een andere cliënt graag het naadje van de kous wil weten. Gevraagde activiteit stagebegeleider In dit geval wordt er van de stagebegeleider eigenlijk niets bijzonders verwacht. Graag gewoon de prenatale controles doen en voorlichting geven zoals u dat gewend bent te doen. Er zijn vele manieren dus ….
14
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 3 - Opdrachten blok 1.1 per week
3.2.2 Stageopdracht 3 week 1.1.4 Thema: leefstijl Studiebelasting: Voorbereiding van de opdracht: 2 SBU Aanwezigheid op stageadres: 6 SBU Totaal 8 SBU
Doel Deze week zijn de risicofactoren in de zwangerschap een belangrijk aandachtspunt. Het kan natuurlijk gaan om roken, maar ook aandoeningen die in de familie voorkomen, bijzonderheden qua voeding, arbeidsomstandigheden etc. Het is de bedoeling dat je eens gaat kijken of je bepaalde risicofactoren herkent en observeert en/ of onderzoekt hoe de verloskundigen in deze praktijk hiermee om gaan. Opdracht Als voorbereiding kun je informatie zoeken (wetenschappelijk) over bijvoorbeeld roken in de zwangerschap. Ook kun je de NHG- standaard preconceptiezorg er als steuntje bij zoeken. In een klein interview kun je aan de verloskundigen vragen wat hun visie is op dit aspect van leefstijl en hoe ze hier aandacht aan besteden. Je kunt dan vragen of ze het goed vinden als jij ook af en toe een vraag stelt aan de zwangeren. Je kunt bijvoorbeeld bij de anamnese gegevens terugvinden over risicofactoren. Tijdens het spreekuur observeer je de manier waarop de verloskundige op risicofactoren ingaat. Is ze bijvoorbeeld empatisch, confronterend, probeert ze gedrag te beïnvloeden en hoe? Gevraagd resultaat 1. Het verzamelen van literatuur over risicofactoren. 2. Een klein interview aan de verloskundige voorbereiden en afnemen, hier maak je aantekeningen van. 3. Je kunt waarschijnlijk ook een relatie leggen tussen je observaties en de inhoud van het werkcollege psychologie ‘geheugen’. 4. Casus B van het CGO zal uitgebreid ingaan op de behandeling van risicofactoren bij de vrouw met kinderwens. Gebruik de kennis en ervaring die je nu opdoet in de brainstorm van die casus.
STAGEBEGELEIDER Doel van de stageopdracht Deze week gaan de studenten zich richten op leefstijl en risicofactoren. Het is de bedoeling dat de studenten hierover informatie gaan verzamelen en gaan kijken hoe de verloskundigen hier in de beroepspraktijk mee omgaan. Dit zal uiteraard in de voorlichting tot uiting komen. Verder is de eerste opdracht die de studenten krijgen om zelf ook af en toe een vraag te stellen aan zwangeren of eens de verslaglegging van een anamnese te gaan bekijken. De casus hierover, waarbij diepgaande en gedetailleerde informatie wordt gezocht, wordt in de weken na de stage behandeld. Het gaat hier dus om een eerste kennismaking met deze factoren. De studenten kunnen hier in het binnenschoolse onderwijs van de weken na deze stage week op voort bouwen.
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
15
Hoofdstuk 3 - Opdrachten blok 1.1 per week
Gevraagde activiteit van de stagebegeleider Deze week vragen we de studenten aan hun stagebegeleider te vragen naar risicofactoren ten aan van de zwangerschap, hoe ze hiermee omgaat/aandacht aan besteedt. De manier van omgaan met deze onderwerp is natuurlijk persoonsgebonden. Individuele waarden en normen spelen een grote rol. Dit is waar de studenten op de opleiding aandacht aan gaan besteden, vooral om hun eigen waarden en normen op dit terrein te verkennen en die van anderen te respecteren. Dit interview zal niet meer dan 10 tot 15 minuten tijd vragen. Hiernaast is het de bedoeling dat de student vragen naar aanleiding van de anamese eens een vraag bedenkt die ze aan een zwangere zou kunnen stellen, bijvoorbeeld over roken , en op welk wijze ze dat zou kunnen doen. Eventueel kan de stagebegeleider aangeven aan wie ze dit mag vragen.
