Habion Kennisdeler Verzorgd Wonen
oktober 2015
Met de Habion Kennisdeler over actuele thema’s op het gebied van ouderen en wonen delen we onze ervaringen en signalen. Om onderwerpen onder de aandacht van betrokken partijen te brengen en met elkaar in gesprek te gaan. Praat u ook mee? Wilt u reageren? Stuur een e-mail naar
[email protected]
Nieuwe tijden, nieuwe aanpak Met ingang van 1 januari 2015 voeren gemeenten de gehele Wmo uit. Op 1 juli 2015 is de Nieuwe Woningwet van kracht geworden. Deze twee veranderingen bieden gemeenten de mogelijkheid om lokaal sturing te geven aan het hele gebied van wonen en zorg. En binnen dit gebied aan de huisvesting van ouderen. Maar hoe doe je dat in de praktijk? In elk geval samen met andere partijen die een rol hebben op dit terrein, zoals zorginstellingen en corporaties.
Beleid ouderenhuisvesting Bij het ontwikkelen van beleid op het gebied van ouderen huisvesting doemen allerlei vraagstukken op. Dat bleek toen Habion deze zomer een telefonisch onderzoek deed bij gemeenten en woningcorporaties naar de vraagstukken rondom de lokale samenwerking op dit gebied. Daarom hebben we voor u dit document opgesteld met handvatten voor het lokale gesprek over verzorgd wonen.
Wat zijn de gespreksthema’s voor het lokale overleg over goede ouderenhuisvesting?: a Verbinding Wmo en volkshuisvesting b Lokale samenwerking c Toewijzing aan zorgdoelgroepen
Habion Kennisdeler Verzorgd Wonen | versie oktober 2015
d e f g h i j k
Invulling geven aan maatschappelijk vastgoed Aanbestedingen Wmo Veiligheid Geschikte en betaalbare woningvoorraad Transformatie naar (gedeeltelijk) extramuraal Prestatieafspraken Participatiewet Woonserviceconcepten
a Verbinding Wmo en volkshuisvesting Veel thema’s rondom ouderenhuisvesting hebben een raakvlak met zowel Wmo als volkshuisvesting. Bij veranderingen in het zorgvastgoed is het daarom belangrijk dat zowel de Wmo als afdeling Wonen betrokken zijn. Goede ouderenhuisvesting vraagt lokaal om een integrale visie op wonen en zorg! Uit ons onderzoek blijkt dat de samenwerking tussen de afdeling Wonen en de afdeling Wmo nog veel intensiever kan. Bijvoorbeeld bij het ‘passend toewijzen’ stelt de afdeling volkshuisvesting regels op om alle vrijkomende huurwoningen via het digitaal aanbodsysteem te verdelen. Hierbij kan zij rekening houden met de behoeften van de klanten die aankloppen bij het Wmo-loket. Zo faciliteert de afdeling Wonen de afdeling Wmo. Die vervolgens haar cliënten eenvoudiger kan voorzien van een geschikte woning.
1
Habion Kennisdeler Verzorgd Wonen
Relevante vragen verbinding Wmo en volkshuisvesting 1 Is er een gezamenlijke visie vanuit volkshuisvesting en Wmo op de huisvesting van bijzondere doelgroepen voor nu en in de toekomst? 2 Wat zijn de onderwerpen die een integrale benadering vragen? Bijvoorbeeld: brandveiligheid in een complex met ouderen, 24-uurs aanwezigheid zorg, aanbestedingsbeleid Wmo voor partijen met zorgvastgoed, passend toewijzen, woonzorgvisie, maatschappelijk vastgoed? 3 Wie is integraal verantwoordelijk voor deze onderwerpen? 4 Hoe verhoudt het individuele Wmo maatwerk zich met collectieve belangen om mensen bij elkaar te huisvesten? Oftewel waar raken individu en collectief maatwerk elkaar en hoe wordt hierop door de Wmo gestuurd?
b Lokale samenwerking Samenwerken is noodzakelijk. Want voor het oplossen van lokale vraagstukken zijn meerdere partijen verantwoordelijk. Daarnaast vind je met elkaar de beste en goedkoopste oplossing.
