Handreiking voor lokaal gesprek over ‘Verzorgd Wonen’ Opgesteld voor Habion Kenniscafé op 23 september 2015 (voor beleidsmakers en beslissers van gemeenten en woningcorporaties in de regio Veluwe Noord/Twente) Nieuwe tijden, nieuwe aanpak Met ingang van 1 januari 2015 voeren gemeenten de gehele Wmo uit. Op 1 juli 2015 is de Nieuwe Woningwet van kracht geworden. Deze twee veranderingen bieden gemeenten de mogelijkheid om lokaal sturing te geven aan het hele gebied van wonen en zorg. En binnen dit gebied aan de huisvesting van ouderen. Maar hoe doe je dat in de praktijk? In elk geval samen met andere partijen die een rol hebben op dit terrein, zoals zorginstellingen en corporaties. Beleid ouderenhuisvesting Bij het ontwikkelen van beleid op het gebied van ouderenhuisvesting doemen allerlei vraagstukken op.. Dat bleek toen Habion deze zomer een telefonisch onderzoek deed bij gemeenten en woningcorporaties naar de vraagstukken rondom de lokale samenwerking op dit gebied. Daarom hebben we voor u dit document opgesteld met handvatten voor het lokale gesprek over verzorgd wonen. Wat zijn de gespreksthema’s voor het lokale overleg over goede ouderenhuisvesting?: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k.
a.
Verbinding Wmo en volkshuisvesting Lokale samenwerking Passend toewijzen Invulling geven aan maatschappelijk vastgoed Aanbestedingen Wmo Veiligheid Geschikte en betaalbare woningvoorraad Transformatie naar (gedeeltelijk) extramuraal Prestatieafspraken Participatiewet Woonserviceconcepten
Verbinding Wmo en volkshuisvesting
Veel van de thema’s rondom ouderenhuisvesting hebben een raakvlak met zowel Wmo als volkshuisvesting. Bij veranderingen in het zorgvastgoed is het daarom zo belangrijk dat zowel de Wmo als afdeling Wonen betrokken zijn. Een beslissing aan de ene kant heeft gemakkelijk gevolgen voor de andere kant. Uit het onderzoek komt echter naar voren dat er nog weinig samengewerkt wordt tussen volkshuisvesting en Wmo. Bijvoorbeeld bij het passend toewijzen. De afdeling volkshuisvesting stelt regels op dat alle vrijkomende huurwoningen via het digitaal aanbodsysteem verdeeld moeten worden. Later blijkt dat de afdeling Wmo door deze regels haar klanten niet goed kan plaatsen in een geschikte woning. Goede ouderenhuisvesting vraagt lokaal om een integrale visie is op wonen en zorg!
Gespreksthema’s Verzorgd Wonen Habion Kenniscafé
1/ 8
Relevante vragen verbinding Wmo en volkshuisvesting 1 Is er een gezamenlijke visie vanuit volkshuisvesting en Wmo op de huisvesting van bijzondere doelgroepen voor nu en in de toekomst? 2 Wat zijn de onderwerpen die een integrale benadering vragen? Bijvoorbeeld: brandveiligheid in een complex met ouderen, 24-uurs aanwezigheid zorg, aanbestedingsbeleid Wmo voor partijen met zorgvastgoed, passend toewijzen, woonzorgvisie, maatschappelijk vastgoed? 3 Wie is integraal verantwoordelijk voor deze onderwerpen? 4 Hoe verhoudt het individuele Wmo maatwerk zich met collectieve belangen om mensen bij elkaar te huisvesten? Oftewel waar raken individu en collectief maatwerk elkaar en hoe wordt hierop door de Wmo gestuurd?
b.