Opdracht 3 week 1.1.4 - Oriëntatie beroepsbeelden beroepsprofiel Doel Door het “meelopen” in de stagepraktijk zal je een goede indruk krijgen van alle werkzaamheden van de verloskundige en een realistisch beroepsbeeld op gaan bouwen. Met dit beroepsbeeld kun je inschatten welke kwaliteiten je als verloskundige allemaal nodig zult hebben! Een eerste kennismaking met het opzoeken van fasedoelen in de toetsmatrix geven je inzicht over de wijzen waarop deze fasedoelen in de praktijk te herkennen en te gebruiken. Dit zal je helpen bij de toetsing hiervan in de stage. Voorbereiding voorafgaand aan/ of tijdens de stage in de verloskundige praktijk: Neem voor jezelf de taken en werkzaamheden van de verloskundige nog eens door zoals die vermeld staan in het verloskundige beroepsprofiel. Inventariseer de gegevens en vergelijk deze met je observaties van deze week, denk bijvoorbeeld aan begeleiding van cliënten, het nemen van verloskundig medische beslissingen etc. Ga hierover in eens in gesprek met je stagebegeleider. Gebruik deze gegevens voor je SLB-opdracht over het beroepsbeeld. Neem de toetsmatrix propedeuse uit de studiegids erbij en kijk of je de diverse taken en werkzaamheden die je hebt geobserveerd in de stage terug herkent in de beschrijving van de fasedoelen, behorend bij de diverse competenties. Hier kun je in de stageweek 1.1.8 mee verder gaan. Tijdens het bezoek aan de verloskundige praktijk. Noteer je impressies van deze week Denk daarbij aan zaken als: - de verrichte werkzaamheden door verloskundige en praktijkassistente - de contacten en samenwerking met cliënten en andere hulpverleners - de plaats binnen de gezondheidszorg. - een opsomming van fasedoelen.
Gevraagd resultaat Gebruik deze impressies bij de uitwerking van SLB-opdracht 5, stage-nabespreking.
16
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 3 - Opdrachten blok 1.1 per week
STAGEBEGELEIDER Doel van de stageopdracht Het is de bedoeling dat studenten een relatie gaan leggen tussen de inhoud van de taken van een verloskundige en de inhoud van de documenten die hiervoor (op de opleiding) worden gebruikt, namelijk het beroepsprofiel en het competentieprofiel met fasedoelen in de toetsmatrix die in de studiegids staat beschreven. Gevraagde activiteit van de stagebegeleider Aan deze opdracht zijn geen speciale activiteiten van de stagebegeleider verbonden. U zou op verzoek eens met de student mee kunnen kijken en mogelijk kunnen hierover vragen worden verwacht die aan een praktijkassisstente worden gesteld.
3.2.3 Stageopdrachten voor stageweek 1.1.10 Studiebelasting De aanwezigheid op het stageadres inclusief voorbereiden en uitwerken van alle stageopdrachten voor deze week 40 SBU. Naast deze opdrachten kun je ook voor deze week een formulier werkafspraken invullen.
Opdracht 1 - Verdere oriëntatie menstruele anamnese Doel Een goede menstruele cyclus is een voorwaarde om zwanger te worden en dat we maken gebruik van de cyclus om een zwangerschapstermijn en een à terme datum (uitgerekende datum) te berekenen is de afgelopen weken ruim aan bod geweest. Deze opdracht is bedoeld om te oefenen in het afnemen van de menstruele cyclus waarmee je een mooie basis gaat leggen voor het volgende blok waar je een gehele anamnese gaat afnemen. Opdracht Herhaal de theorie rond de menstruele cyclus om zo de zwangerschapstermijn en de à terme datum te berekenen. Overleg met je stagebegeleider de mogelijkheid om een aantal malen het stukje “menstruele anamnese” af te mogen nemen. Laat de verloskundige feedback op de beoordeling professioneel gedrag schrijven ten aanzien van deze opdracht.
STAGEBEGELEIDER Doel van de stageopdracht De student gaat oefenen in het afnemen van een menstruele anamnese. Hiervoor is gekozen omdat dit een mooi afgepast onderdeel is waarbij theorie en vaardigheden samen geoefend kunnen worden. De theorie over de menstruele cyclus is de afgelopen weken aan de orde geweest moet dus worden toegepast. Ook is het stellen van vragen is bij de communicatieve vaardigheidslessen aan de orde geweest.
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
17
Hoofdstuk 3 - Opdrachten blok 1.1 per week
Gevraagde activiteit van de stagebegeleider Graag met de student bespreken of het afnemen van een menstruele anamnese misschien geoefend kan worden. Dit betekent dat de student enkele vragen zelf aan de cliënt gaat stellen. Indien dit niet wenselijk of mogelijk is dan graag de mogelijkheid bieden om 3 inmiddels afgenomen anamneses te bestuderen om zo “droog” te oefenen. De student heeft thuis de vragen die gesteld worden tijdens de menstruele anamnese geïnventariseerd, deze zouden eventueel eerst nog doorgenomen kunnen worden. Ook zal u worden gevraagd hierop schriftelijk feedback te geven op de beoordeling professioneel gedrag van de stage.
