Habion Kennisdeler Woningtoewijzing specifieke zorgdoelgroepen
december 2015
Met de Habion Kennisdeler over actuele thema’s op het gebied van ouderen en wonen delen we onze ervaringen en signalen. Om onderwerpen onder de aandacht van betrokken partijen te brengen en met elkaar in gesprek te gaan. Praat u ook mee? Wilt u reageren? Stuur een e-mail naar
[email protected]
Huisvestingsverordening van gemeenten
Inhoud
Habion signaleert dat de meeste nieuwe huisvestings verordeningen van gemeenten ruimte bieden voor persoonsgericht toewijzen van woningen voor ouderen en zorgdoelgroepen. Om deze toewijzing daadwerkelijk goed te organiseren, is een gecombineerde visie van Wmo en volkshuisvesting noodzakelijk.
1 Inleiding woningtoewijzing 2 Mogelijkheden huisvestingsverordening 3 Waarom aandacht voor toewijzing zorgwoning? 4 Ruimte vinden in de verordening 5 Een klantprofiel 6 Woonruimteverdeelsysteem en specifieke doelgroepen 7 Woningen van Habion en de wijze van toewijzing 8 Schaarste gedefinieerd in de huisvestingsverordening 9 Voorbeeld verordeningen 10 Nuttige achtergrondinformatie
Ook in uw gemeente is het van groot belang dat ouderen ‘met een zorgvraag’ beschut kunnen wonen in betaalbare woonruimte met een aanbod van zorg- en welzijnsactiviteiten. De VNG heeft hiervoor een goede handleiding gemaakt ‘Woningtoewijzing voor specifieke zorgdoelgroepen’. Graag ondersteunt Habion gemeenten bij het huisvesten van deze kwetsbare groepen. Als woningcorporatie voor ouderen beschrijven we in deze Kennisdeler ons perspectief op woningtoewijzing. De informatie en de vragen uit deze Habion Kennisdeler kunt u gebruiken als hulpmiddel bij het ontwikkelen van een gecombineerde visie op woningtoewijzing van Wmo en volkshuisvesting. En bij het lokale en regionale gesprek hierover.
1 Inleiding woningtoewijzing Als gemeenten toewijzingsregels hanteren en er aantoonbare woning schaarste is, moeten zij een huisvestingsverordening vaststellen. In de huisvestingsverordening staat hoe verschillende typen woningen verdeeld worden en in welke gevallen een huisvestingsvergunning nodig is. Gemeenten kunnen daarover geen convenanten meer sluiten met woningcorporaties of zorgorganisaties. Sinds januari 2015 is de verantwoordelijkheid voor lichtere zorggroepen overgeheveld naar de Wmo van de gemeente. Daardoor is het extra belangrijk dat aandacht wordt besteed aan het persoonlijk en op maat toewijzen van woonruimte aan zorgdoelgroepen. Dit vraagt om een gezamenlijke nieuwe visie van volkshuisvesting en Wmo op woningtoewijzing voor specifieke (zorg)doelgroepen.
Habion Kennisdeler Woningtoewijzing specifieke zorgdoelgroepen | versie december 2015
1
Habion Kennisdeler Woningtoewijzing specifieke zorgdoelgroepen
Het zorgkantoor was voorheen samen met de zorgorganisaties verantwoordelijk voor een goede verdeling van deze ‘zorg plaatsen’. Met alle ontwikkelingen rondom nieuwe woonzorg initiatieven, is het wenselijk om met elkaar op nieuwe manieren te gaan samenwerken. Door het scheiden van wonen en zorg worden ook in voormalige verzorgingshuizen sociale huurwoningen verhuurd. De woningtoewijzing is daarbij een belangrijk aspect.