Lokale samenwerking
De lokale samenwerking rondom wonen en zorg invullen valt niet altijd mee. Er zijn verschillende belangen en de gemeente is voor veel partijen ook als opdrachtgever betrokken. Samenwerken is wel noodzakelijk want voor het oplossen van lokale vraagstukken zijn meer partijen verantwoordelijk. De beste en goedkoopste oplossing vind je met elkaar. Uit het onderzoek blijkt dat er al veel gebeurt, maar niet elke samenwerking lijkt even productief. Wat helpt is aan de slag gaan met een herkenbaar probleem/vraag voor alle betrokken partijen. Diep dit onderwerp met de betrokken professionals verder uit aan de hand van haalbare en in de tijd beperkte pilots. Geef daarbij ruimte aan vernieuwing in de samenwerking. Rondom bepaalde woonzorglocaties zijn al pilots uitgevoerd. De woningcorporatie, zorgorganisatie, gemeente, welzijnswerk en het sociale wijkteam werkten hierbij samen. Bijvoorbeeld om het woonzorgcentrum meer te verbinden met de wijk en de bewoners daarbij te betrekken. Of een pilot die gericht is op een bepaalde groep, bijvoorbeeld ouderen met dementie in een bepaalde wijk/plaats. Doel was het aanbod verhelderen, preventieve maatregelen nemen en ook bewoners informeren over de verschillende mogelijkheden. Daarbij ging het ook om stimuleren van eigen kracht van de wijk en bewoners door hen actief te betrekken. Ga concreet met elkaar aan de slag. Zo leer je elkaar kennen en groeit het vertrouwen om meer dingen gezamenlijk op te pakken.
1 2 3 4 5 6 7 8
Relevante vragen lokale samenwerking. Hoe en met wie werkt u lokaal samen? Hoe beoordeeld u de wijze waarop samengewerkt wordt? Wat zijn de lokale vraagstukken, waarbij de oplossing samenwerking van meerdere partijen vraagt? Is bekend wat de belangen van de verschillende partijen zijn, kan hierover met elkaar gesproken worden? Wat zijn de mogelijkheden om zo concreet mogelijk met elkaar samen te werken? Bijvoorbeeld door samenwerking rond een locatie / een bepaalde doelgroep? Hoe wordt omgegaan met lokale partners die investeren in het lokale netwerk? Wordt dit gewaardeerd, beloond en gezien? Is duidelijk wanneer de corporatie (eigenaar) en/of de zorgorganisatie (zorgverlener) gesprekspartner is? Wordt optimaal gebruik gemaakt van de kracht en kennis van de lokale partners? Waar zijn verbindingen mogelijk die verstevigen? Hoe kunnen de aanwezige partijen elkaar lokaal versterken? Welke afspraken zijn hierover te maken?
Gespreksthema’s Verzorgd Wonen Habion Kenniscafé
2/ 8
c.
Passend toewijzen
Dit onderwerp is wel actueel en krijgt nog weinig aandacht. In de gesprekken met Wmo ambtenaren, bleek dat er vaak geen kennis was over de regels van passend toewijzen. Dit aspect is bij veel gemeenten nog onderbelicht. De afspraken en spelregels rondom de toewijzing van specifieke woningen zijn belangrijk om vanuit de Wmo zo goed mogelijk in te spelen op individuele vraagstukken. Door de extramuralisering is er een groep, die voorheen via het zorgkantoor geplaatst werd een verantwoordelijkheid van de gemeente geworden. Dat vraagt om een visie op passend toewijzen van specifieke groepen met een zorgvraag. De vraag is wanneer het vooral een volkshuisvestingsvraagstuk betreft en wanneer de toewijzing een meer individuele benadering vanuit de Wmo vraagt. Voor de toekomstige exploitatie van woonzorgcentra is het noodzakelijk dat invloed kan worden uitgeoefend op de toewijzing. Voor alle partijen is het meest wenselijk dat alleen mensen in het zorgcentrum komen wonen die ook zorg- of welzijnsproducten afnemen. De toewijzing van sociale huurwoningen wordt in schaarste gebiedengeregeld via de huisvestingsverordening. In die huisvestingsverordening kun je aangegeven hoe om te gaan met zorgwoningen. Belangrijkste is dat de Wmo en zorgorganisaties betrokken worden bij de toewijzing voor specifieke doelgroepen met een zorg of welzijnsvraag.
Praktijkvoorbeelden Gemeente Gouda heeft zorgwoningen uitgesloten uit de huisvestingsverordening. Dit betekent dat de toewijzing van deze woningen op basis van zorgbehoefte plaatsvindt. (http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/historie/Gouda/370819/370819_1.h tml), Gemeente Scherpenzeel heeft een huisvestingsverordening benoemd dat bepaalde zorgcomplexen (vermeld in een bijlage) niet toegewezen hoeven worden via het digitaal aanbodsysteem. (https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-76747.html)
1. 2. 3. 4. 5.
