Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
Missie Habion Alle kwetsbare senioren een veilig en comfortabel thuis!
Op de voorpagina: Woonwensen van bewoners
2
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
3
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
Inhoudsopgave 1 Geconsolideerde balans per 31 december 2014 (na winstbestemming)
6
2 Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2014
8
3 Geconsolideerde kasstroomoverzicht
9
4
Toelichtingen behorende tot de jaarrekening 2014 Algemene toelichting 4.1 Toegelaten instelling 4.2 Continuïteit 4.3 Grondslagen voor consolidatie 4.4 Gebruik van schattingen Grondslagen voor de waardering van activa en passiva 4.5 Toegepaste standaarden 4.6 Verwerking verplichtingen 4.7 Financiële instrumenten 4.8 Groepsvermogen 4.9 Materiële vaste activa 4.10 Vastgoedbeleggingen 4.11 Financiële vaste activa 4.12 Voorzieningen 4.13 Latente belastingvorderingen en –verplichtingen Grondslagen voor de resultaatbepaling 4.14 Huuropbrengsten 4.15 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille 4.16 Geactiveerde productie eigen bedrijf 4.17 Overige bedrijfsopbrengsten 4.18 Overige waardeveranderingen materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen 4.19 Salarissen, sociale lasten en pensioenlasten 4.20 Pensioenregeling directeur-bestuurder 4.21 Onderhoudslasten 4.22 Overige bedrijfslasten 4.23 Opbrengsten van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten 4.24 Waardeveranderingen financiële vaste activa en effecten 4.25 Rentelasten 4.26 Resultaat deelneming 4.27 Belastingen Kasstroomoverzicht Wet Normering Topinkomens
10 10 10 10 10 11 12 12 12 13 13 13 16 17 18 19 20 20 20 21 21 21 21 21 22 22 22 22 22 22 22 23 23
5
Toelichting op de geconsolideerde balans Materiële vaste activa Vastgoedbelegging Financiële vaste activa Vlottende activa 5.1 Voorraden 5.2 Onderhanden projecten 5.3 Vorderingen 5.4 Overlopende activa
24 24 26 28 28 28 29 29 30
4
Liquide middelen Passiva 5.5 Eigen vermogen 5.6 Voorzieningen 5.7 Langlopende schulden 5.8 Kortlopende schulden 5.9 Niet in de balans opgenomen verplichtingen, activa en regelingen 5.10 Financiële instrumenten en risicobeheersing 5.11 Gebeurtenissen na balansdatum
31 31 31 31 33 36 37 38 39
6
Toelichting op de winst- en verliesrekening Bedrijfsopbrengsten 6.1 Huren 6.2 Geactiveerde productie eigen bedrijf 6.3 Overige opbrengsten Bedrijfslasten 6.4 Afschrijvingen op financiële en materiële vaste activa 6.5 Overige waardeveranderingen van materiële vaste activa 6.6 Salarissen 6.7 Sociale lasten en pensioenlasten 6.8 Onderhoudslasten 6.9 Bijzondere waardevermindering van vlottende activa 6.10 Overige bedrijfslasten 6.11 Financiële baten en lasten 6.12 Belasting
40 40 40 40 40 40 40 41 41 42 42 42 43 44 45
7 Enkelvoudige balans per 31 december 2014
47
8 Enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2014
49
9 Toelichtingen behorende tot de enkelvoudige jaarrekening 2014 Algemeen Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling Financiële instrumenten Resultaat deelnemingen 10 Toelichting op de balans Financiële vaste activa
50 50 50 50 50 50 50
11 Eigen vermogen Overige reserves Niet in de balans opgenomen verplichtingen Bezoldiging topfunctionarissen Bezoldiging Raad van Commissarissen Honoraria van de accountant
51 51 51 52 54 55
56
Overige gegevens
5
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
1 Geconsolideerde balans per 31 december 2014 (na winstbestemming)
(x 1.000)
ACTIVA
31 dec 2014 €
31 dec 2013 €
462.665 8.545 984
476.401 15.216 1.219
472.194
492.836
60.319 3.350
61.553 6.279
63.669
67.832
297 13.728 14.025
305 0 305
549.888
560.973
1.754
3.745
984 5.868 340 153
1.447 0 2.547 666
7.345
4.660
1.167
14.232
10.266
22.637
560.154
583.610
Vaste activa Materiële vaste activa Sociaal vastgoed in exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
Vastgoedbeleggingen Commercieel vastgoed in exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Financiële vaste activa Te vorderen BWS-subsidies Deelneming
Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen Debiteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige vorderingen Overlopende activa
Liquide middelen Totaal vlottende activa
Totaal ACTIVA
6
PASSIVA
31 dec 2014 €
31 dec 2013 €
104.428
145.254
104.428
145.254
15 5.133 12.417 1.523
16 0 8.317 602
19.088
8.935
400.969 42
406.676 26
401.011
406.702
21.816 2.406 499 452 10.454
4.788 3.190 1.065 2.629 11.047
35.627
22.719
560.154
583.610
Groepsvermogen Eigen vermogen
Voorzieningen Voorziening pensioenen Voorziening latente belastingverplichtingen Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen Overige voorzieningen
Langlopende schulden Leningen kredietinstellingen Waarborgsommen
Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan leveranciers Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden Overlopende passiva
Totaal PASSIVA
7
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
2 Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2014
(x 1.000)
Boekjaar 2014 €
Boekjaar 2013 €
Huuropbrengsten Geactiveerde productie eigen bedrijf Overige bedrijfsopbrengsten
69.282 1.768 1.622
68.172 1.760 710
Som der bedrijfsopbrengsten
72.672
70.642
Afschrijvingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Overige waardeveranderingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Lonen en salarissen Sociale lasten en pensioenlasten Onderhoudslasten Bijzondere waardemutatie van vlottende activa Overige bedrijfslasten
22.316
22.294
29.156 176 75 14.855 445 17.244
-9.254 189 64 13.847 328 13.160
Som der bedrijfslasten
84.267
40.628
-11.595
30.014
105 -15.383
234 -15.664
0
-2
-15.278
-15.432
-2.623
0
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen
-29.496
14.582
Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
-11.330
-217
Resultaat na belastingen
-40.826
14.365
Bedrijfsopbrengsten
Bedrijfslasten
Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Opbrengsten van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten Rentelasten en soortgelijke kosten Waardeveranderingen van financiële vaste activa en van effecten Totaal financiële baten en lasten Resultaat deelnemingen
8
3 Geconsolideerde kasstroomoverzicht
(x 1.000)
Boekjaar 2014 €
Boekjaar 2013 €
-11.595
30.014
22.316
23.822
29.601 6.053 46.375
2.222 -1 56.057
1.991
-1.687
Vorderingen Kortlopende schulden (incl. bankkrediet)
-2.685 12.908
1.207 6.940
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
58.589
62.517
105 -15.383 -11.330
234 -15.664 0
31.981
47.087
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: Afschrijvingen Overige waardeveranderingen materiële vaste activa, vastgoedportefeuille en vlottende activa Dotatie/vrijval voorzieningen Veranderingen in werkkapitaal: Voorraden
Ontvangen interest Betaalde interest Betaalde belasting naar de winst Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen: Investering in financiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen Overboekingen materiële vaste activa Investeringen in financiële vaste activa Desinvesteringen financiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-25.038 -16.343
-43.517 0
0 2.026 0 0 -39.355
2.722 0 9 146 -40.640
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden (nieuwe leningen) Aflossing langlopende schulden Kasstroom uit financieringsactiviteiten
30.900 -36.591 -5.691
36.300 -41.564 -5.264
Toename / (afname) geldmiddelen
-13.065
1.183
De toename / afname van de geldmiddelen in boekjaar is als volgt te specificeren: Stand per 1 januari Mutaties boekjaar Stand per 31 december
14.232 -13.065 1.167
13.049 1.183 14.232
9
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
4 Toelichtingen behorende tot de jaarrekening 2014
Algemene toelichting 4.1 Toegelaten instelling Stichting Habion, statutair gevestigd te Utrecht, kantoorhoudende te Houten op de Molen 94, is een stichting met de status van toegelaten instelling conform artikel 70 eerste lid van de Woningwet. Het werkgebied van de toegelaten instelling betreft conform artikel 4 van de statuten: alle gemeenten in Nederland.
4.2 Continuïteit Habion wordt in haar bedrijfsvoering geconfronteerd met diverse (voorgenomen) regeringsmaatregelen voor de gereguleerde huursector. Deze maatregelen betreffen onder meer de Wet verhuurderheffing en een verruiming van het huurbeleid. Daarnaast wordt de sector geconfronteerd met een door het CFV opgelegde extra heffing voor saneringssteun.
4.3 Grondslagen voor consolidatie In de consolidatie worden opgenomen de financiële gegevens van stichting Habion en haar groepsmaatschappijen. Dit betreft alle maat schappijen waarmee zij een organisatorische en economische eenheid vormt. Integraal in de consolidatie worden opgenomen deelnemingen waarin beslissende zeggenschap op het beleid kan worden uitgeoefend. In het algemeen betreft het deelnemingen waarin het belang meer dan 50% bedraagt. Het aandeel van derden in het groepsvermogen en in het groepsresultaat wordt afzonderlijk vermeld. Proportioneel in de consolidatie worden opgenomen deelnemingen in entiteiten voor zover eenzelfde invloed op het beleid kan worden uitgeoefend als door elk der overige participanten. Looptijd en rechtsvorm zijn hierbij niet van belang. Waarderingsgrondslagen van 10
groepsmaatschappijen zijn waar nodig gewijzigd om aansluiting te krijgen bij de geldende waarderingsgrondslagen voor de Groep. Daar waar van de gegevens in totaliteit geen belangrijke invloed uitgaat op de geconsolideerde winst- en verliesrekening is van correctie van de grondslagen afgezien. Vanaf de oprichtings-/overnamedatum worden de resultaten en de identificeerbare activa en passiva van nieuwe groepsmaatschappijen opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening. De oprichtings-/ overnamedatum is het moment dat beslissende zeggenschap kan worden uitgeoefend in de betreffende groepsmaatschappij. De verkrijgingsprijs bestaat uit het geldbedrag of equivalent dat is overeengekomen voor de verkrijging van de overgenomen entiteit vermeerderd met eventuele direct toerekenbare kosten. Indien de verkrijgingsprijs hoger is dan het nettobedrag van de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva wordt het meerdere als goodwill geactiveerd onder de immateriële vaste activa. Groepsmaatschappijen blijven in de consolidatie opgenomen tot het moment dat zij worden verkocht; de consolidatie vindt plaats op het moment dat de beslissende zeggenschap wordt overgedragen. De in de consolidatie begrepen rechtspersonen en vennootschappen zijn: • Habion Beheer B.V. gevestigd te Houten (100%) • Habion Holding B.V. gevestigd te Utrecht (100%). Hier vallen de volgende entiteiten onder: • Habion Ontwikkeling B.V. gevestigd te Houten (100%) • Habion Participatie 1 B.V. gevestigd te Houten (100%) • Habion Energie B.V. gevestigd te Houten (100%) Overige deelnemingen, gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde • Vof Habion Amaris de Veste te Naarden (86,9%)
De Vof is niet meegenomen in de consolidatie. Stichting Habion en Amaris zorggroep hebben beide gelijke zeggenschap (50/50).
4.4 Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onder liggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronder stellingen: • Sociaal vastgoed in exploitatie: Voor wat betreft de uitgangspunten en veronder stellingen ten aanzien van het bepalen van de bedrijfswaarde ten behoeve van de minimum waarderingsregel. De uitgangspunten van de bedrijfswaarde zijn gebaseerd op interne beleidsvoornemens. Deze beleidsvoornemens komen ondermeer tot uitdrukking in het strategisch portefeuillebeleid en technische meerjaren onderhoudsplanningen waarbij keuzes gemaakt worden ten aanzien van verhuur of verkoop, levensduur en kwaliteitsen huurniveaus. • Commercieel vastgoed in exploitatie: Voor wat betreft de uitgangspunten en veronder stellingen ten aanzien van het bepalen van de marktwaarde in verhuurde staat ten behoeve van de minimum waarderingsregel. De marktwaarde in verhuurde staat is afhankelijk van een aantal belangrijke
veronderstellingen zoals de te hanteren disconteringsvoet, exit-yield, kwaliteit huurders en contractverlengingen en, -opzeggingen, markthuren en leegwaarde. Deze veronderstellingen zijn mede tot stand gekomen na overleg met een externe deskundige. • Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie (onder materiële vaste activa en onder vastgoedbeleggingen): Bepaling van het moment van aangaan van de feitelijke verplichtingen inzake investeringen nieuw bouw en transformatie ten behoeve van het bepalen en treffen van een voorziening voor onrendabele investeringen en herstructu reringen. Voornoemde verplichtingen worden in de jaarrekening verwerkt op het moment dat deze kunnen worden gekwalificeerd als ‘intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd’. Hiervan is sprake wanneer uitingen door de toegelaten instelling en haar verbonden partijen zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige nieuwbouw- en transformatieprojecten. De financiële impact van voornoemde feitelijke verplichtingen kunnen afwijken bij daadwerkelijke realisatie. De realisatie kan onder meer wijzigen als gevolg van wettelijke procedures, aanpassingen in voorgenomen bouwproductie en in prijsniveau van leveran ciers en daadwerkelijke verkoopprijzen. • Vastgoed bestemd voor de verkoop en Voorraad grond- en ontwikkelposities: Bij de bepaling van de verwachte reële waarde van de voorraad vastgoed bestemd voor de verkoop en grond- en ontwikkel posities worden uitgangspunten gedefinieerd. De uitgangspunten betreffen ondermeer de verkoopwaarde aan de hand van referentie transacties, de kans op toekomstige ontwikkelmogelijkheden en de huidige onderhoudsstaat. • Aannames en veronderstellingen gehanteerd bij de bepaling van de belastingpositie 11
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
(inclusief latente belastingpositie). Dit betreft met name de uitgangspunten en veronder stellingen met betrekking tot het onderscheid tussen onderhoudskosten en investeringen alsmede de voor de waardering van de belastingpositie gehanteerde prognose van toekomstige verwachte fiscale resultaten.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva 4.5 Toegepaste standaarden Conform de in het Besluit beheer sociale huursector geformuleerde eisen voor toegelaten instellingen is de geconsolideerde jaarrekening opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek behoudens enige uitzonderingen van specifieke aard. In de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving is Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuis vesting opgenomen die nadere interpretatie geeft aan de in Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek opgenomen voorschriften. In deze richtlijn zijn onder meer specifieke modellen voor de balans en winst- en verliesrekening opgenomen. Richtlijn 645 geeft voor boekjaren vanaf 1 januari 2011 uitsluitend regels voor sectorspecifieke aangelegenheden. Voor de overige aangelegenheden zijn de algemeen geldende richtlijnen van toepassing. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de toegelaten instelling zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
12
Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengst wordt verantwoord indien alle belangrijke risico’s met betrekking tot de transactie zijn overgedragen aan de koper. De jaarrekening is opgesteld in duizend euro’s. Als gevolg van afrondingen sluiten daardoor niet alle tellingen exact.