Opdracht 2 - Voorlichtingsgesprek Deze opdracht is onderdeel van de 40 SBU van de stageweek. Doel Het voorlichtingsgesprek is uitvoerig aan de orde geweest dit blok. Je hebt alle communicatieve vaardigheden en alle theoretisch kennis die nodig zijn voor een goed voorlichtingsgesprek inmiddels aangeboden gekregen en misschien in de praktijk ook geobserveerd. Het observatieformulier dat je eerder op een stagedag hebt gemaakt en later hebt nabesproken gaat dienen als “toetsinstrument” in een voorlichtingsgesprek dat jij met een cliënt gaat houden. Opdracht Bespreek met je stagebegeleider de planning rond dit toetsmoment. Het is handig om samen het observatieformulier te bespreken zodat daar geen onduidelijkheden over bestaan. Het voorlichtingsgesprek kan plaatsvinden over één van de volgende onderwerpen: - Toxoplasmose - Listeria - Vitamines voor en in zwangerschap(voedingadvies) - Foliumzuur Gevraagd resultaat Ingevuld observatieformulier meenemen naar de opleiding en opnemen in je portfolio. Ook kun je ten aanzien van deze voorlichting feedback laten schrijven op je beoordeling professioneel gedrag door je stagebegeleider.
STAGEBEGELEIDER Doel van de stageopdracht - oefenen van het uitvoeren van een voorlichtingsgesprek met aan het eind van de week een toetsmoment; - beoordeling professioneel gedrag.
Gevraagde activiteiten van de stagebegeleider Het is van belang dat er in de loop van de week een toetsmoment wordt gepland waarin de student voorlichting kan geven aan een cliënt over één van de volgende onderwerpen: - toxoplasmose; - listeria; - vitamines in de zwangerschap/voedingsadvies; - foliumzuur.
18
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 3 - Opdrachten blok 1.1 per week
Het is prettig als u vooraf het observatieformulier, dat de student zelf al eerder maakte, samen met de student door kan nemen, zodat eventuele onduidelijkheden besproken kunnen worden. Indien er geen cliënt voor een eerste controlebezoek komt is het misschien mogelijk een cliënt te instrueren een vraag over één van deze onderwerpen te stellen. Ook zal u worden gevraagd hierop schriftelijk feedback te geven op de beoordeling professioneel gedrag van de stage.
Opdracht 3 – Professioneel gedrag Opdracht Vul het beoordelingsformulier “professioneel gedrag in stages” in voor jezelf. Vraag je stagebegeleider ook om een formulier over jou in te vullen (zie ook opdracht 1 en 2 van week 10. Neem hierin de werkafspraken van het ingevulde formulier mee. In een gesprek met de stagebegeleider kunnen jullie de resultaten hiervan en eventuele verschillen erin bespreken. Vervolgens kun je je zelfbeoordeling desgewenst bijstellen. Licht eventuele verschillen tussen jou en je stagebegeleider schriftelijk toe. Gevraagd resultaat Beoordelingsformulieren en eventuele toelichting opnemen in je portfolio.
STAGEBEGELEIDER Gevraagde activiteiten van de stagebegeleider In de loop van deze stageweek vult zowel de student als de stagebegeleider het beoordelingsformulier “professioneel gedrag in de stage” in. In een gesprek tussen stagebegeleider en student worden de resultaten hiervan (en de verschillen er tussen) toegelicht/besproken. De student kan de invulling van zijn formulier desgewenst n.a.v. het gesprek bijstellen of aanvullen. Het betreft een diagnostische beoordeling wat betekent dat het met name een informatieve functie heeft en er geen directe consequenties aan verbonden zijn. In bijlage 2 van deze handleiding is een toelichting op de ontwikkeling en beoordeling van het professioneel gedrag van de student opgenomen.
