BLOK 1.2
HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS Propedeuse 2013-2014
1
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Verloskunde Academie Amsterdam en/of de Verloskunde Academie Groningen.
Colofon: Oktober 2013 Verloskunde Academie Amsterdam Louwesweg 6 1066 EC Amsterdam Tel 020 512 42 31 Fax 020 614 06 98 www.verloskunde-academie.nl Verloskunde Academie Groningen Dirk Huizingastraat 3-5 9713 GL Groningen Tel 050 361 8886 Fax 050 361 9930 www.verloskunde-academie-groningen.nl
2
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 1 - Inhoudsopgave
1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave ................................................................................................................ 3 2. Inleiding ........................................................................................................................... 4 Overzicht stage-opdrachten blok 1.2 ................................................................................. 6
3. Stage-opdrachten blok 1.2 Eerste stage week .............................................................. 7
3.1 3.2 3.3 3.4
Toelichting op de behandelde stof voorafgaand aan stageweek ...................................... 7 Casus A “Vragen, vragen en nog eens vragen” ................................................................ 7 Rol van de stagebegeleider ............................................................................................... 8 Stageopdracht 1: Echografie in de verloskunde......................................................................... 9 Stageopdracht 2: Anamnese oefenen ...................................................................................... 10 Stageopdracht 3: Oriëntatie uitwendig onderzoek ................................................................... 11 Stageopdracht 4: Klinisch redeneren in de praktijk .................................................................. 12
4. Stage-opdrachten blok 1.2 Tweede stage week .......................................................... 13
4.1 4.2 4.3 4.4
Toelichting op de behandelde stof voorafgaand aan de tweede stageweek ................... 13 Casus B “Ik ben nog nooit zo moe geweest!!!! ” .............................................................. 13 Casus C “Klachten en klachtjes op het spreekuur” ......................................................... 14 Rol van de stagebegeleider ............................................................................................. 15 Stageopdracht 5: Oefenmoment met Korte Praktijkbeoordeling .............................................. 16 Stageopdracht 6: A terme zwangerschap ................................................................................ 17 Stageopdracht 7: Transculturele attitude ................................................................................. 18 Stageopdracht 8: Oriëntering praktijkvoering ........................................................................... 19
5. Toetsing tijdens de stage ............................................................................................. 20 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Toets Beroepssituaties ............................................................................................................. 21 Doel Toets Beroepssituaties..................................................................................................... 21 Procedure Toets Beroepssituaties ........................................................................................... 21 Tijdens de stage ....................................................................................................................... 22 Stappenplan beoordeling en feedback Beroepssituatie ........................................................... 23
6. Bijlagen .......................................................................................................................... 24 Bijlage 1
Tussenbeoordeling stage............................................................................... 25
Bijlage 2
Eindbeoordeling stage ................................................................................... 27
Bijlage 3
Beoordelingsformulier KPB beroepssituatie ................................................ 32
Bijlage 4
Totaallijst verrichtingen ................................................................................. 35
Bijlage 5
Voorbeelden aandachtpunten professioneel gedrag in stages ................... 36
3
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 2 - Inleiding
2. Inleiding Dit is de stagehandleiding voor de begeleiding van studenten tijdens blok 1.2. Deze handleiding is bedoeld voor de stagebegeleiders en studenten en bouwt voort op de informatie uit de stagehandleiding van blok 1.1. In deze handleiding wordt specifiek stilgestaan bij de stage-opdrachten in het tweede studieblok van de propedeuse. Centraal thema in dit blok is “kijken naar zwangerschap”. Binnenschools Het binnenschools programma bestaat uit casus gestuurd onderwijs (CGO) met daarbij flankerend onderwijs in de vorm van hoorcolleges, vaardigheidslessen en werkcolleges. Er zal als een "rode draad" een casus door de weken lopen waarin we een aanstaande cliënt met partner volgen op hun pad: "van kinderwens tot zwangerschap". De studenten halen hun informatie uit een aantal verplichte boeken waaronder ‘Williams Obstetrics’. Verder zullen de studenten hun informatie uit verschillende andere bronnen halen, die bestaan uit aanbevolen studieboeken, studieboeken naar keuze, wetenschappelijke (medische) tijdschriften en wetenschappelijke databases. Een lijst met verplichte en aanbevolen literatuur is te vinden in de studiegids. Via de site van Inholland hebben de studenten ook op de stageplek online wetenschappelijke bronnen beschikbaar. Indien u als stagebegeleider meer wilt weten over het binnenschools onderwijsprogramma zullen wij met genoegen het blokboek, zoals de studenten het krijgen, opsturen. Buitenschools, stage In blok 1.2 lopen de studenten in totaal 2 weken stage. De eerste stageweek zal in de derde week van het blok plaatsvinden en de tweede stageweek aan het einde van het blok na de casustoets plaatsvinden. Voor het overzicht wanneer de studenten met welke stage-opdracht bezig zijn, is er op de volgende pagina een overzicht gegeven. In dit blok loopt elke student een halve dag echostage (zie opdracht voor de eerste stageweek). Dit kan in jullie praktijk zijn of op een ander adres, afhankelijk van het feit of jullie zelf echo’s aanbieden.
4
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 2 - Inleiding
Belangrijke verandering: Invoering Toets Beroepssituaties De toets Beroepssituaties komt in plaats van de toets Fasedoelen. De studenten gaan in blok 1.2 oefenen met het laten beoordelen van beroepssituaties (Korte Praktijk Beoordeling, KPB). Dit zal in eerste instantie alleen de beroepssituatie Consult (spreekuur prenataal) zijn. Op de website www.verloskunde-academie.nl zijn onder het tabblad stagebegeleiders een aantal filmpjes te zien over de procedure toets Beroepssituaties en het gebruik van het KPB formulier. Het formulier staat onder hetzelfde tabblad op de site. Formulieren kunnen digitaal worden ingevuld en uitgeprint en ondertekend aan de student worden meegegeven. De stage-caroussels in studiejaar 2012-2013 hebben in het teken gestaan van beoordeling van Beroepssituaties en het geven van Feedback volgens de regels van Pendleton. Het onderwerp van de stage-caroussels najaar 2013 is werken met de toets Beroepssituaties. Nieuwe en aangepaste formulieren: Formulier KPB Totaal overzicht beroepssituaties Tussenbeoordeling PG stage Eindbeoordeling PG stage Formulier werkafspraken
Deze handleiding past in de map voor stagebegeleiders. Mocht de praktijk nog niet over deze map beschikken, dan sturen we die met alle plezier toe. Graag een bericht naar:
[email protected] . In het nu volgende gedeelte staan de stage-opdrachten die de studenten krijgen beschreven. Daarbij staat apart beschreven wat er van de stagebegeleidende verloskundige verwacht wordt.