2 Mogelijkheden huisvestingsverordening Een gemeente kan op het moment dat er aantoonbare schaarste is, spelregels bepalen voor het toewijzen van (een gedeelte van de) sociale huurwoningen. Deze huisvestings verordeningen werden voorheen voornamelijk vanuit volkshuisvestelijk oogpunt opgesteld. Welke varianten zijn er?: a) Geen huisvestingsverordening. De verhuurder is zelf verantwoordelijk voor de woningtoewijzing. De verhuurder kan hierbij zelf spelregels bepalen en aangegeven welke eisen er aan de woningzoekende of aan de zorgorganisatie bij verhuur worden gesteld. De gemeente heeft hierover geen afspraken gemaakt. Bijvoorbeeld gemeente Zwolle. b) Een huisvestingsverordening waarin vooral specifieke aspecten geregeld zijn, zoals splitsingsvergunning of urgentieregeling. De verhuurder kan verder zelf eisen stellen en afhankelijk van het woongebouw zelf de voorrangseisen opstellen en bepalen hoe de woningen bekend worden gemaakt. Bijvoorbeeld gemeente Breda. c) Een huisvestingsverordening met regels over de toewijzing van (een gedeelte van de) sociale huurwoningen. Zoals de wijze van aanbieden, volgordebepaling, urgentieregeling en eisen aan vergunningsverlening. In de huisvestings verordening is ook aangegeven welke woningen vergunningplichtig zijn en welke uitgezonderd worden. Bijvoorbeeld: gemeente Ede. d) Lokale huisvestingsverordening op basis van de regionale huisvestingsverordening. Via lokaal maatwerk kan in deze huisvestingsverordening ingespeeld worden op lokale vraagstukken. Bijvoorbeeld gemeente Woerden.
2.1 Woningtoewijzing in diverse huisvestingsverordeningen Habion heeft alle nieuwe huisvestingsverordeningen geanalyseerd van de gemeenten waar zij woningen bezitten. De wijze waarop aandacht wordt besteed aan woning toewijzing voor zorgdoelgroepen verschilt op de volgende onderdelen: 1. Definitie woonvormen in relatie tot woningtoewijzing Verschillen in opgenomen definities van in relatie tot de woningtoewijzing: zorgwoningen, beschut wonen, aanleunwoningen, woongroep, bewonersinitiatief, seniorenwoning, zorg coöperatie, zorgindicatie. 2. Vergunningplicht Verschillen in welke woningen vergunningplichtig en uitgesloten zijn van de vergunningplicht. De ene gemeente heeft onzelfstandige woningen uitgesloten. De andere gemeente heeft meerdere woonvormen uitgesloten, zoals beschut wonen, woongroepen, etc. Een ander groot verschil is of alleen woningen van toegelaten instellingen (woningcorporaties) vergunningplichtig zijn of dat alle verhuurders, dus ook zorgorganisaties, aan de eisen moeten voldoen. 3. Toewijzingsregels Omvang van de regels: extra inkomenseisen, verplicht gebruik advertentiekanaal, bindingseisen, urgentie regeling, etc. 4. Lokale vraagstukken In sommige gemeenten is een lijst toegevoegd met alle woongebouwen die buiten de huisvestingsverordening vallen (bijvoorbeeld gemeente Ede). Reden bij gemeente Ede is o.a. omdat er nogal wat zorgorganisaties zijn met een specifieke identiteit. De gemeente ziet het belang dat deze zorgorganisaties zich kunnen blijven onderscheiden met hun identiteit en ook vanuit hun eigen achterban mensen kunnen plaatsen.
Vragen: • Hoe is de woningtoewijzing in uw gemeente geregeld? Voor alle doelgroepen, alleen voor woningcorporaties of ook voor zorgorganisaties? • Wat zijn de afspraken over de toewijzing van woningen voor specifieke doelgroepen, waaronder zorgwoningen? • Welke zorgorganisaties moeten betrokken worden bij de woningtoewijzing van het vastgoed dat geëxtramuraliseerd wordt? • Welke definities zijn van toepassing op bijzondere woonvormen? Is er eenduidigheid hierover?