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
19
Hoofdstuk 0 -
20
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
4. Overzicht stageopdrachten blok 1.1. Week
Voorbereiding student
37
Opdracht student
Stagebegeleider
Contact opnemen, website bekijken evt folder
Bereikbaar zijn
vragen 38
Oriëntatie op de praktijk
-
Kennismaken, vragen stellen
Mondeling en schriftelijk info geven
Eigen introductie
-
Observeren prenatale controles
Ruimte scheppen voor kennismaking
-
Inventariseren voorlichtingsactiviteiten
Overleg met de student over de invulling
-
Voorlichtingsfolders verzamelen
van de stageweek
-
Spreekuur bijwonen
-
Observeren voorlichtingsvaardigheden
-
Observatieformulier ontwerpen
38
38
(Wetenschappelijke)informatie over risicofactoren in -
SB vragen stellen over visie op risicofactoren
Vragen beantwoorden
de zwangerschap m.b.t. de zwangerschap zoeken
Zo mogelijk zwangeren enkele vraag hierover
Ruimte geven in spreekuur
-
Mini-interview voorbereiden
stellen -
38
Observeren SB tav risicofactoren
Doornemen van rollen in het beroepsprofiel van de
Relaties leggen tussen de beroepsinhoud en de Vragen beantwoorden en evt. op verzoek
verloskundige van de KNOV en inkijken van de
rollen van de verloskundige beschreven in het
toetsmatrix van de propedeuse in de studiegids
beroepsprofiel en competenties / fasedoelen
meekijken.
beschreven in de toetsmatrix 45
Menstruele anamnese voorbereiden
Afnemen menstruele anamnese (zo mogelijk)
Feedback geven op afname
of bestuderen (+narekenen) 3 menstruele anamneses op papier 45
Voorlichtingsgesprek voorbereiden
Samen met verloskundige toetsmoment
Samen met de student een toetsmoment
plannen, voorlichtingsgesprek houden en
plannen voor het voorlichtingsgesprek en
beoordelingsformulier in laten vullen.
invullen van het beoordelingsformulier Feedback geven t.a.v. professioneel gedrag
45
(Zelf)beoordeling professioneel gedrag
Formulier professioneel gedrag invullen en
Formulier professioneel gedrag invullen en
Stagebegeleider formulier laten invullen.
gesprek over professioneel gedrag student
Vergelijken resultaten.
21
Hoofdstuk 4 - Overzicht stageopdrachten blok 1.1.
22
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
Bijlage 1 - Studieloopbaanbegeleiding in de propedeuse
Bijlage 1 Studieloopbaanbegeleiding in de propedeuse Inleiding voor stagebegeleiders Bij het doorlopen van de opleiding verloskunde wordt een student ondersteund door zogenaamde studieloopbaanbegeleiding. Diverse individuele en groepsopdrachten plus bijeenkomsten helpen de student bij het maken van keuzes en het ontwikkelen van bijvoorbeeld professioneel gedrag. Ter informatie voor de stagebegeleiders is hier een kort overzicht opgenomen van wat er in het kader van de studieloopbaanbegeleiding gebeurt. Zoals duidelijk zal zijn, is de tekst voor studenten geschreven. Omdat de stagebegeleider ook een rol heeft bij het beoordelen van het professioneel gedrag van de student, is hierover een apart gedeelte (bijlage II) opgenomen.
Informatie voor de student: Je staat aan het begin van je (studie)loopbaan als verloskundige. In de propedeusefase zul je regelmatig stil staan bij de vraag ‘Wil ik nog steeds verloskundige worden en (hoe) gaat me dat lukken?’. In deze fase leer je het beroep steeds beter kennen. Daarnaast ervaar je welke eisen er gesteld worden aan een verloskundige (in opleiding). Je stelt steeds je beroepsbeeld bij. Tijdens de propedeusefase vindt (zelf)selectie plaats: Je ontdekt of je wel of niet op je plek zit wat betreft je studie- en beroepskeuze. Tijdens je studieloopbaan kijk je veel naar jezelf kijken en naar je ontwikkeling. Je onderzoekt je leerstijl en je leert je kwaliteiten (her)kennen. Professioneel gedrag betrekking heeft op het omgaan met werk/taken, het omgaan met anderen en het omgaan met jezelf in relatie tot het verloskundig beroep. Wat je moet kunnen om een goede verloskundige te worden is: reflecteren op je eigen professioneel gedrag. Tijdens de propedeusefase werk je aan SLB-opdrachten (zowel individueel als in de SLB-groep) die hieraan een bijdrage aan leveren. Het reflecteren op je studieloopbaan vindt zijn weerslag in je portfolio. Werken aan je portfolio is een continue proces. Je bent dus bezig met het: - sturen van je eigen leerproces - sturen van je eigen professionele ontwikkeling - onderkennen en ontwikkelen van je eigen talenten - ontwikkelen van eigen visie op je loopbaan en je beroep - plannen van de eigen (studie)loopbaan - jezelf profileren als (beginnend) professional
De start van je studieloopbaan In het eerste blok van de propedeuse schrijf je een Curriculum Vitae (CV). wie ben jij en wat heb je tot nu toe gedaan, welke eerder verworven competenties (EVC) bezit je, kortom wat is jouw startpunt aan het begin van deze opleiding. Dit beschreven startpunt neem je op in je portfolio en je gaat je CV binnen de SLB-groep aan elkaar presenteren in het eerste blok.