4.6 Verwerking verplichtingen In de jaarrekening worden naast juridische verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verantwoord, die kunnen worden gekwantificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuni ceerd”. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvorming- en communicatieproces rondom projectontwikkeling en herstructurering.
4.7 Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten bij Stichting Habion leningen u/g, vorderingen, liquide middelen en langlopende en kortlopende schulden. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeverande ringen in de winst- en verliesrekening maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na eerste waardering worden de financiële instrumenten gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere reële waarde.
4.8 Groepsvermogen Financiële instrumenten, die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als eigenvermogensinstrumenten, worden gepresenteerd onder het eigen vermogen. Financiële instrumenten, die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als een financiële verplichting, worden gepresen teerd onder schulden. Rente, dividenden, baten en lasten met betrekking tot deze financiële instrumenten worden in de winsten verliesrekening verantwoord als kosten of opbrengsten.
4.9 Materiële vaste activa
De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijs niveau dat jaarlijks per 1 juli door de Minister van BZK wordt vastgesteld. Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijn-, onder wijs- en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatsteun voor toegelaten instellingen. De classificatie heeft plaatsgevonden naar de stand per 31 december van het verslagjaar. Sociaal vastgoed in exploitatie wordt gewaar deerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen danwel lagere actuele waarde. De actuele waarde betreft voor dit doel de bedrijfswaarde. De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als zijnde de som van de stichtings kosten inclusief grond, eventueel vermeerderd met na-investeringen. In de verkrijgings- of vervaardigingsprijs is rente tijdens de bouw, over investeringen gefinancierd met vreemd vermogen, inbegrepen. Kasstroomgenerende eenheid Het interne beleid en de bedrijfsvoering van de toegelaten instelling is gericht op sturing van de waarde van de onroerende en roerende zaken in exploitatie op basis van productmarktcombi naties. De complexindeling (zijnde de kas stroomgenerende eenheid) sluit hierbij aan.
4.9.1 Sociaal vastgoed in exploitatie Het beleid van stichting Habion is gericht op huisvesten van senioren met een (latente) zorgvraag. De totale portefeuille sociaal vastgoed is op basis van bovenstaand beleid gekwalifi ceerd als bedrijfsmiddel. Sociaal vastgoed omvat de woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en overige sociale vastgoed.
13
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
Afschrijvingen De afschrijvingen op materiële vaste activa worden bepaald op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur c.q. de afgegeven beschikking (van verzorgingshuizen en verpleegdependances).
Grond van de woningen
afschrijvingsperiode in jaren geen
Grond zorghuizen, tenzij in de beschikking een termijn is aangegeven Opstallen C.V./warmwatervoorzieningen WKO installaties Lift Isolatie/energiebesparende maatregelen Renovatie/woningverbetering Inventaris in exploitatie Verbouwing/inventaris/automatisering/ vervoersmiddelen ten dienste van exploitatie
geen 25-50 15-25 15-30 14-20 10-25 10-43 10-25 4-10
De bovengenoemde afschrijvingen voor de verzorgingshuizen zijn gebaseerd op de afgegeven beschikkingen. De uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waarde verhoging van de kasstroomgenerende eenheid worden aangemerkt als activeerbare kosten. Na-investeringen worden slechts geactiveerd tot het bedrag van de bedrijfswaarde als gevolg van deze ingreep. Het zogeheten onrendabele deel van deze na-investeringen wordt ten laste van de winst- en verliesrekening verantwoord als ‘overige waardeveranderingen materiële vaste activa’. Onderhoudsuitgaven en uitgaven voor renovatie werkzaamheden worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen, toevoegen of leiden tot een huurverhoging. De overige onderhoudslasten worden rechtstreeks ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht.
14
4.9.2 Veronderstellingen en uitgangspunten bedrijfswaarde Onder de bedrijfswaarde wordt verstaan de contante waarde van de kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de kasstroomgenererende eenheden inclusief de netto kasstroom bij afstoten van de activa aan het einde van de gebruiksduur. De bedrijfswaarde is bepaald op locatieniveau op basis van de volgende uitgangspunten: • jaarlijkse huurverhogingen van 1,25% in 2015 en 2% vanaf 2016; • huren worden geharmoniseerd naar hogere of lagere markthuur; • de mutatiegraad bedraagt 11%; • verhuurderheffing overeenkomstig de tarieven van de Rijksbegroting 2015 over de resterende levensduur van DAEB-woningen; • waardestijging (WOZ) DAEB-woningen bedraagt in 2015 0,75% en daarna 2%; • jaarlijkse huurderving van 5% bij de woningen; • stijging onderhoudslasten van 0% in 2015, 1,95% in 2016, 2,27% in 2017, 2,49% in 2018 en 3,00% vanaf 2019; • overige lastenstijging op lange termijn van gemiddeld: 2,00% (2013: 2,00%); • disconteringsvoet op basis van 5,25% (2013: 5,25%); • één bed is één woning; • belastingen: € 162,- per verhuureenheid per jaar; • verzekeringen: € 31,- per verhuureenheid per jaar; • norm werkapparaatskosten € 564,- (2013: € 607,-) per verhuureenheid per jaar; • norm kosten vastgoedmanagement € 381,(2013: € 381,-) per bij vastgoedmanager in beheer gegeven woning per jaar; • norm overige lasten € 55,- (2013: € 54,-) per verhuureenheid per jaar. Het onderhoud over de eerste 10 exploitatiejaren is bepaald op basis van inschattingen en zijn gerelateerd aan de meerjarenbegroting.
Vanaf het elfde jaar wordt gerekend met onder houdsnormen: De onderhoudskosten zijn vanaf het elfde exploitatiejaar ingerekend met een vaste norm per m2 bruto vloeroppervlakte (BVO): • onderhoudsnorm verzorgingshuizen kale kostprijs € 7,70 per m2 BVO • onderhoudsnorm overige verzorgingshuizen € 11,50 per m2 BVO • onderhoudsnorm extra koeling (WKO) € 0,48 per m2 BVO • restwaarde op basis van geschatte grond waarde aan het einde van de exploitatie periode of de verwachte opbrengstwaarde bij verkoop Levensduur: • woningen: maximaal 50 jaar • verzorgings-/verpleeghuizen: jong functioneel bezit: maximaal 50 jaar, overig bezit maximaal 30 jaar. De resterende levensduur op objectniveau wordt in 2015 opnieuw herijkt. Restwaarde: De restwaarde betreft de restwaardeopbrengst vermindert met restwaardekosten. De rest waardeopbrengst bedraagt € 15.491 voor zelfstandige woningen en € 10.121 voor intramurale eenheden. Als restwaardekosten wordt € 5.164 gehanteerd. Veronderstellingen en uitgangspunten bedrijfswaarde Habion Energie B.V. Onder de bedrijfswaarde wordt verstaan de contante waarde van de kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de kasstroomgenererende eenheden inclusief de netto kasstroom bij afstoten van de activa aan het einde van de gebruiksduur. De bedrijfswaarde is bepaald op locatieniveau op basis van de volgende uitgangspunten: • Energieopbrengsten zijn gebaseerd op marktconforme tarieven
• De inkoopkosten van energie zijn op basis van reëel verbruik • jaarlijkse energie opbrengsten verhogingen van 1,25% in 2015 en 2% vanaf 2016 • stijging onderhoudslasten van 0% in 2015, 1,95% in 2016, 2,27% in 2017, 2,49% in 2018 en 3,00% vanaf 2019 • overige lastenstijging op lange termijn van gemiddeld 2,00% (2013: 2,00%); • disconteringsvoet op basis van 2,97% (2013: 5,25%), in lijn met het besluit maximum prijs levering warmte 2015 van de Autoriteit Consument en Markt • belastingen: € 162,- per verhuureenheid per jaar • verzekeringen: € 31,- per verhuureenheid per jaar Het onderhoud is bepaald op basis van inschattingen en zijn gerelateerd aan de meer jarenbegroting. De levensduur van de WKO-installaties bedraagt maximaal 30 jaar. Indien er indicaties bestaan en wordt vastgesteld dat een in het verleden verantwoorde bijzondere waardevermindering niet meer bestaat of is afgenomen wordt de toegenomen boekwaarde van het actief teruggenomen echter niet hoger dan de boekwaarde zou zijn indien geen bijzondere waardeverminderingen voor het actief zou zijn verantwoord
4.9.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie betreffen ingrijpende investeringen in bestaande complexen en investeringen in nieuwe verhuureenheden. Waardering vindt plaats tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijzen en toe gerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directie voering onder aftrek van de per project geschatte noodzakelijk geachte voorziening voor nietgedekte kosten en risico’s op basis van de bedrijfswaarde. De beoordeling of en in hoeverre sprake van een bijzonder waardeveminderings 15
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
verlies dient te zijn gebaseerd op de kasstroom generende eenheid waartoe de nieuwe op te nemen onroerende zaken gaan behoren. Het zogeheten onrendabele deel wordt ten laste van de winst- en verliesrekening verantwoord als ‘overige waardeveranderingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille’. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend aan kwalificerende activa. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. De noodzakelijk geachte voorziening wordt bepaald op het moment van aangaan van de feitelijke verplichtingen inzake investeringen nieuwbouw, woningverbetering en her structurering. Voornoemde verplichtingen worden in de jaarrekening verwerkt op het moment dat deze kunnen worden gekwalificeerd als ‘intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd’. Hiervan is sprake wanneer uitingen door de toegelaten instelling zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige nieuwbouw-, woningverbetering of herstructu reringsprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de toegelaten instelling. Indien op projectniveau de opgenomen voorziening de geactiveerde kosten overschrijden, wordt het project per saldo opgenomen onder de post voorziening onrendabele investeringen aan de creditzijde van de balans.
4.9.4 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen verkrijgings- en/of vervaardigingsprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen op basis van de verwachte levensduur. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. afschrijvingsperiode in jaren Verbouwing/inventaris/automatisering/ 4-10 vervoersmiddelen ten dienste van exploitatie
16
Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. Indien er geen sprake is van verlenging van de gebruiksduur worden de onderhoudsuitgaven (ineens) ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht.
4.10 Vastgoedbeleggingen 4.10.1 Commercieel vastgoed in exploitatie Commercieel vastgoed omvat woningen in exploitatie boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsonroerend goed (niet zijnde maat schappelijk vastgoed) en het overige commer ciële vastgoed. Commercieel vastgoed in exploi tatie wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsof vervaardigingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen danwel lagere actuele waarde. De actuele waarde betreft voor dit doel de marktwaarde in verhuurde staat, welke is toegelicht in hoofdstuk 2.1 in de toelichting van de balans. Kasstroomgenerende eenheid Het interne beleid en de bedrijfsvoering van stichting Habion is gericht op sturing van de waarde van de onroerende en roerende zaken in exploitatie op basis van complexindeling. Een complexindeling betreft een kasstroom genererende eenheid. Afschrijvingen De afschrijvingen worden berekend volgens lineaire methode op basis van de economische levensduur. De volgende economische levensduren worden gehanteerd:
Casco Installaties Inventaris
afschrijvingsperiode in jaren 25-50 15-30 10-25
Op grond wordt niet afgeschreven. Uitgaven na eerste verwerking De uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waarde verhoging van de kasstroomgenerende eenheid
worden aangemerkt als activeerbare kosten. Bij uitgaven na eerste verwerking dient de beoor deling of en in hoeverre sprake van een bijzonder waardeveminderingsverlies te zijn gebaseerd op de kasstroomgenerende eenheid waarop de uitgaven na eerste verwerking betrekking op hebben. Het zogeheten onrendabele deel wordt ten lasten van de winst- en verliesrekening verantwoord als ‘overige waardeveranderingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille’.
ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie” van sociaal vastgoed. Voor vastgoedbeleggingen vindt de waardering plaats op basis van markt waarde in verhuurde staat in plaats van bedrijfs waarde. Hierbij wordt een inschatting gemaakt of er een noodzakelijke geachte voorziening moet worden getroffen.
Onderhoudsuitgaven en uitgaven voor renovatiewerkzaamheden worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. De overige onderhoudslasten worden rechtstreeks ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht.
