Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Enschede, 8 juli 2005 IO/05/2074/arc ir. B.H. Hoeksma mw. drs. I. Oomen
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Inhoudsopgave
1.
Inleiding ......................................................................................... 5
2.
Aanpak van het onderzoek ................................................................ 7 2.1 Vraagstelling ........................................................................ 7 2.2 Werkwijze............................................................................ 7
3.
Verzorgd wonen nader omschreven .................................................... 9 3.1 Omschrijving verzorgd wonen................................................. 9 3.2 Positionering verzorgd wonen ............................................... 10
4.
Typering cliënten verzorgd wonen .................................................... 13 4.1 Omschrijving cliënten .......................................................... 13 4.2 Leveringsvoorwaarden......................................................... 15 4.3 Zorgzwaarte van de cliënten bij verzorgd wonen ..................... 18
5.
Zorginhoudelijke en infrastructurele eisen bij verzorgd wonen .............. 21 5.1 Zorginhoudelijke voorzieningen............................................. 21 5.1.1 Samenstelling, omvang en deskundigheid van een zorgteam bij een steunpunt ....................................... 21 5.1.2 24-uurs beschikbaarheid van zorg (professionele alarmopvolging)....................................................... 22 5.1.3 Opvang alarmroep ................................................... 23 5.1.4 Noodzakelijke minimale schaalgrootte in aantal cliënten 24 5.1.5 Schaalgrootte en prevalentie ..................................... 24 5.2 Welzijn en dienstverlening ................................................... 26 5.3 Eisen aan infrastructuur van een steunpunt ............................ 26 5.4 Eisen aan de woningen van de cliënt...................................... 26
6.
Kosten 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
7.
Financieringsmogelijkheden van verzorgd wonen ................................ 34 7.1 Huidige financieringsbronnen................................................ 34 7.2 Toekomstige financiering verzorgd wonen .............................. 35 7.3 Kosten verzorgd wonen vergeleken met intramurale kosten ...... 35
8.
Samenvattende conclusies en aanbevelingen ..................................... 37 8.1. Samenvattende conclusies .................................................. 37 8.2. Aanbevelingen................................................................... 39
van verzorgd wonen............................................................. 28 Overzicht kostencomponenten verzorgd wonen ....................... 28 Kosten zorginhoudelijke voorzieningen................................... 29 Kosten welzijn en dienstverlening.......................................... 30 Kosten bouwkundige voorzieningen (stand-alone steunpunt)..... 31 Totale kosten van verzorgd wonen ........................................ 32
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 2 v an 4 7
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Bijlagen Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3. Bijlage 4. Bijlage 5.
Zorgaanbieders verzorgd wonen................................................ 40 Leden klankbordgroep ............................................................. 41 Literatuurlijst.......................................................................... 42 IZA’s V&V .............................................................................. 44 Opbrengsten met de huidige extramurale AWBZ-tarieven ............. 47
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 3 v an 4 7
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Voorwoord Deze rapportage bevat een exploitatiemodel voor het concept verzorgd wonen: een concept met toekomst! Dit model biedt zorgaanbieders inzicht in de zorginhoudelijke en financiële kengetallen die bij verzorgd wonen aan de orde zijn, ongeacht de financieringswijze. Het hier beschreven exploitatiemodel kan worden gebruikt bij het opzetten en/of verder uitbreiden van initiatieven om extramuraal zorg te leveren aan cliënten waarvoor verzorgd wonen geschikt is. In het kader van de modelontwikkeling is frequent contact geweest met de zorgaanbieders die actief zijn op het gebied van verzorgd wonen. Op deze plaats willen de onderzoekers hen van harte bedanken voor hun bereidwillige medewerking en waardevolle bijdragen. Tevens bedanken wij de leden van de klankbordgroep voor hun actieve inbreng.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 4 v an 4 7
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
1.
Inleiding Zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Dat is sinds jaren het beleid van de overheid ten aanzien van alle burgers. Met de verdere inkleuring van de gemoderniseerde AWBZ, waarbinnen de functie ‘Verblijf’ minder vaak geïndiceerd zal worden en de beoogde Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), krijgt dit beleid een extra prikkel. De ontwikkelingen van scheiden van wonen en zorg en extramuralisering spelen ook binnen de ouderenzorg. Steeds meer zorgaanbieders willen hun diensten buiten de eigen muren aanbieden en ontwikkelen nieuwe extramurale zorgvormen om op de vraag van ouderen, om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen, in te spelen. De mate waarin zorg in de thuissituatie kan worden aangeboden c.q. kan worden verkregen, is sterk afhankelijk van de beschikbare voorzieningen om de noodzakelijke zorg en begeleiding onder de juiste condities te kunnen realiseren. Bij extramurale zorgverlening speelt de concrete uitwerking en exploitatie van de zorginhoudelijke en bouwkundige infrastructuur een cruciale rol. De signalen uit het veld rondom extramuralisering zijn voor Arcares aanleiding geweest om Hoeksma, Homans & Menting organisatieadviseurs B.V. (bureau HHM) te vragen een model te ontwikkelen waarbij zorgaanbieders inzicht krijgen in de zorginhoudelijke en financiële kengetallen voor het concept verzorgd wonen, ongeacht op welke wijze de financiering zal plaatsvinden. De verwachting is dat dit in de toekomst vooral een combinatie zal zijn van financiering via eigen bijdragen van cliënten, via de gemeente (WMO en andere gemeentelijke financieringen) en via de AWBZ. Het hier beschreven exploitatiemodel kan worden gebruikt bij het opzetten en/of verder uitbreiden van initiatieven om extramuraal zorg te leveren aan cliënten waarvoor verzorgd wonen geschikt is. L EESWIJZER Hoofdstuk 2 beschrijft de in dit onderzoek gehanteerde werkwijze. In hoofdstuk 3 wordt het concept verzorgd wonen nader omschreven. Hoofdstuk 4 gaat in op de cliëntgroep waarvoor verzorgd wonen geschikt is. Voor een nadere typering van deze cliënten wordt daarbij tevens gekeken vanuit de leveringsvoorwaarden die binnen de huidige indicatiestelling worden gehanteerd. Hoofdstuk 5 behandelt de eisen die bij verzorgd wonen worden gesteld aan de zorg- en bouwkundige infrastructuur en de specifieke kenmerken voor de woning van de cliënt. Tevens komen de organisatorische aspecten zoals de beschikbaarheid, omvang en deskundigheid van het personeel en de schaalgrootte voor verzorgd wonen aan de orde. Hoofdstuk 6 gaat in op de kosten van verzorgd wonen. Hoofdstuk 7 behandelt de huidige en toekomstige mogelijkheden van financiering van verzorgd wonen.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 5 v an 4 7
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Tevens worden berekeningen gemaakt die inzicht bieden in de vergelijking tussen verzorgd wonen enerzijds en het intramurale alternatief anderzijds. Daarmee ontstaat een beeld van de ‘substitutieruimte’ die verzorgd wonen kan bieden. Hoofdstuk 8 bevat tot slot de conclusies en aanbevelingen.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 6 v an 4 7
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
2.
Aanpak van het onderzoek Dit hoofdstuk behandelt de vraagstelling en werkwijze van het onderzoek en de wijze waarop het exploitatiemodel voor verzorgd wonen tot stand is gekomen.
2.1
Vraagstelling Het doel van het onderzoek is een model te ontwikkelen waarbij zorgaanbieders inzicht krijgen in zorginhoudelijke en financiële kengetallen voor het concept verzorgd wonen. C ENTRALE ONDERZOEKSVRAAG Op welke wijze kan een V&V-zorgaanbieder verzorgd wonen optimaal organiseren en wat zijn de financiële consequenties? D EELVRAGEN 1. Wat zijn de kenmerken van de cliëntgroep(en) die in aanmerking komt voor verzorgd wonen? Wat is de zorgbehoefte van de relevante cliëntgroep(en)? 2. Welke (varianten van) leveringsvoorwaarden gelden voor deze cliëntgroep(en)? 3. Wat zijn de organisatorische aspecten van de zorg- en bouwkundige infrastructuur bij het realiseren van verzorgd wonen? 4. Wat zijn de financiële aspecten van de zorg- en bouwkundige infrastructuur bij het realiseren van verzorgd wonen? Welke actor (AWBZ, gemeente, cliënt, et cetera) zal welk deel van de kosten kunnen financieren, gegeven de huidige financiële regels? 5. Gegeven de uitkomsten van de stappen 1 t/m 4 en gegeven de kosten van de relevante intramurale vormen van zorg: Welke ruimte is er om cliënten een keuze te kunnen laten maken tussen intramurale en extramurale vormen van zorg (‘substitutieruimte’) ?
2.2
Werkwijze In het onderzoek zijn de volgende stappen gevolgd: S TAP 1: B ESCHRIJVING VERZORGD WONEN EN CLIËNTGROEP ( EN ) Aan de hand van vakliteratuur, beschrijvingen van praktijkcasussen en diverse gesprekken met zorgaanbieders die actief zijn op het gebied van verzorgd wonen, zijn het concept verzorgd wonen en de betreffende cliëntgroep(en) nader omschreven. In bijlage 1 is aangegeven met welke zorgaanbieders, telefonisch of op locatie, is gesproken. Bijlage 3 bevat een overzicht van de geraadpleegde literatuur. S TAP 2: B ENOEMEN ( VARIANTEN VAN ) LEVERINGSVOORWAARDEN Voor een nadere typering van de cliënten waarvoor verzorgd wonen geschikt is, is tevens aansluiting gezocht bij de vier leveringsvoorwaarden zoals deze binnen de indicatiestelling worden gehanteerd.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 7 v an 4 7
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Hierdoor wordt mede inzichtelijk aan welke criteria de logistieke processen (zowel zorginhoudelijk als bouwkundig) moeten voldoen. S TAP 3: O RGANISATORISCHE ASPECTEN De beschrijving van de cliëntgroep en de gedefinieerde leveringsvoorwaarden bepalen de eerste contouren van het model. Op basis hiervan en aan de hand van vakliteratuur en praktijkervaringen zijn de eisen, die bij verzorgd wonen worden gesteld aan de zorg- en bouwkundige infrastructuur, in kaart gebracht. Daarbij is tevens gekeken naar de specifieke kenmerken die voor de woning van de cliënt aan de orde zijn. Uitgaande van de zorginhoudelijke en bouwkundige eisen en de gemiddelde zorgvraag (omvang) van de cliënt waarvoor verzorgd wonen geschikt is, zijn de organisatorische consequenties zoals de beschikbaarheid, omvang en deskundigheid van het personeel en de schaalgrootte in kaart gebracht. S TAP 4: F INANCIËLE ASPECTEN Op basis van de zorginhoudelijke en bouwkundige eisen bij verzorgd wonen, zijn de gemiddelde kosten van verzorgd wonen in beeld gebracht vanuit het oogpunt van de zorgaanbieder, ongeacht de financier. Daarbij is onderscheid gemaakt in de volgende kostencomponenten: zorginhoudelijke voorzieningen, inclusief 24-uurs beschikbaarheid van zorg; bouwkundige voorzieningen; welzijn en dienstverlening. Bij het in beeld brengen van de kosten is uitgegaan van een normatieve benadering. Deze normatieve benadering is vervolgens getoetst aan de werkelijke kosten zoals deze in de praktijk van toepassing zijn. Indien financiële gegevens niet of in onvoldoende mate beschikbaar waren, zijn aannamen gemaakt zodat het model toch een totaalbeeld geeft. Op basis van de kosten en de huidige financiële regels is in kaart gebracht welke actor welk deel van de kosten financiert. S TAP 5: ‘S UBSTITUTIERUIMTE ’ In deze stap zijn berekeningen gemaakt die inzicht moeten bieden in de vergelijking tussen verzorgd wonen enerzijds en het intramurale alternatief anderzijds. Daarmee ontstaat een beeld van de ‘substitutieruimte’ die verzorgd wonen kan bieden. K LANKBORDGROEP Ten behoeve van de uitvoering van het onderzoek is een klankbordgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers namens Arcares, het Ministerie van VWS, het CTG/ZAio en Zorgverzekeraars Nederland. Zie bijlage 2 voor de samenstelling van de klankbordgroep.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 8 v an 4 7
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
3.
Verzorgd wonen nader omschreven De tendens dat steeds meer ouderen langer thuis blijven wonen, heeft naast een veranderde zorgvraag tot gevolg dat behoefte ontstaat aan specifieke woon-, zorg- en welzijnsarrangementen. Alleen als er voldoende en passende zorg en diensten in de buurt zijn, kunnen ouderen zelfstandig blijven wonen. Alvorens dieper in te gaan op de organisatorische en financiële aspecten wordt het concept verzorgd wonen in dit hoofdstuk nader omschreven en gepositioneerd.
3.1
Omschrijving verzorgd wonen Bij verzorgd wonen gaat het er om kwetsbare ouderen met een gecombineerde zorg- en welzijnsvraag zo lang mogelijk op een menswaardige manier in de gelegenheid te stellen thuis te blijven wonen. Het gaat om het scheiden van wonen en zorg. Verzorgd wonen heeft betrekking op zelfstandige wooneenheden of woningen waar 24-uurs zorg op afroep mogelijk is door de aanwezigheid van een infrastructuur voor wonen, zorg en welzijn. De welzijnscomponent bestaat met name uit recreatieve en sociaal-culturele activiteiten die in de nabijheid aanwezig zijn om de zelfredzaamheid van de ouderen te handhaven en sociaal isolement te voorkomen. In de praktijk kan de infrastructuur fysiek gestalte krijgen in: een stand-alone steunpunt; een gekoppeld steunpunt: dat wil zeggen dat het steunpunt onderdeel is van bijvoorbeeld een instelling voor verblijf, een woonzorgcomplex of een multifunctioneel dienstencentrum, samen met bijvoorbeeld de eerstelijns gezondheidszorg. Door deze zorginfrastructuur kunnen strakkere leveringsvoorwaarden voor de zorg en begeleiding worden gegarandeerd ten opzichte van zelfstandig wonen zonder steunpunt. Ook is de afstand tot de haalfuncties1 kleiner. Verzorgd wonen gaat verder dan zelfstandig wonen met planbare zorg plus calamiteitenzorg. Verzorgd wonen biedt: (een gevoel van) Veiligheid door de garantie van de noodzakelijke nabijheid van zorg/begeleiding. Dat wil zeggen snel ter plaatse indien nodig of dat de zorgverlener, zonodig, regelmatig even ‘binnenloopt’ bij de cliënt, zowel overdag als ‘s nachts. In de praktijk geldt een responstijd van maximaal 20 minuten, tenzij in overleg met de cliënt een langere responstijd is overeengekomen. Een restaurant en recreatieve en sociaal-culturele activiteiten in de directe nabijheid van de woning.