5
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 2 - Inleiding
Overzicht stage-opdrachten blok 1.2 Stageopdracht
Thema
Wanneer
Doorlopende opdracht 1
½ dag observeren van echospreekuur oriëntatie echografie
Week 3
Stageopdracht 2
Anamnese oefenen
Week 3
Stageopdracht 3
Oriëntatie uitwendig zwangere onderzoek
Week 3
Stageopdracht 4
Klinisch redeneren Casus selecteren voor werkcollege
Week 3
Stageopdracht 5
Oefenmoment met Korte Praktijkbeoordeling (KPB)
Week 10
Stageopdracht 6
A terme zwangerschap
Week 10
Stageopdracht 7
Transculturele attitude
Week 10
Stageopdracht 8
Oriëntering praktijkvoering
Week 10
Eerste stageweek
Tweede stageweek
6
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 3 - Stage-opdrachten blok 1.2 Eerste stage week
3. Stage-opdrachten blok 1.2 Eerste stage week Toelichting op de behandelde stof voorafgaand aan stageweek Casus A “Vragen, vragen en nog eens vragen” Studenten hebben voor de stageweek een start met de 2-weekse casus “Vragen, vragen en nog eens vragen” gemaakt waarin de studenten aan de slag zijn gegaan met het afnemen van de ste anamnese. Binnen het CGO stond de inhoud van de anamnese en de 1 prenatale controle centraal en binnen het vaardigheidsonderwijs werd geoefend met het afnemen van de anamnese. De KNOV standaard Prenatale verloskundige begeleiding werd veelvuldig tijdens het onderwijs gebruikt. Centraal probleem van de casus - alle onderdelen van de anamnese komen in de casus aan bod - integratie van communicatieve (mondeling, schriftelijk en digitaal) en verloskundige vaardigheden tijdens het afnemen van de anamnese - beroepsinhoudelijke kennis nodig voor familie en algemene anamnese, obstetrische anamnese, ontwikkeling zwangerschap ste - oriëntatie op de organisatie van het spreekuur rondom de 1 zwangerschapscontrole en verwerking van gegevens inclusief onderzoeksresultaten - maatschappelijke, psychosociale en culturele aspecten - verslaglegging Body of knowledge - cliëntgerichte communicatie, verwachtingen uitspreken, zorgvraag - waarop screen je en waarom? - Methodologie: kritisch lezen van een wetenschappelijk artikel - beroepsinhoudelijke kennis nodig voor familie -, algemene -, menstruele (blok 1.1) en obstetrische anamnese, ontwikkeling zwangerschap, bepalen zwangerschapstermijn (blok 1.1), termijnecho (niet te diepgaand, er volgt een themaweek echo in week 6), bloedgroepen, uitbreiding kennis bepaalde infecties (o.a. toxoplasmose; zie blok 1.1), foetale groei, - ontwikkeling en - circulatie, wetten, informed consent, - eerste aantippen van begrip opting-out voor HIV-screening (wordt mee geoefend in het VHO) - spreekuur organiseren, werkwijze praktijk, onderhoud medisch materiaal - maatschappelijke, psychosociale en culturele aspecten die een rol spelen bij het afnemen van een anamnese - kraamzorg
7
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 3 - Stage-opdrachten blok 1.2 Eerste stage week
Rol van de stagebegeleider De stageweek staat geheel in het teken van de anamnese. De student kan inmiddels bloeddruk meten, maar heeft de les uitwendig zwangere onderzoek nog niet gehad. Indien de student nog niet eerder bij jou in de praktijk stage heeft gelopen heeft de student de opdracht een kennismakingsgesprek voor te bereiden (zie blok 1.1). De student zal in deze week een casus selecteren die zij interessant vindt om in te brengen op de terugkomdag in het binnenschoolsonderwijs.
8
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 3 - Stage-opdrachten blok 1.2 Eerste stage week
3.1 Stageopdracht 1: Echografie in de verloskunde Eerste stageweek: Oriëntatie op de toepassing van echografie in de verloskunde Gedurende de stage is het de bedoeling wanneer mogelijk, dat studenten een halve dag echospreekuur (of gedurende de week 10 losse echo’s in de praktijk waar je stage loopt) meemaken. Hierbij werken zij aan de doorlopende stageopdracht echo. Doorlopende stageopdracht De studenten gaan in de eerste stageweek observeren wanneer en waarom een echo wordt verricht. Indien mogelijk gaan de studenten observeren wanneer er een termijnecho, groeiecho, screeningsecho, liggingsecho wordt verricht. Zij gaan kijken of er speciale verwijsformulieren zijn in de praktijk en nemen deze mee naar het CGO in de themaweek echografie in de verloskunde (week 6 van dit blok). In de themaweek echo werken alle studenten een bepaald onderdeel van de echografie uit. Dit wordt binnenschools door middel van presentaties afgesloten. Studiebelasting: Aanwezigheid op stageadres Doel Inzicht krijgen in eerstelijns indicaties voor een echo en de mogelijke logistieke procedures rondom een eerstelijnsecho. En globaal zicht hebben hoe een echo wordt uitgevoerd. Gevraagd resultaat 1. 2. 3.
9
Enkele echo-aanvraagformulieren t.b.v. de themaweek echografie in de verloskunde Kennis hebben van enkele eerstelijns echo-indicaties Verschil kunnen benoemen met tweedelijnsecho indicaties
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 3 - Stage-opdrachten blok 1.2 Eerste stage week
3.2 Stageopdracht 2: Anamnese oefenen Eerste stageweek: Integreren van theorie casus A met thema anamnese afnemen Studiebelasting: Aanwezigheid op stageadres Doel In dit blok zijn prenatale zorg en anamnese twee grote thema’s en zullen ook de stageopdrachten vaak hiermee samenhangen. In deze stageweek ga je je kennis van de anamnese toepassen. Opdracht Je gaat aan de slag met het afnemen van een stukje van de anamnese. De praktijk heeft een brief gekregen met het verzoek om een aantal anamneses in te plannen. Neem dit mee in je formulier werkafspraken en vraag wanneer dit is gepland. Probeer je van tevoren te oriënteren op de vragen die jij wilt gaan stellen om een goede anamnese af te nemen. Aandachtspunten zijn: • Observeren prenatale controles • Gesprekstechnieken (doorvragen, parafraseren, samenvatten, etc.) • Oriëntatie op de praktijkvoering ten aanzien van prenatale zorg • Oriëntatie op de inhoud van de anamnese het vervolgonderzoek • Stukjes anamnese uitvragen (b.v. algemene anamnese, familie anamnese) Dit verder uitbreiden met een voorlichtings- en adviesgesprek (verdieping van gespreksvaardigheden uit blok 1.1) Gevraagd resultaat 1. 2. 3.