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
23
Bijlage 1 - Studieloopbaanbegeleiding in de propedeuse
Drie maal een portfolio Over het eerste blok schrijf je een eerste portfolio, dat diagnostisch wordt beoordeeld door je slb’er. Dat betekent dat je beoordeling nog niet definitief is en dat je, op basis van schriftelijke feedback van je slb’er verbeteringen aan kunt brengen. Die verbeteringen zijn dan in je tweede portfolio terug te vinden die je na blok 1.2 inlevert. Dit portfolio wordt selectief beoordeeld dat betekent dat er EC’s aan worden toegekend, als het voldoende is. Je derde portfolio schrijf je over de tweede helft van het jaar. Hiermee rond je eigenlijk je reflectie over een jaar verloskunde formeel af. SLB-gesprekken Tijdens de propedeusefase heb je 3 keer een individueel gesprek met je SLB-er.
1e SLB gesprek:
Aan het begin van het tweede blok heb je het eerste gesprek met je SLB-er waarbij je nader kennismaakt In het gesprek staan een aantal onderwerpen centraal: - je CV (zie SLB-opdracht 6 in blokboek 1.1) - je eigen kwaliteiten - randvoorwaarden die van invloed zijn op je studie - je leerstijl (zie bijlage 1 en opdracht 9 in blokboek 1.1) - studieresultaten tot nu toe - de diagnostische beoordeling van het portfolio.
2e SLB gesprek:
Het tweede SLB gesprek is een beoordelingsgesprek naar aanleiding van het inleveren van je tweede portfolio van dit jaar. Dit gesprek vindt plaats aan het einde van het eerste semester (na afloop van blok 1.2). Tijdens dit gesprek ontvang je een selectieve beoordeling van je portfolio en bespreek je je studieloopbaan tot op dat moment. Als deze selectieve beoordeling onvoldoende is, krijg je een waarschuwing van de examencommissie.
3e SLB gesprek:
Het derde SLB gesprek is een beoordelingsgesprek naar aanleiding van het inleveren van je portfolio op het einde van het tweede semester (op het einde van blok 1.4) Tijdens dit gesprek ontvang je een selectieve beoordeling van je portfolio. Deze beoordeling moet voldoende zijn om de opleiding te kunnen vervolgen. Aan een selectieve beoordeling zijn EC’s (studiepunten) verbonden, zie studiegids.
Afronden propedeusefase Alle informatie rondom toekennen van EC’s, het ontvangen van het Propedeusecertificaat, het ontvangen van een bindend studieadvies (BSA), het decanaat, het opleidings- en examenreglement (OER) is te vinden in de studiegids 2010-2011.
24
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 4 - Overzicht stageopdrachten blok 1.1.
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
25
Bijlage 2 - Beoordeling professioneel gedrag
Bijlage 2 Beoordeling professioneel gedrag Inleiding De opleiding hecht veel waarde aan de mening van verloskundigen uit de praktijk. Stagebegeleiders zullen dan ook steeds vaker om een oordeel en natuurlijk feedback over de student worden gevraagd. Een voorbeeld hiervan is het professioneel gedrag. Zowel binnen- als buitenschools zal regelmatig aandacht zijn voor de ontwikkeling hiervan bij de student. De stagebegeleider wordt aan het eind van elk blok om haar mening gevraagd. Daartoe is een concreet hulpmiddel ontwikkeld: het formulier “beoordeling professioneel gedrag in stages” (buitenschools). Dit formulier is opgenomen aan het eind van dit hoofdstuk. Ter informatie is ook het formulier dat voor professioneel gedrag in binnenschoolse situaties wordt gebruikt opgenomen. Hieronder staat beschreven op welke manier en welke plaats er specifieke aandacht voor de ontwikkeling en met name de beoordeling van het professioneel gedrag van de student is.