1
Haalfuncties, zoals dagactiviteiten, restaurant en ontmoeting, worden gehaald door de gebruiker. Deze functies moeten voldoende dicht bij de woning worden aangeboden of bereikbaar zijn met goede vervoersmogelijkheden en toegankelijk zijn.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 9 v an 4 7
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
3.2
Een, voor de cliënt, totaalpakket van wonen, zorg en welzijn. Dit komt tot uiting in functies voor de coördinatie van de zorg1, zoals een zorgbemiddelaar, casemanager of ouderenadviseur. Deze functionarissen vervullen, naast een contactverzorgende, een belangrijke rol als aanspreekpunt voor de cliënt.
Positionering verzorgd wonen Om verzorgd wonen nader te positioneren, worden de volgende woonsettingen binnen de V&V onderscheiden: Omschrijving woonsetting I
Wonen zonder steunpunt
Individueel zelfstandig wonen zonder steunpunt in de buurt.
II
Wonen nabij standalone steunpunt
Geclusterd zelfstandig wonen in de buurt van een ‘standalone’ steunpunt (woning is niet via overdekte gangen verbonden met het steunpunt, responstijd max. 20 min.).
III
Wonen nabij gekoppeld steunpunt
Geclusterd zelfstandig wonen in de buurt van een steunpunt dat onderdeel is van een instelling voor verblijf, een woonzorgcomplex of een multifunctioneel dienstencentrum (woning is niet via overdekte gangen verbonden met het steunpunt, responstijd max. 20 min.).
IV
Wonen verbonden met gekoppeld steunpunt
Geclusterd zelfstandig wonen, via overdekte gangen verbonden met een steunpunt dat onderdeel is van een instelling voor verblijf, een woonzorgcomplex of een multifunctioneel dienstencentrum (responstijd max. 20 min.).
V
Kleinschalig groepswonen
Binnen de V&V ook wel beschermd wonen genoemd: een kleinschalige groepswoning met gemeenschappelijke voorzieningen.
VI
Verblijf in een instelling
Verblijf in een grootschalige instelling (intramuraal).
Tabel 1. Omschrijving diverse woonsettingen binnen de V&V
Aan de hand van enkele relevante aspecten, zoals deze uit de vakliteratuur (zie bijlage 3) en ervaringen in de praktijk (zie bijlage 1) naar voren zijn gekomen, kan verzorgd wonen als volgt worden geconcretiseerd en gepositioneerd.
1 Coördinatie van zorg omvat ook informatieverstrekking over de diverse mogelijkheden van zorg- en dienstverlening (zoals maaltijden, hulpmiddelen, huursubsidie), regelen/bemiddelen naar een dienstenpakket zoals een klussendienst, boodschappenservice, maaltijdverzorging en hulp bij financiële zaken.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 10 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Nabijheid van recreatieve en sociaal-culturele activiteiten (haalfunctie)
Coördinatie van zorg
Dagbesteding1
X
X
X
X2
II
Wonen nabij standalone steunpunt
X
X
X
X
X
X
X
X
III
Wonen nabij gekoppeld steunpunt
X
X
X
X
X
X
X
X
IV
Wonen verbonden met gekoppeld steunpunt
X
X
X
X
X
X
X
X
V
Kleinschalig groepswonen
X
X
X
X
X
X
X
X
X
VI
Verblijf in een instelling
X
X
X
X
X
X
x
X
X
Permanent toezicht (24 uur per dag)
Zorg/begeleiding op afroep (aanzienlijke kans op onplanbare zorg)
Wonen zonder steunpunt
Maaltijdenservice/ restaurant
Personenalarmering (hulp in geval van calamiteiten)
I
Woonsetting
Zorg/begeleiding op afspraak (planbare zorg)
Huishoudelijke verzorging
Wat wordt geboden
Tabel 2. Afbakening en positionering concept verzorgd wonen
Bij de woonsettingen II, III en IV is sprake van verzorgd wonen. Dit betreft het tussensegment tussen enerzijds ouderen die volledig zelfstandig wonen en geen zorg of alleen planbare zorg/begeleiding ontvangen eventueel in combinatie met personenalarmering bij calamiteiten en anderzijds ouderen die zijn aangewezen op verblijf in een instelling omdat de zorg noodzakelijkerwijs gepaard gaat met een beschermende woonomgeving, een therapeutisch leefklimaat dan wel permanent toezicht al dan niet in de vorm van kleinschalig groepswonen waarbij sprake is van 24 uur per dag permanent toezicht. De kern van het concept verzorgd wonen is de beschikbaarheid van zorg en begeleiding 24 uur per dag (met een maximale responstijd van 20 minuten) en de aanwezigheid van een restaurant en activiteitencentrum in de nabijheid. Er wordt vanuit gegaan dat aan de organisatorische randvoorwaarde van een responstijd van maximaal 20 minuten kan worden voldaan in een wijk of dorp
1 Dagbesteding is zorggeoriënteerd, gericht op het opheffen van c.q. het omgaan met beperkingen die in de persoon zelf zijn gelegen. Er is sprake van dagbesteding als de zorgbehoefte aan dagbesteding is geformaliseerd in het zorgplan van de cliënt en in principe een niet vrijblijvend karakter heeft. Recreatieve en sociaal-culturele activiteiten voorzien in een zinvolle invulling van het bestaan van cliënten en hebben in principe een vrijblijvend karakter. 2 Maaltijdenservice is een brengfunctie en kan geboden worden, ongeacht de woonsetting. Een belangrijke voorwaarde van verzorgd wonen is een restaurant in de directe nabijheid (haalfunctie). Dit is bij individueel zelfstandig wonen (woonsetting 1) niet als vereiste aan de orde.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 11 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
van 10.000 inwoners. Dit kan betekenen dat in het plattelandsgebied het geografische werkterrein wat groter is. Bij het inbedden van de infrastructuur voor verzorgd wonen is het wenselijk, zoniet vanuit doelmatigheidsoverwegingen noodzakelijk, om aan te sluiten bij beschikbare of reeds geplande voorzieningen, zowel binnen als buiten de AWBZ (maaltijden/restaurant, welzijn, activiteiten). Ook zal samenwerking moeten worden gezocht met welzijnsorganisaties en woningcorporaties om voor ouderen een doelmatig en sluitend aanbod van wonen, zorg en welzijn in de lokale situatie te realiseren. Ook samenwerking met de gehandicaptenzorg en GGZ kan schaalvoordelen opleveren. Bij een gekoppeld steunpunt kan maximale doelmatigheid voor het gebruik van de bouwkundige voorzieningen worden bereikt. Deze optie dient dan ook bij voorkeur te worden gekozen. Opgemerkt dient te worden dat enkele geïnterviewde zorgaanbieders ook zorg op afroep bieden (met een responstijd van maximaal 30 minuten) zonder steunpunt. Er is dan echter voor de cliënt geen sprake van een totaalpakket inclusief recreatieve en sociaal-culturele activiteiten in de nabijheid en coördinatie van zorg. Deze organisatorische varianten worden vooralsnog niet gerekend tot het concept verzorgd wonen. Het specifieke en groepsgewijze karakter van dagbesteding vereist een aparte organisatie. Aangenomen wordt dat een voorziening voor dagbesteding is ondergebracht en zal worden georganiseerd in een gekoppeld steunpunt of een multifunctioneel dienstencentrum. De ervaringsdeskundigen geven aan dat bij het realiseren van extramurale zorg en verzorgd wonen een voorziening van tijdelijke opvang in de keten aanwezig dient te zijn. Het gaat daarbij om kortdurende opvang, met tijdelijk permanent toezicht, bij (herstel van) ziekte of ter voorkoming daarvan en/of ter ontlasting van de mantelzorg. In dit onderzoek wordt er vanuit gegaan dat deze voorziening is ondergebracht c.q. bedden zijn geoormerkt bij instellingen voor verblijf.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 12 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
4.
Typering cliënten verzorgd wonen Dit hoofdstuk gaat in op de cliënten waarvoor verzorgd wonen geschikt is. Voor de typering van de cliënten is gebruik gemaakt van vakliteratuur (zie bijlage 3) en praktijkervaringen van de zorgaanbieders die verzorgd wonen inmiddels exploiteren. Voor een nadere typering van deze cliënten is in paragraaf 4.2 tevens gekeken vanuit de leveringsvoorwaarden die binnen de huidige indicatiestelling worden gehanteerd.
4.1
Omschrijving cliënten Verzorgd wonen heeft, zoals hiervoor beschreven, betrekking op ouderen die onder speciale voorwaarden zelfstandig kunnen wonen. Deze noodzakelijke voorwaarden betreffen de aanwezigheid van een zorgteam, restaurant en activiteitencentrum in de nabijheid. De belangrijkste onderscheidende factor van verzorgd wonen ten opzichte van volledig zelfstandig wonen (woonsetting I) is de nabijheid van zorg/begeleiding. Dat wil zeggen dat de zorg/begeleiding 24 uur per dag op afroep beschikbaar is. Op basis hiervan kunnen ouderen, waarbij de kans groot is dat men onverwachts zorg/begeleiding nodig heeft, toch zelfstandig blijven wonen. In verband met het handhaven van de zelfredzaamheid en het voorkomen van sociaal isolement, is het voor de doelgroep tevens van belang dat recreatieve en sociaal-culturele activiteiten in de nabijheid aanwezig zijn. De huidige praktijkervaringen laten zien dat verzorgd wonen zich richt op chronisch zorgbehoevende, psychogeriatrisch en somatisch zieke ouderen, denk aan: Ouderen met beperkte fysieke zelfredzaamheid, die slecht mobiel zijn, transfers niet meer zelfstandig kunnen maken (hulp nodig hebben bij veel ADL-activiteiten). Ouderen met ernstige somatische beperkingen en beperkte sociale zelfredzaamheid. Ouderen, waaronder ouderen met beginnende dementie, die behoefte hebben aan structuur, veiligheid en psychosociale begeleiding, met andere woorden ouderen die de regie over hun eigen leven beginnen te verliezen. Ouderen met dementie in een verder gevorderd stadium en er is een partner/mantelzorg aanwezig die het tekort in het voeren van de regie kan compenseren. Bij al deze ouderen is sprake van meervoudige hulpvragen. Ook zijn er meerdere zorgmomenten per dag/nacht aan de orde. In uitzonderlijke gevallen kan dit oplopen tot meer dan 10 momenten. Daarbij is sprake van een aanzienlijke kans op vraag naar onplanbare zorg/begeleiding ofwel een noodzaak voor ‘zorg op afroep’. Dit gaat verder dan zorg bij calamiteiten (noodhulp).
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 13 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Uit de praktijk komt echter naar voren dat de zorg en begeleiding in zeer grote mate volgens afspraak geboden1 wordt, ook ’s nachts2. Door de vele contacten met de cliënt, wordt de zorg op afroep beperkt. De zekerheid voor de cliënt dat er binnen 20 minuten hulp is als het nodig is en het feit dat de afspraken worden nagekomen, leiden er in de praktijk toe dat cliënten nauwelijks een beroep doen op de onplanbare zorg. De praktijk wijst uit dat wat betreft somatische aandoeningen zeer veel mogelijk is binnen verzorgd wonen3. Verzorgd wonen is niet meer haalbaar indien de stoornis/beperking van dien aard is dat benodigd medisch technisch handelen niet in de thuissituatie mogelijk is. Het gaat dan om intensieve persoonlijke verzorging, medische begeleiding en paramedische hulp. Verzorgd wonen stelt vooral eisen aan de sociale redzaamheid en het regievermogen van de cliënt of diens mantelzorger, los van het feit of men daar fysiek handen en voeten aan kan geven. Cliënten moeten in staat zijn om delen van de dag alleen te zijn, structuur aan te brengen, te alarmeren, regie te voeren, eigen wensen aan te geven, te communiceren en hulp te organiseren. Verzorgd wonen blijkt in de praktijk nog mogelijk bij enig regieverlies. Dit is ook afhankelijk van de mogelijkheden van de mantelzorg, in hoeverre de mantelzorg het tekort in het voeren van de regie (deels) kan compenseren. Zorginhoudelijk gezien ligt de grens bij pg-problematiek bij de noodzaak van permanent toezicht, 24 uur per dag. Zodra iemand een gevaar wordt voor zichzelf of de omgeving, dwaalgedrag vertoont, er onveilige situaties en/of overlast ontstaan, niet meer zelf de regie over zijn leven kan voeren en voortdurend hulp nodig heeft bij de dagstructurering is continu toezicht aan de orde en is de cliënt aangewezen op kleinschalig beschermd wonen of verblijf in een intramurale instelling. De eerdergenoemde behoefte aan veiligheid blijkt in de praktijk vooral tijdens de nacht van belang. Cliënten moeten er vertrouwen in hebben en niet in paniek raken. De ervaring leert dat mensen met een zwaardere zorgbehoefte veel vaker kiezen voor zelfstandig wonen waarbij de woningen en het steunpunt via overdekte gangen met elkaar verbonden zijn. Men ervaart een groter gevoel van veiligheid/geborgenheid dan bij de woningen, die niet via gangen met elkaar verbonden zijn, met alle effecten op de zorgvraag van dien. Kort samengevat zijn de volgende aspecten bij verzorgd wonen aan de orde: Er is sprake van meervoudige (gecombineerde) zorg- en welzijnsvragen. Men is aangewezen op 24 uurs zorg op afroep (permanente noodzaak). Er worden eisen gesteld aan het regievermogen van de cliënt of diens mantelzorger.