Habion Kennisdeler Woningtoewijzing specifieke zorgdoelgroepen | versie december 2015
2
Habion Kennisdeler Woningtoewijzing specifieke zorgdoelgroepen
3 Waarom aandacht voor toewijzing zorgwoning?
4 Ruimte vinden in de huisvestingsverordening
Bij de toewijzing van zorgwoningen is de Wmo belangrijker dan het volkshuisvestelijk oogpunt. Op grond van de volgende argumenten is het wenselijk dat deze woningen buiten de huisvestingsverordening toegewezen kunnen worden: • Kwetsbare doelgroep, die niet makkelijk zelf op zoek gaat zeker niet via een digitaal platform. • Woning en woongebouw bieden een zorg of welzijns infrastructuur voor specifieke doelgroep in geclusterde setting. Deze voorzieningen moeten worden ingezet voor huurders die hier ook behoefte aan hebben. • Doeltreffende inzet van Wmo-middelen. Bijvoorbeeld geen woningaanpassingen nodig en aanbod activiteiten in huis (minder vervoerskosten). • Continuïteit van zorg en beheer algemene voorzieningen/ ruimten is alleen mogelijk door minimale omvang en het plaatsen van mensen met een (al dan niet toekomstige) zorgindicatie. • De noodzaak om te verhuizen ontstaat met name door de zorg- of welzijnsvraag. Deze is vaak acuut en vraagt een persoonlijke en maatwerkoplossing. Verwijzing naar een zorgwoning gebeurt voornamelijk vanuit de zorgketen: huisartsen, sociaal wijkteam, specialist, afdeling Wmo. • Toewijzing van deze doelgroepen via een woonruimte verdeelsysteem betekent dat er nog meer urgente woningzoekenden komen. Bepaalde woongebouwen worden uitsluitend aan urgente woningzoekenden toegewezen. Op de volgordebepaling vanuit urgenten kan weinig invloed uitgeoefend worden.
In de meeste huisvestingsverordeningen is nog geen rekening gehouden met specifieke zorgdoelgroepen en de ontwikkelingen op het gebied van wonen en zorg de komende jaren. Dit is niet verwonderlijk, want er zijn nog veel ontwikkelingen en de markt is nog volop in beweging.
Aan de andere kant kan vanuit volkshuisvestelijk oogpunt ook nagedacht worden over aspecten die belangrijk zijn. De volgende punten vragen volkshuisvestelijk aandacht bij de toewijzing van zorgwoningen: • Informatievoorziening over woningtoewijzing en leegkomende woningen voor alle woningzoekenden. • Transparantie in de woningtoewijzing. • Relatie met reguliere woonruimteverdeelsysteem. • Woningtoewijzing voor eventuele andere doelgroepen.
Vragen: • Welke punten zijn er vanuit Wmo en volkshuisvesting die aandacht vragen bij de woningtoewijzing? Ga hierover met alle betrokken partijen in gesprek. • Worden de argumenten en aandachtspunten herkend? Hoe is de prioritering van de argumenten? • Wat is er verschillend aan het zoekproces van deze groepen? Welke andere informatiebehoefte is er?
In de meeste vastgestelde huisvestingsverordeningen is het mogelijk om, op basis van de Wmo-visie op de woning toewijzing, tijdens de verordeningsperiode ruimte te creëren voor de toewijzing van zorgwoningen. Het is daarom belangrijk met elkaar te ontdekken hoe de klant het beste geholpen kan worden. Welke mogelijkheden zijn er om tijdelijk ruimte te maken in de huisvestingsverordening?: a) Bepaalde woon(zorg)complexen tijdelijk gelegenheid geven om via de Experimentenregeling te experimenteren met andere vormen van woningtoewijzing. b) Tijdelijke ontheffing van de vergunningplicht van een lijst van panden met zorgwoningen die het college van B&W aanwijst. Afgesproken kan worden dat bij het opstellen van de nieuwe huisvestingsverordening opnieuw wordt bezien of er nieuwe afspraken moeten worden gemaakt. c) Inzetten van lokaal maatwerk bij de huisvestings verordening. d) Zorgwoningen definiëren en vervolgens uitsluiten van de vergunningplicht. Voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld gemeente Gouda. Bij artikel 2.2. (uit de model verordening vanuit de VNG) kunnen woongroepen, zorgwoningen, beschutte woonvormen, geclusterde woningen met zorginfrastructuur, aangewezen seniorencomplexen met algemene voorzieningen uitgesloten worden. Zie punt 8 voor voorbeelden van gemeenten die zorg woningen specifiek hebben opgenomen in de huisvestings verordening.