Een aantal stukjes anamnese die jezelf hebt afgenomen verzamelen en meenemen. Voorlichting en advies gegeven t.a.v. b.v. voeding, leefwijze Verder toepassen van gesprekstechnieken
In de tweede stageweek van dit blok neem je een gehele anamnese af als oefenmoment voor een korte praktijkbeoordeling. Dit je laat beoordelen door de stagebegeleider. (zie stageopdracht 5)
10
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 3 - Stage-opdrachten blok 1.2 Eerste stage week
3.3 Stageopdracht 3: Oriëntatie uitwendig onderzoek Eerste stageweek: Oriëntering op theorie voor casus B met thema prenataal consult Studiebelasting: Aanwezigheid op stageadres Doel In deze stageweek ga je je oriënteren op het uitwendig onderzoek en het luisteren naar de cortonen. Opdracht Deze week gaan we meer aandacht besteden aan de verloskundige vaardigheden. Je kunt het bloeddruk meten al toepassen in de praktijk. Hiernaast ga je je ook oriënteren op het uitvoeren van het uitwendig onderzoek. Maar ook de gespreksvaardigheden en de organisatie rondom de prenatale controles blijven een aandachtspunt. De opdracht voor deze week is het observeren en uitvoeren van het uitwendig onderzoek. • Observeren prenatale controles • Oriëntatie op de praktijkvoering ten aanzien van prenatale zorg • Oriëntatie op de inhoud het vervolgonderzoek van de anamnese • Cortonen luisteren m.b.v. doptone na zorgvuldig UO Je kunt ook op je stageadres bespreken hoe de standaard van de KNOV opsporing foetale groeivertraging geïmplementeerd gaat worden.
Gevraagd resultaat 1. Inzicht in de gang van zaken rondom de prenatale controle 2. Een aantal buiken voelen. Probeer te voelen of je de hoogte van de fundus kunt voelen en misschien al kindsdelen kunt voelen, bijvoorbeeld voelen waar de rug van het kind ligt. Tijdens de periode rondom casus B in het binnenschoolse onderwijs wordt de vaardigheid uitwendig zwangeren onderzoek verder aangeleerd conform de nieuwe standaard van de KNOV ; opsporing foetale groeivertraging.
11
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 3 - Stage-opdrachten blok 1.2 Eerste stage week
3.4 Stageopdracht 4: Klinisch redeneren in de praktijk Eerste stageweek: Hoe werkt klinisch redeneren in de praktijk? Studiebelasting: Aanwezigheid op stageadres Doel Inzicht verwerven in het klinisch redeneren. Het klinisch redeneren is een manier van redeneren met als doel te komen tot een verantwoorde diagnose. Er worden je vaardigheden aangeleerd die je nodig hebt voor het systematisch oplossen van medische problemen. Je gaat straks in het werkcollege aan de slag met de casuïstiek die je meeneemt vanaf je stageadres. Opdracht Tijdens het spreekuur kom je vast casuïstiek tegen die vragen bij je op roepen. Selecteer zelf een casus die aan de volgende voorwaarden voldoet: het betreft prenatale zorg eerste helft van haar zwangerschap kopie van zwangerschapskaart is aanwezig (denk aan anonimiseren) de casus roept vragen bij je op waar je je verder in wilt verdiepen Voorbeeld: Een zwangere met bloedverlies in de eerste helft van de graviditeit Een zwangere met hyperemesis Een zwangere met vochtverlies Een zwangere met vermoeidheidsverschijnselen Doorloop de stappen van het klinisch redeneren zoals in het schema wordt vermeld Kijk ook goed of je prevalentie en/of incidentiecijfers kunt achterhalen die representatief zijn voor de eerstelijns zwangerenpopulatie of vrouwen uit Nederland in dezelfde leeftijdscategorie. (tip voor cijfers: via www.uptodate.nl gratis inloggen via digitale bibliotheek Inholland) Een ziektescript bestaat uit de volgende onderdelen:
Ziekte beeld (omschrijving klachten en verschijnselen) Prevalentie/Incidentie Etiologie / pathofysiologie Diagnostiek (aanvullende vragen om te discrimineren/elimineren en eerstelijns onderzoek) Therapie (eerstelijns therapie en indien nodig consult/overdracht tweede lijn met motivatie vervolgonderzoek) Voorlichting en specifieke communicatie (bijv. hoe verloopt de overdracht) Prognose (voor deze zwangerschap/baring/kraambed, advies en herhalingsrisico voor volgende zwangerschap/bevalling/kraambed)
Werk dit schematisch uit. Indien gewenst volledig voor jezelf en in schema voor het gesprek. Agendeer het bespreken van de stageopdracht voor het gesprek ter afsluiting van je stageweek en vraag om mondelinge feedback. Wees je bewust van de actualiteit van deze methodiek. Deze opdracht wordt gebruikt tijdens het WC klinisch redeneren.
12
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 4 - Stage-opdrachten blok 1.2 Tweede stage week
4. Stage-opdrachten blok 1.2 Tweede stage week Toelichting op de behandelde stof voorafgaand aan de tweede stageweek Casus B “Ik ben nog nooit zo moe geweest!!!! ” Centraal probleem van de casus De centrale situatie is het verloskundig spreekuur. De kernproblemen zijn: - de interpretatie van het routinebloedonderzoek en de voorlichting aan de cliënt hierover tijdens het spreekuur en telefonisch - het geven van voorlichting over bepaalde zwangerschapsklachten en hoe je hierbij omgaat met verschillende informatiebronnen - ontwikkelen borsten tijdens zwangerschap - maatschappelijke, psychosociale en culturele aspecten - richtlijnen aan de hand van anemie standaard - fysiologische klachten zoals misselijkheid en zuurbranden. Ook klachten die niet expliciet in de casus aan bod komen, kunnen besproken worden. Pas echter op met overlap in volgende weken. - groei en ontwikkeling van de zwangerschap en secundinae passend bij deze amenorroeduur, inclusief liggingen - praktijkorganisatie - de nieuwe standaard KNOV opsporing foetale groeivertraging Body of knowledge - gehele anamnese - routine bloedonderzoek - bloedsamenstelling m.b.t. Hb - vermoeidheidsklachten - Hb verloop - echo: placentalocalisatie - midpregnancy drop - leven voelen passend bij amenorroeduur - diverse liggingen bij jonge zwangerschappen - beetje bloedverlies vroeg in zwangerschap: consequenties voor beleid later?? - werken en zwangerschap - zwangerschapschapsbeleving - Rubellatiter neg. - Gestandaardiseerde fundus-symfyse meting
13
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 4 - Stage-opdrachten blok 1.2 Tweede stage week