1 Dit in tegenstelling tot het ADL-clusterwonen zoals door Fokus en Amstelrade geëxploiteerd waarbij planbare zorg ook op afroep wordt geboden. 2 Zorgmomenten ’s nachts bestaan uit helpen bij toiletbezoek, helpen bij transfers maken (voorkomen van valrisico’s), verwisselen van incontinentiemateriaal en controlemomenten in het kader van structureren van het dagelijks leven: bijvoorbeeld kijken of mensen (nog) in bed liggen. 3 In individuele situaties kan dit afwijken en is verzorgd wonen mogelijk mede afhankelijk van het cliëntsysteem, motivatie en spankracht van de cliënt (vertrouwen hebben, niet in paniek raken), betrokkenheid en inzet mantelzorg/partner/familie, veiligheid en gevoel van veiligheid. Zelfstandig wonen moet nog wel een meerwaarde hebben.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 14 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Cliënt (of diens mantelzorger) is (fysiek, psychisch, verstandelijk) in staat om op eigen initiatief te alarmeren en de komst van de zorgverlener af te wachten en/of de cliënt kan de komst van de zorgverlener afwachten zonder ernstig in de problemen te komen. Er is (een sterke) behoefte aan contacten, sociaal netwerk (voorkomen van eenzaamheid). Dit vraagt om de nabije aanwezigheid van een restaurant en activiteitencentrum.
De doelgroep voor verzorgd wonen zal binnen de huidig indicatiestelling niet meer in aanmerking komen voor intramuraal verblijf. De voor deze doelgroep noodzakelijke ondersteuning, te weten 24-uurs beschikbaarheid van zorg/begeleiding en de aanwezigheid van een restaurant en activiteitencentrum in de nabijheid moeten voor de cliënt integraal worden geboden. Verondersteld mag worden dat indien niet aan deze voorwaarden van verzorgd wonen kan worden voldaan, de cliënten zijn aangewezen op intramuraal verblijf.
4.2
Leveringsvoorwaarden Voor een nadere typering van de cliënten waarvoor verzorgd wonen geschikt is, kan tevens aansluiting worden gezocht bij de leveringsvoorwaarden zoals die in de huidige indicatiestelling voor de AWBZ worden gehanteerd. Voor de duidelijkheid: dat hierop wordt aangesloten betekent niet dat er vanuit wordt gegaan dat het concept van verzorgd wonen geheel of grotendeels uit de AWBZ wordt gefinancierd. De leveringsvoorwaarden zeggen iets over de context waarin de zorg en begeleiding geleverd moet worden en over de ‘mate van beschikbaarheid’ van de zorg. Het gaat om de ‘afstand’ tussen de zorgverlener en de cliënt en daarmee de snelheid waarmee de zorgverlener aanwezig kan zijn om zorg te verlenen. Opgemerkt dient te worden dat deze voorwaarden geen onderdeel zijn van het indicatiebesluit en er in die zin geen rechten aan kunnen worden ontleend. De volgende vier leveringsvoorwaarden worden binnen het huidige protocol ‘Indicatiestelling voor Verblijf’ onderscheiden: a.
Volgens afspraak, op geplande tijden. Het tijdstip waarop de zorg wordt geboden wordt vooraf gepland en afgesproken met de cliënt; de cliënt is in staat om die planning (mee) te maken, afspraken te maken en te houden (thuis te zijn, te weten dat er iemand komt etc).
b.
Volgens afspraak + direct oproepbaar (toezicht op afstand). Het tijdstip waarop de zorg wordt geboden wordt vooraf gepland en afgesproken met de cliënt. De cliënt is in staat om die planning (mede) te maken, afspraken te maken en die te houden (thuis te zijn, te weten dat er iemand komt etc). Daarnaast doen zich ongeplande zorgmomenten voor. De cliënt is aangewezen op assistentie bij ADL, transfers en toiletgang. Daarnaast kunnen er zich meer of minder risicovolle situaties voordoen waarbij gealarmeerd wordt: bijv. valrisico, angstaanvallen, noodzaak voor verpleegkundige interventies.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 15 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Een verzorgende moet op onplanbare momenten opgeroepen kunnen worden; de cliënt is (fysiek, psychisch, verstandelijk) in staat een alarm te bedienen en de komst van de zorgverlener af te wachten. c.
Voortdurend in de nabijheid (toezicht in de nabijheid). Cliënten die door (vooral) cognitieve beperkingen - zoals bij gevorderde dementie, complexe NAH, ernstige verstandelijke handicap - behoefte hebben aan continue begeleiding en toezicht. Stoornissen kunnen op cognitief vlak (regie, vermogen om te alarmeren) liggen, maar ook bij fysieke problemen waarbij gevaar optreedt is deze voorwaarde noodzakelijk. De zorgverlener loopt regelmatig (b.v. om de paar uur) even 'binnen' bij de cliënt om te kijken of hij zorg nodig heeft. De cliënt heeft in principe planbare zorg nodig, maar heeft daarnaast ook regelmatig niet (altijd) te plannen zorg nodig (zoals blijkt uit ervaring), waarvoor al dan niet directe interventie nodig is. De cliënt heeft actief en passief toezicht nodig, want kan niet (altijd) zelf alarmeren. Dit, bijvoorbeeld vanwege het verlies van de regie over het dagelijks leven. De cliënt kan de onaangekondigde komst van de zorgverlener afwachten zonder ernstig in de problemen te komen. Wanneer dit toezicht of deze mate van nabijheid niet met mantelzorg, domotica, enz. geboden kan worden, is de functie verblijf aangewezen.
d.
24 uur per dag direct aanwezig (toezicht steeds actief). Vanuit de stoornissen en beperkingen van de cliënt is het noodzakelijk dat er voortdurend toezicht in nabijheid is. Stoornissen kunnen op cognitief vlak (regie, vermogen om te alarmeren) liggen, maar ook bij fysieke problemen waarbij (levens)gevaar optreedt, is deze voorwaarde noodzakelijk (b.v. bij intensieve chronische ademhalingsondersteuning). De zorgverlener is in staat binnen de maximaal toegestane tijd te reageren. De zorgverlener houdt de cliënt 24 uur per dag in de gaten; hij is geen moment 'uit het oog'; er kan ook elk moment iets (ernstig) mis gaan (b.v. cliënt gaat staan en wil lopen, terwijl het valgevaar heel groot is en de cliënt zich dat niet realiseert). De cliënt is niet meer in staat te beoordelen of hij zorg nodig heeft, hulp in te roepen en hulp af te wachten; er zijn heel regelmatig ongeplande zorgmomenten, zowel overdag als 's nachts. Wanneer deze toezicht en nabijheid niet verantwoord met mantelzorg, domotica enz. geboden kunnen worden, is de functie verblijf aangewezen. Het is aan de cliënt om te kiezen voor het al dan niet verzilveren van verblijf.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 16 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Deze leveringsvoorwaarden verhouden zich als volgt tot de eerdergenoemde vormen van wonen. Woonsettingen
I Wonen zonder steunpunt
II Wonen nabij stand-alone steunpunt
III Wonen nabij gekoppeld steunpunt
IV Wonen verbonden met gekoppeld steunpunt
X
X
X
X
X
X
Leveringsvoorwaarden a. Volgens afspraak, op geplande tijden
X
b. Volgens afspraak + direct oproepbaar
X1
c. Voortdurend in de nabijheid d. 24 uur per dag direct aanwezig
V Kleinschalig groepswonen
VI Verblijf in een instelling
X
X
Tabel 3. Leveringsvoorwaarden in relatie tot de woonsettingen
Opgemerkt dient te worden dat ‘direct oproepbaar’ niet de professionele alarmopvolging bij calamiteiten betreft. Iemand is aangewezen op ‘direct oproepbaar’ indien er meerdere keren per week sprake is van onplanbare zorg Uitgangspunt bij de indicatiestelling is de noodzaak van zorg/begeleiding op afroep, niet de wens van de cliënt om planbare zorg op afroep te willen ontvangen. Een cliënt is aangewezen op zorg/begeleiding op afroep bij (dagelijkse) assistentie bij ADL, transfers en toiletgang, (frequent) valrisico, dreigend levensgevaar (bijvoorbeeld bij ademhalingsondersteuning). Cliënten waarbij de leveringsvoorwaarden b of c aan de orde zijn, behoren tot de doelgroep verzorgd wonen. In de praktijk blijkt het ook mogelijk om leveringsvoorwaarden b en c te realiseren in de woonsettingen II, III en IV. De vraag is in hoeverre leveringsvoorwaarde c ‘voortdurend in de nabijheid’ ook in woonsetting II en III efficiënt te organiseren is. Bij deze leveringsvoorwaarde is sprake van een meer actieve benadering van de zorgverlener (af en toe ‘neus om de deur steken’). Cliënten moeten minimaal in staat zijn2 om de (on)aangekondigde komst van de zorgverlener af te wachten zonder ernstig in de problemen te komen. Bij woonsetting IV, waarbij de woning via overdekte gangen met een steunpunt is verbonden, zijn alle voorzieningen ‘binnenshuis’. Zelfstandig wonen verspreid in de wijk (in een woonzorgzone) vraagt enerzijds meer van de cliënt. Anderzijds is de afstand tot de woningen, en daarmee responstijd, bij de woonsettingen II en III groter. Uit de indicatiestelling komt naar voren dat met name een sterke behoefte aan begeleiding vraagt om voortdurende nabijheid c.q. leveringsvoorwaarde c. In de huidige situatie wordt dan ook veelal de functie verblijf geïndiceerd.
1
Zoals eerder vermeld biedt een aantal zorgaanbieders in de praktijk ook sec zorg op afroep met een responstijd van maximaal 30 minuten, zonder steunpunt. 2 Al dan niet met behulp van mantelzorg.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 17 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Persoonlijke verzorging en verpleging kunnen in het algemeen in grote mate volgens de leveringsvoorwaarden a en b worden geboden.
4.3
Zorgzwaarte van de cliënten bij verzorgd wonen Via drie invalshoeken (‘triangulatie’) is een schatting gemaakt van de zorgzwaarte van de cliënten waarvoor verzorgd wonen een goede vorm van zorgverlening kan zijn: A. Via de gegevens die uit de praktijk zijn verkregen. B. Via vergelijking met de intramurale zorgarrangementen (IZA’s). C. Via interpretatie van indicatie-gegevens nieuwe stijl. Ad A:
Bij een aantal projecten die verzorgd wonen bieden, kon specifieke informatie worden opgevraagd over de zorgzwaarte van de deelnemende cliënten. Voor bedoelde projecten: zie bijlage 1. Van 3 projecten kon de huidige zorgzwaarte redelijk betrouwbaar worden berekend/benaderd. Het beeld van de huidige zorgzwaarte in uren per week per cliënt is: 8,2, respectievelijk 7,2 en respectievelijk 6,7 uren zorg/begeleiding per cliënt per week (inclusief huishoudelijke verzorging).
Ad B:
Een IZA is een Intramuraal Zorgarrangement dat een veel voorkomende combinatie van functies en klassen vormt. Deze functies en klassen worden onderscheiden bij de onafhankelijke, functiegerichte indicatiestelling. Bij de IZA’s zijn ook de bijbehorende leveringsvoorwaarden gedefinieerd. Geconcludeerd kan worden dat in ieder geval cliënten met IZA 1,2 en 3 in aanmerking komen voor het concept van verzorgd wonen. Zie bijlage 4 voor de definiëring van de betreffende IZA’s. Voor deze groepen cliënten zijn de volgende verblijfskenmerken aan de orde: setting: beschut wonen; nachtdienst: oproepbare wacht of wakende wacht; leveringsvoorwaarde: volgens afspraak en direct oproepbaar. Zodra sprake is van beschermd wonen en leveringsvoorwaarde ‘24 uur per dag direct aanwezig’, lijkt verzorgd wonen niet meer mogelijk. Op basis van de meting van de IZA’s in het najaar van 2004 kan worden geconcludeerd dat van alle cliënten die in een verzorgings- of verpleeghuis verblijven 50,6% op IZA 1, 2 of 3 scoort. In de meting van voorjaar 2005 bedraagt dit percentage 49,0% terwijl bekend is dat er in die meting een lichte oververtegenwoordiging van zwaardere cliënten is. Voorgaande kan worden samengevat tot de conclusie dat mag worden aangenomen dat 50% van de huidige cliënten van verzorgings- of verpleeghuizen IZA 1, 2 of 3 scoort. Het (tussen IZA 1, 2 en 3 gewogen) gemiddelde zorggebruik bedraagt: 5,9 uur zorg/begeleiding per cliënt per week (dus exclusief huishoudelijke verzorging).
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 18 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Ad C:
Op basis van beschikbare informatie en de inschatting van de inhoudelijk deskundigen aangaande de functiegerichte indicatiestelling zoals die per 1 januari 2003 van kracht is, ontstaat een beeld van de zorgzwaarte (in functies en klassen) van de cliënten waarvoor het concept van verzorgd wonen geschikt is. Het scoren van de van toepassing zijnde leveringsvoorwaarde vindt bij de indicatiestelling nog onvoldoende systematisch plaats. Daardoor is direct gebruik van indicatie-gegevens (nog) niet mogelijk. Wel zijn er aanwijzingen dat de hoeveelheid geïndiceerde zorg en begeleiding bij zowel leveringsvoorwaarde b als bij leveringsvoorwaarde c (voor cliënten die geen indicatie voor ‘verblijf’ hebben) hoger ligt dan resulteert uit de benadering via A en B.