4.11.1 Te vorderen BWS-subsidies
Marktwaarde in verhuurde staat De marktwaarde in verhuurde staat is gebaseerd op beschikbare marktgegevens met inachtneming van de relevante feiten en omstandigheden van de markt waarop de woningcorporaties actief zijn. De aannames aangaande de geprognosticeerde kasstromen zijn gebaseerd op de contractuele verplichtingen van stichting Habion die rusten op het vastgoed. De overige (na de contractperiode in acht te nemen) aannames en uitgangspunten zijn gebaseerd op gegevens van de markt waarop de woningcorporaties actief zijn. Terugneming bijzondere waardeverminderingen Indien er indicaties bestaan en wordt vastgesteld dat een in het verleden verantwoorde bijzondere waardevermindering niet meer bestaat of is afgenomen wordt de toegenomen boekwaarde van het actief teruggenomen echter niet hoger dan de boekwaarde zou zijn indien geen bijzondere waardeverminderingen voor het actief zou zijn verantwoord.
4.10.2 V astgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Dit betreffen complexen in aanbouw die zijn bestemd om te worden ingezet als vastgoed in exploitatie zijnde een vastgoedbelegging. De waardering van deze post is gelijk aan hetgeen is omschreven bij de paragraaf “Vastgoed in
4.11 Financiële vaste activa De vordering van bedragen die uit hoofde van het Besluit Woninggebonden Subsidies zijn toegezegd, zijnde de verwachte totale uit betalingen, wordt jaarlijks verminderd met de door de budgethouders beschikbaar gestelde bedragen. De uitbetalingstermijn is afhankelijk gesteld van de disconteringsvoet en beloopt vanaf de vaststelling van de subsidie maximaal 30 jaar. De totale vordering is nominaal opgenomen.
4.11.2 Deelnemingen De deelnemingen van stichting Habion in groepsmaatschappijen en andere deelnemingen (niet-groepsmaatschappijen) waarin zij invloed van betekenis uitoefent op het zakelijke en financiële beleid worden tegen de vermogens mutatiemethode gewaardeerd. Overeenkomstig deze methode, worden genoemde deelnemingen in de balans opgenomen tegen het aandeel van stichting Habion in de nettovermogenswaarde vermeer derd met haar aandeel in de resultaten van de deelnemingen vanaf het moment van verwerving, bepaald volgens de grondslagen zoals vermeld in deze jaarrekening. In de winst- en verlies rekening wordt het aandeel van stichting Habion in het resultaat van de deelnemingen opgenomen. Indien en voor zover stichting Habion niet zonder beperking uitkering van de positieve resultaten aan haar kan bewerkstelligen, worden de resultaten in een wettelijke reserve opgenomen. Haar aandeel in de rechtstreekse vermogens 17
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
vermeerderingen en -verminderingen van de deelnemingen wordt ook in de wettelijke reserve opgenomen met uitzondering van herwaarderingen van activa die als ongereali seerde waardestijging in het eigen vermogen worden verwerkt. Indien de waarde van de deelneming gewaar deerd volgens de vermogensmutatiemethode nihil is geworden, wordt deze methode niet langer toegepast en blijft de deelneming bij ongewijzigde omstandigheden op nihil gewaardeerd. Bij de afwaardering worden andere langlopende belangen in de deelneming die feitelijk worden aangemerkt als een onderdeel van de netto-investering, ook meegenomen. Indien en voor zover geheel of ten dele voor de schulden van de deelneming wordt ingestaan respectievelijk een feitelijke verplichting bestaat de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening opgenomen. Een vervolgens verkregen aandeel in de winst van de deelneming wordt pas weer verwerkt indien en voor zover het cumulatief nietverwerkte aandeel in het verlies is ingelopen.
4.11.3 V oorraad grond en ontwikkelposities De voorraad grond- en ontwikkelposities bestemd voor eigen exploitatie wordt gewaardeerd tegen aanschafwaarde en bijkomende kosten. Op moment dat grond- en ontwikkelposities bestemd voor eigen exploitatie daadwerkelijk in ontwikke ling worden genomen vindt overheveling plaats naar vastgoed in ontwikkeling/onderhanden projecten. Als de grond- en ontwikkelposities een zodanige waardevermindering ondergaan dat de reële waarde lager is dan de geactiveerde kosten, dan wordt deze waardevermindering ten laste van het resultaat verantwoord. Hiertoe wordt de waarde van de grond- en ontwikkelposities periodiek getoetst aan de marktwaarde.
4.11.4 Onderhanden projecten Onderhanden projecten worden gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, zijnde directe materiaal- en arbeidskosten, direct toerekenbaar 18
uitbesteed werk en overige externe kosten inclusief de toeslagen voor indirecte productie kosten en aan derden betaalde rente gedurende de periode van bouw en vervaardiging. De toerekening van opbrengsten, kosten en winstneming op onderhanden projecten geschiedt naar rato van de verrichte prestaties bij de uitvoering van het werk (‘percentage of completion’-methode) per balansdatum op basis van de tot de balansdatum gemaakte project kosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Uitgaven die verband houden met projectkosten die na de balansdatum tot te verrichten prestaties leiden, worden als activa verwerkt indien het waarschijnlijk is dat ze in een volgende periode zullen leiden tot opbrengsten. Verwachte verliezen op onderhanden werk/ projecten worden onmiddellijk in de winst- en verliesrekening als last verwerkt. Voorzieningen voor verwachte verliezen worden genomen in de periode waarin komt vast te staan dat er sprake is van verliesgevende projecten, en worden in mindering gebracht op de post onderhanden werk/projecten. Verder zijn op de post onderhanden projecten de gedeclareerde termijnen en vooruitontvangen betalingen in mindering gebracht. Voor zover de gedeclareerde kosten van een individueel project de voorziening niet overtreft, wordt het project als passiefpost onder de kortlopende schulden opgenomen.
4.12 Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen. Waardering van voorzieningen kan ook plaats vinden tegen de contante waarde van de verwachte uitgaven. Een voorziening wordt in de balans opgenomen, wanneer er sprake is van: • een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en
• waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en • het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is.
4.12.1 Voorzieningen voor onrendabele investeringen en herstructureringen Voor de toelichting van de waarderingsgrondslag voor het bepalen van de voorziening voor onrendabele investeringen en herstructureringen wordt verwezen naar de post ‘vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie’. Indien op projectniveau de opgenomen voor ziening de geactiveerde kosten overschrijden, wordt het project per saldo opgenomen onder de post voorziening onrendabele investeringen aan de creditzijde van de balans. De voorziening voor onrendabele investeringen en herstructureringen is gewaardeerd tegen nominale waarde.
4.12.2 Voorziening pensioenen De waardering van de pensioenvoorziening is gebaseerd op actuariële grondslagen, waarbij een rekenrente is gehanteerd van 4%. De voorziening heeft betrekking op het pensioen van een voormalig medewerker. De pensioen voorziening betreft één persoon met geboorte datum 07-10-1928.
4.13 Latente belastingvorderingen en –verplichtingen Een latente belastingvordering of -verplichting wordt gevormd voor tijdelijke verschillen tussen de waardering van activa en passiva volgens jaarrekeninggrondslagen en fiscale grondslagen. Verder wordt een latente belastingvordering opgenomen voor verrekenbare tijdelijke waarderingsverschillen en voor beschikbare voorwaartse verliescompensatie voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst fiscale winst beschikbaar zal zijn voor verrekening. Bij de inschatting van verrekenbare fiscale winsten wordt geen rekening gehouden met toekomstige (beleids)beslissingen van de corporatie.
De berekening van de latente belasting vorderingen en -verplichtingen geschiedt tegen de op het einde van het boekjaar geldende belastingtarieven dan wel tegen de in komende jaren geldende tarieven, voor zover reeds bij wet vastgelegd. De waardering van latente belastingverplich tingen en -vorderingen wordt gebaseerd op de fiscale gevolgen van de door de groep, per balansdatum, voorgenomen wijze van realisatie of afwikkeling van de betreffende activa en passiva waarbij sprake is van tijdelijke waarderingsverschillen. De waardering van de belastinglatenties tegen contante waarde plaats. Contant making geschiedt tegen een disconteringsvoet op basis van de voor de rechtspersoon geldende rente voor langlopende leningen, onder aftrek van belasting op basis van het effectieve belastingtarief. Latenties die op zeer lange termijn worden afgewikkeld worden niet in de jaarrekening opgenomen aangezien de contante waarde ervan naar nihil tendeert. Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder de financiële vaste activa indien de verwachte looptijd groter is dan een jaar. Het bedrag dat vermoedelijk binnen één jaar verrekenbaar zal zijn is in de toelichting vermeld. De latente belastingverplichtingen zijn opgenomen onder de voorzieningen, waarbij zoveel mogelijk is aangegeven in welke mate de verplichtingen als langlopend zijn te beschouwen. Saldering De niet-latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden gesaldeerd indien is voldaan aan de algemene voorwaarden voor saldering. Fiscale eenheid De onderneming vormt tezamen met Habion Ontwikkeling B.V., Habion Holding B.V., Habion Energie B.V., Habion Participatie 1 B.V. en Habion Beheer B.V. een fiscale eenheid voor de heffing van de vennootschapsbelasting. Vof Habion Amaris de Veste is transparant voor de vennootschapsbelasting.
19
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
tichting Habion zal als vennoot haar aandeel in S de Vof Habion Amaris de Veste verwerken in de fiscale aangifte. De verrekening van de belastingen binnen deze eenheid vindt plaats uitgaande van de situatie dat de moeder met de dochter afrekent alsof de dochter zelfstandig belastingplichtig is.
Grondslagen voor de resultaatbepaling
4.14 Huuropbrengsten
De huren worden vastgesteld rekening houdend met de overheidsvoorschriften. In die gevallen waarin er nog geen definitieve huurprijsvast stelling bekend is, wordt een voorlopige huurprijs bepaald. Deze opbrengsten betreffen de huren die betrekking hebben op het boekjaar na aftrek van huurderving. Huuropbrengsten worden lineair in de winsten verliesrekening opgenomen gedurende de looptijd van de huurovereenkomst. De huren worden jaarlijks binnen de wettelijke kaders verhoogd in overeenstemming met het huurbeleid van de Habion.
4.15 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Het netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille bevat de posten verkoopresultaat bestaand bezit en verkoopresultaat koopprojecten. Verkoopresultaat bestaand bezit De post verkoopresultaat bestaand bezit betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de gemaakte direct toerekenbare verkoopkosten en de boekwaarde met betrekking tot de verkochte huurwoningen. Opbrengsten uit de verkoop van onroerende zaken worden in de winst- en verliesrekening verwerkt wanneer de belangrijke risico’s en voordelen van eigendom aan de koper zijn overgedragen, de inning van de verschuldigde vergoeding waarschijnlijk is, de hiermee verband houdende kosten betrouwbaar 20
kunnen worden ingeschat en er geen sprake is van aanhoudende managementbetrokkenheid bij de onroerende zaken. Opbrengsten van de verkochte huurwoningen worden verantwoord op het moment van economische overdracht. Verkoopresultaat koopprojecten De post verkoopresultaat koopprojecten betreft het saldo van de netto omzet koopprojecten, de wijziging in vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop en onderhanden projecten, en het uitbesteed werk. Zodra een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van het resultaat van een onderhanden project, worden de projectopbrengsten en -kosten als opbrengsten en kosten in de winst- en verliesrekening verwerkt naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum. Onder projectopbrengsten wordt verstaan de in het contract overeengekomen opbrengsten vermeerderd met eventuele opbrengsten op grond van meer- of minderwerk, claims en vergoedingen, indien en voor zover het waarschijnlijk is dat de opbrengsten zullen worden gerealiseerd en betrouwbaar kunnen worden bepaald. De mate waarin prestaties van een onderhanden project zijn verricht wordt bepaald aan de hand van de tot de balansdatum gemaakte project kosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Indien het resultaat van een onderhanden project niet betrouwbaar kan worden bepaald, worden de projectopbrengsten slechts verwerkt tot het bedrag van de gemaakte projectkosten dat waarschijnlijk kan worden verhaald. Verwachte verliezen op projecten worden onmiddellijk in de winst- en verlies rekening opgenomen. De wijziging in vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop en onderhanden projecten bestaat uit de opgenomen bestede kosten en resultaatverantwoording in het betreffende jaar met betrekking tot onderhanden projecten waarop in mindering, de gefactureerde termijnen van de opgeleverde onderhanden projecten zijn gebracht en uit de opgenomen bestede kosten en verwachte verliezen in het betreffende jaar met betrekking tot vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop.
De omzet van de verkochte nieuwbouwkoop woningen wordt verantwoord bij oplevering van een (deel)project en bestaat uit de gefactureerde termijnen onder aftrek van kortingen en de over de omzet geheven omzetbelasting. Kosten uitbesteed werk betreft de direct aan de onderhanden projecten toerekenbare kosten.
4.16 Geactiveerde productie eigen bedrijf De toe te rekenen interne directe kosten en rente in het kader van voorfinanciering ten behoeve van onroerende zaken in ontwikkeling worden hieronder verantwoord.
4.17 Overige bedrijfsopbrengsten Hieronder wordt onder andere de opbrengst van overige dienstverlening aan derden verantwoord.
4.18 Overige waardeveranderingen materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen Hieronder zijn begrepen de overige waarde veranderingen met betrekking tot sociaal en commercieel vastgoed in exploitatie (aankopen en renovatie) en vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie. De onder deze post verantwoorde bedragen hebben betrekking op een afboeking c.q. opboeking uit hoofde van een lagere bedrijfswaarde respectievelijk marktwaarde ten opzichte van de boekwaarde. Indien in het voorgaande jaar tegen lagere bedrijfswaarde respectievelijk lagere markt waarde is gewaardeerd, kunnen zowel waarde verminderingen als terugneming waarde verminderingen, tot aan de boekwaarde, plaatsvinden. Onrendabele investeringen zijn uitgaven die gefinancierd worden met een bijdrage van stichting Habion. Hieronder zijn de onrendabele investeringen ten behoeve van nieuwbouw,
verbeteringen, transformaties van verzorgings huizen, renovaties alsmede het opplussen van woningen opgenomen.