Vragen: • Wat zijn de lokale mogelijkheden om tijdelijk ruimte te creëren in de huisvestingsverordening? • Bij welke (zorg)complexen kan in het kader van extramuralisering de toewijzing een rol gaan spelen? • Is er ruimte om de komende jaren met zorgorganisaties, woningcorporaties en de Wmo een gezamenlijke visie te ontwikkelen? Wat is hiervoor nodig?
Habion Kennisdeler Woningtoewijzing specifieke zorgdoelgroepen | versie december 2015
3
Habion Kennisdeler Woningtoewijzing specifieke zorgdoelgroepen
5 Een klantprofiel Over welke klant gaat het? Het gaat in deze Habion Kennisdeler niet over de vitale 65-jarige. Wel over een huurder die zich minder goed zelf kan redden. Deze klant is kwetsbaar, vaak passief en heeft behoefte aan veiligheid, zorg dichtbij en welzijnsactiviteiten. Dit is dezelfde doelgroep die al eerder in onze woongebouwen met een intramuraal pakket kwam wonen. Alleen worden zij nu zelf huurder. De belangrijkste woonwensen voor deze doelgroep zijn ontmoeting, levendigheid, dichtbij zorgvoorzieningen en een veilige woonomgeving. Over het algemeen ligt de leeftijd van deze groep boven de 75 jaar. Mevrouw Janssen is hier een voorbeeld van. Ze redt het niet meer goed alleen thuis. Ze is vergeetachtig en het lukt haar niet meer goed om zaken te ordenen in haar hoofd. Ze vervuilt in haar woning omdat ze het niet meer overziet. Voor allerlei huishoudelijke taken heeft ze hulp nodig. Als er niemand bij haar is, vergeet ze te eten of haar medicijnen in te nemen. Daarbij is ze passief geworden en heeft ze het nodig dat iemand haar motiveert om dingen te doen. Ze heeft een rollator want ze kan niet meer goed lopen. Ze kan met moeite nog de 500 meter afleggen naar de supermarkt. De laatste tijd raakt ze de weg kwijt en dan kan ze in paniek raken. Ze komt moeilijk haar bed uit, en heeft ook ondersteuning nodig bij het douchen en aankleden, maar ook rondom de toiletgang. Ze gaat twee keer per week naar de dagbesteding in het woonzorgcentrum. Dit is een beschrijving van een persoon die voorheen als ZZP3 geïndiceerd werd. Voor verstandelijk gehandicapten en mensen in de GGZ is een soortgelijk klantprofiel te maken. Door goed in te zoomen op de klant worden de aandachts punten voor de woningtoewijzing meer inzichtelijk.
Vragen: • In hoeverre is de klant in beeld die voorheen aanspraak maakte op intramurale voorzieningen? Welke groepen inwoners gingen voorheen intramuraal wonen? • Waarop zoekt deze klant of zijn/haar familieleden? Is dat de woning of juist meer de beleving, zorg en welzijn? • Hoe kan bij de uitgangspunten van de woningtoewijzing rekening gehouden worden met deze klant? • Hoe wordt voorkomen dat deze kwetsbare doelgroep niet verdrongen wordt door ingewikkeld systeem? • Over wat voor soort klant wordt gesproken bij gesprekken over toewijzing? In hoeverre zijn alle woningzoekenden met een zorgvraag ook zelfredzaam en gelijk aan andere woningzoekenden? Welke verschillen zijn hierin en wat vraagt dit in de benadering?