Vanuit de praktijk (ad A) is aangegeven dat het concept van verzorgd wonen ook mogelijk is voor zwaardere cliënten dan degenen die nu in dergelijke projecten participeren. Indicatie-gegevens (ad C) lijken dus ook in die richting te wijzen. Desondanks is voor de berekeningen die in de volgende hoofdstukken worden gemaakt een mogelijk wat behoudend uitgangspunt genomen wat betreft de zorgzwaarte. Evident is dat, naarmate de gemiddelde zorgzwaarte toeneemt, de organisatorische vormgeving en exploitatie van verzorgd wonen in toenemende mate haalbaar wordt. Meer zorguren per cliënt per week betekent dat de schaal waarop dergelijke projecten zijn te exploiteren, kleiner wordt. Er wordt daarom vanuit gegaan dat cliënten van verzorgd wonen gemiddeld circa 8 uur individuele zorg/begeleiding per week nodig hebben. De zorg bestaat, gemiddeld per cliënt per week, grofweg uit: 25% huishoudelijke verzorging (2,0 uur); 45% persoonlijke verzorging (3,5 uur); 15% verpleging (1,25 uur); 15% ondersteunende begeleiding op individueel niveau (1-op-1) (1,25 uur). Dit is exclusief ondersteunende begeleiding in de vorm van dagbesteding, exclusief zorgcoördinatie en exclusief recreatieve/sociaal-culturele activiteiten. Op basis van de eerder genoemde bronnen wordt de navolgende aanname gedaan ten aanzien van ondersteunende begeleiding in de vorm van dagbesteding: voor ca. 10% van de cliënten zijn dergelijke dagactiviteiten noodzakelijk; die betreffende cliënten gaan daar gemiddeld 4 dagdelen per week naar toe; voor elke 6 cliënten is één zorgverlener nodig. Dagbesteding verschilt van recreatieve/sociaal-culturele activiteiten. Het onderscheid kan als volgt worden getypeerd: Dagbesteding is zorggeoriënteerd, gericht op het opheffen van c.q. het omgaan met beperkingen die in de persoon zelf zijn gelegen. Veelal is de noodzaak daartoe vastgelegd in een zorgplan en heeft het in principe geen vrijblijvend karakter.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 19 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Recreatieve/sociaal-culturele activiteiten (welzijn) bestaan uit het bieden van voorzieningen voor een zinvolle invulling van het bestaan van de cliënt en heeft in principe een vrijblijvend karakter.
Er wordt vanuit gegaan dat ‘behandeling’ buiten het concept van verzorgd wonen wordt gerekend; dat wil zeggen dat er een beroep op de medische en paramedische zorg kan worden gedaan zoals dat regulier extramuraal beschikbaar is.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 20 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
5.
Zorginhoudelijke en infrastructurele eisen bij verzorgd wonen Dit hoofdstuk gaat in op de zorginhoudelijke en infrastructurele eisen die bij verzorgd wonen aan de orde zijn. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in de volgende componenten die hierna achtereenvolgens worden uitgewerkt: zorginhoudelijke voorzieningen, inclusief 24-uurs beschikbaarheid van zorg; welzijn en dienstverlening; bouwkundige voorzieningen (eisen aan infrastructuur van een steunpunt). Tevens worden de specifieke kenmerken voor de woning van cliënt beschreven.
5.1
Zorginhoudelijke voorzieningen Bij de zorginhoudelijke voorzieningen gaat het om: de samenstelling, omvang en deskundigheid van een zorgteam bij een steunpunt; de 24-uurs beschikbaarheid van zorg (professionele alarmopvolging); het opvangen van de alarmoproep. In deze paragraaf wordt tevens ingegaan op de minimale schaalgrootte van verzorgd wonen in aantal cliënten en de noodzakelijke schaalgrootte van verzorgd wonen in verhouding tot de prevalentie van de voor verzorgd wonen geschikte doelgroep.
5.1.1
Samenstelling, omvang en deskundigheid van een zorgteam bij een steunpunt Zoals in hoofdstuk 4 is aangeduid, moeten de volgende zorg en begeleiding worden geboden bij verzorgd wonen, met daarachter het deskundigheidsniveau dat daarbij wordt verondersteld. Voor de levering van verpleging wordt er vanuit gegaan dat 60% kan worden geleverd door het deskundigheidsniveau ‘verzorgende(-IG), niveau 3’ en 40% door ‘verplegende, niveau 4 of 5’. a. b. c. d. e. f.
huishoudelijke verzorging persoonlijke verzorging verpleging 60% verpleging 40% ondersteunende begeleiding - algemeen zorgcoördinatie
(zorghulp, niveau 1) (verzorgende(-IG), niveau 3) (verzorgende(-IG), niveau 3) (verplegende, niveau 4 of 5) (verzorgende(-IG), niveau 3) (functionaris met FWG 45)
Organisatorisch kan dit als volgt vorm worden gegeven: Het team dat de 7x 24-uurs beschikbaarheid moet gaan garanderen bestaat uit de verzorgenden(-IG), niveau 3 die de zorg en begeleiding genoemd onder b., c. en e. gaan leveren. Door dit uitgangspunt te combineren met de gegevens uit hoofdstuk 4 zullen zij per cliënt per week 5,5 uur zorg/begeleiding gaan leveren.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 21 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
De huishoudelijke zorg en de verpleging, niveau 4 of 5 (a en d) wordt geleverd door verschillende zorgverleners met verschillende deskundigheidsniveaus die geheel of gedeeltelijk aan het steunpunt zijn verbonden maar geen rol spelen bij de 7x24-uurs beschikbaarheid. Voor de zorgcoördinatie moet worden gedacht aan een zorgbemiddelaar, casemanager of ouderenadviseur. Aangenomen wordt dat het benodigd aantal fte voor de coördinatie van zorg grotendeels wordt bepaald door het aantal cliënten dat in zorg is. Uit de praktijkervaringen komt naar voren dat deze functionaris gemiddeld circa 25 minuten per cliënt per week besteedt. Wat betreft dagbesteding wordt er vanuit gegaan, zoals aangegeven in hoofdstuk 4, dat 10% van de cliënten voor deze functie is geïndiceerd met een omvang van gemiddeld 4 dagdelen per week. Dit is een dusdanige omvang dat dit vooralsnog niet op de schaal van een steunpunt doelmatig kan worden georganiseerd en dat dit dus op een meer gecentraliseerde wijze wordt aangeboden.
5.1.2
24-uurs beschikbaarheid van zorg (professionele alarmopvolging) Verzorgd wonen vereist beschikbaarheid van zorg en begeleiding 24 uur per dag, 7 dagen per week. Het gaat hier om de noodzakelijke professionele alarmopvolging naar aanleiding van een oproep. Bij de beschikbaarheid van zorg wordt als voorwaarde gesteld dat er van 7.00 uur tot 23.00 uur minimaal één zorgverlener beschikbaar moet zijn. In de praktijk is dit echter niet haalbaar vanwege twee redenen: ten eerste zijn er tussen 7.00 en 23.00 uur duidelijke piek- en dal-uren qua te leveren zorg per uur en ten tweede moet er de mogelijkheid zijn dat op twee acute zorgvragen tegelijk kan worden gereageerd. Daarom wordt gerekend met de noodzakelijke beschikbaarheid van 32 uur menskracht tussen 7.00 en 23.00 uur. Daarnaast wordt er vanuit gegaan dat er ’s nachts een zorgverlener beschikbaar is die met één ander steunpunt (of intramurale zorginstelling) wordt gedeeld op 50-50-basis. Tevens wordt er vanuit gegaan dat er ’s nachts ook een slaapwacht, als achterwacht, beschikbaar is die met twee instellingen wordt gedeeld. Dit betekent voor de beschikbaarheid van het zorgteam van verzorgenden(-IG), niveau 3 op jaarbasis: overdag: 365 maal 32 uur (namelijk van 7.00 tot 23.00 uur) = 11.680 uur; ’s nachts: 365 x (8 uur van 23.00 uur tot 7.00 uur maar gedeeld door 2 steunpunten=) 4 uur = 1.460 uur; dit is exclusief slaapwacht. Totaal aldus: 11.680 + 1.460 = 13.140 uur. Uitgaande van 1.505 netto beschikbare uren per fte1 op jaarbasis is voor de 7x24-uurs beschikbaarheid van zorgverleners bij het steunpunt 8,7 fte nodig; waarvan 7,7 fte voor de dagsituatie (7.00-23.00 uur) en 1,0 fte voor de nacht (23.00-7.00 uur). 1 Bruto: (52 weken * 36 uur) 1872 uur per jaar. Minus vakantiedagen, incl. 1 vergrijzingsdag (24 * 7,2 uur) en feestdagen (7 * 7,2 uur) en gecorrigeerd voor ziekteverzuim 8,725%.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 22 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Voor het berekenen van het aantal uren zorg en begeleiding dat door deze zorgverleners kan worden geboden, dient onderscheid te worden gemaakt in cliëntgebonden en niet-cliëntgebonden tijd. Uit de vakliteratuur en de gesprekken met de zorgaanbieders komt naar voren dat bij complexgebonden zorgverlening (woonsetting IV) kan worden uitgegaan van een productiviteit, dat wil zeggen cliëntgebonden tijd, van circa 75%. Als gevolg van meer reistijd ligt de productiviteit bij niet-complexgebonden zorgverlening, vanuit een standalone steunpunt in de wijk (woonsetting II en III), op circa 65%. Aldus kan 1 fte bij een stand-alone steunpunt 0,65 x 1505 uur = 978 uur zorg leveren per jaar. Verder komt uit de praktijk naar voren dat, zowel bij complexgebonden als nietcomplexgebonden zorgverlening, de productiviteit in de nachtsituatie lager is. ’s Nachts is het aantal zorguren beduidend minder en blijkt het lastig om de nachtdienst rendabel in te zetten. Om een rendabele nachtdienst te realiseren is door de diverse zorgaanbieders aangegeven dat een productiviteit 60-65% noodzakelijk is. Daarom worden verbindingen gelegd in de vorm van backupafspraken, afgestemde roostering, gezamenlijk ingevulde nachtdiensten bijvoorbeeld in combinatie met andere steunpunten binnen een acceptabele geografische afstand. ’s Nachts kan in principe vaak worden volstaan met de inzet van één persoon. Voorbeelden uit de praktijk leren dat vanwege veiligheidsaspecten bij sommige organisaties ’s nachts twee mensen worden ingezet. In dit onderzoek wordt er vanuit gegaan dat in de nachtsituatie de betreffende zorgverlener voor 2 steunpunten werkt (exclusief de slaapwacht) met een productiviteit van 60% bij stand-alone en 62,5% bij complexgebonden zorg.
5.1.3
Opvang alarmroep In de vorige paragraaf is de 24-uurs beschikbaarheid van zorg uitgewerkt. Dit betreft de professionele alarmopvolging voor de cliënten van verzorgd wonen die zorg op afroep in de nabijheid nodig hebben. Om zorg op afroep te kunnen leveren is personenalarmering c.q. een spreek-/luisterverbinding noodzakelijk. Het opvangen van de alarmoproepen kan prima op een grotere schaal worden georganiseerd voor een bredere doelgroep, ouderen en anderen, die via personenalarmering een beroep doen op calamiteitenzorg (inclusief alarmopvolging door mantelzorg). Er dient een alarmcentrale te zijn die de schakel vormt tussen de cliënt en de opvolging. Deze meldcentrale bestaat uit een goede telefooncentrale en de bezetting 24 uur per dag door deskundige centralisten die in staat zijn de zorgvraag helder te krijgen, te kunnen interpreteren en de juiste alarmopvolging in te zetten. Aangezien personenalarmering open staat voor iedereen die daarvan gebruik willen maken, al dan niet voor eigen rekening en/of alarmopvolging door mantelzorg, worden de kosten van de meldcentrale (apparatuur, onderhoud, bezetting) niet specifiek voor het verzorgd wonen concept in kaart gebracht. Aangenomen wordt dat aangesloten kan worden bij reeds bestaande voorzieningen in het betreffende verzorgingsgebied.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 23 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
In de berekeningen in deze rapportage over verzorgd wonen worden de kosten voor de professionele alarmopvolging meegenomen in de zorggerelateerde personele kosten (zie paragraaf 5.1.2).
5.1.4
Noodzakelijke minimale schaalgrootte in aantal cliënten Met de uitgangspunten van paragraaf 5.1.2 kan worden berekend wat het minimaal aantal cliënten is dat nodig is om het zorgteam van verzorgenden (-IG), niveau 3 doelmatig bezet te hebben. Minimaal noodzakelijke omvang (schaalgrootte in aantal cliënten) voor nietcomplexgebonden zorgverlening vanuit een steunpunt in de wijk (woonsetting II en III): (7,7 fte * 1505 uren * 0,65) + (1,0 fte * 1505 uren * 0,60)
= 30 cliënten
5,5 uren * 52 weken
Minimaal noodzakelijke omvang (schaalgrootte) bij complexgebonden zorg (woonsetting IV): (7,7 fte * 1505 uren * 0,75) + (1,0 fte * 1505 uren * 0,625)
= 34 cliënten
5,5 uren * 52 weken De verklaring voor het verschil tussen de genoemde woonsettingen is dat in woonsetting IV van een hogere productiviteit wordt uitgegaan waardoor er meer cliënten nodig zijn om de (hogere) beschikbare uren aan te leveren.
5.1.5
Schaalgrootte en prevalentie In deze paragraaf wordt een heel grove schatting gemaakt van de noodzakelijke schaalgrootte van verzorgd wonen in verhouding tot de prevalentie van de voor verzorgd wonen geschikte doelgroep. De doelgroep van verzorgd wonen kan in drie segmenten worden gezocht: A. In de huidige populatie/gebruikte capaciteit van verzorgings- en verpleeghuizen. B. In de huidige populatie/gebruikte capaciteit van woonzorgcomplexen. C. Onder de huidige thuiswonende ouderen waarvoor nabijheid van zorg cruciaal is om thuis te kunnen blijven wonen. Ad A:
In paragraaf 4.3 is aangegeven welke groepen cliënten die nu nog in verzorgings- en verpleeghuizen verblijven geschikt zijn voor het concept van verzorgd wonen. Dit betreft ca. 50% van de huidige populatie/ gebruikte capaciteit van de verzorgings- en verpleeghuizen. Momenteel verblijven er ca. 160.000 ouderen in de verzorgings- en verpleeghuizen.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 24 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Uitgaande van de eerder genoemde 50% die geschikt is voor verzorgd wonen zijn er dan vanuit dat segment ca. 80.000 cliënten geschikt voor het concept van verzorgd wonen. Ad B:
Er zijn ca. 58.000 woningen in woonzorgcomplexen (2004), exclusief aanleunwoningen/serviceflats, met soms meer dan één bewoner per woning. Op basis van schattingen uit de praktijk (zie paragraaf 4.3) zou ca. 50% van de cliënten vallen onder de typering zoals in hoofdstuk 4 omschreven. Vooralsnog wordt hier uitgegaan van een doelgroep van verzorgd wonen van 30.000 cliënten. Voor de overige cliënten in woonzorgcomplexen geldt de noodzaak van nabijheid van zorg niet in die mate dat zij tot de doelgroep van verzorgd wonen worden gerekend.