4.19 Salarissen, sociale lasten en pensioenlasten Hieronder zijn de salarissen, sociale lasten en pensioenpremies met betrekking tot de in het boekjaar werkzame werknemers opgenomen. Deze kosten zijn op basis van vaste verdeel sleutels verrekend tussen stichting Habion en stichting Habion vastgoed zorgsector.
4.20 Pensioenregeling directeur-bestuurder
Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voor ziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen.
21
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenfonds wordt een vordering opgenomen als de onderneming de beschikkings macht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat het overschot naar de onderneming zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld.
4.21 Onderhoudslasten Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Het klachten- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst, alsmede de kosten van het materiaal verbruik. In de winst- en verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen bij de kostensoort salarissen en sociale lasten. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief.
4.22 Overige bedrijfslasten Onder deze post worden de overige exploitatie lasten zoals belastingen, verzekeringen en mutaties in de voorziening (huur)debiteuren verantwoord. Tevens zijn hieronder de overige werkorganisatiekosten zoals huisvestingskosten, kosten Raad van Commissarissen, algemene kosten en overige personeelskosten opgenomen. De laatstgenoemde kosten zijn op basis van vaste verdeelsleutels verrekend tussen stichting Habion en stichting Habion vastgoed zorgsector.
22
4.23 Opbrengsten van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten Als opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten worden de (te) ontvangen rentevergoedingen op leningen u/g, banktegoeden, effecten en overige liquide middelen verantwoord, alsmede geactiveerde bouwrente.
4.24 Waardeveranderingen financiële vaste activa en effecten Hieronder worden de wijzigingen in de waardering met betrekking tot de financiële vaste activa en effecten verantwoord.
4.25 Rentelasten Onder deze post zijn de rentelasten met betrekking tot de schulden opgenomen. Eventuele boeterente wordt rechtstreeks ten laste van het resultaat verwerkt.
4.26 Resultaat deelneming Het aandeel in het resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van de groep in de resultaten van deze deelnemingen.
4.27 Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend op basis van het in de winst- en verliesrekening verantwoorde resultaat, rekening houdend met fiscaal vrijgestelde posten en geheel of gedeelte lijk niet-aftrekbare kosten.
Tevens wordt rekening gehouden met de wijzi gingen in de latente belastingvorderingen en – schulden uit hoofde van respectievelijk wijzi gingen in het belastingtarief, herbeoordeling van de mogelijkheid tot realisatie van latente belastingvorderingen of een wijziging van de verwachte realisatie van een actief- of passiefpost. De aldus bepaalde belastingpost wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen, behoudens voor zover deze betrekking heeft op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen worden opgenomen, in welk geval de belasting in het eigen vermogen wordt verwerkt.
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het bedrijfsresultaat aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar, mutaties in de balansposten en posten van de winst- en verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten.
De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen onder aftrek van bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde interest (opgenomen onder operationele activiteiten). De investeringen in materiële vaste activa worden opgenomen onder aftrek van de onder overige schulden voorkomende verplichtingen.
Wet Normering Topinkomens Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi) publieke sector heeft de instelling zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT. De instelling heeft de Beleidsregels toepassing WNT als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd
23
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
5 Toelichting op de geconsolideerde balans Materiële vaste activa Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt weer te geven. Sociaal vastgoed in exploitatie
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie €
TOTAAL
€
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie €
727.221
34.683
2.866
764.770
-250.820
-19.467
-1.647
-271.934
476.401
15.216
1.219
492.836
208 6.333 -5.297
0 28.782 -6.696
0 127 0
208 35.242 -11.993
-4 27.279 -6.499 -20.450 -15.304
-1.983 -27.279 0 0 505
0 0 0 -362 0
-1.987 0 -6.499 -20.812 -14.799
Boekwaarde per 31 december
462.667
8.545
984
472.196
Boekwaarde per 31 december: - Aanschafwaarde - Cum. afschrijving en waardeverminderingen
755.812
18.581
2.993
777.386
-293.147
-10.036
-2.009
-305.192
Boekwaarde per 31 december
462.665
8.545
984
472.194
Boekwaarde per 1 januari - Aanschaffingswaarde - Cum. afschrijving en waardeverminderingen Boekwaarde per 1 januari na verwerking stelselwijziging - Herrubricering - Investeringen - Desinvestering projecten derden - Overboekingen uit de materiële vaste activa - Overboekingen kostprijs - Overboekingen afwaardering - Afschrijvingen boekjaar - Overige waarderveranderingen
24
€
Actuele waarde De actuele waarde van het sociaal vastgoed in exploitatie is gebaseerd op de bedrijfswaarde en bedraagt € 515 miljoen (2013: € 553 miljoen). Van deze bedrijfswaarde heeft € 6 miljoen betrekking op vastgoed dat is ondergebracht in groepsmaatschappijen. De bedrijfswaarde van zowel het sociaal als het commercieel vastgoed per 31 december 2014 is ten opzichte van vorig jaar met € 44,2 miljoen gedaald tot € 597,6 miljoen, waarvan € 517,2 miljoen sociaal vastgoed en € 80,3 miljoen commercieel vastgoed. De mutatie is het gevolg van huurbeleid (-/- € 38,9 miljoen), toename van verwachte leegstand (-/- € 34,4 miljoen), beleid onderhoud- en bedrijfslasten (+ 18,9 miljoen), investeringen in vastgoed (+ € 27,1 miljoen), verlaging van de levensduur van enkele objecten (-/- € 4,4 miljoen) en overig (€ 1,6 miljoen).
Hypothecaire zekerheden Het sociaal vastgoed in exploitatie is nagenoeg geheel gefinancierd met leningen onder borging van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft hierbij het recht van eerste hypotheek. Voor deze borgstelling wordt door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw een obligo per lening gevraagd. Als gevolg hiervan zijn de onroerende en roerende zaken in exploitatie die met geborgde leningen zijn gefinancierd niet met hypothecaire zekerheden bezwaard. De ultimo boekjaar bestaande obligoverplichting is onder de “Niet in de balans opgenomen verplichtingen, activa en regelingen” opgenomen.
De marktwaarde van het sociaal vastgoed in exploitatie bedraagt € 654,9 miljoen.
25
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
Vastgoedbelegging Het verloop van de vastgoedbeleggingen is als volgt weer te geven Vastgoedbelegging
Commercieel vastgoed in exploitatie €
Commercieel vastgoed in ontwikkeling €
TOTAAL
79.298
2.376
81.674
-17.744 61.554
3.903 6.279
-13.841 67.833
-208 0 0 5.178 -1.526 -4.678
0 5.584 -3.478 -5.178 0 143
-208 5.584 -3.478 0 -1.526 -4.535
Boekwaarde per 31 december
60.320
3.350
63.670
Boekwaarde per 31 december: - Aanschaffingswaarde - Cum. afschrijving en waardeverminderingen
84.198
3.689
87.887
-23.879
-339
-24.218
Boekwaarde per 31 december
60.319
3.350
63.669
Boekwaarde per 1 januari - Aanschaffingswaarde - Cum. afschrijving en waardeverminderingen Boekwaarde per 1 januari - Herrubricering - Investeringen - Desinvestering project derden - Overboekingen kostprijs - Afschrijvingen boekjaar - Afschrijving waardevermindering
Actuele waarde De actuele waarde van het commercieel vastgoed in exploitatie is gebaseerd op de marktwaarde in verhuurde staat en bedraagt € 72,2 miljoen (2013: € 81,9 miljoen). De marktwaarde is de marktwaarde in verhuurde staat op basis van de Discounted Cash-Flow methode. De marktwaarde in verhuurde staat is gebaseerd op beschikbare marktgegevens met inachtneming van de relevante feiten en omstandigheden van de markt waarop de toegelaten instellingen actief zijn. De aannames aangaande de geprognosticeerde kasstromen zijn gebaseerd op de contractuele verplichtingen van de toegelaten instelling die rusten op het vastgoed. De overige (na de contractperiode in acht te nemen) aannames en uitgangspunten zijn gebaseerd op gegevens van de markt waarop de toegelaten instellingen actief zijn. 26
€
De gehanteerde parameters bij de bepaling van de marktwaarde in verhuurde staat zijn object afhankelijk. Op de markt, waarop stichting Habion actief is, gebaseerde aannames en uitgangspunten zijn aannemelijk verklaard door een extern taxateur. Ieder jaar wordt één derde van de portefeuille getaxeerd. De overige twee derde wordt gewaar deerd op basis van indexatie. De waarderingen worden door de taxateur op marktconformiteit getoetst. Bij akkoord verstrekt de taxateur een zgn. ‘Aannemelijkheidsverklaring’. Bij woningen doet zich – in afwijking van veel van de andere vastgoedcategorieën – het fenomeen voor dat de leegwaarde in beginsel hoger is dan de waarde in verhuurde staat. Voor woningen worden daarom twee scenario’s gewaardeerd: ‘doorexploiteren’ en ‘uitponden’. Volgens het scenario doorexploiteren blijven objecten in exploitatie: woningen worden bij mutatie opnieuw
verhuurd. In het scenario uitponden worden woningen bij mutatie verkocht. De hoogste waarde van deze scenario’s wordt in de IPD Corporatie Vastgoedindex opgenomen. In onderstaande tabellen zijn de uitgangspunten en parameters van Habion opgenomen. Hierbij is gebruikt gemaakt van gegevens die aangeleverd zijn door de taxateur en IPD Corporatie Vastgoedindex. Woningen Prijsinflatie (20-jaars gemiddeld CBS Cpi)
2014 2,10%
Bouwkostenstijging (20-jaars gemiddelde BdB-bouwkostenstijging)
2,89%
Looninflatie (20-jaars gemiddelde regelingslonen CBS) Disconteringsvoet: •b asis: IRS (24-maandsgemiddelde 10 jaars euro IRS) • opslag op IRS • disconteringsvoet Exit yield doorexploiteren Exit yield uitponden
2,01%
Huur per maand per vhe Maximale huur per maand per vhe Markthuur per maand per vhe
Brand- en stormverzekering De activa zijn minimaal verzekerd tegen vervaar digings- of verkrijgingsprijs c.q. voortbrengings kosten. Jaarlijks wordt de verzekerde waarde geïndexeerd. De verzekerde som op basis van herbouwwaarde op balansdatum bedraagt € 1.108.317.800 (voorgaand jaar: € 1.055.459.900). Onrendabele investeringen in ontwikkeling Voor vastgoed in ontwikkeling is per balansdatum een voorziening voor onrendabele investeringen opgenomen van € 12,4 miljoen. (voorgaand jaar: € 8,3 miljoen).
1,76% 5,84% 7,60% 8,50% 8,70% € 547,€ 706,€ 579,-
BOG Prijsinflatie (20-jaars gemiddeld CBS Cpi)
2014 2,10%
Bouwkostenstijging (20-jaars gemiddelde 2,89% BdB-bouwkostenstijging) Looninflatie (20-jaars gemiddelde 2,01% regelingslonen CBS) Disconteringsvoet: •b asis: IRS (24-maandsgemiddelde 10 jaars euro IRS) 1,76% • opslag op IRS 6,54% • disconteringsvoet 8,30% Exit yield doorexploiteren 11,00% Huur per m2 per jaar € 104,-
De toelichting op de bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed is opgenomen in de toelichting van de materiële vaste activa. De WOZ-waarde voor het totale bezit bedraagt € 891 miljoen.
27
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
Financiële vaste activa Te vorderen BWS-subsidies
31 dec 2014
31 dec 2013
€
Deelneming Vof Habion Amaris de Veste €
€
€
Stand per 1 januari Mutaties: - Ontvangsten - Inbreng - Resultaat - Overboeking naar kortlopende activa
305
0
305
1.644
-8 0 0
0 16.351 -2.623
-8 16.351 -2.623
-87 -2 0
0
0
0
-1.250
Stand per 31 december
297
13.728
14.025
305
De deelneming Vof Habion Amaris de Veste wordt vanaf 2014 voor het eerst verantwoord. De Vof Habion Amaris de Veste wordt niet geconsolideerd, omdat er sprake is van een joint venture met gelijke zeggenschap (50/50).
Vlottende activa 5.1 Voorraden Voorraad grondposities Voorraad vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop
De post ‘grond- en ontwikkelposities’ betreft de grondlocaties ten behoeve van (toekomstige) ontwikkelingsprojecten die nog niet in realisatie zijn genomen. Deze gronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs danwel de lagere marktwaarde. De marktwaarde is gebaseerd op
28
€ 1.754 0 1.754
€ 3.077 668 3.745
de externe danwel interne uitgevoerde toetsing van de waardering van gronden ultimo boekjaar. Deze interne toetsing is gebaseerd op de kennis van de lokale markt alsmede kennis van de lokale ontwikkelmogelijkheden (waaronder bestemmingswijzigingen etc).
5.2 Onderhanden projecten 31 dec 2014 € 1.768 -1.768 0 0 0
31 dec 2013 € 2.350 -218 -1.320 -144 668
0 0
668 668
Debiteuren Belastingen Overige vorderingen Overlopende activa
984 5.868 340 153
1.447 0 2.547 666
Totaal vorderingen
7.345
4.660
Overige debiteuren Huurdebiteuren
0 984
401 1.046
Totaal debiteuren
984
1.447
Geactiveerde kosten en resultaat af: gefactureerde termijnen af: omzetting bestemd voor verkoop naar huur af: waardevermindering Stand per 31 december Deze post is verantwoord onder: Voorraden vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop
5.3 Vorderingen
5.3.1 Debiteuren
Alle ultimo 2014 opgenomen vorderingen hebben naar verwachting een looptijd van korter dan 1 jaar.