6 Woonruimteverdeelsystemen en specifieke doelgroepen De laatste jaren is er veel geïnvesteerd in regionale woonruimteverdeelsystemen voor woningzoekenden. Alle leegkomende woningen worden via dit woonruimte verdeelsysteem verdeeld. Hiermee is de woningtoewijzing van sociale huurwoningen transparanter geworden. Alle woningzoekenden kunnen reageren op het woningaanbod en kunnen zien aan wie de woning toegewezen is. De meeste woonruimteverdeelsystemen zijn digitaal vormgegeven. Dit betekent dat alle vrijkomende woningen via internet bekendgemaakt worden en dat belangstellenden op persoonlijke titel via internet moeten reageren. Voor reguliere woningzoekenden en de verdeling van goedkope huurwoningen zijn deze woonruimteverdeel systemen doeltreffend ingericht. Het is echter de vraag of specifieke doelgroepen met deze wijze van verdelen ook goed uit de voeten kunnen en op de juiste plek terecht komen. Vaak vragen specifieke situaties ook om specifieke- en maatwerk oplossingen. Deze vorm van maatwerk is minder sterk ontwikkeld bij deze digitale systemen. Er is vaak wel een mogelijkheid om urgentie aan te vragen. Of deze urgentie dan ook de mogelijkheid geeft tot het benodigde maatwerk is de vraag. Een aantal aspecten ter afweging van aanbieden zorgwoningen via een digitaal woonruimteverdeelsysteem: • Moeilijker om maatwerkoplossing te bieden in de eigen (vertrouwde) omgeving. Alleen door directe bemiddeling toe te passen is dit nog enigszins mogelijk. • Het duurt langer om een klant met een urgente zorg- en huisvestingsvraag te helpen via een digitaal platform. Eerst inschrijving regelen, vervolgens urgentie en dan wachten tot er eindelijk een geschikte woning is. Geen garantie en dat betekent voor de klant veel onzekerheid. Daarbij kan dit een extra overbrugging in een ‘duurdere’ zorgsetting betekenen. • Een klant met een specifieke zorgvraag heeft vaak al stress en op verschillende terreinen hulp nodig. Over het algemeen zijn extra handelingen belemmerende drempels. • Wonen in de vertrouwde omgeving en behouden van het lokale netwerk kan bij de doelgroepen door regionale woonruimteverdeelsystemen verstoord worden. Welke maatschappelijke waarde heeft het dat een bewoner met een zorgvraag in zijn eigen vertrouwde woonomgeving andere huisvesting vindt? • Door de groepen met een zorg- en huisvestingsvraag te verplichten om via het digitale aanbodsysteem en eventuele urgenties aan een huis te komen, worden ook risico’s gelopen in gezondheid en maatschappelijk welbevinden.
Habion Kennisdeler Woningtoewijzing specifieke zorgdoelgroepen | versie december 2015
4
Habion Kennisdeler Woningtoewijzing specifieke zorgdoelgroepen
Aan de andere kant bieden de woonruimteverdelingen veel overzicht over de wijze waarop sociale huurwoningen worden verdeeld. Wordt gekozen voor een andere werkwijze van woningen voor specifieke doelgroepen, dan is het wel wenselijk om de informatievoorziening hierover ook goed te organiseren. Zodat de toewijzing transparant is.
Vragen: • In hoeverre sluit het woonruimteverdeelsysteem aan op de verschillende specifieke doelgroepen met een zorg- of welzijnsvraag? • Wat zijn de mogelijke effecten en gevolgen van het wel of niet gebruiken van het reguliere aanbodsysteem voor deze doelgroepen? • Moet er vanuit de zorg of vanuit het huisvestingsoogpunt geredeneerd worden richting de toewijzing van woon ruimte voor deze doelgroepen?