Relevante vragen lokale samenwerking 1 Hoe en met wie werkt u lokaal samen? Hoe beoordeelt u de wijze waarop samengewerkt wordt? 2 Wat zijn de lokale vraagstukken, waarbij de oplossing samenwerking van meerdere partijen vraagt? 3 Is bekend wat de belangen van de verschillende partijen zijn? Kan hierover met elkaar gesproken worden? 4 Wat zijn de mogelijkheden om zo concreet mogelijk met elkaar samen te werken? Bijvoorbeeld door samenwerking rond een locatie / een bepaalde doelgroep? 5 Hoe wordt omgegaan met lokale partners die investeren in het lokale netwerk? Wordt dit gewaardeerd, beloond en gezien? 6 Is duidelijk wanneer de corporatie (eigenaar) en/of de zorgorganisatie (zorgverlener) gesprekspartner is? 7 Wordt optimaal gebruik gemaakt van de kracht en kennis van de lokale partners? Waar zijn verbindingen mogelijk die verstevigen? 8 Hoe kunnen de aanwezige partijen elkaar lokaal versterken? Welke afspraken zijn hierover te maken?
c Toewijzing aan zorgdoelgroepen De lokale samenwerking rondom wonen en zorg invullen is een nieuwe uitdaging voor iedereen. Er spelen verschillende belangen in die samenwerking. De gemeente is bijvoorbeeld voor veel partijen niet alleen als samenwerkingspartner, maar ook als opdrachtgever betrokken. Uit ons onderzoek blijkt dat er al veel gebeurt. Om de samenwerking nog productiever te maken, helpt het om aan de slag gaan met een zeer concrete en herkenbare vraag of probleem voor alle betrokken partijen. Keep it simpel! Diep dit onderwerp met de betrokken professionals verder uit aan de hand van haalbare en in de tijd beperkte pilots. Geef daarbij ruimte aan vernieuwing in de samenwerking. Maak gebruik van de pilots die al zijn uitgevoerd. Bijvoorbeeld om het woonzorgcentrum meer te verbinden met de wijk en de bewoners daarbij te betrekken. Of een pilot om voor ouderen met dementie en hun mantelzorgers het woon/zorg/welzijnsaanbod te verhelderen. Plus preventieve maatregelen nemen opdat dementerenden zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Bij de meeste pilots gaat het vaak om het stimuleren van de eigen kracht van de wijk, bewoners en mantelzorgers.
Habion Kennisdeler Verzorgd Wonen | versie oktober 2015
Dit onderwerp is zeer actueel! In de gesprekken met Wmo ambtenaren blijkt dat een Wmo visie op toewijzing ontbreekt. We moeten niet vergeten dat de groep ouderen die voorheen in het verzorgingshuis werd opgenomen, nu zelf blijft huren. Dit is een kwetsbare groep met over het algemeen een leeftijd boven de 80 jaar. Deze groep ouderen heeft behoefte aan zorg, gezelligheid en veiligheid. Praktijkvoorbeelden: Gemeente Gouda heeft zorgwoningen uitgesloten uit de huisvestingsverordening. Dit betekent dat de toewijzing van deze woningen op basis van zorgbehoefte plaatsvindt. (http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/ xhtmloutput/historie/Gouda/370819/370819_1.html) Gemeente Scherpenzeel heeft in een huisvestings verordening benoemd dat bepaalde zorgcomplexen (vermeld in een bijlage) niet toegewezen hoeven worden via het digitaal aanbodsysteem. (https://zoek. officielebekendmakingen.nl/gmb201576747.html
2
Habion Kennisdeler Verzorgd Wonen
Relevante vragen over woningtoewijzing aan zorgdoelgroepen 1 Zijn er over de toewijzing van sociale huurwoningen eisen opgesteld of afspraken gemaakt? 2 Is de zorg of Wmo hierbij betrokken geweest? Zodat zowel volkshuisvestelijk als vanuit de Wmo naar de toewijzing is gekeken? 3 Is er in de verordening ruimte voor maatwerk bij de toewijzing van woonruimte voor de doelgroep? Vormt de toewijzing een knelpunt voor de aanwezige zorgconcepten? 4 Welke visie heeft de Wmo op de toewijzing en is de Wmo betrokken bij de totstandkoming van de huisvestings verordening? 5 In welke complexen is het noodzakelijk dat de woningen alleen toegewezen worden aan mensen met een zorg vraag? Zodat een goede kwaliteit van zorg en welzijn geboden kan blijven worden? 6 Hoe wordt de relatie met het sociale wijkteam en het Wmo loket van de gemeente? Krijgen deze partijen ook een rol bij woningtoewijzing of advisering daarover? 7 Hoe kan er binnen de huidige verordening ruimte worden gecreëerd om een visie op de toewijzing van zorgdoelgroepen te ontwikkelen?