29
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
5.3.2 Overige vorderingen
Plaatselijke stichtingen Rekening courant Amaris de Veste Lening u/g Overigen Totaal overige vorderingen
31 dec 2014 € 308 9 0 23
31 dec 2013 € 1.105 13 1.250 178
340
2.546
De vorderingen op plaatselijke stichtingen hebben naar verwachting een looptijd langer dan 1 jaar.
5.3.3 Belastingen en premies en sociale verzekeringen Vennootschapsbelastingen
5.868
0
Totaal belastingen
5.868
0
De post “Te vorderen vennootschapsbelasting” betreft de naar verwachting te vorderen belasting over het belastbaar bedrag van het boekjaar, rekening houdend met de fiscale faciliteiten en de fiscale waarderingsregels volgens de vast
Acute last vennootschapsbelasting over 2014 Aanpassingen acute belastingen voorgaande jaren Acute belastingen voorgaande jaren Op aangiften betaald
stellingsovereenkomst (VSO 2A), berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum, dan wel waartoe op verslag datum is besloten. De te vorderen vennoot schapsbelasting is als volgt uit te splitsen: 2014 -3.103 -3.093 -648 12.712 5.868
5.4 Overlopende activa Nog te declareren facturen Overige
146 7
450 216
Totaal overlopende activa
153
666
30
Liquide middelen 31 dec 2014 € 1.167
31 dec 2013 € 14.232
1.167
14.232
Beginbalans per 1 januari Resultaat over het boekjaar
145.254 -40.826
130.892 14.362
Stand per 31 december
104.428
145.254
Stand per 1 januari Onttrekkingen/vrijval
16 -1
17 -1
Stand per 31 december
15
16
Liquide middelen Stand per 31 december
De liquide middelen zijn terstond opeisbaar.
Passiva 5.5 Eigen vermogen 5.5.1 Overige reserves
5.6 Voorzieningen 5.6.1 Voorziening voor pensioenen
5.6.2 Voorziening latente belastingverplichtingen Bij een aantal jaarrekeningposten is sprake van tijdelijke verschillen tussen de waardering van activa en passiva volgens jaarrekeninggrond slagen en fiscale grondslagen, resulterend in de volgende latente belastingverplichtingen: a Sociaal vastgoed en vastgoedbeleggingen in exploitatie Voor zowel het sociaal vastgoed als de vastgoedbeleggingen is een latente belasting
verplichting tegen contante waarde verant woord voor het verschil tussen de fiscale waardering op de openingsbalans en de lagere WOZ waarde per 31 december 2012. Voor de fiscale waardering op de openings balans zijn de waarderingsregels volgens de vaststellingsovereenkomst (VSO 2A) gehanteerd. b Leningen o/g In de jaarrekening is voor de leningen portefeuille een latente belastingverplichting
31
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
respectievelijk -vordering tegen de contante waarde verantwoord voor het verschil tussen de waardering die de fiscus toepast (i.c. marktwaarde) en de waardering als toegepast in de jaarrekening (geamortiseerde kostprijs). De latentie loopt af over de resterende looptijd van de leningen.
Stand latente belastingverplichtingen tot waardering gebracht De specificatie van de in de jaarrekening tot waardering gebrachte latente belasting verplichtingen is als volgt: (in duizenden euro’s)
Sociaal vastgoed en vastgoedbeleggingen
Leningen o/g
Totaal
€
€
€
Boekwaarde 1 januari 2014 Vrijval ten gunste van het resultaat Rentetoevoeging
2.474 0 108
2.836 -408 123
5.310 -408 231
Boekwaarde 31 december 2014
2.582
2.551
5.133
De gehanteerde netto- disconteringsvoet bedraagt 4,35%. De tot waardering gebrachte latente belastingverplichtingen vallen over het gemiddelde looptijd ten gunste van het fiscale resultaat. Van de voorziening wordt een bedrag van € 282.985 naar verwachting binnen 1 jaar gerealiseerd. Latente belastingverplichtingen niet tot waardering gebracht
Sociaal vastgoed en vastgoedbeleggingen Voor dit bezit is het uitgangspunt blijvend verhuren (waarna sloop). De lagere commerciële waardering dan fiscaal leidt in eerste instantie tot een actieve belastinglatentie, welke niet is gevormd. De reden hiervoor is de lange looptijd van het actief en de onzekerheid dat bij sloop in de toekomst de bouwbestemming vervalt. Daardoor tendeert de actieve belastinglatentie over het verschil tussen de (geherwaardeerde) boekwaarde in de jaarrekening en de fiscale boekwaarde contant gemaakt naar nihil.
5.6.3 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen
Stand per 1 januari Mutaties Toevoeging onrendabele investeringen Onttrekking Vrijval Overboeking materiële vaste activa in ontwikkeling Stand per 31 december
32
31 dec 2014 € 8.317
31 dec 2013 € 10.141 -1.824
13.461 -6.499 -3.509 649
0 0 0
12.417
8.317
5.6.4 Overige voorzieningen
Stand per 1 januari Toevoeging Stand per 31 december
De voorziening heeft betrekking op afspraken met een zorginstelling, waarbij Stichting Habion heeft toegezegd onderhoud uit te voeren aan de objecten welke zijn overgenomen van de zorg
31 dec 2014 € 602 921
31 dec 2013 € 0 602
1.523
602
instelling. Daarnaast is er een voorziening getroffen in 2014 voor DIGH. Voor verdere informatie zie onderdeel 5.9. Buitenlandse activiteiten via DIGH.
5.7 Langlopende schulden 5.7.1 Leningen
Kredietinstellingen Totaal leningen
Looptijd > 5 jaar € 339.434
31 dec 2014 € 400.969
31 dec 2013 € 406.676
339.434
400.969
406.676
Het verloop van de leningen was als volgt:
Stand per 1 januari Toename leningen Aflossing Overheveling naar kortlopende schulden Aflossing volgend boekjaar Afgelost dit jaar Mutatie Reguliere extra aflossingen
31 dec 2014 € 406.676 30.900 -29.188 12.207 -4.788
Totaal leningen
Het WSW heeft een borgstelling afgegeven voor het bedrag van € 398 miljoen.
€
31 dec 2013 € 364.511 46.700 -5.598
4.788 -18.604 -7.419
13.816 -12.753
400.969
406.676
bedraagt 3,6% (2013: 3,7%). De gewogen gemiddelde looptijd van de leningenportefeuille bedraagt ultimo 2014 20 jaar (2013: 20 jaar).
Het gemiddelde rentepercentage van de leningenportefeuille bij kredietinstellingen 33
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
De leningportefeuille bestaat uit de volgende soorten leningen Vastrentende leningen Basisrenteleningen Stand per 31 december 2014
De rente van de vastrentende leningen is danwel voor de gehele looptijd gefixeerd danwel tot het renteherzieningsmoment. Het risico van deze leningen betreft: • op het moment van renteherziening indien de hoger danwel lager is dan de oude contractrente • de herfinanciering van de tussentijdse en eindaflossingen van de lening in een nieuwe lening met een hogere danwel lagere rente. De basisrenteleningen hebben een rentetarief dat bestaat uit twee componenten, zijnde een basisrente en een liquiditeitsopslag. De basis rente geldt voor de volledige looptijd van de leningen. De liquiditeitsopslag geldt voor de overeengekomen periode, waarbij de eerste minimale looptijd 5 jaar bedraagt. Na 5 jaar dient een nieuwe liquiditeitsopslag met de bank overgekomen te worden. De liquiditeitsopslag van de huidige basisrenteleningen bedraagt tussen 0,10% en 0,40%. In 2013 heeft storting op nieuwe basisrenteleningen plaatsgevonden. Deze leningen zijn afgesloten voor inwerking treding van de derivatenbeleidsregel.
34
Leningen overheid en kredietinstellingen € 306.677 106.500 413.177
Rente-risico bij herfinanciering Het rente- en looptijdenbeleid van stichting Habion is erop gericht jaarlijks niet meer 15% renterisico bij herfinanciering te lopen. De geldende norm van het Waarborgfonds is eveneens 15% van de restant hoofdsom van de leningen bij aanvang van het jaar. Het renterisico (in % van de restant hoofdsom aan het begin van het jaar) wordt berekend als de som van: • het bedrag aan aflossingen van leningen in een jaar, vermeerderd met • de restant hoofdsom van rentetypisch langlopende financiering die in een jaar een renteaanpassing krijgen, én • de restant hoofdsom van rentetypisch kortlopende financiering (zijnde variabel rentende leningen) die in een jaar minimaal één renteaanpassing krijgen. Herfinancieringsrisico Op basis van de leningenportefeuille ziet het herfinancieringsrisico (inclusief variabel rentende leningen) bestaande uit de renteherzienings- en aflossingsmomenten er als volgt uit:
x € 1 miljoen
70 60 50 40 30 20 10
Eindaflossingen
Renteherzieningen
10%
15%
2063
2061
2059
2057
2055
2053
2051
2049
2047
2045
2043
2041
2039
2037
2035
2033
2031
2029
2027
2025
2023
2021
2019
2017
2015
0
Spreadherzieningen
Tegenpartijrisico De partijen waarbij de leningen zijn afgesloten bestaan uit de volgende instellingen: € 254.422 130.660 18.808 1.517 7.769 413.176
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten Nederlandse Waterschapsbank N.V. Overige bankinstellingen Financiële instellingen (niet zijnde banken) Overige
Uit bovenstaande opstelling blijkt dat het tegenpartij risico is geconcentreerd bij N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en Nederlandse Waterschapsbank N.V.. De BNG is een bank van en voor overheden en instellingen van maatschappelijk belang. BNG is een structuurvennootschap. Aandeel houders van de bank zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. Nationale Waterschapsbank N.V. is een financiële dienstverlener voor de overheidssector. Alle aandelen van de bank zijn in handen van overheden. Het tegenpartijrisico is hiermee gemitigeerd. Door de spreiding van de leningen
portefeuille over meerdere banken is het concentratierisico gemitigeerd. Reële waarde De reële waarde van de schulden/leningen aan overheid en kredietinstellingen bedraagt ultimo 2014 € 541.998.601 (2013: € 471.864.305) en is daarbij gebaseerd op de kasstromen van de leningenportefeuille gebruikmakend van de IRS-curve voor vergelijkbare leningen. De boekwaarde bedraagt ultimo 2014 € 413.176.551 (2013: € 411.464.311). Rentederivaten Ultimo 2014 heeft stichting Habion geen derivaten in portefeuille. 35
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
5.7.5 Waarborgsommen 31 dec 2014 €
31 dec 2013 €
Saldo waarborgsommen per 1 januari Mutatie
26 16
40 -14
Totaal waarborgsommen
42
26
Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan leveranciers Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden Overlopende passiva
21.816 2.406 499 452 10.454
4.788 3.190 1.065 2.629 11.047
Totaal kortlopende schulden
35.627
22.719
Aflossingsverplichting volgend boekjaar langlopende schulden Diverse banken
12.207 9.609
4.788 0
Totaal kortlopende schulden
21.816
4.788
5.8 Kortlopende schulden
5.8.1 Schulden aan kredietinstellingen
De kredietfaciliteit bij ING Bank bedraagt per 31 december 2014 € 15.000.000 (2013: € 15.000.000) en is vrij beschikbaar. De rente is gebaseerd op het euriborpercentage op het
moment van gebruik met een opslag van 15 basispunten. De faciliteit heeft een looptijd voor onbepaalde tijd en is door ING Bank eenzijdig opeisbaar.
5.8.2 Schulden aan leveranciers Totaal schulden aan leveranciers
2.406
3.190
Vennootschapsbelasting Omzetbelasting
0 499
648 417
Totaal belastingen en premies sociale verzekeringen
499
1.065
5.8.3 Belastingen en premies sociale verzekering
36
5.8.4 Overige schulden 31 dec 2014 €
31 dec 2013 €
Rekening-courant stichting Habion vastgoed zorgsector Diversen
193 259
2.550 78
Totaal overige schulden
452
2.628
174 7.197 0 1.344 0 1.739
612 7.548 411 1.386 249 840
10.454
11.046
5.8.5 Overlopende passiva Nog te betalen vergoedingen Niet vervallen rente leningen Vooruitontvangen bedragen Vooruit ontvangen huur Te betalen inzake projecten Diversen Totaal overlopende passiva
5.9 Niet in de balans opgenomen verplichtingen, activa en regelingen 5.9.1 Verplichting korter dan 1 jaar Aangegane verplichtingen onderhoud Per balansdatum waren verplichtingen aangegaan met betrekking tot lasten onderhoud € 430.966 (voorgaand jaar € 3.441.000). Aangegane investeringsverplichtingen materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen Per balansdatum waren verplichtingen aangegaan met betrekking tot lasten materiële vaste activa € 25.417.452 (voorgaand jaar € 24.840.173).