6.
Relevante vragen over passend toewijzen Zijn er over de toewijzing van sociale huurwoningen eisen of afspraken gemaakt? Is de zorg of Wmo hierbij betrokken geweest? Is er ruimte voor maatwerk bij de toewijzing van woonruimte voor de doelgroep met zorg in de verordening? Vormt de toewijzing een knelpunt voor de aanwezige zorgconcepten? Welke visie heeft de Wmo op de toewijzing en zijn ze betrokken bij de tot standkoming van de huisvestingsverordening? In welke complexen is het noodzakelijk dat de woningen alleen toegewezen worden aan mensen met een zorgvraag, zodat er een goede kwaliteit van zorg en welzijn geboden kan blijven worden? Hoe wordt de relatie met het sociale wijkteam en het Wmo loket van de gemeente en krijgen deze partijen ook een rol bij woningtoewijzing of advisering daarover?
Gespreksthema’s Verzorgd Wonen Habion Kenniscafé
3/ 8
d.
Invulling geven aan maatschappelijk vastgoed
Een ander actueel thema volgens de gesprekken is de positionering van maatschappelijk vastgoed. Door de extramuralisering wordt vaak ook naar een betere invulling gezocht van de begane grond/plint en algemene ruimten in woonzorgcentra. De relatie met ander maatschappelijk vastgoed is een nieuw gesprekspunt met de nieuwe financiering van de zorg. Wat zijn de levendige plekken in de gemeente die mensen aan elkaar verbinden? Hoe kunnen wooncomplexen met algemene ruimten hierin een rol spelen? Aan de slag gaan met dit onderwerp vraagt allereerst inzicht in welk maatschappelijk vastgoed aanwezig is. Niet alleen van de gemeente. Ook de ruimtes bij zorgorganisaties, woningcorporaties, kerken en andere organisaties. Wat is er aanwezig, welke activiteiten vinden er plaats en hoe effectief worden de ruimten benut? Over het algemeen is er een overmaat aan maatschappelijk vastgoed en moeten beslissingen worden genomen voor afstoten van gebouwen. Door de extramuralisering willen zorgorganisaties ook hun algemene ruimten meer toegankelijk maken voor andere initiatieven. Voor de levendigheid is het belangrijk dat er voldoende sociale activiteiten plaatsvinden in een gebouw. Daarnaast kan er vaak ook gebruik worden gemaakt van ruimten behorend bij woongroepen en serviceflats. Belangrijk is dat het activiteitenaanbod dichtbij de bewoners is die langer zelfstandig thuis wonen (geclusterd of in de wijk).
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Relevante vragen over maatschappelijk vastgoed Hoe omgaan met de plint van het woonzorgcentra en de aanwezige algemene ruimtes? In hoeverre gaat het aanwezige maatschappelijke vastgoed (Culturhus, buurtcentrum) en de algemene ruimten van woonzorgcentra met elkaar concurreren rondom activiteiten? Kan een overmaat aan maatschappelijk vastgoed afgestoten worden? Hoe kan de gemeente bijdragen aan de verlevendiging in de plint van woonzorgcentra? Hoe stimuleren we dat activiteiten dichtbij de doelgroep (in huis) plaatsvinden en de vervoerskosten vanuit de Wmo verminderd worden? Hoe kan de sociale rol en invulling van een woonzorgcentrum verstevigd worden? Zodat mensen langer zelfstandig thuis kunnen wonen? Wat betekent deze visie op maatschappelijk vastgoed en verlevendiging voor de aanbestedingen vanuit de Wmo? Hoe kunnen we burgers en bewoners stimuleren zelf activiteiten te ontwikkelen en bij te dragen aan ‘reuring’?
Gespreksthema’s Verzorgd Wonen Habion Kenniscafé
4/ 8
e.