Ad C:
Deze groep is nog nauwelijks te kwantificeren omdat die groep eigenlijk alleen daar kan zijn waar het concept van verzorgd wonen al (langere tijd) functioneert.
Opgeteld over deze drie segmenten zou de omvang van de doelgroep voor verzorgd wonen kunnen worden gesteld op minimaal 110.000 cliënten op een populatie van 16 miljoen inwoners. Dat betekent dat (minimaal) gemiddeld 70 cliënten in een gebied van 10.000 inwoners geschikt is voor het concept van verzorgd wonen. Er wordt vanuit gegaan dat aan de organisatorische randvoorwaarde van een responstijd van maximaal 20 minuten (zie ook hoofdstuk 3) kan worden voldaan in een wijk of dorp van 10.000 inwoners. De aangenomen responstijd kan in een plattelandsgebied betekenen dat het geografische werkterrein wat groter is dan een wijk of dorp, onder voorwaarde dat in dat gebied relatief snel kan worden gereisd door zorgverleners. In de vorige paragraaf is berekend dat voor een doelmatige bezetting van de zorgverleners van een steunpunt minimaal 30-34 cliënten (met de aangenomen zorgzwaarte) nodig zijn. Aldus zou theoretisch kunnen worden geconcludeerd dat er in een wijk/dorp ruimte is voor twee aanbieders van verzorgd wonen. Gezien echter het feit dat het concept van verzorgd wonen nog een hele groei zal moeten doorlopen en ondermeer is gekoppeld aan de afbouw van de intramurale capaciteit is er in de opbouw-/innovatiefase geen ruimte voor twee aanbieders. Want bij twee aanbieders is de schaal vooralsnog te klein om tot een doelmatige exploitatie te komen. Daarnaast is van belang dat voor een deel van de cliënten die geschikt is voor verzorgd wonen er de mogelijkheid moet zijn om een aangepaste woning te betrekken, het liefst in de nabijheid van een steunpunt. Hiermee moet bij het labelen en toewijzen van woningen (bij voorkeur gecombineerd met de zorgindicatiestelling) rekening worden gehouden.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 25 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
5.2
Welzijn en dienstverlening Voor cliënten die deelnemen aan het concept van verzorgd wonen moeten er ook diensten en activiteiten beschikbaar zijn aangaande: maaltijden aan huis; maaltijden te nuttigen in wijkcentrum/steunpunt; recreatieve en sociaal-culturele activiteiten; klussendienst; wasservice. Deze diensten staan echter ook beschikbaar aan andere ouderen dan de cliënten van het concept van verzorgd wonen. Er is geen indicatie voor nodig. Het aanbieden van recreatieve/sociaal-culturele activiteiten wordt vooralsnog toegerekend aan het concept van verzorgd wonen. Van deze diensten en activiteiten gaat een sterk preventieve werking uit en ze ondersteunen de cliënt in zijn streven naar zelfstandigheid en autonomie. Voldoende beschikbaarheid en bereikbaarheid van deze functies doet het beroep op zorg sterk verminderen.
5.3
Eisen aan infrastructuur van een steunpunt Verzorgd wonen en de daarbij noodzakelijke 24-uurs zorg op afroep, vereist de aanwezigheid van een zorginfrastructuur: een fysieke voorziening van waaruit en waarbinnen zorg en begeleiding worden verleend aan personen ter ondersteuning van het zelfstandig wonen. Zoals eerder aangegeven kan de infrastructuur in de praktijk gestalte krijgen in: een stand-alone steunpunt (zoals bij woonsetting II); een gekoppeld steunpunt (zoals bij woonsetting III en IV). Bij een gekoppeld steunpunt kan maximale doelmatigheid voor het gebruik van de bouwkundige voorzieningen worden bereikt. Deze optie dient dan ook bij voorkeur te worden gekozen. De bouwkundige eisen die aan een steunpunt kunnen worden gesteld zijn: Een kantoor-/werkruimte voor een zorg- en welzijnsteam (inclusief voorziening voor slaapwacht, vergaderruimte, toiletten en opbergruimte). Een gemeenschappelijke multifunctionele ruimte met een wijkfunctie (activiteiten, restaurant). Een opslagruimte voor hulpmiddelen voor zorg- of dienstverlening.
5.4
Eisen aan de woningen van de cliënt In het kader van verzorgd wonen, blijven (of gaan) cliënten (weer) zelfstandig wonen op basis van scheiden van wonen en zorg. Bij verzorgd wonen zijn de volgende specifieke kenmerken voor de woning van de cliënt aan de orde:
De woning moet zich in de nabijheid van een steunpunt bevinden, dan wel qua reizen door de zorgverlener te bereiken te zijn binnen 20 minuten, tenzij in overleg met de cliënt een langere responstijd is overeengekomen.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 26 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
De woning, eventueel aangepast via een oppluspakket of aanpasbaar gebouwd, is geschikt voor verzorging (extra ruimte, mogelijkheid van aanpassingen, indien nodig ruimte voor scootmobiel). Technische voorzieningen om zorg op afroep te kunnen leveren. In verband met de zorg op afroep is voor verzorgd wonen minimaal een spreek-/ luisterverbinding1 (personenalarmering) nodig en centrale deurontgrendeling, zorgslot of sleutel afgeven. Een uitgebreider pakket aan deze zogenoemde domotica voorzieningen bestaat meestal uit: – een brand-/inbraakalarm; – bewegingsmelder; – valdetectie; – automatische verlichting in de hal en de badkamer.
1
Bij bepaalde systeem hebben de cliënten bijvoorbeeld de beschikking over een draadloze thuispost die in de hele woning is te gebruiken. Middels deze thuispost kunnen de bewoners contact opnemen en een tweezijdige beeldverbinding maken met de zorgcentrale. Tevens kan ook worden gebruikt als deurmonitor. Vanuit de woning kan een beeldverbinding met de centrale ingang worden gemaakt en kan de toegangsdeur tot bijvoorbeeld een appartementencomplex worden geopend.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 27 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
6.
Kosten van verzorgd wonen In dit hoofdstuk worden de kosten van verzorgd wonen in beeld gebracht op basis van de hiervoor beschreven noodzakelijke elementen. Paragraaf 6.1 geeft een overzicht van de diverse kostencomponenten van verzorgd wonen. In paragraaf 6.2 worden de gemiddelde kosten van de zorginhoudelijke voorzieningen bepaald. Paragraaf 6.3 gaat in op de kosten voor welzijn en dienstverlening. Paragraaf 6.4 gaat in op de kosten van de bouwkundige voorzieningen. Paragraaf 6.5 bevat de totale kosten van verzorgd wonen.
6.1
Overzicht kostencomponenten verzorgd wonen Voor verzorgd wonen worden de volgende kostencomponenten onderscheiden. Alle kosten worden weergegeven op het prijspeil van 2004; daar waar nodig is indexering toegepast. Kostencomponenten verzorgd wonen Zorginhoudelijke voorzieningen
Zorghulp Verzorgende Verpleegkundige Zorgcoördinator Reiskosten Slaapwacht
Welzijn en dienstverlening
Activiteitenbegeleider recreatieve/sociaal-culturele activiteiten.
Bouwkundige voorzieningen van steunpunt
Een kantoor-/werkruimte voor een zorg- en welzijnsteam (inclusief voorziening voor slaapwacht, vergaderruimte, toiletten en opbergruimte). Een gemeenschappelijke multifunctionele ruimte met een wijkfunctie (activiteiten, restaurantfunctie). Een opslagruimte voor hulpmiddelen voor zorg- of dienstverlening.
Tabel 4. Kostencomponenten verzorgd wonen
Daarnaast wordt met andere kosten als volgt omgegaan: Zoals aangegeven in hoofdstuk 5 worden de kosten van dagbesteding, gezien de omvang en het specifieke karakter, niet meegenomen bij verzorgd wonen. Zoals eerder vastgesteld, is bij extramurale zorg een voorziening van tijdelijke opvang in de keten noodzakelijk. Uitgangspunt is dat hiervoor plaatsen/bedden zijn geoormerkt bij instellingen voor verblijf. Derhalve worden deze kosten niet meegenomen bij verzorgd wonen. De kosten van behandeling in de eerste- en tweedelijns zorg worden buiten beschouwing gelaten.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 28 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
6.2
Kosten zorginhoudelijke voorzieningen Er wordt een berekening gemaakt uitgaande van 30 cliënten met een zorgzwaarte zoals uitgewerkt en toegelicht in de voorgaande hoofdstukken. Er wordt uitgegaan van een stand-alone steunpunt en de aannames die daarvoor in hoofdstuk 5 zijn gemaakt ten aanzien van de productiviteit van zorgverleners. Bij een gekoppeld steunpunt kan maximale doelmatigheid voor het gebruik van de bouwkundige voorzieningen worden bereikt. De hier berekende kosten, op basis van een stand-alone steunpunt, moeten dan ook als een maximum worden gezien. Tabel 5 bevat de noodzakelijke fte, de van toepassing zijnde FWG-schalen en de totale personele zorggerelateerde kosten waarbij het volgende is aangenomen: De jaarlasten bestaan uit 12 maal het jaarsalaris, uitgaande van de gemiddelde salarisschaal per functionele schaal, inclusief 8% vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Voor verzorgenden(-IG),niveau 3 wordt gemiddeld 13% opslag gehanteerd voor onregelmatigheidsdiensten. Een opslag van 34% voor sociale lasten. Voor overhead (exclusief huisvestingslasten) en leiding wordt daarover heen respectievelijk een opslagpercentage van 12% en 4% gehanteerd. Totaal aldus een opslag van 16% Op basis van deze uitgangspunten zijn de personele zorggerelateerde kosten als volgt opgebouwd:
Zorg en begeleiding
Fte
Deskundigheid
FWGschaal, CAO V&V
Huishoudelijke verzorging
2,1 fte
Zorghulp, niveau 1
FWG 10
€
62.000,-
Persoonlijke verzorging, individuele ondersteunende begeleiding, verpleging (60%)
8,7 fte
Verzorgende(-IG), niveau 3
FWG 35
€
382.000,-
Verpleging (40%)
0,8 fte
Verpleegkundige, niveau 4/5
FWG 45
€
28.000,-
Zorgcoördinator
0,6 fte
FWG 45
€
27.000,-
Totaal
Gemiddelde jaarlasten (incl. alle toeslagen) (afgerond)
€ 499.000,Tabel 5. Totale zorggerelateerde personeelskosten zorgteam per jaar (incl. sociale lasten, ORT en een toeslag voor overhead en leiding; exclusief slaapwacht en reiskosten; basis: 30 cliënten)
Z ORGCOÖRDINATOR Bij de zorgcoördinator is uitgegaan van 25 minuten per cliënt per week (gegeven afkomstig uit de praktijkvoorbeelden) en een productiviteit van 75%. Verondersteld wordt dat de kosten van de zorgcoördinator naar rato corresponderen met het aantal cliënten.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 29 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
R EISKOSTEN ( REISTIJD EN KILOMETERVERGOEDING ) De kosten van het reizen van de zorgverlener naar de cliënt thuis bestaan uit kosten voor de tijd die de zorgverlener aan reizen besteedt en een kilometervergoeding of een dagvergoeding voor fiets, bromfiets of scooter. De kosten van woon-werkverkeer worden buiten beschouwing gelaten, omdat deze ook bij de intramurale zorg van toepassing zijn. De reistijd is verrekend in de productiviteit van de zorgverleners (zie vorige hoofdstuk). Bij het berekenen van de reiskosten zijn diverse factoren aan de orde: het aantal cliënten, het aantal vervoersbewegingen op basis van het aantal zorgmomenten en de fysieke afstand tot het steunpunt. Een deel van de cliënten zal op loopafstand van het steunpunt wonen. Tevens zullen de zorgverleners de cliënten aansluitend bezoeken en niet steeds vertrekken vanuit het steunpunt. Voor de reiskosten van de zorgverleners wordt een stelpost genomen van € 1,50 per cliënt per dag. Jaarlijks bedragen de reiskosten dan bij 30 cliënten: ca. € 16.000,-. S LAAPWACHT Daarnaast wordt er gerekend met een slaapwacht waarvan wordt verondersteld dat deze wordt gedeeld met 2 andere instellingen. De kosten daarvan bedragen per steunpunt (incl. onregelmatigheidstoeslagen, sociale lasten, opslag overhead en leiding): € 20.000,-. Gezien de ervaringen uit de praktijk mag worden aangenomen dat deze kosten vooralsnog niet afhankelijk zijn van het aantal cliënten. O NDERSTEUNENDE BEGELEIDING BIJ DAGACTIVITEITEN Dit wordt, zoals aangegeven in hoofdstuk 5, buiten de kostenberekening gehouden.