5.9.2 Verplichting langer dan 1 jaar en korter dan 5 jaar Obligo WSW De obligo uit hoofde van geborgde leningen door de borgsteller bedraagt ultimo 2014 € 15.325.964 (2013: € 14.781.627). De hoogte van het obligotarief is vastgesteld op 3,85% (2013: 3,85%) over het schuldrestant van de geborgde lening, met uitzondering van het
leningtype variabele hoofdsom en voor collegiale financiering. Dit obligo is opeisbaar indien blijkt dat het totale garantievermogen van het Waar borgfonds Sociale Woningbouw niet voldoende is om de afspraken op het Waarborgfonds Sociale Woningbouw te dekken. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft onderzoek uitgevoerd naar de liquiditeitsrisico’s samenhangend met door woningcorporaties gehouden derivaten portefeuilles. Bij een aantal corporaties is vastgesteld dat zij niet beschikken over voldoende buffers om margin calls als gevolg van een eventuele rentedaling op te kunnen vangen. Onzeker is thans of dit risico zal leiden tot aanspraken op het Waarborgfonds Sociale Woningbouw en hierdoor het obligo opeisbaar kan worden. Onderpand WSW geborgde leningen Als onderpand voor de WSW-geborgde leningen is in de dVi 2012 € 795,2 miljoen aan WOZwaarde als onderpand ingezet (peildatum WOZ waarde 1-1-2012). € 211,2 miljoen aan WOZwaarde is daarbij niet als onderpand ingezet. In 2013 is op verzoek van het WSW een volmacht afgegeven aan het WSW om hypotheekrecht te 37
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
vestigen op het onderpand, in lijn met artikel 30 van het WSW reglement. Hierdoor kan het WSW bij eventuele niet-nakoming van betalingsverplichtingen door de corporatie direct hypotheekrecht vestigen zonder dat hiertoe vooraf de formele bevestiging benodigd is van bestuur en commissarissen.’ Buitenlandse activiteiten via DIGH Habion verricht geen activiteiten in het buitenland. Wel staan wij sinds 2008 garant voor de rente- en aflossingsverplichting van de stichting Dutch International Guarantees for Housing (DIGH) vanwege een lening die DIGH bij een bank is aangegaan. DIGH is deze lening aangegaan om vervolgens een lening te kunnen verstrekken aan een organisatie in Kroatië voor de realisatie van sociale woningbouw daar. De garantstelling van Habion past binnen de regelgeving die de rijksoverheid heeft opgesteld (zie MG 2011-02, MG 2010-03, MG 2008-03, MG 2006-04 en MG 2005-04). De omvang van de garantstelling van Habion bedroeg per 31 december 2014 € 940.729. In 2014 is er evenals in eerdere jaren geen beroep gedaan op de garantstelling van Habion. In 2013 heeft DIGH ons bericht dat DIGH vanaf 2012 geen rente- en aflossingsbetaling heeft ontvangen voor de lening zoals DIGH voor het project in Kroatië heeft verstrekt. Wij zijn met DIGH in overleg over op welke wijze DIGH aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen kan blijven voldoen, en de garantstelling dus niet hoeft te worden ingeroepen. Daarnaast zijn wij, met de andere corporaties die het aangaat, in gesprek met DIGH over de toekomst van de organisatie. DIGH heeft zelf geconstateerd dat haar eigen bedrijfsmodel op lange termijn niet levensvatbaar is en is op zoek naar een koper voor de gehele portefeuille. Dit zal naar verwachting gepaard gaan met een afslag op de waarde van 100%. Bankgarantie Breevast Properties I B.V. Er is een bankgarantie afgegeven voor de huur van het kantoorpand voor een bedrag van € 62.070 aan Breevast Properties I B.V. 38
Claims Tegen de toegelaten instelling zijn enkele claims ingediend die door haar worden betwist. Hoewel de afloop van deze geschillen niet met zekerheid kan worden voorspeld, wordt mede op grond van ingewonnen juridisch advies aangenomen dat deze geen materiële invloed van betekenis zal hebben op de geconsolideerde financiële positie. Hoofdelijke aansprakelijkheid en garanties Stichting Habion heeft voor de volgende deelnemingen verklaringen van hoofdelijke aansprakelijkheid afgegeven voor uit rechts handelingen voortvloeiende schulden: Habion Participatie 1 B.V. Fiscale eenheid Stichting Habion vormt samen met Habion Beheer B.V., Habion Holding B.V., Habion Energie B.V. en Habion Ontwikkeling B.V. een fiscale eenheid voor de heffing van de omzetbelasting. Elk der vennootschappen is volgens de standaardvoorwaarden aansprakelijk voor te betalen belasting van alle bij de fiscale eenheid betrokken vennootschappen.
5.10 Financiële instrumenten en risicobeheersing Stichting Habion heeft een treasury statuut waarin opgenomen het financieel beleid vastgesteld door de Treasury commissie. In het treasurystatuut wordt het gebruik van niet complexe derivaten onder voorwaarden toegestaan. Binnen het treasurybeleid van stichting Habion dient het gebruik van afgeleide financiële instrumenten (‘derivaten’) ter beperking van inherente financiële risico’s. Op grond van het vigerende interne treasurystatuut is het gebruik van derivaten slechts toegestaan voor zover er een materieel verband met de financierings positie of het belegde vermogen kan worden gelegd. Derivaten mogen niet worden gebruikt voor het innemen van een speculatieve positie.
Stichting Habion houdt zich aan de Beleidregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting en maakt geen gebruikt van afgeleide financiële instrumenten.
Kredietrisico De leningen U/G betreft een collegiale lening aan een andere woningcorporatie. Deze lening wordt geborgd door het WSW.
Debiteurenrisico De vorderingen op de toegelaten instelling uit hoofde van de huurdebiteuren zijn gespreid over een groot aantal huurders. Op basis van betalingsgedrag uit het verleden blijken hier geen grote risico’s uit. Habion monitort de kredietwaardigheid van de huurdebiteuren periodiek, om vroegtijdig inzicht te krijgen in potentiële problemen. Daarnaast wordt het debiteurensaldo maandelijks geanalyseerd en gerapporteerd; bijzonderheden worden op het adequate niveau besproken.
Renterisico en kasstroomrisico Stichting Habion loopt renterisico over de rentedragende vorderingen en schulden. Voor vorderingen en schulden met variabele rente afspraken loopt stichting Habion risico ten aanzien van de toekomstige kasstromen, met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt stichting Habion risico’s over de marktwaarde. Zie voor nadere toelichting paragraaf 2.10. Valutarisico Stichting Habion is alleen werkzaam in Nederland en loopt geen valutarisico’s.
Liquiditeitsrisico Habion bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor de onderneming steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde leningconvenanten te blijven. Habion heeft naast de kredietlijnen bij met name BNG en NWB de beschikking over een rekeningcourant faciliteit bij ING Bank die voldoende is. De kredietfaciliteit bij ING Bank bedraagt per 31 december 2014 € 15.000.000 (2013: € 15.000.000) en is vrij beschikbaar. De rente is gebaseerd op het euriborpercentage op het moment van gebruik met een opslag van 15 basispunten. De faciliteit heeft een looptijd voor onbepaalde tijd en is door ING Bank eenzijdig opeisbaar Om het liquiditeitsrisico te mitigeren worden pas harde investeringsverplichtingen aangegaan als de financiering gegarandeerd is.
Reële waarde De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waar onder vorderingen, liquide middelen en kort lopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.
5.11 Gebeurtenissen na balansdatum Woonzorg Nederland In 2014 zijn Habion en Woonzorg Nederland verkennende gesprekken begonnen om een intensievere samenwerking te bespreken. In de jaarrekening is geen rekening gehouden met de mogelijke samenwerking. Nieuwe woningwet Op 17 maart 2015 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de nieuwe woningwet. Deze kan verstrekkende consequenties hebben voor Habion. Mede omdat nog niet alle Algemene Maatregelen van Bestuur zijn gepubliceerd, is op dit moment onduidelijk wat de gevolgen voor Habion zijn.
39
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
6 Toelichting op de winst- en verliesrekening Bedrijfsopbrengsten 6.1 Huren Boekjaar 2014 €
Boekjaar 2013 €
71.185
69.537
1.903
1.365
69.282
68.172
940 828
728 1.032
1.768
1.760
Verkoopresultaat project derden Verkoopresultaat grond Opbrengst overige dienstverlening
1.180 -59 501
0 0 710
Totaal overige opbrengsten
1.622
710
Huren Huurderving wegens leegstand Totaal huuropbrengsten
De huuropbrengst wordt in zijn geheel in Nederland gerealiseerd.
6.2 Geactiveerde productie eigen bedrijf Aan de projecten toegerekende apparaatskosten Aan projecten toegerekende kosten Totaal geactiveerde productie t.b.v het eigen bedrijf
6.3 Overige opbrengsten
Bedrijfslasten 6.4 Afschrijvingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Sociaal vastgoed in exploitatie Commercieel vastgoed in exploitatie Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Doorberekende afschrijving ten dienste van de exploitatie
20.453 1.523 362 -22
20.590 1.329 365 10
Totaal afschrijvingen op materiële vaste activa
22.316
22.294
40
6.5 Overige waardeveranderingen van materiële vaste activa Boekjaar 2014 €
Boekjaar 2013 €
Sociaal Vastgoed (DAEB) Afwaardering lagere bedrijfswaarde in exploitatie Terugname waardeverminderingen in exploitatie Terugname afwaardering onroerende zaken in ontwikkeling Afwaardering onroerende zaken in ontwikkeling Afwaardering onroerende zaken in ontwikkeling naar voorziening Terugname afwaardering onroerende zaken in ontwikkeling voorziening Terugname afwaarderingen onroerende zaken in ontwikkeling
20.955 -3.508 -1.379 - 764 -987 482 0
4.199 -7.478 1.406 0 0 0 -1.923
Subtotaal overige waardeveranderingen van materiële vaste activa
14.799
-3.796
Afwaarderingen onroerende zaken in ontwikkeling naar voorziening
13.122
0
Terugname afwaarderingen onroerende zaken in ontwikkeling naar voorziening
-3.027
0
Subtotaal overige waardeveranderingen sociaal vastgoed en vastgoedbeleggingen via voorziening onrendabele investeringen
10.095
0
-273
0
24.621
-3.796
3.452 -235 2.052 339
36 -4.684 0 0
Terugname afwaarderingen onroerende zaken in ontwikkeling naar voorziening
-482
0
Terugname afwaarderingen onroerende zaken in ontwikkeling
-591
-810
Totaal overige waardeveranderingen van vastgoedbelegging
4.535
-5.458
Totaal overige waardeveranderingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
29.156
-9.254
Salarissen
176
189
Totaal salarissen
176
189
Overige mutaties Totaal overige waardeveranderingen van sociaal vastgoed Commercieel Vastgoed (NIET DAEB) Afwaardering lagere marktwaarde in exploitatie Terugname afwaardering lagere marktwaarde in exploitatie Afwaarderingen lagere marktwaarde onroerende zaken in ontwikkeling Afwaarderingen onroerende zaken in ontwikkeling naar voorziening
6.6 Salarissen
Stichting Habion heeft in 2014 1 FTE in dienst (voorgaand jaar 1 FTE). 41
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
6.7 Sociale lasten en pensioenlasten
Sociale lasten Pensioenlasten
Boekjaar 2014 € 12 63
Boekjaar 2013 € 7 57
75
64
Totaal sociale lasten en pensioenlasten
De pensioenlasten in 2014 bevat een correctie van circa € 6.000 uit voorgaande jaren. De directeur-bestuurder van stichting Habion heeft een pensioenregeling die is ondergebracht bij SPW. Deze pensioenregeling betreft een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling. Indexatie (aanpassing met prijsstijging) van de toegekende aanspraken en rechten vindt uitsluitend plaats indien en voor zover de middelen van het pensioenfonds daartoe ruimte laten en het pensioenfonds daartoe heeft besloten. Indien de omstandigheden bij het pensioenfonds daar aanleiding toe geven kan het bestuur besluiten tot het korten van aanspraken. De pensioenregeling wordt volgens de Pensioen wet gekarakteriseerd als uitkeringsovereenkomst.
De dekkingsgraad (marktwaarde van de beleggingen uitgedrukt in een percentage van de voorziening pensioenverplichtingen volgens de grondslagen van DNB) van het fonds per balansdatum was 114%. Het minimum vereist eigen vermogen (dekkingsgraad) volgens DNB is 105%. Als de dekkingsgraad van een fonds te laag is, moeten pensioenfondsen maatregelen treffen. Eén van die maatregelen is het verlagen van de pensioenen. Pensioenfondsen kunnen de pensioenen niet direct verlagen. Op basis van de dekkingsgraad van 31 december 2013 is verlaging van pensioenen bij SPW in 2014 niet aan de orde.
6.8 Onderhoudslasten Planmatig en groot onderhoud Dagelijkse onderhoudsuitgaven Renovatiekosten Totaal lasten onderhoud
7.146 5.122 2.587
5.440 5.226 3.181
14.855
13.847
De dagelijkse onderhoudsuitgaven betreffen het klachten-, contract- en mutatieonderhoud.
6.9 Bijzondere waardevermindering van vlottende activa Waardemutatie voorraden
445
328
Totaal lasten onderhoud
445
328
42
6.10 Overige bedrijfslasten Overige exploitatielasten
Boekjaar 2014 € 1.781 34 303 54 25
Boekjaar 2013 € 1.706 40 294 61 22
Totaal overige exploitatielasten
2.197
2.123
Werkorganisatiekosten Inhuur Huisvestingskosten Raad van Commissarissen Administratie- en onderhoudsvergoeding Algemene kosten
5.392 351 107 1.141 2.528
5.063 382 130 1.157 1.729
Totaal werkorganisatiekosten
9.519
8.461
Zakelijke lasten Nagekomen zakelijke lasten Verzekeringen Contributie Aedes Beheerskosten
Met Stichting Habion vastgoed zorgsector is een kostendelingsovereenkomst gesloten, waarbij de gezamenlijke personeelskosten en werkorgani satiekosten over de beide stichtingen worden verdeeld met als grondslag het bezit van de twee stichtingen en de daaraan verbonden
deelnemingen. In 2014 bedroeg de verdeling Stichting Habion 94% en Stichting Habion vastgoed zorgsector 6% (voorgaand jaar: Stichting Habion 94% en Stichting Habion vastgoed zorgsector 6%).