Beoordelingsmomenten professioneel gedrag in propedeuse. Buitenschools (in stages) - Aan het eind van de stage in de blokken 1.1 en 1.3 wordt het professioneel gedrag diagnostisch beoordeeld door de stagiaire zelf en door de stagebegeleider. - Aan het eind van de laatste stageweek in de blokken 1.2 en 1.4 wordt dit gedrag selectief beoordeeld door de stagebegeleider. Bij dit eindoordeel wordt rekening gehouden met de diagnostische beoordelingen uit de stage van het voorafgaande blok. - De beoordelingen door de student en haar stagebegeleider over het professioneel gedrag in de stage, alsmede het resultaat van de reflectie daarop door de student zelf worden opgenomen in het portfolio. Binnenschools Voor de volledigheid volgt hierna de binnenschoolse beoordeling van het professionele gedrag. Deze beoordeling kent uiteraard veel raakvlakken met de buitenschoolse beoordeling, maar wordt getoetst in een andere situatie, namelijk in de werkgroep binnen het casusgestuurde onderwijs. - In de laatste CGO bijeenkomst van de onderwijsblokken selectief beoordeeld door de werkgroepbegeleider, waarbij ze rekening houdt met de oordelen van de student zelf en van 2 medestudenten. Zie bijlage A van de OER voor het aantal studiepunten (ECTS), deze is te vinden in de studiegids. - Deze beoordelingen plus het resultaat van de reflectie daarop door de student zelf worden opgenomen in het portfolio. Hieronder wordt het beoordelingsinstrument voor professioneel gedrag in de stages en in de CGO werkgroep verder uitgewerkt. Aanwijzingen voor invullen van de beoordelingsformulieren In het beoordelingsformulier zijn de aandachtspunten voor professioneel gedrag onderverdeeld in drie dimensies: omgaan met werk, omgaan met anderen en omgaan met zichzelf. Elke dimensie wordt in de linker kolom verder uitgewerkt in 5 à 6 aandachtspunten. Deze aandachtspunten worden na het beoordelingsformulier toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden.
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
27
Bijlage 2 - Beoordeling professioneel gedrag
Geef in de rechterkolom per dimensie aan of je tevreden bent (globaal oordeel over alle aandachtspunten binnen de dimensie) of dat er punten zijn die aandacht verdienen. Indien je tevreden bent over alle 5 á 6 aandachtspunten dan kruis je in de rechterkolom het hokje 'tevreden' aan. Indien er aandachtspunten zijn die aandacht verdienen dan kruis je in de linkerkolom de betreffende aandachtspunten aan en kruis je in de rechterkolom het hokje 'verdient aandacht' aan en licht je je oordeel kort toe. De informatie over de drie dimensies dient als basis voor het samenvattend oordeel aan het eind van het formulier. Het samenvattend oordeel is voldoende, indien de student per dimensie maximaal één aandachtspunt heeft.
De student die beoordeeld wordt of die zichzelf beoordeelt is ervoor verantwoordelijk: -
dat de beoordelingsformulieren volledig zijn ingevuld en voorzien zijn van de benodigde handtekeningen; dat ze in geval van afwijkende oordelen van haarzelf en haar stagebegeleider en/of werkgroepbegeleider en/of medestudenten de benodigde toelichting vraagt; dat de beoordelingen, vergezeld van haar reflectie daarop en de vertaling in het POP, opgenomen worden in haar portfolio.
De SLB-er geeft halverwege het jaar een diagnostisch en aan het einde van het jaar een selectief oordeel over de kwaliteit van de reflectie van de student op de beoordelingen van haar professioneel gedrag en de wijze waarop dit door de student vertaald is in het POP en het portfolio.
28
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
Bijlage 2 - Beoordeling professioneel gedrag
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
29
Bijlage 3 - Eindbeoordeling stage
Bijlage 3 Eindbeoordeling stage Naam student : ……………………………………………………………………………………….. Aankruisen wat van toepassing is: Periode: blok 1.1 blok 1.2 blok 1.3 blok 1.4
blok 2.1-2.2 (1e periode) blok 2.3 (2e periode) e blok 2.3 (3 periode)
Soort stage: e 1 lijnspraktijk e prenataal 2 lijn e nataal 2 lijn
semester 3.1 semester 3.2 semester 3.2
semester 4.1 semester 4.2 semester 4.2 anders, …………….
pre- of postnat. intramuraal 2 lijn* echo / klinische genetica* neonatologie* anders, namelijk……………. e
* bij deze stages kunnen geen verrichtingen worden afgetekend
Aantal weken: 2 weken 6 weken
4 weken
8 weken
anders, namelijk…………….