6.3
Kosten welzijn en dienstverlening P ERSONELE KOSTEN RECREATIEVE EN SOCIAAL - CULTURELE ACTIVITEITEN De zorgaanbieders zien de recreatieve en sociaal-culturele activiteiten als een integraal onderdeel van het pakket verzorgd wonen. Het belangrijkste verschil tussen de zorg/begeleiding en deze activiteiten ligt in het feit dat de cliënt geen indicatie nodig heeft voor deelname aan deze activiteiten. Recreatieve en sociaal-culturele activiteiten zijn niet alleen bestemd voor de cliënten van verzorgd wonen. Deze activiteiten hebben tevens een wijkfunctie. In veel gevallen wordt samengewerkt met of worden de activiteiten ingekocht bij een Stichting Welzijn Ouderen (SWO). Tevens worden vaak veel vrijwilligers ingezet bij de begeleiding/uitvoering van de activiteiten. Voor de berekening van de benodigde formatie wordt aangenomen dat een cliënt circa 3 dagdelen à 3,5 uur per week deelneemt aan recreatieve en sociaalculturele activiteiten. De werkzaamheden worden uitgevoerd door een activiteitenbegeleider op MBO-niveau met een inschaling op FWG 30 binnen de CAO V&V. Uitgaande van een productiviteit van 75% kan deze op fulltime basis 282 dagdelen verzorgen. Bij 3 dagdelen per week gedurende 45 weken zijn er dan 135 dagdelen nodig hetgeen qua kosten dan wordt gesteld op: € 17.000,per jaar (incl. sociale lasten en overhead). IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 30 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
M AALTIJDVOORZIENING , KLUSSENDIENST EN WASSSERVICE De maaltijdvoorziening, zowel in het restaurant als maaltijdverstrekking aan huis, is toegankelijk voor ouderen, ongeacht indicatie. Aangenomen wordt dat de maaltijden tegen kostendekkende prijzen à ± € 5,00 worden geleverd. Voor de kosten worden deze daarom buiten beschouwing gelaten. Eveneens wordt er vanuit gegaan dat een klussendienst en wasservice tegen kostprijs aan de cliënt worden doorberekend. Ook deze kosten worden daarom buiten beschouwing gelaten.
6.4
Kosten bouwkundige voorzieningen (stand-alone steunpunt) In deze paragraaf worden de exploitatiekosten voor de bouwkundige voorzieningen in beeld gebracht. Het gaat hierbij om de jaarlijkse huurprijs, de servicekosten, energiekosten, onderhoudskosten en de kosten voor de inrichting. Uit de vakliteratuur en uit de praktijk komt naar voren dat er grote verschillen zijn in zorginfrastructuren in omvang, opzet en gebruik. In onderstaande tabel zijn de minimaal benodigde ruimtes voor verzorgd wonen in netto vierkante meters in kaart gebracht op basis van vakliteratuur en bezoeken op locatie. Benodigde ruimten
Een kantoor-/werkruimte voor een zorg- en welzijnsteam (inclusief voorziening voor slaapwacht, vergaderruimte, toiletten en opbergruimte)
Gemiddeld m2 steunpunt 50 m2
Een gemeenschappelijke multifunctionele ruimte met een wijkfunctie (activiteiten, restaurant, incl. (aangepaste) toiletten)
90 m2
Een opslagruimte voor hulpmiddelen voor zorg of dienstverlening
10 m2
Totaal netto vloeroppervlak
± 150 m2
Tabel 6. Benodigde ruimten steunpunt in vierkante meters
Opgemerkt dient te worden dat de gemeenschappelijke multifunctionele ruimte voor een bredere doelgroep is bestemd. Deze ruimte kan ook anders worden vormgegeven maar ook speelt mee dat de exploitatie met andere organisaties en doelgroepen zeer gewenst is; dan wel het steunpunt in de buurt dergelijke ruimte huurt van een aanverwante organisatie. In dit onderzoek wordt vooralsnog uitgegaan van 90 m2. Uitgaande van een gemiddelde huurprijs van circa € 130,- per m2 per jaar plus energiekosten van circa € 10,- per m2 per jaar.1, komt de huurprijs van een stand-alone steunpunt op € 21.000,- per jaar. Verondersteld wordt dat de onderhoudskosten in de huurprijs zijn inbegrepen.
1 Er is gerekend met gemiddelde bedragen. De kosten voor huisvesting kunnen verschillen voor het platteland of een stedelijk gebied.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 31 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
De inventariskosten zijn als volgt: Afschrijving van de inrichting van een multifunctionele kantoor-/werkruimte voor de medewerkers en de opslagruimte wordt gesteld op circa € 2.000,per jaar. Afschrijving van de inventariskosten van een gemeenschappelijke multifunctionele ruimte bedraagt circa € 4.000,- per jaar. De totale huisvestingskosten voor het stand-alone steunpunt bedragen aldus ca. € 27.000,- per jaar. Door efficiënt gebruik van de multifunctionele ruimte en samenwerking met andere organisaties kunnen kosten worden bespaard. Op deze plaats wordt herhaald dat een dergelijk steunpunt ook in andere voorzieningen met een openbare maatschappelijke functie kan zijn geïntegreerd. De berekende kosten moeten dan ook als een maximum worden gezien; namelijk op basis van een stand-alone steunpunt.
6.5
Totale kosten van verzorgd wonen In tabel 7 wordt een overzicht gegeven van de totale kosten van verzorgd wonen, uitgaande van 30 cliënten en gebaseerd op alle uitgangspunten die hiervoor zijn uitgewerkt. Nogmaals wordt er hier op gewezen dat het een kostenmodel betreft dat het gehele concept van verzorgd wonen berekend voor een scherp afgebakende doelgroep in de ouderenzorg. Organisaties die verzorgd wonen willen gaan bieden hoeven uiteraard niet alle componenten zelf te bieden maar kunnen dit ook geheel of gedeeltelijk met/ door andere organisaties (laten) uitvoeren. Tevens wordt er nogmaals op gewezen dat de kostencomponenten bij welzijn/ dienstverlening en de bouwkundige voorzieningen als een maximumberekening moeten worden gezien. Er is in het model uitgegaan van de stand-alone situatie. Door een combinatie met andere activiteiten van de organiserende zorgaanbieder voor andere doelgroepen danwel door combinatie met de activiteiten van andere organisaties is doelmatigheidswinst te behalen. Totale kosten verzorgd wonen Zorginhoudelijke voorzieningen
Personele kosten (incl. zorgcoördinatie en incl. toeslagen)
499
Reiskosten
16
Slaapwacht
20
Welzijn en dienstverlening
Activiteitenbegeleider recreatieve/sociaal-culturele activiteiten
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
17
P agi n a 32 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Totale kosten verzorgd wonen Bouwkundige voorzieningen
Infrastructuur steunpunt (maximaal)
Totaal Gemiddelde kosten per cliënt
27 579 19
Tabel 7. Totale kosten van verzorgd wonen bij 30 cliënten; in € 1.000,-
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 33 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
7. 7.1
Financieringsmogelijkheden van verzorgd wonen Huidige financieringsbronnen In tabel 8 is weergegeven welke actor een bepaalde zorgvorm of dienst/produkt momenteel financiert. Te leveren zorg/product
Huidige financiering
Zorginhoudelijke voorzieningen
Huishoudelijke verzorging
AWBZ extramuraal
Persoonlijke verzorging
AWBZ extramuraal
Verpleging
AWBZ extramuraal
Ondersteunende begeleiding
AWBZ extramuraal
7 x 24-uurs beschikbaarheid + slaapwacht (professionele alarmopvolging)
% opslag op AWBZ extramuraal
Zorgcoördinatie
geen
Welzijn en dienstverlening
Activiteitenbegeleiding recreatieve/ sociaalculturele activiteiten
- cliënt - gemeente
Maaltijden/klussendienst/wasservice
- cliënt - gemeente
Bouwkundige voorzieningen
Bouwkundige infrastructuur steunpunt
- (deels) via bijdrage tijdelijke financieringsregeling - subsidie provincie - woningcorporatie
Overige kostencomponenten
Domotica
- cliënt - woningcorporatie - bijdrage tijdelijke financieringsregeling1
Personenalarmering (alarmapparaat)
- cliënt - gemeente - zorgverzekeraar
Aanpassingen voorzieningen in woning cliënt
- Wvg - cliënt - woningcorporatie
Huisvesting cliënt
- cliënt - huursubsidie
Tabel 8. Huidige financieringsbronnen
1
Met de tijdelijke financieringsregeling ‘overgangsregeling kapitaalslasten extramurale zorgverlening’ kan een gedeelte van de bouw van een zorgsteunpunt worden betaald (niet de exploitatie, maar bijdrage in de investering/de daaruit voortvloeiende kapitaalslasten). Ook wordt woontechnologie (deels) vergoed die het mensen met een verblijfsindicatie mogelijk maakt om zelfstandig te wonen.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 34 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Zorgaanbieders geven aan dat met name de financiering van welzijnsvoorzieningen, ook in het licht van de komst van de WMO, onduidelijk en onzeker is. Hoewel in de extramurale tarieven voor de zorgverlening geen component voor sociaal culturele activiteiten (welzijn) is opgenomen, trachten zorgaanbieders deze activiteiten wel hieruit te financieren. Gezocht wordt naar alternatieve financieringsmogelijkheden. Uit de extramurale tarieven voor de zorgverlening trachten de zorgaanbieders ook de zorgcoördinatie (lees: zorgbemiddelaar, case-manager, ouderenadviseur) te financieren. Zorgaanbieders geven aan dat dat moeilijk gaat. Gezocht wordt naar alternatieve financieringsmogelijkheden. Cliënten van zorgaanbieders die actief bezig zijn op het gebied van verzorgd wonen, krijgen in toenemende mate de functie verblijf niet meer geïndiceerd. Hierdoor is er ook geen aanspraak mogelijk op de subsidieregeling Diensten bij Wonen met Zorg, terwijl juist deze extra financiële middelen nodig zijn.
7.2
Toekomstige financiering verzorgd wonen De financiering van het concept van verzorgd wonen zal in de toekomst gaan rusten op een combinatie van financieringsbronnen waarvan de belangrijkste zijn: AWBZ; Wmo; gemeentelijke bijdragen (anders dan Wmo); eigen bijdragen cliënt. In bijlage 5 is een berekening opgenomen over de opbrengsten van verzorgd wonen, uitgaande van 30 cliënten en de aannames die eerder in dit rapport zijn gedaan. Conclusie daaruit is dat het concept van verzorgd wonen anno 2005 voor ca. 90% kan worden gefinancierd uit de AWBZ bij toepassing van de maximale extramurale tarieven en toeslagen. Bij invoering van de WMO zal dit percentage substantieel dalen en zal de WMO een grotere rol in de financiering gaan spelen (financiering van huishoudelijke verzorging en ondersteunende begeleiding).
7.3
Kosten verzorgd wonen vergeleken met intramurale kosten In deze paragraaf worden de kosten van een plaats bij verzorgd wonen vergeleken met de kosten van een plaats in een verzorgingshuis. Een hele grove benadering is om de maatschappelijke kosten van een gemiddelde plaats in een verzorgingshuis te relateren aan de uitkomsten van hoofdstuk 6. Eenvoudigheidshalve wordt vooralsnog aangenomen dat de gemiddelde bewoner van een verzorgingshuis qua zorgbehoefte, leveringsvoorwaarden en zorgzwaarte vergelijkbaar is met datgene dat gemiddeld in de voorgaande hoofdstukken is aangenomen voor de doelgroep die geschikt is voor het concept van verzorgd wonen.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 35 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
De gemiddelde kosten van een bewoner in een verzorgingshuis bedragen ca. € 33.400,- per jaar (bron: CVZ Zorgcijfers 2004 (prijspeil 2003); JOZ juni 2005), met een gemiddelde eigen bijdrage per cliënt van ca. € 7.100,- (bron: CVZ Zorgcijfers 2004 (prijspeil 2003)). Aldus zijn de maatschappelijke AWBZ-kosten ca. € 26.300,- per cliënt per jaar. Uitgaande van de eerder gepresenteerde informatie in dit rapport zijn de kosten van verzorgd wonen per cliënt per jaar ca. € 19.300,-. Daar moet vanaf worden getrokken de eigen bijdrage AWBZ van de cliënt. Deze kan worden gesteld op: ca. € 1.100,- per jaar (bron: CAK, 2005) (uitgaande van een gemiddeld inkomen van: € 20.000,- (bron: CBS) en 8 uur zorg per week). Aldus zijn de maatschappelijke kosten: € 18.200,- per cliënt per jaar (exclusief navolgende). Daar moeten namelijk nog wel een aantal maatschappelijke kosten bij worden opgeteld (zie paragraaf 7.1): Huursubsidie (per huurwoning: ca. € 1.750,- per jaar; stel 70% van cliënten heeft huurwoning; aldus gemiddeld per cliënt: € 1.200,- per jaar). Wvg + aanpassingen in de woningen + maatschappelijke bijdragen aan personenalarmering; grofweg te stellen op: € 700,- per cliënt per jaar. Aldus zijn de maatschappelijke kosten van verzorgd wonen te stellen op € 18.200,- + € 1.200,- + € 700,- = € 20.100,- per cliënt per jaar. Dit onderzoek handelt niet over de financiële effecten voor de cliënt bij vergelijking van intramuraal met verzorgd wonen. Maar indicatief kan daar het volgende over worden gezegd. Bij intramuraal is de cliënt een eigen bijdrage kwijt van (zie eerder): ca. € 7.300,- per jaar. Bij verzorgd wonen moet de cliënt jaarlijks de volgende kosten echter zelf betalen die deze intramuraal niet heeft (per jaar, met als bron: Kosteneffecten Trynwalden, 2004): Kosten van de woning (bij huur na huursubsidie: gemiddeld: € 2.600,-). Extra kosten levensonderhoud en persoonlijke uitgaven (€ 3.500,-), inclusief eigen bijdragen voor welzijnsactviteiten. Extra vervoerskosten (€ 400,-). Eigen bijdrage AWBZ voor extramurale zorg (€ 1.100,-; zie eerder). Kosten personenalarmering (€ 200,-). Voor een cliënt in een gemiddeld huurhuis betekent dit totaal: € 7.800,- per jaar. Dit bedrag zou dan kunnen worden vergeleken met de gemiddelde, eerder veronderstelde, eigen bijdrage van vergelijkbare intramurale cliënten, zijnde: € 7.300,- per cliënt per jaar.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 36 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
8. 8.1.