Diverse bedrijfslasten Verhuurdersheffing Voorziening DIGH Dotatie/vrijval aan de pensioenvoorziening en VUT-verplichtingen Heffing CFV Overigen
2.104 941 -1 1.509 975
82 0 -1 1.666 829
Sub-totaal diverse bedrijfslasten
5.528
2.576
17.244
13.160
Totaal overige bedrijfslasten
43
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
6.11 Financiële baten en lasten 6.11.1 Opbrengsten van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten Boekjaar 2014 € 77 28
Boekjaar 2013 € 120 114
105
234
Rente langlopende schulden Rente kortlopende schulden
15.056 327
15.565 99
Totaal rentelasten en soortgelijke kosten
15.383
15.664
Waardemutatie BWS-subsidies
0
-2
Totaal waardeverandering financiële vaste activa en van effecten
0
-2
Waardemutatie deelneming Vof Amaris de Veste
2.623-
0
Totaal resultaat deelnemingen
2.623-
0
Geactiveerde rente onroerende zaken in ontwikkeling Rente op uitgezette middelen Totaal opbrengsten van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten
De gemiddelde rentevoet voor de geactiveerde rente bedraagt 0,855%.
6.11.2 Rentelasten en soortgelijke kosten
6.11.3 Waardeverandering financiële vaste activa en van effecten
6.11.4 Resultaat deelnemingen
Het betreft het negatieve resultaat van Vof Habion Amaris de Veste en wordt met name veroorzaakt door afwaardering naar lagere marktwaarde.
44
6.12 Belasting Schattingen De acute en latente belastingen in de jaar rekening zijn bepaald met inachtneming van de fiscale regels volgens de door de sector met de belastingdienst gemaakte afspraken (Vast stellingsovereenkomst 2A). De toepassing van deze regels is op een aantal onderwerpen niet zonder meer duidelijk en voor discussie vatbaar. Deze onderwerpen zijn onder andere het onder scheid tussen onderhoudskosten en verbete ringen, de toerekenbare kosten inzake project
ontwikkeling en de inschatting van het op basis van een fiscale winstplanning naar verwachting te verrekenen deel van beschikbare fiscale verliezen. Naar verwachting wordt de aangifte over 2012 in juni 2015 ingediend. Bij het opstellen van de jaarrekening 2014 heeft Habion zich laten leiden door het voorzichtigheids beginsel. Belastingdruk winst- en verliesrekening De belastinglast/-bate over het resultaat in de geconsolideerde winst- en verliesrekening bestaat uit de volgende componenten:
(in duizenden euro’s)
2014 € 3.103 3.093 5.133
Acute belastingen boekjaar Aanpassingen acute belastingen vorige boekjaren Mutatie latente belastingen Totaal belastinglast
Acute belastingen boekjaar De over het boekjaar verschuldigde en verreken bare belasting is de naar verwachting te betalen belasting over de belastbare winst over het boekjaar, rekening houdend met de fiscale faciliteiten en de fiscale waarderingsregels
11.329
volgens de vaststellingsovereenkomst (VSO 2A), berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum. De post “Acute belastingen boekjaar” is als volgt bepaald:
Commercieel resultaat voor belastingen volgens de geconsolideerde jaarrekening Permanente verschillen: Voorziening groot onderhoud Heffing saneringssteun
-29.495 -2.956 1.509 -1.447
Tijdelijke verschillen: Afschrijvingen Bijzondere waardeveranderingen Onderhoudslasten Vrijval agio leningen Resultaat deelnemingen Overige tijdelijke verschillen Fiscaal resultaat en belastbaar bedrag Acute belastingen boekjaar (20% over € 200.000 / 25% over het meerdere)
10.215 30.229 776 1.230 1.551 -608 43.393 12.451 3.103
45
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
Mutatie latente belastingen De mutatie latente belastingen in de geconsoli deerde winst- en verliesrekening is als volgt te specificeren: (in duizenden euro’s)
2014 €
Mutaties in voorziening latente belastingverplichtingen: Dotatie ten gevolge van waardering sociaal vastgoed en vastgoedbeleggingen
2.474
Dotatie ten gevolge van leningen o/g Vrijval ten gunste van het resultaat 2014 Rentetoevoeging
2.836 -408 231
Totaal
5.133
6.12.1 Transacties met verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen, in de zin van BW2 titel 9, is sprake wanneer een relatie bestaat tussen stichting Habion, haar deel nemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen.
46
In de normale bedrijfsactiviteiten koopt en verkoopt stichting Habion goederen en diensten van en aan verschillende verbonden partijen waarin de onderneming een belang van 50% of minder bezit. Personeel van Habion wordt doorbelast tegen kostprijs, dit geldt zowel voor de baten als de lasten. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet zakelijke grondslag.
7 Enkelvoudige balans per 31 december 2014 (na winstbestemming) ACTIVA
31 dec 2014 €
31 dec 2013 €
458.724 8.545 984
473.218 15.216 1.219
468.253
489.652
59.986 3.350
67.487 0
63.336
67.487
297 24.384
306 9.466
24.681
9.771
556.270
566.910
1.754
3.077
736 6.771 453 340 148
1.440 0 43 2.430 641
8.448
4.554
143
10.148
10.345
17.779
566.615
584.689
Vaste activa Materiële vaste activa Sociaal vastgoed in exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
Vastgoedbeleggingen Commercieel vastgoed in exploitatie Commercieel vastgoed in ontwikkeling
Financiële vaste activa Te vorderen BWS-subsidies Deelneming
Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen Debiteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Groepsmaatschappijen Overige vorderingen Overlopende activa
Liquide middelen Totaal vlottende activa
Totaal ACTIVA
47
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
PASSIVA
31 dec 2014 €
31 dec 2013 €
104.430
145.254
104.430
145.254
15 5.133 12.417 1.523
16 0 8.316 602
19.088
8.934
400.970 42
406.677 26
401.012
406.703
21.815 1.445 457 8.733 193 9.442
4.788 995 417 4.486 2.550 10.562
42.085
23.798
566.615
584.689
Eigen vermogen Overige reserves
Voorzieningen Voorziening pensioenen Voorzieningen latente belastingverplichtingen Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen Overige voorzieningen
Langlopende schulden Leningen kredietinstellingen Waarborgsommen
Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan leveranciers Belastingen en premies sociale verzekeringen Groepsmaatschappijen Overige schulden Overlopende passiva
Totaal PASSIVA
48
8 Enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2014 Boekjaar 2014 €
Boekjaar 2013 €
68.909 940 1.192
67.953 728 56
71.041
68.737
22.105
22.084
29.880 176 75 14.699 528 16.793
-9.457 189 64 13.715 184 12.517
84.256
39.296
-13.215
29.441
Bedrijfsopbrengsten Huuropbrengsten Geactiveerde productie eigen bedrijf Overige bedrijfsopbrengsten
Bedrijfslasten Afschrijvingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Overige waardeveranderingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Lonen en salarissen Sociale lasten en pensioenlasten Onderhoudslasten Bijzondere waardemutatie van vlottende activa Overige bedrijfslasten
Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Rentebaten Waardeveranderingen van financiële vaste activa en van effecten Rentelasten
160
213
0 -15.264
423 -15.714
Resultaat financiële baten en lasten
-15.104
-15.078
-1.433
0
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen
-29.752
14.363
Belastingen
-11.075
0
Jaarresultaat
-40.827
14.363
Resultaat deelnemingen
49
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
9 Toelichtingen behorende tot de enkelvoudige jaarrekening 2014 Algemeen
Resultaat deelnemingen
De enkelvoudige jaarrekening maakt deel uit van de jaarrekening 2014 van de stichting. Voor zover posten uit de enkelvoudige balans en de enkelvoudige winst- en verliesrekening hierna niet nader zijn toegelicht, wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening.
Het aandeel in het resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van de stichting in de resultaten van deze deelnemingen. Resultaten op transacties, waarbij overdracht van activa en passiva tussen de stichting en haar deelnemingen en tussen deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden, zijn niet verwerkt voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling De grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gelijk aan die voor de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening, met uitzondering van het volgende:
Financiële instrumenten
Stichting Habion heeft een belang van 86,9% in de Vof Habion Amaris de Veste. Zowel stichting Habion als stichting Amaris hebben beide 1 stemrecht. Op basis artikel 2:414 lid 2a BW is het niet toegestaan de Vof Habion Amaris de Veste te consolideren. Het belang van Habion in deze Vof wordt 2014 voor het eerst verantwoord. Habion is volledig aansprakelijk voor de schulden in de Vof.
In de enkelvoudige jaarrekening worden financiële instrumenten gepresenteerd op basis van de juridische vorm.
10 Toelichting op de balans Financiële vaste activa
Te vorderen BWS-subsidies
Deelneming Vof Habion Amaris de Veste 0
Deelneming Habion Holding B.V.
Deelneming Habion Beheer B.V.
Totaal
8.365
1.100
9.771
0 866
324
-9 16.351 -1.433
9.231
1.424
24.680
Stand per 1 januari Mutaties: - Aflossingen - Inbreng - Resultaat boekjaren
306
0
0 16.351 -2.623
Stand per 31 december
297
13.728
-9
Habion Holding B.V. betreft een 100% deelneming welke gevestigd is in Utrecht. Habion Beheer B.V. betreft een 100% deelneming welke gevestigd is in Houten. 50
Vof Habion Amaris de Veste B.V. betreft een 86,9% deelneming welke gevestigd is in Houten. Zowel stichting Habion als stichting Amaris Zorggroep hebben beide 1 stemrecht.
11 Eigen vermogen Overige reserves
Beginbalans per 1 januari Resultaat over het boekjaar Stand per 31 december
Niet in de balans opgenomen verplichtingen Aangegane verplichting huurcontract Per 1 augustus 2007 is een huurcontract aan gegaan met Breevast Properties I B.V. voor het kantoorgebouw aan de Molen 94-98 te Houten. Het huurcontract is in 2012 verlengd met 5 jaar. De jaarhuur over 2014 bedraagt € 225.000. Aangegane verplichtingen onderhoud Per balansdatum waren verplichtingen aangegaan met betrekking tot lasten onderhoud € 427.000 (voorgaand jaar € 3.417.080). Aangegane verplichtingen materiële vaste activa en vastgoedbelegging Per balansdatum waren verplichtingen aangegaan met betrekking tot lasten materiële vaste activa en vastgoedbelegging € 6.143.833 (voorgaand jaar € 33.419.294). Obligo WSW De obligo uit hoofde van geborgde leningen door de borgsteller bedraagt ultimo 2014 € 15.325.964 (2013: € 14.781.624). De hoogte van het obligotarief is vastgesteld op 3,85% (2013: 3,85%) over het schuldrestant van de geborgde lening, met uitzondering van het leningtype variabele hoofdsom en voor collegiale financiering. Dit obligo is opeisbaar indien blijkt dat het totale garantievermogen van het Waar borgfonds Sociale Woningbouw niet voldoende is om de afspraken op het Waarborgfonds Sociale Woningbouw te dekken. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft onderzoek uitgevoerd naar de liquiditeitsrisico’s samenhangend met door woningcorporaties gehouden derivatenporte feuilles. Bij een aantal corporaties is vastgesteld
31 dec 2014 € 145.254 -40.824
31 dec 2013 € 130.892 14.362
104.430
145.254
dat zij niet beschikken over voldoende buffers om margin calls als gevolg van een eventuele rentedaling op te kunnen vangen. Onzeker is thans of dit risico zal leiden tot aanspraken op het Waarborgfonds Sociale Woningbouw en hierdoor het obligo opeisbaar kan worden. Buitenlandse activiteiten via DIGH Habion verricht geen activiteiten in het buitenland. Wel staan wij sinds 2008 garant voor de renteen aflossingsverplichting van de stichting Dutch International Guarantees for Housing (DIGH) vanwege een lening die DIGH bij een bank is aangegaan. DIGH is deze lening aangegaan om vervolgens een lening te kunnen verstrekken aan een organisatie in Kroatië voor de realisatie van sociale woningbouw daar. De garantstelling van Habion past binnen de regelgeving die de rijksoverheid heeft opgesteld (zie MG 2011-02, MG 2010-03, MG 2008-03, MG 2006-04 en MG 2005-04). De omvang van de garantstelling van Habion bedroeg per 31 december 2014 € 940.729. In 2014 is er evenals in eerdere jaren geen beroep gedaan op de garantstelling van Habion. In 2013 heeft DIGH ons bericht dat DIGH vanaf 2012 geen rente- en aflossingsbetaling heeft ontvangen voor de lening zoals DIGH voor het project in Kroatië heeft verstrekt. Wij zijn met DIGH in overleg over op welke wijze DIGH aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen kan blijven voldoen, en de garantstelling dus niet hoeft te worden ingeroepen. Daarnaast zijn wij, met de andere corporaties die het aangaat, in gesprek met DIGH over de toekomst van de organisatie. DIGH heeft zelf geconstateerd dat haar eigen bedrijfsmodel op lange termijn niet levensvatbaar is en is op zoek naar een koper voor de gehele portefeuille. 51
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
Dit zal naar verwachting gepaard gaan met een afslag op de waarde van 100%. Bankgarantie Breevast Properties I B.V. Er is een bankgarantie afgegeven voor de huur van het kantoorpand voor een bedrag van € 62.070 aan Breevast Properties I B.V..
in het resultaat van Habion Holding B.V. voor een bedrag van € 866.313 positief (2013: € 628.948 positief) en het aandeel in het resultaat van Vof Habion Amaris de Veste voor een bedrag van € 2.622.961 negatief.