Aanbestedingen Wmo
Met de aanbestedingen vanuit de Wmo geeft de gemeente sturing aan de wijze waarop ondersteuning/begeleiding in een gemeente georganiseerd wordt. De aanbestedingen vanuit de Wmo hebben ook invloed op het aanwezige zorgvastgoed in de gemeente. De positionering van zorgvastgoed bij de aanbestedingen vanuit de Wmo blijkt door gemeenten nog onderbelicht te worden. Bij de aanbestedingen vanuit de Wmo speelt de volkshuisvestelijke kant nog maar een kleine rol. Een voorbeeld uit de praktijk: In een kleine kern is het voortbestaan van een woonzorgcentrum belangrijk. Dit woonzorgcentrum geeft immers werkgelegenheid, heeft een belangrijke sociale functie waardoor oudere inwoners langer zelfstandig thuis blijven wonen. De zorgorganisatie en eigenaar van het gebouw hebben gesproken over een aantal kritieke punten zoals brandveiligheid, sociale functie, toewijzing en de algemene ruimten. Een gedeelte van het pand wordt geëxtramuraliseerd en mogelijk blijft een deel intramuraal. Voor de dorpsgemeenschap is het belangrijk dat er differentiatie in de zorg mogelijk is (zowel extramuraal als intramuraal). De gemeente denkt mee vanuit de afdeling Wmo en afdeling wonen over de toekomstige ontwikkelingen samen met de corporatie en zorgorganisatie. De wens is uitgesproken dat alle partijen bijdragen aan de haalbaarheid van dit plan. Bewoners en lokale ondernemers worden bij de planvorming meegenomen. Zodat het plan en de oplossing zoveel mogelijk de kracht van het dorp benadrukt. Daarnaast wordt er ook ruimte gezocht bij de aanbestedingen vanuit de Wmo. Waardoor de zorg en dienstverlening in het pand zoveel mogelijk door de aanwezige zorgorganisatie kan worden gedaan. Er moet langdurig geïnvesteerd worden door alle partijen. Hiervoor is wat langduriger duidelijkheid vanuit de Wmo noodzakelijk. De Wmo ziet het belang van geclusterd wonen. De vervoerskosten zijn lager en daarbij blijft er een gespecialiseerde ouderenzorg organisatie in het dorp.
1. 2.
3.
4.
-
Relevante vragen over aanbestedingen vanuit de Wmo Wat is de invloed van de aanbestedingen op geclusterde woonvormen, waar zorg geleverd wordt? Hoe wordt omgegaan met collectieve woonkwaliteit die voor het huisvesten van bepaalde doelgroepen noodzakelijk is (zoals brandveiligheid, extra algemene ruimten)? Terwijl de Wmo gericht is op het individu en geen ruimte voor klusteringen doordat de verblijfscomponent niet naar de gemeente overgeheveld is van de Zorgzwaartepakketen 1-4. Wat is bij de aanbestedingen vanuit de Wmo de positie van zorgpartijen met een vastgoedverplichting t.o.v. partijen zonder vastgoedverantwoordelijkheid? Bijvoorbeeld rondom dagbesteding en begeleiding groepen. Hoe omgaan met de ‘grijze’ gebieden die het huisvesten van bepaalde doelgroepen met zich meebrengt. Zoals brandveiligheid, legionellabeheersing, beheer en coördinatie algemene ruimten, etc.? Welke rol kan een woonzorgcentrum toegespeeld krijgen bij de ontwikkelingen van langer zelfstandig thuis wonen en de zorgfunctie?
Gespreksthema’s Verzorgd Wonen Habion Kenniscafé
5/ 8
f.
Veiligheid
Een ander genoemd en erkend thema is de veiligheid. De eisen rondom veiligheid liggen bij intramurale complexen hoog. In de financiering van de voormalige intramurale doelgroepen die met de overgang naar de Wmo zijn gegaan, werd dit via de verblijfscomponent betaald. In de individuele variant van de Wmo is deze collectieve verblijfscomponent, waar veiligheid deel van ui maakt, komen te vervallen. Een paar brandincidenten dit jaar in seniorencomplexen benadrukken het risico op brandveiligheid wanneer kwetsbare doelgroepen geconcentreerd wonen. De brandweer, woningcorporatie, zorgorganisatie, gemeente, bewoners spelen in dit veiligheidsvraagstuk een belangrijke rol. Met de veranderingen van intramuraal naar extramuraal vastgoed, zijn er ook veranderingen in de veiligheid. De brandmeldinstallatie (BMI) met de automatische doormelding naar de brandweer komt te vervallen in een complex. Want de intramurale capaciteit wordt langzaam ingezet als extramuraal vastgoed. Zo lang er nog intramuraal zorg geleverd wordt, is de BMI actief met automatische doormelding. Bij het vervallen van intramurale capaciteit vervalt deze doormelding. In een concreet voorbeeld is het gesprek wat dit betekent voor de brandveiligheid in een vroeg stadium gestart.. De doelgroep is na extramuralisering hetzelfde, maar de zorgorganisatie kan geen BHV-organisatie meer leveren. Besloten wordt om de omwonenden en bewoners zelf te betrekken bij de brandveiligheid. Er zijn verschillende vraagstukken zoals de verminderde mobiliteit in het complex en ontruiming van het pand wanneer de liften vanwege bijvoorbeeld brand niet meer werken. De verschillende partijen zijn nog in gesprek over de risico’s en hoe dit in de toekomst ingevuld moet worden.