7 Woningen van Habion en wijze van toewijzing Verschillende woonvormen kunnen andere afspraken rondom de woningtoewijzing hebben. Denk hierbij aan woningen in zorgcomplexen, aan- en inleunwoningen, serviceapparte menten en woongroepen. 7.1 Woningen in zorgcomplexen De meeste woningen van Habion zijn appartementen in gebouwen met een zorginfrastructuur. Ze zijn ingericht voor een specifieke doelgroep met een zorgindicatie. Een zorg organisatie levert de zorg in deze woningen en is verantwoordelijk voor de extra dienstverlening (restaurant, algemene ruimten, activiteiten, etc.). Voorheen waren deze appartementen bestemd voor intra murale zorg en verblijf, bekostigd via de AWBZ. De apparte menten werden dus niet direct verhuurd aan de bewoners en dat was dan ook de reden dat deze appartementen nooit onder de werking van de huisvestingsverordening vielen. De groep ouderen met een lichte zorgvraag en behoefte aan veiligheid/beschutting is er nog steeds en kan nog steeds in dezelfde woonzorgcentra gehuisvest worden. Alleen is de financiering veranderd. De bewoner moet voortaan voor de eigen huisvesting betalen. Het bijzondere van deze voorheen intramurale woongebouwen is dat er veel voorzieningen en algemene ruimten aanwezig zijn. Daarmee zijn deze gebouwen en woningen erg geschikt voor de doelgroep die zorg of waarbij sociaal welzijn aandacht vraagt. Vanzelfsprekend kost het veel geld om deze extra
zaken te financieren. Dat kan alleen maar als in deze gebouwen ook mensen blijven wonen die gebruik maken van deze voorzieningen. Om de zorg- en dienstverlening te kunnen blijven leveren vanuit het woongebouw, is de toewijzing op basis van behoefte cruciaal voor de financiële dekking van extra voorzieningen die de zorgorganisatie levert. Hoe is de toewijzing bij zorgwoningen nu geregeld? Over het algemeen worden zorgwoningen door de zorgaanbieder toegewezen. Vaak ook in relatie met de zorgketen. Het is mogelijk dat in de toekomst ook het sociale wijkteam en de huisarts hierbij een belangrijkere rol gaat spelen. 7.2 Aanleun- en inleunwoningen Deze woningen liggen in of tegen een woongebouw met zorgvoorzieningen en faciliteiten. De bewoners maken gebruik van de voorzieningen van het zorgcentrum. Aanleunwoningen zijn bijvoorbeeld aantrekkelijk voor echtparen waarbij één partner een flinke zorgbehoefte heeft. In de aanleunwoningen wonen over het algemeen senioren die de 80 jaar al gepasseerd zijn, met een zorgvraag en behoefte aan veiligheid en welzijn. De toewijzing van deze aan- en inleunwoningen is meestal een verantwoordelijkheid van de zorgorganisatie geweest, zodat op basis van zorgbehoefte een woning geleverd kon worden. 7.3 Serviceappartementen Dit zijn woongebouwen met levensloopbestendige appartementen geschikt voor senioren. Meestal zijn er ook extra voorzieningen die de woningen extra geschikt maken. Drempelloos, elektronische deuropeners, algemene (ontmoetings)ruimten, grotere badkamers, etc. Over het algemeen is de sociale cohesie in deze gebouwen hoger dan in reguliere woongebouwen. In de algemene ruimten worden door bewoners of vrijwilligers allerlei sociale activiteiten georganiseerd. Soms is er een actieve vereniging, die zorgdraagt voor de activiteiten. De toewijzing van serviceappartementen is per gemeente verschillend geregeld. In woongebouwen met serviceappartementen kunnen specifieke toelatingscriteria gelden zoals: • leeftijdscriteria (bijvoorbeeld alleen voor personen boven de 65 jaar)
Habion Kennisdeler Woningtoewijzing specifieke zorgdoelgroepen | versie december 2015