Bezoldiging topfunctionarissen
Claims Tegen de toegelaten instelling zijn enkele claims ingediend die door haar worden betwist. Hoewel de afloop van deze geschillen niet met zekerheid kan worden voorspeld, wordt mede op grond van ingewonnen juridisch advies aangenomen dat deze geen materiële invloed van betekenis zal hebben op de geconsolideerde financiële positie.
Habion onderscheidt op basis van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (verder: WNT) de volgende topfunctionarissen.
Hoofdelijke aansprakelijkheid en garanties Stichting Habion heeft voor de volgende deelnemingen verklaringen van hoofdelijke aansprakelijkheid afgegeven voor uit rechts handelingen voortvloeiende schulden: Habion Participatie 1 B.V..
Bezoldiging directeur en leden managementteam De raad van commissarissen heeft de heer mr. P. Boerenfijn MRE in 2008 benoemd als directeur-bestuurder (verder: directeur) van stichting Habion (verder: Habion). De raad van commissarissen heeft in 2008 ook de bezoldiging van de directeur en het bezoldigingsperspectief vastgesteld. De hoogte van de bezoldiging van de directeur heeft de raad van commissarissen gebaseerd op de omvang (in eenheden circa 50% van het totale vastgoed van Habion) en specifieke complexiteit van met name het intramurale bezit, de transformatieopgave met betrekking tot het bezit, de vereiste kennis van en ervaring met zowel de volkshuisvestings- als de zorgsector en de grote schaal van het werkgebied in Nederland met vele verschillende woningmarkten. De hoogte van de bezoldiging was daarbij in overeenstemming met het Advies van de Commissie Arbeidsvoorwaarden Statutair Directeur Woningcorporaties (commissie Izeboud), zoals dat in 2008 gold. In 2010 is de Sectorbrede Beloningsscode voor Bestuurders van Woningcorporaties van de VTW en het Directeurencontact gepubliceerd. De raad heeft daarom in 2011 de bezoldiging van de directeur geëvalueerd en vastgesteld dat er geen aanleiding bestond veranderingen aan te brengen in de bezoldiging en arbeidsvoorwaarden van de directeur.
Fiscale eenheid De onderneming vormt tezamen met Habion Ontwikkeling B.V., Habion Holding B.V., Habion Energie B.V. en Habion Participatie 1 B.V., en Habion Beheer B.V. een fiscale eenheid voor de heffing van de vennootschapsbelasting. Vof Habion Amaris de Veste is transparant voor de vennootschapsbelasting. Stichting Habion zal als vennoot haar aandeel in de activa van Vof Habion Amaris de Veste verwerken in de fiscale aangifte. Hiernaast vormt de onderneming tezamen met samen met Habion Beheer B.V., Habion Holding B.V., Habion Energie B.V., en Habion Ontwikkeling B.V. een fiscale eenheid voor de heffing van de omzetbelasting. Elk der vennoot schappen is volgens de standaardvoorwaarden aansprakelijk voor te betalen belasting van alle bij de fiscale eenheid betrokken vennootschappen. Resultaat deelneming Dit betreft het aandeel van het resultaat in Habion Beheer B.V. voor een bedrag van € 323.646 (2013: € 204.739 negatief) en het aandeel
52
A. Directeur en leden managementteam B. Leden raad van commissarissen C. Overige functionarissen
Per 1 januari 2013 is vervolgens de WNT in werking getreden. De WNT maximeert de bezoldiging van topfunctionarissen die actief zijn bij onder meer woningcorporaties. De WNT kent een overgangs regeling. Deze komt er in hoofdlijn op neer dat bestaande afspraken vier jaar worden gerespecteerd na inwerkingtreding van de WNT, gevolgd door een afbouw in drie jaar van de bezoldiging boven de toegestane maximale bezoldiging. Met ingang van 1 januari 2014 is de bezoldiging van topfunctionarissen bij woningcorporaties verder gereguleerd door de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 2014. Afhankelijk van de grootte van de woningcorporatie en het werkgebied waar de woningcorporatie actief is, deelt deze regeling de maximale vergoeding voor topfunctionarissen in in verschillende bezoldigingsklassen, waarbij de maximale vergoeding in de hoogste klasse overeenkomt met de maximale vergoeding op
grond van de WNT. Habion is basis van deze regeling ingedeeld in bezoldigingsklasse G. De directeur van Habion is in dienst van Habion en tevens werkzaam voor een niet door publieke middelen gefinancierde of anderszins aan Habion gelieerde rechtspersoon. Deze rechtspersoon valt niet onder de WNT. Habion rekent om deze reden 6% van de bezoldiging van de directeur door aan deze rechtspersoon. De MT-leden zijn niet in dienst van Habion. In 2014 werd 94% van de door hun werkgever toegekende bezoldiging in rekening toegerekend aan Habion. In onderstaand schema is de bezoldiging van de directeur en de leden van het managementteam vermeld. Hierin is inzichtelijk gemaakt het deel van de bezoldiging (94%) dat ten laste komst van Habion en dus per saldo uit publieke middelen wordt gefinancierd.
Bezoldiging directeur en de leden van het managementteam in 2014 (de genoemde bedragen zijn exclusief BTW) Naam
Functie
mr. P. Boerenfijn MRE Directeur-bestuurder
Ten laste van Stichting Habion (vóór door belasting deel bezoldiging) Bruto-salaris Door de werkgever betaalde vrijwillige sociale verzekeringspremies Belastbare vaste en variabele Bezoldiging onkostenvergoedingen Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (pensioenpremies) Totaal Duur van het dienstverband in het boekjaar (in dagen) Omvang van het dienstverband in het boekjaar Jaar waarin het dienstverband is geëindigd Uitkeringen vanwege beëindiging dienstverband
drs. L.P.M. Benneker RA
Ten laste van de exploitatie van Stichting Habion (dus na doorbelasting deel bezoldiging)
Adjunctdirecteur Financiën en Facilitaire Zaken
drs. I.F. Hulshoff MRE MRICS Adjunctdirecteur Asset & Klantmanage ment
drs. J.P. van Berkel MIM MRICS Portefeuillemanager
Ten laste van de exploitatie van Stichting Habion
Ten laste van de exploitatie van Stichting Habion
Ten laste van de exploitatie van Stichting Habion
€ 184.081
€ 173.036
€ 106.422
€ 102.549
€ 99.945
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€ 6.643
€0
€ 56.515 € 240.596
€ 53.124 € 226.160
€ 20.489 € 126.911
€ 24.071 € 133.263
€ 14.010 € 113.955
365
365
365
365
Functiecontract Niet van toepassing Niet van toepassing
Niet van toepassing Niet van toepassing
Niet van toepassing Niet van toepassing
Niet van toepassing Niet van toepassing
53
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
De functie van adjunct-directeur Ontwikkeling maakt eveneens deel uit van het management team. De heer J.H.M. Putman MRE MRICS heeft deze functie in 2014 als externe voor 28 uur in de week vervuld. Hij ontving voor zijn werkzaamheden een vergoeding van € 107.160 (exclusief BTW), die ten laste van het resultaat van Habion is gebracht. De totale vergoeding die hij ontving, dus inclusief de 6% die is doorbelast aan een niet door publieke middelen gefinancierde of anderszins aan Habion gelieerde rechtspersoon, bedroeg € 114.000 (exclusief BTW). Beoordeling en aanpassing bezoldiging directeur in 2014 De raad van commissarissen voorzag in 2014 het functioneren van de directeur over het jaar 2013 van een positieve beoordeling. De bezoldiging van de directeur kon vanwege deze beoordeling gegeven de arbeidscontractuele bepalingen in 2014 worden verhoogd. De directeur heeft aan de raad van commissarissen aangegeven van deze aanpassing af te zien. De raad heeft dienovereenkomstig besloten. De bezoldiging van de directeur kon in 2014 op grond van zijn arbeidsovereenkomst ook worden geïndexeerd. De directeur heeft ook van deze indexatie afgezien, met instemming van de raad van commissarissen. Nevenfuncties directeur Naast zijn functie als directeur van Habion vervulde de heer mr. P. Boerenfijn MRE in 2014 een onbezoldigde bestuursfunctie bij het Platform Maatschappelijk Ondernemen te Houten. Ook is hij directeur-bestuurder van stichting Habion vastgoed zorgsector. Daarvoor ontvangt hij geen bezoldiging.
54
Bezoldiging Raad van Commissarissen De raad van commissarissen kent een honoreringsregeling. Die geeft aan dat de bezoldiging van commissarissen als volgt is: • Voorzitter € 11.025 • Lid: € 8.350 De bezoldiging is exclusief BTW. De raad van commissarissen besluit jaarlijks over indexatie van de bezoldiging. De hoogte van de bezoldiging zoals in de honoreringsregeling opgenomen is in overeen stemming met de WNT en de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 2014 (verder: de Regeling). De WNT geeft ten aanzien van de bezoldiging van commissarissen aan dat deze (in 2014) maximaal 5% (lid) of 7,5% (voorzitter) mag bedragen van de voor de organisatie geldende maximale bezoldiging van de bestuurder. Verder geldt dat een commissaris die voor 1 januari 2013 is benoemd en wiens vergoeding hoger is dan de WNT aangeeft, deze hogere vergoeding kan blijven ontvangen tot het moment van herbenoeming. De Regeling deelt de bezoldiging van bestuurders en commissarissen bij woningcorporaties in in verschillende bezoldigingsklassen. Habion valt op grond van deze regeling in klasse G. De leden van de raad van commissarissen kunnen werkelijk gemaakte reis- en onkosten declareren, na goedkeuring van deze kosten door de voorzitter van de raad van commissarissen of, als het kosten van de voorzitter betreft, de vice-voorzitter. De reiskosten per auto worden vergoed op basis van € 0,39 per kilometer en die van het openbaar vervoer op basis van gemaakte kosten voor openbaar vervoer (eerste klas).
Bezoldiging commissarissen in 2014 De bezoldiging van de commissarissen die in 2014 commissaris waren is in onderstaand schema aangegeven: Naam
De heer dr. De heer De heer De heer E.P. de Jong mr. T. Vroon F.A.H. van drs. der Heijden A.T.W.M. Oostvogel
Mevrouw drs. T. van den Hurk
Mevrouw drs. M.J.A. Visser
Mevrouw drs. F.J. Zijlstra MRE
Functie
Voorzitter
Lid
Lid en voorzitter audit commissie
Lid en lid audit commissie
Lid
Vicevoorzitter
Lid
Bezoldiging
€ 11.025
€ 8.350
€ 8.350
€ 8.350
€ 8.350
€ 8.350
€ 8.350
Duur van het commissariaat in het boekjaar (in dagen)
365
365
365
365
365
365
365
De bezoldiging van de raad van commissarissen van Habion bedroeg in 2014 in totaal € 61.125 (2013: € 107.381). Deze afname wordt voornamelijk verklaard vanwege de lagere bezoldiging die de raad van commissarissen per 2014 heeft vastgesteld.
Utrecht, 6 mei 2015
Overige functionarissen Er zijn geen overige functionarissen die op grond van de WNT gemeld dienen te worden.
drs. M.J.A. Visser Voorzitter raad van commissarissen drs. F.J. Zijlstra MRE Vice-voorzitter van de raad van commissarissen
Honoraria van de accountant De volgende honoraria van de externe accountant (BDO) zijn ten laste gebracht van stichting Habion, haar dochtermaatschappijen en andere maatschappijen die zij consolideert, een en ander zoals bedoeld in artikel 2:382a BW. 31 dec 2014 31 dec 2013 € € Onderzoek van de jaarrekening Andere controleopdrachten
65
95
0
16
65
111
mr. P. Boerenfijn MRE Directeur/bestuurder raad van commissarissen stichting Habion
F.A.H. van der Heijden Lid van de raad van commissarissen drs. T. van den Hurk Lid van de raad van commissarissen drs. A.T.W.M. Oostvogel Lid van de raad van commissarissen mr. T. Vroon Lid van de raad van commissarissen
55
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
Overige gegevens Gebeurtenissen na balansdatum Woonzorg Nederland In 2014 zijn Habion en Woonzorg Nederland verkennende gesprekken begonnen om een intensievere samenwerking te bespreken. In de jaarrekening is geen rekening gehouden met de mogelijke samenwerking. Controleverklaring De goedkeurende controleverklaring bevindt zich op de volgende pagina.
56
Statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming Er zijn geen statutaire bepalingen inzake de resultaatbestemming. Voorstel tot resultaatsbestemming Het resultaat is vooruitlopend op en onder voorbehoud van de goedkeuring door de Raad van Commissarissen reeds aan de overige reserves toegevoegd.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de raad van commissarissen en directeur-bestuurder van Stichting Habion Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2014 van Stichting Habion te Houten gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2014 en de geconsolideerde en enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de toegelaten instelling is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met de bepalingen inzake de jaarrekening als opgenomen in artikel 26, eerste lid, van het Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh), richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de bepalingen van en krachtens de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met de bepalingen inzake het jaarverslag als opgenomen in artikel 26, eerste lid, van het Bbsh en richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, rubriek A van het Accountantsprotocol Bbsh in Bijlage III bij het Bbsh en het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de toegelaten instelling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de toegelaten instelling gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
57
Geconsolideerde jaarrekening Stichting Habion 2014
ACCOUNTANTSVERKLARING Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Habion per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met artikel 26, eerste lid, van het Bbsh, richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de bepalingen van en krachtens de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 28, onderdeel b van het Bbsh, voor wat betreft het in dit artikel genoemde jaarverslag, melden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2: 392 lid 1 onder g BW bedoelde gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Hengelo, 6 mei 2015 BDO Audit & Assurance B.V. namens deze,
w.g. R.W. van Hecke RA
2 58
59
61
62