1. 2. 3. 4.
5.
Relevante vragen over veiligheid Wat zijn de lokale gesprekspunten rondom veiligheid? Wat betekenen de ontwikkelingen van langer zelfstandig thuis wonen voor de veiligheid in verschillende woongebouwen? Is inzichtelijk waar en welke risico’s worden gelopen op het gebied van brandveiligheid? Wie is hiervoor verantwoordelijk? Wat kan in gezamenlijkheid opgepakt worden? Wat zijn de consequenties als er geen automatische doormelding plaatsvind naar de brandweer in complexen waar de doelgroep hetzelfde blijft, maar de financiering door de extramuralisering verandert? Hoe omgaan met collectieve aspecten in de Wmo die voorheen bij de doelgroepen via de verblijfscomponent werden geregeld? Terwijl de Wmo veel belangen heeft bij clustering.
Gespreksthema’s Verzorgd Wonen Habion Kenniscafé
6/ 8
g.
Geschikte en betaalbare woningvoorraad
Betaalbaarheid voor mensen met een klein inkomen is ook een belangrijk aandachtspunt. Sociale huurwoningen worden steeds duurder en mensen moeten zelf ook steeds meer een bijdrage leveren aan de zorg/begeleiding. Hoe kom je tot een goede match tussen geschikte en betaalbare woningvoorraad? Dit onderwerp heeft ook een relatie met de noodzaak om passend toe te kunnen wijzen en hier invloed op uit te kunnen oefenen. De gemeente is verantwoordelijk voor woningaanpassingen. Zodra individuele aanpassingen nodig zijn, kan ook verhuizing naar betere en geschiktere woningen gestimuleerd worden. Bijvoorbeeld naar een drempelloos complex met sociale activiteiten en zorg in de buurt. Knelpunt vanuit de Wmo is op dit moment dat er alleen individueel gekeken wordt. Daarmee vervallen de voordelen van het collectieve wonen. Collectief is brandveiligheid, geschikte toegang, en algemene ruimten beter en betaalbaar te regelen. Differentiatie in woonkwaliteit kan helpen om ook betaalbare alternatieven te hebben. Een verouderd pand met een kleiner woonoppervlak, kan door een groep toch aantrekkelijk worden gevonden. Doordat er bestedingsruimte ontstaat voor meer welzijn/zorg of andere onderdelen die de klant van belang vindt.
1. 2. 3. 4.
h.
Relevante vragen over geschikte en betaalbare woningvoorraad. Wat is nodig om voor alle doelgroepen geschikte en betaalbare huisvesting te hebben? Hoe zorgen we dat het wonen en de daarbij behorende zorg/ondersteuning betaalbaar blijft? Hoe stimuleren we dat verhuisd wordt naar aangepaste en levensloopbestendige woningen? Eenzaamheid is een groot probleem. Wat kunnen we bieden aan mensen zonder mantelzorg die vereenzamen? Hoe geven we een goede invulling aan de algemene ruimtes van de aanwezige woonzorgcentra en hoe wordt de buurt en de bewoners hierbij betrokken?