5
Habion Kennisdeler Woningtoewijzing specifieke zorgdoelgroepen
• bereidheid en betrokkenheid om in dienst van het complex vrijwilligerswerk te verrichten, zoals huismeesterdiensten of het periodiek organiseren van een activiteit. • op voordracht van de bewoners. • voorkeur voor een bepaalde leefstijl. • wachtlijst voor het complex, waarbij de kandidaten op de wachtlijst al actief mee draaien. 7.4 Woongroepen 2.0 – het nieuwe wonen In toenemende mate zien we ook dat bewoners zichzelf organiseren en een variant bedenken van gemeenschappelijk wonen. Het is voor deze vormen van gemeenschappelijk wonen heel belangrijk dat er invloed kan worden uitgeoefend op de selectie van nieuwe kandidaten. Belangrijkste is dat er een gedeelde visie is op basis waarvan gezamenlijk wordt gewoond. Met de toegenomen aandacht van zorg voor elkaar, is het de verwachting dat er meer bewonersinitiatieven ontstaan. Over het algemeen is het zo geregeld dat de bewoners vanuit de woongroep een kandidaat kunnen voordragen voor een woning. Met de afnemende budgetten kan het belangrijk gaan worden dat er een kandidaat in komt die het leuk vindt om samen met een paar andere bewoners de gemeenschappelijke tuin te onderhouden of iemand die geregeld een activiteit organiseert.
Vragen: • Welke verschillende woonvormen zijn er aanwezig in de gemeente? • Hoe was de toewijzing van deze woonruimten voorheen geregeld? Hoe is dat nu?
“Het bestaan van schaarste op zich is dus onvoldoende reden om van de wet gebruik te maken: er moet sprake zijn van verdringing van kwetsbare groepen, als gevolg van die schaarste. Schaarste los je niet op met verdelingsmaatregelen; je kunt hooguit de onwenselijke effecten ervan mitigeren. Teneinde de rechten van woningzoekenden niet onnodig te beperkten, dient overheidsingrijpen beperkt te blijven tot die delen van de woningmarkt waar de onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste zich voordoen”. Uit deze redenering blijkt dat de gemeente duidelijk moet maken waarom de gemeente het noodzakelijk acht om in te grijpen op het gebied van de woonruimteverdeling. Het is mogelijk dat in een gemeente wel een schaarste is aan goedkope eengezinswoningen, maar dat woningen uit een seniorencomplex minder eenvoudig gevuld worden. In dat geval kan de huisvestingsverordening niet van toepassing worden verklaard voor deze seniorenwoningen. De verhuurder is daarmee vrij om passende kandidaten te vinden voor deze woningen. Aan de andere kant kan er in een gemeente bijna geen woningschaarste zijn, maar is er wel schaarste aan woningen voor een bepaalde kwetsbare doelgroep. In dat geval kan de gemeente besluiten om de verordening alleen op deze categorie woningen te richten. Dit kan bijvoorbeeld gericht op een woonproject voor zorgbehoevende ouderen, in de goedkope huur.
Vragen:
8 Schaarste gedefinieerd in de huisvestingsverordening Woningschaarste is de reden om een huisvestingsverordening op te stellen met daarin regels over de toewijzing. De VNG schrijft hierover in de brief aan gemeenten over de nieuwe huisvestingsverordening: “Gemeenten dienen te onderbouwen waar en in hoeverre er sprake is van schaarste aan goedkope woonruimte en dat deze schaarste leidt tot onevenwichtige en onrechtvaardige effecten. Bovendien moet duidelijk worden dat het instrumentarium van de wet in de concrete situatie geschikt en proportioneel is om die effecten te bestrijden. Het is uiteindelijk aan de gemeente raad om met deze onderbouwing in te stemmen bij het vaststellen van de Huisvestingsverordening”.