d Invulling geven aan maatschappelijk vastgoed De positionering van maatschappelijk vastgoed is een ander thema dat naar voren kwam in onze gesprekken met gemeenten. Door de extramuralisering van de verzorgingshuizen, moet een invulling gevonden worden voor de begane grond en de algemene ruimten. Deze oplossing moet bijdragen aan de financiële haalbaarheid van de gehele voorziening. Uitgangspunt daarbij is vaak om de buurt naar binnen te halen met voorzieningen zoals een koffiecorner, eettafel, welzijnsactiviteiten en spreekuren van eerste- en tweedelijns zorg. Belangrijk is dat het activiteitenaanbod dicht bij de bewoners is die langer zelfstandig wonen (geclusterd of in de wijk). De voorzieningen die zich zo ontwikkelen hebben een relatie met ander maatschappelijk vastgoed in de gemeente. Aan de slag gaan met dit onderwerp vraagt allereerst inzicht in welk maatschappelijk vastgoed aanwezig is. Niet alleen van de gemeente in de vorm van wijkcentra en scholen. Ook de ruimtes bij (andere) zorgorganisaties, woningcorporaties en
Habion Kennisdeler Verzorgd Wonen | versie oktober 2015
bijvoorbeeld kerken. Wat is er aanwezig? Welke activiteiten vinden er plaats? Hoe effectief worden de ruimten benut? Over het algemeen is er een overmaat aan maatschappelijk vastgoed en moeten beslissingen worden genomen over afstoten van gebouwen. Relevante vragen over maatschappelijk vastgoed 1 Hoe omgaan met de plint van het woonzorgcentra en de aanwezige algemene ruimtes? 2 In hoeverre gaat het aanwezige maatschappelijke vastgoed (Culturhus, buurtcentrum) en de algemene ruimten van woonzorgcentra met elkaar concurreren rondom activiteiten? 3 Kan een overmaat aan maatschappelijk vastgoed afgestoten worden? 4 Hoe kan de gemeente bijdragen aan de verlevendiging in de plint van woonzorgcentra? 5 Hoe stimuleren we dat activiteiten dichtbij de doelgroep (in huis) plaatsvinden en de vervoerskosten vanuit de Wmo verminderd worden? 6 Hoe kan de sociale rol en invulling van een woonzorg centrum verstevigd worden? Zodat mensen langer zelfstandig thuis kunnen wonen? 7 Wat betekent deze visie op maatschappelijk vastgoed en verlevendiging voor de aanbestedingen vanuit de Wmo? 8 Hoe kunnen we burgers en bewoners stimuleren zelf activiteiten te ontwikkelen en bij te dragen aan ‘reuring’?