Casus C “Klachten en klachtjes op het spreekuur” Centraal probleem van de casus - Fysiologische zwangerschapsklachten gekoppeld aan hart en vaatstelsel en bloeddruk - Psychologie: motivatie - Seksualiteit in de zwangerschap - CoVa: lastige gespreksonderwerpen - Ouderschap - Psychosociale omstandigheden, wettelijke kaders zwangerschap en werk - Keuze van de plaats van de baring - Klinisch redeneren bij verschillende onderwerpen bijv. vochtverlies Benodigde body of knowledge - fysiologie circulatie: veneuze circulatie en uitwisselingsprocessen ontstaan van verschillende soorten oedeem; aanpassingen in de zwangerschap - algemene seksualiteit en seksualiteit in zwangerschap - vertrouwen wekken, lastige gespreksonderwerpen en doorvragen - vaardigheden: handgrepen van Leopold, het gehele uitwendig onderzoek (inclusief meten in cm), prenataal cortonen luisteren en bloeddruk meten (zelfstandig herhalen) e - toewerken naar 1 individueel toetsmoment voor verloskundige vaardigheden - zwangerschapsklachten: oedeem, spataderen / aambeien, vena cava syndroom, duizeligheid, carpale tunnel syndroom, kuitkrampen, maagzuur, niet slapen - DD “beetje bloedverlies” aan de hand van de VIL aansluiten bij 1.1. en toepassen methodiek - verloskunde: groei kind, liggingen, indaling - zin en onzin van zoutloos dieet / fruitdag) - fysiologisch bloeddrukverloop in de zwangerschap inclusief mid pregnancy drop - zwangerschapsklachten: psychische klachten, kortademigheid - DD “vochtverlies” (zonder uitgebreide fys urinewegen); kennis van “gewassen urine” - wettelijke kaders zwangerschap zowel t.a.v. cliënt (zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof, rechten. plichten) als t.a.v. vrvr. (verantw, aansprakelijkheid e.d.) - ouderschap - keuze plaats baring
14
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 4 - Stage-opdrachten blok 1.2 Tweede stage week
Rol van de stagebegeleider De student in de gelegenheid stellen te werken aan een aantal voorbereidingsopdrachten. Daarnaast de student in de gelegenheid stellen om bloeddruk te meten, venapunctie (indien mogelijk binnen de praktijk) afnemen van een anamnese en met de doptone luisteren naar de cortonen na zorgvuldig uitwendig onderzoek. De student heeft binnenschools inmiddels een vaardighedentoets afgelegd voor uitwendig zwanger onderzoek en venapunctie. Je kunt als stagebegeleider vragen naar het vaardighedenpaspoort van de student. Hierin staat het behaalde toetsresultaat m.b.t. vaardigheden in beschreven. Doel van de opdracht De student bereidt een aantal kaarten van, bijna, à terme cliënten voor. (minimaal 2 kaarten waarvan 1 à terme) Zij bedenkt wanneer en met welke frequentie zij deze cliënten wil terug zien. Daarnaast bereidt zij de informatie voor die zij deze cliënten wil geven. Gevraagde activiteit van de stagebegeleider De student de gelegenheid bieden een aantal kaarten van, bijna, à terme zwangeren voor te bereiden. Deze studenten verder de ruimte bieden de voorlichting te geven en eventuele klachten uit te vragen. De student de gelegenheid bieden het uitwendig onderzoek op een à terme buik uit te voeren.
15
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 4 - Stage-opdrachten blok 1.2 Tweede stage week
4.1 Stageopdracht 5: Oefenmoment met Korte Praktijkbeoordeling Tweede stageweek: Afnemen van diagnostische toets tijdens een anamnesegesprek Studiebelasting: Dit diagnostische toetsmoment zal moeten vallen in de 40 SBU van de stageweek Doel De anamnese is uitvoerig aan de orde geweest dit blok. Je hebt alle communicatieve vaardigheden en alle theoretische kennis, die nodig zijn voor het afnemen van een eerste anamnese, inmiddels aangeboden gekregen of bent die tegengekomen. Vandaag krijg je de gelegenheid om te laten zien hoeveel je van deze kennis in de dagelijkse praktijk kunt toepassen. Opdracht Bespreek met je stagebegeleider de planning rond dit diagnostische toetsmoment (zie paragraaf 7.2 en verder). Na het HC KPB in beroepssituaties heb je het formulier al zoveel mogelijk voorbereid. Vergeet niet het boekje” Korte praktijk beoordeling stage” mee te nemen naar je stagepraktijk. Gevraagd resultaat Diagnostisch beoordeling van een korte praktijk beoordeling van je stagebegeleider voor eventuele opname in je portfolio.
16
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 4 - Stage-opdrachten blok 1.2 Tweede stage week
4.2 Stageopdracht 6: A terme zwangerschap Tweede stageweek: Oriëntatie op theorie voor casus C met thema de à terme zwangerschap Studiebelasting: aanwezigheid op stageadres Doel In dit blok zijn prenatale zorg en anamnese twee grote thema’s en zullen ook de stageopdrachten vaak hiermee samenhangen. In deze stageweek ga je je oriënteren op à terme zwangerschap. Opdracht Dit wordt je tweede stageweek in blok 1.2. Deze week ga je je richten op de voldragen zwangerschap. Stel jezelf de volgende vragen: 1. Hoe vaak wil je een zwangere zien in deze periode en waarom deze frequentie, wat is het revisieschema in de praktijk? En wat zijn de adviezen die we een zwangere geven tegen het einde van de zwangerschap? 2. Bereidt voor bij bijna à terme cliënten: uitslagen interpreteren en wegschrijven, vaststellen indicatie bloedonderzoek (IEA, Hb), urineonderzoek en vervolgcontrole vaststellen. 3. Probeer eventuele klachten uit te vragen. Gebruik daarbij de volgende gesprekstechnieken die je hebt geleerd: doorvragen, parafraseren, samenvatten, etc. 4. Denk na over de volgende thema’s en kijk hoe dat in jouw stagepraktijk is geregeld: Oriëntatie op de praktijkvoering ten aanzien van prenatale zorg Oriëntatie op de inhoud van de anamnese en het vervolgonderzoek Cortonen luisteren m.b.v. doptone na zorgvuldig UO Gevraagd resultaat 1. 2. 3. 4. 5.
17
Minimaal 2 zwangerschapskaarten voorbereiden, waarvan 1 à terme Uitvragen van een aantal klachten die passen bij de à terme periode Verder toepassen van gesprekstechnieken Een aantal “hoog zwangere” buiken voelen, ligging bepalen Cortonen luisteren bij de gevorderde zwangerschap
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 4 - Stage-opdrachten blok 1.2 Tweede stage week
4.3 Stageopdracht 7: Transculturele attitude Tweede stageweek: Transculturele attitude in de verloskunde praktijk, wat kom je tegen? Studiebelasting: aanwezigheid op stageadres Doel Tijdens je stages krijg je te maken met de diversiteit van mensen die in een stad, dorp of streek wonen waar jullie stage lopen. Je observeert bewust hoe verschillende culturen en achtergronden van invloed zijn op het werken in de verloskundigenpraktijk. Opdracht Als verloskundige kom je in aanraking met een diversiteit aan cliënten met ieder een eigen achtergrond. Zo kan er bijvoorbeeld variatie zijn in leeftijd van een zwangere, gezinssamenstelling, opleidingsniveau, sociale klasse, culturele achtergrond, land van herkomst, seksuele voorkeur, etc. Iedere cliënt en bijbehorend sociaal netwerk hebben een eigen beleving van en opvatting over zwangerschap, geboorte en ouderschap. Tijdens blok 1.2 zijn we dieper in gegaan op de diversiteit.