• Is er sprake van schaarste van woningen? Geldt dat voor alle woningen of hebben alleen speciale type woningen met schaarste te maken? • Wat is de reden om als gemeente in te willen grijpen in de woonruimteverdeling? • Is er noodzaak om als gemeente invloed uit te oefenen op de huisvesting van mensen met een specifieke zorgvraag?
9 Voorbeeld verordeningen Verschillende gemeenten hebben de toewijzing voor specifieke zorgdoelgroepen al direct geregeld in de huisvestings verordening. Zie deze voorbeelden die duidelijk maken dat dit op verschillende manieren geregeld kan worden:
Habion Kennisdeler Woningtoewijzing specifieke zorgdoelgroepen | versie december 2015
6
Habion Kennisdeler Woningtoewijzing specifieke zorgdoelgroepen
Gemeente Gouda heeft zorgwoningen gedefinieerd en vervolgens zijn zorgwoningen uitgesloten van de vergunningplicht: http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/ cvdr/xhtmloutput/Actueel/Gouda/370819.html Gemeente Ede heeft een lijst opgesteld met locaties die buiten het woonruimteverdeelsysteem “Huiswaarts.nu” toegewezen mogen worden. Nieuwe locaties vallen onder de experimentenregeling (zie artikel 11 uit de verordening): https://praktijkvoorbeelden.vng.nl/databank/wonen/ huisvestingswet/huisvestingsverordening-ede-2015.aspx Gemeente Alkmaar heeft beschut wonen opgenomen in de definitielijst en vervolgens uitgesloten van de verordening: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-54927. html
10
Deze Habion Kennisdeler Woningtoewijzing specifieke doelgroepen is ontwikkeld door: Daniëlle van Wijk - accountmanager wonen bij Habion Margrieta Haan - beleidsadviseur Marieke Overeem - communicatieadviseur Heeft uw gemeente een ander voorstel voor zorg- en senioren woningen? Habion blijft graag met u in gesprek om de toewijzing van de woningen voor deze kwetsbare klantgroep in uw gemeente goed te regelen. Stuur een e-mail naar
[email protected]. Dan nemen we contact op.
Nuttige achtergrondinformatie
Meer informatie over woningtoewijzing voor specifieke zorgdoelgroepen: • Handreiking vanuit de VNG voor gemeenten: Woningtoewijzing aan inwoners met een specifieke zorgvraag: https://vng.nl/files/vng/ publicaties/2015/20151015-woningtoewijzing.pdf • Kennisdossier vanuit Kennis Centrum Wonen & Zorg van Actiz en Aedes over scheiden wonen en zorg: www.kcwz.nl/dossiers/scheidenwonenenzorg • Kort filmpje vanuit klantperspectief over langer zelfstandig thuis op hoge leeftijd: www.youtube.com/ watch?feature=player_embedded&v=KDanGGjw76I • VNG informatie over modelverordening huisvestingswet: www.vng.nl/onderwerpenindex/ruimte-en-wonen/ huisvestingswet/nieuws/nieuwe-modelverordeninghuisvestingswet • Ledenbrief vanuit VNG over huisvestingsverordening: https://www.vng.nl/files/vng/brieven/2014/20140723_ ledenbrief_model-huisvestingsverordening-2014_1.pdf • Noodzaak lokale samenwerking rondom woonzorgcentra en aanleunwoningen: https://www.movisie.nl/artikel/ plan-nodig-ouderen-aanleunwoningen • Samen met bewoners en omwonenden houdt Habion bejaardenhuizen open en vindt ze opnieuw uit: www.een2ejeugd.nl
Habion is een landelijke woningcorporatie voor ouderen Samen met lokale partners bieden we comfortabele en veilige woningen met een aanbod van zorg en dienstverlening. www.habion.nl 7