e Aanbestedingen Wmo Met de aanbestedingen vanuit de Wmo geeft de gemeente sturing aan de manier waarop ondersteuning/begeleiding is georganiseerd. De aanbestedingen vanuit de Wmo hebben echter ook invloed op het aanwezige zorgvastgoed in de gemeente. Een voorbeeld: In een kleine kern is het voortbestaan van een woonzorg centrum belangrijk. Dit woonzorgcentrum geeft immers werkgelegenheid, heeft een belangrijke sociale functie waardoor oudere inwoners langer zelfstandig thuis blijven wonen. Voor de dorpsgemeenschap is het belangrijk dat er differentiatie in de zorg mogelijk is (zowel extramuraal als intramuraal). De wens is uitgesproken dat alle partijen bijdragen aan de haalbaarheid van een plan voor het voortbestaan van het woonzorgcentrum.
3
Habion Kennisdeler Verzorgd Wonen
Bewoners en lokale ondernemers dragen als vrijwilligers, sponsors en leveranciers hun steentje bij in het voort bestaan van het welzijn en de dienstverlening. De eigen kracht van het dorp wordt ingezet. De zorgorganisatie en eigenaar van het gebouw hebben gesproken over een aantal kritieke punten zoals brand veiligheid, sociale functie, toewijzing en de algemene ruimten. Een gedeelte van het pand wordt geëxtramurali seerd en mogelijk blijft een deel intramuraal. Voor het voortbestaan van de locatie is een investering nodig. Maar kan die investering ook terugverdiend worden? De gemeente denkt mee vanuit de afdeling Wmo en afdeling Wonen over de toekomstige ontwikkelingen. De Wmo ziet het belang van geclusterd wonen. De vervoerskosten voor de zorgleveranciers zijn beduidend lager en daarbij blijft er een gespecialiseerde organisatie voor ouderenzorg in het dorp. De aanbestedingen vanuit de Wmo geven ruimte. Hierdoor ontstaat duidelijkheid vanuit de Wmo voor een langere periode, waardoor de investeringen minder risico opleveren. Relevante vragen over aanbestedingen vanuit de Wmo 1 Wat is de invloed van de aanbestedingen op geclusterde woonvormen, waar zorg geleverd wordt? 2 Hoe wordt omgegaan met collectieve woonkwaliteit die voor het huisvesten van bepaalde doelgroepen noodzakelijk is (zoals brandveiligheid, extra algemene ruimten)? Terwijl de Wmo gericht is op het individu en geen ruimte voor clusteringen doordat de verblijfs component van de Zorgzwaartepakketten 1-4 niet naar de gemeente overgeheveld is. 3 Wat is bij de aanbestedingen vanuit de Wmo de positie van zorgpartijen met een vastgoedverplichting t.o.v. partijen zonder vastgoedverantwoordelijkheid? Bijvoorbeeld rondom dagbesteding en begeleiding groepen. 4 Hoe omgaan met de ‘grijze’ gebieden die het huisvesten van bepaalde doelgroepen met zich meebrengt. Zoals brandveiligheid, legionellabeheersing, beheer en coördinatie algemene ruimten, etc.? - Welke rol kan een woonzorgcentrum toegespeeld krijgen bij de ontwikkelingen van langer zelfstandig thuis wonen en de zorgfunctie?
Habion Kennisdeler Verzorgd Wonen | versie oktober 2015
f Veiligheid De eisen rondom veiligheid liggen bij intramurale complexen hoog. Bij intramurale zorg is een brandmeld installatie (BMI) met de automatische doormelding naar de brandweer verplicht. Ook houdt de zorginstelling een BHV-organisatie in stand die bij calamiteiten onmiddellijk hulp verleent. Als ouderen langer zelfstandig blijven wonen en huren, gelden de intramurale brandveiligheidsvoorschriften niet meer. Het veiligheidsrisico is daarmee groot. De regels zijn immers veranderd, maar de mensen niet. Een paar brandincidenten dit jaar in seniorencomplexen benadrukken dit risico. Zeker wanneer kwetsbare doelgroepen geconcentreerd wonen. Voor de oplossing van dit vraagstuk spelen de brandweer, woningcorporatie, zorgorganisatie, gemeente en bewoners een belangrijke rol. Het blijkt in de praktijk mogelijk om omwonenden en bewoners zelf te betrekken bij de brandveiligheid. De vraagstukken rondom de verminderde mobiliteit van de bewoners en de ontruiming indien de liften vanwege brand niet meer werken vragen om een oplossing.