Transformatie naar (gedeeltelijk)extramuraal
In veel woonzorggebouwen komen door de veranderingen in de wet- en regelgeving minder intramurale klanten. Dit betekent dat er via andere financieringsconstructies soms nog wel een woonzorgarrangement aan de desbetreffende doelgroepen wordt aangeboden. De klant moet hierbij gaan betalen voor het wonen. De woningen worden geëxtramuraliseerd. De transformatie van de huizen wordt vaak in eerste instantie door de zorgorganisatie opgepakt. Bij leegstand zijn zij de eerste partij die gaat nadenken over de toekomst en dit doen ze gezamenlijk met de eventuele corporatie. Bij de verdere uitwerking zijn zowel de Wmo van de gemeente als de volkshuisvestelijke kant betrokken. Afhankelijk van de situatie moeten diverse onderwerpen besproken worden. De verandering van het bestemmingsplan, handhaven van doelgroep of nieuwe doelgroep huisvesten, de gemeentelijke belastingen, toewijzing van de woningen, registratie in de BAG, woonzorgvisie, de gevolgen voor het dorp, betrekken van bewoners, sociale activering, etc. Al deze situaties bieden kansen om gezamenlijk op te trekken en de burgers te betrekken bij de veranderingen.
1. 2.
Relevante vragen bij transformatie (gedeeltelijk)extramuraal Wat betekent de veranderde wet- en regelgeving voor de sociale functie van de woonzorgcentra? Wat zijn de mogelijkheden voor de toekomst van de verschillende locaties?
Gespreksthema’s Verzorgd Wonen Habion Kenniscafé
7/ 8
3. 4.
5. 6. 7. 8.
i.
Wat zijn de ontwikkelingen in de vraag en het aanbod? Is de ontwikkeling naar extramuralisering te combineren met een andere behoefte in de gemeente? Hoe staan de complexen in het bestemmingsplan? Levert het problemen op wanneer er geëxtramuraliseerd gaat worden? Hoe wordt flexibiliteit behouden voor veranderingen in zorgaankoop en fluctuatie intramuraal/extramuraal? Zelfstandig of onzelfstandige woonruimte: hoe nemen we dit op in het BAG en GBA? Gemeentelijke belastingen: blijven deze hetzelfde of veranderen ze door geleidelijke extramuralisering? Wie is of blijft verantwoordelijk voor afvoer van afval? Hoe wordt afvalstoffenheffing opgenomen? De wijze van toewijzing is belangrijk voor de haalbaarheid van woonzorgconcepten. Wat zijn de afspraken die gemaakt worden over de toewijzing? Ervaring is dat er een gezamenlijke toewijzingsafspraak moet worden gemaakt, waarbij volkshuisvesting en Wmo betrokken is.
Prestatieafspraken en woonvisie
De toekomst van de sociale huurvoorraad en de samenwerking tussen de gemeente en woningcorporaties worden vastgelegd in de prestatieafspraken. Dit is geregeld in het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH). De meeste gemeenten hebben ook prestatieafspraken gemaakt met de lokale corporaties. Nog maar weinig gemeenten hebben ook met Habion concreet afspraken gemaakt. Habion is als categorale woningcorporatie in heel veel gemeenten actief. Op het gebied van ouderenhuisvesting kan Habion meedenken met de woonvisie en is bereid om ook opgenomen te worden in de prestatieafspraken met daarin bijzondere aandacht voor ouderenhuisvesting.
1. 2. 3. 4.
j.
Relevante vragen rondom prestatieafspraken Wat is de opgave voor ouderenhuisvesting of op het gebied van zorgvastgoed? Is het mogelijk om hierover ook afspraken met elkaar te maken? Kiezen we voor individuele of voor gezamenlijke prestatieafspraken? Hoe de specifieke positie van Habion meenemen op het gebied van ouderenhuisvesting? Welke afspraken moeten en zijn hierover te maken?
Participatiewet en betrekken bewoners
De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de participatiewet. In deze wet is geregeld dat Iedereen moet kunnen meedoen als volwaardig burger en kunnen bijdragen aan de samenleving. Ook mensen die voor wie dit een grotere opgave is. De Participatiewet is hierop gericht. Gestreefd wordt ondermeer naar meer reguliere banen en het activeren van potentiële arbeidskrachten vanuit o.a. de Wajong. Daarbij wil de gemeente ook graag de lokale kracht aanboren. Mensen zoveel mogelijk benaderen, laten participeren en betrekken. De transformatie en de ontwikkelingen in de zorg bieden kansen en mogelijkheden om daarover lokaal in gesprek te komen. In een woonzorgcentrum in transitie wordt met een werkervaringsproject een nieuwe invulling gegeven aan het maaltijdconcept. En tegelijkertijd aan versterking van de arbeidspositie van een kwetsbare doelgroep. De insteek is dat het restaurant ook meer een buurtfunctie krijgt en de medewerkers met hun werkervaring een betere kans maken op de arbeidsmarkt. Bewoners worden daarnaast meer betrokken bij de sociale activiteiten van het woonzorgcentrum. Het wordt meer voor en door bewoners en omwonenden Een vrijwilligerscoördinator zorgt dat de goede verbindingen worden gelegd en dat de vrijwilligers zich verder ontwikkelen.