Eindbeoordeling professioneel gedrag in de stage Omgaan met werk Beoordeling dimensie 1 omgaan met beschikbare tijd voldoende onvoldoende 2 zelfstandigheid toelichting: 3 zelfvertrouwen 4 besluitvaardigheid 5 reflectie op uitvoering werk 6 anderszins………. Omgaan met anderen Beoordeling dimensie 7 cliënt juist informeren voldoende onvoldoende 8 omgaan met emoties cliënt toelichting: 9 respectvol omgaan met cliënt 10 samenwerking met verloskundige en andere disciplines 11 anderszins……….. Omgaan met zich zelf Beoordeling dimensie 12 zelfreflectie voldoende onvoldoende 13 geven / ontvangen van feedback toelichting: 14 verzorgd voorkomen 15 omgaan met eigen emoties 16 grenzen stellen 17 anderszins…… Samenvattend oordeel: onvoldoende voldoende geen oordeel, student te vaak afwezig om een oordeel te kunnen geven Paraaf begeleidend stagebegeleider :
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
31
Bijlage 3 - Eindbeoordeling stage
Verrichtingenlijst per stage Bovenste deel alleen invullen bij stages waarbij verrichtingen behaald kunnen worden. Onderste deel altijd invullen. N.B. aantallen voluit schrijven, dus vier (i.p.v. 4) preconceptioneel consult (advies op basis van volledige anamnese en risicoprofiel)
anamnese prenatale controles eerste lijn prenatale controles tweede lijn poging tot uitwendige versie baring in de eerste lijn gestart en afgemaakt
Thuis Ziekenhuis
baring in de eerste lijn gestart in tweede lijn afgemaakt baring in de tweede lijn gestart en afgemaakt stuitbevalling gemelli episiotomieën gezet baring in de eerste lijn gestart en overgedragen
(telt niet mee als baring)
episiotomieën gehecht rupturen gehecht algemeen onderzoek pasgeborene kraamvisites revisie 6 weken post partum preconceptieadvies (antwoord op vraag van cliënt)
Naam student : ……………………………………………………………..……………………………..
Aantal met een voldoende afgetekende fasedoelen:………………………………(voluit schrijven)
Aantal stage-dagen afwezig:…………………………………………………………(voluit schrijven)
Praktijkadres/kliniek : …………………………….…………………….……….…………………….…
Naam begeleidend stagebegeleider : ……………….…………………….….……………………….
Handtekening akkoord stagebegeleider:………………………………………………………………
Beoordelingsdatum:…………...…………………………………………………………………………
32
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
Bijlage 3 - Eindbeoordeling stage
Zie hieronder voor uitwerking met voorbeelden
Voorbeelden aandachtpunten professioneel gedrag in stages Voorbeelden omgaan met werk: 1. omgaan met beschikbare tijd
-
2. zelfstandigheid
3. zelfvertrouwen
4. besluitvaardigheid
5. reflectie op uitvoering werk
-
1 2
komt op tijd rondt taken binnen afgesproken tijd af geeft signalen af aan begeleider als er te veel of te weinig tijd is maakt per taak een tijdsinschatting en planning handelt spreekuur af binnen beschikbare tijd en stelt 1 prioriteiten stelt eigen vragen aan verloskundige uit tot na spreekuur neemt initiatieven maakt eigen ideeën en standpunten kenbaar stelt eigen ideeën en standpunten ter discussie voert verworven vaardigheid zelfstandig uit neemt verantwoordelijkheid voor stukje van de zorg maakt persoonlijke leerdoelen kenbaar bereidt zich voor op spreekuur en andere activiteiten vertoont adequaat non-verbaal gedrag (oogcontact, houding e.d.) stelt zich voor aan cliënt spreekt duidelijk komt uit voor eigen mening neemt initiatieven spreekt zo nodig haar twijfel uit neemt standpunt in en handelt daarna 2 hakt knopen door beargumenteert besluit beschrijft werkzaamheden, geeft een oordeel over werkzaamheden en trekt hieruit conclusies reflecteert aantoonbaar mondeling op uitvoering werkzaamheden reflecteert aantoonbaar schriftelijk op uitvoering werkzaamheden trekt uit deze reflecties conclusies voor de toekomst
e
Is pas aan de orde vanaf 2 studiejaar. e Is pas aan de orde vanaf 2 studiejaar.
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
33
Bijlage 3 - Eindbeoordeling stage
Voorbeelden omgaan met anderen: 7. cliënt juist informeren
-
8. omgaan met emoties cliënt
9. respectvol omgaan met cliënt
10. samenwerking met verloskundige en andere disciplines.