Relevante vragen over veiligheid 1 Wat zijn de lokale gesprekspunten rondom veiligheid? 2 Wat betekenen de ontwikkelingen van langer zelfstandig thuis wonen voor de veiligheid in verschillende woongebouwen? 3 Is inzichtelijk waar en welke risico’s worden gelopen op het gebied van brandveiligheid? Wie is hiervoor verant woordelijk? Wat kan in gezamenlijkheid opgepakt worden? 4 Wat zijn de consequenties als er geen automatische doormelding plaatsvind naar de brandweer in complexen waar de doelgroep hetzelfde blijft, maar de financiering door de extramuralisering verandert? 5 Hoe omgaan met collectieve aspecten in de Wmo die voorheen bij de doelgroepen via de verblijfscomponent werden geregeld? Terwijl de Wmo veel belangen heeft bij clustering.
4
Habion Kennisdeler Verzorgd Wonen
g Geschikte en betaalbare woningvoorraad
h Transformatie naar (gedeeltelijk) extramuraal
Sociale huurwoningen worden steeds duurder en mensen die zorg nodig hebben, moeten zelf ook steeds meer een hogere bijdrage leveren. Hoe kom je als gemeente tot een goede match tussen geschikte en betaalbare woningvoorraad?
Als een woonzorgcentrum niet meer als intramurale voorziening wordt gebruikt, betekent dit wijzigingen in het gebruik en de bestemming van het gebouw.
Differentiatie in woonkwaliteit kan helpen om betaalbare alternatieven te voorhanden te hebben. Een ex-verzorgingshuis heeft kleine appartementen, maar kan toch aantrekkelijk zijn. Doordat er bestedingsruimte ontstaat voor meer welzijn/ zorg of andere onderdelen die de klant van belang vindt. Door de veiligheid en gezelligheid van gelijkgestemden en de collectieve voorzieningen. De gemeente is verantwoordelijk voor woning aanpassingen. Zodra individuele aanpassingen nodig zijn, kan ook verhuizing naar betere en geschiktere woningen gestimuleerd worden. Bijvoorbeeld naar een drempelloos complex met sociale activiteiten en zorg in de buurt. Individuele maatwerkoplossingen lossen immers vaak alleen een technische vraag op!
Relevante vragen over geschikte en betaalbare woningvoorraad. 1 Wat is nodig om voor alle doelgroepen geschikte en betaalbare huisvesting te hebben? 2 Hoe zorgen we dat het wonen en de daarbij behorende zorg/ondersteuning betaalbaar blijft? 3 Hoe stimuleren we dat verhuisd wordt naar aangepaste en levensloopbestendige woningen? 4 Eenzaamheid is een groot probleem. Wat kunnen we bieden aan mensen zonder mantelzorg die vereenzamen? Hoe geven we een goede invulling aan de algemene ruimtes van de aanwezige woonzorgcentra en hoe worden de buurt en de bewoners hierbij betrokken?
Habion Kennisdeler Verzorgd Wonen | versie oktober 2015
Bij de uitwerking van extramuralisatie zijn zowel de Wmo van de gemeente als de volkshuisvestelijke kant betrokken. Afhankelijk van de situatie moeten diverse onderwerpen besproken worden. De verandering van het bestemmings plan, handhaven van doelgroep of nieuwe doelgroep huisvesten, de gemeentelijke belastingen, toewijzing van de woningen, registratie in de BAG, woonzorgvisie, de gevolgen voor het dorp, betrekken van bewoners, sociale activering, etc. Al deze situaties bieden kansen om gezamenlijk op te trekken en de burgers te betrekken bij de veranderingen.