Gespreksthema’s Verzorgd Wonen Habion Kenniscafé
8/ 8
1. 2. 3. 4.
k.
Relevante vragen over participatiewet en bewoners Hoe betrekken we bewoners bij de activiteiten en lokaliseren we lokale kracht? Hoe zorgen we dat bewoners betrokken zijn en het wonen met de zorg een gezamenlijke verantwoordelijkheid is? Wat zijn de mogelijkheden voor het stimuleren van een bewonerscoöperatie, die een gedeelte van het welzijn en de ondersteuning zelf kan regelen? Op welke plekken kunnen mensen meedoen als ze een beperking hebben? Welke mogelijkheden zijn er?
Woonserviceconcepten Uit het onderzoek blijkt dat er in verschillende gemeenten nagedacht wordt over woonserviceconcepten. Werkgroepen zijn hiervoor actief. Een voorbeeld: Langer zelfstandig thuis betekent ook dat er nagedacht moet worden over de sociale voorzieningen. Samen met de lokale corporaties en zorgorganisaties wordt rondom een zorgcentrum een pilot gestart. Doel van de pilot is het betrekken van de bewoners boven de 65 jaar in een afgebakend gebied rondom het woonzorgcentrum. Centrale vragen zijn: “Wat heeft u nodig om te blijven wonen in uw eigen woonomgeving? Wat kunt u bijdragen dat anderen kunnen blijven wonen wanneer de zorg toeneemt?”. Deze vragen leveren interessante gesprekken op. Vanuit de bewoners ontstaan initiatieven die opgepakt worden. Daardoor ontstaan meer verbindingen en een netwerk dat vragen makkelijker kan opvangen. De zorgorganisatie heeft haar zorg- en dienstenpakket aangepast en meer op maat gemaakt voor de vraag van de bewoners.
1. 2. 3. 4.
Relevante vragen woonserviceconcepten Hoe kan de sociale wijkfunctie van woonzorgcentra ook in de toekomst een invulling krijgen? Wat is nodig om mensen langer zelfstandig te laten wonen? Wat is nodig om 24-uurszorg in de nabijheid van mensen te organiseren? Hoe pakken we dit gezamenlijk op met de bewoners en andere betrokken partijen?
Samengevat Rondom wonen en zorg liggen veel uitdagingen. De aanpak hiervan vraagt een integrale benadering. Aan de hand van concrete lokale vraagstukken is de lokale samenwerking het beste te organiseren. Dit document biedt een eerste aanzet voor de vragen lokaal gesteld kunnen en moeten worden. Belangrijkste is dat er bij alle partijen voldoende urgentie is om met elkaar aan de slag te gaan. Voor een goede aanpak van ouderenhuisvesting in uw gemeente nu en in de toekomst is het van het grootste belang dat we elkaars taal leren spreken en op in gesprek gaan over de problemen. Wie is Habion? Habion is een landelijke corporatie, gespecialiseerd in ouderenhuisvesting met een zorg- en dienstenaanbod. We zien het als onze opdracht woningen en woonzorgcentra te ontwikkelen en te beheren, waarin ouderen zich thuis voelen. Dat betekent meer dan het bieden van een dak boven het hoofd. Onze missie Alle senioren een veilig en comfortabel (t)huis! Habion is een partner op het gebied van wonen en zorg en denkt graag met u mee. Heeft u vragen naar aanleiding van dit kenniscafé? Wilt u nog eens verder praten over de onderwerpen die aan bod kwamen? Neemt u dan contact op met onze klantmanagers: Roelanda Telgenhof (
[email protected] telefoon 030-221 20 71) Gerrie Schoenmakers (
[email protected] telefoon 030-634 65 46)
Gespreksthema’s Verzorgd Wonen Habion Kenniscafé
9/ 8