Samenvattende conclusies en aanbevelingen Samenvattende conclusies H ET CONCEPT VERZORGD WONEN EN DE DOELGROEP De kern van het concept verzorgd wonen is de beschikbaarheid en nabijheid van zorg 24 uur per dag en de aanwezigheid van een restaurant en activiteitencentrum in de nabijheid. Bij verzorgd wonen is sprake van scheiden van wonen en zorg. De doelgroep cliënten betreft ouderen met meervoudige hulpvragen die zijn aangewezen op leveringsvoorwaarde b ‘direct oproepbaar’ of c ‘voortdurend in de nabijheid’. Dat wil zeggen dat er een noodzaak is voor zorg/begeleiding op afroep. Deze noodzaak uit zich in (dagelijkse) assistentie bij ADL, transfers en toiletgang, (frequent) valrisico, dreigend levensgevaar (bijv. bij ademhalingsondersteuning), angstaanvallen, noodzaak voor verpleegkundige interventies, toezicht in de nabijheid bij verlies van regie over het dagelijks leven. Bij de doelgroep verzorgd wonen is permanente nabijheid van zorg/begeleiding op afroep 24 uur per dag noodzakelijk. Indien deze noodzakelijke nabijheid niet kan worden geboden, is de functie verblijf aangewezen. In de praktijk krijgt de infrastructuur voor 24 uurs zorg op afroep gestalte in een stand-alone steunpunt of een gekoppeld steunpunt, dat wil zeggen dat het steunpunt onderdeel is van bijvoorbeeld een instelling voor verblijf een woonzorgcomplex of een multifunctioneel dienstencentrum. De cliënten wonen in nabij (of verbonden met) het steunpunt zodat een responstijd van maximaal 20 minuten kan worden gegarandeerd. In het steunpunt zijn tevens de noodzakelijke haalfuncties zoals een activiteitencentrum en restaurant ondergebracht. De praktijk wijst uit dat wat betreft somatiek zeer veel mogelijk is binnen verzorgd wonen. Verzorgd wonen stelt met name eisen aan de sociale redzaamheid en het regievermogen van de cliënt of diens mantelzorger. Via drie invalshoeken is een schatting gemaakt van de zorgzwaarte van de cliënten waarvoor verzorgd wonen van toepassing is. Op basis hiervan wordt aangenomen dat de doelgroep voor verzorgd wonen gemiddeld circa 8 uur zorg/begeleiding per cliënt per week nodig hebben. Er wordt vanuit gegaan dat ‘behandeling’ buiten het concept verzorgd wonen valt. In het exploitatiemodel is een behoudend uitgangspunt genomen wat betreft de zorgzwaarte. Meer zorguren per week hebben een gunstig effect op de exploitatie van verzorgd wonen. E XPLOITATIEMODEL VERZORGD WONEN Het exploitatiemodel voor verzorgd wonen bevat de volgende componenten: Zorginhoudelijke voorzieningen (zorgteam voor de 24-uurs beschikbaarheid van zorg/begeleiding, zorgcoördinatie, reiskosten en slaapwacht). Welzijn en dienstverlening (activiteitenbegeleider recreatieve/sociaalculturele activiteiten). Bouwkundige voorzieningen (zie hierna).
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 37 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
Minimale schaalgrootte verzorgd wonen in aantal cliënten Voor de 7x24-uurs beschikbaarheid van zorgverleners bij het steunpunt is 8,7 fte nodig (exclusief slaapwacht). Dit team bestaat uit verzorgenden(-IG). Aan de hand van de netto beschikbare uren en productiviteitsgegevens is berekend welk aantal cliënten minimaal nodig is om het zorgteam doelmatig bezet te houden. De minimaal noodzakelijke omvang (schaalgrootte in aantal cliënten) voor nietcomplexgebonden zorgverlening vanuit een steunpunt in de wijk is 30 cliënten. Schaalgrootte en prevalentie In het model is een grove schatting gemaakt van de noodzakelijke schaalgrootte van verzorgd wonen in verhouding tot de prevalentie van de voor verzorgd wonen geschikte doelgroep. Geconcludeerd wordt dat er gemiddeld in een wijk/ dorp met 10.000 inwoners (minimaal) 70 cliënten zijn die geschikt zijn voor het concept van verzorgd wonen. In een dergelijk gebied kan tegemoet worden gekomen aan de eis van een maximale responstijd van 20 minuten. Bouwkundige voorzieningen De bouwkundige voorzieningen betreffen een kantoor-/werkruimte voor een zorg- en welzijnsteam, een gemeenschappelijke multifunctionele ruimte met een wijkfunctie (restaurant, activiteiten) en een opslagruimte voor hulpmiddelen voor zorg- of dienstverlening. In totaal een netto oppervlakte van circa 150 m2. K OSTEN EN FINANCIERING VERZORGD WONEN Op basis van het ontwikkelde exploitatiemodel van verzorgd wonen en de aannames die daarin zijn gedaan, zijn de kosten van verzorgd wonen berekend. Met de kanttekening dat de exploitatie van verzorgd wonen is berekend inclusief: steunpunt, zorgcoördinatie en recreatieve/sociaal-culturele activiteiten. Nogmaals wordt er hier op gewezen dat het een kostenmodel betreft dat het gehele concept van verzorgd wonen berekend voor een scherp afgebakende doelgroep in de ouderenzorg. Organisaties die verzorgd wonen willen gaan bieden hoeven uiteraard niet alle componenten zelf te bieden maar kunnen dit ook geheel of gedeeltelijk met/ door andere organisaties (laten) uitvoeren. Door een combinatie met andere activiteiten van de organiserende zorgaanbieder voor andere doelgroepen danwel door combinatie met de activiteiten van andere organisaties is doelmatigheidswinst te behalen. Gekeken is vervolgens hoe die kosten zich verhouden tot de diverse financieringsbronnen (AWBZ, WMO, gemeentelijke bijdragen, eigen bijdragen cliënt, etc.). Conclusie daaruit is dat het concept van verzorgd wonen anno 2005 voor ca. 90 % kan worden gefinancierd uit de AWBZ bij toepassing van de maximale extramurale tarieven en toeslagen. Bij invoering van de WMO zal dit percentage substantieel dalen en zal de WMO een grotere rol in de financiering gaan spelen (financiering van huishoudelijke verzorging en ondersteunende begeleiding).
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 38 va n 47
Verzorgd wonen: een concept met toekomst!
8.2
Aanbevelingen A WBZ - INDICATIESTELLING Er is behoefte aan formele erkenning van het tussensegment verzorgd wonen bij de AWBZ-indicatiestelling. Binnen de indicatiestelling is er alleen de mogelijkheid van volledig zelfstandig wonen of volledig verblijf. Aanbevolen wordt om het concept verzorgd wonen, waarbij sprake is van een noodzaak voor 24-uurs zorg op afroep en de nabijheid van recreatieve/sociaal-culturele activiteiten, te onderscheiden binnen de indicatiestelling. Dit gebeurt onder meer door de eerder genoemde leveringsvoorwaarden. De onderzoekers doen voor de V&V de aanbeveling dat indicatiestellers zeer gericht deze twee leveringsvoorwaarden (b en c) indiceren ten einde de doelgroep van verzorgd wonen expliciet te onderscheiden van de thuiswonende cliënten waarvoor het concept van verzorgd wonen niet noodzakelijk is. I NBEDDING IN LOKALE SITUATIE De kern van het concept verzorgd wonen is de beschikbaarheid van zorg en begeleiding 24 uur per dag (met een maximale responstijd van 20 minuten) en de aanwezigheid van een restaurant en activiteitencentrum in de nabijheid. Er wordt vanuit gegaan dat aan de organisatorische randvoorwaarde van een responstijd van maximaal 20 minuten kan worden voldaan in een wijk of dorp van 10.000 inwoners. Bij het inbedden van de infrastructuur voor verzorgd wonen is het wenselijk, zoniet vanuit doelmatigheidsoverwegingen noodzakelijk, om aan te sluiten bij beschikbare of reeds geplande voorzieningen, zowel binnen als buiten de AWBZ (maaltijden/restaurant, welzijn, activiteiten). Aanbevolen wordt samenwerking te zoeken met welzijnsorganisaties en woningcorporaties om voor ouderen een doelmatig en sluitend aanbod van wonen, zorg en welzijn in de lokale situatie te realiseren. Ook samenwerking met de gehandicaptenzorg en GGZ kan schaalvoordelen opleveren. Bij een gekoppeld steunpunt kan maximale doelmatigheid voor het gebruik van de bouwkundige voorzieningen worden bereikt. Deze optie dient dan ook bij voorkeur te worden gekozen. C ONCURRENTIE BIJ VERZORGD WONEN In het onderzoek wordt geconcludeerd dat er theoretisch in een wijk/dorp ruimte is voor twee aanbieders van verzorgd wonen. Gezien het feit echter dat het concept van verzorgd wonen nog een hele groei zal moeten doorlopen en ondermeer is gekoppeld aan de afbouw van de intramurale capaciteit is er in de opbouw-/innovatiefase geen ruimte voor twee aanbieders. Want bij twee aanbieders is de schaal vooralsnog te klein om tot een doelmatige exploitatie te komen. Aanbevolen wordt daarom dat de regievoerders in wonen, zorg en welzijn (zorgkantoor, gemeente) hierin een sturende rol vervullen ten einde te voorkomen dat dit dilemma er toe leidt dat er niets tot stand komt.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 39 va n 47
Bijlage 1.
Zorgaanbieders verzorgd wonen
G EÏNTERVIEWDE ZORGAANBIEDERS In het kader van het onderzoek is met de volgende zorgaanbieders, die actief zijn op het gebied van verzorgd wonen, telefonisch of op locatie gesproken:
Amant, Amersfoort
Antaris1, Amsterdam
Corona Woonzorgalliantie
De Wielborgh1, Dordrecht
Stichting Palet1, Leeuwarden
Sensire Waterrijk, Doetinchem
Stichting Tabitha, Amsterdam
Stichting Voor Regionale Zorgverlening, Walcheren
Swinhove1, Zwijndrecht
Vitalis zorggroep, Eindhoven
De Vliegende Zusters, Zorgkantoor Zuid-Limburg
Zorgcentrum De Aanleg, Harderwijk
Zorggroep Noord-Limburg, regio Venlo
Zorgvoorziening Zijloever, Leiden
Zuidzorg, project VieDome, Veldhoven.
1
Initiatiefnemers
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 40 va n 47
Bijlage 2.
Leden klankbordgroep
Arcares
de heer L.J. Markus
Arcares
de heer drs. V.F. Verrijp
CTG/ZAio
de heer P. Helleman
CTG/ZAio
mevrouw C.F.C. Steennis
Ministerie van VWS
mevrouw drs. J. Vos
Zorgverzekeraars Nederland
de heer dr. J.A.I. Coolen
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 41 va n 47
Bijlage 3.
Literatuurlijst
Bakker, P.F., C.F. Homans en A.A.E. Welling (2004) Kosteneffecten Trynwâlden. Een onderzoek naar de financiële consequenties van het ontvlechten van zorg, wonen, welzijn en dienstverlening. In opdracht van het Ministerie van VWS. Enschede: HHM.
Bolscher, A. en B. Jansen (2002) Aanbevelingen inzake Extramurale 24-uurs zorg. In opdracht van Arcares. Amsterdam: RIGO Research en Advies BV.
CIZ (2005) Protocol ‘Indicatiestelling voor Verblijf’. Driebergen.
Dekker, S.M. en C. Ross-van Dorp (2004) Actieplan 2004 t/m 2006; Investeren voor de toekomst. Kwantitatieve opgave voor wonen met zorg en welzijn tot 2015. Den Haag: Ministerie van VROM, Directoraat-Generaal Wonen.
Doornink, H. en I. Oomen (2003) Financiële consequenties van extramuralisering bij Amstelrade. In opdracht van Amstelrade (i.s.m. zorgkantoor). Enschede: HHM.
Duine, T.J. (2004) ADL-clusters: naar een reguliere financiering. Uitgebracht aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn & Sport. Diemen: College voor zorgverzekeringen.
Extramurale zorg in de praktijk (2003). 24-uurszorg thuis, Full-servicewonen met 24-uurs zorggarantie, Kleinschalig beschermd wonen, andere vormen van extramurale 24-uurszorg. Utrecht: Arcares.
Harkes, D. (2002/2003) Financiering personenalarmering (in woonzorgcomplexen en de wijk). Utrecht: Aedes-Arcares Kenniscentrum Wonen-Zorg.
Heuvelink, J.J.W. (2000) Verblijven of wonen; zorg voor eenieder. Amsterdam: STAGG, Stichting Architektenonderzoek Gebouwen Gezondheidszorg.
Hoeksma, B.H., C.F.Homans en P.G.M.Jansen (2002) Macro-kosteneffecten van Community Care in de gehandicaptenzorg. In opdracht van de RVZ en het RMO. Enschede: HHM.
Hoeksma, B.H., I. Oomen en A.A.E. Welling (2004) Regeling hulpmiddelen 1996 en de extramuralisering in de AWBZ. In opdracht van het Cvz. Enschede: HHM.
Hoeksma, B.H. en P.G.M. Jansen (2004) Aanpak en resultaten praktijkonderzoek intramurale zorgarrangementen. Enschede: HHM.
Hoogerwerf, R. et al (2003) Zorginfrastructuren. Naar bouwstenen voor financiering. Eindrapport. Een onderzoek in opdracht van het Ministerie van VWS. Leiden: Research voor Beleid.
Informatie zoals beschikbaar op www.kenniscentrumwonenzorg.nl
Kok L., et al (2004) Kosten en baten van extramuralisering. De gevolgen voor de Regeling Hulpmiddelen. Den Haag: SEO, SCP.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 42 va n 47
Bijlage 3.
Literatuurlijst
Kullberg, J. (2005) Ouderen van nu en van de toekomst. Hun financiële spankracht, zorgbehoefte en woonwensen. Achtergrondstudie bij Oude bomen? Oude bomen moet je niet verplanten. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau.