Relevante vragen bij transformatie (gedeeltelijk) extramuraal 1 Wat betekent de veranderde wet- en regelgeving voor de sociale functie van de woonzorgcentra? 2 Wat zijn de mogelijkheden voor de toekomst van de verschillende locaties? 3 Wat zijn de ontwikkelingen in de vraag en het aanbod? Is de ontwikkeling naar extramuralisering te combineren met een andere behoefte in de gemeente? 4 Hoe staan de complexen in het bestemmingsplan? Levert het problemen op wanneer er geëxtramuraliseerd gaat worden? Hoe wordt flexibiliteit behouden voor veranderingen in zorgaankoop en fluctuatie intramuraal/ extramuraal? 5 Zelfstandige of onzelfstandige woonruimte: hoe nemen we dit op in het BAG en GBA? 6 Gemeentelijke belastingen: blijven deze hetzelfde of veranderen ze door geleidelijke extramuralisering? 7 Wie is of blijft verantwoordelijk voor afvoer van afval? Hoe wordt afvalstoffenheffing opgenomen? 8 De wijze van toewijzing is belangrijk voor de haalbaarheid van woonzorgconcepten. Wat zijn de afspraken die gemaakt worden over de toewijzing? Ervaring is dat er een gezamenlijke toewijzingsafspraak moet worden gemaakt, waarbij volkshuisvesting en Wmo betrokken is.
5
Habion Kennisdeler Verzorgd Wonen
i Prestatieafspraken en woonvisie De toekomst van de sociale huurvoorraad en de samenwerking tussen de gemeente en woningcorporaties worden vastgelegd in de prestatieafspraken. Dit is geregeld in het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH). De meeste gemeenten hebben prestatieafspraken gemaakt met de lokale corporaties. Nog maar weinig gemeenten hebben ook met Habion concreet afspraken gemaakt. Habion is als categorale woningcorporatie in heel veel gemeenten actief. Op het gebied van ouderenhuisvesting kan Habion meedenken met de woonvisie en is bereid om prestatie afspraken te maken met daarin bijzondere aandacht voor ouderenhuisvesting.
Relevante vragen rondom prestatieafspraken 1 Wat is de opgave voor ouderenhuisvesting of op het gebied van zorgvastgoed? Is het mogelijk om hierover ook afspraken met elkaar te maken? 2 Kiezen we voor individuele of voor gezamenlijke prestatieafspraken? 3 Hoe de specifieke positie van Habion meenemen op het gebied van ouderenhuisvesting? 4 Welke afspraken moeten en zijn hierover te maken?
j Participatiewet en betrekken lokale gemeenschap De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de participatiewet. In deze wet is geregeld dat Iedereen moet kunnen meedoen als volwaardig burger en kunnen bijdragen aan de samenleving. Ook mensen die voor wie dit een grotere opgave is. De transformatie en de ontwikkelingen in de zorg bieden kansen en mogelijkheden om daarover lokaal in gesprek te komen. Een voorbeeld: In een woonzorgcentrum wordt met een werkervarings project een nieuwe invulling gegeven aan het maaltijd concept en tegelijkertijd aan versterking van de arbeids positie van een kwetsbare doelgroep. De insteek is dat het restaurant meer een buurtfunctie krijgt en de medewerkers met hun werkervaring een betere kans maken op de arbeidsmarkt.