-
3
4
informeert de cliënt alleen over die zaken, waar ze zeker van is informeert in begrijpelijke taal, inhoudelijk juist checkt bij cliënt of boodschap is aangekomen (verbaal en/of nonverbaal) past informatie aan aan niveau cliënt onderscheidt feitelijke informatie van adviezen structureert de te verstrekken informatie snapt de cliënt, verwoordt de gevoelens van de cliënt leeft zich in de cliënt in / toont betrokkenheid bewaart voldoende professionele afstand kan via doorvragen emoties van cliënten verhelderen steunt de cliënt zo nodig neemt voldoende tijd tutoyeert niet automatisch respecteert de cliënt met haar (klasse, etniciteit, religie,enz. -gebonden) waarden en normen respecteert de privacy en autonomie van de cliënt communiceert respectvol informeert juist staat open voor de inbreng van andere disciplines maakt afspraken over afstemming taken komt afspraken na geeft en ontvangt adequaat feedback gedraagt zich flexibel gedraagt zich coöperatief gedraagt zich assertief
3 Hiertoe behoren ook voorlichting geven, instructie geven, uitleggen wat er aan de hand is. 4 De cliënt en haar directe omgeving.
34
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
Bijlage 3 - Eindbeoordeling stage
Voorbeelden omgaan met zich zelf: 12. zelfreflectie
-
13. geven/ontvangen van feedback
14. verzorgd voorkomen
-
15. omgaan met eigen emoties
-
16. grenzen stellen
-
gaat na welke persoonlijke waarden, normen en emoties ten grondslag liggen aan eigen gedrag en hoe deze het functioneren in de stage beïnvloeden kan hierover rapporteren en verbindt hier conclusies aan geeft zodanig feedback dat de ander er wat mee kan staat open voor / reageert niet defensief op ontvangen feedback vraagt om feedback geeft ongevraagd feedback uiterlijk voorkomen is niet aanstootgevend voor populatie van cliënten lichaamsverzorging en haardracht zijn functioneel voor uitvoering werkzaamheden maakt voorzover functioneel - de eigen emoties bespreekbaar met de cliënt maakt voorzover het te maken heeft met het functioneren als stagiaire – de eigen emoties bespreekbaar met de stagebegeleiders hanteert eigen emoties zodanig, dat het functioneren als stagiaire er niet door belemmerd wordt toont assertiviteit doet alleen datgene waartoe ze zichzelf bekwaam acht en waartoe ze bevoegd is trekt aan de bel wanneer ze zich overvraagd voelt stelt zo nodig grenzen, ongeacht het feit dat ze beoordeeld wordt door de stagebegeleiders
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
35
Bijlage 3 - Eindbeoordeling stage
36
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
Bijlage 4 - Beoordelingsformulier Brochure / Folder
Bijlage 4 Beoordelingsformulier Brochure / Folder Titel brochure: Inleiding
Wat is het doel/functie van deze folder/brochure?Is dit doel duidelijk gemaakt? Wat is de doelgroep van deze folder/brochure?
Het bouwplan
Is de opbouw logisch? Is iedere tekst onder een subkop een duidelijk antwoord op een vraag die de lezer zich zou kunnen stellen?
Conventies van de folder Houdt de schrijver zicht aan de volgende conventies? informatieve titel/ondertitel uitnodigende inleidende zin intrigerende tussenkopjes korte, overzichtelijke tekstblokken pakkende, verduidelijkende afbeeldingen met de leesvolgorde corresponderende vouwwijze
Inhoudselementen Vind je de onderdelen op deze pagina’s? frontpagina: • achtergrond thema • titel (eventueel: ondertitel) • illustratie • naam en/of logo van de verstrekkende organisatie (of op achterpagina) • (eventueel: datum van uitgave/geldigheidsperiode van de informatie) middenpagina's: • tekstblokken: duidelijk afgerond en paginagebonden • zinvolle verdeling tekst - afbeelding achterpagina: • de pay-off: dekt die de inhoud voldoende? • vermelding van mogelijkheid om aanvullende informatie aan te vragen (elektronisch, telefonisch en/of schriftelijk) • naam en/of logo van de verstrekkende organisatie (of op voorpagina)
Stijl
gebruikt de schrijver korte zinnen met kleine variatie in zinslengte gebruikt de schrijver de persoonlijke stijl (aanspreking van de lezer) formuleert de schrijver correct
Eindoordeel: Zou je deze folder/brochure aanraden als betrouwbaar en effectief?
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
37
Bijlage 4 - Beoordelingsformulier Brochure / Folder
38
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
Bijlage 4 - Beoordelingsformulier Brochure / Folder
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen HANDLEIDING BLOK 1.1 STAGEBEGELEIDERS
39