Leeuw, J. van der (2004) Veilig en comfortabel. Wonen met domotica. Beschrijving en analyse van vraaggestuurde domoticaprojecten in de ouderenhuisvesting. Utrecht: iWZ.
Notities (2004) Utrecht: Arcares. – Exploitatiedraagvlak voor extramurale zorgsteunpunten (tussentijdse bevindingen). – Extramurale zorg: draagvlak voor steunpunten. – Kostenvergelijking intramurale en extramurale zorg. – Duurzame bekostiging van lichte zorginfrastructuur. – Nabije zorg als redelijk alternatief voor verblijf.
Petersen, A. van, F. van Vree en L. Janssens (2004) Insluizing van de ADLclusterregeling in de functiegerichte AWBZ. Effecten op zorginhoudelijk en financieeltechnisch vlak. Een onderzoek in opdracht van het College voor zorgverzekeringen. Leiden: Research voor Beleid.
Poerstamper, R.J.C. et al (2004) Kostenverschillen intra- en extramurale verzorgingshuiszorg in vooronderzoek verkend. Utrecht: PricewaterhouseCoopers.
Singelenberg, J.P.J. (2003) Extramurale 24-uurs zorg. Plaatsbepaling en arrangementsomschrijving. Utrecht: Aedes-Arcares Kenniscentrum Wonen-Zorg.
Singelenberg, J.P.J. (2004) Toekomstscenario’s en planologische kengetallen wonen en zorg. Utrecht: Aedes-Arcares Kenniscentrum Wonen-Zorg.
Slooff, N. en A. Schneider (2004) Kostenvergelijking ADL-clusterwonen versus het wonen in een AWBZ-instelling voor lichamelijk gehandicapten. Uitgebracht aan de sectormanager AWBZ. Diemen: College voor zorgverzekeringen.
Smit, V. en S. Kessels (2005) Oude bomen? Oude bomen moet je niet verplanten. Advies over ouderenbeleid en wonen. Den Haag: VROM-raad.
Spek, J. (2004) De functie verblijf nader beschouwd. Doetinchem: TANGRAM organisatieadvies BV.
Voetelink, D.W. en Y.M. Wilders (2004) Functiegerichte Kostprijzen AWBZ. Uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van VWS. Amsterdam: KPMG Gezondheidszorg.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 43 va n 47
Bijlage 4.
IZA’s V&V
IZA 1 V&V
Beschut wonen met begeleiding
Cliëntprofiel
Gemiddelde scores beperkingen
De cliënten zijn niet of licht begeleidingsbehoeftig. Een klein deel van de cliënten heeft behoefte aan hulp, toezicht of sturing ten aanzien van psychosociaal welbevinden, deelname aan het maatschappelijk leven en het nemen van besluiten/komen tot oplossingen. Bij het initiëren van complexe taken en het huishoudelijk leven kan het ook nodig zijn dat iemand moet helpen. De cliënt voelt zich soms onveilig. Ten aanzien van mobiliteit is het algemeen geen hulp nodig. Ten aanzien van de kleine verzorgingstaken (ADL) en ten aanzien van wassen en kleden kan sprake zijn van behoefte aan toezien en stimuleren of enige hulp.
Begeleidingsbehoefte Mobiliteit ADL Gedragspro blematiek
0,0
0,5
1,0
ac hteruitgang
De zorgverlening is in het algemeen volgens afspraak te bieden.
Voorbeelden cliëntgroepen:
2,0
2,5
3,0
Aard van het begeleidingsdoel
De aard van het begeleidingsdoel is bij de meeste cliënten stabilisatie. Soms is deze ontwikkelingsgericht of gericht op begeleiding bij achteruitgang.
De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel zijn somatische ziekte/aandoening of psychogeriatrische ziekte/aandoening
1,5
terminale- of eindfase
ontwikkelingsgeric ht stabilisatie
De ´lichte´ bewoner in het verzorgingshuis, of ook: verblijvend in verpleeghuis ‘Partners van verzorgingsbehoeftige bewoners’, met zelf een lichte verzorgingsbehoefte
Functies en klassen / tijd Woonzorg OB-alg klasse: 2 PV klasse: 1 VP klasse: AB-alg klasse: Gemiddeld : 4,0 uur per week (incl. gem. 1,3 uur nachtdienst) Bandbreedte: 2,1 – 5,8 uur per week
Dagbesteding Gemiddeld aantal dagdelen per cliënt per week OB-dag: 0,3 dagdelen AB-dag: -
Behandelaars Gemiddeld aantal minuten AB-BH uit AWBZ* per cliënt per week: 5 minuten
Verblijfskenmerken Setting Nachtdienst Leveringsvoorwaarde (OB, PV en VP)
Beschut wonen Oproepbare wacht Volgens afspraak + direct oproepbaar
* afhankelijk van verblijfssituatie: financiering activerende begeleiding / behandeling kan ook plaatsvinden vanuit ziektekostenverzekering i.p.v. AWBZ.
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 44 va n 47
Bijlage 4.
IZA’s V&V
Beschut wonen met verzorging
IZA 2 V&V Cliëntprofiel
Gemiddelde scores beperkingen
De cliënten zijn licht begeleidingsbehoeftig. Hierbij is af en toe hulp, toezicht en sturing nodig. Dit kan betrekking hebben op alle aspecten van oriëntatie, psychosociale/cognitieve functies, psychosociaal welbevinden, besluitneming, taakuitvoering en het huishoudelijk leven. Met name ten aanzien van het initiëren en uitvoeren van complexe taken en het huishoudelijk leven is vaker ook overname van zorg nodig. De cliënt voelt zich soms onveilig.
Begeleidingsbeho efte Mo biliteit ADL Gedragsproblematiek
Er kan sprake zijn van een beginnend verlies van regie over het dagelijks leven. De cliënten zijn hierbij nog redelijk in staat om zelf keuzes te maken, soms met hulp.
0,0
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0
Er kan sprake zijn van behoefte aan toezien of stimulering ten aanzien van mobiliteit. Ten aanzien van kleine verzorgingstaken (ADL) en wassen en kleden hebben veel cliënten hulp nodig. Ten aanzien van eten en drinken is bij een deel van de cliënten toezien en stimuleren nodig.
Aard van het begeleidingsdoel
De aard van het begeleidingsdoel is het vaakst stabiliserend gericht, bij een deel van de cliënten ook ontwikkelingsgericht dan wel gericht op begeleiding bij achteruitgang. De zorgbehoefte kan in de tijd wisselend van aard zijn en er is behoefte aan zorg op meerdere momenten per dag. De zorg is voor een groter deel volgens afspraak te leveren.
ac hteruitgang
terminale- of eindfase
stabilisatie ontwikkelingsgeric ht
De dominante grondslagen voor dit cliëntprofiel zijn somatische ziekte/aandoening of psychogeriatrische ziekte/aandoening.
Voorbeelden cliëntgroepen:
De ´gemiddelde´ bewoner v.h. verzorgingshuis, of ook: verblijvend in het verpleeghuis Kortdurende opname verzorgingshuis t.b.v. herstel na bijvoorbeeld ziekenhuisopname Tijdelijke opname verzorgingshuis i.v.m. tijdelijk falend cliëntsysteem
Functies en klassen / tijd Woonzorg OB-alg klasse: 2 PV klasse: 2 VP klasse: 0 AB-alg klasse: Gemiddeld : 6,4 uur per week (inclusief gem. 1,3 uur nachtdienst) Bandbreedte: 4,1 – 8,7 uur per week
Dagbesteding Gemiddeld aantal dagdelen per cliënt per week OB-dag: 0,5 dagdelen AB-dag: -
Behandelaars Gemiddeld beschikbaar aantal minuten AB-BH uit AWBZ* per cliënt per week: 30 minuten
Verblijfskenmerken Setting Nachtdienst Leveringsvoorwaarde (OB, PV en VP)
Beschut wonen Wakende wacht Volgens afspraak + direct oproepbaar
* afhankelijk van verblijfssituatie: financiering activerende begeleiding / behandeling kan ook plaatsvinden vanuit ziektekostenverzekering i.p.v. AWBZ. IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 45 va n 47
Bijlage 4.
IZA’s V&V
Beschut wonen met intensieve verzorging
IZA 3 V&V
Gemiddelde scores beperkingen
Cliëntprofiel De cliënten zijn matig begeleidingsbehoeftig. Hierbij is af en toe tot vaak hulp, toezicht of sturing nodig en soms overname van zorg ten aanzien van de aspecten oriëntatie, psychosociale/cognitieve functies, psychosociaal welbevinden, het aangaan en onderhouden van sociale relaties. Ten aanzien van besluitneming, taakuitvoering, het initiëren en uitvoeren van complexe taken en het huishoudelijk leven moet bij een groot deel van de cliënten overname van zorg plaatsvinden.
Begeleidingsbeho efte Mobiliteit ADL Gedragsproblematiek
Er kan sprake zijn van enig verlies van regie over het dagelijks leven. De cliënten zijn hierbij nog redelijk in staat om zelf keuzes te maken, soms met hulp. Er is bij veel cliënten sprake van behoefte aan toezien en stimuleren dan wel iemand moet helpen ten aanzien van mobiliteit.
0, 0
0,5
1,0
De zorgverlening wordt op meerdere momenten per dag geboden, zowel op afspraak als niet op afspraak (direct oproepbaar).
2,0
2,5
3,0
Aard van het begeleidingsdoel
Ten aanzien van eten en drinken is bij veel cliënten vooral toezien en stimuleren nodig. Ten aanzien van kleine ADL en ten aanzien van wassen en kleden is bij veel cliënten hulp bij dan wel overname van zorg nodig. De aard van het begeleidingsdoel is vaak stabiliserend gericht , bij een deel van de cliënten is dit ontwikkelingsgericht en bij een ander deel is dit begeleiding bij achteruitgang.
1,5
te rminale - o f e indfa se a chte ruitgang stabilisa tie
o ntw ikke lingsge richt
De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is somatische ziekte/aandoening. Voorbeelden cliëntgroepen:
Bewoners met somatische beperkingen, evt. i.c.m. een licht dementieel syndroom Bewoners somatische meerzorg in het verzorgingshuis `Lichte` bewoners verpleeghuis somatiek
Functies en klassen / tijd Woonzorg OB-alg klasse: 2 PV klasse: 3 VP klasse: 1 AB-alg klasse: Gemiddeld : 9,9 uur per week (inclusief gem. 2,3 uur nachtdienst) Bandbreedte: 7,0 – 12,7 uur per week
Dagbesteding Gemiddeld aantal dagdelen per cliënt per week OB-dag: 1,1 dagdelen AB-dag: -
Behandelaars Gemiddeld aantal minuten AB-BH uit AWBZ per cliënt per week: 50 minuten
Verblijfskenmerken Setting Nachtdienst Leveringsvoorwaarde (OB, PV en VP)
Beschut wonen Wakende wacht Volgens afspraak + direct oproepbaar
IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 46 va n 47
Bijlage 5.
Opbrengsten met de huidige extramurale AWBZ-tarieven
O PBRENGSTEN
MET DE HUIDIGE EXTRAMURALE AWBZ - TARIEVEN
Hieronder wordt berekend wat de opbrengsten zijn bij toepassing van de extramurale beleidsregels voor de AWBZ op een project verzorgd wonen met 30 cliënten (met leveringsvoorwaarden en zorgzwaarte zoals aangenomen in de hoofdrapportage). Functie
Tarief
Opbrengsten
Basistarief HV
30 cliënten * 2 uur p.w. * 52
€
26,30
€
82.056,-
PV
30 cliënten * 3,5 uur p.w. * 52
€
39,10
€
213.486,-
VP
30 cliënten * 1,25 uur p.w. * 52
€
59,40
€
115.830,-
OB-alg
30 cliënten * 1,25 uur p.w. * 52
€
44,20
€
86.190,-
Beschikbaarheidstoeslag PV
30 cliënten * 3,5 uur p.w. * 52
€
2,80
€
15.288,-
VP
30 cliënten * 1,25 uur p.w. * 52
€
4,20
€
8.190,-
Totaal
€ 521.040,-
Tabel 1. Opbrengsten bij extramurale tarieven (basis: 30 cliënten)
Uit de gesprekken met de zorgaanbieders komt naar voren dat er geen eenduidige toekenning is van de beschikbaarheidsmodule (toeslag) op de tarieven voor extramurale zorgprestatie. Enkele aanbieders geven aan dat de toeslag niet bij geplande zorg en complexgebonden zorg wordt afgegeven. Hier is aangenomen dat de beschikbaarheidstoeslag voor alle cliënten van toepassing is bij PV en VP; doch niet van toepassing is bij OB-alg (Mocht dit laatste wel het geval zijn dan nemen de opbrengsten (bij 30 cliënten) toe met € 6.240,-). Deze opbrengsten zijn naar rato van het aantal deelnemende cliënten. Aldus kan de volgende vergelijking worden gemaakt (afgerond in € 1.000.-). Kosten en opbrengsten verzorgd wonen Personele kosten (excl. slaapwacht en activiteitenbegeleider, incl. toeslagen)
€
499,-
Reiskosten
€
16,-
Slaapwacht
€
20,-
Activiteitenbegeleider recreatieve/sociaal-culturele activiteiten
€
17,-
€
27,-
Totaal Kosten
€
579,-
Totaal Opbrengsten via extramurale beleidsregel AWBZ
€
521,-
Verschil (opbrengsten -/- kosten)
€
- 58,-
nfrastructuur steunpunt
Tabel 2. Verschil Opbrengsten via extramurale tarieven minus Kosten Verzorgd Wonen (basis: 30 cliënten)
Uit tabel 2 kan worden geconcludeerd dat het concept van verzorgd wonen, uitgaande van alle aannames die eerder in de hoofdrapportage zijn gedaan, niet geheel kan worden gefinancierd uit de extramurale beleidsregel AWBZ. IO/05/ 2074/arc, © HHM 2005
P agi n a 47 va n 47