Habion Kennisdeler Verzorgd Wonen | versie oktober 2015
Relevante vragen over participatiewet en de lokale gemeenschap 1 Hoe betrekken we de lokale gemeenschap bij de activi teiten en lokaliseren we lokale kracht? 2 Hoe zorgen we dat de lokale gemeenschap betrokken is en het wonen met de zorg een gezamenlijke verantwoorde lijkheid is? 3 Wat zijn de mogelijkheden voor het stimuleren van een bewonerscoöperatie, die een gedeelte van het welzijn en de ondersteuning zelf kan regelen? 4 Op welke plekken kunnen mensen meedoen als ze een beperking hebben? Welke mogelijkheden zijn er?
k Woonserviceconcepten In verschillende gemeenten functioneren werkgroepen die zich bezighouden met woonserviceconcepten. Een voorbeeld: Langer zelfstandig thuis betekent ook: nadenken over de sociale voorzieningen. Samen met de lokale corporaties en zorgorganisaties start een pilot in en rondom een woonzorgcentrum. Doel van de pilot is het betrekken van de bewoners/huurders en inwoners boven de 65 jaar. Centrale vragen zijn: “Wat heeft u nodig om te blijven wonen in uw eigen woonomgeving? En: “Wat kunt u bijdragen, opdat anderen kunnen blijven wonen wanneer de zorg toeneemt?”. Deze vragen leveren interessante gesprekken op. Vanuit de inwoners ontstaan initiatieven die opgepakt worden. Daardoor ontstaan meer verbindingen en een netwerk dat vragen makkelijker kan opvangen. De zorgorganisatie heeft vervolgens haar zorg- en dienstenpakket aangepast en meer op maat gemaakt voor de vraag van de bewoners/ huurders.
Relevante vragen woonserviceconcepten 1 Hoe kan de sociale wijkfunctie van woonzorgcentra ook in de toekomst een invulling krijgen? 2 Wat is nodig om mensen langer zelfstandig te laten wonen? 3 Wat is nodig om 24-uurszorg in de nabijheid van mensen te organiseren? 4 Hoe pakken we dit gezamenlijk op met de bewoners en andere betrokken partijen?
6
Habion Kennisdeler Verzorgd Wonen
Samengevat
Onze missie
Rondom wonen en zorg liggen veel uitdagingen. De aanpak hiervan vraagt een integrale benadering. Aan de hand van concrete lokale vraagstukken is de lokale samenwerking het beste te organiseren. Dit document biedt een eerste aanzet voor de vragen die lokaal gesteld kunnen en moeten worden. Belangrijkste is dat er bij alle partijen voldoende urgentie is om met elkaar aan de slag te gaan. Voor een goede aanpak van ouderenhuisvesting in uw gemeente nu en in de toekomst is het van het grootste belang dat we elkaars taal leren spreken en op in gesprek gaan over de problemen.
Alle senioren een veilig en comfortabel (t)huis!
Wie is Habion?
Gerrie Schoenmakers (
[email protected], telefoon 030-634 65 46)
Habion denkt mee Habion is een partner op het gebied van wonen en zorg en denkt graag met u mee. Heeft u vragen? Wilt u nog eens verder praten over de onderwerpen uit deze Kennisdeler? Neemt u dan contact op met onze klantmanagers: Roelanda Telgenhof (
[email protected], telefoon 030-221 20 71)
Habion is een landelijke corporatie, gespecialiseerd in ouderenhuisvesting met een zorg- en dienstenaanbod. We zien het als onze opdracht woningen en woonzorgcentra te ontwikkelen en te beheren, waarin ouderen zich thuis voelen. Dat betekent meer dan het bieden van een dak boven het hoofd. Kijk voor meer informatie op www.habion.nl. Bezoek ook www.een2ejeugd.nl en zie hoe Habion verzorgingshuizen een nieuwe toekomst geeft.
Deze Kennisdeler is samengesteld door Gerrie Schoenmakers, Roelanda Telgenhof, Margrieta Haan en Marieke Overeem.
Habion is een landelijke woningcorporatie voor ouderen Samen met lokale partners bieden we comfortabele en veilige woningen met een aanbod van zorg en dienstverlening. Habion Kennisdeler Verzorgd Wonen | versie oktober 2015
www.habion.nl 7