Observeer tijdens je stage cliënten met als focus de verschillende deelidentiteiten waarmee je kennis hebt gemaakt. Beschrijf twee consulten met cliënten die je bent tegengekomen in de stage. Beschrijf het vanuit de deelidentiteit(en) van waaruit ze zichzelf presenteerden. Je kunt kiezen voor een consult waarin je merkte dat de communicatie stroef verliep; je kunt ook een situatie kiezen waarin je zag dat de verloskundige juist heel goed aansloot bij haar cliënt. Beschrijf hoe de communicatie verliep tussen je verloskundige en de cliënten. Als je de communicatietheorieën al hebt doorgenomen over interculturele communicatie, kun je dan een link leggen tussen hoe de verloskundige en de cliënt communiceerden en de theorie van bijvoorbeeld Pinto, Hoffman of Hofstede?
Noteer de twee observaties, die jij bent tegengekomen in de stage en werk deze uit. Stel jezelf de vraag of dit iets is om in je POP mee te nemen. Bespreek het tijdens de eindevaluatie van je stage en vraag om mondeling feedback.
18
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 4 - Stage-opdrachten blok 1.2 Tweede stage week
4.4 Stageopdracht 8: Oriëntering praktijkvoering Tweede stageweek: oriëntering op de praktijkvoering, hoe wordt je eigen ondernemer als verloskundige? Studiebelasting: aanwezigheid op stageadres Doel In deze stageweek loop je mee met het spreekuur. Dit houdt niet alleen het uitvoeren van prenatale controles in. Oriënteer je ook op andere collega’s en zijn/haar activiteiten zoals die van een praktijkassistente of help de verloskundige bij: het invullen van LVR-gegevens, (handmatig of automatisch) declaraties opmaken, verwijsbrieven schrijven voor huisarts bij eerste contact of miskraam, recepten uitschrijven, aanvullen van materiaal voor de praktijk, betalen van rekeningen voor de praktijk, interpreteren van bloeduitslagen. Misschien kun je wel mee naar een werkoverleg of vergadering. Opdracht Actieve deelname aan een aantal van de bovengenoemde extra activiteiten. Stel jezelf de volgende vragen: 1. wat mag een praktijkassistente voor medische handelingen verrichten? 2. hoelang duurt het spreekuur? 3. is er een verschil in duur per consult voor primi’s/multi’s? 4. welk revisieschema wordt er gebruikt? 5. wordt het spreekuur aangeboden op verschillende locaties, zo ja waarom? 6. hoe verloopt de inschrijving? 7. hoe maakt een zwangere voor het eerst contact, per mail/telefoon/website/binnenlopen? 8. maakt de praktijk reclame, zo ja waarmee/waarin en waarom? 9. werkt de praktijk met PWD en ZiZo? 10. worden de bloeduitslagen digitaal verwerkt of handmatig ingevoerd? Gevraagd resultaat Naast het lopen van spreekuur neemt de student actief deel aan extra activiteiten Dit kan besproken worden met de stagebegeleider. Gebruik de informatie voor het CGO onderwijs in casus C.
19
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 5 - Toetsing tijdens de stage
5. Toetsing tijdens de stage Inleiding toetsing In het curriculum van de opleiding tot verloskundige vindt een groot deel van de toetsing in de beroepspraktijk plaats. In dit hoofdstuk wordt duidelijk gemaakt op welke wijze de toetsing plaatsvindt, wat er precies getoetst wordt, door wie en welke rol je daar zelf in hebt. Zorg dat je op Blackboard en in de studiegids kijkt naar alle verwijzingen in onderstaand stuk zodat je goed op de hoogte bent van wat er bedoeld wordt. Welke stages zijn er in de propedeuse van de opleiding? In de propedeuse lopen studenten 11 weken stage. In de onderstaande tabel laat zien welke stages en stageperioden onderscheiden worden. Stageperiode Blok 1.1
Stages e 1 week 1 lijns praktijk e 1 week 1 lijns praktijk
Blok 1.2
1 week 1 lijns praktijk Inclusief 1 dagdeel echostage
e
e
1 week 1 lijns praktijk (5 dagen) e 2 weken 1 lijns praktijk
Blok 1.3
e
Blok 1.4
1 week 1 lijns praktijk e 4 weken 1 lijns praktijk
Wat wordt getoetst in blok 1.2 in de stage? Intake anamnese
Professioneel gedrag stage
20
Oefenmoment met Korte Praktijkbeoordeling (KPB) self en expert assessment
Diagnostisch (stagebegeleider) Selectief (stagebegeleider)
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 5 - Toetsing tijdens de stage
5.1 Toets Beroepssituaties In Blok 1.3 en 1.4 gaan studenten tijdens de stages zichzelf laten beoordelen op hun vorderingen in de praktijk. In Blok 1.2 krijgen zij informatie hiervoor d.m.v. een hoorcollege om in blok 1.3 effectief aan de slag te gaan met korte praktijk beoordelingen (KPB) noodzakelijk voor het behalen van de EC’s. In de toets Beroepssituaties laat de student, in steeds wisselende context, de competenties en 1 deelcompetenties zien die in de stage moeten worden getoetst . De beroepssituaties geven inzicht in het beroep van verloskundige en vormen een afgebakende toets situatie. Voor de 1e lijns e setting zijn elf beroepssituaties onderscheiden, voor de 2 lijns setting zeven. (zie Toetsmatrix in de studiegids)
5.2 Doel Toets Beroepssituaties Het doel van de toets Beroepssituaties is: 1. Borging van het eindniveau, door middel van valide toetsing tijdens de stage 2. Stimuleren van feedback op de competentie-ontwikkeling
5.3 Procedure Toets Beroepssituaties Bij de beoordeling van een beroepssituatie wordt gebruik gemaakt van het formulier Korte Praktijkbeoordeling Beroepssituatie (KPB). (Dit formulier vind je op Blackboard/ formulieren/ Voor de niveau-aanduiding is gekozen voor het gebruik van Levels. De Levels passen bij de fase van de opleiding waarin de (gemiddelde) student verkeert en geven de mate van zelfstandigheid 2 aan . Level II beschrijft het beginniveau stage. Op level IV (eindniveau stage) toont de student aan dat zij over de competenties beschikt om als verloskundige binnen haar beroepsdomein te functioneren. Studenten werken aan de hand van Beroepssituaties op Level 2 en 3 naar dit eindniveau toe. In de Toetsmatrix staat beschreven wanneer de gemiddelde student een bepaald level moet hebben behaald: de KPB score is dan ‘op level’. Studenten kunnen beneden verwachting functioneren, de KPB score is dan ‘onder level’. De KPB score kan ook ‘boven level’ zijn: de student functioneert dan op een hoger level dan op dat moment wordt verwacht. In de eindfase van de opleiding kan dit betekenen dat deze studenten op level V functioneren: dat is voorbij het eindniveau van de opleiding.
1
Competenties in toets Beroepssituaties getoetst: 1.Zorg 2.Management 3.Wetenschap/EBM 5.Maatschappij 7.Bijdrage leveren aan competentie-ontwikkeling anderen. In toets Professioneel Gedrag Stage: 6.Beroepsbeoefenaar 2 Mulder H, ten Cate O, Daalder R, Berkvens J. Building a competency-based workplace curriculum around entrustable professional activities: The case of physician assistant training. Medical Teacher. 2010: 453-459
21
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 5 - Toetsing tijdens de stage
5.4 Tijdens de stage
Wat: De student moet vanaf blok 1.4 per stageweek twee keer een beroepssituatie laten beoordelen. waarom: geeft inzicht in competentie-ontwikkeling Wat: Er worden per stageweek minimaal één en maximaal vier beroepssituaties beoordeeld waarom: om de betrouwbaarheid van de toets te borgen Wat: De student start in 1.2 met het laten beoordelen van de beroepssituatie: prenataal consult Waarom: Oefenen met het laten beoordelen op de stage. Wat: Er wordt telkens één beroepssituatie beoordeeld, bijvoorbeeld een prenataal consult waarom: geeft de mogelijkheid tot specifieke feedback op het KPB Wat: Er wordt vooraf afgesproken wanneer de beroepssituatie wordt beoordeeld, bijvoorbeeld ‘spreekuur vandaag vierde consult’ waarom: om te zorgen dat de beoordelingsmomenten steekproefsgewijs gekozen worden Wat: De student geeft aan op welk Level zij de beroepssituatie wil laten beoordelen waarom: de student heeft een overzicht Beroepssituaties bijgehouden en weet hoe ver zij is Wat: Een student heeft tijdens een stage éénmalig de mogelijkheid dezelfde beroepssituatie te herkansen wanneer het gewenste level niet is behaald. waarom: om de betrouwbaarheid van de toets te borgen
De student heeft een Overzichtsformulier Beroepssituaties ( dit formulier vind je op Blackboard) waarop zij bijhoudt welke beroepssituaties zij op welk level heeft behaald. De student moet per semester een aantal beroepssituaties op het in de Toetsmatrix beschreven level behalen. Om de EC voor de beroepssituaties te kunnen verzilveren moet de student: 1. Het Level volgens de Toetsmatrix hebben behaald
22
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 5 - Toetsing tijdens de stage
5.5 Stappenplan beoordeling en feedback Beroepssituatie 1. -
Bereid de Beroepssituatie (KPB) voor Inventariseer samen met je stagebegeleider je aandachtspunten overleg met je stagebegeleider op welk gedrag zij focust kom plaats en tijd overeen
2.
Je voert de beroepssituatie zoveel mogelijk zonder inmenging uit
3. De stagebegeleider vult tijdens de observatie het KPB-formulier in 4. Bereid het feedbackgesprek voor 5. -
Voer het feedbackgesprek met je stagebegeleider gebruik de ik vorm gebruik Pendleton regels spreek nieuwe KPB af om voortgang/ontwikkeling te bewaken
Regels van het Pendleton in het feedback-gesprek 1. Benoem zelf wat er goed ging 2. De stagebegeleider benoemt wat zij goed vond 3. Benoem zelf wat er de volgende keer beter kan en op welke wijze 4. De stagebegeleider benoemt de delen die beter kunnen en hoe dit kan 5. Je benoemt hooguit drie goede en drie verbeterpunten
Je wordt in alle blokken op je professioneel gedrag in de stage beoordeeld op het formulier Eindbeoordeling PG stage. Professioneel gedrag wordt immers als belangrijk criterium van een competente verloskundige (in opleiding) gezien. Om je EC voor professioneel gedrag te verzilveren moet je naast een voldoende voor je professioneel gedrag hebben voldoen aan de volgende voorwaarden: 1. Voldaan hebben aan de aanwezigheidsplicht stage (100% aanwezigheid) en 2. Twee beroepssituaties per stageweek laten beoordelen
23
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Hoofdstuk 6 - Bijlagen
6. Bijlagen
24
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Bijlage 1 - Tussenbeoordeling stage
Bijlage 1 Tussenbeoordeling stage Versie 9-9-2013 Instructie:
Pagina 1 en 2 worden ingevuld door student en stagebegeleider. Bij voorkeur digitaal. Op elke pagina staat een handtekening of paraaf van de stagebegeleider.
IN TE VULLEN DOOR STUDENT Naam student : ……………………………………………………………………………………….. Aankruisen wat van toepassing is: Periode: blok 1.1 blok 1.2 blok 1.3 blok 1.4 Soort stage: e 1 lijnspraktijk e prenataal 2 lijn e nataal 2 lijn
blok 2.1-2.2 (1e periode) blok 2.3 (2e periode) e blok 2.3 (3 periode)
semester 3.1 semester 3.2
semester 4.1 semester 4.2 anders, ……….
pre- of postnat. intramuraal 2 lijn* echo / klinische genetica* neonatologie* anders, namelijk……………. e
* bij deze stages kunnen geen verrichtingen worden afgetekend
Aantal weken: 2 weken 4 weken
6 weken
8 weken
anders, namelijk…………….
VANAF HIER IN TE VULLEN DOOR STAGEBEGELEIDER Paraaf stagebegeleider :………………………………………….. Praktijkadres/kliniek : …………………………….………………… Datum:…………………………………………………………..……
Beoordeling professioneel gedrag in de stage Omgaan met werk 1 omgaan met beschikbare tijd 2 zelfstandigheid 3 zelfvertrouwen 4 besluitvaardigheid 5 reflectie op uitvoering werk 6 anderszins……….
Beoordeling dimensie voldoende onvoldoende Wat ging goed? Wat kan beter? Verbeterpunten.
25
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Bijlage 1 - Tussenbeoordeling stage
Omgaan met anderen 7 cliënt juist informeren 8 omgaan met emoties cliënt 9 respectvol omgaan met cliënt 10 samenwerking met verloskundige en andere disciplines 11 anderszins………..
Beoordeling dimensie voldoende onvoldoende Wat ging goed? Wat kan beter? Verbeterpunten.
Omgaan met zich zelf 12 zelfreflectie 13 geven / ontvangen van feedback 14 verzorgd voorkomen 15 omgaan met eigen emoties 16 grenzen stellen 17 anderszins……
Beoordeling dimensie voldoende onvoldoende Wat ging goed? Wat kan beter? Verbeterpunten.
Paraaf begeleidend stagebegeleider :
26
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Bijlage 2 - Eindbeoordeling stage
Bijlage 2 Eindbeoordeling stage Versie 13-9-2013 Instructie:
Pagina 1 t/m 3 worden ingevuld door student en stagebegeleider.Bij voorkeur digitaal’.Op elke pagina staat een handtekening of paraaf van de stagebegeleider.
IN TE VULLEN DOOR STUDENT Naam student : ……………………………………………………………………………………….. Aankruisen wat van toepassing is: Periode: blok 1.1 blok 1.2 blok 1.3 blok 1.4 Soort stage: e 1 lijnspraktijk e prenataal 2 lijn e nataal 2 lijn
blok 2.1-2.2 (1e periode) blok 2.3 (2e periode) e blok 2.3 (3 periode)
semester 3.1 semester 3.2
semester 4.1 semester 4.2 anders, ……….
pre- of postnat. intramuraal 2 lijn* echo / klinische genetica* neonatologie* anders, namelijk……………. e
* bij deze stages kunnen geen verrichtingen worden afgetekend
Aantal weken: 2 weken 4 weken
6 weken
8 weken
anders, namelijk…………….
VANAF HIER IN TE VULLEN DOOR STAGEBEGELEIDER Paraaf stagebegeleider :………………………………………….. Praktijkadres/kliniek : …………………………….………………… Datum:…………………………………………………………..…… Beoordeling professioneel gedrag in de stage Omgaan met werk 1 omgaan met beschikbare tijd 2 zelfstandigheid 3 zelfvertrouwen 4 besluitvaardigheid 5 reflectie op uitvoering werk 6 anderszins……….
Beoordeling dimensie voldoende onvoldoende Wat ging goed? Wat kan beter? Verbeterpunten.
27
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Bijlage 2 - Eindbeoordeling stage
Omgaan met anderen 7 cliënt juist informeren 8 omgaan met emoties cliënt 9 respectvol omgaan met cliënt 10 samenwerking met verloskundige en andere disciplines 11 anderszins………..
Beoordeling dimensie voldoende onvoldoende Wat ging goed? Wat kan beter? Verbeterpunten.
Omgaan met zich zelf 12 zelfreflectie 13 geven / ontvangen van feedback 14 verzorgd voorkomen 15 omgaan met eigen emoties 16 grenzen stellen 17 anderszins……
Beoordeling dimensie voldoende onvoldoende Wat ging goed? Wat kan beter? Verbeterpunten.
28
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Bijlage 2 - Eindbeoordeling stage
Samenvattend oordeel: onvoldoende voldoende geen oordeel, student te vaak afwezig om oordeel te kunnen geven
Paraaf begeleidend stagebegeleider :
29
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Bijlage 2 - Eindbeoordeling stage
Verrichtingenlijst per stage Alleen invullen bij stages waarbij verrichtingen behaald kunnen worden. Onderste gedeelte altijd invullen (naam, handtekening, datum e.d.) ook als er geen verrichtingen worden afgetekend! N.B. aantallen voluit schrijven, dus vier (i.p.v. 4) preconceptioneel consult (advies op basis van volledige anamnese en risicoprofiel)
anamnese prenatale controles eerste lijn prenatale controles tweede lijn poging tot uitwendige versie baring in de eerste lijn gestart en afgemaakt
Thuis Ziekenhuis
baring in de eerste lijn gestart in tweede lijn afgemaakt baring in de tweede lijn gestart en afgemaakt baring in de eerste lijn gestart en overgedragen
(telt niet mee als baring)
stuitbevalling gemelli episiotomieën gezet episiotomieën gehecht rupturen gehecht algemeen onderzoek pasgeborene kraamvisites revisie 6 weken post partum preconceptieadvies (antwoord op vraag van cliënt) Naam student : ……………………………………………………………..…………………………….. 3
Aantal afgetekende Beroepssituaties :………………………………(voluit schrijven) Aantal stage-dagen afwezig:…………………………………………………………(voluit schrijven) Praktijkadres/kliniek : …………………………….…………………….……….…………………….… Naam begeleidend stagebegeleider : ……………….…………………….….……………………….
Handtekening akkoord stagebegeleider:………………………………………………………………
Beoordelingsdatum:…………...………………………………………………………………………… 3
30
Totaal vermelden, dus behaalde en niet behaalde beroepssituaties bij elkaar optellen.
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Bijlage 2 - Eindbeoordeling stage
VANAF HIER IN TE VULLEN DOOR STAGEBEOORDELINGSCOMMISSIE AVAG
Acties:
Toelichting:
Eindoordeel:
4
EC’s toekennen Professioneel gedrag stage : JA / NEE
Namens de stagebeoordelingscommissie: Naam: …………….……………………….…………………….……….…………………….… Handtekening: …………………………….…………………….……….…………………….… Datum:…………………………………………… e
Eventuele 2 beoordelaar: Naam: …………….……………………….…………………….……….…………………….…
Handtekening: …………………………….…………………….……….…………………….…
Datum:……………………………………………
4
31
Op basis van de eindbeoordeling worden alleen EC’s behaald voor PG , mist aan de volgende voorwaarden is voldaan: PG beoordeling is voldoende Aanwezigheid is 100% Aantal afgetekende KPB’s tijdens deze stage = 2x het aantal stageweken
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Bijlage 3 - Beoordelingsformulier KPB beroepssituatie
Bijlage 3 Beoordelingsformulier KPB beroepssituatie volgnummer Versie 6-9-2013 IN TE VULLEN DOOR STUDENT Naam student : ……………………………………………………………………..…………………….. …………………………..
Studiejaar: 5
Stage :
Semester: …………………..……………………..
Eerste lijn / Tweede lijn
Praktijkadres/kliniek :
…………………………………….……….
Naam beoordelaar:
……………………………………………..
Functie:
…………………………………………….. ..……………………………………….……
Datum: 6
Nummer…………………
Beroepssituatie :
Omschrijving:………………………………………………………………………… 7
LEVEL :
2 / 3 / 4
VANAF HIER IN TE VULLEN DOOR STAGEBEGELEIDER 8
Cliëntsituatie : ……………………………………………………………………………………………… 9
Conclusie :
Niet behaald, onder level Behaald, op level Behaald, boven level
Handtekening beoordelaar:………………………………………………………………………… 5
Omcirkel Benoemen om welke beroepssituatie het gaat (keuze uit 11situaties 1e lijn en 7situatie 2e lijn) 7 Omcirkel 8 Geef het onderwerp weer, bv prenatale controle 28 weken 6
9
32
Alles boven level geeft de conclusie: boven level (beroepssituatie behaald) Alles boven en op level geeft de conclusie: op level(beroepssituatie behaald) Eén of alle blokken onder level geeft conclusie: onder level (niet behaald)
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Bijlage 3 - Beoordelingsformulier KPB beroepssituatie
Onder level <
Op level =
Beoordeling < = >
Boven level >
Ruimte om de score te onderbouwen met een voorbeeld
A. Anamnese
Vraagt gericht uit Vraagt door op verkregen informatie Vraagt op de juiste momenten en manier door naar klacht (ALTIS) en/of zorgvraag. Reageert adequaat op emoties en non verbale signalen. Formuleert een zorgvraag/ probleemdefinitie.
ALTIS: Aard, Locatie, Tijdsverloop, Invloed, Samenhang.
B. Probleemanalyse, onderzoek en vragen stellen n.a.v. DD
Stelt logische vragen naar aanleiding van DD (of diagnose), houdt hierbij een efficiënte volgorde aan. Gebruikt de gegevens uit het dossier van cliënt op een juiste manier. Voert logisch aanvullend onderzoek uit. Verricht lichamelijk onderzoek en laboratoriumonderzoek systematisch en technisch correct. Informeert tijdens onderzoek de cliënt.
C. Probleemanalyse, klinisch redeneren
Logische en adequate eliminatie van mogelijke oorzaken (DD). Herkent fysiologisch verloop en pscyhosociale veranderingen en afwijkingen daarop. Komt tot de juiste diagnose(s)/ conclusie.
.
Paraaf begeleidend stagebegeleider :………………………………………………………..
33
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Bijlage 3 - Beoordelingsformulier KPB beroepssituatie
Onder level <
Op level =
Boven level >
D. Beleid, inclusief begeleiding
Formuleert evidence based/best practice beleid. Indiceert vervolgonderzoek en behandeling. Geeft de noodzakelijke begeleiding, aansluitend bij de begeleidingsbehoefte. Geeft zo nodig voorlichting. Vervult zo nodig de rol van casemanager. Verricht verloskundige handelingen lege artis.
E. Beleidsgesprek met de cliënt/ informed consent / counselen
Formuleert in samenspraak met de cliënt een begeleidingsovereenkomst. Vraagt om instemming indien relevant. Geeft op een voor de cliënt begrijpelijke manier uitleg over: het (mogelijke) beleid, de indicaties voor verder onderzoek en behandeling. Geeft concreet advies.
F. Organisatie en efficiëntie
Organiseert adequaat, bewaakt de tijd, communiceert efficiënt en schat urgentie/ ernst/ prioriteit in. Legt alle zorg vast dmv (medische) verslaglegging.
Paraaf begeleidend stagebegeleider :………………………………………………………..
34
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Bijlage 4 - Totaallijst verrichtingen
Bijlage 4 Totaallijst verrichtingen NAAM STUDENT : ……………………………………………………. Datum SLB gesprek
Preconceptioneel consult
Totaal
Norm
10
(Advies op basis van volledige anamnese en risicoprofiel)
Afnemen anamnese
50
e
300
Prenatale co 2 lijn
e
150
Poging tot Uitwend. versie
1
Prenatale co 1 lijn
e
Baring 1 lijn thuis ( minimaal 8) e Baring 1 lijn (minimaal 30) e e Baring 1 lijn 2 lijn
60
e
Baring 2 lijn Baring overgedragen Stuitbevalling
1
Gemelli
1
Episiotomie gezet
5
Episiotomie gehecht
5
Rupturen gehecht
5
Alg. onderzoek neonaat
40
Kraamvisites
120
Revisie 6 wk postpartum
30
Preconceptioneel advies
10
(Antwoord op vraag van cliënt)
35
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Bijlage 5 - Voorbeelden aandachtpunten professioneel gedrag in stages
Bijlage 5 Voorbeelden aandachtpunten professioneel gedrag in stages Voorbeelden omgaan met werk: 1. omgaan met beschikbare tijd
-
2. zelfstandigheid
-
3. zelfvertrouwen
-
4. besluitvaardigheid
5. reflectie op uitvoering werk
-
10 11
36
komt op tijd rondt taken binnen afgesproken tijd af geeft signalen af aan begeleider als er te veel of te weinig tijd is maakt per taak een tijdsinschatting en planning handelt spreekuur af binnen beschikbare tijd 10 en stelt prioriteiten stelt eigen vragen aan verloskundige uit tot na spreekuur neemt initiatieven maakt eigen ideeën en standpunten kenbaar stelt eigen ideeën en standpunten ter discussie voert verworven vaardigheid zelfstandig uit neemt verantwoordelijkheid voor stukje van de zorg maakt persoonlijke leerdoelen kenbaar bereidt zich voor op spreekuur en andere activiteiten vertoont adequaat non-verbaal gedrag (oogcontact, houding e.d.) stelt zich voor aan cliënt spreekt duidelijk komt uit voor eigen mening neemt initiatieven spreekt zo nodig haar twijfel uit neemt standpunt in en handelt daarna 11 hakt knopen door beargumenteert besluit beschrijft werkzaamheden, geeft een oordeel over werkzaamheden en trekt hieruit conclusies reflecteert aantoonbaar mondeling op uitvoering werkzaamheden reflecteert aantoonbaar schriftelijk op uitvoering werkzaamheden trekt uit deze reflecties conclusies voor de toekomst
e
Is pas aan de orde vanaf 2 studiejaar. e Is pas aan de orde vanaf 2 studiejaar. Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS
Bijlage 6 – Formulier werkafspraken stage
Voorbeelden omgaan met anderen: 7. cliënt juist informeren
-
8. omgaan met emoties cliënt
-
9. respectvol omgaan met cliënt
-
-
10. samenwerking met verloskundige en andere disciplines.
-
12
13
informeert de cliënt alleen over die zaken, waar ze zeker van is informeert in begrijpelijke taal, inhoudelijk juist checkt bij cliënt of boodschap is aangekomen (verbaal en/of nonverbaal) past informatie aan aan niveau cliënt onderscheidt feitelijke informatie van adviezen structureert de te verstrekken informatie snapt de cliënt, verwoordt de gevoelens van de cliënt leeft zich in de cliënt in / toont betrokkenheid bewaart voldoende professionele afstand kan via doorvragen emoties van cliënten verhelderen steunt de cliënt zo nodig neemt voldoende tijd tutoyeert niet automatisch respecteert de cliënt met haar (klasse, etniciteit, religie,enz. -gebonden) waarden en normen respecteert de privacy en autonomie van de cliënt communiceert respectvol informeert juist staat open voor de inbreng van andere disciplines maakt afspraken over afstemming taken komt afspraken na geeft en ontvangt adequaat feedback gedraagt zich flexibel gedraagt zich coöperatief gedraagt zich assertief
12 Hiertoe behoren ook voorlichting geven, instructie geven, uitleggen wat er aan de hand is. 13 De cliënt en haar directe omgeving. 37
Verloskunde Academie Amsterdam/Groningen BLOK 1.2 HANDLEIDING STAGEBEGELEIDERS